RAADSBIJEENKOMST LELYSTAD SESSIE 1
Datum: Deelsessie: Doel:
2 juli 2013. 19.00 – 19.50 uur in de Presentatiezaal. Oordeelvorming.
Onderwerp:
A-stukken en algemeen spreekrecht.
Toelichting: Spreekrecht: Het spreekrecht houdt in dat belangstellenden aan het begin van deze sessie de mogelijkheid krijgen de aanwezige raadsleden toe te spreken over een onderwerp dat hen bezig houdt. A-stukken voor de raad: - Jaarstukken 2012 - Bestemming rekeningresultaat 2012 - Bijsturingmaatregelen 2e crisismonitor - Startnotitie lichte actualisatie Structuurplan Lelystad 2015. Behandeling: Aan het begin van de sessie gelegenheid kan gebruik worden gemaakt van het algemene spreekrecht. Hiervoor is maximaal 5 minuten per persoon beschikbaar. Vervolgens kunnen alleen raadsleden vragen stellen over de aangeboden A-stukken aan het college en aan elkaar. Aan het eind van de sessie concludeert de voorzitter of de voorstellen klaar zijn voor besluitvorming als A-stuk. Genodigden: Raadsleden, het college en overige belangstellenden. Programma: Inleiding door de voorzitter. Inspreekrecht voor belangstellenden. Gelegenheid voor raadsleden tot het stellen van vragen en discussie. Afsluiting door de voorzitter. Achterliggende stukken: De raadsvoorstellen behorende bij bovengenoemde A-stukken. Toelichting Voorzitter Griffier
: diverse collegeleden. : raadslid Chris van Veluwen. : Jaap Woltjer.
Contactadres:
[email protected]
0320 – 278 417.
Voorstel aan de raad Nummer: 131017973
Portefeuille: Programma: Programma onderdeel: Steller: Afdeling: Telefoon: E-mail:
Wethouder Financiën, ruimtelijke ordening en gemeentelijke organisatie 2.6 Voor de Lelystedeling 2.6.3 Financiën
G.M. Akkerman-Caprino CS Concernstaf
[email protected]
Punt 9a van de agenda voor de vergadering van 2 juli 2013. Onderwerp: Vaststelling Jaarstukken 2012 inclusief accountantsverslag en accountantsverklaring Voorgesteld besluit 1. Het jaarverslag- en de jaarrekening 2012 vast te stellen. 2. Kennis te nemen van het jaarverslag van het Grondbedrijf 3. Kennis te nemen van de reactie van het college op het accountantsverslag Aanleiding Het college neemt kennis van de jaarstukken en biedt deze met een aanbiedingsbrief aan de raad aan ter vaststelling. De raad als opdrachtgever van de accountantscontrole ontvangt van de accountant de accountantsverklaring en het – verslag. Het college reageert middels een brief naar de raad op de de bevindingen in het accountantsverslag. Ieder jaar stelt de gemeenteraad haar beleidsvoornemens en de kosten hiervan voor het aankomend jaar vast in de programmabegroting. In de jaarstukken wordt aan het eind van het jaar verantwoord in hoeverre de beleidsvoornemens uit de programmabegroting ook daadwerkelijk zijn gerealiseerd en wat de financiële resultaten over het afgelopen jaar zijn. De jaarstukken bestaan uit de programmaverantwoording en de programmarekening. In de programmaverantwoording wordt de beleidsinhoudelijke balans opgemaakt en in de programmarekening de financiële balans.
Beoogd effect 1. Een door de accountant goedgekeurde jaarrekening. 2. Verantwoording afleggen over de uitvoering van de beleidsvoornemens en de kosten hiervan uit de programmabegroting 2012.
Nummer: 131017973 Argumenten 1. Vaststellen van jaarverslag en jaarrekening 2012: De raad is verantwoordelijk voor het vaststellen van de jaarstukken. Volgens artikel 198 van de gemeentewet stelt de raad de jaarstukken vast. 2. Het jaarverslag Grondbedrijf is een specificatie van de realisaties binnen grondbedrijf die al inde jaarstukken zijn verwerkt. Om die reden wordt het jaarverslag Grondbedrijf, de raad ter informatie aangeboden maar hoeft niet door de raad te worden vastgesteld. 3. Reactie van het college op het accountantsverslag In bijgevoegde brief aan de raad is de reactie op het accountantsverslag opgenomen.
Financiële aspecten Resultaat bestemming van het gerealiseerde saldo 2012 van € 809.000 wordt separaat aan de raad voorgelegd. Kanttekeningen In de herziening van de grondexploitatie Warande is de reserve Bovenwijkse voorziening ingezet. De verwerking hiervan in de jaarrekening is vooruitlopend op de besluitvorming van de raad gedaan en als zodanig ook door de accountant in de goedkeurende verklaring meegenomen.
Communicatie en voortgang 18 april publicatie: De Jaarstukken 2012 ter inzage te leggen en verkrijgbaar te stellen en hiervan openbaar kennis te geven. Artikel 197 Gemeentewet schrijft voor dat de raad niet eerder beraadslaagt over de jaarrekening en het jaarverslag twee weken na de openbare kennisgeving. Uitgangspunt is dat de beraadslaging bij de oordeelsvorming van de raad plaatsvindt en daarmee de 2-weken termijn is behaald. In de planning richting besluitvorming door de raad is rekening gehouden met het feit dat er nog vragen van technische aard zijn. Deze kunnen tot 29 april gemaild worden aan
[email protected]. Het college zal dan zorgen voor een integrale beantwoording die de raad op 8 mei tegemoet kan zien.
Lelystad, 16 april 2013. Het college van de gemeente Lelystad, de secretaris,
de burgemeester,
N. Versteeg
M. Horselenberg
Raadsbesluit Nummer: 131017973 De raad van de gemeente Lelystad, op voorstel van het college van de gemeente Lelystad d.d. 16 april 2013; B E S L U I T: 1.
Het jaarverslag- en de jaarrekening 2012 vast te stellen;
2.
kennis te nemen van het jaarverslag van het Grondbedrijf;
3.
kennis te nemen van de reactie van het college op het accountantsverslag.
Lelystad, 2 juli 2013. De raad van de gemeente Lelystad, de griffier,
de voorzitter,
Inhoudsopgave Jaarverslag 2012 1. ALGEMENE INLEIDING ....................................................................................................2 2. PROGRAMMAVERANTWOORDING ....................................................................................3 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
IEDEREEN DOET MEE ...........................................................................................................3 OP WEG MET TALENT.........................................................................................................11 LEEFBARE STAD ................................................................................................................18 STERKE STAD ...................................................................................................................30 VEILIGE STAD....................................................................................................................39 GEMEENTELIJKE DIENSTVERLENING ...................................................................................43
3. PARAGRAFEN .............................................................................................................. 47 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7. 3.8
BEDRIJFSVOERING ............................................................................................................47 FINANCIERING ...................................................................................................................49 GRONDBELEID ..................................................................................................................52 LOKALE HEFFINGEN ...........................................................................................................56 ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN .....................................................................................61 VERBONDEN PARTIJEN ......................................................................................................65 W EERSTANDVERMOGEN ....................................................................................................72 ONDERZOEKAGENDA .........................................................................................................79
Jaarverslag 2012
1
1. Algemene inleiding Voor u ligt het jaarverslag 2012 van de gemeente Lelystad, een zelfstandig te lezen verantwoording over het jaar 2012. Samen met de jaarrekening 2012 vormen deze documenten de jaarstukken 2012 van de Gemeente Lelystad. De jaarstukken worden opgemaakt volgens de voorschriften die het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) daarvoor geeft. Het jaarverslag 2012 is als volgt opgebouwd: - Programmaverantwoording - Paragrafen Met de programmaverantwoording legt het college verantwoording af over de realisatie van de beoogde effecten, beleidsdoelen en prioriteiten zoals genoemd in de programmabegroting 2012. Met de paragrafen legt het college verantwoording af over de in de programmabegroting 2012 genoemde beleidslijnen met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten en de lokale heffingen.
Jaarverslag 2012
2
2. Programmaverantwoording 2.1
Iedereen doet mee
2.1.1 Betrokkenheid en participatie 2.1.2 Bieden van zorg
Bedrag x € 1.000
Tabel: Resultaat per program m a Prim itieve begroting
P1 Iedereen doet m ee Exploitatie Lasten P11 Betrokkenheid en participatie P12 Bieden van zorg Totaal Lasten Baten P11 Betrokkenheid en participatie P12 Bieden van zorg Totaal Baten Mutaties Exploitatie Reserves Baten P11 Betrokkenheid en participatie P12 Bieden van zorg Totaal Baten Mutaties Reserves Eindtotaal
Wijzigingen
Begroting na w ijzigingen
Rekening
Verschil
-5.046 -17.169 -22.215
-292 -791 -1.083
-5.338 -17.961 -23.298
-5.376 -18.547 -23.923
-38 -586 -624
307 2.035 2.342 -19.873
-143 -252 -396 -1.479
163 1.783 1.946 -21.352
189 1.956 2.146 -21.777
26 173 199 -425
0 670 670 670 -19.203
75 0 75 75 -1.404
75 670 745 745 -20.607
60 0 60 60 -21.718
-15 -670 -685 -685 -1.111
2.1.1 Betrokkenheid en participatie Wat wilden we bereiken en wat hebben we bereikt?
Beoogde maatschappelijke effecten Doel/ beleidsterrein
Beoogde effectresultaten
Verantwoording (2012)
Meer inwoners die van wijk- en buurtvoorzieningen (buurtcentra, sportvoorzieningen, kinderopvang e.d.) gebruik maken.
Stijging van het percentage inwoners dat buurtvoorziening regelmatig bezoekt: van 28% in 2010 naar 40% in 2014.
Geen peilingen hierover sinds 2010. Peiling staat gepland voor 2013.
Meer jongeren die vinden dat er voldoende activiteiten voor hen zijn in de eigen buurt.
Stijging van het aandeel jongeren (12-18 jaar) dat vindt dat er voldoende activiteiten voor jongeren in de eigen buurt zijn van 40% in 2010 tot 44% in 2014.
Bron: Burgerpeiling AB-OS. Geen peilingen hierover sinds 2010 Jongerenenquête door GGD staat voor 2014 gepland.
Bron: GGD Jongerenenquête. Meer sociale cohesie in de buurten.
Stijging gemiddelde schaalscore sociale kwaliteit van de buurt van 5,9 in 2009 naar 6,4 in 2014.
Score is gestegen van 5,9 eind 2009. naar 6,1 eind 2011. Ambitie van 6,4 in 2014 lijkt haalbaar, maar is wel ambitieus.
Bron: Burgerpeiling AB-OS (tussenpeiling in september 2011).
Jaarverslag 2012
3
Meer inwoners die zich actief voor verbetering van de buurt inspannen.
Stijging van het percentage inwoners dat het afgelopen jaar actief is geweest de buurt te verbeteren: van 22% in 2009 naar 26% in 2014. Bron: Burgerpeiling AB-OS (tussenpeiling in september 2011).
Percentage is gestegen van 22% eind 2009 naar 23% eind 2011. Ambitie van 26% in 2014 is haalbaar, maar is wel ambitieus.
Meer inwoners verrichten vrijwilligerswerk.
Percentage inwoners dat vrijwilligerswerk doet blijft gelijk aan of is boven landelijk gemiddelde (percentage Lelystad 2010 49%).
Geen peilingen hierover sinds 2010. Peiling staat gepland voor 2013. Ondertussen is wel gebleken dat een geldig landelijk ijkpunt niet (meer) bestaat.
Bron: Burgerpeiling AB-OS.
Wat hebben we er voor gedaan? Prestaties en prioriteiten Algemeen: voorbereiding decentralisaties jeugdzorg en AWBZ-taken. De voorbereidingen zijn gestart. Er is een rondgang geweest langs de jeugdzorg- en AWBZ-partijen. Er zijn expertbijeenkomsten georganiseerd voor deze partijen en er zijn klankbordbijeenkomsten voor de raad georganiseerd. Het decentralisatietraject is in de loop van 2012 voor wat betreft de AWBZ gewijzigd. In het regeerakkoord 2012 is opgenomen dat de decentralisatie van AWBZ taken plaatsvindt op 1-1-2015 (i.p.v. 2014). Ook het te decentraliseren pakket is uitgebreid: naast de begeleiding zal ook de verzorging worden gedecentraliseerd. In 2013 zal de voorbereiding, aangepast aan de uitkomsten van het regeerakkoord, verder worden vorm gegeven. Eind 2013 zal zowel voor de jeugdzorg als voor de decentralisatie AWBZ een kadernota aan de raad worden voorgelegd. Prestatieveld 1: Bevorderen sociale samenhang en leefbaarheid. Voorzieningen/activiteiten in de wijken De wijkvoorzieningen in de Boswijk zijn in 2012 verder verbeterd: de gevel van Pontos is opgeknapt, er is gestart met upgraden van het winkelcentrum en de openbare ruimte en er is verder gewerkt aan de voorbereidingen voor de MFA-light De Brink. De voorbereidingen voor de MFA-light Waterwijk zijn in 2012 afgerond en de raad heeft hiervoor een krediet beschikbaar gesteld. Het voorlopig ontwerp MFA Zuiderzeewijk is in 2012 gereed gemaakt. Vrijwel alle buurtcentra zijn inmiddels meegegaan of gaan mee in MFA ontwikkeling: - Buurtcentrum de Roef is onderdeel geworden van Plein 201 (Hanzeborg). - Buurtcentrum de Krakeling is gevestigd in MFA Atolplaza. - Buurtcentrum de Brink gaat mee in de ontwikkeling van MFA-light Boswijk. - Buurtcentrum de Bever gaat mee in de ontwikkeling van MFA- light Waterwijk. - Buurtcentrum de Joon gaat mee in de ontwikkeling van MFA Zuiderzeewijk. - Buurtcentrum Windhoek is meegegaan in de MFA-light Lelystad Haven. In 2012 is invulling gegeven aan het Nieuwe Werken in de wijk. Uitgangspunten hierbij zijn het verbeteren van de leefbaarheid op straat, zorgen voor de kwetsbaren in onze samenleving, inzetten op sociale stijging van inwoners door middel van het versterken van nabuurschap en onderlinge betrokkenheid op wijkniveau en het vergroten van zelfredzaamheid en verantwoordelijkheidsgevoel voor elkaar. Er zijn in dit kader vanuit de gemeente 11 formatieplaatsen gedetacheerd bij Stichting Welzijn Lelystad voor het uitvoeren van verschillende werkzaamheden zoals de bemensing van de wijkinfopunten, het programmabeheer van de MFA’s, het coördineren van de sociale wijkteams, het organiseren van brede integrale netwerken op wijk en stadsniveau, het informeren van inwoners, het organiseren van activiteiten voor en met de bewoners in de wijken en het versterken van het vrijwilligerswerk (conform de verlengde nota vrijwilligerswerk).
Jaarverslag 2012
4
Integratie, interculturalisatie en participatie specifieke groepen Er is, conform de verlengde nota integratiebeleid, ingezet op het meer “toegankelijk” maken van welzijns- en zorginstellingen voor inwoners van alle culturen. De samenwerking tussen Welzijn Lelystad, Maatschappelijke Dienstverlening Flevoland en VVNL is in 2012 geïntensiveerd. Er is met de allochtone zelforganisaties besproken hoe zij onderling en gezamenlijk meer met Stichting Welzijn Lelystad kunnen optrekken. Het is de bedoeling in 2013 in onderling overleg tot een gemeenschappelijke activiteiten agenda te komen. Er is in het kader van de integratie van homo's, transgenders, lesbiennes en biseksuelen, aandacht gevraagd voor dit onderwerp binnen sport, binnen geloofgemeenschappen, binnen woonzorgcentra en op scholen door het geven van voorlichting en het organiseren van gerichte activiteiten. Prestatieveld 2: Preventieve voorzieningen voor problemen met opgroeien en problemen met opvoeden. Jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar Er is uitvoering gegeven aan de wettelijke taak die voortvloeit uit de Wet publieke gezondheid: er zijn aan alle kinderen van 0 tot 19 jaar volgens een vastgelegd contactschema consultatiebureaubezoeken en periodieke gezondheidsonderzoeken aangeboden. Er zijn extra consulten of huisbezoeken uitgevoerd als er behoefte was aan extra ondersteuning en ter voorkoming van problemen. Welzijnswerk voor jongeren Er zijn in de vakanties en aansluitend aan de schooltijden diverse activiteiten georganiseerd voor basisschoolkinderen. Er zijn in en vanuit de vier jongerenlokalen activiteiten aangeboden. Het ging hierbij om activiteiten zoals een open inloop en cursussen/workshops. De jongerensite JonginLelystad is dagelijks bijgehouden en er is gereageerd op via deze site binnengekomen vragen. Opvoed- en gezinsondersteuning De gezinscoaches hebben in 2012 ondersteuning geboden aan ca. 160 gezinnen waarvan 1 of meerdere kinderen problemen hadden. De gezinscoaches zijn ingezet bij veel verschillende gezinsproblemen zoals verwaarlozing, mishandeling, ouder – kind relatieproblematiek en/of financiële problematiek. Homestart heeft opvoedingsondersteuning aan gezinnen geboden. Deze ondersteuning wordt gegeven door vrijwilligers ondersteund door professionals. Ambulant jongerenwerk/ambulante jeugdhulpverlening De ambulante jongerenwerkers richten zich op (risico)jongeren die zich in de openbare ruimte ophouden. Zij hebben samen met de jongeren hun wensen en behoeften vertaald in een activiteitenprogramma. Jongeren, waarbij sprake is van problemen, zijn toegeleid naar verschillende vormen van hulp, onderwijs en werk Er is gewerkt vanuit het "Erop af team", een samenwerkingsverband tussen politie, Kwintes, IDO, talentmanager en jongerenwerk. Voor jongeren van 12 tot 23 jaar is er een laagdrempelig en direct toegankelijk hulpverleningsaanbod geboden, variërend van een kortdurend advies tot langdurige ondersteuning aan risicojongen, bijvoorbeeld jongeren die veelvuldig met politie en justitie in aanraking zijn geweest. Preventiewerk rond scholen De schoolmaatschappelijk werkers bij de basisscholen hebben hulp geboden aan leerlingen, ouders en/of leerkrachten. Het jeugdpreventiewerk middelbare scholen heeft gezorgd voor vroegtijdige signalering en ondersteuning en begeleiding van risicojongeren zodat verder disfunctioneren van deze jongeren kon worden voorkomen. Ook heeft het jeugdpreventiewerk in opdracht van team leerlingzaken van de gemeente gezorgd voor onderzoek en rapportage over
Jaarverslag 2012
5
jongeren die in het voortgezet onderwijs dreigden uit te vallen door veelvuldig verzuim. HALT heeftactiviteiten georganiseerd voor jongeren van groepen 7/8 van de basisschool en 1/2 van voortgezet onderwijs uitgevoerd gericht op het voorkomen van criminaliteit. Centrum Jeugd en Gezin In 2012 hebben de samenwerkingspartners in het CJG de structuren voor een eenduidige werkwijze geïmplementeerd, zodanig dat deze aansluiten op de zorgstructuren op scholen. De signalering en doorverwijzing bij probleemsituaties is hiermee goed geregeld. Er is daarbij door alle betrokken partijen gewerkt vanuit de houding dat het gezin en de eigen kracht centraal staan. Het preventief aanbod zoals begin 2012 gepresenteerd aan de raad, is uitgevoerd. Prestatieveld 3: Het geven van informatie en advies en cliëntondersteuning. In 2012 zijn de sociale wijkteams (integrale teams voor welzijn en zorg) van start gegaan. Hierin zijn Stichting Welzijn, MDF, Kwintes en Icare vertegenwoordigd. Deze teams werken vanuit het steppedcare principe, dus eerste kijken wat iemand zelf kan en wat binnen de directe omgeving (familie, buurt e.d.) opgelost kan worden. Dan kijken of er vrijwilligers ingezet kunnen worden en pas als dat allemaal niet mogelijk is professionele ondersteuning regelen. Er zijn in 2012 verspreid over de stad, naast het loket in het stadhuis, 8 wijkinfopunten gerealiseerd. Hier kunnen bewoners terecht met hun vragen en ideeën. In 2012 is het gemeentelijk zorgplein voor wat betreft de WMO heringericht, gebaseerd op de “gekantelde” werkwijze. Er worden vanaf medio 2012 keukentafelgesprekken gevoerd waarbij eerst in overleg met de klant gekeken welke mogelijke oplossingen er zijn alvorens eventueel over te gaan tot indicatiestelling. Er is in 2012 ook weer een groot beroep gedaan op de sociaal raadslieden. De sociaal raadslieden ondersteunden bij juridische procedures die veelal te maken hebben met inkomenskwesties. Ook voerden zij inkomenschecks uit zodat mensen het inkomen kregen waar ze recht op hebben (zoals toeslagen, belastingteruggave e.d.). Prestatieveld 4: Ondersteunen mantelzorgers en vrijwilligers. Mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg konden ook in 2012 terecht bij Welzijn Lelystad voor ondersteuning en advies. Het aantal mantelzorgers is verder toegenomen. Steeds meer mantelzorgers maakten gebruik van het ondersteuningsaanbod. Het aantal zorgvrijwilligers is toegenomen maar de vraag is ook flink toegenomen. De vraag was groter dan het aanbod. Er is actief ingezet op het werven van nieuwe zorgvrijwilligers. Eind 2012 is het beleidsvoorbereidend proces voor de verlengde nota informele zorg afgerond. De nota, waarin wordt voorgesteld de mantelzorgondersteuning te intensiveren, is aan de raad voorgelegd. Het Vrijwilligerssteunpunt bij Welzijn Lelystad is in 2012, conform de verlengde nota “Voor elkaar”, in 2012 uitgebreid met 0,5 fte. Met deze extra inzet konden meer vrijwilligers(organisaties) worden ondersteund en bemiddeld naar vrijwilligerswerk. Er is met name geïnvesteerd in het bemiddelen van de groeiende groep 65-plussers richting vrijwilligerswerk. De maatschappelijke stages zijn breed ingevoerd. Alle leerlingen in het voortgezet onderwijs lopen een verplichte maatschappelijke stage van minimaal 30 uur tijdens hun schoolloopbaan. De stagemakelaar, die in dienst is bij Welzijn Lelystad, zorgde ervoor dat er voldoende stageplekken beschikbaar waren bij maatschappelijke-/vrijwilligersorganisaties. Verder zijn in 2012 bedrijven steeds actiever betrokken bij het vrijwilligerswerk. De betrokkenheid kan verschillende verschijningsvormen hebben zoals eigen personeel faciliteren om vrijwilligerswerk te doen, sponsoring van vrijwilligersactiviteiten e.d.
Jaarverslag 2012
6
Prestatieveld 5: Bevorderen deelname aan het maatschappelijk verkeer van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem of psychisch-sociaal probleem. In alle gezondheidscentra is algemeen maatschappelijk werk aangeboden. Zij behandelden zeer uiteenlopende psychosociale problematiek samenhangend met bijvoorbeeld echtscheiding, mishandeling en rouwverwerking. De ouderenadviseurs hebben spreekuur gehouden in de wijken en ouderen ondersteund bij veranderprocessen in hun leven. Ouderen vanaf 65 jaar zijn thuis bezocht en voorzien van allerlei informatie. Ook is daarbij gevraagd of zij als vrijwilliger een bijdrage willen leveren (zilveren kracht). Ook in 2012 konden ouderen vanuit het project Thuisadministratie ondersteuning krijgen bij hun (financiële) administratie. In het kader van Agenda 22 hebben 3 werkgroepen zich gebogen over de thema's arbeid, mobiliteit en onderwijs/jeugd. Het GOL is per 1 december 2012 gehuisvest in het pand van Stichting Welzijn Lelystad en daarmee facilitair aangesloten bij Stichting Welzijn Lelystad.
Jaarverslag 2012
7
2.1.2 Bieden van zorg Wat wilden we bereiken en wat hebben we bereikt? Beoogde maatschappelijke effecten Doel/ beleidsterrein
Beoogde effectresultaten
Verantwoording (2012)
Inwoners voelen zich gezond/ gaan zich gezonder gedragen.
Vasthouden van percentage inwoners dat eigen gezondheid in het algemeen als (minimaal) ‘goed’ beoordeelt op niveau van 2010 (84%).
Peiling hierover is eind 2012 gehouden. De resultaten hiervan zijn nog niet bekend.
Bron: Burgerpeiling AB-OS. Geen verdere groei van jongeren Stabiliseren van het aandeel jongeren (12-18) met met overgewicht. overgewicht op het niveau van 2010 (10%).
De jongerenenquête door de GGD staat voor 2014 gepland.
Stabilisering van het aandeel jongeren dat overmatig drinkt op het niveau 2010 (26%). Geen verdere groei van jongeren Bron: GGD Jongerenenquête. met overmatig alcohol gebruik. Voorkomen van verdere groei van (zware) problematiek onder de jeugd van 0-18 jaar.
Stabilisering van het aandeel jeugdigen met een jeugdzorgindicatie op het niveau 2009 (2,4%).
Aandeel jeugdigen met een jeugdzorgindicatie bedroeg in 2011 3,4 %. Stabilisering op het niveau 2009 lijkt niet haalbaar. Meest actuele cijfer wordt nog toegevoegd.
Bron: Bureau Jeugdzorg. Gebruikers zijn over het algemeen tevreden over de individuele Wmo-verstrekkingen.
De tevredenheid van Lelystedelingen is gelijk of hoger dan de landelijk gemiddelde score.
Tevredenheidscores over 2011 zijn gelijk aan scores over 2010: 7,7 voor huishoudelijke hulp en 7,3 voor gehandicaptenvoorzieningen. Beide scores liggen 0,1 onder landelijke gemiddelden.
score 2010: huishoudelijke hulp rapportcijfer 7,7 (landelijk 7,8) score 2010: gehandicaptenvoorzieningen rapportcijfer 7,3 (landelijk 7,4). Bron: SGBO.
Mantelzorgers voelen zich minder vaak te zwaar belast.
Percentage (actieve) mantelzorgers dat aangeeft zich (te) zwaar belast te voelen daalt van 19% in 2010 naar 15% in 2014.
Peiling hierover is eind 2012 gehouden. De resultaten hiervan zijn nog niet bekend.
Bron: Burgerpeiling AB-OS. Het aantal vrijwilligers in de zorg wordt vergroot.
Percentage inwoners dat onverplicht en onbetaald burenof gehandicaptenhulp geeft stijgt van 12% in 2010 naar 15% in 2014.
Peiling hierover is eind 2012 gehouden. De resultaten hiervan zijn nog niet bekend.
Bron: Burgerpeiling AB-OS. Kwetsbare groepen, met name ouderen en gehandicapten, kunnen actiever deel (blijven) nemen aan de maatschappij.
Ouderen en gehandicapten gaan hoger scoren op de leefsituatieindex (*) 2004
2008/2010
2014
Lelystad gemiddeld
100
102
104
65-plussers
85
99
100
Arbeidsongeschikten
85
86
95
Peiling hierover is eind 2012 gehouden. De resultaten hiervan zijn nog niet bekend.
Bron: Burgerpeiling AB-OS.
Jaarverslag 2012
8
Wat hebben we er voor gedaan? Prestaties en prioriteiten Een deel van de prestaties (preventie jeugd en ondersteuning mantelzorgers) is reeds beschreven programmaonderdeel (2.1.1. betrokkenheid en participatie). Prestatieveld 6: Voorzieningen voor ouderen, gehandicapten, chronische psychiatrische patiënten en mensen met psychische of psychologische problemen. In 2011 is besloten het pakket aan individuele Wmo voorzieningen op een aantal punten aan te passen. In de loop van 2011 zijn de wijzigingen doorgevoerd en vanaf 1-1-2012 wordt het geheel aangepaste pakket geleverd. Het gaat hierbij om huishoudelijke hulp, regiotaxi, rolstoelen, scootmobielen, woningaanpassingen e.d. In 2012 is het gemeentelijk zorgplein voor wat betreft de Wmo heringericht (zoals hiervoor onder prestatieveld 3 beschreven). Prestatieveld 7: Maatschappelijke opvang. Er is vanuit Icare begeleiding geboden aan zwaar ontregelde huishoudens. Bij deze huishoudens was sprake van meervoudige problematiek waaronder zorgmijding, vervuiling, verwaarlozing en psychische en psychiatrische problematiek. Er in 2012 opvang en inloop geboden aan dak- en thuislozen. In de winterperiode is het aantal bedden tijdelijk uitgebreid. Er is opvang en begeleiding geboden aan kwetsbare jongeren (17-27 jaar) uit Lelystad die de aansluiting met de maatschappij dreigen te verliezen (Kamers met Kansen). Er zijn in 2012 voorbereidingen getroffen voor het realiseren van een woonvoorziening en crisisopvang in de Gondel voor mensen met ernstige verslavings- en/of psychiatrische problematiek. Het pand zal naar verwachting in 2013 verbouwd kunnen worden zodat het in 2014 in gebruik kan worden genomen. Verder zijn er in samenwerking met IDO en Kwintes voorbereidingen getroffen om een opvang voor zwerfjongeren te realiseren in De Open Haven. Prestatieveld 8: Bieden openbare geestelijke gezondheidszorg. Er zijn vanuit GGZ Centraal preventie activiteiten aangeboden aan mensen die direct of indirect te maken hebben met GGZ problematiek gericht op herkenning en begrip van ernstige psychische klachten en gericht op het zelf oplossen van klachten. Prestatieveld 9: Bieden ambulante verslavingszorg. Er is, in samenwerking met de betrokken partijen, op scholen en op plaatsen waar veel jongeren komen voorlichting gegeven aan jongeren en ouders over middelengebruik. Jongeren met alcohol- of drugsproblemen zijn toegeleid naar de reguliere hulpverlening. Wet publieke gezondheid. In 2012 waren de ziekenhuiszorg en de eerstelijnszorg op peil. Er waren voldoende huisartsen, tandartsen, verloskundigen e.d. en een (inhoudelijk en financieel) gezond ziekenhuis. Er is in 2012 overleg gevoerd met zorgverzekeraar Achmea over het versterken van de eerstelijnszorg en het verbeteren van samenwerking tussen eerste en tweedelijnszorg, welzijn en publieke gezondheid (preventie) door een meer wijk- c.q. populatiegerichte aanpak. De inzet is te komen tot een verschuiving van de tweede- naar de eerste- en nuldelijnszorg. Een verschuiving van (gespecialiseerde) zorg naar welzijn (“ontzorging” van de zorg). Hiermee kan gezondheidswinst worden behaald. Het traject wordt in 2013 voortgezet. Er zijn diverse projecten uitgevoerd gericht op gezonde leefstijl met name onder jongeren en vrouwen. Op de basisscholen is het programma “Ik Lekker Fit?!” uitgevoerd. In de Waterwijk en Atol is het project Wijk in Beweging, gericht op de risicogroep met overgewicht, uitgevoerd.
Jaarverslag 2012
9
De GGD Flevoland heeft de verplichte wettelijke taken uitgevoerd: infectieziektebestrijding, medische milieukunde, technische hygiënezorg, en gezondheidsbevordering. De GGD heeft gezondheidsgegevens van de bevolking verzameld, heeft gezondheidsvoorlichting gegeven, heeft meldingen en klachten in relatie tot binnen- of buitenmilieu afgehandeld, heeft geadviseerd over de hygiëne bij grote evenementen, etc. Daarnaast hebben Icare en de GGD de jeugdgezondheidszorg voor 0-19 jarigen uitgevoerd volgens het wettelijk voorgeschreven uniforme basistakenpakket (zie verder onder prestatieveld 2).
Jaarverslag 2012
10
2.2
Op weg met talent
2.2.1 Goede schoolloopbaan voor iedereen 2.2.2 Meer sport en recreatie 2.2.3 Verhogen arbeidsparticipatie en bieden inkomensondersteuning Bedrag x € 1.000
Tabel: Resultaat per program m a Prim itieve begroting
P2 Op w eg m et talent Exploitatie Lasten P21 Goede schoolloopbaan voor ieder P22 Sport en recreatie P23 Verhogen arbeidsparticipatie en Totaal Lasten Baten P21 Goede schoolloopbaan voor ieder P22 Sport en recreatie P23 Verhogen arbeidsparticipatie en Totaal Baten Mutaties Exploitatie Reserves Lasten P21 Goede schoolloopbaan voor ieder P23 Verhogen arbeidsparticipatie en Totaal Lasten Baten P21 Goede schoolloopbaan voor ieder P23 Verhogen arbeidsparticipatie en Totaal Baten Mutaties Reserves Eindtotaal
Wijzigingen
Begroting na w ijzigingen
Rekening
Verschil
-19.827 -4.546 -46.321 -70.695
-3.623 -103 -1.214 -4.940
-23.450 -4.649 -47.535 -75.634
-25.580 -4.874 -55.065 -85.519
-2.130 -225 -7.530 -9.885
2.227 0 40.476 42.704 -27.991
2.367 0 -2.551 -184 -5.123
4.595 0 37.925 42.520 -33.114
7.805 218 41.682 49.705 -35.814
3.211 218 3.757 7.185 -2.700
0 -560 -560
0 560 560
0 0 0
-106 0 -106
-106 0 -106
200 0 200 -360 -28.351
2.253 1.875 4.128 4.688 -435
2.453 1.875 4.328 4.328 -28.786
761 1.875 2.636 2.530 -33.284
-1.692 0 -1.692 -1.798 -4.498
2.2.1 Goede schoolloopbaan voor iedereen Wat wilden we bereiken en wat hebben we bereikt? Beoogde maatschappelijke effecten Doel/ beleidsterrein
Beoogde effectresultaten
Hoger opleidingsniveau van de beroepsbevolking
Jaar
Stijging van het aandeel Nederland van de beroepsbevolking met een opleiding op minimaal middelbaar niveau tot boven het landelijk gemiddelde (Lelystad op 75% en NL op 76% in 2009). Lelystad
2006
2007
75%
76%
72%
72%
Verantwoording (2012)
2008
2009
2010
75%
76%
76%
73%
75%
77%
Uit schattingen van CBS blijkt dat in 2010 Lelystad voor het eerst een beroepsbevolking had, met een groter aandeel startkwalificaties (77%) dan landelijk het geval (76%). Meer recente schattingen zijn nog niet bekend.
Het percentage voor 2011 zal pas eind 2013 bekend worden, aangezien het CBS de resultaten van drie jaar middelt om een enigszins nauwkeurige schatting te kunnen geven.
Jaarverslag 2012
11
Bron: CBS Hoger opleidingsniveau van jongeren.
Jaar
2005/‘06
2007/’08
2008/‘09 2009/’10 2010/-‘11 2011/’12 (ambitie)
Halvering van het aantal leerlingen dat in 2012 school zonder startkwalificatie heeft verlaten (319 in 2010).
Convenantdoelstelling: reductie 10% per jaar.
304
395
312
319
284
Aantal VSV-ers is in het schooljaar 2010/2011 gedaald (van 318 in 2010/2011) naar 260.
260
Bron: CFI- tellingen.
Wat hebben we er voor gedaan? Prestaties en prioriteiten Voor en Vroegschoolse Educatie Aan de centrale actiepunten van de nota JongLeren is in 2012 uitvoering gegeven: het bereik VVE is vergroot naar bijna 80%, er wordt gewerkt met een sluitende aanpak tussen consultatiebureau en de voorschoolse voorzieningen, en huisbezoeken worden uitgevoerd onderdeel van educatief partnerschap. Tijdens een werkconferentie eind november zijn hierover concrete prestatieafspraken met de partners getekend, met als ambitieus doel: (bijna) geen kind achterstand naar groep 3.
van het als ook met
Brede School De Actualisatienota Brede School is vastgesteld waarmee invulling is gegeven aan de 10% bezuinigingstaakstelling. Ook zijn daarmee de criteria bepaald waaronder het onderwijs zelf de regie op de uitvoering nader kan invullen. Voor alle aanvragen van de schoolbesturen geldt dat de ambities en activiteiten moeten zijn opgenomen in het schoolplan van de school, de aangevraagde activiteiten moeten aanvullend zijn op het reguliere aanbod, specifiek zijn voor de leerlingenpopulatie en er moet samengewerkt worden met anderen. De raad heeft door middel van een motie aangegeven dat ook de tevredenheid van de deelnemers hierbij moet worden meegenomen. Passend onderwijs Zowel in het primair onderwijs, als in het voortgezet onderwijs worden stappen gezet om zich hierop voor te bereiden. Doordat de invoering van de Wet Passend onderwijs een jaar is uitgesteld, is daar ook iets meer ruimte voor. In het primair onderwijs wordt ook met de uitvoering van Be Cool het onderwijs voor hoogbegaafden versterkt en maakt een groot deel van de scholen gebruik van digitaal handelingsprotocol voor het signaleren van hoogbegaafdheid. Scholen zijn ook ondersteund om vervolgens passend onderwijs te kunnen bieden aan deze kinderen. Wat betreft het leerlingenvervoer is het aanbestedingsvoordeel gerealiseerd, maar door meer bestemmingen en een forse NEA indexering voor de stijgende brandstofprijzen zijn de kosten echter fors toegenomen. Mede daarom heeft ook een fundamentele heroverweging van het (totale) leerlingenvervoer plaatsgevonden. Eén van de voorzieningen van speciaal onderwijs is de praktijkschool de Steiger. De bestuurlijke fusie tussen De Steiger en Stichting Voortgezet Onderwijs Lelystad (SVOL) is op het laatste moment afgeketst. Begin 2013 heeft het college besloten dat het bestuurlijk onderbrengen van de Steiger bij Eduvier verder verkend gaat worden.
Jaarverslag 2012
12
Voortijdig schoolverlaters In maart 2012 is een nieuw regio convenant door Flevolandse gemeenten en onderwijs partijen ondertekend. Ook de scholen (MBO) van buiten de regio waar veel Flevolandse leerlingen heen gaan, hebben mede dit convenant ondertekent. Hiermee kan de Plusvoorziening worden voortgezet en wordt een nieuw regionaal programma ingericht om het aantal voortijdig schooluitvallers verder te bestrijden. Daarnaast zijn er binnen Lelystad strikte afspraken over in- en uitschrijvingen, en is daarbij ook een Zomeractie uitgevoerd. Hierbij is door extra inzet vanuit leerplicht (in samenwerking met de scholen) van de 610 potentiële jongeren die in die zomerperiode VSV’ers zouden kunnen worden, ervoor gezorgd dat 415 jongeren geen VSV’ers zijn (een daling van bijna 70%). De ambitie was een daling van 10% van de nieuwe VSV’ers, conform de landelijke doelstelling. Er is echter een daling van ruim 20% gerealiseerd. Aansluiting VMBO – MBO – HBO Van belang voor het versterken van deze lijn vormt ondermeer de verdere ontwikkeling van HBO onderwijs in Lelystad. Het is gelukt om onderdelen van het concept Roy Heiner Academy te behouden in de vorm van een “minor Leadership” voor HBO studenten van hogescholen in Nederland. De doorontwikkeling RHA maakt onderdeel uit van een breder business case waarin ook de ontwikkeling van composieten onderwijs een belangrijke plek in neemt. Daarbij zijn ook afspraken gemaakt met Windesheim over het versterken van de doorgaande lijn tussen MBO en HBO. College heeft in 2012 de Bestedingen nota Kwetsbare jongeren vastgesteld waarmee inzicht is gegeven in de voorzieningen voor deze doelgroep. Van belang voor deze jongeren is dat deze voorzieningen dicht bij het onderwijs kunnen worden gebracht, waardoor kwetsbare jongeren in het onderwijs speciale begeleiding kunnen blijven krijgen met als doel een startkwalificatie of arbeidskwalificatie te behalen. Een belangrijke rol daarbij is ook weggelegd voor de Werkschool. De voortgang van de Werkschool verliep in eerste instantie moeizaam, maar lijkt eind 2012 toch tot een doorbraak te leiden in de samenwerking tussen de Werkschool, Eduvier en de Steiger. De verwachting is dat het concept in 2013 daadwerkelijk van start gaat. Onderwijshuisvesting De op basis van het IHP 2011-2020 voor 2012 beschikbaar gestelde budgetten zijn in IHP 2012-2021 op onderdelen bijgesteld. De budgetten zijn ingezet voor de uitvoering van de in het IHP opgenomen voorzieningen. Voor een gedetailleerd overzicht van deze voorzieningen wordt verwezen naar het IHP 2012-2021. Met de uitvoering ervan is voldaan aan de wettelijke taak van de gemeente om te zorgen voor ‘voldoende en adequate’ huisvesting voor het primair, speciaal en voortgezet onderwijs op haar grondgebied.
Jaarverslag 2012
13
2.2.2 Meer sport en recreatie Wat wilden we bereiken en wat hebben we bereikt? Beoogde maatschappelijke effecten Doel/ beleidsterrein
Beoogde effectresultaten
Verantwoording (2012)
Stijging van het aandeel Lelystedelingen dat regelmatig (minstens eens per maand) sport (van 68% in 2007) naar 70% in 2012.
Jaar
Uitgebreid sportpeiling is in 2012 niet gehouden. Uit beknopte peiling in even jaren blijkt sinds 2008 een daling in sportparticipatie.
2006
2008
2010 2012
58%
68%
68%
70%
(Bron: AB-OS specifieke sportpeiling).
Wat hebben we er voor gedaan? Prestaties en prioriteiten Actualisatienota sport “Koers houden en kansen benutten” Het fundament wat, middels de kadernota sport “Startschot”, in 2008 is gelegd en in de jaren daarna, op basis van de uitvoeringsnota sport 2009 - 2012 “Tussen start en finish”, verder is uitgebouwd biedt voldoende aanknopingspunten om ook de komende jaren verder door te ontwikkelen. Er is daarom gekozen voor een actualisatie van het bestaande beleid met accentverschillen op bestaande speerpunten en de toevoeging van 1 nieuw speerpunt. Dat betekent dat met de vaststelling van de actualisatienota ingezet wordt op het op peil houden van de sportparticipatie, het aantrekkelijk houden van de sportaccommodaties, het ondersteunen van vitale sportverenigingen, het stimuleren van slimme dwarsverbanden en als nieuw speerpunt ook het positioneren van Lelystad als watersportstad. Met deze sportnota is tevens de effectuering van de reeds opgelegde bezuinigingstaakstelling van 10% bij de kadernota 2012 gerealiseerd. Concrete resultaten: Realisatie 3e sporthal nabij de Rietlanden: De derde sporthal is in september 2012 binnen de beschikbare budgetten gerealiseerd en opgeleverd. Opdracht gegeven voor de renovatie van het Cruyff Court, het Aron Winter Veld in Atol. Afronding van de onderhoudsslag bij 23 verenigingen. Schoolzwemmen Met de partijen zijn verschillende scenario’s besproken om de bezuinigingstaakstelling uit de kadernota 2012 te realiseren. Half december hebben echter de onderwijspartners in de Stuurgroep Talentontwikkeling aangegeven dit niet te kunnen realiseren, met als conclusie dat zij het schoolzwemmen niet langer willen voortzetten. De consequenties hiervan worden als in een vangnetconstructie nader uitgewerkt.
Jaarverslag 2012
14
2.2.3 Verhogen arbeidsparticipatie en bieden inkomensondersteuning Wat wilden we bereiken en wat hebben we bereikt? Beoogde maatschappelijke effecten Doel/ beleidsterrein
Beoogde effectresultaten
Verantwoording (2012)
Structurele uitstroom van 25% of stijging op participatieladder door optimale benutting participatiebudget en extra reintegratiemiddelen.
De structurele uitstroom op trajecten gericht op arbeidstoeleiding of stijging op de participatieladder bedraagt voor 2012 35%.
Op weg met werken naar vermogen Re-integratie:
Verhogen arbeidsparticipatie: Er zijn drie lijnen waarlangs we in Lelystad mensen begeleiden naar werk, namelijk: Bestaand bestand en nieuwe instroom Zorgklanten met een grote afstand tot de arbeidsmarkt -
Jeugd en terugkeerders
WSW: De WSW geïndiceerde zoveel mogelijk Afbouw van het aantal beschutte WSW regulier laten werken. plaatsen met een uitstroom van minimaal 5% per jaar naar de reguliere arbeidsmarkt.
De afbouw van het aantal WSWplaatsen is in verband met de politieke ontwikkelingen niet doorgegaan. Door de verslechterde economische situatie is het aantal mensen dat bij een reguliere werkgever werkt iets gedaald ten opzichte van 2011.
Inburgering: Inburgeringsplichtigen laten participeren in onze maatschappij.
Lopende trajecten afronden (met 65% examen Van de in voorgaande jaren gestarte deelname) en nieuwe trajecten opstarten. trajecten heeft 53% in 2012 examen afgelegd. In 2012 zijn 91 nieuwe trajecten gestart. WWB Levensonderhoud 2012: stabilisatie op 1900 Het gemiddelde aantal uitkeringsgerechtigden, ofwel 2,5% van het uitkeringsgerechtigden over 2012 is aantal inwoners. 1973. Per 31 december 2012 is het aantal uitkeringsgerechtigden 2030, dat is 2,7% van het aantal inwoners. Deze stijging is ook landelijk waar te nemen en o.a. te wijten aan een sterker stijgende werkloosheid dan vooraf geprognosticeerd. Stabilisatie van het aantal inwoners dat 2013 & 2014: doelstelling nog nader te afhankelijk is van een uitkering (minder concretiseren op basis van impact ‘Wet WWB uitkeringen). Werken naar Vermogen’: indicatoren hiervoor worden eind 2012 ontwikkeld. Armoede/ minimabeleid Spoor 1: Doorbreken of voorkomen van de belemmeringen in de armoedesituatie op basis van het armoede risicoprofiel.
Het regisseren van de instandhouding van de maatschappelijke keten waardoor het signaleren van en doorverwijzen bij armoederisico’s door alle betrokken partners optimaal plaats vindt.
De uitvoering heeft plaatsgevonden conform de nota “Evaluatie uitvoering preventief armoedebeleid Lelystad (Spoor 1)’.
Spoor 2: Inwoners onder de armoedegrens (tijdelijk) financieel ondersteunen.
Optimaal benutten van de beschikbare middelen binnen de bijzondere bijstand (instrumenten die aangeboden worden zijn onder andere: participatiebijdrage, langdurigheidtoeslag, leenbijstand, bewindvoering, witgoedregeling et cetera).
Door de in 2011 ingezette beleidswijzigingen hebben de bezuinigingen op enkele vormen van bijzondere bijstand ertoe geleid dat kon worden voldaan aan de toenemende vraag.
Jaarverslag 2012
15
Wat hebben we er voor gedaan? Prestaties en prioriteiten Reintegratie WWB re-integratie Eind 2012 is het aantal lopende trajecten: 74 Verloningsbanen, 120 gemiddeld, lopend 109 Werkervaringsbanen, 23 Loonkostensubsidie. De 50 SOG klanten zijn uitgestroomd naar werk (verloning dan wel regulier werk) of geplaatst op een werkervaringsbaan. De volgende zorgtrajecten zijn uitgevoerd in 2012 : Meedoen naar Vermogen/Sociale activering (afgebouwd naar 34), Taalbanen gemiddeld 49, eind 2012 32 lopend) Flevodrome, Kamers met Kansen, Broeinest. Hiermee is in 2012 uitvoering gegeven aan de projecten zoals beschreven in de nota "Op weg met Werken naar Vermogen". WWB/WIJ Jongeren (organiseren sluitende keten) In beeld is gebracht welke voorzieningen er zijn voor kwetsbare jongeren. In 2012 zijn vanuit het Participatiebudget middelen ingezet voor deze doelgroep, wat in 2013 wordt voortgezet. In samenhang met de entreeopleiding en de werkschool wordt in 2013 een voorstel uitgewerkt het vangnet sluitend te maken. WSW afbouw van 303 WSW arbeidsplaatsen naar ca 290 arbeidsplaatsen realiseren De afbouw van de WSW naar 290 arbeidsplaatsen is niet uitgevoerd in verband met het controversieel verklaren van de WWNV. Hiermee zijn de wijzigingen in de WSW uitgesteld tot de komst van de Participatiewet (verwacht per 2014). Fusie Perspectief B.V. en Concern voor Werk N.V. De fusie tussen Perspectief en Concern voor Werk is in 2012 niet geëffectueerd. Complicerende factor hierbij is geweest de discussie over het parkeerbeheer. Deze discussie heeft uiteindelijk geleid tot een raadsbesluit eind 2012 over het parkeerbeheer. De bezuiniging is voor 2012 niet gerealiseerd maar is meegenomen in de reeds genoemde uitwerking. In 2012 en 2013 € 1.600.000 beschikbaar te stellen als investering in de uitvoeringskosten participatiebudget Uit de extra investering zijn ca 150 trajecten gefinancierd (74 verloningsbanen en 75 werkervaringsbanen). Inkomen Wet werken naar vermogen (voorbereiding implementatie met ingang van 1-01-2013). In de eerste helft van 2012 is een start gemaakt met de voorbereiding voor de implementatie van de WWNV en de invoering van de huishoudinkomenstoets in de WWB. Na het aftreden van het kabinet in april 2012 is de WWNV controversieel verklaard en de invoering van de huishoudinkomenstoets ingetrokken. De al ingezette beleidswijzigingen rondom re-integratie zijn echter doorgezet, waaronder de ontwikkeling van het Werkbedrijf. Gelet op de omvang van de uitgevoerde werkzaamheden is het budget volledig gebruikt voor inhuur en opleidingen. Actualisatie Uitkeringslast Bij het voorstel van de actualisatie uitkeringslast is uitgegaan van een klantenaantal van gemiddeld 1900 in 2012 (de uitkeringslast is verhoogd met € 3,8 mln. en de rijksbijdrage met € 2,0 mln., per saldo is € 1,8 mln. aangevraagd). Eind 2012 is het klanten aantal gemiddeld 1973 (het absolute aantal per 31 december 2012 is 2030). In de loop van 2012 is bij de tussentijdse rapportages de afwijkingen gemeld (crisismonitor mei en september). In de prognose op concernniveau is rekening gehouden met de hogere uitkeringslast als effect op het totale jaarresultaat. Het financiële effect van het hogere klantenaantal wordt toegelicht bij de financiële analyse van het product WWB BUIG. In onderstaand schema staat gemeld de verhouding van de uitkeringslast van de gemeente Lelystad ten opzichte van de rijksbijdrage van het ministerie SZW vanaf 2010.
Jaarverslag 2012
16
Tabel: Verhouding uitkeringslast t.o.v. rijksbijdrage vanaf 2010 (percentage nadeelgemeente) Begroting 2013 (*)
Bedrijfsvoering (lasten)
2010
2011
2012
Definitief budget SZW
20.141.619
21.442.788
26.635.703
28.562.000
958.854
826.729
751.805
700.000
Uitgaven WWB BUIG
24.175.726
27.027.279
28.005.877
29.629.935
Netto uitkeringslast
23.216.872
26.200.550
27.254.072
28.929.935
Overschot/tekort
-3.075.253
-4.757.762
-618.369
-367.935
% Overschot/tekort -15,3% *De waarden van begroting 2013 zijn de voorlopige gegevens.
-22,2%
-2,3%
-1,3%
Ontvangsten WWB BUIG
Armoedebeleid Schuldhulpverlening Beide organisaties voor schuldhulpverlening (IDO en MDF) voeren binnen 4 weken een intakegesprek met mensen die zich aanmelden voor schuldhulpverlening. Wanneer een compleet inzicht is verkregen in de schulden en de financiën van het huishouden wordt het traject opgestart. In deze periode wordt er alles aan gedaan om huis en haard veilig te stellen. Hoewel het aantal aanvragers stabiliseert, vind er een verschuiving plaats in de doelgroep. Er is vooral een toename te zien van het aantal aanvragers met een inkomen (net) boven het minimum en een eigen woning. Het aantal mensen wat een driejarig schuldhulpverleningstraject succesvol afrond ligt nog steeds rond de 70 %. Minimabeleid, spoor1: ·Voortzetten preventief armoedebeleid In 2012 is samen met het maatschappelijk middenveld gewerkt aan het terugdringen van de overerving van armoede door het bieden van kansen aan kinderen (en hun ouders) om te voorkomen dat ze in een achterstandsituatie terecht komen. Hierbij heeft gemeente Lelystad de regierol vervuld. De uitvoering heeft plaatsgevonden zoals beschreven in de nota “Evaluatie uitvoering preventief armoedebeleid Lelystad (Spoor 1)’ (behandeling Raad maart 2012). De uitvoering bestond uit de volgende activiteiten: - Het inzetten van interventies en activiteiten ten behoeve van kinderen en hun ouders, die onder het armoederisicoprofiel vallen, om te zorgen dat zij niet in een achterstandsituatie terecht komen. - Het versterken en onderhouden van het netwerk. - Het borgen van het preventieve armoedebeleid, waardoor professionals en vrijwilligers armoede beter kunnen signaleren en ook gericht kunnen doorverwijzen (waaronder het scholen van de professionals en vrijwilligers en het Kanspunt). - Het verkrijgen van inzicht in de effecten van de uitvoering van het preventieve armoedebeleid. Minimabeleid, spoor2: ·Continueren minimabeleid Het uitgevoerde minimabeleid is vanwege de stijging van de kosten (door hoger bereik en meer aanvragen) in de tijd van laagconjunctuur versoberd. De in 2011 ingestelde beleidswijzigingen (o.a. lager tarief participatiebijdrage, medische vergoeding via collectieve zorgverzekering i.p.v. individuele verstrekkingen) zijn doorgevoerd. De beleidswijzigingen hebben geleid tot lagere uitgaven bijzondere bijstand op de onderdelen vergoeding ziekte kosten, participatiebijdrage, inrichtingskosten en stabilisatie van de uitgaven langdurigheidtoeslag door het verlagen van de norm. Daartegenover zijn de kosten voor beschermingsbewind toegenomen. Inburgering De regeling Inburgering is gestopt per 1 januari 2013. In 2012 liepen er nog 286 trajecten door uit voorgaande jaren (waarvan er 151 examen hebben afgelegd, dit is 53%) en zijn er 91 nieuw gestart (hiervan hebben 17 deelnemers al in 2012 een examen afgelegd). Er lopen in 2013 nog 91 trajecten door die voor eind 2012 zijn gestart, er zullen geen nieuwe trajecten worden gestart.
Jaarverslag 2012
17
2.3
Leefbare stad
2.3.1 Wijkontwikkeling en -beheer 2.3.2 Optimaliseren stedelijk verkeer 2.3.3 Versterken duurzaamheid Bedrag x € 1.000
Tabel: Resultaat per program m a Prim itieve begroting
P3 Leefbare stad Exploitatie Lasten P31 Wijkontw ikkeling en -beheer P32 Optimaliseren stedelijk verkeer P33 Versterken duurzaamheid Totaal Lasten Baten P31 Wijkontw ikkeling en -beheer P32 Optimaliseren stedelijk verkeer P33 Versterken duurzaamheid Totaal Baten Mutaties Exploitatie Reserves Lasten P31 Wijkontw ikkeling en -beheer P32 Optimaliseren stedelijk verkeer Totaal Lasten Baten P31 Wijkontw ikkeling en -beheer P32 Optimaliseren stedelijk verkeer P33 Versterken duurzaamheid Totaal Baten Mutaties Reserves Eindtotaal
Wijzigingen
Begroting na w ijzigingen
Rekening
Verschil
-24.964 -5.868 -13.428 -44.260
-370 -391 -40 -801
-25.334 -6.260 -13.468 -45.061
-24.906 -7.113 -13.421 -45.440
428 -853 47 -379
814 5.115 9.842 15.772 -28.488
698 1.949 68 2.714 1.913
1.512 7.064 9.910 18.486 -26.575
1.553 6.545 10.470 18.568 -26.872
41 -519 559 81 -298
-14 0 -14
14 -1.240 -1.226
0 -1.240 -1.240
-2 -1.240 -1.242
-2 0 -2
266 0 128 394 380 -28.108
124 170 21 315 -912 1.002
390 170 149 709 -532 -27.107
438 801 71 1.309 67 -26.806
47 631 -78 601 599 301
2.3.1 Wijkontwikkeling en - beheer Wat wilden we bereiken en wat hebben we bereikt? Beoogde maatschappelijke effecten Doel/ beleidsterrein
Beoogde effectresultaten
Verantwoording (2012)
Vasthouden leefbare/ vitale wijken.
Vasthouden van de hoge gemiddelde schaalscore algemene evaluatie van ‘de buurt’ op de gemiddelde waarde 2001-2009 naar 2014, en wel op 7,8 voor heel Lelystad, op 7,7 voor de bestaande wijken en op 8,3 voor de nieuwe wijken.
Bij peiling eind 2011 blijkt dat waardering t.o.v. 2009 is gestegen; met name is waardering in bestaande wijken hersteld (van daling in 2009). Volgende peiling eind 2013.
Vasthouden van het gemiddelde rapportcijfer ‘leefbaarheid in de buurt’ op het niveau van 2009 tot 2014 en wel op 7,2.
Bij peiling eind 2011 blijkt dat waardering leefbaarheid is gehandhaafd. Volgende peiling eind 2013.
Bron: Burgerpeiling AB-OS.
Jaarverslag 2012
18
Vasthouden betrokkenheid van inwoners bij ontwikkelingen in de buurt.
Vasthouden van het percentage inwoners dat bij belangrijke veranderingen in de buurt op zijn minst over de plannen wil mee praten (39% in 2010).
Geen peiling sinds 2010.
Bron: Burgerpeiling AB-OS. Beperking stijging verloedering in de woonwijken.
Beperkte stijging van gemiddelde score op verloederingsschaal: van 4,2 in 2009 naar maximaal 4,5 in 2014.
Waar een beperkte stijging van de verloedering vanaf 2009 wordt verwacht, blijkt eind 2011 dat bewoners gemiddeld juist minder verloedering in hun woonomgeving ervaren.
Bron: Burgerpeiling AB-OS. Dienstverlening in de wijk
Beperkte daling van tevredenheid van bewoners over de gemeentelijke dienstverlening in de wijk: van 66% in 2009 naar minimaal 63% in 2014).
De verwachte daling vanaf 2009 in tevredenheid over gemeentelijk dienstverlening in de wijk is - volgens een peiling begin 2012 - nog niet gebleken.
Bron: Burgerpeiling AB-OS
Wat hebben we er voor gedaan? Prestaties en prioriteiten Opstellen van samenwerkingsconvenant met maatschappelijke partners. In het kader van het Nieuwe Werken in de wijk is er voor gekozen om per partnerorganisatie prestatieafspraken te maken, zoals bijvoorbeeld prestatieafspraken met Stichting Welzijn Lelystad en het Lokaal Akkoord met Centrada. Daardoor kon één samenwerkingconvenant met de maatschappelijke partners achterwege blijven. Herstructurering van 420 sociale woningen en 36 HAT-eenheden in 2012. Centrada is bezig met het wegwerken van het achterstallig onderhoud aan de woningen. De afgelopen 8 jaar zijn bijna 5000 woningen gerenoveerd. Centrada had in 2012 de renovatie van 421 woningen onder handen. Dit is grotendeels (90%) uitgevoerd. Afronding vindt plaats begin 2013. Het gaat om woningen in de Atolwijk, de Zuiderzeewijk en het Stadshart (Agoradek). Het stimuleren van particuliere woningverbetering wordt in de Zuiderzeewijk en Atolwijk voortgezet door het verstrekken van leningen vanuit het Stimuleringsfonds van de Stichting Volkshuisvesting Nederland (SVN). In 2012 worden 50 - 60 aanvragen verwacht waarvan er naar verwachting 15 een lening ontvangen. Samen met Centrada wordt gekeken of er interventies te plegen zijn om particuliere knelpunten op te lossen. Samen met het centraal fonds en het ministerie wordt gezocht naar mogelijkheden om de investeringscapaciteit van Centrada, bij het vinden van oplossingen, te vergroten. In 2012 zijn 6 leningen verstrekt voor de particuliere woningverbetering. In behandeling zijn 5 aanvragen. Daarnaast loopt een SEV (Stimulering Experimenten Volkshuisvesting) experiment ter stimulering van de zelfredzaamheid van eigenaar bewoners. Twee particuliere woningen zijn door ROC leerlingen in samenwerking met een leerwerkbedrijf geschilderd. Ook loopt een project kleine maatregelingen op het grensgebied van openbare- en privéruimte ter bevordering van de leefbaarheid in de Atolwijk en de Zuiderzeewijk. Daarbij wordt uitgegaan van de kracht en initiatieven van bewoners. In november is een eerste bijeenkomst gehouden van ambassadeurs in de wijk: bewoners die zich betrokken voelen bij de leefbaarheid van de wijk.
Jaarverslag 2012
19
Het MJP-GO 2011-2015 wordt uitgevoerd conform planning met inachtneming van bijstellingen die in 2011 plaatsvinden naar aanleiding van de herijking meerjarenraming KSP. Voorafgaand aan deze uitvoering wordt de raad geïnformeerd. In 2012 is gestart met het opstellen van een voortschrijdend meerjarenprogramma. Hierdoor is het meerjarenprogramma 2011-2015 vervangen door een dynamisch Meerjarenprogramma. Dit betekent dat jaarlijks het werkplan voor het opvolgende jaar wordt opgesteld en vastgesteld met een doorkijk over 5 jaar. Hiermee wordt jaarlijks nut en noodzaak heroverwogen en daarmee beter ingespeeld op eventuele veranderingen in de kwaliteit van de verhardingen in de stad. In 2012 zijn er wijzingen geweest ten opzichte van het oorspronkelijke plan. Dit is voornamelijk gebeurd als gevolg van toepassing van doorbeheersmaatregelen, maar ook zijn er wegen versneld in onderhoud genomen omdat de kwaliteit sneller verminderd was dan voorzien bij het opstellen van het meerjarenprogramma 2011-2015. In 2012 worden, op basis van een raadsvoorstel (2011), de wijkserviceteams versterkt. Wijkserviceteams zijn de ogen en oren in de wijk en dragen bij aan de voorbeeldfunctie van de gemeente door het verhelpen van kleine problemen in de wijk, het schoonhouden van de wijk en toezicht houden in de openbare ruimte. De Teams stemmen de aanpak van kleine problemen af met het reguliere onderhoud en communiceren op een adequate wijze met de burgers over de acties die wel of niet direct worden ondernomen. In 2012 zijn de wijkserviceteams versterkt met twee voormalige wijkconsulenten. Zij vervullen een belangrijke rol in het oplossen van problemen in de wijk. Zij houden zich vooral bezig met de meldingen die niet direct met een vaktechnische ingreep opgelost kunnen worden, of waar een conflict dreigt tussen bewoners onderling of medewerker en bewoner. Ze leveren een bijdrage in het verbeteren van de communicatie met bewoners en het oplossen van relatief kleine problemen die anders mogelijk zouden escaleren. Overlast bestrijden we zoveel mogelijk op maat. Inwoners, gemeente, Centrada, welzijnsorganisaties en politie werken samen om overlast te voorkomen en te bestrijden. De gemeente kan hier maar beperkt iets betekenen. Het is een taak van de politie om de overlast die mensen veroorzaken te bestrijden. Bestrijding van overlast vindt op diverse manieren plaats. Mede op basis van de Gebiedsscan van de politie, de informatie van de partners en het advies van betrokken gemeentelijke veiligheidsmedewerkers zijn de prioriteiten en de mate van inzet bepaald. Met de partners zijn prestatieafspraken gemaakt. De coördinator Zorg en Welzijn van Welzijn Lelystad heeft op basis van deze informatie de inzet per wijk van de diverse (strategische)partners gecoördineerd; bewoners en corporaties zijn hierin ook onze strategische partners. In 2012 zijn de sociale wijkteams van start gegaan. Deze hebben een signalerende rol bij bestrijden en voorkomen van overlast. Perspectief B.V. voert algemeen en gericht toezicht uit. In het kader van bestrijding van overlast door jongeren is er sprake van een goede samenwerking tussen gemeente, politie, Stichting Welzijn (jongerenwerk) en Stichting Buurtvaders Lelystad. Bij het tegengaan van overlast door kamerverhuur wordt nauw samengewerkt met politie maar ook met de Belangengroep Omwonenden Kamerverhuurpanden Lelystad (OKL). Realisatie van de aanleg van een calamiteitenhelling/lanceerhelling in Bataviahaven. Voor de aanleg van een calamiteiten- en lanceerhelling is in 2012 € 192.000 beschikbaar gesteld. De werkvoorbereiding van dit project heeft meer tijd gevraagd dan verwacht. Vervolgens is het niet toegestaan om in de periode van 15 oktober tot 15 maart werkzaamheden uit te voeren die in relatie staan met het dijklichaam. De uitvoering zal vanaf 15 maart 2013 plaatsvinden.
Jaarverslag 2012
20
Er wordt een plan opgesteld en een exploitant gezocht om de dierenweiden na 2012 voor Lelystad te behouden. Het beheer en onderhoud wordt niet meer als taak van de gemeente gezien. Per 1 januari 2013 wordt het beheer van de beide dierenweides in Lelystad overgedragen aan de Stichting Dierenweides Lelystad, die op 1 november 2012 is opgericht. Deze stichting zal de dierenweides gaan beheren in samenwerking met het Werkbedrijf Lelystad (vooralsnog het Concern voor Werk). De stichting krijgt van de gemeente de eerste jaren nog een (afnemende) bijdrage voor het beheer van de weides, zodat het bestuur de gelegenheid heeft vrijwilligers, sponsors etc. te werven. In 2012 incidenteel een bedrag van € 200.000 te besparen op Dagelijks Onderhoud Openbare Ruimte. In 2012 is incidenteel € 200.000 bespaard op civieltechnisch dagelijks onderhoud, met name asfalt en belijning. In 2012 € 65.000 beschikbaar te stellen ten behoeve van stimulering bewonersinitiatieven. Het budget van € 65.000,- is in 2012 eenmalig toegevoegd aan het participatiebudget. Met dit budget zijn tientallen bewonersinitiatieven financieel mogelijk gemaakt. De initiatieven lagen voor een belangrijk deel op het terrein van de fysieke woonomgeving. Met name zijn veel activiteiten opgezet in het kader van schoon, heel, veilig en duurzaam. Ook werden meerdere initiatieven van betrokken buurtbewoners gehonoreerd die gericht waren op de verbetering en verfraaiing van de woonomgeving. Daarnaast zijn tal van activiteiten door bewoners opgezet die gericht waren op binding en ontmoeting: van een kleinschalig buurtfeestje na een periode van groot onderhoud in de straat, tot een groots opgezette wijkmarkt, waaraan allerlei buurtgroepen hun medewerking verleenden. De projecten die met het participatiebudget zijn gefinancierd hebben veel burgers in beweging gebracht. Met de projecten is een bijdrage geleverd aan het vergroten van betrokkenheid bij en verantwoordelijkheid voor de fysieke en sociale woonomgeving door een groeiend aantal wijkbewoners. In 2012 € 100.000 beschikbaar stellen voor algemeen toezicht. De taken met betrekking tot algemeen toezicht zijn uitgevoerd door Perspectief B.V. Het betreft handhaving van de Algemene Plaatselijke Verordening en de Wet Mulder en preventief toezicht in het Stadshart en het Lelycentra (incl. verwijdering van fietswrakken). Verder is toezicht uitgevoerd bij een groot aantal evenementen, op het strand, bij scholen en in verschillende wijken.
Jaarverslag 2012
21
2.3.2 Optimaliseren stedelijk verkeer Wat wilden we bereiken en wat hebben we bereikt? Beoogde maatschappelijke effecten Doel/ beleidsterrein
Beoogde effectresultaten
Verantwoording (2012)
Grotere verkeersveiligheid.
Stijging gemiddeld rapportcijfer verkeersveiligheid onder inwoners (van 6,5 in 2009 naar 7,0 in 2014).
Bij peiling eind 2011 blijkt dat gemiddeld rapportcijfer van 6,5 (in 2009) naar 6,8 is gestegen. Ambitie van 7,0 in 2014 lijkt haalbaar.
Bron: Burgerpeiling AB-OS. Daling van het aantal ongevallen met letsel of dodelijke afloop (van gemiddeld 102 tussen 2006 en 2010) tot onder 80 per jaar.
Aantal letselgevallen is in 2011 tot 41 gedaald. Met gemiddeld 60 letselgevallen/jaar sinds 2010, kan ambitie voor 2014 ruimschoots worden gehaald.
Bron: Regio Politie / bewerking O&S.
Wat hebben we er voor gedaan? Prestaties en prioriteiten Uitvoeren maatregelen op basis van deelnota mobiliteit 2 “Verplaatsen binnen Lelystad” (2011). Afhankelijk van besluitvorming zullen de volgende maatregelen in 2012 uitgevoerd worden: - Bromfiets op de rijbaan; - Aanpassing bewegwijzering, inzet van dynamisch verkeersmanagement als maatregel ter verbetering van de doorstroming van het verkeer en voorkomen van problemen met luchtkwaliteit; - Ultra kort parkeren. In 2012 zal de herkenbaarheid van de hoofdwegen in fases deels gerealiseerd worden door het aanpassen van de stedelijke bewegwijzering met stadsidentiteit (zgn. citysigning). Tevens zal in 2012 de toeristische bewegwijzering (bruine borden) worden geïmplementeerd in de stedelijke bewegwijzering tijdens het Grootonderhoud. Tevens wordt de invoering van VRI beïnvloedingssystemen voor openbaar vervoer en hulpdiensten gecontinueerd. De huidige regeling, waarbij bromfietsers gebruik maken van de rijbaan, met uitzondering van het zuidelijke deel van de Oostranddreef en de Larserdreef ten oosten van Palazzo, functioneert goed. In het kader van "Beter Benutten" heeft de raad besloten welke maatregelen zullen worden getroffen aan Oostranddreef en de Larserdreef om de doorstroming te bevorderen. Door de bezuinigingen op Verkeer zijn alleen strikt noodzakelijke aanpassingen aan de bewegwijzering doorgevoerd. Met de provincie is afgesproken dat zij in 2013 in Lelystad enkele dynamische borden plaatsen met route-informatie over calamiteiten op de N302 naar Enkhuizen. Met Rijkswaterstaat zijn afspraken gemaakt over de bewegwijzering naar Bataviastad. Dit betekent dat de bewegwijzering vanaf de A6 in 2013 aangepast zal worden. Hiermee geven we voor de grootste publiekstrekker van Lelystad invulling aan de doelstelling van de "bruine" bewegwijzering. Daarnaast zijn er zowel aan de kust als in het stadshart wegwijzers voor voetgangers geplaatst in het formaat van citysigning. Aanpassing van verkeerslichten is in samenhang met de korte termijn maatregelen voor het Groene Carre bekeken.
Jaarverslag 2012
22
Uitvoeren korte termijn maatregelen Groene Carré (voorbereid in 2011). In 2012 zullen verkeersveiligheidprojecten worden gerealiseerd op het basisonderwijs zoals speurtocht, actieweek, verkeersexamen, fietsverlichtingsactie etc. Waar nodig wordt deze gedragsbeïnvloeding ondersteund door infrastructurele aanpassingen rondom de scholen. In 2012 zal ook –wederom in competitieverband- het scholierendebat weer worden georganiseerd op het basisonderwijs en het VO. Vanwege de sterke samenhang tussen onderdelen van de Groene Carré (Stationsgebied, oversteek Ziekenhuisweg, aanpassing van verkeerslichtregelingen e.d.) is besloten één voorstel voor alle kortetermijnmaatregelen Groene Carré op te stellen. Dit voorstel zal in het eerste kwartaal 2013 aan de raad voorgelegd worden. De verkeersveiligheid van de infrastructuur (blackspots) is ook in 2012 gemonitord; Lelystad kent geen blackspots (definitie: minimaal zes letselongevallen over de afgelopen drie jaar op een bepaalde locatie, of tien ongevallen in vijf jaar). Het werkplan voor verkeerseducatie en gedragsbeïnvloeding is in samenwerking met partijen als VVN, ANWB en verkeersouders volledig uitgevoerd met bijvoorbeeld verkeersexamens op het basisonderwijs, verkeersdebatten op het middelbaar onderwijs en trainingen voor startende bestuurders. De oversteek over de Wijngaard is aangepast om de schoolroute veiliger te maken, en er zijn handhavingacties tegen verkeersovertredingen rond scholen gehouden. In 2012 zal gestart worden met uitvoering fietsplan stadshart. Naast de infrastructurele zaken zullen handhaving en voorlichting daar een belangrijke rol in spelen. Met de uitvoering van het fietsplan stadhart realiseren we tevens extra overdekte stallingmogelijkheden en bevorderen we de beeldkwaliteit van het Stadshart. Het fietsverkeer in de doorgaande routes wordt bevorderd door uitvoering van de infrastructurele maatregelen als onderdeel van onderhoud en herstel. De fietsbewegwijzering zal geïnspecteerd en verbeterd worden waar nodig. In 2012 zijn deze werkzaamheden door herprioritering niet uitgevoerd. De fietsbewegwijzering zal onderdeel zijn van het fietspaden(veiligheids)plan net zo als bijbehorend uitvoeringsprogramma dat we in 2013 op gaan stellen. De bewaakte fietsenstalling Dukaatpassage, is in april 2012 geopend. Eventuele aanpassingen op het gebied van fietsverkeer in het Stadshart worden meegenomen in de integrale ontwikkeling van het Stadshart. In 2012 zal de toegankelijkheid van de stadbushaltes verder verbeterd worden. De toegankelijkheid betreft het rolstoelgebruik. De verbeteringen voor mensen met een visuele- en gehoorbeperking zullen in overleg met GOL worden gerealiseerd. Daarnaast zullen verbeteringen worden doorgevoerd aan het materieel. In 2012 is een aantal nieuwe toegankelijke haltes gerealiseerd, bijvoorbeeld in de Gondel, langs de Pauwenburg en langs de Zuigerplasdreef (voor de Qliner). Voor een groot aantal haltes zijn ontwerptekeningen gemaakt en met het GOL besproken. Deze haltes zullen in de eerste helft 2013 uitgevoerd worden. Met de provincie zijn afspraken gemaakt over plaatsing van een paneel met dynamische reisinformatie op het busstation centrum. Dit paneel wordt begin 2013 geplaatst. De in september 2012 ingezette nieuwe stadsbussen van Arriva voldoen aan alle toegankelijkheidseisen. Prestatieafspraken gemaakt met de concessiehouder van het openbaar vervoer worden gemonitord en de concessiehouder wordt afgerekend op geleverde prestaties; De concessie van Arriva is op 4 september 2011 ingegaan. Naast de monitoring-informatie die Arriva zelf aanlevert, heeft de gemeente mystery guest-onderzoek laten uitvoeren door een onafhankelijk bureau en is het oordeel van de reizigers over de concessie Lelystad onderzocht in de landelijke OVklantenbarometer. De uitslag in februari 2013. De subsidie voor Arriva wordt vastgesteld op basis van gerealiseerde dienstregelinguren, daarnaast kunnen op basis van de prestaties bonussen, malussen en boetes opgelegd worden. In 2013 wordt, op basis van de werkelijk geleverde prestaties, de definitieve subsidie voor 2012 vastgesteld.
Jaarverslag 2012
23
Als aanvulling op de OV concessie wordt in 2012 een aanvang gemaakt met een onderzoek naar de haalbaarheid van een doorstart van de regiotaxi; In 2012 is een onderzoek afgerond naar de mogelijkheid de verschillende vervoercontracten van de gemeente (WMO-vervoer, leerlingenvervoer, openbaar vervoer) en het naar de gemeente over te hevelen AWBZ-vervoer en eventueel WSW-vervoer te integreren. Uitkomst van het onderzoek is dat integratie mogelijk lijkt; in 2013 zullen concrete voorstellen uitgewerkt worden. Ter dekking van het openbaar vervoer wordt in overleg met de Provincie gewerkt aan de flexibilisering van de inzet van BDU middelen voor harde verkeersmaatregelen waardoor deze kunnen worden ingezet ten gunste van openbaar vervoer. De verschillende provinciale bijdragen voor verkeersveiligheid, infra en fietsbeleid zijn door de provincie met ingang van 2012 samengevoegd tot één beschikking BDU-verkeer directe uitkering. De gemeente mag deze naar eigen inzicht besteden binnen de kaders van de wet BDU verkeer en vervoer en onder voorwaarde van financiële verantwoording. De bijdrage mag gebruikt worden voor bijvoorbeeld verkeerseducatie/gedragsbeïnvloeding, infrastructurele verkeersveiligheidaanpassingen, doorstromingsmaatregelen, exploitatie openbaar vervoer en OV-infrastructuur. Langparkeren (P(ark)&R(ide)-functie) in het stadscentrum tegen aantrekkelijke abonnementstarieven, zolang de P&R bij station Lelystad Zuid nog niet klaar is en niet ten koste gaat van de Lelystadse inwoners; Mogelijkheden onderzoeken van ultra kort parkeren in het stadshart. Op 13 november 2012 heeft de gemeenteraad de Parkeerexploitatie 2013 vastgesteld. Een onderdeel van dit besluit betrof het invoeren van aantrekkelijk geprijsde abonnementen en vergunningen. Op 4 december 2012 heeft de gemeenteraad ook de tarieven voor deze vergunningen en abonnementen vastgesteld. Doordat in het Stadshart de komende jaren naar verwachting voldoende ruimte in de parkeergarages aanwezig is kan door de aantrekkelijke geprijsde vergunningen en abonnementen worden voorzien in de vraag zonder dat dit ten koste gaat van de inwoners van Lelystad. In Lelystad is sinds 2011 één locatie aanwezig waar met een parkeerschijf maximaal 15 minuten mag worden geparkeerd. Deze Ultra Kort parkeer locatie is als proef ingesteld en gelegen aan de Neringweg. In het voorjaar van 2013 zal deze proef worden geëvalueerd.
Jaarverslag 2012
24
2.3.3 Versterken duurzaamheid Wat wilden we bereiken en wat hebben we bereikt?
Beoogde maatschappelijke effecten Doel/ beleidsterrein
Beoogde effectresultaten
Verantwoording (2012)
Handhaven geluidsnorm
Geen geluidsniveaus boven de 58 dB (= Lelystads maximum) op de eerstelijns bebouwing voor de bestaande bouw langs de buitenring en de radialen van Lelystad voor de periode 2010-2015. In 2015 nieuwe metingen en berekeningen uitvoeren ter herijking van deze vastgestelde waarde.
Met het nieuwe geluidbeleid Lelystad 2010-2015 is vastgesteld dat er in 2015 een herijking komt van de vastgestelde waarde van 58 dB(Lden). Dit gebeurt middels een akoestisch onderzoek en aan de hand daarvan kan er een vergelijk worden gemaakt met de vastgestelde waarde. Dit is dus meetbaar en toetsbaar. Daarnaast is de verwachting dat er in het jaar 2014 nieuwe wetgeving komt bekend onder de naam SWUNG II voor geluid. Deze wet verplicht vooralsnog een jaarlijkse monitoring van geluid. Aan de hand daarvan moeten actieplannen worden opgesteld of zal nieuw beleid moeten worden geformuleerd.
Behouden luchtkwaliteit
Handhaven van de luchtkwaliteit op niveau van 2007.
Duurzamer en veerkrachtiger watersysteem.
Bron: Verkeersmodel Lelystad / Beleid. In 2014 voldoet het stedelijk watersysteem aan de doelstellingen van het KSP/Waterplan (kwaliteit, beleving en ecologie).
Schone bodem, meer hergebruik en minder afval.
Bron: Stedelijk Beheer. In 2015 voldoet Lelystad aan het landelijke percentage (60%) voor scheiding en hergebruik van huishoudelijk afval.
Bron: Landelijk Afvalstoffenplan II.
Al enige jaren wordt in het kader van het Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) jaarlijks berekend hoe de luchtkwaliteit ondermeer in Lelystad er voor staat. Recent zijn de gegevens van 2011 beschikbaar gekomen, waaruit blijkt dat er (zoals voorgaande jaren ook het geval was) er geen overschrijdingen worden berekend in en om Lelystad. Omdat er in de stad nog wel diverse ontwikkelingen gaande zijn die een verkeersaantrekkende werking hebben kan daarmee worden gesteld dat de luchtkwaliteit relatief is verbeterd.
In 2014 voldoet het gemeentelijk watersysteem aan de doelstellingen die wij in het gemeentelijk waterplan hebben gesteld. De uit het waterplan volgende werkzaamheden lopen op schema. Veel van de werken zijn afgerond en uit monitoring blijkt dat de beoogde verbeteringen inderdaad zijn en/of worden gerealiseerd.
In het Afvalbeleidsplan Lelystad 20122015 is de doelstelling opgenomen om aan het eind van 2015 een scheidingspercentage te bereiken van 56 % (en 60 % in 2020). De thans beschikbare gegevens - van het laatste kwartaal 2012 is nog geen zuivere informatie beschikbaar- laten zien dat het totale bronscheidingspercentage (nagenoeg) gelijk is gebleven met het percentage uit 2011, te weten 53%.
Jaarverslag 2012
25
Handhaven van de gemiddelde bodemkwaliteit.
Uit de nieuwe bodemkwaliteitskaart (vastgesteld in 2012) blijkt dat de achtergrondkwaliteit in Lelystad in de schoonste categorie valt. Met Lokale normen blijft bruikbaarheid gewaarborgd.
Bron: Bodemkwaliteitskaart Lelystad / Beleid
Duurzamer bouwen en minder energie gebruiken.
. In 2020 wordt 80% van de in Lelystad gebruikte energie duurzaam opgewekt, met uitzondering van het energiegebruik voor verkeer en vervoer.
De doelstelling om in 2020 80% van de in Lelystad gebruikte energie duurzaam op te wekken is nog niet behaald. Omdat de ontwikkeling van windturbines binnen de gemeentegrenzen al enige tijd stil ligt, staat ook de toename van het percentage vrijwel stil. Met de provincie en omliggende gemeenten wordt inmiddels hard gewerkt aan het opschalen en saneren van de windturbines in Zuidelijk en Oostelijk Flevoland. De locatie IJsselmeerdijk/Houtribdijk is daarbij al volop in voorbereiding. De planning is dat deze locatie vanaf 2018 van nieuwe turbines voorzien zal worden. De verwachting is dat tussen 2018 en 2020 daarmee de beoogde 80% gehaald zal worden. Daarnaast wordt de komende jaren steviger ingezet op de uitrol van zonnepanelen bij burgers en bedrijven.
Bron: Beleid.
Wat hebben we er voor gedaan? Prestaties en prioriteiten In 2012 zal uitwerking plaatsvinden van maatregelen voor verlaging geluidsbelasting bij de Rozengaard om te voldoen aan de waarde van 58 dB. Toetsen geluidsbelasting en zo nodig alternatieven inbrengen bij de uitvoering van onderhoudsprojecten op de dreven in het kader van het grootonderhoudsprogramma. Continueren van het aantal fietsritten korter dan 7,5 km op het niveau van 2010. Afhankelijk van de beschikbaarstelling van rijksmiddelen via de provincie voor de verbetering van de luchtkwaliteit, aanvullende verbetermaatregelen realiseren. Bijvoorbeeld een (verdere) uitrol van oplaadpunten voor elektrisch vervoer en maatregelen ter bevordering van de doorstroming van het verkeer op plaatsen waar nu stagnatie plaats vindt. Bij de uitvoering van onderhoudsprojecten op de dreven is in het kader van het grootonderhoudsprogramma advies uitgebracht over de toepassing van een duurzaam en geluidreducerend asfalt (Desa). Daarbij wordt voldaan aan het gemeentelijk geluid beleid. Met inwerkingtreding van het nieuwe Reken- en meetvoorschrift geluid (RMV2012)(wettelijk voorgeschreven rekenmethode) wordt voor de situatie Rozengaard voldaan aan het gemeentelijk geluid beleid van 58 dB. Om budgettaire redenen is naar het aantal fietsritten korter dan 7,5 km in 2012 geen onderzoek gedaan. In 2012 is een aantal maatregelen getroffen om de luchtkwaliteit in Lelystad te verbeteren. Met Stichting E-laad is een overeenkomst aangegaan voor plaatsing van 7 oplaadpunten voor elektrische auto's in de openbare ruimte. Daarnaast zijn in drie parkeergarages in totaal 16 oplaadpunten geplaatst, eveneens om het gebruik van elektrische auto's te stimuleren. Met The New Motion worden
Jaarverslag 2012
26
de laatste voorbereidingen getroffen om een snellader te plaatsen in het stadshart en op een locatie langs de A6. Er is aansluiting gezocht bij het samenwerkingsverband MRA elektrisch om synergie voordelen te behalen bij de toekomstige uitrol van een oplaadinfrastructuur. Uit de jaarlijkse monitoring van de luchtkwaliteit is gebleken dat de luchtkwaliteit niet is verslechterd, ondanks de ontwikkelingen die nog gaande zijn in de stad. Daarmee is er sprake van een relatieve verbetering. In 2014 zijn de kernmaatregelen uit het waterplan gerealiseerd. De baggerachterstand is dan afgerond (mogelijk al in 2012/2013). De oevers zijn dan omgevormd volgens KSP/Waterplan en de ecologische kwaliteit wordt gemonitord in samenhang met het landgebonden soorten. In 2012 is tevens de doorstromingsmaatregel uitgevoerd in het kader van de synergieregeling voor de Kaderrichtlijnwater. Het wegwerken van de baggerachterstand, vastgesteld in het gemeentelijk baggerplan 2004, wordt naar verwachting in 2013 afgerond. De laatste jaren zijn meer watergangen gebaggerd, dan verwacht. Dit komt onder andere omdat de werkelijke baggerontwikkeling achterliep bij de prognose en deze werkzaamheden sinds enige jaren door en in samenwerking met het waterschap worden uitgevoerd. De doorstromingsmaatregel is in 2012 uitgevoerd, met als hoogtepunt het vervangen van het gemaal Zuigerplas. De maatregelen m.b.t. herinrichting oevers zijn in uitvoering en worden mede bekostigd met subsidie vanuit de synergiegelden. Jaarlijks wordt een deel gedaan en de afronding zal naar verwachting plaatsvinden in 2014, zoals ook in de subsidieafspraken over de synergiegelden is vastgelegd en met de raad is overeengekomen. In 2015 zijn op basis van het vGRP (2011-2015) alle verbetermaatregelen uitgevoerd. Naast reguliere uitvoering is in 2012 bijzondere aandacht voor: • Het wegwerken van achterstand bij inspecties en het structureel oppakken van inspecties en reiniging van het DWA/RWA/SWA; • De aansluiting van resterende ongerioleerde woningen in het buitengebied op persriolering. De achterstand bij het verwerken van inspecties in ons data/beheersysteem is in 2011 gestart. Medio 2013 zijn alle noodzakelijke gegevens voor het inzicht in de werking en het beheer van de riolering verwerkt. Sinds de vaststelling van het rioolbeheersplan in 2012 worden standaard alle revisiegegevens direct in ons datasysteem verwerkt. De reguliere inspecties zijn in 2011 gestart. Het uitvoeringsplan gaat uit van inspectie eens per 8 jaar. Jaarlijks wordt zo'n 100 km riolering geïnspecteerd. Mede op basis van deze gegevens kan het groot onderhoud worden bepaald. De betreffende woningen in het buitengebied zijn, conform de besluitvorming in de raad, aangesloten op riolering. Om de werking van de virtuele en fysieke grondbank te optimaliseren wordt in 2012 een tussentijdse evaluatie uitgevoerd. Uitvoeren maatregelen in het kader van de vast te stellen nota bodembeheer. De tussentijdse evaluatie is uitgevoerd. Alle geschikte, vrijkomende grond wordt hergebruikt. De virtuele grondbank had voor gronduitwisseling binnen de gemeentelijke organisatie geen toegevoegde waarde en is afgeschaft. De functie van de fysieke grondbank kan beperkt blijven omdat veel grond rechtstreeks van de ene naar de andere toepassingslocatie gebracht wordt. Met de Flevolandse gemeenten is een gezamenlijke nota bodembeheer in juni 2012 vastgesteld. Er is voorlichting gegeven en de implementatie loopt. Nagegaan wordt of een gezamenlijke virtuele grondbank zinvol is.
