Aanbod gemeentelijke buitensportsportaccommodaties
Aantal terreinen ingedeeld naar takken van sport onderhouden en geëxploiteerd door Sportbedrijf Dordrecht (tenzij anders aangegeven)
Voorzieningen door “anderen” voor eigen rekening en risico verwezenlijkt. Onderhoud en exploitatie in handen van “anderen”. Ondergrond voorziening in eigendom gemeente en wordt derhalve verhuurd conform de Grondprijzenbrief Voorzieningen door “anderen” voor eigen rekening en risico verwezenlijkt. Ondergrond in eigendom “anderen”.
Aantal opstallen in eigendom van (sport)verenigingen) en andere gebruikers op grond van de gemeente
1
Recht van opstal
1
Ingebruiksgevingsovereenkomst
1
Combinatie recht van opstal + ingebruiksgevingsovereenkomst
1
Huurovereenkomst
1
Erfpacht
1
Combinatie erfpacht + huurovereenkomst
1
Vastgoedbedrijf – gemeente Dordrecht
1
Grondbedrijf – gemeente Dordrecht
1
Recht van overpad – grond + opstal eigendom huisartsen
¹Stichtingen opgericht door sportverenigingen hebben op de gemeentelijke buitensportaccommodaties voor eigen rekening en risico sporthallen gebouwd. Stichting Oranje Wit, Stichting Deltahal en Stichting Vorrinklaan zijn nauw gelieerd aan korfbalverenigingen welke daardoor ook in de winter hoofdgebruiker van de sporthal worden. Voor de stichting sporthal de Dijk en de stichting Overdekte Accommodatie Reeweg zijn dat respectievelijk een volleybal- en atletiekvereniging. Deze vijf “verenigingshalen” hebben leningen afgesloten waarvoor de gemeente garant staat. Dertig jaar lang ontvangen zij conform het gestelde in het Verenigingshallenplan (VHP) een bijdrage1 in de exploitatie en een compensatie voor de door de stichtingen te betalen onroerend zaakbelasting en energiekosten. In ruil daarvoor stellen de stichtingen hun sporthallen verschillende avonden per week beschikbaar ten behoeve van gebruikers aan te wijzen door de gemeente. Doordat de sporthal welke in eigendom is van de stichting staat op grond van de gemeente wordt dit gebruik geregeld door middel van een huurovereenkomst voor de ondergrond. Korfbalvereniging Sporting Delta, C.K.V. Oranje Wit, Korfbalvereniging DeetosSnel/Volhuis en de Dordtsche Rugby Club hebben inpandig verenigingsruimten gerealiseerd in de verenigingshallen. Op het gemeentelijk sportcomplex Schenkeldijk (SD) heeft de zelfstandige stichting Tennishal Schenkeldijk een hal met 4 (tapijt)banen gerealiseerd. Hoewel de stichting is opgericht door tennisvereniging C.C. en Dash’35 kan iedereen zich aanmelden. Tennis is een taak van sport waar van ouds af de verantwoordelijkheid voor de aanleg, beheer en exploitatie van de voorzieningen bij de verenigingen is belegd. Het gebruik de grond van de gemeente is geregeld door middel van een erfpachtovereenkomst. Er is zoals bij de verenigingshallen geen sprake van een bijdrage in de exploitatie. Naast het hebben van een verenigingsgebouw op eigen grond bij de buitenbanen van C.C. heeft de tennishal inpandig een verenigingsruimte voor de (hoofd)gebruikers.
