6 GA, o o ü
Nota van uitgangspunten Glastuinbouwgebieden
Gemeente Nieuwkoop Datum: 28 april 2009
^ ^
Biz. 1. Inleiding
3
2. Doelstelling nota van uitgangspunten
4
3. Inventarisatie plangebied 3.1 Vigerende bestemmingsplannen 3.2 Clusterlocaties 3.3 Wijze van bestemmen
5 5 7 8
4. Gebiedscategorieën 4.1 Transformatiegebied I 4.2 Transformatiegebied II 4.3 Concentratiegebieden Nieuw Amstel Oost I, II en III 4.4 Herstructureringsgebieden 4.5 Ruimte voor ruimte regeling
9 9 10 12 14 15
5. Afstandnorm voor woonbebouwing t.o.v. glastuinbouwbedrijven
16
6. Toetsing aan de m.e.r. regelgeving 6.1 Toetsing van de m.e.r.- regelgeving 6.2 Kader 6.3 Analyse
17 17 17 18
7. Procedure 7.1 Het voorontwerp 7.2 nWro
20 20 20
Inleiding De gemeente Nieuwkoop is momenteel bezig met het actualiseren van de bestemmingsplannen. Daarbij streeft de gemeente naar een aanzienlijke vermindering van het aantal bestemmingsplannen. Met de komst van de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening zijn er gevolgen verbonden aan het niet op tijd actualiseren van de bestemmingsplannen. De termijn voor het vernieuwen van bestemmingsplannen is in de nieuwe wetgeving vastgesteld op tien jaar, de gemeente is verplicht verouderde bestemmingsplannen te herzien binnen vijfjaar. Door het huidige aantal bestemmingsplannen is de samenhang tussen de diverse gebiedsonderdelen met name qua regelgeving en overzicht verloren gegaan. Door het ontwikkelen van een nieuw bestemmingplan voor het glastuingebied, zullen de geldende plannen deels komen te vervallen en vervangen worden door een eenduidig en modern plan. Dit nieuwe plan dient de kwaliteiten te waarborgen van het gebied en tevens voldoende ruimte te bieden voor gewenste ontwikkelingen. In de nota glastuingebieden worden de punten beschreven waar speciale aandacht aan moet worden besteed omdat zij de voortgang van het bestemmingsplanproces kunnen beïnvloeden. De nota beschrijft de hoofdlijnen van het bestemmingsplan en zal worden gebruikt om verschillende oplossingsrichtingen uit te werken.
2. Doelstelling nota van uitgangspunten Doel van de nota van uitgangspunten is om meer diepgaand te bestuderen of de gewenste invulling van het plangebied ook praktisch gezien haalbaar is en welke inrichtingsmodel van het plangebied daarbij de voorkeur verdient. Daarnaast vervult deze nota een rol bij het signaleren van knelpunten. Knelpunten doen zich daar voor waar de ruimtewensen die vanuit behoud en ontwikkeling van de landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden nodig worden geacht, zich niet laten verenigen met de overige in het plangebied voorkomende functies. Ten aanzien van deze onderwerpen is het wenselijk dat gemeente vooraf haar standpunten inneemt voordat het bestemmingsplan wordt opgesteld. Algemene doelstelling: duidelijkheid bieden aan de glastuinbedrijven in het plangebied door aan te geven wat de ruimtelijke mogelijkheden zijn voor bedrijfsverplaatsing, -beëindiging en/of voortzetten van het bedrijf in het plangebied. De volgende subdoelstellingen zijn geformuleerd: Ruimtelijk kader voor transformatie verspreid liggend en oud glas; Ruimtelijk kader voor ontwikkeling een nieuwe duurzame glastuinbouwlocatie; Het waarborgen van ruimte voor ondernemerschap, voor ondernemers/tuinders die bijdragen aan het profiel van een ondernemend en duurzaam Nieuwkoop; Het waarborgen van een goede ruimtelijke inpassing die bijdraagt aan het profiel van een groen Nieuwkoop; Perspectief bieden voor een duurzaamheidslag, bv. door opwekking van zonne- en windenergie; Het aanwijzen van clusterlocaties voor compensatiewoningen op aangewezen locaties (Ruimte voor Ruimteregeling);
