GESC
HIED
ENIS
ONDERBOUW
Sprekend verleden
VWO
WERkBOEk
2
VWO
2 WERkBOEk
erbouw en de
aar een leerboek,
centen met digibord/
estaat verder uit
www.walburgpers.nl ISBN 90.5730.747.2
hikbaar c s e b l a ta Ook digi en Android! op iPad 01-09-11 10:24
5DE DRUK - ONDERBOUW VERANDERING EN CONTINUÏTEIT WWW.SPREKENDVERLEDEN.COM Brochure_SprekendVerleden_Onderbouw_Walburg.indd 1
1
22-10-14 14:48
Inhoud HET LEERBOEK
3
Het leerboek staat centraal • De komst van het digibord beïnvloedt het leerboek • De komst van het werkboek op maat (arrangeerbaarheid) Openingsbladzijden bij elk hoofdstuk • Springplank: uitdagende introductie-opdracht • Hoofdstuk in de tijd plaatsen • Hoofdstuk in kaart brengen Het historisch overzicht, kort, eenvoudig, duidelijk gepresenteerd Twee KKW-bladzijden aan het slot van elk hoofdstuk • Voorbereiding proefwerk • Wie is het onthouden waard • Speelse afsluiting • Keuze-opdrachten
HET WERKBOEK
6
WEBSITE (ICT) VOOR LEERLINGEN
7
SV-DIGIBORD
8
DOCENTENMATERIAAL
9
Perfecte aansluiting bij het leerboek De indeling van het kern-werkboek Samenvatten met basisvragen en schematiseringsopdrachten Verschillen tussen de hv- en vwo-werkboeken Overzicht van kenmerkende aspecten in het werkboek
Soorten opdrachten • Opdrachten met overdracht van kennis en inzicht • Korte oefeningen in vaardigheden, gekoppeld aan kennis • Uitvoerige oefeningen in vaardigheden, gekoppeld aan kennis • Opdrachten die een afbeelding in het boek tot leven wekken Aanvullende items • Per hoofdstuk • Overkoepelend Leerboek staat centraal Vergroten en toevoegen van beeld-, film-, geluids- en tekstbronnen Vereenvoudigde opdrachten Aandacht voor zowel het verhalende als onderzoekende
Docentenhandleiding • De docentenhandleiding biedt naar keuze zowel digitaal als op papier hulp • Vliegensvlugge oriëntatie Helpdesk Toetsen • Pakket met zowel diagnostische als eindtoetsen • Toetsen van basisstof • Toetsen van Historische vaardigheden • Voorbeelden van diagnostische toetsen voor klassikaal gebruik • Extra vragen Antwoordenboeken
OVERHEIDSVOORSCHRIFTEN EN HET EIGENE VAN SPREKEND VERLEDEN
2
Brochure_SprekendVerleden_Onderbouw_Walburg.indd 2
10
www.sprekendverleden.com
22-10-14 14:48
HET LEERBOEK Het leerboek staat centraal Als gevolg van de nieuwe ontwikkelingen is de functie van het werkboek sterk gaan variëren en mede daardoor is het leerboek centraal komen te staan. De komst van het digibord beïnvloedt het leerboek Het digibord biedt schitterende aanvullende mogelijkheden voor een veel gevarieerder geschiedenisonderwijs. Mits de docenten beschikken over zo’n bord, een goede beamer en indien nodig ook over verduistermogelijkheden. Met het digibord kan de docent zowel verhalend en beeldend te werk gaan als ook onderzoekend. Het digibord kan ook worden gebruikt om onderwijsleergesprekken of zelfwerkzaamheidsopdrachten in te leiden en/of af te sluiten. Voor de digiborddocent is het van belang dat hij vanuit het leerboek kan werken. Maar ook de niet-digiborddocent heeft groot profijt van het voor digibord optimaal geschikt gemaakte leerboek. Want ook zonder digibord kan van het meeste digibordmateriaal gebruik worden gemaakt. Om dit op een voor de docenten zo eenvoudig mogelijke wijze zichtbaar te maken is de docentenhandleiding geheel anders opgezet. In deze andere opzet wordt het leerboek als centraal uitgangspunt gebruikt. De komst van het werkboek op maat (arrangeerbaarheid) Het werkboek op maat, ook wel arrangeerbaar werkboek genoemd, maakt het voor de docenten mogelijk een werkboek samen te stellen dat aan hun wensen en hun schoolsituatie tegemoet komt.
Als gevolg van een groot aantal factoren worden de werkboeken zeer verschillend gebruikt door docenten. De een behandelt meer opdrachten dan de ander, ook de keuze van de opdrachten verschilt. Sommige van onze rubrieken (eenheden) kan een docent ook direct in de klas met de leerlingen doen zonder voorbereiding met het werkboek. Zo zijn er meer verschillen. Het werkboek is daarom beperkt tot de kern. Het aantal keuzeopdrachten op de website is uitgebreid. Daarvan kunnen docenten naar wens op diverse manieren gebruik maken. Zowel de mogelijkheid gebruik te maken van het werkboek op maat, als het tot de kern terugbrengen van het traditionele werkboek met digitale uitbreidingsmogelijkheden stimuleren een centrale rol voor het leerboek bij het uitstippelen en uitvoeren van de lessen. Alle mogelijkheden staan met wb en www aangevuld met een cijfer in het leerboek aangegeven.
Openingbladzijden bij elk hoofdstuk De twee openingsbladzijden bij elk hoofdstuk hebben als functie: – het introduceren van het hoofdstuk, – en het in tijd en ruimte plaatsen van het hoofdstuk. Springplank: uitdagende introductie-opdracht Op de eerste openingsbladzijde van elk hoofdstuk staat een voor de leerlingen uitdagende opdracht die het hoofdstuk introduceert en vragen oproept die in het hoofdstuk aan de orde komen. De docent doet deze opdracht bij voorkeur met het materiaal voor digibord. Maar ook zonder dat biedt het beeldmateriaal op die openingsbladzijden de mogelijkheid de kern van die opdracht uit te voeren.
Bovenaan de openingsbladzijden staat altijd een tijdbalk. Samen met de eerste opdracht in het werkboek kun je het hoofdstuk in de tijd plaatsen. Voorbeeld van twee openingsbladzijden
bEgIn van lanDbOuW - Ontstaan van DOrpEn 5000 v.C.
DEEl rOmEInsE rIjk
EgyptE Is EEn staat wb 1
3100 v. Chr.
30 v. Chr.
500 na Chr.
hoofdstuk
3
HEt OuDE EgyPtE
HOE OntstOnD EgyPtE als staat?
Introductie van het hoofdstuk. Met enkele afbeeldingen van historische vondsten, een filmfragment of weblink word je uitgedaagd tot het stellen van vragen en zoeken naar antwoorden die voor het hoofdstuk van belang zijn.
De titel van het hoofdstuk
Het Oude Egypte
www 3-1
wb 2
Verwijzing naar een werkboekopdracht
wb 3
Altijd één of twee kaarten op de tweede openingsbladzijde. Samen met één of twee opdrachten in het werkboek kun je het hoofdstuk in de ruimte plaatsen.
Periodiseren in de geschiedenis
Het begrip Oudheid
De farao in strips en films
www
Het Oude Egypte is niet alleen populair als toeristische bestemming. Ook in films en stripverhalen krijgt het veel aandacht. Hierboven zie je een foto uit zo’n film. De filmmakers en striptekenaars blijken goed te hebben gekeken naar vondsten uit het Oude Egypte. In de films en stripverhalen wordt de farao (koning) zeer verschillend uitgebeeld. Welke uitbeelding lijkt het meest op een farao uit het Oude Egypte?
Onder het begrip Oudheid vallen de oude culturen in het Midden-Oosten zoals het Oude Egypte en Mesopotamië en ook het Oude Griekenland en het Romeinse rijk. De laatste twee worden vaak aangeduid als ‘Klassieke Oudheid’. In het Oude Egypte en Mesopotamië begint de geschiedenis omstreeks 3100 voor Chr. In het oude Griekenland omstreeks 1900 voor Chr. De geschiedenis van het Romeinse rijk begint met de stichting van Rome in 753 voor Chr. Vanuit Rome wordt in de volgende eeuwen het gehele gebied veroverd waar de Oudheid zich afspeelde. Aan de Oudheid kwam omstreeks 500 na Chr. een einde.