Bepaling vraag naar sportvoorzieningen op de gemeentelijke buitensportaccommodaties Voetbal - wedstrijdvelden Eind 2012 heeft de KNVB een nieuwe richtlijn gepresenteerd voor het bepalen van het aantal benodigde wedstrijdvelden. Deze richtlijn is in nauwe samenwerking met de Vereniging Sport en Gemeenten(VSG) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) tot stand gekomen. Tot 2012 werden door de betrokken partijen afwijkende normen en richtlijnen gehanteerd. Deze oude richtlijnen zijn komen te vervallen. Voor het aantal benodigde wedstrijdvelden wordt de belastingscoëfficiënt bepaald. De belastingscoëfficiënt wordt gehanteerd om een indicatie te kunnen geven van de schade die ontstaat door bespeling van een natuurgraswedstrijdveld. Er is een groot verschil tussen de speelschade die optreedt als gevolg van een seniorenwedstrijd en een pupillenwedstrijd. Een seniorenteam (normteam) is vastgesteld op een belastingscoëfficiënt van 1,0. Aan de hand van praktijkonderzoek is bepaald de overige teams veroorzaken aan natuurgrassportvelden. Hierbij is een seniorenteam als referentieniveau gehanteerd
1
Uitgekeerd 2014 - € 332.035
Belastingscoëfficiënt per competitieteam (voetbal)
Voor natuurgrasvelden wordt door de KNVB de volgende (cultuurtechnische) richtlijn aangehouden: 7 normteams per wedstrijdveld op zaterdag of zondag. Voor een volledig weekend wordt een cultuurtechnische belastingsrichtlijn aangehouden van 9 normteams per wedstrijdveld aangehouden. Aanvullend wordt op basis van het speelschema de benodigde bruto en netto speeltijd (organisatorisch) getoetst. Indien een vereniging de beschikking heeft over een kunstgrasveld zal in de praktijk de organisatorische richtlijnen2 maatgevend zijn voor de betreffende vereniging. Eveneens is er een (advies) maximale belasting van 250 uur voor natuurgraswedstrijdvelden en 560 uur3 voor kunstgraswedstrijdvelden. Om bovenstaand theoretisch rekenmodel in de praktijk te doen slagen is aan volgende uitganspunten voldaan: 2
Hoogste uitkomst is bepalend voor het aantal benodigde speelvelden; Geen onderscheid in gebruik hoofdvelden en overige velden; Goede kwaliteit van de velden (goed beheer en onderhoud);
Door het beschikbaar stellen van 7,5 kunstgrasvoetbalveld gerealiseerd op 6 buitensportaccommodaties wordt voor deze “nulmeting” van de behoeftebepaling zijn de netto/bruto speeltijden (organisatorische deel) meer leidend. 3 Voor kunstgras is de factor tijd de beperkende factor. In een volledig wedstrijdweekend (zaterdag en zondag) is het gebruikelijk dat in totaal 14 uur beschikbaar is voor wedstrijden). Uitgaande van 40 wedstrijdweken is de maximale belasting 560 uur.
Evenwichtige wedstrijdplanning (50% uit en 50% thuis); Bij aanwezigheid van voldoende pupillendoeltjes kunnen er op één volledig wedstrijdveld twee 7 tegen 7-velden worden uitgezet; De velden voldoen aan de vereisten zoals beschreven in de brochure “kwaliteitsnormen voetbalaccommodatie” van de KNVB; Op complexen zonder kunstgrasvoetbalveld waar een tekort of conform de richtlijn velden beschikbaar zijn dient nevengebruik zoals schoolgebruik/ incidentele verhuur aan derden/niet bij de KNVB ingeschreven teams zoals kaboutervoetbal/etc. met gepaste terughoudendheid plaats te vinden;
Behoeftebepaling natuurgraswedstrijdvelden conform bovenstaande uitgangspunten voor seizoen 2014-2015 (waarbij natuurgrasvelden welke wel de configuratie van een natuurgraswedstrijdveld hebben maar siezoensoverschrijdend in gebruik gegeven zijn aan niet voetbalverenigingen zijn daarom niet meegenomen in “Aanwezig aantal wedstrijdvelden op complex”)
Za/zo vereniging
