17 4.
PROGRAMMA
4.1.
Bestuurlijke ambitie In het Masterplan Husselerveld-Zuidwest (zie ook §3.2.) is de bestuurlijke ambitie verwoord ten aanzien van de minimale ruimtelijke en functionele kwaliteit waaraan de nieuwbouwwijk moet voldoen. Kernbegrippen van deze ambitie zijn duurzaamheid, leefbaarheid en sociale cohesie. Het streven naar duurzaamheid en duurzame stedenbouw, is al langer een belangrijk onderdeel van het gemeentelijk beleid. Voorbeeld hiervan is het Pakket Duurzame Stedenbouw en Openbare werken in het ISV Noordwest-Veluwe (1997). Het concept duurzaamheid heeft een ontwikkeling doorgemaakt van het enkel formuleren van zuiver milieutechnische doelstellingen tot een veel breder concept waar ook ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid centraal staan. Hiermee vinden het thema duurzaamheid en leefbaarheid/ sociale cohesie nauwe aansluiting bij elkaar. Ze fungeren gezamenlijk als centrale kwaliteitseis voor de nieuwe wijk. Deze kwaliteitseisen ten aanzien van duurzaamheid hebben in het bijzonder betrekking op: • Het energiebeheer (de energievoorziening, warmte-isolatie, energie efficiënte installaties, woningoriëntatie); • Het waterbeheer (waterkwaliteit, waterverbruik, hemel-, oppervlakte- en bodemwater, infiltratiezones, wadi-systeem); • De ecologische waarde (groene openbare ruimte, landschappelijke inpassing stedelijke elementen); Vanuit het oogpunt van duurzaamheid worden specifieke eisen gesteld aan de vorm van bouwen. Het streven naar een hoge mate van leefbaarheid en sociale cohesie stelt eisen aan: • De bereikbaarheid van de voorzieningen (wijk- en buurtontsluiting) • De verkeersinrichting (principes van duurzaam veilig, vrije fietsverbindingen, autoluwe woon- en verblijfsgebieden). • De sociale veiligheid (erfinrichting, verlichting, zichtbaarheid ontsluitingsroutes) • Toegankelijkheid van de openbare ruimte • De kwaliteit van de woonomgeving • Type woningen (bouwen voor specifieke bevolkingsgroepen, nieuwe woonvormen aanpasbaar en flexibel bouwen) De ambities voor Bijsteren zijn niet los te zien van de ontwikkeling van het gemeentelijke ontwerp Structuurplan. De tweede ambitie, leefbaarheid/ sociale cohesie, is hier het meest uitgesproken voorbeeld van. Deze ambitie is gerelateerd aan woningbouw voor specifieke doelgroepen op specifieke plaatsen. Wijken moeten meer gaan leven. Een bijzonder uitgangspunt is dat de wijk ook voor oudere inwoners van Putten een aantrekkelijke plaats zal gaan bieden. Deze groep zal immers geleidelijk aan in omvang toenemen.
bestemmingsplan bijsteren 2005
toelichting
18
Tabel 4.1. Woningbouwprogramma bestemmingsplan
Woningtypen
Volgens prijsklassenindeling KWP
huur goedkoop huur tussenwoning huur hoekwoning huur appartement totaal huur goedkoop
aantal 70
percentage 9,6
38
5,2
18 (h. duur) 14 (h. duur)
) )2,5 1,9
4 14 14 32
2% 2% 4%
goedkope koop koop tussenwoning goedkoop koop appartement goedkoop totaal goedkope koop
70 38
9,6 5,2
70 38 108
10% 5% 15%
middeldure koop koop tussenwoning koop hoekwoning koop appartement totaal middeldure koop
110 (k. midd.1) 15,1 59 (k. midd.2) 8,7 18 (k. midd.1) 2,5
110 59 18 187
15% 8% 3% 26%
dure koop koop hoekwoning duur koop appartement duur 2/1 kap vrijstaand vrijstaand partikulier totaal dure koop
43 (k. midd.2) 5,3 12 (k. midd.2) 1,6 ) )238(k. duur) 32,7 )
43 12 111 107 20 293
6% 2% 15% 15% 2% 40%
728
100%
huur vrije sector Huur tussenwoning huur hoekwoning vrije sector huur appartement vrije sector totaal huur vrije sector
Totaal
bestemmingsplan bijsteren 2005
Bestemmingsplan
absoluut 70 0 38 108
aandeel in totaal 10% 0% 5% 15%
toelichting
19
4.2.
