3.Getuigenissen Een Muzungu in Oeganda. In het ziekenhuis wacht ik geduldig met Van 9 tot 24 december 2002 trok ik, als vertegen- de chauffeur die voor me is geregeld, woordiger van Jeugd & Vrede, mee met Els De mijn beurt af. We komen op het perfecte Temmerman naar Oeganda. Het afgelopen jaar ogenblik aan, want hoewel er na mij nog werden er bij Jeugd & Vrede, in het kader van de een aantal patiënten arriveren ben ik al na Vlaamse Vredesweek, verschillende initiatieven tien minuten aan de beurt. We worden rond kindsoldaten uitgewerkt. Tijd om het sensibi- naar een klein kamertje geleid waar een grote, zwarte meneer achter een bureautje lisatieprogramma ook te concretiseren. zit te wachten. Buiten het bureau en de stoelen waarop we plaats nemen, is er in de kleine ruimte niets: geen computer, geen dosmaandag 9 december 2002 sierkast, geen papieren, niets. En ik heb de inWekenlang had ik er naar uit gekeken en nu is druk dat ook de grote, zwarte meneer, die de het eindelijk zo ver. Na een vliegreis van acht dokter blijkt te zijn, voor mijn komst eigenlijk uur sta ik op Oegandese bodem. ook niets om handen had. Hij stelt me een aantal Mijn hotelkamer in Kampala blijkt een superrui- vragen en dan moet ik naar een onderzoeksruimme kamer te zijn met kamerbrede vensters. En te waar iemand mijn bloed zal afnemen en ondermijn bed heeft met het muskietennet veel weg zoeken. Even slaat de schrik mij om het hart van een hemelbed. Ik vind het een prinsessenka- maar ik spreek mezelf onmiddellijk berispend mer en bedenk dat het wat mij betreft al niet toe. Iemand die beroepshalve verschillende promeer stuk kan. Helaas is die optimistische ge- jecten heeft uitgewerkt rond het thema vooroordachte buiten mijn ingewanden gerekend. Om 4 delen zou beter moeten weten. Deze mensen zijn uur 's morgens ben ik klaarwakker door hevige gekwalificeerd en weten echt wel wat ze doen. buikkrampen. De volgende 4 uur breng ik al bra- Foei, Renate! kend en rennend naar de wc door. Ik voel me Alles loopt gesmeerd tot de verpleger het nu met plots een erg zielig en ziek prinsesje... mijn bloed gevulde spuitje uit mijn ader wil trekken. Terwijl de naald in mijn arm blijft zitten, dinsdag 10 december 2002 schiet het reservoir los en spat mijn bloed in het Mijn eerste dag in Oeganda breng ik ernstig ge- rond. Ik voel me langzaam groen worden… frustreerd door. Hoewel de ergste ellende achter Korte tijd later word ik weer naar de dokter gede rug lijkt te zijn, blijf ik me de hele dag zwak bracht, die zich nu in een ander klein kamertje en ziek voelen. Vanuit mijn kamerbreed venster heeft gezet. Naar verwachting meldt hij me dat zie ik hoe Kampala onder mij prachtig ligt te we- een vervelende bacterie zich in mijn darmen zen onder een blakende zon. Adembenemend heeft genesteld en we die met antibiotica zullen maar o zo onbereikbaar. Ik heb zelfs de fut niet bestrijden. Rest de vraag waar ik die bacterie in om vanaf mijn balkon van het uitzicht te genieten. Enkel mijn prinsessenbed kan mij op dit moment echt bekoren en ik breng er dan ook zoveel mogelijk tijd in door. Helaas worden daarmee wel onze plannen danig in de war gestuurd. Kunnen we morgen nu wel of niet naar Gulu vertrekken? Om het zekere voor het onzekere te nemen, stuurt Els me 's avonds toch maar naar een dokter. Ik vind het een goed plan, het is me ondertussen duidelijk geworden dat mijn darmproblemen zich niet vanzelf zullen oplossen en ik weet uit een soortgelijke ervaring dat ik met een antibioticakuurtje in no time weer op de been zal zijn. 1
Jeugd & Vrede
godsnaam heb opgedaan. Na een lange rit terug naar het hotel, laat ik me uitgeput in de kussens van mijn prinsessenbed zakken, in de heerlijke wetenschap dat morgen alles anders zal zijn. woensdag 11 december 2002 Een nieuwe dag en een nieuwe, aanzienlijk gezondere Renate. Ik vind het leven weer fantastisch en popel van ongeduld om Oeganda eindelijk te ontdekken. Vol enthousiasme bel ik naar Els om het goede nieuws te melden. Aan de andere kant van de lijn hoor ik een benepen stemmetje antwoorden: "Ja, maar nu ben ik ziek." Ik word even stil. De goden zijn ons blijkbaar niet wel gezind. Of is dit een voorteken? Wil dit zeggen dat een hogere macht ons probeert te beletten om naar Gulu te vertrekken? Wat er ook van aan is, het wordt allesbehalve een verloren dag. Met ons gedrieën (de zieken incluis) nemen we de vier dikke mappen door met de fiches van alle kinderen die reeds in het programma zitten en verzenden een aantal noodzakelijke e-mails. Ik begin langzaamaan de omvang van dit sponsoringprogramma te vatten. Er komt heel wat meer bij kijken dan enkel het zoeken van sponsors en het interviewen van voormalig kindsoldaten. De fiches moeten in orde zijn, moeten vertaald worden naar het Nederlands, de juiste foto moet bij de juiste fiche gevoegd worden, er moet gezorgd worden dat iedereen een sponsor toegewezen krijgt, dat het
schoolgeld op tijd betaald wordt, de opvolging van de opleidingen en noem maar op. Ik ben blij dat ik me nuttig kan maken.
2
Jeugd & Vrede
Donderdag 12 december 2002 Het is zover: Gulu here we come! De auto is volgeladen met de uit België meegebrachte dozen kleren en schoolmateriaal. De militaire escorte staat te wachten. De chauffeur is er klaar voor. De mamba (gepantserd voertuig) is besteld. En na de darmproblemen van de afgelopen dagen verkeer ik in acceptabele gezondheidstoestand. Ik kleed me weloverwogen aan. De espadrilles stop ik weer in mijn rugzak. Baskets zijn makkelijker om mee weg te spurten. Geel shirtje? Nee, valt teveel op. Fles water in mijn handbagage en een Immodium binnen handbereik. En dan, met enige vertraging, kunnen we vertrekken. Lutaaya is onze chauffeur. Een zestal soldaatjes volgen in een pick-up. Op naar de brug van Karuma. Het wordt een mooie rit. Ik kan maar tot één conclusie komen en dat is dat ik Oeganda prachtig vind. Het valt met geen pen te beschrijven. Vier uur later komen we aan op de militaire basis aan Karuma en er wacht ons meteen een koude douche. Ja, wij werden verwacht. En ja, er was een mamba. Maar die is een half uur geleden vertrokken naar Gulu met een andere groep. Aangezien men blanken verwachtte (zonder te weten wie, tenslotte loopt het hier niet storm van blanken die de oversteek willen wagen) heeft men hen de mamba meegegeven. Ik voel een nerveuze tinteling in mijn buikstreek. Dit moet een voorteken zijn. Was dinsdag niet nog een auto overvallen op deze weg, waarbij twee soldaten om het leven kwamen? Ik verbijt mijn angst. Terwijl we wachten op de terugkeer van de mamba gaan we iets drinken met onze militaire begeleiders. Het wordt later en later. Op de militaire basis verzekert de majoor ons dat de mamba elk moment terug kan zijn. Hij neemt ons mee naar de woeste Nijl. Een paniekaanval maakt zich van mij meester. Alles in mij schreeuwt de oversteek vandaag niet meer te maken. Ik wil het niet, ik kan het niet, ik doe het niet! De tijd tikt gestadig verder. Een helikopter arriveert uit Gulu. We zien diezelfde helikopter ook weer opstijgen, terug naar Gulu. Zonder ons! Stilletjes aan wordt het donker. We beginnen nu alle drie ongedurig te worden. Tenslotte is er al vijf uur verstreken. Maar dan is het eindelijk zo ver. De mamba is er. Opeens kunnen we niet snel genoeg in het pantservoertuig zitten. De pick-up met de soldaten vertrekt, gevolgd door Lutaaya in de auto, gevolgd door ons in de mamba. Een konvooi dat alles samen bestaat uit 15 soldaten. Mijn eerdere
paniek heeft plaats gemaakt voor gelatenheid. Dat verandert in verdriet als ik in het duister de mensen ontwaar die dag in dag uit in deze hel moeten leven, zonder bescherming. Wie ben ik, veilig geborgen in mijn gepantserde wagen, om bang te zijn? Mij zal niets overkomen. Deze mensen daarentegen moeten elke nacht bang afwachten of zij een nieuwe dag zullen meemaken. Het kost moeite mijn tranen te verbijten. Mijn gemoed schiet ook nog eens vol als ik denk aan de vijftien jonge soldaten die hun leven op dit moment riskeren om ons van een veilige doortocht te verzekeren. Mochten we in een hinderlaag terechtkomen, dan zijn zij de eerste slachtoffers. Voor het eerst in mijn leven voel ik respect voor het leger. Zonder het leger zou het hier volslagen anarchie zijn. Iemand moet de zotten van deze wereld een halt toeroepen. En in het geval van Joseph Kony lijkt geweld enkel met geweld beantwoord te kunnen worden. Het lijkt zo onwerkelijk, ver weg in België: een man die massaal kinderen ontvoerd en ze dan met geweld dwingt om als kindsoldaat beestachtigheden te begaan. Hier in de mamba wordt deze gedachte plots bikkelharde, tastbare realiteit. Onderweg valt me op hoe de mensen samentroepen. Veel huizen en hutten zijn verlaten. Af en toe zie je door de kieren kleine lichtjes schijnen. Hoe dichter we bij Gulu komen, hoe meer militairen langs de weg patrouilleren, met drie, vier of vijf samen. Hoe groot is hun overlevingskans tegenover een troep meedogenloze rebellen? Dichter in de buurt van Gulu neemt ook de beweging van de bevolking toe. Hele horden mensen reppen zich naar de stad, in de hoop daar een veilig onderkomen voor de nacht te vinden. En dan zit de tocht naar Gulu erop, we komen veilig en wel aan in Acholi Inn, onze verblijfplaats de komende dagen. We kloppen elkaar opgelucht op de schouders en klinken op de veilige aankomst. We made it! Vrijdag, 13 december 2002 De nacht breng ik grotendeels slapeloos door. Ik ben opgelucht als de ochtend eindelijk aanbreekt. In het centrum van World Vision worden we opgewacht door tientallen jongeren. Sommigen met zichtbare littekens. Anderen met nog niet geheelde wonden. Allemaal met getekende gezichten. De meesten zitten nog niet in het programma maar allen hopen ze daar verandering in te brengen. Vol verwachting luisteren ze naar de uitleg van Els. Zij die al in het programma zitten, krijgen de opdracht enkele woorden op papier te zet3
