35 JAAR NEDERLANDSCHE REISVEREENIGING
1906-1941
DE NEDERLANDSCHE REISVEREENIGING IN VIJF EN DERTIG JAAR
1906-1941
EEN WOORD TER TOELICHTING Met het oog op den naderenden dag, waarop de Nederlandsche Reisvereeniging 35 jaar zou hebben bestaan, werd in September 1940 in het orgaan dezer Vereeniging, „Reizen en Trekken", een artikelenreeks begonnen onder den naam, welke ook dit geschrift draagt: „De N . R . V . in vijf en dertig jaar". Het doel daarvan was te voorzien in iets, wat ons ontbrak en wat soms als een gemis gevoeld werd, n.1. een beknopt overzicht van de geschiedenis der N.R.V., waaruit tevens doel en streven duidelijk naar voren treedt. Hoe ouder de Vereeniging werd en hoe meer haar werkkring zich uitbreidde, des te minder werden door velen de beginselen begrepen, welke indertijd aanleiding gaven tot haar oprichting. Bovendien dwong de ontwikkeling der Vereeniging om het beheer hoe langer hoe meer economisch te voeren, waardoor bij velen het misverstand ontstond, dat de N.R.V. een commercieel doel nastreefde inplaats van een zuiver sociaal en cultureel doel. Het is om deze redenen, dat in de genoemde artikelen vooral in het licht werden gesteld de belangeloosheid van alle bestuurderen en leiders, en de cultureele en sociale tendenzen van het N.R.V.-werk. Deze beginselen toch, hoezeer ze ook te allen tijde in de publicaties der N.R.V. tot uiting werden gebracht, bereiken het groote publiek en de autoriteiten slechts fragmentarisch, en werken op de groote massa niet steeds overtuigend. Een overzicht van beginselen, ontwikkelingsgang en werkzaamheden der N.R.V. in den loop der jaren, gelijk hier voor ons ligt, is beter geschikt om het inzicht te verschaffen, dat het Hoofdbestuur der Nederlandsche Reisvereeniging zoo gaarne alom wenscht te verbreiden, en dat ons bovendien op het juiste oogenblik bij de juiste personen de argumenten verschaft, noodig om de zich zelf gestelde taak der N . R . V . in het belang van het Nederlandsche Volk duidelijk voor oogen te brengen. Vandaar ook dat er in dezen tekst in het bijzonder op gewezen wordt, dat bij alle verandering toch steeds de beginselen der Vereeniging krachtig werden gehandhaafd. A l deze overwegingen leidden tot het besluit de artikelen, die nu over een groot aantal afleveringen van „Reizen en Trekken" verspreid zijn, in één bundel te vereenigen, waardoor, de belangstellende het benoodigde materiaal ter raadpleging bijeen heeft. Tegelijkertijd is het te beschouwen als een gedenkschrift, gewijd aan den arbeid der N.R.V. ter gelegenheid van haar vijf-en-dertig-jarig bestaan. Nog een paar opmerkingen mogen dienen, om eenige voor de hand liggende vragen te voorkomen. Vooreerst wordt in het geschrift meermalen den nadruk gelegd op het schetsmatige van den opzet. Inderdaad lag een geschiedenis, waarin feit voor feit met alle data en cijfers werd genoemd, niet in de bedoeling. E r is dus een betrekkelijke onvolledigheid. Maar daarentegen is geen gebeurtenis van belang achterwege gelaten, en voorts zijn ook ondergeschikte dingen meermalen vermeld, wanneer deze konden dienen, om een helderder inzicht te geven in hetgeen de N.R.V. in al die jaren nastreefde. De tweede opmerking is, dat het vanzelf spreekt, dat in den loop der jaren aan talrijke belangrijke feiten de namen verbonden zijn van bepaalde personen. Wij wilden echter alleen de feiten naar voren brengen, en aan dit geschrift, voor zooverre het een oratio pro domo is, deze op de feiten laten slaan, en niet op de werkers, waarvan er zoo velen op dit oogenblik nog actief deelnemen aan den arbeid voor de N . R . V . Een uitzondering werd af en toe gemaakt voor enkele buitenstaanders. Alleen werd om het historisch karakter van dit geschrift bij het bundelen een lijst toegevoegd van bestuurders in het tijdvak van 1906 tot 1941. Moge deze bundel in de toekomst zijn nut doen bij den verderen opbouw van ons werk.
t Het eerste vijfjarig tijdvak ( 1 9 0 6 - 1 9 1 1 ) Tn 1941 zal de Nederlandsche Reisvereeniging den dag herdenken, waarop zij vijf en dertig jaar geleden werd opgericht. Op 24 Maart aanstaande zal het zevende lustrum voor' een oogenblik onze aandacht vragen. Het zal daarom — hopen Inleiding. wij — gewaardeerd worden, wanneer wij in het vooruitzicht daarvan eenige artikelen in ons orgaan wijden aan onze N.R.V. en enkele grepen doen uit haar rijke historie. Dit kan naar onze meening zijn nut hebben. Vijfendertig jaar toch is i n ons leven een vrij lange periode. In vijfendertig jaar is er een nieuwe generatie opgegroeid, en is de belangstellende ledenkern geheel of nagenoeg geheel veranderd. In dat tijdsverloop zijn er heel wat nieuwe denkwijzen ontstaan en hebben zich tal van maatschappelijke veranderingen voltrokken, welke ook haar stempel drukken op het streven en werken onzer Vereeniging. Maar ook nebben we in dien tijd de natuurlijke ontwikkeling en uitbreiding van onze organisatie beleefd, welke vanzelf sprekend herhaaldelijk dwong tot reorganisatie, en tot toetsing van oude opvattingen aan nieuw-geboren omstandigheden. Daardoor is bijv. het beeld, dat onze Vereeniging op heden vertoont, zóó geheel verschillend van de beginperiode, dat nieuwe leden van — laten wij zeggen — d!e laatste tien jaar, zich moeilijk een denk/beeld kunnen vormen van den tijd, dat alles nog zoo erg eenvoudig en primitief toeging, toen het „secretariaat"' nog een blauw schoolschrift was, dat in den binnenzak kon worden meegedragen en de „kas" in een linnen knikkerzakje met schuifsluiting geborgen werd. En daarom zal het — naar wij vertrouwen — velen belangstelling inboezemen uit de vroegere tijden eenige bijzonderheden te vernemen, waaruit zij zich een beeld zullen kunnen vormen van de idealen, die aan de N.R.V. het aanzijn gaven en waaruit de oudste leden de kracht putten, om het werk onder soms moeilijke omstandigheden vo'1 te houden. Op deze manier hopen wij tevens een schetsmatig beeld te ontwerpen van de geleidelijke ontwikkeling en uitbreiding in den loop der jaren van onze Vereeniging, die zulk een belangrijk stuk maatschappelijk werk heeft verricht, en voor ons Nederlandsche volk in cultureelen zin van groote beteekenis is geweest.' In dit eerste artikel willen wij ons bepalen tot een beschouwing van de eerste vijf jaar, dus van de oprichting der N.R.V. in 1906 tot haar eerste grootere krachtsuiting, de groote feestreis per extra-trein naar Zwitserland, ter viering Vdn het vijfjarig bestaan in 1911. De N.R.V. werd op 24 Maart 1906 opgericht met in hoofdzaak leden van de reisclub der 's-Gravenhaagsche Toynbee-Vereeniging. W i l men de N.R.V. goed begrijpen, haar grondbeginselen en haar werkwijze, dam moet hier even worden stilgestaan bij deze reisclub, welke men vooral in geestelijken zin kan beschouwen als het embryo, waaruit zich het reisvereenigingswezen. zooals Nederland dit kent, heeft ontwikkeld.
Het was i n de negentiger jaren van de vorige eeuw een gemoedelijke tijd. Vergeleken met het heden zou men zoo zeggen, dat destijds het leven heel kalm en rustig daar henen vlood, maar zij, die i n dien tijd voelden en werkten voor maatschappelijke verbeteringen van allerlei aard, hadden het druk, en meenden, dat het een tijdperk was van groote hervormingen. Wij, menschen van de twintigste eeuw i n het jaar 1940 weten thans, dat het slechts een tijd was van voorbereiding, van rijp maken deir geesten.
In de Toynbee-Vereenigingen, die op vele plaatsen in ons land waren ontstaan, als gevolg van het werk van den Engelschen menschenvriend Arnold Toynbee, deed men zijn best, om bij arbeiders en kleinen middenstand iets i n te halen van het gebleken groote tekort aan theoretische en praktische kennis i n vergelijking met de kringen, die middelbaar en academisch onderwijs hadden genoten. Daar werden uit de aangeslotenen clubs gevormd, waar onderwijs gegeven werd in allerlei vakken, voor vrouwen ook huishoudelijke, voor kleine handelslui ook administratieve. Daar was een bibliotheek, met tijdschriftportefeuille, een soort sociëteit, waar schaak- en damspel werd beoefend; daar werden z.g.n. praatavonden gehouden, met inleidingen over allerlei maatschappelijke onderwerpen en debat na; daar ontstond ook weldra een kern van menschen, die kleine excursies naar musea of bedrijven maakten, en die later kleine reisjes van 2, 3 of hoogstens 4 dagen maakten onder leiding van bevoegde personen. Daar ligt de oorsprong van de Nederlandsche Reisvereeniging. Uit de reisclub der 's-Gravenhaagsche Toynbee-Vereeniging ontstond de N.R.V. Aanleiding was de overweging, dat de aangeslotenen bij de Toynbee-Vereeniging moesten behooren tot een bepaalden maatschappelijken stand; daardoor was toetreding van anderen niet mogelijk. E n toch waren er zoo talloos velen, voor wie het niet minder wenscnelijk was de mogelijkheid van goedkoope, onderlinge reizen geopend te zien. Toynbee-ver-
eenigingen. Reisclub.
Op 17 Februari 1906 verklaarden de leden der Toynbee-reisclub, dat zij l i d wilden ' worden van een nieuw op te richten organisatie; op 24 Februari had een vergadering plaats voor leden en andere belangstellenden, waar een voorboreidende commissie werd gekozen. Op 24 Maart 1906 had in het sedert verdwenen Café Mille Colonnes in de Boekhorststraat te 's-Gravenhage de constitueerende vergadering plaats, waar de Statuten werden vastgesteld. De Vereeniging telde toen 44 leden, waarvan er thans nog 4 over zijn. Op 6 A p r i l werd het eerste Bestuur gekozen en de contributie vastgesteld, welke in het begin, gedachtig aan de bedoeling om zooveel mogelijk Nederlanders tot het lidmaatschap te bewegen, op ƒ 0.50 per jaar werd gesteld. In het voorjaar van 1908 moest dit bedrag, ook in verband met het inmiddels opgerichte orgaan, tot ƒ 1.— worden verhoogd. Op 7 J u n i 1906 De N.R.V. komt ter wereld.
5
werd het eerste huishoudelijk reglement vastgesteld, dat toenmaals uit 47 artikelen bestond en dat later is uitgegroeid tot het Algemeen Reglement dat thans ruim 130 artikelen bevat. In het archief der Vereeniging zijn nog al de eerste circulaires, reglementen enz. uit dien tijd bewaard gebleven en het is interessant er in te bladeren niet alleen omdat men in al deze stukken duidelijk de grondslagen kan herkennen, waarop onze Vereeniging nog immer berust, maar ook omdat daaruit het enthousiasme, de werklust, het idealisme der eerste leden zoo scherp naar voren treedt. Een der belangrijkste stukken uit dien tijd is de circulaire van Mei 1906, waarmede het Bestuur zich voor het eerst tot het Nederlandsche publiek wendde. Het opschrift luidde: „Aan allen, die hun vacanties aangenaam cn nuttig willen doorbrengen". U i t den tekst halen wij deze zinsnede aan: Door coöperatief reizen te organiseeren, hoopt de Vereeniging i n staat te zijn een der hoogste en edelste genietingen te doen deelachtig worden aan menigeen, die hiertoe financieel niet in staat was, en ook aan financieel beter bedeelden de mogelijkheid te verschaffen hunne reizen verder uit te strekken of met minder kosten uit te voeren dan zij tot heden vermochten. En verder: De deelname aan de reizen onzer Vereeniging is voor ieder, die te goeder naam en faam bekend staat, opengesteld.... De Vereeniging w i l allen omvatten zonder vragen naar godsdienstige of politieke overtuiging naar rang of stand. Wat het programma der Vereeniging betreft, staat er in deze circulaire aangegeven, dat zoowel kleine reisjes, bijv. naar Arnhem, Nijmegen, Zuid-Limburg Friesland bedoeld zijn als meer uitgestrekte bijv Brussel, Parijs, Londen, Berlijn. Ardennen, Luxemburg, Rijn, Zwitserland enz. Het uitschrijven van deze tochten werd in de eerste plaats voorgesteld als afhankelijk van het vinden of kweeken van geschikte leiders. De circulaire had een voor dien tijd opmerkenswaardig succes, want er meldden zich dadelijk ± 160 personen aan. Nu moet men niet denken, dat iedereen maar zoo dadelijk aangenomen werd. In ons archief zijn de vele candidaten-lijsten bewaard van personen, die op de ballotage i n de Alg. Vergadering wachtten, en ook in de oude nummers van Reizen en Trekken kan men ze vinden. Alleen werd het systeem van directe ballotage door de leden in 1908 veranderd en deze in handen gelegd van Algemeen- en Afdeelingsbesturcn En deze ballotage bestaat nog steeds, zij het dan ook, dat als er geen aanmerkingen binnen 8 dagen na bekendmaking zijn binnengekomen, de candidaatleden geacht worden te zijn aangenomen. Het eerste jaarverslag, dat in de Algemeene Vergadering van 16 October 1906 weid uitgebracht — dus na afloop van het reisseizoen — maakt melding van de zorgen van het . Bestuur, dat er niet voldoende in kon slagen nog een flink aantal reizen i n 1906 tot stand te brengen. De tijd van voorbereiding was hiertoe veel te kort geweest. Eerst waren er geen leiders en toen deze er eindelijk wel waren, hadden de meeste leden reeds andere reisplannen gemaakt of uitgevoerd. Slechts 2 reizen waren tot stand gekomen, een naar de Ardennen met 21 deelnemers en een naar Parijs met 5. Maar er was althans een begin. Het eerste Jaarverslag eindigt met een peroratie, Eerste jaarverslag.
6
waaruit groot vertrouwen in de toekomst spreekt, maar dit vertrouwen wordt verbonden aan een voorwaarde, die kenmerkend is voor den geest der Vereeniging en die bovendien het stempel draagt van de Toynbee-gedachte. Daarin wordt n.1. gezegd, dat de Vereeniging veel voor haar leden kan doen, maar noodig is de vriendschappelijke samenwerking, en het gevoel, dat de een aansprakelijk is voor het genoegen van den ander. Hoe dikwijls hebben wij in later jaren de juistheid van deze uitspraak niet aan de praktijk kunnen toetsen? Wij hebben een geestig Nederlander eens hooren zeggen, dat een vereeniging, die zich gaat ontwikkelen, eerst een kast gaat koopen, en dat de volgende stap een eigen orgaan is. Indien dat in het algemeen waar is, dan is de N.R.V. niet aan dezen ontwikkelingsgang ontkomen. Of er i n dien ouden tijd een kast is aangeschaft, kan U w geschiedschrijver niet meer constateeren, maar allicht zijn er bij de diverse bestuurders eenige kastplanken vrij gemaakt voor de langzaam maar zeker groeiende stapels paperassen. Zeker is het echter, dat al heel spoedig de behoefte bleek aan een eigen orgaan, en reeds op 4 Juni 1907 verscheen het eerste nummer van het maandblad „Reizen en Trekken" in „Reizen en Trekken" een oplaag van 400 exemplaaanschouwt het ren. Voor de huidige leden, levenslicht. die weten, dat sedert vele laren ons orgaan als weekblad verschijnt in vele tienduizenden exemplaren (thans door den toestand tijdelijk als 14-daagsch blad) is dit cijfer wel interessant. Voor de leden, die de cijfers onzer jaarrekeningen ijverig bcstudeeren en die de groote getallen van 5 cijfers kennen voor drukken en verzenden van ons blad en ook van de inkomsten uit advertenties, moge hier vermeld worden, dat met den drukker een overeenkomst was tot stand gekomen, waarbij hij zich verbond gedurende zes maanden „Reizen en Trekken" voor eigen rekening uit te geven en te verzenden, als hij de advertenties mocht hebben en de kas hem de somma van ƒ 5.— per maand betaalde. Dus voor ƒ 60.— kreeg de Vereeniging voor een half jaar een eigen orgaan. Waarlijk niet onvoordeelig, althans voode Vereeniging. Maar met de advertenties ging het slecht, en na eer» half jaar werd het contract niet vernieuwd. De Vereeniging was echter door het orgaan meer bekend geworden, de financiën waren iets ruimer, en van dat tijdstip af nam zij zelf de exploitatie ter hand, zij het met aarzeling, want tot de uitgave van het orgaan werd destijds van jaar tot jaar besloten. De drukker werd schadeloos gesteld voor zijn verliezen door hem jarenlang het orgaan te laten drukken en hem waar eenigszins mogelijk de voorkeur te geven bij bestellingen. Van net oogenblik af, dat Reizen en Trekken gesticht werd, stond vast, dat alles wat voor de historie van de N.R.V. van belang was, ook in het orgaan zou worden vermeld, waardoor dit de voornaamste bron is geworden voor dengeen, die de historie en de ontwikkelingsgang der Vereeniging w i l onderzoeken In het orgaan zien wij geleidelijk aan niet alleen de Vereeniging in omvang en beteekenis toenemen, maar bovenal kunnen wij er uit nagaan de groeiende organisatie der Vereeniging in administratieven zin. Ook in geestelijken zin. Ook buiten haar onmiddellijke belangen begon de jonge Vereeniging zich te uiten. Wij vinden requesten aan de 2e Kamer inzake den Midden-Europeeschen tijd, aan den Minister van Waterstaat over spoorwegtarieven, aan den Minister van Binnenlandsche Zaken over de veiligheid bij hotelbranden. Het schijnt, dat er in dien tijd bij vele hotels en logementen, vooral ten plattelande, nog wel iets haperde.
In October 1907 is de N.R.V. aangesloten bij den toenmaligen Bond voor Vreemdelingenverkeer te Utrecht. Ook de verkeersveiligheid had haar belangstelling. Wij allen kennen de N.R.V. zooals zij thans is, of laten wij liever zeggen, zooals zij was op het oogenblik, dat i n 1939 de huidige oorlog uitbrak. Wij kennen haar doel, haar beginselen, den cmvang van het door haar bewerkte terrein, haar resultaten, haar uitingen naar buiten. E r moet hier echter op gewezen worden, dat er tusschen het toen en thans een arbeid van vele jaren en van duizenden medewerkers ligt, die allen hebben samengewerkt om stap voor stap de organisatie te verbeteren en het werk van de Vereeniging uit te breiden, teneinde het grootste nuttig effect te verkrijgen. Niet die oceaan van arbeid zelf, maar de uiterlijk zichtbare resultaten kan men in de 34 jaargangen van ons blad nagaan, en het is aan de jaargangen tot Maart 1911, dat wij i n deze eerste schets nog een aantal bijzonderheden willen ontleenen. Wij zien dan bijvoorbeeld onder de toekomstidealen reeds i n het eerste nummer een Vereenigingsbibliotheek genoemd. Velen onzer leden weten, welk belangrijk instituut er i n de latere jaren onder dien naam is gegroeid. In het derde nummer wordt de aanstaande stichting aangeEerste Afdeelingen. kondigd van de afdeelingen N i e u w e statuten. Rotterdam en Amsterdam. Daaraan was vooraf gegaan een benoeming van correspondenten in die plaatsen, en dit systeem van het aanstellen van correspondenten in plaatsen met het doel om daar later afdeelingen op te richten, heeft jarenlang goed gewerkt. A l heel spoedig bleek het noodig de statuten te wijzigen en deze aan te passen aan den nieuwen toestand, nu de Afdeelingen eigen bevoegdheid, werkterrein en financiën kwamen opeischen. Tegen het einde van 1908 kwam een statuten-wijziging tot stand, waarbij in hoofdzaak de regeling werd aangenomen, die wij nog heden kennen. Daarbij werd van de gedachte uitgegaan, dat de leden der N.R.V. in de eerste plaais persoonlijk lid van de Vereeniging zijn, en als gevolg daarvan lid van de Afdeeling, waaronder zij behooren. Verder werd ongeveer een zelfde bevoegdheidsverhouding aangenomen als er in ons land bestaat tusschen Rijk en Gemeenten, waarbij de Gemeente niet doet wat des Rijks is, en omgekeerd. Doel der Afdeelingen was: zelfstandig in hun gebied optreden onder zoodanige beperking als noodig om de belangen der Vereeniging als geheel te verzekeren. Het tot dan toe geldende hoofdelijke stemrecht der leden in de A l g . Vergadering werd afgeschaft, daarvoor kwam het stemrecht der Afdeelingen i n zekere verhouding tot de grootte van haar ledental. Wanneer in een plaats 25 leden woonden, mocht er een Afdeeling worden gesticht. Dit cijfer is geleidelijk hooger geworden, vooral omdat kleine afdeelingen var. onze algemeene kas groote geldelijke offers eischen. Thans is het vereischte minimum-aantal 150. Het Jaarverslag over 1909 vermeldt, dat de N.R.V. 2 Afdeelingen bezat, n.1. Rotterdam en Den Haag met resp. 118 en 295 leden en 13 correspondenten, terwijl het vijfde jaarverslag, dat begin 1911 verscheen, melding maakt van het bestaan der Afdeelingen Haarlem, Utrecht, Leiden en Amsterdam, terwijl ook Groningen op de nominatie staat. Het ledental van Den Haag en Rotterdam, thans Afdeelingen met vele duizenden leden, was tot 1 Januari 1911 gestegen tot resp. 405 en 163 leden, terwijl de geheele Vereeniging er 1031 telde, een aantal, dat destijds een juichtoon deed opgaan. De eigenlijke taak der Afdeelingen werd in het orgaan uitvoerig beschreven, en de drie artikelen
daaraan gewijd, vormen nog heden een soort statuut voor het doen en laten der Afdeelingsbesturen. De werkverdeeling werd in groote lijnen aldus vastgesteld, dat het eigenlijke werk der Vereeniging gecentraliseerd zou blijven bij het Algemeen Bestuur. De Afdeelingen zouden echter in hun ressort kleine dagtochtjes verzorgen, speciaal voor hun leden, verder bezoeken aan musea, gemeentelijke en rijksinstellingen, bedrijven, fabrieken enz. De deugdelijke voorbereiding der leden voor hunne reizen door voordrachten met of zonder lichtbeelden werd ook de taak der Afdeelingen. Bovendien de propaganda in eigen kring. Hierdoor werd een sneller ledengroei verwacht en dit is inderdaad het geval geweest. Het spreekt vanzelf, dat de leden der Afdeelingsbesturen eveneens het groote beginsel der N.R.V. moesten huldigen, dat van den aanvang af voor het Bestuur der Vereeniging en ook voor de leiders van reizen gegolden had, n.1. dat zij hun taak belangeloos en geheel ten bate van hun medeleden zouden verrichten. Verschillende belangen, sommige van beteekenis, andere O p Z o n d a g geen van ondergeschikten aard, vravergaderingen. gen in deze periode de aandacht van het Bestuur. Een der allerbelangrijkste is wel de kwestie van het vergaderen op Zondag. Het Bestuur is er tegen. De zaak komt later nog eenige malen ter sprake, steeds met hetzelfde resultaat. Op 15 Februari 1910 wordt de zaak definitief afgedaan. E r zullen geen Algemeene vergaderingen op Zondag worden gehouden. Dat is tot heden dan ook zoo gebleven. Wenschen worden geuit omtrent het verschijnen van een jaarboekje en van een jaarlijksche ledenlijst voor ieder lid. Deze laatste werd voor het eerst uitgegeven op 15 Februari 1908, maar er moest na eenige jaren mee worden geëindigd, want het ledental nam te sterk toe en het werd te duur voor het weinige nut. Het Jaarboekje kwam, maar eerst i n 1925, toen de N.R.V. zich reeds had ontwikkeld tot een lichaam van beteekenis in de toeristische wereld. Tegenwoordig geven wij voor onze alleenreizende leden hotelcoupons uit, maar i n 1910 is een ernstige poging ondernomen, om daartoe te geraken. Wij wisten destijds niet, dat hiervoor internationaal erkende credietwaardigheid noodig was, en hoe zuiver ook onze administratie was, en uit hoe achtenswaardige burgers ook ons bestuur bestond, zoover had de N.R.V. het nog niet gebracht. Derhalve mislukte deze poging. Iets beter ging het met het verwerven van kortingen voor onze leden op vertoon van onze lidmaatschapskaart. «,,"' Wanneer wij bij de Afdeelingen hierboven spreken van het eigenlijke werk der Vereeniging, dan is hiermede natuurlijk in de eerste plaats gedacht aan het ' hoofddoel, waarvoor zij was opgericht, n.1. het maken van reizen. Typisch is zoowel voor de toeneming van het ledental als van het aantal reizen en reizigers de langGroepsreizen. zame groei in de eerste jaren tegenover de verbijsterend snelle opkomst na den wereldoorlog. Van 1 Januari 1907 tot 1 Januari 1911 zijn de ledencijfers resp. 199, 220, 383, 616 en 1031 en de uitgevoerde reizen in die periode klimmen jaarlijks aldus op: 2, 4, 10, 11 en 17 reizen met resp. 26, 79, 140, 176 en 283 deelnemers. Welk een contrast met later, toen er maanden waren, waarin zich ongeveer 1600 nieuwe leden aanmeldden, en toen een jaarlijks gemiddelde van 20,000 deelnemers alleen aan onze groepsreizen iets heel gewoons werd. Die langzame groei in het begin had in de eerste plaats tot oorzaak de veel mindere bekendheid met onze Vereeniging en het feit, dat het reizen als volks7
behoefte nog niet zoo algemeen begrepen werd, maar aan den anderen kant is het toenmalige Bestuur welbewust niet te hard van stapel geloopen. Het had toch reeds zeer in den aanvang bemerkt, hoezeer de gedachte van een reisvereeniging bij ons volk insloeg en verschillende bestuursleden waren bij het gebrek aan voldoende medewerkers in de eerste jaren als het ware onder den steeds toenemenden arbeid begraven. Dit moge al blijken door de vermelding, dat de N.R.V. in de eerste vijf jaar vijf Secretarissen heeft gehad. Hier dreigde gevaar en daarom richtte het Bestuur zijn hoofdwerkzaamheid op de consolidatie van het verkregene en het steviger maken van de fundamenten, opdat niet plotseling een topzwaar lichaam zichzelf en zijn arbeid zou verpletteren. In later jaren, toen ernstige schokken van buiten af en van binnen' uit het bestaan der organisatie bedreigden, is gebleken, dat dit beleid het juiste is geweest. De N.R.V. kon tegen een stootje! Keeren wij evenwel terug naar de gezelschapsreizen der N.R.V. Geleidelijk breidt het terrein zich uit, zoodat naast Ardennen en Parijs al spoedig de Rijn, de klassieke reis voor den Hollander, er bij komt. Berlijn en Londen volgen en natuurlijk Zwitserland, maar dit laatste land voorloopig nog slechts voor de meergegoeden. Wel worden er allerlei voorstellen in het blad gedaan, o.m. een zeer mooi uitgewerkt programma voor de Provence, door den schilder en etser Philip Zilcken, maar zulke plannen blijven voorloopig theorie en mooi toekomstbeeld. Het vijfde Jaarverslag noemt echter als bezochte reis-doeleinden reeds: L u xemburg, Rijn, Zwitserland. Italië, Harz, Brussel, A r dennen, Beieren, Londen, Schwarzwald, Parijs en Berlijn, met een totale deelneming van 135 heeren en 132 dames (behalve de leiders, welke de N.R.V. krachtens haar beginsel wel degelijk tot de deelnemers rekent). .
Uit deze toeneming van het aantal reizen volgt ook, dat de N.R.V. destijds ging beschikken over een grooter wordend aantal leiders. Het is voor het toenmalige bestuur een heele taak geweest al die nieuwelingen goed te doordringen van de strenge beginselen der N.R.V., haar vooropgezet cultureel doel, maar ook de eischcn, die aan het leiderschap gesteld moesten worden. In Reizen en Trekken vinden wij, behalve artikelen gewijd aan de vraag, wat van een goed leider verlangd kan worden, telkens en telkens kleine wenken over wat de leden op reis recht hebben te verlangen, hoe de leden tegenover de N.R.V. als organisatie staan, wat de N.R.V. recht en billijk vindt, en wat niet. Dit alles ontstond uit de praktijk en werd op 13 Mei 1912 gecodificeerd in een „Instructie voor Leiders", welke later herhaaldelijk moest worden gewijzigd, maar waarvan de voornaamste artikelen nog heden ten volle gelden. Los van deze instructie was er het beginsel, dat zonder de deelnemers onderweg op eenige wijze door schrielheid in hun reisgenoegen te beperken, de leider te zorgen heeft voor een uiterst zuinig beheer der reisgelden, o.m. door het vermijden van onnoodige uitgaven. De reizen waren en zijn steeds coöperatief bedoeld, zoodat overschotten terugbetaald werden, maar tekorten bijgepast. Het was en is evenwel de glorie van de N.R.V., wanneer bijpassen niet noodig is en daarop werd ook in dien tijd steeds gelet. Toen nu in het vierde jaar van ons bestaan de reissom van een Zwitsersche reis belangrijk overschreden werd, ontstond er een conflict met de leidster, dat langzamerhand in een soort paleisrevolutie ontaardde, waarbij het Bestuur in het zicht der eerste lustrumviering op het kantje af aan den ondergang ontsnapte. Inderdaad, hoewel de Vereeniging het .,force majeure" niet voor haar rekening neemt en gezien het coöperatieve beginsel tegenvallers in de reisbegrooting voor De
leiders
worden
geïnstrueerd.
8
rekening der deelnemers zijn, toch hebben de opvolgende besturen het als een belangrijke taak beschouwd, alles in het werk te stellen, teneinde aan de opgegeven reissommen de hand te houden, en liefst er beneden te blijven. Vele tienduizenden guldens, of juister gezegd, honderdduizenden, zijn dan ook in den loop van tijden weer aan de leden-deeinemers aan reizen, terugbetaald. Kenmerkend voor het werk der N.R.V. is ook de instelling Geldkwesties. van den aanvang af van reiscommissies llit dn deelnemers van elke gezelschapsreis, die de rekeningen van de leiders voor hun medeleden confröleeren, en die in dat opzicht ruime bevoegdheid hebben. In dit verband worde er ook nog op gewezen, dat immer de financiën der Vereeniging administratief geheel afgezonderd zijn gehouden van de reisgelden: de eerste toch waren eigendom der N.R.V. over de laatste had zij slechts tijdelijk het beheer. Vandaar, dat de jaarrekeningen der vereeniging verhoudingsgewijze een veel kleiner bedrag aanwijzen dan de werkelijke omzetten, die o.a. in het jaar 1929 voor de gezelschapsreizen zelfs tot boven de twee millioen guldens zijn gestegen. Bij het hoofdstuk „Reizen" verdient nog vermelding, dat waar in het begin voor het organiseeren van groepsreizen als eerste eisch wordt gesteld, dat er een leider moet zijn, die het initiatief neemt, of dat a l thans een verzoek uit de leden moet komen, dit standpunt in 1910 wordt losgelaten. E r wordt een Commissie voor de Reizen ingesteld, uit leden van het Algemeen Bestuur bestaande, die alle voorgestelde reizen heeft te beoordeelen, en die ook zelfstandig reizen kan uitschrijven. Voorts wordt de opgeworpen vraag, of leiders recht hebben hun eigen deelnemers te kiezen of anderen te weigeren, met een categorisch ..neen" beantwoord. Wanneer men in de Jaarverslagen van die eerste vijfjarige periode snuffelt en daarnaast kennis neemt van de rekeningen van den Penningmeester, dan vallen ook weer de groote verschillen op. Waar in 1938 de Jaarrekening der Vereeniging ƒ 278.731.56 in ontvangst en uitgaaf bedroeg, lezen wij in het blad van 15 Augustus 1908, dat voor het vereenigingsjaar 1907/08 (later is het vereenigingsjaar gelijk geworden aan het kalenderjaar) het eindcijfer bedroeg ƒ 946,29, met een nadeelig saldo van ƒ 73.06. Dit belet den Jaarverslag-schrijver niet te zeggen, dat de geldmiddelen zich in uitstekenden staat bevinden. Precies na te gaan. waarom hij zich zoo optimistisch uitdrukt, is niet goed meer mogelijk, maar deze meening zal wel gegrond zijn geweest, want het Jaarverslag over 1909, dat over 15 maanden loopt, vermeldt een batig saldo van ƒ 56.74. Gaarne brengen wij na dertig jaar nog een eeresaluut aan den toenmaligen Penningmeester voor zijn blijkbaar verstandig beleid. Een klacht, welke men in dien ouden tijd meermalen in ons orgaan kon beluisteren, is dat de reizen in eigen land niet slagen, hoewel het Bestuur er zich voldoende moeite voor geeft. Het wordt geprobeerd met ééndaagsche uitstapjes; genoemd worden Baarn, Nijmegen, Broek in Waterland, maar ook dat slaag; niet. Later, wanneer Afdeelingen gesticht worden, is de hoop daarop gevestigd. E n inderdaad, eerst dan slaagt de N.R.V. er in de kennis van het schoone en merkwaardige in eigen land door middel van het Afdeelingswerk tot haar leden te brengen; een werk, dat thans door de 34 in geheel Nederland gevestigde Afdeelingen intensief wordt verricht, en waarvan elk numAfdeelingswerk. mer van ons orgaan de beTrouwens, door de stichting van Afdeelingen kon de N.R.V. meer en meer gaan voldoen aan wat zij
zich in cultureel opzicht had voorgesteld. Want bijvoorbeeld de reeds in 1906 op den voorgrond gebrachte wenschen, om de reizen deugdelijk voor te bereiden door het houden van voordrachten, kon eerst worden verwezenlijkt nadat de verschillende Afdeelingen solide gegrondvest waren. Vandaar dat de eerste voordracht van dien aard met lichtbeelden, n.1. over het reizen in het algemeen, eerst plaats had te 's-Gravenhage op 3 Februari 1911. Deze eerste lezing is niet door honderden, maar door duizenden voordrachten m geheel Nederland gevolgd. Op 15 November 1908 vermeldt Reizen en Trekken een eerste Museumbezoek aan het Mauritshuis, waar de Directeur, Prof. W. Martin, een Haagsch gezelschap rondleidde. Kort daarop volgen bezoeken aan het Gemeente-Museum, de Ridderzaal enz. Dit alles is het begin geweest van een oneindig groote serie van excursies door de Afdeelingen in ons geheele land gebracht aan vele instellingen van kunst en wetenschap, sociale instellingen, industrieën, enz. Werden op deze wijze onze leden in algemeenen zin ingelicht, reeds heel in den beginne ontstond voor het bestuur een taak, die als het ware uitvloeisel was van het doel. De leden, die op reis wilden, gingen i n lichtingen vragen. Het eerste Jaarverslag vermeldt reeds, dat gegevens aanwezig zijn voor Parijs, Berlijn. Ardennen, .den Rijn en Zwitserland. Naarmate de Vereeniging zich ontplooide, kwamen er meer gegevens -en Reisinlichlingen. vragen, en zoo ontstonden de eerste Commissies, n.1. die voor het archief, voor de statistiek en voor het orgaan." Reizen en Trekken van 15 Augustus 1909 verklaart, dat deze zijn ingesteld om paal en perk te stellen aan de opeenstapeling van werk op enkele personen. E n niet lang daarna zien wij dan ook geregeld op de eerste pagina van het blad naast de namen der bestuursleden de namen prijken van andere leden, die ter verlichting van de taak eenige dier belangrijke onderdeelen voor hun rekening hebben genomen. Veel later zou de zorg voor statistiek en archief niet meer op individueele leden berusten, maar op het Centraal Bureau, dat daarvoor dan volkomen geoutilleerd zou zijn, maar voorloopig was dit lichaam nog ver te zoeken, en moest steeds gespeurd worden naar menschen. met veel vrijen tijd, en vooral veel ijver en administratief inzicht. In dien tijd ontstond ook het hotelregister. dat voor toen zeer belangrijke diensten heeft bewezen en vele leden aan de Vereeniging heeft gebonden. Als belangrijk middel om onze leden in te lichten werd ook het orgaan beschouwd, en alles op reis- en verkeersgebied, wat ons in handen kwam, en dat van belang was, vond daar een plaats. Zoodoende wenden de leden eraan, dat zij vele reis-informaties automatisch in „Reizen en Trekken" vermeld vonden. Ook de verslagen van gemaakte reizen werden in dien tijd geregeld in extenso in het blad opgenomen, wat bij het kleine aantal reizen toen nog gemakkelijk ging. Ze werden beschouwd als de leerschool voor toekomstige leiders en deelnemers, en hebben zeker als zoodanig gefungeerd, al is de uitwerking ervan niet te controleeren. Ook dan wanneer een verslag nu juist niet uitblonk door letterkundige verdienste, werd het geplaatst, omdat de gegevens voor ons allen uiterst waardevol waren. Bij het doorlezen van de eerste jaargangen van ons orgaan valt het op, dat de redactioneele artikelen constructief waren. Wij vinden artikelen met de titels: Het werkprogramma der N.R.V.. de Reisgroep, de Reissom, het Archief, Vereenigings-organisatie, het Leiderschap, de Gezelschapsreis, de Reiscommissie, Statistiek. Gezelschapsreizen, Bagage, Reizen en Kunst, Vacantie, de Taak der Afdeelingen, enz. Men kan aan alles zien, dat hier nog gebouwd wordt, maar volgens een vast plan.
Eerst later wordt het orgaan meer opzettelijk dienstbaar gemaakt aan de propaganda voor ledenwerving. Vermeldt het derde jaarverslag nog, dat voor dit doel propaganda werd gemaakt door middel van een circulaire, op 15 A p r i l 1909 wordt voor de eerste maal een propagandanummer van het orgaan uitgegeven, waarvoor niet minder dan 4000 extra exemplaren gedrukt worden. Voor dien tijd een zeer groote oplaag en een financieel waagstuk. Deze poging schijnt in effect en in financieel opzicht wel te zijn geslaagd, want jarenlang daarna werd jaarlijks een propagandanummer uitgegeven, en aan het einde van het vijfde jaar der Vereeniging, als onderdeel der feestviering kwam ,,Reizen en Trekken" zelfs uit in een oplaag van 7000 exemplaren. Dit moge thans nog niet zooveel lijken, voor dien tijd beteekende het veel meer dan de 60,000 of 70,000 exemplaren, die wij na eenige decenniën soms hebben doen drukken. A l grasduinende in die oude jaargangen en oude paperassen, wordt de lust groot, om nog allerlei kenmerkende dingen en opvattingen voor het voetlicht te brengen. Hiertoe zal echter in het verband der verdere artikelen nog wel eens gelegenheid zijn. Daarom willen wij tot slot nog enkele der voornaamste dingen kort samenvatten, welke in deze eerste schets niet mogen ontbreken. Bij al het blijkbare succes, dat de Vereeniging had, waren er ook wel tegenvallers. Zoo was de eerste opzet gebaseerd op sparen voor reizen. Hoeveel moeite hier ook voor gedaan is, nimmer is hier iets van terecht gekomen. Zoo was het opgevallen, dat de opzet om alle geledingen N i e t alles gaat van van het Nederlandsche volk te een leien dakjeomvatten, in zooverre niet geslaagd was, dat de leden wel uit de z.g.n. middenklassen kwamen, maar niet uit den arbeidersstand. Daarom werd speciaal een actie opgezet, om vakvereenigingsleden aan de N.R.V. te binden en daarvoor bijzonder goedkoope reisjes te ontwerpen. E r kwam echter eenig verzet op; toen het bestuur bij zijn standpunt volhardde, was de grond gelegd voor de tweede beroering in onze N.R.V., welke in 1913 en 1914 acuut werd en toen na vrij heftigen strijd beslecht. Een andere mislukking betrof de Brusselsche Tentoonstelling in 1910. Op initiatief van een onzer leden, een bekend Haagsch zakenman, hebben wij toen gepoogd een huis te huren in Brussel en stichtten daarvoor een waarborgfonds van ƒ 3000.— in aandeelen van ƒ 10.—. Niettegenstaande de taaie vasthoudendheid van de belangstellenden, brachten wij het slechts tot 155 aandeelen en het plan ging niet door. De vele leden, die onder N.R.V.-leiding in 1910 naar Brussel trokken, hebben desondanks toch behoorlijk onderdak gehad. Maar al met al was deze eerste vijfjarige periode er een van opgang, van stijgend succes en stijgende kracht. Wij ontmoetten ook wel eens tegenstand en zelfs tegenzin in ons werk, waarop wij later wel eens gelegenheid hopen te hebben om terug te komen, maar zóó werden onze werkers gesteund door een stijgende sympathie van alle sociaal-voelende Nederlanders, dat het bestuur, dat sedert de stichting van Afdeelingen was uitgegroeid tot een Algemeen Bestuur met 12 leden, met blijdschap het besluit nam tot een feestelijke viering van het eerste lustrum, en besloot daarvoor in 1911 een speciale feestvergadering met uitstapjes en diner te houden, een feestnummer van het orgaan uit te geven, en een feestreis te maken per extra trein naar Zwitserland. Met dit feestbetoon, waarover i n een volgend hoofdstuk nader, was de eerste mijlpaal opgericht i n het bestaan der Nederlandsche Reisvereeniging. 9
II.
Het tweede vijfjarig tijdvak
(1911-1916)
De tweede periode i n het bestaan der N . R . V . begon m e t een leest, dat geheel het k a r a k t e r d r o e g v a n de V e r e e n i g i n g , d i e reeds de e r v a r i n g h a d opgedaan, da^ z i i te s t r i j d e n h a d t e g e n m i s v e r s t a a n v a n h a r e b e d o e ï i n o e n D a a r o m w e r d bij deze f e e s t v i e r i n g i n de e e r s t e p l a a t s Plechtige leestvereenvoud betracht, en een der gadering. hoofdmomenten werd een r , W h t i ü e feestvergadering te R o t t e r d a m , w a a r door d e n V o o r z i t t e r een feestrede w e r d g e h o u d e n d i e i n h e t o r g a a n b e w a a r d is g e b l e v e n , e n d i e getuigenis aflegde v a n het hooge cultureele doel der N R V ten bate v a n het geheele Nederlandsche v o l k V e r d e r bestond de f e e s t v i e r i n g u i t een b e z o e k a a n het W i t t e H u i s en a a n het S.S. S i n d o r o v a n de R o t t e r d a m s c n e L l o y d benevens een haventocht. V o o r t s een gezamen' i j k e m a a l t i j d . E r w a r e n 180 d e e l n e m e r s , waaronder een vertegenwoordiger v a n de H o l l a n d s c h e IJzeren Spoorwegmaatschappij. Het Hoofdbestuur kreeg van de A f d e e l i n g ' s - G r a v e n h a g e e e n e b b e n h o u t e n Voorzittershamer met zilveren beslag, w e l k e nog heden ten dage door o n z e n V o o r z i t t e r w o r d t gehanteerd. „ R e i z e n e n T r e k k e n ' ' v a n M e i 1911 h a d e e n f e e s i bijïage, w a a r i n enkele belangrijke historische momenten u i t d e e e r s t e 5 j a a r w e r d e n v a s t g e l e g d . V o o r a l is h e t i n t e r e s s a n t te l e z e n h o e h e t a l l e r e e r s t e b e g i n w a s e n een a a r d i g m o m e n t u i t de eerste reis, w a a r t w i n t i g heeren met slechts é é n d a m e n a a r de A r d e n n e n trokken. D e dames hebben later hun achterstand dubbel en dwars ingehaald. W a n n e e r m e n o u d e r e l e d e n o v e r het eerste l u s t r u m spreekt, d a n ' v a l t bij h e n de n a d r u k steeds op de teestreis n a a r Z w i t s e r l a n d , w e l k e v a n 31 J u i i tot 5 A u g u s t u s w e r d gemaakt. D a t w a s d a n ook i n d e r d a a d een evenement, en daarmede is, gelijk later bleek, b a a n b r e k e n d w e r k v e r r i c h t . Z e k e r , de N . R . V . h a d i n de eerste vijf j a r e n a l v e r s c h i l l e n d e m o o i e en goedkoope reisjes gemaakt, ook naar Z w i i s c r l a n d , m a a r deze laatste w a r e n steeds per t w e e d e k l a s s e snoor gegaan, w a t m e d e zeggen w i l d e , dat zij a l l e e n v o o r beter gesitueerden bereikbaar waren. Het was waarlijk i n een o p w e l l i n g v a n j e u g d i g k r a c h t s g e v o t l e n de zekerh e i d v a n s l a g e n , d a t h e t b e s l u i t o n t k i e m d e en tot u i t voering w e r d gebracht, o m per e x t r a t r e i n een reis te m a k e n d o o r Z w i t s e r l a n d , w e l k e b i n n e n e e n w e e k moest zijn afgeloopen, langs eenige der mooiste punten van het A l p e n l a n d z o u gaan, die voldoende comfort zou geven, en toch niet meer m o c h t kosten d a n ten h o o g s t e 60 g u l d e n . H e t w a s e e n g e h e e l n i e u w e x p e r i ment, n i e t slechts v o o r de N . R . V . . m a a r ook v o o r Nederland. E r was ongeiooi in het welslagen. E r w a r e n s o m Een krachtproef, die bere voorspellingen v a n een slaagde. reusachtig fiasco, m a a r reeds in het n u m m e r v a n R e i z e n en T r e k k e n v a n 15 A u g u s t u s k o n d e j u i c h t o o n w e e r k l i n k e n : „ O n z e feestreis is a f g e l o o p e n e n s c h i t t e r e n d g e s l a a g d " , t e r w i j l i n het zesde j a a r v e r s l a g de A l g . S e c r e t a r i s getuigt: „ N a a r m e n s c h e l i j k e b e r e k e n i n g is v o o r d e N . R . V . d e toekomst v e r z e k e r d " , t e r w i j l hij v e r d e r s p r e e k t o v e r de „ f e e s t r e i s , die v o o r t a a n de schitterendste p r o p a g a n d a voor onze V e r e e n i g i n g z a l zijn." H e t is v r e e m d . W i j h e b b e n i n l a t e r e j a r e n n o g h e e i andere en veel grootere successen geboekt. M a a r als men oudere leden ontmoet, en m e n k o m t over de f e e s t r e i s 1911 te s p r e k e n , d a n g a a n d e o o g e n w e e r g l a n z e n , en straalt er door het g e s p r e k w e e r iets v a n h e t o u d e e n t h o u s i a s m e d o o r , d a t d e s t i j d s d e 263 d e e l nemers bezielde. 10
G r a p p i g doet het a a n als een soort e x t r a wenk, i n h e t g e d r u k t e p r o g r a m m a v a n d e z e r e i s te l e z e n : H o e d e n d o o i es. D e dames w o r d e n dringend uitgePas op voor de noodigd hun hoedepennen van hoedepennen. b e s c h e r m e n d e dopjes te v o o r zien. Voor alle zekerheid zullen de l e i d e r s er eenige m e d e b r e n g e n v o o r de dames, die ze m o c h t e n h e b b e n v e r g e t e n (prijs 5 cents). V o o r de m a n n e n e c h t e r w a s d i t i n d i e n t i j d b i t t e r e ernst. E r w e r d destijds zelfs v a n p o l i t i c - z i j d e op gelet. Gelukkig is g e e n e n k e l d e e l n e m e r gewond thuisgekomen. N a a r het v o o r b e e l d v a n dit p r o g r a m m a zijn j a r e n l a n g d e p r o g r a m m a ' s v a n de g r o o t e r e r e i z e n u i t g e v o e r d . I n 191.1 v e r s c h e e n h e t v o o r e e n d e r g e l i j k e r e i s n a a r M i l a a n r e e d s a l s o c t a v o - b r o c h u r e v a n 36 b l a d zijden. D e feestreis heeft ook i n a n d e r o p z i c h t n o g l a n g n a b e w e r k t I k doel hier niet zoozeer op een officieele nafuif v a n de „ O f f i c i e r e n en het K a d e r " , m a a r w e l o p de b e l a n g s t e l l i n g , d i e h e t w e l s l a g e n d e r r e i s i n v e l e k r i n u e n verwekte en die aanl e i d i n g gaf tot e e n s t e r k e r toeVan de Polders naar stroomen v a n nieuwe leden, en de Bergen. v e r d e r op het geestige boekw e r k . V a n d e P o l d e r s n a a r de B e r g e n " door den journalist M . Moresco, w a a r i n door een v a n huis uit principieel tegenstander v a n gezels c h a p s r e i z e n de tocht b e s c h r e v e n w o r d t , de t y p i s c h e m o m e n t e n h u m o r i s t i s c h belicht, en b o v e n a l zijn v o l m a a k t e b e k e e r i n g tot de z i e n s w i j z e der N . R . V . schitter e n d w o r d t gedemonstreerd. H e t destijds in d u i z e n d e x e m p l a r e n g e d r u k t e boek, de eerste b o e k - u i t g a v e der N R V , is r e e d s v e l e j a r e n u i t v e r k o c h t , m a a r n o g n i e t zooveel j a r e n g e l e d e n w e r d ons v e r l o f g e v r a a g d een b e p a a l d g e d e e l t e v o o r e e n l e e r b o e k e r u i t te m o g e n overdrukken. N u z o u m e n zoo d e n k e n , dat na een d e r g e l i j k succes de V e r e e n i g i n g i n h e t v o l g e n d j a a r w e e r d a d e l i j k i e t s dergelijks op t o u w zou zetten. M a a r ziehier het bedachtzame en Hollandsch-degelijke in de destijds heerschende o p v a t t i n g e n . M e n w i l d e het succes niet bederven door mogelijk fiasco. W e l i s w a a r h a d de N . R . V . u i t e e n g o e d e 1700 l e d e n , de 263 d e e l n e m e r s vroor d e f e e s t r e i s k u n n e n r e c r u t e e r e n , m a a r d e z e v e r h o u d i n g l e e k de V e r e e n i g i n g s l e i d i n g a b n o r m a a l . D e r halve, eerst de N . R . V . n o g w a t l a t e n groeien, e n d a n v e r d e r h a n d e l e n . D e a a n d r a n g tot het h e r h a l e n v a n oergelijKe r e i z e n w e r d i n t u s s c h e n zoo groot, dat reeds i n de B e s t u u r s v e r g a d e r i n g v a n 14 S e p t e m b e r 1912 b e s l o t e n w e r d i e d e r j a a r d e r g e l i j k e m a s s a - t o c h t e n u i t te schrijven, die i n afwijking v a n de gewone groepsreizen den n a a m van Vereenigingsreizen ontvingen. Hiermede w e r d u i t g e d r u k t , dat bij deze soort r e i z e n niet de leiders het initiatief n a m e n , m a a r de V e r e e n i g i n g zelve. T o e n later de N . R . V . d i t systeem m e e r g i n g toepassen, en tal v a n r e i z e n v a n w e g e het Bestuur werden ingesteld, bleef nnk voor deze de naam Vereenigingsreizen gehandnaafd. m a a r de beteekenis dekte het b e g r i p niet meer. Z o o conservatief w e r d e c h t e r de j a r e n d o o r h e t b e h e e r g e v o e r d , d a t h e t tot 1927 h e e f t g e d u u r d , v o o r d a t b e s l o t e n w e r d de bijzondere bestuursreizen met groote groepen een n i e u w e n n a a m te v e r l e e n e n . H e t f e i t v a n o n z e n e e r s t e n b o o t tocht n a a r N o o r w e g e n m e t een d o o r ons g e c h a r t e r d s c h i p d a t t w e e m a a l a c h t e r e l k a a r 1500 l e d e n v e r v o e r d e , w a s d a n o o k w a a r l i j k w e l een a a n l e i d i n g tot het b e d e n k e n v a n een n i e u w e n n a a m ; toen ontstond de n a a m v a n „ G e n e r a l e reis", w e l k e bij onze h u i d i g e l e d e n een zoo s y m p a t h i e k e n k l a n k heeft. I n 1913 w e r d e n t w e e g r o o t e V e r e e n i g i n g s r e i z e n ( d u s : g e n e r a l e r e i z e n ) u i t g e v o e r d , b e i d e 6'A d a g , e e n n a a r Voorloopers van „Generale
de
reizen".
