Aan de slag voor je uitkering Maatschappelijke Inspanning
2
Voorwoord
Maatschappelijke Inspanning in de praktijk Meer werkzoekenden met een bijstandsuitkering aan de slag. Dat is waar de gemeente Rotterdam hard aan werkt. Dit doen we door werkzoekenden met raad en daad bij te staan in hun zoektocht naar werk. Of door een tegenprestatie te vragen als betaald werk nog niet mogelijk is. Dit kan vrijwilligerswerk, mantelzorg of het volgen van taal- en beweeg cursussen zijn. We noemen dit Maatschappelijke Inspanning. Het is goed voor werkzoekenden om actief bezig te zijn. En wij vinden dat ook zij een bijdrage kunnen leveren aan de Rotterdamse samenleving. Veel werkzoekenden hebben talenten en zijn actief betrokken bij buurt- en wijkorganisaties in hun wijk. Zij zijn goed in staat om mantelzorg, vrijwilligerswerk of andere maatschappelijk nuttige werkzaamheden te doen. Zo ontwikkelen zij zich, voelen zich beter en blijken vaak meer aan te kunnen dan gedacht. De gemeente Rotterdam heeft met inmiddels ruim 4.000 werk zoekenden afspraken gemaakt. Dat gaat niet vanzelf. We werken hierin nauw samen met allerlei wijk- en buurtorganisaties die vrijwilligerswerk bieden. De beweging versterkt zichzelf meer en meer en steeds meer maatschappelijke partners sluiten aan. Deze brochure geeft een beeld over de uitvoering in de drie Rotterdamse wijken waar Maatschappelijke Inspanning ooit begon; BloemhofNoord in deelgemeente Feijenoord, Oud-Crooswijk in deelgemeente Kralingen-Crooswijk en Tussendijken in deelgemeente Delfshaven. U krijgt een inkijk in de dagelijkse praktijk van werkzoekenden, activerings consulenten van de gemeente, organisaties die werkzoekenden begeleiden en bemiddelen naar vrijwilligerswerk en bestuurders van de drie deel gemeenten. Het werk is nog niet klaar in deze drie wijken, we gaan verder. In 2013 is Maatschappelijke Inspanning uitgevoerd in veertien Rotterdamse wijken. Komende jaren breiden we deze aanpak verder uit. Hiermee bouwen we aan een aanpak die voordelen biedt voor allerlei partijen in de Rotterdamse wijken. En zo werken we aan een toekomst met veel kansen. Marco Florijn Wethouder Werk, Inkomen, Zorg en Bestuur Gemeente Rotterdam
Tegenprestatie voor uitkering Ruim 36.000 Rotterdammers ontvangen een bijstands uitkering vanuit de Wet werk en bijstand (WWB). Ruim 40% hiervan heeft weinig kans op een betaalde baan. Soms door lichamelijke of psychische problemen. Soms door een taalachterstand of problemen als schulden. En soms door weinig of geen opleiding of werkervaring. Zij zitten vaak lang zonder werk, maar hebben wel talenten. De gemeente Rotterdam vindt het zonde om dit talent onbenut te laten. Voor de werkzoekende zelf én voor de Rotterdamse samenleving. Daarom vraagt de gemeente een tegenprestatie voor twintig uur in de week. Of – als twintig uur (nog) niet mogelijk is – voor zoveel uur als iemand aankan. Het idee achter Maatschappelijke Inspanning is eenvoudig. Door actief aan de slag te zijn, krijgt een werkzoekende een dagritme, doet werkervaring op en heeft sociale contacten. Zo komt hij beter in zijn vel te zitten en raakt weer gemotiveerd. En dat is de eerste stap op weg naar een actief leven.
Wil Roode Oprichtster Stichting Wilskracht Werkt
‘Meedoen is ons belangrijkste doel’ ‘Alleen de zon gaat voor niks op. Dus ik vind het normaal dat Rotterdammers iets moeten terugdoen voor hun uitkering. Ieder mens heeft talenten. Ze komen alleen niet naar boven als je thuis op de bank blijft zitten. Voor veel Rotterdammers die al tien jaar of langer van een bijstandsuitkering leven, is de eerste stap om weer actief te worden het moeilijkst. Maar als je tijdens de intakegesprekken eenmaal de juiste snaar weet te raken en erachter komt wat ze leuk vinden of goed kunnen, dan heb je ze. Ons bestand bestaat voor tachtig procent uit allochtonen die laag opgeleid zijn en weinig werkervaring hebben. Meedoen is ons belangrijkste doel. Of iemand nu eerst Nederlands wil leren, aan de slag wil in de zorg of er via allerlei vrijwilligerswerk achter wil komen wat bij hem past. Dat maakt niet uit. Iedereen is welkom en kan zijn eigen traject creëren. Via ons netwerk zetten we mensen in als vrijwilligers bij evenementen en activiteiten in de stad. En dat is een succes. Want uiteindelijk kan iedereen iets doen en daar helpen wij ze graag bij.’
