Bestemmingsplan “4 woningen Groeneweg, Herten”
Vastgesteld, NL.IMRO.0957.BP00000182-VG01
1. Bestemmingsplan “4 woningen Groeneweg, Herten”
Bestemmingsplan “4 woningen Groeneweg, Herten” Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Inleiding 1.1. Aanleiding planherziening 1.2. Ligging, begrenzing en juridische status van het plangebied 1.3. Bij het plan behorende stukken 1.4. Leeswijzer Hoofdstuk 2. Gebiedsbeschrijving 2.1 Ontstaansgeschiedenis en ruimtelijke structuur 2.2 Functionele structuur Hoofdstuk 3. Beleidskader 3.1 Europees-en Rijksbeleid 3.2 Provinciaal beleid 3.3 Regionaal beleid 3.4 Gemeentelijk beleid Hoofdstuk 4. Randvoorwaarden 4.1 Milieu 4.2 Externe veiligheid 4.3 Waterhuishouding 4.4 Archeologie 4.5 Cultuurhistorie 4.6 Flora en fauna 4.7 Landschapswaarden 4.8 Verkeer en infrastructuur Hoofdstuk 5. Planbeschrijving 5.1 Uitgangspunten en doelstellingen van het plan 5.2 Ruimtelijke hoofdopzet 5.3 Planaspecten Hoofdstuk 6. Planopzet 6.1 Feitelijke planopzet 6.2 Juridische planopzet Hoofdstuk 7. Uitvoerbaarheid 7.1 Economische uitvoerbaarheid en Grexwet 7.2 Handhaving 7.3 Maatschappelijke uitvoerbaarheid Bijlagen 1. 2. 3. 4.
Brief gemeente d.d. 21 juli 2009 principemedewerking Verkennend bodemonderzoek Verkennend bureauonderzoek archeologie Inventariserend veldonderzoek archeologie
2. Bestemmingsplan “4 woningen Groeneweg, Herten”
1. INLEIDING 1.1 Aanleiding planherziening Initiatiefnemer is voornemens om op een stuk grond tussen de woningen aan de Groeneweg 1a en 1h in Ool een viertal woningen en een werktuigenberging te realiseren. De eerste plannen dateren van begin jaren negentig. Over het voorliggende plan is recent overleg gevoerd met de gemeente Roermond hetgeen geresulteerd heeft in een verkavelingsplan voor vier vrijstaande woningen op ruime percelen met aan de achterzijde een werktuigenberging. Per brief 21 juli 2009 heeft het college van Burgemeester en wethouders aangegeven in principe mee te willen werken aan deze planontwikkeling. Dit bestemmingsplan vormt de planologisch -juridische vertaling van het verkavelingsplan. Het bestemmingsplan bestaat uit de verbeelding, de regels en deze toelichting. Alle relevante aspecten zijn in dit bestemmingsplan opgenomen. Deze toelichting is opgesteld conform het “Handboek Bestemmingsplannen 2009, versie 1.3” van de gemeente Roermond.
1.2 Ligging, begrenzing en juridische status van het plangebied Het plangebied ligt aan de Groeneweg in Ool, naast de bestaande woning aan de Groeneweg 1A. Het plangebied is nu nog in gebruik als agrarische grond. Het plangebied is kadastraal bekend als Roermond, sectie B nummers 1621 en 1622 (gedeeltelijk). Het plangebied is circa 3.000 m2 groot.
figuur 1: ligging plangebied
Het plan bestaat uit de realisatie van vier vrijstaande woningen op kavels van 710 respectievelijk 720 m2. Daarnaast wordt achter één van de kavels een werktuigenberging van beperkte omvang (maximale oppervlakte van 40 m2 en maximale bouwhoogte van 3 meter) gerealiseerd. Voor een optimale verkaveling zal het bestaande halfverharde pad, dat dient ter ontsluiting van het agrarische
3. Bestemmingsplan “4 woningen Groeneweg, Herten”
perceel, enkele meters in oostelijke richting verplaatst worden. Bij de stedenbouwkundige opzet is aansluiting gezocht bij de tegenovergelegen kavels en woningen. De kavels zijn van vergelijkbare opzet en grootte als de tegenovergelegen. Verder zullen de woningen qua bouwmassa en hoogte worden afgestemd op het bestaande stedenbouwkundige straatbeeld.
figuur 2: verkavelingsopzet
Het plangebied ligt in het vigerende bestemmingsplan ‘Herten’. Dit bestemmingsplan is vastgesteld door de gemeenteraad op 8 februari 2007 en goedgekeurd door het college van Gedeputeerde Staten van Limburg op 17 juli 2007. Het grootste gedeelte van het plangebied heeft de bestemming ‘Agrarische doeleinden’. Een klein gedeelte van het plangebied, naast de bestaande woning Groeneweg 1a, heeft de bestemming ‘Woondoeleinden’. Een gedeelte van het plangebied heeft verder de dubbelbestemming ‘bergend rivierbed’. De gronden met de bestemming ‘Agrarische doeleinden’ zijn bestemd voor de uitoefening van een agrarisch bedrijf met een in hoofdzaak grondgebonden agrarische bedrijfsvoering. Omdat het realiseren van vier woningen en een werktuigenberging niet rechtstreeks binnen het vigerende bestemmingsplan past, is dit nieuwe bestemmingsplan opgesteld.