3. Inventarisatie plangebied In dit hoofdstuk wordt het plangebied geïnventariseerd, hierbij wordt aangegeven binnen welke vigerende bestemmingsplannen het nieuwe bestemmingsplan gesitueerd zal zijn. Het plangebied zal o.a. bestaan uit de aangewezen transformatiegebieden van de provincie. Voor het behoud en de ontwikkeling van duurzaam glastuinbouw wordt naast Nieuw Amstel en Nieuw Amstel West ook een nieuw concentratiegebied ontwikkeld; Nieuw Amstel Oost I, II en III. Omdat de ruimte voor ruimteregeling niet altijd mogelijk of gewenst is op de locatie waar het glas wordt afgebroken, zijn er 6 clusterlocaties aangewezen. Ook deze zullen worden besproken in dit hoofdstuk. 3.1 Vigerende bestemmingsplannen Het plangebied omvat de volgende bestemmingsplannen:
-
Landelijk gebied, Mijdrecht Landelijk gebied Nieuwveen Landelijk gebied Liemeer Nieuw Amstel West Leimuiden Drechtoevers Glastuingebieden
Landelijk gebied Mijdrecht Een deel van de bovenlanden en een deel van het Nieuwveens Jaagpad en Ruigekade liggen in het bestemmingsplan 'Landelijk gebied Mijdrecht'. De bestemming is hoofdzakelijk 'tuinbouwgebied' en voor enkele percelen geldt een particuliere woonbestemming of een nietagrarische bedrijfsbestemming. Percelen met deze bestemming hebben ruime mogelijkheden voor het (onder voorwaarden) oprichten van bedrijfswoningen. Landelijk gebied Nieuwveen Dit bestemmingsplan heeft betrekking op de gronden in het buitengebied van de kern Nieuwveen. De percelen hebben hoofdzakelijk de bestemming 'Agrarische doeleinden, kastuinbouw'en voor enkele percelen geldt een particuliere woonbestemming. Landelijk gebied Liemeer Een deel van het toekomstige plangebied is gelegen in het bestemmingsplan Landelijk gebied Liemeer. Dit deel grenst aan het bestemmingsplan Landelijk gebied Niewveen en heeft de bestemming agrarisch landschapswaarde. De gronden zijn o.a. bestemd voor duurzame agrarische bedrijfsvoering en extensief recreatief medegebruik. Het nieuw te ontwikkelen glastuingebied, Nieuw Amstel Oost is hierin gesitueerd.
Nieuw Amstel West Het plangebied Nieuw Amstel West ligt op enige afstand ten Noorden van de kern Nieuwveen in het westelijke deel droogmakerij Polder Zevenhoven. Ten zuidoosten van het plangebied ligt een bosrijk terrein en aan de noordzijde is de dijk van de Buiten-Westerpolder gesitueerd. Aan de oostkant sluit het plangebied aan op het glastuinbouwgebied Nieuw Amstel. Leimuiden Drechtoevers Een deel van bovenlanden en een deel van het Nieuwveens Jaagpad liggen in het bestemmingsplan 'Lijmuiden Drechtoevers'. De percelen hebben voornamelijk de bestemming 'Agrarische doeleinden'- kassenbedrijf en in een aantal gevallen 'Woondoeleinden'. Bij de agrarische doeleinden is per bedrijf ten hoogste één bedrijfswoning toelaatbaar. Nieuwe bedrijfswoningen mogen alleen worden gebouwd indien binnen het betrokken bedrijf reeds tenminste één bedrijfsgebouw aanwezig is of tegelijk met de woning wordt gebouwd en binnen het bedrijf nog geen woning aanwezig is. Glasruingebieden Het huidige bestemmingsplan Glastuinbouwgebieden heeft betrekking op gronden welke gelegen zijn ter weerzijden van het Aarkanaal die voornamelijk in gebruik zijn voor (glas) tuinbouw. Het merendeel van de glastuinbouwbedrijven in het plangebied is gevestigd op smalle en diepe percelen die meestal onregelmatig van vorm zijn. De bedrijfspercelen liggen soms verspreid over verschillende locaties.
