LIBRA RY A ND IT SE RV ICE S
Bronvermelding volgens de richtlijnen van de APA Gebaseerd op de 6e editie van de Publication Manual
Als je een wetenschappelijke tekst schrijft baseer je je op bestaande kennis om je argumentatie te onderbouwen. Je geeft de ideeën van anderen in eigen woorden weer (parafraseren) of neemt deze letterlijk over (citeren). Een adequate bronvermelding is daarbij van groot belang. Daarmee geef je de auteurs op wiens werk je voortbouwt de eer die hen toekomt en maak je het de lezer mogelijk de juistheid van je beweringen na te gaan. Laat je na bronnen te vermelden, of doe je dit op onzorgvuldige wijze, dan maak je je schuldig aan plagiaat. Elke discipline kent conventies voor bronvermelding. Een citatiestijl die veel wordt toegepast in de psychologie − en in toenemende mate in de overige sociale wetenschappen − is die van de American Psychological Association (APA). Bronvermelding in APA-stijl houdt in dat in de tekst naar een bron wordt verwezen met auteur en jaar. Aan het eind van de tekst wordt een lijst met beschrijvingen van alle genoemde bronnen opgenomen. In deze handleiding wordt aan de hand van voorbeelden uitleg gegeven over bronvermelding volgens de richtlijnen van de APA. Alleen de belangrijkste voorschriften komen aan de orde. Vind je in dit document niet de informatie die je nodig hebt, raadpleeg dan de zesde editie van de Publication Manual of the American Psychological Association (American Psychological Association, 2010). In de bibliotheek zijn meerdere exemplaren van dit handboek aanwezig. De Catalogus UvT bevat gegevens over vindplaatsen en beschikbaarheid. Overigens kun je voor het aanbrengen van verwijzingen in je tekst en het genereren van een literatuurlijst in (o.a.) APA-stijl ook gebruik maken van bibliografische software. De Universiteit van Tilburg heeft voor haar studenten en medewerkers een licentie op het programma EndNote afgesloten. Het programma is beschikbaar op de (studenten)werkplekken en kan voor een redelijke prijs worden aangeschaft voor thuisgebruik. Meer informatie over EndNote vind je op de website van Library and IT Services.
Inhoudsopgave
1
Verw ijzingen in de tekst ......................................................................... 3 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 1.10 1.11 1.12
2
Letterlijke citaten .................................................................................. 6 2.1
2.2 2.3 3
Een of twee auteurs...................................................................................................... 3 Drie, vier of vijf auteurs ................................................................................................. 3 Zes of meer auteurs ..................................................................................................... 3 Meerdere publicaties van verschillende auteurs ........................................................... 4 Meerdere publicaties van dezelfde auteur .................................................................... 4 Een publicatie met een organisatie als auteur .............................................................. 4 Een publicatie met een onbekende auteur .................................................................... 4 Een publicatie met een anonieme auteur...................................................................... 4 Persoonlijke communicatie ........................................................................................... 5 Een specifiek onderdeel van een bron .......................................................................... 5 Een publicatie besproken in een secundaire bron (indirecte verwijzing) ....................... 5 Verwijzingen in tekst tussen haken ............................................................................... 5 Opmaak........................................................................................................................6 2.1.1 Korte citaten ...................................................................................................... 6 2.1.2 Lange citaten .................................................................................................... 6 Online bronnen zonder paginering................................................................................ 7 Toegestane veranderingen aan citaten......................................................................... 7
De literatuurli jst .................................................................................... 8 3.1 3.2 3.3 3.4
3.5
Opmaak........................................................................................................................8 Afkortingen ...................................................................................................................8 Volgorde van de referenties.......................................................................................... 8 Elementen van referenties ............................................................................................ 9 3.4.1 Auteur ............................................................................................................... 9 3.4.2 Publicatiedatum .............................................................................................. 10 3.4.3 Titel ................................................................................................................. 10 3.4.4 Publicatie-informatie........................................................................................ 11 Elektronische bronnen ................................................................................................ 12 3.5.1 De Digital Object Identifier (DOI) ..................................................................... 12 3.5.2 De vermelding van locaties van elektronische bronnen: DOI’s en URL’s......... 15
1
4
Voorbeelden van referenties ................................................................ 16 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10 4.11 4.12 4.13 4.14 4.15 4.16 4.17 4.18 4.19 4.20 4.21 4.22 4.23 4.24 4.25 4.26 4.27 4.28 4.29 4.30
Een tijdschriftartikel met DOI ...................................................................................... 16 Een tijdschriftartikel zonder DOI ................................................................................. 16 Een tijdschriftartikel, online voorpublicatie .................................................................. 16 Een artikel ‘in press’, opgenomen in een digitaal archief ............................................ 17 Een tijdschriftartikel, meer dan zeven auteurs ............................................................ 17 Een boek, gedrukt ...................................................................................................... 17 Een elektronische versie van een gedrukt boek, met DOI........................................... 18 Een elektronische versie van een gedrukt boek, zonder DOI...................................... 18 Een boek, alleen verschenen in elektronische vorm ................................................... 18 Een boek, latere of herziene editie ............................................................................. 18 Een geredigeerd boek ................................................................................................ 19 Een hoofdstuk in een geredigeerd boek ..................................................................... 19 Een artikel in een magazine ....................................................................................... 20 Een krantenartikel ...................................................................................................... 20 Een webpagina/webdocument .................................................................................... 20 Een lemma in een gedrukt naslagwerk ....................................................................... 21 Een lemma in een online naslagwerk ......................................................................... 21 Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM) .................................... 21 Een congresbijdrage, gepubliceerd in proceedings in boekvorm (congresbundel) ...... 22 Een congresbijdrage, gepubliceerd in proceedings die periodiek verschijnen ............. 22 Een proefschrift/master thesis .................................................................................... 22 Een rapport ................................................................................................................ 23 Een working paper/discussion paper .......................................................................... 23 Een jaarverslag .......................................................................................................... 23 Een preprint/postprint ................................................................................................. 23 Een wikipagina ........................................................................................................... 24 Een bericht op een forum ........................................................................................... 24 Een blog post/comment .............................................................................................. 24 Een video op YouTube ............................................................................................... 25 Software ..................................................................................................................... 25
2
1
Verwijzingen in de tekst
In de tekst wordt naar een bron verwezen met de naam of namen van de auteur(s) en het jaar van publicatie. Hiervoor worden ronde haken gebruikt. Uit onderzoek naar loopbaanbeleid (Van der Linden, 2007) kwam naar voren dat . . .
Als de auteursnaam in de lopende tekst voorkomt staat alleen het jaar in ronde haken. Van der Linden (2007) concludeerde dat loopbaanbeleid …
Binnen dezelfde alinea wordt bij de volgende verwijzing(en) waarbij de auteursnaam opnieuw in de lopende tekst genoemd wordt het jaar weggelaten. Among epidemiological samples, Kessler (2003) found that early onset social anxiety disorder results in a more potent and severe course. Kessler also found . . . . The study also showed that there was a high rate of comorbidity with alcohol abuse or dependence and major depression (Kessler, 2003).
1.1 Een of twee auteurs De auteur(s) en het jaar worden vermeld zoals hierboven beschreven. Bij twee auteurs geldt dat: ■
een ampersand (&) wordt gebruikt als de auteursnamen in ronde haken staan; In a recent study (Verbeem & Van Doren, 2008), . . .
■
‘and’ of ‘en’ wordt gebruikt als de auteurs in de tekst genoemd worden. Verbeem and Van Doren (2008) found in a recent study . . .
1.2 Drie, vier of vijf auteurs Bij de eerste verwijzing worden alle auteurs vermeld, gescheiden door een komma. Vóór de laatste naam staat een ampersand (&). A prior study (Grier, Johnson, Green, Smith, & Allinson, 2005) showed . . .
Bij volgende verwijzingen wordt alleen de naam van de eerste auteur vermeld, gevolgd door ‘et al.’ (dit staat voor het Latijnse ‘et alii’: en anderen). An analysis of 12 studies (Grier et al., 2005)
...