4. Bestemmingsplan “4 woningen Groeneweg, Herten”
1.3 Bij het plan behorende stukken Dit bestemmingsplan bestaat uit de verbeelding (plankaart), de regels (voorschriften) en de toelichting. Daarnaast is een aantal (milieu)aspecten nader onderzocht. Die onderzoeken maken als bijlage deel uit van het plan. De benodigde omgevingsvergunningen voor de woningen en de werktuigenberging zullen worden aangevraagd als dit bestemmingsplan door de gemeenteraad is vastgesteld.
1.4 Leeswijzer In hoofdstuk 2 staat de beschrijving van het gebied waar de planontwikkeling plaatsvindt. Hoofdstuk 3 bevat het relevante beleid voor de planlocatie. In hoofdstuk 4 komen de relevante randvoorwaarden aan bod. Hoofdstuk 5 en 6 geven een beschrijving van het plan en de planopzet. In hoofdstuk 7 is er tenslotte aandacht voor de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan.
5. Bestemmingsplan “4 woningen Groeneweg, Herten”
2.
GEBIEDSBESCHRIJVING
2.1 Ontstaansgeschiedenis en ruimtelijke structuur De Groeneweg is vanuit het verleden een straat waaraan agrarische bedrijven lagen. De laatste jaren zijn er een aantal nieuwbouw woningen gerealiseerd waarbij “lege plekken” in de historische lintbebouwing zijn ingevuld. Het ging daarbij zowel om de noord- als de zuidzijde van de Groeneweg. De gronden in het plangebied aan de zuidzijde van de straat zijn vanuit het verleden ook altijd als agrarische grond in gebruik geweest.
2.2 Functionele structuur De gronden zijn de afgelopen tijd als agrarische grond in gebruik geweest. De laatste jaren is er maïs verbouwd. Een klein gedeelte van het plangebied is als tuin gebruikt.
6. Bestemmingsplan “4 woningen Groeneweg, Herten”
3. BELEIDSKADER 3.1 Europees- en Rijksbeleid Europees beleid is op deze ontwikkeling niet van toepassing. Nota Ruimte Het Rijk heeft de diverse afzonderlijke nota's op het desbetreffende ruimtelijk beleid samengevoegd tot één Nota Ruimte. De nota bevat daarmee niet alleen de ruimtelijke uitspraken zoals die eerder in e de 5 Nota over de Ruimtelijke Ordening zijn opgenomen, maar ook uit het Tweede Structuurschema Groene Ruimte en het Nationale Verkeers- en Vervoersplan. In de Nota Ruimte wordt ruimte voor ontwikkeling als uitgangspunt centraal gesteld. Het kabinet gaat uit van een dynamisch, op ontwikkeling gericht ruimtelijk beleid en een heldere verdeling van verantwoordelijkheden tussen Rijk en decentrale overheden. De nota bevat de ruimtelijke bijdrage aan een sterke economie, een veilige en leefbare samenleving en een aantrekkelijk platteland. Het beleid met betrekking tot de basiskwaliteit van steden, dorpen en bereikbaarheid kent vier pijlers: • Bundeling van verstedelijking en economische activiteiten; • Bundeling van infrastructuur en vervoersstromen; • Aansluiting van Nederland op de internationale netwerken van luchtvaart en zeevaart; • Borging van milieukwaliteit en externe veiligheid. Voor alle vier pijlers geldt dat de basiskwaliteit gehaald dient te worden. Het onderhavige project heeft vooral betrekking op de eerste pijler. Bundeling van verstedelijking (m.n. woningbouw) en economische activiteiten. Dit betekent dat nieuwe bebouwing voor deze functies grotendeels geconcentreerd wordt gelokaliseerd, dat wil zeggen in bestaand bebouwd gebied, aansluitend op het bestaande bebouwde gebied of in nieuwe clusters van bebouwing daarbuiten. Daarbij wordt aangesloten op bestaande ruimtelijke structuren. Het project behelst de nieuwbouw van vier vrijstaande woningen in een lege plek tussen andere bebouwing. De lintbebouwing langs de Groeneweg wordt door dit plan ingevuld. Het plan voldoet hiermee aan het beleid uit de Nota Ruimte.