Jeugd & Vrede
ten voor hun sponsor. Een opdracht die ze met veel enthousiasme vervullen. De 'nieuwen' gaan mee met Els en mij en vangen een wachttijd aan die nog dagen zal duren. Het eerste interview volg ik mee met Els, ondertussen ijverig notities nemend. Ik heb het gevoel dat ik het verder wel alleen kan, met de hulp van een vertaler. Ik begin me, aanvankelijk langzaam maar algauw steeds vlotter, van mijn taak te kwijten. De verhalen die deze jongeren, vaak nog kinderen, me vertellen zijn boeiend maar doorspekt met gruwelijke gebeurtenissen. Onvoorstelbaar wat deze kinderen allemaal hebben doorstaan. Ze hebben mensen moeten mishandelen en vermoorden, moeten stelen en ontvoeren, ze hebben honger en pijn geleden, zijn beschoten geweest, ... Alles waar een kind zou moeten bespaard van blijven. Het is 14 uur voor ik er erg in heb. Ik word onderbroken door Els die telefonisch vraagt waar we blijven voor het middageten. Heel even vind ik dat met al die kinderen die hier zitten te wachten, tijdverlies. Maar Els maakt me duidelijk dat ik op deze manier snel opgebrand zal raken. Tijdens de lunch ontmoeten we Dr. Oliet en Angelina, de ouders van kinderen die nog steeds ontvoerd zijn. Ik vind haar een charismatische vrouw, die onmiddellijk respect afdwingt. Charlotte, haar dochter, zit al zes jaar bij de rebellen. Volgens de laatste berichten is ze nog in leven en moeder van twee kinderen. Alsof dat nog niet genoeg is, blijkt haar andere dochter te lijden aan een geheimzinnige ziekte die haar langzaam verlamt. Angelina draagt haar verdriet ingetogen en met waardigheid. Ze vertelt haar verhaal sec, zonder ook maar één keer te klagen over haar lot. Na de lunch vertrekken Magda en ik weer fris en monter naar World Vision. Els, Angelina en Dr. Oliet gaan verder met hun titanenwerk; het uitschrijven van een project voor de opvang van ontsnapte kindsoldaten in Lira. En zo komt onze eerste dag in Gulu tot zijn einde. Als afsluiter worden we vergast op een fikse regenbui. En terwijl onze soldaatjes (hopelijk) blijven waken, kruipen wij met een gerust gemoed in bed. Het was een vruchtbare dag. Zaterdag 14 december 2002 In World Vision staan de kinderen al geduldig te wachten om geïnterviewd te worden. Hun gezichten klaren telkens op als ik hen vertel dat ze in het programma opgenomen zullen worden. Het betekent voor hen een nieuwe toekomst, een nieuwe slaagkans in het leven. Het betekent alles.
Er begint steeds meer routine in mijn vragen te komen. Hoeveel burgers moest je mishandelen en doden? Moest je ze doodschieten, doodslaan of in stukken hakken? En even later: moest je ook andere kinderen doodslaan? Met stokken of met een panga (hakmes)? Het woordje 'gedwongen' vormt steevast het kernwoord. Deze kinderen werden gedwongen om deze verschrikkelijke dingen te doen. Er zijn tal van verhalen waartoe ongehoorzaamheid leidt: naar een gruwelijke, gewisse dood. De kinderen verhalen hoe hun ruggen met panga's werden bewerkt als onderdeel van hun militaire training. Zij vertellen hoe ze getuige waren van de brute moord op lotgenoten die een ontsnappingspoging hadden gewaagd, hoe kinderen die niet meer konden lopen werden mishandeld. En hoe ze werden gedwongen om zelf deel te nemen aan die mishandelingen. Later zal blijken dat ongeveer 80% van de kinderen die ik interview wel een kogelwonde heeft opgelopen. Zonder uitzondering hopen ze een normaal bestaan op te kunnen bouwen en de gruwelen uit het verleden achter zich te laten. Naar school gaan en een opleiding volgen is hun grootste wens. Die avond kraken we een flesje wijn en voorzichtig drink ik een glaasje mee. En terwijl het stortregent verbroederen we onder het afdak met luitenant-kolonel Charles en zijn broer. Ze vertellen ons interessante wetenswaardigheden over Oeganda en zijn bevolking. Het belangrijkste vind ik dat Charles ons verzekert dat de rebellen zich ondertussen hebben teruggetrokken uit Gulu en nu richting Kitgum, verder naar het noorden, oprukken. En dat is geruststellend nieuws. Zondag 15 december 2002 Vandaag vier zware gesprekken in World Vision. Charles vertelt hoe hij door een commandant met een bajonet in het hoofd werd gestoken. Het litteken is nog steeds duidelijk zichtbaar. Justin had geen andere keuze dan zijn eigen urine te drinken, anders zou hij in Soedan van dorst zijn omgekomen. Jimmy moest zijn eigen broertje mishandelen met een panga en Patrick heeft nog steeds last van de bomsplinter die hij in zijn ruggengraat kreeg tijdens een gevecht. Ik vind dat ik na vandaag wel een verzetje verdien en informeer hoe het eigenlijk zit met de uitgaansmogelijkheden in Gulu. Ook Els is moe maar voldaan. Het is me een raadsel hoe ze het in zo'n relatief korte tijd voor elkaar heeft gekregen maar het dossier is met begroting en al volledig
4
Jeugd & Vrede
af. Nu duimen dat het wordt goedgekeurd. Dit opvangcentrum is zo nodig! Vier van de zes dozen materiaal die we uit België hebben meegebracht worden meegegeven met Angelina die naar Lira vertrekt. Als ondervoorzitster van de oudervereniging is zij de geknipte persoon om de spullen te verdelen. De tien voetballen worden verdeeld over de drie opvangcentra. Een vijfde doos met tekenmateriaal, schriften en balpennen zijn bestemd voor een lagere school. De disco van Gulu wordt een hele belevenis. Het is niet meer dan een duistere ruimte met twee bars, een paar tafels aan de ene kant en een discobar aan de andere kant. Verder fungeert de hele tussenruimte als dansvloer. De ruimte vult zich met vrolijke, Afrikaanse klanken en het is onmogelijk om niet aangestoken te worden door de heupwiegende massa. Ondanks alle ellende, gruwel en verdriet die deze mensen moeten ondergaan, slagen ze er toch in zich te amuseren en te lachen. Ik vind het fantastisch. Maandag 16 december 2002 Ondanks het late uur en de lichaamsbeweging slaag ik er niet in de slaap te vatten. Het vlot niet erg vandaag in World Vision. Ik slaag er in slechts een paar interviews te doen voor het middageten. Ik vertrek met spijt in het hart, zeker als ik die hoopvolle gezichten zie die ik achterlaat. Maar ik besef nu ook het belang van mijn eigen gezondheid. Ik voel hoe het slaaptekort van de afgelopen week, in combinatie met de darmproblemen, weegt. Daar komt bij dat ik onvoldoende en ongezond eet. Elke dag friet met kip, maar dan wel kippetjes die duidelijk zelf ook honger hebben geleden. Maar deze middag is het feest. Els maakt haar befaamde avocadopapje. Heerlijk. Om 17u komt Els me ophalen in World Vision. We besluiten ermee te stoppen voor vandaag. We brengen nog een blitzbezoek aan Gusco en daarna staan nog een aantal afspraken op het programma. Achtereenvolgens verschijnen Father Carlos, een Canadese journaliste en legerwoordvoerder Paddy op het appèl. Het is mij trouwens al eerder opgevallen dat iedereen Els kent en Els op haar beurt iedereen. En ook hoeveel respect de mensen hebben voor haar werk hier in Oeganda. Dinsdag 17 december 2002 Opnieuw tegenslag. Ditmaal heeft Els te lijden onder buikkrampen. Het lijkt wel of één of ande-