Grier et al. (2005) analyzed . . .
1.3 Zes of meer auteurs Alleen de eerste auteur wordt vermeld, gevolgd door ‘et al.’, zoals in het voorbeeld hierboven. Het kan voorkomen dat een ‘verkorte’ verwijzing resulteert in dezelfde vorm als een verwijzing naar een andere bron uit hetzelfde jaar. In zo’n geval worden zoveel auteurs genoemd als nodig is om beide bronnen van elkaar te onderscheiden, gevolgd door ‘et al.’. ! In de literatuurlijst wordt ‘et al.’ niet gebruikt. De auteurs worden genoemd tot een maximum van zeven. !!v Bij acht of meer auteurs wordt een weglatingsteken gebruikt. Zie paragraaf 3.4: Elementen van referenties. 3
1.4 Meerdere publicaties van verschillende auteurs De publicaties worden alfabetisch gerangschikt, gescheiden door een punt-komma en een spatie. Several studies (Lewis & Jones, 2002; Pearson, 1998) . . .
! Soms biedt deze richtlijn onvoldoende houvast. Raadpleeg bij twijfel paragraaf 3.3: Volgorde van de referenties. Dezelfde regels zijn van kracht.
1.5 Meerdere publicaties van dezelfde auteur De oudste publicaties worden eerst vermeld. Several studies (Mitchell, 1990, 2002, 2007, in press) . . .
Publicaties uit hetzelfde jaar krijgen een achtervoegsel. Aan het jaar van de oudste publicatie wordt ‘a’ toegevoegd, aan de op één na oudste ‘b’, etc. Several studies (Van der Meijden, 2000a, 2000b, 2000c) . . .
! M.b.t. het tweede voorbeeld: in de literatuurlijst worden de publicaties alfabetisch geordend op titel.
1.6 Een publicatie met een organisatie als auteur Als een publicatie op naam staat van een organisatie (bijvoorbeeld een overheidsinstelling, stichting, onderneming of vereniging) wordt bij de eerste verwijzing de volledige naam vermeld. Bij organisaties die vaak worden aangeduid met een afkorting mag deze worden vermeld. ■
Als de organisatie in de lopende tekst genoemd wordt gebruik je ronde haken. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS, 2009) concludeerde in een rapport over emigratie . . .
■
Als de naam van de organisatie tussen ronde haken staat gebruik je vierkante haken. In een rapport over emigratie (Centraal Bureau voor de Statistiek [CBS], 2009) . . .
■
Bij volgende verwijzingen kun je volstaan met de afkorting.
1.7 Een publicatie met een onbekende auteur Is de auteur van een publicatie onbekend, dan worden de eerste woorden van de titel (of de hele titel als deze kort is) vermeld. Titels van artikelen, hoofdstukken en webpagina’s krijgen dubbele aanhalingstekens; titels van tijdschriften, (woorden)boeken en rapporten worden gecursiveerd. (“Universiteiten bestrijden plagiaat”, 2006) Webster's New Collegiate Dictionary (1961)
! In de literatuurlijst wordt de volledige titel opgenomen, zonder aanhalingstekens en niet cursief.
1.8 Een publicatie met een anonieme auteur Alleen als de auteur van een werk uitdrukkelijk met ‘Anonymous’ wordt aangeduid verwijs je met deze benaming. In de literatuurlijst staat de publicatie onder ‘A’. (Anonymous, 2008)
4
1.9 Persoonlijke communicatie Onder persoonlijke communicatie vallen privé-brieven, memo’s, e-mail, (telefoon)gesprekken, persoonlijke interviews, etc. K. M. Kendall (personal communication, April 26, 2006) (K. M. Kendall, personal communication, April 26, 2006)
Informatie die wordt verkregen via persoonlijke communicatie kan niet worden achterhaald en wordt dus niet opgenomen in de literatuurlijst. Uitzondering op deze regel is persoonlijke communicatie die behoort tot de categorie archivale bronnen. Denk aan brieven, ongepubliceerde manuscripten, knipsels, opnamen of transscripties van interviews, historische krantenartikelen, foto’s, etc. die zijn opgenomen in een archief, een institutionele collectie of een privé-collectie. (Zie paragraaf 7.10 van de Publication Manual of the American Association, 2010). 1.10 Een specifiek onderdeel van een bron De APA raadt auteurs aan (maar verplicht hen niet) bij verwijzingen in de tekst precies aan te geven waar het besprokene te vinden is. Dit maakt het de lezer makkelijk de bedoelde passages te lokaliseren, vooral als het gaat om lange of complexe teksten. Bij een verwijzing naar een specifiek onderdeel van een bron wordt een pagina of hoofdstuk genoemd. Voor de paginavermelding wordt de afkorting ‘p.’ (page) of ‘pp.’ (pages) gebruikt. (Cheek & Buss, 1981, p. 332) (Shimamura, 1989, Chapter 3)
! Zie paragraaf 2.2: Online bronnen zonder paginering, voor verwijzingen naar onderdelen van webpagina’s zonder paginanummers.
1.11 Een publicatie besproken in een secundaire bron (indirecte verwijzing) Het verdient de voorkeur te verwijzen naar bronnen die je zelf geraadpleegd hebt. Soms heb je echter kennis genomen van een publicatie via een secundaire bron en is het niet mogelijk de oorspronkelijke publicatie te achterhalen. In dat geval mag je ‘indirect’ verwijzen. Smith (as cited in Jones, 2002) found significant differences . . . Results from a previous study (Smith, as cited in Jones, 2002) indicated that . . .
In het Nederlands kun je ‘in’ of ‘geciteerd in’ gebruiken: Smith (in Jones, 2002) vond significante verschillen . . . Resultaten van eerder onderzoek (Smith, geciteerd in Jones, 2002) wezen er op dat . . .
! In de literatuurlijst wordt de bron opgenomen die geraadpleegd is, in dit geval Jones.
1.12 Verwijzingen in tekst tussen haken Een verwijzing kan worden ingebed in tekst die tussen ronde haken staat. Vóór en na het jaar worden komma’s gebruikt in plaats van ronde haken. (see Table 2 of Henderson, 2000, for complete data)
5
2
Letterlijke citaten
Een letterlijk citaat wordt gebruikt om een bewering te illustreren en daardoor kracht bij te zetten. Soms is letterlijk citeren nodig omdat het een formulering betreft die zó bondig of typerend is dat deze moeilijk in andere woorden is weer te geven. Een letterlijk citaat wordt direct gevolgd door een paginavermelding. Als de bron bij de introductie van het citaat wordt genoemd kan worden volstaan met het paginanummer (in ronde haken). Als de bron in de aanloop naar het citaat niet genoemd wordt staan auteursnaam, jaar en paginanummer tussen ronde haken. In de literatuurlijst wordt een referentie naar de bron opgenomen. ! Paginanummers worden aangeduid met de afkorting ‘p.’ (page). Loopt een citaat (in de oorspronkelijke tekst) over naar een volgende pagina, dan wordt ‘pp.’ (pages) gebruikt. Zie het laatste voorbeeld op deze pagina.
2.1 Opmaak Hoe een citaat in de tekst wordt opgenomen hangt af van het aantal woorden. 2.1.1 Korte citaten Een citaat van minder dan veertig woorden wordt tussen dubbele aanhalingstekens geplaatst. Lindgren (2001) defined stereotypes as “generalized and usually value-laden impressions that one’s social group uses in characterizing members of another group” (p. 1617).
Earlier results indicated that “the bonding process among infants exhibits an unparalleled feature within the 14-day postpartum period. During this time, infants can identify and later recognize characteristics unique to the caretaker” (Mitchell, 2009, p. 51).
The author stated: “this effect disappeared within a few hours” (Hu, 1991, p. 9), but he did not say which effect.
