VOETBAL
PIRAMIDAAL PROVINCIAAL
1. CATEGORIEEN Miniemen jongens (2003 + 2002) Cadetten jongens (2001 + 2000) Scholieren jongens (1999 + 1998 + 1997) Categorie 1 meisjes (2003 + 2002 + 2001) Categorie 2 meisjes (2000 + 1999 + 1998 + 1997) Bij de meisjes is het toegestaan om onbeperkt cadetten A (2001) op te stellen in categorie 2, maar geen miniemen.
2. DEELNAME
Per wedstrijd mogen er maximum 16 spelers (11 basisspelers en 5 wisselspelers) op het wedstrijdblad geschreven worden. In alle categorieën zijn alle reservespelers doorlopend inzetbaar, m.a.w. een speler die reeds vervangen werd, kan weer in het spel gebracht worden.
3. MATERIAAL
Elke ploeg dient in het bezit te zijn van een reglementaire wedstrijdbal en oefenballen. De meisjes categorie 1 en miniemen jongens spelen met bal nr. 4. De meisjes categorie 2 en cadetten en scholieren jongens spelen met bal nr. 5.
4. WEDSTRIJDREGLEMENT 4.1 Er wordt gespeeld volgens de reglementen van de KBVB. 4.2 Speelduur - Enkelvoudige wedstrijden: categorie speelduur Miniemen jongens / meisjes cat. 1 4 * 17,5 min. Cadetten jongens / meisjes cat. 2 4 * 20 min. Scholieren jongens 4 * 22,5 min. - Rust: 2’ rust tss. 1ste en 2de - 8’ rust tss. 2de en 3de kwart - 2’ rust tss. 3de en 4de kwart. - Tornooivorm (maximale tijdsduur): - Poule met 3 ploegen: 2 x 15 min. (miniemen jongens en cat. 1 meisjes). 2 x 20 min. (cadetten en scholieren jongens en cat. 2 meisjes). - Poule met 4 ploegen: 2 x 15 min. (miniemen jongens en cat. 1 meisjes). 2 x 15 min. (cadetten en scholieren jongens en cat. 2 meisjes). Er wordt van speelhelft gewisseld zonder rusten - De tijdsduur kan worden aangepast aan de beschikbare accommodatie en het aantal deelnemende ploegen.
SVS
www.schoolsport.be - reglement voetbal - SO - 2015-2016
-1-
4.3 Strafschoppen - Bij gelijke stand dienen er per ploeg 5 strafschoppen te worden genomen door 5 verschillende spelers. - Indien de stand gelijk blijft, worden er na toss afwisselend strafschoppen genomen tot 1 ploeg na een gelijk aantal beurten op voorsprong komt. Eerst dienen al de spelers die bij het eindsignaal op het veld stonden aan de beurt te komen, voordat een speler een tweede keer aan de beurt kan komen. - De strafschoppen worden genomen om in geval van gelijke stand in de eindrangschikking de winnaar te bepalen. 4.4 Vliegende wissels - Er mogen 5 wisselspelers op het wedstrijdblad vermeld staan. - Een vliegende vervanging kan op elk moment plaatshebben op voorwaarde dat: - de scheidsrechter, tijdens een spelonderbreking, met een teken de vervanging toelaat; - de wisselspeler wacht tot de vervangen speler het speelveld heeft verlaten, aan dezelfde kant en ter hoogte van de middenlijn; - Een speler mag zonder beperking vervangen worden en vervolgens opnieuw deelnemen aan het spel. 4.5 Straffen a. Gele kaart: een speler die bestraft wordt met een gele kaart mag de wedstrijd verder zetten. b. Rode kaart: bij een rode kaart moet de speler het terrein verlaten en mag die wedstrijd niet vervangen worden. Bij competities met enkelvoudige wedstrijden is de speler die een rode kaart heeft gehad geschorst voor de eerstvolgende wedstrijd. Bij competities in tornooivorm wordt hij uitgesloten voor alle andere wedstrijden van die speeldag, maar mag hij wel terug meedoen de volgende speeldag. Bij zware feiten en na verslag van de scheidsrechter kan een speler eventueel voor de ganse competitie uitgesloten worden.
5. RANGSCHIKKING 5.1 Puntentelling - 3 punten voor een gewonnen wedstrijd. - 1 punt voor een gelijkspel. - 0 punten voor een verloren wedstrijd. 5.2 Bij gelijke stand van 2 ploegen in de eindrangschikking is de uitslag van de onderlinge wedstrijd van de gelijkgerangschikte ploegen beslissend. Is de uitslag gelijk dan bepalen de strafschoppen die na dit gelijkspel werden genomen de winnaar. 5.3 Indien meerdere ploegen met een gelijk aantal punten eindigen, worden volgende criteria in acht genomen: 1. het doelsaldo (= het verschil tussen het aantal gemaakte doelpunten en het aantal tegendoelpunten van alle onderlinge wedstrijden van de gelijkgerangschikte ploegen); 2. de hoogste positieve score (= de som van het aantal gemaakte doelpunten van alle onderlinge wedstrijden van de gelijkgerangschikte ploegen); 3. het lot.
SVS
www.schoolsport.be - reglement voetbal - SO - 2015-2016
-2-
VOETBAL
PIRAMIDAAL VLAAMS
1. CATEGORIEËN
Miniemen jongens (2003 + 2002) Cadetten jongens (2001 + 2000) Scholieren jongens (1999 + 1998 + 1997) Categorie 1 meisjes (2003 + 2002 + 2001) Categorie 2 meisjes (2000 + 1999 + 1998 + 1997) Bij de meisjes is het toegestaan om onbeperkt cadetten A (2001) op te stellen in categorie 2, maar geen miniemen.