3
Sharmila Sewtahal Gastvrouw bij wijkpastoraat Oude Westen
‘Ik heb ontdekt dat ik goed ben in cijfers’ ‘Mijn leven ziet er nu heel anders uit. Maar een jaartje geleden verveelde ik me elke dag. Lag vaak op bed en piekerde alleen maar over mijn zieke zoon. Soms voelde ik helemaal niks meer. Op het werk rekenen ze op mij. De vrouwen die hier komen hebben allemaal wel een talent. Daar praten we over met elkaar en dat is inspirerend. Wat ik bij mezelf ontdekt heb? Dat ik goed ben in cijfers. Dus nu beheer ik het geld waarvan we eten kopen of activiteiten doen. En ik hou van organiseren. Als ik niet kan komen omdat mijn zoon ziek is, bel ik mijn begeleidster op. Met haar bespreek ik ook de dingen die
ik moeilijk vind. In het begin was dat het vroege opstaan, want ik begin al om half negen. Maar nu voelt het fijn dat ik hier een rol heb en geeft het regelmaat. Ik ben ook met sporten begonnen. Vroeger had ik daar geen puf voor, maar ik ben erachter gekomen dat het juist energie geeft. Voor mijn kinderen ben ik nu een beter voorbeeld. Zij willen ook sporten en drinken net als ik ineens water in plaats van die zoete limonade. Een betaalde baan? Nee, dat zit er vanwege de zorg voor mijn zoon voorlopig nog niet in. Maar ooit hoop ik zo’n baantje wel te vinden.’
4
Mark Visser Activeringsconsulent Crooswijk
‘Stap van niets naar iets is groot’ ‘We investeren veel in de relatie met de kandidaten. Ontdekken samen wat hen drijft en waar hun interesses liggen. Het lijkt een wat softere aanpak. Maar er zit nog steeds dwang en drang achter, alleen veel meer vanuit samenwerken en motiveren. Werkt iemand niet mee, dan is korten op de uitkering nog steeds een optie. Maar we zetten het vooral in om iemand ervan te doordringen dat het menens is. De vraag is niet óf je wat gaat doen, de vraag is wát je gaat doen. Maar wij zeggen niet ‘Je moet de straat gaan vegen’. We gaan samen met de werkzoekende op zoek naar wat hij leuk vindt om te doen. We stimuleren hem om zelf na te denken en op zoek te gaan naar een activiteit die bij hem past. Wij geloven dat iemand dan met meer plezier aan het werk gaat. En dit vervolgens ook volhoudt. En daardoor lijken problemen misschien net even wat minder erg. De schulden verdwijnen niet, maar je kunt er wel beter mee omgaan als je je zinnen verzet met iets leuks. Ik had eens een kandidaat, een man van ergens in de 50. Hij kreeg al bijna 30 jaar een uitkering. Ik heb hem zeker vijf keer uitgenodigd voor een gesprek en steeds zegde hij af. Hij kwam uiteindelijk bij de Vrijwilligers winkel terecht. Deze organisatie treedt als intermediair op om werkzoekenden aan vrijwilligerswerk te koppelen. Daar verzuimde hij nog een aantal keer. Dus stuurde ik hem nog eens een onvriendelijke brief. Ik heb nooit een sanctie opgelegd. Wel mee gedreigd, maar nooit gedaan. Uiteindelijk vertelde hij dat hij het wel leuk vond om met computers te werken. Een verzorgingshuis zocht iemand die computerles wilde geven aan ouderen. Of hij dat wilde doen? Daar wilde hij ‘dan wel eens gaan kijken’. Ik sprak na enkele maanden de coördinator en die vertelde dat de man in kwestie geen dag gemist had. Nu was het maar één ochtend in de week, maar voor iemand die eerst al zijn afspraken met ons afzegde, toch een mooi resultaat. Het is ook niet zo dat iemand gelijk voor twintig uur in de week aan de slag moet. De stap van niets naar iets is vaak groter, dan van iets naar meer. In dit geval hebben we met elkaar iets gevonden dat aansluit bij zijn interesses en kwaliteiten. Ik ben ervan overtuigd dat het alleen dan lukt om mensen actief te maken en te houden.’
Gaandeweg
ontdekken Omdat iedere wijk anders is en de bewoners andere behoeften hebben, heeft de gemeente van tevoren geen vaste aanpak bedacht. In plaats daarvan hebben de activeringsconsulenten – door de wijken in te gaan en te praten met bewoners en organisaties – gaandeweg ontdekt wat een goede aanpak voor een wijk is. Een aanpak op maat dus. De consulenten en programmamanager investeerden de eerste periode vooral in het opbouwen van contacten in de wijk. Het leren kennen van bewoners, organisaties en betrokken deelgemeenten stond toen voorop.
