BANK EN BEURS BINNENSTEBUITEN DEEL 1 Wetgevend en institutioneel kader: BIJKOMENDE VRAGEN & OPDRACHTEN: OPLOSSINGEN
Multiplechoicevragen 1
De voornaamste macro-economische functie van een bank is: A B C D
2
het scheppen van bankbiljetten het nemen van economische risico’s kredietverlening het afromen van spaargeld
Onder liquiditeit van een bank verstaan we: A de mogelijkheid van de bank om met het eigen vermogen garant te staan voor eventuele verliezen op debiteuren B de winst uitgedrukt in een percentage van het vreemd vermogen C de hoeveelheid chartaal geld in de kas van een bank D het vermogen om te voldoen aan de kortlopende verplichtingen
3
Gegeven is de volgende bankbalans: Bank Kas Tegoed bij de centrale bank Debiteuren Gebouwen
Eigen vermogen Crediteuren in rekening-courant Kortlopende termijndeposito’s
Welke balansposten veranderen er en in welke richting door kredietverlening waarbij de lening is belegd in nieuw uit te geven aandelen van deze bank? A B C D
Debiteuren + en Eigen vermogen + Debiteuren – en Crediteuren in rekening-courant – Crediteuren in rekening-courant + en Termijndeposito’s + Debiteuren + en Crediteuren in rekening courant +
Bank en beurs binnenstebuiten DEEL 1_bijkomende vragen en opdrachten_oplossingen
4
Onder de solvabiliteit van een bank verstaan we: A de mogelijkheid van een bank om met het eigen vermogen garant te staan voor eventuele verliezen op debiteuren B de winst uitgedrukt in een percentage van het vreemd vermogen C de hoeveelheid chartaal geld in de kas van een bank D het percentage van de kortlopende verplichtingen dat gedekt is
5
De rendabiliteit van een bank is gebaat bij: A B C D
een hoge rente op de toevertrouwde middelen een klein rentemarge een hoge rente op de deposito’s en een lage rente op de kredieten een lage rente op de deposito’s en een hoge rente op de kredieten
Bank en beurs binnenstebuiten DEEL 1_bijkomende vragen en opdrachten_oplossingen
Open vragen
2.1
De rol van de banken in de economie
I
Financiële bemiddeling
1
Welke partijen vinden we terug op de financiële markten? GEZINNEN BEDRIJVEN OVERHEID BUITENLAND (Banken zijn de tussenpersonen voor deze partijen.)
2
Geef 3 factoren waardoor de vraag naar geld daalt: 1
daling overheidsschuld
2
buitenlands spaartekort daalt
3
monetaire politiek door de ECB/NBB (minder geld ter beschikking van de banken stellen)
De rentevoet zal dan dalen. 3
Geef 3 factoren waardoor het aanbod naar geld daalt: 1
minder sparen door de gezinnen
2
buitenlands spaartekort daalt
3
monetaire politiek door de ECB/NBB (minder geld ter beschikking van de banken stellen)
De rentevoet zal dan stijgen.
4
Hoe zou je nu de intermediatiefunctie van de banken kort omschrijven? Geld overhevelen van de surplussectoren naar de deficitsectoren.
Bank en beurs binnenstebuiten DEEL 1_bijkomende vragen en opdrachten_oplossingen
5
De banken ontvangen deposito's van klanten in allerlei vormen. Welke? zichtrekeningen spaarrekeningen termijnrekeningen kasbons
Vul onderstaande tekst aan.
1
In ruil daarvoor krijgen deze klanten een vergoeding, de rente.
2
De banken stellen het geld van de deposito's ter beschikking in de vorm van kredieten. In ruil daarvoor betalen de kredietnemers rente. Hoe noemen we het verschil tussen beide bedragen voor de banken? winstmarge of winst
II
De bank als financiële bemiddelaar
Waarom hebben banken naast hun traditionele activiteiten (depositowerving en kredietverlening) ook nog andere producten en diensten op de markt gebracht? stijgende concurrentie en dalente rentemarges
Waarom zijn onderstaande beweringen fout?