Zwitserland voor ƒ 46.36 met 320 en een naar Zwitserland en Italië voor ƒ 61.48 met 316 deelnemers. Op deze beide groote reizen werd voorts bij de deelnemers een enquête gehouden, waarvan de resultaten m artikelen in Reizen en Trekken werden medegedeeld. Van de Luzerner reis hebben wij de volgende gegevens, die een helder licht werpen op de samenstelling onzer ledenlijst. E r waren 311 biljetten ingeleverd; W i e waren onze 28 deelnemers waren nooit in het buitenland geweest, maar 289 nooit in Zwitserland. Het onderwijs was sterk vertegenwoordigd n.1. door 7 leeraren, 35 onderwijzers; voorts 21 ambtenaren in staats- of gemeentedienst, 16 kantoorbedienden, 14 boekhouders. 11 winkeliers, 9 verpleegsters. Een andere samenstelling geeft het volgend resultaat. E r antwoordden 155 heeren, vertegenwoordigende de navolgende beroepen: ambtenaren, apothekers, assuradeuren, bakkers, bouwkundigen, directeuren in Gemeentedienst, expediteurs, fabrikanten, kantoorbedienden, koop' lieden, landbouwers, onderwijzers, opzichters, reizigers, stuurman, teekenaar, telegrafist, werktuigkundige, winkelier. Vervolgens 135 dames, waaronder apothekeressen, kantoorbedienden, muziekonderwijzeressen, onderwijzeressen, telefonisten, verloskundigen, verpleegsters, winkeliersters en dan 83 particulieren, meest huisvrouwen. Dit staatje is van grooter beteekenis, dan men oppervlakkig zou meenen. Het geeft toch duidelijk te kennen voor welke maatschappelijke kringen de N.R.V. destijds haar nuttig werk verrichtte. Het spreekt vanzelf, dat heden ten dage de lijst grooter en belangrijker zou zijn, en dat onze vele tienduizenden leden behooren tot alle maatschappelijke kringen en lagen van ons volk. E n dit argument is later ten opzichte van bestrijders van de N.R.V. wel eens noodig gebleken. De enquête bracht naast veel lof, ook enkele opmerkingen, b.v. over vermoeidheid bij zoo'n lange spoorreis 3e klasse, en ook het veel vernomen argument van. . . . buitenstaanders, dat de reizen veel te kort waren. Ziehier een reactie op zoo'n opmerking van een der deelneemsters. „Mijn Vader kan zich niet begrijpen, dat er menschen zijn, die klagen over vermoeienis op de Zwitsersche reis, hij was niets vermoeid en w i l gaarne ieder jaar één dag om 3 uur opstaan, net zoo lang in den trein zitten om zooveel moois te zien, Pa is 69 jaar. Ook ik denk er evenzoo over en ben woedend aan 't sparen voor 't volgend jaar." terwijl de Alg. Secretaris in het 8e Jaarverslag de volgende opmerking maakt over de reis naar Italië: „Maar is het dan niet veel prettiger er veertien dagen over te doen? Ongetwijfeld, en drie weken is nog prettiger, vier weken nog meer! Maar de vacantie van menigeen is nu eenmaal niet meej" dan een week, en het geld van menigeen is beperkt." In „Belang en Recht" verscheen een onpleizierig artikel over onze Vereenigingsreizen met het teekenende opschrift „Koeliewerk", waarop een puntige en tevens krachtige verdediging van het N.R.V.-inzicht door een der deelnemers werd gegeven. Dergelijke kritiek kon de overtuiging der bestuurders, dat zij bezig waren met een belangrijk werk, dat het Nederlandsche volk zeer ten goede zou komen, natuurlijk niet breken en i n 1914 zien wij 3 Vereeni-
gingsreizen aangekondigd, n.1. een naar Zwitserland (Luzern) voor ƒ 47.50, een naar Berlijn voor ƒ 40.— en een iets langere naar Zwitserland en Frankrijk CChamonix) voor ƒ 75.—. In de bestuursvergadering van 3 Juni werd de reis naar Luzern i n verband met den enormen toeloop verdubbeld, in' die van 1 J u l i wordt medegedeeld, dat Berlijn 110 deelnemers heeft en dat ook Chamonix doorgaat. Alleen de eerste reis naar Luzern is tot stand gekomen en de reis naar Berlijn, want de in Augustus 1914 uitgebroken oorlog zette alles stop. Reeds jaren lang had de oorlog gedreigd. In het bewustzijn, dat een oorlog in ieders belang voorkomen moest worden, maar ook dat het toerisme tengevolge van een oorlog groote schade zou lijden, had het Bestuur der N.R.V. de Vredesbeweging, die in die jaren sterk was opgebloeid, naar krachten gesteund. Een artikel Actie voor den in Reizen en Trekken i n JanuVrede. ari 1912 droeg tot titel: „Het reizen bevordert den Vrede; officieel werd in 1913 deelgenomen aan het X X e Wereldcongres voor den Vrede te 's-Gravenhage, en voor een Vredestocht naar Weenen, welke in 1914 zou plaats hebben, hadden drie onzer bestuurders zitting in de Reiscommissie. In deze opvatting van het verband tusschen Vrede en Toerisme stond de N.R.V. niet alleen, want ook de Coöp. Holidays Association was op het Haagsche Congres vertegenwoordigd, en haar afgevaardigde, de Heer Charles Weiss, deelde ons destijds mede, dat zijn Association zoozeer overtuigd was van de noodzaak van Vrede voor het Toerisme, dat zij de bevordering van de vredes-idee beschouwde als een belangrijk onderdeel van haar taak. Maar nu was de oorlog toch gekomen. Begin Augustus zette De wereldoorlog zet het bestuur alle reizen stop en het toerisme stop. trachtte het de verschillende groepen, die in het buitenland waren, weer veilig thuis te krijgen. Dit is gelukt en voor het meerendeel vrij spoedig, al heeft dan ook een te Zürich gestrande groep van 12 onzer leden een reis van 3 weken in plaats van 12 dagen gemaakt. Op 15 Augustus waren nog 4 groepen afwezig, n.1. een in Noorwegen en 3 i n Zwitserland. Hoewel op verren afstand, heeft het Bestuur der N.R.V. door bemiddeling van de Nederlandsche Regeering diverse credieten in Zwitserland geopend, om de leden aan voorschotten te helpen. Ook werden bij „Buitenlandsche Zaken" en „Oorlog" (zoo heette toenmaals wat wij nu „Defensie" noemen) lijsten der gestrande deelnemers ingeleverd, o.m. om te voorkomen, dat sommige afwezigen op de lijsten van deserteurs zouden worden gebracht. Gezien uit het oogpunt en dus de belangensfeer der N . R . V . werd het afbreken van ons werk ten zeerste betreurd, want wij waren in zoo'n mooie opgaande lijn. Het lijstje uit het eerste 5-jarig tijdperk was belangrijk uitgebreid. E r was een Carnavalsreis naar de Rivièra bij gekomen, reizen waren gemaakt naar Hamburg en Bremen, de eilanden Norderney en Helgoland, Kopenhagen, Beieren, Salzkammergut, Tirol, Schwarzwald, Oberweser, Napels, Pompeji en naar den Harz. In 1912 werden zelfs naar den Harz binnen zes weken 5 reizen uitgevoerd. Ja zelfs vinden wij in het blad van 15 November 1912 het stoute plan, om een reis naar Afrika te ondernemen, met een mooi uitgewerkt programma, dat voor een duur van 28 dagen op ƒ 530.— zou komen te staan en bij 15 deelnemers tot ƒ 470.— kon worden verminderd. Het is toen nog bij een plan gebleven. Sterk spreken de cijfers als men in de statistieken de resultaten van 1913, 1914 en 1915 met elkaar vergelijkt: 11
1S13: 40 reizen, 1392 deelnemers, 8277 reisdagen, ƒ 68,946.59>< reissommen; 1914: 30 reizen, 952 deelnemers, 5982 reisdagen, ƒ 49,161.16 reissommen; 1915: 21 reizen, 504 deeln., 3057 reisdagen, ƒ 13,118.98'/= reissommen. Het cijfer i n 1914 zou 1913 belangrijk overtroffen hebben, als men alleen al bedenkt, dat de twee Vereenigingsreizen naar Luzern en Chamonix reeds ± 600 deelnemers telden. In 1915 kon alleen maar in eigen land gereisd worden. Maar het Bestuur liet zich door den nieuwen toestand niet uit het veld slaan. In talrijke vergaderingen werReeds toen verslenden den de noodige maatregelen wij het aanpassen. genomen, en al was destijds het woord „aanpassen nog niet voor dit begrip uitgevonden, toch werd er aangepast, en met succes. Natuurlijk ontbrak het niet aan pessimisten. Sommigen wilden voor den duur van den oorlog de contributie niet innen; anderen wilden voorloopig geen jaarvergadering meer houden, maar het Alg. Bestuur hield rustig stand, verlegde om de kosten alleen de jaarvergadering 1915 van Groningen naar 's-Gravenhage en benoemde zelfs een reeds lang noodig gebleken Commissie voor de herziening jan ons reglement. Erger maakte het een ander, nu een optimist, die voorstelde om in 1915 toch maar weer plannen te maken naar Luzern, Interlaken en den Rijn, zij het onder beperkende voorwaarden. H e l voorstel werd verworpen. Intusschen had niemand destijds verwacht, dat het tot bijna 1920 zou duren voordat weer een groepj-J over de grenzen zou trekken. Toch is dit het geval geweest en daardoor zal de beschrijving van ons tweede vijfjarig tijdperk moeten eindigen midden in oorlogstijd. Dat tijdperk nu is uiterst merkwaardig geworden in het leven der N.R.V., want het heeft gelegenheid gegeven onze krachten in nieuwe richtingen te ontwik kelen, en dan denk ik allereerst aan de „ontdekking ' van ons eigen land in die jaren, en in de tweede plaats, maar daarom niet minder, aan het prachtige werk der Afdeelingen. In ons orgaan van 15 September 1914 komt een opwekking tot „doorwerken", waarin de Afdeelingen worden aangespoord den winter-arbeid vroeg aan te vangen. Niet genoeg kan gewaardeerd worden wat er in de oorlogsjaren door de afdeelingen is gepresteerd op het gebied van excursies en voordrachten Naast de andere maatregelen is het resultaat er van geweest, dat de N.R.V. in 1920 haar vredesarbeid weer kon aanvangen met pl.m. 6000 leden meer dan waarmede zij den oorlog was ingegaan. Wat de reizen betreft, wij zagen hetzelfde verschijnsel, wat wij ook heden ten dage kunnen waarnemen. Men ontdekte en onderging gaarne de schoonheid van eigen land. In 1915 en 1916 en ook later zijn er vele mooie Nederland wordt reizen in eigen land gemaakt, ontdekt. waarbij zoowel de Groninger industrieën als St. Anna Termuiden i n Zeeuwsch-Vlaanderen bezocht werden; waarbij wij zoowel in Arnhem. Nijmegen en ZuidLimburg kwamen als i n Noord-Hollandsche stadjes a'.s Volendam en Enkhuizen, waarbij de Veluwe, de turfindustrie in de Veenkolonies evenmin vergeten werden als de bosschen en heidevelden van Brabant. E n het werd erkend: voor vele leden, die geregeld naar het buitenland gingen, was Nederland een verrassing geworden. In dien tijd ontstond ook het soort reizen, die jaren lang als Vacantiehuisplan zijn aangekondigd, en waarbij in een mooie streek één bepaald hotel geheel werd afgehuurd voor onze groepen, die elkaar van week tot week afwisselden. Wij begonnen er mee op die plek 12
van ons Nederland, waar de verticale vorm het meest herinnerde aan het bergland, waarheen ons de toegang afgesneden was, en waarvan wij het beste resultaat verwachtten, n.1. Valkenburg. In 1916 boekten wij reeds 8 Vacantiehuisreizen naar Zuid-Limburg en 4 naar Arnhem. Wij kunnen de lange lijsten van soms 20 achtereenvolgende reisjes naar Luzern, Interlaken, Lugano, Rochefort, Bad Honnef, Burg, Harz, Rivièra, enz. als de gezonde en voorspoedige nakomelingen van het Vacantiehuisplan beschouwen. Ook aan een andere gedachte werd uitwerking gegeven. Oorspronkelijk was het de bedoeling, om v i l la's te huren en deze weder aan onze leden te verhuren. De villa's bleken in de praktijk meestal gedeelten van villa's, landhuizen en gewone woonhuizen te zijn, maar het denkbeeld sloeg in en zoo ontstond later de Commissie voor de Zomerverblijven. Om rechtvaardig te zijn moet hier vermeld worden, dat een voorstel tot het huren van een huis aan den Rijn voor de leden der N.R.V. reeds in de Bestuursvergadering van 14 September 1912 gedaan was en dat hiervoor in de vergadering van 20 November zelfs een Commissie was benoemd, maar i n Februari 1915, onder den druk der oorlogsnoodzaak kwam er pas gang in de zaak, en kwam het zoowaar tot het huren van 2 woningen in Noordwijk en een in Oosterbeek; in 1916 kwamen er twee woningen in Bergen-Binnen bij. Wij herinneren ons thans de lange lijsten van beschikbare woningen, in den voorzomer van 1940 i n ons orgaan gepubliceerd. Langs een langen weg van allerlei, dikwijls met succes, veelal met bezwaren verbonden werkzaamheden zijn deze lijsten het huidige resultaat. De activiteit, destijds op velerlei gebied ontwikkeld, heeft gunstige gevolgen gehad, want in het 10e jaarverslag, dat 15 M e i 1916 verscheen, wordt geconstateerd, dat er na een jaar oorlog opleving in de Vereeniging is gekomen. De stemming is dankbaar, vertrouwend, maar waakzaam. In het thans besproken tweede vijfjarig tijdvak heeft een belangrijke gebeurtenis plaats gevonden: de stichting van ons Centraal Bureau. Het was de logische opvolging. Na de boekenplank een boekenkast, toen een orgaan en nu een eigen bureau. Voorloopig was het gevestigd op de tweede étage van des Voorzitters woning, K o n . Emmakade 5b (later vernummerd in 45). Het Van boekenplank tot begon op 1 Mei 1912, maar kon Centraal Bureau. door omstandigheden eerst in de vergadering van het A l g . Bestuur van 13 Mei officieel worden gegrondvest, waarna op 28 Mei een extra nummer van Reizén en Trekken verscheen, waarin de leden hiervan mededeeling kregen, terwijl tegelijkertijd een beroep werd gedaan op voorloopig vrijwillige krachten, waaraan later een bezoldiging in uitzicht werd gesteld. In het desbetreffende artikel wordt uitgesproken het vertrouwen, dat van het Bureau veel kracht zal uitgaan en tevens nieuwe propaganda voor ons streven. Betoogd wordt, dat het samenstel en beheer der Vereeniging gelijken tred moeten houden met de uitbreiding. „Het genomen besluit zal moeten dienen om de groote Vereeniging technisch en administratief voor naar taak in staat te doen blijven en tevens den toestand voor te bereiden, waarin straks de grootere Vereeniging zich zal moeten bevinden, om de haar toevertrouwde belangen goed te kunnen behartigen." Welk een geloof en vertrouwen in de toekomst spreken er uit deze woorden! Het beroep op vrijwillige hulpkrachten voor het bureau bleef niet onbeantwoord. In Reizen en Trekken van 15 J u l i 1912 worden de namen van 9 vrijwilligers genoemd, en inderdaad is er een vrij langen tijd op die manier gewerkt, maar allengs bleek toch wel de noodzaak bezoldigd personeel aan te stellen. Eerst ging het met een toelage aan een der vrijwilligers, later kwam
e r e e n d a m e b i j v o o r de b o e k h o u d i n g e n c o r r e s p o n dentie, die op een m i n i m u m - s a l a r i s begon, m a a r vele jaren later behoorlijk bezoldigd procuratie-houdster was en n u w e e r reeds een a a n t a l j a r e n door de N . R . V . is g e p e n s i o n n e e r d . H o e l a a g i n d e n a a n v a n g d e v e r g o e d i n g e n w a r e n , b l i j k t u i t d e b e g r o o t i n g v o o r 1913, w a a r i n v e r m e l d staat: toelage a m b t e n a r e n ƒ 240.—. M a a r dat w a s ook i n d e n tijd, dat er een u r e n vorder e n d p r i n c i p i e e l debat w e r d g e h o u d e n o v e r de v r a a g , of w e v o o r het b u r e a u a l d a n n i e t . . . . e e n telefoontoestel m o c h t e n aanschaffen. V e r g e l i j k d a a r m e d e de begrooting v a n k o r t v o o r dezen o o r l o g , toen het totaalb e d r a g v o o r s a l a r i s s e n a a n p e r s o n e e l m e e r d a n ƒ 160,000 b e l i e p e n t o e n i n o n s m o n u m e n t a l e g e b o u w ± 50 telefoontoestellen op 6 l i j n e n w a r e n g e k o p p e l d . M a a r destijds w a r e n wij w a t trotsch, dat w i j i n R e i z e n en T r e k k e n v a n 15 F e b r u a r i 1913 k o n d e n vermelden: T e l e f o o n H . 1372, K a n t o o r u r e n 9—12 e n 2 — 4 . A a r d i g is i n d i t v e r b a n d o o k h e t b e t o o g v a n d e n S e c r e t a r i s i n z i j n 9e j a a r v e r s l a g ( o v e r 1914) w a a r i n h i j zegt, d a t 2 a 3 m a n v a s t p e r s o n e e l n o o d i g is, o m d a t o p het C e n t r a a l B u r e a u p e r dag, o n g e r e k e n d de postw i s s e l s , 40 t o t 50 b r i e v e n b e h a n d e l d m o e t e n w o r d e n . In latere jaren hebben wij w e l eens cijfers g e p u b l i c e e r d van ontvangen en verzonden brieven, waar gesproken
I n d e B e s t u u r s v e r g a d e r i n g v a n 2 F e b r u a r i 1916 w e m b e s l o t e n h e t B u r e a u te v e r p l a a t s e n n a a r h e t b e n e d e n h u i s i n h e t z e l f d e p e r c e e l , K o n . E m m a k a d e 46. Z u l k s i n v e r b a n d m e t g r o e i e n d r u i m t e g e b r e k , te m e e r , w a a i er l a n g z a m e r h a n d e n k e l e p e r s o n e e l k r a c h t e n w a r e n bijgekomen. D e meerdere r u i m t e was ook noodig, omdat wij een goed v e r g a d e r l o k a a l m o e s t e n h e b b e n v o o r het A l g . Bestuur, dat v a n den eersten dag af i n het C . B . v e r g a d e r d had. D e eerste b i j e e n k o m s t v a n d i e n a a r d h e e f t p l a a t s g e h a d o p 14 S e p t e m b e r 1912. A l s m e n n a zoovele j a r e n a l deze m e d e d e e l i n g e n r u s t i g leest en ziet w e l k e e n a c t i v i t e i t n a a r a l l e z i j d e n o n t w i k k e l d w e r d , k o m t m e n a l l i c h t tot de s l o t s o m , dat het B e s t u u r g e v o e r d k o n w o r d e n i n e e n r u s t i g e sfeer, w a a r o v e r a l eenheid v a n w i l en i n z i c h t heerschte. N i e t s is e c h t e r m i n d e r w a a r . O n d e r a l l e b e s l o m m e r i n gen door k a m p t e het B e s t u u r met moeilijkheden, i n w e n d i g Kinderziekten. en v a n buitenaf. Het ging m e e s t a l o m het juiste a f w e g e n van macht en bevoegdheden i n eigen k r i n g en tusschen B e s t u u r der V e r e e n i g i n g en A f d e e l i n g e n . Het ging over de organisatie der Vereeniging, o v e r de v e r t e g e n w o o r d i g i n g der A f d e e l i n g e n i n het B e s t u u r , e n over a l l e r l e i i n v l o e d s k w e s t i e s , E r z o u een b o e k te s c h r i j v e n z i j n o v e r a l l e s , w a t z i c h i n d i e v i j f j a a r i n dat o p z i c h t heeft afgespeeld. W i j n o e m d e n dat alles indertijd groeistuipen. De moeilijkheden werden nog v e r z w a a r d door d e n strijd o v e r de z.g. A r b e i d e r s r e i z e n . T e r w i j l steeds het b e g i n s e l h a d g e g o l d e n v a n het i n d i v i d u e e l e lidmaatschap, was door het A l g . bestuur het b e s l u i t g e n o m e n o m A r b e i d e r s - O r g a n i s a t i e s collect i e f te d o e n t o e t r e d e n , i n w e l k g e v a l de l e d e n o n d e r z e k e r e v o o r w a a r d e n v a n d e d i e n s t e n d e r N . R V . gebruik k o n d e n m a k e n . D i t n u lokte k r i t i e k uit, eerst i n één Afdeeling, later i n meerdere; i n andere afdeeling e n w e r d het b e l e i d v a n het B e s t u u r v e r d e d i g d en na een langen strijd en eenige bewogen A l g e m e e n e V e r g a d e r i n g e n w e r d het pleit beslecht. D e N . R . V . had geen b e z w a a r tegen A r b e i d e r s r e i z e n , m a a r w e l tegen het v e r l e e n e n v a n v o o r r e c h t e n a a n arbeiders ten o p z i c h t e v a n a n d e r e l e d e n . D e s l o t s o m w a s , dat e e n afzonderlijke Reisvereeniging voor Arbeiders w e r d opgericht, die als zuster v e r e e n i g i n g vriendschappelijk naast de N . R . V . z o u w e r k e n . D e r u b r i e k G r o e p D . „Arbeidersreizen" werd nu veranderd in Groep D. ..Vakreizen". «f \ O n d e r t u s s c h e n schreed ook de organisatie der N . R . V . v o o r t . I n 1914 z i j n e r 18 H o o f d b e s t u u r s l e d e n ( t h a n s 9 ) , 14 A f d e e l i n g e n , 18 b i n n e n landsche correspondentschapDe organisatie gaat pen en 1 buitenlandsch ( E n verder. geland). In de Bestuursvergadering v a n 7 M e i 1913 w e r d d e C o m m i s s i e v o o r d e R e i z e n t o t 5 p e r s o n e n u i t g e b r e i d . A a n h a a r w e r d o o k de b e h a n deling en afdoening v a n k l a c h t e n opgedragen. Veel jaren later w e r d een afzonderlijke K l a c h t e n - C o m m i s s i e ingesteld, w e l k e het best k a n v e r g e l e k e n w o r d e n met een R a a d v a n D i s c i p l i n e voor leiders en deelnemers.
Het eerste Centraal Bureau der N . R . V . op de Koningin Emmakade 45 te 's-Gravenhage
w e r d i n j a a r - g e t a l l e n v a n o v e r de h o n d e r d d u i z e n d . D a t w a s i n d e n tijd, dat w i j ons een e l e c t r i s c h e b r i e f o p e n e r a a n s c h a f t e n , o m d a t d e p o s t a n d e r s 's m o r g e n s niet op tijd k o n zijn geopend.
Het spreekt vanzelf, dat het leidersvraagstuk eveneens de v o o r t d u r e n d e a a n d a c h t v a n het B e s t u u r v r a a g t . Langdurige besprekingen worden aan dit punt gewijd. I n a r t i k e l e n o v e r h e t l e i d e r s c h a p w o r d e n de e i s c h e n omschreven. D a a r i n k o m e n zinsneden voor, die duidel i j k het k a r a k t e r v a n de t a a k aangeven, bijv.: „zich geven Het is niet zoo eenmet toewijding en zelfvervoudig leider te loochening a a n de belangen worden. van hen, die zich aan h u n zorg hebben toevertrouwd", en „de leiders moeten v a n het beginsel der N . R . V . d o o r d r o n gen zijn." 13
Ö p 1 M a a r t 1913 w e r d de eerste vergadering v a n ieiders gehouden, waar 11 personen aanwezig w a r e n , en waar o.m. de fooienkwestie ter sprake w e r d gebracht. In later j a r e n moesten wij de groote zaal v a n H o t e l N o o r d - B r a b a n t of het G e b o u w v a n K u n s t e n en Wetenschappen te U t r e c h t afhuren, als wij de leiders eens bijeen w i l d e n hebben, of splitsten wij den stroom in drie of meer deelen door i n verschillende plaatsen des lands dezelfde punten te bespreken. L e t t e n wij op d e n stand v a n het ledental, d a n zien wij, dat na de zoo succesvoile feestreis het ledental snel toeneemt. D e maandelijksche candidatenlijsten vertoonen cijfers v a n beteekenis. O p 5 J u l i 1912 bijv. telt men 256 n a m e n , op 15 A u g u s t u s 1913, 351 n a m e n , de lijst v a n 15 A p r i l 1914 heeft er 395 en het record wordt b e h a a l d door de candidatenlijst v a n 15 J u l i 1914 rnet 576 leden. H e t totaal aantal leden a a n het eind dezer periode, dus m i d d e n i n d e n wereldoorlog is 8717. E r hebben er intusschen ook bedankt, terwijl de n u m m e r i n g doorgaat. D a a r d o o r is het mogelijk, dat m M e i 1915 aan het l i d , dat no. 10.000 ontvangt, een v e r rassing i n d e n v o r m v a n een b o e k w e r k w o r d t aangeboden. Deze snelle toeneming v a n het ledental staat natuurlijk ook i n v e r b a n d met de propaganda, die niet verwaarloosd wordt. Reizen en T r e k k e n is het belangrijkste p r o p a g a n d a - m i d d e l . In deze periode w o r d t é é n m a a l een zakagenda uitgegeven, een kleine e n nietige voorlooper v a n het J a a r b o e k . E r w o r d e n sluitzegels (destijds een mode-artikel) gedrukt. E r komt een prospectus, dat ter v e r g e m a k k e l i j k i n g v a n de b u i t e n l a n d sche correspondentie i n d i v e r s e talen wordt overgezet. O o k i n het b u i t e n l a n d w o r d t propaganda gemaakt m e ; een voordracht te G e n t , zulks met het doel,'dat dergelijke vereenigingen ook i n andere l a n d e n zullen w o r den opgericht, o m elkander wederzijds te helpen. In de Bestuursvergadering v a n 7 M e i 1913 k o n worden medegedeeld, dat wij v e r b i n d i n g e n hebben met een Deensche V e r e e n i g i n g v a n L e e r a r e n , de C o ö p . H o l i d a y s A s s o c i a t i o n te L o n d e n , de Women's Intern. Travel Society te L o n d e n en een dergelijke V e r e e n i g i n g te F r a n k f o r t en te B e r l i j n . M e d e door de h u l p v a n ver schillende afdeelingen wordt een reis door N e d e r l a n d verzorgd voor de Engelsche L i b r a r y Assistants Association. E c h t e r w e r d reeds toen algemeen gezegd, wat ook heden ten dage geldt, n.1. dat de beste propaganda voor de N . R . V . wei-geslaagde en gocd-geleide reizen zijn. E n dat ook deze reclame voor de N . R . V . slaagt, b e w i j D e beste propaganda zen de w o o r d e n v a n den S e zijn g o e d e r e i z e n . cretaris i n het J a a r v e r s l a g v a n 1912 waar hij de propaganda constateert door de leden voor hunne V e r e e n i g i n g gemaakt. Het glanspunt e v e n w e l v a n de propaganda-actie uit d i e n tijd is de deelneming v a n de N . R . V . aan de N a tionale en Internationale Tentoonstelling voor Sport en T o e r i s m e i n 1913, het jaar der h e r d e n k i n g v a n onze h o n d e r d j a r i g e o n a f h a n k e l i j k h e i d , te ' s - G r a v e n h a g e . Wij exposeerden d a a r i n een m o o i ingericht afzonderlijk zaaltje, waar wij o.m. vereerd w e r d e n met het bezoek v a n H . M . de K o n i n g i n - M o e d e r , en waar de N . R . V . een v e r g u l d - z i l v e r e n medaille verwierf, terwijl een e x t r a getuigschrift w e r d uitgereikt als e r k e n n i n g der sociale beteekenis v a n het stelsel der N . R . V . A a r d i g is het er hier aan te herinneren, dat bij die gelegenheid de N.R.V.-geest zich op zijn best demonstreerde. G e l d was er niet beschikbaar voor z u l k een expositie, m a a r er w e r d een „ F o n d s voor bijzondere doeleinden" gesticht, dat de kosten, die 2 A m a a l zoo groot w a r e n als g e r a a m d , nagenoeg dekte. M e t groote l
14
b e r e i d w i l l i g h e i d brachten de leden dit fonds bijeen. E n v e r der w e r d de dienst op de t e n toonstelling bijgehouden door een uitgebreide commissie v a n vrijwilligers. D o o r het Hoofdbestuur w e r d een zilveren lauwerkrans beschikbaar gesteld, w e l k e i n de A f d e e l i n g V e r k e e r en Toerisme ten deel v i e l aan den B o n d , w a a r m e d e wij a l die jaren zulke goede en vriendschappelijke relaties hadden, de A . N . W . B . W a a r het werk der A f d e e l i n g e n i n de N . R . V . z u l k een belangrijke plaats inneemt, en de A f d e e l i n g e n bij het volbrengen v a n de cultureele taak der N . R . V . z u l k een groote r o l spelen, moeten wij hier nog even nader ingaan op de positie en het w e r k v a n deze lichamen in de 2e bestaansperiode der N . R . V . D e H o l l a n d s c h e a a r d heeft zich hier niet verloochend en i n die eerste tijden, toen er voor velen nog geen duidelijke v o o r stelling v a n bestond, w a a r ieders plaats en ieders w e r k was, is onder de leden v a n het A l g e m e e n B e s t u u r w e l eens met ironie h e r i n n e r d aan de 17e-eeuwsche toestanden i n ons l a n d en de moeilijkheden met H H . L e d e n der Sta ten-Generaal. H e t heeft i n d e r d a a d h^el wat zeemanschap vereischt, o m tusschen alle v o o r stellen, verlangens, meeningen en grieven door te zeilen en het N . R . V . - s c h e e p k e i n de veilige h a v e n v a n haar v a n den a a n v a n g vaststaande beginselen te loodsen. In 1911 w o r d e n vijf nieuwe A f d e e l i n g e n gesticht, n.1. W a l c h e r e n , D o r d r e c h t , A r n h e m , N i j m e g e n en Z w o l l e , en bij het toenemen der kosten besloot het A l g . B e s t u u r (jaarverslag 1912), dat m e n voorzichtiger moest zijn met het stichten v a n nieuwe, omdat de A f d e e l i n g e n zooveel kosten. In hetzelfde j a a r verslag zegt de Secretaris, dat de A f d e e l i n g e n onder meer de taak hebben te zorgen, dat de leden de N . R . V . niet gaan beschouwen als een eenvoudig reisb u r e a u . E r blijft bij ons een b a n d tusschen de leden bestaan. E n d a n natuurlijk het belangrijke aandeel i n ons cultureel doel. D e n H a a g stelt voor het eerst een w e r k p r o g r a m m a op (15 J a n . 1911) n.1. Inlichtingenbureau, lezingen en v o o r d r a c h t e n , bezoek aan instellingen, Voettochten, P r o p a g a n d a , spaarzittingen. U i t haar eerste resultaten stippen wij aan: een v o o r dracht over Egypte, eveneens over bouwstijlen, bezoek aan de opgravingen v a n het F o r u m Hadrianurm te V o o r burg, bezoeken aan het M u s e u m voor het Onderwijs en aan de f a b r i e k e n v a n v. d. B e r g h en J a m i n te R o t terdam. D e A f d . R o t t e r d a m bezocht bijv. i n 1912 K o m kommerkweekerijen, Drinkwaterleiding, F a . Stokvis, T e lefoondienst, de H a v e n s , H e i neken's B i e r b r o u w e r i j , de electrische centrale, terwijl de toen nog kleine afdeeling A m s t e r d a m uitstapjes maakte o.a. naar de electrische centrale, het K o n . Paleis op den D a m en een modelboerderij. D e afdeeling G r o n i n g e n organiseerde, behalve lezingen, ook succesvolle vertelavonden over de gemaakte reizen. O p 3 October 1911 h a d zij 4 sprekers en een opkomst v a n 75 pet. h a r e r leden; en wellicht zal het velen interesseeren i n de huidige omstandigheden te vernemen, dat onze afdeeling U t r e c h t haar eerste tochtje op 15 J u l i 1910 a a n k o n digde naar de G r e b b e b e r g . H e t 10e j a a r v e r s l a g (1915) meldt, dat A m s t e r d a m een eigen orgaan bezit en dat er een te U t r e c h t w o r d t voorbereid. M e n ziet uit deze korte aanduidingen, dat er leven in de brouwerij was, en het blijkt ook uit eenige statistische cijfers, opgenomen in R e i z e n en T r e k k e n van 15 A p r i l 1916. D a a r u i t blijkt: in 9 jaar n a m e n aan de gewone reizen 4293 leden deel, in 1914 n a m e n aan de gewone reizen 952 leden deel; in 1914 n a m e n aan de A f d . tochten 4025 leden deel. De N . I . T . S . T .
In 1914 werden 36 voordrachten gehouden, met 6798 bezoekers. In dat jaar werden 146 tochtjes gemaakt met 4025 deelnemers; gemiddelde kosten per persoon ƒ 0.57. De leden weten, dat de deelnemers-totalen inmiddels belangrijk gestegen zijn, zoodat deze sinds jaren steeds in 5 cijfers moeten worden uitgedrukt. In 1913 werd voor het eerst een serie lezingen gegeven n.1. over den Harz, achtereenvolgens in Utrecht, Rotterdam, Dordrecht, Middelburg. Leiden, Den Haag, Nijmegen, Meppel en Enschedé. Besluiten wij deze mededeelingen over het Afdeelingswerk met eenige opmerkingen uit het 10e jaarverslag, waar geconstateerd wordt, dat • het ledental der N.R.V. flink vooruitging, dank zij het intensieve werk der Afdeelingen. Toch laat de schrijver de waarschuwing hooren, dat er bezwaar is tegen te veel pretavondjes (wat i n sommige afdeelingen ook al eens voorMaar niet al te veel kwam). Weliswaar hadden wij de kans een paar leden minder te werven, maar „op den duur zal blijken, dat het Bestuur met de aangewezen gedragslijn waakt voor den goeden naam en daarmede voor het welzijn der Vereeniging". Deze woorden zijn in overeenstemming met een artikel over Afdeelingswerk i n Reizen en Trekken van 15 Januari 1916, waar gezegd wordt, dat ons werk niet alleen is verbreed, maar ook verdiept, en dat de N.R.V. heeft te streven naar verfijning van het reisgenot. Inderdaad, door alle tijden heen, onder alle besturen, is gestreden voor het hoofddoel der N.R.V.: „grootere volksontwikkeling door reizen, verbetering van het vacantiegenot". Ons orgaan was daarvoor in de eerste plaats aangewezen, en is dan ook altijd een voorwerp geweest van bijzondere zorg. In deze periode wordt het meer geïllustreerd, de programma's der reizen beslaan soms reeds meer dan 3 bladzijden. Uit den inhoud in die 5 jaren stippen wij hier enkele artikelen a a n : Leiderschap, Oorlog en Reizen, Verdraagzaamheid, Geologische verschijnselen i n de Alpen, Arbeidersreizen, de Derde Klasse, Fooien, Schoolreisjes naar België, Onderlinge Reisinformatie (n.1. van de N.R.V.-leden onder elkaar), Het Reizen bevordert den Vrede, Eischen op reis, Kinderruil, Afdeelings-statistiek, Zingen, terwijl voorts een groot aantal artikelen verscheen over reizen in Nederland, Duitschland, België, Engeland. Frankrijk, Zwitserland, enz. Daar Reizen en Trekken steeds vol programma's en verslagen stond, kwam in dien tijd de wensch naar voren, om nog een afzonderlijk orgaan uit te geven met reisbeschrijvingen en dergelijke. Reizen en Trekken werd steeds gratis aan de leden gezonden, maar men zou voor het nieuwe tijdschrift moeten betalen. Het voorstel werd op 17 December 1913 naar de Commissie voor Reorganisatie verwezen, en is daar overleden. Eerst lang na den wereldoorlog hebben wij 5 jaar lang een dergelijk mooi tijdschrift bezeten onder den naam „De Reiskroniek der N . R . V . " Meer geluk hadden wij met een klein boekje, dat in dien tijd in eer, groote behoefte voorzag. De vraag om inlichtingen en reisprogramma's voor alleenreizende leden was zóó toegenomen, dat wij het met de beperkte middelen niet meer aan konden. Daarom werden de beste door ons uitgevoerde programma's met toelichtingen gebundeld en zoo verscheen in Augustus 1913 het Een Reisprogramma„Reisprogrammaboek" dat plm. boek. 80 verschillende programma's bevatte. Het werd voor gerinaan nrUc linschilrhaar PPSt.eld en was SUOedig Uitver-
koeht. N a den wereldoorlog werd het i n veel grooter formaat en omvang herdrukt en wederom vloog de op-
laag (van 2000 exemplaren) Weg. Nog later maakte óns Jaarboek dergelijke uitgaven overbodig. Met de uitbreiding van het ledental stijgen ook de financieele jaarcijfers. Dit blijkt bijv. uit de volgende bedragen: Rekening over 1910 ƒ 1717.76, nadeelig saldo ƒ 52.19 Rekening over 1911 ƒ 2977.67, voord, saldo ƒ 34.17 Rekening over 1915 ƒ 10,633, 46 , voord, saldo ƒ 1236,7!, Hier blijken de moeilijkheden der kinderjaren voorgoed overwonnen. In de bijgevoegde balans zijn de bezittingen der Vereeniging (meubilair, boek-uitgaven, enz.) alle op ƒ 1.— afgeschreven. Het is het begin der financieele politiek, die ons later het gebouw Zeestraat bracht. Wij bemerken den ernst van het financieele beVoorzichtigheid is de heer aan diverse besluiten uit de jaren 1912 tot 1915, bijv. dat borgverzekeringen gesloten zullen worden, dat accountantscontrole moet worden ingevoerd, dat alle gelden centraal bij een bank gestort moeten worden, dat de contributies niet meer door de afdeelingen, maar alle door den A l g . Penningmeester geïnd moeten worden, enz. Voor hen, die zich interesseeren voor het in de laatste jaren behandelde onderwerp „gezinscontributie" zij nog vermeld, dat het eerste voorstel daartoe reeds door „Groningen" werd gedaan in Februari 1912. maar dat het A l g . Bestuur hier tegen adviseerde. En zoo nadert de Vereeniging begin 1916, de viering van het tweede lustrum. Dit is in Amsterdam herdacht en is een feest geworden, dat klonk als een klok. Zij, die den moed hebben gehad al het hier voorgaande te lezen, zullen wel tot de overtuiging zijn gekomen, dat na zooveel activiteit, met welslagen gepaard gaande, er voldoende aanleiding was, om in feestelijke stemFeest in zicht. ming — ondanks den toen nog voortwoedenden krijg — het tienjarig bestaan te herdenken. E n toch, hoezeer het vorenstaande ook een beeld geeft van groote werkzaamheid, het kader van deze schetsen dwong tot het achterwege laten van veel belangwekkends. Stippen wij daarom tot slot nog slechts enkele dingen aan. Ten opzichte van reizen bijvoorbeeld kwam toen reeds de drang naar voren om ook rustiger reizen voor ouderen te maken, waaraan veel later in optima forma voldaan kon worden. Anderzijds werd er geklaagd over te veel dure 2e klasse reizen en erkende de Redactie van Reizen en Trekken, dat er (einde 1911) te weinig reizen waren ingediend voor hen, die niet veel geld en weinig tijd beschikbaar hebbende, gaarne veel willen zien, met weinig kosten. In eigen land ontwierpen wij tal van é é n - en twee-daagsche tochtjes naar Nunspeet, Bergen a/Zee, Slot Loevestein, Den Haag, Scheveningen, Delft, Oostvoorne, Arnhem (met Eltenberg), Wijk bij Duurstede, Tiel, Arnhem, Alkmaar, Nijmegen, Schouwen en Duiveland, Apeldoorn, en langere tochten naar Friesland's woudstreek, Terschelling, Zuid Limburg en Arnhem met omgeving. Hiermede demonstreerden wij ook in den tijd, dat de grenzen nog geopend waren, onze belangstelling voor reizen in eig"n land. Het chapiter: „reizen" (het was in de dagen van Arnold Spoel) bracht ons een goed clublied „Het reizen en het trekken", dat op de wijze van: ,,'t Is plicht, dat ied're jongen" gezongen werd, en bij feestelijke gelegenheden nog gezongen wordt. Het Hoofdbestuur werd verzocht ook voor de kinderen der leden iets te doen. In de Bestuursvergadering van 24 September 1913 kwam een voorstel in om OOK reizen voor kinderen van leden te organiseeren. Ze moesten tusschen de 14 tot 17 jaar zijn, zouden ƒ 0.50 contributie betalen en geen orgaan ontvangen. Nauw5
15
keurig in dien vorm Werden 14 jaar later onze Jeugdreizen ingericht, maar destijds schenen de tijden nog niet rijp. Hetzelfde was het geval met voetreizen, thans een heel belangrijke tak van onzen arbeid, waarvoor reeds in 1908 en later in 1915 een lans gebroken werd. Wij vinden voorts in ons orgaan van 15 September 1912 een bericht, dat de Heer H . Braun, Redacteur van de Hellerthaler Zeitung, aan den Rijn een reisgroep der N.R.V. heef', ontmoet en in zijn blad melding maakt van den gunstigen indruk, dien hij heeft verkregen van doel en streven. Hij wekt zijn landgenooten op ons voorbeeld na te volgen „da ja unsere hollandischen Kreunde kern Patent darauf genommen haben". Eindigen wij met een paar aanhalingen uit het 10e jaarverslag. „Bij de oprichting onzer Vereeniging heeft steeds het doel voorgezeten bij te dragen tot de ontwikkeling en het geluk van ons volk door een gelukkige samenwerking van personen van verschillende ontwikkeling." 1915, het jaar, waarin de N.R.V. Nederland ontdekte. Goed en wel, maar: het buitenland! Juist die nieuwe indrukken, die ons geheel ontrukken aan ons gewone doen — en dat is toch in de eerste plaats noodig om recht van een vacantie te genieten •— vinden wij zoo volop over de grenzen. Wanneer de conducteurs roepen „einsteigen" of „en voiture", wanneer wij onze vertering betalen met centimes of pfennige. met franken of met marken, wanneer wij de menschen niet verstaan, en zij ons niet, wanneer wij een „Semmel" eten en er een „Helles" bij drinken, ach, dan is er nog maar zoo weinig noodig, om ons geluk te volmaken." „De N.R.V. heeft voor haar arbeidsveld noodig, thans geheel West- en Midden-Europa, spoedig wellicht de geheele wereld!" En deze profetie is uitgekomen ook! V o o r de kinderen.
