Brabantlaan 1 Posfbus 90151 5200 MC 's-Hërtogenbosch Telefoon (073)681 28 12 Fax (073) 614 11 15
[email protected] www.brabant.nl
Aan de colleges van B&W van alle Brabantse gemeenten
Onderwerp
Reactie staatssecretaris Atsma op Brabantse RUD-stelsel
B a n
k ' N G 67.45.60.043
Datum 30 november 2011 Ons kenmerk 2844144 Uw kenmerk
Contactpersoon
Geacht college, Met deze brief informeren wij u over recente ontwikkelingen op het gebied van de vorming van regionale uitvoeringsdiensten (RUD's) in Brabant. We sluiten de brief af met een advies aan u over uw bijdrage aan de Brabantse RUD's. Stand van zaken Bij brieven van 16 en 3 0 september 2011 hebben wij staatssecretaris Atsma geïnformeerd over de stand van zaken qua RUD-ontwikkeling in Brabant. In de brief van 16 september is beschreven, op welke manier de Brabantse gemeenten en de provincie samen de samenwerking op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving gaan inrichten. De oprichting van drie Regionale uitvoeringsdiensten (RUD's) maakt hier een belangrijk onderdeel vanuit. In onze brief van 30 september is per regio het globale stappenplan voor de bouw van de RUD weergegeven.
M.S.M. Reijers-van Stekelenburg Directie Ruimtelijke Ontwikkeling & Handhaving Telefoon (073) 680 84 92 Fax (073) 680 76 45 Bijlage(n) 2 E-maB M Rei jers@b rabant.nl
Wij hebben op 15 november de reactie van staatssecretaris Atsma op de Brabantse invulling van de RUD's ontvangen. Deze brief treft u bijgaand aan. Uit deze brief blijkt dat staatssecretaris Atsma nog niet akkoord is met onze voorstellen. In de Brabantbrede Bestuurlijke regiegroep RUD's (BRG) is over de reactie en de mogelijke gevolgen voor de Brabantse RUD's gesproken. Daarbij is ook gekeken naar de landelijke ontwikkelingen t.a.v. de uitvoering van BRZO-inspecties. De BRG heeft besloten om aan de hand van de kritiekpunten van hetrijkhet Brabantse RUD-stelsel in een antwoordbrief verder te verduidelijken aan staatssecretaris Atsma, In deze antwoordbrief wordt ook gevraagd om een
Het provinciehuis is vanaf het centraal station bereikbaar mei stadsbus, lijn 61 en 64, halte Provinciehuis, met de treintaxi en met de OV-fiets.
rovincie Noord-Brabant
BRZO-RUD voor Brabant, aanvullend op het model zoals verwoord in de brief die IPO, V N G en VNO-NCW in oktober aan de staatssecretaris hierover hebben gestuurd. Onze provincie kent immers 77 BRZO-bedrijven en heeft daarmee, op Zuid-Holland na, de meeste BRZO-bedrijven binnen haar grenzen. Noord-Brabant heeft als tweede BRZO-provincie dan ook meer dan voldoende bedrijven om een robuuste BRZO-RUD in Brabant te organiseren. De antwoordbrief aan staatssecretaris Atsma d.d. 29 november treft u eveneens bijgaand aan.
