Aanbod tot inschrijving op maximaal EUR 15 miljoen in Nieuwe Aandelen met VVPR-strips De Lead Manager beschikt over een Overtoewijzingsoptie ten bedrage van EUR 2,25 miljoen in Bestaande Aandelen Het Aanbod bestaat uit een publiek aanbod in België en een private plaatsing bij institutionele beleggers in België en Europa. Er werd een aanvraag ingediend tot notering op Alternext Brussels voor alle aandelen van de Vennootschap (inclusief de aandelen die kunnen worden uitgegeven bij de uitoefening van de bestaande warrants). Het Aanbod loopt van 6 juni tot en met 20 juni 2007, tenzij vervroegde afsluiting.
Sole Lead Manager, Bookrunner & Listing Sponsor
Waarschuwing: Een belegging in aandelen van Ecodis houdt risicoʼs in, zoals uitgelegd in de rubriek “Risicofactoren” in het begin van dit Prospectus. Meer specifiek moet aandacht worden besteed aan de items ”Risicoʼs verbonden aan de financiële structuur en winstgevendheid” en “Risicoʼs verbonden aan de bescherming van intelectuele eigendomsrechten” Alternext Brussels is een marktsegment van Euronext Brussels met een minder strenge reglementering dan Eurolist by Euronext, aangezien het geen gereglementeerde markt is in de betekenis van artikel 2, 3° van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. Bijgevolg biedt het niet dezelfde garanties als een gereglementeerde markt m.b.t. supervisie en informatie aan het publiek.
Prospectus op datum van 29 mei 2007
Inhoudstafel Samenvatting............................................................................................................................1 Risicofactoren .........................................................................................................................15 Afwijzingen van aansprakelijkheid en kennisgevingen ........................................................27 Hoofdstuk I : Algemene informatie en informatie over de verantwoordelijkheid voor het prospectus en de controle van de rekeningen.......................................................................30 1. Verantwoordelijkheid voor de inhoud van het Prospectus .....................................................30 2. Verantwoordelijkheid voor de controle van de rekeningen....................................................30 3. Goedkeuring van het Prospectus...........................................................................................31 4. Wettelijke publicaties ...........................................................................................................31 5. Beschikbare informatie.........................................................................................................31 Hoofdstuk II : Algemene informatie over het Aanbod en Toelating tot de notering op Alternext Brussels ..................................................................................................................34 1. Doel van de kapitaalverhoging .............................................................................................34 2. Overzicht van de beslissingen met betrekking tot het Aanbod...............................................34 3. Belangrijke informatie..........................................................................................................37 4. Modaliteiten van het Aanbod................................................................................................40 5. Waardebepaling ...................................................................................................................55 6. Informatie in verband met de Aandelen van de Vennootschap ..............................................59 7. Belgisch belastingstelsel.......................................................................................................60 Hoofdstuk III : Algemene informatie over Ecodis en haar aandelenkapitaal .....................66 1. Algemene informatie............................................................................................................66 2. Doel van de Vennootschap ...................................................................................................66 3. Structuur van de groep..........................................................................................................67 4. Kapitaal en aandelen van de Vennootschap ..........................................................................68 5. Warrantenplannen ................................................................................................................81 6. De aandeelhouders ...............................................................................................................83 7. Bekendmaking van belangrijke deelnemingen ......................................................................84 8. Openbare overnamebiedingen ..............................................................................................85 9. Uitkoopbod ..........................................................................................................................87 10. Marktmisbruik....................................................................................................................88
Hoofdstuk IV : Corporate governance ..................................................................................89 1. Algemeen.............................................................................................................................89 2. Raad van bestuur ..................................................................................................................90 3. Comités van de raad van bestuur ........................................................................................ 100 4. Bezoldiging van de bestuurders en van het uitvoerend management ................................... 106 5. Aandelen en warrants in het bezit van bestuurders en het uitvoerend management.............. 107 6. Commissaris....................................................................................................................... 107 7. Verrichtingen van bestuurders en verrichtingen met verbonden vennootschappen. Belangenconflicten van de bestuurders en het uitvoerend management...................................108 8. Bezoldigingen en voordelen van de bestuurders en het uitvoerend management ................. 111 9. Relaties met belangrijke aandeelhouders ............................................................................ 111 Hoofdstuk V : De activiteiten van Ecodis............................................................................113 1. Bedrijfsprofiel .................................................................................................................... 113 2. Markt ................................................................................................................................. 115 3. De ecodis® technologie, producten en diensten................................................................... 138 4. Onderzoek en ontwikkeling................................................................................................ 203 5. Organisatiestructuur ........................................................................................................... 212 6. Ambitie en strategie............................................................................................................ 214 7. Belangrijke overeenkomsten............................................................................................... 217 8. Overheidsingrepen, rechtszaken of arbitrages ..................................................................... 217 Hoofdstuk VI : Toelichting en analyse van de financiële positie en bedrijfsresultaten door het management ...................................................................................................................218 1. Overzicht............................................................................................................................ 218 2. Factoren die de bedrijfsresultaten beïnvloeden.................................................................... 219 3. Bedrijfsresultaten ............................................................................................................... 220 4. Balans ................................................................................................................................ 223 5. Recente ontwikkelingen ..................................................................................................... 228 6. Vooruitzichten.................................................................................................................... 228
Hoofdstuk VII : Financiële informatie ...............................................................................234 1. Inleiding............................................................................................................................. 234 2. Geconsolideerde jaarrekening van Ecodis NV van het boekjaar 2006 ................................. 234 3. Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening ................................................................. 243 4. Verslag van de raad van bestuur over de geconsolideerde jaarrekening van het boekjaar 2006 ...............................................................................................................................................247 5. Verslag van de commissaris aan de Algemene Vergadering der aandeelhouders van de vennootschap Ecodis NV over de geconsolideerde jaarrekening over het boekjaar afgesloten op 31 december 2006 ..................................................................................................................251 6. Statutaire balans en resultatenrekening van Ecodis NV voor de boekjaren 2004, 2005 en 2006 (in ‘000) ..............................................................................................................................253 7. Verschillenanalyse Belgische Boekhoudregels ten opzichte van International Financial Reporting Standards (IFRS) ...................................................................................................260
Samenvatting Deze samenvatting is niet bedoeld om volledig te zijn. Ze moet worden gelezen als inleiding tot de meer gedetailleerde informatie elders in dit Prospectus. Ze bevat geselecteerde informatie over Ecodis en het Aanbod. Ze bevat niet alle informatie die voor beleggers van belang kan zijn. Deze samenvatting moet worden gelezen samen met, en wordt in haar geheel bepaald door, de meer gedetailleerde informatie en de geconsolideerde jaarrekening en haar toelichtingen opgenomen in dit Prospectus. Ze moet eveneens in samenhang worden gelezen met wat in “Risicofactoren” wordt uiteengezet. De Vennootschap is niet burgerlijk aansprakelijk voor deze samenvatting of voor een vertaling ervan, tenzij ze misleidend, onnauwkeurig of inconsistent is in samenhang met de andere delen van dit Prospectus. Elke beslissing om in de Aangeboden Aandelen te beleggen moet gebaseerd zijn op de overweging van het Prospectus in zijn geheel door de belegger. Wanneer een aanspraak in verband met de informatie in het Prospectus voor een rechtbank wordt gebracht, is het mogelijk dat de eisende belegger volgens de toepasselijke wetgeving de kosten moet dragen van de vertaling van het Prospectus voor het geschil aanhangig wordt gemaakt.
Samenvatting van de activiteiten Ecodis en de waterdesinfectiemarkt Ecodis biedt een ecologisch alternatief voor de bestaande waterdesinfectietechnieken aan. Haar vitale en onvervangbare karakter maakt water economisch zeer belangrijk met enorme marktmogelijkheden tot gevolg. Daarenboven neemt de vraag naar veiligheid in sterke mate toe, zowel door de overheden, de bedrijfswereld als de publieke opinie. Voor de watermarkt, en meer specifiek de niche van de waterdesinfectering, heeft dit een belangrijke impact op haar structuur en omvang, met name door: • toenemende regulering vanwege de overheden, ondermeer REACH (die de industrie verplicht om meer verantwoordelijkheid te dragen omtrent de risico’s van chemische stoffen) en de wetgeving die maatregelen oplegt ter preventie van legionella voor publiek toegankelijke plaatsen; • toenemend besef van verantwoordelijk door de bedrijfswereld, vrees voor reputatieschade en uitzicht op belangrijke kostenbesparingen; • toenemende druk van de publieke opinie. De grootste problemen met veilig gebruik van water bevinden zich niet zozeer in het door distributiebedrijven geleverde drinkwater, maar komen voort uit besmetting die optreedt in het eigen netwerk van de consument en bij hergebruik. Hierbij speelt de bio-film in de leidingen een belangrijke rol vermits ze de ideale schuil- en broedplaats is voor micro-organismen. De markt voor desinfectie heeft een omvang van ongeveer EUR 5,3 miljard van water en wordt algemeen beschouwd als een stabiele groeimarkt met een verwachte jaarlijkse groei van 10% tot 15%.
1
Het streven naar veiligheid, betrouwbaarheid en milieuvriendelijkheid leidt tot een sterke interesse in innoverende gedecentraliseerde technologieën die eveneens monitoring en adequate controle mogelijk maken. Hierdoor raken traditionele chemicaliën en thermische methoden onder druk ten voordele van technologieën zoals membraanfiltratie, UV-licht en ozon. De Ecodis technologie Ecodis heeft een technologie ontworpen die water desinfecteert op basis van de natuurlijke karakteristieken van het te behandelen water en dus zonder toevoeging van chemicaliën of zouten. De technologie, waarbij vrije radicalen worden gevormd door anodische elektrolyse, is efficiënt bij het doden van een hele reeks bacteriën, schimmels, virussen en protozoa en kan gebruikt worden bij de bestrijding van gevaarlijke chemische stoffen in water zoals cyanide, ammonium en pseudo-oestrogenen. De ecodis® technologie, die gebaseerd is op 10 jaar wetenschappelijk onderzoek, staat in voor een volledige ontsmetting van het leidingstelsel. Dit gebeurt via een uniek “4 stappenproces”: • eerst en vooral vormt de ecodis® een barrière ("gatekeeper"): bacteriën die via het koude water binnenkomen, worden ogenblikkelijk gedood in de elektrolysecel; • de elektrolysecel produceert ook oxidantia die voor een blijvende restdesinfectie zorgen: bacteriën, die zich verderop in het leidingstelsel in de waterstroom bevinden, worden hierdoor geëlimineerd; • een derde actie van de ecodis® is het volledig doden van de biofilm: herbesmetting van het water, door bacteriën vanuit de biofilm, is daardoor uitgesloten; • in een laatste stap wordt de biofilm geleidelijk verwijderd (sanering), waardoor de dode biofilm niet als voedingsbodem (habitat) voor nieuwe micro-organismen kan dienen. De wetenschappelijke kennis die Ecodis gedurende tien jaar heeft opgebouwd in talrijke domeinen, gaande van materiaalkunde en elektronica over chemie tot microbiologie en wateranalyse, zit vervat in het software-pakket verbonden aan het toestel, dat volledig intern is ontwikkeld door Ecodis. Deze software zorgt voor de optimale configuratie en dimensioneren van de ecodis® cel voor nieuwe installaties en de automatische sturing van het desinfecteringsproces bij gebruik, in functie van specifieke en veranderende omgevingsfactoren. Tot slot biedt de software belangrijke mogelijkheden inzake supervisie, alarmering en rapportering en analyse. Bovendien gebeurt alles real-time online zodat de interventies ter plaatste bij de klant tot een minimum kunnen worden herleid.
2
Competitieve positionering De ecodis® bezit een combinatie van eigenschappen waardoor ze algemeen kan worden beschouwd als een zeer complete desinfecteertechnologie, die duidelijk inspeelt op de nieuwe tendensen in wetgeving en publieke opinie. De technologie combineert de voordelen van de verschillende bestaande technieken en voegt bovendien functionaliteiten toe: •
De technologie van Ecodis combineert het desinfecteervermogen van de chemische methoden, zowel als gate-keeper als voor de restdesinfectie, met de milieuvriendelijkheid, duurzaamheid en veiligheid (zowel in gebruik als m.b.t. bijproducten) van innoverende methoden als UV-licht en membraantechnologie.
•
De Ecodis technologie is in staat de bio-film fysiek te verwijderen in tegenstelling tot de door Ecodis gekende alternatieve methoden voor waterdesinfectie.
•
De toepassing die Ecodis ontwikkelde is volautomatisch en maakt continue online monitoring en registratie mogelijk, waardoor ze haar klanten een zeer betrouwbare oplossing kan bieden met een lage werkingskost.
Deze eigenschappen stellen Ecodis in staat een gebruiksvriendelijke en performante oplossing te bieden voor problemen waarvoor alternatieve technieken slechts een suboptimale aanpak kunnen garanderen.
Ecodis vandaag Door het aanbieden van een technologische totaaloplossing, dat naast de verkoop van het toestel eveneens een belangrijk dienstenaanbod inhoudt, positioneert Ecodis zich als een “solutions provider” voor het beheer van de waterdesinfectie van de klant. Dit servicemodel is gericht op een optimale lange termijn klantenbinding via een maximaal comfortniveau en het genereren van jaarlijks recurrente inkomsten via een vergoeding van de technologie. Op middenlange termijn streeft Ecodis voor bepaalde productgroepen naar een contractueel service of exploitatiemodel met een omzetafrekening op basis van het aantal behandelde kubieke meters water. Ecodis werkt vandaag aan de afwerking en standaardisatie van haar huidige productgroep gericht op het desinfecteren van binnenkomend leidingwater. Hiermee positioneert Ecodis zich in twee grote toepassingsgebieden: • Desinfectie van sanitair water in het kader van legionella-preventie bij o.a. rust- en ziekenhuizen, hotels, campings, sportcentra, zwembaden, personeelsdouches, etc. • Preventie tegen velerlei vormen van bacteriële besmetting die producten en/of productieprocessen in belangrijke mate aantasten in o.a. voedingsindustrie, farmaceutische en chemische nijverheid, metaalverwerking en electronica.
3
Hoewel Ecodis, als onderneming met focus op R&D, slechts sinds enkele jaren op de markt (vanaf 2002) actief is en ze de commerciële activiteiten pas recent heeft geïntensifieerd, heeft ze al meer dan 50 klantenreferenties hoofdzakelijk op het vlak van inkomend water en legionella-preventie, haar huidige focus. Deze referenties situeren zich voornamelijk in de zorgsector (o.a. Sint-Augsutinus ziekenhuis in Antwerpen), overheidssector (o.a. Regie der Gebouwen) en industrie (o.a. Colruyt, Danone, Panasonic, Campina, Centerparcs, etc.) in Vlaanderen en in het buitenland. In het kader van de legionella-preventie heeft Ecodis als eerste onderneming in Nederland een voorlopige certificering gekregen. In België bevindt de aanvraagprocedure zich in een eindfase naar de verwachting van de Vennootschap. De ambities van Ecodis Ecodis heeft de ambitie om op middellange termijn uit te groeien tot Europees marktleider inzake de ontwikkeling, productie, verkoop en beheer van milieuvriendelijke watertechnologie. Momenteel focust Ecodis op de afwerking van haar huidige totaaloplossing en wil de Vennootschap starten met de commercialisering op grote schaal. Hiertoe zal ze een structuur uitbouwen die de verwachte snelle groei van de activiteiten zal kunnen dragen. Deze structuur houdt ondermeer het opzetten in van een intern productie- en verkoopsapparaat, dat indien nodig via partnerships zal worden versterkt. De geografische salesfocus van Ecodis is op korte termijn voornamelijk gericht op de Benelux als thuismarkt, en Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk als eerste exportmarkten. Op middellange termijn voorziet Ecodis een gefaseerde en planmatige Europese expansie. Steunend op haar technologisch platform, zal Ecodis daarnaast blijven investeren in onderzoek en ontwikkeling om de bestaande oplossing aan te passen voor andere toepassingen en de fundamentele werking verder te verbeteren: •
•
Ecodis zal zich concentreren op volgende product ontwikkelingen:
Via miniaturisatie zal de ecodis® technologie kunnen gebruikt worden in dispensers voor frisdrank, individuele douchekoppen, in een desinfectiepen voor toeristen, mobilhomes, etc.
De ecodis® technologie is geschikt voor de desinfectie van zowel kleine privé zwembaden en whirlpools als middelgrotere zwembaden met een volume kleiner dan 200m.
Voor de problematiek van de koelsystemen en –torens, zowel in het kader van legionellapreventie als voor redenen van efficiëntie, kan Ecodis een oplossing bieden.
Bovendien zal Ecodis fundamenteel onderzoek uitvoeren naar de nieuwe generatie van de Ecodiscel waardoor deze eveneens ingezet zal kunnen worden in de zuivering van afvalwater.
Via een evenwichtige combinatie van een gefaseerde commercialisering en verdere inspanningen in onderzoek en ontwikkeling heeft Ecodis het volste vertrouwen om, uitgaande van haar technologisch potentieel, uit te groeien tot een referentie in de Europese markt voor waterdesinfectie.
4
Corporate Governance Na afsluiting van het Aanbod zal de raad van bestuur uit zeven leden bestaan: 1 uitvoerend bestuurder, 3 niet-uitvoerende bestuurders en 3 onafhankelijke bestuurders. De commissaris van de Vennootschap is VMB Bedrijfsrevisoren CVBA, met maatschappelijke zetel te Entrepotkaai 3 te 2000 Antwerpen, vertegenwoordigd door de heer Alain Bolssens, bedrijfsrevisor en lid van het Instituut der Bedrijfsrevisoren. De raad van bestuur van de Vennootschap zal na de afsluiting van het Aanbod zijn corporate governance charter toepassen dat hoofdzakelijk steunt op de aanbevelingen die worden geformuleerd in de Belgische Corporate Governance Code die op 9 december 2004 door de Belgische Commissie Corporate Governance werd gepubliceerd. In principe is de Vennootschap niet onderworpen aan de Code, aangezien deze slechts van toepassing is op vennootschappen die op een gereglementeerde markt genoteerd zijn. De raad van bestuur van de Vennootschap heeft het voornemen om de Belgische Corporate Governance Code in het algemeen na te leven. De raad van bestuur zal het corporate governance charter van tijd tot tijd opnieuw bekijken en er de wijzigingen in aanbrengen die hij noodzakelijk en aangewezen acht.
5
Samenvatting van het Aanbod Vennootschap
De naamloze vennootschap Ecodis, opgericht naar Belgisch recht, die de emittent is van de aandelen in het Aanbod.
Aanbod
Het Aanbod wordt georganiseerd als een openbaar aanbod in België vooral bestemd voor particuliere beleggers en een private plaatsing voor institutionele beleggers in België en Europa.
Aangeboden Aandelen
Het Aanbod bestaat een Basisaanbod van Nieuwe Aandelen voor een bedrag van maximaal EUR 15 miljoen. Dit Basisaanbod kan in het kader van de Overtoewijzingsoptie worden verhoogd met een bedrag van maximaal EUR 2,25 miljoen in bestaande aandelen. De Aangeboden Aandelen zijn dividendgerechtigd voor het boekjaar dat start op 1 januari 2007 en de daaropvolgende boekjaren.
Nieuwe Aandelen
De Nieuwe Aandelen zullen worden uitgegeven voor een bedrag van maximaal EUR 15 miljoen, overeenkomstig de beslissing van de buitengewone algemene vergadering der aandeelhouders van 5 juni 2007. Deze Nieuwe Aandelen zullen genieten van dezelfde rechten als de bestaande aandelen en zullen recht geven op verminderde roerende voorheffing of VVPR, die zal vertegenwoordigd worden door een afzonderlijk verhandelbare VVPR-strip per Nieuw Aandeel.
Verkopende Aandeelhouders
De Verkopende Aandeelhouders zullen Overtoewijzingsoptie aandelen aanbieden.
uitsluitend
in
de
Ieder van de bestaande aandeelhouders draagt pro rata zijn aandelenparticipatie bij tot de Overtoewijzingsoptie.
6
Voorbehouden Tranche
Het gedeelte van het Aanbod dat wordt voorbehouden voor Geert Pepping, PE Group NV, Leo Stevens & Cie BVBA, Bart Stragier en Marc Pirenne. De voornoemde personen genieten van een prioritaire toewijzing, waarbij de door hen onderschreven aandelen niet kunnen worden verminderd.
Vrije Tranche
Het gedeelte van het Aanbod dat niet via de Voorbehouden Tranche wordt geplaatst, en dat openstaat voor alle beleggers via een openbare aanbieding in België, en voor institutionele beleggers in Europa via een private plaatsing.
Overtoewijzingsoptie
De Verkopende Aandeelhouders kennen aan de Lead Manager het recht toe om gedurende een periode van 30 kalenderdagen na de Noteringsdatum Aandelen van de Vennootschap, voor een bedrag dat niet hoger mag zijn dan 15% van het Basisaanbod, te kopen tegen de Inschrijvingsprijs, om eventuele overtoewijzingen te dekken. De Overtoewijzingsoptie zal kunnen worden uitgeoefend ongeacht het feit of het Basisaanbod volledig wordt ingeschreven. De Overtoewijzingsaandelen zullen bestaande aandelen zijn en zullen geen recht geven op verminderde roerende voorheffing (VVPR).
Inschrijvingsperiode
De Inschrijvingsperiode vangt aan op 6 juni 2007 en zal naar verwachting sluiten op 20 juni 2007, onder voorbehoud van Vervroegde Afsluiting. De Inschrijvingsperiode kan vervroegd worden afgesloten door de Lead Manager, in samenspraak met de Vennootschap, maar zal in elk geval ten minste zes beursdagen lopen vanaf de beschikbaarheid van het Prospectus. Elke Vervroegde Afsluiting van de Inschrijvingsperiode zal in de Belgische financiële pers worden aangekondigd en op de website van de Vennootschap en de Lead Manager.
Inschrijvingsprijs
De Inschrijvingsprijs zal een vaste en enige prijs zijn die voor alle beleggers, zowel particuliere en institutionele beleggers, zowel in de Voorbehouden Tranche als in de Vrije Tranche, van toepassing zal zijn. Deze Inschrijvingsprijs zal door de Lead Manager worden bepaald
7
in samenspraak met de Vennootschap. De Inschrijvingsprijs zal in de Belgische financiële pers worden gepubliceerd op 6 juni 2007. Toewijzing
Er wordt verwacht (zonder dat dit echter een verplichting inhoudt vanwege de Lead Manager of de Vennootschap) dat ten minste 35% van de daadwerkelijk toegewezen Aandelen zal worden toegekend aan particuliere beleggers in België, behoudens mogelijkheid tot “clawback”. Indien in één van beide tranches de vraag op significante wijze het aantal aangeboden aandelen in deze tranche overschrijdt, houdt de Lead Manager, in samenspraak met de Vennootschap, zich het recht voor om een deel van de Aandelen uit de andere tranche toe te wijzen aan de investeerders die hebben ingeschreven in de tranche waarin de vraag significant het aanbod overschrijdt. De Lead Manager zal voor de toewijzing van de Aangeboden Aandelen redelijke inspanningen doen om ervoor te zorgen dat de Nieuwe Aandelen met VVPR-strips worden afgeleverd aan particuliere beleggers die in België woonachtig zijn en aan beleggers die onderworpen zijn aan de Belgische belasting op rechtspersonen, in deze volgorde.
Allocatiedatum
Betaling, aflevering
vereffening
De Aangeboden Aandelen zullen worden toegewezen op de Allocatiedatum, dit is de eerste beursdag volgend op de afsluiting van de Inschrijvingsperiode, naar verwachting op 21 juni 2007. en
De Inschrijvingsprijs van de toegewezen aandelen moet volledig betaald worden in euro, uiterlijk op de Betaaldatum, te weten de derde beursdag volgend op de Allocatiedatum, naar verwachting op 26 juni 2007. De aandelen en VVPR-strips zullen op de vierde beursdag na de afsluiting van de Inschrijvingsperiode, naar verwachting op 26 juni 2007, aan de beleggers worden afgeleverd. Alle Aangeboden Aandelen en VVPR-strips worden afgeleverd door een inschrijving op rekening bij Euroclear Belgium, centraal bewaarder van de Belgische effecten en uitsluitend beschikbaar in de vorm van een inschrijving op rekening.
Lock-up Periode
De huidige aandeelhouders en de Vennootschap hebben met de Lead Manager een overeenkomst van niet-vervreemding van Aandelen van de Vennootschap afgesloten voor een periode van 12 maanden vanaf de Noteringsdatum, behoudens uitzonderingen.
8
Deze regeling wordt verder beschreven in Hoofdstuk II, 4.13.2 Lock-up afspraken. Aanwending van de opbrengst
De Vennootschap beoogt de netto-opbrengst van het Aanbod aan te wenden voor strategische investeringen, o.m. in onderzoek en ontwikkeling en opstartkosten voor de grootschalige commercialisering van haar oplossing, en voor de financiering van haar groei, o.m. van het werkkapitaal.
Kosten en vergoedingen van tussenpersonen
De kosten van het Aanbod die ten laste vallen van de Vennootschap worden geschat op een maximum bedrag van ongeveer 1,2 miljoen euro. Deze omvatten de wettelijke en administratieve kosten, de vergoeding van de CBFA en Euronext Brussels, de kosten voor de wettelijk verplichte bekendmakingen en voor de adviseurs, en de vergoeding van de Lead Manager en Underwriter. De kosten in verband met de verkoop van de Overtoewijzingsaandelen, zijnde de vergoedingen m.b.t. de verkoop- en de underwriting, vallen ten laste van de Verkopende Aandeelhouders in verhouding tot de Overtoewijzingsaandelen die zij elk voor openbare verkoop aanbieden.
Toelating tot Alternext Brussels
Een verzoek tot opname op Alternext Brussels werd ingediend voor alle aandelen van de Vennootschap, evenals voor de 873.220 aandelen die kunnen worden uitgegeven naar aanleiding van de nog uitstaande warrants van Ecodis. Voor de VVPR-strips zal geen verzoek tot opname worden ingediend. De VVPR-strips zullen vrij overdraagbaar zijn aan derden op de openbare veilingmarkt van Euronext Brussel. De Vennootschap voorziet dat de verhandelingen in effecten zullen aanvangen op de eerste beursdag na de Allocatiedatum, naar verwachting op of rond 22 juni 2007. Vanaf de Noteringsdatum tot de geplande Leveringsdatum zullen de aandelen van de Vennootschap op Alternext Brussels worden genoteerd en verhandeld op een “as-if-and-when-issued-ordelivered” basis.
Aandelencode
Code: ECOD ISIN: BE0003871887
Kalender van het Aanbod
De volgende datums zijn de geplande datums, behoudens
9
onvoorziene omstandigheden en vroegere/latere afsluiting: 06/06/2007
Publicatie van de Inschrijvingsprijs
06/06/2007
Start van de Inschrijvingsperiode
13/06/2007
Eerste mogelijkheid van Vervroegde Afsluiting
20/06/2007
Afsluiten van de Inschrijvingsperiode
21/06/2007
Allocatiedatum
22/06/2007
Publicatie in de Belgische pers van de resultaten van het Aanbod en allocatie
22/06/2007
Noteringsdatum
26/06/2007
Afsluitingsdatum (betaling, vereffening en aflevering)
10
Geselecteerde Financiële Informatie Alle financiële informatie die in deze samenvatting wordt weergegeven, is gebaseerd op de geauditeerde en geconsolideerde resultaten van de Vennootschap op 31 december 2006 en 31 december 2005 en de vooruitzichten van de Vennootschap voor de periode 2007-2012 (zoals weergegeven in Hoofdstuk VI, § 6). Historische en prospectieve resultatenrekening Resultatenrekening (in EUR duiz.)
2005
2006
580
401
-268
-214
312
187
Andere Bedrijfskosten
-709
-1,166
EBITDA
-396
-979
Afschrijvingen
-84
-112
Bedrijswinst
-480
-1,091
-12
-28
-492
-1,119
Bedrijfsopbrengsten Aankopen Bruto-marge
Financieel Resultaat Verlies van het Boekjaar
De netto-kaspositie van de Vennootschap bedraagt EUR 1 miljoen op datum van dit prospectus. Resultatenrekening (in EUR duiz.)
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
580
401
809
3,487
8,358
20,721
36,070
62,317
Operationele kosten
-976
-1,380
-4,475
-7,391
-10,384
-20,309
-30,930
-48,683
EBITDA
-396
-979
-3,666
-3,904
-2,025
411
5,140
13,634
-84
-112
-149
-234
-359
-484
-789
-944
-480
-1,091
-3,815
-4,137
-2,384
-72
4,351
12,690
37
190
744
425
625
625
1,525
775
118
37
113
672
931
2,386
3,004
5,260
Omzet
Afschrijvingen EBIT Investeringen in vaste activa Veranderingen in netto werkkapitaal
11
Risicofactoren Een investering in de Aangeboden Aandelen houdt belangrijke risico’s in met betrekking tot Ecodis, haar activiteiten en het Aanbod, zoals beschreven in de sectie "Risicofactoren" hieronder. Alvorens te beleggen in de Aangeboden Aandelen, moeten aanstaande beleggers, samen met de andere informatie in dit Prospectus, alle factoren en risico’s afwegen die horen bij een belegging in de Aandelen van Ecodis, inclusief de volgende risico’s: •
De commerciële strategie van Ecodis omvat maatregelen die ertoe strekken de uitgaven inzake onderzoek en ontwikkeling te verhogen, strategische acquisities van producten en technologieën te verrichten en nieuwe producten en diensten te lanceren. De Vennootschap verwacht aanzienlijke kosten bij de uitvoering van de hiervoor beschreven maatregelen. Het welslagen van de uitvoering is afhankelijk van een groot aantal factoren waarvan verscheidene onafhankelijk zijn van de wil van de Vennootschap.
•
Sinds de oprichting tonen de jaarrekeningen van de groep een negatief resultaat, voornamelijk gelinkt aan de geleverde inspanningen in onderzoek en ontwikkeling. Het business plan voorziet dat de Vennootschap ook in de eerstkomende boekjaren verliezen zal boeken.
•
Het succes van de Vennootschap hangt gedeeltelijk af van de mogelijkheden voor de Vennootschap (en eventuele toekomstige licentiehouders) om haar technologie vertrouwelijk te houden voor derden en/of door intellectuele eigendomsrechten te beschermen, deze rechten te behouden en af te dwingen.
•
Ecodis wordt geconfronteerd met concurrentie van diverse aard wat betreft de activiteit van alternatieve waterbehandeling. Niettemin maakt Ecodis zich sterk dat het op heden een technologische voorsprong van minstens 3 jaar heeft t.a.v. haar concurrenten.
•
De sector van waterbehandeling wordt gekarakteriseerd door een continue technologische ontwikkeling en een snelle evolutie van de behoeften van het cliënteel. Bijgevolg zijn het succes van de Vennootschap en haar bestendige groei in zekere mate afhankelijk van haar vermogen om deze ontwikkelingen te volgen.
•
Het menselijk kapitaal van Ecodis is een sleutelfactor voor de duurzame ontwikkeling van de Vennootschap. De getrouwheid van haar medewerkers is dan ook een wezenlijk element voor het welslagen van Ecodis.
•
Het verlies van één of meerdere sleutelfiguren of van een leidinggevende figuur zou de groei van de Vennootschap kunnen afremmen. Tot op heden is zij in grote mate afhankelijk van de voortdurende inspanningen van haar management en van bepaalde sleutelfiguren.
•
De sector van waterbehandeling wordt sterk beïnvloed door de wetgeving terzake, die een invloed heeft op de vraag naar de producten en de diensten van Ecodis.
12
Bijkomende Informatie Kapitaal Op de Datum van dit Prospectus bedraagt het aandelenkapitaal van de Vennootschap EUR 3.416.945,48 vertegenwoordigd door 6.298.220 aandelen zonder nominale waarde die elk een identiek gedeelte van het aandelenkapitaal van de Vennootschap vertegenwoordigen. Er staan nog 873.220 warrants uit. Statuten De statuten van de Vennootschap bevatten onder meer bijzondere regels voor het beheer van de Vennootschap, haar aandeelhoudersvergadering (met inbegrip van regels met betrekking tot het recht om de aandeelhoudersvergaderingen bij te wonen en het stemrecht) en de vereffening van de Vennootschap. Voor het publiek beschikbare informatie De documenten die volgens de toepasselijke wetgeving worden onthuld, kunnen worden geraadpleegd op de maatschappelijke zetel van de Vennootschap, Brechtsebaan 30, 2900 Schoten, op het telefoonnummer +32 (0) 3 641.91.00 en/of op de website van de Vennootschap op www.ecodis.eu. Samenstelling van het aandeelhouderschap voor en na het Aanbod AANTAL
AANTAL
PERCENTAGE
AANDELEN
WARRANTS
(GEDILUEERD)
2.308.077
-
32,18
Anel BVBA
486.097
-
6,78
VEMA NV
446.830
-
6,23
Hervest Participations NV
707.280
-
9,86
Arcae NV
369.128
-
5,15
PE Group NV
469.115
123.220
8,26
Pieter Van Rompay
225.000
-
3,14
Geert Pepping
225.000
-
3,14
Diverse natuurlijke personen
846.550
-
11,81
Stichting Administratiekantoor Ecodis Warranthouders
215.143
-
3,00
-
750.000
10,46
6.298.220
873.220
7.171.440
AANDEELHOUDER
Ecodis Holding NV
Totaal aantal uitgegeven
In hoofdstuk II, 6.1 wordt vermeld wie de bovenstaande aandeelhouders controleert.
13
De verwachte aandeelhoudersstructuur na de voltooiing van het Aanbod, uitgaande van een volledige plaatsing van het Basisaanbod en de volledige uitoefening van de Overtoewijzingsoptie zal worden gepubliceerd in de Belgische financiële pers op 6 juni 2007, samen met de Inschrijvingsprijs (zie hiervoor Hoofdstuk 1, § 4).
14
Risicofactoren Een investering in de Aangeboden Aandelen houdt belangrijke risico’s in. Alvorens kandidaat-beleggers beslissen om op het Aandeel in te schrijven, moeten zij de volgende risicofactoren en de overige informatie in dit Prospectus zorgvuldig beoordelen en in overweging nemen. Indien één of meer van de hierna beschreven risico’s zich voordoet kan dit een beduidende ongunstige weerslag hebben op de kasstromen van de Vennootschap, haar bedrijfsresultaten, haar financiële toestand en haar vermogen om haar activiteiten voort te zetten. Bovendien kan de aandelenkoers sterk terugvallen indien één van deze risico’s zich zou voordoen, en zou de investeerder in dat geval zijn belegging geheel of gedeeltelijk kunnen verliezen. De hierna besproken risico’s zijn niet de enige risico’s waaraan de Vennootschap blootgesteld is. Bijkomende risico’s en onzekerheden die de Vennootschap op dit ogenblik niet kent of onbelangrijk acht, zouden eveneens haar activiteiten kunnen aantasten en een belangrijke nadelige weerslag kunnen hebben op haar kasstromen, haar bedrijfsresultaten, haar financiële toestand, haar vermogen om haar activiteiten voort te zetten en op haar aandelenkoers. De volgorde waarin de risico’s worden vermeld, weerspiegelt niet noodzakelijk de waarschijnlijkheid waarmee zij zich kunnen voordoen of de omvang van hun mogelijke weerslag op de kasstromen van de Vennootschap, haar bedrijfsresultaten en financiële toestand, haar vermogen om haar activiteiten voort te zetten en haar aandelenkoers. Dit Prospectus bevat ook toekomstgerichte verklaringen die risico’s en onzekerheden inhouden. De werkelijke resultaten kunnen in belangrijke mate verschillen van de in deze toekomstgerichte verklaringen verwachte resultaten, dit als gevolg van factoren zoals de hierna en elders in dit Prospectus beschreven risico’s. Beleggers moeten zorgvuldig overwegen of een belegging in de Aangeboden Aandelen voor hen geschikt is, in het licht van de informatie in dit Prospectus en van hun persoonlijke omstandigheden.
Risico's verbonden aan de activiteiten van de Vennootschap Risico's verbonden aan de implementatie van de commerciële strategie van Ecodis De commerciële strategie van Ecodis omvat maatregelen die ertoe strekken de uitgaven inzake onderzoek en ontwikkeling te verhogen, strategische acquisities van producten en technologieën te verrichten, de bestaande producten en diensten verder uit te bouwen binnen Europa en nieuwe producten en diensten te lanceren. Dit strategisch plan dient te worden beoordeeld in het licht van de risico's, uitgaven en uitdagingen waarmee een jonge handelsonderneming geregeld wordt geconfronteerd. De Vennootschap verwacht aanzienlijke kosten bij de uitvoering van de hiervoor beschreven maatregelen. Het welslagen van de uitvoering is afhankelijk van een groot aantal factoren waarvan verscheidene onafhankelijk zijn van de wil van de Vennootschap. Het gaat onder meer om de economische conjunctuur, de concurrentiële omgeving en andere
15
voorwaarden en onzekere factoren. Bijgevolg kan niet worden gegarandeerd dat de Vennootschap erin zal slagen haar ondernemingsstrategie succesvol te verwezenlijken. Het is mogelijk dat een succesvolle uitvoering van het groeibeleid meer financiële middelen vereist dan de Vennootschap aanvankelijk had ingeschat. Ecodis kan niet garanderen dat het de gewenste groei effectief zal realiseren. De Vennootschap beschikt momenteel nog niet over de volledig uitgebouwde structuur die vereist zal zijn om de verwachte omzetten te realiseren. Het kan niet worden gegarandeerd dat de Vennootschap er in zal slagen om deze structuur op te zetten. Risico's verbonden aan de financiële structuur en winstgevendheid Sinds de oprichting tonen de jaarrekeningen van de groep een negatief resultaat, voornamelijk gelinkt aan de geleverde inspanningen in onderzoek en ontwikkeling. Om deze verliezen te financieren heeft de Vennootschap verschillende kapitaalsverhogingen doorgevoerd. De Vennootschap bevindt zich in de situatie beschreven in artikel 633 van het Wetboek van vennootschappen. Het business plan voorziet dat de Vennootschap ook in de eerstkomende boekjaren verliezen zal boeken. Hoewel het op basis van het business plan de verwachting is dat de netto opbrengst van de verrichting voldoende zal zijn om deze verdere verliezen te financieren, kan dit niet worden gegarandeerd. Risico's verbonden aan de bescherming van intellectuele eigendomsrechten Het succes van de Vennootschap hangt gedeeltelijk af van de mogelijkheden voor de Vennootschap (en eventuele toekomstige licentiehouders) om haar technologie vertrouwelijk te houden voor derden en/of door intellectuele eigendomsrechten te beschermen, deze rechten te behouden en af te dwingen. De Vennootschap kan niet garanderen dat zij in staat zal zijn eventuele intellectuele eigendomsrechten te verwerven en vervolgens te vrijwaren van betwistingen door derden met betrekking tot hun geldigheid, hun toepassingsgebied en/of hun afdwingbaarheid. Een substantieel onderdeel van de technologie van de Vennootschap valt onder fabrieks- en zakengeheimen. De Vennootschap meent dat zij gelet op de vertrouwelijkheid van haar know-how over een belangrijk concurrentieel voordeel beschikt. Hoewel de Vennootschap zo goed mogelijk deze geheimen via ondermeer geheimhoudingsovereenkomsten en afgeschermde computernetwerken tracht te beschermen, is het risico niet uitgesloten dat bepaalde geheimen aan derden worden bekendgemaakt en de Vennootschap hierdoor bepaalde concurrentiële voordelen verliest. De Vennootschap schat dit risico echter laag in. De Vennootschap is de houder van twee Beneluxmerken : het Benelux woord- en beeldmerk "ECODIS, innovation in water" ingeschreven onder het nummer 679298 sedert 26 januari 2001 en het Benelux woordmerk "ECODIS" ingeschreven onder het nummer 821433 sedert 3 april 2007 in alle relevante klassen. Hoewel ingeschreven, blijven merken vatbaar voor betwisting door derden.
16
Aangaande auteursrechten geniet de Vennootschap van de bescherming van de computerprogramma's die door haar werknemers zijn ontwikkeld en voor de besturing van haar producten worden gebruikt. De Vennootschap staat op het punt de rechten te verwerven op de bijgaande handleidingen. De overdracht is echter niet afgerond zodat hierover geen zekerheid bestaat. In maart 2006 heeft de Vennootschap een Europese octrooiaanvraag (nummer 06447032.1) ingediend met revindicatie van prioriteit op maart 2005. De aanvraag betreft een methode voor het verwijderen van verontreinigde stoffen in waterige vloeistoffen ("Method for removing pollutants from water based fluids"). Het initieel onderzoek van het Europees Octrooibureau van 31 juli 2006 wijst er op dat verschillende claims van de octrooiaanvraag een gebrek aan nieuwheid zouden vertonen in het licht van 6, door derden eerder ingediende, octrooiaanvragen. Deze stelling werd op 10 april 2007 door het Europees Octrooibureau in de conclusies van zijn verleningsonderzoek bevestigd. De Vennootschap heeft vanaf die datum vier maanden de tijd om haar aanvraag aan te passen teneinde het voormelde gebrek aan nieuwheid te verhelpen, hetgeen zal gebeuren. De procedure loopt nog op datum van dit Prospectus en er is derhalve geen garantie dat de opmerkingen van het Europees Octrooibureau allen zullen kunnen worden weerlegd. Over het algemeen is het afdwingen van intellectuele eigendomsrechten duur, tijdrovend en zeer onzeker. De Vennootschap kan niet garanderen dat zij erin zal slagen enig misbruik van haar intellectuele eigendomsrechten te voorkomen. Indien zij daar niet in slaagt, zou dit het concurrentievermogen van de Vennootschap beduidend kunnen aantasten. Op de Datum van dit Prospectus is de Vennootschap niet op de hoogte van schendingen of misbruiken van haar fabrieks- en zakengeheimen of intellectuele eigendomsrechten. Risico's verbonden aan de concurrentiële omgeving Ecodis wordt geconfronteerd met concurrentie van diverse aard wat betreft de activiteit van alternatieve waterbehandeling. Niettemin maakt Ecodis zich sterk dat het op heden een technologische voorsprong van minstens 3 jaar heeft t.a.v. haar concurrenten. Dankzij de snelle werking, de goede depotwerking en de regelbaarheid van de ontsmettingsgraad, behaalt de technologie van Ecodis een efficiënte ontsmetting met geringe kosten in vergelijking met andere technieken. Hierdoor beschikt Ecodis over een concurrentieel voordeel ten aanzien van de ondernemingen die andere technieken hanteren. De concurrentie in de markt die Ecodis bedient, wordt bepaald door een aantal factoren, zoals met name de prijs, de technologie, de kennis van toepassingsmogelijkheden, de financieringsmogelijkheden, de reputatie, de productgarantie, de betrouwbaarheid, de dienst na verkoop en de distributie van de leverancier. Hierbij dient te worden vermeld dat een aantal concurrenten van Ecodis over meer uitgebreide financiële middelen beschikken dan Ecodis.
17
Er bestaat geen zekerheid dat de concurrenten van de Vennootschap er niet in zullen slagen om oplossingen te ontwikkelen die goedkoper of doeltreffender zijn dan de oplossingen van Ecodis, of dat de klanten geen voorkeur zullen geven aan de oplossingen, technologieën of producten die de concurrenten van Ecodis aanbieden. Risico's verbonden aan leveranciers De producten van Ecodis bevatten hoogtechnologische materialen. Sommige van deze materialen kunnen slechts door een beperkt aantal leveranciers aangeleverd worden. Dit kan ook het geval zijn voor verdere productontwikkelingen in de toekomst. De Vennootschap kan geen garanties geven over het feit dat deze leveranciers in de toekomst nog verder zullen werken met de Vennootschap, of aan welke voorwaarden dit zal gebeuren. Risico's verbonden aan cliënteel Ecodis heeft klanten zowel in de private als in de publieke sector. Een gedeelte van de inkomsten van Ecodis is aldus afkomstig van overheidsinstellingen. Dit leidt tot een blootstelling aan diverse risico’s die inherent zijn aan het aanbestedingsproces van de overheid. Deze risico’s omvatten maar zijn niet beperkt tot: - het recht om te allen tijde het takenpakket van deze projecten te wijzigen of ze stop te zetten, na éénzijdige beslissing van de overheid; - het aantal en de voorwaarden van nieuwe overheidscontracten kan in belangrijke mate worden beïnvloed door politieke en economische factoren, zoals naderende verkiezingen of herzieningen van het fiscale beleid van de overheid. De hierboven beschreven risico’s kunnen zowel de werking voor de betrokken overheidsdienst beïnvloeden als die voor andere diensten van dezelfde of andere overheidsinstanties. Afhankelijk van de omvang van het project, de geldboeten of de negatieve publiciteit die het project kan inhouden, kunnen deze risico’s een belangrijke nadelige weerslag hebben op de activiteit en de bedrijfsresultaten van de Vennootschap.
18
Risico's verbonden aan de technologie – ontwikkeling van een nieuw product De sector van waterbehandeling is zeer conservatief. Bijgevolg zijn het succes van de Vennootschap en haar bestendige groei afhankelijk van haar vermogen om haar producten en diensten bekend te maken aan de markt en de markt te overtuigen om de producten te kopen of een beroep op de diensten van Ecodis te doen. Ecodis zal dit trachten te bewerkstelligen door de bestaande producten te verbeteren of door nieuwe producten te ontwikkelen die aangepast zijn aan de meest recente technologische ontwikkelingen en die beantwoorden aan de behoeften van het cliënteel, of door het verwerven van rechten met betrekking tot dergelijke producten en door op gepaste wijze te reageren op de technologieën en producten die haar concurrenten ontwikkelen. De Vennootschap kan derhalve niet garanderen dat ze niet onderhevig zal zijn aan de risico's die steeds gepaard gaan met de introductie van nieuwe producten of toepassingen, zoals een aanvaardingsdrempel op de markt, vertragingen in de ontwikkeling of de gebrekkige werking van de producten in kwestie. Bijkomend bestaat altijd het risico dat ondanks alle, door Ecodis genomen maatregelen, niet de vereiste graad van ontsmetting van het water wordt bereikt. Dit kan te wijten zijn aan tal van factoren die buiten de controle van Ecodis liggen. Ecodis is de mening toegedaan dat zij de nodige maatregelen neemt ten einde te vermijden dat het niet bereiken van de nodige ontsmettingsgraad juridisch ten hare laste kan worden gelegd. Niettemin kunnen, ongeacht of juridisch iets aan Ecodis kan worden verweten, dergelijke situaties tot een reputatieschade in hoofde van Ecodis leiden. Risico's verbonden aan mogelijke overnames of samenwerkingsakkoorden met derden De mogelijkheid bestaat dat de Vennootschap externe groei wenst na te streven teneinde haar aanbod en haar klantenbestand uit te breiden. Dergelijke acquisities kunnen de activiteiten, de resultaten, de financiële situatie en het bedrijfsvermogen van Ecodis rechtstreeks beïnvloeden. Overnames en samenwerkingsakkoorden houden belangrijke uitdagingen en risico’s in, gerelateerd aan de integratie van de overgenomen activiteit in de Vennootschap en het feit dat er geen zekerheid bestaat dat de Vennootschap de overnames en samenwerkingsakkoorden met succes zal beheren. De verbonden risico’s omvatten onder meer het falen van de Vennootschap om haar doelstellingen en verwachte inkomstengroei en kostenbesparingen te realiseren, het falen om sleutelpersoneel van het overgenomen bedrijf te behouden, en de overname van de verplichtingen van het overgenomen bedrijf. Op datum van dit Prospectus bestaat er binnen de Vennootschap evenwel nog geen actief beleid inzake acquisities.
19
Risico's verbonden aan het menselijk kapitaal Het menselijk kapitaal van Ecodis is een sleutelfactor voor de duurzame ontwikkeling van de Vennootschap. De getrouwheid van haar medewerkers is dan ook een wezenlijk element voor het welslagen van Ecodis. Bovendien zal de Vennootschap, teneinde de nagestreefde groei te verwezenlijken, in staat moeten zijn om gekwalificeerde personeelsleden aan te trekken, te vormen, te integreren en te behouden. Om de loyauteit van het huidige personeel te belonen en te verzekeren voor de toekomst en eveneens met het oog op het aantrekken en motiveren van nieuwe talenten, heeft Ecodis een warrantenplan opgesteld ten voordele van haar personeelsleden (Zie Hoofdstuk III, 4.2). Risico's verbonden aan de afhankelijkheid van sleutelfiguren Het verlies van één of meerdere sleutelfiguren of van een leidinggevende figuur zou de groei van de Vennootschap kunnen afremmen. Tot op heden is zij in grote mate afhankelijk van de voortdurende inspanningen van haar management en van bepaalde sleutelfiguren. Het verlies van de diensten van deze personen zou het vermogen van de Vennootschap om haar doelstellingen te verwezenlijken aanzienlijk kunnen beperken. Niettemin houdt de Vennootschap permanent de vinger aan de pols van de arbeidsmarkt teneinde snel gekwalificeerde medewerkers te kunnen vinden om de gevolgen van dergelijk verlies maximaal te kunnen beperken. Bovendien wordt de Vennootschap bestuurd door een collegiaal orgaan, namelijk de raad van bestuur, hetgeen het risico van afhankelijkheid van de gedelegeerd bestuurder beperkt. Risico's verbonden aan wettelijke evoluties De sector van waterbehandeling wordt sterk beïnvloed door de wetgeving terzake, die een invloed heeft op de vraag naar de producten en de diensten van Ecodis. Het kan echter niet worden gegarandeerd dat de toepasselijke wetgeving in de toekomst niet zal gewijzigd worden op een manier die een nadelige weerslag kan hebben op de activiteit en de bedrijfsresultaten van de Vennootschap. Verder kan de wetgeving in de landen waar de Vennootschap actief is of wenst te worden, voor een bepaalde toepassing een specifieke erkenning vereisen. De Vennootschap kan niet garanderen dat deze erkenning telkens zal bekomen worden.
20
Risico's verbonden aan de schending van intellectuele eigendomsrechten van derden Het succes van de Vennootschap zal gedeeltelijk afhangen van haar mogelijkheden om te werken zonder inbreuk te plegen op de intellectuele eigendomsrechten van derden of daarvan misbruik te maken. De Vennootschap kan niet garanderen dat haar activiteiten geen inbreuk zullen maken op intellectuele eigendomsrechten van derden, doch zij schat dit risico laag in. Indien de Vennootschap zich moet verdedigen tegen aanklachten ingediend tegen de Vennootschap kan dit de Vennootschap veel tijd en inspanning kosten en kan zij hoge gerechtskosten oplopen, ongeacht de gegrondheid van de aanklachten. Daarnaast kan de Vennootschap niet voorspellen of zij een mogelijk geschil zou winnen. Indien wordt vastgesteld dat de Vennootschap zich schuldig heeft gemaakt aan de schending van intellectuele eigendomsrechten van derden, kan zij het voorwerp worden van belangrijke schade-eisen, die een beduidende invloed zouden kunnen hebben op de kasstromen en de financiële positie van de Vennootschap. De Vennootschap zou ook verplicht kunnen worden de ontwikkeling, het gebruik of de verkoop van het desbetreffende product of proces stop te zetten, of een licentie op de betwiste rechten te verwerven, die niet tegen commercieel redelijke voorwaarden, of helemaal niet, verkrijgbaar zou kunnen zijn. Risico's verbonden aan de variabiliteit van de inkomsten, bedrijfsresultaten en winst van kwartaal tot kwartaal De inkomsten, de bedrijfsresultaten en de winst zullen van kwartaal tot kwartaal variëren. Dit kan tot een relatief hoge volatiliteit van de aandelenkoers leiden. Deze volatiliteit wordt onder meer veroorzaakt door verschillen in het aantal gewerkte dagen als gevolg van feestdagen en zomervakanties, periodieke verschillen tussen de geschatte en de werkelijke omvang van de activiteit van de klanten van Ecodis, het vermogen om werknemers snel van voltooide naar nieuwe projecten over te plaatsen en wijzigingen van het prijsbeleid van de Vennootschap of van haar concurrenten. Risico's verbonden aan de rentabiliteit van de activiteit De winstmarge en dus de rentabiliteit hangen in grote mate af van de prijzen die Ecodis kan aanrekenen voor zijn producten en diensten en van de benuttingsgraad of factureerbaarheid van zijn gespecialiseerde medewerkers. Indien de Vennootschap de prijzen van haar producten en diensten of de benuttingsgraad van haar specialisten niet op peil kan houden, zullen de winstmarge en de rentabiliteit van Ecodis daar onder lijden. De prijzen die Ecodis voor zijn producten en diensten kan aanrekenen, worden beïnvloed door een aantal factoren, met inbegrip van maar niet beperkt tot de perceptie door de klanten omtrent het vermogen van Ecodis om met zijn diensten toegevoegde waarde te leveren, de concurrentie, het prijsbeleid van de concurrenten, de algemene economische en politieke omstandigheden.
21
Risico's met betrekking tot de dividenden De toekomstige uitkering van dividenden zal onder meer afhangen van de winst, de kapitaalbehoeften, met inbegrip van de wettelijk verplichte reserve, en de operationele en financiële toestand van de Vennootschap. De Vennootschap heeft nog geen dividenden uitgekeerd en verwacht niet in de nabije toekomst dividenden uit te keren. Bovendien moet de algemene reserve van de Vennootschap voldoende groot zijn om dividenden uit te kunnen keren. Er bestaat geen zekerheid dat de Vennootschap voldoende winst zal maken om dividenden uit te keren. Indien de Vennootschap wel voldoende winst zou maken, is het mogelijk dat de aandeelhoudersvergadering van de Vennootschap verkiest om de winst te herinvesteren in plaats van dividenden uit te keren (zie ook Hoofdstuk ‘Dividendbeleid’ en ‘Belasting op Dividenden’). Daarnaast zal de emissie van Nieuwe Aandelen in het kader van het Aanbod en de notering tot een verwatering van de Bestaande Aandeelhouders leiden. Verdere bijkomende aandelenemissies kunnen een additionele verwatering veroorzaken. Een dergelijke verwatering kan een invloed hebben op het eventuele dividendbedrag per aandeel.
Risico's verbonden aan het Aanbod Risico’s verbonden aan een notering op Alternext Brussels Alternext Brussels is een markt die recent werd gelanceerd door Euronext Brussels en waarop momenteel slechts een beperkt aantal bedrijven noteert. De Vennootschap kan niet garanderen dat in de toekomst voldoende ondernemingen op Alternext Brussels genoteerd zullen zijn om voldoende visibiliteit voor deze markt te creëren. Verder is Alternext Brussels geen gereguleerde markt in de zin van artikel 2, 3° van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. Bijgevolg zijn de emittenten van de financiële instrumenten die toegelaten zijn tot de verhandeling op Alternext Brussels, niet door identiek dezelfde verplichtingen gehouden als degenen die voortvloeien uit de toelating tot de verhandeling op een gereglementeerde markt. Er wordt ook verwezen naar de website van Alternext (http://www.euronext.com/fic/000/017/391/173911.pdf) waar de regels van Alternext Brussels geraadpleegd kunnen worden.
22
Ontbreken van een liquide openbare markt Vóór het Aanbod bestond er geen openbare markt voor de Aandelen van de Vennootschap. Het is mogelijk dat zich na het Aanbod geen actieve openbare markt voor de Aandelen van de Vennootschap zal ontwikkelen of dat deze niet duurzaam zal zijn. Het is mogelijk dat de Inschrijvingsprijs van de Aangeboden Aandelen geen indicatie is voor de toekomstige marktprijzen, die onder de Inschrijvingsprijs kunnen dalen. De volgende factoren kunnen relevant zijn voor de toekomstige marktprijzen: - de marktomstandigheden op het ogenblik van het Aanbod; - het aantal gevraagde aandelen, de omvang van de ontvangen orders, de kwaliteit van de beleggers; - de vooruitzichten van de Vennootschap en van de sector; - de omzet, winst en andere financiële en bedrijfsinformatie van de Vennootschap in recente perioden; en - de verhouding koers/winst, de verhouding koers/omzet, de beurskoers van effecten en de financiële en operationele informatie van vennootschappen met vergelijkbare activiteiten. Aanwending van de opbrengsten De raad van bestuur en het management van de Vennootschap hebben een grote flexibiliteit en een ruime beslissingsbevoegdheid om de netto-opbrengst van dit Aanbod aan te wenden. Indien de netto-opbrengst niet oordeelkundig wordt aangewend, kan dit het vermogen van de Vennootschap om haar activiteit uit te voeren schaden en tot financiële verliezen leiden die in de nabije toekomst een nadelige weerslag kunnen hebben op de Aandelen van de Vennootschap. De Vennootschap neemt zich voor om de netto-opbrengst van het Aanbod aan te wenden voor onderzoek en ontwikkeling, werkkapitaal, geografische expansie, overnames indien en wanneer zij zich aandienen, en de terugbetaling van schulden (zie Hoofdstuk II. 1 ‘Doel van de kapitaalverhoging’). De raad van bestuur en het management zullen naar eigen goeddunken en zonder voorafgaandelijke goedkeuring van de aandeelhouders de bedragen en het tijdschema bepalen van de feitelijke uitgaven van de Vennootschap. Deze zullen afhangen van een groot aantal factoren, zoals de stand van zaken van eventuele overname-opportuniteiten indien en wanneer zij zich aandienen, nieuwe of gewijzigde overheidsreglementeringen en eventuele marketinginspanningen, en het daadwerkelijk opgehaalde bedrag van het Aanbod. De Vennootschap onderzoekt voortdurend opportuniteiten om bedrijven en technologieën te verwerven waarvan zij meent dat zij haar bedrijfsactiviteiten aanvullen. De Vennootschap heeft niet vastgesteld welke bedragen zij zal uitgeven in elk van de bovenvermelde domeinen, of volgens welk tijdschema dit zal gebeuren.
23
Toekomstige verwatering De verwatering die voortvloeit uit de uitoefening van uitstaande warrants kan een nadelige invloed hebben op de aandelenkoers. Zie ook Hoofdstuk III. 4.2 ‘Warrantenplannen’. Daarnaast kan de Vennootschap beslissen om in de toekomst kapitaal aan te trekken door middel van openbare of private plaatsing van (converteerbare) obligaties of aandelen, of rechten op de verwerving van dergelijke effecten, en kan zij het voorkeurrecht van de op dat ogenblik uitstaande aandelen uitsluiten of beperken. Indien de Vennootschap door deze of andere middelen een belangrijke kapitaalverhoging realiseert, kan dit voor de bestaande aandeelhouders verwatering veroorzaken. Volatiliteit van de aandelenkoers Naast de andere in dit Prospectus beschreven factoren kunnen vele andere factoren een beduidende weerslag hebben op de aandelenkoers en de volatiliteit van de Aangeboden Aandelen: - de bekendmaking van nieuwe contracten, technologische innovaties, nieuwe commerciële producten of samenwerkingsverbanden door concurrenten van Ecodis of door Ecodis zelf; - ontwikkelingen in verband met eigendomsrechten, met inbegrip van octrooien; - de ontwikkelingen van de reglementeringen in Europa, de Verenigde Staten van Amerika en andere landen; - rechtsgeschillen; of - economische, monetaire en andere externe factoren. De huidige beperkingen op de overdracht van aandelen, zoals hierna beschreven in Hoofdstuk IV, rubriek 13.2 ‘Lock-up afspraken’, zijn bedoeld om de plotselinge, ongeorganiseerde verkoop van grote aantallen aandelen van de Vennootschap te voorkomen tijdens een periode vanaf de Noteringsdatum. Het kan echter niet worden gegarandeerd dat zich geen grote, ongeorganiseerde overdracht van aandelen kan voordoen die de aandelenkoers van de Aandelen van de Vennootschap nadelig zou kunnen beïnvloeden. Risico verbonden aan de verhandeling op “as-if-and-when-issued-and-delivered” basis Vanaf de Noteringsdatum tot de voorziene Afsluitingsdatum zullen de Aandelen van de Vennootschap op een voorwaardelijke basis, “as-if-and-when-issued-and-delivered”, op Alternext Brussels worden genoteerd en verhandeld. Indien de Aangeboden Aandelen niet op de voorziene Afsluitingsdatum zijn uitgegeven en afgeleverd, kan Alternext Brussels alle transacties met Aandelen van de Vennootschap annuleren. Beleggers die vóór de Afsluitingsdatum transacties in de aandelen van de Vennootschap wensen aan te gaan, al dan niet op Alternext Brussel, moeten beseffen dat de Afsluitingsdatum mogelijk niet zal plaatsvinden op 26 juni 2007 of mogelijk helemaal niet zal plaatsvinden, indien niet aan bepaalde
24
voorwaarden of gebeurtenissen is voldaan of indien zij worden opgeheven of zich op of vóór de Afsluitingsdatum niet hebben voorgedaan. Deze voorwaarden omvatten de ontvangst van verklaringen van het management of van de Vennootschap en van juridische adviseurs en deze gebeurtenissen omvatten de opschorting van de handel op Alternext Brussels, of een belangrijke nadelige wijziging van de financiële toestand of de activiteit van de Vennootschap of van de financiële markten. Alternext Brussels heeft te kennen gegeven dat het alle transacties met aandelen van de Vennootschap zal annuleren indien de Afsluiting niet op de voorziene Afsluitingsdatum heeft plaatsgevonden. Alternext Brussels heeft te kennen gegeven dat het vanaf de Noteringsdatum tot de voorziene Afsluitingsdatum niet aansprakelijk kan worden gesteld voor schade die voortvloeit uit de notering en de verhandeling op voorwaardelijke (“as-if-and-when issued-and-delivered”) basis. Verminderde kans op openbaar bod De statuten van de Vennootschap zullen benoemingsrechten bevatten die bepaalde aandeelhouders de mogelijkheid geven om (één of meer) bestuurders aan te stellen, op voorwaarde dat zij een bepaald percentage van de Aandelen van de Vennootschap houden (zie Hoofdstuk II.1 ‘Algemene bepalingen’). De buitengewone algemene vergadering der aandeelhouders zal bovendien de raad van bestuur de bevoegdheid geven om het aandelenkapitaal van de Vennootschap te verhogen met een maximaal bedrag dat gelijk zal zijn aan het kapitaal van de Vennootschap na de Afsluiting, met inbegrip van de machtiging van de raad van bestuur om dit te doen in het geval van een openbaar overnamebod volgens artikel 607 van het Wetboek van vennootschappen (zie Hoofdstuk III, 4.4.5 ‘Wijzigingen in het aandelenkapitaal’). Er bestaan bijgevolg verscheidene mechanismen om een openbaar overnamebod te voorkomen of af te weren, met inbegrip van maar niet beperkt tot de benoemingsrechten in de raad van bestuur, de bevoegdheid van de raad van bestuur om het kapitaal van de Vennootschap door middel van het maatschappelijk kapitaal te verhogen (zie boven), en een lock-up afspraak tussen de aandeelhouders (zie Hoofdstuk II.4.13.2 ‘Lock-up afspraken’)
25
Gewone aandelen die in aanmerking komen voor toekomstige verkoop De verkoop op de openbare markt zou een nadelige invloed kunnen hebben op de beurskoers van de aandelen. Volgens de in Hoofdstuk II.4.13.2 ‘Lock-up afspraken’ beschreven lock-up bepalingen mogen de Aandelen van de Vennootschap die van vóór het Aanbod dateren, niet worden verkocht gedurende een periode van 12 maanden, behoudens bepaalde uitzonderingen. Na deze periode zou de beurskoers nadelig kunnen worden beïnvloed indien de bestaande Aandeelhouders een belangrijk gedeelte van hun aandelen op de markt zouden verkopen.
26
Afwijzingen van aansprakelijkheid en kennisgevingen Dit Prospectus is bedoeld om potentiële beleggers informatie te verstrekken in de context van en met als enig doel de beoordeling van een mogelijke belegging in de Aangeboden Aandelen. Het bevat geselecteerde en samengevatte informatie, drukt geen enkele verbintenis, erkenning of verklaring van afstand uit en schept geen expliciete of impliciete rechten tegenover enige andere persoon dan een mogelijke belegger. Het mag uitsluitend worden gebruikt in verband met het Aanbod. De inhoud van dit Prospectus mag niet worden beschouwd als een interpretatie van de rechten en plichten van Ecodis, van de marktpraktijken of contracten die Ecodis heeft aangegaan.
Geen verklaringen Geen enkele distributeur, verkoper of andere persoon is gemachtigd om informatie te verstrekken of verklaringen af te leggen in verband met het Aanbod en de notering die niet in dit Prospectus is opgenomen. Informatie die zou worden verstrekt of verklaringen die zouden worden afgelegd, mogen niet worden beschouwd als gemachtigd of erkend door Ecodis of Bank Degroof. De verklaringen in dit Prospectus zijn geldig op de Datum van dit Prospectus. De levering van dit Prospectus of de Afsluiting van het Aanbod en de notering impliceren in geen geval dat de zaken of de financiële toestand van Ecodis niet zouden zijn veranderd sinds de Datum van dit Prospectus of dat belangrijke informatie in dit Prospectus correct zou zijn na de Datum van dit Prospectus. Indien zich tussen de Datum van dit Prospectus en de Afsluiting van het Aanbod belangrijke nieuwe feiten voordoen die de beoordeling van de Aangeboden Aandelen door de beleggers zouden kunnen beïnvloeden, moet dit volgens de Belgische wetgeving in een addendum bij dit Prospectus worden vermeld. Het addendum moet op dezelfde wijze als het Prospectus worden goedgekeurd door de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA), en moet volgens de voorschriften van de CBFA worden gepubliceerd.
Beslissing om te beleggen Bij het nemen van een beleggingsbeslissing over de hier Aangeboden Aandelen, moeten potentiële beleggers zich baseren op hun eigen onderzoek van Ecodis en de voorwaarden van het Aanbod, met inbegrip van de risico’s en de verdiensten. Elke samenvatting of beschrijving in dit Prospectus van wettelijke bepalingen, de structuur van de vennootschap of contractuele betrekkingen, dient uitsluitend ter informatie en mag niet worden beschouwd als juridisch of fiscaal advies over de interpretatie of afdwingbaarheid van deze bepalingen of betrekkingen. In geval van twijfel over de inhoud of de betekenis van de informatie in dit Prospectus, moeten kandidaat-beleggers een erkende of Professionele persoon raadplegen die gespecialiseerd is in advies over de verwerving van financiële effecten. De
27
aandelen worden niet aanbevolen door een instelling van de federale overheid of van de staat of door een regulerende instantie in België of elders.
Toekomstgerichte informatie Dit Prospectus bevat toekomstgerichte verklaringen en inschattingen van de raad van bestuur van Ecodis met betrekking tot de verwachte toekomstige prestaties van Ecodis en de markt waarop het actief is. Sommige van deze verklaringen en inschattingen kunnen worden herkend aan het gebruik van woorden zoals, zonder beperking, “meent”, “verwacht”, “is van plan”, “wil”, “schat”, “kan”, “voortzetten” en gelijkaardige uitdrukkingen. Ze omvatten alle elementen die geen historisch feit zijn. Dergelijke verklaringen en inschattingen zijn gebaseerd op diverse veronderstellingen en beoordelingen van gekende en niet gekende risico’s, onzekerheden en andere factoren, die als redelijk werden beschouwd toen ze werden gedaan maar die wel of niet correct kunnen zijn. Feitelijke gebeurtenissen zijn moeilijk te voorspellen en kunnen afhangen van factoren over welke de Vennootschap geen controle uitoefent. Daarom is het mogelijk dat de werkelijke resultaten, de financiële toestand, de prestaties of de resultaten van Ecodis, of de resultaten van de sector, beduidend kunnen verschillen van de toekomstige resultaten, prestaties of realisaties die door de verklaringen en inschattingen expliciet of impliciet worden vertolkt. Factoren die dergelijke verschillen kunnen veroorzaken omvatten, maar zijn niet beperkt tot, de factoren die in de rubriek “Risicofactoren” worden besproken. Als gevolg van deze onzekerheden worden geen uitspraken gedaan over de nauwkeurigheid of juistheid van dergelijke toekomstgerichte verklaringen of inschattingen. Bovendien gelden toekomstgerichte verklaringen en inschattingen uitsluitend op de Datum van dit Prospectus.
Informatie over de sectoren, het marktaandeel, de rangschikking en andere info Tenzij dit Prospectus het anders vermeldt, zijn de gegevens over de markt en de sector, het marktaandeel, de rangschikking en andere gegevens in dit Prospectus gebaseerd op onafhankelijke publicaties binnen de sector, rapporten van firma’s voor marktonderzoek en andere onafhankelijke bronnen, of op de eigen schattingen van de Vennootschap, die door de raad van bestuur als redelijk worden beschouwd. De informatie verschaft door derden werd getrouw weergegeven in het Prospectus en, voor zover de Vennootschap weet of kan vaststellen op basis van de door de betrokken derden gepubliceerde informatie, werden er geen gegevens weggelaten die de gepubliceerde informatie onjuist of misleidend zouden maken. Ecodis, de Lead Manager noch hun respectieve adviseurs hebben deze informatie onafhankelijk geverifieerd. Bovendien is marktinformatie onderhevig aan verandering en kan zij niet altijd met volledige zekerheid worden geverifieerd, als gevolg van de beperkte beschikbaarheid en betrouwbaarheid van onbewerkte
28
gegevens, de vrijwillige aard van het gegevensverzamelingsproces en andere beperkingen en onzekerheden die eigen zijn aan elke statistische studie van marktinformatie. Bijgevolg moeten kandidaat-beleggers beseffen dat de Vennootschap niet kan waarborgen dat het marktaandeel, de rangschikking en andere gelijkaardige gegevens in dit Prospectus, net als de schattingen en meningen die op deze gegevens gebaseerd zijn, correct zouden zijn.
Afronding van financiële en statistische informatie Bepaalde financiële en statistische gegevens in dit Prospectus zijn het voorwerp van afrondingen en aanpassingen in het kader van de omzetting van valuta. De som van bepaalde gegevens kan daardoor verschillen van het vermelde totaal.
29
Hoofdstuk I : Algemene informatie en informatie over de verantwoordelijkheid voor het prospectus en de controle van de rekeningen 1. Verantwoordelijkheid voor de inhoud van het Prospectus Ecodis, met maatschappelijke zetel te Brechtsebaan 30, 2900 Schoten, is verantwoordelijk voor de inhoud van dit Prospectus. De raad van bestuur verklaart dat hij alle redelijke maatregelen heeft genomen om het onderstaande te waarborgen en dat de informatie in dit Prospectus naar zijn beste weten overeenkomt met de realiteit en dat geen informatie ontbreekt die een verklaring in dit Prospectus misleidend zou maken. Ecodis Holding NV met maatschappelijke zetel te 2930 Brasschaat, Leopoldslei 78 Gedelegeerd bestuurder Vertegenwoordigd door Elmar Peters, Vaste vertegenwoordiger
Leon Van Rompay Voorzitter van de Raad van Bestuur
2. Verantwoordelijkheid voor de controle van de rekeningen De commissaris van de Vennootschap is VMB Bedrijfsrevisoren CVBA, met maatschappelijke zetel te Entrepotkaai 3 te 2000 Antwerpen, vertegenwoordigd door de heer Alain Bolssens, bedrijfsrevisor en lid van het Instituut der Bedrijfsrevisoren. De commissaris van de Vennootschap werd aangesteld op de bijzondere algemene vergadering van 8 januari 2007 voor een verlengbaar mandaat van 3 jaar dat afloopt onmiddellijk na de afsluiting van de gewone algemene vergadering van 2009. De jaarrekeningen van de boekjaren 2004, 2005 en 2006 werden opgesteld volgens de geldende Belgische normen. De commissaris heeft eveneens een verklaring afgegeven met betrekking tot de boekjaren 2004 en 2006 (Zie Hoofstuk VII. Financiële Informatie). De enkelvoudige (niet-geconsolideerde) financiële data van Ecodis, NV met betrekking tot de boekjaren afgesloten op 31 december 2006, 2005 en 2004 werden opgenomen in Hoofdstuk VII, 6 van dit Prospectus. Deze financiële data werden door commissaris gecontroleerd en heeft hierover een goedkeurende verklaring afgelegd met voorbehoud en toelichtende paragraaf. Het verslag werd opgenomen in Hoofdstuk VII, 6.5.
30
3. Goedkeuring van het Prospectus Op 29 mei 2007 heeft de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen dit Prospectus goedgekeurd in overeenstemming met artikel 23 van de Belgische wet van 16 juni 2006 op de openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt. Deze goedkeuring houdt geen oordeel in over de verdiensten of de kwaliteit van het Aanbod, de Aangeboden Aandelen of de Vennootschap.
4. Wettelijke publicaties Alle publicaties in verband met het Aanbod zullen in de Belgische financiële pers gebeuren. Deze publicaties zullen o.a. de Inschrijvingsprijs en de aandeelhoudersstructuur na het Aanbod vermelden.
5. Beschikbare informatie 5.1. Prospectus Het Prospectus is uitsluitend verkrijgbaar in het Nederlands en het Engels. Beleggers kunnen gratis over het Prospectus beschikken op de maatschappelijke zetel van Ecodis en in de verschillende kantoren van de Lead Manager. Enkel de Nederlandstalige versie van het Prospectus heeft bewijskracht. Dit Prospectus is eveneens op het Internet beschikbaar, op de website van van de CBFA (www.cbfa.be), op de website van de Vennootschap (www.ecodis.eu) en op de website van de Lead Manager (www.degroof.be). De publicatie van dit Prospectus op het Internet is geen aanbod of uitnodiging om in te schrijven op aandelen aan gelijk welke persoon in gelijk welke jurisdictie waar dergelijk aanbod of inschrijving verboden is. Deze elektronische versie mag niet worden gekopieerd, beschikbaar gesteld of gedrukt met het oog op verspreiding. Andere informatie op de website van Ecodis of op andere websites maakt geen deel uit van dit Prospectus. 5.2. Publicaties met betrekking tot het Aanbod De publicatie van dit Prospectus, de algemene voorwaarden van het Aanbod en het resultaat van het Aanbod, met inbegrip van de Inschrijvingsprijs en de toewijzing, zullen in de Belgische financiële pers worden gepubliceerd.
31
5.3. Documenten van de Vennootschap De Vennootschap moet haar statuten, alle andere documenten die in de bijlagen van het Belgische Staatsblad moeten worden gepubliceerd en alle bijzondere verslagen en documenten die zij volgens het Wetboek van vennootschappen moet indienen, neerleggen op de griffie van de Rechtbank van Koophandel van Antwerpen (België), waar zij beschikbaar zijn voor het publiek. Een exemplaar van de gecoördineerde statuten en van alle bijzondere verslagen en documenten die de Vennootschap volgens het Wetboek van vennootschappen op de griffie van de Rechtbank van Koophandel van Antwerpen (België) moet neerleggen, zullen ook beschikbaar op de website van de Vennootschap. Overeenkomstig de Belgische wetgeving moet de Vennootschap een geauditeerde geconsolideerde jaarrekening opstellen. De statutaire jaarrekening, geauditeerde geconsolideerde jaarrekening en het bijbehorende jaarverslag van de raad van bestuur en het controleverslag van de commissaris moeten worden neergelegd bij de Nationale Bank van België, waar zij beschikbaar zijn voor het publiek. 5.4. Occasionele en periodieke informatie Bovendien moet de Vennootschap als een genoteerde vennootschap samenvattingen van haar jaarlijkse en halfjaarlijkse rekeningen publiceren, alsook een jaarbrochure die de jaarrekening bevat, het controleverslag van de commissaris en het jaarverslag van de raad van bestuur van de Vennootschap. Deze samenvattingen worden meestal in de vorm van een persbericht in de Belgische financiële pers gepubliceerd. Exemplaren hiervan en van het jaarverslag zijn ook beschikbaar op de website van de Vennootschap op www.ecodis.eu. De Vennootschap zal prijsgevoelige informatie en bepaalde andere informatie moeten bekendmaken. In overeenstemming met het Koninklijk Besluit van 31 maart 2003 (zoals geamendeerd) betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een Belgische gereglementeerde markt, zal dergelijke informatie en documentatie beschikbaar worden gemaakt op de website van de Vennootschap en door middel van persberichten en de communicatiekanalen van Alternext Brussels. De Vennootschap zal er bovendien voor zorgen dat de informatie die de reglementen van Alternext Brussels vereisen beschikbaar is op een specifiek gedeelte (voorbehouden voor financiële informatie) van haar website en op de website van Alternext (www.alternext.com). Ze zal deze informatie door middel van persberichten beschikbaar stellen. De informatie zal drie jaar online beschikbaar blijven. De informatie zal worden gepubliceerd op het ogenblik dat zij door de Vennootschap wordt bekendgemaakt.
32
De Vennootschap moet Alternext Brussels informeren over wijzigingen van het aantal uitgegeven effecten en meer in het bijzonder over effectentransacties die de administratie van het beurssysteem kunnen beïnvloeden. Dit moet voldoende vooraf gebeuren opdat Alternext Brussels zich zou kunnen voorbereiden op de operationele gevolgen ervan.
33
Hoofdstuk II : Algemene informatie over het Aanbod en Toelating tot de notering op Alternext Brussels 1. Doel van de kapitaalverhoging Ecodis heeft de ambitie om haar technologie en productenportefeuille op grote schaal te commercialiseren en zo op termijn een leidende groep te worden in de Europese markt voor apparaten gericht op de behandeling van drink- en proceswater. De Vennootschap is tot de conclusie gekomen dat het Aanbod en een notering op Alternext deze langetermijnstrategie in belangrijke mate kan ondersteunen, vermits deze ertoe kan bijdragen om: •
bepaalde strategische investeringen (waaronder mogelijk acquisities) te realiseren:
huidige Ecodis totaaloplossing afwerken;
verder onderzoek naar en ontwikkeling van nieuwe producttoepassingen, uitgaande van Ecodis’ technologisch platform, zowel via ‘upscale’ als ‘downscale’, gericht op bijkomende functionaliteiten en nieuwe niches;
oprichting van productiefaciliteiten voor de assemblage van de Ecodis-cellen;
versterking van de verkoopcapaciteit in Benelux en graduele uitbouw van een verkoopsnetwerk in het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk;
versterking van de overkoepelende organisatiestructuur;
•
financiering van de groeistrategie, o.m. het werkkapitaal;
•
een grotere naambekendheid en reputatie, die ze momenteel geniet in haar sector, op te bouwen bij het grote publiek en het buitenland;
•
Ecodis gemakkelijk toegang te bieden tot een ruimere arbeidsmarkt, waardoor ze vlugger hooggeschoold personeel kan aantrekken.
2. Overzicht van de beslissingen met betrekking tot het Aanbod 2.1. Resoluties
van
de
buitengewone
algemene
vergadering
met
betrekking
tot
de
kapitaalverhoging De buitengewone algemene vergadering van de Vennootschap zal in beginsel op 5 juni 2007 beslissen om het kapitaal te verhogen met afstand van van het voorkeurrecht vvan de bestaande aandeelhouders en met betaling van een uitgiftepremie (agio). De aandeelhouders hebben bijkomend individueel afstand gedaan van hun voorkeurrecht ten voordele van PE Group NV, Leo Stevens & Cie BVBA en de heren Geert Pepping, Bart Stragier en Marc Pirenne, welke zich hebben verbonden een deel van de kapitaalverhoging te onderschrijven (Zie Hoofdstuk II.4.13). De laatste genoemde personen genieten van de Voorbehouden Tranche.