re hogere macht niet wil dat de kinderen geïnterviewd worden. Ik besluit dan ook alles te geven. Lattodwong, de vertaler, denkt er net hetzelfde over. We blijken een superdynamisch duo te vormen en de gesprekken volgen elkaar in snel tempo op. Op het einde van de dag hebben we niet minder dan 15 kinderen geïnterviewd. Ik smeek hem dan ook om morgen weer present te zijn want aan dit tempo lukt het ons vast wel om al degenen die nog wachten te interviewen. En dat voelt verdomd goed. Els daarentegen voelt zich heel wat minder kits. Een korte opname in het ziekenhuis was in de loop van de dag noodzakelijk gebleken. Ze wordt er omringd met de beste zorgen. Het lijkt of ze hier de enige patiënt is. Iedereen staat klaar om bij de minste kik in actie te schieten. Maar bij de dokter hebben we allebei onze twijfels want die maakt een wel erg onhandige indruk. Als hij grapt dat hij van Zuid-Afrikaanse afkomst is en zijn studies nooit heeft afgemaakt, zijn we bereid hem op zijn woord te geloven. En dat de helft van de vloeistof uit de baxter op de grond druppelt laten we ook maar zo. Rond 21u wordt Els ontslagen, maar niet zonder eerst een heel arsenaal medicijnen overhandigd te krijgen. Woensdag 18 december 2002 Niet minder dan 79 kinderen zijn de afgelopen nacht erin geslaagd te ontsnappen tijdens een militaire operatie. We besluiten ze op te gaan zoeken in de ‘Child Protection Unit’, het centrum van het leger waar ze de eerste dagen verblijven. De groep kinderen die we er aantreffen is meelijwekkend. Ze zijn gehuld in vuile vodden die in repen van hun lijf hangen, zonder schoenen. Vooral hun ogen zijn beklijvend. Ze getuigen van een doffe ellende en wanhoop. Op hun verzoek nemen we voorlopig nog geen foto's. Ze schamen zich om hun groezelige voorkomen. Eerst delen we de T-shirts uit die we hebben meegebracht. De kinderen nemen ze gretig van ons aan en trekken ze meteen over hun hoofd. De groep die een half uurtje later voor ons zit, biedt een heel andere aanblik. De T-shirts hebben een metamorfose teweeggebracht. Maar hun ogen en hun gegeselde, gezwollen voeten verraden hen. Even later merkt Els drie jongens op die in de zon op het gras liggen, hun voeten in vuile zwachtels gedraaid. Twee van hen maken een 5
Jeugd & Vrede
dermate verkommerde indruk dat Els besluit ze naar het militair hospitaal te brengen. Hoewel er geen jammerklacht over hun lippen komt, zien we dat de voeten van deze jongens niet meer dan rottende klompen vlees zijn die dringend medische verzorging nodig hebben. Als ze al te redden zijn. De jongens worden in de auto geladen. Ik kruip bij één van de medewerkers achterop de motor. Onderweg gebaart Els te stoppen. Ze wil wisselen omdat ze moet overgeven van de lucht. Ik begrijp het niet helemaal. Met een hoofd vol vraagtekens stap ik naast Lutaaya in de auto. We zijn nog niet vertrokken of het wordt me allemaal duidelijk. Zo ruikt dus rottend vlees. Dit is de befaamde lijkengeur die je volgens ingewijden dagenlang niet meer uit je neus krijgt. Nu is het mijn beurt om met mijn hoofd kokhalzend uit het venster te hangen. De rest van de rit probeer ik mij te focussen op het groen van de bomen die we voorbij rijden, op het gewicht van de mand die een vrouw op het hoofd draagt. Als het maar mijn aandacht kan afleiden van die vreselijke geur. Als ik na de eindeloos lijkende rit eindelijk kan uitstappen weet ik niet wat eerst te doen: een zucht slaken van verlichting of frisse lucht in mijn longen zuigen. De jongens dragen hun pijn dapper en in stilte. Als de tweede op een draag-
berrie wordt gelegd, zie ik hoe zijn gezicht vertrekt in een van pijn verwrongen grimas, maar nog geeft hij geen kik. We gaan nog even terug naar de child protection unit om te zien of de verpleegster daar ondertussen aanwezig is. Ze blijkt handen tekort te komen. Toch neemt ze even een moment om ons te wijzen op de ruggen van een paar jongens. Het is geen aangenaam zicht. De rug van één van hen is
tot op het bot ontveld. Een andere vertoont de overduidelijke striemen van slagen die hem een week geleden zijn toegebracht. Nog een andere heeft een grote, met etter gevulde wonde op zijn onderrug. Wie kan dit kinderen aandoen? Is zo
iemand überhaupt nog menselijk? In World Vision gaan we niet weg tot de laatst overgeblevenen aan de beurt zijn geweest. En dan zijn we plots klaar! Een heerlijke gewaarwording, maar toch krijg ik even een dipje. Het slaapgebrek begint nu echt wel zijn onmiskenbare sporen na te laten. Terwijl Els begint te interviewen in Gusco - want ook daar zit een grote groep kinderen op onze komst te wachten - ga ik met Lutaaya nog wat extra tweedehands T-shirts kopen op de markt. Het is een welkome afleiding. Tegen 16u zal ik eveneens afzakken naar Gusco. Ik interview hoofdzakelijk jonge moeders die met één of meer kinderen uit de bush zijn teruggekeerd na een gedwongen verblijf van vele jaren. Meisjes worden steevast vanaf een jaar of 13 als vrouw gegeven aan mannelijke rebellen. Zij moeten zorgen voor een nieuwe generatie kinderlijke vechtmachines. Naast alle 'gewone' trauma's krijgen deze meisjes dus vaak ook nog eens de zorg voor een kind, verwekt door hun verkrachter, erbij. En het zijn deze bengeltjes die nu een plaatsje -en een sponsor- krijgen in het programma. Als het begint te schemeren, trekken we nog een allerlaatste keer naar de Child Protection Unit om de extra T-shirts af te leveren. Goed nieuws: er blijken opnieuw ontsnapte kinderen te zijn aangekomen. Genoeg van de kippenbotjes trakteren we onszelf op een maaltijd buitenshuis. En we geven meteen ook onze bodyguards vrij, dat hebben ze wel ver6
Jeugd & Vrede
diend. Mijn spaghetti vormt, hoewel ik meer dan de helft laat staan, een welkome afwisseling. Donderdag 19 december 2002 We gaan eerst een kijkje nemen in de Child Protection Unit. De verpleegster, een sympathieke vrouw die duidelijk van aanpakken weet, is al druk in de weer met het verzorgen van de talloze wonden. We interviewen een jongen die 'slechts' drie weken bij de rebellen was maar wiens verhaal zo schrijnend is dat Els prompt beslist hem ook in het programma op te nemen. Het bewijst eens te meer dat minimum zes maanden ontvoerd zijn eigenlijk een absurde voorwaarde is om in aanmerking te kunnen komen voor sponsoring. Maar zolang er niet voldoende sponsors zijn, vormt het helaas een noodzakelijke regel. Een meisje vertelt hoe ze in de loop van juli thuis werd ontvoerd. Haar thuis is niet zo ver gelegen van ons hotel. Ineens blijkt Acholi Inn toch niet zo veilig te zijn… Na de lunch scheiden onze wegen zich. Els rijdt naar de luchthaven om het 'overlevingspakket' dat ons vanuit Kampala wordt gestuurd op te halen. Ik vertrek met Joseph naar Gusco. Als ik wil starten met de interviews, arriveert een delegatie van de Verenigde Naties in reusachtige pick-ups en omringd door robuuste, zwaar bewapende militairen. Mijn eigen soldaatje lijkt ineens heel erg jong en kwetsbaar tegenover zoveel machtsvertoon. Maar als we later te voet terug wandelen naar het hotel verzekert hij me nogmaals dat hij toch echt wel bereid is zijn leven voor mij te geven. En dat maakt natuurlijk veel goed. Els vertelt hoe ze de afgelopen nacht was wakker geschrokken en had kunnen zweren dat ze een geweerloop zag glinsteren in het maanlicht. Om het zekere voor het onzekere te nemen heeft ze zich omgedraaid in bed. Als er geschoten moest worden, dan liever een kogel in de voeten dan in het hoofd. Grappige anekdote ware het niet dat het mijn eigen nachtelijk avontuur in herinnering brengt. Glashelder weet ik weer hoe ik vannacht wakker werd toen mijn venster werd dichtgeklapt. Toeval of niet, ik vind het behoorlijk eng. En wie was die man in verfomfaaide kleding die Els vandaag minstens een half uur nauwlettend in het oog hield toen ze voor het hotel met een aantal mensen in gesprek was verwikkeld? Op het ogenblik dat ze hem wilde aanspreken was hij verdwenen, als in rook opgegaan. Volgens
onze chauffeur bestaat er geen twijfel over: dat was een spion van de rebellen. En daarmee verdwijnt mijn laatste restje zekerheid. Om mij gerust te stellen biedt Els grootmoedig aan om haar kamer vannacht met mij te delen, maar dat aanbod sla ik af. Als er iemand is waar ik de nacht niet mee wil doorbrengen is het Els wel, die een doelwit vormt. Mijn voorkeur gaat eerder uit naar een lijfwacht, mèt wapen. Als ik Lutaaya hiervan op de hoogte breng, worden de lijfwachten er onmiddellijk bij gehaald en kan operatie 'sleeping with Renate' worden voorbereid. Het groeit uit tot een bloedserieuze missie. Als Lutaaya uiteindelijk beslist om mij niet alleen Joseph te geven maar Mbussa er als toemaatje bovenop (waardoor het eigenlijke doelwit dus zonder lijfwacht komt te zitten), begint de hele situatie behoorlijk op mijn lachspieren te werken. Een kwartier voor mijn kamergenoten me zullen vervoegen, besluit ik de hele missie af te blazen. Als er één nacht is waarin ik me geen zorgen hoef te maken, is het vannacht wel. De chef van de veiligheid is immers in het hotel aangekomen, samen met een groep parlementsleden, en sindsdien krioelt het hier van de militairen. Vrijdag, 20 december 2002 De dertig soldaten die vannacht op de uitkijk stonden, hebben hun kalmerende uitwerking niet gemist. Ditmaal heb ik niet slecht geslapen. En om deze nieuwe dag helemaal tot een feest te maken is er vanmorgen ook stromend water. Eens te meer besef ik hoe verwend wij in onze westerse samenleving zijn. De voormiddag is gereserveerd voor de Concerned Parents Association. Daar hebben een veertigtal kinderen zich verzameld om een briefje te schrijven aan hun sponsor in België. Ze kwijten zich allemaal even ernstig van hun taak. Aangezien de ervaring leert dat de kinderen wel eens stiekem schriftelijk durven bedelen voor een fiets of voor extra geld voor hun broertjes en zusjes, heb ik mijn handen vol met het diagonaal nalezen van de brieven. Daarnaast moet gezorgd worden dat het juiste kind naar de juiste sponsor schrijft en moet een aanwezigheidslijst bijgehouden worden. Veel te snel is het weer lunchtijd. Maar we houden die bewust zo kort mogelijk omdat we deze namiddag nog alle wachtenden in Gusco willen interviewen. Het belooft een race te worden tegen de tijd. De gesprekken in Gusco krijgen een beetje het cachet van bandwerk. Op enkele uren tijd luisteren we naar zeventien zware verhalen (lichte ver7