Remco Oosterhoff Portefeuillehouder deelgemeente Feijenoord
‘Werken doe je niet alleen voor het geld’ ‘Armoede is een van de problemen hier in Feijenoord. De beste remedie daartegen is werk. Maar voor mensen die al jarenlang van een bijstandsuitkering leven, is dat niet zo eenvoudig. Met Maatschappelijke Inspanning verklein je hun afstand tot de arbeidsmarkt. We pakken deze nieuwe aanpak daarom ook met beide handen aan. Tien jaar geleden was het ondenkbaar dat je tegen een uitkeringsgerechtigde zei dat hij moest gaan werken voor zijn uitkering. Toen werd iemand die vijf jaar in de bijstand zat gewoon afgeschreven. Maar inmiddels weten we dat het niet goed is voor mensen om lang thuis te zitten. Werken doe je niet alleen voor het geld. Het geeft je ook erkenning en dat is weer goed voor je zelfbeeld en zelfvertrouwen. Een mooi voorbeeld is het kookproject in de wijk Bloemhof. Daar is een aantal vrouwen, die al meer dan tien jaar thuiszaten, samen gaan koken voor buurtfeesten. Ze brachten de Turkse, Somalische, Antilliaanse en Marokkaanse keuken bij elkaar en maakten de heerlijkste gerechten. Een accountant van Deloitte kwam de dames op het spoor en vroeg hen een lunch te verzorgen op de 44e etage van de Maastoren. De maaltijd werd niet alleen een culinair succes, maar verbond ook twee verschillende werelden met elkaar. De vrouwen stapten uit hun vertrouwde omgeving en kwamen in aanraking met het bedrijfsleven. Ze zijn nu een cateringbedrijfje aan het opzetten en roepen enthousiast dat ze dit tien jaar eerder hadden moeten doen!’
5
Peter Verkoelen Vrijwilliger bij Stichting Wilskracht Werkt
‘Ik vertik het om te gaan vegen voor een paar rotcenten’ ‘Wie zit er nog te wachten op een 52-jarige met een havo-diploma, die al meer dan tien jaar van een bijstandsuitkering leeft? Niemand. In 2004 heb ik besloten om me alleen nog maar nuttig te maken voor de samenleving. Er is namelijk veel verscholen eenzaamheid in Rotterdam. Ik vertik het om te gaan vegen voor een paar rotcenten. Maar iets terugdoen voor mijn uitkering, daar heb ik geen problemen mee. Via Wilskracht Werkt heb ik al heel wat projecten gedaan. Nu werk ik voor Buurtscoot.nl. De tijd dat iedereen zomaar een scootmobiel kreeg is voorbij sinds de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Op drie plekken in Rotterdam-Noord kunnen mensen
die slecht ter been zijn gratis een scootmobiel huren. We leasen de scootmobielen bij Jens, een fabriek die ze maakt. Ik breng de scoot naar de mensen toe, geef hen rijles en haal hem weer op als ze klaar zijn. In bejaardenhuizen zie je vaak twintig van die dingen op de gang staan. De meesten worden maar af en toe gebruikt. Zonde toch? Het delen van spullen wordt de toekomst. Het proefproject in Noord is nu afgerond. Het is een groot succes, dus ik hoop dat we Buurtscoot dit jaar in meer wijken gaan doen. En als daar dan een betaalde baan voor mij zou uitrollen, vind ik dat natuurlijk geweldig. Maar ik ga niet meer solliciteren.’
6
7
Reshma Shamlal Gastvrouw bij Wijkservicepunt Kralingen-Crooswijk
‘Ik dacht bingo!’ ‘Werken is goed voor mij. Daar ben ik het afgelopen jaar wel achtergekomen. Toen ik nog hele dagen thuis zat, was ik veel te veel met mijn twee dochters en familie bezig. Dat zorgde voor allerlei spanningen en daar werd ik depressief van. Na een gesprek met mijn activeringsconsulent kwam ik bij de Vrijwilligerswinkel terecht. Toen ze me daar vroegen wat ik van werken achter een balie vond, dacht ik bingo! Want baliewerk past helemaal bij mij. Ik ben best wel dienstverlenend en maak makkelijk contact. Nu werk ik twee dagen per week bij het Wijkservicepunt KralingenCrooswijk. Ik sta mensen te woord, maak afspraken, beantwoord de telefoon en doe administratief werk. In december heb ik mijn certificaat gehaald. Ik heb geleerd hoe ik bijvoorbeeld met lastige klanten moet omgaan en dat is fijn. Want soms krijg je mensen aan de balie die op stel en sprong een afspraak willen met een sociaal raadsman. Meestal kan dat niet en dan worden ze boos en gaan tegen me schreeuwen. Vroeger zou ik niet geweten hebben wat ik moest doen. Maar nu blijf ik heel kalm. Ik ben in een jaar enorm gegroeid. Daar ben ik niet alleen zelf heel trots op, maar ook mijn dochters. Het contact tussen ons is veel beter geworden, omdat ik niet meer zo bovenop ze zit. Binnenkort ga ik ook een dag voor de boodschappendienst werken. Ik hoop natuurlijk een betaalde baan te vinden. Maar zolang dat niet lukt, blijf ik vrijwilligerswerk doen. De hele week thuiszitten, dat wil ik niet meer!’
