Lesbrief Aladdin wordt gespeeld door de leerlingen van De Jeugdtheaterschool van Hofplein Rotterdam en is te zien in het Hofpleintheater.
Lesbrief Aladdin Inhoudsopgave Voorwoord Hoofdstukken: 1. Aladdin en de wonderlamp 2. Opera 2.1 De componisten Mozart en Rossini 3. De operavoorstelling Aladdin van Carla van Driel 4. Scènes 4.1 Teksten uit het script 5. Nabespreking
Bijlagen: -
Opera muziektermen Overzicht van de muziek
Colofon Deze lesbrief hoort bij de voorstelling Aladdin en is een uitgave van Hofplein Rotterdam. Samenstelling: Bijdragen: Foto’s:
Hans Fortuin en Lotte de Cock Carla van Driel Hofplein Rotterdam
Rotterdam, mei 2013
Lesbrief Aladdin
2
Voorwoord Deze lesbrief is gemaakt voor docenten en leerlingen die de voorstelling Aladdin bezoeken en zich voorafgaand aan dit bezoek willen voorbereiden. Daarnaast kan de lesbrief na afloop van het bezoek gebruikt worden om de (ervaringen van de) voorstelling te verwerken. Deze lesbrief bestaat o.a. uit: • informatie over het verhaal • informatie over de schrijver en de regisseur • een overzicht van de scènes • een aantal teksten van scènes uit deze voorstelling Per hoofdstuk staat een aantal tips voor de docent bij het gebruik van deze lesbrief: lesideeën en opdrachten. Je hoeft deze lesideeën niet allemaal uit te voeren, maar kies de tips die voor jouw groep het meest geschikt zijn. Naast de lesideeën is er per hoofdstuk lesmateriaal waar de leerlingen mee aan de slag kunnen. Zijn er op- of aanmerkingen? Dan kun je reageren via:
[email protected]. We staan altijd open voor nieuwe ideeën! Met vriendelijke groet, Lotte de Cock Educatie
Repetitiefoto Aladdin
Lesbrief Aladdin
3
1. Aladdin en de wonderlamp Van het sprookje ‘Aladdin en de wonderlamp’ heb je vast gehoord. Misschien heb je het verhaal gelezen in een sprookjesboek, heb je er een (teken)film of een voorstelling over gezien. Maar waar komt het verhaal nou eigenlijk vandaan? Lees het hieronder.
Lesideeën voor de docent Decorontwerp Stel aan de leerlingen de vraag: ‘Als jij een decor zou mogen ontwerpen voor de voorstelling ‘Aladdin’ hoe zou dat er dan uitzien?’ Laat bij deze opdracht de leerlingen hun eigen decor voor deze voorstelling ontwerpen. Ze kunnen dit tekenen, maar er kan ook voor gekozen worden om dit driedimensionaal te doen, door bijvoorbeeld een maquette te maken. Na afloop kan besproken worden welke verschillen en overeenkomsten er zichtbaar zijn.
De oorsprong van het verhaal van Aladdin ‘Aladdin en de wonderlamp’ is oorspronkelijk een Oosters sprookje dat voor het eerst werd e opgeschreven aan het begin van de 18 eeuw, samen met andere sprookjes, in ‘Duizend-en-éénnacht’. Dit werd gedaan door de Fransman Jean Antoine Galland (1646-1715) onder de titel ‘Les Mille 1 et Une Nuits’ (vertaald: duizend en een nacht). Galland had, als secretaris van de Franse gezant in 2 Constantinopel en later als verzamelaar van oosterse oudheden, jaren lang in het Midden-Oosten doorgebracht. De meeste verhalen vertaalde hij uit een aantal Arabische handschriften (ofwel ‘manuscripten’). Daarnaast hoorde Galland een reeks verhalen van de Syrische Hanna tijdens diens verblijf in Parijs in 1709. In dat jaar schreef hij samenvattingen van Hanna's verhalen in zijn dagboek. Ook het Aladdinsprookje hoorde Galland waarschijnlijk van Hanna. Er zijn aanwijzingen gevonden dat het sprookje uit Egypte afkomstig is. Eén van die aanwijzingen is 3 het motief van ‘schatkamers’ in het verhaal. Toch wordt het niet uitgesloten dat Galland het Aladdinverhaal zélf verzonnen heeft en het aan een fictieve oosterling heeft toegeschreven. De exacte oorsprong (en ‘originele versies’) van vertellingen die door de geschiedenis heen mondeling zijn overgebracht, is moeilijk te achterhalen. Zo is te stellen dat de eerste versies van de verhalen uit ‘Duizend-en-één-nacht’ erotisch getint waren en dat zij hierdoor in Arabische landen niet als literatuur werden gezien. De ‘gekuiste’ versie van de verhalen (zonder erotische elementen) werd later populair als sprookjesboek voor kinderen en volwassenen. Er zijn veel verschillende versies van het boek uitgegeven. Opvallend is dat de meest bekende verhalen uit ‘Duizend-en-één-nacht’: ‘Ali Baba en de veertig rovers’, ‘Sinbad, de zeeman’ en ‘Aladdin en de wonderlamp’ niet voorkomen in de oorspronkelijke Arabische teksten, maar pas aan de verzameling zijn toegevoegd in de Franse uitgave van Antoine Galland aan het begin van de 18e eeuw. Het is daarom ook niet gek dat deze verhalen overeenkomsten vertonen met andere (Europese) sprookjes. Het sprookje ‘Sesam, open U’ van de gebroeders Grimm is bijvoorbeeld een variant op ‘Ali Baba en de veertig rovers’ en de sprookjes ‘Het blauwe licht’ van de gebroeders Grimm en ‘De tondeldoos’ van Hans Christian Andersen tonen parallellen met ‘Aladdin’. Duidelijk is in ieder geval dat het Aladdinsprookje één van de bekendste sprookjes van Duizend-enéén-nacht is geworden. Vooral in Europa en het Midden-Oosten is het verhaal op veel manieren verteld en vormgegeven. Het Aladdinverhaal is een populair literair thema geworden dat ook voor toneel, opera's en later voor films is gebruikt.
