RAADSBIJEENKOMST LELYSTAD SESSIE 5
Datum: Deelsessie: Doel:
18 februari 2014. 19.55 – 20.45 uur in de Presentatiezaal. Oordeelvorming.
Onderwerp:
A-stukken en algemeen spreekrecht.
Toelichting: Spreekrecht: Het spreekrecht houdt in dat belangstellenden aan het begin van deze sessie de mogelijkheid krijgen de aanwezige raadsleden toe te spreken over een onderwerp dat hen bezig houdt. A-stukken voor de raad: - 1e Wijziging Legesverordening 2014. Behandeling: Aan het begin van de sessie gelegenheid kan gebruik worden gemaakt van het algemene spreekrecht. Hiervoor is maximaal 5 minuten per persoon beschikbaar. Vervolgens kunnen alleen raadsleden vragen stellen over de aangeboden A-stukken aan het college en aan elkaar. Aan het eind van de sessie concludeert de voorzitter of de voorstellen klaar zijn voor besluitvorming als A-stuk. Genodigden: Raadsleden, het college en overige belangstellenden. Programma: • Inleiding door de voorzitter. • Inspreekrecht voor belangstellenden. • Gelegenheid voor raadsleden tot het stellen van vragen en discussie. • Afsluiting door de voorzitter. Achterliggende stukken: Raadsvoorstel 1e wijziging Legesverordening 2014. Toelichting Voorzitter Griffier
: diverse collegeleden. : raadslid Chris van Veluwen. : Nancy IJnema.
Contactadres:
[email protected]
0320 – 278 417.
Voorstel aan de raad Nummer: 141004305
Portefeuille: Programma: Programma onderdeel: Steller: Afdeling: Telefoon: E-mail:
Wethouder Financiën, ruimtelijke ordening en gemeentelijke organisatie Wethouder Onderwijs,. sport, werk en inkomen 2.6 Voor de Lelystedeling 2.6.3 Financiën
G.J. Sikkens BOR Gebouwenbeheer 8830
[email protected]
Punt 9a van de agenda voor de vergadering van 18 februari 2014. Onderwerp: Aankoop Vaartweg 67 Voorgesteld besluit 1. In te stemmen met de aankoop van het pand Vaartweg 67 en te besluiten voor deze aankoop per saldo een krediet beschikbaar te stellen van € 1.600.000. 2. In te stemmen met de voorgestelde dekking van de jaarlijkse lasten van € 462.243 (IHP € 114.500, nieuwe huurovereenkomst met het Concern voor Werk € 356.900). Aanleiding De Gemeenschappelijke Regeling IJsselmeergroep (GR) kent een tweetal hoofdlocaties voor de uitvoering van de werkzaamheden in het kader van de WSW, te weten Emmeloord en Lelystad (Vijzelweg 17). In juli 2013 is het Werkbedrijf Lelystad BV opgericht. Aangezien in de opstelling van het bedrijfseconomisch model van het Werkbedrijf, nadrukkelijk is gekozen voor een intensieve inkooprelatie tussen Werkbedrijf en de exploitatiemaatschappij van Concern voor Werk is het Werkbedrijf tevens gevestigd – als onderhuurder – aan de Vijzelweg. Per 1 januari 2015 wordt de nieuwe Participatiewet van kracht. Een van de belangrijkste nevendoelstellingen van de Participatiewet is de afbouw van de WSW. De instroom van nieuwe medewerkers wordt bevroren en de regeling zelf wordt over een periode van ruim 40 jaar afgebouwd. Dat betekent dat de bestaande infrastructuur van de WSW organisaties vanaf 2015 stapsgewijs zal (moeten) krimpen, respectievelijk worden afgestoten. In Lelystad is gekozen voor een geleidelijke verplaatsing van de inzet van (een deel van) de infrastructuur van WSW activiteiten naar re-integratie werkzaamheden door het Werkbedrijf, in opdracht van de gemeente Lelystad. De vestiging aan de Vijzelweg is verouderd en vraagt in toenemende mate om onderhoud. Het is bij de komst van het Werkbedrijf ook meteen al te klein gebleken hetgeen leidde tot het plaatsen van portacabins aan de voorzijde van het pand. Gezien de lange uitlooptijd voor de afbouw van de WSW is sanering van de bestaande panden en voorzieningen onvermijdelijk. De vraag is of een dergelijke investering verantwoord is en of een heroverweging op een andere vestigingslocatie vanuit bedrijfseconomisch opzicht – kosten versus baten – niet veel meer opportuun is.
Nummer: 141004305 Dit laatste is nu aan de orde gezien de beschikbaarheid van het leegstaande ROC pand aan de Vaartweg 67 te Lelystad dat aan alle vereisten lijkt te voldoen. Het pand aan de Vaartweg beantwoordt aan een reeks van vraagstukken: a. een voor de gemeente Lelystad zowel kosten technisch als instrumenteel verantwoorde locatie voor het Werkbedrijf in opbouw; b. een voor de GR kostentechnisch verantwoorde locatie voor de WSW in afbouw (huur); c. een geschikte alternatieve locatie voor de praktijkopleidingen van respectievelijk de Steiger en Eduvier (de Sliplijn) (beide opleidingen zijn nu ondergebracht in (te) dure huurpanden op hetzelfde industrieterrein en hebben de opdracht naar een goedkoper alternatief te zoeken). Beoogd effect Vestiging van het Concern voor Werk, het Werkbedrijf en de praktijkopleiding van Eduvier (Sliplijn) en de Steiger (Het Bedrijf) in een pand, dat aan de eisen van de moderne tijd voldoet en de kans biedt op synergie tussen de activiteiten van alle partijen. Besparing op kosten voor zowel het IHP als het Concern voor Werk (GR IJsselmeergroep). Argumenten Inleiding Zoals in de aanleiding aangegeven, staat het pand van het ROC Flevoland aan de Vaartweg 67 leeg en biedt het mogelijkheden om een aantal knelpunten op te lossen. Om een en ander te realiseren worden een aantal (trans)acties voorgesteld. 1. In te stemmen met de aankoop van het pand Vaartweg 67 en te besluiten voor deze aankoop per saldo een krediet beschikbaar te stellen van € 1.600.000 A. Het pand aan de Vaartweg 67 van het ROC Flevoland te verwerven voor € 1.600.000 Voor de gemeente Lelystad kunnen met de aankoop van de Vaartweg meerdere voordelen worden behaald: de huisvesting van het Werkbedrijf wordt toekomstbestendig geregeld; de huisvesting van de praktijkopleidingen van de Steiger en Eduvier worden veiliggesteld; de praktijkopleidingen krijgen een unieke kans om in synergie met het Concern voor Werk de opleidingen breder en meer op de echte praktijk afgestemd uit te bouwen; het belang van de gemeente als aandeelhouder van de GR IJsselmeergroep is gediend omdat deze constructie voor de GR ook in financiële zin de meest gunstige is. B. Het pand aan de Vijzelweg van de Gemeenschappelijke Regeling IJsselmeergroep te kopen voor € 600.000 Gezien de afbouwconstructie van de WSW zal de GR in de komende jaren in toenemende mate te maken krijgen met (dreigende) leegstand van panden en onderbenutting van mensen en middelen. Een deel van de oplossing berust in het verhuren/leasen/verkopen van (delen van) de infrastructuur aan derden. Gezien de economische recessie en de aard van de activiteiten van de GR lijkt de gekozen constructie met de collegiale winkelnering door het Werkbedrijf de enig realistische oplossing waar het gaat om het gebruik van de infrastructuur. De locatie Vijzelweg is verouderd en de noodzaak van sanering doet zich voor. Dat of het verhuizen naar een andere locatie. Ten aanzien van een dergelijke sanering doen zich twee belangrijke knelpunten voor: a. gezien de leeftijd en de staat van de panden is het de vraag of een sanering bedrijfseconomisch verantwoord is. Bouw en inrichting zijn dermate verouderd dat de benodigde ingrepen om het pand opnieuw rendabel te maken in termen van functionaliteit en exploitatie, qua kosten niet langer in verhouding lijken te staan tot het haalbaar resultaat; b. onder normale omstandigheden zou afbraak en nieuwbouw veel verstandiger zijn, ware het niet dat de GR juist moet krimpen en derhalve nieuwbouw niet aan de orde is. Een bedrijfseconomisch dilemma derhalve.
TD1402
Paginanummer 2
Nummer: 141004305 Het Werkbedrijf daarentegen heeft te maken met een omgekeerde vraagstelling, namelijk het vinden van een locatie waar voor een tenminste middellange termijn geïnvesteerd kan worden in de opstart en gecontroleerde groei van het bedrijf. Dat betekent het vinden van een locatie die de garantie biedt dat enerzijds alle benodigde functionaliteiten – inclusief kubieke meters en voorzieningen – op de locatie aanwezig zijn en anderzijds dat aard en kwaliteit van de locatie zodanig van kwaliteit zijn dat een verantwoorde exploitatie mogelijk is. Gezien bovenstaande argumentatie gaat het dus om een tweetal kernvragen: I. Hoe kan het Werkbedrijf zodanig gehuisvest worden dat sprake is van een termijnbestendige exploitatie alsmede een niet risicodragende investering door de gemeente Lelystad? II. Welke oplossingsrichting heeft de GR in het zicht van een opgelegde afbouw van de werkzaamheden en geconfronteerd met een onvermijdelijke sanering van de Vijzelweg, als het gaat om een bedrijfseconomisch verantwoorde voortzetting van de activiteiten van Concern voor Werk? Met de aankoop van het ROC pand aan de Vaartweg door de gemeente Lelystad kan aan beide vragen worden voldaan. Bij de uitvoeringslocaties van de GR is sprake van ongunstige omstandigheden. Het pand aan de Produktieweg te Emmeloord staat reeds geruime tijd te koop maar mede gezien de recessie is er nog weinig zicht op een verkoop. Op enig moment zal de GR ook daar de ongewenste afweging moeten maken op sanering, aangezien afstoten door verkoop steeds minder realistisch lijkt te worden. De knelpunten aan de Vijzelweg zijn reeds de revue gepasseerd. Indien het pand meegenomen kan worden in de aankoop van de Vaartweg brengt dat drie grote voordelen voor de GR, namelijk: het voorkomen van in bedrijfseconomische zin ongewenste investeringen; de gemeente Lelystad is bereid om een redelijke vergoeding te betalen aan de GR, hetgeen zowel in de zin van reële marktwaarde als ook in het perspectief van de (on-) verkoopbaarheid van de Vijzelweg in de huidige marktsituatie, gunstig is voor de GR; het onderbrengen van een deel van de activiteiten van de GR in een huuromgeving, te weten de Vaartweg, hetgeen in het perspectief van afbouw minder risicovol is dan het bezit van vastgoed. (Voor de GR blijven de lasten in de nieuwe omgeving gelijk, terwijl de dreigende investeringslast voor sanering van de Vijzelweg wordt weggenomen.) 2. In te stemmen met de voorgestelde dekking van de jaarlijkse lasten van € 462.243 (IHP € 114.500, nieuwe huurovereenkomst met het Concern voor Werk € 356.900) A. Als betaling het pand aan de Vijzelweg over te dragen aan het ROC en het verschil (€ 1.000.000) in geld aan te vullen. Verwerving van de Vaartweg geschiedt tegen een aankoopprijs van € 1.000.000 plus de overdracht van de Vijzelweg (inclusief grond) aan het ROC. De getaxeerde waarde van het ROC pand is € 1.600.000. Omdat de marktomstandigheden niet in het voordeel van het ROC zijn, is een combinatie verkoop “bedacht” die het voor het ROC acceptabel maakt het pand te verkopen, zonder dat hun financiële positie teveel achteruit gaat en tegelijkertijd voor de GR (en de gemeente) een probleem voorkomt met een extra leegstaand pand. Het ROC is niet geïnteresseerd in het pand en zal slechts de grond behouden. B. De raad voor te stellen € 1.600.000 beschikbaar te stellen voor de aankoop van het pand aan de Vaartweg 67 (€ 1.000.000) en de Vijzelweg 17 (€ 600.000). De kostendekkende exploitatie van de Vaartweg – exploitatie en kapitaallasten - door de gemeente Lelystad is mogelijk indien het Concern voor Werk tegen dezelfde exploitatielasten (huur en energie) als aan de Vijzelweg een huurovereenkomst aangaat met de gemeente Lelystad. Het huurcontract wordt aangegaan voor een periode van 2 x 7 jaar, met een herijking van de condities na 7 jaar. Op termijn is er sprake van een krimp van het huurvolume vanuit het Concern – als gevolg van de afbouw van de WSW – maar dat wordt ondervangen door de te verwachten groei van het Werkbedrijf.