Zelf
aan het roer Samen met de activeringsconsulent van de gemeente bekijkt een werkzoekende waar hij goed in is en wat hij leuk vindt om te doen. En gaat daarna zelf op zoek naar een activiteit die bij hem past. Dit kan vrijwilligerswerk zijn, mantelzorg, het werken aan problemen als schulden of een taal- of beweegtraining. De gemeente bepaalt niet wat iemand moet doen, maar vraagt de werkzoekende om met opties te komen. Want door het heft in eigen hand te nemen, maakt iemand bewuster en gemotiveerder keuzes. En is de kans groter dat hij voor langere tijd aan de slag blijft of het aantal uur dat hij zich inzet, uitbreidt. Omdat de tegenprestatie in veel gevallen door middel van vrijwilligerswerk geleverd wordt, profiteert de Rotterdamse samenleving er ook van. En de wijk- en buurtorganisaties die zo extra handen krijgen, ook. Zij hebben meer mankracht om activiteiten voor buurtbewoners aan te bieden. Zo kunnen zij bijvoorbeeld koken voor ouderen in de buurt tegen een lage vergoeding.
8
Naima Draoui Activeringsconsulent Bloemhof
‘Ik moet het hebben van mijn pareltjes’ ‘Vroeger speelde mijn werk zich achter de computer af. Door Maatschappelijke Inspanning is dat verleden tijd. Er is een wereld voor mij opengegaan. Ik ga de wijk in, spreek organisaties en leer de werkzoekenden in hun eigen buurt kennen. Daardoor kan ik beter inschatten met wat voor problemen zij te maken hebben. En wat zij nodig hebben om deze op te lossen. Om zo de mogelijkheid te krijgen iets terug te doen voor hun uitkering. In eerste instantie stonden de organisaties in de wijk niet om ons te springen. Zij zagen ons als ‘die ambtenaren die handhaven en korten op uitkeringen’. Sommige organisaties gaven hun vrijwilligers toch een kleine vergoeding. Zij waren bang dat wij daardoor hun uitkering zouden korten, dus zagen ons liever gaan dan komen. Het kostte tijd om het vertrouwen te winnen. Door te laten zien dat we vrijwilligerswerk en taaltrajecten ook als Maatschappelijke Inspanning beschouwen, is dat gelukt. En doordat we met de werkzoekenden samen kijken naar wat zij kunnen en leuk vinden om te doen. Hen niet dwingen iets op te pakken wat ze niet willen, want dat werkt niet op de lange termijn. Ik had veel vrijheid om een eigen aanpak te ontwikkelen en met vallen en opstaan te ontdekken wat in ‘mijn wijken’ werkt. Bloemhof is een wijk waar veel armoede is en mensen vaak veel problemen hebben. Ik houd hier spreekuur in het wijkcentrum, zodat mijn cliënten langs kunnen komen als ze vragen hebben. Zo kwam ik er ook achter dat het niet werkt als ik de werkzoekende vertel waarom dit goed voor hen is. Dat wekte alleen maar weerstand op, want wie ben ik? Daarom nodigde ik ‘mijn pareltjes’ uit voor de groepsbijeenkomsten. Dit zijn werkzoekenden die al vrijwilligerswerk doen, maar dezelfde problemen hebben als de andere werkzoekenden. Dat bindt. Zij kunnen uit eigen ervaring vertellen dat zij zich beter en nuttig voelen. Ik heb nog steeds een flink aantal werkzoekenden. Maar gelukkig doe ik het niet alleen. De organisaties spelen een grote rol in het coachen en enthousiasmeren van de vrijwilligers. Een maatschappelijk werker sluit aan bij gesprekken met mensen met bijvoorbeeld psychische problemen. En kom ik iemand tegen die echt niet wil, dan vraag ik een collega om uit te zoeken wat er precies speelt.’
Met zijn allen
aan zet
Maatschappelijke Inspanning richt zich op een deel van alle werkzoekenden in Rotterdam. Toch is dit altijd nog een flink aantal mensen om met een beperkt aantal activeringsconsulenten te ondersteunen. Maar de consulenten zijn één schakel in een uitgebreide keten van meewerkende partners. Zo maken de consulenten deel uit van de gebiedsteams. Deze gemeentelijke teams werken voor heel de stad samen met partners in de wijken. Zij begeleiden Rotterdammers die het nodig hebben en stimuleren hen om meer zelfstandig te worden. En – voor zover zij kunnen – mee te doen in de samenleving. Dit doet het team door hen tijdelijk te ondersteunen op sociaal vlak of door zorg te verlenen.