34
De kapitaalverhoging zal geschieden via een openbaar aanbod, dat openstaat voor alle beleggers, van nieuw uitgegeven aandelen met VVPR-strip ter waarde van EUR 15 miljoen (“Basisaanbod”). Bovenop het Basisaanbod wordt aan de Lead Manager een Overtoewijzingsoptie verleend die vanaf de Noteringsdatum kan worden uitgeoefend tot 30 dagen daarna, overeenstemmend met hoogstens 15% van het Basisaanbod, met als enige doel de Lead Manager in staat te stellen overtoewijzingen, voor zover die er zijn, op te vangen. De Basisaandelen zullen nieuwe aandelen zijn en worden aangeboden met een afzonderlijke VVPR-strip. De door de Overtoewijzingsoptie gedekte aandelen zullen bestaande aandelen zijn van de Vennootschap zonder VVPR-strip. Het Aanbod is onderverdeeld in een Voorbehouden Tranche en een Vrije Tranche: • een eerste tranche (Voorbehouden Tranche) is voorbehouden aan de heer Geert Pepping, de heer Bart Stragier, de heer Marc Pirenne, Leo Stevens & Cie BVBA en PE Group NV. De heer Geert Pepping heeft zich verbonden om 1.025.000 Basisaandelen te onderschrijven aan de Inschrijvingsprijs. PE Group NV, Leo Stevens & Cie BVBA, de heer Bart Stragier en de heer Marc Pirenne hebben zich respectievelijk verbonden om ten belope van EUR 750.000, EUR 1.125.000, EUR 38.500 en EUR 30.000 Basisaandelen te onderschrijven. Het betreft een tranche met niet-verminderbare prioritaire toewijzing. • een tweede tranche (Vrije Tranche) bestaande uit het gedeelte van het Aanbod als geheel genomen dat niet via de Voorbehouden Tranche wordt onderschreven, en dat openstaat voor alle investeerders via een openbaar aanbod in België, en voor institutionele investeerders in Europa via een private plaatsing. 65% van deze Vrije Tranche wordt zonder garantie, gereserveerd voor private plaatsing bij institutionele investeerders, en 35% voor particuliere investeerders. De raad van bestuur heeft beslist het totaalbedrag van de naar aanleiding van de bovenvermelde kapitaalverhoging te betalen uitgiftepremies toe te wijzen aan de bijzondere rekening ‘Uitgiftepremies’ die op dezelfde wijze als het kapitaal strekt tot waarborg van derden en waarover, behoudens de mogelijkheid tot omzetting in kapitaal, slechts kan worden beschikt met inachtneming van de vereisten voor statutenwijzigingen.
35
2.2. Beslissingen van de Vennootschap De Vennootschap zal een overeenkomst met de Lead Manager afsluiten waarin zij zich ertoe verbindt om gedurende een periode van 12 maanden vanaf de Noteringsdatum, tenzij met de voorafgaande schriftelijke toestemming van de Lead Manager: (i)
geen aandelen, warrants of andere effecten uit te geven, te verkopen, te proberen van de hand te doen of aankooporders daarvoor te werven, met uitzondering van de toekenning van warrants onder de bestaande warrantenplannen zoals uiteengezet in het Prospectus of een uitgifte van aandelen of warrants, desgevallend in het kader van het toegestaan kapitaal, ten einde een overname van aandelen of activa binnen de acquisitiestrategie van de Vennootschap mogelijk te maken, of
(ii) opties, converteerbare effecten of andere rechten om in te schrijven op aandelen of aandelen te kopen, of een contract (met inbegrip van een derivatentransactie) of verbintenis aan te gaan met soortgelijke gevolgen, of (iii) eigen effecten in te kopen of anderszins haar kapitaal te verminderen.
2.3. Beslissingen van bepaalde Bestaande Aandeelhouders De Verkopende Aandeelhouders gaan ermee akkoord aan de Lead Manager een Overtoewijzingsoptie te verlenen van maximaal 15% van het Basisaanbod - ongeacht het feit of het Aanbod volledig wordt ingeschreven - zodat de Lead Manager eventuele overtoewijzingen kan toekennen met het oog op de stabilisatie vanaf de Noteringsdatum. Hiertoe hebben de Verkopende Aandeelhouders een Aandelen-leenovereenkomst gesloten met de Lead Manager. De Bestaande Aandeelhouders hebben eveneens beslist om een lock-up overeenkomst te respecteren, waarbij hun Aandelen gedurende een vastgelegde periode niet verhandelbaar zullen zijn. Tot slot hebben de Bestaande Aandeelhouders afstand gedaan van hun voorkeurrecht of recht van prioritaire toewijzing van de aandelen (zie Hoofdstuk II, § 2.1). Bepaalde bestaande aandeelhouders, een vroegere bestuurder en derden hebben zich ertoe verbonden om in te schrijven in het Aanbod tegen de inschrijvingsprijs (zie Hoofdstuk II, § 4.13.1). Voor een volledige beschrijving van de algemene voorwaarden van het Aanbod wordt verwezen naar titel 4 ‘Modaliteiten van het Aanbod’ hierna.
36
3. Belangrijke informatie 3.1. Overzicht van het bedrijfskapitaal Op de datum van dit Prospectus beschikt de Vennootschap niet over voldoende beschikbare geldmiddelen en kasequivalenten om haar behoefte aan bedrijfskapitaal als gevolg van de uitvoering van haar business plan, zoals verder beschreven in dit Prospectus, te dekken gedurende de periode vanaf de Datum van dit Prospectus tot tenminste 12 maanden na de Noteringsdatum. Wanneer volledig wordt ingeschreven op het Aanbod van EUR 15 miljoen in Nieuwe Aandelen zal Ecodis over voldoende beschikbare geldmiddelen en kasequivalenten om haar behoefte aan bedrijfskapitaal als gevolg van de uitvoering van haar business plan, zoals verder beschreven in dit Prospectus, te dekken gedurende de periode vanaf de Datum van dit Prospectus tot tenminste 12 maanden na de Noteringsdatum.
Behoefte aan Bedrijfskapitaal Bedrijfskapitaal in EUR duizend
31/03 2007
2006
2005
Activa
430,4
293,9
271,5
Voorraden
287,8
185,5
127,9
Handelsvorderingen < 1 jaar
55,5
50,0
130,8
Andere Vorderingen < 1 jaar
83,3
56,5
9,1
3,8
2,0
3,8
Passiva
547,8
391,3
405,8
Handelsschulden
292,6
152,4
277,9
Schulden m.b.t. belastingen en personeel
97,4
112,4
77,5
Overige Schulden < 1 jaar
50,2
48,7
40,8
Overlopende Rekeningen
107,6
77,8
9,6
-117,4
-97,4
-134,3
Overlopende Rekeningen
Netto Werkkapitaal
37
3.2. Eigen vermogen en schulden De volgende tabel geeft het eigen vermogen en de netto financiële schuldpositie aan van de Vennootschap tot 31 december 2006. Deze tabel dient samen te worden gelezen met de geauditeerde rekeningen van de Vennootschap, met inbegrip van de bijbehorende bijlagen en met het hoofdstuk “Toelichtingen en analyse door het management van de financiële situatie en de bedrijfsresultaten” (zie hoofdstuk VI van het Prospectus). Eigen Vermogen en Netto-schuldpositie Kapitaal en Schuldgraad Kapitaal Uitgiftepremies Geconsolideerde Reserves Eigen Vermogen
31/03 2007
2006
2005
1.459,6
1.459,6
734,0
566,0
566,0
566,0
-3.019,6 -2.555,1 -1.435,8 -994,0
-529,5
-135,8
Financiële Schulden > 1 jaar
1.166,8
884,3
258,9
Achtergestelde Leningen
1.000,0
750,0
125,0
4,4
4,4
8,9
162,4
129,9
0,0
0,0
0,0
125,0
Financiële Schulden < 1 jaar
70,0
4,1
21,4
Schulden origineel > 1 jaar
70,0
4,1
21,4
0,0
0,0
0,0
65,2
233,2
133,1
1.171,6
655,2
147,2
177,6
125,7
11,4
Leasingschulden Kredietinstellingen Overige Leningen
Financiële Schulden Geldbeleggingen en Liquide Middelen Netto Financiële Schuld Eigen Vermogen plus Netto Financiële Schuld
De achtergestelde obligatielening van EUR 1.000.000 zal worden terugbetaald in de loop van de maand juni 2007 conform artikel 3 van de voorwaarden van de achtergestelde obligatielening. Deze terugbetaling gebeurde aan de hand van de activa (met name EUR 1.957.385) die Ecodis ontving
38
naar aanleiding van de uitoefening van 1.763.220 warrants eind mei 2007. Deze terugbetaalde obligatielening werd onderschreven door ANEL BVBA, Ecodis Participaties Burgerlijke Maatschap, Hervest Participaties B.V., Arcae NV, VEMA BVBA en PE Group NV op 11 mei 2006 en door Pieter Van Rompay op 29 december 2006. De interest op de obligaties bedroeg 6% per jaar. Bijkomend werden respectievelijk 665.000 warrants met een uitoefenprijs van EUR 1,01446 op 11 mei 2006 en 225.000 warrants met een uitoefenprijs van EUR 1,7641 op 29 december 2006 uitgegeven ten voordele van de onschrijvers van de achtergestelde obligatielening. De voornoemde warrants werden allen uitgeoefend eind mei 2007. Voor meer informatie over de warrants zie Hoofdstuk III, § 4.2 en § 4.3. 3.3. Belangen van de bij de uitgifte betrokken personen De volgende personen zijn betrokken bij het openbaar aanbod van de aandelen van Ecodis en bij de introductie ervan in de notering van Alternext Brussels: - Bank Degroof NV en Degroof Corporate Finance NV: Bank Degroof NV en Degroof Corporate Finance NV zijn bij zowel de voorbereidingsfase als de uitvoeringsfase van de transactie betrokken in hoedanigheid van Lead Manager en book-runner. Zij worden hiervoor vergoed door een vaste vergoeding en een variabele vergoeding waarvan de omvang afhangt van het succes van de transactie. - PE Group NV: PE Group NV is bij zowel de voorbereidingsfase als de uitvoeringsfase van de transactie betrokken als financieel adviseur van Ecodis. Zij wordt hiervoor vergoed door een vaste vergoeding en een variabele vergoeding. Daarnaast werden aan PE Group NV ook 246.440 warrants toegekend, waarvan 123.220 reeds voor het Aanbod werden uitgeoefend en 123.220 slechts kunnen worden uitgeoefend na het welslagen van de transactie (Zie hoofdstuk III.5). - NautaDutilh BVBA: NautaDutilh BVBA is bij zowel de voorbereidingsfase als de uitvoeringsfase van de transactie betrokken als juridisch adviseur van Ecodis. Zij wordt hiervoor vergoed door een vaste vergoeding en een variabele vergoeding waarvan de omvang afhangt van het succes van de transactie.
39
4. Modaliteiten van het Aanbod 4.1. Agenda van het Aanbod Volgende tabel geeft een samenvatting van bepaalde belangrijke data betreffende het Aanbod. Hierbij duidt “T” de effectieve afsluiting van de Inschrijvingsperiode aan, dit is de vroegste van de datum van de Vervroegde Afsluiting en de afsluiting van de Inschrijvingsperiode, het cijfer er op volgend geeft het aantal bankwerkdagen aan na de effectieve afsluitdatum. Agenda Aanbod
Gebeurtenis Beslissing buitengewone kapitaalverhoging
1
Verwachte Datum algemene
vergadering
tot
5 juni 2007
Publicatie van de voorwaarden en de Inschrijvingsprijs van het Aanbod in de Belgische financiële pers
6 juni 2007
Start van de Inschrijvingsperiode
6 juni 2007
Eerste mogelijkheid tot Vervroegde Afsluiting van het Aanbod (vanaf 16u)
13 juni 2007
Afsluitdatum van het Aanbod (onder voorbehoud van Vervroegde Afsluiting)
20 juni 2007
Allocatiedatum
T1 + 1
Publicatie van de resultaten van het Aanbod en de allocatie in de Belgische financiële pers
T+2
Noteringsdatum
T+2
Start Stabilisatieperiode
T+2
Vaststelling van de kapitaalverhoging
T+4
Leveringsdatum
T+4
Betaaldatum (uiterlijk om 16u)
T+4
Einde Stabilisatieperiode
T + 24
T is de effectieve afsluiting van de Inschrijvingsperiode.
40
4.2. Omvang van het Aanbod en aard van de Aangeboden Aandelen
Het Aanbod bestaat uit het Basisaanbod van Nieuwe Aandelen voor een bedrag van maximaal EUR 15 miljoen, die kan worden verhoogd met een bedrag van maximaal EUR 2,25 miljoen bestaande aandelen in het kader van de Overtoewijzingsoptie. Er is een Voorbehouden Tranche en een Vrije Tranche die openstaat voor alle beleggers. De Voorbehouden Tranche is voorbehouden aan de heer Geert Pepping, de heer Bart Stragier, de heer Marc Pirenne, Leo Stevens & Cie BVBA en PE Group NV. Het aantal Aangeboden Aandelen waarop de voornoemde personen inschrijven is niet-reduceerbaar. Meer bepaald onderschrijven de heren Bart Stragier en Marc Pirenne en Leo Stevens & Cie BVBA en PE Group NV samen een bedrag van EUR 1.943.500 in Nieuwe Aandelen. De heer Geert Pepping onderschrijft 1.025.000 Nieuwe Aandelen. De Vrije Tranche bestaat uit het gedeelte van het Aanbod als geheel genomen dat niet via de Voorbehouden Tranche wordt geplaatst, en dat openstaat voor alle beleggers via een openbare aanbieding in België, en voor institutionele beleggers in Europa via een private plaatsing. In geval van overinschrijving kunnen de voor de Vrije Tranche ingediende aanvragen worden verminderd. De Nieuwe Aandelen worden uitgegeven op basis van de beslissing van de buitengewone algemene vergadering van 5 juni 2007 om het kapitaal van de Vennootschap te verhogen door de uitgifte van de Nieuwe Aandelen. De kapitaalverhoging zal bij notariële akte worden vastgesteld en de Nieuwe Aandelen worden op de Afsluitingsdatum uitgegeven. Deze Nieuwe Aandelen zijn dividendgerechtigd vanaf 1 januari 2007 en genieten dezelfde rechten als de bestaande aandelen. Alle Nieuwe Aandelen zullen recht hebben op een verminderde voorheffing of VVPR. Een afzonderlijke VVPR-strip zal dit recht vertegenwoordigen. Elk Nieuw Aandeel zal een VVPR-strip hebben die afzonderlijk verhandelbaar zal zijn. Ongeacht het feit of het Aanbod volledig wordt ingeschreven, kan de Lead Manager gebruik maken van een Overtoewijzingsoptie, die uitoefenbaar is vanaf de eerste Noteringsdatum tot 30 kalenderdagen daarna, overeenstemmend met maximaal 15% van de Aangeboden Aandelen in het Basisaanbod, ofwel maximaal EUR 2,25 miljoen, met de bedoeling de Lead Manager toe te laten de eventuele overtoewijzingen, voor zover die er zijn, op te vangen en de stabilisatietransacties te vergemakkelijken. De Overtoewijzingsaandelen, die bestaande aandelen van de Vennootschap zijn, hebben geen VVPR-strip.
41
Het Aanbod van de Aandelen bestaat uit:
een openbaar aanbod tot verkoop van de Aangeboden Aandelen in België vooral bestemd voor particuliere beleggers; en
een private aanbieding van Aangeboden Aandelen bij institutionele beleggers in België en Europa, met naleving van de bepalingen van artikel 3, §2 van de wet van 16 juni 2006 op de openbare aanbiedingen van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt.
Uitgaande van de veronderstelling dat wordt ingeschreven op alle Aangeboden Aandelen voor een totaal bedrag van EUR 15 miljoen zullen de netto-opbrengsten van het Aanbod na aftrek van de kosten verbonden met de verrichting maximaal ongeveer EUR 13,8 miljoen bedragen. 4.3. Inschrijvingsprijs De vaste en enige Inschrijvingsprijs wordt bepaald in de week dat het Aanbod wordt geopend. De Prijs is dezelfde voor de verwerving van de Overtoewijzingsaandelen en voor de inschrijving op de Nieuwe Aandelen. Ze geldt voor alle, particuliere en institutionele, beleggers, zowel in de Voorbehouden Tranche als in de Vrije Tranche. Deze Inschrijvingsprijs zal door de Lead Manager worden bepaald in samenspraak met de Vennootschap. De partijen zullen voor de bepaling van de Inschrijvingsprijs rekening houden met onder meer de waardering van de Vennootschap, de marktomstandigheden, het beleggingsklimaat en het resultaat van de pre-marketing bij institutionele beleggers. Tijdens de pre-marketing peilt de Lead Manager naar de interesse en de prijsgevoeligheid van institutionele beleggers in een specifieke belegging. Er worden tijdens de pre-marketing geen inschrijvingen geregistreerd. De Inschrijvingsprijs zal in de Belgische financiële pers worden gepubliceerd op 6 juni 2007. Op de inschrijving op Nieuwe Aandelen met VVPR-strip zal geen beurstaks verschuldigd zijn. 4.4. Inschrijvingsperiode De Inschrijvingsperiode vangt aan op 6 juni 2007 en zal naar verwachting sluiten op 20 juni 2007, onder voorbehoud van Vervroegde Afsluiting. De Inschrijvingsperiode kan immers vervroegd worden afgesloten door de Lead Manager, in samenspraak met de Vennootschap, vanaf de zesde beursdag om 16 uur na de datum van de aanvang van de Inschrijvingsperiode (namelijk 13 juni 2007 – 16 uur) zodra het totale aantal aandelen waarvoor geldige orders werden ingediend, gelijk aan of hoger dan het aantal Aangeboden Aandelen (inclusief de Aandelen van de Overtoewijzingsoptie) is.
42
Elke Vervroegde Afsluiting van de Inschrijvingsperiode zal in de Belgische financiële pers worden aangekondigd en op de website van de Vennootschap en de Lead Manager. De Inschrijvingsperiode zal in elk geval ten minste zes beursdagen lopen vanaf de beschikbaarheid van het Prospectus. Potentiële beleggers kunnen hun inschrijving indienen gedurende de hele Inschrijvingsperiode, tenzij vroegtijdig wordt afgesloten. De periode van het Aanbod zal dezelfde zijn voor zowel de institutionele als de particuliere beleggers. Rekening houdend met de mogelijkheid om vervroegd af te sluiten worden beleggers verzocht om hun inschrijving zo vroeg mogelijk in te dienen. 4.5. Inschrijvingsprocedure
4.5.1.
Algemeen
Beleggers kunnen gedurende de Inschrijvingsperiode kosteloos inschrijven via het indienen van hun inschrijvingsformulier, aangehecht aan dit Prospectus, bij de Lead Manager. Beleggers die hun inschrijvingsorders wensen in te dienen bij andere tussenpersonen dan de Lead Manager, die deze doorgeven aan de Lead Manager, dienen zich te informeren over de kosten die deze tussenpersonen zouden kunnen aanrekenen en die zij zelf moeten betalen. De Lead Manager centraliseert alle orders. Er geldt geen minimaal of maximaal bedrag. Bovendien kunnen orders waarvan de grootte de liquiditeit van de secundaire markt in het gedrang zou kunnen brengen helemaal niet of slechts voor een deel in aanmerking worden genomen door de Lead Manager. Om geldig te zijn dienen de inschrijvingsformulieren ingediend te zijn uiterlijk om 16.00 uur Brusselse tijd op de laatste dag van de Inschrijvingsperiode, onder voorbehoud van Vervroegde Afsluiting. Inschrijvingen in de Voorbehouden Tranche en de Vrije Tranche volgen dezelfde procedure.
4.5.2.
Particuliere beleggers
De beleggers dienen in hun orders het aantal Aangeboden Aandelen te vermelden waartoe zij zich verbinden om ze te verwerven. Per belegger wordt slechts één enkel inschrijvingsformulier aanvaard. Als de Lead Manager vaststelt, of redenen heeft om aan te nemen, dat een enkele belegger meer orders heeft ingediend, dan mag hij deze inschrijvingsformulieren negeren. Alleen de inschrijvingsformulieren als bijlage bij het Prospectus worden in aanmerking genomen.
43
De aankooporders moeten zijn uitgedrukt in de prijs van het Aanbod en onder de voorwaarden die in dit Prospectus zijn bepaald. Een inschrijvingsorder dat een belegger heeft ingediend conform het voorgaande, verbindt deze persoon en kan niet meer worden ingetrokken. De particuliere beleggers worden verzocht hun inschrijvingsformulieren zo snel mogelijk in te dienen aan de loketten van de Lead Manager of bij deze instelling via elke andere financiële tussenpersoon. De particuliere beleggers dienen zich in te lichten over de eventuele kosten die door deze andere financiële tussenpersonen zouden worden aangerekend.
4.5.3.
Institutionele Beleggers
De Lead Manager zal de belangstelling vanwege institutionele beleggers registreren, namelijk het aantal aandelen dat zij wensen te verkrijgen. 4.6. Toewijzing van de aandelen
4.6.1.
Algemeen
Het Aanbod binnen de Vrije Tranche richt zich zowel tot particuliere als institutionele beleggers. Het is de bedoeling van de Lead Manager om in de mate van het mogelijke de voorkeur te geven aan het aantrekken van stabiele aandeelhouders die begrijpen dat de Vennootschap nog een belangrijke evolutie moet doormaken evenals aan een toewijzing die een ruime spreiding van het aandeelhouderschap onder het publiek bevordert. De beleggers moeten er rekening mee houden dat in principe alle aandelen waarop zij hebben ingeschreven aan hen kunnen worden toegewezen, zodat zij op het ogenblik van inschrijving en ten laatste op de Betaaldatum over voldoende fondsen moeten beschikken. De allocatie zal plaatsvinden één dag na de afsluiting van de Inschrijvingsperiode, de Allocatiedatum. Het exacte aantal Aangeboden Aandelen (inclusief de aandelen van de Overtoewijzingsoptie) dat respectievelijk aan de particuliere en aan de institutionele beleggers wordt toegewezen, wordt bepaald door de Lead Manager, in samenspraak met de Vennootschap. Dat zal afhangen van de respectieve vraag van de particuliere en institutionele beleggers en van de kwantitatieve analyse en, voor de institutionele beleggers alleen, van de kwalitatieve analyse van het orderboek. Er wordt verwacht (zonder dat dit echter een verplichting inhoudt vanwege de Lead Manager of de Vennootschap) dat in de Vrije Tranche ten minste 35% van de daadwerkelijk toegewezen Aandelen zal worden toegekend aan particuliere beleggers, behoudens mogelijkheid tot “clawback” (zie paragraaf 4.6.3 Clawback). In geval van overinschrijving op de Aangeboden Aandelen die bestemd zijn voor de particuliere
44
beleggers, zal de toewijzing aan de particuliere beleggers gebeuren op basis van objectieve verdeelcriteria (zoals het gebruik van een relatief of absoluut aantal aandelen met betrekking tot elke inschrijving, dat kan (maar niet noodzakelijk moet) worden gegroepeerd in bepaalde schijven). De Lead Manager behoudt zich het recht voor om de inschrijvingen die de eerste zes dagen van de Inschrijvingsperiode werden ingediend bij voorkeur te behandelen, en dit gradueel in de volgorde van ontvangst van de inschrijvingen door de Lead Manager tussen de eerste en de zesde dag van de Inschrijvingsperiode (de orders die de eerste dag worden ingediend worden beter bediend dan de orders van bijvoorbeeld de zesde dag). De inschrijvingen door institutionele beleggers kunnen eveneens worden verminderd in geval van overinschrijving. Dit zal gebeuren op basis van kwalitatieve criteria zoals het moment van inschrijving en de kwaliteit van de orders. De inschrijvingen in de Voorbehouden Tranche kunnen in geen geval worden gereduceerd. Er zal geen voorkeurbehandeling worden gegeven aan inschrijvingsformulieren die werden ingediend bij de Lead Manager eerder dan bij andere financiële tussenpersonen. In het kader van dit Aanbod bedoelt men met particuliere beleggers de natuurlijke personen alsook de rechtspersonen die inschrijven op Aandelen voor een bedrag van EUR 50.000 of minder. De resultaten van het Aanbod en, desgevallend, de verdeelsleutel van de Aandelen zullen worden bekendgemaakt in de financiële pers één dag na de Allocatiedatum. De handel in de Aangeboden Aandelen kan niet van start gaan vóór de toewijzing van de Aandelen. Aangezien het Aanbod voornamelijk uit Nieuwe Aandelen bestaat, wordt verwacht dat particuliere beleggers Nieuwe Aandelen met VVPR-strips zullen ontvangen. In geval van overtoewijzing, zullen de Overtoewijzingsaandelen aan institutionele beleggers worden toegekend. 4.6.2.
Toewijzing van Nieuwe Aandelen met VVPR-strips en bestaande aandelen
De Lead Manager zal voor de toewijzing van de Aangeboden Aandelen redelijke inspanningen doen om ervoor te zorgen dat de Nieuwe Aandelen met VVPR-strips worden afgeleverd aan particuliere beleggers die in België woonachtig zijn en aan beleggers die onderworpen zijn aan de Belgische belasting op rechtspersonen, in deze volgorde. Afgezien van deze redelijke inspanningen met betrekking tot de toewijzing van VVPR-strips, kunnen alle beleggers ofwel Nieuwe Aandelen, ofwel bestaande aandelen, ofwel een combinatie van beide ontvangen. Hoewel men verwacht dat particuliere beleggers uitsluitend aandelen met afzonderlijke VVPR-strip zullen ontvangen, zijn de Verkopende Aandeelhouder(s) die de overtoewijzingsoptie hebben verleend, Ecodis en de Lead Manager niet aansprakelijk tegenover de beleggers voor de toewijzing van aandelen, met of zonder afzonderlijke VVPR-strip.
45
4.6.3.
Clawback
Indien in één van beide tranches de vraag op significante wijze het aantal aangeboden aandelen in deze tranche overschrijdt, alle voor de respectieve tranche voorbehouden aandelen is ingeschreven, houdt de Lead Manager, in samenspraak met de Vennootschap, zich het recht voor om een deel van de Aandelen uit de andere tranche toe te wijzen aan de investeerders die hebben ingeschreven in de tranche waarin de vraag significant het aanbod overschrijdt. 4.7. Betaling, vereffening en aflevering van de aandelen en de VVPR-strips De Inschrijvingsprijs van de toegewezen aandelen moet volledig betaald worden in euro, met alle heffingen die gelden (zie sectie 7.5 Taks op beursverrichtingen). Hij moet betaald zijn op de Betaaldatum, te weten met valuta op de derde beursdag volgend op de Allocatiedatum van de Aangeboden Aandelen. Deze Betaaldatum is momenteel vastgelegd uiterlijk op of rond 26 juni 2007. De aandelen en VVPR-strips zullen op de vierde beursdag na de afsluiting van de Inschrijvingsperiode, de Leveringsdatum, naar verwachting rond 26 juni 2007 aan de beleggers worden afgeleverd. De Betaaldatum en de Leveringsdatum van de Aangeboden Aandelen en de VVPR-strips worden op de twee bovenvermelde data bepaald, onder voorbehoud van Vervroegde Afsluiting van het Aanbod. Alle Aangeboden Aandelen en VVPR-strips worden afgeleverd door een inschrijving op rekening bij Euroclear Belgium, centraal bewaarder van de Belgische effecten. Zoals vermeld in sectie 4.8 ‘Vorm van de Aangeboden Aandelen’ zijn de aandelen en de VVPR-strips uitsluitend beschikbaar in de vorm van een inschrijving op rekening na de Leveringsdatum. 4.8. Vorm van de Aangeboden Aandelen en VVPR-strips Alle Aangeboden Aandelen zullen worden uitgegeven overeenkomstig het Belgisch recht. Het zullen gewone aandelen zijn, van dezelfde categorie, volledig volgestort, zonder vermelding van nominale waarde. Zij zullen dezelfde rechten hebben als de overige aandelen van de Vennootschap. Zij hebben als ISIN-code BE0003871887. De Aangeboden Aandelen en VVPR-strips zullen worden uitgegeven als effecten aan toonder onder girale vorm. Ze zullen worden ingeschreven op een effectenrekening en zullen niet meer fysiek leverbaar zijn. Ze zullen worden vertegenwoordigd door één of meerdere globale certificaten die zijn neergelegd bij Euroclear Belgium.
46
Naar verwachting zullen de Nieuwe Aandelen op of rond 26 juni 2007 worden uitgegeven door de Vennootschap. Zoals bepaald in de wet van 14 december 2005 houdende afschaffing van de effecten aan toonder, zullen de op 1 januari 2008 op een gereglementeerde markt genoteerde aandelen die ingeschreven zijn op een effectenrekening, van rechtswege in gedematerialiseerde effecten worden omgezet. De omzetting van rechtswege op 1 januari 2008 in gedematerialiseerde effecten, zoals bepaald door voormelde wet van 14 december 2005, is in beginsel niet van toepassing op de Aandelen, daar Alternext Brussels geen gereglementeerde markt is. De statuten van de Vennootschap voorzien dat er een automatische conversie komt van aandelen die ingeschreven zijn op een effectenrekening op 1 januari 2008. De belegger dient hiervoor zelf dus geen stappen te ondernemen. De Vennootschap zal hiervoor een contract afsluiten met een erkende rekeninghouder. 4.9. Dividenden
4.9.1.
Recht op Dividend
De Aangeboden Aandelen geven recht op deelname in de eventuele winsten vanaf 1 januari 2007 en geven bijgevolg recht op de eventuele dividenden voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2007 en voor de volgende boekjaren. De Aandelen die voortkomen uit het eventuele uitoefenen van de warrants delen in de eventuele winst vanaf het boekjaar dat start op 1 januari van het jaar waarin deze Aandelen worden uitgegeven (zie hoofdstuk III, §5).
4.9.2.
Dividendbeleid
De Vennootschap heeft nooit dividenden op haar aandelen betaalbaar gesteld of uitgekeerd. Na het Aanbod zal de dividendpolitiek van de Vennootschap worden bepaald en mogelijk worden aangepast door een beslissing van de raad van bestuur van de Vennootschap. Elke uitkering van dividenden zal zijn gebaseerd op de winst van de Vennootschap, haar financiële toestand, haar kapitaalbehoeften en andere factoren die de raad van bestuur als belangrijk beschouwt. De Belgische wetgeving en de statuten van de Vennootschap verplichten de raad van bestuur niet om dividenden betaalbaar te stellen. De raad van bestuur verwacht alle winst die uit de activiteiten van de Vennootschap zou voortkomen, in te houden voor de ontwikkeling en de groei van de activiteiten, en verwacht dus niet dat in de nabije toekomst dividenden aan de aandeelhouders zullen worden uitgekeerd.
47
4.10. Toelating tot Alternext Brussels
4.10.1. Algemeen Een verzoek tot opname op Alternext Brussels werd ingediend voor alle aandelen van de Vennootschap evenals voor de 873.220 aandelen die kunnen worden uitgegeven naar aanleiding van de nog uitstaande warrants van Ecodis. Er is bepaald dat de aandelen met het symbool ECOD en met ISIN-code BE0003871887 worden genoteerd. Voor de VVPR-strips zal geen verzoek tot opname worden ingediend. De VVPR-strips zullen vrij overdraagbaar zijn aan derden op de openbare veilingmarkt van Euronext Brussel. De Vennootschap voorziet dat de verhandelingen in effecten zullen aanvangen op de eerste beursdag na de Allocatiedatum, naar verwachting op of rond 22 juni 2007. Vóór het Aanbod van de aandelen bestond er geen openbare markt voor de aandelen en de VVPR-strips uitgegeven door de Vennootschap.
4.10.2. Notering en verhandeling op een “as-if-and-when-issued-and-delivered” basis In de mate dat de aandelen van de Vennootschap op Alternext Brussels zullen worden genoteerd en verhandeld op een “as-if-and-when-issued-or-delivered” basis vanaf de Noteringsdatum tot de geplande Leveringsdatum, kan Alternext Brussels alle transacties met betrekking tot de aandelen annuleren indien de Aangeboden Aandelen op de geplande Leveringsdatum niet worden afgeleverd. Beleggers die vóór de geplande Leveringsdatum transacties wensen aan te gaan met betrekking tot de Aangeboden Aandelen, ongeacht of dergelijke transacties verlopen op Alternext of anders, dienen er op te letten dat de Leveringsdatum mogelijk niet plaats vindt op 26 juni 2007, of helemaal niet plaatsvindt, indien bepaalde voorwaarden of gebeurtenissen vermeld in de underwriting agreement (zie Hoofdstuk II, § 4.11) en die het succes van het Aanbod aanzienlijk zouden kunnen in gevaar brengen en/of een wezenlijk negatieve invloed hebben op de financiële situatie van de Vennootschap, niet vervuld zijn, zich verwezenlijken, er geen afstand van gedaan wordt, of indien ze zich niet voordoen op of vóór deze datum. Zulke voorwaarden omvatten een reeks waarborgen gevraagd door de Underwriters vanwege, in hoofdzaak, de Vennootschap en de Verkopende Aandeelhouders, en zulke gebeurtenissen omvatten de schorsing van verhandeling op Alternext of een wezenlijk ongunstige wijziging in de financiële toestand of bedrijfsvoering van de Vennootschap of in de financiële markten. Alternext heeft aangegeven dat het alle transacties met betrekking tot de aandelen van de Vennootschap zal annuleren indien de Aangeboden Aandelen niet zijn uitgegeven op de geplande Leveringsdatum. Alternext heeft aangegeven dat het niet aansprakelijk kan worden gesteld voor enige schade voortvloeiend uit de notering en verhandeling op een “as-if-and-whenissued-or-delivered” basis vanaf de Noteringsdatum tot de geplande Leveringsdatum.
48
4.10.3. Rol van de Listing Sponsor De regels van Alternext Brussels stellen eveneens de regels vast met betrekking tot de vergunning aan, de functie van en de verscheidene verplichtingen van de Listing Sponsor. Krachtens die regels moet de Listing Sponsor bij de introductie en gedurende een minimale periode van twee jaar volgend op de introductie van de Vennootschap op Alternext Brussels bepaalde verplichtingen naleven. In het kader hiervan zal hij moeten optreden als raadgever van de Vennootschap met betrekking tot diens verplichtingen die voortvloeien uit de opneming in de notering op Alternext Brussels. De Listing Sponsor zal er tevens op moeten toezien dat Ecodis de regels van Alternext Brussels naleeft, haar de nodige adviezen verschaft ingeval van niet-naleving en zal Euronext Brussels in kennis moeten stellen van de aard van de niet-naleving en van de getroffen maatregelen om dit te verhelpen. Alle verplichtingen van de Listing Sponsor kunnen worden nagelezen in de regels van Alternext Brussels (zie www.alternext.com). Bank Degroof treedt op als Listing Sponsor van de Vennootschap op het ogenblik van de toelating. De Vennootschap heeft Bank Degroof aangesteld om deze rol te vervullen voor ten minste twee jaar daarna. 4.11. Underwriting overeenkomst Er is voorzien dat de Vennootschap en de Lead Manager (deze laatste wordt hierna bepaald als de Underwriter) uiterlijk op het moment van de publicatie van het resultaat van het Aanbod een underwriting agreement sluiten (zie Hoofdstuk II.4.1). Het totaalbedrag van de overname- en plaatsingscommissie zal maximum 6 % van het bedrag van de kapitaalverhoging bedragen. In de underwriting agreement zal worden bepaald dat de Vennootschap bepaalde verklaringen aflegt en waarborgen geeft en aanvaardt om de Underwriter schadeloos te stellen voor bepaalde aansprakelijkheden. Onder voorbehoud van de modaliteiten en voorwaarden van de underwriting agreement, waaronder, maar niet beperkt tot, het afleveren door de Vennootschap aan de Lead Manager van officers’ certificates of company certificates, legal opinions en de comfort letter van de commissaris, zal de Underwriter er zich globaal toe verbinden om in eigen naam, maar voor rekening van de beleggers in te schrijven op de Aangeboden Aandelen en VVPR-strips die aan de inschrijvers werden toegewezen, teneinde deze aandelen en VVPR-strips onmiddellijk over te dragen aan de desbetreffende beleggers. De underwriting agreement zal slaan op alle Nieuwe Aandelen die werden toegewezen (maximum EUR 15 miljoen), verhoogd met de Overtoewijzingsoptie van maximaal EUR 2,25 miljoen in
49
bestaande aandelen zoals in dit Prospectus wordt beschreven. De vergoeding voor de underwriting is inbegrepen in de totale verkoopscommissie zoals opgenomen in sectie 4.14. De underwriting agreement zal bepalen dat de Underwriter het recht heeft om zich uit de underwriting agreement terug te trekken vóór de datum van vaststelling van de kapitaalverhoging als volgende gebeurtenissen zich voordoen: •
opschorting of beduidende beperking van de verhandeling van de aandelen in het algemeen op Alternext Brussels tijdens ten minste twee opeenvolgende dagen;
•
de Bel20 index daalt met ten minste 10% ten opzichte van zijn hoogste peil sinds 4 juni 2007;
•
het brutorendement van de Overheidsobligaties (OLO’s) op 10 jaar stijgt, op elk moment, met 50 basispunten ten opzichte van het peil van 4 juni 2007;
•
verklaring van algemeen moratorium op de commerciële bankactiviteiten door de bevoegde autoriteiten in Brussel of Londen of een wezenlijke onderbreking van de commerciële bankactiviteiten of van de systemen ter vereffening-levering of clearing van effecten in België;
•
het uitbreken of escaleren van vijandigheden, terrorismedaden of andere noodtoestanden of crisissituaties waarin België, het Verenigd Koninkrijk of de Verenigde Staten van Amerika verwikkeld zijn;
•
elke wezenlijke wijziging in de politieke, militaire, financiële, economische, monetaire of sociale omstandigheden of in het belastingstelsel in België of elders;
voor zover deze gebeurtenissen, overeenkomstig een afweging volgens de normen van de redelijkheid van de Underwriter, het Aanbod of de notering van de Aandelen van de Vennootschap op wezenlijke wijze kan schaden.
50
4.12. Overtoewijzingsoptie en Stabilisatie
4.12.1. Overtoewijzingsoptie In het kader van het Aanbod kan de Lead Manager tot overtoewijzing van Aandelen overgaan om de koers van de Aandelen van de Vennootschap te stabiliseren. Hij kan desgevallend, maar zonder verplichting, na de notering van de Aandelen van de Vennootschap stabilisatietransacties uitvoeren op de secundaire markt. Deze mogelijkheid zal bestaan ongeacht het Basisaanbod volledig onderschreven is. Om een eventuele overtoewijzing van Aandelen door de Lead Manager te dekken, hebben bepaalde Verkopende Aandeelhouders de Lead Manager het recht gegeven om binnen 30 kalenderdagen na de Noteringsdatum een aantal aandelen gelijk aan 15% van het aantal Aangeboden Aandelen in het Basisaanbod te kopen tegen de Inschrijvingsprijs (de “Overtoewijzingsoptie”) (Zie Hoofdstuk III.6.2). Om de verplichting te dekken van de Lead Manager om de Overtoegewijzingsaandelen in het kader van het Aanbod te leveren op de Leveringsdatum, is ook bepaald dat de Lead Manager uiterlijk op de Allocatiedatum ten bedrage van de Overtoewijzingsoptie een overeenkomst van effectenlening afsluit met bepaalde Verkopende Aandeelhouders. De Lead Manager kan de verplichting tot terugbezorgen van de geleende effecten dekken door ofwel Aandelen van de Vennootschap te kopen op de open markt ofwel de Overtoewijzingsoptie uit te oefenen.
4.12.2. Stabilisatie De Lead Manager voert de eventuele stabilisatietransacties uit. De koers waartegen deze transacties gebeuren, mag niet hoger zijn dan de Inschrijvingsprijs. Het maximaal aantal Aandelen dat de Lead Manager kan verwerven in het kader van de stabilisatie, komt overeen met het aantal Aandelen van de Overtoewijzigingsoptie, met andere woorden 15% van het aantal Aangeboden Aandelen in het Basisaanbod. Noch de Vennootschap, noch de Lead Manager geven enige waarborg of voorspelling over de draagwijdte van de stabilisatietransacties of de omvang van de gevolgen die de stabilisatietransacties of de overtoewijzing op de aandelenkoers kunnen hebben. Ze zullen in ieder geval 30 kalenderdagen na de Noteringsdatum worden stopgezet. Het is mogelijk dat door de eventuele stabilisatietransacties de koers tijdens de Stabilisatieperiode hoger zal liggen dan indien er geen stabilisatie zou hebben plaatsgevonden. Binnen een week na het einde van de Stabilisatieperiode, zal, in overeenstemming met artikel 8, §3 van het Koninklijk Besluit van 5 maart 2006, de volgende informatie worden gepubliceerd op
51
de website van de Vennootschap: (i) of er al dan niet stabilisatie werd uitgevoerd, (ii) de datum waarop de stabilisatie startte, (iii) de datum waarop de laatste stabilisatie plaatsvond en (iv) de prijsvork waarbinnen de stabilisatie werd uitgevoerd voor elke datum waarop stabilisatietransacties werden uitgevoerd. 4.13. Intentie van belangrijke aandeelhouders en leden van de raad van bestuur
4.13.1. Aandeelhouders Bepaalde aandeelhouders van de Vennootschap hebben de intentie om in te schrijven op het Aanbod. Meer bepaald hebben de heren Geert Pepping en PE Group NV samen met een vroegere bestuurder van Ecodis, de heer Marc Pirenne, evenals twee investeerders, Bart Stragier en Leo Stevens & Cie BVBA, zich verbonden om een deel van de Aangeboden Aandelen te kopen. Aldus verbond Geert Pepping zich ertoe om 1.025.000 aandelen te onderschrijven aan de Inschrijvingsprijs en verbonden PE Group NV, Leo Stevens & Cie BVBA de heer Bart Stragier en Marc Pirenne zich ertoe om EUR 1.943.500 van het kapitaal te onderschrijven, eveneens tegen de Inschrijvingsprijs. De voornoemde personen beschikken over een Voorbehouden Tranche (zie Hoofdstuk II, § 2.1 en § 4.2). De Vennootschap heeft geen weet van de intentie van enig ander persoon om in te schrijven op de Aangeboden Aandelen ten belope van meer dan 5%. De bestaande aandeelhouders verkopen geen aandelen in het Basisaanbod. De Verkopende Aandeelhouders hebben met de Lead Manager een overeenkomst van Overtoewijzingsoptie afgesloten en kunnen in het kader hiervan bestaande aandelen van de Vennootschap verkopen.
4.13.2. Lock-up Afspraken Het aantal aandelen dat voor verkoop beschikbaar is op de beurs zal beperkt zijn door verschillende overdrachtbeperkingen van aandelen. Deze beperkingen kunnen als volgt worden samengevat: •
de huidige aandeelhouders en de Vennootschap hebben een lock-up afspraak gemaakt met de Lead Manager, waarbij de aandeelhouders ermee hebben ingestemd hun Aandelen, die ze op het moment van de start van de Inschrijvingsperiode in hun bezit hebben of die voortkomen uit uitoefening na deze datum van warrants die ze in hun bezit hebben op het moment van de start van de Inschrijvingsperiode, gedurende ten minste twaalf maanden vanaf de Noteringsdatum niet over te dragen (i.e. verkopen of trachten te verkopen of te verzoeken om aankoopaanbiedingen van aandelen van de Vennootschap, om geen opties, converteerbare effecten of andere aankooprechten van aandelen van de Vennootschap toe te staan of uit te geven, of om geen overeenkomsten af te sluiten of verbintenissen aan te gaan die een gelijkaardig effect sorteren).
52
•
Gedurende de laatste zes maanden van de voornoemde lock-up periode, gelden de lock-up verplichtingen niet voor een georganiseerde verkoop van Aandelen in de Vennootschap waartoe het initiatief werd genomen door een groep van huidige aandeelhouders van de Vennootschap die op dat moment een bepaald percentage van de door de Vennootschap uitgegeven aandelen (voor de afsluiting van het Aanbod) in hun bezit hebben, en die wordt georganiseerd door en met de toestemming van de Lead Manager; Elke tegenpartij die bij deze georganiseerde verkoop een bepaald percentage van het op dat ogenblik totaal aantal door de Vennootschap uitgegeven aandelen verkrijgt, moet een gelijkaardige lock-up verbintenis aangaan met de Lead Manager en de Vennootschap voor de rest van de lock-up periode.
Op de bovenstaande lock-up bestaan echter volgende uitzonderingen: •
de lock-up afspraken zullen niet gelden voor overdrachten van aandelen in het kader van de uitvoering van de overeenkomsten tussen de Verkopende Aandeelhouder en de Lead Manager die betrekking hebben op overtoewijzingen;
•
indien, na de Noteringsdatum maar voor het aflopen van de lock-up periode een derde partij een openbaar bod tot aankoop lanceert op alle aandelen van de Vennootschap, zijn de bestaande aandeelhouders vrij om hun aandelen in dit publiek bod aan te bieden;
•
elke overdracht tussen de bestaande aandeelhouders, onderworpen aan de lock-up afspraken valt niet onder de lock-up, met dien verstande dat de overnemende aandeelhouder de lock-up m.b.t. de overgenomen aandelen moet respecteren;
•
elke overdracht van aandelen of rechten door een aandeelhouder aan een vennootschap waarover die aandeelhouder controle uitoefent of die controle uitoefent over die aandeelhouder (in de zin van artikel 5 van het Belgische Wetboek van vennootschappen) kan plaatsvinden zonder goedkeuring of toestemming van de Lead Manager, indien de Lead Manager schriftelijk op de hoogte werd gesteld van de overdracht en dat de verkrijgende vennootschap zich schriftelijk ertoe verbindt dat zij zich gebonden acht door dezelfde lock-up afspraken tot het verstrijken van bovenvermelde lock-up periodes en dat zij zich ertoe verbindt om de voorheen verworven aandelen terug over te dragen aan de overdrager indien de controleverhouding, op grond waarvan de overdracht was toegestaan, een einde neemt;
•
de lock-up afspraken zullen niet gelden inzake overdrachten van aandelen aan de wettelijke rechtsopvolger van de houder van de aandelen ingevolge: (i) het overlijden van de houder (indien de houder een natuurlijk persoon is) of
53
(ii) de fusie, vereffening of splitsing van de houder (indien de houder een rechtspersoon is), weliswaar op voorwaarde dat de Lead Manager schriftelijk op de hoogte wordt gesteld en dat de wettelijke rechtsopvolger toetreedt tot de lock-up en alle rechten en verplichtingen daaruit op zich neemt. 4.14. Kosten en vergoedingen van tussenpersonen De kosten van het Aanbod die ten laste vallen van de Vennootschap worden geschat op een maximum bedrag van ongeveer 1,2 miljoen euro. Deze omvatten de wettelijke en administratieve kosten, de vergoeding van de CBFA en Euronext Brussels, de kosten voor de wettelijk verplichte bekendmakingen en voor de adviseurs, en de vergoeding van de Lead Manager en Underwriter. De kosten in verband met de verkoop van de Overtoewijzingsaandelen, zijnde de vergoedingen m.b.t. de verkoop- en de underwriting, vallen ten laste van de Verkopende Aandeelhouders in verhouding tot de Overtoewijzingsaandelen die zij elk voor openbare verkoop aanbieden. 4.15. Financiële dienstverlening Bank Degroof zal instaan voor de financiële dienst van de Aandelen. De financiële dienst omvat de uitkering van de dividenden en de neerlegging van de Aandelen met het oog op de deelneming aan de algemene vergaderingen van aandeelhouders. Bank Degroof zal de houders van de Aandelen geen kosten aanrekenen voor deze diensten, maar het staat de beleggers volkomen vrij zich te richten tot een andere financiële instelling om, onder andere, dividenden te innen of Aandelen neer te leggen met het oog op de deelneming aan een algemene vergadering. De beleggers dienen zich te informeren over de bedragen die andere financiële tussenpersonen hiervoor kunnen vragen. 4.16. Liquiditeitscontract Er zal een contract worden gesloten ter bevordering van de liquiditeit tussen de Vennootschap en Bank Degroof. Dat contract zal in overeenstemming zijn met de gebruikelijke normen ter zake. 4.17. Wetgeving en bevoegde rechtbanken Dit Aanbod is onderworpen aan de Belgische wetgeving; alleen de hoven en rechtbanken van Brussel zijn bevoegd om betwistingen in verband met dit Aanbod te beslechten.
54
5. Waardebepaling Op basis van de vooruitzichten van de Vennootschap (zie Hoofdstuk VI, § 6.2), werd een pre-money waardering (dus zonder rekening te houden met de netto-opbrengsten van het Aanbod) voor het eigen vermogen van de Vennootschap bekomen van EUR 47 miljoen. 5.1. Methodologie 5.1.1. Gekozen methode Gezien het specifieke profiel van de Vennootschap, werd voor de waardering enkel de methode van de geactualiseerde bedrijfskasstromen weerhouden. Tijdens de periode 2007-2012, waarvoor de vooruitzichten van de Vennootschap zijn weergegeven in Hoofdstuk 6, § 6.2, wordt de Vennootschap gekenmerkt door een zeer sterke groei van de omzet en winst. Aangezien Ecodis zich nog in een vroege fase van haar ontwikkeling bevindt, is de toepassing van de methode van multiples van vergelijkbare bedrijven niet aangewezen. Beursgenoteerde bedrijven in de sector van de waterdesinfectie zijn over het algemeen meer matuur, zodat hun financiële parameters afwijken ten opzichte van deze van Ecodis. De vergelijking met beursgenoteerde bedrijven die actief zijn in andere sectoren, maar waarvan het risicoprofiel vergelijkbaar zou zijn met dit van Ecodis werd niet weerhouden aangezien dit geen toegevoegde waarde levert ten opzichte van de discounted cash flow waardering, die rekening houdt met de specifieke verwachtingen en het risicoprofiel van de Vennootschap.
5.1.2. Methode van de geactualiseerde bedrijfskasstromen De methode van de geactualiseerde bedrijfskasstromen gaat uit van het business plan van de Vennootschap. Gezien de Vennootschap niet plant zich met schulden te financieren, wordt uitgegaan van de vrije beschikbare bedrijfskasstromen (zonder rekening te houden met de financieringsstructuur). Deze worden berekend als het operationele resultaat (EBIT) na belastingen, verhoogd met de niet-kaskosten (afschrijvingen) en verminderd met de investeringen in vaste activa en nettowerkkapitaal. Deze kasstromen worden geactualiseerd aan de gewogen gemiddelde kapitaalkost van de Vennootschap. Deze wordt gedefinieerd als het gemiddelde van de kost van vreemd vermogen enerzijds en anderzijds het rendement die verschaffers van eigen vermogen eisen, beide gewogen volgens hun relatieve aandeel in de financiering van de Vennootschap.
55
5.2. Assumpties 5.2.1. Toekomstige bedrijfskasstromen De toekomstige vrije bedrijfskasstromen zijn gebaseerd op het business plan voor de periode 2007-2012 opgesteld door de Vennootschap, zoals gepresenteerd in Hoofdstuk 6, § 6.2. Wat betreft de belastingen werd ervan uitgegaan dat de bedrijfsverliezen over de periode 2007-2010 zullen worden verrekend met de belastbare basis voor de jaren 2011-2012. Bedrijfskasstromen 2007-20122 Bedrijfskasstromen (in EUR duiz.) EBIT - Taxes on EBIT NOPLAT + Niet-Kaskosten - Veranderingen in netto werkkapitaal - Investeringen Vrije Bedrijfskasstromen
2007
2008
2009
2010
2011
2012
-3,815
-4,137
-2,384
-72
4,351
12,690
0
0
0
0
0
-2,322
-3,815
-4,137
-2,384
-72
4,351
10,368
149 -113 -744
234 -672 -425
359 -931 -625
484 -2,386 -625
789 -3,004 -1,525
944 -5,260 -775
-4,522
-5,001
-3,581
-2,599
611
5,277
Na de periode 2007-2012 werden de bedrijfskasstromen bepaald voor de periode 2013-2017 volgens onderstaande hypothesen: • Samengestelde groeivoet van de omzet van 13.2%, waarbij de grootste groei wordt gerealiseerd in de periode 2013-2015; • EBITDA-marge stijgend tot 28.4% in 2017; • Niveau van investeringen in vaste activa evoluerend naar het lange termijn niveau van 1.5% van de omzet; • Netto werkkapitaal blijft op het zelfde niveau in functie van de omzet; • Vanaf 2013 wordt uitgegaan van een belastingsvoet van 35%. Na 2017 wordt uitgegaan van een jaarlijkse groei van de vrije bedrijfskasstroom van 1%. Via de formule van constante groei (Vrije Bedrijfskasstroom2018/(WACC-g)) wordt de terminale waarde van de Vennootschap bepaald eind 2017. 5.2.2. Gewogen gemiddelde kapitaalkost Gezien de Vennootschap niet plant zich te financieren met vreemd vermogen, is de gewogen gemiddelde kapitaalkost gelijk aan de kost van het eigen vermogen. 2
NOPLAT = Net Operating Profit less adjusted taxes, is gelijk aan de EBIT min de belastingen verschuldigd op deze EBIT. WACC = Weighted average cost of capital (gewogen gemiddelde kapitaalkost)
56
De kost van het eigen vermogen werd geschat op 15%, rekening houdend met het specifieke risico-profiel van de Vennootschap. Voor de berekening werden volgende hypothesen weerhouden 3: • Risico-vrije rente: 4,2%; • Markt risico-premie: 5,0%; • Bedrijfsspecifieke Beta van 2,2. 5.3. Recente transacties laatste 12 maanden Ecodis In de laatste 12 maanden hebben volgende transacties in aandelen Ecodis plaatsgevonden: • Twee kapitaalverhogingen in mei 2006 aan resp. EUR 0,79 en EUR 1,01 per aandeel (zie hoofdstuk III § 4.3); •
Een uitgifte van warrants in mei 2006 aan EUR 1,01 per aandeel Ecodis. Deze warrants werden reeds uitgeoefend (zie Hoofdstuk II, § 3.2.);
•
Een uitgifte van warrants in december 2006 aan resp. EUR 1,01 en EUR 1,76 per aandeel Ecodis (zie hoofdstuk III § 5); In mei 2007 werden 225.000 bestaande aandelen Ecodis verkocht aan resp. EUR 4,44 en 160.428 aandelen aan een prijs die een korting inhoudt van 15% t.o.v. de Inschrijvingsprijs (definitief te bepalen op 6 juni wanneer de Inschrijvingsprijs in de financiële pers wordt bekendgemaakt)4.
•
5.4. Besluit De waarde van het eigen vermogen van de Vennootschap wordt bepaald als de som van: • Huidige waarde van de toekomstige kasstromen voor de periode 2007-2017; • Huidige waarde van de terminale waarde eind 2017; • Netto-kaspositie van de Vennootschap. Op basis van de bovenstaande hypothesen wordt het eigen vermogen van de Vennootschap gewaardeerd op EUR 47 miljoen (uitgaande van een netto cash positie van de Vennootschap van EUR 1 miljoen op moment van het Aanbod ten gevolge van de uitoefening van warranten en terugbetaling van de obligatielening (zie hoofdstuk II § 3.2). Deze waardering is een pre-money waardering, in die zin dat de bekomen waarde negatief beïnvloed wordt door de verdisconteerde waarde van de negatieve vrije bedrijfskasstromen voorzien tot en met 2010, en dat de netto-kaspositie geen rekening houdt met de netto-opbrengsten van het Aanbod.
3
Bron: ESN (European Securities Network), waarvan Bank Degroof lid is. Dit betekent dat ook het aantal aandelen dat werd verkocht nog niet vaststaat en pas zal kunnen worden bepaald wanneer de Inschrijvingsprijs werd vastgesteld. Op datum van het Prospectus werden 385.428 aandelen overgedragen. 4
57
Deze waardering stemt overeen met een waarde per aandeel van EUR 6,75 op volledig verwaterde basis5. Het waarde-potentieel van de technologie van Ecodis werd steeds duidelijker bij het op punt stellen van de toepassing in de loop van 2006 op basis van de bevredigende resultaten van de pilootinstallaties. Verdere kapitaalrondes versterkten daarenboven de structuur en de mogelijkheden. De vernieuwde raad van bestuur stelde geleidelijk aan de ambities bij op basis van de vastgestelde interesse naar nieuwe toepassingsgebieden en bovendien vanuit bredere geografische markten. Dit mondde begin 2007 uit in het huidige business plan en waardering. Via de uitgifte van warrants wensten de oprichters personeelsleden, consultants, bestuurders en een aantal derden die bijzondere diensten voor de Vennootschap hebben verricht, te belonen voor de toewijding en vertrouwen.
5
De waarde per aandeel op volledig verwaterde basis wordt berekend op basis van de: • de huidige waardering van het eigen vermogen van de Vennootschap (EUR 47miljoen) verhoogd met de cash die voortvloeit uit de uitoefening van alle uitstaande warranten aan de resp. uitoefenprijs (EUR 1,45 miljoen); • het huidige aantal aandelen van de Vennootschap (6.298.220) verhoogd met het aantal aandelen dat wordt uitgegeven naar aanleiding van de uitoefening van alle uitstaande warranten (873.220).
Voor meer informatie over de uitstaande warrantenplannen zie Hoofdstuk III, § 5.
58
6. Informatie in verband met de Aandelen van de Vennootschap 6.1. Rechten verbonden aan de Aandelen van de Vennootschap De Nieuwe Aandelen zullen dezelfde rechten hebben als de bestaande Aandelen van de Vennootschap. 6.2. In België toepasselijke wetgeving in geval van diefstal of verlies van effecten Diefstal of verlies van effecten wordt beheerst door de Wet van 24 juli 1921, gewijzigd door de Wet van 22 juli 1991, de Wet van 22 maart 1995 en het Koninklijk Besluit van 13 juli 2001 op de ongewilde buitenbezitstelling van titels aan toonder. Dit systeem omvat de volgende stappen: - verzet aantekenen bij het Nationaal Kantoor voor de Roerende Waarden; - betalingen worden opgeschort en enige overdracht van de met verzet aangetekende effecten wordt in principe nietig; - behoudens enige tegenspraak, worden de effecten teruggegeven aan de eigenaar zodra deze zijn teruggevonden; - effecten die gedurende een ononderbroken periode van vier jaar zijn opgenomen in het Bulletin der met verzet aangetekende waarden worden nietig. De persoon die verzet heeft aangetekend verkrijgt, behalve wanneer er tegenspraak is geweest: - het recht op uitbetaling van de dividenden, de intresten, en eventueel van de opeisbaar geworden hoofdsom, of op iedere kapitaaluitkering en ieder vereffeningssaldo; - het recht om, op diens eigen verzoek en kosten, een nieuw effect te ontvangen met hetzelfde nummer als de oorspronkelijke titel. De tegenspraak van het verzet blijkt uit elke akte of handeling die ter kennis wordt gebracht aan de uitgevende instelling en waardoor een derde wordt geacht aanspraak te maken op het bestaan, in diens voordeel, van een recht op de met verzet aangetekende titel. Indien tegenspraak wordt gedaan zal het geschil inzake het eigendomsrecht tussen de persoon die het verzet heeft aangetekend en de bezitter van de effecten worden opgelost overeenkomstig het gemeen recht.
59
7. Belgisch belastingstelsel 7.1. Beperking van aansprakelijkheid De volgende sectie geeft een samenvatting van de belangrijkste kenmerken van het belastingstelsel van toepassing op verblijfhouders in België die volle eigenaar zijn van de Aandelen. Deze samenvatting is gebaseerd op het Belgische fiscale recht (en zijn interpretaties) van kracht op datum van het Prospectus en wordt verschaft onder voorbehoud van latere wijzigingen aan die wetgeving, eventueel met terugwerkende kracht. De aandacht van het publiek wordt evenwel gevestigd op het feit dat deze informatie slechts een samenvatting is van de toepasselijke fiscale bepalingen, die kunnen worden gewijzigd, en dat hun bijzondere situatie moet worden bestudeerd met hun gebruikelijke fiscale adviseur. Deze samenvatting houdt geen rekening met en behandelt niet het belastingrecht van een ander land dan België. De mogelijke kopers van en inschrijvers op de Aandelen zouden hun persoonlijke fiscale adviseurs moeten raadplegen over de Belgische en buitenlandse fiscale gevolgen van de aankoop, de eigendom en de overdracht van de Aandelen. De samenvatting behandelt niet de Belgische federale en gewestelijke aspecten inzake successie- en schenkingsrechten. Bovendien gaat deze samenvatting niet in op de fiscale aspecten van toepassing op potentiële kopers op wie andere belastingstelsels dan het Belgische van toepassing zijn, of die er bovenop komen, en behandelt ze niet alle mogelijke categorieën van effectenhouders, waarvan sommigen onderworpen kunnen zijn aan bijzondere regels. 7.2. Belasting op dividenden en meerwaarden
7.2.1.
Algemene bemerkingen met betrekking tot de dividenden
Volgens de huidige fiscale wetgeving zijn de door de Belgische vennootschappen uitgekeerde dividenden onderworpen aan een bronheffing van 25%. Voor dividenden uitgekeerd door op een effectenbeurs (waaronder Alternext, ondanks het feit dat deze markt geen gereglementeerde markt is in de zin van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten) genoteerde vennootschappen, kan deze voorheffing worden verminderd van 25 naar 15%, voorzover de vennootschap die het dividend uitkeert niet onherroepelijk heeft afgezien van deze vermindering en die, voor de periode tussen de datum van opneming in de notering op een effectenbeurs en de datum van de eerste toekenning of uitkering van dividenden na deze datum, vennootschappen zijn met vestiging in België waarvan de aandelen voor meer dan de helft in handen zijn van een of meer natuurlijke personen (zelfs via een stichting naar Nederlands recht) die de meerderheid van de
60
stemrechten vertegenwoordigen en die niet deel uitmaken van een groep waartoe een coördinatiecentrum behoort (hierna de KMO-vermindering). Op de datum van de opneming van de Vennootschap in de notering op Alternext is deze voorwaarde met betrekking tot de KMO-vermindering vervuld, zowel voor de Aangeboden Aandelen als voor de bestaande Aandelen. Voor beide categorieën Aandelen kan dus een verminderde voorheffing van 15% worden toegepast. De roerende voorheffing van 25% wordt eveneens verminderd, onder voorbehoud van antimisbruikbepalingen, tot 15% voor de dividenden van nieuwe niet-preferente aandelen die zijn uitgegeven op of na 1 januari 1994 in het kader van een openbaar beroep op het spaarwezen en voorzover de vennootschap die het dividend uitkeert niet onherroepelijk heeft afgezien van deze vermindering (hierna ‘openbare uitgiftevermindering’). De Aangeboden Aandelen voldoen bijgevolg eveneens aan de voorwaarden voor een openbare uitgiftevermindering. Gezien Ecodis in geen enkel geval onherroepelijk heeft afgezien van de verminderde roerende voorheffing op dividenden van 15% kan dus op de Aangeboden Aandelen een verminderde voorheffing van 15% worden toegepast. Het is evenwel mogelijk dat op het ogenblik van de eerste dividenduitkering na de opneming van de Aandelen in de notering op Alternext, Ecodis niet langer voldoet aan de voorwaarden voor de KMO-vermindering (wegens een wijziging in het aandeelhouderschap van de Vennootschap waardoor de aandeelhouders die natuurlijke personen zijn minder dan de helft van het kapitaal van de Vennootschap in handen hebben). In dat geval zouden de dividenden op de bestaande Aandelen alsook op de nieuwe Aandelen die geen aandelen zijn uitgegeven in het kader van een openbaar beroep op het spaarwezen, onderworpen zijn aan een roerende voorheffing van 25% terwijl de dividenden op de nieuwe Aandelen uitgegeven in het kader van dit Aanbod onderworpen zouden zijn aan een voorheffing van 15%. ECODIS heeft echter besloten dat mocht op het ogenblik van de dividenduitkering blijken dat de wettelijke voorwaarden voor de toepassing van het verminderde tarief van 15% niet langer kunnen worden vervuld voor al de Aandelen, ze definitief zou afzien van de verminderde roerende voorheffing en dat het dividend tegen het normale tarief van 25% zou worden belast.
7.2.2.
Natuurlijke personen met verblijfplaats in België
a.
Dividenden
De dividenden uitgekeerd aan een natuurlijke persoon die niet om beroepsredenen heeft geïnvesteerd in de Aandelen zijn onderworpen aan de Belgische inkomstenbelasting op basis van de volgende beginselen: Een roerende voorheffing van 25 of 15%, al naargelang het geval (zie sectie7.2.1), wordt ingehouden op het brutobedrag van het dividend. De begunstigden van deze dividenden moeten de inkomsten waarop de roerende voorheffing reeds werd ingehouden, niet aangeven, maar ze hebben steeds het recht daartoe. Alleen de personen van wie de belastbare inkomsten onder het
61
belastbare minimum liggen, kunnen voordeel hebben bij een aangifte van dividenden waarop reeds roerende voorheffing werd ingehouden. Wanneer er geen enkele roerende voorheffing werd ingehouden, moeten de dividenden in België worden aangegeven in de jaarlijkse belastingaangifte. Wanneer deze dividenden zijn aangegeven, worden ze belast tegen 25 of 15%, al naargelang het geval (zie sectie7.2.1). Deze belasting zal worden verhoogd met de bijkomende lokale belastingen ten voordele van de agglomeraties en gemeenten, die over het algemeen tussen 6 en 9% van de verschuldigde belastingen liggen. b.
Meerwaarden
De meerwaarden op effectentransacties, die behoren tot het normale beheer van het privépatrimonium, zijn in principe niet belastbaar voor een natuurlijke persoon die niet heeft geïnvesteerd in de effecten om beroepsredenen. De meerwaarden op aandelen die deel uitmaken van een belangrijke deelneming (meer dan 25% van de rechten in de vennootschap en in bezit op een bepaald ogenblik, hetzij rechtstreeks, hetzij onrechtstreeks, gedurende de laatste 5 jaar door de cedent of een familielid) en gerealiseerd werden naar aanleiding van een overdracht tegen betaling, hetzij rechtstreeks, hetzij onrechtstreeks, binnen een periode van twaalf maanden aan een rechtspersoon met verblijfplaats buiten de EU zijn in principe onderworpen aan een belasting van 16,5% (te verhogen met de bijkomende lokale belastingen ten voordele van de agglomeraties en gemeenten, die over het algemeen tussen 6 en 9% van de verschuldigde belastingen liggen). In dat geval dienen die meerwaarden te worden aangegeven in de jaarlijkse belastingaangifte. Wanneer de meerwaarden het resultaat zijn van speculatieve verrichtingen, worden ze apart onderworpen aan een belastingvoet van 33% (te verhogen met de bijkomende lokale belastingen ten voordele van de agglomeraties en gemeenten, die over het algemeen tussen 6 en 9% van de verschuldigde belastingen liggen). De minderwaarden op aandelen zijn niet fiscaal aftrekbaar, tenzij ze voortvloeien uit speculatieve verrichtingen. In dat geval kunnen ze worden afgetrokken van de inkomsten uit de speculatieve transacties. De verliezen die voortvloeien uit speculatieve minderwaarden kunnen gedurende 5 belastbare perioden worden overgedragen.
7.2.3.
Vennootschappen met maatschappelijke zetel in België
a.
Dividenden
De dividenden uitgekeerd aan een in België gevestigde vennootschap zijn in principe aftrekbaar van de belastbare basis van de vennootschapsbelasting tot 95% van het ontvangen bedrag. Voorwaarde is wel dat de begunstigde vennootschap op het ogenblik van de toewijzing of de uitkering van het dividend een deelneming heeft van minstens 10% in het kapitaal van de
62
uitkerende vennootschap, of waarvan de investeringswaarde minstens EUR 1,2 miljoen bedraagt (het DBI-stelsel). De aandelen moeten de aard hebben van financiële vaste activa en in volle eigendom worden bijgehouden gedurende een ononderbroken periode van minstens een jaar. Wanneer de voorwaarden van het DBI-stelsel niet vervuld zijn, zal de begunstigde vennootschap worden belast op de dividenden tegen de vennootschapsbelastingvoet. In principe moet een roerende voorheffing van 25 of 15%, al naargelang het geval (zie sectie 2.5.7.1), worden ingehouden. Deze kan aangerekend worden op de verschuldigde vennootschapsbelasting en zal, bij overschrijding van de werkelijk te betalen belasting, worden terugbetaald voorzover de begunstigde vennootschap de volle eigendom heeft van de aandelen op het ogenblik van de toekenning of de uitkering van het dividend en voorzover die toekenning of uitkering niet tot een waardevermindering of minderwaarden op de aandelen heeft geleid. De dividenduitkeringen aan gekwalificeerde moedervennootschappen uit de EU zijn vrijgesteld van de roerende voorheffing op voorwaarde dat de moedervennootschap een deelneming van minstens 15% (vanaf 1 januari 2007) heeft in het kapitaal van de dochtervennootschap en dat ze die deelneming gedurende een ononderbroken periode van minstens een jaar heeft aangehouden. Vanaf 1 Januari 2009 wordt dit percentage gebracht op 10%. Wanneer, op het ogenblik van de toekenning of de uitkering van de dividenden, die minimale deelneming niet is of werd aangehouden gedurende een ononderbroken periode van minstens een jaar, kan de EUvennootschap toch de vrijstelling vragen wanneer ze zich ertoe verbindt haar deelneming aan te houden voor minstens een jaar vanaf de verwerving. Voor de toepassing van het in deze paragraaf vermelde percentage wordt geen rekening gehouden met de aandelen die, op het ogenblik van de toekenning of de uitkering van de inkomsten, het voorwerp uitmaken van een zakelijke-zekerheidsovereenkomst of van een lening met betrekking tot die aandelen. b.
Meerwaarden
De meerwaarden op de aandelen zijn in principe vrijgesteld van de vennootschapsbelasting op voorwaarde dat de aandeleninkomsten voldoen aan de vereiste voorwaarden om te genieten van het DBI-stelsel, zonder dat de voorwaarden met betrekking tot de minimale deelneming van minstens 10% of tot een overnamewaarde van minstens EUR 1,20 miljoen en bezit in volle eigendom gedurende minstens een jaar vervuld moeten zijn. De minderwaarden op aandelen zijn in principe niet aftrekbaar.
7.2.4. Belastingplichtigen onderworpen aan de rechtspersonenbelasting a.
Dividenden
De dividenden zijn in principe onderworpen aan een roerende voorheffing van 25 of 15%, al naargelang het geval (zie hiervoor sectie 2.5.7.1 van dit Prospectus). Deze inhouding is de definitieve belastingheffing voor de belastingplichtige.
63
b.
Meerwaarden
De meerwaarden op aandelen zijn in principe niet belastbaar. Wanneer echter de aandelen deel uitmaken van een belangrijke deelneming (zie hierboven), dan zal de meerwaarde onder bepaalde voorwaarden worden belast tegen 16,5% (vermeerderd met de opcentiemen ten voordele van de agglomeraties en gemeenten, die over het algemeen tussen 6 en 9% van de verschuldigde belastingen liggen en met de bijkomende crisisbelasting). De minderwaarden op aandelen zijn niet aftrekbaar. 7.3. Belastingvermindering op de belegging in de aandelen ("De Monory Bis Wet") Betalingen (tot maximaal EUR 650 per jaar in 2007) voor erkende aandelen waarop een Belgische rijksinwoner heeft ingeschreven als werknemer van de Vennootschap of bepaalde erkende dochtervennootschappen van de Vennootschap, geven de inschrijver onder bepaalde voorwaarden recht op een belastingvermindering in de personenbelasting. Dergelijke erkende aandelen zijn aandelen waarop wordt ingeschreven op de primaire markt (d.w.z. aandelen uitgegeven bij de oprichting van de Vennootschap of naar aanleiding van een kapitaalsverhoging). De aankoop van bestaande aandelen (secundaire markt) komen niet in aanmerking. Enkel de belastingplichtigen die een arbeidsovereenkomst hebben met een van de bovenvermelde vennootschappen en een vergoeding ontvangen in de zin van artikel 30,1° en 31 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen komen in aanmerking. Deze belastingvermindering geldt niet voor bestuurders, zelfs wanneer ook zij een arbeidsovereenkomst hebben. Een vennootschap wordt beschouwd als een erkende dochtervennootschap, indien de Vennootschap geacht wordt haar te controleren. Dergelijke controle wordt vermoed indien de Vennootschap (a) de meerderheid van de stemrechten bezit; (b) het recht heeft om de meerderheid van de leden van de raad van bestuur te benoemen of te ontslaan; (c) over de controlebevoegdheid beschikt krachtens de statuten of op basis van een overeenkomst; of (d) de gezamelijke controle over dergelijke vennootschap uitoefent. De belastingvermindering wordt toegekend via de belastingaangifte en kan niet worden gecumuleerd met de belastingvermindering voor pensioensparen. De werknemer moet zelf in zijn aangifte aantonen dat de erkende aandelen werden verworven en dat zij nog steeds werden aangehouden op het einde van het belastbaar tijdperk. De belastingvermindering is maar definitief verworven indien de werknemer bewijst dat hij gedurende de vijf volgende belastbare tijdperken de aandelen in zijn bezit heeft.
64
7.4. Taks op beursverrichtingen België kent een stelsel van de taks op beursverrichtingen (TOB) en van de taks op de materiële levering van effecten aan toonder (TLT) Het stelsel van de taks op beursverrichtingen (TOB) en van de taks op de materiële levering van effecten aan toonder (TLT) van toepassing op de Aandelen hangt af van de herkomst van de betrokken effecten. De inschrijving, d.w.z. de aankoop op de primaire markt (de uitgiftemarkt van de effecten) van een of meer Aandelen die voortvloeien uit de kapitaalverhoging van Ecodis, komt niet in aanmerking voor een taks op beursverrichtingen (TOB). De particuliere beleggers ontvangen bij voorkeur Nieuwe Aandelen van Ecodis. De Overtoewijzingsaandelen worden bij voorkeur toebedeeld aan de institutionele beleggers. De aankoop op de secundaire markt van een of meer Aandelen is onderworpen aan een taks van 0,17% op beursverrichtingen (TOB) met een maximum van EUR 500 per verrichting.
7.5. Taks op de fysieke aflevering van effecten aan toonder De materiele levering van enig effect aan toonder dat verworven werd op de primaire markt komt niet in aanmerking voor de taks op de materiële levering van effecten aan toonder (TLT). De materiële levering van enig effect dat werd verworven op de secundaire markt is onderworpen aan een taks van 0,6% op de materiële levering van effecten aan toonder.
65
Hoofdstuk III : Algemene informatie over Ecodis en haar aandelenkapitaal 1. Algemene informatie De Vennootschap is een naamloze vennootschap die op 19 juli 2002 onder de Belgische wetgeving werd opgericht voor onbepaalde duur onder de naam Ecodis. De maatschappelijke zetel van de Vennootschap is gevestigd te Brechtsebaan 30, 2900 Schoten, België (Tel: (+32)(0)3/641.91.00) en is in het Belgische Register van Rechtspersonen ingeschreven met ondernemingsnummer 0478.049.157 (Rechtbank van Koophandel Antwerpen). Het boekjaar van de Vennootschap gaat in op 1 januari en eindigt op 31 december. De jaarrekeningen en de statuten van de Vennootschap kunnen worden geraadpleegd op haar maatschappelijke zetel. Het publiek kan deze documenten eveneens verkrijgen bij de griffie van de Rechtbank van Koophandel van Antwerpen (voor de statuten) en bij de Nationale Bank van België (voor de jaarrekeningen). Deze rubriek van het Prospectus geeft een samenvatting van het doel van de Vennootschap, haar aandelenkapitaal en de aan haar aandelen verbonden rechten. Ze is gebaseerd op de statuten van de Vennootschap, zoals die zullen worden gewijzigd door de buitengewone algemene vergadering van 5 juni 2007 en waarvan sommige wijzigingen van kracht zullen worden na de afsluiting van het Aanbod. De hier gegeven beschrijving is slechts een samenvatting en beweert geen volledig overzicht van de statuten van de Vennootschap of van de pertinente bepalingen van de Belgische wet te zijn. Ze mag evenmin worden beschouwd als een juridisch advies over deze aangelegenheden. De Vennootschap telt 19 werknemers.
2. Doel van de Vennootschap Het doel van de Vennootschap wordt beschreven in artikel 3 van de statuten en wordt als volgt uiteengezet. De Vennootschap heeft tot doel, in België en in het buitenland, in eigen naam of in naam van derden, voor eigen rekening of voor rekening van derden: - de fabricatie, montage, bewerking, verwerking, aankoop, verkoop, verhuur en leasing van alle systemen die betrekking hebben op milieutechnologie, waaronder onder meer (maar niet beperkt tot) waterbehandelingssystemen in de meest ruime zin;
66
-
-
-
de uitvoering van alle installatie-werkzaamheden waaronder onder meer (maar niet beperkt tot) de elektrische en sanitaire installatie-werkzaamheden voor de inbedrijfsstelling van waterbehandelingssystemen in de meest ruime zin; de aankoop en verkoop van voertuigen om uit te rusten met waterbehandelingssystemen met toebehoren van mobiele toepassingen en in het algemeen; het uitvoeren van alle dienstverlenende activiteiten met betrekking tot water, meer in het bijzonder (maar niet beperkt tot) systemen voor waterontsmetting, waterzuivering of waterbehandeling in de ruimste zin; het verwerven, overnemen en exploiteren van alle octrooien, licenties, merken, tekeningen en modellen die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden met het doel van de Vennootschap.
De Vennootschap mag alle octrooien, licenties, merken, tekeningen en modellen die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden met het doel van de Vennootschap verwerven, overnemen en exploiteren. De Vennootschap mag, in België en in het buitenland, alle roerende en onroerende verrichtingen verwezenlijken die rechtstreeks of onrechtstreeks haar onderneming kunnen uitbreiden of bevorderen. Zij mag alle roerende en onroerende goederen verwerven zelfs als deze noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks verband houden met het doel van de Vennootschap. Zij mag zich borgstellen of zakelijke zekerheden verlenen ten voordele van vennootschappen of particulieren, in de meest ruime zin evenals persoonlijke of zakelijke zekerheden verlenen, in het bijzonder ten voordele van groepen, ondernemingen of vennootschappen waarin de Vennootschap belangen houdt, in het kader van haar activiteiten, evenals het financieren of herfinancieren van haar activiteiten. Zij kan, op welke wijze ook, belangen nemen in alle verenigingen, zaken, ondernemingen of vennootschappen die eenzelfde, gelijkaardig of verwant doel nastreven of die haar onderneming kunnen bevorderen of de afzet van haar producten of diensten kunnen vergemakkelijken, en ze kan ermee samenwerken of fusioneren.
3. Structuur van de groep Zij heeft één Nederlandse dochteronderneming: Ecodis B.V., met maatschappelijke zetel te Munnikenheiweg 47, 4879 NE Etten-Leur.
67
4. Kapitaal en aandelen van de Vennootschap 4.1. Aandelenkapitaal en aandelen Op Datum van dit Prospectus bedraagt het maatschappelijk kapitaal van de Vennootschap EUR 3.416.945,48. Het is vertegenwoordigd door 6.298.220 aandelen zonder nominale waarde. Het kapitaal is volledig volgestort. 4.2. Andere uitstaande financiële effecten Op 11 mei 2006 werden door de Vennootschap twee warrantenplannen uitgegeven. Alle uitgegeven warrants werden evenwel reeds uitgeoefend vóór het uitbrengen van het openbaar aanbod van de aandelen van Ecodis, zodat er op de Datum van het Prospectus in het kader van deze plannen geen uitstaande warrants meer zijn. Het eerste warrantenplan van 11 mei 2006 betrof een warrantenplan t.v.v. het personeel, bestuurders of personen die diensten voor de Vennootschap leveren. Het tweede warrantenplan betrof een uitgifte van warrants t.v.v. de onderschrijvers van een achtergestelde obligatielening. Op 29 december 2006 werden door de Vennootschap drie warrantenplannen uitgegeven. Een eerste uitgifte betreft 750.000 warrants die kunnen worden aangeboden aan de volgende begunstigden: - één of meer natuurlijke personen welke omwille van hun beroepswerkzaamheid een band met de Vennootschap of een met de Vennootschap, in de zin van artikel 11 van het Wetboek van vennootschappen, verbonden vennootschap vertonen, of - één of meerdere bestuurders, iedere persoon belast met een managementfunctie binnen de Vennootschap of één van haar dochtervennootschappen of iedere consultant van de Vennootschap of één van haar dochtervennootschappen aangeduid door de raad van bestuur of een speciaal daartoe aangeduid comité. Alle warrants werden aangeboden en aanvaard door de personeelsleden, bestuurders en een aantal derden die specifieke diensten voor Ecodis hebben geleverd. De uitoefenprijs van een warrant in het kader van dit plan bedraagt EUR 1,7641. Het tweede plan werd uitgegeven ten voordele van de heer Pieter Van Rompay naar aanleiding van de onderschrijving van een achtergestelde obligatielening door Pieter Van Rompay. Alle warrants die werden uitgegeven in het kader van dit plan werden eveneens reeds uitgeoefend vóór het uitbrengen van het openbaar aanbod van de aandelen van Ecodis, zodat er op de Datum van het Prospectus in het kader van dit plan evenmin uitstaande warrants zijn.