Duizend-en-één-nacht in het Arabisch 1 2 3
Een gezant is iemand die door een Vorst of regering ergens heen wordt gestuurd (een ander land) met een bepaalde taak. Constantinopel is het tegenwoordige Istanbul, in Turkije. Motieven zijn terugkerende thema’s of dingen in één verhaal. Lesbrief Aladdin
4
Het verhaal van Aladdin in het kort Aladdin is de zoon van een (overleden) kleermaker en woont bij zijn moeder. Ze hebben weinig geld en daarom steelt Aladdin om te kunnen overleven. Op een dag komt er een tovenaar uit Afrika die doet alsof hij zijn oom is. Deze zogenaamde oom neemt Aladdin mee op reis naar de woestijn, waar hij Aladdin laat afdalen in een grot om een speciale olielamp op te halen. Aladdin krijgt nadrukkelijk te horen dat hij niets mag aanraken behalve die olielamp. Ondanks deze waarschuwing neemt Aladdin onderweg zoveel schatten mee dat hij ze bijna niet meer kan dragen. De tovenaar wordt hier zo kwaad om, dat hij de steen voor de opening naar de grot weer terugplaatst terwijl Aladdin nog in de grot is. Gelukkig heeft Aladdin al eerder een ring van de tovenaar gekregen, die hem zou beschermen tegen al het kwaad. Als Aladdin over de ring wrijft, komt er een geest uit die hem op zijn wens weer naar huis brengt. Aladdins moeder kan haar ogen bijna niet geloven als Aladdin verschijnt met alle schatten uit de grot. Als ze even later de olielamp oppoetst die Aladdin ook heeft meegenomen uit de grot, verschijnt er nóg een geest. Deze geest vervult alle wensen van Aladdin en zijn moeder en helpt hen wanneer dat nodig is. Op een zekere dag ziet Aladdin de prinses (de dochter van de Sultan). Hij wordt op slag verliefd op haar en wil met haar trouwen. De Sultan eist alleen dat Aladdin laat zien hoe rijk hij is, voordat hij met zijn dochter mag trouwen. Aladdin moet hem schalen vol diamanten brengen. Met hulp van de wonderlamp is dat gelukkig geen probleem. Ook als de Sultan hem vraagt een paleis te bouwen waar hij met zijn nieuwe bruid in kan gaan wonen, krijgt Aladdin dit met behulp van de olielamp voor elkaar. Maar, een sprookje is geen sprookje als er niet iets mis gaat... De tovenaar ligt namelijk op de loer en pakt, als Aladdin even weg is, op handige wijze de toverlamp af. Daarmee laat hij het paleis (inclusief prinses!), dat Aladdin speciaal voor de prinses had gebouwd, naar Afrika verplaatsen. Aladdin gaat wanhopig op zoek naar het paleis en wrijft daarbij per ongeluk weer over de ring, waarop de ringgeest verschijnt. Helaas kan de ringgeest het paleis niet terugbrengen, maar hij kan Aladdin wel naar het paleis brengen. Daar verslaat Aladdin, samen met de prinses, de tovenaar en hij laat het paleis weer terugbrengen. En dan eindigt het sprookje zoals sprookjes horen te eindigen: in het paleis leven Aladdin en de prinses nog lang en gelukkig…
Bladzijde uit het prentenboek ‘Aladdin en de toverlamp’ door J. van den Broecke, 1946.
Lesbrief Aladdin
5
2. Opera In dit hoofdstuk wordt beschreven wat een ‘opera’ is en hoe de opera is ontstaan. Ben je benieuwd naar wie Mozart en Rossini waren? De heren die de muziek hebben gecomponeerd die wordt gebruikt in de voorstelling Aladdin van Hofplein. Ga dan naar hoofdstuk 2.1 en kom erachter!
