A- blad
Voegen
Arbouw voor gezond en veilig werken
Arbouw voor veilig en gezond werken Arbouw is door werkgevers- en werknemersorganisaties opgericht om de arbeidsomstandigheden in de bouwnijverheid te verbeteren. Binnen Arbouw participeren Bouwend Nederland, Federatie van Ondernemersorganisaties in de Afbouw (FOA), FNV Bouw en CNV Hout en Bouw.
© Stichting Arbouw mei 2008. Alle rechten voorbehouden. De producten, informatie, tekst, afbeeldingen, foto’s, illustraties, lay-out, grafische vormgeving, technische voorzieningen en overige werken van Stichting Arbouw (“de werken”), waarin substantieel is geïnvesteerd, zijn beschermd onder de Auteurswet, de Benelux Merkenwet, de Databankenwet en andere toepasselijke wet- en regelgeving. Behoudens wettelijke uitzonderingen mag niets daarvan worden verveelvoudigd, aan derden ter beschikking gesteld of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande toestemming van Stichting Arbouw. Het bekijken van de werken en het maken van kopieën voor eigen individueel gebruik is toegestaan voorzover binnen de toepasselijke wet- en regelgeving aangegeven grenzen. De woord- en beeldmerken op de werken zijn van Stichting Arbouw en/of haar licentiegever(s). Het is niet toegestaan één of meerdere van deze merken en logo’s te gebruiken zonder voorafgaande toestemming van Stichting Arbouw of de betrokken licentiegever(s). Stichting Arbouw is niet aansprakelijk voor (de inhoud van) haar (informatie) producten, software daaronder mede begrepen, noch voor het (her)gebruik daarvan door derden. Stichting Arbouw is niet aansprakelijk voor fouten in (de inhoud van) haar (informatie) producten noch voor eventuele (gevolg)schade, van welke aard dan ook, die voortvloeit uit het (her)gebruik daarvan door derden.
A-blad
Voegen
1
2
Voegen
Inhoudsopgave
Samenvatting 1. Het A-blad Voegen
4
2.
Grenzen aan de belasting 2.1 De Actie Limiet (AL) 2.2 De Maximale Arbouw Limiet (MAL)
6 6 6
3.
Knelpunten en afspraken 3.1 De knelpunten 3.2 De afspraken
7 7 7
4.
Maatregelen om gezond en veilig te voegen 4.1 Afwisselen van werkzaamheden 4.2 Harde voegen verdichten met mechanische voegspijker 4.3 Gebruik een steigertakel 4.4 Gebruik van steigerconsoles 4.5 Gebruik van een (mini) silo, doorstoommenger en prefab voegmortel 4.6 Gebruik van hefsteigers of hoogwerkers 4.7 Gebruik van spaarbord/voegbord met handvat 4.8 Gebruik van stofafzuiging 4.9 Werktechniek 4.10 Gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen 4.11 Veiligheidsmaatregelen 4.12 Toekomst 4.13 Werkvoorbereiding
8 8 8 8 9 9 9 9 10 10 10 11 11 11
5.
Zorgen voor goede arbeidsomstandigheden 5.1 Risico’s inventariseren en evalueren 5.2 Arbobesluit afdeling Bouwproces 5.3 Opleiding, voorlichting en instructie 5.4 EHBO en Bedrijfshulpverlening 5.5 Taakinstructie en werkoverleg 5.6 Preventieve bedrijfsgezondheidszorg 5.7 Toekomst: loopbaanontwikkeling 5.8 Tot slot
12 12 12 12 12 12 13 13 13
6.
Informatie
14
7.
Adressen
15
5
3
Samenvatting
Een voeger heeft te maken met lastige werkomstandigheden. Deze omstandigheden bestaan voornamelijk uit geknield of gebukt werken, boven het hoofd werken, steeds dezelfde bewegingen maken, blootstaan aan (kwarts)stof en last hebben van trillingen en lawaai. Het A-blad Voegen bevat afspraken en maatregelen om het werk van voegers te verbeteren. De afspraken en maatregelen hebben betrekking op de manier van aanleveren van de materialen, de te gebruiken hulpmiddelen en gereedschap en de werkmethoden. Doelgroep Werkgevers en werknemers die te maken hebben met de volgende werkzaamheden: - voegmortel bereiden en transporteren; - aanbrengen van lint- en stootvoegen; - uithakken van voegen; - uitslijpen van voegen; - schoonmaken. Maar ook opdrachtgevers, werkvoorbereiders, fabrikanten en leveranciers van hulpmiddelen, gereedschap en prefabmortel. Probleembeschrijving Het belangrijkste risico voor de voeger is lichamelijke belasting. Ook het vrijkomen van kwartsstof en trillingen en lawaai van gereedschappen kunnen schadelijk zijn. Afspraken en maatregelen Verbeteren van de organisatie van het werk of de werkwijze (pag. 8 t/m 10): - afwisselen van werkzaamheden; - geven van goede training en voorlichting over de juiste werktechnieken; - nemen van veiligheidsmaatregelen. Gebruikmaken van hulpmiddelen die het werk lichter en veiliger maken, bijvoorbeeld (pag. 8 t/m 10): - mechanische voegspijker; - een steigertakel; - steigerconsoles; - menger of doorstroommenger; - hefsteigers of hoogwerkers; - spaarbord/voegbord met handvat; - stofafzuiging; - hakhamers met trillingsbelasting van maximaal 5 m/s².