Datum 30 november 2011
Ons kenmerk
Zoals u bekend is, wijken onze voorstellen qua takenpakket af van de landelijke afspraken hieromtrent. De geachte hierachter is, dat we gezamenlijk binnen het RUD-stelsel borgen dat de uitvoering voldoet aan kwaliteitseisen en dat afspraken die met onze partners gemaakt worden vanuit de RUD niet alleen gelden voor taken die in de RUD's zijn ondergebracht maar ook doorwerken voor taken die gemeenten zelf blijven doen. Op deze manier organiseren we binnen het RUD-stelsel een samenwerking die verder gaat dan het landelijke basistakenpakket. Advies Uit onze brieven van september en november moge duidelijk zijn dat wij ons samen met uw vertegenwoordigers in de BRG sterk blijven maken voor de Brabantse invulling van de RUD's. Vertrekpunt daarbij zijn de doelstellingen zoals verwoord in het rapport "Van Brabants bont naar naar Brabants maatwerk" waarbij het centrale doel is substantiële verbetering en borging van de kwaliteit van de uitvoering. Samenwerking in RUD-verband zal gaan leiden tot: • Betere dienstverlening aan bedrijven en burgers (sneller, duidelijker, minder rompslomp). • Gegarandeerde kwaliteit van vergunningen en procedures (voldoen aan alle wettelijke eisen, voorbereiding door mensen met verstand van zaken, borging van continuïteit, uniformiteit). • Effectiever toezicht en gericht handhavend optreden (betere naleving van alle regels, zowel voor inrichtingen als keten, nadruk op kernbepalingen). • Efficiënter toezicht (met minder mensen, meer doen). • Integraal werkende overheid (herkenbaar loket, backoffice op orde). Wij moeten u er echter op wijzen dat het ongewis is hoe het rijk uiteindelijk zal reageren op de Brabantse invulling van de RUD's. De mogelijkheid bestaat dat de staatssecretaris zijn voornemen om een interventie te plegen bij gemeenten, die minder taken dan het landelijk afgesproken basistakenpakket onderbrengen in hun RUD, zal uitvoeren. Een interventie wordt ook overwogen voor gemeenten die zich nog niet bestuurlijk hebben uitgesproken voor deelname in hun R U D . De staatssecretaris vraagt ons nu om een opgave van gemeenten die niet het volledige basistakenpakket bij hun R U D inbrengen danwel zich nog niet
2/4
bestuurlijk hebben uitgesproken voor deelname in hun RUD. In onze antwoordbrief geven wij aan dat de staatssecretaris op korte termijn (december 2011 of uiterlijk januari 2012) inzicht krijgt in de taken die gemeenten inbrengen in de RUD's middels de concept-bedrijfsplannen. Ook zal met de concept-bedrijfsplannen duidelijk worden via welke juridische constructie iedere gemeente en de provincie deelneemt aan de RUD's.
Datum 30 november 2011
Ons kenmerk
De staatssecretaris kan op basis van deze informatie besluiten om een (juridische) interventie te plegen. Wij willen nogmaals benadrukken dat wij ons tot het uiterste inspannen om dit te voorkomen. Richting staatssecretaris Atsma hebben wij mede namens uw gemeenten en het Brabantse bedrijfsleven met klem aangedrongen op een gesprek. Toch geven wij u in overweging om, voor zover dat nog niet is gebeurd, dit moment aan te grijpen om binnen uw eigen organisatie te onderzoeken welke taken u bij uw RUD zou willen neerleggen (aanvullend op uw BRZO- en IPPG-bedrijven en ketentoezichtstaken zoals binnen Brabant is afgesproken). Kwaliteits- en efficiencyargumenten kunnen op dit moment al aanleiding voor u zijn om te overwegen meer taken onder te brengen in uw RUD. In dat geval adviseren wij u om daar in december nog uitsluitsel over te geven en dit in het bedrijfsplan van uw RUD op te laten nemen. Hetzelfde geldt voor de manier waarop u zult gaan deelnemen in de RUD.
Tot slot Voor meer informatie en advies kunt u contact opnemen met de projectleider van uw RUD. Ook de medewerkers van ons projectbureau Regionale
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, Vo
Secretaris
3/4
30 november 2011
Bijlagen: Brief van staatssecretaris Atsma d.d. 14 november 2011; Brief van GS van Noord-Brabant d.d. 29 november 2011.