TD1402
Paginanummer 3
Nummer: 141004305 De huidige bijdragen van de Steiger en Eduvier zijn een ander onderdeel van de dekking. Door de gezamenlijke huisvesting kan op jaarbasis € 40.000 bespaard worden. De reguliere jaarlast (kapitaallasten en exploitatiekosten) worden gedekt, zonder aanvullende begrotingseisen. Voor 2015 en 2016 loopt een deel van de huur van de ruimte voor Het Bedrijf van de Steiger nog (voor 50%) door en kan niet voortijdig worden beëindigd. Deze kosten worden in het IHP opgenomen. Het aan te vragen krediet van € 1,6 miljoen geeft een jaarlast van € 125.583, die in de begroting wordt gedekt door een bestaande IHP bijdrage en een extra huuropbrengst vanuit het Concern voor Werk. Financiële aspecten Uitgangspunten: - De aankoop van de Vaartweg kost per saldo € 1.600.000. - Vanwege de leeftijd van het pand wordt de afschrijving op 20 jaar gesteld. - Naast de kapitaallasten zijn er kosten voor Groot onderhoud, verzekeringen en OZB
-
De kosten van de exploitatie worden begroot op € 228.486 per jaar
Het totaal van de kosten is jaarljjks € 233.757 + € 228.486 = € 462.243 Om deze kosten te kunnen dekken (eigenaars en gebruikerslasten) zijn er de huidige kosten die vanuit het IHP worden bekostigd en de kosten die het Concern voor Werk nu heeft aan de Vijzelweg. Het totaal aan dekking is nu € 511.400, maar vanaf 2015 zal de bijdrage voor de de Sliplijn van Eduvier in het IHP worden verminderd met € 40.000. De bezuiniging voor de GR is € 65.000 op jaarbasis. Het huurcontract dat door Concern voor Werk met de gemeente Lelystad wordt gesloten heeft een looptijd van tweemaal zeven jaar waarbij na de eerste zeven jaar een herijking plaatsvindt op basis van het aantal te huren vierkante meters en prijsstelling. Het ROC zal opdracht geven voor de sloop van het gebouw, waarvan de kosten worden begroot op maximaal € 100.000, inclusief BTW, Gemeente Lelystad draagt 50% van de sloopkosten, die kunnen worden betaald uit de exploitatiekosten, omdat er in 2014 ruimte ontstaat doordat het Groot Onderhoud nog niet wordt uitgevoerd.
TD1402
Paginanummer 4
Nummer: 141004305 Resumé - Vaartweg 67 wordt aangekocht voor een bedrag van € 1.600.000. - Het gebouw wordt afgeschreven over 20 jaar, de installaties over 15 jaar. - De aankoop leidt tot een jaarlijkse last van € 462.243. - De dekking is voor een deel IHP (€ 114.500), voor een deel de huur die wordt berekend aan het Concern voor Werk (€ 356.900), in totaal € 471.400. Het Concern voor Werk betaalt wat zij nu kwijt is aan huur, energie en dagelijks onderhoud. Kanttekeningen Voor de overdracht wordt een schone grondverklaring gevraagd. Omdat de resultaten van het onderzoek nog niet zijn afgerond, is de afgifte van de verklaring (en de mogelijke kosten voor sanering) een ontbindende voorwaarde in de afspraken. Lelystad, 28 januari 2014. Het college van de gemeente Lelystad, de secretaris,
de burgemeester,
N. Versteeg
M. Horselenberg
TD1402
Paginanummer 5
Raadsbesluit Nummer: 141004305 De raad van de gemeente Lelystad, op voorstel van het college van de gemeente Lelystad d.d. 28 januari 2014; B E S L U I T: 1. in te stemmen met de aankoop van het pand Vaartweg 67 en te besluiten voor deze aankoop per saldo een krediet beschikbaar te stellen van € 1.600.000; 2. in te stemmen met de voorgestelde dekking van de jaarlijkse lasten van € 462.243 (IHP € 114.500, nieuwe huurovereenkomst met het Concern voor Werk € 356.900). Lelystad, 18 februari 2014. De raad van de gemeente Lelystad, de griffier,
TD1402
de voorzitter,
Paginanummer 6
Voorstel aan de raad Nummer: 141004971
Portefeuille: Programma: Programma onderdeel: Steller: Afdeling: Telefoon: E-mail:
Wethouder Economie, wonen, cultuur en dienstverlening. 2.4 Sterke stad 2.4.2 Kwaliteit aanbod versterken
G.J. Put EVO Economie en Vastgoedontwikkeling
Punt 9b van de agenda voor de vergadering van 18 februari 2014 . Onderwerp: BIZ stadshart Voorgesteld besluit De raad voor te stellen de verordening Bedrijfsinvesteringszone Stadshart Biz voor 2013 en 2014 in te trekken.
Aanleiding In 2011 is begonnen met de voorbereiding tot het invoeren van een Bedrijfsinvesteringszone (Biz) voor het stadshart. Onder het vigerende regime van de destijds geldende experimentele wetgeving is eind 2011 de vereiste draagvlakmeting verricht onder de belanghebbenden. Vervolgens is eind 2011 eenmalig de termijn verlengd met een paar weken in januari. Uiteindelijk heeft dit geresulteerd in een collegevoorstel om te komen tot invoering van de Biz per januari 2013.( Invoering jan 2012 en besluit tot uitstel per januari 2013). Er is getoetst aan de betreffende criteria van de draagvlakmeting. Hierbij is gebleken dat het benodigde percentage voorstemmers nipt werd gehaald. Een globale bepaling van de WOZ-waarde liet zien dat ook aan het WOZ-criterium werd voldaan (de voorstemmers dienen tezamen minimaal 50% van de totale waarde te vertegenwoordigen). Vervolgens heeft uw raad een verordening bekrachtigd zodat in 2013 de Biz aanslagen konden worden opgelegd en geïnd. Nadat een aantal bezwaarschriften in 2013 zijn afgehandeld bleven er in de beroepsfase een aantal procedures over. Om goed beslagen ten ijs te komen bij de rechter is het exacte bedrag van de WOZwaarde bepaald. Hiervoor was het nodig dat alle biljetten opnieuw bekeken werden. Daarbij bleek dat de WOZ-waarde ruim 60% is. Bij het lichten van deze biljetten bleek echter ook een cruciale telfout. Destijds zijn abusievelijk twee tegenstemmen ten onrechte als voorstem meegeteld. Deze correctie heeft gelet op de nipte meerderheid van destijds gelijk nadelige consequenties en maakt dat het vereiste draagvlak onder de Biz is weggevallen.
Nummer: 141004971 Hiernavolgend de tabel uit het collegebesluit van 30 mei 2012, aangevuld met de cijfers januari 2014.
a. b. c. d. e. f. g. h. i.
Aantal verstuurde stemkaarten Totaal terug ontvangen stemmen Retour TNT wegens ‘onbezorgbaar’ Ongeldige stemmen Totaal geldig uitgebrachte stemmen Totaal stemmen vóór inwerkingtreding Totaal stemmen tegen inwerkingtreding Opkomstpercentage Percentage stemmen vóór inwerkingtreding
Voor verlenging 354
Na verlenging 354
Januari 2014
181
187
187
6
6
6
4 177
4 183
4 183
116
122
120
61
61
63
e : a-c
52%
52,6%
52,6%
f:e
65,54%
66,7%
66%
354
Om tot voldoende draagvlak te komen zijn de volgende percentages nodig: Nodig Opkomst Verdeling voorstanders / tegenstanders Voorstanders dienen een WOZ waarde te vertegenwoordigen van minimaal
50% 66,7 / 33,3 50%
Resultaat Voor verlenging 52% 65,54%
Resultaat na verlenging
Resultaat 2014
52,6% 66,7%
52,6% 66%
Rekenkundig bepaald en voldoende
Rekenkundig bepaald en voldoende
61,4%
Beoogd effect Correctie op het formeel juridisch kader door het intrekken van de verordening.
Argumenten Met de uitkomst van deze hertelling het draagvlak van de Biz onder de vereiste 66,7% gekomen. Derhalve kan de Biz verordening niet gehandhaafd worden.
Financiële aspecten De financiële effecten voor 2013 worden betrokken bij de jaarrekening 2013. Voor de dekking van aangegane subsidieverplichting over 2014 ad € 96.000 en de kosten van de draagvlakmeting komt het college met een voorstel naar de raad. Voor overige afspraken voor 2014 en volgende jaren zal eveneens een nader voorstel aan de raad worden aangeboden. Kanttekeningen Niet van toepassing.
TD1402
Paginanummer 2
Nummer: 141004971
Communicatie en voortgang Het bestuur van de stichting ondernemersfonds Groene Carré en de ondernemers worden rechtstreeks geïnformeerd. Met betrekking tot het verloop in 2014 en 2015 worden in afstemming met de stichting nieuwe afspraken gemaakt.
Lelystad, 28 januari 2014. Het college van de gemeente Lelystad, de secretaris,
de burgemeester,
N. Versteeg
M. Horselenberg
TD1402
Paginanummer 3
Raadsbesluit Nummer: 141004971 De raad van de gemeente Lelystad, op voorstel van het college van de gemeente Lelystad d.d. 28 januari 2014; B E S L U I T: de verordening Bedrijfsinvesteringszone Stadshart Biz voor 2013 en 2014 in te trekken.
