Relatietijdschrift #13_ september 2012
Stationsplein _ 2/3
Rotterdam door de lens van Mentzel Het is zomervakantie als de foto’s van RTM gemaakt worden. De fotografiestudenten van de Willem de Kooning Academie, die normaliter deze beeldspread verzorgen, zijn dus met zomerreces. Gelukkig hielp de Rotterdamse fotograaf Vincent Mentzel (zie ook het portret pag. 44, red.) RTM uit de brand. In zijn immense archief dook hij dit zelfportret uit 2010 op, dat hij maakte op het dak van het Groothandelsgebouw.
inhoud RTM#13_september 2012 Nationaal én internationaal staat Rotterdam te boek als wereldhavenstad. Delegaties uit allerlei landen komen een kijkje nemen. Om dit imago te onderstrepen, wordt de haven nog beter voelbaar in de binnenstad. Maar naast de haven wil Rotterdam zich bovendien profileren als water- en klimaatstad nummer één. Groene daken, bijensnelwegen, groene oevers en stadslandbouw. Een RTM over onder meer de wereld tussen groen en de haven. Over de world port en haar ‘world people’.
Stad 8/9 Stad_RotterdamLab Waar voor je huurgeld
10/13
Opeens een gefladder van jewelste...
20/21 Wijnhaven_Bouwen aan RTM Halftime wint meer tijd en terrein
24/25 Dumasstraat _RTM Onderneemt ‘Vanuit de tuin zo op je bord’
28/29 Wij zijn Rotterdammers! Johan Both_Circus Rotjeknor Marianne van de Velde_Music Matters
30/31 Hoogstraat_Leven in RTM Letters vreten via school LANGS VRIENDELIJKE OEVERS EN TEKENTAFELGROEN
De Kaap ‘Een ruig gebied met heel veel mogelijkheden’
14/19
34/35 Tiendplein_RTM Veiliger Verrassend werelds Westen
38/43 Rotterdam e.o._Achtergrond ‘We reizen altijd met een boodschappenlijstje’
44/47 Heemraadssingel_Portret Vincent Mentzel ‘Ik had gewoon een ontzettend leuke baan’
50 Schiekade_Gastcolumn Wouter Bauman ‘Bijensnelwegen zien er ook nog eens leuk uit’ DE LOKROEP VAN KATENDRECHT
Coolsingel
48/49
‘Het is een eer om hier te mogen werken’ IN HET ‘HUIS’ VAN DE STAD
Column Yvonne Nesselaar
De agenda van...
Interesse om in Rotterdam te wonen? Kom dan tijdens oktober Woonmaand kennismaken met de stad. Gidsen van ArchiGuides leiden bezoekers rond. Zo ook Eric Dekker, die vertelt hoe een ‘normale’ dag in zijn agenda eruitziet. Gat in de marktwerking
‘Bent u er al geweest? Bij zo’n speciale polikliniek voor ingegroeide teennagels, een spreekuur voor mannenklachten of ander klein leed? We hebben die klinieken allemaal te danken aan de door de minister zo gewenste marktwerking in de zorg, die de zorgkosten binnen de perken moet houden. Dat blijkt volgens deskundigen tot nu toe niet te werken.’ ‘Onlangs meldde een onderzoeker dat tachtig procent van de Nederlandse zorginstellingen nog niet klaar is voor een op concurrentie gebaseerde gezondheidszorg. Dat verbaast mij helemaal niet. De dokters en verpleegkundigen waar ik de afgelopen jaren mee sprak, vonden die hele marktwerking maar niks. Productie draaien, targets halen en roepen dat je de beste bent. Daar hadden ze nooit voor gekozen. Mensen beter maken of hun lijden verlichten, dat is waarom ze in de zorg zijn gaan werken.’ ‘In Rotterdam en omgeving slaan de ziekenhuizen gelukkig een gat in de marktwerking. Zij hebben besloten om intensief samen te werken aan veiligheid in de zorg. En willen daar ook graag hun patiënten meer bij betrekken. Een goed plan, want de patiënt emancipeert, consulteert regelmatig dr. zoekmachine, maakt graag gebruik van e-mail en sociale media en wil steeds vaker meepraten. Zij zullen door een actievere rol in hun behandelplan zeker beter inzicht krijgen in wat er werkelijk gebeurt op de zorgwerkvloer.’ ‘Alle ziekenhuizen in de regio Rijnmond doen mee. Samenwerking in plaats van marktwerking, daar is in de toekomst de grootste winst te behalen. Gebruik maken van elkaars kennis, vaardigheden en apparatuur. Niet alleen uit oogpunt van kostenbeheersing, maar vooral als het gaat om kwaliteit van zorg en patiëntveiligheid. Landelijk uitrollen dit Rotterdamse gat in de marktwerking. Dat zou ík zeggen!’
Yvonne Nesselaar is specialist in zorgcommunicatie en maker van VitamineR, het wekelijkse gezondheidsprogramma van Radio Rijnmond. Daarnaast werkt zij mee aan patiënttevredenheidsonderzoeken in diverse zorginstellingen en treedt zij op als dagvoorzitter en gespreksleider.
09.55 uur Eeuwige roem: Ik ga op pad met mbo’ers van Zadkine. Van de tour maak ik een competitie. Eeuwige roem is voor de studenten genoeg reden om fanatiek mee te doen. Wat is bijvoorbeeld de functie van het ‘beeld’ tussen het stadhuis en postkantoor? Is dit een skateramp, kunstwerk of de ingang van een schuilkelder? 12.58 uur Watersport: Ik stap met een groep toeristen in de knalgele amfibiebus van Splashtours. Als een volleerde steward wijs ik de toeristen op de reddingsvesten en nooduitgangen. Terwijl we langs de Veerhaven en Parkkade varen, geef ik tekst en uitleg over het havengebied van Rotterdam. 14.46 uur Big city tour: Ik ontmoet de deelnemers van de Big city tour bij het hoofdkantoor. Er zijn twee kinderen bij, waarvoor we geen geschikte maat fiets hebben. Bij het fietsverdeelpunt op Centraal Station haal ik tweewielers voor hen. 15.33 uur Bombardement: Ik vertel over het bombardement en toon een foto van het centrum. Hierop is te zien dat het stadhuis gespaard bleef. Waarschijnlijk omdat de Duitsers zelf een plek nodig hadden om de stad te besturen. 16.29 uur Peperduur: Met de groep fietsen we richting de Zwaan. De brug werd gebouwd toen Bram Peper burgemeester was en viel veel duurder uit. ‘Peperduur’ dus. In drie uur zien we de moderne architectuur en fietsen we over de bruggen van Rotterdam. Eric Dekker is zo’n vijf jaar architectuurgids bij ArchiGuides Rotterdam. Hij is architect en gidst ook in Delft en Den Haag.
6/7
Eén gemeente, één logo De gemeente Rotterdam gebruikt vanaf nu in alle communicatie uitsluitend het algemene gemeentelijke logo. Onder meer herkenbaar aan de groene R. Voorheen werden zogeheten dienst-, of afdelingsnamen binnen de gemeente nog in dat logo vermeld. En dat is nu in principe verleden tijd.
veel van deze verandering’, geeft Liesbeth Werleman van de gemeente aan. ‘Voor hen is het vooral van belang dat ze weten waar een brief of folder over gaat. Of ze iets moeten doen of juist niet? En of ze wat hebben aan de informatie. Dat is relevant. Het doet er niet toe of de brief van afdeling a of afdeling b komt.’