68
Het derde plan werd uitgegeven ten voordele van PE Group NV en/of iedere derde, welke diensten levert naar aanleiding van de opname in de notering van Euronext, segment Alternext van de aandelen van de Vennootschap. 123.220 warrants, uitgegeven in het kader van dit plan, werden nog niet uitgeoefend op de Datum van het Prospectus. De uitoefenprijs van een warrant in het kader van dit plan bedraagt EUR 1,01446. Dit betekent dat de Vennootschap op de Datum van het Prospectus 6.298.220 aandelen en 873.220 warrants heeft uitstaan.
69
4.3. Ontwikkeling van het kapitaal Aandelenkapitaal na de verrichting in EUR 250.000 283.600
Totaal aantal aandelen na verrichting 7 2.500.000 2.836.000
334.000
3.340.000
378.500
3.785.000
Datum
Verrichting
Aantal uitge-geven aandelen
Uitgifteprijs per aandeel in EUR6
Bedrag in EUR
19/07/2002 4/02/2003
Oprichting Kapitaalverhoging door inbreng in geld Kapitaalverhoging door inbreng in geld Kapitaalverhoging door inbreng in geld Incorporatie van uitgiftepremies Kapitaalverhoging door inbreng in geld Incorporatie van uitgiftepremies Kapitaalverhoging door inbreng in geld Incorporatie van uitgiftepremies Splitsing aandelen in 100 Uitgifte van 665.000 warrants Uitgifte van 750.000 warrants Splitsing van de aandelen in 10 Uitgifte van 750.000 warrants Uitgifte van 225.000 warrants Uitgifte van 246.440 warrants Uitoefening 1.763.220 warrants8
2.500 336
100,00 0,74405
504
0,86290
445
0,89888
250.000 33.600 (kapitaal) en 216.400 (uitgiftepremie) 50.400 (kapitaal) en 384.500 (uitgiftepremie) 44.500
-
-
355.500
734.000
158
0,79114
30.639,36
764.639,36
-
-
94.360,64
859.000
592
1,01446
128.967,20
987.967,20
-
-
471.593,12
1.459.560,32
-
-
-
-
4.535.000
-
1,01446
-
-
-
-
1,01446
-
-
-
-
-
-
-
4.535.000
-
1,7641
-
-
-
-
1,7641
-
-
-
-
1,01446
-
-
-
1.763.220
1,01446 (264.720 warrants) 1,7641 (225.000 warrants)
1.957.385,16
3.416.945,48
6.298.220
24/08/2004
30/06/2005
11/05/2006
29/12/2006
24/05/2007
3.943.000
4.535.000
6
Dit is de prijs van één aandeel na splitsing, zodat een vergelijking met de Inschrijvingsprijs mogelijk wordt. O.w.v. een betere vergelijkbaarheid van het aantal aandelen worden alle aantallen vermeld als aantallen na de meest recente splitsing van de aandelen. 8 Waarvan 1.538.220 warrants aan een uitgifteprijs van 1,01446 euro en 225.000 warrants aan een prijs van 1,7641 euro. 7
71
4.4. Beschrijving van de rechten en voordelen verbonden aan de aandelen van de Vennootschap 4.4.1 Stemrechten Elke aandeelhouder van de Vennootschap is gerechtigd tot één stem per aandeel, behalve indien dergelijke stemrechten worden geschorst in overeenstemming met de wet of de statuten van de Vennootschap. De aandeelhouders kunnen stemmen via een volmacht. Ten aanzien van de Vennootschap zijn de aandelen ondeelbaar. Indien een aandeel aan verschillende personen toebehoort of indien de aan een aandeel verbonden rechten zijn verdeeld over meerdere personen, mag de raad van bestuur van de Vennootschap de uitoefening van de eraan verbonden rechten opschorten totdat één enkele persoon tegenover de Vennootschap als houder van het aandeel is aangewezen. 4.4.2
Recht tot het bijwonen van en het stemmen op de algemene vergadering van aandeelhouders
Er wordt ieder jaar een algemene vergadering gehouden op de eerste vrijdag van de maand mei om 11 uur. Indien deze dag een wettelijke feestdag is, wordt de vergadering op de eerst daarop volgende werkdag gehouden. De raad van bestuur of de commissaris (of in voorkomend geval de vereffenaars) kunnen een buitengewone algemene vergadering samenroepen telkens wanneer het belang van de Vennootschap het vereist en moeten een buitengewone algemene vergadering samenroepen telkens wanneer aandeelhouders die alleen of samen een vijfde van het maatschappelijk kapitaal van de Vennootschap vertegenwoordigen, dit verzoeken. Op de agenda van de jaarlijkse algemene vergadering worden tenminste de volgende items geplaatst: de bespreking van het jaarverslag en desgevallend het verslag van de commissaris(sen), de bespreking en goedkeuring van de jaarrekening en de bestemming van de netto-winst, de kwijting aan de bestuurders en desgevallend de commissaris(sen), en in voorkomend geval, de benoeming van bestuurder(s) en de commissaris(sen). De jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders komt bijeen op de maatschappelijke zetel van de Vennootschap. Bij uitzondering kan deze worden gehouden op een andere plaats dewelke expliciet in de oproepingsbrief vermeld moet zijn. De houders van warrants en converteerbare obligaties en certificaten die met de medewerking van de Vennootschap werden uitgegeven hebben het recht om op de zetel van de vennootschap kennis te nemen van de door de algemene vergadering genomen beslissingen.
72
De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen overeenkomstig artikel 533 van het Wetboek van vennootschappen. (a) Oproepingen ter bijeenroeping van de algemene vergadering van aandeelhouders De oproeping tot de algemene vergadering van aandeelhouders moet melding maken van de agenda met daarin een opgave van de te behandelen onderwerpen en de voorstellen tot besluit. In overeenstemming met artikel 533 van het Wetboek van vennootschappen dient de oproeping minstens 24 dagen vóór de registratiedatum te worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. De oproeping dient eveneens ten minste 24 dagen vóór de registratiedatum te worden gepubliceerd in een nationale krant, behalve voor jaarlijkse algemene vergaderingen van aandeelhouders die plaatsvinden in de gemeente, op de plaats, de dag en het uur aangeduid in de oprichtingsakte van de Vennootschap, met een agenda die zich beperkt tot de controle van de jaarrekening, het jaarverslag van de raad van bestuur, het verslag van de commissaris en de stemming over de kwijting te verlenen aan de bestuurders en de commissaris. De jaarrekening, het jaarverslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris dienen 15 dagen vóór de jaarvergadering ter beschikking worden gesteld van het publiek. Aan de houders van aandelen op naam, obligaties op naam of warrants op naam, aan de houders van certificaten op naam, die met medewerking van de Vennootschap werden uitgegeven, aan de bestuurders en aan de commissaris van de Vennootschap worden deze oproepingen 15 dagen vóór de algemene vergadering van aandeelhouders meegedeeld. Deze mededeling geschiedt door middel van een gewone brief, tenzij de bestemmelingen individueel, uitdrukkelijk en schriftelijk hebben ingestemd om de oproeping via een ander communicatiemiddel te ontvangen, zonder dat een bewijs dient te worden voorgelegd van de vervulling van deze formaliteit. Een kopie van de documenten die volgens artikel 535 van het Wetboek van vennootschappen aan de aandeelhouder moeten worden ter beschikking gesteld, wordt opgestuurd samen met de oproeping aan de houders van aandelen op naam, obligaties op naam of warrants op naam, aan de houders van certificaten op naam die met medewerking van de Vennootschap werden uitgegeven en aan de bestuurders en de commissaris van de Vennootschap.
Wanneer alle aandelen, obligaties, warrants of certificaten die met de medewerking van de Vennootschap werden uitgegeven, op naam zijn, kan met mededeling van de oproepingen door middel van een aangetekende brief worden volstaan, tenzij de bestemmelingen individueel,
73
uitdrukkelijk en schriftelijk hebben ingestemd communicatiemiddel te ontvangen.
om de
oproeping via
een
ander
(b) Formaliteiten om de algemene vergadering van aandeelhouders bij te wonen Indien de raad van bestuur dit in de oproeping vereist, moeten de houders van aandelen op naam, om tot de algemene vergadering van aandeelhouders te worden toegelaten, minstens drie werkdagen voor de algemene vergadering van aandeelhouders aan de raad van bestuur schriftelijk hun voornemen meedelen om aan de algemene vergadering van aandeelhouders deel te nemen. Indien de raad van bestuur dit in de oproeping vereist, moeten de houders van aandelen aan toonder, minstens drie werkdagen voor de algemene vergadering van aandeelhouders, hun aandelen neerleggen op de in de oproeping aangeduide plaats. Indien de raad van bestuur dit in de oproeping vereist, moeten de houders van gedematerisaliseerde aandelen, minstens drie werkdagen voor de algemene vergadering van aandeelhouders, een door de erkende rekeninghouder of door de vereffeningsinstelling opgesteld attest van onbeschikbaarheid neerleggen op de in de oproeping aangeduide plaats. Overeenkomstig artikel 536 van het Wetboek van vennootschappen kan de oproeping een registratiedatum bevatten. Indien dit het geval is, zullen de aandeelhouders enkel gerechtigd zijn om deel te nemen aan de algemene vergadering en hun stemrecht kunnen uitoefenen met betrekking tot de aandelen waarvan zij op de registratiedatum om 24.00 uur houder zijn. Het voormelde geldt ongeacht het aantal aandelen dat elk van de aandeelhouders bezit op de dag waarop de algemene vergadering plaatsvindt. Deze registratiedatum kan niet vroeger dan op de vijftiende werkdag en niet later dan vijf werkdagen vóór de algemene vergadering worden vastgesteld. (c) Vertegenwoordiging Iedere aandeelhouder kan per brief, fax, elektronische post of op een andere schriftelijke wijze een volmacht geven om hem op de algemene vergadering te vertegenwoordigen. De lasthebber moet geen aandeelhouder zijn. De volmacht vermeldt op straffe van nietigheid ten minste de agenda, met opgave van de te behandelen onderwerpen en de voorstellen tot besluit, het verzoek om instructies voor de uitoefening van het stemrecht ten aanzien van de verschillende onderwerpen van de agenda en
74
de mededeling hoe de gemachtigde zijn stemrecht zal uitoefenen bij gebreke aan instructies van de aandeelhouder. De raad van bestuur mag eisen dat de volmachten binnen de in de oproeping vermelde termijn en op de daarin aangeduide plaats worden neergelegd. (d) Aanwezigheidsquorum en meerderheden Er is geen aanwezigheidsquorum voor de algemene vergadering van aandeelhouders, tenzij de wet daarin voorziet met betrekking tot beslissingen in bepaalde materies. De algemene vergadering van aandeelhouders mag geen besluiten nemen aangaande materies die niet vermeld staan in de agenda, behalve indien alle aandeelhouders persoonlijk de algemene vergadering hebben bijgewoond en unaniem besluiten te beraadslagen over die materies. In zoverre de verspreiding van informatie niet van die aard is dat het de Vennootschap, de aandeelhouders of de werknemers van de Vennootschap ernstig kan schaden, zullen de bestuurders de vragen van de aandeelhouders in verband met het jaarverslag van de raad van bestuur of de agendapunten beantwoorden. De commissaris(sen) beantwoord(t)(en) de vragen die gesteld worden door de aandeelhouders in verband met het verslag van de commissaris. De besluiten worden genomen bij eenvoudige meerderheid, behoudens in het geval waarin de wet of de statuten van de Vennootschap voorzien in bijzondere meerderheden. De gevallen waarvoor een specifiek quorum en bijzondere meerderheidsvereisten worden voorzien, omvatten, onder meer, het aanbrengen van wijzigingen in de statuten, inclusief de wijzigingen van de rechten verbonden aan de aandelen, alsook de uitgifte van nieuwe aandelen, converteerbare obligaties of warranten en de besluiten met betrekking tot fusies en splitsingen, waarvoor wordt vereist dat minstens 50% van het kapitaal aanwezig of vertegenwoordigd is, en dat de beslissing met minstens 75% van de uitgebrachte stemmen wordt aangenomen. Een wijziging van het maatschappelijk doel van de Vennootschap vereist dat minstens 50% van het maatschappelijk kapitaal en 50% van de winstbewijzen (indien er zulke effecten zijn) aanwezig of vertegenwoordigd zijn en dat de beslissing wordt aangenomen met ten minste 80% van de uitgebrachte stemmen. Indien de voorwaarde van het aanwezigheidsquorum niet is vervuld, kan een tweede vergadering worden bijeengeroepen, waarvoor geen aanwezigheidsquorum geldt. De bijzondere meerderheidsvereisten blijven evenwel steeds van toepassing. Men kan slechts worden toegelaten tot de algemene vergadering en stemrechten uitoefenen ten belope van de rechten verbonden aan zijn aandelen, hetzij zo men is ingeschreven in het aandelenregister als houder van aandelen op naam, hetzij zo men als houder van titels aan
75
toonder deze titels heeft gedeponeerd minstens vijf dagen vóór de algemene vergadering. Elk aandeel geeft recht op één stem, behoudens de wettelijke beperkingen terzake.
4.4.3
Dividenden
Alle aandelen delen op gelijke wijze in de winst van de Vennootschap (indien gerealiseerd). De Aangeboden Aandelen delen in de winst van de Vennootschap (indien gerealiseerd) met betrekking tot het lopende boekjaar dat op 1 januai start, en elk daaropvolgend boekjaar. Tot op heden werden er nog geen dividenden uitgekeerd door de Vennootschap. Ingevolge artikel 516 van het Wetboek van vennootschappen en de statuten van de Vennootschap, dient de Vennootschap ten minste 5% van de jaarlijkse nettowinst onder haar wettelijke niet geconsolideerde jaarrekening te bestemmen voor de wettelijke reserve totdat de reserve 10% bedraagt van het maatschappelijk kapitaal van de Vennootschap. Op voorstel van de raad van bestuur, wordt de balans van de jaarlijkse nettowinst gepresenteerd aan de algemene vergadering van aandeelhouders die als enige de bevoegdheid heeft om, met eenvoudige meerderheid van stemmen, te beslissen over de toebedeling daarvan en dit binnen de beperkingen van artikelen 617 tot en met 619 van het Wetboek van vennootschappen. Geen dividend mag uitgekeerd worden wanneer het netto-actief, zoals vastgesteld in de jaarrekeningen bij de sluiting van het laatste boekjaar, ingevolge een dergelijke verdeling, lager is of zou zijn dan het bedrag van het volstort kapitaal of, indien dit bedrag hoger is, het gestort kapitaal, verhoogd met alle reserves die niet uitgekeerd mogen worden overeenkomstig de wet of de statuten van de Vennootschap. De raad van bestuur zal overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen, een voorschot kunnen uitkeren, dat afgetrokken dient te worden van het dividend dat is uitgekeerd op de resultaten van het boekjaar: het bepaalt het bedrag van deze voorschotten en de datum van betaling. Dividenden worden uitgekeerd op de datum en de plaats zoals bepaald door de raad van bestuur. Naar Belgisch recht verjaart het recht om uitgekeerde dividenden op aandelen op naam te innen vijf jaar na de uitkeringsdatum, waarna de Vennootschap niet langer gehouden is tot het uitkeren van zulke dividenden. Overeenkomstig artikel 2277 van het Belgisch Burgerlijk Wetboek vervalt de verplichting om dividenden uit te keren na 5 jaar voor aandelen op naam. Als een algemene regel kan de
76
verplichting om dividenden uit te keren op aandelen aan toonder niet vervallen. Ingevolge de Wet van 24 juli 1921, zoals gewijzigd door de Wet van 22 juli 1991, heeft de Vennootschap de mogelijkheid deze dividenden te storten in de Deposito- en Consignatiekas. Het dividend dat in de Deposito- en Consignatiekas gestort is en dat niet opgeëist is binnen 30 jaar, zal toekomen aan de Belgische Staat.
4.4.4
Rechten met betrekking tot de ontbinding en vereffening
Wanneer, ten gevolge van geleden verlies, het netto-actief van de Vennootschap is gedaald tot minder dan 50% van het maatschappelijk kapitaal, moeten de bestuurders de vraag tot ontbinding van de Vennootschap en eventueel andere maatregelen voorleggen aan de algemene vergadering van aandeelhouders. Overeenkomstig artikel 633 van het Wetboek van vennootschappen zal de algemene vergadering van aandeelhouders beraadslagen over deze materies. De raad van bestuur verantwoordt zijn voorstellen in een bijzonder verslag aan de algemene vergadering. Indien de raad van bestuur voorstelt om de activiteit van de Vennootschap voort te zetten, geeft de raad van bestuur in het verslag een uiteenzetting van de maatregelen die de raad van bestuur overweegt te nemen tot herstel van de financiële toestand van de Vennootschap. De algemene vergadering van aandeelhouders moet, binnen de twee maanden nadat het verlies is vastgesteld of krachtens wettelijke of statutaire bepalingen had moeten worden vastgesteld, bijeenkomen om te beraadslagen over de ontbinding van de Vennootschap en eventueel over andere in de agenda aangekondigde maatregelen. Wanneer het netto-actief van de Vennootschap, tengevolge van het geleden verlies, is gedaald tot minder dan 25% van het maatschappelijk kapitaal, kan tot de ontbinding worden besloten door een vierde van de ter algemene vergadering uitgebrachte stemmen. Overeenkomstig artikel 634 van het Wetboek van vennootschappen, kan iedere belanghebbende de ontbinding van de Vennootschap in rechte vorderen, indien het netto-actief van de Vennootschap gedaald is tot beneden het wettelijk minimumbedrag. In voorkomend geval kan de rechtbank aan de Vennootschap een termijn toestaan om haar toestand te regulariseren. Ingeval van ontbinding van de Vennootschap, om welke reden of op welk tijdstip ook, geschiedt de vereffening door één of meerdere vereffenaars benoemd door de algemene vergadering, en bij gebreke van dergelijke benoeming, geschiedt de vereffening door de raad van bestuur handelend in hoedanigheid van comité van vereffenaars. Hun benoeming dient te worden bevestigd door de rechtbank van koophandel zoals bepaald in artikel 184 van het Wetboek van vennootschappen. Na aanzuivering van alle schulden, lasten en kosten van de vereffening, wordt het nettoactief vooreerst aangewend om, in geld of in natura, het volgestorte en nog niet terugbetaalde bedrag van de aandelen terug te betalen. Het eventuele overschot wordt in gelijke delen verdeeld onder alle aandeelhouders. Indien de netto-opbrengst niet volstaat om alle aandelen terug te betalen,
77
betalen de vereffenaars bij voorrang de aandelen uit die in meerdere mate zijn volgestort totdat ze op gelijke voet staan met de aandelen die in mindere mate werden volgestort of doen ze ten laste van deze laatste een aanvullende opvraging van stortingen.
4.4.5
Wijziging van het maatschappelijk kapitaal
(a) Wijziging van het maatschappelijk kapitaal op beslissing van de aandeelhouders Overeenkomstig artikel 558 van het Wetboek van vennootschappen kan de Vennootschap haar maatschappelijk kapitaal verhogen of verminderen bij beslissing van de algemene vergadering van aandeelhouders van de Vennootschap, genomen met een meerderheid van 75% van de uitgebrachte stemmen, op een vergadering waar ten minste 50% van het maatschappelijk kapitaal van de Vennootschap aanwezig of vertegenwoordigd is. (b) Toegestaan kapitaal De raad van bestuur is bevoegd om gedurende een periode van maximum 5 jaar te rekenen van de bekendmaking in de Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van de beslissing van de algemene vergadering van 5 juni 2007 het geplaatste kapitaal in één of meer malen te verhogen met een bedrag gelijk aan maximum het bedrag van het maatschappelijk kapitaal na vaststelling van realisatie van de kapitaalverhoging naar aanleiding van het Aanbod. Deze bevoegdheid van de raad van bestuur kan worden hernieuwd. De raad van bestuur is door de algemene vergadering tevens gemachtigd om, op grond van een beslissing genomen overeenkomstig de bepalingen van artikel 560 van het Wetboek van vennootschappen en dit in de mate toegelaten door het Wetboek van vennootschappen, in het kader van de uitgifte van de effecten binnen het toegestaan kapitaal de respectievelijke rechten te wijzigen van de bestaande soorten van aandelen of effecten die al dan niet het kapitaal vertegenwoordigen. De raad van bestuur is bevoegd om in het belang van de Vennootschap en mits eerbiediging van de voorwaarden bepaald in de artikelen 595 e.v. van het Wetboek van vennootschappen het voorkeurrecht dat de wet aan de aandeelhouders toekent, op te heffen of te beperken, zelfs ten gunste van één of meer bepaalde personen, andere dan personeelsleden van de Vennootschap of van haar dochtervennootschappen. Ter gelegenheid van de verhoging van het geplaatste kapitaal, binnen de grenzen van het toegestaan kapitaal, heeft de raad van bestuur de bevoegdheid een uitgiftepremie te vragen. Indien de raad van bestuur daartoe besluit, dient deze uitgiftepremie op een onbeschikbare
78
reserverekening te worden geboekt die slechts kan worden verminderd of afgeboekt bij een besluit van de algemene vergadering genomen op de wijze die vereist is voor de wijziging van de statuten. De bevoegdheid van de raad van bestuur om het geplaatste kapitaal te verhogen, kan niet worden aangewend indien de kapitaalverhoging voornamelijk tot stand wordt gebracht door een inbreng in natura verricht door een aandeelhouder die over tenminste 10% van de stemrechten beschikt. De Algemene Vergadering van 5 juni 2007 zal uitdrukkelijk de bevoegdheid toegekennen aan de raad van bestuur om het geplaatste kapitaal te verhogen in één of meer keren, vanaf de datum dat de Vennootschap de mededeling van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen ontvangt dat haar kennis is gegeven van een openbaar overnamebod op de effecten van de Vennootschap, door inbrengen in speciën met opheffing of beperking van het voorkeurrecht van de bestaande aandeelhouders of door inbrengen in natura in overeenstemming met artikel 607 van het Wetboek van vennootschappen. Deze bevoegdheid werd toegekend voor een periode van drie jaar vanaf 5 juni 2007 en kan worden hernieuwd.
4.4.6
Voorkeurrecht
Artikelen 592 en 593 van het Wetboek van vennootschappen en de statuten van de Vennootschap verlenen de aandeelhouders een voorkeurrecht om verhoudingsgewijs in te schrijven op aandelen waarop in geld wordt ingeschreven, converteerbare obligaties of warrants. Dit voorkeurrecht is verhandelbaar gedurende de gehele inschrijvingstijd binnen de grenzen van verhandelbaarheid van effecten waaraan zij verbonden zijn. Het kan worden uitgeoefend tijdens een periode bepaald door de algemene vergadering met een wettelijk minimum van 15 dagen. Overeenkomstig artikelen 596 e.v. van het Wetboek van vennootschappen, kan de algemene vergadering van aandeelhouders het voorkeurrecht beperken of opheffen, met inachtname van de quorum- en meerderheidsvereisten vereist voor een statutenwijziging, en mits inachtname van bijzondere verslagverplichtingen. De aandeelhouders hebben de raad van bestuur gemachtigd om het voorkeurrecht te beperken of op te heffen bij de uitgifte van effecten in het kader van het toegestaan kapitaal van de Vennootschap (zie Hoofdstuk III, Sectie 4.4.5.(b) 'Toegestaan kapitaal').
79
4.5. Vorm en overdraagbaarheid van de Aandelen van de Vennootschap De aandelen zijn, binnen de perken van de wet, op naam, aan toonder of gedematerialiseerd. Niet volgestorte aandelen zijn op naam. De eigendom van aandelen op naam blijkt uitsluitend uit de inschrijving in het aandelenregister. Ook voor eventuele winstbewijzen, warrants en obligaties wordt een register bijgehouden. Op 1 januari 2008 worden alle aandelen aan toonder van de Vennootschap, van rechtswege omgezet in de gedematerialiseerde vorm. Het gedematerialiseerde aandeel wordt vertegenwoordigd door een boeking op rekening, op naam van de eigenaar of de houder, bij een erkende rekeninghouder of bij een vereffeningsinstelling. De Vennootschap mag gedematerialiseerde aandelen uitgeven zij het bij kapitaalverhoging of bij omzetting van bestaande aandelen op naam in gedematerialiseerde aandelen. Elke aandeelhouder kan te allen tijde, en op zijn kosten, de raad van bestuur schriftelijk de omzetting van zijn aandelen in aandelen op naam of in gedematerialiseerde aandelen vragen. De Aangeboden Aandelen zullen de vorm aannemen van aandelen aan toonder. Overeenkomstig de statuten van de Vennootschap zijn de aandelen vrij overdraagbaar. 4.6. Inkoop en verkoop van eigen aandelen De raad van bestuur is gemachtigd door de algemene vergadering om het maximumaantal zoals vermeld in de artikelen 620, §1 en 622, §2 van het Wetboek van vennootschappen van haar eigen aandelen en winstbewijzen te verwerven en te vervreemden door aankoop of ruil, rechtstreeks of door een persoon die handelt in eigen naam maar voor rekening van de Vennootschap, of door een dochtervennootschap zoals vermeld in het artikel 627 van het Wetboek van vennootschappen, voor een prijs die minimaal EUR één eurocent en maximaal EUR vijftig euro bedraagt. Deze machtiging is geldig voor een periode van 18 maanden te rekenen vanaf de publicatie van de beslissing genomen op 5 juni 2007 in de Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad. Deze machtiging kan worden hernieuwd. De algemene vergadering heeft de raad van bestuur uitdrukkelijk gemachtigd om overeenkomstig artikel 630, §1 van het Wetboek van vennootschappen rechtstreeks of onrechtstreeks, door een dochtervennootschap of door een persoon die handelt in eigen naam maar voor rekening van de Vennootschap of dochtervennootschap over te gaan tot de inpandneming van haar effecten.
80
De raad van bestuur van de vennootschap is uitdrukkelijk gemachtigd om gedurende een periode van drie jaar vanaf de bekendmaking in de Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van de beslissing van de algemene vergadering van 5 juni 2007 om, overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van het Wetboek van vennootschappen, haar eigen aandelen of winstbewijzen te verwerven of te vervreemden indien deze verwerving of vervreemding noodzakelijk is ter vermijding van een dreigend ernstig nadeel voor de Vennootschap. Deze machtiging is tevens geldig voor de verwerving of vervreemding van aandelen of winstbewijzen die rechtstreeks worden gecontroleerd in de zin van artikel 627 van het Wetboek van vennootschappen.
5. Warrantenplannen Onderstaande tabel biedt enkel een overzicht van de warrantenplannen in het kader waarvan er nog uitstaande warrants van de Vennootschap zijn. Warrantenplannen waarvan alle warrants reeds werden uitgeoefend, worden er niet in opgenomen, maar zijn wel terug te vinden in de tabel die de historiek van het kapitaal weergeeft (zie Hoofdstuk III, Sectie 4.3. 'Ontwikkeling van het kapitaal'). Warrantenplan
Datum uitgifte
Warrantenplan 1 Warrantenplan 2 Totaal
Aantal uitgegeven warrants
Aantal Uitoefenprijs uitstaande in EUR warrants
Uitoefenperiode
29/12/2006 750.000
Aantal toegekende en aanvaarde warrants 750.000
750.000
1,7641
2 jaar
29/12/2006 246.440
246.440
123.220
1,01446
5 jaar
996.440
873.220
Iedere warrant geeft recht op één aandeel van de Vennootschap. Warrantenplan 1 is een plan uitgegeven ten voordele van: - één of meer natuurlijke personen welke omwille van hun beroepswerkzaamheid een band met de Vennootschap of een met de Vennootschap in de zin van artikel 11 van het Wetboek van vennootschappen verbonden vennootschap vertonen, of - één of meerdere bestuurders, iedere persoon belast met een managementfunctie binnen de Vennootschap of één van haar dochtervennootschappen of iedere consultant van de Vennootschap of één van haar dochtervennootschappen aangeduid door de raad van bestuur of een speciaal daartoe aangeduid comité.
81
De uitoefenprijs van de warrants wordt vastgesteld door de raad van bestuur of een speciaal daartoe aangeduid comité op het ogenblik van het aanbod. Op 11 januari 2007 werden alle warrants aangeboden aan een uitoefenprijs van EUR 1,7641. Deze warrants kunnen worden uitgeoefend vanaf het verstrijken van het derde kalenderjaar volgend op het jaar waarin de warrants werden toegekend gedurende een periode van twee jaar. De warrants kunnen ten belope van 50% worden uitgeoefend gedurende het eerste jaar en 100% gedurende het tweede jaar van de uitoefenperiode. De warrants kunnen uitsluitend gedurende de maanden juni en december en desgevallend andere door de raad van bestuur of het speciaal daartoe aangeduid comité aangegeven periodes worden uitgeoefend. Alle warrants in het kader van dit warrantenplan werden aangeboden en aanvaard door personeelsleden, bestuurders en derden die bijzondere diensten aan Ecodis hebben verstrekt. Warrantenplan 2 werd uitgegeven ten voordele van PE Group NV en/of iedere derde, welke diensten levert naar aanleiding van de opname in de notering van Euronext, segment Alternext van de aandelen van de Vennootschap. 246.440 warrants werden toegekend aan PE Group NV. De uitoefenperiode bedraagt vijf jaar, maar de warrants kunnen slechts worden uitgeoefend wanneer bepaalde voorwaarden zijn vervuld. Meer bepaald, werd een eerste schijf bestaande uit 50% van de aan de begunstigde toegekende en door deze aanvaarde warrants (123.220) uitgeoefend nadat de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen het Prospectus met betrekking tot de opname van de aandelen in de notering op Euronext, segment Alternext heeft goedgekeurd. Het saldo is uitoefenbaar na de opname in de notering van de aandelen in de notering op Euronext, segment Alternext. De warrants kunnen uitsluitend gedurende de maanden juni en december en desgevallend andere door de raad van bestuur of het speciaal daartoe aangeduid comité aangegeven periodes worden uitgeoefend.
82
6. De aandeelhouders 6.1. Aandeelhouders vóór het Aanbod9/ 10 AANTAL AANDEELHOUDER Ecodis Holding NV11 ANEL BVBA1213 VEMA NV 14 Hervest Participations NV15 Arcae NV16 PE Group NV 17 Pieter Van Rompay Geert Pepping Diverse natuurlijke personen18 Stichting Administratiekantoor Ecodis 19 Warranthouders Totaal aantal uitgegeven
AANDELEN
AANTAL WARRANTS
2.308.077 486.097 446.830 707.280 369.128 469.115 225.000 225.000 846.550
123.220 -
PERCENTAGE ( GEDILUEERD ) 32,18 6,78 6,23 9,86 5,15 8,26 3,14 3,14 11,81
215.143
-
3,00
6.298.220
750.000 873.220
10,46 7.171.440
9
Het zeggenschap van Arcae NV en PE Group NV omvat zowel hun rechtstreekse als onrechtstreekse participatie. Ecodis holding heeft een call-optie voor 23.220 aandelen t.a.v. PE Group NV, die kan worden uitgeoefend na opname van de aandelen in de notering op Euronext, segment Alternext. 11 Ecodis Holding NV wordt gecontroleerd door Elmar Peters en ANEL BVBA. 12 ANEL BVBA wordt gecontroleerd door Elmar Peters en zijn echtgenote. 13 ANEL BVBA heeft in mei een aantal aandelen verkocht aan de heer Geert Pepping en andere investeerders. De reden hiervoor is dat ANEL BVBA werd verzocht om de warrants die zij bezat, voorafgaand aan het Aanbod uit te oefenen. Aangezien ANEL BVBA over onvoldoende speciën beschikte, heeft zij aandelen verkocht om de uitoefening te financieren. De verkoop van aandelen heeft deels plaatsgevonden aan de Inschrijvingsprijs verminderd met een discount van 15%. Aangezien de Inschrijvingsprijs op dat ogenblik nog niet was vastgesteld, kan het aantal verkochte aandelen nog worden aangepast. Op datum van het Prospectus werden 385.428 aandelen overgedragen. 14 VEMA BVBA wordt gecontroleerd door Marnix Vereecken. 15 Hervest Participations NV wordt onrechtstreeks gecontroleerd door Herman Spliethoff. 16 Arcae NV wordt gecontroleerd door Lieve Van Rompay, Stijn Van Rompay en Pieter Van Rompay. 17 PE Group NV wordt gecontroleerd door Lieve Van Rompay, SVR Invest NV (Stijn Van Rompay), Pieter Van Rompay, Carl Vandecasteele, Kurt Greefs, AS Partners BVBA (Stefan Yee) en Arno Verhoeven. 18 Geen van deze personen houdt meer dan 3% van het kapitaal van Ecodis aan. 19 Het administratiekantoor groepeert de aandelen van drie natuurlijke personen (215.143 aandelen) en zal na uitoefening van de warrants onder het warrantenplan van 29 december 2006 eveneens de aldus uitgegeven aandelen bevatten. Het kan mogelijk gaan om 750.000 aandelen. Zie hoofdstuk III, 4.2 voor een verdere beschrijving van dit warrantenplan. 10
83
6.2. Verkopende Aandeelhouders Ieder van de bestaande aandeelhouders draagt pro rata zijn aandelenparticipatie bij tot de Overtoewijzingsoptie. 6.3. Aandeelhouders na de voltooiing van het Aanbod De verwachte aandeelhoudersstructuur na de voltooiing van het Aanbod, uitgaande van een volledige plaatsing van het Basisaanbod en de volledige uitoefening van de Overtoewijzingsoptie zal worden gepubliceerd in de Belgische financiële pers op 6 juni 2007, samen met de Inschrijvingsprijs (zie hiervoor Hoofdstuk 1, § 4).
7. Bekendmaking van belangrijke deelnemingen Overeenkomstig artikel 8 van het Koninklijk Besluit van 14 december 2006 betreffende de markt voor financiële instrumenten Alternext en tot wijziging van het Koninklijk Besluit van 5 maart 2006 betreffende marktmisbruik zijn de artikelen 1 tot 5, 8, 10, 11 en 18bis van de wet van 2 maart 1989 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde vennootschappen en tot reglementering van de openbare overname-aanbiedingen van toepassing op de Belgische emittenten waarvan de financiële instrumenten tot de verhandeling op Alternext zijn toegelaten. Het Koninklijk Besluit van 10 mei 1989 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde vennootschappen is eveneens van toepassing verklaard op de Belgische emittenten waarvan de financiële instrumenten tot de verhandeling op Alternext zijn toegelaten. Bij de lezing van de voornoemde wet van 2 maart 1989 en het voornoemde besluit dient elke verwijzing naar gereglementeerde markt evenwel te worden begrepen als een verwijzing naar Alternext. De in deze bepalingen bedoelde drempels worden bovendien vervangen door de drempels van 25 %, 30 %, 50 %, 75 % en 95 %. Dit betekent dat zowel aan de CBFA als aan de Vennootschap aangifte moet worden gedaan van: - enerzijds, het bezit van stemrechtverlenende effecten op het ogenblik dat de Vennootschap wordt opgenomen in de notering van Alternext; - anderzijds, de verwerving of vervreemding van stemrechtverlenende effecten van de Vennootschap nadat zij werd opgenomen in de notering van deze markt; als de verklaarder het volgende aantal stemrechten in de Vennootschap bezit of overschrijdt: 25%, 30%, 50%, 75% en 95%. Indien de Vennootschap dergelijke aangifte ontvangt, zal zij hiervan Euronext Brussels in kennis stellen, die deze aangifte openbaar zal maken.
84
8. Openbare overnamebiedingen Overeenkomstig de Wet van 2 maart 1989 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde vennootschappen en tot reglementering van de openbare overnameaanbiedingen, zoals gewijzigd, en het Koninklijk Besluit van 8 november 1989 op de openbare overnameaanbiedingen en de wijzigingen in de controle op vennootschappen, zoals gewijzigd, zijn openbare overnamebiedingen op stemrechtverlenende effecten uitgegeven door een naamloze vennootschap die een openbaar beroep op het spaarwezen doet of heeft gedaan (met inbegrip van effecten die recht geven op de inschrijving op, de verwerving van of de omzetting in zulke effecten) onderworpen aan het toezicht van de CBFA, en mogen geen aanvang nemen vóór de goedkeuring door de CBFA van een aanbodprospectus. Indien het overnamebod leidt tot de verwerving van 90% of meer van de stemrechtverlenende effecten, dan moet het overnamebod worden heropend om de aandeelhouders die hierop niet zijn ingegaan de gelegenheid te geven om hun effecten te verkopen tegen biedprijs. Een persoon of rechtspersonen die de bedoeling heeft/hebben om, alleen of gezamenlijk met anderen, de gezamenlijke of exclusieve controle te verwerven in een naamloze vennootschap die een openbaar beroep op het spaarwezen doet of heeft gedaan, moet de CBFA ten minste vijf werkdagen voor de verwerving op de hoogte brengen. De verwerving van een controleparticipatie wordt momenteel gedefinieerd als een verwerving van stemrechtverlenende effecten of rechten om stemrechtverlenende effecten te verwerven die de koper de mogelijkheid biedt om in rechte of in feite een beslissende invloed uit te oefenen op de aanstelling van de meerderheid van de leden van raad van bestuur van de Vennootschap of op de oriëntatie van het beleid van de Vennootschap. Indien de verwerver van een controleparticipatie een prijs betaalt die hoger ligt dan de marktprijs van de effecten, dan moet hij een openbaar overnamebod doen of de verbintenis tot koershandhaving aangaan voor alle overblijvende stemrechtverlenende effecten (of rechten om stemrechtverlenende effecten te verwerven) van de vennootschap. De prijs die wordt aangeboden aan de overblijvende effectenhouders moet gelijk zijn aan de hoogste prijs die werd betaald aan de verkoper of verkopers van de controleparticipatie gedurende de voorbije twaalf maanden. De mogelijkheid van de Vennootschap, om aandelen uit te geven in het kader van haar toegestaan kapitaal, met of zonder afwijking van het voorkeurrecht, en om eigen aandelen te verwerven (zie in dit Hoofdstuk de secties 4.4.5 'Wijzigingen aan het aandelenkapitaal' en 4.6 'Koop en verkoop van eigen aandelen') en de benoemingsrechten voor de raad van bestuur (zie Hoofdstuk IV, Sectie 2. 'Raad van bestuur') kan een overnamebod voor effecten van de Vennootschap ongunstig beïnvloeden. De bovenstaande wetgeving werd gewijzigd door de wet van 1 april 2007 op de openbare overnamebiedingen die op 26 april ll. in het Belgisch Staatsblad werd gepubliceerd. Deze nieuwe regelgeving zal vermoedelijk op 1 september 2007 in werking treden. Bepaalde onderdelen van de
85
voornoemde wet dienen nog verder te worden uitgevoerd bij Koninklijk Besluit. Overeenkomstig de nieuwe regelgeving moeten alle aandeelhouders en warranthouders (en houders van andere stemrechtverlenende effecten) op gelijke wijze het recht hebben om hun effecten in te brengen naar aanleiding van een openbaar bod. Wanneer een persoon meer dan 30% van de stemrechtverlenende effecten van een vennootschap aanhoudt, die (minstens gedeeltelijk) zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt, moet deze, ongeacht of de prijs is betaald, een verplicht overnamebod uitbrengen op aandelen en warrants van de vennootschap aan een prijs die gelijk is aan het hoogste van de twee volgende bedragen (i) de hoogste prijs die door de bieder (en personen waarmee hij in onderling overleg handelt) werd betaald voor de verwerving van aandelen gedurende de laatste twaalf maanden; (ii) het gemiddelde van de beurskoers van het aandeel gedurende de dertig dagen voorafgaand aan het ontstaan van de verplichting tot het uitbrengen van een bod. Er bestaat evenwel geen verplichting tot het uitbrengen van openbaar overnamebod wanneer o.m. de verwerving het gevolg is van het onderschrijven van een kapitaalverhoging in het kader vna het voorkeurrecht. De prijs kan bestaan uit aandelen of effecten. Ingeval van een vrijwillig of verplicht overnamebod in effecten door een bieder die de vennootschap controleert moet een alternatief in speciën worden voorzien wanneer (i) de prijs niet uit liquide effecten bestaat die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt, of (ii) de bieder (of persoon waarmee hij in onderling overleg handelt) aandelen heeft verworven tegen een betaling in speciën gedurende een periode van twaalf maanden voorafgaand aan de publicatie van het bod of gedurende het overnamebod (waarbij deze aandelen ingeval van een vrijwillig overnamebod door een controllerende aandeelhouder meer dan 1% van de uitstaande effecten met stemrecht of stemrechtverlenende effecten vertegenwoordigen). Ingeval een vrijwillig overnamebod wordt uitgebracht door een controllerende aandeelhouder moet de prijs worden ondersteund door een fairness opinion van een onafhankelijke deskundige. De raad van bestuur van de doelvennootschap moet haar opinie betreffende het bod geven evenals haar opmerkingen op het prospectus uitbrengen. Het bod moet minstens twee en niet meer dan tien weken openblijven.
86
9. Uitkoopbod Overeenkomstig artikel 513 van het wetboek van vennootschappen, kan een persoon of rechtspersoon die, alleen of in onderling overleg handelend, 95% bezit van de stemrechtverlenende effecten van een publieke vennootschap, door middel van een uitkoopbod het geheel van de stemrechtverlenende effecten van deze vennootschap verkrijgen. Na afloop van de procedure worden de niet-aangeboden effecten geacht van rechtswege te zijn overgegaan op de bieder. Na afloop van het uitkoopbod, wordt de vennootschap niet langer beschouwd als een vennootschap die een openbaar beroep op het spaarwezen doet of heeft gedaan, tenzij door de vennootschap uitgegeven obligaties nog onder het publiek verspreid zijn. De vergoeding voor de aandelen dient te bestaan uit een som geld, en dient, teneinde de belangen van de overdragende aandeelhouders veilig te stellen, de werkelijke waarde te vertegenwoordigen. Een vereenvoudigde uitkoopprocedure kan worden toegepast indien tengevolge van een openbaar overnamebod in geld en indien de bieder zich in het prospectus daartoe het recht heeft voorbehouden, de bieder tenminste 95% van de effecten van de vennootschap in zijn bezit heeft en 66% van de effecten verworven heeft dewelke deze niet aanhield vóór de start van het bod. In dat geval mag de bieder zijn aanbod heropenen aan dezelfde voorwaarden gedurende 15 dagen vanaf de datum van de publicatie van de resultaten van het bod teneinde een uitkoopbod te lanceren op de overblijvende effecten. Vanaf 1 september 2007 geldt de regel dat indien de bieder, ingevolge een succesvol overnamebod minstens 95% aanhoudt van de effecten met stemrecht van de doelvennootschap, hij de houders van de overblijvende effecten met stemrecht en stemrechtverlenende effecten kan dwingen om hun effecten over te dragen aan de prijs van het bod wanneer hij minstens 90% van de effecten met stemrecht heeft verworven in het bod. Bijkomend hebben in voorkomend geval de overblijvende aandeelhouders en warranthouders het recht om gedurende drie maanden volgend op het einde van de aanvaardingsperiode van het openbaar overnamebod te eisen dat de bieder hun effecten verwerft aan de prijs aangeboden tijdens het openbaar overnamebod.
87
10. Marktmisbruik Ingevolge de artikels 9 tot 13 van het Koninklijk Besluit van 14 december 2006 betreffende de markt voor financiële instrumenten Alternext en tot wijziging van het Koninklijk Besluit van 5 maart 2006 betreffende marktmisbruik zijn volgende bepalingen inzake marktmisbruik van toepassing op de transacties van de Aandelen van de Vennootschap: -
-
-
Het verbod inzake marktmisbruik dat administratief kan worden bestraft door de CBFA, zoals bepaald in artikel 25 van de Wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en elke bepaling die met toepassing van dit artikel wordt genomen; De strafrechtelijke inbreuken inzake marktmisbruik en handel met voorkennis, zoals bepaald in de artikels 39 en 40 van voormelde Wet van 2 augustus 2002 en elke bepaling die met toepassing van deze artikels worden genomen; De maatregelen inzake integriteit en voorkoming van marktmisbruik, zoals bepaald in voormelde Wet van 2 augustus 2002 en verduidelijkt in de Koninklijke Besluiten van 5 maart 2006 betreffende marktmisbruik en betreffende de juiste voorstelling van beleggingsaanbevelingen en de bekendmaking van belangenconflicten, en meer bepaald: De verplichting voor de Vennootschap om een lijst van ingewijden op te stellen; De verplichting voor personen met een leidinggevende functie (en met hen nauw verbonden personen) bij de Vennootschap om de CBFA in kennis te stellen van alle verrichtingen voor eigen rekening in bepaalde financiële instrumenten van de Vennootschap; De verplichting voor gekwalificeerde bemiddelaars in België om de CBFA in kennis te stellen van alle verrichtingen die verdacht lijken in het licht van het verbod op marktmisbruik; De verplichtingen inzake de juiste voorstelling van beleggingsaanbevelingen en de bekendmaking van belangenconflicten.
88
Hoofdstuk IV : Corporate governance 1. Algemeen Dit hoofdstuk bevat een overzicht van de regels en principes inzake corporate governance die door de Vennootschap worden gehanteerd, conform het Belgische vennootschapsrecht en de statuten van de Vennootschap. Het corporate governance beleid is gebaseerd op de statuten van de Vennootschap en op het corporate governance charter van de Vennootschap. Het corporate governance charter van de Vennootschap steunt hoofdzakelijk op de aanbevelingen die worden geformuleerd in de Belgische Corporate Governance Code die op 9 december 2004 door de Belgische Commissie Corporate Governance werd gepubliceerd (de “Code”). In principe is de Vennootschap niet onderworpen aan de Code, aangezien deze slechts van toepassing is op vennootschappen die op een gereglementeerde markt genoteerd zijn. De raad van bestuur van de Vennootschap heeft het voornemen om de meeste bepalingen van het Belgische Corporate Governance Code na te leven. De raad van bestuur van de Vennootschap heeft in haar vergadering van 28 maart 2007 zijn corporate governance charter goedgekeurd, hetwelk na de afsluiting van het Aanbod zal worden bekend gemaakt op de website van Ecodis. De comités waarnaar wordt verwezen in het corporate governance charter moeten nog worden samengesteld. De raad van bestuur zal dit charter van tijd tot tijd opnieuw bekijken en er de wijzigingen in aanbrengen die hij noodzakelijk en aangewezen acht. Het charter zal na de afsluiting van het Aanbod gratis kunnen worden geraadpleegd op de website van de Vennootschap (www.ecodis.eu) en op de maatschappelijke zetel van de Vennootschap. De raad van bestuur neemt zich voor om een benoemings- en remuneratiecomité en een auditcomité op te richten. Gezien de omvang van de Vennootschap, heeft de raad van bestuur geen plannen om een directiecomité op te richten conform artikel 524bis van het Belgische Wetboek van vennootschappen. De statuten van de Vennootschap voorzien evenwel de mogelijkheid om dergelijk directiecomité op te richten.
89
2. Raad van bestuur 2.1. Algemene bepalingen De raad van bestuur heeft de meest uitgebreide bevoegdheden om alle besluiten te nemen die nodig of nuttig zijn voor het verwezenlijken van het maatschappelijk doel van Ecodis, met uitzondering van de bevoegdheden die door het Wetboek van vennootschappen of de statuten zijn voorbehouden aan de algemene vergadering der aandeelhouders. De raad van bestuur telt minstens drie en maximum vijftien leden die geen aandeelhouder dienen te zijn. Hij bestaat zowel uit uitvoerende bestuurders als niet-uitvoerende bestuurders, die elk een specifieke en complementaire rol vervullen binnen de raad van bestuur. De uitvoerende bestuurders voorzien de raad van bestuur van alle relevante zakelijke en financiële informatie opdat deze laatste zijn rol effectief kan vervullen. De niet-uitvoerende bestuurders stellen de strategie en de voornaamste beleidslijnen, zoals voorgesteld door het Uitvoerend Management, op een kritische en constructieve wijze ter discussie, en helpen deze verder uitwerken. Zij bekijken nauwkeurig de prestaties van het Uitvoerend Management in het licht van de overeengekomen doelstellingen. Bij de samenstelling van de raad van bestuur zal er steeds op worden toegezien dat minstens de helft van de raad van bestuur bestaat uit niet-uitvoerende bestuurders. Minstens de helft van de raad van bestuur bestaat uit niet-uitvoerende bestuurders, waarvan minstens drie bestuurders beantwoorden aan de criteria van onafhankelijkheid zoals deze in de statuten van de Vennootschap zijn bepaald. Indien een rechtspersoon wordt aangewezen tot bestuurder, benoemt deze onder zijn aandeelhouders, bestuurders of werknemers een vaste vertegenwoordiger die wordt belast met de uitvoering van de opdracht in naam en voor rekening van de rechtspersoon. De duur van de opdracht van een bestuurder mag vier jaar niet overschrijden. Uittredende bestuurders zijn herbenoembaar. De algemene vergadering kan te allen tijde een bestuurder schorsen of ontslaan. In geval van een vacature in de raad van bestuur, hebben de overblijvende bestuurders het recht voorlopig de vacature op te vullen totdat de algemene vergadering een nieuwe bestuurder benoemt. De benoeming wordt op de agenda van de eerstvolgende algemene vergadering geplaatst. Elke op deze wijze door de algemene vergadering benoemde bestuurder beëindigt de opdracht van de bestuurder die hij vervangt. Indien het aantal bestuurders, om welke
90
reden ook, gedaald is beneden het wettelijk of statutair minimum aantal bestuurders en zolang de algemene vergadering de vacature niet opvult, blijven de bestuurders, waarvan de opdracht is verstreken, in functie. De vergaderingen van de raad van bestuur worden bijeengeroepen door de voorzitter, de persoon belast met het dagelijks bestuur of door twee bestuurders telkens het belang van de Vennootschap het vereist. De raad van bestuur kan slechts geldig beraadslagen indien ten minste de helft van zijn leden aanwezig of vertegenwoordigd is. Indien dit quorum niet is bereikt, kan een nieuwe vergadering van de raad van bestuur worden bijeengeroepen met dezelfde agenda, die geldig zal beraadslagen en beslissen indien ten minste twee bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn. In uitzonderlijke gevallen, wanneer de hoogdringendheid en het belang van de Vennootschap zulks vereisen, kan de raad van bestuur schriftelijk beslissingen nemen zonder bijeen te komen, op voorwaarde dat deze beslissingen worden genomen met eenparig akkoord van alle bestuurders. Vergaderingen van de raad van bestuur kunnen geldig worden gehouden bij wijze van video- of telefoonconferentie. In dergelijk geval wordt de vergadering geacht te zijn gehouden op de zetel van de Vennootschap indien tenminste één bestuurder fysiek aanwezig was op de zetel van de Vennootschap. De vergadering wordt voorgezeten door de Voorzitter van de raad van bestuur. Indien de Voorzitter is verhinderd, wordt de raad van bestuur voorgezeten door een bestuurder die daartoe door zijn collega’s wordt aangeduid. De notulen van de raad van bestuur geven een samenvatting van de gevoerde besprekingen binnen de raad van bestuur, duiden aan welke besluiten werden genomen en maken melding van het eventuele voorbehoud van bepaalde bestuurders. Minstens de helft van de leden van de raad van bestuur van de Vennootschap wordt door de algemene vergadering benoemd op voordracht van Elmar Peters of, na overdracht, de Overnemende Rechtspersoon, of, maar enkel na overlijden van Elmar Peters en indien hij of de Erfgenamen de meerderheid van de Hoofdaandelen niet heeft respectievelijk hebben overgedragen aan een Overnemende Rechtspersoon, de Erfgenamen die Hoofdaandelen aanhouden, zolang Elmar Peters, de Erfgenamen en/of de Overnemende Rechtspersoon, samen met de Samenhandelende Aandeelhouders, gezamenlijk rechtstreeks of Onrechtstreeks minimum twintig (20) procent van de aandelen van de Vennootschap aanhoud(t)(en). Wanneer zij rechtstreeks of Onrechtstreeks minder dan twintig (20) procent van de aandelen van de Vennootschap aanhouden, zal minstens één bestuurder per schijf van vier (4) procent van de aandelen, die zij rechtstreeks of Onrechtstreeks aanhouden, op voordracht van Elmar Peters of de Overnemende Rechtspersoon, of, maar enkel na overlijden van Elmar Peters en indien hij of de Erfgenamen de meerderheid van de Hoofdaandelen niet heeft respectievelijk hebben overgedragen aan een Overnemende Rechtspersoon, de
91
Erfgenamen die Hoofdaandelen aanhouden, worden benoemd. De voordracht gebeurt door middel van een lijst met een aantal kandidaten gelijk aan een aantal dat hoger is dan het aantal bestuursopdrachten waarvoor kandidaten kunnen worden voorgedragen krachtens artikel 15.2 van de statuten. Indien een bestuursopdracht waarvoor kandidaten werden voorgedragen overeenkomstig vorige alinea openvalt, zal Elmar Peters of de Overnemende Rechtspersoon, of, maar enkel na overlijden van Elmar Peters en indien hij of de Erfgenamen de meerderheid van de Hoofdaandelen niet heeft respectievelijk hebben overgedragen aan een Overnemende Rechtspersoon, de Erfgenamen die Aandelen aanhouden, gerechtigd zijn om voor deze bestuursopdracht kandidaten voor te dragen, en is de algemene vergadering verplicht om de bestuurder te kiezen uit deze kandidaten. Een lijst van een aantal kandidaten tenminste gelijk aan een aantal dat hoger is dan het aantal opengevallen bestuursopdrachten waarvoor kandidaten kunnen worden voorgedragen krachtens deze alinea, moet worden medegedeeld. Indien meer personen zijn gerechtigd om kandidaten voor te dragen, zullen bij gebrek aan eensgezindheid, de kandidaten worden voorgedragen die worden voorgesteld door die personen die rechtstreeks of Onrechtstreeks de meeste aandelen van de Vennootschap aanhouden; in geval van een patsituatie, mag de algemene vergadering vrij kiezen tussen alle kandidaten voorgedragen door deze personen. Elmar Peters, de Overnemende Rechtspersoon of de Erfgenamen zal (zullen) de raad van bestuur van de Vennootschap schriftelijk inlichten over de identiteit van de Overnemende Rechtspersoon en over elke Samenhandelende Aandeelhouder. In de 4 voorgaande paragrafen hebben de volgende termen de volgende betekenis: "Erfgenamen" betekent alle erfgenamen in rechte lijn van Elmar Peters en de echtgenote van Elmar Peters; "Hoofdaandelen" betekent de aandelen in de Vennootschap en de aandelen van de vennootschap(pen) aangehouden door Elmar Peters of de Erfgenamen in vennootschappen die rechtstreeks of Onrechtstreeks aandelen in de Vennootschap aanhouden; "Overnemende Rechtspersoon" betekent elke rechtspersoon van Belgisch of buitenlands recht waaraan Elmar Peters of de Erfgenamen de meerderheid van de aandelen heeft respectievelijk hebben overgedragen; "Onrechtstreeks" betekent het aanhouden van aandelen van de Vennootschap via één of meer rechtspersonen waarvan de betrokkene of de betrokkenen gezamenlijk al dan niet rechtstreeks (i)
92
de meerderheid van de stemrechten aanhoudt respectievelijk aanhouden, of (ii) de meerderheid van de bestuurders kan of kunnen benoemen of voordragen; "Referentieaandeelhouder" betekent één van de volgende personen die rechtstreeks of Onrechtstreeks de meerderheid van de aandelen van de Vennootschap aanhoudt: Elmar Peters, de Erfgenamen (die voor de toepassing van deze omschrijving als één persoon worden beschouwd) of de Overnemende Rechtspersoon; "Samenhandelende Aandeelhouder" betekent (i) elke rechtspersoon die rechtstreeks of Onrechtstreeks aandelen in de Vennootschap houdt en waarover de Referentieaandeelhouder(s) controle uitoefent respectievelijk uitoefenen in de zin van artikel 5 van het Wetboek van vennootschappen; en (ii) iedere persoon waarmee dhr Elmar Peters, de Erfgenamen en/of de Overnemende Rechtspersoon in onderling overleg (zoals omschreven in artikel 606 van het Wetboek van vennootschappen) handelt of handelen; "Vennootschap" betekent Ecodis NV. 2.2. Voorzitter De raad van bestuur zal onder zijn leden een Voorzitter kiezen. De Voorzitter van de raad van bestuur geeft leiding aan de raad van bestuur. Hij of zij neemt de nodige maatregelen met het oog op de totstandkoming van een klimaat van steun voor de besluiten van de raad van bestuur. De Voorzitter stimuleert een daadwerkelijke interactie tussen de raad van bestuur en het uitvoerend management. De Voorzitter onderhoudt nauwe relaties met de CEO en geeft steun en advies, met respect voor de uitvoerende verantwoordelijkheid van de CEO. Binnen de raad van bestuur is de Voorzitter in de eerste plaats verantwoordelijk voor de volgende taken: - De Voorzitter legt de agenda van de raadsvergaderingen vast, na overleg met de CEO. - De Voorzitter ziet erop toe dat de procedures met betrekking tot de voorbereiding, de beraadslaging, de goedkeuring van resoluties en de uitvoering van de besluiten correct verlopen. - De Voorzitter ziet erop toe dat de bestuurders accurate, tijdige en duidelijke informatie ontvangen vóór de vergaderingen, en indien nodig, tussen de vergaderingen in. Hij ziet erop toe dat alle bestuurders dezelfde informatie ontvangen. - De Voorzitter zit de vergaderingen van de raad van bestuur voor en ziet erop toe dat de raad van bestuur functioneert en tot besluiten komt als een collegiaal orgaan. - De Voorzitter van de raad van bestuur, of een andere niet-uitvoerende bestuurder, leidt het
93
benoemingsproces, in samenspraak met het Benoemings- en Remuneratiecomité. In het geval van een nieuwe benoeming vergewist de Voorzitter zich ervan dat de raad van bestuur - alvorens een kandidatuur te overwegen - over voldoende informatie beschikt over de kandidaat. - De Voorzitter zorgt ervoor dat nieuw benoemde bestuurders een gepaste initiële vorming krijgen. - De Voorzitter leidt het evaluatieproces van de raad van bestuur. 2.3. Onafhankelijke bestuurders Een bestuurder wordt als onafhankelijk beschouwd, wanneer hij minstens aan de volgende criteria voldoet: 1. de bestuurder heeft op het ogenblik van zijn eerste benoeming als bestuurder van de Vennootschap gedurende een periode van twee jaar voorafgaand aan zijn benoeming in de Vennootschap noch in een verbonden vennootschap, een mandaat of functie van bestuurder, zaakvoerder, lid van het directiecomité, dagelijks bestuurder of kaderlid uitgeoefend; en 2. de bestuurder heeft geen echtgenoot, persoon met wie hij wettelijk samenwoont of bloed- of aanverwant tot de tweede graad die een mandaat of functie van bestuurder, zaakvoerder, lid van het directiecomité, dagelijks bestuurder of kaderlid uitoefent in de Vennootschap of in een verbonden vennootschap; en 3.
a) de bestuurder bezit geen maatschappelijke rechten die één tiende of meer vertegenwoordigen van het kapitaal, van het maatschappelijk fonds of van een categorie van aandelen van de Vennootschap; b) indien de bestuurder maatschappelijke rechten bezit die een quotum van minder dan 10% vertegenwoordigen: - mogen die maatschappelijke rechten samen met de maatschappelijke rechten die in dezelfde vennootschap worden aangehouden door vennootschappen waarover de onafhankelijke bestuurder controle heeft, geen tiende bereiken van het kapitaal, van het maatschappelijk fonds of van een categorie aandelen van de Vennootschap;
of - mogen de daden van beschikking over deze aandelen of de uitoefening van de daaraan verbonden rechten niet zijn onderworpen aan overeenkomsten of aan eenzijdige verbintenissen die de onafhankelijke bestuurder heeft aangegaan;
94
4. de bestuurder heeft geen echtgenoot, persoon met wie hij wettelijk samenwoont of bloed- of aanverwant tot de tweede graad die een financieel belang heeft zoals bepaald sub 3 hiervoor; en 5. naar het oordeel van het Benoemings- en Remuneratiecomité onderhoudt de bestuurder geen relatie met een Vennootschap die van aard is om zijn onafhankelijkheid in het gedrang te brengen. Ecodis zal bekend maken welke bestuurders als onafhankelijk worden beschouwd. Als aan één of meer van de bovenstaande criteria niet is voldaan, zal Ecodis toelichting geven waarom ze deze bestuurder toch als onafhankelijk beschouwt. Elke onafhankelijk bestuurder die niet langer voldoet aan de onafhankelijkheidsvereisten, brengt de raad van bestuur hiervan onmiddellijk op de hoogte. De betrokken bestuurder zal aangeven aan welke van de bovenstaande voorwaarden hij niet meer voldoet en welke de reden hiertoe is. 2.4. Samenstelling van de raad van bestuur De raad van bestuur bestaat uit zeven leden. Dit zijn: Naam
Functie
Datum van aanstelling 19 juli 2002
Ecodis Holding NV, met als vaste vertegenwoordiger Elmar Peters20 Leon Van Rompay
Gedelegeerd -bestuurder
Guido Verswijvel Herman Spliethoff Marcel Asselberghs Luc Van den Bossche Carmen Cordier
Mandaat
Professioneel adres
2008
Leopoldslei 78 te 2930 Brasschaat
Voorzitter
29 december 2006
2010
Bestuurder Bestuurder Bestuurder Bestuurder
15 november 2005 15 november 2005 18 mei 2007 18 mei 2007
2011 2011 2011 2011
Joseph Wauterslaan 9 te 1981 Hofstade Brechtsebaan 30, 2900 Schoten Brechtsebaan 30, 2900 Schoten Brechtsebaan 30, 2900 Schoten Brechtsebaan 30, 2900 Schoten
Bestuurder
18 mei 2007
2011
Brechtsebaan 30, 2900 Schoten
Carmen Cordier, Marcel Asselberghs en Luc Van den Bossche worden beschouwd als onafhankelijke bestuurders. Leon Van Rompay zit de raad van bestuur van de Vennootschap voor.
20
Ecodis Holding NV is aandeelhouder van Ecodis en is eveneens verbonden met Anel BVBA.
95
Het curriculum vitae van de leden van de raad van bestuur volgt hieronder: Carmen Cordier – Onafhankelijk bestuurder. Carmen Cordier behaalde een Master of Science in Electrical Engineering, Optie Telecommunications van de Katholieke Universiteit van Leuven evenals een Master in Business Administration (Oxford University - Saïd Business School, Verenigd Koninkrijk). Ze startte haar carrière als Project Leader/Analyst bij Fortis in België. In 1992 maakte ze de overstap naar Telindus en was ze werkzaam in het verkoopdepartement van Telindus in België, waar ze een aantal belangrijke accounts beheerde. Vervolgens nam Carmen Cordier de functie van Investor Relations Officer op en speelde ze een belangrijke rol in de definitie van de merger and acquisition strategie van de Telindus Group. Nadien verhuisde ze naar het Verenigde Koninkrijk waar ze de P&L verantwoordelijkheid nam voor de plaatselijke operaties bij CellStack Systems. Nadien werd ze Corporate Director Surveillance. Tot slot werd Carmen Cordier in oktober 2003 Vice President Strategy. Binnen deze functie focuste Carmen Cordier op de nieuwe strategie die permanent werd herzien om de continue groei (zowel intern als extern) van de activiteit van Telindus te verzekeren. Eind maart 2007 zette Carmen Cordier ingevolge de overname van de Telindus Group door Belgacom, haar operationele functie binnenTelindus stop, ze blijft wel werkzaam binnen de raad van bestuur van Telindus Group NV, Telindus Belgium NV en Telindus Luxemburg S.A. Carmen Cordier is eveneens bestuurder van Punch Telematix NV. Marcel Asselberghs – Onafhankelijke bestuurder. Marcel Asselberghs is gegradueerde in de boekhouding en leraar in het boekhouden en aanverwante vakken. Bovendien werd hij door de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen erkend als bedrijfsrevisor. Na zijn studies trad hij in dienst bij Philips NV waar hij op de dienst Interne Audit werkte. In 1964 verliet Marcel Asselberghs Philips en ging hij aan de slag bij Arthur Andersen, waar hij in 1974 vennoot werd en in 1978 hoofd van de afdeling Audit. In 1982 werd hij benoemd tot Managing Partner voor de Be-Lux kantoren. In de loop van zijn carrière was Marcel Asselberghs commissaris van o.a. Bekaert, C.F.E., Sioen, Terbeke, Sunair Groep, Associated Weavers, Outboard Marine, Haven Zeebrugge, Robert Bosch, V.T.M., Europabank, Merck Sharp and Dohme, Baxter Laboratories, etc. Hij is de auteur van verschillende publicaties en was en is nog steeds geregeld spreker en lesgever over diverse accountancy onderwerpen. Hij is eveneens oud-Nationaal Ondervoorzitter van het College van Accountants van België. Sinds 1998 is Marcel Asselberghs ere-bedrijfsrevisor en ere-bankrevisor, en is hij nog actief als bestuurder van verscheidene vennootschappen, zoals Carestel, Brouwerij Haacht, Veritas Groep, Assur Voyage, Rode Kruis Vlaanderen, etc. Hij is ook nog steeds consultant voor Tertio en Groep Vanmoerkerke.
96
Luc Van den Bossche – Onafhankelijke bestuurder Luc Van den Bossche behaalde in 1970 zijn graad van doctor in de rechten aan de Rijksuniversiteit Gent. Hij startte zijn carrière als advocaat aan de balie van Gent. Terzelfdertijd was hij docent aan verscheidene Belgische hogescholen. Hij heeft een uniek curriculum in de Vlaamse en Belgische politiek, en was gedurende 15 jaar minister in verschillende regeringen. De politieke achtergrond van Luc Van den Bossche is indrukwekkend. Hij trad voor het eerst toe tot een regering in 1988, toen hij Staatssecretaris voor Onderwijs werd. Sindsdien was hij voortdurend aanwezig in de Belgische politieke top. Hij was achtereenvolgens Gemeenschapsminister van Binnenlandse Aangelegenheden en Openbaar Ambt (1988-1992), Vlaams Minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken (1992-1995), Minister Vicepresident van de Vlaamse Regering en Vlaams Minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken (1995), Viceeersteminister en Minister van Binnenlandse Zaken (1998-1999), Vice-eersteminister en Minister van Binnenlandse Zaken, belast met Volksgezondheid (1999) en Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Besturen (1999-2003). Bovendien was hij in 1993 voorzitter van de Europese Ministerraad van Onderwijs. Na zijn politieke carrière werd Luc Van den Bossche gedelegeerd bestuurder van "Brussels International Airport Company" (BIAC). Guido Verswijvel – Bestuurder Guido Verswijvel behaalde aan de UFSIA (Antwerpen) zijn Licentie in Toegepaste Economische wetenschappen (econometrie en IT) en volgde er het Doctoraal Programma (met major marketing en minor finance). Bovendien behaalde hij een MBA (met specialisatie finance) aan INSEAD (Fontainebleau, Frankrijk), waar hij van 1985 tot 1987 onderzoeker-assistent was aan het marketing departement. Vervolgens werkte hij als consultant voor McKinsey, waarna hij bij Generale Bank de functie van Director of Strategic Studies and Projects en vervolgens Director of Credits bekleedde. Op dit moment is Guido Verswijvel Strategic Consultant voor verschillende financiële instellingen en oprichter/CEO van Finpower NV, een financieel consultancy kantoor voor KMO's. Daarnaast is hij tevens Professor aan het CEDEP (INSEAD) in Service-Marketing. Guido Verswijvel is bestuurder bij diverse middelgrote ondernemingen. Leon Van Rompay – Voorzitter Leon Van Rompay studeerde af in 1972 als scheikundige en vatte onmiddellijk een carrière in de farmaceutische sector aan. Hij startte als artsenbezoeker bij Continental Pharma – Searle, werd Field en Promotion Manager bij Bayer en Sales Director bij Glaxo. In 1983 ging hij naar Zambon waar hij in 1986 Algemeen Directeur werd benoemd. Enkele jaren later werd hij Area Director met de eindverantwoordelijkheid van de Zambon business in de Benelux, Duitsland, UK, Scandinavië. Later volgde de verantwoordelijkheid over de voormalige Oostblok landen en het Verre Oosten.
97
Als Area Director werd hij tevens verantwoordelijk voor de wereldwijde coördinatie van de farmaceutische divisie. Leon Van Rompay verliet in 1999 Zambon en richtte Docpharma NV op. Docpharma was gedurende de eerst volgende jaren één van de sterkst groeiende ondernemingen in België. Als beursgenoteerde onderneming werd Docpharma NV in 2005 verkocht aan Matrix Laboratories Inc. Enkele maanden later werd Leon Van Rompay benoemd tot bestuurder van Matrix Laboratories Inc. in Indië. Hij is nog steeds actief binnen de Docpharma Group als Bestuurder en Consultant. Herman Spliethoff – Bestuurder Herman Spliethoff studeerde Geologie (Universiteit van Utrecht), Milieuwetenschappen en Informatietechnologie, en haalde een MBA aan de Universiteit van Genève en een Executive MBA aan de Carnegie Mellon University (Pittsburgh, USA). In 1991 begon Herman zijn carrière als adviseur in de milieu-adviesgroep van KMPG. Daarvandaan vertrok hij naar Lloyd's Register om een nieuwe milieuafdeling op te zetten en - als 'proefland' voor Lloyd’s wereldwijd - een accreditatie voor de ISO 14001 certificering te behalen. Als geregistreerd Lead auditor (IRCA) beoordeelde hij de naleving van de industrienormen bij meer dan 150 industriële en de dienstverlenende bedrijven. Bij de Holland Consulting Group leidde Herman Spliethoff projecten gericht op organisatieverandering, procesverbetering en kwaliteitsbewaking. Hij is medeoprichter van het Holland Performance Centre, HCG’s expertisecentrum voor deze onderwerpen, en ontwikkelde trainingen en cursussen. Eind 2002 werd hij als Voorzitter verantwoordelijk voor het herstructureren van de Hadwaco Groep, een Finse onderneming die een eigen waterzuiveringtechnologie ontwikkelde en verkocht. Als aangewezen vertegenwoordiger van een internationale private investeerdersgroep, was Herman Spliethoff verantwoordelijk voor de concernstrategie en de implementatie van het businessplan. Dit bedrijf werd in 2005 verkocht aan een Japanse technologiegroep. Sinds 2005 is Herman Spliethoff partner en directeur van QAT Investments, een venture capital groep actief in de BeNeLux, die investeert in technologiebedrijven in zich in een vroege ontwikkelingsfase bevinden. Als zodanig is hij mede verantwoordelijk voor het (des-)investeringsbeleid en het beheer van de participaties. Daarnaast is hij sinds 1987 als investeerder en lid van de Raad van Commissarissen nauw betrokken bij de Spliethoff Groep, een zeescheepvaartmaatschappij opgericht door zijn overgrootvader in 1921. Hij is tevens lid van de resp. Raden van Commissarissen van Big Lift Shipping en van ‘short sea shipping’ bedrijf Wijnne & Barends, beide behorend tot de Spliethoff Groep.
98
Elmar Peters – Vaste vertegenwoordiger van Ecodis Holding NV, gedelegeerd-bestuurder Elmar Peters studeerde af als ingenieur werktuigbouwkunde. Na een aantal jaren werkzaam geweest te zijn bij Samga NV (Haven van Antwerpen) als hoofd van de technische diensten, vatte hij in 1985 de opdracht van sales manager Benelux bij Chronos Richardson GmbH aan. In 1992 stapte hij over naar Berries Air Filter NV, waar hij als vennoot verantwoordelijk was voor de marketing, verkoop van industriële ontstoffings- en luchtbehandelingsinstallaties. In 1996 werd Elmar Peters vennoot van het Adviesbureau pH7 NV, een milieuadviesbureau. Eind 1997 startte hij zijn onderzoek naar chemicaliënarme technieken voor waterzuivering, welke in 2002 werd ingebracht in Ecodis. Via Ecodis Holding NV is Elmar Peters gedelegeerd bestuurder van Ecodis.
Op de Datum van dit Prospectus, heeft (of is) geen van de bestuurders van de Vennootschap tijdens de voorbije vijf jaar: - een veroordeling opgelopen wegens fraude; - een uitvoerende functie gehad als senior manager of als lid van de administratieve, bestuurs- of toezichthoudende organen van een vennootschap op het ogenblik van, of voorafgaand aan, haar faillissement, haar curatorschap of haar ontbinding; of het voorwerp uitgemaakt van enige officiële openbare beschuldiging en/of sanctie door een openbare of regelgevende autoriteit (inclusief een daartoe aangesteld Professioneel orgaan); of - ooit door een rechtbank ontheven uit zijn functie als lid van de administratieve, bestuurs- of toezichthoudende organen van een vennootschap, en evenmin uit zijn activiteit van beheer of uitvoering van de zaken van enige vennootschap.
99
3. Comités van de raad van bestuur 3.1. Algemeen Om een doeltreffend en efficiënt beleid te kunnen voeren, richt de raad van bestuur gespecialiseerde comités op om bepaalde specifieke aangelegenheden te analyseren en de raad van bestuur hierover te adviseren. De besluitvorming berust evenwel bij de raad van bestuur, die collegiaal bevoegd blijft. De raad van bestuur legt het intern reglement van elk comité vast, waarin de rol, de samenstelling en de werking van elk comité nader wordt omschreven. De raad van bestuur is eveneens bevoegd om voor elk comité de leden en voorzitter aan te stellen. De raad van bestuur zal een auditcomité en een benoemings- en remuneratiecomité oprichten en heeft momenteel geen plannen om andere comités op te richten, aangezien hij de mening is toegedaan dat de omvang van de Vennootschap de oprichting van dergelijke comités niet rechtvaardigt. 3.2. Auditcomité Het Auditcomité van de Vennootschap bestaat uit ten minste drie bestuurders, die allen onafhankelijke bestuurders zijn. Het Auditcomité staat de raad van bestuur bij het vervullen van zijn toezichtsopdracht met het oog op een controle in de ruimste zin. Het Auditcomité dient de raad van bestuur duidelijk en geregeld te informeren over de uitoefening van zijn opdrachten en van alle aangelegenheden met betrekking tot welke het Auditcomité van oordeel is dat er iets moet worden ondernomen of dat een verbetering aangewezen is, en doet aanbevelingen in verband met noodzakelijke stappen die dienen ondernomen te worden. Het Auditcomité heeft de taak een auditprogramma te ontwikkelen dat alle activiteiten van Ecodis bestrijkt, en met name het toezicht op de hierna volgende aspecten. Financiële rapportering Het Auditcomité houdt toezicht op de integriteit van de financiële informatie die door Ecodis wordt aangeleverd, in het bijzonder door een beoordeling te maken van de relevantie en het consequent karakter van de boekhoudnormen die Ecodis hanteert, inclusief de criteria voor de consolidatie van de rekeningen van de verschillende vennootschappen in de groep.
100
Dit toezicht houdt in dat de nauwkeurigheid, de volledigheid en het consequente karakter van de financiële informatie wordt beoordeeld. Dit toezicht heeft betrekking op de periodieke informatie vóór deze wordt bekendgemaakt en is gebaseerd op een auditprogramma dat door het Auditcomité werd goedgekeurd. Het management licht het Auditcomité in over de methodes die worden gebruikt voor het boeken van significante en ongebruikelijke transacties waarvan de boekhoudkundige verwerking vatbaar kan zijn voor diverse benaderingen. In dit verband gaat bijzondere aandacht uit naar zowel het bestaan van, als de rechtvaardiging voor, elke activiteit die de Vennootschap ontplooit in offshorecentra en/of via zogenaamde 'special purpose vehicles'. Het Auditcomité bespreekt significante kwesties inzake financiële rapportering met zowel het Uitvoerend Management als met de commissaris. Interne controle en risicobeheer Minstens éénmaal per jaar onderzoekt het Auditcomité de systemen voor interne controle en risicobeheer die werden opgezet door het Uitvoerend Management, teneinde zich ervan te verzekeren dat de voornaamste risico's behoorlijk worden geïdentificeerd, beheerd en haar ter kennis gebracht. Het Auditcomité kijkt de verklaringen na inzake interne controle en risicobeheer die in het jaarverslag worden opgenomen. Het Auditcomité onderzoekt de specifieke regelingen volgens dewelke personeelsleden van de Vennootschap, in vertrouwen, hun bezorgdheid kunnen uiten over mogelijke onregelmatigheden inzake financiële rapportering of andere aangelegenheden. Het Auditcomité wordt belast met het uitwerken van een procedure volgens dewelke personeelsleden de voorzitter van het Auditcomité rechtstreeks kunnen inlichten. Het comité betracht hierbij de grootst mogelijke zorg ten aanzien van de vertrouwelijkheid van de klacht of anonimiteit van de klager. Indien dit noodzakelijk wordt geacht, worden regelingen getroffen voor een onafhankelijk onderzoek en een gepaste opvolging van deze aangelegenheden, en dit in verhouding tot de beweerde ernst ervan. Intern auditproces Gelet op de beperkte omvang en complexiteit van Ecodis wordt er geen onafhankelijke interne auditfunctie opgericht.
101
Er wordt door het Auditcomité minstens éénmaal per jaar nagegaan of daartoe een noodzaak bestaat. Desgevallend zal er een onafhankelijke interne auditfunctie worden opgericht die de middelen en de know-how tot haar beschikking heeft welke zijn aangepast aan de aard, de omvang en de complexiteit van de Vennootschap. Het Auditcomité beoordeelt de doeltreffendheid van de interne audit en doet, in het bijzonder, aanbevelingen aangaande de selectie, benoeming, herbenoeming of het ontslag van het hoofd van de interne audit en aangaande het budget dat wordt toegewezen aan de interne audit. Het Auditcomité kijkt het werkprogramma van de interne auditor na, rekening houdend met de complementaire rol van de interne en externe auditfuncties. Het ontvangt de interne auditverslagen of een periodieke samenvatting ervan. Het Auditcomité gaat tevens na in welke mate het management tegemoet komt aan haar bevindingen en aanbevelingen. Naast het handhaven van een doeltreffende werkrelatie met het management, dient de interne auditor een gewaarborgde vrije toegang te hebben tot de raad van bestuur. Het Auditcomité fungeert daartoe als het voornaamste aanspreekpunt voor de interne auditor. Het hoofd van de interne audit dient rechtstreeks en onbeperkt toegang te hebben tot de voorzitter van het Auditcomité en tot de Voorzitter van de raad van bestuur. Extern auditproces Het Auditcomité doet aanbevelingen aan de raad van bestuur aangaande de selectie, de benoeming en de herbenoeming van de commissaris en aangaande de voorwaarden voor zijn of haar aanstelling. Conform het Wetboek van vennootschappen wordt dit voorstel ter goedkeuring voorgelegd aan de aandeelhouders. Het Auditcomité stelt een onderzoek in naar de kwesties die aanleiding geven tot de ontslagname van de Commissaris en doet aanbevelingen aangaande alle acties die in dat verband vereist zijn. Het Auditcomité houdt toezicht op de onafhankelijkheid van de Commissaris, voornamelijk in het licht van de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen en het Koninklijk Besluit van 4 april 2003. Het Comité ontvangt van de Commissaris een verslag met daarin een omschrijving van alle eventuele banden van de Commissaris met Ecodis en haar groep.