Woningbouwprogramma
Woningbouwprogramma hele Gemeente Putten Het gemeentelijk woningbouwprogramma 2004-2014 is samengesteld op basis van de Woonvisie Gelderland. De belangrijkste pijlers van het gemeentelijke kwalitatieve woningbouwprogramma 2004-2014 zijn cijfers over de heersende woningbehoefte en de inbreidingsnota. De afspraken die de gemeente met de provincie gemaakt heeft in het kader van het KWP 2000-2009 zijn hierin verwerkt. Het provinciaal beleid stelt dat uitbreiding in principe pas mag plaatsvinden nadat inbreidingsmogelijkheden volledig benut zijn. De gemeente heeft daarom in 2002/2003 een inbreidingsnota op laten stellen, die aangeeft wat er binnen de bebouwde kom van Putten nog voor mogelijkheden zijn voor woningbouw. Uit die nota blijkt dat er binnen de bebouwde kom tot en met 2012 nog 207 woningen gebouwd kunnen worden. Om een beeld te geven van het aantal concrete inbreidingsplannen dat op dit moment (nagenoeg) operationeel is, kunnen de volgende locaties met de daarbij behorende aantallen woningen genoemd worden. Deze woningbouw past niet alleen qua aantal, maar ook voor wat betreft de typologie en categorisering binnen de gemeentelijke woningbouwprogrammering. Het betreft de volgende inbreidingslocaties: • • • • •
Harderwijkerstraat 2-4 18 woningen (in aanbouw) Stationsstraat 1 21 zorgappartementen (bvg. verleend) Dorpsstraat/Klaas Bosstraat/Gervenhof 40 woningen (bvg.verleend) Molenstraat 2-6 11 woningen (bouwplanfase) Achterstraat/Molenstraat 14 woningen. (bouwplanfase)
Behalve aan deze plannen wordt er momenteel voortvarend gewerkt aan een aantal andere inbreidingsplannen: • • • • • •
Mauritsstraat 35 Verlengde Dorpsstraat/Bakkerstraat Brinkstraat/Koesteeg Brinkstraat (locatie gymzaal) Meidoornlaan Garderenseweg 17
3 woningen (stedenbouwkundige planfase) 17 woningen(stedenbouwkundige planfase) 24 woningen extra (stedenbouwkundige planfase) 18 woningen (stedenbouwkundige planfase) 8 woningen extra (stedenbouwkundige planfase) 12 woningen (stedenbouwkundige planfase)
Met stedenbouwkundige planfase wordt bedoeld, dat hiervoor nog een planologische procedure (wijziging bestemmingsplan of artikel 19 WRO) nodig of in procedure is.
Voor zover de plannen passen binnen de Inbreidingsnota hebben Gedeputeerde Staten hiervoor op 26 maart 2004 een algemene en bijna ongeclausuleerde verklaring van geen bezwaar afgegeven en kan volstaan worden met een “eenvoudige” vrijstelling (artikel 19, lid 2 WRO). Voorts zullen er in Sprielderweg Zuid in zes achtereenvolgende jaren vijf woningen worden gebouwd. (Dit bestemmingsplan is onherroepelijk goedgekeurd). bestemmingsplan bijsteren 2005
toelichting
20 Tot slot zijn er 22 woningen gereserveerd voor onvoorziene locaties. De gemeente Putten voldoet dus aan de voorwaarde dat inbreiding voor uitbreiding gaat. Het woningbouwprogramma 2004-2014 geeft de aantallen woningen die per jaar per locatie gebouwd mogen worden. Per locatie is aangegeven hoeveel woningen per categorie gebouwd kunnen worden. Bij deze samenstelling is gebruik gemaakt van de volgende uitgangspunten: Afspraken met de provincie in KWP 2000-2009 In het kader van Woonbeleid met Kwaliteit heeft de gemeente afspraken gemaakt met de provincie over het woningbouwprogramma. Op dit moment worden de afspraken herzien in het KWP 2005-2014. • Aantallen in verhouding naar behoefte Het Woningbehoeftenonderzoek dat in 2001 voor de gemeente Putten is uitgevoerd is hiervoor de basis. • Aparte aandacht voor jongeren en senioren Door het bouwen van relatief veel gestapelde woningen waaronder HAT-eenheden, goedkope appartementen en seniorenappartementen in verschillende prijsklassen kunnen veel jongeren en senioren aan woonruimte geholpen worden. • Aandacht sociale woningbouw In dit woningbouwprogramma is geen informatie opgenomen over prijzen van te bouwen woningen. Hiervoor is bewust gekozen