Programma van Eisen Bestemmingsplan Tuinzigt - Westerpark
Gemeente Breda, Vastgesteld door het college op
1
Inhoudsopgave
1
Inleiding
3
1.1
Aanleiding en doel
3
1.2
Het plangebied
3
1.3
Procedure
3
1.4
Leeswijzer
4
2
Het bestemmingsplan
5
3
Gebiedsanalyse
7
3.1
Ruimtelijke structuur
7
3.2
Functionele structuur
11
4
5
Randvoorwaarden en uitgangspunten
14
4.1
Ruimtelijke uitgangspunten
14
4.2
Functionele uitgangspunten
16
4.3
Ontwikkelingen
18
4.4
Planregels
19
Procedure
Bijlagen
20
21
I Verslag overleg wijkraad Haagpoort II Verslag overleg wijkraad Tuinzigt-Westerpark
2
1.
Inleiding
1.1
Aanleiding en doel
De ruimtelijke ordening van het plangebied is vastgelegd in meerdere bestemmingsplannen, waarvan de bestemmingsplannen „Tuinzigt‟, „Westerpark‟ en „Haagpoort‟ het grootste deel van het plangebied omvatten. De geldende bestemmingsplannen voor het plangebied zijn ouder dan de wettelijk voorgeschreven 10 jaar en zijn uit dat oogpunt aan herziening toe. Dit geldt temeer nu per 1 juli 2008 de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking is getreden. Hierdoor wordt de noodzaak om te beschikken over actuele bestemmingsplannen alleen maar groter. Het voorgaande vormt de voornaamste reden voor het opstellen van een nieuw bestemmingsplan. Op 18 december 2008 is een nieuwe werkwijze voor het maken van bestemmingsplannen door de gemeenteraad vastgesteld. Dit betekent onder andere dat in een vroeg(er) stadium vertegenwoordigers van de bevolking, bijvoorbeeld wijkraden, bij het proces betrokken worden. Op 8 mei 2009 heeft een gesprek plaatsgevonden met de wijkraad Haagpoort. Op 3 juni 2009 is met de wijkraad Tuinzigt-Westerpark gesproken. Tijdens deze gesprekken hebben beide wijkraden input gegeven en wensen aangegeven. De input is waar mogelijk als uitgangspunten en randvoorwaarden verwerkt in voorliggend Programma van Eisen (hierna: PvE). Het PvE vormt hiermee de basis voor het bestemmingsplan.
1.2
Het plangebied
Tuinzigt en Westerpark en een deel van Haagpoort zijn gelegen ten westen van de binnenstad, net buiten de singels. De plangrens wordt in het noorden gevormd door het spoor richting Roosendaal en het HSLtracé. Vervolgens wordt de plangrens in het oosten gevormd door de bebouwing aan de Hoornwerkstraat en de Tramsingel. In het zuiden wordt de plangrens gevormd door de Vincent van Goghstraat en Ettensebaan. In het westen wordt de plangrens bepaald door de Westerparklaan. De ligging en begrenzing van het plangebied is weergegeven in figuur 1.1.
1.3
Procedure
Voordat de uitgangspunten vertaald worden in het bestemmingsplan is het van belang te weten of er draagvlak is voor de uitgangspunten bij het gemeentebestuur. Daarom worden deze uitgangspunten vastgelegd in een PvE dat, na ambtelijke bespreking in de projectgroep, ter vaststelling wordt aangeboden aan het college en ter bespreking in de commissie Bouwen en Wonen wordt gebracht. Het definitieve PvE kan enerzijds gezien worden als een eindproduct, omdat de meningen van velen erin zijn verwerkt. Anderzijds vormt dit product juist ook een begin, aangezien dit PvE de basis is voor een bestemmingsplan.
3
Figuur 1.1
1.4
Ligging plangebied (rood omlijnd)
Leeswijzer
Hoofdstuk 2 beschrijft de opbouw en inhoud van een bestemmingsplan. In hoofdstuk 3 volgt een korte beschrijving van het plangebied. In hoofdstuk 4 zijn de randvoorwaarden en uitgangspunten voor het bestemmingsplan weergegeven. Dit zijn ruimtelijk relevante aspecten die vertaald worden in het bestemmingsplan. Als laatste wordt in hoofdstuk 5 een beschrijving gegeven van de procedure van het opstellen van voorliggend PvE tot en met het opstellen van het bestemmingsplan.
4
2.
Het bestemmingsplan
De aanleiding voor het maken van een nieuw bestemmingsplan is het actualiseren van de verschillende vigerende bestemmingsplannen, zoals in paragraaf 1.1 is beschreven. Het bestemmingsplan is een bijzonder plan. Het is namelijk een bindend plan voor zowel overheid als burgers. De gemeenteraad stelt het bestemmingsplan vast. Ze wijst daarin de bestemming, ofwel functie van de grond aan. Ook geeft ze regels over het gebruik van de grond en hetgeen daarop gebouwd mag worden (bouwwerken). Bouwvergunningen moeten worden getoetst aan het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan bepaalt mede daardoor of ergens wel of niet gebouwd mag worden en welke functies waar een plek hebben. Opbouw Een bestemmingsplan bestaat uit drie onderdelen: planregels (voor invoering van de nieuwe Wet ruimtelijk ordening op 1 juli 2008 werden dit de voorschriften genoemd), een verbeelding (voorheen de plankaart) en een toelichting. In de toelichting wordt gemotiveerd waarom er sprake is van een goede ruimtelijke ordening en worden de regels en de verbeelding uitgelegd. De regels en de verbeelding zijn de bindende onderdelen van het bestemmingsplan. Op de verbeelding wordt de bestemming aangegeven. Een voorbeeld van een (willekeurige) verbeelding is opgenomen in figuur 2.1. Per bestemming worden in elk geval planregels gegeven met betrekking tot de functie of het doel van de gronden, het bouwen en het gebruik. Uniforme regels In Nederland bestaan sinds kort bindende regels over de naamgeving, de opbouw van de planregels en hoe deze worden verbeeld. Dit wordt de zogenoemde Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) genoemd. Dit alles om alle bestemmingsplannen in Nederland beter te kunnen vergelijken en ze ook digitaal uitwisselbaar te maken. Per 1 januari 2010 is deze digitalisering verplicht. Het nieuwe bestemmingsplan wordt opgebouwd volgens deze landelijke richtlijnen en standaarden. Toetsing Als een burger iets wil bouwen, dan moet bij de gemeente geïnformeerd worden of dat past binnen de planregels van het bestemmingsplan. Past dat niet, en betreft het wel een wenselijke ontwikkeling, dan kan het bestemmingsplan worden herzien; er moet een nieuwe bestemmingsplanprocedure worden doorlopen. Vastleggen en ontwikkelen Een bestemmingsplan heeft twee functies. Op de eerste plaats het vastleggen en beheersen van dat wat er is en ten tweede het mogelijk maken van iets nieuws. Als een initiatiefnemer (dat kan de gemeente zelf zijn, maar bijvoorbeeld ook een burger of een ontwikkelaar) ergens iets wil gaan ontwikkelen, dan moet dit eerst in een bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt. Voor het herzien van een bestemmingsplan moet een procedure worden doorlopen. De gemeente kan ook een zogenaamd projectbesluit nemen. Dit instrument is niet vergelijkbaar met de (voorheen, voor 1 juli 2008 toepasbare) artikel 19.1 WRO procedure omdat met de nieuwe Wro binnen een jaar het projectbesluit alsnog vertaald moet worden in een bestemmingsplan. De meerwaarde van een projectbesluit is zeer beperkt. Om deze reden en de reden dat het maken van een bestemmingsplan efficiënter is, heeft de gemeenteraad van Breda besloten vooralsnog geen gebruik te maken van het instrument projectbesluit. Indien er zich een ontwikkeling voordoet die niet past in het bestemmingsplan, maar wel wenselijk is, kan voor dat deel een nieuw (postzegel) bestemmingsplan worden gemaakt. Als er geen ontwikkelingen zijn, legt het bestemmingsplan de huidige ruimtelijke situatie „vast‟. Om te voorkomen dat voor kleine 'ontwikkelingen', zoals het uitbreiden van een woning, steeds een herziening van het bestemmingsplan nodig is, kunnen in een bestemmingsplan (ruime) bouwmogelijkheden worden gegeven, afgestemd op wat in de situatie ter plekke ruimtelijk aanvaardbaar is.
5
Relatie PvE & bestemmingsplan De uitgangspunten zullen, voor zover dat mogelijk is, zodanig verankerd moeten worden in het bestemmingsplan dat een goede balans gevonden wordt tussen globale en/of flexibele planregels en meer beschermende, gedetailleerde regels.
Figuur 2.1. Uitsnede voorbeeld verbeelding
Planvorm Het ruimtelijk toekomstbeeld voor het plangebied is gericht op behoud, en indien zich mogelijkheden voordoen tevens ter versterking, van de aanwezige functies. In het plangebied zijn geen grootschalige ontwikkelingen te verwachten die in dit bestemmingsplan verankerd worden. Gelet op het voorgaande zal in hoofdzaak sprake zijn van een consoliderend bestemmingsplan, waarbij de bestaande situatie als uitgangspunt dient voor de juridische regeling. De regeling zal daarbij overigens wel voldoende flexibiliteit bieden voor planologisch aanvaardbare bouwinitiatieven danwel beperkte functiewijzigingen.
6
3.
Gebiedsanalyse
In dit hoofdstuk volgt een korte beschrijving van het plangebied. In het bestemmingsplan zal een uitgebreide analyse van de ruimtelijke en functionele structuur opgenomen worden.