102
Het Auditcomité wordt op de hoogte gebracht van het werkprogramma van de Commissaris. Het Comité wordt tijdig ingelicht over alle kwesties die uit de audit naar voor komen. Het Auditcomité beoordeelt de doeltreffendheid van het extern auditproces en gaat na in welke mate het management tegemoetkomt aan de aanbevelingen die de Commissaris in zijn 'management letter' doet. Het Auditcomité gaat ook de aard en de reikwijdte na van de niet-auditdiensten die werden toevertrouwd aan de Commissaris. Het comité bepaalt en past een formeel beleid toe inzake de soorten niet-auditdiensten die: a) uitgesloten zijn, b) toelaatbaar zijn na controle door het comité, en c) toelaatbaar zijn zonder een beroep te doen op het comité, rekening houdend met de specifieke vereisten van het Wetboek van vennootschappen. Naast het handhaven van een doeltreffende werkrelatie met het management, dient de Commissaris een gewaarborgde vrije toegang te hebben tot de raad van bestuur. Het Auditcomité fungeert daartoe als het voornaamste aanspreekpunt voor de Commissaris. De Commissaris dient rechtstreeks en onbeperkt toegang te hebben tot de voorzitter van het Auditcomité en tot de Voorzitter van de raad van bestuur. 3.3. Benoemings- en Remuneratiecomité De raad van bestuur heeft besloten dat het benoemingscomité en het remuneratiecomité zoals vooropgesteld in de Belgische Corporate Governance Code worden samengevoegd in één gezamenlijk comité, genaamd het Benoemings- en Remuneratiecomité. Het Benoemings- en Remuneratiecomité bestaat uitsluitend uit niet-uitvoerende bestuurders. Het bestaat uit minstens drie leden die over voldoende relevante deskundigheid beschikken opdat het Comité zijn rol effectief kan vervullen. Op zijn minst één van de leden van dit Comité is onafhankelijk. Het Benoemings- en Remuneratiecomité analyseert bepaalde specifieke aangelegenheden aangaande het beleid inzake remuneratie en benoemingen en adviseert de raad van bestuur hierover.
103
Het Benoemings- en Remuneratiecomité heeft met name de volgende verantwoordelijkheden: Inzake remuneratie Het Benoemings- en Remuneratiecomité doet voorstellen aan de raad van bestuur omtrent het remuneratiebeleid voor niet-uitvoerende bestuurders, alsook de daaruit voortvloeiende voorstellen tot remuneratie die dienen te worden voorgelegd aan de algemene vergadering der aandeelhouders. Het Benoemings- en Remuneratiecomité doet voorstellen aan de raad van bestuur omtrent het remuneratiebeleid voor het Uitvoerend Management. Dit omvat op zijn minst de volgende elementen: - de voornaamste contractuele bepalingen, met inbegrip van de belangrijkste kenmerken van pensioenplannen en vertrekregelingen; - de voornaamste elementen voor het bepalen van de remuneratie, met inbegrip van het relatieve belang van elke component van de remuneratie, de prestatiecriteria die gelden voor de variabele elementen en de voordelen in natura. Het Benoemings- en Remuneratiecomité doet aanbevelingen over de individuele remuneratie van de bestuurders en de leden van het Uitvoerend Management, met inbegrip van bonussen en lange termijn incentives, al dan niet verbonden aan aandelen, in de vorm van aandelenopties of andere financiële instrumenten. Het Benoemings- en Remuneratiecomité bespreekt minstens één keer per jaar met de CEO de werking en de prestaties van het Uitvoerend Management. Inzake benoemingen Het Benoemings- en Remuneratiecomité doet aanbevelingen aan de raad van bestuur inzake de benoeming van bestuurders. Het comité zorgt ervoor dat het benoemings- en herbenoemingsproces objectief en professioneel verloopt. Meer specifiek dient het Benoemings- en Remuneratiecomité: - benoemingsprocedures voor bestuurders uit te werken; - periodiek de omvang en de samenstelling van de raad van bestuur te evalueren en aan de raad van bestuur aanbevelingen te doen aangaande wijzigingen terzake; - indien er openstaande bestuursmandaten zijn, kandidaten te zoeken, er een profiel van op te stellen en, desgevallend, ter goedkeuring aan de raad van bestuur voor te dragen; - advies te geven over voorstellen tot benoeming die afkomstig zijn van aandeelhouders; - opvolgingskwesties terdege in overweging te nemen; - de raad van bestuur te assisteren in de benoeming en de opvolging van het Uitvoerend Management.
104
3.4. Chief executive officer en Uitvoerend Management De raad van bestuur heeft het dagelijks bestuur van de Vennootschap opgedragen aan één bestuurder die de titel van gedelegeerd bestuurder of chief executive officer ("CEO") voert. Het Uitvoerend Management omvat alle uitvoerende bestuurders, hierin begrepen de CEO. De bevoegdheden die worden gedelegeerd aan de CEO kunnen geen betrekking hebben op het algemeen beleid van de Vennootschap of andere handelingen die voorbehouden zijn aan de raad van bestuur op basis van wettelijke bepalingen of de statuten of het corporate governance charter van de Vennootschap. Ecodis Holding NV, met als vaste vertegenwoordiger Elmar Peters, is de CEO van de Vennootschap. Verantwoordelijkheden Het Uitvoerend Management: - wordt met de leiding van Ecodis belast; - stelt interne controlesystemen op (dit zijn systemen voor het identificeren, evalueren, beheren en opvolgen van financiële en andere risico's), onverminderd de toezichthoudende rol van de raad van bestuur; - is verantwoordelijk voor de volledige, tijdige, betrouwbare en accurate voorbereiding van de jaarrekening van Ecodis, overeenkomstig de terzake geldende boekhoudprincipes en beleidslijnen; - geeft de raad van bestuur een evenwichtige en begrijpelijke beoordeling van de financiële situatie van Ecodis; - bezorgt de raad van bestuur te gepasten tijde alle informatie die de raad van bestuur nodig heeft om zijn plichten uit te voeren; - legt aan de raad van bestuur verantwoording af over de uitoefening van zijn verantwoordelijkheden. De CEO ontmoet de Voorzitter van de raad van bestuur op regelmatige basis, betrekt hem op voortdurende wijze bij strategische initiatieven, voert regelmatig overleg met hem over alle relevante kwesties en in het bijzonder over de agendapunten van de vergaderingen van de raad van bestuur en van de gespecialiseerde comités. Ecodis wordt in al haar handelingen van het dagelijks bestuur rechtsgeldig vertegenwoordigd door de CEO, die ten aanzien van derden geen bewijs van een voorafgaand besluit van welk orgaan van de Vennootschap ook moeten leveren.
105
4. Bezoldiging van de bestuurders en van het uitvoerend management De remuneratie dient voldoende te zijn voor het aantrekken, behouden en motiveren van bestuurders en leden van het Uitvoerend Management die voldoen aan het profiel bepaald door de raad van bestuur. Voorstellen van het Benoemings- en Remuneratiecomité inzake remuneratie van niet-uitvoerende bestuurders dienen de volgende punten in acht te nemen: - de remuneratie van niet-uitvoerende bestuurders houdt rekening met hun verantwoordelijkheden en tijdsbesteding; - niet-uitvoerende bestuurders ontvangen noch prestatiegebonden remuneratie zoals bonussen of aandelen gerelateerde incentive programma's op lange termijn, noch voordelen in natura of voordelen die zijn verbonden aan pensioenplannen. Voorstellen van het Benoemings- en Remuneratiecomité inzake de remuneratie van het Uitvoerend Management dienen de volgende punten in acht te nemen: - het niveau en de structuur van de remuneratie van het Uitvoerend Management is dusdanig dat gekwalificeerde en deskundige professionals kunnen worden aangetrokken, behouden en gemotiveerd, rekening houdend met de aard en de draagwijdte van hun individuele verantwoordelijkheden; - teneinde de belangen van de leden van het Uitvoerend Management af te stemmen op die van de Vennootschap en haar aandeelhouders, wordt een gepast deel van hun remuneratiepakket gekoppeld aan de prestaties van het bedrijf en de individuele prestaties. Indien leden van het Uitvoerend Management in aanmerking komen voor een bonus, dient de toekenning ervan afhankelijk te zijn van relevante en objectieve prestatiecriteria ontwikkeld om de waarde van de Vennootschap positief te beïnvloeden. Er worden evaluatie- en beoordelingsprocedures opgesteld met betrekking tot de prestaties van de leden van het Uitvoerend Management; - systemen op basis waarvan de leden van het Uitvoerend Management worden vergoed in de vorm van aandelen, aandelenopties of elk ander recht om aandelen te verwerven, worden vooraf door de aandeelhouders goedgekeurd via een resolutie op de jaarlijkse algemene vergadering; - indien een lid van het Uitvoerend Management ook uitvoerend bestuurder is, wordt bij de bepaling van zijn remuneratie rekening gehouden met de vergoeding die hij in deze laatste hoedanigheid ontvangt. Inzake de remuneratie van uitvoerende bestuurders geldt dat de bepalingen omtrent de remuneratie van niet-uitvoerende bestuurders worden toegepast op de uitvoerende bestuurders in hun hoedanigheid van bestuurder, en dat bepalingen omtrent de remuneratie van het Uitvoerend Management gelden voor de uitvoerende bestuurders in hun hoedanigheid van uitvoerend manager.
106
Verplichtingen omtrent vergoedingen in het kader van vervroegde vertrekregelingen worden nauwgezet onderzocht. Het is niet de bedoeling dat zwakke prestaties worden beloond. Ecodis maakt de globale remuneratie en andere voordelen toegekend aan bestuurders en leden van het Uitvoerend Management bekend in het Corporate Governance Hoofdstuk in het Jaarverslag.
5. Aandelen en warrants in het bezit van bestuurders en het uitvoerend management Onderstaande tabel bevat een overzicht van de aandelen en warrants die rechtstreeks of onrechtstreeks eigendom zijn van de bestuurders op de datum van dit Prospectus. Naam bestuurder Leon Van Rompay Ecodis Holding NV Guido Verswijvel Herman Spliethoff Carmen Cordier Marcel Asselberghs Luc Van den Bossche
Aantal aandelen 0 2.284.85721 0 707.28023 0 0 0
Aantal warrants 100.000 0 70.00022 0 0 0 0
6. Commissaris De commissaris van de Vennootschap is VMB Bedrijfsrevisoren CVBA, met maatschappelijke zetel te Entrepotkaai 3 te 2000 Antwerpen, vertegenwoordigd door de heer Alain Bolssens, bedrijfsrevisor en lid van het Instituut der Bedrijfsrevisoren. De commissaris van de Vennootschap werd aangesteld op de bijzondere algemene vergadering van 8 januari 2007 voor een verlengbaar mandaat van 3 jaar dat afloopt onmiddellijk na de afsluiting van de gewone algemene vergadering van 2009.
21
Ecodis Holding NV en ANEL BVBA worden beiden gecontroleerd door Elmar Peters. ANEL BVBA houdt 475.402 aandelen aan. 22 Hiervan worden 50.000 warrants aangehouden door Guido Verswijvel zelf en 20.000 warrants door zijn echtgenote, Cynthia Verswijvel-Cornelissen. 23 Deze aandelen worden onrechtstreeks via Hervest Participations NV aangehouden.
107
7. Verrichtingen van bestuurders en verrichtingen met verbonden vennootschappen. Belangenconflicten van de bestuurders en het uitvoerend management 7.1. Belangenconflicten van bestuurders Artikel 523 van het Wetboek van vennootschappen bevat bijzondere bepalingen die moeten worden nageleefd telkens wanneer een bestuurder rechtstreeks of onrechtstreeks een strijdig belang van vermogensrechtelijke aard heeft bij een beslissing of een verrichting die tot de bevoegdheid behoort van de raad van bestuur. Overeenkomstig artikel 523, § 1 van het Wetboek van vennootschappen, zal de bestuurder die rechtstreeks of onrechtstreeks een belangenconflict heeft van vermogensrechtelijke aard, dit meedelen aan de andere bestuurders vóór de raad van bestuur een beslissing neemt met betrekking tot zulk strijdig belang. Zijn/haar verklaring en de rechtvaardigingsgronden betreffende voornoemd strijdig belang moeten worden opgenomen in de notulen van de raad van bestuur die de beslissing moet nemen. Met het oog op de publicatie ervan in het jaarverslag, omschrijft de raad van bestuur in de notulen de aard van de voorgenomen beslissing of transactie en verantwoordt zij het genomen besluit. Ook de vermogensrechtelijke gevolgen ervan voor de Vennootschap moeten worden vermeld in de notulen, en in het jaarverslag moeten de voornoemde notulen in hun geheel worden opgenomen. Indien de Vennootschap één of meer commissarissen heeft benoemd, moet de betrokken bestuurder tevens deze commissaris(sen) van zijn/haar strijdig belang op de hoogte brengen. Het (jaar)verslag van de commissarissen moet een afzonderlijke omschrijving bevatten van de vermogensrechtelijke gevolgen voor de Vennootschap van de besluiten van de raad van bestuur, ten aanzien waarvan een strijdig belang bestaat. Indien de Vennootschap een publiek beroep op het spaarwezen doet of heeft gedaan, mag de betrokken bestuurder niet deelnemen aan de beraadslagingen of aan de stemming van de raad van bestuur over de verrichtingen of beslissingen waarbij er sprake is van een strijdig belang. In geval van niet naleving van het voorgaande, kan de Vennootschap de nietigheid vorderen van beslissingen of verrichtingen die hebben plaatsgevonden met overtreding van deze bepalingen indien de wederpartij bij die beslissingen of verrichtingen van die overtreding op de hoogte was of had moeten zijn (artikel 523, § 2 van het Belgische Wetboek van vennootschappen).
108
Artikel 523, § 1 van het Wetboek van vennootschappen is niet van toepassing: -
-
indien de beslissing of verrichting die tot de bevoegdheid behoort van de raad van bestuur, betrekking heeft op beslissingen of verrichtingen die tot stand zijn gekomen tussen vennootschappen, waarvan de ene rechtstreeks of onrechtstreeks ten minste 95 % bezit van de stemmen verbonden aan het geheel van de door de andere uitgegeven effecten, dan wel tussen vennootschappen waarvan ten minste 95 % van de stemmen verbonden aan het geheel van de door elk van hen uitgegeven effecten in het bezit zijn van een andere vennootschap (artikel 523, § 3, al. 1 van het Belgisch Wetboek van vennootschappen); of indien de beslissing van de raad van bestuur betrekking heeft op gebruikelijke verrichtingen die plaatsvinden onder de voorwaarden en tegen de zekerheden die op de markt gewoonlijk gelden voor soortgelijke verrichtingen (artikel 523, § 3, al. 2 van het Belgische Wetboek van vennootschappen).
Op dit ogenblik hebben de bestuurders geen belangenconflict in de zin van artikel 523 van het Belgische Wetboek van vennootschappen dat niet werd bekendgemaakt aan de raad van bestuur. Men verwacht niet dat zulke belangenconflicten zullen plaatsvinden in de voorzienbare toekomst, buiten beslissingen aangaande managementovereenkomsten en de uitgifte van warrants. De Vennootschap heeft bovendien een beleid geformuleerd dat de normen omvat inzake belangenconflicten die niet onder de belangenconflictenregeling vallen, zoals uiteengezet in artikel 523 van het Wetboek van vennootschappen. Er wordt verwacht van alle bestuurders en leden van het Uitvoerend Management dat zij handelingen, posities of belangen vermijden, die strijdig zijn of schijnen te zijn met de belangen van Ecodis. Voor alle transacties tussen Ecodis en bestuurders of leden van het Uitvoerend Management of hun vaste vertegenwoordigers is de goedkeuring van de raad van bestuur vereist. Indien zij bijvoorbeeld, rechtstreeks of onrechtstreeks, contracten willen sluiten met Ecodis aangaande de levering van goederen of betaalde diensten (verschillend van de diensten geleverd in het kader van hun mandaat), zullen zij hiervoor steeds de uitdrukkelijke machtiging van de raad van bestuur moeten bekomen. Indien bestuurders of leden van het Uitvoerend Management of hun vaste vertegenwoordigers voor een potentieel belangenconflict worden gesteld, dat voortvloeit uit een beslissing of transactie van Ecodis, moeten zij de Voorzitter van de raad van bestuur hiervan onverwijld op de hoogte brengen. Belangenconflicten omvatten met name alle uiteenlopende belangen aangaande eigendom, functionele of politieke belangen of belangen waarbij familieleden tot in de tweede graad betrokken zijn.
109
Indien de regeling vervat in artikel 523 van het Wetboek van vennootschappen niet van toepassing is, zal akte worden genomen van het bestaan van het potentiële belangenconflict, en wordt de betrokken bestuurder of het betrokken lid van het Uitvoerend Management verondersteld zich te onthouden bij de stemming in kwestie. Dit beleid is eveneens van toepassing op alle bestuurders in hun hoedanigheid van lid van één van de gespecialiseerde comités van de raad van bestuur. Derhalve dienen zij de Voorzitter van de raad van bestuur op de hoogte te brengen van elk persoonlijk financieel belang (behoudens in hun hoedanigheid van aandeelhouder) of belangenconflict waarover het comité in kwestie beslist of dat voortvloeit uit enig ander mandaat dat zij bekleden. Zij mogen niet deelnemen aan de beraadslagingen en de stemming aangaande de besluiten van het comité waarop het belangenconflict betrekking heeft. Op de Datum van het Prospectus heeft de Vennootschap kennis van twee potentiële belangenconflicten. Enerzijds is de heer Guido Verswijvel bestuurder van de Vennootschap en tevens mede-oprichter van de NV Finpower die diensten verleent aan de Vennootschap. Anderzijds is de heer Elmar Peters vaste vertegenwoordiger van Ecodis Holding, gedelegeerd bestuurder en tevens hoofdaandeelhouder van de Vennootschap, en aandeelhouder van ANEL BVBA. De Vennootschap heeft geen kennis van andere dan de hierboven vermelde potentiële belangenconflicten. 7.2. Transacties met verbonden vennootschappen Artikel 524 van het Wetboek van vennootschappen, dat van toepassing zal zijn op de Vennootschap ingevolge de uitvoering van het Aanbod, voorziet in een speciale procedure die moet worden nageleefd wanneer de beslissingen of transacties van de Vennootschap verband houden met de betrekkingen tussen de Vennootschap enerzijds en de met haar verbonden vennootschappen in de zin van artikel 6 van het Belgische Wetboek van vennootschappen (andere dan de dochtervennootschappen) anderzijds. De procedure vervat in artikel 524 moet ook nageleefd worden voor beslissingen of transacties die verband houden met betrekkingen tussen de dochtervennootschappen van de Vennootschap en vennootschappen die met die dochtervennootschappen verbonden zijn in de zin van artikel 6 van het Belgische Wetboek van vennootschappen (andere dan de dochtervennootschappen van de dochtervennootschappen). Zulke procedure is niet van toepassing op beslissingen of verrichtingen die hebben plaatsgevonden onder de voorwaarden en tegen de zekerheden die op de markt gewoonlijk gelden voor soortgelijke verrichtingen, noch op de beslissingen en verrichtingen die minder dan één procent van het geconsolideerd netto-actief van de Vennootschap vertegenwoordigen.
110
Alle beslissingen of verrichtingen waarop artikel 524 van het Wetboek van vennootschappen van toepassing is, moeten voorafgaandelijk onderworpen worden aan de beoordeling ervan door een comité van drie onafhankelijke bestuurders, dat wordt bijgestaan door één of meer onafhankelijke experts. Het comité omschrijft de aard van de beslissing of verrichting, de (bedrijfsmatige) voor- of nadelen voor de Vennootschap en voor haar aandeelhouders alsook de vermogensrechtelijke gevolgen ervan en stelt vast of de beslissing of verrichting al dan niet van aard is de Vennootschap een nadeel te berokkenen dat, in het licht van het beleid dat de Vennootschap voert, kennelijk onrechtmatig is. Het comité brengt een schriftelijk gemotiveerd advies uit aan de raad van bestuur, die vervolgens een beslissing neemt in het licht van het advies van het comité. De raad van bestuur mag van het advies van het comité afwijken, maar in voorkomend geval moet hij vermelden op welke gronden van het advies van het comité wordt afgeweken. Het besluit van het comité moet samen met een uittreksel uit de notulen van de raad van bestuur worden afgedrukt in het jaarverslag van de Vennootschap.
8. Bezoldigingen en voordelen van de bestuurders en het uitvoerend management Het mandaat van bestuurder is niet bezoldigd. Bepaalde bestuurders hebben evenwel warrants van Ecodis ontvangen. Meer bepaald heeft de heer Leon Van Rompay 100.000 warrants ontvangen, terwijl de heer Guido Verswijvel rechtstreeks en onrechtstreeks (via zijn echtgenote Cynthia Verswijvel-Cornelissen) 70.000 warrants van Ecodis aanhoudt. In de toekomst zal het mandaat van onafhankelijk bestuurder vermoedelijk worden bezoldigd. Dit is een beslissing die toekomst aan de algemene vergadering der aandeelhouders. Het uitvoerend management ontvangt gezamenlijk een vergoeding van EUR 120.000 op jaarbasis. Er wordt geen bonus toegekend. De overeenkomsten met het uitvoerend management kunnen worden opgezegd mits het respecteren van een redelijke opzegtermijn. Er bestaat geen bijzondere ontslagregeling.
9. Relaties met belangrijke aandeelhouders Er bestaat een aandeelhoudersovereenkomst tussen de bestaande aandeelhouders van Ecodis, met uitzondering van één aandeelhouder die op 17 mei 2007 aandelen van Ecodis heeft verworven. Op grond van deze overeenkomst zijn de aandeelhouders overeengekomen dat: • zij voorafgaand aan een algemene vergadering van Ecodis overleg zullen plegen over de wijze waarop zij op de algemene vergadering zullen stemmen; • zij een lock-up van 365 kalenderdagen na de Noteringsdatum zullen respecteren, waarbij zij na 180 dagen na de Noteringsdatum 10% van het totaal aantal voor de
111
Afsluitingsdatum aangehouden aantal aandelen vrij kunnen overdragen (mits het respecteren van de voorkooprechten), met dien verstande dat de lock-up niet geldt voor overdrachten buiten de beurs op voorwaarde dat de overnemer de lock-up respecteert; • zij voorkooprechten en overdrachtbeperkingen gedurende drie jaren na het verstrijken van de lock-up zullen respecteren. Deze aandeelhouders worden geacht in onderling overleg te handelen gedurende de duur van deze aandeelhoudersovereenkomst.
112
Hoofdstuk V : De activiteiten van Ecodis 1. Bedrijfsprofiel 1.1. Beschrijving van het bedrijf Ecodis is een onderneming actief op het vlak van waterdesinfectie met een innovatieve technologie op basis van electrolyse of anodische oxidatie. Ecodis biedt een ecologisch alternatief voor de bestaande waterdesinfectietechnieken aan, dat de volgende voordelen biedt: Geen toevoeging van chemicaliën of zouten aan het te ontsmetten water vereist; Blijvende ontsmettende werking in het behandelde water na behandeling in de ecodis®; Afdoding en fysieke afbraak van de biofilm aanwezig in het leidingenstelsel; Geïntegreerde software voor de optimale aansturing en monitoring van de werking. Door een ruimer milieubewustzijn voor de waterproblematiek, de toenemende sociale verantwoordelijkheid van ondernemingen en de steeds strenger wordende milieuvoorschriften (zoals de Europese afvalstoffenregelgeving REACH24) alsook door de kosten, wordt de bedrijfswereld ertoe aangezet om alternatieve technieken te zoeken waarbij weinig of geen chemische stoffen worden gebruikt. Ecodis onderscheidt zich binnen de sector van de waterbehandeling door haar innovatieve technologieën. Ecodis besteedt dan ook bijzonder veel aandacht aan het pionierswerk dat wordt verricht door haar afdeling Onderzoek en Ontwikkeling en aan haar samenwerking met nationale en internationale kenniscentra. Door deze voortdurende focus op wetenschappelijk onderzoek is Ecodis erin geslaagd een vernieuwende techniek te ontwikkelen om water te desinfecteren zonder toevoeging van chemicaliën of zouten. Deze toepassing laat toe water te desinfecteren op een duurzame wijze en tegen een lage kostprijs. Bovendien heeft Ecodis een online controle- en monitoringsysteem ontwikkeld wat de gebruikers toelaat voortdurend de kwaliteit van het water op afstand op te volgen en te sturen. De strategie van Ecodis omvat de ontwikkeling, productie, marketing en verkoop van deze toepassingen, en het leveren van de bijhorende diensten via servicecontracten en beheersovereenkomsten. Zij streeft, in bepaalde productgroepen, naar een servicemodel waar de 24
Europese verordening inzake Registratie, Evaluatie en Autorisatie van (gevaarlijke) Chemische stoffen, zoals definitief vastgesteld door de Europese Ministerraad op 18 december 2006 met inwerkingtreding vanaf 1 juni 2007. Zie verder hoofdstuk 2.2.3.2.
113
prijs zal afgerekend worden per m. Ecodis heeft klanten zowel in de private als in de publieke sector. Zij mikt voornamelijk op industriële bedrijven, rust-, verzorgings- en gezondheidscentra, recreatie en overheidsdiensten. Ecodis heeft één Nederlandse dochteronderneming, Ecodis B.V. 1.2. Bedrijfsgeschiedenis Ecodis NV werd opgericht op 19 juli 2002 door dhr. Elmar Peters. De oprichting van de vennootschap was het resultaat van jarenlang onderzoek naar de mogelijkheden op het gebied van desinfectietechnieken waarbij geen gebruik wordt gemaakt van chemicaliën of zouten. Door de gevaren op vlak van veiligheid en gezondheid (bijproducten) bij het gebruik van chemicaliën, de steeds strengere milieunormen en daaruit voortvloeiende kosten groeide de vraag naar ecologische alternatieven. In oktober 1997 startte Elmar Peters met de ontwikkeling van de eerste ecodis® cel. Een jaar later werden de eerste tests al uitgevoerd bij de Antwerpse drinkwatermaatschappij PIDPA te Grobbendonk (België). Onderzoekers aan de Katholieke Universiteit van Leuven (België) onderzochten een aantal mogelijke toepassingen van de ecodis® cel. In 1999, in samenspraak met de Samenwerking Vlaams Water ("SVW"), de koepelorganisatie van de waterbedrijven in Vlaanderen, spitste het onderzoek zich toe op de ontsmettende performantie van de ecodis® cel. Het internationaal gereputeerde laboratorium Labo Derva te Heusden-Zolder (België) voerde de eerste tests uit in privé-zwembaden. Vanaf 2000 werd er door SVW gedurende vier jaren specifiek onderzoek verricht naar het effect van de ecodis® cel op de biofilm in waterleidingen en vergeleken met de tot dan toe best beschikbare technologie, namelijk het chloreren van drinkwater. De resultaten van de bovenstaande (en andere) onderzoeken worden besproken in Sectie 3.10.2. In oktober van datzelfde jaar werd Elmar Peters eervol genomineerd voor de prestigieuze Aquatech Innovation Award, nadat een panel van internationale deskundigen Ecodis had verkozen als één van de meest beloftevolle technologische revelaties van de Aquatech beurs. In 2002 werd Ecodis NV opgericht en werden de eerste werknemers aangeworven. Op dit moment heeft de Vennootschap een multidisciplinair team van een twintigtal ingenieurs/wetenschappers en technici tewerkgesteld. Bij verscheidene universiteiten en kenniscentra werden een aantal onderzoeksprojecten in diverse toepassingsgebieden opgestart of uitgebreid. Eind 2003 werd binnen Ecodis beslist om een eigen elektronische microcontroller te ontwikkelen met de mogelijkheid om het desinfectieproces op afstand online op te volgen.
114
In 2005 werd de eerste patentaanvraag ingediend. Bovendien werd de eerste versie van de 'online monitoring and microprocessor' afgewerkt. In datzelfde jaar werden verscheidene peer-reviewed artikels gepubliceerd over de ecodis® technologie in diverse internationaal gereputeerde wetenschappelijke vakbladen. In diverse sectoren werden contracten afgesloten om de Ecodis technologie in de praktijk uit te testen en de opgedane ervaringen software- en hardwarematig te integreren in de microprocessor. In februari 2006 werden de activiteiten van de Vennootschap verplaatst naar Schoten, nabij Antwerpen. Ecodis verhuisde naar een ruim gebouw met een auditorium, een waterlaboratorium en een ruime productiehal. Bovendien werd het team fors uitgebreid. In datzelfde jaar organiseerde Ecodis eveneens haar eerste in huis symposium en werd een Nederlandse dochteronderneming opgericht. In maart 2007 ontving Ecodis in Nederland voor haar alternatieve desinfecteertechnologie als eerste onderneming een voorwaardelijke voorlopige certificering (“Verklaring van Geen Bezwaar”) om haar installaties in Nederland te plaatsen.
2. Markt 2.1. De globale waterindustrie 2.1.1.
Belang van water
Water is levensbelangrijk. Hiervoor zijn er drie overtuigende vaststellingen: voldoende bruikbaar water is een essentiële voorwaarde voor elke vorm van leven en dus voor het behoud en de verbetering van onze levensstandaard; het bruikbare en beschikbare water op aarde (geraamd op ca 35 miljoen km of 2,5 % van alle water) is beperkt en neemt af door vervuiling en klimaatswijzigingen; en water is onvervangbaar. Het blijvend kunnen verzekeren van de beschikbaarheid van voldoende zuiver en veilig water is dan ook één van de voornaamste existentiële uitdagingen en doelstellingen, vooropgesteld door talrijke vooraanstaande nationale en internationale instellingen en overheden, zoals onder meer de Verenigde Naties 25. Water heeft dan ook, naast een vanzelfsprekend maatschappelijk en politiek belang, een aanzienlijk economisch belang. De waterindustrie biedt immers enorme marktmogelijkheden voor ondernemingen en investeerders. 25
Gebaseerd op haar eerste World Water Development Report “Water for People, Water for Life”, heeft de Verenigde Naties resolutie A/RES/58/217 aangenomen waarbij de periode 2005 – 2015 werd uitgeroepen tot the International Decade for Action, “Water for Life” en gericht op het bereiken van de diverse watergerelateerde doelstellingen opgenomen in Agenda 21, de UN Millennium Development Goals en de Johannesburg Plan of Implementation.
115
2.1.2.
Omschrijving
Het water op de aarde bestaat voor 97,5% uit zout water. Van de resterende 2,5% zoet water is slechts minder dan 1% beschikbaar voor menselijke consumptie, aangezien de overgrote meerderheid bestaat uit poolijs. Wereldwijd wordt jaarlijks ongeveer 4,5 miljoen km aan water verbruikt voor menselijke activiteiten. Hierin kunnen drie grote categorieën van consumptie worden onderscheiden: landbouw, industrieel en huishoudelijk gebruik. Wereldwijd staat landbouw in voor het grootste verbruik, maar dit verschilt heel sterk van regio tot regio.
Huishoudelijk 8%
Huishoudelijk 11% Landbouw 30%
Industrieel 22%
Landbouw 70% Wereldwijd
Industrieel 59% Geïndustrialiseerde landen
De watersector is geen duidelijk afgebakende markt. Ze is sterk gefragmenteerd en snel veranderend (consoliderend). De sector groepeert een zeer diverse groep van publieke en private ondernemingen zoals: drinkwatermaatschappijen, afvalwaterondernemingen, leveranciers van producten, systemen en diensten, sectororganisaties, beroepsverenigingen, overheidsinstanties en onderwijs- en onderzoeksinstellingen, die enkel als gemeenschappelijk kenmerk hebben dat hun bedrijfsactiviteiten geheel of gedeeltelijk gerelateerd zijn aan water. In de studie “Socio-economisch belang van de watersector in Vlaanderen” wordt de Vlaamse markt opgedeeld in de watersector in de enge zin (productie en distributie van drinkwater, en het verzamelen en verwerken van afvalwater) en de watersector in de brede zin (toeleveringsbedrijven zoals aannemers voor de infrastructuur, adviesbureaus en technologieleveranciers). De economische verhouding tussen deze categorieën in Vlaanderen wordt hieronder weergegeven 26:
26
Voor een overzicht van de Vlaamse watersector zie: ir. David Keirseblick en Prof. Dr. Xavier Gellynck, Universiteit Gent, faculteit Bio-Ingenieurswetenschappen, februari 2006. Studie in opdracht van TNAV: “Socioeconomisch belang van de watersector in Vlaanderen” (hierna ook “Studie Vlaamse Watersector”).
116
Omzet (o.b.v. cijfers 2004) Enge zin
Drinkwater
EUR 559 miljoen
Afvalwater
EUR 338 miljoen
Brede zin
EUR 2,7 miljard
Totale sector
EUR 3,6 miljard
Met betrekking tot de markt van de US werd de volgende onderverdeling vooropgesteld: Segment
Omzet 2004 (in USD miljard)
Waterbehandelingsuitrusting
Verwachte groei ‘05-’07
8,51
6 - 7%
11,19
3 - 4%
Chemicaliën
3,88
2 - 3%
Contract Operations
2,24
6 - 10%
Consulting/Engineering
7,09
5 - 7%
Onderhoud
1,71
3 - 5%
Instrumenten en testen
1,34
4 - 6%
Afvalwater nutsvoorzieningen
32,57
4 - 5%
Drinkwater nutsvoorzieningen
33,79
3 - 4%
102,33
4 – 6%
Distributieuitrusting
Total U.S. Water Industry Bron: Environmental Business Journal, 2005 2.1.3.
Omvang
Hoewel de ramingen naargelang de bron verschillen, wordt er algemeen aangenomen dat de mondiale watersector een stabiele en zeer grote groeimarkt is met een geschatte waarde van enkele honderden miljarden USD. Omwille van de moeilijkheid om de sector nauwkeurig af te bakenen, alsook omwille van het ontbreken van juiste en volledige marktgegevens, is het uiteraard bijna onmogelijk om de omvang van de globale watermarkt correct te bepalen en zijn alle ramingen en marktstudies bijgevolg benaderend. In het algemeen wordt de globale wereldwatermarkt geraamd op circa USD 300- 400 miljard per jaar, met een gemiddelde historische en stabiele toekomstige groei op lange termijn van
117
minimum 5 tot 6 % per jaar27. Volgens een Duits marketingbureau zal de wereldmarkt voor water en afvalwater groeien van USD 303,1 miljard in 2005 tot USD 540,7 miljard in 201528. Dit betekent een groei op 10 jaar van bijna 80 %. Hierbij wordt echter geen rekening gehouden met de sterk groeiende markt van flessenwater. Deze deelmarkt wordt geraamd op circa USD 25 miljard in 2004 en USD 85 miljard in 2015. Wereldmarkten voor Water en Waterbehandeling 2002-2010-2015 (in miljarden USD) 2002 122,5 7,5 12,4
West-Europa Oost-Europa Azië (excl China) China 5,4 VS/Canada 79,5 Zuid-Amerika 21,0 Afrika 3,6 Andere 5,4 TOTAAL 257,3 29 Bron : Kaiser Rapport
2003 125,5 8,7 15,4
2004 130,9 9,2 17,4
2005 137,3 9,7 20,2
2006 143,3 10,6 21,8
2010 162,0 19,5 50,9
2015 188,0 27,4 92,3
7,6 83,9 21,6 4,1 6,0 272,8
8,0 88,3 22,7 4,3 6,2 287,0
8,4 92,2 24,0 4,9 6,3 303,1
9,2 101,5 24,8 5,2 6,5 322,9
13,8 118,5 28,5 10,1 9,1 412,4
25 140,6 35,6 20,8 11 540,7
De Europese markt voor water en afvalwater werd in 2005 geraamd op circa USD 147 miljard per jaar. Volgens een recente studie, uitgevoerd door de Universiteit Gent in opdracht van het TNAV, wordt de globale watersector in Vlaanderen geraamd op circa EUR 3,37 miljard per jaar. De tewerkstelling vertegenwoordigt er circa 17.000 personen30. De watersector is dan ook één van de belangrijkste economische sectoren in Vlaanderen.
27
SAM Sustainable Asset Management, januari 2006. Research study: “Precious Bleu -Investment Opportunities in the Water Sector” (hierna ook “SAM Rapport”). 28 Helmut Kaiser Consultancy, februari 2005. Rapport: “Water Disinfection, treatment and purification (water quality securing) 2004-2005-2010-2015” (hierna ook “Kaiser Rapport”). 29 Dit rapport is enkel beschikbaar tegen betaling en is dus niet (integraal) online publiek beschikbaar. De website van Helmut Kaiser Consultancy: www.hkc22.com. 30 Studie Vlaamse Watersector.
118
2.1.4.
Kritische marktfactoren
Water werd traditioneel beschouwd als een publiek goed, overvloedig aanwezig en zonder noemenswaardige kostprijs. Stilaan groeit het besef dat dit niet langer zo zal blijven en dat water kan uitgroeien tot een strategisch actief. Meer specifiek zullen een aantal kritische marktfactoren, die hierna worden besproken, bepalend zijn voor de verdere evolutie en de groei van de waterindustrie.
2.1.4.1. Toenemende “watercrisis”31 •
Probleemschets
Uit diverse “alarmerende” onderzoeken van internationale organisaties zoals de Verenigde Naties, de Wereld Gezondheidsorganisatie (WGO) en het Wereld Natuur Fonds (WNF), blijkt dat we worden geconfronteerd met waterschaarste die wereldwijd verder zal toenemen. Deze kan worden gedefinieerd als het moment waarbij de impact van gebruikers op de hoeveelheid en de kwaliteit van het beschikbare water zodanig is dat niet meer kan worden voldaan aan de vraag door alle sectoren. Zowel de vraag- als aanbodzijde tonen tendensen die deze vrees verder aanwakkeren. Zoals aangegeven door onderstaande grafiek groeit het waterverbruik met zo’n 2,5% per jaar en overtreft zo duidelijk de bevolkingsaangroei, wat voornamelijk wordt verklaard door de wereldwijde industriële expansie.
31
Voor een algemeen overzicht van de waterproblematiek zie: studies van de Verenigde Naties onder voetnoot 3 hiervoor of Robin Clarcke en Jannet King, 2004. The Water Atlas.
119
6000 5000 4000 3000 2000 1000 0 1900
1950
1995
Landbouw
Residentieel Gebruik
Industrie
Verliezen (reservoirs)
2025
Bron: SAM report Bovendien komt het aanbod van water, zowel de kwantiteit als de kwaliteit, steeds meer onder druk. Tendensen als verdere urbanisatie en dus concentratie van de bevolking zorgen voor een uitputting van de lokale watervoorziening. Klimaatsveranderingen32 kunnen deze trend verder versterken. De onvoldoende of verouderde waterinfrastructuur leidt soms tot grote verliezen, bijvoorbeeld via lekken, vormt belangrijke bottlenecks en kan een negatieve impact hebben op de kwaliteit van het water. Verdere wereldwijde economische groei en toenemende welvaart en comforteisen leiden tot de nieuwe vormen van industriële waterbesmetting en nieuwe ziektekiemen (zoals de Legionella bacterie), met een zware impact op de waterkwaliteit. Tot slot wordt (afval)water overmatig, ondoordacht en inefficiënt gebruikt. •
Enkele vaststellingen
In 2050 zal de wereldwijde vraag naar water zijn verdubbeld en zal circa de helft van de totale wereldbevolking van 8 miljard mensen te kampen hebben met een chronisch watertekort. Naar schatting 1,2 miljard mensen heeft thans geen toegang tot zuiver drinkwater en circa 2,5 miljard mensen heeft geen of onvoldoende toegang tot sanitaire voorzieningen. Besmet water doodt jaarlijks ongeveer 1,7 miljoen mensen en 2,2 miljoen mensen lijden aan een ziekte veroorzaakt 32
Voor Europa zie ook: European Environment Agency, 2007. Rapport: “Climate change and water adaption issues”. Zie verder hoofdstuk 2.2.3.2.
120
door besmet water. Om de 8 seconden sterft een kind door besmet water. Uit een rapport, opgesteld door het Wereld Natuur Fonds (WNF)33, blijkt dat de watercrisis niet alleen de armste regio’s treft. De crisis heeft een globaal karakter. Het WNF wijst voor Europa op de gevaren van klimaatsveranderingen, de periodes van droogte en het verlies aan natuurgebieden die water opslaan (wetlands). Ook laakt de organisatie het mismanagement van zoetwaterbronnen, de blijvende ernstige (grond)watervervuiling en het overmatige waterverbruik door de industrie en de landbouw. Grote stedelijke gebieden verbruiken bovendien teveel water.
2.1.4.2. Groeiende publieke bewustwording en aandacht Mede ten gevolge van de toenemende media-aandacht voor de watercrisis en de waterincidenten allerhande, groeit ook de publieke bewustwording en de bezorgdheid voor de milieu- en gezondheidsproblematiek inzake water. In toenemende mate zal rekening moeten gehouden worden met de wensen en de percepties van de consumenten en de gebruikers. Naast het opduiken of vaststellen van nieuwe vormen van voor de mens schadelijke watervervuiling, is deze toenemende bewustwording eveneens gelieerd aan de betere doorstroming van informatie naar het publiek en de consument. Dit gegeven, gecombineerd met 33
Wereld Natuur Fonds, augustus 2006. Rapport : “Rich countries, Poor water”.
121
de toenemende marktmacht van de consument en het belang van een goede reputatie, zet bedrijven en instellingen ertoe aan om zich te profileren als enerzijds een milieuvriendelijke verbruiker van water en anderzijds als een speler die water veilig gebruikt in zijn activiteit. Zo bestaat er een ISO 14001 certificering die de milieuperformantie nagaat. 2.1.4.3. Toenemende regulering en controle De groeiende publieke bewustwording geeft aanleiding tot een strikter publiek toezicht en een strengere specifieke waterwetgeving. Dit heeft uiteraard een enorme impact op de verdere groei en de ontwikkeling van de watersector. Er wordt verwacht dat de vrees voor nieuwe terroristische aanslagen en de vastgestelde kwetsbaarheid van de meeste waterdistributiesystemen zullen resulteren in een verdere regelgeving. De Europese Unie heeft reeds een uitgebreide waterreglementering34. De Europese Kaderrichtlijn Water (2000/60/EG) van 2000, alsook de reglementering REACH zullen een grote invloed hebben op de betere zuivering van het afvalwater in de Europese Unie en op de marktevolutie in de nieuwe lidstaten van Centraal- en Oost-Europa. De gefaseerde implementatie van deze reglementering en omzetting in de wetgeving van de Europese lidstaten zal een aanzienlijke invloed hebben op de verdere ontwikkeling van de Europese watermarkt. 2.1.4.4. Noodzaak tot aanzienlijke investeringen Uit talrijke studies blijkt dat er enorme investeringen noodzakelijk zijn voor de instandhouding, de renovatie en de aanpassing van de huidige (dikwijls verouderde) waterinfrastructuur, alsook voor de noodzakelijke nieuwe waterinfrastructuur. Grote investeringen zullen nodig zijn voor de distributie, behandeling en de zuivering van huishoudelijk en industrieel afvalwater. De jaarlijkse benodigde totale investeringen worden geraamd op 180 miljard USD. De investeringen voor de implementatie van de Europese wetgeving worden geraamd op 170-230 miljard EUR35. De waterinvesteringen voor de VS voor de volgende twintig jaar zouden volgens conservatieve ramingen tenminste 277 miljard USD bedragen36. Gezien de enorme kostprijs en de belasting voor de steden kan worden geopteerd voor technologische oplossingen die het probleem van de renovatie en aanleg op een andere manier aanpakken of overbodig maken. Hierbij kan worden gedacht aan innovatieve methoden om de economische levensduur van de infrastructuur te verhogen en gedecentraliseerde zuiverings- en desinfecteersystemen. 34
Voor een overzicht van de Europese waterwetgeving zie ook : Europese Gemeenschap, Directoraat-Generaal Milieu, 2000. Brochure: “ Het EU-beleid: zuiver water”. 35 SAM Rapport. 36 Steve Maxwell, The Environmental Benchmarket and Strategist, 2006. Article: “State of the Water Industry 2006 Who Will Pay ? Who Will Profit ?
122
2.1.5.
Impact van de watercrisis op de marktomvang en -structuur
De aangehaalde marktfactoren zullen de publieke opinie, bedrijven en overheden bewuster en economischer naar water doen kijken. Deze mentaliteitswijziging zal worden versterkt door de verbruiker van water te confronteren met de werkelijke kost van zijn watergebruik en hem zo te motiveren om te investeren in besparende maatregelen zoals efficiënter (her)gebruik en recyclage. Dit geeft aanleiding tot een aantal opmerkelijke trends en ontwikkelingen in de waterindustrie.
2.1.5.1. Verdere liberalisering van de waterdistributiesector Ondanks maatschappelijke en politieke bezwaren wordt verwacht dat, omwille van de enorme investeringen, de vooralsnog overwegend publieke waterdistributiesector verder zal worden geliberaliseerd, wat zal resulteren in nog meer publiek-private samenwerkingsmogelijkheden. Door het toenemende belang van de private sector, zullen vermoedelijk de marktverhoudingen aanzienlijk wijzigen en zal er meer marktconforme concurrentie zijn37. Er kan worden verwacht dat omwille van de privatisering de vroegere overheidsbedrijven belangrijke inspanningen zullen wensen te leveren voor wat betreft dienstverlening aan hun klanten door hen bij te staan in hun waterbeheer. In 2000 was slechts 10 % van het wereldwijde watermanagement privaat, maar verwacht wordt dat dit percentage in de toekomst sterk zal toenemen. Er kan wel worden verwacht dat ondanks deze privatisering de overheid een belangrijke rol zal opeisen via reguleringen m.b.t. de veiligheidsvoorschriften en de prijszetting.
2.1.5.2. Trend van uitbesteding door bedrijven van de interne waterproblematiek Daarnaast is er een toenemende outsourcing tendens bij industriële ondernemingen (onder meer uit de voedings- en farmaceutische sector) voor het zuiveren van afvalwater. Door de toenemende complexiteit van het waterbeheer (o.a. door regulering) en groter wordende druk van de consument zullen bedrijven worden gemotiveerd om hun intern waterbeheer uit te besteden aan gespecialiseerde firma’s.
37
Studie Vlaamse Watersector.
123
2.1.5.3. Toenemende technologische innovatieve oplossingen Hoewel de watersector een eerder conservatieve en weinig innoverende markt is, worden meer en meer vernieuwende technologische oplossingen toegepast zoals onder meer:
duurzame infrastructuurtechnieken (agrarische irrigatiesystemen, watertransportsystemen, ...);
waterzuivering met membraantechnologie;
desalinatie of ontzilting van zout en brak water;
alternatieve waterdesinfectietechnologieën;
monitoring-systemen om de performanties na te gaan;
…
Er wordt een groeiende belangstelling vastgesteld voor systemen met een extra beveiliging, gedecentraliseerd en zo kort mogelijk voor het eindverbruik ("point of use/point of entry"). Deze bieden de verbruiker meer zekerheid omtrent de kwaliteit van het gebruikte water. De al dan niet juiste perceptie van het feit dat het drinken van leidingwater niet veilig, smaakvol of gezond is, is allicht één van de verklaringen voor dit succes.
2.1.5.4. Verdere consolidatie en (her)positionering38 Men verwacht dat de intensieve (internationale) overname- en fusieactiviteit in de watersector verder zal aanhouden. Hierbij valt op dat een groeiend aantal grote groepen zoals Veolia, Suez, RWE, GE Water, ITT Industries, Siemens, General Electric, Danaher, 3M Corporation, ... zich strategisch (her)positioneren in of buiten de watersector. Naast uiteraard de goede marktperspectieven van de watersector, is deze tendens ook ingegeven door de gebruikelijke voordelen van schaalvergroting, de noodzaak om een totaaloplossing aan te bieden, alsook door het feit dat de groeimogelijkheden via de drinkwaterdistributie alleen te beperkt zijn. Opmerkelijk is ook dat een aantal van deze grotere gediversifieerde spelers vaak bepaalde technologische nichespelers in snelgroeiende sectoren (zoals waterbehandeling en waterzuivering) overnemen om zo uit te groeien tot globale gediversifieerde waterondernemingen. Men gaat ervan uit dat de huidige gefragmenteerde wereldwatermarkt van circa 20.000 ondernemingen verder zal consolideren tot amper 5.000 in 2015. Men raamt dat rond 2015 het huidige marktaandeel van de 20 grootste spelers zal verdubbelen tot 40 % 39.
38 39
Voor een overzicht van recente transacties zie ook : artikel van Steve Maxwell vermeld onder voetnoot 36. Kaiser Studie.
124
Evolutie in marktconcentratie
Martkaandeel (%)
100 80 60
2002 2015
40 20 0 ca. 20.000
ca. 5.000
Top 80
Top 20
Aantal marktspelers
Bron : Kaiser Studie
2.1.5.5. Groeiende investeringsinteresse De klaarblijkelijke sterke en consistente lange termijn groeiperspectieven van de watersector trekken veel investeerders aan. Een steeds groter aantal ecologische, ethische en zelfs specifieke waterfondsen legt zich toe op investeringen in de watersector40. Opmerkelijk is ook de recente groeiende interesse van (vaak ook grotere) (“cleantech”) private equity/venture capital spelers (in het bijzonder voor bepaalde snelgroeiende subsectoren). Zij worden vermoedelijk ook aangetrokken door de consolidatieopportuniteiten in de gefragmenteerde watermarkt41.
2.1.6.
Mogelijke gevolgen en opportuniteiten
Gelet op deze vaststellingen en trends bestaat in het algemeen de overtuiging dat de uitgaven in de watersector een steeds groter aandeel zullen uitmaken van het Bruto Nationaal Product. Zij zullen op termijn onvermijdelijk aanleiding geven tot een (verdere) stijging van de waterprijs, die in de meeste Westerse landen voor de eindgebruikers nog relatief laag is. Naarmate de waterprijs verder zal stijgen, zullen deze markttendensen verder intensifiëren.
40
Ondermeer SAM Sustainable Water Fund, Pictet Funds, Maxx Water Funds, Atlanis Water Fund, LP, ASN Milieu en Water Fonds, KBC ECO Water Fonds, Acqua International Partners, LP (Texas Pacific Group), … 41 Voor een overzicht zie ook artikel van Steve Maxwell vermeld onder voetnoot 36.
125
De mondiale watersector is in crisis en wordt dus geconfronteerd met verschillende complexe maatschappelijke, politieke en economische uitdagingen om in de toekomst de verdere beschikbaarheid van voldoende veilig en zuiver water te garanderen. Maar deze crisis biedt tegelijkertijd enorme groeimogelijkheden voor creatieve, vernieuwende en goed geleide ondernemingen en, a fortiori, investeerders. De hierna volgende investeringsclusters zouden zeer goede (groei)perspectieven moeten bieden42:
42
waterdistributie en watermanagement: bouw en beheer van waterinfrastructuur, watertransportsystemen, publieksprivate samenwerking;
innovatieve waterbehandeling: (afval)waterzuivering, waterdesinfectie en ontzilting;
consumentensystemen voor recyclage, waterefficiëntie en hergebruik;
water en voedsel: voedingsproductie, agrarische irrigatiesystemen, flessenwater.
onder meer SAM Rapport.
126
Status van de globale waterindustrie in een notendop Sturende marktfactoren: • toenemende watercrisis: ernstige problemen met waterschaarste en watervervuiling • groeiende publieke bewustwording en aandacht voor waterissues • toenemende waterregulering en striktere overheidscontrole • noodzaak tot aanzienlijke investeringen in waterinfrastructuur Vermoedelijk onvermijdelijk gevolg: • groeiend bewustzijn van de economische kost van water • op termijn moet de water(kost)prijs stijgen • efficiënter (her)gebruik en recyclage van water Impact van de watercrisis op de marktomvang en -structuur: • verdere liberalisering en “privatisering” van de water(distributie)sector • trend van uitbesteding door bedrijven van de interne waterproblematiek • toenemende technologische en inovatieve oplossingen en technieken • aanhoudende consolidatie en (her)positionering • groeiende investeerdersinteresse Kansrijke investeringsclusters: • waterdistributie en watermanagement en -beheer • innovatieve waterbehandeling waaronder waterdesinfectie • efficiente consumentensystemen • voeding en flessenwater
127
2.2.
Waterdesinfectiemarkt43
2.2.1.
Inleiding
Desinfectie is een proces voor het doden en inactiveren van (ziekteverwekkende) microorganismen in het water. Desinfectie kan worden toegepast voor de ontsmetting van diverse types van water zoals drinkwater, (voorbehandeld) industrieel (afval)water van diverse aard, proceswater, koelwater, zwembadwater, … De moeilijkheidsgraad en de mate van noodzakelijke desinfectie is uiteraard verschillend naargelang het type, de aanwending en de kwaliteit of de vervuiling van het te ontsmetten water. Desinfectie kan als eindbehandeling centraal (d.w.z. voor de verdeling via het leidingnet) en/of gedecentraliseerd (“point-of-use”) gebeuren. Naast het traditioneel desinfecteren met chloor zijn steeds meer nieuwe alternatieve methoden en technologieën beschikbaar (zoals hierna verder zal worden toegelicht). Deze nieuwe trend vloeit voort uit ecologische, economische en gezondheidsoverwegingen, alsook uit de striktere wetgeving.
2.2.2.
Omvang
De mondiale waterdesinfectiemarkt wordt in ruime zin in 2004 geraamd op USD 5,31 miljard en er wordt verwacht dat deze markt zal groeien tot USD 9,20 miljard in 2015.44. De markt voor desinfectie wordt algemeen beschouwd als een stabiele groeimarkt met een verwachte jaarlijkse gemiddelde groei van circa 10–15 % (en afhankelijk van de subsector en de regio zelfs tot 25 %). De verwachte groei in mature markten zoals West-Europa en NoordAmerika is evident gematigder dan deze in Azië, Afrika en Zuid-Amerika.
43
Voornaamste bronnen: Kaiser Studie; Sam Rapport; en Frost & Sullivan, februari 2007. Market Insight “Disinfection : Still Growing After a Century of Providing Safe Water”, en Frost & Sullivan, april 2007, Rapport: European Water and Wastewater Disinfection Systems Markets (hierna "Frost & Sullivan Studie"). In deze studies wordt klaarblijkelijk nog relatief weinig aandacht geschonken aan nieuwe en onbekende technologieën, alsook aan de marktmogelijkheden voor gedecentraliseerde oplossingen. 44 Kaiser Studie.
128
Totale Markt voor Disinfectie in waterbehandeling 2004-2010-2015 (per regio) (in USD miljard)
2004
2005
2006
2010
2015
West-Europa
1.55
1.63
1.83
2.22
2.52
Oost-Europa
0.48
0.51
0.58
0.71
0.82
USA/NAFTA
1.53
1.62
1.83
2.22
2.54
Azië
1.30
1.41
1.66
2.13
2.54
Zuid-Amerika
0.23
0.24
0.28
0.33
0.39
Overige
0.22
0.23
0.27
0.33
0.39
5.31
5.64
6.45
7.94
9.20
Totaal Bron : Kaiser Studie
De Europese waterdesinfectiemarkt in ruime zin wordt in 2004 geschat op iets meer dan USD 2 miljard en USD 3,34 miljard in 2015.Volgens een recente marktstudie wordt de Europese deelmarkt voor water en waterafval desinfectiesystemen (het betreft enkel de markt desinfectiematerialen zonder rekening te houden met andere gerelateerde investeringen zoals infrastructuurinvesteringen of producten) in 2006 geraamd op USD 485,5 miljoen met een marktaandeel van 40% voor huishoudelijk drinkwater, 12% voor huishoudelijk afvalwater en 48% voor industrieel water (met als belangrijkste sectoren voeding & drank, semi-conductoren en de farmaceutische industrie). Met een jaarlijkse gemiddelde groei van 6,5% wordt deze deelmarkt in 2013 geraamd op USD 753,2 miljoen, met een hoger groeiritme in Centraal- en Oost-Europa en een groeiend marktaandeel voor nieuwere technologieën.45 Op basis van een segmentering van de markt volgens de desinfecteermethode46, valt een duidelijke evolutie op: traditionele op chloor gebaseerde (en andere traditionele chemische) en thermische (fysische) desinfecteertechnieken zullen aanzienlijk minder snel groeien. Zij zullen ook gradueel marktaandeel verliezen aan nieuwe technologische procédés (zoals Ultra-Violet en elektrolyse).
45 46
Frost & Sullivan Studie. Kaiser Studie.
129
Werelddesinfectiemarkt (per desinfectiemethode) (in USD miljard)
2004
2010
2015
Chloor gebaseerd
1,26
1,48
1,56
Ultra-Violet
1,44
2,53
3,04
Ozon
0,86
1,06
1,22
Thermisch
0,57
0,70
0,74
Andere (waaronder elektrolyse)
1,18
2,17
2,64
Totaal
5,31
7,94
9,20
Bron : Kaiser Studie Bij een opsplitsing van de markt volgens de waardeketen blijkt dat de bouw van desinfecteerfaciliteiten (met een marktaandeel van meer dan 35 % in 2004) het belangrijkste marktsegment is. Dit marktdeel zal in de komende jaren blijven groeien. Het aandeel (15% in 2004) van diensten met toegevoegde waarde zoals (online) monitoring, controle, analyse en meting, zullen naar verwachting sterk groeien terwijl het aandeel van de waterbehandelingschemicaliën naar verwachting zal dalen. Waardeketen werelddesinfectiemarkt
Value Chain of Water Disinfection Market Water Disinfection Disinfection Planning /design /consulting
Total Market 2005 100%
Disinfection facility without MCA
Disinfection measurement , control & automatic to the facility
Disinfection facility without MCA 35%
Planning /design /consulting 6%
Operation & Maintenance
Operation & Maintenance 15%
Water chemicals
Water chemicals 29%
Disinfection measurement , control & automatic to the facility 15%
Trends 2004 -2010
Bron : Kaiser Studie
130
2.2.3.
Specifieke marktfactoren, tendensen en aandachtspunten
2.2.3.1. Globale markttendensen De verdere verwachte groei van de waterdesinfectiemarkt wordt, zoals hiervoor al aangegeven, in de eerste plaats gestuurd door de wijdverspreide en toenemende waterpollutie en de betrachting om de nefaste humanitaire gevolgen van de waterbesmetting tegen te gaan. In meer ontwikkelde regio’s zoals Europa en Noord-Amerika, zal de vraag van de consumenten en de industrie naar zuiver, veilig, esthetisch, lekker (reukloos, smaakvol, chloorvrij) en gezond water de marktgroei blijvend stimuleren. Nieuwe en meer hardnekkige vormen van industriële en bacteriële waterbesmetting (zoals de Legionella bacterie, biofilm besmetting, Escherichia coli en Cryptosporidium) die niet of niet op afdoende wijze met de traditionele desinfecteermethoden kunnen worden bestreden, zullen naar verwachting nieuwere en steeds efficiëntere technologische oplossingen vergen. In het bijzonder in Europa en Noord-Amerika zullen de op chloor gebaseerde en andere chemische desinfecteermethoden, alsook de thermische desinfectie, meer en meer (moeten) worden vervangen door andere meer duurzame, efficiënte en ecologische desinfecteertechnologieën zoals Ultra-Violet en elektrolyse. Grote multinationale spelers zoals ITT, Siemens, Danaher, GE Water en 3M reageren op deze tendens door deze innovatieve technologieën te verwerven via partnerships of overnames van kleinere innovatieve marktspelers zoals Wedeco (Duitsland), Trojan Technologies (Canada), Aquafine (VS), Ionics (VS), Zenon (Canada) en Cuno (VS). Er wordt verwacht dat deze consolidatiegolf zal aanhouden. Naast de groeimogelijkheden in de tot de Europese Unie toegetreden landen van Centraal- en Oost-Europa (gefaseerde implementatie van de Europese waterwetgeving) zullen ook de noodzakelijke vervangingsinvesteringen van verouderde systemen in West-Europa de marktgroei ondersteunen 47. Ook de vastgestelde tendens naar efficiëntere technologische gedecentraliseerde “point-of-use” oplossingen voor de waterzuivering (membraantechnologie) en desinfectie biedt extra (en allicht nog niet volledig onderkende) groeimogelijkheden. Hierbij spelen naast kostoverwegingen ook veiligheidsoverwegingen tegen mogelijke terroristische acties op centrale waterdistributiesystemen een rol.
Omwille van de aanwezigheid van enkele grote globalere spelers en de keuzemogelijkheden tussen verschillende onderling wedijverende desinfecteertechnologieën, wordt een relatief intense concurrentie verwacht. In dit verband is het belangrijk voor kleinere nichespelers (zoals Ecodis) om zich te onderscheiden door het blijven vernieuwen en investeren in onderzoek en 47
Frost & Sullivan Studie.
131
ontwikkeling en door het aanbieden van complementaire diensten met toegevoegde waarde zoals online monitoring, sturing, analyse en meting, telemetrie, engineering, onderhoud, training, coaching van beheersplannen, ...48
2.2.3.2. Toenemende nationale en supra-nationale wetgeving Een striktere wetgeving en de verhoogde publieke controle zijn uiteraard de meest evidente sturende marktfactoren. Zoals hiervoor reeds aangehaald zal de implementatie van deze wetgeving in de Westerse landen in de komende decennia aanleiding geven tot aanzienlijke investeringen in de watersector. Hieronder volgt een overzicht van nationale en supra-nationale regelgeving in enkele relevante domeinen. Hoewel hieronder niet weergegeven, is de wetgeving in andere Westerse landen gelijkaardig als in Europa. •
Europese Waterwetgeving
De Europese Unie heeft een uitgebreide waterreglementering49. In de Europese inspanningen om de waterkwaliteit te verbeteren, kunnen drie fasen worden opgedeeld. De eerste fase in de Europese waterwetgeving ging in 1975 van start met de Richtlijn Oppervlaktewater (75/440/EEG) en culmineerde in 1980 in de Drinkwaterrichtlijn (80/778/EEG). De wetgeving was voornamelijk gericht op het behalen van waterkwaliteitsdoelstellingen voor specifieke watertypes en -gebruiken: viswater, schelpdierwater, zwemwater en grondwater. In 1988 werd een evaluatie gehouden van de Europese waterwetgeving, die in 1991 leidde tot nieuwe belangrijke richtlijnen inzake de behandeling van stedelijk afvalwater (91/271/EEG) en inzake nitraten (91/676/EEG). De derde fase startte in 1995 en mondde in 2000 uit in de overkoepelende Kaderrichtlijn Water (2000/60/EG) (“KRW”) die het toekomstige Europese waterbeleid vorm moet geven. Het doel van de KRW is het bepalen van een kader voor de bescherming van landoppervlaktewater, overgangswater, kustwateren en grondwater. De richtlijn wil de watervoorraden en de kwaliteit van de stroomgebieden in Europa op lange termijn veilig stellen. Deze richtlijn zal moeten bijdragen tot een progressieve vermindering van de lozing van gevaarlijke stoffen in het water. In 2015 moeten deze doelstellingen zijn gehaald. De gefaseerde implementatie van deze reglementering en omzetting in de wetgeving van de Europese lidstaten
48
Ibidem. Voor een overzicht van de Europese waterwetgeving zie ook: Europese Gemeenschap, Directoraat-Generaal Milieu, 2000. Brochure: “ Het EU-beleid: zuiver water”.
49
132
zal een aanzienlijke invloed hebben op de verdere ontwikkeling van de Europese watermarkt 50 en zal aanzienlijke investeringen vereisen. De meest relevante andere Europese reglementering m.b.t. water wordt hierna kort besproken. De Richtlijn Gevaarlijke Stoffen (76/464/EEG) is één van de belangrijkste onderdelen van de Europese milieuwetgeving. De richtlijn schept een kader voor de aanpak van waterverontreiniging door een groot aantal gevaarlijke stoffen, die zijn opgenomen in een uitgebreide lijst. De richtlijn verplicht de lidstaten om programma's voor de terugdringing van verontreiniging vast te leggen, waarvoor bindende waterkwaliteitsdoelstellingen en een stelsel van lozingsvergunningen worden gebruikt. De Commissie heeft tegen een aantal lidstaten zaken aanhangig gemaakt bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, omdat deze landen zich niet aan de richtlijn houden. De Nitraatrichtlijn (91/676/EEG) is erop gericht te hoge nitraatconcentraties als gevolg van meststoffen en agrarische lozingen in oppervlaktewater en grondwater te voorkomen. Door te hoge nitraatconcentraties treden ongewenste ecologische veranderingen in het water op, en wordt de groei van schadelijke algen bevorderd. Verder zijn deze concentraties schadelijk voor de volksgezondheid. De richtlijn verplicht lidstaten om oppervlaktewater en grondwater te controleren, door nitraat verontreinigde wateren te identificeren en kwetsbare zones aan te wijzen (bijvoorbeeld zones met intensieve landbouw waarin zich door nitraat verontreinigde wateren bevinden). Aan deze verplichting moest uiterlijk in december 1993 zijn voldaan. De Richtlijn inzake de behandeling van stedelijk afvalwater (91/271/EEG) beoogt de aanpak van verontreiniging met nutriënten, bacteriën en virussen die wordt veroorzaakt door lozingen van stedelijk afvalwater. Door lozingen van stedelijk afvalwater komen zeer hoge concentraties van nutriënten (met name fosfor en nitraten) terecht in rivieren en zeeën, wat "eutrofiëring" tot gevolg heeft. Eutrofiëring wordt veroorzaakt door een sterke toename van fotosynthetiserende organismen waarbij de rijkheid van de soorten of biodiversiteit van het water juist sterk afneemt. Dit is te wijten aan een verlaging van het zuurstofniveau in het water en aan andere ecologische activiteiten. Het eindresultaat is een verstoring van het ecologische evenwicht in het water en een verslechtering van de waterkwaliteit. Hierdoor kan het ecosysteem van een meer of een zee ingrijpend veranderen. Dit proces kan zelfs leiden tot massale vissterfte. De potentieel schadelijke bacteriën en virussen in de lozingen kunnen ook gevaar opleveren voor de volksgezondheid bij water dat voor recreatieve doeleinden of voor 50
De omzetting van deze Europese KRW naar Vlaamse wetgeving gebeurde via het Decreet betreffende het Integraal Waterbeleid van 18 juli 2003 dat het juridisch en organisatorisch kader vastlegt waarbinnen het waterbeleid in Vlaanderen moet worden gevoerd. Vermits het een kaderdecreet is, geeft het enkel de grote beleidslijnen aan waarvoor nog verdere uitvoeringsbesluiten nodig zijn.
133
aquacultuur wordt gebruikt. Krachtens de richtlijn moeten steden, stedelijke gebieden en andere bevolkingscentra voldoen aan minimumnormen inzake de opvang en behandeling van afvalwater, binnen door de richtlijn vastgestelde termijnen. Deze termijnen liepen eind 1998, 2000 en 2005 af, afhankelijk van de gevoeligheid van het ontvangende water en van de grootte van de betrokken bevolkingscentra. De Drinkwaterrichtlijn (98/83/EEG) schrijft kwaliteitsnormen voor drinkwater voor en is een belangrijk instrument voor de volksgezondheid. De normen betreffen een reeks stoffen, eigenschappen en organismen (parameters). De richtlijn stelt strenge eisen met betrekking tot microbiologische parameters vanuit het oogpunt van de implicaties voor de volksgezondheid. Op Europees niveau moet het leidingwater voldoen aan 48 kwaliteitscriteria. Ook de Zwemwaterrichtlijn (76/160/EEG) is van belang voor de volksgezondheid. Volgens de richtlijn moet zwemwater aan minimum kwaliteitscriteria voldoen. Hiervoor zijn bindende en tamelijk stringente Europese normen vastgesteld voor een aantal belangrijke parameters (zoals indicatoren voor de aanwezigheid van fecale bacteriën). De richtlijn verplicht de lidstaten om de waterkwaliteit regelmatig te controleren en de Commissie daarover jaarlijks verslag uit te brengen. Aan deze normen moest uiterlijk in 1995 worden voldaan. Bovendien zullen in de toekomst de mogelijkheden van ondernemingen om chemische stoffen te gebruiken in hun productieprocessen steeds strenger worden gereglementeerd. Vooral de gefaseerde invoering vanaf 1 juni 2007 van de nieuwe Europese chemische stoffen verordening REACH (“Registratie, Evaluatie en Autorisatie van CHemische stoffen”), zoals definitief vastgesteld door de Europese Ministerraad op 18 december 2006, zal in dit verband naar verwachting een aanzienlijke impact hebben ten voordele van niet-chemische waterbehandelingstechnieken. De REACH-wetgeving is noodzakelijk omdat momenteel weinig of niets bekend is over de mogelijke negatieve effecten voor mens en milieu van het overgrote deel van de vele tienduizenden stoffen op de markt. Deze kennisachterstand geeft onzekerheid over de kwaliteit en veiligheid van de leef- en werkomgeving. Met de invoering van REACH moeten ondernemingen, op basis van informatie over de eigenschappen, het gebruik van en de blootstelling aan de betrokken stoffen, de risico's van deze stoffen in kaart brengen. Zo nodig moeten zij zelf veiligheidsmaatregelen nemen en deze aan hun afnemers aanbevelen. Voor de meest zorgwekkende chemische stoffen wordt een verbod ingevoerd, waarbij de Europese Unie onder strenge voorwaarden autorisaties voor productie en gebruik kan verlenen. Met de invoering van REACH verschuift de verantwoordelijkheid voor een adequate risicobeheersing van chemische stoffen naar het bedrijfsleven.
134
•
Legionella wetgeving
Legionella en legionellose Legionella is de verzamelnaam voor een groep bacteriën waarvan een aantal soorten in staat is om mensen ziek te maken. In sommige gevallen heeft de ziekte de dood tot gevolg. In 1980 bleek dat Legionellabacteriën, die enkele jaren daarvoor werden ontdekt als veroorzakers van de zogenaamde veteranenziekte ("Legionellose"), zich ook kunnen vermeerderen in leidingwaterinstallaties. Het meest frequent wordt in leidingwaterinstallaties de soort Legionella pneumophila aangetroffen, waarvan de serogroep 1 de voornaamste veroorzaker van de Legionellose is. Legionellabacteriën zijn beweeglijk en staafvormig, hebben een lengte van 2 tot 20 micron en een doorsnede van 0,3 tot 0,9 micron. Deze bacteriën leven in water en hebben zuurstof nodig. Ze vermeerderen zich met name in biofilms. Belangrijke factoren voor de groei van de Legionellabacterie zijn een langdurige stilstand van water (meer dan twee dagen) op een temperatuur van 20°C tot 50°C, met een optimum tussen 30°C en 40°C. Het inademen van zeer kleine waterdruppeltjes, de zogenaamde aërosolen (5 à 6 micron), die Legionellabacteriën bevatten, kan lichte tot zware longontsteking veroorzaken, de veteranenziekte genaamd. Wanneer deze bacterie de kans krijgt om vanuit de longen ook de darmen en hersenen binnen te dringen, kan de afloop dodelijk zijn. Bepaalde subgroepen van de Legionellabacterie kunnen ook een andere ziekte veroorzaken, de zogenaamde Pontiac-koorts. Deze vorm van Legionellaziekte lijkt op griep. Het risico om Legionellaziekte op te lopen is van een aantal factoren afhankelijk: • de vorming van relevante hoeveelheden inadembare aërosolen; • het type Legionellabacteriën dat die aërosolen bevatten; • de hoeveelheid Legionellabacteriën die in het lichaam binnendringt; • de natuurlijke weerstand van de getroffen persoon. De incubatietijd (dit is de tijd tussen het oplopen van de bacterie en de eerste verschijnselen van veteranenziekte) bedraagt 2-10 dagen. De eerste symptomen lijken sterk op griep: lusteloosheid, hoofdpijn, (hoge) koorts en droge hoest, daarna gevolgd door longontsteking met koorts boven 39°C. Ook kan geestelijke verwarring ontstaan. De koorts wordt steeds hoger en kan uiteindelijk de dood tot gevolg hebben. De veteranenziekte kan worden behandeld met speciale antibiotica. Hoe eerder men met de behandeling kan beginnen des te groter is de kans op genezing. Het duurt enige weken voordat men genezen is. Het kan voorkomen dat (jonge en gezonde) mensen antistoffen ontwikkelen tegen Legionella zonder dat zij zich kunnen herinneren ziek te zijn geweest.
135
De tijd tussen het oplopen van de bacterie en de eerste verschijnselen van de zogenaamde Pontiac-koorts bedraagt slechts 1-2 dagen. De aanvallen zijn heftig en, in tegenstelling tot de veteranenziekte, kunnen ook mensen die normaal gesproken gezond zijn, ook door de Pontiackoorts worden getroffen. Na 2 tot 5 dagen is de getroffen persoon echter weer opgeknapt, zonder hulp van antibiotica. Legionella-besluit Hoewel er vooralsnog geen uniforme Europese Legionella-wetgeving is, hebben de meeste Westerse landen een eigen Legionella-reglementering. De Vlaamse regering vaardigde op 22 november 2002 (zoals recent gewijzigd op 10 november 2006) het zogenaamde Legionellabesluit uit met preventieve maatregelen. Dit besluit dient te worden nageleefd door elke exploitant van een publiek toegankelijke plaats waar de vorming van aërosol mogelijk is en als besmettingsgevaar ontstaat. De vorming van aërosol wordt vastgesteld in douches, whirlpools, luchtbevochtigingsinstallaties, fonteinen,... Dit betekent dat onder meer ziekenhuizen, bejaardentehuizen, tentoonstellingsruimten, winkels, restaurants, hotels, sportcentra en recreatieve openluchtverblijven onder de toepassing van de reglementering vallen. De term 'publiek toegankelijke plaatsen' is echter ruim gedefinieerd, waardoor de wet bijvoorbeeld ook van toepassing is voor de exploitant van een installatie (vb. koeltoren) die aërosolverspreiding naar een publiek toegankelijke plaats (vb. straat) veroorzaakt. Door het besluit werden de betrokken exploitanten (ingedeeld in functie van de risicograad) verplicht een beheersplan met een risicoanalyse op te stellen alsook in bepaalde gevallen verplicht om tegen begin 2013 een aantal structurele maatregelen te implementeren.
Gelet op deze marktomstandigheden wordt in het algemeen uitgegaan van een verdere sterke aanhoudende groei van de waterdesinfectiemarkt.
136
2.2.4. Competitieve omgeving Zoals hiervoor al werd aangehaald, is ook de markt voor de waterdesinfectie een onduidelijk afgebakende, gefragmenteerde, snel veranderende markt in volle consolidatie met talrijke spelers met uiteenlopende activiteiten, profielen en omvang. Het aantal marktspelers in Europa wordt geraamd op meer dan 100.51 Volgens de Studie Vlaamse Watersector zijn er in Vlaanderen circa 100 ondernemingen (of circa 18% van alle Vlaamse watersectorondernemingen), waaronder Ecodis, actief op het vlak van waterzuivering (inclusief 18 als leverancier van chemische producten). Ecodis is lid van de representatieve sectororganisatie Thematisch Netwerk Afvalwaterzuivering Vlaanderen ("TNAV"), een samenwerkingsverband van bijna 80 Vlaamse ondernemingen die procestechnologie toeleveren voor de hele waterkringloop en waarvan de focus ligt op de innovatie in de watersector. Slechts enkele ervan zijn zoals Ecodis actief op het vlak van waterdesinfectie. Hierna volgt een overzicht van enkele Europese spelers (waarvan een aantal deel uitmaken van grote milieu- of gediversifieerde industriële groepen of beursgenoteerd zijn) ingedeeld op basis van toegepaste desinfectiemethode: • Ultra-Violet: Wedeco (ITT), Berson UV, Lenntech Water, Beeckman, Trojan Technologies (GE Water), Sunlight Systems (Siemens Water Technology), LUT UV, Hanovia UV, IDI-Ozonia • thermisch: Grohe, Demelker • biociden: Solvay, Akzo, Nalco, Betz (GE Water),Wallace & Tiernan en Chemfeed en Stranco (Siemens Water Technology) • chloordioxide: Guldrager, Nalco, Prominent, Alldos, Twinoxide • ozon: IDI-Ozonia, Lenntech Water, Logisticon, Wedeco (ITT), Degremont, Blatter Ozon • waterstofperoxide: Anotec, Roam Chemie • koper-zilverionisatie: Liquitech, Ateca, Orca • zoutelektrolyse: Aquabutzke, Acquastel • diverse: Best Water Technology, Christ Water Technology, Calgon Carbon, Ionics (Danaher),…
51
Voor een globaal en regionaal overzicht van Europese marktspelers: zie Forst & Sullivan Studie.
137
Volgens een recente marktstudie kunnen in Europa drie grote groepen worden onderscheiden:52 Een eerste groep ondernemingen met een geraamd gezamenlijk marktaandeel van circa 30% in 2006 wordt gevormd door 3 internationale ondernemingen die beschikken over een sterk distributienetwerk en die diverse technologische desinfectieoplossingen aanbieden voornamelijk voor grotere projecten. Het Duitse (voormalig beursgenoteerde en recent door ITT overgenomen) Wedeco is Europees marktleider met een marktaandeel van 15,4%. Het marktaandeel van Siemens Water Technology (diverse ondernemingen) wordt geraamd op 8,2%. Prominent heeft een 2006 marktaandeel van 6,2%. Een tweede groep ondernemingen met een geraamd gezamenlijk marktaandeel van 40% in 2006 bestaat uit een beperkt aantal ondernemingen met sterke lokale marktposities in één bepaalde technologie die voor projecten in hun thuismarkt met de grotere internationale spelers concurreren: Alldos-Grundfos (5,1%), Trojan Technologies (GE Water), Berson UV, IDIOzonia, Hanovia UV, Arkema en GE Water. Een derde groep ondernemingen met een geraamd gezamenlijk marktaandeel van 30% in 2006 wordt gevormd door talrijke lokale nichespelers die zich voornamelijk richten op kleinere (meestal) industriële projecten. Zoals voor de ganse watersector, kent ook de markt voor waterdesinfectie een sterke overnameen fusieactiviteit door grote water, milieu of gediversifieerde industriële groepen (zoals General Electrics, ITT, Siemens, …). Men verwacht dat deze trend in de nabije toekomst zal aanhouden.
3. De ecodis® technologie, producten en diensten 3.1. Het basisprincipe Ecodis ontwikkelde een technologie om water te desinfecteren. De ecodis® technologie kan worden ondergebracht bij de zogenaamde fysico-chemische waterbehandelingsmethoden. Dit zijn methoden waarin er -in tegenstelling tot de chemische methoden- geen chemicaliën noch zouten aan het te behandelen water worden toegevoegd.
52
Frost & Sullivan Studie.
138
WERKINGSPRINCIPE
Ontstaan van gemengde “vrije” oxidantia: Zuurstofradicalen (bv. OH.)
Chloorradicalen (Cl.)
Klassieke elektrolyse of anodische oxidatiemethoden zijn gebaseerd op de generatie van zogenaamd “vrij chloor”. De desinfecterende componenten die het “vrij chloor” uitmaken zijn het waterstofhypochloriet of onderchlorig zuur (HOCl) en het hypochloriet ion (ClO-), die met elkaar in een zuur-base evenwicht staan. Deze componenten worden gevormd aan de anoden door oxidatie van chloride ionen in het water. Chloride is een bestanddeel van zouten (bv. keukenzout NaCl) of zuren (bv. zoutzuur HCl).
De “vrij chloor” is een krachtig oxidatiemiddel met een sterk desinfecterende werking. Het is in staat bacteriën, schimmels, virussen en protozoa te doden. Naast een onmiddellijke desinfecterende werking onderhoudt vrij chloor ook nog een nawerking waardoor water lange tijd kiemvrij kan worden gehouden. Dit is van groot belang aangezien water na desinfectie dikwijls nog lange tijd in het leidingstelsel verblijft alvorens te worden verbruikt. Om voldoende vrij chloor te kunnen genereren wordt systematisch zout (NaCl, natrium chloride) aan het water toegevoegd om voldoende hoge concentraties (minstens 100 mg/liter chloride) aan chloride ionen te verkrijgen. Een andere methode om vrij chloor te kunnen creëren is om ex-situ met een pekeloplossing in een afzonderlijke elektrolysecel hoge concentratie chloor te produceren. Een bepaalde dosis van dit concentraat dat op deze wijze ontstaat wordt vervolgens aan het te behandelen water toegevoegd. Beiden worden aangeduid met de term zoutelektrolyseprocessen.
