Evaluatie aanpak huisverboden in Hollands Midden Aan BO HG 27 september 2010 Inleiding De deelnemende organisaties van het interventieteam huisverbod hebben de gekozen werkwijze voor Hollands Midden geëvalueerd. Uit de evaluatie blijkt dat de werkwijze door de betrokken organisaties goed wordt gewaardeerd, met cijfers tussen de 6 – 8, en een gemiddelde van 7,1. Wel levert de evaluatie verschillende verbeterpunten op. Voor enkele voorgestelde verbeterpunten geldt dat wij deze voor instemming expliciet voorleggen aan het Bestuurlijk overleg, omdat het gaat om essentiële veranderingen in de eerder vastgestelde werkwijze, of zaken die hierop grote invloed kunnen hebben. Voor andere aanbevelingen uit het evaluatieverslag geldt dat zij beperkt of geen invloed hebben op de vastgestelde werkwijze. Deze aanbevelingen legt het Regionaal beleidsoverleg dan ook niet expliciet aan het Bestuurlijk Overleg voor, maar kunnen worden teruggelezen in het bijgesloten evaluatieverslag. In de periode van 1 januari – 15 augustus 2010 is een toename te zien van het aantal opgelegde huisverboden in Hollands Midden ten opzichte van dezelfde periode in 2009: respectievelijk 53 en 26 huisverboden. Vooral in ZHN is sprake van een forse stijging: 41 versus 17 huisverboden. In MH is de stijging niet zo sterk: 12 versus 9 huisverboden. De stijging komt door toegenomen ervaring bij de politie met de inzetbaarheid van huisverbod in Hollands Midden. Hierdoor adviseert de politie vaker om een huisverbod op te leggen. Als gevolg van de toename van het aantal huisverboden nemen ook de daaraan verbonden kosten sterk toe. A. Advies van de centrumgemeenten aan het Bestuurlijk Overleg Huiselijk Geweld HM: Advies 1: De centrumgemeenten Leiden en Gouda maken aanvullende afspraken met de gemeenten in Hollands Midden over de bekostiging van het maatschappelijk werk tijdens huisverboden. Inzet is dat alle gemeenten de deelname aan het interventieteam en de begeleiding van de volwassen achterblijver door het maatschappelijk werk per 2011 zelf bekostigen. Toelichting: Bij de huidige toename van het aantal huisverboden is het voor de centrumgemeenten niet mogelijk alle kosten verbonden aan de huisverboden te blijven bekostigen. Het beschikbare budget is hiervoor niet toereikend. De overweging om de kosten voor het maatschappelijk werk bij gemeenten te leggen is tweeledig: alle gemeenten hebben een subsidierelatie met het maatschappelijk werk en de begeleiding van de volwassen achterblijver past binnen de reguliere taken van het maatschappelijk werk.
B. Adviezen van het Regionaal Beleidsoverleg Huiselijk Geweld aan het Bestuurlijk Overleg Huiselijk Geweld HM: Advies 2: Het Regionaal Beleidsoverleg Huiselijk Geweld opdracht te geven de mogelijkheden te onderzoeken het huisverbod, meer dan nu, in te zetten als preventief middel. Toelichting: Op dit moment lopen huisverboden veelal parallel met een strafrechtelijk traject. Dat betekent dat het incident dat leidde tot een huisverbod, ook de aanleiding is om een strafrechtelijk traject te starten. Bovendien zien de hulpverleners regelmatig dat een huisverbod wordt opgelegd aan personen die al een fors strafblad hebben vanwege eerdere geweldsdelicten. De wet huisverbod is bedoeld als preventief middel tegen huiselijk geweld. Het lijkt wenselijk om ook de omstandigheden en effecten van een tijdelijk huisverbod bij minder zware uitingen van geweld te onderzoeken Advies 3: Het interventieteam huisverbod voortaan op de tweede werkdag van het huisverbod bij elkaar te roepen, in plaats van op de eerste werkdag. Deze verandering in werkwijze te communiceren aan gemeenten en de ketenpartners in het interventieteam. Na 6 maanden deze veranderde werkwijze te evalueren. Toelichting: Op dit moment komt het interventieteam huisverbod op de eerste werkdag na het opleggen van het huisverbod bij elkaar. Als het