Het ontstaan van de Opera Opera is een vorm van muziektheater. Het is een toneelstuk waarin overwegend wordt gezongen, in dichtmaten en met orkestbegeleiding. Opera is onderdeel van de Westerse klassieke muziekcultuur. Er zijn ook niet-Westerse vormen van muziektheater die ook ‘opera’ genoemd worden, bijvoorbeeld de Chinese opera. De vierhonderdjarige geschiedenis van de opera zoals we die tegenwoordig kennen, vindt haar oorsprong in Florence (Italië). Aan het eind van de 16de eeuw was er een groep intellectuelen die het klassieke drama, zoals het in Oudheid bestond, nieuw leven in wilden blazen. Hun grote voorbeeld 4 hierbij was Aristoteles . Aristoteles had in de vierde eeuw vóór Christus over toneel en muziek geschreven, alsof deze twee zaken dezelfde waren. Volgens Aristoteles was drama de imitatie van het leven, dat verlevendigd werd met melodie. Op basis daarvan veronderstelden de Florentijnen dat het klassieke drama volledig gezongen moest zijn geweest. De eerste componist die een poging deed dit in de praktijk te brengen, was Jacopo Peri (1561-1633), die hiervoor het Grieks mythologische drama Dafne gebruikte. Zijn werk Euridice (1600) dat daaruit voortkwam, werd daarmee de eerste opera. De eerste opera's bestaan uit een zangstem die ondersteund wordt door instrumentale begeleiding. Ze werden 'recitatief' genoemd. Recitare betekent 'vertellen'. De zanger van de opera moest iets vertellen en de begeleiding (tokkel- of toetsinstrument) moest de melodie van de zangstem volgen. Belangrijke latere operacomponisten waren o.a. Monteverdi, Händel, Rameau, Gluck, Mozart, Rossini, Bellini, Donizetti, Berlioz, Verdi, Wagner, Bizet, Richard Strauss, Puccini, Janáček en Britten.
Lesideeën voor de docent
Opdracht: Laat de leerlingen op zoek gaan naar kenmerken van de opera. Wat kunnen ze hierover vinden, bijvoorbeeld op internet? Stel de leerlingen de vraag: ‘Wat is het verschil tussen een opera en een musical?’ Laat de leerlingen ook een stukje schrijven over wat hen mooi of interessant lijkt aan de opera en wat hen er ingewikkeld aan lijkt. (Zie hiervoor ook de bijlage ‘opera muziektermen’).
4
Aristoteles was een filosoof die vóór Christus leefde en veel over theater en de wetten van het theater heeft geschreven. Daarvoor is hij nog steeds heel beroemd. Lesbrief Aladdin
6
2.1 Mozart en Rossini De naam ‘Mozart’ hoor je vast niet voor de eerste keer. Mozart was een beroemde componist en zijn muziek is over de hele wereld bekend. Een andere beroemde componist was Rossini. Ook zijn muziek is wereldberoemd geworden. In de opera-uitvoering van Aladdin door Hofplein Rotterdam wordt muziek van beide componisten gebruikt. Op de melodieën van hun werken zijn (nieuwe) teksten geschreven, die worden gezongen door de spelers van Aladdin. Wil je weten welke nummers, ofwel ‘composities’, van Mozart en Rossini worden gebruikt? Kijk dan naar het overzicht in bijlage 2. Wolfgang Amadeus Mozart 27 januari 1756 - 5 december 1791 De muzikale carrière van de begaafde Mozart begint al op heel jonge leeftijd. Als kleuter leerde hij piano spelen en als 6-jarige voerde hij zijn ‘kunstjes’ op in salons van Europese adel. Dit allemaal onder de leiding van zijn vader, componist en violist Leopold Mozart, die de muzikale opleiding van zijn kinderen stevig in de hand hield en hen regelmatig als wonderkinderen presenteerde. Op zijn 10e schreef Mozart zijn eerste symfonieën en sonates. Later componeerde hij veel instrumentale muziek (piano-, viool- en hoorn-, hobo-, fagot- en klarinetconcerten, strijkkwartetten, balletmuziek), opera's en kerkmuziek. Een aantal opera’s van Mozart zijn Don Giovanni, Cosi fan tutte en Die Zauberflöte. Zijn laatste opdracht werd het componeren van een Requiem. Mozart beschouwde het Requiem als een voorbode van zijn eigen dood. Nadat hij op 35-jarige leeftijd stierf, heeft een vriend van Mozart het Requiem afgemaakt.
Gioacchino Antonio Rossini 29 februari 1792 - 13 november 1868 Rossini kreeg zijn eerste muzieklessen van zijn vader, hoornist en trompettist Giuseppe Rossini. In 1806 ging hij studeren aan het Liceo Musicale in Bologna en in 1810 kreeg Rossini zijn eerste opdracht voor een opera. Er volgden er al snel meer. In 1813 boekte hij groot succes met Tancredi en L'Italiana in Algeri. Naast opera’s maakte hij ook komische meesterwerken, zoals Il barbiere di Siviglia, La Cenerentola en La Gazza Ladra. Aan het einde van zijn leven componeerde hij alleen nog maar geestelijk werk, waaronder het Stabat Mater en de Petite Messe Solemnelle. Rossini had een groot melodisch talent en een goed gevoel voor theater. In het grootste deel van zijn oeuvre is hij een 5 representant van de Italiaanse overtuiging dat opera de 6 hoogste manifestatie van een intensief beoefende zangkunst is, met als doel het ontroeren van de luisteraar.
5 6
Een representant is een ‘vertegenwoordiger’. Een manifestatie is een (openbare) vertoning of verschijning. Lesbrief Aladdin
7
3. De operavoorstelling Aladdin Over het ontstaan van de voorstelling In opdracht van Hofplein Rotterdam maakte regisseuse Carla van Driel de operavoorstelling Aladdin. Wie is Carla van Driel en wat vindt zij zo mooi aan het verhaal van Aladdin? Lees het op de volgende bladzijde!