2. DEELNAME 2.1 Per wedstrijd mogen er maximum 16 spelers (11 basisspelers en 5 wisselspelers) op het wedstrijdblad geschreven worden. In alle categorieën zijn alle reservespelers doorlopend inzetbaar, m.a.w. een speler die reeds vervangen werd, kan weer in het spel gebracht worden. 2.2 Jongens - De eindronde wordt betwist met 8 ploegen. Hiervoor wordt per provincie de 1ste ploeg van elke leeftijdscategorie van het provinciaal kampioenschap evenals de 2de gerangschikte ploeg uit de 3 provincies met, procentueel berekend, het hoogst aantal deelnemende ploegen t.o.v. het effectief aantal scholen per provincie, geselecteerd (gebaseerd op de deelname aantallen van vorig schooljaar). - Indien één van deze ploegen verzaakt aan dit kampioenschap, komen volgende ploegen in aanmerking: - de 2de, de 3de, 4de enz... ploeg van de forfait gevende provincie. - Indien slechts 4 ploegen kandidaat zijn voor de eindronde worden er direct een 1/2-finale en finale gespeeld. 2.3 Meisjes - De eindronde bij de meisjes wordt betwist in een 1/2-finale en finale. De tornooitabel wordt door loting bepaald. - Afhankelijk van het aantal deelnemende provincies wordt de eindronde als volgt betwist: a. indien er 5 provincies inschrijven, wordt een voorronde betwist tussen de provincies met, procentueel berekend, het minst aantal deelnemende ploegen t.o.v. het effectief aantal scholen per provincie (gebaseerd op de deelname aantallen van vorig schooljaar). b. Indien er 4 provincies inschrijven, zullen deze ploegen onderling de 1/2-finale betwisten. c. Indien er slechts 3 provincies inschrijven, dient een 4de ploeg afgevaardigd te worden. Hiervoor komt de provincie met, procentueel berekend, het hoogst aantal deelnemende ploegen t.o.v. het effectief aantal scholen per provincie in aanmerking (gebaseerd op de deelname aantallen van vorig schooljaar).
SVS
www.schoolsport.be - reglement voetbal - SO - 2015-2016
-3-
3. MATERIAAL Elke ploeg dient in het bezit te zijn van een reglementaire wedstrijdbal en oefenballen. De meisjes categorie 1 en miniemen jongens spelen met bal nr. 4. De meisjes categorie 2 en cadetten en scholieren jongens spelen met bal nr. 5.
4. WEDSTRIJDREGLEMENT 4.1 Speelduur - rust categorie Miniemen jongens / meisjes cat. 1 Cadetten jongens / meisjes cat. 2 Scholieren jongens
speelduur 4 * 17,5 min. 4 * 20 min. 4 * 22,5 min.
-
Rust: 2’ rust tss. 1ste en 2de - 8’ rust tss. 2de en 3de kwart - 2’ rust tss. 3de en 4de kwart. - Bij gelijke stand in de finalewedstrijden (1/4-finale, 1/2-finale en finale) worden geen verlengingen gespeeld. De winnaar wordt bepaald door het trappen van strafschoppen (zie ook 4.3 strafschoppen bij reglementen provinciaal). 4.2 1/4-finale en 1/2-finale en finale: worden op drie verschillende dagen georganiseerd. - Het wedstrijdschema wordt zo samengesteld dat 2 ploegen uit 1 provincie mekaar slechts kunnen ontmoeten in de finale. - Schema 1/4-finales: - wedstrijd 1: A1 - B2 - wedstrijd 2: C2 - D - wedstrijd 3: A2 - E - wedstrijd 4: B1 - C1 - A, B, C staan voor de provincies die 2 ploegen mogen afvaardigen naar de 1/4-finales. - D, E staan voor de provincies die 1 ploeg mogen afvaardigen naar de 1/4-finales. Zie ook 2.2. - Schema 1/2-finales: - wedstrijd A : winnaar 1/4-finale 1 - winnaar 1/4-finale 2. - wedstrijd B: winnaar 1/4-finale 3 - winnaar 1/4-finale 4. 4.3 Vliegende wissels - Er mogen 5 wisselspelers op het wedstrijdblad vermeld staan. - Een vliegende vervanging kan op elk moment plaatshebben op voorwaarde dat: - de scheidsrechter, tijdens een spelonderbreking, met een teken de vervanging toelaat; - de wisselspeler wacht tot de vervangen speler het speelveld heeft verlaten, aan dezelfde kant en ter hoogte van de middenlijn; - Een speler mag zonder beperking vervangen worden en vervolgens opnieuw deelnemen aan het spel.
SVS
www.schoolsport.be - reglement voetbal - SO - 2015-2016
-4-
4.4 Straffen 1. Gele kaart: een speler die bestraft wordt met een gele kaart mag de wedstrijd verder zetten. 2. Rode kaart: bij een rode kaart moet de speler het terrein verlaten en mag die wedstrijd niet vervangen worden. Bij competities met enkelvoudige wedstrijden is de speler die een rode kaart heeft gehad geschorst voor de eerstvolgende wedstrijd. Bij competities in tornooivorm wordt hij uitgesloten voor alle andere wedstrijden van die speeldag, maar mag hij wel terug meedoen de volgende speeldag. Bij zware feiten en na verslag van de scheidsrechter kan een speler eventueel voor de ganse competitie uitgesloten worden. 3. De overeenkomst met de K.B.V.B. voorziet de mogelijkheid om de uitgesproken straffen eveneens te laten gelden voor de K.B.V.B. Dit zal gebeuren voor ernstige feiten. Meer info op http://www.voetbalfederatievlaanderen.be
SVS
www.schoolsport.be - reglement voetbal - SO - 2015-2016
-5-