2.1.2 Lange citaten Een citaat van veertig of meer woorden wordt onderscheiden van de rest van de tekst door het in zijn geheel te laten inspringen (blokcitaat). Cowie et al. (2002) describe negative effects of bullying at work: people who have been bullied report that it affects them physically and mentally, with stress, depression, and lowered self-esteem as the most common complaints. In extreme cases, bullied employees may require counseling or psychiatric treatment (Niedl, 1996). Bullying may go beyond colleague-on-colleague abuse and become an accepted, or even encouraged, aspect of the culture of an organization. (pp. 34-35)
■ ■ ■ ■ ■
Het citaat begint op een nieuwe regel en springt 0.5 inch (1,27 cm) in. Er worden geen aanhalingstekens gebruikt. De paginavermelding komt na de punt en wordt zelf niet gevolgd door een punt. Een ingesprongen eerste regel van een nieuwe alinea wordt ongewijzigd overgenomen. Verwijzingen binnen citaten worden overgenomen, maar komen niet terug in de literatuurlijst. 6
2.2 Online bronnen zonder paginering Bij een webpagina zonder paginanummers hangt de manier waarop de locatie van de geciteerde tekst wordt aangegeven af van de opmaak van de pagina. ■
Als de webpagina genummerde alinea’s (‘paragraph numbers‘) heeft wordt verwezen naar de alinea d.m.v. de afkorting ‘para.’. ! In het Engels heten paragrafen ‘sections’ en alinea’s ‘paragraphs’. One of the author’s main points is that “people don’t rise from nothing” (Gladwell, 2008, para. 5).
■
Heeft de webpagina geen genummerde alinea’s, maar wel paragrafen (‘sections’), dan wordt verwezen naar de paragraafkop. Aan de alinea waarin het citaat staat wordt een nummer toegekend. De eerste alinea krijgt nummer 1, de tweede nummer 2, etc. Op die manier kan de lezer de bedoelde passage gemakkelijk lokaliseren. Buckley and Allinson (2005) concluded that “workplace violence is a complex issue in today’s healthcare environment” (Discussion section, para.1).
Als de paragraafkop lang is wordt verwezen met een verkorte titel, die tussen aanhalingstekens geplaatst wordt. Het eerste woord en ieder hoofdwoord krijgt een hoofdletter. “Two thirds of smokers become addicted under the age of 18, and 40% under the age of 16” (Conron, Smith, & Janzen, 2007, “Childhood Smoking”, para. 3).
De oorspronkelijke titel was: ‘Childhood smoking as an independent risk factor for addiction to tobacco’. 2.3 Toegestane veranderingen aan citaten Slechts in enkele gevallen mogen wijzigingen worden aangebracht aan citaten. Het is toegestaan: ■ ■ ■
de eerste letter van een citaat te veranderen in een hoofdletter of een kleine letter; leestekens aan het eind van een zin te veranderen; stukken uit citaten weg te laten door in plaats van het weggelaten gedeelte drie (in een zin) of vier (tussen zinnen) punten te zetten. Tussen de punten komt een spatie. Lee et al. (2001) predicted that “restrained eaters confronted with diet products slim images . . . will be reminded of their restricted eating behavior and eat less” (p. 5).
■
Een woord of woorden te benadrukken door een cursivering, gevolgd door [emphasis added] of [cursivering toegevoegd]. Cohen (2002) found that “the behaviors were never exhibited again [emphasis added], even when real drugs were administered” (p. 58).
■
om syntactische redenen of ter verduidelijking tekst toe te voegen (in vierkante haken). “een sterke neiging [hadden] keuzes te maken die in strijd waren met hun belangen” (Rose, 1991, p. 2).
In a prior study, “[school-age] children were asked . . .” (Van der Velden, 20, p. 24).
7
3
De literatuurlijst
Alle bronnen waarnaar in de tekst is verwezen komen terug in een literatuurlijst die aan het eind van de tekst 1 wordt opgenomen. Er zijn twee uitzonderingen op deze regel. Klassieke werken (zoals de Bijbel en de Koran) en persoonlijke communicatie 2 komen niet voor in de literatuurlijst. 3.1 Opmaak De literatuurlijst begint op een nieuwe pagina en krijgt het kopje ‘Literatuur’ (in Engelstalige teksten ‘References’). ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Het kopje wordt gecentreerd. Het kopje is niet vet en wordt niet gevolgd door een witregel. Regelafstand en lettertype: double spaced, 12-punts Times New Roman (evenals de tekst). De referenties worden links uitgelijnd (evenals de tekst). Aan het eind van een regel mogen liggende streepjes worden gebruikt om woorden af te breken. De referenties hebben een hangende inspringing (‘hanging indent’): de eerste regel springt niet in, de overige regels wel (met 0,5 inch/1,27 cm). Een punt wordt gebruikt na een afkorting (zie paragraaf 3.2), na een voorletter en na ieder element van een referentie (zie paragraaf 3.4), behalve als het element eindigt met een URL of een DOI 3. Een spatie wordt gebruikt na: ▪ een komma, dubbele punt en punt-komma; ▪ een punt die volgt op voorletters; ▪ een punt die onderdelen van referenties scheidt.
3.2 Afkortingen Toegestane afkortingen binnen referenties zijn o.a.: ed. Rev. ed. 2nd. ed. Ed. (Eds.) n.d. p. (pp.) Vol. Vols. No. Pt.
3.3 ■ ■ ■ ■
edition Revised edition second edition Editor (Editors) no date pages (pages) Volume (zoals in: Vol. 4) Volumes (zoals in: Vols. 1-4) Number Part
Volgorde van de referenties De referenties worden alfabetisch gerangschikt op achternaam van de (eerste) auteur. Er wordt letter voor letter gealfabetiseerd, waarbij geldt: ‘niets komt vóór iets’. Dit betekent dat Brown, J. R. voorafgaat aan Browning, A. R.. Auteursnamen met vaste voorvoegsels zoals M’, Mc’ en Mac worden letterlijk gealfabetiseerd. MacArthur gaat vooraf aan McAllister, MacNeil gaat vooraf aan M’Carthy. Auteursnamen met losstaande voorvoegsels (van, de, van der, von, di) worden
1
Voetnoten, tabellen en figuren worden opgenomen ná de literatuurlijst. Voorbeelden van persoonlijke communicatie zijn: privé-brieven, memo’s, e-mail, (telefoon)gesprekken, persoonlijke interviews, etc. Voor tekstverwijzingen naar persoonlijke communicatie: zie paragraaf 1.9. 3 Zie De Digital Object Identifier (pagina 12). 2
8
■ ■
■ ■ ■ ■
gealfabetiseerd op het eerste voorvoegsel, dat met een hoofdletter wordt geschreven. Publicaties van dezelfde auteur(s) worden geordend op publicatiejaar (van oud naar recent). Bij meerdere publicaties van dezelfde auteur uit hetzelfde jaar wordt aan het jaartal een kleine letter toegevoegd: de oudste publicatie krijgt een a, de één na oudste een b, etc. De publicaties worden alfabetisch geordend op titel, behalve als de titel begint met ‘The’ of ‘A’ (bij Nederlandstalige teksten met ‘De’ of ‘Een’). Dan is het tweede woord bepalend. Bij publicaties met dezelfde eerste auteur gaan publicaties met één auteur vooraf aan publicaties met meerdere auteurs. Bij publicaties met dezelfde eerste auteur en een verschillende tweede auteur wordt geordend op de naam van de tweede auteur. Bij publicaties van auteurs met dezelfde achternaam wordt geordend op de voorletter(s). Bij publicaties met een onbekende auteur bepaalt het eerste significante woord uit de titel de plaats in de literatuurlijst. Bijvoorbeeld: ‘A theory of social structure’ staat onder ‘T’. ! Bij de verwijzing in de tekst wordt de (verkorte) titel tussen aanhalingstekens geplaatst of gecursiveerd. Zie paragraaf 1.7 voor uitleg en voorbeelden.