139
De ecodis® technologie is gebaseerd op het principe van elektrolyse, anodische oxidatie genoemd. Ecodis ontwikkelde in de loop der jaren speciale elektrodematerialen waardoor de toevoeging van zout aan het water overbodig is. De basis van de ecodis® desinfecteerinstallatie wordt gevormd door een doorstroom electrolysecel waarin zich een aantal permanente en inerte titanium elektroden voorzien van een specifieke coating bevinden. De elektroden bevinden zich in een bepaalde geoptimaliseerde configuratie waartussen het water stroomt. Een elektrische stroom op een (veilig) laagspanningsniveau zorgt ervoor dat vanuit het water zelf -dus zonder toevoeging van chemicaliën- de gedeeltelijk op zuurstof gebaseerde oxidantia (zuurstofradicalen 53) worden gevormd met een ogenblikkelijke desinfectie tot gevolg. Behalve zuurstofradicalen worden uit de chloride ionen die van nature in elk water aanwezig zijn, ook onderchlorig zuur en hypochloriet aangemaakt. Deze garanderen een blijvende desinfecterende werking. Zelfs bij zeer lage concentraties aan chloride in het water is de ecodis® cel in staat, voldoende hoge concentraties aan oxidantia te genereren. Twee milligram chloride per liter volstaat al om deze reactie te initiëren. De twee verschillende desinfectanten die zo ontstaan in de ecodis® cel versterken elkaar krachtig. Praktijktesten hebben uitgewezen dat bepaalde chloorresistente bacteriën door de ecodis® wel worden gedood en dat het desinfecterend vermogen van de ecodis® veel hoger ligt dan eenzelfde desinfecteerniveau met NaOCl (javel of bleekwater). Hoewel niet noodzakelijk, kan zouttoevoeging nog steeds en zal het rendement van de ecodis® gevoelig doen toenemen. Dit leidt echter tot verzilting van water en een verhoogde corrosiesnelheid op bijvoorbeeld gegalvaniseerd staal en dient daarom te worden vermeden.
Aangezien de ecodis® zowel een onmiddellijke werking als een goede restwerking realiseert, volstaat het vaak in de praktijk een deel van de waterstroom te behandelen om de totale waterstroom steriel te houden. Hierdoor kunnen de investerings- en exploitatiekosten sterk worden teruggeschroefd. Afbeelding : behandeling van een deel van de stroom
ecodis®
53
Dit zijn de zuurstofbevattende deeltjes die gekenmerkt worden door hun enorm hoge reactiviteit, niet-selectieve reacties en hun korte levensduur (fractie van een seconde).
140
Omwille van de sterk oxiderende kracht van de gevormde radicalen in de cel is de ecodis® ook in staat polluenten in het water af te breken. Zowel anorganische polluenten zoals cyanide, ammonium en ijzer als organische polluenten zoals pseudo-oestrogenen (hormonen nabootsende stoffen) kunnen worden geoxideerd. 3.2.
De performantie van de ecodis®
3.2.1.
Desinfecterend vermogen
Het te behandelen water wordt onmiddellijk ontsmet terwijl het door de ecodis® cel stroomt. Naast een onmiddellijke desinfectie wordt dankzij een restgehalte aan geproduceerde oxidantia ook een verdere desinfecterende nawerking (depotwerking) in het te behandelen water gerealiseerd die tot meerdere dagen kan aanhouden.
Verschillende wetenschappelijke studies hebben de desinfecterende werking van de ecodis® op diverse bacteriën, virussen, schimmels en protozoa aangetoond. Verschillende bacteriesoorten waaronder Staphylococcus aureus, Enterococcus sp., Aeromonas sp., Escherichia coli, Pseudomonas aeruginosa en sporen van de schimmel Aspergillus niger werden uitgebreid getest (verschillende van deze organismen zijn typisch aanwezig in ziekenhuizen). Bij eenmalige passage door de ecodis® cel werden bij alle onderzochte bacteriën een reductie van minstens 106 (1.000.000) kve/ml of een volledige doding verkregen. Testen van het direct desinfecterend vermogen
141
Zelfs in nawerking - de onderzochte bacteriën werden in het geactiveerde water geënt, dus na passage door de ecodis® cel - werden reducties bekomen van dezelfde grootteorde (minimum 106 kve/ml) en dit binnen een zeer korte incubatieperiode. Zo werden de typische ziekenhuisbacterie Staphylococcus aureus (106 kve/ml), het fecale Escherichia coli (108 kve/ml) en de biofilmvormer Pseudomonas putida (108 kve/ml) binnen 15 min inwerking van vrije oxidantia gedood, terwijl Micrococcus luteus (108 kve/ml) en Legionella pneumophila (107 kve/ml) werden gedood binnen 30 minuten blootstelling aan 0,3 mg vrij chloor/l water. Testen van het residueel desinfecterend vermogen
Deze indrukwekkende resultaten werden verkregen in water met een pH range van 7,6 tot 8,2 en bij een zeer laag chloridengehalte van 2 tot 15 mg/liter.
3.2.2.
Effecten op de biofilm met de ecodis®
3.2.2.1.
Wat is biofilm?
Aan de binnenzijde van leidingstelsels bevindt zich vaak een slijmachtige laag. Dit noemt men de biofilm. Biofilms ontstaan door de aanhechting en de groei van micro-organismen op het leidingoppervlak. Hiervoor gebruiken zij voedingsstoffen die van nature in water, zélfs in drinkwater, aanwezig zijn. De belangrijkste voedingsstoffen zijn assimileerbare organische koolstofverbindingen, stikstof en fosfor. Biofilms worden in grote mate aangetroffen in alle leidingstelsels. Verschillende factoren, zoals de aard van het leidingmateriaal, de stroomsnelheid en de samenstelling van het water hebben een invloed op de groeisnelheid, de biomassa en de vorm van de biofilm. Wanneer een leidingstelsel in gebruik wordt genomen, kan reeds na een aantal weken de vorming van biofilm worden waargenomen.
142
Nadat het leidingoppervlak is gekoloniseerd door micro-organismen, ontstaan er microkolonies die een mengsel van uitwendige natuurlijke polymeren (zoals polymerensuikers) produceren. Deze vormen een driedimensionale structuur die is vastgehecht aan het oppervlak en waarin de bacteriën verblijven. Een schematische voorstelling van biofilmvorming is weergegeven in onderstaande figuur. Schematische voorstelling van de vorming van biofilm
Bron : CBE, Montana State University–Bozeman Het grote gevaar van biofilm in leidingstelsels is dat het een schuilplaats biedt voor microorganismen, waarbij de aanwezige voedingsstoffen aanleiding kunnen geven tot een explosieve groei. De snelheid waarmee biofilm wordt gevormd, wordt ondermeer beïnvloed door de gebruikte leidingmaterialen, de verblijftijd in en de temperatuur van het water. Bovendien kan de temperatuur van koud, stagnerend water in de leidingen ook worden beïnvloed door de omgevingstemperatuur. Een watertemperatuur tussen 20 en 50°C is optimaal voor de groei van micro-organismen. Aangezien de biofilm over het hele leidingstelsel aanwezig is, kan water dat bij toevoer in het leidingstelsel volledig werd gedesinfecteerd, opnieuw besmet raken wanneer het enige tijd in het leidingstelsel blijft. Bacteriën die zich vasthechten aan een oppervlak en in een biofilm gaan groeien, nemen een fundamenteel verschillende vorm aan ten opzichte van vrijlevende bacteriën en zijn meestal resistenter tegen desinfectie. De biofilm biedt ook bescherming tegen hogere temperaturen, bv. bij spoelen met warm water. Bacteriën kunnen ook weer loskomen uit de biofilm en terug naar hun vrijlevende vorm overgaan. Dit kan gebeuren met individuele cellen of met groepjes cellen.
143
3.2.2.2.
Structuur van biofilms
In verschillende omgevingen werden al diverse soorten biofilms waargenomen. Sommige microkolonies vormen kegelvormige structuren die verder kunnen ontwikkelen tot paddestoelachtige structuren. Deze structuren kunnen los van elkaar bestaan met tussenin een dunne laag vastgehechte bacteriën. Soms groeien deze structuren echter aan de bovenkant met elkaar vast waardoor grote structuren ontstaan. Kanalen in de biofilm zorgen ervoor dat het water in de structuur kan binnendringen en overal nutriënten kan afleveren. Biofilms kunnen zo een aanzienlijke dikte bereiken zonder dat de individuele cellen nutriënten te kort komen.
3.2.2.3.
Voordelen voor de bacteriën die biofilms koloniseren
Biofilmvorming komt zo universeel voor omdat deze structuur enkele grote voordelen biedt voor de bacteriën die erin leven. Zo is er een hogere concentratie aan nutriënten in de biofilm. Deze kunnen adsorberen aan het drageroppervlak en zo de nutriëntconcentratie in de buurt sterk verhogen. Ook kan er metabolische interactie optreden tussen de organismen. Samen kunnen de micro-organismen stoffen gebruiken die ze alleen niet kunnen afbreken. Micro-organismen in een biofilm blijken ook beter bestand tegen conventionele antibiotica, biocides en hydrodynamische wrijvingskrachten dan hun vrijlevende tegenhangers. Enkele mechanismen verklaren deze verhoogde resistentie. Voor grote moleculen vormt de polymeermatrix een beperking op de diffusie. De negatief geladen polymeren kunnen ook positief geladen biocides binden. Sommige cellen kunnen desinfectie ook overleven door in een rusttoestand te gaan waarin ze meer resistentie bezitten. Wanneer de periode van desinfectie voorbij is, kunnen ze bovendien leven op de organische resten van afgestorven cellen.
3.2.2.4.
Problemen geassocieerd met biofilm: Legionella pneumophila
Verschillende problemen worden toegeschreven aan de vorming van biofilm. Zo kan biofilm leiden tot een verminderde warmte-overdracht in warmtewisselingssystemen en tot verhoogde corrosie. Een ander zeer belangrijk en onderschat probleem is een verhoogd risico op Legionellabesmetting in systemen met biofilm. Legionella pneumophila bacteriën zijn de veroorzakers van de veteranenziekte. De meeste gevallen van veteranenziekte komen voort uit door de mens gecreëerde omgevingen waar de watertemperatuur hoger is dan de omgevingstemperatuur, zoals warmwatersystemen (douches, bubbelbaden) en koelwatersystemen (airconditioning, koeltorens). Besmetting treedt op na het inademen van kleine waterdruppeltjes (aërosolen) die L. pneumophila bevat. De incubatieperiode varieert van
144
2 tot 10 dagen. Waargenomen symptomen zijn: koorts, droge hoest, hoofdpijn, rillingen, braakneigingen, diarree en delirium. Risicofactoren voor het oplopen van de ziekte zijn: chronische longziekte, kanker, verzwakt immuunsysteem, chronische ziektes, gevorderde leeftijd en roken. Normaal gezien overschrijdt de mortaliteit de 15% niet, maar bij een onaangepaste behandeling of een serieuze onderliggende ziekte kan dit oplopen tot 40%. Een ander belangrijk aspect in de ecologie van de L. pneumophila is de interactie met biofilms. Deze bieden de bacterie een extra bescherming in ongunstige omgevingen. Uit onderzoek is gebleken dat Legionellabacteriën kunnen overleven in biofilms in het waterdistributiesysteem van gebouwen. In leidingen waarin meer biofilm groeit, werd ook meer L. pneumophila vastgesteld. Biofilmgeassocieerde Legionellabacteriën zijn beter beschermd tegen biologische, chemische en fysische invloeden van buitenaf, waardoor ze moeilijker te bestrijden zijn. De associatie van L. pneumophila met biofilms verhoogt de resistentie tegen desinfectantia dan ook sterk. Dit is te verklaren doordat het desinfectans hierbij door de biofilm moet penetreren om bij de bacteriën te raken. Zo is L. pneumophila in een biofilm 100 maal resistenter tegen jodium dan bij vrijlevende cellen. Voor Legionella bozemanii werd aangetoond dat een viermaal hogere concentratie vrij chloor nodig is om ze af te doden in een biofilm dan als vrijlevende cellen.
3.2.2.5.
Biofilms in praktijk
Historisch gegroeide waterleidingstelsels met tal van vertakkingen in kelders, plafonds en minder gebruikte ruimtes staan vaak een efficiënte aanpak van biofilms en de hiermee geassocieerde microbiële contaminaties in de weg. Sinds 2002 legt daarom het zogenaamde Legionellabesluit bepaalde verplichtingen op aan risico-instellingen zoals rust- en ziekenhuizen aangaande de voorkoming en bestrijding van Legionella in waterleidingstelsels. Gelijkaardige problemen doen zich voor in bv. de voedingsindustrie en de land- en tuinbouw waarbij bacteriën zoals Salmonella en Listeria in de biofilm een grotere aandacht krijgen dan Legionella.
3.2.2.6.
Fysieke verwijdering van biofilm door de ecodis®
De ecodis® verhindert niet alleen de vorming van biofilm maar breekt de bestaande biofilm ook fysiek af. Uit enkele praktische onderzoeken met KIWA biofilmmonitoren (uitgevoerd bij de Antwerpse drinkwatermaatschappij PIDPA) blijkt dat binnen enkele uren meer dan 85% van het oorspronkelijke ATP-gehalte (adenosinetrifosfaat) wordt verwijderd (Figuur 1). Na twee dagen
145
worden er geen meetbare concentraties van ATP teruggevonden. ATP staat in voor de energiehuishouding van een cel en is de noemer van alle levende cellen die kunnen worden aangetroffen in een biofilm. Bij doding van bacteriën en levende organismen in de biofilm vermindert daarmee dus de ATP-concentratie.
Chemische afbraak van biofilm leidt tot een verhoging van de hoeveelheid assimileerbare organische koolstof (AOC) aanwezig in het water. Assimileerbaar betekent, dát deel van de organische koolstofketens, dat kan dienen als voedingsbron voor eventueel aanwezige microorganismen. Uit metingen uitgevoerd door PIDPA (in kader van een Samenwerking Vlaams Waterproject) blijkt dat de AOC-concentratie in het water op de staalnamepunten vlak voor en na de ecodis® constant blijft, terwijl deze bij andere desinfecteermethoden (zoals chloreren en ozoneren) gevoelig stijgt. Uit deze metingen blijkt dat op staalnamepunten verderop gelegen in het leidingsysteem er een tijdelijke verhoging van de AOC-concentratie ontstaat, die vervolgens stagneert en uiteindelijk in de loop van de tijd afneemt en terugkomt tot de oorspronkelijke meetwaarden. Deze tijdelijke stijging in het AOC-gehalte bevestigt dat de ecodis® naast de doding van de levende cellen in de biofilm, de biofilm ook fysiek afbreekt. Door verbruik van water worden uiteindelijk deze AOC fracties uit het leidingsysteem verwijderd. 1200 1200
1057
1000
1000 876 820
800
600 526
553
574
terugval tijdens instelling ecodis ®
566
460 412
400 345
374
Biofilm (pg ATP/cm2)
Biofilmvorming (pg ATP/cm2)
950
800
600
400
307 218
200
9
0 0
12
29
42
20
terugval na ongeveer 1 uur werking v/d ecodis ®
200
67 60 40
60
80
100
Tijd (dagen )
Figuur 1: Evolutie van biofilm in een KIWAbiofilmmonitor.
120
0 0
20
40
60
80
100
Tijd (dagen)
Figuur 2: Aangroei en heraangroei van biofilm in Een KIWA -biofilmmonitor.
: aangroei biofilm gedurende 112 dagen
: aangroe i en doding biofilm cfr. Figuur 1
: doding biofilm na opzetten van de ecodis®
: heraangroei biofilm na uitschakelen van
de ecodis®
146
120
3.2.3.
Conclusie over de werking
De ecodis® technologie staat dus in voor een volledige ontsmetting van het leidingstelsel. Dit gebeurt via een uniek “4 stappenproces”: • eerst en vooral vormt de ecodis® een barrière ("gatekeeper") aan de koudwatertoevoer: bacteriën die via het koude water binnenkomen, worden ogenblikkelijk gedood in de elektrolysecel. • de elektrolysecel produceert ook oxidantia die voor een blijvende restdesinfectie zorgen. Bacteriën, die zich verderop in het leidingstelsel in de waterstroom bevinden, worden hierdoor geëlimineerd. • een derde actie van de ecodis® is het volledig doden van de biofilm. Herbesmetting van het water, door bacteriën vanuit de biofilm, is daardoor uitgesloten. Biofilm (ook in koud water) is dé belangrijkste oorzaak van een bacteriologische besmetting. • in een laatste stap wordt de biofilm geleidelijk verwijderd (sanering), waardoor de dode biofilm niet als voedingsbodem (habitat) voor nieuwe micro-organismen kan dienen. 3.3. De ecodis® installatie
3.3.1.
ecodis® hardware
De zelfontwikkelde ecodis® installatie bestaat uit volgende onderdelen die door Ecodis zijn ontworpen, geproduceerd, geassembleerd, geconfigureerd en getest : • electrolysecel(len); • electrolysebord met leidingwerk, afsluiters, staalnamekranen en debietmeters; • electro-kast met stroomgestuurde gelijkstroomvoedingen, microcontroller voor systeembeheer, datacommunicatie en datalogging; • meters voor meting van vrije oxidantia, temperatuur, pH, druk en geleidbaarheid, debiet in hoofdstroom en in deelstroom; • optioneel: waterontharders, terugspoelbare filters, automatische spuiventielen. Ecodis streeft ernaar om zo veel mogelijk te standaardiseren. “Plug-en-play” modules geconcipieerd in functie van verschillende celdebieten vermijden zo een projectmatige aanpak. Het samenwerken met (buitenlandse) partners wordt hierdoor sterk vereenvoudigd. De ecodis® cel vormt de basis van de installatie. De cellen die op het moment van dit Prospectus worden gecommercialiseerd, zijn ontworpen voor de behandeling van (drink)water in stromen van 0,5m, 1m, 2m, 3m en 5m per uur en per cel.
147
Afhankelijk van de waterparameters kan via een configuratiesoftware automatisch de juiste dimensionering van de ecodis® worden vastgelegd. Ook de verhouding deelstroom – totale stroom wordt hiermee bepaald. De elektrolysecellen kunnen zowel in koud - als warmwater (tot 60 °C) worden ingezet.
Voorbeeldinstallatie: 1 cel 4m/u in bypass geplaatst op de hoofdleiding om 20m/u te behandelen.
Voorbeeldinstallatie: 4 cellen 5m/u in bypass geplaatst op de hoofdleiding om 40m/u te behandelen.
148
Voor het behandelen van grotere debieten kunnen veelvouden van de ecodis® cel in parallel worden gemonteerd. Via leidingwerk en collectoren, kunnen de ecodis® cellen met elkaar worden verbonden. De modulatie van de ecodis® installatie anticipeert op een mogelijke toekomstige uitbreiding bij de klant.
Voorbeeldinstallatie: 4 cellen 5m/u in bypass geplaatst op de hoofdleiding om 60m/u te behandelen.
Mobiel installatie: 2 cellen van 5m/h
149
De mobiele ecodis® wordt meestal ingezet ingeval van sanering van leidingen of bij het uitvoeren van piloottesten. Desinfectie met de ecodis® is een proces dat permanent op afstand wordt gestuurd en opgevolgd. De aangemaakte desinfectanten dienen onder alle omstandigheden veilig en binnen de drinkwaternorm te worden ingeregeld. Hiervoor zijn meet-, regel- en communicatietechnieken nodig. Ecodis ontwikkelde met eigen middelen de volledige elektronische hardware, waaronder een microcontroller (moederkaart). De microcontroller is de centrale eenheid die mogelijkheid biedt voor het simultaan besturen en controleren van maximum 24 ecodis® cellen. De geheugencapaciteit van de controller is zodanig performant dat iedere 30 seconden alle gegevens gedurende één maand kunnen worden opgeslagen. Deze gegevens kunnen via de communicatieapparatuur worden doorgestuurd naar een centrale server bij Ecodis. Het proces en zijn parameters worden weergeven op een GUI (“Graphical Users Interface”) via COM, USB op het scherm van de computer, voorzien van zelf ontwikkelde ecodis® software voor Windows. Afstandscommunicatie wordt verzorgd door een analoge modem of optioneel GSM-GPRS-UMTS modem of ethernet aansluiting. Heel de opbouw van de ecodis® controller is modulair opgevat. Zo wordt alle flexibiliteit en uitbreidbaarheid gewaarborgd om alle mogelijke ecodis® configuraties, al of niet in combinatie met randapparatuur, op afstand te bewaken of te koppelen met de gebruikersbeheerssystemen van de klant. Heel het concept is krachtig genoeg om nieuwe complexere productontwikkelingen (bv. koeltorens) in de toekomst aan te kunnen. De ontwikkeling van de eigen ecodis® controller met eigen “embedded” sofware (met broncode) beschermt Ecodis tegen “reversed engineering”.
ecodis® controller voor besturing van 4 ecodis® cellen.
150
De microcontroller stuurt de volgende onderdelen aan, die ook intern werden ontwikkeld: • de display; • het “touchscreen” – toetsenbord; • de interface kaart(en) (“miscellaneous interface card(s)”); • de interface naar telefoon- of gsm-modem of optioneel via ethernet. Een “touchscreen” display geeft real time informatie over de parameters van het proces en de ecodis® cel (temperatuur, pH, debiet, vrije chloor, stroom/spanning op de cel,…). Het kan calibratie routines initiëren via de druktoetsen. Het geeft berichten over de werking of de alarm status. Op de display zijn het logo, adres, email, telefoon- en faxnummer van Ecodis weergegeven. De “miscellaneous interface card" is de interface tussen de microcontroller en de aansturing/meting van al de omvormers noodzakelijk voor de optimale werking van de ecodis ® cel(len). Deze kaart verzorgt de digitaal-analoge en analoog-digitale omzetting voor het aansturen van de stroomgestuurde voedingen, het meten van de stroomspanningsprofielen van elke ecodis® cel en zet de meetsignalen van diverse sensoren en positie detectoren van bijvoorbeeld inregelkranen, enz. om in digitale signalen. Deze signalen worden door de microcontroller geïnterpreteerd en verwerkt en maken het mogelijk om spuiventielen van op afstand te programmeren en positiekleppen te besturen. Er zijn controle-ingangen voor detectie van statische voelers (vlotters, meetwater sensoren,…) en de kaart heeft potentiaal vrije contacten voor aansturen van onder andere pompen, spuiventielen, enz. Elke “miscelleneous interface card” laat toe tot twee ecodis® cellen met al zijn te controleren parameters volledig te besturen en op te volgen. Voor iedere ecodis® cel is een gestabiliseerde stroomgeregelde voeding nodig. De spanning van het lichtnet (of zonne-energie of batterijvoeding) wordt omgezet naar een galvanisch gescheiden gelijkstroom. De instelling van de gelijkstroombron wordt bestuurd door de ecodis® microcontroller.
151
Voorbeeld van ecodis® controller 3.3.2
ecodis® software
Via de ecodis® server kan datalogging, alarmbewaking, software upgrade, instellen van parameters, eventslogging enz. worden opgevraagd.
3.3.2.1 ecodis® systeem-configuratie-software Ecodis ontwikkelde een systeem-configuratie-software waarmee het mogelijk wordt om nieuwe complexe desinfectieinstallaties te configureren via het web. Via een menu kunnen (buitenlandse) partners hierdoor in een specifieke situatie, mits het opgeven van een aantal noodzakelijke parameters, op een relatief eenvoudige manier de ecodis® dimensioneren.
3.3.2.2. ecodis® “embedded” software en gebruikerslicentie De zelfontwikkelde “embedded” software zorgt voor een automatische regeling van de desinfectiegraad van iedere cel in de ecodis® installatie. Afhankelijk van de waterparameters, debieten in circulatie- of doorstroomregime en andere meetgegevens worden via de stroomgestuurde gelijkstroomvoedingen de juiste elektrische stromen gegenereerd om de optimale desinfectiegraad te realiseren. Een gebruikerslicentie dient te worden onderschreven door de klant en wordt gevalideerd bij een eerste aanlogging op de ecodis® server. De ecodis® kan zowel in een doorstroom- als in een circulatieregime worden ingezet. In een doorstroom regime kan zoals eerder vermeld, afhankelijk van de waterparameters, de ecodis® in deelstroom worden geschakeld. In functie van wisselende waterdebieten in de hoofdleiding wordt er meer of minder elektrische gelijkstroom op de ecodis® elektroden gezet. Het
152
geproduceerde niveau van oxidantia wordt automatisch gemeten door een meetunit, geplaatst op de hoofdleiding na de menging van de deelstroom en de hoofdstroom. Het ontsmettingsniveau wordt steeds binnen de geldende drinkwaternorm geregeld. Voor een optimale besturing van het proces moeten parameters zoals het debiet, de temperatuur, de concentratie aan vrije oxidantia, de zuurtegraad (pH), de conductiviteit, de stand van regelkleppen, de spuikleppen kunnen worden gemeten en op afstand worden bewaakt. Bij onder- of overschrijding van één van de gemeten waterparameters of het niet functioneren van één van de te bewaken onderdelen wordt er een alarmsignaal gegenereerd dat via modem wordt getransfereerd naar de ecodis® server. Bij ernstige problemen zal de ecodis® installatie om veiligheidsredenen automatisch stoppen. Na datalogging en interpretatie van de verkregen gegevens en afhankelijk van de ernst van de disfunctie, kan worden besloten tot een interventie door een ecodis® service ingenieur. De ecodis® “embedded” software wordt opgeladen via de ecodis® server bij elke eerste indienststelling. Dit gebeurt via afstandscommunicatie nadat de klant of partner, de voorwaarden voor het gebruik van de ecodis® installatie heeft onderschreven en zijn verplichtingen is nagekomen.
3.3.2.3 ecodis® supervisie software De ecodis® supervisie software laat online monitoring, tweerichtingscommunicatie en sturing van het desinfectieproces toe. Via communicatie op afstand kunnen data, voor analyse en controle, via een internetplatform automatisch worden opgevraagd. Dit wordt in de volgende sectie verder besproken. 3.4. Het ecodis® servicemodel als totaaloplossing
3.4.1.
Algemeen
Ecodis ambieert meer dan het louter verstrekken van een technische oplossing voor het desinfecteren van water. Ecodis stelt een totaaloplossing voor waarbij haar klanten via een begeleidingstraject en een serviceplan een maximaal comfortniveau wordt geboden bij het uitvoeren van het beheer van hun waterdesinfectie. Door het aanbieden van een volledig dienstenpakket positioneert Ecodis zich als een “solutions provider” met een totaaloplossing. Dit servicemodel is gericht op een optimale langetermijn klantenbinding en het genereren van jaarlijks recurrente inkomsten. De ecodis® totaaloplossing bevat momenteel volgende optionele diensten: • pre-sales: technische audit, technische en commerciële engineering;
153
• sales: montage, inbedrijfname en training; • after sales: preventief onderhoud, online opvolging en monitoring, coaching, alarmcentrale, periodieke analyserapportering, internetplatform, full omnium formule, aanvullende opleidingen, trainingen en advies, … Ecodis heeft voor nagenoeg al haar projecten en met al haar klanten dienstenovereenkomsten afgesloten. Het betreft thans circa 70 overeenkomsten van onbepaalde duur en jaarlijks opzegbaar, gespreid over een 50-tal klanten. Bijna alle overeenkomsten voorzien in preventief onderhoud en alarmcentrale diensten. De grootorde van de jaarlijkse inkomsten uit deze overeenkomsten zijn uiteraard afhankelijk van de geleverde diensten en de projectomvang maar bedragen momenteel gemiddeld circa 5 tot 10 % van de projectomzet. Ecodis wenst in de toekomst haar dienstenaanbod verder te verbeteren,verfijnen en uit te breiden door ondermeer de verdere ontwikkeling van haar software en het aanbieden van klantspecifieke internetplatformen voorzien uiterlijk in de loop van 2008. Gelijktijdig met de huidige graduele uitbouw van haar verkoopsorganisatie wenst Ecodis prioritair haar dienstenaabod commercieel te promoten. Op middenlange termijn streeft Ecodis voor bepaalde productgroepen naar een kontraktueel service of exploitatiemodel met een omzetafrekening op basis van het aantal behandelde kubieke meters water.
154
3.4.2.
Audit en engineering
Tijdens de pre-sales fase zal Ecodis een volledig audit uitvoeren waarbij onder meer volgende technische informatie wordt opgevraagd en geanalyseerd om toe te laten de ecodis® installatie optimaal te dimensioneren en engineeren: • de samenstelling en kwaliteit van het te behandelen water; • het waterverbruik en (piek)debieten; • integratiemogelijkheden in het bestaande leidingnet; • minimaal aantal noodzakelijke waterparameters. Indien het debietverloop niet gekend is, kan Ecodis assisteren door dataloggers te plaatsen. In het kader van het Vlaamse Legionellabesluit van 200254, zal Ecodis -indien nodig- in partnerschap met externe risicoanalisten, advies en begeleiding geven voor het uitvoeren van een risicoanalyse en het opstellen of aanpassen van een wettelijk verplicht beheersplan voor Legionellapreventie. Mocht het nodig blijken om piloottesten uit te voeren voor klantspecifieke problemen, dan kunnen op basis van een gezamenlijk opgesteld protocol testen worden uitgevoerd met ecodis® mobiele units. Op basis van de auditresultaten en een datalogging van de debieten wordt de ecodis® installatie op maat gedimensioneerd, de gepaste montage engineering vastgelegd en een offerte opgemaakt. Een uitgewerkte maatofferte bevat telkens een uitgebreid optionele post-sales dienstenpakket. In deze fase zullen ook de diverse commerciële mogelijkheden en formules zoals huur, huurkoop, leasing, (omnium)verzekering, … aan bod komen.
3.4.3.
Montage, inbedrijfname en training
Ecodis staat in voor de begeleiding van de montage, integratie en inbedrijfname (inclusief training) van de ecodis® systemen bij haar klanten. Ecodis heeft een eigen team van loodgieters en monteurs voor het integreren van haar installaties in eenvoudige leidingnetwerken. Voor complexere installaties werkt Ecodis met gespecialiseerde sanitaire onderaannemers.
54
Zie 2.2.3.2.
155
3.4.4.
After-sales diensten
Ecodis beschikt over een volledig dienstenpakket dat tegen betaling, facultatief aan haar klanten wordt aangeboden, zoals : • periodieke controle en onderhoud van de ecodis® systemen met diverse contractformules; • online opvolging en monitoring: Ecodis beschikt over eigen systeem supervisie software waarmee vanuit haar kantoren in real time het desinfectieproces kan worden opgevolgd en indien nodig op afstand kan worden bijgestuurd.
156
Voorbeeldscherm van online monitoring. • analyse en rapportering: via online datalogging van diverse systeem- en waterparameters kunnen op basis van eigen software periodieke rapporten met gedetailleerde informatie, analyses en adviezen ter beschikking worden gesteld.
Voorbeeld: datalogging van de debieten
Voorbeeld: datalogging van ”vrije oxidantia” productie voor bovenstaande debieten
157
• alarmcentrale: alarmregistratie, dial-up en alarminterventies; • coaching, opleiding en advies: gezien haar ruime kennis en expertise m.b.t. water en waterbehandeling kan Ecodis aanverwante diensten op maat leveren zoals specifieke coaching bij de uitvoering van het beheersplan, het geven van opleidingen, seminaries, adviesopdrachten, lezingen, … Het coachingstraject dient ervoor om maximaal rendement te halen uit de implementatie en zal daardoor de kwaliteit en de goede resultaten van het desinfectietraject waarborgen. Mits het goed uitvoeren van het volledige dienstenpakket kunnen klanten ook een Ecodis kwaliteitslabel van "Protected Water Area" krijgen.
3.5. De voordelen van de ecodis® Het ecodis® systeem biedt een meerwaarde op de markt van de waterdesinfectie. Het is een duurzame en veilige technologie die garant staat voor veilig water. De ecodis® is een duurzame technologie: • er worden geen chemicaliën aan het water toegevoegd; • in tegenstelling tot andere anodische oxidatietechnieken moet er geen zout aan het water worden toegevoegd; • desinfecteermiddelen worden gegenereerd uit bestanddelen van het water zelf; • nagenoeg gesloten kringloop: de aangemaakte desinfecteermiddelen reageren voor het grootste deel terug tot de bestanddelen waaruit ze werden aangemaakt; • door de speciale elektroden is er slechts een laag energieverbruik.
158
De ecodis® is een zeer efficiënte technologie: • bacteriën, virussen en schimmels worden snel gedood; • zeer efficiënte aanpak van Legionella en andere ziekenhuisbacteriën in water; • één van de weinige technologieën die in staat is biofilm op een preventieve wijze te verwijderen; • geen geur- of smaakproblemen na de behandeling van het water; • er treden geen corrosieproblemen op; • het gebruik leidt tot een verlaagd organisch nutriëntgehalte in het water (AOC), wat groei van micro-organismen en biofilm afremt. De ecodis® is een veilige technologie. Ook naar veiligheid en gezondheid toe heeft de ecodis® een aantal belangrijke pluspunten: • transport en opslag van gevaarlijke chemicaliën is overbodig door de in-situ aanmaak van desinfecteermiddelen; • geen veiligheidsrisico’s door het lekken van chemicaliën; • geen gevaar voor ontploffing; • geen gevaar voor verbranding; • geen restafvalproducten; • tussen de elektroden vloeit een gelijkstroom op laagspanning die geen enkel elektrocutierisico inhoudt voor de operatoren; • zeer beperkte productie van gechloreerde bijproducten in het water; • de ontsmetting gebeurt zeer homogeen; • verwijdering van schadelijke componenten zoals cyaniden, ammonium en pseudooestrogenen. De ecodis® staat dus in voor een volledige ontsmetting op een ecologische wijze. De ecodis® is een kostenefficiënte technologie: • quasi geen manuele interventies vereist tijdens de werking; • geen toevoeging van chemicaliën waardoor supplementaire operationele kosten overbodig zijn; • door plaatsing op het koudwatercircuit worden besmettingen in het warm- of mengwatercircuit eveneens opgevangen waardoor bijkomende investerings- (het
159
aanpassen van leidingstelsels en het upgraden van verwarmingsketels) en beheerskosten (corrosie, extra personeel, energie) tot een minimum worden beperkt; • een verwaarloosbare energetische kost (20 tot 50 Watt per m behandeld water); • plaatsing vraagt weinig aanpassingen aan het bestaande leidingnetwerk en omdat meestal wordt gekozen voor een deelstroombehandeling, kan, mits een optimale dimensionering, de investeringskost van de elektrolysecel sterk worden verminderd. In combinatie met het door Ecodis ontwikkelde en optioneel aangeboden online monitoringsysteem, is de ecodis® bovendien een zeer gebruiks- en onderhoudsvriendelijke desinfectiemethode. Ecodis kan immers het desinfectieproces van op afstand, via modem en telefoonlijn, voor haar klanten opvolgen en bijsturen. 3.6. Technologische positionering Voor het desinfecteren van water zijn er een hele waaier aan technologieën beschikbaar. Sommigen worden al vele jaren gebruikt, terwijl ook nieuwere de kop opsteken. De drijfveer voor de ontwikkeling van nieuwe technieken is, naast economische redenen, vooral het streven naar een verminderde impact op het milieu. Een overzicht van de huidige en voorziene evolutie van de marktaandelen per klasse van technologie is opgenomen in deel 2.2.2 hiervoor. Hierna wordt eerst een globaal overzicht gegeven van de verschillende methoden. De meest gebruikte desinfectietechnieken worden vervolgens kort besproken. Tot slot volgt een vergelijkende studie waaruit de unieke technologische positionering van de ecodis® technologie blijkt.
160
Positionering van de ecodis® FYSISCHE
CHEMISCHE (bidociden)
ELECTRO-CHEMISCH
Chloor (Cl2)
Zout-electrolyse
Ultra Violet Lampen
Chloordioxide (ClO2)
(met pekel, ex-situ)
Thermisch
Chlooramine (NH2Cl)
Membraanfiltratie
Koper (H2O2)
Ultrasoon
Copper (Cu2 ) & Zilver (Ag )
+
+
Ioisatie Broom (Br2)
ELECTRO-CHEMISCH
Broomchloride (BrCl)
Ecodis®
Ozon (O3)
in-situ
STRENGE EU-DIRECTIEVEN (REACH) Vanaf 2007
ZONDER NAWERKING
3.6.1
zonder chemicaliën zonder zout
MET BLIJVENDE NAWERKING
Overzicht desinfecteermethoden
3.6.1.1
Chemische methoden
Deze methoden zijn gebaseerd op het toevoegen van desinfecterende chemicaliën (bestrijdingsmiddelen, biociden) aan het te behandelen water. Naargelang hun werkingsprincipe kunnen hierbij twee types worden onderscheiden: oxiderende biociden en niet-oxiderende biociden. Biociden uit de eerste categorie doden micro-organismen door niet-selectieve oxidatieprocessen. Hierbij worden verschillende celstructuren van de micro-organismen afgebroken waardoor ze afsterven. Niet-oxiderende biociden doden micro-organismen door selectief bepaalde levensprocessen van de cel stil te leggen. In deze categorie bevinden zich een reeks organische verbindingen met uiteenlopende structuur die ingrijpen op verschillende metabolische processen van het micro-organisme zoals celademhaling, nutriëntopname, … De belangrijkste oxiderende biociden zijn waterstofhypochloriet (HOCl), chloordioxide (ClO2), waterstofperoxide (H2 O2) en ozon (O3). Deze worden verder besproken. Andere methoden worden veel minder gebruikt. Chlooramines (combinatie van ammonium en chloor) zijn bijvoorbeeld minder geschikt voor het snel doden van micro-organismen, maar zijn wel in staat om ontsmet water gedurende lange tijd kiemvrij te houden doordat ze de eigenschap hebben
161
efficiënter in de biofilm te penetreren om daar de micro-organismen te doden55. Chlooramines zijn dikwijls verantwoordelijk voor de typische chloorgeur en -smaak van het behandelde water. Niet-oxiderende biociden worden meestal slechts gedoseerd in toepassingen waar oxiderende biociden niet het gewenste niveau van desinfectie bereiken of bij ongewenste effecten (corrosie) gerelateerd aan het gebruik van hoge concentraties aan oxiderende biociden. Nietoxiderende biociden zijn moeilijk bio-afbreekbaar en blijven lange tijd in water aanwezig. Hierdoor kunnen ze schadelijk zijn voor mens en milieu. Een techniek die het midden houdt tussen de chemische en fysisch-chemische methoden is de koper/zilver ionisatie (Cu/Ag). Hier worden evenwel zware metalen rechtstreeks aan het water toegevoegd. Deze componenten zijn echter niet oxiderend en zullen bijvoorbeeld de biofilm niet verwijderen.
3.6.1.2
Fysisch-chemische methoden
De laatste jaren is er een groeiende trend van methoden waarbij er geen chemicaliën meer aan het te behandelen water moeten worden toegevoegd. Deze tendens wordt gestuwd door REACH, de nieuwe Europese wetgeving voor gevaarlijke chemische stoffen56. Technieken die geen rechtstreekse toevoeging van chemicaliën vereisen, worden gecatalogeerd onder de noemer fysisch-chemische technieken. Het doden van microbiologie gebeurt volgens fysische mechanismen of geïnduceerde chemische processen in het water. De belangrijkste fysisch-chemische methoden zijn: thermische behandeling, UV-bestraling, ® membraantechnologieën, zoutelektrolyse en ecodis . Bij filtratietechnieken met membranen berust de desinfecterende werking niet op doding, maar wel op de selectieve verwijdering van micro-organismen uit het water. Daarom dient filtratie steeds te worden gecombineerd met een nabehandeling aangezien het kleinste lek in het membraan een belangrijke besmetting kan leiden. Filtratie wordt daarom niet beschouwd als een concurrerende technologie, maar eerder als een aanvullende, en wordt verder niet besproken.
55
United States Environmental Protectio0n Agency, Alternative disinfectants and oxidants guidance manual, April 1999, Chapter 6 Chloramines. 56 Europese verordening inzake Registratie, Evaluatie en Autorisatie van (gevaarlijke) Chemische Stoffen, zie voetnoot 2.
162
3.6.2
Bespreking voornaamste desinfecteermethoden
3.6.2.1
Klassieke chloordosering
Bij klassieke chloordosering wordt er gesteund op het desinfecterend vermogen van zogenaamd “vrij chloor”. De deeltjes die het vrij chloor uitmaken zijn het waterstofhypochloriet of onderchlorig zuur (HOCl) en het hypochloriet ion (OCl-), die met elkaar in een zuur-base evenwicht staan 57.
Het desinfecterend vermogen van beide deeltjes is echter sterk verschillend; het is quasi uitsluitend het HOCl dat voor desinfectie verantwoordelijk is. Dit impliceert dat de pH (zuurtegraad) van het te behandelen water een zeer belangrijke parameter is58. Vrij chloor wordt verkregen in water door het oplossen van chloorgas of het doseren van een zoutoplossing van natriumhypochloriet (NaOCl). Deze laatste methode wordt het meeste gebruikt omwille van veiligheidsredenen. Een nadeel is wel dat natriumhypochloriet oplossingen chemisch onstabiel zijn: bij kamertemperatuur vermindert het actieve chloorgehalte met circa 1 g/l per dag. Een grote voorraad aanleggen is dus allerminst voordelig. De dosering kan zowel continu gebeuren in de waterstroom als in discontinue pulsdosering. De vereiste dosering is afhankelijk van de samenstelling van het water. Ondermeer de aanwezigheid van ammoniakale stikstof en organisch materiaal in het water beïnvloeden in grote mate de vereiste dosering. De klassieke chloordosering is een reeds lang gebruikte, eenvoudige en bewezen desinfecteertechniek. Voor desinfectie van zwembadwater is ze in België geclassificeerd als de best beschikbare techniek (“BBT”)59/ 60. Desondanks zijn er in de loop der jaren een aantal nadelen van de methode opgedoken. Zo werd vastgesteld dat gechloreerde bijproducten worden gevormd, die schadelijk zijn voor de gezondheid61. De trihalomethanen (THM) vormen de belangrijkste klasse. Bovendien is de desinfectie met chloor éénzijdig waarbij het gevaar bestaat dat bacteriën immuniteit ontwikkelen.
57
Galal-Gorchev, H., Chlorine in water disinfection, Pure and applied chemistry, 68 (1996) 1731-1735. Barbeau, B., Desjardins, R., Mysore, C., Prévost, M., Impacts of water quality on chlorine and chlorine dioxide efficacy in natural waters, Water Research, 39 (2005) 2024-2033. 59 Voor drinkwater desinfectie werd tot op heden geen BBT opgesteld. 60 Van den Abeele, L., Vercaemst, P. and Dijkmans R., Beste Beschikbare Technieken voor de zwembaden 2000/IMS/R/003, VITO, 2000. 61 Boorman, G.A., Dellarco, V., Dunnick, J.K., Chapin, R.E., Hunter, S., Hauchman, F., Gardner H., Cox, M. and Sills, R.C., Drinking water disinfection byproducts: Review and approach to toxicity evaluation, Environmental Health Perspectives, 107 (1999) 207-217. 58
163
3.6.2.2
Chloordioxide
Chloordioxide (ClO2) wordt gevormd door de reactie van natriumchloriet met zoutzuur, chloorgas of hypochloriet. Een juiste mengverhouding is vereist om een zuivere oplossing te krijgen, zonder restgehalte van beide chemicaliën62 63. Daarom wordt de bereiding dikwijls uitbesteed aan gespecialiseerde firma's. Door de vorming van chloriet als vervalproduct van chloordioxide is de maximale concentratie chloordioxide bij continue dosering gelimiteerd tot 0,2 mg/liter64. Hierdoor is de techniek minder geschikt om continu te worden toegepast en wordt chloordioxide periodiek gedoseerd in hoge concentraties, waarna de oplossing enkele uren moet inwerken. De behandeling moet regelmatig worden herhaald, wil het effectief zijn. Tijdens de behandeling kan het leidingnet niet voor drinkwaterdoeleinden worden gebruikt. Aan de aanmaak zijn belangrijke veiligheidsrisico’s verbonden. Aangezien chloorzouten thermisch kunnen ontbinden, bestaat er kans op ontploffingsgevaar bij slecht mengen. Sommige leveranciers bieden het chloordioxide ook aan als kant-en-klare oplossing, maar deze hebben een beperkte houdbaarheid van maximaal zes maanden. Dikwijls wordt chloordioxide gebruikt als een pre-oxidatiemethode in de chlorering of ozonisatie van drinkwater. Veruit zijn grootste toepassing kent chloordioxide in het bleken van papier. Chloordioxide is een efficiënt desinfectiemiddel. Het doodt bacteriën door verschillende processen in de cellen te onderbreken en ook virussen worden gedood. Chloordioxide is 5 à 10 maal duurder dan chloor. Problemen gerelateerd aan de productie van ClO2 en de vorming van de schadelijke bijproducten chloriet en chloraat zijn belangrijke nadelen.
3.6.2.3
Waterstofperoxide
Een derde chemische desinfectiemethode is het doseren van waterstofperoxide (H2 O2). Deze methode wordt hoofdzakelijk gebruikt in de verwijdering van polluenten in afvalwater maar begint de laatste jaren aan marktaandeel te winnen in waterdesinfectie. In de verwijdering van polluenten wordt waterstofperoxide dikwijls gebruikt in combinatie met UV licht of metallische katalysatoren65.
62
Gordon, G. and Rosenblatt, A.A., Chlorine dioxide: The current state of the art, Ozone Science and Engineering, 27 (2005) 203-207. 63 United States Environmental Protection Agency, Alternative disinfectants and oxidants guidance manual, April 1999, Chapter 4 Chlorine dioxide. 64 Liste der Aufbereitungsstoffe und Desinfektionsverfahren gemäß, §11 Trinkwasserverordnung 2001 (Stand November 2006). 65 Schulte, P., Bayer, A., Kuhn, F., Luy, Th. and Volkmer, M., H2O2/O3, H2O2/UV and H2O2/Fe2+ processes for the oxidation of hazardous wastes, Ozone Science and Engineering, 17 (1995) 119-134.
164
Het doseren van waterstofperoxide is een heel eenvoudige techniek die niet wordt beïnvloed door de pH van het water en geen schadelijke bijproducten geeft 66. Waterstofperoxide is onstabiel in water en daarom worden steeds verdunde oplossingen gebruikt die dikwijls worden gestabiliseerd door er bepaalde chemicaliën zoals zilver (zwaar metaal en toxisch) aan toe te voegen. Voor desinfectie moeten meestal zeer hoge doseringen worden toegepast67. Koelwatertoepassingen worden vanuit economisch oogpunt veelal onrealistisch ingeschat. Het gebruik van H2 O2 als bestrijdingsmethode voor Legionella is uitsluitend geschikt voor een kortstondige en periodieke behandeling (24 uur)68. Waterstofperoxide is corrosief bij hoge concentraties. Het leidingstelsel dient voldoende te worden doorgespoeld na toepassing van het product zodat alle restanten van het product zijn verwijderd.
3.6.2.4.Ozon Ozon is één van de krachtigste desinfecteermiddelen die in de praktijk worden gebruikt. Het doodt micro-organismen door de celwand af te breken. Ozon is een gas en moet in-situ aangemaakt worden uit gedroogde lucht of zuiver zuurstofgas door middel van elektrische ontlading of UV-bestraling. Het gevormde zuurstof/ozon gasmengsel moet vervolgens op efficiënte manier met het te behandelen water worden gemengd. Aangezien het restgas steeds ozon bevat, moet het verder worden verwerkt69. Ozon is niet stabiel in water en zal spontaan ontbinden. De snelheid van ontbinding wordt hoofdzakelijk bepaald door de pH en temperatuur, maar ook door andere karakteristieken van het water70/71. Omwille van zijn geringe levensduur heeft ozon dan ook een zeer beperkte restwerking. Hierdoor wordt het meestal gebruikt samen met een chloorgebaseerd desinfectiemiddel 72. In de ozon ontbindingsreactie worden wel een aantal zeer reactieve zuurstofdeeltjes gevormd die mee kunnen bijdragen tot de desinfectie of afbraak van polluenten. 66
Desinfectiemiddelen, waterstofperoxide, www.lenntech.com/waterdesinfectie/desinfectiemiddelenwaterstofperoxide.htm. 67 Oesterholt, F.I.H.M. en van Pelt, A.J., Arbo Informatie Legionella, 2004, Ziest: Sdu uitgevers. 68 Gruwez, J. en Deboosere, S., Bestrijding van Legionella in Koeltorens (deel 2), Milieutechnologie, 7 (2003). 69 United States Environmental Protection Agency, Alternative disinfectants and oxidants guidance manual, April 1999, Chapter 3 Ozone. 70 Bühler, R.E., Staehelin, J. and Hoigné, J., Ozone decomposition in water studied by pulse radiolysis, Journal of Physical Chemistry, 88 (1984) 2560-2564. 71 Staehelin, J. and Hoigné, J., Decomposition of ozone in water in the presence of organic solutes acting as promoters and inhibitors of radical chain reactions, Environmental Science and Technology, 19 (1985). 72 United States Environmental Protection Agency, Alternative disinfectants and oxidants guidance manual, April 1999, Chapter 9 Combined Desinfectants.
165
Het voornaamste nadeel van de ozon-technologie zijn de hoge kosten73. Enerzijds zijn de investeringskosten (ozongeneratoren, gaspreparatiesysteem, gas-water contactoren, ozon destructie-eenheden, …) aanzienlijk, anderzijds zijn ook de operationele kosten erg hoog. De productie van ozon uit zuurstof heeft een laag rendement en het energieverbruik voor mengen van gas en water is significant. Verder dient het leidingstelsel te worden geconstrueerd uit hoogwaardige materialen omwille van de corrosiviteit van ozon74. Omwille van zijn toxiciteit voor de mens dienen ook uitgebreide veiligheidsvoorschriften te worden in acht genomen75. In de praktijk beperkt het gebruik van ozon zich meestal tot grote installaties.
3.6.2.5. Koperzilver-ionisatie Zware metalen, zoals koper- en zilverionen, zijn gekende bacteriociden. De positief geladen ionen binden aan de negatief geladen celwand van micro-organismen en verhinderen zo het transport van voedingsstoffen naar de cel. In combinatie met het aantasten van celeiwitten worden micro-organismen gedood 76. De Cu/Ag methode is bijvoorbeeld effectief tegen Legionella, maar enkel in beperkt pH-gebied. De ionen zelf blijven lange tijd in het water bestaan en voorzien aldus een lange restwerking. Vanuit een doorstroomcel die elektrodes bevat bestaande uit een koper/zilver legering worden door het aanleggen van stroom koper- en zilver-ionen (Cu2+ en Ag+) in het water gebracht (ionisatie). Koperionen worden systematisch in hogere concentraties (300 à 500 g/liter) vrijgezet dan de zilverionen (30 à 50 g/liter)77. Voordelen van de methode zijn de efficiëntie van de methode in het gehele leidingstelsel (ook dode punten), de lage kost en het eenvoudige onderhoud. Daartegenover staat dat de ionenconcentraties van Cu2+ en Ag + sterk worden beïnvloed door de hardheid en de pH van het water. Voornamelijk de afzetting van kalk op de elektrodes en de neerslagvorming van zilver bij hoog chloridegehalte van het water reduceren sterk de efficiëntie van deze techniek. De koper/zilver techniek slaagt er tevens niet in biofilm in leidingstelsels af te breken of te oxideren. In tegenstelling tot oxiderende biociden is het met deze techniek tevens niet mogelijk organisch materiaal af te breken in oplossing. Daarom vindt de methode geen toepassing in zwembadwaterbehandeling.
73
Peys, K., Ozon, een molecule met veel gezichten, Chemie Magazine (2002) 4-10. Yang, B., Johnson, D.A., Shim, S.H., Effect of ozone on corrosion of metals used in cooling towers, Corrosion, 49 (1993) 499-513. 75 EU Directive 2002/3/EC relating to ozone in ambient air, 12 February 2002. 76 Lin, Y.-S. E., Vidic, R.D., Stout, J.E. and Yu, V.L., Individual and combined effects of copper and silver ions on inactivation of legionella pneumophila, Water Research, 30 (1996) 1905-1913. 77 Desinfectiemiddelen, koperzilver ionisatie, www.lenntech.com/waterdesinfectie/desinfectiemiddelenkoperzilverionisatie.htm. 74
166
Een heikel punt met betrekking tot deze methode is het milieu- en gezondheidsaspect gerelateerd aan de zware metaalionen zilver en koper. Deze komen in het milieu terecht en kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid. Vooral de lange termijneffecten op de fauna en flora zijn nog onvoldoende gekend (vooral voor zilver)78/79. Verder is deze technologie niet toe te passen in leidingstelsels bestaande uit staal of verzinkt staal vanwege te grote corrosieproblemen.
3.6.2.6 Thermische behandeling Micro-organismen kunnen slechts overleven in een welbepaald temperatuursgebied. Door het water te verwarmen kunnen micro-organismen worden gedood. Legionellabacteriën bijvoorbeeld worden gedood bij temperaturen van minimum 60°C80. Bij thermische desinfectie wordt er gesteund op het verwarmen van het water van de volledige installatie tot minimaal 60°C. Dit kan slechts periodiek gebeuren en is in de praktijk enkel haalbaar op het warmwatercircuit (soms na noodzakelijke aanpassingen). Opdat de behandeling effectief zou zijn, moet de watertemperatuur van 60°C gehaald worden aan alle tappunten gedurende minimaal 20 minuten (of 5 minuten bij een watertemperatuur van 70 °C). Belangrijk is ook dat een temperatuur van minimaal 60 °C wordt gemeten aan de buitenwand van het leidingmateriaal. In de praktijk is het in veel gevallen onmogelijk om deze temperaturen in de hele warmwaterkringloop te realiseren zonder grote investeringskosten. Daarnaast zorgen deze verhoogde temperaturen voor extra energieverlies (Kyoto) en kalkafzettingen. Continu verwarmen op 60°C of hoger is energetisch ook niet interessant en houdt zekere veiligheidsrisico’s (verbranding) in. Tenslotte wordt Legionella ook in het koudwatercircuit teruggevonden en kan dit met thermisch spoelen niet worden opgelost.
78
Agency for Toxic Substances and Disease Registry, Toxicological Profile for silver, US Public Health Service, 1990. 79 Howe, P.D. and Dobson, S., Eds., Concise International Chemical Assessment Document 44 - Silver and silver Compounds: Environmental aspects, World Health Organisation, 2002. 80 Kim, B.R., Anderson, J.E., Mueller, S.A., Gaines, W.A. and Kendall, A.M., Literature review – efficacy of various disinfectants against Legionella in water systems, Water Research, 36 (2002) 4433-4444.
167
3.6.2.7 Ultra-Violet (“UV”) bestraling Bij UV-desinfectie wordt het water bestraald met ultraviolet licht bij een golflengte van circa 254 nanometer. Dit UV-licht veroorzaakt schade aan het erfelijke materiaal van de microorganismen. Daardoor kunnen deze geen nieuw celmateriaal aanmaken en sterven ze af81. UV-bestraling dient steeds te werken op een continue basis. Het aan- en uitschakelen van de lampen verkort sterk de levensduur van de lampen. Dit betekent dat er altijd een minimale waterstroom door de apparatuur noodzakelijk is. Bij systemen waar periodiek geen afname plaatsvindt, zal dus een waterstroom moeten worden gerecirculeerd. Aangezien UV enkel het water desinfecteert dat rechtstreeks wordt bestraald, moet de volledige waterstroom worden behandeld. In theorie zou er UV moeten worden opgesteld op elk aftappunt om eenzelfde garantie te kunnen bieden aan de gebruiker. In de praktijk wordt UV desinfectie gecombineerd met een methode die een restdesinfectie in het water onderhoudt.
3.6.2.8 Zoutelektrolyse In principe zijn zoutelektrolysesystemen niets meer dan on-site chloorgeneratoren. In vergelijking met de klassieke chloordosering wordt transport en opslag van chloorgas of natriumhypochlorietoplossingen vermeden. Een zoutelektrolysesysteem bestaat uit een elektrolysecel waardoor een zoutoplossing moet worden gestuurd. In de cel bevinden zich permanente elektroden waartussen een elektrische stroom wordt aangelegd. Het opgeloste zout wordt hierdoor omgezet tot chloorgas. Men kan een onderscheid maken tussen twee type systemen naargelang het chloorgas wordt aangemaakt in het te behandelen water zelf of in een apart circuit. In beide gevallen kan het zoutverbruik aanzienlijk zijn. In een doorstroomsysteem wordt het zout (NaCl) rechtstreeks toegevoegd aan het te behandelen water en vervolgens door de elektrolysecel gestuurd. Er wordt waterstofgas als bijproduct gevormd tijdens de elektrolyse, waardoor een goede ventilatie vereist is. In een suppletiesysteem wordt de desinfectiemiddelen niet in-situ in het water zelf gevormd, maar in een gescheiden circuit. In een apart reservoir wordt zout opgelost in onthard water, tot er een verzadigde oplossing (“pekel”) verkregen wordt. Deze oplossing wordt verdund met onthard water en naar een membraanelektrolysecel geleid. Naast chloorgas worden ook waterstofgas en loog gevormd als bijproducten.
81
United States Environmental Protection Agency, Alternative disinfectants and oxidants guidance manual, April 1999, Chapter 8 Ultraviolet Radiation.
168
Het chloorgas kan op twee manieren aan het water worden gedoseerd: rechtstreeks of na menging met de gevormde loog. Bij menging van chloor en loog ontstaat een oplossing van natriumhypochloriet dat eenvoudig met het water kan worden gemengd. Soms wordt de oplossing ook gestockeerd in een buffervat, van waaruit het met een pomp kan worden gedoseerd bij piekverbruik. Ook in dit systeem dient het gevormde waterstofgas te worden afgevoerd naar de buitenlucht. De desinfecterende werking van de zoutelektrolysetechniek kan worden herleid tot deze met de dosering van hypochloriet. De zoutelektrolyse wordt daarom niet apart in de verdere bespreking opgenomen. Indien er verschillen zijn met de chloordosering, worden deze wel vermeld. Ondanks het feit dat zoutelektrolyse een gevestigde techniek is, zijn er nog heel wat nadelen aan verbonden: noodzakelijke pH-correctie in suppletiesystemen, verhoogde corrosie door lekken van zout, veiligheidsproblemen gerelateerd aan chloorgas en waterstofgas, aanzienlijk zoutverbruik bij grote debieten, …
3.6.3.
Vergelijking desinfecteermethoden
Op basis van de beschikbare wetenschappelijke publicaties heeft Ecodis een vergelijkende studie gemaakt van de gangbare desinfecteermethoden 82. Hieruit blijkt de unieke positionering van de ecodis® technologie. Hierbij dient te worden opgemerkt dat in vergelijking met de andere desinfecteer- en zuiveringstechnieken, de ecodis® technologie nog een vrij recente (en vooralsnog beperkt bekende) technologie is met een enorm groeipotentieel.
82
Het dient te worden benadrukt dat deze vergelijking niet universeel geldig is aangezien de toepasbaarheid van een methode sterk afhangt van geval tot geval, van watersamenstelling tot watersamenstelling.
169
Technologische levenscyclus waterbehandelingstechnieken
Bron : Frost & Sullivan83 en Ecodis
Hierna worden eerst kort de vergelijkingscriteria overlopen, waarna de verschillende technieken in tabelvorm met elkaar worden vergeleken op basis van trefwoorden. Tot slot volgt een nabespreking van de gegevens in de tabellen.
3.6.3.1. Vergelijkingscriteria In eerste instantie worden de karakteristieken van de verschillende desinfectiemethoden met elkaar vergeleken aan de hand van vier criteria: (1)
de desinfecterende werking: welk agens of welke agentia verantwoordelijk zijn voor de desinfectie.
(2)
de restwerking: de vraag of de methode enkel zorgt voor een onmiddellijke doding van de micro-organismen of dat er ook een restwerking is waardoor het behandelde water een bepaalde tijd kiemvrij blijft.
(3)
de continuïteit: de vraag of de behandeling enkel periodiek inzetbaar is (discontinu) of het water op continue basis kan worden behandeld.
83
Frost & Sullivan, 2004. Report: “European Water Treatment Market Overview-The shape of Opportunities”. Dit rapport is enkel beschikbaar tegen betaling en is dus niet (integraal) online publiek beschikbaar. De website van Frost & Sullivan is: www.frost.com.
170
(4)
de inzetbaarheid: de vraag of de methode enkel de volledige waterstroom kan behandelen dan wel of ze ook op deelstroom inzetbaar is.
Vervolgens wordt de performantie van de technologieën vergeleken op basis van: (5)
het biocidaal effect (doding van micro-organismen): welke type micro-organismen wordt gedood door de methode en hoe snel dit gebeurt.
(6)
de biofilm dodingscapaciteit: de vraag of de methode in staat is biofilm te verwijderen en of dit volledig of slechts gedeeltelijk gebeurt.
(7)
de kwaliteitseisen van het water: de vraag of de desinfecteermethode wordt gelimiteerd door bepaalde karakteristieken van het te behandelen water.
(8)
de pH-afhankelijkheid van de methode: de vraag of de technologie slechts kan worden toegepast in een bepaald afgelijnd pH-gebied dan wel of ze pH onafhankelijk is.
(9)
de vorming van AOC: de vraag of inzet van de technologie leidt tot een verhoging van het AOC-gehalte (“Assimible Organic Carbon”) van het water en aldus extra nutriënten induceert voor micro-organismen.
(10) het veroorzaken van corrosie en/of afzettingen: de vraag of het toepassen van de methode leidt tot verhoogde corrosie of het afzetten van stoffen; corrosie wordt hier algemeen beschouwd en niet specifiek voor verschillende constructiematerialen; de problematiek van afzettingen betreft hoofdzakelijk de problematiek van kalkafzettingen. (11) de energievereisten: de vraag of de methode energie-intensief is of net wordt gekenmerkt door een laag energieverbruik. Meer en meer wordt ook de milieu-impact van de technologieën een belangrijk selectiecriterium. De desinfectiemethoden worden hier vergeleken op basis van: (12) de vorming van DBP (“Desinfection By-Products”): de vraag of er schadelijke stoffen worden gevormd in nevenreacties van de desinfectie en, zo ja, welke. (13) geur- en smaakproblemen: de vraag of er regelmatig geur- en/of smaakproblemen worden vastgesteld na behandeling met de methode in kwestie. (14) de milieubelasting: welke impact de methode heeft op het milieu. Dit kan afval zijn onder verschillende vormen, zoals hoge CO2-uitstoot (hangt samen met de energievereisten), het vrijzetten van milieuschadelijke producten, … (15) hun veiligheid: hoe veilig zijn de methoden voor de operatoren en watergebruikers. Tenslotte wordt ook nog de opvolging, het onderhoud en de bedrijfszekerheid van de verschillende methoden (16) en specifieke nadelen inherent aan de gebruikte methoden besproken.
171
3.6.3.2. Overzichtstabel
Chemische methoden
1
Desinfecterende
Fysische methoden
Chloor (NaOCl)
Chloordioxide
Ozon
Waterstofperoxide
of Zoutelektrolyse
(ClO2)
(O3)
(H2O2)
HOCl / OCl-
ClO2
O3 Zuurstofradicalen
werking
ecodis®
Cu/Ag
Thermisch
UV
H2 O2
Door Cu2+ en Ag+
Door verhitting (>
Door bestraling
Vrij chloor
Zuurstofradicalen
ionen
60°C)
met UV licht
Chloor- en zuurstofradicalen
2
Restwerking
Ja
Ja
Zeer beperkt -
Zeer beperkt
Enkel door Cu2+
Neen
Neen
Uitgesproken
Discontinu
Continu
Continu/
en Ag+ ionen in de
geen
biofilm
3
Continuïteit
Continu bij grote
Continu bij grote
debieten
debieten
Continu
Discontinu enkel
Continu
bij sanering
Discontinu
Discontinu bij sanering
4
Inzetbaarheid
Hoofdstroom of
Hoofdstroom
Hoofdstroom
Hoofdstroom
deelstroom
Kleine debieten
Kleine debieten
Kleine debieten
Kleine debieten
niet mogelijk
niet mogelijk
niet mogelijk
niet mogelijk
Hoofdstroom
Enkel in
Enkel in
Hoofdstroom of
warmwatercircuit
hoofdstroom of
deelstroom,
direct aan de
of direct aan de
verbruikspunten
verbruikspunten
permanent waterdebiet vereist
Chemische methoden
5
Biocidaal effect
Fysische methoden
Chloor (NaOCl)
Chloordioxide
Ozon
Waterstofperoxide
of Zoutelektrolyse
(ClO2)
(O3)
(H2O2)
Werking na
Werking na
Zeer snelle
contacttijd
contacttijd
werking, zeer
Doden van
Doden van
oxidatief, doden
bacteriën, niet
bacteriën, virussen
van bacteriën,
inactiveren van
Cu/Ag
Thermisch
UV
Snelle werking bij
Werking na
Werking in functie
Snelle werking
Snelle werking,
hoge dosissen
infiltratie van de
van de
Doden van
volledige doding
biofilm, niet
temperatuur
bacteriën, niet
na passage door de
oxidatief
Doden van
inactiveren van
cel, doden van
bacteriën
virussen
bacteriën en
virussen, …
virussen, oxidatief
virussen
6
7
Verwijdering
Beperkt effect
Geen verwijdering
biofilm
enkel bij hoge dosissen
Geen effect
Zeer beperkt effect
Geen effect, niet
Slechts bij lange
Geen effect enkel
Volledige
van organisch
Enkel bij hoge
oxidatief
contacttijden
directe
verwijdering
materiaal
dosissen
ontsmetting aan de
verhinderen van
lamp
nieuwe aangroei
Kwaliteitseisen
Laag gehalte aan
Laag gehalte aan
Laag gehalte aan
Laag gehalte aan
Lage TDS,
problemen met
Geen troebelheid
Laag gehalte aan
van het water
oxideerbare
oxideerbare
oxideerbare
oxideerbare
chloride- en
kalkrijk water,
of kleur, probleem
oxideerbare
verbindingen
verbindingen
verbindingen
verbindingen
nitraatconcen-
problemen met
met kalkrijk water
verbindingen,
tratie, probleem
agressief water
probleem met kalkrijk water
met kalkrijk water
8
9
ecodis®
pH-
Sterk pH-
pH-onafhankelijk
Sterk pH-
afhankelijkheid
afhankelijk
tussen 5-10
afhankelijk
AOC vorming
Verhoging AOC
Niet bekend
Sterke verhoging AOC
pH-onafhankelijk
pH-afhankelijk
Geen
Geen
Beperkt pHafhankelijk
Niet bekend
Geen gegevens
Geen gegevens
Geen gegevens
beschikbaar
beschikbaar
beschikbaar
Geen effect
Chemische methoden
10
Fysische methoden
Chloor (NaOCl)
Chloordioxide
Ozon
Waterstofperoxide
of Zoutelektrolyse
(ClO2)
(O3)
(H2O2)
Corrosie &
Corrosief want
Corrosief, tast
Zeer corrosief.
afzettingen
verhoging Chloride gehalte,
ecodis®
Cu/Ag
Thermisch
UV
Corrosief door
Zeer corrosief op
Verhoogde
Geen
Geen corrosie
rubberen
hoge dosissen,
staal en verzinkt
kalkafzetting
dichtingen aan
Tast rubberen
staal
Versnelde corrosie
tast rubberen
(directe en
dichtingen aan
indirecte effecten)
dichtingen aan, chloordampen corroderen de elektrische contacten
11
12
Energievereisten
Vorming DBP
Laag
Laag
Zeer energie-
Laag
Zeer laag
Zeer energie-
Hoog
Zeer laag
energieverbruik
energieverbruik
intensief
energieverbruik
energieverbruik
intensief
energieverbruik
energieverbruik
THM vorming
Chlorietvorming
Bromaat in
Neen
Te hoge
Neen
Neen
THM in zeer
beperkt de
bromide bevattend
zilverdosissen zijn
maximale
water, restozon in
toxisch
dosering
het water is
beperkte mate
toxisch
13
Geur- of
Mogelijk vanaf
smaakproblemen
een dosis van 0,3 mg/liter
Mogelijk
Mogelijk bij hoge
Mogelijk bij hoge
Bittere smaak bij
dosissen
dosissen
bepaalde dosissen
Muffe smaak
Geen
Geen bij de gebruikelijke concentraties
Chemische methoden
14
Milieubelasting
Fysische methoden
Chloor (NaOCl)
Chloordioxide
Ozon
Waterstofperoxide
of Zoutelektrolyse
(ClO2)
(O3)
(H2O2)
Overschotten
Overschotten
Restgasbehande-
chemicaliën
chemicaliën
ling CO2 uitstoot
ecodis®
Cu/Ag
Thermisch
UV
Overschotten
Cu2+ en Ag+
Extra CO2 uitstoot
jaarlijks
2 à 3-jaarlijks
chemicaliën
ionen komen
vervangen lampen
vervangen
terecht in het
elektroden,
milieu en zijn zeer
elektroden worden
toxisch voor fauna
gerecycleerd
en flora
15
Veiligheid
Opslag en
ClO2 is zeer
O3 is zeer toxisch
Opslag en
Veilig
Gevaar voor
verhandeling in
toxisch
Specifieke
verhandeling van
Gezondheids-
brandwonden
aparte ruimte,
Opslag en
maatregelen voor
In aparte ruimte,
risico’s Ag/Cu
Gepaste
ventilatie te
verhandeling in
het werken met
dubbele inkuiping,
veiligheidsmaat-
voorzien, dubbele
aparte ruimte,
gassen in grote
veiligheidskledij,
regelen in acht te
inkuiping,
ontplofbaar
installaties: opslag
ventilatie te
nemen
Nooddouche te
mengsel,
vloeibare zuurstof
voorzien, bepaalde
voorzien
nooddouche te
mengverhouding
voorzien, dubbele
is explosief
Veilig
Veilig
inkuiping
16
Opvolging,
Monitoring door
Monitoring en
Moeilijke
Geen
Geen
Zeer
Regelmatige
Monitoring en
onderhoud &
specialisten,
bijsturing
monitoring,
automatische
automatische
arbeidsintensief
reiniging en
bijsturing
bedrijfszekerheid
bijsturing
mogelijk
bijsturing door
monitoring,
monitoring
vervanging van
mogelijk
mogelijk
Inregeling systeem
specialisten
Manuele bijsturing
methode
lampen
Onderhouds-
enkel
mogelijk
mogelijk
beschikbaar
Monitoring niet
vriendelijk
door specialisten
Beperkt
Beperkt
mogelijk
onderhoud
onderhoud
Chemische methoden
17
Fysische methoden
Chloor (NaOCl)
Chloordioxide
Ozon
Waterstofperoxide
of Zoutelektrolyse
(ClO2)
(O3)
(H2O2)
Specifieke
Stabiliteit NaOCl,
Stabiliteit ClO2
Moeilijk
nadelen
pH-verhogend en
Ontploffings-
daardoor minder
gevaar bij on-site
efficiënt
generatie
ecodis®
Cu/Ag
Thermisch
UV
Zeer hoge
Lange
Dikwijls
Regeneratie
In circulatie
concentratie te
doseringen vereist,
termijneffecten op
structurele
micro- organismen
beperkte
handhaven in hele
Stabiliteit H2O2 in
gezondheid nog
aanpassingen
mogelijk
gasontwikkeling,
systeem
water
onvoldoende
vereist
te verwijderen via
gekend,
Grote kans op
ontluchting
Ontwikkelen van
snelle
Ag+-resistentie
herbesmetting
mogelijk
3.6.3.3 Toelichting Bovenstaande vergelijkingstabel weerspiegelt duidelijk dat de ecodis® technologie grote voordelen biedt ten opzichte van de andere methoden. Alle criteria in acht genomen, zijn er slechts weinig technologieën die dezelfde prestaties kunnen voorleggen als de ecodis®. De belangrijkste vergelijkingscriteria worden in het onderstaande meer in detail besproken.
Restwerking (2) UV-bestraling en thermische desinfectie hebben enkel een directe werking en de restwerking van ozon is te verwaarlozen. Nadat het inkomend water door de ontsmettingsinstallatie(s) is gepasseerd, verblijft het meestal nog lange tijd in het leidingstelsel vooraleer het wordt afgetapt aan een verbuikerspunt. Een herbesmetting van het navolgende leidingwerk is dan zeer realistisch (o.m. vanuit de biofilm). In het geval van UV-bestraling bijvoorbeeld is de kans reëel dat er bacteriën zijn die ongehavend voorbij de UV-lampen geraken wanneer het water troebel is (al dan niet tijdelijk door bijvoorbeeld spoelingen in het net). Daarom worden deze drie methoden meestal gecombineerd met een methode die wel restwerking voorziet zoals het doseren van chloramines, chloor of chloordioxide. De ecodis® heeft naast een directe desinfectie ook een uitgesproken restwerking waardoor herbesmetting wordt vermeden. Andere methoden die restwerking voorzien zijn chloor, chloordioxide en koper/zilver. Koper/zilver is echter niet oxidatief.
Continuïteit (3) Desinfectie door thermische behandeling kan slechts periodiek gebeuren en is zeer omslachtig. De methode is beperkt tot het warmwater circuit en bij sommige installaties dienen vaak eerst structurele aanpassingen worden gedaan. In de praktijk kunnen de vereiste temperaturen dikwijls niet worden gehaald bij oudere installaties. Gedurende de thermische behandeling moet de volledige installatie uit gebruik worden genomen. Zoals vermeld is de maximale dosering van chloordioxide beperkt omwille van de vorming van de schadelijke bijproducten chloriet en chloraat. Daarom wordt chloordioxide in de meeste toepassingen slechts periodiek gedoseerd waarbij een hoge concentratie ClO2 aan het water wordt toegevoegd die enkele uren moet inwerken. De behandeling moet op regelmatige basis worden herhaald, wil zij effectief zijn. Tijdens de behandeling kan het leidingnet niet voor drinkwaterdoeleinden worden gebruikt en dient er een grondige naspoeling met zuiver water plaats te vinden. Ook waterstofperoxide wordt in de praktijk enkel gebruikt in een discontinu regime vanwege de hoge risico’s van corrosie, verduren van rubbers en de toxiciteit van de reststoffen.
177
De ecodis® kan net zoals chloor en koper/zilver ionisatie zowel continu als periodiek worden ingezet. Bij kleinere debieten zijn enkel UV en de ecodis® toepasbaar. UV-bestraling dient steeds te werken op een continue basis. Het aan- en uitschakelen van de lampen verkort sterk hun levensduur. Dit betekent dat er altijd een minimale waterstroom door de apparatuur noodzakelijk is. Bij watersystemen waar periodiek geen afname plaatsvindt, zal dus de waterstroom moeten worden gerecirculeerd.
Inzetbaarheid (4) Desinfectie door UV-bestraling vereist dat de volledige waterstroom wordt behandeld: enkel het water dat direct wordt bestraald, zal worden ontsmet. De koper/zilver ionisatie wordt meestal ook in hoofdstroom gebruikt. Zoals besproken, dient bij thermische behandeling de volledige warmwater installatie te worden verwarmd. De ecodis® kan zowel in hoofdstroom als in deelstroom worden ingeschakeld. Voordelen van deelstroombehandeling zijn dat de installatie kleiner kan worden gedimensioneerd, daardoor de installatie gemakkelijker kan worden geïntegreerd, mogelijke voorbehandeling van het water wordt beperkt tot de deelstroom (bv. ontharding) en onderhoud eenvoudiger wordt. Dit alles maakt deelstroombehandeling ook economischer. Zoals eerder vermeld, zijn voor kleine debieten enkel de ecodis® oplossing en UV-lampen geschikt. UV-lampen kunnen echter niet worden ingezet in toepassingen waar periodiek water wordt afgenomen vanwege de hoge slijtage van de lampen.
Biocidaal effect (5) en Biofilm dodingscapaciteit (6) NaOCl is bij de toepasbare doseringen (+/- 0,3 tot 0,5 mg/l) beperkt voor wat betreft het aanpakken van de biofilm. Dosering (afhankelijk van de waterkwaliteit) van NaOCl verhoogt de initiële biofilmvormingscapaciteit (AOC = assimileerbare organische koolstof) van het water. Tevens kan de ontwikkeling van de bestaande biofilm zelf worden bevorderd omdat enkel de toplaag van de biofilm in contact komt met chloor. Hierbij wordt extra AOC (zie verder) gevormd waardoor de ontwikkeling van de biofilm in de diepere lagen wordt gestimuleerd 84. Hetzelfde geldt voor ozon: het is niet in staat biofilm te verwijderen en zorgt eveneens voor een duidelijke verhoging van de biofilmvormingscapaciteit. De thermische methode heeft bij de temperaturen en contacttijden (dagen) waarschijnlijk een dodend effect van biofilm. In een KIWA-rapport wordt vermeld: “De thermische inactivatie bereikt ook Legionella in amoeben en biofilms en inactiveert en verwijdert ook biofilm, zodat hergroei van bacteriën, waaronder Legionella, wordt vertraagd. Uit onderzoek in de praktijk blijkt dat het gunstige 84
Polanska, M., De Winter, C., Huysman, K., Van Keer, C., Evaluation of nutrients limiting bacterial regrowth and biofilm formation in drinking water distribution system, Samenwerking Vlaams Water (SVW), 2004.
178
effect slechts van zeer korte duur is.”85. UV-straling is op zich effectief tegen micro-organismen aanwezig in het aangevoerde (eventueel recirculerende) water. UV-straling heeft echter geen enkel effect op micro-organismen in de biofilm, noch op de biofilmvorming en biedt daarom geen bescherming verderop in de (uitlopers van de) installatie. Koper/zilver ionisatie heeft slechts een beperkt effect op de vorming van biofilm. Levende microorganismen in de film worden gedood, maar de biofilm wordt niet afgebroken. Het is tot op heden onbekend of het continu doseren van chloordioxide tot maximum 0,2 mg/l (beperkt vanwege het overschrijden van het chlorietgehalte) een invloed heeft op de afbraak van de biofilm86. Chloordioxide moet eerder worden gezien als een saneringsmaatregel waarbij periodiek, hoog chloordioxide concentraties worden gedoseerd. Het effect op de biofilm moet dan per situatie worden geëvalueerd. De ecodis® verhindert niet alleen de vorming van een biofilm, maar breekt de bestaande biofilm ook af, zoals werd aangetoond in enkele praktische onderzoeken uitgevoerd bij PIDPA87.
Kwaliteitseisen van het water (7) De effectiviteit van sommige desinfecteermethoden hangt soms sterk af van de samenstelling van het te behandelen water. Een hoog gehalte van oxideerbare verbindingen leidt bijvoorbeeld tot een verminderde efficiëntie van chloordosering, ozonisatie, waterstofperoxide en de ecodis®. Hoge concentraties aan oxideerbare verbindingen in het water verbruiken namelijk een deel van het desinfectiemiddel waardoor het niet meer beschikbaar is voor het doden van micro-organismen. Chloordioxide reageert selectiever en is hier minder gevoelig voor. Het effect van UV-straling wordt negatief beïnvloed (waardoor meer energie of een hoger aantal lampen nodig zijn om een gewenste dosis te bereiken) door een hoog gehalte aan zwevende stof en een lage UV-transmissie (zie ook sub restwerking). Thermische behandeling geeft problemen met kalkrijk of agressief water zoals verder zal worden uitgelegd. De aanwezigheid van metaalionen in het water zoals ijzerionen leidt tot een snelle ontbinding van waterstofperoxide. Verschillende factoren bepalen de beschikbaarheid van koper- en zilverionen in het water en dus de efficiëntie van de methode. Een hoog chloridegehalte in het water zal leiden tot neerslag van 85
Beerendonk, E.F., Bluijs, P.J., van Genderen, J., van der Kooij, D., Medema, G.J., Nobel, P.J., Slaats, P.G.G., Voorhoeve, D.K. , Alternatieve technieken voor Legionella preventie: kenmerken en beoordeling. Kiwa-rapport KOA 00.105 (2000). 86 Gagnon, G.A., Rand, J.L., O’Leary, K.C., Rygel, A.C., Chauret, C., Andrews, R.C., Disinfectant efficacy of chlorite and chlorine dioxide in drinking water biofilms, Water Reasearch, 39 (2005) 1809-1817. 87 Invloed van de ecodis® op AOC en biofilm, Huysman, K., Pidpa (2003).