16
ttt Het derde vijfjarig tijdvak (1916-1921) Wie geschiedenis schrijft, zal zich bij de indeeling van zijn stof meestal bepaalde perioden voor den geest brengen, en de bewerking daarvan als één geheel aan zijn lezers voorzetten. E n waar de loop van gebeurtenissen zich niet laat indeelen in nauwkeurig afgemeten tijdvakjes, zal net den geoefenden lezer wellicht wai vreemd aandoen, dat deze N.R.V.-schetsen in tijdperken van elk vijf jaar werden opgezet. N u wij hiermede echter Een belangrijk begonnen zijn, is het goed tijdperk. daaraan vast te houden. Voor het tijdperk, dat wij thans behandelen, heeft deze methode het voordeel, dat wij de treffende tegenstellingen kunnen doen uitkomen tusschen oorlogs- en vredestijd. In dit opzicht valt onze derde periode eigenlijk in drie tijdperken uiteen. In 1916 toch staan wij nog midden in aen werelditrijg. Linu 1918 brengt den wapenstilstand, waarna het, hersteltijdperk gaat intreden. In 1920 wordt het buitenlandsche reisverkeer nagenoeg in vollen omvang hervat. Zoo gezien, en de feiten en cijfers naar deze zienswijze gerangschikt, is de kans groot, dat menigeen het derde vijfjarig tijdperK onzer N.R.V. wel als het belangrijkste en meest leerzame zal beschouwen. Wij hopen dit in de volgende regelen nader toe te lichten. Maar eer wij zoover zijn, leggen wij met groote voorliefde vast de schitterende feestviering, waarmede de eerste tien jaren werden afgesloten. De Afdeeling Amsterdam heeft toen haar beste beentje voorgezet, en de wijze waarop de feesten verliepen, was een groote propaganda in geheel Nederland voor de toen nog jonge Reisvereeniging. De feestviering werd gekoppeld aan de tiende Jaarvergadering en op het proA m s t e r d a m zet de gramma voor de drie dagen, bloemetjes buiten. n.1. 27, 28 en 29 M e i 1916, stond een maskerade-rijtoer, een stoet van 48 rijtuigen, waarin men Staphorster en Zeeuwsche boeren, Marker- en Scheveningsche visschers, de provincies Zuid-Holland, Friesland, Noord-Brabant en Limburg, Oud-Holland, alsmede de familie Stastok vertegenwooraigd zag, een feestavond in Bellevue, waar Pisui^se, Antomette van Dijk en Jan Hemsing medewerkten, een bal i n internationaal costuum, een locht naar Aalsmeer met boottocht op de Aalsmeerder Plassen, een feestvoorstelling in den Stadsschouwburg, waar voor een overvol huis Madame Sans-Gêne werd opgevoerd met Louis Bouwmeester als Napoleon, een receptie in den foyer, en eenige feestdiners en lunches in Paviljoen Vondelpark en Krasnapolsky. Alles slaagde uitnemend en de N.R.V. had een goede pers. De heele feestviering was dan ook buitengewoon goed voorbereid door een zevental Commissies onder hoofdleiding van het Amsterdamsche Afdeelingsbestuur. Als herinnering werd een gedrukt programma uitgegeven, dat geleidelijk den vorm had aangenomen van een gedenkboek van 128 bladzijden. Dit gedenkboek is een van de interessantste documenten der N.R.V. Het was op mooi kunstdrukpapier gedrukt, bevatte de portretten van alle leden van het Hoofdbestuur en van alle afdeelingsbestuurders, een aantal geestige caricaturen van de meest op den voorgrond tredende bestuurders, eenige reisliederen en een groot aantal mooie foto's van Amsterdam. Voorts eenige bijdragen, waaronder een „Terugblik", waarin de „prae-historie" der N.R.V. wordt belicht, een rechtsgeleerd praatje op reisgebied, eenige reisliederen enz. Van Reizen en Trekken verscheen terzelfder tijd een feest-propagandanummer met tal van herinneringen in woord en beeld. Van de kiekjes lijken ons de beelden uit. ons eerste Centraal Bureau voor het huidig ge-
slacht het aardigst. Onze eerste ambtenaren zijn er op vereeuwigd, terwijl zij druk aan het werk zijn. Het hoofdmoment m dit feestnummer zijn de woorden van instemming van tal van vooraanstaande Nederlanders, waarOHicieel Nederland in in velerlei toonaard de lof getuigt van waarvan het reizen en de cultureele deering. beteekenis der N.R.V. bezongen wordt door Leden van de Eerste en Tweede Kamer, een groot aantal Hoogleeraren, Burgemeesters, Leden van Provinciale Staten en Gemeenteraden, Museum-Directeuren, Rectoren, Journalisten, Leeraren, Onderwijsmannen, Bestuurders van Nationale Bonden, toeristische kopstukken enz. Sommigen drukken hunne gevoelens of meeningen in poëzie uit. Wij nemen hier een klein gedichtje over van Dr. J . Hoogvliet, Privaatdocent in Noord- en Zuid-Europeesche talen. REIZEN. Reizen is genot en leering 's Levens kruid"ge specerij; Op den tocht door vreemde dreven Klopt ons 't hart zoo ruim en vrij Reizen schenkt een blij verpoozen Uit het dagelijksch gedoe; Op de reis is „last" niet lastig Geen „vermoeienis" maakt moe! Reizen kan het lichaam sterken Door veel roering, lucht en zon, En doet jeugd en leven putten Uit vcrandering's wondre bron. Reizen kan den geest verrijken Door 't aanschouwen wijd en zijd Van de rijke kennisschatten, Die ons de aarde heeft bereid. Reizen kan 't karakter stalen En verruimen het gemoed Daar 't bekrompen scheidingslijnen Gansch voor ons verdwijnen doet. Reizen leidt tot wereldeenheid. Werd maar 't reizen algemeen Dan zou 't menschdom zich vereenen, Domme volkrenhaat vlood h e e n . . . . Reizen wij a l l e ! . . . . maar na thuiskomst Toonen w'ieder, die ons naakt, Dat v o o r h e m ons 't reizen flinker, Wijzer, beter heeft gemaakt. Wanneer wij hier nu nog vertellen, clat door de leden een bedrag van bijna ƒ 500.— werd samengebracht voor een huldeblijk aan het Hoofdbestuur en dat hiervoor de bestuurskamer in het nieuwe bureau aan de Koningin Emmakade 46 werd ingericht, dan is met dat alles zeker wel tot uitdrukking gebracht het frissche, jonge, van zijn kracht bewuste leven, dat zich na tien jaar in de N.R.V. afspiegelde. Zóó gingen wij dus, in vollen oorlogstijd, een nieuw tijdperk tegemoet. En wonderlijk is het te zien, hoe in dien tijd, toen nog steeds niet naar buiten kon worden gereisd, de N.R.V. toch een vlucht neemt, hoe zij het arbeidsveld doorploegt en haar ledental ziet toenemen. Natuurlijk zijn het de Afdeelingen, thans vermeerderd met Leeuwarden en Twenthe, die hier het grootste aantal leveren, en die steeds weer nieuwe wegen zoeken, om de leden aan hun organisatie te binden. Drie Afdeelingen, n.1. Den Haag, Utrecht en Amsterdam, geven in 1917 eigen maandbladen uit, er wordt gepleit voor z.g. Ontmoetingsdagen van diverse Afdeelingen, waarin Groningen en Leeuwarden het goede voorbeeld geven, vele Afdeelingen richten opnieuw taalcursussen in, sommige doen ook nuttig werk voor de kinderen van leden (St. Nicolaasfeestjc^, wandeltochten) in Amsterdam stellen zich leden beschikbaar, om hunne medeleden van buiten de stad te laten zien. Rotterdam werkt zeer intensief met
tochtjes; i n een jaarverslag van 1918, dat als bijlage van Reizen en Trekken verscheen, en waarin waardevolle statistische mededeelingen zijn verwerkt, worden 139 tochtjes en excursies vermeld met niet minder dan 3412 deelnemers. Onder de voordeden voor leden valt op een reductie van 50 pet. voor leden der Afdeeling Amsterdam op litteraire matinée's over Shakespeare, Ibsen, Hauptmann, v. Eeden, Mijnssen enz. Het kan niet anders, of cle Afdeelingen, die zoo actief zijn, willen dit ook erkend zien, en trachten hun activiteit uit te breiden. Zoo zien wij als gevolg van dit streven, dat reglementswijzigingen tot stand komen ____ voor een betere regeling van de afdracht der Algemeene A c t i e en reactie. Kas aan de Afdeelingskassen en i n 1919 wordt de mogelijkheid geopend voor Afdeelingen, om rechtspersoonlijkheid te verkrijgen. A a n de Afdeelingen wordt onder beperkende bepalingen toegestaan tweeen driedaagsche tochtjes in eigen land te organiseeren. Een en ander geeft het Hoofdbestuur weer reden tot reageeren op datgene, wat het minder juist acht. Nogmaals wordt er in een circulaire en in een hoofdartikel in Reizen en Trekken op gewezen, dat te veel pret-avondjes minder wenschelijk zijn, terwijl er op wordt aangedrongen niet uitsluitend den Zondag voor uitstapjes te bestemmen. Typeerend is ook de volgende zinsnede uit het (afwijzend) prae-advies op een financieel voorstel: „tiet Hoofdbestuur grijpt deze gelegenheid aan, om erop te wijzen, dat het de N.R.V. op den duur alleen goed kan gaan, als het begrip van het absoluut noodzakelijke om het belang der Vereeniging als geheel te stellen voor het belang der Afdeeling aan ieder lid duidelijk is. Wie dit in de theorie niet zal willen erkennen, zal in de praktijk bij eiken stap op die noodzakelijkheid stuiten. Het geheele systeem der N.R.V. dwingt tot eenheid op straffe van verval, met ontbinding tot slot." Daarnaast deze uitspraak in een hoofdartikel in Reizen en Trekken (Dec. 1916): ,,Dc Afdeelingsuitstapjes en bezoeken zijn voor ons als het ware practische oefeningen in het reizen, d.w.z. het reizen met den w i l , om rijker thuis te komen dan men vertrok." Dit brengt ons weer vanzelf tot de reizen der Vereeniging, waarvan in den oorlogstijd de Vacaritiehuis-reizen wel het hoofdbestanddeel vormden. Ze voerden naar Zuid-Limburg, Arnhem, Walcheren, Haarlem, Groningen en Twenthe. Daarnaast wordt Nederland werkelijk aan alle kanten geëxploreerd en worden op langere en kortere tochten bezocht: Bergen, Alkmaar, Amsterdam, Doetinchem, Montferland, ZuidNederland, Midden-Nederland, Ameland, Berkelstreek, Zeeland, Noord-Brabant, Utrecht, Gelderland, Friesland (per zeilboot), waaronder vele fietstochten. Op aanwijzing van het Hoofdbestuur werd bij eenige reizen de Zondag geheel uitgeschakeld, om aan geopperde bezwaren zooveel doenlijk tegemoet te komen. Het reizen werd er intusschen niet gemakkelijker op. De distributie van levensmiddelen werd ingevoerd, waarvan wij de afspiegeling zien in de vermaning in bet orgaan en op de afzonderlijke programma's: „Vergeet niet U w brood- en vetkaart mede te nemen". In J u l i 1919 schijnt het beter met het vet te gaan, want dan Tot de reisuitrusting behoort alleen nog de broodbehoort de b r o o d - | kaart tot de reisuitrusting. en vetkaart. In 1917 deelt Reizen en Trekken mede, dat de spoorprijzen, die reeds met 20 pet. zijn verhoogd, nogmaals met 30 pet. verhoogd zullen worden. De gezelschapsbiljetten worden ingetrokken. In Reizen en 17
T r e k k e n v i n d e n wij de u i t s p r a a k : „Wij h a d d e n nog n i m m e r z u l k een m o e i l i j k reisjaar a l s 1918. T i j d s omstandigheden, voedingsnood, hooge hotelprijzen, S p a a n s c h e G r i e p en a n d e r e o o r z a k e n , w e r k t e n zeer t e g e n . " H e t J a a r v e r s l a g o v e r 1919 c o n s t a t e e r t , d a t d e hotels d u u r zijn en d i k w i j l s meer gasten aannemen, d a n ze p l a a t s r u i m t e h e b b e n . D e S e c r e t a r i s w i j s t er d a n op, dat de hoteliers naast r e c h t e n ook p l i c h t e n tegenover h u n gasten hebben. F i l o s o f i s c h spreekt hij o v e r de a b n o r m a l e p r i j z e n : „ D a a r v o o r zijn w i j zoo l a n g z a m e r h a n d i m m u u n g e w o r d e n . D e r h a l v e is e r i n 1919 m e e r g e r e i s d d a n i n 1 9 1 8 . " D i t b l i j k t o o k u i t de statistiek: 1918: 27 r e i z e n , t o t a a l d e r r e i s s o m m e n ƒ 2 1 , 7 6 9 . 1 4 ; 1919: 37 r e i z e n , t o t a a l d e r r e i s s o m m e n ƒ 36,373.12. D e z e 37 r e i z e n v e r t e g e n w o o r d i g e n 35 t o c h t e n in N e d e r l a n d e n t w e e n a a r B e l g i ë i n de K e r s t v a c a n t i e . E r w a s d u s e i n d e 1919 w e e r e e n i g v e r k e e r m e t h e t buitenland mogelijk. M a a r daaraan was voorafgegaan een lang jaar v a n hoop en verwachtingen. In N o v e m b e r 1918 w a s d e w a p e n s t i l s t a n d g e s l o t e n . E e n g o l f v a n enthousiasme g i n g d o o r toeristische kringen. Eindelijk N o v e m b e r 1918; mochten wij er dan weer wapenstilstand. uit. Reeds i n het j a a r v e r s l a g o v e r 1917 h a d d e S e c r e t a r i s , o v e r het n u t v a n b i n n e n l a n d s c h e t o c h t e n schrijvende, er de v e r z u c h t i n g a a n toegevoegd: „ . . . . d o c h d r i e a c h t e r e e n v o l g e n d e j a r e n i n het e i g e n l a n d te w o r d e n o p g e s l o t e n , is v o o r e e n r e i s v e r e e n i g i n g t o c h w e l te v e e l van het goede". En nu zouden wij binnenkort weer de vleugels uitslaan. D e vragen o m inlichtingen kwamen reeds bij ons Centraal Bureau binnen. In Reizen en T r e k k e n k w a m een teeken i n g : E e n groot veld, waarop een grensafscheid i n g v a n p r i k k e l d r a a d ; een arbeider verbreekt dc afsluiting; aan den gezichtseinder k o m t de zon op en i n een s t r a l e n k r a n s ziet m e n het w o o r d „ V r e d e " . T o c h ziet m e n i n R e i z e n en T r e k k e n n o g geen e n k c i v o o r s t e l tot b u i t e n l a n d s c h e r e i z e n , w a t h e e t g e b a k e r d e n a t u r e n r e e d s v e r w o n d e r d e e n w a t bij s o m m i g e n als een bewijs v a n m i n d e r e activiteit w e r d opgevat. M a a r reeds i n D e c e m b e r s c h r i j f t ons o r g a a n o n d e r d e n t i t e l : „ D e N . R . V . w e e r n a a r het b u i t e n l a n d " , en laat het een w a a r s c h u w i n g hooren tegen voorbarige v e r w a c h t i n g e n , w a a r o v e r a l o n t w r i c h t i n g en r e v o l u t i e hoogtij v i e r e n . H o o p v o l echter k l i n k t het: „ W a t z a l dat v o o r ons a l l e n een v r e u g d e d a g zijn, als onze r e i s g r o e p e n weer, voorzien v a n franken, m a r k e n en ponden, de grenzen p a s s e e r e n e n h u n n e b a g a g e a a n B e l g i s c h e , D u i t s c h e of Engelsche douane-beambten ter onderzoek aangeven. I n F e b r u a r i 1919 s c h r i j v e n w i j , d a t v o o r l o o p i g d e b u i t e n l a n d s c h e p l a n n e n w o r d e n a a n g e h o u d e n , d a a r er geen b e m o e d i g e n d e b e r i c h t e n zijn o v e r de o p e n i n g der grenzen. I n M a a r t 1919 w o r d t d e r u b r i e k : „ H e r s t e l v a n h e t Reisverkeer" ingesteld, w a a r i n n u m a a n d voor m a a n d m e d e d e e l i n g e n v e r s c h i j n e n o v e r het slechts l a n g z a a m terugkeerend internationaal verkeer. In M e i begint é é n t r e i n p e r d a g n a a r P a r i j s te l o o p e n . I n J u l i w o r d t het Zwitsersche visum gemakkelijker verleend. In SepVredesduiven. tember staat er een bericht over ontvangen prentbriefkaarten v a n individueel reizende leden uit Parijs, den Harz, Pontresina. D a a r a a n wordt toegevoegd: „Die p i o n i e r s , d i e e e r s t e u i t v l i e g e r s , b r e n g e n ons h e t b e w i j s , dat de w a t e r e n v a n d e n o o r l o g s z o n d v l o e d w e r k e l i j k z a k k e n d e zijn, en dat er v o o r ons toeristen w e e r bewoonbaar land komt". V a n gezelschapsreizen k o n e v e n w e l geen sprake zijn. D e g r o o t e m o e i l i j k h e i d zat, n a a s t h o o g e p r i j z e n , i n p a s e n v i s u m d w a n g . I n D e c e m b e r 1919 s c h r e v e n w i j d a n ook, d a t de r e i s p a s e e n v i j a n d is v a n v r e e m d e l i n g e n v e r k e e r en toerisme. D a t hiervoor w e l reden was, 18
b l i j k t u i t h e t f e i t , d a t i n A u g u s t u s 1919 e e n g e z e l schapsreis naar Parijs was afgestuit op pasmoeilijkh e d e n . V o o r de b e s c h i k b a r e 16 p l a a t s e n h a d d e n z i c h m e e r d a n 100 l i e f h e b b e r s o p g e g e v e n . E e n K e r s t r e i s naar B e r l i j n g i n g niet door, omdat geen v i s u m verk r e g e n k o n w o r d e n . G e e n w o n d e r , dat i n een N i e u w jaarsartikel 1920 geschreven werd: „ H e t vacanties e i z o e n 1919 l e e k o p z i j n v i e r v o o r g a n g e r s . H e t w e e r aanhechten der i n t e r n a t i o n a l e b a n d e n bleek een arbeid, w e l k e niet zoo g e m a k k e l i j k v e r r i c h t k o n w o r d e n . " Toch' w o r d t i n dezelfde a f l e v e r i n g bericht, dat de p a s m o e i l i j k h e d e n v o o r Z w i t s e r l a n d tot een uiterst klein m i n i m u m zullen w o r d e n beperkt voor toeristen, w e l k e ten hoogste 3 m a a n d e n w i l l e n b l i j v e n . I n t u s s c h e n w a s het v e r k e e r m e t B e l g i ë w e e r iets g e m a k k e l i j k e r g e w o r d e n . E i n d 1919 w a r e n , g e l i j k r e e d s gezegd, twee kerstreizen daarheen gemaakt, en w e l naar Brussel, Laeken, Tervueren, Mechelen en Leuven, e n d u s b e s t o n d e r a l l e h o o p , d a t i n 1920, d . w . z . n a z e s reis-seizoenen, eindelijk weer buitenlandsche reizen k o n d e n w o r d e n gemaakt. Ons Hoofdbestuur h a d reeds i n O c t o b e r 1919 e e n w i s s e l o p d e r o e k o m s t g e t r o k k e n , d o o r te b e s l u i t e n i n 1920, i n d i e n m o g e l i j k , w e e r V e r e e n i g i n g s r e i z e n u i t te s c h r i j v e n n a a r L u z e r n e n I n t e r l a k e n e n d e z e i n N o v e m b e r d.a.v. a a n g e k o n d i g d . H e t J a n u a r i n u m m e r v a n o n s b l a d i n 1920 b e v a t t e de m e d e deeling v a n 3 reizen per extratrein naar Zwitserland, 1 reis naar B r u s s e l , L e u v e n , M e c h e l e n , 2 v e e r t i e n daagsche reizen naar Z w i t s e r l a n d , 1 reis n a a r Parijs en V e r s a i l l c s . L a t e n w i j m a a r d a d e l i j k z e g g e n , d a t 1920 e e n z e e r g o e d r e i s s e i z o e n is g e w o r d e n , e n d i t a a n t o o n e n d o o i de v o l g e n d e v e r g e l i j k i n g : 1919: 37 r e i z e n m e t 857 d e e l n e m e r s , ƒ 36,373.22 r e i s 1920:
64 r e i z e n
met
2461
deeln.,
ƒ 238,829,10
reis-
H e t v e r s c h i l is d a g e n n a c h t , o f e i g e n l i j k m o e s t e n wij spreken v a n de aanbrekende dageraad. W a n t hier v a t t e n w i j de d r a a d w e e r op, w a a r w i j deze i n A u g u s t u s 1914 m o e s t e n l a t e n v a l l e n , e n v a n h i e r u i t is d a n o o k d e s c h i t t e r e n d e o n marsch begonnen, met recordExplosief reisvercijfers i n ledental, en reislangen. s o m m e n , die j a a r l i j k s in de m i l l i o c n e n l i e D e n . totdat, de huidige oorlog alles weer vermelde. D a t j a a r 1920, h o e s u c c e s v o l o o k , is e e n z e e r m o e i l i j k j a a r g e w o r d e n v o o r h e n , d i e de v e r a n t w o o r d e l i j k h e i d droegen voor den goeden gang v a n zaken. E r was, gelijk later w e r d geconstateerd, een e x p l o s i e f verl a n g e n , o m e r u i t te t r e k k e n . D e 3 V e r e e n i g i n g s r e i z e n naar Z w i t s e r l a n d w e r d e n er 4 e n w i j t r o k k e n i n J u l i en A u g u s t u s daarheen met 2 extra treinen met r e s t a u r a t i e w a g e n s v a n de C o m p a g n i e der W a g o n s - L i t s , d i e e l k m e e r d a n 500 r e i z i g e r s v e r v o e r d e n . V o o r a l d e z e menschen w a r e n passen en visa op het Centraal B u r e a u verzorgd, dat d a a r m e d e een n i e u w e en veel accuratesse eischende taak kreeg. De reissommen, w e l k e v o o r d e r g e l i j k e r e i z e n tot n o g toe d e ƒ 65.— niet overschreden en soms veel m i n d e r w a r e n , stegen n u tot ƒ 100.—, w a a r b i j d a n een k l e i n e s p o o r w e g surprise k w a m , toen de vervoerkosten i n M e i v e r h o o g d w e r d e n m e t n i e t m i n d e r d a n ƒ 15 p e r d e e l nemer. B o v e n d i e n moest ieder deelnemer voor het v i s u m d o o r 4 l a n d e n (de r o u t e n a a r B a z e l g i n g t o e n niet langs den Rijn, m a a r door België, L u x e m b u r g en F r a n k r i j k ) ƒ 9.50 p e r p e r s o o n b e t a l e n . M a a r m e n b e taalde, w a n t m e n w i l d e er uit. D a t b l i j k t ook uit het feit, dat v o o r t w e e r e i z e n , die ieder plaats h a d d e n v o o r 23 p e r s o n e n , d e a a n m e l d i n g e n r e s p . 146 e n 145 b e d r o e g e n . E n h e t b l i j k t o o k u i t d e m e e r d a n 1000 d e e l nemers a a n de v i e r v e r e e n i g i n g s r e i z e n , w e l k e aanl e i d i n g g a v e n tot een a r t i k e l i n R e i z e n e n T r e k k e n o p 15 A u g u s t u s 1920, w a a r u i t w i j h e t n a v o l g e n d e a a n h a l e n :
„Wat. hebben wij maanden lang geworsteld, om onze plannen te doen slagen. Maar tenslotte z ij n wij geslaagd. Hoe moeilijker de strijd, hoe schooner de overwinning, is zeer zeker hier van toepassing." Het was voor de werkers een heerlijke voldoening, toen daar onze eerste lange D-trein het station (te 's-Gravenhage) binnenstoomde, tien mooie harmonicawagens met restauratierijtuig. Het wekte herinneringen van vóór den oorlog. Wij leefden dat oogenblik weer even in den mooien, ouden, gelukkigen tijd, welke het thans volwassen geslacht als een schoone vervlogen droom door het leven draagt." . . . . „Onze trein ging weer iets herstellen van de gebroken banden. Hij ging helpen aan de vernieuwing van het volkerenverkeer. Hij ging weer de menschen tot elkaar brengen. Hij ging uit als zinnebeeld van den nieuwen vrede, die naar wij hopen, eenmaal zal zegevieren." Het was in 1919 en 1920 wel voldoende gebleken, dat volledig herstel van het reisverkeer grootendeels werd belemmerd door de pas- en visumeischen, en het is te begrijpen, dat in November 1920 melding wordt gemaakt van een internationale conferentie inzake paspoorten en douaneformaliteiten, teneinde in 1921 algemeen betere voorwaarden te scheppen. Dat zulks wel noodig was, blijkt uit een mededeling van onzen De eerste winterAlg. Secretaris, die Kerstmis sportreis der N . R . V . 1920 onze allereerste wintersportreis leidde, naar St. Moritz en die zich beklaagt over de „liefderijke zorgen" der „Duitsche en Zwitsersche douanen", ,,'t Is anders wat bar", zegt hij, „misdadigers kunnen niet strenger bewaakt worden". Ook met de kosten werd geen gekheid gemaakt. Wij vinden notities van M e i 1920: Duitschland, het visum kost I 18.—; in M e i 1921 wordt het Belgische visum verhoogd van f 1.50 op ƒ 10.50, in A p r i l van dat jaar was het Fransche visum van ƒ 4.80 gebracht op ƒ 12.—. Ons Hoofdbestuur besloot daarom een passencommissie in te stellen, al deze kwesties te centraliseeren, en ons Centraal Bureau voor de visa te laten zorgen, waar vanzelf aan vast zat, het verkrijgen van faciliteiten voor onze leden, jets wat met „vallen en opstaan" tenslotte wonderwel gelukt is. Voor de passenbehandeling werd reeds destijds een speciaal ambtenaar aangesteld. Dat de zaak ook van den anderen kant, n.1. door het vreemdelingenverkeer, werd aangepakt, bewijst net bezoek aan ons kantoor van den Heer Famechon, Directeur van het Office National du Tourisme :e Parijs, die zijn volle medewerking toezegde. Het jaar 1920 is het moeilijkste geweest. In 1921 "/as reeds veel verbeterd. De A l g . Secretaris had een dienstreis gemaakt naar den Harz, den Rijn en het Ahrdal, daar overal weer betrekkingen aangeknoopt en vele inlichtingen mee naar Holland gebracht. In A p r i l slaagde de eerste gezelschapsreis naar Parijs; besloten werd tot een groote rondreis door Zweden, die ook tot uitvoering kwam. Het instituut der Vereenigingsreizen bracht weer successen door groote wèl-geslaagde reizen met extra treinen naar Lugano, Luzern, Interlaken, St. Moritz, met respectievelijk 413, 120, 237 en 257 deelnemers. Daarnaast waren er een groot aantal initiaticfreizen van leiders met kleinere groepen, waarbij vooral Zwitserland favoriet was. Dit was trouwens reeds in 1920 het geval, toen het aandeel der N.R.V. in het Hollandsche verkeer naar Zwitserland 12.17 pet. bedroeg. In de jaren, dat wij nog geheel op eigen land waren aangewezen, zagen wij ook de insteliing der zomerverblijven groeien. In 1915 waren wij hiermede aangevangen, en het jaarverslag van 1920 maakt gewag van huizen te Nunspeet, Bergen, Oosterbeek, Scheve-
ningen, Callantsoog, Rolde en Heilo, welke aan ongeveer 140 families mot naar schatting tusschen de 600 en 700 personen onderverhuurd konden worden. Geen wonder, dat reeds spoedig de vraag kwam, of wij niet zelf dergelijke zomerverblijven zouden gaan bouwen. Met het 002 op O D het het risico. Met het oog risico, waaraan het Hoofdbestuur de Nederlandsche N.R.V. niet wilde blootstellen, Zomerhuisstichting. werd bij acte van 11 Maart 1920 een afzonderlijke stichting, de Nederl. Zomerhuisstichting, in het leven geroepen, waarvan het Bestuur aan de N.R.V. werd opgedragen. Intusschen was reeds een 5 pet. obligatie-leening uitgeschreven, groot ƒ 25,000 in stukken van ƒ 100.— en ƒ 10.—, waarop reeds in December 1919 voor meer dan ƒ 20,000 was ingeteekend. Daaruit werd i n hetzelfde voorjaar een bestaand zomerhuisje te Nunspeet gekocht, dat door ons in „ L a n d r u s t " herdoopt werd, en dat nog heden ten dage een gewaardeerd bezit is. De reeds in verren staat van voorbereiding zijnde aanbouw van vier zomerwoningen te Noordwijk ging niet door, aangezien juist in dien tijd alle prijzen onmatig omhoog gingen en de bouwkosten met ƒ 11,000 gestegen waren. De bouw werd uitgesteld, en het kapitaal, waarvan regelmatig rente werd uitgekeerd, bleef jarenlang onbenut. De omstandigheden bleken niet gunstig voor bouwen, of het huren van reeds bestaande woningen bleek voordeeliger, en zoo was er telkens wat, zoodat tenslotte enkele jaren geleden door het Hoofdbestuur besloten werd, om het kapitaal aan de inschrijvers terug te betalen, de lasten en baten der stichting geheel over te nemen en in de administratie der N.R.V. te laten opgaan. Zoo kwam er een weinig roemrijk einde aan een arbeid, die toch met zooveel enthousiasme en medewerking begonnen was. Het werk zelf heeft er niet onder geleden. In 1921 huurden wij onze eerste zomerwoningen in Interlaken, Iseltwald en Weggis, en jaar op jaar tot den nieuwen oorlog toe hebben wij in België, Duitschland, Zwitserland, soms ook i n Frankrijk en i n Oostenrijk, onze leden van dit speciale werk voor families kunnen doen genieten. Reizen en Trekken, ons orgaan, kon gelukkig den geheelen oorlog door verschijnen, maar langzamerhand komt er papiernood, waarvan het blad telkens de sporen draagt, zoowel in de mindere papierkwaliteit bij hooger prijzen, als in de inkrimping van den tekst. September, October, November en December 1918 brenBezuinigen. gen telkens slechts bladen van 4 pagina's. De tekst moet meermalen drastisch besnoeid worden en het jaarverslag over 1918 spreekt dan ook van bezuinigen en nog eens bezuinigen. Het Afdeelingsnieuws, en ook de reisprogramma's worden noodgedwongen sterk besnoeid en met zeer kleine Ietter (6-punts) gezet. Dit geeft weer aanleiding tot klachten uit de Afdeelingen, die een voorstel indienen tot reorganisatie, welke ook inderdaad, doch eerst i n 1922, onder geheel nieuwe omstandigheden tot stand komt. Als illustratie van de moeilijkheden vermelden wij, dat het verslag van een Zwitsersche reis, die op 27 Juli 1914 aanving, eerst geplaatst werd op 15 Januari 1917 met een verontschuldigende noot van de redactie. Deze laatste klaagt dan ook in J u n i 1918: „De noodzakelijke berichten aangaande de werkzaamheden der Vereeniging en haar afdeelingen verdringen langzamerhand de andere eopie, welke als ontspannings- of onderrichtingslectuur bedoeld was." Dit neemt niet weg, dat er in het vijfjarig tijdvak toch ook weer tal van artikelen op dit gebied verschenen zijn, waaronder b.v.: Vreemdelingenverkeer, Het Nut van reizen, Esperanto, Coöperatie en concurrentie, Ons Duinlandschap, Reisvereeniging en bioscoop, Fotografie op reis, Vacantiehuizen (Een serie van 3 artikelen over het werk van de Coöp. Holidays Association), Wandelen, 19
Indrukken uit Neurenberg, Slagvelden in België, Reis door het Berner Oberland, Indrukken van de Rivièra, Wandeltocht Schouwen en Duiveland, Luchtverkeer, Vaderlandsch historisch volksfeest, Openluchtmuseum Waterberg, Alpinisme, Ksmpeeren. In 1917 werd bindend voorgeschreven wat tot dan toe vrijwillig was, n.1. dat in één gezin slechts één exemplaar van het orgaan zou worden gezonden, wat een bezuiniging opleverde van ƒ 600.— a ƒ 700 per jaar. De klacht over te weinig annonces blijft aanhouden, en na allerlei maatregelen, waaronder zelfs een verhooging van het advertentietarief in 1919, wordt in 1921, onder groote verwachtingen, de annonce-exploitatie voor de tweede maal aan een buitenstaander in handen gegeven Intusschen stijgt de oplaag van het blad regelmatig; en nadert deze de 20,000 exemplaren. De portokosten voor verzending zijn van beteekenis. Vandaar, dat reeds Januari 1919 een adres gericht werd tot den Minister van Waterstaat om maandbladen gelijk te stellen met nieuwsbladen, die tegen verlaagd port verMen verdringt zich zonden kunnen worden. N a om lid te worden. tuurlijk staat de vergrooting van de oplaag in verband met de toeneming van het ledental, en deze is inderdaad treffend. De candidatenlijsten loopen elke maand in de honderden; 400 of 500 nieuwe leden is geen zeldzaamheid. In 1920, wanneer het reisverkeer naar het buitenland weer begint, noteeren wij lijsten van 604, 598, 757, 847 candidaatleden en deze stormloop gaat in 1921 door. Het 15e Jaarverslag (1920) zegt, dat het ledental in 1920 van 14,414 is gestegen tot 18,017. In verband hiermede werden i n 1920 de candidatenlijsten uit het orgaan verbannen en werd de ballotage op andere leest geschoeid. De financiën houden gelijken tred met het succes op ander gebied. Ieder jaar geeft stijgende omzetcijfers. Van ƒ 12,151.96'.;. (Ontvangst en Uitgaaf) met een verlies van ƒ 731.25 (overigens goed besteed) en een kapitaalsaldo van ƒ 505.53 stijgen de cijfers geleidelijk tot ƒ 31,976.79K> (Ontvangst en Uitgaaf), batig saldo ƒ 1,138.59 en kapitaal ƒ 2,678.48. In 1918 is de rekening voor het eerst van een accountantsrapport voorzien. In 1920 wordt de administratie voor de reissommen opnieuw herzien, er wordt naast de reeds bestaande girorekening een nieuwe speciale reissommen-rekening geopend, de sindsdien befaamde 33333, die thans al sinds jaren het eenige gironummer is, waar alle betalingen voor de N.R.V. over loopen. Nu wij het toch over de financiën hebben, moet ook iets over de contributie der leden gezegd worden. Zooals in alles, wilde het bestuur ook hier handhaven de oude gedachte, dat de N.R.V. voor lederen Nederlander bereikbaar moest zijn, waarom de contributie laag gehouden moest worden. Van f 0.50 was zij na lang aarzelen op ƒ 1.— gebracht, en het bestuur trachtte jaar na jaar de eindjes aan elkaar te knoopen, zonder contributieverhooging toe te passen. Meermalen werden voorsteilen hiertoe door het Hoofdbestuur afgewezen. In 1917 werd in de A l g . Vergadering een voorstel om van ƒ 1.— op ƒ 1.25 over te gaan met groote meerderheid verworpen. Een voorstel om de contributie Éen kwartje meer met ƒ 0.50 te verhoogen (in den contributie. tijd van de duurte en salaristoeslagen) werd op 8 Januari 1919 door het Hoofdbestuur verworpen, maar de Jaarvergadering van 26 M e i 1919 te Zwolle maakte aan deze sport een eind en verhoogde de contributie tot ƒ 1.25, waarmede tenslotte het bestuur heel blij is geweest, want de mogelijkheden namen toe, evenals het ledental. Het spreekt vanzelf, dat ook het Centraal Bureau met de Vereeniging meegroeide, en zeker het werk, 20
dat er te verzetten viel. De uitbreiding van ons werk op menig nieuw terrein leidde tijdens een ernstige Secretaris-crisis tot een voorstel om over te gaan tot aanstelling van een bezoldigd Secretaris-Penningmeester. Dit voorstel werd door het Hoofdbestuur op 12 Juni 1918 verworpen, maar om den toestand het hoofd te bieden werd in dezelfde vergadering besloten aan den Secretaris van de Commissie voor de Zomerverblijven, die dan tevens Alg. Secretaris zou worden, in principe een schadeloosstelling toe te kennen. De getroffen regeling werd in de H.B.-vergadering van 27 September 1919 bevestigd en uitgebreid. E r zou een bezoldigd A l g . Secretaris zijn. Zijn bezoldiging zou echter het karakter dragen van schadeloosstelling voor het opgeven van andere inkomsten. Verspreide onderdeden van het Werk zouden naar het Centraal Bureau worden overgebracht, waar de Alg. Secretaris als hoofd zou optreden, terwijl hij ook het Secretariaat van alle commissies op zich nam. Deze regeling is in werking getreden en heeft in de A l g . Vergadering tot groote oppositie aanleiding gegeven, waarbij het Hoofdbestuur het tenslotte won. Het was dan ook dringend noodig, dat er ingrijpende maatregelen werden genomen, om den wassenden vloed het hoofd te bieden. Deze toestand is evenwel niet blijvend geweest, want in 1923 bedankte betrokkene voor het bestuurslidmaatschap, en werd weder een geheel onbezoldigd Algemeen Secretaris gekozen. Het 15e jaarverslag, over 1920, deelt mede, dat er naast den Secretaris 7 hulpkrachten waren, terwijl het feit, dat de Voorzitter driemaal per dag op bureau kwam, het spoedig afdoen van zaken zeer in de hand werkte. In 1918 werden voorstellen gedaan, om te komen tot een pensioenfonds en in Februari 1919 werden voorzieningen getroffen voor de twee in dienst zijnde oudste dames, en een verzekering gesloten voor zoover de middelen het toelieten, terwijl verdere middelen zouden worden beraamd om het ontbrekende te suppleeren. Het is aangenaam te kunnen vermelden, dat dit programma te zijner tijd stipt kon worden uitgevoerd en voor de beide betrokkenen nog steeds werkt. Geldt dit voor wat de militairen noemen, levende strijdmiddelen, ook de doode strijdmiddelen hadden aandacht. Reeds toen werd-over kantoormechanisatie gedacht, allereerst i n den vorm van een adressograaf. Dat een dergelijke machine, na de schrijfmachine, onze aandacht had, spreekt wel vanzelf, als men bedenkt, dat i n 1916 in Reizen en Trekken vermeld werd, dat voor ons orgaan elke maand meer dan 9000 adressen met de hand geschreven moesten worden. E r werd zelfs een besluit tot aanschaffing genomen, dat nogal oppositie deed opkomen maar dat destijds nog niet werd uitgevoerd. Thans hebben wij zelfs twee dergelijke installaties, waarvan de kosten van de voornaamste, met toebehooren, in 5 cijfers moeten worden uitgedrukt. Alvorens van het chapiter Centraal Bureau af te stappen, zij nog vermeld, dat het Hoofdbestuur tijdens den wereldoorlog het kantoor, de hulpmiddelen en eventueel het personeel ter beschikking stelde van het Rijk, voor het geval, dat Nederland in den oorlog mocht worden betrokken. Doen wij tenslotte een keus uit de belangrijkste „kleine zaken" uit het derde 5-jarig tijdperk, dan worde vermeld de uitgave van onzen eersten liederenbundel, samengesteld door een Commissie van 3 leden,waarin Arnold Spoel zitting had. Opgenomen werden 98 Liederenbundel. liederen. De bundel, die spoedig uitverkocht was, is later nog eenige malen uitgebreid en herdrukt. Het besluit tot de uitgave werd genomen i n de jaarvergadering van 1917 op voorstel van onze Afdeeling Dordrecht. Tijdelijk een bezoldigd Secretaris en centralisatie.
)
Reizen en Trekken van 15 A p r i l 1919 vermeldt de benoeming door het Hoofdbestuur van een Commissie van vijf leden, die plannen moet uitwerken voor een Vacantie-Kolonie-huis voor kinderen van leden. De grond hiervan moet worden gezocht in den wensch van leden, die op reis gingen, om hunne kinderen alsdan een vertrouwd en prettig onderdak te verschaffen. Hieruit is later de Commissie voor de Kinder-tehuizen voortgekomen, die op deze wijze veel leden aan zich verplicht heeft. In 1917 begint zich een streven te openbaren, dat groote gevolgen heeft gehad. In het 12e jaarverslag, dat uiterst merkwaardige beschouwingen bevat over de N.R.V. in verband met den wereldoorlog vraagt de Alg. Secretaris, of wij voor hen, die niet in groepen reizen, niets kunnen doen. Eigenlijk had er moeten staan: niet meer kunnen doen, omdat er reeds iets in dien geest geschiedde. Maar de bedoeling was de leden meer actief en direct te helpen bij het op reis gaan. Zij, die niet aan de Inlichtingendienst van het groepsreizen deelCentraal Bureau, de O. R. I. fd.i. Onderlinge Reisinformatie door de leden), de Bibliotheek, het Orgaan, het Reisprogrammaboek, de Zomerhuisstichtmg, enz. waren even zoovele diensten, ook voor de bedoelde leden, maar de vraag was toch gewettigd; eerst veel later, toen de organisatie nog meer gegroeid was, kon worden overgegaan tot het helpen ook van individueel reizende leden, ja dit werk groeide langzamerhand uit tot de belangrijke Afdeeling "Privé-reizen, die in de laatste jaren met onze groepsreizen in beteekenis wedijverde, en die zeker heeft medegeholpen, om den naam der N.R.V. nationaal en internationaal te vestigen. Tot dit laatste hebben voorzeker tal van oorzaken bijgedragen. Vooreerst de strenge eischen bij voortduring aan het leiderschap der N.R.V. gesteld. Dan het principieele standpunt ten opzichte van de reizen, dat bijv. uitgedrukt wordt in deze zinsnede in Reizen en Trekken (15 M e i 1920) „Iedere tocht der N.R.V. moet zijn een brokje ontwikkeling op gebieden van kennis, karakter, natuur en kunst." Dit blijkt ook uit een brief van de Ned. Heide Maatschappij (1916), die naar aanleiding van onze wenschen tot samenwerking schrijft: „Wij zullen er ons zeer over verheugen in de N.R.V. een bondgenoote te hebben gevonden, die er een eer in stelt bij wijze van aangename afwisseling, het productie-vermogen van onzen bodem, en de verfraaiing van het landschap, te bevorderen." En hoe zulk een ernstig streven gewaardeerd wordt, kan blijken uit een gedicht, ons indertijd door een deelneemster toegezonden naar aanleiding van een bezoek aan de Drentsche Landontginnings Maatschappij, dat wij uit Reizen en Trekken van 15 Scpt. 1917 overnemen: De wijde venen, eertijds dor, een woestenij, Ze hielden schatten i n den grond verborgen, Ze wachtten lang op energiek en denkend zorgen, Om hen te leiden tot hun schoonste zomertij. De noeste vlijt der Heidemaatschappij, Deed doodschheid daar tot leven wederkecren, En door diep inzicht, geestkracht ook, en [wijs beheeren, Viert d'aarde, weelderig, er haar hooggetij. U , Nederlandsche Heide Maatschappij, Dankt Neerlands volk voor U w zeegnend zorgen, Na duistre nacht glanst nu een blijde morgen, Uw werken iedereen ten voorbeeld zij! Om in denzelfden stijl te blijven, besluiten wij dit artikel met deze uitspraak, die wij in ons blad van 15 December 1916 aantroffen: „Onze Vereeniging is geboren uit den w i l , om aan ons geheele volk te brengen een beschavingsmiddel van buitengewone kracht: „het Reizen".
IV. Het vierde vijfjarig tijdvak (1921 -1926) Bij de bespreking van de vorige drie tijdperken hebben wij getracht vooral te doen uitkomen, hoe er blijkbaar groote behoefte bestond aan een instelling als de Nederlandsche Reisvereeniging. Wij zouden kunnen zeggen, dat door het uitgebreider en goedkooper worden der vervoermiddelen, gunstige voorwaarden wa ren ontstaan, om het reizen populair te maken Daarbij beschouwden wij het als onze taak de wetenscnap hiervan onder de aandacht van velen te brengen er. door georganiseerd optreden, de gedachte practisch te verHet reizen in de wezenlijken, waardoor het reivolksopvoeding. zen als ontwikkelend en beschavend element in de volksopvoeding in steeds breeder kringen zou worden begrepen. Daarom hebben wij i n de beschrijving der eerste vijftien jaar telkens min of meer uitvoerig het opbouwend werk der N.R.V. in het licht gesteld; de oprichting, de geleidelijke toeneming van het ledental en het aantal reizen, de ups en downs in de financiën, het ontstaan van en de moeilijkheden met afdeelingen, en al die zaken, waaruit men zich een totaal-beeld kan vormen van de ontwikkeling en de bezwaren, die overwonnen moesten worden. Wanneer wij in de verdere schetsen hiermede zouden doorgaan, zou men eigenlijk een herhaling van vele gegevens krijgen, alleen met veranderde cijfers. Dit zou de lezing, zelfs voor de meest-belangstellenden, minder aantrekkelijk maken, zoodat wij in dit opzicht willen volstaan met te zeggen, dat wij na den wereldoorlog een tijdperk van opgang hebben gehad, waardoor ledental en reissommen tot groote hoogte stegen, terwijl bij de Afdeelingen langzaam aan net besef krachtiger werd van de noodzaak, dat het centrale lichaam, de N.R.V., in gezag en in financieel opzicht de sterkste moest blijven, omdat slechts bij jen gezond zich ontwikkelende vereeniging ook het Afdeelingswerk beteekenis kan behouden. Daarbij komt nog, dat de normale uitgroei van de N.R.V. door den wereldoorlog was belemmerd, terwijl in diezelfde periode de faam van haar beginselen en werkwijze verder was doorgedrongen. Dit had, zooais reeds in een vorig artikel werd opgemerkt, bij hc', vrij worden der grenzen, een soort reis-ontploffmg tengevolge, waardoor niet alleen ons ledental en het aantal uitgevoerde reizen snei groeide, maar waarbij zich Er moest heel wat van dag tot dag de noodzaak worden ingehaald. toonde, om ons werk op bree' der grondslag te vestigen en telkens weer iets nieuws aan te vatten, waarbij weer nieuwe kringen van leden waren gebaat of tal van candidaat-leden werden aangetrokken. In het vierde tijdperk is met groote spoed ingehaald, wat de wereldoorlog ons verhinderde te doen. Het is om al deze redenen, dat wij ons in deze schels in hoofdzaak zullen bepalen tot de mededeeling van al het nieuwe, dat tusschen 1921 en 1926 ontstona, waarmede zich dan tevens het historische beeld van dat tijdperk zal afteekenen. Er kon inderdaad in dien tijd veel aangepakt worden, want er hadden zich als inleiding tot die lieuwe periode, belangrijke wijzigingen voltrokken, de plotselinge uitbreiding van ledental en werkterrein maakte zelfs zeer ingrijpende maatregelen noodzakelijk. Ais zoodanig is te beschouwen het aftreden op 1 Januari 1922 als Hoofdbestuurslid van den Voorzitter der Vereeniging, die na een ambtsperiode van bijna zestien jaar zijn functie verwisselde met die van bpzoidigd 21
D i r e c t e u r d e r N . R . V . , w a a r d o o r h i j h o o f d w e r d v a n het C e n t r a a l B u r e a u , met de b e d o e l i n g a l zijn tijd vrij i e k r i j g e n , t e n e i n d e de i n g a n g z i j n d e o n t w i k k e l i n g bij te h o u d e n , e n t e v e n s te b e v o r d e r e n . H o e n o o d i g d i t w a s , b l i j k t u i t de w o o r d e n v a n d e n A l g . S e c r e t a r i s , d i e zegt, dat d i t j a a r (1921) w e l g e s p r o k e n m a g w o r d e n v a n een formeele d o o r b r a a k ( m e n h e r k e n t i n die w o o r d e n n o g de t e r m i n o l o g i e uit den W e r e l d o o r l o g ) , en dat bij v e r d u b b e l d p e r s o n e e l op een a a n t a l b r i e v e n niet eens m e e r geantwoord kon w o r d e n , o m d a t w i j er niet op berekend waren. Deze brieven bevatten i n hoofdzaak verzoeken om reisinlichtingen. Geen wonder dan ook. dat dit al dadelijk een belangrijk punt van werkzaamheid werd voor het C e n t r a a l B u r e a u ; de n e e r s l a g h i e r v a n v i n d e n w i j in Reizen en Trekken, dat meer en meer inlichtingen bevat omtrent vragen, die algemeene b e l a n g s t e l l i n g k u n n e n h e b b e n . H i e r d o o r w e r d de s t r o o m v a n v r a g e n o m i n l i c h t i n g e n althans voor een k l e m gedeelte ingeperkt. V o o r t s lezen wij een verzoek aan de leiders, o m o v e r d r u k k e n v a n h u n r e i s p r o g r a m m a ' s , t e n e i n d e h e t C . B . te h e l p e n b i j h e t g e v e n v a n i n l i c h t i n g e n a a n a l l e e n r e i z e n d e l e d e n . I n J a n u a r i 1924 k w a m e e n v o o r d i e n tijd zeer b e l a n g r i j k w e r k tot stand. A l l e brochures en prospectussen van verkeersvereeniging e n w e r d e n i n e e n v a s t s y s t e e m g e o r d e n d e n ter bes c h i k k i n g v a n h e t p u b l i e k g e s t e l d . H e t is h e t b e g i n geweest v a n onze mooie brochure-verzameling, w a a r m e de de N . R . V . het r e i z e n d p u b l i e k o v e r a l l e toeriste-io o r d e n h e e f t i n g e l i c h t . H e t 18e J a a r v e r s l a g v e r m e l d ' , dat a l l e e n reeds v a n de Z w i t s e r s c h e H o t c l g i d s bijna 1000 e x e m p l a r e n w e r d e n g e p l a a t s t . Het C . B wordt
gereorganiseerd.
H e t o n d e r l i n g k a r a k t e r der N . R . V . uitte zich in ccn verzoek aan alle leden, o m alles op reisgebied, dienstregelingen, prospectussen, landkaarten, namen van hotels e n pensions, g i d s e n enz. enz. a a n het C . B . tc z e n d e n , o m d a a r b e w a a r d te worden en aan andere leden De leden helpen een d i e n s t b a a r te m a k e n . E e n C o m handje mee met missie voor plaatsbeschrijvininlichtingen. gen w e r d ingesteld. E e n t i j d lang had Reizen en Trekken e e n v a s t e r u b r i e k , w a a r i n de l e d e n e l k a a r de h u n b e kende hotels opgaven. G e l e i d e l i j k z i e t m e n n u d e e e r s t e s y m p t o m e n v a n üe later zoo b e l a n g r i j k e a f d e e l i n g P r i v é r e i z e n . P o g i n g e n w o r d e n gedaan, o m ten bate v a n onze vele niet aan de r e i s g r o e p e n d e e l n e m e n d e l e d e n r e i s b i l j e t t e n i n voorr a a d te k r i j g e n . D e e e r s t e p o g i n g w a s r e e d s i n 1912 g e d a a n , m a a r w a s m i s l u k t ; i n J u n i 1922 w o r d t v e r m e l d , d a t de N e d e r l a n d s c h e S p o o r w e g e n voorloopig n o g geen r e i s b i l j e t t e n v e r k o o p g e v e n a a n de N . R . V . Dat w o o r d j e v o o r l o o p i g k l i n k t h o o p v o l , m a a r het z o u nop tot 1929 d u r e n , v o o r d a t a a n d e z e n w e n s e n voldaan w e r d ; t o c h z i e n w i j i n M e i 1924 a a n g e k o n d i g d , d a t w i j onze leden k u n n e n helpen aan twee-daagsche reisbilletten op de lijn V l i s s i n g e n — F o l k e s t o n e v a n de M a a t schappij Z e e l a n d , t e r w i j l w i j ook k u n n e n l e v e r e n reisD i l j e t t e n n a a r . . . . Z u i d - A m e r i k a . I n 1926 z i j n w i j w e e r een heel k l e i n stapje v e r d e r , getuige de a a n k o n d i g i n g , d a t w i j v o o r on2,e l e d e n k a m e r s k u n n e n b e s p r e k e n i n h o t e l s te P a r i j s , L o n d e n , B r u n n n e n e n H a s t i è r e . V o o r degenen o n d e r onze lezers, die i n de laatste j a r e n g e b r u i k m a a k t e n v a n onze v o l l e d i g geoutilleerd e a f d e e l i n g d e r p r i v é - r e i z e n , w a a r e e n g r o o t e e n bek w a m e staf v a n d e s k u n d i g personeel reisinformaties, b i l j e t t e n en geheele r e i z e n o v e r de geheele w e r e l d verzorgde, k a n het a m u s a n t zijn die eerste schuchtere p o p i n g e n o m o n z e i e d e n i n d i t o p z i c h t v a n d i e n s t te z i j n . g e m e m o r e e r d te z i e n . N a t u u r l i j k b l e v e n , zooals steeds, de c o ö p e r a t i e v e zelschapsreizen hoofdzaak, en hoewel wij daaraan z e k e r n o g e e n b e l a n g r i j k e b e s c h o u w i n g h e b b e n te den, w i l l e n wij allereerst eenige n i e u w e loten aan 22
gezeer wijden
s t a m a a n w i j z e n , w e l k e i n d i e n t i j d u i t b o t t e n , n.1. de voetreizen, de w i n t e r s p o r t r e i z e n en de j e u g d r e i z e n . D e i n s t e l l i n g v a n de v o e t r e i z e n e n d e j e u g d r e i z e n w e r d v o o r a f g e g a a n d o o r de v o r m i n g v a n d e s k u n d i g e c o m m i s s i e s . L a t e r k w a m er ook een speciale W i n t e r s p o r t c o m m i s s i e . T o t d a n toe h a d h e t H o o f d b e s t u u r , o p enkele u i t z o n d e r i n g e n na, steeds alles zelf i n h a n d e n g e h o u d e n , m a a r b i j de g r o o t e a f m e t i n g e n , d i e de t a a k g i n g a a n n e m e n , d r o n g z i c h de n o o d z a a k hoe l a n g e r hoe m e e r op, o m b e p a a l d e o n d e r d e d e n dezer t a a k o v e r te d r a g e n a a n v a s t e C o m m i s s i e s . J n D e c e m b e r 1923 w e r d i n R e i z e n e n T r e k k e n e e n o p r o e p g e d a a n v o o r b e l a n g s t e l l e n d e n i n v o e t r e i z e n , en 29 D e c e m b e r d . a . v . w e r d e e n v e r g a d e r i n g te U t r e c h t g e h o u d e n , w a a r een C o m m i s s i e v o o r de voetreizen w e r d ingesteld. E r bleek nogal w a t b e l a n g s t e l l i n g , o.a. z i c h Voetreizen. uitend in tal van ingezonden stukken m Reizen en T r e k k e n met goede raadgevingen en ook met critiek. Het eerste verslag in Januari 1925 kan wijzen o p r u i m 100 v o e t g a n g e r - r e i z i g e r s i n 1924. I n h e t t w e e de j a a r k w a m e n e r 197 b e l a n g s t e l l e n d e n i n d e w a n d e l s p o r t , w a a r v a n 140 d a m e s ; de p r o g r a m m a ' s v e r m e l d den tochten naar V a l k e n b u r g , den Harz, T h ü r i n g e n Flüelen, Beiersche Alpen. Vogezen, L u x e m b u r g . Reuz e n g e b e r g t e e n S i l e z i ë . I n d e z e p e r i o d e is d e g r o e i n o g m a t i g ; g e l i j k b l i j k e n z a l is d a t l a t e r veranderd. M a a r het m o e t gezegd, dat i n d i e j a r e n d o o r de V o e t r e i z e n c o m m i s s i e m e t g r o o t e n i j v e r is g e w e r k t , o m d e g r o n d s l a g e n te l o g g e n . I n o n s o r g a a n v e r s c h e n e n v e r schillende artikelen over voetreizen, w e n k e n voor k l e e d i n g e n schoeisel, e n er w e r d een w e d s t r i j d uitges c h r e v e n v a n r e i s b e s c h r i j v i n g e n der g e m a a k t e voetreizen. E e n andere loot, eveneens v a n zeer s p o r t i e v e n aard, e n d i e o o k is u i t g e g r o e i d tot e e n b e l a n g r i j k e n t a k v a n o n s w e r k , w e r d g e v o r m d d o o r de w i n t e r s p o r t r e i z e n . D e z e h a d d e n z i c h e e r s t b e p a a l d tot i n h o o f d z a a k r e ï z e n o m n a a r d e w i n t e r s p o r t te kijken. N u ja, enkelen waagWintersportreizen. den z i c h op een rodelsleetje, D e ski aan de kim. s o m m i g e n n a m e n de schaatsen ~ mede, een hoogst enkele b o n d z i c h de s k i ' s o n d e r de v o e t e n , m a a r h o o f d z a a k w a s t o c h het g a a n zien, hoe a n d e r e n z i c h v e r m a a k t e n met de vele verschillende sporten, waartoe sneeuw e n ijs uitnoodigen. Eerst heel l a n g z a a m verandert dit. Vroeger hadden wij enkele zulke kijk-reizen gehad, b.v. naar St. M o ritz, m a a r n u b r e i d e n w i j l a n g z a a m het t e r r e i n uit, t e r w i j l d o o r de d e e l n e m i n g v a n v e l e j o n g e r e n d e w i n tersportreis i n hoofdzaak v a n k a r a k t e r gaat verander e n . B e g i n 1923 m a a k t e n w i j e e n i g e w i n t e r s p o r t r e i z e n n a a r B r a u n l a g e i n d e n H a r z , w a a r b i j de a r r e s i e e e e n b e l a n g r i j k e r o l s p e e l d e . I n O c t o b e r 1923 b r e e k t R e i z e n en T r e k k e n een lans v o o r w i n t e r s p o r t r e i z e n en k o r t d a a r n a w o r d t een w i n t e r s p o r t r e i s n a a r G e r a r d m e r in de V o g e z e n a a n g e k o n d i g d . B i j d e z e r e i s d r i n g t h e t s p o r t i e v e e l e m e n t a l reeds iets m e e r d o o r . E r w o r d t d e e l g e n o m e n a a n r o d e l s l e e w e d s t r i j d e n en er w o r d t een beetje geskied, m a a r w a n d e l - en sledetochten i n het b e sneeuwde landschap v o r m e n een belangrijk deel v a n h e t p r o g r a m m a d e r 60 d e e l n e m e r s . E i g e n l i j k is de^e r e i s te b e s c h o u w e n a l s e e n u i t v l o e i s e l v a n d e n b e s t u u r s w e n s c h , o m o n z e l e d e n te l o e r e n , d e s c h o o n h e i d v a n d e n a t u u r o o k i n d e n w i n t e r te z i e n , e n e e n k e n t e r i n g te b r e n g e n i n de o p v a t t i n g , d a t i e d e r e e n z i j n vacantie i n de m a a n d e n J u l i en A u g u s t u s moet n e m e n D e z e o p v a t t i n g h a d r e e d s g e k l o n k e n i n 1923 i n d e J a a r v e r g a d e r i n g v a n den N e d . B o n d v. V r e e m d e l i n g e n verkeer, w a a r een voorstel v a n onzen afgevaardigde w e r d a a n g e n o m e n o m e e n C o m m i s s i e i n h e t l e v e n te r o e p e n , w e l k e tot t a a k z o u h e b b e n te o n d e r z o e k e n h o e d e v a c a n t i e s o v e r c c n g r o o t e r d e e l v a n h e t j a a r te v e r deden.