Jaarverslag 2012
27
Uitvoeren maatregelen uit onderzoek dataontsluiting (2011) waaronder het vroegtijdig in het planproces inbrengen van de kennis van de ondergrond. Veel informatie is al de via Geodataviewer ontsloten. Gegevens over de bodemkwaliteit zijn nog niet vrij beschikbaar door vertraging in de vervanging van de Geodataviewer. Gegevens over de diepere ondergrond, bv bodemopbouw en energiesystemen, is nog niet digitaal beschikbaar. Waar van belang is de kennis over de ondergrond ingebracht in planprocessen. Op basis van evaluatie van het afvalbeleidsplan worden in de periode 2012-2015 bijstellingsmaatregelen uitgevoerd. In 2012 worden op basis van beschikbare middelen plannen uitgewerkt om de bijstellingsmaatregelen te concretiseren. In het Afvalbeleidsplan Lelystad 2012-2015 is de doelstelling opgenomen om aan het eind van 2015 een scheidingspercentage te bereiken van 56% (en 60% in 2020). De thans beschikbare gegevens van het laatste kwartaal 2012 is nog geen zuivere informatie beschikbaar- laten zien dat het totale bronscheidingspercentage (nagenoeg) gelijk is gebleven met het percentage uit 2011, te weten 53%. De uitwerking van voorstellen als vermeld in het Afvalbeleidsplan is in 2012 ter hand genomen. De uitwerking van die voorstellen zal in 2013 ter verdere besluitvorming worden voorgelegd. Daarbij zal in ieder geval aan het scheiden van 3 belangrijke componenten, te weten GFT, papier en kunststof extra aandacht worden besteed. In 2012 wordt het nieuwe Gemeentelijk Milieu Plan (GMP) 2012-2015 geschreven en aan het bestuur aangeboden. Daartoe wordt in het vierde kwartaal van 2011 een startnotitie opgesteld. Duurzaamheid zal het hoofdthema zijn van het beleidsplan, waarbij voor woningbouw een kwaliteitsinstrument wordt ingevoerd voor zowel de locatie als de woningen. Op deze wijze kan per project een haalbare ambitie worden vastgelegd. Daarnaast ondersteunen we de verdere uitwerking van het Regionaal Duurzaam Energie en ontwikkelingsbedrijf (DEon), de paraplu waaronder de duurzaamheid in Lelystad versnelt vergroot kan worden. Eveneens wordt in samenwerking met andere overheden (gemeenten, provincie, Rijk) gewerkt aan grootschalige sanering en opschaling van windenergie. Per jaar maken 20 eigenaren van woningen gebruik van een duurzaamheidslening (aanname: € 10.000,- gemiddeld per woning). Door herprioritering en aanpassingen in het proces is het opstellen van de startnotie voor het duurzaamheidbeleid vertraagd. Inmiddels is de startnotitie voor het duurzaamheidbeleid 2014-2017 in voorbereiding en zal in 2013 leiden tot een voorstel aan de raad over het duurzaamheidbeleid. In december 2012 is de ontwikkeling van DEon stop gezet. De komende periode zal worden bepaald of en op welke wijze DEon een vervolg zal krijgen en op welke wijze dat kan bijdragen aan de duurzaamheiddoelstellingen van Lelystad. De duurzaamheidlening is 18 keer toegekend, waardoor de doelstelling bijna is gehaald. De mogelijkheid tot lenen wordt in 2013 voortgezet. Het SLOK programma voor 2012 is uitgevoerd (programma loop tot eind 2014). De acties zoals beschreven in de uitvoeringsnota klimaatbeleid (2011) worden uitgevoerd. Het programma voor 2012 is uitgevoerd. De looptijd van het SLOK programma is tot 2014 en wordt dus eind 2013 afgerond. In 2012 wordt binnen de regio Flevoland een Regionale Uitvoeringsdienst (RUD-Flevoland) opgericht. De RUD-Flevoland moet onderdeel gaan uitmaken van een landsdekkend systeem van RUD's. De oprichting van een RUD is verplicht gesteld door het Rijk en moet vóór 31-122012 zijn gerealiseerd. Per 1 januari 2013 is de Omgevingsdienst Flevoland en Gooi- en Vechtreek (OFGV) van start gegaan. De nieuwe dienst is gehuisvest in een vleugel van het Provinciehuis. Alle medewerkers van de afdeling RDB en de MSF die milieutaken of taken brandveiligheid uitvoeren zijn per 1 januari 2013 daadwerkelijk in dienst getreden bij de OFGV. Hiermee heeft de omgevingsdienst aan haar
Jaarverslag 2012
28
verplichting voldaan. In heel 2012 zijn wij intensief betrokken geweest bij de inrichting van de Omgevingsdienst. Er is o.a. een gemeenschappelijke regeling, een bedrijfsplan, een formatieplan, een begroting en een Dienstverleningsovereenkomst vastgesteld door alle betrokken bestuursorganen. Vanaf 2012 structureel € 70.000 te besparen door het toepassen ‘interpolis concept’. De Rijksoverheid wil bouwregels verminderen en vereenvoudigen. Daarnaast wil de overheid dat marktpartijen verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van de bouw. De intentie is om de naleving van de bouwvoorschriften neer te leggen bij private partijen (conform advies commissie Dekker 2008 en 2010). Dit leidt tot verschuiving van verantwoordelijkheden tussen overheid en private partijen en dus tot minder taken voor de gemeente. Het Ministerie van BZK bereidt daartoe een wetswijziging voor en verwacht de nieuwe wet in 2014 in te voeren. De verwachting is dat in 2013 meer duidelijkheid ontstaat. Het interpolisconcept anticipeert op deze stelselwijziging. Het is daarom niet zeker of de taakstelling, een bezuiniging van € 70.000 in 2014, gaat opleveren. In januari is namelijk een motie in de Kamer aangenomen waarin gepleit wordt om af te zien van deze stelselwijziging. Dat kan als consequentie hebben dat voor de gemeente de wettelijke taken in stand blijven en ongewijzigd uitgevoerd moeten worden. In 2012 incidenteel € 220.000 beschikbaar te stellen ten behoeve van de Flevolandse RUD en hierdoor vanaf 2015 structureel € 50.000 te besparen op de exploitatiekosten van de Flevolandse RUD. Per 1 januari 2013 is de OFGV (Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek) van start gegaan. In de kadernota 2013 werd nog uitgegaan van de RUD Flevoland. Doordat uiteindelijk meer deelnemers aangesloten zijn bij de RUD is de OFGV ontstaan. In 2011 werd verwacht dat er € 220.000,- opstartkosten noodzakelijk waren voor financiering van het oprichten van de RUD/OFGV. Doordat er meer partners deel gingen nemen aan de OFGV werden de kosten per gemeente beduidend lager. Een voordeel voor de gemeente Lelystad van € 87.000, - in 2012.
Jaarverslag 2012
29
2.4
Sterke stad
2.4.1 Werken aan de basis 2.4.2 Kwaliteit aanbod versterken 2.4.3 Verbeteren regionale bereikbaarheid 2.4.4 Imago versterken Bedrag x € 1.000
Tabel: Resultaat per program m a Prim itieve begroting
P4 Sterke stad Exploitatie Lasten P41 Werken aan de basis P42 Kw aliteit aanbod versterken P43 Verbeteren regionale bereikbaar P44 Imago versterken Totaal Lasten Baten P41 Werken aan de basis P42 Kw aliteit aanbod versterken P43 Verbeteren regionale bereikbaar P44 Imago versterken Totaal Baten Mutaties Exploitatie Reserves Lasten P42 Kw aliteit aanbod versterken Totaal Lasten Baten P41 Werken aan de basis P42 Kw aliteit aanbod versterken P43 Verbeteren regionale bereikbaar P44 Imago versterken Totaal Baten Mutaties Reserves Eindtotaal
Wijzigingen
Begroting na w ijzigingen
Rekening
Verschil
-1.001 -82.417 -1.148 -1.663 -86.229
-536 33.812 -1.335 -384 31.557
-1.537 -48.605 -2.482 -2.047 -54.672
-1.164 -56.029 -2.661 -2.066 -61.919
373 -7.424 -179 -18 -7.248
197 73.016 81 111 73.405 -12.824
146 -28.506 -65 38 -28.387 3.170
343 44.510 16 149 45.018 -9.654
275 38.588 39 103 39.005 -22.915
-68 -5.922 24 -46 -6.013 -13.261
0 0
-8.052 -8.052
-8.052 -8.052
-1.963 -1.963
6.088 6.088
125 1.619 0 100 1.844 1.844 -10.979
455 2.706 1.335 0 4.496 -3.556 -386
580 4.326 1.335 100 6.340 -1.712 -11.366
259 11.616 1.308 100 13.283 11.320 -11.595
-321 7.291 -26 0 6.943 13.031 -229
2.4.1 Werken aan de basis Wat wilden we bereiken en wat hebben we bereikt? Beoogde maatschappelijke effecten Doel/ beleidsterrein
Beoogde effectresultaten
Groei van de werkgelegenheid.
Stijging van het aantal voltijds arbeidsplaatsen Volgens voorlopige cijfers is per april in Lelystad van 30.100 in 2010 naar 32.000 in 2012 het aantal voltijdse banen in 2014. Lelystad t.o.v. 2010 gedaald, en wel naar 29.096.
Verantwoording (2012)
Jaarverslag 2012
30
Stijging van het aantal vestigingen van 6.146 in 2010 naar 7.000 in 2014.
Het aantal bedrijfsvestingen in Lelystad was in 2012 6.427. Deze indicator is uit de programmabegroting 2013-2016 verwijderd, want het aantal bedrijfsvestingen zegt relatief weinig over de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de stad.
Bron: Provincie Flevoland
Wat hebben we er voor gedaan? Prestaties en prioriteiten Lelystad draait ondertussen volop mee in de MetropoolRegio Amsterdam (MRA). Het afgelopen jaar stond vooral in het teken van het verder uitwerken en verfijnen van de afspraken die zijn gemaakt in de Uitvoeringsstrategie Plabeka 2010-2040. Dit heeft geresulteerd in nadere afspraken rond de programmering, herstructurering, transformatie, herontwikkeling, monitoring van (delen van) formele werklocaties. Om onze positie in het regionaal verband te versterken participeert Lelystad in: The Amsterdam Economic Board (AEB). Lelystad is inmiddels trekker van de Human Capital Agenda binnen de Topsector Life Sciences van AEB. de Metropoolregionale economische verkenningen. Deze verkenningen schetsen de economische vooruitzichten van subregio Almere/Lelystad binnen de Metropoolregio Amsterdam. Daarnaast geeft de verkenning inzicht in de relatieve positie met andere gebieden in Nederland en in Europa. Naast de MRA wordt het stedelijk netwerk van de IJsseldelta belangrijker. Lelystad doet mee met de Hanzelijn Monitor. De nulmeting van de Hanzelijn Monitor die door Hogeschool Windesheim wordt uitgevoerd, is eind november 2012 gepubliceerd. Het afgelopen jaar hebben wij ons sterk ingezet voor het verbeteren van de basisvoorwaarden voor economische groei, en wel voor de ontwikkeling van Lelystad Airport en de binnenhavenontwikkeling Flevokust. Voor de verdere ontwikkeling van Lelystad Airport heeft de gemeenteraad in juni 2012 besloten om het Aldersadvies onder voorwaarden tot uitgangspunt te nemen. Het advies bevat 12 uitwerkingspunten, ondermeer op het gebied van de korte termijnontwikkeling, de verbetering van de landzijdige bereikbaarheid, luchtruim en luchtverkeersleiding, hinderbeperking en een redelijke compensatieregeling. Het wachten is nu op een vervolgopdracht van het kabinet aan de heer Alders om tot een uitwerking van zijn advies over de ontwikkeling van luchthaven Lelystad te komen. Ondertussen heeft de ontwikkeling van Lelystad als regionale luchthaven een plaats gekregen in het regeerakkoord van Rutte II. Voor de baan op Lelystad Airport is de aanwezige veiligheidszone, de zogenoemde RESA (Runway End Safety Area), verhard en in november in gebruik genomen. In het voorjaar van 2012 is besloten het Bestemmingsplan Flevokust te splitsen in een fase A te weten bestemmingsplan zandlichaam en een fase B te weten een bestemmingsplan voor het gehele gebied. Reden voor de splitsing is dat er voor fase A een dijklichaam tijdig moet worden aangelegd i.v.m. de benodigde zettingstijd. De aanleg van de dijk dient dan ook ruimschoots voor de aanleg van de binnenhaven plaats te vinden om in aanmerking te komen voor een rijkssubsidie ( in het kader van Beter Benutten). De haven moet eind 2014 operationeel zijn. Ook was in 2012 het verbeteren van het vestigingsklimaat voor bedrijven een belangrijk speerpunt, o.a. door gerichte acquisitie, de uitvoering van de InvesteringsPremieRegeling MKB (Midden en Klein Bedrijf) 2008-2013 en door ondernemers volop ruimte te bieden om te ondernemen. In onze acquisitie richten wij ons vooral op het industrieel / logistieke complex middels deelname
Jaarverslag 2012
31
aan gerichte congressen, seminars en door samenwerking met de intermediairs uit deze markt en door aansluiting te houden bij de MRA. Met de AAA (Amsterdam Airport Area) leden is gewerkt aan de uitwerking van de logistieke propositie van het gehele MRA werkgebied om ons zo eenduidig (inter)nationaal te profileren. Verder acquireren we gezamenlijk gericht op de beurzen Provada (Rai) en de Expo Real (Munchen). De doorontwikkeling van de AMAX (Amsterdam Metropolitan Area Xperience) is door de AAA stopgezet. De digitale acquisitietool wordt op een andere manier ingericht, namelijk rechtstreeks via de www.aaarea.nl. Het Lelystadse bedrijfsleven wordt nauw betrokken bij de acquisitie door participatie aan bijeenkomsten van die Lelystadse bedrijven met hun eigen netwerk in de keten. Ook is een aantal bedrijven referent voor de gemeente Lelystad, zij voeren gesprekken met mogelijke nieuwe te vestigen bedrijven als daar behoefte aan is. Momenteel wordt er vanuit de WUR (Wageningen University and Research) actief acquisitie gevoerd op Life Sciences omdat men hier een direct belang heeft waar het gaat om bijvoorbeeld eigen grondverkoop. Daarnaast worden deze activiteiten deels ondersteund via de OMFL (Omgevings Maatschappij FLevoland) (Provincie) die Life Sciences heeft aangewezen als een van hun speerpunten. De High Containment Unit (HCU) wordt momenteel gebouwd. Het Central Veterinary Instituite (CVI) heeft van het rijk een speciale vergunning om binnen de HCU te werken met virussen die besmettelijke dierziekten kunnen veroorzaken . De MKB subsidieregeling Lelystad 2008-2013 heeft tot doel een bijdrage te leveren aan het versterken van de economische structuur, het stimuleren van het innovatieklimaat en het creëren van nieuwe werkgelegenheid binnen de grenzen van de gemeente Lelystad. De MKB subsidie komt voort uit een cofinanciering van de gemeente Lelystad en een subsidie vanuit het Europese EFRO programma (verhouding 50/50). Als gevolg van ondermeer een faillissement van een bedrijf die reeds een subsidiebeschikking had ontvangen en de uiteindelijke lagere inzet van subsidiemiddelen per bedrijf dan voorzien door de economische omstandigheden, zijn de beschikbare middelen op de vastgestelde einddatum van de regeling (30 september 2012) niet volledig ingezet. De gemeenteraad heeft besloten de looptijd van de regeling te verlengen tot uiterlijk 31 december 2013, zodat de beschikbare middelen alsnog worden ingezet en de gewenste prestatie indicatoren gehaald kunnen worden. Eind 2013 is de planning dat met behulp van de MKB regeling 191 nieuwe banen worden gecreëerd (verwachte prestatie is 200 fte's tot uiterlijk 31 maart 2015). In het kader van het Convenant Regeldruk gemeenten is het onderzoek op grond van het Normenkader voor het Bedrijfsleven in 2012 afgerond en heeft geresulteerd in een aantal verbeterpunten voor de dienstverlening aan ondernemers. Deze verbeterpunten betroffen onder andere de (ruimtelijke) vergunningverlening van de gemeente. De verbeterpunten zijn grotendeels tijdens het onderzoek al in de verschillende lijnprocessen geïmplementeerd; de implementatie van de WABO binnen de gemeente heeft daar een belangrijke rol in gespeeld. Door succesvolle uitvoering en afronding van het onderzoek heeft de gemeente van het ministerie van EZ (Economische Zaken) het Bewijs van Goede Dienst ontvangen.
Jaarverslag 2012
32
2.4.2 Kwaliteit aanbod versterken Wat wilden we bereiken en wat hebben we bereikt? Beoogde maatschappelijke effecten Doel/ beleidsterrein
Beoogde effectresultaten
Verantwoording (2012)
Vasthouden van de huidige inwoners en aantrekken van huishoudens van buiten de gemeente.
Behoud van het aandeel inwoners dat uit Lelystad vertrekt onder 5% per jaar (4,5% in 2009).
Het aandeel vertrekkers uit Lelystad was in 2011, voor het derde achtereenvolgende jaar, onder de 5% (nl. 4,3%). Dit geldt echter ook voor het aandeel vestigers; sinds 2010 is er sprake van een vertrekkersoverschot.
Bron: GBA Goed functioneren van het stadshart voor de eigen bewoners.
Stijging van gemiddeld rapportcijfer dat bezoekers van het stadscentrum geven; van 6,1 in 2009 naar 6,4 in 2014.
Volgens peilingen onder bezoekers in feb/maart 2012 geven ze gemiddeld een rapportcijfer van 6,6 aan het Stadshart. Hiermee zijn voorlopig de ambities voor 2014 gehaald.
Bron: BRO Stijging van het aandeel inwoners dat van mening is dat het stadshart gezellig is; van 21% in 2010 naar 35% in 2014.
Bij een peiling in feb/mrt 2012 blijkt dat het aandeel inwoners dat het Stadshart gezellig vindt sinds 2009 niet is gegroeid.
Bron: peiling AB-OS Groei van de werkgelegenheid in de toeristisch-recreatieve sector.
Stijging van het aantal werkzame personen in de horeca-recreatieve sector (met 3% per jaar ten opzichte van 1950 in 2010) naar 2200 in 2014.
Het aantal banen in horeca sector was in 2012 met (slechts) 1% gegroeid t.o.v. 2011.
Bron: Provincie Flevoland. Meer waardering culturele voorzieningen.
Stijging van het rapportcijfer voor 'vrijetijdsvoorzieningen' in de stad (van 6,5 in 2009) naar 6,8 in 2014.
Eind 2011 was het rapportcijfer 'vrijetijdsvoorzieningen' op hetzelfde peil als eind 2009, namelijk 6,5. Volgende peiling is eind 2013 verwacht.
Bron: burgerpeiling AB-OS. Meer gebruik van het groen in en om de stad.
Groei van het bezoekersaantal Natuurpark en Oostvaardersplassen (150.000 respectievelijk 115.000 in 2010 naar 200.000 voor beide parken in 2014). Bron: Parkadministratie Natuurpark en Oostvaardersplassen
Het aantal bezoekers van het Natuurpark is al jaren op 150.000 stabiel. Dit geldt ook voor 2011. Het aantal bezoekers van de Oostvaardersplassen is in 2011 wel tot 132.500 gestegen. Voor beide gebieden lijkt de ambitie voor 2014 (200.000 bezoekers) onhaalbaar.
Wat hebben we er voor gedaan? Prestaties en prioriteiten Door de uitvoering van het Meerjarenbouw Programma 2011 – 2015 wordt beoogd aantrekkelijke woningen te kunnen bieden aan zowel de huidige als aan de toekomstige inwoners van Lelystad.
Jaarverslag 2012
33
In 2012 zijn er tot en met de maand december naar schatting 127 woningen opgeleverd (definitieve cijfers zijn nog niet bekend). Pas in het 2e kwartaal van 2013 zijn de cijfers bekend die aan geven hoeveel procent van deze woningen door mensen van buitenaf betrokken zijn. De huidige woonvisie wordt in 2013 geactualiseerd. De beoogde prestatie om 33% te realiseren als Particulier Opdrachtgeverschap inclusief Collectief Opdrachtgeverschap is deels behaald. Tot en met december is 26% van de opgeleverde woningen gerealiseerd als CPO of PO. De beoogde prestatie om 30% te realiseren in de sociale woningbouw (huur/koop) is behaald, want 31% van de tot december 2012 opgeleverde woningen is een vorm van sociale woningbouw. Aan het investeren in de bestaande wijken wordt op meerdere fronten en door meerdere partijen (naast de gemeente ook Centrada en de particuliere eigenaren) uitvoering gegeven. In 2012 is gestart met de sloop-nieuwbouw van 24 woningen in Eem, Vecht en Keteldiep. Tevens zijn er 22 woningen in Hanzepark opgeleverd en 6 woningen in andere bestaande wijken. Alle lopende bestemmingsplannen zijn en/of worden nu aangepast op globaal/flexibel. De volgende bestemmingsplannen zijn in 2012 vastgesteld: bedrijven terrein Oostervaart, Bedrijventerrein Flevopoort, de Landerijen, Groeneveld, Waterwijk Zuid en Atolwijk Zuiderzeewijk. Het bestemmingsplan buitengebied is tevens onherroepelijk geworden. De overige plannen worden opgeleverd conform de door het college en raad vastgestelde planning voor 1 juli 2013. Met het flexibiliseren van bestemmingsplannen is voldaan aan een belangrijke randvoorwaarde voor bewoners om zelf de verantwoordelijkheid voor hun woonomgeving te nemen. Wij stimuleren het (collectief) particulier opdrachtgeverschap (CPO). Het marktsegment loopt goed. Van de totale aanvragen en initiatieven die in behandeling zijn op grond van een reserveringsovereenkomst of een (concept) koop-/realisatieovereenkomst wordt ca. 20% ook feitelijk gerealiseerd. Als gemeente geven we een hoge prioriteit aan het bestrijden van woonoverlast. In dit kader wordt gewerkt aan het realiseren van ‘Skaeve Huse’ (Deens voor ‘rare huizen’). In 2012 is in overleg met zorgpartijen en Centrada de doelgroep concreet in beeld gebracht. Samen met Centrada wordt gewerkt aan de realisatie van Skaeve Huse. Voor een goed woonklimaat is een levendig stadshart een belangrijke voorwaarde. In het voorjaar van 2012 heeft een heroriëntatie van het Masterplan Stadshart geleid tot in de zomer van dit jaar door de raad vastgestelde kaders. De herijking van het programma en met name verlenging van de exploitatieperiode maakt het meer mogelijk om markt gerelateerd en marktvraag gericht te ontwikkelen. Op basis van de vastgestelde kaders is het nieuwe Masterplan 3.0. opgesteld en op 18 december 2012 door het college vastgesteld en aangeboden aan de raad ter kennisneming en besluitvorming over de bijbehorende grondexploitatie. De gefaseerde inrichting van de openbare ruimte is in het Masterplan 3.0 opgenomen. In 2012 zijn vanuit het Masterplan geen openbare ruimtes ingericht met uitzondering van een kleinschalige aanpassing aan de Neringweg en kleinschalig onderhoud aan de randen van het stadhuisplein, kleine herinrichtingen aan het trottoir Neringweg en herstrating en profilering ter hoogte zonnestraal / ingang Zilverparkgarage. Met de ontwikkelingen aan de kust beogen wij van Lelystad een aantrekkelijke stad aan het water te maken. Als toeristisch-recreatieve voorziening is de realisatie van Bataviastad van belang. Het bestemmingsplan voor fase 3b is in procedure. De ter inzage legging is 27 december 2012 geëindigd. In januari 2013 heeft de ontwikkelaar de omgevingsvergunning aangevraagd om in het voorjaar te starten met de bouw (beoogde oplevering in het najaar 2013).
Jaarverslag 2012
34
2.4.3 Verbeteren regionale bereikbaarheid Wat wilden we bereiken en wat hebben we bereikt? Beoogde maatschappelijke effecten Doel/ beleidsterrein
Beoogde effectresultaten
Verantwoording (2012)
Ontwikkeling Lelystad als regionaal vervoersknooppunt.
Handhaven van het percentage Lelystedelingen dat van mening is 'Vanuit Lelystad kan ik met de auto overal makkelijk naar toe' (84% in 2010)
Bij een peiling in feb/mrt 2012 bleek dat het percentage inwoners dat van mening is 'Vanuit Lelystad kan ik met de auto overal makkelijk naar toe' t.o.v. 2010 licht is gestegen.
Stijging van het percentage Lelystedelingen dat van mening is 'Vanuit Lelystad kan ik met het openbaar vervoer overal makkelijk naar toe' (52% in 2010) naar 60% in 2014
Bij de peiling in feb/mrt 2012 bleek dat het percentage inwoners dat van mening is 'Vanuit Lelystad kan ik met het openbaar vervoer overal makkelijk naar toe' tot 57% is gestegen. De ambitie voor 2014 lijkt, gezien de opening van de Hanze Lijn, makkelijk haalbaar.
Bron: Burgerpeiling AB-OS
Wat hebben we er voor gedaan? Prestaties en prioriteiten Voor het verbeteren van de bereikbaarheid van Lelystad Zuid zetten wij in op de realisatie van de 3e aansluiting op de A6. Ter verbetering van de huidige aansluiting van de A6 (Larserweg) wordt in totaal voor € 10,1 miljoen aan maatregelen in het kader van het rijksprogramma "Beter Benutten" uitgevoerd door Rijk, provincie en gemeente Lelystad, ieder op het eigen wegennet. Door het rijk is € € 9,1 miljoen beschikbaar gesteld. Van de regio wordt aanvullend daarop een bijdrage van € 1,0 miljoen verwacht. Op basis van met name kostenafweging heeft de raad gekozen voor het aanbrengen van verkeerslichten op de aansluiting van de noordelijke rijbaan van de Larserdreef op de Oostranddreef als gemeentelijke bijdrage in de maatregelen. Hiervoor is in 2014 een budget van € 285.000 beschikbaar gesteld uit de reserve bovenwijkse voorzieningen. Voor de landzijdige bereikbaarheid van Lelystad Airport heeft het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) als reactie op het Aldersadvies voor de luchthaven Lelystad toegezegd dat samen met de provincie Flevoland en de gemeente Lelystad een MIRT-onderzoek (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport) zal starten. De kosten van het onderzoek worden geraamd op € 425.000, -. Het rijk vraagt een bijdrage in de kosten van provincie en de gemeente Lelystad. De uitkomsten komen in een agenderende notitie, die de basis is voor het voorbereiden van een startbeslissing voor een MIRT Verkenning, bijvoorbeeld voor een extra aansluiting op de A6 en/of een uitbreiding van de capaciteit daarvan en dienen te kunnen worden betrokken bij de voorbereiding van het luchthavenbesluit. De notitie moet gereed zijn in november 2013. Het luchthavenbesluit zal volgens planning door de minister van I&M worden genomen voor november 2014. Ten aanzien van OV-SAAL (spoorverbinding Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad) worden momenteel voor de korte termijn verbetermaatregelen uitgevoerd op het traject van Schiphol tot en met Almere. Ten aanzien van de middellange termijn heeft de minister onlangs een beslissing uitgesteld met het oog op de in te vullen bezuinigingsopgave door het Rijk. Over de station LelystadZuid wordt nog verkenend onderzoek gedaan. Op 6 december 2012 is de Hanzelijn door Hare Majesteit de Koningin geopend. Door de Hanzelijn is de aantakking op het nationale vervoersnetwerk, vooral in oost-west richting versterkt.
Jaarverslag 2012
35
Het nieuwe wegvak Lelystad - Dronten (Overijsselseweg N307, voorheen N23) is officieel op 2 mei 2012 geopend. Daarmee heeft Lelystad een snellere en veiliger verbinding gekregen met het oosten van het land. Het wegvak maakt deel uit van het project N23. Hemelsbreed is de afstand tussen Alkmaar en Zwolle slechts 90 kilometer, maar de snelste route via snelwegen is 150 kilometer lang, of 130 kilometer binnendoor over het beoogde tracé van de N23. De nieuwe N23 moet deze verbinding sneller en veiliger maken, door een hogere maximumsnelheid en afsnijdingen om het tracé korter te maken. Zo moet in de toekomst (lange termijn) ook de afsnijding vanaf de Houtribdijk naar Lelystad de route al meer dan 10 procent korter maken. Aan de oostkant van Flevoland moet een extra brug bij de Roggebotsluis de verbinding met Overijssel verbeteren.
Jaarverslag 2012
36
2.4.4 Imago versterken Wat wilden we bereiken en wat hebben we bereikt? Beoogde maatschappelijke effecten Doel/ beleidsterrein
Beoogde effectresultaten
Verantwoording (2012)
Meer waardering voor Lelystad onder inwoners en bedrijven in omliggende regio’s.
Stijging van gemiddeld schaalscore ‘imago Lelystad’ onder omwonenden (5,8 in 2009) richting gemiddeld schaalscore ‘identiteit Lelystad’ onder inwoners (6,9, in 2010).
Bij peilingen in het vroege voorjaar 2012 blijkt dat het imago van Lelystad onder omwonenden niet is verbeterd t.o.v. voorgaande peilingen.
Bron: Intomart /Burgerpeiling AB-OS. Vergroten van bekendheid Lelystad. Stijging van gemiddeld schaalscore Bij peilingen in het vroege voorjaar 2012 ‘bekendheid Lelystad’ onder omwonenden: blijkt dat de bekendheid van Lelystad onder 4,7 in 2009 naar 5,6 in 2014. omwonenden slechts lichtelijk is verbeterd t.o.v. voorgaande peilingen. De ambities voor 2014 lijken onhaalbaar.
Bron: Intomart
Wat hebben we er voor gedaan? Prestaties en prioriteiten In 2012 is de professionalisering van de city marketing door City Marketing Lelystad (CML) voortvarend ter hand genomen. De evaluatie van City Marketing is in april 2011 aan de raad aangeboden en betrokken bij de besluitvorming over de Kadernota 2012 - 2015, waarin de budgetten voor de komende jaren zijn vastgelegd. Tussen de gemeente en CML is een meerjarige partnerovereenkomst voor de periode 2012 – 2020 gesloten. De uitvoering van het jaarplan 2012 van City Marketing heeft conform deze overeenkomst plaats gevonden. De aangepaste budgetten zijn ter beschikking gesteld. Op basis van het onderzoek ‘Beeld van Lelystad 2012’ is geconcludeerd dat de City Marketing goed op koers ligt en heeft geleid tot een verhoogde waardering van de stad door de inwoners van Lelystad. Het imago van de stad bij omwonenden in de regio is constant gebleven. Voor de komende jaren wordt meer gezocht om samenwerking aan te gaan binnen en buiten de stad. Voorbeelden hiervan zijn de samenwerkingsplannen binnen de Amsterdam Metropolitan Area (AMA) en de start van de internationale campagne “Lelystad, City of oppertunities”. Op het terrein van het evenementenbeleid gaat CML een professionaliseringsslag maken door onder andere gezamenlijk op te trekken met de Evenementen Coördinatie Commissie Lelystad (ECL). Bovendien is eind 2012 aan het Ruimtelijk Economisch Atelier Tordoir de opdracht verleend antwoord te geven op de volgende vraagstelling: “Ligt de Citymarketing Lelystad op goede inhoudelijke koers en zijn mogelijk aanvullingen of
aanscherpingen nodig indien wordt gekeken naar de ruimtelijke, demografische en economische kansen en ontwikkelingsopgaven waar de stad, in de regionale en nationale context, de komende periode mee te maken heeft? Lelystad kantelt van een provinciale centrumstad naar een meer gespecialiseerde rol binnen een veel grotere regio die ook de stadsgewesten van Amsterdam, Utrecht en de IJsseldelta omvat (Economisch Perspectief Lelystad 2011). Dit geeft bedreigingen, waaronder verlies van bevolkingsverzorgende functies, maar ook kansen op doorontwikkeling van bovenregionale functies
Jaarverslag 2012
37
zoals Batavia Stad. De Hanzelijn, de mogelijke groei van de luchthaven en ontwikkelingen in watervervoer zullen het speelveld en dus het relevante marketinggebied van de stad verder veranderen. Hier liggen de kansen om de City Marketing als strategisch instrument in te zetten.
Jaarverslag 2012
38
2.5
Veilige stad
2.5.1 Veiligheid
Bedrag x € 1.000
Tabel: Resultaat per program m a Prim itieve begroting
P5 Veiligheid - Veilige stad Exploitatie Lasten P51 Veiligheid - Veilige stad Totaal Lasten Baten P51 Veiligheid - Veilige stad Totaal Baten Mutaties Exploitatie Reserves Lasten P51 Veiligheid - Veilige stad Totaal Lasten Baten P51 Veiligheid - Veilige stad Totaal Baten Mutaties Reserves Eindtotaal
Wijzigingen
Begroting na w ijzigingen
Rekening
Verschil
-7.950 -7.950
-500 -500
-8.450 -8.450
-8.279 -8.279
171 171
542 542 -7.408
28 28 -472
570 570 -7.881
579 579 -7.700
9 9 180
0 0
-12 -12
-12 -12
-12 -12
0 0
0 0 0 -7.408
144 144 131 -341
144 144 131 -7.749
104 104 91 -7.609
-40 -40 -40 140
2.5.1 Veiligheid Wat wilden we bereiken en wat hebben we bereikt? Beoogde maatschappelijke effecten Doel/ beleidsterrein
Beoogde effectresultaten
Verantwoording (2012)
Minder criminaliteit
De kans om als inwoner slachtoffer van een misdrijf te worden (7,4% in 2009) is gelijk of lager aan de landelijke kans.
In 2011 was de misdrijfkans voor een Lelystedelingen aanzienlijk gedaald (naar 6,8%). Landelijke kans is nog niet bekend maar Lelystad blijft vermoedelijk hieronder.
Bron: Regio Politie Flevoland, bewerking ABOS Veilige wijken
In 2014 is de kans dat in een woning wordt ingebroken minder dan 1,5% (2009 in 1,7%).
In 2011 was de kans dat een woning wordt ingebroken net boven 1,5%. De dalende trend t.o.v. 2010 lijkt zich in 2012 voort te zetten.
Bron: regio Politie Flevoland, bewerking ABOS. In 2014 beleven minder dan 20% van de inwoners de eigen buurt als onveilig (22% in 2009).
Uit de peiling eind 2011 bleek dat het aandeel inwoners dat hun buurt wel eens onveilig beleeft tot 18% was gedaald.
Bron: Burgerpeiling AB-OS
Jaarverslag 2012
39
Veilige bedrijventerreinen
De kans op criminaliteit (diefstal/inbraak) tegen bedrijven en ondernemers wordt in de periode 2010-2014 onder de 10,0% gehouden (9,5% in 2009).
In 2011 bleek voor de zesde achtereenvolgende jaar de kans op een misdrijf gedaald voor ondernemers op bedrijventerreinen, en wel naar 7,8%.
Bron: Regio Politie Flevoland, bewerking ABOS.
Wat hebben we er voor gedaan? Prestaties en prioriteiten Verminderen criminaliteit Realiseren van sluitende trajecten voor meer- en veelplegers. Uitvoeren Plan van Aanpak Vermindering jeugdcriminaliteit. Versterking vroeg signalering en instellen van scenario-overleg Continueren Roma-aanpak In 2012 is een plan van aanpak opgesteld ter vermindering van jeugdcriminaliteit. De focus ligt bij risicojongeren van 17 tot 24 jaar. Bij deze aanpak wordt niet alleen de risicojongere begeleid, maar ook zijn leefomgeving. De uitvoering hiervan, via het Erop-Af-team, start 2013. Hierdoor wordt, samen met de ingestelde Scenario-overleggen Jeugd en Volwassenen, een sluitend traject gerealiseerd voor meer- en veelplegers. Aanvullende op de reguliere inzet is in 2012 extra inzet geweest voor Marokkaans-Nederlandse en Antilliaans-Nederlandse risicojongeren. Doel hiervan is een trendbreuk te realiseren als het gaat om de in de afgelopen jaren geconstateerde toename van oververtegenwoordiging van deze jongeren bij criminaliteit, voortijdig schooluitval en werkloosheid. Van deze activiteiten wordt een afzonderlijk verslag gemaakt. De nazorg voor ex-gedetineerden draagt bij aan een goede aansluiting met de maatschappij en vermindert de kans op recidivegedrag. De nazorg ex-gedetineerden is door de Flevolandse gemeenten belegd bij de GGD. In juli is een tussenrapportage ingediend. Daaruit bleek dat in de eerste helft van 2012 in Lelystad 82 ex-gedetineerden zijn uitgestroomd. Daarvan hebben 22 personen om hulp gevraagd. De interventies van de GGD vonden plaats op gebied van zorg (14), huisvesting (9), werk/inkomen (8) en schulden (8). Zonder expliciete hulpvraag hebben bij 11 personen interventie plaatsgevonden op gebied van zorg (6), huisvesting (5), werk/inkomen (2) en schulden (2) .De in 2008 gestarte activiteiten, gericht op het realiseren van een sluitende aanpak van problematiek van multiprobleemgezinnen met een Roma achtergrond, heeft in 2012 een vervolg gekregen. Er is met name ingezet op vermindering van schooluitval, aanpak van gezinsproblematiek en criminaliteit. Resultaten zijn dat alle kinderen vanaf 5 jaar naar school gaan en er bij 20 gezinnen sprake is van ondersteuning. In het kader van het landelijk programma Aanpak uitbuiting Roma kinderen, in het kader waarvan Lelystad een proeftuingemeente is, is een plan van aanpak voorbereid. Doel hiervan is een barrièremodel te ontwikkelen, die gebruikt kan worden voor een integrale aanpak van alle aspecten van de multiproblematiek bij gezinnen met een Roma achtergrond. Aanpak huiselijk geweld Uitvoering geven aan de Wet tijdelijk huisverbod Uitvoering geven aan afspraken, zoals vastgelegd in Convenant aanpak huiselijk geweld In 2012 zijn 23 huisverboden opgelegd. Dit is een verdubbeling ten opzichte van het jaar 2011 (11 huisverboden). Een van de redenen van deze verdubbeling heeft te maken met het besluit van het Regionaal College Flevoland om strafrecht en bestuursrecht (huisverbod) parallel toe te passen. Het
Jaarverslag 2012
40
opleggen van een huisverbod gaat gepaard met het starten van hulptrajecten voor de dader, slachtoffer en de eventueel betrokken kinderen in het gezin. Het betreft hier regionale afspraken tussen de Flevolandse gemeenten, Politie, Steunpunt Huiselijk Geweld, Reclassering Nederland en Bureau Jeugdzorg. Een goede samenwerking en afstemming onderling blijft van belang. Veiliger wijken Stedelijke veiligheidsthema’s zijn als zodanig opgepakt. Wijkveiligheidsplannen worden daarom niet meer geactualiseerd Er wordt volstaan in een aanpak van specifieke locaties met een problematiek die op meerdere thema’s is gestoeld; zogenaamde hotspots. Concreet kan genoemd worden: Opstellen uitvoeringsplan voor hotspots Inzet van ambulant jongerenwerk, talentmanagers ten behoeve van overlastgevende probleemgroepen Toezien op Keurmerk Veilig Uitgaan Alle nieuwe woonwijken voldoen aan het Politiekeurmerk Veilig Wonen Voor het in stand houden van een veilige woonomgeving is de belangrijkste troef de versterking van de integraliteit waarbij alle partners (dus ook burgers, ondernemers en wooncoöperaties) worden benut, waar partners hun verantwoordelijkheid nemen en waar maatregelen op maat worden genomen. De Sociale wijkteams van Welzijn Lelystad spelen hierbij een belangrijke rol. Mede op basis van de Gebiedsscan van de politie, de informatie van de partners en het advies van betrokken gemeentelijke veiligheidsmedewerkers worden de prioriteiten en de mate van inzet bepaald. De coördinator Zorg en Welzijn van Welzijn Lelystad kan op basis van deze informatie de inzet per wijk van de diverse (strategische)partners coördineren; bewoners en corporaties zijn hierin ook onze strategische partners. Met betrekking tot monitoring van hinderlijke, overlastgevende en criminele groepen hanteert de politie de shortlist methodiek. In Lelystad waren in 2012 geen overlastgevende of criminele groepen en slechts drie hinderlijke groepen (Botter, Atolwijk, Zuiderzeewijk). Eén groep minder dan in juni 2011. De hinderlijke Skatebaangroepen (2) zijn verdwenen en een nieuwe (Botter) is er bij gekomen. Gezien het beperkte aantal wordt niet extra ingezet op laatstgenoemde groep, maar wordt deze meegenomen in de reguliere aanpak. De jongeren die deel uitmaken van de hinderlijke groepen in Atol- en Zuiderzeewijk zijn, in het kader van de extra activiteiten gericht op Marokkaans-Nederlandse jongeren, benaderd door politie, jongerenwerk en talentmanagers. Naast het gewone toezicht en de controles op de drank en horeca zorgen we voor frequenter contact met de ondernemers en politie om zaken goed af te stemmen. Hierbij wordt gedacht aan een kwartaaloverleg. Andere activiteiten die bijdragen aan veiliger wijken zijn het uitvoering geven en het opleggen van huisverboden t.b.v. het terugdringen van huiselijk geweld. De inzet van Burgernet kan daarin bijdragen. Veiligheid in ruimtelijke planproces Veiligheid wordt in al zijn facetten van begin af aan volledig betrokken Borging veiligheid in RO-proces door ontwikkelen van veiligheidscan naar Lelystads model Er wordt al enkele jaren gewerkt aan het toegankelijk maken van alle veiligheidsinformatie die nodig is voor het ruimtelijk planproces. Hiervoor zijn naast de provinciale risicokaart ook enkele gemeentelijke risicokaartbladen ontwikkeld. Op het gebied van de Externe Veiligheid is de borging goed geregeld. In het komende jaar wordt gewerkt om ook de andere facetten van fysieke veiligheid mee te nemen in het ruimtelijk planproces. Dit is al ten dele geregeld maar nog niet voldoende. Er wordt nagedacht om ook sociale aspecten mee te kunnen nemen bij de planvorming. Dit staat echter nog in de kinderschoenen.
Jaarverslag 2012
41
Veiliger bedrijventerreinen Concreet kan genoemd worden: De gemeente stimuleert/motiveert bedrijven tot gezamenlijke aanpak die de veiligheid bevordert. Uitvoeren Beleid Externe Veiligheid. Door een terugtredende overheid zal alleen tijd worden gestoken in het motiveren van bedrijven tot een gezamenlijk aanpak van de veiligheid. Het is een doorlopend proces: initiatieven vanuit ondernemersverenigingen op het gebied van veiligheid worden serieus beoordeeld op haalbaarheid. Een goed voorbeeld is het cameratoezicht op Larserpoort. Er is thans voor dit soort werkzaamheden geen capaciteitsinzet geraamd. Het vaststellen van het Beleid Externe Veiligheid heeft vertraging opgelopen door o.a. nieuwe ontwikkelingen op veiligheidsgebied. Verwacht wordt dat het beleid in het tweede kwartaal van 2013 wordt afgerond. Zodra het beleid is vastgesteld, zal het in uitvoering worden gebracht. Openbare orde en veiligheid Voortzetten Implementatie wet BIBOB. Participeren en gebruik maken van het Regionaal informatie en Expertisecentrum (RIEC) Midden-Nederland. Uitvoering van het project ‘Van coffeeshop naar overlast?’ Implementatie en toepassing van de Wet maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast. De Lelystadse BIBOB beleidslijn is toegepast in de branche drank en horeca. De samenwerking met het RIEC Midden Nederland is versterkt en ingebed in een structurele overleg met de gemeentelijke handhavers, juristen, adviseurs en de politie in Lelystad. In 2012 zijn vijf casussen aangeboden aan het RIEC Midden Nederland. In het kader van het project Coffeeshop en Overlast heeft eind 2012 de laatste meting plaatsgevonden. Deze meting wordt uitgevoed door het Bongerd Instituut van de Universiteit van Amsterdam. De eindrapportage en de aanbevelingen worden in het eerste kwartaal van 2013 verwacht. Crisisbeheersing, rampenbestrijding en brandweerzorg Regionaal / lokaal opleiden en oefenen. Implementeren diverse rampenplannen (het Regionaal Crisisplan vervangt ook het gemeentelijk Rampenplan). Met de KNRM de reddingspost Lelystad realiseren. In 2012 is er lokaal en regionaal opgeleid voor een aantal functies in de rampenstaf. In 2012 is gestart met de implementatie van het Regionaal Crisis Plan, samen met de Veiligheidsregio Gooi en Vecht. Deze implementatie loopt door tot het tweede kwartaal 2013. In 2013 wordt in Lelystad een reddingspost van de KNRM gerealiseerd.
Jaarverslag 2012
42
2.6
Gemeentelijke dienstverlening
2.6.1 Gemeentelijke dienstverlening 2.6.2 Gemeentelijke organisatie
Bedrag x € 1.000
Tabel: Resultaat per program m a Prim itieve begroting
P6 Voor de Lelystedeling Exploitatie Lasten P61 Gemeentelijke dienstverlening P62 Gemeentelijke organisatie P63 Algemene dekkingsmiddelen Totaal Lasten Baten P61 Gemeentelijke dienstverlening P62 Gemeentelijke organisatie P63 Algemene dekkingsmiddelen Totaal Baten Mutaties Exploitatie Reserves Lasten P61 Gemeentelijke dienstverlening P62 Gemeentelijke organisatie P63 Algemene dekkingsmiddelen Totaal Lasten Baten P61 Gemeentelijke dienstverlening P62 Gemeentelijke organisatie P63 Algemene dekkingsmiddelen Totaal Baten Mutaties Reserves Eindtotaal
Wijzigingen
Begroting na w ijzigingen
Rekening
Verschil
-2.947 -27.358 -8.135 -38.441
-67 -224 -4.125 -4.416
-3.015 -27.582 -12.261 -42.857
-2.972 -25.372 -9.679 -38.024
42 2.209 2.582 4.833
3.234 5.370 126.707 135.311 96.870
-161 47 9.085 8.970 4.553
3.073 5.417 135.791 144.281 101.424
2.263 4.671 138.686 145.621 107.597
-810 -745 2.895 1.340 6.174
0 0 -10.762 -10.762
-250 -4.694 -9.535 -14.479
-250 -4.694 -20.296 -25.241
-250 -3.806 -18.755 -22.810
0 889 1.542 2.430
0 0 8.614 8.614 -2.148 94.722
207 243 10.456 10.906 -3.573 980
207 243 19.070 19.519 -5.721 95.702
120 66 16.847 17.033 -5.777 101.820
-87 -177 -2.222 -2.486 -56 6.118
2.6.1 Gemeentelijke dienstverlening Wat wilden we bereiken en wat hebben we bereikt? Beoogde maatschappelijke effecten Indicator klanttevredenheid
Beoogde effectresultaten (indicatoren plus ambitie) 2013 en 2015 Ambitie Ambitie Ambitie 2005 2007 2009
2011
2013
2015
Toegankelijkheid
5,4
5,9
6,3
6,5
6,8
6,8
Openingstijden
6,9
6,7
6,9
7
7
7
Duidelijkheid
6,2
6,9
7,7
7,7
7,7
7,7
Snelheid
5,5
5,5
5,7
6
6,7
6,7
Afhandelingsproces
5,9
5,9
6,3
6,5
6,8
6,8
Veiligheid
5,3
5,3
6,3
6,5
6,7
6,7
Verantwoording (2012) Bij een peiling begin 2012 bleek de waardering onder inwoners t.o.v. 2009 onveranderd, wat betreft diverse aspecten van de gemeentelijke dienstverlening. Zodoende lijken (want de verschillen zijn statistisch niet significant) de ambities voor 2011 niet gehaald. Gezien de bezuinigingen lijken de ambities voor de komende jaren ook moeilijk haalbaar.
Jaarverslag 2012
43
Vriendelijkheid
7,1
7,2
7,2
7,3
7,3
7,3
Gemiddelde
6
6,4
6,6
6,8
7
7
Wat hebben we er voor gedaan? Prestaties en prioriteiten Toegankelijkheid: Voor de toegankelijkheid van onze organisatie is gekozen voor de preferente kanalen; telefonie en het digitale kanaal via de website. Betreft telefonie is de bereikbaarheid aantoonbaar toegenomen door de (her)introductie van het keuzemenu. Op die manier komen de klanten sneller bij de specialist die direct op de vragen kan antwoorden. Als er al sprake is van een wachtrij, dan is dit geen blokkade voor de totale bereikbaarheid van de gemeente waar door de bereikbaarheid mede is toegenomen. Contact formulier (algemene informatie) Dit is opgenomen in het digitale loket. Men kan via verschillende ingangen informatie tot zich nemen. Allereerst is er de informatie op de webpagina zelf, daarnaast zijn er de digitale formulieren die gekoppeld zijn bij de uitleg. Als men wil kan er telefonisch ook hulp worden geboden. Er is afgesproken dat er snel een aantal PC’s komt in de paviljoens die de klanten ook ondersteunen om bij een fysiek bezoek aan het gemeentehuis een digitaal formulier in te vullen. Bezwaar op gemeentelijke belastingen Dit proces is gedigitaliseerd en men kan digitaal bezwaar maken op gemeentelijke belasting, zoals de WOZ aanslag. Door in te loggen via DigiD kan men naar de Persoonlijke Internet Pagina, waar men het taxatieverslag kan inzien dat ten grondslag ligt aan de belasting. Er is ook een koppeling dat men digitaal bezwaar kan maken. Integrale horecavergunning Landelijk kan men een horeca vergunning aanvragen waar de gemeente een onderdeel van uitmaakt. Op de webpagina is er een verwijzing hiernaar, en het vormt een onderdeel van de webpagina in het digitale loket. E-mail afhandeling versnellen en verbeteren Het onderwerp e-mail afhandeling versnellen is in 2012 veelvuldig bekeken en onderzocht. In de praktijk is een structurele versnelling maar gedeeltelijk gerealiseerd doordat er nog veel tijd verloren gaat om de vraag (e-mail) bij de juiste afhandelaar te krijgen. Wettelijk voldoen we als organisatie wel degelijk aan de vereiste afdoeningtermijnen, maar in de praktijk wordt dit niet altijd door burgers of bedrijven als voldoende (snel) bevonden. Processen herontwerp realiseren De procesherontwerpen zijn in het LEAN-ENT traject opgenomen en uit het programma gehaald, omdat dit in een groter kader is geplaatst. Stelselmatig worden alle processen onder de loep genomen op basis van prioriteit in volgorde gezet. De afdeling kwaliteit van FAB is hier mee bezig. Afhandelingsproces De bereikbaarheid van het backoffice wordt gestuurd via rapportages. Zoals al eerder gezegd is er op e het gebied van telefonische bereikbaarheid veel in positieve zin verbeterd. In het 2 kwartaal van 2013 zal door een onafhankelijke partij een onderzoek worden uitgevoerd. Op die manier kunnen we kwalitatief en kwantitatief bekijken hoe we er voor staan. Dit onderzoek is een vervolg van het onderzoek dat in 2009 is gehouden door de zelfde partij.
Jaarverslag 2012
44
Digitale terugbelnotities Door de herintroductie van het keuzemenu is de digitale terugbelnotitie voor het frontoffice zo goed als overbodig geworden. Men bereikt als het goed is direct de juiste afdeling namelijk. Wel is het zo dat deze optie voor het backoffice kan gelden. Op dit moment zijn die terugbelnotities in het werkproces verankerd. Kanalen zo snel mogelijk naar één afhandelingproces In 2012 zijn door de introductie van de domeinen al een begin gemaakt met één afhandelingproces. Digitaal en telefonie hebben als preferente kanalen voorrang, mail en post volgen snel op de zelfde leest geschoeid. Duidelijkheid De voortgang van de digitale aanvragen kan alleen vis het PIP worden weergegeven als de aanvrager met DigiD inlogt. Dat is op dit moment het geval maar is dus niet mogelijk met andere kanalen zoals email, post of telefoon (omdat men geen identificatie heeft via DigiD). Het contract van Lelystad is niet aangepast omdat daar vooralsnog geen reden voor was. De communicatie van het 14 0320 nummer is uitgebreid, het is een permanent aandachtpunt en wordt in zowel digitale als analoge communicatie toegepast. De koppeling van geo componenten aan informatie is uitgesteld, omdat de NUP bouwstenen die te maken hebben met deze component prevaleerden voordat dit project van start zal gaan. Veiligheid De inzet van permanente bewaking op de begane grond met als doel klanten beter te informeren, medewerkers een veilige werkplek te geven en incidenten te de-escaleren, is ingezet en werkt prima op dit moment.
2.6.2 Gemeentelijke organisatie Onder subprogramma 6.2 valt de gemeentelijke organisatie. In de paragraaf bedrijfsvoering wordt op de omvang en inrichting van de ambtelijke organisatie nader ingegaan.
2.6.3 Algemene dekkingmiddelen (en onvoorzien) In dit programma komen al die inkomende financiële stromen administratief binnen en worden ze cijfermatig bij elkaar gepresenteerd. Bij het aanwenden en inzetten ervan staat de doelstelling voorop dat het zo effectief en efficiënt mogelijk moet gebeuren en waarbij lastenverzwaring voor de Lelystadse samenleving zoveel mogelijk moet worden vermeden. Ten behoeve van de verantwoording moet een onderscheid gemaakt worden in geldstromen die binnen en geldstromen die buiten de invloedsfeer liggen van de gemeentelijke organisatie. Het voorbeeld van een geldstroom die door de gemeentelijke organisatie maar marginaal te beïnvloeden is, vormt de Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds. Het formuleren van beleidsdoelstellingen op dit gebied (anders dan het streven naar maximalisatie ervan de uitkering) is niet realistisch. Het formuleren van beleidsdoelstellingen op onderwerpen die wel beïnvloedbaar zijn door de gemeentelijke organisatie, zoals bijvoorbeeld de gemeentelijke heffingen en treasury, is wel aan de orde. De bij deze verschillende stromen horende doelstellingen met daarbij de resultaten over 2012 worden beschreven in de verschillende paragrafen, te weten de paragrafen financiering, grondbeleid, lokale heffingen en deelnemingen. Het zou verwarrend werken om de doelstellingen van deze onderwerpen en de verantwoording daarover op deze plek nogmaals te presenteren. Maar omdat aan de betreffende onderwerpen diverse producten met bijbehorende budgetten hangen is het noodzakelijk deze een plaats te geven binnen een programma voor de doorvertaling naar het programmaniveau. De producten zijn dus administratief ondergebracht bij het subprogramma
Jaarverslag 2012
45
Algemene Dekkingsmiddelen en gekoppeld aan programma 6. Voor de verdere inhoudelijke verantwoording wordt dan ook verwezen naar de genoemde paragrafen in hoofdstuk drie.
Jaarverslag 2012
46
3. Paragrafen 3.1
Bedrijfsvoering
Inleiding In de paragraaf bedrijfsvoering worden de actuele ontwikkelingen beschreven op het gebied van het beheer van de middelen die worden ingezet om de doelen, zoals beschreven in de programma’s, te verwezenlijken. In deze paragraaf komen achtereenvolgens de organisatieontwikkeling, het personeelsbeleid, planning & control en de juridische control aan de orde. Bezuinigingen en de doorontwikkeling van de organisatie In 2011 heeft het college een besluit genomen over de doorontwikkeling van de organisatie. Dit behelst onder meer het terugbrengen van het aantal afdelingen, het herplaatsen van diverse teams en onderdelen binnen de organisatie en het inkrimpen van de hele organisatie, onder meer de directie en het management. Deze veranderingen zijn in 2011 doorgevoerd in de formele structuur van de organisatie. In 2012 heeft de feitelijke implementatie plaatsgevonden. Daarnaast is met de raad een bezuinigingspakket afgesproken, welke leidt tot zowel taakreducties als vele efficiency maatregelen in de periode 2012 - 2014. Deze bezuinigingen zijn waar van toepassing in 2012 verwerkt in de formele organisatie. De wijze waarop de herplaatsingtrajecten tot nu toe zijn afgerond, heeft tot vertrouwen geleid in de organisatie. Wel is duidelijk dat de inspanningen om zo’n traject te laten slagen steeds groter worden. De neveneffecten in kwalitatieve zin worden ook zichtbaar. De extra bezuinigingen van € 700.000 op de bedrijfsvoering worden onder andere met behulp van lean ent behaald. De medewerkers hebben door middel van een nieuwe manier van kijken naar hun eigen werkprocessen zelf de stappen ontworpen en zo verbeteringen voor wat betreft efficiëntie en effectiviteit gerealiseerd. Human resources management (HRM) Alle HRM processen zijn volledig gedigitaliseerd in een medewerkers- en managersportaal. Hiermee voldoen zij aan de richtlijnen van HNW en de digitale dienstverlening. De doelstellingen om de medewerker regie te geven over zijn eigen loopbaan als mede de manager te ondersteunen zijn hierbij gehaald, waarbij de centrale ondersteuning voor deze processen een efficiencyslag heeft kunnen maken. In het Meerjaren HRM-plan 2012-2016 zijn 7 uitgangspunten geformuleerd die tezamen de meetlat vormen van alle HRM-activiteiten voor de komende jaren. Deze uitgangspunten borgen de uitdaging waar de gemeentelijke organisatie voor staat, namelijk in hoeverre Lelystad in staat is die kennis en vaardigheden te ontwikkelen of aan te trekken om haar dienstverlening aan de burgers zo effectief en efficiënt mogelijk aan te bieden. Het gaat om de volgende uitgangspunten: Iedere medewerker is mede-eigenaar van Lelystad. Iedere medewerker is verantwoordelijk voor zijn eigen ontwikkeling. Elke medewerker is gelukkig in Lelystad. Iedere medewerker wordt gefaciliteerd voor een duurzame inzetbaarheid. Iedere medewerker is generalistisch, multidisciplinair en ketengericht. Iedere medewerker werkt plaats –en tijdonafhankelijk. Iedere medewerker wordt beoordeeld op zijn behaalde resultaten en zijn toegevoegde waarde. Planning & control In de voorgaande jaren is sterk ingezet op de kwaliteit van de inhoud van de diverse P&C-producten, de crisismonitor, kadernota en begroting. De accountantscontrole van de verslaglegging, die als spiegel van de planvorming ook een kwaliteitsoordeel over de systematische opzet van de begroting vormt, laat zien dat het niveau in de afgelopen jaren substantieel is verbeterd.
Jaarverslag 2012
47
Met de bovenstaande positieve berichten in gedachten is het wel van belang om te constateren dat de vormgeving van de informatievoorziening naast de kwaliteit vrijwel net zo bepalend is voor de bruikbaarheid. Gedurende het gehele jaar worden door alle lagen van de organisatie en door het bestuur beslissingen genomen op basis van informatie over de bedrijfsvoering. Deze informatie dient naast de kwalitatieve toets ook qua vormgeving aan te sluiten op de informatiebehoefte. Op bestuurlijk niveau is in 2012 hiervoor het format van de doorlichtingen van de programma’s geïntroduceerd. Deze nieuwe presentatiewijze van bestaande gegevens per programma blijkt beter aan te sluiten bij de informatiebehoefte van de raad dan de bestaande formats uit de programmabegroting. In 2013 zal de doorlichting van de programma’s worden afgerond. Samen met een nieuwe opzet voor de Kadernota 2014 – 2017 zal de “oogst” van de doorlichtingen worden gebruikt om het format van de Programmabegroting 2014 – 2017 tegen het licht te houden. Juridische control De inzet vanuit juridische control blijft gericht op het vergroten van het juridisch bewustzijn binnen de organisatie. Het Juridisch Overlegplatform, de Nieuwsbrieven en informatiebijeenkomsten over relevante juridische ontwikkelingen en onderwerpen dragen daaraan bij. Bij de interne juridische advisering is de afgelopen jaren met succes ingezet op verbetering van aansprakelijkstellingen. Speerpunt blijft verdere verbetering van zowel de kwaliteit van beschikkingen als de stroomlijning van het proces ten aanzien van de afdoening van bezwaarschriften. Ook op deze wijze wordt een bijdrage geleverd aan het bevorderen van de daling van het aantal bezwaarschriften als aan de tijdige afdoening daarvan. Op het gebied van inkoop en aanbestedingen zal invulling worden gegeven aan de in het beleidsplan Inkoop opgenomen doelstellingen op gebied van Millennium en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (= Inkopen), zonder afbreuk te doen aan prijs en kwaliteit en/of verhoging van (juridische) risico’s. Bedrijfsvoeringkosten Sinds 2012 worden de centrale bedrijfsvoeringkosten niet meer verdeeld over de programma’s, maar centraal verantwoord in programma 6.2. De specificatie van de bedrijfsvoeringkosten in de jaarrekening is als volgt: Bedrag x € 1.000
Tabel: Kosten bedrijfsvoering Bedrijfsvoering (lasten)
Begroot 2012
Realisatie 2012
Verschil
Administratie en ondersteuning
8.476
7.416
1.060
Directie en staf
2.023
2.364
-341
Huisvestiging
2.986
2.857
129
ICT Totaal lasten bedrijfsvoering
4.567
4.264
303
18.052
16.901
1.151
Jaarverslag 2012
48
3.2
Financiering
In het treasurystatuut staat het kader voor de inrichting van de financieringsfunctie. De uitwerking van het statuut wordt in de financieringsparagraaf van begroting en jaarrekening opgenomen. De financieringsparagraaf gaat in op de eisen die de Wet Fido (Financiering Decentrale Overheden) stelt. Hieruit moet blijken dat: de uitvoering van de financieringsfunctie uitsluitend de publieke taak dient; aan de kasgeldlimiet en de renterisiconorm wordt voldaan; en het beheer prudent en risicomijdend is. Anders gezegd, het financieringsbeleid is gericht op zo gunstig mogelijke rendementen tegen zo weinig mogelijk risico’s. Vermogenspositie De langlopende schuld is het afgelopen jaar toegenomen. In 2012 zijn er een drietal leningen van elk € 10 mln. aangetrokken (zie tabel nieuwe leningen). De komende jaren zal de langlopende schuld vermoedelijk op zelfde niveau blijven. Tabel: Nieuwe leningen
Geldgever Hoofdsom
looptijd
Rente
Soort
Datum collegebesluit
BNG
€ 10.000.000 04 juli 2012 tot 05 juli 2021
2,650%
Fixe
3 juli 2012
BNG
€ 10.000.000 09 juli 2012 tot 11 juli 2022
2,810%
Fixe
3 juli 2012
BNG
€ 10.000.000 12 november 2012 tot 13 november 2023
3,085%
Fixe
3 juli 2012
Tabel: Langlopende schuld Jaar:
In miljoenen euro's
2005
32
2006
43
2007
35
2008
81
2009
129
2010
145
2011
184
2012
191
Financieringsbeleid Het streven is de nodige leningen tegen zo laag mogelijke kosten aan te trekken en tegelijkertijd de renterisico’s te beheersen. Bij het sluiten van leningen houden we rekening met de bestaande leningenportefeuille, de rentevisie, de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Het moment van aantrekken van gelden en de grootte van het bedrag zijn afhankelijk van de geldstromen. De Wet Fido geeft een ruimte van twee kwartalen om een overschrijding van de kasgeldlimiet te consolideren (kortlopende geldlening omzetten in een langlopende geldlening). Het tijdstip en omvang van een aan te trekken lening hangt ook af van de realisatie van de uitgaven voor het investeringsplan en de uitgaven en inkomsten van de grondexploitatie. Het is moeilijk om ze ruim van te voren in te schatten. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet geeft de hoogte van het bedrag aan waarvan de wetgever vindt dat daarover een renterisico mag worden gelopen. Hieronder vallen alle kortlopende financieringen met een looptijd korter dan één jaar. In het geval de kasgeldlimiet structureel wordt overschreden, dan dienen er binnen drie maanden maatregelen te worden getroffen om de overschrijding teniet te doen. Door
Jaarverslag 2012
49
consolidatie (aantrekken van langlopende geldleningen) wordt de korte termijnschuld omgezet naar de lange termijn schuld. De kasgeldlimiet is maximaal 8,5% van de totale begroting, voor 2012 is het begrotingstotaal € 281 miljoen, dus de toegestane kasgeldlimiet is circa € 24 miljoen. Het uitgangspunt is dat een eventueel financieringstekort, zolang we maar binnen de kasgeldlimiet blijven, zoveel mogelijk met kort geld gefinancierd (lagere rente) wordt. Zoals blijkt uit onderstaande tabel is er e e in het 1 en 2 kwartaal 2012 de kasgeldlimiet overschreden. Hierdoor hebben we kunnen profiteren e van de aantrekkelijke lage rentestand van de korte rente. In het 3 kwartaal 2012 is er geconsolideerd, waardoor de overschrijding van de kasgeldlimiet teniet is gedaan. Berekening kasgeldlimiet 2012 (bedragen in duizenden euro's) Bedragen x € 1.000
Tabel: Kasgeldlimiet
1e kwartaal
2e kwartaal
3e kwartaal
4e kwartaal
281.125
281.125
281.125
281.125
omvang begroting per 1 januari 2012 (= grondslag) (1) Toegestane kasgeldlimiet in procenten van de grondslag
8,50%
8,50%
8,50%
8,50%
23.896
23.896
23.896
23.896
39.667 5.408
48.333 -171
26.676 -2.950
13.333 227
800
284
1.586
566
Totaal netto vlottende schuld
-44.275
-47.878
-22.140
-12.994
Toegestane kasgeldlimiet (1)
23.896
23.896
23.896
23.896
Ruimte (+)/ Overschrijding (-)
-20.379
-23.982
1.756
10.902
in bedrag (2) Omvang vlottende korte schuld opgenomen gelden < 1 jaar schuld in rekening-courant Gestorte gelden door derden < 1 jaar Derivaten contracten Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld (3) Vlottende middelen Contante gelden in kas Tegoeden in rekening-courant Overige uitstaande gelden < 1 jaar Derivatencontracten (4) Toets kasgeldlimiet
Renterisiconorm en renterisico’s vaste schuld De rente risiconorm houdt in, dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Verder wordt voor het renterisico uitgegaan van het bedrag van de te betalen aflossingen. Onderstaand is het renterisico t.o.v. de renterisiconorm in beeld gebracht. Uit onderstaande tabel blijkt dat in 2012 het maximale renterisico lager is dan de renterisiconorm. Dit betekent dat de renterisiconorm in 2012 niet overschreden is.
Jaarverslag 2012
50
Bedragen x € 1mln.
Tabel: Renterisico’s
Nr:
Berekening renterisiconorm
Rekening 2012
1
Rente herzieningen
0
2
Betaalde aflossing
13
3
Renterisico (1+2)
13
4
Renterisiconorm
56
5a
Ruimte onder renterisiconorm (4>3)
43
5b
Overschrijding renterisiconorm (3>4)
0
Berekening renterisiconorm 4a
Begrotingstotaal
281
4b
Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage
20%
4
Renterisiconorm
56
Jaarverslag 2012
51
3.3
Grondbeleid
Grondbeleid is feitelijk het doelgericht ingrijpen van de overheid in de grondmarkt ten aanzien van de aspecten vraag, aanbod of prijs. In de Kadernota Grondbeleid (2010) is de keuze gemaakt om bij voorkeur als “actief zelfstandige regisseur” de grondexploitatie ter hand te nemen ter uitvoering van de doelstellingen, zoals opgenomen in het programmaplan (gebaseerd op het structuurplan). Binnen het grondbeleid wordt het geheel aan instrumentarium beschreven dat de gemeente toe kan passen in de omgang met de grond ter versterking van het ruimtelijk beleid en welke voorkeuren zij heeft in de uitvoering daarvan. Ontwikkelingen 2012 Door de economische crisis zijn de verkopen bescheiden geweest namelijk 1,3 ha grond, waarvan 0,34 ha. bedrijventerrein, zeven vrije kavels en negentig projectbouw woningen. In 2012 is een verkoopcontract afgesloten met een bedrijf voor de levering van circa 4 ha. in Flevokust zuid. Afname zal gefaseerd plaats vinden, de eerste fase vóór de zomer van 2013. Sinds een aantal jaren worden er gesprekken gevoerd om in het noordelijk gedeelte van Flevokust een multimodale overslagfaciliteit te realiseren. In het rijksbeleid moet het vervoer over water ten opzichte van het transport over de weg steeds meer aan betekenis winnen. In 2010 is een intentieovereenkomst gesloten met Haven Amsterdam. Vervolgens is een ondernemingsplan opgesteld waarin de economische en financiële haalbaarheid van Flevokust is onderzocht. Verschillende bedrijven zijn geïnteresseerd in vestiging op het terrein, waaronder exploitanten voor de te realiseren containerterminal en een private partij in recycle-activiteiten, die een groot deel van het terrein wil afnemen. Op dit moment worden voorbereidingen getroffen voor de oprichting vanuit de gemeente Lelystad en de Haven Amsterdam van gezamenlijke BV/CV vennootschappen. Na een positieve beslissing van de Raad inzake het Go/NoGo moment om tot ontwikkeling van Flevokust te komen zal de gemeente de gronden inbrengen in de BV/CV, die de exploitatie gaat verzorgen. Het plan voorziet in de ontwikkeling van een multimodaal (nat) bedrijventerrein op in totaal circa 115 ha. bruto. In deze paragraaf Grondbeleid wordt nader ingegaan op het grondbeleid hetgeen voor de raad om twee redenen van belang is: ten eerste de relatie met de doelstellingen, zoals aangegeven in de programma’s. Ten tweede het financiële belang en de risico’s; deze belangen kunnen elkaar overigens beïnvloeden. Visie op het grondbeleid en beschikbare instrumenten Door de veranderde situatie op de grondmarkt en de diversiteit in belangen die dit met zich mee brengt, is het meer dan ooit van belang dat de overheid regie blijft voeren bij de realisatie van het ruimtelijk beleid. Het voeren van de regie is gepast om de publieke dimensie van de ruimtelijke ordening veilig te stellen en een optimale allocatie van de grond te bereiken. In de praktijk zijn er factoren die van invloed zijn op de mogelijkheden om regie te voeren. De belangrijkste factoren zijn: De mate waarin de gemeente een (grond)positie in een bepaald gebied heeft; De complexiteit van een bepaalde ontwikkeling; De mate waarin de gemeente het risico van de ontwikkeling wil dragen; Er moeten medewerkers zijn die over de gevraagde expertise beschikken en er moet voldoende capaciteit aanwezig zijn om het project ook op een goede wijze af te ronden. Het gemeentelijk grondbeleid is een instrument om andere gemeentelijke beleidsdoelstellingen te realiseren. De volgende aspecten kunnen worden onderscheiden: De architectonische en ruimtelijke kwaliteit van de te ontwikkelen locatie, mede in relatie tot andere beleidsvelden;
Jaarverslag 2012
52
-
De relatie met het woningbouwprogramma en de markt. Worden er voldoende kwalitatief goede woningen gebouwd; De relatie met de economische beleidsdoelstellingen voor wat betreft de verkoop van bedrijfsterreinen; De financiële dimensie en hiermee in samenhang de haalbaarheid; De tijdsdimensie (voortgang).
Doel van het beleid zal enerzijds zijn de ondersteuning van het ontwikkelen van de leefomgeving en in navolging het zo mogelijk in de uitvoering realiseren van een jaarlijks positief bedrijfsresultaat voor voeding van de Reserve Ontwikkeling Stad. In de Kadernota Grondbeleid is aangegeven dat onder meer de volgende instrumenten beschikbaar zijn: Een actief (strategisch en anticiperend) aankoopbeleid De gemeente Lelystad heeft door middel van een afspraak met het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf (RVOB) gronden op afroep beschikbaar (onafhankelijk van onderhandelingen m.b.t. de aankoopprijs). Voor herstructureringsgebieden en wijkontwikkelingsplannen zal daarnaast steeds vaker bij andere partijen moeten worden aangekocht. Volledig kostenverhaal via de grondexploitatie In principe wil de gemeente zelf bouw- en woonrijpmaken. Daarbij is het uitgangspunt dat binnen de gemeente een grondexploitatie in principe minimaal budgettair neutraal ontwikkeld moet kunnen worden. Gemiddeld elke twee jaar wordt een grondexploitatie herzien. Deze herziening ziet toe op een vertaling van de structuurvisie en doorrekening hiervan naar de individuele grondexploitaties. De waarderingen vinden plaats op basis van residuele grondwaarde methodiek rekeninghoudend met een rentepercentage van 4% (voorheen 4,25%). Bij het nemen van risico’s dienen ook kansen tot een positief resultaat aanwezig te zijn. Op deze manier behoudt de gemeente het initiatief en heeft de mogelijkheid tot het zelf kiezen van partners bij de planontwikkeling. Kostenverhaal via exploitatieovereenkomsten Indien een derde (ontwikkelaar / bouwer) grondeigenaar is en zelf bouw- en woonrijp maakt zal de gemeente met die partij een exploitatieovereenkomst afsluiten. In die overeenkomst wordt vastgelegd welke gemeentelijke kosten voor rekening van de ontwikkelaar / bouwer zullen komen. Het voeren van een marktconform prijsbeleid Hierdoor ontstaat optimalisatie van de samengestelde gemeentelijke beleidsdoeleinden en kan flexibel worden gereageerd op veranderingen op de grond- en woningmarkt. De gemeente geeft zelf sturing aan het uitgeven van grond en kavels. Meerjaren investerings- en risico analyses Op basis van de meerjarenbouwprognose (MBP) wordt een meerjaren investeringsprogramma opgesteld waardoor de financiële consequenties van de gemaakte keuzes inzichtelijk worden. Tevens worden periodiek risico analyses opgesteld. In 2012 is het MBP opgenomen in het Meerjaren Perspectief Grondbedrijf (MPG). Voor de periode t/m 2014 is gekozen voor een behoedzaam scenario, dat uitgaat van 200 woningen per jaar (was 400). Bij de dit jaar uitgevoerde herzieningen zijn de doorlooptijden verlengd op basis van nieuwe faseringen en de belangrijkste parameters aangaande kosten en opbrengsten indexatie. Opgemerkt moet nog worden dat de werkelijke uitkomsten kunnen afwijken afhankelijk van de realisatie van de vraag. Specifieke aandacht wordt in de MBP besteed aan de “Niet in exploitatie genomen (bouw)grond”die meestal anticiperend of strategisch is aangekocht. Voor deze gronden geldt dat de raad een reëel en stellig voornemen moet hebben uitgesproken om deze gronden in de nabije toekomst te bebouwen.
Jaarverslag 2012
53
Prognose te verwachten resultaat Het Grondbedrijf vertaalt de doelstellingen van de beleidssectoren, het Structuurplan en het daaruit voortvloeiende stedelijk programma naar financieel economische kaders voor ruimtelijk fysieke projecten. Het bedrijfsresultaat van het grondbedrijf vóór het treffen van voorzieningen bedraagt voor het dienstjaar 2012 € 785.000 voordelig. Wettelijke regelgeving (BBV) verplicht een juiste stand van de boekwaarden te verantwoorden m.b.t. de Gronden in exploitatie (de B-staten) en de Gronden niet in exploitatie genomen (A-staten). Daarom is uitvoering gegeven aan de in 2013 door het College goedgekeurde besluiten inzake een drietal herzieningen: Warande, Bovenwijkse voorzieningen en de Kust. De administratieve verwerking op basis van deze herzieningen is dat er extra verliesvoorzieningen zijn getroffen. Deze zijn met name gedekt door de eerder ingestelde Reserve Bovenwijkse voorzieningen, de Reserve Kust en de door de Raad bij de jaarrekening 2011 ingestelde Voorziening Onderhanden werken. De grootste verliesvoorziening die is getroffen heeft betrekking op de Hoofdplanstructuur Warande. Het bedrijfsresultaat na het treffen van alle voorzieningen bedraagt € 9.566.000 nadelig. Na resultaatbepaling wordt dit resultaat als volgt bestemd: Een onttrekking aan de Reserve Kust ad € 5.053.000. Een onttrekking aan de Reserve Bovenwijkse Voorzieningen ad € 4.177.000. Een onttrekking aan de Risicoreserve grondexploitatie ad € 336.000. De Risicoreserve grondexploitatie eindigt met een saldo van € 4.837.000, bij een benodigd saldo van € 13.086.000. Er is geen ruimte meer om een storting te doen in de Algemene Reserve Grondbedrijf die per eind 2012 leeg is, bij een benodigd saldo van € 2.109.000. Ook aan de ROS zal geen afdracht meer kunnen worden gedaan. Het weerstandsvermogen van het Grondbedrijf vraagt in deze economiche tijden permanente aandacht. De nieuwe MPG 2013 zal op basis van geactualiseerde grondexploitaties leiden tot herziene weging van het benodigde weerstandsvermogen welke naar verwachting lager zal zijn gelet op de inmiddels herziende grexen. Ervan uitgaande dat het behoedzaam scenario (200 woningen per jaar) uitkomt zal het weerstandsvermogen in de komende jaren opnieuw opgebouwd worden. Indien de komende jaren sprake blijft van verslechterende marktomstandigheden, zijnde slechter dan het huidige behoedzame uitgangsscenario, en het voordoen van alle andere risico’s zal het weerstandsvermogen ontoereikend zijn en kunnen opgelopen tekorten op termijn niet meer gedekt worden in het Grondbedrijf. Uitgangspunten reserves in relatie tot risico’s Het aan- en verkopen van gronden brengt risico’s met zich mee. Om deze reden zijn twee reserves gevormd: 1. Risicoreserve grondexploitatie; 2. Algemene Reserve Grondbedrijf. Ad 1 Risicoreserve grondexploitatie In grondbedrijfcomplexen worden de risico’s gedurende de duur van de grondexploitatie gedekt door de Risicoreserve grondexploitatie. De vorming van deze reserve vindt plaats door de grondexploitaties op 7 risico’s en 6 kansen te analyseren. Kans maal omvang (van verlies of winst) leidt tot een risicofactor. Deze risicofactor wordt in geld vertaald, te weten de gewenste risicobuffer. Deze risicoanalyse wordt jaarlijks geactualiseerd op basis van de situatie per 1 januari van het betreffende jaar. In de Nota Meerjarenperspectief Grondbedrijf 2012 is het risicopercentage aangepast van 4,26 naar 3,70. Risico stagnerende afzet op de woningmarkt: per grondexploitatie kan het risicoprofiel verschillen. In verband met de economische crisis loopt het Grondbedrijf extra risico voor de afzet van woningen en bedrijven. De marktomstandigheden hebben er toe geleid, dat de meeste projecten in ontwikkeling heronderhandeld en aangepast moesten worden. Kleine projecten (kleine woningaantallen) lijken nog het meest kansrijk in de markt. Deze tendensen zijn voor de organisatie arbeidsintensiever. Hierdoor
Jaarverslag 2012
54
ontstaat extra druk op de planontwikkelingskosten. Om deze kostenpost toch beheersbaar te houden wordt kritisch gekeken naar de omvang van de benodigde bouwplanontwikkelingen alsmede naar innovatieve oplossingen in het planontwikkelingsproces zelf. Ad 2 Algemene reserve grondbedrijf De Algemene reserve Grondbedrijf is bedoeld voor: Afdekking van tekorten bij negatieve grondexploitaties bij de start van een complex; Afboeking van boekwaarden van terreinen c.q. panden die de marktwaarde te boven gaan; Incidentele tegenvallers buiten lopende complexen; Specifieke doelen welke door de raad worden bepaald. Door de raad is de minimale grootte van deze reserve gesteld op 10% van de boekwaarde van de Astaten min voorzieningen, per ultimo 2012 komt dit uit op een gewenste hoogte van € 2.109.000. Als een verhoogd risicoprofiel aan de orde is zal bijstelling - wellicht op tijdelijke basis – moeten plaats vinden. Vandaar dat het weerstandsvermogen ook specifieke de aandacht krijgt bij de actualisatie van de nota Meerjarenperspectief Grondbedrijf en wordt er hier jaarlijks aandacht aan besteed of bijstelling nodig is. Als een verhoogd risicoprofiel aan de orde is zal bijstelling - wellicht op tijdelijke basis – moeten plaats vinden. Vandaar dat het weerstandsvermogen ook specifieke de aandacht krijgt bij de actualisatie van de nota Meerjarenperspectief Grondbedrijf en wordt er hier jaarlijks aandacht aan besteed of bijstelling nodig is.