Ons kenmerk
C.c: Dagelijkse besturen van de Brabantse waterschappen; Regionaal Inspecteur VROM-Inspectie Zuid (ta.v. dhr. Blenkers); Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (ta.v. dhr. Atsma); - V N G (t.a.v. dhr. de Vet); Functioneel Parket 's-Hertogenbosch (t.a.v. dhr. F. Gelissen); De Minister van BZK (t.a.v. dhr. Donner); De Minister van Veiligheid en Justitie (t.a.v. dhr. Opstelten); Programma Uitvoering met Ambitie (t.a.v. dhr. W. van Delft); Het Interprovinciaal Overleg (t.a.v. dhr. G. Beukema); Brabantse Regionale Milieudiensten (SRE, R M D , RMB); - Brabantse SEPH's; Brabant-Zeeuwse werkgeversfederatie (t.a.v. dhr. Swinkels); - SER Brabant (t.a.v. dhr. L. Dubbeldam).
4/4
rovincie Noord-Brabant Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 M C 's-Hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15
[email protected] www.brabant.nl
Aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu De heerJJ. Atsma, Postbus 20951 2500 EZ 'S-GRAVENHAGE
Onderwerp
Reactie op uw brief d.d. 14 november 2011 (RUD-vorming in Noord-Brabant)
Bank I N G 67.45.60.043
Datum 29 november 2011 Ons kenmerk 2842775 U w kenmerk
Geachte heer Atsma, In deze brief reageren wij mede namens de Brabantbrede bestuurlijke regiegroep RUD's en het Brabantse bedrijfsleven verenigd in de BZW op uw brief van 14 november j.1. waarbij wij specifiek ingaan op uw opmerkingen t.a.v. het Brabantse RUD-stelsel. Aanvullend vragen wij uw aandacht voor onze gezamenlijke visie op recente ontwikkelingen m.b.t. BRZO-bedrijven en RUD's.
IENM/BSK2011/155026 Contactpersoon M.S.M. Reijers-van Stekelenburg Directie Ruimtelijke Ontwikkeling & Handhaving Telefoon (073) 680 84 92
Reactie op uw brief d.d. 14 november 2011 In uw brief geeft u aan nog onvoldoende inzicht te hebben in het Brabantse RUD-stelsel en dat u daardoor nog geen vertrouwen in onze voorstellen kunt uitspreken. Uit uw brief maken wij op dat er twee aspecten zijn die bij u nog niet op instemming kunnen rekenen. Ten eerste is dat de rechtsvorm waarmee een robuuste RUD-organisatie geborgd moet zijn en ten tweede betreft dat het takenpakket dat de Brabantse gemeenten in hun R U D gaan onderbrengen. Hieronder zullen wij de kern van ons voorstel toelichten om daarna op deze twee aspecten dieper in te gaan.
Fax (073) 680 7 6 45 Bijlage(n)
Email
[email protected]!
Grondvorm Brabantse RUD-stelsel
In Brabant wordt gebouwd aan drie RUD's waarin gemeenten en provincie een 'verplicht' takenpakket gaan inbrengen dat bestaat uit zeer complexe bedrijven en ketentoezicht. Alle partijen kunnen aanvullend op vrijwillige basis ook andere (VTH-)taken inbrengen, zoals dat bij de regionale milieudiensten in Brabant al vele jaren praktijk is. Dit is geen vrijblijvende afspraak: gemeenten die zelf VTH-taken blijven uitvoeren, zullen aan kwaliteitseisen moeten voldoen. Binnen het RUD-stelsel organiseren we daarom een horizontale toetsing om te borgen dat het
n
Het provinciehuis is vanaf hef centraal station bereikbaar met stadsbus, lijn 61 en 64, halte Provinciehuis, met de treintaxi en met de OV-fiets.