3.2 Clusterlocaties Bij het gebruik van het instrument ruimte- voor ruimte kan er een situatie ontstaan waarbij de compensatiewoningen niet kunnen of mogen ontwikkeld worden op het perceel waar het glas wordt verwijderd. Hiervoor zullen clusterlocaties worden aangewezen, deze kunnen worden gebruikt als locatie waar de compensatiewoningen kunnen worden ontwikkeld. In februari 2008 is onderzoek gedaan naar de haalbaarheid van een achttal locaties waarvan een zestal geschikt zijn gebleken. Bij de beoordeling is gekeken naar de aansluiting op de rode contour, inpassing in de omgeving, de ontsluiting van het plangebied en fasering (wanneer beschikbaar). De volgende clusterlocaties worden voorgesteld: Oostkanaalweg (Ter Aar); Langeraarseweg/ Landlustpad; Papenveer; Schilkkade; Nieuwveens Jaagpad; Blokland
Per locatie dient op detailniveau te worden onderzocht wat de mogelijkheden zijn. De verschillende eigenaren zullen nogmaals worden benaderd. Elke locatie zal kritisch worden onderzocht naar de haalbaarheid en de kosten voor het planlogisch mogelijk maken.
3.3 Wijze van bestemmen Voor het gehele plangebied geldt dat er op twee manieren bestemd kan worden. Daar waar de huidige bestemming voldoet of kan voldoen aan de criteria voor duurzame glastuinbouw zal deze gehandhaafd worden. Voor de locaties waar de bestemming gewijzigd dient te worden zal er gewerkt worden met wijzigingsbevoegdheden. Dit kan enkel onder de voorwaarde van een uitgewerkt inrichtingsplan voorzien van getekende grondafspraken.
4. Gebiedscategorieën Het plangebied wordt ingedeeld in 3 categorieën: het transformatiegebied I en II, het concentratiegebied en het herstructureringsgebied. Het transformatiegebied richt zich op transformatie naar de bestemmingen wonen, open grond teelt, recreatie en natuur. Het concentratiegebied is primair gericht op het behouden of het creëren van een duurzaam glastuinbouwgebied. Het herstructureringgebied is gericht op herstructurering van bestaande glastuinbouwlocaties die ruimtelijk direct aansluiten op het concentratiegebied en in conceptuele zin onderdeel zijn van het toekomstige duurzame glastuinbouwgebied ten noorden van Nieuwveen. 4.1 Transformatiegebied I In transformatiegebieden wordt de sanering van oud en verspreid liggend glas beoogd. De transformatie gebieden komen overeen met de door de provincie ingezette lijn en bevinden zich met name in de Aar en Amstelzone. Bij een aantal locaties zal de omzetting van glastuinbouw gedeeltelijk naar andere bestemmingen worden gefaciliteerd door middel van een wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingplan. Bij de inventarisering van het plangebied is onderzocht in welke mate de kassen hun oorspronkelijke functie hebben verloren en de bestemming gedeeltelijk kan worden omgezet met behulp van de ruimte voor ruimteregeling. Dit is in de volgende gebieden het geval: Paradijsweg oneven zijde, Westkanaalweg, Oostkanaalweg, Nieuwveens Jaagpad tot nr. 20 en vanaf nr. 101 en de Ruigkade. Het kan in de praktijk voorkomen dat woningbouw op het huidige perceel niet gewenst is. Deze zullen worden doorverwezen naar de clusterlocaties welke zijn besproken in hoofdstuk 3.1.Het aangewezen instrument voor de bestemmings wij zing zal de ruimte voor ruimte regeling zijn. De voorwaarden voor de ruimte voor ruimteregeling zijn beschreven in hoofdstuk 4.4.
c?
4.2 Transformatiegebied II Voor de Paradijsweg-natte zijde wordt een andere werkwijze beoogd die gericht is op het wijzigen van de bestemming op een andere wijze als transformatiegebied I. Hier wordt conform de geest van de structuurvisie actiever ingezet op versterking van de omgevingskwaliteit, met versterking van natuurwaarden, recreatie, zichtlijnen en open grondteelt. Tevens wordt hiermee tegemoet gekomen aan de wens om de sanering van oude glas parallel te laten lopen aan de ontwikkeling van het concentratiegebied.