In den winter 1924/25 vinden wij reeds een lijstje van beteekenis: wintersportreizen naar Andermati. Arosa, Les Avants, Pontresina, St. Moritz, Caux, Grindelwald, Klosters, Wassen en Kandcrsteg, terwijl in October 1925 een goedkoope tocht naar Villars-de Lans bij Grenoble wordt aangekondigd, die 31 deelnemers heeft getrokken. Pas in een volgende periode zal de sportieve wintersportreis gaan domineeren en daarbij zal vooral de ski van beteekenis worden, maar toch bemerken wij, dat in Januari 1925 in Reizen en Trekken meer aandacht wordt gegeven aan ski-literatuur, w i n tersportplaatsen, enz., terwijl in 1926 de skisport bij ons meer belangstelling gaat trekken, en in Reizen en Trekken uitvoerige weerberichten worden opgenomen. De jeugdreizen, die in deze periode van het N.R.V.bestaan aan de orde werden gesteld, kwamen er niei zoo heel gemakkelijk, wat ook aan den aard van het onderwerp te wijten is. Eigenlijk vormen zij onderdeel van een grooter verband, dat wij destijds aanduidden als het jeugdwerk der N.R.V. Daartoe behoorden de reeds vroeger vermelde kinder-vacantiehuizen. waarvoor een commisie was ingesteld, die in 1924 een crediet kreeg van ƒ 400 voor werkzaamheden in verband met een huis te Egmond aan Zee, deze Commissie had in hetzelfde jaar een kindervacantiehuis te Renkum en in 1925 in Doorn, Callantsoog en Zandvoort. In sommige afdeelingen werd reeds iets voor de kinderen gedaan. Zoo zijn er in de Afdeeling Den Haag langen tijd wandeltochten voor kinderen der leden gehouden. Hier en daar waren er ook St. Nieolansteestjes. Er was reeds van den kant der leden in Re:zen en Trekken op gewezen, dat de N.R.V. haar werk ook tot de Van St. Nicolaaskinderen van leden kon uitfeestjes tot breiden, maar vasten vorm kreeg de zaak, toen in 1926 na heel veel moeite een groote commissie kon worden samengesteld, bestaande uit paedagogen uit alle takken van onderwijs, die de jeugdreizen zouden organiseeren. Tegelijkertijd werden de Statuten en het Algemeen Reglement gewijzigd, teneinde het opnemen van Juniorleden, die jaarlijks ƒ 0.50 contributie betaalden, mogelijk te maken. Hiermede was de grondslag gelegd voor het werk, dat eerst in de volgende jaren tot practisch resultaat zou leiden. Toch kon nog in A p r i l 1926 de eerste jeugdreis worden aangekondigd naar Normandië. Het is begrijpelijk, dat ook de gewone groepsreizen niet alleen in aantal der uitgevoerde tochten en deelnemers stegen, maar dat tevens het terrein sterk werd uitgebreid. In de thans behandelde periode heeft er in dit opzicht inderdaad een enorme uitbreiding plaats. Reeds in 1922 noteerden wij de navolgende lijst van programma's: Rijn Eifel Brussel, Ardennen, Onze Wadden, B e l g i sche Land, Harz, Ahrdal, Lahndal, Parijs en Versailles. Baden-Baden, Schwarzwald, Londen. Rivièra. Wight Heel Europa ons Zwitserland, Savoye, Hal. M e terrein. ren, Grindelwald, Elzas, Lugano. Loire. Oberammergau, Beiersche Alpen, Berner Oberland, Zuid-Beieren, Noorwegen, Pyreneeën, Londen, Tirol, Dolomieten, Venetië, Gardameer, München, Salzkammergut, Italië, Dauphiné, Azuurkust Fransche Alpen, Noord-Italië, Bretagne. Schaffhausen, Zermatt, Interlaken, Montreux, Chamonix, St. Moritz, Lugano, Valkenburg, Luzern, Harzburg In volgende jaren wordt deze lijst telkens weeluitgebreid, zoodat wij langzamerhand bijna geheel E u ropa doortrekken. Een zeer speciale propaganda wordt van 1923 af gemaakt voor de Fransche Rivièra, en weldra stroomt het honderden leden daarheen, welke in den loop van jaren tot vele duizenden aangroeien.
In 1923 komen daar onder meer bij: Spanje, TsjechoSlowakije, Hongarije. In 1924 ontwerpt een der leiders een plan voor Algiers en Tunis, dat bijzonder slaagt en hieruit ontwikkelt zich een groot aantal reizen, waaronder ook populaire reizen, op Noord-Afrikaanschen bodem. Het 300-jarig bestaan van Nieuw-Amsterdam in 1926 gaf in 1924 aanleiding tot de leden de vraag te richten, of er animo was voor een reis naar Amerika. Via tal van artikelen in Reizen en Trekken, een vergadering van gegadigden, een onderzoekingsreis naar A m e r i K a aoor oen aangewezen
leider en een voordrachtenreeks, kwam deze eerste reis naar de nieuwe wereld tot stand met 32 deelnemers. Het was het eerste begin van een groot aantal van zulke tochten, waarbij eenige met ver over de honderd deelnemers. Kwamen op deze wijze onze leden reeds in drie werelddeelen, n.1. Europa, Afrika en Amerika, reeds m dien tijd werden plannen ontworpen voor reizen naar Nederlandsen Oost-Indië, die van 1927 af verscheidene malen hebben plaats gevonden, en voor reizen naar het stamverwante Zuid-Afika, waarvoor wij met groepsreizen nog niet slaagden, maar wel verschillende privé-reizigers hebben geholpen. Vermeldenswaard is nog. dat in 1926 onze eerste reis naar Dalrnatië werd aangekondigd, dat wij in 1924 een groote serie reizen naar de Britsche tentoonstelling te Wembley organiseerden, waarbij een gelukkige samenwerking werd verkregen met een Engelsche reisvereeniging, de Workers Travel Association, en dat in 1924 een reis naar Parijs werd gemaakt, waarbij de terugtocht naar patria voor het eerst met een vliegmachine plaats had, gevolg van de propaganda der K . L . M . , om ook groepen te vormen voor vliegtochten; dat aan de wenschen van onze Israelietische leden werd tegemoet gekomen, door overeenkomsten met de Vereeniging „Ritueel Eten Op Reis", later door het i n voeren van de z.g. ritueele reizen, dat voorts reizen werden gemaakt voor slechthoorenden. Het instituut der groote vereenigingsreizen bleet zich handhaven, al had er ook op 18 Juni 1921 in net Hoofdbestuur een debat plaats over het nut en de wenschelijkheid der groote Vereenigingsreizen; de conclusie was dat deze reizen per extra trein zeer in het belang der N.R.V. waren. De leden dachten er b l i j K D a a r OOK Pleegouders van ZOO over, want in 1921 trokken Oostenrijksche en de Vereenigingsreizen de volHongaarsche kingende aantallen: Lugano 413, deren op reis. Luzern 120, Interlaken 237 en st M o r i t z 257 deelnemers. Het zou te ver voeren een volledige lijst van zulke reizen in de volgende jaren te geven, wij vermelden slechts de meest opmerkelijke, die nog in de herinnering van velen zijn blijven leven. In 1923 een eerste groote propagandareis met 379 deelnemers naar Meran en i n hetzelfde jaar, een propaganda-tocht naar Parijs met 359 deelnemers, een „Pleegouderstrein" in 1924 naar Weenen en Budapest met in totaal 543 deelnemers. De totstandkoming van een extra Harzreis verdient nog bijzondere vermelding. E r waren 4 reizen naar den Harz geprojecteerd. Vermoedelijk onder den invloed van de lage markenkoers begon op oie 4 reizen een stormloop, waardoor ze tot 9 reizen werden uitgebreid. Daarna bleven er nog 4 dikke couverten over met aanmeldingen, die niet eens in behandeling konden komen. Daarom werd op korten termijn een extra Harzreis aangekondigd, die ook nog met een zestigtal deelnemers doorging. Daarna ook Afrika en
Amerika.
>
Het feit, dat wij regelmatig extra-treinen noodig hadden voor het vervoer van onze gezelschappen, gaf weer aanleiding tot een nieuwe gedachte, n.1. deze treinen ook te gebruiken voor andere reisgroepen en voor 23
individueele leden. Dit is van 1924 af eenige jaren geschied, maar verschillende bezwaren, o.a. de ongelijke duur der reizen, zijn oorzaak geworden, dat dit lateiniet meer is doorgezet. Onder de bijzondere reizen dienen voorts vermeld een studiereis naar Griekenland voor classici, een vakreis voor smedenpatroons naar Coventry, Manchester en Sheffield, terwijl een studiereis op muziekgebied werd voorgesteld. Ook verdient het vermelding, dat de Blueband-fabriek aan 80 der beste leerlingen uit geheel Nederland een 8-daagsch reisje naar Zwitserland aanbood, dat door de N.R.V. werd uitgevoerd, terwijl andere groepen kinderen door dezelfde instelling in onze kinder-vacantiehuizen werden ondergebracht. Een poging, die een mislukking geworden is, vormden de z.g.» Mailreizen,'in samenwerking met de Ver eenigmg „Oost en West", die bestemd waren voor landgenooten, die met verlof uit Indië kwamen of daarheen gingen. Ofschoon de plannen van en naar Genua of Marseille tot in bijzonderheden waren uitgewerkt cn langen tijd sterk werden gepropageerd, bleken ze geen levensvatbaarheid te hebben. A l blijkt uit deze mededeelingen, dat de Vereeniging haar arbeid met gunstig gevolg verrichtte, toch had zij door de na-oorlogsche toestanden met veel moeilijkheden te kampen. Dit blijkt uit diverse mededeelingen in ons orgaan. Bii voorbeeld de toestanden'op monetair geVee! bezwaren na bied. In 1922 kostte een enkele den wereldoorlog. reis Bazel—Holland het dubbele van een enkele reis H o l land—Bazel. Vandaar onze raad aan reizigers reeds in Holland een retourbiljet te koopen. Dan in den tijd van de sterke daling der marken. In 1923 kostte een bed in Berlijn 2000 mark, er kwam 1600 mark belasting bij. Een reizigster betaalde bij de douanen een waarborgsom van 8000 mark, die haar ƒ 80.— kostten. Na eenigen tijd ontving zij ze terug en ontving daarvoor de toenmaals geldende waarde van ƒ 2.50. Ook in dezen tijd, vrij lang dus nadat de Wereldoorlog geëindigd was, waren de r.io iilijkheden met passen en visa niet van de lucht. Telkens weer nieuwe bepalingen, telkens weer nieuwe teleurstellingen, maar ook gelukkig, telkens weer protesten van degenen, die in de betrokken toeristenlanden de dupe werden van de belemmeringen, het reizigersverkeer in den weg gelegd. Reizen en Trekken vermeldt ook bezwaren van anderen aard. Een lid, dat in het door de Belgen bezette gebied in het Rijnland, per trein naar Nederland terugkeerde, lachte om een of ander voorval. Dat werci door een Belgisch officier als een opzettelijke beleediging opgevat. Hij werd gearresteerd en kreeg 4 dagen gevangenisstraf. Zelfs de leider van het gezelschap, die met het heele geval niets had uit te staan, was bijna gevangen genomen. Ons Hoofdbestuur heeft destijds dadelijk geprotesteerd bij het Ministerie van Buitenlandsche Zaken. Dit zijn zoo enkele voorbeelden van de reeksen van nooit verwachte moeilijkheden, die ons werk aan alle kanten bezwaarden, en die een voondurenden strijd en steeds gespannen aandacht opeischten. Aan het overzicht van de belangrijkste reizen mogen nog een paar interessante cijfers worden toegevoegd. In 1921 was het bedrag aan reissommen gestegen tot ƒ 447,000, terwijl in dat jaar een totaal sedert 1906 van ƒ 1,024,399,42, ons eerste millioen, bereikt werd. Over 1922 werd aan reisoverschotten aan de deelnemers ƒ 69,872 terugbetaald. In de behandelde periode valt ook de vreeselijke ramp van St. Sauveur nabij Lourdes, toen op 13 A u gustus 1923 een auto met 21 personen i n een bergkloof afstortte, waarbij 20 personen het leven verloren. Daar24
onder was ook de Algemeene Secretaris der N.R.V., die leider was van de groep. De deelneming in Nederland en daarbuiten was zeer groot en de moeilijkheden, die wij bij deze gelegenheid ondervonden, evenredig aan de grootte van de ramp. Voor degenen, die het overlevende lid met levensgevaar gered hebben, werd onder onze leden een inschrijving geopend, die ruim ƒ 3500.— opbracht. Een bronzen plaquette in de rotsen bij St. Sauveur wijst de plaats aan, waar het ongeluk plaats had. In zekeren zin kan de automatische ongevallenverzekering, welke i n 1924 tot stand kwam, beschouwd worden als een gevolg van de ramp van St. Sauveur. Eigenlijk niet geheel, want de idee om voor de leden verzekeringen af te sluiten zat al in de lucht. E r was eerst een vrijwillige bagageverzekering voor deelnemers aan onze reizen, maar reeds in M e i 1923 stelde het Hoofdbestuur voor deze collectief en automatisch te maken. In October 1923 deed de A f d . Den Haag het voorstel om een verzekering te sluiten voor ongevallen. In 1924 kwam zoowel de automatische bagage- als de ongevallenverzekering voor deelnemers aan onze reisgroepen tot stand, welke tot het uitbreken van den tegenwoordigen oorlog heeft gewerkt, en nu tijdelijk buiten werking is gesteld. Een
zijde:
zwarte bladSt.
Sauveur.
In deze periode verscheen ook ons eerste Jaarboekje, n.1. in 1925. Dit is daarna elk jaar uitgegeven, totdat dc oorlog, die aan zooveel dingen een eind maakte, ook oorzaak werd, dat het in 1940 niet meer verscheen. Dit Jaarboek bevatte alle namen en adressen van functionarissen der N.R.V.. tal van van inlichtende artikelen, vele Eindelijk een illustraties, maar de voorjaarboek. naamste inhoud bestond uit de reisprogramma's van de voor het loopende jaar uitgeschreven reizen. Daarom werd in de laatste jaren de naam veranderd in Reisboek. De uitgave van het Jaarboek had tevens tot gevolg, dat niet meer werd besloten tot een derde druk van het Reisprogrammaboek. Van dit werk was n.1. in 1923 een tweede druk in kloeke uitvoering verschenen in een oplaag van 2000 exemplaren, welke in enkele jaren was uitverkocht. Tevens werd in 1925 besloten tot de uitgave van een cultureel-toeristisch maandblad, dat in 1926 bij drukkerij de Vlijt te Arnhem verscheen. Naar deze drukkerij was in J u l i 1922 Reizen en Trekken overgegaan. De uitbreiding der N.R.V. noopte n.1. tot een andere werkwijze. In de eerste helft van 1922 moesten van het maandblad Reizen en Trekken telkens extra-nummers worden uitgegeven om de stof te kunnen verwerken. Daarom nam het Hoofdbestuur op 8 A p r i l 1922 het besluit, dat het orgaan ten spoedigste fcen veertiendaagsch blad moest worden. Op 4 J u l i 1922 verscheen het eerste nummer. Het formaat was veel grooter, ongeveer van een groote courant en bood veel meer ruimte dan voorheen. Het blad werd daar voor de eerste maal op dc rotatiepers gedrukt; de oplaag, die destijds 23,000 exemplaren bedroeg, en die in 1925 tot ongeveer 34,000 steeg, gaf zeker „Reizen en Trekken" aanleiding tot deze wijziging. trekt de kinderNu kon de oplaag in enkele schoenen uit. uren gedrukt worden en nog denzelfden dag gepost. Ook de adresseering geschiedde nu machinaal met de adressograaf. De annonce-exploitatie kwam in handen van De Vlijt, die daarvoor geheel was ingericht, en die het aantal annonces op een tot dan toe bij ons ongekende hoogte bracht. Deze maatregel was noodzakelijk, maar was pijnlijk voor den eigenaar van drukkerij Humanitas te 's-Gravenhage, die Reizen en Trekken van den aanvang af
had gedrukt en er in zijn zaak mee was samengegroeid. Toen hem het nieuws werd medegedeeld, zeide dit l i d oprichter der N.R.V.: „Och ja, ik begrijp het wel, zoo gaat het immers ook in de huishoudens, als de kinderen groot worden, trekken zij er uit". De meerdere ruimte in ons orgaan stelde de redactie in staat naast uitbreiding van alle rubrieken ook meer interessante artikelen te geven van medewerkers op verschillend terrein en over' allerlei onderwerpen. De verleiding is groot er een lijst van te geven, maar wij moeten deze helaas weerstaan. Doch de verandering werd gewaardeerd, al stond de rotatiedruk ten achter bij den vroegeren z.g. vlakdruk. Hoe de leden tegenover ons blad stonden, blijkt uit een brie! uit 1924, waaruit wij het volgende overnemen: „ . . . . A l schrijvende moet mij even van het hart, hoe heerlijk ik het vind lid van de Ned. Reisvereeniging te zijn. Ik geniet telkens weer van Reizen en Trekken, niet alleen van al het wetenswaardige, dat ik hierin lees, maar ook om den prettigen geest, die daaruit spreekt." Dit alles neemt niet weg, dat tegen het einde der besproken periode weder opnieuw ruimtegebrek aan den horizont opdoemt. Men kan dit bemerken uit een besluit van het Dagelijksch Bestuur in J u l i 1925, waarbij
wordt opgedragen natuurlijk wel alle berichten van de Afdeelingen op te nemen, maar alle bijkomstigheden te schrappen. Bij de hierboven beschreven uitbreiding en toeneming der werkzaamheden spreekt het vanzelf, dat ook het personeel gestaag groeide, en dat de ruimte in ons kantoor hoe langer hoe bekrompener werd. Hadden wij eerst kamers, die niet gebruikt werden, omdat op den groei gerekend was, nu groeiden wij er langzamerhand uit. Reeds in September 1922 werd over de toekomstige verhuizing gedacht. In 1923 had een bespreking plaats met onze Haagsche Afdeeling en de Haagsche Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer, om een gezamenlijk gebouw te stichten. In October 1924 ontstond een comité van vele personen, om te komen tot een eigen gebouw voor de N.R.V. Dit comité stelde zich voor gelden te verzamelen en dit als aanvullend geschenk aan het Hoofdbestuur aan te bieden, daar wel eenig kapitaal was gekweekt, maar niet voldoende voor aankoop en volledige inrichting van een representatief gebouw. Reeds in November d.a.v. kwam de eerste lijst in Reizen cn Trekken, groot ƒ 452,83. Het Comité nam allerlei middelen te baat om dit bedrag te doen groeien, o.a. door een groote loterij, een actie, die nog werd voortgezet lang nadat het gebouw zelf reeds was i n gewijd. In deze periode tellen wij 33 lijsten met een totaalbedrag van ƒ 8997,15, wel een bewijs, dat er bij onze leden belangstelling voor hun Vereeniging bestond. In Januari 1925 werd het groote heerenhuis Anna Paulownastraat 48 aangekocht en in de maand A p r i l , die daarop volgde, betrok het Centraal Bureau dc nieuwe, ruime en keurig ingerichte woning, die nu een waardige zetel vormde voor de N.R.V. Het gebouw bestond uit drie verdiepingen en een zolderverdieping, en werd dadelijk geheel in gebruik genomen. Maar er was nu ruimte, beneden voor de ontvangst van de leden bij den Dienst der Reisinlichtingen en het Hotelregister, boven een mooie bestuurs- en directiekamer, een gezellige spreekkamer voor de leiders en gemakkelijke huisvesting voor de verschillende diensten, die zich geleidelijk scherp gespecialiseerd hadden als bijv. Inschrijving der Groepsreizen, Financiën, Reissommen, Leiders, Verzekeringen, Reisbegrootingen, Ledenlijst, Typekamer, Archief enz. Met eenige feestelijkheid werd het nieuwe eigen gebouw in gebruik genomen, terwijl op 23 M e i de officieele inwijding plaats had met Afgevaardigden der Afdeelingen, bloemen, eerewijn. enz. De ingenomenheid der Afdeelingen bleek uit verschillende geschenken voor ons nieuwe bureau. Ons
eerste eigen
gebouw.
O n s eerste „ e i g e n h u i s " in de A n n a Paulownastraat 48, te ' s - G r a v e n h a g e .
enkele rubrieken worden ingekrompen, en het afdeelingsnieuws wordt beperkt, waarbij den Redacteur
Natuurlijk was het bedrag van bijna ƒ 9000 niet voldoende, om het nieuwe gebouw, dat zonder hypotheek gekocht werd, en deszelfs inrichting te bekostigen, maar wij waren na vele wederwaardigheden in de opgaande lijn, ook wat de geldmiddelen betrof. De jaarrekening over 1925 bedroeg in ontvangst en uitgaaf ƒ 80,697,17 en het eigen kapitaal was toen aangegroeid tot ƒ 16.026,03. Het stemt tot een zekeren trote te weten, dat de N.R.V. steeds gewerkt heeft zonder eenig subsidie, en tegelijkertijd de contributie wist laag te houden. E n waren er moeilijkheden, dan kon men rekenen on het enthousiasme der leden voor hun N.R.V. Dit blijkt uit het Comité voor het Gebouwfonds. Het blijkt ook uit het volgende. Door de groote veranderingen in 1922, voornamelijk de onverwachte uitbreiding van Reizen en Trekken, leverde dat jaar een nadeelig saldo op van ƒ 4000.—. waarmede dus het kapitaal verminderde. Op initiatief van enkele leden zou uit tekort door extra bijdragen verminderd worden. In kleine bedragen is bijna ƒ 2000.— binnengekomen. Een poging om de contributie van ƒ 1.25 te verhoogen en het kleine percentage voor de K a s op 25
d e r e i s s o m m e n a f te s c h a f f e n , h a d g e e n s u c c e s . H e t Hoofdbestuur ging uit v a n het beginsel: D e contributie laag, m a a r als toeslag een p e r c e n t a g e op de r e i s s o m m e n . W i j h a l e n de v o l g e n d e w o o r d e n a a n u i t een p r a e - a d v i e s v a n M e i 1921: , . E r is i n d i t s y s t e e m i e t s z e e r a a n t r e k k e l i j k s . D o v e l e l e d e n , d i e i n e e n i g j a a r n i e t r e i z e n e n d u s de V e r e e n i g i n g m i n d e r kosten, b e t a l e n de geringe c o n t r i b u t i e , m a a r zij, die a a n de r e i z e n d e e l n e m e n , en voor w i e dus het geheele kostbare samenstel d e r a d m i n i s t r a t i e i n d e e e r s t e p l a a t s n o o d i g is, d r a g e n i n de v o o r n a m e l i j k v o o r h e n g e m a a k t e k o s t e n b i j , en w e l i n e v e n r e d i g h e i d v a n de k o s t e n der reis, w a a r d o o r tegelijkertijd h u n draagkracht v a n het o o g e n b l i k w o r d t a a n g e d u i d " . O n d e r de n i e u w e d i n g e n , d i e i n d e z e p e r i o d e te v e r m e l d e n z i j n , n o e m e n w i j de i n s t e l l i n g i n M e i 1925 v a n de C o m m i s s i e v o o r het A f d e e l i n g s w e r k , die beoogde d e A f d e e l i n g e n v a n v o o r l i c h t i n g te d i e n e n e n te h e l p e n , ook w a a r het k o n g e z a m e n l i j k e tochten te organiseeren e n j a a r l i j k s c h e r e ü n i e s . T o t de t a a k v a n deze C o m missie behoort o o k het s a m e n stellen der sprekerslijst en het Centralisatie van het voorlichten der Afdeelingen afdeelingswerk. o m t r e n t de g e s c h i k t h e i d v a n sprekers. M e n k a n zich voorstellen, dat bij e e n z ó ó v e e l z i j d i g v e r e e n i g i n g s l e v e n , als de A f d e e l i n g e n der N . R . V . b i e d e n , deze C o m m i s s i e steeds een n u t t i g e n w e r k k r i n g heeft k u n n e n v i n d e n . T y p i s c h v o o r o n z e o r g a n i s a t i e i s o o k , d a t w a a r de A f deelingen op h u n terrein zooveel mogelijk vrijgelaten w e r d e n en hier dus bewust gedecentraliseerd werd, toch u i t de i n s t e l i n g v a n deze C o m m i s s i e b l i j k t , dat de natuurlijke loop der dingen in sommige opzichten weer tot c e n t r a l i s a t i e d w i n g t . D i t b l i j k t o o k u i t d e n w e n s c h van s o m m i g e afdeelingen naar een vast v e r b a n d o m o n d e r l i n g e b e l a n g e n te b e h a r t i g e n , w a n t i n M a a r t 1926 v e r g a d e r d e n d e O o s t e l i j k e A f d e e l i n g e n e n v o r m d e n de O o s t e l i j k e K r i n g , een o r g a n i s a t i e v o r m , die l a t e r i n ons reglement zou woraen opgenomen. O v e r de A f d e e l i n g e n zelf w i l l e n w i j slechts verm e l d e n , dat het door deze v o o r de l e d e n v e r r i c h t e werk in den vorm van excursies, lezingen, taalcursussen enz. ook n a d e n w e r e l d o o r l o g , e n w e l l i c h t nog intenser, w e r d voortgezet. Wij besluiten dit a r t i k e l met eenige diverse meded e e l i n g e n ter coinpleteering v a n het totaalbeeld. I n M e i 1921 b o e k t e d e N . R . V . h a a r 20,000e l i d e n 7 J u l i 1925 w a r e n d e 40,000 reeds overschreden. I n 1923 Meer dan 40,000 w e r d besloten, o m voortaan leden. n u m m e r s v a n leden, die bedankt hadden, weer uit geven aan nieuwe candidaat-leden. O p 6 N o v e m b e r 1923 m a a k t R e i z e n en Trekken m e l d i n g v a n een s a m e n k o m s t v a n D a g , B e s t u u r en vertegenwoordigers van Afdeelingen. Dit geschiedde, o m e e n s r u s t i g m e t e l k a a r te p r a t e n o v e r V e r e e n i g i n g s z a k e n e n te b e s t r i j d e n m o e i l i j k h e d e n . E i g e n l i j k w a s h e t een soort v o o r v e r g a d e r i n g v o o r de A l g . V e r g a d e r i n g . Z u l k e bijeenkomsten zijn later meer gehouden, en m e n k a n ze b e s c h o u w e n als v o o r l o o p e r s v a n d e n t h a n s b e staanden R a a d van Afgevaardigden. I n 1924 w e r d de b e s t u u r s - o r g a n i s a t i e in zooverre gewijzigd, dat besloten w e r d — wij doelden hier reeds b o v e n op — voor allerlei Vereenigingsbelangen C o m m i s s i e s i n te s t e l l e n . D e z e C o m m i s s i e s m o e s t e n b e s t a a n öf u i t H o o f d b e s t u u r s l e d e n , öf u i t a n d e r e l e d e n , m a a r d a n met tenminste é é n Hoofdbestuurslid er bij. Ingesteld w e r d e n o.m. C o m m i s s i e s v o o r het Personeel, Verkeerszaken, Reizen, Klachten, Orgaan, Propaganda, Financiën, Leiders, D r u k w e r k e n . I n ons Jaarboek w e r d e n geregeld deze C o m m i s s i e s m e t l e d e n en adressen v e r m e l d . H e t b e e l d v a n deze C o m m i s s i e s is n i e t a l t i j d 26
hetzelfde g e b l e v e n . S o m m i g e w e r d e n afgeschaft, a n d e r e ingesteld, zoodat h i e r i n n a a r de behoeften der V e r e e n i g i n g w o r d t v o o r z i e n . I n d e r d a a d v o r m e n de C o m m i s s i e s een belangrijke — m a a r d a n ook d r i n g e n d noodige — v e r l i c h t i n g v a n het w e r k v a n de H o o f d b e s t u u r s l e d e n , terwijl het Hoofdbestuur toch de eindbeslissingen over belangrijke z a k e n i n handen houdt. E e n reeks v a n j a r e n heeft deze organisatie goed g e w e r k t , en nog h e d e n ten dage v o l d o e t zij ten v o l l e . N a t u u r l i j k h a d ook het L e i d e r s c h a p , de zoo bij u i t stek b e l a n g r i j k e f u n c t i e i n de N . R . V . , de v o o r t d u r e n d e z o r g v a n h e t H o o f d b e s t u u r . I n M a a r t 1923 w e r d e e n orgaan, dat op ongeregelde tijdstippen u i t k w a m en nog bestaat, gesticnt o n a e r a e n t i t e i „ M e d e d e e l i n g e n aan de LeiDe leiders worden ders". Zij bevatten alle nieuws, nader geïnstrueerdw a a r v a n leiders kennis moeten n e m e n en z i i n verder v a n instructieven aard. E e n besluit w e r d genomen, om g e e n l e i d e r s a a n te n e m e n , d a n n a p e r s o o n l i j k e k e n n i s m a k i n g met een der bestuurders. E e n andere wijze v a n i n s t r u c t i e w a s e e n g r o e p s r e i s , i n J u n i 1925, n a a r Rochefort, w a a r v a n de deelnemers uitsluitend uit L e i d e r s bestonden. H e t d o e l w a s de streek op die w i j z e g e h e e l te l e e r e n k e n n e n e n e r a l l e b i j z o n d e r h e d e n v a n te v e r n e m e n . N a a s t deze i n s t r u c t i e der L e i d e r s v e r s c h e e n er ook een a r t i k e l i n R e i z e n e n T r e k k e n , g e t i t e l d : „ L e i d e r en D e e l n e m e r s " , w a a r i n bij u i t z o n d e r i n g , m a a r daarom n i e t m i n d e r o p d e n m a n af, g e w e z e n w e r d op de k l a c h t e n Maar ook de deelo v e r de deelnemers, zoowel ten opzichte v a n h u n medel e d e n als v a n de l e i d e r s . E n z ó ó k o m t 1926 i n z i c h t , h e t j a a r , w a a r i n d e N . R . V . 20 j a a r z a l h e b b e n b e s t a a n . U i t a l l e s w a t w i j hier vertelden, b l i j k t een k r a c h t i g leven, een d o e l b e w u s t s t r e v e n , e n h e t is te b e g r i j p e n , d a t p l a n n e n g e m a a k t w e r d e n v o o r de v i e r i n g v a n d i t feest. E n het zijn inderdaad heel bijzondere plannen, die gemaakt worden, en die ha wat ongeloovige oppositie, toch w o r d e n u i t g e v o e r d . M a a r h i e r v a n z a l het volgende tijdvak gewagen.
V.
Het vijfde vijfjarig tijdvak ( 1 9 2 6 - 1 9 3 1 ) Waar wij de geschiedenis der N.R.V. schetsen in vijfjarige tijdvakken, kan het niet verwonderen, dat de verschillende gebeurtenissen telkens vallen tusschen twee feesten. Het 15-jarig bestaan is niet opvallend feestelijk herdacht, omdat een dergelijk jubileum met belangrijk genoeg werd geacht, en het bovendien midden in den wereldoorlog viel. Daarentegen was er alle aanleiding om in 1926 het 20-jarig bestaan en in 1931 het zilveren feest te vieren. Dit is dan ook geschied. Maar welk een verschil tusschen de beide herdenkingen. In 1926 waren wij nog steeds in een tijdperk van opkomst en het feest, dat zijn bekroning vond in den ontmoetingsdag op den Rigi in Zwitserland, stond geheel in het teeken van vreugde over het reeds bereikte en plannen tot verderen grooten uitbouw. Vijf jaar later, in 1931, was er pas een nieuw Hoofdbestuur opgetreden, na een crisis van _ een hevigheid, zooals slechts zelden in een Vereeniging voorkomt, en dit Hoofdbestuur vond het — o.i. terecht—gepast om zoo kort na den geweldigen storm, die over ons gegaan was, geen groolsche beïoogingen op touw te zetten, al mocht natuurlijk het 25-jarig bestaan van de toen weer krachtig gereorganiseerde Vereeniging niet zonder meer voorbij gaan. Wij zullen trachten een beknopt beeld te geven van het bewogen tijdvak tusschen deze twee lustra, dat een tijdvak was van groote activiteit, groot succes, maar tevens van veel leed en vernedering. Maar eerst het grootsche Rigi-fecst. Het twintigjarig feest zette in met een receptie op 12 Juni na de jaarvergadering in Den Haag. met veel bloemstukken, gemeenschappelijke maaltijden, een avondfeest en eenige tochten in de stad en omgeving. Het hoofdmoment echter was een krachts-uiting van meer dan gewone beteekenis. n.1. een sterreis naar den Riai-too. den bergtop, waar de N.R.V. in den loop van Met duizend jaren reeds zoovele honderden N.R.V.-'ers op leden had heengevoerd. Er den Rigi. werden groepsreizen ontwor— oen naar Brunnen. Lugano. Inierlaken. Chamonix, Grenoble, Venetië, Schwarztvald, Rigi-Andermatt, waarvoor de programma's zoodanig waren opgesteld, dat alle deelnemers elkaar op denzelfden dag, 22 Juli, op den Rigi zouden treffen. Er ging een met groen, bloemen en vlaggen versierde D -trein met twee restauratiewagens uit Den Haag naar Zwitserland, welke 600 deelnemers vervoerde. In totaal vereenigden zich duizend leden op clen Rigi. Het feest werd ingezet met een voordracht in een der zalen van het Kulm Hotel door Prof. v. Baren, hoogleeraar te Wageningen, over de geologie van Nederland en Zwitserland. Daarna had een groote maaltijd plaats, waar het Nederlandr-che Gezantschap vertegenwoordigd was, en voorts '>cle Zwitsersche autoriteiten, de pers en talrijke gencodigden aanzaten, 's Avonds was er in alle zalen van het hotel feest: er waren Tyrolers en Jodlers, een jazzband, er was een fakkeloptocht en vuurwerk. Het spreekt vanzelf, dat de Zwitsersche bladen vol waardeering spraken over de Nederlandsche Vereeniging. die een dergelijk grootsch plan niet alleen kon maken, maar met vlag cn wimpel doorvoeren. Van alle feesten werden filmopnamen gemaakt door Polygoon. Vermeld moet nog worden, dat ter gelegenheid van het lustrum door een 5-tal afdeelingen een bedrag was bijeengebracht voo' vergrooting van onze bibliotheek, als symbool van het cultureele belang dezw mptciiing. Waar ook in ander opzicht het jaar 1926 zeer gun-
stig was — tijdens de Rigi-feesten kwam er bijv. een telegram uit Den Haag, dat het in die dagen verwachte 50,000ste lid was ingeschreven — is het niet te verwonderen, dat het jaarverslag spreekt van jubeljaar terwijl op het veelzijdige vereenigingsleven doelende gezegd wordt: „Onder de stralen van de voorspoedszon ontkiemden voortdurend nieuwe loten en de wortels van onze Vereeniging spreidden zien uit in diepte en in breedte". Inderdaad er is in dien tijd veel gedaan en veel gebeurd. Zooveel zelfs, dat het moeilijk is voor deze beknopte schetsen een goede keuze uit de overvloedige stof te doen. Nemen wij echter allereerst het bloeiende instituut der groote Vereenigingsreizen. Wij vinden dan eenige weken na de Rigi-tochten, een tocht met 313 deelnemers naar Locarno. Deze was met tweeledig doel uitgeschreven. Ten eerste om Locarno zelf, dat in dien tijd in het centrum der Europeesche belangstelling stond, en ten tweede, om een bezoek te brengen aan de vele Hollandsen sprekende Italiaanseh-Zwitsers in het Maggiadal. De dag, dien wij daar in Bignasco en Cavergno hebben doorgebracht, is een zeer bijzondere Zwitsersch—Nederlandsche betooging geworden, en twee bronzen gedenkpia.en in beide plaatsen, geschonken door de deelnemers, bewaren de herinnering hieraan. Het meest grootsche gebeuren echter oo het gebied van reizen is geweest de tocht in 1927 per 14,000 tons motorschip „Monte Olivia" van de Hamburg-Zuid Amerika En drieduizend naar Lijn naar Noorwegen. Dit z.g. Noorwegen. één-klasse schip, dat 1500 reizigers kon bevatten, was in enkele maanden volgeboekt, waarom besloten werd tot een direct aansluitenden tweeden tocht, waarbij het schip nog eens vol kwam. Zoodoende voerden wij 3000 leden binnen één maand naar de sehoone fjorden van Noorwegen. Deze tocht is de sleutel geweest voor tal van zeereizen, maar de Monte-Oliviatocht is in veler harten als iets heel bijzonders blijven leven. Hierbij dient nog vermeld, dat de naam van Vereenigingsreis. die tot dan toe gegolden had, in het gebruik min of meer versleten was, althans niet juist meer weergaf wat met zulke tochten bedoeld werd. Daarom werd deze tocht „Generale Reis" gedoopt, en werd besloten in de volgende jaren telkens zoo'n „super-tocht" als „generale reis" of kortweg „Generale" aan te kondigen. Deze zijn na dien tijd telken jare met veel succes en regelmatig uitgevoerd. In 1928 gingen wij met bijna 800 deelnemers een bezoek brengen aan Meran met de Dolomieten. Interessant is het hierbij te vermelden, dat in Meran gedurende ons verblijf een Hollandsch dagblad werd uitgegeven, de HollandMerano-Express. onder redactie van een onzer bekende dagbladredacteuren, welk blad de deelnemers o.m. regelmatig op de hooate hield van alles de reis betreffende, maar tevens van de belangrijkste wereldgebeurtenissen. In 1929 kwam er een generale naar de Fransche Rivièra, welke niet minder dan 1000 deelnemers trok en in 1930 een naar den Harz, welke met 750 deelnemers evereens uitstekend slaagde, en die zich zeer in het bijzonder mocht verheugen in de medewerking van het Gemeentebestuur van Wernigerode. Al dergelijke Generale reizen werden ingeleid door groote reeksen lezingen met lichtbeelden in de voornaamste plaatsen van ons land. Bij deze opgave van „Generales" behoort tevens gewag gemaakt te worden van de „Voetreis-Generale" naar de Dolomieten in 1929. Het instituut der voetreizen had hoe langer hoe meer burgerrecht bij ons verkregen en onder de zinspreuk: „Kun je nog wandelen, wandel dan mee" was in ons orgaan een voort27
lurende en doelbewuste propaganda gemaakt voor dezen tak van het toerisme, waardoor het aantal reizen van jaar tot jaar was gestegen. Het 21e jaarverslag roemt de dames als goede wandelaarsters, en het vrouwelijk element heeft inderdaad tot den huidigen dag dien roem bevestigd. E r vormde zich een kern van goede voetreis-leiders, terwijl het Hoofdbestuur gelden toestond voor oriënteeringstochten, die rijke vruchten hebben afgeworpen. Zoodoende kon het groote plan rijpen voor een voetreis-generale naar de Dolomieten met op zichzelf staande groepen, die elk een eigen wandelgebied hadden, en bij enkele gelegenheden, ook op de heen- en terugreis, te zanten waren. Driehonderd leden hebben deelgenomen en vormden de Misurina-, Dürrenstein-, Tierser- K r o n platz-, Dreizinnen-, Pragser Wildsee-, Sarlkofel-, Sas Rigais-, Marmolata- en Plose-groepen. Het geheel is een prachtige propaganda geweest voor het wandeltoerisme en de bergsport, die thans i n haar drie geledingen: „Tochten voor gewone wandelaars, voor geoefende wandelaars en bergtochten" zoo'n groote plaats in ons werk innemen. Voetreis-generale naar de Dolomieten.