interventieteam op de tweede werkdag bij elkaar komt ontstaat op de eerste werkdag voor alle zorgverantwoordelijken in het interventieteam de mogelijkheid hun cliënt direct te spreken. Zorgverantwoordelijken hebben dan voldoende mogelijkheid om het hulpverleningsverleden van het betreffende gezin in kaart te brengen. Hierdoor ligt tijdens het 1e interventieteam (op de tweede dag) meer informatie over de noodzakelijke hulp en het hulpverleningsverleden op tafel. Dit maakt het overleg van het interventieteam op de 2e werkdag effectiever. Omdat de ketenpartners huisverbod inmiddels voldoende ervaring hebben opgedaan met de werkzaamheden die horen bij een huisverbod is het verantwoord dat zij op werkdag 1 direct inventariserend aan het werk gaan met de hen toegewezen cliënt en pas de dag erna afstemmingsafspraken maken in het interventieteam. Advies 4: De procesregisseur aan te wijzen voor het ‘horen’ van de uithuisgeplaatste en volwassen achterblijver over het voorgenomen besluit te verlengen of in te trekken. De procesregisseur eveneens aan te wijzen voor het mondeling kenbaar maken van het genomen besluit aan de betrokkenen. Deze werkwijze na 6 maanden eveneens te evalueren. Toelichting: Op basis van de wet Tijdelijk Huisverbod ligt deze taak bij de gemeenten. Tot nu toe voeren de zorgverantwoordelijken deze taak echter uit. Zij hebben aangegeven dat zij deze taak niet vinden passen bij hun werk als hulpverlener. De procesregisseur heeft geen hulpverleningsrelatie met de betrokkenen, kent het voorgenomen besluit en de daarbij horende argumentatie en weet het horen te plaatsen in de juridische context. Ook stelt de procesregisseur het beleidsadvies dat hoort bij de verlenging of intrekking op en daarin moet de informatie die het horen oplevert worden verwerkt. Het ligt (op grond van hiervoor genoemde argumenten) voor de hand dat de procesregisseur ook het genomen besluit kenbaar maakt aan de betrokkenen (de gemeente stuurt daarnaast de beschikking). Advies 5: Kennis te nemen van de bijgevoegde notitie van de evaluatie Bijlagen: - uitgebreide evaluatieverslag met aanbevelingen; - Cijfers huisverbod.
Bijlage bij evaluatie aanpak huisverboden Hollands Midden Evaluatie uitvoering Wet Tijdelijk Huisverbod Notitie van het RBO HG, besproken op 6 september 2010 1. Inleiding Op 1 januari 2009 trad de Wet Tijdelijk Huisverbod in werking. De wet geeft de bevoegdheid aan burgemeesters om bij huiselijk geweld of de dreiging ervan een huisverbod op te leggen aan de (potentiële) pleger. Het doel van de wet is het bieden van veiligheid en het op gang brengen van hulp aan alle gezinsleden. In Hollands Midden is ervoor gekozen om de wet na ingang onmiddellijk te benutten. De werkwijze in Hollands Midden is daarvoor vastgelegd in het Uitwerkingsplan 10dagenmodel. In de aanpak in Hollands Midden is per huisverbod een cruciale rol weggelegd voor het interventieteam huisverbod. In het interventieteam zitten vertegenwoordigers vanuit de politie, algemeen maatschappelijk werk, Bureau Jeugdzorg en AMK, Reclassering Nederland en SHG. Procescoördinatie vindt plaats door de procesregisseur, die werkzaam is bij het SHG. Inmiddels hebben de leden van het interventieteam 1,5 jaar ervaring met de gekozen werkwijze. In deze periode werden in Hollands Midden 87 huisverboden opgelegd. De leden van het interventieteam hebben dus ruimschoots ervaren in hoeverre de vooraf afgesproken werkwijze geschikt is. In juni en juli 2010 belegden de leden van het interventieteam 2 overleggen om de werkwijze gezamenlijk te evalueren. Daarnaast zijn cijfers beschikbaar over het aantal huisverboden en vond overleg plaats met de werkgroep gemeenten en de procesregisseurs. In deze notitie staan de uitkomsten van deze evaluatie. Daarnaast doet het RBO HG aanbevelingen voor het verbeteren van de werkwijze. Soms zijn deze voorstellen concreet. In andere gevallen is het nog niet mogelijk een concrete oplossing aan te dragen bij het probleem, en is het voorstel gericht op het komen tot oplossingen. 