afgesproken kwaliteitsniveau is gegarandeerd. Het voorgaande is niet beperkt tot het landelijke basistakenpakket of anderszins maar geldt ten minste over de volle breedte van de Wabo. De huidige Brabantse handhavingssamenwerking, waarvan de reikwijdte in de loop der jaren is uitgebreid van milieu- naar het hele omgevingsrecht, wordt opgenomen in het Brabantse RUD-stelsel. De RUD's worden het loket voor onze handhavingspartners om afspraken te maken over de aanpak van handhavingsproblematiek. Voor zaken die regio-overstijgend zijn, komt er een RUD-platform van de drie RUD-directeuren onder bestuurlijke aansturing, dat fungeert als hét aanspreekpunt voor heel Brabant tb.v. onze partners. Omdat we uniformiteit en level playing field hoog in het vaandel hebben staan, geldt dat afspraken die in RUD-verband, bijvoorbeeld met Justitie worden gemaakt, ook doorwerken binnen individuele gemeenten die zelf taken blijven uitvoeren.
Datum 29 november 2011
Ons kenmerk 2842775
Met andere woorden, we bouwen in Brabant aan een RUD-stelsel voor uitvoering van de hele Wabo en voor de handhavingssamenwerking binnen het hele omgevingsrecht. Binnen dit netwerk worden de uitvoering van de meest complexe taken, het ketentoezicht en de huidige SEPH's ondergebracht in drie fysieke organisaties, onze drie RUD's. Deze RUD's gaan nauw met elkaar samenwerken om te borgen dat de kwaliteit en samenwerkingsafspraken worden nagekomen, zowel door dé RUD's zelf als door gemeenten die taken zelf blijven uitvoeren. Bij de vomiing van de Brabantse RUD's hanteren wij de criteria van de checklist RUD-vorming als een van de kaders om de door ons gewenste kwaliteit goed te organiseren en te borgen. Gemeenten die volgens bovenstaande afspraken deelnemen aan de Brabantse RUD's vormen in onze ogen geen 'witte vlek'. Takenpakket
Hierboven is de grondvorm beschreven waarmee wij onze ambities willen realiseren. Dankzij het bottom-up proces ontstaat steeds meer enthousiasme bij gemeenten om hun takenpakket tegen het licht te houden en meer taken naar de R U D over te hevelen. De provincie is voornemens om al haar VTH-taken, zoals de bodem- en natuurwetgeving, in de RUD's onder te brengen. In dat licht is het spijtig dat vanuit het rijk nog steeds geen uitsluitsel is gegeven over haar inbreng, al was het maar in de vorm van een intentie. Dat zou de uitvoering, o.a. op het gebied van ketenhandhaving, een stevige impuls geven. Er wordt momenteel in iedere regio hard gewerkt aan bedrijfsplannen. In deze plannen wordt vastgelegd welke taken en bedrijven elke individuele deelnemer in de RUD gaat onderbrengen. U heeft ons verzocht om een opgave van gemeenten die niet het volledige basistakenpakket inbrengen en een opgave van de bedrijven die in afwijking van het landelijke basistakenpakket niet onder het milieutoezicht van de RUD's komen te vallen. Deze informatie zult u aantreffen
2/Ó
'ro vi n c ie Noo rd- B ra ba nt
in de drie bedrijfsplannen. Zodra deze plannen in concept gereed zijn, sturen wij ze u toe. Dat zal in december 2011 of uiterlijk januari 2012 zijn. Na uw reactie hierop zullen de bedrijfsplannen voor bestuurlijke besluitvorming in de individuele colleges van gemeenten en de provincie worden ingebracht.