30
www zonder nummer verwijst naar een digibord-item. Een docent kan daar in de les gebruik van maken.
www.sprekendverleden.com
Brochure_SprekendVerleden_Onderbouw_Walburg.indd 3
31
Begint in een hoofdstuk een nieuw tijdvak of een nieuwe periode, dan wordt daarover uitleg gegeven.
www met een volgnummer is een keuze-opdracht – interactief. Deze opdracht staat op www.sprekendverleden.com/leerling
3
22-10-14 14:48
Hoofdstuk in de tijd plaatsen Elk hoofdstuk start met een tijdbalk over twee bladzijden. Met behulp van opdracht 1 in het werkboek wordt deze tijdbalk benut om aan het begin van het hoofdstuk de inhoud in de tijd te kunnen plaatsen. Aan de beide door de overheid voorgeschreven periodiseringen wordt recht gedaan. Met het oog daarop is het aantal tijdbalkopdrachten uitgebreid. Hoofdstuk in kaart brengen Op de tweede openingsbladzijde staan één of twee kaarten met behulp waarvan de leerlingen het onderwerp van het hoofdstuk in de ruimte kunnen plaatsen. In samenhang daarmee zijn in het werkboek bijbehorende opdrachten opgenomen, altijd de tweede opdracht.
Het historisch overzicht, kort, eenvoudig, duidelijk gepresenteerd Elk hoofdstuk heeft een historisch overzicht. Het historisch overzicht heeft geen achtergrondkleur. – het merendeel van de basisstof wordt door de leerlingen in schema’s in het werkboek verwerkt. – de paragrafen beginnen telkens bovenaan een bladzijde. – aan het slot van elke paragraaf wordt met een symbooltje wb verwezen naar de basisvragen en begrippen die bij deze paragraaf horen.
Twee KKW-bladzijden aan het slot van elk hoofdstuk Elk hoofdstuk wordt afgesloten met twee KKW-bladzijden. KKW wordt door ons als afkorting gebruikt voor kennen, kunnen en willen. De indeling en vormgeving van deze twee bladzijden zijn in elk hoofdstuk hetzelfde. Voorbereiding proefwerk De linker KKW-bladzijde bevat altijd een opsomming van wat de leerlingen ter afsluiting van het hoofdstuk moeten kennen en kunnen: – Samenvattingsopdrachten per paragraaf (in het werkboek te vinden) – Begrippen die de leerlingen in de tijd moeten kunnen plaatsen – Plaatsen die de leerlingen op een kaart moeten kunnen vinden – Diagnostische toetsen met betrekking tot kennis en historische vaardigheden. De docent kan hier voorbeeldvragen met betrekking tot dit hoofdstuk ‘aanklikken’ via het digibord. – Woorden en begrippen met een alfabetisch geordende opsomming van de begrippen die de leerlingen op grond van dit hoofdstuk moeten kennen; van de leerlingen wordt gevraagd deze begrippen op grond van hun betekenis te rubriceren. Er zijn verwijzingen naar puzzels waarin de voorgaande begrippen zijn verwerkt.
De hoofdstuktitel staat op de openingsbladzijden. Elk hoofdstuk heeft een eigen kleur. Elke paragraaf begint bovenaan een bladzijde. En de titel staat in een kleurvlak.
paragraaf
1
Germaanse volken nemen het gezag van de Romeinen over Tijdens de laatste eeuwen van het West-Romeinse rijk trokken allerlei volken dat rijk binnen. Het lukte de Romeinse legers niet meer iedere keer de invallers te verslaan. Sommige volken trokken zich weer terug, bijvoorbeeld de Hunnen (blz. 87). Een andere groep volken, de Germanen, bleef echter. Er ontstond een groot aantal Germaanse staten (kaart). De verslagen Romeinse legers werden opgeheven of teruggeroepen naar Rome.
Het historisch overzicht heeft geen achtergrondkleur.
De Germaanse volken hadden elk hun eigen staat. Maar ze hadden veel gemeenschappelijk:
• Hun talen leken sterk op elkaar. • Zij leefden vooral van landbouw •
•
6 De Middeleeuwen |
paragraaf
2
De Germanen
en woonden in dorpen. Hun samenleving was gelaagd: slaven vormden de onderste laag, vrijgelatenen de middelste laag en aan de top stonden de vrije mannen. De vrouwen en kinderen waren ondergeschikt aan hun man/vader. Elk volk was verdeeld in verschillende stammen.
• In iedere stam had de vergade-
ring van vrije mannen de meeste macht. In oorlogstijd werd een aanvoerder gekozen.
De Franken werden het belangrijkste Germaanse volk. Hun staat zou een tijdlang belangrijk zijn in de geschiedenis van Europa. Het huidige Frankrijk is naar hen genoemd. Karel de Grote Karel de Grote (742-814) werd de bekendste koning van de Franken. •• Hij•deed•veel•voor•onderwijs•en• wetenschap. In de Vroege Middeleeuwen hielden alleen geestelijken zich bezig met onderwijs en wetenschap. Karel liet geestelijken overal in kerken en kloosters scholen oprichten. Kinderen van edelen en veelbelovende kinderen die niet van adel waren, hadden toegang tot deze scholen. Aan zijn hof nodigde hij geleerden uit. Hij liet hen Griekse en Romeinse handschriften bestuderen. Want hij wilde daarvan leren, bijvoorbeeld welke wetten de Romeinen hadden gemaakt.
•• Hij•liet•het•schrift•verbeteren. De Romeinen schreven alles met hoofdletters (zie bijvoorbeeld de munten op blz. 75). Karel de Grote liet kleine letters invoeren (zie bron 3, blz. 14). We profiteren daar nu nog van. •• Hij•voerde•veel•oorlogen•om•zijn• land•te•vergroten•en•om•het• christendom•te•verbreiden. Voor het eerst na het uiteenvallen van het West-Romeinse rijk was er in West-Europa weer één groot rijk. Op kerstdag in het jaar 800 plaatste de paus de keizerskroon op het hoofd van Karel. De West-Romeinse keizer die in 476 was afgezet, had weer een opvolger. Na de dood van Karel de Grote viel het rijk spoedig uiteen. Dit had verschillende oorzaken: • de gewoonte bij de Germanen om het rijk te verdelen onder alle zonen van de vorst; • de oorlogen die de opvolgers van Karel de Grote tegen elkaar voerden; • de aanvallen van volken zoals de Noormannen vanuit het noorden (zie blz. 101) en de moslims vanuit het zuiden (blz. 118).
In de Vroege Middeleeuwen bleven sommige steden wel bestaan, maar ze werden kleiner. De meeste mensen trokken naar het platteland. In de stad was voor hen geen werk meer. Vrije boeren, horigen, edelen en geestelijken werden de belangrijkste bevolkingsgroepen. De meeste mensen leven op een domein Bijna iedereen leefde in de Vroege Middeleeuwen op een domein op het platteland. Een domein was een dorp met omgeving en alles wat daarbij hoorde aan land en goederen. Het werd bestuurd door een edelman, een bisschop of een klooster. Het middelpunt van een domein was een kasteel of een klooster. Meer over het leven op een domein staat op blz. 124-125. Iedere grootgrondbezitter had minstens één domein. De rijken onder hen hadden er vele. De edelman, bisschop of abt woonde zelf op één domein en liet de andere besturen door rentmeesters.
Karel de Grote, geëerd als Europeaan
Deze film geeft ook een beeld van de Noormannen. Je kunt dat beeld vergelijken met wat hiernaast staat. De film is te koop en te huur. Op Youtube zijn fragmenten uit de film te zien.
‹‹
De titel van het onderwerp staat onder de titel van de deelrubriek.
›› Borstbeeld van Karel de Grote, ±1350 gemaakt. Het lijkt vermoedelijk niet veel op Karel. Wel laat het beeld goed zien dat Karel een grote indruk maakte op de mensen na zijn tijd. In werkelijkheid was Karel waarschijnlijk ook een indrukwekkend man. In het beeld bevindt zich de schedel van Karel. Op de kroon zie je het christelijke kruis, op zijn borst de wapens van Frankrijk (lelie) en het Duitse rijk (adelaar).
Vrije boeren Hier en daar woonden vrije boeren. Zij bezaten hun eigen grond en hadden meestal personeel dat onvrij was. Horigen De meeste mensen waren horigen (=onvrije mensen). Sommigen hadden geen enkel bezit. Zij werkten elke dag voor hun heer. Anderen hadden land gepacht van een heer en moesten diensten voor hem verrichten. Onder de horigen die land hadden gepacht, waren grote verschillen: • Sommigen hadden meer land gepacht dan anderen. Daardoor konden ze meer voedsel verbou-
wen en hadden ze dus meer kansen om te overleven.