3.4 Elementen van referenties Een referentie bestaat uit vier elementen: auteur, publicatiedatum, titel en publicatie-informatie. De inhoud van het element publicatie-informatie varieert, afhankelijk van de aard van de bron (gedrukt of elektronisch). 3.4.1 Auteur ■ De achternamen en initialen van maximaal zeven auteurs worden vermeld. De namen worden gescheiden door een komma en een spatie. Vóór de laatste auteursnaam staat een ampersand (&). Author, A. A., & Author, B. B.
■
Bij acht of meer auteurs worden de eerste zes auteurs genoemd, de volgende auteur(s) worden vervangen door een weglatingsteken (. . .). Voor en na het weglatingsteken komt een spatie. Daarna volgt de laatste auteur, zonder ampersand (&) 4. Author, A. A., Author, B. B., Author, C. C., Author, D. D., Author, E. E., Author, F. F., . . . Author, Z. Z.
! Hoe je in de tekst verwijst wordt uitgelegd in paragraaf 1.3: Zes of meer auteurs.
■
Liggende streepjes in voornamen worden gehandhaafd. Lamour, J.-B.
■
Bij een groepsauteur wordt de volledige naam van de organisatie vermeld. Centraal Bureau voor de Statistiek.
■
Bij een publicatie zonder auteur verschuift de titel naar de plaats van de auteur. Title of publication. (2000).
! Bij de verwijzing in de tekst wordt de (verkorte) titel tussen aanhalingstekens geplaatst of v gecursiveerd. Zie paragraaf 1.7 voor uitleg en voorbeelden. 4
Een voorbeeld van een volledige referentie vind je op pagina 17. 9
■
Bij geredigeerde boeken staat de naam van de redacteur op de positie van de auteur, gevolgd door ‘Ed.’ in ronde haken. Bij meerdere redacteuren wordt ‘Eds.’ gebruikt. E. E. Editor (Ed.). (2008). Title of edited book.
■
Bij hoofdstukken uit geredigeerde boeken volgt na de titel van het hoofdstuk de naam van de redacteur, voorafgegaan door ‘In’ en de voorletter(s). Author, A. A. (2008). Title of chapter. In E. E. Editor (Ed.), Title of edited book (pp. xx-xx).
! In het Nederlands kun je ‘Red.’ gebruiken (enkel- en meervoud).
3.4.2 Publicatiedatum ■ Na de naam van de auteur of redacteur volgt in ronde haken het jaar van publicatie. ■ Bij magazines, kranten en nieuwsbrieven wordt het jaar en de exacte publicatiedatum vermeld: maand of maand/dag. (2008, May). (1999, September 12).
■
Bij artikelen die zijn geaccepteerd voor publicatie maar nog niet gepubliceerd zijn, wordt ‘in press’ vermeld i.p.v. het jaar. Author, A. A. (in press).
■
Indien geen datum beschikbaar is wordt ‘n.d.’ (no date) of ‘z.j.’ (zonder jaar) gebruikt. Author, A. A. (n.d.).
3.4.3 Titel ■ Titels van artikelen of hoofdstukken: het eerste woord van de titel en (eventuele) ondertitel, en alle eigennamen worden met een hoofdletter geschreven. Social cohesion in the time of crisis: Early evidence of wider impacts of financial shocks.
■
Titels van periodieken (tijdschriften, magazines, kranten, nieuwsbrieven) worden gecursiveerd. Het eerste woord en alle hoofdwoorden worden met een hoofdletter geschreven. Ondertitels worden niet vermeld. International Journal of Clinical and Health Psychology, . . .
■
Titels van boeken en rapporten (en andere publicaties die niet periodiek verschijnen) worden gecursiveerd. Het eerste woord, de ondertitel en eigennamen krijgen hoofdletters. Teenagers and substance use: Social networks and peer influence.
■
Informatie over de vorm van de bron (voor zover nodig om de bron te identificeren) wordt opgenomen na de titel, in vierkante haken. Responding to facial expressions [DVD].
Andere voorbeelden: Letter to the editor, Special issue, Abstract, Lecture notes, Audio podcast, Digital Editions version, CD, Supplemental material, Data file, Web log post. 10
3.4.4 Publicatie-informatie Onderstaande richtlijnen gelden voor gedrukte publicaties. Bij elektronische bronnen bevat dit element additionele informatie (periodieken) of andere informatie (boeken en rapporten). Zie paragraaf 3.5.2: De vermelding van locaties van elektronische bronnen: DOI's en URL's. Periodieken (tijdschriften, magazines, kranten en nieuwsbrieven) ■
De titel van het periodiek en het volumenummer 5 worden (cursief) vermeld, gevolgd door de pagina(’s). Komma’s die volgen op cursieve tekst worden eveneens gecursiveerd. Social Science Quarterly, 84, 508-525.
■
Als iedere aflevering binnen een volume begint met pagina 1 wordt ook het afleveringsnummer (niet cursief) vermeld, in ronde haken direct na het volumenummer. Law Enforcement Executive Forum Journal, 8(1), 73-82.
! Veel wetenschappelijke tijdschriften ‘nummeren door’.
■
Bij kranten worden paginanummers voorafgegaan door ‘p.’ (één pagina) of ‘pp.’ (meerdere pagina’s). NRC Handelsblad, pp. 6-7.
Boeken en rapporten (en andere publicaties die niet periodiek verschijnen) ■
Plaats van uitgave (zoals vermeld op het titelblad) en uitgever worden vermeld. Worden meerdere plaatsen genoemd, dan wordt de eerstgenoemde plaats aangehouden, of (indien als zodanig aangeduid) de hoofdvestigingsplaats.
■
Als de uitgever gevestigd is in de Verenigde Staten wordt de plaats van uitgave gevolgd door een tweeletterige afkorting voor de staat 6; bij locaties buiten de VS door plaats en land. New York, NY: McGraw-Hill. Newbury Park, CA: Sage. Pretoria, South Africa: Unisa.
Uitzondering: als de uitgever een universiteit binnen de VS is en de naam van de staat komt voor in de naam van de universiteit wordt de afkorting voor de staat weggelaten. Lincoln: University of Nebraska Press.
■
Daarna volgt de naam van de uitgever, zonder toevoegingen als ‘Publishers’, ‘Publishing’, ‘Co.’ en ‘Inc.’. ‘Press’ en ‘Books’ worden wel vermeld.
■
Als de uitgever ook de auteur is wordt op de positie van de uitgever vermeld: ‘Author’. American Psychological Association. (2010). Publication manual of the American Psychological Association (6th ed.). Washington, DC: Author.
5
Een volume is een jaargang, met dien verstande dat deze niet altijd samenvalt met een kalenderjaar. Een volume bestaat uit meerdere issues of afleveringen. 6 Zie de website van US Postal Service: http://www.usps.com/ncsc/lookups/usps_abbreviations.html 11
3.5 Elektronische bronnen Bij elektronische bronnen wordt in de referentie informatie opgenomen over de vindplaats. Dit kan een URL of een ‘Digital Object Identifier’ zijn. 3.5.1 De Digital Object Identifier (DOI) De Digital Object Identifier is een uniek identificatienummer voor digitale bestanden (ofwel digitale objecten 7). Met behulp van een DOI kan een permanente link naar de locatie van een digitaal object op het internet worden gegenereerd. Daarmee is duurzame toegang tot het object gegarandeerd, ook als het internetadres verandert. Miljoenen wetenschappelijke tijdschriftartikelen – inclusief artikelen uit het pré-internettijdperk – hebben inmiddels een DOI. Maar ook boeken en congresverslagen worden steeds vaker online gepubliceerd en voorzien van een DOI. De belangrijkste toepassing van DOI’s is momenteel ‘referentielinken’: doorlinken vanuit een referentielijst van een online artikel naar een geciteerd artikel op de website van de uitgever. Dit is een dienst van CrossRef, een organisatie die ook DOI’s van wetenschappelijke publicaties registreert.
