3.3 Borstkanker bij de man
Bij u is zojuist de diagnose borstkanker vastgesteld. Alle patiënten die voor borstkanker worden behandeld in het Catharina-ziekenhuis ontvangen een ‘Persoonlijke Informatie Map’. Ook u ontvangt deze map. Omdat borstkanker voornamelijk bij vrouwen voorkomt, is een deel van de informatie in deze map geschreven in de ‘zij’ vorm. Hoewel er veel overeenkomsten zijn met borstkanker bij de vrouw zijn er ook een aantal belangrijke verschillen. Deze informatie gaat vooral over borstkanker bij de man. Ook vindt u hierin de belangrijkste verschillen. Vóórkomen
Borstkanker bij de man komt slechts zelden voor. In Nederland is minder dan 1% van alle mensen met borstkanker een man. Dit betekent dat op dit moment per jaar bij ongeveer 83 mannen de diagnose borstkanker gesteld wordt. Dit percentage stijgt. De gemiddelde leeftijd is 63 jaar. Bij jonge mannen is het zeldzaam. Waarom er een stijging is van het aantal mannen met borstkanker is onbekend. Mogelijk wordt er tegenwoordig bij symptomen bij mannen vaker dan voorheen aan borstkanker gedacht waardoor de ziekte sneller wordt ontdekt. Er is nog veel onwetendheid over borstkanker bij mannen. De mannenborst
De borst van een volwassen man is te vergelijken met de borst van een meisje voor de pubertijd. Ze bestaat uit een aantal vertakte kanaaltjes die zijn afgelijnd met cellen. Bij meisjes beginnen deze kanaaltjes en cellen zich te ontwikkelen, onder invloed van de hormoonproductie die op gang komt tijdens de pubertijd. Bij jongens gebeurt dit niet. Vormen van borstkanker
Bij mannen met borstkanker bevindt de tumor zich meestal in de buurt van de tepel(hof), omdat daar het meeste borstweefsel zit. Meestal is een van de eerste zichtbare verschijnselen van borstkanker bij een man, een pijnloze zwelling. Soms echter ook het plotseling intrekken van de tepel of bloedverlies uit de tepel. Mannen kunnen dezelfde soorten borstkanker krijgen als vrouwen. Ook bij mannen is het invasief ductaal carcinoom (borstkanker die uitgaat PIM102 / Borstkanker bij de man / 09-10-2014
van de melkgangetjes) de meest voorkomende soort borstkanker. Lobulaire carcinomen (borstkanker die uitgaat van de melkklieren) komen bij mannen zeer weinig voor. Dit is normaal, aangezien in de normale mannenborst geen melkklieren aanwezig zijn. Omdat mannen platte borsten hebben, lijkt het logisch dat bij hen borstkanker in een vroeg stadium wordt ontdekt. Het knobbeltje in de borst wordt misschien wel eerder bemerkt, maar de kans op uitbreiding in de omliggende weefsels als huid of spieren is groter dan bij vrouwen. Want juist door het ontbreken van borstweefsel, hebben kwaadaardige cellen snel de neiging door te groeien naar de huid of de borstspieren. Oorzaken
Er is nog niet veel bekend over de oorzaak van borstkanker bij de man. Sommige afwijkingen in het erfelijk materiaal ( chromosomen) zoals de aangeboren aandoening ‘Klinefelter syndroom’ geven een verhoogd risico op het krijgen van borstkanker. Ook overgewicht, bestraling van de borstkas in het verleden en het hebben van bepaalde leveraandoening (levercirrose) kunnen een risicofactor vormen. Ook lopen mannen die medicijnen met vrouwelijke geslachtshormonen (oestrogenen) hebben gehad, bijvoorbeeld vanwege prostaatkanker, een groter risico om borstkanker te krijgen. Daarnaast kan een afwijking aan de zaadballen en het afstammen van voorouders die van Hoogduitse joodse afkomst zijn, een risico vormen op het krijgen van borstkanker. Het verband tussen borstkanker bij mannen en erfelijkheid is nog niet uitgebreid onderzocht. Van twee genen (deeltjes van chromosomen) is bekend dat zij de kans op het krijgen van borstkanker vergroten. Dit zijn het BRCA1 en het BRCA2-gen. Bij vijf tot tien procent van alle vrouwen met borstkanker is er sprake van erfelijkheid. Bij mannen lijkt vooral het BRCA2-gen het risico op borstkanker te vergroten. Mannen met het BRCA2-gen hebben een kans van zes procent op het ontwikkelen van borstkanker. Bij ongeveer vijftien tot twintig procent van de mannen met borstkanker is er sprake van erfelijkheid. Daarom wordt elke man die de diagnose borstkanker krijgt doorverwezen naar een centrum voor ‘klinische