Lesideeën voor de docent Schrijfopdracht Stel de leerlingen de vraag: ‘Als je alles kunt verzinnen wat je wilt, waar zou jij dan een voorstelling over willen maken?’ en ‘Ken je een leuk hoofdpersoon uit een verhaal, waar je een nieuw verhaal omheen kunt verzinnen?’ Zo ja; Wat zou dat personage dan meemaken?’ Laat de leerlingen een pagina schrijven over een zelf verzonnen sprookje of avontuur, met een door hen uitgekozen hoofdpersoon. Ze kunnen ook nadenken over (de sfeer van) de muziek die ze zouden willen gebruiken in hun voorstelling. Deze opdracht kan individueel gedaan worden, maar ook in kleine groepjes. Nabespreken: Wat voor verhalen hebben de leerlingen geschreven? Zijn er overeenkomsten/ overeenkomstige thema’s te herkennen?
Repetitiefoto Aladdin
Lesbrief Aladdin
8
Schrijfster en regisseuse van Aladdin Hofplein-regisseuse Carla van Driel volgde haar opleiding aan het Koninklijk Instituut voor Ballet in Antwerpen en aan de Rotterdamse Dansacademie. In 1988 kwam zij als dansdocent en choreograaf in dienst bij het Jeugdtheater Hofplein. Vanaf 1993 is zij ook als schrijfster en regisseuse actief bij de theaterproducties van Hofplein. Carla heeft al veel theaterproducties gemaakt, waaronder opvallend veel opera’s: De droom van Mozart (1996), Turandot (1998 en 2008), Carmen (2002 en 2010), Aida (2004), Tristan & Isolde (2004), Macbeth (2005), De barbier van Sevilla (2006), Don Giovanni (2007), Assepoester (1999, 2000 en 2009), De kleine zeemeermin (2011) en Jungle Boek gingen aan Aladdin vooraf.
Repetitiefoto Aladdin
Carla over de operavoorstelling Aladdin Carla van Driel: “’Aladdin en de olielamp’ is één van de verhalen uit ‘Duizend-en-één-nacht’. Het is een erg leuk verhaal, waar je bovendien je fantasie op kunt loslaten. Zo kun je moeiteloos allerlei figuren invoegen, maar ook weglaten. Dat komt het theaterstuk ten goede.” Waar houd je als regisseur nou rekening mee als je een voorstelling gaat maken? Carla: “Bij het Hofplein moet je aan de ene kant uitgaan van de kinderen in de zaal; voor hen moet het stuk herkenbaar en duidelijk zijn. Aan de andere kant moet je uitgaan van het aantal meespelende acteurs; hun verschillende leeftijden en de kwaliteit van hun spel. De meeste kinderen kennen de Disney-versie van ‘Aladdin’, maar wij hebben meer de oorspronkelijke versie gevolgd.” “Het is de eerste keer dat we [Hofplein Rotterdam] gekozen hebben voor een verhaal uit ‘Duizend-enéén-nacht’ en we zijn er trots op dat dit operasprookje weer een onderdeel is van de Rotterdamse 7 Operaweek .” Carla heeft de operavoorstelling Aladdin niet in haar eentje gemaakt, maar heeft daarvoor samengewerkt met andere professionals uit het vak. Carla: “Voor de operamuziek heb ik gekozen voor Mozart en Rossini; deze componisten hebben veel liederen gecomponeerd die bij dit stuk en de oosterse sfeer passen; bovendien is het heel prettige 8 muziek. Jaco van der Moolen heeft de liedteksten geschreven en die heb ik tijdens de repetities 9 herbewerkt. Nicolaas Duin heeft de muziek gearrangeerd en bepaalde delen, bijv. de instrumentale 10 stukken tussen de liederen, gecomponeerd. Ook heb ik veel steun gehad aan Thom Stuart , een choreograaf die heeft meegewerkt aan de totstandkoming van de voorstelling.” Er staat nog iets bijzonders op het programma van de voorstelling Aladdin. Carla: “Na de zomervakantie wordt een kortere versie van Aladdin voor peuters gepresenteerd. We spelen dat dan met dezelfde spelers, al zal de rol van de schrijver/verteller nog meer centraal staan. Bijzonder ook is dat we dit keer niet met een professionele volwassen acteur spelen; alle spelers zijn leerlingen van De Jeugdtheaterschool, sommigen uiteraard zeer geoefend."
7 Operadagen Rotterdam 2013 vinden plaats van 25 mei tot 2 juni. Al eerder waren opera’s door Hofplein Rotterdam tijdens de Operadagen te zien! 8 Jaco van der Moolen is ook regisseur en tekstschrijver bij Hofplein Rotterdam. 9 Nicolaas Duin is een componist die vaker muziek componeert voor de voorstellingen van Hofplein. 10 Thom Stuart is choreograaf en o.a. bekend van het tv-programma ‘The ultimate dance battle’. Lesbrief Aladdin
9
4. Scènes De voorstelling is verdeeld in verschillende ‘scènes’, de scènes zijn de ‘bouwstenen’ van een voorstelling. Om jullie alvast een voorproefje te geven, staan er in dit hoofdstuk teksten uit het script van Aladdin.