4
Voegen
Verstrekken van de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen (pag. 10 t/m 11)
A-blad A blad
1
Voegen
In dit A-blad staan de afspraken die werkgevers en werknemers in de bouw hebben gemaakt om het werk van voegers te verbeteren. De afspraken hebben betrekking op de manier van aanleveren van de materialen, de te gebruiken hulpmiddelen en gereedschappen en de werkmethoden. Deze afspraken zijn gemaakt om branchespecifieke invulling te geven aan de Arbowet, de Wet op de Ondernemingsraden en het voorgeschreven overleg met de werknemers in het bedrijf. Met dit A-blad willen werkgevers en werknemers bereiken dat het voegen minder belastend wordt. Hierdoor wordt de kans op ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid kleiner en kan de kwaliteit van het werk verbeteren. Om het belastende werk te verlichten, worden verschillende maatregelen beschreven die door zowel grotere als kleinere bouwbedrijven kunnen worden toegepast. Dit A-blad kan ook worden gebruikt als handleiding richting de opdrachtgever om deze te wijzen op plichten en verantwoordelijkheden. De arbeidsomstandigheden van de voegers zijn vaak mede afhankelijk van anderen zoals: opdrachtgevers, werkvoorbereiders, fabrikanten en leveranciers van hulpmiddelen, gereedschappen en prefab voegmortel. Ook zij moeten de afspraken uit dit A-blad in acht nemen. In dit A-blad staan aanbevelingen voor het belastende werk bij de volgende taken: • voegmortel bereiden en transporteren; • aanbrengen lint- en stootvoegen; • uithakken van voegen; • uitslijpen van voegen; • schoonmaken. De A-bladen ‘Steigerbouw’ en ‘Reinigen met zuren en logen’ zijn eveneens van toepassing op de werkzaamheden van de voeger. De aanbevelingen in dit A-blad zijn gericht op een lagere arbeidsbelasting van voegers en een verhoging van hun veiligheid. Er zijn in iedere situatie wel verbeteringen van de arbeidsomstandigheden mogelijk. Deze verbeteringen leiden ook tot efficiënter werken met een hogere kwaliteit.
5
2
Grenzen aan de belasting Belangrijke oorzaken van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid in de bouwnijverheid zijn klachten en aandoeningen van het houdings- en bewegingsapparaat, het gehoor en de longen. Om deze problematiek terug te dringen, heeft de bedrijfstak voor de ontwikkeling van A-bladen limieten en grenzen opgesteld. Een belangrijke oorzaak van klachten en aandoeningen van het houdings- en bewegingsapparaat is de zware lichamelijke belasting. Daarom heeft de bedrijfstak voor de ontwikkeling van A-bladen de volgende limieten opgesteld voor lichamelijke belasting.
2.1 De Actie Limiet (AL) De Actie Limiet is een gezondheidskundige norm. Deze limiet geeft aan dat heel weinig werknemers kans hebben op gezondheidsklachten. Allereerst wordt gestreefd naar het halen van de Actie Limiet met technische en organisatorische maatregelen. Is dit niet haalbaar dan wordt een Maximale Arbouw Limiet vastgesteld.
Geluid: • 85 dB(A): rood • 80 dB(A): oranje dB(A) = decibel gemeten met een A-filter.
2.2 De Maximale Arbouw Limiet (MAL) Dit is de lichamelijke belasting die een medewerker mag ondergaan waarbij alle maatregelen zijn genomen die gezien de stand van de techniek en de organisatie in de bedrijfstak of branche mogelijk zijn.
Kwartsstof: • Wettelijke grenswaarde (0,075 mg/m3): rood Stof: • Wettelijke grenswaarde (10 mg/m3): rood
Groen: de belasting ligt op of onder de Actie Limiet (AL): de kans op gezondheidsschade is klein. Oranje: de belasting ligt tussen de Actie Limiet (AL) en de Maximale Arbouw Limiet (MAL): er is kans op gezondheidsschade, neem maatregelen op in het Plan van Aanpak. Rood: de belasting ligt boven de Maximale Arbouw Limiet (MAL): de kans op gezondheidsschade is groot, zodat er direct maatregelen moeten worden genomen. Op basis van deze kleurenindeling zijn ook andere dan alleen de lichamelijke belastende aspecten bij de werkzaamheden bekeken. Voor de andere belastende aspecten van het werk gelden de volgende grenzen, berekend over het gemiddelde niveau van een achturige werkdag.
6
Voegen
Trilling: • 5 m/s2: rood • 2,5 m/s2: oranje
3
Knelpunten en afspraken De belastende werkomstandigheden bij het voegen bestaan voornamelijk uit geknield of gebukt werken, boven het hoofd werken, steeds dezelfde bewegingen maken, blootstaan aan (kwarts)stof en last hebben van trillingen en lawaai. Hoe belastend het werk is, verschilt per taak.
