Aan de slag met de Inspiratielijst NokNok Jeugdorganisaties 2013
Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie Gustaaf Schildknechtstraat 9 1020 Brussel 02 422 49 49 www.vigez.be
2
Inhoudsopgave 1. Inleiding .................................................................................................... 4 2. Algemeen................................................................................................... 5 Doel ................................................................................................................................... 5 Benodigdheden.................................................................................................................... 5 Voorbereiding ...................................................................................................................... 5 Handleiding vorming ............................................................................................................ 5
3. Vorming ..................................................................................................... 7 Stap Stap Stap Stap Stap Stap
1: 2: 3: 4: 5: 6:
Inleiding Geestelijke Gezondheidsbevordering ............................................................. 7 Kennismaking met de Inspiratielijst NokNok ................................................................ 9 Situering van de Inspiratielijst NokNok in de jeugdorganisatie ..................................... 12 Als het niet klopt in mijn hoofd ................................................................................. 12 De sociale kaart....................................................................................................... 14 Feedbackmoment .................................................................................................... 16
4. Bijlagen 1. Knaltips NokNok .............................................................................................................. 18 2. Stellingen ....................................................................................................................... 19 3. NokNok-ID ..................................................................................................................... 21 4. Aanvullen spelletjes ......................................................................................................... 19 5. Doe het met NokNok! ...................................................................................................... 23 6. Invulformulieren: hulpverleningsorganisaties ..................................................................... 25 7. Extra uitleg bij de rol van de leider, jeugdwerker of vrijwilliger ............................................ 26 8. Extra uitleg bij de hulpverleningsorganisaties ..................................................................... 28 9. Evaluatieformulier ........................................................................................................... 29
3
1.
Inleiding
Aan de slag met de Inspiratielijst NokNok voor Jeugdorganisaties! Met NokNok willen we de geestelijke gezondheid van jongeren van 12 tot 16 jaar bevorderen. Om dit makkelijker te maken hebben we de Inspiratielijst NokNok ontworpen, specifiek voor jeugdorganisaties. In deze training wordt de inhoud van de Inspiratielijst NokNok spelenderwijs lenderwijs voorgesteld. De training is bestemd voor vormingsverantwoordelijken en vormingswerkers. Zij trainen op hun beurt jeugdleiders, jeugdwerkers en vrijwilligers om het sociaal-emotioneel emotioneel welbevinden van hun jongeren te bevorderen. Iedereen heeft zijn ijn eigen stijl, deze handleiding biedt dus vooral suggesties aan over hoe je met deze vorming te werk kan gaan. Voel je vrij om de methodiek naar je hand te zetten. Want als medewerker van een jeugdorganisatie weet jij best hoe je met de deelnemers van je vorming aan de slag kunt en hen kunt motiveren om ook iets te doen met dit levensbelangrijk thema. NokNok is een campagne gefinancierd door de Vlaamse overheid en uitgewerkt door VIGeZ in samenwerking met diverse partners uit het jeugdwerk en de jongerenhulpverlening. jongerenhulpverlening. Alvast veel spelplezier!
4
2.
Algemeen
Doel Wat we willen bereiken tijdens deze vorming: leiding, jeugdwerkers en vrijwilligers maken kennis met het project NokNok en de doelstellingen: de geestelijke gezondheid en veerkracht van jongeren versterken. leiding,
jeugdwerkers
en
vrijwilligers
maken
kennis
met
de
website
www.noknok.be en het doel van deze website: jongeren ondersteuning bieden bij het bevorderen van hun eigen geestelijke gezondheid. leiding, jeugdwerkers en vrijwilligers leren de inspiratielijst NokNok kennen. leiding, jeugdwerkers en vrijwilligers maken kennis met de termen (geestelijke) gezondheidsbevordering, positieve psychologie, veerkracht, beschermende factoren, draagkracht en draaglast. leiding, jeugdwerkers en vrijwilligers leren actief gebruik te maken van de vier knaltips van NokNok. leiding, jeugdwerkers en vrijwilligers zijn zich ervan bewust dat ze actief kunnen meewerken aan veerkracht en mentaal welbevinden van jongeren aan de hand van spelkeuze. leiding, jeugdwerkers en vrijwilligers weten hoe ze actief aan het werk kunnen gaan met de Inspiratielijst NokNok.
Benodigdheden twee wolkjes kaartjes met de knaltips kaartjes met de stellingen pennen en papier kaartjes met situaties spel ‘Gelukzak’ (verkrijgbaar via de webshop In Petto, Jeugddienst Informatie en Preventie) website: http://www.inpettojeugddienst.be/Onzethemas/Gelukkigzijn/Hetvormingspakket/tabid/5091/Default.aspx touw van 2 meter magneten (bord) post-its de NokNok-ID Testen: ‘doe het met NokNok’
Voorbereiding Neem de leidraad goed door, zodat je deze grondig beheerst. Zorg dat alle kaartjes afgedrukt zijn. Knip uit een groot karton/papier twee wolken uit. Druk voldoende testen af en invulformulieren. Breng voldoende schrijfmateriaal mee (naargelang aantal deelnemers). Vraag de nodige promotiematerialen op bij het Lokaal Gezondheidsoverleg in jouw buurt (www.vlaamselogos.be) of bij het VIGeZ (www.vigez.be).
5
Handleiding: vorming De NokNok vorming bestaat uit zes stappen: Stap 1 geeft informatie over de kernbegrippen van NokNok, met name werken aan veerkracht en draagkracht, en de beschermende factoren voor geestelijke gezondheid versterken. Dit kan gebundeld worden in de term ‘geestelijke gezondheidsbevordering’. Stap 2 laat de deelnemers op een speelse wijze kennis maken met de Inspiratielijst NokNok. Stap 3 bekijkt hoe de deelnemers de NokNok Inspiratielijst kunnen toepassen in hun groep. Stap 4 gaat in op moeilijke situaties en hoe je kan reageren op problemen of jongeren die zich niet goed in hun vel voelen. Stap 5 maakt de deelnemers vertrouwd met mogelijke hulpbronnen Stap 6 bestaat uit de afronding en evaluatie van de vorming door de deelnemers
Per stap wordt telkens een woordje uitleg gegeven over de te gebruiken werkvorm en/of de nodige theorie. Daarna volgt een tekst naast het tekstballonnetje, die gebaseerd is op die bovenstaande uitleg, maar een concrete leidraad biedt om de groep aan te spreken. Dit hoeft niet letterlijk gevolgd te worden, maar dient als ondersteuning om vlot met de vorming aan de slag te gaan.