Lelystad, 18 februari 2014. De raad van de gemeente Lelystad, de griffier,
TD1402
de voorzitter,
Paginanummer 4
Voorstel aan de raad Nummer: 131064441
Portefeuille: Programma: Programma onderdeel: Steller: Afdeling: Telefoon: E-mail:
wethouder economie, wonen, cultuur en dienstverlening 2.4 Sterke stad 2.4.2 Kwaliteit aanbod versterken
I. Habets BLD Ruimtelijk Economisch Beleid 0320-278770
[email protected]
Punt 9c van de agenda voor de vergadering van 18 februari 2014. Onderwerp: Startnotitie actualisatie woonvisie. Voorgesteld besluit 1. In te stemmen met het actualiseren van de huidige woonvisie “Lelystad, een vitale woonstad, een publieksnotitie, 2009-2014” conform bijgevoegde startnotitie. 2. De ambitie “Lelystad, vitale woonstad”, als hoofdambitie voor de geactualiseerde woonvisie vast te stellen. 3. De doelstellingen a. “Vitale wijken” en b. “Groei richting 80.000 inwoners” vast te stellen voor de geactualiseerde woonvisie. Aanleiding In 2009 is de huidige woonvisie “Lelystad, een vitale woonstad, een publieksnotitie, 2009-2014” vastgesteld. Alleen al het feit dat de looptijd van de huidige woonvisie bijna verstreken is, maakt dat de woonvisie geactualiseerd dient te worden. De woonvisie is immers het belangrijkste kader voor al het andere woonbeleid, zoals bijvoorbeeld prestatieafspraken met corporaties en het meerjarenbouwprogramma. Sinds 2009 is er echter ook inhoudelijk veel veranderd. De financiële crisis die vanaf 2008 de wereld in z’n greep houdt is er mede de oorzaak van dat de woningmarkt in een crisis is beland. Ook is bepaalde wet- en regelgeving op het gebied van wonen gewijzigd. Daarnaast hebt u op 29 januari 2013 het besluit “Herijking Structuurvisie Lelystad 2015-2030” genomen. Hiermee hebt u onder andere een aantal kaders ten aanzien van “wonen” vastgesteld. U vraagt hiermee het college om op basis van deze kaders een startnota met een raadsvoorstel voor te bereiden. Op dit moment wordt gewerkt aan de “lichte actualisatie Structuurplan Lelystad 2015”. Dit geactualiseerde structuurplan wordt nog in 2013 door u behandeld. Kortom, voldoende redenen waarom de huidige woonvisie geactualiseerd dient te worden. Beoogd effect Een geactualiseerde woonvisie voor vijf jaar (2015-2019) die de kaders biedt voor toekomstig woonbeleid.
HB1311
paginanuumer 1
Nummer: 131064441 Argumenten 1.
2. 3.
Met het actualiseren van de huidige woonvisie is er weer een actuele woonvisie voor de komende vier jaar die de kaders biedt voor toekomstig woonbeleid, waaronder onder andere het nieuwe Lokaal Akkoord Gemeente Lelystad – Centrada 2015-2018, maar ook het MeerjarenBouwProgramma. ‘Lelystad, vitale woonstad’ is de hoofdambitie uit de huidige woonvisie ‘Lelystad, een vitale woonstad, een publieksnotitie 2009-2014, en is nog steeds actueel. De doelstellingen a. ‘Vitale wijken’ en b. ‘Groei richting 80.000 inwoners’ zijn uit de huidige woonvisie en eveneens nog steeds actuele uitgangspunten.
Financiële aspecten Geen. Kanttekeningen Geen. Communicatie en voortgang Het participatietraject zal zich, omdat het hier gaat om een actualisatie van bestaand beleid dat vooral kaderstellend en strategisch is, beperken tot overleg met de voor wonen direct betrokken partners intern en extern (zie kopje ‘organisatie’ in startnotitie). Bewoners zullen dus niet direct bij het opstellen van de woonvisie worden betrokken. Via behandeling door uw raad in een BOB-sessie kunnen bewoners hun mening kenbaar maken. Na vaststelling door uw raad zal de notitie gepubliceerd worden en onder betrokken organisaties worden verspreid. Lelystad, 5 november 2013. Het college van de gemeente Lelystad, de secretaris,
de burgemeester,
N. Versteeg
M. Horselenberg
HB1311
paginanuumer 2
Raadsbesluit Nummer: 131064441 De raad van de gemeente Lelystad, op voorstel van het college van de gemeente Lelystad d.d. 5 november 2013; B E S L U I T: 1. in te stemmen met het actualiseren van de huidige woonvisie ‘Lelystad, een vitale woonstad, een publieksnotitie, 2009-2014 conform bijgevoegde startnotitie; 2. de ambitie ‘Lelystad, vitale woonstad, als hoofdambitie voor de geactualiseerde woonvisie vast te stellen; 3. de doelstellingen a. ‘Vitale wijken’ en b. “Groei richting 80.000 inwoners” vast te stellen voor de geactualiseerde woonvisie. Lelystad, 18 februari 2014. De raad van de gemeente Lelystad, de griffier,
HB1311
de voorzitter,
paginanuumer 3
STARTNOTITIE Onderwerp: Datum: Behandelend ambtenaar:
Actualisatie woonvisie December 2013 Ilse Habets-Meinen (BLD-REB)
Opdrachtnemer: Opdrachtgever: Portefeuillehouder:
J. de Vries (BLD) N. Versteeg (Directie) J. Fackeldey
Inleiding De huidige woonvisie ‘Lelystad, een vitale woonstad, een publieksnotitie, 2009-2014’ dateert van 2009. Alleen al het feit dat de looptijd van de huidige woonvisie bijna voorbij is, maakt dat de woonvisie geactualiseerd dient te worden. De woonvisie is immers het belangrijkste kader voor al het andere woonbeleid, zoals bijvoorbeeld prestatieafspraken met corporaties en het meerjarenbouwprogramma. Sinds 2009 is er echter ook inhoudelijk veel veranderd. De financiële crisis die vanaf 2008 de wereld in z’n greep houdt is er mede de oorzaak van dat woningmarkt in een crisis is beland. Daarnaast is ook bepaalde wet- en regelgeving op het gebied van wonen gewijzigd. Kortom, redenen genoeg om juist nu de woonvisie te actualiseren.
Doel en inhoud Deze startnotitie heeft twee doelen. In de eerste plaats worden met deze startnotitie de ambitie en hoofddoelstellingen van de te actualiseren woonvisie vastgelegd. Ten tweede wordt in deze startnotitie beschreven hoe de geactualiseerde woonvisie tot stand komt. De geactualiseerde woonvisie bevat een concrete uitvoeringsagenda met smartdoelstellingen, prioriteiten, inspanningen, financiën en een fasering. Deze startnotitie bevat dan ook twee delen: een inhoudelijk deel en een deel over de werkwijze. In deze startnotitie komt het volgende aan bod: Deel 1 - Maatschappelijke ontwikkelingen - Beleidswijzigingen - Ambitie en hoofddoelstellingen voor toekomstig woonbeleid Deel 2 - Plan van aanpak, inclusief planning, organisatie en urenraming - Resultaat - Communicatie
Deel 1 Maatschappelijke ontwikkelingen Economisch De ontwikkelingen op de woningmarkt zijn de afgelopen jaren sterk beïnvloed door de financiële en economische crisis van 2008 en de mede daaruit voortgekomen crisis op de woningmarkt. Sindsdien is het aantal te koop staande woningen verder toegenomen terwijl het aantal transacties is afgenomen. De prijzen van koopwoningen zijn sindsdien behoorlijk gedaald maar dit heeft nog niet geleid tot het vlottrekken van de woningmarkt. De aangescherpte normen van het rijk en de banken leiden er toe dat de leencapaciteit van woonconsumenten fors is gedaald. Daarnaast is het consumentenvertrouwen historisch laag. 1
Een andere factor die doorstroming op de woningmarkt in de weg staat is het feit dat veel hypotheken ‘onder water staan’, dat wil zeggen dat de hypotheekschuld hoger is dan de waarde van de woning. De crisis en de stagnatie op de koopmarkt heeft ook gevolgen voor de huurmarkt. De druk op de huurmarkt wordt groter. Huishoudens die anders zouden doorstromen naar een koopwoning blijven nu (langer) in de huurwoning wonen. Aan de andere kant loopt door de crisis de werkloosheid op wat de vraag naar sociale huurwoningen zou kunnen vergroten, hoewel dit effect voor een deel teniet zal worden gedaan door verscherpte regels bij de woningtoewijzing (90% van de vrijkomende huurwoningen moet sinds 2011 worden toegewezen aan huishoudens met een inkomen tot € 34.229 (prijspeil 2013). Door de gebrekkige doorstroming en het lage consumentenvertrouwen ligt de bouwproductie veel lager dan voor de crisis en loopt de werkloosheid in deze sector op. Demografisch Op 1 januari 2013 telde Lelystad 75.787 inwoners. Dit is 455 inwoners meer dan één jaar eerder. Lelystad is twee keer zo hard gegroeid als het jaar daarvoor, toen de toename 219 inwoners was. Voor komend jaar wordt een groei van 511 inwoners verwacht. Op 1 januari 2014 komt het aantal inwoners dan uit op 76.298 personen. In 2022 wordt de 80.000ste inwoner van Lelystad verwacht. De verwachte jaarlijkse groei van Lelystad ligt in de periode van 2013 t/m 2019 tussen 300 en 500 inwoners per jaar. Vanaf 2020 wordt verwacht dat Lelystad zal groeien met 600 tot 850 inwoners per jaar. Dat Lelystad blijft groeien, komt omdat in de meest recente bevolkingsprognose aangenomen wordt dat in Lelystad meer woningen gebouwd worden dan voor de behoefte van de ‘eigen’ inwoners noodzakelijk is. Verondersteld wordt dat (vanaf 2018) een groot deel van de extra ruimte op de woningmarkt, wordt gevuld door nieuwe inwoners. Lelystad is aan het vergrijzen. In een rap tempo neemt het aantal senioren in Lelystad toe. Sinds 2011 is de groei in een stroomversnelling gekomen. Tot en met 2018 groeit de groep 65 jaar t/m 74 jaar het meeste, maar vanaf 2019 komt de ‘dubbele vergrijzing’ op zetten. Vanaf dan zal de toename van het aantal senioren vooral komen door mensen die 75 jaar en ouder worden. In 2013 was 13% van de inwoners van Lelystad 65 jaar of ouder. In totaal iets meer dan 10.000 personen. Van alle inwoners had 9% een leeftijd tussen 65 en 75 jaar (6.760) en zo’n 4% van de senioren (3.300) was 75 jaar of ouder. In 2021 bereikt de leeftijdsgroep 65 tot 75 jaar zijn grootste omvang van bijna 9.650 personen (12% van de bevolking). Het aantal personen van 75 jaar of ouder is dan toegenomen tot 4.800 personen (6%). Na 2021 neem het aantal 65 tot 75 jarigen weer langzaam af. Het aantal 75-plussers stijgt daarentegen nog flink door. In 2025 zal meer dan 40% van de senioren 75 jaar of ouder zijn. In deze groep neemt de zorgvraag snel toe en de kans om alleen achter te blijven wordt steeds groter. Demografische ontwikkelingen hebben invloed op het ruimtelijk beleid, dus bijvoorbeeld ook op de kwantitatieve en kwalitatieve vraag naar woningen. De verschillende demografische trends zullen dus worden meegenomen bij de totstandkoming van de woonvisie.