Bij het bereiden en transporteren van de voegmortel zijn de knelpunten: • tillen en dragen van emmers mortel.
voegen en -bij renovatiewerk- ook tussen hakken, slijpen en schoonmaken; • gebruik een menger of doorstroommenger (bij prefab voegmortel); • breng voegen met een hardheid (VH) gelijk of groter dan 35 alleen aan met hulp van een mechanische voegspijker; • gebruik altijd stofafzuiging bij het uitslijpen van voegen. Aanvullende beschermende maatregelen in de vorm van een P2-filter/masker is bij dit slijpen nodig.
Bij het aanbrengen van lint- en stootvoegen zijn de knelpunten: • langdurig in ongunstige houdingen werken (bukken, rekken en gedraaide arm en schouder aan de zijde van het spaarbord); • het duwen en strijken bij het aanbrengen van harde verdichte voegen; • langdurig staan; • lawaai, indien in de omgeving met een hakhamer of een slijpmachine wordt gewerkt; • huidcontact met mortel.
bij het uithakken van voegen: • gebruik stofafzuiging; • zonder gebruik van stofafzuiging zijn beschermende maatregelen in de vorm van een P3-filter/ masker noodzakelijk; • gebruik alleen goed onderhouden hakhamers met een scherpe beitel en een trillingsbelasting van maximaal 5 m/s2. • bij gebruik van hakhamers met een trillingsbelasting van meer dan 5 m/s2, per persoon maximaal twee uur per dag uithakken.
3.1 De knelpunten Knelpunten die algemeen voorkomen: • de beperkte aanwezigheid van schaftruimte en toiletten; • het klimaat (buitenwerk: regen en wind); • de veiligheid (met name valgevaar en elektrocutie); • werkdruk.
Bij het voegen uithakken zijn de knelpunten: • langdurig in ongunstige houdingen werken (bukken en rekken); • trillingen van de hakhamer; • lawaai van de hakhamer; • vrijkomen van (kwarts)stof. Bij het voegen uitslijpen zijn de knelpunten: • langdurig in ongunstige houdingen werken (bukken en rekken); • trillingen van de slijpmachine; • lawaai van de slijpmachine; • vrijkomen van (kwarts)stof. Bij het schoonmaken zijn de knelpunten: • contact met chemische producten; • blootstaan aan stof. 3.2 De afspraken De werkgevers en werknemers hebben met elkaar het volgende afgesproken: • wissel zoveel mogelijk af tussen voorbereidend werk, het aanbrengen van lintvoegen en stoot-
7
4
Maatregelen om gezond en veilig te voegen Om het belastende werk bij het voegen te verlichten of te voorkomen, zijn er veel mogelijkheden. Zoals het gebruik van nieuwe of verbeterde hulpmiddelen, het verbeteren van de organisatie van het werk of de werkwijze, het gebruik van de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen en het nemen van veiligheidsmaatregelen.
Bij alle maatregelen is aangegeven wat het arbo effect is voor de lichamelijke belasting als er wordt gewerkt volgens deze methode. Arbo-effect betekent dat het werk minder belastend wordt door deze toepassing. + van ‘oranje’ naar ‘groen’ ++ van ‘rood’ naar ‘oranje’ +++ van ‘rood’ naar ‘groen’. Als er effecten zijn op de veiligheid, de stof- of de geluidbelasting wordt dit afzonderlijk aangegeven. 4.1 Afwisselen van werkzaamheden De belastende werkzaamheden zijn verschillend van aard. Zo heeft de hakploeg vooral last van stof, lawaai en trillingen, terwijl de voegers deze belastingen nauwelijks kennen. Doordat per werksoort de belasting verschilt, leidt het afwisselen van het werk tot een gevarieerder belastingspatroon. De belasting wordt daarmee over meerdere werknemers verspreid. Tijdens hakwerkzaamheden kan er worden afgewisseld tussen steigerbouw, reinigen, hakken en opruimen. Tijdens voegwerkzaamheden kan er worden afgewisseld tussen steigerbouw, mortel bereiden, voegen en opruimen. Tijdens slijpwerkzaamheden kan er worden afgewisseld tussen steigerbouw, reinigen, slijpen en opruimen. Natuurlijk is het nog beter om zowel hak-, slijp- als voegwerkzaamheden op een dag af te wisselen. Dit is mogelijk bij projecten waarbij sprake is van seriewerk. Afwisselen van werkzaamheden Oplossing(en) door: voegbedrijf Randvoorwaarden: • iedereen moet alle werkzaamheden kunnen uitvoeren en daarom eventueel deelnemen aan enkele opleidingen; • medewerkers motiveren om zich alle werkzaamheden eigen te maken. Toepassing: bij alle voorkomende werkzaamheden. Rendement: meer flexibiliteit in de planning. Gemotiveerde medewerkers doordat afwisseling leidt tot interessanter werk. Arbo-effect lichamelijke belasting: +
8
Voegen