Jeugd & Vrede
halen zijn hier nu eenmaal onbestaande). En dan moet ik er echt de brui aan geven. Ik ben op, begin zelfs te kokhalzen bij de gedachte aan nog een interview. Samen met Joseph wandel ik terug naar het hotel. Het doet goed om mij af en toe eens buiten een omwalling te kunnen begeven. Dat ik mij niet vrij kan bewegen zonder een bewapende soldaat in mijn kielzog, stoort me niet maar het feit dat ik mij bijna continu binnen ommuurde terreinen bevind, valt me zwaar. Terwijl onvermoeibare Els met een nieuwe lading T-shirts naar de Child Protection Unit trekt om de laatst aangekomen kinderen van een nette verpakking te voorzien, kruip ik met de fiches van alle kinderen die ik heb geïnterviewd in bed. Ik maak een selectie van 50 kinderen, voor deze kinderen zullen we vanuit Jeugd & Vrede trachten sponsors te vinden. Op die manier willen we ook ons steentje bijdragen aan de toekomst van de ex-kindsoldaatjes in Oeganda. Even een momentje op adem komen want ik heb me vast voorgenomen om me deze laatste nacht in Gulu in het nachtleven te storten en me te laven aan de energie van de immer optimistische Oegandezen. Als ik de nachten dan toch slapeloos moet doorbrengen, dan liever op prettige wijze. Ook onze jongens zijn die avond in vorm. Maar Joseph blijft waakzaam tot de laatste minuut. Zaterdag, 21 december 2003 En dan zit het er voor mij op. We vertrekken met een aantal mensen tegelijkertijd en dat moment is er zo plots dat er nauwelijks tijd rest om afscheid te nemen. Maar eigenlijk vind ik dat niet zo erg, want afscheid nemen is niet mijn sterkste kant. Lutaaya, Mbussa en Joseph gaan met me mee naar Kampala, dat is een meevaller. De hele rit naar Kampala breng ik half slapend door: de uitputting nabij!
Renate Kerkhofs
Getuigenissen van exex-kindsoldaten. ons huis er, naar e w e g t e n vijf m te , waarva n e ll e b e hoofdweg r ven e z n e o t est zijn STELLA A. ens gewe g r o m 's uur 8 e d d n 14 jaar o r r a t na Het moe n en hen e p o l ik t te a d it kwamen. e om voor hen u vertelden ze mij m , n n le te o Ze bev ie bereik Mijn vader werd vermoord door de rebellen. Ik ben gestopt met oen we d ocht keren. T . n e ebellen r m e leid d is t u a h naar ehoord d ren. school toen de scholen in mijn dorp, in 1994, vanwege de oorlog niet terug ik had g jes die ze ontvoe t n a w g eis an in werden gesloten. Ik was b en doen met de m m genade maar Op een nacht kwamen rebellen naar mijn huis en ontvoerden mij, ing en o en ij m slechte d rde en smeekte h e z samen met vijf andere meisjes uit mijn dorp. Ik werd meegenomen n ge stee edes sloe ken diep de naar Soedan, waar ik een militaire training kreeg. In Soedan gingen b k e e Ik prote m s We trok op mijn oorden. antwoord we vaak op plundertocht. Het was dan mijn taak om de gestolen m r e v e t mij n e d n e ig e d r goederen te dragen. d " te wor e "vrouw d . Ik was getuige van verschrikkelijke dingen. Ik zag hoe kinderen, die d m o n bush in. o n v e gedwong t aardig Ik werd e rebel die ik nie jk tegen mij. hadden gepoogd te ontsnappen, met bijlen op hun handen werden rot deli geslagen of werden neergestoken. Ze stierven in doodsangst. Dit van een g wreed en onvrien maar 's e o z n e s g a n a moest als waarschuwing dienen voor de andere ontvoerde kinderen. w v e g Hij s ik zijn enote a g t w h c g e a Ik zag eveneens hoe kinderen werden gedood gedurende de n d Over de rol va om hem lief te ik g e e r k gevechten. Het was afschuwelijk. e nachts ong hij m w d n e Op een dag staken we een rivier over. Ik raakte verstrikt in het toebedeeld n e ig papyrus moeras. Ik bleef achter zonder dat de anderen het d . a n d e d hebb ren moor ngen, wiens a w n opmerkten. Toen iedereen weg was, maakte ik me los en gaf me e ll e o j De reb en kleine elen gezwollen aan bij de plaatselijke council officials. Ze namen me mee naar de E . s o genadelo het lange wand een barakken en daar werd ik overgedragen aan World Vision. or dat hij g voeten do zo zwak en moe r werd doo Ik had een lelijke huiduitslag, had wonden op mijn benen en pijn in as waren, w n verzetten. Hij loed mijn borst. Ik bezat slechts één gescheurde jurk. Van World Vision ko et b voet meer oodgestoken. H og om kreeg ik twee jurken, een deken, een matras en pantoffels. d n n e rwijl hij de rebell Ik was continu bang en werd geplaagd door kwade dromen en n hals te de rebellen ij z it u e aar gutst M nachtmerries. De raadgevers van World Vision praatten met me, . e t meek genade s n maar. n op zij luisterden naar me en baden voor me. Ze raadden me aan om me llee lachten a d ik verplicht om n. geen zorgen meer te maken en het verleden te begraven. Tenslotte pe wer m te trap En toen a leefde ik nog en was ik jong genoeg om nog iets van mijn leven te a h c li e at ik do d d e d g e in lo w b e u b maken. ch de waars rgaan, als e Ik kreeg d n o lot zou en. Op dit ogenblik ben ik goed doorvoed , ga goed gekleed en volg ik hetzelfde roberen te vlucht up een opleiding als kleermaakster. Ik kan al broekjes voor kinderen ik ooit zo eerste keer dat ik de ie maken en korte broeken en ik kan een patroon voor een jurk t s a a u w it s t e H hele ag. De ng knippen. een lijk z o verward en ba z e m e e d Het World Vision team heeft mijn moeder gecontacteerd die me is maakt n vrees momente ij ik b komen opzoeken. Ze was heel opgewonden en blij om me te zien. s a ik w t r e da en. Lat d r o g Ik kijk er naar uit om mijn familie weer te vervoegen. w o n e t p o gek e moord d n a v e getuig die e jongen r e d n a n ee h ad te gepoogd en. ontsnapp , na een paar ag Op een d het kamp in in maanden am een man w e bush, k 8 Jeugd & Vrede d
A. JANET 16 jaar
uit in paniek n e v o t s e rebellen rden. D rennen. e d a n p . Ik m tervolgen dachten g ons ka r huis te h a in c a r a e n g e n e r m e van de nappen oe bleef mijn ge soldaten in te onts eleefd in de rimb gde, dwaalden r e e d on ik te t ik a e d d Dan beg voor riep en b uitle laag s s n ie . t j o d ie z ie z li e e d r n g n d a e e E de lera aanger me uit weg. e om m t ik had ij smeekt snut en scholden vluchtten school, maar wa men halen. Als h n l e ij r w a r a elk aar erd te en ko n niet rug zoud e terug n rmoord w , noemden me ee akker, Ik keerd de rebellen me te hoe de jongen ve e m ten euwend w t e s r e h t p c w a s e u d Z ie ik e uit. vreesd er een e ik opn k werd en hoord dere kinderen mij n en vaa en. Ze haalden e g erd m a o z r d n e e af eng eel, ik w e an ezet d b d n ts e s h n c g e a t e a w t h n c in n la geeste had 's niets, gillen en de rebellen". pen. Ik at ik door kwade Het hielp echter la s n n a a v a g d lan . e "vrouw en van p e ang om t n ouders dachten ruiden te drinken ll b e b e ik r s e a d t dt Thuis w et zweet. Mij bittere k rtelde da g ik om zelfmoor m e o v e e tt m h h c , li erwoo ebellen badend in bij die me verp aan de r en te nemen, ov s r a e w t k t o p d g a n n er weg hekse ook ontsn es opnieuw geva veuzer. n dorp v r e e i e e n d r , in a n e n a j e n te meis alleen m n mijn vriendin verstopp en en al e ontsnap ij wilde de trouw a ll v il m a w n n é ie t e é d ie n n n n e e To kom een ma l ik nog terug te ontmoette vinden. Hoewe k I waren om . n ze. te lope kunnen geen keu huis weg me nooit zouden ik n plegen. d a v a h m , o rees w h ad bellen Het plan gens waar de re n die al een vrou r a e , een m van huis t met e i n l a helema GRACE L. 16 jaar
De dag da t ik naar h et World V mager en ision Centr diep ongel um werd g ukkig. Ik ebracht, w voeten ware le ed aan een as ik n gezwollen erge huidu va n itslag en m schoenen a het lange stappen in ijn an. Over mijn hele li de bush, zo en riet. Mij chaam ha nder n benen w d ik schramm aren er het In het vlee en van doo ergste aan s van mijn rns to e. d ij , vlakbij mij was aanva n knie, zit nkelijk eno nog steeds rm pijnlijk lichaam g een kogel. , nu is het eworden. Dat b ij n a een deel va H et vlees en de gevoelloos. n mijn huid er om heen zijn vo Ik heb ook lledig littekens va n foltering de 46 rietsl en op mijn agen die d billen, een e rebellen herinnerin een zware me gaven last gestole g aan to en ik er niet in n voedsel te Toen ik wer sl a d a ra g g d en. e om d ontvoerd was ik nog hetzelfde lo maar 14 ja t als de mee a r oud. Ik o ste ontvoer gegeven a nderging de meisjes; an een ma ik werd (teg n . D ie Deze man had nog vi en mijn wil) was ruw en jf andere m grof tegen eisjes als ec herinnerin o htgenotes. n s. En hij br g dat hij o acht ons co ns zou verm Desondan n st a o nt in orden als w ks slaagde e probeerd ik er toch in vrouwen te en te vluch om samen ontsnappen ten. met drie va uit het kam gebracht vo n mijn med p in Soeda or trainin en waar we g. We had lange afsta naartoe w den er gen a nden te m ren oeg van om oeten lopen honger te en te zien , naar de fr lijden, hoe onze m o n tl in akkers gen ie gezonden Drie dagen adeloos wer te worden waren we o den omgeb nderweg vo racht. bereikten. or a leer we de Na ons aa grens met ngegeven militaire b Oeganda te hebben arakken g bij het leger eb ra , werden w ch Centrum. t en van d e naar de aaruit na ar het Worl Op dat mo d V is ion ment was ik twee maan verdrietig den in verw want ik bes achting. Ik efte al te g was heel oed dat m et deze ba by in mij, ik een
