54e jaargang nummer 3, Oktober 2011
4 10 13
Van priester tot beveiliger Koningin van Polen Hervormingsdag 2011 www.irs.nu
244379_IRSmag-2011nr03_correcties.indd 1
29-09-11 13:48
Uit de schat der eeuwen Colofon Bestuursleden Ds. C. van de Worp, voorzitter H. de Vries, secretaris J.P. Hollebrandse, penningmeester G.V. den Hartog T.J. van Iperen J.D. Liefting Raad van Advies C. Groeneveld Drs. I.A. Kole Ir. F.C. Moree A. de Visser Redactie J. ten Klooster H. de Vries Ds. C. van de Worp K. Lievense M.E. Boomgaard, eindredactie Administratie Stichting In de Rechte Straat J. ten Klooster, officemanager Prins Hendrikweg 4 6721 AD Bennekom Tel. 0318 431298 Fax 0318 431395 Postbank 901.000 Rabobank 3870.05.749 E-mail:
[email protected] Internet: www.irs.nu Kerntaak IRS Rooms-katholieken bekendmaken met het evangelie zoals dat ten tijde van de Reformatie is (her)ontdekt. Abonnementsgeld per jaar Nederland: 5,75 Studenten: 3,Europa: 7,50 Overige landen: 11,- (per luchtpost) Dit magazine is ook verkrijgbaar in grootletterdruk en via de brailleleesregel/spraakbox. Nadere informatie hierover is te krijgen bij de CBB, tel. 0341 565499. Legateren Bij notariële akte vast te leggen: Ik legateer aan Stichting In de Rechte Straat te Bennekom, vrij van rechten en kosten, een bedrag... Copyright Overname van artikelen wordt met bronvermelding op prijs gesteld. Foto voorkant: Evangelisatieweek in Tongeren, juli 2011
2
De goede Herder D
it heilige Evangelie is de zuiverste spiegel voor alle ware navolgers van Christus, maar tegelijk de veroordeling van alle valse kerkvorsten, die Christus de Heere niet navolgen. De genaderijke Heiland legt daarin als fundament van het geloof dat Hij een goede Herder is. Hij is een goede Herder, niet zomaar toevallig, maar van eeuwigheid af als God. De overige herders zijn alleen maar toevallig goed. Want vaak zijn ze goed en vaak weer slecht, of zij kunnen dat ten minste worden. Christus echter kan niet slecht worden, want Hij is de eeuwige goedheid en barmhartigheid. Ook zegt Hij niet zomaar uit hoogmoed dat Hij de goede Herder is. Hij zegt het als waarachtig God en Mens, en daarom kan Hem geen hoogmoed of welke ander zonde ook, overvallen.
Hieruit ziet men echter ook dat niemand anders een zo goede herder worden kan zoals Christus de Heere het is. Ten tweede volgt hieruit dat niemand een goede herder worden kan als hem niet de genade van deze Herder ten deel valt. Ten derde is het onmogelijk dat men een of andere herder prijzen kan als deze niet Christus in hemelse deugden navolgt. Want elke deugd is een betrouwbaar punt te midden van zonden en moet zijn begin hebben van de Zoon van God. Zo dwaalt ook de mens en met name een geestelijke herder
zover van de weg der waarheid af als hij in de navolging van Christus tekortschiet. Verder besluiten we hieruit nog dat men een priester en vooral de paus en de bisschop aan de overeenstemming van hun leven met de werken van Christus herkennen moet. Als zij Christus navolgen, dan dient men hen te eren, maar ze zijn te bestraffen als zij Hem niet navolgen. Zoals men de goede herder kan herkennen, zo is ook een slechte herder gemakkelijk te herkennen. Christus noemt hem: een huurling, die de schapen in de steek laat en vlucht bij het zien van de wolf. Hierbij kan men opmerken dat iemand een huurling genoemd wordt, die voor een tijdelijk loon gehuurd is. Zo zijn dan ook alle priesters die wel een herdersambt op zich genomen hebben, maar Jezus Christus niet innerlijk aangenomen hebben, huurlingen. Zij oefenen het ambt niet uit tot eer van God en de heilige Kerk, maar alleen om er zelf beter van te worden. Daarom zijn het slechte herders en zegt de profeet Ezechiël (34:2 e.v.) over hen: “Wee de herders van Israël die zichzelf weiden! Moeten de herders niet de schapen weiden?” Zo zegt u God Zelf dat herders die het volk niet weiden met het goddelijke Woord, verdoemd zullen worden. Johannes Hus
Wie was Johannes Hus? Bovenstaande tekst is ontleend aan een preek van Johannes Hus over Joh.10:1116. Johannes Hus werd omstreeks 1369 geboren in de Boheemse plaats Husinec, waarvan zijn achternaam is afgeleid. Hij studeerde theologie te Praag en werd daar in 1400 tot priester gewijd. Aanvankelijk stond Hus in de gunst bij de koning en de aartsbisschop, maar dat veranderde toen hij allerlei misstanden en dwalingen in de kerk aan de kaak ging stellen. Dit leidde tot een heftige strijd, die uiteindelijk in zijn nadeel beslecht werd op het concilie te Konstanz (1414 – 1418). Koning Sigismond had hem een vrijgeleide beloofd, maar onder druk van de geestelijkheid trok hij dat later in. Hus werd gevangengezet en op 6 juli 1415 als ketter op de brandstapel omgebracht. Hus is geen reformator in eigenlijke zin geweest, maar Luther achtte hem zeer hoog en zag in hem iemand die de Reformatie mede heeft voorbereid. De Rooms-Katholieke Kerk overweegt inmiddels het oordeel en de banvloek over Hus te herroepen.
In de Rechte Straat
244379_IRSmag-2011nr03_correcties.indd 2
29-09-11 13:48
In ’t Veld Door Karolien Lievense
Op zoek naar de waarheid
De evangelisatieweek (23-29 juli) van de protestantse gemeente in het Belgische Tongeren is in volle gang. Ik maak deel uit van het straatwerkteam. Welke mensen zal ik vandaag ontmoeten, vraag ik me af. Zal er ingang zijn voor het Woord?
W
e maken ons als straatwerkers gereed om te vertrekken. De bolderkarren met bloemen staan klaar. Als we mensen een bloemetje aanreiken, hebben we mogelijk een goed aanknopingspunt voor een gesprek. Op de folder die we eerder op deze adressen door de brievenbus hebben gedaan, staat in grote letters: “Je leeft maar één keer.” Een confronterende boodschap, maar ze laat veel mensen koud, heb ik gemerkt. Neem die vrouw die een jongen en ik een dag eerder spraken. “Ach, er zijn zo veel geloven, ik weet het allemaal niet”, zei ze, terwijl ze nonchalant tegen de deurpost aanleunde. “Ik heb er nog nooit over nagedacht, eigenlijk. Het interesseert me niet zo.” De jongen met wie ik optrok, zei dat er een moment kan komen waarop het te laat is. Ze haalde haar schouders op. “Ach, ik zie wel wat er na dit leven komt.” Zo-even heeft een van de straatwerkers gebeden of God de mensen die we zullen spreken, wil voorbereiden op onze komst. Zodat er een ingang is voor het Woord. Samen met een meisje bel ik een aantal keren bij mensen aan. Er blijkt niemand thuis te zijn.
