Aan de leden van de Provinciale Staten
Nr.: 2004-19.830a/27/A.41, EZ
Groningen, 2 september 2004
Behandeld door Telefoonnummer Antwoord op Bijlage
: : : :
F.J. Ronda (050) 3164375
Onderwerp
:
intrekken van brief van 5 juli 2004 (nr. 2004-9454a/27/A.41) en voorstel subsidietoekenning aan de Stichting Groninger Bedrijfslocaties voor 2005 tot en met 2009
Geachte dames en heren, Bij brief van 5 juli 2004, nr. 2004-09454a/27/A.41 hebben wij u geïnformeerd dat wij voornemens zijn aan de Stichting Groninger Bedrijfslocaties een financiële bijdrage te verstrekken van € 88.000,-- per jaar voor de periode van 2005 tot en met 2009. In die brief wordt tevens gesteld dat wij voornemens zijn onze deelname aan de stichting te continueren en dat op grond van artikel 158 van de Provinciewet u in de gelegenheid wordt gesteld uw wensen en bedenkingen kenbaar te maken. Bij nader inzien is gebleken dat toepassing van artikel 158 hier niet aan de orde is, aangezien dit artikel betrekking heeft op deelname in een (nieuwe) stichting. Bij de oprichting (voor onbepaalde tijd) van de stichting in 1994 is deze weg al bewandeld. Gezien het subsidieverzoek van de Stichting Groninger Bedrijfslocaties is de Kaderverordening subsidies van toepassing. Wij betreuren dit misverstand en wij hebben besloten de brief van 5 juli in te trekken. Bij deze brief gaan wij nog inhoudelijk in op onze overwegingen om de Stichting Groninger Bedrijfslocaties een subsidie voor de periode van 2005 tot en met 2009 te verstrekken, waarbij wordt ingegaan op het evaluatieonderzoek, de werkwijze van het bestuur en de Raad van Deelnemers, de promotie - en acquisitieactiviteiten van de projectmanagers, de kosten en financiering hiervan. 1. Inleiding In de loop van de jaren '90 werd geconsta teerd dat het gezamenlijke optreden van de verschillende overheden een meerwaarde kan hebben bij het voorwaardenscheppend beleid richting potentiële vestigingskandidaten. Acquisitieactiviteiten gebeurden vanuit de eigen gemeentelijke optiek, waardoor er minder onderlinge afstemming plaats vond dan wenselijk was. Naast gemeenten waren ook andere organisaties actief op het gebied van promotie en acquisitie, eveneens zonder voldoende afstemming.
Door de oprichting van een samenwerkingsverband in 1994 onder de naam "Stichting Groninger Bedrijfslocaties (GBL) " is een samenwerking ontstaan die duidelijk een meerwaarde heeft. De Stichting bestaat uit de provincie Groningen, alle gemeenten in de provincie Groningen, de Kamer van Koophandel, Groningen Seaports en de Noordelijke Ontwikkelings Maatschappij. Alle partijen die betrokken zijn bij acquisities van nieuwe bedrijven, maar die zich ook bezig houden met de bevordering van het bestaande bedrijfsleven zijn op deze manier samengebracht. De Stichting heeft tot doel het stimuleren van economische activiteiten, werkgelegenheid en bedrijvigheid in de provincie Groningen, waartoe de Stichting samen met de deelnemers een strategie en een gerichte acquisitie zal ontwikkelen. Het afsluiten van een Managementcontract tussen GBL en de Noordelijke Ontwikkelings Maatschappij (NOM), waarbij de projectmanagers zijn ondergebracht bij de NOM, heeft geleid tot een nauwe samenwerking tussen alle betrokkenen. In de loop van 1994 is een subsidie toegekend voor de jaren 1995 tot en met 1999. Bij besluit van 15 december 1999 hebben Uw Staten ingestemd met de subsidiëring van de Stichting Groninger Bedrijfslocaties wederom voor een periode van 5 jaar voor het jaar 2000 tot en met 2004. Mede op grond van een extern evaluatieonderzoek in 2003 naar het functioneren van de Stichting heeft het bestuur van de Stichting, ondersteund door de Raad van Deelnemers, besloten tot een verzoek voor financiering voor de jaren 2005 tot en met 2009. 2. Evaluatieonderzoeken In 1997 heeft een evaluatie plaatsgevonden van de start van de stichting en de beginjaren van 1994 tot en met 1997. Op basis van de positieve uitkomst van de evaluatie over de beginfase heeft het bestuur besloten om de stichting voort te zetten voor de periode 2000 tot en met 2004. In het jaar 2003 is een nieuw evaluatieonderzoek uitgevoerd door het adviesbureau 2MChange. In dit onderzoek wordt geconstateerd dat de Stichting op bestuurlijk niveau in rustig vaarwater is terecht gekomen. De opzet van de Stichting tot het komen van een betere samenwerking is gerealiseerd en er zijn heldere werkafspraken tussen de gemeenten gemaakt. Daarnaast valt te constateren dat de instelling van een Ambtelijke Werkgroep EZ-ambtenaren een goede aanpak is geweest en dat betrokken ambtenaren