4.A.1 Inventaris ketenanalyse 1
Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Eurocon Management Consultants B.V. noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitssysteem van Eurocon Management Consultants B.V. is gecertificeerd volgens ISO 9001.
15 december 2011
Inhoud INLEIDING .............................................................................................................................................. 3 REDUCTIEDOELSTELLINGEN .............................................................................................................. 4 STAP 1: DE WAARDEKETEN ................................................................................................................ 4 STAP 2: RELEVANTE EMISSIEBRONNEN VOOR WOON-WERKVERKEER ........................................ 5 STAP 3: PARTNERS IN DE KETEN ....................................................................................................... 5 HERKOMST DATA ................................................................................................................................... 5 VERWERKING DATA ................................................................................................................................ 5 Bedrijfsauto’s ................................................................................................................................... 5 Eigen auto ....................................................................................................................................... 6 Fiets ................................................................................................................................................ 6 Toelichting op de berekeningen........................................................................................................ 6 STAP 4: KWANTIFICEREN VAN DATA ................................................................................................. 6 RESULTATEN ......................................................................................................................................... 6 VERDELING DIESEL/BENZINE ................................................................................................................... 8 KILOMETERS WOON-WERKVERKEER ......................................................................................................... 8 SCOPE III – CO2-UITSTOOT VOOR WOON-WERKVERKEER ........................................................................... 8
2|Pagina
15 december 2011
Ketenanalyse 1 Inleiding Eis: Aantoonbaar inzicht in de meest materiele emissies uit scope 3 middels 2 ketenanalyses.
Scope III Afvalverwerking Zakelijk Openbaar Vervoer Elektra bij klanten Woon-werkverkeer Papiergebruik Overig verbruik
Scope II Elektraverbruik Zakenreizen privé auto
Voor u ligt de samenvatting van de rapportage ketenanalyse van EPSiLON, als onderdeel van de Carbon Footprint-analyse ten behoeve van de CO2-prestatieladder. Voor de Carbon Footprint zijn twee representatieve bedrijfsprocessen waarbij CO2-uitstoot plaatsvindt in scope III geanalyseerd. Doel van de ketenanalyse is inzicht en kennis vergaren voor de eigen organisatie en partners in de ketens ten aanzien van CO2-uitstoot in de bedrijfsprocessen.
Zakenreizen vliegtuig
Scope I Wagenpark Brandstoffen Airco en koeling
1. 2. 3. 4.
Binnen het GHG-protocol en ISO 14064-1 is een methode beschreven waarop de scope III in kaart kan worden gebracht. De CO2prestatieladder stelt deze methodiek verplicht bij het bepalen van de emissie voor scope III.
Het in kaart brengen in hoofdlijnen van de waardeketen van de organisatie Het bepalen van de relevante scope III emissiebronnen Het identificeren van de partners in het kader van de waardeketen Het kwantificeren van de data vallende binnen de grenzen van scope III
Scope III emissies bevatten alle indirecte bronnen van CO2, waaronder ook afval, gebruik van papier, elektriciteit op locaties van klanten, emissies veroorzaakt door leveranciers woon-werkverkeer, zakelijk openbaar vervoer. In dit rapport wordt middels de ketenanalyse van het woon-werkverkeer de scope III emissies van EPSiLON in kaart gebracht. Naast het vervaardigen van producten uit halffabrikaten is EPSiLON ook een kantoorhoudende organisatie met 50 medewerkers in 2010. Dit betekent dat scope III emissies naast productie gerelateerde emissies ook emissies betreffen bestaande uit woon-werkverkeer. Zakelijk openbaar vervoer is nauwelijks aan de orde, vanwege de verspreidheid in het landschap rondom Bree. Alle medewerkers, op een enkeling na, komen met de auto naar kantoor. Als organisatie kan EPSiLON invloed uit oefenen op het bewustzijn van de medewerkers betreffende woon-werkverkeer, vandaar dat gekozen is voor het in kaart brengen van de waardeketen rondom woon-werkverkeer van de medewerkers. De invloed in de bewustzijnsfeer van EPSiLON heeft onder andere betrekking op volume (het aantal ritten woon-werkverkeer) en de brandstof (welke brandstof wordt gebruikt). Zowel volume als brandstof is voor EPSiLON inzichtelijk gemaakt, door het personeel te vragen informatie te verschaffen over het type auto dat ze gebruikt voor woon-werkverkeer.