Bij één huis doet een man plotseling de deur open. We leggen uit waarvoor we komen. “Ah. Ik was zojuist van plan om naar de bibliotheek te gaan om te onderzoeken wát nou precies de waarheid is”, zegt hij. Ik ben even van mijn stuk gebracht. Mijn ingestudeerde zinnen had ik al klaar, voor het geval hij niets van het Evangelie wilde weten.“U bent katholiek, dan moet de Bijbel toch wel iets voor u betekenen?” en “En als u straks sterft, en het blijkt dat u Jezus nodig hebt? Dan is het te laat.” Zoiets. Maar we hebben dit keer niet te maken met onverschilligheid. We zeggen dat Jezus gekomen is om de zonde op Zich te nemen, en dat daardoor de relatie met God weer hersteld kan worden. Hij luistert aandachtig. “Wilt u een Bijbel?” vragen we. Hij weigert die eerst, maar zegt dan: “Dat is goed. Dan hoef ik tenminste niet meer naar de bibliotheek.” Ik moet eraan denken dat we die morgen hebben gebeden of God de mensen die we zullen spreken, wil voorbereiden op onze komst. Heeft God hem voorbereid? Ik hoop van harte dat hij Jezus zal leren kennen als de Weg, de Waarheid en het Leven.
In memoriam Ad Cornelisse 1943-2011 Toen we op zaterdag 4 juni de begraafplaats in Wenum, bij Apeldoorn, afliepen, klonk de echo na in onze oren: we hebben een koningskind begraven. We mogen inderdaad geloven dat de Heere de oud-secretaris van het IRS-bestuur Thuis haalde en hem hoger heerlijkheid schonk. Bij al het verdriet en het gemis lag er toch een glans over de dag van de begrafenis. De stralen van Gods genade en Zijn heerlijkheid, Zijn liefde en trouw schitterden ook al tijdens de ziekteperiode van Ad Cornelisse. In dit in memoriam gedenken we Adriaan Hendrik Cornelisse, die op 30 mei 2011 in Apeldoorn stierf, en we condoleren ook vanaf deze plaats zijn vrouw Geertje, de kinderen en de kleinkinderen. Ad Cornelisse heeft tien jaar (20002010) deel uitgemaakt van het bestuur van IRS. Hij vervulde zijn taak als secretaris nauwgezet, betrokken en op de achtergrond. Sprak waar nodig en leverde op de hem eigen, rustige wijze zijn bijdrage. Zijn hartelijke bewogenheid kwam vooral tot uiting in zijn werk voor de projecten van IRS, en dan denk ik in het bijzonder aan Spanje en Polen, maar ook in zijn betrokkenheid bij de conferenties. We gedenken hem in dankbaarheid. De Heere God, Die in het leven van Ad en juist ook in zijn ziekteperiode hem, samen met zijn vrouw Geertje, zo rijk heeft willen vertroosten en bemoedigen, ondersteune en sterke Geertje en het gezin met Zijn Woord en Geest ook nu en in de toekomst. Ds. C. v.d. Worp, voorzitter IRS
In de Rechte Straat
244379_IRSmag-2011nr03_correcties.indd 3
3
29-09-11 13:48
interView
Door Huib de Vries, Foto: IRS
Van priester tot beveiliger Michal Taraga: “Als je in Polen uittreedt, heb je echt niets meer” Vol idealen begon Michal Taraga aan de opleiding tot priester. Al tijdens de opleiding had hij vragen bij de kerkleer, in de parochie werd hij geconfronteerd met bedrog en geldzucht. Onlangs trad hij voor de tweede keer uit, nu definitief. „Ik kon niet anders. De roomskatholieke leer is strijdig met de Bijbel.”
H
et gesprek vindt plaats in een zaal van de Evangelische Theologische Faculteit in het centrum van Wrocław. Tal van jaren behoorde het voor Michal Taraga (28) tot het terrein van de boze. Protestanten zijn voor de meeste Polen per definitie sektariërs. De stevig gebouwde ex-priester groeide met zijn broer op in een traditioneel rooms-katholiek gezin in Zychlin. Een ingrijpende ervaring van Gods nabijheid in de laatste klas van de middelbare school bracht hem tot het besluit zijn leven aan God te wijden. „Ik kwam in contact met een charismatische vernieuwingsgroep in de Rooms-Katholieke Kerk. Daar werd sterke nadruk gelegd op de noodzaak van persoonlijk geloof. Dat
4
sprak me heel erg aan, ook door de spontaniteit die ik daar aantrof.” Na het behalen van zijn diploma begon hij de theologische opleiding aan het priesterseminarie in Wrocław, als eerste in de familie. Het betekende een terugkeer naar een klassiek rooms klimaat met een strakke liturgie en veel uitwendig vertoon. „Het kostte me zeker drie jaar om eraan te wennen, maar ik ging ervan uit dat het nodig was voor het verkrijgen van een goede basis voor het priesterschap.” Tijdens de studie groeiden zijn twijfels over de officiële kerkleer. „De traditie leek me soms in strijd met de Bijbel, maar er is in Polen weinig ruimte om kritische vragen te stellen. Zeker niet aan
hoogleraren van een priesterseminarie. Toen ik een vraag stelde, was het antwoord: “Denk jij wijzer te zijn dan de paus en de kardinalen?” Ik hield me verder stil en hoopte dat mijn vragen in het vervolg van de studie zouden oplossen.”
Maria De realiteit was dat zijn twijfel eerder toe- dan afnam. „Vooral met de mariologie kreeg ik moeite. Bijbelwetenschappers en dogmatici spraken elkaar tegen. Het was soms worstelen om de dogma’s over Maria in een Bijbeltekst gewrongen te krijgen. Ik raakte ervan overtuigd dat er iets niet klopte, maar durfde dat niet te zeggen. Maria is in Polen geweldig belangrijk, ook in het praktische pastoraat. Over God de Vader wordt alleen in liturgische teksten gesproken, over Jezus iets meer, maar alles draait uiteindelijk om Maria. Ze is niet alleen de moeder Gods, maar werd in de 17e eeuw ook officieel tot koningin van Polen verklaard. De gerichtheid op Maria vormt het hart van het Poolse rooms-katholicisme.”
In de Rechte Straat
244379_IRSmag-2011nr03_correcties.indd 4
29-09-11 13:48
Interview
Zelf is hij op die regel een uitzondering. „De Mariadevotie was me te vrouwelijk. Dat neemt niet weg dat ik erdoor ben beïnvloed. Toen ik tot geloof kwam, merkte ik dat ik niet anders kon bidden dan de rozenkrans: voornamelijk gebeden tot Maria. Pas later leerde ik in een persoonlijk gebed God Zelf aan te roepen.”
Teleurstelling Op 23 juni 2008 begon hij zijn kerkelijke loopbaan als kapelaan in Milicz, zo’n 60 kilometer ten noorden van Wrocław. „Op de eerste zondag moest ik zeven missen opdragen, terwijl het canoniek recht maximaal twee missen per dag toestaat. Ik voelde me als een kassajuffrouw in een supermarkt. Mensen komen, willen een dienst hebben waarvoor ze betalen, en gaan weer.” Het geestelijk niveau van de meeste priesters was bedroevend. „Ik had altijd opgezien tegen geestelijken, dat bleek onterecht. Heel schokkend vond ik het materialisme. Naast je vaste inkomen kreeg je bedragen voor bijzondere missen, het bedienen van het sacrament aan zieken en andere handelingen die je als priester verricht. Ik schrok ervan hoe snel het geld ook mij in zijn greep kreeg.” Tegenover het geldelijk gewin stond geestelijke verschraling. „Tijdens de studie was benadrukt dat we een roeping hebben om God en de kerk te dienen, het Evangelie te verkondigen en pastoraat te verrichten. Dat vraagt persoonlijke Bijbellezing, meditatie en gebed, maar daar had je in de praktijk vrijwel geen tijd voor.” Met een jonge collega ontdekte hij dat de hoofdpastoor van de parochie het biechtgeheim schond. „Dat hebben we gemeld aan onze biechtvader van het seminarie. Die raadde ons aan het te melden aan de bisschop. Dat hebben we ook gedaan. De
hoofdpastoor kocht de kerkelijke straf af bij het bisdom en maakte ons vervolgens het leven zuur.”