1
Een kredietinstelling uit Griekenland moet een vergunning aanvragen in België om hier een filiaal te mogen openen. Single licence, een kredietinstelling in Griekenland moet een vergunning aanvragen in haar thuisland, nl. Griekenland.
Bank en beurs binnenstebuiten DEEL 1_bijkomende vragen en opdrachten_oplossingen
2
De Belgische controleoverheden controleren het filiaal in België van een Griekse bank. Home country control, de Griekse contoleoverheid controleert de bank. België mag wel meer normen opleggen als het strenger is dan Griekenland.
3
Een in de Europese Unie gevestigde bank mag enkel de opgesomde activiteiten uitoefenen. Sinds het begin van de jaren ’90 is er een branchevervaging, wat wil zeggen dat banken alle activiteiten mogen uitoefenen die met financiële activiteiten te maken hebben, bv. verzekeringen verkopen.
Vul onderstaande tekst aan:
Men spreekt van desintermediatie wanneer de gezinnen, de ondernemingen en de overheid minder gebruikmaken van de traditionele bemiddelingsrol van de banken voor het verwerven van financiële middelen. Het fenomeen waarbij de banken alle financiële activiteiten zonder beperking mogen uitoefenen, noemt men branchevervaging. Wat moet er in de plaats van de cijfers ingevuld worden om een economisch correcte tekst te bekomen? Omcirkel telkens het juiste antwoord. (1) despecialisatie / desintermediatie / branchevervaging. (2) specialisatie / desintermediatie / branchevervaging.
III
De banken als beheerders van het betalingssysteem
1
Waarom is deze functie steeds belangrijker geworden? Er zijn steeds grotere hoeveelheden geld in omloop (ook buiten de grenzen) die veilig moeten getransfereerd worden.
2
Welke kenmerken kan je toeschrijven aan het betalingssysteem waarover de Belgische banksector beschikt? volledig geautomatiseerd banken vragen cliënten mee te betalen (tarifering) ander systeem voor kleine of grote betalingen
Bank en beurs binnenstebuiten DEEL 1_bijkomende vragen en opdrachten_oplossingen
3
De invoering van de euro heeft de SEPA doen ontstaan. Dit staat voor: Single European Payment Area
Doel? Een economische ruimte creëren waarbij men betalingen in euro zal kunnen uitvoeren in de volledige EU, onder dezelfde basisvoorwaarden en dezelfde rechten en plichten ongeacht de verblijfplaats.
3.2.2 De verzekeringsmaatschappijen – p. 39-40
Europees Hof tegen onderscheid tussen vrouw en man in verzekeringen: Assuralia blijft overtuigd dat consument baat heeft bij correcte inschatting van risico (bron: www.assuralia.be, 01/03/2011) Rechtszaak tegen elke discriminatie bij verzekeringen (bron: www.testaankoop.be, 11/07/2008) Het Europees parlement steunde eind maart 2004 een EU-ontwerprichtlijn die discriminatie tussen man en vrouw verbiedt voor het bepalen van verzekeringspremies. 1
Waarom was er soms een verschil in premie tussen man en vrouw? Verzekeraars maken al sinds jaar en dag een verschil tussen man en vrouw. Zelf spreken ze niet van discriminatie maar van een onderscheid gebaseerd op objectieve, statistische criteria, waarmee ze aan kansberekening doen. Buiten het geslacht spelen ook de leeftijd, de woonplaats, het schadeverleden ... een rol bij de premiebepaling. Wie een verzekering onderschrijft, moet meestal een beperkte vragenlijst invullen, waardoor de verzekeraar meteen een risicoberekening kan maken. Als de verzekeraar niet meer mag vragen of de potentiële klant een man of vrouw is, zullen de vragenlijsten nog veel langer worden.
2
In welke verzekeringen zouden die verschillen vooral tot uiting komen? Vooral in de personenverzekeringen (levensverzekeringen enz.) is er een verschil in premie tussen mannen en vrouwen. Voor een ziektekostenverzekering of een hospitalisatieverzekering bijvoorbeeld betaalt een vrouw doorgaans meer omdat ze zwanger kan worden. Een zwangerschap houdt risico’s in die voor de verzekeraars tot hogere medische kosten kunnen leiden. Een man moet dan weer meer betalen voor een overlijdensverzekering, omdat zijn levensverwachting gemiddeld ‘lager’ ligt dan die van een vrouw. Zo heeft de verzekeraar bij overlijdensverzekeringen van een vrouw langer tijd om een spaarpotje samen te stellen.