9
Jeugd & Vrede
voortzettin g van mijn opleiding Maar God wel kon ve is goed, ik rgeten. werd tenm gezonde ee in ste gespaard tlust. van ochten De grootste dmisselijkh opluchting eid en had in het Worl een het gevaar d Vi sion Centr was eindel u m ij k w g a ew s de veiligh in geslaag eken. Ik k d uit die h eid. Ik wa on het bijn el te ontsn s veilig, a niet gelo Toch ware a ven. Was ik pp en ? n mijn eers er w te er kelijk d a gen heel m haatte mez oeilijk. Ik elf intens d h u a il t d ik zo dom e veel en w zwanger te was geweest eigerde te worden op eten. Ik om me te la een zo jon de beelden ten ontvoer g e leeftijd. van kinder en "W en a a ro en m ik?", vro die ik verm stervenden eg ik me a oord had zi , de reuk va f. Maar oo en worden n buskruit k Ik was hee , het gesch en de stan l snel bang re eu k va w van n . Het minst de dood bl stonden op e beetje law even me ach springen. aai deed m tervolgen. Ik nam min e schrikken me zo vies stens drie en vuil. In . M ij n à zenuwen vi er keer per Soedan wa dat je som dag een ba s er een geb s een week d . re Ik k aan zuiver voelde lang geen verschrikk bad kon n water. Met elijk rook. emen of je als gevolg k le ren wassen Toen ik op het centru en je op de m arriveerd duur mijn moed e w as het Worl er, broers en d Vi si zu on ssen te con -personeel rebellen ve tacteren ( zo vriendel rmoord). mijn vader Ze zijn me ijk om blij mij te zi werd in 19 o n dertussen en. In haa 93 door de a l ko m r en opwinding opzoeken. wijsgemaa probeerde Mijn moed kt dat ik d ze me op te er was zo ood was. Ik was zelf tillen! Men ook versch had haar rikkelijk bli j om hen te zien, ik ko n wel huilen Vandaag h eb ik een tw van vreugd ee weken o e. kleermaaks ude baby en ter zodat ik vo lg ik een o in het leve voorzien ee pleiding to nsonderho ns ik het ce t ud van mez ntrum verl Ik ben van elf en mijn a a t. plan om d ba by kan ie kleerma en een klee kerscursus rmakersza a f te maken, ak te begin een naaim nen in een achine te ko handelscen pen trum.
World Vision Centre werd in maart 1995 opgericht in Gulu, Noord-Oeganda. De doelstelling is om kinderen en jongeren die ontvoerd werden door het Lord's Resistance Army op te vangen en te begeleiden naar een nieuwe plaats in de maatschappij.
10
Jeugd & Vrede
4.Werken met de thematiek Opdracht 1: Achter zeven rivieren en zeven wouden. Leeftijd: 10+ Duur: 2 uur Materiaal: tijdschriften, kranten, lijm, grote vellen papier, tekenmateriaal Het fragment uit het boek 'Tinka' (op de volgende pagina) wordt gezamenlijk (voor)gelezen. De kinderen krijgen de opdracht om, individueel of per twee, net als Tinka tijdschriften, kranten en bladen door te nemen, op zoek naar woorden (boze, lieve en droevige) die hun gevoelens over oorlog uitdrukken. Naast woorden zoeken ze tevens naar artikels, foto's e.d. Met het resultaat wordt een collage gemaakt die versierd mag worden met tekeningen, kleuren en alles wat in hun hoofd opkomt. Ieder laat zijn eigen gevoelens, fantasie en creativiteit de vrije loop. Het resultaat wordt besproken: wat roept oorlog bij hen op, hoe zou het leven eruit zien, moest er een oorlog woeden in het land? Daarna worden alle woorden overgeschreven op papiertjes die in een doos worden gestoken. Iedereen mag er drie uitnemen. Met deze drie woorden als leidraad wordt de kinderen gevraagd om een kort verhaal te schrijven. Let wel, de drie woorden moeten in dit verhaal voorkomen.
11
Jeugd & Vrede
ACHTER ZEVEN RIVIEREN EN ZEVEN WOUDEN Er zijn dagen zonder granaten. Alsof de vijand moedeloos is geworden van de stad die niet wil leegbloeden, die koppig blijft leven met open wonden. Tinka staat voor het open raam in de volle gloed van de middagzon en ademt diep in. Zit dat tintelende gevoel in de lucht of in haar bloed? 'Wat sta je daar te dromen?' zegt haar moeder. 'Hier, je rugzakje. Ik heb er een paar biscuits ingestopt. Vanavond eten we koolsoep met wat bonen. Er is weer geen gas vandaag en het hout voor de kachel raakt ook op.' Hoe vaak al heeft Tinka die zucht van haar moeder gehoord? De rugzak weegt licht: biscuits uit de voedselpakketten, een kladschrift, een potlood. Op deze laatste dag van het schooljaar hoeven de leerboeken niet mee. 'We zullen dit jaar geen kersen van oom Gustav krijgen', zegt haar moeder. 'Hij heeft zijn boom omgehakt. Liever warm eten dan koude kersen, zei hij. Ja, een grapjas is hij altijd wel geweest.' Jammer, denkt Tinka. Met een emmer vol kersen over de straat lopen, mooi zou dat geweest zijn. 'Het is rustig vandaag, maar neem je toch de veilige weg?' vraagt haar moeder bij de deur, met Simo op haar arm. Iedereen weet welke pleinen en straten en hoeken niet veilig zijn voor de kogels van de sluipschutters. Ze hebben zich in de buitenwijken in leegstaande flatgebouwen verschanst en loeren geduldig door hun verrekijkers. 'Natuurlijk', zegt Tinka. 'Tot straks.' Ze knijpt haar broertje in zijn blote bil. Zodra ze de hoek omslaat, ziet ze een nieuwe tekst in grote kalkletters op de muur van de broodfabriek. DE ZON BLOEDT LEEG. En zoals altijd kijkt ze naar het huis ernaast, dat de granaten heeft gekregen die waarschijnlijk voor de fabriek waren bedoeld. Een huis van twee verdiepingen, waarvan alleen de zijmuur met de trap is overgebleven, met een deur bovenaan en verder niets. Als je die deur opendoet, sta je in de hemel, denkt Tinka. Een kleine vrachtwagen met een grote kooi komt aangereden. De hondenvangers zijn weer op zoek naar zwerfhonden. Ze vangen ze met een lus aan een lange stok. Niemand weet wat er met de gevangen honden gebeurt. De vrachtwagen stopt bij Tinka en de man naast de chauffeur draait het raampje open. Tinka herkent de vader van Mathias. 'Op weg naar school, Tinka? Zeg je tegen Mathias dat hij straks bij zijn tante moet gaan eten? Ik heb veel werk vandaag, het wordt laat vanavond. Morgen vakantie, hè? Nauwelijks les gehad en alweer vakantie! Geluksvogels!' Pechvogels, denkt Tinka. Ze zou graag veel nieuwe dingen leren, de wereld is te groot voor haar kleine hoofd en ze wil er meer over weten. Maar de laatste maanden kwam er niet veel van. Alleen als het rustig was, belde de meester bij de kinderen aan om ze uit te halen voor de les in de schuilkelder. En zelfs dan was het vaak een rommeltje, omdat grote mensen bij een onverwachte aanval naar binnen kwamen gevlucht. Hoe kon je nu een toneelspel doen of op vragen antwoorden als al die vreemde ogen toekeken? Soms trilde de grond en viel het licht uit. Echt gezellig was het er alleen als Milenko op bezoek kwam, de beste turner van het hele land volgens de meester. Hij mocht zeker naar de volgende Olympische Spelen. 'Zullen we die slappe lichamen eens wat opkrikken?' riep hij dan. Hij trok altijd zijn hemd uit. Je zag zijn spieren over zijn naakt bovenlijf wandelen en je deed geweldig je best, want wie wilde niet zo mooi zijn als Milenko? Na de oefeningen moesten ze opzij gaan staan en dan voerde hij een aantal salto's uit. Het applaus klonk altijd heel hard in die nauwe ruimte. Bij de ingang van de schuilkelder vertelt Tinka Mathias meteen wat zijn vader heeft gezegd. 'Als dat maar geen gemalen hondenvlees wordt!' zegt hij lachend. Mathias zie je nooit sip kijken, de oorlog lijkt langs hem af te glijden als regenwater. De meester klapt in zijn handen. Tinka mist het feestelijke geluid van de koperen bel naast de schooldeur. 'Vandaag is er een staakt-het-vuren, er zijn een paar hoge pieten op bezoek in onze stad', zegt de meester. 'We kunnen dus hier buiten op het grasveld blijven.' Ze gaan in een kring zitten. 'Een uurtje zal wel genoeg zijn voor vandaag', zegt de meester. Hij zwijgt en kijkt naar de lucht, met die donkere ogen achter kleine brillenglazen. Zo lang, dat een paar kinderen beginnen te wiebelen. 'Ik vind het jammer dat ik jullie de laatste maanden weinig heb kunnen leren', zegt hij na een tijdje. 'En toch geef ik deze laatste dag geen les. Ik ga jullie een paar verhalen vertellen.' Daarom houdt Tinka van de meester, hij kan zo mooi vertellen. Hij begint met het sprookje van de negen witte wolven die op de heuvels woonden en eigenlijk de negen kinderen van een arme vrouw waren, maar zo zelf voor hun eten konden zorgen. Hij vertelt het sprookje van de jager die op een van de heuvels een roestig kistje met een roestige sleutel kreeg van een blauwe vogel. Hij vertelt het verhaal van de Windkoning, dat begint met een zin die Tinka prachtig vindt: 'Achter zeven rivieren en zeven wouden, daar waar het water in druppels uiteenspatte op hoge heuvels, woonde de Windkoning in een grot.'