Bemoediging Door het lezen van de Bijbel raakte Taraga er steeds dieper van overtuigd dat de moederkerk op tal van punten dwaalt. In de godsdienstlessen op een middelbare school probeerde hij de Mariadogma’s te omzeilen. Hij deelde zijn twijfels met twee collega’s in de parochie, die ook met vragen worstelden. „In augustus 2009 was ik twee weken op vakantie met een bevriend echtpaar. Terwijl zij de hele dag aan het strand lagen, las ik in het vakantiehuisje de Bijbel en andere boeken, en bad veel. Mijn ogen gingen ervoor open dat we gered worden uit genade
“Die dag heb ik mijn collega’s verteld dat ik uit zou treden” alleen, door geloof, en dat goede werken daaraan niets bijdragen. Vrijdagavond 28 augustus kwam ik terug, op zaterdagavond 29 augustus heb ik mijn laatste mis opgedragen, omdat ik had beloofd in te vallen voor een collega. Die dag heb ik mijn collega’s al verteld dat ik zou uittreden.” De reacties varieerden van woede tot begrip. De jonge priester liet er zich niet door weerhouden. Tegelijk had hij het gevoel dat de bodem onder zijn bestaan wegviel. „Als je in Polen uittreedt, heb je echt niets meer. Je staat letterlijk op straat. Bij je familie ben je niet welkom, inkomen heb je niet meer, geen verzekering, geen werk, niets! Je voelt je angstig en onzeker, maar
God bemoedigde me met Zijn Woord, uit het slot van Johannes 14: “Staat op, laat ons van hier gaan.” Dat was voor mij een bevestiging dat ik echt moest uittreden.”
Aanvechting Vrienden in Milicz vingen hem op, vandaar vertrok hij naar zijn geboorteplaats Wrocław. Via een internetsite waarop hulp werd aangeboden aan uitgetreden priesters kwam hij in contact met de voormalige priester Andrzej Burzynski. Die verwees hem naar de charismatische gemeente Wrocław dla Jezusa (Wrocław voor Jezus). Hij kreeg gratis onderdak bij een oudere vrouw uit deze gemeente. De breuk met zijn familie, enkele kilometers verderop, scheen in het begin definitief. Zijn ouders waren diep geschokt door zijn keus, zijn broer wilde in een dronken bui zelfmoord plegen. „Inmiddels kom ik weer thuis, maar over mijn drijfveren willen ze niet horen. Toch ben ik al dankbaar voor deze situatie.” De bisschop stelde hij persoonlijk op de hoogte van zijn uittreden. „Hij zette me zwaar onder druk, vroeg me mijn beslissing te herzien en stelde voor me met ziekteverlof te sturen. Toen hij merkte dat mijn besluit vaststond, werd hij heel fel. “Als je je voor je opvattingen alleen op de Heilige Schrift baseert, bouw je op zand.” Dat antwoord bevestigde mij in de overtuiging dat mijn keuze de juiste was.” Na enkele weken werd de innerlijke rust verdrongen door toenemende aanvechting. „Een oud-collega en studievriend vertelde op de school waar ik les had gegeven dat ik lid was geworden van een gevaarlijk sekte. Dat ontdekte ik door een bezoek aan Milicz. Ik kon mijn plek in de maatschappij niet vinden en kreeg steeds meer twijfels over mijn keuze. Had ik er wel goed aan gedaan om uit te treden? In de Rechte Straat
244379_IRSmag-2011nr03_correcties.indd 5
5
29-09-11 13:48
interView Was het geen satanische verzoeking geweest? Wist ik het echt beter dan de kerk? Had ik alles niet veel te zwart gezien?”
Beveiliger In november 2009 besloot hij terug te keren naar de Rooms-Katholieke Kerk. De bisschop en de hoofdpastoor beschouwden het als een persoonlijke overwinning. „Dezelfde dag was alles voor me geregeld.” Na een halfjaar van boetedoening in Krakau werd de geëxcommuniceerde priester weer in de schoot van de kerk ontvangen. „Aan mijn denkbeelden was niets veranderd. Ik was van plan die in de RoomsKatholieke Kerk uit te gaan dragen. Dat bleek een illusie. Ik werd geplaatst in een parochie hier in Wroclaw waar de geestelijke atmosfeer wel beter was, maar wezenlijk was de situatie niet anders. Ik ben me gaan verdiepen in de leer achter de eucharistie, en ontdekte dat ook die on-Bijbels is. Net als het verplichte celibaat.” In maart 2011 trad hij opnieuw uit, wetend wat hem te wachten stond. „Ik kon niet anders. De rooms-katholieke leer is strijdig met de Bijbel.” Zijn spaargeld is inmiddels op. De financiele middelen van de kleine charismatische gemeente waarvan hij lid is, zijn uitermate beperkt. Met een kortdurend conducteurschap verdiende hij een habbekrats. Nu volgt hij een opleiding van enkele maanden tot beveiliger. In deze periode wordt in zijn levensonderhoud voorzien door stichting In de Rechte Straat, waarmee hij in contact kwam.
Michal Taraga: “Ik voelde me als een kassajuffrouw in een supermarkt. Mensen komen, willen een dienst hebben waarvoor ze betalen, en gaan weer.”
se priesters met vragen en twijfels rondlopen en in hun hart overwegen uit te treden. „Maar dat is een sprong in het duister, dat weet ik uit eigen ervaring. Juist in de eerste periode is het heel belangrijk dat er mensen zijn die je opvan-
Opvangcentrum
gen en je de weg wijzen in de maatschap-
Het werk als beveiliger ziet de uitgetreden priester als tijdelijk. „Ik wil me in de toekomst inzetten voor hulpverlening aan gezinnen aan de onderkant van de maatschappij, vanuit christelijk perspectief. Daarnaast zou ik heel graag een centrum voor uitgetreden priesters beginnen. Een plek waar ze concrete hulp krijgen en een luisterend oor vinden.” Hij is ervan overtuigd dat veel meer Pool-
pij. Als priester heb je twee linkerhanden.
6
Alle praktische zaken zijn altijd voor je geregeld.” Nog belangrijker is geestelijke en emotionele ondersteuning. „Ik waardeer de hulp die ik heb gekregen van protestantse broeders en zusters. Maar wat het betekent om uit te treden, begrijpen ze niet. Dat kan ook niet. Dat weet je alleen als je zelf priester bent geweest.”
Ex-priesterfonds weer actueel Jarenlang leek het ex-priesterfonds van IRS niet meer relevant. De periode dat priesters om principiële redenen uittraden, scheen voorbij. Het werk van IRS in Polen maakt het fonds weer actueel. Vooral onder een deel van de jonge Poolse priesters bestaan twijfels over de rooms-katholieke kerkleer en praktijk, maar uittreden heeft ingrijpende consequenties. Graag wekken wij u op tot gebed voor deze priesters, en vragen wij uw financiële steun om hen na uittreding te kunnen helpen.
In de Rechte Straat
244379_IRSmag-2011nr03_correcties.indd 6
29-09-11 13:48
interView Door Karolien Lievense
Misverstand over Wereld Jongeren Dagen Het thema van de Wereld Jongeren Dagen in augustus was: “In Christus geworteld en opgebouwd.” Een mooi onderwerp, toch? José de Segovia Barrón aarzelt. Volgens de predikant uit Madrid bedoelen rooms-katholieken hiermee totaal iets anders dan protestanten denken. “Voor een rooms-katholiek is het nooit Christus alléén.”