De belangrijkste reden hiervoor is dat de gemeente anders, efficiënter en dus voordeliger georganiseerd wordt. Eén afzender en één logo passen binnen deze ontwikkeling. ‘Rotterdammers merken waarschijnlijk niet
Ondernemers en partners van de gemeente kunnen er wel belang bij hebben om wat specifiekere informatie te krijgen. Dan zijn namen van afdelingen vaak wel belangrijk. Werleman: ‘We zorgen er dan voor dat de
Rotterdam in Beeld
Als jonge jongen trapte Moulijn eindeloos balletjes tegen de muur in de Bloklandstraat. Daar werd hij op 15 februari 1937 geboren. Logisch dus dat juist daar het ‘Muurtje van Moulijn’ is verrezen. Na zeventien seizoenen voor voetbalclub Feyenoord en 38 interlands met het Nederlands elftal, werd de publiekslieveling op Nieuwjaarsdag 2011 onverwacht getroffen door een herseninfarct en overleed enkele dagen later. rotterdam.nl/kunstencultuur
afdeling duidelijk wordt aangegeven. Per middel verschilt het hoe we dat doen.’ Er zijn een paar uitzonderingen, zoals vijf deelgemeenten die de Rotterdamse huisstijl hebben, de GGD Rotterdam-Rijnmond, het college van B & W, de gemeenteraad, de Rekenkamer en de Griffie. Zij blijven hun oude logo met afdelingsnaam hanteren, bijvoorbeeld omdat zij een meer regionale functie hebben.
Geen woorden maar daden! Dit Rotterdamse motto was Coen(raadt) Moulijn op het lijf gechreven. Met zijn 1.72 meter en 62 kilo, was deze geroemde voetballer misschien klein van stuk. De linksbuiten kon hierdoor wel lichtvoetig langs de tegenstander ‘dribbelen’.
Het ‘Muurtje’ is niet de originele muur waar Moulijn zijn bal tegen liet stuiteren. Het is in 1990 ontworpen door kunstenaar Hans Citroen. De deelgemeente Rotterdam-Noord heeft echter besloten dat de Bloklandstraat, nu een doodlopende weg, in de toekomst een verbinding met het Zwaanshals moet krijgen. Het Muurtje van Moulijn staat dan in de weg. Deelgemeente, kunstenaar en bewoners buigen zich daarom over de mogelijkheden
om deze of een andere hommage aan Moulijn een blijvend thuis in zijn geboortestraat te kunnen geven. Voor kunst en cultuur in de stad vormt de gemeente Rotterdam het beleid en zorgt voor de uitvoering. De gemeente stelt zowel structurele subsidies beschikbaar als subsidies voor de uitvoering van eenmalige projecten.
sculptureinternationalrotterdam.nl
Stad Achttien vierkante meter, lek dubbel glas, een happerende cv-ketel en toch een fikse huur. Het Huurteam Rotterdam richt zich nu speciaal op studenten die van een particuliere huisbaas huren. Het team probeert voor hen een redelijke huurprijs te bedingen. RotterdamLab stelt: ook studenten hebben baat bij een check door het Huurteam.
Waar voor. je huurgeld. Ilse Jurriëns Coördinator Huurteam Urbannerdam
‘Er is een wettelijke puntentelling, waarmee woningen worden beoordeeld. Het Huurteam gaat langs bij huurders en berekent met deze puntentelling de maximale huurprijs.’ STEVIG IN DE SCHOENEN
‘Wij geven studenten extra aandacht omdat wij het idee hebben dat zij minder in het oog springen. De huren voor studentenkamers liggen vaak hoger dan mag. Soms weten verhuurders niet dat er regels zijn. Soms trekken ze zich er niks van aan, omdat anderen ook hoge prijzen vragen. En daar komen ze
mee weg, want studentenkamers zijn schaars. Studenten hoeven niet bang te zijn dat hun huurbaas ze uit hun woning zet, als ze ons inschakelen. Daarvoor is er huurbescherming. Maar ze moeten wel stevig in hun schoenen staan, want een verhuurder vindt het natuurlijk niet altijd leuk. We werken ook veel voor expats. Deze buitenlandse studenten of werknemers kloppen bij ons aan om het huurcontract en de prijs te laten bekijken.’ ONBEKEND IS ONBEMIND
‘Deze aanpak is hard nodig. Studenten gaan vaak voor het eerst op zichzelf wonen. Weten niet precies waar ze aan toe zijn en tekenen toch een contract. De regels rond huurbescherming en de puntentelling zijn vaak on-
ilse jurriëns
bekend. Daardoor kunnen verhuurders hun gang gaan. Als de huurder besluit een procedure te starten, begeleiden wij het proces van A tot Z. Een student kan ook zelf naar de huurcommissie gaan, maar moet dan alles zelf regelen. Dat is lastig, omdat het onbekende materie is. Onze hulp vergroot de slagingskans. Het Huurteam werkt niet gratis, doordat de geldstroom vanuit de gemeente is opgedroogd. Dat is zonde, want studenten verdienen vaak niet veel. Voor studenten die samen met minimaal één huisgenoot hun kamers laten opmeten, kost onze inzet 250 euro. Wel berekenen wij van tevoren of het rendabel is om ons in te schakelen. En we werken volgens ‘no cure, no pay’.’ huurteamrotterdam.nl
RotterdamLab _ 8/9
Joyce de regt
Joyce de Regt Klantbeheerder Vestia Rotterdam Stadswonen
‘Als niet-particuliere verhuurder stellen wij onze huurprijzen vast met de puntentelling. De prijs hangt bijvoorbeeld af van de locatie, staat van onderhoud en grootte. Wij hebben ongeveer 7.000 studentenwoningen in bezit. We vinden het positief dat er een loket is waar de student terechtkan, met de gemeente op de achtergrond.’
student alleen de leges van 25 euro. Maar de doelgroep kent vaak niet de juiste route of mist een stuk gemak, dat ze van het Huurteam wel krijgen. En de gemeente legt bij de huisvester meer gewicht in de schaal, dan een individuele huurder.’ zakkende prijzen
GEWICHT IN DE SCHAAL
‘Wij verwachten niet meer concurrentie, doordat particuliere verhuurders de prijzen moeten laten zakken. Studenten kiezen om meer redenen dan alleen de huurprijzen voor ons. Voor veel van onze woningen kunnen zij huurtoeslag aanvragen. En we hebben een opzegtermijn van slechts een maand.’
‘Wij hebben wel onze vraagtekens, omdat een student ook zelf een procedure bij de huurcommissie kan starten. Dan betaalt de
‘We merken ook dat onze huurders vertrouwen in ons hebben. Zij gaan ervan uit dat we
niet te veel huur vragen en onze woningen goed onderhouden. We zijn minder emotioneel betrokken bij de woningen, doordat wij wat meer op afstand staan. Onze huurders zijn niet afhankelijk van de grillen van een huisbaas.’ ‘Het belangrijkste is, dat studenten huisvesting vinden, ondanks de schaarste. Particulier of niet, dat maakt niet uit. Want wij kunnen niet iedereen huisvesten. Wij reserveren overigens wel ieder jaar 250 woningen voor eerstejaars studenten. En wij bieden onze huurders een wooncarrière door studio’s en appartementen te verhuren. Zo kunnen zij ook na hun studie in de stad blijven wonen.’ vestia.nl
Stad
Langs vriendelijke. oevers en. tekentafelgroen. Welke dieren en planten komen er eigenlijk voor in de stad? Wie houdt de stand van de huismus bij? En waarom zijn we zo zuinig op de steenbreekvaren? Bij bureau Stadsnatuur Rotterdam kunnen ze dat haarfijn uitleggen. Daar verzamelen zes ecologen gegevens over flora en fauna en maken die toegankelijk voor gemeente en bewoners. Garry Bakker Stadsecoloog Bureau Stadsnatuur Rotterdam
Stadstrip _ 10/11
6
1
11.00 UUR BLAD MET GAT
5
Startpunt is het Natuurhistorisch Museum in het Museumpark, waar bureau Stadsnatuur Rotterdam huist. Stadsecoloog Garry Bakker neemt ons van daaruit mee op ontdekkingstocht. Hij is amper de deur uit of Bakker ziet al iets waar de meeste mensen zo aan voorbijlopen. Hij pakt een berkenblad. ‘Zie je dit gat? Dat is van een bladmineerder, een insect dat zijn eitjes legt in bladeren. De uitgekomen larven voeden zich met het bladmoes en daardoor ontstaan die gaten. Het is niet schadelijk voor de boom.’