Besluit rijksrivieren Na de grote overstromingen in de jaren ’90 is de regelgeving voor het bouwen langs de rivieren aangescherpt. De afgelopen jaren zijn er veel maatregelen genomen om de rivier meer ruimte te geven en zo’n situatie in de toekomst te voorkomen. En daarom is het Ministerie van Verkeer en Waterstaat bezig met het wijzigen van de regels en het kaartmateriaal. Op de website van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat staat hierover het volgende: “Het Besluit rijksrivieren regelt: • de begrenzing van het rivierbed van de grote rivieren waar primaire keringen (dijken) ontbreken; • de uitzonderingsgebieden voor die delen van het rivierbed waar geen vergunning op basis van de Wet beheer rijkswateren wordt verlangd. De begrenzing van het rivierbed en de aangewezen uitzonderingsgebieden veranderen. Dat komt onder andere door veranderingen in de rivier zelf, de toenemende afvoer van rivierwater en het klimaat, maar ook door nieuwe inzichten van de beheerders. Daardoor was het bestaande besluit, inclusief de bijbehorende kaarten van de betreffende rivierbedden, verouderd en bleek een herziening noodzakelijk.” Uit de ontwerpkaarten bij het gewijzigde Besluit rijksrivieren blijkt dat de planlocatie - in ieder geval de locatie voor de bouw van de vier woningen en de werktuigenberging - nu buiten het rivierbed van de Maas valt. Inmiddels is het Besluit rijksrivieren opgegaan in de nieuwe Waterwet en het bijbehorende Waterbesluit. Deze zijn met ingang van 22 december 2009 in werking getreden.
7. Bestemmingsplan “4 woningen Groeneweg, Herten”
Uit het vastgestelde kaartblad 010 blijkt dat er geen belemmeringen zijn voor de bouw van deze vier woningen en de werktuigenberging. Beleidslijn grote rivieren Het plangebied maakt onderdeel uit van het rivierbed van de Maas. De beleidslijn grote rivieren gaat uit van een eigen risico en verantwoordelijkheid ten aanzien van ontstane schade door hoog water voor activiteiten in het rivierbed. Rijkswaterstaat geeft aan dat initiatiefnemers in het rivierbed zelf aansprakelijk zijn voor schade en zelf verantwoordelijk zijn voor het nemen van maatregelen om zich tegen potentiële schade te beschermen.
3.2 Provinciaal beleid Het provinciaal beleid is verwoord in het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL) 2006. Dit plan is op 22 september 2006 door Provinciale Staten van Limburg vastgesteld. Het POL is een streekplan, het provinciaal waterhuishoudingsplan, het provinciaal milieubeleidsplan en bevat de hoofdlijnen van het provinciaal verkeers- en vervoersplan. Tevens vormt het POL 2006 een economisch beleidskader en een welzijnsplan op hoofdlijnen (voorzover het de fysieke elementen van economie, zorg, cultuur en sociale ontwikkeling betreft).
figuur 3: kaart 1 van het POL
Het project(gebied) ligt in het POL 2006 in perspectief 6 (Plattelandskern) en perspectief 8 (Stedelijke ontwikkelingszone). Ter plaatse van het projectgebied zijn verder geen blauwe-, groene- of kristallen waarden toegekend. Woningbouw binnen dit gebied is in overeenstemming met het POL 2006.
3.3 Regionaal beleid Het bouwen van vier vrijstaande woningen past binnen de Regionale Woonvisie ‘Grenzeloos Wonen in Midden-Limburg’. Er is per brief van 21 juli 2009 namelijk principemedewerking aan dit plan
8. Bestemmingsplan “4 woningen Groeneweg, Herten”
gegeven. Vanwege die principemedewerking heeft de gemeente Roermond in het kader van die woonvisie dit nieuwbouwplan met de omringende gemeenten afgestemd.
3.4 Gemeentelijk beleid Bestemmingsplan “Herten” Het plangebied ligt in het vigerende bestemmingsplan “Herten”. Dit bestemmingsplan is vastgesteld door de gemeenteraad op 8 februari 2007 en goedgekeurd door het college van Gedeputeerde Staten van Limburg op 17 juli 2007. Het grootste gedeelte van het plangebied heeft de bestemming ‘Agrarische doeleinden’. Een klein gedeelte van het plangebied, naast de bestaande woning Groeneweg 1a, heeft de bestemming ‘Woondoeleinden’. Een gedeelte van het plangebied heeft verder de dubbelbestemming ‘bergend rivierbed’. De gronden met de bestemming ‘Agrarische doeleinden’ zijn bestemd voor de uitoefening van een agrarisch bedrijf met een in hoofdzaak grondgebonden agrarische bedrijfsvoering. Omdat het realiseren van vier woningen niet rechtstreeks binnen het vigerende bestemmingsplan past, is dit nieuwe bestemmingsplan opgesteld.