3|Pagina
15 december 2011
Reductiedoelstellingen Aanleiding voor het opstellen van de doelstellingen is het uitvoeren van een ketenanalyse scope 3 volgens eisen zoals gesteld in het GHG-Protocol. De ketenanalyse die EPSiLON op woon-werk verkeer heeft uitgevoerd, fungeert als input voor het opstellen van de doelstellingen. EPSiLON heeft de doelstelling om eind 2014 de CO2-uitstoot voor woon-werk verkeer met 2% terug te dringen. Daarbij heeft EPSiLON vooral een informerende en motiverende rol. Uiteindelijk heeft de medewerker hier de beslissing in of zij wel of niet over gaan op minder CO2-uitstotende vervoermiddelen. De reductiedoelstellingen zijn opgenomen in het document ‘EPSILON - 4B1 Reductiedoelstellingen’ (laatste versie december 2011).
Stap 1: de waardeketen In de waardeketen woon-werkverkeer en zakelijk verkeer staat de werknemer centraal aangezien deze de keuze maakt voor een bepaald vervoersmiddel. Naast de werknemer is een aantal andere partijen betrokken: werkgever, vervoerder en energieleverancier. De keuze van de werknemer voor een bepaald vervoermiddel wordt onder andere bepaald door reistijd, reiscomfort, reiskosten en toegankelijkheid. De invloed van de werkgever op deze keuze komt voornamelijk neer op de bedrijfscultuur die heerst en de arbeidsvoorwaarden die worden gesteld (wat wordt wel en wat wordt niet vergoed, aansluitend op de reiskosten die voor rekening van de werknemer komen).
EPSiLON | Kanaal Noord 1159 Bree, BELGIE
Werkgever
Bereik: beinvloeden keuze mobiliteit van de medewerkers
Invloed
Medewerker = reiziger
EPSiLON Medewerkers
Bereik: keuze vervoermiddel tbv mobiliteit
CO2-emissie | Vervoermiddel Auto LPG / Diesel / Benzine / Elektrisch
Keuze Keuze
Vervoerder
Fiets
CO2-emissie | Energiedrager Aardgas Benzine Diesel Elektriciteit Biogas Biobrandstof LPG
Aardgas Aardolie Biomassa Fossiel
Energie levering
Productie
Energieleverancier
Conversie
Energiebron
4|Pagina
15 december 2011
De invloed van de energieleverancier zit hem in de keuze die wordt gemaakt op basis van welke manier energie in energiedragers wordt vastgelegd. De wijze waarop energie wordt opgewekt, verschilt onder andere in de mate van milieuvriendelijkheid, denk hierbij aan het verschil tussen fossiele brandstoffen of duurzame bronnen (zon, wind, water). De wijze waarop dit gebeurt heeft daarmee invloed op de CO2emissie in de waardeketen. De keuzes in de vervoersmiddelen is voor de medewerkers van EPSiLON erg beperkt. Een gemiddelde rit met het openbaar vervoer (bus, aangezien Bree niet beschikt over een treinstation) duurt 3 x zo lang in vergelijking met een autorit. Alternatief vervoer voor de auto is in dit geval de fiets of meerijden met een andere medewerker. Het mobiliteitsbeleid van EPSiLON zal zich in de toekomst dan ook voornamelijk richten op het beïnvloeden van de keuze van de medewerker. De keuzes die door alle betrokken partijen worden genomen met betrekking tot de energiedrager en vervoermiddel hebben invloed op de totale CO2-emissie van de hele waardeketen. Indien alle partijen zich realiseren dat de keuze voor een milieuvriendelijke variant de beste is, zal de CO2-emissie het laagste zijn. Als individu heeft de werknemer de keuze om alleen die partijen te selecteren die de milieuvriendelijke variant toepassen, inzicht in de verschillende partijen op de markt op basis van dit proces is daarvoor noodzakelijk om die keuze te kunnen maken.