6
3.
Vorming NokNok
Stap 1: inleiding geestelijke gezondheidsbevordering In deze stap maken deelnemers kennis met elkaar en leren ze de achtergrond van NokNok kennen: het belang van je eigen draagkracht en de beschermende factoren te versterken. Dit wordt ook geestelijke gezondheidsbevordering genoemd. Kennismakingspel speeddating: speeddating laat de deelnemers per twee voor elkaar zitten. Vooraleer te starten met de vorming speel je eerst kort het kennismakingsspel speeddating. Geef hierbij elke deelnemer vijf minuten tijd om elkaar te leren kennen. kennen. Laat L de deelnemers nadien doorschuiven tot iedereen de kans heeft gekregen om elkaar beter te leren kennen. Inleiding: Laat alle deelnemers na de speeddating in een kring zitten. Leid de vorming kort in via een krantenkop, ntenkop, stelling of filmpje. Mogelijke krantenkop die je kan gebruiken is ‘Geluksgevoel bij de Vlaming is gedaald’ (bron filmpje en artikel: http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/binnenland/1.1426640).
“Wij Wij werden gecontacteerd door het NokNok team. NokNok is een campagne voor 12 tot 16 jarigen die een bijdrage wil leveren leveren aan de geestelijke gezondheid van jongeren. jon In de krant vonden wij een verontrustende krantenkop ‘Geluksge Geluksgevoel bij de Vlaming is gedaald’. Vanuit die krantenkop hebben we beslist om bij jullie hulp in te roepen.” roepen Vragenronde: Stel vragen en laat de deelnemers antwoorden schrijven op post-its. post Laat elke deelnemer zijn antwoorden twoorden in het juiste wolkje draaglast of draagkracht plakken. Ga vervolgens dieper in op draagkracht aan de hand van sturende vragen. Hou nadien in elke hand een wolk vast. Tijdens de uitleg kan je jezelf presenteren als een weegschaal, waarmee je illustreert dat draagkracht helpt om de draaglast te ‘dragen’. “Om ons te helpen aan de slag te gaan met dit verontrustend nieuws, zouden
we jullie graag enkele vragen stellen”’.
Wat zijn volgens jullie de oorzaken van het dalend geluksgevoel? Wat geeft jou stress? Wat maakt jou ongelukkig? Waarom moet jij soms gaan kloppen bij een ander? “De meeste woorden die jullie hebben aangehaald aang kan je plakken op het
wolkje draaglast. draaglast Je kan dit vergelijken met een onzichtbare rugzak die mensen met zich meeslepen en die hen een ongelukkig gevoel kan geven. Een gevoel dat ervoor zorgt dat ze zich niet langer fit in hun hoofd voelen”. Hoe zorg jij ervoor dat jij je goed in je vel voelt? Hoe ga je om met problemen? Bij wie zoek je steun? Heb je iemand om hierover te praten? Heeft het delen van problemen een impact? Hoe kom je tot rust? Wat maakt jou ontspannen?
7
“Wat Wat jullie hier genoteerd hebben, behoort behoort tot het wolkje draagkracht. draagkracht Denk hierbij aan een weegschaal: weegschaal de draagkracht helpt om het onevenwicht veroorzaakt door de draaglast terug in balans te brengen. De mate dat je over draagkracht beschikt hangt af van jouw vroegere succeservaringen, succes goede vrienden, goede relatie met de ouders, optimistische optimistische ingesteldheid,…). ingesteldheid, In die draagkrachtwolk chtwolk vind je dus jouw beschermende factoren voor een goede geestelijke gezondheid. Deze eze zaken kunnen we versterken. Heel vaak wordt enkel aandacht aan deze beschermende factoren gegeven vanuit de bescherming die ze bieden tegen het ontstaan van psychische klachten en stoornissen. stoornissen Maar dit is eigenlijk een heel enge benadering wat als we die beschermende factoren versterken, verhogen we onze ‘levenskwaliteit’ en voelen we ons beter in ons vel. Je moet dus niet wachten op problemen om aan geestelijke gezondheid te werken. Dit is precies waar geestelijke gezondheidsbevordering voor staat: mensen sterker maken en ze tools in handen geven om hun eigen krachten verder uit te bouwen.” Eventueel: “Bij ‘gezonde’ mensen is dus ook verbetering mogelijk. Geestelijk gezond zijn
bestaat eigenlijk uit een negatief en een positief aspect. Het negatieve verwijst naar de psychische klachten en stoornissen. Het positieve wijst op het welbevinden, en dus de mate waarin je alss persoon kan genieten van de mogelijkheden die voor jou jou in het leven van belang zijn, en dit is dus afhankelijk van die beschermende factoren” factoren In de campagne van NokNok gaan we de beschermende factoren bij jongeren bevorderen. “In Heel wat psychische problemen men kunnen op dergelijke manier worden vermeden. NokNok doet dit ondermeer door handvatten handvat en te bieden aan jongeren om hun eigen beschermende factoren te versterken. Alle informatie vind je terug op de website www.noknok.be. www.noknok.be Op de site vinden jongeren tips, opdrachten en info om zelf aan de slag te gaan met hun geestelijke gezondheid.” “Vele Vele van de groepsactiviteiten die jullie nu al toepassen kunnen jongeren helpen hun welbevinden te verbeteren, sterker in hun schoenen te staan, en te werken aan hun geestelijke gezondheid. Maar om de link met het werken aan geestelijke gezondheid en veerkracht duidelijker te leggen ontwikkelde het NokNok team een Inspiratielijst NokNok. Deze Inspiratielijst is op maat gemaakt van leiders vrijwilligers en jeugdwerkers uit jongerenorganisaties, en biedt activiteiten aan die jongeren helpen oplossingsgericht te werken, methodes uit te bouwen om hun zelfvertrouwen te versterken, versterken, hun grenzen te verleggen, te ontspannen,.... Die spelletjes kunnen jullie terugvinden in de Inspiratielijst NokNok. De spelletjes zijn ingedeeld aan de hand van de knaltips: ik (k) en mezelf; mijn grenzen; reken n op anderen; tijd voor mezelf.“ mezelf. Knaltips: deel eel de kaartjes met stellingen uit aan leiders, vrijwilligers en jeugdwerkers. Deze moeten de stellingen en hun eigen ideeën (uit de wolk ‘draagkracht’) met de juiste knaltip linken door de stellingen en ideeën in de juiste kolom te plaatsen. plaatsen. Pik er nadien enkele stellingen uit om te bespreken. “ Ik (k)en mezelf