Bank en beurs binnenstebuiten DEEL 1_bijkomende vragen en opdrachten_oplossingen
3
Geef enkele argumenten pro en contra deze ‘discriminatie’ in premies. Argumenten pro ‘discriminatie’: Het geslacht is maar een van de vele criteria, moeten ze dan allemaal afgeschaft worden? Langere vragenlijsten zijn ook niet in het voordeel van de verzekerde. Zou u bij het invullen van een vragenlijst uw hele levenswandel uit de doeken willen doen? (hoeveel keer per week doet u aan sport, eet u gezond …?) Argumenten contra ‘discriminatie’:
4
Je levensstijl heb je nog een beetje zelf in de hand, maar je geslacht heb je niet zelf gekozen. Verzekeraars moeten een beroep doen op solidariteit tussen de verzekerden.
Waar komen deze anti-discriminatieregels vandaan? Waarom mogen verzekeringen niet meer discrimineren op basis van geslacht? De Europese richtlijn dateert van 13 december 2004: de Richtlijn van 13 december 2004 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij de toegang tot en het aanbod van goederen en diensten. Deze resulteerde in de Wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie. De richtlijn van 2004 beoogde dus een kader te creëren voor de bestrijding van discriminatie op grond van geslacht bij de toegang tot en het aanbod van goederen en diensten. Het toepassingsgebied ervan strekt zich uit tot alle personen die verzekeringen en aanverwante financiële diensten buiten de privé- en gezinssfeer aanbieden en die publiekelijk beschikbaar zijn. Verzekeringen hebben altijd gediscrimineerd op basis van een aantal objectieve maar ook op basis van een aantal subjectieve criteria. Eén van de objectieve criteria is bv. geslacht. Vrouwen leven nu eenmaal langer en daardoor waren de premies voor levensverzekeringen lager voor vrouwen dan voor mannen. Ook bij de uitbetaling van schadevergoedingen worden de sterftetafels gebruikt, die dus een hogere vergoeding geven voor vrouwen omdat zij statistisch langer leven. Bij levensverzekeringen is de kans dat een maatschappij bij overlijden moet uitkeren uiteraard groter bij mannen. Daardoor moesten zij wat meer premie betalen. Deze criteria zullen dus in de toekomst niet meer mogen worden toegepast. Dit uit zich o.a. in unisekstabellen die gebruikt worden bij de bepaling van schadevergoedingen. Ook zullen de premies voor levensverzekeringen voor vrouwen in verhouding stijgen en voor mannen in verhouding dalen.
Bank en beurs binnenstebuiten DEEL 1_bijkomende vragen en opdrachten_oplossingen
De heropleving van het coöperatieve ideeëngoed (bron: De Tijd, Iedereen coöperatief, 28/03/2013) Wat is een coöperatie en wat zijn de voor- en nadelen? Een coöperatie is een organisatie die niet de winstmaximalisatie, maar wel het vervullen van gemeenschappelijke behoeftes als hoogste doel heeft. De essentie van een coöperatie is dat ze voor een stuk uit variabel kapitaal mogen bestaan. Vennoten mogen vlot toe- en uittreden, zonder dat de statuten steeds opnieuw moeten gewijzigd worden. Ook de inspraakregels kunnen anders zijn dan bij andere vennootschappen. Voordelen: Verschillende soorten aandelen Statuten moeten niet steeds wijzigen, wat nuttig kan zijn voor bv. winkels die gemeenschappelijke aankopen willen organiseren Het ethische aspect: winstmaximalisatie is niet het hoogste doel Nadelen: Vervullen van gemeenschappelijke behoeftes is nobel, maar ook een management en risicomodellen nodig
4.1.2 De Nationale Bank van België (NBB) en de Europese Centrale Bank (ECB) – p. 46
Evaluatie van één jaar positieve kredietcentrale (bron: De Tijd, 04/08/2004) 1
Hoe kunnen banken bij het verlenen van een krediet aan een nieuwe klant weten of die klant niet te veel andere kredieten heeft open staan bij andere kredietinstellingen? Alle kredietinstellingen kunnen een beroep doen op de Centrale voor kredieten aan particulieren van de NBB. Tot vorig jaar bestond er enkel een negatieve centrale, waar alleen de kredieten waarvoor kredietachterstallen werden vastgesteld, werden geregistreerd (wanneer de kredietnemer drie opeenvolgende maanden in gebreke blijft) – de consument werd natuurlijk schriftelijk verwittigd van zijn opname in het bestand. Op die manier kunnen kredietinstellingen bij het verlenen van een nieuw krediet steeds een beroep doen op de bestanden. Alle kredietverstrekkers (banken, verzekeringsmaatschappijen, financieringsmaatschappijen ...) melden de geregistreerde gegevens aan de NBB. Ook zijn zij verplicht de Centrale te raadplegen voor de toekenning van een nieuw krediet.