M
iljoenen rooms-katholieken uit de hele wereld bezochten in augustus de Wereld Jongeren Dagen (WJD) in Madrid. Als predikant van de protestantse Iglesia Evangélica del barrio de San Pascual in Madrid maakte José de Segovia Barrón de dagen van dichtbij mee. Hij heeft moeite met de WJD. Niet elke Nederlandse protestant is het met hem eens, merkt hij. De predikant, die getrouwd is met een Nederlandse vrouw en gestudeerd heeft in Kampen, weet wel hoe dat komt. “Ze kijken met Nederlandse, protestantse ogen naar rooms-katholieken”, zegt De Segovia. Daardoor ontstaan er volgens hem al snel misverstanden. Neem het thema van de WJD, “In Christus geworteld en opgebouwd.” Voor Nederlandse protestanten klinkt dat goed. Maar rooms-katholieken bedoelen volgens hem met “in Christus zijn” iets totaal anders. “Het motto van de WJD was min of meer: Als je in Christus bent, kun je zijn wie je bent, namelijk echt mens. Daar zit de gedachte achter dat “christelijk” hetzelfde is als “menselijk.” Je hoorde de paus bijvoorbeeld zeggen dat wie in Christus is, pas echt mens is.” Dit doet denken aan het humanisme, dat uitgaat van het vermogen van de mens om zijn leven zelf zin te geven. Volgens De
Segovia mag je die vergelijking zeker trekken. “Op de WJD komt een aantal moralisten samen. Als je je aan een aantal regels houdt, als je genoeg moreel leeft, dan ben je rooms-katholiek. Het maakt dan eigenlijk niet veel uit wát je gelooft.” Niet iedereen begrijpt de rooms-katholieke gedachte over “menselijkheid”, merkt De Segovia. “Ik hoorde buitenlanders kritiek uiten op de feestvierende jongeren tijdens de WJD, dat ze zo veel drinken en luidruchtig zijn. Ze konden niet begrijpen dat rooms-katholieken dit rechtvaardigen. Maar de Rooms-Katholieke Kerk heeft nooit gezegd dat ze tegen feesten is. Het is menselijk, prachtig, leuk, en daarom volgens de RKK geoorloofd.” Daarnaast gaat het bij rooms-katholieken nóóit om Christus alleen, legt De Segovia uit, al beweren zij nog zo sterk het tegendeel. “Christus staat bij hen niet los van de kerk. In hun ogen kun je niet zeggen in Christus te geloven, en tegelijk geen eerbied hebben voor de kerk. Je kunt Christus leren kennen door de kerk. Als een protestant ziet dat een beeld van Maria met Christus door de straat wordt gedragen, zegt hij: Het gaat niet alléén om Christus. Maar een rooms-katholiek zegt: Natuurlijk wel. Hoe kun je Christus kennen zonder
Maria? Het is nooit alleen Jezus, maar het is Jezus én de sacramenten, én Maria, én de kerk. Een rooms-katholiek ziet dát als evangelisatie: de WJD met de paus in het middelpunt. Zo leer je volgens hem Christus kennen.” En dan is er nog de positie van de RKK in Spanje. De WJD en andere rooms-katholieke gebeurtenissen zijn een nationaal gebeuren. Spanjaarden uitten dit door op de WJD te zwaaien met Spaanse vlaggen. “Ze lieten hiermee zien dat echte Spanjaarden rooms-katholiek zijn. Je zag hetzelfde bij sommige Oost-Europeanen en Italianen. Ook die zwaaiden met de vlag van hun land van herkomst. Volgens de grondwet is een Spanjaard rooms-katholiek. Als er wordt gesproken over “de kerk” is dat de Rooms-Katholieke Kerk. Andere kerken bestaan in hun ogen niet. Protestanten zijn een soort sekte.”
José de Segovia Barrón: “Een rooms-katholiek ziet dát als evangelisatie: de Wereld Jongeren Dagen met de paus in het middelpunt.”
In de Rechte Straat
244379_IRSmag-2011nr03_correcties.indd 7
7
29-09-11 13:48
Vragenrubriek Door ds. T. Vanhuysse
Het dodenrijk Vraag In de Apostolische Geloofsbelijdenis staat dat Jezus is “nedergedaald ter helle.” Wat wordt hiermee bedoeld? Hoe leggen rooms-katholieken dit uit? Ik heb begrepen dat zij geloven dat Jezus toen de gelovigen van het oude verbond uit het dodenrijk heeft opgehaald. Wat verstaan zij onder dit dodenrijk?
Antwoord Wat Rome leert De Rooms-Katholieke Kerk leert dat Jezus Christus, voorafgaand aan de verrijzenis, in het verblijf van de doden heeft vertoefd. Hij heeft Zich met Zijn ziel bij hen gevoegd in het dodenrijk. Hij is zou er zijn nedergedaald als Verlosser, de blijde Boodschap verkondigend aan de geesten die er waren gekerkerd. Men verwijst daarvoor naar 1 Petrus 3:18 en 19. In de Kathechismus van de Katholieke Kerk staat: “Het dodenrijk waarin Christus na Zijn sterven is nedergedaald, noemt de Schrift de hel, de Sjeool of de Hades, omdat zij die zich daar bevinden, verstoken zijn van het zien van God. Dat is immers het geval voor alle doden, goede of slechte, wanneer zij wachten op de Verlosser: dat wil niet zeggen dat hun lot gelijk is, zoals Jezus laat zien in de parabel van de arme Lazarus, die “in de schoot van Abraham” was opgenomen. Het zijn juist de zielen van deze vromen die in de schoot van Abraham op hun Bevrijder wachtten, die Jezus Christus bevrijdde, toen Hij nederdaalde ter helle. Jezus is niet nedergedaald ter helle om de verdoemden te bevrijden, maar om de recht-
8
vaardigen die Hem voorgegaan waren, te bevrijden” (art. 633).
Wat de Bijbel leert De Bijbel biedt geen enkele hoop dat mensen na hun dood nog gered kunnen worden door zich alsnog te bekeren of boete te doen. Laat dit duidelijk zijn. En als Rome, uitgaande van 1 Petrus 3:19, zegt dat Jezus na Zijn dood in de hel is afgedaald om er “aan de geesten in de gevangenis” Zijn overwinning uit te bazuinen, dan moet je die tekst uit 1 Petrus 3 al heel wat geweld aandoen om tot deze conclusie te komen. Wie zijn de geesten in de gevangenis? Zijn het demonische machten of gestorven ongelovigen? In de Bijbel zijn “geesten” engelenmachten of boze machten (Matth. 8:16; Luk. 10:20; Hebr. 1:14). De mensen die gestorven zijn, worden door Petrus geen “geesten” genoemd, maar “doden” (in het Grieks: “nekroi”). Nergens in het Nieuwe Testament wordt het woord “geesten” gebruikt voor mensen die in het graf liggen. Nergens in de Bijbel wordt gezegd dat gestorven mensen in gevangenschap leven. Wel lezen we over engelen die in verzekerde bewaring worden gehouden: 2 Petr. 2:4; Jud.:6; Openb. 20:1-3, 7). Wij mogen concluderen dat de “geesten in gevangenschap” demonische machten zijn, opstandige engelen die in voorlopig arrest worden gehouden. Zou in 1 Petr. 3:19 en 2 Petr. 2:9 ook niet hetzelfde bedoeld zijn? De Heere Jezus is na Zijn sterven niet naar de hel gegaan, maar naar Zijn Vader! Het kruiswoord is daarover duidelijk: “Vader, in Uw handen beveel Ik Mijn geest.” De geest van Christus is dus niet naar de hel, maar naar de Vader gegaan. De ziel
van Christus is met de ziel van de moordenaar in het paradijs geweest. Want Hij zei tot de moordenaar: “Voorwaar Ik zeg u: Heden zult gij met Mij in het paradijs zijn.” De nederdaling ter helle mogen we niet opvatten als de plaats der verdoemden. De nederdaling ter helle is de helse pijn die Jezus Christus heeft doorgemaakt in de weg van Zijn helse lijden en sterven aan het kruis. Het was niet minder dan het eeuwige lijden in de hel. Daarom mogen we stellen dat Christus niet alleen de lichamelijke dood is gestorven, maar ook de eeuwige dood. De helse verschrikkingen en kwellingen hebben Hem aangegrepen toen Hij ervaren moest dat Zijn God en Vader Hem had verlaten. Daarom is de nederdaling ter helle voor Zijn volk een bron van troost. Zo spreekt de Heidelbergse Catechismus in zondag 10, vraag 44. Wat Christus heeft ondergaan, moeten wij niet meer ondergaan. Wij zullen nooit in de hel komen. Christus heeft voor de Zijnen verlossing verworven van de helse benauwdheid. Voor Hem de hel, voor mij de hemel. Wat is dit een rijke troost!