Beleidswijzigingen Landelijk Mede vanwege de crisis op de woningmarkt is ook op rijksniveau veel aandacht voor het wonen. Op 29 oktober 2012 is het regeerakkoord van VVD en PvdA gepresenteerd. Op 5 november is het kabinet Rutte II beëdigd. Met het aanstellen van een minister voor Wonen en Rijksdienst (op het ministerie van Binnenlandse Zaken) wordt in het regeerakkoord aangegeven dat de VVD en PvdA serieus werk willen maken van de hervormingen op de woningmarkt. In het regeerakkoord worden zowel de koopsector als de huursector aangepakt. In februari 2013 is er vervolgens door de regeringspartijen een woonakkoord gesloten met D66, ChristenUnie en SGP. Hierin staan maatregelen en hervormingen genoemd die de problemen op de woningmarkt moeten verhelpen. Hiermee wordt deels invulling gegeven aan afspraken uit het regeerakkoord. Een deel van de afspraken uit het woonakkoord vindt zijn vervolg in de herziening van de woningwet (Herzieningswet toegelaten instellingen) en de herziening van de huisvestingswet. Zo wordt het werkgebied van corporaties toegespitst op hun kerntaak, het aanbieden van betaalbare woningen aan mensen die niet zelfstandig in hun huisvesting kunnen voorzien. Naar verwachting wordt in een novelle op de Herzieningswet toegelaten instellingen hier een invulling aangegeven. Woningcorporaties worden verplicht om met hun werkzaamheden naar redelijkheid bij te dragen aan het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid wat in principe uitmondt in (prestatie)afspraken tussen gemeente en corporatie. Voorwaarde hiervoor is dat de gemeente beschikt over een vastgesteld volkshuisvestingsbeleid, zoals een woonvisie. Een van de grootste veranderingen zal zijn dat de verhouding tussen gemeenten en corporaties behoorlijk zal wijzigen. Er zal worden gewerkt aan een verbetering van de verantwoording naar en relatie met de stakeholders, zoals gemeenten. In het bijzonder wordt de rol van gemeenten richting corporaties versterkt. 2
Zo krijgen prestatieovereenkomsten een wettelijke basis, worden bepaalde zaken afdwingbaar en wordt de inspraak van huurders bij wet geregeld. Dit alles is nog eens bevestigd in de brief van 17 september 2013 betreffende de hervormingsagenda woningmarkt van de minister voor Wonen en Rijksdienst aan de Tweede Kamer. In deze brief staat tevens een ‘routekaart maatregelen woningmarkt’ inclusief planning. Daarnaast zijn er ook belangrijke beleidswijzigingen op komst op terreinen die het beleidsveld wonen raken zoals ‘wonen en zorg’ en duurzaamheid. Op het gebied van wonen en zorg zijn de maatregelen nog niet volledig uitgewerkt, maar zeker is dat een van de gevolgen van de transitie van AWBZ naar WMO zal zijn dat er steeds meer mensen langer thuis blijven wonen en zorg thuis ontvangen. De gevolgen hiervan zullen meegenomen worden bij de actualisatie van de woonvisie. Wat betreft duurzaamheid zal het kabinet de komende jaren 400 miljoen euro uittrekken om sociale huurwoningen mee te vergroenen. Deze verduurzaming van de woningen is ook gericht op het bijdragen aan een oplossing voor de stijgende woonlasten (huur en energielasten), die zeker in de sociale huursector een dreigend probleem vormen. In de woonvisie wordt onderzocht op welke wijze de verduurzaming van de woningvoorraad vorm kan krijgen. Ten slotte is, naast de aandacht voor het wonen op rijksniveau, het in meer algemene zin zo dat de verhouding tussen overheid en samenleving sterk aan het veranderen is. In de steeds complexer wordende samenleving wordt van de gemeente verwacht op verschillende speelvelden andere rollen te spelen. Van zorgend naar participerend en vooral faciliterend. Op 17 september zei koning WillemAlexander in zijn eerste troonrede dat de klassieke verzorgingsstaat plaats moet maken voor een zogenaamde ‘participatiesamenleving’. Gemeentelijk De gemeenteraad van Lelystad heeft op 29 januari 2013 een besluit genomen ten aanzien van de herijking structuurvisie Lelystad 2015-2030. Hiermee zijn ook een aantal kaders vastgesteld voor het bestuurlijk handelen ten aanzien van ‘wonen’. In het najaar 2013 wordt de geactualiseerde structuurvisie naar verwachting vastgesteld. De geactualiseerde woonvisie past binnen de kaders van de structuurvisie. Begin 2013 heeft gemeente Lelystad samen met het ministerie van BZK en Centrada een groot aantal commerciële en maatschappelijke organisaties, zowel gericht op de sociale als fysieke leefomgeving, uitgenodigd om met proposities te komen om de problemen in de Atol en Zuiderzeewijk aan te pakken. Partijen hebben inmiddels een viertal proposities geformuleerd en werken deze uit tot concrete plannen. Het is de bedoeling dat partijen eind dit jaar met de eerste concrete resultaten komen. Bewoners worden dan ook nadrukkelijk in het proces betrokken. De gemeente heeft een faciliterende rol in dit proces. Rond de jaarwisseling zal een plan aan de raad gepresenteerd worden met een voorstel voor de verdere ontwikkeling van de Ronde Tafel 2014-2015. Daarnaast zal t.b.v. de collegeonderhandelingen geschetst worden hoe in de periode 2014-2020 ‘stedelijke vernieuwing op uitnodiging’ vorm kan krijgen. Gevolgen De landelijke en gemeentelijke beleidswijzigingen en initiatieven hebben gevolgen voor het wonen in Lelystad. De afbakening van het werkgebied van de corporaties en de sterkere rol van de gemeente richting corporaties, zullen gevolgen hebben. Echter, deze maatregelen zijn nog niet helemaal uitgewerkt zodat het nog moeilijk in te schatten is wat precies de consequenties zijn. Op de hierboven genoemde routekaart maatregelen woningmarkt staan ook meer concrete maatregelen genoemd, onder meer ook het aanpassen en vereenvoudigen van het woningwaarderingsstelsel later gevolgd door het invoeren van de huursombenadering. Dit kan, in combinatie met de verhuurderheffing (wordt vastgelegd in de wet maatregelen woningwet 2014), behoorlijke gevolgen hebben voor de investeringsmaatregelen van corporaties. Voor Centrada betekent dit waarschijnlijk dat zij minder terugverdienmogelijkheden heeft dan bijvoorbeeld corporaties in de Randstad omdat de hoogte van de huren onder meer afhankelijk worden gemaakt van de WOZ-waarde per vierkante meter. De WOZwaarden zijn in Lelystad relatief laag. Hoewel de woningen vaak relatief groot zijn, waardoor het effect van deze maatregel enigszins gematigd wordt, zullen de maximale huren dus onder druk komen te staan. Daarnaast speelt het feit dat Centrada bij te hoge huren een reële kans loopt op leegstand omdat een groot deel van de bevolking deze huren niet kan betalen. De betaalbaarheid en bereikbaarheid van het wonen heeft landelijk, maar zeker ook in Lelystad de aandacht. Dit zal zeker een belangrijk item worden bij de totstandkoming van de geactualiseerde woonvisie.
Ambitie en hoofddoelstellingen voor toekomstig woonbeleid De woonvisie voor de jaren 2014 - 2019 is een actualisatie van de woonvisie 2009 - 2014.
3
Hoewel de omstandigheden zijn veranderd streven wij de ambitie, ‘Lelystad een vitale woonstad’, en de hoofddoelstellingen, ‘groei richting 80.000 inwoners’ en ‘vitale wijken’ (evenwichtige bevolkingssamenstelling, betrokken en verbonden bewoners en kwalitatief goede woningen en woonomgeving), nog steeds na. Het gaat er in Lelystad om de stad zo aantrekkelijk mogelijk te houden/te maken. Tot nu toe lag de focus daarbij vooral op de nieuwbouw. De komende jaren zal ook hier aandacht voor zijn, maar zal de focus vooral teruggelegd worden naar de bestaande stad. Binnen de bestaande stad zijn er delen die extra de aandacht behoeven. Hier zal op ingezet worden met behulp van stadsvernieuwing (de eerder genoemde ‘stedelijke vernieuwing op uitnodiging’). De doelstellingen uit de huidige woonvisie zijn echter niet veranderd. In de geactualiseerde woonvisie zijn dit dan ook opnieuw de uitgangspunten. In de geactualiseerde woonvisie zal dan ook de nadruk komen liggen op actualisatie van de instrumenten. De geactualiseerde woonvisie biedt het kader voor: 1. Vitale wijken/bestaande stad a. Vasthouden huidige bewoners b. Aanpak problematiek wijken uit jaren 70 en 80 c. Kwalitatief goede woningen d. Kwalitatief goede woonomgeving 2. Groei richting 80.000 inwoners a. Temporisering nieuwbouw b. Aantrekken nieuwe bewoners c. Vasthouden huidige bewoners d. Differentiatie woonmilieus e. Keuzemogelijkheden Daarnaast zijn er randvoorwaarden waar blijvend aan moet worden gewerkt om bovenstaande te bereiken en te ondersteunen, te weten: 1. 2. 3. 4. 5.
Groei werkgelegenheid Imago van de stad Aantrekkelijke woonomgeving Verduurzaming en toekomstbestendig maken van de bestaande woningvoorraad Veranderende rolverdeling tussen gemeente en inwoners
Deel 2 Plan van Aanpak In grote lijnen zullen de volgende werkstappen worden gezet: Actie Inventarisatie bestaand beleid, onderliggende stukken Inventarisatie thema’s en onderwerpen Overleg met betrokken afdelingen Opstellen eerste concept actualisatie woonvisie Bespreken eerste concept met betrokken afdelingen Eerste concept bespreken met portefeuillehouder Concept bespreken met raad en externe partijen (Centrada, HVOB, SHW, makelaarsoverleg, OBL, wijkraden) Resultaten van besprekingen verwerken in het tweede concept Bespreken tweede concept met betrokken afdelingen Bespreken tweede concept met portefeuillehouder Opstellen definitieve versie en gereed maken voor collegebehandeling Definitieve versie in schriftelijke ronde langs betrokken afdelingen, externe partijen en portefeuillehouder Behandeling in college Na besluitvorming in college door naar de gemeenteraad voor besluitvorming
4
De planning is als volgt: Behandeling startnotitie in college Behandeling startnotitie in gemeenteraad Uitvoeren actualisatie Besluitvorming college Besluitvorming gemeenteraad
Uiterlijk 5 november December 2013 December t/m juni 2014 Derde/vierde kwartaal 2014 Vierde kwartaal 2014
In dezelfde tijdspanne wordt gewerkt aan een nieuw Lokaal Akkoord 2015-2018 en aan een geactualiseerde visie en programma ‘Wonen, welzijn, zorg’. Deze producten worden eveneens in het vierde kwartaal van 2014 ter besluitvorming aangeboden. De volgende afdelingen worden betrokken bij het proces: - Beleid (wonen, zorg, duurzaamheid) - Economie en Vastgoedontwikkeling - Ruimtelijke dienstverlening en belastingen - Beheer van Openbare Ruimte - Communicatie - Ingenieursbureau en projectmanagement (IBP) De volgende externe partijen worden betrokken bij het proces: - Corporaties - OBL (Overleg Bouwnijverheid Lelystad) - Makelaarsoverleg - Huurdersvereniging HVOB - Wijkraden - Gedeputeerde Staten van Flevoland - Burgemeester en wethouders van aangrenzende gemeenten (Almere, Dronten, Zeewolde) - Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) - Metropool Regio Amsterdam (MRA) Geschat aantal uren De uren beleid behoren tot de normale taakuitvoering van de afdeling Beleid, en zitten in de bestaande formatie. Voor de andere afdelingen wordt in totaal 150 uren aan inzet gevraagd. De inzet van de uren wordt vooraf besproken met de desbetreffende afdelingshoofden. Geschat aantal uren: - afdeling Beleid: 350 - andere afdelingen: 150 De kosten voor het totaal aantal uren van 500 bedragen € 34.225.
