45-plussers als uitzendkracht
Eindrapport
In opdracht van: Federgon
Uitgevoerd door: IDEA Consult:
Dr. Anneleen Peeters An Van Pelt
Brussel, juli 2004
IDEA Consult nv Congresstraat 37-41, bus 3 B –1000 Brussel
Tel: (+32) 02 282 17 10 Fax: (+32) 02 282 17 15 www.ideaconsult.be
45-plussers als uitzendkracht
2
Inhoudsopgave p. 1
Inleiding _______________________________________________________ 1
2
Data en methodologie ____________________________________________ 2
3
Hoe talrijk zijn de 45-plus uitzendkrachten? _________________________ 5
4
3.1
Aantal en aandeel 45-plus uitzendkrachten ............................................................5
3.2
Aandeel tijdelijke arbeid en instroom via tijdelijke arbeid bij 45-plussers.............6
Wie zijn de 45-plus uitzendkrachten? _______________________________ 7 4.1
4.2
4.3
5
Persoonskenmerken ................................................................................................7 4.1.1
Geslacht ................................................................................................................... 7
4.1.2
Leeftijd ..................................................................................................................... 8
4.1.3
Statuut ...................................................................................................................... 8
4.1.4
Nationaliteit ............................................................................................................. 9
4.1.5
Gezinstoestand....................................................................................................... 11
4.1.6
Scholingsniveau..................................................................................................... 11
Arbeidsverleden ....................................................................................................13 4.2.1
Beroepssituatie vóór eerste uitzendopdracht........................................................ 13
4.2.2
Sector van langste activiteit .................................................................................. 15
4.2.3
Langst uitgeoefende beroep vóór uitzendarbeid................................................... 16
4.2.4
Loopbaanverloop................................................................................................... 17
Ervaring met uitzendarbeid...................................................................................18 4.3.1
Nieuwe uitzendkracht in 2002 of 2003.................................................................. 18
4.3.2
Aantal jaren uitzendkracht.................................................................................... 19
Waar werken 45-plussers als uitzendkracht?________________________ 20 5.1
Kenmerken van het werken als uitzendkracht ......................................................20 5.1.1
Aantal bureaus ingeschreven ................................................................................ 20
5.1.2
Aantal bureaus uitgezonden.................................................................................. 21
5.1.3
Aantal bedrijven tewerkgesteld............................................................................. 22
5.1.4
Aantal verschillende uitzendopdrachten............................................................... 22
5.1.5
Duurtijd van de uitzendopdracht .......................................................................... 23
5.1.6
Frequentie uitzendarbeid ...................................................................................... 24
5.2
Beroepssituatie vóór de laatste uitzendopdracht ...................................................25
5.3
Kenmerken van de activiteit als uitzendkracht .....................................................26
5.4
juli 2004
5.3.1
Sector van het inlenend bedrijf ............................................................................. 26
5.3.2
Beroep van de uitzendkracht................................................................................. 28
Geografische mobiliteit.........................................................................................29
45-plussers als uitzendkracht
6
Waarom werken 45-plussers als uitzendkracht? _____________________ 31 6.1
7
Algemene motieven voor uitzendwerk .................................................................31 6.1.1
Motieven om uitzendwerk te verrichten ................................................................ 31
6.1.2
Aantal jaar nog werken ......................................................................................... 35
6.1.3
Hinderpalen om te werken .................................................................................... 35
6.2
Kanalen die leiden naar werk................................................................................36
6.3
De verschillende functies van uitzendarbeid ........................................................38 6.3.1
Uitzendarbeid als hulpmiddel om vast werk te vinden......................................... 38
6.3.2
Uitzendarbeid als bijverdienste ............................................................................ 42
6.3.3
Uitzendarbeid als instrument om de loopbaan te heroriënteren.......................... 44
Imago van uitzendarbeid bij 45-plussers ___________________________ 46 7.1
7.2
8
3
Tevredenheid van 45-plussers over uitzendwerk..................................................46 7.1.1
Algemene tevredenheid ......................................................................................... 46
7.1.2
Verschillende aspecten van tevredenheid over uitzendwerk ................................ 47
Mening over uitzendarbeid vóór en na eigen ervaring met uitzendwerk..............51
Besluit ________________________________________________________ 53
BIJLAGEN Bijlage 1:
Lijst van tabellen ____________________________________ 56
Bijlage 2:
Lijst van figuren _____________________________________ 58
juli 2004
45-plussers als uitzendkracht
1
1
Inleiding
Om de werkzaamheidsgraad in België te verhogen en de sociale zekerheid betaalbaar te houden, is het belangrijk om ouderen langer aan het werk te houden en oudere werkzoekenden meer jobopportuniteiten te bieden. De werkzaamheidsgraad van 55 tot 64-jarigen bedroeg in België in 2002 slechts 26,6%1. Hiermee behaalt België de laagste score van heel Europa. Het verschil tussen de werkzaamheidsgraad van de 25 tot 49-jarigen en de werkzaamheidsgraad van de 50 tot 64-jarigen (de zgn. generatiekloof) bedroeg in 2002 38,1 procentpunt in België. Uitzendarbeid kan een nuttig instrument zijn om vervroegde uittrede van 45-plussers tegen te gaan. Heel wat oudere werknemers willen immers wel eens wat anders gaan doen en dan kan loopbaanheroriëntatie via uitzendwerk een nieuwe start zijn. Ook kunnen oudere werkzoekenden als uitzendkracht herintreden op de arbeidsmarkt en mogelijks (terug) vast werk vinden via uitzendarbeid. Tenslotte geeft uitzendwerk ouderen ook de mogelijkheid om tijdelijk en/of deeltijds aan de slag te gaan, wat combinatie met andere activiteiten toelaat. Omwille van bovenstaande redenen, richt dit onderzoek zich op 45-plussers als uitzendkracht. Het doel is een gedetailleerd beeld te schetsen van de 45-plus uitzendkrachten in België. We trachten achtereenvolgens een antwoord te geven op de volgende vragen: 1. Hoe talrijk zijn de 45-plus uitzendkrachten?: absoluut aantal, aandeel in de totale uitzendpopulatie, aandeel tijdelijke arbeid en instroom via tijdelijke arbeid. 2. Wie zijn de 45-plus uitzendkrachten?: persoonskenmerken, arbeidsverleden, ervaring met uitzendarbeid. 3. Waar werken 45-plussers als uitzendkracht?: het profiel van de plaatsing, hun beroepssituatie vóór de laatste uitzendopdracht, kenmerken van de activiteit als uitzendkracht. 4. Waarom verrichten 45-plussers uitzendarbeid?: hun motivatie, kanalen die leiden naar uitzendarbeid, mogelijke functies van uitzendarbeid (o.m. als bijverdienste, om vast werk te vinden, als loopbaanheroriëntatie). 5. Imago van uitzendarbeid bij 45-plussers?: tevredenheid over het uitzendwerk, de loon-en arbeidsvoorwaarden en de werking van de uitzendbureaus.
1
Bron: Eurostat LFS, NIS EAK (Bewerking Steunpunt WAV)
juli 2004
p. 1
45-plussers als uitzendkracht
2
2
Data en methodologie
In dit onderzoek over 45-plus uitzendkrachten werd gebruik gemaakt van twee databronnen. Een eerste bron is een administratief bestand van het Sociaal Fonds voor de Uitzendkrachten dat alle personen bevat die uitzendarbeid verrichtten in de laatste 3 kwartalen van 2002 en het eerste kwartaal van 2003. In totaal telt dit bestand 314.838 uitzendkrachten (excl. studenten), waarvan er 24.374 ouder dan 45 jaar zijn. In dit onderzoek ligt de focus op deze laatste groep. Uit deze groep van 45-plus uitzendkrachten werd een representatieve steekproef getrokken die in april 2004 telefonisch gecontacteerd werd voor het afnemen van een enquête. Met het doel een respons van 500 uitzendkrachten te behalen, werden in totaal 1.835 personen opgebeld. Uit Tabel 1 blijkt dat de netto-respons van de enquête 27,2% was. Bijna 38% van de gecontacteerden bleken onbereikbaar, bijvoorbeeld namen de telefoon niet op of hun nummer was foutief of niet aangesloten. Ongeveer 15% weigerde aan de enquête deel te nemen en 20,4% kwam niet in aanmerking voor de studie. Tabel 1: Responsoverzicht 45-plus uitzendkrachten Aantal
%
Volledige enquête (netto-respons)
500
27,2
Onbereikbaar
694
37,8
Weigering
268
14,6
Niet in aanmerking
373
20,4
1835
100,0
Totaal Bron: IDEA Consult
De steekproef van 45-plus uitzendkrachten werd bovendien opgedeeld in 4 leeftijdsgroepen: 46-49 jaar, 50-53 jaar, 54-57 jaar en 58-90 jaar. Idealiter werden 4 gelijke groepen van 125 respondenten beoogd, wat in de praktijk zeer moeilijk te behalen bleek voor de 58-plussers. De uiteindelijke leeftijdsverdeling in de enquête is als volgt: 133 personen van 46-49j, 171 personen van 50-53j, 122 personen van 5457j en 74 personen ouder dan 58 jaar. Voor de verdeling van de woonplaats van de respondenten naar regio werd de feitelijke regionale spreiding van de 45-plus uitzendkrachten in het totale bestand beoogd. De netto-repons per regio voor de 45-plus uitzendkrachten is als volgt: 62,4% voor Vlaanderen (65,8% in bestand),22,8% voor Wallonië (25,6% in bestand) en 14,8% in Brussel (8,6% in bestand).
juli 2004
p. 2
45-plussers als uitzendkracht
3
Om verschillen tussen de 45-plussers en de totale populatie uitzendkrachten te ontdekken, worden de resultaten regelmatig vergeleken met een enquête afgenomen bij een representatieve steekproef van alle uitzendkrachten2. Om de representativiteit van de netto-respons te vergroten kan men ook quota opleggen gebaseerd op persoonskenmerken van het bestand van het Sociaal Fonds, zoals geslacht, statuut en nationaliteit. In dit onderzoek werd geopteerd naast de opsplitsing in vier leeftijdsgroepen (zie hiervoor), enkel geslacht als extra controlevariabele te gebruiken. Tabel 2 geeft de frequentieverdeling van deze persoonskenmerken weer zowel in de enquête als in het bestand. Hieruit blijkt dat de steekproef representatief is voor het totale bestand.
2 Zie Rapport: “Uitzendkrachten in 2003: profiel- en tewerkstellingskenmerken” uitgevoerd door IDEA Consult. De enquête bevroeg 500 uitzendkrachten in elke regio (Brussel, Vlaanderen, Wallonië). De resultaten voor de totale steekproef van 1.500 uitzendkrachten werden bekomen door de gegevens per regio te wegen, wat decimale getallen oplevert voor het gewogen totaal.
juli 2004
p. 3
45-plussers als uitzendkracht
Tabel 2: Quota-variabelen van de steekproef van 45-plus uitzendkrachten 45-plus uitzendkrachten
46-49j
50-53j
54-57j
58-90j
Bestand
Enquête
Bestand
Enquête
Bestand
Enquête
Bestand
Enquête
Bestand
Enquête
Man
54,5
50,0
51,6
42,1
53,0
45,0
56,7
51,6
65,1
73,0
Vrouw
45,5
50,0
48,4
57,9
47,0
55,0
43,3
48,4
34,9
27,0
Arbeider
63,5
53,6
67,5
51,1
64,3
61,4
60,4
48,4
51,8
48,7
Bediende
36,5
46,4
32,5
48,9
35,7
38,6
39,6
51,6
48,2
51,3
Belg
86,5
89,8
85,2
90,2
86,6
91,8
86,1
83,6
92,4
94,6
Niet-belg
13,5
10,2
14,8
9,8
13,4
8,2
13,9
16,4
7,6
5,4
Geslacht
Statuut
Nationaliteit
Bron: IDEA Consult op basis van bestand Sociaal Fonds en enquête
juli 2004
p. 4
45-plussers als uitzendkracht
3
5
Hoe talrijk zijn de 45-plus uitzendkrachten?
In deze paragraaf proberen we zicht te krijgen op de omvang van het fenomeen “45plussers als uitzendkracht”. We bekijken eerst het absolute aantal en het aandeel 45plus uitzendkrachten in de totale populatie van uitzendkrachten. Vervolgens geven we een beeld van het aandeel tijdelijke arbeid en instroom via tijdelijke arbeid bij 45plussers.
3.1
Aantal en aandeel 45-plus uitzendkrachten
Op een totaal van 314.671 personen die uitzendwerk verrichtten in 20033 zijn er 24.374 ouder dan 45 jaar. Dit komt overeen met een aandeel van 7,8% in de totale populatie uitzendkrachten zonder jobstudenten (zie Tabel 3). Deze cijfers geven aan dat uitzendarbeid niet exclusief door jongeren gedaan wordt, ook 45-plussers zijn een niet te verwaarlozen groep. Tabel 3: Aantal en aandeel 45-plussers tewerkgesteld als uitzendkracht (zonder jobstudenten) Aantal
%
Min 25j
127.474
40,5
25-30j
75.692
24,0
31-45j
87.131
27,7
Plus 45j
24.374
7,8
Totaal
314.671
100,0
Bron: IDEA Consult op basis van bestand Sociaal Fonds
Tabel 4 vergelijkt het aantal 45-plussers in de uitzendpopulatie met de oudere loontrekkenden in de private sector in België4. Tabel 4: Aantal 45-plussers in de uitzendpopulatie en oudere loontrekkenden in de private sector Uitzendkrachten in 2003 Aantal
%
Loontrekkenden in private sector in België (2002) Aantal
%
45-49j
14.826
53,0
289.607
45,3
50-54j
7.763
27,7
223.556
35,0
55-59j
3.598
12,9
102.190
16,0
60-64j
1.088
3,9
19.955
3,1
>= 65j
705
2,5
3.427
0,5
27.980
100,0
638.735
100,0
Totaal vanaf 45 j
Bron: IDEA Consult op basis van bestand Sociaal Fonds en NIS
3
4
In totaal bevat het bestand van het Sociaal Fonds 314.838 uitzendkrachten die uitzendwerk verrichtten in 2003. Van 167 uitzendkrachten is de leeftijd echter onbekend, wat het verschil verklaart met het totaal aantal uitzendkrachten uit Tabel 3. Bron: Enquête naar de arbeidskrachten 2002, NIS.
juli 2004
p. 5
45-plussers als uitzendkracht
6
Uit deze cijfers blijkt dat beide groepen overwegend bestaan uit personen tussen 45 en 54 jaar. Het aandeel van de 60-plussers bedraagt slechts 3,6% bij de oudere loontrekkenden in de private sector. Bij de uitzendkrachten ligt het aandeel van deze leeftijdsgroep beduidend hoger (6,4% van de 45-plussers).
3.2
Aandeel tijdelijke arbeid en instroom via tijdelijke arbeid bij 45-plussers
Uitzendarbeid is – samen met andere vormen van tijdelijke arbeid – een belangrijk instroomkanaal voor de arbeidsmarkt. Zowel nieuwkomers (schoolverlaters, herintreders, werklozen,…) als personen die van werkgever veranderen krijgen steeds vaker eerst een tijdelijk contract aangeboden (uitzendcontract of een contract van bepaalde duur) dat na verloop van tijd opgevolgd wordt door een contract van onbepaalde duur. Tabel 5: Aandeel tijdelijke arbeid in loontrekkende bevolking en instroom via tijdelijke arbeid Tijdelijke arbeid Aantal
Aandeel in loontrekkende bevolking
Instroom via tijdelijke arbeid
Werknemers vanaf 45 jaar
36.971
3,1%
66,1%
Totaal (alle leeftijden)
280.576
8,1%
61,1%
Bron: IDEA Consult op basis van bestand Sociaal Fonds en NIS
Tabel 5 geeft een beeld van het aantal tijdelijken5 in 2002 in België en hun aandeel in de loontrekkende bevolking. Hieruit blijkt dat ongeveer 8% van de loontrekkenden tewerkgesteld is via een tijdelijk contract. In de leeftijdsgroep vanaf 45 jaar bedraagt dit aandeel 3,1%. De laatste kolom van Tabel 5 illustreert het belang van tijdelijke arbeid als instroommechanisme. Gemiddeld is 61% van diegenen die in 2002 een nieuwe betrekking uitvoerden6 tewerkgesteld met een tijdelijk contract. In de groep van oudere werknemers is de instroom via tijdelijke arbeid zelfs nog hoger (66,1%).