Stap 2: Relevante emissiebronnen voor woon-werkverkeer EPSiLON is een organisatie met slechts 1 vestiging te Bree in België. De vestiging bestaat uit kantoor en productiehal, waar in 2010 totaal 50 mensen werkzaam zijn. Dagelijks reizen medewerkers van huis naar EPSiLON en terug. Doordat het grootste deel van de medewerkers werkzaam is in de productiehal is de gebondenheid aan de werkplaats groot: medewerkers zijn niet in staat om het werk thuis uit te voeren. Voor woon-werkverkeer wordt gebruik gemaakt van privé-auto’s en een tweetal medewerkers komt op de fiets. Bedrijfsauto’s worden hier niet in meegenomen daar deze reeds in scope I zijn meegenomen.
Stap 3: Partners in de keten Waar het bij een ketenanalyse voor een product gaat om het in kaart brengen van alle partners in het productieproces, gaat het bij woon-werkverkeer om de medewerkers als partners in de ketenanalyse. De medewerkers zijn samen met EPSiLON de personen die invloed hebben op de CO2-uitstoot voor woonwerkverkeer.
Herkomst data De CO2-uitstoot verschilt per type auto en daarom is het rekenen met een gemiddelde CO2-uitstoot niet wenselijk. Om die reden heeft EPSiLON alle medewerkers opgeroepen door te geven met welk type auto ze reizen, op die manier kan het inzicht in de CO2-emissie uit woon-werkverkeer zo compleet mogelijk worden gemaakt. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van het personeelsbestand om te achterhalen wat het aantal kilometers is voor woon-werkverkeer.
Verwerking data Bedrijfsauto’s Vanuit de CO2-prestatieladder vallen bedrijfsauto’s onder scope I. Dit gebeurt op basis van brandstofverbruik in liters en per type brandstof (diesel, benzine of LPG) verkregen van de tankpasregistratie. Hierbij is geen onderscheid gemaakt tussen zakelijke, woon-werk- en privé-kilometers. In de toekomst zal gekeken worden of het mogelijk is om dit bij te gaan houden. In totaal betreft het slechts 4 medewerkers die beschikken over een bedrijfsauto.
5|Pagina
15 december 2011
Eigen auto De woon-werkkilometers van mensen met een eigen auto zijn achterhaald door middel van het personeelsbestand. Aan de hand van de afstand van het huisadres naar het kantoor te Bree is in kaart gebracht wat de woon-werkverkeer kilometers zijn per medewerker. Vervolgens is het aantal werkbare dagen in kaart gebracht aan de hand van het aantal dagen per week, rekening houdend met eventuele ziekte en vakantiedagen. Middels de inventarisatie is ook in kaart gebracht welke medewerker welk type auto rijdt, tevens rekening houdend met de CO2-uitstoot per auto. Daardoor kan een vrij nauwkeurig beeld van de CO2-uitstoot voor woon-werkverkeer per eigen auto worden gegeven. Fiets Tot slot zijn er twee medewerkers die fietsend naar het werk komen. Iemand die alleen met de fiets naar het werk gaat, wordt hier niet meegeteld, omdat er geen sprake is van CO2-uitstoot. Toelichting op de berekeningen Een aanname is gedaan voor het woon-werkverkeer betreffende de medewerkers die rechtstreeks vanuit huis naar de projectlocatie reizen, daarbij zijn de woon-werkverkeer kilometers wel meegerekend aangezien dit sporadisch voorkomt. Bij het verwerken van woon-werkverkeer kilometers is daarom een aanname gedaan dat het aantal werkdagen per week een goede indicator is voor het gemiddeld aantal dagen dat men per week naar het werk reist. Zeker omdat deze per periode zullen verschillen. In de praktijk zal dit een overschatting zijn van het daadwerkelijk gemaakte aantal kilometers. Het zal immers vaker voorkomen dat mensen thuiswerken of rechtstreeks naar een projectlocatie gaan, dan dat zij extra dagen naar kantoor reizen. EPSiLON acht dit voldoende nauwkeurig. Er is één medewerker die heeft aangegeven te carpoolen, hiervoor is een waarde 0 ingevuld voor woonwerkverkeer.