4.2 Harde voegen verdichten met mechanische voegspijker Bij het aanbrengen van voegen met een hardheid (VH) van 35 en hoger kan met de mechanische voegspijker het belastende duwen en strijken worden vermeden (zie CUR-aanbeveling 61 ‘Het voegen van metselwerk’). De mechanische voegspijker is licht van gewicht, veroorzaakt nauwelijks geluid en trillingen en wordt zonder kracht geplaatst op de voegen. Verder levert het gebruik van de mechanische voegspijker meer afwisseling in de bewegingen van de voeger op. Harde voegen verdichten met mechanische voegspijker Oplossing(en) door: opdrachtgever en voegbedrijf Randvoorwaarden: • bij VH35 en hoger het mechanisch verdichten in het bestek opnemen; • opdrachtgever moet een meerprijs over hebben voor mechanisch verdichten, moet gebaat zijn bij de kostenbesparing op de lange termijn; • verbindingsslang met compressor nodig. Toepassing: voegen met hardheid VH35 en hoger. Rendement: langere levensduur voegen (hierdoor hoeven voegen minder snel te worden vervangen waardoor belastend werk in de toekomst vervalt. Ondanks de hogere kosten ten opzichte van handmatig verdicht voegwerk, is mechanisch verdicht voegwerk een verantwoorde investering of ten minste kosten neutraal, dankzij de hogere en meer constante kwaliteit en langere levensduur). Arbo-effect lichamelijke belasting: +++
4.3 Gebruik een steigertakel Om volle emmers voegmortel (een volle emmer weegt ongeveer 17 kg) op de steigers te krijgen, kan een steigertakel eenvoudig worden ingezet. Deze elektrische takel hangt aan een uitstekende steiger pijp en is in staat de emmers mortel omhoog te takelen. Gebruik een lichte takel (maximaal 25 kg) die een hefvermogen heeft van 75 kg (vier volle emmers specie). Deze oplossing is rendabeler naarmate het gaat om hogere verdiepingen.
Gebruik een steigertakel Oplossing(en) door: voegbedrijf en aannemer Randvoorwaarden: • uitstekende steigerarm nodig; • een niet te zware steigertakel (max. 25 kg); • stroomvoorziening. Toepassing: bij voegen. Rendement: sneller werken. Arbo-effect lichamelijke belasting: +++
4.4 Gebruik van steigerconsoles Om de ruimte tussen de muur en de steiger te verkleinen zodat de voeger dichter bij de muur kan werken, moet de ruimte tussen een vaste steiger en de gevel worden opgevuld met consoles voorzien van steigerdelen. Bij nieuwbouw kan gebruik worden gemaakt van het principe van steigerconsoles. Bij renovatie kunnen steigerdelen worden gebruikt wanneer de ruimte tussen steiger en gevel groter is dan 10 cm en/of de totale afstand tussen gevel en steigerafscheiding kleiner is dan 80 cm. De voegers kunnen op deze steigerdelen staan bij het voegen of hakken, zodat zij op een juiste afstand tot de muur kunnen werken. Voor hooggelegen voegwerk kan gebruik worden gemaakt van een stevig en stabiel opstapje (stukadoorstrapje). Denk daarbij ook aan een deugdelijke valbeveiliging. Werken met steigerconsoles Oplossing(en) door: voegbedrijf en aannemer Randvoorwaarden: geen. Toepassing: alle werkzaamheden. Rendement: het werk kan sneller worden uitgevoerd. Arbo-effect lichamelijke belasting: + Arbo-effect veiligheid: geen valgevaar en last van vallende voorwerpen.
4.5 Gebruik van een (mini) silo en (doorstroom)menger Door bij projecten een (mini)silo boven de menger te plaatsen, hoeven het zand en cement niet meer te worden getild bij het vullen van de menger. Bij gebruik van een silo is een bescherming tegen het vrijkomen van stof (flappen of kap) tussen de stortmond van de silo en de menger noodzakelijk. Bij het gebruik van prefab voegmortel is de inzet van een silo met doorstroommenger ook mogelijk. Door het gebruik van de doorstroommenger wordt de stofen tilbelasting voorkomen. Gebruik van een (mini) silo en (doorstroom)menger Oplossing(en) door: leverancier voegmortel, voegbedrijf, aannemer Randvoorwaarden: • waterslang beschikbaar; • verpakkingen van maximaal 25 kg zand, cement of prefab mortel; • silo bij grotere projecten; • de silo plaatsen op een verharde en droge ondergrond. Toepassing: bij alle voegwerken. Rendement: minder verpakkingsafval. Arbo-effect lichamelijke belasting: + Arbo-effect stof: ++ (silo met doorstroommenger)
4.6 Gebruik van hefsteigers of hoogwerkers Bij het voegen verwijderen en voegen wordt veel langdurig geknield, gebogen en gerekt gewerkt. Mechanische hefsteigers of hoogwerkers kunnen snel en gemakkelijk op elke gewenste werkhoogte worden ingesteld, waardoor de belastende werk houdingen vervallen. Gebruik van hefsteigers of hoogwerkers Oplossing(en) door: aannemer of voegbedrijf Randvoorwaarden: • bereikbaarheid: ruimte voor de gevel om neer te zetten; • geveldetaillering: alleen geschikt voor eenvoudige, vlakke gevels. Toepassing: alle werkzaamheden. Rendement: minder steigerbouw nodig, snelle en flexibele plaatsing steigers. Arbo-effect lichamelijke belasting: ++