Lesideeën voor de docent Sommige tips voor opdrachten kunnen gebruikt worden voorafgaand aan de voorstelling. De andere ideeën zijn voor het verwerken van de voorstelling na afloop. Het is leuk om het verschil te zien tussen de verwachtingen van je leerlingen en de daadwerkelijke beleving van de voorstelling. Gesprek met collage Lees de scènes in dit hoofdstuk door met de klas en laat de leerlingen zich uitspreken over hun verwachtingen. - Wat verwacht je van de voorstelling? - Waarom heb je deze verwachtingen? Het is ook leuk om de verwachting die een bepaalde scène van de voorstelling bij de leerlingen oproept in een collage te verwerken. Een collage kan bestaan uit afbeeldingen maar ook uit woorden. De leerlingen kunnen in groepjes de dingen die ze gezien of gelezen hebben over het verhaal in korte woorden op grote vellen papier schrijven. Maar je kunt er ook voor kiezen om woorden, zinnen en/of afbeeldingen uit tijdschriften te laten zoeken. Recensies schrijven Laat de leerlingen ná het bezoek aan de voorstelling een ‘recensie’ schrijven. Wat vonden ze van de voorstelling? Wat zouden ze hun ouders en vrienden vertellen over de voorstelling?
Repetitiefoto Aladdin
Lesbrief Aladdin
10
Overzicht van de scènes De operavoorstelling Aladdin bestaat uit een ouverture de muziek die in de voorstelling wordt gebruikt.
11
en 27 scènes. Hierbij een overzicht van de scènes en
In het scèneoverzicht staat ook de plaats van de geciteerde teksten (verderop in dit hoofdstuk) uit het script. Let op; tijdens het repetitieproces kunnen teksten gewijzigd zijn.
Scènes Ouverture De Schrijver 1. Aladdin en Haddas 2. De Moor 3. Aladdin en De Schrijver 4. De Moor en Haddas 5. De Moor en Aladdin 6. De Moor en Aladdin 7. De Moor en Aladdin 8. De Ringgeest 9. Tapijtje en Jasmine 10. Aladdin en Haddas 11. De Moor en zijn slaven 12. De Sultan 13. Aladdin en Tapijtje 14. Haddas en de Sultan 15. Jasmine en Aladdin 16. De Moor en de Hoofdslaaf
muziek Rossini - Ouverture + Serenate il Mesto deze tekst lees je verderop Rossini - Su Coraggio Rossini - Il Bey Mozart - Ihr Schmerz, ihre Tranen Rossini - Ah capricci della Rossini - Ouverture Mozart - Vivat, Bacchus Mozart - vervolg lied scène 6 Mozart - Welche Wonne, welche Lust Rossini - Viva, viva il flagel delle donne Rossini - Pria di dividerci da voi, Signore Rossini - vervolg Rossini - Viva, viva (instrumentaal) Mozart - Oh, wie will ich triomphieren deze tekst lees je verderop Rossini - Sento un fremito Mozart - Hier soll ich... Rossini - lied scène 10
pauze 17. Aladdin en de Sultan 18. Aladdin en Jasmine 19. De Geest en de Ringgeest 20. De Moor en Sourya 21. Jasmine en Fatima 22. De Moor en de Geest 23. Aladdin en de Sultan 24. Aladdin en Fatima 25. Jasmine en Fatima 26. De Moor en Aladdin 27. Jasmine en Aladdin
11
Rossini - Pronti abbiamo e ferri pet fuggir deze tekst lees je verderop + Pappataci! Che mai sento Mozart deze tekst lees je verderop Mozart - Solche hergealuf Rossini - Nella testa ho un campanello Mozart - Ich gehe doch rate dir
Mozart - Nie werd ich dich deine Huld verkennen Mozart - Welcher Kummer herrscht Mozart - vervolg lied scène 24 Mozart - Singt dem grossen Bassa-lieder Rossini - Pronti abbiamo e ferri pet fuggir + Recitativo, Amici, in ogni + Mio signoro
Kijk snel in bijlage 1 om erachter te komen wat een ouverture is! Lesbrief Aladdin
11
4.1 Teksten uit het script In ‘4.1 Teksten uit het script’ staan 4 scènes uit het script van Aladdin. Door deze scènes gezamenlijk te lezen en er een aantal opdrachten omheen te maken, zul je een beeld krijgen van het verloop en de sfeer van de voorstelling.
Lesideeën voor de docent
Lezen Laat de leerlingen de scènes in groepjes hardop lezen; iedere leerling leest één rol en één leerling leest de regieaanwijzingen (cursief) en de liedteksten (dikgedrukt). Daarna kunnen de leerlingen de scènes nabespreken. ‘Wat gebeurt er in de scène? Welke personages zijn er in de scène aanwezig en wat voor indruk krijg je van deze personages? Welke emoties komen er in de scènes voor en is er sprake van emotie-omslagen?’ Bespreek daarna klassikaal wat de leerlingen hebben ontdekt. Spelen Laat de leerlingen de scènes in groepjes naspelen. Maak gebruik van de vooraf besproken emoties en de kenmerken van de personages in iedere scène. Tip: Laat de leerlingen niet met de tekst in de hand spelen, want dan zullen ze alleen naar het papier kijken en niet naar elkaar. Als de leerlingen het verloop van de scène kennen, kunnen ze deze ‘met eigen woorden’ naspelen.