Onder de reizen van bijzondere beteekenis mag, behalve herhaling van de Amerika-reis, worden genoemd onze eerste reis naar Indië m 1927, die drie maanden heeft geduurd, en beschouwd werd als een zaak van nationaal belang. Voor deze reis was dan ook een Naar Ned. Comité van aanbeveling geOost-lndië. sticht door vele autoriteiten, met den Minister van Koloniën aan het hoofd. Vanzelfsprekend was het aantal deelnemers nog niet groot, maar in later jaren is deze tocht meermalen herhaald, eenmaal zelfs met 19 deelnemers. In de Hollandsche, maar vooral in de Indische pers is d u initiatief der N.R.V. met ingenomenheid besproken. Het groote succes met de Monte-Olivia-reis naar Noorwegen bleef niet zonder gevolgen. Bij het streven der N.R.V. om veel leden tegelijk op goedkoope wijze veel te laten zien, bleek de reis per gecharterd schip het meest geschikt, terwijl deze manier van reizen in het algemeen aan de deelnemers het meeste gemak verzekerde. De aandacht van het Hoofdbestuur bleef op deze zaak gevestigd en onderhandelingen werden aangeknoopt met de Holland-Amerika Lijn, waarmede wij sindsdien een prettige en vruchtdragende samenwerking tot stand hebben kunnen brengen. Een der eerste gevolgen was, dat in 1928 de Rijndam (12,500 ton) te onzer beschikking werd gesteld, waarmede tal van tochten zijn uitgevoerd, 5 dagen naar Londen, 7 dagen naar Zuid-Engeland (Torquay) en Wight, 2 dagen naar Dover, maar de glanstocht met dit schip was weer een tocht naar Noorwegen met 1000 N.R.V.leden. In totaal vervoerden wij aldus in 1928: 1979 deelnemers, en het was een verlies voor ons, toen kort daarna dit schip uit de vaart genomen werd. Navigare Nieuwe plannen werden genecesse est. maakt, een Commissie voor de """" Zeereizen werd ingesteld en deze kreeg de Oranje-Nassau van de M i j . Zeeland tot haar beschikking voor tochten naar Engeland, die in 1929 herhaaldelijk werden uitgevoerd. Onderwijl bleef ook de relatie met de HamburgSüd gehandhaafd, waardoor tochten naar Noorden Oostzee en naar Spitsbergen mogelijk werden. Deze laatste tocht, had een ^eigenaardig gevolg. Een onzer deelnemers, verontwaardigd over de schandelijke verwaarloozing der oude graven van H o l landsche zeevaarders, nam, de critiek zijner medereisgenooten trotseerende, een der open en bloot liggende beenderen mede, maar reeds het volgend jaar waren, mede door zijn toedoen, de graven door 28
de zorg van de Nederlandsche en Noorsche regeeringen, in orde gemaakt. In 1929 werden tochten met Fransche schepen gemaakt in de Middellandsche Zee, een zwerftocht naar Egypte, Palestina, Syrië, Griekenland, Sicilië en Corsica, met medewerking van verschillende hoogleeraren, (o.m. Prof. de Groot,) voor Bijbelsche, archeologische, geologische onderwerpen, welke met 80 deelnemers doorging en een per gecharterd schip met ongeveer 400 deelnemers naar de Balearen en Barcelona voor bezoek aan de greote tentoonstelling. Helaas waren de toestanden en voeding op dit schip, geheel anders dan wij gewoon waren en van dien aard, dat onder de deelnemers een bijzondet geprikkelde stemming ontstond, waardoor de verhouding tusschen leiders en deelnemers een geheel andere werd dan in de N.R.V. tot nog toe gewoonte was. Gevolgen waren: een scherpe aanval in een onzer groote dagbladen, vergaderingen waar heftige woorden vielen, een Commissie van Onderzoek en een rapport. Uit deze zaak ontwikkelde zich de crisis in de N.R.V., waarop hier in den aanvang werd gedoeld. Echter zij opgemerkt, dat deze zaak wel directe aanleiding werd tot deze crisis, maar dat de oorzaak ervan elders lag. Dit tijdvak onderscheidt zich ook door een bijzonder groote variatie in het soort van reizen, gevolg van het feit, dat de leiding der vereeniging met groote snelheid vasten voet wilde krijgen onder alle bevolkingslagen. Vandaar een groote verscheidenheid, waarop wij in het kort een blik willen werper. Daar was bijv. de ontwikkeling van Groep D. studie- en vakreizen. Wij noteerden een studiereis voor classici naar Rome en Napels en naar Griekenland, kunstreizen naar Florence onder Huib Luns, naar Tentoonstellingen van Nederlandsche en Italiaansche Kunst in Burlington House in Londen, onder Dr. Knuttel, naar Bayreuth onder Dr. Bernet Kempers, Vakreizen naar Hannover-Keulen voor Chefs Grafische Bedrijven, naar Leipzig voor etaleurs en decorateurs, naar Rome voor het Vierde Intern. Congres voor Huishoudonderwijs, een studiereis voor Gymnasdek- en Sportleeraren naar Zwitserland voor Kunstschaatsenrijden, ook reizen voor het personeel van fabrieken. Wij noteerden verder o.m. een reis voor de bezichtiging van de Midder.eeuwsche architectuur in Duitschland, een land'bouwreis naar Normandië, een medische studiereis door Frankrijk, een reis naar een walswerk te Hattingen a/d. Ruhr voor afgestudeerden der Middelbare Technische School. Ook Nederland werd niet vergeten. Er werden veel tochten in eigen land ontworpen en uitgevoerd, o.m. in Augustus 1929 een Friesche elfstedentocht, een studiereis naar Amsterdam, boottochten over de Friesche meren en door Nederland, naar Zuid-Limburg, er werden autotochten gemaakt naar de bollenvelden en de Betuwe in bloei, week-end-reizen naar Den Haag en Scheveningen en naar de Waddeneilanden. In Reizen en Trekken verschenen telkens aanduidingen voor nieuwe reismogelijkheden en polemieken over de meest gewenschte reisvormen. Zoo bijvoorbeeld over „rustig reisgenot", waaruit z,g. rustige reizen ontstonden naar Thun, naar Interlaken, naar Heidelberg en naar Menton. Vooral deze laatste, waarvan jaarlijiks lange series werden uitgeschreven, hebben zich gehandhaafd, totdat het reizen naar het buitenland geheel werd stopgezet. Het was de helaas te vroeg gestorven Nederlandsche journalist Tom Schilpcoort, onïe correspondent te Menton, die aan deze z.g. badreizen groot aandeel had. In dien tijd (1930) werd ook gepleit voor rustige familiereizen
(Vaders, Moeders met zoons en dochters), waarvan er later wel eens een enkele tot stand is gekomen, maar waarvan ce theorie mooier is dan de praktijk. Een speciale propaganda werd gemaakt voor zeer korte, en goed uitgebalanceerde derde klas reizen naar Zwitserland, en hoewel hier ook geestelijke tegers:and van niet-belanghe'obenden moest worden overwonnen, kon heS 21e jaarverslag er toch op wijzen, dat daaraan was deelgenomen door 2048 deelnemers, bewijs hoezeer deze goedkoope reizen door onze leden werden gewaardeerd. Een groot aantal populaire reizen werd ontworpen, b.v. naar Rochefort in België, waar series van ongeveer twintig reizen, die het geheele seizoen vulden, jarenlang een gewoon verschijnsel vormden. Maar ook duurdere reizen werden uitgevoerd bijv een reis naar Egypte—Palestina, die 29 dagen duurde en bijna ƒ 800.— kostte. Zelfs vinden wij het eigen aardige plan voor een vaeantiereis op zee met een week-end in Canada. Daarnaast nog een ontzagwekkende reeks tochten naar „aller Herren Lander", waaruit wij aanstippen Joego-Slavië, Bodensee, Dachsteingebied, Glarnerland, Montenegro, Bosnië, Herzegowina, Schotland, Gorges du Tarn, Weenen Pyreneeën, Bourgondië, Tirol, Wales, Wereldtentoonstellingen Antwerpen en Luik en een sportreis in A p r i l 1930 De touringcar gaat naar Londen voor bijwoning van de „cup final". Het is voorts in dien tijd, dat wij ons meer en meer voor autoreizen gingen interesseeren, en hoe deze zaak nog in de kinderschoenen stond, blijkt uit de bijzondere aandacht, welke in ons blad gevlijd wordt aan het feit, dat de firma Mey in Amsterdam de twee eerste touringcars gebouwd heeft speciaal ten gebruike van de N.R.V., en de twijfel, of wij deze wel volledig kunnen bezetten. Een plan voor bezitters van particuliere auto's voor gezamenlijke reizen bracht wel de namen van een aantal liefhebbers, maar zoover is na te gaan, geen practisch resultaat. Waar de N.R.V. groote bezwaren ondervond van de opeenhooping van reislustigen in het verloop van enkele zomermaanden, vinden wij telkens propaganda voor reizen in September en October, en natuurlijk ook voor de wintersport. De Wintersportcommissie werkte regelmatig door. om onder de N.R.V.'ers bekeerlingen voor winterreizen te maken en wij zien de belangstelling dan ook regelmatig stijgen. Tal van wintersportplaatsen in Europa werden door onze groepen bezocht, waarbij speciale vermelding verdienen de skicursus-reizen naar G r i n Ski-gymnastiek. delwald en Galtür, de reizen naar Unterwasser, Dolomieten, Pyreneeën en het niet ver van onze grenzen gelegen plaatsje Winterberg in het Sauerland. In October 1929 werden voor de eerste maal z.g. droge skicursussen ingesteld, allereerst in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag, welke jaren later tot een zeer belangrijke tak van ons winterwerk zijn uitgegroeid. Ook het jeugdwerk vorderde en in 1928 werden reeds 12 jeugdreizen met 279 juniores-leden gemaakt. Een actie voor jeugdreizen in de Kerstvacantie had reeds in 1926/27 het succes gebracht, dat in het Sauerland 20 meisjes en 18 jongens de kunst van de ski gingen beoefenen. Een afzonderlijk hoofdstuk vormen in deze de pogingen, om contact te krijgen met de Jeugdherbergbeweging en daaraan zelf practisch mee te doen. Door de medewerking van het Haagsche Gemeentebestuur heeft onze Jeugdcommissie
eenige jaren lang een jeugdherberg te Scheveningen geëxploiteerd, waar eerst plaats was voor 30 jonge lieden, later voor het dubbele aantal. De tosten van ,,de Zeemeeuw", zoo was de herberg gedoopt, zijn voor ons op den duur te hoog geloopen en hoewel de zaak hoopvol begonnen was en de opening met veel autoriteiten en speeches had plaats gehad, moesten wij in 1930 dit werk tijdens de crisis aan andere handen overgeven met een verlies voor onze kas van ongeveer ƒ 3000.—. Sindsdien worden bij ons zeemeeuwen als zeer vraatzuchtige dieren beschouwd. Uit al hetgeen over de reizen van 1926 tot 1931 gezegd is, zal wel begrepen zijn hoe dit tijdvak er een was van overstelpende activiteit, en dit blijkt ook uit cijfers en gegevens, waarvan wij ter illustratie slechts de voornaamste aanhalen. De „reisagenda" nam in Maart 1930 nagenoeg vier volle bladzijden van ons orgaan in beslag In een artikel „Spanning" in J u l i 1929 wordt erop gewezen, dat in een kort bestek de Rivièra-Generale, de Dolomieten-voetreis, de Barcelona-reis vertrok, dat nagenoeg terzelfder tijd de Oranje-Nassau vier keer boordevol met onze leden naar Engeland toog en tevens de tochten naar Spitsbergen en de Oriëntreis begonnen en dat tegelijk nog 60 andere groepen vertrokken. En dat alles verzorgd door ons Centraal Bureau, want er had in 1927 een enorme verandering plaats gehad. A l l e bestellingen en correspondentie met het buitenland, welke voorheen door iederen leider voor zijn eigen reis werden gedaan, werden begin 1927 bij één enkel besluit van het Dagelijksch Bestuur naar het Centraal Bureau overgebracht, een maatregel, welke, hoe nuttig ook in zichzelf, een reeks van moeilijkheden heeft gebracht, waarvan eerst jaren later de terugslag is gevoeld in een groeiende ontstemming tegen het beleid, welke in de crisis van 1930 haar hoogtepunt heeft gevonden Maar intusschen liep alles naar buiten schitterend In 1928 hadden 479 groepsreizen plaats met ongeveer 18,000 deelnemers, waarvan Zwitserland 3960 Duitschland 3242 en Frankrijk 3097 trok. In 1929, 'het voornaamste jaar in deze periode, gingen er 537 groepen met 20,262 deelnemers (Zwitserland 113 reizen met 4403, Duitschland 130 reizen met 4221 deeln.) en een totaal aan reissommen in dat jaar van ƒ 2,054,250.57. Geldt dit alles het reizen onzer leden in groepsverband, gestaag werd er intusschen voortgewerkt aan de belangen van onze alleenreizende leden. De technische dienst werd voortdurend uitgebreid, in het orgaan wordt telkens gewezen op de zich regelmatig uitbreidende mogelijkheden om bestellingen op reisgebied door de N . R . V . te laten uitvoeren, b.v. het reserveeren Ontstaan der afdeevan kamers in hotels, plaatsen ling „ P r i v e - r e i z e n " . in auto's, het regelen van Een
vraatzuchtige
het maken van calculaties, enz. In 1928 wordt medegedeeld, dat het Centraal Bureau ook vreemde valuta koopt en verkoopt en in November 1928 wordt definitief de nieuwe afdeeling „Privéreizen" aangekondigd, welke eigen reiscoupons uitgeeft. Maar tegelijkettijd' ontstaat een strijd over de vraag, of de afdeeling Privéreizen wel in in onze Vereeniging thuis hoort. Er komt uit Haarlem een motie, welke inhoudt, dat de exploitatie van een eigen reisbureau niet in overeenstemming is met ons ideeële doel en in 1929 praeadviseert het Hoofdbestuur op een voorstel tot opheffing o.m. dat het voornaamste element om de N.R.V. tot een reisbureau te maken, ontbreekt: „de strekking om winst te maken. Dit voornaamste kenmerk toch is het Centraal Bureau geheel vreemd De arbeid van het C . B . der N.R.V. staat in het teeken van het dienstbetoon aan de Vereeniging, de groepen en de individueele leden". Eerst in een volgende 29
periode is deze strijd volledig uitgevochten, en werd het goed recht van bestaan van de Afdeeling Privéreizen door de Algemeene Vergadering bevestigd. Intusschen werd het werk goed aangevat en over een groot terrein, wat moge 'blijken uit het leit, dat ïeeksen standaardprograrnma's ontworpen werden en de actie gevoerd werd zoowel voor „Zes zonnige dagen aan den Rijn", weekends naar Brussel, Aken en Den Haag, als voor couponboekjes voor 3 dagen in Budapest, kamers in wintersportplaatsen ol „Duizen;! mijlen de Amazone op". Het Afdeelingswerk bleef zijn belangrijke plaats innemen in ons werk, en breidde zich vooral uit in den zin van onderlinge samenwerking, en in den geest van veredeling van het werk. Naast de gewone excursies werden gezamenlijke tochten van Afdeelingen georganiseerd, bijv. een tocht naar de Zuiderzeewerken, waar 1000 leden per schip de belangrijkste punten bezochten, en dan de z.g. binnenlandsche Generales, waarvan de eerste met 700 deelnemers te Apeldoorn plaats had, en die daarna van jaar tot jaar in diverse plaatsen herhaald werden. Deze ééndaagsche ontmoetingstochten trekken nog heden de grootste belangstelling. Maar het meest opvallende in dit tijdperk zijn de series voordrachten over bepaalde landen met sprekers uit die landen zelf en demonstraties van kleederdracht, zang en dans uit de besproken gebieden. In 1927 sprak de heer Anton Adler uit Meran over de Dolomieten m Den Haag, Rotterdam, Bussum, Gouda, Zingende en dansenUtrecht, Dordrecht, Zutphen, de Kufsteiners. Arnhem, Amsterdam en Maastricht. In 1929 sprak Dr. Senger van de Zwitsersche post voor 19 Afdeelingen, in 1930 kwamen 15 Kufsteiners i n ons land, om in zes afdeelingen te zingen en te dansen, welke demonstraties besloten werden met een receptie bij den Oostenrijkschen Gezant, waar ook Dr. Schober, de toenmalige Bondskanselier, aanwezig was. E r kwamen eenige lezingen in de Fransche taal over Zwitserland door den heer E . Stalder, van den heer Espérandieu over de Romeinsche oudheden in Nimes en omstreken en door den heer de Villeneau over Baskenland. Den Haag gaf interessante Spaansche en Tsjecho-Slowaaksche avonden, eveneens met muziek en zang. Ook vele tochten dragen het kenmerk der geestelijke verdieping, Amsterdam maakt polderwandelingen, Den Haag vogelexcursies, Rotterdam bezoekt met haar leden China-town, de Oostkring wekt op tot bezoek aan de Graafsche Folkloredag te Borculo. In Den Haag ontstaan in 1928 maandelijksche lunchbijeenkomsten, waar bij een eenvoudig koffiemaal sprekers van naam een of ander interessant onderwerp behandelen. Later volgt Rotterdam dit na. Jammer genoeg heeft dit instituut niet lang bestaan. Aan het einde van deze periode telde ae N.R.V. 29 afdeelingen, die kleine tochtjes in eigen land verzorgden waarbij aan eenige grens-afdeelingen was toegestaan met het oog op hun ligging tochtjes over de landsgrens te maken met hoogstens een nacht logies buiten Nederland. Vermelding verdient nog, dat in dien tijd Den Haag nog immer een eigen maandblad bezat, terwijl Groningen eenige malen per jaar de nog steeds bestaande Reiscourant voor het Noorden" uitgaf; de A t d . Amsterdam had een druk bezocht inlichtingenbureau, dat Een bijkantoor in later werd ondergebracht in Amsterdam. een bijkantoor, dat de N.R.V. in Amsterdam stichtte in de Sarphatistraat 41, maar dal in 1931 in verband met dc totale reorganisatie en om financieele redenen werd opgeheven, 30
Voor den heerschénden geest is kenmerkend het verbod van dansclubs en de opmerking in het jaarverslag 1927, wanneer over de genoegens van het lidmaatschap gesproken wordt: „Bij het woord „genoegens" moet vooral niet uitsluitend aan vermaak worden gedacht, integendeel, op enkele uitzonderingen na hebben deze genoegens een serieuzen ondergrond. A l wo: dt het op een aangename wijze geboden, het doel i& kennis bij te brengen van veel wat anders onopgemerkt aan ons voorbij gaat, onzen geest te ontwikkelen en ons innerlijk leven op een hoogeren trap te brengen." Dit laatste is het leidend beginsel voor de N.R.V. en men kan dit ernstig streven aan alle kanten waarnemen, in ae eerste plaats aan den leerzamen inhoud van „Reizen en Trekken". Naast dit orgaan, waarvan omvang, opzet, papier en techniek een lraaie uilgaal' bezwaarlijk, zoo niet onmogelijk, maken, werd een nieuw maandbiad gesticht, de „Reiskroniek der N.R.V.'', dat bij De Vlijt te Arnhem werd uitgegeven en dat bestemd was voor de geestelijke verdieping van ons werk. Het eerste nummer verscheen m 1926; hei was Drachtig uitgevoerd op kunstdrukpapier, bevatte een De „Reiskroniek der keur van goede artikelen op N.R.V." reisgebied in groote verscheidenheid en was uitstekend geïllustreerd. De prijs was, geheel conform het N . R . V . beginsel, zeer laag gesteld. Na 3 maanden had het reeds 1900 abonné's, een getal, dat later met duizenden toenam. Het heeft vijf jaren bestaan en onder de vele fraaie afleveringen, die steeds met verlangen tegemoet gezien werden, zijn er vele speciale nummers verschenen, om onze groote ondernemingen te steunen, zooals een Dolomieten-, Zwitserland-, Rivièranummer, enz. Het is te betreuren, dat ook dit blad ten offer is gevallen aan de hevige stuiptrekkingen, waarvan net jaar 1930 getuige is geweest. Met „Reizen en Trekken" voltrok zich een groote verandering. Door de expansie in het vijfde tijdperk voldeed een veertiendaagsch blad niet langer. Ook was formaat en druk niet meegevallen; na langdurige onderhandelingen viel het besluit, dat Reizen en Trekken wekelijks zou verschijnen. Met Nieuwjaar 1928 verscheen ons orgaan als weekblad bij de Drukkerij L . v. Nifterik Hzn. te Leiden. Het kleiner formaat, waardoor het blad gemakkelijker te overzien was en de mooie letter, waren in typogransch opzicht groote verbeteringen, en ofschoon er nu weer andere bezwaren kwamen (een tijdlang kon het blad niet opengesneden worden geleverd, en er waren in het begin veel klachten over de adresseering en bezorging), werden deze moeilijkheden op den duur overwonnen. In verband met de stijging van het ledental, dat in 1928 Meer dan 80,000 boven de 70,000 en in 1929 en 1930 ver boven de 80,000 kwam. steeg ook de oplaag van ons blad tot 60,000 exemplaren per week, soms daarboven. De strijd voor geestelijke verdieping van ons werk, werd natuurlijk in de eerste plaats gedragen door den inhoud van ons orgaan en tallooze bijdragen getuigen daarvan. Het is ondoenlijk hiervan een lijst te geven, slechts heel enkele aanhalingen mogen een indruk hiervan geven.. Wij vinden bijv. een studie over „Spitsbergen en het Pool-onderzoek", een artikel over Reizen en Literatuur", „Toerisme voor den Vrede",
„ R e i z e n , een deel v a n ons v o l k s l e v e n " , „ K a m p e e r e n " . O p v a l l e n d i s o o k e e n a r t i k e l ( O c t o b e r 1929) o n d e r d e n titel „ B e t e r dan twistgeschrijf", behelzende een brief v a n een l i d v a n de N e d e r l a n d s c h e A r b e i d e r s R e i s v e r eeniging, die uit eigen ervaring uitermate met ons w e r k is i n g e n o m e n e n o p k o m t t e g e n v a n s o c i a l i s t i s c h e n k a n t g e m a a k t e a a n m e r k i n g e n , w e l k e hij m e t v e r w i j z i n g n a a r de s t u k k e n o n g e g r o n d v e r k l a a r t . I n d i e n tijd o m stond o o k de l e u z e : W o r d t l i d — reist mee! uit een redactioneel bloc-nootje. V o o r de e x p l o i t a t i e v a n een b l a d , z e k e r v a n een o m v a n g en beteekenis als R e i z e n e n T r e k k e n , zijn ook de advertentie-pagina's belangrijk. De bezwaren van voorheen schenen overwonnen. De Drukkerij D e V l i j t heeft het b l a d er w e l , i n " gebracht, a l h e b b e n wij d a a r v a n later ook w e l heel ernstige b e z w a r e n ond e r v o n d e n , m a a r h e t b l a d s t o n d v o l . I n J u l i 1927 b i j v . noteerden wij niet m i n d e r dan negen pagina's annonces, e n z o o w a s h e t o n g e v e e r d e z e h e e l e e x p l o i t a t i e d o o r . Bij v. N i f t e r i k w e r d dat m i n d e r , en op den d u u r ontstonden er m o e i l i j k h e d e n , o m d a t de contractprijs voor d r u k k e n en verzenden en exploitatie der advertenties i n n a u w v e r b a n d t o t e l k a a r s t o n d e n . I n 1930 w a s d e N . R . V . v e r p l i c h t g r o o t e w i j z i g i n g e n i n h e t c o n t r a c t te a a n v a a r d e n e n de b e h a n d e l i n g d e r a n n o n c e s i n e i g e n h a n d te n e m e n . D e d i v e r s e w i j z i g i n g e n i n h e t c o n t r a c t K w a m e n i n d a t j a a r de N . R . V . o p ƒ 17,550.— e x t r a k o s t e n te s t a a n . H o e f i n a n c i e e l e k w e s t i e s soms k u n n e n i n w e r k e n op organisatorische moge uit het v o l g e n d e Dlijken. E r was i n M a a r t 1928 i n R e i z e n e n T r e k k e n e e n r u b r i e k g e s t i c h t „ V a n l e d e n . . . . v o o r l e d e n " , w a a r i n de l e d e n e l k a n d e r goede adressen en r e i s e r v a r i n g e n m e d e d e e l den, een goede, s o c i a a l - w è l - d o o r v o e l d e gedachte. D e z e r u b r i e k heeft d r i e j a r e n v a n g r o o t e n b l o e i beleefd en heeft v e e l n u t gesticht. E c h t e r bleek, dat zij g e l e i d e l i j k aan door belanghebbende instanties verdekt gebruikt w e r d als r e c l a m e - o b j e c t , w a a r d o o r eenerzijds de w a a r de der i n l i c h t i n g e n v e r m i n d e r d e , anderzijds de a n n o n c e - r u b r i e k zeer geschaad w e r d . G e v o l g w a s een besluit v a n het Hoofdbestuur i n J a n u a r i 1931, w a a r b i j de r u b r i e k , e e n d e r u i t i n g e n v a n O ( n d e r l m g e ) R(eis) Knformatie), w e r d opgeheven. I n h e t b e g i n v a n 1931 m o e s t h e t n i e u w o p g e t r e d e n Hoofdbestuur dan ook langdurige besprekingen houden o v e r de toekomstige e x p l o i t a t i e v a n R e i z e n en T r e k k e n . E e r s t i n 1933 k w a m n a z e e r n a u w g e z e t t e v o o r b e r e i d i n g de n o o d z a k e l i j k e v e r a n d e r i n g . W i j z i j n n u g e n a d e r d tot de g e b e u r t e n i s s e n , die de centrale werkplaats der V e r e e n i g i n g , het Centraal B u r e a u , i n d i t t i j d v a k betreffen. D i t o r g a a n heeft i n dien tijd onder buitengewoon moeilijke omstandigh e d e n g e w e r k t . D e w e r k z a a m h e d e n , w a a r v o o o r h e t de verantwoordelijkheid droeg, vermeerderden onmatig. M e n z a l u i t het h i e r b o v e n medegedeelde reeds h e b b e n b e g r e p e n , dat er e i g e n l i j k i n onze V e r e e n i g i n g een w i l d e r u s h w a s b e g o n n e n n a a r de g r o o t s t m o g e l i j k e populariteit en — vermoedelijk gedachtig het „ A r s longa, v i t a b r e v i s " — dit i n d e n kortst m o g e l i j k e n tijd. D i t moest z i c h w r e k e n e n de l a s t d i e i n d e j a r e n 1926 e n Moeilijke dagen voor 1927 o p h e t b u r e a u w e r d g e het C . B. legd, zonder dat aan gerechtvaardigde wenschen voor m e e r e n b e t e r b e z o l d i g d p e r s o n e e l i n e v e n r e d i g h e i d tot de t o e n e m i n g v a n v e r a n t w o o r d e l i j k h e d e n w e r d tegemoet g e k o m e n , l e i d d e tot e r n s t i g e c o n f l i c t e n . T e n s l o t t e h e b b e n deze g e v o e r d tot e e n r e o r g a n i s a t i e v a n h e t B u r e a u , waarbij dit i n twee afdeelingen gesplitst w e r d , een voor algemeene bestuurs- en cultureele zaken en een voor het t e c h n i s c h e gedeelte. I n het v o o r j a a r 1927 o v e r leed de A d j u n c t - D i r e c t e u r , i n D e c e m b e r v a n dat j a a r werd een nieuwe adjunct-Directeur aangesteld, aan wien het beheer der technische afdeeling werd
opgedragen. Later werd deze tot mede-Directeur b e n o e m d . I n h e t b e g i n v a n 1930 t r a d d e z e D i r e c t e u r e c h t e r af, e n i n O c t o b e r v a n d a t j a a r , o n m i d d e l l i j k n a b e ë i n d i g i n g v a n het g r o o t e c o n f l i c t , w e r d de o u d e toestand h e r s t e l d en w e r d e n de beide d i r e c t o r a t e n w e e r tot é é n geheel v e r e e n i g d . Het personeel v a n het B u r e a u was i n den loop v a n 1927 tot 72 personen gestegen. Gedurende dat j a a r was, v o o r a l op a a n d r a n g u i t de A f d e e l i n g e n , b i j zonder uit Den Haag, een ambtenaren-reglemont s a m e n g e s t e l d , d a t o p 15 F e b r u a r i 1928 d e f i n i t i e f w e r d i n g e v o e r d . D i t stelde v e r s c h i l l e n d e v e r b e t e r i n g e n voor in salaris e n rechtspositie, en de o n t e v r e d e n h e i d , die er h a d geheersoht e n die h a a r invloed op den inwendigen gang van zaken had laten gelden, was voorloopig v e r d w e nen. E r w e r d zelfs een V e r eeniging opgericht v a n personeel, onder den naam „ N e d e r v e r " , w e l k e n a a m o n t l e e n d w a s aan ons teleg r a m - a d r e s ; de V e r e e n i g i n g h a d t e n d o e l de b e v o r d e r i n g v a n k a m e r a a d s c h a p onder het personeel, v e r d e r studie, b e o e f e n i n g v a n s p o r t e n t o e r i s m e . D e v e r e e n i g i n g heeft, als b l i j k b a a r z o o v e e l u i t d i e n tijd, slechts een k o r t l e v e n g e h a d . I n d e n z e l f d e n tijd w e r d door het H o o f d b e s t u u r i n de naaste toekomst e e n pensioen- en z i e k t e v e r z e k e r i n g i n u i t z i c h t g e s t e l d e n i n 1929 w e r d e e n u i t v o e r i g r a p p o r t o v e r p e n s i o e n v e r z e k e r i n g d o o r het H o o f d b e s t u u r b e h a n d e l d . D e IOOD der gebeurtenissen heeft e v e n w e l g e m a a k t dat dit stuk ad acta g e l e g d w e r d en eerst een aantal j a r e n later een r e g e l i n g v o o r de p e n s i o n e e r i n g tot s t a n d k o n k o m e n . I n h e t b e g i n v a n 1930 s t e l d e i n v e r b a n d m e t a l l e r l e i nieuwe salaris- en personeelskwesties de Afdeeling D e n H a a g v o o r het s l u i t e n v a n een collectief contract met den A l g . N e d . B o n d v a n Handels- en Kantoorb e d i e n d e n , dat later ook i n d e r d a a d tot s t a n d k w a m e n e e n i g e j a r e n g u n s t i g g e w e r k t heeft, t o t d a t de o m s t a n d i g h e d e n w e d e r tot n i e u w e w i j z i g i n g e n noopten. De geweldige groei v a n het w e r k had intusschen w e e r o p n i e u w zijn i n v l o e d d o e n g e l d e n op de k a n t o o r r u i m t e . B e g i n 1928 w e r d d e C u l t u r e e l e e n r e d a c tioneele A f d e e l i n g overgebracht naar een gehuurd p e r c e e l , A n n a P a u l o w n a s t r a a t 47a, w a a r h e e n ook de B i b l i o t h e e k o v e r g i n g . I n dat j a a r w a s door de z o r g e n v a n een u i t de l e d e n g e v o r m de B i b l i o t h e e k - C o m m i s s i e een catalogus gereed gekomen en in D e c e m b e r stelde een desk u n d i g l i d zich beschikbaar als bibliothecaris. Van dat tijdstip af is o n z e bibliotheek gegroeid en meer en meer b e k e n d g e w o r d e n als een b e l a n g r i j k e en d e s k u n d i g b e h e e r d e v e r z a m e l i n g op het g e b i e d v a n toerisme, l a n d en volkenkunde, w a a r v a n l e d e n en leiders, m a a r soms ook anderen, met v r u c h t gebruik m a k e n . A a n h e t e i n d e v a n 1928, n.1. o p 10 N o v e m b e r , w e r d het eerste „ e i g e n g e b o u w " A n n a P a u l o w n a s t r a a t 48, v e r l a t e n , e n k w a m d a a r v o o r i n d e p l a a t s e e n r u i m e r , g e h u u r d p e r c e e l a a n de L a a n v. M e e r d e r v o o r t 53-d., bij de C a r n e g i e l a a n . H e t e i g e n h u i s w e r d v e r kocht, en a l lijkt dit een achteruitgang, het was slechts een „ r e c u l e r pour m i e u x sauter." B e d o e l i n g was toch e e n m a a l e e n v o o r o n z e V e r e e n i g i n g g e b o u w d h u i s te b e z i t t e n . D i t i d e a a l i s e e r s t i n 1936 i n v e r v u l l i n g g e g a a n . E v e n w e l w a s r e e d s i n 1929 s p o n t a a n u i t d e l e d e n e e n E i g e n G e b o u w - C o m m i s s i e g e v o r m d , w e l k e het doel h a d , o m r e e d s i n 1931, bij ons Z i l v e r e n feest, e e n g e b o u w te s c h e n k e n . D e z e c o m m i s s i e h e e f t jarenlang gelden v e r z a m e l d , en tenslotte een belangrijk bedrag kunnen bijdragen. Van een „eigen gebouw" naar twee huurhuizen.
T e r w i j l onze w e r k z a a m h e d e n n a a r alle k a n t e n , o n danks tegenslagen hier en daar, toch vlotte en allerlei h i e r n i e t v e r d e r b e s p r o k e n t a k k e n v a n ons w e r k , 31
2ooals bijv. zomerverblijven, kindervacantiehuizen, samenwerking met Volksuniversiteiten, ontwikkeling van ons f i l m - e n lichtbeeldenarchief, dienstreizen, r a d i o - v o o r d r a c h t e n , u i t g a v e v a n boekjes op reisgebied, relaties met buitenlandsche a u t o r i t e i t e n op toeristisch geDe onmatige groei bied, ontvangst van buitenl a n d s c h e t o e r i s t e n-organisaties doet wel eens denof belangrijke personen op lette soufflée". ons gebied, d e e l n e m i n g aan tentoonstellingen, requestreer e n bij b i n n e n - en b u i t e n l a n d s c h e autoriteiten betreffende dienstregelingen en tarieven, bemoeienissen i n zake paspoorten en visa, persconferenties, u i t b o u w en o n t w i k k e l i n g v a n ons leiderscorps, enz. enz. gewoon h u n gang g i n g e n e n de N . R . V . - n a a m i n b i n n e n - e n b u i t e n l a n d meer en meer gevestigd w e r d , toch m a g niet w o r d e n gezegd, d a t het bij ons goed g i n g . H e t H o o f d bestuur vergaderde druk, evenzoo het Dageiijksch B e s t u u r ; er w e r d e n b e r g e n w e r k verzet, m a a r toch o n t b r a k e r iets, n.1. e e n s g e z i n d h e i d . W a a r a a n d i t te wijten was? A a n velerlei oorzaken. L a t e n wij enkele s y m p t o m e n n o e m e n . I n h e t j a a r v e r s l a g 1927 w o r d t de
A p r i l 1927 z e g t e e n l i d , d a t d e v e r s c h i l l e n d e c o m m i s sies e n het C . B . m e t w e r k zijn o v e r l a d e n . H i j stelt v o o r g e e n n i e u w e c o m m i s s i e s i n te s t e l l e n e n h e t a a n v a t t e n v a n n i e u w e d i n g e n stop te zetten. I n de A l g . V e r g a d e r m g 1928 w o r d t de h o u d i n g van den Voorzitter gecritiseerd; m e n spreekt v a n optreStijgende spanning. den volgens methoden van d e n r e g e n t e n t i j d . E n i n 1929 z e g t e e n d e r H o o f d b e s t u u r s l e d e n i n de A l g . V e r g a d e r i n g : ,,De m i n d e r h e i d v a n het H o o f d b e s t u u r meent, dat de w e r k e l i j k e gang v a n z a k e n i n onze V e r e e n i g i n g n i e t i n o v e r e e n s t e m m i n g i s m e t de S t a t u t e n e n h e t R e g l e m e n t . D e l e i d i n g berust niet bij het H o o f d b e s t u u r , zooals is b e p a a l d ; a a n v e r s c h i l l e n d e H o o f d b e s t u u r s l e d e n zijn verscheidene dingen onttrokken". Uit deze uitingen, maar voor den oplettenden lezer v e e l meer nog u i t hetgeen dit geheele hoofdstuk d o o r o v e r de g e b e u r t e n i s s e n i n de V e r e e n i g i n g e n h e t C e n t r a a l B u r e a u is v e r t e l d , b l i j k t , d a t er s p a n n i n g e n van ernstigen aard aanwezig waren. De indruk van v e l e n w a s , dat er m e t het oog op het ,,vita b r e v i s " in k o r t e n tijd allerlei b e l a n g r i j k e d i n g e n moesten w o r d e n geforceerd en dit moest doorgezet ten koste van alles en a l l e n . D a a r o m w e r d in dit grootsche en t o c h z o o a f s c h u w e l i j k e t i j d p e r k de N . R . V . d o o r i n siders w e l eens s p o t t e n d e r w i j z e g e n o e m d : ,.hct g r a f van reputaties". M a a r genoeg hierover. A a n alle spanning k o m t een eind door een uitbarsting. E n deze k w a m — w e d o e l d e n er reeds op — door de k l a c h t e n o v e r de B a r celonareis. Er kwamen wederzijds scherpe verwijten. A l s g e v o l g K w a m e n er pijnlijke hoofdbestuursv e r g a d e r i n g e n , o n a a n g e n a m e v e r s l a g e n i n ons o r g a a n , beschuldigingen wederzijds. Voorts openbare vergader i n g e n in de A f d e e l i n g e n met hartstochtelijke debatten, u i t v o e r i g e c o u r a n t e n a r t i k e l e n . I n een h e v i g bew o g e n A l g e m e e n e V e r g a d e r i n g te U t r e c h t o p 1 M a a r t 1930, k o m t m e n t e n s l o t t e tot overeenstemming op dit punt, dat de Minister van Staat, D r . J . T h . de V i s s e r , v e r z o c h t zal worden een Commissie v a n o n d e r z o e k s a m e n te s t e l len. D e z e c o m m i s s i e - D r . J . T h . de Visser is tot stand gekomen. Zij bestond uit zeven bekende N e d e r l a n d e r s . D e C o m m i s s i e heeft een zeer u i t v o e r i g onderzoek ingesteld en een u i t v o e r i g r a p p o r t uitgebracht, waaruit bleek, dat er van verschillende z i j d e n ' w e l fouten g e m a a k t w a r e n , a o c h dat de beschuldigingen, die den n a a m der N . R . V . i n opspraak h a d d e n g e b r a c h t , o n g e g r o n d w a r e n . I n O c t o b e r 1930 t r a d e n V o o r z i t t e r e n P e n n i n g m e e s t e r af, e e n C o m m i s s i e v a n R e o r g a n i s a t i e g i n g a a n h e t w e r k e n o p 19 D e c . 1930 t r a d h e t g e h e e l e H o o f d b e s t u u r a f e n w e r d e e n nieuw Hoofdbestuur van 9 personen benoemd. Tegel i j k e r t i j d w e r d e n door de v e r g a d e r i n g tal v a n v o o r z i e n i n g e n getroffen, o m de N . R . V . - f i n a n c i ë n — h e l g e v o r m d e k a p i t a a l t j e v a n ƒ 44,000.— w a s d o o r a l l e r l e i o o r z a k e n er nagenoeg bij ingeschoten — w e e r i n orde te b r e n g e n . D o o r e e n v o o r t r e f f e l i j k e samenwerking en d e n v a s t e n w i l der l e d e n o m het m i n d e r prettige v e r l e d e n g e h e e l te l i q u i d e e r e n , w e r d i n d i e v e r g a d e r i n g d e g r o n d s l a g g e l e g d v o o r de s f e e r v a n r u s t , w a a r i n de V e r e e n i g i n g z i c h i n de daaropvolgende jaren kon ontplooien. Dr. J. Th. de Visser moet olie op de golven gieten.
Het Centraal Bureau der N.R.V., Laan van Meerdervoort Ü3d, te
's-Gravenhage.
snelle groei i n alle u i t i n g e n der V e r e e n i g i n g genoemd. T e l k e n s , zoo zegt dit verslag, m o g e n wij constateeren, dat een k r a c h t s u i t i n g een vorige i n sterkte overtreft. In een ander j a a r v e r s l a g treffen wij aan e e n zinsnede, z e g g e n d e , d a t d e w i j z i g i n g e n i n de s a m e n s t e l l i n g v a n commissies niet altijd goed w e r d opgenomen; sommige v e r a n d e r i n g e n m o e s t e n o n g e d a a n w o r d e n g e m a a k t . Jn h e t v e r s l a g v a n e e n H o o f d b e s t u u r s v e r g a d e r i n g v a n 30 32
Wanneer wij hiermede een m i n d e r fraai hoofdstuk b e s l u i t e n , d a n is h e t g o e d n o g e n k e l e s t e m m e n te l a t e n s p r e k e n , w e l k e na afloop v a n de o n e e n i g h e d e n geklonken hebben. O p 31 O c t o b e r s c h r e e f e e n d e r o u d s t e l e d e n : „ D e a l te s n e l l e g r o e i v a n d e l a a t s t e j a r e n h e e f t m . i . g e e n g e l i j k e n tred g e h o u d e n m e t de m a a t r e g e l e n , n o o d i g o m d e z e n g r o e i te k u n n e n l e i d e n e n b e h e e r s c h e n " . V o o r t s raadt hij a a n „verder eendrachtig samenwerken,
zelfbeheersching en waar noodig zelfverloochening en vooral die groote en mooie geest van vriendschap en onderlinge welwillendheid, den w i l om tot het uiterste geloof te hebben in elkanders k a rakter en goede trouw, die jarenlang een der kenmerken van de N.R.V. was". E n uit een Nieuwjaarsartikel in Reizen en Trekken: „Maar het pleit ook voor de innerlijke kracht der N.R.V., en de stevigheid van haar beginselen, dat de stormwind, die over haar heenging, haar even gezond en levenskrachtig achterliet, ja sterker dan ooit". De waarheid van deze laatste woorden is door de verdere geschiedenis der N.R.V. bewezen. Het nieuwe Hoofdbestuur, bestaande uit personen, die de N.R.V. en haar geschiedenis volledig kenden, was zich bewust zoowel van zijn verantwoordelijkheid als van de richting, waarin moest worden gewerkt, en het werk ging door zonder schokken, zonder eenige onderbreking. Allereerst werden financieele maatregelen uitgevoerd, vastgesteld door de vergadering van 19 Dec. 1930 of aanbevolen in het rapport-Dr. de Visser. Tegelijk hield het zich bezig met de wijze waarop onder de nieuwe omstandigheden het zilveren jubileum zou worden gevierd. E r werd besloten tot een Generale reis naar Weenen, die den naam Jubileum-generale ontving en voorts tot een receptie in Den Haag, terwijl in M e i d.a.v. een herdenkingsnummer van het orgaan zou worden uitgegeven. Het is aangenaam dit artikel te kunnen besluiten met de vermelding, dat op de receptie, die 22 Maart 1931 in Hotel Twee Steden gehouden werd, de hechte innerlijke samenhang der Vereeniging bleek. Daar kwamen vele Afdeelingsbesturen, Commissies, Vertegenwoordigers der Spoorwegen, Scheepvaart-directies, Besturen van zustervereemgingen, tal van leden, Ons zilveren leest in deelnemers aan reizen, Oudrustige sfeer. bestuursleden-oprichters en een indrukwekkende stoet personeel van het Centraal Bureau. E r waren stapels brieven en telegrammen, zeer veel bloemen, tal van souvenirs. Directie en personeel schonken een propaganda-film, welke ons cultureele doel scherp naar voren bracht. Ofschoon het nieuwe Hoofdbestuur het passend had geoordeeld geen verdere feestelijkheden te organiseeren achtte het Haagsche Afdeelingsbestuur zich hierdoor niet gebonden, en het bood te dezer gelegenheid een groot en welgeslaagd feest aan in de groote Dierentuinzaal, waar een buitengewoon mooie revue het N.R.V.-werk op geestige wijze symboliseerde. Op deze wijze liet de N.R.V. de beklemmende jaren 1929 en 1930 achter zich en ging zij volkomen toegerust en met groot vertrouwen en zekerheid de toekomst tegemoet.
vt.
Vernieuwing.
Het zesde vijf-jarig tijdvak (1931-1936) In net thans aangebroken tijdperk stond het nieuwe Hoofdbestuur voor een belangrijke taak. De gebeurtenissen, waaraan het zijn optreden te danken had, waren in menig opzicht een richtsnoer voor zijn houding en toekomstplannen. Wij lezen in het jaarverslag over 1931, dat er 20 Hoofdbestuursvergaderingen zijn gehouden en geen enkele vergadering van het Dagelijksch Bestuur. Voor de ingewijden beteekent dit, dat men oude fouten vermijden wilde. Het geheele Hoofdbestuur moest besturen en niet een klein gedeelte der leden. Voorts 'ag als het ware een groot programma klaar, een taak voor jaren. Terwijl het gewone werk der vereeniging ten gerieve van de leden zonder onderbreking moest doorgaan en het werkterrein zooveel mogelijk uitgebreid worden, moest tevens in de organisatie veel hersteld worden en opgebouwd, de financiën versterkt, de organisatie van het Centraal Bureau opnieuw In oogenschouw genomen. Het vertrouwen in binnen- en buitenland, dat door de gebeurtenissen in Nieuwe opbouw. 1930 in sommige kringen geleden had, moest opnieuw gewonnen worden. E n voorts lagen er taken te wachten als de rechtspositie en de pensioenregeling voor het personeel, een eigen gebouw, verbetering van ons orgaan, herziening van Statuten en Reglement, de organisatie van ons werk voor de alleenreizende leden, en nog een heele reeks van k l e i nere desiderata. Het stemt tot genoegdoening te mogen neerschrijven, dat deze vijf jaren een gestagen en zeer principieelen arbeid van het nieuwe Hoofdbestuur hebben gezien, wacr de verschillende punten van het programma het een na het andere werden aangepakt en afgewerkt en wel in een volgorde, welke bepaald werd door de geleidelijk zich ontwikkelende mogelijkheden. Wij zien aan het eind van deze periode de opening van het trotsche gebouw aan de Zeestraat, maar voordat dit kon komen, moest er een kapitaal gevormd worden, en voor dat daaraan kon worden begonnen, moest het vertrouwen in onze organisatie algemeen hersteld zijn. In Nederland zelf heeft dit herstel vrij spoedig plaats gehad- door de positieve en zelfbewuste wijze, waarop de N.R.V. alle onaangename dingen van zich afschudde en in 1931 rustig doorwerkte. E n ook i n het buitenland werd spoedig het vertrouwen herwonnen. Een speciale afvaardiging werd door het Hoofdbestuur naar Zwitserland gezonden, om de belangrijkste relaties op te zoeken, en het optreden van het nieuwe Hoofdbestuur, alsmede de voornaamste plannen, mede te deelen. E n zoo werden dag aan dag maatregelen genomen, om het goed functioneeren van de vereenigingsorganen te verzekeren en de rustige sfeer te scheppen, welke noodig was om welslagen te verzekeren. Na de in de vorige periode beschreven gebeurtenissen hebben alle betrokkenen, hoofdbestuurders, afdeelingsbestuurders, afgevaardigden ter Algemeene Vergadering, steeds met zorg gewaakt tegen herhaling van minder prettige toestanden, wat intusschen niet wegneemt, dat i n de Algemeene Vergaderingen belangrijke principieele debatten werden gevoerd, en eventueeie meeningsverschillen niet onder stoelen of banken werden gestoken. Vooral is er in 1931 een strijd gevoerd over een voorstel van het Hoofdbestuur, om een Vereenigingsraad i n te stellen, die een deel van de functies van de A l g . Vergadering zou overnemen. Het voorstel is er niet doorgekomen. Eenige jaren later werd een 33
lichaam van advies ingesteld, door sommigen een verlengstuk van het Hoofdbestuur genoemd, dat den naam van Raad van Afgevaardigden kreeg, en waarvan de eerste vergadering plaats had op 16 Maart 1935 in Hotel Noord-Brabant te Utrecht. Deze Raad heeft sindsdien regelmatig vergaderd, en kennis genomen van de motieven van het Hoofdbestuur i n zake het algemeen beleid. Deze werkwijze is zeer ten goede gekomen aan het vlot verloop der Algemeene Vergaderingen. E r is in deze periode door allen, die bij het centrale werk der N.R.V. betrokken waren, met groote animo gearbeid en alle mogelijkheden, die zich voordeden, zijn uitgebuit. Natuurlijk zijn de resultaten daarvan in de allereerste plaats waar te nemen bij de reizen, en daarom willen wij deze allereerst aan een beschouwing onderwerpen. Voorop staan hierbij de Generale reizen. In den zomer van 1931 ging de reeds vermelde Jubileum-Generale naar Oostenrijk. De extratrein, die de 800 deelnemers vervoerde, bestond uit 12 D-wagens en 2 restauratie-rijtuigen. Voor dezen tocht bestond in Oostenrijk groote geestdrift. Een speciaal Comité van Ontvangst, waarin de Bonds-Kanselier, verschillende Ministers, de burgemeester van Weenen, de president der Bundesbahnen en vele andere autoriteiten zaten, werd opgericht. Officieele ontvangsten, o.a. een op het Weensche Raadhuis, maakten deel van het programma uit, een speciale voorstelling van „Die Fledermaus" had plaats. Het geheel werd een prachtig Nederlandsch-Oostenrijksch verbroederingsfeest, en hier komt weer eens heel duidelijk naar voren, welk een bindende kracht in Bindende kracht van het toerisme schuilt, en welk het toerisme. een prachtige taak in de toekomst voor onze N.R.V. kan zijn weggelegd. Hoe schoon de tot nog toe behaalde resultaten met onze generale reizen ook waren, toch meende het Hoofdbestuur, dat aan het bijeenbrengen van zulke geweldig groote groepen ook bezwaren verbonden waren, die men vermijden kon door de grootte der gezelschappen te beperken, en dan liever jaarlijks drie generale reizen uit te schrijven naar verschillende streken. Dit leidde tot het besluit dat — bijzondere gevallen uitgezonderd •— het maximum aantal deelnemers voor een generale reis gesteld werd op 300 of ten hoogste 400 personen, waaraan in volgende jaren de hand is gehouden. Daarbij ontwikkelde zich de gewoonte, dat één van de drie generales een extra lage reissom moest hebben van omstreeks ƒ 50.— of lager, zoodat de deelnemers niet alleen een keuze kregen voor het reisdoel, maar tevens rekening konden houden met hun draagkracht. Zulke goedkoope generales gingen bijvoorbeeld in 1932 naar Trier, in 1933 naar Boppard, in 1934 naar het Vierwoud steden meer, in 1935 naar B a d - P y r mont. In 1932 ging er een generale per extra trein naar St. Gallen, i n 1933 naar Lugano en naar BudapestWeenen, i n 1934 naar Dolomieten en naar Venetië en naar het Vierwoudstedenmeer, in 1935 naar Innsbruck. Meestal namen er 350 tot 400 personen deel; sommige reizen werden zelfs verdubEen verlengstuk van het Hoofdbestuur.
beld, zooals die naar Trier en Lugano. Daarnaast bloeiden ook de zeegenerales, er werden reizen gemaakt met gecharterde schepen van de Maatschappij „Zeeland" en de „Holland Amerika L i j n " naar Engeland en Schotland, Noorwegen, Zuid-Engeland en Londen. Uitteraard namen hieraan meer personen deel; zoo ging in 1934 de reis naar Noorwegen per „Veendam" met 650 v o l wassenen en 88 Juniorleden, welke laatsten door een bijzondere regeling uiterst goedkoop en onder speciale leiding vervoerd konden worden. Opbloei
34
der
Het zou voor het doel dezer schetsen te ver voeren, wanneer wij gingen vermelden, welke bijzonderheden ieder dezer reizen voor de deelnemers opleverden, als gevolg van de ingenomenheid der betrokken autoriteiten mot het bezoek, maar ons orgaan bewaart in zijn kolommen de berichten over schuttende ontvangsten, vanwege de autoriteien aan onze groepen bereid; wij vinden daarin officieele ontvangsten, feestavonden, stadsversieringen, geschenke*! prijzen voor fotowedstrijden. Meermalen hebben stadsbesturen zich tot ons Hoofdbestuur gewend met het verzoek de Generale reizen binnen hun poorten te mogen begroeten, en i n sommige gevallen kon daaraan worden voldaan. Het succes, dat in deze vijf jaren met onze Generales geoogst werd. was ook te danken aan de gewoonte, om in den voorafgaanden winter i n zooveel mogelijk afdeelingen lezingen met lichtbeelden en films te houden. Bovendien kregen de deelnemers ieder een geïllustreerd prcgrammaboekje, dat door zijn rijken inhoud als i n structieve voorbereiding tot de reis, tot heerlijke herinnering voor later moest dienen. Wij hebben bij deze voor vele leden, maar ook voor onze populariteit in binnen- en buitenland zoo uiterst gewichtige generale reizen wat langer stilgestaan, in weerwil van het feit, dat de andere reizen, èn in aantal èn in verscheidenheid de generale reizen vele, vele malen overtreffen. Echter zou een opsomming van wat wij in dit opzicht in deze periode bereikten, grootendeels een herhaling worden van wat wij over vorige tijdvakken mededeelden. Daarom zij hier vermeld, dat in deze vijf jaren vele duizenden reizen i n de meeste landen van Europa en daarbuiten werden uitgevoerd, terwijl wij alleen de aandacht vragen voor enkele bijzondere dingen. Ms zoodanig is te beschouwen de werkzaamheid der N.R.V. voor de groote Koloniale Tentoonstelling in 1931 te Parijs, waarvoor een bijzondere propaganda is gemaakt en waarheen wij vele duizenden leden hebben gebracht. Opmerkelijk is hierbij het navolgende. Door de Nederlandsche Spoorwegen werd in Augustus een extra trein naar Parijs ingelegd, waarop wij een vierdaagsch tochtje componeerden. De toeloop van N.R.V.-leden was zoo groot ( ± 600), dat de trein onmiddellijk geheel door ons in beslag genomen was en de Spoorwegen een nieuwe organisatie moesten maken, waarbij drie extra treinen noodig waren, ingedeeld in twee westelijke en een oostelijken trein. e
n
Talrijke reizen naar Amerika vallen in deze periode, en wij weten de reizen zoo in te richten, dat terwijl i n 1931 een reis naar Amerika en Canada gemaakt Indië, Amerika, wordt van 29 dagen voor China en Japan. ƒ 980.— wij in 1932 een reis van 26 dagen per Statendam kunnen aankondigen voor ƒ 385.—, waaraan niet m i n der dan 115 leden deelnamen. V a n nu af aan worden elk jaar reizen naar de Nieuwe Wereld georganiseerd, o.m. naar de Wereldtentoonstelling in Chicago in 1933; in een der reisagenda's staan in dat jaar niet minder dan 4 reizen naar den overkant aangekondigd en het is niet te verwonderen als in Reizen en Trekken op 28 December 1934 gezegd wordt: „Amerika, dat voor ons tegenwoordig even bereikbaar is als vroeger Parijs of Bern". Onder de groote buiten-Europeesche tochten vermelden wij vanzelfsprekend dok onze Indische tochten, welke weer met kracht werden aangepakt, In 1934 maakten wij per „Christiaan Huygens" (terug per Dempo) een reis van 86 dagen naar Indië, welke per 2e klas werd uitgevoerd voor ƒ 2114.23 per persoon, waarbij 10 dagen op Sumatra, 18 dagen op Java en 5 dagen op Bali werden doorgebracht. Onze derde Indiëreis werd een wereldreis in 1935, die 4% maand duurde en waarbij behalve ons Insulinde bezocht werden M a nilla, Hongkong, Shanghai, Peiping, Mantsjoekwo,
Vancouver, San Francisco, de Yosemite Valley, Los Angeles (Hollywood), de Rocky Mountains, Grand Canyon, Niagara Falls, Chicago, New York, Quebec, Montreal en Liverpool, Waren de politieke toestanden van de dertiger jaren gunstiger geweest, ongetwijfeld zouden wij deze successen verder hebben kunnen voeren, en ook ZuidAfrika bezoeken, waarin wij, i n weerwil van onze propaganda en minutieuze voorbereiding der programma's nog niet mochten slagen. Onder de Europeesche reizen vermelden wij verschillende reizen naar Rusland, waartoe evenwel eerst na eenige aarzeling werd besloten. De eerste ging met 22 deelnemers door op 31 Augustus 1935, nadat reeds een onzer bestuurders een onderzoekingsreis naar Moskou, Leningrad en verder had gemaakt. Deze periode geeft ook een opleving van de reizen naar Italië te zien. Tot nog toe waren b.v. reizen naar Rome alleen bereikbaar voor zwaarder gevulde beurzen. E r komen geslaagde pogingen, om deze tochten hoe langer hoe goedkooper te maken, welk pogen zal culmineeren in een Generale reis met twee keer 400 deelnemers in 1938. Maar voorloopig was een reis in 1932 met 115 deelnemers nog van baanbrekende beteekenis. Een geweldige prestatie werd evenwel ten opzichte van Italië geleverd b;j het wereldkampioenschap voetbal, waarvan de finales in Milaan, Turijn, Genua en Rome plaats hadden. Op 4 M e i 1934 kondigden wij in Reizen en Trekken aan, dat wij per extra trein eenige honderden van onze leden in de gelegenheid wilden stellen om deze sport1500 N.R.V.-ieden gebeurtenissen bij te wonen, naar Milaan. en het werden niet minder dan drie extra treinen met ± 1500 deelnemers. Geen wonder, nadat wij zooveel sportbelangstelling bij onze leden ontdekt hadden, dat wij in ons orgaan groote propaganda maakten voor de Olympiade te Berlijn en de Olympische Winterspelen te Garmisch-Partenkirchen, en ook, dat wij in Januari 1936 bij de 15e Rallye Monte Carlo een autocar van de A.T.O. konden vullen met sportieve N.R.V.'rs. Reeds vroeger gaven wij meerdere reeksen met de namen onzer reis-doelen waarbij de autotochten steeds een belangrijker plaats gingen innemen. Daarom hier slechts enkele aanvullingen, zeer onvolledig overigens, omdat wij alleen de meest markante reizen in deze periode willen aanduiden. Zoo noteeren wij reizen naar Praag en de Karpathen. naar Triëst en Abbazia, naar Varmland in Zweden, Vorarlberg, Macedonië, Oberammergau (passiespelen», de Primavera Siciliana, Roe'jhenie, Bogganvik (Noorwegen), Lapland, Toscane, Umbrië en Latium 'per autot. Nationaal Park in het Ober-Engadin, de Beiersche Koningssloten. Orientreis naar Egypte, Palestina. Klein-Azië, Turkije, Griekenland en Italië, Spanje (per vliegtuig en mailboot), Marokko, het Nassausche Land, Portugal, Madeira, Kanarische eilanden. Casablanca, Saudasjoen (Noorwegen), per Ariadne of Leda van de Bergenske Stoomvaart Mij.) Tijdens de wereldtentoonstelling 1935 te Brussel werden tal van grootere en kleinere tochten daarheen gemaakt, ook vliegtochten heen en terug. Wat ook zeer in den smaak viel. waren de bootreizen per Stoomvaart-Maatschappij „Nederland" of „Rotterdamsche L l o y d " naar of van Genua of Marseille met een verblijf resp. aan de Italiaansche of Fransche Rivier? Van de reizen met een uitgesproken cultureel doel noemen wij nog een geologische reis naar Gerolstein in den Eifel. welke bijzonder slaagde, reizen naar Londen voor de Ideal Home Exhibition, naar L y o n voor de tentoonstelling voor sanitaire techniek en stedelijke hygiëne, muziekreizen naar Bayreuth en München alsmede naar de Salzburger Festspiele. Bij het lezen in ons orgaan van zoovele reizen, die zich bewogen ver buiten den bescheiden aanvangskring van Ardennen, Rijn, Parijs en Harz, vroegen sommige leden zich wel eens af. of de N.R.V. niet te veel afweek van haar oorspronkelijke doel, maar steeds
kon ons Hoofdbestuur er op wijzen, dat de N . R . V . ons geheele volk in al ziin geledingen w i l omvatten, en dat de groote beginselen, nl. absolute belangeloosheid van bestuurders en leiders, en elke onnoodige uitgave op reis vermijden, steeds in vollen ormang golden. Ook voor de verdere en daardoor duurdere tochten. Toch spoorde dergelijke critiek steeds weer opnieuw aan tot zelfherziening, en daaraan hebben vele goedkoope, korte tochtjes het aanzijn te danken, bijv. in het najaaar Met den luidspreker korte re i ze n naa r de wij n B e l g i ë door. oogstfeesten aan Rijn, A h r en Moezel, goedkoope twee-daagsche autotochtjes naar Düsseldorf, 2- en 3-daagsche tochtjes naar Brussel. In dit opzicht hadden wij veel succes met de in 1934 ingevoerde z.g. Radio-treinen door België. Deze extra-treinen vervoerden drie dagen lang telkens ± 300 leden door België; daarbij werd de kuststrook bezocht met Brugge en de Ardennen. Gedurende den geheelen spoorrit werd door een luidspreker-installatie in iederen coupé attent gemaakt op het belangrijke, dat buiten te zien was of werden historische en andere toelichtingen gegeven. Zoo'n tocht kostte alles inbegegrepen ƒ 21.—. In dit verband dient nog melding gemaakt te worden van het geniale Zwitsersche Hotelplan, dat i n 1935 ontstond en dat door speciale afspraken goedkoope extratreinen naar Zwitserland v.v. Het loopen. De N.R.V. zag daarin een mogelijkheid om voor haar leden mooie, goedkoope reizen naar het Alpenland te organiseeren en heeft daar gaarne aan meegewerkt. Een groot aantal reizen is daarop gebouwd, zoowel voor gezelschappen als voor alleenreizende leden en het bleek zelfs noodig een kleine sub-afdeeling i n ons bureau hiervoor geheel te specialiseer en. Maar dit alles geeft in de verste verte nog geen indruk van den omvang, welke het werk der gezelschapsreizen bij onze N.R.V. had verkregen. Daarom ter aanvulling nog enkele cijfers. In Reizen en Trekken van 11 Januari 1935 besloeg de bloote opgave van de voor dat jaar ontworpen reizen niet minder dan 6 bladzijden, terwijl het volgende lijstje van doorgegane reizen veelzeggend is: Jaar: 1931 1932 1933 1934 1935
Doorgegane Aantal reizen: deelnemers: 549 19,827 484 15,293 533 17,075 575 19,710 623 20,287
Totaal der reisbedragen: ƒ 1,707,589 „ 1,237,365 „ 1,270,138 „ 1,336,390 „ 1,205,199
Het Hoofdbestuur zoebt evenwel de leden niet alleen aan hun organisatie te binden door een groote verscheidenheid in de te maken tochten, maar tevens in datgene, wat in den tegenwoordigen tijd verstaan wordt „Service". onder het woord „service". Een typisch uitvloeisel hiervan was het besluit, dat voor de meeste reizen een maximum aantal deelnemers werd ingevoerd van 30, en later voor een ander deel een maximum van 2G, terwijl bovendien bepaald werd, dat voor die reizen, welke een grooter aantal dan 30 deelnemers mochten meenemen, bij 40 een tweede leider verplicht werd. Wellicht zal men opmerken, dat in het hier medegedeelde steeds sprake is van reizen in het buitenland, maar ook ons eigen land had de volle aandacht. In eigen land werden naast het bekende uitgebreide Afdeelingswerk reizen ontworpen van allerlei aard. waaruit wij aanstippen: V i e r daagsche week-end-tochten Leert Uw eigen land naar Scheveningen, reizen ook kennen. naar Noord-, Midden en Z u i d Nederland, een reis van 11 35
dagen naar Arnhem met daaraan verbonden cursus in het Esperanto, het Elfprovinciën-plan, bestaande uit 11 deskundig uitgewerkte programma's voor zesdaagsche reizen in eik van onze provincies, en talrijke tochtjes naar de bloembollen, de druiventeelt, bloemententoonstellingen, enz. Het jaarverslag over 1934 maakt uitvoerig melding van het vele, dat in dit jaar gedaan is voor het binnenlandsch verkeer- Het moet echter helaas geconstateerd worden, dat vele van deze reizen niet doorgingen, omdat de Nederlanders in hun vacantie nu eenmaal liever de bergen in gaan dan naar bosch, wei en strand, en ook wel omdat zij — wellicht ten onrechte — in het laatste geval meenen de medewerking van de N.R.V. te kunnen ontberen. Intusschen, voor hen die in het laatst-medegedeelde aanleiding vinden om het hoofd afkeurend te schudden, moge een lichtpunt zijn, dat de aanweügneid van vele onzer groepen in het buitenland daar toch ook den lust heeft gewekt, om dat land eens te zien, waar die vele bezoekers vandaan kwamen. En zoo kwamen er bij wijze van tegenprestatie in 1933 vierhonderd Zwitsers in 400 Zwitsers op ons land, welke tocht met gelijke aantallen in 1934 en 1935 (en ook later) herhaald werd, waarbij de N.R.V. als gastvrouwe optrad en onze Zwitsersche vrienden rondleidde in A m sterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht, de bloembollen toonde, het badleven te Scheveningen, de afsluitdijk en Wieringermeer-polders, de Alkmaarsche kaasmarkt, enz. Dit werk zou zeker zijn uitgebreid, want als tegen-prestatie voor de vele reizen der N.R.V. naar Duitschland, waren er plannen in Trier, in Wernigerode en in Nassau, om met groote groepen ons land te komen bezoeken. Helaas heboen ue poiitieke toestanden en,de daaruit voortvloeiende monetaire beperkingen de uitvoering dezer plannen tegengehouuen Maar uit een en ander blijkt toch wel de waarheid van hetgeen R. en Tr. op 27 September 1935 schreef: „Het toerisme is een kwestie van reciprociteit" en verder: „Laat Toerisme is een onze landgenooten gerust de de grenzen overgaan, maar reciprociteit. zorgt tegelij kertijd, dat de vreemdelingen tot ons land worden aangetrokken. Tracht voor duizend H o l landers, die naar de bergen trekken, twee duizend vreemdelingen terug te krijgen." Beschouwen wij ook nog hetgeen in de zesde periode van ons bestaan door de Commissies voor Voetreizen en de Wintersport gedaan werd. Ook hier is gelukkig slechts sprake van vooruitgang en uitbreiding. De Commissie voor de Voetreizen achtte het haar taak. om niet slechts reizen te ontwerpen, maar bij ons volk de gedachte van voetreizen dieper wortel te doen schieten. Vandaar verschillende artikelen in R. en Tr., waarin propaganda werd gemaakt voor alles wat de voetreis betreft, o.m. goede kleeding, goed schoeisel en lichaamsverzorging. Wat dit laatste betreft, sloten wij ons aan bij het Centraal Bureau voor Medische Sportkeuring, en in verschillende steden ontstond de gelegenheid voor onze leden, om zich tegen geringe vergoeding te laten keuren; in Den Haag maakten wij zelfs met een eigen arts hiervoor een afspraak. Er werd propaganda gemaakt voor week-end-voetreizen in eigen land, maar bovenal zijn te vermelden de propaganda-wandelingen, die onder den naam van Voetreis-generale van 1932 af ieder jaar op een Zondag werden gehouden en die gewoonlijk van 400 tot 600 deelnemers trokken. In 1932 bevatte R. en Tr. reeds 3 bladzijden programma's voor voetreizen en bergtochten. Deze laatste waren in dat jaar aan de voetreizen toegevoegd. Het Alpinisme, dat wij nu practisch begonnen te oeoefenen, was eigenlijk een logisch uitvloeisel van de 36
voetreizen. Van toen af werden de voetreizen verdeeld, in a, b en c-reizen, waarmede de zwaarte van den tocht werd aangewezen, en i n de propaganda werd tevens betrokken de raadgeving om zich slechts op te geven voor zoodanigen tocht, waarvoor men zich lichamelijk geschikt achtte. Overigens werd hierop ook door de Commissie zoo goed mogelijk toezicht gehouden. Voorts werden bergsport-cursussen georganiseerd, om zich te oefenen i n hoogtoeren; deze trokken veel deelnemers. Behalve voetreizen naar Burg, Siegerland en Lahngebied, Harz, Westendorf, Berner Oberland, Vogezen, L a Roche en Echternach, treffen wij nu ook aan bergtochten in de Süvretta, Rhatikon, Stubaier- en Oetztaler Alpen, de Hohe Tauern en de Glarner Alpen. Het jaarverslag over 1935 vermeldt dat er thans 88 voetreisleiders zijn. De vooruitgang ziet men uit dit lijstje, ontleend aan eenige jaarverslagen. Alpine tochten.