Datum 29 november 201 1
Ons kenmerk 2842775
We gaan nog steeds uit van realisatie per 1 januari 2013 maar hebben daarvoor wel uitsluitsel van u nodig over de Brabantse voorstellen. Wij hopen dan ook dat u spoedig na toezending van de concept-bedrijfsplannen uw eindoordeel zult geven. Rechtsvorm algemeen
Om het Brabantse RUD-stelsel zodanig te laten functioneren dat we onze ambities gaan realiseren, is het voor ons een absoluut vereiste dat het 'organisatorische geheel van uitvoering' robuust is. In Brabant zitten we in een situatie waarin al decennia goed functionerende milieudiensten actief zijn. Opheffen van deze gemeentelijke samenwerkingsverbanden heeft, alleen al vanwege de kosten die dat met zich meebrengt, niet direct de voorkeur. Er wordt daarom gewerkt aan juridische constructies waarbij iedere partij kan deelnemen aan een openbaar lichaam. De onderhandelingen daarover zijn nog gaande, waarbij we als provincie koersen op een gemeenschappelijke regeling met openbaar lichaam voor elke RUD waarin provinciale taken worden ondergebracht. In de concept-bedrijfsplannen zal worden aangegeven bij welk openbaar lichaam de deelnemende partijen hun RUD-taken gaan inbrengen en of zij gaan deelnemen in de betreffende GR. RUD Brabant Noord
Het bovenstaande geldt ook voor de regio Brabant Noord. Zoals bekend zal de RUD in deze regio bestaan uit twee uitvoeringsstations. Een van deze stations betreft de huidige milieudienst RMB, zijnde een openbaar lichaam onder een GR. Voor de RUD als geheel wordt gestreefd naar een lichte gemeenschappelijke regeling in plaats van een bestuursakkoord. Onder een lichte gemeenschappelijke regeling wordt hier in ieder geval verstaan een regeling zonder een eigen uitvoeringsapparaat, maar met een eigen bestuur waaraan de bevoegdheid tot sturing over de RUD door de deelnemers wordt overgedragen. Het besturingsmodel voorziet in een Algemeen en Dagelijks Bestuur. De bestuurlijke zeggenschap over de uitvoeringsorganisatie wordt hierin geborgd. Het bestuur krijgt doorzettingsmacht als het gaat om personele wisselingen binnen de directie, taaktoewijzing/intrekking/aahpassing en bestuursmandaten geven en intrekken. Dat betekent dat de doorzettingsmacht ook doorwerkt tot en met de uitvoering van regionale besluiten door de uitvoeringsstations. De deelnemers bepalen via het algemeen bestuur en dagelijks bestuur welke organisaties als uitvoeringsstation mogen optreden voor de RUD en wat de
n
3/6
'rovincie Noord-Brabant
samenstelling van de ambtelijke leiding van de R U D is. Het algemeen bestuur kan een uitvoeringsstation dat (structureel) niet voldoet aan de kwaliteitseisen die zijn vastgesteld, als uitvoeringsstation uitsluiten van de RUD.
Datum 29 november 2011
Ons kenmerk 2842775
De afspraken in het kader van de R U D Brabant Noord worden zoals gezegd bestuurlijk vastgelegd in een (lichte) gemeenschappelijke regeling. Deze afspraken worden financieel hard gemaakt in meerjarige dienstverleningsovereenkomsten. In de ambtelijke aansturing wordt de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de directieleden voor de gemeenschappelijke RUD-taken benadrukt. De directie is collectief verantwoordelijk voor de regionale, bovenlokale taken. Wat betreft de taken die de R U D (uitvoeringsstations) voor de deelnemers uitvoeren, is er één directeur verantwoordelijk voor en aanspreekbaar op de kwaliteit en de uitvoering. Medewerkers die werken voor de R U D komen onder aansturing van de directeur van het betreffende uitvoeringsstation. Ook de eenduidige relatie met het O M vanuit de R U D en rol bij de provinciale afstemming is eenduidig verwerkt in de aansturing. Wat betreft de aanpak van ketens en milieucriminaliteit is er ook voor de externe partners één directeur met het landelijk gevraagde mandaat die als aanspreekpunt voor het O M optreedt en deelneemt aan het provinciale afstemmingsoverleg (bestuurlijk platform en directeurenplatform).