Repetitiefoto Aladdin
Lesbrief Aladdin
12
Ouverture De stem/gedachte van de schrijver. Hij zit aan zijn schrijftafel voor zijn raam op de eerste verdieping. Verder is het toneel donker. Typende schrijver, hij maakt een brief open maakt en leest de inhoud met de stem van de Groot Vizier (GV) en de Sultan.
GV
Meneer de schrijver, Ik schrijf u uit naam van de Sultan. Tot op heden, bent u uw afspraak niet nagekomen, voor alle duidelijkheid. U betaalt geen huur, in plaats daarvan schrijft u, jaarlijks, een 1001 verhaal voor onze majesteit. Omdat de Sultan een te aardige man is, krijgt u nog één week de tijd om met een nieuw en spannend verhaal te komen. Zo niet dan wordt u uit uw huis gezet en uw spullen worden afgenomen. Wat mijzelf aangaat, ik houd u nauwlettend in de gaten en zal er persoonlijk voor zorgen dat, wanneer er exact over een week geen verhaal is, ik u in de martelkamer gooi. Groet De Groot Vizier, het hoofd van het paleis van de Sultan.
Schrijver
En waar denkt dat mens waar ik de inspiratie vandaan moet halen.
Hij gaat, opgewonden, voor zijn raam staan. Ouverture. Rossini ouverture Schrijver
Er was eens een…hij ziet Aladdin en zijn kornuiten…Aladdin kijkt even op en zwaait naar de schrijver. Aladdin, nee niet dat rotjoch, geen enkel verhaal gun je zo’n figuur…wacht..wacht eens Aladdin, die naam…daar is toch iets mee…waar heb ik dat gelaten…wacht hier…nee ..ja? nee…wel hier! Aladdin?…Rots?…Tovenarij?...ah…ha ha…Ik begrijp het… Er was eens een jongen, Aladdin, zoon van de overleden Mustafa. Zijn moeder Haddas had het zwaar met haar zoon. Hij wilde geen enkel vak leren en iedere baan was hem te min….ja, ik begin…nu door gaan.
Hij kijkt naar de volgende scene en schrijft tegelijkertijd en wordt steeds enthousiaster Haddas Aladdin Haddas Aladdin Haddas Aladdin Haddas Aladdin
Waarom ga je geen werk zoeken? Smaken verschillen, moeder, jij bent katoenspinster en ik maak de straat onveilig. Dat is ook een beroep, en dat past goed bij mij. Je verdient geen geld. Ach ik leef van de wind en van het eten wat jij klaarmaakt. Dat houdt een keer op, Aladdin. Pfff, ja ja, houd op met zeuren moeder, lang leve de lol, ik ben nog jong. Dat gaat niet goed zoon, ik houd van je maar zo houd ik het niet meer vol Ja ja ja ja…en geeft haar een kus
Lesbrief Aladdin
13
Scène 13 Schrijver Aladdin Geest Aladdin Geest Aladdin Geest Aladdin
YES !! Wie ben jij geest? Bonjour, Gutentag buenes dia…Aladdin toch?…Mais non…tu…je hebt het zelf net gezien, de lampgeest Voila!. Sie Wunschen, ik zal u gehoorzamen, mais!!...ik heb zo mijn voorwaarden. Ja? Ik kan niet de amoure beïnvloeden, no killing, en geen doden laten opstaan uit de dood, tu comprends, als je begrijpt wat ik bedoel, maar pour de rest kan ik ALLES! TOUT, TUTTI! FRUTTI...zeg het maar. Heb ik jouw zus ontmoet? Ongetwijfeld, ik heb er velen…zeg het maar? Eh..ja
Tapijtje geeft honger aan. Tapijtje Aladdin Tapijtje
We hebben honger Aladdin…ew nebben regnoh Niddala …ja, we hebben honger, mijn moeder en ik, misschien wel de hele straat. En ik !! ne ki!!
Muziek. Tune Geest Geest
Aan tafel!!! Bien eh bien… non, no, si, nein si, Yes, gut, oui, oh, non, no…
In een wervelwind staan er 10 grappige identieke geestjes klaar met schalen met eten en drinken Geest Haddas Allen Tapijtje Aladdin Schrijver Geest Aladdin Geest Aladdin
Oei, pardon scheise. Sorry…ik zie dat jullie honger hebben…ik trek mij even zuruck…u roept, wij draaien…à bientot Maestro. Maestro!? Maestro??. Maestro??...Ortseam Tja, je hebt zo je momenten…je kunt gaan geest. …sssst…de stenen Oh ja, Al… Al???? Denk aan de stenen, die je mee hebt genomen…ha ha…wiedersehn, good bye, au revoir, ciao bambino….whoemmmmm stenen. mmmallll Stenen?…oh ja…die stenen…
Muziek Schrijver
Diamanten, robijnen, juwelen, goud, zilver en koper…Aladdin! En er komt nooit een einde aan de hoeveelheid, denk eraan, er komt nooit een einde aan de hoeveelheid.