Hier geldt in principe een actievere saneringsopgave. Het innemen van grondposities door de gemeente wordt niet beoogd. Wel houdt dit in dat gemeente in samenspraak met de ondernemers en bewoners van dit gebied een herinrichtingsplan gaat opstellen. Het gevaar bestaat anders dat enkel de krenten uit de pap worden gesaneerd en een integrale sanering en herinrichting niet wordt gehaald, het blijft een rommeltje. Dit kan niet de bedoeling zijn.
10
Gebiedsontwikkeling biedt een goede basis om sanering te bevorderen en planologisch te faciliteren. Uitgangspunt is de financiële haalbaarheid en integrale kwaliteitsverbetering. Uiteindelijk moet de huidige ondernemers perspectief worden geboden om ook daadwerkelijk te kunnen saneren. Zolang de sanering niet is overeengekomen, blijft het transformatiegebied , dus is voortdurende glasbestemming aan de orde. Sanering wordt in dit deel van het plangebied actief gestimuleerd. Instrumenten zijn grondafspraken (eventueel verwerving), RvR, subsidies ILG en PoP, en ruimtelijke mogelijkheden voor nieuwe financiële dragers. Een herinrichtingsplan, voorzien van concrete en ondertekende grondafspraken, een tijdpad en vastgelegde afspraken tussen betrokkenen wordt parallel aan het bestemmingsplan opgesteld, en is voorwaarde voor een directe bouwtitel in het bestemmingsplan. In de structuurvisie van de gemeente en het streekplan van de provincie is het gebied ten oosten van het Aarkanaal aangewezen als toeristisch knooppunt. In dit gebied is reeds een openluchtzwembad, een 27 holes golfbaan en kleinschalige recreatie aanwezig. Versterking van dit knooppunt, liggend in de transformatiezone, wordt wenselijk gevonden. Herbestemming kan aan de orde zijn op voorwaarde van een geaccordeerd herinrichtingsplan inclusief ondertekende grondafspraken. Met de herbestemming van dit deel van het plangebied wordt planologisch een jachthaven met watergebonden bedrijvigheid beoogd. Standpunt inzake jachthaven Voordat het voorontwerpbestemmingsplan wordt ontworpen dient er een besluit te worden genomen met betrekking tot de jachthaven. Indien het college akkoord gaan met het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid voor het planologisch mogelijk maken van een jachthaven, zal onderzocht worden of deze integraal kan worden meegenomen in dit bestemmingsplan. Hierbij dienen vooraf de randvoorwaarden voor toepassing van de wijzigingsbevoegdheid geformuleerd te zijn en de kosten (plankosten, onderzoekskosten en planschaderisicoanalyse) van de ontwikkeling van het plan in kaart worden gebracht. De gemeente is niet initiatiefnemer (dit is een particulier initiatief) en zal geen van de kosten voor het planologisch mogelijk van deze ontwikkeling dragen. Hiervoor zal een overeenkomst met de initiatiefnemer gesloten moeten worden.
11
4.3 Concentratiegebied Nieuw Amstel Oost I, II en III Dit is in het plangebied het deel waar de ontwikkeling van duurzame glastuinbouw is beoogd. Het gebied sluit aan bij het bestaande glastuinbouwgebied Nieuw Amstel en Nieuw Amstel West. Het omvat het reeds planologisch mogelijk gemaakte deel met een omvang van ca 60 ha bruto (Nieuw Amstel Oost I), aangevuld met een extra gebied conform de structuurvisie. Met name dit laatste extra gebiedsdeel wordt nadrukkelijk gefaseerd opgepakt, waarbij Nieuw Amstel Oost II (eveneens 60 ha bruto) als eerste wordt opgepakt. Hierover zijn reeds afspraken (mini-structuurvisie) gemaakt met de provincie. Het resterende deel Nieuw Amstel Oost III (ca 90 ha bruto) moet omwille van planoloogtechnische aspecten, ondermeer de ontsluiting speelt hier een rol, in het bestemmingsplan al wel als wijzigingsbevoegdheid worden meegenomen. Bij de ontwikkeling zal dit deel als laatste fase in de planvorming worden betrokken. Nieuw Amstel Oost I, II en III zullen worden ingericht op basis van nieuwe inzichten en technologieën met oa. koude-warmte opslag, aardwarmte, PV-solarcellen, gesloten kassen. Het gebied zal aansluiting vinden op het huidige Amstel West en Nieuw Amstel West maar zal zich onderscheiden als het gaat om de inrichting en technieken die zullen worden gebruikt. Hier geldt een actieve ontwikkelopgave, vooralsnog zonder dat de gemeente hierbij grondposities inneemt. De planvorming en met name de status en voortgang is het leidend voor de wijze van bestemmen. Onder voorwaarde van een vastgesteld ontwikkelplan, inrichtingsplan en concrete vastgelegde grondafspraken kan met een directe bouwtitel worden gewerkt. Indien dit niet mogelijk is zal in het bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid worden opgenomen. Tussen het concentratiegebied en het herstructureringsgebied is een ecologische verbinding/corridor voorzien (zie plankaart) van ongeveer 30 meter.