3.1
Ruimtelijke structuur
3.1.1 Cultureel erfgoed De gemeente Breda kent een eigen vastgesteld beleid inzake „cultureel erfgoed‟. Onder „erfgoed‟ worden onder andere de onderdelen archeologie, historische geografie en gebouwd erfgoed gerekend. Bij ruimtelijke inrichting en ontwikkelingen in plangebieden zijn beschermings- en inpassingmogelijkheden van erfgoed het uitgangspunt. De gemeente Breda kent hiervoor een beschermingsregeling zoals geformuleerd in de nota Erfgoed in context, Erfgoedvisie Breda 2008-2015. Archeologie Een groot deel van het plangebied Tuinzigt-Westerpark is te beschouwen als een terrein met een middelhoge archeologische verwachtingwaarde. Langs de noord- en westkant zijn gebieden aanwezig met een hoge archeologische verwachtingswaarde. Aan de oostzijde is de voormalige vestingcontour aangegeven als een hoge archeologische waarde. Hieronder vallen niet alleen de wallen en de grachten zelf, maar ook alle vormen van infrastructuur die met deze militaire linie verband houden. Het gebied Lunet A, dat omvat de St. Annakerk, Dr. J. Ingenhouszplein, Vestkant, Schans, Havermanstraat, Van Vlietstraat en deel Nuijtstraat, valt bijvoorbeeld onder deze hoge verwachtingswaarde. Historische geografie Ontwikkeling van het gebied vond in eerste instantie plaats vanuit de westkant, vanuit Princenhage. Vanuit de oostkant, de Bredase kant, vonden minder initiatieven plaats. Vanaf 1910 vonden ook hier initiatieven plaats en werd nieuwbouw op grotere schaal gerealiseerd, zoals het Lindeplein en de bebouwing tussen de Havermansstraat en Van Vlietstraat. Ten aanzien van historisch geografische relicten en waarden is er sprake van een waardevol gebied, al is er minder bewaard gebleven dan in andere gebieden binnen de gemeente. Gebouwd erfgoed In het plangebied bevinden zich de volgende rijksmonumenten: Haagweg 1 (St. Annakerk), Haagweg 3 (voormalige pastorie), Dr. Jan Ingen Houszplein 2 (voormalige Pabo). In het plangebied bevindt zich een gemeentelijk monument in aanwijzing: Haagweg 21 (Annaschool). Een deel van het plangebied valt binnen het beschermd stadsgezicht. De gemeente wil beschermen wat beschermenswaardig is. Daartoe staan enkele instrumenten ter beschikking. Daarnaast moet helder zijn wat formeel als monument beschermd is en wat niet. Iets is beschermd als rijks- dan wel gemeentelijk monument als het wordt aangewezen in de zin van de Monumentenwet 1988 of de Monumentenverordening Breda 1994. Het rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht en het gemeentelijk beschermd stadsgezicht vallen onder deze wetgeving. Binnen de gemeente Breda wordt onderzocht of er waarden (lees: architectonische of stedenbouwkundige kwaliteit met een meerwaarde voor het historisch karakter) zijn, die een regulering of sturing nodig hebben middels deze of andere beleidsinstrumenten. De onderzoeken zijn voornamelijk categoriaal of gebiedsgericht. Dit onderzoek zal worden afgerond met de bescherming van complexen die waardevol zijn. Concreet betekent dit: dat MIP-panden en objecten (zoals bijvoorbeeld woningbouwcomplex St. Anneke) die nog geïnventariseerd, gewaardeerd en/of moeten worden aangewezen, niet worden opgenomen in de toelichting op het bestemmingsplan omdat zij geen status bezitten.
7
-
dat het bestemmingsplan niet het beleidsinstrument is waarmee (potentiële) monumenten worden beschermd.
3.1.2 Groen en water De groen- en watervoorzieningen concentreren zich met name in Westerpark. Tuinzigt en het deel in Haagpoort hebben weinig tot geen structureel groen en water. Aan de noordrand van het plangebied vormen de sportvelden en volkstuinen samen met het talud van de walwoningen in Westerpark een groene buffer tussen het woongebied en het spoor. In het oosten van het plangebied maakt het groen langs de Tramsingel en Weerijssingel deel uit van de hoofdgroenstructuur van Breda. Het groen langs de Westerparklaan, Ettensebaan en Tuinzigtlaan completeren de groenstructuur rond het plangebied. Haagpoort Groenstructuur bestaat uit beplantingen langs en tussen de hoofdwegen. Achter het pand waar de PABO gehuisvest was, ligt een waardevol stukje groen dat niet openbaar toegankelijk is. Tuinzigt „De Baan‟ is het belangrijkste groene structurerende element van Tuinzigt met daaraan gekoppeld het centrale plein aan de Meidoornstraat en een grote groene speelplek ter hoogte van de Duindoornstraat. Brede groene wegbermen van onder andere de Tuinzigtlaan, Emerweg, Ettensebaan, Kwakkelhutstraat en de Lunetstraat. De Dijklaan en Haagweg hebben een brede middenberm met een dubbele bomenrij waar tussen geparkeerd wordt. De Ahornstraat heeft een lange rij blokhagen en leibomen. Verder ligt verspreid in de wijk een aantal met bomen geflankeerde speelplekken en gemeenteplantsoenen. Westerpark Westerpark heeft als „moderne‟ wijk een duidelijke groen- en waterstructuur. Het hoofdelement van de groen- en waterstructuur van Westerpark wordt gevormd door het park de Westertuin, de singel en beide oost-west lopende groenroutes. De bomengroepen en solitaire bomen in de woonbuurtjes completeren de interne groenstructuur. In het zuidelijk deel worden de meeste straten gekenmerkt door een zeer groen beeld. Aan de voorzijde van de woningen liggen gazons met hagen/heesters en vaak ook speelvoorzieningen. Haaks op het wegenpatroon, in noord-zuidrichting, liggen groenzones met wadi‟s. Het noordelijke deel van Westerpark wordt gestructureerd door een brede singel, die de natuurlijke loop van een oude beekloop (Weteringloop) volgt. Tezamen met een aantal straten met een brede groene berm, te weten Prachtvlinders, Eikenpage, Westerparklaan, Blauwtjes en het oude laantje naar Heilaar (Zilveren Maan) vormt de singel een (blauw)groen raamwerk. De speelplekken zijn, op een enkele na, gekoppeld aan deze groenstructuur. In het noordwesten van Westerpark, langs de Westerparklaan, loopt een groenstructuur met als belangrijkste hoofddoel een geluidswal. Naast de geluidswal loopt een waterloop die uitmondt in de vijver (gelegen tussen Blauwtjes, Bloemenblauwtje en Prachtvlinders). Aan de noordzijde is een volkstuinencomplex gelegen. Aan de Ettensebaan/Zandoogjes zijn kantoren en voorzieningen aanwezig waar ten zuiden en ten noorden hiervan een groenvoorziening ligt met aan de zuidwestzijde een waterpartij.
8
3.1.3 Verkeer Autoverkeer In het Verkeersplan Breda zijn alle wegen in Breda opgedeeld in categorieën. In onderhavig plangebied komen ook meerdere categorieën voor. De Westerparklaan vormt de westelijke begrenzing van het plangebied en is een stadsontsluitingsweg. Vanaf de Westerparklaan kan op enkele plaatsen de wijk Westerpark worden ingereden, namelijk bij de Prachtvlinder en de Zandoogjes. De Ettensebaan/Vincent van Goghstraat en de Lunetstraat vormen de belangrijkste toegangswegen. De Ettensebaan is vanaf de A16 tot de kruising met de Westerparklaan een stadsontsluitingsweg, vanaf daar behoren de Ettensebaan en de Vincent van Goghstraat tot de categorie wijkontsluitingswegen. De Lunetstraat wordt eveneens gecategoriseerd als wijkontsluitingsweg. Vanaf de Lunetstraat vormt de Meidoornstraat de belangrijkste toegangsweg naar Tuinzigt. Vanaf de Ettensebaan zijn de Tuinzigtlaan en de Haagweg de belangrijkste toegangswegen naar het plangebied. De oostelijke begrenzing van het plangebied wordt gevormd door de Tramsingel en Weerijssingel. Alle overige straten in de wijken zijn erftoegangswegen en kennen een 30 km/u-regime. Openbaar vervoer Lijn 1 vormt de belangrijkste en enige verbinding tussen het centraal station en de binnenstad enerzijds en de wijken Tuinzigt en Westerpark anderzijds. Er zijn ook enkele lijndiensten die langs de grenzen van het plangebied rijden, waaronder lijn 2 en 54 die via de haltes Dijkplein en Lunetstraat naar de Haagse Beemden rijden en lijn 51 die via de haltes Dijkplein en Lunetstraat naar Prinsenbeek en verder naar Etten-Leur rijdt. De streeklijnen 119, 311, 312 en 316 rijden via de Vincent van Goghstraat en Ettensebaan in de richting van Zevenbergen (119), Oudgastel (311), Roosendaal (312) en Etten-Leur (316). De laatste 3 vormen tevens de HOV-route (Hoogwaardig Openbaar Vervoer) van Breda naar Etten-Leur. Fietsverkeer Het grootste deel van het plangebied bestaat uit erftoegangswegen waarbij het langzaam verkeer gemengd wordt afgewikkeld met het autoverkeer. Het hoofdfietsnetwerk bestaat uit de route die van de Westerparklaan via de Ettensebaan naar de Vincent van Goghstraat voert. Ook de Lunetstraat maakt onderdeel uit van het hoofdfietsnetwerk. Dwars door Tuinzigt en Westerpark loopt een hoofdfietsroute, die vanuit de binnenstad door de wijken loopt richting Etten-Leur. Het secundaire netwerk bestaat uit de fietsroute die via de Ettensebaan, Tuinzigtlaan en Emerweg naar de Blauwtjes loopt. Deze route sluit aan op de route die vanaf Blauwtjes via de Prachtvlinder naar de Westerparklaan loopt. Daarnaast is ook de route via de Zandoogjes, gelegen tussen de Tuinzigtlaan en de Westerparklaan, een secundaire route met nog een extra aantakking vanaf de Zandoogjes op de Ettensebaan. Tot slot vormen de Haagweg en Haagdijk een secundaire route naar de binnenstad.
3.1.4 Bebouwingsstructuur Het plangebied bestaat uit verschillende woongebieden met ieder hun eigen ruimtelijke opbouw. Daarnaast is aan de Ettensebaan/Haagweg een bedrijventerrein gelegen met ook een eigen karakteristiek. Haagpoort e Tot halverwege de 19 eeuw maakte Haagpoort, gelegen buiten de vestingwerken, onderdeel uit van het buitengebied van Breda. De huidige Oranjeboomstraat vormde tot deze tijd de hoofdroute tussen Breda en Antwerpen. In 1905 werd de St. Annakerk gebouwd. Het gebied tussen de (voormalige) St. Annakerk en het dr. Jan Ingenhouszplein wordt gekenmerkt door grootschalige gebouwen die momenteel een maatschappelijke functie vervullen. Behoud van de bestaande, kwalitatief hoogwaardige en monumentale bebouwing aan het plein is uitgangspunt bij nieuwe ontwikkelingen.