Resultaat 1. Een, voor het publiek goed leesbare, korte en bondige geactualiseerde woonvisie inclusief uitvoeringsparagraaf voor 5 jaar, die het kader biedt voor het toekomstig woonbeleid 2. De geactualiseerde woonvisie vormt het kader voor het opstellen en implementeren van tactisch en operationeel beleid en instrumentarium zoals onder andere het meerjarenbouwprogramma, prestatieafspraken met corporaties en eventueel andere partners, het begeleiden van nieuwe initiatieven op gebied van wonen en ander woonbeleid 3. Het woonbeleid raakt vele andere beleidsterreinen, zoals het sociale beleid, zorg, energie en duurzaamheid, beleid beheer openbare ruimte, ruimtelijk beleid, stedelijke vernieuwing etc. De geactualiseerde woonvisie geeft een instrumentele uitvoering aan deze samenhangende beleidsterreinen.
Communicatie Het participatietraject zal zich, omdat het hier gaat om een actualisatie van bestaand beleid, beperken tot overleg met de voor wonen direct betrokken partners intern en extern (zie ‘organisatie’). Gezien de aard van de geactualiseerde woonvisie (kaderstellend, strategisch) zullen bewoners niet direct bij het opstellen van de notitie betrokken worden. Via behandeling in een BOB-sessie kunnen bewoners hun kenmerken kenbaar maken. Na vaststelling door de raad zal de geactualiseerde woonvisie ter inzage worden gelegd en onder betrokken organisaties worden verspreid. 5
De uren voor afdeling Communicatie bestaan uit het bieden van ondersteuning bij het betrekken van externe partijen en de formele communicatie rond de besluitvormingstrajecten.
6
Jaarafspraken 2014 Gemeente Lelystad – Centrada
Lokaal Akkoord gemeente Lelystad – Centrada; jaarafspraken 2014
1
De ondergetekenden, de gemeente Lelystad, gevestigd te Lelystad, kantoorhoudende Stadhuisplein 2 te Lelystad, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de burgemeester van Lelystad, handelende ter uitvoering van het besluit d.d. 12 november 2013, nummer 131066129, van het college van de gemeente Lelystad, hierna te noemen ‘de gemeente’. en de stichting: Woonstichting Centrada, gevestigd te Lelystad, kantoorhoudende Wigstraat 18 te Lelystad, handelende onder de naam Centrada, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer E.H. Bronkhorst, directeur-bestuurder, hierna te noemen: ‘Centrada’. komen het volgende overeen:
Lokaal Akkoord gemeente Lelystad – Centrada; jaarafspraken 2014
2
Inleiding Naar een nieuw Lokaal Akkoord In december 2009 hebben de gemeente Lelystad en Centrada het derde Lokaal Akkoord gesloten. Dit Lokaal Akkoord heeft een looptijd van vier jaar (2010 tot en met 2013) en wordt ieder jaar uitgewerkt in specifieke jaarafspraken. De oorspronkelijke gedachte was om in de loop van 2013 het Lokaal Akkoord 2010-2013 te evalueren en een nieuw Lokaal Akkoord 2014-2017 op te stellen. Besloten is om het opstellen van het nieuwe Lokaal Akkoord met één jaar op te schuiven en in 2014 (nadat het Lokaal Akkoord 2010-2013 is geëvalueerd) een nieuw Lokaal Akkoord 20152018 overeen te komen. De belangrijkste reden om pas in 2014 een nieuw Lokaal Akkoord op te stellen, is dat hierdoor de te maken prestatieafspraken goed kunnen aansluiten op het nieuwe collegeprogramma, dat halverwege 2014 zal worden opgesteld. Daarnaast wordt er in 2014 ook gewerkt aan een nieuwe Woonvisie, alsmede aan een nieuw programma Wonen-Welzijn-Zorg; beide documenten leveren belangrijke input op voor het Lokaal Akkoord. Ten slotte is er in 2014 ook meer duidelijkheid over de wijzigingen in de Woningwet, waarin de taakafbakening van de corporaties alsmede de verhouding tussen gemeente en corporaties nader wordt omschreven. Voor het tussenliggende jaar 2014 zijn voorliggende jaarafspraken opgesteld. Deze jaarafspraken borduren enerzijds voort op het Lokaal Akkoord 2010-2013 en sorteren anderzijds ook reeds voor op het nieuw op te stellen Lokaal Akkoord 2015-2018. Jaarafspraken 2014 Deze prestatieafspraken hebben betrekking op het jaar 2014. De afspraken gelden vanaf 1 januari 2014 en eindigen op 31 december 2014. De jaarafspraken 2014 hebben de volgende doelen: - De inspanningen van partijen om een kwantitatief en kwalitatief voldoende kernvoorraad (sociale sector) voor de doelgroepen van beleid te realiseren, te monitoren en (bij) te sturen. - De inspanningen van partijen om zo transparant en zo rechtvaardig mogelijk woningen te verdelen en de verdeling van woningen aan de doelgroepen te monitoren en (bij) te sturen. - Richting te geven aan de gezamenlijke inspanning om de woon- en leefkwaliteit te waarborgen. Het komende jaar zullen de jaarafspraken, zoals gebruikelijk, tweemaal tussendoor worden geëvalueerd: na het eerste kwartaal en na het tweede kwartaal. Begin 2015 zal een eindevaluatie van de jaarafspraken 2014 worden opgesteld. Ontwikkelingen corporatiesector/Ondernemingsplan Centrada De landelijke politiek heeft besloten tot het instellen van een verhuurderheffing: een soort belasting op huurinkomsten voor woningen in de sociale huursector (< € 681,02; prijspeil 2013). Daarnaast worden corporaties geconfronteerd met heffingen ten behoeve van de sanering van collega-probleemcorporaties. Voor Centrada betekent dit in 2014 dat een bedrag van ongeveer € 5,5 miljoen (10% van de huurinkomsten) moet worden afgedragen als gevolg van beide heffingen. In de jaren na 2014 loopt dit bedrag nog verder op. Centrada en de gemeente spannen zich in een presentatiewijze te ontwikkelen waarbinnen de effecten van maatregelen op bijvoorbeeld de investeringscapaciteit, de bijdragen aan de leefbaarheid, de huurniveaus en de bedrijfslasten van Centrada eenduidig inzichtelijk gemaakt kunnen worden. Centrada heeft in 2013 intensief overleg gevoerd met verschillende betrokken partijen (huurdersvereniging HVOB, gemeente, zorg- en welzijnsinstellingen) over de gevolgen hiervan. Met in achtneming van de inbreng van de verschillende stakeholders is gekozen voor een strategie waarbij het accent voor de komende jaren ligt op het behoud van de huidige woningvoorraad, zowel voor wat betreft de omvang als het kwaliteitsniveau. Nieuwbouw vindt plaats op beperkte schaal (afronden van afgesproken projecten); verkoop gebeurt alleen aan zittende huurders. Om voldoende beweging in de woningmarkt te houden zal de doorstroming worden bevorderd. Het voor de huurders betaalbaar houden van de voorraad (uitgaande van de door het rijk bepaalde huurtoeslagnormen) is hierbij een belangrijke randvoorwaarde. Dit effectueert
Lokaal Akkoord gemeente Lelystad – Centrada; jaarafspraken 2014
3
Centrada enerzijds via het huurbeleid en anderzijds door te blijven investeren in energiebesparende maatregelen. Daarnaast wordt ingespeeld op de vergrijzing door woningen aan te passen, zodat ouderen en andere zorgbehoevenden langer zelfstandig kunnen blijven wonen. Door de nadruk te leggen op efficiënt beheer kunnen kosten bespaard worden. Alhoewel de kosten van de bedrijfslasten van Centrada al onder het gemiddelde van zowel de sector als van vergelijkbare corporaties liggen, wil Centrada zich inspannen door efficiënter beheer deze kosten nog verder terug te dringen. Tevens wordt scherp naar de taakopvatting gekeken, waarbij Centrada zich, conform het rijksbeleid, niet meer begeeft op terreinen waar marktpartijen, overheid en/of andere maatschappelijke instellingen actief zijn. Dit leidt er bijvoorbeeld toe dat Centrada haar inzet op het gebied van de leefbaarheid zal beperken tot activiteiten die in het verlengde liggen van haar kerntaak. Voor wat betreft de stedelijke vernieuwing zet Centrada de komende jaren op bescheiden schaal de acupunctuuraanpak voort, waarbij via gefaseerde en gerichte ingrepen gezorgd wordt voor meer differentiatie in de bestaande (monotone) wijken. Op de lange termijn (over 10-20 jaar), is een grootschalige aanpak van de oudste delen van Lelystad onvermijdelijk. Centrada moet er voor zorgen dat ze hier op tijd voor klaar staat. Daarom wordt de komende jaren flink afgelost op de hoge schuldenlast die Centrada vanuit haar verleden met zich meedraagt. De financiële positie van Centrada moet dusdanig zijn, dat er voldoende investeringskracht is en blijft om de toekomstige opgaven aan te kunnen. De jaarafspraken 2014 zijn in lijn met deze vernieuwde strategie van Centrada, die in samenspraak met de verschillende stakeholders (waaronder gemeente) wordt vastgelegd in het Ondernemingsplan 2014-2018. Het Ondernemingsplan van Centrada kijkt 5 jaar vooruit en zal ieder jaar worden geactualiseerd, zodat flexibel kan worden ingespeeld op veranderingen in bijvoorbeeld regelgeving (Herzieningswet) en woningmarkt. Voor Centrada is de in het Ondernemingsplan vastgelegde strategie mede-uitgangspunt voor de in het Lokaal Akkoord 2015-2018 vast te leggen afspraken.
Lokaal Akkoord gemeente Lelystad – Centrada; jaarafspraken 2014
4
Lokaal Akkoord Gemeente Lelystad – Centrada
Jaarafspraken 2014 Algemeen 1.
Het Lokaal Akkoord Gemeente Lelystad - Centrada 2010-2013 loopt per 31 december 2013 af. In 2014 wordt een nieuw Lokaal Akkoord voorbereid, voor de periode 20152018. Dit nieuwe Lokaal Akkoord wordt eind 2014 aan de nieuwe raad ter vaststelling voorgelegd. Startpunt voor het nieuwe Lokaal Akkoord 2015-2018 is de evaluatie van het Lokaal Akkoord 2010-2013; deze evaluatie wordt halverwege 2014 opgesteld. Tegelijk met het opstellen van het Lokaal Akkoord 2015-2018 wordt in 2014 een set jaarafspraken voor 2015 gemaakt. Voor het tussenjaar 2014 zijn voorliggende jaarafspraken opgesteld. De evaluatie van de jaarafspraken 2013 vindt begin 2014 plaats en wordt, samen met de rapportage over de woonruimteverdelingsresultaten 2013 ter informatie aan de raad aangeboden.
2.
Gemeente stelt in 2014 middels een actualisatie van de publieksnotitie ‘Lelystad een vitale woonstad’ een nieuwe Woonvisie op. In deze Woonvisie legt de gemeente haar ambities vast voor het wonen in Lelystad op de lange termijn. Centrada wordt inhoudelijk nauw betrokken bij de totstandkoming van het resultaat.
3.
Centrada legt haar ambities voor een termijn van vijf jaar vooruit vast in een jaarlijks te actualiseren Ondernemingsplan. Centrada betrekt haar stakeholders, waaronder de huurderbelangenvereniging (HVOB) en de gemeente, nauw bij de strategische keuzen die in dit Ondernemingsplan worden gemaakt.
Woningmarkt en woonruimteverdeling 4.
Gemeente stelt, in afwijking tot wat in het Lokaal Akkoord staat aangegeven, pas een huisvestingsverordening op, wanneer van rijkswege duidelijkheid is gegeven over de datum waarop de nieuwe huisvestingswet in werking zal treden. Centrada wordt bij de totstandkoming van de huisvestingsverordening betrokken.