Troost Nog even terug naar 1 Petr. 3:19. Als in dit vers gesproken wordt over het “heengaan” van Jezus, dan vond dit heengaan niet plaats op Goede Vrijdag, maar na Zijn opstanding. Het woord “heengaan” wordt vaak gebruikt als het gaat om de hemelvaart van Jezus Christus ( Joh. 13:3; 14:2, 3, 28; 16:5, 7, 10, 17). De hemelvaart van de Heere Jezus is dan ook een verpletterende gebeurtenis geweest voor alle helse machten en krachten. Onnoemelijk rijk is de troost het eigendom te mogen zijn van onze getrouwe Zaligmaker Jezus Christus!
In de Rechte Straat
244379_IRSmag-2011nr03_correcties.indd 8
29-09-11 13:48
Reportage Door Karolien Lievense
Zingen tijdens “kabaaltijd” De rode bus arriveert. Kinderen stappen uit en rennen enthousiast het kerkgebouw binnen. Sommigen zijn nog een beetje schuchter. Vanuit de kerkzaal komt hun vrolijke muziek tegemoet: “Welkom, welkom iedereen. Doe je met ons mee, we beginnen zo meteen.”
H
et is donderdag 28 juli, de een na laatste dag van de evangelisatieweek van de protestantse gemeente De Stem van de Goede Herder in het Belgische Tongeren. Zoals elke dag zijn de kinderen met de bus bij een aantal haltes in Tongeren opgehaald. De dag begint met het zingen van een aantal liederen, waaronder “God heeft een plan met je leven. Je bent hier met een doel.” Dan maakt Wilma Samyn bekend dat de “kabaaltijd” is afgelopen en de “stiltetijd” is aangebroken. De kinderen roe-
pen allemaal mee: “Tien, negen, acht, zeven zes …” Ze weten wat dit betekent. De tijd van zingen en spelletjes is voorbij. Nu komt het Bijbelverhaal. Straks, helemaal aan het eind, is het “snacktijd”: knutselen aan tafel, onder het genot van limonade en koek of snoep. Voor kinderen van 6 jaar en ouder is er ook nog “chattijd”, waarin ze in een kleine groep doorpraten over de morgen en leren bidden. Wilma’s dochter Jedidja komt naar voren en laat een reddingsboei zien. “Wat is dit?” vraagt ze. “Om mensen te redden”,
zegt een jongetje. “Jezus is net als die reddingsboei”, legt Jedidja uit. “Als er veel mis is in je leven, geeft God je een reddingsboei. Hij helpt je er weer bovenop.” De boei past helemaal bij het thema van deze week: “Kom aan boord.” Net als het blauwe kleed achter het podium, waarop visjes zijn vastgemaakt. “We gaan nu bidden”, zegt Wilma. “We gaan praten met God.” Ze vraagt in het gebed of God de Heilige Geest wil geven, zodat iedereen goed naar het Bijbelverhaal kan luisteren. Het lied dat de kinderen vervolgens zingen, maakt iets duidelijk van het belang van de Bijbel: “Ik berg Uw woorden in mijn hart opdat ik niet zondigen zal.” Na het zingen vraagt Wilma: “Waarom is het zo goed om woorden van God uit je hoofd te leren?” Er komt niet meteen antwoord. “Opdat ik niet …”, helpt ze. “… zondigen zal”, vult een kind aan. De tekst die de kinderen deze week uit het hoofd leren, is Openbaring 3:20: “Zie Ik sta aan de deur en Ik klop. Zo iemand Mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden en hij met Mij.” Lisette de With helpt de kinderen met het aanleren van de tekst. Vandaag vertelt Marjolein van der Spek het Bijbelverhaal. Het gaat over de wonderbare visvangst. Tijdens de “snacktijd” maken de kinderen een bootje van klei. Per vier kinderen is er één leidster. Zij begeleidt de kinderen en helpt hen met kleien. Na afloop zegt teamlid Willy de Jong dat het haar opviel dat iedereen stil zat te luisteren. “Ik merkte ook dat er openingen waren voor een gesprek”, zegt Marlijn Benschop, die eveneens deel uitmaakt van het team. Het viel haar ook de vorige dagen al op. “Gisteren kwamen kinderen bijvoorbeeld met vragen hoe ze moeten bidden”, zegt ze. Het team kijkt dan ook met dankbaarheid op de morgen terug. In de Rechte Straat
244379_IRSmag-2011nr03_correcties.indd 9
9
29-09-11 13:48
Reportage
Door Huib de Vries, Foto’s Pedro Snoeijer
Koningin van Polen „De overtuiging dat Maria je kan helpen, is hier geweldig diep geworteld” In een groot deel van Europa is de grens tussen protestants en rooms-katholiek vervaagd, door de algemene secularisatie. Polen vormt op die regel een uitzondering. Daar bloeit de verering van Maria, in het bijzonder in Czestochowa. „Elk jaar komen miljoenen mensen hiernaartoe om een stuk hout te aanbidden.”
H
et licht van de ondergaande zon zet het Pauliner klooster op de heuvel Jasna Gora, net buiten het centrum van Czestochowa, in een zachte gloed. Ook deze dag trok het bedevaartsoord vele duizenden pelgrims. Volwassenen die met een bezoek aan de “heilige” plaats het verblijf van hun ouders in het vage-
vuur hopen te bekorten. Ongeneeslijk zieken die hier genezing verwachten. Kinderen die voor het eerst ter communie zijn geweest. In “bruidskleding” trokken ze met hun ouders door het complex, onder begeleiding van priesters. Nu wacht nog het Maria-appel, de dagelijkse hulde aan de moeder Gods aan het
eind van de dag. In de Mariakapel naast de basiliek staan de bedevaartgangers dicht opeengeklemd, het oog gericht op de icoon van de Zwarte Madonna achter het koorhek. Hiervoor zijn ze vooral naar Czestochowa gekomen. Geen beeld of icoon in Polen is van groter waarde. Klokslag negen uur klinkt een bel en vult orgelspel de kapel. Eenparig betuigen de pelgrims in lofgezang hun toewijding aan Maria, waarna een jonge priester in innige bewoordingen tot haar bidt. Het appel eindigt met massale samenzang. “Maria Królowa Polski”, Maria, koningin van Polen. Via Radio Jasna Gora en de orthodoxrooms-katholieke en nationalistische om-
10 In de Rechte Straat
244379_IRSmag-2011nr03_correcties.indd 10
29-09-11 13:48
Reportage roep Radio Maryja luisteren in het hele land mensen mee. Ook zij heffen de lofzang aan. “Maria Królowa Polski.”