Hanneke Grootenboer Directeur Vrijwilligerswinkel
‘Blij met een nuttige dagbesteding’ ‘Wij proberen de werkzoekenden te koppelen aan vrijwilligerswerk dat goed bij hen past. Iemand die niet van dieren houdt, zetten we niet op de dierenambulance. Dat werpt zijn vruchten af. Van de eerste groep werkzoekenden is het grootste deel nog aan het werk. Sommige mensen die het in het begin echt niet zagen zitten, zijn er nu toch heel blij mee. En anderen hebben zelfs een betaalde baan gevonden. Dat is niet alleen onze verdienste. De organisaties waar de Rotterdammers aan de slag gaan, komt een groot deel van de eer toe. Zij motiveren de mensen en zorgen ervoor dat zij zich op hun plek voelen. Een mooi voorbeeld hiervan is een dame van 58 die nog nooit gewerkt had, wiens man plotsklaps overleed. Zij kwam in de bijstand terecht en vervolgens bij ons. Bij de eerste bijeenkomst was ze erg emotioneel en onzeker. Nadat ze als gastvrouw bij een wijkservicepunt ging werken, bloeide zij helemaal op. We zorgen er wel altijd voor dat de organisaties weten waar ze aan beginnen. Het kan best eens gebeuren dat iemand uit deze doelgroep te laat of helemaal niet komt. Als het vaak gebeurt, is het een ander verhaal. Dan schakelen we de activeringsconsulent in. Ondanks de goede resultaten is het soms ook moeilijk. Er zijn werkzoekenden die veel persoonlijke begeleiding nodig hebben, wat wij hen niet altijd kunnen bieden. Maar over het algemeen zijn wij heel positief over Maatschappelijke Inspanning. Ik vind het jammer dat er in de media vaak alleen gesproken wordt over ‘verplicht vrijwilligerswerk’. Terwijl heel veel werkzoekenden uiteindelijk gewoonweg blij zijn hun dag nuttig door te kunnen brengen en weer meedoen in de maatschappij.’
9
Nurdan Özdemir Vrijwilliger bij Wijkservicepunt Kralingen-Crooswijk
‘Je verplicht naar iets toesturen werkt niet’ ‘Met schoonmaken bij vreemde mensen heb ik grote moeite. Toen ik een brief van de gemeente kreeg waarin stond dat ik verplicht werd naar een bijeenkomst te gaan over werken in de thuiszorg voelde dat heel onprettig. Natuurlijk wilde ik graag weer aan het werk, maar ik zocht wel iets waar ik me lekker bij voelde. Dus toen ik bij de Vrijwilligerswinkel terechtkwam en ze me vroegen wat ik leuk zou vinden om te doen, was ik zeer verbaasd. Eindelijk eens iemand die vraagt wat ik wil. Mijn gevoel sloeg om van heel negatief naar heel positief! Ik werk nu bijna een jaar als gastvrouw bij het Wijkservicepunt Kralingen-Crooswijk en ik vind het hartstikke leuk. Het voelt helemaal niet als vrijwilligerswerk, maar meer als een gewone baan. De telefoon opnemen vond ik in het begin best eng.
Samen met mijn begeleider hebben we daar een leerdoel van gemaakt en inmiddels heb ik er geen moeite meer mee. Er werken hier meer vrouwen die een uitkering hebben. Het is fijn om met hen te praten, omdat we elkaar begrijpen. Werken in de horeca trekt mij het meest. Ik zou best over vijf jaar een eigen restaurant willen beginnen. Morgen heb ik een sollicitatiegesprek bij een horecagelegenheid in de Oude Haven. Voor een betaalde baan ja! Als ik had geweten dat je ook op deze manier weer aan de slag kunt, was ik veel eerder naar de Vrijwilligerswinkel gestapt. De aanpak om je verplicht naar iets toe te sturen werkt niet. Die boodschap wil ik de gemeente graag meegeven.’
10
Van individu naar De activeringsconsulenten (voorheen klantmanagers) hebben een grote ontwikkeling doorgemaakt. Van vooral werken achter een computer in een kantoorpand van de gemeente, trekken zij nu meer en meer de wijk in. Zij werken samen met tal van organisaties om zoveel mogelijk werkzoekenden aan de slag te krijgen. Spraken zij eerst vooral individueel met werkzoekenden? Nu organiseren zij groepsbijeenkomsten en vrijwilligersbanenmarkten in de wijk om grote groepen mensen te bereiken. En zo gebruik te maken van goede voorbeelden
groep om andere werkzoekenden te laten zien wat actief aan de slag zijn voor hen kan betekenen. Ook werken de activeringsconsulenten meer op locatie en zijn daardoor makkelijk te bereiken voor ‘hun’ werkzoekenden. Ook zijn er netwerkbijeenkomsten die in samenwerking met deelgemeenten en vrijwilligersorganisaties worden georganiseerd. Hier kunnen de consulenten nuttige contacten op doen. Deze instrumenten zijn geleidelijk ontwikkeld door in de praktijk te kijken wat aanslaat.
