4.4 Financiering 4.4.1 Inleiding De kaders voor het beleid van de gemeente Spijkenisse ten aanzien van de treasuryfunctie liggen wettelijk vast in de Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet Fido). Deze wet schept een bindend kader voor een verantwoorde inrichting van de treasuryfunctie. Naast de wet Fido is eveneens de ministeriële regeling ‘Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden‘ (RUDDO) van kracht. Naast wettelijk vastgestelde regelgeving heeft de raad op 8 september 2004 het treasury statuut als de regeling treasury vastgesteld. In 2009 is naar aanleiding van de onrust op de financiële markten een aantal wetswijzigingen doorgevoerd. De wijzigingen hebben betrekking op onderdelen van de wet Fido. 4.4.2 Wet Fido De wet Fido heeft als belangrijkste uitgangspunten het bevorderen van een solide financieringswijze met als doel het voorkomen van grote fluctuaties in de rentelasten, het bevorderen van transparantie, het bevorderen van de kredietwaardigheid en het beheersen van renterisico’s. Renteontwikkeling Nog steeds zijn de kortlopende als ook de langlopende rente historisch laag te noemen. Vele deskundigen verwachten al langere tijd een stijging van de rente, maar tot op heden is deze stijgende lijn nog niet zichtbaar. Vele onzekerheden hebben hierbij een rol gespeeld. 4.4.3 De financiering van de gemeente Spijkenisse Algemeen In de behoefte aan geldmiddelen voor de financiering van investeringsuitgaven wordt door gemeenten traditioneel voorzien door het aantrekken van langlopende vaste geldleningen. Hierdoor wordt geheel voldaan aan de kasgeldlimiet en wanneer voor voldoende spreiding in de looptijden wordt gezorgd, ook aan de renterisiconorm. In het geval van eigen financiering worden de volgende criteria gehanteerd: De financiering moet tegen de laagste kosten geschieden. De risico’s verbonden aan de financiering moeten beheersbaar zijn en passen binnen de wet Fido. Er dient rekening te worden gehouden met de renterisiconorm. De financieringspositie In belangrijke mate wordt de financieringspositie bepaald door de grondexploitatie en het investerings-volume. In de begroting is rekening gehouden met het aantrekken van € 45.000.000 in 2012 tegen 4%. Er is in 2012 3 x € 20.000.000 opgenomen, twee leningen tegen 2,79% en één lening tegen 2,815 % Mede gezien de historisch lage rentestand, volgt het rentecomité de ontwikkelingen op de kapitaalmarkt op de voet. Leningenportefeuille Voor de specificatie van de opgenomen leningen wordt verwezen naar de 'staat van geldleningen o/g'. De omvang van de opgenomen leningenportefeuille bedraagt per 31
Gemeente Spijkenisse | Jaarverslag 2012
117
december 2012 € 443 miljoen. Hier tegenover staan veel verstrekte leningen aan woningcorporaties uit de periode voordat het waarborgfonds sociale woningbouw (WSW) was opgericht. De omvang van de uitgezette leningenportefeuille bedraagt per 31 december 2012 € 155,8 miljoen. Ten opzichte van 2011 zijn de opgenomen leningen toegenomen met € 20 miljoen. De materiële vaste activa zijn toegenomen met € 29 miljoen. Hieruit blijkt dat er geen leningen zijn aangetrokken om de normale exploitatie te financieren. Mede door omvangrijke investeringen in regiovoorzieningen (o.a. bibliotheek en stadscentrum) en aangetrokken financiering die wordt doorgeleend aan woningcorporaties heeft Spijkenisse een relatief hoge netto schuld per inwoner. De schulden zijn overwegend nodig voor de ontwikkeling van grondexploitaties. Kasgeldbeheer Het kasgeldbeheer vindt gecentraliseerd binnen de gemeente plaats. De gehanteerde meerjarige liquiditeitsplanning wordt steeds verder verfijnd. Het incassobeleid is erop gebaseerd dat vorderingen zo spoedig mogelijk worden voldaan om snel liquide middelen te genereren. Beleggingen In de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden en het treasurystatuut is opgenomen dat de gemeente onder strikt bepaalde voorwaarden overtollige middelen aan financiële instellingen met een minimale AA-rating in de Europese Economische Ruimte (EER) mag uitzetten. Dividenden In de paragraaf verbonden partijen is opgenomen waar de gemeente Spijkenisse aandelen bezit. Voor de begroting 2012 is rekening gehouden met een dividendopbrengst van € 2,25 miljoen. Er is in 2012 € 3,6 miljoen ontvangen. 4.4.4 Risicobeheer Valuta en koersrisico’s Valutarisico's zijn uitgesloten, omdat er geen posities in vreemde valuta aanwezig zijn. De in bezit zijnde effecten zijn gewaardeerd tegen verkrijgingswaarde of lagere marktwaarde en geven nauwelijks risico’s.