4.7 Gebruik van spaarbord/voegbord met handvat Bij gebruik van een spaarbord zonder handvat is de linkerpols tijdens het voegen extreem gedraaid. Door een voegbord met een schuin (onder een hoek van 70 graden) geplaatst handvat te gebruiken kan de stand van de pols sterk verbeteren. Gebruik van spaarbord/voegbord met handvat Oplossing(en) door: voegbedrijf en leverancier Randvoorwaarden: geen. Toepassing: bij aanbrengen lintvoegen. Rendement: gemakkelijker werken boven ellebooghoogte. Arbo-effect lichamelijke belasting: +
9
4.8 Gebruik van stofafzuiging Bij het hakken of slijpen van voegen kan stofafzuiging het grootste deel van het geproduceerde stof wegzuigen. Bij de slijpmachine wordt de stofzuigerslang links aan de machine bevestigd. Belangrijk is dat de zuigrichting gelijk is aan de draairichting van de slijper. Een stofkap over de machine is noodzakelijk voor de goede werking van de stofafzuiging. Door de stroomtoevoer van de slijper te combineren met de stofslang kan de flexibiliteit bij het werken worden verbeterd. De slang wordt vaak als handvat gebruikt, daarom zou inpassing van de stofslang in de handvatten van de slijp- of hakmachine de werksituatie verder kunnen verbeteren. Bij het slijpen met stofafzuiging zijn nog wel aanvullende beschermende maatregelen tegen het stof nodig: een P2-filter/masker bij het slijpen. Als bij het uithakken van voegen gebruik wordt gemaakt van een afzuiging met een balg die goed op het werk aansluit in combinatie met een stofzuiger volgens de ‘’Keuzewijzer stofvrij werken’’, is aanvullende ademhalingsbescherming niet nodig. Bij gebruik van een starre afzuiging rond de beitel, is bij langer dan één uur werken als aanvullende beschermende maatregel een P2-filter/masker nodig. Over het algemeen ontstaat er meer stof bij slijpen dan hakken. Een mogelijke werktechniek om slijpen zoveel mogelijk te voorkomen bij harde voegen is één keer door de harde voeg zagen met de slijptol. Hierdoor wordt het uithakken van harde voegen gemakkelijker. Gebruik van stofafzuiging Oplossing(en) door: voegbedrijf en leverancier Randvoorwaarden: • transportmogelijkheid (busje, aanhanger) nodig; • sommige systemen vereisen krachtstroom. Toepassing: bij het slijpen. Rendement: neutraal. Arbo-effect stof: ++
4.9 Werktechniek Het zware werk van de voegers wordt minder zwaar wanneer de voegers op minder belastende manieren kunnen werken. Zo is het zetten van stootvoegen met een spaarbord voor de hand en pols meer belastend dan dat dit zonder spaarbord gebeurt door de mortel in de hand te nemen (wel met een handschoen). Ook is het voor de afwisseling in lichaamshouding beter om het voegen en verwijderen van voegen in banen van boven naar beneden uit te voeren in plaats van in banen van links naar rechts. Bij het schoonspuiten van de gevel is een goede werk
10
Voegen
techniek van belang om de gevel snel en zonder veel hinder door spatwater schoon te krijgen. Het is vooral van belang om tijdens het schoonspuiten opzij te spuiten en van boven naar beneden te werken. Werktechniek Oplossing(en) door: voegbedrijf Randvoorwaarden: goede training en voorlichting aan werknemers nodig. Toepassing: bij werkzaamheden. Rendement: neutraal, in sommige gevallen sneller werken. Arbo-effect lichamelijke belasting: +(+)
4.10 Gebruik van persoonlijke beschermings middelen Bij het voegen en verwijderen van voegen ontstaan vele vormen van belasting door stof, lawaai, gevaar lijke stoffen, vocht en klimaat en er zijn veiligheidsrisico’s. Niet alle risico’s kunnen met de in dit A-blad voorgestelde aanbevelingen afdoende worden aangepakt, zodat de volgende persoonlijke bescher mingsmiddelen nodig blijven: • de bouwhelm voorkomt ernstig hoofdletsel; • veiligheidsschoenen voorkomen letsel aan de voeten; • ademhalingsbescherming tegen stof: bij het slijpen met stofafzuiging en bij het hakken een beschermingsmiddel met P2-filter of eventueel een masker of helm voorzien van P2- of P3-aanblaasfilter; • handschoenen (halflange neopreen met katoenen binnenhandschoen) bieden bescherming tegen huidcontact met mortel; • vochtbeschermende kleding is nodig bij het schoonspuiten; • gehoorbescherming: zwaar type gehoorbescher ming bij hakken en slijpen met een demping van 25 dB(A) (bijvoorbeeld otoplastieken); • beschermende kleding bij slecht en koud weer. In de zomerperiode en bij zonnig weer treedt blootstelling op aan UV-straling die kan leiden tot huidkanker en oogaandoeningen. Bescherm de huid tegen overmatige zonnestraling (kleding of crème factor 10) en gebruik zonodig een pet met klep en een zonnebril met UV-filter; • kniebeschermers bij geknield werken; • veiligheidsbril of gelaatsscherm bij hakken, slijpen en schoonvegen.
Gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen Oplossing(en) door: voegbedrijf en leverancier Randvoorwaarden: • goede voorlichting over gebruik en gebruiksomstandigheden; • goed onderhoud; • de te dragen bescherming afstemmen op het individu; Dat is bij kleding en schoenen gebruikelijk maar geldt ook voor gehoorbescherming en ademhalingsbescherming. Iemand met een litteken in het gezicht of met een baard wordt bij gebruik van een masker onvoldoende beschermd en heeft een ander middel nodig, bijvoorbeeld een helm met een aanblaasfilter. Toepassing: • helm en veiligheidschoenen: altijd; • stoffilter of -masker: bij slijpen, hakken en schoonvegen of -zuigen van de voegen; • gehoorbescherming: bij slijpen en hakken; • handschoenen: bij voegen; • vochtbeschermende kleding: bij schoonmaken; • winterkleding: bij kou en vocht; • kniebeschermers: bij geknield werken; • veiligheidsbril en gelaatsscherm: bij slijpen, hakken, schoonvegen en bij spuiten met een hogedrukreiniger.
4.11 Veiligheidsmaatregelen Door enkele belangrijke maatregelen te nemen, kan de veiligheid bij het voegen worden verbeterd. • Zorg voor een veilige steiger, die door een gecertificeerde steigerbouwer is neergezet en vrijgegeven. • Maak alleen gebruik van goed onderhouden gereedschappen en machines voorzien van de CEmarkering. De gereedschappen en machines moeten regelmatig worden gekeurd en mogen alleen worden gebruikt voor het doel waarvoor ze zijn gemaakt. • Zorg voor een veilige bouwlift. Liften boven de 12,5 meter moeten door een gecertificeerd bedrijf worden geplaatst. • Zorg altijd dat cement of (prefab) mortel wordt aangeleverd in silo’s of zakken van 25 kg en dat er geen AVI-vliegas in het cement aanwezig is. • Zorg ervoor dat de voeger zoveel mogelijk afgeschermd kan werken (netten om steiger, dak op steiger, etc.). Dit voor bescherming van de voeger (en het voegwerk) tegen regen en wind.
Veiligheidsmaatregelen Oplossing(en) door: voegbedrijf, aannemer, leverancier Randvoorwaarden: goede voorlichting over gebruik en gebruiksomstandigheden. Toepassing: bij alle werkzaamheden. Rendement: neutraal.
4.12 Toekomst De meeste van de in dit A-blad gegeven oplossingen kunnen direct worden toegepast. Een aantal nieuwe oplossingen is te bedenken om het verwijderen van voegen verder te verbeteren. Voorbeelden zijn: • verbeterde hakhamer: een nieuwe hakhamer ont wikkelen waarbij de bezwarende omstandigheden (gewicht, geluid, trillingen) duidelijk minder worden. Er wordt dan gebruik gemaakt van een balansbeitel, luchtbuffer, lichtere gewichten en/ of dempende handvatten. • peristaltische pomp: de peristaltische pomp bestaat uit een reservoir voor de voegmortel, een pomp en een spuitpistool. Het apparaat zorgt ervoor dat de voegmortel via de spuitmond trapsgewijs naar buiten wordt gedrukt. De voegmortel wordt in de voeg aangebracht, waarna de voeg alleen nog nagestreken hoeft te worden. De machine is geschikt voor schelpkalkmortels. Op dit moment wordt de machine getest op het verwerken van mortels op cementbasis. Dit is in principe wel mogelijk. Voegers zullen wel met de nieuwe techniek moeten leren omgaan. 4.13 Werkvoorbereiding Onderwerpen die bij de werkvoorbereiding aan de orde komen: • welke gevel(delen) worden schoongemaakt/behandeld? • welke voegen moeten worden verwijderd en welke soort voegen moeten worden aangebracht? • planning: - in welke volgorde wordt er gewerkt? - in welke ploegen wordt het werk uitgevoerd? - welke materialen moeten tijdig worden aangeleverd? - welke gereedschappen en hulpmiddelen (compressor) zijn nodig? - welke persoonlijke beschermingsmiddelen moeten aanwezig zijn? • Steigers en transportmiddelen: - welke trappen, steigers en bordessen zijn nodig? (eventueel bestellen, let op levertijden) - welk hijsmiddel of bouwlift kan goed worden gebruikt?
11
5
Zorgen voor goede arbeidsomstandigheden Er zijn in dit A-blad veel punten genoemd die de gezondheid en de veiligheid bij het werk positief kunnen beïnvloeden. Als de hele branche zich hieraan zou houden, zou er al veel zijn bereikt. Toch kan en moet er volgens de arbowet- en regelgeving nog meer gebeuren.