2. Cijfers 2010 In de periode van 1 januari – 15 augustus 2010 is een toename te zien van het aantal opgelegde huisverboden in Hollands Midden ten opzichte van dezelfde periode in 2009: respectievelijk 53 en 26 huisverboden. Vooral in ZHN is sprake van een forse stijging: 41 versus 17 huisverboden. In MH is de stijging niet zo sterk: 12 versus 9 huisverboden. De stijging komt door toegenomen ervaring bij de politie met de inzetbaarheid van huisverbod in Hollands Midden. Hierdoor wordt door de politie vaker een weging ingezet met als mogelijk gevolg een advies om een huisverbod op te leggen. Het gegeven dat het aantal huisverboden stijgt betekent ook een toename van de inzet van de ketenpartners in het interventieteam. De centrumgemeenten Leiden en Gouda bekostigen nu de ureninzet van het maatschappelijk werk, de reclassering en het SHG. Bij de huidige aantallen is dit na 2010 niet meer haalbaar en moeten hierover nieuwe afspraken gemaakt worden met de gemeenten in Hollands Midden. Het ligt voor de hand in elk geval de kosten voor het maatschappelijk werk vanaf 2011 voor rekening komen van de de gemeente waar het huisverbod plaatsvindt. Immers, alle gemeenten zijn verantwoordelijk voor het maken van subsidieafspraken met het maatschappelijk werk. Begeleiding van de volwassen achterblijver is een werksoort die past bij het takenpakket van het maatschappelijk werk. De centrumgemeenten zijn vooralsnog bereid de kosten voor de inzet van de crisisdienst van het maatschappelijk werk buiten kantooruren te blijven financieren.
Voorstel van de centrumgemeenten: Centrumgemeenten Leiden en Gouda maken aanvullende afspraken met de gemeenten over de bekostiging van ketenpartners in het interventieteam. Het RBO HG adviseert hierbij als uitgangspunt te hanteren dat de gemeenten met een huisverbod vanaf 2011 zelf het maatschappelijk werk financieren voor deelname aan het intervantieteam en voor de begeleiding van de volwassen achterblijver. Gemeenten worden geadviseerd deze taken mee te nemen in de te maken subsidieafspraken met het maatschappelijk werk. De centrumgemeenten zijn vooralsnog bereid de kosten voor inzet van de crisisdienst buiten kantooruren te blijven financieren. 3. Weergave van de evaluatie door de ketenpartners in het interventieteam 3.1 Algemeen: Voorafgaand aan de evaluatiebijeenkomsten is aan de ketenpartners in het interventieteam gevraagd een vragenlijst in te vullen als voorbereiding op de evaluatie. Uit de ingevulde vragenlijst blijkt dat de aanpak in Hollands Midden ruim voldoende wordt gewaardeerd. De ketenpartners geven voor de aanpak cijfers tussen de 6 en de 8, met als gemiddelde een 7,1. De ketenpartners in het interventieteam constateren dat de gekozen aanpak en uitvoering in de basis klopt en daarom behouden moet blijven. Wel stellen de ketenpartners dat op onderdelen de bestaande afspraken onvoldoende worden uitgevoerd en dat bijstellingen nodig zijn. 3.2 Het opleggen van een huisverbod: Direct ter plaatse crisisdienst In de praktijk wordt regelmatig afgeweken van de principe afspraak, dat bij elk huisverbod de crisisdienst van het maatschappelijk werk ter plaatse gaat. Dit geldt zowel voor huisverboden die binnen als buiten kantooruren worden opgelegd. Het is juist van belang om direct een bezoek te brengen aan het betreffende gezin, omdat direct na het geweldincident, of de bedreiging relevante informatie voor de hulpverleners beschikbaar is. De betrokkenen geven dan relatief gezien meer prijs over de situatie in het gezin en staan meer open voor hulp. Voor het opstarten van passende hulpverlening en het adequaat inspelen op de hulpbehoefte bij betrokkenen is het dus zeer belangrijk snel ter plaatse te gaan. Huisverbod inzetten