• Sommigen hoefden minder
•
diensten voor hun heer te verrichten dan anderen. Wie minder voor zijn heer hoefde te werken, had meer tijd voor zijn eigen bedrijfje. Sommigen hoefden minder van hun oogst af te staan dan anderen. Zij hielden zo meer over voor zichzelf.
Sommige horigen waren nakomelingen van vrije boeren die hun vrijheid hadden opgegeven in ruil voor de bescherming door een adellijk heer. De meeste horigen waren nakomelingen van Romeinse slaven die van hun eigenaar een stuk grond in pacht hadden gekregen. Deze mensen hadden als horigen meer vrijheid gekregen, maar zij moesten nu wel voor zichzelf zorgen. ›› wb 4 en 21.2a, b, c, d
De Noormannen, beeld en werkelijkheid
Beroemd, berucht, een buitenbeentje?
Van alle koningen in de Middeleeuwen is Karel de Grote verreweg de bekendste geworden. In de heldenverhalen die in die tijd door zangers en toneelspelers werden verspreid, kan hij veel meer dan ieder ander mens: op 200-jarige leeftijd rijdt hij er nog met zijn soldaten op uit. Hij werd de voorvechter van het christendom en het voorbeeld voor iedere koning in Europa. In 1166 werd hij heilig verklaard. Delen van zijn lichaam werden uit zijn graf verwijderd en op verschillende plaatsen vereerd. Een geestelijke uit zijn omgeving beschreef Karel als een lange, sterke man met heldere ogen, die hield van paardrijden, jagen en zwemmen. Behalve zijn eigen taal sprak hij ook Latijn en verstond hij Grieks. Schrijven heeft hij nooit geleerd. De geestelijke vertelt ook, dat Karel een matig eter en drinker was, en dat hij van vele vrouwen hield. Karel werd al in zijn tijd ‘de Grote’ genoemd. In onze tijd is een Europese prijs naar hem genoemd. Toch vindt niet iedereen hem ‘groot’, zie blz. 122.
Vrije boeren en horigen Ruim 90% van de bevolking werkte op een domein als boer, landarbeider, ambachtsman of personeel van de heer. Er waren onder hen grote verschillen in de levensomstandigheden.
Beeldvorming
wb 21.1a, b, c
De titel van een deelrubriek staat in de bovenste balk.
Voorbeeld van twee bladzijden in het historisch overzicht
De samenleving in de Vroege Middeleeuwen
www
In de tijd van Karel de Grote begonnen de Noormannen met hun veroveringstochten. Zij worden ook wel Vikingen genoemd. Zij woonden in Noorwegen, Zweden en Denemarken. In de Nederlandse geschiedenis zijn ze vooral bekend als uitstekende zeelieden die de kusten van West-Europa plunderden en het voorzien hadden op kerken en kloosters. Daar viel de meeste buit te behalen. In Nederlandse geschiedenisboeken zie je vaak een afbeelding van een schoolplaat die vroeger in veel klaslokalen hing. Op die plaat zie je Noormannen en een geplunderd en brandend Dorestad (vlakbij Wijk bij Duurstede). Dat beeld geeft een deel van de werkelijkheid te zien. Dorestad is verschillende malen door de Noormannen geplunderd. Maar wie alleen dat beeld van de Noormannen heeft, heeft een onjuist beeld. Zij hebben zeer veel handel gedreven. Ook hebben zij zich in de Vroege Middeleeuwen op verschillende plaatsen in Europa gevestigd (kaart). Zij werden de stichters van een groot rijk in Rusland. In Oekraïne worden zij als stichters van de staat gezien, zie hiernaast het standbeeld in Kiev. Zij vestigden zich in Normandië, van waaruit ze Engeland veroverden (blz. 112). Ook vestigden ze zich op Sicilië (blz. 120). Van daaruit legden ze contacten met de Arabieren op het gebied van handel en wetenschap. En eerder dan Columbus ontdekten zij Amerika. Al zullen de Indianen zeggen: ‘En wij dan?’
Aan het slot van elke paragraaf wordt met een symbooltje (wb) verwezen naar de basisvragen en begrippen en andere opdrachten die bij deze paragraaf horen.
wb 21.1d
wb 3
100
101
Op sommige bladzijden in het historisch overzicht staat een rubriek. Zo’n rubriek is te herkennen aan de kleur en beslaat meestal maar een deel van een bladzijde.
4
Brochure_SprekendVerleden_Onderbouw_Walburg.indd 4
Onderaan in een rubriek of bij een afbeelding staat een verwijzing naar wb en/of www, als daarvan sprake is (zie voor www hierna).
www.sprekendverleden.com
22-10-14 14:48
/?
Voorbeeld van twee KKWbladzijden
In het werkboek te vinden
2 eerste mensen 2 De eerste mensen | De afSluItIng
2 De eerste mensen
Kennen, kunnen, willen
Wat hoort er niet bij?
Samenvattingen
Woorden en begrippen
In het werkboek staan de basisvragen met behulp waarvan je belangrijke leerstof uit het hoofdstuk kunt halen: wb 7.
De onderstaande woorden en begrippen worden in hoofdstuk 2 voor het eerst genoemd en uitgelegd. De betekenis kun je ook achterin je werk boek en in het Historisch Woordenboek op de website vinden. Bestudeer de alfabetisch geordende woorden en begrippen. Bedenk ongeveer vier rubrieken waarin je deze woorden en begrippen kunt indelen.
In de tijd plaatsen
Zorg ervoor dat je het volgende in de tijd kunt plaat sen: Prehistorie – overgang van jagen en verzamelen naar landbouw – soorten mensen in de geschiede nis (Voorloper van de mens, de Voormens, de Vroe ge mens, de Oude mens, de Mens van nu) – pre historische grotschilderingen in Spanje, Frankrijk en NoordAfrika – veenlijken – hunebedbouwers – oudste werktuigen in Nederland – einde Prehistorie in Nederland In kaart brengen
Alle kaarten staan in de Historische Atlas op de website. Sommige ook in het leerboek en in het werkboek. Zorg ervoor dat je het volgende op een kaart kunt vinden: Olduvaikloof – Galapagoseilanden – Lascaux – Yde – Mesopotamië – Eufraat – Tigris
Bijbel, cultuuruitingen (zoals godsdienst, magie, taal en kunst), econo mie, etnische groep, evolutieleer, hunebedden, Mens van nu (homo sapiens sapiens), Oude Mens (homo sapiens), politiek, sociale omstan digheden, trechterbeker, veenlijken, Voorloper van de mens, Voormens (homo habilis), Vroege Mens (homo erectus), vuistbijlen Op de website staan de volgende puzzels: • De eerste mensen: woorden en begrippen www 2-4 • Welke woorden horen in welke groep? www 2-5 Wie is het onthouden waard?
afbeeldingen combineren met de Prehistorie
a cultuurverschil – klimaat – leef gebied – huidkleur b schraapsteen – dierenhuid – kleding – pijlpunt c jagen – vrije tijd – verzamelen – leven in eenvoudige hutten d grotschilderingen – moeder godin – Voormens – magie e Darwin – Bijbel – evolutie – Meisje van Yde f economie – politiek – erfelijke kenmerken – sociale omstan digheden g godsdienst – taal – cultuur – kunst
Spelregels • Verdeel de klas in groepen van drie tot vier leerlingen. • Elke groep krijgt (een envelop met) een stapeltje kaartjes. • Leg de kaartjes zonder ze te bekijken op een stapeltje met de afbeeldingen naar beneden voor je op tafel. • Op aangeven van de docent pakt een lid van de groep het bovenste kaartje en
Willen De toetsen in dit hoofdstuk dragen bij tot de volgen de historische houding: • bereidheid met verschillende verklaringen reke ning te houden en daarbij argumenten te wegen; • bereidheid bij het vaststellen van feiten bewijs materiaal te zoeken en te wegen.
legt dat open op tafel. Iedereen krijgt nu een halve minuut de tijd om zoveel mogelijk begrippen/woordcombinaties op te schrijven die met de afbeelding te maken hebben. Daarna worden de antwoorden verge leken en punten gegeven: – Ieder krijgt een punt voor elk goed begrip/woordcombinatie, – Ieder krijgt twee punten voor een door niemand anders bedacht en goed gevonden begrip of woordcombinatie. De groep en de leerling met de meeste punten winnen.
Scheidsrechter • Elke groep beslist zelf of een begrip of woordcombinatie goed of fout is. • Als er in een groep onenigheid over goed of fout is, wordt de docent als scheidsrechter te hulp geroepen.
Het woord ‘voorbeeld’ betekent dat er een oefen voorbeeld beschikbaar is voor klassikaal gebruik (digibord of beamer of op papier). Je docent beschikt over meer oefentoetsen.
