1. Hoeveel water verbruikt één persoon in België, Senegal en de Verenigde Staten gemiddeld per dag?
4. “Hoe duurder het water, hoe zuiniger de mensen er mee zullen omspringen”. Klopt deze stelling of niet? Argumenteer!
a. 120l –30l – 600l b. 320l – 145l – 460l c. 90l – 40l - 130l
2. Als je milieuvriendelijk waspoeder (vb Ecover) gebruikt, dan: a. gaan de vezels in je kleren langer mee b. worden bijtende afzettingen in je wasmachine voorkomen c. wordt te overvloedige groei van waterplanten tegengegaan
3. In Engeland namen privé-bedrijven enkele jaren geleden de waterbedeling in handen. Sindsdien: a. is er voor de mensen in Engeland zelf weinig veranderd b. is de kraantjeswaterprijs verdubbeld c. is het water wel goedkoper geworden, maar ook van mindere kwaliteit
5. Een WC spoelt ongeveer 10 l ( = 10 emmers) door per keer, voor een douche gebruik je ongeveer 40 l en voor de afwas zo’n 16 l water. Geef drie tips om het waterverbruik in het dagelijkse leven te verminderen.
6. Hoe kan het dat er soms bruin water uit de kraan komt? a. door aarde dat met het water mee komt b. er zit wat roest in het water c. er zitten bruine algen in het water
1. Noem zoveel mogelijk Belgische rivieren, kanalen, beekjes, meren… Per 10 correcte namen krijgen jullie een beker water.
2. In België regent het vaak. Verdeel je team in twee: de regendruppels en de regenplassen. Verspreid jullie geblinddoekt over het terrein en probeer binnen de minuut terug per groepje te gaan staan. Je kan duidelijk maken bij welke groep je hoort door “drup” of “plas” te roepen. Jullie krijgen een beker water als het lukt, zoniet moeten jullie twee bekers afgeven.
3. Een Belg verbruikt dagelijks zowat 115 liter water in huis, 40 liter verdwijnt zo in het toilet. Door een fles of een baksteen in de spoelbak van het toilet te plaatsen, kan je water besparen. Overtuig iemand in de straat om een fles of baksteen in zijn/haar spoelbak(ken) te plaatsen (en doe dat zelf ook), en win 1 beker water.
4. Geef een definitie van water zonder het woord “water” te gebruiken. De leiding beslist of het een duidelijke definitie is. Zo ja, krijgen jullie een joker (= tweede antwoordkans) voor de volgende weetvraag.
1. Waarom doet een zwartlijfkever in de Naïb woestijn een kopstand? a. om het zand van zijn rug te schudden b. om insecten van zijn lijf te jagen c. om zich te verkoelen, een dauwdruppel kan zo over zijn rug rollen d. om de dauw die hij geproduceerd heeft tijdens de nacht op te drinken
2. Hoeveel dagen kan een kameel zonder water? a. 7 dagen b. 34 dagen c. 41 dagen
3. In Nelspruit (Zuid-Afrika) werd het water geprivatiseerd door Biwater Capital. De Britse vakbond constateerde dat: a. koeien stierven omdat de mensen geen geld hadden voor water b. mensen hadden nog enkel toevoer van water tussen 16.00 en 19.00uur c. in ruil voor het stilhouden van de problemen, kreeg de burgemeester gratis water van Biwater
4. Swakopmund in Namibië is één van de droogste kuststeden. Hoeveel regen valt er per jaar? a. 40 mm b. 12 mm c. 200 mm
5. Hoeveel water kan de grootste cactus ter wereld opslaan in de bladeren en zijn stam? a. 80 liter (= 8 emmers water) b. 800 liter (= 80 emmers water) c. 8.000 liter (= 800 emmers water) deze cactus noemt men de kandelaarcactus
6. Je hebt honger en je wilt vissen in een rivier vol krokodillen. Wat doe je? a. je roept je vrienden en jaagt de krokodillen weg met veel lawaai b. je gooit een kadaver in het water voor de krokodillen en je haalt snel enkele vissen uit het water c. je strooit giftige boomschors in de rivier, de vissen worden verdoofd en spoelen aan
7. Hoe lang moet een Ghanees gemiddeld toe met het water dat jij per keer door het toilet spoelt? (een toilet verbruikt ongeveer 10 liter) a. een halve dag b. 1 dag c. 1 week
8. Hoeveel % van de watervoorraden besteden inwoners van het Afrikaanse continent aan irrigatie voor landbouw? a. 88% b. 55% c. 44%
1. Maak per twee een rebus van het zinnetje dat je van de spelbegeleider krijgt. De opdracht is geslaagd als elke rebus door de anderen wordt geraden. Als dat zo is, verdienen jullie joker (= tweede antwoordkans) voor de volgende weetvraag
2. In Afrika lopen vele vrouwen lange afstanden om water te halen. Plaats een diep bord tot de rand gevuld met water op een tafel en ga met je hele groep rond de tafel staan. Verplaats de tafel met z’n allen naar de andere kant van het lokaal of terrein. Het water dat bij aankomst nog in het bord zit mogen jullie houden
3. Water wordt vaak uit waterputten gehaald. Vouw met 1 A4-blad een kommetje. Hiermee kunnen jullie 1 keer scheppen uit de “koopwaar-emmer” om dit water in jullie eigen emmer te gieten. Probeer zoveel mogelijk water te scheppen…
4. Het klinkt cliché, maar een regendans wordt nog steeds uitgevoerd in enkele Afrikaanse stammen. Kunnen jullie met jullie groep een leuke dans uitwerken waaraan iedereen van je groep meedoet en waarbij jullie attributen mogen gebruiken. Je verdient/verliest twee bekers naargelang originaliteit.