Bank en beurs binnenstebuiten DEEL 1_bijkomende vragen en opdrachten_oplossingen
2
Sinds één jaar bestaat er naast een negatieve centrale ook een positieve centrale. Wat zou het verschil zijn? De positieve kredietcentrale van de NBB (operationeel vanaf 1 juni 2003) groepeert de gegevens van alle consumptie- en hypothecaire kredieten in België (enkel natuurlijke personen voor privédoeleinden). De centrale werd in het leven geroepen om de kredietproblematiek van de gezinnen beter in kaart te brengen. Nu worden dus ook de gegevens van gezinnen die geen achterstand hebben, opgenomen. Omdat ons land voordien enkel een negatieve centrale kende, hadden kredietverstrekkers geen zicht op de totale kredietschulden van kredietnemers, alleen op de schulden waarvoor betalingsproblemen bestonden.
3
Heb je een idee welke kredieten vooral tot betalingsachterstand leiden? De kredietopeningen, een bepaalde vorm van consumptiekrediet waarbij het krediet gebonden is aan een kredietkaart of aan een debetsaldo op een bankrekening, waren eind juni 2004 verantwoordelijk voor 37 % van alle wanbetalingen op consumptie- en hypothecaire kredieten. Enkel leningen op afbetalingen, een consumptiekrediet dat bestemd is voor een specifiek consumptiegoed, wegen met een percentage van 40 % nog zwaarder door.
4
Buiten de kredietschulden kunnen gezinnen nog andere schulden hebben. Geef een paar voorbeelden. Belastingschulden, energieschulden, telefoonschulden .... Hier is nog geen centralisatie, hoewel dat misschien wel aangewezen zou zijn.
zie ook: www.nbb.be Ga naar ‘Kredietcentrales’ en verder door naar ‘Kredieten aan particulieren’. 1
Welke kredieten werden in 2012 vooral aan particulieren toegekend? Zijn er in 2012 meer of minder kredietovereenkomsten geregistreerd in de positieve centrale voor kredieten aan particulieren? In de loop van het jaar werden 1 513 652 nieuwe kredietovereenkomsten geregistreerd. Deze toename met 2,4 % is uitsluitend te danken aan het succes van het hypothecair krediet. In 2010 werden 20,7 % meer hypothecaire kredieten aan particulieren toegekend dan in 2009 (350 398 contracten), terwijl het aantal nieuwe consumentenkredieten met 2,0 % is afgenomen (1 163 254 contracten).
Bank en beurs binnenstebuiten DEEL 1_bijkomende vragen en opdrachten_oplossingen
2
Is er een stijging of een daling vast te stellen van het aantal kredietnemers met betalingsachterstand en motiveer je antwoord. Globaal genomen kunnen de vaststellingen die in 2009 werden gedaan, doorgetrokken worden naar 2010. Consumenten ondervinden nog volop de impact van de economische crisis en zien zich in toenemende mate met betalingsmoeilijkheden geconfronteerd, hetgeen duidelijk blijkt uit volgende kerncijfers:
Het aantal kredietnemers met een betalingsachterstand stijgt met 2,5 % tot 365 374 personen. Het aantal kredietovereenkomsten met een openstaande betalingsachterstand neemt met 3,3 % toe tot 448 725 contracten.