4
3
1
Waarom ziet de berm van de Westzeedijk er zo kaal uit? ‘Ze maaien hier voortdurend om van de reuzenberenklauw af te komen’, legt Bakker uit. ‘In dit geval wel logisch, want het is een erg giftige plant. Maar soms vinden wij het gemeentelijk maaibeleid van 22 keer per jaar wel veel. Wat hoger gras zorgt voor wilde bloemen en die trekken weer insecten aan.’ Bureau Stadsnatuur pleit al jaren voor ecologisch beleid bij de gemeente. ‘Er wordt nu teveel uitgegaan van een op papier bestaande werkelijkheid. Het ontbreken van groene verbindingszones of natuurvriendelijke oevers houdt de biodiversiteit tegen en dat is jammer.’ Hij lacht. ‘Maar de gemeente hoeft niet bang te zijn dat we voor de deur gaan liggen. We zijn Greenpeace niet.’
2
2
11.05 UUR VAAK MAAIEN
Stad
De slootoevers langs de tuin van museum Boijmans van Beuningen zijn opnieuw beschoeid, met om de zoveel meter een trappetje voor watervogels. ‘Jammer dat ze geen natuurvriendelijke oevers hebben aangelegd’, merkt Bakker op. ‘Dieren kunnen dan nog gemakkelijker het water in en uit.’ Maar in een openbaar park waar veel mensen komen, heeft de gemeente liever geen hoog groen. Overzichtelijkheid verhoogt het veiligheidsgevoel en begroeide oevers passen daar niet in. ‘Dit park is bedacht door architecten. De boompjes bij de ingang van het park doen echt niets voor de natuur. Wij noemen dat tekentafelgroen.’
3
11.15 uur BEDACHT DOOR ARCHITECTEN
4
11.30 UUR OP DE RODE LIJST
‘Valt het op dat we nog geen huismus gehoord of gezien hebben?’, vraagt Bakker als hij over de Nieuwe Binnenweg loopt. ‘Vroeger hoorde het getjilp van mussen bij de stad. Nu hoor je ze nauwelijks meer.’ In de Gouvernestraat verandert dat. De mussen zijn duidelijk hoorbaar, maar waar zitten ze? Bakker wijst op een enorme bruidssluier aan de gevel. ‘Hier is hun broed- en slaapplaats, een van de weinige plekken in het centrum waar ze nog voorkomen. Deze vogel staat niet voor niets op de rode lijst van bedreigde soorten.’
Stadstrip _ 12/13
Langs de Westersingel krioelt het van de duiven, nijlganzen, zilvermeeuwen en kleine mantelmeeuwen. Op het water zwemmen meerkoetmoeders met hun kroost en een stukje verder schiet een karper voorbij. ‘Er zit hier ook baars, snoek, brasem, riet- en blankvoorn. Doordat de singel vaak wordt doorgespoeld, is het water zo helder.’ Opeens een gefladder van jewelste. De nijlgans, een exoot die inmiddels helemaal is ingeburgerd, pikt agressief naar een groep opdringerige stadsduiven. Dan valt Bakkers oog op een dood meerkoetenjong. ‘Hij is nog warm en helemaal gaaf’, constateert de ecoloog en legt het zachte donsbolletje terug op het gras. ‘Die wordt zo wel meegenomen door een meeuw.’ Ook dat is de natuur.
5 6
11.45 UUR INGEBURGERDE EXOOT
5
4
3
1
2
6
Bakker loopt door naar de oude kademuren van de Binnenrotte. Daarop groeien allerlei zeldzame varens. Hij wijst een mannetjesvaren, steenbreekvaren en de tongvaren aan. ‘Enkele van deze soorten zijn zelfs zeer beschermd. De gemeente is verplicht om deze varens te sparen bij renovatiewerkzaamheden.’ En dat gebeurt ook. Bij het verlagen van de kademuren ter hoogte van de Laurenskerk zijn de delen waarop de zeldzame varens groeien, behouden gebleven. Ze staan nu op de kade en hopelijk gaan de varens op deze manier nog een lang leven tegemoet.
12.00 UUR gespaarde varens
bureaustadsnatuur.nl
De Kaap
De lokroep. van Katendrecht.
14/15
Nieuwbouwappartementen gaan als zoete broodjes over de toonbank, particuliere initiatieven groeien als paddenstoelen uit de grond en bewoners voelen zich veiliger dan ooit. Katendrecht is dankzij gezamenlijke inspanningen een unieke plek in Rotterdam, die bewoners en bezoekers willen beleven, proeven en bewonderen.
De Kaap ‘K
un jij de Kaap aan?’ Met deze slogan startte zo’n tien jaar geleden de campagne om Rotterdammers naar Katendrecht te lokken. De pioniers die het lef hadden deze uitdaging aan te gaan, hebben het schiereiland zien uitgroeien tot een culinaire, creatieve en culturele plek. ‘Jonge creatieve mensen voelen zich aangetrokken tot De Kaap’, vertelt projectmanager Melvin Hage (gemeente Rotterdam). Zelf werkt hij nu tweeënhalfjaar voor Katendrecht. ‘Voorlopig ben ik er nog niet klaar mee. Het is een ruig gebied, met een roerig verleden, waar ook nu heel veel mogelijk is.’ DROOMHUIZEN
De meeste Rotterdammers kennen dat roerige verleden wel. Zeemanskwartier, hoerenbuurt en criminaliteit. Niet direct een plek
Eric Schopman Manager Projectontwikkeling Woningcorporatie WoonCompas ‘Aan de Maashaven realiseren we een Multi Functionele Accommodatie (MFA) met 135 huurappartementen voor senioren. We richten ons op ouderen met zowel allochtone als autochtone achtergrond. Zij hebben vaak meer behoefte aan contact met mensen die nog weten hoe het in hun jeugd was, en die zich herkennen in een vaak dubbele culturele achtergrond. Met gemeenschappelijke ruimtes en het stimuleren van ontmoetingen binnen de groep en tussen groepen onderling, maken we dat mogelijk. Verder komen er twee scholen voor voortgezet onderwijs: een christelijke en een openbare. De scholen en WoonCompas maken zich sterk om projecten tussen senioren en leerlingen op te zetten. Maatschappelijk stage biedt aanknopingspunten. Ook biedt de MFA ruimte aan een wijkpolitiebureau. En op het dak van de derde bouwlaag komt een gemeenschappelijk buiten, waar de leerlingen en de senioren elkaar kunnen ontmoeten. Verder willen we op de begane grond horeca realiseren, waar mensen met een verstandelijke beperking werken. Hier kunnen senioren, leerlingen, passanten en omwonenden straks een hapje en drankje gebruiken.’
waar ouders hun kinderen willen zien opgroeien. Anno 2012 is het tegendeel waar: de nieuwbouwontwikkeling midden op Katendrecht is omgedoopt tot Kaap Belvédère. Hier vinden de eengezinswoningen met tuin gretig aftrek. Andere nieuwbouwprojecten gingen deze buurt voor. De 2de Katendrechtse Haven werd in 2004 opgeleverd. Dit complex op de kop van Katendrecht bestaat zowel uit laagbouw als hoogbouw: een toren van 21 verdiepingen en 61 meter hoog, met uitzicht op de Maas. ‘We zijn in 2000 begonnen met de plannen voor Katendrecht’, zegt Hage. ‘We wilden aan bewoners, ondernemers en projectontwikkelaars laten zien dat we erin geloven en hebben eerst de hele kade opgeknapt en het park aangelegd.’ De eerste nieuwe woningen kwamen in het Parkkwartier. Samen met het
16/17 Laankwartier ligt deze buurt aan de kant van de Maashaven. Ook hier wisselen eengezinswoningen en appartementen elkaar af. Op de vrije kavels, een stukje verderop, hebben nieuwe Kapenezen hun eigen huis gebouwd. In 2010 volgden klussers die hun droomhuis konden realiseren in De Driehoek. Hier bood de gemeente klushuizen aan voor een bodemprijs. De nieuwe eigenaren hebben het pand geheel naar eigen inzicht verbouwd. Ze hebben wel de plicht het klushuis binnen een jaar op te knappen en er minimaal drie jaar zelf te wonen.
komst van de culturele en creatieve activiteiten aangezwengeld. Het programma richt zich op jong publiek en op de bewoners van de Kaap. Behalve voorstellingen staan zij aan de wieg van festivals, zoals De nacht van de Kaap en het Welkom Thuis Festival. Het karakter en de geschiedenis van het schiereiland zijn een inspiratiebron voor de voorstellingen en de festivals. Theatermaker Bus vindt ijssalon Bleij een van de leukste plekken. ‘Iedereen komt er een ijsje halen. Niet dat ze elkaar dan echt goed kennen, maar mensen uit allerlei lagen ontmoeten elkaar daar.’