179
zilverchloride waardoor de concentratie aan beschikbare zilverionen sterk afneemt. De beschikbaarheid van Cu2+ ionen wordt sterk bepaald door de pH: bij pH-waarden hoger dan 6 zullen er onoplosbare kopercomplexen worden gevormd waardoor de concentratie aan vrije koperionen daalt.
pH-afhankelijkheid van de methode (8) Ook onrechtstreeks draagt de pH bij tot verminderde efficiëntie van de Cu/Ag-ionisatie. Bij hogere pH zal er kalk worden afgezet op de elektroden waardoor de efficiëntie daalt. Andere methoden die sterk afhankelijk zijn van de pH zijn ozonisatie en doseren van NaOCl. Ozon is geen stabiele verbinding in water, en ontbindt volgens een complex mechanisme dat sterk afhankelijk is van de pH. Een hogere pH leidt tot een sterk versnelde ontbinding, waardoor de beschikbare ozonconcentratie voor desinfectie sterk wordt verlaagd. De pH-afhankelijkheid van chloordosering herleidt zich tot het zuur-base evenwicht tussen HOCl en OCl-. Enkel HOCl wordt opgenomen doorheen de celwand van bacteriën en kan op deze manier de bacteriën doden. Boven een pH van 7,6 is echter minder dan de helft van het “vrij chloor” aanwezig onder de vorm van HOCl. Bij een pH van 8,6 wordt dit zelfs minder dan 10%. De efficiëntie van de methode is dus zeer sterk afhankelijk van de pH in het gebied waarin zich de drinkwatertoepassingen situeren. De pH-waarde van het drinkwater in België en Nederland ligt hoofdzakelijk tussen de 7,7 en 8,2. Thermische behandeling, UV-bestraling, peroxide dosering en chloordioxide (tussen pH 5 en 10) dosering zijn niet of zeer weinig afhankelijk van de pH.
AOC vorming (9) Door de reactie van desinfecteermiddelen met organisch materiaal of micro-organismen kan het zijn dat er organische producten worden gevormd die als extra voedsel kunnen dienen voor organismen in het water of in biofilm (AOC). Ook bij slechts gedeeltelijke afbraak van de biofilm kan AOC worden gevormd waardoor de ontwikkeling van de biofilm in de diepere lagen wordt gestimuleerd. Bij klassieke chloordesinfectie wordt er een verhoging van het AOC-gehalte waargenomen88 net zoals bij ozonisatie89. Over de invloed van de thermische desinfectie, chloordioxide dosering, peroxide dosering en UV-straling op het AOC-gehalte werd er in de wetenschappelijke literatuur geen informatie gevonden.
88
van der Kooij, D., van Lieverloo, J.H.M., Schellart, J. and Hiemstra, P., Maintaining quality without a disinfectant residual, Journal AWWA, 91 (1999) 55-64. 89 van der Kooij, D., Hijnen, W.A.M. and Kruithof, J.C., The effects of ozonation, biological filtration and distribution on the concentration of easily assimilable organic carbon (AOC) in drinking water, Ozone Science and Engineering, 11 (1989) 297-311.
180
Uit metingen door de drinkwatermaatschappij PIDPA blijkt dat de AOC-concentratie in het water op de staalnamepunten vlak voor en na de ecodis® hetzelfde blijft of lichtjes daalt. M.a.w. de initiële biofilmvormingscapaciteit van het water verhoogt niet door de werking van de ecodis®. Het onderzoek, waarbij de invloed van de ecodis® werd getest op de ontwikkeling van de biofilm, bevestigt dat naast de doding van het levende materiaal in de biofilm, de biofilm ook geheel of gedeeltelijk fysiek wordt afgebroken.
Corrosie en afzettingen (10) Chlorering is vaak verantwoordelijk voor corrosie van het leidingnet en van materialen in ruimtes waar chloordampen kunnen vrijkomen en waar er niet voldoende wordt geventileerd. Bij gebruik van leidingen uit koper of gegalvaniseerd staal verhoogt de corrosiesnelheid sterk bij hogere concentraties en hogere temperaturen. Zeker bij oudere installaties is het niet zonder meer mogelijk om een NaOCldosering toe te passen. Hetzelfde geldt voor chloordioxide wanneer hoge doseringen worden toegepast. In combinatie met luchtvochtigheid is chloordioxide echter meer corrosief dan chloorgas. Wanneer lucht wordt gebruikt in de productie van ozon ontstaan stikstofoxiden als ongewenst bijproduct. Deze reageren met water en vormen salpeterzuur dat zeer sterk corrosief is90. Waterstofperoxide is zelf niet corrosief, maar door een verhoging van het zuurstofgehalte in het water kan er onrechtstreeks wel verhoogde corrosie optreden. Het is algemeen bekend dat corrosie versnelt met toenemende temperatuur. Bij thermische desinfectie bereikt het water temperaturen tussen 50 en 70°C, hetgeen de corrosiesnelheid verdubbelt. De verhoogde temperatuur zorgt ook voor een verhoogde kalkafzetting in het volledige leidingwerk. Hoe hoger de temperatuur, hoe meer uitgesproken deze kalkafzetting wordt. Indien het water vooraf wordt onthard, kan de invloed hiervan beperkt blijven. Ontharden op basis van een ionenwisselaar zonder pH-correctie, zorgt echter dikwijls voor agressief (kalkoplossend) water, waardoor het leidingmateriaal kan worden aangetast. Naast het extra contactmateriaal voor bacteriën enerzijds, is er ook een verminderde geleidbaarheid van de warmte. Dit heeft dan weer tot gevolg dat het veel langer duurt vooraleer overal (in de biofilm) de vereiste temperaturen worden gehaald. Cu/Ag verhoogt zeer sterk de corrosie bij toepassing op (leiding)materiaal van gegalvaniseerd staal, staal of zelfs roestvrij staal.
90
Kaiga, N., Takase, O., Todo, Y. and Yamanashi, I., Corrosion resistance of ozone generator electrode, Ozone Science and Engineering, 19 (1997) 169-178.
181
Uit een recent corrosieonderzoek, uitgevoerd door een externe corrosiedeskundige, blijkt dat het inzetten van de ecodis® de corrosiesnelheid van gegalvaniseerd staal, koper en roestvrij staal niet verhoogt91. Bij de ecodis® kan er lokaal wel verhoogde kalkafzetting optreden afhankelijk van de watersamenstelling. UV-bestraling induceert geen corrosieproblemen of afzettingen.
Energievereisten (11) Op energetisch vlak zijn Cu/Ag-ionisatie en de ecodis® (typisch 8 A, 7 V per m/h behandeld water) vergelijkbaar laag. Aan de andere kant is het gebruik van ozon en UV als desinfectiemiddel enorm duur omwille van het hoge energieverbruik. De operationele kosten (elektriciteit) voor de aanmaak van ozon en het efficiënt mengen van het ozongas met water zijn erg hoog. De dosering van NaOCl of H2 O2 vraagt enkel de energie van een doseerpomp. Er mag echter niet worden vergeten dat de productie van chloor via elektrolyse is gebeurd. Er is dus ook een kost bij de aanmaak van hypochloriet en bij de distributie (transportkosten). Chloordioxide is een stuk kostelijker dan chloordosering, maar de efficiëntie van de methode is veel groter. De thermische methode op periodieke basis is zowel warmte- als waterverspillend. Om op alle aftappunten een temperatuur van 60 tot 70°C te krijgen en voldoende lange tijd te houden, is voldoende doorstroming nodig. Extra kalkafzetting zorgt voor een slechtere warmteoverdracht waardoor op termijn bijkomende maatregelen vereist zijn (reiniging leidingwerk met een zuur met een verhoogd risico op corrosie en lekken). Deze kalkafzetting verkleint de nuttige diameter van de leidingen en verhoogt het contactoppervlak en de ruwheid van het leidingmateriaal, waardoor ook de opbouw van de biofilm wordt bevorderd 92.
91
Corrosie-onderzoek op koper, verzinkt staal en RVS in leidingwater met of zonder inschakeling van “ecodis®”, Corrosion Protection Consultants, 2001. 92 van der Kooij, D., Veenendaal, H., Scheffer, W., Biofilmvorming en groei van Legionella op leidingmaterialen in een experimentele warmtapwaterinstallatie, H2O, 11 (2003) 19-21.
182
Vorming DBP (12) Vorming van schadelijke desinfectie bijproducten is een probleem bij verschillende methoden. Zo worden gehalogeneerde organische verbindingen gevormd, waaronder trihalomethanen (THM), bij dosering van chloor en gebruik van de ecodis®. De vorming van THM ligt echter een stuk lager bij de ecodis®, zoals werd aangetoond in een onderzoek door PIDPA93. Redenen hiervoor zijn de onderdrukking van de vorming van klassiek chloor aan de elektroden en het feit dat er voor eenzelfde ontsmettende werking een lagere dosering kan worden ingesteld ten opzichte van chloor. Het gehalte aan THM blijft bij behandeling door de ecodis® in ieder geval ver beneden de strengste Europese drinkwaternorm. Bij dosering van chloordioxide ontstaat het vervalproduct chloriet, waarvoor een MTC-waarde (Maximale Toelaatbare Concentratie) geldt van 0,2 mg/l bij continue toepassing. Vanwege de vorming van chloriet is het maximale chloordioxidegehalte bij continue toepassing beperkt tot 0,2 mg/l, wat in de meeste gevallen onvoldoende is voor het bereiken van het benodigde dodingseffect. Bij UV-bestraling en thermische desinfectie worden geen schadelijke bijproducten gevormd. Bij ozonisatie treden er enkel problemen op wanneer het te behandelen water bromide-ionen bevat. Ozon oxideert de bromide ionen snel tot bromaat, dat carcinogeen is 94.
Geur- of smaakproblemen (13) Bij het doseren van chloor kunnen er geur- en smaakproblemen optreden. Ook bij het doseren van chloordioxide kunnen problemen optreden, zij het minder frequent 95. Bij de gebruikte concentraties vrij oxidantia gegenereerd door de ecodis® worden geen geur- of smaakproblemen waargenomen.
Milieubelasting (14) Chemische desinfecteermethoden hebben als nadeel dat er afval wordt geproduceerd door overschotten aan chemicaliën. Ook kunnen er chemicaliën in het milieu terechtkomen door het lekken van opslagtanks of leidingen. Aangezien meestal verdunde oplossingen worden gebruikt omwille van stabiliteitsproblemen van de chemicaliën (NaOCl, H2 O2) hebben ook transportkosten een aandeel in de globale milieubelasting.
93
Onderzoek naar de aanmaak van gehalogeneerde verbindingen met de ecodis®, Rapport Pidpa dd12/2005. von Gunten, U., Ozonation of drinking water: Part II. Disinfection and by-product formation in presence of bromide, iodide or chlorine, Water Research, 37 (2003) 1443-1467. 95 Schmidt, W., Using Chlorine Dioxide for Drinking Water Disinfection by the Application of the Chlorite/Chlorine Process, Acta hydrochim. Hydrobiol., 32 (2004) 48-60. 94
183
Specifiek voor het gebruik van ozon is de behandeling van het restgas dat overblijft na menging met het te behandelen water. Dit restgas bevat steeds residueel ozon en moet daarom eerst worden behandeld voor lozing. Daarnaast is het toepassen van ozonisatie ook zeer energie-intensief. Zoals al vermeld, is ook thermische desinfectie enorm energieverslindend en veroorzaakt ze een verhoogde uitstoot van het broeikasgas CO2 (Kyoto). Voor het opwarmen van het water en het onderhouden van de temperatuur in het leidingstelsel is zeer veel energie vereist. Aan desinfectie met koper/zilver ionisatie zijn milieu- en gezondheidsproblemen verbonden doordat koper- en zilverionen als zware metalen in het milieu terechtkomen. Naast een impact op het aquatisch milieu hebben deze ionen ook een effect op de menselijke gezondheid96. Daarom werden normen vastgelegd voor wat betreft maximale concentraties in drinkwater. Lange termijneffecten op de gezondheid zijn echter nog onvoldoende gekend, vooral voor wat betreft zilverionen. In Duitsland is daarom de methode niet toegelaten. In andere Europese landen, waaronder België en Nederland, werden hieromtrent nog geen besluiten genomen. De milieu-impact van UV-desinfectie en de ecodis® beperkt zich tot het periodiek vervangen van respectievelijk de UV-lampen en elektroden. UV-lampen hebben een typische levensduur van 7000 uren en dienen dus jaarlijks te worden vervangen. De elektroden in de ecodis® hebben een typische levensduur van 2 à 3 jaar.
Veiligheid (15) Het gebruik van hypochloriet verhoogt de kans op ongevallen door te hoge dosering. Bij zwembaden zijn meermaals ongevallen gebeurd die te wijten zijn aan een overmaat van chloor, gecombineerd met het doseren van een zuur. Verder is er onbetwistbaar een maatschappelijke kost bij het gebruik van NaOCl door morsen en spatten waarbij kledij en materiaal verbleken en de huid geïrriteerd kan worden. De opslag van chemicaliën vraagt ook de nodige deskundigheid. Hypochloriet oplossingen mogen absoluut niet in contact komen met zuur (dat bijvoorbeeld gebruikt worden bij ontkalking) omdat er dan agressief chloorgas kan ontsnappen dat erg schadelijk is voor de menselijke gezondheid (in WO I werd chloorgas ingezet als gifgas door het Duitse leger). Het doseerlokaal en de opslagruimte moeten in ieder geval voldoende worden geventileerd 97. Verder zijn er extra milieukosten voor het verwijderen en reinigen van de opslagvaten met chloorresten.
96
Donohue, J., Ed., Copper in Drinking-water, Background document for development of WHO Guidelines for Drinkingwater Quality, World Health Organisation, 2004. 97 International Chemical Safety Cards 0126: Chlorine, http://www.inchem.org/documents/icsc/icsc/eics0126.htm.
184
Chloordioxide wordt als gas aangeleverd of kan ter plekke worden aangemaakt. In beide gevallen zijn deskundigheid, kennis en strenge veiligheidsmaatregelen bij omgang met het product noodzakelijk. Chloordioxide is immers een hoog explosief gas en is zeer giftig98/99. Het wordt dan ook aanbevolen de productieruimte zeer goed te ventileren. De beheers- en investeringskosten zijn hierdoor ook hoger. Ozon is eveneens een zeer giftig gas en de nodige veiligheidsvoorschriften in verband met het werken met gassen moeten worden in acht genomen. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan de efficiënte werking van de destructie-eenheden voor het restgas. In grote installaties wordt dikwijls vloeibaar zuurstof gebruikt als grondstof voor de ozonproductie. Hiervoor dienen ook speciale veiligheidsmaatregelen te worden getroffen met betrekking tot ontploffingsgevaar. Voor waterstofperoxide beperken de veiligheidsrisico's zich tot deze voor de opslag en verhandeling van chemicaliën. Morsen en spatten doen ook materiaal verbleken en zorgen voor huidirritatie. De thermische methode verhoogt het risico op brandwonden door de uit te voeren handelingen. Ook kunnen afsluitventielen en mengkranen door kalkafzetting blokkeren Deze moeten vervolgens manueel worden geopend of gesloten. Een groot voordeel van de ecodis® is het feit dat de verschillende actieve desinfecterende componenten worden gevormd vanuit het water in status nascendi (aangemaakt met de componenten aanwezig in natuurlijk water). Als gevolg hiervan is de verdeling ervan veel homogener in vergelijking met chloor waardoor plaatselijke overdosering (en de daaraan extra gevormde bijproducten) onmogelijk is en zeer hoge concentraties (zoals bij NaOCl) onmogelijk kunnen worden gehaald. Er is wel een beperkte elektrolyse van water met vorming van lage concentraties aan waterstof, die in een gesloten systeem via een gepaste ontluchting moet worden afgevoerd. Tussen de elektroden in de ecodis® cel vloeit een stroom op laagspanning die geen enkel veiligheidsrisico inhoudt voor de operatoren. Koper/zilver ionisatie is een zeer veilige methode waarbij geen specifieke veiligheidsvoorschriften in acht moeten worden genomen. De elektrische stroom is een gelijkstroom op laagspanning zonder enig gevaar voor elektrocutie.
Opvolging, onderhoud en bedrijfszekerheid (16) Bij het doseren van NaOCl kan de installatie continu worden opgevolgd aan de hand van een vrije chloormeting. Een chemische kennis en een correcte omgang met chemicaliën zijn vereist. Naast de gebruikelijke operationele kosten (chemicaliën, manuren) moeten bijkomende veiligheids- en onderhoudskosten in rekening worden gebracht. Bij het tijdelijk uitvallen van de dosering is er een duidelijk verhoogd risico op een biologische contaminatie.
98
Dobson, S., and Cary, R., Eds., Concise International Chemical Assessment Document 37 – Chlorine Dioxide (gas), World Health Organisation, 2002. 99 International Chemical Safety Cards 0127: Chlorine dioxide, http://www.inchem.org/documents/icsc/icsc/eics0127.htm.
185
Ook bij doseren van chloordioxide kan de installatie continu worden opgevolgd door een chloordioxidemeting en kan de dosering worden bijgestuurd. Inregeling van systemen voor de on-site productie van chloordioxide kan echter enkel gebeuren door specialisten. De thermische methode, indien niet geautomatiseerd, is zeer arbeidsintensief en vraagt veel discipline en een duidelijk beheersplan om de vereiste contacttijden in combinatie met hoge temperaturen te respecteren. Indien niet geautomatiseerd, is er mankracht nodig om elke kraan voldoende lang door te spoelen. Als de boiler onvoldoende capaciteit heeft om alle kranen te behandelen, kost de behandeling meer tijd omdat tappunt per tappunt moet worden gespoeld. Bij geautomatiseerde systemen bestaat het risico dat de regelapparatuur door de verhoogde kalkafzetting blokkeert met verbrandingsgevaar en sterk verhoogde onderhoudskosten als gevolg. Het onderhoud van een ozoninstallatie is beperkt. De ozongeneratoren dienen goed te worden onderhouden. Bijsturing van het proces is mogelijk, maar monitoring van de ozonconcentraties is niet eenvoudig. UV-desinfectie vraagt relatief weinig onderhoud. Een hoge hardheid van het water kan leiden tot kalkafzetting op de kwartsbuis van de lamp. Om vervuiling te voorkomen kan de lamp op regelmatige tijdstippen mechanisch en geautomatiseerd worden gereinigd. Het jaarlijks vervangen van lampen dient ook handmatig te gebeuren. Koper/zilver ionisatie is een onderhoudsvriendelijke technologie. Water met een grote hardheid kan leiden tot kalkafzetting op de elektroden waardoor deze dienen te worden gereinigd. Periodiek dienen de elektroden te worden vervangen. Een belangrijk nadeel van de methode is echter de opvolging. De verkregen concentraties aan Cu2+ en Ag+ ionen zijn zo laag dat er geen eenvoudige, snelle en goedkope determinatiemethoden beschikbaar zijn. Dit maakt dat bijsturing van het systeem niet mogelijk is. De ecodis® wordt algemeen beschouwd als de beste techniek in de bestrijding van biologische contaminaties, waaronder Legionella. Een continue registratie en bijsturing zijn mogelijk en bij tijdelijke uitval is het risico op een ernstige besmetting beperkt. Inkomende bacteriën worden op dat moment niet meer gedood, maar omwille van de volledige doding van de bacteriën in de biofilm en een gehele afbraak of omvorming van de biofilm, duurt het veel langer vooraleer deze zich weer kan ontwikkelen tot een situatie waarbij problemen kunnen optreden. De ecodis® zelf vraagt relatief weinig onderhoud. In sommige wateren kan er kalkaanslag optreden die dient te worden verwijderd. Bij het ontwerp van de cel werd hier al rekening mee gehouden. De cel kan eenvoudig worden gedemonteerd en bekeken ,er werden aansluitpunten voorzien om een circulatiepompje met een verdunde zuuroplossing aan te sluiten. Dit laat toe de eventuele kalkafzetting op de elektroden op zeer korte tijd (5 minuten) te verwijderen.
186
3.6.3.4. Besluit Uit al het voorgaande kan volgend besluit worden getrokken: De ecodis® bezit een combinatie van eigenschappen waardoor ze algemeen kan worden beschouwd als een zeer complete desinfecteertechnologie, die duidelijk inspeelt op de nieuwe tendensen in wetgeving en publieke opinie. De Ecodis technologie is in staat de bio-film fysiek te verwijderen in tegenstelling tot de door Ecodis gekende alternatieve methoden voor waterdesinfectie. De ecodis® is ook de meest duurzame methode: er worden geen chemicaliën aan het water toegevoegd, het energieverbruik is zeer laag en de elektroden hebben een lange levensduur. 3.7. Toepassingsgebieden
3.7.1.
Algemeen
Gezien het ruime spectrum van infecties en organische vervuiling die de cel aankan, de grote onafhankelijkheid van omgevingsomstandigheden bij de gebruiker, de milieutechnische voordelen op vlak van nevenproducten en energieverbruik, de combineerbaarheid met andere technologieën en het potentieel van schaalvergroting en miniaturisatie zijn de marktmogelijkheden voor de ecodis® technologie uiteraard zeer ruim. De toepassingsgebieden kunnen dan ook worden bekeken volgens verschillende criteria op basis waarvan een groot aantal deelsegmenten kunnen worden onderscheiden: -
het soort te behandelen water ( zowel geschikt voor het desinfecteren van drink-, zwem-, koel-, afval-, proces- en grondwater);
-
gebruikersdoelgroepen (consumenten, publieke sector en industrie); en
-
toepassingen (industrieel, recreatief en andere).
Ecodis heeft de voorbije jaren de vereiste kennis opgebouwd om elk deelsegment (met de specifieke vereisten en marktfactoren) te kunnen aanpakken via de gewenste organisatiestructuur (bijvoorbeeld via verticale en/of horizontale integratie). Ecodis heeft een duidelijke strategie om zich in een eerste fase te focussen op een beperkt aantal van deze deelsegmenten waarin Ecodis momenteel al een aantal referenties heeft. Deze worden besproken in paragraaf 3.7.2. Huidige focus van Ecodis.
187
In paragraaf 3.7.3. worden een aantal belangrijke toepassingsmogelijkheden opgesomd waarvoor Ecodis momenteel concrete plannen heeft om ze verder te ontwikkelen en op middellange termijn te commercialiseren. Deze lijst werd opzettelijk beperkt gehouden, maar dit sluit niet uit dat nog andere opportuniteiten zullen worden bestudeerd. De in het business plan van Ecodis weerhouden time-to-market planning van de hierna besproken toepassingsmogelijkheden en productontwikkelingen worden uitvoerig toegelicht in Hoofdstuk VI onder 6.2 Vooruitzichten 2007-2012.
3.7.2.
De huidige focus van Ecodis
De huidige focus van Ecodis zal verder gericht worden op de preventieve ontsmetting van binnenkomend water dat via een intern leidingsysteem wordt verdeeld naar verschillende aftappunten binnen de organisatie/instelling, en dit binnen de opgelegde Europese richtlijnen. Op basis van deze focus zal Ecodis zich richten naar twee grote deelsegmenten: -
het eerste toepassingsgebied situeert zich rond de desinfectie van sanitair water in het kader van de Legionellapreventie voor een ruime waaier van mogelijke klanten, namelijk alle instellingen waar klanten en/of personeelsleden in contact komen met water dat wordt verneveld;
-
andere toepassingsgebieden betreffen de preventie tegen velerlei vormen van bacteriële besmetting (o.a. Salmonella, E. coli, Listeria), die gebruikers van ecodis® moet vrijwaren van grootschalige besmettingen van producten of van problemen tijdens het productieproces als gevolg van deze besmettingen.
In dit verband streeft Ecodis er naar om de standaardisering van de door haar ontwikkelde toepassingen tegen einde 2007 of begin 2008 af te ronden.
3.7.2.1 Desinfectie van inkomend drink-, leiding- of grondwater Het desinfecteren van inkomend water binnen de drinkwaternormen is de huidige standaardtoepassing van Ecodis. Inkomend water betreft leidingwater en grondwater. De toepassingen zijn gericht op zowel de B2B- als de B2C- markt. Het betreft hier met name het preventief ontsmetten van drinkwatersystemen binnen de opgelegde Europese richtlijnen. Het aandeel van deze toepassing in de totale omzet van Ecodis voor de boekjaren 2004, 2005 en 2006 bedroeg respectievelijk 10%, 15% en 21%.
188
Naast de (Vlaamse) voedingssector (reeds bestaande installaties bij Danone, Colruyt, Passendaele) zal Ecodis in de komende jaren haar salesfocus ook richten op andere industriele sectoren (farmacie, kosmetica, chemie, metaalverwerking en electronika) in de benelux (2007) en daarna het buitenland (in de eerste plaats het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk vanaf 2009) Op middenlange termijn zal Ecodis zich ook richten op de mogelijkheden in de B2C- markt.
3.7.2.2 Desinfectie van sanitair water in kader van Legionellapreventie Dit toepassingsgebied kadert in de regelgeving die in de meeste lidstaten van de EU van kracht is omtrent de Legionellapreventie. Deze is aan bod gekomen in paragraaf 2.2.3.2. Het aandeel van deze toepassing in de totale omzet van Ecodis voor de boekjaren 2004, 2005 en 2006 bedroeg respectievelijk 84%, 81% en 72%. Tot zeer recent was de focus van Ecodis in dit verband in belangerijke mate enkel gericht op de zorgsector en (in berperktere mate) de publieke sector (zwem en sportcentra) in Vlaanderen . Ook hier zal Ecodis in de komende jaren haar actieradius richten op de diverse andere toepassingsmogelijkheden bij een rumere waaier van klanten (zie 3.7.3.2 hierna) in het binnen en buitenland. Zoals hierna verder toegelicht laat de huidige Belgische legionella wetgeving de toepassing van het thermisch beheer toe en zijn alternatieve methodes slechts onder specifieke voorwaarden toegestaan.
Thermisch beheer Legionella kan in drink- of warm waterinstallaties uitgroeien bij temperaturen tussen de 20 en 55°C. Beneden de 20°C groeit Legionella slechts langzaam of helemaal niet uit, boven 55°C sterft Legionella zelfs langzaam af. De optimale groeitemperatuur ligt rond 37°C, een veel voorkomende temperatuur in bijvoorbeeld mengwaterinstallaties. Deze groeikenmerken worden gebruikt bij het thermisch beheer van de installatie: door de temperatuur van het water laag of hoog genoeg te houden, zal Legionella geen kans krijgen uit te groeien. Dit thermisch beheer gaat gepaard met het voorkomen van langdurig stilstaand water. Indien er toch sprake is van een risicovolle situatie of wanneer er een besmetting is aangetroffen, kan de installatie thermisch worden gedesinfecteerd. Dit houdt in dat die installatie gedurende een bepaalde tijd met water van een bepaalde temperatuur wordt doorgespoeld.
189
Desinfectietemperatuur
Desinfectietijd
60°C
20 minuten
65°C
10 minuten
70°C
5 minuten
Het spreekt voor zich dat thermische desinfectie niet mogelijk zal zijn in drinkwaterinstallaties (koud). Voor deze installaties is het daarom bijzonder belangrijk dat de temperatuur niet langer dan 1 à 2 dagen achtereen boven de 25°C komt en dat de installatie regelmatig wordt gebruikt. Besmetting van een drinkwaterinstallatie is hierdoor vaak moeilijker te verhelpen.
Andere beheersconcepten Naast het thermisch beheersconcept, en de mogelijkheid éénmalig een chemisch desinfectiemiddel toe te voegen voor een grondige reiniging (hetgeen evenwel wordt afgeraden, zie § 3.6), bestaan er andere methoden die het thermisch beheer zouden kunnen vervangen. De huidige Legionellawetgeving voorziet dat dit alleen is toegestaan indien deze methode gelijkwaardig is aan thermisch beheer en geen nadelige gevolgen heeft voor mens en milieu. Deze methoden worden ook wel aangeduid als alternatieve preventiemethoden. Veel van deze methoden worden momenteel op de markt aangeboden, zoals UV-lampen of ultrafiltratie (membraantechnologie, anodische oxidatie en koper-zilverionisatie). (NB: het continu doseren van een chemisch desinfectiemiddel is verschillend van een éénmalige dosering zoals hierboven beschreven en is in principe niet toegelaten). Op dit moment wordt de ecodis® gelijkwaardig aan thermisch beheer beschouwd. Ecodis heeft recent als eerste bedrijf in Nederland een “verklaring van geen bezwaar” verkregen. In Vlaanderen en Frankrijk bevindt Ecodis zich in een vergevorderd stadium voor wat betreft het certificeringtraject. Andere landen in Europa zullen snel volgen. Concreet verklaarde een internationale expertencommissie Legionella: "Het ecodis® systeem heeft een werking die vergelijkbaar is met de chloordosering echter zonder enige toevoeging van externe chemicaliën; de in water aanwezige natuurlijke chloriden worden in situ omgezet naar vrije chloor. Het systeem is op deze manier veiliger voor gebruiker en leefmilieu en waarschijnlijk ook beter voor de gezondheid."
190
3.7.2.3 Mogelijke preventieve drinkwaterontsmettingstoepassingen De onderstaande opsomming geeft een overzicht van het grote aantal toepassingsmogelijkheden m.b.t. drinkwater. Deze lijst is zeker niet limitatief. • kiemvrij houden van drinkwaterdistributie, sanitaire installaties in: o
ziekenhuizen: het volledige drinkwaternet, wasgelegenheden, douches, baden, ...
o
rust- en verzorgingstehuizen: het volledige drinkwaternet, wasgelegenheden, douches, baden, ...
o
hotels: alle binnenkomende drinkwater, alle water voor wasgelegenheden, maar ook het water van de wellness-afdelingen van het hotel, ...
o
sportinfrastructuren: alle inkomend drinkwater, water voor douchecabines, ...
o
openbare gebouwen: alle inkomend drinkwater, water voor wasplaatsen, ...
o
scholen: alle binnenkomend drinkwater, water voor sanitair, ...
o
kinderopvang en crèches: alle binnenkomend water, water voor wasdoeleinden, ...
o
camping- en bungalowparken : alle binnenkomend water, water voor wasdoeleinden, water van het wellness-center, doucheplaatsen, …
o
recreatiedomeinen: alle binnenkomend water, water voor wasplaatsen, zwemwater, water voor de wellness-afdeling, ...
o
ondernemingen die voor werknemers voorzien in doucheruimtes, wasplaatsen, …
o
schepen en vliegtuigen: drinkwateropslagtanks, doucheruimtes, ballastwatertanks, ...
o
mobilhomes en caravans: drinkwateropslagtanks, douchewater, …
o
…
• desinfectie van nooddrinkwater om de microbiële kwaliteit van nooddrinkwater uit tankwagens te beveiligen en de gebruiksduur van ingepakt nooddrinkwater te verlengen (zoals momenteel reeds toegepast door de drinkwatermaatschappij van Antwerpen, PIDPA); • kiemvrij houden van grondwater dat na voorbehandeling (bv. filtratie en/of ontijzering en/of ontharding, ...) wordt gebruikt als voedingswater voor: o
flessenspoelmachines, voor het spoelen van de flessen aan binnen- en buitenzijde;
o
brouwwater in brouwerijen;
o
wassen en spoelen van eindverpakkingen die kiemvrij moeten zijn alvorens afvulling van het te verpakken product;
191
o
industriële wasserijen (kiemvrij houden van de wastunnels, geen geur- en smaakproblemen of chloordampen bij het openen van de wasstraten);
o
CIP (“Cleaning-in-Place”) en DIP (“Disinfection-In-Place”), voornamelijk in de voedingsindustrie;
o
…
• kiemvrij houden van behandeld regenwater met gelijkaardige toepassingen als hiervoor en in het bijzonder wordt dit veel toegepast in land-en tuinbouw; • kiemvrij houden van leidingwater voor het verhinderen van de vorming en het afbreken van biofilm in het leidingstelsel; • desinfectie na voorafgaande waterbehandelingen met ionenwisselaars of membraanfiltratie, ... • voorkomen van “biofouling” op membranen van ultrafiltratie, microfiltratie, nanofiltratie en omgekeerde osmose: biofouling is een vervuiling van biofilm op deze membranen waardoor ze langzaam verstoppen zodat het behandelde debiet en dus ook de opbrengst en het rendement van de installatie verminderen; • preventieve ontsmetting van luchtbevochtigingssystemen en airco’s: verneveling van water in HVAC-installaties houden risico’s in voor Legionella- en andere bacteriologische besmettingen ( “building sickness”); • kiemvrij houden van drinkwater in reinwaterkelders; • beperking van biofilms in het distributienet bij openbare drinkwatermaatschappijen.
3.7.3.
Toepassingen die verder worden ontwikkeld door Ecodis
Ecodis heeft een aantal toepassingsgebieden geïdentificeerd. Hierna bespreken we enkele gebieden waarin Ecodis op korte termijn verdere R&D zal verrichten.
3.7.3.1. Miniaturisatie Desinfectie van water is in veel verschillende toepassingen vereist en de volumes te ontsmetten water kunnen een zeer grote spreiding vertonen, gaande van een klein privé zwembad tot de enorme volumes koelwater in een doorstroomsysteem van een elektriciteitscentrale.
192
Wanneer men echter te maken heeft met het desinfecteren van zeer kleine volumes water waarbij slechts periodiek verbruik optreedt, zijn er slechts enkele desinfectiemethoden meer bruikbaar. Het doseren van chemicaliën zoals hypochloriet is in de praktijk niet haalbaar. Er moet gebruik worden gemaakt van sterk verdunde oplossingen en doseerpompjes zijn dikwijls niet beschikbaar voor zeer lage debieten, waardoor een gelijkmatige dosering niet haalbaar is. Ozonisatie vereist een te complexe en weinig schaalbare installatie. Enkel UV-lampen (zonder restwerking) en de ecodis® technologie (met restwerking) kunnen hier een oplossing bieden. Ecodis beschikt over de nodige kennis en expertise voor de ontwikkeling van installaties die zowel hogere volumes (up-scaling) als lagere volumes (miniaturisatie) aankunnen. De mogelijkheden voor “kleine” toestellen zijn enorm veelbelovend, zowel in de B2B- als de B2Cmarkt. Mogelijke toepassingen zijn ondermeer: • ontsmettingscel voor kleine wateropslagtanks (camping, mobilhome, pleziervaart,...); • ontsmettingscel voor huishoudelijk gebruik, ingebouwd in kleine ontharders; • ontsmettingscel voor frisdrankdispensers; • ontsmettingscel voor ijsblokjesmachines; • ontsmettingscel voor kleine bevochtigers; • ontsmettingscel voor tandartsstoelen; • … Alhoewel Ecodis tegen einde 2007 de eerste resultaten verwacht wordt er in het business plan geen rekening gehouden met enige inkomsten uit verkopen van door haar ontwikkelde producten.
3.7.3.2. Zwem(bad)water (tot 200 m inhoud) Sinds jaar en dag wordt klassieke chloordosering toegepast als desinfectiemethode voor zwembadwater. Deze methode wordt in België beschouwd als "Best Beschikbare Techniek" (“BBT”) voor het ontsmetten van zwembadwater en is voor openbare zwembaden de enig toegelaten behandeling. Desondanks deze status wordt toch uitgekeken naar alternatieven voor deze methode. Belangrijkste redenen hiervoor zijn de gevaren geassocieerd met onder- of overdosering en gezondheidsaspecten inherent aan de methode.
193
Onderdosering kan leiden tot microbiële besmetting aangezien er niet voldoende wordt gedesinfecteerd, terwijl overdosering kan leiden tot gevaar voor de menselijke gezondheid. Het toevoegen van hypochloriet aan water geeft aanleiding tot de vorming van heel wat secundaire producten die mogelijk schadelijk zijn voor de menselijke gezondheid. Door de aanwezigheid van organisch materiaal en ammoniakale stikstof (ureum) in het water, kunnen in reactie met het hypochloriet gechloreerde bijproducten ontstaan zoals chloramines. Van di- en voornamelijk trichloramine wordt vermoed dat ze een nadelig effect hebben op de menselijke gezondheid. Het gebruik van chloorverbindingen leidt tevens tot de vorming van trihalomethanen, waaronder chloroform. Momenteel lopen er heel wat gezondheidsstudies naar de invloed van chlorering van zwemwater op astma en het veroorzaken van chloorallergie. De ernst van de effecten wordt sterk bepaald door het niveau en de duur van de blootstelling. De symptomen kunnen van relatief onschuldige irritatieklachten van de neus of hyperventilatie al overgaan in "reactive airways dysfunction syndrome" (RADS), een vorm van beroepsastma die gepaard gaat met blijvende bronchiale hyperreactiviteit tot lange tijd na het blootstellingsincident. Recent zijn een aantal studies verschenen die de effecten van lagere chronische blootstelling aan chloorverbindingen onder zwembadpersoneel beschrijven (Heederik et al.). In België werd er in 2003 door Prof. Bernard een studie uitgevoerd naar astma en luchtwegenklachten bij 1881 kinderen uit een stedelijk en een landelijk gebied. De resultaten waren verontrustend. Er werd zowel een toename van astma als een verhoogde longpermeabiliteit door blootstelling aan gassen na bezoek aan gechloreerde zwembaden vastgesteld. Onderzoek van Fantuzzi et al. (2001) toonde aan dat de duur van verblijf in een zwembad rechtevenredig is met een verhoogd niveau van chloroform in uitademingslucht en serum van zwemmers. De concentratie is rechtevenredig met de verblijfsduur in het water en de leeftijd van de zwemmer. Naar aanleiding van de diverse meldingen van gezondheidsklachten na bezoek aan gechloreerde zwembaden werd in Nederland bij KIWA -in opdracht van het Ministerie van VROM- recentelijk een begeleidingscommissie “Desinfectietechnieken zwemwater” opgericht. Het doel van dit comité is om een oriënterend onderzoek te laten uitvoeren naar de huidige stand van de techniek voor reiniging van zwem- en badwater (inclusief alternatieven voor chloor). Daarbij is het uitgangspunt dat de alternatieven een gelijke mate van gezondheidsbescherming voor de gebruiker zouden moeten bieden als het huidige (voorgeschreven) gebruik van chloor. Uitkomsten van het onderzoek kunnen in de toekomst mogelijk leiden tot een beleidswijziging en een aanpassing van de regelgeving, zodat deze geen belemmering meer opleveren voor het vervangen van chloorgebruik door alternatieve technieken.
194
De ecodis® is een uitgesproken kandidaat en komt voor op een informele lijst van 12 mogelijke desinfecteermethodes voor de blijvende desinfectie van zwembadwater. Gevaar op over- of onderdosering is uitgesloten met de ecodis® door de continue opvolging en bijsturing. Daarnaast werd ook al aangetoond dat de ecodis® een veel lager vormingspotentieel heeft voor trihalomethanen (THM), een belangrijke klasse van gechloreerde desinfectiebijproducten (DBP) die schadelijk zijn voor de menselijke gezondheid. In verder onderzoek zal tevens worden nagegaan wat de impact is van de ecodis® op de vorming van chloramines. Naast gezondheidsaspecten verhoogt het gebruik van hypochloriet ook de kans op ongevallen. Effecten als gevolg van acute blootstelling aan chloor of chloorverbindingen, afkomstig van desinfecteerinstallaties, zijn in een aantal gevallen beschreven. Het betreft meestal accidentele blootstelling door een gebrekkig functioneren van installaties of bij onderhoud. Zo zijn er meermaals ongevallen gebeurd te wijten aan een overmaat van hypochloriet gecombineerd met het doseren van een zuur dat wordt gebruikt voor een correctie van de pH van het water. Door het aanzuren van hypochloriet wordt chloorgas gevormd dat zeer sterk irriterend werkt op de luchtwegen. De focus van Ecodis zal hierbij gericht worden op de behandeling van zwembadwater van kleinere zwembaden, jacuzzi’s en whirlpools van privé personen en middelgrote zwembaden van sport- en fitnesscentra. In het businessplan worden hiervoor inkomsten voorzien vanaf einde 2007.
3.7.3.3. Koeltorens Een koeltoren is een installatie waarin door middel van verdamping of geleiding warmte wordt onttrokken aan water. In de industrie wordt water gebruikt als koelmiddel voor allerlei processen. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen verschillende soorten koeltorens. Er zijn torens waarbij het proceswater slechts één keer gebruikt wordt alvorens het in de koeltoren afgekoeld wordt om vervolgens geloosd te worden. Daarnaast zijn er koeltorens waarvan het water opnieuw wordt ingezet in het productieproces. Bij deze koeltorens wordt het water in de installaties rondgepompt; van het proces naar de koeltoren, waar het water afkoelt, en van daar weer terug naar het proces. Meestal heeft het te koelen water een temperatuur tussen 40 en 60°C. Het water wordt tot boven in de koeltoren gepompt en loopt vervolgens via plastic of houten schotten naar beneden. Hierbij verdruppelt de waterstroom. Tijdens het neerkomen geeft het water zijn warmte af aan de opwaartse luchtstroom, waardoor het zo’n 10 tot 20°C afkoelt. Doordat een deel van het water verdampt, raakt het ook zijn warmte kwijt. Deze waterdamp is soms in de vorm van neveldamp boven de koeltoren te zien. Om te zorgen voor een opwaartse luchtstroom, zijn in sommige koeltorens bovenin schroeven geplaatst die vergeleken kunnen worden met de bladen van een ventilator. Deze schroeven zuigen de lucht door de koeltoren naar boven. Het water valt in een bekken onderaan de toren en wordt van daar weer teruggevoerd naar het productieproces om als koelwater te dienen.
195
Er zijn open en gesloten koeltorensystemen. Bij open en semi-open systemen komt het water in aanraking met de buitenlucht. Hierbij speelt vervuiling van het koeltorenwater door luchtverontreinigingen en door luchtgedragen micro-organismen een belangrijke rol. Daarnaast kunnen micro-organismen, die zich in het koeltorenwater vermenigvuldigd hebben, zich via de lucht verspreiden. Bij gesloten koeltorensystemen is dit niet het geval.
Koelwaterproblematiek Stoffen in koeltorenwater Het water dat in koeltorens gebruikt wordt, bevat, ook als het om leidingwater gaat, vaak zouten (zoals chloriden, sulfaten en carbonaten), opgeloste gassen (zoals zuurstof en koolzuur) en metaalionen (zoals ijzer en mangaan). De aanwezigheid van deze stoffen kan voor allerlei problemen zorgen. De voornaamste problemen zijn kalkvorming, corrosie, biologische groei en vervuiling. De mogelijke problemen die kunnen ontstaan zijn eveneens afhankelijk van het materiaal waar koeltorens van gemaakt zijn. Voor het maken van koeltorens wordt vaak beton, hout, plastic en (gegalvaniseerd) staal gebruikt.
Micro-organismen Bacteriën en (ziekte)kiemen zijn altijd en overal in het milieu aanwezig. Ze zitten dus meestal ook in het water van koeltorens met open recirculatiesystemen. De micro-organismen komen vanuit de lucht in het water terecht. Als aan een aantal voorwaarden wordt voldaan, zoals een goede voedingsbodem en een aangenaam klimaat (pH, temperatuur, hoeveelheid zuurstof, voldoende nutriënten) kunnen de aanwezige micro-organismen zich vermenigvuldigen. Het gehalte aan nutriënten kan toenemen doordat water verdampt en de nutriënten in het water achterblijven. Bovendien kunnen proceslekken en het hergebruiken van het water ervoor zorgen dat het gehalte aan nutriënten en het aantal microorganismen toeneemt. Dit kan tot allerlei problemen leiden.
Biofilm Bij een sterke groei van micro-organismen ontstaat een slijmerige laag. Deze bestaat uit organisch en anorganisch materiaal. Sommige micro-organismen scheiden polymeren uit, die na hydrolyse een gelvormig netwerk vormen rondom de cellen. Door de biofilm kunnen micro-organismen zich hechten aan oppervlakken. De micro-organismen blijven op het oppervlak zitten en worden niet met het koeltorenwater meegevoerd. De biofilm beschermt micro-organismen tegen andere micro-organismen en giftige stoffen. Desinfectie van micro-organismen is daarom vaak veel moeilijker wanneer er een biofilm is gevormd. De biofilm bestaat voor een deel uit microbiologische cellen en hun componenten.
196
In de (zeer kleverige) biofilm bevinden zich ook organische en anorganische stoffen die in het water aanwezig zijn zoals chemische neerslag, organische vlokken en dode celmassa en die door de biofilm worden vastgehouden. Biofilm bestaat voor 90% uit water. Biofilm zorgt in de koeltorens voor een aantal problemen. Binnen de beschermende slijmlaag van biofilm kan door micro-organismen een versnelde corrosie plaatsvinden waardoor de wanden van koeltorens en van hitte-uitwisselingssystemen worden aangetast. De biofilm zorgt ervoor dat stoffen die het materiaal tegen corrosie beschermen niet bij het oppervlak kunnen komen. Daarnaast kunnen microbiologische reacties bestaande corrosiereacties versnellen en kunnen microbiologische bijproducten het materiaal aantasten. Biofilm zorgt voor een isolerende laag op hitte-uitwisselingssystemen waardoor deze minder goed werken. Micro-organismen in de biofilm zorgen voor een versneld verbruik van de aanwezige zuurstof waardoor verderop in het systeem een zuurstoftekort kan ontstaan. Sommige micro-organismen schakelen over op fermentatieve stofwisselingsprocessen en produceren grote hoeveelheden organische zuur, waardoor de pH plaatselijk afneemt. Anaërobe bacteriën vormen op sulfide gebaseerde bijproducten, die corrosief zijn.
Wetgeving Legionella in koeltorens Diverse Europese lidstaten hebben maatregelen getroffen om een blootstelling aan legionellabacteriën in koeltorens (die water in aërosolvorm in de lucht kunnen brengen) te voorkomen of te beperken. Deze maatregelen worden voorzien in legionellabeheersplannnen en zijn gericht op het beperken van een verspreiding van waternevel, het vermijden van waterstilstand, het schoonhouden van installaties en installatiewater, het vermijden van een toename van legionellabacteriën door het aanwenden van waterbehandelingstechnieken en het waarborgen van een juiste en veilige werking van de installatie in overeenstemming met de processpecificaties. Deze maatregelen impliceren dus dat er in koeltorens waterbehandelingstechnieken moeten worden aangewend om legionellabacteriën te bestrijden en dat er controles moeten worden uitgevoerd om na te gaan of het gehalte aan legionellabacteriën aanvaardbaar is.
Desinfectie van koeltorenwater Desinfectie van koeltorenwater moet aan andere eisen voldoen dan desinfectie van drinkwater of zwemwater. Desinfectiemiddelen mogen het koelsysteem niet aantasten en moeten er vooral voor zorgen dat micro-organismen en biofilm -die het systeem kunnen beschadigen of het koelrendement kunnen verminderen- worden verwijderd. Het water in koeltorens wordt niet gebruikt als drinkwater en hoeft wat betreft de kwaliteit niet te voldoen aan dezelfde eisen als drinkwater. Het is echter mogelijk dat personeel wordt blootgesteld aan spatwater uit koeltorens of met de waterdamp in aanraking komt, zodat het noodzakelijk is de ziekteverwekkende micro-organismen zoals Legionella te inactiveren.
197
ecodis® in koelwaterbehandeling Er is een grote vraag naar een duurzamer en milieuvriendelijker alternatief voor de bestaande behandelingsmethoden van koelwater met chemicaliën. Het doseren van chemicaliën is immers duur, onveilig en milieuonvriendelijk. Bovendien heeft het spuien tot gevolg dat telkens een deel van de toegevoegde chemicaliën verloren gaat. Hierbij worden ook afvalwaterstromen gecreëerd die in vele gevallen moeten worden verwerkt of waarvoor afvalwaterheffingen moet worden betaald. In dit verband biedt Ecodis een duurzaam en ecologisch alternatief voor het gebruik van biociden in koelwatersystemen. Uit onderzoek blijkt dat de ecodis® in staat is biofilm te doden en nieuwe groei tegen te gaan. Ook Legionella geassocieerd met biofilm kan succesvol worden bestreden. De ecodis® technologie is dus een uitgesproken alternatief om biociden te vervangen in koelwatersystemen. Gezien de onderlinge verwevenheid van de verschillende mogelijke problemen zou de ecodis® technologie bovendien ook een positief effect kunnen hebben op het vlak van corrosie- en algenbestrijding. Om tot een efficiënte toepassing van de ecodis® technologie in koelwaterbehandeling te komen werd een voorbereidend onderzoeksproject opgestart. In het businessplan worden in dit verband slechts inkomsten voorzien vanaf de tweede helft van 2008.
3.7.3.4. Desinfectie van afvalwater De afvalwatermarkt is een markt waarbinnen een duidelijke tendens naar maximaal hergebruik zich aftekent. Problematisch voor eventueel hergebruik is momenteel de microbiële (non-) kwaliteit van het effluent (na waterzuivering). Het tussenschakelen van anodische oxidatie als eindtrap is een oplossing voor dit probleem. Het zorgt er meteen ook voor dat een grote hoeveelheid water intern kan worden gerecycleerd, wat een recurrent positief effect heeft op de lozingsbalans en dus op de door ondernemingen te betalen heffingen. Desinfectie van gezuiverd afvalwater kan nuttig zijn als eindtrap in de zuivering van afvalwater in het kader van hergebruik van proceswater, hetgeen door de Europese Unie wordt gestimuleerd. Mogelijke toepassingen zijn hier : • behandelings- en beheerssystemen voor bevochtigingsinstallaties; • desinfecteren als laatste trap in IBA-installaties (individuele behandeling van afvalwater); • desinfectie als laatste trap in de behandeling en recuperatie van afvalwaters als bijvoorbeeld reinigingswater; • desinfectie van recuperatiewater in bijvoorbeeld car washes; • desinfectie van het permeaat van membraaninstallaties; • het kiemvrij houden van aanmaakwater voor waterverven;
198
• het kiemvrij houden en recuperatie van afkoelwater in pasteurisatieprocessen; • het ontgeuren (desinfecteren) van snijoliën in de metaalverwerkende sector; • het elimineren (oxideren) van cyanide in grond- en/of afvalwaters; • het elimineren (oxideren) van ijzer in grondwater; • het elimineren (oxideren) van ammonium bij het behandelen van drinkwater; • het verwijderen van (recalcitrante) polluenten zoals pseudo-oestrogenen; • ….
Via anodische oxidatie met andere nieuwe elektrodetypes is het theoretisch mogelijk om COD en BOD te verwijderen uit afvalwater. Ecodis onderzoekt innovatieve mogelijkheden (nanotechnologie) op het vlak van afvalwaterzuivering en -recuperatie. In het businessplan werden hiervoor voorzichtigheidshalve nog geen inkomsten voorzien.
3.7.3.5. Andere toepassingen • desinfectie van voedsel: enerzijds is er de druk vanuit de komende Europese wetgeving (REACH) om chlorinatie of behandeling met bv. perazijnzuur van vleeswaren (karkassenreiniging bij slachthuizen) te verbieden, anderzijds bestaan er wetenschappelijke bewijzen over de verlengde bewaarbaarheid van groenten met ecodis® water behandeld; • desinfectie van regenwater: regenwater kan na voorfiltratie worden omgezet tot grijswater om ondermeer toiletten te spoelen mits doding van de aanwezige microbiële populatie en aanrijking van macroparameters; • … Ook hier houdt het businessplan geen rekening met enige inkomsten. 3.8. Referenties Hoewel Ecodis, als onderneming met focus op R&D, slechts sinds enkele jaren op de markt (vanaf 2002) actief is en ze de commerciële activiteiten, na vervolmaking van haar huidige productfocus, pas recent heeft geïntensifieerd, heeft ze al meer dan 50 klantenreferenties hoofdzakelijk op het vlak van inkomend water en Legionellapreventie. Deze referenties situeren zich voornamelijk in de zorgsector, overheidssector en voedingsindustrie in Vlaanderen en in het buitenland.
199
Omzetverdeling volgens toepassing (in %) : 2004
2005
2006
Inkomend water
10%
15%
21%
Legionellapreventie
84%
81%
72%
Andere (huur, diensten)
6%
4%
7%
Omzetverdeling volgens sector (in %) : 2004
2005
2006
Zorgsector
74%
69%
59%
Publieke sector
12%
11%
9%
Industrie
14%
20%
32%
Enkele referenties Legionellapreventie Ziekenhuizen
St. Augustinusziekenhuis, Wilrijk St.-Norbertusziekenhuis, Duffel St.-Rafael, Leuven St.-Jozefziekenhuis, Malle Psychiatrisch centrum, Kortenberg St.-Salvatorziekenhuis, Hasselt Heilig Hartziekenhuis, Eeklo St.-Fransiscusziekenhuis, Heusden-Zolder
RVT
RVT Cocoon, Antwerpen RVT De Verlosser, St.-Ulriks Kapelle RVT St.-Barbara, Herselt
Gemeenten
Gemeentelijk Sportcentrum ‘3 Fonteinen’, Vilvoorde Gemeentelijk sportcomplex, St.-MaartensLatem Gemeentelijk sportcomplex, Eeklo Gemeentelijk sportcomplex, Lommel Gemeentelijk sportcomplex, Lummen
Diversen
Heilig Hartinstituut, Heverlee Ministerie van Defensie, Nederland
200
3.8.1.
Zorgsector
Ecodis is marktleider in de Vlaamse zorgsector voor het desinfecteren van de drinkwater- en sanitaire installaties (legionellapreventie) van diverse ziekenhuizen en rust- en verzorgingsinstellingen. Zo behandelt Ecodis in het Sint-Augustinus ziekenhuis in Antwerpen, preventief het inkomend koud drinkwater door middel van twee cellen met een capaciteit van 4 m/uur. De ecodis® installatie zorgt er voor kiemvrij water. Ecodis heeft er ook een tijdelijke booster geplaatst op het warm water om preventief de leidingen te saneren die in het verleden waren besmet met biofilm. In het Leuvense Sint-Raphael ziekenhuis worden 50 tandartsstoelen ontsmet met ecodis® water. Ondanks het feit dat de commerciële activiteiten in Nederland pas in oktober 2006 werden gelanceerd, werden ook daar reeds enkele opdrachten aan Ecodis toevertrouwd.
3.8.2.
Publieke sector
In het gemeentelijk sportcomplex van Lummen wordt het water van de 15 douches gedesinfecteerd door een ecodis® installatie : één cel van 4 m/uur werkt er op het mengwatersysteem (warm en koud water wordt gemengd waardoor het water in de leidingen 37°C heeft) dat bijzonder gevoelig is voor Legionellabesmetting. In Merksplas maakt het opvangcentrum voor asielzoekers gebruik van de ecodis® technologie (Legionellapreventie). De Regie der Gebouwen liet centraal op het koud water preventief per blok één cel van 2 m/uur installeren.
3.8.3.
Industrie
Ecodis heeft inmiddels ook talrijke referenties in de privé-sector en in het bijzonder in de voedingsindustrie. Bij Inza staat een cel van 1 m /uur voor het spoelen van flessen en bij Nutricia (Nederland) staat een ecodis® cel van 4 m /uur om de verpakkingsbek van de Tetra verpakkingsmachine met steriel water te spoelen en zo het bacteriologisch besmettingsgevaar van hun zuivelproduct tot een minimum te beperken. Bij Danone desinfecteren 3 cellen van 4 m/uur het door de compressorgroepen opgewarmde water. Het steriele water wordt er gebruikt voor de bereiding van de producten en reiniging van machines.
201
De kazenproducent Passendale maakt gebruik van een watertank met een warmwater kringloop om via een lucht-conditioneer-systeem de kaasruimte te verwarmen. Omdat in dit warmwatercircuit een Legionellabesmetting kan ontstaan en eventueel een bacteriologische contaminatie via de lucht de kazen zou kunnen besmetten, heeft Passendale er voor gekozen om op het warmwater circuit preventief een ecodis® installatie te plaatsen. Bij Vlevico te Hallle (het vleesverwerkend bedrijf van de Colruyt-groep) staan vijf cellen van 4 m/uur om al het inkomend koud drinkwater (60 m/h) preventief kiemvrij te maken. Bij Panasonic ontsmet (legionellapreventie) een ecodis® installatie van 4 m/uur preventief al de douches. Bij Daf Trucks wordt al het water (warm en koud) gebruikt in de keuken, door een ecodis® 1.0 gedesinfecteerd. Andere referenties zijn ondermeer: Campina en Centerparcs (Nederland), … voor legionellapreventie en Vegobel, Hidrodoe, PIPDA, …voor desinfectie van inkomend water.
3.8.4.
Particulieren
Ecodis beschikt over enkele referenties op het gebied van het desinfecteren van privé-zwembaden.
3.9. Erkenningen
3.9.1.
Prijzen
Ondanks zijn prille bestaan ontving de ecodis® technologie al in 2000 een eervolle vermelding bij de Innovation Award op de AQUATECH beurs te Amsterdam, één van de grootste en belangrijkste beurzen op vlak van water in Europa. Het oordeel van de internationale jury om de ecodis® te bekronen werd omschreven als volgt: “De ecodis® is een nieuwe oplossing voor waterdesinfectie zonder toevoeging van chemicaliën of inzet van straling. De jury vindt de nieuwe methodiek duurzaam omdat geen chemicaliën worden toegepast en de energiekosten laag zijn. De jury vindt het te prijzen, dat gestreefd is naar een oplossing voor Legionellapreventie. Ze hoopt dat de fabrikant het product verder zal doorontwikkelen, zodat preventie onder alle omstandigheden gegarandeerd is.”
202
3.9.2.
Andere
Ook op andere vlakken ervaart Ecodis een blijk van erkenning voor haar wetenschappelijke waarde en expertise. Zo worden de Ecodis onderzoekers regelmatig gevraagd als gastspreker. De laatste jaren werden presentaties gegeven op diverse symposia100. Bovendien zetelen de Ecodis experts regelmatig als enige buitenlandse vertegenwoordiging in adviescommissies in Nederland, het “waterland” bij uitstek101, en bekleden zij mandaten in diverse raden van bestuur van watergerelateerde belangenverenigingen (TNAV, B-IWA).
4. Onderzoek en ontwikkeling 4.1. Algemeen Als technologische en innoverende onderneming staan onderzoek en ontwikkeling bij Ecodis centraal. Een team van gekwalificeerde ingenieurs en wetenschappers onder leiding van Elmar Peters staat in voor de ontwikkeling van nieuwe technologieën en nieuwe toepassingen. Naast fundamenteel, eigen, intern onderzoek en ontwikkeling laat Ecodis zich adviseren door diverse experts. Dit resulteerde al in heel wat samenwerkingen.
100
Lezingen voor groot publiek, selectie: • 27 februari 2003. HoReCa studiedag. Titel presentatie: De e-disinfector®: Efficiënte methode voor het voorkomen en bestrijden van biologische contaminaties, waaronder Legionella • 30 augustus 2003. Belgapom (algemene vergadering), Ieper. De e-disinfector®: Voorkomen en bestrijden van biologische contaminaties, inclusief Ralstonia solanacearum (d.m.v. elektrolyse) • 22 januari 2004. Workshop GOM - Universiteit Gent "Nieuwe conserveringstechnieken voor levensmiddelen" Titel presentatie: Desinfectie van waterstromen door electrolyse binnen de voedingsindustrie • 24 februari 2004. Workshop GOM - Universiteit Gent “Trends in milieutechnologie voor water, lucht en bodem.” Titel presentatie: Mogelijkheden van anodische oxidatie in de behandeling van industriële en huishoudelijke waterstromen • 20 oktober 2004. IFEST 2004, Flanders Expo Gent. Titel presentatie: Waterleidingen zonder bacteriën en biofilms … een utopie? • 21 april 2005. TNAV Workshop, Congrescentrum Ter Elst, Edegem. Trends in vergaande zuivering en hergebruik van water. Titel presentatie: Hergebruik van water door middel van elektrolyse • 26 mei 2005. Bedrijvenforum The Watercycle Editie 2005. Sunparks De Haan. Titel presentatie: Mogelijke behandelingsmethoden voor Legionella • 22 november 2005. Studiedag ‘Microbiologisch veilig water’. Vito, Mol. Titel presentatie: Elektrolyse (anodische oxidatie) • 16 mei 2006. TWA-themadag: Innovative Technologies in the water sector, WTC Rotterdam. Titel presentatie: Prevention & removal of biological contaminations, including Legionella. • 1 december 2006. Fermentatio Studiedag XLIV. Titel presentatie: De ecodis®: Veilig water in de brouwerij. 101 Bijvoorbeeld: Desinfectietechnieken voor zwemwater.
203
4.2. Intern onderzoek en ontwikkeling Door het samenstellen van een multidisciplinair onderzoeksteam en het vele gezamenlijke onderzoekswerk samen met partners, heeft Ecodis sinds ruim zeven jaar een grote wetenschappelijke en technologische voorsprong opgebouwd over alle aspecten van water en waterbehandeling: • • • • • •
microbiologie: legionellaproblematiek, biofilmafbraak; chemie: bijproducten, oxidatieprocessen en pseudo-oestrogenen; wateranalyse: impact van waterparameters op oxidatie-kracht; materiaalkunde: corrosiviteit en efficiëntiebepaling bij bepaalde elektroden configuraties; elektronica: ontwikkelde hardware, communicatie en meet- en regeltechniek; IT: software (toepassingen en besturingssysteem).
Ecodis stelt vijf personen tewerk in R&D, waarvan twee met een doctoraat in de domeinen scheikunde en toegepaste bio-ingenieurswetenschappen. Op het gebied van ontwikkeling werd een hoog gekwalificeerd complementair team verzameld dat elk aspect van de ecodis® technologie en de praktische toepassing uitspit en verder verbetert. Zo konden al enkele opmerkelijke technologische verbeteringen worden verwezenlijkt, zoals de online bewaking, monitoring en sturing van op afstand. Ook worden steeds nieuwe concepten getoetst met het oog op rendementsverbeteringen, standaardisering en verbetering van hard- en software. Hiervoor beschikt Ecodis over een eigen elektronicalabo. Ecodis beschikt ook over een eigen waterkundig onderzoekslabo dat op korte tijd sterk werd uitgebouwd. Zo kunnen op laboratoriumschaal testen worden uitgevoerd op waterstalen van potentiële klanten. De infrastructuur biedt een maximale flexibiliteit voor het uittesten van verschillende opstellingen en configuraties waarbij tijdens het testen continu alle belangrijke parameters geregistreerd worden. Ook kunnen chemische analyses worden uitgevoerd van alle belangrijke waterparameters. Testen kunnen niet alleen in het labo worden uitgevoerd, maar ook on-site. Hiervoor bouwde Ecodis diverse mobiele testeenheden. Deze eenheden werden al ingeschakeld voor saneringsopdrachten en voor prospectie. Op basis van de bekomen gegevens kunnen dan geoptimaliseerde installaties worden gedimensioneerd en geplaatst. 4.3. Samenwerking en onderzoeksprojecten Naast eigen intern onderzoek werkt Ecodis nauw samen met verschillende onderzoeksinstellingen, waaronder universiteiten, hogescholen en publieke en private instellingen (bv. watermaatschappijen). Verscheidene projecten werden al door het IWT ondersteund.
204
4.3.1
Onderzoek naar de configuratie van de elektrolysecel
Professoren J. Fransaer en M. De Bonte van de onderzoeksgroep MTM (Metaalkunde en Toegepaste Materiaalkunde) van de KULeuven werken mee aan de rendementsverbetering van de elektrolysecel. Met de onderzoeksgroep werd recentelijk een duurzame samenwerking aangegaan. Een deel van het onderzoekswerk wordt door het Ecodis onderzoeksteam uitgevoerd in de laboratoriuminfrastructuur van de MTM onderzoeksgroep. Daar staan ook een aantal analysetechnieken ter beschikking die toelaten elektrodeprocessen te volgen en nieuwe elektrodematerialen te evalueren. MTM werken ook actief mee aan het opvolgen en bijsturen van de experimenten in de praktijk en de interpretatie van de resultaten.
4.3.2
Onderzoek naar het desinfecterend vermogen van de ecodis®-cel
In het kader van een SVW project (Samenwerking Vlaams Water) werd door Prof.dr. C. Van Keer van de Katholieke Hogeschool Sint Lieven (Gent) het desinfecterend vermogen van de ecodis® onderzocht op levende bacteriën in het water. Dit onderzoek werd reeds toegelicht in § 3.2.1. Ook onderzochten zij, in opdracht van SVW, het effect van de ecodis® op doding en afbraak van biofilm (zoals beschreven in § 3.2.2.6.). Prof. E. Moyson van de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen van de KULeuven zette het onderzoek verder. Hierbij werd vooral de impact van de ecodis® op biofilms en biofilmbacteriën verder onderzocht en in samenwerking met het Departement Tandheelkunde van de KULeuven werd vastgesteld dat de ecodis® tevens mogelijkheden biedt voor decontaminatie van de zeer fijne waterslangen in tandartsstoelen102. Zowel biofilmbacteriën als biofilm zelf worden vlot gedood en verwijderd, op voorwaarde dat een minimaal waterverbruik gegarandeerd wordt. Verder verrichtte Professor F. Ollevier, hoofd van het Labo Aquatische Ecologie van de KULeuven, onderzoek naar de impact van de ecodis® op Legionella pneumophila. Uit dit onderzoek 103 blijkt dat de ecodis® in staat is L. pneumophila efficiënt te doden zonder de drinkwaternorm van 0,25 mg/l vrij oxidantia te overschrijden. Ter preventie van de veteranenziekte is het echter niet voldoende om enkel alleen L. pneumophila te doden; ook amoeben -de gastheer van L. pneumophila- en biofilm moeten vernietigd worden. Dit onderzoek leidde alvast tot een eerste publicatie betreffende de materie. Verder onderzoek dient nog gepubliceerd te worden.
102
Ryckeboer, J. 2005. Bestrijden van microbiële contaminaties in leidingen met elektrolyse. Milieutechnologie 5:4-7. Delaedt, Y., A. Daneels, P. Declerck, J. Behets, J. Ryckeboer, E. Peters and F. Ollevier. 2006 The influence of electrochemical disinfection on Escherichia coli and Legionella pneumophila in tap water. Microbiological Research (in press).
103
205
Dit onderzoek werd nadien verder gezet in samenwerking met Prof. J. Etienne (Inserm, Lyon, Frankrijk) en Labo Derva (Heusden-Zolder). Hierbij werd de impact van de ecodis® op 10 wildtype isolaten van L. 104 pneumophila verder onderzocht. De onderzoeksresultaten bevestigden de vroegere observaties onder laboratoriumomstandigheden. Bij een residuele vrije oxidantia concentratie van ongeveer 0,3 mg/l werd ook bij 'wildtype' isolaten van L. pneumophila een Log 7 reductie bereikt en dit binnen een blootstellingstijd van slechts 15 minuten. Ook in Nederland heeft KIWA Water Research wetenschappelijk onderzoek gedaan naar het effect van de ecodis® op L. pneumophila. Ecodis werd hierbij gevraagd als evaluator, om na te gaan of haar nieuw gebouwde pilootinstallatie wel degelijk geschikt was om alternatieve desinfecteermethoden te evalueren en valideren.
Zicht op de Kiwa pilootinstallatie
104
Deze isolaten zijn afkomstig van door Legionella geïnfecteerde patiënten.
206
4.3.3
Onderzoek naar de milieu-technische aspecten van de ecodis® oplossing
Er werd tevens kwantitatief onderzoek op de ecodis® uitgevoerd door PIDPA (Provinciale en Intercommunale Drinkwatermaatschappij der Provincie Antwerpen). Zij onderzocht de eventuele afgifte van metalen door de elektroden bij gebruik van het desinfectietoestel. Op basis van de uitgevoerde kwantitatieve metingen (analyseverslagen) en semi-kwantitatieve metingen kon worden geconcludeerd dat er bij gebruik van de ecodis® geen metalen worden teruggevonden (> 5 g/l) behalve voor enkele gangbare elementen zoals nikkel (Ni), koper (Cu), zink (Zn) en lood (Pb) waarbij de gehaltes veel lager zijn dan de drinkwaternorm. De meeste van de onderzochte metalen (zoals blijkt uit de screaning) worden op het ppb-niveau niet teruggevonden. Verder onderzocht PIDPA de eventuele aanmaak van gehalogeneerde verbindingen met de ecodis®. Op basis van de uitgevoerde metingen kon worden geconcludeerd dat er bij gebruik van de ecodis® lagere concentraties gehalogeneerde componenten worden gevormd in vergelijking met een NaOCl-dosering (javel) voor het gekozen watertype. De gevormde concentraties waren ongeveer 40% lager in vergelijking met NaOCl voor eenzelfde vrije chloorconcentratie. Ondanks dat het gekozen watertype een hoog gehalte aan organische koolstof had en de instelling van de vrije oxidantia werd bepaald op ca 0,8 mg/liter (norm = 0,25 mg/liter) lagen de concentraties aan haloformen (carcinogene stoffen) meer dan een factor 5 lager dan de drinkwaternorm. Op basis hiervan kan worden gesteld dat het gebruik van de ecodis® als een volwaardige desinfecteertechniek voor drinkwater kan worden beschouwd. Aan de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen van de KULeuven coördineert Prof. C. Peeters onderzoek naar de vorming van desinfectiebijproducten in functie van de waterkwaliteit. Het onderzoek toont duidelijk aan dat deze producten ver beneden de toegestane concentraties in drinkwater liggen. Tenslotte toonde Professor W. Verstraete van het Laboratorium voor Microbiële Ecologie en Technologie (LabMET) van de UGent aan dat de ecodis® cel ongewenste componenten in het water kan verwijderen zoals residu’s van bepaalde pseudo-oestrogenen. 4.3.4
Onderzoek naar specifieke toepassingsgebieden
In de voedingsnijverheid kan de ecodis® eveneens een grote rol spelen. Een eerste toepassing ligt in het decontamineren van waswater of ander vervuild water door dit te leiden door de elektrolysecel. Naast de directe oxiderende werking van de radicalen zelf zal er in het behandelde water nog een tijdje een residueel effect optreden door de aanwezigheid van vrije oxidantia. Hiervan wordt gebruik gemaakt in een tweede toepassing van de ecodis®, namelijk het decontamineren van groenten en fruit.
207
Uit onderzoek door Prof. F. Devlieghere van de Universiteit Gent (Laboratorium voor Levensmiddelenmicrobiologie en -conservering) samen met Prof. J. Coosemans van het Laboratorium voor Fytopathologie en Plantenbescherming van de KULeuven en Ecodis. bleek dat de populatie van bederfmicro-organismen in proceswater spectaculair wordt gereduceerd (met 5 - 8 log kve / ml, gemeten na 45 min met een vrije oxidantia gehalte van maximaal 5,1 mg/l). In de literatuur zijn weinig gegevens bekend omtrent het effect van elektrolyse op bederfflora, dit in tegenstelling tot pathogenen, waar reeds enkele publicaties over zijn verschenen (Okull & Laborde, 2004; Park et al., 2004). In verder onderzoek door Prof. F. Devlieghere aan de Universiteit Gent werden tevens de mogelijkheden van de ecodis® voor het decontamineren van groenten en fruit verder onderzocht. De resultaten toonden aan dat na het wassen van versneden gemengde sla met ecodis® behandeld water er een spectaculaire reductie van de aanwezige bederforganismen werd waargenomen (na 5 minuten wassen met een vrije oxidantia gehalte van 3,6 mg vrij chloor/l een reductie van ongeveer 2 – 3 log kve / g sla). Het gebruik van de ecodis® leidde verder tevens tot een reductie van de concentratie aan bederforganismen in minimaal bewerkte wortelen, ijsbergsla en witte kool en dit zonder de sensorische (smaak) eigenschappen te beïnvloeden (meer dan 1 log reductie). Onderzoek toonde tevens aan dat de ecodis® de houdbaarheidsperiode van minimaal bewerkte kool aanzienlijk kan verlengen, immers voorheen werd aangetoond dat de ecodis® minimaal bewerkte kool kan decontamineren zonder de sensorsche eigenschappen te beïnvloeden. Uit het onderzoek kan worden afgeleid dat de houdbaarheidsperiode van minimaal bewerkte kool met minstens vijf dagen bij 4°C of met drie dagen bij 7°C kan verlengd worden na wassen met ecodis® behandeld water. In tegenstelling tot het gebruik van gechloreerd water (50 – 200 ppm) is de concentratie aan vrije oxidantia nodig voor het bekomen van een decontaminerend effect lager bij het gebruik van de ecodis®. Een belangrijk gevolg hiervan is dat er minder gechloreerde organische componenten zoals trihalomethanen (THM) zullen worden gevormd in vergelijking met het gebruik van gechloreerd water. Deze componenten worden in verband gebracht met carcinogene effecten en in een daling van de vruchtbaarheid (Nieuwenhuijsen et al., 2000). Verder onderzoek hieromtrent is nog lopend. Meer details betreffende het onderzoek naar het decontamineren van waswater of ander vervuild water en het decontamineren van groenten en fruit kunnen gevonden worden in volgende publicaties: • Gómez-López, V.M., P. Ragaert, J. Ryckeboer, V. Jeyachchandran, J. Debevere and F. Devlieghere. 2007. Shelf-life of minimally processed white cabbage treated with neutral electrolysed water and stored under equilibrium modified atmosphere. International Journal of Food Microbiology (Submitted for publication); • Gómez-López, V.M., F. Devlieghere, P. Ragaert, L. Chen, J. Ryckeboer, J. Debevere. 2007. Decontamination of minimally processed vegetables by gaseous and liquid chlorine dioxide and neutral electrolysed oxidising water. International Journal of Food Science and Technology (Submitted for publication);
208
• Gómez-López, V.M., P. Ragaert, V. Jeyachchandran, J. Ryckeboer, J. Debevere and F. Devlieghere. 2006. Electrolysed oxidising water to prolong the shelf-life of minimally processed white cabbage. FoodMicro 2006, August 29-September 2 2006. Bologna, Italy; • Ongeng, D., F. Devlieghere, J. Debevere, J. Coosemans and J. Ryckeboer. 2005. The efficacy of Electrolysed Oxidising Water for inactivating spoilage microorganisms in process water and on minimally processed vegetables. International Journal of Food Microbiology 109: 187-197; • Ragaert, P., F. Devlieghere, J. Ryckeboer, J. Coosemans en J. Debevere. 2004. Nieuwe decontaminatietechnieken voor groenten en fruit. Voedingsmiddelentechnologie 9:18-20; • Nieuwenhuijsen, M.J., Toledano, M.B. & Elliott, P. (2000). Uptake of chlorination disinfections byproducts; a review and a discussion of its implications for exposure assessment in epidemiological studies. Journal of Exposure Analysis and Environmental Epidemiology, 10, 586-599; • Okull, D.O. & Laborde, L.F. (2004). Activity of electrolysed oxidizing water against Penicillium expansum in suspension and on wounded apples. Food Microbiology and Safety, 69(1), 23-27; • Park, H., Hung, Y. & Chung, D. (2004). Effects of chlorine and pH on efficacy of electrolysed water for inactivating Escherichia coli O157:H7 and Listeria monocytogenes. International Journal of Food Microbiology, 91, 13-18.
Tenslotte werd recentelijk door Prof. F. Devlieghere samen met Dr. L. Herman van het ILVO (Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek, Melle) onderzoek opgestart naar de invloed van de ecodis® op de bewaarbaarheid van vleeswaren. De eerste resultaten tonen alvast een snelle decontaminatie van proceswater aan, terwijl de resultaten betreffende de decontaminatie van de vleeswaren zelf binnen afzienbare tijd ter beschikking komen. De ecodis® biedt tenslotte ook mogelijkheden om tuinbouwbevloeiings- of recuperatiewater te desinfecteren. Zo toonde onderzoek aan het Laboratorium voor Fytopathologie en Plantenbescherming van de KULeuven aan dat schimmels zoals Rhizoctonia solani, Trichoderma hamatum, Pythium ultimum en Fusarium oxysporum f. sp. radicis-lycopersici bij doorstromen door de ecodis® vlot worden gedood. Ook het residueel of depoteffect kende een uitgesproken karakter. Factoren zoals het vrije oxidantiagehalte, eventuele overlevingsstructuren van de schimmels (sporen) en de organische belasting van het water speelden hierbij uiteraard een rol. In dit onderzoek werd tevens een efficiënte doding van de testbacteriën Ralstonia solanacearum en Bacillus subtilis vastgesteld en dit al bij zeer lage vrije oxidantiawaarden. Deze resultaten zijn zeer positief, zeker in het geval van R. solanacearum gezien de internationale quarantaine status van dit organisme.
209
4.3.5
Overige onderzoeken
Momenteel wordt ook in samenwerking met een grote internationale speler in de drankenindustrie onderzoek verricht op het desinfecteren van drankdispensersystemen met de ecodis®. Hier ligt de focus op miniaturisering voor de behandeling van kleine debieten. Naast universiteiten en hogescholen, werkt Ecodis bovendien nauw samen met verschillende instellingen die actief zijn in de watersector waaronder gespecialiseerde water analyselabo’s en industriële partners. Ecodis plant in de toekomst nog meer onderzoeksprojecten. Zowel langlopende, fundamenteel georiënteerde onderzoeken (zoals o.m. doctoraalstudies) als korte, meer toepassingsgerichte projecten zullen worden opgestart. Momenteel loopt een onderzoek naar de toepassing van de ecodis® technologie in koelwater. 4.4. Intellectuele eigendom Fabrieks- en zakengeheimen Een substantieel onderdeel van de technologie van de Vennootschap valt onder fabrieks- en zakengeheimen. De Vennootschap meent dat zij gelet op de vertrouwelijkheid van haar know-how over een belangrijk concurrentieel voordeel beschikt. Hoewel de Vennootschap zo goed mogelijk deze geheimen via ondermeer geheimhoudingsovereenkomsten en afgeschermde computernetwerken tracht te beschermen, is het risico niet uitgesloten dat bepaalde geheimen aan derden worden bekendgemaakt en de Vennootschap hierdoor bepaalde concurrentiële voordelen verliest. De Vennootschap schat dit risico echter laag in. Octrooien Ecodis heeft in maart 2006 een Europese octrooiaanvraag (nummer 06447032.1) ingediend met revindicatie van prioriteit op maart 2005. De aanvraag betreft een methode voor het verwijderen van verontreinigde stoffen in waterige vloeistoffen ("Method for removing pollutants from water based fluids"). Het is niet zeker of een octrooi uiteindelijk zal verleend worden, althans in de aangevraagde vorm. Ecodis overweegt in de toekomst eventueel bijkomende octrooiaanvragen in te dienen m.b.t. andere specifieke toepassingen van de ecodis® technologie. Merken De Vennootschap is de houder van twee Beneluxmerken: het Benelux woord- en beeldmerk "ECODIS, innovation in water" ingeschreven onder het nummer 679298 sedert 26 januari 2001 en het Benelux woordmerk "ECODIS" ingeschreven onder het nummer 821433 sedert 3 april 2007 in alle relevante klassen. Hoewel ingeschreven, blijven merken vatbaar voor betwisting door derden.
210
Auteursrechten De Vennootschap geniet van de bescherming van de computerprogramma's die door haar werknemers zijn ontwikkeld en voor de besturing van haar producten worden gebruikt. De Vennootschap staat op het punt de rechten te verwerven op de bijgaande handleidingen. De overdracht is echter niet afgerond zodat hierover geen zekerheid bestaat. 4.5. Certificering In Vlaanderen werd op 27 maart 2005 de aanvraagprocedure ter certificering van de ecodis® voor de behandeling van drinkwater in kader van Legionellapreventie opgestart. Deze aanvraag is gebaseerd op het op 11 juni 2004 herziene Legionellabesluit. De bevoegde minister kan namelijk op basis van dit besluit beslissen dat de aanbevolen “thermische desinfectie” mag worden vervangen door een alternatief systeem. Op basis van dit besluit kan de minister proefprojecten goedkeuren die voldoen aan de volgende eisen: (1) er worden geen bestanddelen aan het water toegevoegd die niet zijn toegestaan voor de behandeling van drinkwater en er worden geen methoden gebruikt die resulteren in overschrijding van de toegestane concentraties voor stoffen in drinkwater; (2) de werkzaamheid en de veiligheid voor mens en milieu van de methode moeten zijn aangetoond door middel van laboproeven; en (3) het proefproject wordt begeleid door een stuurgroep waarin minstens drie van elkaar onafhankelijke universitaire diensten en een persoon van de administratie zijn vertegenwoordigd. De ecodis® werd beoordeeld aan alle eisen te voldoen en Ecodis heeft dan ook met succes dit deeltraject afgerond, waarbij de aanvraagprocedure zich nu in de eindfase bevindt. In deze finale procedure wordt momenteel een ecodis® pilootinstallatie minstens een drietal maand van nabij opgevolgd. In Nederland werd door het KIWA in opdracht van het Ministerie van VROM onderzoek verricht naar alternatieve Legionellapreventietechnieken. Na een intensieve opvolging van een ecodis® pilootinstallatie ontving Ecodis in maart 2007 als eerste onderneming in Nederland een “Verklaring van Geen Bezwaar” waarbij Ecodis (onder toezicht van het VROM) de toelating krijgt om op onbeperkte basis ecodis® installaties te plaatsen in Nederland105. Op basis van positieve meetresultaten op tenminste 5 tot maximum 10 locaties zal later deze voorlopige toelating automatisch worden omgezet in een definitieve. In Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk werden eveneens certificeringsprocedures opgestart. Ook hier verwacht Ecodis de certificering te bekomen.