9
Het gebied tussen de Havermansstraat en de Van Vlietstraat werd rond 1910 bebouwd met sobere e arbeiderswoningen. De woningen zijn in de jaren ‟80 van de 20 eeuw vervangen. De Haagweg verstedelijkte tot circa 1914 in de vorm van lintbebouwing. Het gebied tussen deze straat en Vestkant werd in deze periode volgebouwd met arbeiderswoningen. In de jaren ‟70 van de vorige eeuw werd de bebouwing rondom de Schans en aan de Vestkant vernieuwd. De bebouwing in de woonbuurt Vestingstraat bestaat uit arbeiderswoningen uit de jaren ‟20 van de vorige eeuw. e In de jaren ‟60 van de 20 eeuw werd de route Vincent van Goghstraat-Ettensebaan gerealiseerd als verbinding tussen het centrum van Breda de A16. De wijk Haagpoort werd door deze aanleg in ruimtelijk opzicht in tweeën gedeeld en de historische linten van de Haagweg en Oranjeboomstraat werden doorbroken. Tuinzigt Tuinzigt is een gedifferentieerde wijk met veel woning(en)blokken uit verschillende bouwperioden. De herkenbaarheid van de verschillende woonblokken/buurten met ieder zijn eigen fysieke en ruimtelijke kenmerken maakt de wijk waardevol. Na de sloop van de vestingswerken die om Breda heen lagen, kwamen er gronden vrij om te gaan bebouwen en werden er nieuwe wegen aangelegd, zoals de Tramsingel, de Lunetstraat en de Beekstraat. De grens tussen Breda en Princenhage lag toentertijd ter plaatse van de Dijklaan. Aan het e eind van de 19 eeuw zijn aan Bredase zijde aan de Tramsingel, het tramstation, een aantal fabrieken en enkele woningen gebouwd. Rond diezelfde tijd zijn er ook woningen aan de Beekstraat en fabrieken aan de Lunetstraat gebouwd. Aan de Princenhaagse zijde van Tuinzigt werd veel meer gebouwd en vaak door particuliere ondernemers zoals aan de Kolfbaanstraat, de Abeelstraat, de Dijklaan en aan het eerste deel van de Haagweg, de Duitenhuisstraat en de Elsstraat. In 1914 werden door een woningbouwvereniging woningen (woningbouwcomplex St. Anneke) gebouwd rond het Frans Heijlaertsplein. In 1924 werden door de gemeente rond het Lindeplein woningen gebouwd. In verschillende fases is tot in de zeventiger jaren de huidige wijk gebouwd. Eind jaren ‟80 en begin jaren ‟90 van de vorige eeuw heeft een grote stadsvernieuwing/herstructurering plaatsgevonden waarbij het centrumgebied is geherstructureerd en een nieuw winkelcentrum is toegevoegd. In het oostelijk deel van de wijk zijn woningen verbeterd/vervangen. Tevens is in die periode een traject uitgezet om milieuhinderlijke bedrijven uit de woonomgeving te krijgen. Braakliggende terreinen zijn voor een groot deel ontwikkeld. Naast deze fysieke ingrepen is een groot aantal projecten uigevoerd met betrekking tot sociale vernieuwing. Inmiddels heeft de wijk hoofdzakelijk een woonfunctie, echter verspreid door de wijk zijn nog enkele bedrijven gevestigd. Een concentratie van bedrijven is aanwezig in het zuiden van de wijk aan de Ettensebaan. Westerpark e Westerpark is in de jaren ‟90 van de 20 eeuw als eerste uitbreidingswijk op basis van “duurzaam bouwen” ontwikkeld. Het gebied heeft een overwegende woonfunctie met een diversiteit aan woningtypen. De ruimtelijke structuur van Westerpark kan verdeeld worden in de volgende gebieden: het woongebied in het noorden, het parkgebied in het midden en het woongebied in het zuiden. Het parkgebied en de singel zijn belangrijke elementen binnen de hoofdstructuur. Ze worden op bepaalde punten geaccentueerd door appartementengebouwen. Het park wordt door middel van een bomenlaan verbonden met Tuinzigt. Om het park en de singel zijn de woonbuurten gegroepeerd. Ieder buurtje heeft zijn eigen verkaveling, oriëntatie en woningtype. De verschillende buurten hebben diverse architectuurstijlen. Per blok of straat komen meerdere woningtypen voor. In het oosten van het woongebied is een strook gelegen met daarin verschillende functies, zoals een middelbare school, basisschool en een café-restaurant, die Westerpark van Tuinzigt scheidt maar ook door het gezamenlijk gebruik verbindt. Het zuidelijke deel van de wijk, tussen het park en het bedrijventerrein, bestaat uit een groene autoluwe woonbuurt die ontsloten wordt door smalle wandel- en fietspaden. Het parkeren is uit de
10
woonbuurt gehaald en aan de randen gelegd. De ruimtelijke structuur van dit gebied sluit nauw aan op die van Tuinzigt waarbij de wandel- en fietspaden doorlopen. Hierdoor zijn de voorzieningen in Tuinzigt goed bereikbaar. Elke groep woningen heeft zijn eigen bebouwingstypologie en architectuurstijl. De woningen bestaan voor het merendeel uit twee bouwlagen met platte daken of lessenaarsdaken. Er komen zowel rijwoningen als twee-onder-een-kapwoningen voor. Bedrijventerrein Ettensebaan In het zuiden van het plangebied, aan de noordkant van de Ettensebaan, is een zone met bedrijven gelegen. De zone die aan weerszijden de Ettensebaan begeleid is in verschillende perioden tot stand gekomen en vormt nu de westelijke entree van Breda. Het oudste deel, waar van oudsher een aantal fabrieken was gevestigd, ligt het dichtst bij de binnenstad. De bebouwing is grootschalig, voornamelijk functioneel met weinig ruimtelijke kwaliteit. Bij het verlaten van de stad in westelijke richting naar de A16 toe, wordt de bedrijfsbebouwing recenter. De bebouwing bestaat hier uit los aan de weg gelegen bebouwing met meer ruimte om de bebouwing heen en georiënteerd op de Etttensebaan.
3.2
Functionele structuur
In het plangebied is de woonfunctie de belangrijkste en meest voorkomende functie. Daarnaast komen verspreid over het plangebied diverse andere functies voor. Er zijn drie verschillende clusters met winkelvoorzieningen te vinden, waarvan één centraal in het gebied en twee aan de randen zijn gelegen. De maatschappelijke voorzieningen, inclusief de scholen, liggen dicht bij het winkelcentrum, waardoor deze makkelijk voor de bewoners te bereiken zijn. De sportvelden en bedrijventerreinen zijn juist aan de randen gelegen zodat deze zo min mogelijk hinder voor het woongebied geven. In deze paragraaf wordt kort ingegaan op de verschillende aanwezige functies.
3.2.1 Wonen De woonfunctie is de meest voorkomende functie in het plangebied. Er is in het gehele plangebied een diversiteit aan woningtypen aanwezig. Het gebied bevatte per 1 januari 2006 circa 50% bereikbare huur- en koopwoningen. Daarnaast behoort circa 2% van de woningen tot de categorie „middeldure huur laag‟ (tot € 621,-) en is bereikbaar met huurtoeslag voor ouderen, gehandicapten en grote gezinnen. In de Structuurvisie Breda 2020 zijn de wijken Tuinzigt en Westerpark aangewezen als consolidatiegebied. De instandhouding en het beheren van de grote ruimtelijke en functionele diversiteit en de huidige kwaliteit van woonmilieus staat voorop. Dit betekent dat kritisch gekeken wordt naar ontwikkelingen die een inbreuk plegen op deze kwaliteit, zoals ruimtelijke verdichting en een hogere parkeerdruk. In consolidatiegebieden zijn ontwikkellocaties niet uitgesloten, maar worden zeer bewust gekozen. Een deel van Haagpoort is aangewezen als herstructureringsgebied. Hierbij staat een kwaliteitsverbetering van het huidige ruimtegebruik centraal. De functies zelf blijven hierbij grotendeels ongewijzigd, maar door ruimtelijke ingrepen verandert de beleving van de ruimte. Op een aantal plekken, met name in Tuinzigt, worden woningen opgekocht voor kamerverhuur aan studenten en tijdelijke werknemers. In deze gebieden is sprake van verloedering en parkeeroverlast. De parkeerdruk in dergelijke woongebieden is al hoog, en door kamerverhuur verslechtert de parkeersituatie. Als uitgangspunt wordt opgenomen dat voor zover mogelijk geprobeerd wordt kamerverhuur tegen te gaan, dan wel te beperken. In het plangebied zijn voldoende kansen voor een bereikbare woning. Kansen voor specifieke doelgroepen als ouderen en mensen met beperkingen zouden kunnen worden vergroot. Bij nieuwbouwinitiatieven wordt getracht hierin verbetering te brengen.
11
3.2.2 Bedrijven en kantoren Bedrijvigheid komt hoofdzakelijk voor in de strook tussen de Zandoogjes/Magnoliastraat en Ettensebaan/Haagweg aan de zuidrand van het plangebied. Het is een bedrijventerrein met zowel grootschalige als kleinschalige bedrijvigheid. De kleinschalige bedrijvigheid is met name terug te vinden buiten het plangebied. Het bedrijventerrein is een combinatie van een gemengd (binnen het plangebied) en wijkwerkterrein (buiten het plangebied) zoals in de Structuurvisie Bedrijventerreinen Breda 2020 (vastgesteld december 2008) is aangegeven. Op het bedrijventerrein zijn onder andere fabrieksgebouwen, een fietsenwinkel, een autogarage, een fitnesscentrum en een kantoor te vinden. Ook komen er verspreid door de wijk enkele bedrijven voor. Een deel van de bestaande bedrijvigheid past uitstekend binnen de wijk. Daarnaast is een aantal bedrijven in de woonomgeving gelegen die hier minder goed thuishoren vanwege de hinder die ze veroorzaken. Vanwege de overwegende woonfunctie van het gebied en de overlast die bedrijven kunnen veroorzaken, worden nieuwe (grootschalige) bedrijfslocaties niet gewenst geacht in het plangebied. Bestaande bedrijven en nieuwe kleinschalige bedrijvigheid zijn vanuit economisch en sociaal-maatschappelijke redenen wel wenselijk. Aandacht voor de milieuzonering is hierbij vereist. Het verdwijnen van enkele bedrijven, bijvoorbeeld Kerry, met een aanzienlijke milieucirkel geeft ruimte tot het heroverwegen van de categorie-indeling op het bedrijventerrein. In het bestemmingsplan wordt voor het terrein de maximaal wenselijke/mogelijke categorie bepaald zodat een en ander goed aansluit bij actuele wensen.
3.2.3 Detailhandel Het gebied vormt één wijk voor wat betreft de centraal gelegen voorzieningen. Met de komst van Westerpark zijn de winkelvoorzieningen in Tuinzigt op peil gebracht. De winkelvoorzieningen zijn op drie locaties geconcentreerd: o Winkelcentrum Tuinzigt, aan de Acaciastraat; o Winkelcentrum de Lunet aan de Lunetstraat (plannen voor herontwikkeling, zie paragraaf 4.3); o Winkelvoorzieningen aan de Haagweg. Het winkelcentrum Tuinzigt is centraal gelegen in de wijk en kent een open structuur met hoogbouw, winkels met bovenwoningen, een winkelcentrum, kerk en scholen. Het is een modern goed functionerend buurtcentrum. De detailhandelsvoorzieningen in het winkelcentrum Tuinzigt maken onderdeel uit van de fijnmazige detailhandelsstructuur zoals die is geformuleerd in de Detailhandelsnota 2002. De Haagweg heeft weinig betekenis in de dagelijkse verzorgingsstructuur. De voorzieningen aan de Haagweg bestaan uit verschillende kleinschalige winkels en veel horecabedrijven. De winkels aan de Haagweg zijn kleinschalig en passen binnen het profiel van aanloopstraat naar de binnenstad. Stabilisatie in de toekomst is hier uitgangspunt, evenals regulatie van de vestiging van smart-, growen headshops en belwinkels conform het paraplubestemmingsplan Smart-, grow- en headshops en belwinkels. Winkelcentrum de Lunet wordt naar alle waarschijnlijkheid herontwikkeld in het kader van de herontwikkeling van de NAC-omgeving.