Jaarverslag 2012
55
3.4
Lokale heffingen
De lokale heffingen vormen een belangrijk onderdeel van het gemeentelijk beleid. De paragraaf lokale heffingen geeft inzicht in de heffingen, die gemeente Lelystad bij haar burgers en bedrijven in rekening heeft gebracht. Achtereenvolgens wordt ingegaan op de gerealiseerde lokale heffingen en de oorzaken van de afwijkingen ten opzichte van de begroting 2012. Daarnaast wordt inzicht gegeven in het in 2012 uitgevoerde kwijtscheldingsbeleid. Een beschrijving van de ontwikkeling van de lokale lastendruk per huishouden maakt het beeld van de lokale lasten compleet. Lokale heffingen In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de inkomsten uit de lokale heffingen. Deze staan vervolgens toegelicht. Tabel: begrote en gerealiseerde opbrengsten uit lokale heffingen Gemeentelijke belastingen
Begroting 2012, incl. wijzigingen
1. Onroerende-zaakbelastingen
Bedragen * € 1000,00 Rekening 2012
Saldo
19.786
20.237
+
451
7.692
7.899
+
207
577
566
-
11
4 Rioolheffing
1.806
1.670
5. Leges
2.630
1.808
-
822
6. Marktgelden
167
142
-
25
7. Lijkbezorgingsrechten
398
370
-
28
8. Parkeerbelastingen (parkeergeld en naheffingen)
2.402
2.581
+
179
9. Precariobelasting
1.300
1.560
+
260
10. Bedrijfsinvesteringzone (BIZ)
0
0
0
11. Liggelden Bataviahaven
0
0
0
36.758
36.833
75
12. Kwijtscheldingen
-910
-910
-
0
13. Dubieuze debiteuren
-116
-277
-
161
Totaal oninbaar inclusief kwijtschelding
-1.026
-1.187
-
161
Totaal lokale heffingen
35.732
35.646
2. Afvalstoffenheffing 3. Hondenbelasting
Totaal inkomsten uit lokale heffingen
-
136
-
86
1. Onroerende zaakbelastingen De opbrengst onroerende-zaakbelastingen neemt jaarlijks toe conform de uitgangspunten van de programmabegroting. Door uitvoering van het coalitieakkoord heeft er een lastenverlichting plaatsgevonden via de onroerende- zaakbelasting. Voor belastingjaar 2012 werd € 257.000 verrekend, zijnde de ozb-norm van 1,33%. De ozb-opbrengst voor 2012 is begroot op een bedrag ad € 19,786 miljoen. Aan inkomsten is € 20,237 miljoen gegenereerd. De hogere inkomsten worden veroorzaakt door een meer opbrengst van € 451.000 waaronder de aanslagoplegging van de Maximacentrale. Er lopen een aantal juridische procedures die invloed zouden kunnen hebben op het resultaat. 2. Afvalstoffenheffing De tarieven afvalstoffenheffing zijn voor 2012 verhoogd met een prijsindex van 1,50%. De geraamde opbrengst bedraagt € 7,692 miljoen. De gerealiseerde opbrengst komt uit op € 7,899 miljoen. Daarmee komt de gerealiseerde opbrengst afvalstoffenheffing € 207.000 hoger uit dan de geraamde opbrengst. Jaarverslag 2012
56
3. Hondenbelasting De tarieven hondenbelasting zijn voor 2012 met € 2,26 verhoogd. De geraamde opbrengst bedraagt € 577.000. De gerealiseerde opbrengst komt uit op € 566.000. Daarmee komt de gerealiseerde opbrengst hondenbelasting € 11.000 lager uit dan de geraamde opbrengst. 4. Rioolheffing De aanslag rioolheffing wordt opgelegd naar een eenpersoonshuishouden en twee of meerpersoonshuishouden en lift mee op het gecombineerde aanslagbiljet voor de onroerendezaakbelasting, afvalstoffenheffing en eventueel de hondenbelasting. De begrote opbrengst voor 2012 is € 1,806 miljoen. De gerealiseerde opbrengst bedraagt € 1,750 miljoen, waarmee de opbrengst € 56.000 lager uitkomt dan geraamd. Verder zijn in 2012 van Vitens en Nuon de gegevens omtrent het waterverbruik in 2011 ontvangen, welke de grondslag vormen voor de rioolheffing. Op basis van deze gegevens is de definitieve aanslag € 80.000 lager uitgevallen dan de voorlopige aanslagen. Hierdoor komt de totale opbrengst eenmalig € 136.000, -- lager uit dan begroot. Belastingtarieven
2012
2013
Onroerende-zaakbelasting woningen eigenaar
0,1679%
0,1766%
Onroerende-zaakbelasting bedrijven gebruik
0,2137%
0,1665%
Onroerende-zaakbelasting bedrijven eigenaar
0,3213%
0,3907%
Afvalstoffenheffing 1 persoonshuishouden
€ 226,58
€ 226,58
Afvalstoffenheffing 2 of meer persoonshuishouden
€ 267,79
€ 267,79
Rioolheffing 1 persoonshuishouden
€
28,65
€
28,65
Rioolheffing 2 of meer persoonshuishouden
€
68,65
€
68,65
Hondenbelasting tarief per hond
€ 79,39
€ 79,39
5. Leges Hieronder worden de afwijkingen in de leges toegelicht, met uitzondering van de leges die samenhangen met het product handel en ambachten, welke zijn opgenomen onder het kopje marktgelden. De totale legesinkomsten zijn begroot op € 2.630.000 terwijl € 1.808.000 aan legesinkomsten zijn gegenereerd. De verantwoording zal per onderdeel worden aangegeven. Leges Stadswinkel (saldo - € 39.000): De legesinkomsten zijn begroot op € 953.000. De gerealiseerde inkomsten bedroegen € 914.000. Hierdoor ontstaat een nadelig saldo van € 39.000. De nadelige baten worden voornamelijk toegeschreven doordat er minder rijbewijzen verkocht zijn dan begroot. In 2006/2007 bij invoering van het nieuwe rijbewijs (creditcard model) zijn er veel burgers geweest die op dat moment een nieuw rijbewijs hebben aangeschaft. Aannemelijk is dat daardoor het aantal verkochte rijbewijzen in dit jaar lager ligt dan prognose. Leges Ruimtelijke Dienstverlening en Belastingen (saldo - € 783.000): De legesinkomsten zijn begroot op € 1.677.000. De gerealiseerde inkomsten bedroegen € 894.000. Hierdoor ontstaat een nadelig saldo van € 783.000. Het nadelig saldo wordt als volgt toegeschreven aan de volgende producten. - veiligheid APV, drank en horeca,registratie kinderopvang en evenementen ( saldo + € 9.000) Voor bovenstaande diensten zijn de baten begroot op € 71.000. De legesinkomsten bedroegen € 80.000. Voor de drank en horeca, de apv, het aantal aanvragen kinderopvang nam toe, zodat er meer vergunningen zijn verstrekt.
Jaarverslag 2012
57
- sloop, bouw- en gebruiksvergunningen (saldo - € 815.000) Voor bovenstaande diensten zijn de baten begroot op € 1.590.000. De legesinkomsten bedroegen € 775.000. Voor de sloopvergunningen zijn er minder vergunningen verstrekt. De aard van de aanvragen is gewijzigd. Het aantal aanvragen nieuwbouw bouwvergunningen nam af, vanwege de economische crisis. Het aantal verbouwvergunning nam toe. Deze laatste genereren minder netto opbrengsten. -wet ruimtelijke ordening (saldo + € 23.000) De legesinkomsten zijn begroot op € 16.000. De gerealiseerde inkomsten bedroegen € 39.000. Hierdoor ontstaat een voordelig saldo van € 23.000. De hogere baten worden voornamelijk toegeschreven aan de toename van het aantal aanvragen. 6. Marktgelden Voor het jaar 2012 zijn de baten begroot op € 167.000, terwijl € 142.000 aan legesinkomsten zijn gegenereerd. Daarmee komt de gerealiseerde marktgelden € 25.000 lager uit dan geraamd. 7. Lijkbezorgingrechten Voor het jaar 2012 zijn de baten begroot op € 398.000 terwijl daadwerkelijk € 370.000 aan legesinkomsten zijn gegenereerd. Hierdoor ontstaat een nadelig saldo van € 28.000. 8. Parkeerbelasting Voor het jaar 2012 zijn de inkomsten in de begroting begroot op € 2.402.000 miljoen. De gerealiseerde inkomsten bedroegen € 2.581.000 miljoen. Het geheel van gerealiseerde inkomsten maakt deel uit van de parkeerexploitatie. 9. Precariobelasting Voor het jaar 2012 zijn de inkomsten begroot op € 1.300.000 terwijl € 1.560.000 aan inkomsten zijn gegenereerd. Daarmee komt de gerealiseerde precariobelasting € 260.000 hoger uit dan geraamd. 10. Bedrijfsinvesteringszone Medio 2012 is de verordening aangepast. In goed overleg is besloten niet tussentijds te heffen maar per 1-1-2013 te starten. 11. Liggelden Bataviahaven Er is sprake van een exploitatieovereenkomst waarbij de gemeente per saldo een vergoeding betaalt aan de exploitant voor de door deze gemaakte kosten. 12. Kwijtschelding De kwijtscheldingsnorm die in Lelystad wordt gehanteerd bedraagt 100%. Dit betekent dat alle belastingplichtigen die een inkomen hebben op bijstandsniveau (= gelijk aan de norm van 100%) of lager in aanmerking komen voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding. Kwijtschelding wordt alleen verleend voor de onroerende zaakbelasting, afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Voor de overige belastingen zoals bijvoorbeeld de hondenbelasting of de leges wordt geen kwijtschelding verleend. In 2012 is er in totaal voor € 910.000 aan kwijtschelding verleend, cf. begrote € 910.000,-. Voor de onroerende- zaakbelastingen is in 2012 € 20.000 in de begroting opgenomen voor kwijtschelding. In werkelijkheid is € 15.000 aan kwijtschelding verleend. Voor de afvalstoffenheffing is in de oorspronkelijke begroting € 750.000 aan kwijtscheldingen geraamd. In werkelijkheid is er in 2012 een bedrag van € 715.000 kwijtgescholden. Voor rioolheffing is in de oorspronkelijke begroting € 140.000 aan kwijtscheldingen geraamd. In werkelijkheid is er in 2012 een bedrag van € 180.000 aan rioolheffing kwijtgescholden.
Jaarverslag 2012
58
13. Dubieuze debiteuren Bij de uitvoering van de invorderingswerkzaamheden op het gebied van gemeentelijke belastingen komt het voor dat belastingschuldigen de aanslagen gemeentelijke belastingen niet kunnen voldoen. Hierbij gaat het om burgers die onder de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) vallen, bedrijven die in staat van faillissement verkeren of in andere bijzondere situaties waardoor de belastingschuld niet wordt voldaan. Door de economische situatie neemt het aantal faillissementen en WSNP toe waardoor de voorziening is herberekend. Naast het begrote budget van € 85.000,- was in 2012 een extra budget beschikbaar gesteld van € 75.000, - t.b.v. extra storting in de voorziening dubieuze debiteuren. Lastendruk- vergelijking woonlasten 2012 Hieronder staat een vergelijking van de woonlasten in 2012 tussen Lelystad en de gemeenten in Flevoland en enkele met ons vergelijkbare gemeenten op basis van de categorisering centrumfunctie, sociale structuur en inwoneraantal, van de Inspectie Financiën Lokale en provinciale Overheden (IFLO). In de ranglijst is de gemeente met de laagste woonlasten de gemeente met het laagste rangnummer.
Tabel: vergelijking woonlasten per gemeenten Gemeente Woonlasten
Woonlasten
rangnummer: 1 = laagste woonlasten
Eenpersoons-
Meerpersoons-
432 = hoogste woonlasten
huishoudens
huishoudens
Flevoland
647
670
Lelystad
559
640
96
Zeewolde
588
643
101
Almere
676
676
164
Noordoostpolder
640
678
165
Urk
688
688
195
Dronten
690
690
201
Hoorn
544
618
66
Spijkenisse
632
632
86
Vlaardingen
607
676
161
Bunschoten (goedkoopste gemeente)
478
500
1
Blaricum (duurste gemeente)
1028
1169
432
Vergelijkbare gemeenten(1)
hoogste en laagste woonlasten
1
vergelijkbare gemeenten op basis van de categorisering centrumfunctie, sociale structuur en inwoneraantal, van de Inspectie Financiën Lokale en provinciale Overheden (IFLO). e
Uit bovenstaande tabel blijkt dat gemeente Lelystad de 96 plaats inneemt. In 2011 stond de gemeente Lelystad op plaats 132. In 2010 op plaats 140. In 2009 op plaats 171. In 2008 op plaats 247. In 2007 op plaats 280 en in 2006 op plaats 279.
Jaarverslag 2012
59
Kostendekkendheid 2012 De kostendekkendheid van de leges verschaft inzicht in de procentuele over- of onderdekking van de producten en diensten gemeentebreed. Door middel van een tabel wordt de mate van kostendekkendheid inzichtelijk gemaakt. Het gaat om de volgende titels: algemene dienstverlening, dienstverlening vallende onder de fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning en dienstverlening vallende onder de Europese dienstenrichtlijn. De kostendekkendheid van de geraamde lasten en de geraamde baten (voor zover te achterhalen is) bedraagt per titel:
titel
naam
geraamde lasten
geraamde baten
saldo
kostendekkendheid(*)
1(**)
Algemene dienstverlening
€2.742.695
€1.016.150
-€1.726.545
- 63%
2
Dienstverlening vallende onder de fysieke leefom-
€1.438.708
€1.298.850
-€139.858
- 10%
Dienstverlening vallende onder de Europese dienstenrichtlijn
€ 403.800
€ 46.650
-€ 357.150
-88%
Totaal
€ 4.585.203
€ 2.361.650
-€ 2.223.553
-48%
geving/omgevingsvergun ning 3
(*) += procentuele overdekking - = procentuele onderdekking Toelichting Titels: (**) De opbouw van de titels verwijzen naar de tarieventabel van de legesverordening Lelystad 2012. Bij de titel 1 , algemene dienstverlening heeft betrekking op o.a. leges burgerlijke stand, reisdocumenten, -rijbewijzen,- winkeltijdenwet, -kansspelen etc. Bij de titel 2, Dienstverlening vallende onder de fysieke leefomgeving/omgevingsvergunningen heeft betrekking op o.a. leges betreffende WABO. De WABO integreert een groot aantal (circa 25) vergunningen, ontheffingen en meldingen (verder te noemen toestemmingen) tot één omgevingsvergunning. Bij titel 3, dienstverlening vallende onder de Europese dienstenrichtlijn heeft betrekking op o.a. leges betreffende toezicht op o.a. horecabedrijven, kinderopvang, organiseren van evenementen of markten, brandbeveiliging verordeningen etc.
Jaarverslag 2012
60
3.5
Onderhoud kapitaalgoederen
Lelystad is ruim 76.000 ha. groot. Hiervan bestaat 24.000 ha. uit land en de rest uit water. De gemeente heeft circa 850 ha. groen en 500 hectare verharding te onderhouden in de op het land aanwezige openbare ruimte. De openbare ruimte moet kunnen inspelen op de wensen en behoeften vanuit de samenleving: de inwoners wonen, werken en recreëren in hun leefomgeving. Om dit mogelijk te maken zijn kapitaalgoederen nodig: wegen, kunstwerken, water en riolering (infrastructuur), openbaar groen, verlichting, sportfaciliteiten (voorzieningen) en gebouwen. De kwaliteit van de kapitaalgoederen en het onderhoud daarvan is bepalend voor het voorzieningenniveau en de jaarlijkse lasten, waarvoor financiële middelen moeten worden vrijgemaakt. Het onderhoud wordt door middel van Dagelijks Onderhoud (DO) en Groot Onderhoud (GO) gerealiseerd. Zijn de DO en GO ingrepen niet voldoende om de kwaliteit te waarborgen, dan worden aanvullende maatregelen ingezet. Dit is het geval bij functieveranderingen, onder andere door gewijzigd beleid (bijvoorbeeld duurzaam veilig, invoeren politiekeurmerk et cetera). Deze paragraaf geeft een dwarsdoorsnede van de Programmabegroting en geeft het beleidskader omtrent het onderhoud van kapitaalgoederen. De uitgaven van het onderhoud van kapitaalgoederen komen terug in verschillende programma’s in het programmaplan. De kaders voor het onderhoud van de openbare ruimte zijn vastgelegd in het „Kwaliteitsstructuur Plan Lelystad” (KSP) met een daarbij behorende kostenraming, door de raad vastgesteld op 14 februari 2003. Een belangrijk onderdeel van het KSP is het Beleidsplan Openbare Ruimte (BOR), waarin de visie op de openbare ruimte wordt verwoord en waarin de actuele situatie met betrekking tot de kwaliteit van die ruimte met eventuele knelpunten duidelijk wordt gemaakt. Dit BOR is de basis voor gestructureerde actieprogramma’s voor de handhaving en verbetering van de kwaliteit van de openbare ruimte. In eerste instantie is een groei van het huidige scenario ingezet tot een gewenst doelscenario. Bij de voorjaarsnota 2004 heeft de raad ervoor gekozen om het streven op termijn te blijven richten op het doelscenario, maar dat - gegeven de financiële positie van Lelystad – thans volstaan, moet worden met een kwaliteit op basisniveau. De norm areaalvergroting is berekend op basis van dit basisniveau. Er is geen standaardeenheid van kwaliteit, maar er kan per gebied en per onderdeel gevarieerd worden. In het KSP is dit in de vorm van matrixoverzichten nader uitgewerkt. De meerjarenraming openbare ruimte geeft op basis van het eerder vastgestelde doelscenario een doorkijk van de te verwachten onderhouds- en vervangingskosten in de komende decennia. Tot voor kort werd de werkvoorraad met betrekking tot het groot onderhoud telkens voor een periode van vijf jaar bepaald en vastgelegd in een Meerjarenprogramma Groot Onderhoud. Bij het vaststellen van het nieuwe Meerjarenprogramma Groot onderhoud, voor de periode 2011-2015, heeft de gemeenteraad besloten om de werkwijze aan te passen naar het jaarlijks opstellen van een voortschrijdend Meerjarenprogramma (jaarwerkplan met doorkijk over vijf jaar). Naast het nieuwe Meerjarenprogramma 2011-2015 lopen er tevens nog enkele projecten uit het Meerjarenprogramma 2006-2010. In 2011 heeft een herijking van de meerjarenraming plaatsgevonden. In deze herijking zijn de gevolgen van de bezuinigingen op het beheer van de openbare ruimte verwerkt. Hierbij wordt uitgegaan van de huidige technische staat van de openbare ruimte. Uitgangspunt is de beeldkwaliteit zoals beschreven in het KSP. De meerjarenraming openbare ruimte moet aantonen dat de openbare ruimte van Lelystad ook op lange termijn - mits sober en doelmatig – te onderhouden is met inzet van de beschikbare middelen, inclusief de ICL-uitkering. Hierbij wordt uitgegaan van een kwaliteit volgens het ‘basisscenario’ van het KSP. Dit krijgt zijn doorwerking zowel aan de kosten- (de daarmee corresponderende lagere prestaties) als aan de middelenkant (minder budget). Voor het onderdeel ‘riolering’ is een uitzondering gemaakt en wordt de doorkijk genomen tot het jaar 2050. Het onderdeel ‘riolering’ is separaat uitgewerkt in het verbreed Gemeentelijk Riolering Plan (vGRP) 2011-2015 dat op 9 maart 2011 door de raad is vastgesteld.
Jaarverslag 2012
61
Wegen, straten en pleinen (WSP) De kwaliteit van de verharding voldoet op dit moment aan de afgesproken eisen; binnen de systematiek van het KSP wordt uitgegaan van een kwaliteit op basisniveau. Bij Dagelijks Onderhoud (DO) gaat het onder meer om het ad hoc repareren van het wegdek, het recht leggen van tegels en het schoonhouden. Groot Onderhoud (GO) vindt planmatig plaats en is gericht op het verlengen van de levensduur. Gelijktijdig met het uitvoeren van Groot Onderhoud kunnen herinrichtingmaatregelen worden toegepast om de functionaliteit van de openbare ruimte aan te passen. Op 12 juni 2012 heeft de raad het afstemmingskader herinrichtingmaatregelen Groot Onderhoud vastgesteld. Groen en speelvoorzieningen Het beleidskader voor groen is vastgelegd in het KSP en het Bomenbeleidsplan. Het groenbeheer kent globaal de volgende doelen:
Het beheer en de instandhouding van technische, recreatieve, ruimtelijke en ecologische functies van het groen binnen en buiten de bebouwde kom; Bewustwording van burgers over het nut en de noodzaak van groenvoorzieningen.
Het betreft het beheer en onderhoud en de noodzakelijke vervanging van bomen en het overige groen. Het betreft zowel Dagelijks Onderhoud als Groot Onderhoud. Dit gebeurt aan de hand van kwaliteits- en onderhoudsniveaus. Het Groot Onderhoud grootschalig groen is opgenomen in het meerjarenprogramma GO Groen 2013-2017. Het groot onderhoud in de woongebieden is integraal onderdeel van het meerjarenprogramma GO WSP 2013-2017. Voor speelvoorzieningen is het beleid vastgelegd in het Speelruimtebeleid 2013 en is het Attractiebesluit van toepassing. Het gaat om het beheer en onderhoud van de speelvoorzieningen in de openbare ruimte. Voor het groot onderhoud is een meerjarenprogramma 2013-2017 opgesteld. Bossen Het beheer van de bossen vindt plaats op basis van het Bosbeleidsplan 1996, het Bosbeheerplan 2009 - 2018. Daarbij is veel aandacht voor de recreatieve voorzieningen en in deze beheerplanperiode extra aandacht voor randenbeheer. De houtopstanden worden budgetneutraal beheerd. Riolering De basis voor het beheer van de riolering is gelegen in het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2011 - 2015. De gemeente heeft een zorgplicht voor een doelmatige inzameling en transport van het afvalwater binnen haar grondgebied. In het Gemeentelijk Rioleringsplan verwoordt de gemeente hoe zij invulling wil geven aan deze zorgplicht. In de kosten DO is rekening gehouden met de inspecties en reiniging van het rioolstelsel. Bij de kosten GO zijn de vervangingskosten van de riolering opgenomen. Op basis van de lokale omstandigheden wordt uitgegaan van een vervangingstermijn van 60 jaar. Dit geldt niet voor de vervanging van rioolgemalen, deze hebben een eigen afschrijvingsperiode per gemaal en installatie. De hoofdrioolgemalen zijn eigendom van het waterschap. Watergangen Bij de raming van de kosten is rekening gehouden met watergangen, vijvers, fonteinen, sluizen, waterlopen, natuurlijke en beschoeide oevers. Het Waterplan (2002) en het Baggerplan (2004) vormen de basis voor het beleid en de uitvoering. Er is gekozen voor het uitvoeren van de zogenaamde kernmaatregelen uit het Waterplan (baggeren, aanpassing inrichting en monitoring) binnen een periode van tien jaar. Met het Waterschap is overlegd over de gezamenlijke aanpak van de uitvoering van het Waterplan. Conform de wettelijke maatregel, zijn de waterlopen voor beheer en onderhoud overgedragen aan het Waterschap. In de raamovereenkomst is geregeld op welke manier het beheer van het water is georganiseerd. Het Waterschap is primair verantwoordelijk voor de waterkwaliteit en doorstroming. Een deel van de Jaarverslag 2012
62
werkzaamheden is overgedragen aan het Waterschap. De gemeente blijft verantwoordelijk voor het onderhoud van: • Constructieve toestand van de duikers • Fonteinen (o.a. Zilverparkvijver; Ekenstein) voor belevingswaarde • Ca. 20 km zware beschoeiing • Waterkering Bovenwater • Sluis Hollandse hout • Diverse tunnelgemalen • Opvoergemalen en drainagegemalen Bataviahaven De ontwikkeling van de nieuwe haven “Bataviahaven” is afgerond. De uitbreiding is gerealiseerd en de haven heeft een eigen huisvesting in het nieuwe Havenkantoor. De Haven wordt sinds 2002 gebruikt voor diverse activiteiten, zoals de huisvesting van een chartervloot, het organiseren van evenementen en als ligplaats voor passanten. Het dagelijks onderhoud en -beheer is ondergebracht bij de Stichting Bataviahaven. Dit is geregeld met een dienstverleningsovereenkomst, waarbij financiële afspraken tot en met 2015 zijn vastgelegd. Het groot onderhoud blijft bij de gemeente. Voor Groot Onderhoud is in 2012 een meerjarenplan opgesteld om deze kapitaalgoederen op een juiste manier te beheren. Straatmeubilair Hieronder wordt verstaan: zitbanken, afvalbakken, bewegwijzering, straatnaamborden, afrastering, fietsrekken, verkeersborden, paaltjes, damwanden en muurtjes. Op het gebied van bewegwijzering en straatnaambebording worden diverse activiteiten ondernomen (onder andere bordensanering en fietspadenbewegwijzering) Kunstwerken (infrastructureel) De bruggen, tunnels, hoge routes en hellingbanen zijn opgenomen in een beheerprogramma voor de uitvoering van groot onderhoud. Hierin staan alle gegevens van de kunstwerken opgenomen, inclusief technische inspecties en de verwachte kosten van het groot onderhoud voor de komende jaren. De technische inspecties worden afhankelijk van het type brug per 3 jaar geactualiseerd. Bij de inspecties worden de kunstwerken beoordeeld op de aspecten: veiligheid, functionaliteit en esthetica. Kunstobjecten (cultureel) In de Auteurswet van 1912 is vastgelegd dat eigenaren van een kunstwerk de verplichting hebben dit werk naar behoren te beheren, te onderhouden en waar nodig te restaureren. Als eigenaar van een groot aantal kunstwerken draagt dus ook de gemeente deze verantwoordelijkheid. Tot nu toe werd onderhoud aan de kunstwerken vooral uitgevoerd na melding van een geconstateerde beschadiging. In een plan voor regelmatig onderhoud en beheer van kunstwerken in gemeentelijk bezit is tot nu toe slechts gedeeltelijk voorzien en beperkt zich vooral tot die kunstwerken met bouwkundige elementen, zoals de Zuil en de Hurkende Man. Er zijn diverse redenen om tot een onderhoudsplan te komen. In de eerste plaats geldt natuurlijk de verplichting van de Auteurswet, maar daarnaast is ook de waarde van het kunstwerk zelf in het geding. Voor de beeldende kunst in gemeentelijk bezit is in 2006 een systematische meerjarig onderhoudsprogramma geïntroduceerd. Vanaf 2006 vindt het onderhoud van de beeldende kunst conform dit programma plaats. Parkeren In het kader van het masterplan Stadshart en de ontwikkeling van het kustgebied zijn er vanaf 2005 een aantal parkeervoorzieningen gerealiseerd. Het betreft zowel straat- als garageparkeren. De raad heeft in 2011 ingestemd met het verhuren van onderdelen van de parkeerterreinen rond Bataviastad, met uitzondering van het casco van de parkeergarage Kust en de parkeervoorziening voor de haven. De financiële gevolgen van de straatparkeerplaatsen, terreinen en garages in het Stadshart, het
Jaarverslag 2012
63
Lelycentre en het parkeerterrein P6 bij de kust zijn opgenomen in de parkeerexploitatie Stadshart die recent is geactualiseerd. Voor de parkeergelegenheden Bataviahaven, Lelycentre en Stadshart wordt toegewerkt naar kostendekkendheid. Het onderhoud van de parkeergarages valt binnen de verantwoordelijkheid van de gemeente en is onderdeel van de parkeerexploitaties. Omdat het om vrij nieuwe garages gaat, bestaat het onderhoud in de komende jaren voornamelijk uit dagelijks onderhoud. De parkeerexploitaties zijn opgesteld aan de hand van parkeermodellen die zijn gebaseerd op landelijke ervaringscijfers met daarin aannames met betrekking tot investeringen, parkeerbehoefte, groot en dagelijks onderhoud. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van de al opgedane ervaring in bijvoorbeeld de onderhoudskosten. Actualisatie van de parkeerexploitaties is gebaseerd op actuele informatie van deze uitgangspunten en geeft inzicht in het verloop van kosten en opbrengsten in de toekomst. In 2013 zal met name gewerkt worden aan het verder optimaliseren van de parkeerhandhaving, het invoeren van schilparkeren rond het Stadshart en het vervangen van de verouderde straatautomaten. Hierbij zal gebruik worden gemaakt van de diensten van Coöperatie ParkeerService. Tevens worden de taken van Perspectief BV beëindigd en overgenomen door de Coöperatie ParkeerService en het gemeentelijk Werkbedrijf. Openbare verlichting Het huidige kwaliteitsniveau is vastgelegd in het beleidsplan Openbare verlichting. Deze is door de raad vastgesteld in januari 2005. Het beleidsplan Openbare verlichting is gespiegeld aan het KSP. De verlichtingsobjecten zijn opgenomen in een beheersysteem. Gebouwen De gemeente heeft diverse gebouwen in eigendom zoals de gebouwen voor onderwijs, cultuur, parkeergarages, brandweerkazerne, gemeentelijke huisvesting (waaronder Stadhuis, Wigstraat, buurthuizen en dergelijke. Voor het onderhoud van deze gebouwen is een meerjarenonderhoudsprogramma (MJOP) opgesteld dat jaarlijks wordt geactualiseerd op basis van inspecties. Met het MJOP als basis wordt jaarlijks het werkprogramma voor het daarop volgende jaar voorbereid. ICL De onderhoudsvoorzieningen worden deels gevuld met ICL- delen en deels gevuld met gemeentelijke (eigen) middelen. Deze voorzieningen zijn de dekkingsbron voor de kosten van het groot onderhoud van de openbare ruimte. Het “basisscenario” volgens het KSP ten aanzien van de kwaliteit van de openbare ruimte geldt onverkort als uitgangspunt voor berekening van de onderhoudskosten. In de ramingen worden beleidswijzigingen waartoe de raad heeft besloten integraal opgenomen.
Jaarverslag 2012
64
3.6
Verbonden partijen
Een verbonden partij is een partij waarmee de gemeente Lelystad een financiële én een bestuurlijke relatie heeft. Dit kunnen zowel privaatrechtelijke als publiekrechtelijke organisaties zijn. De reden dat relaties worden aangegaan met verbonden partijen, is de uitvoering van een bepaald publiek belang, terug te vinden in de programma’s. Deze paragraaf geeft de visie op de verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de gemeentelijke doelstellingen. Definitie Een partij is een verbonden partij wanneer er voor de gemeente Lelystad sprake is van een financieel én een bestuurlijk belang. Een bestuurlijk belang houdt in het hebben van zeggenschap in een derde rechtspersoon, hetzij via een zetel in het bestuur, hetzij door uitoefening van stemrecht als aandeelhouder. Een financieel belang ontstaat, wanneer de gemeente middelen aan een derde partij ter beschikking heeft gesteld, die niet verhaalbaar zijn indien de verbonden partij failliet gaat onderscheidenlijk het bedrag waarvoor voor de gemeente Lelystad aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Verhaalbaar houdt binnen deze definitie in dat er een grond is om het aan de derde partij beschikbaar gestelde bedrag terug te vorderen. Of dit daadwerkelijk een kans van slagen heeft, is hierbij geen criterium. Het gaat bij deze begrotingsparagraaf dus met name om partijen waarin de gemeente deelneemt (vennootschappen), om partijen waar de gemeente een gemeenschappelijke regeling mee heeft, stichtingen, verenigingen en om partijen die van de gemeente kapitaal ontvangen voor het uitvoeren van gemeentelijk beleid en waarin de gemeente tegelijkertijd een bestuurlijk belang heeft. Verder is er ook sprake van een verbonden partij indien er subsidie verstrekt wordt en de gemeente Lelystad zitting in het bestuur heeft. Verbonden partijen In onderstaande tekst staan, per programma, de partijen vermeld die voor de gemeente Lelystad als verbonden partijen worden aangemerkt. De financiële gegevens en de gemeentelijke bijdrage van de verbonden partijen zijn gebaseerd op de meest recente beschikbare goedgekeurde gegevens (jaarrekening 2011). De relatie met deze verbonden partijen is voor de gemeente van belang doordat: De verbonden partij een wezenlijke bijdrage levert aan een of meer programma’s; De verbonden partij bijdraagt aan een door de gemeente uit te voeren wettelijke taak of deze taak uitvoert namens de gemeente; Er sprake is van een relatie met het weerstandsvermogen van de gemeente in termen van het bestaan van een zeker risico voor de gemeente gekoppeld aan de verhouding met de verbonden partij.
Jaarverslag 2012
65
Programma 1: Iedereen doet mee
Naam en vestigingsplaats:
Gemeentelijke bijdrage
Eigen vermogen
Vreemd vermogen
Resultaat
Bedragen x € 1.000
Financiële cijfers verbonden partij:
GR Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst 1.371 4.130 5.848 -/-601 Flevoland Lelystad De GR GGD is een samenwerkingsverband van de zes Flevolandse gemeenten en is verantwoordelijk voor een doelmatige en effectieve uitvoering van de publieke gezondheidszorg en de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen. Daarmee wordt bescherming en bevordering beoogd van de gezondheid van de bevolking en het voorkomen en het vroegtijdig opsporen van ziekten onder de bevolking. De GGD Flevoland pleegt onder meer inzet op de volgende onderdelen voor het bevorderen en bewaken van de publieke gezondheid in Lelystad: Algemene infectieziektebestrijding, medische milieukunde en technische hygiënezorg; Gezondheidsonderzoeken en gezondheidspreventieprogramma‘s; Jeugdgezondheidszorg; Assisteren bij geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen. Het tekort is vooral het gevolg van de voorziening die getroffen is voor frictiekosten voor de bezuiniging op logopedie. De begroting voor komende jaren is sluitend.
Programma 2: Op weg met talent
Naam en vestigingsplaats:
N.V. Sportbedrijf Lelystad Lelystad
Gemeentelijke bijdrage
Eigen vermogen
Vreemd vermogen
Resultaat
4.281
10.425
10.200
358
Bedragen x € 1.000
Financiële cijfers verbonden partij:
Het kader van ons sportbeleid is vastgelegd in de sportnota 2013-2016. Onze missie is dat de deelname aan sport in Lelystad op peil blijft, dat iedereen kan (blijven) deelnemen aan sport, de watersportontwikkeling wordt gestimuleerd en dat sport en bewegen stevig verankerd worden binnen het brede gemeentelijke beleid. De sport draagt bij aan sociale cohesie, leert mensen samenwerken en te presteren, bevordert de gezondheid en draagt bij aan het imago en economische ontwikkeling van de stad. Sportbedrijf Lelystad is daarbij onze uitvoerende partner, zij beheert en exploiteert bijna alle buitensportaccommodaties in Lelystad waaronder het Sportcentrum De Koploper en Sporthal De Rietlanden inclusief de nieuwe sporthal naast de bestaande sporthal De Rietlanden. Zij zijn ook verantwoordelijk voor de verhuur van de verschillende gymzalen buiten de schooluren en het aanbod van de particuliere- en schoolzwemuren in De Koploper. Tevens verzorgt het Sportbedrijf sportstimuleringsactiviteiten in verschillende wijken en buurten en ondersteunt zij via het sportsteunpunt verschillende sportverenigingen en vrijwillige besturen (ongeveer 95) in Lelystad. Ook coördineert zij sportprojecten zoals bijvoorbeeld scholierensport en de impulsmaatregel combinatiefunctionarissen. Er is een dienstverleningsovereenkomst afgesloten met het Sportbedrijf. Deze geldt voor de jaren 2011 t/m 2014. De gemeente Lelystad is 100% aandeelhouder. Sportbedrijf heeft afgelopen jaren uit eigen reserve totaal 1,8 miljoen geïnvesteerd en heeft daarmee substantieel bijgedragen, middels een dividenduitkering, aan de realisatie van de nieuwe kunstgrasvelden bij de hockey en voetbal en nieuwe sporthal in 2012. Tevens heeft op het budget Sportbedrijf NV in de periode 2011 t/m 2013 een bezuiniging van € 465.000, - plaatsgevonden en deze loopt op naar € 485.000, - in 2014. Daarmee bedraagt de bezuiniging op het budget sportbedrijf NV ruim 12%. Jaarverslag 2012
66
GR IJsselmeergroep (Concern voor werk) Lelystad
Gemeentelijke bijdrage
Eigen vermogen
Vreemd vermogen
Resultaat
416
1.409
2.748
59
Bedragen x € 1.000
Financiële cijfers verbonden partij: Naam en vestigingsplaats:
Binnen de gemeenschappelijke regeling IJsselmeergroep voeren vier gemeenten (Noordoostpolder, Urk, Zeewolde en Lelystad) de Wet sociale werkvoorziening uit. De uitvoering van de WSW en werkzaamheden in het kader van de Wet werk en bijstand, zoals verloning en activering. Najaar 2011 is, conform het besluit in de Kadernota een onderzoek gestart naar een mogelijke fusie tussen Concern voor Werk en Perspectief. Een en ander in het licht van de implementatie van de Wet werken naar vermogen, de transitieopgave voor de sociale werkvoorziening en de ontwikkeling van een werkbedrijf Lelystad. Het ligt in de lijn der verwachting dat een beperkt deel van de activiteiten van Perspectief BV door het Werkbedrijf Lelystad uitgevoerd zullen gaan worden. Voor de GR IJsselmeergroep is in 2012 een aanvraag bij het Transitiefonds gedaan door de deelnemende gemeenten in verband met de noodzakelijke transitie van de sociale werkvoorziening. Inmiddels zijn de contouren van de nieuwe Participatiewet bekend. Toegang tot de sociale werkvoorziening oude stijl wordt met ingang van 1 januari 2014 beëindigd. Het nieuwe kabinet heeft het Transitiefonds geschrapt. De afbouw van de subsidie per SE wordt over een langere periode uitgesmeerd. De noodzaak voor een fundamentele transitie van de sociale werkvoorziening blijft echter noodzakelijk. Het bestuur van de GR IJsselmeergroep heeft een financieel meerjarenperspectief voor de GR IJsselmeergroep op laten stellen. Op basis van de contourennota Participatiewet is het de verwachting dat het subsidiegat bij de GR IJsselmeergroep oploopt in 2017 tot € 2.3 mln. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft hierin wordt aangegeven dat de VNG voorstander is van de Participatiewet als onderdeel van de decentralisaties in het sociale domein, maar zich tevens zorgen maakt over o.a. de financiële impact die de maatregelen hebben voor gemeenten. Gelet op het belang en de impact van de nieuwe wet lijkt is de raad geinformeerd over de in dit kader relevante informatie. In de loop van 2013 zullen nog nadere voorstellen voorgelegd worden die als gevolg van de invoering van de nieuwe wet, besluitvorming van de raad vragen.
Financiële cijfers verbonden partij: Naam en vestigingsplaats:
N.V. Huisvuilcentrale Alkmaar
Gemeentelijke bijdrage
Eigen vermogen
Vreemd vermogen
Resultaat
-
87.434
994.810
-/- 11.419
Bedragen x € 1.000
Programma 3: Leefbare stad
Het publieke belang dat door deze partij wordt gediend, is het reguleren van de afvalverwerking in Lelystad. De gemeentelijke aandeelhouders staan garant voor de investeringen ten behoeve van de nutactiviteiten van de HVC, voor Lelystad bedraagt de garantstelling ca. € 22 mil. Het verbranden van huishoudelijk afval is bijvoorbeeld een nutstaak. Lelystad is aandeelhouder voor een onbeperkte duur en bezit 3,3% van de aandelen. Het negatieve resultaat wordt verklaard door een wijziging van de afschrijvingsmethodiek van annuïtair naar lineair. Het resultaat uit bedrijfsvoering bedraagt € 1,3 mln. positief. Vanwege het lage eigen vermogen ten opzichte van het balanstotaal heeft HVC weinig ruimte om tegenvallers zelf op te vangen. De directie heeft inmiddels een plan gepresenteerd om de financiële resultaten te verbeteren. Lelystad zal dit als aandeelhouder kritisch volgen. HVC heeft op verzoek van de Flevolandse gemeenten een onderzoek toegezegd naar de toekomst van HVC.
Jaarverslag 2012
67
B.V. Perspectief Lelystad
Gemeentelijke bijdrage
Eigen vermogen
Vreemd vermogen
Resultaat
1.466
654
460
7
Bedragen x € 1.000
Financiële cijfers verbonden partij: Naam en vestigingsplaats:
Financiële cijfers verbonden partij: Naam en vestigingsplaats:
GR Milieusamenwerking Flevoland Lelystad
Gemeentelijke bijdrage
Eigen vermogen
Vreemd vermogen
Resultaat
441
250
840
128
Bedragen x € 1.000
Perspectief zorgt ervoor dat mensen worden begeleid naar de arbeidsmarkt door uitvoering te geven aan gemeentelijk beleid op het gebied veiligheidszorg en parkeerbeheer. Perspectief voert voor de veiligheidszorg algemeen en gericht toezicht uit. Een voorbeeld van het algemene toezicht zijn de stadswachten. Het gerichte toezicht wordt uitgevoerd door gediplomeerde functionarissen met bevoegdheid (BOA’s). Het toezicht vindt plaats in de stad en bij evenementen. Voor het parkeerbeheer zorgt Perspectief voor de parkeerwachters en het dagelijks onderhoud van parkeergarages. Tussen de gemeente Lelystad en Perspectief B.V. zijn overeenkomsten gesloten over de door Perspectief te leveren diensten met betrekking tot parkeertoezicht en algemeen toezicht. De gemeente Lelystad is voor 100 % aandeelhouder.
Het doel van deze gemeenschappelijke regeling betreft het uitvoeren van planmatige integrale controles bij bedrijven en gebouwen in het kader van de milieuhandhaving en brandveiligheid. De MS controleert ongeveer 2000 bedrijven voor Lelystad. De bedrijven en gebouwen worden gecontroleerd op het voldoen aan wettelijke milieu- en brandveiligheidsnormen. Na de controle stelt de MSF een rapportage op en doet ze aanbevelingen voor ondernemer, vergunningverlener en handhaver. Per 01-01-2013 is de gemeenschappelijke regeling opgegaan in de GR Omgevingsdienst Flevoland, Gooi- en Vechtstreek. Deze dienst gaat per 1 januari 2013 voor bovenstaande organisaties de taken vergunningverlening, toezicht en handhaving op het gebied van milieu verzorgen.
Jaarverslag 2012
68
Bestuursovereenkomst Servicepunt Handhaving Lelystad
Gemeentelijke bijdrage
Eigen vermogen
Vreemd vermogen
Resultaat
13
111
176
-8
Bedragen x € 1.000
Financiële cijfers verbonden partij: Naam en vestigingsplaats:
Het servicepunt (Seph) is gericht op professionalisering van de handhaving binnen de provincie op het terrein van milieu-, water- en omgevingskwaliteit. Dit vindt plaats in samenwerking met partners zoals gemeenten, waterschap, politie en het OM. De doelen zijn: Het realiseren en in standhouden van een adequate werkwijze door een efficiënte en effectieve inzet van menskracht en middelen; Het maken van gezamenlijke afspraken over de uitoefening van toezicht en handhaving; Het bevorderen van een goede samenwerking tussen de betrokken partijen; Het sterk verminderen van de vrijblijvendheid van afspraken, onder meer door onderlinge en openbare verantwoording over het handhavingsbeleid. Het takenpakket (bestaande uit 2500 werkuren) van het Seph bestaat uit: Analyse van uitvoeringswensen van de betrokken partners zodat efficiënte samenwerking wordt geïnitieerd; Het monitoren en verbreden van het gemeenschappelijke strafrechtelijke beleidskader; Het opbouwen en onderhouden van een kennisnetwerk. Hiervoor is onder meer een opleidingsplan ontwikkeld, worden workshops georganiseerd en is een informatiepunt opgericht; Het secretariaat van de samenwerking wordt verzorgd; Coördinatie en afstemming met landelijke projecten, lobby en belangenbehartiging; Coördinatie toezicht en handhaving van de vuurwerkverkoop. Lelystad heeft zich in de Bestuursovereenkomst voor meerdere jaren verplicht om een financiële bijdrage te leveren aan de kosten voor het servicepunt. De bijdrage is gelimiteerd door een vaste verdeelsleutel tussen partijen en door een CBS-loonindexcijfer. Per 01-01-2013 is de gemeenschappelijke regeling opgegaan in de GR Omgevingsdienst Flevoland, Gooi- en Vechtstreek. Deze dienst gaat per 1 januari 2013 voor bovenstaande organisaties de taken vergunningverlening, toezicht en handhaving op het gebied van milieu verzorgen.
Jaarverslag 2012
69
Financiële cijfers verbonden partij: Naam en vestigingsplaats:
Gemeentelijke bijdrage
Eigen vermogen
Vreemd vermogen
Resultaat
Bedragen x € 1.000
Programma 4: Sterke stad
Financiële cijfers verbonden partij: Naam en vestigingsplaats:
B.V. Technofonds Flevoland Lelystad
Gemeentelijke bijdrage
Eigen vermogen
Vreemd vermogen
Resultaat
-
9.864
146
365
Bedragen x € 1.000
Ontwikkeling Maatschappij Airport Garden City C.V. 3.001 6.667 0 (Omala) Lelystad Het doel van Ontwikkeling Maatschappij Airport Lelystad Almere (OMALA) is het versterken van de sociaal-economische structuur, bevordering van werkgelegenheid in Flevoland in samenhang met de ontwikkeling van Lelystad Airport door het realiseren van een hoogwaardig Businesspark. Hiertoe is eind 2008 al OMALA N.V. opgericht, de beherend vennoot van Ontwikkeling Maatschappij Airport Garden City C.V. Belangrijkste activiteiten zijn: het verwerven van de noodzakelijke gronden, deze ontwikkelen en uitgeven aan luchtvaartgerelateerde en andere bedrijven. Lelystad is aandeelhouder voor een onbeperkte duur. De gemeente bezit 33% van de aandelen. De aandeelhouders verstrekken OMALA leningen die inclusief rente worden terugbetaald. Ultimo december 2012 is er door de gemeente Lelystad in totaal € 1,5 mln. als kapitaalverstrekking in OMALA gestort en heeft in december 2011, conform de samenwerkingsovereenkomst (SOK), de overdracht van het perceel Barenbrug van de gemeente Lelystad aan OMALA plaatsgevonden. Daarbij is één derde van het aankoopbedrag omgezet in een rentedragende lening van gemeente Lelystad aan OMALA van € 2,2 mln. en het restant door OMALA uitbetaald aan de gemeente Lelystad.
Het Technofonds stimuleert de uitvoering van het regionale technologiebeleid. Daarbij gaat het om ontwikkelingen bij bedrijven op technologisch en innovatief terrein. Het Technofonds verstrekt risicodragende financiering aan innovatieve, kansrijke, en in het algemeen jonge, technologische en life science gerichte ondernemingen in Flevoland. Zij doet dit ter stimulering van de economische activiteit in Flevoland en op zakelijke voorwaarden. Technofonds is een revolverend fonds, d.w.z. dat verstrekte leningen terugbetaald moeten worden, zodat met dat geld weer nieuwe leningen verstrekt kunnen worden. Afgelopen jaar is het punt bereikt waarop alle verstrekte gelden volledig terugbetaald zijn.
Jaarverslag 2012
70
Financiële cijfers verbonden partij: Naam en vestigingsplaats: GR Veiligheidsregio Flevoland Lelystad
Gemeentelijke bijdrage
Eigen vermogen
Vreemd vermogen
Resultaat
4.477
4.888
11.254
1.425
Bedragen x € 1.000
Programma 5: Veilige stad
De veiligheidsregio is er om de veiligheid van en de zorg voor haar inwoners vóór, tijdens en na een ramp of crisis te vergroten. Nederland is opgedeeld in 25 veiligheidsregio's. De Veiligheidsregio Flevoland is een samenwerkingsverband van alle gemeenten in Flevoland, Politie, Brandweer Flevoland en de GHOR Flevoland. Daarnaast wordt intensief samengewerkt met de Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek en met een groot aantal andere crisispartners. Missie De gemeenten in Flevoland, de Veiligheidsregio Flevoland en de Politie streven naar een veilig leef- en werkgebied door onder meer het beperken van fysieke risico's en het adequaat handelen bij incidenten, rampen en crises. De Veiligheidsregio Flevoland fungeert hierbij als een netwerkorganisatie en kennisplatform. Visie "Door goede samenwerking tussen de gemeenten in Flevoland, de Veiligheidsregio Flevoland, de Politie en andere (overheids-)diensten en instellingen op zowel bestuurlijk als ambtelijk niveau en een goede voorbereiding binnen deze organisaties, wordt voldaan aan de wettelijk voorgeschreven en de bestuurlijk vastgestelde taken, waardoor de inwoners en bezoekers van Flevoland voldoende fysieke veiligheid kan worden geboden." De vier kolommen werken daartoe onderling en met andere diensten en instellingen eendrachtig samen en richten zich op het gemeenschappelijke belang van een veiliger leef- en werkomgeving. Hierbij wordt ook een beroep gedaan op het veiligheidsbewustzijn en zelfredzaamheid bij de burger.
Programma 6: Voor de Lelystedeling Geen verbonden partijen.
Jaarverslag 2012
71
3.7.
Weerstandvermogen
Het weerstandsvermogen is een maatstaf voor de mate waarin de gemeente in staat is om de gevolgen van risico’s op te vangen zonder dat het beleid of de uitvoering daarvan in gevaar komt. Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, leggen we de relatie tussen de beschikbare weerstandscapaciteit enerzijds en de financieel gekwantificeerde risico’s en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit anderzijds.
Risico's
Beschikbare weerstandscapaciteit
Gewenste weerstandscapaciteit
Weerstandsvermogen
De ratio van het weerstandsvermogen wordt berekend door de beschikbare weerstandscapaciteit te delen door de gewenste weerstandscapaciteit. In onderstaande secties volgen achtereenvolgens een inventarisatie van de beschikbare weerstandscapaciteit (§3.7.1) en de gewenste weerstandscapaciteit (§3.7.2). Met behulp van deze gegevens wordt vervolgens het weerstandsvermogen bepaald en volgt het beleid van de gemeente Lelystad over de weerstandscapaciteit en de risico’s (§3.7.3). Afsluitend wordt dieper ingegaan op de risicoreserve grondbedrijf (§3.7.4).
3.7.1 Inventarisatie beschikbare weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten, die onverwachts en substantieel zijn, te dekken. Onderscheid wordt gemaakt in incidentele en structurele weerstandscapaciteit. De incidentele weerstandscapaciteit is het vermogen om calamiteiten en andere eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen, zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van taken op het huidige niveau. Binnen de gemeente Lelystad vallen de algemene reserve en de deels vrij besteedbare bestemde reserves onder de incidentele weerstandscapaciteit. De structurele weerstandscapaciteit zijn die middelen, die permanent ingezet kunnen worden om langdurige tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de bestaande taken. Binnen de gemeente Lelystad vallen de onbenutte belastingcapaciteit en de flexibiliteit in de begroting onder de structurele weerstandscapaciteit. Incidentele weerstandscapaciteit Het eerste deel van de incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit de Algemene Reserve. De norm van de Algemene Reserve is bepaald op 10% van de algemene uitkering (zonder de ICL-bijdrage). De algemene uitkering bedroeg voor het jaar 2012 € 81,3 mln. Dit houdt in dat de norm voor de Algemene Reserve gesteld wordt op € 8,1 mln. De stand van de Algemene Reserve per 31-12-2012 bedraagt € 8,6 mln. voor resultaatbestemming en ligt daarmee boven de norm van € 8,1 miljoen. De stand van de Algemene Reserve per 31-12-2012 bedraagt. incl. resultaat 2012. en exclusief eerdere beklemming € 7,8 en ligt daarmee net iets onder de norm van € 8,1 miljoen Bij de incidentele weerstandscapaciteit worden ook de bestemmingsreserves betrokken. Bestemmingsreserves zijn weliswaar ingesteld voor een bepaald doel, maar de raad kan besluiten deze middelen alsnog op een andere manier te besteden, zoals gebeurd is bij de begrote aanvulling
Jaarverslag 2012
72
van de algemene reserve. In de berekening van de incidentele weerstandscapaciteit worden o.a. de Nuon reserves meegenomen. Structurele weerstandscapaciteit Het eerste onderdeel van de structurele weerstandscapaciteit betreft de onbenutte belastingcapaciteit. Dit is het verschil tussen de belasting die geheven zou moeten worden om de heffingen kostendekkend te maken en het bedrag dat werkelijk geheven wordt. Het gaat daarbij om de afvalstoffenheffing, de rioolheffing en de maximum tarieven van de onroerende zaak belasting. De totale onbenutte belastingcapaciteit bedraagt € 2.418.850,-. Afvalstoffenheffing. In de kadernota is de prijsindexcijfer op 1,5% vastgesteld. De geraamde netto-opbrengst van deze heffing bedraagt € 7,3 miljoen. Afweging van de kosten en opbrengst geeft een dekkingspercentage van 96%. De onbenutte belastingcapaciteit bedraagt 4%, zijnde € 292.000, -. Rioolheffing De onbenutte belastingcapaciteit bedraagt maximaal € 1.524.000. De maximale inkomsten zouden € 3.336.000 kunnen bedragen en in 2012 werd € 1.812.000, - aan inkomsten begroot. OZB De macronorm OZB voor 2012 is vastgesteld op 3,75% (de reële trendmatige groei van het bruto binnenlands product (+ 1,25 %) plus de prijsontwikkeling (2,5 %)). In de kadernota is de transparante OZB-norm vastgesteld op 1,33%. Echter voor woning eigenaren is de norm verrekend met de kosten van de taken van de waterschapslasten, zodat per saldo geen verhoging voor woningen eigenaren heeft plaatsgevonden. De opbrengst voor woningen is begroot op € 9,3 miljoen, terwijl voor woningeigenaren geen verhoging heeft plaatsgevonden. De onbenutte belastingcapaciteit voor woningen bedraagt daarmee maximaal € 348.750,- (€ 9.3 miljoen x 3,75%). De niet-woningen opbrengst is begroot op € 10,5 miljoen. De onbenutte belastingcapaciteit bedraagt daarmee maximaal € 254.100,00 (€ 10.5 miljoen x (3,75%-1,33%)). Resumerend bedraagt de onbenutte belastingcapaciteit voor de OZB € 602.850,00. Het tweede onderdeel van de structurele weerstandscapaciteit is de flexibiliteit in de exploitatiebegroting. Belangrijke elementen bij de beoordeling hiervan zijn: - De mogelijkheid om binnen een kort tijdsbestek de kosten te beïnvloeden - Inzicht in het minimumniveau van de wettelijke taken die de gemeente moet uitvoeren - De bereidheid die binnen de gemeente bestaat om bestaand beleid te heroverwegen. De mogelijkheden om bij lopende verplichtingen binnen een kort tijdsbestek (oftewel binnen een begrotingsjaar) de kosten te beïnvloeden zijn zeer beperkt. Ook is het vrijwel niet mogelijk binnen een jaar de kosten verbonden aan niet-wettelijke taken te verminderen. Wel heeft de gemeente in de begroting ruimte voor flexibiliteit in de vorm van de post college onvoorzien. Hiermee heeft het college een begrotingsruimte van € 214.000 beschikbaar, waarover het vrij kan beschikken. In de tabel hieronder wordt de totale incidentele en structurele weerstandscapaciteit van de gemeente Lelystad weergegeven.
Jaarverslag 2012
73
Bedrag x € 1.000
Tabel: Beschikbare weerstandscapaciteit Incidenteel Algemene reserve Beklemd deel algemene reserve doorschuifbudgetten voorgaande jaren Bestemd resultaat 2012 Bestemde reserves (ROS)
Incidenteel 7.809 -800 809 2.709
Beklemd deel ROS
-2.709
Reserve Nuon (vrij besteedbaar)
17.477
Reserve Nuon (compensatie dividend)
31.772
Onbenutte belastingcapaciteit
2.419
Flexibiliteit in de exploitatiebegroting
Totale weerstandscapaciteit
214
57.067
2.633
3.7.2 Gewenste weerstandscapaciteit Een risico bestaat uit de kans dat een gebeurtenis zich voordoet en het mogelijke gevolg wat dit met zich meebrengt. Op basis van het product ‘kans maal gevolg’ dient een aanpak gekozen te worden om met het risico om te gaan. Deze aanpak kan betrekking hebben op het verkleinen van de kans op een gebeurtenis of op het beperken van de gevolgen van een gebeurtenis. Het aanwenden van weerstandscapaciteit is gericht op het laatste. Risico’s die relevant zijn voor het weerstandsvermogen zijn de mogelijke gebeurtenissen met een negatief financieel gevolg voor 2013 en verder, die niet anders te ondervangen zijn dan door het aanwenden van weerstandscapaciteit. Risico’s die binnen de exploitatie worden opgevangen, waar een risicovoorziening voor is ingesteld of (reguliere) risico’s waarvoor verzekeringen zijn afgesloten, hebben geen financiële consequenties en maken daarom geen deel uit van deze paragraaf. In het algemeen kan worden gesteld dat door maatschappelijke ontwikkelingen, waaronder een toenemende complexiteit en wijzigingen in de verhouding tussen rijksoverheid en gemeenten, de financiële risico’s de laatste jaren zijn toegenomen. Ook de financiële crisis en decentralisatie van het Rijk richting gemeenten heeft geleid tot toenemende risico’s. Om deze risico’s te kunnen opvangen is het belangrijk dat inzicht bestaat in de risico’s die de gemeente loopt en dat rekening gehouden wordt met de veranderingen hierin. Zoals gebruikelijk in de paragraaf weerstandsvermogen is een inventarisatie gemaakt van de risico’s die zich mogelijk gaan voordoen in het begrotingsjaar 2013. Op basis van deze geïnventariseerde risico’s wordt de benodigde incidentele en structurele weerstandscapaciteit bepaald.
Jaarverslag 2012
74
Risico / gebeurtenis
OZB
Kans
Incidenteel / Structureel
Financieel gevolg
Omvang risico
50%
Incidenteel
300
150
Bedragen x € 1000,-
Risico-inventarisatie
Risico / gebeurtenis
Bataviawerf
Kans
Incidenteel / Structureel
Financieel gevolg
Omvang risico
65%
Incidenteel
100
65
Bedragen x € 1000,-
De afhandeling van de bezwaarschriften is nagenoeg voltooid. Inmiddels lopen er verschillende beroepprocedures bij de rechtbank en of gerechtshof. Hierbij loopt de gemeente het risico dat zij in het ongelijk gesteld wordt waardoor een aanslag vernietigd of verlaagd kan worden. Het aantal beroepprocedures is beperkt maar het financiële risico heeft een behoorlijke omvang en kan zowel een positief als negatief financieel gevolg hebben. Wanneer de gemeente de procedures verliest is er sprake van een eenmalig verlies. Wordt de gemeente in het gelijk gesteld dan zal dat tot een positief rekening resultaat leiden omdat bij de opbrengst berekening het onbetwiste deel is meegenomen in het rekeningresultaat.
In 2008 is een deel van de Bataviawerf afgebrand. In 2011 heeft besluitvorming rond de nieuwbouw van de Bataviawerf plaatsgevonden. De herbouw wordt volledig uit de verzekeringspolis gedekt. Op basis van de polisvoorwaarden is de gemeente van mening dat zij ook recht heeft op vergoeding van de gemaakte kosten voor tijdelijke huisvesting en de op basis van de polis meeverzekerde BTW schade. In de jaarrekening 2011 is rekening gehouden met een hiervoor te ontvangen bedrag van € 282.000,-. De op dit moment bij de verzekeraar openstaande schadeclaim bedraagt € 226.000 zodat ten laste van 2012 € 56.000 als oninbaar moet worden aangemerkt. De verwachting is dat van de actuele schadeclaim € 114.000 ontvangen zal worden. Over een bedrag van ca. € 112.000 bestaat onzekerheid of dit wordt uitgekeerd.
Jaarverslag 2012
75
Aanvulling tekort HVC
Kans
Incidenteel / Structureel
Financieel gevolg
Omvang risico
60%
Incidenteel
350
210
Bedragen x € 1000,-
Risico / gebeurtenis
Risico / gebeurtenis
Blauwalg Bovenwater
Kans
Incidenteel / Structureel
Financieel gevolg
Omvang risico
50%
Incidenteel
300
150
Door een gerechtelijke uitspraak is de gemeente verplicht een duiker aan te leggen teneinde blauwalgoverlast voor aanwonende te voorkomen. De kosten hiervoor bedragen € 300.000,-. Daarnaast loopt de gemeente het risico een dwangsom van maximaal € 100.000,- te moeten betalen indien de duiker niet binnen drie maanden na het vonnis is aangelegd. De gemeente heeft hiertegen hoger beroep ingesteld. Er is met de aanwonende overeengekomen dat het risico van de dwangsom vervalt zolang het hoger beroep nog niet is behandeld.
Jaarverslag 2012
76
Bedragen x € 1000,-
De gemeente Lelystad is voor 3,3% aandeelhouder van HVC N.V. In de ballotageovereenkomst is opgenomen dat de aandeelhouders de tekorten van HVC aanvullen. Nu HVC een (boekhoudkundig) verlies heeft geleden van € 11,4 miljoen euro in 2011 en ook voor 2012 en 2013 een verlies verwacht wordt, bestaat de kans dat ons gevraagd wordt 3,3% van het tekort over te maken aan HVC.
3.7.3 Bepaling weerstandsvermogen Om het weerstandsvermogen te bepalen wordt gekeken naar hoeveel middelen er beschikbaar zijn structureel en incidenteel en hoeveel weerstandscapaciteit noodzakelijk is op basis van de risico analyse. Als de beschikbare weerstandscapaciteit groter is dan de benodigde weerstandscapaciteit dan is er voldoende weerstandsvermogen. Dit wordt hieronder schematisch weergegeven.
Incidenteel weerstandsvermogen Op basis van de risico-inventarisatie uit de vorige paragraaf is er een bedrag nodig van € 575.000 om de incidentele risico’s financieel af te dekken. De beschikbare incidentele weerstandscapaciteit is € 57,0 miljoen en is dus ruim voldoende. Structureel weerstandsvermogen Er zijn bij het opstellen van de jaarrekening geen structurele risico’s gemeld, daarmee is formeel het structurele weerstandsvermogen voldoende. Wel is het zo dat de structurele weerstandscapaciteit als gevolg van de afgelopen bezuinigingen wel krapper is geworden, de ‘lucht’ is immers uit de begroting gehaald. Mochten zich in de toekomst wel structurele risico’s voordoen dan zullen deze eerst uit de beschikbare incidentele weerstandscapaciteit opgevangen moeten worden om vervolgens te anticiperen op deze nieuwe situatie door alsnog ruimte te vinden in de begroting.
3.7.4 Risicoreserve grondbedrijf Jaarlijks wordt bij het opmaken van de programmarekening de hoogte van de Reserve risico grondexploitatie bepaald. Daarnaast wordt jaarlijks een nota Meerjaren Perspectief Grondbedrijf opgemaakt waarbij het risicoprofiel wordt geactualiseerd. De maximale omvang van de risicoreserve wordt afgeleid van de nog te realiseren investeringen en grondopbrengsten. Immers over beiden worden risico ’s gelopen. Hiertoe is per grondexploitatie een risicoprofiel opgesteld gebaseerd op kansen en bedreigingen. De saldi van de kansen en bedreigingen vormen de omvang van de reserve. Deze omvang wordt vertaald in een percentage dat weer wordt gebruikt voor de prognose van de risicobuffer. Indien door de stortingen uit de verschillende grondexploitaties de aldus berekende maximaal benodigde reserve wordt overschreden dan wordt het meerdere overgeheveld naar de Algemene Reserve Grondbedrijf. Het saldo van de Risicoreserve grondexploitatie is in 2012 gedaald van € 5.768.000 naar € 4.837.000 (benodigd € 13.086.000) door een onttrekking van € 595.000 t.b.v. een bijdrage aan Centrada voor de sloop van de Ankerplaats en door een onttrekking van € 336.000 ter dekking van het resterende nadelige bedrijfsresultaat van het Grondbedrijf. De Algemene Reserve Grondbedrijf is nihil (benodigd saldo € 2.109.000). Daar staat tegenover dat de bovenwijkse investeringen ad € 11.870.000 i.v.m. de ontwikkeling van Warande in 2012 afgedekt zijn en niet doorschuiven naar de toekomst. Om de Hoofdplanstructuur
Jaarverslag 2012
77
Warande op te kunnen heffen is een bedrag van € 2.983.0000 overgeboekt naar de exploitatie Warande eerste deelgebied, is er een vrijval geweest uit de Voorziening Onderhanden Werken en is de Reserve Bovenwijkse Voorzieningen met € 4.177.000 uitgeput tot saldo € 0. Ook voor de exploitatie Kust zijn, onder opheffing van de Reserve Kust, de nodige maatregelen getroffen om de exploitatie op een verantwoorde wijze te kunnen voortzetten. Met name is bij de Herziening Kust besloten om de Hoofdstructuur Kust op te heffen en om drie deelexploitaties (Kustcentraal, Graansteiger en Noorderzijl) over te hevelen naar de strategische voorraad (A-staten) voor 2 verwervingswaarde à € 10, - p/m . Voor de resterende B-staten (actieve exploitaties) in de Kust, Bataviahaven, Bataviastad en Houtribhoogte, zijn tot een bedrag van € 1.906.000 voorzieningen getroffen. Tenslotte is het Binnengebied Werkeiland afgewaardeerd en weer ingebracht in de exploitatie Werkeiland. Voorzieningen zijn verder getroffen voor Hanzepark € 1.103.000, voor het Stadshart € 1.499.000, voor de Larserknoop € 202.000 en Warande Restgebieden € 712.000. Door het opheffen van de Hoofdplanstructuur Warande i.v.m. het tragere ontwikkeltempo wordt de exploitatie van het eerste deelgebied net als alle andere exploitaties betrokken in de Bovenwijkse voorzieningen. Het tekort in het weerstandsvermogen van het Grondbedrijf van € 10.358.000 vraagt permanente 2 aandacht. Toch ligt het risico per m ad € 14,52 bij een geïnvesteerd vermogen van € 117.603.000 op een verantwoord niveau. De geprognosticeerde verkoopopbrengsten zijn in totaal hoger dan de onvermijdbare rentelasten over het vermogen. Vanuit het geïnvesteerd vermogen zijn voldoende bouwrijpe kavels beschikbaar te stellen om aan de huidige vraag naar grond te kunnen voldoen. Uit verschillende onderzoeken en initiatieven komt Lelystad naar voren als een goed bereikbaar onderdeel van de MRA waarin het prettig wonen is. Vanuit het strategische onderzoek dat ook door de raad is verricht zijn keuzes voorgesteld die goed aansluiten op het bewaken en verminderen van de risicopositie van het Grondbedrijf.
Jaarverslag 2012
78
3.8
Onderzoekagenda
In 2012 is op het gebied van de doelmatigheid een verdiepingsonderzoek naar de uitbesteding van het gemeentelijk vastgoed afgerond. De uitkomsten van dit onderzoek hebben niet tot wijzigingen van het beheer van gemeentelijk vastgoed geleid. Voor wat betreft de doeltreffendheid zijn in 2012 de eindresultaten van de onderzoeken naar Cultuurparticipatie en Veiligheid gepresenteerd. De opbrengst van beide onderzoeken heeft als input gediend voor respectievelijk de actualisatienota Cultuurbeleid 2013-2016 en Kadernota Veiligheid 2012 – 2015.
Jaarverslag 2012
79
Jaarrekening 2012 1.
SAMENVATTING RESULTAAT.....................................................................................................3 1.1 FINANCIËLE SAMENVATTING .................................................................................................3 1.2 BALANS EN RESULTAATREKENING ........................................................................................7 1.3 SAMENVATTING VAN DE UITKOMSTEN PER PROGRAMMA ........................................................9 1.4 RESULTAAT GRONDBEDRIJF ..............................................................................................11 2. FINANCIËLE ANALYSE VERSCHILLEN PER PROGRAMMA ............................................................14 2.1 IEDEREEN DOET MEE .........................................................................................................15 2.1.1 BETROKKENHEID EN PARTICIPATIE .............................................................................15 2.1.2 BIEDEN VAN ZORG.....................................................................................................16 2.2 OP WEG MET TALENT.........................................................................................................18 2.2.1 GOEDE SCHOOLLOOPBAAN VOOR IEDEREEN ...............................................................18 2.2.2 SPORT EN RECREATIE ...............................................................................................21 2.2.3 VERHOGEN ARBEIDSPARTICIPATIE .............................................................................22 2.3 LEEFBARE STAD ................................................................................................................25 2.3.1 W IJKONTWIKKELING EN -BEHEER ...............................................................................25 2.3.2 OPTIMALISEREN STEDELIJK VERKEER .........................................................................28 2.3.3 VERSTERKEN DUURZAAMHEID....................................................................................29 2.4 STERKE STAD ...................................................................................................................31 2.4.1 W ERKEN AAN DE BASIS .............................................................................................31 2.4.2 KWALITEIT AANBOD VERSTERKEN...............................................................................32 2.4.3 VERBETEREN REGIONALE BEREIKBAARHEID ................................................................34 2.4.4 IMAGO VERSTERKEN..................................................................................................35 2.5 VEILIGHEID .......................................................................................................................36 2.5.1 VEILIGE STAD............................................................................................................36 2.6 VOOR DE LELYSTEDELING .................................................................................................38 2.6.1 GEMEENTELIJKE DIENSVERLENING .............................................................................38 2.6.2 GEMEENTELIJKE ORGANISATIE...................................................................................40 2.6.3 ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN ................................................................................42 3. BALANS EN TOELICHTING .......................................................................................................45 3.1 PARAGRAAF WAARDERINGSGRONDSLAGEN ........................................................................45 3.2 BALANS ............................................................................................................................48 3.3 VASTE ACTIVA...................................................................................................................51 3.4 VLOTTENDE ACTIVA ...........................................................................................................58 3.5 EIGEN VERMOGEN .............................................................................................................64 3.6 VOORZIENINGEN ...............................................................................................................72 3.7 LANGLOPENDE SCHULDEN .................................................................................................77 3.8 VLOTTENDE PASSIVA .........................................................................................................78 3.9 NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE VERPLICHTINGEN ...............................................................80 4. BIJLAGEN .............................................................................................................................82 4.1 SPECIFIEKE UITKERINGEN .................................................................................................82 4.2 REALISATIE T.O.V. CRISISMONITOR ....................................................................................88 4.3 ICL BIJDRAGE - HERVERDELING ........................................................................................89
Jaarrekening 2012
Leeswijzer 1. Algemene toelichting Stelsel van baten en lasten Op de jaarrekening is het baten-lastenstelsel van toepassing. De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Resultaatbepaling Het saldo van de rekening van baten en lasten wordt bepaald als het saldo uit de normale bedrijfsvoering en de bijzondere baten en lasten. Stortingen (toevoegingen aan) en onttrekkingen (verminderingen van) reserves worden na bepaling van het resultaat van de programma’s verantwoord. Resultaatbestemming Het nog niet bestemde deel van het saldo van de rekening van baten en lasten wordt afzonderlijk opgenomen in de balans. De gemeenteraad geeft, al dan niet op voorstel van het College van B&W, een bestemming aan het exploitatieresultaat. Over deze bestemming neemt de gemeenteraad een besluit. Mutaties voorzieningen Lasten die worden gedekt uit voorzieningen maken geen onderdeel uit van de programma’s. Dit zijn bijvoorbeeld projecten in het kader van Grote Steden Beleid (GSB) of groot onderhoud. In de jaarrekening worden deze in een apart hoofdstuk nader toegelicht. Onttrekkingen uit voorzieningen hebben geen effect op het exploitatieresultaat. 2. Opbouw van de tabellen Begroting na wijzigingen De begroting in de totaaltabel bestaat uit de primitieve begroting plus alle wijzigingen daarop tot het eind van het boekjaar. Vervolgens worden in de daaropvolgende tabel de verschillen tussen begroting (inclusief wijzigingen) en realisatie toegelicht. Verschil begroting - rekening Per programma is er een totaaltabel waarin voor dat betreffende programma de begroting, de realisatie, het verschil tussen die twee voor zowel de lasten als de baten is aangegeven met daarbij een aanduiding door middel van een ‘V’ of een ‘N’ om aan te geven dat dit verschil een voordeel dan wel een nadeel is. Afrondingsverschillen Binnen de tabellen kunnen er kleine verschillen zijn door afronding. Lasten en baten De wetgeving (Besluit Begroting en Verantwoording Gemeenten) verplicht de gemeente verantwoording zo op te stellen dat afwijkingen zowel bij de baten als de lasten zichtbaar zijn.
de
Subsidies Op deze plaats worden verschillen tussen begrote en werkelijk bestede en/of ontvangen subsidies gemeld. Resultaat voor en na bestemming De presentatie van het resultaat per programma is conform de indeling van Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Dit bestaat uit een resultaat voor bestemming en een resultaat na bestemming, zodat zichtbaar gemaakt wordt welke kosten ten laste gebracht zijn van de reserves en welke bedragen reeds zijn toegevoegd aan de reserves. Dat wil zeggen dat lasten die gedekt worden door een uitname uit een reserve en baten die in een reserve gestort zijn, zichtbaar gemaakt worden via het resultaat.
Jaarrekening 2012
2
1.
Samenvatting resultaat
1.1
Financiële samenvatting
De voortdurende negatieve economische ontwikkelingen gedurende 2012 hebben hun effect gehad op de exploitatie van 2012. Op de dreigende inkomstendaling door onder andere een lagere uitkering uit het gemeentefonds en lagere legesopbrengsten is al vroeg in 2012 door de raad gereageerd door bijstellingen in de begroting door te voeren. Zo zijn bijvoorbeeld budgetten aangemerkt als zogenaamde “koelkastbudgetten” die bij een negatieve ontwikkeling ingezet konden worden om mogelijke tekorten te dekken.
Crisismonitor mei Op basis van de prognoses in de crisismonitor van mei 2012 werd duidelijk dat het verwachte tekort wel eens richting € 7 mln. zou kunnen oplopen, waarbij een bandbreedte werd genoemd van € 3 mln. negatief in het meest gunstige geval en € 12 mln. negatief in het meest ongunstige geval. In reactie hierop heeft de raad wederom aanvullende bijsturingsmaatregelen genomen, ter grootte van in totaal € 4 mln. (incl. de zogenaamde koelkastbudgetten). Daarnaast is er een beroep op de organisatie gedaan om toch vooral terughoudendheid te betrachten met betrekking tot bij het doen van uitgaven.
Crisismonitor September In de crisismonitor van september 2012 bleek het rijksbeleid opnieuw onvoorspelbaar te zijn toen meer informatie bekend werd over het verdeelmodel van de WWB uitkeringen. De prognose op het gebied van uitkeringengerechtigden liet daardoor een forse meevaller zien in de Rijksbijdrage ten opzichte van de prognoses uit de crisismonitor van mei, namelijk een plus van € 2,55 mln. ondanks de eerdere signalen dat er gekort zou worden. Deze en andere bijstellingen in de prognoses leidde tot een geprognosticeerd tekort van € 0,9 mln., bewegend tussen de bandbreedte van plus €4,15 mln. in het meest gunstige geval en een tekort van € 5,88 mln. in het meest ongunstige geval.
Einde jaar: resultaat: Het appèl aan de organisatie om toch vooral de ‘hand op de knip’ te houden heeft zijn vruchten af geworpen. Het heeft voornamelijk effect gehad op de budgetten op het gebied van het onderhoud openbare ruimte en door terughoudendheid bij de verschillende bedrijfsvoeringonderdelen in bestedingen ICT, drukwerk en abonnementen, de gedeeltelijke vacaturestop en de aanschaf van voertuigen. Hierdoor kon het wegvallen van de dekking voor overhead door terugloop van projecten en hogere kosten sociale lasten grotendeels gedekt worden. Verder is hiermee ook een eerste stap gezet om de reeds ingeboekte taakstelling bedrijfsvoering te realiseren. Voor het nadelig saldo op de bijstandsuitkeringen (boven het eigen risico van 10%) kan de gemeente een aanvraag voor een Incidenteel Aanvullende Uitkering (I.A.U.) indienen. Deze aanvragen worden getoetst op de door het Ministerie van SZW vastgestelde criteria zoals doelmatigheid van de bedrijfsvoering en beleidsinspanningen van de gemeente. De beoordeling van de aanvraag over 2010 (die afkwam in 2011) was voor de gemeente Lelystad positief. Gelet op deze eerdere beoordeling en de door onze gemeente nog doorgevoerde intensivering van het beleid (zoals dat in 2010 werd uitgevoerd) was de verwachting dat de aanvraag over 2011 (waarbij dezelfde criteria als in 2010 werden gehanteerd) ook positief zou worden beoordeeld. Voorshands is dit echter niet het geval. Wij hebben bezwaar ingediend tegen deze afwijzing omdat we menen goede gronden te hebben die alsnog leiden tot een positieve beschikking. Consequentie van dit alles is wel dat claim over 2011 hierdoor niet langer als vordering (bate) kan worden gezien; deze is nu als positief risico benoemd in de risicoparagraaf voor 2013. Dit resulteert in een incidenteel nadeel van € 2,61 mln. over 2012.
Jaarrekening 2012
3
Noodzakelijke herzieningen van grondexploitaties als gevolg van negatieve ontwikkelingen in de vastgoedmarkt hebben er toe geleid dat er extra voorzieningen zijn getroffen om verwachte verliezen af te dekken. Deze zijn met name gedekt door de eerder ingestelde Reserve Bovenwijkse voorzieningen, de Reserve Kust en de door de Raad bij de jaarrekening 2011 ingestelde Voorziening Onderhanden werken.
Het gerealiseerd resultaat eindigt op een plus van € 2,4 mln. tegenover een begrote resultaat van € 1,7 mln. (waarvan € 1,6 mln. toevoeging aan de algemene reserve en € 0,087 saldo op baten en lasten). Ten opzichte van de begroting geeft dit het volgende beeld:
x 1.000.000 Gerealiseerd rekeningresultaat Begrote (en gerealiseerde) toevoeging algemene reserve uit begrotingsaldo Begroot saldo Baten en lasten
€ € €
2,439 1,630 0,09
ten opzichte van de begroting
€
0,722
Het gerealiseerde saldo van baten en lasten is € 0,809 mln. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door vrijval van budgetten die gepland waren voor uitvoering in 2012 maar die door omstandigheden geen doorgang konden vinden. In de bijlage (4.2) is de vergelijking gemaakt tussen het resultaat en de crisismonitor van september 2012. Hoe staan we ervoor: Om te kunnen beoordelen hoe de gemeente Lelystad er financieel-technisch voor staat zijn de samenstelling van de balans en de mutatie van de eindbalans ten opzichte van de beginbalans bruikbare graadmeters. De balans is een momentopname van de waarde van het kapitaal, het vermogen en de financieringsbronnen van de gemeente. Links op de balans (de activazijde) staat alle bezit: grond, panden, deelnemingen, voorraden, vorderingen en geld, of anders gezegd: de kapitaalcomponenten. De activazijde geeft ook wel antwoord op de vragen: ‘Wat zijn de bezittingen?’ en ‘Waar zit het geld in?’ Op de rechterzijde van de balans (passivazijde) staat weergegeven hoe dat bezit is gefinancierd. Dit kan via het eigen vermogen (algemene reserve en bestemmingsreserves) en vreemd vermogen ( leningen, crediteuren en voorzieningen). Dit zijn vermogenscomponenten.
De balansvergelijking 2011-2012 levert op hoofdlijnen het volgende beeld op: • • •
•
de bezittingen zijn afgenomen met ruim € 11 mln. De bezittingen zijn voornamelijk afgenomen e door de vordering Nuon want de 3 tranche Nuon aandelenverkoop is intussen geïncasseerd. Voor de liquiditeit is deze ontvangst positief omdat hierdoor ook de schuldpositie deels kon afnemen. De verhouding van eigen vermogen en vreemd vermogen is veranderd ten opzichte van 2011. Het eigen vermogen is meer gedaald dan het vreemd vermogen. Dit komt voornamelijk door het inzetten van de reserves Grondbedrijf ten gunste van getroffen voorzieningen. De Algemene reserve: in begrotingsjaar 2012 was voorzien in een aanvulling op de Algemene Reserve van in totaal € 8,4 mln. omdat de stand van de Algemene Reserve ver onder het afgesproken minimumniveau stond. De hiervoor benodigde middelen zijn deels in de
Jaarrekening 2012
4
begroting 2012 opgenomen als begroot resultaat (besluit Programmabegroting 2011, € 1,6 mln.) en bestaan voor het resterende deel uit onttrekkingen aan overige reserves. De algemene reserve is in 2012 aangevuld tot € 7,8 mln. en komt daarmee iets onder de norm van€ 8,1 mln.. Zie voor verder toelichting hoofdstuk 3.5 Eigen vermogen. In de paragraaf weerstandsvermogen in het jaarverslag 2012 wordt verder ingegaan op de mate waarin de gemeente in staat is om de gevolgen van risico’s op te vangen zonder dat het beleid of de uitvoering daarvan in gevaar komt.
Jaarrekening 2012
5
Jaarrekening 2012
6
1.2
Balans en resultaatrekening
Balans en toelichting komen in hoofdstuk 3 uitgebreid aan de orde. Hier volgt een beknopte toelichting van de majeure wijzigingen in de balans 2012 ten opzichte van 2011. •
• •
•
De omvang van de materiële vaste activa is toegenomen door de vervangende nieuwbouw van de Zevenster en het restant renovatie van het stadhuis. De post voorraden en onderhanden werk is hierdoor gedaald. De vorderingen zijn afgenomen door een lagere vordering op het BTW compensatiefonds en afgenomen verkopen. Het eigen vermogen is afgenomen door: - De toename van de algemene reserve heeft tot doel om te komen tot het gewenste minimumniveau. - De daling van de post bestemde reserves is het gevolg van de onttrekkingen ter dekking van het exploitatieverlies van het grondbedrijf Er heeft een verschuiving plaatsgevonden van kortlopende schulden naar langlopende schulden om het risico op een rentestijging in de nabije toekomst te voorkomen.
Balans Balans activa
Bedrag x € 1.000 31 decem ber 2012
31 decem ber 2011
Totaal activa Vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste Activa Totaal Vaste activa
210.202
205.278
21.005
20.571
231.206
225.849
124.124
129.038
30.327
34.410
4.399
1.873
Vlottende activa Voorraden en onderhanden w erk Uitzettingen met een looptijd < 1 jaar Liquide middelen Overlopende activa
22.660
32.600
Totaal Vlottende activa
181.510
197.922
412.717
423.771
86.434
94.033
Totaal Totaal activa Totaal passiva Vaste Passiva Eigen vermogen Voorzieningen
79.214
79.281
203.329
186.687
368.977
360.002
Schulden met een looptijd < 1 jaar
31.674
54.255
Overlopende passiva
12.065
9.515
43.739
63.770
412.717
423.771
Schulden met een looptijd > 1 jaar Totaal Vaste Passiva Vlottende passiva
Totaal Vlottende passiva Totaal Totaal passiva
Jaarrekening 2012
7
Tabel: Sam envatting resultaten per kostencategorie Kostencategorie Baten 21I w erk.ontv. rente en w instuitkeringen 30I Vergoedingen voor personeel 321I Huren 322I Pachten 332I Overige verkopen duurzame goederen 34I Overige goederen en diensten 401I Belasting op producenten 402I Belasting op inkomen van gezinnen 411I Inkomensoverdrachten van het rijk 421I Baten mbt vergoeding en verh. soc.uitk. 422I Ov. ink.overdr. v d overheid (excl.rijk) 423I Overige inkomensoverdrachten 60I Reserveringen 61I Kapitaallasten 62I Kostenplaatsen 63I Overige verrekeningen 22I Toegerekende rente 432I Inv.bydr.en Kapitaaloverdr niet overheid 431I Inv.bydr.en Kapitaaloverdr overheid 331I Opbrengst van grondverkopen Totaal Baten Lasten 00U Niet in te delen lasten 11U Loonbetalingen en sociale premies 12U Sociale uitkeringen personeel 21U Werkelijk betaalde rente 22U Toegerekende rente 30U Personeel van derden
Bedrag x € 1.000
Prim itieve begroting
Wijzigingen
Begroting na w ijzigingen
Rekening
Verschil
4.990 4 2.320 344 18.650 15.878 21.593 577 130.422 2.371 5.523 43 17.641 18.370 67.162 45.220 0 0 0 6.840 357.948
-3.109 -4 510 1.476 -1.810 -227 0 0 3.223 418 1.870 0 28.094 -1.138 3.442 -42.125 6.782 -150 0 15.886 13.137
1.881 0 2.830 1.820 16.840 15.651 21.593 577 133.645 2.789 7.393 43 45.734 17.232 70.604 3.095 6.782 -150 0 22.726 371.085
2.643 0 3.222 2.117 2.822 16.500 21.908 566 141.154 3.310 7.299 64 58.869 17.185 81.495 17.284 5.269 2.436 72 1.481 385.697
762 0 392 297 -14.018 849 315 -11 7.509 521 -94 21 13.135 -47 10.891 14.189 -1.513 2.586 72 -21.245 14.612
449 -41.436 -569 -7.542 -2.865
-4.830 -1.607 -222 418 -1.839
-4.381 -43.043 -791 -7.125 -4.703
0 -44.129 -1.032 -5.810 -5.269
4.381 -1.086 -241 1.315 -566
-677
-1.491
-2.169
-4.050
-1.881
-1.263
-177
-1.440
-1.311
130
333U Ov. aankopen en uitbest. duurz. goederen -36.863 341U Betaalde belastingen -1.158 342U Betaalde pachten en erfpachten -150 343U Aank. niet duurz. goederen en diensten -36.238 411U Inkomensoverdrachten aan het rijk -459 421U Subsidies aan marktproducenten -1.933 422U Sociale uitkeringen in geld -24.819 423U Soc. uitk. in natura aan personen -10.309 424U Ov. ink.overdr. a.d. overh.( excl. rijk) -1.407 425U Overige inkomensoverdrachten -45.317 60U Reserveringen -26.307 61U Kapitaallasten -18.370 622U Overige doorbelastingen -67.162 63U overige verrekeningen -25.484 432U Invest.bijdr. en ov. kap.lasten g overh. 0 23U Afschrijvingen -7.398 Totaal Lasten -357.276 672 Totaal sam envatting resultaten per kostencategorie
15.997 -65 85 -9.659 0 -3.665 -160 371 -11.530 6.728 -18.494 1.138 -3.442 18.002 0 721 -13.722 -585
-20.866 -1.224 -65 -45.897 -459 -5.598 -24.979 -9.938 -12.937 -38.589 -44.801 -17.232 -70.604 -7.482 0 -6.677 -370.998 87
-4.812 -1.276 -65 -52.665 -493 -4.544 -29.883 -12.623 -25.754 -20.311 -47.092 -17.185 -81.349 -17.270 -1.327 -6.639 -384.888 809
16.054 -52 0 -6.769 -34 1.054 -4.904 -2.685 -12.817 18.278 -2.292 47 -10.745 -9.788 -1.327 37 -13.890 722
31U Energie
Deze tabel geeft inzicht in de verschillende soorten kosten en opbrengsten van de gemeente.