Zwarte Madonna De diepgewortelde overtuiging dat Maria een bijzondere band heeft met het Poolse volk, ontstond in de 17e eeuw. In 1655 viel de protestantse koning Karel Gustaaf van Zweden met zijn legers Polen binnen. De veldtocht staat onder Polen bekend als de “Zweedse zondvloed”. De aanvankelijk succesvolle invasie werd na verloop van tijd op verschillende plaatsen tot staan gebracht. Onder meer bij het versterkte klooster op Jasna Gora, waar de monniken als leeuwen vochten. Niet alleen de bewoners van de abdij, ook koning Jan II Kazimierz Wazy beschouwde de zege bij Jasna Gora als bewijs van de wonderdoende kracht van de Zwarte Madonna. De beroemde icoon, die door Lukas de evangelist zou zijn gemaakt, kwam in 1382 in bezit van het klooster. Het afslaan van de aanval van de Zweden bracht de Poolse koning ertoe Maria officieel uit te roepen tot koningin van Polen. Zoals de protestantse Nederlanden het afschudden van de Spaanse tirannie als een wonder van God beschouwden, zo zag en ziet Polen het verdrijven van de overmachtige Zweedse protestanten als gevolg van een genadig ingrijpen van Maria.
bedevaartsoorden waar de Mariaverering centraal staat. „Zelfs Poolse rooms-katholieken die nauwelijks praktiserend zijn, gaan als ze in problemen zitten daar naartoe”, weet ex-priester Andrzej Burzynski, voorganger van een kleine protestantse gemeente in Glogow. „De overtuiging dat Maria je kan helpen, is hier geweldig diep geworteld. Er circuleren tal van verhalen over wonderlijke genezingen na een bezoek aan deze plaatsen. Bovendien kun je voor veel doodzonden alleen bij een Mariaheiligdom absolutie krijgen.”
Stuk hout Grote bekendheid verwierf Kalwaria Zebrzydowska. Op Goede Vrijdag wordt hier een van de grootste passiespelen ter wereld opgevoerd. Van veel recenter datum is het Mariaheiligdom in Lichen. De in 2004 geopende kathedraal, vol pracht en praal, is berekend op 20.000 bezoekers.
Maar aan de top van alle pelgrimsoorden staat nog steeds Jasna Gora. Daar klopt het hart van de Poolse Mariadevotie. In vervoering zingen de bedevaartgangers hun koningin toe. Langzaam zakt een zilveren plaat, die de sfeerverlichting in de Mariakapel weerspiegelt, voor de beroemde icoon. Zwijgend verlaten de meeste pelgrims de kapel, een deel blijft achter om de hostie te ontvangen. Voor Pedro Snoeijer, veldwerker van IRS, illustreert Jasna Gora de noodzaak van het werk van IRS in Polen. „Elk jaar komen miljoenen mensen hiernaartoe om een stuk hout te aanbidden. Die icoon is álles voor hen, Maria is hun enige hoop en troost. Ik heb binnen niet anders gedaan dan bidden of de ogen van deze mensen open mogen gaan voor de inhoud van het Evangelie en de verlossing door Christus. Dan hebben ze Maria niet meer nodig.”
Mariadevotie Tot de dag van vandaag behoort de Mariaverering tot de kern van het Poolse rooms-katholicisme. Onder vreemde overheersers was het geloof in Maria’s bijzondere zorg voor Polen bindmiddel en bron van hoop. In tijden van onaf hankelijkheid ondersteunt het de overtuiging dat Polen een missionaire roeping heeft in de wereld. Dit zogenaamde Poolse messianisme werd versterkt door de verkiezing van de Poolse kardinaal Karol Wojtyla tot paus. Tijdens zijn langdurige pontificaat als Johannes Paulus II, van 1978 tot 2005, groeide hij uit tot nationaal symbool. Met kracht zette hij zich in voor de intensivering van de Mariadevotie. In Polen wordt die gevoed door tal van In de Rechte Straat
244379_IRSmag-2011nr03_correcties.indd 11
11
29-09-11 13:49
Perspectief Door Erik-Jan Verbruggen
Een roepende kerk Wie een Arabisch land heeft bezocht, zal het niet ontgaan zijn. ’s Morgens in alle vroegte begint het klagelijke gejammer dat de islamitische gelovigen herinnert aan hun plicht tot gebed. De imams steken hun oproep niet onder stoelen of banken: alles doordringend klinkt hun boodschap vanaf de minaret.
N
ee, dat zul je in een christelijke kerk niet vaak meemaken. Hooguit kan het voorkomen dat een uitslapende buurtbewoner het lieflijk klokgelui op zondagmorgen als een wrede verstoring van zijn rust zal ervaren. Maar dat is wat anders dan de klaagtoon vanaf een minaret. De christelijke gemeente schreeuwt haar boodschap niet van de daken. Maar ze hééft wel een boodschap. In de christelijke gemeente klinkt de roepstem van het Evangelie. Allen die het Evangelie horen, worden geroepen. Vriendelijk, nodigend, lokkend, dringend, ernstig, welgemeend. Als de kerk op haar plaats is, dan klinkt deze roepstem. Dan mag iedereen het horen: Jezus Christus is gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren is!
Duisternis ’t Is vaak donker geweest in de kerk. Dan klonk de roeping niet of nauwelijks. Dat begon al in het Oude Testament. Het volk Israël dacht vaak dat het het Evangelie van het Oude Testament niet nodig had. Ze hadden toch ook andere goden? Het gouden kalf, de Baäl. En waarom op God vertrouwen als je ook bij Egypte je heil kunt zoeken? Zo raakte de wet van God in vergetelheid, ergens onder een laag stof in een kamertje van de tempel. De profeten die Gods stem vertolkten, moesten zwijgen. Eeuwen later ging het opnieuw zo. ‘t Werd donker in de kerk. Het Evangelie klonk niet meer. De priester las de Bijbel
in het Latijn, totaal onverstaanbaar voor de gewone man. Maar dat gaf niet; hij had toch genoeg aan de beelden als boeken der leken? Ook de weg om tot genade te komen werd er niet eenvoudiger op. In plaats van de rechtvaardiging door het geloof werd het doen van goede werken aangeprezen als middel om genade te krijgen. Of een duurbetaalde aflaat bracht uitkomst om een ziel toch in de hemel te brengen. Wat een duisternis in de kerk! Wat een arme kerk waar de roepstem van het Evangelie niet meer klinkt!
Bazuin Het licht van de Reformatie brak door deze inktzwarte duisternis heen. De drie sola’s van Luther vertolkten de kern van de Reformatie. Geen zaligheid door goede werken, maar door genade alleen. Het was Luthers “poort tot het paradijs”, toen hij in Romeinen 1 ontdekte dat de rechtvaardige door het geloof zal leven. En het Woord werd weer aan de mensen teruggegeven, gewoon in hun eigen taal. Zo begon het toch op de pinksterdag? Met de Reformatie brak een heerlijke tijd aan waarin de roepstem van het Evangelie weer klonk. Helder als een bazuin. Ernstig en welgemeend, omdat het gaat om leven of dood.
Nooit mag de christelijke kerk deze “zeer blijde boodschap” verzwijgen. Onze vaderen hebben beleden dat allen die het Evangelie horen “ernstig worden geroepen, want God betoont ernstig en waarachtig in Zijn Woord wat Hem aangenaam is, namelijk dat de geroepenen tot Hem komen.” Is dat geen bevrijdende boodschap? Is dat geen heerlijk Evangelie? Nooit mag de kerk ook de scherpe kant van het Evangelie verzwijgen. Want het mag dan een blijde boodschap zijn, maar ze is wel gericht tot doden! Het is een verschrikkelijke werkelijkheid dat allen die het Evangelie verwerpen, verloren gaan. Voor velen is het een ergernis en een dwaasheid. Het is de bittere klacht van de Koning van de Kerk: “Maar Mijn volk wou niet naar Mijn stem horen, ze verlieten Mij!” Ook dat is werkelijkheid.
Medicijn Sola Scriptura, dat was een van de grote ontdekkingen van de Reformatie. Alleen de Schrift. De roepstem van het Evangelie. De bazuin die nooit zwijgen mag. Dit Evangelie is hét medicijn tegen alle kerkelijk verval in onze tijd. Waar dit Evangelie klinken mag, daar vinden verloren zondaren een volkomen Zaligmaker. Daar horen doden de stem van de Zoon van God. Daar vindt een zwarte bruid een Bruidegom Die schoner is dan alle mensenkinderen. Daar wordt de Kerk gebouwd.