Historische vaardigheden • Vergelijken in de tijd (voorbeeld) • Onderkennen van standplaatsgebondenheid (voorbeeld) • Feiten vaststellen (voorbeeld) • Veronderstellingen bedenken
•
•
Diagnostische toetsen
Kennis Samenvattingen, Personen, Woorden en begrippen, Verwerkingsvragen (voorbeeld)
www
Wat ga je doen? Je ziet hieronder zeven rijen woor den staan. Per rij kies je één woord (of woordcombinatie) dat er niet in thuishoort. Schrijf op waar om jij vindt dat dit woord of deze woordcombinatie uit historisch oogpunt niet in deze rij thuishoort (soms is meer dan één antwoord goed). Je kunt dat het beste doen door op te schrijven waarom er drie bij elkaar horen en eentje niet.
In hoofdstuk 2 worden de volgende personen genoemd. Je kunt er natuurlijk zelf personen aan toevoegen. Lees wat er in het leerboek en kijk wat er op de website over hen staat. Beantwoord dan de volgende vragen: a Schrijf achter elk van de vol gende personen één van de volgende vier mogelijkheden: heel beroemd, beetje beroemd, berucht of buitenbeentje. b Welke personen zijn om welke redenen in het bijzonder het onthouden waard? Discussieer met elkaar over keuzes en redenen.
• • • • • •
Adam en Eva Mens van nu (CroMagnon) Meisje van Yde Venus van Willendorf Charles Darwin Julius Caesar
Keuze-opdrachten – werkboek
www
2-3 Op welke wijze werden stenen monu menten gebouwd? 2-6 Wat van een rendier werd gebruikt in de Prehistorie 2-7 Kwartet Geschiedenis en Prehistorie De ‘keuze-opdrachten – werkboek’ zijn voor docenten te downloaden van de website. Keuze-opdrachten – interactief
Kwartet ‘Geschiedenis en Prehistorie’
www
2-1 Op zoek naar vuur 2-2 De schepping geschilderd 2-4 De eerste mensen: woorden en begrip pen 2-5 Welke woorden horen in welke groep? De ‘keuze-opdrachten – interactief’ zijn door leerlingen te maken via de website.
‹‹
Op de website vind je een kwartetspel waarmee je al kwartettend te weten kunt komen wat je van dit hoofdstuk aan basiskennis hebt opgestoken.
28
29
Blauwe tekst opklikbaar door de docent via het digibord of anders via de website
Wie is het onthouden waard? In de rubriek Wie is het onthouden waard? staat een opsomming van de in het hoofdstuk genoemde historische personen, waarbij de leerlingen in een opdracht worden uitgedaagd zich uit te spreken over de mate van beroemd- of beruchtheid en over wie waarom het onthouden waard is. Onderaan de eerste kolom hebben we onder het kopje ‘Houding’ vermeld wat we met ‘willen’ bedoelen. In het geschiedenisonderwijs wordt aan dit aspect weinig aandacht besteed. Maar of de docent het wil of niet, hij beïnvloedt in elke les de houding van zijn leerlingen, en dan is het beter dat hij zich daarvan bewust is en het er (soms) met zijn leerlingen over heeft. Speelse afsluiting De rechter KKW-bladzijde begint altijd met de rubriek Variërende werkvormen. De opdrachten in deze rubriek komen voort uit wat in ons land doorgaans wordt aangeduid als ‘activerende
www.sprekendverleden.com
Brochure_SprekendVerleden_Onderbouw_Walburg.indd 5
werkvormen’, waarvoor wij de aanduiding ‘variërende werkvormen’ prefereren. In deze rubriek staan een of twee opdrachten waarin de leerlingen op een speelse wijze kunnen oefenen in wat ze moeten kennen en kunnen; dus oefenen met wat op de linker bladzijde is aangegeven. De meeste van deze opdrachten kunnen zonder meer vanuit het leerboek worden uitgevoerd. Sommige opdrachten vergen enige voorbereiding van de docent. Keuze-opdrachten De KKW-bladzijden eindigen met een overzicht van de keuzeopdrachten bij elk hoofdstuk. Deze keuze-opdrachten staan op de website. De interactieve onder het tabblad Leerling. De keuze-opdrachten werkboek onder het tabblad Docent.
5
22-10-14 14:49
verleden een zeer nauwe samenhang tussen de op kennis verzamelen gerichte basisvragen en de bijbehorende stof in de paragrafen. Anders dan bij andere methoden zijn de antwoorden op de basisvragen altijd eenvoudig te vinden. - Er is een groot aantal schematiseringsopdrachten. De leerlingen leren met behulp van voorbeeldschema’s en basisvragen in de samenvattingsopdracht basisstof te schematiseren.
DE OPKOMST VAN DE MIDDElEEUWSE STEDEN VROEGE MIDDELEEUWEN
LATE MIDDELEEUWEN Op welke manieren kooplieden gingen samenwerken
Waardoor de handel bijna verdween
Waardoor de steden gingen groeien
Waardoor de handel herleefde
Op welke manieren kooplieden steun kregen van vorsten
Leer de leerlingen de basisvragen zelfstandig beantwoorden - In de eerste klas moet de leerlingen geleerd worden die basisstof zelfstandig uit de paragrafen te halen. Dat zal vooral in het begin van het jaar, en dus in de eerste hoofdstukken, gebeuren. Daarna kan het aan de leerlingen worden overgelaten, waardoor de docent meer tijd voor de andere opdrachten heeft. - De docent kan zijn leerlingen wel af en toe thuis of op school basisvragen laten beantwoorden en die dan controleren. Dat kan ook met behulp van het antwoordenboek in digibord. - De leerlingen hoeven wat ons betreft ook niet altijd de basisvragen te beantwoorden; de docent kan hun de antwoorden van een paragraaf of hoofdstuk ook eens geven. - En uiteraard kunnen docenten de stof voor een proefwerk beperken door vragen uit samenvattingen te schrappen.
Lb blz. 105 en 108
21.3 De opkomst van de middeleeuwse stad a Vul het bovenstaande schema over de groei van de steden in met behulp van de tekst in het leerboek op blz. 105 en 105. Begrippen die je moet kunnen uitleggen: gilde – Hanze Lb blz. 109 b Geef twee oorzaken waardoor het merendeel van de bevolking van de steden geen invloed had op het bestuur van de stad. c Schrijf in de bovenstaande piramide de vier bevolkingslagen in middeleeuwse steden. Beschrijf elke laag in enkele woorden.
Voorbeeld van een bladzijde in het werkboek met schematiserings opdrachten
Begrip dat je moet kunnen uitleggen: stadsrechten
Hoofdstuk 6 De Middeleeuwen
92
hk 6 WB HV1.indd 92
16-11-10 14:01
HET WERKBOEK Perfecte aansluiting bij het leerboek - Het werkboek op papier is beperkt tot de kern. - Bijna alle opdrachten beslaan een pagina in het werkboek. - Het werkboek kan worden uitgebreid met keuze-opdrachten: a. een interactief deel is alleen via de website te gebruiken. b. u it een groot aantal via de website aangeboden keuzeopdrachten kunnen de docenten naar wens het werkboek aanvullen. Alle mogelijkheden staan met wb en www aangevuld met een cijfer in het leerboek aangegeven. De keuze-opdrachten kunnen worden benut om: - de leerstof toe te passen en uit te breiden; - de basisstof op een speelse manier te verwerken.
Gebruik andere opdrachten als het erom gaat de basisstof door de leerlingen te laten verwerken - Sommige docenten vinden de basisvragen te gemakkelijk; zoals een docent zei: ‘Ik heb liever een slecht schoolboek, daar hebben de leerlingen nog wat aan te kluiven.’ Deze docenten gaan echter voorbij aan de functie van onze basisvragen en gebruiken deze vragen anders dan door ons is bedoeld. De functie van onze basisvragen is de leerlingen te helpen de voor een proefwerk essentiële stukjes (basisstof ) op eigen kracht uit het historisch overzicht te leren halen. - Voor het toepassen van de basisstof bestaan andere opdrachten in het werkboek. Zie daarvoor op de KKW-bladzijden aan het slot van elk hoofdstuk in het bijzonder de rubriek Verwerkingsvragen onder Kennis, en de rubrieken Woorden en begrippen, Wie is het onthouden waard? en de opdrachten op de rechter bladzijde in de rubriek Variërende werkvormen. - Ook in alle rubriek-opdrachten worden historische vaardigheden gecombineerd met basisstof.