Mijn grenzen
Reken op anderen
Tijd voor mezelf
iedereen is verschillend
probeer eens iets nieuws
nood om te praten
beweeg
vergelijk je niet met een droomwereld
durf nee zeggen
gedachten delen
verwen
8
aanvaard wat je goed en minder goed kan
leer uit je fouten
respect
eet gezond
zelfvertrouwen
avontuur
vriendschap
je inzetten voor anderen andere
“De doelgroep van de inspiratielijst NokNok zijn vrijwilligers, leiders en jeugdwerkers die jongeren tussen 12 en 16 willen helpen het beste uit zichzelf te halen en zich goed in hun vel te voelen.” Waarom is die leeftijd 12 tot 16 zo cruciaal? Mogelijk antwoord: “jongeren ongeren worden geconfronteerd geconfronteer met grote levensveranderingen. levensveranderingen Je
krijgt als jongere meer verantwoordelijkheden, jouw lichaam verandert, jouw interesses veranderen, je wordt verliefd, er is meer sociale druk van jouw leeftijdsgenoten (je moet tof sociaal en cool zijn), ouders (je moet goede go punten behalen),, leerkrachten (moeilijkere taken en toetsen),… Dit zijn allemaal gebeurtenissen waartegen je dankzij de beschermende factoren beter gewapend bent. Het is goed om reeds op vroege leeftijd te werken aan jouw draagkracht, want uiteindelijk zal je in jouw verdere leven altijd op uitdagingen blijven botsen zoals stress, moeilijkheden op het werk, verantwoordelijkheid voor jouw gezin,… Door het werken op vroege leeftijd aan beschermende factoren zal je je j in de toekomst ook beter in jouw vel voelen.”
Stap 2: kennismaking met de Inspiratielijst NokNok Aan de hand van een aantal spelletjes maken de deelnemers kennis met de Inspiratielijst NokNok NokNok-ID: Laat de leiding, jeugdwerkers en vrijwilligers elk een spelletje noteren en linken aan de knaltip(s). Al snel zal duidelijk worden dat met één spel meerdere knaltips beantwoord worden. Zoek samen met hen naar de knaltip die minder sterk aan bod komt in hun jeugdorganisatie. Je kan dit doen door ze kruisjes te laten plaatsen op de NokNok-ID van hun jeugdorganisatie (zie bijlage). Laat enkele deelnemers het spel en de keuze van de knaltips verduidelijken. Maak duidelijk dat ze aan de hand van de Inspiratielijst Inspiratielij NokNok hieraan kunnen werken. Laat de deelnemers ook een spel uitschrijven, dit kan een meerwaarde bieden aan de huidige NokNokNokNok inspiratielijst.
“Wanneer Wanneer jullie door de Inspiratielijst NokNok bladeren, zullen jullie al snel veel spelletjes jes herkennen. Dit betekent dus dat jullie al goed bezig zijn. Noteer elk op een blaadje een aantal spelletjes die volgens jou aansluiten bij de knaltips, plaats een kruisje onder de knaltip waarbij dit past, past bij de juiste stelling, op de NokNok-ID. NokNok Zo krijgen we een overzicht verzicht van welke onderdelen van de knaltips al grondig aan bod komen en welke minder, en waar dus nog aan gewerkt kan worden. worden. Selecteer nadien op de achterkant van het blad een spelletje die jullie reeds spelen met de jeugdorganisatie. Geef hierover een woordje uitleg en leg uit waarom dit spel de geestelijke gezondheid g van
9
jongeren bevordert. bevordert. De makkelijkste manier hierbij is om op te schrijven op welke knaltip(s) het spel inwerkt en op welke manier. Inspiratielijst NokNok: err worden enkele e spelletjes gespeeld uit de Inspiratielijst NokNok: NokNok Knuffeltikkertje, de Gelukzak, Kringzit, Anti-Fit-O-Meter Anti en De Muur. Elke spelletje wordt gerelateerd aan de knaltip en besproken. Spel 1: Knuffeltikkertje Knuffeltikkertje: om de groep wat los te krijgen start je met het spel Knuffeltikkertje. nuffeltikkertje. Duid hiervoor twee tikkers aan. Wie getikt is blijft staan, je kan wel bevrijd worden aan de hand van knuffels. Er wordt achtereenvolgens gebruik gemaakt van drie soorten knuffels: (1) de Eskimoknuffel (neusje-neusje), neusje), (2) de Hotdogknuffel (één persoon tussenin de knuffel) en (3) de Berenknuffel erenknuffel (knuffel met minstens minsten twee personen). Als begeleider bepaal jij telkens welk soort knuffel gehanteerd moet worden. Laat de deelnemers de activiteit linken aan de knaltip(s). En laat ze telkens hun keuze uitleggen. Bespreking met de leden: Deze activiteit valt in de Inspiratielijst NokNok onder de knaltip ‘ ik (k)en mezelf’, omdat via knuffels respect respect en genegenheid tot uiting komen en het zich gerespecteerd en graag gezien voelen het zelfvertrouwen versterkt. Je kan het ook plaatsen onder de knaltip ‘Mijn grenzen’, grenzen’, omdat hier fysieke aanraking als grensverleggend aanzien kan worden. Sturende vragen hierbij kunnen zijn:
Aan welke knaltip(s) zou je dit spelletje linken? inken? Wat vind jij leuk aan knuffels? Waarom zijn die belangrijk? W Wanneer geef je iemand een knuffel? Spel 2: De Gelukzak De Gelukzak: je e legt kort uit dat het spel De Gelukzak geïnspireerd is op de principes van geestelijke gezondheidsbevordering en dat het jongeren activiteiten aanbiedt aan waarin de knaltips verwerkt zijn. Je licht kort toe dat het een dambordspel is met doe- en denkopdrachten, en dat er nu enkele doe- opdrachten aan bod komen.. Laat iemand van de deelnemers een kaartje trekken. Naargelang de beschikbare tijd kan je de deelnemers meerdere kaartjes laten trekken. De jongere die getrokken heeft kiest de volgende kandidaat. Laat de deelnemers elke doe-opdracht linken aan een knaltip. Bespreking met de leden:: In de Inspiratielijst NokNok valt dit spel onder de knaltip ‘ik (k)en mezelf’, aangezien jongeren tijdens deze opdrachten oplossingsgericht te werk gaan. Let wel op dat de voor de individuele doe-opdrachten doe opdrachten ook andere knaltips aan bod komen. Spel 3: Kringzit Kringzit: alle lle deelnemers moeten op elkaars schoot gaan zitten in een kring, en dit zonder te vallen. Wanneer neer ze zitten, verplicht je alle deelnemers om naar voor te lopen, naar achteren, naar links en naar rechts. Bespreek deze opdracht door ze te linken aan knaltips. knaltips Bespreking met de leden In de Inspiratielijst NokNok valt dit spel onder de knaltip ‘reken op anderen’, omdat dit spel ervoor zorgt dat de jongeren moeten samenwerken. Sturende vragen hierbij kunnen zijn:
10
Aan welke knaltip(s) zou je dit spelletje linken? Wat is hier belangrijk om deze opdracht succesvol uit te voeren? Waar liep het goed/fout? Wat zijn de voordelen aan samenwerken? Spel 4: Anti-Fit Fit-O-Meter Anti-Fit-O-Meter: maak aak duidelijk dat bij dit spel ‘ontspannen’ en ‘verwennen verwennen’ centraal staat. In deze activiteit moeten jongeren standjes opbouwen waar ze anderen helpen ontspannen. Om dit te illustreren geef je de deelnemers in deze vorming de opdracht om de persoon naast zich ongeveer vijf minuten te verwennen. Na die vijf minuten draai je de rollen om,, zodat iedereen eens verwend is geweest. Bespreking met de leden: In de Inspiratielijst NokNok wordt deze activiteit gerelateerd aan de knaltip ‘tijd voor mezelf’, mezelf’ aangezien hier het ontspannen annen centraal staat, genieten, even niks doen,… Sturende vragen hierbij kunnen zijn:
Wat vond je zo leuk aan deze opdracht? Vind jij van jezelf dat je voldoende aandacht besteedt aan ontspannen? Wat doe je dan om jou te kunnen ontspannen? Waarom is het zo belangrijk dat je daar af en toe eens tijd voor neemt? Spel 5: De Muur De Muur: iedere edere deelnemer moet over een muur of hindernis kruipen, kruipen zonder dat deze muur geraakt wordt. Dit kan enkel gebeuren door goed samen te werken en elkaar te ondersteunen. Deze muur kan een echte muur zijn, maar je kan ook een muur construeren door een touw te spannen op ongeveer één meter hoogte. Bespreking met de leden: In de Inspiratielijst NokNok valt deze activiteit activitei onder de knaltip ‘mijn grenzen’, omdat hier de jongeren worden uitgedaagd hun lichaam over te laten in de handen van anderen. Dit vraagt durf. durf Je kan dit evengoed oed plaatsen onder de knaltip ‘reken ‘r op anderen’. Je bent als deelnemer verplicht hulp vragen, anders zal je in deze opdracht niet slagen. Sturende vragen hierbij kunnen zijn:
Hoe geraak je het best over de muur? Wat vind je leuk aan deze opdracht? Vind je het gemakkelijk om te rekenen op anderen? Slotoefening Methode: om m de sessie af te sluiten laat je iedereen in een kring zitten, met in het midden de postkaartjes van NokNok.. Geef elke deelnemer de kans om voor de persoon links en
11
rechts van zich een complimentje te schrijven, of eventueel te schrijven wat die persoon goed oed heeft gedaan tijdens de vorming. In de Inspiratielijst NokNok valt dit onder ‘ik (k)en mezelf’. Maak duidelijk dat complimentjes helpen om het zelfvertrouwen te versterken. Laat iedereen bij voorkeur hun complimentjes schrijven op de postkaartjes van NokNok. Sturende vragen hierbij kunnen zijn:
Vind je het leuk om complimentjes te krijgen? Geef jij vaak complimentjes aan jouw vrienden? Waarom wel/waarom niet?
Stap 3: situering van de Inspiratielijst NokNok in de jeugdorganisatie Hier wordt concreet gekeken hoe de NokNok Inspiratielijst gebruikt kan worden door de deelnemers. Methode: Laat iedereen in de kring zitten en voer kort een discussie.
“Samen met jullie gaan we nu zoeken naar ideeën om deze Inspiratielijst NokNok actief toe te passen in de jeugdorganisatie”. Je kan dit doen aan de hand van themadagen. Mogelijke voorbeelden kunnen zijn: ‘tijd voor jezelf - dag’ of ‘complimentjesdag’. Deze vorming kan geïntegreerd worden in een leidingweekend. leid weekend. Je kan het ook eventueel combineren met een dag uit de mensenrechtenkalender: Internationale dag van de Jeugd (20 augustus), dag van de Geestelijke Gezondheid (10 oktober), Internationale dag van het Kind K (20 november).” Sturende vragen discussie:
Hoe denken jullie met deze lijst aan de slag te kunnen gaan in de jeugdbeweging? Wat zijn de drempels? Hoe kan je die drempels overwinnen? Met wie zouden jullie kunnen samenwerken?