5
Onder tijdelijke arbeid verstaan we hier zowel uitzendcontracten als alle andere vormen van tijdelijke contracten (o.a. contracten van bepaalde duur en studentencontracten). Merk op dat het totaal aantal tijdelijken (280.576) niet vergelijkbaar is met het totaal aantal uitzendkrachten uit het bestand van het Sociaal Fonds (314.671) uit Tabel 3. Dit laatste cijfer verwijst naar het aantal personen dat op jaarbasis minstens 1 uitzendopdracht doet, terwijl het aantal tijdelijken het aantal personen betreft dat op het moment van de Enquête naar de arbeidskrachten tewerkgesteld is met een tijdelijk contract.
6
Het gaat hier om de volgende geobserveerde transities tussen 2 jaren: wijziging van betrekking, van werkloosheid naar een betrekking, van inactiviteit naar een betrekking, van onderwijs naar een betrekking.
juli 2004
p. 6
45-plussers als uitzendkracht
4
7
Wie zijn de 45-plus uitzendkrachten?
In deze paragraaf bekijken we het profiel van de 45-plus uitzendkrachten om erachter te komen wie ze zijn. Eerst worden een aantal persoonskenmerken kort besproken: achtereenvolgens geslacht, leeftijd, statuut, nationaliteit, gezinstoestand en scholingsniveau. Daarna gaan we uitgebreid in op het arbeidsverleden van de 45plussers voor ze aan uitzendarbeid begonnen. Tenslotte wordt nagegaan hoeveel ervaring de 45-plussers reeds hebben met uitzendwerk.
4.1
Persoonskenmerken
4.1.1 Geslacht Tabel 6: Geslacht 45-plus uitzendkrachten 45-plus uitzendkrachten
Alle uitzendkrachten
aantal
%
aantal
%
Man
12.350
54,5
212.168
57,1
Vrouw
10.312
45,5
159.453
42,9
Totaal
22.662
100,0
371.621
100,0
Bron: IDEA Consult op basis van bestand Sociaal Fonds
Ongeveer 55% van de 45-plus uitzendkrachten is man en 45% is vrouw. Deze verhouding verschilt nauwelijks van deze in de totale uitzendpopulatie waar er ongeveer 57% mannen en 43% vrouwen zijn. Figuur 1 geeft het aandeel mannen en vrouwen weer per leeftijdsgroep. Figuur 1: Aandeel geslacht per leeftijdsgroep 100% 80%
48,4%
46,9%
43,3%
51,6%
53,1%
56,7%
46-49j
50-53j
54-57j
34,9%
60% 40% 20%
65,1%
0%
Man
58-90j
Vrouw
Bron: IDEA Consult op basis van bestand Sociaal Fonds
juli 2004
p. 7
45-plussers als uitzendkracht
8
Het aandeel mannen ligt in elke leeftijdsgroep hoger dan het aandeel vrouwen en dit verschil neemt toe met de leeftijd. Zo is in de oudste leeftijdscategorie (58-90j) het aandeel vrouwelijke uitzendkrachten gedaald tot 1/3.
4.1.2 Leeftijd Tabel 7: Leeftijd 45-plus uitzendkrachten 45-plus uitzendkrachten aantal
%
46-49
11.220
46,0
50-53
5.328
21,9
54-57
5.019
20,6
58-90
2.807
11,5
Totaal
24.374
100,0
Bron: IDEA Consult op basis van bestand Sociaal Fonds
Ongeveer de helft van de 45-plus uitzendkrachten is tussen 46-49 jaar. Ruim 11% van de 45-plus uitzendkrachten is ouder dan 58 jaar, in totaal zijn dit een 3.000-tal personen7.
4.1.3 Statuut Tabel 8: Statuut 45-plus uitzendkrachten 45-plus uitzendkrachten Arbeider
aantal
%
15.404
Alle uitzendkrachten aantal
%
63,5
198.192
63,2
Bediende
8.839
36,5
115.360
36,8
Totaal
24.243
100,0
313.552
100,0
Bron: IDEA Consult op basis van bestand Sociaal Fonds
Bijna 2/3 van de 45-plus uitzendkrachten is arbeider en ruim 1/3 is bediende. Deze verhouding is dezelfde als voor de totale uitzendpopulatie. Deze aandelen wijken af van de verhoudingen die we waarnemen bij de loontrekkenden vanaf 45 jaar in de private sector in België. Het percentage arbeiders en bedienden bedraagt daar respectievelijk 45,8% en 54,2% in 20028. Figuur 2 geeft het statuut weer voor de verschillende leeftijdsgroepen. Hieruit blijkt dat het aandeel van de arbeiders afneemt met de leeftijd. In de categorie 58-90j zijn er ongeveer evenveel arbeiders als bedienden.
7
Voor een vergelijking met de loontrekkenden in de private sector verwijzen we naar Tabel 4.
8
Bron: Enquête naar de arbeidskrachten 2002, NIS.
juli 2004
p. 8
45-plussers als uitzendkracht
9
Figuur 2: Statuut 45-plus uitzendkrachten per leeftijdsgroep 100% 80%
32,5%
35,7%
39,6%
48,2%
60% 40% 67,5%
64,3%
60,4%
51,8%
20% 0% 46-49j
50-53j Arbeider
54-57j
58-90j
Bediende
Bron: IDEA Consult op basis van bestand Sociaal Fonds
4.1.4 Nationaliteit Tabel 9: Nationaliteit 45-plus uitzendkrachten 45-plus uitzendkrachten
Alle uitzendkrachten
aantal
%
aantal
Belg
19.471
86,5
329.219
89,4
Andere EU
2.374
10,6
23.419
6,4
Buurlanden
1.408
6,3
14.167
3,9
Zuid-Europa
829
3,7
8.335
2,3
Andere EU
137
0,6
917
0,2
660
2,9
15.476
4,2
Maghreb en Turkije
205
0,9
8.110
2,2
Andere niet-EU
4559
2,0
7.366
2,0
22.505
100,0
368.114
100,0
Niet-EU
Totaal
%
Bron: IDEA Consult op basis van bestand Sociaal Fonds
9
Bij de uitzendkrachten met de nationaliteit van een ander niet-EU land, is 12% afkomstig uit Ghana (in totaal 55 personen). Daarnaast zijn er geen andere dominerende nationaliteiten.
juli 2004
p. 9
45-plussers als uitzendkracht
10
Ongeveer 86% van de 45-plus uitzendkrachten heeft de Belgische nationaliteit, 11% heeft de nationaliteit van een ander EU land en 3% heeft een niet-EU nationaliteit. In vergelijking met de totale populatie uitzendkrachten zijn er opvallend meer 45-plus uitzendkrachten met een andere EU nationaliteit. Deze personen komen dan vooral uit buurlanden van België en in de tweede plaats uit Zuid-Europa. In de totale werkende beroepsbevolking vanaf 45 jaar was 94,1% Belg in 2002 en 5,9% was niet-Belg10. Het aandeel niet-Belgen in de 45-plus uitzendpopulatie is dus ruim twee keer zo hoog als het aandeel niet-Belgen in de totale werkende beroepsbevolking in België. Naast deze administratieve gegevens omtrent nationaliteit, werd in de enquête aan de uitzendkrachten zelf gevraagd wat hun nationaliteit was. Deze antwoorden stemmen niet volledig overeen met deze uit het administratieve bestand. Zo zegt in Tabel 10 bijna 90% van de ondervraagde uitzendkrachten dat ze de Belgische nationaliteit heeft, 7% heeft een andere EU nationaliteit en bijna 4% een niet-EU nationaliteit. Tabel 10: Nationaliteit, etniciteit en geboorteland 45-plus uitzendkrachten Nationaliteit
Etniciteit
Geboorteland
aantal
%
aantal
%
aantal
%
Belg
445
89,0
408
81,6
420
84,0
Andere EU
37
7,4
52
10,4
16
3,2
Buurlanden
14
2,8
21
4,2
13
2,6
Zuid-Europa
20
4,0
28
5,6
1
0,2
Andere EU
3
0,6
3
0,6
2
0,4
18
3,6
40
8,0
64
12,8
Maghreb en Turkije
3
0,6
4
0,8
6
1,2
Andere nietEU
15
3,0
36
7,2
58
11,6
500
100,0
500
100,0
500
100,0
Niet-EU
Totaal
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
In de enquête werd ook gevraagd naar de nationaliteit van de ouders. Op basis van deze gegevens kan dan de etniciteit van elke respondent afgeleid worden. Voor nietBelgen is de etniciteit gelijk aan de nationaliteit. Voor Belgen met een vader of moeder van niet-Belgische nationaliteit, is de etniciteit gelijk aan de nationaliteit van de ouders. Als we etniciteit vergelijken met nationaliteit in Tabel 10, blijkt het aandeel uitzendkrachten met een andere EU en niet-EU etniciteit veel hoger te liggen dan op basis van nationaliteit. Opvallend is ook het hoog percentage respondenten dat een ander niet-EU land als geboorteland aangeeft (11,6%).
10
Bron: Enquête naar de arbeidskrachten 2002, NIS.
juli 2004
p. 10
45-plussers als uitzendkracht
11
4.1.5 Gezinstoestand Figuur 3: Gezinstoestand 45-plus uitzendkrachten 17,6% 31,8% 6,4%
44,2%
Alleenstaand zonder personen ten laste Alleenstaand met personen ten laste Gehuw d of samenw onend zonder personen ten laste Gehuw d of samenw onend met personen ten laste
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
Uit Figuur 3 blijkt dat ongeveer 1/4 van de 45-plus uitzendkrachten alleenstaand is, terwijl ruim ¾ samenwoont of gehuwd is. In totaal heeft 38,2% van de 45-plussers personen ten laste. Naarmate de leeftijd stijgt, neemt het aandeel van de alleenstaanden toe (tot 29,7% voor 58-90j), terwijl het aandeel uitzendkrachten met personen ten laste afneemt (tot 20,2 % voor 58-90j).
4.1.6 Scholingsniveau Tabel 11 toont aan dat 36,8% van de 45-plus uitzendkrachten laaggeschoold is, d.w.z. ten hoogste een diploma van de lagere school of van het lager middelbaar onderwijs hebben. Ongeveer 1/5 van de 45-plus uitzendkrachten is hooggeschoold en heeft dus een universitair of HOBU diploma. In vergelijking met de steekproef van alle uitzendkrachten, zijn 45-plus uitzendkrachten gemiddeld lager geschoold. Echter, wanneer we de scholingsgraad van de totale werkende beroepsbevolking vanaf 45 jaar bekijken, blijkt in 2002 38,8% laaggeschoold te zijn, 31,4% middengeschoold en 29,8% hooggeschoold11. Deze percentages sluiten goed aan bij het scholingsniveau van de 45-plus uitzendkrachten.
11
Bron: Enquête naar de arbeidskrachten 2002, NIS.
juli 2004
p. 11
45-plussers als uitzendkracht
12
Tabel 11: Scholingsniveau 45-plus uitzendkrachten 45-plus uitzendkrachten
Alle uitzendkrachten
aantal
%
aantal
%
184
36,8
222,7
14,8
Lagere school
56
11,2
33,2
2,2
LSO: algemeen
26
5,2
33,5
2,2
LSO: technisch
41
8,2
57,2
3,8
LSO: beroeps
61
12,2
98,8
6,6
Midden
190
38,0
796,6
53,2
Laag
HSO: algemeen
65
13,0
209,8
14,0
HSO: technisch
85
17,0
362,9
24,2
HSO: beroeps
40
8,0
223,9
15,0
Hoog
111
22,2
419,3
27,9
HOBU: korte type
59
11,8
270,1
18,0
HOBU: lange type
25
5,0
69,7
4,6
Univers. onderwijs
27
5,4
79,5
5,3
Deeltijds onderwijs
1
0,2
14,8
1,0
Andere12
14
2,8
46,6
3,1
Totaal
500
100,0
1500
100,0
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
Figuur 4: Scholing van 45-plus uitzendkrachten naar leeftijdsgroep
22,1
18,4
37,0
39,3
24,8
42,7
40,9
42,3
46-49j
50-53j Laag
Midden
31,5
37,0
32,5
31,5
54-57j
58-90j
Hoog
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
12
De categorie “andere” verwijst naar middenstandsopleiding, buitenlands niet-erkend diploma, enz.
juli 2004
p. 12
45-plussers als uitzendkracht
13
Figuur 4 geeft het scholingsniveau weer van de verschillende leeftijdsgroepen. Hieruit blijkt dat de oudere leeftijdsgroepen (vanaf 54 jaar) opvallend hoger geschoold zijn. Een mogelijke verklaring voor deze opvallende vaststelling is dat de hooggeschoolde personen interessante en uitdagende uitzendopdrachten uitvoeren die een stimulans geven om lang(er) te werken.
4.2
Arbeidsverleden
We bespreken nu in detail het arbeidsverleden van de 45-plus uitzendkrachten vóór ze met uitzendwerk begonnen. We bekijken eerst wat hun beroepssituatie was vóór de eerste uitzendopdracht. Dan gaan we over naar de sector waarin ze het langst actief waren en het belangrijkste beroep dat ze uitoefenden. Tenslotte trachten we een beeld te krijgen over het verloop van hun vroegere loopbaan: voor hoeveel werkgevers hebben ze gewerkt en hebben ze hun loopbaan vaak onderbroken.