Jaar: 1933 1934 1935
doorgegane reizen 55 70 80
aantal deeln, 1264 1645 1849
Evenals bij de voetreizen stelde de commissie voox de Wintersport zich op het standpunt, dat men sleLhts resultaten kan verwachten, als men de menschen door gepaste propaganda kan overtuigen- Door goede artikelen in ons orgaan en door prachtige wintersportnummers van R. en Tr., waarvan het eerste op 24 November 1933 verscheen, werd de lust tot winterreizen opgewekt. Uitvoerige, zeer verzorgde programma's voor reizen, o.a. naar Obernberg (Tiroï), Engelberg, St. Moritz, Brand, Galtür, Adelboden. Arosa, Cortina d'Ampezzo, Grindelwald, Lenzerheide, Schuls-Tarasp, Zweisimmen, Unterwasser, Chamomx, Innsbruck, Griesalp, Körbersee, Westendorf, Saudesjoen, Schmallenberg en Hoheleye bij Winterberg in het Sauerland en de Poolsche Karpathen wakkerden deze lust aan. Ook op andere wijze werd voor het onderwerp belangstelling gewekt. De ski, dat wonderlijke voortbewegingsapparaat, dat door beginners met eenig wantrouwen wordt bekeken, moest tot vertrouwden vriend worden gemaakt; de reeds vroeger vermelde ski-gymnastiek-cursussen werden uitgebreid. In 1933 gingen er 10 droge cursussen door met 198 deelnemers; in 1935 werden er 17 plaatsen aangekondigd. Wij bezitten reeds een grooten voorraad eigen oefenski's. In 1934 werden propagancia-film-a vonden gehouden in Dordrecht, Den Bosch, Hoorn, Deventer, Arnhem, Zaandam, Delft, Amersfoort, Leiden, Bussum, Hengelo, Den Haag, Alkmaar, Amsterdam, Apeldoorn en Nijmegen. In 1935 komt Sepp RamersN.R.V.-ski-diploma's. dorffer, Oostenrijksch s k i looper en ski-leeraar voordrachten houden in 11 onzer Afdeelingen. In Dec. 1931 werd een eigen ski-diploma A ingesteld en in Febr. 1935 ons diploma B, dat strenge eischen aan ski-vaardigheid stelt. Een boekje over ski-gymnastiek, geschreven door een leeraar lichamelijke oefening, lid onzer wintersportcommissie, werd uitgegeven. Dezelfde leeraar was in 1933 naar Zwitserland gegaan, om kennis te nemen van de toen ingevoerde nieuwe ski-methode, ten einde deze op al onze lessen in te voeren. Daarenboven werden ook de speciale ski-cursus-reizen voortgezet; deze voerden bijv. in 1934 naar Brand, Burgstein, Faschina, Galtür en het Spitzmeilen-gebied. Eenige jeugdreizen voor ski-sport werden ontworpen o.m. naar Gargellen. Het jaarverslag 1935 deelt mede, dat 42 wintersportreizen doorgingen met 1201 personen. Aan de droge ski-cursussen was in dat jaar deelgenomen door 283 leden, waarvan 145 met onze wintersportreizen meegingen.
Na al hetgeen hier over de voet- en de wintersportreizen is medegedeeld, zal men de juistheid erkennen van wat op 28 December 1934 R. en Tr. schreef: „ . . . .de prachtige resultaten, behaald met onze wintersportreizen en voetreizen, die ons werk — met de daarbij ingevoerde medische sportkeuring — nu ook het accent geven der bevordering van de lichaamscultuur-" Ons orgaan Reizen en Trekken, aat getrouw de weerspiegeling gaf van alles, wat in onze Vereeniging werd gedaan en gedacht, onderging i n deze periode een verandering. Op 1 Januari 1933 ging een nieuw conReizen en Trekken tract in met de firma J . van Boekhoven te Utrecht, en van in nieuw kleed. dien tijd af is ons blad gedrukt op de rotatiepers van de Nieuwe Rotterdamsche Courant. Zoo gemakkelijk als deze mededeeling wordt neergeschrev er is het evenwel niet gegaan. Heel wat plannen zijn er gemaakt, en heel wat besprekingen zijn er gevoerd En het blad, dat in 1933 als resultaat daarvan veischeen, beantwoordde in het geheel met aan het eerstgevormde plan. Dit hield in, dat van 1 Januari 1933 af Reizen en Trekken gesplitst zou worden in een mededelingenblad en een geïllustreerd toeristisch orgaan. De stijgende prijzen juist in dien tijd waren oorzaak, dat deze plannen werden uitgesteld en daf voorloopig niet tot splitsing zou worden overgegaan, welke voorloopige toestand, in weerwil van een tusschenüjdscnc poging, om het oude plan weer op te vatten, zich tol heden kon handhaven. Het eerste nummer, dat op 6 Januari 1933 verscheen, was op Deter papier gedrukt, van grooter tormaat, aus met meer orukrurmte, was geschikt voor illustratie, en had een nieuw titelhootd, de bekende twee wandelaars, welk hoold resultaat was van een nationale prijsvraag, waarop niet minder dan 432 inzendingen inkwamen. Hiervan is gedurende 4 dagen een aiuk bezochte tentoonstelling gehouden in het gebouw Gei 's-Gravenhaagsehe Volksuniversiteit. Het Hooidoestuut had een belangrijke verhooging van het budget voor de Redactie toegestaan. Een tweede redacteur, vakjournalist, werd Benoemd, die ons na 9 maanden weei verliet wegens zijn benoeming tot Hoofdredacteur van een onzer aagbladen. Het Hoofdbestuur acntte aanvulling van deze vacature niet noodzakelijk. Ook werden er gelden toegestaan voor nonoreering der artikelen van beroepsschrijvers twat in al die jaren nog nimmer was geschied) en voor ruimer illustratie. Er was nu ook meer ruimte voor innemende artikelen, en daarvan is dan ook een goed gebruik gemaakt, waarvan de dikke jaargangen uit dien tijd getuigems afleggen. Het schijnt evenwel het noodlot te zijn van ons vereemgingsorgaan, Een tatum. dat welke goede bedoelingen men ook heeft, om de Redactie de noodige ruimte te verschaffen en welke bedragen men daarvoor ook beschikbaar stelt, de organisatie telkens weer beslag legt op de grootere ruimte. De normale omvang van het blad was soms 12, meestal lb pagina's, maar dikwijls werd deze grens overschreden; wij tellen tal van nummers van 20, 24 en 32 pagina s, eens zelfs 40 pagina's; en dat hoofdzakelijk voor de publicatie van reisprogramma's. Ook de annonces vorderen veel plaats. Op 9 Juni 1933 tellen wij 8 pagina s annonces tegen 15 pagina's reisprogramma's. Trouwens de e gen exploitatie de., annonces was geslaagd. Langzaam maar zeker groeide op het Centraal Bureau een zellstandige reclameafdeeling, die op vakkundige wijze beheerd werd, waardoor iedere offerte, om deze taak van ons over te nemen op besliste wijze van de hand kon worden gewezen. Deze afdeeling verzorgde ook de prijsvragen, welke !
om den inhoud aantrekkelijk te maken, telkenmale werden uitgeschreven. A a n deze prijsvragen danken wij ons vereenigingsembleem, de wereldbol met de
letters N.R.V., de N.R.V. slagzinnen als: Naar Roepende Verten (le prijs), Nooit Rustende Vereeniging, Nergens Rijker Variatie, Nimmer Rustend Voorwaarts. Naast Reisgenot Voordeel (er waren hiervoor 1200 inzendingen) en Naar Roepende een oorspronkelijk Vereenigingslied, dat men echter nooit Verten. hoort zingen, en dat het oude: „Wij reizen en wij trekken" nog niet heeft Kunnen verdringen. De in ieder geval grootere plaatsruimte, waarover de Redactie kon beschikken, werd gebruikt voor een aanzienlijk aantal mooie toeristische en voorlichtende artikelen, meestal met goede illustraties, terwijl bij vele gelegenheden zeer mooie extra nummers werden uitgegeven, zooals ter gelegenheid van ons 25- en 30-jarig jubileum, van de Belgische tentoonstelling 1935, en verder vele speciale nummers gewijd aan de winter-, zomer- en zeereizen. Er verschenen jaarlijks eenige jeugdnummers en in 1936 kwam er ter gelegenheid v a n » het zilveren jubileum van Amsterdam een extra jTTbileum-bijlage Besluiten wij dit relaas van het wel en wee van ons blad in de zesde periode met de vermelding, dat wel eens de opmerking gemaakt is, dat het noodlot van Vereenigingsbladen is, dat ze met uandje en al in den prullemand ter ruste worden gelegd, waaraan R. en Tr. niet zou zijn ontkomen. Niet prettig voor een Redactie, die daartegen dan ook meermalen aanvoerde, dat het succes van ons werk, het reageeren op wat wij drukten, toch wel het tt eiiueel bewees. Maar het was de schrijver A . M . de Jong, die ons een brief zond, waarin één zin, die een advertentie-bureau zou doen watertanden. De heer de jong had een artikeltje in ons blad geschreven over een hotel te Menton en op een goeden dag schreef hij ons: „Dit artikeltje neefl een ietwat verbluffende uitwerking gehad: een gansche reeks Hollanden, neeft zich als gasten gemeld." Wij stappen hiermede van dit onderwerp af, om de herinnermg te bewaren aan een belangrijke actie, door de N.R.V. in 1934 op het getouw gezet, n.1. de Nederlandsche Reisweek. De onlogische en ongegronde verwijten van een aantal landgenooten aan net adres dei N.R.V., als zou deze de belangen van het binnenlandsch toerisme niet voldoende in het oog houden, brachten ons er toe, om in 1934 naast een zeer bijzondere poging, om de Nederlanders van de schoonheid in eigen land te doen genieten, (zich uitende in het aanbieden van een groot aantal zorgvuldig uitgewerkte binnenlandsche reizen) een werk te ondernemen, dat wij zelf beschouwden als minder op onzen weg te liggen dan van de direct belanghebbenden. Wij wilden De Nederlandsche echter de oogen openen van hen, die bij het vreemdelinReisweek. genverkeer betrokken w a ren of er belang bij hadden, voor binnenlandsche mogelijkheden, en organiseerden tegen het einde van het reisseizoen, van Ê
37
20 tot 27 Augustus, de Nederlandsche Reisweek, zulks in samenwerking met de Nederlandsche Spoorwegen, A.T.O., K . L - M . , A.N.V.V., Horecaf, Ned. Stoombootreederijen, Natuurbaden, Kunst- en Amusementsbedrijven, Handel en Nijverheid. In de Nederlandsche Reisweek kon iedereen een belangrijke reductie krijgen op vertoon van een legitimatiekaart. E r was voor dit denkbeeld groote medewerking. De N.R.V. nam alle administratie en de kosten daarvan op zich. Verder werd er een wedstrijd uitgeschreven, waarvoor door de medewerking van belanghebbenden 125 interessante prijzen beschikbaar waren. De hoofdprijs was een week gratis verblijf in een Nederlandsen hotel. Eenige weken lang heeft R- en T r . in het teek en der propaganda gestaan voor deze actie. Bekende en onbekende gebieden in ons land werden voor het voetlicht gebracht; de A.V.R.O. werkte mede aan deze propaganda. R. en T r . van 17 Augustus 1934 bevatte o.m. 9 bladzijden met reductielijsten op ieder gebied in geheel ons land. De Nederlandsche Pers. die ons al die jaren door — het zij met erkentelijkheid gezegd — steeds haar aandacht en steun verleende, heeft ook hier haar gewaardeerd aandeel geleverd. Wij reikten voor de Nederlandsche Reisweek. die een succes geworden is, niet minder dan 50,000 legitimatiekaarten uit met de bijbehoorende Reisweek-courant en reductielijsten. Nadat alle administratieve aangelegenheden waren afgehandeld, waarmede maanden gemoeid waren, schreven wij in R. en Tr. van 1 Februari 1935 een slotartikel, waarvan de conclusie luidde: Geslaagd! Wij voegden er aan toe: „Wij hebben er met pleizier tijd, arbeidskrachten en financieele offers voor over gehad. Maar het wei^l ligt niet op onzen weg, het is de taak van anderen. Wij hebben dezen stoot tot stimulecring van het binnenlandsch Vreemdelingenverkeer gegeven. De N.R.V. blijft bereid in samenwerking met anderen daaraan mede te werken". Na dien tijd hebben wij nog pogingen gedaan de belanghebbende organisaties tot eigen acne op te wekken, zonder resultaat. Nadat van A . N . V . V . en van H . O R . E . C . A . F . bericht was gekomen, dat men daarvoor geen belangstelling had, hebben wij deze zaak verder laten rusten. In deze periode valt ook de indiening van een wetsontwerp op de reisbelasting, onzaliger gedachtenis. In de groote pers, en in ons eigen orgaan is er tegen geageerd, met artikelen, argumenten, spot, ingezonden stukken, caricaturen. Ons Reisbelasting. Hoofdbestuur heeft veel uren gewijd aan dit dwaze gevaar, het heeft geschreven aan den Minister van Financiën en geadresseerd aan de Tweede Kamer. Bijna alle belangrijke verkeersinstanties hebben over het ontwerp een vernietigend oordeel uitgesproken, vreemdelingenverkeer incluis, en na eenig aarzelend uitstel, is het bijgezet op het kerkhof der verkeerde voornemens en onjuiste inzichten. Het ledental, dat in de vorige periode tot boven de 80,000 was opgevoerd, liep in het zesde tijdvak terug en bewoog zich om de 60,000 leden. D u gaf geen reden tot ongerustheid, want hoe gaarne wij ook de honderdduizend leden hadden bereikt, het moet worden erkend, dat in dit stadium en bij de bestaande constellatie (b.v. het bestaan van een Christelijke, Katholieke en een Arbeiders-reis vereeniging) een leden-aantal van 50 tot 60 duizend leden normaal kan worden genoemd, terwijl het groote aantal i n de vorige periode was gekweekt door een abnormale krachtsinspanning, op zichzelf misschien heel loffelijk en zeker goed beooeld, maar welke niet in verhouding stond tot onze 38
toenmalige potende. Dit neemt niet weg, dat het Hooidbes'Uiur aan de ledentoeneming zorg en aandacht bleef besteden, en alles deed om den ledenaanwas te beLedenpropaganda. vorderen. Een propagandacommissie werd in 1933 ingesteld, die zich beijverde om de N.R.V. ook beter bekend te maken in plaatsen, waar geen afdeelingen gevestigd waren, en zoo werden er lichtbeelden- en filmavonden gegeven in Naaldwijk, Kampen, Gorcum, Winterswijk, Ede, Tiel, Wageningen, Enkhuizen en Wormerveer. Ook in sommige afdeelingen hadden zulke avonden plaats, o.a. in Amsterdam, waar 800 personen aanwezig waren. Op andere wijze werkte de propaganda-commissie ook, bijv. door leden-campagnes met mooie reizen als prijs, het instellen van de maand A p r i l als Propaganda-maand, deelneming aan tentoonstellingen en dergelijke. Er was nog iets, dat het ledenverloop beïnvloedde. Er was in de 25 a 30 jaar, waarin de N.R.V. feitelijk aan ons Volk geleerd had, wat het toerisme voor zijn vacanties kon beteekenen, iets in de mentaliteit veranderd. E r bleef een zeer groote kern van getrouwen, ook getrouwen aan onze oude en beproefde idealen, maar ook waren er velen, die alleen lid werden, als zij een reis wilden maken. Dit komt sterk naar voren als wij zien, dat in 1931 toetraden 12,240 leden, in 1932 — 7466 leden, in 1933 — 6332 leden, in 1934 — 10,526 leden, in 1935 — 9325 leden, terwijl het eindcijfer op 1 Januari 1936 niet meer dan 53,606 bedroeg. M e n bedenke hierbij, dat dit aantal in het reisseizoen immer tot omstreeks dc 65,000 opliep. Aan het eind van deze periode bezat de N.R.V. 35 Afdeelingen, waarvan Eindhoven, Den Bosch, Tilburg en Breda den Zuidkring stichtten, die in navolging van den ouderen broeder, de Oostkring, reeds eenige intercommunale tochtjes had gemaakt o.m. naar de Flora-bloemententoonstellmg te Heemstede en naar het Concours hippique en den folkloristischen optocht in Oirschot. Het werk der Afdeelingen werd meermalen gestimuleerd door de centrale Commissie voor het Afdeelingswerk, die gezamenlijke Dinnenlandsche tochten tot stand bracht, bijvoorbeeld: in 1932 een tocht naar de Zuiderzeewerken met 600 deelnemers, in 1933 een excursie naar de Zeeuwsche Stroomen met 300 deelnemers, in 1934 een Noordzeetocht tusschen Hoek van Holland en [Jmuiden, waaraan 1000 leden deelnamen. Onder de tallooze uitingen van een opgewekt Vereenigingsleven is vermeldenswaard, dat bijv. in 1935 de gezamenlijke Afdeelingen 136 lezingen in ons land organiseerden, dat Rotterdam en Eindhoven gedurenCultureel afdeelingsde korte tijd een eigen orgaan bezaten, dat Den Haag werk. langen tijd ccn groot en uitstekend N.R.V.-orkest bezat, dat Amsterdam in 1933 1933 in samenwerking met andere afdeelingen een excursie hield met 200 deelnemers langs merkwaardige gebouwen en bijzondere stadswijken. Verder maakten de meeste afdeelingen regelmatig excursies naar de A.V.R.O. te Hilversum, nieuwsgierig als de leden waren naar deze fabriek van mooie en leerzame geluiden. In enkele plaatsen, o.m. Den Haag en Groningen, hadden Hongaarsche avonden plaats, met demonstraties voor de taal, kunst, muziek, zang en dans. 11
Wij mogen dit korte overzicht van de werkzaamheid onzer Afdeelingen niet afsluiten zonder te hebben gewezen op de groote activiteit van Amsterdam op het gebied van het luchttoerisme. Verschillende malen werden groote excursies gemaakt naar
Schiphol. W i j vinden, dat i n d e j a r e n 1932, 1933 e n 1934 r e s p e c t i e v e l i j k 234, 265 e n 135 personen gevlogen hebben, w a a r v a n v e r m o e d e l i j k 95 pet. daarbij d e n „ l u c h t d o o p " ontvingen. Z e k e r z a l dit zijn u i t w e r k i n g niet missen bij de toekomstige uitbreiding v a n h e t l u c h t t o e r i s m e . M i s s c h i e n heeft h e t o n s reeds g e h o l p e n b i j v e r s c h i l l e n d e i n 1933 e n 1935 u i t g e v o e r d e reizen p e r vliegtuig naar Parijs en naar Brussel. D a t er b i j o n s b e l a n g s t e l l i n g v o o r h e t l u c h t v e r k e e r bes t a a t , i s g e b l e k e n u i t h e t b e s l u i t van h e t H o o f d b e s t u u r v a n 3 F e b r u a r i 1934 o m e e n b e l a n g r i j k e b i j d r a g e t e s c h e n k e n a a n h e t P e l i k a a n - C o m i t é e n het feit, dat a a n de U i v e r - h u l d e te A m s t e r d a m i n December v a n hetzelfde jaar 600 N.R.V.-leden deelnamen. Luchtdoopelingen.
De Leden-reunie m eigen land ,welke gewoonlijk eens p e r j a a r door het Hoofdbestuur werd 'eorganiseerd. bleef veler belangstelling trekken. O p 17 J u l i 1932 h a d d e z e t e A r n h e m p l a a t s m e t 2 5 0 d e e l n e m e r s , e e n v e e l t e g e r i n g a a n t a l . B e t e r ging het i n S e p t e m b e r 1934, t o e n 1000 l e d e n i n 3 6 t o u r i n g c a r s n a a r d e n G r e b b e b e r g t r o k k e n , e n n o g b e t e r op 8 S e p t e m b e r 1935 t o e n 1200 l e d e n z i c h v e r e e m g a e n i n h e t K u r h a u s te S c h e v e n i n g e n , o p welken t o c h t z i j in v o l l e mate k o n d e n genieten v a n e e n i n bijzonderheden uitgewerkt dagprogramma, dat eenige concerten i n het K u r h a u s , een koffietafel e n een dmer, zee- e n z o n n e b a d e n , d u i n - e n h a v e n w a n d e l i n g e n , e e n a u t o t o c h t n a a r W a s s e n a a r e n e e n t h é - d a n s a n t o p de Pier bevatte. T e n o p z i c h t e v a n d e Z o m e r w o n i n g e n Dracht deze periode een radicale verandering. H e t w a s m d e n loop v a n j a r e n duidelijk geworden, dat de v o o r z i c h tige h o u d i n g , w e l k e de N . R . V . steeds a a n n a m tegeno v e r m o g e l i j k e risico's, niet strookte m e t het feit, dat w i j h u i z e n h u u r d e n zonder zekerheid, dat wij ze o o k w e e r v e r h u r e n z o u d e n . I n m i n d e r goede j a r e n w e r d a a n d e z e n tak v a n o n s w e r k d a n ook wel verloren. Bovendien hadden w i j n o g ƒ 20.000.— kapitaal v a n de obligatieleening ongebruikt liggen, w a a r o p w i j j a a r l i j k s ± ƒ 200.— renteverlies leden. Dit voerde tut e e n n i e u w e regeling, waarbij — behoudens in uitzonderingsgevallen — geen huizen meer d o o r o n s z o u d e n worden gehuurd, waartegenover een uitgebreide lijst w e r d aangeW i e zijn schuld legd v a n woningen i n b i n betaalt, verarmt niet. nenen buitenland, welke gedurende eenigen tijd ter b e s c h i k k i n g v a n onze leden zouden staan. V o o r t s w e r d n u ingegaan op het voorstel, dat reeds eenige m a l e n , zonder succes, gedaan w a s , e n w e r d besloten de o b l i g a t i e l e e n i n g v a n de N e d e r l a n d s c h e Zomerh u i s s t i c h t i n g p e r i A p r i l 1935 a p a r i a f te l o s s e n , h e t g e e n g e s c h i e d is. D e a d m i n i s t r a t i e e n e i g e n d o m men werden in de N . R . V . - b o e k h o u d i n g opgenomen, w a a i bij dus ook k w a m ons bezit in Nunspeet „ L a n d r u s t " , dat intusschen i n verband met gedeeltelijke onteigening v a n het terrem wegens aanleg van een nieuwen rijksweg, was afgebroken, herbouwd en gemoderniseerd. De bibliotheek, d i e n a het opgeven v a n het perceel i n d e A n n a P a u l o w n a s t r a a t o p 1 J u l i 1931 w a s o v e r gebracht naar het Centraal B u r e a u a a n de L a a n v a n M e e r d e r v o o r t , b e g o n z i c h u i t te b r e i d e n , d a n k zij tal van geschenken en vele bijdragen v a n reisgroepen, w a a r v a n een bibliotheekfonds w e r d gesticht, waaru.t jaarlijks voor * ƒ 9 0 0 . — t o t ƒ 1000.— v o o r d e b o e k e r i j k o n w o r d e n b e s t e e d . O p 1 F e b r u a r i 19.11 w a s de B i b l i o t h e c a r i s i n v a s t e n dienst d e r N . R . V . aangesteld. E r k w a m e n n u . w a t voor een toeristisch
l i c h a a m zeer belangrijk is, v e r s c h i l l e n d e l i t e r a t u u r opgaven v a n bepaalde landen, e n ook verschenen er bij b i j z o n d e r e r e i z e n i n o n s b l a d l i t e r a t u u r - l i j s t j e s . Zelf bezorgde de N.R.V. ook uitgaven op ons g e b i g d . I n 1934 v e r s c h e e n v a n d e h a n d v a n d e n H e e r J. D . R o s een brochure, getiteld „ B e k n o p t overzicht der b o u w k u n s t v a n de G r i e k e n tot op heden" e n van d e n H e e r E . W . Venema een boekje: „ V o r m i n g en vergaan der bergen". Beide pennevruchten naar aanleiding v a n cursorische voordrachten, speciaal gehouden v o o r onze leidersvergaderingen, w a a r h o n d e r d e n l e i d e r s a a n w e z i g w a r e n . O p 10 N o v e m b e r 1934 h i e l d het Hoofdbestuur e e n v e r g a d e r i n g te G r o n i n g e n , t e r eere v a n e e n z i j n e r l e d e n , d i e 25 j a a r in d i t College zitting h a d . O n d e r de besluiten, die daar genomen werden, w a s ook het samenstellen van e e n populaire gids over de natuur i n Z w i t s e r land. Daartoe is w e l de opdracht verstrekt e n h e l b o e k is zelfs g e s c h r e v e n , m a a r d o o r e e n s a m e n l o o p van omstandigheden w e r d het geen N.R.V.-uitgave. H e t k w a m e e r s t i n 1940 u i t : h e t i s h e t b e k e n d e b o e k van Nijnanten over Zwitserland. V e r d e r verscheen in 1934 d e d e r d e h e r z i e n e d r u k v a n unzen liederenbundel, terwijl officieel m e d e w e r k i n g d e r N . R . V . werd gegeven a a n de bekende serie v a n de U i l g e v e r s M i j . K o s m o s te A m s t e r d a m : „ W a t e n H o e m o e t i k h e t z e g g e n in het Fransch, Duitsch, Engelsch, Italiaansch, enz." O p t a a l g e b i e d wee's R . e n T r . d e l e d e n d e n w e g d o o r m e d e d e e l i n g te d o e n v a n i n g e z o n d e n b e r i c h t e n o v e r z.g.n. Vacantiecursussen i n het buitenland voor Fransche, Duitsche, Italiaansche e n Deensche letterkunde. Voor de b e r o e m d e kunsttentoonstellingen in Burlington H o u s e te L o n d e n , w e l k e m e e r m a l e n door onze leden bezocht werden, stelde zich als wetenschappelijk leider eenige m a l e n beschikbaar D r . G . K n u t t e l W z n . v a n h e t G e m e e n t e - M u s e u m i n D e n H a a g . M e t de Haagsche Volksuniversiteit werden regelingen gemaakt voor reductie a a n onze leden, d i e v o o r d r a c h t e n over natuurkennis, land- en volkenkunde en toerisme wilden bijwonen. O o k werden m e t deze i n s t e l l i n g g e z a m e n lijke studiereizen ontworpen Vacantie en onder deskundige leiding. U i t ontwikkeling. een e n ander blijkt w e l , dat de N . R . V . g e t r o u w bleef a a n h a a r opzet, h e t v a c a n t i e g e n o e g e n te l a t e n s a m e n g a a n m e t o n t w i k k e l i n g . D a t d i t s t r e v e n n i e t o n o p g e m e r k t is gebleven, blijkt o . m . u i t h e t feit, d a t reeds i n A u g u s t u s 1929 d e N . R . V . te B i r m i n g h a m a i s v o o r b e e l d i s g e n o e m d op h e t W e r e l d c o n g r e s v o o r o n t w i k k e l i n g v a n volwassenen, e n dat i n het Intern a t i o n a l H a n d b o o k o f A a u l t E d u c a l i c n m e l d i n g fetmaakt wordt v a n ons werk. V a n dit belangrijk streven trachtte het Hoofdbestuur op a l l e r l e i w i j z e h e t o n g e v e e r 500 leder, tellende l e i d e r s c o r p s te d o o r d r i n g e n , a l l e r e e r s t i n d e r e e d s g e noemde leidersvergaderingen, maar ook i n talrijke kleinere bijeenkomsten voor speciale onderwerpen, soms ook i n a r t i k e l e n i n ons orgaan, zooals bijvoorbeeld het aardige a r t i k e l : E e n niet alledaagsche tafelr e d e I R . e n T r . 5 M e i 1933), w a a r i n o o k de p l i c h t e n der deelnemers ten opzichte v a n h u n leider op pakkende wijze w e r d e n belicht. H e t Hoofdbestuur was in t o e n e m e n d e m a t e s t r e n g b i j de t o e l a t i n g v a n n i e u w e leiders. E e n speciale C o m m i s s i e w e r d ingesteld voor h e t o n d e r z o e k v a n c a n d i d a t e n , e n i n 1935 w e r d o e sloten, dat o o k n a toelating n i e m a n d definitief als l e i d e r d e r N . R . V . w o r d t i n g e s c h r e v e n , v o o r d a t h i j ^en minste twee m a a l een reis m e t goed g e v o l g geieid heeft. W a a r die l e i d e r s i n o n z e V e r e e n i g i n g h u n f u n c t i e belangeloos e n u i t liefde tot deze taak v e r v u l l e n , w e r d liet op e e n gegeven o o g e n b l i k n o o d i g geacht a a n de h o t e l h o u d e r s i n h e t b u i t e n l a n d e e n u i t e e n z e t t i n g te geven v a n de positie v a n een leider d e r N . R . V . Deze 39
positie kon bezwaarlijk mooier en juister worden uitgedrukt dan door de woorden, die wij vonden i n het jaarverslag van 1928: ,,Wij rekenen op U , leiders! U w honorarium, ge weet het, zal alleen kunnen bestaan in dankbaarheid en waardeering, maar meer dan geld zal U zijn een herinneringsplaats i n de harten van dankbare menschen." Meer dan geld.
Op het Centraal Bureau, waar reeds spoedig na 1930 een uiterst nauwkeurige selectie van het personeel werd gehouden, is in de vijf besproKen jaren met groote animo en toewijding gewerkt. Van 's-morgens vroeg tot 's-avonds laat. Vooral i n den zomer werden de avonden zelfs nachten, een euvel, aai vastzit aan het bedrijf zelf, en waartegen nog geen middel gevonden is. E r waren soms ochtendposten van 800 tot 1000 brieven. Dit noodzaakte zelfs tot het aanschaffen van een electrischen briefopener. Geleidelijk werden allerlei kantoormachines ingevoerd. Een groot aantal schrijfmachines ratelde den geheelen dag, maar daarnevens kwamen rekenmachines, adresseermachines. roteerende vermenigvuldigingsmachines, boekhoudmachines, een frankeermachine en ponswerktuigen. Het vaste personeel bestond in 1935 uit 65 personen, welk getal in den zomer met tijdelijk personeel tot 90 werd uitgebreid. De salarispost, welke i n 1931 reeds ƒ 100,000 per jaar bedroeg, steeg van jaar tot .laar, en noodzaakte eenige malen tot herzieningen. A a n de rechtspositie van het personeel zijn in 1931 en m de jaren daarna tal van vergaderingen gewijd van het Hoofdbestuur en personeelcommissies. De vele relaties met het buitenland waren aanleiding om naast onze Nederlandsche postrekening eveneens girorekeningen te openen in België, Duitschland, Frankrijk en Italië. Het Centraal Bureau werd in Januari 1936 lid van de Nederl. Vereeniging van Reisbureaux, en noemde z^ch, in verband met de geleidelijk zich voltrekkende wijziging in de richting van het grootbedrijf, gaarne het Reisbureau van de N.R.V. Het groot aantal leden in Amsterdam, waarondt i velen, die geregeld van de diensten onzer voortdurend groeiende afdeeling Privé-reizen, of w i l men liever „van het reisbureau" gebruik maakten, noopte tot Filiaal van het C.B. het overwegen, of het indertijd opgeheven bijkantoor te Amsterdam. aldaar niet weer opnieuw zou worden opgericht. In 1936 is aan dit verlangen voldaan. Een ander verlangen, dat al vele jaren bestond, cn waarvoor al veel vergeefsch werk gedaan was, kon eindelijk bevredigd worden. Op 1 Januari 1935 kwam een behoorlijke pensioenregeling voor het personeel tot stand, eenigszins analoog aan de Rijksregeling. Hiervoor werd een zelfstandige Pensioenfonds. Stichting in het leven geroepen: „Pensioenfonds der N.R.V.", met eigen Bestuur en financiën. Het ging de N.R.V. in alle opzichten voor den wind. In weerwil van crisis en malaise, waarover alle bedrijven in deze jaren klaagden, beleerden wij jaren van voorspoed. „Ons kapitaal groeide, wij spaarden, in hoofdzaak voor drie dingen: le. voor de pensioenregeling, 2e. voor het nieuwe gebouw, 3e. voor den kwaden dag, welken wij van jaar tot jaar vreesden, en waarop, in weerwil van het succes, alle begrootingen werden opgebouwd. En ziet, ze zijn alle dirie gekomen ook, de pensioenregeling, hot gebouw, en m de zevende periode ook de gevreesoe kwade dag. In M e i 1931 verhoogde de Algemeene Vergadering op voorstel van het Hoofdbesluui de contributie tot 40
ƒ 1.75. Dit was noodig in verband met de verbetering in de salarieering van het personeel. In 1932 was ons bespaarde kapitaal al opgeloopen tot ƒ 57,575.13 en einde 1935 hadden wij een kapitaal van ƒ 107,552.05 met daarnaast een bouwreserve van ƒ 70,000. Ó p dat oogenblik was ons nieuwe huis al een heel eind uit den grond geschoten. Het Hoofdbestuur had de hand kunnen leggen op twee huizen, hoek Zeestraat en Laan van Meer der voort, welke in geuruik waren bij den Zuiderzeeraad. In de Hoofdbestuursvergadering van o October 1934 werd besloten tot den aankoop van deze perceelen, welke zouden worden afgebroken, om een nieuw gebouw te zetten. Op 12 Januari 1935 werd het uiteindelijke plan van den architect Bert Schultheiss te Haarlem goedgekeurd. Eén huis zou worden afgebroken, het andere zou voorloopig blijven staan. Eerst in Februari 1936 bleek he~ wenschelijk net tweede perceel gedeeltelijk te verbouwen en een gedeelte bij het C.B. te trekken. De bouw werd opgedragen aan het Ingenieursbureau voor bouwnijverheid Een n-ieuwe woning te Oegstgeest. Op 13 Novemen het zesde ber 1935 stond het gebouw lustrum. onder de kap en begin 1936 kon de officieele opening vastgesteld worden op 28 Maart, precies 4 dagen na het dertigjarig bestaan der Vereeniging. Geen wonder, dat de voor onze Vereeniging zoo belangrijke gebeurtenis gekoppeld werd aan de viering van ons jubileum. De opening van het Gebouw geschiedde in tegenwoordigheid van den Burgemeester van 's-Gravenhage. de Directie der Ned. Spoorwegen, afgevaardigden van den A.N.W.B.. de K . N . A . C . , het A.N.V.V., de Kamer van Koophandel, Vlaamsche Toeristenbond, Journalistenkring, Buitenlandsche Persvereeniging, vertegenwoordigers van buitenlandsche spoorwegen en scheepvaart, reisbureaux enz. E r waren veie prachtige bloemstukken, en na een ingespannen arbeid van vijt jaren kon het aan het Hoofdbestuur tot voldoening strekken, dat de N.R.V. in binnen- en buitenland weer alom vertrouwen, achting en vriendschap had weten te verwerven. Van de zijde der leden bleek ook een groote belangstelling. De Eigen-gebouw-Commissie kon door een jarenlange krachtige actie onder de leden een biidrage schenken in de kosten van inrichting ad ƒ 15,000. De leiders boden een Tiroler kamer aan, welke als wachten spreekkamer zou dienen; zij is een veel-bezochte merkwaardigheid geworden. De afdeelingen schonken geschilderde glasramen in de benedenhal, met voorstellingen aan het toerisme ontleend. Uit binnen- en buitenland waren verschillende geschenken ingekomen voor de inrichting. Het Hoofdbestuur had, ook in verband met de minder gunstige tijdsomstandigheden, besloten de viering van het dertig-jarig bestaan sober te houden. Maar de groote gebeurtenis, die ook van beteekenis was voor het Haagsche stadsbeeld, plaatste de N.R.V. in het middenpunt der belangstelling, zoodat het jubileum, waaraan natuurlijk eenige officieele maattijden verbonden waren, alsmede een mooi jubileumnummer van Reizen en Trekken, in aller herinnering zal blijven voortleven als een van de mooiste gebeurtenissen in het veelbewogen leven onzer N.R.V.
VII.
H e t z e v e n d e vijfjarig tijdvak ( 1 9 3 6 - 1 9 4 1 ) De zevende periode in het bestaan der N.R.V., de laatste volgens ons .beschrijvingsplan. Een periode van gestaag wassende activiteit, van normalen en voorspoedigen groei, waarin tegelijk met het rijpen der vruchten van den arbeid, het zaad werd uitgestrooid voor nieuwen oogst; een tijdperk van toenemende populariteit onder alle lagen der Nederlandsche bevolking, omdat de N.R.V. zonder ophouden en met succes voortging op haar terrein haar dienend werk in alle richtingen uit te breiden. Tevens een periode, die ons op schrijnende wijze het „sic transit gloria mundi" voor oogen hield en welke ons i n feite de waarheid blootlegde van deze uitspraak, enkele malen gedurende deze vijf jaren in ons orgaan afgedrukt: „Het toerisme heeft slechts zin in een sfeer van vrede en internationaal vertrouwen". Bij de beknopte beschrijving der N.R.V.-geschiedenis over de jaren 1936 tot het begin van 1941 valt onze aandacht allereerst op de belangrijke gebeurtenis, waarmede de zesde periode een einde nam, de opening van ons groote monumentale gebouw in Den Haag. Elke gebeurtenis in het bestaan, zoo van individuen als van organisaties, kan men van onderscheiden standpunten beschouwen. Gewoonlijk ziet mpn alleen het materieele, hier een groot, hoog gebouw, met veel ruimte, een fraai architectonisch geheel, een passende inrichting, het beweeg en verkeer van een groot personeel en de vele bezoekers. Maar als men verder kijkt en de zaken dieper doorschouwt, is er in geesteBurgerzin en lijken zin ook heel wat beidealisme. langrijks op te merken Want dat mooie geheel werd tenslotte verkregen door burgerzin in de allerbeste beteekenis. Alleen door samenwerking, zonder eenigen financieelen steun van overheidswege en op grond van louter ideale overwegingen ontwikkelde zich een organisatie, die naast de geestelijke ook de materieele kracht verkreeg, om zich op deze wijze naar buiten te openbaren. E n grijpen wij dan een oogenblik terug naar het verleden, om het heden te toetsen en te begrijpen, dan vinden wij in het eerste nummer van den tweeden jaargang van „Reizen en Trekken" 1908 de woorden: „. . . .opdat het toerisme meer en meer het deel moge worden van die maatschappelijke kringen, waar het helaas maar al te weinig wordt gekend en gewaardeerd"; terwijl wij in een nieuwjaarsartikel voor 1934 iets gevoelen van de benadering van dezen wensch: „Voor velen is het lidmaatschap onzer Vereeniging het noodzakelijke tegenwicht ten opzichte van de dagelijksche moeiten en zorgen. Het korter of langer reisje, de wekelijksche wandelingen, uitstapjes per trein, auto of rijwiel, het inlichtend bezoek aan museum, fabriek of instelling van sociale voorzorg, de filmavonden en voordrachten, ook af en toe de ontspanningsavonden, en zooveel me2r, ze zijn gaan behooren tot de noodzakelijke dingen, die men niet meer missen kan en w i l . Zoo geeft ons werk tegelijk de afleiding, de ontspanning, de levensvreugde naast ontwikkeling op zeer breede basis, en daarmede voor velen de kracht en het uithoudingsvermogen, dat van den huidigen mensch gevergd wordt. Voorwaar, een benijdenswaardige taak, waarin tevens de verklaring ligt voor het enthousiasme, waarmede zoo heel velen zich geheel belangeloos geven aan den voortdurenden opbouw en uitbouw der Nederlandsche Reisvereeniging."