De samenstelling van een DOI Een voorbeeld van een DOI van een tijdschriftartikel is 10.1016/j.addbeh.2008.11.004, toegekend aan ‘Testing social cognitive theory as a theoretical framework to predict smoking relapse among daily smoking adolescents’ van Van Zundert, Nijhof en Engels, in 2009 verschenen in ‘Addictive Behaviors’. Deze DOI is als volgt opgebouwd:
Prefix
Suffix
Object
Uitgever
DOI
10. 1016 / j.addbeh.2008.11.004
De prefix begint met het getal 10, dat aangeeft dat het gaat om een DOI. Het tweede getal wordt toegewezen door een registratiebureau voor DOI’s en staat voor de uitgever (in dit geval Elsevier). De suffix is een code voor het digitale object die bestaat uit een aanduiding voor het tijdschrift (j.addbeh.) en enkele getallen die het artikel definiëren (2008.11.004). Uitgevers bepalen zelf hoe de suffix wordt samengesteld. Bestaande identificatiesystemen (zoals ISBN voor boeken en ISSN voor tijdschriften) kunnen worden gebruikt, maar ook interne administratieve nummeringen. 7
Voorbeelden van digitale objecten zijn: tijdschriften, artikelen, boeken, hoofdstukken uit boeken, tabellen, figuren, boeken, datasets, foto’s, audio, video, spellen, software etc. 12
Een DOI achterhalen Of een publicatie een DOI heeft kun je op verschillende manieren nagaan. Binnen een database of op de website van een uitgever wordt de DOI meestal vermeld op de pagina die je te zien krijgt als je klikt op de titel van de publicatie (de landingspagina). De plaats van DOI’s verschilt per aanbieder. Soms staan ze prominent bovenaan, soms helemaal onderaan zoals in onderstaand voorbeeld uit Web of Science.
In recente tijdschriftartikelen wordt de DOI meestal vermeld op de eerste pagina, in de buurt van de copyrightinformatie.
13
Als je geen DOI hebt aangetroffen kun je via de DOI lookup8 van CrossRef met zekerheid vaststellen of een DOI is toegekend.
! Gebruik bij voorkeur de zoekoptie ‘Search on article title’: niet alleen voor tijdschriftartikelen, maar ook voor andere publicatietypen, zoals een (hoofdstuk uit een) boek of een (bijdrage uit een) congresbundel. Zoek niet op ISBN of ISSN; dit werkt nog niet naar behoren.
Meerdere DOI’s tegelijk opzoeken kan via de Simple Text Query 9: door referenties te kopiëren en in een tekstbox te plakken. Op deze manier kun je een complete literatuurlijst voorzien van DOI’s (voor zover beschikbaar).
Een publicatie vinden m.b.v. de DOI Als de DOI bekend is kun je een publicatie op twee manieren localiseren. 1. Door http://dx.doi.org/ vóór de DOI te zetten, waardoor een DOI-link ontstaat. Voor het voorbeeldartikel van pagina 12 met DOI 10.1016/j.addbeh.2008.11.004 wordt de link: http://dx.doi.org/10.1016/j.addbeh.2008.11.004 2. Door naar de DOI Resolver 10 van CrossRef te gaan, de DOI in te geven en te klikken op ‘submit’.
! Toegang tot de full text van een publicatie is afhankelijk van de licenties die de universiteitsbibliotheek heeft afgesloten. Als je via de DOI-link geen toegang krijgt, raadpleeg dan de Tijdschriftencatalogus UvT. Het is mogelijk dat de full text via een andere aanbieder wel beschikbaar is. 8
http://www.crossref.org/guestquery/ http://www.crossref.org/SimpleTextQuery/ 10 http://www.crossref.org/ 9
14
3.5.2 De vermelding van locaties van elektronische bronnen: DOI’s en URL’s Publicaties met een DOI Als een elektronische publicatie een Digital Object Identifier (DOI) 11 heeft wordt deze als volgt vermeld: doi:xxxxxxx
■ ■ ■
Voeg na de DOI geen punt toe. Breek de DOI aan het eind van een regel alleen af vóór een leesteken. Voeg aan het eind van een regel geen liggend streepje toe om de DOI onderbreken. doi:10.1037/1089
-2680.10.4.377
doi:10.1037/1089-2680 .10.4.377
doi:10.1037 /1089-2680.10.4.377
! Het is essentieel dat DOI’s correct worden vermeld. Voorkom typfouten door de DOI (indien mogelijk) te kopiëren en in je document te plakken. Als je de DOI moet overtypen kun je deze ter controle ingeven in de DOI Resolver (http://www.crossref.org/).
Publicaties zonder een DOI Als een elektronische publicatie geen DOI heeft wordt de URL van de homepage van het tijdschrift of de homepage van de uitgever van het boek vermeld, ook als de publicatie via een database 12 is verkregen. De URL wordt als volgt vermeld: Retrieved from http//www.xxxxxxxx
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
De URL wordt voorafgegaan door ‘Retrieved from’. In het Nederlands kun je ‘Ontleend aan’ of ‘Geraadpleegd op’ gebruiken. Voorkom typfouten door de URL te kopiëren en in je document te plakken. Zorg ervoor dat de URL niet onderstreept wordt. Onderbreek de URL alleen vóór leestekens. Uitzondering op deze regel is http://. Voeg aan het eind van een regel geen liggende streepjes toe om de URL onderbreken. Voeg na de URL geen punt toe. Een datum van raadpleging is alleen nodig als de informatie als veranderlijk moet worden aangemerkt. Een voorbeeld is een wiki. Bij een elektronische versie (PDF) van een gedrukt (kranten)artikel of hoofdstuk worden paginanummers vermeld. Controleer kort voor je je paper of thesis inlevert of de URL’s in je literatuurlijst nog kloppen. Update URL’s als deze gewijzigd zijn. Verwijder de referentie als blijkt dat een document niet langer beschikbaar is.
Vaak zijn verschillende versies van een document op het internet in omloop. Citeer altijd de meest recente (en zo mogelijk de definitieve) versie. 11
12
Informatie over de DOI en de manier waarop je deze kunt achterhalen vind je in De Digital Object Identifier (pagina’s 12-14). De database waarin de bron is opgenomen is wordt niet vermeld, behalve als het gaat om bepaalde ‘archivale’ documenten zoals artikelen uit tijdschriften die niet meer verschijnen en dissertaties of papers die niet officieel gepubliceerd zijn. Zulke bronnen zijn vaak alleen beschikbaar via een database (zoals het online archief JSTOR). Geef in zo’n geval de URL van de homepage van de database. 15
4
Voorbeelden van referenties
Dit hoofdstuk bevat voorbeelden van referenties naar veel voorkomende publicatietypen. Een compleet overzicht vind je in de Publication Manual of the American Psychological Association (2010). In de bibliotheek zijn meerdere exemplaren van dit handboek aanwezig. Raadpleeg de Catalogus UvT voor informatie over vindplaatsen en beschikbaarheid. Algemeen geldt: als een elektronische publicatie een Digital Object Identifier (DOI) heeft wordt deze in de referentie vermeld. Als een DOI ontbreekt wordt de URL van de homepage van het tijdschrift of de uitgever van het boek vermeld (zie voor meer informatie de pagina’s 12 t/m 15). 4.1
Een tijdschriftartikel met DOI
Uitleg over de DOI vind je in paragraaf 3.5: Elektronische bronnen. Harris, J. L., Bargh, J. A., & Brownell, K. D. (2009). Priming effects of television food advertising on eating behavior. Health Psychology, 28, 404–413. doi:10.1037/a0014399
Na de paginanummers wordt de DOI vermeld. Deze wordt niet gevolgd door een punt. ! Tijdschriftartikelen verschijnen vaak in elektronische én gedrukte vorm. De APA raadt auteurs aan om de DOI (indien beschikbaar) ook te vermelden als een artikel in gedrukte vorm geraadpleegd is.