Verschillen tussen de hv- en vwo-werkboeken De indeling van het kern-werkboek 1 Tijd en plaats - Tijdbalk-opdrachten, deels over de Tien Tijdvakken - Opdracht(en) waarmee de leerlingen het onderwerp van het hoofdstuk in de ruimte kunnen plaatsen. 2 Belangrijke gebeurtenissen en verschijnselen Opdrachten over de rubrieken (in het historisch overzicht en aan het slot van elk hoofdstuk). Ze staan in de volgorde waarin ze in het leerboek te vinden zijn. 3 Het hoofdstuk samenvatten - De per paragraaf geordende samenvattingsvragen. - De samenvattingsopdrachten gegroepeerd rond paragrafen, ook in het leerboek is dat aangegeven met wb
Samenvatten met basisvragen en schematiseringsopdrachten
Bij het HV-leerboek zijn twee werkboeken verkrijgbaar: het HVwerkboek en het V-werkboek. Het HV-werkboek verschilt van het V-werkboek door meer begeleide vragen en schema’s, minder vragen, beperktere vragen, beperktere antwoorden (minder voorbeelden, etc. gevraagd), andere vragen. Minder opdrachten. In het werkboek HV zijn is bij alle vragen en subvragen schrijflijnen geplaatst.
Overzicht van Kenmerkende aspecten in het werkboek - Aan de door de overheid voorgeschreven Kenmerkende aspecten wordt recht gedaan. - In het werkboek is een overzicht opgenomen, waarin is aangegeven waar in Sprekend verleden welk Kenmerkend aspect aan de orde komt.
Nauwe samenhang tussen de basisvragen en het historisch overzicht, veel schematiseren door de leerlingen - Anders dan in de meeste andere methoden is er bij Sprekend
6
Brochure_SprekendVerleden_Onderbouw_Walburg.indd 6
www.sprekendverleden.com
22-10-14 14:49
Voorbeeld van een interactieve web-opdracht
WEBSITE (ICT VOOR LEERLINGEN) Via www.sprekendverleden.com/leerling kunnen leerlingen die Sprekend verleden gebruiken zich gratis en eenvoudig registreren. Met het leerlingen-account kunnen zij gebruikmaken van de (interactieve) opdrachten en de aanvullende items die in het leerboek en werkboek zijn aangeduid met een www-symbooltje gevolgd door een cijfer. Bijvoorbeeld: www 3-2 Via overzichten per hoofdstuk kunnen zij gemakkelijk hun weg naar zo’n opdracht vinden. Voor docenten bevat de website naast bovenstaande de online docentenhandleiding.
Soorten opdrachten Opdrachten met overdracht van kennis en inzicht Sommige opdrachten zijn vooral bedoeld om de leerlingen zelfstandig met de leerstof te laten bezig zijn, bijvoorbeeld ter voorbereiding van een proefwerk. In de klas hoeft aan deze opdrachten eventueel geen aandacht te worden besteed. Want binnen de opdracht wordt aan de leerlingen de mogelijkheid geboden hun antwoorden te vergelijken met het antwoord van de auteurs. De leerlingen die deze opdrachten doen, vergroten hun kans op een goed proefwerkcijfer. De docent moet dit soort opdrachten wel voor de leerlingen plannen. Hieronder enkele voorbeelden: In de tijd plaatsen - Wie en wat hoort waar? Het Romeinse rijk Romeinse begrippen, kruiswoordpuzzel Memory-Plus: Spelen met beelden uit de Nieuwe Tijd Portrettenspel Rusland-SU
Uitvoerige oefeningen in vaardigheden, gekoppeld aan kennis Een beperkt aantal opdrachten vergt een langere voorbereiding. Dat zijn in het bijzonder de opdrachten in de rubrieken ‘Virtuele rondleiding’ en ‘Beeldvorming - groepswerk’. Deze opdrachten beogen uit te monden in presentaties of een discussie in de klas. Voorbeeld: Het graf van Toetanchamon Opdrachten die een afbeelding in het boek tot leven wekken Er zijn opdrachten waarin aandacht wordt besteed aan beroemde schilderijen. In andere opdrachten worden foto’s vergeleken met filmbeelden, of wordt er een ‘bezoek’ aan gebouwen gebracht. Voorbeeld: Groeten uit Trier * Alle voorbeelden zijn op de website te vinden via tabblad Onderbouw / Website (ICT voor leerlingen)
Aanvullende items
Soms per hoofdstuk maar ook overkoepelend zijn er naast de opdrachten ook aanvullende items die de leerlingen via de website kunnen raadplegen. Per hoofdstuk: • Overzicht van (interactieve) opdrachten • Downloads - schema’s (invulbare pdf of in Word) • Weblinks Overkoepelend: • Historisch woordenboek • Personengalerij Korte oefeningen in vaardigheden, gekoppeld aan kennis Alle opdrachten die training in vaardigheden beogen, zijn gekop- • Historische atlas • Infotheek (gegevens over boeken en films) peld aan waardevolle historische informatie. De opdrachten kunnen door de leerlingen individueel of groeps- • Wegwijzer / studiehulp • Presentatiemogelijkheden gewijs in korte tijd worden gedaan, maximaal ongeveer een kwartier.
www.sprekendverleden.com
Brochure_SprekendVerleden_Onderbouw_Walburg.indd 7
7
22-10-14 14:49
SV-DIGIBORD Het digibord biedt schitterende aanvullende mogelijkheden voor een veel gevarieerder geschiedenisonderwijs. Met het digibordmateriaal bij Sprekend verleden kan de docent zowel verhalend en beeldend te werk gaan als ook onderzoekend. Het digibordmateriaal kan daarnaast worden gebruikt om onderwijsleergesprekken of zelfwerkzaamheidsopdrachten in te leiden en/of af te sluiten. SV-Digibord is óók te gebruiken met alleen een PC-Beamercombinatie. Voor niet-digibordgebruikers is in veel gevallen een alternatief mogelijk. Via bijlagen op de website kan dan het aanvullende digi-beeldmateriaal gebruikt worden.
- Beeldbronnen elders in het leerboek kunnen er in een oogwenk bij worden betrokken. - Nieuwe beeldbronnen (die dus niet in het boek staan) kunnen ter ondersteuning of aanvulling van de geschreven tekst worden getoond aan de leerlingen en op uiteenlopende manieren worden gebruikt. - Hetzelfde geldt voor het toevoegen van kaarten, film- en geluidsfragmenten en tekstbronnen als biografietjes van personen uit de bij Sprekend verleden behorende digitale Personengalerij, digitale opdrachten en toetsen.
Nieuwe en vereenvoudigde opdrachten Het digibordpakket bij Sprekend verleden bestaat per leerjaar uit: - Het leerboek. Het leerboek staat op het digibord centraal. De paragraafordening maakt behandeling per één of twee bladzijden mogelijk. In het leerboek staan aanklikpunten met diverse activiteiten, hierna nader gespecificeerd. - Het antwoordenboek bij het werkboek (voor havo-vwo zowel het antwoordenboek havo-vwo als vwo) Het digibordmateriaal wordt gebruikt in combinatie met digitale docentenhandleiding (voor docenten/gebruikers gratis te downloaden via de website).
Vergroten en toevoegen van beeld-, film-, geluids- en tekstbronnen maken betere, levendiger en gevarieerder behandeling van de basisstof mogelijk dan ooit - Beeldbronnen in het leerboek en onderdelen ervan kunnen worden vergroot, om de leerlingen iets duidelijker te kunnen tonen en meestal om de leerlingen een afbeelding goed te laten analyseren.
8
Brochure_SprekendVerleden_Onderbouw_Walburg.indd 8
- Nieuwe, attractieve opdrachten als gevolg van de digibordmogelijkheden, waarvan de meeste in een of andere vorm ook zonder digibord kunnen worden gebruikt - Een deel van de oude opdrachten wordt vereenvoudigd ten behoeve van digibordgebruik, maar kan ook zonder digibord worden gebruikt.