3.2.4 Horeca In het plangebied zijn verschillende horecavestigingen aanwezig al dan niet in combinatie met wonen op de verdieping. De meeste horeca is gevestigd aan de Haagweg en de Dijklaan. Daarnaast zijn rond het winkelcentrum in Tuinzigt enkele horecabedrijven aanwezig. Conform het horecabeleid in het Horecabeleidsplan 2005 mag de bestaande horeca worden gecontinueerd. Nieuwe horecavestigingen zijn gelet op het overwegende woonkarakter niet wenselijk.
3.2.5 Maatschappelijke en sportvoorzieningen Maatschappelijk In Westerpark is een cluster aan maatschappelijke voorzieningen aanwezig, waaronder een basisschool aan de Wegedoornpage en een middelbare scholengemeenschap aan de Emerweg.
12
Op de hoek van de Argusvlinder en de Tuinzigtlaan is het Woon-Zorgcentrum Westerwiek gelegen, waarin onder andere het ouderensteunpunt van de Stichting Ouderenwerk Breda (SOB) is gevestigd. Aan de Meidoornstraat zijn verschillende maatschappelijke voorzieningen aanwezig zoals een buurthuis en kinderdagopvang. Daarnaast is aan de Zandoogjes recentelijk het „kindercentrum Zandoogjes‟ gerealiseerd, waarin de volgende functies gevestigd zijn: o verloskundigenpraktijk; o regulier kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang (Kober Groep); o medisch kinderdagverblijf en een logeerhuis (Amarant); o onderwijs (Baronie college) Binnen het plandeel Haagpoort is in de huidige situatie een aantal onderwijsinstellingen aanwezig, zoals de basisschool aan de Weerijssingel. In het pand aan het Dr. J. Ingenhouszplein is momenteel de onderwijsinstelling De Rooi Pannen gevestigd. Er zijn plannen om het gebouw beperkt uit te breiden. De wijkraad Haagpoort heeft aangegeven dat zij bij voorkeur het gebouw ziet voor een maatschappelijke functie, zoals onderwijs, de vestiging van een kinderdagverblijf, consultatiebureau en gemeenschapshuis. In Haagpoort is eveneens een buurthuis aan de Scheldestraat aanwezig. Echter, deze is niet binnen het plangebied gelegen waardoor deze niet verder besproken wordt. Sport In het noorden van Tuinzigt, aan de Kwakkelhutstraat, ligt een sportcomplex met voetbalvelden, die gebruikt worden door de voetbalvereniging TVC Breda en de nabijgelegen scholen Markenhage en de Boomgaard. Het derde sportveld aan de Kwakkelhutstraat, Boykes Speelhoeve, is specifiek bestemd voor buurtbewoners uit Tuinzigt en Westerpark. Er worden naschoolse sportactiviteiten georganiseerd via de stichting Boykes Speelhoeve. De speeltuin in de Abeelstraat is een van de vier beheerde speeltuinen in Breda. Daarnaast zijn ook aan de Vuurvlinder, Weigeliastraat/Wingerdstraat, Egelantierstraat, Jasmijnstraat en Kastanjestraat speelvoorzieningen aanwezig. Recentelijk is ook een voetbalkooi gerealiseerd aan de Wingerdstraat/Duindoornstraat. Binnen het Haagpoortse plandeel zijn, behalve de voetbalkooi in de Tolsteeg, weinig tot geen speelvoorzieningen voor kinderen aanwezig. De wijkraad Haagpoort heeft aangegeven dat het wenselijk is de voetbalkooi in de Tolsteeg te verplaatsen naar een andere locatie. Het terrein bij Haagweg/Tolsteeg kan dan anders ingericht worden en zal minder overlast veroorzaken.
13
4.
Randvoorwaarden en uitgangspunten
Dit hoofdstuk geeft per thema de randvoorwaarden en uitgangspunten weer die verankerd worden in het nieuwe bestemmingsplan.
4.1
Ruimtelijke uitgangspunten
4.1.1 Cultureel erfgoed De gemeente Breda kent een eigen vastgesteld beleid inzake „cultureel erfgoed‟. Onder „erfgoed‟ worden onder andere de onderdelen archeologie, historische geografie en gebouwd erfgoed gerekend. Bij ruimtelijke inrichting en ontwikkelingen in plangebieden zijn beschermings- en inpassingmogelijkheden van erfgoed het uitgangspunt. De gemeente Breda kent hiervoor een eigen beschermingsregeling zoals geformuleerd in de nota Erfgoed in context, Erfgoedvisie Breda 2008-2015. Onderdeel van het uiteindelijk bestemmingsplan is dan ook een „erfgoed‟-paragraaf. De planregels die eveneens zijn opgenomen in het bestemmingsplan volgen uit het genoemde vastgestelde beleid. Voor een volledig overzicht van het aanwezige erfgoed wordt verwezen naar het uiteindelijk vast te stellen bestemmingsplan. Archeologie Een groot deel van het plangebied is te beschouwen als een terrein met een middelhoge tot hoge archeologische verwachtingwaarde. Voor de gebieden die conform de archeologische beleidsadvieskaart worden gekenmerkt als gebieden met een andere dan een lage verwachtingswaarde wordt de dubbelbestemming „Waarde-Archeologie‟ opgenomen. Gebouwd erfgoed Het bestemmingsplan is niet het beleidsinstrument waarmee (potentiële) monumenten worden beschermd, wel worden de panden met een monumentenstatus in de toelichting van het bestemmingsplan opgenomen. In het plangebied bevinden zich een aantal monumenten. In het bestemmingsplan worden de monumenten uitsluitend benoemd. De bescherming geschiedt op basis van de Monumentenwet 1988 en de Monumentenverordening Breda 1994. Het beschermd stadsgezicht valt eveneens onder deze wetgeving. Voor het jaar 2009 staat een onderzoek naar de cultuurhistorische waarde van woningbouwcomplexen gepland. Dit onderzoek zal worden afgerond met de bescherming van complexen die waardevol zijn. Voor de afweging wordt de gemeentelijke erfgoedmeetlat gebruikt. Vooruitlopend op dit onderzoek is het bestemmingsplan het middel om deze woningbouwcomplexen een zekere bescherming mee te geven. Deze bescherming is vooral gericht op het behoud van de schaal van het individuele pand in het complex. Dit zal worden gerealiseerd door het opnemen van strakke bouwregels.
4.1.2 Openbare ruimte Water Bestaande (legger)watergangen behouden en als zodanig bestemmen. Uitvoeren watertoets. In het kader van ieder ruimtelijk plan dient een verplichte watertoets uitgevoerd te worden. Bij nieuwe ontwikkelingen dient een gescheiden riolering te worden aangelegd. Het hemelwater dient bij voorkeur te infiltreren. Indien dit niet mogelijk is, dient een retentievoorziening (voorzieningen voor het vasthouden van water) te worden aangelegd. Hiervoor dient ruimte te worden gecreëerd. Groen
14
Behoud en waar mogelijk versterking van de aanwezige groenstructuur binnen het plangebied. Daar waar sprake is van structurele groenelementen, bijvoorbeeld het groen tussen de geluidswal en Keizersmantel, het park de Westertuin, de zone tussen de walwoningen en het spoor, worden de gronden bestemd als „Groen‟. De niet-structurele groenelementen, zoals solitaire bomen en struiken, worden als „Verkeer‟ bestemd waarbinnen eveneens groenvoorzieningen mogelijk zijn. Bij nieuwe ontwikkelingen moet onderzocht worden of de groenstructuur kan worden versterkt. Deze groenstructuur kan ook gebruikt worden voor recreatie, bv als trapveld. Bij nieuwe ontwikkelingen dient een quick-scan flora en fauna te worden uitgevoerd om te kijken of eventueel beschermde soorten worden verstoord. Indien hier sprake van is, dient afhankelijk van de aangetroffen soorten te worden nagegaan hoe hiermee moet worden omgegaan.
Verkeer en parkeren In het kader van het bestemmingsplan worden geen structurele verkeerskundige maatregelen getroffen die in het bestemmingsplan mogelijk moeten worden gemaakt. De bestaande wegen en het openbaar gebied worden opgenomen binnen de bestemming „Verkeer‟, met uitzondering van de structurele groenelementen. De wijkraad Tuinzigt-Westerpark heeft aangegeven dat zij graag een beeld krijgen van de verkeerscirculatie. Een onderzoek naar de verkeerscirculatie in de gehele wijk is wenselijk. De Kadernota geeft hierover het volgende aan: “Andere wijken waar ontwikkelingen spelen, hebben meer prioriteit gekregen voor een verkeersonderzoek, o.a. Brabantpark. Een onderzoek in Tuinzigt/Westerpark zit voor 2010 niet in de planning.”
4.1.3 Milieu De Milieuvisie 2015 is het geldende gemeentelijke milieubeleid en heeft in de bestemmingsplanprocedures dan ook een plaats. In de milieuvisie zijn doelen geformuleerd voor 2015. Bodem Het plangebied is geschikt voor een breed gebruik. Alle historische bodemverontreinigingen (locaties waar in het verleden stoffen in de bodem zijn terecht gekomen die nog niet zijn gesaneerd) zijn gesaneerd of beheersbaar (Milieuvisie 2015). Voor het terrein van Fokkema en Broeders wordt een aparte bodemprocedure doorlopen, los van de bestemmingsplanprocedure. De wijze van het saneren van de bodem is overeengekomen en is in de uitvoeringsfase beland. Bedrijvigheid en milieuzonering Er worden geen nieuwe bedrijfslocaties mogelijk gemaakt. Voor de bestaande bedrijven is aandacht voor de milieuzonering vereist. Externe veiligheid Alle risico‟s zijn inzichtelijk, bekend en aanvaardbaar. Waar noodzakelijk liggen rampenplannen en vluchtroutes klaar (Milieuvisie 2015). Geluid De geluidskwaliteit in het plangebied is inzichtelijk, bekend en aanvaardbaar. Een dynamisch gebied met stille plekken, zonder hinder en met voldoende rust (Milieuvisie 2015). Over een deel van het plangebied loopt de geluidzone van industrieterrein Breda Noord. Deze geluidcontour wordt gereduceerd tot buiten het plangebied. Dit betekent dat beperkingen (bij nieuwe ontwikkelingen) wat betreft industrielawaai niet meer aanwezig zijn binnen het plangebied. Langs de Westerparklaan loopt een geluidswal die het achterliggende woongebied beperkt tegen te veel geluidsoverlast. Daarnaast hebben de walwoningen in het noorden van Westerpark tevens een geluidafschermende werking voor het zuidelijk gelegen woongebied. Op diverse punten in het plangebied zijn „verhoogde‟ waarden geconstateerd. De „verhoogde waarden‟ worden veroorzaakt door wegen met een forse verkeersintensiteit. Ter plaatse van
15
woningen is aan een eventuele saneringsplicht voldaan die door het Rijk is opgelegd. In de toelichting van het bestemmingsplan wordt nader ingegaan op de geluidbelasting ter plaatse. Indien nieuwbouwplannen in het bestemmingsplan worden opgenomen, dient een akoestisch onderzoek te worden verricht om de geluidbelasting ter plaatse van bestaande en nieuwe geluidgevoelige bestemmingen, zoals woningen, in kaart te brengen. Hieruit blijkt of al dan niet kan worden voldaan aan de normen uit de Wet geluidhinder. Indien niet voldaan kan worden, dan dienen maatregelen getroffen te worden. Het document „Zicht op Bredaas geluid‟ geeft inzicht op welke wijze de gemeente probeert maatregelen te treffen.