4.2.1 Beroepssituatie vóór eerste uitzendopdracht Tabel 12: Beroepssituatie vóór eerste uitzendopdracht 45-plus uitzendkrachten aantal
%
Betaald werk
319
63,8
Onbepaalde duur
206
41,2
Bepaalde duur
38
7,6
Ander tijdelijk werk
17
3,4
Zelfstandige, vrij beroep, helper
57
11,4
Illegaal circuit
1
0,2
Opleiding
7
1,4
Onderwijs
5
Beroepsopleiding
2
Werkloos (ook in combinatie met PWA-werk)
118
23,6
Niet-beroepsactief
56
11,2
(Brug-)pensioen
18
3,6
Huishouden, kinderen
27
5,4
Vrijwilliger
0
0,0
Andere
11
2,2
Totaal
500
100,0
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
juli 2004
p. 13
45-plussers als uitzendkracht
14
Tabel 12 geeft de beroepssituatie van de 45-plus uitzendkrachten weer vóór de eerste uitzendopdracht die ze ooit uitvoerden. Hieruit blijkt dat een grote meerderheid (bijna 65%) betaald werk deed voor ze aan uitzendwerk begonnen, en dan vooral een contract van onbepaalde duur hadden (41,2%). Ongeveer 24% van de 45-plussers was werkloos en 11% niet-beroepsactief (huishouden, pensioen) voor ze aan hun uitzendcarrière begonnen. We bestuderen nu de groep van de uitzendkrachten die werkloos waren vóór de eerste opdracht wat meer in detail. Figuur 5 geeft de duur van hun werkloosheid weer vooraleer ze een eerste uitzendopdracht verrichtten. Ruim een kwart van de 45-plus uitzendkrachten was minder dan 3 maanden werkloos. Daarnaast is een aanzienlijke groep reeds lang werkloos (meer dan 2 jaar of zelfs meer dan 5 jaar). De gemiddelde werkloosheidsduur voor de ganse groep werklozen bedraagt 28,4 maanden. Figuur 5: Werkloosheidsduur vóór eerste uitzendopdracht Meer dan 5 jaar 16,9%
< 3 mnd 25,5%
2-5 jaar 17,8% 1-2 jaar 9,3%
3-6 mnd 16,9%
6 mnd-1 jaar 13,5%
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
Uit Tabel 13 blijkt dat bijna 65% van de groep die werkloos was vóór hun eerste uitzendopdracht gedwongen ontslag (individueel of collectief) opgeeft als reden voor deze werkloosheid. Dit ontslag gebeurde in meer dan ¾ van de gevallen naar aanleiding van een herstructurering of een faillissement (zie Figuur 6). Tabel 13: Reden werkloosheid 45-plus uitzendkrachten Aantal
%
Vrijwillig vertrek bij vorige werkgever
20
16,9
Einde tijdelijk contract
13
11,0
Gedwongen ontslag (individueel)
31
26,3
Gedwongen ontslag (collectief)
45
38,1
Dit zeg ik liever niet
9
7,6
118
100,0
Totaal Bron: IDEA Consult op basis van enquête
juli 2004
p. 14
45-plussers als uitzendkracht
15
Figuur 6: Ontslag naar aanleiding van herstructurering of faillissement?
Nee 22,4%
Weet niet 1,3%
Ja 76,3% Bron: IDEA Consult op basis van enquête
4.2.2 Sector van langste activiteit Tabel 14: In welke sector waren 45-plus uitzendkrachten het langst actief? Totaal aantal
%
Landbouw, bos- bouw, visserij
20
4,0
Industrie
173
34,6
32
6,4
Voeding en tabak Textiel en kleding
28
5,6
Chemie
20
4,0
Metaalnijverheid
34
6,8
Vervaardiging machines en apparatuur
15
3,0
Auto-industrie
12
2,4
Andere industrietak13
32
6,4
Elektriciteit, gas en water
11
2,2
Bouwnijverheid
33
6,6
Diensten
263
52,6
Handel
54
10,8
Horeca
39
7,8
Transport
23
4,6
Financiële instellingen
18
3,6
Openbaar bestuur
27
5,4
Onderwijs
15
3,0
Gezondheids- en welzijnszorg
42
8,4
14
45
9,0
500
100,0
Andere dienst Totaal
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
13
Andere industrieën zijn voornamelijk de papier-en houtindustrie, uitgeverijen en drukkerijen en overige transportmiddelen.
14
Andere diensten zijn vooral telecommunicatie, informatica en overige zakelijke dienstverlening (voornamelijk reinings- en poetswerk).
juli 2004
p. 15
45-plussers als uitzendkracht
16
Tabel 14 geeft de sectoren weer waarin de 45-plus uitzendkrachten het langst actief waren vóór ze uitzendarbeid verrichtten. Bijna 35% was actief in de industrie, vooral metaalnijverheid, voeding en tabak alsook textiel en kleding. 52,6% was in het verleden het langst actief in de dienstensector en dan vooral in de handel, de gezondheids- en welzijnszorg en de horeca. We merken hier weinig grote verschillen tussen de leeftijdsgroepen.
4.2.3 Langst uitgeoefende beroep vóór uitzendarbeid In de enquête werd aan de 45-plus uitzendkrachten gevraagd hun voornaamste beroep te omschrijven vóór ze uitzendwerk deden. Dit was het beroep dat ze in hun vroegere loopbaan het langst uitgeoefend hebben. De antwoorden werden opgedeeld in een aantal categorieën15 en weergegeven in Tabel 15. Tabel 15: Belangrijkste beroep vóór eerste uitzendopdracht Typevoorbeelden
Administratief en bediende
45-plus uitzendkrachten Aantal
%
111
22,2
Administratief 1
Secretaresse, boekhouder
77
15,4
Administratief 2
Adviseur, consultant, expert
11
2,2
Bankbediende, loketbediende
23
4,6
Bediende
155
31,0
Arbeider 1
Productiearbeider
84
16,8
Arbeider 2
Teamleider productie, ploegbaas
10
2,0
Arbeider
Andere arbeider
Chauffeur, mecanicien
61
12,2
156
31,2
Verkoop, vertegenwoordiger, onthaal
76
15,2
Dienstverlenend en commercieel Commercieel
Verpleegster, opvoeder
28
5,6
Horeca en schoonmaak
Zorgend
Ober, kok, schoonmaakster
40
8,0
Andere dienstverlenend
Bewakingsagent, gids
12
2,4
40
8,0
Hoger kader, zaakvoerder
18
3,6
Specialist 1
Vrije beroepen
5
1,0
Specialist 2
Leidinggevend en specialist Leidinggevend
Onderzoek en onderwijs
17
3,4
Technische functies
Laborant, informatici, kwaliteitscontroleur
18
3,6
Niet-werkend
Huisvrouw, ziekte, pensioen
13
2,6
Onbekend Totaal
7
1,4
500
100,0
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
15
De indeling is gebaseerd op de internationale ISCO-classificatie van beroepen, met eigen aanpassingen.
juli 2004
p. 16
45-plussers als uitzendkracht
17
Meer dan 30% van de 45-plus uitzendkrachten had een dienstverlenend en commercieel beroep, 31% was arbeider en 22% was actief als bediende of had een administratieve functie. Het aantal leidinggevenden en specialisten is eerder beperkt.
4.2.4 Loopbaanverloop In Tabel 16 valt onmiddellijk op dat 75% van de 45-plus uitzendkrachten in hun vroegere loopbaan voor 1 tot 4 werkgevers gewerkt heeft. Naarmate de leeftijd toeneemt, stijgt het gemiddeld aantal vroegere werkgevers. Van de 45-plus uitzendkrachten die voor geen enkele werkgever gewerkt hebben, was 60% zelfstandige en ruim 20% niet-beroepsactief vóór ze hun eerste uitzendopdracht verrichtten. Tabel 16: Hoeveel werkgevers vóór eerste uitzendopdracht Totaal
46-49j
50-53j
54-57j
58-90j
aantal
%
aantal
%
aantal
%
aantal
%
aantal
%
0
30
6,0
6
4,5
12
7,0
8
6,6
4
5,4
1-2
226
45,2
69
51,9
82
47,9
49
40,2
26
35,1
3-4
151
30,2
38
28,6
55
32,2
31
25,4
27
36,5
5-9
68
13,6
15
11,2
16
9,4
26
21,3
11
14,9
10 of meer
25
5,0
5
3,8
6
3,5
8
6,5
6
8,1
Totaal
500
100,0
133
100,0
171
100,0
122
100,0
74
100,0
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
Aan de respondenten werd ook gevraagd hoeveel keer ze hun loopbaan onderbroken hebben in het verleden. Ruim de helft van de 45-plus uitzendkrachten onderbrak zijn loopbaan geen enkele keer en 1/3 onderbrak de loopbaan 1 of 2 keer. Slechts 10% kende meer dan 2 onderbrekingen in hun loopbaan. Indien we rekening houden met het geslacht, zijn het vooral vrouwen (ongeveer 61%) die hun loopbaan 1 à 2 keer onderbroken hebben. In de enquête werd er ook gevraagd naar de totale duur van alle onderbrekingen samen. Deze vraag heeft echter een zeer lage respons (slechts 14 antwoorden, 215 missing values), waardoor de resultaten hier dan ook niet vermeld worden.
juli 2004
p. 17
45-plussers als uitzendkracht
4.3
18
Ervaring met uitzendarbeid
4.3.1 Nieuwe uitzendkracht in 2002 of 2003 Van de 45-plus uitzendkrachten zijn er 42,2% nieuw, d.w.z. ze verrichtten hun eerste uitzendopdracht ooit in 2002 of 2003. Vergeleken met alle uitzendkrachten ligt dit percentage iets hoger bij de 45-plussers. Tabel 17: Nieuwe uitzendkracht in 2002 of 2003 45-plus uitzendkrachten Alle uitzendkrachten aantal
%
aantal
%
Ja
211
42,2
560,2
37,3
Nee
289
57,8
939,8
62,7
Totaal
500
100,0
1500
100,0
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
Uit Figuur 7 blijkt dat het aandeel nieuwe uitzendkrachten daalt naarmate de leeftijd stijgt. Bij de jongste leeftijdsgroep (46-49j) is meer dan de helft nieuwkomer in de uitzendsector. Bij de 54-plussers is het aandeel nieuwkomers gedaald tot 1/3. Figuur 7: Nieuwe uitzendkracht in 2002 of 2003 100% 80%
48,1%
53,8% 67,2%
68,9%
32,8%
31,1%
54-57j
58-90j
60% 40% 20%
51,9%
46,2%
0% 46-49j
50-53j Nieuwe uitzendkracht
Niet-nieuwe uitzendkracht
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
juli 2004
p. 18
45-plussers als uitzendkracht
19
4.3.2 Aantal jaren uitzendkracht Zoals bleek uit Tabel 17 deed bijna 60% van de 45-plus uitzendkrachten al uitzendwerk vóór 2002 of 2003. Deze groep heeft dus al enkele jaren ervaring met uitzendarbeid. Tabel 18 geeft aan dat ruim 1/3 zijn uitzendcarrière meer dan 5 jaar geleden begon. Dit aandeel “anciens” ligt aanzienlijk hoger dan dat in de steekproef van alle uitzendkrachten (20%). Tabel 18: Wanneer eerste uitzendopdracht ooit? 45-plus uitzendkrachten Alle uitzendkrachten aantal
%
aantal
%
1 jaar geleden
53
18,8
210,8
22,8
2 jaar geleden
62
22,0
206,9
22,3
3 jaar geleden
21
7,4
136,2
14,7
4 tot 5 jaar geleden
48
17,0
189,1
20,4
Meer dan 5 jaar geleden
98
34,8
183,0
19,8
Totaal
282
100,0
926,0
100,0
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
Figuur 8 geeft een overzicht van de ervaring met uitzendarbeid van de 45-plus uitzendkrachten. Figuur 8: Overzicht van de ervaring met uitzendarbeid van 45-plus uitzendkrachten
45-plus uitzendkrachten 42,2%
57,8%
Nieuw in 2002/2003
10,9%
Niet-nieuw in 2002/2003
12,7%
1 jaar geleden
2 jaar geleden
4,3% 3 jaar geleden
9,8% 4-5 jaar geleden
20,1% > 5 jaar geleden
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
juli 2004
p. 19
45-plussers als uitzendkracht
5
20
Waar werken 45-plussers als uitzendkracht?
In deze paragraaf bekijken we het profiel van de plaatsing van de 45-plus uitzendkrachten. Eerst worden een aantal kenmerken van het werken als uitzendkracht besproken aan de hand van informatie over de laatste uitzendopdracht. Vervolgens analyseren we de beroepssituatie vóór deze laatste uitzendopdracht. Tot slot vermelden we een aantal kenmerken van de activiteit als uitzendkracht zoals sector en beroep en gaan we kort in op het aspect geografische mobiliteit.
5.1
Kenmerken van het werken als uitzendkracht
5.1.1 Aantal bureaus ingeschreven Tabel 19: Aantal bureau’s ingeschreven 45-plus uitzendkrachten Alle uitzendkrachten aantal
%
aantal
%
1
249
49,8
471,2
31,4
2
64
12,8
213,1
14,2
3
48
9,6
211,0
14,1
4
43
8,6
139,7
9,3
5 of meer
96
19,2
465,0
31,0
Totaal
500
100,0
1500
100,0
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
De helft van de 45-plus uitzendkrachten schreef zich in bij 1 uitzendbureau. Op dit vlak vertonen de 45-plus uitzendkrachten een ander gedrag dan de doorsnee uitzendkracht, die zich veel vaker in meerdere bureaus gaat inschrijven. In de totale groep uitzendkrachten gaat ruim twee derde minstens naar 2 uitzendbureaus, 31% zelfs naar 5 of meer. Deze tendens versterkt zich nog naarmate de leeftijd stijgt. Zo blijkt uit Figuur 9 dat ongeveer 72% van de 58-plussers zich beperkt tot inschrijving in 1 enkel uitzendbureau.
juli 2004
p. 20
45-plussers als uitzendkracht
21
Figuur 9: Aantal bureaus ingeschreven per leeftijdsgroep (%) 100% 80% 60%
19,2
24,1
18,7
18,9
8,6 9,6
9,8
8,2 12,9
9,0 4,9 14,8
13,5
12,8
40% 20%
14,6
12,0
12,2 6,8 2,7 6,8
71,6 49,8
40,6
45,6
46-49j
50-53j
52,5
0% Totaal 45plus
1
2
3
4
54-57j
58-90j
5 of meer
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
5.1.2 Aantal bureaus uitgezonden Uit Tabel 20 blijkt dat meer dan 80% van de 45-plus uitzendkrachten effectief uitgezonden wordt via 1 uitzendbureau en dit ondanks het feit dat iets meer dan de helft van de 45-plussers zich inschrijft in 2 of meer bureaus. Het aandeel uitzendkrachten dat uitgezonden wordt via meer dan 2 bureaus is zeer laag (4,6%). In vergelijking met de populatie van alle uitzendkrachten, ligt het aandeel 45-plussers dat slechts door 1 bureau uitgezonden wordt iets hoger (80,5% versus 75,6%). Tabel 20: Aantal uitzendbureaus uitgezonden 45-plus uitzendkrachten aantal
Alle uitzendkrachten
%
aantal
%
1
19.625
80,5
294.558
75,6
2
3.632
14,9
67.088
17,2
3
789
3,2
19.022
4,9
4
233
1,0
5.952
1,5
5 of meer
95
0,4
3.016
0,8
24.374
100,0
389.636
100,0
Totaal
Bron: IDEA Consult op basis van bestand Sociaal Fonds
juli 2004
p. 21
45-plussers als uitzendkracht
22
5.1.3 Aantal bedrijven tewerkgesteld Ruim 65% van de 45-plus uitzendkrachten was bij 1 bedrijf tewerkgesteld in de periode 2002/2003. Dit aandeel ligt opnieuw hoger dan bij de groep van alle uitzendkrachten. Een kwart van de 45-plussers werkte in 2002 of 2003 voor 2 of 3 bedrijven, terwijl een minderheid (10%) uitzendwerk verrichtte in meer dan 3 bedrijven. Tussen de leeftijdsgroepen waren voor deze vraag nauwelijks verschillen. Tabel 21: Aantal bedrijven tewerkgesteld in 2002 of 2003 45-plus uitzendkrachten
Alle uitzendkrachten
aantal
%
aantal
%
1
326
65,2
832,0
55,5
2
73
14,6
309,4
20,6
3
54
10,8
169,4
11,3
4
17
3,4
70,1
4,7
5 of meer
30
6,0
119,1
7,9
Totaal
500
100,0
1500
100,0
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
5.1.4 Aantal verschillende uitzendopdrachten Tabel 22 geeft weer dat de meerderheid van de 45-plus uitzendkrachten zich beperkte tot 1 opdracht in 2002 of 2003. Eenzelfde trend vinden we terug bij alle uitzendkrachten. Toch verrichtte ongeveer 18% van de 45-plus uitzendkrachten meer dan 5 opdrachten. Tabel 22: Aantal verschillende uitzendopdrachten in 2002 of 2003 45-plus uitzendkrachten
Alle uitzendkrachten
aantal
%
aantal
%
292
58,4
758,8
50,6
2
59
11,8
264,6
17,6
3
46
9,2
140,8
9,4
4
14
2,8
75,1
5,0
1
5 of meer
89
17,8
260,7
17,4
Totaal
500
100,0
1500
100,0
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
Uit Figuur 10 blijkt dat het vooral de oudste leeftijdsgroepen (54-plussers) zijn die 5 of meer verschillende uitzendopdrachten verrichtten in 2002 of 2003.