11
Jan Jaap Kolkman Portefeuillehouder deelgemeente Delfshaven
‘We zijn een SAMENleving’ ‘Door Maatschappelijke Inspanning benutten we talent dat anders onbenut blijft. En dat is geweldig, voor de bijstandsgerechtigden én voor de Rotterdamse samenleving. Dit is voor mij het belangrijkste voordeel van deze aanpak. Ja, de uitkeringen kosten veel geld. Maar ik ben er niet van ‘u krijgt geld, dus u moet er iets voor terugdoen’. Ik vind het positief voor de mensen zelf. Zij kunnen zich ontwikkelen en zich nuttig voelen, ondanks dat ze geen betaald werk hebben. In Delfshaven wonen veel mensen met een uitkering. Het is niet goed om deze mensen alleen thuis te laten verpieteren. We zijn een SAMENleving en dus moeten we daar samen wat aan doen. Niet alleen door geld over te maken. Maar door hen te laten weten: ‘Wij Rotterdammers geven om u’. En ik wil af van het stigma dat mensen met een uitkering niets doen. Niets is minder waar! Veel van hen zijn bezig met vrijwilligerswerk. En anderen willen wel, maar kunnen niet. Deze mensen proberen we met Maatschappelijke Inspanning te helpen. We ondersteunen hen met het oplossen van hun problemen, zodat ze in staat zijn iets op te pakken. Het begint nu ook door te sijpelen. Laatst kwam er een meneer op mij af. Hij zat al een tijd in de uitkering en wilde zich nuttig maken. Hij had al iets gevonden om te doen en hij woonde niet eens in een wijk waar deze aanpak nu loopt. Soms hoor ik kritiek dat de werkzoekenden in Rotterdam geen echt werk doen, omdat het om vrijwilligerswerk gaat. Maar zo betrekken we deze mensen wel weer bij de samenleving. Als iemand een beter alternatief heeft, hoor ik het graag. En zo niet…’
Organisaties in de wijk De wijk- en buurtorganisaties spelen een grote rol bij Maatschappelijke Inspanning. Denk dan aan buurtcentra, sportverenigingen, dierenambulance, zorginstellingen, scholen, vrouwencentra, speeltuinverenigingen en wijkcentra. Nadat een werkzoekende afspraken over een tegenprestatie heeft gemaakt met de activerings consulent, nemen de organisaties het stokje over. De Vrijwilligerswinkel en Stichting Wilskracht Werkt spelen bijvoorbeeld een grote rol bij het koppelen van werkzoekenden aan vrijwilligerswerk dat bij hen past. De organisaties waar de werkzoekende aan de slag gaat, hebben een coachende rol. Zij zorgen ervoor dat iemand zich op zijn plek voelt en enthousiast en gemotiveerd blijft. Bij problemen proberen zij deze samen met de vrijwilliger op te lossen. Lukt dit niet? Dan schakelen zij de activeringsconsulent in. Deze heeft vaak maatschappelijk werkers of zorginstanties in zijn netwerk.
Sonja in ’t Veld Activeringsconsulent Tussendijken
‘Niet iedereen stroomt door naar een betaalde baan’ ‘Zelf heb ik zeven jaar een uitkering gehad. Ik weet dus waarover ik praat en dat is mijn kracht. De uitdaging om iemand enthousiast te krijgen en erachter te komen wat hij graag wil doen, maakt mijn werk zo leuk. Voor de ene kandidaat is vier uurtjes vrijwilligerswerk als overblijfmoeder op de school van haar kind het hoogst haalbare. Een ander wil gelijk voor twintig uur aan de slag in een verzorgingstehuis. Of iedereen doorstroomt naar een betaalde baan? Nee, dat denk ik niet. Maar dat is ook helemaal niet ons doel. Je zult altijd een groep
houden die nooit uit de bijstand komt. Maar het feit dat ze wel een aantal uur aan de slag zijn, bespaart de maatschappij al heel veel geld. Doordat je mensen uit een sociaal isolement haalt, voelen ze zich vaak al een stuk beter. Meedraaien in de maatschappij betekent ook meer contacten in de wijk. En dat is goed voor de participatiemaatschappij waar we naartoe willen. Als je je buurvrouw kent, durf je ook makkelijker te vragen of ze bijvoorbeeld een boodschap voor je wil doen of even op je kind kan passen.’