105
Zie voor conclusie van internationale expertencommissie § 3.7.2.2.
211
5. Organisatiestructuur
Raad van Bestuur Audit Comité
Remuneratie & Nominatie Comité
CEO
CFO
R&D
CTO
CCO
Financiën
Onderzoek
Projecten
Verkoop
Wetgeving
Ontwikkeling
Engineering
Export
Administratie
Patenten
Productie
Marketing
5.1. Raad van bestuur en comités Voor een beschrijving van de taken en samenstelling van de raad van bestuur en haar op te richten comités wordt verwezen naar hoofdstuk IV hiervoor. 5.2. Management Het dagelijkse bestuur is in handen van de heer Elmar Peters (als vaste vertegenwoordiger van Anel BVBA), CEO van Ecodis. Een beknopt cv van de heer Elmar Peters is opgenomen in hoofdstuk IV hiervoor. De heer Elmar Peters wordt op financieel en administratief vlak bijgestaan door de afdeling Administratie en Financiën, bestaande uit de CFO en (gedeeltelijk) de Office Manager (Carine Cels). Deze afdeling is verantwoordelijk voor de boekhouding, het financiële beheer, wetgeving, administratie en personeel. De functie van CFO wordt in afwachting van de indiensttreding van een voltijds CFO later dit jaar, ad interim op deeltijdse basis waargenomen door mevrouw Cynthia Verswijvel-Cornelissen die Ecodis reeds sinds de opstarting op financieel vlak opvolgt. Een beperkte uitbreiding voor de ondersteuning van het nieuwe
212
management in de komende jaren is voorzien. Ecodis heeft de intentie om in de volgende maanden haar managementteam uit te breiden met een CCO en CTO, die verantwoordelijk zullen zijn voor het management en het uitbouwen van, respectievelijk, de afdeling Marketing & Verkoop en de afdeling Project en Productie. 5.3. Operationele afdelingen Ecodis is momenteel gestructureerd rond drie operationele afdelingen, naast de afdeling ‘Administratie en Financiën’. Momenteel zijn de verantwoordelijkheden nog verweven, maar in de toekomst zal een zeer strikte scheiding worden in acht genomen. Dit zal Ecodis in staat stellen om de snelheid van de R&Dinspanning hoog te kunnen houden en de “tijd tot de markt” niet te compromitteren en zo de groeiambities te realiseren.
5.3.1
Onderzoek, Ontwikkeling en Patenten
De afdeling R&D staat onder direct toezicht van de heer Elmar Peters en omvat volgende cellen: • Cel Research Microbiologie; • Cel Ontwikkeling Automatisatie en Elektronica; • Cel Scheikundig Onderzoek; en • Cel Software-ontwikkeling. Momenteel bestaat deze afdeling uit 6 gekwalificeerde ingenieurs waarvan 4 vooralsnog ook deeltijds actief zijn binnen de afdeling Projecten, Engeneering, Produktie en Diensten. Als R&D gedreven onderneming zal Ecodis de afdeling R&D gefaseerd verder uit bouwen. In 2009 verwacht men dat deze afdeling circa 10 personeelsleden zal hebben.
5.3.2
Projecten, Engineering, Productie en Diensten
De afdeling Project en Productie onder leiding van ir. Peter Van Gils, Manager Project & Productie. Zij staat in voor: • alle project engineering en ontwikkeling; • productie; • diensten. Deze afdeling bestaat momenteel uit 8 personen, waarvan enkele op deeltijdse basis. Naast software, elektronica en project ingenieurs heeft Ecodis enkele gespecialiseerde technici en installateurs in dienst. Men verwacht dat ook het personeelsbestand van deze afdeling ten gevolge van de voorziene groei hier gradueel zal verdubbelen tegen 2009. De effectieve productie en installatie zal Ecodis in belangrijke mate uitbesteden aan gespecialiseerde ondernemingen. In voorkomend geval kan via overnames en partnerships een verticale integratie overwogen worden.
213
5.3.3
Verkoop, Export en Marketing
De afdeling Sales & Marketing wordt gevormd door: • Sales Team, dat momenteel gevormd wordt door twee Sales Managers (Benelux en Export); in functie van de voorziene geografische expansie zullen per land één of meer bijkomende Sales Managers aangeworven worden; • een Marketing & Communicatiemanager. • Business Development: momenteel heeft Ecodis een team van vier Business Development Managers (waaronder één voor Nederland) dat in de loop van 2007 zal worden uitgebreid tot 8 managers; en momenteel een interne Sales Assistant en een bijkomende Assistent tegen 2008.
6. Ambitie en strategie Ecodis heeft de ambitie om op middellange termijn uit te groeien tot Europees marktleider inzake de ontwikkeling, productie, verkoop en beheer van milieuvriendelijke watertechnologie (zoals ondermeer anodische oxidatie zonder toevoeging van zouten of chemicaliën). Ecodis beoogt in dit verband een ethisch verantwoord beleid te voeren door rechtstreeks of onrechtstreeks projecten in derdewereld landen te financieren waarbij zij haar ontwikkelde technologie en kennis ten dienste stelt van de plaatselijke bevolking. Ecodis wenst de uitstekende marktmogelijkheden en groeiperspectieven voor ondernemingen met innovatieve waterbehandelingstechnologieën optimaal te benutten op basis van hiernavolgende strategische krachtlijnen. 6.1. Profiel, positionering en structuur Ecodis wenst zich ook in de toekomst te profileren als een onderzoeksgedreven R&D-onderneming actief op het vlak van onderzoek en ontwikkeling, productie, marketing, verkoop en dienstverlening en zal hiervoor, desgevallend, aangepaste efficiënte(re) (groeps)structu(u)r(en) opzetten of samenwerkingen aangaan. Behoudens specifieke toepassingsgebieden, wenst Ecodis zich bovendien ook in de toekomst te positioneren als een “total solutions provider” voor haar klanten. Dergelijk servicemodel met een aanbod van een volledig dienstenpakket is gericht op het bewerkstelligen van optimale langetermijn klantenrelaties en het genereren van jaarlijkse recurrente inkomsten. Voor bepaalde specifieke toepassingen (zoals voor (zwem)badwaterbehandeling) overweegt Ecodis om afzonderlijke structuren op te zetten en/of partnerships aan te gaan. In het buitenland zal Ecodis in functie van elk land en de samenwerkingsmogelijkheden met lokale partners telkens een aangepaste structuur en organisatie opzetten.
214
6.2. Onderzoek en ontwikkeling Als een R&D gedreven onderneming wenst Ecodis in de eerste plaats haar opgebouwde technologische kennis en expertise te bestendigen en verder uit te bouwen door ook in de toekomst blijvend te investeren in onderzoek en ontwikkeling. De R&D investeringen en activiteiten van Ecodis zullen steeds gericht zijn op het tijdig identificeren, ontwikkelen en marktklaar maken van nieuwe toepassingsmogelijkheden. Naast het afronden van het fundamentele onderzoek van de desinfecteerkracht van de ecodis® technologie en de correlatie met Legionella, amoeben en biofilm, zal Ecodis tijdig onderzoeksprojecten opstarten m.b.t. geïdentificeerde nieuwe toepassingsopportuniteiten (bv. koelwaterbehandeling) en technologische verbeteringen van de ecodis® technologie waarvoor bijkomende research en ontwikkeling vereist is. Toekomstige (product)ontwikkelingsprojecten zullen gericht zijn op het standaardiseren, moduleren, “upscalen” (voor macrodebieten), “economiseren” (voor standaarddebieten), miniaturiseren (voor microdebieten) en/of integreren (met voor-en nabehandelingsstappen) van de ecodis® installaties, alsook het upgraden en verder ontwikkelen van de huidige software en het installeren van een internetplatform. De in het business plan op voorzichtige wijze weerhouden time-to-market planning van bepaalde van deze toepassingsmogelijkheden en productontwikkelingsprojecten worden uitvoerig toegelicht in Hoofdstuk VI onder 6.2 Vooruitzichten 2007-2012. Naast een verdere uitbreiding en versterking van haar interne R&D afdeling, wenst Ecodis de samenwerking met nationale en internationale kenniscentra en (industriële) partners gefaseerd en gericht verder uit te bouwen. Om haar R&D inspanningen te beschermen zal Ecodis tijdig en voorafgaandelijk de gepaste juridische maatregelen nemen. De strategie van Ecodis is erop gericht om patentaanvragen in te dienen m.b.t. specifieke toepassingsgebieden. 6.3. Verkoop en marketing De verkoop- en marketingstrategie van Ecodis is gebaseerd op een grondige analyse van de marktperspectieven van verschillende door Ecodis geïdentificeerde toepassingsmogelijkheden, waarbij in het bijzonder ook wordt rekening gehouden met de huidige en toekomstige productontwikkelingsmogelijkheden. De krachtlijnen van de verkoopstrategie van Ecodis zijn als volgt: in de eerste plaats zal de salesfocus van Ecodis nog intensiever gericht zijn op de huidige toepassingsgebieden zijnde (i) de desinfectie van inkomend leiding- en grondwater in de zorgsector, bij openbare besturen en publieke instellingen en (productie)ondernemingen en (ii) Legionella sanering en preventie;
215
tegelijkertijd zal de salesfocus zich richten op een aantal geïdentificeerde specifieke industriële toepassingen, (zwem)badwaterdesinfectie van kleine tot middelgrote (zwem)baden (tot 200 m) en, in mindere mate, de mogelijkheden voor mobiele desinfectie-units; op middellange termijn richt de salesfocus van Ecodis zich op een aantal geïdentificeerde B2B en B2C toepassingen, waarvoor in vele gevallen nog bijkomende R&D inspanningen vereist zijn. De geografische salesfocus van Ecodis is op korte termijn voornamelijk gericht op de Benelux als thuismarkt, en Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk als eerste exportmarkten. Op middellange termijn voorziet Ecodis een gefaseerde en planmatige Europese expansie. Ecodis zal hierbij telkens de nodige aandacht besteden aan een grondige voorafgaande marktprospectie en aan mogelijkheden om partnerships aan te gaan met lokale ondernemingen. Om haar verkoopinspanningen ten volle te ondersteunen zal Ecodis prioritair aandacht geven aan het versneld bekomen van een certificering in België en het buitenland. Ecodis zal haar commerciële inspanningen ondersteunen met aangepaste algemene en/of gerichte communicatie- en marketingacties (bv. voor Legionella sanering of (zwem)badwaterdesinfectie) of het opzetten met industriële klanten van gezamenlijke pilootprojecten (voor industriële toepassingen). Bovendien zal Ecodis de aandacht geven aan diverse marktondersteunende of sensibiliserende initiatieven om haar externe zichtbaarheid als beursgenoteerde onderneming te verhogen, zoals het onderhouden van een informatieve website, de organisatie van symposia, wetenschappelijke publicaties, deelname aan vakbeurzen, lidmaatschappen van representatieve (lobby)organisaties en instellingen, … 6.4. Externe groei Naast een sterke interne groei, voorziet Ecodis ook een selectieve externe groei indien dit complementair is met haar activiteiten, strategie en missie. Overnames zullen gericht zijn op een horizontale integratie (verruiming van producten- of dienstenaanbod), een verticale integratie of een geografische expansie. 6.5. Human capital Om haar groeiambities te realiseren zal Ecodis haar multidisciplinair team verder uitbreiden met gedreven, betrokken en gekwalificeerde managers en medewerkers. Ecodis beschouwt “human capital” als één van haar meest essentiële assets. Het personeelsbeleid van Ecodis is daarom op de eerste plaats gericht op het bewerkstelligen van een uitdagende en aangename werksfeer met mogelijkheden en kansen voor elke medewerker tot persoonlijke ontplooiing.
216
7. Belangrijke overeenkomsten In de afgelopen twee jaar zijn er geen belangrijke overeenkomsten afgesloten die niet in het kader van de normale bedrijfsuitoefening werden aangegaan.
8. Overheidsingrepen, rechtszaken of arbitrages Gedurende de 12 maanden voorafgaand aan de datum van dit Prospectus hebben zich geen overheidsingrepen voorgedaan en waren er geen rechtszaken of arbitrages hangende die een invloed kunnen hebben of dergelijke invloed hebben gehad op de financiële positie of rendabiliteit van Ecodis.
217
Hoofdstuk VI : Toelichting en analyse van de financiële positie en bedrijfsresultaten door het management Alle financiële informatie in dit hoofdstuk is gebaseerd op de gecontroleerde, geconsolideerde jaarrekening van Ecodis NV per 31 december 2006 en de niet-gecontroleerde enkelvoudige jaarrekeningen per 31 december 2005 en 2004. De financiële informatie wordt uitgedrukt in duizenden euro’s tenzij anders vermeld. De financiële informatie wordt gepresenteerd volgens in België algemene en aanvaarde boekhoudkundige grondslagen. De volgende toelichtingen en analyses dienen samen te worden gelezen met de gecontroleerde geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap, inclusief de toelichtingen bij die jaarrekening die in dit Prospectus opgenomen zijn. Bepaalde verklaringen in dit deel zijn "verklaringen over toekomstige feiten en gebeurtenissen" en dienen samen te worden gelezen met de afwijzing van aansprakelijkheid, die beschreven staat in de inleiding van dit Prospectus.
1. Overzicht Ecodis, NV werd opgericht in juli 2002 en sloot het eerste boekjaar af op 31 december 2003. De onderneming heeft eind 2006 haar vierde boekjaar afgesloten. Sinds de oprichting heeft de onderneming zich vooral geconcentreerd op de verdere ontwikkeling van de ecodis® technologie. De kwaliteit van de ecodis® is door de inspanningen in onderzoek en ontwikkeling veel betrouwbaarder, efficiënter en doeltreffender geworden waardoor het product klaar is om als een volwaardig waterdesinfectiesysteem in de markt te worden geplaatst. Aangezien tot op heden onderzoek en ontwikkeling belangrijker was dan de uitbouw van de verkoopkanalen, kan de historische omzet van Ecodis NV niet worden beschouwd als een relevante parameter om het succes van de ecodis® technologie te meten.
218
2. Factoren die de bedrijfsresultaten beïnvloeden 2.1. Interne factoren De keuze van de onderneming om zwaar te investeren in onderzoek en ontwikkeling heeft de bedrijfsresultaten in belangrijke mate beïnvloed. Bovendien werd in 2006 beslist om niet langer de kosten van onderzoek en ontwikkeling te activeren. In 2006 werd een bedrag van circa EUR 0,720 miljoen besteed aan onderzoek en ontwikkeling. 2.2. Externe factoren
Macro-economische en socio-economische factoren: De mogelijkheid van Ecodis NV om het bedrijfsplan te verwezenlijken, kan worden beïnvloed door het globale belang dat wordt gehecht aan waterdesinfectie zowel in de private als publieke sector. De prognoses in het financieel plan zijn gebaseerd op de Benelux, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Aan de thuismarkt werd in het bedrijfsplan relatief meer belang gehecht dan aan de Franse en Britse markt. Elke wijziging in de milieuwetgevingen van deze landen kan de realiteit doen afwijken van de vooropgestelde prognoses.
Erkening van de ecodis® door de overheid: ecodis® is in Nederland door de overheid erkend als een algemeen aanvaard en betrouwbaar desinfectiesysteem. Indien ecodis® in de andere landen die opgenomen zijn in het bedrijfsplan een gelijkaardige erkenning zou bekomen, kan dit een positieve invloed hebben op de realisatie van de vooropgestelde omzetten.
Aantrekken van gekwalificeerde medewerkers De complexiteit van de installatie van ecodis® vergt de tussenkomst van gekwalificeerde medewerkers. Ook voor de commercialisering van de producten dient de onderneming in staat te zijn om een degelijk verkoopteam uit te bouwen. Het aanbod op de arbeidsmarkt en het succes van de onderneming om medewerkers aan te trekken, zal eveneens de realisatie van het bedrijfsplan beïnvloeden.
219
3. Bedrijfsresultaten 3.1. Overzicht De onderstaande tabel toont de geconsolideerde winst- en verliesrekening van 2006 en de enkelvoudige winst- en verliesrekening van 2004 en 2005. bedragen in '000
31 december 2004
31 december 2005
31 december 2006
232 189 32 11
580 562 0 18
401 373 0 28
(790) (168) (309)
(1.060) (268) (377)
(1.493) (214) (498)
(233)
(327)
(662)
(78) (2)
(84) (4)
(112) (7)
(558)
(480)
(1.092)
Bedrijfsopbrengsten Omzet Geproduceerde vaste activa Andere bedrijfsopbrengsten Bedrijfskosten (-) Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen Diensten en diverse goederen Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen Afschrijvingen en waardeverminderingen op materiële vaste activa Andere bedrijfskosten Bedrijfsverlies
3.2. Omzet
Uitsplitsing volgens de aard van de gerealiseerde omzet (in'000) 2006 2005
2004
Installaties
293
527
187
Onderhoud
43
13
2
Verhuur
12
22
Audit
25
Totaal 373
562
189
Uit de bovenstaande analyse van de omzet blijkt dat Ecodis NV haar dienstenaanbod verder kon uitbreiden en dat door de gerealiseerde verkopen van installaties in het verleden het relatief belang van onderhoudscontracten verder toeneemt. De verkoop van installaties zijn gedaald ten opzichte van 2005. Deze terugval is uitsluitend het gevolg van de strategische beslissing van de raad van bestuur om vanaf het tweede semester 2006 de inspanningen binnen Ecodis NV uitdrukkelijk te richten op de verdere ontwikkeling van producten met het oog op de realisatie van standaardoplossingen, waardoor de toekomstige verkopen significant kunnen toenemen.
220
3.3. Brutomarge Productie van de brutomarge (in '000)
Omzet
2006
2005
2004
373
562
189
Kostprijs van de gebruikte materialen
214
267
168
Brutomarge (in '000)
159
295
21
42,6%
52,5%
11,1%
(in %)
De daling van de brutomarge in 2006 is voornamelijk het gevolg van de beslissing om in 2005 geen kosten meer te activeren voor onderzoek en ontwikkeling. Bijgevolg werden de gebruikte materialen voor onderzoek en ontwikkeling opgenomen in de kostprijs van de gebruikte materialen. In 2004 had Ecodis NV nog geen duidelijke prijsstrategie waardoor de gerealiseerde marge niet representatief is.
3.4. Overige bedrijfskosten 3.4.1.
Diensten en diverse goederen
De kosten voor diensten en diverse goederen omvatten in 2006 voornamelijk de bestuurdersvergoeding (120), de bedrijfswagens (84), huur en huurlasten voor het gebouw (70) en diverse erelonen en advieskosten (72). De kosten voor diensten en diverse goederen kenden in de afgelopen drie jaren een toename van EUR 0,309 miljoen in 2004 tot EUR 0,497 miljoen in 2006. De toename is vooral het gevolg van het gebruik van een groter bedrijfsgebouw (verhoging van EUR 0,056 miljoen t.o.v. 2005), en de toename van bedrijfswagens (stijging van EUR 0,060 miljoen t.o.v. 2005) 3.4.2.
Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen
De personeelskosten zijn in 2006 t.o.v. 2005 gestegen van EUR 0,327 miljoen tot EUR 0,661 miljoen of een toename van 102%. Het gemiddeld aantal werknemers (in VTE) is toegenomen met 64% van 6,4 in 2005 tot 10,5 in 2006. In 2006 werden voornamelijk medewerkers met een hoger profiel aangetrokken, waardoor de personeelskost meer steeg dan het aantal tewerkgestelden.
221
3.4.3.
Afschrijvingen en waardeverminderingen
De afschrijvingen bedroegen in 2004, 2005 en 2006 respectievelijk EUR 0,078 miljoen, EUR 0,083 miljoen en EUR 0,112 miljoen. De toename is het gevolg van het investeringsritme in de afgelopen jaren. Door de beslissing om geen kosten voor onderzoek en ontwikkeling meer te activeren, is de afschrijvingslast in 2006 nog beperkt gebleven. 3.5. Bedrijfsresultaat (EBIT) Ten gevolge van de verdere investering in de toekomst van de onderneming door het aanwerven van hooggekwalificeerde medewerkers en de verhoogde aandacht voor productontwikkeling is het bedrijfsresultaat gedaald tot een verlies van EUR 1,091 miljoen . 3.6. Financieel resultaat
'000
2006
2005
2004
2
2
1
2
2
1
17
8
8
4
3
2
9
3
1
30
14
11
(28)
(12)
(10)
Financiële opbrengsten Ontvangen intresten
Financiële kosten Leningen Financiële leases Overige financiële kosten
De toename van de financiële lasten is het gevolg van de bijkomende achtergestelde obligatieleningen. De overige financiële kosten zijn in 2006 vooral aktekosten m.b.t. additionele kredietfaciliteiten. 3.7. Belastingen Het management wijst erop dat de groep haar actieve belastingslatenties niet erkent.
222
3.8. Nettoresultaat Op 31 december 2006 bedroeg het geconsolideerd nettoverlies EUR 1,119 miljoen tegenover een nettoverlies van EUR 0,491 miljoen in 2005 en EUR 0,570 miljoen in 2004. De belangrijkste verliezen in 2006 zijn vooral het gevolg van belangrijke investeringen, de uitbouw van de verkoopsstructuur en onderzoek en ontwikkeling ten bedrage van circa EUR 0,720 miljoen.
4. Balans in '000
2006
2005
2004
ACTIVA Vaste activa Immateriële vaste activa
54
45
46
167
97
145
2
3
1
Totaal vaste activa
223
145
192
Voorraden
186
128
93
Handelsvorderingen & overige vlottende activa
108
143
78
Geldmiddelen en kasequivalenten
233
134
181
Totaal vlottende activa
527
405
352
750
550
544
1.460
734
334
Materiële vaste activa Financiële vaste activa
VLOTTENDE ACTIVA
Totaal activa PASSIVA Eigen vermogen Geplaatst kapitaal Uitgiftepremies
566
566
566
(2.555)
(1.436)
(944)
Totaal eigen vermogen
(529)
(136)
(44)
Achtergestelde leningen
750
250
125
Kredietinstellingen
134
9
22
Totaal schulden op lange termijn
884
259
147
4
21
16
(Geconsolideerde) Reserves
Schulden op lange termijn
Schulden op korte termijn Financiële schulden
Totaal passiva
Handelsschulden
152
278
327
Andere schulden
239
128
98
Totaal schulden op korte termijn
395
427
441
750
550
544
223
4.1. Vaste activa 4.1.1.
Materiële vaste activa
'000 Nettoboekwaarde Begin van het boekjaar Investeringen
2006
2005
2004
97
145
170
158
21
47
Verkopen en buitengebruikstellingen
(6)
Afschrijvingen
(88)
(69)
(66)
Totaal
167
97
145
De investeringen in 2006 bestaan voornamelijk uit de inrichtingskosten voor het labo (39) en het gebouw (36), bedrijfsvoertuigen (33) en computermateriaal (21). 4.1.2.
Immateriële vaste activa
'000 Onderzoek en ontwikkeling
2006
2005
2004
29
42
42
Octrooien en licenties
8
Software
17
4
4
Totaal
54
46
46
Sinds 2006 worden kosten voor onderzoek en ontwikkeling niet meer geactiveerd. De belangrijkste investeringen in 2006 zijn octrooiaanvragen (11) en de creatie van de website (16). 4.1.3.
Financiële vaste activa
De financiële vaste activa bestaan enkel uit verstrekte waarborgen.
224
4.2. Vlottende activa 4.2.1.
Voorraden
De voorraad van Ecodis NV bestaat voornamelijk uit specifieke onderdelen die worden aangewend bij de installatie van de ecodis® zoals besturingskasten, elektrokasten, desinfectiecellen, etc.
4.2.2.
Handelsvorderingen en overige vlottende activa 2006
2005
2004
Handelsvorderingen (netto)
50
131
46
Diverse vorderingen
56
9
27
2
4
4
108
143
77
'000
Uitgestelde kosten en verworven opbrengsten Totaal
Door de dalende verkopen in de tweede helft van 2006 zijn de vorderingen per 31 december 2006 aanzienlijk gedaald ten opzicht van 2005 De diverse vorderingen bestaat voornamelijk uit terug te vorderen BTW (35).
4.3. Handelsschulden en overige verplichtingen 4.3.1.
Overzicht 2006
2005
2004
152
278
327
0
14
16
112
64
40
Diverse schulden
49
40
34
Toe te rekenen kosten
78
10
7
391
406
424
'000 Handelsschulden Andere belastingen en sociale zekerheidsschulden Personeelsvergoedingen en voorzieningen
Totaal
225
4.3.2.
Handelsschulden
De handelsschulden omvatten vooral schulden aan leveranciers van handelsgoederen en investeringen. De daling is vooral het gevolg van de gunstige liquiditeitspositie van Ecodis NV ten opzichte van 2005. 4.3.3.
Personeelsvergoedingen en voorzieningen
De stijging van de schulden voor sociale lasten wordt verklaard door de toegenomen personeelskosten. 4.3.4.
Diverse schulden
De diverse schulden zijn schulden aan bepaalde obligatiehouders die vooral zijn ontstaan door nietbetaalde interesten op de achtergestelde leningen. 4.3.5.
Toe te rekenen kosten
De toe te rekenen kosten bestaan voornamelijk uit huurvergoedingen die nog niet werden aangerekend door de verhuurder. 4.4. Liquiditeit en kapitaalmiddelen 4.4.1.
Geplaatst kapitaal
Op 11 mei 2006 werd het kapitaal verhoogd met EUR 0,726 miljoen door inbreng in speciën.
4.4.2.
Financiële schulden
In 2006 werden de achtergestelde leningen verhoogd met EUR 0,5 miljoen. Bovendien werd een investeringskrediet aangegaan bij Fortis Bank ten bedrage van EUR 0,28 miljoen voor investeringen in 2006 en 2007 waarvan reeds EUR 0,134 miljoen werd aangewend in 2006.
226
4.5. Kasstroomoverzicht 2006
2005
2004
Kasstromen van operationele activiteiten Netto Resultaat
(1.119)
(492)
(570)
112
83
78
(1.007)
(409)
(492)
(58)
(35)
(47)
81
(85)
1
(126)
(49)
241
Belastingen en sociale schulden
35
21
40
Overlopende rekeningen
70
3
7
(47)
19
(22)
8
8
32
(1.044)
(527)
(240)
Correctie voor afschrijvingen Kasstromen vóór wijziging in bedrijfskapitaal Wijzigingen in bedrijfskapitaal Voorraden Handelsvorderingen Handelsschulden
Overige vorderingen Overige schulden Netto kasstromen gebruikt in operationele activiteiten Kasstromen van investeringsactiviteiten Investeringen in financiële vaste activa
2
(2)
0
(34)
(14)
(54)
(158)
(21)
(41)
(190)
(37)
(95)
Toename (afname) in lange termijn schuld
625
112
50
Toename (afname) in korte termijn schuld
(17)
5
1
Toename in kapitaal
726
400
401
1.334
517
452
Liquide Middelen en geldbeleggingen aan het begin van de periode
133
181
64
Liquide Middelen en geldbeleggingen aan het einde van de periode
233
133
181
Wijziging in liquide middelen
100
(47)
117
Investeringen in immateriële vaste activa Investeringen in materiële vaste activa Kasstromen gebruikt in investeringsactiviteiten Kasstromen van financieringsactiviteiten
Kasstromen uit financieringsactiviteiten
Uit bovenstaand kasstroomoverzicht blijkt dat Ecodis NV sinds haar oprichting aanzienlijke negatieve operationele kasstromen heeft gekend die het gevolg zijn van investeringen in de verfijning en verbetering van de ecodis® technologie.
227
Deze negatieve kasstromen zijn jaarlijks aangezuiverd door het aantrekken van risicodragend vermogen onder de vorm van achtergestelde leningen of kapitaalverhogingen.
5. Recente ontwikkelingen De belangrijkste gekende recente ontwikkelingen zijn: -
de verdere aanhoudende uitbreiding en versterking van het management en de organisatie met name ook op commercieel vlak; het bekomende van een (voorlopige ) certificering in Nederland en gunstige evolutie van de certificeringprocedure in België voorzien tegen het einde van 2007; en de voorziene beursintroductie.
6. Vooruitzichten 6.1. Inleiding Ecodis heeft de ambitie om op termijn uit te groeien tot de referentie op de Europese markt voor de desinfectie van water. Ze wil zich op korte termijn concentreren op een beperkt aantal toepassingen, ondanks de ruimere waaier aan geïdentificeerde mogelijkheden. Momenteel focust Ecodis op de afwerking van haar huidige totaaloplossing, die al wordt gebruikt door een aantal belangrijke klanten in diverse sectoren, en wil de Vennootschap starten met de commercialisering op grote schaal. Daarnaast zal Ecodis blijven investeren in onderzoek en ontwikkeling om de bestaande oplossing aan te passen voor andere toepassingen en de fundamentele werking verder te verbeteren. Op korte termijn zal Ecodis worden geconfronteerd met opstartverliezen en investeringen om een structuur uit te bouwen die de verwachte snelle groei van de activiteiten zal kunnen dragen. Deze structuur houdt ondermeer het opzetten in van een intern productie- en verkoopsapparaat, dat indien nodig via partnerships zal worden versterkt. Ecodis wil de productverkoop te combineren met het aangaan van een contract voor monitoring en bijstand na aankoop. De hieraan gekoppelde vergoeding voor het gebruik van haar technologie zal Ecodis in staat stellen om geleidelijk te evolueren naar een model van recurrente opbrengsten met verbeterde operationele marges. Ecodis voorziet tegen 2010 de kaap van EUR 20 miljoen omzet te bereiken en de groei verder te bestendigen tot EUR 63 miljoen in 2012. Vanaf 2010 verwacht de Vennootschap positieve
228
bedrijfskasstromen te behalen. Via het behalen van schaalvoordelen schat Ecodis in 2012 een EBITDAmarge te bereiken van 22%. 6.2. Vooruitzichten 2007-2012
Op basis van het business plan is de verwachting dat de netto opbrengst van het Aanbod voldoende zal zijn om de negatieve kasstromen gedurende de periode 2007-2010 te financieren. De gepresenteerde cijfers beperken zich dan ook tot de operationele elementen. 6.2.1.
Overzicht
Tabel: Operationeel resultaat 2007-2012
2007
2008
2009
2010
2011
2012
809
3,487
8,358
20,721
36,070
62,317
4,475
7,391
10,384
20,309
30,930
48,683
Productie
612
1,356
2,973
6,540
11,649
20,131
Installatie
477
682
1,218
2,813
4,231
7,290
Diensten
0
159
333
1,748
3,526
6,609
In EUR duizend
Omzet Operationele Kosten
Verkoopsorganisatie
510
722
1,118
2,490
3,705
5,966
2,131
2,022
2,675
4,757
5,604
6,427
745
2,450
2,066
1,961
2,215
2,259
EBITDA
-3,666
-3,904
-2,025
411
5,140
13,634
EBITDA -Marge
-453.1%
-111.9%
-24.2%
2.0%
14.3%
21.9%
Afschrijvingen
149
234
359
484
789
944
-3,815
-4,137
-2,384
-72
4,351
12,690
Investeringen in Vaste Activa
744
425
625
625
1,525
775
Investeringen in Werkkapitaal
113
672
931
2,386
3,004
5,260
Algemene Kosten O&O
EBIT
6.2.2.
Verkopen
Ecodis zal zich focussen op 4 productgroepen die ze zal commercialiseren in 3 regio’s (5 landen). De onderstaande tabel geeft aan in welk jaar Ecodis een bepaalde productgroep in een bepaalde regio wenst te lanceren. Leidingwater
Zwembaden
Koelsystemen
Koeltoren
Benelux
2007
2007
2008
2008
Frankrijk
2010
2009
2010
2010
VK
2009
2009
2010
2010
229
De onderliggende toepassingsgebieden en klantentypes van de verschillende productgroepen worden besproken in hoofdstuk 5 § 3.7 en kunnen als volgt worden samengevat: • Inkomend leidingwater:
Legionellapreventie in ziekenhuizen, vakantiecentra, zwem- en sportcentra, douches voor personeel, etc;
behandeling van proceswater in o.a. voedings- en farmaceutische industrie;
• Zwembaden: kleine zwembaden, jacuzzi’s en whirlpools van privé personen en van sport- en
fitnesscentra; • Koelsystemen en –torens: ziekenhuizen, hotels, voedingsindustrie, etc.
In het business plan werden geen verkopen opgenomen van producten die zouden kunnen voortvloeien uit bepaalde O&O inspanningen van de Vennootschap, zoals de miniaturisatie, de schaalvergroting van de technologie naar grotere zwembaden, afvalwater en andere nieuwe toepassingsgebieden zoals luchtbevochtiging in air conditioning systemen, combinatie met membraantechnologie, desinfectering van voedsel. Het business plan gaat ervan uit dat de product verkopen zullen worden gerealiseerd binnen een periode van 10 jaar volgend op de lancering, waarna de beoogde marktpenetratie zal zijn bereikt. De verkopen zijn echter niet gelijk verspreid over deze periode van 10 jaar: • ‘Leidingwater’ en ‘Zwembaden’: het grootste deel van de verkopen (± 65%) is voorzien voor de
jaren 5-7 van de productlevenscyclus; • ‘Koelsystemen’ en ‘Koeltorens’: het grootste deel van de verkopen (± 65%) is voorzien voor de
jaren 8-10 van de productlevenscyclus. Ecodis voorziet omzet te behalen uit contracten voor monitoring en bijstand 1 jaar na aankoop van het toestel door de klant. Ze verwacht dat tussen 90% en 95% van de klanten die investeerden in een toestel een dergelijk contract zullen afsluiten. Deze omzet is dan ook cumulatief en recurrent. Tot slot houdt Ecodis er rekening mee dat vanaf het vierde jaar na lancering een prijserosie zal optreden, die geleidelijk oploopt tot 35% à 40% voor de productverkopen en tot 30% à 43% voor de monitoring en bijstandscontracten.
230
Tabel: Overzicht van de verkopen volgens productgroep, regio en type (in EUR duizend)
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Leidingwater
739
2,490
6,786
16,334
29,889
54,042
Zwembaden
70
151
485
1,042
1,708
2,813
Koelsystemen
0
282
363
1,115
1,520
2,090
Koeltorens
0
564
725
2,230
2,953
3,371
TOTALE OMZET
809
3,487
8,358
20,721
36,070
62,317
Producten
809
3,278
7,269
17,714
28,426
47,241
Diensten
0
209
1,089
3,007
7,644
15,076
809
3,487
8,358
20,721
36,070
62,317
Belux
342
1,407
2,738
5,573
9,379
15,163
Nederland
467
2,080
4,060
8,274
13,933
22,532
Frankrijk
0
0
87
2,516
4,545
8,275
VK
0
0
1,473
4,358
8,214
16,348
809
3,487
8,358
20,721
36,070
62,317
In duizend EUR
TOTALE OMZET
TOTALE OMZET
6.2.3.
Operationele kosten
De meeste kosten evolueren in functie van het aantal verkochte toestellen. Er wordt echter steeds een minimale structuur per land en per stap in de waardeketen voorzien, wat leidt tot een zware kostenstructuur in de eerste jaren van commercialisering. Naarmate de verkopen en bijgevolg de benuttigingsgraad toenemen, zullen hierdoor belangrijke schaalvoordelen worden behaald. Gezien het arbeidsintensieve karakter van de activiteit van Ecodis (assemblage, voorstudie en installatie bij de klant, opvolging van de resultaten, interventies), bestaan de kosten voornamelijk uit personeelskosten, zowel intern als uitbesteed. Daarnaast koopt Ecodis de componenten voor de hard- en software van het toestel aan en loopt ze kosten op gelieerd aan de faciliteiten en personeel (zoals huur, elektriciteit, etc.). Algemene kosten hebben betrekking op de hoofdzetel van de Vennootschap in Schoten waar het management de belangrijkste kost vormt, samen met de algemene marketinginspanningen van de groep. Daarenboven zal Ecodis regionale structuren voorzien, verantwoordelijk voor de verkoop, installatie en monitoring en bijstandscontracten, waaraan algemene managementkosten zijn verbonden. De algemene kosten groeien stapsgewijze in functie van de uitbouw van de structuur. Voor 2007 zitten de kosten gelieerd aan de beursgang inbegrepen in deze kostenpost.
231
6.2.4.
Onderzoek en ontwikkeling
Ecodis voorziet een jaarlijkse uitgave voor O&O die gericht zal zijn op de ontwikkeling van nieuwe producttoepassingen en de verdere verbetering van de bestaande toepassingen. Voor een beperkt aantal van deze nieuwe toepassingen (koeltorens en koelsystemen, zwembaden) werden productverkopen voorzien, terwijl voor onderzoeksdomeinen als miniaturisatie en schaalvergroting geen omzet wordt opgenomen tegenover de voorziene O&O kost. Er werden geen subsidies in rekening genomen in het business plan. De O&O kosten die geen betrekking hebben op faciliteiten (gebouwen, uitrusting), i.e. voornamelijk personeelskosten en kosten voor externe onderzoeksprojecten, worden onmiddellijk in resultaat genomen in het jaar waarin ze worden opgelopen en worden dus niet geactiveerd en afgeschreven. 6.2.5.
Investeringen
De productie bij Ecodis beperkt zich tot het assembleren van componenten die extern in opdracht van de Vennootschap worden vervaardigd. Op termijn evolueert de Vennootschap daarenboven naar een business model gebaseerd uit inkomsten uit vergoedingen voor het gebruik van haar technologie. De belangrijkste investeringen in materiële vaste activa betreffen bijgevolg: • O&O faciliteiten en uitrusting; • de hoofdzetel en de regionale structuren; • assembleerlijnen in de productiefaciliteit. Voor de andere activiteiten werd een huurkost en kosten voor diverse benodigdheden voorzien in de betreffende post binnen de ‘Operationele Kosten’ via een bedrag aan algemene kosten per personeelslid. Ecodis zal tot slot in belangrijke mate een beroep zal doen op externe diensten.
232
6.3. Verklaring van de commissaris betreffende de gebruikte methodologie voor het business plan 20072012 Verslag van de commissaris over de overeengekomen procedures met betrekking tot de geraamde financiële informatie voor Ecodis NV Aan de leden van de Raad van Bestuur, Op uw verzoek en in toepassing van EU verordening 809/2004, hebben wij het onderhavige verslag opgesteld over de geraamde financiële informatie van Ecodis NV zoals vermeld in hoofdstuk VI van dit Prospectus. De bovenvermelde prognoses en belangrijke onderliggende veronderstellingen zijn gedaan onder uw verantwoordelijkheid en in overeenstemming met de bepalingen van EU-verordening 809/2004. Op basis van ons werk wordt ons gevraagd een oordeel te geven, in overeenstemming met de bepalingen van bijlage I, punt 13.2 van EU-verordening 809/2004, over de behoorlijke opstelling van de prognoses. Dit omvat een beoordeling van de procedures die het management heeft ingesteld om die prognoses op te stellen, alsook bepaalde controles om te verifiëren of de toegepaste grondslagen in overeenstemming zijn met deze die werden gehanteerd voor het opstellen van de financiële informatie van Ecodis NV en haar dochtervennootschap. Onze procedures omvatten het verzamelen van informatie, verklaringen en toelichtingen die wij nodig achten om met redelijke zekerheid te kunnen stellen dat de prognoses naar behoren zijn opgesteld op basis van de bovenvermelde veronderstellingen. Wij benadrukken dat deze prognoses van nature onzeker zijn, en dat bijgevolg de werkelijke resultaten aanzienlijk kunnen afwijken van deze prognoses. Om die reden geven wij geen oordeel over de kans dat deze prognoses zullen gerealiseerd worden. Wij zijn van oordeel dat: de prognoses naar behoren zijn opgesteld op basis van de vermelde grondslagen; de boekhoudkundige grondslag voor de opstelling van de resultaatsprognoses in overeenstemming is met de grondslagen voor financiële verslaggeving van Ecodis, NV en haar dochteronderneming. Dit verslag is bestemd voor de Raad van Bestuur in het kader van de voorgenomen kapitaalverhoging via een openbare emissie van aandelen op Alternext Brussel, en kan niet voor andere doeleinden gebruikt worden. 18 mei 2007 VMB Bedrijfsrevisoren CVBA Vertegenwoordigd door Alain Bolssens
233
Hoofdstuk VII : Financiële informatie 1. Inleiding In dit hoofdstuk wordt de geauditeerde geconsolideerde jaarrekening van Ecodis NV per 31 december 2006 met vergelijkbare enkelvoudige cijfers van 2005 voorgesteld. De geconsolideerde jaarrekening per 31 december 2006 is volgens de Belgische boekhoudnormen opgesteld.
2. Geconsolideerde jaarrekening van Ecodis NV van het boekjaar 2006 2.1. Consolidatiekring en consolidatiemethoden Integrale consolidatie De methode van de integrale consolidatie wordt weerhouden wanneer de dochteronderneming door de moederonderneming gecontroleerd wordt in zoverre dat: - ofwel bezit de moederonderneming direct of indirect meer dan 50% van het kapitaal; - ofwel beschikt de moederonderneming over een controle van de beheersorganen van de betrokken vennootschap. Deze methode bestaat erin om in de rekeningen van de moederonderneming ieder element van de activa en passiva van het patrimonium van de geïntegreerde dochterondernemingen toe te voegen, ter vervanging van de inventariswaarde van deze deelname. Uit deze methode wordt het consolidatieverschil en de minderheidsbelangen bepaald. Op eenzelfde manier worden de kosten en de opbrengsten van deze dochterondernemingen samengevoegd met deze van de moederonderneming waarbij de resultaten van het boekjaar verdeeld worden in een aandeel van de groep en in een aandeel van derden. De eerste consolidatie van Ecodis NV op 31 december 2006 omvat één dochteronderneming, Ecodis BV. Deze onderneming werd op 16 november 2006 opgericht. De vergelijkende cijfers per 31 december 2005 stemmen bijgevolg volledig overeen met de enkelvoudige statutaire jaarrekening van Ecodis NV. De consolidatieverschillen die in de toekomst zouden ontstaan ten gevolge van mogelijke acquisities zullen afgeschreven worden over een periode van 10 tot 20 jaar afhankelijk van de levensduur van de goodwill die uit de overgenomen activiteiten voortvloeit.
234
Evenredige consolidatie Deze methode is niet van toepassing in het kader van deze consolidatie. Vermogensmutatiemethode Deze methode is niet van toepassing in het kader van deze consolidatie. Eliminatie van de interne verrichtingen De interne groepsverrichtingen die het actief en passief beïnvloeden, zoals deelnemingen, schulden en vorderingen, evenals de resultaten worden in de integrale consolidatie geëlimineerd.
235
2.2. Geconsolideerde balansen per 31 december 2005 en 2006 ACTIVA
VASTE ACTIVA
31 december 2005
31 december 2006
145.662
223.124
II Immateriële vaste activa
45.482
54.251
IV Materiële vaste activa B. Installaties, machines en uitrusting
96.595
166.914
60.848
47.788
C. Meubilair en rollend materiaal
12.276
49.969
D. Leasing en soortgelijke rechten
12.759
5.060
E. Overige materiële vaste activa
10.712
64.097
V Financiële vaste activa C. Andere financiële vaste activa
3.585 3.585
1.959 1.959
3.585
1.959
404.556
527.140
127.856
185.518
127.856
185.518
127.856
185.518
139.872
106.478
130.811
49.991
9.061
56.487
IX Geldbeleggingen
65.794
22.541
X Liquide middelen
67.274
210.651
3.760
1.953
550.218
750.265
2. Vorderingen en borgtochten in contanten VLOTTENDE ACTIVA VII Voorraden en bestellingen in uitvoering A. Voorraden 1. handelsgoederen VIII Vorderingen op ten hoogste één jaar A. Handelsvorderingen B. Overige vorderingen
XI Overlopende rekeningen TOTAAL DER ACTIVA
236
PASSIVA
31 december 2005
31 december 2006
(135.830)
(529.503)
I Kapitaal A. Geplaatst kapitaal B. Niet-opgevraagd kapitaal
734.000 734.000
1.459.560 1.459.560
II Uitgiftepremies
566.000
566.000
(1.435.830)
(2.555.064)
676.478
1.201.975
258.911 258.911 125.000
884.291 884.291 750.000
EIGEN VERMOGEN
IV Geconsolideerde reserves SCHULDEN X Schulden op meer dan één jaar A. Financiële schulden 1. achtergestelde leningen 3. Leasingschulden en soortgelijke schulden
8.911
4. Kredietinstellingen 5. Overige leningen XI Schulden op ten hoogste één jaar A. Schulden op meer dan één jaar B. Financiële schulden C. Handelsschulden 1. Leveranciers E. Schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten
4.365 129.926
125.000 417.567 21.363
317.684 4.131
277.944 277.944
152.414 152.414
F. Overige schulden
77.502 40.758
112.399 48.740
XII Overlopende rekeningen
9.570
77.793
TOTAAL DER PASSIVA
550.218
750.265
237
2.3. Geconsolideerde resultatenrekeningen per 31 december 2005 en 2006
RESULTATENREKENING Bedrijfsopbrengsten A. Omzet D. Andere bedrijfsopbrengsten Bedrijfskosten (-) A. Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen 1. Inkopen 2. Wijziging in de voorraad B. Diensten en diverse goederen C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op materiële vaste activa G. Andere bedrijfskosten Bedrijfsverlies Financiële opbrengsten B. Opbrengsten uit vlottende activa C. Andere financiële opbrengsten Financiële kosten (-) A. Kosten van schulden C. Andere financiële kosten Verlies van het boekjaar
31 december 2005
31 december 2006
579.901 562.440 17.461
401.011 373.167 27.845
(1.059.942) (267.568) (303.063) 35.495 (377.384)
(1.492.302) (214.299) (271.961) 57.663 (497.611)
(327.659)
(661.502)
(83.802) (3.528)
(112.424) (6.468)
(480.041)
(1.091.291)
2.339 2.327 11
2.257 2.253 4
(14.002) (11.450) (2.552)
(30.200) (20.563) (9.637)
(491.705)
(1.119.234)
238
2.4. Financieringstabel 2006
KASSTROOMANALYSE
31 december 2006 (12 maanden)
Kasstromen van operationele activiteiten Netto Resultaat Correctie voor afschrijvingen Kasstromen vóór wijziging in bedrijfskapitaal
(1.119.234) 112.424 (1.006.810)
Wijzigingen in bedrijfskapitaal Voorraden Handelsvorderingen Handelsschulden Belastingen en sociale schulden Overlopende rekeningen Overige vorderingen Overige schulden Netto kasstromen gebruikt in operationele activiteiten
(57.663) 80.820 (125.530) 34.897 70.030 (47.426) 7.983 (1.043.699)
Kasstromen van investeringsactiviteiten Investeringen in financiële vaste activa Investeringen in immateriële vaste activa Investeringen in materiële vaste activa Kasstromen gebruikt in investeringsactiviteiten
1.626 (33.547) (157.965) (189.886)
Kasstromen van financieringsactiviteiten Toename (afname) in lange termijn schuld
625.380
Toename (afname) in korte termijn schuld
(17.232)
Toename in kapitaal
725.560
Kasstromen uit financieringsactiviteiten Liquide Middelen en geldbeleggingen aan het begin van de periode Liquide Middelen en geldbeleggingen aan het einde van de periode Wijziging in liquide middelen
1.333.708
133.069 233.192 100.123
239
2.5. Waarderingsregels 2.5.1.
Waardering van de activa
Oprichtingskosten De oprichtingskosten worden gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde en volledig afgeschreven in het jaar waarin deze kosten worden opgelopen. Consolidatieverschillen De consolidatieverschillen zijn de verschillen die niet toewijsbaar zijn aan actief- en passiefbestanddelen, tussen enerzijds, de deelnemingsverhouding gevormd in het eigen vermogen van de geconsolideerde vennootschappen, en anderzijds, de aanschaffingwaarde van deze deelnames. De positieve verschillen worden afgezonderd op het actief van de balans, onder rubriek III “consolidatieverschillen”, de negatieve verschillen worden afgezonderd op het passief van de balans onder rubriek V “consolidatieverschillen”. De consolidatieverschillen worden afgeschreven over 10 tot 20 jaar afhankelijk van de levensduur. Immateriële vaste activa Het bedrag aan immateriële vaste activa omvat voor EUR 0,06610073 miljoen kosten van onderzoek en ontwikkeling. De afschrijvingstermijn voor deze kosten bedraagt 5 jaar. Vanaf 2006 werd beslist geen kosten van onderzoek en ontwikkeling meer te activeren. De kosten m.b.t. octrooien en brevetten worden geactiveerd en afgeschreven over een termijn van 3 jaar. Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden geactiveerd voor hun aanschaffingswaarde. De bijkomende kosten worden ten laste genomen van het boekjaar. De intern geproduceerde vaste activa, met name de samengestelde installatie dienstig voor verhuur of gebruikt als demonstratiemateriaal, worden voor hun directe kosten geactiveerd onder de overige materiële vaste activa.
240
Alle materiële vaste activa worden lineair afgeschreven als volgt: Installaties, machines en uitrusting Computers, printers, kopier Rollend materieel Kantoormaterieel en meubilair Andere materiële vaste activa
20 33,33 20 20 33,33
Financiële vaste activa De deelnemingen en de aandelen, die onder deze rubriek worden opgenomen, maken het voorwerp uit van waardeverminderingen in geval van minderwaardes of duurzame waardeverminderingen die worden gerechtvaardigd door de situatie, de rentabiliteit of de vooruitzichten van de onderneming, waarin de deelneming of de aandelen worden aangehouden. De vorderingen die onder deze rubriek worden opgenomen, zijn het onderwerp van waardeverminderingen als hun terugbetaling op de vervaldag gedeeltelijk of geheel onzeker of onwaarschijnlijk is. Voorraden Voorraden worden gewaardeerd tegen de aanschaffingswaarde berekend volgens de methode van de gewogen gemiddelde prijzen of tegen de lagere marktwaarde. De voorraad kan ook worden opgesplitst in volgende componenten: 1. Grond- en hulpstoffen; 2. Goederen in bewerking – gereed product; - De vervaardigingsprijs van de producten omvat niet de onrechtstreekse productiekosten; - De vervaardigingsprijs van de producten waarvan de productie meer dan één jaar beslaat, omvat geen financiële kosten verbonden aan de kapitalen ontleend om de productie ervan te financieren; 3. Handelsgoederen; 4. Bestellingen in uitvoering. Bestellingen in uitvoering Bestellingen in uitvoering worden gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs volgens het principe van de “completed contract method”. Dit houdt in dat de winst slechts wordt genomen op het einde van het contract tenzij tussentijds zou blijken dat het contract verlieslatend is waarbij op dat ogenblik het totale verlies op het contract in resultaat dient te worden genomen.
241
Vorderingen op meer dan een jaar en ten hoogste een jaar De vorderingen van minder of meer dan één jaar worden in de balans aan hun nominale waarde opgenomen en zijn het onderwerp van een waardevermindering als hun terugbetaling op de vervaldag gedeeltelijk of geheel onzeker of onwaarschijnlijk is. 2.5.2.
Waardering van de passiva
Voorzieningen voor risico’s en kosten Ieder jaar evalueert de raad van bestuur, met voorzichtigheid, oprechtheid en goede trouw de vereiste voorzieningen. Deze voorzieningen worden geïndividualiseerd in functie van de aard van de risico’s en kosten die zij dienen te dekken. Ze worden niet gehandhaafd in zoverre ze aan het einde van het boekjaar een actuele beoordeling van de risico’s en kosten, waarvoor zij werden gevormd, overschrijden. Schulden op meer dan een jaar en op hoogstens een jaar De schulden worden aan nominale waarde in de boekhouding opgenomen. 2.5.3.
Herwaardering
De materiële vaste activa, deelnemingen en aandelen, die onder de financiële vaste activa worden hernomen, zijn geen onderwerp van herwaardering. 2.5.4.
Vreemde valuta
De vorderingen en de schulden in vreemde valuta worden opgenomen in functie van de koers geldend bij hun opname. De vorderingen en de schulden die in vreemde valuta worden uitgedrukt, worden aan het einde van het boekjaar omgezet aan de slotkoers behalve indien deze specifiek worden gegarandeerd. De wisselkoersverschillen die hieruit voortvloeien worden opgenomen in de resultaatrekening indien deze omrekening aanleiding geeft tot een negatief verschil. Indien deze omrekening aanleiding geeft tot een positief verschil worden deze opgenomen onder de overlopende rekeningen van het passief. 2.5.5.
Erkenning van de omzet op bestellingen in uitvoering
Ecodis NV realiseert doorgaans projecten waarvoor een forfaitaire prijs met de klant wordt overeengekomen. Een inschatting van het werkvolume wordt door de projectleiders uitgevoerd en maakt het mogelijk om
242
een budget voor het project te berekenen. Een factureringsplan wordt in het contract opgesteld en stemt overeen met de oplevering van bepaalde leveringen aan de klant. Typisch organiseert men zich op de volgende manier: (i) voorschot, (ii) levering van de installatie, (iii) inwerkingstelling van de installatie. De lopende projecten worden gewaardeerd volgens de "completed contract method". Dit heeft tot gevolg dat, op basis van de boekhoudkundige beginselen zoals toegepast door de onderneming, de lopende projecten, die volgens deze methode worden gewaardeerd onder de bestellingen in uitvoering in de boekhouding worden opgenomen (op het actief) en onder de ontvangen vooruitbetalingen (op het passief). Op 31 december 2005 en 2006 waren er geen bestellingen in uitvoering. 2.5.6.
Belastingslatenties
Indien het noodzakelijk blijkt te zijn, worden provisies voor belastingslatenties onder het passief van de balans opgenomen in de boeken en worden deze berekend aan het belastingtarief, dat waarschijnlijk van toepassing zal zijn op het moment dat de tijdelijke verschillen ophouden te bestaan. De groep neemt geen actieve belastingslatenties in de boekhouding op.
3. Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening I. Vennootschappen worden opgenomen in de integrale consolidatie Lijst van geconsolideerde dochterondernemingen Naam & adres
Gehouden deel in het kapitaal
Ecodis BV Munnikenheiweg 47 G 4879 NE Etten-Leur Nederland
100 %
Deze vennootschap werd op 16 november 2006 opgericht en heeft bijgevolg een beperkte invloed op de geconsolideerde cijfers per 31 december 2006. De negatieve impact van deze dochteronderneming in de geconsolideerde netto resultaten per 31 december 2006 bedraagt EUR 0,056441 miljoen.
243
VII. Staat van oprichtingskosten STAAT VAN OPRICHTINGSKOSTEN Netto boekwaarde per einde van het vorige boekjaar
31 december 2006 0
Mutaties tijdens het boekjaar : - Nieuwe kosten van het boekjaar
4.493
- Afschrijvingen
(4.493)
Netto boekwaarde per einde boekjaar
0
VIII. Staat van de immateriële vaste activa STAAT VAN DE IMMATERIËLE VASTE ACTIVA
1. Kosten onderzoek & Ontwikkeling
2. Concessies & octrooien
TOTAAL
a) Aanschaffingswaarde - Per einde van het vorige boekjaar - Aanschaffingen - Per einde van het boekjaar c) Afschrijvingen en waardeverminderingen - Per einde van het vorige boekjaar
66.101
6.269
0
29.054
72.369 29.054
66.101
35.323
101.423
(24.237)
(2.651)
(26.887)
Mutaties tijdens het boekjaar: - Geboekt
(13.220)
(7.065)
(20.285)
- Per einde van het boekjaar
(37.457)
(9.715)
(47.172)
28.644
25.607
54.251
d) Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar: (a)-(c)
IX. Staat van de materiële vaste activa
STAAT VAN DE MATERIËLE VASTE ACTIVA
2. Installaties, machines & uitrusting
3. Meubilair & rollend materieel
4. Leasing en soortgelijke rechten
5. Overige materiële vaste activa
TOTAAL
157.560
32.149
63.649
32.136
285.494
a) Aanschaffingswaarde - Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: - Aanschaffing - Per einde van het boekjaar
28.683
53.404
0
75.878
157.965
186.243
85.553
63.649
108.014
443.459
96.712
19.874
50.889
21.424
188.899
41.743
15.710
7.700
22.492
87.645
138.455
35.584
58.589
43.916
276.544
47.788
49.969
5.060
64.098
166.915
c) Afschrijvingen en waardeverminderingen - Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: - Geboekt - Per einde van het boekjaar d) Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar: (a)-(c)
244
X. Staat van de financiële vaste activa STAAT VAN DE FINANCIËLE VASTE ACTIVA 2. Vorderingen Per einde van het vorige boekjaar
3.585
- Terugbetalingen
(1.626)
Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar
1.959
XI. Staat van de geconsolideerde reserves STAAT VAN DE RESERVES Reserves 01.01.2006
Resultaat 31.12.2006
Reserves 31.12.2006
Ecodis, NV
(1.435.831)
(1.062.772)
(2.498.603)
Ecodis, BV
0
(56.461)
(56.461)
(1.435.831)
(1.119.233)
(2.555.064)
Ondernemingen
TOTAAL
XIII. Staat van schulden op meer dan één jaar A. Uitsplitsing van de schulden met een oorspronkelijke looptijd van meer dan een jaar, naargelang hun resterende looptijd
STAAT VAN DE SCHULDEN Leasingschulden en soortgelijke schulden
Vervallen tijdens het jaar 4.131
> 1 jaar < 5 jaren
TOTAAL
4.365
8.496
Kredietinstellingen
129.926
129.926
Achtergestelde leningen
750.000
750.000
884.291
888.422
TOTAAL
4.131
B. Schulden gewaarborgd door zakelijke zekerheden gesteld of onherroepelijk beloofd op de activa van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen leasingschulden en soortgelijke schulden Leasingschulden en soortgelijke schulden
4.365
4.365
TOTAAL
4.365
4.365
245
XIV. Resultaten 31.12.2006 A. B.
Omzet van de groep in België Gemiddeld personeelsbestand en personeelskosten
31.12.2005
331.961
475.473
13,4
6,4
641.572
316.496
15.131
11.163
4.799
0
12,9
6,4
B11. Gemiddeld personeelsbestand Bedienden B12. Personeelskosten Bezoldigingen en sociale lasten Andere personeelskosten Pensioenen Gemiddeld aantal personeelsleden tewerkgesteld in B13. België door de betrokken ondernemingen
XV. Niet in de balans opgenomen rechten en plichten Niet in de balans opgenomen rechten en plichten A. Pand of het handelsfonds bedrag van de inschrijving
446.000
C. Andere belangrijke verplichtingen de groep heeft een totale toekomstige huurverplichting van EUR 79.400. D. Rust- en overlevingspensioenverplichtingen ten gunste van personeelsleden of ondernemingsleiders, ten laste van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen De onderneming heeft een aanvullend rust –en overlevingspensioen afgesloten bij Integrale Maatschappelijke Verzekeringskas. De pensioentoelage ten laste van Ecodis NV is 0,5% van de jaarwedde van de werknemers.
246
4. Verslag van de raad van bestuur over de geconsolideerde jaarrekening van het boekjaar 2006 I. Commentaar op de geconsolideerde jaarrekening De geconsolideerde omzet van Ecodis NV is in 2006 teruggevallen t.o.v. 2005. Dat is voornamelijk te wijten aan het feit dat Ecodis NV in 2006 als voornaamste prioriteit haar productontwikkeling heeft gezet. Haar voornaamste doel in 2006 was het verder ontwikkelen en verfijnen van de ecodis®-toepassingen zodat het bedrijf in 2007 klaar zal staan om in verschillende sectoren omzet te genereren. Gezien het eerder beperkte aantal medewerkers en de prioriteitstelling van het bedrijf heeft Ecodis noodgedwongen de verkoop op een lager pitje moeten zetten. Door de lagere omzetten en de uitbouw van de personeelsstructuur sinds medio 2006 is het geconsolideerd bedrijfsverlies opgelopen tot EUR 1,091291 miljoen. Ecodis heeft zwaar geïnvesteerd in haar commerciële organisatie op het niveau van verkopers als ook op het niveau van project management. Tevens werden de uitgaven met betrekking tot publiciteit en marketing gevoelig verhoogd. De vruchten van die investeringen zullen maar worden geplukt in de volgende jaren. II. Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich belangrijke gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan. In januari 2007 werd het risicodragend vermogen verder verstrekt door de uitgifte van een bijkomende achtergestelde obligatielening van EUR 0,25 miljoen. III. Ontwikkeling van de vennootschap – voornaamste risico's en onzekerheden Het menselijk kapitaal van Ecodis NV is een essentieel element van haar duurzaam ondernemerschap. De trouwheid van de medewerkers is van primordiaal belang voor realisatie van de vooropgestelde groei. De groei van Ecodis NV bestaat erin om een belangrijk aantal hooggekwalificeerde medewerkers te integreren. De rekruteringsstrategie en de aantrekkelijkheid van Ecodis NV zijn belangrijke elementen, maar er is geen enkele garantie dat de juiste medewerkers tijdig kunnen worden aangetrokken. Risico in verband met de groeiverwachtingen Organische groei De versnelde ontwikkeling van applicaties en de steeds belangrijkere omvang van de projecten verplichten Ecodis NV om haar groei goed te beheren. Om haar groei doeltreffend te beheren, zal Ecodis genoodzaakt zijn haar financiële, operationele en controleprocedures verder te blijven ontwikkelen.
247
Externe groei door acquisitie Ecodis NV wenst haar groei deels te realiseren via de acquisitie van vennootschappen in complementaire competenties aan deze die intern ontwikkeld zijn. De risico’s in verband met deze verrichtingen kunnen ondermeer betrekking hebben op het personeel (getrouwheid van medewerkers en het management van de geïntegreerde vennootschappen), de organisatie (integratie van de verworven vennootschappen), het eventuele passief van de verkregen vennootschappen en de vertraagde realisatie van de synergie-effecten. Ecodis NV zal, via het inwinnen van gespecialiseerde adviezen aangaande deze verrichtingen, een eigen methodologie opzetten teneinde de risico’s, die gepaard gaan met de operaties van externe groei en de desbetreffende reorganisaties, te beperken. De onderneming kan echter niet garanderen dat, indien een acquisitie zich op ongunstige wijze zou ontwikkelen, deze geen negatieve gevolgen kan hebben voor de resultaten of de financiële situatie van Ecodis NV. Belangrijke gebeurtenissen na jaareinde die een opmerkelijke invloed op de ontwikkeling van Ecodis NV kunnen hebben De aandeelhouders en de raad van bestuur hebben besloten de verdere groei van Ecodis NV te ondersteunen met een significante kapitaalverhoging door middel van een beursintroductie. Deze introductie moet Ecodis NV in staat stellen haar unieke technologie in meerdere toepassingen om te zetten om ze vervolgens als diverse producten te lanceren op de Europese markt. Bovendien moet deze kapitaaloperatie Ecodis NV toelaten doelgerichte acquisities te financieren. IV. Onderzoek en ontwikkeling De Vennootschap heeft afgelopen boekjaar onderzoek en ontwikkeling verricht in het kader van de verdere ontwikkeling van het product gekend onder de benaming ecodis®. Daarenboven vonden er diverse activiteiten plaats dewelke een belangrijke bijdrage hebben geleverd op het vlak van het verdere onderzoek en ontwikkeling. Zonder evenwel een exhaustieve weergave te geven van al deze activiteiten, kunnen de volgende belangrijkste activiteiten worden vermeld: - realisatie en opvolging certificering - opvolging van studieprojecten in samenwerking met de universiteiten - ontwikkelen van een eigen modulair power supply - modulatie en standaardisatie van de elektrische besturingskasten - ontwikkeling van software - uitvoering en evaluatie van tests bij de klant - voorbereiding en onderzoek naar patenten
248
V. Uitzonderlijke werkzaamheden en bijzondere opdrachten van de commissaris In de loop van het boekjaar werden uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten aan de commissaris van de vennootschap toevertrouwd ten bedrage van EUR 0,003250 miljoen. De erelonen voor het mandaat als commissaris bedroeg EUR 0,008500 miljoen. VI. Continuïteit In toepassing van artikel 633 en 634 Wetb.venn. vestigt de Raad van Bestuur de aandacht op het feit dat ten gevolge van de geleden verliezen in dit boekjaar met betrekking tot de periode 1 januari 2006 tot en met 31 december 2006 het netto-actief gedaald is tot minder dan het minimum maatschappelijk kapitaal (EUR 61.500). Het netto-actief per 31 december 2006 is zelf negatief ten belope van EUR -473.041,70. Het geconsolideerd netto actief bedraagt EUR 529.503. Zoals hierboven reeds vermeld zijn de verliezen te wijten aan de verdere uitbouw van de structuur van Ecodis en dit voornamelijk op gebied van personeel. De bezoldigingen zijn in 2006 verdubbeld t.o.v. 2005. Om de kapitaalsbehoefte van 2006 in te vullen werd er een kapitaalsverhoging van EUR 725.560,32 doorgevoerd, tesamen met de uitgifte van een achtergestelde obligatielening van EUR 750.000. Het totaal geconsolideerd risicodragend vermogen (inclusief achtergestelde obligatieleningen) bedraagt netto EUR 220.497 per 31 december 2006 en werd na jaareinde verhoogd met EUR 250.000 (zie supra). Om rekening te houden met de huidige kapitaalsbehoefte die nodig zal zijn om de verdere introductie en de commercialisering van de ecodis® te realiseren werd er beslist om verschillende financieringsscenario' s (private placement, beursintroductie, venturecapital, …) te onderzoeken. In die context werd een businessplan uitgeschreven dat de toekomstperspectieven en de kapitaalsbehoefte van Ecodis in kaart brengt. De verwachte positieve omzetevolutie o.m. door de introductie van de ecodis® in Nederland en de versterking van het kapitaal zullen aanleiding geven tot een herstel van de financiële toestand van de vennootschap waardoor de toepassing van de waarderingsregels in de veronderstelling van continuïteit verantwoord blijft.
249
VII. Kwijting bestuurders en commissaris Ingevolge de wet en de statuten wordt U verzocht de U voorgelegde geconsolideerde jaarrekening goed te keuren en aan de bestuurders en de commissaris kwijting te verlenen voor de in het boekjaar 2006 uitgeoefende mandaten.
Hoogachtend, BVBA ANEL Gedelegeerd bestuurder vertegenwoordigd door vaste vertegenwoordiger Elmar Peters
250
5. Verslag van de commissaris aan de Algemene Vergadering der aandeelhouders van de vennootschap Ecodis NV over de geconsolideerde jaarrekening over het boekjaar afgesloten op 31 december 2006 Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van het mandaat van commissaris dat ons werd toevertrouwd. Dit verslag omvat ons oordeel over de geconsolideerde jaarrekening evenals de vereiste bijkomende vermeldingen. Verklaring over de geconsolideerde jaarrekening zonder voorbehoud, met toelichtende paragraaf Wij hebben de controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van ECODIS, NV (“de vennootschap”) en haar dochteronderneming (samen “de groep”) over het boekjaar afgesloten op 31 december 2006, opgesteld op basis van het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel, met een balanstotaal van EUR 0,75 miljoen en waarvan de resultatenrekening afsluit met een verlies (deel van de groep) van het boekjaar van EUR 1,119 miljoen. Het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening valt onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, implementeren en in stand houden van een interne controle met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de geconsolideerde jaarrekening zodat deze geen afwijkingen van materieel belang, als gevolg van fraude of van fouten, bevat, het kiezen en toepassen van geschikte waarderingsregels, en het maken van boekhoudkundige ramingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel over deze geconsolideerde jaarrekening tot uitdrukking te brengen op basis van onze controle. Wij hebben onze controle uitgevoerd overeenkomstig de wettelijke bepalingen en volgens de in België geldende controlenormen, zoals uitgevaardigd door het Instituut der Bedrijfsrevisoren. Deze controlenormen vereisen dat onze controle zo wordt georganiseerd en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de geconsolideerde jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Overeenkomstig deze controlenormen, hebben wij controlewerkzaamheden uitgevoerd ter verkrijging van controle-informatie over de in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen bedragen en toelichtingen. De selectie van deze controlewerkzaamheden is afhankelijk van onze beoordeling welke een inschatting omvat van het risico dat de geconsolideerde jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fraude of van fouten. Bij het maken van onze risico-inschatting houden wij rekening met de bestaande interne controle van de groep met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de geconsolideerde jaarrekening ten einde in de gegeven omstandigheden de gepaste werkzaamheden te bepalen maar niet om een oordeel over de effectiviteit van de interne controle van de groep te geven. Wij hebben tevens de gegrondheid van de waarderingsregels, de redelijkheid van de boekhoudkundige ramingen gemaakt door de vennootschap, alsook de voorstelling van de geconsolideerde jaarrekening als geheel
251
beoordeeld. Ten slotte, hebben wij van de raad van bestuur en van de verantwoordelijken van de vennootschap de voor onze controlewerkzaamheden vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie, een redelijke basis vormt voor het uitbrengen van ons oordeel. Naar ons oordeel, geeft de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2006 een getrouw beeld van het vermogen, de financiële toestand en de resultaten van de groep, in overeenstemming met het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel. Zoals blijkt uit de geconsolideerde jaarrekening heeft de groep aanzienlijke verliezen geleden die de financiële toestand van de groep aantasten. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in de veronderstelling van continuïteit van de activiteiten van de groep. Deze veronderstelling is volgens het huidige business plan slechts verantwoord voor zover de groep bijkomende financieringsmiddelen kan aantrekken. Zonder de hierboven vermelde verklaring zonder voorbehoud in het gedrang te brengen, vestigen wij de aandacht op het geconsolideerd jaarverslag, waarin de Raad van Bestuur, overeenkomstig de Belgische wettelijke verplichtingen, de toepassing van de waarderingsregels in de veronderstelling van continuïteit verantwoordt. Bijkomende vermeldingen Het opstellen en de inhoud van het geconsolideerde jaarverslag vallen onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur. Het is onze verantwoordelijkheid om in ons verslag de volgende bijkomende vermeldingen op te nemen die niet van aard zijn om de draagwijdte van onze verklaring over de geconsolideerde jaarrekening te wijzigen: • Het geconsolideerde jaarverslag behandelt de door de wet vereiste inlichtingen en stemt overeen met de geconsolideerde jaarrekening. Wij kunnen ons echter niet uitspreken over de beschrijving van de voornaamste risico’s en onzekerheden waarmee de groep wordt geconfronteerd, alsook van haar positie, haar voorzienbare evolutie of de aanmerkelijke invloed van bepaalde feiten op hun toekomstige ontwikkeling. Wij kunnen evenwel bevestigen dat de verstrekte gegevens geen onmiskenbare inconsistenties vertonen met de informatie waarover wij beschikken in het kader van ons mandaat. De Commissaris, VMB Bedrijfsrevisoren Alain Bolssens 19 april 2007
252
6. Statutaire balans en resultatenrekening van Ecodis NV voor de boekjaren 2004, 2005 en 2006 (in ‘000) 6.1. Statutaire Balansen
ACTIVA
VASTE ACTIVA II
Immateriële vaste activa
IV
Materiële vaste activa B. Installaties, machines en uitrusting
V
VIII
31 december 2005
31 december 2006
193
146
241
46
45
54
145
97
167
78
61
48 50
C. Meubilair en rollend materiaal
15
12
D. Leasing en soortgelijke rechten
31
13
5
E. Overige materiële vaste activa
21
11
64
Financiële vaste activa C. Andere financiële vaste activa
1
4
20
1
4
20
2. Vorderingen en borgtochten in contanten
1
4
20
351
405
509
VLOTTENDE ACTIVA VII
31 december 2004
Voorraden en bestellingen in uitvoering A. Voorraden
92
128
186
92
128
186
1. Grond - en hulpstoffen
92
128
186
Vorderingen op ten hoogste één jaar
73
140
106
A. Handelsvorderingen
46
131
50
B. Overige vorderingen
27
9
56
IX
Geldbeleggingen
119
66
5
X
Liquide middelen
62
67
211
XI
Overlopende rekeningen
4
4
2
544
550
750
TOTAAL DER ACTIVA
253
PASSIVA
31 december 2004
31 december 2005
31 december 2006
EIGEN VERMOGEN
(44)
(136)
(473)
I
Kapitaal A. Geplaatst kapitaal B. Niet-opgevraagd kapitaal
334 334
734 734
1.460 1.460
II
Uitgiftepremies
566
566
566
IV
Overgedragen Resultaat
(944)
(1.436)
(2.499)
SCHULDEN
580
676
1.146
Schulden op meer dan één jaar A. Financiële schulden 1. Achtergestelde leningen 3. Leasingschulden en soortgelijke schulden
147 147
259 259 125
884 884 750
X
22
9
4
0
0
130
5. Overige leningen
125
125
0
Schulden op ten hoogste één jaar A. Schulden op meer dan één jaar B. Financiële schulden C. Handelsschulden 1. Leveranciers E. Schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten
433 16 0 327 327
418 21 0 278 278
261 4 0 143 143
56 34
78 41
65 49
8
10
78
544
550
750
4. Kredietinstellingen
XI
F. Overige schulden X
Overlopende rekeningen TOTAAL DER PASSIVA
254
6.2. Statutaire Resultatenrekeningen
RESULTATENREKENING
Bedrijfsopbrengsten A. Omzet C. Geproduceerde vaste activa D. Andere bedrijfsopbrengsten Bedrijfskosten (-) A. Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen 1. Inkopen 2. Wijziging in de voorraad B. Diensten en diverse goederen C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen
31 december 2004
31 december 2005
31 december 2006
232 189 32 11
580 562 0 17
401 373 0 28
(791) (168) (215) 47 (309)
(1.060) (268) (303) 35 (377)
(1.436) (214) (272) 58 (489)
(233)
(328)
(614)
(78) (2)
(84) (4)
(112) (6)
(558)
(480)
(1.035)
1 1 0
2 2 0
2 2 0
(11) (11) (0)
(14) (11) (3)
(30) (21) (10)
(1)
0
0
(570)
(492)
(1.063)
D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op materiële vaste activa G. Andere bedrijfskosten Bedrijfsverlies Financiële opbrengsten B. Opbrengsten uit vlottende activa C. Andere financiële opbrengsten Financiële kosten (-) A. Kosten van schulden C. Andere financiële kosten Uitzonderlijk resultaat Verlies van het boekjaar
255
6.3. Statutair overzicht van vermogensmutaties. Vermogensmutatie (in Euro) Eigen Vermogen per 1/1/2004
Kapitaal
Uitgiftepremie
Resultaat
Totaal
Aantal Aandelen
283.600
216.401
-374.193
125.808
2.836
50.400
349.599
-569.932
-169.933
504
Eigen Vermogen per 31/12/2004
334.000
566.000
-944.125
-44.125
3.340
Bewegingen 2005
400.000
-491.704
-91.704
445
Eigen Vermogen per 31/12/2005
734.000
-1.435.829
-135.829
3.785
Bewegingen 2006
725.560
-1.062.772
-337.212
4.531.215
-2.498.601
-473.041
4.535.000
Bewegingen 2004
Eigen Vermogen per 31/12/2006
1.459.560
566.000
566.000
256
6.4. Statutair Kasstroomoverzicht.
2006
2005
2004
Kasstromen van operationele activiteiten Netto Resultaat Correctie voor afschrijvingen Kasstromen vóór wijziging in bedrijfskapitaal
(1.063)
(492)
(570)
112
83
78
(951)
(409)
(492)
(58)
(35)
(47)
81
(85)
1
(135)
(49)
241
(12)
21
40
70
3
7
(47)
19
(22)
8
8
32
(1.044)
(527)
(240)
Wijzigingen in bedrijfskapitaal Voorraden Handelsvorderingen Handelsschulden Belastingen en sociale schulden Overlopende rekeningen Overige vorderingen Overige schulden Netto kasstromen gebruikt in operationele activiteiten Kasstromen van investeringsactiviteiten Investeringen in financiële vaste activa
(16)
(2)
0
Investeringen in immateriële vaste activa
(34)
(14)
(54)
(158)
(21)
(41)
(208)
(37)
(95)
Toename (afname) in lange termijn schuld
625
112
50
Toename (afname) in korte termijn schuld
(17)
5
1
Toename in kapitaal
726
400
401
1.334
517
452
Liquide middelen en geldbeleggingen aan het begin van de periode
133
181
64
Liquide middelen en geldbeleggingen aan het einde van de periode
215
133
181
82
(47)
117
Investeringen in materiële vaste activa Kasstromen gebruikt in investeringsactiviteiten Kasstromen van financieringsactiviteiten
Kasstromen uit financieringsactiviteiten
Wijziging in liquide middelen
257
6.5. Verslag van de commissaris over de enkelvoudige (niet-geconsolideerde) financiële data van ECODIS, NV voor de boekjaren afgesloten op 31 december 2006, 2005 en 2004. Aan de leden van de Raad van Bestuur, Op uw verzoek hebben wij de enkelvoudige (niet-geconsolideerde) financiële data van ECODIS, NV gecontroleerd voor de boekjaren eindigend op 31 december 2006, 2005 en 2004. welke zijn opgenomen in het Prospectus onder hoofdstuk VI, 6. Dit verslag omvat ons oordeel over het getrouw beeld van deze financiële data. Verklaring over de financiële data met voorbehoud en met toelichtende paragraaf. Wij hebben de controle uitgevoerd van de financiële data over de boekjaren afgesloten op 31 december 2006, 2005 en 2004, opgesteld op basis van het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel. Deze financiële data omvatten de balansen afgesloten op 31 december 2006, 2005 en 2004, de resultatenrekeningen en de overzichten van de kasstromen over de boekjaren die op deze data werden afgesloten. Het balanstotaal per 31 december 2006, 2005 en 2004 bedroeg respectievelijk 0,75 miljoen EUR, 0,550 miljoen EUR en 0,544 miljoen EUR en de resultatenrekeningen voor de boekjaren afgesloten op die data sluiten af met een verlies van respectievelijk 1,063 miljoen EUR, 0,492 miljoen EUR en 0,570 miljoen EUR. Het opstellen van de financiële data valt onder de verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het opzetten, implementeren en in stand houden van een interne controle met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de financiële data die geen afwijkingen van materieel belang, als gevolg van fraude of van het maken van fouten, bevat; het kiezen en toepassen van geschikte waarderingsregels; en het maken van boekhoudkundige ramingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel over deze financiële data tot uitdrukking te brengen op basis van onze controle. Wij hebben onze controle uitgevoerd overeenkomstig de wettelijke bepalingen en volgens de in België geldende controlenormen, zoals uitgevaardigd door het Instituut der Bedrijfsrevisoren. Deze controlenormen vereisen dat onze controle zo wordt georganiseerd en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de financiële data geen afwijkingen van materieel belang, als gevolg van fraude of van het maken van fouten, bevat. Overeenkomstig voornoemde controlenormen hebben wij rekening gehouden met de administratieve en boekhoudkundige organisatie van de vennootschap, alsook met haar procedures van interne controle. Wij hebben van de verantwoordelijken en van het bestuursorgaan van de vennootschap de voor onze controles
258
vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen. Wij hebben op basis van steekproeven de verantwoording onderzocht van de bedragen opgenomen in de financiële data. Wij hebben de gegrondheid van de waarderingsregels, de redelijkheid van de betekenisvolle boekhoudkundige ramingen gemaakt door de vennootschap, alsook de voorstelling van de financiële data als geheel beoordeeld. Wij zijn van mening dat deze werkzaamheden een redelijke basis vormen voor het uitbrengen van ons oordeel. In de balansen per 31 december 2003 en 2004 werden voorraden opgenomen ten bedrage van respectievelijk 0,045 miljoen EUR en 0,092 miljoen EUR. Deze voorraden werden niet door een andere bedrijfsrevisor noch door de verantwoordelijken van vennootschap zelf fysisch gecontroleerd door middel van een inventarisopname. Gezien deze data onze benoeming voorafgaan, konden wij de gerapporteerde hoeveelheden niet controleren. Bovendien was het onmogelijk om via andere controle werkzaamheden de hoeveelheden op die data te controleren. Naar ons oordeel geven de financiële data met betrekking tot de boekjaren afgesloten op 31 december 2006, 2005 en 2004, onder voorbehoud van de eventuele impact op de balansen en de resultaten van de aanpassingen die nodig konden zijn met betrekking tot de voorraden, een getrouw beeld van de activa en passiva en de resultaten van ECODIS, NV, in overeenstemming met het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel. Zoals blijkt uit de financiële data heeft de vennootschap aanzienlijke verliezen geleden die de financiële toestand van de vennootschap aantasten. De financiële data zijn opgesteld in de veronderstelling van continuïteit van de activiteiten van de onderneming. Deze veronderstelling is volgens het huidige business plan slechts verantwoord voor zover de vennootschap bijkomende financieringsmiddelen kan aantrekken. Onderhavig verslag is bestemd voor de Raad van Bestuur in het kader van de kapitaalverhoging via openbare uitgifte van aandelen op Alternext Brussel en kan niet voor andere doeleinden gebruikt worden. De Commissaris,
VMB Bedrijfsrevisoren Alain Bolssens 18 mei 2007
259
7. Verschillenanalyse Belgische Boekhoudregels ten opzichte van International Financial Reporting Standards (IFRS) Inleiding De geconsolideerde jaarrekening voor het boekjaar eindigend op 31 december 2006 werd opgesteld in overeenstemming met de Belgische boekhoudkundige principes. In het licht van de beursnotering op Alternext Brussel en gelet op het internationale publiek van investeerders heeft Ecodis NV ten informatieve titel het verschil tussen de Belgische en IFRS boekhoudregels gekwantificeerd en opgenomen in bijgaande tabel. Bij het opstellen van de verschillenanalyse werd geen gebruik gemaakt van de mogelijke vrijstellingen zoals voorzien in IFRS 1 ‘Eerste Toepassing van International Financial Reporting Standards’.