genetica’. Hier kan worden onderzocht of sprake is van erfelijke borstkanker. Dit kan belangrijk zijn voor familie, vooral voor broers en/of zussen en eventuele kinderen. Stadia van borstkanker
Het stadium waarin de borstkanker zich bij u bevindt, is deels bepalend voor de kans op genezing en welke behandelingen voor u het meest geschikt zijn. Het stadium van borstkanker wordt bepaald door: 1. De grootte van de tumor en de verspreiding naar de huid of de borstwand onder de borst. Dit is belangrijk om te beoordelen hoe de tumor het beste weggenomen kan worden tijdens de operatie. Een grote tumor is niet altijd kwaadaardiger dan een kleine. Een agressieve kleine tumor kan al vroeg uitzaaiingen veroorzaken en een grote tumor kan bestaan zonder uitzaaiingen. 2. Mogelijke verspreiding van de kankercellen naar de lymfklieren. 3. Mogelijke verspreiding van de kankercellen naar andere delen van het lichaam. De kankercellen hebben zich in dit geval via het bloed verspreid (uitzaaiingen) en zijn op andere plaatsen uitgegroeid tot kwaadaardige gezwellen, metastasen genaamd. Behandeling
Voor de behandeling van borstkanker bij mannen zijn er verschillende behandelmogelijkheden, net als bij vrouwen. Of er behandeld wordt en op welke manier, hangt af van een aantal eigenschappen van de kwaadaardige cellen. In principe worden alle mensen met borstkanker geopereerd. Een groot deel van het behandeltraject ná de operatie wordt bepaald door de vraag of de tumorcellen gevoelig zijn voor behandeling met hormonen, of er tumorcellen in de lymfklieren zijn gevonden en of u uitzaaiingen heeft op andere plaatsen in uw lichaam.
Operatie
Het doel van een operatie is het verwijderen van de gehele tumor. Gezien de kleine omvang van de mannenborst wordt bij mannen altijd de gehele borstklier en de huid verwijderd. Dit heet gemodificeerde radicale mastectomie. Als er ook doorgroei naar de borstspier is, moet ook een deel van de spier worden weggenomen (radicale mastectomie). Onderzoek van de lymfeklieren Om te kunnen beoordelen of de borstkanker zich buiten de borst heeft verspreid, wordt een lymfeklier in de oksel weggenomen en onderzocht. Dit heet de schildwachtklierprocedure . U krijgt hierover een aparte informatiebrochure. De schildwachtklier wordt onderzocht op de aanwezigheid van tumorcellen. Dit is belangrijk voor de kans op genezing en de behandeling die volgt na de operatie. Als er geen kwaadaardige cellen in deze lymfklier worden gevonden, hoeven de andere lymfklieren niet verwijderd te worden. Als er wél kwaadaardige cellen zijn gevonden, worden alsnog alle lymfklieren uit de oksel verwijderd en verder onderzocht (okselkliertoilet ofwel okselklierdissectie). Als deze ingreep bij u nodig is, wordt dit verder aan u uitgelegd en krijgt u hiervan de informatie op papier, als aanvulling op uw map. De schildwachtklierprocedure kan alleen bij u worden gedaan als: • de tumor niet groter is dan vijf centimeter; • er geen sprake is van meerdere tumoren in de borst; • er geen bewezen kwaadaardige lymfklieren in uw oksel aanwezig zijn. Als het noodzakelijk is om alle klieren uit uw oksel te verwijderen, wordt een zogenaamde okselklierdissectie uitgevoerd. Als alle lymfklieren uit uw oksel worden verwijderd, kunt u door de operatie problemen aan uw arm krijgen doordat er vochtopeenhopingen ontstaan, lymfoedeem genoemd. Meer informatie over de okselklierdissectie vindt u in de folder hierover, die u krijgt als deze ingreep voor u van toepassing is.