op een uitstekende manier samenwerken. De hieruit voortvloeiende samenwerking tussen gemeente en ambtelijk apparaat en het regionale bedrijfsleven komt ook tot uiting in het gezamenlijke optreden op de Beurs Promotiedagen voor het Bedrijfsleven Noord-Nederland. In het evaluatieonderzoek wordt ook melding gemaakt van de overlapping van de werkzaamheden van de projectmanagers voor GBL en de reguliere activiteiten van de NOM. De projectmanagers richten zich op het uitvoeren van een combinatie van activiteiten: a.) accountmanagement (schatgraven) b.) netwerken c.) promotie d.) projecten a.) Het 'schatgraven' (=bedrijfsbezoeken) geeft inzicht in de plannen van bedrijven en levert tips op over voorgenomen investeringen en/of uitbreidingen. Een belangrijk neveneffect is dat door de bedrijfsbezoeken een toenemende kennis van het bestaande bedrijfsleven wordt opgebouwd. Deze activiteit sluit ook aan bij de contacten tussen gemeenten en de bedrijven. b.) Het presenteren van de sterke kanten van de provincie in (boven)regionale netwerkcontacten is een essentieel onderdeel van de acquisitie. Uit ervaring blijkt dan dat het van belang is om intermediaire partijen te informeren over de vele mogelijkheden voor bedrijfsvestiging in Groningen. Deze partijen hebben een grote invloed op het besluitvormingsproces rond de vestiging van een nieuw bedrijf (locatieadviesbureaus).
2
c.) Met de NOM is overeengekomen dat de NOM de promotie voor het bedrijfsleven in Noord-Nederland voor haar rekening neemt met daarbij ook aandacht voor de sterke sectoren in een provincie, zoals de chemiesector in Delfzijl. Daarnaast wordt er in overleg met GBL specifieke aandacht besteed aan "Groningen" promotie, waaronder advertenties in de Noordelijke vakmedia. d.) De kern van het acquisitietraject is de begeleiding van bedrijven die belangstelling hebben voor vestiging in de provincie of bedrijven die uitbreidingsplannen hebben. Daartoe wordt nauw samengewerkt met andere disciplines binnen de NOM en met de betreffende gemeente. Ook de provincie kan een rol spelen in dit traject, vooral waar sprake is van een complexe situatie rond ruimtelijke ordening en milieu. Conclusies uit het evaluatieonderzoek. 1. Alle betrokkenen zijn een voorstander van voortzetting van GBL, waarbij het van belang is dat de partners elkaar als gelijkwaardige partners zien. Zowel de NOM als de leden moeten bereid zijn een transparantie aan te brengen in hun activiteiten richting elkaar en richting de bedrijven met een gezamenlijk belang. 2. Door de goede organisatie van GBL neemt de bestuurlijke betrokkenheid wel enigszins af. De gemeenten, zowel binnen als buiten de economische kernzones, tonen echter nog steeds een brede belangstelling voor GBL. Opvallend is dat de Ambtelijke Werkgroep op een hoge opkomst kan rekenen. Door de manier van samenwerken tussen de ambtenaren ontstaat er voor hen een duidelijke meerwaarde en de goede onderlinge contacten leiden tot een coöperatieve opstelling wederzijds bij acquisities. Ten aanzien van de hoofdtaken van de projectmanagers wordt gesteld dat het de wens van velen is dat de projectmanagers zich niet beperken tot de gemeenten in de economische kernzones. Ook daarbuiten kunnen zich situaties voordoen, waarbij hun inzet noodzakelijk is. Over de financiering wordt gesteld dat de verdeling van de kosten over alle gemeenten al jarenlang een discussie is. Hoewel bij de opzet van de Stichting uitdrukkelijk is uitgegaan van het onderlinge solidariteitsprincipe, laait deze discussie nu en dan op. In algemene zin kan worden geconcludeerd dat alle partijen voorstander zijn van continuering van GBL met vooral de aantekening dat de samenwerking met de NOM meer transparantie behoort te krijgen. 3. Deelnemende gemeenten in en de structuur van het samenwerkingsverband Bij de oprichting van de Stichting GBL hebben alle Groninger gemeenten een Convenant ondertekend om hiermede hun verbondenheid met GBL aan te geven. Binnen de Raad van Deelnemers heeft wel de discussie gespeeld in hoeverre deze structuur gehandhaafd zou moeten worden of dat alleen de economische kernzones tot de deelnemers zouden moeten worden gerekend. Door een ruime meerderheid van de gemeenten is aangegeven dat zij het van belang vinden gezamenlijk door te gaan. Hoewel in het evaluatieonderzoek is gebleken dat de bestuurlijke belangstelling minder is dan in de beginfase, heeft dit voor de Raad van deelnemers niet geleid tot een aanpassing van de structuur. Wel is overeengekomen de vergadering een impuls te geven door het uitnodigen van sprekers met een op dat moment aansprekend onderwerp. 4. Promo tieactiviteiten In het kader van de Noordelijke samenwerking is tussen de provincies en de NOM overeengekomen dat de NOM het initiatief neemt bij de gezamenlijke promotiecampagnes. De NOM stelt hiervoor haar jaarlijkse Acquisitie Ondersteunend Pla n (AOP) op dat wordt gefinancierd met Kompasmiddelen. De NOM richt zich vooral op sectorale campagnes waarbij de kracht van het Noordelijk bedrijfsleven in die sector naar voren wordt gebracht. Deze thematische aanpak komt overeen met de onderzoeken die de