aangezien prijzen van zoveel verschillende, onvoorspelbare factoren afhankelijk zijn. Per locatie wordt gestreefd naar percentages woningen in de sociale sector die gelijk zijn aan de percentages die uit het woningbehoeftenonderzoek blijken. • Flexibel bouwen Flexibel bouwen betekent voor Putten voornamelijk dat woningen geschikt zijn, of op zeer eenvoudige wijze geschikt gemaakt kunnen worden voor bewoning door senioren. • Doorstroming Naast de extra aandacht die in het woningbouwprogramma gegeven wordt aan woningen voor jongeren en senioren is het tevens belangrijk om ook in de hogere categorieën woningen te bouwen, om verhuisketens binnen de gemeente zo lang mogelijk te maken. • Tegengaan komst vestigers, bouwen voor eigen inwoners Uitgangspunt voor alle nieuwbouw in Putten is bouwen voor Puttense woningzoekenden. Op dit ogenblik worden daar waar mogelijk bindingseisen gesteld aan mensen die een woning in Putten willen betrekken. Naar alle waarschijnlijkheid worden deze mogelijkheden tot het uiterste toe beperkt op het moment dat de nieuwe huisvestingswet in werking treedt. Nog niet duidelijk is wanneer dat zal zijn en tot dat moment zullen alle mogelijke instrumenten ingezet worden om aan het genoemde uitgangspunt te voldoen. • Tegengaan scheefheid ´Scheefheid´ is het fenomeen dat huishoudens met een te hoog inkomen in goedkope huurwoningen wonen. Een deel van de ´veroorzakers´, zo blijkt uit het woningbehoeftenonderzoek is op zoek naar een duurdere woning. Voor dat deel zal doorstroming gestimuleerd moeten worden. Gedeputeerde Staten hebben op 20 juli 2004 laten weten verheugd te zijn met het gerealiseerde ombuiging van het woningbouwprogramma voor het plan Bijsteren. Het
bestemmingsplan bijsteren 2005
toelichting
21 programma, zoals nu voorligt, biedt gedifferentieerde woningbouw die bovendien in ruime mate bereikbaar is voor starters, jonge gezinnen en senioren. Uitgangspunten voor Bijsteren Voor Bijsteren verdient het uitgangspunt ´flexibel bouwen´ extra aandacht. Flexibel bouwen zal met name worden vertaald middels de volgende ontwerpprincipes: • Aanpasbaar bouwen Het woningbehoeftenonderzoek geeft aan dat senioren het liefst in het centrum van Putten een woning betrekken. Indien daar geen woning te verwerven valt, zal een deel van de senioren ook in Bijsteren naar woonruimte gaan zoeken. Het verdient, mede vanwege de toenemende vergrijzing van de bevolking, daarom aanbeveling om in Bijsteren woningen zo te bouwen dat ze geschikt zijn of op zeer eenvoudige wijze geschikt gemaakt kunnen worden voor bewoning door senioren. • Ruimte voor nieuwe woonvormen De landelijke trend is dat er steeds meer geëxperimenteerd wordt met diverse woonvormen. Het strekt voorbij het thema van dit hoofdstuk om hier diep op in te gaan, maar de bestemmingsregeling voor de woningbouw in Bijsteren dient de flexibiliteit te hebben om in te kunnen spelen op nieuwe wijzigende woonwensen. • Duurzaam bouwen Bij de planontwikkeling wordt het Nationaal pakket stedenbouw en het Regionale pakket duurzaam bouwen in acht genomen. Woningbouwprogramma Bijsteren Bij het opstellen van het woningbouwprogramma voor de hele gemeente zijn de uitkomsten van het woningbehoeftenonderzoek leidend geweest om voor de hele gemeente een zo evenwichtig mogelijk programma op te stellen. Gevolg is dat de verdeling van woningen per te ontwikkelen locatie nogal afwijkend kunnen zijn van elkaar en van de uitkomsten van het woningbehoeftenonderzoek. Dat geldt zeker voor Bijsteren, omdat voor de hele gemeente eerst de locaties met beperkingen zijn ingepland. Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan locaties binnen de bebouwde kom waar ruimtelijk gezien gestapelde bouw kan komen. De locaties waar meer vrijheid geldt, zoals Bijsteren, zijn gebruikt om de percentages van de verschillende woningen aan te vullen. Uiteraard is hierbij het streven wel geweest om op uitbreidingslocaties een evenwichtig woningbouwprogramma samen te stellen. Het woningbouwprogramma voor het bestemmingsplan Bijsteren is een nadere uitwerking van het vastgestelde Woningbouwprogramma Putten 2004-2014, dat mede gebaseerd is op het overeengekomen KWP 2000-2009. In de tabel 4.1. staat het woningbouwprogramma voor het bestemmingsplangebied weergegeven. Bestemmingsplangebied Bijsteren Het woningbouwprogramma voor Bijsteren bevat een goede mix in diverse woningtypologiën in verschillende prijsklassen. In woningen voor starters, mensen met een laag inkomen en senioren wordt zowel in het onderhavige plangebied, als in andere nieuwbouwprojecten binnen de gemeente ruimschoots voorzien. Voor Bijsteren staan circa 730 woningen gepland voor de komende tien jaar. Dit aantal vloeit voort uit de keuze van het plangebied voor deze eerste fase. Deze keuze heeft te maken met stedenbouwkundige overwegingen en met de gewenste bouwproductie per woningcategorie. Het bestemmingsplan omvat nu vier volledige buurten.
bestemmingsplan bijsteren 2005
toelichting
22 4.3.
Voorzieningen
Winkels In het plangebied worden geen winkels gerealiseerd. Het (winkel)centrum van Putten ligt op fietsafstand van Bijsteren. Een goede langzaamverkeersverbinding vanuit de wijk naar dit (winkel)centrum is daarom van belang. Bij de realisatie van de aangrenzende woonwijk Husselerveld is deze verbinding reeds gerealiseerd en voorzien van een fietstunnel onder de provinciale weg (N798). Scholen Het basisonderwijs in de gemeente Putten is verdeeld over 16 scholen, waarvan 3 openbaar en 13 bijzonder. De scholen liggen verspreid over de gemeente. Daarnaast telt de gemeente één instelling voor voortgezet onderwijs, de Prot. Chr. Scholengemeenschap Calvijn voor (i)vbo en mavo. Conform de opgestelde leerlingenprognose 2001, zal de ruimtebehoefte in het basisonderwijs in de aangrenzende wijk Husselerveld en de nieuwe woonwijk Bijsteren aanleiding geven tot uitbreiding van het aantal leslokalen voor het basisonderwijs. De prot. Chr. Basisschool De Schuilplaats zal hierdoor geleidelijk moeten kunnen uitbreiden van 11 lokalen naar 21 permanente lokalen in 2013. Op eventuele overschrijding van deze prognose en verdere uitbreiding van de wijk na 2013 dient tijdig te worden geanticipeerd. Vooralsnog wordt er uitgegaan van een oplossing in de sfeer van tijdelijke lokalen, afhankelijk van de exacte ruimtebehoefte. De uitbreiding van basisschool De Schuilplaats zal worden gevonden op het terrein dat achter de bestaande school ligt en dat thans in gebruik is als speelterrein en openbaar groen. De uitbreiding van de school zal voor een deel ten koste gaan van de huidige speelplek, waardoor deze binnen Bijsteren zal moeten worden gecompenseerd. Er dient tevens rekening te worden gehouden met een goede bereikbaarheid van de school voor fietsers. Behalve de beoogde uitbreiding van de Schuilplaats, heeft het bestuur van de R.K. Gabriëlschool voor basisonderwijs een verzoek ingediend om in Bijsteren een dislocatie te mogen vestigen van de aan de Kelnarijstraat gevestigde Gabriëlschool. De school verwacht een permanent huisvestingstekort van uiteindelijk drie lokalen (minimaal benodigd bvo is 460 m²). Het schoolbestuur onderzoekt samen met de besturen van het in deze gemeente gevestigde kinderdagverblijf en de peuterzaal de mogelijkheden of de uitbreiding gerealiseerd kan worden in de vorm van een zgn. “brede” school. De school wil graag een combinatie van voorzieningen die inspeelt op de vraag van een nieuwe wijk naar kinderopvang, peuterspeelzaal, buitenschoolse opvang, wijkcentrum, zorgfunctie, consultatiebureau etc. Voor wat betreft het openbaar onderwijs is de basisschool De Korenbloem aan de Klaproosstraat vanuit de woonwijken Husselerveld en Bijsteren goed bereikbaar via de fietstunnel onder de Nijkerkerstraat.