^
..
»
»
* • H
Nieuw Amstel OoslBI 86.3 ha
Nieuw AmeW Oosll 59,2 ha
Nieuw Amstel Oodlll 60,4 ha
.^Nteu
12
Doelgroepen De historie van de glastuinbouw in Nieuwkoop ligt in de oriëntatie op bloemen en sierplanten, dit past ook binnen de Greenport Aalsmeer. Deze oriëntatie maakt de sector in Nieuwkoop ruimte-efficiënt en kan mogelijk een hoog aantal arbeidsplaatsen per vierkante meter glas opleveren. De teelt van groenten ed. wordt niet bij voorbaat uitgesloten (een bepaalde combinatie in gewassen en bedrijfsomvang kan voordelen opleveren voor de uitwisseling van grondstoffen, energie en warmte), maar wordt wel nadrukkelijk gelimiteerd. Primair worden in Nieuw Amstel Oost bedrijven voorzien vanuit de gemeente Nieuwkoop. Dat zijn dan bedrijven uit saneringsgebieden Noordse Buurt en de transformatiezones in de Aar en Amstelzone. Pas in tweede en derde instantie komen bedrijven uit de regio en de rest van ons land aan bod. De gemeente richt zich met de ontwikkeling van Nieuw Amstel Oost op innovatieve ambitieuze ondernemers. Nieuw Amstel Oost I, II en III kennen een duidelijke duurzaamheiddoelstelling, dit zal de randvoorwaarde voor ontwikkeling worden. Het realiseren van deze doelen brengt met zich mee dat er een slimme en noodzakelijke combinatie dient te zijn van lokale tuinders en tuinders van elders. Het gaat dan bijvoorbeeld om het onderlinge benutten van nevenproducten, maar ook versterking van het ondernemerschap en de innovatieve kracht van bedrijven. Ook in het kader van de bedrijfseconomische duurzaamheid is een zekere menging sterk aan te raden en zelfs noodzakelijk. Naast glastuinbouwbedrijven is er ook ruimte voor direct aan de Greenport verbonden functies zoals toeleveringsbedrijven, kenniscentra. Bij de ontwikkeling van het voorontwerpbestemmingsplan zal dit worden onderzocht. Gekeken zal worden naar de wenselijkheid en de haalbaarheid. Perceelomvang Vaste kaveloppervlakken worden niet beoogd. De moderne glastuinbouw is op gebiedniveau gebaat bij differentiatie in perceelomvang en teeltproducten. Ieder product heeft zijn specifieke maatvoering. Uniformiteit wordt ook in ruimtelijk opzicht als kwalitatief minder aantrekkelijk beschouwd. Er wordt geen minimum perceel omvang gehanteerd. Dit wordt voldoende afgedekt door de duurzaamheideisen. Zeer omvangrijke kavels van tientallen hectares worden uitgesloten. Bedrijven van 20 ha en groter richten zich vooral op de teelt van glasgroenten en die doelgroep wordt niet beoogd. Onderzocht zal worden of van het instrument Wvg gebruik zal worden gemaakt, het percentage groen en water zal ook worden onderzocht. De agrarische toets zal worden gebruikt als instrument om de duurzaamheid, teeltgewassen, economisch perspectief ed. te toetsen voor afgifte van de bouwvergunning.