Stap 4: Als het niet klopt in mijn hoofd. Deze stap geeft enkele voorbeelden van moeilijke situaties en hoe de deelnemers kunnen omgaan met moeilijke problemen. Meerkeuzetest: doe het met NokNok: Het deel ‘als het niet klopt in mijn hoofd’ zullen we illustreren aan de hand van de meerkeuzetest: ‘doe het met NokNok’ (bijlage pagina 17). Laat de vragenlijst in groepjes van vier beantwoorden. Motiveer de deelnemers om het best mogelijke antwoord rd te zoeken. Vaak zijn er verschillende antwoorden correct. Profiteer hiervan om een discussie uit te lokken. Vraag aan de deelnemers of ze al vergelijkbare situaties hebben meegemaakt.
“Als leider, vrijwilliger of jeugdwerker in een jeugdorganisatie komen jullie vaak in aanraking met jongeren die zich niet goed voelen in hun vel en die d misschien hulp nodig hebben. Deze situaties zijn meestal niet gemakkelijk om
12
mee om te gaan. Belangrijk is dat we hier even bij stilstaan. Dit doen we aan de hand van de meerkeuzetest ‘doe het met NokNok’. Probeer het best mogelijke antwoord aan te duiden. Nadien zullen we dit per groep overlopen.” Tip: In bijlage 7 vind je extra uitleg bij de rol van de begeleider, jeugdwerker of vrijwilliger
Bespreking van de meerkeuzetest: ‘doe het met NokNok’ Situatie Vanessa Zowel b, c als d kunnen goede antwoorden zijn. Het beste antwoord is d. De hoofdanimator neemt Vanessa apart en vraagt haar hoe ze aan de brandwonden komt. De hoofdanimator kan dan contact opnemen met de verantwoordelijken voor eventuele doorverwijzing. Je kan als leider ook proberen om er zelf mee te praten, maar doe dit dan op een gepaste manier. Laat Vanessa rustig haar verhaal doen, en probeer over dit verhaal niet te oordelen. Geef vervolgens deze informatie door aan de hoofdverantwoordelijke. C is de minst goede oplossing van de drie omdat het probleem niet discreet wordt aangepakt. Er zijn meteen teveel mensen op de hoogte. Situatie cannabisgebruik Het beste antwoord is de combinatie van b en f. Het vertrekpunt is dat drugs (en dus ook cannabis) verboden is. Het best heb je dus als jeugdbeweging een eigen drugbeleid waarin je stap voor stap tot een probleemoplossing komt. Je mag wel het probleem zelf oplossen. Als leiding voer je best een gesprek met het groepslid en met de ganse afdeling over dit voorval. Tijdens het gesprek pols je naar de frequentie van het gebruik en de motivatie (groepsdruk, problemen vergeten,…). Vernietig nadien de drugs met een ooggetuige (twee personen van de leiding) zodat jij niet verantwoordelijk wordt geacht voor drugsbezit. Registreer het voorval ook in de afdelingsadministratie. C: je bent als leider niet verplicht om de ouders te contacteren, maar indien het om frequent gebruik gaat, kiezen jeugdbewegingen er vaak voor om dit te verplichten. Situatie Tom deel 1 C is het beste antwoord. Het is heel belangrijk dat zo’n storend gedrag actief wordt aangepakt zodat de groepssfeer niet wordt ondermijnd. Probeer aan Tom uit te leggen waarom zijn gedrag moet veranderen en leg uit dat je begrip hebt voor wat hij doormaakt. Neem deze situatie ernstig en geef Tom advies omtrent hulpverleningsinstanties die hem kunnen helpen, of stuur Tom door naar de hoofdverantwoordelijke zodat zij hem verder kunnen helpen. Situatie Tom deel 2 Antwoord d is de beste oplossing als de situatie lang duurt. Belangrijk bij het praten met Tom is dat je zijn situatie niet veroordeelt. Wees neutraal tijdens het luisteren en maak vooral duidelijk dat Tom hulp kan krijgen. Antwoord e kan een tussentijdse, niet onbelangrijke oplossing zijn. Dit is een belangrijke vorm van conflicthantering. Je zoekt dus actief samen met de betrokken partijen naar de
13
gevoelens en behoeften die schuilen achter verwijten en eisen. De jongeren kunnen Tom duidelijk maken waarom zijn gedrag zo storend is. Stuur het gesprek hierbij zodanig dat de ‘slachtoffers’ en Tom tot bemiddeling komen. Dit kan ondermeer door ze concrete afspraken met elkaar te laten maken zodat het gesprek eindigt met een win-win-overeenkomst. Situatie Lientje Antwoord c is de beste oplossing. Dergelijke voorvallen worden best op een zo discreet mogelijke manier behandeld. Meteen informatie doorgeven aan een hoofdverantwoordelijke zorgt er ook voor dat er sneller initiatief op maat genomen wordt. Situatie David C: strikt genomen 'moet' de leiding niets doen, zij zijn leid(st)er(s) in een jeugdbeweging en hebben het engagement opgenomen om goede activiteiten in elkaar te steken en een leuke tijd te bezorgen aan de leden. Ze zijn geen welzijn- of preventiewerkers. In deze specifieke situatie neem je echter toch best meteen contact op met de hoofdverantwoordelijke. Deze kan dan contact opnemen met het vertrouwenscentrum, dat ervoor zorgt dat David hulp aangeboden krijgt op maat. Langdurige neerslachtigheid wijst immers op diepere problemen dan enkel een dipje, vandaar dat professionele hulp aangewezen lijkt om verdere gevolgen te vermijden. In tegenstelling tot een dipje kan een depressie tenslotte steeds erger worden, en weinig jongeren raken er zelfstandig uit. Antwoorden zoals praten met David (a) en jezelf informeren over depressies bij jongeren (b) zijn ook van belang, als anticipatie op het uitvoeren van c. Geef op het einde nog kort deze algemene tips mee omtrent begeleiding van jongeren: Probeer steeds met de jongere te praten Oordeel niet, elk gedrag vindt plaats met een reden Informeer je, of neem contact op met een hoofdverantwoordelijke Neem niet teveel verantwoordelijkheid op jou. Onthoud dat je geen welzijnwerker bent.