Aandacht voor zowel het verhalende als onderzoekende - Aandacht voor het verhalende: sommige digi-activiteiten kunnen door de docent worden gebruikt om een essentieel onderdeel in het leerboek te verduidelijken, uit te diepen. Met het oog vooral gericht op beeld en geluid om aspecten tot hun recht te laten komen die niet/of moeilijk in woorden zijn uit te drukken. - Aandacht voor het onderzoekende: andere digi-activiteiten bieden de mogelijkheid om de leerlingen door korte opdrachten gekoppeld aan historisch zinvolle info aan het denken en discussiëren te krijgen.
www.sprekendverleden.com
22-10-14 14:49
DOCENTENMATERIAAL Docentenhandleiding De docentenhandleiding biedt naar keuze zowel digitaal als op papier hulp De (gratis) digitale docentenhandleiding bestaat uit de verkleinde pagina’s van het leerboek met in de marges toelichting op de bijbehorende werkboek- en keuze-opdrachten én het digibordmateriaal. Bij de delen 1 en 2 zijn bovendien uitgebreide routeplanners beschikbaar. Deze routeplanners zijn ook verwerkt in de docentenhandleiding. De routeplanners helpen de docent het leerboek te combineren met het werkboek en de onderdelen van de website. Vliegensvlugge oriëntatie Iedere docent kan zich vliegensvlug leerboekpagina voor leerboekpagina oriënteren. Al kijkend en klikkend op het scherm, of bladerend door de papieren versie ervan, wordt duidelijk wat aan de leerlingen kan worden getoond, wat hun kan worden gevraagd en wat met hen kan worden bediscussieerd.
Helpdesk - Er is een helpdesk op de website van Sprekend verleden: www.sprekendverleden.com - Vragen waarvoor de FAQ-rubriek ontoereikend of niet geschikt is, zullen door de webmaster worden doorgestuurd naar ter zake kundigen bij de uitgeverij of onder de auteurs. Op afspraak kunnen wij u op school van dienst zijn met: • een oriënterend gesprek • een startcursus / workshop over aangevraagd onderwerp • een presentatie of training op school over onderwerp naar keuze (digibord / ICT algemeen / werkboek / …)
Toetsen Pakket met zowel diagnostische als eindtoetsen De toetsen bij Sprekend verleden worden digitaal uitgeleverd in Word-bestanden. Per hoofdstuk van het leerboek is er een totaalpakket aan toetsen. Het pakket is zo samengesteld dat verreweg de meeste onderwerpen uit de basisstof en de belangrijkste in het hoofdstuk geoefende historische vaardigheden dubbel worden bevraagd. Uit dit pakket kan de docent zelf een keuze maken voor diagnostische, tussen- en eindtoetsen. Er zijn geen aparte toetsenbundels voor havo-vwo en vwo. De docent schat zelf in welke toetsvragen voor zijn/haar leerlingen geschikt zijn. Bij een aantal toetsvragen geven wij het ‘advies vwo’. Toetsen van basisstof Onder basisstof verstaan de auteurs van Sprekend verleden de stof die wordt aangegeven op de linker KKW-bladzijde in het leerboek onder de kopjes: - Samenvattingen (basisvragen); - In de tijd plaatsen; - In kaart brengen; - Woorden en begrippen; - Wie is het onthouden waard?
len is vanuit democratisch en vanuit geschiedwetenschappelijk oogpunt een goede zaak. In Sprekend verleden hebben we voor de toetsen de nadruk gelegd op het algemene historisch overzicht. Bij het samenstellen van het historisch overzicht, en dus ook bij het ontwerpen van de toetsen voor de basisstof, zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: - de door de overheid voorgeschreven Noord-West-Europees gerichte ‘oriëntatiekennis’, - belangrijke onderdelen van de voorgeschreven diachronische thematieken; en ter aanvulling hierop: - leerstof die al decennia door grote groepen docenten geschiedenis en anderen als traditioneel en daardoor onmisbaar voor de Nederlandse, Europese en westerse Identiteit wordt beschouwd, - andere leerstof die onmisbaar is voor de leerlingen om de wereld waarin zij leven, te begrijpen. Hierbij moeten aan de ene kant keuzes worden gemaakt door de auteurs. Verder is het aantal lesuren beperkt en heeft de omvang van schoolboeken zijn grenzen. Docenten zullen hier en daar een toetsvraag minder essentieel vinden dan wij. Ook zullen zij hier en daar waarschijnlijk iets willen toevoegen. Toetsen van Historische vaardigheden De toetsing van historische vaardigheden gaat meestal gepaard met het toetsen van bepaalde onderdelen van de basisstof. Op de linker KKW-bladzijde staat onder het kopje ‘Diagnostische toetsen’ een selectie van de belangrijkste vaardigheden uit de eenheden van het hoofdstuk. Met name deze vaardigheden worden bevraagd in de toetsen. Ook andere historische vaardigheden uit dit hoofdstuk of een vorig hoofdstuk kunnen worden bevraagd. Bij iedere toetsvraag staat aangegeven om welke vaardigheid het gaat. Voorbeelden van diagnostische toetsen voor klassikaal gebruik Op de linker KKW-bladzijde staan onder het kopje ‘Diagnostische toetsen’oefenvoorbeelden van toetsvragen (Kennis en historisch vaardigheden). Deze toetsvragen zijn via digibord of de digitale docentenhandleiding beschikbaar voor klassikaal gebruik. Extra vragen In het leerboek bevindt zich ook stof die de auteurs niet hebben laten vallen onder de te toetsen basisstof. Over deze stof hebben we aanvullende vragen in de toetsenbundel opgenomen. Docenten die andere accenten willen leggen dan wij voor de basisstof hebben gedaan, kunnen hiervan gebruik maken.
Antwoordenboeken De antwoordenboeken bij Sprekend verleden volgen de pagina’s van de werkboeken. Voor havo-vwo is het een ingevuld werkboek. Voor vwo zijn de pagina’s van het werkboek zo aangepast dat de antwoorden altijd op die pagina passen of er is een extra pagina toegevoegd. De antwoordenboeken zijn ook in het digibordpakket opgenomen.
Wij achten het onmogelijk basisstof vast te stellen waarover alle docenten en scholen het voor 100% eens zijn. De vrijheid van docenten en scholen om die basisstof vast te stel-
www.sprekendverleden.com
Brochure_SprekendVerleden_Onderbouw_Walburg.indd 9
9
22-10-14 14:49
OVERHEIDSVOORSCHRIFTEN EN HET EIGENE VAN SPREKEND VERLEDEN Ruim aandacht voor alle door de overheid voorgeschreven Kenmerkende aspecten Alle Kenmerkende aspecten die de overheid heeft voorgeschreven als vulling voor de Tien Tijdvakken, krijgen ruim aandacht in Sprekend verleden. Aan het slot van het werkboek staat een overzicht van Kenmerkende aspecten (zie eerder) opgenomen.
niet geëxamineerd. Bovendien krijgen die titels en ook de inhoud, de Kenmerkende aspecten, in Sprekend verleden ruim aandacht.
In het belang van de leerlingen vult Sprekend verleden de door de overheid voorgeschreven leerstof aan Sprekend verleden is van mening dat de door de overheid voorgeschreven Kenmerkende aspecten dienen te worden aangevuld (niet vervangen dus), omdat die kenmerken te zeer beïnvloed Ruim aandacht voor de door de overheid worden door de tijd van de jaren ’50, waarin de schoolboeken voorgeschreven Tien Tijdvakken voor geschiedenis een universitair aftreksel waren. - De overheid schrijft zowel de traditionele westerse periodiSindsdien zijn er belangrijke bronnen van inspiratie voor de sering voor als de speciaal voor het Nederlandse geschiedeinvulling van het geschiedenisonderwijs bij gekomen, waaruit nisonderwijs bedachte Tien Tijdvakken. Aan beide periodisede overheid en haar dienaren in het geschiedenisonderwijs niet ringen besteedt Sprekend verleden ruim aandacht. Van beide periodiseringen is aan het slot van het leerboek een uitklapbare of slechts zeer weinig putten als het gaat om leerstof voor het geschiedenisonderwijs: tijdbalk opgenomen. - In het werkboek bevinden zich in elk hoofdstuk één of twee - het themaveld ‘Leerlingen en de samenleving’, opdrachten waarin beide periodiseringen aan de orde worden - het themaveld ‘Structuurbegrippen voor geschiedenis’. gesteld. - Vanaf de invoering van de Tien Tijdvakken hebben we ons bear- Leerlingen en de samenleving als inspiratiebron voor stofkeuze gumenteerde standpunt naar voren gebracht dat het didactisch Voor een schoolboek dat de leerlingen historisch wegwijs dient en geschiedwetenschappelijk onverantwoord is de leerlingen maken in de tijd waarin ze leven, moeten de huidige voorgeschreop te zadelen met een tweede periodisering. En zolang de over- ven Kenmerkende aspecten met het voorgaande worden aanheid nog vasthoudt aan de Tien Tijdvakken, kunnen deze alleen gevuld. Meer aandacht voor de vrouw, meer voor de gekleurde kritisch worden benaderd. Dat is inmiddels ook erkend door de medemens in Nederland en voor de niet-westerse wereld; geen makers van de pilot-examens voor het centraal-schriftelijk exa- eenzijdige aandacht voor Nederland en enkele grote landen om men geschiedenis. Men raadplege daarvoor de pilotexamens. ons heen, wel aandacht voor grote mogendheden als de VS, RusZie ook Kleio, bijvoorbeeld het juni-nummer van 2010. land en Aziatische grote mogendheden, en zo nog een en ander. - Van Sprekend verleden is bekend dat de methode de Tien TijdHistorisch besef (=structuurbegrippen voor geschiedenis) vakken aanvechtbaar vindt. Ten onrechte wordt wel beweerd als inspiratiebron voor stofkeuze dat Sprekend verleden er geen aandacht aan besteedt en dat de andere methoden de voorgeschreven Tien Tijdvakken trouw In de voorschriften wordt onder Historisch besef aandacht gevraagd voor het gebruik van bepaalde voor het vak geschiedenis volgen. Maar wie die andere methoden goed bestudeert, zal essentiële begrippen die voor iedereen van grote waarde zijn bij zien dat onder die methoden evenals bij Sprekend verleden het omgaan met de medemens en de media. Dat zijn dan bekritiek op de Tijdvakken heeft geleid tot het afwijken ervan in het leerboek. Zo zijn er bijvoorbeeld afwijkingen te vinden voor de tijdvakken waarin de Late Middeleeuwen en de Renaissance vallen. Die afwijking valt historisch gezien te verdedigen. Maar Sprekend verleden is niet bereid op deze manier met de Tien Tijdvakken om te gaan.