12
Fred Breddels Vrijwilliger bij Stichting Wilskracht Werkt
‘Een vaste baan lukt niet meer’ ‘Lachen toch zo’n brommobiel. Ik rij natuurlijk liever in een mooie Volkswagenbus, maar ik zit hier ook goed in hoor. Mensen schieten soms in de lach als ze zo’n grote vent uit dat ding zien stappen. Ik geef al jaren computerles bij Stichting Wilskracht Werkt. Daar opperde iemand een keer of ik misschien ook de was zou willen rijden voor Tante Corrie. Dat is een seniorendienst van Laurens, die kookt, bezorgt, klust, wast, verstelt en poetst. Het sprak me wel aan en nu rij ik dus met deze brommobiel langs een aantal bejaardenhuizen om daar de was op te halen. Ik breng dat vervolgens bij Stadszicht, een verzorgingstehuis aan de Oude Kleiweg,
die een eigen wasserij heeft. De schone was neem ik weer mee terug. Wat voor opleiding ik heb? Hbo Informatica. Ik werkte bij een softwarebedrijf. Maar na een zwaar ongeluk, waardoor ik dagen in coma lag en aan één oog blind ben geworden, kon ik daar niet blijven werken. Het vrijwilligerswerk dat ik nu doe, zie ik niet als iets minders. Hier haal ik mijn voldoening uit. Ik beteken graag wat voor anderen. Een vaste baan dat lukt niet meer. Het levert me teveel stress op en dan raak ik in een depressie. Nee, het is goed zo. Ik voel me gewaardeerd en daar draait het om.’
13
Roxana Asmus Directeur Radar Wmo-diensten
Tussendijken,
Bloemhof-Noord ‘Vrijwilligerswerk is en Oud-Crooswijk een win-winsituatie’ ‘Iets terugdoen voor je uitkering. Eigenlijk is het vreemd dat we hier niet al veel eerder mee gestart zijn. Jarenlang hebben we Rotterdammers met een bijstandsuitkering de verkeerde boodschap gegeven. Zo van ‘jij hoeft niks te doen’. Maar je kunt geen volwaardig lid zijn van deze maatschappij als je niet meedoet in het arbeidsproces. De Rotterdammers kunnen we het niet kwalijk nemen. Want als je je niet belangrijk voelt, zie je ook niet meer wat je waard bent. En er werd hen ook niet meer gevraagd wat ze nou echt leuk vonden. Gelukkig pakken we het nu anders aan. Bij Radar zijn we echt op zoek gegaan naar vrijwilligerswerk waarbij we een win-winsituatie creëren. Zo hebben we het project Belfleur, waarbij vrijwilligers buurtbewoners helpen die nauwelijks buiten komen en geen contacten hebben. In december hebben ze bijvoorbeeld kerstversiering bij hen thuis opgehangen. Voor die mensen maken ze het zo een beetje gezelliger en de vrijwilliger wordt gewaardeerd. In onze leermodule Schoon en Gastvrij werken vrijwilligers één jaar in een buurthuis. Ze leren samenwerken met collega’s en omgaan met verwachtingen, tijdsdruk en afspraken. Ze worden begeleid door een coach en ervaren kleine succesmomenten. Aan het eind van het jaar krijgen ze een getuigschrift. En reken maar dat ze daar trots op zijn. Het vergroot niet alleen hun kans op de arbeidsmarkt, ze zijn er ook door gegroeid en daarom is het goed dat we dit doen!’
Maatschappelijke Inspanning is medio 2011 gestart in onder andere Tussendijken, Bloemhof-Noord en Oud-Crooswijk. Eind 2013 woonden hier ongeveer 1.900 werkzoekenden, waarvan 1.100 tot de doelgroep van Maatschappelijke Inspanning behoorden. Alle drie de wijken zijn sociale probleemwijken en scoren op de sociale index aanzienlijk lager dan het stedelijk gemiddelde. In Tussendijken wonen ongeveer 7.000 mensen. In Bloemhof zijn dat er zo’n 14.000. Oud-Crooswijk is een Rotterdamse volksbuurt met ongeveer 8.000 inwoners. 1.000 afspraken In alle drie de wijken is de werkloosheid hoog, er wonen veel werkzoekenden met een bijstandsuitkering en er is veel sociale woningbouw. Vaak hebben de wijkbewoners problemen op meerdere vlakken. Denk aan een problematische thuissituatie, een slechte gezondheid of schulden. Het gemiddelde inkomen ligt laag, 60 tot 80% is van niet-Nederlandse herkomst en veel inwoners hebben een taalachterstand. In twee jaar tijd zijn met ongeveer 1.000 werkzoekenden afspraken gemaakt over een tegenprestatie. Degenen met wie dit niet is gebeurd, hebben vaak een ontheffing, bijvoorbeeld door ziekte. Daarnaast blijft er altijd een groepje dat niet aan de slag wil. Bij het uitblijven van een tegenprestatie kan dit gevolgen hebben voor de uitkering. Onderhouden In Tussendijken, Bloemhof-Noord en Oud-Crooswijk is het tijd voor de vervolgstap. Met het grootste deel van de werkzoekenden zijn afspraken gemaakt over de tegenprestatie. Grootschalige acties, zoals vrijwilligers banenmarkten, zijn in deze wijken niet meer nodig. Maar de organisaties en activeringsconsulenten blijven wel in de gaten houden of een werkzoekende nog op zijn plek zit. Of misschien toe is aan iets anders of aan meer uitdaging.