Jaarrekening 2012
8
1.3
Samenvatting van de uitkomsten per programma
Deze tabel laat per programma zien wat er geraamd is bij de begroting en wat de daadwerkelijke uitkomsten waren bij de afsluiting van 2012. Het verschil tussen begroting en rekening kan ofwel een voordeel (+) ofwel een nadeel (-) zijn. Tabel: Sam envatting resultaten per program m a Kostencategorie P1 Iedereen doet m ee Baten Lasten Totaal P1 Iedereen doet m ee P2 Op w eg m et talent Baten Lasten Totaal P2 Op w eg m et talent P3 Leefbare stad Baten Lasten Totaal P3 Leefbare stad P4 Sterke stad Baten Lasten Totaal P4 Sterke stad P5 Veiligheid - Veilige stad Baten Lasten Totaal P5 Veiligheid - Veilige stad P6 Voor de Lelystedeling Baten Lasten Totaal P6 Voor de Lelystedeling Subtotaal program m a's Algem ene dekkingsm iddelen Kw ijting belastingen Deelnemingen Algemene uitkering Uitvoering w et WOZ Baten, OZB gebruikers Baten, OZB eigenaren Baten, hondenbelasting Lasten heffing en invordering gem.bel. Treasury activiteitenn <1 jaar Treasury activiteiten >1 jaar Precariobelasting Toeristenbelasting Totaal dekkingsm iddelen Resultaat voor bestem m ing Reserves P1 Iedereen doet mee P2 Op w eg met talent P3 Leefbare stad P4 Sterke stad P5 Veiligheid - Veilige stad P6 Voor de Lelystedeling Subtotaal m utaties reserves Resultaat na bestem m ing
Bedrag x € 1.000
Prim itieve begroting
Wijzigingen
Begroting na w ijzigingen
Rekening
Verschil
2.342 -22.215 -19.873
-396 -1.083 -1.479
1.946 -23.298 -21.352
2.146 -23.923 -21.777
199 -624 -425
42.704 -70.695 -27.991
-184 -4.940 -5.123
42.520 -75.634 -33.114
49.705 -85.519 -35.814
7.185 -9.885 -2.700
15.772 -44.260 -28.488
2.714 -801 1.913
18.486 -45.061 -26.575
18.568 -45.440 -26.872
81 -379 -298
73.405 -86.229 -12.824
-28.387 31.557 3.170
45.018 -54.672 -9.654
39.005 -61.919 -22.915
-6.013 -7.248 -13.261
542 -7.950 -7.408
28 -500 -472
570 -8.450 -7.881
579 -8.279 -7.700
9 171 180
8.604 -30.858 -22.253 -118.838
-115 -1.616 -1.730 -3.722
8.489 -32.473 -23.984 -122.560
6.956 -28.214 -21.259 -136.338
-1.534 4.259 2.725 -13.778
-116 1.730 88.721 -484 4.112 15.674 577 -583 2.214 7.278 0 0 119.124 286
0 392 4.529 55 0 0 0 0 -3.216 3.224 1.300 0 6.284 2.562
-116 2.121 93.250 -429 4.112 15.674 577 -583 -1.002 10.503 1.300 0 125.407 2.848
-278 2.496 95.894 -397 3.958 16.280 566 -332 -139 9.248 1.560 0 128.856 -7.482
-162 375 2.643 32 -154 605 -11 251 864 -1.255 260 0 3.449 -10.329
670 -360 380 1.844 0 -2.148 386 672
75 4.688 -912 -3.556 131 -3.573 -3.147 -585
745 4.328 -532 -1.712 131 -5.721 -2.761 87
60 2.530 67 11.320 91 -5.777 8.291 809
-685 -1.798 599 13.031 -40 -56 11.051 722
Jaarrekening 2012
9
De presentatie van het resultaat per programma is conform de indeling van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Dit bestaat uit een resultaat voor bestemming en een resultaat na bestemming, zodat zichtbaar gemaakt wordt welke kosten ten laste zijn gebracht van de reserves en welke bedragen reeds zijn toegevoegd aan de reserves. Dat wil zeggen dat lasten die gedekt worden door een uitname uit een reserve en baten die in een reserve zijn gestort, zichtbaar gemaakt worden via het resultaat.
Jaarrekening 2012
10
1.4
Resultaat Grondbedrijf
Het bedrijfsresultaat van het grondbedrijf vóór het treffen van voorzieningen bedraagt voor het dienstjaar 2012 € 785.000 voordelig. Wettelijke regelgeving (BBV) verplicht een juiste stand van de boekwaarden te verantwoorden m.b.t. de Gronden in exploitatie (de B-staten) en de Gronden niet in exploitatie genomen (A-staten). Daarom is uitvoering gegeven aan de in 2013 door het College goedgekeurde besluiten inzake een drietal herzieningen: Warande, Bovenwijkse voorzieningen en de Kust. De administratieve verwerking op basis van deze herzieningen is dat er extra verliesvoorzieningen zijn getroffen. Deze zijn met name gedekt door de eerder ingestelde Reserve Bovenwijkse voorzieningen, de Reserve Kust en de door de Raad bij de jaarrekening 2011 ingestelde Voorziening Onderhanden werken. De grootste verliesvoorziening die is getroffen heeft betrekking op de Hoofdplanstructuur Warande. Na het treffen van deze voorziening is de Hoofdplanstructuur Warande opgeheven onder gelijktijdige vrijval van de verliesvoorziening. Onderstaande tabel geeft een overzicht van alle in 2012 getroffen voorzieningen voor een bedrag van € 10.351.000. Het bedrijfsresultaat na het treffen van alle voorzieningen bedraagt € 9.566.000 nadelig.
Conform de systematiek uit het Meerjarenperspectief Grondbedrijf 2012 w ordt de volgende w instbestemming voorgesteld: Resultaatbestemming
Bedrijfsresultaat voordelig voor het treffen van voorzieningen
785 voordelig
De volgende voorzieningen zijn op basis van de actualisatie getroffen, vrijgevallen of aangew end:
Voorzieningen A-staten
2.107
Voorzieningen B-staten
7.594
Voorziening Bovenw ijkse Voorzieningen
650
Totaal toevoeging aan voorzieningen
10.351
Bedrijfsresultaat 2012 na het treffen van voorzieningen en voor bestemming
-9.566 nadelig
Jaarrekening 2012
11
Tabel: Getroffen voorzieningen
Bedrag x € 1.000
Getroffen voorzieningen
Type
Vorming voorziening Waterw ijzer
A-staat
31 decem ber 2012 6
Vorming voorziening Kust-centraal
A-staat
40
Vorming voorziening Graansteiger
A-staat
511
Vorming voorziening Noorderzijl
A-staat
387
Vorming voorziening Werkeiland binnengebied
A-staat
249
Vorming voorziening Warande restgebieden
A-staat
712
Vorming voorziening Larserknoop
A-staat
202
subtotaal A-staten
2.107
Vorming voorziening Stadshart
B-staat
1.499
Vorming voorziening Buitenhof
B-staat
57
Vorming voorziening Hanzepark
B-staat
1.103
Vorming voorziening Hoofdstructuur Kust
B-staat
291
Vorming voorziening Bataviahaven
B-staat
1.426
Vorming voorziening Houtribhoogte
B-staat
480
Vrijval voorziening Werkeiland
B-staat
-54
Vorming voorziening Warande Hoofdplanstructuur
B-staat
9.265
Vrijval voorziening Warande deelgebied 1
B-staat
-676
Vrijval voorziening bedrijventerrein Flevopoort
B-staat
-286
Aanw ending voorziening Onderhanden w erken
B-staat
-5.511
subtotaal B-staten
7.594
Voorziening Bovenw ijkse Voorzieningen
650
Totaal toevoeging aan voorzieningen
10.351
In 2013 zal de raad de drie genoemde herzieningen ter besluitvorming behandelen. Om een goed overzicht te presenteren van het Weerstandsvermogen van het Grondbedrijf is op deze besluitvorming geanticipeerd. De Reserve Kust is al in 2012 opgeheven voor € 5.053.000 en het saldo van de Reserve Bovenwijkse Voorzieningen ad € 4.177.000 valt vrij ten gunste van de Risicoreserve grondexploitatie .
Jaarrekening 2012
12
Tabel: Weerstandsverm ogen grondbedrijf
Bedrag x € 1.000
Sam envatting grondbedrijf
Benodigd
Benodigde Risicoreserve Grondexploitatie conform system atiek MPG 2012
Saldo
Tekort
13.086
Saldo per 31 december 2012 vóór resultaatbestemming
5.173
Onttrekking nadelig bedrijfsresultaat 2012
-9.566
Storting uit de Reserve Bovenw ijkse Voorzieningen
4.177
Storting uit de Reserve Kust (w egens opheffing)
5.053
Risicoreserve grondexploitatie
13.086
Benodigde Algem ene Reserve Grondbedrijf conform IFLO-system atiek
-8.249
2.109
Saldo per 31 december 2012 vóór resultaatbestemming
0
Algem ene Reserve Grondbedrijf Weerstandsverm ogen Grondbedrijf per 1 januari 2013
4.837
2.109
0
-2.109
15.195
4.837
-10.358
Zoals uit de bovenstaande tabel blijkt is de Algemene reserve Grondbedrijf nihil (0) en de Risicoreserve Grondexploitatie teruggelopen tot € 4.837.000. Daarmee is in het weerstandsvermogen van het Grondbedrijf een tekort ontstaan van € 10.358.000, hetgeen permanente aandacht vraagt. Toch ligt het risico per m2 ad € 14,52 bij een geïnvesteerd vermogen van € 117.603.000 op een verantwoord niveau. De geprognosticeerde verkoopopbrengsten zijn in totaal hoger dan de onvermijdbare rentelasten over het vermogen. Vanuit het geïnvesteerd vermogen zijn voldoende bouwrijpe kavels beschikbaar te stellen om aan de huidige vraag naar grond te kunnen voldoen. Daar waar het Grondbedrijf in het (recente) verleden vooral gericht was op het produceren van voldoende bouwgrond, is de core-business tegenwoordig meer gelegen in het risicomanagement van het Grondbedrijf en het beheersen van de (kosten) ontwikkeling van de Grondexploitaties. Gedurende het boekjaar is de grondexploitatie Stadshart reeds herzien waarin de herijking van het Masterplan Stadshart is verwerkt. De ontwikkeling van het Stadshart is hiermee nog steeds financieel realistisch al heeft de Raad wel een aanvulling op de getroffen voorziening moeten vaststellen. Op basis van ook de laatst getroffen maatregelen die uitwerken in twee van de voornaamste exploitaties voor het grondbedrijf, is de veronderstelling gewettigd dat hiermee effectief is bijgedragen aan de totale risicobeheersing. Een uitgebreidere en meer gedetailleerde toelichting is opgenomen in de separaat gepubliceerde Jaarrekening Grondbedrijf 2012.
Jaarrekening 2012
13
2.
Financiële analyse verschillen per programma
In dit hoofdstuk wordt per programma de volgende informatie getoond: • • • •
Een overzicht van het programma uitgesplitst naar baten en lasten, waarbij de begroting, de wijzigingen daarop en de rekening naast elkaar worden gezet; Per subprogramma volgt een zelfde overzicht als bij het programma; Vervolgens wordt per subprogramma inzichtelijk gemaakt of de budgetten afkomstig zijn uit de exploitatie of reserves; De laatste tabel van het subprogramma geeft een analyse van de verschillen tussen de begroting (na wijzigingen) en de realisatie;
De analyses worden op hoofdlijnen gepresenteerd. In de kolom verschil vindt u achter het bedrag een V als het gaat om een Voordeel of een N voor Nadeel. Hierbij is gekozen om de verschillende afwijkingen die op één onderwerp betrekking hebben niet bij elkaar op te tellen, maar apart weer te geven. Hiermee wordt zo transparant mogelijk gemaakt waar het verschil betrekking op heeft.
Jaarrekening 2012
14
2.1
Iedereen doet mee
Tabel: Resultaat per program m a
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
P1 Iedereen doet m ee Exploitatie Lasten P11 Betrokkenheid en participatie P12 Bieden van zorg Totaal Lasten Baten P11 Betrokkenheid en participatie P12 Bieden van zorg Totaal Baten Mutaties Exploitatie Reserves Baten P11 Betrokkenheid en participatie P12 Bieden van zorg Totaal Baten Mutaties Reserves Eindtotaal
Begroting na w ijzigingen
Wijzigingen
Rekening
Verschil
-5.046 -17.169 -22.215
-292 -791 -1.083
-5.338 -17.961 -23.298
-5.376 -18.547 -23.923
-38 -586 -624
307 2.035 2.342 -19.873
-143 -252 -396 -1.479
163 1.783 1.946 -21.352
189 1.956 2.146 -21.777
26 173 199 -425
0 670 670 670 -19.203
75 0 75 75 -1.404
75 670 745 745 -20.607
60 0 60 60 -21.718
-15 -670 -685 -685 -1.111
2.1.1 Betrokkenheid en participatie Tabel: Resultaat per subprogram m a
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
P11 Betrokkenheid en participatie Exploitatie Lasten Baten Mutaties Exploitatie Reserves Baten Mutaties Reserves Eindtotaal
Begroting na w ijzigingen
Wijzigingen
Rekening
-5.046 307 -4.739
-292 -143 -435
-5.338 163 -5.174
-5.376 189 -5.187
-38 26 -12
0 0 -4.739
75 75 -361
75 75 -5.099
60 60 -5.127
-15 -15 -27
Tabel : Financiële verschillen P11 Betrokkenheid en participatie
bedragen x € 1.000
lasten onderw erp
I/S
Verschil
baten
begroting rekening
verschil begroting rekening
verschil
saldo
Exploitatie GAAF subsidie
I
Niet toegelichte (kleine) verschillen
I
Resultaat voor bestem m ing
26
81
109
54 V 28 N
54 V 67 N
137 163
189
26 V
12 N 15 N 15 N 27 N
-5.338
-5.376
38 N
-5.338
-5.376
38 N
0
0
-
75
60
15 N
0 -5.338
0 -5.376
38 N
75 238
60 249
15 N 11 V
Reserves
Niet toegelichte (kleine) verschillen Mutatie reserves Resultaat na bestem m ing
I
Jaarrekening 2012
15
GAAF Subsidie Hogere baten door een (meevallende) afrekening van de GAAF subsidie (t.b.v. jeugd- en jongerenwerk) over voorgaande jaren. De uitgaven hiervoor zijn in het verleden (deels) t.l.v. de gemeenterekening gekomen zodat dit bedrag in 2012 kan vrijvallen.
2.1.2 Bieden van zorg Tabel: Resultaat per subprogram m a
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
P12 Bieden van zorg Exploitatie Lasten Baten Mutaties Exploitatie Reserves Baten Mutaties Reserves Eindtotaal
Begroting na w ijzigingen
Wijzigingen
Rekening
-17.169 2.035 -15.134
-791 -252 -1.043
-17.961 1.783 -16.178
-18.547 1.956 -16.591
-586 173 -413
670 670 -14.464
0 0 -1.043
670 670 -15.508
0 0 -16.591
-670 -670 -1.083
Tabel : Financiële verschillen P12 Bieden van zorg
bedragen x € 1.000 lasten
onderw erp
I/S
Verschil
baten
begroting rekening
verschil begroting rekening
verschil
saldo
Exploitatie WMO
I
-10.109
-10.727
Niet toegelichte (kleine) verschillen
I
-7.852 -17.961
Resultaat voor bestem ming
0
141
-7.820
618 N 32 V
1.815
141 V 32 V
477 N 64 V
1.783
-18.547
586 N
1.783
1.956
173 V
413 N
670
0
0
-
0
0
670 N -
670 N -
0 0 -17.961
0 -18.547
586 N
670 2.453
0 1.956
670 N 497 N
670 N 1.083 N
Reserves Reserve WMO
I
Niet toegelichte (kleine) verschillen
I
Mutatie reserves Resultaat na bestem m ing
WMO Hogere lasten die in hoofdzaak zijn veroorzaakt door: • • •
Woningaanpassing, losse woonvoorziening en verhuiskosten (€ 328.000) door afwikkeling aanvragen 2011 (oud regime; zonder primaat verhuizen); Rolstoelen en individuele vervoersvoorzieningen (omruilactie van huurvoorzieningen van Emcart naar Welzorg € 120.000); Een lichte stijging van het aantal aanvragen HHZ in de laatste 2 perioden van 2012 (€ 70.000)
Jaarrekening 2012
16
•
Hogere uitgaven voor het collectief vervoer (€ 120.000); deze laatste wordt gedekt door inkomsten uit eigen bijdrage (zie baten)
Het totale nadelige saldo (€ 477.000) wordt grotendeels gedekt door een hogere bijdrage voor de WMO in de algemene uitkering (€ 450.000). Zie hiervoor ook de toelichting bij programma 6.
Reserve WMO De reserve kon gebruikt worden tot en met 2012; door de hogere onttrekkingen eind 2011 was deze reserve leeg. De reserve is inmiddels opgeheven.
Jaarrekening 2012
17
2.2
Op weg met talent
Tabel: Resultaat per program m a P2 Op w eg m et talent Exploitatie Lasten P21 Goede schoolloopbaan voor ieder P22 Sport en recreatie P23 Verhogen arbeidsparticipatie en Totaal Lasten Baten P21 Goede schoolloopbaan voor ieder P22 Sport en recreatie P23 Verhogen arbeidsparticipatie en Totaal Baten Mutaties Exploitatie Reserves Lasten P21 Goede schoolloopbaan voor ieder P23 Verhogen arbeidsparticipatie en Totaal Lasten Baten P21 Goede schoolloopbaan voor ieder P23 Verhogen arbeidsparticipatie en Totaal Baten Mutaties Reserves Eindtotaal
Bedrag x € 1.000 Primitieve begroting
Wijzigingen
Begroting na w ijzigingen
Rekening
Verschil
-19.827 -4.546 -46.321 -70.695
-3.623 -103 -1.214 -4.940
-23.450 -4.649 -47.535 -75.634
-25.580 -4.874 -55.065 -85.519
-2.130 -225 -7.530 -9.885
2.227 0 40.476 42.704 -27.991
2.367 0 -2.551 -184 -5.123
4.595 0 37.925 42.520 -33.114
7.805 218 41.682 49.705 -35.814
3.211 218 3.757 7.185 -2.700
0 -560 -560
0 560 560
0 0 0
-106 0 -106
-106 0 -106
200 0 200 -360 -28.351
2.253 1.875 4.128 4.688 -435
2.453 1.875 4.328 4.328 -28.786
761 1.875 2.636 2.530 -33.284
-1.692 0 -1.692 -1.798 -4.498
2.2.1 Goede schoolloopbaan voor iedereen Tabel: Resultaat per subprogram m a P21 Goede schoolloopbaan voor ieder Exploitatie Lasten Baten Mutaties Exploitatie Reserves Lasten Baten Mutaties Reserves Eindtotaal
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
Wijzigingen
Begroting na w ijzigingen
Rekening
Verschil
-19.827 2.227 -17.600
-3.623 2.367 -1.256
-23.450 4.595 -18.856
-25.580 7.805 -17.775
-2.130 3.211 1.080
0 200 200 -17.400
0 2.253 2.253 997
0 2.453 2.453 -16.403
-106 761 655 -17.120
-106 -1.692 -1.798 -717
Jaarrekening 2012
18
Tabel : Financiële verschillen P21 Goede schoolloopbaan voor ieder
bedragen x € 1.000
lasten onderw erp
I/S
baten
begroting rekening
verschil begroting rekening
verschil
saldo
Exploitatie Voor- en vroegschoolse educatie Voortijdig schoolverlaten Gas Elektra Brand Ichtus Leerlingenvervoer Kinderopvang MFA Zuiderzeew ijk Peuterspeelzaalw erk Roy Heijner academie Algemeen beleid OVO Brede school Belastingen Schoonmaakkosten/ Gas Elektra Verhuur
I I I I I S I I I I I S I I
-2.351 -1.157
-1.525 -1.112
-39 -1.358 -262 -2.863 -634 -2.000 0 -820 -555 -615
-459 -1.865 -503 -2.556 -486 0 -3.501 -905 -691 -880 0
Niet toegelichte (kleine) verschillen
I
-10.796
-11.097
826 V 45 V 420 N 507 N 240 N 307 V 148 V 2.000 V 3.501 N 85 N 136 N 265 N 302 N
-23.450
-25.580
Resultaat voor bestem m ing
2.271 918 0 0
1.432 668 125 529
142
839 N 249 N 125 V 529 V 100 V 3.191 V 306 V 48 V
13 N 204 N 125 V 108 V 507 N 141 N 307 V 148 V 2.000 V 310 N 85 N 136 N 265 N 306 V 254 N
0
100
0
3.191
1.312
1.618
94
2.130 N
4.595
7.805
3.211 V
1.080 V
2.000 200
0 92 416
253
253
2.000 N 108 N 416 V 0N
2.000 N 108 N 310 V 0V
2.453 7.048
761 8.566
1.692 N 1.518 V
1.798 N 717 N
Reserves Roy Heijner academie Lokaal Educatieve Agenda Algemeen Beleid OVO
I I I
Niet toegelichte (kleine) verschillen
I
Mutatie reserves Resultaat na bestem m ing
0
0
106 N 0V
0 -23.450
-106 -25.686
106 N 2.236 N
-106
Voor- en vroegschoolse educatie Lagere lasten omdat een deel ( € 839.000) van de totale Rijksbijdrage VVE 2012 (€ 2.271.000) pas in 2013 wordt doorbetaald aan de betrokken instellingen. Het betreft hier een via zgn. SISA regeling te verantwoorden doeluitkering van het Rijk; de baten zijn daarom voor het zelfde bedrag lager. Per saldo budgettair neutraal . Voortijdig schoolverlaten De beschikking van het ministerie viel € 249.000 lager uit dan was begroot. Hier staan eveneens lagere uitgaven tegenover. Daarnaast is sprake van hogere lasten in 2012 omdat in 2011 abusievelijk een deel van de doeluitkering was vrijgevallen ten gunste van de de algemene middelen (€ 173.000); dit is in 2012 hersteld. Gas Elektra Afrekening Gas/Elektra met terugwerkende kracht afgelopen 4 jaar praktijk onderwijs De Steiger. Brand Ichhtus Kosten en ontvangen verzekeringsgeld n.a.v. brand School Ichhtus. Deel ontvangen verzekeringsgeld (ca. € 100.000) is noodzakelijk voor tijdelijke huisvesting 2013, te bestemmen via het rekeningssaldo in de jaarrekening.
Jaarrekening 2012
19
Leerlingenvervoer Het met ingang van 2011 ingeboekte aanbestedingsvoordeel op het leerlingenvervoer is gerealiseerd. Hier tegenover staan hogere lasten door een toename van het aantal bestemmingen in combinatie met een forse NEA indexering voor de in afgelopen jaren gestegen brandstofprijzen. Binnenkort zal een nieuwe verordening worden vastgesteld (op basis waarvan naar verwachting minder kinderen gebruik zullen maken van de regeling) zodat de lasten structureel binnen het beschikbare budget blijven. Kinderopvang Hogere kosten kinderopvang door toename van het aantal klanten met sociaal medische indicatie. Hogere baten door terugvordering van ten onrechte uitbetaalde kinderopvang. In het regeerakkoord is aanvullende compensatie voor deze kosten kinderopvang (als onderdeel van de vergoeding voor bijzondere bijstand via de algemene uitkering) afgesproken. Voor 2013 is voorlopig nog sprake van een zelfde tekort. Na besluitvorming over het regeerakkoord zal worden gekozen voor handhaven van bestaand beleid dan wel bijsturen (verder versoberen). MFA Zuiderzeewijk De ontwikkeling van MFA Zuiderzeewijk is nog niet gestart, hierdoor is sprake van uitgestelde huur (€ 100.000) en uitgestelde sloopkosten (€ 128.000). Peuterspeelzaalwerk Vanwege een verschuiving van gemeentelijke middelen (Peuterspeelzaalwerk) naar Rijksmiddelen (Voor en Vroegschoolse Educatie) kan een bedrag ad € 148.000 in 2012 vrijvallen. De Raad heeft dit op 24 april 2012 besloten. (B12-21526) Roy Heijner academie Lagere lasten omdat in afwachting van verdere planvorming de begrote investeringsbijdrage voor de Roy Heijner Academie (€ 2 mln.) in 2012 niet is gedaan. Hier staat een lagere onttrekking voor hetzelfde bedrag aan de Reserve Ontwikkeling Stad (lagere baten) tegenover. De raad is hierover geïnformeerd. Algemeen beleid OVO Verwerking van de definitieve jaarrekening 2011 van de Steiger resulteert in hogere lasten. Hier staan voor hetzelfde bedrag hogere baten tegenover via een onttrekking aan de reserve voor De Steiger. Brede school Een groot deel van het brede school budget wordt besteed aan combinatiefuncties bij het Sportbedrijf. Dit is een regeling van het Rijk waarvoor de gemeente een vergoeding ontvangt van 40%. Het uitgavenbudget is nog niet geactualiseerd voor de extra ontvangst via de Algemene Uitkering (€ 45.000) en de formatie is iets groter dan de normvergoeding van het rijk (€ 40.000). Momenteel wordt het beleid geëvalueerd. Belastingen Hogere OZB/Belastingen van gebouwen in gemeentelijk bezit. Schoonmaakkosten/ Gas Elektra Schoonmaakkosten, kosten Gas/elektra hoger dan begroot. Betreft zowel volume als prijsstijging. Vanaf 2013 is de begroting hierop aangepast. Verhuur Hogere verhuuropbrengsten schoolgebouwen en gymzalen. Vanaf 2013 is de begroting hierop aangepast.
Jaarrekening 2012
20
Lokaal Educatieve Agenda Voor de Lokaal Educatieve agenda is in 2012 ruim € 175.000 uitgegeven (begroot € 200.000 waarvan € 25.000 koelkastproject). Hiertegenover stond als bate een onttrekking aan de reserve speerpunten beleid begroot van € 200.000. Het saldo van deze reserve (€ 92.000) was niet meer toereikend. Daarmee resteert € 108.000 ten laste van het rekeningresultaat.
2.2.2 Sport en recreatie Tabel: Resultaat per subprogram m a
Bedrag x € 1.000 Primitieve begroting
P22 Sport en recreatie Exploitatie Lasten Baten Mutaties Exploitatie Eindtotaal
Begroting na w ijzigingen
Wijzigingen
-4.546 0 -4.546 -4.546
-103 0 -103 -103
Rekening
-4.649 0 -4.649 -4.649
-4.874 218 -4.656 -4.656
Tabel : Financiële verschillen P22 Sport en recreatie
I/S
-225 218 -7 -7
bedragen x € 1.000 lasten
onderw erp
Verschil
baten
begroting rekening
verschil begroting rekening
verschil
saldo
Exploitatie Aankoop grond sporthal Rietlanden 2
I
0
-212
Niet toegelichte (kleine) verschillen
I
-4.649 -4.649
Resultaat voor bestemm ing
0
205
-4.662
212 N 13 N
13
205 V 13 V
7N 0V
0
-4.874
225 N
0
218
218 V
7N
0
0
-
0
0
-
-
0 -4.649
0 -4.874
225 N
0 0
0 218
218 V
7N
Reserves
Niet toegelichte (kleine) verschillen
I
Mutatie reserves Resultaat na bestemm ing
Aankoop grond sporthal Rietlanden 2 In de gemaakte afspraken met N.V. Sportbedrijf was geen rekening gehouden met de aankoop van een perceel grond voor de realisatie van de Sporthal Rietlanden 2. Daarom is door de gemeente alsnog een bijdrage verstrekt van € 212.000 (incl. € 7.000 overdrachtsbelasting); vanuit de verkoopopbrengsten van het grondbedrijf is hiervoor € 205.000 ontvangen. De gemeenteraad is hierover reeds separaat geïnformeerd.
Jaarrekening 2012
21
2.2.3 Verhogen arbeidsparticipatie Tabel: Resultaat per subprogram m a P23 Verhogen arbeidsparticipatie en Exploitatie Lasten Baten Mutaties Exploitatie Reserves Lasten Baten Mutaties Reserves Eindtotaal
Tabel: WWB inkom ensdeel WWB inkom ensdeel
Bedrag x € 1.000 Primitieve begroting
Wijzigingen
Begroting na w ijzigingen
Rekening
Verschil
-46.321 40.476 -5.845
-1.214 -2.551 -3.765
-47.535 37.925 -9.610
-55.065 41.682 -13.383
-7.530 3.757 -3.773
-560 0 -560 -6.405
560 1.875 2.435 -1.330
0 1.875 1.875 -7.735
0 1.875 1.875 -11.508
0 0 0 -3.773
Bedragen x € 1.000 Inkom sten
Uitvoeringskosten Verstrekte uitkeringen Inhuur derden Leveringen door derden Overig Rijksvergoedingen Rijksvergoedingen (variabel) Terugvordering van cliënten Eindtotaal
0 0 0 0 4 26.782 -2.000 1.182 25.968
Saldo inkom sten uitgaven
-5.682
Saldo t.o.v. begroting
-3.350
Uitgaven -1.634 -28.429 -64 -136 -1.387 0 0 0 -31.650
De hogere lasten € 6.291.000 ten opzichte van de begroting zijn als volgt te verklaren: •
• •
Hogere uitkeringslast van € 4,8 mln. door hoger gemiddeld aantal klanten (een stijging van 253 naar 1.973 en een tariefstijging van de gemiddelde uitkeringlast met € 711 naar € 14.211. De stijging wordt veroorzaakt door de aanhoudende economische recessie;resulterend in een progressieve ontwikkeling in de tweede helft van het jaar. In de crisismonitor is een stijging van € 4 mln. gemeld. Overige kosten (afrekening sociale recherche, uitkeringen Wwik, diverse kosten) 0,4 mln. Een storting in de voorziening dubieuze debiteuren van 1 mln. In 2012 heeft, op advies van de accountant, een onderzoek naar de openstaande vorderingen op individueel niveau plaats gevonden. Dit onderzoek heeft er toe geleid dat 40% van de openstaande vorderingen als dubieus aangemerkt moeten worden. De voorziening wordt aan dit niveau aangepast.
De hogere baten van € 2.909.000 ten opzichte van de begroting zijn als volgt te verklaren • • •
Hogere rijksbijdrage SZW € 5,2 mln. Hogere terugvordering Debiteuren en ontvangen Wwik subsidie, € 0,3 mln. Derving inkomsten door (voorlopige) afwijzing Incidenteel Aanvullende Uitkering 2011, € 2,6 mln.
Jaarrekening 2012
22
Tabel : Financiële verschillen P23 Verhogen arbeidsparticipatie en
bedragen x € 1.000
lasten onderw erp
I/S
baten
begroting rekening
verschil begroting rekening
verschil
saldo
Exploitatie Bijstand Zelfstandigen Reïntegratie Sociale w erkvoorziening Bijstandsuitkeringen Bijzondere Bijstand
I I I I S
-1.376 -7.676 -7.885 -25.391 -2.743
-1.300 -7.525 -8.387 -31.650 -3.736
Niet toegelichte (kleine) verschillen
I
-2.464 -47.535
Resultaat voor bestemm ing
996 4.494 7.325 23.058 144
819 4.626 7.934 25.968 421
-2.467
77 V 151 V 502 N 6.259 N 994 N 3N
1.913
177 N 132 V 610 V 2.909 V 278 V 4V
100 N 283 V 108 V 3.350 N 716 N 1V
1.909
-55.065
7.530 N
37.925
41.682
3.757 V
3.773 N
0
0
-
1.875
1.875
-
-
0 -47.535
0 -55.065
7.530 N
1.875 39.800
1.875 43.557
3.757 V
3.773 N
Reserves
Niet toegelichte (kleine) verschillen Mutatie reserves Resultaat na bestemm ing
I
Bijstand Zelfstandigen De tegenvallende baten (€ 177.000) worden veroorzaakt door een terugbetaling op de te hoog bevoorschotte variabele rijksvergoeding (- € 270.000; gebaseerd op volume in jaar t-2) en een meevallende vaste rijksvergoeding (+€ 93.000). De meevallende lasten (€ 77.000) zijn met name een gevolg van het niet meer verstrekken van bedrijfskredieten. Deze worden nu verstrekt onder borg door de kredietbank Nederland. Verbetering van de prognose is lastig omdat zowel het aantal aanvragen als het toe te kennen bedrag per zelfstandige jaarlijks grote verschillen laat zien. Re-integratie De lagere lasten worden met name veroorzaakt door minder trajecten loonkostensubsidie dan gepland. De hogere baten betreffen extra ontvangen ESF-subsidie. Omdat uitstroom politieke prioriteit heeft, wordt voorgesteld het voordelig saldo bij de bestemming van het rekeningresultaat 2012 opnieuw beschikbaar te stellen voor re-integratie in 2013. Sociale werkvoorziening De baten zijn hoger door een meevallende rijksbijdrage (+ € 610.000). De hogere lasten (€ 502.000) zijn een gevolg van de doorbetaling van de extra baten (+ € 610.000) en een lagere gemeentelijke bijdrage in de apparaatskosten (- €108.000). Het voordeel is voorlopig als incidenteel aangemerkt i.v.m. de realisatie van een gemeentelijk werkbedrijf medio 2013. Bijstandsuitkeringen De afwijking op de lasten betreft hogere uitkeringlasten € 4.818.000 door een toename van het gemiddeld klantaantal (met 253 naar 1973 =+ € 3.595.000) en een toename van de gemiddelde uitkeringlast (van € 13.500 naar € 14.211 = + € 1.223.000). Voor aanvulling van de voorziening dubieuze debiteuren was € 1.069.000 nodig. Resteert een verschil van € 404.000. Dit betreft de afwikkeling van de regeling WWIK ( € 130.000; staat hier een rijksvergoeding tegenover), een nabetaling 2011 voor de Sociale Recherche Flevoland (€ 156.000), opschonen tussenrekeningen oude jaren (€ 73.000) en een overschrijding op overige kosten (€ 45.000). De hogere baten betreffen een hogere rijksbijdrage € 5.421.000 (incl. WWIK € 221.000) en hogere terugvordering debiteuren € 88.000. Hierop komt in mindering de afgewezen incidenteel aanvullende uitkering 2011 van € 2.600.000. De begroting vanaf 2013 is qua volume al op het niveau 2012 gebracht.
Jaarrekening 2012
23
In de crisismonitor 2012 is al een extra uitkeringslast gemeld van € 4.010.000 en € 885.000 voor aanvulling van de voorziening dubieuze debiteuren. De resterende afwijking ten opzichte van de crisismonitor is € 1,4 mln.: meer klanten (+28 = € 398.000); hogere gemiddelde uitkeringslast (€ 410.000), extra aanvulling voorziening dubieuze debiteuren (€ 184.000) en bovengenoemde kosten (€ 404.000). Ook is hierin melding gemaakt van de hogere rijksbijdrage van € 5,2 mln. Bijzondere Bijstand Het uitgavenbudget voor bijzondere bijstand is in 2012 niet opgehoogd voor de hiervoor ontvangen extra bijdrage in de algemene uitkering. Dit verklaart een tekort op het minimabeleid (na verrekening leenbijstand) van € 550.000. Het resterend tekort (€ 166.000) komt met name door een verschuiving in het verstrekkingenpakket. Er is sprake van een grote toename van beschermingsbewind en veel meer aanvullende bijdragen voor uit huis geplaatste jongeren. De meevallende baten worden veroorzaakt door een hogere inkomsten uit leenbijstand. In het regeerakkoord is extra compensatie voor de alsmaar toenemende kosten afgesproken. Vanaf 2013 is voorlopig nog sprake van een zelfde tekort (€ 166.000). Na besluitvorming over het regeerakkoord kan de keuze worden gemaakt voor continueren van bestaand beleid (bij afkomen aanvullend budget) dan wel bijsturing.
Jaarrekening 2012
24
2.3
Leefbare stad
Tabel: Resultaat per program m a P3 Leefbare stad
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
Exploitatie Lasten P31 Wijkontw ikkeling en -beheer P32 Optimaliseren stedelijk verkeer P33 Versterken duurzaamheid Totaal Lasten Baten P31 Wijkontw ikkeling en -beheer P32 Optimaliseren stedelijk verkeer P33 Versterken duurzaamheid Totaal Baten Mutaties Exploitatie Reserves Lasten P31 Wijkontw ikkeling en -beheer P32 Optimaliseren stedelijk verkeer Totaal Lasten Baten P31 Wijkontw ikkeling en -beheer P32 Optimaliseren stedelijk verkeer P33 Versterken duurzaamheid Totaal Baten Mutaties Reserves Eindtotaal
Wijzigingen
Begroting na w ijzigingen
Rekening
Verschil
-24.964 -5.868 -13.428 -44.260
-370 -391 -40 -801
-25.334 -6.260 -13.468 -45.061
-24.906 -7.113 -13.421 -45.440
428 -853 47 -379
814 5.115 9.842 15.772 -28.488
698 1.949 68 2.714 1.913
1.512 7.064 9.910 18.486 -26.575
1.553 6.545 10.470 18.568 -26.872
41 -519 559 81 -298
-14 0 -14
14 -1.240 -1.226
0 -1.240 -1.240
-2 -1.240 -1.242
-2 0 -2
266 0 128 394 380 -28.108
124 170 21 315 -912 1.002
390 170 149 709 -532 -27.107
438 801 71 1.309 67 -26.806
47 631 -78 601 599 301
2.3.1 Wijkontwikkeling en -beheer Tabel: Resultaat per subprogram m a P31 Wijkontw ikkeling en -beheer Exploitatie Lasten Baten Mutaties Exploitatie Reserves Lasten Baten Mutaties Reserves Eindtotaal
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
Wijzigingen
Begroting na w ijzigingen
Rekening
Verschil
-24.964 814 -24.150
-370 698 328
-25.334 1.512 -23.822
-24.906 1.553 -23.353
428 41 469
-14 266 252 -23.898
14 124 138 466
0 390 390 -23.432
-2 438 435 -22.918
-2 47 45 514
Jaarrekening 2012
25
Tabel : Financiële verschillen P31 Wijkontw ikkeling en -beheer
bedragen x € 1.000
lasten onderw erp
I/S
baten
begroting rekening
verschil begroting rekening
verschil
saldo
Exploitatie ISV subsidie Jachthaven Atolplaza Motor Kabels en leidingen Gladheidbestrijding Speelbeleid Elementenverharding Stadshoofdw egen en Polderw egen Advisering BOR Storting in voorziening GO Snoeien en beplanting Blauw alg 't Bovenw ater Circulatiesysteem Energie Lucht- en Cycloramafoto's
I I I S I I I I I I I I I I I
Niet toegelichte (kleine) verschillen
I
Resultaat voor bestem m ing Reserves
Niet toegelichte (kleine) verschillen Mutatie reserves Resultaat na bestem m ing
I
500
447
0 0 393 132
-8.868
53 N 206 V 47 V 179 N 67 V 71 V 162 V 116 V 164 N 101 V 60 N 103 V 42 V 31 N
-393 -60 -388 -326 -1.009 -741 -985 -10.583 -1.738
-187 -13 -567 -259 -938 -579 -869 -10.747 -1.637 -60
-463 -311
-360 -269
-8.837
987
-25.334
-24.906
428 V
1.512
0
-2
2N
0 -25.334
-2 -24.908
2N 426 V
53 58 187 52
1.140
53 V 58 V 206 N 80 N 63 V 153 V
58 V 33 N 179 N 67 V 71 V 162 V 116 V 164 N 101 V 60 N 63 V 103 V 42 V 122 V
1.553
41 V
469 V
390
438
47 V
45 V
390 1.902
438 1.991
47 V 88 V
45 V 514 V
63
ISV subsidie Hogere baten (€ 53.000) dan begroot door extra ontvangen ISV subsidie 2012 van het Rijk. Dit verloopt budgettair neutraal omdat deze subsidie is gestort in de voorziening. Op basis van de nota reserves en voorzieningen is deze voorziening omgezet in een reserve. Jachthaven Hogere baten dan begroot als gevolg van een navordering inzake het onderhoudscontract met Jachthaven Lelystad Haven. Atolplaza Motor Met betrekking tot het project Atolplaza Motor voor kwaliteitsimpuls leefomgeving is op de lastenzijde een onderschrijding ontstaan van totaal € 206.000, om de volgende redenen: Een deel van het werk, de zogenaamde ontwikkellocatie, is niet uitgevoerd, omdat er geen woningen zijn gebouwd. Kabels en leidingen Lagere structurele baten (- € 80.000) dan begroot als gevolg van minder vergunningaanvragen voor het leggen, onderhouden of verwijderen van kabels en leidingen; dit wordt deels gecompenseerd door lagere lasten (+ € 47.000) voor de aanleg van kabels. Gladheidbestrijding Hogere incidentele lasten dan begroot doordat er in 2012 dertien strooirondes meer zijn uitgevoerd dan geraamd.
Jaarrekening 2012
26
Speelbeleid Lagere incidentele lasten doordat minder onderhoud is uitgevoerd in afwachting van de herziening van het speelbeleid. Elementenverharding Lagere incidentele lasten dan begroot omdat eind 2012 geplande werkzaamheden vanwege winterse weersomstandigheden niet zijn uitgevoerd en andere geplande werkzaamheden niet zijn uitgevoerd in verband met de aanleg van glasvezelkabels. Stadshoofdwegen en Polderwegen Lagere incidentele lasten dan begroot als gevolg van minder onderhoudswerkzaamheden als gevolg van uitgevoerd groot onderhoud.
uitgevoerde
dagelijks
Advisering BOR Lagere incidentele lasten dan begroot doordat minder uren zijn gemaakt als gevolg van capaciteitsgebrek en gewijzigde prioritering (€ 56.000). Hierdoor is een aantal zaken met betrekking tot de ontwikkeling van de beheersystematiek en monitoring blijven liggen (€ 59.000). Storting in voorziening GO Hogere storting in de ICL voorziening door prijsindexcorrectie van de overheid op de ICL bijdrage. Hierdoor wordt ook meer gestort in de voorzieningen die vanuit een deel van deze bijdrage wordt aangevuld. Snoeien en beplanting Lagere incidentele lasten dan begroot als gevolg van de winterse weersomstandigheden en strenge vorst begin 2012 waardoor rekening houdend met de Flora- en Faunawet minder snoeiwerkzaamheden zijn uitgevoerd dan gepland. Daarnaast is terughoudend omgegaan met de inboet van plantmateriaal. Blauwalg ’t Bovenwater Hogere uitgaven dan begroot door incidentele kosten ten behoeve van een onderzoek naar de mogelijke oplossingen voor het Blauwalgprobleem aan 't Bovenwater. Dit als gevolg van een niet voorziene uitspraak van de rechter. Circulatiesysteem Hogere baten dan begroot door (nog te) ontvangen subsidie ten behoeve van de werkzaamheden aan het circulatiesysteem watergangen. Energie Incidenteel lagere lasten dan begroot door een voordeel op de elektrakosten Openbare Verlichting door het aflopen van het contract met HVC (€ 63.000). Daarnaast is er een structureel voordeel op de kosten van het netbeheer Openbare verlichting (€ 40.000). Lucht- en Cycloramafoto's Lagere lasten dan begroot als gevolg van het uitstellen van de opdracht voor het maken van luchtfoto's en cycloramafoto's. Daardoor incidenteel lagere uitvoering- en onderhoudskosten.
Jaarrekening 2012
27
2.3.2 Optimaliseren stedelijk verkeer Tabel: Resultaat per subprogram m a
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
P32 Optim aliseren stedelijk verkeer Exploitatie Lasten Baten Mutaties Exploitatie Reserves Lasten Baten Mutaties Reserves
Wijzigingen
Begroting na w ijzigingen
Rekening
Verschil
-5.868 5.115 -753
-391 1.949 1.557
-6.260 7.064 805
-7.113 6.545 -568
-853 -519 -1.373
0 0 0
-1.240 170 -1.071
-1.240 170 -1.071
-1.240 801 -439
0 631 631
Tabel : Financiële verschillen P32 Optim aliseren stedelijk verkeer lasten baten onderw erp I / S begroting rekening verschil begroting rekening
bedragen x € 1.000 verschil
saldo
Exploitatie Parkeerexploitatie Collectief Openbaar Vervoer Bestuurlijke Strafbeschikking
I I S
-2.136 -2.670
-2.629 -3.021
Niet toegelichte (kleine) verschillen
I
-1.453 -6.260
Resultaat voor bestem ming Reserves Parkeerexploitatie
I
Niet toegelichte (kleine) verschillen
I
Mutatie reserves Resultaat na bestem m ing
3.376 3.207 160
3.230 3.065 0
-1.463
493 N 351 N 9N
251
146 N 142 N 160 N 71 N
640 N 493 N 160 N 80 N
321
-7.113
853 N
7.064
6.545
519 N
1.373 N
-1.240
-1.240
0N
640
161
640 V 8N
640 V 8N
170
-1.240 -7.500
-1.240 -8.353
0N 853 N
170 7.234
801 7.346
631 V 112 V
631 V 741 N
Parkeerexploitatie In november 2012 heeft de raad een besluit genomen over de geactualiseerde parkeerexploitatie. Deze actualisatie is vanaf 2013 in de begroting verwerkt en de begroting 2012 is niet aangepast. Het uiteindelijke saldo op de baten en lasten 2012 resulteert in een tekort van € 640.000. Het saldo op de baten en lasten wordt geheel geëgaliseerd door de onttrekking uit de egalisatiereserve parkeren ( in de nota reserves en voorzieningen 2012 is de voorziening parkeren omgezet in een egalisatiereserve parkeren). Collectief Openbaar Vervoer Verschil wordt veroorzaakt door correcties die zijn doorgevoerd bij de begroting 2011. Dit veroorzaakte een onterecht voordeel op het begroot saldo collectief openbaar vervoer van € 537.000 ( € 2.670.000 lasten- € 3.207.000 baten). Met ingang van 2013 is dit gecorrigeerd (kadernota 2013). er saldo is het verschil € 493.000 en daarmee lager dan het begrote voordeel.
Jaarrekening 2012
28
Bestuurlijke Strafbeschikking De vergoeding over 2012 is vastgesteld op € 68.915. Hiervan heeft een klein deel, ca. € 4.000 betrekking op overlastfeiten het grootste deel gaat over parkeerfeiten waarbij de baten ten gunste komen van de parkeerexploitatie. De definitieve afrekening moet nog plaatsvinden.
2.3.3 Versterken duurzaamheid
Tabel: Resultaat per subprogram m a
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
P33 Versterken duurzaam heid Exploitatie Lasten Baten Mutaties Exploitatie Reserves Baten Mutaties Reserves Eindtotaal
Begroting na w ijzigingen
Wijzigingen
Rekening
Verschil
-13.428 9.842 -3.586
-40 68 28
-13.468 9.910 -3.557
-13.421 10.470 -2.951
47 559 606
128 128 -3.458
21 21 49
149 149 -3.409
71 71 -2.880
-78 -78 528
Tabel : Financiële verschillen P33 Versterken duurzaamheid lasten I / S begroting rekening onderw erp
bedragen x € 1.000 baten verschil begroting rekening
verschil
saldo
Exploitatie Rioolheffing Afvalstoffen Rioolaansluitingen Milieubeleid Bodeminformatie Omgevingsdienst
I I I I I I
-5.978
-6.085
-549 -21 -1.660
-471 -3 -1.533
Niet toegelichte (kleine) verschillen
I
-5.260 -13.468
Resultaat voor bestem ming Reserves Klimaatbeleid
Niet toegelichte (kleine) verschillen Mutatie reserves Resultaat na bestem m ing
I
1.806 7.737 149
1.670 8.533 93
-5.328
107 N 78 V 18 V 127 V 68 N
174
136 N 796 V 56 N 44 N
136 N 689 V 56 N 78 V 18 V 127 V 112 N
218
-13.421
47 V
9.910
10.470
559 V
606 V
149
71
0
-
0
0
78 N -
78 N -
0 0 -13.468
0 -13.421
47 V
149 10.059
71 10.540
78 N 482 V
78 N 528 V
Jaarrekening 2012
29
Rioolheffing Lagere baten dan begroot door tegenvallende inkomsten uit naheffingen over 2011. In 2012 zijn van Vitens en Nuon de gegevens omtrent het waterverbruik in 2011 ontvangen, welke de grondslag vormen voor de rioolheffing. Op basis van deze gegevens is de definitieve aanslag € 80.000 lager uitgevallen dan de voorlopige aanslagen. Daarnaast geeft de voorlopige aanslag 2012 een nadeel van € 56.000 ten opzichte van de begroting. Afvalstoffen Hogere lasten dan begroot door verandering in doorberekeningsystematiek vanuit HVC o.a. op het gebied van producentenverantwoordelijkheid. Voorheen werden de opbrengsten gesaldeerd met de inzamelkosten HVC-i. Vanaf 2013 worden baten en lasten op inzamelgebied apart begroot. Lagere lasten dan begroot doordat het tarief restafval HVC is gedaald in de afgelopen jaren, evenals de hoeveelheid restafval. Dit wordt vermoedelijk veroorzaakt door de economische crisis. Hogere baten dan begroot doordat in de begroting de groei van het aantal aansluitingen en inflatiecorrectie nog niet was verwerkt (€ 207.000). Daarnaast zijn er hogere baten als gevolg van de verandering in doorberekeningsystematiek op het gebied van papier (€ 350.000) en producentenverantwoordelijkheid (kunststof, apparaten, glas, papier; € 245.000). Voorheen werden deze opbrengsten gesaldeerd met de inzamelkosten HVC-i. Deze aanpassingen zijn in de Kadernota 2013 – 2017 structureel meegenomen. Rioolaansluitingen In de lijn van 2011 was ook in 2012 het aantal nieuwe rioolaansluitingen lager dan begroot. Na budgetneutrale aanpassing van de begroting resteert voor 2012 aan de batenzijde € 56.000 wat niet gerealiseerd kon worden. Met de Kadernota 2013-2016 is het product voor 2013 en 2014 naar beneden bijgesteld. Milieubeleid Lagere lasten dan begroot als gevolg van uitstel van werkzaamheden voor het klimaatbeleid (€ 68.000). Daarnaast is door de ingezakte woningmarkt geen gebruik gemaakt van de subsidieregeling gratis Duurzaam Bouwen (€ 10.000) voor burgers. De verordening gratis duurzaam bouwen is een regeling waarbij kavelkopers (particulier of in CPO) de bouwleges (deels) terugkrijgen als de te bouwen woning(en) voldoen aan verschillende duurzaamheidseisen. Die regeling bestaat in elk geval nog dit jaar, daarna zal besloten moeten worden of er wordt voortgezet of niet. Omdat de lasten lager zijn, wordt ook minder onttrokken aan de reserve en verloopt daardoor budgettair neutraal. Doordat de uitgaven over meerdere jaren lopen, zal een technisch voorstel worden gedaan deze bedragen in 2013 ter beschikking te stellen.
Bodeminformatie Lagere lasten ad € 18.000 op het gebied van ontsluiting van bodeminformatie en beleidsadvieskosten. Het beleidsveld bodem is landelijk nog volop in beweging waardoor het lastig is lokaal keuzes te maken. Hierdoor is er weinig gebruik gemaakt van het beschikbare budget. Omgevingsdienst In de begroting 2012 € 200.000 toegekend voor opstarten van de omgevingsdienst (OFVG). Voor de regionale omgevingsdienst is vanuit de algemene uitkering een bedrag van € 221.000 toegekend. Door een groter aantal deelnemers is evenwel (incidenteel) een besparing in de opstartkosten gerealiseerd van € 87.000. Inmiddels is de geactualiseerde meerjarenbegroting van de omgevingsdienst bekend en is er meerjarig een tekort te zien van cumulatief € 84.000. Om het begroot tekort op de omgevingsdienst voor 2013 t/m 2017 te dekken zal een verzoek tot resultaatbestemming worden gedaan om dit voordeel op de opstartkosten hiervoor in te zetten.
Jaarrekening 2012
30
2.4
Sterke stad
Tabel: Resultaat per program m a P4 Sterke stad Exploitatie Lasten P41 Werken aan de basis P42 Kw aliteit aanbod versterken P43 Verbeteren regionale bereikbaar P44 Imago versterken Totaal Lasten Baten P41 Werken aan de basis P42 Kw aliteit aanbod versterken P43 Verbeteren regionale bereikbaar P44 Imago versterken Totaal Baten Mutaties Exploitatie Reserves Lasten P42 Kw aliteit aanbod versterken Totaal Lasten Baten P41 Werken aan de basis P42 Kw aliteit aanbod versterken P43 Verbeteren regionale bereikbaar P44 Imago versterken Totaal Baten Mutaties Reserves Eindtotaal
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
Wijzigingen
Begroting na w ijzigingen
Rekening
Verschil
-1.001 -82.417 -1.148 -1.663 -86.229
-536 33.812 -1.335 -384 31.557
-1.537 -48.605 -2.482 -2.047 -54.672
-1.164 -56.029 -2.661 -2.066 -61.919
373 -7.424 -179 -18 -7.248
197 73.016 81 111 73.405 -12.824
146 -28.506 -65 38 -28.387 3.170
343 44.510 16 149 45.018 -9.654
275 38.588 39 103 39.005 -22.915
-68 -5.922 24 -46 -6.013 -13.261
0 0
-8.052 -8.052
-8.052 -8.052
-1.963 -1.963
6.088 6.088
125 1.619 0 100 1.844 1.844 -10.979
455 2.706 1.335 0 4.496 -3.556 -386
580 4.326 1.335 100 6.340 -1.712 -11.366
259 11.616 1.308 100 13.283 11.320 -11.595
-321 7.291 -26 0 6.943 13.031 -229
2.4.1 Werken aan de basis Tabel: Resultaat per subprogram m a P41 Werken aan de basis Exploitatie Lasten Baten Mutaties Exploitatie Reserves Baten Mutaties Reserves Eindtotaal
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
Wijzigingen
Begroting na w ijzigingen
Rekening
Verschil
-1.001 197 -803
-536 146 -390
-1.537 343 -1.193
-1.164 275 -889
373 -68 304
125 125 -678
455 455 65
580 580 -613
259 259 -631
-321 -321 -17
Jaarrekening 2012
31
Tabel : Financiële verschillen P41 Werken aan de basis
bedragen x € 1.000 lasten
onderw erp
I/S
baten
begroting rekening
verschil begroting rekening
verschil
saldo
Exploitatie Bijdrage HCU
I
-300
0
Niet toegelichte (kleine) verschillen
I
-1.237 -1.537
275
68 N
300 V 4V
343
275
68 N
304 V
300
0
300 N
300 N
280
259
21 N
21 N
580 923
259 534
321 N 390 N
321 N 17 N
-1.164
300 V 73 V
343
-1.164
373 V
I
-
I
Resultaat voor bestemm ing Reserves Bijdrage HCU
Niet toegelichte (kleine) verschillen Mutatie reserves Resultaat na bestemm ing
0
0
-
0 -1.537
0 -1.164
373 V
Bijdrage HCU Lagere lasten als gevolg van uitgestelde bijdrage aan de uitbreiding en verbouwing van de High Containment Unit (HCU). Deze bijdrage is toegezegd en zal naar verwachting in 2013 worden afgerekend. In 2012 is dit niet onttrokken aan de reserve (middels een technische begrotingswijziging zal na goedkeuring van de Raad dit weer opgenomen worden in de begroting van 2013).
2.4.2 Kwaliteit aanbod versterken Tabel: Resultaat per subprogram m a P42 Kw aliteit aanbod versterken Exploitatie Lasten Baten Mutaties Exploitatie Reserves Lasten Baten Mutaties Reserves Eindtotaal
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
Wijzigingen
Begroting na w ijzigingen
Rekening
Verschil
-82.417 73.016 -9.401
33.812 -28.506 5.305
-48.605 44.510 -4.095
-56.029 38.588 -17.441
-7.424 -5.922 -13.346
0 1.619 1.619 -7.782
-8.052 2.706 -5.345 -40
-8.052 4.326 -3.726 -7.821
-1.963 11.616 9.653 -7.788
6.088 7.291 13.379 33
Jaarrekening 2012
32
Tabel : Financiële verschillen P42 Kw aliteit aanbod versterken
bedragen x € 1.000
lasten onderw erp
I/S
baten
begroting rekening
verschil begroting rekening
verschil
saldo
Exploitatie Bataviaw erf Breedband Grondexploitatie
I I I
-39.698
-47.179
Niet toegelichte (kleine) verschillen
I
-8.907
Resultaat voor bestemm ing
0 34 43.487
-56 101 37.579
-8.850
7.481 N 57 V
964
56 N 67 V 5.908 N 25 N
56 N 67 V 13.389 N 32 V
989
-48.605
-56.029
7.424 N
44.510
38.588
5.922 N
13.346 N
4.263
11.563
63
53
7.300 V 9N
13.389 V 10 N
4.326 48.836
11.616 50.204
7.291 V 1.368 V
13.379 V 33 V
Reserves Grondexploitatie
I
-8.052
-1.963
Niet toegelichte (kleine) verschillen
I
0
0
6.089 V 1N
-8.052 -56.657
-1.963 -57.992
6.088 V 1.335 N
Mutatie reserves Resultaat na bestemm ing
Bataviawerf In 2008 is een deel van de Bataviawerf afgebrand. In 2011 heeft besluitvorming rond de nieuwbouw van de Bataviawerf plaatsgevonden. De herbouw wordt volledig uit de verzekeringspolis gedekt. Op basis van de polisvoorwaarden is de gemeente van mening dat zij ook recht heeft op vergoeding van de gemaakte kosten voor tijdelijke huisvesting en de op basis van de polis meeverzekerde BTW schade. In de jaarrekening 2011 is rekening gehouden met een hiervoor te ontvangen bedrag van € 282.000. De op dit moment bij de verzekeraar openstaande schadeclaim bedraagt € 226.000 zodat ten laste van 2012 € 56.000 als oninbaar moet worden aangemerkt. De verwachting is dat van de actuele schadeclaim € 114.000 ontvangen zal worden. Over een bedrag van ca. € 112.000 bestaat onzekerheid of dit wordt uitgekeerd. Dit is als risico aangemerkt. Breedband Het college heeft in 2009 in het kader van de aanleg van het glasvezelnetwerk besloten de te ontvangen leges in te zetten als dekking voor de gemeentelijke kosten. De legesontvangsten zijn steeds vooraf, het werk wordt meerjarig uitgevoerd. Voor de aanleg van fase 2 en 3 van het glasvezelnetwerk zijn in 2012 € 101.000 leges ontvangen (begroot € 34.000). Per saldo een surplus van € 67.000. Fase 2 is begin 2012 gestart en bestaat uit Lelystad-Haven, Hollandse Hout, Schoener, Tjalk, Botter. Voorgesteld zal worden het surplus van € 67.000 via het rekeningresultaat 2012 door te schuiven naar 2013 ter dekking van de noodzakelijke ondersteunende gemeentelijke activiteiten. Grondexploitatie De baten en lasten van de grondexploitatie zijn in combinatie met de mutaties in de reserves binnen dit subprogramma budgettair neutraal. Een nadere toelichting op het resultaat van het grondbedrijf inclusief de voorgestelde resultaatbestemming treft u aan onder 1.3 Financiële samenvatting.
Jaarrekening 2012
33
2.4.3 Verbeteren regionale bereikbaarheid Tabel: Resultaat per subprogram m a
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
P43 Verbeteren regionale bereikbaar Exploitatie Lasten Baten Mutaties Exploitatie Reserves Baten Mutaties Reserves Eindtotaal
Begroting na w ijzigingen
Wijzigingen
Rekening
-1.148 81 -1.067
-1.335 -65 -1.400
-2.482 16 -2.466
-2.661 39 -2.621
-179 24 -155
0 0 -1.067
1.335 1.335 -65
1.335 1.335 -1.132
1.308 1.308 -1.313
-26 -26 -181
Tabel : Financiële verschillen P43 Verbeteren regionale bereikbaar
bedragen x € 1.000
lasten onderw erp
I/S
Verschil
baten
begroting rekening
verschil begroting rekening
verschil
saldo
Exploitatie Bestemmingsplannen
S
-604
-804
Niet toegelichte (kleine) verschillen
I
-1.878 -2.482
Resultaat voor bestemm ing
39
24 V
200 N 45 V
39
24 V
155 N
1.335
1.308
26 N
26 N
1.335 1.350
1.308 1.347
26 N 3N
26 N 181 N
-1.857
200 N 21 V
16
-2.661
179 N
16
0
0
-
0 -2.482
0 -2.661
179 N
Reserves
Niet toegelichte (kleine) verschillen Mutatie reserves Resultaat na bestemm ing
I
Bestemmingsplannen Evenals in 2011 is in 2012 gebleken dat de beschikbare budgetten voor actualisatie van de bestemmingsplannen ontoereikend waren om de geplande wettelijk vereiste werkzaamheden uit te kunnen voeren. De piek voor actualisering van de bestemmingsplannen loopt tot 1 juli 2013.
Jaarrekening 2012
34
2.4.4 Imago versterken Tabel: Resultaat per subprogram m a
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
P44 Im ago versterken Exploitatie Lasten Baten Mutaties Exploitatie Reserves Baten Mutaties Reserves Eindtotaal
Begroting na w ijzigingen
Wijzigingen
Rekening
-1.663 111 -1.553
-384 38 -346
-2.047 149 -1.899
-2.066 103 -1.963
-18 -46 -64
100 100 -1.453
0 0 -346
100 100 -1.799
100 100 -1.863
0 0 -64
Tabel : Financiële verschillen P44 Imago versterken
bedragen x € 1.000 lasten
onderw erp
I/S
Verschil
baten
begroting rekening
verschil begroting rekening
verschil
saldo
Exploitatie
Niet toegelichte (kleine) verschillen
I
Resultaat voor bestemm ing
103
46 N
64 N
103
46 N
64 N 64 N
-2.047
-2.066
18 N
-2.047
-2.066
18 N
0
0
-
100
100
-
0 -2.047
0 -2.066
18 N
100 249
100 203
46 N
149 149
Reserves
Niet toegelichte (kleine) verschillen Mutatie reserves Resultaat na bestemm ing
I
Jaarrekening 2012
35
2.5
Veiligheid
Tabel: Resultaat per program m a P5 Veiligheid - Veilige stad Exploitatie Lasten P51 Veiligheid - Veilige stad Totaal Lasten Baten P51 Veiligheid - Veilige stad Totaal Baten Mutaties Exploitatie Reserves Lasten P51 Veiligheid - Veilige stad Totaal Lasten Baten P51 Veiligheid - Veilige stad Totaal Baten Mutaties Reserves Eindtotaal
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
Wijzigingen
Begroting na w ijzigingen
Rekening
Verschil
-7.950 -7.950
-500 -500
-8.450 -8.450
-8.279 -8.279
171 171
542 542 -7.408
28 28 -472
570 570 -7.881
579 579 -7.700
9 9 180
0 0
-12 -12
-12 -12
-12 -12
0 0
0 0 0 -7.408
144 144 131 -341
144 144 131 -7.749
104 104 91 -7.609
-40 -40 -40 140
2.5.1 Veilige stad Tabel: Resultaat per subprogram m a P51 Veiligheid - Veilige stad Exploitatie Lasten Baten Mutaties Exploitatie Reserves Lasten Baten Mutaties Reserves Eindtotaal
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
Wijzigingen
Begroting na w ijzigingen
Rekening
Verschil
-7.950 542 -7.408
-500 28 -472
-8.450 570 -7.881
-8.279 579 -7.700
171 9 180
0 0 0 -7.408
-12 144 131 -341
-12 144 131 -7.749
-12 104 91 -7.609
0 -40 -40 140
Jaarrekening 2012
36
Tabel : Financiële verschillen P51 Veiligheid - Veilige stad
bedragen x € 1.000
lasten onderw erp
I/S
begroting rekening
baten verschil begroting rekening
verschil
saldo
Exploitatie Vermindering overlast coffeeshop Veiligheidsregio Flevoland
Niet toegelichte (kleine) verschillen
I
Resultaat voor bestem m ing
-374 -4.935
-298 -4.854
579
9V
75 V 80 V 25 V
-3.142 -8.450
570
579
9V
180 V
119
0
-12
-
25
104
119 N 79 V
119 N 79 V
-12 -8.291
171 V
144 713
104 682
40 N 31 N
40 N 140 V
-3.126
75 V 80 V 16 V
570
-8.279
171 V
-12 -12 -8.463
Reserves Vermindering overlast coffeeshop
Niet toegelichte (kleine) verschillen Mutatie reserves Resultaat na bestem m ing
I
Vermindering overlast coffeeshop Lagere lasten voor het project 'vermindering overlast coffeeshop'. Dit resulteert tegelijkertijd in een lagere onttrekking uit de reserve. Begin 2013 wordt de eindrapportage van het onderzoek/enquête opgeleverd, afhankelijk van de uitkomst (wel of geen overlast) wordt besloten of aanvullende maatregelen nodig zijn. Deze worden conform projectplan gedekt uit het restant van de reserve. Veiligheidsregio Flevoland Het bestuur van de Veiligheidsregio Flevoland heeft een aanvullende taakstellende bezuiniging over 2012 vastgesteld. De bijdrage van de Gemeente viel hierdoor incidenteel lager uit.
Jaarrekening 2012
37
2.6
Voor de Lelystedeling
Tabel: Resultaat per program m a P6 Voor de Lelystedeling
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
Exploitatie Lasten P61 Gemeentelijke dienstverlening P62 Gemeentelijke organisatie P63 Algemene dekkingsmiddelen Totaal Lasten Baten P61 Gemeentelijke dienstverlening P62 Gemeentelijke organisatie P63 Algemene dekkingsmiddelen Totaal Baten Mutaties Exploitatie Reserves Lasten P61 Gemeentelijke dienstverlening P62 Gemeentelijke organisatie P63 Algemene dekkingsmiddelen Totaal Lasten Baten P61 Gemeentelijke dienstverlening P62 Gemeentelijke organisatie P63 Algemene dekkingsmiddelen Totaal Baten Mutaties Reserves Eindtotaal
Wijzigingen
Begroting na w ijzigingen
Rekening
Verschil
-2.947 -27.358 -8.135 -38.441
-67 -224 -4.125 -4.416
-3.015 -27.582 -12.261 -42.857
-2.972 -25.372 -9.679 -38.024
42 2.209 2.582 4.833
3.234 5.370 126.707 135.311 96.870
-161 47 9.085 8.970 4.553
3.073 5.417 135.791 144.281 101.424
2.263 4.671 138.686 145.621 107.597
-810 -745 2.895 1.340 6.174
0 0 -10.762 -10.762
-250 -4.694 -9.535 -14.479
-250 -4.694 -20.296 -25.241
-250 -3.806 -18.755 -22.810
0 889 1.542 2.430
0 0 8.614 8.614 -2.148 94.722
207 243 10.456 10.906 -3.573 980
207 243 19.070 19.519 -5.721 95.702
120 66 16.847 17.033 -5.777 101.820
-87 -177 -2.222 -2.486 -56 6.118
2.6.1 Gemeentelijke diensverlening Tabel: Resultaat per subprogram m a P61 Gem eentelijke dienstverlening Exploitatie Lasten Baten Mutaties Exploitatie Reserves Lasten Baten Mutaties Reserves Eindtotaal
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
Wijzigingen
Begroting na w ijzigingen
Rekening
Verschil
-2.947 3.234 287
-67 -161 -229
-3.015 3.073 58
-2.972 2.263 -709
42 -810 -767
0 0 0 287
-250 207 -43 -272
-250 207 -43 15
-250 120 -130 -839
0 -87 -87 -854
Jaarrekening 2012
38
Tabel : Financiële verschillen P61 Gem eentelijke dienstverlening
bedragen x € 1.000
lasten onderw erp
I/S
begroting rekening
baten verschil begroting rekening
verschil
saldo
Exploitatie Leges rijbew ijzen Leges nationaliteitsw etgeving Bouw leges
I S S
-15
-84
Niet toegelichte (kleine) verschillen
I
-3.000 -3.015
Resultaat voor bestem m ing
343 29 1.590
233 108 775
-2.888
69 N 111 V
1.147
110 N 79 V 815 N 36 V
110 N 10 V 815 N 147 V
1.111
-2.972
42 V
3.073
2.263
810 N
767 N
-250
-250
-
207
120
87 N
87 N
-250 -3.265
-250 -3.222
42 V
207 3.280
120 2.383
87 N 897 N
87 N 854 N
Reserves
Niet toegelichte (kleine) verschillen Mutatie reserves Resultaat na bestem m ing
I
Leges rijbewijzen In 2006/2007 bij invoering van het nieuwe rijbewijs (creditcard model) zijn er veel burgers geweest die op dat moment een nieuw rijbewijs hebben aangeschaft. Aannemelijk is dat hierdoor het aantal verkochte rijbewijzen in 2012 lager ligt dan de (standaard) prognose. Leges nationaliteitswetgeving Rijksleges zijn verhoogd. Dit werkt door in het tarief. Hierdoor meer lasten maar ook meer baten. Bouwleges Lagere baten als gevolg van minder inkomsten uit bouwleges doordat de crisis zich onverminderd voortzet en hierdoor minder bouwactiviteit plaatsvindt. Ten opzichte van de crisismonitor (verwacht nadeel € 632.000) is de bouwactiviteit nog verder afgenomen waardoor het nadeel hoger uitkomt.
Jaarrekening 2012
39
2.6.2 Gemeentelijke organisatie
Tabel: Resultaat per subprogram m a
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
P62 Gem eentelijke organisatie Exploitatie Lasten Baten Mutaties Exploitatie Reserves Lasten Baten Mutaties Reserves Eindtotaal
Wijzigingen
Begroting na w ijzigingen
Rekening
-27.358 5.370 -21.988
-224 47 -177
-27.582 5.417 -22.165
-25.372 4.671 -20.701
2.209 -745 1.464
0 0 0 -21.988
-4.694 243 -4.452 -4.629
-4.694 243 -4.452 -26.617
-3.806 66 -3.740 -24.441
889 -177 712 2.176
Tabel : Financiële verschillen P62 Gemeentelijke organisatie
bedragen x € 1.000
lasten onderw erp
I/S
Verschil
begroting rekening
baten verschil begroting rekening
verschil
saldo
Exploitatie Bedrijfsvoering Lagere bijdrage grondbedrijf B en W I.S.V. reserve/voorziening OZB belastingen Verkiezingen Financieel technische afw ijking. Bijstellingen n.a.v. de crisismonitor
I I I I I I I I
-19.927
-19.102
-1.543 4.633 -3.576 -199 1.500 -4.045
-1.838 3.749 -3.636 -146 0
Niet toegelichte (kleine) verschillen
I
-4.425
Resultaat voor bestemm ing
3.921 249 0
3.303 0 88
618 N 249 N 88 V
-4.400
825 V 295 N 884 N 59 N 53 V 1.500 N 4.045 V 25 V
1.246
1.280
33 V
207 V 249 N 207 N 884 N 59 N 53 V 1.500 N 4.045 V 58 V
-27.582
-25.372
2.209 V
5.417
4.671
745 N
1.464 V
90
0
153
66
90 N 87 N
90 N 884 V 82 N
243 5.659
66 4.737
177 N 922 N
712 V 2.176 V
Reserves I.S.V. reserve/voorziening
I
-4.659
-3.775
Niet toegelichte (kleine) verschillen
I
-35
-31
884 V 4V
-4.694 -32.276
-3.806 -29.178
889 V 3.098 V
Mutatie reserves Resultaat na bestemm ing
Bedrijfsvoering Het voordelig resultaat € 207.000 kan als volgt worden verklaard: Personeel: Hogere lasten vanwege de invoering van de nieuwe CAO en hogere sociale premies (€ 346.000). In de crisismonitor van september (pagina 16) is dit nadeel ingeschat op € 290.000, de stelpost die in de begroting was opgenomen t.b.v. de nieuwe CAO bleek echter niet helemaal toereikend. Daarnaast hogere lasten van € 300.000 i.v.m. terugloop van uit te voeren projecten en lagere baten van € 617.000 door een lagere bijdrage van het grondbedrijf aan de Algemene dienst. Totaal nadeel € 917.000 (in de crisismonitor van september 2012 is dit ingeschat op € 1.150.000).
Jaarrekening 2012
40
Lagere lasten door actieve sturing op het voorkomen van frictiekosten en kosten m.b.t. personele calamiteiten, de doorontwikkeling van de gemeentelijke organisatie en terughoudendheid bij het invullen van vacatures (€ 796.000). Overige lasten: Lagere incidentele lasten (€ 838.000) als gevolg van terughoudendheid bij besteding van budgetten voor I.C.T., energie, beveiliging, drukwerk, abonnementen, uitstel vervanging voertuigen e.d. Hogere lasten (€ 115.000) door meerwerk verricht door de accountant en daarnaast (€ 50.000) inhuur voor ondersteuning van het college. Deze kosten zijn niet in de begroting opgenomen. Lagere bijdrage Grondbedrijf Lagere baten als gevolg van een dubbel begrootte bijdrage vanuit het grondbedrijf. Deze dubbeling is vanaf de begroting 2013 technisch gecorrigeerd. B en W Hogere lasten (€ 328.000) veroorzaakt door een extra storting in de voorziening wethouders die geactualiseerd is op basis van actuariële berekeningen en de storting van de pensioenpremies in deze voorziening, naast een overschrijding op de post representatie college (€ 25.000) en een overschrijding m.b.t. salarissen en sociale lasten (€ 60.000). Lagere lasten (€ 206.000) door een meevaller m.b.t. de wachtgeldbetalingen aan ex- wethouders. Hogere baten (€ 88.000) door de ontvangen afdracht van het werknemers- en werkgeversdeel pensioenpremie wethouders. Dit bedrag wordt gestort in de betreffende voorziening waardoor dit bij de lasten een even groot nadeel veroorzaakt. I.S.V. reserve/voorziening In de nota reserves en voorzieningen is de ISV voorziening omgezet naar de ISV reserve. In deze nota is uitgegaan van een saldo van de voorziening per 1 januari 2012 (€ 4.659.000). De uitvoering van diverse besluiten in 2012 door de Raad, hebben geleid hebben tot mutaties in de voorziening. Het saldo is daarom € 3.775.000 per einde 2012. Het om te zetten saldo is lager dan de begroting. Hierdoor ontstaat een nadeel, die in combinatie met een voordeel bij de reserves als gevolg van een lagere storting, neutraal verloopt. OZB belastingen Hogere lasten als gevolg van hogere te betalen OZB stadhuis. Verkiezingen Lagere lasten dan begroot. Medio 2012 zijn er incidenteel extra middelen voor de verkiezingen toegekend (€ 100.000). Dit was gebaseerd op ervaringscijfers van voorgaande jaren. Doordat de verkiezingen dit jaar op een andere wijze zijn georganiseerd, is gebleken dat de kosten (in vergelijking tot voorgaande verkiezingen) ongeveer € 50.000 lager uitvallen. Financieel technische afwijking. Hogere lasten (€ 1.500.000) vanwege een financieel technische afwijking. Hierover is besloten in de Kadernota 2013. Voor 2012 veroorzaakt dit nog wel een tekort. Dit is aan de raad gemeld in de crisismonitor van september. Bijstellingen n.a.v. de crisismonitor Lagere lasten (€ 4.045.000) vanwege het treffen van een aantal bijsturingmaatregelen n.a.v. de crisismonitor. De raad heeft hiertoe besloten op 10 juli 2012.
Jaarrekening 2012
41
2.6.3 Algemene dekkingsmiddelen
Tabel: Resultaat per subprogram m a
Bedrag x € 1.000 Prim itieve begroting
P63 Algem ene dekkingsm iddelen Exploitatie Lasten Baten Mutaties Exploitatie Reserves Lasten Baten Mutaties Reserves Eindtotaal
Wijzigingen
Begroting na w ijzigingen
Rekening
-8.135 126.707 118.571
-4.125 9.085 4.959
-12.261 135.791 123.530
-9.679 138.686 129.007
2.582 2.895 5.477
-10.762 8.614 -2.148 116.423
-9.535 10.456 921 5.881
-20.296 19.070 -1.227 122.304
-18.755 16.847 -1.907 127.100
1.542 -2.222 -681 4.796
Tabel : Financiële verschillen P63 Algem ene dekkingsm iddelen
bedragen x € 1.000
lasten onderw erp
I/S
Verschil
baten
begroting rekening
verschil begroting rekening
verschil
saldo
Exploitatie Treasury Precario belastingen Invordering gemeentelijke belastingen Deelnemingen OZB Algemene Uitkering Kw ijting belastingen College onvoorzien Vrijval kapitaallasten
I S I I I I S I I
-8.179
-7.460
-116 -305 -1.553
-278 0 145
719 V 162 N 305 V 1.698 V
Niet toegelichte (kleine) verschillen
I
-2.109
-2.086
-12.261
Resultaat voor bestem m ing
17.680 1.300 159 2.188 19.786 94.100
16.573 1.560 421 2.564 20.238 96.744
587
1.107 N 260 V 262 V 375 V 451 V 2.643 V 10 V
388 N 260 V 262 V 375 V 451 V 2.643 V 162 N 305 V 1.698 V 33 V
23 V
577
-9.679
2.582 V
135.791
138.686
2.895 V
5.477 V
7.591
5.369
11.479
11.479
2.222 N -
8N 187 N 485 N 0N
19.070 154.861
16.847 155.534
2.222 N 673 V
681 N 4.796 V
Reserves Algemene baten en lasten Deelnemingen Treasury
I I
-8.292 -11.996 -8
-6.078 -12.183 -493
Niet toegelichte (kleine) verschillen
I
0
-1
2.214 V 187 N 485 N 0N
-20.296 -32.557
-18.755 -28.434
1.542 V 4.124 V
Mutatie reserves Resultaat na bestem m ing
Treasury Lagere lasten (€ 803.000) door de extreem lage korte rente. De onvoorziene uitwinning borgstelling Aviodrome (€ 124.000) is hierop in mindering gebracht. Lagere lasten (€ 352.000) door lagere rentelasten voor langlopende leningen. Dit voordeel is ontstaan door uitstel van consolidatie van langlopende leningen en de relatief lage kapitaalmarktrente. Hogere lasten (€ 436.000) vanwege hogere rentelasten voor reserves en voorzieningen. Hogere baten (€ 380.000) door hogere rentebaten voor verstrekte leningen. Lagere baten (€ 1.487.000) door lagere bijdrage vanuit het grondbedrijf. In de begroting 2012 was nog geen rekening gehouden met het wegvallen van de
Jaarrekening 2012
42
berekende rente op de A-staten. Op basis van het raadsbesluit B11-15964 d.d. 1 november 2011 wordt deze rente niet meer berekend. Vanaf 2013 is dit verwerkt in de begroting. In de crisismonitor van september (pagina 17) zijn deze voor- en nadelen gemeld. Deze realisatie zit tussen de verwachte en meest gunstige afwijking in. Voor zover dit structurele verschillen betreft zal hiervoor een voorstel in de kadernota volgen. Hogere storting in de reserve vanwege bijschrijving van rente op de algemene reserve (€ 125.000, conform beslispunt 28 nota reserves en voorzieningen) en vanwege rentebijschrijvingen op de reserve bovenwijkse voorzieningen en reserve kust van het grondbedrijf (€ 360.000) Precario belastingen De juridische procedures omtrent de opgelegde aanslagen zijn in 2012 afgerond en hebben geleid tot meer inkomsten dan begroot. (structureel voordeel is reeds verwerkt in begroting 2013 ev.) Invordering gemeentelijke belastingen Hogere baten door toename van de dwanginvorderingswerkzaamheden waar een vergoeding tegenover staat. Deelnemingen De hogere baten kunnen in hoofdzaak worden toegeschreven aan: •
•
•
Nuon (€ 187.000) vanwege vervroegde verkoop van aandelen waarvoor in 2012 mee verkocht dividend is ontvangen. Dit bedrag is gestort in de reserve waar dat een even groot nadeel veroorzaakt. Meer garantstellingprovisie op de huisvuilcentrale (€ 50.000). De met HVC afgesproken afbouw van leningen kan niet nagekomen worden, daarom blijft de garantstellingprovisie die de gemeente van HVC ontvangt € 200.000. De begroting is gebaseerd op € 150.000. Alliander (€ 107.000) Een hogere dividenduitkering vanwege een hoger resultaat.
OZB Doordat er meer aanslagen opgelegd zijn dan begroot, waaronder de aanslag op de WOZ-waarde van € 35.000.000 voor de elektriciteitscentrale zijn er meer inkomsten. Er lopen een aantal juridische procedures die invloed kunnen hebben op dit resultaat in de toekomst. Algemene Uitkering De hogere baten (€ 2.643.000) kunnen als volgt worden verklaard: de begroting van de algemene uitkering 2012 is gebaseerd op de septembercirculaire 2011. In 2012 is in de crisismonitor steeds uitgegaan van het voorzichtigheidsprincipe. Dit mede omdat er vanuit het Rijk berichtgeving over de verwerking van de uitkeringsgerechtigden in de algemene uitkering uitbleef en er signalen waren dat de algemene uitkering naar beneden zou worden bijgesteld. De realisatie valt door deze conservatieve inschatting gunstiger uit dan de prognose: er heeft een positieve bijstelling van de algemene uitkering plaats gevonden over de jaren 2010 en 2011 (€ 413.000). Voor WMO integratieuitkering is een nabetaling ontvangen van € 445.000 voor de jaren 2011 en 2012. Hier staan hogere WMO lasten tegenover in programma 1. Voor 2012 is op diverse onderdelen de basis voor de algemene uitkering bijgesteld. Totaal € 1.785.000. De grootste correcties betroffen correctie effect OZB € (665.000) en cluster sociaal (€ 950.000). Kwijting belastingen Hogere lasten door toename van het aantal kwijtscheldingen voor gemeentelijke belastingen. Door de economische situatie neemt het aantal faillissementen en WSNP toe daarom is de voorziening geactualiseerd. Daarnaast was het beschikbare budget niet toereikend. Vanaf 2013 is het budget structureel verhoogd (besluitvorming Kadernota 2013).
Jaarrekening 2012
43
College onvoorzien Lagere lasten omdat de post college onvoorzien in 2012 minder is aangesproken. Van het budget ad € 450.000 is € 145.000 besteed.
Vrijval kapitaallasten Lagere lasten (€ 1.698.000) door een incidentele vrijval van kapitaallasten. Door een herijking van de kapitaallasten kan een significant bedrag aan reeds begrote kapitaallasten vrijvallen. Onder andere door de bewust latere realisatie van de MFA Warande en de MFA Zuiderzeewijk. In de crisismonitor van september (pagina 17) is het voordeel ingeschat op € 1.550.000. . .
Jaarrekening 2012
44
3.
Balans en toelichting
3.1
Paragraaf waarderingsgrondslagen
In deze inleiding bij de Balans en de toelichting daarop gaan we in op de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling. Sinds december 2012 heeft de Commissie BBV een aantal notities uitgebracht over de volgende onderwerpen: - notitie incidentele en structurele baten en lasten Deze notitie heeft als doel het onderscheid tussen incidentele en structurele baten en lasten te verduidelijken. Dit heeft binnen de administratie van de Gemeente Lelystad geleid tot aanscherping van deze begrippen. - notitie investeringen/kredieten In deze notitie wordt, aan de hand van voorbeelden, ingegaan op de verschillende situaties waarbij op verschillende wijze investeringskredieten kunnen worden aangevraagd. Tevens wordt ingegaan op overschrijdingen van dergelijke kredieten en de begrotingsconsequenties van vertragingen in de uitvoering. Dit leidt in de administratie van de Gemeente Lelystad niet tot aanpassingen. - notitie grondexploitatie(bijgesteld) Deze notitie grondexploitatie is een bijgestelde versie van de notitie grondexploitatie van januari 2008. Een reden voor een aangepaste notitie zijn de gevolgen van de financieel-economische crisis voor de grondexploitaties. De commissie wil door middel van deze aangepaste notitie een nadere verduidelijking geven op het verwerken van de financiële consequenties in begroting en jaarrekening. Dit heeft niet geleid tot aanpassingen in de administratie van de Gemeente Lelystad. - bijlage notitie riolering De commissie BBV zet in deze bijlage bij de notiite riolering uit oktober 2009 de regels rond verslaggeving van rioolinvesteringen op een rij. Deze notitie is een verduidelijking van reeds bestaande en toegepaste regels en leidt niet tot enige wijziging binnen de administratie van de Gemeente Lelystad. - het BBV & Arbeidkosten gerelateerde verplichtingen In deze notitie wordt een invulling gegeven aan het begrip arbeidsgerelateerde verplichtingen, die jaarlijks ongeveer gelijk zijn. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan vakantiegeld. Binnen de administratie van de Gemeente Lelystad leidt dit niet tot wijzigingen In de paragraaf 3.2 worden de diverse onderdelen van de balans toegelicht.
Verschuivingen op de balans Dit jaar hebben er geen aanpassingen plaatsgevonden in de balans. Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling De jaarrekening is opgesteld conform het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). De activa en passiva zijn gewaardeerd tegen de historische kosten of verkrijgingsprijswaarde of indien lager de marktwaarde, tenzij anders is aangegeven. Voor baten en lasten geldt dat ze worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Baten worden verantwoord voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Lasten die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen als ze voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn.