figuur 4: plankaart bestemmingsplan ‘Herten’
Structuurvisie Roermond Het gemeentelijk beleid is vastgelegd in de ‘Structuurvisie Roermond’, vastgesteld door de gemeenteraad op 29 maart 2001. Het bouwen van vier vrijstaande woningen op kavels van circa 700 m2 past binnen dit gemeentelijk beleid. Het ontwikkelingsconcept van de structuurvisie is namelijk ‘compacte kwaliteitsstad aan het water’. Dit bouwplan voldoet aan de volgende uitgangspunten van de visie: - Inbreiding boven uitbreiding bij nieuwe bouwlocaties; de locatie aan de Groeneweg is feitelijk een inbreidingslocatie vanwege het opvullen van de bestaande lintbouwing;
9. Bestemmingsplan “4 woningen Groeneweg, Herten”
-
Benutting van de Maas voor hoogwaardig wonen en recreëren langs het water; het gaat hier om vier hoogwaardige woningen op een locatie in de nabijheid van het water.
Bovendien ligt de locatie in de nabijheid van het grootschalige woningbouwproject Oolderveste dat expliciet als nieuwbouwlocatie is opgenomen in de Structuurvisie. Het realiseren van vier woningen, als opvulling van de bestaande lintbebouwing, en een werktuigenberging past binnen het rijks-, regionale, provinciale en gemeentelijke beleid.
10. Bestemmingsplan “4 woningen Groeneweg, Herten”
4. RANDVOORWAARDEN 4.1 Milieu 4.1.1 Bodem In het kader van de Wet ruimtelijke ordening dient, bij een nieuw bestemmingsplan waarmee nieuwe bouwmogelijkheden mogelijk worden gemaakt, aangegeven te worden of de bodemkwaliteit geschikt is voor de nieuwe functie. Bodemonderzoek geeft de kwaliteit van de bodem op een bepaald moment weer. In het kader van dit bestemmingsplan is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd door Econsultancy B.V. te Swalmen om de kwaliteit van de bodem te achterhalen, “Verkennend Bodemonderzoek Groeneweg (ong.) te Herten” , rapportnummer 09091598B met datum 4 november 2009. In het onderzoek wordt geconcludeerd dat de vooraf gestelde hypothese dat de locatie als “overdacht” kan worden beschouwd, op basis van de lichte verontreinigingen verworpen dient te worden. Echter, aangezien uit de doelmatigheidstoets blijkt, dat saneringsmaatregelen niet doelmatig zijn, bestaat er geen reden voor een nader onderzoek. En bestaan er met betrekking tot de milieuhygienische kwaliteit van de bodem geen belemmeringen voor de bestemmingswijziging, alsmede voor nieuwbouw op de locatie. Voor de specifieke onderzoeksresultaten wordt verwezen naar het onderzoeksrapport dat als afzonderlijke bijlage aan de planstukken is toegevoegd.
4.1.2 Geluid Op 1 januari 2007 is de Wet geluidhinder (Wgh) ingrijpend aangepast in het kader van de “modernisering instrumentarium geluidbeleid”. Centraal staat het in beeld brengen van de geluidssituatie voor burgers en de noodzaak voor overheden om geluidsbeleid te formuleren voor het oplossen van knelpuntsituaties. Gemeenten kunnen zelf een hogere waarde dan de voorkeursgrenswaarde toelaten, maar moeten daar wel beleid voor vaststellen. De Wet geluidhinder is van toepassing op woningen, andere geluidsgevoelige gebouwen (onder meer onderwijsgebouwen, ziekenhuizen en verpleeghuizen) en geluidsgevoelige terreinen (onder meer woonwagenstandplaatsen). Uit art. 74 Wet geluidhinder vloeit voort dat in principe alle wegen voorzien zijn van een geluidzone, met uitzondering van wegen die zijn gelegen binnen een als woonerf aangeduid gebied of wegen waarvoor een maximum snelheid van 30 km/uur geldt. De zonebreedte is afhankelijk van het gebied (stedelijk of buitenstedelijk) en het aantal rijstroken. Binnen de zones moet een akoestisch onderzoek worden verricht. De maximaal toelaatbare geluidsbelasting voor woningen bedraagt in die zone 48 dB (art. 82 Wgh). Het onderhavige project behelst de realisatie van vier woningen langs de Groeneweg. De Groeneweg en de in de omgeving liggende wegen zijn allen 30 km/uur gebieden. Deze wegen zijn derhalve niet gezoneerd. Vanwege het geringe aantal verkeersbewegingen over de Groeneweg is aannemelijk dat voldaan zal worden aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Verder is van belang dat de vier woningen gepland zijn op voldoende afstand van de weg. Omdat het aantal verkeersbewegingen gering is, de woningen gepland zijn op voldoende afstand van de weg en er sprake is van een 30 km/uur gebied is nader akoestisch onderzoek dan ook niet nodig. Bij de aanvraag om omgevingsvergunning zal het aspect geluid in het kader van de toetsing aan het Bouwbesluit overigens nog nader uitgewerkt worden.