Zuinig
Gods scheppingswerk
Laten we zuinig zijn op het Evangelie van Christus. Laten we ons er niet voor schamen, want het is een kracht van God tot zaligheid, voor eenieder die gelooft.
– – ✓ –
Creatie Deformatie Reformatie Transformatie
12 In de Rechte Straat
244379_IRSmag-2011nr03_correcties.indd 12
29-09-11 13:49
Column
Door drs. N.C. van Velzen
Hervormingsdag 2011: een overpeinzing Tot voor kort meende ik dat de bekende Latijnse spreuk “ecclesia semper reformanda” (de kerk moet steeds ge-reformeerd worden) typisch was voor de kerk der Reformatie en dat deze uitdrukking bij Luther voorkomt. Hij zou daarmee hebben willen benadrukken dat de kerk zich steeds weer moet her-vormen, reformeren. Dit alles blijkt echter minder zeker te zijn dan ik dacht. Kenners beweren namelijk dat ze de spreuk nergens in de geschriften van Luther hebben kunnen terugvinden. Wel geeft deze uitdrukking de opvatting van Luther goed weer, die blijkens zijn leven en werk een groot voorstander was van voortgaande reformatie binnen de kerk.
Niet indutten De Latijnse uitdrukking schijnt volgens prof. dr. P.J.J. van Geest ontleend te zijn aan een preek van de kerkvader Augustinus (nr. 355 en 356), waarin deze waarschuwt tegen verstarring, maar ik heb ze niet kunnen vinden. Sinds de Reformatie is ook een wat langere variant bekend: ecclesia reformata semper reformanda, dat wil zeggen: de kerk die ge-reformeerd is, moet steeds weer ge-reformeerd worden. Ik ben die spreuk nogal eens tegengekomen in boeken en artikelen bestemd voor de gereformeerde gezindte. Iemand als dr. ir. Jan van der Graaf, de vroegere alge-
meen secretaris van de Gereformeerde Bond, citeerde hem graag. De kerk moet zich blijven ontwikkelen en niet indutten. Deze voortgaande reformatie dient wel overeenkomstig Gods Woord te zijn. Ook in de Nadere Reformatie werd deze spreuk gebruikt. Zo zou Jodocus van Lodenstein in zijn “Beschouwinge van Zion” (1676) hem als eerste van de nadere reformatoren geciteerd hebben, maar in de herdruk van 1839 heb ik hem helaas niet kunnen vinden. Anderen noemen Voetius als eerste, zonder echter een bewijsplaats te vermelden.
Herstel van de eenheid Ik ben er inmiddels achter gekomen dat deze spreuk ook geliefd was op het tweede Vaticaans concilie (1962-1965), dat grote nadruk legde op het herstel van de eenheid van de christenen. Eigenlijk had ik dat dus moeten weten, maar goed, een mens is nooit te oud om te leren. In het document Lumen Gentium (Licht van de volkeren), dat handelt over de kerk, werd nadrukkelijk gesproken over het principe “ecclesia semper reformanda et purificanda”. Dat wil zeggen: de kerk erkent dat zij voortdurend hervormd en gezuiverd moet worden. Interessant is dat in rooms-katholieke kring de laatste jaren weer naar dit principe verwezen wordt. Zo hoorde ik begin
vorig jaar, toen allerlei misbruikschandalen openbaar gemaakt werden, een fragment uit een preek van (naar ik meen) de paus zelf, die opriep tot reformatie. Ecclesia semper reformanda, klonk het uit zijn mond. Dat had ik niet verwacht. Wat zou het overigens een geweldige winst zijn als ook binnen de Rooms-Katholieke Kerk een reformatie tot stand zou komen. In IRS-Magazine van afgelopen februari schrijft drs. B. Coster, de nieuwe hoofdredacteur van En la Calle Recta, de Spaanstalige variant van het blad: “Er is bij mij in de jaren dat we in Spanje wonen en het Spaanse rooms-katholicisme observeren het besef gegroeid dat een herleving van het Spaanse christendom ondenkbaar is zonder de Rooms-Katholieke Kerk. Dit besef verplicht me ertoe de Rooms-Katholieke Kerk heel serieus te nemen. Ondanks de grote bezwaren die ik heb tegen haar leer en praktijk, blijf ik, zoals eertijds de middeleeuwse hervormingsbewegingen, hopen op een werkelijke doorbraak van het Evangelie in haar hoofd en leden.” Dat is me uit het hart gegrepen; zo kunnen we oprecht het getuigend gesprek met Rome voeren. Laten we daarom op Hervormingsdag bidden voor een reformatie binnen de Rooms-Katholieke Kerk.
In de Rechte Straat
244379_IRSmag-2011nr03_correcties.indd 13
13
29-09-11 13:49
Repliek
Door Ton van der Schans
Willibrordprocessie, oud fe Op zondag 11 september is in Utrecht voor de negende keer sinds 2002 de zogenoemde Willibrordprocessie gehouden. Vanaf het standbeeld van de heilige Willibrord op het Janskerkhof liepen zo’n honderd mensen, na een gebedsviering in de St.-Willibrorduskerk, naar de St.-Catharinakathedraal.
T
ijdens de processie werden het Evangelieboek en de schrijn met relieken van de heilige Willibrord, die normaliter bewaard worden in de St.-Catharinakathedraal, meegedragen. Het motto van de processie was: “Geloven mag gezien worden”. Nadrukkelijk wordt de processie als een geloofsgetuigenis gepresenteerd. Hebben we hier met een herleving van een oud fenomeen te maken? Of deint de Willibrordprocessie mee op de golven van de populariteit van oude en nieuwe rituelen? Ik wil eerst de persoon van Willibrord en het verschijnsel processie vanuit het verleden bezien, om daarna de Willibrordprocessie in het heden te duiden en te beoordelen.
Missiewerk Wie was hij? In 690 komt Willibrord naar ons land om het Evangelie te preken. Met twaalf (!) metgezellen komt hij vanuit Ierland naar deze streken. Willibrord treedt als jongen toe tot het klooster. Door verhalen en voorbeelden van andere zendelingen, zoals Wilfried, ontstaat bij Willibrord het verlangen eveneens het Evangelie te verkondigen aan de heidense Friezen. Als Willibrord samen met anderen zijn missiewerk boven de grote rivieren begint, is hij verzekerd van de politieke steun van de Merovingische vorst Pepijn II, de overgrootvader van Karel de Grote (768-814). De kerstening van dit gebied gaat hand in hand met de uitbreiding van
het Frankische gezag. Ook verkrijgt Willibrord de geestelijke steun van paus Sergius, die hem, voordat hij aan zijn werk begint, tot bisschop heeft gezalfd in 690. Over de wijze waarop Willibrord en zijn mannen hun missiewerk verricht hebben, zijn heel veel (wonder)verhalen in omloop, maar weinig historische feiten. Willibrord sterft in 739, op 81-jarige leeftijd.
Oudheid Een processie is een zeer oud religieus ritueel. De cultuurhistoricus Peter Jan Margry schrijft in zijn standaardwerk over processies, “Teedere Quaesties: Religieuze rituelen in conflict. Confrontaties tussen katholieken en protestanten rond de processiecultuur in 19e-eeuws Nederland” (Hilversum, 2000), dat de oorsprong ervan teruggaat tot de Grieks-Romeinse oudheid. In het klassieke Griekenland en Rome bestond een levendige processiecultuur ten behoeve van de goden. De eerste historische gegevens over christelijke processies dateren van het einde van de tweede eeuw, ten tijde van Tertullianus. De gelovigen en de bisschop of priester verzamelden zich voor de viering van de mis en trokken gezamenlijk naar het gebouw waar de kerkdienst gehouden werd. Een processie was dus een aanduiding van de gemeenschappelijke gang naar een godsdienstige bijeenkomst. Na het edict van Milaan (313), waardoor de christenen in het hele rijk godsdienstvrijheid krijgen, en in de vroege middeleeuwen wordt de processie een vast ritueel binnen de kerkelijke
cultuur. Een processie wordt een optocht van gelovigen met kerkelijke functionarissen en attributen. Het doel is het versterken van godsvrucht, boetedoening en/of een dank- of smeekbede tot God of een heilige. De processie wordt door de pauselijke curie gerekend tot de kerkuniverseel uit te voeren sacramentaliën. Mede hierdoor zal inmiddels duidelijk geworden zijn waarom de orthodoxe protestant af haakt bij het processieritueel.