ECB zorgt voor opwaarts effect op de beurzen (Bron: Centrale bankiers stuwen de beurs, De Morgen, 30/03/2013) 1
Banken kunnen de laatste jaren enorm goedkoop geld lenen bij de ECB. Welke waarborgen moeten zij de ECB bieden om deze bedragen te mogen lenen? In tegenstelling tot de interbankenmarkt moeten er bij de ECB altijd waarborgen gegeven worden als onderpand. Vroeger eiste de ECB papier met een AAA-rating (schatkistcertificaten, OLO’s …), nu is de ECB wat minder streng geworden door de crisis en kunnen er ook bedrijfsleningen en leningen van een lagere kwaliteit worden geplaatst.
2
Waarom is de ECB zo gul met het verlenen van middelen? Om de banken door de schuldencrisis en de nakende recessie te loodsen. Door de bankencrisis zijn banken wantrouwig tegenover elkaar waardoor de interbankenmarkt op een laag pitje staat. Daarom lenen banken veel meer bij de ECB. Als de banken meer geld ter beschikking hebben, zullen zij ook meer geld in de economie pompen in de vorm van kredieten en hoopt de ECB dat de economie van vele landen terug zal aanwakkeren.
3
Waarom kan de Federal Reserve in de VS andere steunmaatregelen nemen dan onze Europese ECB? De Fed heeft behalve monetaire doelstellingen inzake prijsstabiliteit ook een belangrijke economische opdracht meegekregen in haar statuten, met name het stimuleren van de werkgelegenheid. Onze ECB heeft in haar statuten een absolute onafhankelijkheid bepaald. Zij kan dus enkel maatregelen nemen om haar doelstelling, prijsstabiliteit … te vrijwaren en mag geen politieke maatregelen nemen.
Bank en beurs binnenstebuiten DEEL 1_bijkomende vragen en opdrachten_oplossingen
4.1.3 De Financial Services and Markets Authority (FSMA) – p. 48 1
Jaarverslag Febelfin 2011 op www.febelfin.be: Volgens de Risk Assets Ratio krijgen alle kredieten die de banken toestaan een bepaalde weging. Deze wegingen vind je in het boek op p. 61. Zoek nu de volgende oplossingen: a. KBC heeft een bedrag van € 45 miljard aan woningkredieten staan. Hoeveel eigen vermogen moet zij kunnen aantonen? Eigen vermogen KBC: 45 mld x 50 % x 8 % = 1,8 mld b. BNP Paribas Fortis heeft voor een totaal van € 12 miljard aan gewaarborgde documentaire kredieten onderschreven. Hoeveel eigen vermogen moet BNP Paribas Fortis kunnen aantonen? Eigen vermogen BNP Paribas Fortis: 1,2 mld x 20% x 8 % = 19.2 miljoen c. Belfius heeft voor € 300 miljoen aan schatkistcertificaten gekocht. Hoeveel eigen vermogen moet zij kunnen aantonen? Eigen vermogen Belfius: 300 miljoen x 0 % x 8 % = 0 d. Argenta heeft putopties geschreven voor € 500 miljoen. Hoeveel vermogen moet zij kunnen aantonen? Eigen Vermogen Argenta: 500 miljoen x 50 % x 8 % = 20 miljoen
2
Ga naar de bankbalans (bankbedrijvigheid). Hoe groot was het balanstotaal in 2003 en 2004? Hoeveel % van het balanstotaal wordt gevormd door de kredieten en de deposito’s? Wat met de buitenbalansverrichtingen: hoe groot is de verhouding t.o.v. de balansverrichtingen? Vind je ook recentere cijfers van 2005? In 2003 was het balanstotaal van de in België gevestigde banken geklommen met 0.30 % tot 890,8 miljard euro. In 2004 daarentegen kwam er een forse toename van het totaal. Het klom met 17,9 % tot 991,3 miljard euro. Deze expansie was vooral toe te schrijven aan de evolutie van de verrichtingen in deviezen en met niet-ingezetenen.