11. Bestemmingsplan “4 woningen Groeneweg, Herten”
4.1.3 Luchtkwaliteit Op 15 november 2007 is de nieuwe Wet luchtkwaliteit in werking getreden. Deze wet vervangt het Besluit luchtkwaliteit uit 2005 en is een implementatie van de Europese kaderrichtlijn en de vier dochterrichtlijnen waarin onder andere grenswaarden ter bescherming van mens en milieu zijn vastgesteld. De nieuwe wet- en regelgeving maakt onderscheid tussen projecten die in “betekenende mate” en “niet in betekenende mate” leiden tot een verslechtering van de luchtkwaliteit. Dit project valt in de categorie “niet in betekenende mate” omdat het gaat om minder dan 500 woningen. Dergelijke projecten hoeven volgens de Wet luchtkwaliteit niet langer getoetst te worden aan de grenswaarden, tenzij een dreigende overschrijding van één of meerdere grenswaarden te verwachten is. Dit plan omvat de realisatie van vier woningen en een werktuigenberging. Het plan leidt tot een zeer geringe toename van het aantal verkeersbewegingen als gevolge van bewoners- en bezoekersverkeer. Een overschrijding van de grenswaarden door het onderhavige project is dan ook niet aan de orde en nader onderzoek is niet nodig.
4.1.4 Milieuzonering/bedrijvigheid In de directe omgeving liggen twee bedrijven. “Van Appeven” op het adres Groeneweg 1 en “HotelRestaurant Oolderhof” op het adres Groeneweg 2. Het plangebied ligt echter niet binnen de zones van deze bedrijven. Het agrarische bedrijf - Van Appeven - dat nabij het projectgebied is gesitueerd, zal met normaal te eisen voorschriften in het kader van de milieuwetgeving het woonmilieu in de vier woningen niet aantasten. De geplande woningen liggen op meer dan 30 meter afstand van dit bedrijf. Hiermee wordt voldaan aan de minimale afstand die geldt voor fruitteeltbedrijven tot woningen die in de VNG uitgave ‘Bedrijven en milieuzonering’ is opgenomen. De vier nieuwbouwwoningen en de werktuigenberging brengen geen verandering in de bestaande situatie. Door het project vindt er geen verandering plaats in de thans bestaande milieusituatie voor de (toekomstige) ontwikkeling van aanwezige of toekomstige bedrijvigheid.
4.2 Externe veiligheid De Risicokaart Provincie Limburg is geraadpleegd. In en rond het plangebied liggen geen inrichtingen gelegen die te kwalificeren zijn als risicovolle inrichtingen zoals genoemd in het Besluit Externe Veiligheid Inrichting milieubeheer (BEVI) en die van invloed kunnen zijn op het projectgebied. Verder is er geen spoorweg in de directe nabijheid van het plangebied. In de nabijheid van het plangebied is de Maas gelegen als hoofdvaarweg voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Gelet op de aard en omvang van de planontwikkeling vormt dit echter geen belemmering.