5.
Ondanks de sinds 2010 opgelopen wachttijden als gevolg van een stagnerende doorstroming naar de vastgelopen koopmarkt, blijven partijen streven naar de in het Lokaal Akkoord voor 2013 afgesproken normen voor de gemiddelde actieve wachttijden, te weten: - jongeren < 23 jaar: 0,9 jaar - 1+2 persoonshuishoudens 23-54 jaar: 1,4 jaar - 1+2 persoonshuishoudens met kinderen:1,3 jaar - 1+2 persoonshuishoudens 55-69 jaar: 0,9 jaar - senioren > 70 jaar: 1,0 jaar. Partijen spreken af de ontwikkelingen in 2014 nauwgezet te blijven monitoren. Centrada en gemeente blijven op zoek naar en in overleg over maatregelen die de wachttijden (naar verwachting) positief beïnvloeden en voeren deze waar mogelijk uit. In 2014 zullen, ten behoeve van het Lokaal Akkoord 2015-2018, nieuwe streefwaarden voor de wachttijden per doelgroep worden bepaald, rekening houdend met de dan te verwachten ontwikkelingen op de huur- en koopmarkt.
Lokaal Akkoord gemeente Lelystad – Centrada; jaarafspraken 2014
5
6.
Op basis van het in 2013 uitgevoerde onderzoek onder ruim 1.200 in eengezinswoningen wonende senioren (65+) voert Centrada in 2014 een experiment uit, gericht op het bevorderen van doorstroming van deze senioren. Doelstelling is om in 2014 senioren huishoudens door te laten stromen naar een gelijkvloerse woning. De gemeente verleent haar medewerking.
7.
Centrada en gemeente blijven de gevolgen van de EU-staatssteunregel voor woningzoekenden in Lelystad monitoren waarbij 90% van de vrijkomende woningen moet worden toegewezen aan huishoudens met een inkomen tot € 34.229 (prijspeil 1 januari 2013). In 2012 is afgesproken dat woningzoekenden met inkomen tussen € 34.229 en € 43.000 alleen voor een sociale huurwoning in aanmerking komen wanneer sprake is van een toegekende urgentie. Een deel van deze groep zogenaamde lage midden-inkomens heeft, bijvoorbeeld omdat men geen toegang heeft tot de hypotheekmarkt, echter onvoldoende alternatieven op de woningmarkt in Lelystad. In 2014 wordt daarom maximaal de helft van de 10% ruimte die de EU-staatssteunregel biedt, beschikbaar gesteld voor toewijzingen aan deze groep. Centrada en gemeente bepalen in gezamenlijk overleg de criteria hiervoor.
8.
De wachttijd voor woningzoekenden met urgentie bedraagt maximaal drie maanden.
9.
Het begin 2012 gestarte experiment op het terrein van loten loopt door in 2014. In de eerste helft van 2014 voert Centrada (met medewerking van de gemeente) de eindevaluatie van dit experiment uit. Tevens vindt dan de evaluatie plaats van de per 1 januari 2013 gewijzigde bezettingsnormen voor eengezinswoningen. De conclusies uit deze evaluaties worden meegenomen in een totaalevaluatie van het woonruimteverdeelbeleid, welke in de tweede helft van 2014 plaatsvindt. Conclusies hier uit en afspraken hier over worden vastgelegd in het Lokaal Akkoord 2015-2018 dan wel in de eventuele huisvestingsverordening (zie afspraak 4).
10. Eind 2013 voert Centrada de eindevaluatie uit van het experiment kamerverhuur; de gemeente verleent haar medewerking hier aan. Op basis van deze evaluatie besluit het bestuurlijk overleg tussen gemeente Lelystad en Centrada in 2014 of en zo ja op welke wijze een vervolg aan dit experiment wordt gegeven. Afspraken hierover worden vastgelegd in het Lokaal Akkoord 2015-2018. 11. Maximaal 6% van de woningen die vrijkomen wordt toegewezen aan personen die met urgentie uitstromen bij maatschappelijke organisaties, waarmee Centrada een convenant heeft afgesloten. Nieuwe aanvragen van maatschappelijke organisaties voor het afsluiten van een convenant worden in de toetsingscommissie van Centrada en gemeente besproken. Gemeente heeft daarin een adviserende rol; Centrada beoordeelt de aanvraag. Maatschappelijke organisaties verwachten dat vanwege de transitie van AWBZ naar WMO de behandeltrajecten korter zullen worden. Daardoor zal naar verwachting de behoefte aan uitstroomwoningen groter worden. Indien deze behoefte zich aandient, kunnen gemeente en Centrada (via afspraken in het Bestuurlijk Overleg) besluiten een groter aandeel woningen hiervoor beschikbaar te stellen dan genoemde 6%. 12. Maximaal 1% van de woningvoorraad van Centrada is beschikbaar ten behoeve van maatschappelijke instellingen en organisaties waarmee Centrada een convenant heeft afgesloten. Indien er nieuwe maatschappelijke instellingen of organisaties (wiens cliënten een beroep doen op WMO-gelden) gebruik willen maken van de 1%-regeling en daartoe een convenant willen sluiten met Centrada, betrekt Centrada de gemeente bij haar besluit al dan niet een convenant te sluiten met deze partij(en).
Lokaal Akkoord gemeente Lelystad – Centrada; jaarafspraken 2014
6
13. Centrada en gemeente continueren de werkwijze van huisvesten van ex-gedetineerden. Deze woningen vallen niet onder de 6% regeling omdat er geen sprake is en kan zijn van een omklapconstructie. De werkwijze is als volgt: de GGD wordt door Centrada ingeschakeld (coördinator nazorg ex-gedetineerden) en Centrada en GGD maken samen op casusniveau afspraken over de kandidaten die in aanmerking komen voor huisvesting. In 2014 worden voor deze doelgroep maximaal 4 woningen ter beschikking gesteld. 14 Centrada huisvest 97% van de taakstelling die de gemeente krijgt opgelegd voor de huisvesting van statushouders. De taakstelling die de gemeente voor de eerste helft van 2014 opgelegd krijgt (aantal te huisvesten personen) is 29 personen.
Energie, duurzaamheid en woonlasten 15. Gemeente en Centrada bepalen in 2014 beiden de wederzijdse ambities ten aanzien van duurzaamheid en energieverbruik en vertalen dit in een op elkaar afgestemde lange termijn aanpak. Uitgangspunt is het in september 2013 mede door VNG en Aedes ondertekende “Energieakkoord voor duurzame groei”. Partijen streven hierbij een optimaal gebruik van beschikbare subsidies na. De afspraken die hieruit voortkomen worden vastgelegd in het Lokaal Akkoord 2015-2018. 16. De gemeente continueert in 2014 de SVn duurzaamheidlening als financiële stimulans om de doelstelling (jaarlijks 1 % van de particuliere woningvoorraad gebouwd voor 1995 met één labelsprong te verbeteren) te realiseren. 17. Centrada biedt haar huurders de mogelijkheid om goedkoop energie af te nemen via WoonEnergie. Dit betreft een gezamenlijk initiatief van meer dan honderd woningcorporaties, die energie-inkoop gebundeld hebben. WoonEnergie biedt gunstige voorwaarden en garandeert tarieven die tot de drie laagste behoren in de markt. 18. Centrada bekijkt in 2014 samen met de Huurderbelangenverenging HVOB de mogelijkheid om huurders met een energielabel D of slechter financieel te compenseren. 19. Centrada maakt in 2014 in de Zuiderzeewijk een woning energiezuinig, die een jaar lang beschikbaar wordt gesteld als voorlichtingspunt. 20. Gemeente en Centrada onderzoeken samen de mogelijkheid van het instellen van een gezamenlijk fonds, waar vanuit preventieve maatwerkoplossingen geboden kunnen worden voor huurders die (tijdelijk) in de financiële problemen komen. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij het gemeentelijk armoedebeleid en het beleid ten aanzien van de schuldhulpverlening. Zie bijlage 2. 21. Centrada zet actief in op het voorkomen van huurachterstanden bij haar huurders, middels een streng en rechtvaardig incassobeleid. Huurders worden vanaf het eerste moment van achterstand direct aangesproken op hun betalingsverplichting. Door deze preventieve aanpak wordt voorkomen dat huurachterstanden zodanig oplopen dat deze bij deurwaarders terecht komen en huisuitzetting volgt. Huurders met een oplopende huurachterstand worden na een maand thuis bezocht door een woonconsulent.
Lokaal Akkoord gemeente Lelystad – Centrada; jaarafspraken 2014
7
Wonen, welzijn, zorg 22. De gemeente brengt in 2014, als onderdeel van de kadernota WMO, in beeld wat de huisvestingsbehoefte is van de bijzondere doelgroepen, waaronder kwetsbare jongeren, ouderen, gehandicapten etc., zowel kwalitatief als kwantitatief. 23. Gemeente en Centrada bekijken per wijk, in overleg met zorgpartijen, de kansen voor clustering van voor bijzondere doelgroepen geschikte woningen. Op basis van deze inventarisatie worden afspraken gemaakt over labelling en woningaanpassingen. De inzichten uit het onderzoek naar de huisvestingsbehoefte van bijzondere doelgroepen (afspraak 22) worden hier bij betrokken. 24. De gemeente en Centrada plegen per woningbouwplan/-project (zowel nieuwbouw als renovatie) overleg over de in de woningen, op basis van WoonKeur, aan te brengen voorzieningen. Centrada en gemeente bepalen per plan in overleg of en welke (extra) voorzieningen noodzakelijk zijn (vooral bij projecten voor 55-plussers en andere specifieke doelgroepen) en maken afspraken over voor wiens rekening deze aanpassingen komen zodat achteraf geen onnodig beroep wordt gedaan op WMO-gelden. Gemeente vraagt aan Centrada om bepaalde voorzieningen als standaardvoorziening toe te passen. Aandachtpunten hierbij zijn: toegankelijkheid en stallingsmogelijkheden voor scootmobiels het uitrustingsniveau van toilet en badkamers het ontsluitingssysteem van woongebouwen 25. De tegemoetkoming voor woningaanpassingen aan personen die op grond van een indicatie voor een woningaanpassing in aanmerking komen, is gemaximeerd tot €10.000,-. Deze woningaanpassingen komen alsnog voor een hogere vergoeding in aanmerking als binnen een jaar geen geschikte woning beschikbaar is; of binnen een half jaar wanneer de ernst van de beperking dusdanig is dat de primaire woonfunctie zoals bezoek aan toilet of badkamer niet meer mogelijk is. Als de geïndiceerde woningaanpassing meer dan € 10.000,- kost dan geeft Centrada aan betrokkene een urgentieverklaring; op basis hiervan kan de betrokkene reageren op voor hem/haar geschikte woning. 26. De gemeente onderzoekt (in overleg met Centrada) de mogelijkheid om op WMO-gelden te besparen door een gemeentelijke verhuiskostenvergoeding in te zetten in die gevallen dat de woningaanpassing minder kost dan € 10.000,- maar de huurder aangeeft ook wel te willen verhuizen naar een geschikte woning. Voorwaarde hiervoor is dat er een geschikte woning beschikbaar is en dus dat er inzage is in het bestand ‘geschikte/aangepaste woningen’. 27. De gemeente informeert Centrada tijdig wanneer er opdracht wordt verstrekt aan derden (aannemer) voor de uitvoering van woningaanpassingen in het kader van de WMO, in woningen van Centrada. Centrada zorgt voor een actuele lijst met specifiek benoemde aangepaste woningen (die uitermate geschikt zijn voor een minder valide doelgroep) en stemt deze lijst jaarlijks af met de gemeente. 28. Gemeente gaat, in samenwerking met Centrada, in 2014 nog eenmaal op zoek naar een voor Skaeve Huse geschikte locatie. Met geschikt wordt bedoeld dat de locatie voldoet aan de richtlijnen/vereisten uit het SEV-advies Skaeve Huse. Mocht er geen geschikte locatie worden gevonden die hieraan voldoet, dan overleggen partijen over de vervolgstappen.