als preventief middel Tenslotte constateren de ketenpartners interventieteam dat het wenselijk is het huisverbod meer als preventief middel in te zetten. Op dit moment lopen huisverboden veelal parallel met een strafrechtelijk traject. Ofwel, het incident dat leidde tot een huisverbod, is ook de aanleiding een strafrechterlijk traject te starten. Bovendien zien de hulpverleners regelmatig dat een huisverbod wordt opgelegd aan personen die al een fors strafblad hebben vanwege eerdere gewelddelicten. Het is in deze situaties de vraag of een huisverbod de meest aangewezen maatregel is. Diezelfde hulpverleners kennen uit hun werk gezinnen waar een huisverbod een prima mogelijkheid lijkt om het geweld te stoppen, maar weten niet toe te leiden naar een huisverbod. Omdat de wet huisverbod is bedoeld als preventief middel tegen huiselijk geweld is het wenselijk om al in een eerder stadium en ook bij minder zware uitingen van het geweld een huisverbod in te kunnen zetten. Hiervoor zijn aanvullende afspraken nodig tussen politie en de hulpverlenende organisaties. Aanbeveling 2: Voor een effectieve start van de hulpverlening tijdens het huisverbod is het noodzakelijk dat een functionaris van het maatschappelijk werk na een opgelegd huisverbod direct ter plaatse gaat. Het is zaak dat bij een huisverbod dat buiten kantooruren wordt opgelegd de hovj hiervoor de crisisdienst inschakelt. Bij een huisverbod tijdens kantooruren schakelt de procesregisseur hiervoor de crisisdienst in. Om ervoor te zorgen dat deze afspraak uit het vastgestelde uitwerkingsplan 10-dagenmodel strikt ter hand wordt genomen, zal het SHG de betrokken organisaties schriftelijk wijzen op deze afspraak en de noodzaak van het nakomen ervan. Alleen in uitzonderlijke gevallen kan men van deze afspraak afwijken. Ook instrueert het SHG de procesregisseurs hierover opnieuw. Aanbeveling 3: Het is van belang na te gaan of het huisverbod, meer dan nu, is in te zetten als preventief middel. Hiervoor treden politie, BJZ, Amw en SHG met elkaar in overleg. Doel van het overleg is te komen tot samenwerkingsafspraken die het mogelijk maken het huisverbod vaker in een
preventief stadium in te zetten. Meer concreet betekent dit dat het zaak is hulpverlener, cliënt en politie zodanig samen te laten werken dat zo snel mogelijk overlegd wordt of een huisverbod een kansrijke optie is om de geweldsspiraal in het betreffende gezin te doorbreken of zelfs te voorkomen. 3.3 het op gang brengen van de hulpverlening Informatie in interventieteam De leden van het interventieteam zijn niet altijd tevreden over de mate waarin de verschillende leden informatie over het gezin en de aanleiding van het huisverbod beschikbaar stellen.Tenslotte zijn niet alle ketenpartners huisverbod tevreden over de mate waarin tussen het 1e en het 2e interventieteam onderling informatie over de voortgang van de hulp wordt gedeeld. Outreachende aanpak Om cliënten daadwerkelijk te motiveren om hulp te aanvaarden is een outreachende aanpak van de hulpverleners essentieel. Toch verschilt de mate waarin hulpverleners aandringen en motiveren. 1e interventieteam naar tweede werkdag Op dit moment komt het interventieteam huisverbod op de eerste werkdag na het opleggen van het huisverbod bij elkaar. Het doel van dit overleg is het bij elkaar leggen van de relevante informatie en het maken van afspraken over het op gang brengen van hulp voor de verschillende gezinsleden. De ketenpartners interventieteam hebben in de evaluatie aangegeven dat de kwaliteit van deze eerste bijeenkomst toeneemt als de bijeenkomst voortaan plaatsvindt op de tweede werkdag na het huisverbod. Hierdoor ontstaat op de 1e werkdag voor alle zorgverantwoordelijken de mogelijkheid hun cliënt te spreken. Ook hebben alle zorgverantwoordelijken dan voldoende tijd om het hulpverleningsverleden van het betreffende gezin in kaart te