SAMENVATTING VERSCHILLENANALYSE
GECONSOLIDEERD EIGEN VERMOGEN PER 31/12/2005
NETTO GECONSOLIDEERD RESULTAAT VOOR HET BOEKJAAR 2006
KAPITAALVERHOGINGEN EN ANDERE AANPASSINGEN AAN HET EIGEN VERMOGEN TIJDENS HET BOEKJAAR
GECONSOLIDEERD EIGEN VERMOGEN PER 31/12/2006
(135.830)
(1.119.234)
725.560
(529.503)
Warranten verbonden aan achtergestelde obligatieleningen Op aandelen gebaseerde betalingen Onderzoek- en Ontwikkelingskosten Kosten Website
0 0 (46.358) 0
(11.875) (312.605) 9.230 (12.800)
230.243 338.789 0 0
218.368 26.184 (37.127) (12.800)
Impact
(46.358)
(328.050)
569.032
194.625
(182.188)
(1.447.283)
1.294.592
(334.879)
Volgens Belgian GAAP
Volgens IFRS
Warrants verbonden aan achtergestelde obligatieleningen Bij de uitgifte van de obligatielening van de Vennootschap werden warrants toegekend aan de inschrijvers. Deze warrants werden afzonderlijk gewaardeerd als het verschil tussen de huidige waarde van de obligatielening en de nominale waarde bij inschrijving. De obligatielening werd bijgevolg in toepassing van IAS 32 en IAS 39 gesplitst in een financiële schuld en een gedeelte eigen vermogen ter waarde van de warrants. De warrants werden uitgeoefend en de obligatielening zal in de maand juni worden terugbetaald. Op aandelen gebaseerde betalingen Ecodis NV heeft ten voordele van het personeel, de bestuurders en consultants van de Vennootschap en haar dochtervennootschappen warrantenplannen opgesteld. De kosten met betrekking tot deze warrants werden
260
vastgesteld op basis van de reële waarde van de warrants op hun respectieve toezeggingsdatum. Het totaal van de aldus berekende kosten wordt overeenkomstig IFRS 2 als lasten opgenomen tijdens de periode van onvoorwaardelijke toezegging van de respectievelijke warrants of tijdens de periode van dienstverlening afhankelijk van de begunstigde. Onderzoek- en ontwikkelingskosten In de geconsolideerde jaarrekening werden een aantal kosten met betrekking tot onderzoek en ontwikkeling geactiveerd en afgeschreven. Overeenkomstig IAS 38 worden onderzoekskosten in resultaat genomen en dienen ontwikkelingskosten te worden geactiveerd voor zover er is voldaan aan een aantal voorwaarden zoals het betrouwbaar meetbaar zijn van de betreffende kosten. Er werd geoordeeld dat aan deze laatste voorwaarde niet werd voldaan. Bijgevolg werden de betrokken immateriële vaste activa in resultaat genomen. Kosten website De website van Ecodis NV is een informatieve website. Bijgevolg dienen overeenkomstig SIC 32 de betreffende volgens de Belgische boekhoudregels geactiveerde kosten in resultaat te worden genomen. Uitgestelde belastingen De Vennootschap heeft een historiek van fiscale verliezen. In toepassing van IAS 12 heeft de Vennootschap geoordeeld om geen uitgestelde belastingvordering op te nemen voor de netto latente belastingvordering met betrekking tot haar overgedragen verliezen eventueel aangepast voor de belastingimpact van bovenstaande correcties.
261
Bijlage I : Verklarende woordenlijst in verband met het Aanbod
Aanbod
EUR 15 miljoen in Nieuwe Aandelen. Dit kan worden verhoogd met een Overtoewijzingsoptie van maximaal EUR 2,25 miljoen in bestaande aandelen zoals in dit Prospectus wordt beschreven.
Aandelen van de Vennootschap
Alle door Ecodis NV uitgegeven of nog uit te geven aandelen.
Aangeboden Aandelen
De aandelen van Ecodis die in het Aanbod worden aangeboden aan particuliere beleggers in België en institutionele beleggers in Europa.
Afsluitingsdatum
De datum waarop de kapitaalverhoging van maximaal EUR 15 miljoen zal worden vastgesteld bij akte voor een notaris, vastgelegd op de vierde beursdag na de effectieve afsluiting van de Inschrijvingsperiode, naar verwachting op 26 juni 2007.
Allocatiedatum
De datum waarop de Lead Manager in samenspraak met de Vennootschap
de
Nieuwe
Aandelen
en
eventueel
de
Overtoewijzingsaandelen zal toewijzen, vastgelegd op de eerste beursdag volgend op de afsluiting van de Inschrijvingsperiode, naar verwachting op 21 juni 2007. Basisaanbod
EUR 15 miljoen in Nieuwe Aandelen.
Betaaldatum
De datum waarop de prijs van de toegewezen aandelen moet betaald zijn, vastgelegd op de derde beursdag volgend op de Allocatiedatum, naar verwachting op 26 juni 2007.
Datum van dit Prospectus
29 mei 2007
Inschrijvingsperiode
De periode waarin kan worden ingeschreven op de Aangeboden Aandelen en die op 6 juni 2007 zal beginnen en naar verwachting zal eindigen op 20 juni 2007, onder voorbehoud van Vervroegde Afsluiting.
Inschrijvingsprijs
De prijs per Nieuw Aandeel die de belegger zal betalen en die op 6 juni 2007 in de Belgische financiële pers zal worden gepubliceerd.
262
Lead Manager
Bank Degroof NV, Nijverheidsstraat 44, 1040 Brussel.
Leveringsdatum
De datum waarop de aandelen en VVPR-strips aan de beleggers zullen worden afgeleverd, vastgelegd op de vierde beursdag na de afsluiting van de Inschrijvingsperiode, naar verwachting op 26 juni 2007.
Listing Sponsor
Bank Degroof NV.
Nieuwe Aandelen
De Aandelen van de Vennootschap die zullen worden uitgegeven overeenkomstig de beslissing van de buitengewone algemene vergadering der aandeelhouders van 5 juni 2007.
Noteringsdatum
De datum vanaf dewelke de Aandelen van Ecodis kunnen worden verhandeld op Alternext Brussel, vastgelegd op de eerste beursdag volgend op de Allocatiedatum, naar verwachting op 22 juni 2007.
Overtoewijzingsaandelen
Maximaal EUR 2,25 miljoen in bestaande Aandelen van de Vennootschap die door de Verkopende Aandeelhouders aan de Lead Manager zijn toegekend en die kunnen worden gebruikt in geval van overtoewijzing.
Overtoewijzingsoptie
Het recht dat de Verkopende Aandeelhouders toekennen aan de Lead Manager om gedurende een periode van 30 kalenderdagen na de Noteringsdatum Aandelen van de Vennootschap te kopen tegen de Inschrijvingsprijs.
Prospectus
Onderhavig document dat werd goedgekeurd door de CBFA en dat werd opgesteld met betrekking tot het Aanbod.
Stabilisatie-periode
Periode startend vanaf de Noteringsdatum en eindigend ten laatste 30 kalenderdagen na de Noteringsdatum.
Underwriter
Bank Degroof NV.
263
Vennootschap
De naamloze vennootschap Ecodis, opgericht naar Belgisch recht, die de emittent is van de aandelen in het Aanbod.
Verkopende Aandeelhouders
Een groep van bestaande aandeelhouders voor de afsluiting van het aanbod die bij uitoefening van de Overtoewijzingsoptie door de Lead Manager een deel van hun Aandelen zullen verkopen. Deze groep is samengesteld uit alle aandeelhouders op het ogenblik van het Aanbod, pro rata van hun aandeelhouderschap.
Vervroegde Afsluiting
De Lead Manager kan, in samenspraak met de Vennootschap, vanaf de zesde beursdag om 16 uur na de datum van de aanvang van de Inschrijvingsperiode (namelijk 13 juni 2007 – 16 uur) de Inschrijvingsperiode vervroegd afsluiten.
Voorbehouden Tranche
Het gedeelte van het Aanbod dat wordt voorbehouden voor Geert Pepping, Bart Stagier, PE Group NV, Leo Stevens & Cie BVBA en Marc Pirenne. De voornoemde personen genieten van een prioritaire toewijzing, waarbij de door hen onderschreven aandelen niet kunnen worden verminderd.
Vrije Tranche
Het gedeelte van het Aanbod dat niet via de Voorbehouden Tranche wordt geplaatst, en dat openstaat voor alle beleggers via een openbare aanbieding in België, en voor institutionele beleggers in Europa via een private plaatsing.
264
Bijlage II : Verklarende woordenlijst met betrekking tot de activiteiten van Ecodis Adsorberen
In de waterbehandeling slaat adsorptie op het proces waarbij een oplosbare stof uit het water wordt gehaald door middel van een vaste stof. Hiervoor wordt actieve kool gebruikt.
Aerobisch
Een proces dat plaatsvindt in de aanwezigheid van zuurstof, zoals het verteren van organische materie door bacteriën.
Aeromonas
Aeromonas is een facultatief anaerobe bacterie waarvan de meeste soorten geassocieerd zijn met ziekten bij de mens. De bacterie komt wijd verspreid voor in water, zowel in zuiver als brak water.
Aerosol
Hele kleine vloeistof- of vaste deeltjes die in de lucht verspreid worden.
Afvalwater
Het verspilde of gebruikte water dat van een huis, gemeenschap, boerderij of industrie komt en dat opgeloste of gesuspendeerde deeltjes bevat.
Agressief water
Water met een welbepaalde samenstelling en eigenschappen dat corrosie veroorzaakt.
Algen
Een- of meercellige organismen die meestal gevonden worden in oppervlaktewater, zoals kroos. Ze produceren hun eigen voedsel door middel van fotosynthese. De algenpopulatie wordt verdeeld in groene en blauwe algen, waarvan de blauwe algen zeer schadelijk zijn voor de menselijke gezondheid. Excessieve algengroei kan er voor zorgen dat het water een ongewenste geur of smaak heeft. Bederf van algen vermindert de voorraad zuurstof in het water.
Ammoniak
Ammoniak is een base met chemische formule NH3. Het is een gas bij kamertemperatuur maar heeft een zeer hoge oplosbaarheid in water. Aanwezig in oppervlaktewater is het toxisch voor vissen vanaf een bepaalde concentratie. Ammoniak is eveneens de precursor voor de vorming van chlooramines in desinfectiemethoden gebaseerd op het gebruik van vrij chloor.
Ammoniakale stikstof
Dat deel van de aanwezige stikstof in het water dat voorkomt onder de vorm van ammoniak of ammonium.
Ammonium
Verschijningsvorm van ammoniak in zure waters. Ammonium is een kation met chemische formule NH4+.
265
Anaerobisch
Een proces dat plaatsvindt in de afwezigheid van zuurstof.
Analoge modem
Een modem is de samenvoeging van MOdulator/DEModulator). De analoge modem zet computertaal (datagegevens in de vorm van bits) om in geluidssignalen, die via een telefoonlijn getransporteerd kunnen worden. De modem aan de andere kant zet het signaal weer om in computertaal.
Anion
Een negatief geladen ion.
Anode
De elektrode in een elektrolysecel waaraan oxidatiereacties plaatsvinden.
Anodische oxidatie
Waterbehandelingsmethode gebaseerd op elektrolyse waarbij aan de anodische elektrode oxidatiemiddelen gevormd worden die instaan voor desinfectie of afbraak van polluenten.
Antibiotica
Het klassieke begrip antibioticum heeft betrekking op stoffen van organische oorsprong die ziekteverwekkers (met name bacteriën in het lichaam) bestrijden.
AOC (Assimilable Organic
Nederlands:
Assimileerbare
Organische
Koolstofverbindingen.
Carbon)
Assimileerbaar betekent dat deel van de organische stoffen in het water die kunnen dienen als voedingsbron voor aanwezige microorganismen.
Aquatisch milieu
Het milieu betrekking hebbend op het water.
Aquatische biologie
De tak van de biologie die zich bezighoudt met de studie van de ecologie van water.
Aspergillus
Is een geslacht dat bestaat uit ongeveer 200 schimmelsoorten, die over de hele wereld voorkomen. Het zijn draadvormige schimmels die sterk aeroob zijn.
Astma
Is een chronische ontsteking van de luchtwegen. Door de ontsteking vernauwen de luchtwegen, waardoor ze prikkelbaarder worden. Als de luchtwegallergie is ontstaan tegen een stof waar men op het werk mee in aanraking komt spreekt men van beroepsastma.
ATP (adenosine trifosfaat)
De stof die instaat voor de energiehuishouding van een cel. Met behulp van metingen van het ATP gehalte in het water kan de afdoding van micro-organismen in biofilm geëvalueerd worden.
266
B2B-market (Business-to-
Relatie waarbij informatie uitgewisseld word tussen bedrijven en
business market)
bedrijven. Deze onderscheiden zich door een laag volume en een grote impact op het bedrijfsproces.
Bacillus subtilis
Is een aerobe bacterie die in staat is voedselvergiftiging te veroorzaken. De bacterie kan endosporen produceren die toelaten extreme omstandigheden te overleven.
Bacteriën
Microscopisch kleine eencellige organismen, die zich reproduceren door middel van deling of via de productie van sporen.
Bacteriociden
Synoniem voor bacteriedodende stoffen.
Ballastwatertanks
Tanks waarin ballastwater wordt opgeslagen. Vrijwel elk zeegaand schip moet vanwege het behoud van stabiliteit ballastwater innemen, en dit vervolgens weer lozen in de bestemmingshaven of in kustwateren.
Base
Een stof die bij toevoeging aan water zal leiden tot een pH-verhoging door neutralisatie van in het water aanwezige zuur.
BBT
Beste Beschikbare Technologie
Bederf micro-organismen
Verzamelnaam
voor
die
micro-organismen
die
bederf
van
voedselwaren veroorzaken. Men spreekt soms ook over bederfflora. Behandelingsinstallatie
Een installatie die gebruikt wordt om (afval)water te behandelen voordat het in het milieu wordt geloosd.
Biocidaal effect
Effect van het toevoegen van een biocide aan het te behandelen water.
Biociden
Synoniem voor bestrijdingsmiddelen. Dit zijn chemische stoffen die giftig zijn voor micro-organismen. Biociden worden vaak gebruikt om bacteriën en andere eencellige organismen uit het water te elimineren.
Biofilm
Een laag bacteriën, omgeven door een matrix van zelf geproduceerd slijm en uitscheidingsproducten vastgehecht op een oppervlak.
Biofilmmonitor
Toestel waarmee de vorming van biofilm kan bestudeerd worden in een een bepaald leidingssysteem.
Biologische verontreinigingen
Levende organismen zoals virussen, bacteriën, schimmels en zoogdier- en vogelantigenen die schadelijke gezondheidseffecten kunnen hebben voor mensen.
267
Biomassa
Biomassa is de hoeveelheid aanwezig levend materiaal. Hieronder valt zowel plantaardig als dierlijk materiaal.
BOD (Biochemical/Biological
Nederlands: Biologische Zuurstof Vraag (BZV). Is de hoeveelheid
Oxygen Demand)
zuurstof die verbruikt wordt door bacteriën bij de afbraak van organisch materiaal in water. Het is een maat voor de vervuiling van water met organische stoffen.
Booster
In waterbehandeling een toestel waarmee stromende water op zeer korte tijd kan verwarmd tot hoge temperatuur.
Brak water
Brak water komt voor bij de overgang van zoetwater naar zout zeewater. Dit water kenmerkt zich door een relatief lage zoutconcentratie en door getijdewerking.
Breekpuntschlorering
Toevoeging van chloor aan water totdat er genoeg chloor aanwezig is voor de desinfectie van water.
Bromaat
Een anion met chemische formule BrO3- en een gekende kankerverwekkende stof. Het kan in water gevormd worden als nevenproduct van desinfectieprocessen door de oxidatie van bromide-ionen in het water. Bromaatvorming is onder andere een probleem bij ozoneren van bromide-bevattende waters.
Bromide
Een anion met chemische formule Br-. Bromide kan van nature uit in verschillende watersoorten aanwezig zijn.
Bronchiale hyperreactiviteit
Luchtwegen vernauwen bij blootstelling aan allerlei prikkels. Wanneer de luchtwegen overgevoelig reageren spreekt men over bronchiale hyperreactiviteit. Het is een van de kenmerkende functionele stoornissen bij patiënten met astma en chronisch obstructieve longaandoeningen. De prikkels kunnen zowel fysisch (b.v. koude lucht), fysiologisch (bv inspanning), chemisch (bv SO2) dan wel farmacologisch (bv histamine) van aard zijn.
Broom
Chemisch element uit de klasse van de halogenen met symbool Br. In de context van waterbehandeling wordt de term broom gebruikt om moleculair broom aan te duiden (Br2) dat een desinfecterende en oxiderende werking heeft.
Broomchloride
Chemische stof met als formule BrCl. Het is een roodbruin gas met oxiderende en desinfecterende werking.
268
Buffervat
Opslagtank om fluctuaties in waterafname te kunnen opvangen.
Calibratie
Het proces om de prestatieparameters van een instrument of een systeem te bepalen door het met standaarden te vergelijken. Calibreren verzekert dat een apparaat of een systeem resultaten zal genereren die voldoen aan de gedefinieerde criteria met een zekere nauwkeurigheid.
Carcinogeen
Synoniem voor kankerverwekkend.
CCO
Chief Comercial Officer
CEO
Chief Executive Officer
CFO
Chief Financial Officer
Chemische desinfectiemethoden
Deze methoden zijn gebaseerd op het toevoegen van desinfecterende chemicaliën (bestrijdingsmiddelen, biociden) aan het te behandelen water.
Chloor
Chemisch element uit de klasse van de halogenen met symbool Cl. In de context van waterbehandeling wordt de term chloor gebruikt om moleculair chloor aan te duiden (Cl2) dat een desinfecterende en oxiderende werking heeft. Cl2 is een gas dat goed oplosbaar is in water. Chloorgas is toxisch voor de mens en werd als gifgas ingezet in WO I.
Chloorallergie
Allergie is het gevolg van een reactie van het immuunsysteem op één of meerdere stoffen, allergenen genaamd. Bij chloorallergie reageert men op chloorbevattende stoffen.
Chlooramines
Verzamelnaam voor chemische stoffen gevormd uit ammoniak en chloor. Ze hebben een zwakke desinfecterende werking en worden in waterbehandeling voornamelijk gebruikt om restwerking te voorzien.
Chloorbleekloog
Benaming voor oplossingen van natriumhypochloriet (NaOCl) die als desinfecterend middel aan het te behandelen water worden toegevoegd.
Chloordioxide
Chemische stof met formule ClO2. De stof is een gas onder normale omstandigheden, is goed wateroplosbaar en een sterk oxiderend biocide.
Chloorgenerator
Een toestel om on-site chloorgas aan te maken door middel van elektrolyse van een zoutoplossing.
Chloorresistentie
Het verkrijgen van resistentie door micro-organismen tegen de desinfecterende werking van chloor.
Chloorwater
Benaming voor oplossingen van chloorgas in water.
269
Een anion met chemische formule ClO3-. Chloraatzouten worden
Chloraat
gebruikt als grondstof voor de bereiding van chloordioxide. Chloreren
Een waterbehandelingsproces waarbij chloor aan water wordt toegevoegd
om
het
te
desinfecteren
of
om
bepaalde
verontreinigingen in het water af te breken. Een anion met chemische formule Cl- dat onder andere gevormd
Chloride
wordt door het oplossen van keukenzout in water. Chloriet
Een
anion
met
chemische
formule
ClO2-
en
oxiderende
eigenschappen. Chlorietzouten worden gebruikt als grondstof voor de bereiding van chloordioxide. Chloroform
Triviaalnaam voor trichloromethaan, een chemische stof met formule CHCl3 en een zogenaamd trihalomethaan (THM). Chloroform wordt als nevenproduct gevormd bij chloorgebaseerde waterbehandeling.
CIP (Cleaning-in-place)
Is een manier om de binnenzijde van leidingen, vaten, tanks, procesuitrusting,.. te reinigen zonder de installatie te ontmantelen.
COD
(Chemical
Oxygen
Demand)
Nederlands: Chemisch Zuurstof Verbruik (CZV). Het is een maat voor de hoeveelheid organische stiffen in het water. Het wordt uitgedrukt als de hoeveelheid zuurstof in mg/liter die nodig is om deze componenten chemisch volledig af te breken.
Coliformbacteriën
Bacteriën die gebruikt worden als indicatoren van verontreinigingen en pathogenen als ze in water gevonden worden. Ze worden doorgaans gevonden in de ontlasting van mensen en andere warmbloedige dieren.
COM
Is de originele maar nog steeds gebruikte naam voor een seriële poort interface bij PC compatibele computers.
Compressor
Een compressor is een apparaat dat een gas, vaak lucht, kan samenpersen en onder hoge druk beschikbaar stellen.
Concentratie
De hoeveelheid van een materiaal dat opgelost is in een oplossingseenheid, uitgedrukt in mg/L.
Conductiviteit
Is een maat voor het vermogen van een bepaald water om elektrische stroom te geleiden.
Consulting/Engineering
Consulting: Is professioneel advies vragen voor een project door het raadplegen van experten. Engineering: Het ontwerpen, het bouwen het leveren en installeren van machine- en procesbesturingen op klantspecificaties in de breedste zin van het woord.
Consumptief watergebruik
Water dat weggevoerd wordt van de beschikbare voorraad en niet wordt teruggevoerd in het watersysteem; water dat gebruikt wordt in de industrie, landbouw en voedselbereiding.
270
Contaminatie
Synoniem voor verontreiniging, vervuiling.
Contract operations
Al de nodige acties die dag na dag worden uitgevoerd en die ertoe moeten leiden dat het contract binnen haar specificaties wordt uitgevoerd.
Corrosie
Corrosie is de aantasting van materialen door inwerking vanuit hun omgeving, en in het bijzonder de aantasting van metalen door middel van elektrochemische reacties.
Corrosie-inhibitoren
Stoffen die aan het water gedoseerd worden om corrosie tegen te gaan, onder andere in koelwatersystemen.
Cryptosporidium
Genus
van
protozoa
met
tenminste
4
soorten.
Dit
zijn
waterbehoevende darmparasieten bij mens en andere gewervelden die de ziekte cryptosporidiosis kunnen veroorzaken. CTO
Chief Technical Officer
Cyanide
Een anion met als chemische formule CN- en een veelvoorkomende contaminant in afvalwaters van ertsontginning. Het overeenkomstig zuur, waterstofcyanide (HCN, blauwzuur), is extreem toxisch.
Datacommunicatie
Is de verzamelnaam voor allerlei vormen van informatie uitwisseling tussen computers. De computers kunnen permanent met elkaar in verbinding staan, maar ze kunnen elkaar ook 'opbellen' op het moment dat het nodig is informatie uit te wisselen.
Datalogging
Is het proces waarbij gegevens van (bv. temperatuur, druk, vrije chloor, debiet, ...) door elektronische sensors worden gekoppeld met een apparaat dat deze gegevens opslaat (datalogger) in tabellen voorzien van bv. uur, tijd, dag, datum, maand, jaar. De gegevens uit deze logger kunnen worden opgeslagen door een computer voor bewerking via datacommunicatie. Door middel van gespecialiseerde software programma’s is het mogelijk de data op het scherm van een computer weer te geven onder de vorm van grafieken of in een database op te slagen voor latere bewerking.
DBP (Desinfection By-Products)
Chemische stoffen
die ongewenst worden
gevormd
tijdens
desinfectieprocessen. De term DBP wordt gebruikt om schadelijke nevenproducten aan te duiden. Depotwerking
Synoniem voor desinfecterende nawerking.
Desalinatie
Synoniem voor ontzilting, dit is het verwijderen van opgelost zout uit brak water of zeewater om drinkwater te produceren. Dit kan met verschillende technieken gebeuren.
Desinfectie
Of ontsmetting. Is het behandelen van water of oppervlakken om schadelijke micro-organismen te doden.
271
Diffusie
Diffusie is het transport van stoffen onder invloed van een concentratiegradiënt door moleculaire beweging.
DIP (Disinfection-in-place)
Is een manier om de binnenzijde van leidingen, vaten, tanks, procesuitrusting,..
te
desinfecteren
zonder
de
installatie
te
ontmantelen. Dispenser
Een dispenser is een geautomatiseerde machine dat in een voorgeschreven menu door actie van een gebruiker stoffen uit voorraadtanken kan gedoseerd worden, bv. koffie + melk, water + siroop.
Doseren, dosage
Een afgemeten hoeveelheid van een bepaalde vaste stof, gas of
Drinkbaar water
Water dat veilig genoeg is om te drinken en mee te koken.
Ecologie
Leer van de betrekkingen tussen organismen en hun omgeving.
Effluent
Is een term die gebruikt wordt voor gezuiverd afvalwater. Over het
oplossing aan het water toevoegen.
algemeen bevat het effluent nog een deel van de originele vervuiling. Electrochemische reacties
Chemische reacties die optreden onder invloed van een elektrische stroom. Electrochemie is die discipline van de chemie die zich bezighoudt met het bestuderen van electrochemische processen.
Elektrische lading
De lading van een elektron, uitgedrukt in Coulomb.
Elektrische ontlading
Een vonk die overspringt tussen twee tegengestelde ladingen in een isolerend medium. Het meest gekende voorbeeld van een elektrische ontlading is een bliksem.
Elektrode
Een metalen elektrische geleider waarlangs elektrische stroom een elektrolysecel binnengebracht wordt of weggeleid wordt.
Elektrolyse
Een proces waarbij elektrische energie wordt omgezet in chemische energie. Dit proces vindt plaats in een elektrolyt, een waterige oplossing of een smeltend zout dat ionen de mogelijkheid geeft om tussen twee elektroden te bewegen. Wanneer een elektrische stroom aangebracht wordt, begeven de positieve ionen zich naar de kathode en worden gereduceerd, terwijl de negatieve ionen naar de anode gaan en geoxideerd worden.
Elektrolyt
Een stof die geheel of gedeeltelijk in ionen splitst wanneer ze in water opgelost wordt.
272
Elektronen
Negatief geladen bouwstenen van een atoom die rondom de atoomkern cirkelen.
Embedded software
Instructies die permanent staan op een ROM of flash geheugen kaart. Embedded software kan direct beschikbaar zijn voor de CPU of eerst naar de RAM worden getransfereerd om daarna uitgevoerd te worden.
End-of-pipe technieken
Technieken die gericht zijn op het zuiveren van afvalwaterstromen eerder dan een brongerichte aanpak.
Enten
Overbrengen van een deel van een bacteriekolonie om deze verder te laten aangroeien.
Enterococcen
Geslacht van bacteriën met een typisch ronde vorm dewelke indicatoren zijn voor fecale verontreiniging.
Escherichia coli (E. coli)
Een Coliformbacterie die vaak in verband wordt gebracht met menselijk en dierlijk afval en gevonden wordt in de darmen. Deze bacterie wordt bij gezondheidsinstituten en privé-laboratoria gebruikt om de zuiverheid van het water te meten. Indien deze bacterie aanwezig
is
in
water
wordt
dit
door
de
wetgever,
gezondheidsinstituten en privé-laboratoria beschouwd als onzuiver. Ethernet
Is het onderliggende netwerk waarmee computers met elkaar communiceren als ze hardwarematig met elkaar in een Local Area Network (LAN) verbonden zijn met behulp van netwerkkaarten en netwerkkabels.
Eventslogging
Eventslogging, is een vorm van datalogging waarbij gebeurtenissen worden opgeslagen in tabellen. Deze gebeurtenissen kunnen alarmsignalen zijn, overschrijding of onderschrijding van drempelwaarden voor bv. temperatuurmetingen, debietmetingen, … Het uur, dag, datum wordt bij elke gebeurtenis opgeslagen. Via datacommunicatie kan door middel van een computer de historiek van een apparaat dat voorzien is van eventslogging worden opgevraagd.
273
Facultatieve bacteriën
Bacteriën
die
zowel
onder
aërobische
als
anaërobische
omstandigheden kunnen leven. Facultatief aerobe (of facultatief anaerobe) bacteriën zijn in staat zich aan te passen aan een milieu waarin de zuurstof opraakt. Fecale bacteriën
Bacteriën voorkomend in de excretie van gewervelden.
Filtratie
Het principe werkt op fysische scheiding van stoffen. De poriëngrootte van de membranen bepaalt de mate van verwijdering van zwevende stoffen, troebelheid en micro-organismen. Het is een drukgedreven proces dat op basis van zeefwerking bacteriën volledig en virussen gedeeltelijk tegenhoud.
Fosfor
Chemisch element met symbool P. In waterbehandeling wordt de term fosfor gebruikt om te verwijzen naar alle fosfor bevattende stoffen.
Fusarium oxysporum
Een plantpathogene schimmel die ernstige wortelrot bij tomaat veroorzaakt.
Fysisch chemische
Desinfectiemethoden die niet gebaseerd zijn op het doseren van
desinfectiemethoden
chemicaliën aan het te behandelen water. Het doden van microbiologie
gebeurt
volgens
fysische
mechanismen
of
geïnduceerde chemische processen in het water. Fytopathologie
Fytopathologie of plantenziektekunde is de studie van de interactie tussen planten en plantpathogenen met als doel het ontwikkelen van strategieën voor hun preventie en bestrijding.
Galvanisch
Een
galvanische
scheiding
is
een
scheiding
tussen
twee
stroomvoerende elektrische circuits en dient als veiligheidsmaatregel ter voorkoming van mogelijk onveilige stromen tussen verschillende spanningsbronnen, bijvoorbeeld ten gevolge van een defect. De scheiding kan worden bekomen door transformatoren, optischekoppeling. Gas-water-contactoren
Toestellen waarmee gassen en water op efficiënte manier met elkaar in contact gebracht worden om uitwisseling te verbeteren. Worden onder ander toegepast bij het ozoneren van water.
Geavanceerd oxidatieproces
Engels: Advanced Oxidation Process (AOP). Een oxidatieproces gebaseerd op het in situ aanmaken van zeer reactieve radicalen, meestal het hydroxyl radicaal. In vele AOP wordt verschillende chemicaliën
met
waterstofperoxide)
elkaar of
gecombineerd chemicaliën
met
(zoals UV
ozon
en
bestraling
(waterstofperoxide + UV).
274
Gebonden oxidantia
De groep van oxidantia dat niet meer vrij actief is in het water, maar zich al verbonden heeft met andere componenten in het water.
Gebotteld water
Water dat verkocht wordt in plastic flessen en dat gebruikt wordt als drinkwater en of huishoudelijk gebruik.
Gegalvaniseerd staal
Staal dat gecoat werd met een dunne zinklaag ter bescherming tegen roesten.
Gehalogeneerde organische
Organische stoffen die een of meerdere chloor-, broom-, jood- of
verbindingen
fluoratomen bevatten.
Geleidbaarheid
Een maat voor de weerstand van het water voor de geleiding van elektrische stroom.
Golflengte
Golflengte van licht wordt heel eenvoudig omschreven als “kleur” van het licht.
Grijs water
Huishoudelijk afvalwater. Dit bestaat uit spoel- en waswater uit de keuken, badkamer en wastafels en van wasautomaten.
Grondwater
Water dat gevonden kan worden in de verzadigde zone van de bodem. Het water verplaatst zich langzaam van gebieden met grote hoogte en druk naar gebieden met een lage hoogte en druk, zoals rivieren en meren.
GSM-GPRS-UMTS modem
GSM is een aanduiding voor een standaard voor digitale mobiele telefonie. Momenteel staat de afkorting voor "Global System for Mobile Communications", daarvoor was het "Groupe Spéciale Mobile". GSM wordt beschouwd als de 2de generatie mobiele telefonie (2G). GSM is de meest gebruikte standaard voor mobiele telefonie in de wereld. GSM-diensten worden gebruikt door meer dan 2,2 miljard mensen in meer dan 210 landen. Hoewel we spreken over GPRS-netwerken is GPRS (Globaleneral Packet Radio Service) geen nieuw netwerk. Het is een techniek die een uitbreiding vormt op het bestaande gsm-netwerk. Met deze nieuwe technologie kan op een efficiëntere, snellere en goedkopere manier mobiel data verzonden en ontvangen worden. Ze betalen daarbij niet voor de tijd dat ze ingelogd zijn, maar worden afgerekend op de hoeveelheid data die ze downloaden of versturen. Technisch gezien houdt de gebruiker de verbinding ook alleen maar bezet op momenten dat er daadwerkelijk gebruik van wordt gemaakt. Daardoor wordt de capaciteit beter benut en kan er meer data tegelijk uitgewisseld worden. UMTS of Universal Mobile Telecommunications System wordt gezien als de opvolger voor GSM/GPRS (General Packet Radio Services) en biedt net als de voorgangers zowel circuitgeschakelde
275
als pakket geschakelde services. UMTS wordt ook de derde generatie 3G mobiele communicatie genoemd en is niets meer dan een stelsel van afspraken tussen aanbieders van verschillende mobiele netwerken. UMTS biedt een grotere verbindingssnelheid t.o.v. andere mobiele systemen. GUI
Graphical User Interface.
Habitat
Synoniem voor leefgebied. Een habitat is de plaats waar een bepaald organisme leeft of groeit.
Hard water
Water dat een groot aantal positieve ionen bevat. De hardheid wordt bepaald door het aantal calcium en magnesium atomen dat aanwezig is. Zeep lost meestal slecht op in hard water.
Hydrodynamische
Wrijvingskrachten veroorzaakt door het stromen van een vloeistof.
wrijvingskrachten Hydrofiel
Een affiniteit hebbend voor water.
Hydrofoob
Een aversie voor water hebbend.
Hyperventilatie
Betekent letterlijk te veel (hyper) ademen (ventilatie). Men ademt sneller dan normaal.
Hypochloriet
Anion met chemische formule OCl-.
IBA
Individuele Behandeling van Afvalwater.
In statu nascendi
Betekent vrij vertaald in de toestand dat als het ontstaat direct weer verder reageert.
Incubatietijd
De incubatieperiode of incubatietijd van een ziekte is de tijd die verstrijkt tussen de besmetting en de eerste klinische symptomen van de ziekte. Deze periode kan uiteenlopen van een aantal dagen tot vele jaren.
Indikking
Indikking van water is het verschijnsel dat optreedt in open koelwatersystemen waarbij de zoutconcentraties in het koelwater toenemen als gevolg van verdamping van water.
Industrieel afvalwater
Afvalwater afkomstig van industriële processen.
Inhibitor
Een chemische stof die aan het water toegevoegd wordt om welbepaalde chemische reacties te verhinderen.
Inregelkranen
Een regelkraan die toelaat debieten in te stellen op een leidingsysteem. Ze zijn van het type, schuif-vlinder, of bolkraan. De regeling kan handmatig of geautomatiseerd gebeuren.
In-situ
Het in situ vormen van oxidatiemiddelen betekent het vormen van de stoffen daar waar ze benodigd zijn.
276
Interface kaart
Een interface kaart zorgt voor de omzetting van signalen van sensoren naar computertaal of omgekeerd. Zo zal een interface kaart, b.v. de signalen van een temperatuur voeler omzetten naar digitale signalen die een computer of microcontroller kan verwerken. Omgekeerd kan de computer of microcontroller digitale signalen uitzenden die worden vertaald naar bijvoorbeeld een spanning die de openingshoek regelt van een inregelkraan.
Ion
Een atoom of molecule dat een of een aantal elektronen heeft opgenomen of kwijtgespeeld en hierdoor respectievelijk een negatieve of positieve lading heeft verkregen.
Ionenwisselaar
Ionenwisselaars zijn kolommen gevuld met bolletjes van kunsthars die ongewenste ionen uit water kunnen verwijderen door ze uit te wisselen tegen andere ionen.
Irrigatie
Land van water of afvalwater voorzien om te voldoen aan de wateren voedseleisen van planten.
ISO 14001 certificering
ISO 14001 is één van de normen van de ISO 14000 serie (ISO = International Organization for Standardization) en wordt wereldwijd toegepast om milieumanagementsystemen op te zetten en te certificeren.
Isolator
Niet of zeer slecht geleidend materiaal van elektrische stroom of warmte.
Javel
Commerciële oplossingen van natriumhypochloriet (NaOCl).
Jodium (Jood)
Chemisch element uit de klasse van de halogenen met symbool I. In de context van waterbehandeling wordt de term jodium gebruikt om moleculair jodium aan te duiden (I2) dat een desinfecterende en oxiderende werking heeft.
Kalkinhibitoren
Stoffen die aan water gedoseerd worden om kalkafzetting te voorkomen. Er zijn verschillende types kalkinhibitoren en kunnen zowel organische als anorganische van aard zijn.
Kalkoplossend water
Water met een zodanige samenstelling en eigenschappen dat het in staat is kalkafzetting (gedeeltelijk) op te lossen.
Katalysatoren
Een katalysator is een stof die een bepaalde reactie versnelt of vertraagt zonder zelf verbruikt te worden.
Kathode
De elektrode in een elektrolysecel waaraan reductiereacties plaatsvinden.
Kation
Een positief geladen ion.
277
Kiemvrij
Kiem wordt in de waterbehandeling veelal gedefinieerd als een micro-organisme dat ziekte veroorzaakt.
KIWA (Keuringsinstituut voor
Kiwa is een Nederlandse onafhankelijke, hoogwaardige organisatie
Waterleidingartikelen)
met als kernactiviteiten certificatie en onderzoek.
Koelwater
Water dat in een koelsysteem wordt aangewend om een proces of ander medium te koelen.
Koper-zilver ionisatie
Desinfectiemethode gebaseerd op het inbrengen van koper- en zilverionen in water door een electrochemisch proces.
Kve/ml
Afkorting van kolonievormende eenheden per milliliter water. Dit is een maat voor de concentratie aan kolonievormende microorganismen in het water.
Laminaire stroom
Laminaire stroming kenmerkt zich door de gelaagde manier van voortbewegen van het water: er vindt niet of nauwelijks stroming loodrecht op de hoofdstroom plaats. Het kan vergeleken worden met blokrijden op snelwegen om files te vermijden, alle wagens rijden aan een constante snelheid, en blijven in eenzelfde baanvak.
Legering
In de metallurgie is een legering een mengsel van een metaal met een of meer andere elementen, veelal metalen.
Legionella Pneumophila
Het soort legionella bacterie die de voornaamste veroorzaker is van legionellose.
Legionella
Is de verzamelnaam voor een groep bacteriën waarvan een aantal soorten in staat is de mens ziek te maken, in het ergste geval met de dood tot gevolg.
Legionellose
Synoniem voor veteranenziekte, een ziekte veroorzaakt door Legionella pneumophila. Een ziekte met hoge moratiliteit in niet op snelle, afdoende wijze wordt opgetreden.
Listeria
Listeria monocytogenes is een staafvormige bacterie die van dieren op mensen kan overgebracht worden. De bacterie kan bij de mens listeriosis, een ernstige ziekte, veroorzaken. Hoewel de bacterie geen sporen vormt kan ze toch extreme milieuomstandigheden overleven.
Lood
Chemisch element met symbool Pb en een zwaar metaal.
Loog
Is de benaming voor een zeer basische oplossing.
LOX (Liquid Oxygen)
Moleculaire zuurstof is onder normale druk een gas maar kan onder hoge drukken en/of sterk verlaagde temperaturen vloeibaar gemaakt worden. In grote installaties wordt LOX gebruikt als grondstof om ozon aan te maken.
278
Luchtwassing
Is een proces waarbij bepaalde stoffen uit lucht of een gas verwijderd worden door het in tegenstroom besproeien van de lucht of het gas met water.
Membraan
Een membraan is een dunne, vlakke structuur die twee ruimtes van elkaar scheidt. Membranen worden in filtratieprocessen gebruikt om water te zuiveren.
Membraanelektrolysecel
Een elektrolysecel waarin zich een membraan bevindt om stoffen die aan de anode en kathode gevormd worden van elkaar gescheiden te houden.
Metabolisme
Ook wel stofwisseling genoemd, is het geheel van biochemische processen die plaats vinden in cellen en organismen.
mg/liter
Eenheid van concentratie uitgedrukt als het aantal milligram van een stof per liter water. In wateranalyse wordt 1 mg/liter van een stof gelijkgesteld aan 1 ppm.
Microbiële groei
De groei of vermenigvuldiging van micro-organismen zoals bacteriën, schimmels, algen, etc.
Microcontroller
Een microcontroller (afgekort μc) is een microprocessor die wordt gebruikt om elektronische apparatuur te besturen. Zeer veel moderne apparaten bevatten een microcontroller: bv. wasmachines, auto, magnetron,
enz.
programmeren,
Een
waardoor
microcontroller het
een
is
via
flexibele
software
te
component
is.
Microcontrollers zijn in 8bit, 16bit, 32bit en 64bit (Niet zo vaak gebruikt 64bit) verkrijgbaar. De microcontroller maakt het mogelijk om signalen binnengekregen via sensoren te verwerken, waarna de μc het signaal kan onthouden of verwerken om tot de gewenste actie te komen. Een microcontroller bevat alles wat het nodig heeft om te functioneren in een gesloten chip: een centrale processor unit, geheugen voor het programma ROM, geheugen voor data RAM, invoer-
en
uitvoerpoorten
(I/O)
voor
communicatie
met
randapparatuur dergelijke. Daarin verschilt een microcontroller van een gewone processor, die allerlei externe componenten nodig heeft voor communicatie en geheugenfuncties. Microfiltratie
Type filtratietechniek waarbij membranen gebruikt worden die bacteriën en andere stoffen met vergelijkbare grootte uit het water kunnen verwijderen, maar geen virussen.
279
Micron
Of micrometer, een eenheid die gebruikt wordt om lengte te beschrijven. Eén micron staat gelijk aan één miljoenste van een meter.
Micro-organismen
Organismen die zo klein zijn dat ze alleen met een microscoop waargenomen kunnen worden, bijvoorbeeld bacteriën, schimmels of gisten.
Microprocessor
Een processor, ook wel CPU (Engels: central processing unit) of in het Nederlands centrale verwerkingseenheid (CVE) genoemd, is het hart van een computer. De ontwikkeling in de IC technologie zorgde ervoor dat de microprocessoren van 4-bit) naar 8-bit, 16-bit, 32-bit en 64-bit konden groeien. Momenteel zijn er 2 belangrijke 'families' in de processoren: microcontrolers (meestal 4, 8 of 16 bit) en microprocessoren (meestal 16 of meer bits).
Ministerie van VROM
Nederlands ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
Moleculen
Combinaties van twee of meer atomen van dezelfde of verschillende elementen die bijeengehouden worden door chemische bindingen.
Mortaliteit
Mortaliteit (of dodelijkheid) is de sterfte, aangegeven in relatie tot het totaal aantal individuen waar het over gaat, meestal in procent of promille. Bijvoorbeeld van alle mensen die een bepaalde ziekte krijgen.
MTC
Maximale Toelaatbare Concentratie
Nanofiltratie
Type filtratietechniek waarbij membranen gebruikt worden die zowel bacteriën als virussen uit het water kunnen verwijderen.
Nanometer
Een eenheid die gebruikt wordt om lengte te beschrijven. Eén nanometer staat gelijk aan één miljardste van een meter.
Natriumhypochloriet
Een chemische stof met brutoformule NaOCl. Bij oplossen in water wordt het hypochloriet ion (OCl-) vrijgezet, hetgeen een oxiderende en desinfecterende werking heeft. De overeenkomstige zure vorm van OCl- is het waterstofhypochloriet (HOCl).
Neerslagvorming
Vorming van een vaste stof in water door het combineren van positieve en negatieve ionen.
Neutralisatie
De toevoeging van stoffen om water te neutraliseren, zodat het noch zuur, noch basisch is.
Niet-drinkbaar
Water dat te onveilig of te onsmakelijk is om te drinken omdat het verontreinigingen, mineralen of besmettelijke stoffen bevat.
280
Niet-oxiderende biociden
Stoffen die wel een biocidale werking hebben maar niet oxiderend zijn. Niet-oxiderende biociden doden micro-organismen door selectief bepaalde levensprocessen van de cel stil te leggen zoals celademhaling, nutriëntopname, … In deze categorie bevinden zich een reeks organische verbindingen met uiteenlopende structuur.
Nitraten
Stoffen die bestaan uit het nitraat ion NO3- en een positief tegenion.
Nooddrinkwater
Wanneer er een uitval is in de drinkwatervoorziening wordt een alternatief drinkwatersysteem opgezet. Dit gebeurt meestal door het uitdelen van waterflessen of waterzakken met drinkbaar water.
Nutriënten
Een nutriënt of voedingsstof is elk molecule dat op eender welke manier door een organisme kan opgenomen worden, en door het organisme nuttig gebruikt kan worden. In de waterbehandeling wordt nutriënt gebruikt om voedingsstoffen aan te duiden voor microorganismen. Dit zijn onder andere fosfaten, nitraten en organische stoffen (zie: AOC).
Omgekeerde osmose
Desinfectiemethode die gebaseerd is op het onder druk persen van water doorheen een membraan waardoor alle opgeloste stoffen uit het water weerhouden worden.
Omvormer
Een omvormer is een elektronisch apparaat dat de invoerspanning kan transformeren van een bepaalde spanning naar een andere spanning, en eventueel van gelijkspanning naar wisselspanning of van wisselspanning naar gelijkspanning.
Online monitoring
'On-line monitoring- is een besturingsysteem dat toe laat van op afstand (via datacommunicatie over bv. een telefoonlijn), het apparaat in te regelen, het proces te visualiseren, alarm informatie op te vragen, software down te loaden….
Ontijzering
Is een installatie die ontworpen is om het ijzer en mangaan uit het water te halen door middel van oxidatie. Deze zorgt ervoor dat er een optimale verbinding tussen het water en de lucht tot stand komt. Op deze manier gaat het ijzer in het water oxideren en vormen zich kleine ijzervlokken. Het water met ijzervlokken komt vervolgens op een fijn zandbed terecht waar de vlokken de kans krijgen om zich af te zetten op het zand om daarna weggefilterd te worden.
Ontsmettende werking
Dodende werking van antimicrobiële producten ten opzichte van micro-organismen.
Ontzilting
Synoniem voor desalinatie.
Oppervlaktewater
Al het water dat van nature blootstaat aan de atmosfeer. Voorbeelden
281
zijn rivieren, meren, reservoirs, plassen, beken, zeeën, oceanen, estuaria en wetlands. Organisch materiaal
Stoffen bestaande uit (dode) planten of dierlijke materie, met een koolwaterstofstructuur.
Overgangswater
Oppervlaktewater in de nabijheid van een riviermonding dat gedeeltelijk zout is door de nabijheid van kustwateren, maar dat in belangrijke mate door zoetwaterstromen beïnvloed wordt.
Oxidantia
De totale groep van desinfecteermiddelen die zich in het water bevindt die op een of andere manier desinfecteren of ruimer gezien oxideren.
Oxidatie
Een chemische reactie waarbij een stof elektronen afstaat, om de positieve valentie te verhogen. Simultaan worden de afgestane elektronen door een andere stof opgenomen.
Oxidatiemiddel
Synoniem voor oxidans, oxidatiemiddel.
Oxiderende biociden
Doden micro-organismen door niet-selectieve oxidatieprocessen. Hierbij worden verschillende celstructuren van de micro-organismen afgebroken waardoor ze afsterven.
Ozon
Een onstabiel oxiderend agens, dat uit drie zuurstofatomen bestaat en gevonden kan worden in de ozonlaag van de atmosfeer. Het wordt geproduceerd door middel van elektrische ontlading van zuurstof of door middel van speciaal ontworpen UV-lampen.
Ozoneren, ozoniseren
Het behandelen van een water met ozon.
Ozongenerator
Een apparaat dat ozon aanmaakt vanuit zuurstofgas of gedroogde lucht. Het werkingsprincipe kan gebaseerd zijn op elektrische ontlading of UV bestraling.
Parameter
Een variabele, meetbare eigenschap wiens waarde een determinant is van de eigenschappen van een systeem, zoals water. Temperatuur, druk en dichtheid zijn voorbeelden van parameters.
ppb (Parts per billion).
Eenheid van concentratie uitgedrukt als het aantal deeltjes van een stof per miljard aanwezige deeltjes. In wateranalyse wordt 1 ppb van een stof gelijkgesteld aan 1 g/liter.
ppm (Parts per million)
Eenheid van concentratie uitgedrukt als het aantal deeltjes van een stof per miljoen aanwezige deeltjes. In wateranalyse wordt 1 ppm van een stof gelijkgesteld aan 1 mg/liter.
Pasteurisatie
Het doden van micro-organismen door voor een bepaalde tijd een hittebehandeling toe te passen.
Pathogenen
Ziekte-veroorzakende micro-organismen.
Peer-reviewed artikels
Dit is het systeem dat voorschrijft dat wetenschappelijke publicaties
282
anoniem worden bekritiseerd door vakgenoten, alvorens ze worden gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften. De kritiek wordt gerapporteerd aan de schrijvers, die deze al of niet in hun artikelen verwerken. Pekel
Een
zeer
(keukenzout).
geconcentreerde Pekel
oplossing
van
wordt gebruikt om
natriumchloride
waterontharders
te
regenereren. Perazijnzuur
Chemische stof met brutoformule CH3COOOH. Perazijnzuur is een organisch zuur met oxiderende en biocidale eigenschappen. Het wordt meestal bereid door samenvoegen van oplossingen van azijnzuur en waterstofperoxide.
Permeaat
Het effluent van een omgekeerd osmosesysteem.
pH
De pH is een uitdrukking voor de zuurtegraad van het water. De pH is een dimensieloos getal op een schaal van 0 tot 14. Water met een pH van 7 wordt neutraal genoemd, water met een pH lager dan 7 is zuur en water met een pH hoger dan 7 wordt basisch (alkalisch) genoemd.
Piekverbruik
De verdeling van het waterverbruik over een dag, week of maand is niet constant. Bv. in een ziekenhuis kan het waterverbruik sterk toenemen ’s ochtends bij het wassen van de patiënten. Piekverbruik is het verbruik aan water dat boven het gemiddelde dagverbruik uitkomt. Het kan gebonden zijn aan tijd, bv. uren van de dag, weekend of weekregime, bezettingsgraad enz.
Piloottesten
Het testen van een schoonmaaktechnologie in een laboratorium onder bestaande condities om potentiële problemen op te sporen voordat de technologie geïmplementeerd kan worden.
POE-behandeling
Point-Of-Entry behandeling. Totale waterbehandeling bij de aanvoer van water aan een geheel gebouw of faciliteit.
Polymere suikers
Ketens van aan elkaar gebonden suikermoleculen. Dergelijke stoffen vormen bijvoorbeeld de uitwendige matrix van biofilm.
Positiekleppen
Een positieklep heeft 2 uiterste standen: open of gesloten. Deze toestanden kunnen manueel of via regeltechniek ingesteld worden.
Point-Of-Use behandeling (POU)
Waterbehandeling op een beperkt aantal afvoeren in een gebouw, voor een gedeelte van het gebouw.
Pre-oxidatie
Voorbehandeling van een water met een oxidatiemiddel. Deze voorafgaande
stap
wordt
dikwijls
uitgevoerd
om
verdere
behandelingsstappen efficiënter te laten verlopen. Private equity/venture capital
Private equity en venture capital zijn synoniemen voor investeringen
283
in niet beursgenoteerde ondernemingen. Procesvervuiling
Vervuiling van koelwater veroorzaakt door stiffen afkomstig van het te koelen process of te koelen medium.
Proceswater
Water dat gebruikt wordt bij iedere vorm van fabrieksproces waarbij producten gemaakt worden.
Productwater
Water dat door een waterzuiveringsinstallatie is gegaan en klaar is om aan de klanten geleverd te worden.
Protozoa of protozoën
Grote groep van eencellige micro-organismen die onderverdeeld worden op basis van de manier waarop ze zich voortbewegen. In tegenstelling tot bacteriën en virussen hebben deze organismen wel een celkern waarin zich het erfelijk materiaal bevindt.
Pseudo-eustrogenen
Engels: endocrine disruptors. Verzamelnaam voor stoffen in het milieu die de werking van hormonen, vooral geslachtshormonen, nabootsen of beïnvloeden. Pseudo-oestrogenen zouden bij mensen vermindering van de mannelijke vruchtbaarheid, borstkanker en balkanker veroorzaken.
Pseudomonas aeruginosa
Een aerobe bacterie die ernstige wondinfecties veroorzaakt. Deze bacterie
is
berucht
in
ziekenhuizen
als
ziekenhuisbacterie.
Besmetting met deze bacterie is moeilijk te bestrijden omdat hij opportunistisch is en resistent tegen de meeste soorten antibiotica. Ook kan hij lange tijd in ongunstige omstandigheden in leven blijven. Publiek watersysteem
Een systeem dat leidingwater voor menselijke consumptie verzorgt.
Pulsdosering
Discontinue dosering van chemicaliën.
Pythium ultimum
Een
plantpathogene
plantenweefsel
schimmel
aantast.
die
Kiemplanten
vooral zijn
jong
hiervoor
en
zacht
bijzonder
gevoelig. Gevoelige gewassen zijn ondermeer paprika, sla, tomaat, komkommer, … Radicalen
Verzamelnaam voor atomen of chemische stoffen (al dan niet geladen) die een ongepaard elektron bezitten. Radicalen worden gekenmerkt door hun zeer hoge reactiviteit ten opzichte van vele ander stoffen en hebben een zeer korte levensduur (enkele fracties van milliseconden).
284
RADS
(Reactive
disfunction syndrome)
airways
RADS is nog niet zo lang bekend als apart ziektebeeld. Bij RADS is ook sprake van hyperreactiviteit en expiratiebelemmeringen. Er is echter geen voorgeschiedenis van allergieën of bronchitis op jeugdige leeftijd; wel is eenmalig sprake geweest van een hoge blootstelling aan sterk irriterende stoffen. De meeste gevallen zijn beschreven bij brandweerlieden die tijdens hun werkzaamheden forse hoeveelheden rook binnenkregen.
Ralstonia Solanacearum
Ralstonia solanacearum is wijdverspreide plantpathogene bacterie die bruinrot veroorzaakt bij aardappelen. De bacterie kan lang in water overleven en wordt in het milieu verspreid via besmet water, bijvoorbeeld afkomstig van de aardappelverwerkende nijverheid. Bruinrot heeft een Europese en (inter)nationale quarantaine status. Dit houdt in dat er, wanneer de ziekte aangetroffen wordt, van overheidswege directe maatregelen moeten worden genomen om verdere besmetting tegen te gaan.
Recalcitrant
Moeilijk afbreekbare stoffen. Deze kunnen dan ook lange tijd in water of het milieu voorkomen.
Recirculatie
Het hergebruiken van water nadat het gebruikt is. Vaak moet het water door een (afval)waterzuiveringssysteem gaan, voordat het hergebruikt kan worden.
Recuperatiewater
Water dat opgevangen wordt na gebruik om te recycleren. Bijvoorbeeld bij car-washes of in de tuinbouw.
Recurrent positief
Engels voor zich herhalend, terugkerend, periodiek
Reinwaterkelder
Een reinwaterkelder is een verzamelbekken van drinkwater, dat dient als reservoir voor het opvangen van piekdebieten.
Reversed engineering
Uit een bestaand concept trachten de werking te definiëren.
Rhizoctonia solani
Rhizoctonia solani is een wijdverspreide plantpathogene schimmel die heel veel plantensoorten kan aantasten.
Ruw water
Water voordat het gebruikt of behandeld wordt.
Salmonella
Salmonellae zijn staafvormige bacteriën die onderdeel zijn van de natuurlijke flora van pluimvee, varkens, runderen, reptielen en huisdieren. Salmonella kan bij de mens via de orale route (besmet voedsel, zoals onvoldoende verhitte eieren, kip of vlees en rauwe groenten
en
fruit)
ziekte
induceren
zoals
gastro-enteritis
(maagdarmpathologie), systeemziekten van organen (beenmerg) en buiktyfus en paratyfus.
285
Salpeterzuur
Triviaalnaam voor waterstofnitraat, een sterk zuur met als chemische formule HNO3. Salpeterzuur is oxiderend en zeer corrosief.
Schimmel
Schimmels zijn meercellige micro-organismen waarvan de cellen één (of meerdere) kern(en) heeft. Ze vormen tot netten verweven witte draden (mycelium) en vermenigvuldigen zich vaak via sporen. Schimmels zijn wijdverspreid en uitermate geschikt voor de afbraak van (plantaardig) organisch materiaal. Zwammen zijn hogere schimmels.
Sedimentafzetting
Is de afzetting van door het water verplaatste korrels of deeltjes. Meestal wordt sediment gebruikt voor het aanduiden van anorganische deeltjes zoals zandkorrels.
Sensorische eigenschappen
Sensoriek is het proeven, ruiken, voelen, kortom het waarnemen met de zintuigen. Een van de belangrijkste consumentenwensen is dat voedsel lekker en aantrekkelijk is. Dit ligt aan de sensorische eigenschappen van de levensmiddelen.
Serum
Is de vloeistof die overblijft als men bloed laat stollen en het stolsel afcentrifugeert. De samenstelling is in grote trekken vergelijkbaar met die van bloedplasma, behalve dat de stollingseiwitten (zoals fibrinogeen) grotendeels verwijderd zijn. Samenstelling: 91% water, 7% proteïnen, 2% elektrolyten, voedingstoffen en hormonen.
Slib
Is de afzetting op de bodem van in (stromend) water aanwezige vaste deeltjes. Waar de stroomsnelheid afneemt slaan de deeltjes neer. Slib van natuurlijke oorsprong geeft meestal een vruchtbare bodem.
Snijolie
Speciale soort olie die gebruikt wordt voor het bewerken en snijden van metalen platen of delen.
Sporen
Een spore, ook spoor (afgeleid van het Griekse spor, zaad), is een klein, gewoonlijk enigcellig reproductief lichaam dat bestand is tegen opdroging en hitte en tot een nieuw organisme kan groeien. Het wordt vooral door bepaalde bacteriën, schimmels en sommige niet-bloeiende planten geproduceerd.
Spui
Spuien is het bewust weglaten stromen van water.
Spuiventiel
Een spuiventiel is een positieklep of ventiel, dat water kan laten spuien onder commando van de regeltechniek. Via bv. een elektrisch of pneumatisch signaal kan de klep open of toe worden geschakeld op een tijdsbasis van 1minuut open en 59 minuten gesloten.
286
Staphylococcus Aureus
Is een onbeweeglijke bacterie en groeit facultatief anaeroob. De kolonies zijn rond en hebben een wit tot goudgeel pigment. De bacterie wordt vaak door verblijf in ziekenhuis veroorzaakt. Niettemin heeft ook een aanzienlijk percentage van de gezonde mensen de bacterie op de huid of in de neus zonder er ziek van te worden.
Statische voelers
Een meetinstrument of meetopstelling zonder bewegende onderdelen dat zich op een vaste plaats in een systeem bevindt.
Steriel
Steriel betekent afwezigheid van bacteriën, schimmels, virussen; ziektekiemen en sporen op/in allerlei materialen/stoffen doch ook water. Dit om infecties of besmetting tegen te gaan.
Stikstof
Chemisch element met symbool N. Wanneer
men
in de
waterbehandeling spreekt over stikstof wordt meestal het gehalte aan stikstofbevattende stoffen bedoeld. Stikstof kan onder andere voorkomen onder de vorm van ammoniak en nitraten. Stroom
De afvoersnelheid van een bepaalde bron, uitgedrukt in volume gedurende een bepaalde tijd.
Sulfaatreducerende bacteriën
Sulfaatreducerende
bacteriën,
zoals
die
van
het
geslacht
Desulfovibrio, zijn bacteriën die hun energie halen uit de reductie van sulfaat en kunnen alle benodigde organische verbindingen uit koolstofdioxide maken. Suppletiesysteem
Type van zoutelektrolysesysteem. In een suppletiesysteem wordt de desinfectiemiddelen niet in-situ in het te behandelen water zelf gevormd, maar in een gescheiden circuit.
Suppletiewater
In koelsystemen of zwembadtoepassingen wordt water verdampt of gespuid. Om het waterniveau op peil te houden wordt vers water (suppletiewater) aangevoerd.
SVW
(Samenwerking
Vlaams
Water)
SVW is de koepelorganisatie van de waterbedrijven in Vlaanderen. SVW is een non-profit organisatie. Vanuit de overlegtak wordt het overleg met de overheid gestructureerd en wordt de professionele vertegenwoordiging georganiseerd. In de onderzoekstak participeren naast de waterbedrijven ook andere actoren in het Vlaamse waterbeheer. De tak initieert en coördineert onderzoeksprojecten in verband met water.
TDS (Total Dissolved Solids)
Is de massa per volume eenheid van in het water gesuspendeerde deeltjes bepaald door filtratie of verdamping van het water. TDS staat in relatie tot de geleidbaarheid van het water.
287
Telemetrie
Telemetrie is het op afstand meten van bepaalde parameters (bijvoorbeeld temperatuur, debiet, druk om die vervolgens via telecommunicatie te versturen naar een andere locatie. Deze informatie kan bekomen worden via datalogging, (ophalen historiek) of online , informatie op de reële tijdsbasis.
Terugspoelbare filters
Terugspoelbare
filters
zijn
ontwikkeld
om
in
drinkwater
leidingsystemen, -toestellen en installaties te beschermen tegen beschadiging en verstopping. De filters maken gebruik van een (zeef)reinigingstechniek Het filterweefsel is vervaardigd van edelstaal en zowel handmatig als automatisch terug te spoelen. Het vastzittende vuil wordt via waterdruk gereinigd door spoeling naar het riool. Thermische desinfectie
Thermische desinfectie is het desinfecteren of het spoelen van leidingen met water bij hoge temperaturen (preferentieel > 60 °C) waardoor
micro-organismen
worden
afgedood.
Thermische
desinfectie werd traditioneel toegepast om Legionella pneumophila in sanitaire stelsels te bestrijden. THM (Trihalomethanen)
Toxische chemische stoffen die bestaan uit een methaanmolecuul en een van de halogeenelementen fluor, broom, chloor en jodium die vast zitten aan de drie posities van het methaanmolecuul. Deze stoffen hebben vaak kankerverwekkende eigenschappen.
Titanium
Titanium, of titaan, is een scheikundig elementmet symbool Ti en atoomnummer22. Het is een grijs metallisch overgangsmetaal dat met Zirconium (Zr), Hafnium (Hf) en Rutherfordium (Rf) behoort tot de titaangroep. Titanium wordt hoofdzakelijk (ongeveer 95%) gebruikt in de vorm van titaniumdioxide (TiO2) Titanium staat bekend om de goede corrosiebestendige eigenschappen (bijna net zo resistent als platina) en de gunstige sterkte-massaverhouding. Titanium
is
net
zo
sterk
http://nl.wikipedia.org/wiki/Staal_%28metaal%29,
als
staal
maar
heeft
slechts 60% van de dichtheid. Totale oxidantia
Is de som van gebonden en vrije oxidantia uitgedrukt in mg/liter of ppm.
Toxische waterverontreinigingen
Stoffen of mengsels die niet van nature in de gegeven concentraties gevonden worden en die dood, ziekte of geboortedefecten in organismen die ze binnenkrijgen kunnen veroorzaken.
Trichlooramine
Chlooramine met chemische formule NCl3.
288
Trichoderma hamatum
Trichoderma hamatum is een schimmel die ziekteonderdrukkende eigenschappen heeft ten opzichte van diverse andere schimmels. Trichoderma is wijd verspreid in de natuur en breekt tevens zoals andere schimmels organisch materiaal af.
Tuinbouwbevloeiingswater
Tuinbouwbevloeiingswater of hydrocultuurwater is water dat gebruikt wordt in de glastuinbouw om planten te kweken in een bodemloos systeem. De planten groeien hierbij vaak in anorganische matten
die
zich
in
goten
of
containers
bevinden.
Om
milieutechnische redenen wordt dit water na gebruik in de mate van het mogelijke gerecupereerd en hergebruikt. Turbulente stroom
Een stroom die snelle fluctuaties kan bevatten.
Tweerichtingscommunicatie
Is communicatie die zowel in de heen als de terugwerking mogelijk is. Zo kan een apparaat een server oproepen via een modem voor het melden van storingen. Omgekeerd kan een server het zelfde apparaat oproepen voor datalogging gegevens op te halen.
Ultrafiltratie
Ultrafiltratie (UF) is een drukgedreven proces waarbij een scheiding wordt gemaakt op basis van deeltjesgrootte. Deze scheiding wordt verkregen door een semipermeabel materiaal dat het membraan wordt genoemd. Specifieke poriegrootte voor UF ligt in de range van 0,05 m tot 2 nm zodat met dit proces zowel onopgeloste deeltjes als hoog moleculaire stoffen kunnen worden verwijderd. Het gebruikte drukverschil voor UF ligt in de range van 0,5 tot 5 bar.
Ultrasoon
Geluidsgolven boven de hoorbare frequentie van 20 KHz.
Ultra-violet (UV)
Straling die een golflengte heeft die korter is dan die van voor mensen zichtbaar licht. Het wordt vaak gebruikt om bacteriën te doden en om ozon te vernietigen.
Ultra-violette oxidatie.
Een proces dat UV licht gebruikt om micro-organismen te doden (desinfectie) of organische moleculen te splitsen (foto- oxidatie).
Under deposit corrosie
Bepaalde vorm van corrosie van materialen in contact met water die optreedt onder afzettingen zoals biofilm.
Urbanisatie
Synoniem voor verstedelijking.
USB
Staat voor Universele Seriële Bus. Dit is een standaard voor de aansluiting van randapparatuur op een computer. Het vervangt de langzame parallelle en seriële poorten, omdat de snelheid van dataoverdracht van USB vele malen groter is.
289
UV-transmissie
Maat voor de doorlaatbaarheid van water voor UV stralen.
Veilig water
Water dat geen schadelijke bacteriën, giftige materialen of chemicaliën bevat en beschouwd wordt als water dat veilig genoeg is om te drinken.
Verontreiniging
Een vervuiler met een concentratieniveau dat hoog genoeg is om het leven van organismen in gevaarte brengen.
Vervuiler
Een vreemde component in een stof, bijvoorbeeld in water.
Verzachten
De verwijdering van calcium- en magnesiumionen uit water om de hardheid te verlagen. Hoge concentraties van deze ionen kunnen aanleiding geven tot kalkafzetting.
Virussen
De kleinste op dit moment bekende levensvorm, die geen cel bezitten. Ze leven in de cellen van een gastheer (dieren, planten en bacteriën) en veroorzaken vaak ziekten. Ze bestaan uit een chromosoom dat omringd wordt door een mantel van eiwitten. Verschillende soorten veroorzaken ziekten bij de mens.
Vlotters
Een vlotter is het deel van een regelaar dat drijft op een vloeistof en langs mechanische weg de regelaar bedient. Zodra het peilvan de vloeistof hoger (of lager) wordt dan een vooraf ingestelde waarde, zal de regelaar een signaal afgeven. Ook kan de vlotter mechanisch, door het sluiten van een vlotternaald, zorgen dat het vloeistofniveau op het gewenste niveau blijft.
Voedingstof
Elke stof die groei bij levende organismen bevordert. Deze term wordt algemeen gebruikt voor nitraat en fosfor in het water, maar wordt ook gebruikt voor andere essentiële- en sporenelementen.
Voedingstoffenverontreiniging
Verontreiniging van waterbronnen door de overdadige toevoeging van voedingsstoffen. In vb oppervlaktewateren is excessieve algengroei de belangrijkste zorg.
Vrij chloor
Verzamelnaam voor de stoffen die bij chloreren van water verantwoordelijk zijn voor de desinfecterende werking. Deeltjes die het vrij chloor uitmaken zijn het waterstofhypochloriet (HOCl), het hypochloriet ion (OCl-) en opgelost chloorgas (Cl2).
Vrije actieve oxidantia
Een maat voor de hoeveelheid vrije actieve oxidantia die beschikbaar is in alle soorten water uitgedrukt in mg/liter of ppm echter rekening houdend met de zuurtegraad (pH).
Vrije oxidantia
Een maat voor de hoeveelheid vrije oxidantia gemeten met de DPD analysemethode uitgedrukt in mg/liter of ppm zonder rekening te houden met de zuurtegraad (pH).
290
Warmtewisselingssystemen
Kortweg
warmtewisselaars, systemen
waarbij warmte
wordt
overgedragen van een medium naar een ander zonder rechtstreeks contact. Waterbehandeling
De technologieën die gebruikt worden voor het ontsmetten of desinfecteren van water.
Waterbevoorradingssysteem
De verzameling, behandeling, opslag en distributie van water van de bron tot aan de gebruiker.
Waterdesinfectietechnieken
De technologieën die gebruikt worden voor het ontsmetten van water.
Watermonitoring
Het
proces
waarbij
water
voordturend
door
middel
van
monsternames en analyses gecontroleerd wordt. Waterontharder
Toestel dat zorgt voor het verzachten van water. Het is een doorstroomsysteem gevuld met ionenwisselaar harsen.
Waterpollutie
Verontreiniging van water met bepaalde schadelijke stoffen.
Waterstofgas
Heel licht, ontvlambaar, reukloos en kleurloos gas (chemische formule H2) dat gevormd wordt in elektrolyseprocessen in water.
Waterstofhypochloriet
Ook onderchlorig zuur genoemd. Het is een zwak zuur met chemische
formule
HOCl.
Het
heeft
een
uitgesproken
desinfecterende en oxiderende werking. De overeenkomstige basische component is het hypochloriet ion OCl- dat echter een zwakkere oxiderende en desinfecterende werking heeft. HOCl wordt gevormd wanneer chloorgas oplost in water. Waterstofsulfide
Zwak zuur met formule H2S. Het is een gas met hoge oplosbaarheid in water waar het corrosie kan veroorzaken.
Watervervuiling
De aanwezigheid van genoeg gevaarlijke of verwerpelijke stoffen, of micro-organismen in het water om de waterkwaliteit aanzienlijk te doen dalen.
Waterzuivering
Het water zodanig behandelen dat het voldoet aan proceswater, drinkwater of afvalwater.
Watt
De eenheid van vermogen. Eén Watt is gelijk aan 1 joule per seconde.
Wetland
Is een gebied op het grensvlak van land en water. Een wetland hoeft niet per se een moeras te zijn, een moeras is meestal extreem drassige grond terwijl een wetland een afwisseling van droog en nat kan zijn.
291
Wildtype isolaat
Isolaat van een micro-organisme dat niet (genetisch) gemodificeerd werd en vrij in het milieu voorkomt.
Zacht water
Al het water dat geen grote concentraties van de opgeloste mineralen calcium of magnesium bevat.
Ziektekiemen
Ziektekiemen zijn de microscopische veroorzakers van ziekten, zoals sommige vertegenwoordigers van bacteriën, schimmels, eencelligen en virussen.
Zoutelektrolyse
Elektrolyse van een oplossing van zout (natriumchloride). In dit proces worden waterstofgas, loog en chloorgas gevormd.
Zouten
Klasse van stoffen die in water geheel of gedeeltelijk in ionen splitsen.
Zoutzuur
Triviaalnaam voor waterstofchloride. Waterstofchloride is een sterk zuur met chemische formule HCl en wordt in de waterbehandeling dikwijls gebruikt voor pH-correctie. Ook wordt het gebruikt om leidingen of oppervlakken te ontkalken en in de bereiding van chloordioxide.
Zuur water
Water dat een bepaalde hoeveelheid zure bestanddelen bevat die ervoor zorgen dat de pH van het water lager is dan 7.
Zware metalen
Metalen die een dichtheid hebben die 5,0 g/dm3 of hoger is en een hoog elementair gewicht hebben. De meeste zijn giftig voor mensen, zelfs in lage concentraties.
Zwemwater
Water van zodanige kwaliteit dat zwemmen en waterrecreatie er in toegelaten is. Belangrijk hierbij is dat het aantal ziektekiemen in het water sterk onder controle wordt gehouden.
292
Op te maken in twee exemplaren, één exemplaar is bestemd voor de inschrijver en één exemplaar voor de financiële tussenpersoon.
Naamloze vennootschap naar Belgisch recht Maatschappelijke zetel: Brechtsebaan 30 - 2900 Schoten Ondernemingsnummer: 0478.049.157
PUBLIEK AANBOD TOT INSCHRIJVING OP MAXIMAAL EUR 15 MILJOEN IN N IEUWE AANDELEN MET VVPR- STRIP AANDELEN VAN DE OVERTOEWIJZINGSOPTIE VAN MAXIMAAL EUR 2,25 MILJOEN (HET “AANBOD”)
VOORTKOMENDE UIT EEN KAPITAALVERHOGING , EXCLUSIEF DE BESTAANDE
INSCHRIJVINGSFORMULIER
Ik, ondergetekende (naam, voornaam) ............................................................................................. wonende te ..........................................., (straat)..................................................................nr ...…, 106
verklaar, het Prospectus betreffende het Aanbod te hebben gelezen en wens ……………………… van Ecodis NV te verwerven aan de inschrijvingsprijs zoals gepubliceerd in de pers op 6 Juni 2007.
aandelen
Ik verzoek de bank de totale inschrijvingsprijs te debiteren van mijn rekening met nr. ………/ …….……………. ……….. op de Betaaldatum en ten laatste op 26 juni 2007. Ik aanvaard dat de Aandelen worden geleverd in de vorm van een inschrijving op rekening. Ik verbind mij ertoe de toewijzing van de aandelen te aanvaarden waartoe werd beslist. Bank Degroof zal voor de toewijzing van de Aangeboden Aandelen redelijke inspanningen doen om ervoor te zorgen dat de Nieuwe Aandelen met VVPR-strips worden afgeleverd aan particuliere beleggers die in België woonachtig zijn en aan beleggers die onderworpen zijn aan de Belgische belasting op rechtspersonen, in deze volgorde. Afgezien van deze redelijke inspanningen met betrekking tot de toewijzing van VVPR-strips, kunnen alle beleggers ofwel Nieuwe Aandelen, ofwel bestaande aandelen, ofwel een combinatie van beide, ontvangen. Hoewel men verwacht dat particuliere beleggers uitsluitend aandelen met afzonderlijke VVPR-strip zullen ontvangen, zijn de Verkopende Aandeelhouder(s) die de Overtoewijzingsoptie hebben verleend, Ecodis en Bank Degroof niet aansprakelijk tegenover de beleggers voor de toewijzing van aandelen, met of zonder afzonderlijke VVPR-strip.
Opgesteld in twee exemplaren te .......................................... op...................... juni 2007
De financiële tussenpersoon
106
Inschrijver
Aantal gewenste aandelen vermelden
293
Op te maken in twee exemplaren, één exemplaar is bestemd voor de inschrijver en één exemplaar voor de financiële tussenpersoon.
Naamloze vennootschap naar Belgisch recht Maatschappelijke zetel: Brechtsebaan 30 - 2900 Schoten Ondernemingsnummer: 0478.049.157
PUBLIEK AANBOD TOT INSCHRIJVING OP MAXIMAAL EUR 15 MILJOEN IN N IEUWE AANDELEN MET VVPR- STRIP AANDELEN VAN DE OVERTOEWIJZINGSOPTIE VAN MAXIMAAL EUR 2,25 MILJOEN (HET “AANBOD”)
VOORTKOMENDE UIT EEN KAPITAALVERHOGING , EXCLUSIEF DE BESTAANDE
INSCHRIJVINGSFORMULIER
Ik, ondergetekende (naam, voornaam) ............................................................................................. wonende te ..........................................., (straat)..................................................................nr ...…, 107
verklaar, het Prospectus betreffende het Aanbod te hebben gelezen en wens ……………………… van Ecodis NV te verwerven aan de inschrijvingsprijs zoals gepubliceerd in de pers op 6 Juni 2007.
aandelen
Ik verzoek de bank de totale inschrijvingsprijs te debiteren van mijn rekening met nr. ………/ …….……………. ……….. op de Betaaldatum en ten laatste op 26 juni 2007. Ik aanvaard dat de Aandelen worden geleverd in de vorm van een inschrijving op rekening. Ik verbind mij ertoe de toewijzing van de aandelen te aanvaarden waartoe werd beslist. Bank Degroof zal voor de toewijzing van de Aangeboden Aandelen redelijke inspanningen doen om ervoor te zorgen dat de Nieuwe Aandelen met VVPR-strips worden afgeleverd aan particuliere beleggers die in België woonachtig zijn en aan beleggers die onderworpen zijn aan de Belgische belasting op rechtspersonen, in deze volgorde. Afgezien van deze redelijke inspanningen met betrekking tot de toewijzing van VVPR-strips, kunnen alle beleggers ofwel Nieuwe Aandelen, ofwel bestaande aandelen, ofwel een combinatie van beide, ontvangen. Hoewel men verwacht dat particuliere beleggers uitsluitend aandelen met afzonderlijke VVPR-strip zullen ontvangen, zijn de Verkopende Aandeelhouder(s) die de Overtoewijzingsoptie hebben verleend, Ecodis en Bank Degroof niet aansprakelijk tegenover de beleggers voor de toewijzing van aandelen, met of zonder afzonderlijke VVPR-strip.
Opgesteld in twee exemplaren te .......................................... op...................... juni 2007
De financiële tussenpersoon
107
Inschrijver
Aantal gewenste aandelen vermelden
294
LEAD MANAGER, BOOKRUNNER & LISTING SPONSOR
Nijverheidsstraat 44 - 1040 Brussel - België
JURIDISCHE RAADGEVER
ADVISEUR VAN DE VENNOOTSCHAP
COMMISSARIS VAN DE VENNOOTSCHAP
Terhulpsesteenweg 177/6 1170 Brussel - België
Molenstraat 10 3220 Hoegaarden - België
Entrepotkaai 3 2000 Antwerpen - België
Ecodis NV Brechtsebaan 30 2900 Schoten België Tel: +32 (0) 3 641.91.00 Fax:+32 (0) 3 641.91.09
[email protected] www.ecodis.eu