HEDEN ONTMOET VERLEDEN
Een ander initiatief is het kunstenaarscollectief Kaap Belvédère. Het legendarische pand aan de Rechthuislaan 1 is een eigenzinnig expositiehuis en toont verhalen van mensen en gemeenschappen via tentoonstellingen, pu-
Behalve handige doe-het-zelvers, trekt Katendrecht ook verrassende ondernemers aan. Met aan kop Harry-Jan Bus en Rachèl van Olm. Met hun Theater Walhalla hebben zij de
Harry-Jan Bus Directeur Theater Walhalla ‘Het is raar om over jezelf te zeggen, maar eerlijk is eerlijk. Theater Walhalla heeft de mensen wel naar Katendrecht weten te trekken. Na onze opening in 2008 was het letterlijk een ander verhaal op de Kaap. En nu de Rijnhavenbrug af is, helemaal. Natuurlijk zit het hem ook in renovatie en nieuwe huizen. Wij zorgen met theater Walhalla en festivals voor de beleving. Behalve theatervoorstellingen hebben we op de Kaap negen festivals per jaar. De Nacht van de Kaap is de bekendste en grootste. De andere acht houden we bewust klein. Ze zijn ook allemaal anders en voor verschillende doelgroepen. In alles zit wél het DNA van Katendrecht. We gebruiken een authentieke aanleiding en voeren het ‘anno nu’ uit. Wat ik zelf met dit bijzondere schiereiland heb? Op mijn achttiende had ik hier een bijbaantje. Het rauwe zeemanskwartier raakte mijn fantasie en romantische inborst. Daarna ben ik er dertig jaar niet meer geweest. Maar het beeld dat de Kaap bijzonder is, ben ik nooit kwijtgeraakt.’
De Kaap
Sacha Homan Bedrijfsleidster Warmoesmarkt ‘De Warmoesmarkt is een echte buurtwinkel. We hebben elke dag vers brood van Bakker Klootwijk, het Vlaamsch Broodhuys en een Marokkaanse bakker. We zien de winkel vooral als plek waar Kapenezen elkaar ontmoeten, een kopje koffie met de buurvrouw drinken en van onze zelfgemaakte taarten en scones genieten. Moeders komen elkaar hier tegen nadat ze de kinderen naar school hebben gebracht. En oudere mensen kunnen bij ons makkelijk hun boodschappen doen. We helpen ze bijvoorbeeld met de spullen in hun tas te stoppen. Ook spreken (creatieve) zelfstandige ondernemers bij ons met elkaar af. Dat is wat de winkel bijzonder maakt. Een ontmoetingspunt voor uiteenlopende bewoners én bezoekers van Katendrecht. We zijn nu twee jaar open en we willen deze ontmoetingsplek nog verder uitbouwen. Een klant zei laatst: ‘Katendrecht zou anders zijn als de Warmoesmarkt er niet was’. Dat vind ik mooi. Hoe de winkel nu is geworden, kon alleen maar door met de wijk mee te groeien. Daardoor herkennen mensen zich in de Warmoesmarkt.’
blicaties en ontdekkingstochten. Voorbeelden zijn De Volkskeuken, Haven & Vis en Huis van Geluk. Twee leden van deze club zijn Linda Malherbe en Joop Reijngoud, zij zetten zich in om het bijzondere pand zijn bestaansrecht te laten behouden. Kaap Belvédère heeft meerdere levens geleid. In oorlogstijd had het de bijnaam ‘negro place’ en klonken de jazztonen tot diep in de nacht. In 1944 zaten kunstenaar Wally Elenbaas en zijn Joodse vrouw Esther Hartog ondergedoken op de bovenste verdieping. Het stel is hier blijven wonen tot aan hun dood. Hartog stierf in 1998 en Elebaas overleed tien jaar later. AFWISSELEND VERMAAK
Van een heel ander kaliber is het idee van de Katendrechtse architect René Bouman. Met het Kaapschip heeft hij een ruige speelplek ontworpen, waar kinderen zich naar hartenlust kunnen uitleven. Een binnenschip ligt vanaf 7 september op een braakliggend stuk terrein aan de Maashaven en dient als tijdelijke avontuurlijke speelplek. De voorbeelden zijn dus legio. De gemeente staat open voor goede initiatieven. ‘Als mensen met een goed plan komen, risico durven nemen en een haalbare businesscase hebben, dan kijken we wat we kunnen doen’, zegt Hage.
Culinaire pareltjes
Nieuwe en oude ondernemers hebben elkaar gevonden op het Deliplein. Het plein zelf is opnieuw ingericht en de winkelpanden heeft de gemeente in eigen bezit gehouden. ‘Zo hebben we invloed op wat erin komt’, stelt Hage. Tattoo Bob was ooit een van de eerste tatoeëerders op Katendrecht. Zijn klanten waren zeelui, prostituees en bouwvakkers. Ook in de huidige situatie is plaats voor deze nationaal bekende tattooshop. De klanten zijn ondertussen van allerlei allooi. De culinaire pareltjes aan het Deliplein zijn Kwiezien, De Matroos en het Meisje en Deli Bird. Liefhebbers van wijkverhalen, literatuur, politiek en levensbeschouwing, kunnen terecht in letterencafé Tsjechov & Co. Alhoewel het Deliplein centraal ligt, is het niet de enige plek waar bezoekers en bewoners zich kunnen vermaken. Net als Tattoo Bob is dé Chinees van Katendrecht nooit verdwenen. Wing Wah in de Atjehstraat stamt nog uit de tijd dat de grootste Chinese gemeenteschap van Europa op De Kaap was te vinden. Activiteiten die een connectie met het water hebben, kunnen onmogelijk ontbreken. Zowel de watertaxi als de amfibiebus van Splashtours ‘meren aan’ op Katendrecht. En een grote toeristische trekpleister is het stoomschip
18/19
Christiaan Cooiman Gebiedsontwikkelaar Proper-Stok
De Rotterdam. Sinds 2008 ligt ze aan het Derde Katendrechtse Hoofd. Bezoekers kunnen er eten, drinken, overnachten, uitgaan, vergaderen en het schip bewonderen.
Fenixloodsen. Circus Rotjeknor, de Codarts circusopleiding en Theater Walhalla krijgen hier in ieder geval hun onderkomen. ProperStok realiseert hier verder nog woningen, winkels en restaurants.
OVER DE BRUG
De transformatie op Katendrecht is zowel in Rotterdam als in de rest van het land niet onopgemerkt gebleven. In juni 2012 sleepte de Kaap de Gulden Feniks in de wacht. Deze prijs wordt ieder jaar uitgeloofd aan de beste transformatie- en renovatieprojecten van Nederland. Katendrecht is in de prijzen gevallen in de categorie gebiedstransformatie: van achterstandsgebied naar gewilde woonwijk. De nieuwe Rijnhavenbrug brengt Katendrecht nog dichterbij. Ondanks alle vernieuwingen zal het schiereiland zijn verleden niet doen vergeten. Gelukkig willen de Kapenezen én de Rotterdammers dat ook helemaal niet.