4.2
Een tijdschriftartikel zonder DOI
Uitleg over de DOI vind je in paragraaf 3.5: Elektronische bronnen. Gedrukt Curry, S., Thompson, B., Sexton, M., & Omenn, G. S. (1989). Psychological predictors of outcome in a worksite smoking cessation program. American Journal of Preventive Medicine, 5, 2-7. Elektronisch Downey, L. A., Godfrey, J.-L., Hansen, K., & Stough, K. (2006). The impact of social desirability and expectation of feedback on emotional intelligence in the workplace. E-journal of Applied Psychology, 2(2), 12-18. Retrieved from http://ojs.lib.swin.edu.au/index.php/ejap
▪ Afleveringsnummers worden alleen als iedere aflevering binnen een volume met pagina 1 begint direct na het volumenummer vermeld, in ronde haken en niet cursief. ▪ Als artikel in gedrukte vorm geraadpleegd is eindigt de referentie met de paginavermelding. ▪ Als het artikel online geraadpleegd is (ook via een database) wordt de URL van de homepage van het tijdschrift vermeld. Na de URL volgt geen punt. 4.3
Een tijdschriftartikel, online voorpublicatie
Een voorpublicatie is een publicatie die online beschikbaar is op de website van de uitgever voordat deze in gedrukte vorm verschijnt. Linden, S. C., Jackson, M. C., Subramanian, L., Wolf, C., Green, P., Healy, D., & Linden, D. E. J. (2008). Emotion-cognition interactions in schizophrenia: Implicit and explicit effects of facial expression. Neuropsychologia. Advance online publication. doi:10.1016/j.neuropsychologia.2009.11.023
▪ Volumenummer, afleveringsnummer en paginanummers zijn vaak nog niet toegewezen.
16
▪ Na de titel van het tijdschrift en (indien bekend) volumenummer, (evt.) afleveringsnummer en paginanummers volgt de vermelding ‘Advance online publication’ (niet tussen ronde haken). ▪ Vaak is al een DOI (zie paragraaf 3.5, Elektronische bronnen) beschikbaar; dan wordt deze vermeld. Als een DOI ontbreekt wordt de URL van de homepage van het tijdschrift vermeld. ! Een online voorpublicatie wordt na verloop van tijd vervangen door de definitieve versie. Ga kort voor het v inleveren van je paper of thesis na of deze al beschikbaar is en pas zonodig de referentie aan.
4.4
Een artikel ‘in press’, opgenomen in een digitaal archief
Uitgevers die geen mogelijkheid bieden tot online voorpublicatie (zie paragraaf 4.3) staan auteurs soms toe een artikel dat ter perse is gegaan in een digitaal archief te deponeren. Ramus, F. (in press). Language discrimination by newborns: Teasing apart phonotactic, rhythmic, and intonational cues. Annual Review of Language Acquisition. Retrieved from http://cogprints.org /2274/0/newborns01web.pdf
▪ Op de positie van het jaar staat ‘in press’. ▪ Het tijdschrift waarin het artikel zal verschijnen wordt (cursief) vermeld. ! Ga kort voor het inleveren van je paper of thesis na of het artikel inmiddels is verschenen en pas de v referentie aan.
4.5
Een tijdschriftartikel, meer dan zeven auteurs
Bottorff, J. L., Carey, J., Mowatt, R., Varcoe, C., Johnson, J. L., Hutchinson, P., . . . Wardman, D. (2009). Bingo halls and smoking: Perspectives of First Nations women. Health & Place, 15, 1014-1021. doi:10.1016 /j.healthplace.2009.04.005
▪ De eerste zes auteurs worden genoemd. De zevende (en overige) auteur(s) word(t)(en) vervangen door een weglatingsteken. Daarna wordt de laatste auteur genoemd, niet voorafgegaan door een ampersand (&). ▪ Als een DOI (zie paragraaf 3.5, Elektronische bronnen) ontbreekt en het artikel is in elektronische vorm geraadpleegd wordt de URL van de homepage van het tijdschrift vermeld. ! Zie voor de bijbehorende verwijzing in de tekst paragraaf 1.3: Zes of meer auteurs.
4.6
Een boek, gedrukt
Sullivan, B. A., Snyder, M., & Sullivan, J. L. (2008). Cooperation: The political psychology of effective human interaction. Malden, MA: Blackwell.
Gatrell, C., & Swan, E. (2008). Gender and diversity in management: A concise introduction. London,
England: Sage.
▪ Bij boeken die zijn uitgegeven in de VS volgt na de plaats van uitgave een tweeletterige afkorting voor de staat (zie pagina 11 onderaan). In andere gevallen wordt het land vermeld. ▪ Daarna wordt de naam van de uitgever vermeld, zonder toevoegingen als ‘Publishers’, ‘Publishing’, ‘Co.’ en ‘Inc.’. ‘Press’ en ‘Books’ worden wel vermeld. 17
4.7
Een elektronische versie van een gedrukt boek, met DOI
Uitleg over de DOI vind je in paragraaf 3.5: Elektronische bronnen. Aquilar, F., & Galluccio, M. (2008). Psychological processes in international negotiations: Theoretical and practical perspectives. doi:10.1007/978-0-387-71380-9
Brill, P. (2004). The winner’s way [Adobe Digital Editions version]. doi:10.1036/007142363X
▪ Na de paginanummers wordt de DOI vermeld, die niet gevolgd wordt door een punt. ▪ M.b.t. het tweede voorbeeld: een beschrijving van de vorm wordt direct na de titel in vierkante haken gegeven. In dit geval gaat het om een formaat voor e-books. ! Zie voor uitleg over vormaspecten van bronnen pagina 10, laatste bullet.
4.8
Een elektronische versie van een gedrukt boek, zonder DOI
Uitleg over de DOI vind je in paragraaf 3.5: Elektronische bronnen. Wessler, R., Hankin, S., & Stern, J. (2001). Succeeding with difficult clients: Applications of cognitive appraisal therapy. Retrieved from http://www.elsevier.com/
Bottero, W. (2004). Stratification: Social division and inequality [DX Reader version]. Retrieved from http://www.taylorandfrancis.com/
Tompson, K. (1988). Under siege: Racism and violence in Britain today. Retrieved from http://books .google.nl/books
▪ De URL van de homepage van de uitgever wordt gegeven. ▪ M.b.t. het tweede voorbeeld: een beschrijving van de vorm wordt direct na de titel in vierkante haken gegeven. ! Zie voor uitleg over vormaspecten van bronnen pagina 10, laatste bullet.
4.9
Een boek, alleen verschenen in elektronische vorm
Shrout, R. N. (n.d.). True hypnotism. Retrieved from http://www.onlineoriginals.com/showitem .asp?itemID=253
▪ Als het jaar van publicatie onbekend is wordt ‘n.d.’ (no date) of ‘z.j.’ (zonder jaar) vermeld. ▪ De directe URL wordt gegeven. 4.10 Een boek, latere of herziene editie Evans, N. J., Forney, D. S., Guido, F. M., Renn, K. A., & Patton, L. D. (2009). Student development in college: Theory, research, and practice (2nd ed.). San Francisco, CA: Jossey-Bass.
Jenkins, R., & Cohen, G. M. (2002). Emotional intelligence (Rev. ed.). London, England: Routledge.
18
▪ Informatie over de editie volgt direct na de titel, in ronde haken en niet cursief. ▪ Bij een herziene editie wordt vermeld: (Rev. ed.).
4.11 Een geredigeerd boek Ook wel aangeduid als ‘redactiewerk’, ‘verzamelwerk’ of ‘bundel’. Gedrukt Hare, R. D., & Schalling, D. (Eds.). (1978). Psychopathic behaviour: Approaches to research. Chichester, NY: Wiley. Elektronisch, met DOI Christianson, S. Å. (Ed.). (2007). Offenders' memories of violent crimes. doi:10.1002/9780470713082 Elektronisch, zonder DOI O'Neill, M. (Ed.). (1999). Adorno, culture and feminism. Retrieved from http://books.google.nl/books
▪ Bij geredigeerde boeken die zijn uitgegeven in de VS volgt na de plaats van uitgave een tweeletterige afkorting voor de staat (zie pagina 11 onderaan). Bij boeken die zijn verschenen buiten de VS wordt het land vermeld. Daarna wordt de naam van de uitgever vermeld, zonder toevoegingen als ‘Publishers’, ‘Publishing’, ‘Co.’ en ‘Inc.’. ‘Press’ en ‘Books’ worden wel vermeld. ▪ Als het boek in elektronische vorm geraadpleegd is wordt de DOI (indien beschikbaar) vermeld. Als een DOI ontbreekt wordt de URL van de homepage van de uitgever gegeven. ! Uitleg over de DOI vind je in paragraaf 3.5: Elektronische bronnen.