1. Waarom drijft ijs op water? a. water is zout of zoet, ijs niet b. ijs weegt minder dan eenzelfde volume water c. in het ijs zitten luchtbellen
2. Wat is Lake Vostok? a. een reusachtig meer onder de ijskap van Antartica, ontdekt in 1974 door een Brits team met behulp van een radar b. de enige plaats waar een schip kan aanmeren in Antarctica c. de naam van de Russische onderzeeër die als eerste onder Antarctica doorvoer, in 1962
3. Het grootste deel van het water op aarde wordt in de ijskap van het zuidpoolgebied vastgehouden. De gemiddelde dikte van de ijskap is: a. 700 meter b. 1500 meter c. 1900
1. Verkleed iemand van je groepje zo goed mogelijk als pinguïn en laat hem/haar in pinguïnpas door het lokaal lopen. Als je leid(st)er niet onmiddellijk kan raden wie het is, win je een beker (?) water.
2. Antarctica is het koudste continent van de wereld. De laagste temperatuur ooit gemeten is –89,2 graden Celsius. Je bent lid van een duikersteam dat daar de waterkwaliteit onderzoekt. Doe iemand van je groepje minstens 25 kledingstukken (enkel afkomstig van je eigen groepje) aan. Horloges, juwelen, brillen, schoenveters… tellen niet mee. Je krijgt een beker water als dit lukt.
1. In Moquegua (Peru) wil men een kopermijn aanleggen. Daarvoor is water nodig uit de rivier die door de mijn wordt omgeleid en er zwaar vervuild weer uitkomt. Wat zal het gevolg zijn ? a. de multinational legt de mijn niet aan b. de landbouw zal aangetast worden door vervuild irrigatiewater c. door de omleiding van de rivier zullen bizons woongebieden binnendringen
2. Mexico-Stad is nu letterlijk aan het dalen, hoe komt dit ? a. door het groeiend bevolkingsaantal b. doordat de stad op een ondergrondse watertafel gebouwd is die al 500 jaar wordt leeggepompt om de bevolking van water te voorzien c. doordat een aantal grote rivieren wordt omgeleid (b.v. voor mijnen). Die spoelen het zand onder de stad weg
3. Het Hondurese staatsbedrijf voor watervoorziening en riolering was een puinhoop. Amerika wou privatisering. Maar Honduras reorganiseerde samen met vakbonden en arbeiders het bedrijf. Wat was het gevolg? a. de mensen uit Honduras moesten minder betalen voor water b. het leidingnet werd tot 3x uitgebreid c. het water kreeg een betere kwaliteit
4. Hoeveel liter water heeft een mens nodig om in zijn dagelijkse behoeften te voorzien? a. 50 liter b. 100 liter c. 150 liter
5. Waarom spreekt men van water als ‘het blauwe goud van de 21e eeuw’? a. omdat het water minder vervuild is en dus meer gaat ‘schitteren’ b. omdat zuiver water als grondstof schaarser en duurder geworden is c. omdat tropische stranden met mooi blauw water de meest verkochte bestemmingen zullen worden in de toeristische sector
6. Wat is Gats? a. algemeen akkoord over de handel in diensten b. gemeentelijke actie tegen snelheidsduivels c. gratis water voor senioren
1. In Brazilië worden grote stukken land onder water gezet om stuwdammen aan te leggen. Mensen moeten dan gehaast verhuizen naar een droog gebied. Jullie krijgen 5 minuten om heel het lokaal in spiegelbeeld te zetten. B.v. de zetel tegen de rechtermuur moet naar de linkermuur. Vergeet ook de posters niet. Slagen jullie hierin, verdienen jullie een beker
2. De Amazone kruipt door het oerwoud. Iemand blijft aan de kant, de rest ligt naast elkaar op de buik. De eerste ligt plat, de volgende op handen en kniëen enz. De rechtstaande kruipt over de liggende en onder de buik van de volgende tot aan het eind en sluit daar aan. Dan start weer de eerste van de rij. Als de spelleider fluit, gaan de liggenden op handen en kniëen en omgekeerd. Goed voor 1 beker.