4.3 Waterhuishouding De locatie aan de Groeneweg ligt binnen het beheersgebied van het Waterschap Roer en Overmaas. Centraal uitgangspunt bij ruimtelijke ontwikkelingen is het streven dat deze ontwikkelingen hydrologisch neutraal moeten zijn. Hiermee wordt bedoeld dat het regenwater het gebied niet sneller mag verlaten dan het geval is voor aanvang van de in het projectgebied voorgenomen ontwikkelingen. Voor hydrologisch neutraal bouwen moeten de volgende afwegingsstappen worden doorlopen: 1. Hergebruik van regenwater; 2. Infiltratie en berging binnen het projectgebied (perceel) of binnen de onmiddellijke omgeving daarvan van schoon regenwater afkomstig van daken en verharde oppervlakken;
12. Bestemmingsplan “4 woningen Groeneweg, Herten”
3. Afvoer en buffering van schoon regenwater naar een watergang van het waterschap; 4. Afvoer via een gescheiden rioolstelsel. Conform de “Nota stedelijk waterbeleid” van het waterschap (vastgesteld door het algemeen bestuur op 15 oktober 2007) wordt gestreefd naar het zoveel mogelijk afkoppelen en vasthouden van regenwater in het gebied door middel van infiltratie en/of berging. Afvalwater dient geloosd te worden op het aanwezige rioolstelsel. Het hemelwater afkomstig van het verharde oppervlak zal per kavel geïnfiltreerd worden in de bodem. Er zal per kavel een voorziening worden aangelegd aan de voorzijde van de woning. Daarbij wordt uitgegaan van aanleg boven de gemiddeld hoogste grondwaterstand. De grondwaterstand is opgenomen in het uitgevoerde bodemonderzoek dat als bijlage bij de toelichting van dit bestemmingsplan is gevoegd. De inhoud per voorziening wordt gedimensioneerd door een berging te creëren van 40 mm per m2 verhard oppervlak. Hiermee kan een bui met een herhalingstijd van T=25 (35 mm) ruimschoots geborgen worden. Per kavel met 200 m2 verhard oppervlak komt dit neer op een berging van 8 m3. Tijdens een extreme bui van T=100 (45 mm) zal er sprake zijn van water op straat. Omdat tijdens de bui de te realiseren voorziening al infiltreert, zal er echter in minimale mate sprake zijn van water op straat. Op de voorziening wordt een bovengronds ontlastpunt gerealiseerd, zodat er visueel gecontroleerd kan worden of de voorziening nog naar behoren functioneert. Tenslotte is van belang dat er geen gebruik zal worden gemaakt van uitlogende materialen zoals lood, koper en zink. Dit om verontreiniging van het af te koppelen water te voorkomen. Zoals aangegeven zal de voorziening aangebracht worden boven de gemiddelde hoogste grondwaterstand. In geval van hoogwater in de Maas kan het voorkomen (indien het hoogwater langdurig aanhoudt waardoor de grondwaterstand extreem hoog wordt) dat de voorziening deels gevuld is met grondwater.
13. Bestemmingsplan “4 woningen Groeneweg, Herten”
4.4 Archeologie Door Econsultancy is een verkennend bureauonderzoek uitgevoerd (rapport 20 april 2010). Vervolgens is door ARC een archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen uitgevoerd (ARC-Rapporten 2010-174). Beide onderzoeken maken als bijlage deel uit van de toelichting van dit bestemmingsplan. Volgens het bureauonderzoek door Econsultancy ligt het plangebied op een oeverwal van een oude restgeul van de Maas, waarin ooivaaggronden tot ontwikkeling zijn gekomen. De locatie heeft een hoge trefkans op het voorkomen van archeologische resten van jagers-verzamelaars (LaatPaleolithicum–Mesolithicum) en een lage trefkans op archeologische resten van landbouwers (Neolithicum en later). De locatie is voor zover bekend nooit bebouwd geweest en in ieder geval sinds het midden van de 18e eeuw in gebruik geweest als akkerland en later boomgaard. Het booronderzoek heeft aangetoond dat de locatie inderdaad op een oeverwal ligt. De bovenste 60 tot 75 cm van deze oeverwal is sterk vergraven. Het oorspronkelijke bodemtype kon niet worden bepaald. Er zijn tijdens het onderzoek geen archeologische indicatoren aangetroffen. Geconcludeerd kan worden dat de kans op in situ archeologische resten van jagers- verzamelaars voor de onderzoekslocatie laag is. Deze resten worden namelijk in de top van de oeverafzettingen verwacht en die zijn tot 75 cm –mv vergraven. Daarnaast zijn er bij het karteren ook geen indicatoren aangetroffen. De verwachting voor resten vanaf het Neolithicum was al laag. Gezien de geringe kans op archeologische resten binnen de onderzoekslocatie zijn er geen bezwaren tegen de voorgenomen herontwikkeling van de onderzoekslocatie. Geadviseerd wordt dan ook om de onderzoekslocatie vrij te geven. De gemeente heeft ingestemd met de conclusies uit het rapport en het onderzochte gebied is vrijgegeven voor de voorgestelde ontwikkeling. Verder archeologisch onderzoek is niet nodig. De archeologische meldingsplicht blijft bestaan. Mochten tijdens toekomstige graafwerkzaamheden archeologische resten worden aangetroffen, dan dient dit onverwijld aan het bevoegd gezag, de gemeente Roermond, te worden gemeld.
4.5 Cultuurhistorie Cultuurhistorische waarden kunnen betrekking hebben op bebouwde cultuurhistorie (monumenten), cultuurhistorische landschappen en archeologische waarden van een gebied. Uit de kaarten 4g (Dichtheid Culuurhistorie) en 4k (Cultuurlandschappen) van het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL) blijkt dat het projectgebied een lage cultuurhistorische waarde heeft. Er is sprake van een overwegend jong cultuurlandschap.
4.6 Flora en fauna De afgelopen jaren zijn de gronden in gebruik geweest als agrarische grond. De gronden zijn regelmatig bewerkt. Door dit gebruik is de verwachting dat er geen beschermde plant-en diersoorten op de planlocatie aanwezig zijn. Er is gebruik gemaakt van de gegevens van het Natuurloket (www.natuurloket.nl). Het Natuurloket bevat een inventarisatie van de aanwezigheid van beschermde planten en diersoorten in de omgeving van het plangebied.