juli 2004
p. 22
45-plussers als uitzendkracht
23
Figuur 10: Aantal verschillende uitzendopdrachten per leeftijdsgroep (%) 100% 17,8 80% 60%
9,2
15,8
15,2
9,0
5,3 8,2
10,5
11,8
21,3
21,6
3,3 11,5
1,4 8,1
15,2
9,0
10,8
40% 58,4
64,7
Totaal 45plus
46-49j
56,1
54,9
58,1
50-53j
54-57j
58-90j
20% 0%
1
2
3
4
5 of meer
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
5.1.5 Duurtijd van de uitzendopdracht In Tabel 23 wordt de duurtijd van de laatste opdracht getoond als maatstaf voor de gemiddelde duurtijd van uitzendwerk in 2002 of 2003. Deze vraag kon enkel beantwoord worden door de respondenten wiens opdracht reeds beëindigd was op het moment van de enquête. Ongeveer ¾ van de respondenten hadden hun laatste opdracht reeds beëindigd op het moment van de enquête. Tabel 23: Duurtijd van de opdracht 45-plus uitzendkrachten Alle uitzendkrachten aantal
%
aantal
%
< 1 maand
103
27,7
445,4
34,0
1 tot 2 maand
29
7,8
133,3
10,2
2 tot 4 maand
65
17,5
265,2
20,3
4 tot 6 maand
45
12,1
146,9
11,2
6 maand tot 1 jaar
69
18,5
204,0
15,6
> 1 jaar
61
16,4
113,5
8,7
Totaal
372
100,0
1308,3
100,0
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
In vergelijking met de resultaten voor alle uitzendkrachten, merken we bij de 45plussers een opvallend groter percentage uitzendkrachten wiens laatste opdracht langer dan 1 jaar duurde (16,4% versus 8,7%). Dat 45-plus uitzendkrachten gemiddeld langere opdrachten hebben, blijkt ook uit de gemiddelde duurtijd van de laatste opdracht. Dit gemiddelde bedraagt 6,1 maanden voor de 45-plussers en 4,1
juli 2004
p. 23
45-plussers als uitzendkracht
24
maanden voor alle uitzendkrachten. Bij de 58-90 jarigen loopt de gemiddelde duurtijd op tot 8,0 maanden.
5.1.6 Frequentie uitzendarbeid Figuur 11 geeft de jaarlijkse frequentie weer waarmee 45-plussers uitzendwerk verrichten. Bijna 3/4 doet minstens 1 uitzendopdracht per jaar. In de leeftijdsgroep 5457 jaar is dit zelfs 83,7%. Opvallend is ook dat bijna 40% van de 46-49 jarigen niet elk jaar een uitzendopdracht doet. Figuur 11: Frequentie uitzendarbeid voor 45-plussers en per leeftijdsgroep 100% 26,6
39,6
80%
16,3
25,9
25,4
60% 40%
73,4
83,7
74,1
60,4
74,6
20% 0% Totaal 45plus
46-49j
50-53j
Minimum 1 opdracht elk jaar
54-57j
58-90j
Niet elk jaar een uitzendopdracht
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
Wanneer we Tabel 24 bekijken, blijkt dat ruim 43% van de 45-plussers meer dan 9 maand per jaar uitzendarbeid verricht. Dit aandeel blijft bovendien stabiel naarmate de leeftijd van de uitzendkrachten stijgt. Tabel 24: Hoeveel maanden uitzendwerk per jaar 45-plussers
46-49j
50-53j %
aantal
54-57j %
aantal
58-90j
aantal
%
aantal
%
aantal
Max 1 maand
29
10,7
5
9,1
8
9,3
11
13,4
5
10,6
>1mnd, max 3 mnd
34
12,6
6
10,9
7
8,2
14
17,1
7
14,9
>3mnd, max 6 mnd
52
19,3
6
10,9
21
24,4
15
18,3
10
21,3
>6mnd, max 9 mnd
38
14,1
9
16,4
13
15,1
12
14,6
4
8,5
>9 maand
117
43,3
29
52,7
37
43,0
30
36,6
21
44,7
Totaal
270
100,0
55
100,0
86
100,0
82
100,0
47
100,0
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
juli 2004
p. 24
%
45-plussers als uitzendkracht
25
Samenvattend, kunnen we concluderen dat 45-plus uitzendkrachten een belangrijk volume uitzendwerk per jaar presteren: •
ze verrichten weinig verschillende uitzendopdrachten per jaar, maar
•
de gemiddelde duurtijd van de opdrachten is langer en
•
de frequentie is vaak minstens 1 opdracht per jaar en
•
meestal besteden ze jaarlijks meer dan 9 maand aan uitzendwerk
5.2
Beroepssituatie vóór de laatste uitzendopdracht
Aan de respondenten werd ook gevraagd wat hun beroepssituatie was vóór de laatste uitzendopdracht in 2002 of 2003. Deze beroepssituatie loopt niet noodzakelijk af bij de aanvang van de laatste uitzendopdracht indien uitzendarbeid verricht wordt als bijverdienste. De resultaten zijn samengevat in Tabel 25. Tabel 25: Beroepssituatie vóór laatste uitzendopdracht 45-plus uitzendkrachten aantal
%
Alle uitzendkrachten aantal
%
237
59,7
504,6
34,1
Onbepaalde duur
94
23,7
254,0
17,1
Bepaalde duur
21
5,3
84,1
5,7
Betaald werk
Andere uitzend
85
21,4
123,1
8,3
Ander tijdelijk werk
14
3,5
14,1
1,0
Zelfstandige, vrij beroep, helper
22
5,5
29,3
2,0
Illegaal circuit
1
0,3
0,0
0,0
3
0,8
382,2
25,7
Onderwijs
0
0,0
359,8
24,2
Beroepsopleiding
3
0,8
22,4
1,5
Werkloos (ook in combinatie met PWA-werk)
112
28,2
542,6
36,6
Niet-beroepsactief
45
11,3
55,4
3,7
Opleiding
(Brug-)pensioen
17
4,3
1,1
0,1
Huishouden, kinderen
18
4,5
34,3
2,3
Vrijwilliger
2
0,5
0,2
0,1
Andere
8
2,0
19,8
1,2
15,2
0,1
1500
100,0
Missing values Totaal
500
100,0
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
juli 2004
p. 25
45-plussers als uitzendkracht
26
Bijna 60% van de 45-plus uitzendkrachten deed betaald werk vóór de laatste uitzendopdracht. Dit waren vooral contracten van onbepaalde duur en andere uitzendopdrachten. Deze resultaten wijken sterk af van het beeld dat we konden afleiden bij de groep van alle uitzendkrachten. Van alle uitzendkrachten had ongeveer 34% betaald werk vóór de laatste opdracht. Daarnaast kwam er ook een grote groep (vooral studenten) uit opleiding (25,7%) en waren er ook meer werklozen (36,6%). Bij de 45-plussers was er ook een groter aandeel niet-beroepsactief, voornamelijk (brug)gepensioneerden en personen die het huishouden deden en kinderen opvingen. Het percentage niet-actieven stijgt tot 27,3% bij de 58-90 jarigen. Tabel 26: Werkloosheidsduur vóór laatste uitzendopdracht 45-plus uitzendkrachten aantal
Alle uitzendkrachten
%
aantal
%
< 3 mnd.
49
43,8
249,7
46,0
3 tot 6 mnd.
22
19,6
152,9
28,2
6 mnd.-1 jaar
14
12,5
59,6
10,9
1-2 jaar
6
5,4
33,0
6,1
2-5 jaar
8
7,1
30,4
5,6
5 jaar of meer
13
11,6
17,1
3,2
Totaal
112
100,0
542,7
100,0
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
Het aandeel 45-plus uitzendkrachten dat uit kortdurige werkloosheid komt (minder dan 3 maand) bedraagt bijna 44% en is gelijkaardig aan dat van alle uitzendkrachten (46%). De gemiddelde werkloosheidsduur vóór de laatste opdracht is 21,6 maanden voor de uitzendkrachten boven 45 jaar. Bij alle uitzendkrachten was dit gemiddelde 8,9 maanden. Dit gemiddelde wordt bij de 45-plussers wel de hoogte in gedreven door het vrij grote aandeel dat langer dan 5 jaar werkloos was.
5.3
Kenmerken van de activiteit als uitzendkracht
5.3.1 Sector van het inlenend bedrijf Uit Tabel 27 blijkt dat 45-plussers uitzendkrachten iets meer in de dienstensector werken in vergelijking met de groep van alle uitzendkrachten. Binnen de dienstensector blijken 45-plus uitzendkrachten meer aanwezig te zijn in de horeca en minder in de handel. In de industrie merken we een hoger aandeel 45-plussers in voeding en tabak en in de metaalnijverheid vergeleken met de groep van alle uitzendkrachten.
juli 2004
p. 26
45-plussers als uitzendkracht
27
Tabel 27: Sector van het inlenend bedrijf tijdens laatste opdracht 45-plussers
Alle uitzendkrachten
aantal
%
aantal
%
Landbouw,bos- bouw, visserij
18
3,6
48,4
3,2
Industrie
206
41,2
576,8
42,8
Voeding en tabak
50
10,0
128,1
8,5
Textiel en kleding
25
5,0
61,8
4,1
Chemie
24
4,8
103,2
6,9
Metaalnijverheid
51
10,2
111,6
7,4
Vervaardiging van machines en apparatuur
16
3,2
52,7
3,5
Auto-industrie
17
3,4
70,7
4,7
Andere industrietak16
23
4,6
115,4
7,7
Elektriciteit, gas en water
13
2,6
44,8
3,0
Bouwnijverheid
15
3,0
67,6
4,5
Diensten
248
49,6
571,3
46,5
Handel
49
9,8
210,7
14,1
Horeca
41
8,2
81,1
5,4
Transport
33
6,6
105,1
7,0
Financiële instellingen
9
1,8
20,5
1,4
Openbaar bestuur
18
3,6
26,2
1,8
Onderwijs
11
2,2
2,5
0,2
34
6,8
62,1
4,1
Gezondheids- en welzijnszorg 17
Andere dienst Totaal
53
10,6
187,6
12,5
500
100,0
1295,6
100,0
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
In de enquête werd eveneens gepeild naar de sector waarin men het langst actief was vooraleer uitzendwerk te verrichtten (zie Tabel 14 hiervoor). Dit antwoord kan voor elke respondent gecombineerd worden met de sector waarin hij als uitzendkracht tewerkgesteld is, zodat verschillende transities bestudeerd kunnen worden. In deze analyse beperken we ons tot de 5 hoofdcategorieën (landbouw, industrie, elektriciteit, bouw en diensten), om te kleine aantallen in sommige combinaties te vermijden. Ruim 65% van de respondenten die voorheen in de industrie werkten, blijft actief in de industrie als uitzendkracht. Ongeveer hetzelfde aandeel (67,3%) dat vroeger in de dienstensector werkte, verricht ook uitzendwerk in de dienstensector. In totaal blijft 61% van alle 45-plus uitzendkrachten werkzaam in dezelfde sector als voorheen. De meeste transities tussen sectoren verlopen van industrie naar diensten (9,8%) of omgekeerd van diensten naar industrie (13,4%).
16 17
Andere industrieën zijn voornamelijk Hout- en papierindustrie, Rubber en kunststof en Uitgeverijen en drukkerijen. Andere diensten zijn voornamelijk Telecom, Informatica, Overige zakelijke dienstverlening (o.m. reiniging, bewaking, boekhouding) en afvalverzameling en -verwerking.
juli 2004
p. 27
45-plussers als uitzendkracht
28
5.3.2 Beroep van de uitzendkracht Aan de 45-plus uitzendkrachten werd in de enquête gevraagd wat hun beroep was op het moment van de laatste uitzendopdracht. Hierbij werden dezelfde categorieën gebruikt als bij de vraag over het voornaamste beroep tijdens de vroegere loopbaan (zie Tabel 15). In Tabel 28 worden de antwoorden vergeleken met deze van alle uitzendkrachten. Tabel 28: Beroep tijdens laatste uitzendopdracht Typevoorbeelden
Administratief en bediende
45-plus uitzendkrachten
Alle uitzendkrachten
Aantal
%
Aantal
%
100
20,0
252,3
16,8
Administratief 1
Secretaresse, boekhouder
72
14,4
179,0
13,4
Administratief 2
Adviseur, consultant, expert
13
2,6
14,3
0,9
Bankbediende, loketbediende
15
3,0
59,0
4,5
206
41,2
784,2
52,3
Bediende Arbeider Arbeider 1
Productiearbeider
91
18,2
519,4
29,0
Arbeider 2
Teamleider productie, ploegbaas
8
1,6
8,3
0,3
107
21,4
256,5
15,7
142
28,4
Verkoop, vertegenwoordiger, onthaal
60
12,0
188,5
12,6
Verpleegster, opvoeder
23
4,6
45,9
3,1
53
10,6
108,1
7,2
11
2,2
26,3
1,7
18
3,6
16,1
1,1
Hoger kader, zaakvoerder
10
2,0
10,6
0,8
Specialist 1
Vrije beroepen
1
0,2
0,2
0,1
Specialist 2
Onderzoek en onderwijs
7
1,4
5,3
0,5
Technische functies
Laborant, informatici, kwaliteitscontroleur
19
3,8
65,5
4,3
Niet-werkend
Huisvrouw, ziekte, pensioen
3
0,6
12,4
0,8
Onbekend
12
2,4
0,7
0,1
Totaal
500
100,0
1500
100,0
Andere arbeider
Chauffeur, mecanicien
Dienstverlenend en commercieel Commercieel Zorgend Horeca en schoonmaak Andere dienstverlenend
Ober, kok, schoonmaakster Gids, animatie
Leidinggevend en specialist Leidinggevend
368,8
24,6
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
juli 2004
p. 28
45-plussers als uitzendkracht
29
De grootste groep 45-plussers (ruim 41%) was arbeider tijdens de laatste uitzendopdracht, gevolgd door bijna 30% met een dienstverlenend en commercieel beroep en 20% was tewerkgesteld als administratieve kracht of bediende. In vergelijking met de beroepen van alle uitzendkrachten, blijkt een lager aandeel 45plussers een job als arbeider te hebben tijdens de laatste uitzendopdracht. Omgekeerd zien we dat meer 45-plus uitzendkrachten tewerkgesteld zijn als administratieve kracht of als bediende, alsook een dienstverlenende of commerciële functie hebben.