Lesbrief Aladdin
14
Scène 17 Sultan GV Sultan GV Sultan GV Sultan GV Sultan Aladdin GV Slaven GV Allen Sultan Aladdin
Dat was een lekkere nap… Nap Sire? Effen een dutje gedaan. Ah… U hebt ons gebracht waar we om gevraagd hebben, Aladdin. Nooit eerder heb ik zo iets schitterends gezien. Nee… We hebben geen keus… Maar, wat weten we van zijn achtergrond, Sire. Edelstenen zijn Natuurlijk prachtig, maar waar moet hij met de prinses gaan wonen? Eh, waar woont u Aladdin? In de dorpsstraat Sire, onder het huis van de schrijver… van dit verhaal…ik zal een paleis voor de prinses bouwen…echt. Daartoe ben jij toch helemaal niet in staat, straatjong. O, jawel hoor! Oh nee, zeg hem, Uwe Majesteit…dat U een schitterend paleis wil laten bouwen…in uw achtertuin. Ohhhhh…. Hmmm…goed dan, nog één kleine opdracht Aladdin, bouw een paleis voor mijn dochter en dan is ze van jou, m’n jongen. Met plezier, majesteit, morgenochtend zal het klaar zijn. Ik wens u allen nog een mooie dag.
Lied 14. Pappataci! Che mai sento GV (M)
Wat een rotjoch Wat een vlegel Brutaal
Sultan (L)
Nu wat eten Honger
Koor (T)
Hoe zal het gaan? Met dat…
GV
…straatjoch
Koor/ Sultan/ Lv
Aladdin Schrijver Aladdin Schrijver
Bouwt hij in een nacht een paleis Dat kan niet Dat lukt hem nooit Dat lukt hem nooit Dat lukt hem nooit tegen de schrijver…geef me een moment met Jasmine… Nog niet…later Nee nu…eventjes maar…please? …ga maar…
Lesbrief Aladdin
15
Scène 18 (einde van de scène) Aladdin
Jasmine…Jasmine….?
Jasmine schrikt. Fatima haar slavin is bij haar. Jasmine Aladdin Jasmine Fatima Tapijtje Aladdin Jasmine Aladdin Jasmine Fatima Jasmine Tapijtje Fatima Tapijtje Aladdin
Oh…jij… Ik wilde…je zeggen… Ja… Kom Jasmine…straks zien ze ons. Vraag het haar…gaarv teh raah Nee wacht, heel even maar. Ja… Zeg mij, lieve mooie Jasmine…vind je mij ook leuk? … Wat is dat nu voor een vraag? We gaan. Wacht… Schiet op sufferd…Teihcs po dreffus Je hebt de sultan toch gehoord, een paleisje neerzetten en je hebt haar. Nou krijg je een kans, waar is je grote mond gebleven…ahhh kom op Aladdin, zo moeilijk is het niet Oke oke…Ik wil alleen trouwen als jij ook van mij houd…
Lied 12. Mozart Tapijtje en Fatima zijn zichtbaar ontroerd. Aladdin Jasmine Tapijtje
Ik ga maar, morgen…morgen is de mooiste dag in mijn leven. Ook de mijne… Was dit nou zo moeilijk. Saw tid uon oz kijlieom
Ze kussen en gaan uit elkaar, terug naar het dorp
Lesbrief Aladdin
16
5. Nabespreking Bespreek, ná het voorstellingsbezoek, de ervaringen van de leerlingen. Vragen kunnen bijvoorbeeld zijn: Toneelbeeld • In wat voor ruimte vond de voorstelling plaats? • Waar zat het publiek en wat voor effect had dat? • Waar bevonden de spelers zich? • Hoe zag het decor er uit? • Hoe werd er gebruik gemaakt van het decor? • Hoe werd het theaterlicht gebruik? (bijv. kleuren, lichtspots) • Wat voor sfeer riep het licht op? • Wat voor kostuums droegen de spelers? • Pasten de kostuums bij de voorstelling? Waarom wel/ niet?
Repetitiefoto Aladdin
Muziek, zang en dans • Wat voor muziek werd gebruikt? Wat voor sfeer riep dat op? • Wat voor een gevoel werd er opgeroepen door de muziek? • Wat voor functie hebben de liedteksten? • Welke rol speelde de muziek bij de dans? • Welke bewegingen en dansen vond je (niet) goed bij het verhaal passen? Waarom? Achter de schermen • Wat denk je dat de publiciteitsmedewerker voor deze voorstelling gedaan heeft? • En de technici? Wat was hiervan zichtbaar tijdens de voorstelling? • Wie zorgen ervoor dat de voorstelling een succes wordt? Interpretatie en mening • Welke gevoelens en ideeën riep de voorstelling bij je op? • Wat is het spannendste moment in de voorstelling? Waarom? Wat gebeurde er (met de muziek) op dat moment? • Kun je iets van deze voorstelling en van het verhaal leren? Zo ja, wat dan? • Wat vond je het mooiste aan de voorstelling? En waarom? • Wat vond je minder leuk aan de voorstelling? En waarom?