Jaarrekening 2012
45
Materiële vaste activa De materiële vaste activa zijn bezittingen met een meerjarig economisch of maatschappelijk nut. Alle investeringen met een economisch nut worden geactiveerd. Onder investeringen met een economisch nut worden verstaan, investeringen die bijdragen aan de mogelijkheid middelen te verwerven (bijvoorbeeld door de kosten ervan in tarieven te verwerken) en/of die verhandelbaar zijn. Alle andere investeringen zijn investeringen met een maatschappelijk nut, zoals investeringen in wegen, pleinen bruggen, etc. Deze worden niet geactiveerd, maar worden direct ten laste van de exploitatie gebracht. De waardering van materiële vaste activa is gebaseerd op de historische aanschafwaarde minus de al gedane afschrijvingen. Afschrijvingen vinden plaats op basis van annuïteiten. Er worden alleen economische materiële vaste activa opgenomen die meer bedragen dan € 50.000. Financiële vaste activa De financiële vaste activa bestaan uit: Langlopende geldleningen Deelnemingen De financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Dit is de aanschafprijs, verminderd met – voor wat de geldleningen betreft – de aflossingen op de geldleningen. Indien de marktwaarde duurzaam lager is dan de verkrijgingsprijs wordt ze afgewaardeerd tegen de marktwaarde. Op deelnemingen en effecten wordt in principe niet afgeschreven. De werkelijke waarde van deelnemingen kan hiervan afwijken. Voorraden De voorraden van de Algemene Dienst betreffen de projecten die nog in aanbouw zijn. De overige voorraden betreffen grondvoorraden van het Grondbedrijf. De gronden zonder kostprijsberekening en de onderhanden werken zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingkosten verminderd met de verkoopopbrengst en bijdragen. Vervaardigingkosten zijn kosten voor bouw- en woonrijp maken. De hoofdinfrastructurele en overige werken zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingkosten verminderd met de subsidiebijdragen. In aanvulling op de grondslagen voor resultaatbepaling geldt dat winsten op bouwgrondexploitaties (met kostprijsberekening) worden verantwoord naar rato van de voortgang van de werken. De voortgang wordt bepaald door middel van de gerealiseerde kosten te delen op de verwachte kosten. De winst wordt dan naar rato toegerekend. Vorderingen De vorderingen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Jaarlijks wordt de inbaarheid van de vorderingen beoordeeld. Zo nodig wordt er een voorziening dubieuze debiteuren getroffen die als correctie op de vorderingen wordt verwerkt. Jaarlijks wordt de administratie opgeschoond, dat wil zeggen vorderingen die oninbaar blijken te zijn, worden afgeboekt. De voorziening wordt gevormd op basis van de statische methode. Dat wil zeggen dat de dubieusheid per debiteur wordt beoordeeld. Liquide middelen De liquide middelen zijn direct opeisbaar en tegen nominale waarde gewaardeerd. Reserves De reserves zijn onderverdeeld in algemene reserve en bestemmingsreserve. Een algemene reserve heeft geen specifieke bestemming en wordt vooral aangehouden als financiële buffer voor algemene risico's. Tekorten en overschotten op de jaarrekening komen ten laste respectievelijk ten gunste van de algemene reserve. Een bestemmingsreserve is een reserve waaraan de raad een bepaalde bestemming heeft gegeven. De raad kan een verkozen bestemming echter ongedaan maken en besluiten een andere bestemming aan te wijzen voor het geld. Hierdoor zijn bestemmingsreserves in theorie vrij besteedbaar.
Jaarrekening 2012
46
Voorzieningen Van een voorziening is sprake als het risico concreet omschreven is, maar het moment van besteding van de gelden nog niet vaststaat. Het gaat hierbij ook om zogenoemde egalisatievoorzieningen om de kosten van bijvoorbeeld onderhoud over een aantal jaren gelijk te trekken. Daarnaast worden voorzieningen gevormd voor bijdragen van derden met een specifiek bestemmingsdoel. De regelgeving voor de verwerking van ontvangen subsidies van andere overheden is gewijzigd. In de nota Reserves en Voorzieningen is het beleid ten aanzien van reserves en voorzieningen geactualiseerd. Daarbij zijn ook de reserves en voorzieningen zelf geactualiseerd. In de nota is gesteld dat dit voortaan jaarlijks bij de jaarrekening gedaan wordt, in plaats van eens in de vier jaar bij de nota reserves en voorzieningen. Deze actualisatie maakt onderdeel uit van het jaarrekeningproces, de reserves en voorzieningen die in deze jaarrekening zijn weergegeven zijn dus getoetst aan de beleidscriteria uit de nota Reserves en Voorzieningen. Er wordt geen rente toegerekend aan- of geïndexeerd op reserves of voorzieningen, met uitzondering van enkele reserves van het Grondbedrijf die toegelicht worden in de nota Weerstandsvermogen Grondbedrijf en ICL-voorzieningen. Voor voorzieningen geldt dat deze gewaardeerd worden tegen de nominale waarde. Behalve voor de ICL-voorzieningen waar sprake is van verplichte toevoegingen, gelijk aan de rentevoet. Deze toevoegingen (inflatiecorrecties) worden niet gezien als een rentetoevoeging, maar als een toevoeging om de voorziening op de juiste hoogte te houden. Langlopende schulden Vaste schulden met een rentetypische looptijd van een jaar of langer (leningen) worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Kortlopende schulden (< 1 jaar) De kortlopende schulden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde Opname van de administratie van het onderwijs In 2008 is de financiële administratie van De Steiger verwerkt in een separate subadministratie en vervolgens aangesloten op de gemeentelijke administratie. Om de verantwoording van De Steiger naar het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap te faciliteren is de inrichting van de subadministratie geënt op de regelgeving vanuit het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap. Deze regelgeving wijkt op een aantal onderdelen af van de BBV vooral bij de waardering van activa en de typering reserve versus voorziening aan de passivazijde van de balans. Omdat de gemeente verplicht is de BBV te volgen zijn voor De Steiger in de aansluiting van de subadministratie aanpassingen gedaan om deze te laten voldoen aan de BBV-voorschriften.
Grondslagen voor resultaatbepaling De jaarrekening is opgesteld volgens het stelsel van baten en lasten. Dit houdt in dat baten en lasten, ongeacht of ze tot betaling hebben geleid, worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Indirecte kosten worden via een kostenverdeelstaat toegerekend naar de verschillende afdelingen. Met betrekking tot het resultaat van het Grondbedrijf is de volgende winstbepaling vastgesteld. Van alle bestuurlijk vastgestelde grondexploitaties wordt naast de boekwaarde (saldo van gemaakte kosten en gerealiseerde opbrengsten) ook een berekening gemaakt van de nog te maken kosten en nog te realiseren opbrengsten. Aan de hand van de fasering van de nog te maken kosten en nog te realiseren opbrengsten wordt met behulp van parameters (kosten- en opbrengstenstijging 0,5 procent en rente 4,25 procent) het saldo van de diverse grondexploitaties op contante waarde per 1 januari berekend. Voor de winstbepaling wordt vervolgens per jaar, per (deel)exploitatiebegroting het contant gemaakt resultaat genomen naar rato van de in dat jaar gerealiseerde opbrengstverkopen in verhouding tot de totaal nog te realiseren opbrengstverkopen. De opbrengsten worden pas als
Jaarrekening 2012
47
gerealiseerd beschouwd nadat de gronden notarieel zijn getransporteerd. De som van deze berekende bedragen over alle vastgestelde grondexploitaties levert het bedrijfsresultaat per jaar op. Op 20 december 2011 heeft de raad besloten welke incidentele exploitatie budgetten op basis van de vastgestelde kaders voor doorschuiven in aanmerking komen. De eventuele aanpassing van budgetten in het nieuwe jaar zijn vastgesteld op basis van de realisatie ten tijde van de rekening maar overschrijden nooit het totaal toegekende budget waartoe initieel is besloten.
3.2
Balans
Het jaar 2012 is afgesloten met de op de volgende pagina weergegeven balans. In de jaarrekening 2011 was de voorziening niet in exploitatie genomen gronden opgenomen onder de post onderhandenwerk. Dit jaar is deze voorziening in de eindbalans 2011 in mindering gebracht op de gronden zonder kostprijsberekening. Dit leidt op deze twee posten tot een verschil tussen de jaarrekeningen.
Jaarrekening 2012
48
Tabel: Balans activa
Bedrag x € 1.000 31 decem ber 2012
Balans activa
31 decem ber 2011
Vaste activa Materiële vaste activa Gronden uitgegeven in erfpacht Overige investeringen met een econ. nut Totaal materiële vaste activa
8.962 201.240 210.202
8.962 196.316 205.278
3.357 9.491
2.357 9.241
5.917 -1.998
9.831 -5.598
4.238 21.005
4.740 20.571
Totaal vaste activa
231.206
225.849
Vlottende activa Voorraden en onderhanden w erk Gronden zonder kostprijsberekening Hoofd-infrastructurele w erken Overige w erken Voorraden Onderhandenw erk Totaal voorraden en onderhanden werk
21.093 49 998 0 101.984 124.124
19.582 4 961 0 108.491 129.038
22.290 8.038 30.327
23.262 11.149 34.410
4.390 9 4.399
1.863 10 1.873
22.660 22.660
32.600 32.600
Totaal vlottende activa
181.510
197.922
Totaal activa
412.717
423.771
Financiële vaste Activa Kapitaalverstrekking aan: Deelnemingen (Overige) Deelnemingen (Verbonden partijen) Overige langlopende leningen Overige langlopende leningen VZ Overige langlopende leningen Verstrekte leningen: Verstrekte leningen (Verbonden partijen) Totaal financiële vaste activa
Uitzettingen met een looptijd < 1 jaar Overige vorderingen Vorderingen op openbare lichamen Totaal Uitzettingen met een looptijd < 1 jaar Liquide middelen Bank- en Girosaldi Kassaldi Totaal Liquide middelen Overlopende activa Overlopende activa Totaal weg Overlopende activa
Jaarrekening 2012
49
Tabel: Balans passiva Balans passiva
Bedrag x € 1.000 31 december 2012
31 december 2011
Vaste passiva Eigen vermogen Algemene reserves Bestemde reserves Saldo boekjaar Totaal eigen vermogen
7.809 77.815 809 86.434
1.395 92.603 35 94.033
Voorzieningen Voorzieningen bestemde gelden derden Voorzieningen overig Totaal voorzieningen
71.849 7.365 79.214
72.964 6.317 79.281
2.077 201.215 37 203.329
2.165 184.349 173 186.687
368.977
360.002
31.674 12.065 43.739
54.255 9.515 63.770
43.739
63.770
412.717
423.771
Schulden met een looptijd > 1 jaar Afkoopsommen Leningen (opgenomen) Waarborgsommen Totaal schulden met een looptijd > 1 jaar
Totaal vaste passiva Vlottende passiva Vlottende passiva Schulden met een looptijd < 1 jaar Overlopende passiva Totaal vlottende passiva
Totaal vlottende passiva Totaal passiva
Jaarrekening 2012
50
3.3
Vaste activa
In onderstaand overzicht wordt het verloop weergegeven van de vaste activa. De vaste activa bestaan uit materiële en financiële vaste activa. Tabel: Vaste activa Vaste activa
Bedrag x € 1.000 31 Herschikdecem ber king 2011
Materiële vaste activa Gronden uitgegeven in erfpacht Gronden uitgegeven in erfpacht 8.962 Totaal Gronden uitgegeven in erfpacht 8.962 Overige investeringen met een econ. nut Bedrijfsgebouw en 157.329 Gronden en terreinen AD 10.238 Grond-w eg-/w aterb.w erken 281 Machines, app. Installaties 22.654 Overige materiële activa 3.966 investeringen met een econ. nut 1.847 Totaal Overige investeringen m et een econ.196.316 nut Totaal Materiële vaste activa 205.278 Financiële vaste Activa Kapitaalverstrekking aan: Deelnemingen (Overige) 2.357 Deelnemingen (Verbonden partijen) 9.241 Totaal Kapitaalverstrekking aan: 11.598 Overige langlopende leningen Overige langlopende leningen 9.831 VZ Overige langlopende leningen -5.598 Totaal Overige langlopende leningen 4.233 Verstrekte leningen: Verstrekte leningen (Verbonden partijen) 4.740 VZ Verstr. leningen (Verbonden partijen) Totaal Verstrekte leningen: 4.740 Totaal Financiële vaste Activa 20.571 Totaal vaste activa 225.849
Investeringen
Desinveteringen / aflossing
Afschrijvingen
Bijdragen 31 van decem ber derden 2012
8.962 8.962 8.657 400 1.828 1.121 77
-203 -5
12.083 12.083
-322 -322
-32 -82
-4.384 -45 -22 -1.597 -363 -228 -6.639 -6.639
-197
-197 -197
1.000 250 1.250
161.202 10.588 2.087 22.146 3.598 1.619 201.240 210.202
3.357 9.491 12.848
3.287 3.600 6.887
-7.202 -7.202
5.916 -1.998 3.918
500
-1.002
4.238
500 8.637 20.720
-1.002 -8.204 -8.526
4.238 21.005 231.206
-6.639
-197
Materiële vaste activa In 2012 is de Nota activeren en afschrijven door het college vastgesteld. Alle mutaties zijn conform deze nota verwerkt. Verder heeft er dit jaar, naast een aanwezigheidscontrole, een controle plaatsgevonden op alle gebouwen, hierbij is vastgesteld dat de boekwaarde gelijk of onder de WOZ waarde / verzekerde waarde is. Deze controle geeft geen aanleiding tot afwaardering van de boekwaarde van de gebouwen. Gronden uitgegeven in erfpacht Binnen de gronden uitgegeven in erfpacht hebben geen mutaties plaatsgevonden. Overige investeringen met een economisch nut Bedrijfsgebouwen De verhoging van de balanspost bedrijfsgebouwen betreft de vervangende nieuwbouw de Zevenster (€ 4.704.000), het restant renovatie van het stadhuis (€ 1.773.000), 2 extra lokalen OBS de toermalijn (€ 496.500), renovatie schoolgebouw de Kring (€ 484.200 en 4 groepsruimten bij OBS de Regenboog (€ 226.000). De afname betreft een toekenning van een EFRO subsidie ten gunste van het havengebouw (€ 197.300) deze is als desinvestering in mindering gebracht op het actief.
Gronden en terreinen De toename van deze post wordt veroorzaakt door de toevoeging van de grond van het parkeerterrein kust vanuit het grondbedrijf (€ 400.000).
Jaarrekening 2012
51
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken De toename van de grond- weg- en waterbouwkundige werken betreft de inrichting van het parkeerterrein kust vanuit het grondbedrijf (€ 1.600.000) en de investeringen in de riolering (€ 227.723).
Machines, apparaten en installaties De toename betreft ICT software (€ 402.188) en diverse investeringen in ICT hardware (€ 754.152)
Jaarrekening 2012
52
Financiële vaste activa In onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de deelnemingen en verstrekte leningen. Als gevolg van wijzigingen in de wijze van presenteren van de leningen, zijn een tweetal leningen (Starters leningen en WOP NO Algemeen) omgezet naar één lening, (Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting). Dit is slechts een administratieve wijziging.
Tabel: Deelnemingen en verstrekte leningen
Bedrag x € 1.000 31 december 2012
Deelnem ingen en verstrekte leningen
31 december 2011
Deelnem ingen (Overig) 052001 Deelnemingen (Overige) Aandelenkapitaal OMAGC CV Aandelenkapitaal Vitens Deelname Aandelenkap.Huisvuilcentrale Deelname aandelenkapitaal Alliander Deelname Aandelenkapitaal BNG Deelname Aandelenkapitaal Technofonds Totaal Deelnemingen (Overig)
1.000
0
98
98
4
4
1.195
1.195
38
38
1.022
1.022
3.357
2.357
Deelnem ingen (Verbonden partijen) 052101 Deelnemingen (Verbonden partijen) Aandelenkap.Ontw ikkelingsmij.Airport L/A Aandelenkapit. NV Sportbedrijf Lelystad BV Perspectief, aandelenkapitaal St.Uiver en Constellation, participatie Totaal Deelnemingen (Verbonden partijen) Totaal deelnemingen 050001 Overige langlopende leningen Agora Theater Batavia overbruggingskrediet 2006 Cafetariamodel (Gemal) Erfgoed Centrum Nieuw land Stichting IJsselmeerziekenhuizen Stichting stimuleringsfonds volkshuisvesting Stichting VO Verstrekte hypotheken eigen personeel Totaal 050001 Overige langlopende leningen 050011 VZ Overige langlopende leningen Stichting IJsselmeerziekenhuizen Totaal 050011 VZ Overige langlopende leningen 051101 Verstrekte leningen (Verbonden partijen) Omala Lening Onderhandse lening NV Sportbedrijf LLS Totaal 051101 Verstrekte leningen (Verbonden partijen) Totaal verstrekte leningen Totaal deelnemingen en verstrekte leningen
Jaarrekening 2012
25
25
9.198
9.198
18
18
250 9.491 12.849
0 9.241 11.599
248 257 36 562 2.000 1.893 480 442 5.917
0 247 34 576 5.600 2.300 540 534 9.831
-1.998 -1.998
-5.598 -5.598
2.653 1.585 4.238 8.156 21.005
3.153 1.586 4.740 8.972 20.571
53
Kapitaalverstrekkingen Toelichting deelnemingen (overig) Vitens (ongewijzigd) De gemeente Lelystad is aandeelhouder van Vitens N.V. Het belang van de deelneming kan worden omschreven als het zekerstellen van een continue watervoorziening ten behoeve van inwoners en bedrijven (w.o. een adequaat leidingennet) en het streven naar zo laag mogelijke tarieven.
HVC N.V. (ongewijzigd) Het publieke belang dat door deze partij wordt gediend, is het reguleren van de afvalverwerking in Lelystad. Er is sprake van een aandeelhouderschap voor onbeperkte duur.
Alliander (ongewijzigd) De gemeente Lelystad is aandeelhouder van Alliander. Het belang van deze deelneming kan worden omschreven als het zekerstellen van een continue energievoorziening en het streven naar zo laag mogelijke tarieven. Het aandeelhouderschap in Alliander is ontstaan na de splitsing van NV Nuon. De balanswaarde van Alliander is, conform richtlijnen van BBV, gebaseerd op de historische kostprijs van de oude Nuon. De gemeente Lelystad heeft 873.863 aandelen Alliander.
BNG (ongewijzigd) De gemeente Lelystad is aandeelhouder van de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). De BNG is een bank voor overheidsinstanties. De BNG is dan ook volledig in handen van Nederlandse overheden. Lelystad is voor 0,009% aandeelhouder van BNG.
OMAGC CV (gewijzigd) In 2008 is de OMALA NV opgericht om slagvaardig te kunnen inspelen op de bedrijfsontwikkelingen nabij de luchthaven Lelystad. Het gaat hier om een gelijke deelneming van de gemeenten Almere, Lelystad en de provincie Flevoland in deze NV. Vooruitlopend op de oprichting van Ontwikkeling Maatschappij Airport Garden City CV (hierna: OMAGC CV) is door ieder van de deelnemende partijen een lening van € 1.000.000 verstrekt aan OMALA NV. Bij het aangaan van de geldlening is bepaald dat na oprichting van OMAGC CV de geldlening direct wordt afgelost en wordt omgezet in aandelenkapitaal van OMAGC CV. Dit heeft eind 2011 plaatsgevonden en is pas verwerkt in 2012.
Technofonds (ongewijzigd) Doelstelling is het in het kader van het regionale technologiebeleid verstrekken van risicodragend kapitaal, in de vorm van participatie in het aandelenkapitaal en/of het verstrekken van achtergestelde leningen, aan startende en doorstartende ondernemingen in het MKB in Flevoland, waarbij het gaat om ontwikkelingen bij bedrijven op technologisch-innovatief terrein. In 2009 heeft Lelystad 772 extra aandelen aangekocht door een kapitaalstorting te doen ter waarde van € 350.000.
Jaarrekening 2012
54
Toelichting deelnemingen (verbonden partijen) Ontwikkelingsmij.Airport Lelystad/Almere (ongewijzigd) In 2008 is de OMALA NV opgericht (zie ook OMALA CV). Het gaat hierom een gelijke deelneming via de CV van de gemeenten Almere, Lelystad en de provincie Flevoland in deze NV, ieder tot een bedrag van € 25.000.
Sportbedrijf Lelystad (ongewijzigd) N.V. Sportbedrijf Lelystad, is van start gegaan op 1 februari 1999 is eigenaar van en beheert en exploiteert bijna alle sportaccommodaties in Lelystad. Tevens verzorgt het Sportbedrijf sportstimuleringsactiviteiten en is het sportsteunpunt er ondergebracht. De gemeente Lelystad heeft met het Sportbedrijf Lelystad een dienstverleningsovereenkomst voor het uitvoeren van gemeentelijk sportbeleid. De meest recente officieel vastgestelde jaarrekening is die van 2010. Deze jaarrekening laat een exploitatieoverschot zien van € 578.000, waarvan € 400.000 door een incidentele BTWteruggave. Het eigen vermogen is € 10,3 mln. bij een balanstotaal van € 20,8 mln..
Perspectief B.V. (ongewijzigd) In 2008 is stichting Perspectief omgezet in Perspectief BV. Gemeente Lelystad is enig aandeelhouder en heeft ten behoeve van de oprichting € 18.000 gestort als aandelenkapitaal. Stichting Perspectief is begin 1997 opgericht ten behoeve van de bevordering en afstemming van de additionele werkgelegenheid en uitvoering van taken op het terrein van veiligheidszorg, parkeerbeheer en wijkgericht werken.
St. Uiver Constellation (nieuw) In 2012 hebben KLM, Schiphol en de gemeente Lelystad de de stichting Uiver Constellation opgericht. In de stichting is het recht ondergebracht om de vliegtuigen Uiver en Constellation te behouden en te exploiteren, waaronder het recht om de vliegtuigen aan een derde ter beschikking te stellen, in dit geval aan Libéma, de huidige exploitant van het Aviodrome. De oprichting van de stichting heeft bijgedragen aan het behoud van Aviodrome voor Lelystad. Overige langlopende leningen Toelichting verstrekte leningen overige (gewijzigd) Agora Theater Op 1 april 2012 is een lening van (€ 275.000) aan het Agora theater verstrekt om de liquiditeitspositie te versterken. Op deze lening is in 2012 € 27.500 afgelost. Batavia overbruggingskrediet De lening is in 2006 verstrekt voor de tweede tranche van een ondersteuningstraject. De lening heeft een looptijd van 13 jaar. Op de lening is in 2012 niet afgelost, de te betalen rente in een lening omgezet.
Cafetariamodel Het Cafetariamodel is toegenomen naar € 36.000. Het cafetariamodel is een onderdeel van de arbeidsvoorwaarden van de Gemeente Lelystad.
Jaarrekening 2012
55
Erfgoedcentrum Nieuw Land In 2009 is ten behoeve van de investering voor de herbouw van de voormalige kantine van het werkeiland Lelystad-haven op het museumcomplex van het Nieuw Land Erfgoedcentrum een lening ad. € 591.000 verstrekt. De lening wordt in gelijke termijnen in 40 jaar worden afgelost. De lening is rentevrij verstrekt, de aflossing heeft plaatsgevonden.
Stichting IJsselmeerziekenhuizen Op 1 maart 2006 is de lening van € 3.600.000 verstrekt ten behoeve van het weerstandsvermogen van de stichting. De rente is conform voorwaarden ontvangen. Deze lening is per 31-12-2012 (dit was maart 2020) kwijtgescholden conform de overeenkomst van februari 2009, dit is ten laste gegaan van de getroffen voorziening. In 2008 heeft de gemeenteraad besloten een bijdrage van € 2.000.000 te leveren voor de warme doorstart van de IJsselmeerziekenhuizen. Deze lening wordt afgelost in 3 gelijke termijnen voor het eerst op 31 december 2012, tenzij op het moment van aflossing de solvabiliteit lager is dan 15% of als deze door de terugbetaling onder de 15% komt. Dan wordt het bedrag van de aflossing in mindering gebracht van de getroffen voorziening. De aflossing heeft nog niet plaatsgevonden in afwachting van de vaststelling van de solvabiliteitspositie van het ziekenhuis.
Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Deze lening is bestemd voor particuliere woning verbetering en voor starters op de woningmarkt. De uitvoering van dit besluit ligt bij Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting. De gemeente Lelystad heeft een bijdrage verstrekt van € 2.300.000, van dit bedrag is voor € 1.893.000 aan leningen verstrekt het resterende saldo staat verantwoord onder de nog te ontvangen bedragen.
Starters leningen Deze lening valt nu onder Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting WOP NO Algemeen Deze lening valt nu onder Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Stichting voor Voortgezet Onderwijs Lelystad (lening Rietlanden) Aan Stichting voor Voortgezet Onderwijs Lelystad is een lening verstrekt ad. € 600.000. De ingangsdatum van de lening is 1 augustus 2007 en loopt uiterlijk tot 2020. De lening is verstrekt voor een goede financiële afwikkeling van de besturenfusie tussen het bestuur van de Stichting voor Interconfessioneel Voortgezet Onderwijs in Lelystad en omstreken en het bestuur van het openbaar voortgezet onderwijs. Conform het afgesproken aflossingsschema is er in 2012 € 60.000 afgelost.
Verstrekte hypotheken eigen personeel De post verstrekte hypotheken aan eigen personeel neemt af door aflossingen van oude leningen en doordat de gemeente geen nieuwe leningen meer verstrekt.
Jaarrekening 2012
56
Verstrekte leningen Toelichting nieuw verstrekte leningen verbonden partijen (gewijzigd) Ontwikkelingsmaatschappij Airport Lelystad/Almere (Omala) Het doel van Ontwikkeling Maatschappij Airport Lelystad Almere is het versterken van de sociaaleconomische structuur en bevorderen van werkgelegenheid in Flevoland in samenhang met de ontwikkeling van Lelystad Airport door het realiseren van een hoogwaardig Businesspark. Belangrijkste activiteiten zijn: het verwerven van de noodzakelijke gronden, deze ontwikkelen en uitgeven aan luchtvaartgerelateerde en andere bedrijven. Vooruitlopend op de oprichting van Ontwikkeling Maatschappij Airport Garden City CV (hierna: OMAGC CV) is door ieder van de deelnemende partijen een lening van €1.000.000 verstrekt aan OMALA NV. Bij het aangaan van de geldlening is bepaald dat na oprichting van OMAGC CV de geldlening direct wordt afgelost en wordt omgezet in aandelenkapitaal van OMAGC CV. Dit heeft eind 2011 plaatsgevonden en is pas verwerkt in 2012. Daarnaast is in 2012 voor € 400.000 aan nieuwe leningen verstrekt aan OMALA NV.
Sportbedrijf Lelystad In 2002 is € 2.723.000 verstrekt aan Sportbedrijf Lelystad voor de bouw van het racketcentrum. De lening loopt tot en met 2031. Deze onderhandse lening is conform voorwaarden afgelost.
Toelichting Voorzieningen verstrekte leningen Stichting IJsselmeerziekenhuizen Op 1 maart 2006 is een lening van € 3.600.000 verstrekt ten behoeve van het weerstandsvermogen van de stichting. De rente is conform voorwaarden ontvangen. Deze lening is per 31-12-2012 kwijtgescholden om bij te dragen aan de balanspositie van het ziekenhuis, conform de overeenkomst van februari 2009. Dit is ten laste gegaan van de getroffen voorziening. In 2008 heeft de gemeenteraad besloten een bijdrage van € 2.000.000 te leveren voor de warme doorstart van de IJsselmeerziekenhuizen. Deze lening wordt afgelost in 3 gelijke termijnen voor het eerst op 31 december 2012, tenzij op het moment van aflossing de solvabiliteit lager is dan 15% of als deze door de terugbetaling onder de 15% komt. De aflossing heeft nog niet plaatsgevonden in afwachting van de vaststelling van de solvabiliteitspositie van het ziekenhuis.
Jaarrekening 2012
57
3.4
Vlottende activa
De vlottende activa worden in deze paragraaf nader toegelicht. Deze bestaan uit: -
De voorraden en het onderhanden werk; De vorderingen; De overlopende activa; De liquide middelen.
Voorraden en onderhanden werk De post onderhandenwerk bestaat uit Onderhanden werk algemene dienst en Onderhanden werk grondbedrijf. Onderhanden werk grondbedrijf Tabel: Voorraden en onderhanden w erk grondbedrijf
Bedrag x € 1.000 31 decem ber 2012 21.093 49 998 0 101.984 124.124
Voorraden en onderhanden w erk grondbedrijf Gronden zonder kostprijsberekening Hoofd-infrastructurele w erken Overige w erken Voorraden Onderhandenw erk Totaal voorraden en onderhanden w erk
31 decem ber 2011 19.582 4 961 0 108.491 129.038
In de jaarrekening van 2011 zijn de voorzieningen met betrekking tot de Gronden zonder kostprijsberekening ad € 8.337.000 bij de post Onderhanden werken verantwoord. Hierdoor was de boekwaarde van de Gronden zonder kostprijsberekening in 2011 € 8.337.000 te hoog en de boekwaarde van de post Onderhanden werk € 8.337.000 te hoog. In 2012 is een correctie aangebracht en zijn de voorzieningen bij de juiste posten ondergebracht. Deze correctie is ook doorgevoerd in de cijfers van 2011.
Onderhanden werk algemene dienst Deze investeringsprojecten zijn per balansdatum in uitvoering. Wanneer de projecten worden opgeleverd of gerealiseerd zijn, vindt overheveling naar materiële vaste activa plaats Het onderhanden werk algemene dienst bedraagt in totaal € 1.683.000. Dit wordt voornamelijk bepaald door investeringen in de overige gemeentelijke gebouwen. Tabel: Specificatie onderhanden w erk Specificatie onderhanden w erk
Bedrag x € 1.000 Restant krediet begin 2012
Realisatie in 2012
Restant
apparatuur
220
174
55
Dienstverlening
306
104
266
Onderw ijs Overige Parkeergarages
1.276 691
1.276 50
619
184
61
123
Overige gemeentelijke gebouw en
11.016
1.294
8.840
Eindtotaal
13.693
1.683
11.179
Jaarrekening 2012
58
Onderhanden werk grondbedrijf Tabel: Onderhanden w erk grondbedrijf
Bedrag x € 1.000 31 decem ber 2012
Onderhanden w erk Grondbedrijf Boekw aarde per 1 janauri 2011 respectievelijk 2012
31 decem ber 2011
113.957
Overheveling van “gronden zonder kostprijsberekening” Overheveling naar “gronden zonder kostprijsberekening”
100.044 6.219
-3.477
Overheveling naar “overige w erken
1.555 -2.212
Boekw aarde
110.480
105.606
Bij: Bestedingen in het jaar gespecificeerd naar: - Grondaankopen
466
484
- Rente bijschrijvingen en algemene kosten
6.032
5.291
- Overige bestedingen
9.314
10.804
463
62
16.275
16.641
- Verkopen
-2.486
-5.823
- Onttrekking voorzieningen
-9.265
- Overige vermeerderingen Totaal bestedingen Af: Opbrengsten in het jaar gespecificeerd naar:
- Ontvangen subsidies
-449
- Overige verminderingen
-4.662
-2.331
-16.413
-8.603
Resultaatneming
352
313
Resultaat
352
313
110.694
113.957
- Voorziening Stadshart
-2.918
-1.361
- Voorziening Hanzepark
-3.782
-2.569
- Voorziening onderhanden w erk
-1.712
-6.929
0
-649
Totaal opbrengsten
Subtotaal Onderhanden w erk Af: Voorziening onderhanden w erk grondbedrijf:
- Voorziening Warande deelgebied 1 - Voorziening Houtribhoogte
-480
- Voorziening Bataviahaven
-1.426
- Voorziening Buitenhof (Gelderse Hout)
-57
- Voorziening Noordzoom fase 1 Oost
-15
-15
0
-275
-3
-55
Subtotaal Voorzieningen
-10.393
-11.853
Totaal Onderhanden w erk Grondbedrijf
100.301
102.104
- Voorziening bedrijventerrein Flevopoort - Voorziening Werkeiland
De afname van de boekwaarde (exclusief voorzieningen) van € 102 mln. naar € 100 mln. wordt globaal veroorzaakt door de overheveling van 3 deelexploitaties Kust naar de Gronden zonder kostprijsberekening (A-staten) voor - € 3 mln., door het opheffen van de Hoofdplanstructuur Warande ad - € 9 mln., door rentelasten en kosten voor de terreininrichting ad + € 16 mln. en door verkopen en bijdragen ad - € 7 mln.. De voorzieningen namen per saldo af met - € 1 mln.. In het Jaarverslag Grondbedrijf 2012 worden de mutaties op de complexen verder toegelicht.
Jaarrekening 2012
59
Gronden zonder kostprijsberekening
Tabel: Gronden zonder kostprijsberekening
Bedrag x € 1.000 31 decem ber 2012
Gronden zonder kostprijsberekening Boekw aarde per 1 januari 2011 respectievelijk 2012
31 decem ber 2011
27.919
- Overheveling naar "onderhanden w erken"
41.793 -6.219
- Overheveling van "onderhanden w erken"
3.477
- Overheveling van "overige w erken"
-1.555 365
- Kosten verw erving/bouw rijp maken - Resultaatneming / vrijval voorzieningen - Opbrengst verkopen Subtotaal Gronden zonder kostprijsberekening
1.295
913
230
-441
-1.806
-6.937
31.115
27.919
- Voorziening Larserpoort kavel Klunder
-4.173
-4.173
- Voorziening restgebieden Warande
-3.817
-3.105
- Voorziening Larserknoop
-1.028
-826
Af: Voorzieningen Gronden zonder kostprijsberekening:
- Voorziening Noorderzijl (Meerdijkhaven)
-387
- Voorziening Graansteiger
-511
- Voorziening Kust-Centraal
-40
- Voorziening Werkeiland binnengebied (niet in exploitatie) - Voorziening Waterw ijzer Subtotaal Voorzieningen Totaal gronden zonder kostprijsberekening
0
-174
-65
-59
-10.021
-8.337
21.094
19.582
De toename van de boekwaarde van € 20 mln. naar € 21 mln. wordt in grote lijnen veroorzaakt door 2 overheveling van 3 deelexploitaties Kust onder instelling van voorzieningen om de boekwaarde per m op verwervingswaarde van € 10 te brengen.
Onder gronden zonder kostberekening verstaan we: Gronden met grondexploitaties in voorbereiding Gronden met haalbaarheidsanalyses en/of solitaire ontwikkelingen Gronden waarvan nagenoeg alle gronduitgiften zijn gerealiseerd en die binnen afzienbare termijn kunnen worden afgesloten. De nog te maken kosten en opbrengsten worden verantwoord via de zogenaamde A-staat.
Jaarrekening 2012
60
Vorderingen Tabel: Uitzettingen korter dan één jaar (Vorderingen) Uitzettingen korter dan één jaar (Vorderingen)
Bedrag x € 1.000 31 december 2012
Overige vorderingen Deb iteuren algemeen Debiteuren belastingen Debiteuren Sociale Zaken Totaal Overige vorderingen Vorderingen op openbare lichamen Vorderingen op openbare lichamen BTW/BCF Totaal Vorderingen op openbare licham en Totaal uitzettingen korter dan één jaar
Tabel: Debiteuren algem een naar ouderdom
31 december 2011
6.530 5.845 9.915 22.290
8.501 4.215 10.545 23.262
8.038 8.038 30.327
11.149 11.149 34.410
Bedrag x € 1.000 31 december 2012 1.948 70 57 4.666
31 december 2011 1.810 584 2.849 3.410
Subtotaal
6.741
8.653
Voorziening dubieuze debiteuren Totaal debiteuren algemeen
-211 6.530
-152 8.501
Debiteuren algem een minder dan 1 maand 1 tot 3 maanden 3 tot 6 maanden 6 maanden en ouder
Tabel: Debiteuren (posten ouder dan 6 maanden) Debiteuren (posten ouder dan 6 m aanden) Grondbedrijf Algemene dienst Totaal debiteuren (posten ouder dan 6 m aanden)
Bedrag x € 1.000 31 december 2012 4.310 356 4.666
31 december 2011 3.141 269 3.410
Debiteuren algemeen De post openstaande debiteuren algemeen laat ten opzichte van 2011 een afname van € 1.971.000 zien. Er zijn als gevolg van de afgenomen economie veel minder facturen verstuurd. Het bedrag van openstaande posten van 6 maanden en ouder wordt voor het grootste deel gevormd door de debiteuren die gebruik gemaakt hebben van de verkoopbevorderende maatregel grondverkoop die een betalingstermijn van 2 jaar aanbood. Vorderingen op openbare lichamen BTW/BCF De vordering die open staat in verband met BTW bedraagt € 8.038.000 en betreft een vordering op het btw Compensatiefonds. In verband met bezuinigingen zijn er minder aankopen gedaan waardoor deze vordering lager is dan in 2011. De afrekening vindt één keer per jaar plaats.
Jaarrekening 2012
61
Debiteuren belastingen De stijging van de belastingdebiteuren wordt veroorzaakt doordat de aanslag in februari 2012 is e opgelegd en de 11 termijn daardoor pas in januari 2013 geïncasseerd kan worden. Daarnaast is er als gevolg van het verslechterd betalingsgedrag van de belastingbetaler sprake van een lichte stijging van het openstaande bedrag aan nog te incasseren gemeentelijke belastingen. Derhalve heeft een extra storting in 2012 in de voorziening plaatsgevonden van € 162.000 waardoor de voorziening € 778.000 bedraagt per 31 december 2012.
Debiteuren sociale zaken (Soza) Er is een toename zichtbaar in de vorderingen die zijn opgelegd in 2012 als gevolg van intensivering van het invorderingsbeleid bij de afdeling Werk, Inkomen en Zorg. Daarnaast zijn alle uitstaande vorderingen in 2012 individueel beoordeeld op diverse factoren, een zogenoemde statische benadering, waarna een realistische inschatting is gemaakt ten aanzien van de waardering. Dit heeft geleid tot een hoge dotatie aan de voorziening voor dubieuze debiteuren van € 1.069.000 en tot een afboeking van € 312.000.
Overlopende activa
Tabel: Overlopende activa Overlopende activa Kruisposten Nog te ontvangen bedragen NTOB bijdragen derden (overheid) Vooruitbetaalde bedragen Totaal overlopende activa
Bedrag x € 1.000 31 decem ber 2012 107 17.542 311 4.700 22.660
Tabel: Nog te ontvangen bedragen
31 decem ber 2011 109 29.546 347 2.598 32.600
Bedrag x € 1.000 31 december 2012 13.248 1.563 474 466 302 226 220 218 825 17.542
Nog te ontvangen bedragen Verkoop aandelen nuon Baten Onroerend zaak belasting Nog te ontvangen ESF gelden Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (Erf-) pacht Claim verzekering Bataviahaven WMO kantoor PGB Vorderingen De Steiger Overig Totaal nog te ontvangen bedragen
Jaarrekening 2012
62
Tabel: Vooruitbetaalde bedragen
Bedrag x € 1.000 31 december 2012 1.108 533 427 323 303 282 255 213 152 124 980 4.700
Vooruitbetaalde bedragen Regionale Brandw eer Voorzieningen huishoudelijke ondersteuning Verzekeringen Gezondheidszorg 322.685 Exploitatie parkeren Toezicht en handhaving ICT Onderw ijs achterstandbeleid Verw erken afvalstoffen Huisvesting OBO Atalanta Overig < 100 Totaal vooruitbetaalde bedragen
Tabel: NTO bijdragen derden (overheid) NTO bijdragen derden (overheid)
Bedrag x € 1.000 31 december 2011
Recreatieve routes Overige projecten < 40 Totaal NTO bijdragen derden (overheid)
Verm eerdering
0 347 347
159 0 159
Vermindering 0 195 195
31 decem ber 2012 159 152 311
Liquide middelen De liquide middelen zijn vrij besteedbaar met uitzondering.€ 2.700.000 dat op 31 december 2012 nog moet worden verrekend met de Stichting School. Tabel: Liquide m iddelen Liquide m iddelen
Bedrag x € 1.000 31 december 2012
Bank- en Girosaldi
31 december 2011
4.390
Kassaldi Totaal Liquide m iddelen
Jaarrekening 2012
1.863
9
10
4.399
1.873
63
3.5
Eigen vermogen
In de onderstaande tabellen wordt het verloop van de reserves weergegeven. Tabel: Eigen verm ogen
Bedrag x € 1.000 31 decem ber 2012
Eigen verm ogen
Resultaat boekjaar (vorig jaar)
31 decem ber 2011
Algemene reserves
7.809
35
1.395
Bestemde reserves
77.815
0
92.603
809
-35
35
86.434
0
94.033
Resultaat boekjaar (na bestemming) Totaal eigen verm ogen
Tabel: Reserves
Reserves
Bedrag x € 1.000 Verw erkBoekw aar ing nota de 31 reserves Stortingen decem ber en 2011 voorzieningen 2012
Bestem - Boekw aar ming de 31 resultaat decem ber 2011 2012
Onttrekkingen
1000 Algemene reserve AD
921
8.453
-1.600
35
1001 Algemene reserve GB
474
0
-474
0
0
1002 Reserve bestemd resultaat 2006 ee
90
0
-90
0
0
1004 Resultaat boekjaar AD (na bestemming)
35
809
0
-35
809
1005 Resultaat boekjaar GB (voor bestemming)
7.809
0
0
0
0
0
1006 Reserve bestemd resultaat
967
0
-882
0
84
2014 Reserve ontw ikkeling stad
7.848
0
-5.139
0
2.709
2016 Reserve Kust
4.935
210
-5.145
0
0
681
0
-681
0
0
3.537
640
-4.177
0
0
31
0
-31
0
0
5.769
0
-931
0
4.837
2017 Erfpachtgronden 2018 Bovenw ijkse voorzieningen 2021 Wet Werk en Bijstand -inkomensdeel 2043 Risico Grondexploitatie 2044 Reserve Hoofdw egenstructuur
117
0
-117
0
0
2045 Antw oord van LLS vraag en aanbodkant
747
2
-452
0
297 1.000
2046 Grondexploitatierisico OMALA
2.500
0
-1.500
0
2048 Reserve Begraafplaats
35
0
-35
0
0
2054 Reserve speerpunten van Beleid
92
0
-92
0
0
2060 IPR/MKB regeling
946
0
-259
0
687
2063 Dienstverlening/Telefonie
436
250
-120
0
566
-60
-30
0
0
0
20
0
0
2066 Reserve Leader + 2078 Reserve OO 2083 Reserve WMO 2085 Res. egal. kap IHP 2086 Reserve Nuon (Comp dividend) 2087 Reserve Nuon (Vrij besteedbaar) 2088 Reserve Nuon (nog niet vrij te besteden)
90 1.581
-1.602
0
0
0
0
0
253
0
-253
0
0
32.396
1.377
-2.001
0
31.772
6.858
10.641
-22
0
17.477
22.695
0
-9.456
0
13.239
2090 Reserve ISV
0
2.275
0
0
0
2.275
2210 Reserve De Steiger
0
1.602
105
-437
0
1.271
2.240
-640
0
1.601
2.275
24.668
-34.542
0
86.434
3020 Egalisatiereserve Parkeren Eindtotaal
0 94.033
Jaarrekening 2012
64
Algemene reserve De algemene reserves zijn onderverdeeld in de algemene reserve van de algemene dienst en de algemene reserve van het grondbedrijf. Tabel: Algemene reserves
Bedrag x € 1.000 31 december 2011 921 474 1.395
Algemene reserves 1000 Algemene reserve AD 1001 Algemene reserve GB Totaal algemene reserve
Vermeerdering 8.453 0 8.453
Vermindering -1.600 -474 -2.074
31 december 2012 7.809 0 7.809
Algemene reserve algemene dienst Reserve ter dekking van (on)voorziene risico’s die niet op een andere wijze zijn op te vangen. Onvoorziene risico zijn risico’s, die niet van te voren zijn in te schatten en onontkoombaar en onbeïnvloedbaar zijn. Het gewenste minimumniveau is 10% van de algemene uitkering (excl. ICL) De algemene uitkering is een tegenstelling tot eerdere verwachtingen hoger waardoor het minimum daarmee ongeveer op € 8,1 mln. uitkomt, daarmee ruim € 0,3 mln. hoger is dan inschatting bij de begroting 2012. In begrotingsjaar 2012 was voorzien een aanvulling op de Algemene Reserve van in totaal € 8.400.000 te laten plaatsvinden omdat de stand van de Algemene Reserve ver onder het afgesproken minimumniveau stond. De hiervoor benodigde middelen zijn in de begroting 2012 opgenomen en bestaan voor deels uit onttrekkingen aan overige reserves (€ 6.800.000) en deels uit ingeschat rekeningresultaat 2012 (€ 1.600.000). De grootste tegenvaller in de aanvulling op de algemene reserve is de begrote aanvulling vanuit de bestemde reserves ( € 1.500.000) van het Grondbedrijf die niet gerealiseerd is omdat deze, na het vormen van de noodzakelijke voorzieningen ten behoeve van het Grondbedrijf niet meer toereikend was. In 2012 is het saldo van de algemene reserve exclusief het rekening resultaat 2012 ruim € 7,8 mln. en is daarmee iets onder het gewenste minimum. Op dit saldo rust er nog een claim van € 800.000 vanuit resultaatbestemming voorgaande jaren vanuit doorschuifbudgetten. Om een zuiver beeld te geven van het onbeklemde deel van de algemene reserve zal vanaf 2013 deze reserve exclusief de beklemming worden gepresenteerd. De beklemming zal voortaan onder de reserve bestemd resultaat (nr. 1006) worden gepresenteerd.. Tabel: Algem ene reserve AD
Bedrag x € 1.000
Algem ene reserve AD Beginsaldo
921
Begrote storting
8.400
Minder storting vanuit grondbedrijf
-1.500
Overig
-12 6.888
Eindsaldo
7.809
Algemene reserve grondbedrijf De algemene reserve Grondbedrijf is bedoeld voor: • • • •
Afdekking van tekorten bij negatieve grondexploitaties bij de start van een complex; Afboeking van boekwaarden van terreinen c.q. panden die de marktwaarde te boven gaan; Incidentele tegenvallers buiten lopende complexen; Specifieke doelen welke door de raad worden bepaald.
Door de raad is de minimale grootte van deze reserve gesteld op 10% van de boekwaarde minus voorzieningen, per ultimo 2012 komt dit uit op een gewenste hoogte van € 2.109.000. Zodra een
Jaarrekening 2012
65
verhoogd risicoprofiel aan de orde is zal bijstelling - wellicht op tijdelijke basis – moeten plaatsvinden. Bij de actualisatie van de nota Meerjarenperspectief Grondbedrijf wordt hier jaarlijks aandacht aan besteed of bijstelling nodig is. Door de huidige economische situatie wordt vanwege de noodzaak tot in het instellen van voorzieningen een fors beroep gedaan op het weerstandsvermogen van het Grondbedrijf. Dit heeft tot gevolg dat de Risicoreserve grondexploitatie niet op het benodigde peil is en dat de Algemene Reserve Grondbedrijf nihil is. De verwachting is dat deze reserve niet eerder dan in 2016 uit nieuwe resultaten van het Grondbedrijf op peil kan worden gebracht.
Bestemde reserves In de tabel hieronder vindt u het overzicht van bestemde reserves. Daarna volgt een toelichting op die bestemde reserves waarbij de grootste bewegingen worden toegelicht.
Tabel: Bestem de reserves
Bedrag x € 1.000 31 decem ber 2011
Bestem de reserves
Verm eerdering
31 decem ber 2012
Verm indering
Bestemde reserves grondbedrijf 2016 Reserve Kust
4.935
2017 Erf pachtgronden
210
-5.145
0
681
0
-681
0
2018 Bovenw ijkse voorzieningen
3.537
640
-4.177
0
2043 Risico Grondexploitatie
5.769
0
-931
4.837
747
2
-452
297
2.500
0
-1.500
1.000
18.168
852
-12.886
6.135
2045 Antw oord van LLS vraag en aanbodkant 2046 Grondexploitatierisico OMALA Totaal Bestem de reserves grondbedrijf Bestemde reserves overig
90
0
-90
0
1006 Reserve bestemd resultaat
1002 Reserve bestemd resultaat 2006 ee
967
0
-882
84
2014 Reserve ontw ikkeling stad
7.848
0
-5.139
2.709
31
0
-31
0 0
2021 Wet Werk en Bijstand -inkomensdeel 2044 Reserve Hoofdw egenstructuur
117
0
-117
2048 Reserve Begraafplaats
35
0
-35
0
2054 Reserve speerpunten van Beleid
92
0
-92
0
2060 IPR/MKB regeling
946
0
-259
687
2063 Dienstverlening/Telefonie
436
250
-120
566
90
-60
-30
0
1.581
-1.602
20
0
0
0
0
0
253
0
-253
0
32.396
1.377
-2.001
31.772
6.858
10.641
-22
17.477
22.695
0
-9.456
13.239
2090 Reserve ISV
0
2.275
0
2.275
2210 Reserve De Steiger
0
1.707
-437
1.271
3020 Egalisatiereserve Parkeren
0
2.240
-640
1.601
74.434
16.829
-19.583
71.680
92.603
17.681
-32.468
77.815
2066 Reserve Leader + 2078 Reserve OO 2083 Reserve WMO 2085 Res. egal. kap IHP 2086 Reserve Nuon (Comp dividend) 2087 Reserve Nuon (Vrij besteedbaar) 2088 Reserve Nuon (nog niet vrij te besteden)
Totaal Bestem de reserves overig Totaal Bestem de reserves
Jaarrekening 2012
66
Bestemde reserves grondbedrijf 2016 Reserve kust De reserve was bedoeld om de resultaatverschillen tussen de grondexploitaties van de onderscheiden deelgebieden aan de kust te egaliseren. Hierbij moest het uiteindelijk resultaat op nihil uitkomen. In 2012 is de Herziening Kust verwerkt. Drie deelgebieden, Graansteiger, Noorderzijl en Kust-centraal zijn ingebracht in de Gronden zonder kostprijsberekening onder vorming van voorzieningen om de 2 boekwaarde op verwervingsniveau van € 10 per m te brengen. De hoofdstructuur Kust en het Werkeiland binnengebied zijn opgeheven en voor de actieve deelcomplexen Bataviahaven, Bataviastad en Houtribhoogte zijn voorzieningen gevormd. Na reservering van € 92.000 voor inrichting van de hotelkavel t.b.v. evenementen is de Reserve Kust opgeheven.
2017 Erfpachtgronden Deze reserve is per 31 december 2012 opgeheven ten gunste van de Algemene Reserve van de gemeente Lelystad om deze op peil te brengen. 2018 Bovenwijkse voorzieningen De reserve is ingesteld om dat deel van de grondkosten te financieren dat niet rechtstreeks aan één complex kan worden toegerekend. De afdracht vindt gefaseerd plaats aan de hand van de terreinuitgifte. Verder wordt de reserve gevoed met verkregen subsidies voor de realisatie van de opgenomen werken of aanwending van algemene subsidies. Tevens kan sprake zijn van bijdragen van derden. De vermeerdering in 2012 bestaat uit € 150.000 aan bijgeschreven rente en € 490.000 stortingen op basis van verkochte gronden. Deze stortingen vinden plaats op basis van een vast 2 bedrag per verkochte m grond. In 2012 heeft ten laste van de exploitatie Warande deelgebied 1 een inhaalslag plaatsgevonden over alle voorgaande jaren. Door het opheffen van de Hoofdplanstructuur Warande i.v.m. het tragere ontwikkeltempo wordt de exploitatie van het eerste deelgebied net als alle andere exploitaties betrokken in de Bovenwijkse voorzieningen. T.l.v. deze reserve is een voorziening ingesteld “Bovenwijkse voorzieningen” t.b.v. een turborotonde Oostranddreef ad € 650.000 i.v.m. het onvermijdelijke karakter van deze investering. Het gaat om een cofinanciering in het kader van het programma Beter Benutten, waaraan ook de Provincie en het Rijk bijdragen. Het saldo van de reserve ad € 3.527.000 is ingezet ter dekking van het opheffen van de Hoofdplanstructuur Warande. Hierna is de reserve nihil. Dit impliceert dat er pas nieuwe bovenwijkse projecten in uitvoer kunnen worden genomen nadat er vanuit de grondexploitaties de benodigde afdrachten richting de reserve Bovenwijkse voorzieningen hebben plaatsgevonden. 2043 Risico reserve grondexploitatie (risicoreserve) Jaarlijks wordt bij het opmaken van de jaarrekening de hoogte van de Reserve risico grondexploitatie bepaald. Daarnaast wordt jaarlijks een nota Meerjaren Perspectief Grondbedrijf opgemaakt waarbij het risicoprofiel wordt geactualiseerd. De maximale omvang van de risicoreserve wordt afgeleid van de nog te realiseren investeringen en grondopbrengsten. Immers over beiden worden risico ’s gelopen. Hiertoe is per grondexploitatie een risicoprofiel opgesteld gebaseerd op kansen en bedreigingen. De saldi van de kansen en bedreigingen vormen de omvang van de reserve. Deze omvang wordt vertaald in een percentage dat weer wordt gebruikt voor de prognose van de risicobuffer. Indien door de stortingen uit de verschillende grondexploitaties de aldus berekende maximaal benodigde reserve wordt overschreden dan wordt het meerdere overgeheveld naar de Algemene Reserve Grondbedrijf. T.l.v. deze reserve is een bijdrage aan Centrada betaald inzake de sloopkosten van de Ankerplaats van € 596.000 en er is een onttrekking gedaan ad € 336.000 ten gunste van het nadelige bedrijfsresultaat Grondbedrijf. De benodigde stand van de reserve bedraagt € 13.086.000. De stand per 31 december 2012 bedraagt € 4.837.000. De reserve zal de komende jaren worden aangezuiverd uit nieuwe resultaten van het Grondbedrijf.
Jaarrekening 2012
67
2045 Antwoord van Lelystad vraag- en aanbodzijde In verband met de economische crisis loopt het Grondbedrijf extra risico voor de afzet van woningen en bedrijven. De in 2009 ingestelde maatregelen onder de noemer “Het Antwoord van Lelystad” waarvoor € 6.500.000 uit de Reserve Ontwikkeling Stad (ROS) ter beschikking is gesteld zijn dit jaar beëindigd. 56 kavelkopers hebben gebruik gemaakt van 2 jaar uitgestelde betaling. 281 kopers in de Warande van zowel kavels als projectbouw woningen hebben een bijdrage van € 2.600 ontvangen in de aansluitkosten op de stadsverwarming. Grondexploitaties zijn ontlast voor rentederving en projectontwikkelaars zijn extra gestimuleerd. Om alle verplichtingen uit de tot en met 2011 afgesloten contracten te kunnen nakomen is voor de komende twee jaar nog een bedrag van € 374.000 benodigd. Stand van de reserve per 31 december 2012 bedraagt € 297.000. Het tekort ad € 77.000 zal t.l.v. de betreffende exploitaties worden gebracht.
2046 Grondexploitatierisico Omala De exploitatie van de gronden gelegen tussen het bedijventerrein Larserpoort en de luchthaven Lelystad is door OMALA NV in 2011 ter hand genomen ten behoeve van de CV (Airport Garden City CV). In 2011 is door de drie vennoten, gemeente Almere, gemeente Lelystad en de Provincie de eerste onverdeelde kavel, Larserpoort Barenbrug, economisch ingebracht in de CV. Om de risico’s te beperken is de juridische eigendom van de kavel bij de inbrengende vennoten gebleven. Door ieder van de drie vennoten is in 2010 aan OMALA NV bij wijze van werkkapitaal een storting van € 1.300.000 gedaan. Ter afdekking van de risico ’s is een de reserve grondexploitatie Omala ingesteld ad € 2.500.000. In de kadernota 2012-2015 is bepaald dat in 2012 uit de reserve OMALA een bedrag ad € 1.500.000 vrijvalt ten gunste van de Algemene Reserve van de gemeente Lelystad. De stand van de reserve bedraagt per 31 december 2012 € 1.000.000.
Bestemde reserves overig Opheffen van reserves Op grond van de nota reserves en voorzieningen uit 2012 is de jaarrekening een moment om reserves en voorzieningen op te heffen. De volgende reserves worden opgeheven in 2012. • • • • • • • • •
1002 Bestemd resultaat 2006ee 2017 Erfpachtgronden 2021 Wet Werk en Bijstand –inkomensdeel 2044 Reserve Hoofdwegenstructuur 2048 Reserve Begraafplaats 2054 Reserve speerpunten van Beleid 2066 Reserve Leader+ 2083 Reserve WMO 2085 Reserve egalisatie kapitaal lasten IHP
Jaarrekening 2012
68
Toelichting bestemde reserves overig 1002 Reserve bestemd resultaat t/m 2006 In de jaarrekening 2010 was besloten om deze reserve op te heffen. Er zijn echter doorschuifbudgetten die nog via deze reserve weglopen. Administratief is deze reserve per 31 december 2012 opgeheven en de middelen zijn aangewend voor de digitalisering van de vergunningverlening en de raadpleging.
1006 Reserve bestemd resultaat Het gerealiseerde resultaat na bestemming volgend uit de programmarekening wordt in de eindbalans afzonderlijk opgenomen als onderdeel van het eigen vermogen. Jaarlijks wordt bij de kadernota een besluit genomen over de bestemming. Over deze reserve lopen ook de doorschuifbudgetten waartoe in december 2011 en 2012 is besloten. 2014 Reserve ontwikkeling stad Het doel is om verwachte onrendabele projecten te financieren. Dit kunnen zowel projecten zijn waarin 'stenen gestapeld worden' als projecten met een meer sociaal maatschappelijk en/of cultureel karakter. Per project wordt een afzonderlijk raadsbesluit genomen dat aan de criteria voldoet. Uitgangspunt bij de vorming van deze reserve is dat deze gevoed wordt uit de overwinsten van het grondbedrijf. Voor de inzet van de ROS zijn de volgende criteria vastgesteld : • • •
De aantrekkingskracht en toekomstwaarde van Lelystad wordt verhoogd Bijdrage aan de ontwikkeling van de stad, waarbij het nuttigheidsrendement zich over een reeks van jaren uitstrekt Afboeking of sloopkosten van gebouwen, die hun functie hebben verloren.
In onderstaand overzicht is het verloop van de ROS als totaal gepresenteerd. Binnen de ROS is een deel van de middelen geoormerkt voor de RES (Reserve Economische Stimulering).
Jaarrekening 2012
69
Tabel: Verloop Reserve Ontw ikkeling Stad
Bedrag x € 1.000 Begroting
Overzicht verloop Reserve Ontw ikkeling Stad
Totaal Beginstand 2012 Geplande onttrekkingen: Citymarketing
7.848
Besluit in: Kadernota 2012
Uitsplitsing Deel ROS 6.548
Realisatie
Deel RES 1.300
Totaal 7.848
Uitsplitsing Deel ROS 6.548
-100
-100
-100
-100
Recreatieve buitenroutes
-170
-170
-161
-161
Beleidsadv. DO Kadernota 2012 w aterg./kunstw erken financiering HBO instellingen (RHA) kaveladviesw inkel, informatie duurzaam bouw en
-192
-192
-500
-500
-10
-10
Verbreding N23
-1.300
-1.300
-1.300
-1.300
-2.133
-2.133
-2.133
-2.133
-375
-375
-445
-445
-1.110
-1.110
Bijdrage Centrada 2012 HCU -> RES Voorw aardelijke onttrekking tbv Aviodrome Maatregelen n.a.v. crisimonitor
Raadsvoorstel maart 2012 Raadsbesluit december 2011
-300
-300
-250
-250
-1.000 Totaal onttrekkingen Stand per 31 decem ber 2012
1.300
-
Aanvulling algemene reserve Kadernota 2012
Bijdrage Centrada na 2012
Deel RES
-500
-500
-1.000
-500
-500
-7.440
-6.390
-1.050
-5.139
-4.639
-500
408
159
250
2.709
1.909
800
2060 Reserve IPR/MKB Deze reserve is bedoeld voor de uitvoering van de MKB subsidieregeling Lelystad 2008 – 2013. Deze regeling heeft tot doel een bijdrage te leveren aan het versterken van de economische structuur, het stimuleren van het innovatieklimaat en het creëren van nieuwe werkgelegenheid binnen de grenzen van de gemeente Lelystad. De MKB subsidie komt voort uit een cofinanciering van de gemeente Lelystad (€ 1.000.000), een subsidie (€ 1.000.000) vanuit het Europese EFRO programma (verhouding 50/50) en een Provinciale cofinanciering (€ 75.000). De subsidie aan de MKB ondernemer bedraagt minimaal € 50.000 en maximaal € 250.000 waarbij per € 10.000 één structurele arbeidsplaats dient te worden gecreëerd. De gemeenteraad heeft besloten de looptijd van de regeling te verlengen tot uiterlijk 31 december 2013. Van onze bijdrage is deze reserve gevormd en de vooruit ontvangen subsidie gelden van derden worden verantwoord onder de overlopende passiva en komen in termijnen binnen. De beschikbare middelen zijn ultimo 2012 voor een groot deel beschikt aan MKB ondernemingen. In 2012 is er € 259.000 onttrokken. De eindstand (2012) van de reserve bedraagt € 687.000.
2063 Dienstverlening en telefonie Deze reserve is ingesteld ter reservering van de toegekende incidentele middelen benodigd voor de uitvoering van het programma Dienstverlening. Doel van het Programma is het verbeteren van de dienstverlening, het verlagen van de administratieve lasten en het verhogen van de efficiëntie. Hiervoor is door de ambtelijke programmagroep een realisatieplan e-dienstverlening opgesteld dat is vastgesteld door het college. Er is € 120.023 onttrokken voor o.a. inrichting telefoniekanaal voor bereikbaarheid via het 14-320 nummer, inrichting BAG/WOZ werkprocessen, digitalisering akten
Jaarrekening 2012
70
burgerlijke stand, keurmerk drempelvrije website, afspraak zonder en met DigiD en uitbreiding van het digitale loket met diverse producten. De eindstand (2012) van de reserve bedraagt € 566.000. De komende twee jaar (2013 en 2014) vallen de in deze reserve NUP (Nationaal Uitvoeringsprogramma e-overheid) gestorte gelden weer vrij in het begrotingssaldo conform de programmabegroting 2013. 2078 Reserve Openbaar Onderwijs De gemeenteraad heeft besloten tot om het bevoegd gezag van alle openbare scholen, met uitzondering van De Steiger te verzelfstandigen in een stichting. De activa en passiva van de Zevenster zijn uit de gemeentelijke balans ontvlochten. Dit verklaart de afname van de reserve openbaar onderwijs. Het is de bedoeling dat de praktijkschool de Steiger ook gaat verzelfstandigen. Eind 2011 is er een intentiebesluit getekend door college en het bestuur van de Stichting om de verzelfstandiging van De Steiger verder uit te werken. De resterende reserve openbaar onderwijs zijn de reserves van De Steiger. In de nota Reserves en Voorzieningen is besloten de naam te wijzigen in Reserve de Steiger. Om de historie te behouden is een nieuwe reserve aangemaakt te weten 2210 .
2086 Reserve Nuon –compensatie dividend Deze reserve is ontstaan uit de verkooptransactie van NUON en dient ter compensatie van het structureel wegvallen van het dividend uit de exploitatie. Vanaf 2009 valt hierdoor jaarlijks € 2.001.000 vrij. Er heeft overeenkomstig de begroting een dotatie in de reserve plaatsgevonden van € 1.377.000. De dotatie betreft rente, deze wordt jaarlijks toegevoegd op basis van eenmalig bepaald percentage in 2009 van 4,25%. 2087 Reserve Nuon –vrij besteedbaar De opbrengst van de verkoop is niet ineens ontvangen, maar komt in tranches binnen.In 2009 is besloten de nog te ontvangen tranches af te romen van de NUON reserve nog nietvrij te besteden naar de NUON reserve vrij besteedbaar. De raad kan besluiten aan dezereserve onttrekkingen te doen, dit is vrij besteedbaar. De wens van de raad is om dezereserve in te zetten voor duurzaamheid. In 2015 wordt het laatste bedrag ontvangen en kent deze reserve zijn volledige omvang. 2088 Reserve Nuon- niet vrij besteedbaar Het doel is de egalisatie van de nog te ontvangen tranches als gevolg van deverkooptransactie in 2009. Deze reserve wordt bij het ontvangen van de toekomstigeverkooptranches overgeheveld naar de reserve Nuon vrij besteedbaar (2087). Onderbouwing: Intussen zijn 3 tranches ontvangen. De vierde en laatste tranche wordt overgedragen in juli 2015. Het bedrag in de reserve is gelijk aan de nog te ontvangen tranches
2210 Reserve De Steiger In de nota Reserves en Voorzieningen is besloten de naam van reserve openbaar onderwijs te wijzigen in Reserve de Steiger. Om de historie te behouden is een nieuwe reserve aangemaakt te weten 2210.
Jaarrekening 2012
71
3.6
Voorzieningen
In de onderstaande tabel wordt het verloop van de voorzieningen weergegeven. Tabel: Voorzieningen
Voorzieningen
Bedrag x € 1.000 Verw erking nota 31 reserves Verm eerdecem ber en dering 2011 voorzieningen 2012
2005 Herinrichting openbaar gebied 2010 Kunstw erken/hoge routes 2011 Riolering 2013 Parkeren 2036 ISV 3002 Groot onderhoud W.S.P. 3003 Groot onderhoud w atergangen etc. 3004 Groot onderhoud openbaar groen 5001 Pensioenen w ethouders 5003 Groot onderhoud gemeentelijke gebouw en 5004 Groot onderhoud stadhuis 5012 Risicovoorziening Aviodrome 5036 GSB BDU Soc. Intr. & Veiligheid SIV 5045 Risico VZ lening Agora 5059 Alternatief FLO 5061 Voorziening Bovenw ijkse Voorzieningen 5062 Voorziening GO Bovengronds 5063 Voorziening GO De Steiger 5804 IHP Onderhoud 5806 OH Inventaris en sportvloeren gymzalen 5807 Voorziening OO Totaal voorzieningen
Inflatiecorrectie
Verm indering
31 decem ber 2012
4.174
-4.003
0
0
-171
0
11.602
867
1.413
188
-742
13.327
1.995 0 0 -212 122 0 579 500 344 -125 -31 0 39 650 9.575 89 524 -73 0 15.390
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 684 0 0 0 0 872
-415 0 -384 -6.383 -1.037 -340 -144 -616 0 0 -5 0 0 0 0 0 -564 -67 0 -10.866
29.632 0 0 0 0 0 4.553 0 344 0 0 125 954 650 28.465 299 864 0 0 79.214
28.053 1.240 4.606 18.274 2.725 1.920 4.117 116 0 125 36 125 915 0 0 0 904 140 210 79.281
-1.240 -4.222 -11.680 -1.810 -1.580
18.206 210
-210 -5.462
Opheffen van voorzieningen Op grond van de nota reserves en voorzieningen uit 2012 is de jaarrekening een moment om reserves en voorzieningen op te heffen. De volgende voorzieningen zijn opgeheven in 2012: • 2005 Herinrichting openbaar gebied. •
2013 Parkeren
•
2036 ISV
•
3002 Groot onderhoud wegen straten pleinen
•
3003 Groot onderhoud watergangen etc.
•
3004 Groot onderhoud openbaar groen
•
5012 Risicovoorziening Aviodrome
•
5036 Groot Stedenbeleid Brede Doel Uitkering Sociale integratie en veiligheid
•
5806 Onderhoud Inventaris en sportvloeren gymzalen.
Bij het opheffen van een voorziening worden de vermeerderingen in voorgaande jaren teruggedraaid en gestort in de nieuwe of reeds bestaande voorziening. Omdat dit geen nieuwe vermeerderingen betreft staan ze als negatieve vermeerdering op de oude voorziening. Toelichting voorzieningen
Jaarrekening 2012
72
2036 ISV De voorziening ISV is gevormd in het kader van Stedelijke Vernieuwing en is gevuld met middelen door het Rijk verstrekt. De ISV boekhouding van het Rijk is definitief gesloten en de wet is ingetrokken. Dit betekent dat er niet meer verantwoord hoeft te worden richting het Rijk. Deze voorziening heeft nu het karakter van een bestemde reserve. Voor de herontwikkeling Agoradek(€ 0,3 mln.) en viertal kleinere projecten is in totaal € 0.384 mln aangewend. Bij de crisismonitor is vooruitlopend op de herbeschikking van middelen over de diverse programma onderdelen besloten tot een vrijval van € 0,5 mln. Dit betreft vrijval met betrekking tot de projecten Polderdreef, erf afscheidingen en leningen particuliere woning verbetering. Daarna is deze voorziening omgezet in reserve ISV.
5001 Pensioenen wethouders Voor jaarlijks terugkerende verplichtingen van een niet vergelijkbaar volume moet een voorziening worden getroffen. Dit doet zich voor als een wethouder bij verandering van werkkring vraagt om het pensioen over te dragen aan een andere pensioenverzekeraar. De voorziening is gevormd voor de huidige en de ex-wethouders. Op grond van het BBV moet de voorziening de pensioenverplichting van alle opeisbare overdraagbare pensioenen bevatten. De pensioen aanspraken van de wethouders zouden per 2012 worden overgedragen aan het ABP. Omdat de dekkingsgraad van het ABP te laag is, is de overdracht hiervan tot nader orde uitgesteld. De pensioenaanspraken groeien jaarlijks. Totaal is er in 2012 € 579.000 gestort in de voorziening, terwijl in 2012 € 144.000 is uitgekeerd.
5003 Groot onderhoud gemeentelijke gebouwen Deze voorziening is ingesteld om schommelingen in het meerjarig grootonderhoud op te vangen. Stortingen en onttrekkingen aan deze voorzieningen worden gedaan op basis van onderhoudsplannen. De voorziening is ontoereikend om het geplande meerjarig grootonderhoud uit te voeren, dit in afwachting van het geactualiseerde onderhoudsplan, dat voor de kadernota 2014 aan de Raad wordt voorgelegd. De voorziening bedroeg aan het begin van het jaar € 116.000,-. Er heeft overeenkomstig de nota reserves en voorzieningen en de begroting een dotatie in de voorziening plaatsgevonden van € 500.000 waaronder het resterende bedrag uit de voorziening OH Inventaris sportvloeren en gymzalen. In 2012 was er een onttrekking van € 616.000.
5045 Risico VZ lening St. Agora theater Deze voorziening van € 275.000 is ingesteld in november 2008 ten laste van de ROS en dient ter dekking van het borgstellingsrisico van een lening van de stichting Agora. Bij een eventuele kwijtschelding van 50% van de lening kan dit bedrag grotendeels gedekt worden uit deze voorziening.
5059 Functioneel leeftijdsontslag brandweerpersoneel De regeling „functioneel leeftijdsontslag brandweerpersoneel‟ is van toepassing op Brandweermedewerkers, die op 31 december 2005 in dienst waren van de brandweer van de gemeente Lelystad in een repressieve functie en deze onafgebroken vervullen tot aan 59 jarige leeftijd. De medewerkers kunnen vanaf die leeftijd met functioneel leeftijdsontslag. De medewerkers zullen echter wel doorbetaald moeten worden. Deze verplichting is niet overgegaan naar de veiligheidsregio en bij de gemeente gebleven. Voor deze verplichting is een voorziening gevormd. De verplichting op contante waarde bedraagt per 1 januari 2012 € 915.000. Er heeft in 2012 een rentetoevoeging plaatsgevonden van € 39.000 waardoor het eindsaldo per 31 december € 954.000 bedraagt. 5804 IHP onderhoud
Jaarrekening 2012
73
Deze voorziening is ingesteld om schommelingen in het meerjarig grootonderhoud voor onderwijshuisvesting op te vangen. Stortingen en onttrekkingen aan deze voorzieningen worden gedaan op basis van onderhoudsplannen. In 2012 is er voor € 333.000 onderhoud gepleegd aan schoolgebouwen. Het onderhoud dat aan gymzalen is uitgevoerd bedroeg € 132.000 De hoogte van de voorziening is voldoende om het onderhoud voor 2013 uit te kunnen voeren nadat de reeds geplande stortingen hebben plaatsgevonden.
ICL voorzieningen Deze voorzieningen hebben ook een perspectief naar de toekomst. Hier liggen theoretische modellen onder om te berekenen wat in de toekomst nodig is. Gezien de leeftijd van Lelystad (stichting begin jaren ’80) begint een piek in onderhouds- en vervangingsuitgaven na 40 à 50 jaar, dat betekent vanaf 2025. In het vastgestelde onderhoudsplan, het meerjarenraming-kwaliteit structuurplan (juni 2011), zijn voor de komende 30 jaar de benodigde middelen doorgerekend op basis van eenheidprijzen, areaal en het door de raad vastgesteld onderhoudsniveau. In 2011 is het meerjarenprogramma 2011-2015 vastgesteld waarbij de onderhoudsplannen verder zijn geconcretiseerd doormiddel van o.a. inspecties in de openbare ruimte. Voor uitvoering van dit programma zijn er voldoende middelen in de voorziening opgenomen
Tabel: Inzet ICL-uitkering
Bedragen x € 1.000
984
Storting in voorzieningen 344
Reguliere uitgaven 640
Bovengronds
10.169
6.507
3.662
Kunstw erken
1.952
1.413
539
Gemeentelijk w ater
1.059
520
539
Overcapaciteit ckv
470
470
Overcapaciteit Agora
190
190
Bijdrage in boekw aarde Houtribhoogte
372
372
Bijdrage problematiek v/h 'Opdracht'
168
168
Inzet ICL-uitkering Stadhuis Bibliotheek
Totaal inzet ICL-uitkering
ICL - bijdrage 2012
15.362
8.785
6.578
Voorzieningen samenvoegen Veel onderhoudsprojecten van diverse clusters vallen in praktijk samen: Wegen, water, en groen. Om eenvoudiger en transparanter te kunnen onderbouwen zijn deze voorzieningen in 2012 samengevoegd. Hierdoor kunnen de voorzieningen ‘efficiënter’ worden gebruikt, pieken en dalen in de hoogte van de voorzieningen van de verschillende clusters vlakken elkaar af. Ook is de administratieve last hierdoor beperkt.
Jaarrekening 2012
74
Tabel: ICL Voorzieningen
ICL-voorzieningen realisatie
Bedrag x € 1.000 31 decem ber 2011
2005 Herinrichting openbaar gebied 2010 Kunstw erken/hoge routes 2011 Riolering 2013 Parkeren 3002 Groot onderhoud W.S.P. 3003 Groot onderhoud w atergangen etc. 3004 Groot onderhoud openbaar groen 5004 Groot onderhoud stadhuis 5062 Voorziening GO Bovengronds Totaal ICL-voorzieningen
Inflatiecorrectie
4.174 11.602 28.053 1.240 18.274 2.725 1.920
67.988
Storting ICL-delen
188 32
1.413 520
Storting overig
1.443 -212 122
748 968
344 6.508 8.785
Tabel: Overige stortingen
3.003 4.356
Onttrekherverdeling 31 kingen tbv n.a.v. Nota R&V decem ber w erkplan 2012 2012 -171 -742 -415
-4.003 867
-6.383 -1.037 -340
-1.240 -11.680 -1.810 -1.580
-9.088
18.206 -1.240
13.327 29.632
344 28.465 71.769
Bedragen x € 1.000 Prim itieve begroting 2012
Overige stortingen
Realisatie 2012
Extra storting Rioleringsplan
769
769
Opplusmaatregelen Grootonderhoud VJN 2003 tbv WSP
500
500
Opplusmaatregelen Grootonderhoud VJN 2005 tbv WSP
300
300
Extra storting van de algemene middelen in de reserve riolering BTW voordeel op de ICL-uitkering bestemmen voor het KSP 2e tranche (meerdere ICL voorzieningen)
408
408
1.049
1.049
33
Extra storting meeropbrengsten Parkeren
333
Storting bijdrage ICL in voorziening Stadhuis Extra storting aanvulling voorzieningen ivm herijking KSP NJN 2010 aanvulling WSP voorziening
1.100
1.100
90
90 117
storting vrijval reserve hoofdw egen tgv WSP jaarrek 2011 Overig
52
23
Totaal
4.634
4.356
Overige Stortingen De overige stortingen hebben betrekking op de eerder door de raad genomen besluiten om de voorziening verder aan te vullen uit eigen middelen. Het verschil in realisatie ten opzichte van de begroting heeft de volgende oorzaken; in de begroting is de ICL-bijdrage voor het stadhuis deels als overige storting meegenomen; de rubricering is op aanbeveling van de provincie gewijzigd naar ICLstorting; de overige storting parkeren is niet gerealiseerd omdat er geen positief saldo is op parkeren. In de jaarrekening 2011 is besloten de vrijval van de reserve Hoofdwegen structuur ten gunste van de WSP voorziening te laten komen.
Prijscompensatie / inflatiecorrectie Uitgangspunt voor de storting in de voorziening is de meerjarig gemiddelde onderhoudslast. Om meerjarig de voorzieningen op peil te houden moet de storting jaarlijks geïndexeerd worden. Op deze manier blijven de storting en de gemiddelde last in evenwicht. Iedere vijf jaar wordt een nieuwe meerjarenraming grootonderhoud opgesteld, hierin wordt meerjarig de gemiddelde jaarlast bepaald. Op basis van deze raming wordt overwogen om de storting in de voorzieningen aan te passen aan de realiteit. Er zijn meerdere factoren afhankelijk van de gemiddelde jaarlast, economische ontwikkeling, wijzigingen in staat van kapitaalgoederen, inflatie, etc. Door de storting jaarlijks te verhogen met de inflatie wordt getracht de voorziening zo reëel mogelijk te laten zijn. Eventuele ontstane afwijkingen, door andere (onvoorzienbare) factoren, kunnen bij de nieuwe raming worden gecorrigeerd. De ICL verstrekker heeft in 2012 de ICL bijdrage met 2,2% geïndexeerd. Gemeente Lelystad sluit zich voor
Jaarrekening 2012
75
de overige stortingen aan bij dit percentage. De overige stortingen van € 5.213.000 worden met 2,2% geïndexeerd voor een bedrag van € 114.700. De reeds begrote inflatiecorrectie van € 853.000 wordt omgezet in een overige storting. Hiermee is ook rekening gehouden in de meerjarenraming grootonderhoud.2010. Storting ICL-delen Zoals aangegeven in de tabel ICL-uitkering is in 2012 € 8.784.647 gestort in de voorzieningen ten behoeve van het uitvoeren van het groot onderhoud op basis van de definitieve vaststelling ICL bijdrage.
Tabel: Onttrekkingen ICL voorzieningen Onttrekkingen ICL voorzieningen 2005 Herinrichting openbaar gebied 2010 Kunstw erken/hoge routes
Bedragen x € 1.000 Prim itieve begroting 2012
Realisatie 2012
-212
-171
Verschil -41
-29
-742
713
2011 Riolering
-540
-415
-125
2013 Parkeren
-606
3002 Groot onderhoud W.S.P.
-606
-4.985
-6.383
3003 Groot onderhoud w atergangen etc.
-725
-1.037
312
3004 Groot onderhoud openbaar groen
-792
-340
-452
5004 Groot onderhoud stadhuis
-71
1.398
-71
5062 Voorziening GO Bovengronds Totaal onttrekkingen ICL voorziening
-7.959
-9.088
1.129
Toelichting Onttrekkingen: In de begroting 2012 zijn de projecten opgenomen zoals deze in het meerjarenprogramma 2011-2015 voor 2012 waren gepland. Vervolgens zijn voor 2012 op alle onderdelen nieuwe jaarplannen vastgesteld. Na de afsluiting van het boekjaar 2011 zijn de budgetten en projecten geactualiseerd, doorlopende projecten vanuit 2011 zijn vervolgens opgenomen in de jaarplannen 2012. De onttrekkingen in 2012 vallen hierdoor hoger uit dan opgenomen in de begroting 2012. Ten opzichte van de jaarplannen 2012 zijn er diverse afwijkingen in de uitgaven. Er zijn aanbestedingsvoordelen behaald. Enkele groot onderhoud projecten konden worden uitgesteld doordat ‘doorbeheren’ mogelijk was, dit is in lijn met de ingezette werkwijze om het tekort in de meerjarenraming terug te dringen. In de jaarplannen was deze beleidslijn nog niet doorgevoerd. Verder is een groot project uitgesteld en zijn twee projecten later gestart waardoor de uitvoering in 2013 zal plaatsvinden. Deze afwijkingen zijn meegenomen in de jaarplannen van 2013.
Jaarrekening 2012
76
3.7
Langlopende schulden
Tabel: Langlopende schulden
Bedrag x € 1.000 31 december 2012 201.215 37 2.077 203.329
Langlopende schulden 067000 Leningen (opgenomen) 067300 Waarborgsommen 080100 Afkoopsommen Totaal Langlopende schulden
31 december 2011 184.349 173 2.165 186.687
Onder de langlopende schulden worden verstaan, de leningen, de waarborgsommen en de afkoopsommen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer.
Afkoopsommen Onder de afkoopsommen worden de bedragen verantwoord van erfpachters die hun erfpacht in één keer hebben afgekocht. Jaarlijks wordt een deel van deze afkoopsom als erfpachtopbrengst verantwoord. Leningen In 2012 is in totaal € 30.000.000 aan lange financiering aangetrokken en voor € 13.134.000 afgelost. De behoefte aan vaste financieringsmiddelen is een gevolg van het uitsluiten van een te groot rente risico. De rentelasten op deze leningen bedragen in 2012 totaal € 5.733.000. De rentelasten van deze leningen nemen jaarlijks af door aflossingen.
Specificatie aangetrokken geldleningen De nieuwe leningen zijn afgesloten bij Bank Nederlandse Gemeenten (€ 65 mln.) en kennen de volgende condities:
Tabel: Nieuw e leningen Hoofdsom
Bedrag x € 1.000 Rente periode in jaren
Looptijd in jaren
rentepercentage
rentelasten 2012
10.000
9
9
2,65%
131
10.000
10
10
2,81%
135
10.000
11
11
3,09%
42
Waarborgsommen Deze hebben betrekking op de door de Gemeente Lelystad aangeboden kavels. Deze waarborgsommen hebben betrekking op nog niet gepasseerde koopwoningen, bouwterreinen en overige projecten. Daarnaast hebben de waarborgsommen betrekking op aan aannemers in gebruik gegeven werkterreinen.
Jaarrekening 2012
77
3.8
Vlottende passiva
Tabel: Kortlopende schulden Kortlopende schulden
Bedrag x € 1.000 31 december 2012
31 december 2011
Af te dragen rijksgelden Soc. Zaken
-3.436
Crediteuren algemeen
-9.221
-3.202 -7.021
ING 676342809 - AD
93.733
68.805
ING 676342981 - GZ
-102.916
-101.788
ING-PB 3503878 - ZLF
97
27
ING-PB 3508640 - BEL
15
5
ING-PB 3515552 - SOZA ING-PB 3525850 - ZLF ING-PB 3530835 - AD ING-PB 3532496 - PARKEREN Kasgeldleningen Nog te betalen salarissen Premies en Loonheffing Te verrekenen GAK premies Uitkeringen Totaal Kortlopende schulden
3
2
101
99
2.424
28.784
20
9
-10.000
-37.000
-39
-34
-1.977
-2.443
-479
-498
-31.674
-54.255
Kortlopende schulden Af te dragen rijksgelden sociale zaken De post af te dragen rijksgelden Sociale Zaken is de afdrachtverplichting aan het ministerie van SZW van de regelingen IOAW, IOAZ en Bbz. De verplichting wordt actueel op het moment dat de teruggevorderde gelden voor de regelingen daadwerkelijk zijn ontvangen. Deze post vormt dan de tegenhanger van de post Vorderingen debiteuren Sociale Zaken. Het saldo is gestegen door de toename van verstrekte bijdrage voor de regelingen Bbz, IOAW en IOAZ in 2012. Crediteuren algemeen Onder de post crediteuren algemeen zijn de schulden verantwoord wegens ontvangen goederen en geleverde diensten. Het openstaand saldo per 31 december 2012 bedroeg € 9.221.000. Een groot deel van de toename ten opzichte van 2011 zit in de snellere verwerking van facturen in de administratie met behulp van de workflow. Dit leidt tot een snellere verwerking in de laatste boekdagen voor het kalenderjaar. Kasgeldleningen In 2012 zijn een aantal kasgeldleningen omgezet in langlopende leningen. Aan het einde van het jaar staan er een tweetal kasgeldleningen open van respectievelijk 5 mln. euro bij AEGON Levensverzekeringen en Bank Nederlandse Gemeenten Nog te betalen salarissen Er resteert een relatief klein bedrag aan nabetalingen op de balans voor de te betalen netto salarissen. Nog te betalen netto salaris heeft betrekking op nagekomen betalingen of correcties. Premies en loonheffing Het saldo op de rekening “af te dragen ABP” premies bestaat uit de nog te betalen premie december 2012. Dit is eind december ruim € 550.000 lager dan vorig jaar omdat voor de maand december de betaling al heeft plaatsgevonden Het saldo op de rekening ‘af te dragen loonheffingen” is € 1.940.000 en betreft nog te betalen loonheffingen december 2012
Jaarrekening 2012
78
Overlopende passiva
Tabel: Overlopende passiva Overlopende passiva
Bedrag x € 1.000 31 december 2012
Nog te betalen bedragen Overige overlopende passiva Restituties belastingen VOB bijdragen derden (overheid)
31 december 2011
8.279
6.413
52
66
15
5
3.325
2.648
Vooruit ontvangen bedragen
395
383
Totaal Overlopende passiva
12.065
9.515
Tabel: Nog te betalen bedragen Nog te betalen bedragen
Bedrag x € 1.000
31 decem ber 2012
Vorderingen De Steiger
2.850
Terugbetalings verplichting Inburgering
1.283
Rente langlopende leningen
1.414
Tegoeden samenw erkingsverbanden
315
Subsidie KNRM
150
Gladheidsbestreiding
125
Collectief vervoer Gehandicapten
191
Bijdrage Veiligheidsregio Flevoland
110
Overig (< € 100)
1.841
Totaal nog te betalen bedragen
8.279
Tabel: VOB bijdragen derden (overheid) VOB bijdragen derden (overheid) Onderw ijsachterstandenbeleid Exploitatie stadsdienst MKB regeling Bijdrage in het zelfstandigenloket Flevoland Voortijdig schoolverlaten EFRO kw aliteitsimpuls leefomgeving Ondernemerspunt Flevoland Project Bosw ijk Overige Totaal VOB bijdragen derden (overheid)
Bedrag x € 1.000 31 decem ber 2011 225 736 743 0 78 194 0 50 622 2.648
Verm eerdering 1.239 754 470 270 428 156 135 114 216 3.782
Verm indering 399 736 743 0 333 194 0 50 650 3.105
31 decem ber 2012 1.065 754 470 270 173 156 135 114 188 3.325
Tekorten op door het ministerie SZW beschikbaar gestelde participatiebudget worden door de gemeente zelf gefinancierd. Derhalve bedraagt de meeneemregeling € 0 en is daardoor niet in de bovenstaande tabel opgenomen.