De ontwikkelingen op De Kaap gaan voorlopig nog wel even door. Het Polsgebied, oftewel de entree, is nu aan de beurt. Aan de ingang verrijst het European China Center, dat voor de helft door Chinese investeerders mogelijk wordt gemaakt. Onder de naam The View worden kantoren, winkels, restaurants en een hotel gebouwd, met een Chinese tuin, vijver en Aziatische bomen. Begin 2013 start het project De Passie. Hierin komen twee scholen voor voortgezet onderwijs, een politiebureau en 135 zorgwoningen. Wat ook in het verschiet ligt, is de transformatie van de
INFO .
kunjijdekaapaan.nl twitter.com/kunjijdekaapaan
‘Kun jij de Kaap aan?’ maakt goed gebruik van social media. Een website, Facebook, Twitter en eigen app bieden actuele informatie over de ontwikkelingen op Katendrecht.
facebook.com/dekaap kunjijdekaapaan/app
‘We zijn als Rotterdamse ontwikkelaar bij Katendrecht betrokken vanaf de eerste ontwikkelingen. Onze kracht ligt in het revitaliseren van oude wijken; met chirurgische ingrepen een gebied weer tot leven wekken. We hebben in Katendrecht altijd de kansen gezien en zijn er met vertrouwen ingestapt. Vanaf dag een hebben we dat met z’n drieën gedaan: de gemeente, Woonstad en Proper-Stok. We hebben gezamenlijk met liefde en aandacht in de Kaap geïnvesteerd en doen dat nog steeds. Het begin was het Parkkwartier en we zijn nu bezig met de ontwikkeling van de Fenixloodsen. Er komen onder meer winkels, restaurants, een theater en appartementen. Het uitzicht is echt geweldig. Niet alleen de nieuwkomers gaan er op vooruit, ook de bestaande Kapenezen. De kade is mooi aangelegd, we hebben een goede school gebouwd en bestaande woningen zijn gerenoveerd. We hopen dat de positieve ontwikkelingen op Katendrecht zich als een olievlek verspreidt naar Zuid. De nieuwe Rijnhavenbrug is in ieder geval essentieel. De ondernemers aan beide zijden hebben er profijt van.’
Wijnhaven
Halftime wint meer tijd en terrein Een stad als Rotterdam heeft dagelijks onderhoud van de buitenruimte nodig. Van brug tot rotonde, van park tot riolering. Vaak leidt dit hinder. Projecten sneller uitvoeren zorgt voor minder overlast, minder milieuvervuiling (want; minder verkeersopstoppingen) en betere bereikbaarheid van de stad. Niet voor niets is Rotterdam inmiddels koploper op gebied van Halftime.
Bouwen aan RTM _ 20/21
Winkeliers die hun winkelstraat een hele tijd open zien liggen. Bewoners die niet voor de deur kunnen parkeren of de dagelijkse forensen die een langere reistijd kennen door verkeersomleidingen en opbrekingen. Als het gaat om tijdelijke verkeersmaatregelen dan zijn dat er 2.500 per jaar. Maar liefst zo’n zes á zeven per dag. Het project Halftime van het gemeentelijke Ingenieursbureau heeft als doel de tijd die het kost om een project in de buitenruimte uit te voeren, te verkorten. Het gaat hier niet om complexe eenmalige operaties, maar om werkzaamheden die vaker voorkomen. Denk dan aan het aanleggen van een straat of het vervangen van een riool. WERKEN EN WEGEN
Halftime, oftewel versnelling van de projecten, is op verschillende manieren te organiseren. De eerste tijdswinst wordt al geboekt door tekeningen sneller te verstrekken en vergunningaanvragen sneller af te handelen. Richard Ruijtenbeek, innovatiemanager en projectleider bij het gemeentelijk Ingenieursbureau, is vanaf het eerste uur nauw bij Halftime betrokken. ‘Als je bijvoorbeeld al in een heel vroeg stadium een vergunning aanvraagt, kun je de doorlooptijd van een project bekorten’, bevestigd hij. Maar hij wijst wel meteen op de keerzijde. ‘Je neemt dan wel een risico. Want als op het moment van de aanvraag nog niet alles bekend is, is er een kans dat de vergunning uiteindelijk niet wordt verleend. Het is dus een kwestie van een goede afweging maken.’ Een tweede manier om tijd te besparen, is om processen tegelijkertijd te laten verlopen. Op de Nieuwe Binnenweg werd de herbestrating tegelijkertijd gedaan met het onderhoud van de trambaan. Dat scheelt. Veel aannemers zien Halftime projecten ook echt als een uitdaging. Het prikkelt ze. Zo boeken ze in de zomer, als de dagen langer zijn, extra tijdswinst door langer door te gaan. Maar ook doorwerken in de weekenden kan de duur van een project enorm verkorten. Daarnaast kunnen aannemers een premie verdienen als ze een klus eerder opleveren dan afgesproken. Die financiële stimulans levert nieuwe innovatieve producten op. Zo wordt er bij kleinere bruggen vaker gewerkt met zogeheten composietbruggen. Dat zijn bruggen uit één geheel gemaakt, die in één keer veel sneller geplaatst kunnen worden dan de beton-houten bruggen die Rotterdam kende. Ze zijn ook nog eens vele malen duurzamer en de helft goedkoper. OOK GELD TELT
Bij de aanbesteding van Halftime projecten kijkt de gemeente niet alleen naar prijs-, kwaliteitverhouding. De factor ‘tijd’ weegt –de naam Halftime zegt het al – duide-
lijk mee. Maar vooral belangrijk is dat er een andere manier van denken ten grondslag ligt. Voorheen bepaalde de gemeente tot op de komma aan welke vergunningsvoorwaarden voldaan moest worden. Nu laat de gemeente veel meer over aan de markt. Dat biedt ruimte voor nieuwe, innovatieve ideeën. Zeker als de aannemers ook nog eens financieel voordeel hebben bij het uitvoeren van werk binnen de helft van de tijd. Ruijtenbeek is daar helder over: ‘Geef aannemers de vrijheid om de uitvoering meer zelf te regelen. Dan gaan ze ervoor.’ Ruijtenbeek kan een mooi voorbeeld uit ‘zijn praktijk’ geven. Hij begeleidde de herinrichting van de Stadhoudersweg, één van de zes belangrijke ontsluitingswegen van het stadscentrum. Een voorbereiding van negen maanden en tussen de twee en drie maanden uitvoeringstijd voor de aanleg van een kilometer riolering, een duiker, twee kilometer fietspad en een kilometer asfaltweg en twee keer twee rijstroken voor de upgrading van de Stadhoudersweg. De klus is in slechts drie weken geklaard. Met dank aan Halftime. Door de verkorting in tijd realiseerden gemeente en aannemers een betere bereikbaarheid, minder hinder en een besparing van twintig tot dertig procent. ‘De belangrijkste conclusie was, dat het ook gewoon kán’, aldus Ruijtenbeek. VERBORGEN GEWIN
In 2011 heeft Rotterdam duizend infrastructurele projecten uitgevoerd. Dat komt na wat ingewikkeld rekenwerk neer op zo’n vijftigduizend werkdagen. Die duur terugbrengen door slimmer met projecten om te gaan, levert ook voordelen op, die wellicht minder direct zichtbaar zijn. Rotterdamse taxichauffeurs die minder vaak hoeven omrijden. Dit voorkomt langere ritten en minder tevreden klanten die niet weten dat een specifieke rotonde of weg is opengebroken, maar die gewoon de snelste route verwachten. Of neem de gemeentelijke vuilophalers. Die maken door verkeersomleidingen simpelweg meer kilometers ten opzichte van de meest efficient te rijden routes. Minder opbrekingen leidt direct tot minder uitstoot binnen de stad. En maakt het ophalen van vuil efficienter. Datzelfde geldt voor de files. Hoe minder files, hoe minder uitstoot, hoe minder vervuiling. Zo dragen Halftime projecten uiteindelijk bij aan het aantrekkelijker maken van de stad. CURNET, een landelijk kenniscentrum voor de bouw en infrastructuur, heeft het Halftime werken geïntroduceerd in Nederland. Rotterdam is als gemeente inmiddels koploper in Halftime werken. rotterdam.nl/werkzaamheden
Stad Fijner wonen door boom, plant en park Een parkje, bomen in de straat of een geveltuin. Groen heeft een positief effect op het woonplezier, onze gezondheid en de waarde van woningen. Om het groene karakter van Rotterdam te versterken, zet de gemeente in op de tien minst groene wijken van de stad.
Veel groen, nieuwe speeltoestellen, een chillplek en een wandelpromenade. Een ander voorbeeld is het zogeheten pocketpark. Dit parkje ligt in het centrum tussen de gebouwen van Robeco en de Deutsche Bank en bestaat uit verschillende groenvlakken en bankjes.