Stap 4: Kwantificeren van data Resultaten Uit het Figuur 3-1 is af te lezen dat 6% van de medewerkers reist met een bedrijfswagen, zijnde een auto van de zaak, 4% van de medewerkers komt met de fiets, er is 1 medewerker die carpoolt en het overgrote deel, 88% van de medewerkers komt met eigen auto.
Figuur 3-1 Verdeling woon-werkverkeer EPSiLON Naast de vervoerswijze is de medewerkers die met eigen auto reizen gevraagd naar het type auto en de bijbehorende CO2-uitstoot. In figuur 3-2 is te zien hoe de verdeling CO2-uitstoot is onder de eigen auto’s van de medewerkers van EPSiLON. De gemiddelde CO2-uitstoot is 153 gr/km.
6|Pagina
15 december 2011
Figuur 3-2 Verdeling CO2-uitstoot eigen auto’s medewerkers EPSiLON Bij de productie van auto’s wordt de laatste jaren veel rekening gehouden met het energieverbruik bij in gebruik name. Daardoor is het interessant om in kaart te brengen wat de leeftijd van de eigen auto’s van de medewerkers is. De auto’s van de medewerkers van EPSiLON zijn relatief jong, ruim 40% van de auto’s is van het bouwjaar 2006 of jonger. In figuur 3-3 is de verdeling in leeftijd van de eigen auto’s van de medewerkers van EPSiLON te zien.
Figuur 3-3 Verdeling leeftijd eigen auto’s medewerkers EPSiLON
7|Pagina
15 december 2011
Verdeling Diesel/Benzine De medewerkers is tevens gevraagd aan te geven of ze rijden in een auto op diesel of op benzine. Het percentage dieselmotoren is aanzienlijk hoger dan het percentage benzinemotoren. Dit is te zien in figuur 3-4, waaruit blijkt dat 84% van de medewerkers rijdt in een auto met een dieselmotor. Het hoge percentage dieselmotoren in België is onder andere te verklaren door de prijsverschillen in het verleden tussen diesel en benzine. Historisch gezien was diesel een stuk goedkoper dan benzine, waardoor veel mensen hiervoor geopteerd hebben. Dit zit als het ware ingebakken in de Belgische bevolking. Vandaag de dag is de prijs tussen de twee typen brandstoffen echter zo klein dat benzine in veel gevallen zelfs een interessantere optie zou zijn.
Figuur 3-4: verdeling diesel/benzine motoren eigen auto’s
Kilometers woon-werkverkeer In totaal is er in 2010 voor EPSiLON 269.379 kilometer aan woon-werkverkeer gemaakt. Daarbij zijn ook fiets, carpool en auto’s van de zaak meegenomen. Het grootste aandeel van de kilometers voor woonwerkverkeer worden door de eigen auto’s van de medewerkers gemaakt, zie ook figuur 3-5.
Figuur 3-5: verdeling type vervoer voor woon-werkkilometers EPSiLON
Scope III – CO2-uitstoot voor woon-werkverkeer In voorgaande is toegelicht hoe het woon-werkverkeer van EPSiLON eruit ziet, van welke middelen gebruik wordt gemaakt en wat het totaal aantal kilometers voor woon-werkverkeer is. Binnen de scope III vallen de kilometers die gemaakt zijn met de eigen auto’s van de medewerkers voor woon-werkverkeer. Het gaat hier om een totaal van 256.361 kilometer. Gezamenlijk zijn deze auto’s verantwoordelijk voor 43.948 kg CO2-uitstoot voor het totale woon-werkverkeer van EPSiLON.
8|Pagina