3. Zuid-Amerikanen drukken alles met veel woorden uit. Maak met je groep een zo origineel mogelijk gedicht over water, zonder het woord “water” te gebruiken. De leiding beloond al dan niet met een beker water.
1. Hoeveel water wordt er elke dag in de stad New York verbruikt? a. 5 miljard liter b. 7 miljard liter c. 9 miljard liter
5. Volgens het UNDP, de ontwikkelingsorganisatie van de VN, sterven jaarlijks miljoenen mensen door gebrek aan water. Als je weet dat België ongeveer 10 miljoen inwoners telt, hoeveel keer de populatie van België sterft er dan jaarlijks door gebrek aan water ? a. de helft - 5 miljoen b. hetzelfde - 10 miljoen c. 1,5 keer - 15 miljoen
2. De Dode Zee en de zoutvlakte van Bonneville in de Amerikaanse staat Utah hebben iets gemeenschappelijk. Wat? a. Ze bevatten allebei evenveel zout per m3 b. Ze zijn allebei even groot c. Het waren vroeger zoetwatermeren.
3. Hoeveel water verbruikt een car-wash? a. 80 liter b. 300 liter c. 500 liter
4. Hoeveel geld is volgens de Verenigde Naties nodig om alle mensen op aarde van een minimum aan degelijk drinkwater en sanering te voorzien? a. evenveel als er in Europa jaarlijks betaald wordt voor consumptie-ijs b. evenveel als er in de Verenigde Staten betaald wordt aan dierenvoeding c. evenveel als de schuldenlast van heel Afrika
6. Enkel zoet water kan gebruikt worden om te zuiveren tot drinkwater. Hoe is de verhouding in procenten tussen zoet water en zout water? a. 97% zout en 3% zoet water b. 73% zout en 27% zoet water c. 54% zout en 46% zoet water
7. Wat betekent “duurzame ontwikkeling”? a. langdurige hulp aan ontwikkelingslanden b. ontwikkeling waarbij rekening wordt gehouden met mens en milieu, nu en later c. ontwikkeling waarin je alleen materialen gebruikt die lang meegaan
8. Als een waterkraan 10 druppels per minuut lekt, hoeveel water verlies je dan op een dag? a. 2 tot 3 liter b. 5 tot 6 liter c. 8 tot 9 liter
1. Waterspreekwoorden als een paal boven water, als 2 druppels water, het water in de mond krijgen, spijkers op laag water zoeken, zich als een vis in het water voelen, op water en brood zitten Ieder moet 1 spreekwoord uitbeelden, voor elkeen die niet slaagt, verliezen jullie een beker water, is iedereen echter geslaagd, winnen jullie twee bekers
2. Zet je groep in een cirkel, ieder met een badje water voor zich. Iemand zit recht, de rest met het hoofd onder water. De rechtzittende roept snel de naam van iemand onder water. Die komt recht en roept nu een andere naam. Wie in ademnood raakt, klopt op de grond zodat zijn/haar naam kan geroepen worden. Als er niemand naar adem moet happen verdienen jullie een beker water
3. Geef in één minuut 5 liedjes waarin het woord “water” voorkomt en 5 films waarin water een centraal thema is. Is alles Amerikaans, krijgen jullie twee bekers water, zit er iets Nederlandstalig tussen, krijgen jullie 1 beker. Slagen jullie niet, moet er een beker water uit jullie emmer geschept worden
4. Noord Amerika gebruikt ruim 5 keer meer water als Europa. We proberen hier wat water te redden. Ga allemaal +/- 4 meter uit elkaar staan. De eerste in de rij maakt een spons nat, gooit deze naar de volgende persoon, enz. De laatste wringt de spons uit en loopt naar het begin van de rij. Je hebt 1 minuut de tijd om zoveel mogelijk water te redden. Dat water mag je houden.
5. Proef jij het verschil tussen kraantjeswater en flessenwater? Doe de proef op de som. Er staan 3 glazen met water. Iedereen proeft van het water. Je moet met de groep tot een akkoord komen: in welk glas zit het kraantjeswater? Bij het juiste antwoord mag je je glas kraantjeswater in je emmer gieten.