‘Mensen voelen zich beter in een groenere omgeving, het is beter voor kinderen en mensen komen meer buiten’, legt landschapsarchitect Sander Klaassen (gemeente Rotterdam) uit. ‘Uit groenonderzoeken blijkt dat in stadswijken te weinig bomen, planten en parkjes zijn.’ Daarom pakken gemeente en deelgemeenten dit jaar tien ‘stenige’ wijken aan. Het gaat dan om Oude Westen, Agniesebuurt, Oude Noorden, Oud Crooswijk, Stadsdriehoek, Afrikaanderwijk, Bloemhof, Carnisse, Nieuwe Westen en Tussendijken. Zo is er alles aan gedaan om van het Johan Idaplein in het Oude Noorden een plek te maken waar de hele buurt zich welkom voelt.
Meer groen realiseren in stenige wijken is geen eenvoudige opgave. De beperkte ruimte wordt voor meerdere doeleinden geclaimd. Denk dan aan parkeerplaatsen en ook aan de kabels en leidingen in de ondergrond. Klaassen: ‘Het effect is veel groter dan in groene wijken; die ene boom in de straat of dat groene pleintje maakt een wereld van verschil.’ Kleine toevoegingen zoals geveltuinen en groene daken hebben een groot effect. En dat is een enorme winst voor de stadswijken. ‘Want hier wonen veel mensen in relatief kleine huizen en zijn des te afhankelijker van een aangename en groene openbare ruimte.’
De vergroeningsopgave voor Rotterdam stopt niet na 2012. De nadruk ligt volgend jaar op participatie. ‘Dan bedoelen we niet alleen meedenken’, zegt Klaassen, ‘We zien juist ook voor bewoners en ondernemers een rol weggelegd in beheer en de aanleg.’ Andere belanghebbenden zijn onder andere corporaties, ontwikkelaars, scholen en winkeliersverenigingen. Zij zijn in 2013 aan zet met als doel hen aan de openbare ruimte te binden en medeverantwoordelijk te maken. Geïnteresseerden kunnen nu al een boom, bankje of bloembak kopen en op een plek in de stad laten plaatsen. De gemeente heeft daarvoor de digitale Wensgids in het leven geroepen. Het object krijgt een bordje met de naam van de schenker. De prijs van een bankje varieert van 1.500 tot 2.200 euro. Van bomen ligt de prijs tussen 620 en 2.000 euro. rotterdam.nl/wensgids
Binnenterreinen aan kant Gesnoeide struiken, nette bestrating en vrij van vuil. Deelgemeente Feijenoord knapt de binnenterreinen in de wijk Feijenoord op. Samen met bewoners, corporatie Woonstad, opbouwwerk en Stadsbeheer van de gemeente Rotterdam.
‘We zijn begonnen met het binnenterrein tussen de Zinkerstraat en Brautigamstraat’, vertelt Deborah Heijkoop, operationeel coördinator bij deelgemeente Feijenoord. ‘De aanleiding voor deze schoonmaakactie was dat we merkten dat de binnenterreinen
vaak bezaaid zijn met zwerfvuil. Of worden gebruikt als dumpplek voor grofvuil. De bewoners leken maar weinig betrokken te zijn bij de buitenruimte. Zonde omdat het eigenlijk hele mooie groene plekken zijn waar kinderen veilig kunnen spelen.’ De deelgemeente is vorig jaar gestart met groot onderhoud in het gebied tussen de Zinkerstraat, Spiekmanstraat en Feijenoordkade. ‘We vinden het belangrijk om bewoners erbij te betrekken. Daarom hebben we hen gevraagd wat zij precies wilden. We doen dit voor hen, maar nog liever mét hen.’ Op 30 mei werd de eerste schoonmaakactie gehouden. ‘We ruimden op, snoeiden heggen en verwijderden onkruid.’ Om de boel netjes te houden, organiseert de deelgemeente in oktober een herhaalactie. ‘Zo willen we bewoners enthousiast houden en hen stimuleren de handen uit de mouwen te steken. Ook in hun eigen tuinen die aan het binnenterrein grenzen. Tijdens de eerste actie is al het nodige contact met hen gelegd.’ De evaluatie van de eerste actie viel positief uit. Daarom rolt de deelgemeente de schoonmaakactie de komende tijd uit over de andere drie binnenterreinen in het gebied.
deborah heijkoop
rotterdam.nl/feijenoord
Bouwen aan RTM _ 22/23
geprojecteerd stefan van hees
Op de ‘vuilverbrandingsplanken’ Wat hebben theater en vuilverbranding met elkaar? Dat wordt het laatste weekend van september duidelijk tijdens een theaterproject op een bijzondere locatie: het terrein van de afvalverbrandingsinstallatie (AVR) aan de Brielselaan. Ook medewerkers van AVR en het gemeentelijke Stadsbeheer (voorheen Roteb) vormen hierbij een bron van inspiratie. Vraag een bewoner van Charlois naar de mooiste plekken in de buurt en de AVR, oftewel hun ‘Kasteel’, komt erin voor. Met de hoge gevel van zilverkleurige stalen panelen een opvallend gebouw op zuid. Sinds de afvalverbrandingsinstallatie ‘uit’ staat, ligt deze er achter de karakteristieke rozenwand verlaten bij. ‘De sleeping beauty’ noemt Stefan van Hees van het Rotterdams Wijktheater de locatie, waar hij grootse plannen voor heeft. ‘Wij zetten voorstellingen voor en met bewoners op de planken in buurthuizen en wijkgebouwen. Het AVR-terrein is een fantastische locatie in Charlois voor een theaterproject.’ Met een creatieve aanpak die
rotterdamswijktheater.nl
draait om onderzoek, debat en een voorstelling, willen initiatoren Vitibucks Architects, G-routes en het Wijktheater de historische havenplek nieuw leven inblazen. Het publiek kan op 29 september toestromen via grote ‘re-cycle-poorten’ van oude fietsen van buurtbewoners in de rozenwand. ‘Dit dé kans om deze unieke locatie te zien’, aldus Van Hees. ‘De kades zijn verlicht en enkele gebouwen op het terrein zijn het decor voor een verhaal of een vertoning. In speciale ruimtes kunnen bezoekers hun eigen verhaal vertellen over afval en recycling en aangeven hoe zij de toekomst van het vergeten stukje stad zien. Met korte interviews vergaren we informatie over behoeften van de wijk en de wensen die er zijn.’ Buurtbewoners maken ook videoportretten van medewerkers van AVR en de gemeente. Want naast de persoonlijke verhalen van buurtbewoners zijn zij een bron van inspiratie voor de locatievoorstelling die op 1 juni 2013 in première gaat op het AVR-terrein. Het stuk, gemaakt door bewoners en medewerkers, geeft een eigentijds beeld van het leven in Charlois.
Dumasstraat
bob richters
‘Vanuit de tuin zo op je bord’ ‘Wacht even’, waarschuwt kok Cliff. Hij haast zich naar een jongetje dat met geconcentreerde blik een koksmes in een ui wil steken, en helpt hem dit op een veilige manier te doen. In de keuken van Hotspot Hutspot leren buurtkinderen mixen, mengen, bakken en braden. En de eters bedienen die er binnenlopen. ‘Een micro-economie’, noemt projectleider Bob Richters het.