Lesbrief Aladdin
17
Bijlagen:
Bijlage 1
Opera muziektermen Akte = Een opera bestaat uit meerdere akten ofwel bedrijven (hoofddelen), waarin de handelingen plaatshebben. Iedere akte bestaat weer uit scènes ofwel taferelen. Wanneer één of meerdere personages het toneel verlaten, begint een nieuwe scène. Aria = (letterlijk lucht, adem) Een lied voor één zanger, waar hij of zij een gevoel tot uitdrukking kan brengen. In de oorspronkelijke vorm draagt de aria niet bij aan de handeling, het verhaal dat verteld wordt staat even stil, de toeschouwer is getuige van de gevoelsexpressie. De aria's zijn vaak de vocale hoogtepunten van de opera: de ‘hits’. Libretto = De tekst van een opera. Soms schrijft de componist zelf het libretto, maar meestal is er een aparte tekstschrijver voor het libretto, de librettist. Opera = Een toneelstuk op muziek. De acteurs in een opera zijn zangers die hun tekst niet uitspreken maar zingen. Omdat opera veel verschillende elementen in zich draagt (muziek, toneel, beeld, taal) noemen we het een complexe kunstvorm. Deze is ontstaan rond 1600 in Italië en was vanaf toen tot het begin van de twintigste eeuw onbetwist het toonaangevende muziekgenre. Opéra comique = (Frans voor komische opera) is een Frans operagenre dat in de achttiende en negentiende eeuw zeer populair was. In de opéra comique worden de dialogen, die de aria's verbinden, gesproken. Voor de opéra comique werden vaak alledaagse, stereotype personages gebruikt, die in de vorm van een satire commentaar gaven op politieke en sociale situaties. Uit de opéra comique heeft zich de operette ontwikkeld Operette = Vrolijk muzikaal podiumgenre met gesproken dialogen, liederen en dansen, dat omstreeks 1850 in Parijs door Jacques Offenbach tot bloei werd gebracht. De operette, die ook ontstond als parodie op de opera, hield altijd rekening met de amusementsbehoefte van het publiek. Het tijdperk van de operette liep van circa 1850 tot circa 1950. Het fundamentele onderscheid met de opera ligt in de vrijmoedige, satirische of zoetsappig sentimentele ondertoon en de muziek en het thema zijn altijd luchtiger. Ouverture = De opera opent meestal met een ouverture ofwel openingsstuk. In de ouverture speelt alleen het orkest. Er wordt nog niet gezongen. Er zijn delen van de muziek in verwerkt die later in de opera terugkomen. Partituur = De schriftelijke vastlegging van alle muzikale lijnen in een opera of ander muziekstuk. In de partituur worden alle noten van de gelijktijdig klinkende instrumenten van het orkest en stemmen van de zangers onder elkaar weergegeven. De partituur geeft zo een exacte indruk van het verloop van de muziek. Voor de dirigent is de partituur onontbeerlijk bij de voorbereiding van de uitvoering. Hij leidt de opera muzikaal vanuit de partituur. Personage = Rol waarin acteur/ zanger optreedt, karakter dat hij voorstelt. Partij = Muziekgedeelte dat door een bepaalde stem of instrument uitgevoerd moet worden. Recitatief = (half zingen, half praten, het zingende praten) De gezongen of gesproken tekst in een opera die aria's of ensemblenummers verbindt. In het recitatief vindt de ontwikkeling van het verhaal plaats, dit in tegenstelling tot de aria die de emotionele reactie op het verhaal vertolkt. De verstaanbaarheid van het gezongen of gesproken woord in het recitatief is dan ook belangrijk. Er bestaat een onderscheid tussen ‘recitativo secco’, dat alleen wordt begeleid door een snaarinstrument (bijvoorbeeld klavecimbel of cello), en het ‘recitativo accompagnato’, dat een uitgebreidere begeleiding heeft. Stemregister = Toonhoogtebereik van een stem (hoe hoog of hoe laag een stem kan zingen). In de klassieke zang zijn de stemregisters onderverdeeld in basiscategorieën: - vrouwenstemmen: sopraan, mezzosopraan, alt - mannenstemmen: countertenor, tenor, bariton, bas. Sopraan = De hoogste vrouwenstem. Er zijn in deze stemsoort verschillende soorten sopranen: de coloratuursopraan, de dramatische sopraan, de hoogdramatische sopraan, de lyrische sopraan, de jeugdig dramatische sopraan en de soubrette. Mezzosopraan = Middelste vrouwenstem Alt = Laagste vrouwenstem Tenor = De hoogste mannenstem. Ook in deze stemsoort zijn er verschillende soorten tenoren: de tenore di forza, de heldentenor, de lyrische tenor, de speeltenor, de tenor spinto, de buffotenor, de karaktertenor en de tenore brillante. Bariton = De middelste mannenstem. Bas = De laagste mannenstem.
Lesbrief Aladdin
18
Muziek in de voorstelling
Bijlage 2
1. Rossini: Serenate il mesto 2. Rossini: Su Coraggio 3. Rossini: Il bey 4. Mozart: Schmerz, ihre Tranen 5. Rossini: Ah capricci della 6. Mozart: Vivat, Bacchus 7. Mozart: Welche Wonne, welche Lust 8. Rossini: Viva, viva il flagel delle donne 9. Rossini: Pria di dividrci da voi, Signore 10. Mozart: Oh wie will ich triompheren 11. Rossini: Sento un fremito 12. Mozart: Hier soll ich… aber wie soll in den Palast kommen pauze 13. Rossini: Pronti abbiomo e ferri pet fuggir 14. Rossini: Pappataci! Che mai sento 15. Mozart: Solche hergelauf 16. Mozart: Ich gehe doch rate dir 17. Mozart: Nie werd’ ich dich deine Huld verkennen 18. Mozart 19. Mozart: Welcher Kummer herrscht 20. Mozart: Singt dem grossen Nasa lieder 21. Rossini: Pronti abbiomo e ferri pet fuggir (als nr. 13) 22. Rossini: Mio signoro
Lesbrief Aladdin
19