In het leerboek staat de eveneens voorgeschreven en in de hele westerse wereld gebruikelijke periodisering centraal In het leerboek van Sprekend verleden is in het historisch overzicht de traditionele periodisering het belangrijkste uitgangspunt om de volgende redenen: - De traditionele periodisering is voor het geschiedenisonderwijs niet alleen toereikend, het onderwijzen ervan is ook noodzakelijk: de periodisering wordt niet alleen in de gehele westerse wereld gebruikt maar in Nederland ook bij andere (school) vakken en bij vervolgstudies. - Het uitgangspunt van sommigen dat de leerlingen in het basisonderwijs zich de Tien Tijdvakken hebben eigen gemaakt, klopt in de praktijk niet. - Het argument dat leerlingen door onvoldoende kennis van de Tien Tijdvakken op hun examen gedupeerd zullen blijken te zijn, gaat ook niet op: de titels van die tijdvakken worden
10
Brochure_SprekendVerleden_Onderbouw_Walburg.indd 10
www.sprekendverleden.com
22-10-14 14:49
grippen als oorzaken en gevolgen, verandering en continuïteit, interpretatie en beeldvorming. In Sprekend verleden gaat het vooral om bronnen waarmee de leerlingen min of meer dagelijks te maken hebben zoals film en tv, kranten, (jeugd)literatuur en sinds enige tijd ook het internet (bij Sprekend verleden vooral door koppeling aan AT en OVT). Daarbij gaat het niet alleen om aandacht voor en training in het op een historische manier omgaan met die bronnen. Sommige van die begrippen hebben ook grote invloed op de stofkeuze. Een voorbeeld: terwijl in het traditionele onderwijs de aandacht vooral of alleen gericht werd en wordt op het verloop van de Tweede Wereldoorlog, is mede vanuit dit historisch besefdenken de aandacht meer verschoven naar de oorzaken en de gevolgen van die oorlog. Terwijl in het traditionele geschiedenisonderwijs bij een onderwerp als het Palestijns-Israëlisch conflict één verhaal als het ware werd en wordt aangeboden, gaat het er in het eigentijdse geschiedenisonderwijs vooral om de leerlingen vat te laten krijgen op de belangrijkste visies op dat conflict.
Meer aandacht voor het leren omgaan met verschillende interpretaties van het verleden Sprekend verleden wil naast datgene wat door de overheid is voorgeschreven, de leerlingen duidelijk maken dat geschiedenis meer is dan alleen dingen uit je hoofd leren, dat het niet alleen gaat om weten, maar ook om te weten komen. Het stellen van vragen en zoeken naar antwoorden is minstens zo belangrijk. Daarom moeten leerlingen ook zelf op zoek gaan, zelf een mening over gebeurtenissen in het verleden vormen. Want er bestaat geen pakket historische kennis waarmee je het je hele leven kunt doen. Ook al suggereren nog zoveel ‘canoniers’ dat. Er komt elke dag, elk jaar nieuwe geschiedenis bij. De belangstelling voor onderwerpen uit het verleden verandert bovendien voortdurend in de loop van de tijd. De leerlingen moeten ook leren omgaan met het gegeven dat de mensen het bijna nooit met elkaar eens zijn. Ook geschiedschrijvers en journalisten niet. Als de leerlingen willen weten wat er waar dan ook is gebeurd, ontkomen ze niet aan ‘wikken en wegen’ van wat andere mensen zeggen en schrijven. Sprekend verleden besteedt aan het beeld evenveel aandacht als aan het woord. In een aparte rubriek, Beroemde beeldbronnen, is er speciale aandacht voor beroemde monumenten, beeldbronnen en voorwerpen.
In SV wordt de grote lijn uit het verleden afgeleid, niet uit overheidsvoorschriften Sprekend verleden wordt vaak geroemd om de samenhang van het historisch overzicht, waarin de geschiedenis per land of werelddeel in grote lijn wordt beschreven. Sprekend verleden gaat bij de bepaling van de inhoud niet uit van de overheidsvoorschriften, maar van een grote lijn in de geschiedenis. Daarin krijgen de door de overheid voorgeschreven stof-elementen hun plaats. Alleen op deze wijze kunnen de leerlingen volgens Sprekend verleden voldoende greep op het verleden krijgen. Sprekend verleden doet dit bovendien om te vermijden dat een verbrokkeld geheel ontstaat dat het voor de leerlingen moeilijker maakt zich de grote lijn eigen te maken. Grote lijn wordt zichtbaar gemaakt in titels Afwijkend van wat gebruikelijk is, streeft Sprekend verleden ernaar die grote lijn duidelijk te maken in goed gestructureerde hoofdstukken, waarin naast de titel van het hoofdstuk paragrafen en subparagrafen de grote lijn verwoorden en het hoofdstuk kort samenvatten. Basisvragen sluiten nauw aan bij het historisch overzicht Aan de tekst van het historisch overzicht ligt een per vraag geordend vragenpakket ten grondslag dat de leerlingen kunnen gebruiken om zelf de inhoud samen te vatten. Daarbij wordt veel gebruik gemaakt van schema’s. In Sprekend verleden wordt het beeld even serieus genomen als het woord Stilstaand beeldmateriaal Aan het beeld wordt evenveel aandacht besteed als aan het woord. Bij het kiezen en toelichten van de beeldbronnen spelen verschillende factoren een rol: - Er is een nauwe samenhang tussen tekst en beeld op elke bladzijde. - Er wordt bewust naar een grote verscheidenheid aan soorten beeldbronnen gestreefd. - Sommige beeldbronnen verduidelijken vooral wat er al in het historisch overzicht staat, andere bevatten vooral informatie die niet of slecht in woorden valt uit te drukken en aanvullend is. - Er is in een aparte rubriek speciale aandacht voor beroemde schilderijen, monumenten en voorwerpen - Aan de hand van vragen worden leerlingen uitgedaagd goed te kijken, afbeeldingen te analyseren en kritisch te benaderen. (Speel)films en tv-uitzendingen Sprekend verleden ziet, meer dan andere methoden, met name film en televisie als bijzonder belangrijke bronnen voor het geschiedenisonderwijs. Zowel leerboeken, werkboeken, digibord en de website getuigen daarvan.