Stap 5: De sociale kaart Deze laatste stap maakt de deelnemers vertrouwd met de mogelijke hulpbronnen. Quiz rond hulpverleningsorganisaties: in stap 5 leg je uit dat de Inspiratielijst NokNok via de Hulpverleningscarrousel ook de mogelijkheid aanbiedt om kennis te maken met hulpverleningsorganisaties op een speelse manier. Leg uit dat dit een vorm van speeddating is van de jongeren met de standjes van de hulpverleningsorganisaties. Vervolgens herhaal je kort de mogelijke hulpverleningsorganisaties aan de hand van een kleine quiz. Verdeel de groep in groepjes van drie en geef ze een kaartje waarop ze een overzicht krijgen van de hulpverleningsorganisaties. Lees de stellingen voor en leg uit aan de deelnemers dat ze voor elke stelling de juiste hulpverleningsorganisaties moeten aankruisen. Licht vooraf kort de afkortingen toe en leg uit dat ‘Awel’ de nieuwe naam is voor de ‘Kinderen-of jongerentelefoon’.
Tip: Bekijk de extra informatie omtrent de hulpverleningsorganisaties in bijlage 8.
14
Antwoordformulier:
stelling
antwoord
1
Hier kan je gratis en zonder afspraak naar toe met vragen rond depressie
JAC
2
Mijn vriend heeft een alcoholprobleem en ik zit met vragen. Ik zou het liefst anoniem die vragen stellen. Ik voel met wat verward. Ik heb nood om met iemand te praten en wil dit liever niet doen met vrienden of kennissen. Ik ben slachtoffer van seksueel misbruik.
JAC/Druglijn/CGG
5
Ik heb moeilijkheden met het verwerken van mijn cursus.
CLB
6
Wij zijn 24/24 beschikbaar.
Tele-onthaal/zelfmoordlijn onthaal/zelfmoordlijn
7
Je wil praten over het feit dat je gepest wordt.
Tele-onthaal/Awel/JAC onthaal/Awel/JAC
8
Ik wil informatie over een studierichting die ik wil volgen. Ik weet niet goed of deze keuze haalbaar is met mijn capaciteiten. Ik moet een schoolwerkje maken over tienermoeders en ik zoek hier informatie over.
CLB
Een groepslid gedraagt activiteiten agressief.
Niet vereist
3
4
9
10
zich
tijdens
mijn
Tele-onthaal/Awel onthaal/Awel
JAC/CAW
JAC
“Om het exacte aanbod te weten van de hulpverleningsorganisaties in jullie regio, kunnen jullie altijd contact opnemen met het Lokaal Gezondheidsoverleg Gezondhei van jouw streek. Je kan jouw Logo opzoeken via de site www.vlaamselogos.be www.vlaamselogos.be.”
15
Stap 6: Feedbackmoment Methode: Deel aan iedereen reen een evaluatieformulier evalua uit, zie bijlage 9.
“Ziezo, hiermee zijn we aan het einde gekomen van onze vorming over de Inspiratielijst van NokNok. NokNok. Ik hoop dat jullie een aantal zaken hebben opgestoken over hoe onze activiteiten kunnen helpen om jongeren beter in hun vel te laten voelen en actief aan hun draagkracht en beschermende factoren te werken. De Inspiratielijst NokNok is beschikbaar op www.noknok.be/pers.. Graag krijgen we de ingevulde evaluatieformulieren van jullie terug.
16
4.
Bijlagen
17
Bijlage 1: Knaltips NokNok
Knip telkens uit op de stippellijntjes!
-------------------------------------------------------------IK (K)EN MEZELF -------------------------------------------------------------MIJN GRENZEN -------------------------------------------------------------REKEN OP ANDEREN -------------------------------------------------------------TIJD VOOR MEZELF --------------------------------------------------------------
18
Bijlage 2: Stellingen voor bij de knaltips
-------------------------------------------------------------iedereen is verschillend -------------------------------------------------------------vergelijk jezelf niet met de droomwereld -------------------------------------------------------------aanvaard wat je goed en minder goed kan -------------------------------------------------------------zelfvertrouwen -------------------------------------------------------------probeer eens iets nieuws -------------------------------------------------------------durf nee zeggen -------------------------------------------------------------leer uit jouw fouten -------------------------------------------------------------avontuur -------------------------------------------------------------nood om te praten -------------------------------------------------------------gedachten delen -------------------------------------------------------------respect -------------------------------------------------------------vriendschap -------------------------------------------------------------beweeg -------------------------------------------------------------19
eet gezond -------------------------------------------------------------je inzetten voor andere -------------------------------------------------------------verwen --------------------------------------------------------------
20
Bijlage 3: Nok Nok-ID Naam van jouw jeugdorganisatie: _____________________________ _______________
IK (K)EN MEZELF
MIJN GRENZEN
REKEN OP ANDEREN
TIJD VOOR MEZELF
Iedereen is uniek
Neen tegen mezelf
Praten met elkaar
Verwen jezelf
Zelfvertrouwen
Alcohol/drugs
Elkaar helpen
Denk niet aan jouw zorgen
Zelfaanvaarding
Neen tegen de groepsdruk
Op elkaar steunen
Neem tijd om te bewegen
Zelfbeeld
Iets nieuws proberen
Samen genieten
Eet gezond
Onderhandelen
Vind evenwicht in wat moet en wat je graag doet
Fouten maken mag
Afspraken maken
Wees niet te streng voor jezelf
Opkomen voor jezelf
Elkaar respecteren
Zet jou in voor de andere
Creativiteit Je goed voelen
Oplossingsgericht werken
Geef niet op!
21
Bijlage 4: Aanvullen anvullen spelletjes
Link een spel die jullie reeds spelen in jullie jeugdorganisatie met de knaltips van NokNok
Naam spel:
Uitleg spel:
Knaltip(s)+ motivatie:
22
Bijlage 5: Doe het met NokNok
DOE HET MET NOKNOK ! Omcirkel wat jij de beste oplossing vindt.