Bank en beurs binnenstebuiten DEEL 1_bijkomende vragen en opdrachten_oplossingen
Balanstotaal
Kredieten
Deposito's
2003
€ 890.9 miljard
€ 629.7 miljard
€ 701.2 miljard
2003
100%
70.7 %
78.7 %
2004
€ 991.3 miljard
€ 705.5 miljard
€ 781.2 miljard
2004
100%
71.2 %
78.8 %
De buitenbalansactiviteiten kenden in 2003 een veel sterkere groei dan de balansverrichtingen. Het totaal van die verrichtingen midden 2003 bedroeg bijna 26 keer de omvang van het balanstotaal van de banksector. Tien jaar geleden bedroegen die verrichtingen nog maar negen keer de omvang van het balanstotaal. Hun groeitempo liep de jongste twee jaar beduidend terug en bedroeg in het jaar eindigend in juni 2003 nog slechts 4 %. De ongunstige ontwikkelingen op de financiële markten en de lagere aandelenkoersen speelden een rol in die groeivertraging. Ook in 2004 kenden de buitenbalansactiviteiten een veel sterkere groei dan de balansverrichtingen, het totaal van die verrichtingen bedroeg in 2004 ruim 27 keer de omvang van het balanstotaal.
5.3.2 Het concrete toezicht op de banken 1
Ga op zoek naar recente gegevens over Spaar Select België. Wat is Spaar Select precies overkomen?
Spaar Select België, financieel adviseur, verdeelde tussen 2000 en midden 2003 in België een aandelenleaseproduct van Bank Labouchere zonder een vergunning van de CBFA te hebben. Tijdens de lancering van het product was de bank nog in handen van de Nederlandse verzekeraar Aegon, maar ondertussen lijfde Dexia Bank (nu Belfius) Labouchere in via zijn dochter Dexia Bank Nederland. Via het product verwierven beleggers een certificaat op de Nederlandse AEX-index. Die aankoop hoefden ze niet met eigen centen te financieren, ze kregen een krediet dat ze konden terugbetalen met de opbrengst van de belegging. Het probleem was echter dat de beurzen in een zware malaise terechtkwamen en nu zitten veel beleggers én met beleggingsverliezen, én kunnen ze hun krediet niet terugbetalen.
Bank en beurs binnenstebuiten DEEL 1_bijkomende vragen en opdrachten_oplossingen
Een tweede omstreden product is een belegging in een tak-23 product. Dat is een levensverzekering, die gekoppeld is aan een beleggingsfonds dat belegt op de beurs. Ook hier gebeurde de financiering via een krediet, in dit geval een woonkrediet. In het vakjargon spreekt men van een ‘overwaardehypotheek’. Een mooie gegarandeerde beursopbrengst zou garant staan voor de aflossing van het krediet, maar de ineenstorting van de beurskoersen besliste er anders over. In maart 2004 werd Spaar Select door de CBFA voor vier maanden geschorst. Later werd de schorsing opgeheven. In juni 2004 meldden 500 gedupeerde beleggers zich bij het Antwerpse gerecht. In juli 2004 kwam Spaar Select België in financiële ademnood en uiteindelijk werd het faillissement aangevraagd bij de Antwerpse rechtbank van Koophandel.
2
Hoe kunnen de gedupeerde beleggers alsnog proberen aan hun geld te geraken? In België bestaat er een beschermingsfonds van spaarders. Dat fonds komt klanten van failliete financiële instellingen tegemoet bij faillissement van een kredietinstelling. Spaar Select is echter een makelaar en makelaars zijn geen lid van dit beschermingsfonds. Gedupeerden kunnen enkel proberen een schadevergoeding te verhalen op Dexia (nu Belfius), Zelia en Kempar: Dexia is eigenaar van Bank Labouchere waarvan Spaar Select het aandelenleaseproduct illegaal verkocht; Zelia en Kempar leverden de producten voor de ‘overwaarderingshypotheken’. Wellicht kaatsen die maatschappijen de verantwoordelijkheid voor de beleggingsverliezen terug naar Spaar Select. Volgens juristen heeft het geen zin om Spaar Select België voor de rechtbank te dagen, vooral ook omdat de beleggers een contract tekenden met de producenten van de producten, niet met de tussenpersoon Spaar Select.