3
NOM verricht (laat verrichten) naar de sterke sectoren in onze provincie. Natuurlijk speelt de chemiesector in onze provincie hierbij een belangrijke rol. De ervaringen met de werkwijze van jaarlijkse promotieplannen zijn positief, waardoor het bestuur heeft besloten deze werkwijze te continueren. 5. Acquisitieprojecten De NOM is een spin in het web bij de acquisitie van nieuwe projecten. Dat is ook een van de redenen geweest dat de twee projectmanagers zijn ondergebracht bij de NOM. Door de contacten ook met andere projectmanagers binnen de NOM en de aanwezigheid van een uitgebreide database zijn veel gegevens voorhanden die bijdragen aan de informatievoorziening aan een potentiële vestiger. In de afgelopen jaren is geconstateerd dat door de economische teruggang zich minder bedrijven aanmelden die belangstelling hebben voor de vestiging van een nieuw bedrijf in de provincie. De groei van de werkgelegenheid ontstaat momenteel vooral vanuit het bestaande bedrijfsleven. Het "schatgraven" bij bestaande bedrijven is da n ook van groot belang om op de hoogte te blijven van de plannen van het bestaande bedrijfsleven. Door het ondersteunen van deze bedrijven bij hun plannen, kunnen uitbreidingsinvesteringen sneller worden gerealiseerd. Uit reacties van betrokken partijen mag worden geconcludeerd dat deze wijze van samenwerking een optimaal resultaat oplevert. Daarbij moet tevens worden geconcludeerd dat bepaalde factoren die van doorslaggevend belang kunnen zijn bij een bedrijfsvestiging of -uitbreiding niet altijd door GBL/NOM te beïnvloeden zijn. GBL is dan ook niet een acquisitieorgaan dat kan worden afgerekend op het aantal verkochte hectares, maar wel op de wijze waarop men het acquisitiebeleid voert. 6. Kosten en financiering In de afgelopen periode is GBL gefinancierd door bijdragen van gemeenten, de provincie, de Kamer van Koophandel, Groningen Seaports en de Noordelijke Ontwikkelings Maatschappij. De gemeenten betalen een bedrag van € 0,15 per inwoner en de provincie, de Kamer van Koophandel, de NOM en Groningen Seaports betalen elk een vast bedrag per jaar. Bij de besprekingen over de financiering van de Stichting voor de komende jaren is door de Raad van Deelnemers uitdrukkelijk naar voren gebracht dat gestreefd diende te worden naar een financiële opzet met een zelfde bijdrage van de gemeente als in de afgelopen jaren. Deze bijdrage was € 0,15 per inwoner gebaseerd op het aantal inwoners per 1 januari van elk jaar. De uitgaven worden geraamd op 1. Projectmanagement 2. Ondersteuningskosten 3. Promotiekosten 4. Organisatiekosten
210.000 5.000 8.000 14.000 __________ 237.000
Ad1. De projectmanagementkosten zijn de kosten van twee projectmanagers, de huisvesting, de secretariële ondersteuning en reiskosten. Ad2. Dit zijn de kosten die de Stichting betaalt aan de provincie Groningen voor de ondersteuning van het bestuurssecretariaat en de financiële boekhouding Ad3. Dit zijn de kosten van enkele specif ieke GBL promotieactiviteiten die zich vooral op het Groninger bedrijfsleven richten.
4
Ad4. Dit zijn de kosten van vergaderingen, bijeenkomsten, briefpapier, jaarverslag, accountantscontrole en de kosten van de Ambtelijke Werkgroep (bedrijfsbezoeken e.d.) De inkomsten (dezelfde bijdrage als in de afgelopen jaren) kunnen als volgt worden geraamd 1. Provincie Groningen 2. Gemeenten 3. NOM 4. Kamer van Koophandel 5. Groningen Seaports
88.000 86.000 45.000 14.000 4.000 __________ 237.000
Hiermede is een sluitende exploitatie verkregen. De bijdrage van de provincie van € 88.000,-- per jaar voor de periode 2005 tot en met 2009 kan worden gefinancierd uit de productgroep Promotie en Acquisitie. Op grond van artikel 10 van de Kaderverordening subsidies kunt u binnen drie weken na dagtekening van deze brief kenbaar maken aan de Statengriffie (tel. 050-3164458 of email:
[email protected]) of u ons besluit wenst te bespreken. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten der provincie Groningen:
, voorzitter.
, secretaris.
5