14
Paulette Verbist Portefeuillehouder deelgemeente Kralingen-Crooswijk
‘Je ziet mensen opbloeien’ ‘Het belang van Maatschappelijk Inspanning ervaar ik elke dag als bewoner van de wijk Crooswijk. Maar twintig procent van de mensen hier heeft werk en dat merk je ook op straat. Groepen jongeren die op pleinen hangen en overlast bezorgen. Bewoners die op een vervelende manier met de politie in aanraking komen. Sinds we met Maatschappelijke Inspanning werken, bemerk ik een positievere houding. En dat heeft een positief effect op de beleving van de bewoners in de wijk. Kinderen die opgroeien tussen ouders die geen rol hebben in deze maatschappij, dat vind ik heel erg. Met deze aanpak kunnen we de inactiviteit, die vaak van generatie op generatie is doorgegeven, eindelijk doorbreken. Ik ben dus een groot fan van Maatschappelijke Inspanning. Onze partners pakken het goed op. Vooral de Vrijwilligerswinkel. Daar zoeken ze samen met de mensen zelf uit wat voor soort vrijwilligerswerk er het beste bij iemand past. En dat werkt. Je ziet mensen opbloeien. Ze krijgen meer contacten en praten bijvoorbeeld weer eens met anderen over opvoedingsproblemen. En ja, als je daar met de ogen van nu naar kijkt, is het zeker voor dit soort wijken een gemiste kans dat we dit niet jaren eerder hebben gedaan. Het had flink wat problemen kunnen voorkomen. Maar we zitten nu op de goede weg. En dat is het belangrijkste.’
Maatschappelijke Inspanning in Rotterdam medio 2010
start in Overschie
begin 2011
start in Tarwewijk
medio 2011
uitbreiding naar Bloemhof-Noord, Oud-Crooswijk, Tussendijken, Pendrecht-Noord, Oude Noorden / ongeveer 2.400 werkzoekenden die deel uitmaken van de doelgroep Maatschappelijke Inspanning.
medio 2013 uitbreiding naar Agniesebuurt, geheel Pendrecht, Oud-Charlois, Feijenoord, IJsselmonde, Bospolder, Bloemhof-Zuid / ongeveer 4.500 werkzoekenden die deel uitmaken van de doelgroep Maatschappelijke Inspanning.
Ambitie
voor de toekomst
In 2012 evalueerde de gemeente de aanpak. Deze liep toen in zeven wijken en ongeveer 2.400 mensen zonder baan behoorden tot de doelgroep. Met veel van deze werkzoekenden zijn afspraken gemaakt en zij zijn actief bij wijk- en buurtorganisaties. Ook zijn zij meer betrokken bij de samenleving. Het aantal uitkeringen in deze wijken is niet gedaald, maar dat is dan ook niet het hoofddoel van Maatschappelijke Inspanning. Het belangrijkste van Maatschappelijke Inspanning is dat werkzoekenden de kans krijgen zich meer te ontwikkelen en in beweging te komen. Het gaat tenslotte om Rotterdammers die al heel lang in de bijstand zitten en weinig uitzicht hebben op een betaalde baan. Maar door Maatschappelijke Inspanning kunnen zij zichzelf wel ontwikkelen, voelen zij zich nuttig en dragen zij bij aan de samenleving. Uitstroom uit de uitkering is altijd het einddoel, maar dat lukt velen uit deze doelgroep niet of niet op korte termijn. Toch is het een aantal werkzoekenden gelukt om betaald werk te vinden. De uitstroom uit de uitkering in de drie wijken is gemiddeld niet veel anders dan het stedelijk gemiddelde. Voor 2014 is de ambitie om Maatschappelijke Inspanning naar andere Rotterdamse wijken uit te breiden, waarbij aan zoveel mogelijk werkzoekenden een tegenprestatie wordt gevraagd.
15
Colofon
Februari 2014
Met financiële bijdragen van: deelgemeente Kralingen-Crooswijk deelgemeente Delfshaven deelgemeente Feijenoord Concept, coördinatie, (eind)redactie: Serviceorganisatie Dienstencentrum Communicatie Gemeente Rotterdam Ontwerp, vormgeving: PanArt.nl Fotografie: Levien Willemse Met dank aan: deelgemeente Feijenoord deelgemeente Delfshaven deelgemeente Kralingen-Crooswijk Geïnterviewden
Meer informatie Nico van Wijk Programmamanager Maatschappelijke Inspanning Gemeente Rotterdam 06 129 727 96
[email protected] rotterdam.nl/maatschappelijkeinspanning
Waar in deze brochure ‘hij’ en ‘hem’ staat, kan ook ‘zij’ en ‘haar’ worden gelezen.
Maatschappelijke Inspanning Gemeente Rotterdam