14. Bestemmingsplan “4 woningen Groeneweg, Herten”
figuur 5: gegevens Natuurloket
Uit die gegevens blijkt dat er in de omgeving mogelijk beschermde planten en diersoorten zijn aangetroffen. Omdat de bouwlocatie tussen bestaande bebouwing ligt, de locatie agrarisch gebruikt is en in de rest van het betreffende kilometerhok X:194 / Y:355 veel groen en water is gesitueerd, is het niet aannemelijk dat er beschermde soorten op de bouwlocatie aanwezig zijn. Gelet op het bovenstaande is nader flora en fauna-onderzoek derhalve niet noodzakelijk. Verder is nog van belang dat de projectlocatie niet in de Ecologische Hoofdstructuur- of een Natuurbeschermingsgebied ligt.
4.7 Landschapswaarden Langs de Groeneweg staat een karakteristieke bomenrij. Deze bomenrij zal voor de vier nieuwe woningen worden voortgezet, dit om de laanstructuur langs de straat zoveel mogelijk te behouden. Initiatiefnemer en gemeente zijn van mening dat het stedenbouwkundig acceptabel is om het straatbeeld af te ronden en het open gebied tussen de woningen aan de zuidzijde van de Groeneweg in te vullen met woningbouw. Op de natuur en het landschap heeft dit woningbouwplan geen negatieve effecten. Dit omdat er al sprake is van lintbebouwing aan de Groeneweg, die lintbebouwing wordt met deze vier woningen stedenbouwkundig netjes afgerond. Verder behoudt het achterliggende gebied zijn openheid omdat deze gronden als agrarisch bestemd blijven. De natuur en het landschap in het plangebied en de omgeving veranderen dan ook niet wezenlijk door dit plan.
15. Bestemmingsplan “4 woningen Groeneweg, Herten”
4.8 Verkeer en infrastructuur Het parkeren bij de vier woningen zal volledig op eigen terrein plaatsvinden. Daarvoor zullen, naast eventuele garages, bij elke woning minimaal twee parkeerplaatsen op eigen terrein gerealiseerd worden. Hiermee voldoet het plan aan de ‘Parkeernota Roermond’. Verder zal er rekening gehouden worden met de mogelijke toekomstige verbreding van de Groeneweg en de bijbehorende bebouwingsvrije zone met verkeersbestemming. Ook wordt één van de woningen wat verder van de straat gerealiseerd om daarmee ruimte te creëren voor de toekomstige ontsluitingsweg tussen Groeneweg 2h en 4b.
figuur 6: huidige straatbeeld Groeneweg
16. Bestemmingsplan “4 woningen Groeneweg, Herten”
5. PLANBESCHRIJVING 5.1 Uitgangspunten en doelstellingen van het plan Uitgangspunt van dit bestemmingsplan is het juridisch kader vormen voor de realisatie van vier nieuwbouwwoningen en een werktuigenberging aan de Groeneweg te Herten.
5.2 Ruimtelijke hoofdopzet en 5.3 Planaspecten De verkavelingsopzet vormt de basis voor dit bestemmingsplan. Verwezen wordt dan ook naar paragraaf 1.2 van deze toelichting
17. Bestemmingsplan “4 woningen Groeneweg, Herten”
6. PLANOPZET 6.1 Feitelijke planopzet Niet van toepassing.
6.2 Juridische planopzet Dit bestemmingsplan bestaat uit de volgende stukken: - analoge verbeelding - planregels - toelichting De verkavelingsopzet is vertaald naar de verbeelding waardoor op de planlocatie het bouwen van vier woningen en een werktuigenberging mogelijk wordt. Het bestemmingsplan bevat de volgende bestemmingen - Agrarisch - Verkeer - Wonen - Waterstaat - Waterbergingsgebied Agrarisch Naast agrarisch grondgebruik is binnen deze bestemming de bouw van een werktuigenberging geregeld. Hiervoor is een bouwvlak van 40 m2 opgenomen. Ook bestaat binnen de bestemming de mogelijkheid om een pad of weggetje aan te leggen. Verkeer De bestemming Verkeer ligt aan de voorzijde van de kavels, direct grenzend aan de Groeneweg. Deze bestemming is opgenomen ten behoeve van de toekomstige verbreding van de Groeneweg. Wonen Op de verbeelding en in de regels is geregeld dat ter plaatse vier vrijstaande woningen gerealiseerd mogen worden. Op de verbeelding is de maximale goot- en bouwhoogte van de woningen weergegeven. Waterstaat – Waterbergingsgebied Voor een klein gedeelte van het plangebied – niet het gedeelte waar de woningen en de werktuigenberging gepland zijn - geldt deze dubbelbestemming. De dubbelbestemming ziet op de berging van water.