Luchtkwaliteit De luchtkwaliteit is inzichtelijk, bekend en aanvaardbaar (Milieuvisie 2015). In de toelichting van het bestemmingsplan wordt nader ingegaan op de luchtkwaliteit ter plaatse. Maatregelen worden veelal genomen op gemeentelijk/regionaal niveau, zoals een luchtkwaliteitsplan. Door middel van dergelijke maatregelen verbetert de gemeente de luchtkwaliteit. Indien nieuwbouwplannen in het bestemmingsplan worden opgenomen, wordt de nieuwe situatie getoetst aan de Wet luchtkwaliteit.
4.2
Functionele uitgangspunten
4.2.1
Algemeen
Flexibiliteit in toegestane functies mogelijk maken waar dit ruimtelijk gezien wenselijk en aanvaardbaar is. Zo zal bijvoorbeeld voor de Haagweg een bestemming „Gemengd‟ worden opgenomen, waarin verschillende functies mogelijk zijn zoals detailhandel, kantoren, dienstverlening, bedrijvigheid, maatschappelijke voorzieningen, wonen (op de verdieping) en horeca.
4.2.2
4.2.3
Wonen
Wonen boven winkels mogelijk maken. Kamerverhuur tegengaan, dan wel beperken. Onderzoeken of het niet toelaten, eventueel met een in aantal beperkte ontheffingsmogelijkheid, van kamerverhuur tot de mogelijkheden behoort. Nieuwe woonlocaties voldoen aan de „Nota Kwaliteit Wonen‟. Eind 2008 is de gebiedsvisie „Geschikt Wonen voor Iedereen‟ voor het gebied Tuinzigt-WesterparkHaagpoort vastgesteld door het College van B&W. Op basis van die gebiedsvisie wordt een uitvoeringsprogramma voor het gebied gestart. Dit uitvoeringsprogramma concentreert zich op het aanbod van geschikte zorgwoningen en daarbij passende voorzieningen.
Detailhandel
Bestaande detailhandelsvestigingen mogen op de huidige locaties gehandhaafd blijven en krijgen de bestemming „Detailhandel‟. Behoud van buurtwinkelcentrum Tuinzigt als voorziening voor de dagelijkse boodschappen. Uitbreiding van de detailhandel buiten de bestaande buurt- en wijkwinkelcentra wordt niet wenselijk geacht. In het bestemmingsplan wordt buiten de winkelcentra en bestaande detailhandel in geen bestemming detailhandel toegestaan. Stabilisatie van de detailhandelsfunctie van de Haagweg. Reguleren van de vestiging van smart-, grow- en headshops en belwinkels conform het bestemmingsplan Smart-, grow- en headshops en belwinkels. De regeling zoals die in het parapluplan is opgenomen, wordt overgenomen in het nieuwe bestemmingsplan.
16
4.2.4
4.2.5
Horeca
Behoud van het aantal horecagelegenheden in het plangebied. In het bestemmingsplan wordt de bestaande horeca positief bestemd als „Horeca‟. Concentratie van de horeca in of rondom de detailhandelsvoorzieningen. Waar mogelijk tegengaan van verspreide horeca in het plangebied. In het bestemmingsplan wordt geen nieuwe horeca mogelijk gemaakt.
Bedrijvigheid
Behoud van bedrijventerrein aan de Ettensebaan/Haagweg conform de Structuurvisie Bedrijventerreinen Breda 2020 met daarbij toepassing van een actuele milieuzonering. In het bestemmingsplan wordt voor het terrein de maximaal wenselijke/mogelijke categorie bepaald zodat een en ander goed aansluit bij actuele wensen. Het bedrijventerrein krijgt de bestemming „Bedrijventerrein‟. Positief bestemmen van bestaande verspreid liggende bedrijven in het plangebied. De bestaande bedrijven in het plangebied krijgen de bestemming „Bedrijf‟, waardoor ze gecontinueerd mogen worden. Nieuwe bedrijfslocaties worden niet mogelijk gemaakt, vanwege de overwegende woonfunctie in het plangebied. In het bestemmingsplan wordt buiten de bestaande bedrijven, geen nieuwe bedrijvigheid mogelijk gemaakt in de verschillende bestemmingen.
4.2.6 Kantoren
In het plangebied is een beperkt aantal kantoren aanwezig. De aanwezige kantoren worden positief bestemd als „Kantoor‟. Nieuwe kantoorvestigingen worden niet mogelijk gemaakt binnen het plangebied. In het bestemmingsplan wordt buiten de bestaande kantoren, geen nieuwe kantoren mogelijk gemaakt in de verschillende bestemmingen.
4.2.7 Maatschappelijk
Behoud maatschappelijke voorzieningen, zoals basisscholen en het buurtcentrum „De Meidoorn‟ waarin ook een jongerenvoorziening (‟t Honk) is gevestigd. De aanwezige maatschappelijke voorzieningen krijgen de bestemming „Maatschappelijk‟ zodat continuering mogelijk is. De jeugd in de wijk moet onbekommerd in een aantrekkelijke omgeving opgroeien. Dit betekent dat er voldoende speel- en ontdekkingsplekken moeten zijn in de wijk voor de opgroeiende jeugd (bij vaststelling van Maatschappelijke Visie door gemeenteraad). Ruimte voor speelplekken wordt in het bestemmingsplan mogelijk gemaakt door hieraan de bestemming „Verkeer‟ te geven. Deze bestemming is bedoeld voor het (openbare) verkeer- en verblijfsgebied. Aandacht voor voldoende aanbod van voorzieningen, zoals kinderopvang en buitenschoolse opvang (bij sportcomplexen) (dit kan een knelpunt zijn in de wijk). In het kader van het bestemmingsplan wordt bekeken of kinderopvang en buitenschoolse opvang bij het sportcomplex wenselijk is. Er wordt zo flexibel mogelijk bestemd, zodat uitwisseling van verschillende voorzieningen mogelijk is binnen de wettelijke kaders. De speeltuin Tuinzigt aan de Abeelstraat 8b moet behouden blijven voor maatschappelijke doeleinden. In het bestemmingsplan wordt de speeltuin bestemd als „Cultuur en ontspanning‟ met de aanduiding „speeltuin‟. Er komt een voetbalkooi in de Duindoornstraat/Wingerdstraat. In het bestemmingsplan wordt deze juridisch verankerd. Aandacht voor ontwikkelingen in zorgcentrum Westerwiek. Deze voorziening moet de ruimte krijgen om zich te ontwikkelen tot de functie van zorgkruispunt. Westerwiek is ruimtelijk te beperkt om aan de vraag te kunnen voldoen. In het bestemmingsplan wordt de mogelijke fysieke uitbreiding van Westerwiek mogelijk gemaakt door een voldoende groot bouwvlak op te nemen.
17
4.2.8 Sport
4.3
Behoud van bestaande sportvoorzieningen in plangebied. In het bestemmingsplan worden de bestaande sportvoorzieningen als „Sport‟ bestemd. Behoud Boykes speelhoeve en voormalig scoutinggebouw Abeelstraat. In het bestemmingsplan worden beide voorzieningen als zodanig opgenomen. Voetbalkooi Tolsteeg: de mogelijkheden voor het eventueel verplaatsen naar een andere locatie moeten nog worden onderzocht.
Ontwikkelingen
Woningbouw Emerhoef, de Blauwtjes/Emerweg Er zijn plannen van Rasenberg Projectontwikkeling om hier grondgebonden woningen (circa 26) te realiseren in de vorm van terraswoningen en rijwoningen. De woningen zijn georiënteerd op de Emerweg en Blauwtjes. Een deel van de volkstuinen tussen het spoor en de bestaande woningen blijft behouden. Mogelijk wordt dit plan in het nieuwe bestemmingsplan verankerd, afhankelijk of dit plan past in de planning van het bestemmingsplan. Zo niet, dan wordt een aparte procedure doorlopen waar eveneens inspraakmomenten mogelijk zijn.
Ontwikkelingen rondom Markenhage Scholengemeenschap Markenhage inventariseert of er mogelijkheden zijn om de faciliteiten van deze middelbare school uit te breiden met een theater, een sportzaal, een mediazaal. De school wil zich profileren als een middelbare school met een accent op theater, dans en sport en wil de daarbij behorende voorzieningen gaan realiseren. Deze voorzieningen kunnen eventueel ook door buurtbewoners worden gebruikt. Deze ontwikkeling is nog in de fase van planvorming. Ten tijde van het opstellen van het bestemmingsplan wordt bekeken of de ontwikkelingen concreet genoeg zijn om in het bestemmingsplan op te nemen.
Oude PABO-gebouw, Dr. Jan Ingen Houszplein Momenteel is dit gebouw gehuurd door de onderwijsinstelling De Rooi Pannen. Er zijn plannen om het gebouw beperkt uit te breiden. De wijkraad Haagpoort heeft aangegeven dat zij bij voorkeur het gebouw ziet voor een maatschappelijke functie, zoals onderwijs, de vestiging van een kinderdagverblijf, consultatiebureau en gemeenschapshuis. In het nieuwe bestemmingsplan wordt naast onderwijs, ook sociaal-culturele en andere maatschappelijke voorzieningen toegestaan.
Dr. Jan Ingen Houszplein en Haagweg De wijkraad Haagpoort en Tuinzigt/Westerpark zien graag dat dit plein structureel opgeknapt wordt tot een gebruiks- en ontmoetingsplein. Herinrichting kost uiteraard geld. De kadernota moet uitsluitsel geven over financiering van het opknappen van het Ingenhouszplein en de Haagweg. De Kadernota 2010, Samen sterk, zegt hierover het volgende: “De Haagweg is één van de laatste delen van de negentiende eeuwse boulevards van Breda die nog intact is. Een complete herinrichting is noodzakelijk om recht te doen aan de cultuurhistorische waarde van de Haagweg en de gewenste kwaliteit zoals in de visie Openbare Ruimte is beschreven. Een reconstructie van de Haagweg en het Dr. Jan Ingenhouszplein wordt in de komende bestuursperiode uitgevoerd”. Het bestemmingsplan is niet een instrument dat de inrichting van de openbare ruimte kan vastleggen. Wel moet in het bestemmingsplan de (juridische) ruimte geboden worden om dergelijke ontwikkelingen tot uitvoer te brengen.