BRZO-bedrijven en Brabantse RUD-stelsel In aanvulling op de EPO-lijn als verwoord in haar brief, met V N G en V N O NCW, van 14 oktober j.1. vragen wij uw medewerking om een Brabantbrede BRZO-RUD mogelijk te maken. De discussie over het al dan niet centraliseren van het BRZO-toezicht is bepalend voor het vervolg van het RUD-traject in Brabant. Het bundelen van de meest complexe taken, waaronder BRZO en andere taken op gebied van externe veiligheid, in de RUD's is een van de belangrijkste drijfveren voor de RUD-vorming in Brabant. De Brabantse gemeenten hebben in de Brabantbrede Bestuurlijke regiegroep op 15 november j . . l . er daarom sterk op aangedrongen om de mogelijkheid van een BRZO-RUD in Brabant onder uw aandacht te brengen. Onze provincie kent 7 7 BRZO-bedrijven en heeft daarmee, op Zuid-Holland na, de meeste BRZO-bedrijven binnen haar grenzen. Noord-Brabant heeft als tweede BRZO-provincie dan ook meer dan voldoende bedrijven om een robuuste BRZO-RUD in Brabant te organiseren. Aansluiting van Brabantse BRZO-bedrijven bij een R U D buiten onze provincie maakt de bestuurlijke aansturing van de uitvoering in Brabant nodeloos ingewikkeld en daarmee ongewenst. Uit onderstaand overzicht blijkt dat Brabant een substantieel aantal BRZObedrijven kent:
4/6
rovincie Noord-Brabant
Datum
Provincie Zuid-Holland Brabant
BRZO-bedrijven 127 77
Limburg
42
Noord-Holland Gelderland Groningen Zeeland
36 33 29 20
Overijssel
20
Friesland
14
Utrecht
14
Drenthe
4
Flevoland
4
29 november 201 1
Ons kenmerk 2842775
Met een BRZO-RUD in Brabant kunnen we onze ambities op het gebied van borging van expertise op het gebied van externe veiligheid (EV) realiseren. Door het behouden van BRZO-bedrijven binnen een Brabantse R U D , blijft specialistische kennis op het gebied van externe veiligheid immers aanwezig binnen Noord Brabant. Dit is niet alleen nuttig voor andere bedrijven waar EVexpertise nodig is, zoals de bedrijven die net niet onder het BRZO vallen maar die desalnieteminrisicovolzijn. EV-expertise is ook noodzakelijk voor beleidsvorming en advisering van de achterblijvende Brabantse besturen. De integraliteit die hierbij gewenst is, is gebaat bij aanwezigheid van EV-expertise op zo kort mogelijke afstand. Daarbij komt dat gespecialiseerde kennis die verbonden is met andere aspecten van dit soort bedrijven (zoals emissies, verbranding van afvalstoffen e.d.) ook binnen het Brabantse RUD-stelsel eenvoudig beschikbaar blijft. De provincie brengt daarvoor ook haar geaccrediteerde meetdienst (milieumetingen) over naar de RUD's. Zoals u weet, gingen we in Brabant tot nu toe uit van twee BRZO-RUD's, omdat Brabant twee milieudiensten heeft die voldoen aan de maatlatcriteria voor BRZO-inspecties. Gelet op de landelijke ontwikkelingen is er momenteel commitment bij de gemeenten om de BRZO-taken in Brabant in één BRZORUD te organiseren, in plaats van twee.
5/6
Tot Slot Wij hebben de afgelopen jaren geïnvesteerd in een bottom-up proces voor de RUD-ontwikkeling in Brabant. We zien nu dat de ruimte hiervoor steeds verder wordt ingeperkt. Dit schaadt het vertrouwen in het proces in de regio's. Wij verzoeken u daarom mede namens de Brabantse gemeenten en het Brabantse bedrijfsleven met klem, in navolging van onze brief van 16 september, om een gesprek zodat we een mondelinge toelichting kunnen geven. Bij dit gesprek laten wij ons vergezellen door een vertegenwoordiging van de gemeenten en het bedrijfsleven.