5.4
Geografische mobiliteit
In wat volgt bekijken we de regionale mobiliteit van de 45-plus uitzendkrachten. Hiervoor vergelijken we twee variabelen: woonplaats van de uitzendkracht en locatie van het bedrijf waar men uitzendarbeid verrichtte (= de werkplaats). Tabel 29 geeft voor de 3 regio’s het verband weer tussen woonplaats en werkplaats. Hier valt op dat Vlamingen en Walen weinig uitzendarbeid verrichten in andere regio’s. De 45-plussers woonachtig in deze 2 regio’s zijn dus geografisch weinig mobiel. Brussel geeft een heel ander beeld: ruim 16% van de Brusselaars werkt in Vlaanderen en ongeveer 7% in Wallonië. Deze mobiliteit is hoger dan bij de enquête van alle uitzendkrachten aangezien daar 84,0% in Brussel woonde en werkte18. Tabel 29: Verband woonplaats - werkplaats Werkplaats
Woonplaats
Vlaanderen
Wallonië
Brussel
Vlaanderen
93,0%
1,0%
6,0%
Wallonië
2,6%
91,2%
6,2%
Brussel
16,2%
6,8%
77,0%
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
Geografische mobiliteit kan niet alleen bekeken worden tussen regio’s, maar ook tussen provincies. De resultaten hiervan zijn samengevat in Tabel 30. Intraprovinciale mobiliteit is het percentage uitzendkrachten dat in dezelfde provincie woont en werkt. Inter-provinciale mobiliteit verwijst naar het percentage dat werkt in een andere provincie dan de woonplaats.
18
Zie Rapport: “Uitzendkrachten in 2003: profiel- en twerkstellingskenmerken” uitgevoerd door IDEA Consult.
juli 2004
p. 29
45-plussers als uitzendkracht
30
Tabel 30: Mobiliteit tussen provincies Intra-provinciale
Inter-provinciale
mobiliteit
mobiliteit
Antwerpen (85)
90,6%
9,4%
Limburg (47)
85,0%
15,0%
Oost-Vlaanderen (74)
82,4%
17,6%
Vlaanderen
West-Vlaanderen (48)
91,7%
8,3%
Vlaams-Brabant (58)
53,5%
46,5%
Wallonië Henegouwen (40)
77,5%
22,5%
Luik (37)
86,5%
13,5%
Luxemburg (7)
85,7%
14,3%
Namen (10)
50,0%
50,0%
Waals-Brabant (20)
55,0%
45,0%
77,0%
23,0%
Brussel (74)
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
Wat Vlaanderen betreft, blijken 45-plus uitzendkrachten zeer mobiel in VlaamsBrabant. De intra-provinciale mobiliteit is daar 53,5% versus bijna 74% bij de groep van alle uitzendkrachten. De reden hiervoor is dat 25% van de 45-plussers die in Vlaams-Brabant wonen, in Brussel werkt. Bij de andere Vlaamse provincies ligt de intra-provinciale mobiliteit hoger in vergelijking met de groep van alle uitzendkrachten en zijn de 45-plussers dus minder mobiel. Over de Waalse provincies kan weinig gezegd worden omwille van het lage aantal observaties dat tussen haakjes weergegeven is.
juli 2004
p. 30
45-plussers als uitzendkracht
6
31
Waarom werken 45-plussers als uitzendkracht?
In dit deel gaan we in op de vraag waarom 45-plussers als uitzendkracht werken. Eerst gaan we in op de algemene motieven om te werken en om aan uitzendarbeid te doen, alsook de mogelijke hinderpalen die 45-plussers belemmeren te werken. Dan bespreken we de verschillende kanalen die leiden naar uitzendarbeid. Vervolgens gaan we dieper in op een aantal specifieke functies die uitzendarbeid kan vervullen voor 45-plussers: om vast werk te vinden, als bijverdienste en om de loopbaan te heroriënteren.
6.1
Algemene motieven voor uitzendwerk
6.1.1 Motieven om uitzendwerk te verrichten Vooreerst geeft Figuur 12 een inzicht in de vraag wat 45-plussers aanzet om te werken in het algemeen. De respondenten kregen telkens 5 antwoordmogelijkheden: heel belangrijk, belangrijk, niet belangrijk, helemaal niet belangrijk en tenslotte geen invloed. Deze 5 mogelijkheden werden geaggregeerd tot 3 categorieën in onderstaande figuur. Tussen haakjes staat de gemiddelde score vermeld per motief en deze score werd ook gebruikt om de motieven te rangschikken in dalende volgorde van belangrijkheid19. Figuur 12: Motieven om te werken Werken geeft voldoening (0,59)
90,2%
5,4%
Financiële noodzaak (0,58)
87,2%
10,0%
Sociaal contact (0,56)
85,4%
9,4%
Bijblijven, verbeteren van competenties (0,40)
75,0%
Partner werkt nog (0,08)
38,4%
Alle vrienden werken nog (0,02)
38,4%
Belangrijk en heel belangrijk
14,6%10,4%
22,6%
30,4%
Niet belangrijk en helemaal niet belangrijk
39,0%
31,2%
Geen invloed
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
19
Deze gemiddelde score ligt steeds tussen -1 en +1 en werd berekend door weging van de antwoorden. De wegingsfactoren waren als volgt: -1 voor het antwoord “helemaal niet belangrijk”, -0,5 voor “niet belangrijk”, 0,5 voor “belangrijk”, 1 voor “heel belangrijk” en 0 voor “geen invloed”.
juli 2004
p. 31
45-plussers als uitzendkracht
32
De belangrijkste redenen waarom 45-plussers werken zijn achtereenvolgens: werken geeft voldoening, uit financiële noodzaak en voor het sociaal contact. Drie kwart van de 45-plussers vindt ook bijblijven en het verbeteren van competenties een belangrijk tot heel belangrijk motief. Het feit dat partner of vrienden nog werken heeft minder invloed. Tabel 31 geeft de gemiddelde score voor de motieven om te werken per leeftijdsgroep. De motieven werden opnieuw gerangschikt in dalende volgorde van belangrijkheid voor de totale groep van 45-plus uitzendkrachten. Tabel 31: Motieven om te werken voor de leeftijdsgroepen Gemiddelde score Totaal 45plus
46-49j
50-53j
54-57j
58-90j
Werken geeft voldoening
0,59
0,61
0,57
0,61
0,58
Financiële noodzaak
0,58
0,63
0,62
0,54
0,47
Sociaal contact
0,56
0,58
0,58
0,58
048
Bijblijven, verbeteren van competenties (bv. PC, talen)
0,40
0,49
0,36
0,36
0,43
Partner werk nog
0,08
0,14
0,09
0,07
-0,01
Alle vrienden werken nog
0,02
0,12
0,06
-0,06
-0,10
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
Werken uit financiële noodzaak blijkt vooral belangrijk bij uitzendkrachten onder 54 jaar. Verder wordt het argument dat partner en vrienden ook nog werken steeds minder belangrijk naarmate de leeftijd stijgt. In de enquête werd ook gepeild naar de motieven waarom 45-plussers specifiek voor uitzendarbeid kiezen. Figuur 13 geeft deze motieven weer, opnieuw in volgorde van dalende belangrijkheid en met de gemiddelde score tussen haakjes vermeld.
juli 2004
p. 32
45-plussers als uitzendkracht
33
Figuur 13: Motieven om uitzendarbeid te verrichten 75,4%
Vrijheid om een job te aanvaarden (0,42) 45-plussers geraken zo makkelijker aan w erk in vgl. met andere kanalen (0,38) Om vast w erk te vinden (0,29)
13,4%11,2%
67,4% 63,4% 66,8%
Voorlopige oplossing (0,28)
17,2%
24,0%
12,6%
19,4% 13,8%
63,8%
Heel nieuw e job uitproberen (0,25)
15,4%
23,2%
13,0%
Hulp/begeleiding bij zoeken naar job (0,24)
59,6%
Regelmatig tijdelijk w erken (0,23)
61,4%
25,8%
12,8%
Om ervaring op te doen (0,22)
59,0%
28,0%
13,0%
Bew uste keuze om tijdelijk te w erken (0,18)
56,4%
Afw isseling (0,18)
55,0%
Belangrijk en heel belangrijk
16,2%
27,4%
17,4%
27,6%
40,6%
Als bijverdienste (0,01)
16,2%
24,2%
19,8%
39,6%
Niet belangrijk en helemaal niet belangrijk
Geen invloed
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
Een eerste belangrijke bemerking is de grote diversiteit aan belangrijke motieven voor uitzendwerk bij 45-plussers. Bijna elk motief wordt door de meerderheid van de respondenten belangrijk tot zeer belangrijk gevonden. De twee belangrijkste motieven voor uitzendarbeid blijken: vrijheid om een job al dan niet te aanvaarden en de mening van 45-plussers dat ze via uitzendwerk gemakkelijker aan werk geraken dan via andere kanalen. Uitzendwerk als bijverdienste is het minst belangrijk, maar toch vindt nog ruim 40% van de 45-plus uitzendkrachten dit een belangrijk tot zeer belangrijk motief. Figuur 14 vergelijkt de motivatie voor uitzendarbeid van de 45-plussers met deze van alle uitzendkrachten. Deze laatste groep beoordeelde wel maar 6 van de bovenstaande motieven om uitzendarbeid te verrichten. Figuur 14: Motivatie voor uitzendarbeid: vergelijking 45-plussers en alle uitzendkrachten (gemiddelde score) 0,0
0,1
0,2
0,3
0,5
0,22
Om ervaring op te doen
0,42 0,28
Voorlopige oplossing
0,4 0,29 0,31
Om vast werk te vinden 0,18 0,18
Afwisseling
0,18
Bewuste keuze om tijdelijk te werken Als bijverdienste
0,4
0,13 0,01
45-plus uitzendkrachten
0,08
Alle uitzendkrachten
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
juli 2004
p. 33
45-plussers als uitzendkracht
34
De motieven “om ervaring op te doen” en “als voorlopige oplossing” scoren veel hoger bij de totale groep uitzendkrachten dan bij de 45-plussers. Opvallend is dat uitzendarbeid als middel om vast werk te vinden nagenoeg even belangrijk gevonden wordt door beide groepen. Figuur 15 geeft weer hoe de verschillende leeftijdsgroepen denken over de motieven om uitzendwerk te verrichten. Voor elk motief is het percentage respondenten weergegeven dat dit motief als “heel belangrijk” of “belangrijk” omschreef. Figuur 15: Motieven uitzendwerk per leeftijdsgroep (% heel belangrijk en belangrijk) 0%
20%
40%
60%
80%
100%
Vrijheid om een job te aanvaarden 45-plussers geraken zo makkelijker aan werk in vgl. met andere kanalen Om vast werk te vinden Voorlopige oplossing Heel nieuwe job uitproberen Hulp/begeleiding bij zoeken naar job Regelmatig tijdelijk werken Om ervaring op te doen Bewuste keuze om tijdelijk te werken Afwisseling Als bijverdienste 46-49
50-53
54-57
58-90
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
Het vinden van vast werk, ervaring opdoen, uitzendwerk als voorlopige oplossing, het uitproberen van een heel nieuwe job en begeleiding bij het zoeken naar een job zijn allemaal motieven die in belang afnemen naarmate de leeftijd stijgt. Omgekeerd wordt uitzendwerk als bijverdienste juist belangrijker bij de oudere leeftijdsgroepen. Ook het feit dat 45-plussers gemakkelijker aan werk geraken via uitzendarbeid in vergelijking met andere kanalen, blijkt een belangrijker motief voor de groep van 58plussers.
juli 2004
p. 34
45-plussers als uitzendkracht
35
6.1.2 Aantal jaar nog werken Aan de respondenten werd ook gevraagd hoeveel jaar ze nog willen werken. Een ruime meerderheid wenst nog 5 tot 10 jaar te werken. Logischerwijze wenst men minder lang te werken naarmate de leeftijd stijgt. Zo wil ongeveer 57% van de 58plussers nog minder dan 5 jaar werken. Tabel 32: Hoeveel jaar willen 45-plussers nog werken? Totaal 45-plus
46-49j
50-53j
%
aantal
< 5 jaar
130
26,1
11
8,3
34
20,0
43
35,3
42
56,8
5-10 jaar
274
55,0
69
52,3
99
58,2
75
61,5
31
41,9
11-15 jaar
67
13,5
33
25,0
31
18,2
2
1,6
1
1,3
16-20 jaar
22
4,4
17
12,9
4
2,4
1
0,8
0
0,0
> 20 jaar
5
1,0
2
1,5
2
1,2
1
0,8
0
0,0
498
100,0
132
100,0
170
100,0
122
100,0
74
100,0
Missing values
2
aantal
1
%
aantal
58-90j
aantal
Totaal
%
54-57j %
aantal
%
1
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
6.1.3 Hinderpalen om te werken Figuur 16: Hinderpalen om te werken (% dat ja antwoord) 0%
10%
20%
30%
40%
50%
Geen van deze hinderpalen Gezondheidsproblemen
Onvoldoende pc-kennis
Verlies van pensioen
Geen eigen auto
Werken geeft ongemak Verlies andere financiële premies
Totaal 45+
46-49j
50-53j
54-57j
58-90j
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
juli 2004
p. 35
45-plussers als uitzendkracht
36
In Figuur 16 bekijken we de factoren die werken voor 45-plussers bemoeilijken. Het percentage dat zegt last te ondervinden van de vermelde hinderpalen is weergegeven in bovenstaande figuur. Hierbij valt vooral op dat bijna 45% geen last heeft van de genoemde hinderpalen. Voor de respondenten blijken de grootste hinderpalen gezondheidsproblemen (26,8%) en geen of onvoldoende kennis van computers te zijn (24,2%). Vooral de jongere 45-plussers (46-49j) hebben last van gezondheidsproblemen en vinden dat werken met allerlei ongemakken gepaard gaat (bv. lange reistijd, werkdruk). Bij de 58-plussers spelen onvoldoende pc-kennis en het verlies van pensioen dan weer een grotere rol.
6.2
Kanalen die leiden naar werk
Hier bespreken we eerst de kanalen om werk te vinden in het algemeen en vervolgens de kanalen die naar uitzendwerk leiden. De respondenten werd gevraagd aan te duiden welke van een aantal opgegeven kanalen ze zouden gebruiken als ze werk zouden moeten zoeken. Elke respondent kon dus meerder kanalen opsommen. De resultaten zijn weergegeven in Figuur 17. Bijkomend werd aan de 45-plus uitzendkrachten ook gevraagd om het belangrijkste kanaal aan te geven. In de figuur werd bij elk kanaal tussen haakjes het aandeel respondenten vermeld dat dit kanaal als het belangrijkste aangaf. Figuur 17: Verschillende kanalen om werk te vinden (% 45-plussers dat het kanaal zou gebruiken om werk te zoeken) Uitzendbureaus (56,0%)
86,6
Advertenties in de geschreven pers (11,8%)
52,8
Spontane sollicitaties (10,2%)
44,0
VDAB/BGDA, werkwinkels (5,8%)
38,2
Familie, vrienden, relaties (7,6%)
31,8
Jobsites (5,0%)
30,0
Eigen website van bedrijven (2,2%) Andere (1,4%)
23,6 3,4
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
juli 2004
p. 36
45-plussers als uitzendkracht
37
Bijna 87% van de 45-plussers zou gebruik maken van uitzendbureaus, gevolgd door advertenties in de geschreven pers, spontane sollicitaties bij bedrijven, publieke bemiddelingsbureaus (VDAB, werkwinkels) en het informele kanaal van familie, vrienden en relaties. In totaal vindt 56% van de respondenten uitzendbureaus het belangrijkste kanaal om werk te zoeken, daarna komen advertenties in de geschreven pers (11,8%) en spontane sollicitaties in bedrijven (10,2%). Er zijn bij deze vraag nauwelijks verschillen tussen de leeftijdsgroepen. Figuur 18 bespreekt hoe de respondenten ertoe kwamen om zich in te schrijven als uitzendkracht. Voor elk kanaal moesten de 45-plussers aangeven of het invloed had of niet. Figuur 18: Kanalen die leiden naar uitzendwerk (% invloed) 42,8%
Uitzendbureau in buurt Bedrijf vroeg werk via uitzendcontract TV, tijdschrift, krant, publiciteit
34,2% 27,8% 22,8%
Familie of vrienden
15,4%
Andere VDAB, OCMW, werkwinkel
13,6%
Suggestie vorige werkgever
13,2%
Outplacementbegeleiding Vakbond
8,8% 5,4%
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
Allereerst valt op dat een grote diversiteit aan kanalen invloed heeft op het aantrekken van 45-plussers als uitzendkracht. Het belangrijkste kanaal vond men het feit dat er een uitzendbureau in de buurt was en dat het eenvoudig is om zich in te schrijven in een bureau. Andere belangrijke kanalen zijn: het bedrijf waar men solliciteert vraagt om via een uitzendcontract te werken, publiciteit op TV, in kranten en tijdschriften en informele kanalen. Ruim 15% van de respondenten antwoorden dat ze via een ander kanaal naar uitzendarbeid geleid werden. Meer specifiek vermeldt deze groep voornamelijk dat ze uit zichzelf ertoe gekomen zijn om zich in te schrijven als uitzendkracht (bv. eigen initiatief, persoonlijke beslissing, eigen motivatie).