Deze kleine uitweiding op sociaal-ethisch terrein w i l den wij maken, omdat de besturende organen en personen in de N.R.V. bij alle succes en alle verandering gelukkig nimmer de oude idealen uit het oog verloren hebben, welke aan de N.R.V. het aanzijn hebben gegeven. Maar nu keeren wij terug tot het zakelijke, met de vermelding, dat het nieuwe gebouw met narterre cn kelderverdieping mee vijf étages bezat, welke aile in gebruik werden genomen door het personeel, dat einde 1936 74 personen groot was en in M e i 1937 tot 100 personen was aangegroeid, terwijl even voor het uitbreken van den oorlog in 1939 het geheele personeel 130 personen sterk was, waarvan 12 personen in tijdelijken dienst. Opmerkelijk is, dat waar eerst ruimte in overvloed was, het toch weer spoedig noodig bleek sommige lokalen te vergrooter, en zelfs met het oog op de toekomst een aanliggend pand i n de Zeestraat aan te koopen. E n er waren zelfs reeds voorloopige Blik naar de besprekingen gehouden om het toekomst. geheele complex in denzelfden stijl op te trekken en de nieuwe ruimte voor nieuwe denkbeelden in gebruik te nemen, toen de internationale toestand dwong tot belangrijke inperking. Maar zoover zijn wij nog niet. Voorloopig kon het Hoofdbestuur weer in eigen huis in een waardige bestuurszaal vergaderen — de eerste Hoofdbestuursvergadering in het nieuwe gebouw vond op 21 Maart 1936 plaats —, Directie en personeel konden hun werk verrichten in een ruime, prettige, lichte omgeving, waarop allen trots waren, de bezoekers konden worden ontvangen in de bekoorlijke Tiroler wachtkamer, waarvan de meubileering steeds volmaakter werd, dank zij verschillende geschenken en aankoopen. Die Tiroler Kamer was eigenlijk de trots van allen, en niet alleen, dat wij er onze bezoekers met pleizier ontvingen, maar wij stimuleerden het bezoek door toegang en uitleg te geven aan schoolkinderen met hun onderTirol in de Zeestraat. wijzers. Er zijn in enkele jaren duizenden komen kijken; wij vonden een aanteekening. dat in 1937 tot 17 J u l i 23 scholen uit verschillende plaatsen van Nederland er met 1300 kinderen kwamen, en dat in de eerste veertien dagen van Juli 1938 er 1100 schoolkinderen zijn geweest. Opmerkelijk is ook de belangstelling onzer leden en van de reisgroepen, die dikwijls het bureau met geschenken bedachten uit verschillende bezochte landen: houtsnijwerk, wijnkruiken, vazen, koperwerk, modellen van gondels, een stalagmiet uit de Postumiagrotten, aardewerk, voortbrengselen van textielnijverheid enz., alle artikelen, die wij gebruikten voor de étalages of voor tentoonstellingen, maar die in onze toekomstdroomen eenmaal zouden prijken in het toekomstig N.R.V.-museum op volkenkundig gebied. Het groote aantal leden in Amsterdam en ook de velen, die daar gebruik maakten van de geboden gelegenheid om de reizen van individueele leden te verzorgen, noopte om te zien naar een plaats tot het stichten van een bijkantoor in de hoofdstad. Dit voerde tot een overeenkomst met de Directie van de Bijenkorf, waardoor een goede nederzetting van de N . R . V . op de tweede étage van haar gebouw Damrak tot stand kwam; dit bijkantoor werd geopend op 15 A p r i l 1936. Op de stichting van ons kantoor in een warenhuis is heel wat kritiek gekomen, maar het succes in Amsterdam was van Bijkantoren in dien aard, dat na allerlei pro Amsterdam, Rotteren contra's de jaarvergadering dam en Utrecht. van 1937 in Arnhem het Hoofdbestuur machtigde om op dezelfde wijze een bijkantoor in de Biienkorf te Rotterdam te stichten, dat op 30 Maart 1938 geopend werd. Kort tevoren, n.1. op 13 November 1937 was te 41
Utrecht een bijkantoor geopend in een gehuurd huis op het Oudkerkhof. Zoo heel geleidelijk, voor de insiders zelf nauwelijks merkbaar, groeide ons bureau uit in de richting van het grootbedrijf. De drukte in alle afdeelingen was vooral in het hoogseizoen soms overstelpend, en dan natuurlijk ook i n die afdeelingen, welke m directe aanraking stonden met het publiek. Bij al den wil, om de leden van dienst te zijn, bleek het soms noodig maatregelen te nemen om den stroom wat in te perken. Zoo lezen wij in Reizen en Trekken van 28 M e i 1937, dat wij wegens overstelpende seizoendrukte tot 1 Juni slechts verkorte voetreisprogramma's kunnen samenstellen en na dien tijd alleen maar inlichtingen geven. In Augustus 1937 moesten zelfs de openingsuren van het bureau ingekrompen worden; er kwam een plakaat voor de deur: „Wegens overgroote drukte slechts geopend van 10 tot 3 uur". Op die manier kreeg het personeel gelegenheid in 3e namiddag-, avond- en nachtelijke uren de opdrachten te verwerken. Meermalen was het bureau ook 's nachts niet verlaten. De groote bedragen in vreemd geld, die geregeld door het bureau gingen, maakten aankoopen op grooten schaal noodzakelijk; het bureau kreeg officieele uitgifte van Duitsche, Italiaansche en Tsjechische cheques en in Juli 1938 kon dan Een bankafdeeling. ook in Reizen en Trekken een artikel verschijnen over „Onze Bankafdeeling", waarvan de omzet van beteekenis was. Het Bureau had uitgebreide relaties met De Twentsche Bank, de Hollandsche Bankunie, de Banque de Bruxelles, de Deutsche Bank te Berlijn, B a r clay's Bank L t d . te Londen, Banque de Paris et des Pays Bas te Parijs en de Schweizerischer Bankverein te Zürich, terwijl sedert vele jaren de administratie en de financieele gestie gecontroleerd werden door de Accountantsfirma Tekelenburg en v*. T i l . In het kantoor was een afzonderlijke postafdeeling gevestigd, welke een postkantoor in het klein leek, en waar eiken dag de correspondentie m groote officieele postzakken verzameld werd, om verder haar weg door de wereld te vinden. Ons Jaarverslag 1937 vermeldt: Ingekomen brieven „
106.650 stuks
drukwerk Totaal
Verzonden brieven drukwerk Totaal
14,077
„
120,727 stuks 121,119 stuks 172,815 „ 293,934 stuks
Hieronder is natuurlijk niet begrepen de verzending van Reizen en Trekken aan de leden, waarvan ruw geschat in 1937 ruim 2 y millioen exemplaren per post verzonden werden. Ook de pakketpost is hier niet in begrepen. Een van de grootste ontvangstdagen viel in Juli 1938, toen op 1 dag niet minder dan 1112 poststukken binnenkwamen, waarvan ruim 1000 brieven denzelfden dag afgehandeld moesten worden, terwijl als een van de grootste verzenddagen aangeteekend staat 10 Juli 1937, toen de expeditie \ a n het C.B. verzond 1025 brieven en 2727 drukwerken, dus totaal 3752 poststukken. De correspondentie werd verzorgd door een twaalftal steno-typisten, maar om een efficiënte werkwijze te bevorderen was een dictaphone-installatie aangeschaft, welke zoozeer voldeed, dat ze na eenigen tijd werd uitgebreid, en met behulp waarvan de poststroom blijvend kon worden beheerscht. A
42
De enorme uitbreiding der Vereeniging en van haar bureau, de moeilijkheid voor de Hoofdbestuurders (die geheel vrijwillig hun functie vervullen naast hun maatschappelijke betrekking) om het juiste overzicht te houden en het goede contact met het bureau, leidde er toe in 1938 de Directie uit te breiden, ook in verband met het feit, dat de fungeerende Directeur binnen niet te langen tijd den dienst met pensioen zou verlaten. Voor de tweede maal in het bestaan der Vereeniging — de eerste keer was in 1922 — ging de Algemeene Voorzitter der N.R.V. 3ver naar het ambtenarenkorps. Met den titel van Algemeen Directeur trad hij op 1 M e i 1938 in functie. Evenals in 1922 heeft deze benoeming aanleiding gegeven tot eenig opzien in de Vereeniging, terwijl de Algemeene Secretaris ontslag nam, maar na een bespreking in de Algemeene Vergadering was men bevredigd. In een buitengewone Algemeene Vergadering op 8 October 1938 werden de beide vacatures in het Hoofdbestuur, ontstaan door het bedanken van Voorzitter en Secretaris, weer aangevuld. Onder alle drukte op het bureau en het vele, wat van het personeel geëischt moest worden, was de steeds heerschende goede geest en de w i l tot samenwerking in het bslang der Vereeniging opmerkelijk. De door de N.R.V. nagestreefde idealen, die zooveel duizenDe Toynbeegeest op den Nederlanders er toe brachhet C.B. ten, zich met toewijding aan de N R.V. te geven, bleken ook de werkers van het C.B. gepakt te hebben, hetgeen voortdurend tot uiting kwam. leder stond voor zijn taak en vervulde ze met liefde. Een staaltje van dien geest, weliswaar een individueele opvatting, maar belangrijk als symptoom, zij hier nog vermeld. Onze oudste vrouwelijke ambtenaar verliet in 1936 onzen dienst met pensioen en werd gehuldigd. Uit haar dankwoord eiteeren wij met sympathie deze uiting: „Ik heb er mij altijd op toegelegd het minder belangrijke werk, dat door mijn handen ging, met evenveel toewijding te verrichten als het belangrijke, want ik geloof, dat ieder voor zich een schakel vormt in den keten, waarlangs het werk der Nederlandsche Reisvereeniging wordt geleid". Gulden woorden, voorwaar! Aan dit overzicht van ons Centraal Bureau zij nog dc vermelding toegevoegd, dat in Juli 1938 de pen iiocnverzekering voor het personeel eenigszins werd uitgebreid met een weezen-verzekering in bepaalde gevallen. Uit de vermelde feiten omtrent den groei van het Bureau en de toenemende drukte is gemakkelijk af te leiden, dat zoowel de Afdeeling Gezelschapsreizen ?.ls Privéreizen zich in een grooten bloei verheugden. Dc gegevens, die voor ons liggen, zijn zoo overweldigend groot, dat een zelfs beknopte beschrijving ons ver zou voeren buiten het kader van deze schetsen. Bovendien zou het een ietwat langwijlige herhaling zijn van de vorige opgaven Maar er behoort een en ander van vermeld te worden, en daarom zullen wij illeen uit de belangrijkste gegevens enkele grepen doen. Op den voorgrond treden natuurlijk wederom de Generale Reizen, de tochten met extra treinen, die den naam der N.R.V. op de allerbeste wijze i n binnenen buitenland propageerden. Ziehier het beteekenisvolle lijstje in de zevende periode: 1936 Montreux Wernigerode Oslo, Kopenhagen, Stockholm, Visby en fiorden (per s.s. Veendam) . . . . Parijs
302 275 668 370
1937 Paasch voetreis Luxemburg St. Moritz Lissabon, Casablanca, Madcira, Ponte Delgada, Torquay (s.s. Slamat) Detmold Wie&baden Tirol (Voetreisgcnerale) ±
180 289
1938 Rome, Napels, Capri (2 maal) . . . . Middernachtzon (s.s. Volcndam) Paaschgencrale Luxemburg Pinkstergencrale Spicz
814 554 242 290
1939 Athene, Dubrovnik, Santorini, Rhodos. Patmos, Korfoc (per Krajica Marija Axcnstein (V.W.-Stcdenmcer) Genemle der Beroemdheden Zürich, Locarno, Bignasco, Isola Bella, Genua, It. en Fr. Rivièra, Corsica (2 maal) ruim
361 200 194 300
379 162
500
Bovendien verkreeg de N.R.V. in 1939 eenige malen de beschikking over de „ T a r a k a n " van de Stoomvaart Maatschappij „Nederland", waarmede eenige 8-daagsche reizen naar de Noorsche fjorden werden gemaakt en waarbij dit vrachtschip als kampeerschip was ingericht. Deze reizen kostten ƒ 35.— per deelnemer. E r werd in totaal aan deelgenomen door ruim 1000 leden, waarbij eenmaal een groot aantal jeugdleden. Vermelding verdient, dat aan boord van de Slamat door de leiding gezorgd was, dat de deelnemers s morgens ochtendgymnastiek konden maken, terwijl 's avonds een bekend, kunstenaarspaar voor de leden optrad. Bij de Paaschvoetreis Luxemburg en de Generale Detmold in 1937 werden de deelnemers per auto vervoerd, waardoor deze reizen gedeeltelijk konden worden uitgevoerd als z.g. „Van huis tot huis reizen". De Voetreis-Generale naar Tirol bestond uit 10 zelfstandige wandelgroepen. De Oostenrijksche couranten schreven over de N.R.V. als de grootste Europeesche reiscoöperatie. Bij de Generale naar Pai'ijs in 1936 werd de groep op het stadhuis ontvangen en het bezoek aangeteekend in het Gouden Boek. Dit laatste geschiedde in hetzelfde jaar ook in Praag. Van de verdere groote reizen wijzen wij op de drie reizen naar Indië in deze periode, waarvan die in het jaar 1939 niet minder dan 19 deelnemers had. De beteekenis van deze tochten voor onze landgenooten spreekt duidelijk uit wat deelnemers ons vertelden van deze vervulling van een levensverlangen. Bij het vertrek van onze 5e Indiëgroep in A p r i l 1938, welke uit 13 personen bestond, 65 dagen duurde en slechts ƒ 1495.— kostte, zeide een deelneemster: ..Eindelijk kan ik dan toch eens naar Indië gaan. De tijd schikt mij met mijn werk, de reissom is niet meer onoverkomelijk. Ën als dame alleen had ik het ook niet durven ondernemen. Ik ben de N.R.V. toch zoo uiterst dankbaar". Ook de reizen nrar Amerika gingen regelmatig door. Achtereenvolgens reisden onze groepen met de „Normandië", de „Champlain", de „Queen Mary", de Statendam", terwij' een bezoek aan de wereldtentoonstelling te New York ondernomen werd met de „NieuwAmsterdam" door niet minder dan 120 leden onder 3 leiders. Van de duizenden „gewone" reisgroepen halen wij hier Naar Tripolis en Ede. slechts de belangrijkste naar voren. Het geheele „oude" programma werd natuurlijk honderden malen herhaald en dit in dikwerf opmerkelijk groote series. Nieuw waren reizen naar Tripolls en Malta, in de lente naar de Adria, Donau. Zwarte Zee en Istanboel, naar Bulgarije, Sofia en Belgrado,
Marokko, Atlasgebergte, Ospedaletti, Mondsee bij Salzburg, Somerset, Devonshire en Llandudno, Bregenz, Bollendorf, Krakau, Oekraïne, K r i m , Yugo-Slavië, Montenegro. Naar Noord-Afrika werden goedkoope tochten ontworpen, die^ in verband met het sneller vervoer slechts 12 dagen duurden. Ook in Nederland werden nieuwe reizen gemaakt, o.m. tochten naar Ede voor de Heideweek en 3-daagsche tochten naar Groningen en Noord-Drenthe voor ƒ 20. Opvallend is de toeneming van de reizen naar Italië. In het voorjaar van 1937 werden niet minder dan 5 reizen naar de Primavera Siciliana gemaakt, en in 1938 vinden wij acht zulke tochten aangekondigd. Daarnaast kwamen er populaire tochten naar Rome. Wij vinden een reis naar Florence, Rome, Napels, Capri, Genua van 12 dagen met een reissom van ƒ 112,— en een 9-daagsChe Kerstreis naar Rome voor slechts ƒ 79.—. Verder moesten vele Italië-reizen in 1937 gedoubleerd en getripleerd worden. Dit werd dan ook de aanleiding tot de zoo succesvolle Rome-Generale in 1938, die tweemaal telkens met ruim 400 deelnemers plaats had. Bijzondere sportgebeurtenissen en tentoonstellingen hadden van oudsher de belangstelling onzer leden, zoodat alle aandacht geschonken werd aan dergelijke evenementen. Diverse reizen gingen in 1937 naar Düsseldorf voor de tentoonstelling „Schaffendes Volk", in 1938 naar de „Reichsgartenschau" te Essen, in 1939 naar de Intern. Watertentoonstelling te Luik en in hetzelfde jaar naar de Schweizerische Landesausstellung te Zürich.. De belangrijkste tenoonstelling in deze periode was de groote Wereldtentoonstelling 1937 te Parijs, waarheen de aandrang der leden van dien Een tijdelijk bureau aard was, dat wij daar een in Parijs. tijdelijk bureau openden, om onze leden van dienst te zijn. Vele reizen zijn naar deze grootsche demonstratie aan de Seine gemaakt, van allerlei soort, ook heel korte per trein van 4 dagen, per vliegtuig van 3 dagen. Gevolg van dit groote bezoek in 1937 waren ln 1938 verschillende 6-daagsche reizen naar Parijs met eenvoudig logies, welke niet meer dan ƒ 3ü.- - kostten, terwijl in 1939 met 134 deelnemers een reis gemaakt werd, waarvan de reissom uiteindelijk ƒ 21.50 bedroeg. Ook ging ?r in 1938 een langer durende daarheen met het speciale doel historische bijzonderheden en minder bekende gedeelten in de omgeving te bezoeken. De Olympiade 'te Berlijn in 1936 wekte velen onzer leden op tot een bezoek, en ook hierheen werden reizen met succes uitgevoerd. Een vierdaagsche reis naar de wijnoogstfeesten te Bacharach a.d. Rijn had de belangstelling van niet minder dan 119 leden. Een wedstrijd om het wereldkampioenschap voetballen in 1938 te Le Havre tusschen Nederland en TsjechoSlowakije, welke eerst per extra trein zou gaan, kreeg daarvoor niet voldoende deelnemers, maar gi.^g uiteindelijk toch nog met 175 belangstellenden door. Voor reizen naar Engeland kwam meer belangstelling. Daartoe droeg vooral bij de relatie met de Coöperative Holidays Association. In deze periode werden tal van leden in groepsverband in kennis gebracht met Londen, Devonshire, het Peak-district, MiddenWales, Whitby enz., terwijl tijdens de Kroningsfeesten de Vlootrevue van Spithead werd bezocht, en eenige jaren achtereen van Ostende uit geslaagde 5-daagsche tochten werden gemaakt naar Londen in samenwerking met de Touring Club de Belgique. Van onze werkzaamheid in den winter memoreeren wij hier onze slaapwagentreinen naar Innsbruck tijdens de Kerstvacantie. Wij vinden o.m. i n December 1937 zulk een trein vermeld, bestaande uit 8 Mitropaslaaprijtuigen. Naast de reizen per spoortrein werden steeds meer reizen per autocar uitgevoerd, ja, deze groeiden uit tot een zee belangrijk onderdeel van ons werk. Het 43
gemak van de automobiel, het voertuig, dat overal te brengen is, dat niet aan een strafte dienstregeling is onderworpen, dat het bagage-vraagstuk vereenvoudigde, heeft een grootere deelneming aan het toerisme mogelijk gemaakt en de N.R.V. heeft dezen tak van haar werk dan ook voortdurend verzorgd. Reizen en Trekken uit de hier behandelde jaren getuigt van intensen arbeid in die richting. Wij willen hier slechts wijzen op de min of meer beroemde passen-autotochten, de reizen per auto naar Roccamadour en de Gorges du Tarn, naar de Hongaarsche Pussta, de tochten door Midden-Duitschland en de Beiersche Alpen, de vele tochten per auto door Italië, waarvan wü als voorbeeld noemen een reis door Lombardije, Emilia, Toscane, Umbrië, San Marino, de Romagna Veneto en de Dolomieten, maar ook door ons eigen land: bollentochten, naar de bloeiende Betuwe, naar Valkenburg, naar Walcheren. A a n de opening van de nieuwe Moerdijkbrug nam de N.R.V. deel met 250 deelnemers in 9 autocars Tijdens de expositie te Parijs i n 1937 bleek het noodig bij al de reizen, die er reeds waren een groote serie i n te schakelen van 50 autotochten, welke een duur hadden van resp. 4, 7 en 9 dagen. Het gemakkelijk vervoer met auto's heeft intusschen bewezen een zeer kwaden kant te hebben. Naast bona fide-reisbureaux en reisvereenigingen doken er allerlei ondernemers op, die gezelschapsreizen gingen uitschrijOngewenscM toeven zonder dat zij in staat waren door vak-bekwaamheid te voldoen aan de cultureele eischen die het toerisme stelt. Aan zulke reizen namen dikwijls menschen deel, die alleen maar meegingen om er eens pleizierig uit te zijn". Deze z.g. wilde" reisgroepen hebben den Nederlandschen naam i n het buitenland wel eens schade gedaan. Door de vereeniging „Nederland in den Vreemde werd een enquête ingesteld naar de klachten over Nederlanders in het buitenland In een artikel, dat in Reizen en Trekken werd opgenomen, schreef de Heer A . Spits, Administrateur der Vereeniging „Nederland in den Vreemde" het navolgende:: Met genoegen kon worden vastgesteld, dat geen enkele werkelijke klacht werd vernomen over gezelschappen van een van de vier groote Nederlandsche Reisvereenigingen. Hieruit blijkt ten duidelijkste de groote opvoedende waarde van deze reisvereenigingen en de goede invloed, welke van hoogstaande leiding uit kan gaan. Het kwaad zit dan ook in de z.g. wilde reisgezelschappen, die per autobus, onder leiding van den chauffeur-leider, in het buitenland toeren." Zwitserland bleef voor vele Nederlanders het land van belofte; de meeste reizen naar dit Alpenland georganiseerd, slaagden. Het verkeer werd na 1935 ten zeerste gestimuleerd door het reeds vroeger genoemde Zwitsersche Hotelplan, waardoor het reizen naaien door Zwitserland voor meer beurzen bereikbaar werd. T a l van zulke reizen werden door ons gemaakt. Evenwel dat deed ons zoeken naar wegen, om dergelijke eigen plannen te brengen. In Juni 1936 werd hiervoor een dienstreis naar Zwitserland gemaakt, en reeds na enkele weken kwam de N.R.V. met iets nieuws, de Helvetia-Dagtreinreizen, kortweg H . D . reizen genoemd. Deze reizen liepen van Zondag tot Zondag, zoodat slechts 6 vacantiedagen noodig waren, terwijl heen- en terugreis met dagtreinen gemaakt werden Midden in het seizoen werden tusschen het rijkvoorziene Zwitserland-programma 24 H.D.-reizen naar Weggis en Lugano gevoegd. Deze plannen sloegen in. In 2% week na de aankondiging waren er reeds 500 inschrijvingen. Ze gingen met rond 1500 deelnemers 44
bijna alle door. In volgende jaren is deze serie voortgezet. In 1937 gingen er 54 H.D.-reizen door treinreizen, met 2200 deelnemers en i n 1933 zelfs 92 H.D.-reizen. terwijl er in 1939 94 zulke reizen werden uitgeschreven. Deze gingen nu ook naar andere plaatsen, Interlaken, Hertenstein en Buochs, terwijl er ook een 15-daagsch type was geschapen met wisselend logies b.v. Weggis— Interlaken of Weggis—Lugano. De voetreizen en de wintersportreizen beleefden eveneens een tijd van grooten bloei. Dat wij deze beide soorten hier te zamen noemen, vindt zijn oorzaak in het feit, dat zij als het ware onze „sportafdeeling" vormen en met elkaar in menig opzicht in verband staan. Dit werd in de praktijk zoozeer gevoeld, dat in 1938 de beide Commissies voor de Voetreizen en Wintersport tot één vereenigd werden. Men kan zich van den enormen arbeid van deze Commissie eenigszins een denkbeeld vormen, als men weet, dat in 1939 38 vergaderingen werden gehouden. Het principieele standpunt der Commissie in bepaalde opzichten blijkt uil een circulaire van A p r i l 1936 aan onze Afdeelingen, waarin verzocht wordt geen afstandsmarschen te arrangeeren en vooral te zorgen, dat tusschen dergelijke marschen en de voetreizen der N.R.V. geen enkel verband worde gelegd. De jaarlijksche voetreisreunies werden geregeld gehouden en brachten achtereenvolgens 500, 600, 500, 600 en 700 deelnemers. Bij een dergelijke belangstelling voor telkens één enkelen wandelzondag zal men licht verstaan, dat de reizen zelf steeds grooter belangstelling trokken. In 1924 op zeer bebescheiden schaal begonnen, telden wij in 1936 reeds 96 reizen met 1818 deelnemers, terwijl het jaar 1938 2188 deelnemers bracht. Wij vinden over dit tijdperk de volgende voetreizen aangeteekend: Rijndal, Ahrdal, Sauerland, Teutoburgerwoud, Luxemburg, Ourthe-dal, Noorwegen, Eifel, Salzkammergut, Inndal, Engadin, Gruyères, Glarnerland, Harz, Mont-Blancgebied, Westendorf, Tirol, Brennergebied, Vorarlberg, Lechtaler Alpen, Karwendelgebergte, Berner Oberland, Wallis, Maderanerdal. Engelberg, Santisgebied, Vogezen, Dolomieten, Kandersteg, Oetztaler Alpen, Ortlergebied, Rhatikon, Silvretta. Burg, Rhöndorf, Niederheimbach, Wiltz L a Roche, Martelange, Bouillon, Ribeauville, Saanén, St. Moritz, Charmey, Morschach, Glarus, Schuls-Tarasp, Saverno, Dahlerbrück, Forbach, Wernigerode. Chatelard, Zermatt, Kiental, Sloveensche Bergland, Lauterbrunnen, Fransche Alpen, Ootmarsum, Bemelen, Bollendorf, Kent. Voorts een serie 2-daagsche oefenwandelingen te Putten, Soestduinen en L u n teren. Helvetia-Dag-
In 1938 werd een proef genomen met het huren van het chalet Rüblihorn in Saaanen, dat geheel als pension door ons werd geëxploiteerd, terwijl de huishouding op Hollandsche wijze door vrijwillige krachten werd gevoerd. Dit is een overweldigend succes geworden. tpnr/pvolffe waarvan in 1939 naast Saanen een dergelijk De N.R.V. als chalet voor voetreisgroepen pensionhoudster. in Kandersteg in gebruik •werd senomen. Hier hebben wij veel geleerd, wat ons later bij onze Hollandsche clubhuizen i n oorlogstijd te pas zou komen. Het Chalet Rüblihorn was eerst in gezamenlijk gebruik bij Voetreizen- en Jeugdcommissie; in 1939 heeft de Jeugdcommissie met niet minder succes het ruime Chalet Sonnenheim te Hondrich geëxploiteerd voor jeugdgroepen van telkens 50 juniorleden. Voor de wintersportreizen werd de liefhebberij op onderscheiden wijze gestimuleerd, maar voornamelijk door de ski-gymnastiekcursussen Terecht werd de skigymnastiek door ons genoemd de sleutel van de poort, die leidt naar een goedgeslaagde wintersportreis. Ook hier weer een zeer principeele leiding. Op 10 October 1937 had in Rotterdam een bijeenkomst plaats
van al onze leeraren om eenheid te brengen in de te verwerken leerstof. Een der leden van de Wintersportcommissie gaf zelf geen lessen meer, maar belastte zich met de landelijke inspectie der cursussen. Het succes bleef niet uit. Tn 1936 gingen skicursussen i n 21 plaatsen van ons land door, in 1937 in 26 plaatsen; in 193Ï waren er 30 cursussen in 27 plaatsen en werden er in enkele plaatsen jeugdcursussen ingesteld, en in 1938 hadden wij 34 cursussen met 900 deelnemers. Toen in September 1939 de oorlog begon, werden in 31 plaatsen ski-gymnasitiekcursussen uitgeschreven onder het motto: ,.Juist nu, om ons fit te houden tegen den tijd, dat wij weer kunnen gaan" Zelfs in September 1940, tijdens de bezetting van Nederland, werden cursussen aangekondigd in Den Haag, Rotterdam en Amsterdam, en er kwamen er zeven tot stand. Tot deze belangstelling in de skisport heeft vooral bijgedragen de opening van onze Kunst-ski-baan op Duinrell, waar in een zeer geaccidenteerd duinterrein op lange dennenaalden met gunstig gevolg geoefend werd. Duinrell is door de N.R.V. tot een middelpunt van ski-sport in ons land gemaakt. Talloos zijn de ex cursies op Zondagen daarheen gemaakt. Op 29 October 1939 had er een „Herfsttintenreünie" met ski-demonstraties plaats, waaraan meer dan 150 personen deelnamen. In Kersttijd 1939 hadden 8 excursies plaats waarvan vijf in samenwerking met V . V . V . Den Haag, ook toegankelijk voor niet-leden; in het winterseizoen 1939^40 gingen 19 excursies door met 471 deelnemers. Tijdens onverwachte sneeuwval in Januari 1940 werd een groote ski-dag op Duinrell uitgeschreven, waar 200 ski-ers zich in de sneeuw konden vermeien en hun best doen de kunst niet te verleeren. Tijdens den strengen winter 1940/41 werden voorbereidingen getroffen om een Nederlandsen ski-kampioenschap in te stellen voor „Langlauf" en „Slalom", en werd een Dumrellbeker ingesteld. De sneeuwtoestand heeft de wedstrijden evenwel niet toegelaten. Vermelden wij nog de generale ski-lessen te Utrecht, op de Blinkert bij Haarlem en in de Biltsche duinen, om tenslotte een overzichtje te geven van de belangrijkste uitgevoerde wintersportreizen. In de behandelde periode werden ski-cursussen uitgeschreven naar Zeinisjochhaus, Gaschurn, Ram naun, Burgstein, Lügens, Grimmi A l p , L a Villa, Gerlosplatte, Hoch-Sölden, Piz Mundaun, Schwarzwaldalp. Kitzbühel, Gaf lei, Maria Waldrast, Sedrun, Munster (Wallis), Feldis en Dom na Komni; skireizen gingen naar Pettneu am Arlberg, de A k a demiker Hütte, Pordoijoch, Da vos, Feldis, KÖrbersee, Vent, Warth, Maria Waldrast, Flumser Berge, Davos, Gaflei, Samnaun, Ratecc Planica en Mjöllfell; gewone wintersportreizen naar Schuls-Tarasp, Innsbruck, St. Moritz, Kitzbühel, Pontresina, Engelberg, Grindelwald, Gargellen, Hochsauerland, Schierke, Samaden, Arosa, Rigi-Kaltbad, Cortina d'Ampezzo, Chamonix, Davos, Zermatt, Braunwald, Montana-Vermala, Unterwasser. Uit deze opgave blijkt, dat onze leden de wintersport in haar diverse uitingen beoefenden in Zwitserland, Duitschland, Oostenrijk, Frankrijk, Italië, Yugo Slavië, Noorwegen en het vorstendom Liechtenstein. Hierbij beperkte de N.R.V. zich niet tot den eigenlijken winter. E r werd met succes propaganda gemaakt voor wintersport in het voorjaar tot begin A p r i l , waarvoor natuurlijk slechts hooger gelegen gebieden met groote sneeuwzekerheid in aanmerking kwamen, o.m. Passo del Giovo, Melchseefrutt, Franz Senn- en Dresdnerhütte, Schwarzwaldalp, BündnerRigi, ja zelfs werden in M e i 1936 twee zomer-skireizen uitgeschreven naar de Stubaier-Alpen. Zeer geliefd waren de reizen naar Engelberg, waarvoor :n 1937 (evenals naar St. Moritz) series werden ontwor-
pen van 12 H.D.-reizen. In den winter van 1936/37 en 1937/38 gingen naar Engelberg Kerstreizen met resp. 113 en 112 deelnemers. Toen in 1939 de oorlog de groepsreizen geheel stopzette, maar het reisverkeer nog eenigszins, zij het onder bezwaarlijke omstandigheden wel mogelijk bleek, is Reisgroepen door de N.R.V. aan het verlangen oorlogvoerend land. van vele ski-enthousiasten tpfPmnpt. 0pknrnf>n rinnr inrliit^emoei gekomen uoor ïnuividueele leden in groepen naar Bazel te begeleiden en na veertien dagen weer naar Nederland terug te geleiden. Vele leden hebben van deze gelegenheid gebruik gemaakt; de eerste groep, omstreeks Kerstmis 1939, bestond uit 50 deelnemers. De medische sportkeuring van onze leden kon in het behandelde tijdvak geschieden in 12 plaatsen van ons land. Met onze jeugdreizen wilde het jarenlang niet al te best vlotten. In de Hoofdbestuursvergadering van 21 Maart 1936 werd de Commissie ontbonden, maar in die van 13 Juni 1936 in anderen vorm weder i n gesteld. V a n toen af ging het beter. De eerste daad van de nieuwe Commissie was het huren voor de zomermaanden van een chalet i n Kiental, waar 40 jongens of meisjes voor bijzonder lagen prijs één of twee weken konden verblijven. Het werd een succes. Later kwamen de jeugdgroepen onder in het chalet te Saanen en te Hondrich gelijk reeds hierboven vermeld. Buitendien werden in deze vijf jaren jeugdreisjes van een eenvoudiger, opzet en dus met uiterst lage reissommen gemaakt naar Burg a/d Wupper, het Sauerland, Engelberg, Gersau, Martelange, Bollendorf. E r werd een Landkamp te Austerlitz gehouden, een W a terkamp te Sneek, Fietstochten werden gemaakt rond het IJselmeer, in Nooid-Brabant en Limburg, door Nederland en België, naar Denemarken, Zuid-Engeland en Londen, Texel, Bouillon, Auby en Vogezen. E r werden boottochten gemaakt door de Hollandsche, Friesche en Zeeuwsche wateren, en zelfs een iets duurder reisje werd ontworpen naar Jotunheimen in Noorwegen. Bovendien was er ieder jaar voor ongeveer 50 jongelui gelegenheid op bijzondere voorwaarden deel te nemen aan de groote tochten met onze gecharterde mailbooten naar de Scandinavische landen, de Canarische eilanden enz. Hiervan werd een druk gebruik gemaakt. Wintersportreizen voor de jeugd werden eveneens uitgeschreven en wel naar Davos, Engelberg, Churwaljeugd op ski's. den. Kiental, Feldis. St. A n toniën, Gaschurn, San Bernardino, Rigi-Scheidegg, Braunwald, Klosters, Melchseefrutt, Rigi-Unterstetten, Zermatt en Flims-Waldhaus. Het jaarverslag van 1937 vermeldt de totstandkoming van 9 jeugd-wintersportreizen met 179 deelnemers. In 1937 werden 12 reizen uitgevoerd met 460 deelnemers ,in 1939 28 reizen met 580 juniorleden. De leeftijden der deelnemers aan deze groepen varieerden van 14 tot 21 jaar. Meermalen verzochten sportieve jongeren, die over niet veel geld beschikten, om van de bijzondere voordeelen onzer jeugdgroepen te mogen profiteeren. E r moest echter een grens getrokken worworden. Om deze reden werd in 1939 een nieuw soort reizen van zéér eenvoudigen opzet ingesteld voor „sportieve jongeren van 21 tot 25 jaar". V a n de elf in dat jaar uitgeschreven reizen gingen er 8 door met 125 deelnemers Aan het overzicht der groepsreizen over dit tijdvak behoort nog te worden toegevoegd de vermelding van twee reis-soorten, die met elkaar bijna een tegenstelling vormen, maar waaruit de vaste w i l tot veelzijdigheid der N.R.V. duidelijk aan den dag treedt. De
45
Allereerst de vakreizen. Geregeld werden excursies gemaakt voor allerlei organisaties, kunstreizen, reizen Een treilende voor studiedoeleinden, vaktegenstelling. reizen , vacantie - uitstapjes voor fabriekspersoneel enz. Als mooi voorbeeld hiervan zij vermeld een uitstapje van 4 dagen naar Zürich in 1939 voor een bezoek aan de Landesausstellung en eenige groote fabrieken. Hieraan namen 100 leden van het personeel van Electrostoom te Rotterdam deel. De tegenhanger zijn de Selecte reizen (groep S), welke per 2e klasse spoor gingen, prima hotels bezochten en waarvan het aantal deelnemers gebonden was aan het maximum van 20, terwijl de langere duur meestal een rustig reistempo waarborgde. De eerste lijst van deze reizen stelt de gelegenheid open om aan 35 reizen deel te nemen, loopende van Noord-Afrika tot Lapland, en van Engeland tot Rusland. Uit het geheel der mededeelingen over onze reizen, welke in weerwil van haar lengte, nog slechts uiterst beknopt is gehouden, met een greep hier en een greep daar, zal de lezer verstaan hebben, tot welk een omvang dit werk was uitgegroeid. Wij willen ons overzicht besluiten met enkele cijfers en andere gegevens. Het grootste aantal reisaanmeldingen op één dag viel einde Juni 1939. Er kwamen toen 418 opgaven in. Eind J u l i 1936 vertrokken 45 groepen met totaal 1787 deelnemers. Begin Augustus 1936 vertrokken 47 groepen met totaal 2147 deelnemers Van 18 t./m. 24 Juli 1937 vertrokken 49 groepen met totaal 1590 deelnemers Van 24/7 t./m 2/8 1937 vertrokken 92 groepen met toaal 3782 deelnemers. Van 22/7 t./m. 31/7 1939 vertrokken 124 groepen met totaal 4218 deelnemers. In de maand J u l i 1937 werd een half millioen gulden ontvangen alleen voor de reissommen van gezelschapsreizen. In December 1938 namen 1121 leden aan onze Kerstreizen deel. Over 1937 betaalde de N.R.V aan de deelnemers ƒ 33897.67 aan overschotten der reissommen terug. De resultaten der groepsreizen over de jaren 1936— 1939 zien er aldus uit: Jaar Aant. reizen 1936 640 1937 641 1938 711 1939 613
Aant. deein. 19,046 19,967 20,865 17,511
Totaal Keissommen ƒ 1,243,195.— „ 1,459,898.— „ 1,494,486.— „ 1,291,767.—
Hierbij moet men er aandacht aan schenken, dat net reisseizoen op 1 September 1939 plotseling stop stond, en eigenlijk al eerder. Op dat tijdstip waren er 607 reizen gemaakt met 17,349 deelnemers. Als gevolg van het groote succes der voet- en wintersportreizen ontstond einde 1937 het plan om een N.R.V.-berghut te bouwen, zoo mogelijk in een land, waar de N.R.V. de meeste medewerking ondervond, en wederom, gelijk zoo menigmaal in de geschiedenis der Voor een N.R.V.N.R.V., werd vertrouwd op de berghut. groote onderlinge samenwerking, die zoo kenmerkend is in onze organisatie. Een plan werd gemaakt, een huttenbouwfonds werd gesticht, 500 rentelooze oprichtersbewijzen a ƒ 10 werden beschikbaar gesteld, vrijwillige bijdragen werden gevraagd. Op het eind van 1939 bezat het fonds reeds ± ƒ 6000.— met de toezegging van het Hoofdbestuur het ontbrekende bedrag voor te schieten. Ook hier trad de oorlog tusschenbeide. Het geld wordt voor betere tijden bewaard. In den loop van deze periode mocht de N.R.V. op internationaal terrein nog een succes boeken. Na den wereldoorlog 1914—1918 waren de internationale verbindingen slechts heel, heel langzaam hersteld. Vooral 46
aan de derde klasse verbindingen mankeerde veel, o.m. die van Nederland met Bazel en met Parijs. Met Zwitserland is de zaak in de twintiger jaren betrekkelijk vlug geregeld. Maar met Parijs vlotte het niet. Derde klasse-reizigers van Amsterdam naar Parijs moesten den geheelen dag onderweg zijn of den nachttrein nemen. Jarenlang is er over deze zaak tevergeefs gecorrespondeerd en vergaderd. Talrijke bezoeken zijn door ons afgelegd in Utrecht, Brussel en Parijs en na langen en soms vrij scherpen strijd werd een uitstekende 3e klasse dag-verbinding tusschen de hoofdsteden van Nederland en Frankrijk verkregen, zij het dan ook pas in 1937. Als men let op de jaartallen 1914 en 1937 dan lijkt dit niet heel erg bemoedigend voor degenen, die hopen op een spoedig volledig herstel van het toeristenverkeer ,wanneer de huidige wereldbrand eens eindelijk gebluscht zal zijn. In het beschreven tijdvak was het reizen overigens niet altijd even gemakkelijk. De vele verschillende deviezen-voorschriften maakten het overschrijden der grenzen van tal van landen dikwijls meer tot een kwelling Toeristen, die hun dan een genoegen. In Frankkamer doen. rijk kregen wij af en toe te kampen met hotelstakingen aan de Rivièra en i n Parijs. In de laatstgenoemde plaats hebben de leden eenmaal in een groot hotel hun eigen kamer moeten opruimen en hun bedden opmaken, maar terwijl in het Vaderland iedereen zich ongerust maakte, werd de reis, dank zij de groote ervaring van onzen leider, rustig afgewerkt. Tegenover den last met de grensoverschrijdingen stonden ook weer als voordeel de goedkoope tarieven in sommige landen, Duitschlar-d gaf aan buitenlanders 60 pet. reductie op de spoorprijzen, Italië 50 tot 70 pet. Beide hebben hierdoor het toerisme naar hun landen bijzonder gunstig beïnvloed. De Afdeeling Privéreizen, welke zich in het C.B. naast de gezelschapstochten zelfstandig ontwikkeld had, werd in Reizen en Trekken van 18 Juni 1937 terecht gekenschetst met de woorden: „Dienstbetoon aan onze alleenreizende leden", en zij heeft zich met vrucht ingespannen deze taak naar behooren te volbrengen. Elke week vestigde Reizen en Trekken in speciale rubrieken de aandacht op actueele onderwerpen op toeristisch gebied Wanneer men zoo de verzameling van hier en daar losweg genomen onderwerpen inziet, dan krijgt men inderdaad een goeden indruk van den w i l om het reizend publiek in te lichten en het beste voor te zetten, wat er op de „toerisme-markt" te koop is. Daarom laten wij in bont mengelmoes eenige dezer onderwerpen volgen. Luchttoerisme, Narcisscnfeest Montreux, het Cruiseprogramma der Duitsche Reederijen, Zeppelin-reizen, Reizen naar Italië met hotelbons en benzinebons, reizen per vrachtschip, voetbalwedstrijden, reductie op buitenlandsche lijnen, weektochtjes Universaliteit. voor ƒ 30— per motorboot . Geia". vacantiereizen naar Tripolis en Tunis, oude stadjes in Duitschland, Graubunderland, Sovjet Rusland, Kerstmis in Afrika, drie keer in de week naar Indië, naar Havannah en NewOrleans, Ceylon, Wintersport in Rusland, Internationale Automobieltentoonstelling Berlijn, Leipziger Messe, Hotelplannen in eigen land (Drente. Gooi, Achterhoek), Goudsche glazententoonstelling, wereldreizen, Butlin's Vacantie-Lido te Clacton-on-Sea, Lapland, Abisko en Narvik, Broek-op-Langendijk, Gala opera-voorstelling te Brussel. Noordkaap. week-ends in 23 verschillende plaatsen van Nederland, Ierland, Schotland, Bollentochten, Tentoonstelling Luik, Weekends Scheveningen, Noordwijk. Naast deze voorlichting en hulp aan den toerist werden de standaardreizen in steeds nieuwe vormen gepropageerd, zoo bijv. het Vacantieplan (in 1937) dat be-
oogde den dienst aan de leden in steeds volmaakter vorm te gieten en deze over een ruimer gebied uit te breiden. Hierbij werden — gedachtig aan ons doel — ook zeer goedkoope arrangementen niet vergeten, b.v. tiendaagsche Rivièra-reizen naar Menton, Nice of Monte Carlo met z.g.n. Pauschalprijzen van resp. ƒ 69.—, ƒ 76.— en ƒ 86.—. Voorts werden hotelbonnen „Vrije Keus" ingevoerd, die als betaalmiddal dienden, en welke den houder vrije beweging gaven in vele hotels in het buitenland in verschillende plaatsen. Een belangrijk aantal reizen ging ook door in samenwerking met het Zwitsersche Hotelplan. Voor de Wintersport ontstond het Ski-Heil-Plan (1936) met Ski-Heil ! goede winterarrangementen in 39 wintersportoorden van Zwitserland. Oostmark. Italië en Frankrijk. De propaganda hiervoor werd ondersteund, behalve door fraai geïllustreerd drukwerk, ook door filmavonden in het Centraal Bureau, uitsluitend voor genoodigden. Van het afdeelingswerk in de zevende periode valt betrekkelijk weinig te vermelden; niet omdat dit werk onbelangrijk was, het tegendeel is waar. Maar het Afdeelingswerk is te allen tijde zóó intensief en met zooveel succes gedaan, dat wanneer wij zeggen, dat alle afdeelingen zich beijverden, om op den ingeslagen weg voort te gaan, dit reeds in zichzelf den hcogsten lof inhoudt. Het werk der Afdeelingen is m den loop van jaren een onmisbaar onderdeel in ons groote arbeidsschema geworden en men kan zich de N.R.V. niet indenken zonder die reeks van AfdeeIingsbesturen, die zich van week tot week inspannen, om de leden regelmatig van hun Vereenigig te laten genieten. Wij noteerden uit een willekeurig nummer van ons weekblad R. en Tr. (5 Juni 1936) welke verscheidenheid geboden werd. Hier is het lijstje. Wandeltochten, roeidag, fietstocht, Nachtegalentocht, Kasteel Nijenrode, Duinrell, Autotochten, Week-end Castricum, V a n week tot week. Natuurbad, Bollentocht, V o lendam—Marken, Texel, Schiphol, Tuinfeest, Noordzeetocht, Rottum (met biologische voorlichting), Ameland, Stcrtocht, Havelte, Brielle, Oostvoorne, Bijenstad, Vredespaleis, Telefooncentrale, veel gemeenschappelijke tochten van dicht bij elkaar liggende Afdeelingen. Watertochten op onze rivieren, kaasmarkt Alkmaar, Giethoorn. Kersenboottocht, Coöp. Melkinrichting, Hooge Vcluwe, Haarzuilen, Holterberg; en zoo ging het steeds door alle 52 weken van het jaar, en alle achtereenvolgende jaren. Onder de gemeenschappelijke tochten bleven belangrijk de regelmatig terugkeerende gezamenlijke excursies van den Oostkring, naar Arnhem, Winterswijk, Denekamp en Ootmarsum (voor oude Twentsche paaschgebruiken), Urk, Lochem, Zwolle (IJseiboottocht), Kootwijk, Oldenbroeksche Heide. Op instigatie van de Commissie voor het Afdeelingswerk werden Noordzeetochten ondernomen van Hoek van Holland naar IJmuiden of omgekeerd, Boottochten op de Zeeuwsche stroomen, waarbij de saamhoorigheid der leden bleek uit de groote opkomst uit alle A f deelingen. Op 11 Juni 1939 had een groote Drenthetocht plaats met 350 deelnemers in 11 A.T.O.-bussen. In de laatste jaren kwam er in onze Afdeelingen groote belangsteling op voor de ruitersport. Hier en daar werden ruiterclubs opgericht zooals er reeds tennis-, zwem-, tooneel- en bridgeclubs waren gevormd. Ten opzichte van de ruitersport nam het Hoofdbestuur een eenigszins voorzichRuitersport. tig standpunt in, omdat hier bijzondere vakbekwaamheid geëischt wordt van de leiders, en omdat het ruitertoerisme eigen wetten en regels
kent, welke geëerbiedigd dienen te worden. Hoewel dc plannen voor een ruiterkamp reeds in een vergevorderd stadium waren, is hiervoor nog geen groep gevormd. In deze jaren hebben zich naast de door de Afdeeüngsbesturen in den winter zelfstandig georganiseerde voordrachten, ook ontwikkeld de door het Hoofdbestuur of de Wintersportcommissie ingestelde serievoordrachten, meestal in overleg met de Afdeelingsbesturen. De Wintersportcommissie zorgde voor Wintersportlezingen met films en ski-demonstraties, dikwijls ook met tentoonstellingen van ski-uitrusting. In 1936 kwam Hermann Steuri uit Grindelwald in 15 plaatsen van Nederland spreken, in 1937 Hans Schlunegger uit Weggis in 18 plaatsen, in 1938 sprak Walter Ochsner uit Zürich in 22 Afdeelingen en i n 1940 hadden 28 lezingen over wandeltoerisme en bergsport plaats, waar verschillende leden der Voetreizen- en W i n Buitenlanders brentersportcommissie als sprekers gen hun kennis en optraden. Daarnevens werden groote lezingen-series gehouden voor Italië, Zwitserland en België. In 1938 hadden 32 voordrachten plaats over Italië, waarbij een Italiaansch zangerspaar optrad en een tentoonstelling werd gehouden van Italiaansche producten, kunstvoorwerpen en curiosa. E r kwamen 12,580 bezoekers. In 1939 werden 33 Zwitsersche avonden gehouden met jodelaars, welke 17,500 bezoekers trokken. In 1940 had in zeven Afdeelingen een tournee plaats voor Belgisch toerisme, i n samenwerking met den Nationalen Belgischen dienst voor Toerisme, en enkele andere reisorganisaties. Sprekers waren de letterkundigen Geiard Walschap en Felix Timmermans. In 1941 zijn 30 voordrachten gehouden, voornamelijk om onze leden in kennis te brengen met onze reisplannen in eigen land. Hier was de groote attractie de bekende Vlaamsche voordrachtkunstenares Julia de Gruyter, die in haar voordrachten de geest van het Belgische volk nader tot de onze bracht. Een merkwaardig verschijnsel is het af en toe uitkomen van speciale afdeelingsbladen. Of eigenlijk het uitkomen is niet zoo merkwaardig, maar wel het feit, dat zij na langer of korter tijd. meestal na korten tijd, weer ophielden te beslaan. Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Leiden, Utrecht, Nijmegen, Groningen, de zuidelijke provinciën, ze hebben alle pogingen in die richting gedaan. Ze zijn alle verdwenen op Groningen na. Maar dit is een orgaan, „De Reiscourant voor het Noorden", dat niet als periodiek, doch op ongezette tijden verschijnt, wat, met den door een vakman verzorgden inhoud, nog wel de beste waarborg lijkt voor het voortbestaan. Een uitzondering op den tegel vormt de afdeeling Den Haag, waarvan het maandblad „De Haagsche Toerist", zich gedurende 23 jaar kon handhaven. In 1939 werd het, ook en vooral als gevolg van den oorlogstoestand opgeheven. In de behandelde periode vierden verschillende afdeelingen haar 25-jarig en zelfs 30-jarig bestaan. Eén Afdeeling van de vijf en dertig is zonder dat zij werd opgeheven tot betere tijden ter ruste gelegd, n.1. de afdeeling Maastricht. Daarom wordt in de meeste verflagen van den laatsten tijd steeds van 34 afdeelingen gesproken, ofschoon dit niet geheel juist is. Na September 1939 werd voor de tweede maal in het leven der N.R.V. bewezen, hoe belangrijk de afdeelingen met haar uitgebreide actie zijn voor het organische verband in de N.R.V. Onder de maatregelen, welke na het intreden van den oorlogstoestand in Europa door ons Hoofdbestuur genomen werden, was een circulaire aan de afdeelingen om thans evenals in 1914—1918 haar activiteit op te voeren; voor dit O m s c h a k e l e n op de doel werd ook een vergadering Afdeelingenl met afgevaardigden uit de afdeelingen gehouden. Hieraan 47
is met graagte voldaan, en hoewel het afdeelingsnieuws in ons blad door de gebeurtenissen in M e i 1940 begrijpelijkerwijze sterk werd ingekrompen, herstelde de toestand zich weer spoedig, en werd het nieuws weer geleidelijk tot normale hoogte uitgebreid. A l leen in de afdeelingen Rotterdam, Walcheren en den Helder, die het meest onder het oorlogsgeweld geleden hadden, ging het herstel langzamer. E n het is wel een bewijs van een krachtig gevoel van eigenwaarde, dat onze groote afdeeling Amsterdam zich. in begin 1941 gereed maakte om haar 30-jarig bestaan met een zeer uitgebreide feestviering te herdenken. Waar onze afdeelingen wel over het geheele lana verspreid zijn en groote districten omvatten, maar er toch nog kleine plaatsen bestaan, waar geen afdeeling de leden bindt, werd in 1939 bij reglementswijziging de mogelijkheid geopend tot het vormen van N.R.V.-groepen van eenvoudige structuur, welke bij 300 leden tot een afdeeling konden worden bevorderd. E r is voor het Hoofbestuur nog geen aanleiding geweest van deze bevoegdheid gebruik te maken. Memoreeren wij na deze beknopte beschrijving van ons afdeelingswerk de inde laatste vijfjaar zoo bijzonder geslaagde jaarlijksche September-reunies, n.1. in 1936 op het Scheveningsche Kurhaus, waaraan 1000 leden deelnamen, in 1937 toen hetzelfde aantal zich in het Groot-Badhotel te Zandvoort vereenigde. D u i z e n d leden beterwijl de laatste reünie met groeten elkander. bijna 1000 leden op 11 September 1938 op het Kasteel Nijenrode plaats had. De laatste, want de zooveel belovende tocht naar de Hooge Veluwe ging niet door tengevolge van de toen ingetreden oorlogstoestand in Europa en de mobilisatie van ons leger. Ons orgaan Reizen en Trekken sloot aan het eind van 1936 zijn dertigsten jaargang af. A a n een artikel van 25 December 1936 aan dit feit gewijd, ontleenen wij : „Een periode van dertig jaar in dienst van het toerisme, leiding gevend en invloed ondergaande, medemakend alle wijzigingen, die zich in dit tijdsverloop plots of geleidelijk in het verkeerswezen voltrokken. Een tijdperk, dat lang genoeg is om het bijzondere te doen vervagen, zoodat alleen de gedachte overblijft aan het algemeene nut, dat het blad kon brengen, den dienst, die het onze leden kon bewijzen, de levensvreugde der lezers, waaraan het voor zijn deel mocht medewerken. Van deze vijf jaar is van het orgaan niet bijster veel te berichten, daar zich in uitgave en inhoud niet veel veranderingen voordeden, behalve dan, dat de jaargangen volumineuser werden, met hun omstreeks 800 bladzijden. De belangrijkste wijziging was, dat voor ruimtebesparing het Afdeelingsnieuws van 19 Februari 1937 af gesplitst werd in 4 districten; voor het afdeelingsnieuws werd één bladzijde per aflevering beschikbaar gesteld, zoodat voortaan ieder nummer in vier verschillende uitgaven verscheen, die alle gelijk waren, behalve de eene pagina afdeelingsnieuws, die telkens wisselde. Dit gaf een besparing per nummer van 2 tot 3 bladzijden, welke ruimte gebruikt werd, om naast het Vereenigingsnieuws en de reispro„ R e i z e n en Trekgramma's wat meer toerisk e n " in vier edities. tisch-literaire copie op te nemen en meer illustraties. De jaren door is dit het zwakke punt gebleven. Telkens wanneer door een of anderen maatregel de gewenschte meerdere ruimte verkregen was, werd deze ruimte spoedig alweer opgeëischt in verband met den groei van ons werk. Daarom werd in 1936 weer getracht, om 48
tot een afzonderlijk toeristisch tijdschrift te komen. Een commissie van deskundigen werkte ijverig aan deze zaak, maar evenals bij een vroegere gelegenheid moesten de plannen worden uitgesteld, omdat de prijzen opliepen, en misschien onbewust, omdat men zich niet geheel zeker voelde van de politieke toekomst in de wereld. Daardoor bleef er een sfeer van onbevredigdheid bestaan, welke leidde tot de instelling in October 1938 van een studiecommissie voor den inhoud van R. en Tr. en ten slotte in 1939 tot een Commissie van Bijstand, bestaande uit 2 leden van het Hoofdbestuur, die samen met den Redacteur den i n houd van ons orgaan zouden bepalen. Een van de maatregelen door de Redactie in haar nieuwen vorm genomen, was het zooveel mogelijk reserveeren van ruimte voor goede artikelen op toeristisch gebied. Eenige nieuwe rubrieken werden ingesteld en vooral werd meer aandacht geschonken aan het toerisme in Nederland, waarbij wij den steun mochten erlangen van het Departement van Onderwijs. Wanneer men de plm. 3500 groote bladzijden uit deze periode doorbladert, wordt wederom de drang groot, om een lijst te geven van de massa interessante, cultureele, opvoedende en inlichtende artikelen, van groote verscheidenheid, die werd opgenomen, maar wij moeten dezen lust tot uitvoerigheid onderdrukken Daarentegen wijzen wij nog wel op de vele in deze periode verschenen speciale nummers, die alle zeer fraai geïllustreerd waren en dikwijls op bijzondere medewerking konden bogen. Als zoodanig noemen wij de winter nummers, die jaarlijks in November uitkwamen tel ondersteuning van onze winterreizen, voorts verschillende zomer- en vacantienummers, een Frankrijknummer ter gelegenheid van de wereldtentoonstelling 1937, een Utrecht-nummer bij de opening van ons bijkantoor Utrecht i n Nov. 1937, eenige voetreisnummers, waaronder dat van 14 A p r i l 1939 ter gelegenheid van het 15-jarig bestaan der Voetreizen-commissie, een nummer voor de autoreïzen, een spoorwegnummer ter eere van het eeuwfeest der Ned. Spoorwegen in 1939, eenige extra nummers voor de afdeeling privé-reizen, waaronder een, dat in 100.000 exemplaren uitkwam, om te demonstreeren, wat wij voor onze niet in groepen reizende leden doen; bovendien een groot aantal jeugdnummers voor onze junior-af deeling. De aantrekkelijkheid van ons orgaan werd voorts verhoogd door zeer veel wedstrijden, v.n.1. op toeristisch of fotografisch gebied. De annonce-exploitatie bleef ook in deze periode met stijgend succes in eigen beheer De uitkomsten waren van dien aard, dat de af en toe zich voordoende voorstellen, om een of ander bureau voor ons te laten exploiteeren, reeds bij voorbaat afgewezen waren. Zoo was dus de toestand, op 1 September 1939, toen met het sluiten van de meeste grenzen voor het internationale toerisme de N.R.V. haar werk grootcndeels moest stopzetten en voor een ander deel omschakelen. Ook R. en Tr. werd toen gekortwiekt. De glorieuze afleveringen van 20, 32 of 44 pagina's kromoen onmiddelO n s orgaan gekortlijk in tot 8, zelfs 4 bladzijden wiekt. In plaats van per week verscheen het blad om de 14 dagen. In Januari 1940 werd besloten, om met het oog op het reisseizoen, dat Nederland, België en L u x e m burg zou omvatten, ons orgaan van 15 A p r i l tot 15 Augustus weder in wekelijksche uitgaaf te doen verschijnen. Nauwelijks was daarmede begonnen, of tengevolge van de gebeurtenissen van 10 M e i werd de geheele uitgave gestaakt, maar onmiddellijk na het eindigen der vijandelijkheden werd weer — gelijk steeds — gepeinsd over het naast bereikbare, met o.a. tot gevolg, dat ons blad op 31 M e i weer kon verschij-
nen. Spoedig daarna toonden ook onze afdeelingen wederom alïerwege teekenen van leven, het werk eischte weer publicatie en de veertiendaagsche uitgave werd van 28 J u n i tot 16 Augustus opnieuw een wekelijksche. Vanzelfsprekend wijdde het blad zich van nu af aan in hoofdzaak aan Nederland, zijn steden, natuur, musea en bijzonderheden. Tevens gaf het steun aan den drang van diverse vooraanstaande personen en organisaties, om juist nu vacantie te nemen. In het zicht van het 35-jarrg bestaan der N.R.V. begon op 27 September 1940 de artikelen-reeks: „De N.R.V. in Vijf-en-dertig jaar", waarin de geschiedeEen cultuur-histonis onzer reisorganisatie in risch g e g e v e n . vijfjarige tijdvakken beschreven wordt, zulks met het doel het voornaamste uit ons bestaan vast te leggen on alzoo een document te verkrijgen over een belangrijk cultuur-historisch gegeven uit onzen tijd. Het Hoofdbestuur besloot deze artikelen te bundelen en uit te geven. Ook in deze periode achtte het Hoofdbestuur voortdurende propaganda voor ledenwerving en bekendmaking van ons doel en streven noodzakelijk. De propaganda-commissie zorgde voor propaganda-avonden in Doetinchem, de Bilt, Steenwijk, Brielle, Beverwijk, Voorburg, Leerdam, Ede, Veendam, Hoogeveen,
Het C e n t r a a l Bureau der N . R . V . , Zeestraat hoek Laan van Meerdervoort, Den Haag,
in avondverlichting. (Foto Dingjan).