13
4.4 Herstructureringsgebieden In dit plangebied wordt duurzame glastuinbouw beoogd, binnen de reeds bestaande glastuinbouwbestemming. Dit gebied heeft een belangrijke functie, onder meer omdat het de randzone (Nieuwveens Jaagpad) herbergt. Nieuw Amstel en Nieuw Amstel West zijn reeds duurzame glastuinbouwgebieden volgens de huidige "state of the art" technologie met oa. WKK installaties, koude- warmte opslag, half open kassen. In de zone Nieuwveens Jaagpad is herstructurering nadrukkelijk wenselijk. Percelen waar nu al duurzaam glas is gevestigd blijven hun waarde en bestemming behouden. Percelen die qua maatvoering niet meer voldoen in een duurzaam glastuinbouw gebied worden verkaveld of komen in aanmerking voor herbestemming, in de aangegeven volgorde. Primaire bestemming blijft glastuinbouw. Herbestemming in deze gebiedszomen kan op verzoek naar een bestemming natuur, wonen en recreatie als dit bijdraagt aan de ruimtelijke inpassing van het concentratiegebied en als dit niet strijdig is met de glastuinbouw doelstellingen.
14
4.5 Ruimte voor ruimte regeling "In het kader van ruimte voor ruimte" mogen ter compensatie van de sloop van voormalige agrarische bedrijfsgebouwen, niet-agrarische bedrijfsgebouwen of kassen (verspreid liggende kassen buiten de concentratiegebieden voor glastuinbouw, met uitzondering van 'papieren glas'), onder voorwaarden één of meer burgerwoningen worden gebouwd. Compensatie kan zowel ter plekke als elders (clusterlocaties). Daarbij gelden de volgende voorwaarden: Bedrijfswoningen met een beperkt oppervlak aan omliggende grond kan op verzoek worden herbestemd naar een burgerwoning (woning maximaal 750 m3); Bedrijfsgronden kunnen op verzoek (volgens het Westland-model) worden herbestemd mits aantoonbaar wordt gemaakt geborgd dat hiermee bestaande duurzame glastuinbouwbedrijven niet in de huidige bedrijfsvoering worden belemmerd, en dit niet belemmerend is voor de potentiële en noodzakelijke uitbreidingbehoefte van die bedrijven; Herbestemming kan onder bovengenoemde voorwaarden naar de bestemmingen: tuinbouw zonder glas; wonen; recreatie/toerisme; natuur; open grondteelt zonder bebouwing; de nieuwbouw mag alleen plaatsvinden indien de ruimtelijke kwaliteit van het gebied verbetert en geen aantasting plaatsvindt van bestaande ofte ontwikkelen bijzondere waarden (landschappelijke, natuurwetenschappelijke of cultuurhistorische waarden) op het perceel of in de directe omgeving daarvan; beeldkwaliteit is een belangrijk aandachtspunt; Verder wordt aangesloten bij het provinciaal ruimte voor ruimte beleid.
15
5. Afstandnorm voor woonbebouwing t.o.v. glastuinbouwbedrijven Toetsing: 1. Afstand van kassen tot woningen en recreatiewoningen: 30 meter. Deze afstand is ontleend aan het zogenaamde groene boekje, een uitgave van de VNG over milieuzonering en ruimtelijke ordening. Dit is standaard binnen de ruimtelijke ordening, waar in de praktijk veel aan wordt getoetst, ook door de Raad van State. Overigens wordt met deze afstand aangesloten op het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied van de voormalige gemeente Ter Aar, vastgesteld op 2 juli 1992, goedgekeurd en van kracht geworden op 6 februari 1993. In dit bestemmingsplan is bepaald (art 10, lid 3 onder e): de afstand van kassen niet zijnde agrarische bedrijfswoningen, en tot recreatiewoningen dient ten minste 30 meter te bedragen; 2. Voor nieuwe bedrijven wordt doorgaans geadviseerd een ruimere norm te nemen, variërend van 25 meter tot vrijstaande woningen en recreatiewoningen tot 50 meter voor aaneengesloten woningen. In concentratiegebied dient deze norm te gelden. 3. Voor het omzetten van agrarische bedrijfswoningen naar burgerwoningen zal maatwerk geleverd worden. Hierbij zx Standpunt In het kader van de totstandkoming van het te ontwikkelen bestemmingplan zal per geval onderzocht moeten worden (door de milieudienst) of hieraan wordt voldaan. Dit is het voorlopige toetsingskader, bij de voorbereiding van het voorontwerp zal dit nader onderzocht worden en zal desgewenst advies worden ingewonnen.