Jaarrekening 2012
79
Tabel: Vooruit ontvangen bedragen
Bedrag x € 1.000
31 decem ber 2012
Vooruit ontvangen bedragen Huur- en erfpachtnota's grondbedrijf
187
Huur gymzalen
145
Overig (< € 100)
63
Totaal vooruit ontvangen bedragen
395
De vooruit ontvangen bedragen hebben betrekking op verzonden huur- en erfpachtnota’s 2012 voor een bedrag van € 395.000.
3.9
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
Hieronder worden de verplichtingen vermeld die niet uit de balans blijken. De gemeenschappelijke regelingen worden toegelicht in de paragraaf verbonden partijen van het jaarverslag. Gewaarborgde geldleningen De Gemeente Lelystad staat garant voor een aantal leningen. Er kan onderscheid gemaakt worden tussen directe en indirecte garantstellingen. De indirecte garantstellingen zijn leningen waarvoor de gemeente via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) garant staat. Er is hier sprake van een achtervang positie. Dit betreffen de leningen van woningcorporaties. De gemeente heeft tevens een aantal directe garantstellingen afgegeven aan derde partijen. Wanneer de gemeente borg staat voor een lening houdt dit een risico in en bestaat de mogelijkheid dat de gemeente daarop wordt aangesproken. Directe borgstellingen De grootste borgstellingen bestaan uit de borgstelling van: • •
Caskon B.V. Stichting Flevomeer Bibliotheek
€ 6.800.000 € 3.022.000
Indirecte borgstellingen Het Waarborgfonds voor Sociale Woningbouw maakt optimale financiering voor woningcorporaties mogelijk. Het WSW staat borg voor leningen die woningcorporaties aantrekken. Door de zekerheidsstructuur, waarbij de gemeenten en het Rijk in de achtervang zitten, heeft het WSW een triple A-rating en kunnen woningcorporaties goedkoop geld lenen. • • • • • • •
Woningcorporaties actief in Lelystad Stichting Harmonisch Wonen Woningstichting De Kleine Meierij Woonzorg Nederland Centrada Woonstichting Leyakkers Woonservice
Totaal nominaal indirecte geborgde leningenportefeuille Lelystad:
€ 402.981.000
Totaal stand geborgde leningen actueel bij instellingen per 31 december 2012:
€ 165.476.000
Aandeel in totale leningenportefeuille WSW:
0.5%
Jaarrekening 2012
80
Achtervang De gemeente kent een achtervang functie voor het WSW. De achtervang houdt in dat de gemeente een renteloze lening verstrekt aan het WSW. Deze achtervang vindt plaats nadat het eigen vermogen van de woningcorporatie en de borgstellingsreserve van het WSW is aangesproken. In het theoretische geval dat de gemeenten op hun achtervangpositie worden aangesproken, geldt een vooraf bepaalde verdeling, waarbij het Rijk 50 % voor haar rekening neemt en de overige 50 % door alle deelnemende gemeenten aan het waarborgfonds. Van deze 50 % wordt de ene helft door de schade gemeenten bijgedragen en de andere helft door alle deelnemende gemeenten. Het enige risico wat de gemeente Lelystad loopt is de rente die ze misloopt bij het verstrekken van de renteloze lening.
Verlofrechten Het aantal verlofuren van het gemeentelijk personeel bedroeg op balansdatum 40.000 uur. De waarde van dit verlof is becijferd op € 928.000. Het aantal verlofuren en de waarde hiervan is gedaald ten opzichte van 2011. Het uitbetalen van verlofuren is niet afdwingbaar. De gemeente heeft het beleid om het aantal verlofuren (verlofstuwmeer) terug te dringen tot de afgesproken norm van maximaal 100 uur (eind 2012) en 80 uur per persoon (per 2012). Recht op vakantie toeslag betreft € 1.299.700
Niet uit balans blijkend recht Geen
Jaarrekening 2012
81
4.
Bijlagen
4.1
Specifieke uitkeringen
De doelstelling van Single information en Single audit (SiSa) voor specifieke uitkeringen is de verantwoordings- en controlelasten voor gemeenten en provincies te verminderen. Daarom wordt door het Rijk per specifieke uitkering minder verantwoordingsinformatie en controle gevraagd. Bovendien wordt aangesloten bij het reguliere jaarrekeningproces van de medeoverheden. Het verantwoordingsjaar 2012 is het zevende jaar waarin het principe van SiSa wordt toegepast op de verantwoording van specifieke uitkeringen. De verantwoording naar het Rijk bestaat uit de verplichte bijlage zoals die in deze jaarrekening is opgenomen. In deze bijlage is per specifieke uitkering aangegeven welke financiële afspraken en prestatieafspraken zijn gerealiseerd. De wijze waarop de verantwoording is vastgelegd, is voorgeschreven door het ministerie. De verantwoording is door de accountant gecontroleerd en heeft een verslag van bevindingen toegevoegd over fouten en onzekerheden. Het verslag van bevindingen is niet in de jaarrekening opgenomen. In de onderstaande tabel treft u de specifieke uitkeringen aan waarover de gemeente Lelystad in 2012 verantwoording heeft moeten afleggen. Sisa regelingen verantwoording 2012 ministerie code OCW D1 OCW I&M I&M I&M I&M I&M
EL&I SZW SZW SZW SZW SZW VWS
regeling Regionale meld- en coördinatiecentra voortijdig schoolverlaten
D9 E11B
Onderwijsachterstandenbeleid 2011-2014 (OAB) Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) SiSa tussen medeoverheden E26 Spoorse doorsnijdingen, tranche 1 E27B Brede doeluitkering verkeer en vervoer SiSa tussen medeoverheden E29 Tijdelijke regeling eenmalige uitkering stedelijke synergieprojecten Kaderrichtlijn Water E29_2010 Tijdelijke regeling eenmalige uitkering stedelijke synergieprojecten Kaderrichtlijn Water_Hernieuwde uitvraag 2010 F3 Verzameluitkering EL&I G1C_1 Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Gemeentedeel 2012 G1C_2 Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Totaal 2011 (Gemeenten inclusief deel gemeenschappelijke regelingen) G2 Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB G3 Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen) G5 Wet Participatiebudget (WPB) H10_2010 Brede doeluitkering Centra voor Jeugd en Gezin (BDU CJG)_Hernieuwde uitvraag 2008 tot en met 2011
Toelichting op de verantwoordingstabel (vanaf bladzijde 95) Voor alle specifieke uitkeringen geldt, dat alléén de witgelaten vakjes door de medeoverheid moeten worden ingevuld, de blauwe vakjes blijven leeg. Als een specifieke uitkering op de gemeente Lelystad van toepassing is, moet altijd een waarde zijn ingevuld. Deze waarde kan ook ‘0’ (nul) zijn.
Jaarrekening 2012
82
Ontvanger
Juridische grondslag
Nummer D1
Specifieke uitkering
Departement OCW
Regionale meld- en coördinatiecentra voortijdig schoolverlaten Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten
OCW
I&M
D9
E11B
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2012 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa
I N D I C A T O R E N Opgebouwde reserve ultimo (jaar T-1) Aard controle R Aard controle R Indicatornumme Indicatornumme
Besteding (Jaar T)
Gemeenten € 801.670 Onderwijsachterstandenbel Besteding (jaar T) aan eid 2011-2014 (OAB) voorzieningen voor voorschoolse Gemeenten educatie die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseis en (conform artikel 166, eerste lid WPO)
Aard controle R
Aard controle R
Indicatornumme € 997.744 Hieronder per Nationaal Samenwerkingsprogramm regel één a Luchtkwaliteit (NSL) SiSa beschikkingsnu mmer en in de tussen medeoverheden kolommen Provinciale beschikking ernaast de en/of verordening verantwoordingsi nformatie Gemeenten en gemeenschappelijke regelingen (Wgr) (SiSa tussen medeoverheden) Aard controle Indicatornumme r: E11B / 01
Indicatornumme € 395.156 Besteding (Jaar T) ten laste van provinciale middelen
1 1310671 2 1376540 oplaadpunten Teruggestort/verr ekend in (jaar T) in verband met Aard controle R
I&M
E26
€ 243.494 Besteding (jaar T) aan overige activiteiten (naast VVE) voor leerlingen met een grote achterstand in de Nederlandse taal (conform artikel 165 WPO)
Spoorse doorsnijdingen, tranche 1
Regeling eenmalige uitkeringen spoorse doorsnijdingen
Besteding (jaar T) aan afspraken over voor- en vroegschoolse educatie met bevoegde gezagsorganen van scholen, houders van kindcentra en peuterspeelzalen (conform artikel 167 WPO)
Opgebouwde reserve ultimo (jaar T-1) Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsi nformatie.
Aard controle R Aard controle nvt Indicatornumme € 17.093 Besteding (jaar T) ten laste van eigen middelen
Indicatornumme € 223.601 Besteding (jaar T) ten laste van bijdragen door derden = contractpartners (niet rijk, provincie of gemeente)
Besteding (jaar T) ten laste van rentebaten gemeente op door provincie verstrekte bijdrage NSL
Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle Indicatornumme Indicatornumme Indicatornumme Indicatornumme Indicatornumme r: E11B / 02 r: E11B / 03 r: E11B / 04 r: E11B / 05 r: E11B / 06 € 70.000 € 85.450
€0 € 400
€ 60.000 €0
€0 €0
Toelichting teruggestort/verre kend Aard controle n.v.t. Indicatornumme Indicatornumme r: E11B / 07 r: E11B / 08 0 €0 Aantal projecten Aantal afgeronde Eindverantwoordi ng Ja/Nee (waarvoor een projecten beschikking (jaar T) ontvangen is) Aard controle R Aard controle R Aard controle Indicatornumme Indicatornumme Indicatornumme r: E26 / 01 r: E26 / 02 r: E26 / 03
Gemeenten 1
Eindverantwoordi ng Ja/Nee
0
Nee
Jaarrekening 2012
83
Nee Nee
I&M
I&M
I&M
E27B
E29
E29_2010
Brede doeluitkering verkeer en vervoer SiSa tussen medeoverheden Provinciale beschikking en/of verordening Gemeenten en Gemeenschappelijke Regelingen
Hieronder per regel één beschikkingsnu mmer en in de Aard controle Indicatornumme r: E27B / 01
1 1380020 BDU directe uitkering 2 1271068 toekennings besc hikking 2012 OV3 1259286 Fietsimpuls gem. Lelystad 2011 Hieronder per Tijdelijke regeling regel één eenmalige uitkering beschikkingsnu stedelijke mmer en in de synergieprojecten kolommen Kaderrichtlijn Water ernaast de Tijdelijke regeling verantwoordingsi eenmalige uitkering nformatie stedelijke synergieprojecten Kaderrichtlijn Water Aard controle Indicatornumme Gemeenten r: E29 / 01 1 STESY014 2 Oeveraanpassin Besteding 2010 Tijdelijke regeling ten laste van eenmalige uitkering rijksmiddelen stedelijke synergieprojecten Kaderrichtlijn Water_Hernieuwde uitvraag Tijdelijke regeling eenmalige uitkering stedelijke synergieprojecten Kaderrichtlijn Water
Aard controle R Indicatornr: E29_2010 / 01
Besteding (jaar T) ten laste van provinciale middelen Aard controle R Indicatornumme r: E27B / 02
Overige bestedingen (jaar T)
€ 160.619
€0
Nee
€ 2.619.255
€0
Nee
€ 41.137
€ 6.447
Besteding (jaar T)
Eindverantwoordi Cumulatieve ng Ja/Nee bestedingen tot en met (jaar T)
Aard controle R Indicatornumme r: E29 / 02 € 410.293 € 510.573 Eindverantwoordi ng Ja/Nee
Toelichting afwijking
Eindverantwoordi ng Ja/Nee
Aard controle R Aard controle Aard controle Indicatornumme Indicatornumme Indicatornumme r: E27B / 03 r: E27B / 04 r: E27B / 05
Aard controle Indicatornumme r: E29 / 03 Ja Nee Bestedingen van vóór 2010, waarvan de uitgave in of na 2010 plaatsvindt
overschrijding is Ja uit eigen middelen betaald
Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van Aard controle Indicatornumme r: E29 / 04 € 509.379 € 576.537 Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2010 plaatsvindt
In verband met de overgang In verband met naar het baten- de overgang het baten- R Aard controle lastenstelsel Aard controle R naar Aard controle Indicatornr: Indicatornr: Indicatornr: E29_2010 / 02 E29_2010 / 03 E29_2010 / 04
Gemeenten € 1.650 EL&I
F3
Verzameluitkering EL&I
Nee
€0
€0
Besteding (jaar T)
Regeling verzameluitkering Provincies, gemeenten en gemeenschappelijke regelingen (Wgr)
(en eventueel besteding van voorgaande jaren voor zover nog niet eerder verantwoord) Aard controle R Indicatornumme r: F3 / 01 € 21.111
Jaarrekening 2012
84
SZW
SZW
SZW
G1C-1
G1C-2
G2
Het totaal aantal geïndiceerde inwoners per gemeente dat Wet sociale werkvoorziening een (Wsw) dienstbetrekking heeft of op de Gemeenten verantwoorden wachtlijst staat hier alleen het gemeentelijk en beschikbaar deel indien er in (jaar T) is om een enkele of alle inwoners dienstbetrekking werkzaam zijn bij een als bedoeld in Openbaar lichaam o.g.v. de artikel 2, eerste Wgr. lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december (jaar T); Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Gemeentedeel 2012
exclusief deel openbaar lichaam Aard controle R Indicatornumme r: G1C-1 / 01 7,00 Hieronder per Wet sociale regel één werkvoorziening (Wsw) gemeente(code) Wet sociale werkvoorziening uit (jaar T-1) (Wsw) selecteren en in de kolommen Alle gemeenten ernaast de verantwoorden hier het verantwoordingsi totaal (jaar T-1). (Dus: deel nformatie voor Openbaar lichaam uit SiSa die gemeente (jaar T-1) regeling G1B + invullen deel gemeente uit (jaar T-1) regeling G1C-1)
Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbest and in (jaar T), uitgedrukt in arbeidsjaren;
exclusief deel openbaar lichaam
Aard controle R Indicatornumme r: G1C-1 / 02 1,08 Het totaal aantal geïndiceerde inwoners per gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december (T1);
Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbest and in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
inclusief deel openbaar lichaam
Het totaal aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen voor geïndiceerde inwoners in (T1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
inclusief deel openbaar lichaam inclusief deel openbaar lichaam
inclusief deel openbaar lichaam Aard controle Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R Indicatornumme Indicatornumme Indicatornumme Indicatornumme Indicatornumme r: G1C-2 / 01 r: G1C-2 / 02 r: G1C-2 / 03 r: G1C-2 / 04 r: G1C-2 / 05 1 0995 (Lelystad) 431,25 26,95 301,95 7,99 Besteding (jaar Baten (jaar T) I Gebundelde uitkering op algemene grond van artikel 69 WWB T) algemene bijstand bijstand (exclusief Rijk) I.1 WWB: algemene bijstand
Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr. Aard controle Aard controle Indicatornumme Indicatornumme € 26.621.952 € 720.958
Jaarrekening 2012
85
Besteding (jaar T) IOAW
Baten (jaar T) IOAW (exclusief Rijk)
Aard controle n.v.t. Indicatornumme r: G2 / 03 € 938.233 Besteding (jaar T) IOAZ
Aard controle n.v.t. Indicatornumme r: G2 / 04 € 15.911 Baten (jaar T) IOAZ (exclusief Rijk)
Aard controle n.v.t. Indicatornumme r: G2 / 05 € 164.522 I.4 Besluit bijstandverlening Besteding (jaar T) Bbz 2004 zelfstandigen 2004 levensonderhoud (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) beginnende zelfstandigen (Bbz 2004)
Aard controle n.v.t. Indicatornumme r: G2 / 06 €0 Baten (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
I. 2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
I. 5 Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr. SZW
G3
Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)
Aard controle Aard controle Indicatornumme Indicatornumme r: G2 / 07 r: G2 / 08 € 281.170 € 14.935 Baten (jaar T) WWIK (exclusief Rijk)
Aard controle Indicatornumme r: G2 / 09 € 19.875 Besteding (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob)
Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) 2004
Aard controle R Indicatornumme Gemeenten verantwoorden r: G3 / 01 hier het totaal (jaar T) indien € 288.052 zij de uitvoering in (jaar T) Baten (jaar T) helemaal niet hebben Bob (exclusief uitbesteed aan een Rijk) Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
Aard controle R Indicatornumme r: G3 / 07 €0
Besteding (jaar T) kapitaalverstrekki ng (exclusief Bob)
Baten (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob) (exclusief Rijk)
Besteding (jaar T) aan onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (exclusief Bob) Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R Indicatornumme Indicatornumme Indicatornumme Indicatornumme r: G3 / 02 r: G3 / 03 r: G3 / 04 r: G3 / 05 € 30.240 € 48.319 € 193.179 € 338.659 Besteding (jaar T) aan uitvoeringskoste n Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 Aard controle R Indicatornumme r: G3 / 08 €0
Jaarrekening 2012
Baten (jaar T) kapitaalverstrekki ng (exclusief Bob) (exclusief Rijk)
86
Besteding (jaar T) Bob
Aard controle R Indicatornumme r: G3 / 06 €0
SZW
G5
Wet participatiebudget (WPB) Wet participatiebudget (WPB)
Besteding (jaar T) participatiebudge t
Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr. Aard controle R Indicatornumme r: G5 / 01 € 7.709.005 Het aantal door de gemeente in (jaar T) ingekochte trajecten basisvaardighed en Aard controle D1
VWS
H10_2010
Indicatornumme r: G5 / 06 102 Brede doeluitkering Centra Besteding 2008 voor Jeugd en Gezin (BDU aan CJG)_Hernieuwde uitvraag jeugdgezondheid szorg, 2008 tot en met 2011 maatschappelijk Tijdelijke regeling CJG e ondersteuning jeugd, Gemeenten Aard controle R
Waarvan besteding (jaar T) van educatie bij roc's
Baten (jaar T) Waarvan baten Besteding (jaar (niet-Rijk) (jaar T) van T) Regelluw participatiebudge educatie bij roc’s t Dit onderdeel is van toepassing voor gemeenten die in (jaar T-1) duurzame plaatsingen van inactieven naar werk hebben gerealiseerd en verantwoord aan het Rijk. Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R Indicatornumme Indicatornumme Indicatornumme Indicatornumme r: G5 / 02 r: G5 / 03 r: G5 / 04 r: G5 / 05 € 543.732 € 317.525 €0 Het aantal door volwassen inwoners van de gemeente in (jaar T) behaalde NT2certificaten, dat niet meetelt bij Aard controle D1 Indicatornumme r: G5 / 07 0 Besteding 2009 aan jeugdgezondheid szorg, maatschappelijk e ondersteuning jeugd, Aard controle R
Besteding 2010 aan jeugdgezondheid szorg, maatschappelijk e ondersteuning jeugd, Aard controle R
Besteding 2011 aan jeugdgezondheid szorg, maatschappelijk e ondersteuning jeugd, Aard controle R
Is er ten minste één centrum voor jeugd en gezin in uw gemeente gerealiseerd in de periode 2008 Aard controle D1
Indicatornumme Indicatornumme Indicatornumme Indicatornumme Indicatornumme r: H10_2010 / 01 r: H10_2010 / 02 r: H10_2010 / 03 r: H10_2010 / 04 r: H10_2010 / 05 € 1.225.853 € 1.292.045 € 1.719.751 € 2.026.223 Ja
Jaarrekening 2012
87
4.2
Realisatie t.o.v. crisismonitor
In onderstaand overzicht september 2012.
is de realisatie
Crisismonitor
1. Uitkeringen 2. Bijzondere bijstand 3. Voorziening dubieuze debiteuren 4. Sociale lasten en frictiekosten 5. Rente 6. Bouwleges 7. Algemene uitkering 8. Belastinginkomsten
Subtotaal crisismonitor (bandbreedtes)
vergeleken met bandbreedtes uit de crisismonitor van
september 2012:Bandbreedte ten opzichte van de begroting 2012 Meest gunstig: Verwacht: Meest ongunstig: Meest gunstig: Verwacht: Meest ongunstig: Meest gunstig: Verwacht: Meest ongunstig: Meest gunstig: Verwacht: Meest ongunstig: Meest gunstig: Verwacht: Meest ongunstig: Meest gunstig: Verwacht: Meest ongunstig: Meest gunstig: Verwacht: Meest ongunstig: Meest gunstig: Verwacht: Meest ongunstig:
+ + + + + + + + +
2,93 1,25 0,44 0,25 0,15 0,33 0,89 0,89 0,89 1,15 1,44 1,7 1,95 0,45 1,85 0,58 0,63 0,63 0,1 0,7 1,05 0,69 0,36 0,16
Meest gunstig: Verwacht: Meest ongunstig:
+ -
3,3 1,75 6,73
Realisatie 31-12-2012
Realisatie
-
2,31
Realisatie
-
0,31
Realisatie
-
1,07
Realisatie
-
1,26
Realisatie
+
0,83
Realisatie
-
0,81
Realisatie
+
2,6
Realisatie
+
0,72
Realisatie
-
1,61
Bedragen x €1.000.000,-
Overige afwijkingen 2012
Verwachte afwijking op de begroting 2012
Realisatie 31-12-2012
Correcties op lopende begroting 1. Correcties als gevolg van principiële raadsbesluiten 2. Financieel technische aanpassingen lopende boekjaar 3. Diverse mee en tegenvallers 2012 *
Verwacht: Verwacht: Verwacht:
-
0,9 1,5 0,8
4. Bijsturingsmaatregelen
Verwacht:
+
4,05
Subtotaal overige afwijkingen & bijsturing 2012
Verwacht:
-
0,85
Jaarrekening 2012
Realisatie Realisatie Realisatie
Realisatie
88
+
0,67 1,5 0,54
+
4,05
+
0,81
Let even goed op de tellingen!!!
4.3
ICL bijdrage - herverdeling
Verloop voorzieningen oude indeling m et ICL-bijdrage
Nieuw e Indeling o.b.v. Nota Reserves en Voorzieningen
2005 Herinrichting openbaar gebied
Vervalt en w ordt opgenomen in voorziening GO Bovengronds
2010 Kunstw erken/hoge routes
Samengevoegd met 65% van 3003 GO w atergangen
2011 Riolering 2013 Parkeren
3002 Groot onderhoud W.S.P. 3003 Groot onderhoud w atergangen etc.
Ongew ijzigd Vervalt en storting ICL w ordt vanaf 2012 opgenomen in voorziening GO Bovengronds en het saldo van de VZ w ordt omgezet naar reserve parkeren Vervalt en w ordt opgenomen in voorziening GO Bovengronds Vervalt, w ordt voor 65% toegevoegd aan de voorziening Kunstw erken en voor 35% aan de voroziening GO bovengronds
3004 Groot onderhoud openbaar groen
Vervalt en w ordt opgenomen in voorziening GO Bovengronds
5004 Groot onderhoud stadhuis
Ongew ijzigd
Jaarrekening 2012
89
Tabel: Stortingen ICL voorzieningen
Bedragen x € 1.000
storting ICL
Stortingen ICL voorzieningen 2005 Herinrichting openbaar gebied 2010 Kunstw erken/hoge routes
Begroting
Realisatie
617
storting overig
Verschil
Begroting
Realisatie
184 484
375
2011 Riolering
509
520
11
1.443
2013 Parkeren
90
-90
33
1.443
4.479
-4.479
2.415
-212
3003 Groot onderhoud w atergangen etc.
531
-531
188
122
3004 Groot onderhoud openbaar groen
998
-998
221 333
5004 Groot onderhoud stadhuis 5062 Voorziening GO Bovengronds Totaal stortingen ICL voorzieningen
8.261
Jaarrekening 2012
Begroting Realisatie Verschil 64
1.413
3002 Groot onderhoud W.S.P.
Verschil
-617
1.038
344
344
6.508
6.508
8.785
524
herverdeling n.a.v. Nota R&V 2012
inflatiecorrectie
Realisatie
-64
-4.003
188
4
867
32
-452
-33
44
-44
-1.240
-2.627
67
-67
-11.680
-66
-1.810
-221
-1.580
-333
-
3.003
3.003
4.634
4.356
-278
10
853
-10 748
748
18.206
968
115
-1.240
90
JAARVERSLAG 2012 GRONDBEDRIJF
Afdeling Economie & Vastgoedontwikkeling
!" ! # $ % &
%
#
$ $ $ $
"
! "
" ( ((
!
"
0 20 .0 30
!
' ' '
'
)
* "+
,-
./
1 *
!
"
#
. .) 3 3.
!
"
# $
# %
&
' &
! !
#(%
# !$ ,
-
)
+* # !
# !!
*
*
$
! .
/ $
*
!
0
1 # !
+*
# !$ -
#
*
# !!
)
#
#
# !
.
/
!
2 "
! * ! # !!
3
#
2 " $
*
* '
!
# !
2 " +*
4
! !
5 6 789 76
: ;
. # +*
#
* $ $
< !
! .
$
#
$ =
5 > 5 5
! * +*
+*
*
? @ A !! 5 4 78 974A 6 8 69? ! 5 6&8 48@ 8 ? * $ 5 @ 9 4 47 * ! * * :
!
4
.
5
>
+*
5 6 74@ 646
$
*
4
# :
! 7
&
*
#
$ $
# * !
!
!
5 @78 77 * #
$ 3
5 B 5 ? 898 7
5 ? ?@7 @8@ $ * +
C
48
@# $
$ *
&
$ !
* %
! $
$
!
$
*
!
+*
$ &46 !
! *
&$ * $
* #
/
!
$
4 !
$
# !!
> $
$
E
&
F!
!
*$
#
*
;
# !!
*
-
#
-
$
1 *
:
+*
* #
!
<*
;
#
! *
A
# !
# #
;
$
!
!
$
! &4 ## 6
DD
# *
&
*
& * !! * 8
#
!
#
!
*
!
*
*#
&
#
#
*
2 "
$ $ !
!
-GH-
GB
$
**
B
# !!
* !
#
! +*
-GH-&
$
$
<* ! $ ! $
( * !#
'
*
* 3
# *
#
!
$
& /
!
!!
!
>(' A 1 "
#
+
# !! *
! #
*
#
# !!
$
# !
$ ?
# !!
$
# # !!
$
! ! $ G 6 6 A B $ ! +* * ! # # # #
* ># E
# 2 "
*
* +*
=
( $ *
I * #
# F
$
! , * ! >( 'A # !
#* #
!
! #
!
#
#
&
'
(
)
!
*
+, #
#
$
!
"
!
#
$
" #
$
$ $
%
#
& %
' ) , , ) ,
"
( ( * & #
" +
*
" ( $(
+ "
# , .
* & $
& (
+ + + + " "+ # "+
/
$
#
0
2
.
*1
+
3 +,
(
,+ - , ,+
**
44 $
55
. /
+
+ " $
*
$ 0
*
1 " 6 7& " 8
5 $
* " 6.'
+, 8 ) 0 ' ' ' '
$
55
(
44 $
55
. /
+
. / 1 -.
+
3
! &
**
*
< =1 6 $ * 8 5
0
* 5 9
6
7&
6
$
5
# :; ,- + / + + "
*
"
&
)
%
*
= ?
8 ' . . '
$ 8 (
## ## &
* 5 7&
# 5 #
##
#
5
8
+ +
% 9
5
" "
6
$
*
(
6 7& @ #
& &
6 6 $ ( .5 &
$
$ )
* &
#
$ ,+. ,
7&
> , #
5<
6
6
!
>-%. 5
6 7&
)
55
+
# / 5 # /
*
(
@
*
5 $
6 *
( #
$
1 -.
5
8 (
$ &
2 ' . > '
& ##
' . '
& ## &
8 @
6 #
$ ,
*
+ - -
#
"
& # (
% ' ' ' . '
3 8
5
6
$
+ +
*
1, /. .
* &
" 6 6
## & !
' ' '
5
.
)
#
6
*
/
+ 7&
"
+ - 1, /. . 1 - 1-1
0
& 8 &
5
6
$
*
" "
1 - 1-1
*
6
# #
#
!
$ '
8 6 4
5
6
$
6 5
% 9 @
7&
<5 $
A ;
*<
* " 1 - 1-1
! "
#
#
&
$
%
!
'
'
' &
(
!
'
#! ) &
+
! $
+
, % ! ! &
-
!/
& -.
*
/
!
#
%
&
, % , %
%
#
"
.
!
&
, % ! ! &
%%
'
( !
"
'
-1 $ 2%
%
!
!
$
% $
*
! 0
!! %
!
!
% &
&
!
% / &
$ !#
!! %
!
$
$ & & &
& % !& & % ! & % !&
(! (! ( &
!( !( !
'
(
'
.
'
. 3. !
!
!
$#$
'
'
3 '
'
%! & 0
! ! %
1#3 &
! &
' &
4 %
''
!
!
!
$#$
3 ' '
!& & 0
'
!
! & %
'
! !
'
!
' #!
% &
$
% , ' (
)
(!) )
'
*
. 5 & & & & 6
& %! & % ! & % !& & % !& !
8 %
&
%
3
( ( ( &
( (
! ( - $% & 7 ! !7& & %& ! &
/ '
8 8 8 8 8 8 8 0 + + + + + + + + + + + + + + + + + + 0 +
) ( ( ))
,
& & & & & & & & %
%&
8 $ , % 1 & 9 %: 6 ;, % $ < ;# $ ! . & + ! , % $ ! &
'
' '
'
% '
+
'
'
!
'
' '
'
''
' ' '
'
'
' ''
' ''
'
'
' '
'
' '
! ((
%$
'
'
' !
! !< !5 = !. #- % " / !" !> % -4 & / ! ! !6 ? % !" ! !. & & != % != % ! !> # !8 ! = != %! ! @% & !9 & % 6% !9 ! !. &
' '
-
+
' !
+
1%!
'
&
&
!
&
% !
.
&
&
% !
) '' ))
% "
*/
' #
8 < < <
! % % % %
%
! A
#
% ! !
*
%!-
A
*
% !/
% & %!
!
3
3
! / #
!-
'
! $ $
'
% ,
' '
& 0
!
#
%
3
%
#
%
3
-
8
'
"
!
'
#
$
$
> !
! & 0
! %!
.
!
<
! & !
-
!
! ! ! &
&
! ' !
$
!#
' '
/
'
%
' ' !
> !
& ! !
%
$
&
7 #
$
'
& '
'
0
1
1%! . 1
8 %
#
&
# '
= < < <
'
! !8 !7 !7
& !8 ! 1%! ! 1%! &
! . 1
,
#
8 1%!
% '
% !< & 8 $ 8 & 5
, %
'
& #
' '
! &
'
! ) '
, ) %'
*
! )
) !
+
)
, )"!
',
!" (
( ) !
#
%$) - .//"0
! ,
,
'
0
) -
"
1 +
'
& )
) -
! '
) ,
)
0
'
!
'
0 4 443 $ ( !
)
6
!
)
6 ) 0
-
(
'
%'
#
'
"!
! !' (! (
4! '
" '
.' !
'
*
/,
' , )
2)
( 4!
'
)
6
+
!
)
&
(
.' )
( ' ) '
. 6
)
) .'
!
9 - 0 0
5&:1 ) !'
'
'
.' !
'
'
)
4 "24 - 4. .34"#.
)
5
0
"
' *
)
0
) (
%' (
5
3 7 , !
$
!'
.'
!
- 0"#/
6
"
)
! !'
!
) 8 ! )
7
, '
'
"
!
42 !
)
* ( * ( ' ! (
5
0
' )
) ! ) 2// 2/2"# ,!
!
!
4 *
- .#4 24#"4 - 0"
0
+
'
!
)
!
!
! !
2 3"
', $
'
!
, '
) )
! - "
* 7+; - .44 . ) ,
!' "
'
! (
#
&
,
(
#
04
(
< - ./. 30" &
) = ! - 3 ) !
#3"
) ! #3"
- 3
) ( )
(
/ 6
@ ( )
!
)
! @ !' ' @ !' ! .A # ' 3 ' ) ! !
) )
, )
0/ 3
! '
, -
"
,
' ,! ,
!
'
'
?
) '
!
)
,
'
)
!
! )
(
6
! 7
4
'
)
.4
,
!
)
( - #. /2"/
)
)
)
! =
$
/ 7 ,
!'
! *
,%
! - 2 2. ". > - 2 4 2". 7 ) ? ! ) ) ! ? ! ) - 24 ! 0 - 0 . /0"2
'
7
'
/
! ,! !
'
,,
!
(
-.3
0
"43
- /.3 30 "/
2B: C 7 D
@
!'
(! E
) ! (
! 4
!
!
!
! (
; ( ! - 0 / . #"
.4
-
!
' 4 33 ".4
)
',
)
0 4 4
$
8 (
%
0 ) )
7 "!
' )
) - .".# '
)
! $ ,
! !
) !
(
) 5
,A%
)
( .. - "4
!
0/ 8
$
% (
! $ +
,
)
)
! 0 !
+ ( - # .. " 0 ,!
0
+
,
/0 ' (
0
-
+
7 + 0"2 ) .) F ' =
', 043"34
F
) )
* ',
)
) !
)
)
+ )
!
7 ) "
,
? : C
)
!
4) 3)
) )
!
0#
!
+
24
B:
$ '
)
," @'
)
. 0 - #2/ . /"// ,! - /"0/
) 0
1
A 0
!
A!
: C
! -
?
( .. ! !
!
!
@ !
)
!
/B1
) '
0
(
' !
) !
)
8
)
$
//
!
# + :"
$ 3 ,
03 .2 ) ! (
@
4
,
G
!
! 4".0 ,!
$
@ ; 7
' + :
- " #
)
0
- 0#.
'
"
0 2"3 ) ' "
! !
,
2
%
0
+
' " ! '
' H
0" 0 ! - ./# # " 2
,
,
- 03 /33" 2 !
! ,
!
+ !
"3 ) ! " *
'
)
'
+ +
,
//
2
4
%'
' ',
"
, ) !
=
0#
@ ) ! !
4". ) !! F ' 0
'
!
1 ' - 3# 44 "0.
, ) "
.
4
3B?
'
+ !
0# /)
@ )
, !! F ' 0
! !
+
'
2/ 34" #
-
,
) ,
)
7 ,! - . 3 ."/#
( , ',
? +
,
'
= !
&
3 '
)
!'
! &
', '
!
:
7 )
!
'
!
&%;
!
, )
7
' @
'
! , !
)
/
? 4
"
4
! 7 )
)
1 '
'! (
0
!
' - / /23" 4 ,)
'
)
!
0
(
!
)
)
! -
0 : C
#
+
7
"
)
',
0.
( '
7 0 !
)
(
'
! 6
! ,;
)
)
= 5
! ' )
)
)
@' )
! )
'
'
)
!
',
)
)
&
)
' )
'
F
)
)
0.0
!
D
!
!
,
)
!
E
* %'
) !
! - /.3"
%
) !
,
)
"
4 @ %' )
!
6; )
'
! '
)
!
, ! 4)
' !
,
)
-4 .
4 *
) !
? ,
! ")
#
'"
' )
! )
)
! ' , ,,
) - /0 3 ."
' ,
.
)
- 43 0
".3
1
+
!
)
4 +
! )
)
)
) )
,
)
'
) =
' ! ( !
'
'
)
' )
'
A ,
40 ,
- .2 22 2. " , *
'
% ) ? )
( ' % )
A
8 !
! 7 !
) ) 8 ( ) (-#
! @
,, )
(! )
,
', .2 23 " #
-
4/2 II ,
) '
* ! % 4
8 7 F ,, )
, ) $ .. # ) !
)
# 4 / '
$ +
!
)
,
) 0 0 0 40"/3 ,! - 2"0/ ! )
-
)
7 )
8 )
!
: C
: C
5
(
+ )
!
'
)
,
G
@
!
( 8
%' !'
A )
)
(
'
) )
)
@ !
! (
* ,
* ) !
,
)
8@57 ' )
" :
8' ,A@ ) !'
!
,
)
@ !' !'
,
) '
)
,
)
!
@
! )
!
!
, !
'
@ +
5
)
)
$
.
) '
!
7
! ! ")
)
!
. A. 0 . 0)
$ 7 ) 2 43# $ ',
2 )
,
@
7 ) )
0
+ !
7
)
)
!
0
") ,!
!'
0
3 :
% @ ) , @
)
',
?
)
'
,
& ,
!
!
!
:
)
)
" ! ?
'
)
! !
'
' "
"
'
) )
)
2B
!
)
," )
@ : ) , )
) ,A !'
#
,
!' @
)
(
) % '
@ 6
! '
(
(@
! (
. A. 0 8
&
6
(@
( ) ,
' ,,
'
$
'
- ."
)
( !
)
!
)
',
0 0
-40
) (
'
2.3"
) )
)
!
!' !
' ! '
'
(
, !
+ )
,
)
0
',
( !
20
.".
- "
00 :
)
&
:
( ) ) )
'
) & : " H
? ;
)
/2 ! ! 7
: C )
3 '
! : C
' )
, )
) )
(
(
0 ,
!
)
,
!
'
. 2 ".#
)
/.2
( !
7 *
-0
7
)
* ) )
! ! !
)
$
H
!! ( - 4" 0
!
)
)
0
)
: C
!
! - ." $ = ' - ." /" 4
'
$
!
2
)
!
!
. A. 0 8
@ ' - 02"2. $ -02 /
/
,
!
, ) G
)
0 BH
: C
(
@
"
! / 2 /#/" 4 7 ) ! ) ! ) ! - / 30#".2
0
"
)
8 ( !
!
)
(
) !
(
0
!
,,
04 :
A: )
)
,
7 ! ,
)
) ' ? )
1
2 30" # 2 30" #
-
/2
(
'
) 1 ) !
)
44 ) 8 ?
) !
%
!
! )
) !
(
"
/
0 - # 32 / 4"34 , - 4 / 2 "4# - 2 3 230"42 + , ! ' , 8 % ) !
3
,,
)
) , ( ,
,
( ) *
!
!"# $ % & ! , !! # 0! # #
+
.
/
#
' /
# 1 $
2
3
+
5 # # 68 9 -
0!
+, 5
+,
/ -
/
!
(4(
!! $
+,
: $
# #
! #
# !
#
!
! 0
0!
!
! #
0!
/ /
,
#
*
#/
* <
#
$8> !!
* "
4
/
/ -
=
$
>>
#
-
!
$
=
/ < ! -
! /
+, #- !
# *
$
!
67
/
##- ; /
* ! # $
- #
!
:
#-
4
$
!
3
:
!! < >> !! ! /
/# >
*
;
!
" <
<
? @
) 0!
/
A
@ @
! #
$ $$ * / # $ $B * / # <
! # 2
&
3 0!
2A -
/#
*
0! ! #
;
% !
0!
-
A <
$
* "
!
E
!
*
% -
<
( # ( , ,,
*
(
+(
$
+ !
-
H
"
&
C
DH* ! 0<
$
8
* !
-
" (
)
C
! ( # (
& *
#
+(
, ,
* $
% -
E
<
!
% ( /
DH* ! 0<
(
* 1 $
2 !
1 $
! 0 --
/ 4 #
$ 2<
!
,
! 8" 8= < 0!
7
8 #
!
#
# $ $B
#
* ! ! -
7$
-7 B 2 =<=B
$ 7 " $2$ 22>
$
/
! #
-
$
C <( D ! 7 <> # / = 2 B < B *
# #
/# ? !! *
-
!(
2 * 0!
! 7 <8"
!
# /
! #
/ ! 0
* !
8
$ / $
$ 1
$
! " *
/# * /
#
!
<E
!
!
-
%
+!
!
< *
0!
;
!
)
#$ * ; *
* !
!
-
&
(
+! ! !
8
!
/# 8
/# F $
$
$ -
G $ 7 =$B B8 < "
% * ! # * "
& * $ *
-
$ $
+!
$
$ $
$ 7 = B=>
=<>8
' " ! # * $ <
* %
-
< D< *
. +!
/#
! # ! !
8
$
! $7
# 2 > $ <$$
#
$
$
. / @ *
+( , ,, /#
/
!
01
%
( <( /
-< ( D
)2
;
2
! 0< % < C
(
< +!
2
1 '
!
> !
H
$
BB>
% 0!
! *
#*
<$ #
! %
#
#
;
<
!!
$
B
! (
-
!( % C % 2
< ! 0
-
(
- +!
!
!
$ $
234)5 ( * F*G /
!
!
!
( D*
! 0 * ( D
! !
%
! !
*
* !
#
( D
8
! 0 !
/
,
# ! 0 +
$
$ 7 8>2 B ><2=
$
$ 1 $
< >$
"
-
!
. *
! * /
!
# -
*
!
*
#
-
!
8
2 *
$
$ 7 $ B2 >8 <8
!
2
;
< 0!
*
7 < #$
#
0
I
/
#
""
4
* #
;
<
!
!
/
# -#- $
$
, !
8
* *
/ *
<
! #
8
0! $
$ 7 8$ "8"<=8
! ! ! 0! !
! /
* /
#
! ! $ <
! E
! !
1 ! * #
4
! JJ # ! !! 2 !
( 7
* $
>
#
$$
060) 5 ( ! ; *
! !
/
# !
*
! !
!
C #
8
! $ 7 8> 8> <$=
$
* -
!
/ /
#
-!
!
* 2
! #
!
-!
0!
#-
(
* !
! @
( !
-
*
!
/#
-$
=
! *
!
* ! !
! # !!
. / 4 -$
01
$ !
/*
/# $
2
)2
-
/
!
! 0 ! 8
!
( ! $ $
!
( $
!
$ 7 8" 2 ><2
3
#
!
; !(
! F !
/ # !
-
! G
< +
#
# ! ! !!
$
*
!
8
$
$ 7 88$ =$2<22
4
( D !
!
1 $ $ & 4 ! F* @
0! 8 ,
=
/
1
* &
8 *
;
!!
7
$ 7 2 = >B8<="
+( , ,
* *
!!
$
!
B
/
= *
8
* & => -
# $ $"
#
! 0
#
# 1
!
/ -
#
>
#
#
!
#
-
#
' " $ -
!
%
<
-
/
! ! 0
! G ;
#
<
!
!
#
!
$8
!
!
! ; *
!
;
#-
( #%
% /
$
B
/ -
! 0 !
# !
!
!
+
<
( D
#
! 0
-
$ -
< *&+ *
0 -
!
$ $$ $ $= " ; *
!
#-
!
+
-
%
)
!
$
$ #
$ $" $ $B
8
-
!
$7
B =B<$
!
!
K
-
!
$ $
@ 1
D
/
(
!
0!
(
!
1
234#)5 ( ; ! 0 ( D* ( D
!
#
*.L( ! #
! 0 @ ! 0
"
!
0! !
!
! #
!
*
< /
0!
!! !
) !
! #
0!
! !
"
*
#
*
8
$
$7
! >8><>$
!/ !
) $ ! ! !
--
$
8>
* !
2 ;
!
0! $#
* & + # *
8
0
;
!
#
1
;
!
$ 7 ==$<
&
!
7
$
"
; *
#
* !
8
$ !
8
1 > $
0! $ 7 8=
2< 8
) !
%
!
0!
# !
8
$
$ 7 = 8 <>"
*
<
$=
$
-
BB
;
!
@ ; !
-
$
; ;
!
!!
> /
/ -
!
-
/
; *
2
"
<
-
<
!
/ JJ
/
!
;
#!
!
#! &
$= / # $ $
+! !
(" /
*
*
/
!
:
!
+
!
/
/#
$
0!
+ ! *
$782
+
#! # -
$=< B
$
A
/#
#
# ! <
M
2 5
#!
< %
> 5 ! !
#
! +! $ $ 7 8 8 $$< *
/ &
+! > 1
#
<
B>5 = 5
#
$ 8 0! 0
1
!! # /
$ $ ! /
-
#-
0! /
!
!
-
7 "=" B2 < <
! 0
!
8
$
$ 7 = $>
$<="
$$= $
/
0!
;
/
/ &
$
/
/
#
#
#
/
#
-
1 /#
!
/
4
= ;
0
/
/
8
+
-
!
.
28
0! -
-/ *
/# /
,
! !
= 2B
#
#
! 0
! $ #
M
-
#
*
;
! !
!
3
8 +
8 /
-
!
+! ; 1
4 M
8
0!
7 >B ="8< * -
>>
0!
*
1 !
/#
-
! /
#
* /
/ >
!! =
!
! 0 &C
A (
!
! # D
/
$>
1
#
/ @
<=
B$
$ $
1
&
<
CD <
4
<
<
-
#
; / ! /#
! <
/
/# ;
? )@* <) = =$
)
!
* -
1
$
;$
H /
F
# +, ;
+!
!
; /
/ !
$
<
/ !
;
#
; $$ / # G
< $
8B +
#/
!
1
0! H
!! 1
#
$
!
! ;
1
,&@ $ !
$ $
#
!
/ $ 7 8 ="2
*
<
/
!
-
!
?
/
! -
F / !
G
-
- / .
! ;
!! -
-
<
<
! # < * / - !
<
!
*
/#
! *
-
; -/
/
!
* 7 *
! / ! /
!
$
/ 8 8$ <$" ! ! 0
> ;
! ;
C
<
! -
C 0! $
!
%+&
%# ?N <@ #
#
=$2<2=
C% $ $H$ 8
! <& /
$ 7 $ >" $22< A =
7
7 8 B2 2 =< $ $7
8
<
! #
! 8 $
% !
!
<
0!
/ ! O!
#
! !
!
% /#
!
$
$
# , @ ! #
#
N * -
/# &
1 $
! / 1 4
<
! #
/
+! ! *
/#
! -
/
#
0!
% !
; * /
< ;
0!
! # ! #
%
)+
! 0
< ! # E <& 1
! ( .&*
; !
,
@
$ -
><
- @ #
B
7 B>" 8>"<
/ 1
! B5 ! 0
!
-
7B
>=8< B5
8
$
$ 7 8 >8$<=B
<
$"
" L *
0!
L
B
/ -
0! *
< / *
L
0! +
/ ; L D
!
/
3) * 8
9 -
$
#
$
0!
0! 0!
$
/ 282< B -
7$
$
$
0!
*
!
L
-
;
!
0! /
$
* /
<
<
# --
3) :$" )4 ; ! ; * ! * 0!
3) 53 ; ! =<= ; ! / ! ;
; /# < @ $/# *
/
$
$
( <
>
$<$
8 B>
M
0! !! / ;
!
!
#/
#
/
3
/
$ +
/#
#
*
-
$
*
.
-
/#
# $
/
# H -
#-
* / -
* -
> /#
4 !
$ -
-
G 8<=
<
*
# -
*
! 0
8
* *
$
$
-
Q$
2 !
)
$
;
! # ! 8 B> M ! 0
#
!
$
/
! !
-
/
-
(
/ /# ! /# =>
* !
*
/#
<
-
-
$
<
> 5
P
! #
/# !
!
3
-
+ ! 1
-
0!
3 3
/# 8< !
*
=<
#/
/ ' 8
0!
)9 P
$ <
0!
2<
;
* FL *
/
$ ! ! 0!
!
/#
$
$ /#
' " $5 $$ $
1 $ /#
/
#/
0! / 0! /# 0! / / -
/# -
#/
/
;
;
# -
# 0!
L
@ C
<
-
#
.')+ $
>
$
$B
*
/ 0!
0!
$
$
!
;
1
/ / 0! 7 =$> BB < L 7 2 2 8 >"<>
/ -
/ *
!
3) *
8
$
0!
" # *
! ,
$
! *
#
/ /#
#
!
@
<
; +!
4
! ! &,
/ <
#
!
! !
#
! @ D . D . . (-
-
! #
R
! 0!
#
-
?
$
=>
!
A
M
A >
S
;
-
/ ">
! ! #
$<
><> S
S
A
$
A
A A ! <
!
< T $< !
!
A . ,
/
*
/
$
M!
A
> 0!
$
$
!
+ L
3) *
6
$
< !
/
$
$
#
#
# C
<
;
!
.
/ /#
!
! 0
!
#
4
! ! &,
!
#
? B
0!
-
MA
M
A >
S
; -
-
!
!
$
/
! #
8$> ><> S $< S
A A ! <
$
M! 8
*
MA
!
A .
A
8 !
. . (-
/ <
!
! ! @ D .
-
/#
!
/
0! (
#
+! !
,
! 0 -
* *
! ,
7
1 #
A
< T $< !
!
$2
; 1
#
#
Q
/
'
!
!
/ *
/
0!
$
$
!
+ L
3) '3 ; ! ; . - <
$
< !
/
$
$
! 0 -
!
.
! 0
0! (
" 82<> <
, ;
/
!
A B&
'+4< C1 ( ;
4 @ K
$$
=> 2$ #
#
!
*
< 3
3 !
#-
! '+4
!
#
0!
?
! /
/# ! 4
/ 1 $
;
$
*
' ,
+
4
!
! '+4
..D
#/
! #
; 0!
M
3 8 -
.
!
!
#
,
8> *
< /#
!
0!
;
#
,
! -
;
7
1 #
-
'
2" /#
+
M
$" =
M
.')+
$
1 $
$
$
8
-
/
<
- *
/ 0!
0! !
*
3) ; +
9 $
$ !
1
/
/
!
0!
*
0!
$
$
7 2> 2 =<22
1 $
!!
# !
$=<
, 8
#
; ! #
C
!H 8
$ *
!
-
8
#
!!
$ / -
/
E * ; !
> 4+C ! #
#
$=
/#
-
$ /#
B2 *
/
4
#
$ ;
! # < ! #
7 8$> #
; E
! /# ?
/
<
!
/
4 /#
L <
/
#
/ #
! # %
#
$
$
* $
4 * ! #
!
/ -
-/
C
!
+ 8
! #
#
-
$ ! # $ #
' * / *
!
!
- !
$ -
!
#
- ! -
8
/# 1 $ $ /# * !H /# .
!
/
;
!
- !
/
! #
-
!H
/# -
!
! #
0!
! !
BP
8
$
E
-
!= *
-
2
1 $
* D&+
$ /
!
/# 1 $
#
/#
#! 8 1
!
. /#
#! #!
$
$ JJ
" # /
0 /#
# ;
!
!
*
-
;
#
-
1 1 $
8/
*
/
9 ! /
!/
-
!
0! $ $7
8>8 "B
! ; $
# $ -
/# $ 1 $ 8/ !
/ /
; +! $2
!
! ,
! $ 1 $
/#
/ *
!
!
!
! -
C /
8
%
$
/
0! $ 7 >B $8$
8>8
$ 0!
! 0!
$B
2P$ ! !
* C C *
#
-
!
/ 8
!
2 C
*
!
+! ! #
-!
$ # # +! /
$
-
7 = 8 $ ="><>"
$
$
8B
-
A
$=B
0! ! #
;
*
! 0
*
*
4)+,< $ /#
-
$ /#
-
*
*
0! %
! 0% 0!
/
8
4 ! #
F
G
!
!
!
# $
$ $ ! <
$
C
*
=
! / 7= >
#<
# !
# -
* !
;
! -
# <
<
!
/# ! 0! !
C
#
- !
#
%
! F! ! !
!
*
*
/#
, -
/ * !
#
/#
-
/
G
$
/ !
F
-
-
0! !
$ #-
#
--
!
/
/ !
8
C
$
$
/
G
$
- 7 $ B2< * 7 >B 8"$<>$ #- 4 / 7 > 2 ><=8
8
#/ 7 $ B2 ; /
82
;
B2 =
$
#
#
= $ $ * /
M +
#
4
<
%
$2 1 $
M
0! 7 = $2
#
!
* /# =
# M<
<
#!
#C
/
/ -
! 8<
$
$
+! 7"=
1
$ <<
H
5
BB5
*
! 0
C ; 1 $ .
<
3 ;
$ !
#
#
!
* *
!
#-
* -
=
#
!
#
* *
/# $
!
*
H -
!
"
/
/
# <
=
-
$
!
-
E ! 0
!
8" B
$
$7
B= =8><2
82
-
$
8
C 0! M
!
0!
/ -
4
2 5
4
!
BB5 +! $ $ 7 8 >=$ 2" < *
/
!
-
7=" 2 > <<
! 0
!
8
$
$ 7 B " B=2<2
H
8
$P% ; *
-E
82
! 0
!
#
#%
. $ 1 $ 8/
-
# / / !
0! 0! ! 0
!
E
1 ! 0 7 $82 2=< ! 8 $
!
<
-
!
# $ =8
!
= 5 $ 7 B 8 8 =
E
+! $ #
% -
$
<
8P)
C
/
-
!
M
7 >2" 2 "< B85
1
H
*
$
$
! 0
!
=$>
B
0!
#/
! 0 / #/ 1 $
# ! 0
! /#
!
/ #/
< ! 4
-
/
#
; 3
!
$
# ;
!
!
;
!
! 0
-
! -
<
/
-
# /#
!
*
0!
*
#- H
C ! .
;
-
/
-
1 $ 88 =
0!
$
3 #/
$
/
% %
1
;
$
/#
$
! "85 8
-
7 "$ >>$< < B 5
1 $
$7=
<">
>
/#
0!
#
#
%
%
! # / *
!
-
*
<
# #
! !
-
- ! /
-
! 1
;
/ / -
<
1
>
@ / ( (
#
/#
!
- !
0!
1
! ! 0
= =
$ /# H
88 B28
/ $ 7 $2> "22<
*
0! /
-
+! H
*
/
/#
!
/# /
!
<
<
<
/
8$
1
/
$
0! --
1
/ P $>
$
-
$
3
! !
! !
!
#
1 $ / /#
#/
! /
# < 0!
- !
1 ! # * / ! # ! ! # ; / 4 *
0!
!
<
%
/ ! # !
#
% !
*
!
;
<
< # ! #
-
!?
<
/#
/#
#
/#
!
! / /
/# - /#
!
#!
-
* /#
$ ! 1 $
/
!
# /
#
8
!
@ 8#
!
/
/
*
#
#
;
! (
! $ $8
/ +
! #
0!
% < # 7 B<> !
/ #
- !
! --
!
% !
# - !
0!
/ 0! ! # 0!
M ! # !
# %
$
$
0! -
-
#
/ ;
0! --
%
# #
#
!
#
-
G /#
#
/#
*
/
! /
9
*
0!
$
%
7 "=2 2
<
#
*
%
> '
F
#
-#
#
! %
/
/
#
; 1 $ ; *
- ! 0!
!
! #
>
!
8
$
$ 7 8 B>= =
>2 !
$
' /
!
! 0
0!
>
!! ! ;
$ /# = ("A
$ /#
* 1
28
!
=
/ !
!
0!
2$<2 $
-
> /# /# -
#1
-/ ,
#
' ( !
!
9
<$$
88
#
!
! +,( ( <
-/
#
'
!
8
!
* /
!
;
* --
##
! <
! # 0!
# ! ! /#
$<>
!
#
! !
! #
! #
"
!
#
$
8
#
$ $2 ( ! ! !
!
1 $
-
! #( -
-
# !' /
<
;
! <
/ !
# #/ * # *
!
<
<
#
-<
!
;
#
!
!
--
/
0!
'
!
$
7 $B= B
<
#
# '
" '
!
C
* @
B
>2
!
8
$
$7
$2" ==< 8
2
-
&
'
;
#- (
! ;
/
!
#
'
! $
<
> $ !
+
! 0!
!
/
!
1 $ <
'
! *
/#
/ $
$ !
*
# /
/#
/#
D4H 4 @
.
$
;
!
!
$ #- (
$ <
# ? !
--
> 5
-
--
#
# * * +
!
!
! #
!
#
! #
! #
* * 4
0! # /
/# !
/ # -
$
-
8
/
B
!
/
4 !
! 0 7 "
>
!
8
$
$ 7 B B$8 B <8
B2
! 0
-
/ ! 0 !
/#
'
M! #
* 0!
< #
/
*
; *
-
#
# 0!
/ !
-
! 0 !
/#
("
$ ! 4
!
8=
.
$ -
; 1 $ * 1 $
+!
$ 8/
/
! 0 )
K / 0! * / /# / / 1 ! 0 ! 8 0!
/ ! $ <$
/
0!
8 $
# $7
2>" =
<2=
$
35
Staat Q Complexen inclusief resultaat Oorspronkelijk bedrag van de kapitaaluitgaven aan het begin van het dienstjaar 2012
Vermeerderingen in 2012
Stadshart 0.0.0
4.795.929,70
1.486.956,03
-
6.282.885,73
Buitenhof 1.7.7
3.632.928,13
176.196,84
-
3.809.124,97
Omschrijving
Verminderingen in 2012
Winst nemen
Oorspronkelijk bedrag van de kapitaaluitgaven aan het einde van het dienstjaar 2012
Onderhanden werken
Oostervaart-Oost 1.8.3
4.292.822,71
210.025,75
HanzePark (Schouw-Oost) 2.2.4
9.406.807,37
1.969.894,58
1.375.273,11
-
Lelystad NW Jol Parkeiland, Galjoen-z. 2.2/2.3
975.452,49-
482.927,50
357.363,48
Kust: Hoofdstructuur 2.3.0
278.982,23
11.856,74
290.838,97
8.052.273,31
802.415,20
50.732,00 1.021.261,00
Kust: Bataviahaven (Havenkwartier) 2.3.1 Kust: Bataviastad (Kust Museaal) 2.5.1
734.643,88
200.802,24
Kust: Houtribhoogte 2.5.2
4.172.173,52
220.292,04
Schoener-Zuidwest 2.4.7
1.341.151,15
119.984,95
Noordzoom 1e fase Oost 2.7.1 Werkeiland 3.5.3 Noordersluis 3.8.0
72.706,48-
144.377,35 -
466.904,63
34.910,80
-
1.047.744,76
362.793,13
Noordersluis-Zuidoost 3.8.1
138.242,26
40.119,54
Westerdreef Zichtlocatie 3.8.1
773.892,40
51.170,33
Rivierenbuurt 4.2.5
600.645,30
36.952,35
Warande HPS 5.2/5.3
11.870.032,00
377.696,38
12.247.728,38
Warande 1e deelgebied 5.2/5.3
33.925.015,95
7.177.989,56
1.348.514,29
Flevopoort 5.8.0
17.695.418,94
1.503.830,09
6.888.211,50
901.385,14
Larserpoort 7.8.1
1.990.030,94
105.568,90
111.055.691,71
16.274.720,87
Subtotaal (B-staten)
85.144,00
4.259.992,46 10.001.428,84
756.356,00
93.532,478.803.956,51 85.814,88-
-
952,78
Flevokust Noord 7.1.8.
242.856,00-
4.392.465,56 36.921,00 14.521,00
1.353.679,75 57.232,70501.815,43
336.102,00-
1.074.435,89
613.531,00
706.748,80
-
111.748,00-
713.314,73
-
227.407,00-
410.190,65
-
39.754.491,22 87.695,00
19.286.944,03
239.198,00-
1.856.401,84
66.526,33 16.987.758,91
7.723.070,31 351.713,00
110.694.366,67
Gronden zonder kostprijsberekening Gordiaan - De Veste kantorenterrein 0.2.1 Gordiaan - Kop van de De Veste 0.2.1 Gordiaan - Campus 0.3.0 Gordiaan - Spaceboxen Grietenij 0.3.0 Zmlk-school De Zevenster 0.3.2 Gordiaan - Middendreef 0.3.4 Centrum-Oost De Waterwijzer 1.0.0 Herontwikkeling Lelycenter (1.0.0) IJssellaan (1.1.1)
577,32
-
577,32-
564.846,40
-
1.809,02
-
1.809,02-
2.952.063,06
207.042,41
281.226,87
2.877.878,60
160.313,42-
14.718,77
-
86.849,67-
86.849,67
-
106.175,15-
45.376,35
244.375,00
1.101.688,04
129.664,67
471.420,00
32.798,31
72.192,23
-
104.990,54-
958,88
-
958,88-
-
Oostervaart Platinastraat 1.3.1
321.278,49
3.255,55-
506,82
2.088,89-
-
Locatie Zuigerplasdr./Binnenhavenwg 1.3.7
163.638,92
Hondsdraf 1.7.3
201.349,94-
Gelderse Hout - Triade 1.7.7
694.481,27
-
145.594,65305.173,80759.932,71 317.516,12 161.550,03 201.349,94
-
-
687.507,77
-
-
20.204,53
-
-
365.000,00
712,50
-
Kust: Kust-Centraal 2.3.1
936.462,43
39.799,65
Kust: Meerdijkhaven, Graansteiger 2.3.6
922.246,86
39.195,49
-
961.442,35
1.042.872,19
44.322,07
-
1.087.194,26
53.267,13-
361,37
-
8.699,72
910,48-
-
Gelderse Hout - Landtong 1.7.7 Oostervaart 1.8.1 Lelystad Noord-West, HVL-locatie (2.2/2.3)
Kust: Meerdijkhaven, Noorderzijl 2.3.6 Havendiep nabij winkelcentrum 2.4.2 Noordzoom fase 2 Midden 2.7.1 Landstrekenwijk 3.1.0 Lelystad-Haven 3.5.1 Werkeiland Binnengebied 3.5.3
20.204,53 -
6.973,50-
-
564.846,40
-
-
-
759,20
423.247,69
-
712,50-
400.000,00
2.600,00 -
365.000,00 576.262,08
52.905,76
-
7.789,24-
-
2.600,00
-
759,20-
423.247,69
-
Recreatiezone bovenwater 3.7.2
-
3.124,81
-
3.124,81-
-
Boswijk OBG-terrein 4.1.3
-
31,26
-
31,26-
-
Waterwijk 4.2.0
-
83,07-
-
83,07
Landerijen (4.3.0)
1.598.369,17-
221.227,01
381.750,00
600.000,00
1.158.892,16-
Larserplein 4.7.8
1.291.220,09
11.923,70
-
1.303.143,79
Warande Restgebieden 5.2/5.3
9.996.830,56
711.936,58
-
10.708.767,14
Flevokust Zuid 7.1.8
4.283.501,08
38.357,92
-
83.215,51
-
Lelystad Airport (7.5.8) Larserknoop 7.8.1 Larserpoort Klunder 7.8.1 Subtotaal (A-staten)
948.061,74
105.231,32
6.958.241,39
24.473,55
30.821.058,29
1.870.549,77
4.321.859,00 83.215,51-
25.000,00 2.230.126,38
1.028.293,06 6.982.714,94
652.970,49
31.114.452,17
36
Staat Q Complexen inclusief resultaat Oorspronkelijk bedrag van de kapitaaluitgaven aan het begin van het dienstjaar 2012
Vermeerderingen in 2012
Verminderingen in 2012
Verkeersmaatregelen Groene Carré
39.197,77-
43.746,94
5.000,00
Torenvalkweg Natuuractiviteitencentr.(NAC)
42.722,49
6.985,29
3.524,72
50.732,23
Omschrijving
Winst nemen
Oorspronkelijk bedrag van de kapitaaluitgaven aan het einde van het dienstjaar 2012
Hoofd-infrastructurele werken
Subtotaal (C-staten)
450,83-
5.000,00
49.707,78 -
49.256,95
Overige werken Geb. in tijd.beh. pand Bioscoop 0.0.0 Citysigning Bataviastad 2.5.1 Hotelkavel Kust 2.3.1 Woonschepen 3.2.9 Stimulering PO / CPO Warande 8.8.9 Stimulering woningbouw 8.8.9
1.146.904,24 49.301,15148.177,53
15.433,4238.871,05 8.866,32-
191.500,00-
241.500,00
186.000,00 445.000,00
-
445.000,00
-
8.013,31
Erfpachtcomplex 8.9.9
Voorzieningen Totaal geïnvesteerd vermogen In erfpacht uitgegeven gronden Totaal generaal
961.356,27 20.189.398,32122.652.232,67 8.962.173,89 131.614.406,56
91.800,00-
-
40.136,89
Lokaal Akkoord Centrada 8.8.9
1.131.470,82
91.800,00
92.924,35-
Beter benutten 8.8.9 Subtotaal (D-staten)
10.430,10-
139.311,21
-
52.787,46136.000,00-
-
8.013,31
270.726,51
556.367,00
285.640,49
1.019.948,02
1.268.736,90
285.640,49
998.207,88
15.785.294,54-
15.559.224,19-
3.430.656,35
4.932.398,00
1.290.323,98
122.440.815,00
1.290.323,98
131.402.988,89
3.430.656,35
20.415.468,67-
4.932.398,00
-
8.962.173,89
!"# % ! #%! , .
, -
$ &
% ' ( ) *+
" #
)
/ 0
+
% *
*
&
$ 2 3 &
% %"
1-## , % " %! " %, "-1 , 1#1* # " # , % ""! *
) * (
" # "! # % % %1 "1# # -
) * & ) 4
( ( ) * )
5 4 0 0
# 6# %
5
)
* * * * .
(
(
/
) )
, %, % %! 75 % !" % "!
( 8
--1 6 0
)
/
*
9
5
.
75 --1 ---
% " # , ! 1 -
%" "% %%- , "%1 --# , ""! %#1 -! # % -* 1- !" % , " !# ",!" #%! %, 1-" #1 , %, !
%% , # ,! !" , "! ! " ,- "%" !,, ! , #" , % ! ,-! ,! !-% ! #-# "" 1,, "1 # %!! % %!
% " #" %" !" !"
%
1
"%
! 1,% 1 ,, #
"
1
, 11"
"
#
" ## %#% -1 %, #,% 1% " %## % ," "% 1! "- -"! %% - # 1 "!" %! ! %! % !" "!
, -1,%% !!, 1#- -, ,"- " ,- !, !!" %, ,, "%" 11 -! ,% ! %1 ! -- !, -! #% 1% % "! # !
! " %%% %% %%# %%, %%+ % # % # % % % , #%% #% # # # ) #)) #)) #)) #2 # , * ) ) # #
+ + , ,) *# * )# #% *# * * 2% 2# 2# ,# ,# ,#* , % , * , % ,)2 *%% *%% *2% )#2 )#2 )2# )2# )2# $ $ ! ""#
' ( $ !" !! . ' 0
!
/ &
! 1!
3 & 1 4 ! 56 7 8 6 ! 9 1 / 4 ! 5: ! 8 '$ " ;1 ! 1 " ! 9 1 5< 8 6 ' 4 ! $ ! 0 0 (4: ===$ 9 9 > /5 " 1 $ !8 " 1 $ ! 9 6$ " 1 ,* 5# 8 1 (4:#$? 01! $ " 59 / 8 :1 " // @6'=$ A $& 5( 8 A ( ==$( 5( $ 8 3 /" ! 3 /" > 9 ( / 1 " 01! 31! 5 ! 8 9 1 " > ! #4 ! 6 ! / / ( ! " 6 7! $9 6 7! $9 ( / !1! ! 1 !$> ( ! > " ! /4 $ ! / ( ! ( / . 11 $> ' 6 6 ! ( # ( ! B B /1! B /1! ;1 6 ! 6 ! 01 6 ! 1 - > '$
#$#$ %# ) * * +,% *)* ) ) # *#+ ) , , ,, #% 2 + # +% 2 %)+ ## + #2 *# #* *%% + %2+ *2# ++ ## #) 22* # *% , * #,+ 2#) $ 2 )% %,% 2 +# ) )# *% ) ) )* *+ *%# $ #)* %+2 $ ,) +# + + #)# 2 2,, # %%% + * 2 %) ,, #)+ *# %%) #,* # + % * %%% ) ),# + 2)% #** +## ,+ , % )* +)% # #+* #,* #)# ) $ 2+ % + ,,% **% 2 ,% ## )*% ++2 $% &&%'&$
%#
%#
# ),*
%#
%#
&
!
%2 # ** +%
*$
# ,*
) * )
,# ) , +
+
, 2
, 2 ** %%%$
+ 2*2$ #*
##$
# ,#*
%$
# +#% ,,)
#% #%
%( )
% &'
*
*
%%%$ %%%
# ,* $ + % &)*
#$# $ %# ) * * +,% *)* ) ) # *#+ ) , , ,, #% ,2 $ ) ,) ## + % ,%, #* *%% + %2+ *2# ++ ## #) 22* # *% , * #, %%) $ 2 )% %,% 2 +# ) )# *% ) ) )* *+ *%# $ # % %+2 + 2*2 ,) +# $ + #)# 2 2,, # %%% + * 2 %) , )+# *# %%) #,* # + $ * %%% ) ),# + 2 +% #** +## , ) )* +)% # #+* #,* # #, ) # % %%% 2+ % + ,,% **% 2 ,% ## )*% # #* $% $ % (
# # # (
!" # (" !(
$ % & "
& ' &
$
)
* +"
& -
!!#,
"+
.&
&
.
!! ' # $ # $ # $ # !$
$ /
# !$ # !$ #" )
,
*
4
5
.
1
; < -
&3
&
61
7
* -
12
!# !" # 0!! !#
&
# # # (
! !( 0" " "+
/
& ,
# + (
+8 ( 9
( &
$ .
'
*
## # +
. ")
1
!
:
!
.
! ! !
!
!
/
&
"
"# + """ !" ( + + + 0+ " 0# 0
"
#$
!
""
#
$
!
!
""
%
!" "&
'
(
) *
!
"
+ ,
&!
"
&
!
-% *
'
(
/
0
/
0
/
0
/
0
+
/
0
3
/
0
/
0
/
0
4
/
0
'
/
0 1
! "
&
"
"
"
" ! &&
" ! &&
! &
! &
&! &
0 * -%
&
0 53
!& !
!
! !"
& & &
!
""
"
"
&
&
+
!"! "
" &
2
"
" "
&
"
&
!
! &
&
"
"
! "!
! " &
&
#
"!" "
!
! " &
.$
"
!" "&
&
&
& &
" &
" &
&&
&&
"
& !
!
&
"
&"
6
&
!
&
"
!
"
/
0
-%
! !!
! !!
/
0
2 %
7
!!
!!
/
0
#
"
/
0
#%
/
0
2
$
/
0
2
$
/
0
4
/
0
$ 5'
2 %6 !
-% 0
1$
!
!
0
/
0
9
/
0
#
! & !
!
""
"
! "
! "
* 0 *
! "
/
!
"!
"!
"
&"
&
" & "
"
"
!
9 )$ )$ =
%& % '
: ( < 1 (
* % $
* 1 1
9 * # % * ) 1
' *
;
;
0 !
% %
(;
*
* @
1 1
1 1
* ' $
> $
A 3 *
$'
0
?
% 1
*
1 B1
$ 0
$ *
1 0
$*
0 $ 9
9
*
% 9
$ (
0
%
%*
! ! &
"!
0
!
! ! & !
8
/
" "
"
""
#
!
%
'
$
!
# * D
% +, 1
* 3
11
E $
* (
$'
1
*
9 0
1
*
%
(
1
)
'
*
(
0%
%
/ 0
9 6
%
%*
% = 1
!
1
0 * ' (
0 * 1
1
@
' 9 2 % -%
1
( ) 9
%
1
* 0
0
* * &
% % 1 @
1% $$
% ? *
(
-%
*
9
?' 0
?
1
*
0 4
@! &
1
1
/ 0
$
*
1
0
#
* 1
(
% +,
9 F = 1
" + ,
KK
"
G
0 ( % %% #
1 *
0
% 7/
* 0 @
$ $
2
%* #
+
* " 3)+)
$ @ " # % ? $$
* *
%
+ , ? 1 1
@
)1
?
F
*
3)+) 4/ 1 + , % G
"
1
%
0
@
9
(
9 0
!"!
1
1
1
11 #
7 ,6 = % ? 1 3)+) 4/ 1 %
(
0
%
$
# "1 / % 7/ 5) ' ?+ #
1
$ @
9
+ ,
*
0
2 2
( 1
$ $ / % @ &! & = $$ (
%
(
%
*
% 9
$0 %
"
0
1
)
2
1
9
@
1
$ 1 * % @ "
G 1 E % %%
$
&
%
9
* 2
@
$ ( I* % 1 ? 0 (
2 0
1
0 1
0 $
%
(
1 $
1
*
&
% 1
9
1
% % 1 = 0 $ % %% -% 0 0
%
?#
* * @
" 2
%
% 0
9 0
9 * %
' + , @
@ !
2 1 %$$ = *
$
) *
1
1
2 ', #$
"
%* * %
* F
1
0
$
-. * 2 1 -% % ( #
1 1 H2 "
J
1
4
%
0
* 1
&" & 9 '
9 1
9 1 (1 *
* 7
@ @
1
9
% =11 9 %
$ G
$ 9
1
*
* * 1 (1
%
1 @ "!" "
)
5
$
$
1
'
(
$
E 1 $
%
)
1
@
( ) #
% 4
0
0 @ !? 1
/ " /
0
# *
9 + , *
0
=
1 @ "
*
0 11 C#
* %
$ % $
)
1
0
$
$ 2 1
?
)
#
0
0
*
* 0
/
C @ ? 1 11 # % 0 *
0 % 9
* 1
*
CS
I ÊU ERNST &
d-d.
Ernst & Young Accountants LLP Euclideslaan 1 3584 BL Utrecht Postbus 3053 3502 GB Utrecht
YOUNG
Tel.: +31 (O) 8 8 - 4 0 7 1000 Fax:+31(0) 8 8 - 4 0 7 3030 www.ey.nl
130012052
Gemeente LeSyitid ^gekomen
VERTROUWELIJK De Raad van gemeente Lelystad T.a.v. de heer J . Woltjer Postbus 91 8 2 0 0 AB LELYSTAD
Utrecht, 11 april 2 0 1 3
Betreft:
SK0R-96MKZ5/RS/JD/HU
accountantsverslag jaarrekening 2012 gemeente Lelystad
Geachte leden van de raad, Naar aanleiding van onze controle van de jaarrekening 2 0 1 2 van de gemeente Lelystad presenteren wij u hierbij de uitkomsten van onze werkzaamheden. Daarnaast geven wij, vanuit onze natuurlijke adviesfunctie, een aantal aanbevelingen waarmee wij beogen u als raad te ondersteunen in uw kaderstellende en controlerende taak. De onderwerpen die in dit verslag aan de orde komen, hebben deel uitgemaakt van onze overwegingen bij de bepaling van de aard, het tijdstip van uitvoering en de diepgang van de controlemaatregelen die zijn toegepast in het kader van de controle van de jaarrekening 2 0 1 2 van de gemeente Lelystad. De in dit accountantsverslag opgenomen bevindingen doen geen afbreuk aan ons oordeel omtrent de getrouwheid en rechtmatigheid van de jaarrekening 2 0 1 2 . Een afschrift van dit rapport is toegezonden aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad.
Ernst & Young Accountarts L L P is een limited liability partnership opgericht naar het recht van Engeland en Wales en geregistreerd bij Companies House onder registratienummer O C 3 3 5 5 9 4 . In relatie tot Ernst & Young Accountants LLP wordt de term partner getruikt voor een (vertegenwoordiger van een) vennoot van Ernst & Young Accountants L L P . Ernst & Young Accountants L L P is statutair gevestigd te Lambeth Palace Road 1, London SE1 7 E U , Verenigd Koninkrijk, heeft haar hotrdvestiging aan Boompjes 2 5 8 , 3011 XZ Rotterdam, Nederland en is geregistreerd bij de Kamer van Koophandel Rotterdam onder nummer 2 4 4 3 2 9 4 4 . Op onze werkzaamheden zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin een beoerking van de aansprakelijkheid is opgenomen.
é
#
Ge*
e
e
n
UeW !Lers^
VOO*"
Quality
2 0 U
s t a d
de <3
ern
Ê!l ERNST &
YOUNG
Wij stellen het zeer op prijs deze rapportage persoonlijk aan u toe te lichten of eventuele vragen van u te beantwoorden. Als u vragen of opmerkingen hebt, kunt u contact met ons opnemen. Hoogachtend, Ernst & Yourfg'Accountants L L P
• •
•
<§>••••• =H ERNS * &
YOUNG
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Bestuurlijke samenvatting Goedkeurende controleverklaring De financiële resultaten over 2 0 1 2 Samenvatting bevindingen interne beheersing Proces totstandkoming jaarrekening sterk verbeterd Top 3 bestuurlijke aandachtspunten voor 2 0 1 3
1 1 1 2 3 3
2 2.1 2.2 2.3 2.4
Hoe hebben wij de controle ingericht? Wat is de reikwijdte van onze opdracht Onze controleaanpak in het kort De met u afgesproken goedkeurings- en rapporteringstoleranties Verplichtingen inzake Single information en Single audit (SiSa)
4 4 4 5 5
3 3.1 3.2
Wat zijn de uitkomsten van onze controle? Onze verklaring is goedkeurend Welke fouten en onzekerheden resteren nog?
7 7 8
4 4.1 4.2
Onze analyse van het resultaat 2 0 1 2 en het weerstandsvermogen Positieve resultaat nader geanalyseerd Analyse financiële positie en weerstandsvermogen ultimo 2 0 1 2
9 9 10
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7
Onze bevindingen en aanbevelingen naar aanleiding van de controle Grondexploitaties Parkeerexploitatie De Kust Stimulering woningfonds Reserves en voorzieningen Debiteuren Sociale zaken Afboeking lening ziekenhuis Waardering vastgoedportefeuille
13 13 17 18 18 20 21 21
•
••••••••• I
5.8 5.9 5.10 5.11 5.12 5.13 5.14 5.15
1111
1
=!l ERNST &
••••
•
YOUNG
Liquide middelen De Steiger Vooruitbetalingen Niet uit de balans blijkende verplichtingen Kortlopende vordering WWB Paragraaf verbonden partijen Belastingensysteem EDP-audit Onze bevindingen in het kader van rechtmatigheid Bevindingen controle verantwoording in het kader van SiSa
22 22 23 24 24 25 25 29
Bijlagen
BIJLAGEN: Bijlage 1: Informatie uit hoofde van onze functie als controlerend accountant Bijlage 2: SiSa-bijlage
30 36
o.
?0 *2 n
01
I
Pagina 1
=U ERNST &
YOUNG
Bestuurlijke samenvatting
1.1 Goedkeurende controleverklaring
Goedkeurende
controleverklaring
Wij hebben bij de jaarrekening van de gemeente Lelystad een goedkeurende controleverklaring afgegeven met betrekking tot de getrouwheid en rechtmatigheid. De geconstateerde fouten en onzekerheden (paragraaf 3.2) zijn kleiner dan de door u vastgestelde controletoleranties van respectievelijk € 3 . 8 4 9 . 0 0 0 en € 1 1 . 5 4 7 . 0 0 0 . De jaarrekening is opgesteld onder de veronderstelling dat de herziene grondexploitaties zoals aangeboden aan de raad ongewijzigd zullen worden vastgesteld. De effecten van de herzieningen zijn in de jaarrekening verwerkt. Het is van belang dat de vaststelling hiervan door uw raad uiterlijk gelijktijdig met het vaststellen van de jaarrekening plaatsvindt. 1.2
De financiële
resultaten
over
2012
! Het saldo van de baten en lasten na bestemming over 2 0 1 2 bedraagt € 8 0 9 . 0 0 0 voordelig en is als volgt weergegeven: Hoger saldo van baten en lasten na bestemming dan Gewijzigde Rekening 2 0 1 2 Rekening 2 0 1 1 Bedragen ^t€ 1.000 begroot wat met name begroting 2 0 1 2 wordt verklaard door € -7.482 € -12.781 Resultaat vóór bestemming € 2.848 voordelige resultaten op de € 8.291 € -2.761 € 12.816 Saldo mutatie in reserves algemene dekkingsmiddelen € 87 € 809 Saldo van baten en lasten na bestemming € 35 Ten opzichte van de door u vastgestelde begroting betekent dit een overschot van € 7 2 2 . 0 0 0 . Het voordelige resultaat wordt met name veroorzaakt door de voordelige resultaten op de algemene dekkingsmiddelen. In de jaarrekening is de analyse van het overschot toereikend toegelicht.
•
• •# =U ERNS
1.3
PAGINA
& YOUNG
Samenvatting
bevindingen
interne
2
beheersing
Onze tussentijdse controle is gericht op de toetsing van de opzet, het bestaan en de werking van de bedrijfsvoering waaronder de administratieve organisatie en interne controle gericht op een rechtmatig financieel beheer en een getrouwe informatievoorziening, voor zover van belang voor het verkrijgen van een oordeel over de getrouwheid van de jaarrekening en de rechtmatigheid van inkomsten en uitgaven en balansmutaties. Wij hebben ons gedurende deze controle voornamelijk gericht op de administratieve organisatie en de daarin opgenomen maatregelen van interne controle (AO/IC). De in voorliggende rapportage opgenomen bevindingen hebben dan voornamelijk betrekking op de inrichting van de organisatie op dit vlak. Op grond van de uitkomsten van onze controlewerkzaamheden zijn wij van mening dat de administratieve organisatie en de daarin opgenomen maatregelen van interne beheersing voor een belangrijk deel voldoen aan de daaraan te stellen eisen. Dit neemt niet weg dat op onderdelen (verdere) aanpassing en/of verbetering mogelijk is. Vanwege de grote hoeveelheid beheershandelingen die binnen een gemeente plaatsvinden, is het noodzakelijk dat er een raamwerk wordt gecreëerd waarbinnen wordt geborgd dat transacties rechtmatig (conform externe en interne regelgeving) worden afgewikkeld en verantwoord. Wij stellen vast dat er sprake is van een dergelijk raamwerk, maar dat de toetsing op een effectieve werking hiervan (nog) niet afdoende geformaliseerd is. In 2 0 1 2 wordt, evenals in voorgaande jaren, veelal getoetst op het voorwaardencriterium en nog onvoldoende op (operationele) risico's en beheersingsmaatregelen. Wij constateren evenwel dat voor 2 0 1 3 inmiddels acties zijn uitgezet om de controles tijdiger, gestructureerder en eenduidiger uit te voeren. Wij hebben de interne controleplannen en de uitgevoerde interne controles beoordeeld die ten tijde van de interim-controle gereed waren. De aard en diepgang van de interne controles over 2 0 1 2 was op onderdelen onvoldoende. Ten tijde van de jaarrekeningcontrole zijn deze punten opgelost. Wij bevelen u aan vroegtijdig te starten met de interne controles om zo, voordat het jaareindeproces wordt opgestart, deze interne controles gereed te hebben. Het risico is anders groot dat geconstateerde fouten niet meer hersteld kunnen worden en tijdig structurele maatregelen genomen kunnen worden om herhaling te voorkomen.
Pagina 3
1.4 Proces totstandkoming jaarrekening sterk verbeterd In voorgaande jaren hebben wij u geïnformeerd over het ontbreken van de "helicopterview" en de "eilandencultuur" binnen uw organisatie, waardoor het jaarrekeningtraject keer op keer topzwaar bleek te zijn. Wij stellen vast dat door gezamenlijke inspanningen en voortdurende onderlinge afstemming tussen de organisatie en Ernst & Young een sterke verbetering heeft plaatsgevonden in termen van adequaatheid, tijdigheid en kwaliteit. Wij zijn van mening dat met het huidige balansdossier een goede basis is gelegd om in komende jaren een getrouwe weergave in de jaarrekening te borgen. Wij geven u wel in overweging het balansdossier nog meer in te richten op basis van risicoanalyse en per post een concluderend memo op te stellen waarin wordt ingegaan op de bijzonderheden, de uitgevoerde werkzaamheden en de conclusie van de organisatie. Daarmee kunt u de controledocumentatie tot een minimum beperken en kan efficiency worden behaald. 1.5 Onze top 3
Top 3 bestuurlijke
aandachtspunten
voor
2013
Onze werkzaamheden resulteren in een aantal bevindingen en aanbevelingen die in dit verslag zijn opgenomen. Het is van belang hierin een focus aan te brengen. De volgende top 3 heeft ons inziens de meeste prioriteit in 2 0 1 3 : 1 2 3
Grondexploitaties ICL-voorzieningen Contractenregistratie en rechtmatigheidbeheer
•
•
ll>
•
•
•
•
•
•
•
•
•
I PAGINA
=U ERNST & YOUNG
4
Hoe hebben wij de controle ingericht?