Assen, Baarn, Roosendaal, IJmuiden. Ook werden ledencampagnes in Reizen en Trekken op touw gezet, met belangrijke prijzen, meestal gratis-deelneming
aan reizen. In 1938 had een spannende wedstrijd plaats tusschen de Afdeelingen, wie in zulk een campagne het meeste succes had gehad. Het ging om een prachtigen Voorzittershamer en er is hartstochtelijk om gestreden. Tilburg was de gelukkige. Evenwel was het leden-aantal i n deze periode aan sterke schommelingen onderhevig. Op 1 Januari 1937 hadden wij 50.722 leden, op 1 Januari 1938 47.685, op 1 Januari 1939 52.171 en op 1 Januari 1940 47.459 leden. E r was dus weer een flinke stijging bij het begin van het oorlogsjaar, maar natuurlijk is dit cijfer later zeer sterk gedaald. Op 1 Januari 1941 hadden wij nog 36,750 leden, een aantal, dat onder de bijzondere omstandigheden als zeer gunstig werd beschouwd. Het aantal jeugdleden liep i n normale tijden ook sterk op van 486 in 1936 tot 1472 op 1 Januari 1939, overeenkomstig het aantal deelnemers aan jeugdreizen, dat in 1936 slechts 192 bedroeg en in 1938 reeds 829. Bij het uitbreken van den oorlog kregen wij een mooi bewijs van medeleven van onze leden. Iedereen was zich bewust van de moeilijkheden, waar de N.R.V. voor zou komen te staan, en ook, dat er een aantal leden, die alleen belangstelden in een mooi reisje, maar niet Een eerelijst. in de N.R.V. zelf, zouden bedanken. Eén lid gaf het voorbeeld. Hij verhoogde zijn contributie tot ƒ 1 per maand voor het eerste oorlogsjaar: „De N.R.V. had hem zooveel in zijn leven geschonken^ dat hij haar nu i n zware uren helpen wilde". Hij vond navolgers. Wij stelden een eerelijst samen van vrijwillige contributie-verhoogingen, welke maandenlang een vaste rubriek in Reizen en Trekken vormde: zelfs uit Indië kwamen dergelijke bewijzen van sympathie. De contributie van ƒ 1.75 kon gehandhaafd blijven. Er werden voorstellen gedaan voor het invoeren van gezinscontributie en van een lidmaatschap voor het leven, maar tot invoering is het nog niet gekomen. De meerderheid van het Hoofdbestuur bleek niet ingenomen met z.g. gezinscontributie, die hierop neerkomt, dat het hoofd van een gezin de volle bijdrage betaalt, en de andere leden van dat gezin minder. Het argument van het Hoofdbestuur was, dat de N.R.V. is gebouwd op het beginsel van het persoonlijk lidmaatschap. Naast dit principe, dat van den beginne af heeft gegolden, vreesde men ontwrichting van de financiën. Bij een enquête voor het lidmaatschap voor het leven antwoordden slechts 10 leden. Wat de financieele toestand van de vereeniging aangaat, deze bleef onverdeeld gunstig. Het Jaarverslag 1939, dus tot en met de 4 eerste oorlogsmaanden, vermeldt als ontvangsten en uitgaven ƒ 292.455.08 met een batig saldo van ƒ 6291.30, dat voor diverse fondsen en afschrijving besteed werd, waardoor het kapitaal zich handhaafde op een bedrag van ƒ 165,713.66. De devaluatie van den gulden op 27 September 1936 bracht dienzelfden middag het Hoofdbestuur met de Directie van het Centraal Bestuur bijeen om den toestand te bespreken en eenige maatregelen te treffen. Het was maar gelukkig, dat de devaluatie kwam na het zomerseizoen, terwijl het feit, dat Frankrijk en Zwitserland nagenoeg gelijktijdig met ons devalueerden, de positie gunstig beïnvloedde. Een i n October uitgebracht rapport over deze zaak deelde mede, dat de gevolgen niet noemenswaard nadeelig waren voor de N.R.V. In deze periode was het leiderscorps aangegroeid tot ongeveer 600 personen. Deze werden af en toe in vergadering bijeengeroepen ter behandeling van allerlei vragen, die zich i n den loop van Z e s h o n d e r d leiders. tijden hadden voorgedaan en waarvan de bespreking algemeen nut kon hebben. A a n het instrueeren der leiders 49
werd voortdurend aandacht geschonken en soms was het noodig meer publiek bepaalde voorschriften te geven, bijv.: „Het Hoofdbestuur heeft geen bezwaar tegen de gewoonte, dat de deelnemers hun leider een bescheiden souvenir aan de reis vereeren, maar het aannemen van geld voor een cadeau of cadeaubonnen door leiders kan niet worden goedgekeurd". — „Als meerdere groepen zich in één trein bevinden, behoorcn de leiders zich onderling te verstaan over de plaatsen in den trein en het bespreken der maaltijden". — „Het is de wensch van het Hoofdbestuur, dat de leiders rekening houden met de viering van den Zondag en het kerkbezoek, voor zoover dit mogelijk is". — „Het leider zijn van de N.R.V. en betaald leider van een reisbureau is onvereenigbaar." Het werk der gemeubileerde zomerhuizen, welke onze leden als regel voor 14 dagen konden huren, handhaafde zich in zijn nieuwen vorm, en zelfs gingen wij dergelijke vacantiewoningen voor den winter oeschikbaar stellen. Behalve in eigen land hadden wij woningen in België, Duitschland, Oostenrijk, Zwitserland en Italië. De Kindervacantiehuzen waren gevestigd in Dieren. Velp, Oosterbeek, Heelsum, Doorn, Driebergen, Zandvoort, Valkenveen en Nunspeet. De zevende periode leeft in de gedachten van hen, die het werk der Vereeniging van nabij hebben medegemaakt, als de belangrijkste in haar bestaan. Het oude werd bevestigd en er werd op het publieke erf veel arbeid aangevat, waardoor de werksfeer en de beteekenis der N.R.V. werden uitgebreid. Veel hiervan is reeds vervat In hetgeen wij hierboven over dit tijdvak mededeelden. Wij willen hieronder in het kort nog enkele belangrijke zaken vermelden. Als zoodanig mag zeker gelden de oprichting va*i het Weldadigheidsfonds „De Daad", dat in hoofdzaak gevoed werd uit z.g. „staartjes" van reizen, bijv. onverdeelbare overschotten of vrijwillige giften van onze reisgroepen. Dit fonds is in staat gesteld belangrijke dinWeldadigheidsfonds gen te doen. In J u l i 1937 „De Daad". werden aan 690 doofstomme en slechthoorendc kinderen uit Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Groningen uitstapjes aangeboden naar Burgers Dierenpark en naar Norg; in 1938 werd een Kerstfeest voor ongeveer 500 kinderen bekostigd en een bijdrage geschonken aan het fonds voor oude visschers, hun weduwen en weezen te Den Helder; het Volkssanatorium te Appelsga kreeg een bijdrage voor de oprichting eener afdeeling voor de kinderen; aan blinde kinderen werd een autotocht aangeboden; de Vereeniging van slechthoorenden kreeg een blok koptelefoons, het Paardenfonds op Java werd bedacht, evenzoo het Leger des Heils; bijdragen werden gegeven voor lectuur in brailleschrift, voor dc opleiding van geleide-honden voor blinden; kinderen werden naar het buitenland gezonden voor herstel van gezondheid, moedige daden werden uit het fonds beloond, en ook werd in den kring der N.R.V. meermalen hulp en bijstand verleend, wanneer dit aan het Bestuur van „De Daad" noodig bleek. De Bibliotheek groeide aan tot ongeveer 6000 werken, waarvan de catalogus steeds werd bijgehouden, terwijl afzonderlijke opgaven verschenen van het bezit over Oostenrijk, Frankrijk, Duitschland, Italië, Groot-Britannië en Ierland, Zwitserland, Finland, Noorwegen, Zweden, Denemarken, de Alpen, Nederland en Wintersport. Interessant is wel, dat de Bibliotheek zich al die jaren door geheel kon be druipen uit de gaven der dankbare reizigers. Tijdens den oorlog werd begin 1941 een proef genomen met het deponeeren van een aantal boeken in ons bijkantoor te Amsterdam, welke zoo goed slaagde, dat weldra een dergelijk depot in Arnhem gevestigd moest worden. 50
Als gevolg van een voordracht door Prof. Stomps voor onze leiders, gaf de N.R.V. een boekje uit „Alpenflora", welke in het door ons zoo druk bezochte Alpenland een goede gids is voor plantenliefhebbers; het O p cultureel „Reisboek", dat al die jaren door tot en met 1939 werd uitgegeven, verscheen meestal m 10,000 exemplaren, welke oplage ieder jaar geheel werd uitgeput; van „Ski-gymnastiek" verschenen een tweede en een derde verbeterde druk; gidsjes zagen het licht over de gebouwen en monumenten van Parijs, van de Augustus-Tentoonstelling Rome, van de Zwitsersche Tentoonstelling in 1939; met de Uitg. M i j . „Kosmos" werd samengewerkt aan de uitgave van „Omhoog de Bergen in", waarin de voetreiziger over bergtoerisme wordt ingelicht. Daarnaast hebben onze beschrijvende programmaboekjes van allerlei toeristenoorden in vele tienduizenden exemplaren regelmatig hun weg gevonden. A f en toe hebben wij kunstpremies voor on-;e leden tot uiterst lagen prijs beschikbaar gesteld, o.a. eenige prachtige linoleumsneden, Slot Chillon bij Montreux en Landwasser-Viaduct in Graubunderland. Van 1936 tot 1940 gaf Drukkerij Mulder te Gouda in samenwerking met de N.R.V. een fraaien veertiendaagschen kalender uit onder den naam „Reizen en Trekken", met uitgezochte platen en toelichtende bijschriften. In 1937 werd een N.R.V.-legpenning ingesteld, die slechts bij bijzondere gelegenheden wordt uitgereikt. Ter gelegenheid van het jubileum der Ned. Spoorwegen in 1939, waarbij de N.R.V. ook aan de Spoorwegtentoonstelling te Amsterdam deelnam, werd door onze Vereeniging een herinneringstegel uitgegeven, waarvan een exemplaar op bijzondere wijze gemonteerd, aan de Directie der Ned. Spoorwegen werd aangeboden. Aan de propaganda voor vacantiespreiding heeft de N.R.V. medewerking verleend. Hoe zou dat ook ander? kunnen, waar deze gedachte meermalen door haar gepropageerd werd. Ons orgaan „Reizen en Trekken" heeft in den loop der jaren vurige pleidooien gehouden voor herfst-, winter- en voorjaarsvacantie, en door het uitschrijven van mooie reizen in die seizoenen de daad bij het woord gevoegd. Maar ook voor het beperkter plan van uitbreiding der vacantie over de maanden Juni en September heeft ons orgaan meermalen op de bres gestaan. E n voorts hebben wij er in onze Vacantieverblijven practisch aan medegewerkt door de reissommen zoo te stellen, dat deze in voor- en naseizoen ongeveer 30 pet. lager waren dan in hel hoogseizoen voor dezelfde prestatie. In de jaren 1937, 1938 en 1939 mochten wij weer met extra treinen van de Zwitsersche Bondsbansn telkens ongeveer 350 Zwitsers als gasten in ons land ontvangen en rondleiden. In September 1938 nam de N.R.V. deel aan de ontvangst van Burgemeesters uit de Nassausche landen, die een tegenbezoek brachten aan het land, waaruit de laatste jaren zoo vele gasten hun steden hadden bezocht. In 1938 en 1939 werden meermalen reisgroepen van de Coöperative Holidays Association op ons Centraal Bureau ontvangen, waarbij natuurlijk nimmer verzuimd werd te wijzen op het portret van Arnold Toynbee in de Directie-kamer, van wien vele goede gedachten in onzen arbeid zijn belichaamd. Het Bestuur der Vereeniging bleef ook in deze vijf jaren gevoerd volgens de steeds als juist door ons erkende beginselen. De koers, die het Hoofdbestuur na zijn De strakke lijn. optreden in 1930 had ingeslagen, werd eveneens gehanchaafd, en het succes der Vereeniging mag dan ook wel voor een groot deel worden toegeschreven aan deze strakke houding ten aanzien
van beginselen en doelstelling. Natuurlijk kwamen er wel interne wijzigingen tot stand, in verband met den groei van het werk, of zich wijzigende toestanden. In 1939 werden een aantal commissies opgeheven, en het werk ondergebracht bij andere commissies of opgedragen aan enkele gedelegeerden, een en ander ter vereenvoudiging en snellere afdoening van zaken. De Commissie voor de Reizen werd grondig gereorganiseerd; voor de diverse landen werden programma-commissies benoemd, wier werk ter uiteindelijke beslissing werd gegeven aan een uit slechts enkele leden bestaande Commissie voor de Reizen. Deze verandering had het uitgesproken doel om het Hoofdbestuur van arbeid te ontlasten. En zoo zijn wij langzamerhand genaderd tot dat oogenblik van het zevende tijdperk, waarin plotseling, evenals in 1914, een scheidsmuur werd opgericht tusschen het verleden en de toekomst, 1 September 1939. De oorlog tusschen Duitschland en Polen brak uit met als gevolg, dat Frankrijk en Engeland zich in 1 September 1939; den strijd mengden. Het noodoorlog! lot, waarvan de schaduw zich Europa had vertoond, was over ons werelddeel gekomen, en wij wisten, dat het voorloopig met het vreedzame toerisme uit zou zijn. Onze maatregelen waren reeds langen tijd tevoren overdacht; in de lange voorafgegane mobilisatieperioden was er gelegenheid te over geweest om vast te stellen, wat ons in geval van een Europeeschen oorlog te doen stond. Het algemeene thema was: inkrimpen, veel wat in vredestijd nuttig en goed was, thans als overbodig overboord werpen, de onkosten besnoeien, trachten nieuwe bronnen van inkomsten aan te boren. En bij dat alles was de zorg voor ons uitgebreid personeel wel een van de belangrijkste zaken, die het Hoofdbestuur bezig hielden. Dit College kwam reeds op 2 September bijeen ter bespreking van den toestand. Er werd voor de resteerende vier maanden van 1939 een nieuwe begrooting opgemaakt, gebaseerd op den ingetreden toestand. Het grootste gedeelte van ons mooie gebouw werd, inclusief de totale inrichting, verhuurd aan het Rijksbureau voor dc distributie van aardolieproducten. Onze eigen diensten werden alle geconcentreerd in parterre Inkrimping. en kelderverdieping. Onmiddellijk werden pogingen in het werk gesteld, om, met behoud van een kern uit het personeel, de anderen te helpen bij het vinden van een nieuwe betrekking, terwijl er bovendien wachtgeldregelingen gemaakt werden. Het bijkantoor Utrecht werd per 1 October 1939 opgeheven. Het orgaan werd in omvang en aantal afleveringen verkleind. Het vaste personeel bestond op 1 September 1939 uit 118 personen; met de plaatsing elders, waarvoor zeer veel moeite is gedaan, zijn wij gelukkig geweest. Nagenoeg allen werden geplaatst; een dertigtal ambtenaren ijleven, welk aantal later nog verminderd werd. Naast al deze maatregelen tot beperking der uitgaven, was het Hoofdbestuur er op bedacht, om het werk der Vereeniging ten spoedigste weer aan te vatten, zij het op het terrein, dat ons gebleven was: Nederland, België cn Luxemburg. Trouwens, reeds omstreeks 8 September kwamen verzoeken in van leden tot het organiseeren van najaarsreizen. Daaronder waien teleurgestelden, die zich hadden opgegeven voor verschillende aantrekkelijke herfsttochten, die vanzelfsprekend vervallen waren; daaronder waren ook deelnemers van de vijftig reisgroepen, die in de tweede helft van Augustus wegens het dreigend oorlogsgevaar door de N.R.V. waren teruggeroepen.
Maar al te gaarne is aan deze verzoeken voldaan E r weraen dadelijk tochten ontworpen naar Nunspeet, naar Amsterdam, later autotochten langs Oud Stedenschoon en Kerstreizen naar den Herikerberg en naar Brussel, Leuven en Mechelen. In Reizen en Trekken van 15 December 1939 werd medegedeeld dat voo1940 ongeveer 200 reisplannen in bewerking waren, in eigen land en in België; er liepen onderhandelingen over het huren van grootere en kleinere zomerverblijven als centra voor wandelen, auto-en, zwemmen, zeilen en kampeeren. Begin 1940 werden eenige commissies ingesteld voor de verzorging van onze leizen, een „Eigen Home Commissie" en een „Commissie voor Cultureele Reizen", terwijl de sportreizen aan de Commissie voor Voetreizen en Wintersport werden opgedragen. In Maart 1940 konden wij schrijven: „Practisch is er geen plekje in Nederland, of het komt wel in een onzer programma's voor". Een Pinkster-Generale naar Vlaanderen werd aangekondigd van 11 tot en met 14 M e i . Series Kunstreizen door Nederland werden ontworpen. Men ziet, dat de N.R.V. niet bij de pakken wilde gaan neerzitten, maar er van wilde maken, wat er van te maken was. In dien tijd was er bij ons nog zeer veel optimisme, zelfs vóór de mogelijkheid om naar het buitenland te reizen. Inderdaad heeft er Paschen 1940 een gezelsehapsreis met 30 leden plaats gehad naar Diekirch in Luxemburg, welke door een daar ter stede verschijnende courant als een bijzonderheid werd vermeld. Maar wij achtten toen zelfs nog de kans om naar Italië te reizen zeer groot, waarover wij dan ook in Reizen en Trekken van 5 en van 19 A p r i l 1940 mededeelingen deden. Ja, op laatstgenoemden datum schreven wij in ons orgaan: „Er bestaan plannen begin Augustus een groepsreis naar Zwitserland uit te schrijven." Het zou echter anders uitkomen. Op Zaterdag 4 M e i 1940 werd de Jaarvergadering te Utrecht gehouden. Deze was met het oog op de tijdsomstandigheden beperkt tot één dag, en ze miste dus de reeks van gezellige bijeenkomsten, maaltijden en uitstapjes, welke onze jaarvergaderingen gewoonlijk begeleiden. Toch had deze vergadering een belangrijk moment, omdat bij deze gelegenheid afscheid weid genomen van den Directeur van het Centraal Bureau, een der oprichters van de N.R.V., die op 1 M e i zijn functie had neergelegd. Hij werd met geschenken, bloemen en hartelijke woorden bedacht, terwijl een bronzen plaquette werd aangeboden, bestemd om m de ontvangsthal van het Centraal Bureau te worden ingemetseld. In dezelfde vergadering werd een bedrag van bijna ƒ 13,000 door de Afdeelingen afgestaan aan het Hoofdbestuur, om daarmede het fonds te versterken, dat het Hoofdbestuur uit de Algemeene Kas nad gevoteerd tot steun aan ontslagen personeel. In de hartelijke N.R.V.-sfeer, welke i n die vergadering tot uiting kwam, kon niemand vermoeden, dat nog geen week later Nederland in den oorlog zou worden betrokken. Deze slag kwam, gelijk bekend, op den lüen Mei, juist een dag voordat de volgeboekte PinkDe Pinkster-generale stergenerale naar Brugge zou niet naar Brugge. zijn vertrokken. Na de capitulatie op 14 Mei bleek ons bijkantoor te Rotterdam niet meer te bestaan. V a n ons personeel, waarvan 13 personen gemobiliseerd waren, was één onzer, de heer W. Smits, reeds den eersten dag op Ypenburg gesneuveld. A l l e arbeid stond nu stil, maar reeds spoedig kwam er werk voor ons te verrichten; wij werden ingeschakeld in de hulpactie voor Rotterdam en dagen lang waren onze lokalen, kelderruimten en binnenplaats het schouwspel van een levendige bedrijvigheid: kleeding en huisraad van allerlei soort kwam bij ons binnen, werd door ons personeel gesorteerd en op de vrachtauto's voor Rotterdam geladen, maar weldra, n.1. op 31 Mei, konden wij med?51
deelen, dat ons Centraal B u reau weer normaal werkte. De machine kwam opnieuw op weer op. gang. Natuurlijk was het reisschema ppwiizir/d. maar er werden thans voor den zomer 1940 reizen aangekondigd naar Putten, Epen (L.), de Reeuwijksche Plassen en Coldenhove, waar wij clubhuizen hadden gehuurd, waarvan sommige geheel door ons werden geëxploiteerd. Later kwam er „de Zanding" te Otlerlo bij. Voorts kwamen er reizen per „Prinses Juliana" over het Uselmeer, naar Arnhem, Giethoorn, Friesche Meren, Zuid-Limburg, Scheveningen, Den Haag, Rotterdam, het Westland, Nunspeet, Oisterwijksche Vennen, Montferland, diverse fietstochten, voetreizen naar Epen (L.), Drente en Twente, sportreizen en diverse jeugdreizen. Een faciliteit, welke de N.R.V. jarenlang aan de groepsreizen had verleend, moest vervallen, n.1. de automatische ongevallen- en bagageverzekering. Maar ten minste kon de N.R.V. èn door haar orgaan èn in de praktijk medewerken aan de leuze, die van alle kanten werd gehoord, om juist in deze zware tijden de zorgen eens voor korten tijd aan kant te zetten en vacantie te nemen. Ofschoon het aantal groepsreizigers, dat aan de door ons geboden gelegenheid om met vacantie te gaan, deelnam, ongeveer 10 pet. bedroeg van het aantal, dat wij in onze glorievolle jaren mochten boeken, konden wij, de omstandigheden in aanmerking genomen, nog spreken van een vrijwel geslaagd seizoen. Hierbij mag vooral niet worden vergeten, dat bijna alles in de N.R.V. tot gereduceerde verhoudingen was teruggebracht. Het betrekkelijke welslagen spiegelt zich ook af in de jaarcijfers, want, ofschoon wij in de begrooting van 1940 met een belangrijk kapitaal-verlies gerekend hadden, is de achteruitgang niet van beteekenis geweest. De N . R. V . veert
De toestand van onze Vereeniging aan het eind van 1940 was moed-gevend. En dit bleek ook uit de in een artikel van onzen A l g . Voorzitter uiteengezette plannen voor 1941. Deze werden na gepleegd overleg in den Raad van Afgevaardigden op 14 Maart 1941, dus weinige dagen vóór onzen 35en verjaardag in Reizen en Trekken bekend gemaakt. Zij omvatten de navolgende hier in het kort Clubhuizen. weergegeven reizen: Clubhuis De Karckiet aan de Reeuwijksche Plassen met eigen roei- en zeilbooten. A r k Op Dreef, Woonschip, te Oosterbeek. Prinses Juliana, Zuiderzee-zeilschip. Generale Reis naar Valkenburg (L.) Clubhuis De Zanding. Sportreizen naar de Veluwe. Hotel Atlanta, ons pied-a-terre i n Nunspeet. Veluwetochten. Coldenhove. Kampeercentrum, Veluwe. Oisterwijk. Brabantsche Vennen. Oosterbeek. Tochten om Arnhem en Veluwe. Breda. Brabant. Mooi-Twenthe. Denekamp.
52
Friesland. Meren en bosschen, Sneek. Epen. Wandelingen i n Zuid-Limburg. Twenthe. Ootmarsum, wandelingen, logies in jeugd'herbergen. Fietstocht Utrecht, Veluwe, Achterhoek. Fietstocht met logies in jeugdherbergen. Clubhuis „Het Hooge Huis", Putten, Sportreis Veluwe. Valkenburg. Het Heuvelland van Zuid-Limburg. Voettocht langs jeugdherbergen. Deze tochten varieerden in een duur van 4 tot 8 dagen met reissommen van ƒ 15.— tot ƒ 28.—. Op deze wijze beijverde het Hoofdbestuur zich, om de belangstelling bij onze leden in de N.R.V. levendig te houden. Dit geschiedde ook op andere wijze, o.m. door een interessante puzzle-competitie in Reizen en Trekken en samenwerking met de Afdeelingen op verschillend gebied, bijv. door de reeds vermelde Julia de Gruyteravonden. Een groot Bridge-, Schaak-, Dam- en Kegeltournooi, dat voor den winter 1940/41 was uitgeschreven, trok onvoldoende medewerking, maar verrassend was de belangstelling voor een cursus van 25 lessen in latijn, speciaal voor toeristen. De deelneming hieraan overtrof verre de meest optimistische verwachtingen. Ligt in deze tegenstelling niet een vingerwijzing? Is hier niet een aanduiding, dat het serieuze werk van de N.R.V. ook tal van serieuze leden heeft aangetrokken en gekweekt? Beëindigen wij het overzicht van wat de N.R.V. in 35 jaren deed met de vermelding van een goed nieuw plan in oorlogstijd, dat al dadelijk bij onze leden i n Een nationale en een sloeg, n.1. de begin 1941 geinternationale taak. organiseerde Seriewandelingen rond Amsterdam, Den Haag. Utrecht, Haarlem, Leiden, Amersfoort, Arnhem, H i l versum, welke voor zoover tot nog toe uitgevoerd, telkens vele honderden leden in stijgend aantal trokken. Blijkbaar is de gedachte in deze tijden juist geweest, want al heel spoedig moest het Hoofdbestuur nog vijf dergelijke wandelingen in het Noorden en vijf i n het Oosten des lands organiseeren. Maar al deze maatregelen, met die, genomen door Afdeelingsbesturen, Commissies en de Redactie van het orgaan, soms ook na gepleegd overleg met den Raad van Afgevaardigden, hebben tot gevolg gehad, dat de N.R.V. op het oogenblik van haar vijf-en-dertig-jarigen geboortedag, ondanks de zeer zware tijden, de toekomst vol vertrouwen bleef tegemoetzien, gelukkig in het besef, dat zij op haar terrein heeft bijgedragen tot de c u l t u r e e l opvoeding van het Nederlandsche volk, en daarmede een bij uitstek nationaie taak verricht heeft. Maar daarnevens ook een internationale taak, waarvan de beteekenis op dit moment niet naar voren kan treden, doch v/elke weer duidelijk aan den dag zal komen, wanneer opnieuw wederzijdsche vriendschap en vertrouwen tusschen de volkeren in de plaats zal treden van de huidige vijandschap en verwijdering. 's-Gravenhage, 29 A p r i l 1941.
Lijst v a n personen, die lid waren of nog z i j n v a n het H o o f d b e s t u u r der N e d e r l a n d s c h e Reisvereeniging. P. G. Donleben (1906—1907); M r . M . J . v d. Flier (1906—1930); H . M . v. d. Hoeven (1906—1908); A . Pieters (1906—1922); V/. Rc-ynders (1906); J . Weber (1906—1907). G. H . Anijs (1907—1908); L . Berkel (1907—1917): J. H . de Haas (1907—1912); F. G. Hitman (1907— 1914); W. H . Meijer (1907—1917); Mej. J . C. Walkenhorst (1907—1911). Mr. A . B . Cohen Stuart (1908—1909); Dr. J J . Hallo (1908—1910). Jhr. M r . B . de Jong van Beek en Donk (1909— 1920); Dr. H . T. Oberman (1909—1913); V . J . U r i (1909 — ); J . R. Was (1909—1912). C. J . M . Ooms (1910—1918). Mej. A . E. Kriens (1911—1912). H G. Heerma (1912—1921); Mevr. W. Th. Hissing —v. Konijnenburg (1912—1913); A . Huisman '1912— 1914) ; A . F. W. Kortum (1912—1929); F. J . Kramer (1912—1918 en 1919—1930); A . P. du Mee (1912— 1916); A . Onderwater (1912—1914). A. E. N . Bakker (1914—1930); R. ten Cale (1914— 1915) ; Prof. M r . W. H . Drucker (1914—1930); W. G. H . Ie Fèvre (1914—1930); S. de Leve 1914—1930 en 1932—1941); H . Michelsen (1914—1923). H . v. d. Heide (1916—19*19); M r . B . J . F. Steinmetz (1916—1918). G. Tejen (1918—1930). D Klerk (1919—1923); Dr. J , v. d. Valk (1919— 1925). W. F. Bremer (1920—1930). W. v. Rossum Duchattel (1922—1923); L . J . v. Zwijndregt (1922—1930). J. J v. Egmond (1923—1926 en 1930— ); C. de Jonge (1923—1930); J. A . Landstra (1923—1930). J. G. P. Sabel (1926—1938). T. Coïni (1927—1930); J . V. Ettinger (1927—1941). Dr. R. v. Waard (1927—1930 en 1938— ). J. G. Beurs (1929—1931 en 1934— ). A . C Dijkman (1930— ); J . J . Oltmans (1930— >; M r W. W. Osinga (1930—1934); J . Panman (1930—1938). Dr. G. Wallagh (1938— ). J . Eshuis (1941— ); Drs. J . Melchior (1941 )
Voorzitters. A . Pieters (1906—1922). Mr. M . J . v. d. Flier (1922—1930). W. G. H . Ie Fèvre (1930). J. G. P. Sabel (1931—1932). J. Panman (1932—1938). J . J . v. Egmond (1938— ).
Secretarissen. W. Rcijnders (1906). P. G. Donleben (1906—1907). G. H . Anijs (1907—1908). Dr. J . J . Hallo (1908—1909). Jhr. M r . B . de Jong v. Beek en Donk (1909—1914). Prof. M r W. H . Drucker (1914—1916). Mr. B. J . F. Steinmetz (1916—1918). H . Michelsen (1918—1923). D. K l e r k (1923). C. de Jonge (1923—1926). L . J . v. Zwijndregt (1926—1930). C. de Jonge (1930). J . Panman (1931—1932). J . G. P. Sabel (1932—1938). J. G. Beurs (1938— ).
Penningmeesters J. J. L. A. S. A.
Weber (1906—1907). H . de Haas (1907—1912). Berkel (1912—1914). E. N . Bakker (1914—1930). de Leve (1930). C. Dijkman (1931— ).
53
V e r g e l i j k e n d o v e r z i c h t der N . R . V . Gezelschapsreizen J
a
a
r
1906 1907 1908 1909 1910 1911 1912 1913 •1914 •1915 •1916 •1917 «1918 1919 1920 1921 1922 1923 1924 1925 1826 1927 1928 1929 1930 1931 1932 1933 1934 1935 1936 1937 1938 •1939 •1940 Totaal
I Aantal Aantal Aantal reizen | nemers \ dagen j
I
1
I
I
2 4 10 11 17 18 39 40 30 21 21 27 27 37 64 108 169 207 209 262 372 418 479 537 553 549 484 533 575 623 340 641 711 614 89 9141
26 79 140 ' 176 283 526 719 1392 952 504 640 635 527 857 2461 3922 5535 6535 6933 8200 11608 , 15376 17051 20262 19410 I 19827 15293 17075 19710 20301 19045 19963 20865 17511 1952 ' 1
1
1
1
[ 297191
T o t a a l
der kosten
135 ' ƒ 489 „ 833 I „ H193 „ 1841 „ 3030 „ 4640 „ 8277 „ 5982 ., 3057 „ 4378 „ 4129 „ 3386 „ 4930 „ 13800 „ 33120 „ 45778 „ 60035 „ 00961 ., 74060 „ 104781 „ 140840 „ 147326 „ 169929 ., 154:135 „ 136300 , ,. 12321! ,. 136503 „ lj5778 ., 157607 „ 168617 „ 188580 ., 198973 „ 166329 „ 14265 „ :
I 2522537 I ƒ
899.— 4,041.— 6,962.— 10,426.— 16,374.— 26,606.— 40.995.— 63,946 — 49,161.— 13,118 — 18,869.— 24,052.21.769.— 36,373.— 238,829.— 446,973 — 454.077.— 654,834.— 729,157.— 867,629.— 1.108.931 — 1,704,411 — 1,708.933.— 2,054.250 — 1,683,047.— 1,707.589.— 1,237.365 — 1.270,138.1,336.390.— 1,205,199 — 1,243,195.— 1,459,898 — 1,494.485 — 1,291,767.— 39,731.24,275,419.—
* Oorlogsjaren. TOELICHTING: ..Aantal reisdagen" beteekent het product van het aantal deelnemers en het aantal dagen, dat de tocht duurde. Dit statistisch overzicht betreft alleen de reizen, die direct vanwege het Hoofdbestuur zijn georganiseerd. Het aantal kleine tochtjes van de afdeelingen cn het getal deelnemers daaraan overtreft vele malen de hier gegeven cijfers.
54
REGISTER rlulpactie Rotterdam 51 Commissie voor de Voetreizen en Accountantscontrole 15, 42 [dealisme 41 Wintersport 44 Adressograal 20, 24 Individueel lidmaatschap 13 Commissie voor de Zeereizen 23 Advertenties . . . . 6, 20, 24, 31, 37, 48 Inlichtingen 22 Contributie 5, 15, 20, 25, 26, 40, 49 Aiaeelingen 7, 13, 14, 17, 26, 38 Inlichtingenbureau Amsterdam . . 30 Aiaeelingsbladen .. 14, 17, 30, 38, 47 Coöperative Holidays Association Inspectie ski-cursussen 44 11, 43, 50 Afaeelings-excursies 9 Italië 35, 43 Coöperatief reizen 6, 8 Afdeelingsfeesten 17 Jaarboek 7, 15,24 7, 13 Alaeelings-jubilea 47, 48 Correspondenten Jaarrekeningen 8 13, 22, 40, 42 Afdeelingsnieuws 25 Correspondentie laarvergadering 51 Crisis 27, 28, 29. 32 Aideelingstochten langer Oan 1 o.ag 11 Jaarverslag 6, 7 Cultureel doel 1° Afdeelingswerk . . . . 7, 12, 21, 30, 47 Jeugdcursussen ski-gymnastiek .. 43 17, 21 Afdeelingswerk in oorlogstijd 47, 48 Cultureele beteekenis Jeugdherbergen 29 8, 14, 39, 50,52 Afrika 23 Cultureel werk Jeugdreizen 15, 22, 23, 24, 29, 44, 45 Cultureele reizen 35 Afstandsmarschen 44 Jeugd-ski-reizen 36 Cultuur-historisch gegeven 49 Algemeen Bestuur (= HoofdbeJeugd-winterreizen 29 Dagelijksch Bestuur 32, 33 stuur) 7, 9 Jubileum-generale naar Weenen ... 33 Dames-leden 10 Algemeen Directeur 42 Junior-leden 23 Deelneming aan reizen 8, 14, 29, 35 46 A.n.W.B 14 Kalender 50 Departement van Onderwijs 18 Alg. Transport Ondern. (A.T.O.) 3a Kantoormacnines 20 Derde Klasse Spoor 11, 29,46 A.V.R.O 38 Kinder-vacantiehuizen 21, 23 24 Devaluatie 49 Algemeene Vergadering . . 33, 34, 42 Kinderziekten 13 Deviezen-voorschriften 4b Alleenreizende leden 7,' 21 Klachten-Commissie 13 Dictaphone-installatie 42 Alpenflora 50 Koloniale Tentoonstelling Parijs Dienend werk 41 Alpinisme f 1931 34 Dienstbetoon *y Ambtenaren-reglement al Uitg. Mij 39 Dienstreizen • • • • • • Kosmos 32 Amerika 23, 28, 34.43 10 Directie C. B 20, 22, 31, 51 Krachtproef Arbeidersreizen 9, 13 28, 51 • • • \ ' Kunstreizen Argumenten voor ons systeem .. 11 Distributie Kunst-skibaan Duinrell 45 Doelstelling ?q Augustus-tentoonstelling Rome .. 50 Landrust 19, 39 Douane 1^ Auto-reizen 29, 44 Latijn voor toeristen 52 *? Badreizen Menton 23 Duinrellbeker Leden-aantal 5, 7, 12, 14, 20, 26, Duinrell, ski-baan ....... 40 Bagageverzekering 24. 5J 27, 30, 38, -19 Düsseldorf, „Schaffendes Volk .. 43 Ballotage 6, 20 Ledencampagne 38, 49 Bankafdeeling •• Jf Eerelijst ••• *J Leden-enquête H Belangeloosheid 7, 11, 14, OD Ledenlijst 7 Beperking van deelneming 35 38 Eigen-gebouw-Commissie 31, w Ledenmutaties Bergenske Stoomvaart Mij 35 Leden-nummers 26 Eigen-Home-Commissie =l Berghut-fonds 46 Ledenreunies 26, 30, 39, 48 Eltprovinciën-plan 3b Bergsport 50 Explosief reisverlangen • • • \ ° Leerboek Ski-gymnastiek Bergsportcursussen ™ 8, 39, 40, 49 Extra treinen ol' '11 Leiders Bergtochten 3t> Leiderschap 13, 26 Fabriekspersoneel oa ?o Bestuur •• • ^ Leidersinstructies 8, 26, 50 Familiereizen 'ft Bestuurskamer Ta Leidersvergaderingen . . . . 14, 39, 49 15 Bezuinigen ljj Feest-avonden Lichaamscultuur 37 10 Bibliothecaris • • • • • • j™ Feestreis Zwitserland 1911 Lidmaatschap 7 Feestvergadering 1911 IJ Bibliotheek 7, 27, 31, 39, 50 Lidmaatschap voor het leven . . . . 49 I'Boekendepots ™j Film- en lichtbeeldenarchief 20, 39 Filmopnamen • • • 27 Liederenbundel Boek-uitgaven j" Literatuur-opgaven 39 Borgverzekeringen ij? Financiën 15, 20, 25, 32, 49 Loterij voor bouwkapitaal 25 Bouw-Comité 25 Fonds voor bijzondere doeleinden 11 Luchttoerisnie 38, 39 Bouwkunst-brochure 39 Fooien • 14 Lunchbijeenkomsten 30 Brochure-verzameling 22 Gedenkboek-programma tienjarig Lustrum-viering 9, 10, 15, 16, 26, Buitenlandsche belangstelling lo bestaan 1° 27, 33, 40 Buitenlandsche propaganda 14 Geestelijke verdieping 3U Machtskwesties 13 Buitenlandsche sprekers 30 Gemeente Museum, Den Haag .. 39 Mailreizen 24 Burgem. uit de Nassausche landen 50 Generale reizen 10, 27, 34, 42, 43, al „Mededeelingen aan de leiders" 26 Burgerzin 41 Gezinscontributie in Medische sportkeuring 36, 45 Bijenkorf • - 41 Girorekening 20 Milaan, Voetbalwedstrijden 35 Bijkantoren 30, 40, 42, ol Glasramen gebouw ™ Mitropa 43 30 Cadeaux • • • '•*> Goedkoope, korte reisjes Moeilijkheden na den wereld- ^ Graven Hollandsche zeelieden .. Z8 Canada ' -n oorlog 24 Catalogus Bibliotheek • • • »u Groei „Monte Olivia" 27 Groepsreizen 6, 7, 8, 11, 12. 17. Centraal Bureau 12, 20, 25, 29, 31, a0 18, 23, 28, 29, 35, 42, 43, 51, 52 Monumenten van Parijs 42, 51, 52 Nationale en internationale taak 52 Haagsche ' Toerist 47 Centraal bureau, mechanisatie .. 40 Nederland in den oorlog . . . . 51, 52 Hamburg-Zuid-Amerika Lijn 27, 28 Chalets 44, 45 Nederland in den Vreemde 44 Helvetia-Dagtrein-reizen 44. Nederl.-Oostennjksche dagen Clubhuizen 52 34 Herinneringstegel Spoorwegjubi Clubs in de Afdeelingen 47 Nederl. Arbeiders Reisvereeniging 31 leum ™ Collectief Arbeidscontract 31 Nederlandsche Heidemaatschappij 21 Herstel van het reisverkeer 18 Comité van Ontvangst Weenen .. 34 Nederlandsche Reisweek . . . . 37, 38 Commissies 9, ol Hoedendopjes Nederl. Spoorwegen, eeuwfeest . . 48 Holland-Amerika Lijn 28, 34 Commissie voor het AfdeelingsNederl. Vereeniging van ReisHolland-Merano-Express 27 werk 26. 47 bureaux 40 Hollandsch-Zwitsersche dag 27 Commissies van Bijstand 26, 18 Nederlandsche Zomerhuisstichting 19 Hongaarsche avonden 38 Commissie voor Cultureele reizen Dl Nieuwe opbouw 33 Hoofdbestuur 13, 17, 26, 32, 33, 50, 51 Commissie voor de Jeugdreizen .. lo Nieuwe Rotterdamsche Courant . . 37 Hoofdbestuur en Afdeelingen 14, 17 Commissie van Onderzoek (BarceNoord-Afrika 23 Hotelbonnen „Vrije Keus" 47 lona-reis) 28 Noorwegen 10, 27 Hotelcoupons 7, 29 Commissie voor de Reizen 8, 13, 51 „N.R.V.-groepen" 48 Hotelregister 9 Commissie van Reorganisatie 32 N.R.V. in oorlogstijd 51, 32 Hotelstaking 46 Commissie Dr. J . Th. de Visser .. 32 2 1
1 0
55
N.R.V. in 35 jaar 49 N.R.V.-legpenning 50 N.R.V.-museum 41 N.R.V.-orkest 38 N.R.V.-slagzinnen 37 Obligatieleening 19. 39 Olympiade Berlijn 35, 43 Olympische Winterspelen Garmisch-Partenkirchen 35 „Omhoog de bergen in" (boekje over voetreizen in de bergen) . . 50 Omvang „Reizen en Trekken" . . 37 Onderl. Reisinformatie (O.R.I.) 21, 31 Ongevallenverzekering 24. 52 Ongewenscht toerisme 44 Ontmoetingsdagen 17 Oorlog 1939 45, 48, 51 Oorlog 1940 48 Oost-Indië 23. 28, 34, 43 Oostkring 26. 17 Opening gebouw Zeestraat . . 40, 41 Oplage Reizen en Trekken . . 9. 30 Oprichting N.R.V. 5 Organisatie 7, 8 Orientreis 28, 29, 35 Parijs, tijdelijk bureau 43 Pas- en visumdwang 18, 19 Pelikaan-Comité 39 Penningmeester 32 Pensioenen 20. 31, 40, 42 Pensioenfonds der N.R.V 40 Pers 38 Persconferenties 32 Personeel 12, 13, 20, 31, 40, 41, 42, 51 Personeelfonds 51 Personeelvereeniging „Nederver" 31 Plannen voor 1940 51 Pleegouderstrein 23 Postafdeeling 42 Postrekeningen 40 Privé-reizen 21, 22, 29, 30, 40, 42, 16 Programmaboekjes 50 Propaganda-avonden . . 9, 14, 38, 49 Propaganda-Commissie 38, 49 Propaganda-film N.R.V 33 Propaganda-wandelingen 36 Prospectus 14 Raad van Afgevaardigden 26, 34, 52 Radio-treinen 35 Radiovoordrachten 32 Rallye Monte Carlo 35 Receptie Zilveren Jubileum . . . . 33 Rechtspersoonlijkheid van Afdeelingen 17 Rechtspositie personeel 40 Reciprociteit 36 Reclame-afdeeling 37 Redactie „Reizen en Trekken" 37, 48 Reductie-tarieven spoorwegen .... 46 Reglement 6 „Reichsgartenschau", Essen 1938 43 Reisagenda 29 Reisbelasting 38 Reisboek 24, 50 Reisbureau 29, 40 Reiscommissies 8 Reiscoupons 29 Reiscourant voor het Noorden . . 47 Reisinlichtingen 9 Reiskroniek der N.R.V 15, 30 Reisoverschotten 8, 24 Reisprogrammaboek 15, '?A Reisprogramma's 10 Reisvereenigingswezen in Nederland Reisverslagen 9 Reizen als volksbehoefte 7, 8 „Reizen en Trekken" 6, 9, 10, 15, 16, 5
19, 20, 24, 25. 30, 31, 33, 37, 48,
51
„Reizen en Trekken", Jeugdnummers 37, 48 „Reizen en Trekken" in 1940 .. 48, 49 „Reizen en Trekken", puzzle-competitie 52 56
„Reizen en Trekken", ruimtegebrek 19, 48 „Reizen en Trekken", speciale nummers 37, 48 „Reizen en Trekken" in 4 edities 48 „ReizenenTrekken",wedstrijden 37, 48 „Reizen en Trekken", winternummers 48 Reizen in eigen land «, 12, 15, 17, 28, 35, 36, 37, 43, 44, 47, 51, 52
Reizen voor sportieve jongeren . . 45 Relaties met buitenlandsche Vereenigingen 14 Reorganisatie 22 Reorganisatie C. B 31 Rigi-feest 27 Ritueöle reizen 23 Rome 35 Rotatiedruk 24, 25 Rotterdamsche Lloyd 35 Ruimtegebrek 25 Ruitersport 47 Rusland 35 Rustige reizen 15, 28 Salarissen 13 Samenwerking Afdeelingen 30, 38, 47 Schiphol 39 Schweizerische Landesausstellung, Zürich, 1939 43. 50 Secretariaat 6, 8, 20, 42 Seizoendrukte 42 Selecte reizen 46 Serielezingeu Italië, Zwitserland en België 47 Seriewandelingen 52 „Service" 35 St. Sauveur 24 Ski-cursussen 45 Ski-cursus-reizen 29, 36 Ski-diploma 36 Ski-en 36 Ski-gymnastiek 29, 36, 44, 45 Ski-gymnastiek (leerboekje) . . . . 36 Ski-Heil-Plan 47 Ski-kampioenschap 45 Ski-methode 36 Ski-sport 22, 23 Slaapwagentreinen 43 Slechthoorenden 23 Sluitzegels I Sociale beteekenis der N.R.V. . . 14 Spanningen ....32 4
Spitsbergen 28 Spoorbiljetten 22 Spoorwegen 10 Spoorwegjubileum 1939 50 Spoorwegtarieven 17 Spoorwegtentoonstelling 50 Sportreizen 51 Sprekerslijst 26 Standaardprogramma's 30 Standaardreizen 46 Statuten 5, 7, 23 Sterreis naar den Rigi 27 Stoomvaart Mij. „Nederland" 35, 43 Stoomvaart Mij. „Zeeland" . . 28, 34 Studiereizen 24, 28, 46 Taalcursussen 17 Tarakan-reizen naar Noorwegen .. 43 Telefoon-aansluiting 13 Telegram-adres 31 Tentoonstelling Barcelona 28 Tentoonstelling Brussel 1910 . . . . 9 Tentoonstelling voor Sport en Toerisme (N.I.T.S.T.) 14 Tiroler Kamer 40, 41 Titelhoofd „Reizen en Trekken" (prijsvraag) 37 Toerisme en vrede 41 Toeristisch tijdschrift 48 Touring Club de Belgique 43 Toynbee 50 Toynbee-gedachte 6 Toynbee-geest 42
Toynbee-reisclub 5 Toynbee-vereenigingen 5 Tweede Klasse spoor 15 Uitbreidingsplannen 41 Uiver-hulde 39 Vacantie 15, 16, 22 Vacantiecursussen (talen) 39 Vacantiehuisplan 12 Vacantieplan 46, 47 Vacantiespreiding 29, 50 Vakreizen 13, 24, 28, 46 „Van de Polders naar de Bergen" 10 Van leden voor leden 31 Veertiendaagsch orgaan 24 Verbod van dansclubs 30 Vereenigingsembleem 37 Vereenigingsjaar .. 8 Vereenigingslied 15, 37 Vereenigingsraad 33 Vereenigingsreizen 10, 11, 18, 19,23 27 Vergaderlokaal 5, 13 Vernieuwing 33 Vertelavonden 14 Visumkosten Ü ' o V \t Vliegreizen na d Voetbalreizen • 29, 43 Voetreis-Generale . . . . 27, 28, 36, 43 Voetreisleiders 27,
Voetreis-reünies •• Voetreizen 16. 22, 27, 36, 44 Volksontwikkeling ..16, 16, 21, 30, 39 Volksuniversiteit Q 00 Voordrachten ' Voordrachten en excursies . . . . . . . X» Voordrachtenseries 15. dUM Voordrachten Wandeltoerisme en bergsport • •. • J Voordrachten over ski-sport . . . . 3ö Voorzitter 20, 21, 32. 42 Voorzittershamer iü, 1 » Vorming en vergaan der bergen (brochure) ™ Vrede . ™ Vreemdelingenverkeer . . 7, 19, 25,37 Vreemde valuta ^ Wagons-Lits J8 Wapenstilstand Wat en hoe?" (taalboekjes) 39 „Watertentoonstelling", Luik 1939 43 Weezen-verzekering J2 Weldadigheidsfonds „De Daad' . . 50 Wembley-expositie, 1924 23 Wereldkampioenschap voetbal .... 35 Wereldoorlog 11, 12, 24 Wereldreis 1». Wereldtentoonstelling Brussel 1935 35 Wereldtentoonstell. Chicago 1933 34 Wereldtentoonst. New York 1939 43 Wereldtentoonstelling Parijs 1937 43 Werkverdeeling 7 Wilde reisgroepen 44 Wintersportlezingen 47 Wintersportnummers „Reizen en Trekken" 36 Wintersport-propaganda-avonden .. 36 Wintersportreizen 19, 22, 23, 29, 36, 44 Wintersportreizen voor Juniorleden 45 Workers Travel Association 23 Zak-agenda 14 Zee-generales 34 Zeemeeuw 29 Zeereizen 28 Zilveren Jubileum 27, 33 Zomer-ski-reizen 45 Zomerverblijven 12, 19, 39, 50 Zondag 7, 17, 50 Zuid-Afrika 23, 35 Zuiderzeewerken 30 Zuidkring 38 „Zwitserland" (boekwerk) S9 Zwitsersche gasten 36, 50 Zwitsersch Hotelplan 35, 44 1 4
ö
4
R
9
3 4
K 2075
Aangeboden door het
HOOFDBESTUUR NEDERLANDSCHE
V A N DE
REISVEREENIGING
DEN HAAG
NEDERLANDSCHE
REISVEREENIGING
I
- AMSTERDAM
I
DEN H A A G
- ROTTERDAM
-
VAN:
C E N T R A A L
B U R E A U
Z E E S T R A A T
100-1 04
•
T E L E F O O N
•
POSTREKENING No 3 3 3 3 3
11 6 3 AA
•
CODE
•
TEL.-ADRES:
A . B. C . 6E EDITIE NEDERVER
OFFICIEEL ORGAAN „REIZEN EN TREKKEN"
' s-Gravenhage, datum postmerk.
L.S. B i j g e s l o t e n t r e f t Tj aan een exemplaar van ons Gedenkboek, uitgegeven door het Hoofdbestuur t e r gelegenheid van het 35-jarig bestaan der lïederlandsche Heisvereeniging. Bijzondere omstandigheden noodzaakten ons echter deze uitgave zo eenvoudig mogelijk te naken, Waar gedurende deze lange reeks van jaren vele duizenden genoten hebben van haar werk, t w i j f e l e n w i j er n i e t aan, of er z a l ook b i j IJ b e l a n g s t e l l i n g bestaan voor haar werk i n deze afgelopen 35 jaren. Hoogachtend, J . Panman Alg. Directeur.
ITo. 4124. 100. i c 7272. 31-10-41
Model 32 - S 90.000-S- S'J - H
UTRECHT