4.12 Een hoofdstuk in een geredigeerd boek Gedrukt Becker-Schmidt, R. (1999). Critical theory as a critique of society. In M. O'Neill (Ed.), Adorno, culture and feminism (pp. 104-117). London, England: Sage. Elektronisch, met DOI Porter, S., Woodworth, M., & Doucette, N. (2007). Memory for murder: The qualities and credibility of homicide narratives by perpetrators. In S. Christianson (Ed.), Offenders' memories of violent crimes (pp. 115-134). doi:10.1002/9780470713082.ch5 Elektronisch, zonder DOI Christensen, C. M. (1997). What goes up, can’t go down. In C. M. Christensen (Ed.), Innovator's dilemma: When new technologies cause great firms to fail (pp. 77-96). Retrieved from http://harvardbusiness.org/
▪ Bij hoofdstukken uit geredigeerde boeken die zijn uitgegeven in de VS volgt na de plaats van uitgave een tweeletterige afkorting voor de staat (zie pagina 11 onderaan). In andere gevallen wordt het land vermeld. Daarna wordt de naam van de uitgever vermeld, zonder toevoegingen als ‘Publishers’, ‘Publishing’, ‘Co.’ en ‘Inc.’. ‘Press’ en ‘Books’ worden wel vermeld. ▪ Als het hoofdstuk in elektronische vorm geraadpleegd is wordt de DOI (indien beschikbaar) vermeld. Als een DOI ontbreekt wordt de URL van de homepage van de uitgever gegeven. ! Uitleg over de DOI vind je in paragraaf 3.5: Elektronische bronnen.
19
4.13 Een artikel in een magazine Een magazine is een (meestal populair) blad dat naast artikelen ook illustraties en reclame bevat. Gedrukt Chamberlin, J. Novotney, A. Packard, E., & Price, M. (2008, May). Enhancing worker well-being: Occupational health psychologists convene to share their research on work, stress and health. Monitor on Psychology, 39(5), 26-29.
Elektronisch DeAngelis, T. (2009, November). Understanding terrorism. Monitor on Psychology, 40(10). Retrieved from http://www.apa.org/monitor/
▪ Afleveringsnummers worden alleen vermeld (direct na het volumenummer, in ronde haken en niet cursief) als iedere aflevering met pagina 1 begint. Dit is bij magazines meestal het geval. ▪ Na het jaar wordt bij magazines die maandelijks verschijnen de maand vermeld; bij magazines die wekelijks verschijnen maand en dag. ▪ Online magazines hebben vaak geen paginanummers. ▪ Bij een artikel uit een online magazine wordt de URL van de homepage van het magazine vermeld. ! Artikelen uit populaire en populair-wetenschappelijke magazines hebben zelden een DOI, in tegenstelling tot artikelen uit wetenschappelijke magazines (zoals Science).
4.14 Een krantenartikel Gedrukt Schwartz, J. (1993, September 30). Obesity affects economic, social status. The Washington Post, pp. A1, A4.
Nederland verspreidt wereldwijd veel spyware. (2006, 15 mei). Metro, p. 7. Elektronisch Hilts, P. J. (1999, February 16). In forecasting their emotions, most people flunk out. The New York Times. Retrieved from http://www.nytimes.com
Paginanummers worden voorafgegaan door ‘p.’ (page) of ‘pp.’ (pages). Als het artikel op discontinue pagina’s staat worden alle paginanummers vermeld, gescheiden door een komma en een spatie (eerste voorbeeld). Als de auteur onbekend is staat de titel op de positie van de auteur (tweede voorbeeld). Bij online artikelen wordt de URL van de homepage van de krant vermeld.
4.15 Een webpagina/webdocument Mulhauser, G. (2009). An introduction to cognitive therapy & cognitive behavioural approaches. Retrieved from http://counsellingresource.com/types/cognitive-therapy/
What is social Networking? (n.d.). Retrieved from http://www.whatissocialnetworking.com/
▪ Als het artikel ongedateerd is wordt ‘n.d.’ (no date) of z.j. (zonder jaar) vermeld.
20
▪ Als het artikel geen auteur heeft staat de titel op de positie van de auteur. ! M.b.t. het tweede voorbeeld: de bijbehorende verwijzing in de tekst is: (“What is Social Networking?”, n.d.). Zie ook paragraaf 1.7: Een publicatie met een onbekende auteur.
4.16 Een lemma in een gedrukt naslagwerk Bergmann, P. G. (1993). Relativity. In The new encyclopeadia Britannica (15th ed., Vol. 26, pp. 501-508). Chicago, IL: Encyclopeadia Britannica.
Na de titel van het naslagwerk volgt de editie, volumenummer (voorafgegaan door ‘Vol.’) en de paginavermelding. 4.17 Een lemma in een online naslagwerk Constructivism. (n.d.). In Merriam-Webster’s online dictionary (11th ed.) Retrieved from http://www.m-w .com /dictionary/constructivism
Duffy, M. (2004). Trafalgar, Nelson, and the national memory. In Oxford Dictionary of National Biography. Retrieved from http://www.oxforddnb.com/themes/theme.jsp?articleid=92747
▪ Als het online naslagwerk gebaseerd is op een gedrukte versie wordt de editie vermeld. ▪ Als een lemma geen auteur heeft staat de titel op de positie van de auteur. ▪ Als het publicatiejaar ontbreekt wordt ‘n.d.’ (no date’) of ‘z.j.’ (zonder jaar) vermeld. ! Zie paragraaf 4.26: Een wikipagina voor een referentie naar een artikel uit Wikipedia.
4.18 Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM) De huidige versie van de DSM is een tekstrevisie van de vierde editie: de DSM-IV-TR. DSM als geheel, gedrukt American Psychiatric Association. (2000). Diagnostic and statistical manual of mental disorders (4th ed., text rev.). Washington, DC: Author. DSM als geheel, elektronisch American Psychiatric Association. (2000). Diagnostic and statistical manual of mental disorders (4th ed., text rev.). doi:10.1176/appi.books.9780890423349 Onderdeel uit DSM, elektronisch American Psychiatric Association. (2000). Appendix B: Criteria sets and axes provided for further study. In Diagnostic and statistical manual of mental disorders (4th ed., text rev.). doi:10.1176/appi.books .9780890423349.5088
▪ Omdat de auteur tevens uitgever is wordt op de positie van de uitgever ‘Author’ vermeld. ▪ Bij de online versie wordt de DOI (indien van toepassing: van het onderdeel) vermeld. ▪ Zie http://supp.apa.org/style/pubman-ch07.02.pdf voor de bijbehorende verwijzingen in de tekst. ! Uitleg over de DOI vind je in paragraaf 3.5: Elektronische bronnen.
21
4.19 Een congresbijdrage, gepubliceerd in proceedings in boekvorm (congresbundel) Gedrukt McMahan, C., Hovland, R., & McMillan, S. (2008). Gender and internet advertising: Differences in the ways males and females engage with and perceive internet advertising. In S. Rodgers (Ed.), Proceedings of the 2008 Conference of the American Academy of Advertising (pp. 52-55). Columbia: University of Missouri Press. Elektronisch, met DOI Van der Linden, C. (2007). Gilles de la Tourette’s syndrome: A movement disorder. In B. Van Hilten & B. Nuttin (Eds.), Proceedings of the Medtronic Forum for Neuroscience and Neuro-Technology 2005 (pp. 70-74). doi:10.1007/978-3-540-32746-2_18
▪ Bij een congresbijdrage in gedrukte vorm wordt na de titel van het boek de plaats van uitgave en het land of (als het werk verschenen is in de VS) een tweeletterige afkorting voor de staat (zie pagina 11) vermeld. Alleen als de uitgever een universiteit is en de staat voorkomt in de naam van de universiteit wordt de afkorting weggelaten (zoals in het eerste voorbeeld). ▪ Bij een congresbijdrage in elektronische vorm wordt de DOI (indien toegekend) vermeld. Als een DOI ontbreekt wordt de URL van de homepage van de uitgever gegeven. ! Uitleg over de DOI vind je in paragraaf 3.5: Elektronische bronnen.