Winkelcentrum de Lunet In het kader van de herontwikkeling van de NAC-omgeving, is ook het winkelcentrum de Lunet bij deze plannen betrokken. Gedacht wordt aan een transformatie naar woningbouw en mogelijk een
18
deel voor kantoren. De wijkraad heeft een aantal eigen wensen aangegeven betreffende de herontwikkeling rondom de Lunet, te weten de bouwhoogte van de nieuwbouw mag niet hoger zijn dan de hoogte van de bestaande bebouwing. En verder moet de nieuwe bebouwing passen in de bestaande bebouwing van de Tramsingel. Deze ontwikkeling wordt echter nog niet verankerd in het nieuwe bestemmingsplan, aangezien het een zodanig complexe ontwikkeling betreft dat actualisering van het nieuwe bestemmingsplan hierdoor vertraging zou oplopen. In de toelichting zal aan de verplaatsing van De Lunet wel aandacht worden geschonken. Op basis van het nu geldende bestemmingsplan is een nieuwe ontwikkeling niet rechtstreeks (zonder procedure) mogelijk, omdat hiervoor een uit te werken bestemming geldt. Voor nieuwe ontwikkelingen is dus altijd een procedure nodig en de wijkraad zal hierbij als de plannen concreet zijn, worden betrokken.
4.4
Planregels Conserverend bestemmen. Dit betekent dat in het bestemmingsplan de bestaande functies en planologische mogelijkheden worden behouden en daar waar de feitelijke situatie afwijkt in het kader van het bestemmingsplan een afweging gemaakt wordt. Nieuwbouwinitiatieven worden alleen in het bestemmingsplan opgenomen, indien zij concreet genoeg zijn. Onderscheid in planregels, met name bebouwingspercentage, voor verschillende deelgebieden in het plangebied, gelet op de verschillen in wijktype. Daar waar sprake is van een verspringende of rechte rooilijn dient deze gehandhaafd te worden. Vastleggen van maximale goot- en bouwhoogten voor bebouwing op basis van de huidige hoogten. Vastleggen van bouwvlak, waarin gebouwd mag worden. Behoud van de karakteristieke bebouwing aan het Lindenplein. Mogelijkheden voor mantelzorg in planregels opnemen. Middels een binnenplanse ontheffing wordt mantelzorg in bijgebouwen, onder voorwaarden, mogelijk gemaakt. Aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten in of bij een woning zijn mogelijk. In bijgebouwen kan dit middels een binnenplanse ontheffing, onder voorwaarden, mogelijk zijn. Uitbreiding van het hoofdgebouw met aan- en uitbouwen is toegestaan conform de gemeentelijke erfbebouwingsregeling.
19
5 Procedure Dit hoofdstuk beschrijft de procedure van het opstellen van het PvE tot en met het opstellen van het bestemmingsplan.
5.1
Programma van Eisen
Op 18 december 2008 is een nieuwe werkwijze voor het maken van bestemmingsplannen door de gemeenteraad vastgesteld. Deze nieuwe werkwijze betekent onder andere dat in een vroeg(er) stadium vertegenwoordigers van de bevolking bij het proces betrokken worden. Tijdens deze gesprekken, met bijvoorbeeld wijkraden, komen hoofduitgangspunten en randvoorwaarden naar voren die zowel beleidsals realisatieaspecten betreffen en die vastgelegd worden in een PvE als deze ruimtelijk relevant zijn (en dus van belang voor het bestemmingsplan). De wijkraden fungeren hierbij als „kennisgroep‟ van de wijk. Op die manier wordt, vanuit de wijkraden, bekend wat er speelt in de wijk. Voor het maken van het Programma van Eisen heeft deze consultatie op 8 mei 2009 met de wijkraad Haagpoort en op 3 juni 2009 met de wijkraad Tuinzigt/Westerpark plaatsgevonden, en in de „opmerkingenronde‟ over het concept Programma van Eisen. De input die naar voren is gekomen tijdens deze overlegmomenten is verwerkt in voorliggend PvE. Bij het opstellen van het bestemmingsplan zullen wij opnieuw de wijkraad consulteren en vragen een reactie te geven op het concept-bestemmingsplan. In voorliggend PvE zijn ruimtelijke relevante uitgangspunten en randvoorwaarden op verschillende beleidsterreinen geformuleerd. Het PvE dient als uitgangspunt voor het nieuwe bestemmingsplan dat aansluitend hieraan wordt opgesteld.
5.2
Bestemmingsplan
Na het PvE wordt het bestemmingsplan opgesteld. In de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is de te volgen wettelijke procedure voor het bestemmingsplan vastgelegd. Het PvE zal dienen als kader voor het nieuwe bestemmingsplan. In de eerste fase van het bestemmingsplan (concept-ontwerp) vindt het wettelijke vooroverleg plaats met instanties als waterschap, diensten van het Rijk en provincie. Ook wordt in deze fase het bestemmingsplan besproken met beide wijkraden. De uitkomsten van het vooroverleg worden verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan. Indien dit traject is afgerond, start de wettelijke procedure met betrekking tot vaststelling van het bestemmingsplan. Met de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan (voor de duur van zes weken) is de formele vaststellingsprocedure gestart. Gedurende de periode van de tervisielegging kan iedereen schriftelijk of mondeling een reactie (zienswijzen) op het plan of onderdelen daarvan inbrengen. De zienswijzen worden samengevat en van commentaar voorzien. Deze zienswijzen zullen worden beoordeeld op het feit of, en zo ja, in hoeverre het ontwerp aanpassing behoeft. Vervolgens zal het college de raad voorstellen het bestemmingsplan al dan niet gewijzigd vast te stellen. Na vaststelling wordt het plan voor de tweede maal zes weken ter visie gelegd. Gedurende deze periode kunnen belanghebbenden tegen het vaststellingsbesluit beroep instellen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Indien geen beroep wordt ingesteld, is het plan na deze beroepstermijn onherroepelijk en treedt het plan in werking.
20
Bijlagen
21
VERSLAG BIJEENKOMST MET WIJKRAAD HAAGPOORT D.D. 8 MEI 2009 BESTEMMINGSPLAN TUINZIGT/WESTERPARK Locatie: Kamer Paul Piket Tijd: 10.00 uur tot 12.00 uur Aanwezig: Bert de Vries, Do Testers, Dick Sonneveld, Nico Rijven, Janine Curfs, Paul Piket, Michael Burm, Karin Vromans (verslaglegging).
Paul Piket meldt dat dit jaar (concept ontwerp) bestemmingsplan Tuinzigt/Westerpark gemaakt moet worden volgens de door de raad vastgestelde planning. We willen een deel van de wijk Haagpoort (tussen de Haagweg en Vincent van Goghstraat) bij dit plan betrekken, aangezien de Ettensebaan een hele logische plangrens is. De wijkraad is daarom uitgenodigd om hierop haar visie te geven en eventueel input te leveren voor dit nieuwe bestemmingsplan. Mevrouw Testers geeft aan dat ze het erg vervelend vindt dat er bij de gemeente verschillende gebiedsgrenzen worden gehanteerd. Ze geeft aan dat de Wijkraad het logisch vindt dat de grens voor het nieuwe bestemmingsplan bij de Vincent van Goghstraat ligt. Daarnaast geeft Paul Piket aan dat er ook nog een soort gelijk gesprek gaat plaatsvinden met de wijkraad Tuinzigt/Westerpark. Mevrouw Testers geeft aan dat de wijkraad Haagpoort een goed contact heeft met de wijkraad Tuinzigt/Westerpark. Paul Piket legt aan de hand van een schema de nieuwe werkwijze voor het maken van een bestemmingsplannen uit. Er zijn eerst gesprekken met de wijkraad, dan wordt een Programma van Eisen opgesteld en met de raadscommissie besproken en daarna volgt het bestemmingsplan. Probleem is wel dat niet alle beleidsmatige wensen in een bestemmingsplan kunnen worden geregeld, maar de intentie is wel om dat wat niet opgenomen kan worden wordt doorgegeven aan andere instanties/afdelingen binnen de gemeente. In principe is het grootste (zuidelijke) deel van Haagpoort pas in volgende jaren aan de beurt voor herziening, maar mocht er in Haagpoort een acute reden voor aanpassing van het bestemmingsplan zijn, dan kan een postzegel bestemmingsplan worden overwogen. Mevrouw Testers vraagt wat de komende jaren gaat gebeuren met het ABN/AMRO terrein. Aangegeven wordt dat dit niet in het nieuwe bestemmingsplan wordt opgenomen. Janine Curfs zal een en ander navragen [ps. Inmiddels is bekend dat op dit terrein een verzoek terinzage ligt voor het bouwen van starters- en studentenwoningen. Informatie hierover is opgestuurd naar de wijkraad]. Mevrouw Testers wil weten wat de stand van zaken is omtrent het Hessels-terrein. Paul Piket meldt dat hier een bouwvergunning is verleend waartegen een bezwaar loopt van het bedrijf Biermans. Reden: als woningbouw plaatsvindt, denkt Biermans de bedrijfsruimte niet volledig te kunnen benutten). De gemeenteraad heeft op voorstel van het beleidsveld EZ besloten dat het terrein van Biermans bedrijventerrein moet blijven. Mevrouw Testers geeft aan dat ze het bedrijf van Biermans niet het visitekaartje van de wijk vindt. Iedereen in de wijk zou blij zijn als het terrein Hessels maar ook Biermans herontwikkeld wordt. Paul Piket geeft aan dat er een gesprek komt met EZ en Biermans over eventuele verplaatsing van het bedrijf. Nico Rijven vraagt of het mogelijk is om wonen/werken te combineren, zo kun je ook rekening houden met de wens van EZ. Conclusie: het standpunt van de wijkraad, die voor herontwikkeling is van de locatie Hessels-Biermans, is dat herontwikkeling tot woningbouwlocatie de voorkeur heeft, met voldoende aandacht voor parkeergelegenheid. Afgesproken wordt dat de visie van de wijkraad hierover bij de leidinggevenden van EZ en RO (directeuren Nora v/d Griend en Arno v.d. Hurk ) terecht komt. Actie: Paul Piket Mevrouw Testers vraagt hoe het staat met supermarkt Jumbo, blijven ze op dit terrein of gaan ze naar het NAC-terrein? Zowel Paul Piket en Janine Curfs geven aan niet te weten of er plannen zijn met de huidige Jumbo-locatie. Het is een legale, vergunde situatie. Collega Hans Thoolen zal worden verzocht hierover contact op te nemen met mevrouw Testers. Actie: Paul Piket Mevrouw Testers vraagt wat er gaat gebeuren met het Vosterrein? Nu wordt er vuil gestort en het wordt door de gemeente niet meer opgehaald. Het wordt ook als crossterrein gebruikt. Paul Piket zal dit doorspelen aan Paul van Beek, de gebiedsmanager. Actie: Paul Piket