1. Welk land ligt, net als het Nederlandse Zeeland, onder de zeespiegel? a. India b. Bangladesh c. Pakistan
2. Waarom kan men drijven op de dode zee? a. Het is er zo ondiep b. Er liggen planken onder water waar men gaat op liggen c. omdat er zoveel zout in het water zit
3. Wat zijn de oorzaken van de overstromingen in Bangladesh? a. de rivierbeddingen zijn te ondiep b. het regent er teveel c. ontbossing van de Himalaya die gepaard gaat met erosie.
4. Welke is de langste rivier van de wereld? a. Amazone b. Nijl c. Wolga
5. Van welke godsdienst zijn de mensen die zich in de Ganges komen reinigen en er na hun dood in het water willen geworpen worden? a. Boedisme b. Islam c. Hindoeïsme
6. Zet de watergebonden ziekten van meest naar minst voorkomende in volgorde. a. Diarree – Malaria – Hepatitis A – Tyfus b. Malaria – Tyfus – Diarree – Hepatitis A c. Tyfus – Hepatatis A – Malaria – Diarree
7. De wereldbevolking steeg de afgelopen eeuw x3. Het waterverbruik steeg x a. 5 b. 3 c. 7
8. Kun je rioolwater drinkbaar maken? a. nee, maar het kan wel gezuiverd worden om huishoudelijke klussen mee te doen b. nee, helemaal niet c. ja, zowel om het water te gebruiken voor huishoudelijke klussen als om te drinken
9. Jaarlijks sterven er miljoenen kinderen aan uitdroging, men probeert dit te voorkomen door het toedienen van een drankje. Welke ingrediënten zitten erin: a. Water – zout – suiker b. Thee – suiker c. Water - zout
1. In het begin was er alleen maar water. Dieren legden modder op de rug van een enorme schildpad. Die droogde op en er ontstond land. Nu is de modder van jullie schildpad terug lopend geworden. Probeer op een andere schildpad te kruipen zonder het water te raken. Sta met zijn allen op een mat. Probeer de mat om te draaien, zonder dat iemand van de mat valt.. Dit kan 2 bekers water opleveren of kosten
2. Om ons in Azië verstaanbaar te maken, kunnen we soms beter tekenen dan te praten… Iemand tekent een woord (door de spelleider ingefluisterd) op een bord en de rest van de groep moet dat raden. De opdracht is geslaagd als iedereen binnen de groep getekend heeft, en het woord telkens binnen een halve minuut werd gevonden. Goed voor 1 beker
3. Het Aralmeer (grens Kazachstan en Uzbekistan) is zwaar vervuild. Er leeft nog maar 1 soort (niet eetbare) vis. Ga rond een cirkel van 1 meter doorsnede staan en probeer die vis (de spelleider) in het meer (de cirkel) te houden (trekken). Jullie krijgen 1 minuut maar jullie mogen zelf niet in de cirkel terecht komen. Lukt dit, dan krijgen jullie een joker bij een volgende weetvraag (= een tweede antwoordkans)
4. De Aziaten praten naar ons gevoel heel snel, en kunnen echt wel een waterval van woorden produceren. Praat 1 minuut over water zonder het woord ‘water’ te gebruiken en zonder stil te vallen. Iedereen mag 1 keer proberen. Als het 1 keer lukt, krijgen jullie 1 beker water.
5. Rijst wordt op terrassen verbouwd. Bouw met je groep een rijstveld met minstens drie terrassen. (de grond telt niet mee). Op elk terras moet een “arbeider” rijst verbouwen, dus daar moet iemand van je groep staan of zitten. Voor elke meter dat jullie hoger raken dan 2 meter krijgen jullie een beker water
1. De wereld is verdeeld in werelddelen, één daarvan is Oceanië. Niet voor niets Oceanië genoemd, want dit stuk van de aarde bestaat vooral uit veel wáter (de Grote Oceaan) met hier en daar een eiland. Hoewel: hier en daar? Men schat dat er wel tussen de 20.000 en 30.000 eilanden liggen! Geef de namen van de 2 grootste eilanden
2. Welk dier, wonend in Oceanië, kan zout water filteren tot drinkbaar water? a. de salties (zoutwaterkrokodil) b. de coffinvis (tropische koraalvis) c. de hollower (soort muskusrat die aan de zeerand leeft)
1. Wateralfabet Noem bij elke letter van het alfabet een woord dat met water te maken heeft. Als dit lukt, mogen jullie bij een denkvraag een extra gok wagen.
2. Een-twee-drie waterpret. Australie staat bekend om zijn lange stranden en het surfen. Je speelt een-twee-drie piano, maar ipv te lopen en doodstil te staan, roept de persoon die tegen de muur staat iets dat met water te maken heeft (een surfplank, een wasmachine, een kikker…) de rest loopt naar voor en beeldt dit ding uit zonder te bewegen. Wie het eerst aan de muur is, mag bij een denkvraag een extra gok wagen.