bestemmingsplan bijsteren 2005
toelichting
23 Kinderdagopvang In Putten is op dit moment één kinderdagverblijf (‘Kiekeboe’) gevestigd. Op grond van de stimuleringsregeling kinderopvang die momenteel van kracht is heeft de raad een openbare aanbesteding gehouden. De in principe 103 kindplaatsen zijn naar aanleiding van deze aanbesteding gegund aan drie instanties. Voor het bouwen van een kinderdagverblijf gelden de bepalingen van de Verordening Kinderopvang. Volgens deze verordening moet er per kind een ruimte van drie vierkante meter netto speel/werkoppervlak (bepaald overeenkomstig NEN 2580) zijn. Daar bovenop komen evenwel ruimtes als gangen, slaapruimte (verplicht), leidsterkamer, keuken etc. Daarnaast moet er een buitenspeelruimte zijn, waarvan de oppervlakte minimaal vier vierkante meter per spelend kind bedraagt (bepaald overeenkomstig NEN 2580). Volgens de VNG bedraagt het aantal m2 per kind volgens de ervaringscijfers 11 m2. Wanneer uitgegaan wordt van 50 kinderen (berekend op basis een deelnamepercentage van 16%) bedraagt de oppervlakte van het gebouw en het terrein in dat geval 550 m2. Peuterspeelzalen Putten beschikt over twee peuterspeelzalen: “De Vrijbuitertjes” en “Het Zwaluwnest”. De peuterspeelzaal “De Vrijbuitertjes” is gehuisvest in een voormalig basisonderwijsgebouw, dat dateert van omstreeks 1954. In de negentiger jaren is een verbouwing gepleegd om het gebouw geschikt te maken voor peuterspeelzaalwerk. Het gemeentebestuur is voornemens om dit gebouw binnen enkele jaren te amoveren om op die locatie woningbouw te plegen. Voor de huidige peuterspeelzaal zal een alternatieve locatie moeten worden gevonden. Er zal bij de ontwikkeling van Bijsteren ruimte worden geboden voor de bouw van een peuterspeelzaal. Voor peuterspeelzaalwerk geldt in deze gemeente geen verordening. Om die reden wordt aangesloten bij de afmetingen voor een kinderdagverblijf. Derhalve eveneens 550 m2. Het streven is om deze voorzieningen nabij de locatie van ‘De Schuilplaats’ te creëren. Een afstand van niet meer dan 200 m is wenselijk. Woonzorgvoorzieningen In het ontwerp Structuurplan Putten is opgenomen, dat de realisatie van verpleegunits in de gemeente wordt nagestreefd, al dan niet gecombineerd in een zorgcentrum. Vooralsnog wordt voor Bijsteren uitgegaan met de bouw van een woonzorgvoorziening. Het gaat daarbij om de uitplaatsing van bewoners die nu nog in het verzorginshuis De Schauw gehuisvest zijn (ca 50 bewoners) en de bouw van een aantal zorgappartementen. Op dit moment is nog onvoldoende duidelijk wat dit voor consequenties heeft voor Bijsteren. De bestemmingsopzet moet zodanig flexibel zijn dat een eventueel zorgcentrum in het uitwerkingsplan kan worden ingepast. Andere voorzieningen Bij de gemeente zijn de afgelopen tijd ook aanvragen ingediend voor medische praktijkruimten en een sportschool. De precieze omvang van deze voorzieningen kan nog niet worden bepaald. In de bestemmingssystematiek dient rekening te worden gehouden met de totstandkoming van dit soort voorzieningen.
bestemmingsplan bijsteren 2005
toelichting
24 4.4.