22
Mevrouw Testers wil weten wat er gaat gebeuren met het oude Pabo gebouw aan het IngenHouszplein ( nu zit hier de Rooi Pannen in). Paul Piket geeft aan dat projectontwikkelaar v.d. Ven uit Vught dit terrein heeft gekocht. Men weet dat het hier gaat om een monument. De bestemming van dit perceel in het nu geldende bestemmingsplan is gemengde doeleinden. Janine Curfs vult aan dat de projectontwikkelaar wel plannen heeft voor een beperkte uitbreiding van het gebouw, maar het ligt stil. Nico Rijven stelt dat de gemeente toch randvoorwaarden heeft gesteld. . Paul Piket geeft aan dat deze randvoorwaarden 3 jaar geleden inderdaad gesteld zijn en in principe nog steeds uitgangspunt zijn, ook als deze locatie nu in een bestemmingsplan meegenomen wordt. Maar aan die randvoorwaarden kunnen geen rechten worden ontleend; het staat de gemeente vrij om, mits gemotiveerd, nieuwe of extra voorwaarden op te stellen.. Mevrouw Testers geeft aan dat de wijkraad graag in die randvoorwaarden (en dus in het bestemmingsplan) zou terugzien dat bijzonder gebruik van de opstallen wordt afgedwongen bijvoorbeeld fysio, kinderdagverblijf, consultatiebureau, iets voor ouderen, cultureel, gemeenschapshuis, etc, dus niet zomaar wonen. Ook wil de wijkraad een zorgvuldiger inrichting van de openbare ruimte, het plein, dan nu het geval is. Paul Piket zegt in een bestemmingsplan de randvoorwaarden aangeven kunnen worden, maar of iets dan gerealiseerd wordt is oafhankelijk van of de middelen ook aanwezig zijn. Dat zou dan via de Kadernotadiscussie gespeeld kunnen worden. . Mevrouw Testers geeft aan dat de inrichting van het Van Ingenhouszplein bij de Haagweg inmiddels op de politieke agenda staat bij wethouder Oomen. Het zit al in de pre-kader nota. De wijkraad ziet graag dat er een plein komt, zoals een plein bedoeld wordt, een ontmoetingsplaats. Paul Piket geeft aan dat de afdeling Ontwerp Openbare Ruimte (OOR; Harry Verhallen) verantwoordelijk is voor de (her-)inrichting van de buitenruimte. Voor het bestemmingsplan betekent dit dat er ruime mogelijkheden moeten zijn om een en ander mogelijk te maken. De inrichting zelf kan echter niet in het bestemmingsplan worden afgedwongen. . Nico Rijven vult aan dat er nog een andere reden is om het plein op te knappen, namelijk het historische karakter. Mevrouw Testers weet dat er in de Vestingstraat en Vestkant gesloopt gaat worden. Weet de gemeente wat hier verder gaat gebeuren? Paul Piket: Nee, nog niet bekend. Paul zal dit navragen binnen de gemeente. Actie: Paul Piket De wijkraad wil vooral starterswoningen en woningen voor ouderen en wil dat het parkeerbeleid hier serieus wordt genomen. Janine Curfs en Paul Piket geven aan dat er op dit punt randvoorwaarden kunnen worden opgenomen in de toelichting van het bestemmingsplan. De afdeling Wonen zal echter een afweging moeten maken over wat gezien de gebiedsdoelen Wonen voor de wijk het beste is. De mening van de wijkraad wordt meegenomen. Nico Rijven vraagt of het mogelijk is dat de toegestane bouwhoogtes voor de Vestingstraat goed benoemd kunnen worden in het bestemmingsplan om de historische gebouwen die daar staan te beschermen. Janine Curfs geeft aan dat er zeker een maximale bouwhoogte en goothoogte wordt opgenomen. Indien er geen ontwikkelingen plaatsvinden, wordt de bestaande situatie in het bestemmingsplan opgenomen. Daarnaast wordt in het bestemmingsplan vastgelegd de grootte van het bouwvlak, het bebouwingspercentage en hoogte. De architectuur, het uiterlijk van gebouwen, kan in het bestemmingsplan niet geregeld worden. Mevrouw Testers brengt de voetbalkooi bij Haagweg/Tolsteeg ter sprake. De wijkraad zou de voetbalkooi willen verplaatsen naar het Haagplein, dan zal het terrein bij Haagweg/Tolsteeg anders ingericht kunnen worden en minder overlast veroorzaken. Misschien kan dit terrein verkocht worden. Paul Piket geeft aan dat de verplaatsing opgenomen moet worden met de afdeling Openbare Ruimte (Harry Verhallen). De gemeente kan niet zelf de grond verkopen, dan moet er een initiatief van een burger worden ingediend bij de intake. Mevrouw Testers zal dit inventariseren en Paul Piket zal binnen de gemeente als contactpersoon voor de wijkraad optreden.
23
Verkeer De wijkraad geeft aan dat ter plaatse van de Haagweg/Oosterstraat veel verkeersproblemen zijn, vooral de auto‟s die de Haagweg opmoeten, die afstand is te kort en komen er bijna niet tussen, vooral in de spits. Dit is niet bekend bij Michael Burm. Michael zal nakijken of er tellingen en ongevalcijfers van deze locatie bekend zijn. Actie: Michael Burm. Oosterstraat: In de Oosterstraat wordt hard gereden en worden de spiegels vaak eraf gereden van de geparkeerde auto‟s. De politie adviseert daarom de auto op het trottoir te parkeren. Hierdoor ontstaat weer overlast voor voetgangers. Michael Burm kent het probleem en er wordt gekeken hoe dit opgelost kan worden. De telgegevens worden opgevraagd. Indien er geen telgegevens zijn, kan er gewerkt worden met het neerzetten van zogenaamde „smiley‟s‟ die inventariseren of een automobilist zich wel of niet aan de snelheid houdt. Actie: Michael Burm. Michael Burm zou graag willen weten of de problemen niet door de bewoners zelf worden veroorzaakt. Mevrouw Testers zal hierover informatie opvragen bij de wijkagent. Actie: Mevrouw Testers. Schildersbuurt: De wijkraad geeft aan dat hier sprake is van parkeeroverlast. Dit komt mede doordat de Rechtbank haar bezoekers adviseert in de wijk te parkeren. Paul Piket geeft aan dat de Rechtbank daar mogelijk op termijn weggaat; zekerheid of een termijn is nog niet bekend. Michael Burm geeft aan dat op dit moment het werken met parkeervergunningen de beste oplossing is àls bewoners dit tenminste willen. De wijkraad betwijfelt of er draagvlak voor is. Er zijn door de wijkraad ook enquêtes gehouden, deze worden besproken met Michael Burm. Actie: Mevrouw Testers. Van Goghstraat: Jaren geleden is deze cosmetisch veranderd. Destijds is met wijlen wethouder mw. Van Beusekom afgesproken dat nog eens naar deze straat gekeken zou worden, als het klaar is. Er moeten definitieve aanpassingen komen. Mevrouw Testers geeft aan dat men graag wil weten wat het meerjarenplan voor deze straat is. Michael Burm geeft aan navraag te zullen doen naar deze afspraak en zal nagaan wat het meerjarenplan is / d.w.z: wanneer Ettensebaan/Tuinzigtlaan en Ettensebaan/Haagweg/Van Goghstraat worden heringericht. Actie: Michael Burm . Weerijssingel, zuid: Michael Burm weet dat deze weg als sluiproute wordt gebruikt. Er komen extra 30-km zones, eenrichtingsverkeer is niet gewenst, dit verhoogt eerder de snelheid van het verkeer. Mevrouw Testers geeft aan dat eenrichtingsverkeer voor de wijkraad wel wenselijk is, nu heb je meer beschadiging van auto‟. De gemeente heeft de wijkraad hierover een schrijven toegezonden dat men t.z.t. hier naar zal kijken. Michael zoekt dit uit. Actie: Michael Burm. Nico Rijven wil nog graag weten of de hele doorstroming voor Haagpoort nog op de agenda staat. Michael Burm geeft aan het niet voor 2009 op de agenda staat, dat het nog een tijdje zal duren. Tot slot wordt afgesproken dat het verslag zal worden toegestuurd. Eind juli wordt het compacte Programma van Eisen verwacht en dit zal worden toegezonden aan de wijkraad met het verzoek hierop te reageren. Janine Curfs geeft nog aan dat er een soortgelijk gesprek met de wijkraad Tuinzigt/Westerpark gaat plaatsvinden. Paul Piket en Janine Curfs zullen nog zorgen dat mevrouw Testers een plankaart van de wijk krijgt. In het verslag zal ook de globale planning voor het bestemmingsplan Tuinzigt/Westerpark worden weergegeven. ACTIE: JANINE EN PAUL Zie bijlage
24
VERSLAG OVERLEG WIJKRAAD TUINZIGT/WESTERPARK M.B.T. BESTEMMINGSPLAN TUINZIGT/WESTERPARK Locatie: Datum: Aanvang;
Buurtcentrum Meidoorn, Breda Woensdag 3 juni 2009 19.30 uur
Aanwezig; Jan Ripson (voorzitter), Eelko Bakker (secretaris), Jan Struijs (penningmeester), Wim Verkuijl (algemeen lid), Eddy Cyrus (algemeen lid), Wil Mathijssen (algemeen lid), Ria Schuurmans (algemeen lid), Nico Rijven (opbouwmedewerker Surplus Welzijn), Paul Piket (bureauhoofd Juridische Plannen), Janine Curfs (planoloog/stedenbouwer), Monique van Marrewijk (planologisch jurist), Stan Sadée (medewerker uitvoering MO), Ingrid de Feijter (RBOI), Karin Vromans (verslaglegging)