RTM onderneemt _ 24/25
Sinds begin mei kunnen buurtbewoners van dinsdag tot en met vrijdag bij Hotspot Hutspot aanschuiven voor een weekmenu. Drie gangen voor zeven euro. Het restaurant huist in een voormalig leegstaand winkelpand aan de Dumasstraat in Rotterdam IJsselmonde. Er staan koks in de keuken die op deze manier re-integreren. Zij begeleiden op hun beurt (sleutel)kinderen die anders rond zouden hangen op straat en geven hen kennis en ervaring mee. ‘Dat bedoel ik met micro-economie’, verduidelijkt Richters. ‘Daarnaast gebruiken we producten uit onze tuinen in de wijk, vragen we buurtbewoners ons te helpen bij het onderhoud ervan en kunnen bewoners met kleine beurs en de kinderen een gezonde hap komen eten.’ over eten weten
Steeds meer Rotterdammers willen weten waar hun eten vandaan komt, hebben behoefte aan lokale producten en vinden het leuk hun eigen groente te verbouwen. Niet zo vreemd dus dat ook de gemeente zich in haar beleid hierop richt. ‘Met Stadslandbouw kun je alle kanten op’, vertelt Annemieke Fontein, onder andere lid van de denktank Stadslandbouw bij de gemeente. ‘Daarom hebben we eerst eens gekeken naar wat voor initiatieven er allemaal in de stad zijn, met vele stakeholders gepraat en naar aanleiding van hun verwachtingen en vragen pas bepaald wat onze rol daarin moet zijn.’ Deze nieuwe manier van werken leverde het uitvoeringskader Food & The City op. Met dit programma zorgt de gemeente voor voorlichting, levert een bijdrage aan onderzoek, brengt partijen bij elkaar en creëert goede randvoorwaarden voor vele Rotterdamse landbouwinitiatieven. Want de stad telt inmiddels zowel commerciële activiteiten buiten het centrum, als niet-commerciële middenin de binnenstad. Uit Je Eigen Stad is druk bezig met de aanleg van een heuse stadsboerderij op een perceel aan de Marconistrip. Onder de noemer Rotterdamse Munt zullen op een braakliggend terrein in RotterdamZuid in samenwerking met bewoners kruiden voor lokale restaurants worden geteeld. En stichting Rotterdamse Oogst organiseert met hulp van de gemeente vier keer per jaar een boerenmarkt in het Museumpark. VERPLAATSBAAR KWEKEN
Ook het dak biedt mogelijkheden. Zo is er op het Schieblock een enorm dakakker aangelegd, waar Rotterdammers met groene vingers van harte welkom zijn de handen uit de mouwen te komen steken. En heeft Hotspot Hutspot een mobiele daktuin op de wijkbieb aangelegd. ‘De tuin is opgebouwd uit paletbakken’, legt Richters uit. Hij omschrijft dit als grote plantenbakken van sloophout die door een paletlift gemakkelijk kunnen worden verplaatst. Richters ziet toekomst in deze manier van stadslandbouw op bijvoorbeeld festivalterreinen en op straat. ‘Waarom geen sinasappelboompjes of wortelveldjes in dit soort bakken langs de weg?’
Dat aandacht gezond leven steeds meer ‘wortel schiet’, gebeurt niet voor niets. In 2007 stond al in de krant te lezen dat Rotterdammers gemiddeld anderhalf jaar korter leven in vergelijking met stadsbewoners in de rest van het land. Reden voor Dura Vermeer Bouw Rotterdam, zorgaanbieder Aafje, het Albeda College, GGD Rotterdam-Rijnmond en woningcorporatie Com•Wonen (tegenwoordig Havensteder), om Partners voor Healthy Cities op te richten. Hieruit ontstond in 2009 het initiatief voor ‘Van Grond tot Mond’. Een project op braakliggende grond van Havensteder met groentetuinen die vrijwillig door de bewoners zelf werden onderhouden. Richters deed de catering bij de oogstfeesten en kwam zo in het vizier. ‘We zijn voorzichtig met twee avonden in het wijkgebouw gestart’, vertelt de projectleider. ‘Maar groeiden snel verder. Ik ben dan ook erg blij met deze eigen stek, die Havensteder voor ons heeft geregeld.’ VOLOP IN DE GROEI
Partners for Healthy Cities heeft het project inmiddels aan Havensteder overgedragen, maar op de vraag of Hotspot Hutspot inmiddels volgroeid is, knikt Richters van ‘Nee’. ‘Er is nog genoeg te doen. We zijn altijd op zoek naar begeleidende koks. Inmiddels coachen we namelijk een groep van in totaal vijftig kinderen. En zou het mooi zijn om dichterbij onze grootste tuin te zitten. We zijn hard op zoek naar een grote container die we daar kunnen plaatsen. Dan kunnen we een terras en keuken aanleggen, zodat eters de prei letterlijk vanuit de tuin zo op hun bord terecht zien komen.’ ‘Wel goed wassen hè, die prei’, grapt kok Patrick. Met wat tranen in de ogen knikt het jongetje vanuit de keuken van Hotspot Hutspot breed lachend naar hem. Hij is inmiddels klaar met uien snijden. Nu is de prei aan de beurt. food & the city
Doelen: Verbeteren van de gezondheid (door o.a. zelf telen goedkope, verse producten, meer lichaamsbeweging) Versterken van duurzame economische ontwikkeling (o.a. door klein- en grootschalige productie, minder tussenhandel, minder vervoerskilometers) Verbeteren van ruimtelijke kwaliteit (o.a. groenere woonomgeving, behoud van waardevolle landschappen) De denktank Stadslandbouw bevordert, adviseert en verzamelt kennis over landbouw in de stad. Gemeente (waaronder programmabureau Duurzaam) een expert van het Landbouw Economisch instituut / Wageningen University & Research, desgewenst aangevuld met experts van de Milieudienst Rijnmond, richten zich tezamen op de mogelijkheden. rotterdam.nl/stadslandbouw hotspothutspot.nl
Stad Gemeente en technisch onderwijs goed ‘gelinkt’ Overheid en onderwijsinstellingen kunnen niet zonder elkaar. Dat is althans de ervaring van het Ingenieursbureau van de gemeente Rotterdam. Daarom is de samenwerking met de Hogeschool Rotterdam en Omstreken (HRO) op het gebied van onderwijs en onderzoek pas geleden officieel verlengd. ’Wij laten studenten bijvoorbeeld haalbaarheidsonderzoeken doen naar innovatieve ideeën op het gebied van infrastructuur. Denk dan aan wegen, spoorwegen en havens’, zegt Ronald Zandbergen, afdelingsmanager civiele techniek bij de gemeente. ‘Voordeel voor de
studenten is dat ze bij ons praktijkervaring opdoen. Voordeel voor de gemeente is dat de studenten in een korte periode veel energie in een onderzoek steken en soms met hele originele oplossingen komen.’ Ook biedt de samenwerking het Ingenieursbureau de mogelijkheid om jong talent te spotten. Het gemeentelijke Ingenieursbureau werkt niet alleen samen met de Hogeschool Rotterdam en Omstreken (HRO), maar ook met de TU Delft. Die samenwerking kent meerdere vormen. Zo biedt het Ingenieursbureau per jaar zo’n vijftig studenten een stageplaats en geven vijftien medewerkers
van het bureau voornamelijk in eigen tijd les op de HRO en de TU Delft. Het gaat dan om vakken als bouwkunde, civiele techniek en risicomanagement. Verder begeleiden ze projecten en worden ze gevraagd voor jury’s. Het Ingenieursbureau vervult op de HRO onder andere een lectorschap op het gebied van ‘infratecture’, oftewel het ontwerpen, realiseren en beheren van infrastructuur. ‘Op technisch gebied is onze link met het onderwijs dan ook prima’, besluit Zandbergen. En de verlengde samenwerking met de HRO onderstreept dat.
Groeiende belangstelling voor ‘dakgroen’ Rotterdammers hebben veel belangstelling voor de subsidie om ‘groene daken’ aan te leggen. De Maasstad telt sinds de start van de subsidie vier jaar geleden maar liefst 100.000 vierkante meter aan groene vlakte op haar daken. ‘Groene daken vormen een buffer bij regenafvoer, geven Rotterdam een groener aanzien en nemen stofdeeltjes op uit de atmosfeer’, vertelt projectleider Daniël Goedbloed (gemeente Rotterdam). ‘Het levert
ook directe voordelen op voor de gebruikers van een pand. De groene bedekking zorgt voor een langere levensduur van het dak en het werkt isolerend. Dus het houdt het pand koel in de zomer en houdt warmte juist vast als het buiten kouder is. Daarnaast is het ook gewoon mooi om te zien.’ Om de aanleg te stimuleren, geeft de stad samen met het waterschap Hollandse Delta en het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard 30 euro subsidie per vierkante meter.