juli 2004
p. 37
45-plussers als uitzendkracht
6.3
38
De verschillende functies van uitzendarbeid
6.3.1 Uitzendarbeid als hulpmiddel om vast werk te vinden (1) Op zoek naar vast werk Uit Figuur 13 bleek dat 63,4% het vinden van vast werk een belangrijk tot heel belangrijk motief vond om uitzendarbeid te verrichten. Dit motief was daarenboven vooral van belang voor de jongere 45-plussers, namelijk voor de leeftijdsgroepen 4649 jaar en 50-53 jaar. In de enquête werd aan de respondenten ook expliciet gevraagd of ze op zoek waren naar vast werk, naar tijdelijk werk of dat ze geen voorkeur hadden. Figuur 19 toont aan dat bijna 65% van de 45-plussers op zoek is naar vast werk. Bij de 46-49 jarigen loopt dit aandeel op tot bijna 80%. Naarmate de leeftijd stijgt, neemt het percentage dat op zoek is naar vast werk af. In de groep van 58-plussers is nog minder dan de helft op zoek naar vast werk, terwijl het aandeel dat tijdelijk werk verkiest toeneemt. Figuur 19: Op zoek naar vast werk per leeftijdsgroep 100% 18,6%
13,5%
16,9%
22,1%
25,7%
8,3%
80%
13,5%
17,0%
25,4% 60%
40%
78,2% 64,4%
27,0%
69,6% 52,5%
20%
47,3%
0% Totaal 45+
46-49j Vast w erk
50-53j Tijdelijk w erk
54-57j
58-90j
Geen voorkeur
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
Figuur 20 geeft het antwoord weer op de vraag of 45-plus uitzendkrachten op zoek zijn naar voltijds of deeltijds werk. Bijna 54% van de respondenten zoekt een voltijdse baan, terwijl een kleine 30% expliciet op zoek is naar een deeltijdse job. Bij de 58-plussers is nog maar 1/3 op zoek naar voltijds werk, 1/3 zoekt deeltijds werk en de rest heeft geen uitgesproken voorkeur.
juli 2004
p. 38
45-plussers als uitzendkracht
39
Figuur 20: Op zoek naar voltijds werk? 100% 12,0%
18,8% 80%
18,7%
19,7%
29,7%
26,3% 26,3%
27,4%
26,2%
60% 33,8% 40% 61,7%
53,8%
55,0%
54,1%
20%
36,5%
0% Totaal 45+
46-49j
50-53j
Voltijds w erk
Deeltijds w erk
54-57j
58-90j
Geen voorkeur
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
(2) Vast werk gevonden De vragen in de enquête stellen ons ook in staat om te analyseren hoeveel 45-plus uitzendkrachten vast werk vonden na hun laatste uitzendopdracht. Dit veronderstelt echter dat hun laatste opdracht al ten einde is op het moment van de ondervraging, wat niet noodzakelijk het geval is. Vast werk wordt gedefinieerd als een contract van bepaalde of onbepaalde duur. We beperken ons hier ook tot de personen die uitzendwerk als hoofdbezigheid verrichten. In totaal gaat het hier over een groep van 395 uitzendkrachten. Tabel 33 toont dat 102 uitzendkrachten hun opdracht nog niet beëindigd hadden op het moment van de enquête. Van de 293 uitzendkrachten wiens opdracht wel ten einde was, hebben er 142 vast werk gevonden. Tabel 33: Vast werk gevonden bij uitzendarbeid als hoofdbezigheid Totaal 45-plus
46-49j
50-53j
54-57j
58-90j
aantal
aantal
aantal
aantal
aantal
Opdracht beëindigd (A)
293
82
109
65
37
Vast werk (B)
142
47
63
21
11
Geen vast werk (C)
151
35
46
44
26
Opdracht niet beëindigd (D)
102
25
32
28
17
Totaal (E)
395
107
141
93
54
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
juli 2004
p. 39
45-plussers als uitzendkracht
40
Afhankelijk van de referentiegroep kunnen 2 verschillende percentages vast werk berekend worden. De eerste lijn van Tabel 34 geeft het percentage vast werk weer uitgedrukt ten opzichte van het aantal personen dat hun opdracht reeds beëindigde. Hiervan vond 48,5% vast werk na afloop van de laatste uitzendopdracht. De tweede lijn van de tabel geeft het percentage vast werk weer ten opzichte van alle 45-plus uitzendkrachten, ongeacht of hun laatste opdracht al beëindigd is. Ten opzichte van deze referentiegroep bedraagt het percentage vast werk 35,9%. Tabel 34: Percentage vinden van vast werk bij uitzendarbeid als hoofdbezigheid Alle Totaal 45-plus uitzendkrachten
46-49j
50-53j
54-57j
58-90j
%
%
%
%
%
%
T.o.v. opdracht beëindigd ( B/A)
63,0
48,5
57,3
57,8
32,3
29,7
T.o.v. alle uitzendkrachten (B/E)
54,7
35,9
43,9
44,7
22,6
20,4
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
We merken bovendien duidelijke verschillen tussen de leeftijdsgroepen: het aandeel vast werk stijgt tot bijna 60% voor de 2 jongste leeftijdsgroepen (46-49j en 50-53j) en daalt tot rond de 30% voor de 54-plussers. Het is vooral opvallend dat het aandeel vast werk bij de groepen 46-49j en 50-53j bijna even hoog is als het aandeel uitzendkrachten dat vast werk vindt in de totale groep van alle uitzendkrachten (63%). Merk op dat juist deze twee leeftijdsgroepen op zoek zijn naar vast werk en het vinden van vast werk ook als een zeer belangrijk motief zien om aan uitzendarbeid te doen (cfr. supra). Tabel 35: Vast werk bij inlener en hoofdbezigheid 45-plus uitzendkrachten Alle uitzendkrachten aantal
%
aantal
%
Bij inlener
93
65,5
321,7
50,1
Elders
49
34,5
320,1
49,9
Totaal
142
100,0
641,8
100,0
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
Tabel 35 vertelt ons waar 45-plussers vast werk vonden, met name bij het inlenend bedrijf waar ze dus hun laatste uitzendopdracht verrichtten of elders. Ruim 65% van de respondenten vond werk bij de inlener, een aandeel dat hoger ligt dan bij de steekproef van alle uitzendkrachten.
juli 2004
p. 40
45-plussers als uitzendkracht
41
Figuur 21 geeft informatie over het contracttype dat de uitzendkrachten kregen indien ze vast werk vonden. Bijna 80% kreeg een contract van onbepaalde duur aangeboden, bij de groep van alle uitzendkrachten was dit 75%. Het aandeel contracten van onbepaalde duur daalt wel met de leeftijd tot 46,1% bij de 58-plussers. Opvallend is de leeftijdsgroep van 50-53 jaar waar 92,1% een contract van onbepaalde duur aangeboden krijgt (N=63). Figuur 21: Contracttype bij het vinden van vast werk 100%
7,9% 20,4%
23,4%
25,0%
33,3%
80%
53,9%
60% 92,1%
40%
79,6%
76,6%
75,0%
66,7% 46,1%
20% 0% Totaal 45+
Alle UZK
46-49j
50-53j
Contract van onbepaalde duur
54-57j
58-90j
Contract van bepaalde duur
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
(3) Beroepssituatie indien geen vast werk gevonden Zoals blijkt uit Tabel 33 zijn er 151 45-plus uitzendkrachten die geen vast werk vonden na hun laatste opdracht. Aan deze personen werd gevraagd wat hun beroepssituatie was onmiddellijk na het aflopen van deze laatste uitzendopdracht. De antwoorden zijn samengebracht in Tabel 36. Bijna 64% werd werkloos en ongeveer 20% was niet-beroepsactief na hun laatste opdracht. Ruim 15% had ander betaald werk, vooral dan ander uitzendwerk. Tabel 36: Beroepssituatie indien uitzendarbeid als hoofdbezigheid en geen vast werk Totaal 45-plus Betaald werk
aantal
%
23
15,2
Opleiding
2
1,4
Werkloos
96
63,6
Niet-beroepsactief
30
19,8
Totaal
151
100,0
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
juli 2004
p. 41
45-plussers als uitzendkracht
42
(4) Vast werk bij 45-plus uitzendkrachten: een overzicht Figuur 22 geeft een overzicht van het vinden van vast werk voor 45-plus uitzendkrachten die hun laatste opdracht reeds beëindigd hebben en uitzendarbeid als hoofdbezigheid verrichtten. De percentages vast werk zijn berekend t.o.v. de uitzendkrachten die hun laatste opdracht beëindigden. Figuur 22: Vast werk bij 45-plus uitzendkrachten met beëindigde opdracht als hoofdbezigheid
Uitzendarbeid als hoofdbezigheid en opdracht beëindigd (293 UZK) 48,5%
51,5% Geen vast werk
Vast werk
31,8% Vast werk bij inlener
16,7%
7,8%
Vast werk elders
0,7%
Betaald werk
32,8%
Opleiding
Werkloos
10,2% Nietberoepsactief
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
6.3.2 Uitzendarbeid als bijverdienste We richten ons in deze paragraaf op 45-plussers die uitzendarbeid verrichten als bijverdienste voor de “oude dag”. In Figuur 13 blijkt dat ruim 40% van de respondenten uitzendarbeid als bijverdienste een belangrijk tot heel belangrijk motief vindt en deze mening versterkt nog naarmate de leeftijd stijgt. We bekijken deze bijverdieners hierna wat meer in detail. Tabel 37: Laatste opdracht als hoofd- of bijverdienste 45-plus uitzendkrachten Alle uitzendkrachten Hoofdbezigheid
aantal
%
aantal
%
395
79,0
1174,1
78,3
Bijverdienste
105
21,0
325,9
21,7
Totaal
500
100,0
1500
100,0
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
juli 2004
p. 42
45-plussers als uitzendkracht
43
Vooreerst toont Tabel 37 dat 21% van de 45-plussers hun laatste opdracht als bijverdienste deed. Dit percentage is verrassend gelijkend met dit van de groep van alle uitzendkrachten. Figuur 23: Hoofd- of bijverdienste per leeftijdsgroep 100,0% 19,5%
17,5%
80,5%
82,5%
46-49j
50-53j
23,8%
27,0%
76,2%
73,0%
54-57j
58-90j
80,0% 60,0% 40,0% 20,0% 0,0%
Hoofdbezigheid
Bijverdienste
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
In Figuur 23 neemt het percentage dat uitzendarbeid als bijverdienste verricht wel toe met de leeftijd tot 27% voor de 58-plussers. Opvallend is toch dat zelfs in de oudste leeftijdscategorie bijna 2/3 uitzendarbeid verricht als hoofdactiviteit. Aan de bijverdieners werd in de enquête ook gevraagd met welke activiteit ze hun uitzendwerk combineerden. Ruim 53% combineert het uitzendwerk met ander betaald werk, voornamelijk contracten van onbepaalde duur en zelfstandigen of vrije beroepen. Bijna 43% is niet-beroepsactief en verdient daarnaast bij als uitzendkracht. Het gaat hier vooral over (brug)gepensioneerden en personen die huishoudelijk werk doen en kinderopvang. Dit aandeel niet-actieven neemt toe naarmate de leeftijd stijgt en dit ten koste van het aandeel betaald werk. De resultaten per leeftijdsgroep bevatten echter te weinig observaties en worden daarom niet weergegeven. In de enquête van alle uitzendkrachten combineert 65,2% het uitzendwerk als bijverdienste met onderwijs. Het gaat hier dan voornamelijk om jobstudenten. Het aandeel dat uitzendarbeid combineert met betaald werk of niet-beroepsactief is, ligt bij de totale groep uitzendkrachten veel lager.
juli 2004
p. 43
45-plussers als uitzendkracht
44
Tabel 38: Met welke activiteit wordt uitzendwerk als bijverdienste gecombineerd? 45-plus uitzendkrachten
Alle uitzendkrachten
aantal
%
aantal
%
Betaald werk
56
53,3
91,1
28,0
Opleiding
4
3,8
212,5
65,2
Niet-beroepsactief
45
42,9
22,3
6,8
Totaal
105
100,0
325,9
100,0
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
Figuur 24: Uitzendarbeid als hoofdbezigheid versus bijverdienste
45-plus uitzendkrachten 79,0%
21,0%
Uitzendarbeid als hoofdbezigheid
11,2% Betaald werk
Uitzendarbeid als bijverdienste
0,8%
9,0% Opleiding
Nietberoepsactief
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
6.3.3 Uitzendarbeid als instrument om de loopbaan te heroriënteren Bij de motieven voor uitzendarbeid vond 63,8% het belangrijk tot heel belangrijk dat ze via uitzendwerk de kans kregen om een heel nieuwe job uit te proberen. Dit zijn dus 45-plussers die via uitzendwerk hun professionele carrière een andere wending willen geven. Tabel 39 vergelijkt de aandelen van de verschillende beroepscategorieën tijdens de vroegere loopbaan van de 45-plussers en hun beroep als uitzendkracht. Het voornaamste verschil is dat de categorie arbeiders (arbeider 1, arbeider 2 en andere arbeider) groter is bij uitzendwerk, terwijl het aantal leidinggevenden en specialisten lager is. Aangezien we het beroep van elke respondent kennen zowel tijdens zijn vroegere loopbaan als dit uitgeoefend als uitzendkracht, kunnen we per 45-plusser de transitie
juli 2004
p. 44
45-plussers als uitzendkracht
45
van zijn beroep vóór en tijdens uitzendarbeid analyseren. Als we de categorieën beroepen aggregeren tot 5 grote groepen (administratief en bediende, arbeider, dienstverlenend en commercieel, leidinggevend en specialist en technische functies), veranderen in totaal 34% van de 45-plus uitzendkrachten van beroepscategorie tijdens uitzendarbeid. Tabel 39: Vergelijking beroep vóór en tijdens uitzendwerk 45-plus uitzendkrachten Typevoorbeelden
Administratief en bediende
Vóór uitzendwerk
Tijdens uitzendwerk
Aantal
%
Aantal
%
111
22,2
100
20,0
Administratief 1
Secretaresse, boekhouder
77
15,4
72
14,4
Administratief 2
Adviseur, consultant, expert
11
2,2
13
2,6
Bediende
Bankbediende, loketbediende
Arbeider
23
4,6
15
3,0
155
31,0
206
41,2
16,8
91
18,2
Arbeider 1
Productiearbeider
84
Arbeider 2
Teamleider, ploegbaas
10
2,0
8
1,6
Andere arbeider
Chauffeur, mecanicien
61
12,2
107
21,4
Kelner, kok, verkoper, verpleegster
156
31,2
142
28,4
Verkoop, onthaal
76
15,2
60
12,0
Verpleegster, opvoeder
28
5,6
23
4,6
Ober, kok, schoonmaakster
40
8,0
53
10,6
Gids, animatie
12
2,4
11
2,2
40
8,0
18
3,6
Hoger kader, zaakvoerder
18
3,6
10
2,0
Specialist 1
Vrije beroepen
5
1,0
1
0,2
Specialist 2
Onderzoek en onderwijs
17
3,4
7
1,4
Laborant, informatici
18
3,6
19
3,8
7
1,4
12
2,4
Dienstverlenend en commercieel Commercieel Zorgend Horeca en schoonmaak Ander dienstverlenend Leidinggevend en specialist Leidinggevend
Technische functies Onbekend Niet-werkend
Huisvrouw, ziekte, pensioen
Totaal
13
2,6
3
0,6
500
100,0
500
100,0
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
In de groep administratief en bediende verandert 36,4% naar een andere groep, waarvan 19% naar dienstverlenend en commercieel en een kleine 14% naar de groep van de arbeiders. Bij de arbeiders blijft bijna 86% arbeider tijdens het uitzendwerk, hoewel er wel interne transities zijn vooral tussen arbeider 1 (productiearbeider) en andere arbeider (chauffeur, mecanicien). Ruim 9% van de arbeiders oefent een dienstverlenend of commercieel beroep uit als uitzendkracht. De meeste transities vinden we in de groep dienstverlenend en commercieel, aangezien ruim 44% hier van beroep verandert. Het grootste aandeel heeft een arbeidersfunctie als uitzendkracht (26,9%) en bijna 11% betrekt een administratieve of bediende functie tijdens het uitzendwerk. juli 2004
p. 45
45-plussers als uitzendkracht
7
46
Imago van uitzendarbeid bij 45-plussers
In dit laatste deel bestuderen we het imago van uitzendarbeid bij 45-plus uitzendkrachten. Eerst bespreken we de algemene tevredenheid van 45-plussers en daarna gaan we dieper in op verschillende aspecten van die tevredenheid. Vervolgens analyseren we de mening van de respondenten over een aantal stellingen in verband met uitzendwerk en uitzendbureaus.