Bedrijvigheid Binnen het plangebied zijn na het verwerven van de bedrijven op de percelen Stenenkamerseweg 8, 9 en 10, geen agrarisch bedrijven meer aanwezig. Grenzend aan het zuidoostelijk deel van het plangebied ligt een dagrecreatief complex, bestaande uit restaurant ‘Terra Nova’ en het vrijetijdscentrum ‘Matchpoint’ (o.a. midgetgolf- en tennisbanen). Aan de oost- en westzijde van het plangebied liggen aan de Stenenkamerseweg bedrijven die een zeer beperkte invloed hebben op de planontwikkeling. Gezien de mogelijke ontwikkeling van een nieuw bedrijventerrein aan de westrand van Putten (zoeklocatie ten westen van de Rimpelerweg) en de nabijheid van het reeds bestaande bedrijventerrein Keizerswoert (ten noorden van de Stationsstraat) is er overigens geen aanleiding om specifieke werkgelegenheid te realiseren in de woonwijk. Wel wordt in het plan de mogelijkheid voor kleinschalige werkgelegenheidsontwikkelingen (werken aan huis e.d.) opengelaten. Daarbij worden overigens wel beperkingen gesteld aan de aard en omvang van deze bedrijvigheid. Niet toe te staan zijn bedrijven in de categorie productie, assemblage, opslag en/of magazijn. Ook detailhandel en horecafuncties worden geweerd. Eerder valt te denken aan zorggerelateerde functies (bijv. huisartsen), en functies in de sfeer van de zakelijke dienstverlening, zoals het bank- en verzekeringswezen. De omvang en verkeersaantrekkende werking van deze functies dienen beperkt te zijn.
4.5.
Ontwikkelingsperspectief infrastructuur Bij de berekeningen van het verkeersmodel voor het westelijk deel van Putten is een bredere scoop gehanteerd dan dit bestemmingsplan (zie paragraaf 5.1.). Het verkeersmodel voor Bijsteren gaat uit van de op het Masterplan gebaseerde ontwikkeling van ca. 800 woningen in de nieuwe woonwijk en de ontwikkeling van ca. 15 ha bedrijventerrein langs het spoor (gemengd bedrijventerrein, kantoren en woningen tussen Bijsteren en het NS-station). Het peiljaar voor de berekeningen is gefixeerd op 2015. Verder is rekening gehouden met een uitbreiding van het bedrijventerrein Hoge Eng, zoals ook het ontwerp Structuurplan Putten aangeeft. Voor wat betreft het toekomstige wegennet is uitgegaan van een uitbreiding van 30 km/uur gebieden in de woonwijken. Ook in de Stationsstraat is rekening gehouden met snelheidsbeperkende maatregelen. Het effect van de doortrekking van de N303 is getoetst, maar met de aanleg ervan wordt voorlopig geen rekening gehouden. Bij de externe ontsluiting van het plangebied vormt net als in het Masterplan Husselerveld-Zuidwest de reeds aanwezige infrastructuur het uitgangspunt. Ten behoeve van de ontsluiting wordt bij realisatie van Bijsteren uitgegaan van een drietal aansluitingen voor het autoverkeer: • één op de Stationsstraat, door gebruik te maken van de reeds bestaande aansluitingen van Husselerveld via de Jan Nijenhuisstraat; • één ontsluiting op de Nijkerkerstraat (N798), door een nieuwe aansluiting ten zuidwesten van Bijsteren; • één aansluiting op de Mennestraat in combinatie met de Arendstraat. Daarnaast bestaat er nog een ondergeschikte aansluiting van de Mennestraat op de Stationsstraat. Doorgaand verkeer in de woonwijk wordt onwenselijk geacht. Dit heeft consequenties voor de functie van de Stenenkamerseweg. De huidige Stenenkamerseweg vormt de verbinding naar het aansluitpunt Nulde op de A28. Het is een relatief smalle weg voor
bestemmingsplan bijsteren 2005
toelichting
25 gemengd verkeer. In de zomermaanden maken veel fietsers gebruik van deze weg naar het recreatiegebied Nulde. De Stenenkamerseweg loopt dwars door het nieuwe woongebied. De inpassing in het woningbouwplan vereist dat deze weg plaatselijk auto-arm wordt gemaakt en onderbroken wordt. Tevens dient het sluipverkeer over de huidige Rimpelerweg te worden onderbroken. 4.6.