12
Jeugd & Vrede
De stem van de meester draagt Tinka naar de heuvels, waar er voor even geen kanonnen onder de bomen staan. 'En nu,' zegt de meester na zijn verhalen, 'zou ik graag samen met jullie het gedicht opzeggen dat ik jullie heb geleerd.' Tinka's hart slaat een slag over. Hoe vaak al heeft ze dat gedicht in bed gefluisterd, al begrijpt ze sommige stukken niet goed? Het gedicht was er opeens, op talloze blaadjes, verspreid over de hele stad. Niemand weet wie het heeft gemaakt, maar iedereen kent het. 'Klaar?' zegt de meester. Tinka sluit haar ogen. We leven in een ongebroken stad waar de wind meeuwenkreten strooit op graven. Wat is er geworden van onze heuvels de heuvels vol verstikte bloemen waarop bomen vergeefs hun vuisten schudden en honden zonder baas blaffen? We zullen nieuwe heuvels moeten bouwen met onze gewonde handen als schuilplaats voor onze dromen. Kom en vertel me hoe uit oorlog dromen groeien over kogels die gaan bloeien. De stemmen sterven weg. Als Tinka eindelijk haar ogen opendoet, ziet ze de meester naar haar kijken en goedkeurend knikken. Ze wordt er helemaal warm van. Opeens haalt Mirjana -Mirjana met de rijke ouders - uit haar schooltas een doosje met platte chocolaatjes voor de meester en uit de kring stijgt een langgerekt, verbaasd 'ooohh' op. Ze zien de meester met zijn ogen tellen. Hij haalt zijn knipmes uit zijn zak en snijdt elk chocolaatje in precies gelijke helften. Dan laat hij de doos rondgaan en iedereen zit te smakken en zijn vingers af te likken. Er zijn nog drie stukjes over, maar die zijn voor de meester. 'Voor straks, als je moet huilen omdat je ons moet missen!' roept Mathias. Maar de meester lacht niet. Hij staart over hun hoofden, alsof ze er niet zijn. 'Ik vind het zo jammer dat jullie deze oorlog moeten meemaken', zegt hij, nauwelijks hoorbaar. 'Het maakt van jullie ander kinderen. Het breekt jullie leven in twee stukken, een ervoor en een erna.' Hij zucht en komt overeind. 'Zo,' zegt hij, 'ik hoop dat jullie de vakantie gezond en wel doorkomen.' Iedereen weet wat hij bedoelt. Twee keer al zijn ze naar de begrafenis van een klasgenoot geweest. Tinka moet weer denken aan wat die vervelende Eldin bij de laatste begrafenis tegen haar heeft gezegd: 'Hij had geen hoofd meer toen ze hem terugvonden.' Een paar jongens rennen al meteen weg, maar Tinka loopt naar de meester, gaat op haar tenen staan en drukt een snelle kus op zijn wang. 'Bedankt voor de verhalen', zegt ze. 'Jij was een van mijn beste leerlingen', fluistert hij in haar oor. Tinka wandelt terug naar huis, niet bedroefd zoals ze had verwacht, want de woorden van de meester gonzen in haar hoofd en de straten ruiken naar chocolade. Ze denkt aan wat ze vandaag nog moet doen. Voor de broodfabriek in een lange rij gaan staan, in de hoop dat het brood niet op is als zij aan de beurt is. En wel tien emmers water halen aan de pomp op het pleintje, want de watertoren is stukgeschoten. Emmers die ze thuis in de badkuip zal leeggieten, zodat ze een voorraad hebben. Daarna een beetje met Simo spelen. En als die slaapt, zal ze haar drie dozen vanonder haar bed halen. Uit oude kranten heeft ze woorden in alle maten geknipt, die ze bewaart in dozen. In de rode doos liggen boze woorden, in de gele lieve woorden en in de blauwe droevige woorden. En al die woorden kan ze mengen en opplakken en zo krijgt ze haar eigen verhalen. Ze zal een verhaal maken voor de meester en het in zijn brievenbus stoppen. En in bed zal ze eens moeten nadenken over wat de meester bedoelde met dat leven dat in twee stukken is gebroken. uit: Tinka van Ed Franck
13
Jeugd & Vrede
Opdracht 2: Kindsoldaten in de wereld. Leeftijd: 14+ Duur: 1 uur Materiaal: voor ieder een afbeelding van een soldaatje (35 kopies), wereldkaart De wereldkaart wordt opgehangen of neergelegd. Van het afgebeelde soldaatje worden kopies genomen, 35 in totaal. Iedere deelnemer krijgt minstens één soldaatje. De kinderen komen om de beurt hun soldaatje plakken of leggen op een land van de wereldkaart. Het gaat om die landen waarvan zij denken dat er effectief kinderen worden ingezet in gewapende conflicten of waar dit recent gebeurde. Na elke beurt vertelt de begeleider of het gekozen land zich inderdaad aan deze praktijken schuldig maakt of niet. Indien het soldaatje gelinkt werd aan een land waar geen kindsoldaten vechten, wordt het soldaatje teruggegeven en gaat de beurt naar de volgende. Als iedereen aan de beurt is geweest, krijgen degenen met nog steeds een soldaatje in het bezit een herkansing. Tot alle soldaatjes een plaats op de kaart hebben gekregen. Landen waar kinderen (jongeren dan 18 jaar) op dit moment of recent effectief ingezet werden in gewapende conflicten: Afghanistan, Algerije, Angola, Burundi, Colombia, Dem. Rep. Kongo, Eritrea, Ethiopië, Filippijnen, Indië, Indonesië, Irak, Iran, Israël, Joegoslavië, Libanon, Mexico, Myanmar, Nepal, Oeganda, Ouzbekistan, Pakistan, Papoea NieuwGuinea, Peru, Rusland, Rwanda, Sierra Leone, Soedan, Solomon-eilanden, Somalië, Sri Lanka, Tadjikistan, Timor, Tsjaad, Turkije gegevens van juni 2001, uit Grip tip: deze opdracht kan perfect ingelast worden in de les aardrijkskunde.
14
Jeugd & Vrede
Opdracht 3: Kinderen in de wereld.