Tumor verkleinen
De grootte van de tumor in uw borst is vooral belangrijk om te bepalen welke operatie voor u meest effectief is. Soms is de tumor te groot geworden om goed te kunnen verwijderen tijdens de operatie. Uw chirurg kan dan besluiten uw borst eerst te bestralen of te behandelen met chemotherapie of hormonale therapie om de tumor te verkleinen en pas daarna te opereren. Antihormonale therapie Het is voor de behandeling belangrijk te weten of de kankercellen gevoelig zijn voor hormonen. Dit heet hormoonreceptorpositief. Cellen zijn hormoongevoelig als zij aan de buitenkant hechtplaatsen (receptoren) hebben voor hormonen. Borstkankercellen die hormoongevoelig zijn, moeten hormonen aan zich binden om zich te kunnen vermenigvuldigen. Antihormonale therapie verhindert deze hechting en dus vermenigvuldiging van de cellen, waardoor uitbreiding van de borstkanker wordt tegengegaan. Borstkanker bij mannen is in 70 tot 80 procent hormoonreceptorpositief. Er zijn nog niet veel studiegegevens over de behandeling van mannen met antihormonale therapie. Toch zijn de weinige gegevens bemoedigend. Bij meer dan de helft van de mannen die behandeld zijn met hormoontherapie, had dit een gunstig effect. De traditionele hormoontherapie bij mannen bestond vroeger uit het wegnemen van de zaadballen, omdat deze hormonen produceren. Deze behandeling wordt niet vaak meer toegepast. Meestal wordt het anti hormonale geneesmiddel tamoxifen gegeven. Tamoxifen kan een aantal bijwerkingen veroorzaken zoals opvliegers, impotentie en minder zin in seks. Als hormoontherapie voor u van toepassing is, ontvangt u hierover apart informatie, die u kunt toevoegen aan uw map. Radiotherapie en chemotherapie Bij mannen worden radiotherapie (bestraling) en chemotherapie om dezelfde redenen en op dezelfde wijze toegediend als bij vrouwen. Als u met radiotherapie en/of chemotherapie wordt behandeld, bespreken de specialisten en andere zorgverleners die hierbij betrokken zijn dit
natuurlijk met u. Ook ontvangt u de informatie op papier, zodat u deze kunt toevoegen aan uw persoonlijke map. Borstkanker en overleving
De kans op genezing wordt vooral bepaald door het stadium waarin de borstkanker wordt ontdekt en hoe agressief de borstkanker is. De kans op genezing is ook afhankelijk van de gevoeligheid voor hormonen (en dus de kans dat antihormonale therapie werkt). Ook speelt hierbij een rol of er uitzaaiingen in de oksel of elders in het lichaam zijn. Borstreconstructie bij mannen
Borstreconstructie bij mannen is niet anders dan de borstreconstructie bij vrouwen. Als u dit wenst kunt u dit bij uw chirurg aangeven en wordt u doorverwezen naar de plastisch chirurg. Vanzelfsprekend krijgt u ook hiervoor dan de benodigde informatie. Lotgenoten
Achter tab 10 in uw map vindt u een overzicht van aanvullende informatie en literatuur over het omgaan met borstkanker. Daarbij zit ook een boek specifiek over borstkanker bij mannen:’ Borstkanker met puntjes’ door Dhr H. van Daele. Daarnaast kunt u contact opnemen met de Borstkanker Vereniging Nederland. Hier is een lijst beschikbaar met namen van mannen die hetzelfde is overkomen als u en die hun ervaringen met andere lotgenoten willen delen. Contactgegevens vindt u ook bij tab 10. Ruimte voor uw eigen vragen en aantekeningen