16
6. M.E.R. beoordeling voor het plangebied 6.1 Toetsing van de m.e.r.- regelgeving In het kader van de plan- en besluitvorming voor (ruimtelijke) ontwikkelingen moet in een aantal gevallen een m.e.r.-procedure worden doorlopen (m.e.r. staat voor milieueffectrapportage). Wet- en regelgeving ten aanzien van m.e.r. is vastgelegd in de Wet Milieubeheer 2008 en het Besluit m.e.r 1994, laatst gewijzigd 2009 (VROM, 2009). M.e.r. beoogt een vroegtijdige en volwaardige inbreng van het milieubelang in de plan- en besluitvorming. Deze inbreng wordt wettelijk geborgd door het stellen van eisen aan de inhoud (o.a. het opstellen van een milieueffectrapport (MER) en aan de procedure (o.a. inspraak en toetsing). De m.e.r.-regelgeving maakt onderscheid in twee m.e.r.- procedures: • Plan-m.e.r.: milieubeoordeling gekoppeld aan een kaderstellend plan of besluit; • Project-m.e.r.: milieubeoordeling gekoppeld aan een concreet besluit of vergunning. Plan-m.e.r. en project-m.e.r. beogen hetzelfde: vroegtijdige en volwaardige inbreng van het milieubelang in de plan- en besluitvorming. Het verschil tussen plan-m.e.r. en project-m.e.r. zit in de plaats in de planvorming (plan-m.e.r. eerder dan project-m.e.r.) en de bij wet gestelde inhoudelijke en procedurele eisen (bij project-m.e.r. meer dan bij plan-m.e.r.). In het Besluit m.e.r. is een overzicht gegeven van activiteiten waarvoor m.e.r. van toepassing is, drempelwaarden waarboven sprake is van m.e.r. en de plannen en besluiten waaraan de m.e.r. gekoppeld is. Vraag: Moet in het kader van bestemmingsplan Glastuinbouw rekening gehouden worden met de m.e.r.-regelgeving? 6.2 Kader Onderdeel van de actualisatie is: 1. Bestendigen/actualiseren onbenutte bouwruimte glastuinbouw; 2. Planologisch mogelijk maken van Nieuw Amstel Oost I, II en III (nieuw glastuinbouwgebied van ongeveer 200 hectare); 3. Planologisch mogelijk maken van recreatief knooppunt Aarweide, met onder andere een jachthaven en een milieuservicepunt;
17
6.3 Analyse In dit geval maakt het bestemmingsplan de aanleg mogelijk van twee activiteiten die in het Besluit m.e.r. zijn opgenomen, namelijk een glastuingebied en een jachthaven. In de onderstaande tabel is aangegeven welke drempelwaarden aan deze activiteiten zijn verbonden. cal nr.
Activiteit
m.e.r.-plichtig als
C10.3
Aanleg van een jachthaven
500 ligplaatsen of meer 250 ligplaatsen of meer in gevoelig gebied
D10.3
Aanleg, wijziging of uitbreiding van een jachthaven aanleg glastuinbouwgebied aanleg, wijziging of uitbreiding glastuinbouwgebied
C 11.3 D l 1.4
m.e.r.-beoordeHiigsplichtig als
100 ligplaatsen of meer aanleg oppervlak > 100 ha aanleg oppervlak > 50 ha
Ad 1. Bestendigen/actualiseren glastuinbouwbestemming Ingevolge het arrest van het Hof van Justitie van de EG in zaak nr. C-81/96 van 18 juni 1998 moet een MER worden gemaakt, indien een nieuw bestemmingsplan wordt vastgesteld dat een mer-plichtig project herhaalt uit een eerder plan dat zonder de aanwezigheid van een MER is vastgesteld. Het is duidelijk dat het moet gaan om een nog niet uitgevoerde activiteit. Op dit moment kan nog niet beoordeeld of deze situatie zich voordoet. Zodra bekend is hoeveel onbenutte bouwmogelijkheden de huidige bestemmingsplannen bevatten kan een conclusie worden getrokken. Ad 2. Nieuw Amstel Oost I, II en III (ongeveer 200 hectare nieuw glas) Het bestemmingsplan maakt de aanleg van ongeveer 200 hectare nieuw glastuinbouwgebied mogelijk. Hiermee wordt de drempelwaarde, zoals bepaald in categorie C 11.3 van het Besluit-m.e.r. overschreden. De opname van Nieuw Amstel Oost I, II en III in het bestemmingsplan is derhalve m.e.r.-plichtig. Ad 3. Jachthaven Het bestemmingsplan maakt de aanleg van een jachthaven mogelijk. Vaststaat dat deze activiteit niet m.e.r.-plichtig is omdat de drempelwaarde van 500 ligplaatsen niet zal worden bereikt. Daarnaast is de jachthaven niet gelegen in gevoelig gebied, zoals bedoeld in het Besluit m.e.r. (Beschermd natuurmonument, Natura-2000 gebied, EHS). Wel geldt ingevolge artikel D 10.3 een m.e.r.-beoordelingsplicht. Het bestemmingsplan maakt de aanleg van een jachthaven van 100 ligplaatsen of meer mogelijk. Het exacte aantal ligplaatsen is nog niet bekend maar de verwachting is dat dit meer dan 100 ligplaatsen zal zijn meer zeker niet meer dan 500 ligplaatsen.