2.1 Uw opdracht aan ons
Wat is de reikwijdte
van onze
opdracht
Conform de aan ons verleende opdracht hebben wij de jaarrekening 2 0 1 2 van de gemeente Lelystad gecontroleerd. Deze jaarrekening is onder verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders opgesteld. Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel te geven over de jaarrekening, als bedoeld in artikel 2 1 3 , tweede lid, van de Gemeentewet. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (BADO) en het door de raad vastgestelde controleprotocol. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. 2.2
Onze controleaanpak
in het
kort
Onze risicoanalyse is de basis voor de controle
Onze controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico's van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van zowel de baten en lasten als de activa en passiva. Daarbij betrekken wij mede het voor de naleving van de wet- en regelgeving relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn. Dit heeft niet ten doel een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de gemeente.
In onze controle hebben schattingen van het college specifieke aandacht
Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving, van de redelijkheid van schattingen die het college van burgemeester en wethouders van de gemeente heeft gemaakt en een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
Pagina 5
2.3 Controleprotocol voor de accountantscontrole
De met u afgesproken
goedkeurings-
en
rapporteringstoleranties
Op grond van het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (BADO) stelt de raad de goedkeuringstolerantie vast die de accountant bij zijn jaarrekeningcontrole dient te hanteren. U heeft ons voor het boekjaar 2 0 1 2 opgedragen om bij onze oordeelsvorming uit te gaan van de hierna vermelde goedkeuringstolerantie: Goedkeuringstolerantie
De door u voorgeschreven goedkeuringstoleranties
Goedkeurend
Beperking
Oordeelonthouding
Afkeurend
Fouten in de jaarrekening (% lasten)
< 1%
>l%-<3%
-
i 3%
Onzekerheden in de controle (% lasten)
< 3%
> 3% - < 10%
i 10%
Op grond van de jaarrekening 2 0 1 2 bedraagt de goedkeuringstolerantie voor fouten € 3 . 8 4 9 . 0 0 0 (1%) en voor onzekerheden € 1 1 . 5 4 7 . 0 0 0 (3%). Als de goedkeuringstolerantie niet wordt overschreden, kan een goedkeurende controleverklaring worden afgegeven. Deze goedkeuringstolerantie is een kwantitatief criterium, de uiteindelijke oordeelsvorming is echter altijd een combinatie van kwalitatieve en kwantitatieve afwegingen.
De door u voorgeschreven rapporteringstolerantie
De rapporteringstolerantie, de maatstaf die geldt voor het rapporteren van fouten en onzekerheden, is door de raad bepaald op € 100.000. 2.4
Verplichtingen
inzake
Single
information
en Single
audit
(SiSa)
Uw gemeente is op grond van wettelijk voorschrift verplicht de verantwoordingsinformatie voor de met name benoemde specifieke uitkeringen hieromtrent op te nemen in een bijlage bij de jaarrekening op basis van een door het Ministerie van Binnenlandse Zaken voorgeschreven model. Bij de controle van deze bijlage betrekken wij de door het Ministerie van Binnenlandse Zaken hiervoor gegeven aanwijzingen (Circulaire Single Information Single Audit 2 0 1 2 , waarin onder andere opgenomen de Nota verwachtingen accountantscontrole 2 0 1 2 ) .
•
•
• • • •
•
H||l||ji 'I
1111
EH ERNS
& YOUNG
PAGINA6
Specifiek toleranties voor de De hierbij geconstateerde fouten en onzekerheden dienen op grond van het BADO in het verslag van bevindingen te worden opgenomen indien de navolgende rapporteringstolerantie per specifieke uitkering wordt overschreden: SiSa-bijlage € 1 0 . 0 0 0 indien de omvangbasis kleiner dan of gelijk aan € 1 0 0 . 0 0 0 is; 10% indien de omvangbasis groter dan € 1 0 0 . 0 0 0 en kleiner dan of gelijk aan € 1.000.000 is; € 1 0 0 . 0 0 0 indien de omvangbasis groter dan € 1.000.000 is. In paragraaf 5.15 van dit verslag rapporteren wij hierover.
Pagina 7
3
Wat zijn de uitkomsten van onze controle?
In dit hoofdstuk behandelen wij de uitkomsten van onze werkzaamheden naar aanleiding van de controle van de jaarrekening. 3.1 De jaarrekening is getrouw
Onze verklaring
is
goedkeurend
Wij hebben bij de jaarrekening van de gemeente Lelystad een goedkeurende controleverklaring afgegeven met betrekking tot de getrouwheid. Dit betekent dat het jaarverslag en de jaarrekening 2 0 1 2 zijn ingericht in overeenstemming met het BBV en de in de programmarekening opgenomen balans en toelichting en rekening van baten en lasten een getrouwe weergave zijn van de financiële positie en de baten en lasten van de gemeente Lelystad.
De jaarrekening is rechtmatig
Wij hebben bij de jaarrekening van de gemeente Lelystad een goedkeurende controleverklaring afgegeven met betrekking tot de rechtmatigheid. Dit betekent dat de baten en lasten en balansmutaties in de jaarrekening 2 0 1 2 in overeenstemming zijn met de door de raad vastgestelde wet- en regelgeving. Een belangrijke voorwaarde hierbij is dat de opgestelde herziene grondexploitaties tijdig, doch uiterlijk voor het vaststellen van de jaarrekening, door uw Raad worden vastgesteld.
Jaarverslag niet strijdig met de jaarrekening
De jaarrekening en het jaarverslag dienen te worden opgemaakt in overeenstemming met het BBV. Wij hebben vastgesteld dat de jaarrekening 2 0 1 2 van uw organisatie geen materiële afwijkingen vertoont ten opzichte van de voorschriften van het BBV. Daarnaast is door ons nagegaan of het jaarverslag de minimale wettelijk voorgeschreven informatie bevat en of de inhoud van dit verslag geen tegenstrijdigheden bevat met de door ons gecontroleerde jaarrekening. Wij hebben vastgesteld dat de inhoud van het jaarverslag niet strijdig is met de jaarrekening.
Belangrijke voorwaarde: ongewijzigde vaststelling
Wij zijn er bij ons oordeel van uitgegaan dat de raad de nu overlegde jaarrekening ongewijzigd vaststelt. Indien er nog wijzigingen worden aangebracht in de definitieve vorm van de jaarrekening dienen wij deze te beoordelen alvorens onze controleverklaring hierbij mag worden opgenomen.
•
• • • •
•
mm
m
mmm
mm m
Milium 1 1
n "
=U ERNST &
3.2 Onze rapportering van fouten en onzekerheden
Pagina 8
YOUNG
Weike fouten
en onzekerheden
resteren
nog?
In de onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de belangrijkste bevindingen: Controleverschillen per onderdeel
Fouten
Onzekerheden
Verwijzing
Getrouwheid geen
Rechtmatigheid Aanbestedingen
Totale getrouwheidsfout en onzekerheid Totale reèhtmatigheidsfout en onzekerheid
€ 262.000
€
€ 262.000
€ -
€ -
De geconstateerde fouten en onzekerheden zijn kleiner dan de door u vastgestelde controletolerantie. Op basis daarvan kunnen wij bij de jaarrekening 2 0 1 2 zowel betreffende de getrouwheid als de rechtmatigheid een goedkeurende verklaring verstrekken. Wij verwijzen voor onze bevinding naar paragraaf 5.14 van dit verslag.
Pagina 9
4
Onze analyse van het r esultaat 2012 en het weerstandsvermogen
4.1
Positieve
resultaat
nader
geanalyseerd
Het resultaat over 2 0 1 2 ten opzichte van de gewijzigde begroting kan als volgt worden weergegeven: Het resultaat na bestemming is € 809.000 positief
Bedragen x € 1.000 Totale lasten Totale baten Resultaat vóór bestemming Mutaties in reserves Saldo van baten en lasten na bestemming
Gewijzigde begroting 2012 € -239.589 € 224.437 € 2.848 € -2.761 € 87
Rekening 2012 € -253.295 € 245.813 € -7.482 € 8.291 € 809
Afwijking € -13.706 € 3.376 € -10.329 € 11.051 € 722
Ten opzichte van de door u vastgestelde begroting betekent dit een overschot van € 7 2 2 . 0 0 0 . In de programmarekening zijn de verschillen ten opzichte van de gewijzigde begroting toereikend toegelicht. Het voordelige resultaat ten opzichte van de gewijzigde begroting wordt met name veroorzaakt door: Bij het opstellen van de jaarrekening is gebleken dat de Incidentele Algemene Uitkering betreffende de Wet Werk en Bijstand niet is toegekend ad € 2,6 miljoen. Gedurende 2 0 1 2 is een hogere Algemene Uitkering ontvangen, door verrekeningen over voorgaande jaren en een aanpassing van het accres ad € 3,4 miljoen. Diverse verliesvoorzieningen voor grondexploitaties worden gedekt uit de vrijval van de Reserve De Kust en Bovenwijks ad € 11,1 miljoen. De bouwleges vallen circa € 0,6 miljoen lager uit ten opzichte van de verwachting uit de laatste crisismonitor.
Pagina 10
4.2
Analyse
financiële
positie
en weerstandsvermogen
ultimo
2012
In de navolgende tabel hebben wij de ontwikkelingen in de reservepositie in 2 0 1 2 in kaart gebracht:
Saldo 1 januari 2 0 1 2
€ 1.395
Bestemmingsreserves € 92.603
Bestemming resultaat 2011
€ 35
€ -
€-
€-
Totaal stortingen 2012 ten laste van resultaat Totaal onttrekkingen 2012 ten gunste van resultaat Resultaat na bestemming Saldo per jaareinde 2012
€ 8.453
€ 17.681
€-
€ 26.134
€ -2.074
€ -32.468
€-
€ - 34.542
€ € 7.809
€ € 77.815
€ 809 € 809
€ 809 € 86.434
Bedragen x €
Weerstandsvermogen
Risicoreserve grondexploitatie
1.000
Algemene reserve
Totaal
Resultaat bestemming € 35
€ 94.033
In uw paragraaf weerstandsvermogen worden beschikbare en gewenste weerstandscapaciteit - rekening houdend met een inventarisatie van concrete risico's - nader uiteengezet. De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet-begrote kosten, die onverwachts en substantieel zijn, te dekken. Door de huidige economische situatie wordt vanwege de noodzaak tot het instellen van voorzieningen een beroep gedaan op het weerstandsvermogen van het Grondbedrijf. Dit heeft tot gevolg dat de Risicoreserve grondexploitatie niet op het benodigde peil is en dat de Algemene Reserve Grondbedrijf nihil is. De verwachting is dat deze reserve niet eerder dan in 2 0 1 6 uit nieuwe resultaten van het Grondbedrijf op peil kan worden gebracht. Het tekort in het weerstandsvermogen van het Grondbedrijf bedraagt momenteel € 10,4 miljoen. U schat de toekomstige ontwikkeling ten aanzien van de verhouding tussen het geïnvesteerd vermogen tezamen met de geprognosticeerde verkoopopbrengsten positief in. Vanuit het geïnvesteerd vermogen zijn voldoende bouwrijpe kavels beschikbaar te stellen om aan de huidige vraag naar grond te kunnen voldoen. Een strakke monitoring van de herziene grondexploitaties is hierbij noodzakelijk.
m
mm
Pagina 11
01 ERNS >"& YOUNG
De toelichti ng op het weerstandsvermogen en de geïnventariseerde risico's is naar onze mening toereikend, kijkend naar de huidige situatie, maar heeft nog maar een beperkte doorkijk naar de toekomst. De analyse van het weerstandsvermogen is als volgt: (in duizenden euro's) Weerstandsvermogen
Incidenteel
Weerstandscapaciteit
€ 57,8
Risico's
€ 0,5
Weerstandsvermogen
€ 57,3
Structureel € 2,6 € 0 € 2,6
De belangrijkste risico's die door u worden onderkend zijn: -
Aanvulling tekort HVC ad € 2 1 0 . 0 0 0 .
-
Het verwijderen van de Blauwalg bovenwater ad € 1 5 0 . 0 0 0 .
-
Het afhandelen van diverse bezwaarschriften in het kader van OZB € 1 5 0 . 0 0 0 .
Belangrijke risico's die ons inziens ontbreken zijn de impact van de drie decentralisaties en de impact van toekomstige bezuinigingstaakstellingen vanuit het Rijk. Hoewel deze effecten nog niet direct financieel te meten zijn, is het zeker dat gelet op het openeinde karakter van de decentralisatie en aangekondigde aanvullende bezuinigingen relevant om hier nadere informatie over te verstrekken. Daarnaast zijn wij van mening dat, gezien de omvang en de positie van de gemeente Lelystad, de risico-inventarisatie mager is. Wij begrijpen dat risico's realistisch moeten zijn, maar onderkennen een scala aan risico's die niet in uw paragraaf weerstandsvermogen zijn opgenomen. Hoewel het niet concreet is, kunt u denken aan de verslechterde woningmarkt en arbeidsmarkt of de diverse borgstellingen voor en financiële relaties met verbonden partijen. De organisatie is van mening dat deze risico's binnen het bestaande beleid moeten worden opgelost. In de financiële kadernota wordt uw raad overigens wel uitgebreider geïnformeerd over de risico's.
•
•
• m
inn"--
=!l ERNST & YOUNG
PAGINA
1 2
Ons standpunt is dat voor een getrouwe en volledige waargave van de weerstandscapaciteit in de jaarrekening ook een beeld geschetst moet worden van genoemde omvangrijke risico's. Wij bevelen u derhalve aan risicomanagement verder vorm te geven binnen uw organisatie, door een volledige inventarisatie te maken van de risico's en inzicht te verschaffen in hoeverre de gemeente Lelystad deze risico's kan beïnvloeden en welke maatregelen zijn genomen om deze risico's wel of niet te beheersen. Vervolgens stellen wij voor om nadere kaders te stellen op welke wijze verantwoording binnen de planning-en-controlcyclus van Lelystad in de toekomst plaatsvindt.
Pagina 13
5
Onze bevindingen en aanbevelingen naar aanleiding van de controle
5.1 Opbouw voorraadpositie
Grondexploitaties
De gronden van de gemeente Lelystad zijn als volgt te specificeren: Bedragen x € 1.000
Gronden zonder kostprijsberekening Onderhanden werk Totaal
31 december 2012
31 december 2011
€ 21.093 € 100.301 € 121.394
€ 19.582 € 102.104 € 121.686
In de jaarrekening zijn de belangrijkste mutaties in het jaar toegelicht. Belangrijkste grondexploitaties herzien, maar nog niet vastgesteld
In 2 0 1 2 en gedeeltelijk in 2 0 1 3 zijn de omvangrijkste grondexploitaties herzien. De financiële effecten van de herziene grondexploitaties zijn verwerkt in de jaarrekening. Het is van belang dat uw raad de herziene grondexploitatie tijdig, doch uiterlijk bij het vaststellen van de jaarrekening ook daadwerkelijk vaststelt. De belangrijkste complexen betreffen Warande deelgebied 1, De Kust, Flevopoort, Stadshart en Noordersluis Zuid-Oost. In 2 0 1 1 was de grondexploitatie van Hanzepark al herzien. Binnen deze herzieningenronde zijn een aantal belangrijke beslissingen genomen die noodzakelijk waren gelet op het teruglopende aantal verkopen van met name woningen en in beperktere mate bedrijventerreinen ten opzichte van de eerdere planvorming als gevolg van de economische crisis. Een belangrijkste ingrijpende wijziging is het opheffen van de hoofdplanst'uctuur binnen Warande en daaraan gekoppeld het besluit dat Warande niet vanuit de exploitatie zelf de bovenwijkse voorzieningen zal dekken. In het vervolg zal vanuit Warande net als bij de overige complexen een afdracht worden gedaan aan de reserve voorziening bovenwijks, van waaruit de bovenwijkse voorzieningen worden gedekt. Een tweede belangrijk besluit is de opsplitsing van De Kust in 6 deelexploitaties, waarvan 3 deelexploitaties uit exploitatie zijn genomen en thans onder gronden zonder kostprijsberekening zijn gepresenteerd. Twee van deze deelexploitaties zijn hierbij afgewaardeerd naar € 10 per m . Binnen Stadshart is een besluit genomen om eerst te investeren in de zogenaamde winkel-8 en de randgebieden voorlopig niet aan te pakken. 2
ID III'' r
ill ERNS &
Pagina 14
YOUNG
Met bovenstaande herijking van de grondexploitatie bestaat een betere en meer realistische verhouding van het aantal op te leveren woningen en wordt invulling gegeven aan de door de raad ingestelde Initiatiefgroep Structuurvisie en Woningbouw. Voor de komende jaren wordt uitgegaan van een woningproductie van circa 2 0 0 woningen per jaar dat vanaf 2 0 1 5 oploopt tot circa 300 woningen in 2 0 1 8 . Door de prioriteitsgebieden aan te wijzen voor woningbouw is minder concurrentie tussen de onderlinge projecten aanwezig en is een gemeentebreed beleid over de complexen heen gerealiseerd. Het is van belang om de werkelijke verkoop van woningen en de daarbij gewenste mix van sociale woningbouw en vrije verkoop te monitoren. Dit zal jaarlijks middels het MPG worden bijgesteld. Het belangrijkste risico blijft de realisatie van de fasering en of gemeente Lelystad erin slaagt om aansluiting te vinden bij de Metropool Regio Amsterdam. Belangrijkste uitgangspunten getoetst en akkoord bevonden
Als onderdeel van onze controle hebben wij de belangrijkste aannames in de grondexploitatieberekeningen door EY Real Estate Advisory Services laten beoordelen. Bedragen x € 1.000 Grondprijzen Kostenindexatie Opbrengstenindexatie Rentepercentage
Waarden lelystad Nota grondprijzen 2 0 1 2 0,5% in 2 0 1 3 , 2 0 1 4 en 1,5% vanaf 2 0 1 5 0,5% in 2 0 1 3 , 2 0 1 4 en 1,5% vanaf 2 0 1 5 4%
Hierbij is geconcludeerd dat vooral de kostenindexatie van maximaal 1,5% vanaf 2 0 1 5 aan de scherpe kant is, waarbij wij minimaal 2% zouden verwachten op basis van marktvergelijking. Een doorrekening v a n l % kostenstijging in de jaren 2 0 1 3 en 2 0 1 4 en 2% vanaf 2 0 1 4 laat zien dat de voorzieningen dan circa € 1,4 miljoen te laag zouden zijn. Dit wordt echter gecompenseerd doordat ook voor de opbrengstenkant van een relatief lage indexering is uitgegaan. Door dit compenserende effect bestaat er geen aanleiding tot aanpassing. Wel adviseren wij de kostenontwikkeling in de komende jaren als onderdeel van het MPG strak te monitoren.
inn
ÊUERNSr&YOUNG
Financiële effecten herzieningen
Pagina 15
Als gevolg van het afschaffen van de hoofdplanstructuur Warande is het dekkingstekort van circa € 5,5 miljoen ten laste van de reserve Bovenwijkse voorzieningen gebracht, die daarmee ultimo 2 0 1 2 nihil bedraagt. De opsplitsing van de reserve De Kust in de 6 afzonderlijke deelexploitaties die zelfstandig zijn doorgerekend heeft geleid tot het volledig inzetten van de reserve De Kust ad € 5 miljoen. Dit als gevolg van de afboekingen en het treffen van individuele voorzieningen voor Houtribhoogte en Batavia-Haven. De vorig jaar ingestelde voorziening onderhanden werk is thans nagenoeg volledig toegerekend aan de individuele complexen. De algemene reserve Grondbedrijf is nihil en de risicoreserve Grondexploitatie bedraagt € 4,8 miljoen. Samenvattend houdt het bovenstaande in dat thans een goede basis is gelegd voor | de toekomstige jaren, waarbij de verwachte verliezen zijn meegenomen. Dit heeft evenwel geleid tot een sterke aanspraak op I de reserves van het grondbedrijf die in totaliteit met € 12 miljoen zijn afgenomen. Dit betekent dat financiële weerbaarheid is afgenomen en er geen grote tegenvallers meer kunnen worden opgevangen. Op basis van de doorrekeningen van de risico's binnen de bestaande grondexploitaties is vastgesteld dat de risicoreserve Grondexploitatie € 13,1 miljoen moet bedragen om alle risico's op te kunnen vangen. De reserve laat op basis van de risico's een tekort zien van € 8,3 miljoen. Dit risico wordt I intern nog als acceptabel beschouwd aangezien de belangrijkste complexen nu zijn herzien en de reserve de komende jaren weer zal worden aangezuiverd met resultaten van het grondbedrijf. Wij adviseren ook tussentijds een doorkijk te maken op basis van het MPG om tijdig bij op eventuele negatieve ontwikkelingen te kunnen anticiperen.
Niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG)
In 2 0 1 2 zijn door de commissie BBV nadere stellige uitspraken gedaan in de notitie grondexploitatie aangaande niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG). NIEGG zijn meestal anticiperend of strategisch aangekocht. Er is dan nog geen j grondexploitatiebegroting, maar de grond past wel in gedachten (verwachtingen) over gemeentelijke bebouwingsuitbreiding. Voor deze grond moet een reëel en stellig voornemen bestaan dat deze in de nabije toekomst zal worden bebouwd. Deze verwachting moet zijn gebaseerd op een raadsbesluit, gezien de budgettaire gevolgen (op middellange termijn). In dit besluit dient de raad inhoud te hebben gegeven aan ambitie en planperiode. De commissie BBV verbindt geen vormvereisten aan dit besluit. NIEGG bevindt zich dan als het ware op de startlijn van de "vervaardigingsfase" vanwege de intenties met de I grond. In Lelystad is aangegeven dat er een reëel en stellig voornemen bestaat tot exploitatie in de nabije toekomst voor zover de gronden onderdeel uitmaken van de Structuurvisie die door de raad is vastgesteld.
• •
•
«!»••••
=U ERNS T&
•
•
• Pagina 16
YOUNG
De NIEGG (gronden zonder kostprijsberekening) omvatten naast strategische gronden ook diverse restpercelen en thans nog een tiental kleine complexen met een nihil boekwaarde die volgend jaar zullen worden afgesloten. Het is voor de gronden niet zonder meer aan te geven op welke wijze deze gronden individueel binnen de Structuurvisie vallen en op welke termijn deze tot ontwikkeling zullen komen. Zeker gelet op de herziening van de gronden in exploitatie die een doorlooptijd hebben tot in 2 0 2 0 - 2 0 2 4 kan de vraag gesteld worden wat gezien moet worden over een afzienbare termijn. Wij adviseren op korte termijn nadere financiële kaders vast te laten stellen door de Raad waarin expliciet wordt aangegeven wat de beleidsregel is ten aanzien van een reëel en stellig voornemen en wat moet worden gezien als een afzienbare termijn. Ten aanzien van de waardering geldt dat voor NIEGG waarvan de bestemming nog niet duidelijk middels een raadsbesluit is vastgesteld voor de waardering uitgegaan dient te worden van de boekwaarde of lagere marktwaarde in huidige staat. Wij hebben vastgesteld dat voor de NIEGG binnen Lelystad geen rente wordt geactiveerd en de waardering veelal is gebaseerd op de verwervingsprijs of lager. Wij hebben de waardering van De Warande Testgebieden, die zijn gewaardeerd op € 2 5 per m laten toetsen door onze Real Estate specialisten en geconcludeerd dat deze zich binnen acceptabele marktranges bevinden. 2
2
De overige deelgebieden kennen over het algemeen een lagere waarde per m . In vergelijking met andere (groei) gemeenten merken wij op dat de aanschafprijs over het algemeen lager ligt door directe aankoop van de grond van het Rijksvastgoed Ontwikkelingsbedrijf (RVOB). In 2 0 1 1 is vooruitlopend op de oprichting van Ontwikkeling Maatschappij Airport Garden City CV (hierna:OMAGC CV) door ieder van de deelnemende partijen een lening van € 1.000.000 verstrekt aan OMALA NV. Bij het aangaan van de geldlening is bepaald dat na oprichting van OMAGC CV de geldlening direct wordt afgelost en wordt omgezet in aandelenkapitaal van OMAGC CV. De oprichting van de CV heeft eind 2 0 1 1 plaatsgevonden, maar is pas verwerkt in 2 0 1 2 . Deze transactie had feitelijk al vorig jaar verwerkt moeten worden. Wij hebben aangedrongen op het aanpassen van de vergelijkende cijfers. Er is voor gekozen om een additionele toelichting in de jaarrekening op te nemen. Aangezien de onjuistheid alleen de vergelijkende cijfers betreft en zowel de lening als de deelneming tot de financiële vaste activa behoren kunnen wij ons met bovenstaande verwerkingswijze verenigen.
•
• m
nu PA
=U ERNS r& YOUNG
INA
^
1 7
In 2 0 1 1 is grondexploitatie door Omala herzien en in 2 0 1 2 vastgesteld, uitgaande van een positieve exploitatieresultaat van [ € 1,6 miljoen (contante waarde) met een einddatum in 2 0 2 3 . De negatieve bijstelling ten opzichte van de eerdere planvorming ziet toe op een lagere opbrengstenraming en fasering. Ultimo 2 0 1 2 heeft nog geen levering plaatsgevonden van Larserpoort Klunder. De onderhandelingen met het RVOB zijn gaande voor verwerking van het blote eigendom. Na verwerving zal het blote eigendom en het erfpachtrecht (reeds in bezit) van de gemeente Lelystad worden ingebracht in Omala. De huidige boekwaarde na aftrek van de voorziening bedraagt € 4,2 miljoen. De verwachting is dat de volledige boekwaarde zal worden | gedekt. De financiële resultaten van Omala zullen in belangrijke mate worden bepaald op het slagen van de gebiedsontwikkeling rondom de luchthaven. Hoewel de signalen gunstig zijn en het gebied kansrijk is, is het van belang om de ontwikkelingen binnen Omala nauwgezet te volgen. In dit kader stellen wij voor om de gebiedsontwikkeling ook binnen de eigen MPG-systematiek te monitoren. 5.2
Perkeerexploitatie
De
Kust
Als onderdeel van de grondexploitatie De Kust is in het verleden de parkeergarage De Kust ontwikkeld. Omdat de | grondexploitatie thans nog niet is afgerond, maar de parkeergarage wel in gebruik is genomen heeft in 2 0 1 2 een I administratieve overboeking plaatsgevonden van het onderhanden werk naar materiële vaste activa voor circa € 2 miljoenr Deze verwerking heeft tot gevolg dat er tevens een correctie van € 1 miljoen uit voorgaande jaren in de reserve Parkeerexploitatie De Kust is verantwoord, die dient ter dekking van kapitaallasten. Wij hebben vastgesteld dat de overboeking overeenkomstig vigerende verslaggevingsrichtlijnen is verwerkt.
•
• =U ERNS
5.3
R
•••• PAGINA
& YOUNG
Stimulering
•
1 8
woningfonds
Om starters op de woningmarkt te ondersteunen en tevens de woningmarkt in de regio te stimuleren heeft de gemeente circa € 2,3 miljoen ter beschikking gesteld. Per balansdatum is circa € 1,8 miljoen uitgegeven en circa € 0,5 miljoen vooruitbetaald aan het woningfonds. Gedurende 2 0 1 2 is het inzicht in de verstrekte leningen verbeterd, maar voor alsnog is de informatieverstrekking niet passend in de huidige tijdsgeest. Immers met dalende huizenprijzen, verscherpte hypotheekregels en de aanhoudende economische tegenwind kan de groep "woningmarkt starters" als risicovol worden bestempeld. De gemeente Lelystad neemt hier geen uitzonderingspositie in. Dit is een landelijk risico, waar veel gemeenten mee te maken hebben. Overigens betreft het met name leningen die thans onder de Nationale Hypotheek Garantie vallen, waardoor het risico relatief laag is en thans niet acuut. Ten behoeve van de beheersing van de portefeuille, is het zaak dat de gemeente inzicht krijgt in de nominale waarde per (starters) huishouden, de aflossingsverplichting en het aflossingsgedrag, de looptijd van de lening en de waarde van het onderpand. Op deze wijze kan de gemeente anticiperen op mogelijke risico's die in de portefeuille zijn opgesloten.
5.4 Nota Reserves en Voorzieningen is in 2012 herzien
Reserves
en
voorzieningen
Uw gemeente kent, net als vele andere gemeenten, een scala aan voorzieningen. De achtergrond van deze voorzieningen is divers, maar de voorzieningen kenmerken zich door het gegeven dat er sprake is van een redelijke mate van zekerheid ten aanzien van een uitstroom van middelen in de toekomst. Zo onderscheiden wij risicovoorzieningen, egalisatievoorzieningen voor onderhoud en voorzieningen voor verplichtingen. De risicovoorzieningen hebben voornamelijk betrekking op garantstellingen voor leningen. Deze borgen zijn veelal verstrekt aan financiële instellingen. Als de financiële instellingen, aan wie de borg is verstrekt, de borg inroepen, dan zal de gemeente gehouden zijn de borgstelling in te lossen. Dit inroepen zal gebeuren op moment dat de banken hun faciliteit gaan afwikkelen, bijvoorbeeld bij een faillissement.
Pagina 19
Ontvangst verkoop NUON heeft eerder plaatsgevonden
In 2 0 1 2 is de Nota Reserves en Voorzieningen herzien. In de jaarrekening zijn de voorgestelde wijzigingen in de nota overeenkomstig verwerkt. Dit betekent dat vooral de voorzieningen opnieuw zijn beoordeeld op de toepasbare criteria (verplichting, risico of verliesvoorziening). Daarnaast zijn er voorzieningen opgeheven om de negatieve bedrijfsresultaten van het grondbedrijf te dekken. Zie hiertoe de paragraaf Grondexploitaties. Reserve NUON Om afdoende weerstandscapaciteit te hebben ter afdekking van de incidentele risico's zijn de NUON-reserves benodigd. De structurele weerstandscapaciteit is afdoende indien alle mogelijke componenten (inclusief onbenutte belastingcapaciteit) meegenomen worden. De reserves NUON bedroegen ultimo boekjaar € 62,5 miljoen. Per balansdatum is € 13,2 miljoen niet vrij besteedbaar (immers nog niet ontvangen), is € 17,5 miljoen vrij besteedbaar en € 31,8 miljoen beklemd vanwege dekking voor het ontbreken van de jaarlijkse dividenduitkering van € 2,2 miljoen. In 2 0 1 2 is € 9,5 miljoen overgeboekt van niet vrij besteedbaar naar vrij besteedbaar, omdat de gemeente Lelystad de derde Tranche van Vattenfall heeft ontvangen.
ICL voorzieningen zijn herverdeeld
ICL-voorzieningen Met het vaststellen van de Nota Reserves en Voorzieningen 2 0 1 2 is ook een belangrijke keuze gemaakt ten aanzien van een gewijzigde administratieve verwerking van de ICL-gelden. De ICL-gelden werden tot 2 0 1 2 toegekend en verdeeld over een aantal verschillende voorzieningen. In 2 0 1 2 zijn een viertal voorzieningen samengevoegd in de voorziening GO Bovengronds. Er is totaal voor € 18,3 miljoen overgeboekt naar deze voorziening. De voorziening GO Bovengronds wordt ingezet voor groot onderhoud in de openbare ruimte. De voorziening wordt onderbouwd met het M J P Onderhoud. Het onderhoudsplan vertoont tussen 2 0 2 4 en 2 0 2 6 een piek in het onderhoud en daardoor een tekort in de voorziening. Het huidige plan voorziet in de noodzakelijke middelen voor de komende 30 jaar. Het werkelijke onderhoud zal worden uitgevoerd op basis van werkplannen, die op basis van inspectie met een kortere horizon werken. Wij kunnen ons met deze aanpak verenigen. Het huidige onderhoudsplan geeft inzicht in de benodigde middelen voor het onderhoud van de openbare ruimte in de komende 30 jaar. Hoewel op basis van het plan sprake zal zijn van een toekomstig tekort, delen wij de mening van de gemeente dat er vooralsnog geen noodzaak bestaat om de voorziening al vol te storten. Er zal wel moeten worden nagedacht hoe het tekort zal worden opgevangen. Er kan worden gedacht aan fasering en aanpassing van het kwaliteitsniveau. Daarnaast geldt dat ten behoeve van de inzichtelijkheid wij aanbevelen één plan op te stellen voor de samengevoegde voorzieningen. Wij zijn van mening dat de ICL-voorzieningen hiermee voldoende onderbouwd zijn.
Min
Ml ERNS T&
Pagina 20
YOUNG
ICL-voorziening Riolering De ondergrondse variant van de groot onderhoudsvoorziening is de voorziening riolering. Vigerende verslaggevingsrichtlijnen (het BBV) schrijven voor dat voor onderhoud en vervanging gespaard kan worden in een voorziening, respectievelijk in een reserve. Met het goedkeuren van het Gemeentelijk Riolering Plan, is tevens besloten om te sparen voor vervangingsinvesteringen en toekomstige onderhoudslasten te egaliseren door middel van een voorziening. In de notitie riolering v
Debiteuren
Sociale
zaken
I Bij het opstellen van de jaarrekening dient de gemeente een inschatting te maken van de mogelijke inbaarheid van de vorderingen op uitkeringsgerechtigden en daarmee gepaard gaande een uitspraak te doen over de waardering. Hoewel het invorderingsbeleid goed te noemen is, bestaat het debiteurenbestand uit diverse vorderingen die naar verwachting niet meer zullen worden afgelost, om verschillende redenen. Voor deze vorderingen dient een voorziening te worden gevormd. Gezien de debiteuren sociale zaken een hoog risicoprofiel kennen is een individuele benadering van de debiteuren van belang. Naar aanleiding van onze aanbeveling in ons verslag van bevindingen 2 0 1 1 heeft de beoordeling van de voorziening dubieuze debiteuren op meer detailniveau plaatsgevonden in mei 2 0 1 2 . Hiertoe zijn diverse factoren in overweging genomen en is het debiteurenbestand op categorieën naar aard, omvang en leeftijd ingedeeld. Vervolgens heeft op basis van een risicoanalyse een individuele beoordeling plaatsgevonden waar mogelijk. Per jaareinde heeft uw organisatie vervolgens de nieuwe debiteuren sinds de beoordeling nog nader doorlopen ten behoeve van de voorziening ultimo 2 0 1 2 . De voorziening bedraagt momenteel € 4,0 miljoen. Wij onderschrijven de ondernomen stappen tot het komen van een realistische voorziening I debiteuren Sociale Zaken en sporen u aan deze benadering nog verder te ontwikkelen.
r
EU ERNS &
Risk-based benadering
Wij bevelen u aan een meer risk-based benadering te kiezen bij de analyse. De gekozen factoren zijn helder en inzichtelijk, maar de indeling naar leeftijd en omvang is niet direct gebaseerd op ervaringscijfers. Daarnaast kunt u op basis van ervaringscijfers een inschatting van de procentuele omvang van fraudegevallen vaststellen en hier een additionele dotatie in de voorziening voor opnemen. Gezien de omvang van de werkzaamheden ten behoeve van de analyse is uitvoering hiervan gedurende het jaar begrijpelijk. Voor de update per jaareinde kunt u aanvullend denken aan het analyseren van de debiteuren die tussen de beoordeling en jaareinde van risicocategorie zijn gewisseld. Daarnaast verwachten wij een analyse tussen de verwachte en werkelijke ontvangsten op hoofdlijnen. Hierdoor krijgt u inzicht in de betrouwbaarheid van uw eigen schattingen.
5.6 A Fonds Per du
vastgoedportefeuille
A tooeking
lening
ziekenhuis
In 2 0 0 8 is door uw gemeente een tweetal leningen verstrekt aan het IJsselmeerziekenhuis ter hoogte van in totaal € 5,5 miljoen. In 2 0 0 9 bleek dat de financiële positie van het ziekenhuis zorgwekkend was en derhalve is toen besloten de leningen a fonds per du te verstrekken, mits de solvabiliteitspositie van het ziekenhuis tot 2 0 1 2 , respectievelijk 2 0 1 3 niet verbeterd. Omdat het risico reëel was dat dit niet zou lukken is reeds in 2 0 0 9 een verliesvoorziening voor hetzelfde bedrag gevormd. In 2 0 1 2 was de solvabiliteitspositie inderdaad niet toereikend, waardoor € 3,5 miljoen definitief als oninbaar is beschouwd. De voorziening is ingezet om het verlies te dekken. Naar verwachting zal de resterende € 2 miljoen in 2 0 1 3 worden afgeboekt. De resterende voorziening is toereikend om dit verlies te compenseren. 5.7
Geen bevindingen uit onderzoek
Pagina 21
YOUNG
Waardering
vastgoedportefeuille
Het dagelijkse nieuws wordt thans beheerst door de dalende vastgoedprijzen en de aanhoudende financiële crisis. Uw gemeente bezit een grote hoeveelheid vastgoed dat een substantieel onderdeel uitmaakt van de gemeentelijke bezittingen. De waarderingsgrondslag is historische kostprijs, verminderd met afschrijvingen of lagere marktwaarde. Om vast te stellen of er sprake is van lagere marktwaarde en dus een bijzondere waardevermindering, dient de gemeente jaarlijks te beoordelen of er sprake kan zijn van indicaties die een lagere marktwaarde doen vermoeden. Overigens hoeft conform het BBV geen waardevermindering te worden genomen, zolang men niet voornemens is om het actief te verkopen of het vastgoed op een andere wijze zal worden ingezet.
PAGINA
=U ERNS r& YOUNG
2 2
De ambtelijke organisatie heeft in 2 0 1 2 een onderzoek uitgevoerd door de WOZ waarden en/of beschikbare externe waarderingsrapporten van de gemeentelijke panden te vergelijken met de boekwaarde. Hieruit blijkt dat de vergelijkende waarden in alle gevallen hoger zijn dan de boekwaarde van de panden.
5.8
Liquide
middelen
De
Steiger
In 2 0 1 1 is het gehele primaire onderwijs op afstand gezet en ondergebracht bij Stichting School. De gemeente is uitsluitend nog verantwoordelijk voor De Steiger. Aan het einde van voorgaand boekjaar zijn de bankrekeningen van Stichting School door wijziging van de bankmachtigingen onterecht op naam van de gemeente Lelystad blijven staan. De liguide middelen behoren als gevolg hiervan voor € 2,9 miljoen toe aan Stichting School; waarvoor ook een schuld in de jaarrekening is verantwoord. De bevestiging over het saldo is door beide partijen ondertekend en de positie is in 2 0 1 3 afgewikkeld.
5.9 Balansverlenging
Vooruitbetalingen
Uw gemeente ontvangt aan het einde van het boekjaar diverse facturen, die op grond van het btw-regime in 2 0 1 2 in de financiële administratie verantwoord moeten worden. Op grond van geldende verslaggevingsregels dienen kosten verantwoord te worden in de periode waar ze betrekking op hebben. Wij stelden vast dat er voor circa € 2,5 miljoen kostenfacturen voor 2 0 1 3 , reeds in 2 0 1 2 is ontvangen. Wij stelden tevens vast dat deze kosten in de juiste periode zijn geboekt. Om dit te bewerkstelligen boekt uw gemeente de kosten via de balans, waardoor het resultaat niet wordt beïnvloed. Hierdoor is er feitelijk sprake van balansverlenging, omdat de kosten dan zowel debet (vooruitbetaalde bedragen) als credit (crediteuren) staan. Diverse ratio's, waaronder solvabiliteitsratio's worden hierdoor onterecht beïnvloed. Omdat uw gemeente thans geen convenanten met banken kent waarvoor deze ratio's van toepassing zijn, achten wij de verwerkingswijze acceptabel. Wij geven u echter in overweging hier in de toekomst rekening mee te houden.
III"'
Ml ERNS f &
5.10
Pagina 23
YOUNG
Niet uit de balans
blijkende
verplichtingen
I De totale financiële verplichting inzake de aangegane meerjarige contractuele verplichtingen zijn opgenomen onder de "Niet uit de balans blijkende verplichtingen in de jaarrekening". Uw gemeente beschikt thans niet over een contractenregister, waardoor de volledigheid van de diverse verplichtingen niet kan worden gewaarborgd. Door het ontbreken van het contractenregister, ontbreekt de mogelijkheid om lopende contracten op efficiënte wijze te monitoren en bij afloop tijdig te anticiperen in het kader van aanbestedingstrajecten. Wij hebben het college geadviseerd de meerjarige contractuele verplichtingen in kaart te brengen en op te nemen in de jaarrekening 2 0 1 2 . De directe borgstellingen bedragen tezamen € 9,8 miljoen. Hierop loopt de gemeente Lelystad een direct risico. De indirecte garantstellingen zijn leningen waarvoor de gemeente via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) garant staat. Er is hier sprake van een achtervang positie. Dit betreffen de leningen van woningcorporaties. Gemeente Lelystad heeft voor € 4 0 2 . 9 8 1 . 0 0 0 nominaal aan geborgde leningen in haar portefeuille. Hiervan is € 1 6 5 . 4 7 6 . 0 0 0 actueel bij instellingen per ultimo 2 0 1 2 . De gemeente kent een achtervang functie voor het WSW. De achtervang houdt in dat de gemeente een renteloze lening verstrekt aan het WSW. Deze achtervang vindt plaats nadat het eigen vermogen van de woningcorporatie en de borgstellingreserve van het WSW is aangesproken. Het enige risico wat de gemeente Lelystad loopt is de rente die ze misloopt bij het verstrekken van de renteloze lening. I Voor wat betreft de overige borgstellingen achten wij het van essentieel belang om de financiële positie van de organisaties waarvoor wordt borg gestaan te monitoren en tijdig te anticiperen wanneer zich hier risico's voordoen. Vooral partijen waar de gemeente Lelystad uitsluitend borg voor staat en geen of slechts beperkte invloed kan uitoefenen op het financieel beleid spelen hierbij een belangrijk risico.
Ill'
1
R
=U ERNS , &
5.11
Pagina 24
YOUNG
Kortlopende
vordering
WWB
In het kader van artikel 15 lid 4 van de Wet Werk en Bijstand kan een gemeente aanspraak maken op een Incidenteel Aanvullende Uitkering (IAU), wanneer er sprake is van uitzonderlijke arbeidsmarktomstandigheden. De gemeente Lelystad heeft in 2 0 1 2 over het verslagjaar 2 0 1 1 een dergelijke uitkering aangevraagd ter hoogte van € 2,6 miljoen op gronden die ook in voorgaande jaren zijn geaccepteerd. Het ministerie heeft op grond van een zelfstandig onderzoek besloten dat de gemeente Lelystad in 2 0 1 1 niet in aanmerking komt voor de IAU, omdat de geconstateerde overschrijding niet toe te schrijven is aan de arbeidsmarktomstandigheden, maar aan gemaakte beleidskeuzes. Hierdoor is er sprake van een incidentele last van € 2,6 miljoen in het boekjaar 2 0 1 2 die in de jaarrekening als zodanig verwerkt is. Op basis van gevoerde gesprekken hebben wij begrepen dat de gemeente in beroep zal gaan om dit besluit aan te vechten. Hiertoe is een externe partij ingeschakeld, die de zaak thans aan het voorbereiden is. Ten tijde van de jaarrekening is de uitkomst van dit beroep onzeker.
5.12
Paragraaf
verbonden
partijen
| Gemeente Lelystad heeft in de paragraaf verbonden partijen een analyse gemaakt van de belangen in verbonden partijen. De paragraaf verbonden partijen van de gemeente Lelystad geeft echter weinig inzicht in de financiële positie van de verbonden partijen en de risico's die de gemeente hierin loopt. Wij adviseren u in de paragraaf verbonden partijen verder in te zoomen op de financiële positie van de verbonden partij en de risico's die de gemeente loopt. Een risico-inschatting op basis van de (financiële) situatie bij deze verbonden partijen zien wij als belangrijk onderdeel van deze paragraaf. In 2 0 1 2 hebben K L M , Schiphol en de gemeente Lelystad de stichting Uiver Constellation opgericht. In de stichting is het recht ondergebracht om de vliegtuigen Uiver en Constellation te behouden en te exploiteren, waaronder het recht om de vliegtuigen aan een derde ter beschikking te stellen, in dit geval aan Libéma, de huidige exploitant van het Aviodrome. De oprichting van de stichting heeft bijgedragen aan het behoud van Aviodrome voor Lelystad.
HI
•
•
•
•
Pagina 2 5
ÊUERNST&YOUNG
5.13
Belastingensysteem
EDP-audit
Als onderdeel van onze reguliere jaarrekeningcontrole beoordelen wij de opzet, het bestaan en de effectiviteit van de algemene IT-beheersmaatregelen. Op basis van onze IT auditwerkzaamheden op het belastingpakket (Key2GH) hebben wij een aantal belangrijke bevindingen vastgesteld, waaronder: -
Alle medewerkers in Key2GH beschikten over alle rechten.
-
De wachtwoordinstellingen voor het verkrijgen van toegang tot Key2GH waren ontoereikend.
-
Het beheer van gebruikers, gericht op het toekennen, muteren en intrekken van gebruikers(rechten) was onvoldoende ingericht.
Door bovenstaande constateringen waren wij genoodzaakt aanvullende analyses uit te voeren op de financiële beheershandelingen binnen het pakket Key2GH. Wij hebben uw IT beveiligingsmanager over deze aanvullende werkzaamheden uitvoerig gerapporteerd in een aparte rapportage. Wij hebben op basis van de door ons uitgevoerde werkzaamheden geen onregelmatigheden geconstateerd. Inmiddels heeft de organisatie passende maatregelen genomen om het proces adequaat in te richten.
5.14
Onze bevindingen
in het kader
van
rechtmatigheid
Wij hebben bij de controle over 2 0 1 2 de rechtmatigheid getoetst conform de bepalingen van het BADO en de controleverordening/het controleprotocol 2 0 1 2 van de gemeente Lelystad. Bij onze controle hebben wij aandacht gegeven aan de volgende onderwerpen: -
het rechtmatigheidsbeheer. de naleving van het voorwaardencriterium. de begrotingsrechtmatigheid. het misbruik-en-oneigenlijk-gebruikcriterium. de niet-financiële beheershandelingen.
In het vervolg van deze paragraaf geven wij onze bevindingen bij deze onderwerpen weer.
Ml ERNS r &
Het rechtmatigheidsbeheer is op orde
YOUNG
Pagina 2 6
Uw gemeente heeft de voorwaarden voor rechtmatigheidsbeheer vastgelegd in de controleverordening 2 0 1 3 . Thans beschikt uw gemeente niet over een controleprotocol, waarin het normenkader is opgenomen. Het normenkader is derhalve niet vertaald in een intern controleplan. Vanaf 2 0 1 3 zal hierin een verbeterslag plaatsvinden, waarbij een en ander geautomatiseerd wordt. Daarbij worden geïdentificeerde risico's en getroffen beheersmaatregelen in kaart gebracht. In 2 0 1 2 is door middel van werklijsten de werking van getroffen beheersmaatregelen met voldoende diepgang getoetst en de uitkomsten hiervan zijn voor de meeste processen met een duidelijke audit trail vastgelegd. Wij zijn van mening dat de gemeente Lelystad voor het boekjaar 2 0 1 2 een deugdelijk rechtmatigheidonderzoek heeft uitgevoerd, maar dat efficiencyslagen mogelijk zijn. Vooral door het beschrijven van de aanpak en een uniformiteit in aanpak kan de organisatie efficiënter het rechtmatigheidsbeheer inrichten. De eerste stappen zijn hiertoe inmiddels gezet.
De voorwaarden worden nageleefd
Wij hebben bij de jaarrekening van gemeente Lelystad een goedkeurend oordeel afgegeven met betrekking tot de rechtmatigheid. Dit betekent dat de baten en lasten en balansmutaties in de jaarrekening 2 0 1 2 in overeenstemming zijn met de door de gemeenteraad vastgestelde wet- en regelgeving.
Bevinding in het kader van aanbestedingen niet materieel voor ons oordeel
Wij hebben gezamenlijk met uw organisatie vastgesteld dat diverse individueel kleine onderhoudswerkzaamheden worden uitbesteed aan één lokale aannemer. Het betreft afzonderlijk gezien kleine werkzaamheden, die zowel onder de interne als externe drempelwaarden voor aanbestedingen liggen. Omdat het echter om herhalingswerkzaamheden gaat, die men feitelijk niet los van elkaar kan zien, concluderen wij dat de totale contractwaarde in 2 0 1 2 € 2 6 2 . 0 0 0 bedraagt en daarmee boven de Europese aanbestedingsdrempel voor diensten komt. De aanbesteding is daarmee onrechtmatig. Wij hebben aanvullende werkzaamheden uitgevoerd in de vorm van een crediteurenanalyse en komen daarmee tot de conclusie dat er sprake is van een geïsoleerde fout. Aangezien de contractwaarde lager is dan de controletolerantie heeft het bovenstaande geen invloed gehad op de goedkeurende strekking van onze controleverklaring. Daarnaast hebben wij gezamenlijk vastgesteld dat uw organisatie in 2 0 1 2 een aantal 2B diensten onderhands heeft aanbesteed, maar onterecht niet bij de Europese Commissie zijn aangemeld. Het feit dat de aanbestedingsprocedure wel op een juiste wijze is doorlopen, concluderen wij dat de financiële beheershandelingen rechtmatig zijn. Wij bevelen u wel aan alsnog melding te maken van deze aanbestedingen.
=U ERNS I &
Geen formele rechtmatiqheidfouten geconstateerd
Pagina 27
YOUNG
Naast controlewerkzaamheden omtrent de rechtmatigheid van de baten en lasten kunnen wij ook zaken constateren waar sprake is van een formele rechtmatigheidfout zonder financiële conseguenties. Dit betreft veelal handelingen in strijd met regelgeving zonder financiële gevolgen. Ons onderzoek heeft niet geleid tot bevindingen hieromtrent. De raad autoriseert de begroting (en begrotingswijzigingen/kredieten) en geeft daarmee toestemming voor de uitvoering van het beleid en de daarvoor benodigde middelen. Door een goede inrichting van de (administratieve) organisatie en planning & controlcyclus zorgt het college er voor dat de begroting en budgetten worden bewaakt en tijdig over afwijkingen wordt gerapporteerd. Indien desondanks budgetten worden overschreden en niet meer gedurende het jaar kunnen worden voorgelegd aan de raad, is strikt genomen sprake van een onrechtmatigheid. In de nadere uitwerking van het begrotingscriterium door het Platform Rechtmatigheid Provincies en Gemeenten is bepaald dat niet alle overschrijdingen behoeven te worden meegenomen in het accountantsoordeel. Voor een juiste oordeelsvorming is van belang in hoeverre de begrotingsoverschrijding past binnen het door de gemeenteraad geformuleerde beleid en/of wordt gecompenseerd door hogere directe gerelateerde opbrengsten. Daarnaast geldt dat kostenoverschrijdingen bij openeinderegelingen, mits het beleid is gevolgd, niet meewegen in ons oordeel. In de financiële verordening van Lelystad is opgenomen dat u als raad bovengenoemde "technische" begrotingswijzigingen op voorhand alsnog rechtmatig acht bij de vaststelling van de jaarrekening. In onderstaande tabel hebben wij per programma een samenvatting gegeven van de overschrijdingen van de lasten (groter dan de rapporteringstolerantie) op de begroting. Bedragen x € 1.000
Gewijzigde begroting
Rekening 2 0 1 2
Overschrijding
ln%
Programmarekening Programma 1: ledereen doet mee Programma 2: Op weg met talent Programma 3: Leefbare stad Programma 4: Sterke stad
€ -23.298 € -75.634
€ -23.923 €-85.519
€ -624
2,6
€ -9.885
13,1
€ -45.061 €-54.672
€ -45.440 € -61.919
€ -379 € -7.248
nihil 13,3
Pagina 28
De overschrijdingen ten opzichte van de begrote lasten zijn door het college in de toelichting op de programmarekening toereikend toegelicht. De overschrijding binnen programma 2 wordt deels gecompenseerd door direct gerelateerde opbrengsten en betreft voor een belangrijk deel een open einde regeling. Het resterende tekort op programma 2 van € 2,7 miljoen wordt veroorzaakt door het niet toekennen van het ministerie van de aanvullende uitkering WWB. Deze mededeling van het ministerie is pas na jaareinde ontvangen. De overschrijding binnen programma 4 is gerelateerd aan het treffen van de noodzakelijke voorzieningen binnen de grondexploitaties en zijn daarmee incidenteel van aard. Het college stelt uw gemeenteraad voor genoemde overschrijdingen te autoriseren in het kader van de vaststelling van de jaarrekening 2 0 1 2 . Vooruitlopend hierop zijn wij hiervan reeds uitgegaan bij het vormen van ons oordeel over de (begrotings)rechtmatigheid. I In de externe en interne regelgeving zijn diverse bepalingen opgenomen die er op zijn gericht om misbruik en oneigenlijk gebruik te voorkomen. Uw gemeente heeft de toets op het misbruik en oneigenlijk gebruik neergelegd in interne controleplannen. De uitkomst van deze toets heeft niet geleid tot bevindingen die invloed hebben op de rechtmatigheid van baten en lasten en balansmutaties.
Handelingen en beslissingen van niet-financiële aard vallen buiten de scope van de rechtmatigheidscontrole door de accountant. De accountant toetst deze handelingen en beslissingen niet inhoudelijk door gegevensgericht onderzoek. Volstaan wordt in dit kader met het beoordelen van het interne systeem van risicoafwegingen. Binnen dit systeem moeten voorwaarden zijn geschapen om risico's goed te kunnen beoordelen en in de tijd te kunnen volgen. Wij hebber ons een beeld gevormd over de wijze van totstandkoming van de inventarisatie van de risico's en de getrouwe weergave van de hieruit mogelijk voortvloeiende financiële gevolgen in de paragraaf weerstandsvermogen van het jaarverslag. Daarnaast hebben wij gericht geïnformeerd naar de lopende procedures waarbij de gemeente betrokken is, teneinde indicaties te verkrijgen over de eventuele risico's op dit vlak. Op grond hiervan beschikken wij niet over aanwijzingen die een nader onderzoek naar de (financiële) gevolgen noodzakelijk maakt.
• •
••••
PAGINA
Ë!l ERNS r& YOUNG
5.15
Bevindingen
controle
•••
verantwoording
in het kader
van
2 9
SiSa
Wij hebben de in de SiSa-bijlage van de jaarrekening genoemde specifieke uitkeringen gecontroleerd met inachtneming van de Nota verwachtingen accountantscontrole 2 0 1 2 . Op grond van ons onderzoek hebben wij geen fouten en/of onzekerheden geconstateerd die de voor SiSa geldende rapporteringstolerantie overschrijden. Zie hiervoor ook de uitwerking in bijlage 2 bij ons accountantsverslag. Op grond van de nota verwachtingen accountantscontrole kan de controle voor de in de bijlage bij de jaarrekening opgenomen indicatoren "zonder financiële vaststelling" beperkt blijven tot het beoordelen van de deugdelijke totstandkoming ervan. Dit onderzoek heeft niet geleid tot bevindingen waarvan vermelding in dit verslag noodzakelijk wordt geacht. De SiSa-bijlage dient door uw gemeente samen met een aantal andere verplicht voorgeschreven verantwoordingsstukken voor 15 juli a.s. elektronisch bij het CBS te worden aangeleverd. Het is overigens verplicht de tabel in bijlage 2 op te nemen, ook als er geen bevindingen zijn geconstateerd.
^ 5 r
1
j I
9e
Pagina 30 Bijlage 1
Informatie uit hoofde van onze functie als controlerend accountant In onderstaand schema hebben wij een aantal onderwerpen opgenomen die u als raad behulpzaam kunnen zijn bij het invullen van uw controlerende rol. Aandachtgebied A/gemeen aanvaarde
Mededeling controlestandaarden
Onze controle is verricht in overeenstemming met Nederlands recht waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (BADO). Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke, doch geen absolute, mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat. Onderdeel van onze controle is het verkrijgen van voldoende inzicht in de relevante interne beheersingsmaatregelen teneinde de mate en diepgang van onze testwerkzaamheden te plannen. Wij hebben geen opdracht ontvangen tot controle van de interne beheersing van de financiële verslaggeving en hebben deze dan ook niet uitgevoerd.
Bij de jaarrekening 2 0 1 2 zijn wij voornemens een goedkeurende controleverklaring af te geven op het gebied van de getrouwheid en een goedkeurend oordeel voor wat betreft de rechtmatigheid.
Controleverschillen Wij informeren de auditcommissie/de raad omtrent afwijkingen (gecorrigeerd of niet) die wij tijdens onze controle hebben vastgesteld en die naar ons oordeel individueel dan wel gezamenlijk een belangrijke invloed hebben op de financiële verslaggeving door de gemeente. Wij informeren de auditcommissie/de raad eveneens omtrent niet-gecorrigeerde controleverschillen waarvan het college heeft aangegeven dat zij van oordeel is dat deze zowel individueel als gezamenlijk niet materieel zijn voor de jaarrekening als geheel.
Voor een overzicht van de niet-gecorrigeerde controleverschillen verwijzen wij naar de tabel in hoofdstuk 3.2 van dit verslag.
• 11
I "
=H ERNS ' &
•
• Pagina 31
YOUNG
Bijlage 1
:
Aandachtgebied Belangrijke
1
j
•
Mededeling :
verslaggevinggrondslagen
Wij beoordelen de keuze van en de wijzigingen in belangrijke verslaggevinggrondslagen en controleren de toepassing van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV).
Er hebben zich in 2 0 1 2 geen belangrijke wijzigingen voorgedaan in de gehanteerde verslaggevinggrondslagen. De in 2 0 1 2 doorgevoerde wijzigingen in het BBV zijn, voor zover van toepassing, op toereikende wijze geïmplementeerd.
Onze mening over de gehanteerde waarderingsgrondslagen en naleving van wettelijke bepalingen en richtlijnen voor de financiële verslaggeving Wij bespreken met het college en het management de kwaliteit en niet alleen de aanvaardbaarheid van de gehanteerde waarderingsgrondslagen, de consistente toepassing daarvan, schattingen en de duidelijkheid en volledigheid van de jaarrekening en de daarmee samenhangende toelichtingen. In deze bespreking komen tevens zaken aan de orde die een significante invloed hebben op de kwaliteit van de jaarverslaggeving, zoals: nieuwe of gewijzigde waarderingsgrondslagen; schattingen, beoordelingen en onzekerheden; bijzondere transacties; waarderingsgrondslagen met betrekking tot significante jaarrekeningposten, inclusief het tijdstip waarop transacties plaatsvinden en de periode waarin die worden verantwoord.
De gekozen waarderingsgrondslagen zijn aanvaardbaar en consistent toegepast met betrekking tot de significante jaarrekeningposten en bijzondere transacties. Dit geldt tevens voor het tijdstip waarop die transacties hebben plaatsgevonden, de periode waarin zij zijn verantwoord en de desbetreffende toelichtingen in de jaarrekening.
1,111111 l
1
• •#•
| I M
••••
• Pagina 32
ÊUERNSJ&YOUNG
Bijlage 1
Aandachtgebied Verslaggeving controversiële
Mededeling
omtrent belangrijke ongebruikelijke transacties aangelegenheden of nieuwe ontwikkelingen
en
Wij stellen vast of de audit commissie of de raad is geïnformeerd over de gehanteerde werkwijze met betrekking tot de verslaglegging omtrent belangrijke ongebruikelijke transacties en de gevolgen van de verwerking van belangrijke controversiële aangelegenheden of nieuwe ontwikkelingen, waarvoor geen gezaghebbende regelgeving of algemeen aanvaarde grondslagen bestaan. Verschillen van inzicht met het management verslaggevingkwesties
over administratieve
en
Met de auditcommissie/de raad bespreken wij ieder te rapporteren verschil van inzicht, ongeacht of het naar tevredenheid is opgelost, met betrekking tot aangelegenheden die, afzonderlijk of tezamen, van belang kunnen zijn voor de jaarrekening van de gemeente of voor de controleverklaring. Beoordelingen
en schattingen
van het
Ons is niet gebleken van enige door de onderneming verantwoorde significante ongebruikelijke transactie of enige door de onderneming gehanteerde significante verslaggevinggrondslag met betrekking tot controversiële aangelegenheden of nieuwe ontwikkelingen waarvoor onvoldoende gezaghebbende aanwijzingen bestaan.
Er waren geen verschillen van inzicht met het college en het management over de waarderingsgrondslagen, de financiële administratie, de verslaggeving of onze controlewerkzaamheden.
management
Bij het opstellen van de jaarrekening dient gebruik te worden gemaakt van schattingen. Bepaalde schattingen zijn bijzonder gevoelig vanwege hun belang voor de jaarrekening en de mogelijkheid dat toekomstige gebeurtenissen in belangrijke mate afwijken van de beoordelingen van het management. Wij stellen vast of de auditcommissie/de raad is geïnformeerd over het proces dat het management hanteert voor het formuleren van bijzonder gevoelige schattingen en over de grondslag voor onze conclusies ten aanzien van de redelijkheid van die schattingen.
Wij onderschrijven de schattingen en de wijze waarop deze worden gemaakt door het management en het college.
HHHIHII
1""
Pagina 33
ÜIERNSr&YoUNG
Bijlage 1
Aandachtgebied Overleg met andere
Mededeling accountants
Wanneer ons is gebleken dat het management met andere accountants heeft overlegd over boekhoudkundige, controle- of verslaggevingkwesties bespreken wij onze visie op belangrijke aangelegenheden waarop dit overleg betrekking had. Ernstige moeilijkheden in de omgang met het management uitvoering van de controle
tijdens de
Wij informeren de audit commissie/de raad over eventuele ernstige moeilijkheden die in verband met de uitvoering van de controle in de omgang met het management zijn ondervonden. Volledigheid verplichtingen,
Hiervan is ons niet gebleken.
Geen.
claims, risico's en garanties
De gemeente Lelystad gaat gedurende een boekjaar tal van transacties aan. Het overgrote deel van deze transacties heeft zijn weerslag in de financiële administratie. Een deel van de door uw gemeente in 2 0 1 2 aangegane transacties heeft geen weerslag in de financiële administratie over 2 0 1 2 , terwijl hieruit wel financiële consequenties kunnen volgen. Als voorbeeld in dit kader noemen wij afgesloten contracten en aansprakelijkheidstellingen. Significante tekortkomingen en materiële leemtes in de interne van de financiële verslaggeving
Aangezien wij als accountant niet in staat zijn vast te stellen dat alle niet uit de administratie blijkende relevante verplichtingen, risico's en garanties volledig en juist in de jaarrekening zijn verwerkt, hebben wij het college gevraagd schriftelijk te bevestigen dat bij het opmaken van de jaarrekening alle relevante (en bekende) feiten en omstandigheden zijn betrokken. Wij hebben deze bevestiging d.d. 11 april 2 0 1 3 ontvangen.
beheersing
Wij melden alle significante tekortkomingen en materiële leemtes in de interne beheersing die wij gedurende onze controle hebben vastgesteld.
Zie bestuursbrief 2 0 1 2 d.d. 11 december 2 0 1 2 .
•
HIIIIIIIIIN l
| I M
•••••
1
Ml ERNS ' &
• Pagina 3 4
YOUNG
Bijlage 1
Aandachtgebied
Mededeling
Werking van de interne beheersingsmaatregelen en betrouwbaarheid) van de geautomatiseerde
(waaronder de continuïteit gegevensverwerking
In het kader van de controle van de jaarrekening brengt de accountant verslag uit omtrent zijn bevindingen met betrekking tot de continuïteit en betrouwbaarheid van de geautomatiseerde gegevensverwerking. Onze controle was niet primair gericht op het doen van een uitspraak omtrent de continuïteit en betrouwbaarheid van (delen van) de geautomatiseerde gegevensverwerking en wij hebben daartoe ook geen opdracht van het management ontvangen. Overige informatie bevatten
in documenten
die de gecontroleerde
De jaarrekeningcontrole heeft geen tekortkomingen in de continuïteit en betrouwbaarheid van de geautomatiseerde gegevensverwerking aan het licht gebracht.
jaarrekening Uit hoofde van onze wettelijke controletaak hebben wij alleen de jaarrekening gecontroleerd. Het jaarverslag is door ons beoordeeld op mogelijke tegenstrijdigheden met de jaarrekening.
Fraude en illegale handelingen waarbij het hoger kader is betrokken en fraude en illegale handelingen die een onjuistheid van materieel belang in de jaarrekening tot gevolg hebben Wij informeren de audit commissie/de Raad over fraude en illegale handelingen waarbij het hoger kader is betrokken en over fraude en illegale handelingen (of deze nu door het hoger kader of door andere werknemers zijn veroorzaakt) die een onjuistheid van materieel belang in de jaarrekening tot gevolg hebben.
Er is ons niet gebleken van zaken die dienen te worden gemeld.
•
• < ! ) •
•
•
•
•
millljilll 11
I' "
=UERNS
Pagina 3 5
R
&YOUNG
Bijlage 1
Aandachtgebied Onze
Mededeling
onafhankelijkheid
Onafhankelijkheid is naast deskundigheid een van de pijlers van onze beroepsuitoefening. Wij hechten aan onze reputatie op het gebied van deskundigheid en onafhankelijkheid. Wij kennen een groot aantal maatregelen, vastgelegd in een continu geactualiseerde database, die de onafhankelijkheid dienen te waarborgen. Periodiek wordt de naleving van interne en externe onafhankelijkheidsvoorschriften beoordeeld, bijvoorbeeld ten aanzien van potentieel conflicterende diensten en de financiële onafhankelijkheid. Onze professionals moeten jaarlijks hun onafhankelijkheid bevestigen.
Wij dienen mondeling en schriftelijk van onze onafhankelijkheid melding te maken, ook al concluderen wij dat er geen zaken zijn die redelijkerwijs kunnen worden gezien als zijnde van invloed op onze onafhankelijkheid. Op basis van onze analyse concluderen wij dat wij onafhankelijk zijn geweest in de zin van de Nederlandse wet- en regelgeving.
WOPT Op grond van de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens ("WOPT") moeten beloningen, waaronder voorzieningen ten behoeve van toekomstige beloningen (zoals ontslaguitkeringen en pensioen), in de jaarrekening worden vermeld als deze de gemiddelde ministersbeloning (voor 2 0 1 2 vastgesteld op € 1 9 3 . 0 0 0 ) te boven gaan.
In onze controle is géén overschrijding van deze norm geconstateerd.
•
-II
||! R
PAGINA
=U ERNS & YOUNG
3 6
Bijlage 2
SiSa-bijlage Nur. specifieke uitkering conform Sisabijlage 2012
Specifieke uitkering
Fout of onzekerheid
Financiële omvang in euro's
Toelichting fout/onzekerheid
Dl
Regionale meld- en coördinatiecentra voortijdig schoolverlaten
-
-
n.v.t.
D9
Onderwijsachterstandenbeleid 2011-2014 (OAB)
-
-
n.v.t.
-
-
n.v.t.
E11B
Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) SiSa tussen medeoverheden
E26
Spoorse doorsnijdingen, tranche 1
-
-
n.v.t.
-
n.v.t.
E27B
Brede doeluitkering Verkeer en Vervoer SiSa tussen mede overheden
E29_2010
Tijdelijke regeling eenmalige uitkering stedelijke synergieprojecten Kaderrichtlijn Water_Hernieuwde uitvraag 2010
F3
Verzameluitkering EL&I (incl. oud LNV)
-
-
n.v.t.
Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Gemeente deel 2012
-
-
n.v.t.
G1C1
-
-
n.v.t.
G1C2
Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Gemeenten (incl deel WGR) totaal 2011
G2
Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB
-
-
n.v.t.
G3
Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004
-
-
n.v.t.
n.v.t.
Pagina 37 Bijlage 2
(exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen) G5
Wet Participatiebudget (WPB)
-
-
n.v.t.
-
-
n.v.t.
H10_2010
Brede doeluitkering Centra voor Jeugd en Gezin (BDU CJG)_Hernieuwde uitvaag 2008 tot en met 2011
Op grond van de Nota verwachtingen accountantscontrole kan de controle voor de in de bijlage bij de jaarrekening opgenomen indicatoren "zonder financiële vaststelling" beperkt blijven tot het beoordelen van de deugdelijke totstandkoming ervan. Dit onderzoek heeft niet geleid tot bevindingen waarvan vermelding in dit verslag noodzakelijk wordt geacht. Het is overigens verplicht de bovenstaande tabel op te nemen, ook als er geen bevindingen zijn geconstateerd. De SiSa-bijlage dient door uw gemeente, samen met een aantal andere verplicht voorgeschreven verantwoordingsstukken, voor 15 juli a.s. elektronisch bij het CBS te worden aangeleverd.
O ^ e ^ d b - e U ^
Illli =U ERNST
&
YOUNG
of
CIS
d*=>-
l
^
n
Ernst & Young Accountants LLP Meander 861 6 8 2 5 MH Arnhem Postbus 3 0 1 1 6 6 8 0 3 AC Arnhem Tel.: +31 (0) 8 8 - 4 0 7 1000 Fax:+31(0) 8 8 - 4 0 7 6 0 0 5 www.ey.nl
130012053
Aan de gemeenteraad van de gemeente Lelystad T.a.v. de heer J . Woltjer Postbus 91 Gemeente Lelystad 8 2 0 0 AB LELYSTAD Ingekomen
15 APR 2013 Arnhem, 11 april 2 0 1 3
Kopie aan:
SKOR-96MKM7/JD/HU
Geacht college, Wij bevestigen u ermee akkoord te gaan dat de hierna volgende controleverklaring wordt opgenomen in de bij de jaarstukken behorende "Overige gegevens". Deze jaarstukken dienen te worden uitgebracht overeenkomstig het aan ons voorgelegde definitieve concept (c.q. de laatste drukproef rekening houdend met de aangegeven wijzigingen) waarvan een gewaarmerkt exemplaar is bijgevoegd. Wij hebben één exemplaar van de controleverklaring voorzien van een originele handtekening. Dit exemplaar is ten behoeve van uw eigen archief. Het andere exemplaar van de controleverklaring is voorzien van de naam van onze accountantspraktijk en de naam van de accountant, echter zonder persoonlijke handtekening. Wij verzoeken u deze tekst van de controleverklaring zonder persoonlijke handtekening op te nemen in de openbaar te maken jaarstukken. Tevens bevestigen wij u ermee akkoord te gaan dat het afschrift van onze controleverklaring zonder persoonlijke handtekening wordt openbaar gemaakt, mits de opgemaakte jaarrekening ongewijzigd wordt vastgesteld door de gemeenteraad. Openbaarmaking van de controleverklaring is slechts toegestaan tezamen met deze jaarrekening. Indien u de jaarstukken en de verklaring opneemt op internet, dient u te waarborgen dat de jaarrekening goed is afgescheiden van andere informatie op de internetsite. Afscheiding kan bijvoorbeeld plaatsvinden door de jaarrekening in niet-bewerkbare vorm als een afzonderlijk bestand op te nemen of door een waarschuwing op te nemen indien de lezer de jaarstukken verlaat ("U verlaat de beveiligde, door de accountant gecontroleerde jaarrekening"). Eén exemplaar van de jaarstukken dient te worden ondertekend door het college van burgemeester en wethouders en te worden aangeboden aan de gemeenteraad. Deze jaarstukken dienen te worden vastgesteld in een raadsvergadering en de vaststelling dient te worden genotuleerd. Overigens wijzen wij erop dat, indien tot de raadsvergadering omstandigheden blijken die aanpassing van de jaarrekening noodzakelijk maken, een dergelijke aanpassing nog voor de raadsvergadering moet worden gemaakt. Uiteraard vervalt in die situatie onze bovengenoemde toestemming en is nader overleg met de accountant noodzakelijk.
Ernst S Young Accountants LLP is een limited liability partnership opgericht naar het recht van Engeland en Wales en geregistreerd bij Companies House onder registratienummer O C 3 3 5 5 9 4 . In relatie tot Ernst & Young Accountants L L P wordt de term partner gebruikt voor een (vertegenwoordiger van een) vennoot van Ernst & Young Accountants L L P . Ernst S Young Accountants LLP is statutair gevestigd te Lambeth Palace Road 1, London SE1 7EU, Verenigd Koninkrijk, heeft haar hoofdvestiging aan Boompjes 258, 3011 XZ Rotterdam, Nederland en is geregistreerd bij de Kamer van Koophandel Rotterdam onder nummer 2 4 4 3 2 9 4 4 , Op onze werkzaamheden zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin een beperking van de aansprakelijkheid is opgenomen.
Pagina 2
I =U ERNST
&YOUNG
Dit geldt uitdrukkelijk ook voor de situatie waarbij de definitieve jaarrekening afwijkingen vertoont ten opzichte van de aan ons voorgelegde drukproef. Hoogachtend, Ernst & Young Ac
ntants L L P
d r s / J . M . A . 0r
bor waarmerkingsdoelei n d e n ( ^ .
lagen: voor identificatie gewaarmerkte balans, exploitatierekening, SiSa-bijlage en overige bijlagen ondertekende controleverklaring ten behoeve van archief "was getekend" controleverklaring behorende bij openbaar te maken stukken informatieblad "Openbaarmaking van controleverklaringen"
Ernst & Young Accountants LLP Meander 861 6 8 2 5 MH Arnhem Postbus 3 0 1 1 6 6 8 0 3 AC Arnhem
1i
Him
=U ERNST
&YOUNG
Tel.: +31 ( 0 ) 8 8 - 407 1000 Fax: + 3 1 ( 0 ) 8 8 - 4 0 7 6 0 0 5 www.ey.nl
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan:
de gemeente Lelystad
Verklaring betreffende de jaarrekening Verklaring
betreffende
de
jaarrekening
Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2 0 1 2 van gemeente Lelystad gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2 0 1 2 en de programmarekening over 2 0 1 2 met de toelichtingen, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen, alsmede de SiSa-bijlage. Verantwoordelijkheid
van het college
van burgemeester
en
wethouders
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen. Het college van burgemeester en wethouders is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid
van de
accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het Besluit accountantscontrole decentrale overheden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden.
Ernst S Young Accountants L L P is 8en limited liability partnership opgericht naar het recht van Engeland en Wales en geregistreerd bij Companies House onder registratienummer O C 3 3 5 5 9 4 . In relatie tot Ernst & Young Accountants L L P wordt de term partner gebruikt voor een (vertegenwoordiger van een) vennoot van Ernst S Young Accountants L L P . Ernst & Younq Accountants L L P is statutair gevestigd te Lambeth Palace Road 1, London SE1 7EU, Verenigd Koninkrijk, heeft haar hoofdvestiging aan Boompjes 2 5 8 . 3011 XZ Rotterdam. Nederland en is geregistreerd bij de Kamer van Koophandel Rotterdam onder nummer 2 4 4 3 2 9 4 4 . Op onze werkzaamheden zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin een beperking van de aansprakelijkheid is opgenomen.
Pagina 2
ÊU ERNST &
YOUNG
Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de gemeente. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten en toevoegingen aan reserves. Op basis van artikel 2 lid 7 BADO is deze goedkeuringstolerantie door de Gemeenteraad bij raadsbesluit van 8 maart 2 0 0 7 vastgesteld. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel
betreffende
de
jaarrekening
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van gemeente Lelystad een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2 0 1 2 als van de activa en passiva per 31 december 2 0 1 2 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2 0 1 2 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen. Verklaring
betreffende
overige
bij of krachtens
de wet gestelde
eisen
Ingevolge artikel 2 1 3 lid 3 onder de Gemeentewet vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening.
Arnhem, 11 april 2 0 1 3
Ernst & Youwg Accountants Lj/P
=U ERNST &
YOUNG
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de gemeente Lelystad
Verklaring betreffende de jaarrekening Verklaring
betreffende
de
jaarrekening
Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2 0 1 2 van gemeente Lelystad gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2 0 1 2 en de programmarekening over 2 0 1 2 met de toelichtingen, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen, alsmede de SiSa-bijlage. Verantwoordelijkheid
van het college
van burgemeester
en
wethouders
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen. Het college van burgemeester en wethouders is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid
van de
accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het Besluit accountantscontrole decentrale overheden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden.
Pagina 2
I =U ERNST &
YOUNG
Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de gemeente. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten en toevoegingen aan reserves. Op basis van artikel 2 lid 7 BADO is deze goedkeuringstolerantie door de Gemeenteraad bij raadsbesluit van 8 maart 2 0 0 7 vastgesteld. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel
betreffende
de
jaarrekening
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van gemeente Lelystad een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2 0 1 2 als van de activa en passiva per 31 december 2 0 1 2 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2 0 1 2 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen. Verklaring
betreffende
overige
bij of krachtens
de wet gestelde
eisen
Ingevolge artikel 2 1 3 lid 3 onder de Gemeentewet vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening.
Arnhem, 11 april 2 0 1 3
Ernst & Young Accountants L L P
w.g. drs. J . M . A . Drost RA
II
=U ERNST &
YOUNG
Openbaarmaking van controleverklaringen
1 Condities De machtiging om de controlever Klaring openbaar te maken wordt gegeven onder de volgende condities. —
Indien na het verlenen van deze machtiging feiten en omstandigheden bekend worden die van essentiële betekenis zijn voor het beeld dat de jaarrekening oproept is nader overleg met de accountant noodzakelijk.
—
De machtiging heeft betrekking op het opnemen van de controleverklaring in het ten behoeve van de algemene vergadering uit te brengen verslag, waarin ook de opgemaakte jaarrekening wordt opgenomen.
—
De machtiging heeft ook betrekking op het opnemen van de controleverklaring in het bij het handelsregister te deponeren verslag, mits de behandeling van de jaarrekening op de algemene vergadering niet tot aanpassing leidt.
—
De voor deponering bij het handelsregister bestemde jaarrekening waarin op grond van artikel 2:397 BW vereenvoudigingen zijn aangebracht, dient te zijn ontleend aan de door de algemene vergadering vastgestelde jaarrekening. Een concept van deze voor deponering bij het handelsregister bestemde jaarrekening dient aan ons ter inzage te worden gegeven.
—
De controleverklaring kan ook worden toegevoegd indien de jaarrekening op elektronische wijze, bijvoorbeeld op Internet, wordt openbaar gemaakt. Deze jaarrekening dient de volledige jaarrekening te zijn en deze dient goed te zijn afgescheiden van andere gelijktijdig elektronisch openbaar gemaakte informatie.
—
Indien de reeds openbaar gemaakte jaarrekening wordt opgenomen in een ander stuk dat zal worden openbaar gemaakt, is voor het opnemen van de controleverklaring daarbij opnieuw toestemming van de accountant nodig.
2 Toelichting op de condities 2.1 Raad van commissarissen en raad van bestuur De accountant zendt zijn controleverklaring doorgaans aan de raad van commissarissen en de raad van bestuur. Dit is in overeenstemming met Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) dat in artikel 3 9 3 onder meer zegt: 'De accountant geeft de uitslag van z j n onderzoek weer in een verklaring'. 'De accountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan de raad van commissarissen en aan het bestuur.' 2.2 Algemene vergadering Openbaarmaking van de controleverklaring is slechts toegestaan na uitdrukkelijke toestemming van de accountant. In dit kader wordt onder openbaarmaking verstaan het beschikbaar stellen voor het publiek, dan wel aan een zodanige kring van personen dat deze met het publiek gelijk is te stellen. Verspreiding onder aandeelhouders c.q. leden valt ook onder dit begrip openbaar maken, zodat voor het opnemen van de controleverklaring in het verslag dat aan de algemene vergadering wordt uitgebracht machtiging van de accountant nodig is. 2.3 Controleverklaring plus verantwoording De machtiging heeft betrekking op publicatie in het verslag waarin tevens is opgenomen de jaarrekening waarop de controleverklaring betrekking heeft. Deze conditie stoelt op de beroepsregels die zeggen dat het de accountant verboden is toestemming te geven tot openbaarmaking van zijn verklaring anders dan tezamen met de verantwoording waarop die verklaring betrekking heeft.' De accountant zal ook altijd de overige inhoud van het verslag willen zien, omdat het hem niet toegestaan is toestemming tot openbaarmaking van zijn verklaring te verlenen indien door de inhoud van de gezamenlijk openbaar gemaakte stukken een onjuiste indruk omtrent de betekenis van de jaarrekening wordt gewekt. 2.4
Gebeurtenissen tussen datum controleverklaring en algemene vergadering Aandacht dient geschonken te worden aan het feit dat zich tussen de datum van de controleverklaring en de datum van de algemene vergadering waarin omtrent de vaststelling van de jaarrekening wordt beslist, feiten of omstandigheden kunnen voordoen die van essentiële betekenis zijn voor het beeld dat de jaarrekening oproept. De accountant dient namelijk op grond van COS 5 6 0 controlewerkzaamheden te verrichten die er op gericht zijn toereikende controle-informatie te verkrijgen dat alle gebeurtenissen voor de datum van de controleverklaring die aanpassing van of vermelding in de jaarrekening vereisen, zijn gesignaleerd.
Indien de accountant gebeurtenissen ter kennis komen, die van materiële betekenis kunnen zijn voor de jaarrekening, dient de accountant te overwegen of die gebeurtenissen juist zijn verwerkt en toereikend zijn vermeld in de toelichting bij de jaarrekening. Als de accountant tussen de datum van de controleverklaring en de datum dat de jaarrekening openbaar wordt gemaakt, kennis neemt van een feit dat de jaarrekening materieel zou kunnen beïnvloeden, dient de accountant te beoordelen of de jaarrekening moet worden gewijzigd, de kwestie te bespreken met de leiding en te handelen zoals op grond van de omstandigheden noodzakelijk is. 2.5 Handelsregister De jaarrekening wordt (bij onder titel 9 BW2 vallende rechtspersonen samen met het jaarverslag en de overige gegevens) overgelegd aan de algemene vergadering. De algemene vergadering beslist over de vaststelling van de jaarrekening. Pas na de vaststelling van de jaarrekening door de algemene vergadering is sprake van een vennootschappelijke jaarrekening. Deze jaarrekening zal in de regel in ongewijzigde vorm worden vastgesteld. A a n de vennootschappelijke jaarrekening moet als onderdeel van de overige gegevens de controleverklaring worden toegevoegd. De tekst hiervan is normaal gesproken identiek aan de eerder afgelegde controleverklaring. Het is de vennootschappelijke jaarrekening die samen met het jaarverslag en de overige gegevens bij het handelsregister wordt openbaar gemaakt. Onder de overige gegevens behoort dan te zijn opgenomen de controleverklaring die behoort bij de volledige jaarrekening. Indien de behandeling van de jaarrekening op de algemene vergadering niet tot aanpassing leidt, kan de controleverklaring worden toegevoegd aan de door de algemene vergadering vastgestelde jaarrekening en bij tijdige deponering van het verslag ten kantore van het handelsregister als onderdeel van dit verslag worden openbaar gemaakt. 2.6 Openbaarmaking op andere wijze De jaarrekening kan ook worden openbaar gemaakt op andere wijze dan door deponering bij het handelsregister. De controleverklaring kan ook dan worden toegevoegd, mits het gaat om openbaarmaking van de volledige jaarrekening. Indien een deel van een jaarrekening dan wel een verkorte jaarrekening openbaar wordt gemaakt, is het niet toegestaan dat daarbij enigerlei door de accountant gegeven mededeling wordt openbaargemaakt, tenzij: a hij tot het oordeel is gekomen dat in de gegeven omstandigheden het desbetreffende stuk toereikend is, of b op grond van wettelijke voorschriften met openbaarmaking van het desbetreffende stuk kan worden volstaan. Indien niet de volledige jaarrekening wordt openbaar gemaakt, is nader overleg met de accountant noodzakelijk. Bij het opnemen van de jaarrekening en de controleverklaring op Internet dient gewaarborgd te worden dat de jaarrekening goed is afgescheiden van andere informatie op de Internetsite. De scheiding kan bijvoorbeeld plaatsvinden door de jaarrekening in niet-bewerkbare vorm als een afzonderlijk bestand op te nemen of door een waarschuwing op te nemen indien de lezer de jaarrekening verlaat. 2.7 Opnemen in een ander stuk Indien de reeds openbaar gemaakte jaarrekening wordt opgenomen in een ander stuk dat zal worden openbaar gemaakt, is sprake van een nieuwe openbaarmaking en is opnieuw toestemming van de accountant nodig. Een voorbeeld van deze situatie is de publicatie van een emissieprospectus met daarin opgenomen de jaarrekening, nadat dezelfde jaarrekening tezamen met de andere jaarstukken is gedeponeerd bij het handelsregister. Voor elke nieuwe openbaarmaking is dus opnieuw toestemming van de accountant nodig. 2.8 Gebeurtenissen na de algemene vergadering Indien na de vaststelling van de jaarrekening feiten en omstandigheden bekend zijn geworden waardoor de jaarrekening niet langer het wettelijk vereiste inzicht geeft, moet niettemin de bij de vastgestelde jaarrekening afgegeven controleverklaring worden gehandhaafd, evenals de bij het handelsregister neergelegde controleverklaring. In dat geval dient de rechtspersoon over deze feiten en omstandigheden een mededeling bij het handelsregister te deponeren, voorzien van een controleverklaring. Ook in deze situatie is nader overleg met de accountant noodzakelijk.