brengen. Hierdoor ligt tijdens het 1e interventieteam meer informatie over de noodzakelijke hulp en het hulpverleningsverleden op tafel. Dit maakt het overleg van het interventieteam op de 2e werkdag effectiever. Omdat de ketenpartners huisverbod inmiddels voldoende ervaring hebben opgedaan met de werkzaamheden die horen bij een huisverbod is het verantwoord dat zij op werkdag 1 direct aan het werk gaan met de hen toegewezen cliënt en pas de dag erna afstemmingsafspraken maken in het interventieteam. Horen over voorgenomen verlenging Vlak voor afloop van het huisverbod adviseert de procesregisseur de burgemeester over het al dan niet verlengen van het huisverbod. De wet Tijdelijk huisverbod stelt dat de burgemeester de uithuisgeplaatste en volwassen achterblijver gehoord moet hebben over het voorgenomen besluit. Tot nu toe voeren de zorgverantwoordelijken het horen uit. De uitkomst hiervan betrekt de procesregisseur in het advies. De reclassering en politie hebben tijdens de evaluatie aangegeven dat zij het horen door de zorgverantwoordelijken niet correct vinden. Dit zou moeten plaatsvinden door gemeente of procesregisseur. Het horen door de zorgverantwoordelijke zou de hulpverlening aan de uithuisgeplaatste in de weg zitten, omdat de hulpverlener door de uithuisgeplaatste niet alleen wordt gezien als de brenger van het slechte nieuws, maar ook als de verantwoordelijke daarvoor. Het horen van de uithuisgeplaatste en de volwassen achterblijver over een voorgenomen besluit tot verlenging moet op basis van de wet juridisch juist verlopen. De meningen binnen de partijen in het interventieteam over wie deze taak moet uitvoeren verschilt. In het uitwerkingsplan 10-dagenmodel is hierover geen afspraak opgenomen. De bestaande werkwijze is dus niet geformaliseerd, maar in de praktijk ontstaan. Net als bij het onderdeel horen hebben de leden van het interventieteam twijfels over de wijze waarop nu het besluit van de burgemeester over een verlenging kenbaar wordt gemaakt. Gemeenten verzenden de formele beschikking aan de uithuisgeplaatste. Om het besluit ook tijdig bekend te maken is in het uitwerkingsplan 10-dagenmodel nu opgenomen dat de zorgverantwoordelijke voor afloop van de eerste 10 dagen, dit besluit alvast mondeling kenbaar maakt. De procesregisseur maakt in huisverbod online aantekening van het moment waarop en door wie het besluit is medegedeeld. Net als bij het horen beschouwen reclassering en politie dit als een taak voor de gemeente. Hiervoor gelden dezelfde argumenten als bij het onderdeel ‘horen’.
Toeleiding naar verslavingszorg Gebleken is dat middelengebruik een grote rol speelt in de opgelegde huisverboden. De ketenpartners huisverbod geven aan dat aanvullende afspraken met de verslavingszorg over een snelle toeleiding nuttig zijn. e
Aanbeveling 4: voor alle deelnemers aan het 1 interventieteam moet voldoende informatie beschikbaar zijn. Het ligt voor de hand het SHG te verzoeken een voorstel te doen over de gegevens e die bij de start van het 1 interventieteam minimaal beschikbaar moeten zijn. Ten behoeve van een goede en volledige informatie-uitwisseling tijdens het huisverbod rapporteren de leden van het interventieteam tussen de bijeenkomst van het 1e en 2e interventieteam aan elkaar. Het SHG doet een voorstel over de zaken waarover men bij elk huisverbod tussentijds rapporteert. Aanbeveling 5: Om de betreffende zorgverantwoordelijken te helpen bij een outreachende aanpak tijdens het huisverbod is het volgende van belang: - Het management van de ketenpartners interventieteam instrueren hun zorgverantwoordelijken hierop - de procesregisseur stuurt per huisverbod op een outreachende aanpak. Aanbeveling 6: Het interventieteam huisverbod voortaan op werkdag 2 bij elkaar te roepen. Deze verandering in werkwijze communiceren aan gemeenten en de ketenpartners in het interventieteam. Na 6 