Zaterdagvereniging
Voetbal – trainingsvelden De indicatieve trainingsuren worden op basis van de omvang van de vereniging berekend. Opgemerkt moet worden dat het een indicatie betreft. In de berekening is uitgegaan van een trainingsbelasting van 55 uur per normteam per jaar. Uitgaande van 40 weken komt dit neer op gemiddeld 1,4 uur per week. Bij de berekening zij de volgende uitgangspunten gehanteerd:
Beschikbaarheid van een volwaardig (verlicht) trainingsveld met de afmetingen van een wedstrijdveld (minimaal 100 x64 meter) . Hierdoor komt de oefenstof volledig tot zijn recht en kunnen wedstrijdsituaties worden nagebootst; Minimaal 25 personen, twee elftallen of vier zeventallen per training (per veld). Deze berekening houdt rekening dat het eerste elftal voor trainingen gebruik maakt van een veld (het gehele veld). De overige teams dienen met meerdere teams tegelijkertijd te trainen op het trainingsveld; Een kwalitatief goed trainingsveld dat afgestemd is op het beoogde gebruik. Van een trainingsveld wordt verwacht dat deze ook onder minder gunstige omstandigheden gebruikt kan
worden. Om dit te kunnen waarborgen is daarom het aantal maximale uren van belasting per trainingsveld in de Dordtse praktijk getoetst4. Hierbij is meegenomen dat de trainingsvelden intensief worden onderhouden door het Sportbedrijf Dordrecht; Er wordt uitgegaan van een efficiënte indeling en benutting. Dit komt overeen met vier of vijf trainingsavonden plus de woensdagmiddag (met een maximale organisatorische capaciteit van 880 uur per jaar (40 weken x 5 dagen + woensdagmiddag 2 uur = 880 uur); Primair geen trainingen op natuurgras wedstrijdvelden;
Behoeftebepaling trainingsuren conform bovenstaande uitgangspunten voor seizoen 2014-2015
Za/zo vereniging
Zaterdagvereniging
¹Voor het Grassmaster trainingsveld van SV Oranje Wit is de restcapaciteit opgenomen omdat dit veld door een gebrek aan wedstrijdvelden ook ingezet moet worden voor wedstrijdgebruik.
4
In lijn met de rapportage uit 2008 van de “Werkgroep voetbalkunstgras” heeft de Dordtse gemeenteraad het mogelijk gemaakt om 5 gravel- en zandtrainingsvelden om te bouwen naar voetbalkunstgrasvelden. In 2011 is er een investeringskrediet beschikbaar gesteld voor de ombouw van een zandtrainingsveld naar een voetbalkunstgrasveld op SC Schenkeldijk. De ook in dit rapport vermelde verdere fasering om te komen tot vervanging van de overige zandtrainingsvelden, Stergrazo en Grassmastervelden is om financiële redenen gestrand. Een voetbalkunstgrasveld drukt 40 jaar lang op de gemeentelijke Sportbegroting voor een bedrag van € 46.000 aan kapitaallasten.
Korfbal – kunstgrasvelden5 Een korfbalkunstgrasveld kent geen beperking ten aanzien van de cultuurtechnische belasting. Het inplannen van de wedstrijden en trainingen gelden als beperkende factor (organisatorisch). De planningsnorm voor kunstgrasvelden is voor verenigingen welke zoals in Dordrecht zowel op zaterdag en zondag spelen achttien normteams. Kunstgrasvelden worden tevens ingezet voor trainingen. Hiervoor geldt geen aanvullende planningsnorm. Per competitiecategorie geldt een eigen belastingscoëfficiënt om het aantal normteams te bepalen. De belastingscoëfficiënt van een pupillen- of welpenteam ligt lager dan een seniorenteam omdat de wedstrijdduur korter is. Belastingscoëfficiënt voor competitiecategorieën (korfbal)
Door de belastingscoëfficiënt te koppelen aan het aantal teams van een vereniging, kan het aantal normteams (aantal teams gecorrigeerd met de belastingscoëfficiënt) van de betreffende vereniging worden berekend. Het aantal normteams bepaalt het aantal velden welke benodigd zijn.