Voorstel aan de raad Nummer: 131025722
Portefeuille: Programma: Programma onderdeel: Steller: Afdeling: Telefoon: E-mail:
Wethouder Financiën, ruimtelijke ordening en gemeentelijke organisatie 2.6 Voor de Lelystedeling 2.6.3 Financiën
G.M. Akkerman-Caprino CS Concernstaf
Punt 9b van de agenda voor de vergadering van 2 juli 2013. Onderwerp: Bestemming rekeningresultaat 2012 Voorgesteld besluit Het resultaat 2012 ad. € 809.000 als volgt te bestemmen: 1. een bedrag van € 108.000 voor tijdelijke huurkosten van de Ichthus in 2013 2. een bedrag van € 228.000 voor uitgestelde huurkosten en sloopkosten MFA Zuiderzee in 2013 3. een bedrag van € 40.000 voor de uitvoeringskosten breedband in 2013. 4. een bedrag van € 202.000 ter uitvoering decentralisatie AWBZ en jeugdzorg in 2013 5. een bedrag van € 230.000 ter uitvoering van opgestarte projecten re-integratie in 2013 6. Het resterend bedrag ad. € 1.000 toe te voegen aan de algemene reserve
Aanleiding Het rekeningresultaat 2012 is voordelig door een aantal voordelen en nadelen die elkaar grotendeels opheffen. Per saldo resteert een rekeningresultaat van € 809.000 positief wat voornamelijk veroorzaakt wordt doordat een aantal uitgaven in 2012 niet is gedaan als gevolg van vertraging van de uitvoering van activiteiten door o.a. externe factoren of door andere oorzaken die in de hierna volgende toelichting onder Argumenten gedetailleerd zijn toegelicht. In de recent vastgestelde financiële verordening zijn er richtlijnen vastgesteld ten aanzien van technische wijzigingen. In december 2012 heeft de raad vooruitlopend op de jaarrekening reeds een aantal technische wijzigingen vastgesteld. Onderdeel hiervan zijn budgetten waarbij de herverdeling tussen jaarschijven van incidentele budgetten is gekoppeld aan een prestatie, verspreid over meerdere begrotingsjaren. De Koninklijke weg om deze technische wijzigingen vast te stellen is bij de jaarrekening, maar de besluitvorming is naar voren gehaald om de continuïteit van uitvoering in 2013 en verder te waarborgen. Een deel van deze herverdeling tussen jaarschijven wordt bij de jaarrekening ter vaststelling aan de raad aangeboden omdat het bedrag eerder nog niet met zekerheid kon worden vastgesteld
Nummer: 131025722 Beoogd effect Voldoen aan wet- en regelgeving en transparantie in besluitvorming van toekennen van budgetten uit het rekeningresultaat. Argumenten a) School Ichthus € 108.000 & De brand van de Ichthus en de plannen voor de MFA Zuiderzeewijk hebben er toe geleid dat vooruitlopend op de ontwikkelingen, gekozen is om alvast de tijdelijke locatie voor de Ichthus neer te zetten en geen vervangende nieuwbouw te plegen. Dit was kostentechnisch een voordeligere- en duurzamere oplossing en zou betaald kunnen worden uit de beschikbare verzekeringsgelden. Omdat de huidige school er staat en de voortgang van de MFA langzamer gaat dan bedacht, zijn er geen andere middelen beschikbaar dan de verzekeringsgelden om de extra huurperiode te overbruggen. Aframen betekent dan ook dat er geen middelen zijn voor de tijdelijke locatie. b) MFA Zuiderzee € 228.000 Omdat de planning voor de MFA er op dit moment vanuit gaat dat de bouw in het najaar 2013 kan starten, zal een deel van de panden in 2013 worden gesloopt en moet voor dat deel van de Vuurtorenschool de tijdelijke locatie worden gebouwd, zoals voorzien was in 2012. De middelen zijn in 2013 niet opnieuw aangevraagd, maar zijn in 2012 niet aangewend. Aframen betekent dat de bouw van de MFA moet worden uitgesteld totdat er nieuwe middelen zijn aangevraagd via het IHP 2015. c) Breedband € 40.000 Het college heeft in 2009 in het kader van de aanleg van het glasvezelnetwerk besloten de te ontvangen leges in te zetten als dekking voor de gemeentelijke kosten. Het project verloopt meerjarig. Voor de aanleg van fase 2 en 3 van het glasvezelnetwerk zijn in 2012 € 101.000 leges ontvangen (begroot € 34.000). Fase 2 is begin 2012 gestart en bestaat uit Lelystad-Haven, Hollandse Hout, Schoener, Tjalk, Botter. Reggefiber is momenteel bezig met de afronding van deze fase. Op vrijdag 19 april a.s. wordt gestart met de werkzaamheden buiten voor fase 3. Fase 3 bestaat uit Schouw, Gondel, Kogge, Kempenaar en Hanzepark. De vraagbundeling voor fase 4 -Galjoen, Jol, Boeier, Punter, Karveel, Bataviahaven, Stadseiland en Suydersee Boulevard- is in maart opgestart. De eerste bijeenkomsten zijn zeer positief verlopen. Voorgesteld wordt € 40.000 via het rekeningresultaat 2012 door te schuiven naar 2013 ter dekking van de noodzakelijke ondersteunende gemeentelijke activiteiten. d) Decentralisatie uitkering € 202.000. In 2012 zijn extra middelen in de algemene uitkering ontvangen voor implementatie decentralisatie jeugdzorg en AWBZ. -Ontvangen in 2012 AU € 188.000 + € 44.000m = € 232.000. Hiervan is in 2012 € 30.000 besteed en resteert: € 232.000 - € 30.000 = € 202.000. -In 2013 worden nog extra middelen ontvangen voor invoeringsbudgetten €127.000,-- AWBZ en €65.000,-- Jeugdzorg. Er van uitgaande dat de decentralisatie-trajecten voortgezet worden, zijn de middelen die resteren uit 2012 en de toegekende rijksmiddelen 2013 van hard nodig. Als gevolg van de vertraging van de decentralisatie wetgevingstrajecten –concentreert, respectievelijk is het werk verschoven naar 2013 en 2014. De niet bestede middelen die in 2013 worden ontvangen moeten retour naar Den Haag als de decentralisatie-wetgevingstrajecten “afgebroken” worden. De door te schuiven budgetten 2012 vallen dan vrij in de algemene middelen omdat hierop geen terugbetalingsverplichting rust. e) Re-integratie € 230.000 Over het dienstjaar 2012 is aan re-integratie activiteiten een bedrag van € 283.000 minder besteed dan beschikbaar was. Reden is o.a. dat er lopende het jaar een nieuwe ESF aanvraag is toegekend en er dus meer middelen binnen zijn gekomen. Voorgaande jaren, toen de re-integratie nog gefinancierd werd uit alleen de rijksbijdrage SZW en de aanvullende ESF middelen, werd een positief saldo via de “vooruit ontvangen bedragen” meegenomen (conform het principe van de meeneemregeling in de verantwoording aan het rijk via de SiSa) naar het volgende jaar. Nu zijn er echter naast de rijksmiddelen ook eigen gemeentelijke middelen beschikbaar gesteld.
Er is uit eigen middelen nog wel een bedrag “over” vanwege de extra ESF. Maar eigen middelen kunnen niet onder “vooruit ontvangen bedragen” worden meegenomen. Conform het principe van de Nummer: 131025722 meeneemregeling is het noodzakelijk een deel van dit bedrag ad. € 230.000 mee te nemen, omdat de prestaties van de trajecten voor een deel doorlopen in 2013. En deze middelen ingezet zullen worden om de jeugdwerkloosheid extra aan te pakken. f) Resterende bedrag € 1.000 naar de algemene reserve De niet bestemde middelen worden toegevoegd aan de algemene reserve.
Financiële aspecten De verwerking van de punten a) tot en met e) worden bij akkoord van de raad toegevoegd aan een de bestemmingsreserve 1006 en via een begrotingswijziging in de begroting 2013 verwerkt. De niet bestemde middelen (f) worden toegevoegd aan de algemene reserve.
Kanttekeningen
Communicatie en voortgang
Lelystad, 16 april 2013. Het college van de gemeente Lelystad, de secretaris,
de burgemeester,
N. Versteeg
M. Horselenberg
Raadsbesluit Nummer: 131025722 De raad van de gemeente Lelystad, op voorstel van het college van de gemeente Lelystad d.d. 16 april 2013. B E S L U I T: Het resultaat 2012 ad. € 809.000 als volgt te bestemmen: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
een bedrag van € 108.000 voor tijdelijke huurkosten van de Ichthus in 2013 een bedrag van € 228.000 voor uitgestelde huurkosten en sloopkosten MFA Zuiderzee in 2013 een bedrag van € 40.000 voor de uitvoeringskosten breedband in 2013. een bedrag van € 202.000 ter uitvoering decentralisatie AWBZ en jeugdzorg in 2013 een bedrag van € 230.000 ter uitvoering van opgestarte projecten re-integratie in 2013 Het resterend bedrag ad. € 1.000 toe te voegen aan de algemene reserve
Lelystad, De raad van de gemeente Lelystad, de griffier,
de voorzitter,
Voorstel aan de raad Nummer: 131030878
Portefeuille: Programma: Programma onderdeel: Steller: Afdeling: Telefoon: E-mail:
Wethouder Financiën, ruimtelijke ordening en gemeentelijke organisatie 2.6 Voor de Lelystedeling 2.6.3 Financiën
D. Steert CS Concernadvies [email protected]
Punt 9c van de agenda voor de vergadering van 2 juli 2013. Onderwerp: Bijsturingsmaatregelen naar aanleiding van de crisismonitor mei 2013 Voorgesteld besluit 1. De begroting 2013 op de navolgende punten bij te stellen, ter gedeeltelijke terugdringing van het in de crisismonitor mei 2013 geprognosticeerde tekort: a. b. c. d. e. f.
Re-integratiebudget ‘duurzame uitstroom’ (€500.000,-) Teruggave Btw-compensatiefonds (€100.000,-); Vrijval Reserve ontwikkeling Stad (€200.000,-); Vrijval Reserve ontwikkeling Stad, deel Reserve Economische Structuur (€200.000,-); Vrijval budget personele calamiteiten (€259.977,-); Gedeeltelijke vrijval budget verkiezingen (€50.000,-).
2. De in 2013 vrij te laten vallen middelen met betrekking tot het re- integratiebudget ‘duurzame uitstroom’ te compenseren door in de meerjarenraming 2016 een aanvullende taakstelling op te nemen van €500.000,- en dit te betrekken bij de programmabegroting 2014-2017. 3. Het eventueel resterende geprognosticeerde tekort in 2013, zoals duidelijk zal worden in de crisismonitor van september, als taakstellende bezuinigingsopgave te verwerken in de programmabegroting 2014. Aanleiding De gemeenteraad heeft op 5 maart 2013 een motie aangenomen, waarin ingegaan wordt op de implicaties van dreigende tekorten bij de crisismonitor mei 2013. Indien een dreigend tekort aannemelijk blijft dient het college voorstellen tot bijsturing aan te bieden ter terugdringing van dit tekort, uiterlijk op het moment dat de kadernota 2014-2017 in de raad behandeld wordt (11 juni). Beoogd effect 1. Het op dit moment geprognosticeerde tekort van €2,- mln. in 2013 wordt met deze bijsturingmaatregelen van €1,3 mln. teruggebracht tot €0,7 mln. Met het aframen van deze budgetten zal het tekort worden teruggebracht en wordt de continuïteit van beleid zo min mogelijk in gevaar gebracht. Uiteraard beweegt dit resterende tekort zich nog binnen de in de crisismonitor aangegeven bandbreedtes. JH1305
Nummer: 131030878 2. Om de prestatie met betrekking tot de re-integratiemiddelen ‘duurzame uitstroom’ conform de afspraken met de raad uit te voeren is het noodzakelijk om tegelijkertijd een taakstelling van ditzelfde bedrag in de meerjarenraming 2016 te verwerken. Dit zal betrokken worden bij de programmabegroting 2014-2017. 3. Indien begrotingsjaar 2013 af wordt gesloten met een negatief resultaat zal dit worden onttrokken uit de algemene reserve. Het uiteindelijke jaarrekeningresultaat is bij het opstellen van de programmabegroting 2014 uiteraard nog niet bekend, maar de intentie van het college is om de algemene reserve weer aan te vullen in 2014. Dit kan gerealiseerd worden door het eventueel geprognosticeerde tekort, zoals dat zal blijken uit de crisismonitor september, te verwerken als taakstellende bezuinigingsopgave in de programmabegroting 2014. Met deze aanvullende bezuiniging kan de algemene reserve in 2014 weer aangevuld worden tot het gewenste niveau van €8.2 mln. Argumenten 1. Bijsturing gedurende het jaar blijkt steeds lastiger te worden, juist wanneer het uitgangspunt is de continuïteit van beleid niet in gevaar te brengen. De zogeheten “lucht” in de gemeentebegroting is in de afgelopen jaren verdwenen in navolgende bezuinigingsoperaties. Ook het laatste ‘laaghangende fruit’ is met de Kadernota 2013 definitief wegbezuinigd. Daarnaast gaat de organisatie continue bewust zuinig om met het doen van uitgaven waarvoor geen wettelijke of juridische verplichtingen bestaan en die rechtstreeks ten laste komen van de exploitatie 2013. Overigens vaart de organisatie al scherp aan de wind met betrekking tot dit type budgetten: de afgelopen drie jaren zijn deze budgetten niet gecorrigeerd voor inflatie, wat al impliceert dat hetzelfde werk met minder geld gedaan moet worden. Daarnaast zijn in grote lijnen de volgende beperkingen van toepassing, die maken dat bijsturing in het lopende jaar erg lastig is: o o o o o
Vaststaande subsidieverplichtingen, waarvan niet af te wijken valt (juridisch, criteria van behoorlijk bestuur); Ongewenste neveneffecten bij bezuinigingen op ICL gerelateerde budgetten; Niet te beïnvloeden lasten en baten (de uitvoering van wettelijke taken); Niet op korte termijn te beïnvloeden lasten en baten (kapitaallasten, personeel en dergelijke); De bedrijfsvoeringskosten kennen reeds een vanaf 2013 opgelegde taakstelling. Het achterblijven van inflatiecorrectie, gecombineerd met de omvang van deze taakstelling maakt dat op dit gebied weinig mogelijkheden zijn tot bijsturing. Ondanks deze omstandigheden wordt er ruim €0,25 mln. op dit terrein ingeleverd in de vorm van het budget ‘personele calamiteiten’.
Gezien bovenstaande argumenten stelt het college voor het geprognosticeerde tekort gedeeltelijke terug te dringen door het aframen van de volgende budgetten: A. Re-integratiebudget ‘duurzame uitstroom’ (€500.000,-) Doordat de start van de integratietrajecten medio 2013 is, wordt dit jaar niet het volledig beschikbare budget van €1,- mln. benut. Daardoor kan in 2013 een bedrag van €500.000,vrijvallen. Om de prestatie conform de afspraken met de raad uit te voeren is het noodzakelijk om tegelijkertijd een taakstelling van ditzelfde bedrag in de meerjarenraming 2016 te verwerken. Dit zal betrokken worden bij de programmabegroting 2014-2017. B. Teruggave Btw-compensatiefonds (€100.000,-) Het betreft hier een teruggave over voorgaande jaren vanuit het Btw-compensatie fonds van circa € 100.000,-. Dit als gevolg van aanpassingen in de wetgeving met betrekking tot de kosten voor re-integratie en de daarmee gepaard gaande wijziging van inzichten van de belastingdienst. Deze incidentele baat kan zonder enig effect ingezet worden ter terugdringing van het geprognosticeerde tekort.
JH1305
Nummer: 131030878 C. Vrijval Reserve ontwikkeling Stad (€200.000,-) Binnen deze reserve bestaat in totaal nog € 200.000,- aan beschikbare ruimte. Dit is het onbeklemde deel binnen deze reserve dat resteert, nadat de in behandeling zijnde raadsvoorstellen met betrekking tot de maatregelen ontwikkeling Groene carré- eerste fase en de Roy Heiner Academy- versterking MBO door de raad worden vastgesteld. D. Vrijval Reserve ontwikkeling Stad, deel Reserve Economische Structuur (€200.000,-) Binnen deze reserve bestaat in totaal nog € 200.000,- aan beschikbare ruimte. Dit is het onbeklemde deel binnen deze reserve dat resteert, nadat het in behandeling zijnde raadsvoorstel met betrekking tot de maatregelen ontwikkelingen kust door de raad wordt vastgesteld. E. Vrijval budget personele calamiteiten (€259.977,-) Dit begrotingsonderdeel is ingesteld om in bijzondere situaties de loonkosten te dekken van vervangende capaciteit ten behoeve van bijvoorbeeld personeel dat langdurig ziek is. Er wordt gestuurd om in 2013 dit budget niet aan te wenden. Het risico bestaat dat er in het geval dat er zich een bijzondere situatie voordoet er geen dekking voorhanden is. In dat geval zal teruggevallen moeten worden op het incidenteel aanwezige frictiebudget en zal binnen dit budget de afweging gemaakt moeten worden of in een specifieke situatie overgegaan wordt tot het dekken van loonkosten van vervangende capaciteit. F. Gedeeltelijke vrijval budget verkiezingen (€50.000,-) De gemeente Lelystad heeft een structureel budget in de begroting ten behoeve van verkiezingen. Aangezien er in 2013 vooralsnog geen verkiezingen zijn gepland is de verwachting dat in totaal €50.000,- van dit budget vrij kan vallen. 2. De re-integratiemiddelen ‘duurzame uitstroom’ worden conform de afspraken met de raad ingezet in 2013, 2014 en 2015 (3 maal €1,- mln.). Indien in 2016 €500.000,- beschikbaar wordt gesteld voor dit doel kan het oorspronkelijke plan doorgang vinden. Dit zal betrokken worden bij de programmabegroting 2014-2017. 3. Het gewenste niveau van de algemene reserve is, conform afspraak met de raad, vastgesteld op tien procent van de algemene uitkering, exclusief de ICL gelden. Voor 2013 komt dit neer op een benodigd niveau van €8,2 mln. Een uiteindelijk tekort in 2013 zal ten laste gebracht worden van deze algemene reserve, wat erin zal resulteren dat de algemene reserve onder de norm van €8.2,- mln. terecht zal komen. Door aanvullende bezuinigingen in 2014 te realiseren wordt er ruimte gecreëerd in de begroting om de algemene reserve weer tot het gewenste niveau aan te vullen in 2014. Financiële aspecten Het besluit om bij te sturen op de genoemde budgetten heeft als gevolg dat deze budgetten afgeraamd worden en niet langer beschikbaar zullen zijn. Kanttekeningen Communicatie en voortgang Lelystad, 28 mei 2013. Het college van de gemeente Lelystad, de secretaris,
de burgemeester,
N. Versteeg
M. Horselenberg
JH1305
Raadsbesluit Nummer: 131030878 De raad van de gemeente Lelystad, op voorstel van het college van de gemeente Lelystad d.d. 28 mei 2013. B E S L U I T: 1.
De begroting 2013 op de navolgende punten bij te stellen, ter gedeeltelijke terugdringing van het in de crisismonitor mei 2013 geprognosticeerde tekort: a. b. c. d. e. f.
Re-integratiebudget ‘duurzame uitstroom’ (€500.000,-) Teruggave Btw-compensatiefonds (€100.000,-); Vrijval Reserve ontwikkeling Stad (€200.000,-); Vrijval Reserve ontwikkeling Stad, deel Reserve Economische Structuur (€200.000,-); Vrijval budget personele calamiteiten (€259.977,-); Gedeeltelijke vrijval budget verkiezingen (€50.000,-).
2.
De in 2013 vrij te laten vallen middelen met betrekking tot het re- integratiebudget ‘duurzame uitstroom’ te compenseren door in de meerjarenraming 2016 een aanvullende taakstelling op te nemen van €500.000,- en dit te betrekken bij de programmabegroting 2014-2017.
3.
Het eventueel resterende geprognosticeerde tekort in 2013, zoals duidelijk zal worden in de crisismonitor van september, als taakstellende bezuinigingsopgave te verwerken in de programmabegroting 2014.
Lelystad, 2 juli 2013. De raad van de gemeente Lelystad, de griffier,
JH1305
de voorzitter,
ons kenmerk 131029903
datum
pagina 3
aangepast en is nog steeds volop in beweging. Ook het zogeheten ‘Oranjeakkoord’, waarin het kabinet inzette op aanvullende bezuinigingen van ruim €4,- mrd. vanaf 2014 is met het ‘Sociaal akkoord’ voorlopig weer van tafel. Ook met betrekking tot deze ontwikkelingen hoopt het college via de juni- en septembercirculaire meer duidelijkheid te krijgen, ter voorbereiding van de programmabegroting 2014 - 2017. Hoogachtend, het college van de gemeente Lelystad, de secretaris,
de burgemeester,
Crisismonitor Mei 2013 -Trends en ontwikkelingen -Prognoses en bandbreedtes -Overige afwijkingen
Inhoud 1. INLEIDING .....................................................................................................................2 2. BESCHOUWING ALGEMENE TRENDS EN ONTWIKKELINGEN ................................................3 2.1 FINANCIEEL ECONOMISCHE ONTWIKKELINGEN ............................................................................3 2.2 MONITOR EXTERNE ONTWIKKELINGEN ........................................................................................4
3. ONTWIKKELINGEN GEMEENTEBEGROTING ..................................................................... 13 3.1 INGESCHATTE AFWIJKINGEN 2013 (MET BANDBREEDTES) .........................................................14 3.2 OVERIGE AFWIJKINGEN 2013 ..................................................................................................23
4. RESUMÉ ..................................................................................................................... 25
Crisismonitor begrotingsjaar 2013, peildatum: mei
1
1. Inleiding Bij deze ontvangt u de tweede crisismonitor van het begrotingsjaar 2013. In deze crisismonitor wordt op basis van trends in een aantal macro economische- en sociaal maatschappelijke variabelen een relatie gelegd met de ontwikkeling van de crisisgerelateerde exploitatieonderdelen van onze gemeentebegroting. De indeling van deze crisismonitor is als volgt: Hoofdstuk 2 bestaat uit een beschouwing van algemene trends en ontwikkelingen. Binnen paragraaf 2.1 is ter illustratie een persbericht opgenomen, dat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op 18 april 2013 heeft uitgebracht en waarin wordt ingegaan op de forse toename van de landelijke werkloosheid. Paragraaf 2.2 bestaat vervolgens uit de monitor met de voor de gemeente Lelystad meest relevante externe ontwikkelingen en is onderverdeeld in vijf thema’s, te weten: werkgelegenheid, bedrijvigheid, huizenmarkt, consumentengedrag en macro economische ontwikkelingen. Hoofdstuk 3 legt vervolgens de relatie tussen deze trends en ontwikkelingen en de gemeentebegroting. Paragraaf 3.1 gaat in op de ingeschatte crisisgerelateerde afwijkingen (met bandbreedtes) en paragraaf 3.2 geeft een overzicht van de overige verwachte afwijkingen ten opzichte van de begroting 2013. Hoofdstuk 4, het resumé, geeft tenslotte een korte samenvatting van wat er in de crisismonitor staat gepresenteerd.
Opzet van de crisismonitor De crisismonitor geeft een tussenstand van het lopende begrotingsjaar en kent daarom een hogere actualiteit dan de risico-inschatting die gedaan wordt in de risicoparagraaf van bijvoorbeeld de programmabegroting. Om de fluctuaties ten opzichte van de begroting te kunnen monitoren wordt in tegenstelling tot de beschrijving van de meer statische risico’s in de risicoparagraaf (kans maal gevolg) in deze crisismonitor gewerkt met financiële bandbreedtes. Een ander verschil met de risicoparagraaf is dat er binnen de crisismonitor de aandacht vooral uitgaat naar die zaken die in 2013 tot een afwijking kunnen leiden. Externe ontwikkelingen raken tal van taken van de gemeente. Hierbij is het van belang onderscheid te maken tussen: 1. Begrotingsonderdelen waarvan we de resultaten zelf kunnen beïnvloeden (bijvoorbeeld de beïnvloedbare onderdelen, zoals beschreven in de doorlichting van de programma’s) en; 2. Begrotingsonderdelen waarvan het heel moeilijk, of niet mogelijk is, resultaten direct zelf te beïnvloeden (zoals bijvoorbeeld inkomsten uit bouwleges, open einde regelingen en de algemene uitkering). De eerste categorie vereist reguliere begrotingsdiscipline, de tweede vormen een risico. Deze crisismonitor gaat met name in op de taken die een risico vormen in het begrotingsjaar 2013, omdat de resultaten hiervan niet of slecht beïnvloed kunnen worden. Na weergave van actuele economische ontwikkelingen op het gebied van werkgelegenheid, bedrijvigheid, de huizenmarkt, het consumentengedrag en economische ontwikkelingen in hoofdstuk 2 wordt in hoofdstuk 3 gekeken naar de financiële effecten van een aantal terreinen op de gemeente. De ontwikkelingen binnen verschillende crisisgerelateerde begrotingsonderdelen worden binnen paragraaf 3.1 vertaald naar financiële bandbreedtes, waarbij een antwoord wordt gegeven op de volgende vragen: A. De begrotingsstand 2013 (wat is er in de begroting 2013 opgenomen?) B. Wat zijn de financiële bandbreedtes waarbinnen het gemeentelijk aandachtsgebied zich bevindt? Meest gunstige afwijking Verwachte afwijking (is de begroting 2013 nog actueel of al achterhaald?) Meest ongunstige afwijking
Crisismonitor begrotingsjaar 2013, peildatum: mei
2
2. Beschouwing algemene trends en ontwikkelingen 2.1 Financieel economische ontwikkelingen
Crisismonitor begrotingsjaar 2013, peildatum: mei
3
2.2 Monitor externe ontwikkelingen De monitor dient om zicht te houden op actuele economische ontwikkelingen en is onderverdeeld in vijf thema’s, te weten: 1. werkgelegenheid, 2. bedrijvigheid, 3. Huizenmarkt, 4. consumentengedrag en 5. macro economische ontwikkelingen. Binnen elk thema wordt ingegaan op een aantal indicatoren, die tezamen een dwarsdoorsnede geven van de relevante ontwikkelingen binnen het desbetreffende thema. Iedere indicator wordt ingeleid door een korte omschrijving van de indicator, een weergave van de bij de totstandkoming betrokken actoren en de eventueel te maken kanttekeningen bij het verzamelen of interpreteren van de desbetreffende indicator.
Thema 1: werkgelegenheid Naam indicator
Omschrijving indicator
Betrokken bij totstandkoming
1. ww-uitkering
Instroom en uitstroom, alsmede het aantal van uitkeringsgerechtigde in het kader van de Wet Werkloosheid (ww).
Centraal Bureau voor de statistiek (CBS) en Onderzoek & Statistiek (O&S).
Kanttekening -
Grafiek 1a: Mutaties in WW-uitkeringsgerechtigden Nederland
2007 1e 2007 2e 2007 3e 2007 4e 2008 1e 2008 2e 2008 3e 2008 4e 2009 1e 2009 2e 2009 3e 2009 4e 2010 1e 2010 2e 2010 3e 2010 4e 2011 1e 2011 2e 2011 3e 2011 4e 2012 1e 2012 2e 2012 3e 2012 4e
375.000 350.000 325.000 300.000 275.000 250.000 225.000 200.000 175.000 150.000 125.000 100.000 75.000 50.000 25.000 0
Instroom NL
Uitstroom NL
Totaal einde kwartaal NL
Bron: CBS
Grafiek 1b: Mutaties in WW-uitkeringsgerechtigden Lelystad
Uitstroom Lelystad
Totaal einde kwartaal Lelystad
Bron: CBS
Crisismonitor begrotingsjaar 2013, peildatum: mei
4
2012 4e
2012 3e
2012 2e
2012 1e
2011 4e
2011 3e
2011 2e
2011 1e
2010 4e
2010 3e
2010 2e
2010 1e
2009 4e
2009 3e
2009 2e
2009 1e
2008 4e
2008 3e
Instroom Lelystad
2008 2e
2008 1e
2007 4e
2007 3e
2007 2e
2007 1e
2.500 2.250 2.000 1.750 1.500 1.250 1.000 750 500 250 0
Naam indicator
Omschrijving indicator
2. WWBuitkering
Instroom en uitstroom van de Wet Werk en Bijstand (WWB).
Betrokken bij totstandkoming
Kanttekening
Applicatiebeheer afdeling Werk en Inkomen (WI) en O&S.
Doordat aanvragen en beëindigingen soms pas na het verstrijken van het kwartaal worden verwerkt kunnen de cijfers pas zes weken na het verstrijken van de termijn met enige zekerheid worden vastgesteld.
Grafiek 2: Lelystedelingen met een WWB uitkering (linker as) inclusief instroom en uitstroom (rechter as) 2.500
350 300
2.000
250 1.500
200
1.000
150 100
500
50 0 2007 1e 2007 2e 2007 3e 2007 4e 2008 1e 2008 2e 2008 3e 2008 4e 2009 1e 2009 2e 2009 3e 2009 4e 2010 1e 2010 2e 2010 3e 2010 4e 2011 1e 2011 2e 2011 3e 2011 4e 2012 1e 2012 2e 2012 3e 2012 4e 2013 jan-feb*
0
Totaal aantal cliënten wwb einde kwartaal
instroom
uitstroom
*Cijfers zijn nog niet definitief, in verband met de wettelijke afhandeltijd van 8 weken
Betrokken bij totstandkoming
Naam indicator
Omschrijving indicator
3. Aantal vacatures
Het aantal vacatures UWV werkbedrijf openstaande en aangemelde en O&S. vacatures aan het eind van het kwartaal.
Kanttekening Niet alle vacatures worden aangemeld bij het UWV werkbedrijf. Vanaf april 2012 zijn niet langer alleen de WBS-vacatures in de cijfers opgenomen, maar ook de vacatures van werk.nl. Hierdoor zijn de cijfers van voor het tweede kwartaal van 2011 meer accuraat, maar helaas niet meer vergelijkbaar met die van het tweede kwartaal en later.
Crisismonitor begrotingsjaar 2013, peildatum: mei
5
Grafiek 3: Ingediende en openstaande vacatures bij UWV Werkbedrijf 700 600 500 400 300
200 100
gemiddelde openstaande vacatures
Bron: werk.nl
2013 1e
2012 4e
2012 3e
2012 2e
2012 1e
2011 4e
2011 3e
2011 2e
2011 1e
2010 4e
2010 3e
2010 2e
2010 1e
2009 4e
2009 3e
2009 2e
2009 1e
2008 4e
2008 3e
2008 2e
2008 1e
2007 4e
2007 3e
2007 2e
2007 1e
0
totaal ingediende vacatures
Thema 2: bedrijvigheid Omschrijving Naam indicator indicator 4 Starters en Het aantal bedrijven Faillissementen dat in de afgelopen maand gestart of gestopt is met de bedrijfsvoering.
Betrokken bij totstandkoming Economische zaken provincie Lelystad en O&S.
Kanttekening Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen faillissement en andere reden van beëindigen van de bedrijfsvoering. Ook zijn er bedrijven die al uitgeschreven zijn, maar nog wel actief en bedrijven die al wel actief zijn, maar nog niet ingeschreven. Vanwege administratieve redenen zijn er tijdelijk geen recentere cijfers te verkrijgen. De verwachting is dat deze op zijn vroegst begin juni weer te genereren zijn.
Grafiek 4: Aantal starters en faillissementen 250
226 200
198
211 194
178
151
150
133
140
157
153
152
3
7
10
2010-2
2010-3
100 50 13
11
8
5
10
0 2009-1
2009-2
2009-3
2009-4
2010-1
Bron: Economische zaken Provincie Flevoland
8
20
6 2010-4
aantal starters
Crisismonitor begrotingsjaar 2013, peildatum: mei
2011-1
2011-2
aantal faillisementen
6
2011-3
Naam indicator 5. Vestigingen
Omschrijving indicator Het totaal vestigingen Lelystad.
Betrokken bij totstandkoming Kanttekening aan Economische Aantal vestigingen wordt bijgehouden vanaf in zaken provincie begin 2008. Voor 2008 alleen de cijfers van Flevoland en bedrijfsvestigingen (dus geen non-profit en O&S. overheid) per jaar.
Grafiek 5: Aantal vestigingen in Lelystad (linker-as) en Flevoland (rechter-as) 40.000
7.800
38.000
7.300
36.000
6.800
34.000 32.000
6.300
30.000 5.800
28.000
5.300
26.000
Aantal vestigingen in Lelystad
Aantal vestigingen in Flevoland
Bron: Economische zaken Provincie Flevoland
Crisismonitor begrotingsjaar 2013, peildatum: mei
7
Thema 3: huizenmarkt en wonen Naam indicator
Omschrijving indicator
Betrokken bij totstandkoming Kanttekening
6. Woningen te Het aantal huizen dat op Funda en O&S. koop de eerste van de maand te koop staat aangeboden op Funda.
Ondanks dat er veel huizen te koop staan op Funda, is dit niet het hele aanbod. Ook worden huizen niet direct verwijderd als ze verkocht zijn.
Tabel 6: Aantal huizen te koop op funda aan het eind van het kwartaal 2009 2009 2010 2010 2010 2010 2011 2011 2011 2011 2012 2012 2012 2012 2013 3e 4e 1e 2e 3e 4e 1e 2e 3e 4e 1e 2e 3e 4e 1e Huizen te koop 1249 1242 1327 1326 1417 1475 1502 1547 1603 1620 1651 1641 1629 1623 1629
Betrokken bij totstandkoming Kanttekening
Naam indicator
Omschrijving indicator
7. Bouwaanvragen
Het aantal verleende Ruimtelijke vergunningen voor dienstverlening bouw of verbouw van en O&S. woningen.
In een aparte grafiek worden de bouwleges (inkomsten voor gemeente) als gevolg van de verstrekte vergunningen aangegeven.
Grafiek 7a: Totaal aantal verstrekte vergunningen 300 250 200 150 100 50 0
Bron: afd Ruimtelijke dienstverlening
Grafiek 7b: Inkomsten leges bouwvergunningen 1.600.000 1.400.000 1.200.000
1.000.000 800.000 600.000 400.000 200.000
2007-1 2007-2 2007-3 2007-4 2008-1 2008-2 2008-3 2008-4 2009-1 2009-2 2009-3 2009-4 2010-1 2010-2 2010-3 2010-4 2011-1 2011-2 2011-3 2011-4 2012-1 2012-2 2012-3 2012-4 2013-1
0
Crisismonitor begrotingsjaar 2013, peildatum: mei
8
Naam indicator
Betrokken bij totstandkoming Kanttekening
Omschrijving indicator
8. Opgeleverde Het aantal gerealiseerde Ruimtelijke woningen woningen en dienstverlening verbouwingen. en O&S.
-
Grafiek 8: Aantal opgeleverde woningen 200 150
188 167
136 120
100
164 139
116
131
111
103
88
103
103
98
93
50
112
101
57
50
49
53 28
44 24
0
Bron: afd Ruimtelijke dienstverlening
Naam indicator
Omschrijving indicator
Betrokken bij totstandkoming Kanttekening
9. Verkoopprijs De mediane CBS en O&S. woningen verkoopprijs voor de regio Lelystad.
De mediaan is het middenpunt (50%) van de verkoopprijzen. Het gemiddelde ligt vaak hoger.
Grafiek 9: Mediane verkoopprijs woningen per kwartaal 250.000
230.000 210.000 190.000 170.000
Lelystad
Nederland
* Gebaseerd op voorlopige cijfers (minder dan 25 waarnemingen)
Crisismonitor begrotingsjaar 2013, peildatum: mei
9
2012-4
2013-1*
2012-3
2012-2
2012-1
2011-4
2011-3
2011-2
2011-1
2010-4
2010-3
2010-2
2010-1
2009-4
2009-3
2009-2
2009-1
2008-4
2008-3
2008-2
2008-1
2007-4
2007-3
2007-2
2007-1
2006-4
2006-3
2006-2
2006-1
150.000
Betrokken bij totstandkoming Kanttekening
Naam indicator
Omschrijving indicator
10. Bevolkingsgroei
Verschil in inwoners Burgerzaken tussen twee kwartalen. O&S.
en -
Grafiek 10: Bevolkingsgroei 350
322
300
268
260
259
250
150 100
185
176 185
200 138
123
187
159
155
126 125
122 121
104 70
50
25
16
2
5
0 -15
-50
-4
-48
-100
Bron: Burgerzaken
Naam indicator
Omschrijving indicator
Betrokken bij totstandkoming Kanttekening
11.Bevolking vs Per jaar wordt de O&S. prognose daadwerkelijke bevolking vergeleken met de aan het begin van het jaar geprognosticeerde groei.
Cijfers worden niet per kwartaal, maar per jaar weergegeven, omdat deze alleen in deze tijdseenheid te verkrijgen zijn.
grafiek 11: Bevolkingsgroei en bevolkingsprognose 76.000 75.500 75.000 74.500 74.000 73.500 73.000 72.500 72.000 71.500 2007
2008 Prognose 31-12
2009
2010
2011
Bevolking 31 -12
Crisismonitor begrotingsjaar 2013, peildatum: mei
10
Betrokken bij totstandkoming Kanttekening
Naam indicator
Omschrijving indicator
12. Wachttijden huurwoning Centrada per doelgroep
In jaren weergegeven O&S en Centrada. Cijfers worden niet per kwartaal, maar per jaar termijn tussen de eerste weergegeven, omdat deze alleen in deze reactie op een woning tijdseenheid te verkrijgen zijn. en het vinden van een huurwoning.
Grafiek 12: Wachttijden huurwoning Centrada per doelgroep 2007 - 2011, in jaren 2,5 2
2007 2008
1,5
1,2 1,2 1 1,3 1,3
2010 1 0,7 1,1 0,9 1,3
0,5
1,4 1,6 1,4 1,6
0,9 0,8 0,9 0,9 1,1
2
1
1,4 1,3 1,7 2,1 2,2
2009
2011
0 Jongeren <23 1-2 pers. 1-2 pers. met 1-2 pers. Hh senioren >70 jr huishh 23-54 kinderen 55-69 jr jr jr
Thema 4: consumentengedrag Betrokken bij totstandkoming Kanttekening
Naam indicator
Omschrijving indicator
13. Consumentenvertrouwen
Indicator gebaseerd op 5 vragen CBS en O&S. over de mening over de eigen financiële situatie en de economische situatie in Nederland.
Cijfers gebaseerd op Lelystad zijn slechts met een grote inspanning te verkrijgen. Landelijke cijfers kunnen een vertekend beeld geven.
Grafiek 13: Indicator consumentenvertrouwen Nederland 20 10
-10
2007 2e 2007 3e 2007 4e 2008 1e 2008 2e 2008 3e 2008 4e 2009 1e 2009 2e 2009 3e 2009 4e 2010 1e 2010 2e 2010 3e 2010 4e 2011 1e 2011 2e 2011 3e 2011 4e 2012 1e 2012 2e 2012 3e 2012 4e 2013 1e
0
-20 -30 -40 -50 Bron: CBS
Crisismonitor begrotingsjaar 2013, peildatum: mei
11
Thema 5: macro economische ontwikkelingen Betrokken bij totstandkoming Kanttekening
Naam indicator
Omschrijving indicator
14. 10-jaars staatsleningen
Indicator gebaseerd op de rente die de Nederlandse staat betaalt voor 10- jaars staatsleningen. Dit heeft effect op gemeenten.
Kapitaalmarkt.
-
Renteontwikkelingen 1 jun 2008 t/m 01 april 2013 5,0
1 maands euribor 3 maands euribor
rentepercentage
4,0
10 jaars benchmark 3,0
2,0
1,0
0,0
eerste dag van de maand
Crisismonitor begrotingsjaar 2013, peildatum: mei
12
3. Ontwikkelingen gemeentebegroting Zoals ook blijkt uit het persbericht van het CBS bevindt de Nederlandse economie zich nog steeds in zwaar weer. De monitor externe ontwikkelingen laat ook op vrijwel alle terreinen zien dat de crisis niet aan Lelystad voorbij gaat. Daarnaast zijn een aantal begrotingsonderdelen direct onderhevig aan het lastig te voorspellen rijksbeleid. De bedragen die hiermee gemoeid zijn kunnen zorgen voor significante schommelingen in het financiële resultaat van de gemeente (op de totale begrotingsomvang van ruim €200,- mln.). De in hoofdstuk 2 beschreven ontwikkelingen raken de begroting op verschillende terreinen die in de volgende paragraven worden beschreven, te weten: 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4 3.1.5 3.1.6 3.1.7
Uitkeringen Bijzondere bijstand Sociale lasten Rente Legesinkomsten Algemene uitkering Belastingontvangsten
De verwachte afwijkingen en de bandbreedtes worden in een aantal gevallen op €1.000,- nauwkeurig weergegeven. Er wordt echter niet gepretendeerd dat de uiteindelijke resultaten binnen elk begrotingsonderdeel met deze nauwkeurigheid zijn in te schatten. De gepresenteerde cijfers zijn enerzijds inderdaad ‘hardere’ vaststaande bedragen, maar anderzijds zijn deze cijfers het resultaat van bijvoorbeeld extrapolaties. In het resumé zijn de bedragen overigens afgerond op €10.000,-. Met betrekking tot de onderwerpen resultaat grondbedrijf en garantstellingen worden bij ongewijzigd beleid vooralsnog geen effecten op de gemeentebegroting 2013 verwacht. Daarnaast signaleren we, los van de onderwerpen in de crisismonitor, nu al een aantal ontwikkelingen die ook tot een afwijking op de begroting 2013 leiden en behoeven niet binnen een bandbreedte gepresenteerd te worden. De verwachte ontwikkelingen binnen deze begrotingsonderdelen zijn bijvoorbeeld al bekend, of anderszins redelijkerwijs in te schatten en worden in paragraaf 3.2 beschreven.
Crisismonitor begrotingsjaar 2013, peildatum: mei
13
3.1 Ingeschatte afwijkingen 2013 (met bandbreedtes) 3.1.1 Uitkeringen Bedragen x €1000,-
Begroting 2013 Onderdeel 1. Rijksbijdrage uitkeringslast 2. Uitkeringslast Totaal
Begroting 2013 (= nullijn) Aantallen
Bedrag
2029
€ 28.562 -€ 28.812
Bandbreedtes afwijkingen ten opzichte van de begroting 2013 Meest ongunstige afwijking Aantallen
Bedrag
+ 250
-€ 750 -€ 3.550
-€ 250
-€ 4.300
Verwachte afwijking
Meest gunstige afwijking
Aantallen
Bedrag
+ 121
€0 -€ 1.718 -€ 1.718
Aantallen
Bedrag
-8
€ 750 € 114 € 864
Nadere toelichting:
De prognose per 1 mei 2013 van de afwijking ten opzichte van de begroting voor de te verstrekken bijstandsuitkeringen en bijbehorende rijksbijdrage is € 1.718.000,- nadelig. Daarnaast is een bandbreedte van toepassing voor de grote impact van de conjuncturele ontwikkelingen en bijbehorende bijstellingen van het macrobudget. 1. Rijksbijdrage uitkeringslast De voor 2013 begrote rijksbijdrage is gelijk aan de voorlopige beschikking van het Ministerie (€ 28,562 mln.). De definitieve hoogte van deze rijksbijdrage is afhankelijk van de ontwikkeling van het macrobudget. Dit macrobudget is weer afhankelijk van een aantal parameters, zoals de klantontwikkeling 2012. DIVOSA (de Nederlandse vereniging van gemeentelijke managers op het terrein van participatie, werk en inkomen) heeft op basis van de klantontwikkeling 2012 de verwachting uitgesproken dat het macrobudget voor 2013 naar beneden toe zal worden bijgesteld. In het meest ongunstige geval zou dit globaal resulteren in een voor Lelystad lagere rijksbijdrage van € 750.000,-. Daarnaast zijn andere parameters van invloed op het macro-budget welke juist wijzen op een verwachte toename (ontwikkeling werkloosheid, ontwikkeling klantenbestand in 2013). Vooralsnog wordt daarom per saldo ingeschat dat de rijksbijdrage conform begroting zal zijn. 2. Uitkeringslast Door de substantiële groei van het klantaantal in de eerste 3 maanden van 2013 was een actualisatie van de prognose van het (gemiddeld) klantaantal noodzakelijk. Deze prognose is nu bijgegesteld tot 2150 gemiddeld ofwel 121 meer dan begroot. Waarbij in het begrote klantaantal (en de uitkeringslast) rekening is gehouden met het effect van de extra investering van € 1 mln. voor re-integratie (= -20 klanten). De prognose voor de gemiddelde uitkeringslast is met € 14.200 gelijk aan de begroting. De gebruikelijke bandbreedte bedraagt 6% van de te verwachten uitkeringslast van € 30,35 mln. = + of - 129 cliënten. NB. Door de gemeente is bezwaar ingediend tegen de afwijzende beschikking op de aanvraag Incidenteel Aanvullende Uitkering 2011 van € 2, 6 mln. Bij gegrondverklaring van dit bezwaarschrift is sprake van een niet voorziene incidentele bate (voordeel) 2013 van € 2,6 mln.; waarmee het verwachte nadelig saldo 2013 zou verdwijnen. Crisismonitor begrotingsjaar 2013, peildatum: mei
14
3.1.2 Bijzondere bijstand Bedragen x €1000,-
Begroting 2013 Onderdeel
Begroting 2013 (= nullijn) Aantallen
Bijzondere bijstand spoor 1 (preventief) en spoor 2 1. (repressief) Totaal
Bandbreedtes afwijkingen ten opzichte van de begroting 2013 Meest ongunstige afwijking
Bedrag
Aantallen
Bedrag
Verwachte afwijking Aantallen
Meest gunstige afwijking Bedrag
Aantallen
Bedrag
€ 2.228
-€ 350
-€ 175
€0
€ 2.228
-€ 350
-€ 175
€0
Nadere toelichting:
Door de substantieel gestegen uitgaven voor beschermingsbewind en de aanvullende bijstand voor uitwonende jongeren wordt in 2013 een overschrijding verwacht van € 175.000. In het regeerakkoord is de afspraak gemaakt om voor intensivering van het armoedebeleid in brede zin het macrobudget (via de Algemene Uitkering Gemeentefonds) te verruimen met 80 mln. in 2014 en structureel met 100 mln. vanaf 2015. Bijbehorende toekomstige taakmutatie is echter nog niet via besluitvorming geconcretiseerd en voorziet niet in aanvullend budget voor 2013. Gelet op het openeinde karakter van de regeling is een bandbreedte ingeschat op € 175.000,-. (= 10% van de verwachte realisatie spoor 2 in 2013: € 1.750.000).
Crisismonitor begrotingsjaar 2013, peildatum: mei
15
3.1.3 Sociale lasten Bedragen x €1000,-
Begroting 2013 Onderdeel
Begroting 2013 (= nullijn) Aantallen
1. Sociale lasten Totaal
Bandbreedtes afwijkingen ten opzichte van de begroting 2013 Meest ongunstige afwijking
Bedrag
Aantallen
Bedrag
Verwachte afwijking Aantallen
Meest gunstige afwijking Bedrag
Aantallen
Bedrag
-€ 7.654
-€ 450
-€ 400
-€ 350
-€ 7.654
-€ 450
-€ 400
-€ 350
Nadere toelichting:
De raming, van de door de gemeente Lelystad af te dragen sociale lasten (pensioen- en zorgverzekeringswet) is, op basis van de op dat moment beschikbare informatie, bijgesteld bij de Kadernota 2013-2016 en vervolgens geactualiseerd in de Programmabegroting 2013-2016. Tijdens het opstellen van de Programmabegroting deden zich een verscheidenheid aan ontwikkelingen voor op dit gebied. Zo werd er in het najaar 2012 bijvoorbeeld het voornemen uitgesproken de rekenrente voor pensioenfondsen aan te passen voor een deel van het kapitaal, wat een drukkend effect zou hebben op de premiestijging. De onzekerheid over de ontwikkelingen op dit gebied maakte dat de precieze effecten op de gemeentebegroting op dat moment nog lastig te voorspellen waren. Op pagina 104 van de programmabegroting 2013-2016 (paragraaf weerstandsvermogen) is daarom een verdere verhoging van de sociale lasten als risico opgenomen. Dit risico lijkt bewaarheid te worden, door twee recentelijke ontwikkelingen (meer exacte prognose is pas te maken na het eerste kwartaal 2013): 1. Het ABP heeft eind december 2012 besloten om de pensioenpremies in 2013 verder te verhogen. Deze verhoging vindt plaats ondanks eerdere (tijdelijke) verhogingen in voorgaande jaren. Het effect hiervan wordt ingeschat op € 260.000,-. 2. In 2012 is de grondslag voor de Zorgverzekeringswet aanzienlijk gestegen. In ruil daarvoor daalde het percentage. Voor 2013 is een stijging van de zorgverzkeringswet premie in november definitief gepubliceerd, ondanks berichten van de Zorgverzekeraars die bijna allemaal nagenoeg gelijke premies hanteren als in 2012. Het effect hiervan wordt ingeschat op € 140.000,-. De verwachting binnen deze crisismonitor is gelijk aan de verwachting die is becijferd in de crisismonitor van de maand januari: de door de gemeente Lelystad af te dragen sociale lasten blijken met in totaal €400.000,- te stijgen, vergeleken met het in de gemeentebegroting beschikbare budget.
Crisismonitor begrotingsjaar 2013, peildatum: mei
16
3.1.4 Rente Bedragen x €1000,-
Begroting 2013 Onderdeel
Begroting 2013 (= nullijn) Aantallen
1.
2. 3. 4.
Geld aantrekken met een looptijd van korter dan één jaar Geld aantrekken met een looptijd van langer dan één jaar Toegerekende rentebaten grondbedrijf Vrijval kapitaallasten
Bedrag
Bandbreedtes afwijkingen ten opzichte van de begroting 2013 Meest ongunstige afwijking Aantallen
Verwachte afwijking
Bedrag
Aantallen
Meest gunstige afwijking Bedrag
Aantallen
Bedrag
-€ 824
€0
€ 750
€ 800
-€ 4.824
-€ 1.277
-€ 1.043
-€ 810
€ 4.642
-€ 297 € 507
-€ 297 € 507
-€ 297 € 507
-€ 1.067
-€ 83
€ 200
Nadere toelichting (deel 1):
Uiteraard probeert de gemeente zo scherp mogelijk aan de wind te varen door maximale benutting van de kasgeldlimiet uit de wet FIDO, kort geld is immers goedkoper. De uiteindelijke rentelasten worden bepaald door de verhouding tussen korte en lange leningen enerzijds en de ontwikkelingen op de rentemarkt anderzijds. In de jaarrekening 2011 hebben we al aangegeven dat gedurende alle kwartalen in 2011 de kasgeldlimiet is overschreden. De kasgeldlimiet beperkt de gemeente in het financieren met een korte looptijd. Met betrekking tot het overschrijden van de kasgeldlimiet is bestuurlijk overleg geweest met de provincie als toezichthouder. Wij hebben aangegeven dat in het 3e kwartaal 2012 deze overschrijding van de kasgeldlimiet teniet is gedaan doordat wij begin 3e kwartaal 2012 kortlopende in langlopende leningen hebben omgezet. In de programmabegroting 2013 is reeds aangegeven dat er onderzocht zou gaan worden hoe deze lasten zich zullen gaan verhouden tot de in de begroting opgenomen budgetten voor rente. In 2013 dienen namelijk een aantal leningen geherfinancierd te worden, die onder de kasgeldlimiet uit de wet FIDO niet volledig gefinancierd mogen worden met kort geld. Herfinanciering met looptijd van de lening langer dan één jaar is duurder. De ontwikkelingen zijn in een viertal onderwerpen te verdelen, welke staan beschreven op de volgende pagina.
Crisismonitor begrotingsjaar 2013, peildatum: mei
17
Nadere toelichting (deel 2):
1. De korte rente is historisch laag. De ECB heeft in juli 2012 de zogenaamde refi-rente (maatstaf voor de korte rente) verlaagd van 1 naar 0,75%. Ook indien de korte rente tot een 'normaal' niveau stijgt blijft het rentebudget toereikend. 2. De lange rente is eveneens historisch laag. Deze lage rente heeft alleen een positief effect op nieuw af te sluiten leningen. We hebben echter te maken met een bestaande leningenportefeuille. Op basis van deze portefeuille hebben wij een onbeïnvloedbare rentelast van € 5,6 mln. In 2013 moet er circa € 52 mln. afgelost worden, om de looptijd van deze leningen eindigt. Dit bedrag zal moeten worden geherfinancierd. 3. Voor de programmarekening 2012 heeft het grondbedrijf de boekwaarde op de zgn. B-staat berekend (circa € 110 mln.). Inzicht in de boekwaarde van deze B-staat is nodig om de door het grondbedrijf te betalen rente aan de algemene dienst te kunnen berekenen. Op basis van het interne rentepercentage van 4% kan de toegerekende rentebaten voor 2013 worden berekend op circa € 4,1 mln. Daarnaast draagt het grondbedrijf rente af op de erfpachtgronden. Deze rente is berekend op ca. € 0,2 mln. 4. Een incidentele vrijval van kapitaallasten. Door een herijking van de kapitaallasten kan een significant bedrag aan reeds begrote kapitaallasten vrijvallen.
Crisismonitor begrotingsjaar 2013, peildatum: mei
18
3.1.5 Legesinkomsten Bedragen x €1000,-
Begroting 2013 Onderdeel
Begroting 2013 (= nullijn) Aantallen
1. 2. 3. 4.
Bedrag
Bandbreedtes afwijkingen ten opzichte van de begroting 2013 Meest ongunstige afwijking Aantallen
Bedrag
Verwachte afwijking Aantallen
Meest gunstige afwijking Bedrag
Aantallen
Bedrag
Leges bouwvergunningen Leges reisdocumenten Leges rijbewijzen Leges burgerlijke stand
€ 1.398.276 € 410.068 € 264.865 € 200.940
-€ 750 -€ 80 -€ 100 -€ 110
-€ 650 -€ 55 -€ 85 -€ 100
-€ 500 € 60 -€ 15 -€ 90
Totaal
€ 2.274.149
-€ 1.040
-€ 890
-€ 545
Nadere toelichting:
1. Leges bouwvergunningen Op basis van de huidige gegevens (inkomsten) wordt er verwacht dat de begrote inkomsten van de bouwleges niet worden gerealiseerd. Er wordt wel veel verbouwd, dus qua aantallen van te behandelen aanvragen is niet zoveel teruggang meer, echter dit levert nauwelijks leges op. Met name de terugloop in grote bouwprojecten heeft een nadelig effect op de legesinkomsten. De legesinkomsten zijn sterk afhankelijk van de grotere projecten en de laatste jaren zit dit percentage op 4 a 5 % van de aanvragen (terwijl dit percentage enkele jaren geleden nog 7 a 8% bedroeg). Deze sterke afhankelijk van grote projecten maakt dat er fluctuaties kunnen ontstaan in de verwachte opbrengsten. In de kadernota 2014 wordt er meerjarig rekening gehouden met deze negatieve trend. 2. Leges reisdocumenten Het tot op heden verkochte aantal reisdocumenten ten opzichte van de begroting loopt wat achter. Prognose op basis van huidige verkopen resulteert in een negatieve afwijking ten opzichte van de begroting. 3. Leges rijbewijzen Het tot op heden verkocht aantal rijbewijzen ten opzichte van de begroting loopt sterk achter. De cyclus van een rijbewijs is 10 jaar, de begroting is gebasseerd op een gemiddelde van deze jaren. Dit wil zeggen dat er jaren zijn met positieve uitschieters en jaren met negatieve uitschieters. Uit gegevens van het RDW blijkt dat er minder dan het gemiddelde aan rijbewijzen vervangen moet worden. Pas met ingang vanaf 2016 wordt er verwacht dat er weer een positief resultaat behaald zal worden (ten opzichte van de begroting). 4. Leges burgerlijke stand Door de verhoging van de tarieven werd er een verdubbeling van de inkomsten verwacht. Dit bleek echter aan het begin van 2013 een negatief effect te hebben op het aantal te voltrekken huwelijken. Het tarief is inmiddels weer bijgesteld naar het oude tarief, echter de begroting 2013 is hier nog niet op aangepast, wat resulteert in het verwachte tekort. Daarnaast zijn de regels met betrekking tot de gratis huwelijken aangescherpt, wat de legesderving ook enigzins tegengaat. Crisismonitor begrotingsjaar 2013, peildatum: mei
19
3.1.6 Algemene uitkering Bedragen x €1000,-
Begroting 2013 Onderdeel
Begroting 2013 (= nullijn) Aantallen
1. Algemene uitkering Totaal
Bandbreedtes afwijkingen ten opzichte van de begroting 2013 Meest ongunstige afwijking
Bedrag
Aantallen
Bedrag
Verwachte afwijking Aantallen
Meest gunstige afwijking Bedrag
Aantallen
Bedrag
€ 93.684
-€ 400
€ 1.250
€ 2.070
€ 93.684
-€ 400
€ 1.250
€ 2.070
Nadere toelichting:
1. Eind 2012 is de decembercirculaire 2012 gepubliceerd. Door wijziging van enkele maatstaven en een lichte stijging van het accres kan rekening gehouden worden met een positieve bijstelling van de algemene uitkering voor het jaar 2013 van circa € 460.000,- (opgenomen in verwachte afwijking en de meest gunstige afwijking). 2. De algemene uitkering wordt berekend op basis van een verscheidenheid aan maatstaven, waaronder bijvoorbeeld het aantal uitkeringsgerechtigden en het aantal lage inkomens. Een stijging van het aantal inwoners met een bijstandsuitkering heeft een positief effect op de hoogte van de algemene uitkering die de gemeente ontvangt, aangezien per uitkeringsgerechtigde een bedrag via de algemene uitkering wordt vergoed. Dit effect treedt met name op wanneer het aantal uitkeringsgerechtigden in Lelystad relatief gezien harder stijgt dan landelijk gezien het geval is. Binnen onderdeel 1 van deze crisismonitor staat al beschreven dat in de eerste maanden van 2013 het aantal uitkeringsgerechtigden significant is gestegen in Lelystad, wat in het meest gunstige geval zou resulteren in een positieve bijstelling van €840.000,- op de algemene uitkering (opgenomen in de meest gunstige afwijking). Bij de verwachte afwijking wordt rekening gehouden met de helft van dit bedrag (€420.000,), aangezien de verwachting is dat de landelijke prognoses van het aantal uitkeringsgerechtigden ook nog bijgesteld zullen worden, wat weer een negatief effect zal veroorzaken. Vervolg op volgende pagina. 3. Het regeerakkoord is nog niet verwerkt in de eind december 2012 verschenen decembercirculaire. In het regeerakkoord wordt de groei van het
Crisismonitor begrotingsjaar 2013, peildatum: mei
20
Nadere toelichting (vervolg):
3. Het regeerakkoord is nog niet verwerkt in de eind december 2012 verschenen decembercirculaire. In het regeerakkoord wordt de groei van het gemeentefonds (accres) in 2013 ingeschat op € 87,- mln. In de junicirculaire zal dit naar verwachtig geformaliseerd worden en de inschatting is dat dit zal leiden tot een verwachte positieve bijstelling van de algemene uitkering voor het jaar 2013 van €370.000,- (opgenomen in verwachte afwijking en de meest gunstige afwijking). NB1: zoals bekend is hanteert de gemeente Lelystad een behoedszaamheidsreservering binnen de ramingen van de algemene uitkering van €400.000,- in 2013. Deze buffer is bedoeld om eventuele onderuitputting van de rijksbestedingen in voorgaande jaren op te kunnen vangen (gemeenten moeten alsnog mee de trap af als blijkt dat het Rijk zuinig is geweest). De verwachting is dat deze buffer toereikend zal zijn en dus geen effect op de begroting zal hebben, maar in het meest gunstige geval zal dit resulteren in een positieve afwijking van €400.000,-. NB2: In het meest ongunstige geval is uitgegaan van een scenario waarin: 1. het Rijk een veel grotere onderuitputting van budgetten in voorgaande jaren heeft gekend dan wordt ingeschat; 2. de landelijke stijging van het aantal uitkeringsgerechtigden sterker stijgt dan in Lelystad; 3. dat er eventueel maatstafcorrecties plaatsvinden bij de volgende circulaire, die nadelig uitpakken voor Lelystad, en; 4. dat het kabinet nog besluit om in het begrotingsjaar 2013 aanvullend te korten op het gemeentefonds.
Crisismonitor begrotingsjaar 2013, peildatum: mei
21
3.1.7 Belastinginkomsten Bedragen x €1000,-
Begroting 2013 Onderdeel 1. OZB ontvangsten 2. Kwijtschelding Totaal
Begroting 2013 (= nullijn) Aantallen
Bedrag
3750
€ 19.902 € 875
Bandbreedtes afwijkingen ten opzichte van de begroting 2013 Meest ongunstige afwijking Aantallen
Bedrag
+ 530
€0 -€ 125
€ 20.777
-€ 125
Verwachte afwijking
Meest gunstige afwijking
Aantallen
Bedrag
0
€0 €0
Aantallen
Bedrag
0
€ 400 €0
€0
€ 400
Nadere toelichting:
1. Onroerende-zaakbelastingen (OZB): De verwachting is dat de OZB ontvangsten conform de begroting 2013 zullen zijn. Voor wat betreft de onderbouwing van de verwachting en bandbreedtes gelden de volgende uitgangspunten: - In het meerjarenbouwprogramma is de ambitie voor de woningbouwproductie vastgesteld op gemiddeld 200 woningen op jaarbasis. - Daarnaast is de areaaltoename van niet-woningen (bedrijfspanden) vastgesteld op een WOZ-waarde van €15.000.000,-. Inmiddels is er een opbrengst van 17,5 miljoen geboekt en wordt ingeschat dat minimaal de OZB opbrengsten 2013 conform begroting gerealiseerd wordt. Er lopen nog een aantal juridische procedures en onderzoeken, waardoor de geraamde OZB ontvangsten € 400.000,- hoger uit kunnen vallen. 2. Kwijtschelding: Vanaf 2009 tot en met 2012 is het totaalbedrag aan kwijtgescholden belastingen opgelopen van € 800.000,- naar € 900.000,-. Voor 2013 is de verwachting dat de economische situatie stabiliseert. Medio april 2013 zijn er 3000 kwijtscheldingsverzoeken ontvangen. Gedurende het jaar zullen er naar verwachting nog 750 verzoeken bij komen. Het kwijtschedingsbedrag 2013 zal naar verwachting vallen binnen de begroting 2013. In het slechtste scenario komt er € 125.000,- aan kwijt te schelden belastinginkomsten bij. Het is niet te verwachten dat er zich een positiever scenario voor zal doen.
Crisismonitor begrotingsjaar 2013, peildatum: mei
22
3.2 Overige afwijkingen 2013 1. Wmo De uitgaven voor de Wmo vielen in het eerste kwartaal van 2013 lager uit dan geraamd. Indien deze lijn zich voortzet, dan is de verwachting dat er een voordeel in 2013 zal ontstaan van €400.000,-. Hierbij geldt de kanttekening dat de uitgaven op dit terrein nogal kunnen schommelen en dat het een open einde regeling betreft, wat het maken van harde prognoses bemoeilijkt. Daarnaast is de afrekening 2012 met het Wmo kantoor € 63.000,- voordeliger uitgevallen dan verwacht. Op grond van het voorgaande wordt het voordeel voor 2013 vooralsnog, met die kanttekening dat dit nog onzeker is, ingeschat op € 460.000,-. 2. Kinderopvang/ naschoolse opvang Volgens bestaand beleid worden de kosten kinderopvang op basis van sociaal medische indicatie voor inwoners van Lelystad vergoed. Met de stijging van het aantal klanten is ook de aanspraak op deze voorziening toegenomen. De kosten bedragen momenteel € 270.000,- op jaarbasis (€ 230.000,kinderopvang sociaal medische indicatie en € 40.000,- voorschakeltrajecten toeleidend naar werk en school voor tienermoeders). Het corresponderend uitgavenbudget bedraagt € 134.000,-; resulterend in een verwacht nadeel van € 136.000,-. 3. Leerlingenvervoer In 2012 is er ca € 1.900.000,- uitgegeven aan het leerlingenvervoer, dit terwijl de begroting uitgaat van € 1.350.000,-. Op grond hiervan moet er dus op korte termijn een besparing worden gerealiseerd van minimaal € 550.000,- om binnen de begroting te blijven. Na deze eerste tranche wordt er in het voorjaar 2014 ingezet op een tweede tranche op basis van zelfredzaamheid in mobiliteit. Voor deze voorstellen is meer tijd nodig om zaken beter uit te zoeken of eventuele wetswijzigingen af te wachten. Met ingang van het schooljaar 2013-2014 treedt de nieuwe verordening leerlingenvervoer in werking. Dit leidt tot een besparing van € 550.000,- op jaarbasis (minder inhuur busbegeleiders € 150.000,- en besparing op aantal ritten door toepassen nieuwe uitgangspunten voor leerlingenvervoer € 400.000,-). De nieuwe uitgangspunten worden ingevoerd in het nieuwe schooljaar (augustus 2013), dit betekent dat in 2013 nog een overschrijding van € 250.000,- wordt verwacht. 4. Uitvoeringskosten bijstandsuitkeringen Op de kostenplaats van de afdeling Werk, Inkomen en Zorg wordt een overschrijding van € 250.000,verwacht, wat voornamelijk veroorzaakt wordt door de hogere uitgaven voor de inzet van semipermanente externen (flexibele schil) voor het tijdig kunnen opvangen van de toenemende werkdruk als gevolg van de voortdurende stijging van het aantal bijstandsklanten. 5. Verwerking afvalstoffen Op basis van een eindafrekening door HVC, over de periode juli 2012 tot en met december 2012, is de verwachting dat er een incidenteel voordeel (hogere inkomsten) van €120.000,- zal ontstaan in 2013. 6. Beheer openbare ruimte Op basis van de huidige inschattingen is de verwachting dat op het totale gebied van beheer openbare ruimte een incidenteel voordeel van €250.000,- zal ontstaan. 7. Parkeerexploitatie Op basis van het eerste kwartaal 2013 is de verwachting dat er een tekort van €200.000,- met betrekking tot de parkeerexploitatie zal ontstaan. Het college zal de raad binnenkort nog nader informeren op basis van de prognoses van het eerste kwartaal. 8. Bestuurlijke boetes Zoals ook in de kadernota 2014 is opgenomen is gebleken dat het parkeerdeel van de bestuurlijke boetes dubbel is ingeboekt in de gemeentebegroting (binnen de kostendekkende parkeerexploitatie en binnen de algemene dienst). Voor 2014 en verder is deze correctie meegenomen in de kadernota, Crisismonitor begrotingsjaar 2013, peildatum: mei
23
maar in 2013 zal dit nog tot een verwacht nadeel van €120.000,- leiden. 9. Rijksbijdrage externe veiligheid Vanuit het Rijk vindt in het jaar 2013 een vergoeding plaats aan de gemeente Lelystad, voor de toegenomen taken in de afgelopen jaren, op het gebied van externe veiligheid. Dit resulteert in een incidenteel voordeel van €100.000,-. 10. Incidenteel frictie- en hervormingsbudget In de begroting zijn incidentele middelen begroot om het door de krimp van de organisatie oplopend aantal herplaatsingkandidaten te begeleiden naar ander werk en ter overbrugging van de dekking van de daarbij behorende directe salarislasten. Binnen dit budget zijn tevens incidentele middelen begroot ter ondersteuning van hervormingsprocessen, die uiteindelijk moeten leiden tot structurele bezuinigingen. Er wordt hard gewerkt om dit proces van krimp en hervorming zo effectief mogelijk te laten verlopen. De huidige prognoses zijn positief en laten zien dat er binnen dit incidentele frictiebudget in 2013 waarschijnlijk enige ruimte resteert. Aangezien dit proces betrekking heeft op meerdere jaarschijven zal aan het einde van het begrotingsjaar 2013 bezien moeten worden welk deel van het incidentele budget uit 2013 overgeheveld moet worden naar 2014. Vooralsnog wordt ingeschat dat niet het gehele resterende budget in 2013 overgeheveld hoeft te worden en dat er derhalve €300.000,- vrij zou kunnen vallen in het rekeningresultaat.
Crisismonitor begrotingsjaar 2013, peildatum: mei
24
4. Resumé Zoals in de inleiding is aangegeven wordt met deze crisismonitor beoogd om een trendmatige analyse te presenteren van de ontwikkelingen in de economie en de gevolgen voor de gemeentelijke begroting. Uit deze eerste monitor van de begroting 2013, die in januari 2013 aan de raad is aangeboden bleek dat de programmabegroting 2013 op onderdelen al weer achterhaald was en dat het saldo van de verwachte afwijkingen licht negatief was (- €1.7 mln.). Het ingeschatte ‘meest gunstige’- en het ‘meest ongunstige’ scenario bewogen zich respectievelijk binnen de bandbreedte + €1.9 mln. en - €6.1 mln. De analyses uit deze tweede crisismonitor (paragraaf 3.1), gecombineerd met de overige verwachte afwijkingen (paragraaf 3.2) geven een weergave van het op dit moment ingeschatte rekeningresultaat 2013. Het verwachte rekeningresultaat bedraagt op dit moment - € 1,7 mln. bewegend tussen de bandbreedte van + € 2.9 mln. in het meest gunstige geval en - € 7,4 mln. in het meest ongunstige geval. Bedragen x €1.000.000,-
Totaal crisismonitor + overige afwijkingen
Meest gunstig: Verwacht: Meest ongunstig:
+ -
2,9 1,7 7,4
Hieronder staat een samenvatting van de verschillende ingeschatte afwijkingen met bandbreedtes binnen de crisismonitor, zoals gepresenteerd in paragraaf 3.1. Bedragen x €1.000.000,-
Crisismonitor 1. Uitkeringen 2. Bijzondere bijstand 3. Sociale lasten 4. Rente 5. Legesinkomsten 6. Algemene uitkering 7. Belastinginkomsten Subtotaal crisismonitor (bandbreedtes)
Bandbreedte ten opzichte van de begroting 2013 Meest gunstig: Verwacht: Meest ongunstig: Meest gunstig: Verwacht: Meest ongunstig: Meest gunstig: Verwacht: Meest ongunstig: Meest gunstig: Verwacht: Meest ongunstig: Meest gunstig: Verwacht: Meest ongunstig: Meest gunstig: Verwacht: Meest ongunstig: Meest gunstig: Verwacht: Meest ongunstig:
+ + + + + + + -
0,86 1,72 4,3 0 0,18 0,35 0,35 0,4 0,45 0,2 0,08 1,07 0,55 0,89 1,04 2,07 1,25 0,4 0,4 0 0,13
Meest gunstig: Verwacht: Meest ongunstig:
+ -
2,6 2,0 7,7
Crisismonitor begrotingsjaar 2013, peildatum: mei
25
De overige afwijkingen, zoals gepresenteerd in paragraaf 3.2, hebben per saldo een ingeschat positief effect van €0,3 mln. op de gemeentebegroting 2013 en worden hieronder samengevat. Bedragen x €1.000.000,-
Overige afwijkingen 2013
Verwachte afwijking op de begroting 2013
1. WMO 2. Kinderopvang/ naschoolse opvang 3. Leerlingenvervoer 4. Uitvoeringskosten bijstandsuitkeringen 5. Verwerking afvalstoffen 6. Beheer openbare ruimte 7. Parkeerexploitatie 8. Bestuurlijke boetes 9. Rijksbijdrage externe veiligheid 10. Incidenteel frictie- en hervormingsbudget
Verwacht: Verwacht: Verwacht: Verwacht: Verwacht: Verwacht: Verwacht: Verwacht: Verwacht: Verwacht:
+ + + + +
0,46 0,14 0,25 0,25 0,12 0,25 0,2 0,12 0,1 0,3
Subtotaal overige afwijkingen 2013
Verwacht:
+
0,3
Het door de gemeente ingediende bezwaar tegen de afwijzende beschikking op de aanvraag Incidenteel Aanvullende Uitkering 2011 maakt geen onderdeel uit van bovenstaande prognoses en bandbreedtes. Bij gegrond verklaring van dit bezwaarschrift is sprake van een niet voorziene incidentele bate (voordeel) 2013 van € 2,6 mln., wat betekenen zou dat het op dit moment geprognosticeerde tekort omslaat in een overschot van € 0,9 mln.
Crisismonitor begrotingsjaar 2013, peildatum: mei
26
Voorstel aan de raad Nummer: 131023210
Portefeuille: Programma: Programma onderdeel: Steller: Afdeling: Telefoon: E-mail:
Wethouder Financiën, ruimtelijke ordening en gemeentelijke organisatie 2.4 Sterke stad 2.4.1 Werken aan de basis
I.C. From BLD Ruimtelijk Economisch Beleid 0320-278892 [email protected]
Punt 9d van de agenda voor de vergadering van 2 juli 2013. Onderwerp: Startnotitie lichte actualisatie Structuurplan Lelystad 2015 Voorgesteld besluit 1. De bijgevoegde startnotitie om te komen tot het licht actualiseren van het “Structuurplan Lelystad 2015” vast te stellen. Aanleiding 1
Het “Structuurplan Lelystad 2015” is in april 2005 vastgesteld . De looptijd is tot 2015 en er wordt een doorkijk gegeven tot 2030. Op 3 oktober 2011 is door het presidium de raadsinitiatiefgroep “Structuurvisie en woningbouw” ingesteld met als taak zich te bezinnen op de vraag welke gevolgen de economische crisis heeft voor de verdere realisatie van de projecten die zijn gebaseerd op het structuurplan. Naar aanleiding van het Rekenkamerrapport “Groei in balans” is daar de vraag aan toegevoegd hoe om te gaan met de planning van de woningbouw in Lelystad. Deze raadsinitiatiefgroep heeft het raadsbesluit “Herijking Structuurvisie Lelystad 2015 – 2030” voorbereid. U heeft hierover op 29 januari 2013 conform voorstel besloten. Als bijlage bij het raadsbesluit “Herijking Structuurvisie Lelystad 2015 – 2030” is het advies van de raadsinitiatiefgroep opgenomen. Hierin staat de analyse en visie op de aandachtspunten Wonen, Werken, Recreëren en Voorzieningen. Dit biedt een kader voor het bestuurlijk handelen tot het eind van de looptijd van het huidige structuurplan ten aanzien van de gemeentelijke inspanningen op het gebied van de woningbouwplanning en de verdere realisatie van het “Structuurplan Lelystad 2015”. Met het genomen raadsbesluit vraagt u het college op basis van de geformuleerde kaders een startnotitie met raadsvoorstel te maken over de wijze waarop het “Structuurplan Lelystad 2015” kan worden geactualiseerd met een doorkijk van 10 jaar.
1
Onder de in 2005 van kracht zijnde Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) werd gesproken over een structuurplan, vandaar dat het in april 2005 vastgestelde document ook de naam “Structuurplan Lelystad 2015” heeft gekregen. Per 1 juli 2008 is de WRO vervangen door de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) waarin gesproken wordt over een structuurvisie. Dit is de reden dat zowel in de naam van de raadsinitiatiefgroep als van het in januari 2013 genomen raadsbesluit de term “structuurvisie” gebruikt wordt.
Beoogd effect Een licht geactualiseerde structuurvisie inclusief uitvoeringsparagraaf met een doorkijk van 10 jaar, welke naast de analyse en visie op de aandachtspunten Wonen, Werken, Recreëren en Voorzieningen zoals vastgelegd in het raadsbesluit “Herijking Structuurvisie Lelystad 2015 – 2030” uitgaat van vastgesteld beleid Argumenten 1. Met het actualiseren van het structuurplan volgens bijgevoegde startnotitie wordt uitvoering gegeven aan het raadsbesluit “Herijking Structuurvisie Lelystad 2015-2030” (Z12-247645). 2. Resultaat is een licht geactualiseerde structuurvisie met een doorkijk van 10 jaar, welke naast de analyse en visie op de aandachtspunten Wonen, Werken, Recreëren en Voorzieningen zoals vastgelegd in het raadsbesluit “Herijking Structuurvisie Lelystad 2015 – 2030” uitgaat van vastgesteld beleid. Financiële aspecten Geen. Kanttekeningen Geen. Communicatie en voortgang De Wro en Bro geven geen procedurevoorschriften voor de totstandkoming van een structuurvisie. Zo zijn er geen beroepsmogelijkheden. In de gemeentelijke inspraakverordening is opgenomen in artikel 2, lid 1: “Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid”. Echter in artikel 2, lid 3, sub a: “Geen inspraak wordt verleend ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen.” Gezien dit een lichte actualisatie en dus een herziening van bestaand beleid betreft, zal participatie en inspraak geen onderdeel uitmaken van deze actualisatie. Na vaststelling van de actualisatie zal het geactualiseerde structuurplan gepubliceerd worden.
Lelystad, 23 april 2013. Het college van de gemeente Lelystad, de secretaris,
de burgemeester,
N. Versteeg
M. Horselenberg
Raadsbesluit Nummer: 131023210 De raad van de gemeente Lelystad, op voorstel van het college van de gemeente Lelystad d.d. 23 april 2013. B E S L U I T: De bijgevoegde startnotitie om te komen tot het licht actualiseren van het “Structuurplan Lelystad 2015” vast te stellen.
Lelystad, 2 juli 2013. De raad van de gemeente Lelystad, de griffier,
de voorzitter,
STARTNOTITIE Onderwerp: Datum: Behandelend ambtenaar:
Lichte actualisatie “Structuurplan Lelystad 2015” 8 mei 2013 Irene From (BLD-REB)
Opdrachtnemer: Opdrachtgever: Portefeuillehouder:
N. Versteeg (Directie) Gemeenteraad R. Luchtenveld
Inleiding 1
Het “Structuurplan Lelystad 2015” is in april 2005 door de gemeenteraad vastgesteld . De looptijd is tot 2015 en er wordt een doorkijk gegeven tot 2030. Op 29 januari 2013 heeft de gemeenteraad het besluit “Herijking Structuurvisie Lelystad 2015 – 2030” (Z12-247645) genomen. Dit raadsbesluit is voorbereid door de raadsinitiatiefgroep “Structuurvisie en woningbouw”. Deze werkgroep is op 3 oktober 2011 ingesteld door het presidium met als taak zich te bezinnen op de vraag wat de gevolgen van de economische crisis zijn voor de verdere realisatie van de projecten die zijn gebaseerd op het structuurplan. Tevens is daar naar aanleiding van het Rekenkamer-rapport “Groei in balans” de vraag aan toegevoegd hoe om te gaan met de planning van de woningbouw in Lelystad. Het bij het raadsbesluit “Herijking Structuurvisie Lelystad 2015 – 2030” behorende advies van de raadsinitiatiefgroep met de analyse en de visie op de aandachtspunten Wonen, Werken, Recreëren en Voorzieningen biedt een kader voor het bestuurlijk handelen tot het eind van de looptijd van het huidige structuurplan ten aanzien van de gemeentelijke inspanningen op het gebied van de woningbouwplanning en de verdere realisatie van het “Structuurplan Lelystad 2015”. Met het genomen raadsbesluit vraagt de gemeenteraad het college: 1. De uitgangspunten ten aanzien van de sociale kernvoorraad (huur) te verankeren in het nieuwe Lokaal Akkoord met Centrada (vanaf 2014). 2. Bij de vaststelling van het (meerjaren)woningbouwprogramma een concreet voorstel te doen voor welke projecten een voorbehoud gemaakt wordt ten aanzien van al gemaakte afspraken, zoals in het Lokaal Akkoord 2010-2013. 3. Een startnotitie op te stellen over de stadsvernieuwing, waarbij onder meer aandacht wordt gegeven aan de kwaliteitsverbetering van het woningbestand in de oudere wijken. (De woningcorporaties moeten gestimuleerd worden te renoveren in plaats van elders nieuw te bouwen, ofwel op dezelfde locatie te slopen en nieuw te bouwen). 4. Een visie op te stellen op de herstructurering van bestaande bedrijventerreinen. 5. Een studie uit te voeren naar de kansen en bedreigingen voor de verdere ontwikkeling van de Lelystadse kust. 6. Op basis van de geformuleerde kaders een startnotitie met raadsvoorstel te maken over de wijze waarop het structuurplan kan worden geactualiseerd met een doorkijk van 10 jaar. De uit te voeren opdracht betreft dan ook een actualiseringslag naar aanleiding van het raadsbesluit en niet een volledig nieuwe opdracht.
Doel Met voorliggende startnotitie wordt uitvoering gegeven aan opdracht 6 uit het raadsbesluit “Herijking Structuurvisie Lelystad 2015 -2030”: “Op basis van de geformuleerde kaders een startnotitie met raadsvoorstel te maken over de wijze waarop het structuurplan kan worden geactualiseerd met een doorkijk van 10 jaar. De uit te voeren
1
Onder de in 2005 van kracht zijnde Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) werd gesproken over een structuurplan, vandaar dat het in april 2005 vastgestelde document ook de naam “Structuurplan Lelystad 2015” heeft gekregen. Per 1 juli 2008 is de WRO vervangen door de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) waarin gesproken wordt over een structuurvisie. Dit is de reden dat zowel in de naam van de raadsinitiatiefgroep als van het in januari 2013 genomen raadsbesluit de term “structuurvisie” gebruikt wordt.
1
opdracht betreft dan ook een actualiseringslag naar aanleiding van het raadsbesluit en niet een volledig nieuwe opdracht.” Daarbij is uiteraard aandacht voor de relatie met de overige 5 opdrachten uit het raadsbesluit zoals hierboven genoemd. Zo zullen de uitkomsten uit de overige opdrachten ook meegenomen worden bij de actualisatie van het structuurplan.
Randvoorwaarden De volgende randvoorwaarden worden bij de uitvoering van deze opdracht in acht genomen. Bestuurlijk - De kaderstelling wordt gevormd binnen de grenzen van: - Het collegeprogramma 2010-2014 - Het raadsbesluit “Herijking Structuurvisie Lelystad 2015 – 2030” Beleidsmatig - Programma Sterke Stad Juridisch - Gemeentewet - Wet ruimtelijke ordening - Besluit ruimtelijke ordening Financieel - De kosten voor het kaderstellend proces zijn gedekt in het afdelingsbudget.
Resultaten 1. Een licht geactualiseerde structuurvisie inclusief uitvoeringsparagraaf met een doorkijk van 10 jaar. De analyse en visie op de aandachtspunten Wonen, Werken, Recreëren en Voorzieningen zoals vastgelegd in het raadsbesluit “Herijking Structuurvisie Lelystad 2015 – 2030” worden daarbij als uitgangspunt gebruikt. 2. Met een lichte actualisatie wordt bedoeld dat het structuurplan aangepast wordt met dat wat sinds de vaststelling van het structuurplan opgenomen is in relevant vastgesteld beleid van hogere overheden, inmiddels gerealiseerd is of feitelijk niet meer aan de orde is. 3. De licht geactualiseerde structuurvisie zal tevens gedigitaliseerd worden, zodat deze via digitale kanalen ook te raadplegen is.
Plan van Aanpak In grote lijnen zullen de volgende werkstappen worden gezet: Actie Startbijeenkomst (Inventariseren welke punten meegenomen dienen te worden bij de actualisatie, intern communicatietraject bespreken) Opstellen eerste concept actualisatie structuurvisie Opstellen intern communicatieplan Bespreken eerste concept met projectgroep + vaststellen intern communicatieplan Aanpassen eerste concept Eerste concept voorleggen aan klankbordgroep Resultaten klankbordgroep verwerken Eerste concept bespreken met portefeuillehouder Bespreken tweede concept met projectgroep met de verwerkte aanpassingen nav klankbordgroep en portefeuillehoudersoverleg Aanpassen tweede concept Bespreken tweede concept met klankbordgroep Bespreken tweede concept met portefeuillehouder Opstellen definitieve versie en gereed maken voor collegebehandeling Definitieve versie in schriftelijke ronde langs projectgroep, klankbordgroep en portefeuillehouder Behandeling in college Na besluitvorming in college door naar de gemeenteraad voor besluitvorming 2
Tijdspad De planning is als volgt: Behandeling startnotitie in college Behandeling startnotitie in gemeenteraad Uitvoeren actualisatie Besluitvorming college Besluitvorming gemeenteraad
April 2013 e 2 kwartaal 2013 Juni t/m oktober 2013 November 2013 December 2013
Organisatie Om de bestuursopdracht uit te kunnen voeren, wordt een kleine projectgroep opgezet. Naast de projectgroep zal er ook een aantal personen uit de ambtelijke organisatie direct betrokken worden bij het opstellen van de actualisatie, de klankbordgroep. De volgende beleidsvelden zijn hierin vertegenwoordigd: - Veiligheid - Zorg - MFA’s - Wonen - Onderwijs - Toerisme en Recreatie - Verkeer - Sport - Duurzaamheid - Natuur - Water
Risico’s/aandachtspunten voor het gehele project De geschatte urenbesteding past niet binnen de capaciteitsinzet van de afdeling Beleid. De uren die besteed worden aan het actualiseren van het structuurplan gaan ten koste van de algemene uren op ruimtelijk economisch beleid.
Communicatie Naast de in de klankbordgroep opgenomen afdelingen zullen ook de overige organisatieonderdelen betrokken worden. Hoe de overige onderdelen van de interne organisatie betrokken worden, zal opgenomen worden in een communicatieplan. Ten aanzien van participatie en inspraak geven de Wro en Bro geen procedurevoorschriften voor de totstandkoming van een structuurvisie. Zo zijn er geen beroepsmogelijkheden. In de gemeentelijke inspraakverordening is opgenomen in artikel 2, lid 1: “Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid”. Echter in artikel 2, lid 3, sub a: “Geen inspraak wordt verleend ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen.” Gezien dit een lichte actualisatie is en het dus een herziening van bestaand beleid betreft, zal participatie en inspraak geen onderdeel uitmaken van deze actualisatie.
3