Openbare ruimte
Openbaar groen Bij de inrichting van het openbaar groen wordt gekeken naar de samenhang tussen het groen in de openbare ruimte en de groene inrichting van de woonomgeving en in de nabijheid van de voorzieningen. Een deel van het openbare groen dient ecologisch aangelegd en beheerd te worden. Daarbij zal gebruik worden gemaakt van de reeds in het plangebied aanwezige boomopstanden en houtwallen. Het groen zal mede worden ingezet voor waterberging en infiltratie middels wadi’s. Het openbaar groen is één van de belangrijke elementen die het masterplangebied Husselerveld-Zuidwest en daarmee ook de woonwijk Bijsteren structuur moeten geven. Speelvoorzieningen Ruimtelijke elementen als speelvoorzieningen, dienen in de directe nabijheid van buurtjes te liggen. Bijsteren voorziet onder andere in een trapveld en aanvullende speelvoorzieningen in de openbare ruimte. Qua speelgelegenheid sluit het programma voor Bijsteren aan bij het aangrenzende bestemmingsplan Husselerveld. Indien in het huidige Husselereld een tekort bestaat aan bepaalde speelvoorzieningen wordt dat in de aanleg van de woonwijk Bijsteren gecompenseerd. Ook de in verband met de uitbreiding van de basisschool De Schuilplaats in Husselerveld op te heffen speelplaats wordt in Bijsteren gecompenseerd. Volgens het Programma van Eisen dat ten grondslag heeft gelegen aan de ontwikkeling van ‘Husselerveld’ dienen de volgende speelvoorzieningen in het gebied te komen: • Een trapveld van gras, met een oppervlakte van minimaal 3.000 m². Dit speelveld moet centraal in het woongebied komen te liggen. De vuistregel is, dat de afstand van een woning tot dit speelveld niet meer dan 300 m¹ mag bedragen. • Twee speelveldjes, voor de helft van gras en voor de helft verhard, met ieder een oppervlakte van minimaal 1.500 m². Deze veldjes kunnen meer aan de rand van het gebied komen, als aanvulling op het centrale veld. Ook hier mag de afstand tot een woning niet meer dan 300 m te bedragen. Er moet dus minimaal 6.000 m² (3.000 + 2 x 1.500 m²) voor speelvelden worden gereserveerd in het totale woongebied van Husselerveld en Bijsteren. Bij een geschat inwonertal van ca. 2.500 komt dit neer op meer dan 2 m² speelveld per inwoner. Een aantal kinderspeelplaatsen ‘voor de allerkleinsten’, deels verhard, deels van gras, met een oppervlakte van telkens 400 m², komt op minder dan 100m afstand van ieder woning te liggen.
bestemmingsplan bijsteren 2005
toelichting
26 Sociale veiligheid In de sfeer van voorzieningen c.q. inrichting van de openbare ruimte, dient uit oogpunt van sociale veiligheid en emancipatie aandacht te worden besteed aan de volgende uitgangspunten van beleid: • de voorkanten van de woningen zoveel mogelijk naar het openbaar gebied te richten; • verkeerssoorten waar mogelijk te bundelen; • een langzaam verkeersroute zodanig situeren dat er rekening wordt gehouden met zowel de verkeersveiligheid als “natuurlijk” toezicht vanuit de woningen; • voor voetgangers en fietsers de mogelijkheid te bieden van alternatieve routes; • alle routes te voorzien van goede openbare verlichting. Met betrekking tot sociale veiligheid bestaat soms de misvatting dat de oplossing zou moet leiden tot veel open ruimtes met een overdaad aan verlichting. Onverwachte hoeken en spannende routes en ruimtes zouden dan het veld moeten ruimen in het kader van de sociale veiligheid. Dat is echter lang niet altijd nodig. Het gaat erom dat er alternatieven worden geboden. Een route mag best spannend blijven als er maar een (sociaal) veilig alternatief aanwezig is. Wat betreft de woning en situering van de woning, moet er in het plan worden voldaan aan het keurmerk veilig wonen. Het keurmerk stelt eisen ten aanzien van de woning (hang- en sluitwerk, deuren en ramen, brandveiligheid) en de omgeving van de woning (verlichting en zicht op de woning).
bestemmingsplan bijsteren 2005
toelichting
27
bestemmingsplan bijsteren 2005
toelichting
masterplan Husselerveld Zuidwest