Gemeente Spijkenisse | Jaarverslag 2012
118
Renterisico’s KASGELDLIMIET (kwartalen 2012) bedragen x € 1.000.000
Rekeneenheid
Methode berekening
Q1
Q2
Q3
Q4
Omvang begroting per 1 januari 2013 (=grondslag)
196,50
196,50
196,50
196,50
in procenten van de grondslag
8,50%
8,50%
8,50%
8,50%
bedragen
16,70
16,70
16,70
16,70
Opgenomen gelden < 1 jaar
13,33
26,67
41,67
35,83
Schuld in rekening-courant
4,63
2,48
2,36
2,14
0,00
0,00
0,00
0,00
vaste schuld
-
-
-
-
Vlottende schuld
17,96
29,15
44,03
37,97
Contante gelden in kas
0,04
0,04
0,04
0,05
Tegoeden in rekening-courant
6,43
4,28
3,94
22,42
Overige uitstaande gelden < 1 jaar
0,00
0,00
0,00
0,00
Vlottende middelen
6,47
4,32
3,98
22,47
Toegestane kasgeldlimiet* in 1
Gestorte gelden door derden < 1 jaar Overige geldleningen niet zijnde 2
3
Toets kasgeldlimiet 4 Totaal netto vlottende schuld
Ruimte (+) / Overschrijving (-)
(2)- (3) 11,49
24,83
40,05
15,50
(1)
16,70
16,70
16,70
16,70
(1)-(4)
5,21
-8,13
-23,35
1,20
De wet Fido heeft aan het voorkomen van renterisico’s een wettelijk kader toegevoegd in de vorm van een kasgeldlimiet en een renterisiconorm. De kasgeldlimiet geeft het renterisico op de korte termijn weer. Hieronder vallen alle kortlopende financieringen met rentetypische looptijd korter dan één jaar. De belangrijkste vormen zijn daggeld- en kasgeldleningen en rekening-courantkrediet. De kasgeldlimiet is vastgesteld op 8,5% van het begrotingstotaal. Voor 2012 bedraagt de kasgeldlimiet € 16,7 miljoen. * Het maximumbedrag waarbinnen in de loop van het jaar op enig moment korte financieringen mogen worden aangegaan met een looptijd van maximaal 1 jaar. Uit bovenstaand overzicht blijkt de kasgeldlimiet wordt overschreden wanneer er geen langlopende lening wordt aangetrokken. Aangezien er in het berekenen van de financieringsbehoefte rekening is gehouden met het aantrekken van een langlopende lening van € 45 miljoen in 2012 zal de kasgeldlimiet hierdoor binnen de gestelde grenzen
Gemeente Spijkenisse | Jaarverslag 2012
119
blijven. De renterisiconorm dient als instrument voor het beperken van renterisico’s op lange financiering. Met de renterisiconorm wordt een kader gesteld om de opbouw van de leningenportefeuille zodanig te spreiden dat het renterisico uit hoofde van renteaanpassing en herfinanciering van leningen in voldoende mate wordt beperkt. Voor de berekening van de renterisiconorm wordt met ingang van 2009 in plaats van de vaste schuld, het begrotingstotaal vermenigvuldigd met het, bij ministeriële regeling, vastgestelde percentage. Voor de gemeenten is dit 20 procent. Dit betekent dat het totale saldo aan leningen dat in enig begrotingsjaar in aanmerking komt voor herfinanciering of renteherziening niet meer mag bedragen dan 20 procent van het gemeentelijke begrotingstotaal. Voor 2012 komt dit neer op plm. € 39,2 miljoen. 4.4.5 Renterisiconorm Renterisiconorm bedragen x € 1.000.000
Rekeneenheid
Methode
2009 2010
2011
2012
berekening 1a Renteherziening op vaste schuld o/g
6,9
6,9
12,3
1b Renteherziening op vaste schuld u/g
6,9
6,9
0,0
0,0
0,0
12,3
1
Netto renteherziening op vaste schuld
(1a – 1b)
2a Betaalde aflossing
44,3
22,3
32,6
39,6
2b Ontvangen aflossing
27,4
16,9
19,9
16,1 23,5
2
Netto aflossing
(2a – 2b)
16,9
5,4
12,7
3
Renterisico
(1 + 2)
16,9
5,4
12,7
4
Renterisiconorm
36,0
40,4
40,4
39,3
19,1
35,0
27,7
3,5
Ruimte onder renterisiconorm
(4 > 3)
Overschrijding renterisiconorm
(3 > 4)
35,8
Berekening renterisiconorm 4a Begrotingstotaal
180,0 202,1
201,8
196,5
4b Percentage
20%
20%
20%
20%
4
36,0
40,4
40,4
39,3
Renterisiconorm
Gemeente Spijkenisse | Jaarverslag 2012
120
4.4.6 Kredietrisico op verstrekte gelden (31 december 2012) Risicogroep
Met of zonder
Restantschuld in
Restantschuld
(hypothecaire)
euro’s
In procenten
zekerheid Gemeenten/provincies
Zonder
0
0
Overheidsbanken
Zonder
0
0
Woningbouwcorporaties met
Met
120.194.174
77,13
Overige instellingen
Zonder
3.666.597
2,35
Hypothecaire zekerheid
Met
6.141.779
3,94
Overige zekerheden
Met
25.841.667
16,58
155.844.217
100
Garantie WSW
Totaal