Lees in dit verband ook volgende artikels op deze website: Veroordelingen in de zaak Spaar Select (Bron: www.deredactie.be, 29/11/2011) Delta Lloyd schuldig in zaak Spaar Select (Bron: www.tijd.be, 29/11/2011)
Bazel III – p. 68 1
Ga in de vakliteratuur op zoek naar de verschillen tussen Bazel I en Bazel II. Bazel I, de oude methode, verplicht de kredietinstellingen voor elk krediet een kapitaalbuffer van 8 % aan te leggen. Bazel II is het nieuwe reglementaire kader waarin alle banken moeten werken om de stabiliteit van de bank en de financiële sector te waarborgen. De hoofdbedoeling is het kapitaal dat banken opzij moeten zetten voor kredieten, beter te laten aansluiten bij de werkelijke kredietrisico’s. Bazel II bepaalt dat alle banken de keuze hebben uit drie methoden om de kredietrisico’s en het bijhorende kapitaalbeslag, te beperken.
De standaardbenadering is de minst geavanceerde en sluit aan bij de oude Bazel I methode (de 8 %-norm)
Bank en beurs binnenstebuiten DEEL 1_bijkomende vragen en opdrachten_oplossingen
2
De twee andere modellen leiden tot een grotere mate van diversifiëring, zijn geavanceerder en maken gebruik van interne ratingmodellen, waarvoor de banken een uitgebreide database nodig hebben (model 1 gaat de kredieten meer diversifiëren en ook de individuele crediteurs nog beter specificeren; model 2 gaat bij een eventueel verlies ook nog de omvang van de verliezen proberen weer te geven …). Enkel grootbanken hebben zulke uitgebreide bestanden.
Sinds wanneer is Bazel II van kracht? Bazel II werd in twee fasen ingevoerd. Het risiscobeheerssysteem is van kracht sinds 2006. Niet toevallig is dat de enige methode die de VS wou invoeren en dan nog uitsluitend voor een tiental topbanken. Het Amerikaans Congres stond op een vertraging voor de invoering, zodat eerst nog een uitgebreide impactstudie kon besteld worden.
3
Leg kort uit wat het doel van de Bazelregels zijn en waarom de uitvoering van Bazel III werd uitgesteld? De Bazelregels hebben vooral als doel de banken te dwingen voldoende kapitaal te voorzien voor alle activiteiten die ze verrichten. Een voldoende kapitaalbasis is nodig om de risico’s in te dekken die banken nemen. Sinds de financiële crisis van 2007-2008 werd algemeen bekend dat een aantal banken toch niet over een voldoende grote kapitaalbasis beschikten. De overheid moest hierdoor extra kapitaalinjectie voorzien. De centrale bankiers en toezichthouders willen voorkomen dat er bij een volgende financiële crisis opnieuw banken in de problemen komen. Bazel I en Bazel II werden aangepast en Bazel III verplicht de banken om voor bepaalde activiteiten een grotere kapitaalbuffer te voorzien. Het Bazelcomité was in 2011 overeengekomen om de nieuwe kapitaalvereisten slechts geleidelijk in te voeren tussen 01/01/2013 en 01/01/2019, maar dit zal niet lukken. Pas na 6 jaar moeten de banken een minimale kapitaalbuffer hebben van 7 % (9,5 % voor de systeembanken). Er wordt dus van uitgegaan dat de banken daardoor een stuk veiliger zouden worden, maar dit kan niet worden gegarandeerd. De mislukking maakt duidelijk dat de belastingbetaler nog altijd niet verlost is van de ellende die de financiële wereld hen bezorgt. Binnen de EU wordt al 2 jaar gediscussieerd en zijn er voortdurend conflicten met uitstel tot gevolg. Een aantal landen zijn klaar om alles in te voeren, maar in de Verenigde Staten en in de Europese Unie liep het fout. Het is duidelijk dat het lobbywerk weer roet in het eten heeft gegooid. Uitstel is hopelijk geen afstel.
Bank en beurs binnenstebuiten DEEL 1_bijkomende vragen en opdrachten_oplossingen