Leider: “Tijdens waterspelletjes op kamp zag ik brandwonden op Vanessa’s rug. Het waren mooie ronde vlekken; onnatuurlijk ronde vlekken, als van een uitgeduwde sigaret.” a. Ik ga er niet op in. b. Ik spreek haar aan. c. ’s Avonds op de teamvergadering deel ik mijn waarnemingen en vermoedens met de andere animatoren. d. Ik ben discreet en licht alleen de hoofdanimator in. e. Ik neem zelf initiatief en ik contacteer de ouders.
Leider: “ Tijdens ons kamp heb ik een groepslid betrapt op het roken van een jointje.”
a. b. c. d. e. f.
Je geeft het groepslid een verwittiging. Je voert een gesprek met het groepslid. Je neemt meteen contact op met de ouders. Je verwijst het groepslid door naar een hulpverleningsorganisatie. Het groepslid wordt onmiddellijk geschorst. Je neemt de drugs af, en vernietigd dit met een medeleider.
Leider: “ Tom is echt een sfeerbederver voor de andere groepsleden. Tijdens de activiteiten komt hij vaak agressief uit de hoek en kan nogal vaak arrogant reageren. Hij is niet langer geliefd in de jeugdbeweging. Jij als leider weet echter wel dat Tom thuis heel wat problemen heeft en dat zijn negatief gedrag ook plaatsvindt buiten de jeugdbeweging. Tom heeft een mama met een alcoholprobleem (dat was al duidelijk toen ze hem kwam ophalen). Ook op financieel vlak verloopt het daar niet goed). Tom zijn gedrag is dan ook vaak een schreeuw naar aandacht.” a. Je veronderstelt dat het probleem zichzelf oplost. Je vindt zelf dat Tom een beetje marginaal is. Na verloop van tijd zal Tom dus waarschijnlijk buiten gepest worden. b. Je probeert hem over te plaatsen, misschien ligt het probleem bij de groep. c. Je probeert met Tom te praten, en meldt het probleem aan een hogere instantie (hoofdverantwoordelijke). d. Je schorst Tom. Hij verziekt toch maar de sfeer.
23
e. Je past jouw spelen aan. Tom heeft zijn eigen situatie uiteindelijk niet in de hand en je wil hem via de jeugdbeweging ‘afleiden’ van wat hij thuis meemaakt.
Stel dat je beslist met Tom te praten. Hoe pak je dit aan? a. “Ik weet dat jouw familie wat marginaal is, maar dat is geen reden om jou zelf zo te gedragen”. b. Je praat over Tom zijn problemen. Je vindt de situatie van Tom heel erg en je besluit hem jouw telefoonnummer te geven, zodat Tom steeds contact kan opnemen wanneer het bij hem thuis fout loopt. c. Je vraag hem uit en belt zijn moeder op om haar duidelijk te maken dat ze haar zoon fout opvoedt. d. Je maakt duidelijk dat het gedrag stoort. Je vraagt naar de oorzaak van Tom zijn gedrag. Wanneer Tom het verhaal verteld maak je duidelijk dat zijn situatie geen gewone situatie is. Je maakt hem duidelijk dat je hem zal doorverwijzen naar mensen die hem beter kunnen helpen. e. Je beslist om hem te laten praten met de groepsleden die hij net heeft geschopt.
Leider: Lientje (13) is altijd een heel enthousiast kind geweest. Van de ene dag op de andere werd ze stil en gesloten. Vermoedelijk is jouw medeleider de oorzaak hiervan. Er zijn al geruchten verspreid over seksuele intimidatie. Dit is voor jou een vervelende situatie want die medeleider is een goede vriend van je. Wat doe je? Je praat met de medeleider die beschuldigd wordt. Je contacteert de ouders. Je contacteert meteen de hoofdverantwoordelijken om de situatie op te volgen. Je doet niets, de medeleider is een goede vriend van je, en volgens jou overdrijft Lientje. e. Je deelt het feit op de avondvergadering. a. b. c. d.
David is (14) een stille jongen. Hij werd twee maanden geleden gedwongen door zijn ouders om in een jeugdbeweging te gaan omdat ze eigenlijk hoopten dat hij zou open bloeien. Hij lijkt altijd enorm moe en futloos. Dit is nu al ettelijke weken zo. Wanneer je David aanspreekt kijkt die telkens heel schuchter naar beneden. Je zag die jongen nog nooit lachen. Je vindt eigenlijk wel dat het de sfeer ‘verziekt’. Wat doe je? a. Je praat met die jongen over zijn gevoelens. Je probeert een band te scheppen met de jongen. Je maakt duidelijk dat David bij jou terecht kan voor alle problemen. b. Je informeert jezelf over depressies bij jongeren. c. Je neemt aan dat de jongen depressief is, neemt contact op met een hoofdverantwoordelijke die David kan doorverwijzen naar professionele hulp. d. Je neemt contact op met de ouders en je laat weten dat depressieve mensen niet in een jeugdbeweging horen. e. Je neemt contact op met de ouders. 24
Bijlage 6: Invulformulieren: hulpverleningsorganisaties
JAC
CAW
CGG
Druglijn
Holebifoon
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
25
Tele-onthaal
Zelfmoordlijn
Awel
CLB
Bijlage 7: Extra uitleg bij de rol van de leider, jeugdwerker of vrijwilliger
Richtlijnen in verband met begeleidingshouding:
Hoe reageer je als één van jouw leden vertelt over (seksueel) misbruik? Neem het serieus en blijf er zeker niet alleen mee zitten. Door het aan jou, als leid(st)er te vertellen, is er een vraag om hulp ontstaan. Vaak hebben mensen angst om anderen ten onrechte te beschuldigen. Toch is het van het grootste belang dat een vermoeden van kindermishandeling niet verloren gaat. Je aanvoelen of inzicht bespreken met anderen is vaak een eerste stap om verandering voor een kind en zijn of haar gezin mogelijk te maken. Zorg dat je met elk verhaal van een lid aan de slag gaat, maar dat wil niet zeggen dat jij zelf naar de ouders moet gaan. In elke provincie vind je een vertrouwenscentrum voor kindermishandeling. Daar kun je terecht voor advies en concrete antwoorden op je vragen. Een melding bij het vertrouwenscentrum kan eventueel ook anoniem.! Wat doe je bij een vermoeden of voorval van (seksueel) misbruik binnen jouw jeugdbeweging? Luister naar het slachtoffer, zonder te oordelen. Neem onmiddellijk contact op met een vertrouwenscentrum om:
te bekijken hoe we dit samen verder kunnen aanpakken te bekijken welke communicatie er intern en extern gevoerd moet worden om slachtoffer, ouders en andere betrokkenen goed op te volgen af te spreken welke stappen ondernomen moeten worden ten aanzien van de dader de verwerking en preventie binnen de jeugdbeweging verder op te nemen
Je kan ook de website contacteren van het vertrouwenscentrum, kindermishandeling: http://www.kindermishandeling.be/website/9-www/12-www.html Bron: Chirojeugd Vlaanderen. (2012-2013). Inleidingcursus (IK); deelnemersbundel. Grenzen in verband met seksueel misbruik (N)iets mis mee?! biedt informatie rond seksueel misbruik. Het is het vlaggensysteem van de jeugdorganisaties. (N)iets mis mee?! bestaat uit een beknopte handleiding die jeugdleiders in staat stelt om enerzijds situaties goed in te schatten aan de hand van zes criteria, en anderzijds om er gepast op te reageren. Maar meer nog maakt het seksueel getinte situaties bespreekbaar in de leidingploeg. Met de 36 voorbeelden van seksueel getinte situaties kunnen jeugdleiders de theorie omzetten naar de praktijk, naar hun eigen handelen. Dit boekje is verkrijgbaar bij Steunpunt Jeugd: www.steunpuntjeugd.be.