1. Inleiding Paul Piket opent de vergadering. Er wordt gestart met een voorstelronde. 2. Bestemmingsplan (wat wel en wat niet) Paul Piket licht aan de hand van een PowerPoint presentatie het proces bestemmingsplannen uit. De sheets van deze presentatie worden als bijlage bij dit verslag gevoegd. De presentatie zal ook digitaal beschikbaar komen voor de wijkraad. Actie: Paul Piket. Zaken die niet in het bestemmingsplan geregeld kunnen worden, zoals bijvoorbeeld rijrichting van het verkeer, worden neergelegd bij de verantwoordelijke afdeling binnen gemeente Breda. Doel van deze bijeenkomst is een interactieve voorbereiding van het te maken bestemmingsplan Tuinzigt/Westerpark a.h.v. de “praat-kaart”. 3. Presentatie met korte toelichting over de procedure en planning. Janine Curfs verduidelijkt aan de hand van een schema de voorlopige planning. Deze voorlopige planning zal bij dit verslag worden gevoegd. Actie: Janine Curfs. Bespreekpunt is de grens aan de zuidkant. Het voorstel is deze zuidelijke plangrens te leggen op de Ettensebaan / Van Goghstraat. Een deel dat behoort tot de wijkraad Haagpoort zal dan onderdeel worden van dit bestemmingsplan. Hierover is inmiddels ook overleg geweest met de wijkraad Haagpoort. Wijkraad Haagpoort heeft hier geen problemen mee. De naam van het bestemmingsplan blijft „Tuinzigt/Westerpark‟. Janine geeft aan dat na dit overleg een concept Plan van Eisen wordt opgesteld en zal worden opgestuurd naar beide wijkraden. Het streven is het definitieve Plan van Eisen op 13 oktober 2009 te laten vaststellen door het College en 22 oktober 2009 door de Commissie Bouwen en Wonen. Deels parallel hieraan kan het bestemmingsplan opgesteld worden. In het najaar van 2010 zou dan een nieuw bestemmingsplan in werking kunnen treden. 4. Insteek bestemmingsplan Janine Curfs geeft aan dat we in het plangebied zoveel mogelijk willen behouden. Dat betekent dat een overwegend consoliderend bestemmingsplan wordt gemaakt, wat inhoudt dat de bestaande situatie uitgangspunt is en geen grootschalige ontwikkelingen in het plangebied mogelijk worden gemaakt. Voorbeelden zijn onder andere behoud van het bedrijventerrein Ettensebaan, behoud van het aantal woningen, behoud van het winkelcentrum Tuinzigt (Acaciastraat). Wim Verkuijl en Eddy Cyrus geven aan dat men graag ziet dat de gemeente meer vasthoudt aan groen in de wijk. Dit punt zal worden meegenomen. 5. Inbreng, vragen en opmerkingen met ‘de kaart op tafel’. Met een kaart op tafel worden de volgende punten besproken. Jan Ripson geeft aan dat de wijkraad de bescherming van het Lindenplein in oud-Tuinzigt sterker willen hebben. Eelko Bakker vult aan dat dit al ergens in de procedure moet zitten bij Bouw- en
25
woningtoezicht (BWT) sinds juni 2008. Ingrid de Feijter merkt op dat het kan zijn dat de gemeente Breda op dit moment in afwachting is van de nieuwe regelgeving. We zullen dit uitzoeken. Actie: Paul Piket en Janine Curfs. Nico Rijven weet nog te melden dat WonenBreburg hier wil gaan slopen en dat wil de wijkraad niet. De karakteristieke bebouwing wil men graag behouden. Paul Piket: Als het strakker beschermd moet worden, zijn we wel verplicht contact op te nemen met WonenBreburg. Ingrid de Feijter geeft nog aan dat de afdeling Cultureel Erfgoed van de gemeente Breda onderzoeken gaat doen in dit gebied. Op dit moment kent het gebied één rijksmonument en een aantal gemeentelijke monumenten. Janine Curfs en Paul Piket: Winkelcentrum De Lunet. Van de (her)ontwikkelingsplannen van NAC maakt ook WC De Lunet onderdeeluit. Het is een complex en langdurig proces. Het voorstel is de nieuwe ontwikkeling niet op te nemen in het nieuwe bestemmingsplan, zodat dit bestemmingsplan hierdoor geen vertraging oploopt. De herontwikkeling van het winkelcentrum zal dan plaatsvinden via een apart bestemmingsplan. Nico Rijven: de wijkraad ziet graag dat er randvoorwaarden worden opgelegd voor WC De Lunet door de gemeente. Stan Sadée: Door randvoorwaarden op te leggen is er al wat huiswerk gedaan, mocht het in procedure komen. Ingrid de Feijter: in de toelichting van het nieuwe bestemmingsplan kunnen we al het een en ander opnemen over de locatie WC De Lunet als „doorkijk‟ naar de toekomst. Jan Ripson: De doelgroep die je nu bedient met de woningbouw, graag zo houden. Acaciastraat gaat erg achteruit, woningen worden opgeknapt en verhuurd aan studenten en tijdelijke werknemers met alle overlast, zoals parkeeroverlast, van dien. Ingrid de Feijter: we zullen specifiek kijken hoe we het uitbreiden van woningen, het gebruik van woningen en het tegengaan van kamerverhuur kunnen verankeren in het nieuwe bestemmingsplan. Stan Sadée vult aan dat de woningcorporaties het verbouwen van woningen en aanbieden als kamerverhuur ook als een probleem zien. Paul Piket geeft aan dat als men gevallen kent waarbij brandveiligheid, weinig daglicht etc. aan de orde zijn, dit te melden bij het meldpunt van de gemeente Breda. Wim Verkuijl geeft aan dat het vooral aan de orde is in de Acaciastraat en Tuinzigtlaan en voor Beekstraat 18 loopt een civiele procedure. Het heeft voor de wijkraad hoge urgentie! Paul Piket vult nog aan dat de gemeente in beginsel de plicht heeft in te grijpen als het gaat om brandveiligheid etc. . We zullen zorgen dat Bouw- en woningtoezicht (BWT) een kopie van dit verslag ontvangt. Actie: Karin Vromans Wim Verkuijl stelt bedrijvigheid op het bedrijventerrein aan de Ettensebaan aan de orde. Paul Piket geeft aan dat de afdeling EZ de ‟Structuurvisie Bedrijventerreinen‟ heeft opgesteld en dat deze is vastgesteld. Janine Curfs geeft aan dat we de huidige bedrijventerreinen willen behouden, incl. het terrein van Fokkema. Burgers die in de buurt van het terrein van Fokkema wonen, zijn bang voor grondvervuiling. Paul Piket geeft aan dat we dit kunnen nazoeken bij de gemeente als bewoners daarom vragen. Als een eigenaar zijn terrein verwaarloost, heeft de gemeente hier regels voor. Klachten kunnen worden gemeld bij de Milieuklachtenlijn, tel. 529 71 83. Nico Rijven geeft aan dat er duidelijkheid moet komen over de bestemming. Er zijn bewoners die een stukje grond zouden willen kopen om de tuin uit te breiden. De wijkraad wil ook graag weten wat er met de woningen gaat gebeuren en of de toegestane categorie bedrijven wordt aangepast. Een lagere categorie bedrijven is de wens van de wijkraad. Met betrekking tot het bedrijventerrein aan de Ettensebaan ten zuiden van Westerpark heeft de wijkraad geen opmerkingen. Paul Piket en Janine Curfs: Rasenberg wil gebied Blauwtjes/Emerhoef ontwikkelen. De volkstuinen zullen dan gedeeltelijk verdwijnen. Men wil er 17 terraswoningen (3 bouwlagen) en 9 rijwoningen (starterswoningen) bouwen. Rasenberg zal hierover contact opnemen met de wijkraad. Wim Verkuijl wil graag weten hoe het zit met de boerderij. Janine geeft aan dat de bebouwing hier doorheen gaat. Eddy Cyrus wil weten of er ook plannen zijn voor uitbreiding van het groen. In Tuinzigt is weinig groen, en ook in Westerpark wordt nu weer groen (volkstuinen) weggehaald. Daar waar ontwikkelingen plaatsvinden, moet ook aandacht zijn voor groen. Daarnaast wordt aangegeven dat het lastig is om in Tuinzigt groen toe te voegen, aangezien de ruimte beperkt is.
26
Jan Ripson: Wijkraad wil graag ontwikkeling van het Broedersterrein (blackspot). De grond is daar waarschijnlijk vervuild. Paul Piket: wij zullen contact opnemen met de afdeling Milieu wat er aan sanering loopt. Actie: Paul Piket. Jan Ripson: Wat gaat er met het „oude‟ groen gebeuren bij Westerparklaan/Keizersmantel. De wijkraad wil dit graag zo houden. Paul Piket: hier gaat niks mee gebeuren. In het bestemmingsplan wordt het groen behouden. In de toelichting bij het bestemmingsplan kunnen we dit eveneens beschrijven. Ingrid de Feijter geeft nog aan dat de gemeente bezig is met een bomenstructuur plan. We zullen nakijken wat er over het groen instaat. Dit zal in de toelichting van het bestemmingsplan terugkomen. Actie: Ingrid de Feijter en Janine Curfs. Met betrekking tot de maximale bouwhoogte geeft Janine Curfs aan dat de bestaande hoogtes gehandhaafd blijven. Paul Piket meldt nog dat men per gebouw/gebied de maximale bouwhoogte kan benoemen. Deze is niet overal hetzelfde. Aan bestaande rechten kan je niet tornen. We kunnen wel aan de directie RO en de directie MO doorgeven dat de wijkraad erg belangrijk vindt dat er niet hoger gebouwd wordt. Zij kunnen dit dan meenemen in de te maken prestatieafspraken. Actie: Paul Piket en Stan Sadée Stan Sadée zal het rapport over Tuinzigt over 10 jaar dat Wonen Breburg heeft laten maken mailen/sturen naar Paul Piket. Actie: Stan Sadée. We zullen aan Wonen Breburg en Singelveste/Alleewonen het verslag van deze bijeenkomst toezenden. Actie: Karin Vromans. Jan Ripson: Er is eenrichtingsverkeer toegezegd in de Abeelstraat – Beekstraat. Men is bang dat alle verkeer afgewikkeld wordt via de Meidoornstraat. Een algemeen verkeersplaatje is er niet voor Tuinzigt. We zullen dit meenemen naar Albert van Geffen (hoofd Mobiliteit Groen & Water). Actie: Paul Piket. Wil Mathijssen: Wat gebeurt er met de Haagweg? Beide wijkraden (Haagpoort en Tuinzigt) hechten veel waarde aan het opknappen van de Haagweg en denken hier hetzelfde over. Herinrichting is duur. De kadernota moet uitsluitsel geven over financiering van het opknappen van het Ingenhouszplein en de Haagweg. Jan Ripson wil graag i.v.m. de verkeerstoename rondom Tuinzigt – Tramsingel een luchtkwaliteitonderzoek/meting hebben. Janine Curfs geeft aan dat er gemeentebreed een luchtkwaliteitonderzoek is. Het rapport en overige milieu-informatie is te vinden op de website van de gemeente, www.breda.nl, via kopje „milieu-informatie‟, „milieuthema‟s‟. Wil Mathijssen vraagt nog extra aandacht voor de coffeeshops (smart- en growshops) bij de Haagdijk en Haagweg. Paul Piket geeft aan dat Eefje Remijn (afdeling JP) bezig is met een paraplubestemmingsplan “Smart-, Grow- en Headshops en belwinkels”. Het hierin bepaalde zal in het nieuwe bestemmingsplan worden verankerd. We zullen het concept hiervan aan de wijkraad toezenden. Actie: Eefje Remijn. Janine Curfs meldt nog dat in week 27 het concept Programma van Eisen klaar zal zijn. Dit zal worden opgestuurd naar de wijkraad voor reactie. De belangrijkste thema‟s zoals: erfgoed, groen, water, wonen, bedrijvigheid, horeca en detailhandel zullen in dit Programma van Eisen staan. Jan Ripson sluit om 22.00 uur de vergadering onder speciale dankzegging aan de gemeente Breda, met de aantekening dat deze avond als positief ervaren is door de leden van de wijkraad.
27