5.1 Risico’s inventariseren en evalueren Alle bedrijven in Nederland, groot en klein, zijn verplicht na te gaan welke risico’s hun werknemers lopen bij het werk. Als er zaken niet in orde zijn (bijvoorbeeld te zwaar tillen, blootstelling aan schadelijke stoffen of aan te hoge geluidniveaus) dan moeten er maatregelen worden genomen. Voor het beoordelen van de arborisico’s zijn er verschillende instrumenten, zoals de RI&E MKB Bouwnijverheid. Daarmee kan op een eenvoudige wijze inzicht worden verkregen in de arborisico’s van het bedrijf. De bedrijven kunnen met de RI&E MKB Bouwnijverheid zelf de risico’s beoordelen zonder inschakeling van een arbodienst. Voor bedrijven met meer dan 25 werknemers moet het resultaat dan wel worden getoetst door een gecertificeerde arbodienst of arbokerndeskundige. 5.2 Arbobesluit – afdeling Bouwproces Op grond van het Arbobesluit moet al in de ontwerpfase van een bouw- of onderhoudsproject rekening worden gehouden met de gezondheid en veiligheid van de werknemers op de werkplek. Alle betrokken partijen moeten door een goede coördinatie en samenwerking ervoor zorgen dat er veilig en gezond wordt gewerkt. Bij grote en/of risicovolle projecten moet een veiligheids- en gezondheidsplan worden opgesteld. Tevens moet er een ‘coördinator ontwerpfase’ worden benoemd door de opdrachtgever en een ‘coördinator uitvoeringsfase’ door een van de aannemers. Gespecialiseerde aannemers of nevenaannemers zijn verplicht de aanwijzingen van deze ‘coördinator uitvoeringsfase’ op te volgen. De coördinator zal onder meer vragen naar de verhoogde risico’s bij het werk en naar de maatregelen die u hebt getroffen ter bescherming van uw werknemers en derden. U moet daarbij beoordelen of de maatregelen, zoals die zijn vastgelegd in het kader van de risico-inventarisatie en -evaluatie in uw bedrijf, ook voor het project doeltreffend zijn en/of aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn.
12
Voegen
5.3 Opleiding, voorlichting en instructie Vakbekwaamheid bevordert veilig, gezond en efficiënt werken. Een goede opleiding is dan ook van groot belang. Ontwikkeling van nieuwe werkmethoden maakt het regelmatig opfrissen van kennis en vakbekwaamheid noodzakelijk. Het is bovendien verplicht op grond van de Arbowet. Goede voorlichting en instructie zijn een vereiste. Vaak wordt die verstrekt door de voorman, de uitvoerder of door een ervaren werknemer. Zij kunnen de nieuwkomers wegwijs maken en wijzen op het belang van veilig en gezond werken en het toepassen van de juiste tiltechnieken en werkmethoden. Dit A-blad kan daarbij een hulpmiddel zijn. 5.4 EHBO en Bedrijfshulpverlening De wet schrijft voor dat de bedrijfshulpverlening op de werkplek vastgelegd moet zijn in de vorm van een op schrift gesteld noodplan. Werknemers moeten op de hoogte zijn van de inhoud van het plan en moeten weten wat ze in noodgevallen moeten doen. Een werknemer met een EHBO-diploma op het werk is wenselijk. EHBO-kennis en -vaardig heden moeten door oefeningen en/of cursussen worden bijgehouden. Een EHBO-trommel moet op een bij iedereen bekende plaats in de directe nabijheid van het werk aanwezig zijn. 5.5 Taakinstructie en werkoverleg Voor welke verbeteringen ook wordt gekozen, het is altijd belangrijk om de werknemers hierbij te betrekken. Het werkoverleg is een goede gelegenheid om gezamenlijk na te gaan op welke manier het voegen in het bedrijf het beste lichter en veiliger kan worden gemaakt. Diverse bedrijven maken gebruik van taakinstructies om zaken op het gebied van veiligheid en gezondheid te bespreken. Een taakinstructie is het in teamverband doornemen van het werk waar men straks samen aan gaat beginnen. Zo’n bespreking kan bijvoorbeeld plaatsvinden voor aanvang van het werk. In deze bespreking zal men ook moeten letten op gezond en veilig werken. Naast taakinstructie kan ook het werkoverleg bijdragen tot betere arbeidsomstandigheden. Met het werkoverleg wordt een vorm van bespreking bedoeld waarbij de betrokken medewerkers problemen die
vaak voorkomen aangeven en bespreken hoe deze kunnen worden opgelost. Voorbeelden van zaken die in het werkoverleg naar voren kunnen komen zijn: planningen, de soorten en kwaliteiten van gereedschappen en de hulpmiddelen, hoe te werken met nieuwe methoden, de kwaliteit van materialen en dergelijke. 5.6 Preventieve bedrijfsgezondheidszorg Omdat voorkomen beter is dan genezen, hebben de werknemers in de bouwnijverheid recht op een pakket bedrijfsgezondheidszorg. De precieze inhoud van dit pakket is beschreven in een bijlage van de CAO: het ‘individugerichte pakket preventiezorg’. Werknemers die werkzaamheden moeten doen met een verhoogd gezondheidsrisico, zoals het werken op terreinen van de chemische industrie, hebben recht op extra onderzoek (GPO: Gericht Periodiek Onderzoek). Werknemers die gezondheidsklachten hebben waarvan zij vermoeden dat die te maken hebben met hun werk, kunnen het spreekuur van de bedrijfsarts bezoeken. Voorwaarde daarbij is wel dat zij zich niet ziek hebben gemeld. Als de bedrijfsarts vervolgactiviteiten noodzakelijk acht, bijvoorbeeld onderzoek op de werkplek, wordt dit ook uitgevoerd in het kader van dit pakket. De hierboven genoemde activiteiten worden door Arbouw rechtstreeks betaald aan de arbodienst. Dit met uitzondering van het GPO. Hiervoor ontvangt de werkgever van de arbodienst de rekening. De aanstellingskeuring hoort niet in het preventiezorgpakket. De aanstellingskeuring verschilt van de verplichte intredekeuring. Een aanstellingskeuring is een medisch onderzoek voor een werknemer die al werkt in de bouw en van werkgever wisselt. De kosten hiervoor worden eveneens door de arbodienst in rekening gebracht bij de werkgever.