Leeftijd: 10+ Duur: 2 uur Materiaal: vel papier, lijm, een stapel tijdschriften, stiften Teken de omtrek van één van de begeleiders op een groot stuk papier. Trek een verticale lijn waarmee deze figuur in twee helften wordt gesneden. Verdeel de groep in 2 (max. 3 à 4 kinderen per groepje). Elk subgroepje krijgt een helft van de figuur toegewezen. De ene groep krijgt de opdracht om uit de tijdschriften te zoeken naar alle mogelijke foto's, tekeningen... die met oorlog te maken hebben. Zij gaan op zoek naar de gevolgen voor kinderen in zo'n oorlog (geweld, kampen, verwoesting, mijnen, kindsoldaten, honger, ziekte,...). Dit wordt uitgeknipt en geplakt op hun kant van de figuur. Het tweede groepje verzamelt materiaal over het dagdagelijkse leventje hier in Vlaanderen (ontbijten, naar school gaan, sport en ontspanning, spelen,...) en kleeft dit op de hun toegewezen zijde. Dit spel is een ideale inleiding op het thema kindsoldaten. Je kan hen enkele gerichte vragen stellen over: 'Kind zijn in Vlaanderen' -hoe is het om kind te zijn in Vlaanderen? -wat doe je in je vrije tijd? / wat heb je afgelopen weekend gedaan? -hoe ziet jouw leven thuis eruit? ... 'Kind zijn in een oorlog' - hoe denk je dat het is en voelt om in oorlogsgebied te wonen? - hoe brengen kinderen in een oorlogsgebied hun vrije tijd en weekends door? - hoe ziet het leven thuis eruit, als er oorlog is? ... 'Het bestaan van kindsoldaten' - wist je dat er kindsoldaten bestaan? - wat is een kinsoldaat? - waarom gebruiken volwassenen kindsoldaten? - wat moeten kindsoldaten zoal doen?...
15
Jeugd & Vrede
Opdracht 4: Rijmen en dichten. Leeftijd: +12 Duur: 1 uur Materiaal: pen en papier Het gedicht 'Aan het onbekende kindsoldaatje' van Daniël Billiet wordt voorgedragen en kort besproken. Daarna krijgt ieder individueel de opdracht om zelf een gedicht over kindsoldaten of oorlog in het algemeen te schrijven. Aan het onbekende kindsoldaatje je spreekt niet meer je slikt, altijd verschrikt je kijkt wel uit met woorden kun je niet meer over die berg dood waartoe jij je eigen handen dwong om niet hetzelfde te ondergaan als zovele van je vriendjes je slikte en slikte en stikte over je lippen rolt geen woord je vriendinnetje Amira moest haar eigen afgesneden lippen eten ze zou wel eens kunnen praten je mocht daar nooit huilen nu kun je het niet meer maar je ogen verklikken je grote kroppen eenzaamheid je slikt en hikt een lachje op voor de foto Daniel Billiet
16
Jeugd & Vrede
Opdracht 5: Conflicten bij de vleet. vleet. leeftijd: 10+ duur: 2,5 uur materiaal: voldoende ruimte, schoolbord + krijt of groot vel papier + dikke stift Deel 1: Rollenspel Vraag aan de deelnemers om voorbeelden van conflictsituaties op te noemen. Dat kunnen zeer uiteenlopende situaties zijn, zoals bijvoorbeeld agressie in het verkeer, ruzie tussen twee vrienden om een meisje, meningsverschillen met je ouders,… Daarna worden de deelnemers ingedeeld in groepjes van 3 à 4. Elk groepje krijgt de opdracht om een toneeltje uit te werken rond een conflictsituatie naar keuze. Dit rollenspel moet het ontstaan en het verloop van het conflict schetsen maar komt niet tot een oplossing. De jongeren krijgen een tiental minuten voorbereidingstijd. Elk toneelstukje mag maximum drie minuten duren. Iedereen neemt plaats terwijl het eerste groepje aan zijn opvoering begint. Deel 2: Buigen of barsten? Eén van de groepjes brengt het rollenspel van de voorgaande oefening opnieuw voor de groep. Aan de hand van dit toneelstukje wordt conflictoplossing besproken. De groepsleider bespreekt ‘de probleemoplossing in vijf stappen’: 1.Identificatie van de behoefte. ik wil, ik wil, … Wat wil elke partij bereiken in het gegeven conflict? 2.Beschrijving van het probleem. wat is er loos? Welk probleem ligt aan de grondslag van het conflict? 3.Nadenken over mogelijke oplossingen. wat doen? Vraag aan de groep wie er oplossingen heeft voor het conflict. Alle antwoorden worden opgeschreven, zonder commentaar of evaluatie. 4.Evaluatie van de oplossingen. problemen zijn er om opgelost te worden De verschillende oplossingen worden bekeken en elke deelnemer laat weten welke oplossing hem wel of niet aanspreekt. 5.Kies de beste oplossing. en de oplossing is… Kan iedereen zich vinden in de beste oplossing? Zal het conflict daarmee voorgoed van de baan zijn? De groepjes die samen een rollenspel uitwerken, gaan opnieuw bij elkaar zitten en zoeken naar een oplossing voor het conflict in hun eigen rollenspel.
17
Jeugd & Vrede
Opdracht 6: Tijd voor een spelletje. spelletje. leeftijd: 10+ duur: 1 uur materiaal: voldoende ruimte, voor het derde spel een krant Vuur soldaat! 10 tot 30 deelnemers, 2 ploegen, 1 begeleider De deelnemers worden verdeeld in twee groepen. De eerste groep vormt de soldaten, de tweede groep de slachtoffers. De eerste groep gaat op de buik liggen, allemaal naast elkaar. Tegenover hen doet de andere groep hetzelfde. Zodanig dat de twee groepen in het midden van het terrein liggen met de gezichten naar elkaar. Op het moment dat de leider ‘Vuur’ roept, moeten de slachtoffers recht springen en zo snel mogelijk naar de eindlijn aan de overkant van het terrein lopen. De soldaten moeten eerst twee keer op de grond slaan, pas dan mogen ook zij opspringen en de slachtoffers proberen te tikken. Het tikken is een vorm van rekruteren. Een slachtoffer dat getikt wordt, wordt soldaat. Het spel is afgelopen wanneer alle slachtoffers soldaat zijn geworden. Ten aanval. 10 tot 30 deelnemers, 2 groepen, 1 scheidsrechter Begin met het afbakenen van twee even grote vierkanten. Dan verdeel je de groep in twee legers die elk een land (1 van de vierkanten) bezetten. Eerst wordt getost welk leger de eerste aanval doet. Eén soldaat van het aanvallende leger neemt diep adem en roept zo hard hij kan: ‘Aanvalleueueuh!!!!’. Daarop rent hij naar het land aan de overkant terwijl hij onophoudelijk blijft roepen. In het buitenland aangekomen, tikt hij zoveel mogelijk soldaten aan. Maar opgepast, de speler moet zich op tijd terugtrekken. Als hij buiten adem raakt wanneer hij nog in het vijandelijke kamp is, mag hij op zijn beurt door de vijandelijke soldaten getikt worden. Niet alleen zijn dan alle spelers die eerder door hem waren getikt weer vrij, ook hijzelf wordt dan ingelijfd in het buitenlandse leger. Slaagt hij er echter in om het eigen land te bereiken terwijl hij nog steeds roept, dan worden alle tegenspelers die hij kon aantikken lid van het aanvallende leger. De ploegen komen afwisselend aan de beurt. Het spel is afgelopen als alle spelers soldaten zijn geworden van hetzelfde leger. Kranten meppen. 8 tot 20 deelnemers, 1 ploeg, 1 begeleider De spelers gaan in een kring staan. Eén speler staat in het midden met een opgerolde krant. Als de spelers elkaar nog niet bij naam kennen, stellen zij zich eerst kort voor. Daarna roept de begeleider een naam. De middenspeler moet degene die genoemd werd proberen te slaan met de krant. Maar wanneer die in staat is om snel een andere naam uit de groep te noemen, dan mag hij niet meer geslagen worden. Wel wordt de nieuw genoemde het mogelijke slachtoffer. Als de middenspeler erin slaagt om iemand te slaan met de krant, dan wordt deze persoon de nieuwe speler in het midden. 18
Jeugd & Vrede
steunverlenende organisaties Aanleiding: Dit project is ontstaan naar aanleiding van de Vlaamse Vredesweek. De Vredesweek is een pluralistische campagne van een groep vredesorganisaties die jaarlijks een aspect van het brede en complexe vredeswerk in de kijker plaatst van de publieke opinie. Educatieve pakketten, politieke dossiers en animaties dragen bij tot een brede maatschappelijke ondersteuning. Vlaamse Vredesweek Italiëlei 98a 2000 Antwerpen Tel. 03/225 10 00, Fax 03/225 07 99
[email protected] - www.vredesweek.be
Volgende organisaties verlenen hun steun aan het Muzungu-project (vormingsmap, doekrantje en theater): BELGISCHE COALITIE TEGEN HET GEBRUIK VAN KINDSOLDATEN In september 1999 kwam op initiatief van het Belgisch Comité voor UNICEF en met de steun van Amnesty International en Defence for Children International de Belgische Coalitie tegen het gebruik van kindsoldaten tot stand. De doelstelling van de Belgische Coalitie tegen het gebruik van kindsoldaten is de adoptie van het aanvullend protocol bij het Kinderrechtenverdrag dat elke rekrutering van en deelname aan gewapende conflicten van kinderen jonger dan 18 jaar verbiedt. Secretariaat van de Belgische Coalitie tegen het gebruik van kindsoldaten Belgisch Comité voor UNICEF Kunstlaan 20, 1000 Brussel Contactpersoon: Yves Willemot Tel. 02/230 59 70, Fax 02/230 34 62 e-mail:
[email protected]
UNICEF UNICEF, het Kinderfonds van de Verenigde Naties, ontwikkelt noodhulpprogramma's en structurele programma's in 162 landen met als leidraad het Verdrag inzake de Rechten van het Kind. UNICEF helpt kinderen, zonder onderscheid naar ras, geloof, geslacht, nationaliteit of politieke ideologie. De fondsen waarmee UNICEF werkt zijn uitsluitend afkomstig van vrijwillige bijdragen van overheden en de 37 Nationale Comités voor UNICEF, waaronder UNICEF België. UNICEF België Kunstlaan 20, 1000 Brussel Tel. 02/230 59 70, Fax 02/230 34 62 e-mail:
[email protected] - www.unicef.be
JEUGD RODE KRUIS Jeugd Rode Kruis brengt kinderen en jongeren in contact met alles wat het Rode Kruis doet en waar het voor staat: een speelse eerstehulpcursus, een plezante rolstoeltest, kinderopvang bij bloedinzamelingen, een inleefspel over Afrika, een bosspel rond kindsoldaten, een geldinzameling voor een project in Nepal, een vooroordelenspel, een spelnamiddag met de kinderen in een opvangcentrum voor asielzoekers, ... We richten ons naar kinderen en jongeren tot 25 jaar in scholen, jeugdbewegingen, thuis en op straat. Jeugd Rode Kruis J. Stallaertstraat 1, 1050 Brussel Tel: 02/344 19 18, Fax: 02/344 59 54 e-mail:
[email protected]
19
Jeugd & Vrede
PAX CHRISTI VLAANDEREN Pax Christi is de Vlaamse afdeling van de internationale vredesbeweging Pax Christi. Die is ontstaan na de Tweede Wereldoorlog en heeft eigen afdelingen of werkt samen met vredesbewegingen verspreid over de hele wereld. Pax Christi Vlaanderen wil een stem zijn: een stem voor vrede en veiligheid, rechtvaardigheid, geweldloosheid en verzoening. Zij voert daartoe actie, bouwt expertise op, stimuleert burgers tot verantwoordelijkheid, interpelleert politici, licht de media in en blijft zichzelf: christelijk geïnspireerd, geweldloos en politiek ongebonden. Pax Christi Vlaanderen Italiëlei 98a, 2000 Antwerpen Tel. 03/225 10 00, Fax 03/225 07 99
[email protected] - www.paxchristi.be
KINDERRECHTENCOALITIE De Kinderrechtencoalitie is een netwerk van niet-gouvernementele kinderrechtenorganisaties (NGO's). Deze NGO's willen gezamenlijk in dialoog treden met de andere relevante partners in het kinderrechtenveld (beleidsverantwoordelijken, academici, het middenveld, het brede publiek en kinderen en jongeren zelf) in de hoop dat hierdoor het respect voor de rechten van het kind in België en daarbuiten wordt bevorderd. De dialoog gebeurt onder meer via overleg, belangenbehartiging, lobbywerk, monitoring van het beleid, enz. In functie hiervan werkt de coalitie tevens aan de bundeling van informatie en expertise over de naleving van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Kinderrechtencoalitie Vlaanderen vzw Limburgstraat 62, 9000 Gent Tel. 09/329 47 84, Fax 09/329 47 99
[email protected]
KINDERRECHTENCOMMISSARIAAT Het Kinderrechtencommissariaat is een onafhankelijke organisatie opgericht door het Vlaams parlement om de rechten en belangen van kinderen (0-18j) in Vlaanderen te verdedigen. De toetssteen is het Kinderrechtenverdrag. Het Kinderrechtencommissariaat heeft vier hoofdopdrachten: advies uitbrengen aan het Vlaams Parlement, het onderzoeken van de leefsituatie van kinderen, het informeren en sensibiliseren van kinderen over hun rechten en een ombudsdienst zijn voor kinderen. Heeft u een vraag over rechten van kinderen? Wil u een klacht indienen over de schending van de rechten van een kind? Heeft u een suggestie voor een kindvriendelijk beleid? Dan kan u terecht bij: Kinderrechtencommissariaat Leuvenseweg 86, 1000 Brussel Tel. 02/55 29 800, Fax 02/55 29 801
[email protected] - www.kinderrechten.be
20
Jeugd & Vrede
comité van aanbeveling Volgende personen staan achter het Muzungu-project (vormingsmap, doekrantje en theater): Eddy Boutmans Geert Spillebeen
Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking Journalist en jeugdauteur
Philippe Demeyer Coördinator Vredeshuis Gent Robert Delathouwer Staatssecretaris Dirk Demeurie Algemeen Secretaris IJzerbedevaartcomité Lionel Vandenberghe Voorzitter IJzerbedevaartcomité Sven Rooms Verantwoordelijke Communicatie en rechten van het Kind Plan International Hilde Houben-Bertrand Gouverneur van Limburg Camille Paulus Gouverneur van Antwerpen Herman Balthazar Gouverneur van Oost-Vlaanderen Annemie Van de Casteele Volksvertegenwoordiger Gio De Weerd Algemeen secretaris Pax Christi Vlaanderen Els De Temmerman Journaliste Joke Wegsteen Coördinator kinder-en jongerentelefoon Erika Op de Beeck Alfa vzw
21
Jeugd & Vrede
bibliografie Bibliografie
Deze bibliografie biedt een overzicht van de belangrijkste informatiebronnen waar gebruik van werd gemaakt. LITERATUUR Oorlog is geen kinderspel, brochure van de Belgische Coalitie tegen het gebruik van kindsoldaten, Brussel, 1999. Kind soldaat, brochure van Unicef, Brussel, 2001. Stijn Verstraete, Oorlog een nieuw kinderspel?, ongepubliceerd seminariewerk, 2000. Kindsoldaten, spelmap Jeugd Rode Kruis – Rode Kruis Vlaanderen, Brussel, 1999. Simone Tangelder, Spelen met vuur, Uitg. Globe, Gent, 1999. Els De Temmerman, De meisjes van Aboke, Uitg. Globe, Gent, 2000. GRIP, Les Nouvelles du Grip, Bruxelles, n°21 – 3e trimestre 2000. Een wereld geschikt voor kinderen, brochure van Unicef, Brussel, 3551: The images, Unicef, foto's van S. Mann, T. Hicks en R. Lemoyne. Our Story – Real Life Stories Narrated by the Children of Southern Sudan, Unicef. R. Muhumuza, Restored hope, World Vision Uganda, Kampala, 1998. Shattered innocence, a Unicef / World Vision Report. Ed Franck, Tinka, Uitg. Altiora, Averbode, 2001. ARTIKELS B. Beckers & J. Van Gils, Kindsoldaten in Oeganda, Humo n° 3103/09, 22 februari 2000 J. Lippens, cherchez la femme: Els De Temmerman, Humo n° 3210/12, 12 maart 2002 Kalashnikov kids, EC, 10 juli 1999. R. De Gendt, België uit top van strijd tegen kindsoldaten, De Standaard buitenland, 14 februari 2001. B. Beirlandt, Johnny en Luther trekken zich niets aan van VN-protocol, De Standaard, 26 januari 2000. D. Draulans, De achterkant van de oorlog: Vechten is geen kinderrecht, Knack, 5 december 2001. ANR, Britten en Amerikanen exploiteren kindsoldaten, DeMorgen, 14 juni 2001. F. de Vries, Kindsoldaten vechten om te overleven, De Volkskrant, 22 september 1998. M. Tytgat, Patrick krijgt een nieuwe kaak, Het Nieuwsblad-De Gentenaar, 2002. Kindsoldaat krijgt kaak in Oostende, Het Volk, 12 maart 2002. P. Van Mossevelde, Eric (12) moest moorden om te leven, Het Nieuwsblad-De Gentenaar, 22 april 2002. J. McGirk, Een dag in het Colombiaanse kinderleger, DeMorgen.
OP HET INTERNET www.child-soldiers.org www.savethechildren.be www.rb.se www.unicef.be www.kindsoldaten.nl www.mansunides.org/es/index.htm www.worldvision.nl www.childsoldiers.net www.amnesty.be
22
Jeugd & Vrede
er is meer... Muzungu... ... is een geheel van initiatieven over het lot van kindsoldaten. Dit pakket bestaat uit: - theater Muzungu een toneelstuk dat het lot van kindsoldaten aankaart vanaf 12 jaar "Muzungu" (het Oegandees voor 'bleekscheet') is een indringend toneelstuk dat het misbruik van kindsoldaten aankaart. Geen vrolijk stuk, wel een stuk dat het publiek van begin tot eind in zijn ban houdt. Een ware, schrijnende geschiedenis waarvoor wij onze ogen niet langer mogen sluiten. De speelse wijze waarop actrice Inge Goddijn en muzikant Edwin Gebruers met elkaar omgaan en communiceren maakt het stuk dragelijk. Af en toe mag er zelfs (opgelucht?) gelachen worden. - doekrantje doekrantje Muzungu een krantje voor en over kinderen 10 tot 14 jaar Het fenomeen kindsoldaten wordt haarfijn uitgelegd. Waarom worden juist kinderen gerekruteerd, om welke kinderen gaat het, welke landen maken zich hier schuldig aan? Maar ook; vergelijk je eigen situatie met die van een kindsoldaat, wat kan jij doen? Puzzels, feiten en weetjes, foto's, denkopdrachten en doe-opdrachten, het komt allemaal aan bod, met steeds kindsoldaten als centraal thema. Soms speels, soms ernstig, soms hard, maar steeds de waarheid, …. 4 pagina's, A3, vierkleurendruk - deze educatieve vormingsmap voor eenieder die geïnteresseerd is in het thema kindsoldaten
Tentoonstelling Kindsoldaten... ... een tentoonstelling voor jongeren vanaf 12 jaar In deze interactieve tentoonstelling leren jongeren via uniek beeldmateriaal, beklijvende informatie, pakkende getuigenissen en talrijke opdrachten over het lot van minder fortuinlijke leeftijdsgenoten in de wereld.
Voor meer informatie: Jeugd & Vrede Kon. Astridlaan 160 2800 Mechelen tel. 015/43 56 96 - fax 015/43 56 97 e-mail:
[email protected] www.jeugdenvrede.be
23
Jeugd & Vrede