Datum 29 november 2011
Ons kenmerk 2842775
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, Voorzitte
A
Secretaris,
Cc:
-
-
Colleges van B&W van de Brabantse gemeenten; Dagelijkse besturen van de Brabantse waterschappen; Regionaal Inspecteur VROM-Inspectie Zuid (t.a.v. dhr. Blenkers); Minister van Infrastructuur en Milieu (t.a.v. mevr. Schultz - van Haegen); V N G (t.a.v. dhr. de Vet); Functioneel Parket 's-Hertogenbosch (t.a.v. dhr. F. Gelissen); De Minister van BZK (t.a.v. dhr. Donner); De Minister van Veiligheid en Justitie (t.a.v. dhr. Opstelten); Programma Uitvoering met Ambtie (t.a.v. dhr. W. van Delft); Het Interprovinciaal Overleg (t.a.v. dhr. G. Beukema); Brabantse Regionale Milieudiensten (SRE, R M D , RMB); Brabantse SEPH's; Brabant-Zeeuwse werkgeversfederatie (ta.v. dhr. Swinkels); SER Brabant (t.a.v. dhr. L. Dubbeldam).
6/6
2837955 ROH /IÖT
IMinisterie van Infrastructuur en Milieu
> Retouradres Postbus 20951 2500 EZ Den Haag
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Postbus 90151 5200 MC 's-Hertogenbosch
Beleids- en Bestuursondersteuning
Ingekomen i i) N U V Züïi Provincie Noorg-arabant
Hoofddirectie bestuurlijke en Juridische Zaken Bestuur & Instrumentontwikkeling Rijnstraat 8 Postbus 20951 2500 EZ Den Haag Interne postcode 881 www.riJksoverheid.nl
Contactpersoon Mr. M.G.W.M. Muiser
Datum Betreft
1 * NOV. 2011 RUD-vorming in Noord-Brabant
T 339 44 60 F 339 13 02
Kenmerk IENM/BSK-2011/155026
Uw kenmerk 2813872
Geacht college, Bij brieven van 16 en 30 september 2011 hebt u mij geïnformeerd over de in uw provincie voorgenomen stappen om drie RUD's op te richten. Daarbij wordt gekoerst op realisatie per 1 januari 2013. Ik zeg u daarvoor dank. In het bijzonder ben ik verheugd in uw brief van 30 september te kunnen lezen dat ook de RUD Brabant Noord zal worden opgericht door middel van een gemeenschappelijke regeling. Kan ik er van uitgaan dat daarmee tevens wordt gekozen voor de vorm van een openbaar lichaam en dat de eerdere gedachte om deze RUD vorm te geven door middel van een bestuursovereenkomst nu definitief van de baan is? Mocht dat niet het geval zijn, dan herhaal ik dat ik bereid ben mij door u te laten overtuigen van de gelijkwaardigheid van een alternatief (voor het openbaar lichaam), maar zo'n alternatief moet wel voldoen aan de criteria van de Checklist RUD-vorming en alle betrokken partijen moeten daarmee instemmen. Ik heb u eerder medegedeeld dat (en toegelicht waarom) naar mijn mening eigenlijk uitsluitend instelling van een openbaar lichaam in een gemeenschappelijke regeling in aanmerking komt. Met uw brieven hebt u mijn in mijn brieven van 15 juli 2011 (BJZ2011049142) en 26 augustus 2011 (HDBJZ2011052113) gestelde vragen over het Brabantse takenpakket van de RUD's nog niet geheel beantwoord. In uw brief van 16 september licht u toe waarom u als provincie hebt ingestemd met het takenpakket "Brabants Bont' waarmee wordt afgeweken van het landelijke overeengekomen kader. U geeft daarbij aan dat de oplossing die met de afspraken over samenwerking wordt geboden, Wabo-breed is en dus verder reikt dan het landelijke basistakenpakket. Daarom is er in uw ogen geen sprake van witte vlekken. Daarmee in tegenspraak lijkt mij de door u in dezelfde brief uitgesproken verwachting dat het takenpakket van de Brabantse RUD's gaandeweg verder zal uitbreiden. Nu zou 60% van de Brabantse gemeenten hebben aangegeven meer taken in de RUD te willen onderbrengen dan het Brabantse takenpakket. Hoeveel meer taken het betreft, geeft u echter niet aan en ook niet of daarmee het