websites: www.loopbaantrajectbouw.nl en www.watdoejijmorgen.nl. 5.8 Tot slot Dit A-blad biedt een groot aantal concrete maat regelen waarmee het werk gezonder, veiliger en lichter kan worden uitgevoerd. Bij Arbouw en de werkgevers- en werknemersorganisaties kunt u altijd terecht voor informatie en advies.
5.7 Toekomst: loopbaanontwikkeling Ondanks alle maatregelen en afspraken zal het beroep voeger een zwaar belastend beroep blijven. Het is daarom de vraag of degenen die voor het beroep voeger kiezen, dit beroep hun gehele werkzame leven kunnen blijven uitoefenen. Het zou goed zijn als de voeger, na een groot aantal jaren in dit beroep werkzaam te zijn geweest, een omscholing zou volgen naar een lichamelijk minder belastend beroep in de bouwnijverheid. Het Loopbaantraject Bouw & Infra adviseert werknemers over hoe zij ook over een paar jaar nog goed in de bouw aan het werk kunnen zijn. Meer info is te vinden op de
13
6
Literatuur: • Brochure Stof in de bouwnijverheid, Arbouw, Amsterdam,1996. • Handboek Arbeidsmiddelen voor de bouwnijverheid, Arbouw, Amsterdam, 2005. (gratis te downloaden van www.arbouw.nl) • PISA Productgroep Informatiesysteem Arbouw, Arbouw, Amsterdam, 2007 (gratis te downloaden van www.arbouw.nl of te bestellen op cd-rom). • Risico-inventarisatie en -evaluatie lichamelijke belasting bij het voegen, Arbouw, Amsterdam, 1997. • Beroepenfolder Voeger (voor werknemers), Arbouw, Amsterdam, 2006. • Keuzewijzer stofvrij werken, Arbouw, Amsterdam, 2007. Zie www.stofvrijwerken.nl. • Richtlijn steigers, VSB/Bouwend Nederland, (gereed eind 2008/begin 2009). • Brochure Arbeidsinspectie Arborisico’s op bouwplaatsen (gereed eind 2008/begin 2009).
14
Voegen
Informatie Voegen
7
Aannemersfederatie Bouw en Infra Nederland Dukatenburg 90-03 3437 AE Nieuwegein Telefoon (030) 603 58 54 E-mail
[email protected] Internet www.aannemersfederatie.nl
Adressen
Voegen
Vereniging van Steiger-, Hoogwerk, - en Betonbekistingbedrijven (VSB) Postbus 190 2700 AD Zoetermeer Telefoon (088) 400 8458 E-mail
[email protected] Internet www.vsb-online.nl
Arbouw Postbus 8114 1005 AC Amsterdam Telefoon (020) 580 55 80 E-mail
[email protected] Internet www.arbouw.nl Bouwend Nederland Postbus 340 2700 AH Zoetermeer Telefoon: (079) 3 252 252 E-mail:
[email protected] Internet www.bouwendnederland.nl CNV Hout en Bouw Postbus 38 3984 ZG Odijk Telefoon (030) 659 77 11 E-mail
[email protected] Internet www.cnvhb.nl FNV Bouw Postbus 520 3440 AM Woerden Telefoon (0348) 57 55 75 E-mail
[email protected] Internet www.fnvbouw.nl Nederlands Normalisatie Instituut (NEN) Postbus 5059 2600 GB Delft Telefoon (015) 269 03 90 E-mail
[email protected] Internet www.nen.nl Vereniging Nederlandse Voegbedrijven (VNV) Dukatenburg 90-03 3437 AE Nieuwegein Telefoon (030) 638 19 38 E-mail
[email protected] Internet www.vnv-voeg.nl
15
16
Voegen
Arbouw internet www.arbouw.nl e-mail
[email protected] Voor vragen over arbeidsomstandigheden: internet www.arbouw.nl
ARB 0658 0810