Standpunt Voor Nieuw Amstel Oost I, II en III moet een zogenaamde plan-m.e.r. worden opgesteld (en geen project m.e.r.). Achtergrond hiervan is dat het bestemmingsplan de aanleg van Nieuw Amstel Oost I, II en III niet rechtstreeks mogelijk maakt, maar slechts het kader stelt (via een wijzigingsbevoegdheid). Als de bestemming daadwerkelijk wordt gewijzigd moet een projectm.e.r. worden opgesteld. Bij het opstellen van het bestemmingsplan Glastuinbouw speelt de m.e.r.-regelgeving een belangrijk rol. Opname van de jachthaven in het bestemmingsplan is m.e.r. beoordelingsplichtig. Voor het nieuwe glastuinbouwgebied geldt een m.e.r.-plicht. Tenslotte moet er rekening mee worden gehouden dat het herhalen van de huidige bestemming glastuinbouw (onbenutte bouwmogelijkheden, groter dan 100 ha) m.e.r.-plichtig is.
19
10. Procedure In aanloop naar dit bestemmingsplan zullen de belanghebbenden van het plangebied betrokken worden bij de planvorming. Nog voordat het bestemmingsplan ter inzage wordt gelegd zal er een informatiebrief worden verstuurd. 10.1 Voorontwerp Om een ieder in het plangebied de mogelijkheid te geven om tijdig te kunnen reageren wordt voorgesteld om voor dit bestemmingsplan het voorontwerp ter inzage te leggen. In het verleden zijn er beloftes gedaan waarbij de betrokkenen in het plangebied belooft is deze in een vroeg stadium te betrekken. Om de kwaliteit te waarborgen en het inventariseren van het plangebied makkelijker te maken is het voorontwerp het ideale instrument. Tevens voorkom je door het ter inzage leggen van een voorontwerp dat grote groepen de beroepsfase ingaan. Veel onduidelijkheid en miscommunicatie kunnen worden weggenomen door belanghebbenden reacties te laten geven op het voorontwerp. Een investering in het voortraject betaalt zich uit in het formeel juridische traject. 10.2 nWro De nieuwe Wet ruimtelijke ordening is vanaf 1 juli 2008 van kracht. Dit houdt in dat het voorontwerp nadat het door het college is vastgesteld ter inzage (6 weken) wordt gelegd. Belanghebbenden kunnen hun reacties indienen, deze worden verwerkt. Hierna stelt het college het ontwerpbestemmingsplan vast en wordt het ter inzage (6 weken) gelegd. Belanghebbenden kunnen hun zienswijzen indienen, de zienswijzen worden verwerkt. Na verwerking zienswijzen wordt het bestemmingsplan voorgelegd aan de gemeenteraad. Na vaststelling gemeenteraad wordt het vastgestelde bestemmingsplan ter inzage gelegd (6 weken). In deze periode bestaat de mogelijkheid voor belanghebbenden om beroep in te stellen bij de Raad van State. Parallel aan de procedure van het bestemmingsplan zal ook een exploitatieplan worden ontwikkeld. Dit bestemmingsplan zal tevens voldoen aan de digitaliseringplicht voor ruimtelijke besluiten welke geldt vanaf 1 januari 2010.
20