7.1
Tevredenheid van 45-plussers over uitzendwerk
7.1.1 Algemene tevredenheid Aan de respondenten werd gevraagd in welke mate ze tevreden waren over uitzendarbeid. Figuur 25 geeft de resultaten weer voor alle 45-plussers. Hieruit blijkt dat 45% zeer tevreden en bijna 40% tevreden is over uitzendarbeid. Slechts 6,8% is ontevreden tot zeer ontevreden. Hieruit blijkt dat er een hoge algemene tevredenheid over uitzendwerk heerst bij 45-plus uitzendkrachten. Figuur 25: Algemene tevredenheid van 45-plus uitzendkrachten Zeer ontevreden Niet tevreden, Ontevreden 1,6% niet ontevreden 5,2% 9,0%
Zeer tevreden 45,0%
Tevreden 39,2%
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
Voor elke leeftijdsgroep werd een gemiddelde tevredenheidsscore berekend door aan elk antwoord een weging te geven20. Wanneer we de leeftijdsverdeling in Tabel 40 bekijken, blijkt de algemene tevredenheid nog toe te nemen met de leeftijd. Vooral de 58-plussers scoren gemiddeld zeer hoog op tevredenheid (zie laatste kolom in Tabel 40). In deze groep is bijna 57% zeer tevreden over uitzendwerk. De globale gemiddelde score van algemene tevredenheid voor alle 45-plussers bedraagt 0,60.
20
Deze gemiddelde score ligt steeds tussen -1 en +1 en werd berekend door weging van de antwoorden. De wegingsfactoren waren als volgt: -1 voor het antwoord “zeer ontevreden”, -0,5 voor “ontevreden”, 0,5 voor “tevreden”, 1 voor “zeer tevreden” en 0 voor “niet tevreden, niet ontevreden”.
juli 2004
p. 46
45-plussers als uitzendkracht
47
Tabel 40: Algemene tevredenheid van de 45-plus uitzendkrachten per leeftijdsgroep Zeer tevreden
Tevreden
Niet tevreden, Zeer Ontevreden Gemiddelde score niet ontevreden ontevreden
%
%
%
%
%
waarde
Totaal
45,0
39,2
9,0
5,2
1,6
0,60
46-49j
40,6
42,1
9,8
6,8
0,8
0,58
50-53j
41,5
40,4
11,7
4,1
2,3
0,57
54-57j
47,5
36,1
6,6
7,4
2,5
0,59
58-90j
56,8
36,5
5,4
1,4
0,0
0,74
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
Deze grote algemene tevredenheid leidt er ook toe dat 91,2% van de respondenten uitzendwerk zou aanraden aan leeftijdsgenoten. Dit wordt weergegeven in Figuur 26. Tussen de leeftijdsgroepen zijn hierover geen opvallende verschillen. Figuur 26: Uitzendarbeid aanraden aan leeftijdsgenoten Niet aanraden 8,8%
Wel aanraden 91,2% Bron: IDEA Consult op basis van enquête
7.1.2 Verschillende aspecten van tevredenheid over uitzendwerk We gaan nu wat dieper in op de tevredenheid over verschillende aspecten van uitzendwerk. We bespreken achtereenvolgens de tevredenheid over het aangeboden werk, over de loon- en arbeidsvoorwaarden en over de werking van uitzendbureaus. Tabel 41 toont de tevredenheid van 45-plus uitzendkrachten over het aangeboden werk. Opnieuw werd per thema een gemiddelde score berekend en de verschillende thema’s werden ook gerangschikt op basis van deze score. Rechtsonder in de tabel wordt ook de totale gemiddeld score weergegeven van de tevredenheid over het aangeboden werk (0,47).
juli 2004
p. 47
45-plussers als uitzendkracht
48
Tabel 41: Tevredenheid van 45-plus uitzendkrachten over het aangeboden werk Zeer tevreden
Tevreden
Niet Zeer Gemiddelde tevreden, Ontevreden niet ontevreden score ontevreden
%
%
%
%
%
waarde
Bereikbaarheid
28,4
60,2
5,2
5,6
0,6
0,55
Inhoud van het werk
28,4
59,6
4,8
6,2
1,0
0,54
Aangeboden werk
Variatie in het werk
23,6
58,4
6,6
10,0
1,4
0,46
Duur van de opdracht
26,4
54,6
6,4
10,4
2,2
0,46
Onthaal en begeleiding in het bedrijf waar je werkt(e) als uitzendkracht
31,0
47,0
8,4
9,8
3,8
0,46
Aantal opdrachten
21,6
54,4
8,8
13,8
1,4
0,41
Fysieke belasting in het werk
15,6
59,4
12,2
11,2
1,6
0,38
Gemiddelde score aangeboden werk
0,47
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
Alle scores liggen zeer hoog en in elkaars buurt. De respondenten blijken het meest tevreden over de bereikbaarheid van het werk alsook over de inhoud. Het aantal opdrachten en de fysieke belasting dat het werk met zich meebracht scoren het laagst. Tabel 42 toont de gemiddelde tevredenheidsscore voor de verschillende aspecten met betrekking tot het aangeboden werk per leeftijdsgroep. Het valt hierbij op dat de 58plussers telkens hoger scoren, wat ook een hogere totale gemiddelde score voor tevredenheid over het aangeboden werk oplevert. De tevredenheid stijgt dus lineair met de leeftijd. Tabel 42: Tevredenheid aangeboden werk per leeftijdsgroep Gemiddelde score 46-49j
50-53j
Bereikbaarheid
0,50
0,52
0,57
0,67
Inhoud van het werk
0,52
0,54
0,49
0,69
Variatie in het werk
0,44
0,45
0,41
0,62
Duur van de opdracht
0,36
0,43
0,50
0,65
Onthaal en begeleiding in het bedrijf waar je werkt(e) als uitzendkracht
0,35
0,37
0,48
0,64
Aantal opdrachten
0,35
0,38
0,42
0,52
Fysieke belasting in het werk
0,33
0,35
0,40
0,51
Gemiddelde score aangeboden werk
0,41
0,44
0,47
0,62
Aangeboden werk
54-57j
58-90j
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
juli 2004
p. 48
45-plussers als uitzendkracht
49
De volgende twee tabellen geven de tevredenheid van de 45-plussers over hun loonen arbeidsvoorwaarden weer. Tabel 43: Tevredenheid van 45-plussers over loon- en arbeidsvoorwaarden Zeer tevreden
Tevreden
%
%
Loon- en arbeidsvoorwaarden
Niet Zeer Gemiddelde tevreden, Ontevreden niet ontevreden score ontevreden
%
%
%
waarde
Aantal werkuren
25,4
65,0
3,4
5,6
0,6
0,55
Uren waarop men werkt
26,0
63,2
4,4
5,8
0,6
0,54
Werkdruk/stressniveau
19,4
57,8
11,0
9,4
2,4
0,41
Loon
18,8
50,0
11,8
16,8
2,6
0,33
Gemiddelde score voorwaarden
0,46
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
Uit Tabel 43 blijkt dat men het meest tevreden is over het aantal werkuren en de uren waarop men werkt. Het minst tevreden zijn de 45-plus uitzendkrachten over hun loon en de werkdruk of het stressniveau. De totale gemiddelde score voor loon- en arbeidsvoorwaarden is ongeveer dezelfde als de gemiddelde tevredenheidsscore over het aangeboden werk. Wanneer we in Tabel 44 de tevredenheid per leeftijdsgroep bekijken, merken we op dat de oudere leeftijdsgroepen weer meer tevreden zijn over alle aspecten van hun loon- en arbeidsvoorwaarden. Tabel 44: Tevredenheid over loon- en arbeidsvoorwaarden per leeftijdsgroep Gemiddelde score 46-49j
50-53j
54-57j
58-90j
Aantal werkuren
0,55
0,51
0,54
0,64
Uren waarop men werkt
0,49
0,52
0,55
0,67
Werkdruk/stressniveau
0,33
0,39
0,44
0,57
Loon
0,24
0,29
0,36
0,52
Gemiddelde score voorwaarden
0,40
0,43
0,47
0,60
Loon- en arbeidsvoorwaarden
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
Tenslotte beoordeelden de 45-plussers ook een aantal aspecten van de werking van uitzendbureaus. In Tabel 45 valt onmiddellijk op dat de gemiddelde scores per thema alsook de totale score lager liggen dan bij de tevredenheid over het aangeboden werk en de loon- en arbeidsvoorwaarden. Verder zien we een grotere variatie bij het beoordelen van de verschillende aspecten met betrekking tot de werking van uitzendbureaus.
juli 2004
p. 49
45-plussers als uitzendkracht
50
Tabel 45: Tevredenheid van 45-plussers over de werking van uitzendbureaus Zeer tevreden
Tevreden
Niet Zeer Gemiddelde tevreden, Ontevreden niet ontevreden score ontevreden
%
%
%
%
%
waarde
Houding consulenten (begrip, respect)
33,0
53,2
8,8
4,2
0,8
0,57
Ondersteuning bij administratieve formaliteiten
20,8
49,6
19,0
8,0
2,6
0,39
Regelmatig contact met de consulenten
21,8
48,6
16,0
10,0
3,6
0,38
Informatie over sociale zekerheid en overheidsmaatregelen
15,6
42,6
21,8
14,4
5,6
0,24
Hulp bij opstellen CV
12,2
37,6
39,4
7,0
3,8
0,24
Hulp bij voorbereiding sollicitatiegesprek
9,8
35,0
43,8
7,8
3,6
0,20
Informatie over opleidingsmogelijkheden
10,2
36,8
32,8
15,6
4,6
0,16
Werking uitzendbureaus
Gemiddelde score werking uitzendbureaus
0,31
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
De 45-plus uitzendkrachten zijn het meest tevreden over de houding van de consulenten, de ondersteuning bij administratieve formaliteiten en het regelmatige contact met de consulenten. De scores voor hulp bij het opstellen van het CV en bij voorbereiding van een sollicitatiegesprek en voor het informeren over opleidingsmogelijkheden, sociale zekerheid en overheidsmaatregelen zijn lager. De voornaamste oorzaak hiervoor is het hoge percentage respondenten dat hierover geen mening heeft (niet tevreden, niet ontevreden). De scores van de verschillende leeftijdsgroepen sluiten aan bij deze van de totale groep 45-plussers, behalve dat de tevredenheid van de 58-plussers opnieuw veel hoger ligt in vergelijking met de jongere leeftijdsgroepen (zie Tabel 46).
juli 2004
p. 50
45-plussers als uitzendkracht
51
Tabel 46: Tevredenheid over werking uitzendbureaus per leeftijdsgroep Gemiddelde score Werking uitzendbureaus
46-49j
50-53j
54-57j
58-90j
Houding consulenten (begrip, respect)
0,59
0,53
0,55
0,64
Ondersteuning bij administratieve formaliteiten
0,37
0,39
0,34
0,49
Regelmatig contact met de consulenten
0,35
0,35
0,33
0,57
Informatie over sociale zekerheid en overheidsmaatregelen
0,14
0,25
0,24
0,39
Hulp bij opstellen CV
0,18
0,26
0,19
0,36
Hulp bij voorbereiding sollicitatiegesprek
0,19
0,21
0,14
0,28
Informatie over opleidingsmogelijkheden
0,14
0,15
0,13
0,28
Gemiddelde score werking uitzendbureaus
0,28
0,31
0,27
0,43
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
7.2
Mening over uitzendarbeid vóór en na eigen ervaring met uitzendwerk
Tot slot beoordeelden de 45-plus uitzendkrachten in de enquête een aantal stellingen in verband met uitzendarbeid en uitzendbureaus. Men moest aangeven of men al dan niet akkoord was met de stelling voor men vóór de eerste keer uitzendarbeid verrichtte alsook hun mening op het ogenblik van de enquête, dus na het uitvoeren van minstens 1 uitzendopdracht. Deze informatie wordt getoond is Figuur 27. Het eerste horizontale balkje geeft de mening vóór het verrichten van uitzendarbeid en het balkje er net onder de mening na de eigen ervaring met uitzendwerk. Het is belangrijk om op te merken dat het percentage dat geen mening heeft over een stelling, telkens verkleint na het zelf verrichten van uitzendarbeid, wat duidelijk aangeeft dat meer 45-plussers zich een mening vormen door zelf uitzendarbeid te doen. Omdat het aandeel zonder mening verkleint, stijgt bij sommige stellingen het percentage dat akkoord gaat én dat niet akkoord tegelijk, wat de interpretatie bemoeilijkt. Dit werd opgelost door een gemiddelde score per stelling te berekenen die telkens tussen haakjes na de stelling weergegeven is. Bij een negatieve score gaat de meerderheid van de respondenten niet akkoord met de stelling en omgekeerd voor een positieve score. Als een score stijgt na het verrichten van uitzendwerk, betekent dit dat meer 45-plussers akkoord gaan en vice versa voor een dalende score.