Het kredietrisico valt uiteen in risico's met betrekking tot beleggingen in de vorm van leningen, garantstellingen en het debiteurenrisico. Voor wat betreft de beleggingen in de vorm van leningen wordt het risico beperkt door slechts met partijen (financiële instellingen) in zee te gaan, die een hoge kredietrating hebben en dus als (zeer) stabiel bekend staan. Zoals eerder is aangegeven moeten uitzettingen voldoen aan de wet Fido wat inhoudt dat de financiële instellingen beschikken over minimaal een -AA rating, afgegeven door minimaal twee ratingbureaus zoals Standard & Poors, Moody's en Fitch IBCA. Daarnaast dienen de financiële instellingen gevestigd te zijn in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (EER) die ten minste beschikt over AA-rating afgegeven door ten minste twee ratingbureaus. Met betrekking tot de woningcorporaties kan worden gesteld dat onze gemeente zich voor een bepaald percentage garant dient te stellen voor gegarandeerde leningen van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (kortweg WSW garantie genaamd). De WSW garantie heeft betrekking op een instelling met een triple A status. Buiten de woningbouw heeft onze gemeente zich in beperkte mate voor 100 procent garant gesteld voor leningen voor huisvestingsdoeleinden binnen het onderwijs, leningen voor clubaccommodaties van sportverenigingen en enkele gerealiseerde kinderdagverblijven. Zo mogelijk werd de borgstelling overigens gekoppeld aan de zekerheid van het onderpand. Van deze garantstellingen wordt jaarlijks in de jaarrekening een specificatie verstrekt. Uit het verleden zijn er ook nog gedeeltelijke garantstellingen verstrekt op basis van de Nationale Hypotheek Garantie (NHG). De wat oudere 50 procent garantstellingen belopen een klein bedrag en worden meer dan afgedekt door de waardeontwikkeling van de onderpanden. De andere veel grotere maar meer recente groep aan garantstellingen kent een gemeentelijk aandeel van 25% procent waarbij ook hier geldt dat het onderpand (het bezit van de woningen) in de tijd gezien een voldoende dekking zal moeten waarborgen mede door de fors gestegen waardeontwikkeling van de woningen. Vanaf 1 januari 2011 is het Rijk volledig verantwoordelijk worden voor de uitvoering van de NHG. Concreet betekent dit dat gemeenten niet meer als achtervang fungeren voor nieuwe garanties.
Gemeente Spijkenisse | Jaarverslag 2012
121
Zoals hiervoor te zien, is het saldo van de post overige instellingen zonder hypothecaire zekerheid ten opzichte van vorig jaar substantieel gestegen. Dit heeft te maken met de lening van € 25,2 miljoen aan de Elementen Spijkenisse B.V.. De gemeente Spijkenisse bezit alle aandelen van deze B.V. 4.4.7 Relevante ontwikkelingen in de treasuryorganisatie De herijking van het Treasury statuut heeft vertraging opgelopen als gevolg van het wachten op een handreiking van de BNG/BZK. Het was de verwachting dat het nieuwe treasurystatuut in 2012 ter besluitvorming zou worden voorgelegd. Het schatkistbankieren deed echter zijn intrede en is met ingang van 2013 verplicht geworden. De kaders voor het lenen van geld, wat voornamelijk binnen Spijkenisse het geval is, liggen wettelijk vast. De prioriteit heeft gezien voorgaande niet gelegen bij het opstellen van een nieuw Statuut. Omdat de geprognosticeerde treasuryresultaten substantieel worden ingezet bij het sluitend maken van de begroting, is het van belang frequenter te rapporteren. Het streven is om jaarlijks bij de 2e Bestuursrapportage een update te realiseren van de treasuryuitkomsten van dat jaar. Dit komt tegemoet aan de informatiebehoefte en geeft tevens richting aan hoe de treasury zich heeft ontwikkeld en nog zal ontwikkelen. 4.4.8 Bankrelatie en rekeningenbeheer In 2012 functioneert de Rabobank Voorne-Putten Rozenburg gevestigd te Hellevoetsluis als huisbankier. Bij deze bank is o.a. het betalingsverkeer ondergebracht. 2012
2012
Financiële baten (x € 1.000)
2012
realisatie
afwijking
Rente bestaande uitgezette geldleningen
8.144
7.890
254
Rente boekwaarde grondexploitatie
3.931
3.329
602
Rente rekening-courant grondexploitatie
-26
166
-192
Rente toegerekend materiële vaste activa
15.585
13.311
2.274
Bouwrente
130
470
-340
Inkomsten uit deelnemingen
2.325
2.803
-553
Subtotaal financiële baten
30.014
27.969
2.045
Rente bestaande en nieuwe opgenomen leningen
16.873
17.422
-549
Rente financieringstekort per saldo
1.800
0
1.800
diensten
547
346
201
Subtotaal financiële lasten
19.220
17.768
1.452
Resultaat
10.794
10.201
Financiële lasten (x € 1000)
Kosten sluiten geldleningen, bankkosten en overige
Gemeente Spijkenisse | Jaarverslag 2012
122