Lokaal Akkoord gemeente Lelystad – Centrada; jaarafspraken 2014
8
Stedelijke vernieuwing en leefbaarheid: algemeen 29. De gemeente stimuleert de actieve betrokkenheid van de bewoners bij hun directe woonen leefomgeving in de 70-er en 80-er jaren wijken van Lelystad. Hiermee wordt een kwaliteitsimpuls beoogd van de woon- en leefomgeving door een combinatie van fysieke ingrepen in de openbare ruimte en een gedegen aanpak van de sociale problemen. Door de inzet van ISV-middelen wordt het mogelijk de bewoners te betrekken en invulling te laten geven aan hun eigen verantwoordelijkheid voor de realisatie van diverse kleinschalige projectactiviteiten. De gemeente, Centrada, Stichting Welzijn Lelystad, de politie en de bewonersorganisaties spelen hierbij een belangrijke en ondersteunende rol. De looptijd van het project is tot eind 2014. De beschikbare middelen van de gemeente bedragen in totaal € 332.504,- (ISV-middelen). 30. Centrada maakt werk van leefbaarheid in de wijken waar zij bezit heeft. De activiteiten in 2014 zijn gericht op: bewoners stimuleren/activeren (om zelf hun woonsituatie te verbeteren/te optimaliseren); bewoners betrekken (bij hun woonomgeving en/of het doen en laten van Centrada); bewoners binden (sociaal/cultureel) en beheer (fysieke maatregelen gericht op verhuurbaarheid/uitstraling/dagelijks beheer). In totaal stelt Centrada in 2014 maximaal € 150.000,- beschikbaar op deze thema’s (directe kosten, exclusief personeellasten). 31. De gemeente, Centrada en Stichting Welzijn Lelystad werken gezamenlijk verder aan het verbeteren van leefbaarheid in de wijken. Centraal in de aanpak staat het versterken van de actieve betrokkenheid van de bewoners. De sociale wijkteams (bestaande uit Stichting Welzijn, MDF, Icare, Kwintes) en de wijkinfopunten zijn belangrijke instrumenten hierbij. In 2014 werken partijen verder aan het concretiseren van de samenwerkingsafspraken met als doel om, ieder vanuit haar eigen rol en verantwoordelijkheid, de veiligheid te vergroten en de verloedering tegen te gaan, daar waar nodig. De betrokkenheid en inzet van Centrada hierbij beperkt zich tot de wijken waar Centrada bezit heeft. Een van de rollen van Centrada is het voorzien van de sociale wijkteams van informatie ten aanzien van overlastgevende panden. Het voorkomen van overlast en het aanpakken van overlastveroorzakend gedrag is voor Centrada een belangrijk speerpunt. Op basis van de woonplannen van Centrada en de uitkomsten van de wijkanalyses van de gemeente en de besprekingen daarover in de brede integrale netwerken in de wijken zullen nadere afspraken (inzet en middelen) gemaakt worden over eventueel gezamenlijk te starten projecten. 32. Gemeente en Centrada organiseren in 2014, in samenwerking met Welzijn Lelystad en de politie, per stadsdeel twee pleingesprekken om in contact te komen met de bewoners. Het doel van deze gesprekken is om op basis van de input van de bewoners plannen te maken om de buurt/wijk te verbeteren. Daarbij ligt de uitwerking en uitvoering (grotendeels) bij de bewoners en zijn de professionele partijen ondersteunend en faciliterend. 33. Centrada en gemeente werken structureel samen om (woon)fraude te voorkomen (preventief) en te bestrijden (repressief). Hiervoor noodzakelijke gegevens worden onderling beschikbaar gesteld, met inachtneming van de wet Bescherming Persoonsgegevens. 34. Gemeente en Centrada evalueren samen met de andere betrokken partijen eind 2013 het Protocol Preventie Huisuitzettingen op basis waarvan in 2014 nieuwe resultaatafspraken voor alle partijen worden gemaakt, waarbij het uitgangspunt is dat elke partner vanuit de eigen verantwoordelijkheid inzet levert.
Lokaal Akkoord gemeente Lelystad – Centrada; jaarafspraken 2014
9
35. Gemeente en Centrada informeren elkaar vroegtijdig over hun (meerjaren)(groot) onderhoudsprogramma’s/plannen en stemmen hun planningen (indien mogelijk) zo op elkaar af dat werkzaamheden in het zelfde gebied elkaar op een logische manier opvolgen zodat de bewoners hier zo weinig mogelijk hinder van ervaren en er wellicht schaalvoordelen te behalen zijn. In dit kader legt Centrada haar plannen voor sloop en renovatieprojecten in een zo vroeg mogelijk stadium aan de gemeente voor. Centrada en gemeente bespreken vervolgens direct de (mogelijke) consequenties voor de openbare ruimte en maken afspraken over ieders verantwoordelijkheden voor wat betreft de werkzaamheden, maar ook financieel. 36. Centrada is bereid om met initiatieven Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) het gesprek aan te gaan over een achtervang-rol door Centrada. De voorwaarden die Centrada stelt voor een dergelijke achtervang-rol zijn onder andere: woningen moeten passen bij de prijs- en kwaliteitseisen van Centrada; de regierol blijft bij de initiatiefnemers en Centrada staat per initiatief garant voor maximaal 10% van de woningen met een minimum van 1.
Stedelijke vernieuwing en leefbaarheid in Atolwijk en Zuiderzeewijk 37. In 2014 levert Centrada 24 sociale huurwoningen op, op de plek van het voormalige (te slopen) bedrijfsgebouw Ivoren Klif (zie bijlage 1: realisatie nieuwbouw Centrada). 38. Centrada renoveert in 2013/2014 het complex Rode Klif, waarbij een deel van het complex toegankelijker gemaakt wordt voor 55-plussers en waarbij de woningen geschikt gemaakt worden voor kleine huishoudens tot maximaal 3 personen. De renovatie is in de tweede helft van 2014 afgerond. 39. Gemeente en Centrada continueren de samenwerking bij de Ronde Tafelconferentie Particuliere Woningverbetering Lelystad en vertalen dit naar een aanpak ‘stedelijke vernieuwing op uitnodiging’: Daarbij concentreren partijen zich in eerste instantie vooral op Atolwijk en Zuiderzeewijk. - Gemeente (werk en inkomen) en Centrada zijn trekker van de gecombineerde propositie buurtbanen en woningonderhoud (kluswinkel, zie afspraak 40). - Centrada coördineert de propositie ‘terugkoop’. Of en hoeveel woningen Centrada op de langere termijn gaat terugkopen hangt af van de mate waarin dit past binnen de overeen te komen gebiedsstrategieën voor de wijken die op termijn een vernieuwingsslag nodig hebben. - Gemeente en Centrada ondersteunen de opzet van de wijkonderneming Zuiderzeewijk en zo mogelijk Atolwijk. 40. Centrada biedt ruimte aan voor een in Zuiderzeewijk/Atolwijk op te zetten kluswinkel (als uitwerking van de propositie buurtbanen), waarin onder verantwoordelijkheid van het Werkbedrijf (gemeente) bewoners via een abonnement of tegen kostprijs worden ondersteund bij klein onderhoud en woningverbetering. 41. Gemeente stimuleert in Atolwijk en Zuiderzeewijk particuliere eigenaren om hun huis en tuin/erfafscheiding op te knappen middels de inzet van de verordening particuliere woningverbetering en de verordening duurzaamheidlening;
Lokaal Akkoord gemeente Lelystad – Centrada; jaarafspraken 2014
10
42. De gemeente continueert het project om te komen tot verbeteringen van de leefbaarheid en het aanzien van de Atolwijk en Zuiderzeewijk door verbeteringen aan te brengen op het grensgebied openbaar en privé in de openbare ruimte en door kleine opknap/schoonmaakmaatregelen aan woningen voor eigenaren die geen eigen financiële ruimte hebben. De uitvoering van de maatregelen moet voor eind 2014 afgerond zijn. Voor de uitvoering van het project (Atolwijk en Zuiderzeewijk samen) is € 316.914,- van de gemeente (ISV-middelen) beschikbaar gesteld. De gemeente gaat samen met bewoners aan de slag om het Fjordpark met beperkte ingrepen op te knappen. 43. Centrada levert een financiële bijdrage van € 960.000 voor de realisatie van de MFA in de Zuiderzeewijk. De bijdrage wordt in twee delen na facturatie overgemaakt, een bij het gereed komen van de bouw van de eerste fase en een bij het gereed komen van de bouw van de tweede fase (Onderwijs deel en sport- en ontmoetingsdeel).
Stedelijke vernieuwing en leefbaarheid in de overige wijken 44. In 2014 levert Centrada 27 sociale huurwoningen op in de wijk Warande, project “Wonen in het Parkbos”. Op termijn realiseert Centrada 20 sociale huurwoningen bij de MFA Warande; de planning wordt bepaald in overleg (zie bijlage 1: realisatie nieuwbouw Centrada). 45. Centrada levert een financiële bijdrage voor de realisatie van de MFA-light in de Waterwijk van € 300.000 (bijdrage wordt in eerste kwartaal 2014 na ontvangst factuur overgemaakt). 46. Gemeente en Centrada constateren dat de leefbaarheid in delen van de wijk Jol onder druk staat, onder andere vanwege een onevenwichtige samenstelling van de bevolking. Centrada start in 2014 in overleg met de gemeente met een pilot/experiment door het invoeren van een extra criterium bij de woningtoewijzing in een afgebakend gebied volgens een sociaal-maatschappelijke criteria. Dit middel beoogt een bijdrage te leveren aan het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid in de Jol. 47. De gemeente en Centrada zullen, in samenwerking met onder andere de politie en Welzijn Lelystad, in 2014 samen met bewoners een actieplan opstellen om de leefsituatie en de veiligheid in de Jol te verbeteren. Het doel is om bewoners te motiveren en te activeren om zelf en gezamenlijk met andere bewoners de wijk te verbeteren. De professionele partijen hebben een aanjagende, ondersteunende en faciliterende rol. 48. Gemeente, Centrada en Welzijn Lelystad zijn in 2013 een grootschalig project gestart in de Noordzeestraat, Oostzeestraat en Zeelaan (Waterwijk). Doel daarbij is bewoners te activeren om zelf de woon- en leefomgeving te verbeteren of tot ideeën daartoe te komen. De initiatieven die hieruit voort zijn gekomen blijven ondersteuning nodig hebben van gemeente, Centrada en Welzijn. Het project loopt in 2014 door om tot nog meer initiatieven vanuit bewoners te komen. Ook bij de nieuwe initiatieven zijn de professionele partijen ondersteunend en faciliterend.