Grenzen in verband met drugsgebruik Vragen in verband met het omgaan met drugs, een stappenplan voor het opstellen van een specifiek drugbeleid in jouw jeugdbeweging, informatie over de soorten drugs en de wetgeving hieromtrent, … kan je vinden op de site www.drugsinbeweging.be.
26
Bekijk voor het opstellen van jullie drugbeleid ook naar http://www.drugsinbeweging.be/documenten/drugplan.doc. Als je als leiding eens wil stil staan bij de thema’s alcohol en cannabis, en wil weten hoe je een hulp kan zijn voor deze thema’s, dan kan je een kijkje nemen in de brochure ‘maat in de shit’ (http://www.vad.be/media/135765/maat_in_de_shit_jeugdwerk.pdf), bestemd voor leden van een jeugdbeweging of jeugdhuis. Dit is een creatie van de Vereniging voor Alcohol en Drugs (VAD). Let hierbij wel steeds op met de jongeren zelf rekening te houden wat op een specifieke leeftijd nuttig is: het is bijvoorbeeld niet aangewezen om bij de jongste jongeren over de producten zelf, de eigenschappen en de werking te praten aangezien dit hen net kan aansporen tot gebruik.
27
Bijlage 8: Extra uitleg bij de hulpverleningsorganisaties Het Jongerenadviescentrum (JAC): wanneer je jonger bent dan 25 jaar kan je hier terecht voor uiteenlopende vragen omtrent studiekeuze, vrijetijdsbesteding, problemen thuis, holebi’s,… Het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk (CAW): biedt deskundige hulpverlening aan voor mensen met problemen via informatiehulp, opvang en begeleiding. De problemen die aan bod kunnen komen zijn: scheidingen, seksueel misbruik, familiaal geweld, slachtoffer van een misdrijf, thuisloosheid,… Het CAW heeft een lage drempel, het is vlot bereikbaar, er zijn geen wachtlijsten en de eerste hulp is gratis. Het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG): biedt deskundige hulpverlening aan voor jongeren met psychische problemen (of verslavingsproblemen) vanuit een multidisciplinair team (psycholoog, psychiater, sociaal werker,..). Het CGG biet niet dringende psychiatrische, psychologische en sociale zorgverstrekking aan. Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB): ondersteuning en begeleiding bij problemen op school: leerproblemen, spijbelen, faalangst, stress, drugsproblemen maar ook voor inentingen, groeistoornissen en overgewicht. Druglijn: hier kan je terecht voor allerlei vragen omtrent verslavingen (alcohol, cannabis, cocaïne, GHB). Holebifoon: vragen rond holebi’s en transgenders, je kan mailen, bellen en chatten. Tele-onthaal: een telefonische en online hulpdienst voor iedereen die nood heeft aan een luisterend oor. Wanneer het op bepaalde momenten in je leven moeilijk gaat, kan je bij de vrijwilligers van Tele-onthaal terecht voor een gesprek. Zelfmoordlijn: Jongere met zelfmoordgedachten kunnen via deze lijn deskundige hulp krijgen. Het is gratis en voor iedereen die met zelfdoding in aanraking komt. Awel (de vroegere Kinder- en Jongerentelefoon): Jongeren kunnen hier terecht voor vragen en problemen.
28
Bijlage 9: Evaluatieformulier
Evaluatie Vorming NokNok
Inhoud
1.
Voldeed de vorming aan uw verwachtingen?
2.
Was de inhoud concreet genoeg?
3.
Heeft u er iets uit geleerd?
4.
Heeft u er in de praktijk iets aan?
5.
Was de inhoud voldoende onderbouwd?
6.
Vond u de opbouw van het programma degelijk?
Opmerkingen: …………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………….
Opleider(s)
7.
Beheerste(n) opleider(s)t thema?
8.
Was er aandacht voor vragen van deelnemers?
9. Kon(den) de opleider(s) inspelen op het groepsgebeuren?
10. Waren de werkvormen aangepast aan de inhoud?
11. Was de kwaliteit van het cursusmateriaal in orde?
12. Waren de gebruikte hulpmiddelen ondersteunend?
Opmerkingen: …………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………….
zie ook keerzijde
29
Organisatie
13. Was de tijdsindeling goed opgebouwd?
14. Was de duur van de vorming aangepast? te kort Indien niet, duurde de vorming te lang
opmerkingen:
…………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………….
15. Wat heeft u gemist in de vorming? ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………
16. Wat uit de vorming zou u zeker behouden? ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………
Hartelijk dank voor uw medewerking!
30
© VIGeZ 2013 31