Pagina 1 van 2
landelijke basistakenpakket wordt gerealiseerd. In uw brief van 30 september schrijft u voorts dat alle 21 gemeenten en de provincie hebben aangegeven het Brabantse takenpakket in te brengen in de RUD Zuidoost Brabant. Ook dit acht ik in tegenspraak met de Wabo-brede oplossing waarvan volgens u sprake zou zijn. Ik verzoek u daarom nogmaals dringend om een opgave van de gemeenten die niet het volledige basistakenpakket bij hun RUD inbrengen of zich nog niet bestuurlijk hebben uitgesproken voor deelname in hun RUD. Ik verzoek u voorts om een opgave van de bedrijven die als gevolg van de afwijking van het landelijke basistakenpakket niet onder het milieutoezicht van de RUD's komen te vallen. Bij gebrek aan inzicht in de omvang en de consequenties van deze afwijking is het voor mij niet mogelijk om, in reactie op uw oproep, mijn vertrouwen in de Brabantse aanpak uit te spreken. Het is evenmin mogelijk om nu uit te spreken dat zal worden afgezien van een interventie richting de betrokken gemeenten.
Beleids- en Bestuursondersteuning Hoofddirectie bestuurlijke en Juridische Zaken Bestuur & Instrumentontwikkeling
Kenmerk IENM/BSK-2011/155026
Voorts valt mij in uw brieven op dat u de vraag waar de uitvoering wordt georganiseerd, niet van belang acht. Ik zou dat echter alleen met u eens kunnen zijn als het 'organisatorische geheel van uitvoering' ongeacht de plaats van uitvoering robuust is en voldoet aan de criteria van de Checklist RUD-vorming. Zoals ik tijdens het AO in de Tweede Kamer op 15 september 2011 heb aangegeven, moeten de RUD's een robuust systeem worden en geen papieren tijgers: een soort e-mail-RUD of E-RUD kan niet aan de orde zijn. Ik kan mij niet geheel aan de indruk onttrekken dat het bestuurlijke draagvlak bij een aantal gemeenten in Noord-Brabant voor deelname in de RUD-vorming in belangrijke mate afhankelijk lijkt te zijn van het in eigen huis kunnen houden van het betrokken personeel. Op zich zelf is het in eigen huis houden van personeel geen onoverkomelijk probleem, als maar volstrekt duidelijk is dat (uitsluitend) de directeur van de RUD de bevoegdheid heeft om zijn organisatie aan te sturen, dus inclusief het bij een gemeente gedetacheerde personeel. Ik verzoek u dit onder de aandacht van de gemeenten die het aangaat, te brengen. Tot slot wil ik u nog melden dat ik in het bestuurlijk Overleg Milieu van 7 november jl. waarbij ook de provincies vertegenwoordigd waren, heb toegezegd om voor 1 december a.s. duidelijkheid te verschaffen over de wijze waarop ik de organisatie van de uitvoering van de 'BRZO-taken' wil vormgeven. Een afschrift van deze brief is gezonden aan mevrouw Sybilla M. Dekker, onafhankelijk boegbeeld van het Programma Uitvoering met Ambitie. Hoogachtend, DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, Voor deze/ De directeu(-generaal Milieubeheer,
Dr. B. ter Hater
Pagina 2 van 2