Verbod Overal waar de Reformatie vanaf de 16e eeuw in de Noordelijke Nederlanden (voortaan Nederland) invloed kreeg, werden de rooms-katholieke eredienst en de processie verboden. In gebieden waar de roomse eredienst in meerdere of mindere mate onofficieel werd toegestaan, bleven de processies deel uitmaken van het kerkelijk leven. Soms werden ze ook in de protestantse gebieden boven de rivieren oogluikend toegestaan. Dat protestanten met succes een beroep op het wettelijk processieverbod konden doen, bewijst het proefproces van Geertruidenberg. Enkele protestanten hadden in 1957 aangifte gedaan van de in hun ogen onterechte toe-eigening van de publieke ruimte. Pas in 1962 sprak de Hoge Raad uit dat het processieverbod uit 1848 gehandhaafd bleef. Maar de eigenlijke strijd van de protestanten was gestreden. Want toen in 1994 in hetzelfde Geertruidenberg een sacramentsprocessie door de straten schreed, bleek dit een “act” te zijn die een stuk Nederlandse verzuilingsgeschiedenis moest uitbeelden. De voormalige kapelaan Van Loon, in 1957 nog “leider” van de processie, belichaamde de deconfessionalisering en ontzuiling door nu letterlijk en figuurlijk “verkleed” in de optocht mee te lopen. Mij is niet bekend dat protestanten of anderen geprotes-
14 In de Rechte Straat
244379_IRSmag-2011nr03_correcties.indd 14
29-09-11 13:49
Repliek
d fenomeen of nieuw ritueel?
teerd hebben tegen de Willibrordprocessie in Utrecht of andere processies. Is de processie hiermee geschiedenis of folklore geworden?
Ontzuilde samenleving Nederlanders worden steeds minder kerkelijk. Daarmee verdwijnt niet de behoefte aan zingeving van het leven. Het aantal zogenoemde spiritueel ongebondenen is groot. Rond de grote ijkpunten in het bestaan –de geboorte van een kind, een levensverbintenis, afscheid– zoekt men naar nieuwe wegen, de dood en het begraven ziet men steeds meer als rituelen die al dan niet geplukt worden uit het christelijke verleden en vooral ook uit andere religieuze tradities. De wetenschapper Joep de Hart publiceerde onlangs “Zwevende gelovigen. Oude religie en nieuwe spiritualiteit”(Amsterdam, 2011).
Hierin maakt hij duidelijk dat het voorbarig was om God dood te verklaren. In die zin namelijk dat religie en het zoeken naar spirituele dimensies nog steeds een belangrijke rol spelen in het leven van velen. De woordvoerder van het aartsbisdom vertelde dat een processie bedoeld is om het geloof te vieren en zichtbaar te maken. Ik kan de individuele beleving van deze processies niet doorgronden. Ongetwijfeld zullen er traditionele gelovigen zijn die in de processie een oud ritueel zien opleven. Ik zie echter geen revitalisering van de rooms-katholieke traditie of religie in Nederland. Veel meer is er sprake van een eigentijdse en moderne zoektocht naar collectieve beleving van spiritualiteit. Hoe populair zijn de talloze stille tochten in ons land na de onverwachte en tragische dood voor mensen
die door geweld om het leven zijn gekomen. Deze en andere tochten, zoals de processies, zijn in het geseculariseerde en multiculturele Nederland in de plaats gekomen van de klassieke vormen van religiebeoefening. Het is opvallend dat processies, die honderden jaren op grote tegenstand konden rekenen in ons land, met de officiële opheffing van het processieverbod in 1983 geen enkele vorm van tegenstand meer ontmoeten. Nederland is ook boven de grote rivieren geen protestants land meer. Ton van der Schans is historicus. Hij doceert geschiedenis aan Hogeschool Driestar Educatief in Gouda en is bestuurslid van de VGN (Vereniging van docenten in geschiedenis en staatsinrichting in Nederland).
In de Rechte Straat
244379_IRSmag-2011nr03_correcties.indd 15
15
29-09-11 13:49
Winterconferentie 27-30 januari 2012 Thema: ‘Eén plant met Hem’ 1. Met Christus gestorven Ds. L.A. den Butter, Culemborg n.a.v. Romeinen 6 2. Met Christus opgewekt Ds. K. ten Klooster, Ridderkerk n.a.v. Galaten 2 3. Met Christus gezet in de hemel Ds. J.C. de Groot, Dordrecht n.a.v. Efeze 2
Locatie: Het Brandpunt, Postweg 18 te Doorn. Voor meer informatie of om u aan te melden kunt u bellen naar kantoor en vragen naar Wilke Hollebrandse (0318-431298) of mailen naar
[email protected].
Thema-avonden RotterdamZevenkamp Woensdag 12 oktober Spreker: ds. A. Simons Thema: Jeruzalem, nu en de toekomst
Voor deze avonden geldt: Aanvang: 19.45 uur Kosten: € 5, 00 Locatie: Aula Calvijn College, Klein Frankrijk 9 te Goes
Woensdag 16 november
Maartensdijk
Spreker: dr. H. van den Belt Thema: Pelgrim onderweg: hemelsgezind leven in de praktijk
Spreker: ds. A. Simons Thema: God is heilig!
Woensdag 11 januari 2012 Spreker: ds. K. ten Klooster Thema: De gordel van de waarheid Voor deze avonden geldt: Aanvang: 19.45 uur (koffie/thee vanaf 19.30 uur) Kosten: 4 euro incl. 2x koffie of thee Locatie: Aula van het Wartburg College, locatie Revius, Ingang: Pres. Rooseveltweg/ hoek Capelseweg, Rotteram-Zevenkamp
Goes
Donderdag 27 oktober Spreker: Ds. G.J. Capellen Thema: Gods opvoedkunde (2)
Woensdag 26 oktober
Woensdag 30 november Spreker: Ds. A. Beens Thema: Paulus’ visie op heiligen en heiliging
Woensdag 25 januari 2012 Spreker: Drs. G.A. van Ginkel, Maartensdijk Thema: Sint Jan van het Kruis; een Roomse of een katholieke heilige ?
Vrijwilligers gezocht IRS staat maandelijks op de Markt in Den Bosch met een stand met Bijbels en Bijbelse lectuur. Wij zoeken vrijwilligers die ons komen helpen met het uitdelen van evangelisatiefolders en het voeren van gesprekken met mensen op straat. Voor de volgende data hebben wij nog medewerkers nodig: 25 oktober, 24 november, 22 december en 24 januari. Wilt u ons komen versterken? Neem dan contact op met Jan-Dirk Liefting, tel. 0622508690 of 0318 616834. E-mail:
[email protected]. U kunt vanaf Ede of Lunteren met onze medewerkers meerijden naar Den Bosch.
Voor deze avonden geldt: Aanvang: 19.45 uur Kosten: € 3, 00 Locatie: Ontmoetingskerk, Julianalaan 26 te Maartensdijk
Donderdag 12 januari 2012 Spreker: Ds. J. Westerink Thema: Onbekend
244379_IRSmag-2011nr03_correcties.indd 16
29-09-11 13:49