maanden deze veranderde werkwijze evalueren. Aanbeveling 7: Het RBO stelt voor de procesregisseur aan te wijzen voor het ‘horen’ van de uithuisgeplaatste en volwassen achterblijver over het voorgenomen besluit te verlengen of in te trekken. De procesregisseur heeft geen hulpverleningsrelatie met de betrokkenen, kent het voorgenomen besluit en de daarbij horende argumentatie en weet het horen te plaatsen in de juridische context. Ook stelt de procesregisseur het beleidsadvies dat hoort bij de verlenging of intrekking op en daarin moet de informatie die het horen oplevert worden verwerkt. Het ligt (op grond van hiervoor genoemde argumenten) voor de hand dat de procesregisseur ook het genomen besluit kenbaar maakt aan de betrokkenen (de gemeente stuurt ook altijd een beschikking). Aanbeveling 8: Reclassering Nederland en het SHG gaan in gesprek met Brijder verslavingszorg. Doel van het gesprek is te komen tot een snelle toeleiding van betrokkene(n) bij een huisverbod naar de verslavingszorg . 3.4 Constateringen en verbeterpunten ten aanzien van de periode na het huisverbod Uit de evaluatie met de ketenpartners interventieteam blijkt het volgende: - Het casushouderschap na afloop van een huisverbod dient beter vorm gegeven te worden. Op dit moment wordt veelal één van de ketenpartners aangewezen als casemanager , maar leidt dit casemanagement lang niet altijd tot het vasthouden van de gezinsgerichte aanpak en worden de verschillende trajecten ten behoeve van de verschillende gezinsleden niet consequent op elkaar afgestemd. Als de hulpverlening wordt afgebroken dreigt de cliënt te snel uit het zich te verdwijnen. De rol en taken van de casemanager na het huisverbod zijn in het uitwerkingsplan 10-dagenmodel niet omschreven. Voor een gezinsgerichte aanpak, ook na het huisverbod, is dit wel vereist; - Het monitoren van de voortgang van de hulpverlening vindt niet consequent plaats. In het uitvoeringsplan 10-dagenmodel wordt uitgegaan van monitoring door de procesregisseur na 6 weken en 3 maanden na het huisverbod. De praktijk wijst uit dat het raadzamer is de monitor op latere tijdstippen te doen. Dan is meer duidelijk is over bijvoorbeeld de indicatiestelling en voortgang van de hulp.
Aanbeveling 9: Het SHG stelt een voorstel op dat duidelijk vorm en inhoud geeft aan het casemanagement na afloop van het huisverbod. Dit voorstel bespreekt het SHG met de betrokken ketenpartners interventieteam. Voor 1 januari 2011 is een definitieve werkafspraak hierover vastgesteld door de ketenpartners huisverbod. Aanbeveling 10: Het SHG neemt de procescoördinatie door monitoring van de ingezette hulp na afloop van het huisverbod strakker ter hand. Inmiddels is hiervoor een format opgesteld. Tijdens de evaluatie met de ketenpartners huisverbod is afgesproken dat het SHG op vaste momenten per jaar de monitorvragen uitzet. De ketenpartners in het interventieteam ontvangen vier keer per jaar het monitoringsformat en een lijst met namen van de betrokken gezinnen. De ketenpartners rapporteren aan de hand hiervan de voortgang na 3 en, 6 maanden na afloop van het huisverbod. Als uit de monitor blijkt dat sprake is van aanhoudende zorg rond het gezin is dit aanleiding om melding te doen bij AMK, Meldpunt Zorg en Overlast of het gezin in te brengen in de bespreking van een zorgnetwerk. Ook melding of aangifte bij de politie hoort tot de mogelijkheden. 4. Overige relevante informatie 4.1 Tijdsbesteding per organisatie Navraag bij de verschillende ketenpartners in het interventieteam leert dat de tijdsbesteding per organisatie verschilt. De opgegeven tijdsbesteding is als volgt: AMK HM onbekend AMW Florence 10 uur AMW Kwadraad 20-25 uur, Gouda: 15 uur, Zuidplas: 20 uur (meer reistijd) AMW Kwadraad BBKonbekend AMW Valent 11 uur CIT BJZ MH 15 uur CIT BJZ ZHN onbekend SHG HM 12 uur Reclassering 15 uur Hovj 6,50 uur Ter ondersteuning van het voorstel aan regiogemeenten om bij te dragen aan de kosten per huisverbod is het van belang inzage te hebben in de ureninzet per organisatie. Ook is het van belang aan de inzet van de verschillende zorgverantwoordelijken een vast aantal uren te koppelen. 