Lokaal Akkoord gemeente Lelystad – Centrada; jaarafspraken 2014
11
Ondertekening Deze prestatieafspraken kunnen worden aangehaald als “Jaarafspraken 2014”. De “jaarafspraken 2014” zijn van kracht met ingang van 1 januari 2014 en worden aangegaan voor een periode van een jaar. Aldus overeengekomen te Lelystad op De gemeente Lelystad,
Centrada,
Drs. Ing. E.H. Bronkhorst, directeur-bestuurder
Lokaal Akkoord gemeente Lelystad – Centrada; jaarafspraken 2014
12
Bijlage 1: Nieuwbouw Centrada. Wijk
Locatie
Aantal sociale huur
Aantal Totaal (Soc.) Koop/ tussenvormen 0 24
Jaar oplevering
Zuiderzeewijk Ivoren Klif (MGW)
24
Warande
fase 1: Wonen in het parkbos (EGW)
27
0
27
2014
Bij MFA Warande fase 2 (MGW)*
20
0
20
n.t.b.
71
0
71
TOTAAL
2014
* Dit betreft een bestaande verplichting Bijlage 2: Contouren preventief woonlastenfonds (afspraak 20) Het idee achter afspraak 20 is, dat wanneer sprake is van plotselinge inkomensterugval (bijvoorbeeld als gevolg van werkloosheid), het gevaar ontstaat dat dit uiteindelijk kan leiden tot het niet kunnen betalen van de huur. Voor Centrada kan hierdoor huurderving ontstaan; de gemeente kan worden geconfronteerd met een extra beroep op uitkeringen en/of schuldhulpverlening. De vraag is of deze kosten voor Centrada en gemeente kunnen worden voorkomen en of er een manier bedacht kan worden om deze kostenbesparingen in te zetten voor een preventieve aanpak, bijvoorbeeld door de huren tijdelijk te verlagen. Om echter na verloop van tijd de huur weer terug te kunnen brengen naar het oude niveau, is toestemming nodig van de rijksoverheid. Aansluiting wordt gezocht met andere gemeenten (waaronder ’s-Hertogenbosch), waar vergelijkbare ideeën leven en samen kan worden opgetrokken voor wat betreft invulling en het vragen van toestemming.
Lokaal Akkoord gemeente Lelystad – Centrada; jaarafspraken 2014
13
Voorstel aan de raad Nummer: 141002966
Portefeuille: Programma: Programma onderdeel: Steller: Afdeling: Telefoon: E-mail:
Wethouder Financiën, ruimtelijke ordening en gemeentelijke organisatie 2.6 Voor de Lelystedeling 2.6.3 Financiën
L.V. Carli DVL Geo-informatie en Belastingen
Punt 9d van de agenda voor de vergadering van 18 februari 2014. Onderwerp: e De 1 wijziging van de tarieventabel behorende bij de verordening op de heffing en de invordering van leges 2014. Voorgesteld besluit e
De 1 wijziging van de tarieventabel behorende bij de verordening op de heffing en de invordering van leges 2014 vast te stellen. Aanleiding De eerste Kamer heeft op 17 december 2013 ingestemd met de wijzigingen van de Paspoortwet (Kamerstukken 30440 (R1990)). De wijzigingen van de Paspoortwet treden met ingang van 9 maart 2014 in werking. Door deze wijzigingen dient de tarieventabel van de legesverordening 2014 aangepast te worden. Beoogd effect Door de wijzigingen in de tarieventabel van de legesverordening 2014 op te nemen voldoet de gemeente aan de vereisten die de Paspoortwet stelt. Argumenten Door vaststelling van de wijzigingen worden de wettelijke grondslagen, belastbare feiten, belastingplicht, de nieuwe maximumtarieven en intrekking van de vermissingsleges in overeenstemming gebracht met de wettelijke uitgangspunten die in de Kamerstukken 30440 R1990 staan vermeld. Grondslag legesheffing De wettelijke grondslag voor de legesheffing voor reisdocumenten is voortaan artikel 7 in samenhang met artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet in plaats van artikel 229, eerste lid, aanhef en onder b, van de Gemeentewet. Nieuwe maximumtarieven Door de geldigheidsduur (boven de 18 jaar) van zowel de reisdocumenten als de Nederlandse identiteitskaarten met extra 5 jaar te verlengen stijgen hierdoor de maximumtarieven. De verhoging zit echter in het rijkskostendeel. Het college stelt u voor om de maximale tarieven die de Rijksministerraad heeft voorgedragen, over te nemen, omdat de mate van de kostendekkendheid van de leges reisdocumenten niet sluitend is.
Nummer: 141002966 Voor de opbouw van de tarieven verwijst het college u naar de financiële aspecten tevens zal de financiële inschattingen als de eventuele bijsturingmaatregelen in de kadernota worden meegenomen. Geldigheidsduur De geldigheidsduur van de reisdocumenten en de Nederlandse identiteitskaart voor personen van 18 jaar en ouder wordt verlengd van 5 jaar naar 10 jaar. Voor personen onder de 18 jaar blijft de geldigheidstermijn van de reisdocumenten en de Nederlandse identiteitskaart van 5 jaar gelden. Intrekking vermissingsleges De gemeenten mogen geen vermissingsleges meer heffen als de aanvrager het eerdere (oude) verstrekte document niet kan overleggen. Financiële aspecten In de onderstaande tabel staan de tarieven voor de door de gemeenten aan het Rijk af te dragen kosten en de maximumtarieven die gemeenten van de aanvrager mogen heffen. Het tarief wat tussen haakjes staat is het maximumtarief 2013, tot en met 8 maart 2014 geldt. Document/leges
Maximum
Rijkskosten
gemeentelijk
Totaal legestarief maximaal
deel leges Nationaal paspoort € 29,85
≥ 18 jaar (was: € 29,55)
(was € 20,80) € 29,85
< 18 jaar
€ 37,11
(was: € 29,55)
€ 66,96 (was € 50,35)
€ 21,20 (was € 20,80)
€ 51,05 (was € 50,35)
Zakenpaspoort € 29,85
≥ 18 jaar (was € 29,55)
(was € 20,80) € 29,85
< 18 jaar
€ 37,11
(was € 29,55)
€ 66,96 (was € 50,35)
€ 21,20 (was € 20,80)
€ 51,05 (was € 50,35)
Faciliteitenpaspoort € 29,85
≥ 18 jaar (was € 29,55)
(was € 20,80) € 29,85
< 18 jaar (was € 29,55) Reisdocument voor vluchtelingen en vreemdelingen
€ 37,11
(was € 29,55)
(was € 50,35)
€ 21,20 (was € 20,80)
€ 29,85
€ 66,96 € 51,05 (was € 50,35)
€ 21,20
(was € 20,80)
€ 51,05
(was € 50,35)
Nederlandse identiteitskaart (NIK) ≥ 18 jaar
€ 23,06 (was ≥ 14 jaar € 26,55
< 18 jaar
€ 23,06 (was < 14 jaar € 26,55)
Toeslag spoedaanvraag per reisdocument
€0
€ 29,89 (was ≥ 14 jaar € 15,35)
(was ≥ 14 jaar € 41,90)
€ 5,30 (was < 14 jaar € 5,30)
€ 28,36 (was < 14 jaar € 31,85)
€ 47,07 (was € 46,60)
TD1402
€ 52,95
€ 47,07 (was € 46,60) Paginanummer 2
Nummer: 141002966
De geldigheidsduur van de reisdocumenten en de Nederlandse identiteitskaart voor personen van 18 jaar en ouder wordt verlengd van 5 tot 10 jaar. Deze verschuiving houdt in dat dezelfde inkomsten nu gespreid worden over 10 jaar in plaats over 5 jaar. Met ingang van 9 maart 2014 mogen de vermissingskosten uit artikel 1.2.5 van de leges tarieventabel 2014 niet meer worden geheven. De begroting zal afgeraamd moet worden met € 27.000. De vraag is of gemeenten die vermissingsleges in rekening brengen hiervoor gecompenseerd worden. De financiële inschattingen over beide posten zal in de kadernota worden aangegeven. Tevens de eventuele bijsturingmaatregelen voor de begroting als geheel. Kanttekeningen De NVvB (Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken) zal het Ministerie laten weten dat zij verrast is door de invoeringsmomenten op zo’n korte termijn, zonder dat de vereniging hierover is geïnformeerd. Met name het invoeringsmoment van de wijziging van de geldigheidsduur naar 10 jaar en het tijdstip van afschaffing van de vermissingsleges waren op deze korte termijn niet te voorzien. Communicatie en voortgang Zowel op de website als in de Flevopost zal omtrent de nieuwe regeling inzake de Paspoortwet worden gecommuniceerd. De tarieven zullen onder voorbehoud worden gepubliceerd. Het besluit wordt na vaststelling door de raad elektronisch bekend worden gemaakt in het Gemeenschappelijke Voorziening Officiële Publicaties. Het besluit zal raadpleegbaar zijn op de site van overheid.nl als op de site van de gemeente Lelystad, tevens ligt het besluit kosteloos ter inzage bij de informatiebalie van de Stadswinkel en zijn op verzoek voor een ieder verkrijgbaar.
Lelystad, 4 februari 2014 Het college van de gemeente Lelystad, de secretaris,
de burgemeester,
N. Versteeg
M. Horselenberg
TD1402
Paginanummer 3
Raadsbesluit Nummer: 141002966 De raad van de gemeente Lelystad, op voorstel van het college van de gemeente Lelystad d.d. 4 februari 2014; gelet op de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet, zoals deze worden gewijzigd door het voorstel van rijkswet tot Wijziging van de Paspoortwet in verband met onder meer de status van de Nederlandse identiteitskaart (Kamerstukken I 2013/2014, 33440 (R1990), nr. A); B E S L U I T: vast te stellen de navolgende e 1 wijziging van de tarieventabel behorende bij de verordening op de heffing en de invordering van leges 2014 (Legesverordening Lelystad 2014). Artikel 1. De tarieventabel behorende bij de verordening op de heffing en de invordering van leges 2014 zoals vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 17 december 2013 wordt als volgt gewijzigd: In hoofdstuk 1.2 (Reisdocumenten) van Titel 1 van de tarieventabel behorende bij de verordening op de heffing en de invordering van leges 2014 worden de artikelen 1.2 tot en met 1.2.5 vervangen door onderstaand tabel. Artikel 1.2.6 wijzigt niet. Hoofdstuk 1.2 1.2.1 1.2.1.1
Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: van een nationaal paspoort:
1.2.1.2
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
€ 66,95
1.2.1.3
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort): voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
€ 51,05
1.2.2.2
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
€ 51,05
1.2.3
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):
1.2.2 1.2.2.1
TD1402
€ 66,95
Paginanummer 4
1.2.3.1
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
€ 66,95
1.2.3.2
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
€ 51,05
1.2.4
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen
€ 51,05
1.2.5
van een Nederlandse identiteitskaart: voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
1.2.5.1
€ 52,95
1.2.5.2
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
€ 28,35
1.2.7
voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van
€ 47,05
Artikel 2 Inwerkingtreding en citeertitel 1. Deze wijziging van de tarieventabel behorende bij de verordening op de heffing en de invordering van leges 2014 treedt in werking met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing. 2. De datum van ingang van de heffing is 9 maart 2014 of, zo dit later is, de datum waarop de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet, zoals deze worden gewijzigd door het voorstel van rijkswet tot Wijziging van de Paspoortwet in verband met onder meer de status van de Nederlandse identiteitskaart (Kamerstukken I 2013/2014, 33440 (R1990), nr. A) in werking treden. 3. Deze wijziging van de tarieventabel wordt aangehaald als “1e wijziging van de tarieventabel behorende bij de verordening op de heffing en de invordering van de leges 2014”.
Lelystad, 18 februari 2014. De raad van de gemeente Lelystad, de griffier,
TD1402
de voorzitter,
Paginanummer 5