Vooral bronnen waarmee de leerlingen bijna dagelijks hebben te maken Sprekend verleden besteedt veel aandacht aan en training in het op een historische manier omgaan met bronnen waarmee de leerlingen min of meer dagelijks te maken hebben zoals naast film en tv ook kranten, (jeugd)literatuur en sinds enige tijd ook het internet.
www.sprekendverleden.com
Brochure_SprekendVerleden_Onderbouw_Walburg.indd 11
11
22-10-14 14:49
SPREKENDVERLEDEN.COM Auteurs Conny Bastiaans Harald Buskop Leo Dalhuisen Roen van der Geest Peter Lindhoud Frans Steegh Cees de Waal Joop Walhain
GESC
HIED
ENIS
VWO
ACTIVITEITENBOEK
GESC
HIED
ENIS
• De pluspunten van de examenkaternen gelden voor Sprekend verleden Bovenbouw • Handboek met ijzersterk historisch overzicht, geschikt gemaakt voor digibord • Activiteitenboek met verdiepende eenheden en vragen, opdrachten en antwoorden gericht op de Oriëntatiekennis en de Kenmerkende aspecten • Goede training voor Centraal Examen (CE) • Veel thema’s binnen Handboek en Activiteitenboek, geen aparte katernen nodig • Met Interactieve ICT voor digibord en website • T oetsen: uitgebreid en op het examen gericht
BOVENBOUW
BOVENBOUW
4/5/6
VWO ACTIVITEITENBOEK
HAVO
ACTIVITEITENBOEK
4/5
HAVO ACTIVITEITENBOEK
Sprekend verleden is een complete geschiedenis-methode voor de onderbouw en de
bovenbouw van het voortgezet onderwijs. Voor leerlingen is er per leerjaar een leerboek,
een werkboek en een ICT-pakket met interactieve opdrachten. Voor docenten met digibord/ beamer is een uitgebreid pakket beschikbaar. Het docentenmateriaal bestaat verder uit een docentenhandleiding met antwoorden en een Toetsenbundel. Zie ook www.sprekendverleden.com.
or de onderbouw en de
per leerjaar een leerboek,
Voor docenten met digibord/
www.walburgpers.nl
teriaal bestaat verder uit
ISBN 90.5730.821.5
del.
Omslag SvBB_AB_vwo_5edr.indd 1
Voor meer in bestelgegev formatie, ens en prijze n: WWW.SPREK ENDVERLEDE N.COM
11-07-12 17:18
www.walburgpers.nl ISBN 90.5730.820.7
11-06-13 13:59
DE BESTE VOORBEREIDING OP HET NIEUWE EXAMEN Examenkatern Geschiedenis
training voor het nieuwe examen met historische contexten havo
www.sprekendverleden.com/leerling — Kan bij iedere geschiedenismethode worden gebruikt; — Sluit naadloos aan bij de voor het examen van 2015 voorgeschreWebsite voor de leerlingen met: ven Syllabus; — antwoorden op de Basisvragen; — Bevat een inleidend hoofdstuk, gericht op zowel het centrale als — vragenkapstokken, schema’s in powerpoint; het schoolexamen, waarin het nieuwe examenprogramma en in — links naar vorige examens; het bijzonder domein A ‘Historisch denken en redeneren’ wordt — veel interactieve opdrachten over de Historische Contexten toegelicht en voorzien van voorbeelden uit centrale examens; (waaronder tijdbalkopdrachten, portrettenspelen, puzzels); — Bevat een historisch overzicht: — links met opdrachten naar AT-OVT-uitzendingen; • gebaseerd op de voorgeschreven Historische Contexten; — links naar film- en geluidsfragmenten; • met Basisvragen die de Historische Contexten dekken; — downloads ter aanvulling op onderdelen van het historisch • grondig gestructureerd met het oog op de leerbaarheid; overzicht. • met rubrieken waarin voor het centrale examen in de Syllabus voorgeschreven Voorbeelden zijn uitgewerkt; Website voor de docenten met: — Bevat werkmateriaal: — antwoorden op het werkmateriaal; • gebaseerd op de in Domein A ‘Historisch denken en redeneren’ — proefexamens. nieuw omschreven negentien vaardigheden; • gecombineerd met de inhoud van de Historische Contexten; Digibord-pakket: • naar vorm en inhoud afgestemd op het soort vragen dat op het Door docenten kan gehele katern op digibord worden getoond. Het nieuwe centrale examen verwacht kan worden op grond van de pakket biedt een gevarieerde mix van activiteiten om een onderdeel pilot-examens van de afgelopen jaren; te illustreren, nader te onderzoeken of ter discussie te stellen. Zoals: — Bevat ter aanvulling grote aandacht voor: — vergrotingen van beeldbronnen in het katern; • de chronologie: tijdbalken in het katern en tijdbalkopdrachten — aanvullende beeld-, film-, geluids- en tekstbronnen bij het histoop de website; risch overzicht en de rubrieken; • historische kaarten ter inleiding van elk hoofdstuk over een — aanvullende opdrachten bij de tekst van het historisch overzicht of Historische Context; bij afbeeldingen in het katern; • portretten en korte biografieën van alle voorgeschreven en — antwoorden van het werkmateriaal kunnen groot worden getoond. andere voor de Historische Contexten belangrijke personen, — Kan bij iedere geschiedenismethode worden gebruikt; www.sprekendverleden.com/leerling ook portrettenspelen op de website; — Sluit naadloos aan bij de voor het examen van 2015 voorgeschre• begrippen, toelichtingen op alle voorgeschreven en andere ven Syllabus; Website voor de leerlingen met: voor de Historische Contexten belangrijke begrippen. — Bevat een inleidend hoofdstuk, gericht op zowel het centrale als — antwoorden op de Basisvragen; het schoolexamen, waarin het nieuwe examenprogramma en in — vragenkapstokken, schema’s in powerpoint; het bijzonder domein A ‘Historisch denken en redeneren’ wordt — links naar vorige examens; toegelicht en voorzien van voorbeelden uit centrale examens; — veel interactieve opdrachten over de Historische Contexten — Bevat een historisch overzicht: (waaronder tijdbalkopdrachten, portrettenspelen, puzzels); • gebaseerd op de voorgeschreven Historische Contexten; — links met opdrachten naar AT-OVT-uitzendingen; www.walburgpers.nl • met Basisvragen die de Historische Contexten dekken; — links naar film- en geluidsfragmenten; ISBN 90-5730-966-1 • grondig gestructureerd met het oog op de leerbaarheid; — downloads ter aanvulling op onderdelen van het historisch • met rubrieken waarin voor het centrale examen in de Syllabus overzicht. voorgeschreven Voorbeelden zijn uitgewerkt; — Bevat werkmateriaal: Website voor de docenten met: • gebaseerd op de in Domein A ‘Historisch denken en redeneren’ — antwoorden op het werkmateriaal; nieuw omschreven negentien vaardigheden; — proefexamens. • gecombineerd met de inhoud van de Historische Contexten; • naar vorm en inhoud afgestemd op het soort vragen dat op het Digibord-pakket: nieuwe centrale examen verwacht kan worden op grond van de Door docenten kan gehele katern op digibord worden getoond. Het pilot-examens van de afgelopen jaren; pakket biedt een gevarieerde mix van activiteiten om een onderdeel — Bevat ter aanvulling grote aandacht voor: te illustreren, nader te onderzoeken of ter discussie te stellen. Zoals: Cover ExKat havo opl2.indd 1 • de chronologie: tijdbalken in het katern en tijdbalkopdrachten — vergrotingen van beeldbronnen in het katern; op de website; — aanvullende beeld-, film-, geluids- en tekstbronnen bij het histo• historische kaarten ter inleiding van elk hoofdstuk over een risch overzicht en de rubrieken; Historische Context; — aanvullende opdrachten bij de tekst van het historisch overzicht of • portretten en korte biografieën van alle voorgeschreven en bij afbeeldingen in het katern; andere voor de Historische Contexten belangrijke personen, — antwoorden van het werkmateriaal kunnen groot worden getoond. ook portrettenspelen op de website; • begrippen, toelichtingen op alle voorgeschreven en andere voor de Historische Contexten belangrijke begrippen.
ExamEnkatErn GEschiEdEnis vwo Training voor heT nieuwe examen meT hisTorische conTexTen
EXAMENKATERN GESCHIEDENIS HAVO – TRAINING VOOR HET NIEUWE EXAMEN MET HISTORISCHE CONTEXTEN
• Aparte katernen voor havo en vwo • Kan bij iedere methode worden gebruikt • Volledig toegesneden op de voorgeschreven Historische Contexten en vaardigheden van de Syllabus • Historisch overzicht grondig gestructureerd met het oog op de leerbaarheid • Essentieel en origineel geïllustreerd met beelden en illustratieven teksten. Grote aandacht voor chronologie, kaarten, personen en begrippen • Interactieve ICT en zelfcontrole op de website voor de leerlingen • Gevarieerde digibordversie en alle antwoorden en proefexamens op de site voor docenten • Vervaardigd door auteurs van de bekende Examenkaternen van Walburg Pers Educatief en voorheen NijghVersluys
Examenk aterne CE 2015 n
Examenkatern Geschiedenis
training voor het nieuwe examen met historische contexten
ethode m e r e d e Kan bij i gebruikt worden
vwo
27-06-14 11:31
www.walburgpers.nl ISBN 90-5730-965-3
Cover ExKat vwo.indd 1
Brochure_SprekendVerleden_Onderbouw_Walburg.indd 12
25-03-14 11:36
22-10-14 14:49