juli 2004
p. 51
45-plussers als uitzendkracht
52
Figuur 27: Mening over uitzendwerk en uitzendbureaus 31,8
Vooral voor jongeren (Vóór) (-0,27) (Nu) (-0,53)
58,4 73,8
21,0 70,6
Geschikt om vast w erk te vinden (Vóór) (0,52)
72,6
(Nu) (0,53) Enkel voor bepaalde beroepen (Vóór) (-0,24)
30,0
(Nu) (-0,25)
32,0
Zeker regelmatig aan de slag (Vóór) (0,28) (Nu) (0,34) Onvoldoende w erkzekerheid (Vóór) (0,10) (Nu) (0,13) Niet in lijn met diploma's (Vóór) (-0,05) (Nu) (-0,02)
Akkoord
Niet akkoord
55,8 61,8 46,4 50,8 39,0 42,8
9,8 5,2 18,8 10,6 19,8 7,6 54,0 16,0 56,8 11,2 27,8 16,4 28,2 10,0 36,6 17,0 38,2 11,0 44,2 16,8 45,0 12,2
Geen mening
Bron: IDEA Consult op basis van enquête
Als we eerst kijken naar de positieve stellingen over uitzendarbeid dan zien we dat ruim 70% uitzendarbeid geschikt vindt om vast werk te vinden en dit percentage stijgt lichtjes na het zelf uitvoeren van uitzendwerk. Verder meent bijna 56% dat uitzendwerk ervoor zorgt dat men regelmatig aan de slag kan. Op het moment van de enquête steeg dit aandeel tot bijna 62%. Voor deze stellingen steeg de gemiddelde (positieve) score dan ook. De negatieve stelling dat uitzendarbeid enkel voor jongeren is, wordt ontkracht door uitzendwerk te doen, d.w.z. de gemiddelde score wordt negatiever dus meer respondenten gaan niet akkoord. Na het werken als uitzendkracht vindt bijna ¾ van de 45-plussers dat uitzendwerk niet alleen voor jongeren is. Juist 54% van de respondenten gaat niet akkoord met de stelling dat uitzendwerk enkel voor bepaalde beroepen is. De gemiddelde score voor deze stelling is dan ook negatief en wordt (iets) negatiever na een eigen ervaring met uitzendwerk, wat betekent dat minder respondenten akkoord gaan. Een meerderheid van de 45-plussers gaat ook niet akkoord met de stelling dat uitzendwerk niet in lijn is met hun diploma’s en kwalificaties. Deze negatieve gemiddelde score stijgt wel licht na uitzendwerk, maar de score blijft wel negatief. De enige negatieve stelling waarmee het grootste deel van de 45-plus uitzendkrachten akkoord gaat, is dat uitzendarbeid onvoldoende werkzekerheid biedt. Na zelf als uitzendkracht gewerkt te hebben, gaat deze score nog omhoog, wat inhoudt dat meer 45-plussers met deze stelling akkoord gaan na een eigen ervaring als uitzendkracht.
juli 2004
p. 52
45-plussers als uitzendkracht
8
53
Besluit
Dit rapport schetst een gedetailleerd beeld van de 45-plus uitzendkrachten in België. Het onderzoek is gebaseerd op een telefonische enquête die werd afgenomen bij een representatieve steekproef van 500 45-plus uitzendkrachten en op basis van het bestand van het Sociaal Fonds voor de Uitzendkrachten. Dit bestand bevat de gegevens van alle personen die in de laatste 3 kwartalen van 2002 en in het eerste kwartaal van 2003 uitzendarbeid verrichtten in België. In totaal bevat het bestand 24.374 uitzendkrachten ouder dan 45 jaar, wat overeenkomt met een aandeel van 7,8% in de totale populatie uitzendkrachten (zonder jobstudenten). In de uitzendpopulatie vormen 45-plussers dus een niet te verwaarlozen groep.
Het algemeen beeld dat geschetst kan worden van 45-plus uitzendkrachten is als volgt: -
Bijna 2/3 van de 45-plus uitzendkrachten deed betaald werk voor hun eerste uitzendopdracht ooit. Slechts 1 op 4 komt uit de werkloosheid, en een ruime meerderheid van deze groep geeft gedwongen ontslag op als reden voor deze werkloosheid.
-
In de groep van 45-plus uitzendkrachten zijn veel nieuwkomers: ruim 42% was voor het eerst uitzendkracht in 2002 of 2003.
-
45-plus uitzendkrachten doen relatief weinig uitzendopdrachten per jaar, maar deze opdrachten hebben wel een lange gemiddelde duurtijd en ruim 43% van de ondervraagde 45-plussers besteedt meer dan 9 maanden per jaar aan uitzendwerk.
-
Bijna 45% van de 45-plussers heeft geen last van de vermelde hinderpalen om te gaan werken. Voor een kwart van de 45-plussers vormen gezondheidsproblemen een hinderpaal en voor een ander kwart geen of onvoldoende kennis van computers.
-
Er is een grote diversiteit aan motieven voor uitzendarbeid bij 45-plussers. De 2 belangrijkste motieven bleken: de vrijheid om een job al dan niet te aanvaarden en de mening van 45-plussers dat ze gemakkelijker aan werk geraken via uitzendarbeid in vergelijking met andere kanalen.
-
2/3 van de 45-plus uitzendkrachten is op zoek naar vast werk. Bijna de helft van de 45-plussers die hun uitzendwerk als hoofdbezigheid verrichtten en hun laatste uitzendopdracht beëindigd hadden, vond ook vast werk. Meestal kreeg men zelfs een contract van onbepaalde duur aangeboden.
-
De meerderheid van de 45-plus uitzendkrachten verricht uitzendarbeid als hoofdbezigheid, terwijl slechts 1 op 5 als uitzendkracht bijverdient voor “de oude dag”. Het aandeel bijverdieners vertoont opvallend weinig verschillen tussen de leeftijdsgroepen.
juli 2004
p. 53
45-plussers als uitzendkracht
-
54
Er heerst bij 45-plussers een hoge algemene tevredenheid over de verschillende aspecten van uitzendwerk zoals het aangeboden werk, de loonen arbeidsvoorwaarden en de werking van de uitzendbureaus.
Uit een vergelijking van de 45-plus uitzendkrachten met de gemiddelde uitzendkracht valt het volgende op: -
45-plus uitzendkrachten zijn gemiddeld lager geschoold in vergelijking met de totale groep uitzendkrachten.
-
Het zoeken naar vast werk is een belangrijk motief voor beide groepen. Opvallend is dat het aandeel 45-plussers dat effectief vast werk vindt, niet sterk verschilt van het aandeel dat vast werk vindt in de totale groep uitzendkrachten. Het verschil is vooral klein voor de jongere leeftijdsgroepen (46-49j en 50-53j).
-
21% van de 45-plussers deed zijn laatste uitzendopdracht als bijverdienste. Dit percentage is verrassend gelijkend met dat van de groep van alle uitzendkrachten.
-
De helft van de 45-plus uitzendkrachten schrijft zich in bij één enkel uitzendbureau, terwijl de doorsnee uitzendkracht zich veel vaker in meerdere bureaus inschrijft.
-
Ruim 1/3 van de 45-plussers begon zijn uitzendcarrière meer dan 5 jaar geleden. Dit aandeel “anciens” ligt aanzienlijk hoger dan in de totale uitzendpopulatie waar het ongeveer 20% bedraagt.
Niet alle 45-plus uitzendkrachten zijn gelijk, vooral de 2 jongere leeftijdsgroepen (46-49j en 50-53j) vertonen vaak verschillen in vergelijking met de oudste leeftijdsgroepen (54-57j en 58-90j). Een aantal opmerkelijke verschillen zijn de volgende: -
54-plussers zijn opvallend hoger geschoold in vergelijking met de jongere leeftijdsgroepen (46-49j en 50-53j).
-
De tendens van 45-plussers om zich in een klein aantal bureaus in te schrijven versterkt zich met de leeftijd: bijna ¾ van de 58-plussers beperkt zich tot inschrijving in één bureau.
-
Wat betreft de hinderpalen om te werken, blijken vooral de jongere 45plussers last te hebben van gezondheidsproblemen en van allerlei ongemakken die met werken gepaard gaan. Bij de 58-plussers spelen onvoldoende pckennis en het verlies van pensioen dan weer een grotere rol.
juli 2004
p. 54
45-plussers als uitzendkracht
55
-
We zien ook verschillen tussen de leeftijdsgroepen met betrekking tot de motieven om uitzendarbeid te verrichten. Zo is het vinden van vast werk via uitzendarbeid een belangrijk motief voor bijna 80% van de jongste leeftijdsgroep (46-49j), terwijl minder dan 40% van de 58-plussers hier belang aan hecht.
-
Het aandeel 45-plus uitzendkrachten dat vast werk heeft gevonden na het beëindigen van hun laatste uitzendopdracht als hoofdbezigheid, bedraagt bijna 60% voor de 2 jongste leeftijdsgroepen (46-49j en 50-53j), maar daalt sterk tot ongeveer 30% voor 54-plussers.
-
De tevredenheid over uitzendwerk stijgt met de leeftijd. Vooral de hoge tevredenheidsscore van de 58-plussers is opmerkelijk.
juli 2004
p. 55
45-plussers als uitzendkracht
Bijlage 1:
56
Lijst van tabellen
Tabel 1: Responsoverzicht 45-plus uitzendkrachten ......................................................2 Tabel 2: Quota-variabelen van de steekproef van 45-plus uitzendkrachten ...................4 Tabel 3: Aantal en aandeel 45-plussers tewerkgesteld als uitzendkracht (zonder jobstudenten)................................................................................................5 Tabel 4: Aantal 45-plussers in de uitzendpopulatie en oudere loontrekkenden in de private sector ................................................................................................5 Tabel 5: Aandeel tijdelijke arbeid in loontrekkende bevolking en instroom via tijdelijke arbeid ............................................................................................6 Tabel 6: Geslacht 45-plus uitzendkrachten.....................................................................7 Tabel 7: Leeftijd 45-plus uitzendkrachten ......................................................................8 Tabel 8: Statuut 45-plus uitzendkrachten .......................................................................8 Tabel 9: Nationaliteit 45-plus uitzendkrachten...............................................................9 Tabel 10: Nationaliteit, etniciteit en geboorteland 45-plus uitzendkrachten ................10 Tabel 11: Scholingsniveau 45-plus uitzendkrachten ....................................................12 Tabel 12: Beroepssituatie vóór eerste uitzendopdracht ................................................13 Tabel 13: Reden werkloosheid......................................................................................14 Tabel 14: In welke sector waren 45-plus uitzendkrachten het langst actief?................15 Tabel 15: Belangrijkste beroep vóór eerste uitzendopdracht........................................16 Tabel 16: Hoeveel werkgevers vóór eerste uitzendopdracht ........................................17 Tabel 17: Nieuwe uitzendkracht in 2002 of 2003.........................................................18 Tabel 18: Wanneer eerste uitzendopdracht ooit?..........................................................19 Tabel 19: Aantal bureau’s ingeschreven.......................................................................20 Tabel 20: Aantal uitzendbureaus uitgezonden ..............................................................21 Tabel 21: Aantal bedrijven tewerkgesteld in 2002 of 2003 ..........................................22 Tabel 22: Aantal verschillende uitzendopdrachten in 2002 of 2003 ............................22 Tabel 23: Duurtijd van de opdracht ..............................................................................23 Tabel 24: Hoeveel maanden uitzendwerk per jaar........................................................24 Tabel 25: Beroepssituatie vóór laatste uitzendopdracht ...............................................25 Tabel 26: Werkloosheidsduur vóór laatste uitzendopdracht.........................................26 Tabel 27: Sector van het inlenend bedrijf tijdens laatste opdracht ...............................27 Tabel 28: Beroep tijdens laatste uitzendopdracht .........................................................28 Tabel 29: Verband woonplaats - werkplaats.................................................................29 Tabel 30: Mobiliteit tussen provincies..........................................................................30 Tabel 31: Motieven om te werken voor de leeftijdsgroepen ........................................32
juli 2004
p. 56
45-plussers als uitzendkracht
57
Tabel 32: Hoeveel jaar willen 45-plussers nog werken? ..............................................35 Tabel 33: Vast werk gevonden bij uitzendarbeid als hoofdbezigheid ..........................39 Tabel 34: Percentage vinden van vast werk bij uitzendarbeid als hoofdbezigheid ......40 Tabel 35: Vast werk bij inlener en hoofdbezigheid ......................................................40 Tabel 36: Beroepssituatie indien uitzendarbeid als hoofdbezigheid en geen vast werk............................................................................................................41 Tabel 37: Laatste opdracht als hoofd- of bijverdienste.................................................42 Tabel 38: Met welke activiteit wordt uitzendwerk als bijverdienste gecombineerd?...44 Tabel 39: Vergelijking beroep vóór en tijdens uitzendwerk.........................................45 Tabel 40: Algemene tevredenheid van de 45-plus uitzendkrachten per leeftijdsgroep..............................................................................................47 Tabel 41: Tevredenheid van 45-plus uitzendkrachten over het aangeboden werk .......48 Tabel 42: Tevredenheid aangeboden werk per leeftijdsgroep ......................................48 Tabel 43: Tevredenheid van 45-plussers over loon- en arbeidsvoorwaarden...............49 Tabel 44: Tevredenheid over loon- en arbeidsvoorwaarden per leeftijdsgroep ...........49 Tabel 45: Tevredenheid van 45-plussers over de werking van uitzendbureaus ...........50 Tabel 46: Tevredenheid over werking uitzendbureaus per leeftijdsgroep....................51
juli 2004
p. 57
45-plussers als uitzendkracht
Bijlage 2:
58
Lijst van figuren
Figuur 1: Aandeel geslacht per leeftijdsgroep ................................................................7 Figuur 2: Statuut 45-plus uitzendkrachten per leeftijdsgroep.........................................9 Figuur 3: Gezinstoestand 45-plus uitzendkrachten.......................................................11 Figuur 4: Scholing van 45-plus uitzendkrachten naar leeftijdsgroep ...........................12 Figuur 5: Werkloosheidsduur vóór eerste uitzendopdracht ..........................................14 Figuur 6: Ontslag naar aanleiding van herstructurering of faillissement? ....................15 Figuur 7: Nieuwe uitzendkracht in 2002 of 2003 .........................................................18 Figuur 8: Overzicht van de ervaring met uitzendarbeid van 45-plus uitzendkrachten ..........................................................................................19 Figuur 9: Aantal bureaus ingeschreven per leeftijdsgroep (%) ....................................21 Figuur 10: Aantal verschillende uitzendopdrachten per leeftijdsgroep (%) .................23 Figuur 11: Frequentie uitzendarbeid voor 45-plussers en per leeftijdsgroep ...............24 Figuur 12: Motieven om te werken...............................................................................31 Figuur 13: Motieven om uitzendarbeid te verrichten ...................................................33 Figuur 14: Motivatie voor uitzendarbeid: vergelijking 45-plussers en alle uitzendkrachten (gemiddelde score) ..........................................................33 Figuur 15: Motieven uitzendwerk per leeftijdsgroep (% heel belangrijk en belangrijk) ..................................................................................................34 Figuur 16: Hinderpalen om te werken (% dat ja antwoord) .........................................35 Figuur 17: Verschillende kanalen om werk te vinden (% 45-plussers dat het kanaal zou gebruiken om werk te zoeken).................................................36 Figuur 18: Kanalen die leiden naar uitzendwerk (% invloed) ......................................37 Figuur 19: Op zoek naar vast werk per leeftijdsgroep ..................................................38 Figuur 20: Op zoek naar voltijds werk?........................................................................39 Figuur 21: Contracttype bij het vinden van vast werk ..................................................41 Figuur 22: Vast werk bij 45-plus uitzendkrachten met beëindigde opdracht als hoofdbezigheid...........................................................................................42 Figuur 23: Hoofd- of bijverdienste per leeftijdsgroep ..................................................43 Figuur 24: Uitzendarbeid als hoofdbezigheid versus bijverdienste ..............................44 Figuur 25: Algemene tevredenheid van 45-plus uitzendkrachten ................................46 Figuur 26: Uitzendarbeid aanraden aan leeftijdsgenoten..............................................47 Figuur 27: Mening over uitzendwerk en uitzendbureaus .............................................52
juli 2004
p. 58