4.20 Een congresbijdrage, gepubliceerd in proceedings die periodiek verschijnen Gedrukt Zeally, A. K., & Aitken, R. C. B. (1969). Measurement of mood. Proceedings of the Royal Society of Medicine, 62, 993-996.
Elektronisch, met DOI Tattersall, I. (2009). Human origins: Out of Africa. Proceedings of the National Academy of Sciences of the United States of America, 106, 16018–16021. doi:10.1073/pnas.0903207106
Bij een congresbijdrage in elektronische vorm wordt de DOI (indien toegekend) vermeld. Als een DOI ontbreekt wordt de URL van de homepage van de uitgever gegeven. ! Uitleg over de DOI vind je in paragraaf 3.5: Elektronische bronnen.
4.21 Een proefschrift/master thesis Afkomstig van een institutionele website (‘institutional repository’) van een universiteit binnen de VS Bartel, T. M. C. (2005). Factors associated with attachment in international adoption (Doctoral dissertation). Retrieved from http://hdl.handle.net/2097/131
Afkomstig van een institutionele website van een universiteit buiten de VS Riediger, C. (2009). Psycho-analytical defense mechanisms applied to autonomous mechanisms (Master’s thesis, Vienna University of Technology, Austria). Retrieved from http://www.ub.tuwien.ac.at/dipl /2009/AC05040439.pdf
22
▪ Na de titel wordt (in ronde haken) vermeld of het gaat om een proefschrift (dissertatie) of een master thesis. ▪ Bij universiteiten buiten de VS wordt de plaatsnaam vermeld, behalve als deze voorkomt in de naam van de universiteit (zoals bij het tweede voorbeeld). Daarna volgt de naam van het land.
4.22 Een rapport Persoon als auteur Kutner, M., Greenberg, E., Jin, Y., & Paulsen, C. (2006). The health literacy of America’s adults: Results from the 2003 National Assessment of Adult Literacy (Report No. NCES 2006–483). Retrieved from National Center for Education Statistics website: http://nces.ed.gov/pubs2006/2006483.pdf
Organisatie als auteur U.S. Department of Health and Human Services, National Institutes of Health, National Heart, Lung, and Blood Institute. (1998). Drowsy driving and automobile crashes (NIH Publication No. 55-789N). Retrieved from http://www.nhlbi.nih.gov/health/prof/sleep/drsy_drv.pdf
▪ Als het rapport een nummer heeft wordt dit direct na de titel in ronde haken vermeld. ▪ De uitgever maakt deel uit van de ‘retrieval’ informatie (zie het eerste voorbeeld), behalve als de uitgever tevens de auteur is, zoals in het tweede voorbeeld. 4.23 Een working paper/discussion paper Deming, D., & Dynarski, S. (2008). The lengthening of childhood (NBER Working Paper 14124). Retrieved from National Bureau of Economic Research website: http://www.nber.org/papers/w14124
▪ Als het working paper/discussion paper een nummer heeft wordt dit direct na de titel in ronde haken vermeld. ▪ De uitgever maakt deel uit van de ‘retrieval’ informatie, behalve als de uitgever tevens de auteur is (zoals in het tweede voorbeeld bij 4.22).
4.24 Een jaarverslag World Bank (2009). The World Bank annual report 2009. Retrieved from http://www.worldbank.org/
4.25 Een preprint/postprint Een preprint 13 is de eerste versie van een werk, voordat peer review heeft plaatsgevonden. Een postprint is een werk waarin de auteur de uitkomsten van de peer review heeft verwerkt en dat geaccepteerd is voor publicatie (maar nog zonder de layout van de uitgever).
13
De term ‘preprint’ kent twee betekenissen. De hierboven beschreven ‘SHERPA-definitie’ van preprints (en postprints) is gangbaar onder wetenschappers; bij deze definitie wordt in dit document aangesloten. Voor meer informatie: zie http://www.sherpa.ac.uk/romeoinfo.html#prepostprints. Uitgevers (waaronder de APA) zien een preprint als het voltooide werk, na de peer review, in gewijzigde vorm, en geaccepteerd voor publicatie - maar nog niet door de uitgever opgemaakt. 23
Wetenschappers plaatsen steeds vaker preprints en (vooral) postprints van hun publicaties op persoonlijke websites of deponeren ze in een een digitaal archief 14. Dit wordt zelfarchivering genoemd. Preprint Edleson, J. L., Shin, N., & Johnson, K. K. (2007). Measuring children’s exposure to domestic violence: The development and testing of the Child Exposure to Domestic Violence (CEDV) Scale. Manuscript submitted for publication. Retrieved from http://blog.lib.umn.edu/cehd/insideout/art2.pdf
Na de titel wordt vermeld: ‘Unpublished manuscript’, ‘Manuscript in preparation’ of ‘Manuscript submitted for publication’. ! Verwijs - voor zover mogelijk - naar de (meest) definitieve versie van een werk. Postprint Halperin, R., & Backhouse, J. (2008). A roadmap for research on identity in the information society. Retrieved from http://eprints.lse.ac.uk/23548/1/A_roadmap_for_research_on_identity_in_the_information _society(LSERO).pdf
! Verwijs - voor zover mogelijk - naar de definitieve versie van een werk.
4.26 Een wikipagina Psychology. (n.d.). In Wikipedia. Retrieved November 11, 2009, from http://en.wikipedia.org/wiki/Psychology
▪ Als een datum ontbreekt wordt ‘n.d.’ of ‘z.j.’ (zonder jaar) vermeld. ▪ Omdat het gaat om een veranderlijke bron wordt de datum van raadpleging vermeld. ! De bijbehorende verwijzing in de tekst is (“Psychology”, n.d.).
4.27 Een bericht op een forum Rampersad, T. (2005, June 8). Re: Traditional knowledge and traditional cultural expressions [Online forum content]. Retrieved from http://www.wipo.int/roller/comments/ipisforum/Weblog/theme_eight_how _can_cultural#comments
▪ De exacte datum wordt vermeld. ▪ Na de titel wordt in vierkante haken vermeld: ‘Online forum content’. ▪ Als een nickname is gebruikt wordt deze vermeld. 4.28 Een blog post/comment Kiume, S. (2007, August 17). Loneliness isn’t good [Web log post]. Retrieved from http://psychcentral.com /blog/archives/2007/08/17/loneliness-isnt-good/
14
Vaak gaat het om een ‘institutional repository’: een database die de wetenschappelijke output van een universiteit bevat. 24
▪ De exacte datum wordt vermeld. ▪ Na de titel wordt in vierkante haken vermeld: ‘Web log post’, bij comments: ‘Web log comment’. ▪ Als een nickname is gebruikt wordt deze vermeld. 4.29 Een video op YouTube ZrednaZ. (2007, February 2007). Introducing the book (repost) [Video file]. Retrieved from http://www .youtube.com/watch?v=xFAWR6hzZek
▪ De exacte datum wordt vermeld. ▪ Na de titel wordt in vierkante haken vermeld: ‘Video file’. ▪ Als een nickname is gebruikt wordt deze vermeld. 4.30 Software Comprehensive Meta-Analysis (Version 2) [Computer software]. Englewood, NJ: Biostat.
Literatuur American Psychological Association. (2010). Publication manual of the American Psychological Association (6th ed.). Washington, DC: Author.
A. Habraken Library and IT Services – Academic Services Universiteit van Tilburg Januari 2010 25