18. Bestemmingsplan “4 woningen Groeneweg, Herten”
7. UITVOERBAARHEID 7.1 Economische uitvoerbaarheid en Grexwet Op grond van de Wet ruimtelijke ordening rust op de gemeente de verplichting tot het verhaal van kosten die tot de grondexploitatie behoren op basis van een exploitatieplan. De gemeente kan hiervan afzien in bij algemene maatregel van bestuur aangegeven gevallen, of indien: • het kostenverhaal anderszins is verzekerd; • het bepalen van een tijdvak of fasering niet noodzakelijk is; en • het stellen van eisen, regels of een uitwerking van regels aan werken en werkzaamheden met betrekking tot bouwrijp maken, aanleg van nutsvoorzieningen, inrichten van de openbare ruimte en uitvoerbaarheid niet noodzakelijk is. Het voorliggende bestemmingsplan creëert de mogelijkheid tot het realiseren van vier woningen aan de Groeneweg. Er worden geen aanpassingen aan de openbare ruimte gedaan. Tussen de gemeente en de initiatiefnemer is een realiseringsovereenkomst gesloten. In deze overeenkomst zijn afspraken gemaakt over de uit te voeren werkzaamheden ten behoeve van het project en het kostenverhaal. Omdat het bestemmingsplan slechts betrekking heeft op de realisatie van vier woningen en derhalve geen percentage woningbouwcategorieën bevat, is het niet mogelijk om door middel van een exploitatieplan nadere eisen te stellen aan de uitvoerbaarheid. Het is niet noodzakelijk om een tijdvak of fasering te bepalen. Daarmee is het verhaal van de kosten van de grondexploitatie voor dit gebied anderszins verzekerd en is de economische uitvoerbaarheid van het plan gegarandeerd. Gelet op het vorenstaande kan in het kader van de vaststelling van het bestemmingsplan “Groeneweg” worden afgezien van het vaststellen van een exploitatieplan en is de economische uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan voldoende gegarandeerd."
7.2 Handhaving Niet van toepassing.
7.3 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 7.3.1 Overleg ex artikel 3.1.1 Bro Op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is het bestemmingsplan voorgelegd aan het Waterschap Roer en Overmaas en de VROM-inspectie. De opmerkingen die door beide instanties zijn gemaakt, zijn verwerkt in dit bestemmingsplan. 7.3.2 Zienswijzenprocedure Op grond van artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) juncto afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft het ontwerpbestemmingsplan vanaf woensdag 22 december 2010 gedurende 6 weken ter inzage gelegen. Gedurende die termijn zijn twee zienswijzen ontvangen. 1. Provincie Limburg, brief d.d. 5 januari 2011 De provincie geeft aan dat de beoordeling van het plan op grond van artikel 3.1.1 Bro geen aanleiding heeft gegeven tot het maken van opmerkingen. Ook ziet de provincie geen aanleiding ten aanzien van het plan een zienswijze in te dienen. 2. Rijkswaterstaat, brief d.d. 11 januari 2011 Rijkswaterstaat verzoekt aandacht te besteden in de toelichting aan de volgende zaken:
19. Bestemmingsplan “4 woningen Groeneweg, Herten”
-
-
Het eigen risico en verantwoordelijkheid ten aanzien van ontstane schade door hoog water voor activiteiten in het rivierbed. Initiatiefnemers in het rivierbed zijn zelf aansprakelijk voor schade en zelf verantwoordelijk voor het nemen van maatregelen om zich tegen potentiële schade te beschermen. In de nabijheid van het plangebied is de Maas gelegen als hoofdvaarweg voor het vervoer van gevaarlijke stoffen.
Beide zaken zijn in de toelichting verwerkt. Voor het overige leidt de zienswijze van Rijkswaterstaat niet tot wijzigingen in het bestemmingsplan. Tenslotte zijn er na de ter inzage legging nog drie zaken gewijzigd: - Het bebouwingspercentage (maatvoering) op de digitale verbeelding is gewijzigd van 60% naar 80% zodat dit overeenkomt met de regels en de analoge verbeelding van het bestemmingsplan. - Door de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) zijn in artikel 11 van de regels de woorden ‘ontheffing verlenen’ vervangen door ‘afwijken met een omgevingsvergunning’. In de toelichting is tweemaal het woord ‘bouwvergunning’ vervangen door ‘omgevingsvergunning’. - De paragraaf over de economische uitvoerbaarheid (7.1) in de toelichting van dit bestemmingsplan is gewijzigd.
20. Bestemmingsplan “4 woningen Groeneweg, Herten”