4.2 Aangepast Handboek De werkwijze rond het huisverbod is in Hollands Midden omschreven in het uitwerkingsplan 10dagenmodel. Dit plan is vastgesteld door het bestuurlijk overleg huiselijk geweld en door de Veiligheidsregio. Om alle ketenpartners in het huisverbod in staat te stellen hun taken juist in te vullen is als aanvulling op het uitwerkingsplan 10-dagenmodel een handboek samengesteld door het SHG. Dit handboek heeft geen formele status, maar wordt door de ketenpartners beschouwd als een handvat met allerhande werkinstructies, contactgegevens en overige informatie rond het huisverbod. Op basis van overleg met de procesregisseurs en ook de leden van de werkgroep gemeenten (op 8 februari 2010) zijn er in het handboek inmiddels behoorlijk wat aanpassingen gedaan. De belangrijkste aanpassingen zijn: - een apart hoofdstuk dat ingaat op de juridische aspecten bij een huisverbod; - meer achtergrondinformatie in de vorm van bijlagen; - informatie over hoe te handelen bij een verlenging van een huisverbod; - een format om het huisverbod te monitoren; - een toelichting op huisverbod online; - een toelichting over eergerelateerd geweld en het doen van zorgmeldingen.
Ook de verbetervoorstellen rond de werkwijze die voortkomen uit deze evaluatie moeten een plek krijgen in dit handboek. Een volledig herzien handboek is naar verwachting per 1 januari 2011 beschikbaar. Binnen het SHG vindt overleg plaats over de registratie van huiselijk geweld. In dit overleg besteedt het SHG ook aandacht aan de registratie van huisverboden in Regipro. 4.3 Huisverbod online Ook voor huisverbod online hebben de leden van de werkgroep gemeenten en de procesregisseurs verbeterpunten aangedragen. Dit heeft geleid tot een overzicht van wensen. De wensen zijn voorgelegd aan bureau Khonraad, de leverancier van huisverbod online. Op 19 augustus 2010 vond hierover overleg plaats tussen Khonraad, het SHG en gemeente Leiden (namens de gemeenten). Dit heeft geleid tot diverse afspraken om het systeem nog beter aan te sluiten bij de wensen van de verschillende gebruikers in HM. In de bijlage vindt u zowel de wensen als de uitkomsten van het overleg. 4.4 Minder functionarissen per huisverbod Voor alle betrokken professionals bij een huisverbod geldt dat het correct doorlopen van een huisverbod een specialisme is. Toch kiezen de betrokken ketenpartners nog in beperkte mate voor het specialiseren van medewerkers. Door per ketenpartner te werken met enkele specialisten ontstaat meer routine en meer deskundigheid op deze werksoort. Aanbeveling 11: Het verdient aanbeveling het aantal functionarissen die zorgverantwoordelijke en procesregisseur kunnen zijn terug te brengen. 4.5 Voldoende tijd voor procesregisseurs De rol van procesregisseur is bijzonder complex. Deze rol vraagt kennis van het hele proces, het vermogen om overzicht te houden en vereist kennis om de leden van het interventieteam aan te sturen. Daarnaast fungeert de procesregisseur als een adviseur van de klant: de gemeenten in HM. In de praktijk is het moment van een huisverbod niet te plannen. Door een forse toename van het aantal huisverboden ondervinden procesregisseurs knelpunten bij de uitvoering van hun andere reguliere werkzaamheden Aanbeveling 12: Procesregisseurs zodanig te faciliteren dat ieder huisverbod goed afgewikkeld wordt. Bijlagen bij deze notitie: - verslag evaluatiegesprekken met de ketenpartners huisverbod; - wensen met betrekking tot huisverbod online + de uitkomsten van het overleg met Khonraad; - cijfers huisverbod HM per 15 augustus 2010; - bijlage over het horen over voorgenomen besluit.