Sportcomplex
Korfbalvereniging
Teamopgave
Normteams
Behoeftebepaling korfbal seizoen 2014-2015
Amstelwijck Gravensingel Patersweg Schenkeldijk Stadspolders Vorrinklaan
KC Dordrecht Sporting Delta SC Movado Uit roulatie gehaald Ckv Oranje Wit KV Deetos Snel Totaal
8 31 17 42 32
6,425 21,700 13,475 28,43 23,00
normuren: 10 normuren: 18
Zaterdagvereniging Za/Zo vereniging
5
Aanwezig aantal Behoefte aan velden Overschot (+) Verhuurd aan kunstgraskorfbal- (richtlijn NOC*NSF) of tekort (-) vereniging velden op organisatorisch complex 0,64 1 0,36 1 2 1,21 0,79 2 2 0,75 1,25 2 2 2,00 0 2 1,6 0,4 2 2 1,28 0,72 2 11 5,2 5,8 9
Uitgaande van actuele situatie veldkorfbal in de gemeente Dordrecht. De vijf Dordtse korfbalverenigingen huren in totaal 9 kunstgrasvelden met een maatvoering van 60 x 30 meter. Het hoofdbestuur van de KNKV heeft besloten om in het veldkorfbal met ingang van seizoen 2014-2015 als vaste afmeting van het speelveld uit te gaan van 40 x 20 meter voor achttallen en 24 x 12 meter voor 4 korfbal-teams. Er geldt een overgangstermijn tot 1 juli 2026 om over te gaan op deze afmeting.
Hockey - kunstgrasvelden Voor het bepalen van het aantal benodigde hockeyvelden is uitsluitend gekeken naar het aantal benodigde kunstgrasvelden. In de gemeente Dordrecht zijn namelijk geen natuurgrashockeyvelden aanwezig. Voor het aantal kunstgrashockeyvelden wordt een teamequivalent bepaald. Dit equivalent geeft het benodigde deel van een speelveld aan. Teamequivalent per competitieteam (hockey)
Voor hockey wordt een planningsnorm aangehouden van negen normteams per kunststofwedstrijdveld op de weekenddag dat er de meeste gebruik van wordt gemaakt. Omdat kunstgrasvelden geen bespelingsbeperking kennen en derhalve de organisatorisch inpassing bepalend is, wordt de trainingsbehoefte in de berekeningen buiten beschouwing gelaten. Behoeftebepaling hockey seizoen 2014-2015
Conclusies ten opzichte van de huidige behoefte Met betrekking tot het aantal speelvoorzieningen op de gemeentelijke buitensportaccommodaties zal de vraag door inwoners van 6 tot en met 35 jaar redelijk stabiel blijven. De grotere groep 55+’ers zal gezonder ouder worden en daarmee zal een toename in een specifieke vraag ontstaan. Sportverenigingen zullen daarop moeten inspringen door een “levensloopbestendig sportaanbod” te ontwikkelen en aan te bieden. Een groot deel zal op een andere (individuele) manier sportief in beweging zijn. Wat de (gemeentelijke buitensportaccommodaties betreft, zal er aandacht moeten blijven voor de fysieke toegankelijkheid. Bij gelijkblijvende sportparticipatie zal het aantal lidmaatschappen in de periode tot 2030 naar verwachting met een kleine 3 % toenemen6. Uit landelijk onderzoek is gebleken dat de bevolkingsprognose een goede graadmeter is voor het aantal te verwachten verenigingsleden en daarmee de ruimtebehoefte voor de meeste takken van sport. Uitzonderingen hierop zijn de sporten hockey en rugby, die sneller groeien dan de bevolkingsprognose. Gemeente Dordrecht biedt haar inwoners een veelheid aan verschillende speelvoorzieningen op de buitensportaccommodaties aan. Vraag en aanbod zijn niet altijd even goed op elkaar afgestemd. Vanuit stedelijk perspectief is er ook de komende jaren geen tekort aan vierkante meters buitensportaccommodaties. Afgezien van hockey, waar al meerdere jaren sprake is van een tekort aan veldcapaciteit, behoeft de gewenste fasering tot aanpassing in afmeting van de kunstgrasvelden van de Dordtse korfbalverenigingen in relatie tot het actuele overschot aan kunstgraskorfbalvelden aandacht. Hoewel enkele voetbalverenigingen een tekort ervaren op “hun” sportpark, is er stedelijk een overschot aan natuurgrasvelden. Verder is er stedelijk een tekort aan ± 2800 uur trainingscapaciteit voor voetbalverenigingen. Voor de buitensport is het duidelijk dat er keuzes gemaakt moeten worden om vraag en aanbod (weer) op elkaar af te stemmen.
6
2014/ 118.500 inwoners, prognose 2030/122.000 inwoners - + 2,9%