Met de aanleg van een groot groen dak op een flatgebouw in Rotterdam Charlois is een belangrijke mijlpaal bereikt: Rotterdam telt nu 100.000 m2 groen dak. De voorzitter van de Vereniging van Eigenaren van het pand, Hennie Verberne, ontving uit handen van wethouder Alexandra van Huffelen (Duurzaam, Binnenstad en Buitenruimte) en Maarten van Hulst (waterschap Hollandse Delta) een passende attentie. Op de daken van de winkels bij de galerij is 450 vierkante meter groen dak aangelegd en op het dak zelf 875 vierkante meter. Er liggen bovendien plannen om in de buurt op meer panden een groen dak aan te leggen. Verberne: ‘Ik vind besparen op energie erg belangrijk. Voor mezelf, maar ook voor ons gebouw en de Vereniging van Eigenaren. Een groen dak vraagt een flinke investering en je moet even geduld hebben voordat het op gaat leveren, maar het is iedere cent waard. Ik vertel zo vaak mogelijk over de voordelen van een groen dak.’ Nu het groene tapijt eenmaal ligt, hebben de bewoners er bijna geen omkijken naar. ‘Pas na veertien dagen zonder regen moet je sproeien’, legt Verberne uit. ‘Maar ook dat hebben we al geregeld. De sproei-installatie staat klaar.’ Om een groen dak te kunnen realiseren, moet het aan een paar eisen voldoen. Zo moet het een plat dak betreffen en een professional bepaalt of het dak geschikt is. Door de hoeveelheid regen kan de bedekking heel zwaar worden. Dat moet een dak kunnen dragen. rotterdam.nl/groenedaken
RTM onderneemt _ 26/27 geprojecteerd Rotterdam werkt aan havenimago In Rotterdam zijn water, haven en stad onlosmakelijk met elkaar verbonden. Toch is in de binnenstad steeds minder zichtbaar van de identiteit als wereldhavenstad. Om dit tij te keren, slaan het Havenbedrijf en de gemeente de handen ineen. Het programma WereldHavenStadRotterdam, dat onderdeel is van de Havenvisie 2030, moet van Rotterdam weer een zichtbare wereldhavenstad maken. Mondiaal staat de Maasstad bekend als een van de grootste havens van de wereld. Ook zijn we voor veel landen een voorbeeld op het gebied van transport, logistiek en innovatie. Hoe komt het dan dat we de binding met de haven steeds meer zijn kwijtgeraakt? ‘Havenactiviteiten zijn steeds meer naar de Maasvlakte verplaatst en daardoor verdwijnt de haven letterlijk uit het zicht’, legt Andriena Lushtaku van het Project Management Bureau van de gemeente uit. ‘Je voelt hier niet dat je in een havenstad bent. In andere grote havensteden ruikt de stad naar haven en is er van alles te doen langs de
kades. Hier keerden de kades zich af van de stad. Daarnaast worstelt Rotterdam met zijn profiel. We beginnen nu pas de waarde van kade en haven in de binnenstad te ontdekken. We noemen onszelf festivalstad, jongerenstad, sportstad, groenstad… Terwijl we die wereldhavenstad gewoon al decennia lang zijn!’ Het programma WereldHavenStadRotterdam moet de haven op een eigentijdse, creatieve manier weer zichtbaar en voelbaar maken. ‘De haven moet weer gaan boeien en binden’, zegt Lushtaku. Maar hoe dan? Ze lacht. ‘Als Rotterdammers niet meer naar de haven toegaan, brengen wij de haven wel naar hen. In de binnenstad, maar ook in trams en metro’s hangen allerlei schermen. Die gaan we benutten voor havenbeelden.’ Ook lege winkeletalages in de binnenstad krijgen een tweede leven. Met 3D-beelden worden het een soort ‘havenaltaren’. Dit jaar zet het programma vooral in op praktisch en snel te realiseren punten, om zo haven en stad een stapje dichter bij elkaar te brengen.
geprojecteerd havenvisie2030.nl
Stad ‘Kinderen leren elkaar steunen en vertrouwen’
Johan Both Directeur Circus Rotjeknor
Een wervelwind van acrobatiek, muziek en dans. Het twintigjarige Circus Rotjeknor is hét jeugdcircus van Rotterdam voor alle kinderen. Van vaste lessen tot circusprojectdagen, van voorstellingen tot brede schoolactiviteiten. En nog veel meer. LEREN KINDEREN ENKEL ACROBATIEK?
‘Nee, kinderen zijn niet alleen maar lekker actief bezig, ze leren er ongelooflijk veel van. Ze worden sportiever, behendiger, sterk en leniger. Het is ook een sociaal spel, een piramide bouwen doen kinderen niet in hun eentje. Ze leren elkaar vertrouwen en steunen. Ik vertel ze niet wat ze moeten doen, ik help ze op weg en stimuleer ze. Uiteindelijk hebben de passie en het talent van veel Rotterdamse kinderen een succes gemaakt van circus Rotjeknor. Van alle Nederlandse jeugdcircussen, heeft het onze de afgelopen tien jaar veruit de meeste talenten voortgebracht.’ HOE BEN JE OP HET IDEE GEKOMEN?
‘Ik stond voor de klas op de basisschool en mijn gymdocent van de Pabo vroeg of ik muziek wilde maken tijdens een circusdag voor verstandelijk gehandicapten. Ik speelde trompet en gitaar. Wat ik toen meemaakte was bijzonder. De bewoners werden de artiesten. Ik genoot er zó van dat ik vaker met circusprojecten ben meegegaan. Ik vond dat ik zelf ook wel een beetje moest kunnen jongleren en leerde rijden op een éénwieler. Ik sloot me aan bij een circusclubje in het Oude Noorden en wilde wel elke dag met circus bezig zijn. Mijn lesbevoegdheid had ik al en er was geen school voor in Rotterdam. Uiteindelijk heb ik de stap gewaagd en richtte stichting Circus Rotjeknor op.’ HEB JE NOG DROMEN?
‘Er zijn er al vele uitgekomen, meer dan ik had dúrven dromen. Bijvoorbeeld De Paraplu. Dit is een groep van negen jongvolwassen, die langer dan tien jaar bij Circus Rotjeknor hebben gespeeld. Zij hebben geen alwetende begeleider nodig en blijven samen circusoptredens doen. Ik heb een pionier kunnen zijn en het vlammetje kunnen aanwakkeren. In september 2013 krijgen we onze eigen plek in de Fenixloods op Katendrecht, samen met Codarts circusopleiding. Deze opleiding bestaat nu vijf jaar en is voortgekomen uit circus Rotjeknor. Op deze nieuwe locatie willen we meer kinderen op les, meer voorstellingen geven en meer activiteiten organiseren.’ circusrotjeknor.nl
Wij zijn Rotterdammers! _ 28/29 ‘Music Matters zit in mijn hart’
Marianne van de Velde Programmacoördinator Music Matters
Music Matters brengt meer muziek in Rotterdam. Elk talent schittert, dankzij verschillende projecten voor kinderen en jongeren. De stichting zorgt ervoor dat mensen elkaar ontmoeten, ongeacht culturele achtergrond of leeftijd. WAAROM MUSIC MATTERS?
‘Alles wat we doen, doen we omdat we geloven dat muziek verbindt. Kinderen en jongeren houden we zo betrokken bij de stad. De projecten die we doen, variëren van talentontwikkeling tot wijkorkesten. Kinderen leren noten spelen tijdens een eerste kennismaking met muziek. Aan de andere kant strijden muzikale toptalenten om de Music Matters Award. Deze talentenjacht is bijzonder omdat alle genres aan bod komen. Jazz, rap, pop, klassiek, rock, hiphop, reggae… Ga zo maar door. De winnaar krijgt een jaar lang begeleiding ter waarde van 15.000 euro. Eerdere winnaars zijn Sabrina Starke en Ntjam Rosie. In december vorig jaar won reggaezanger Rass Motivated de Award.’ HOE IS HET IDEE ONTSTAAN?
‘De stad mist aansluiting met een groot deel van de Rotterdamse kinderen en jongeren. Muziek is een goed middel om daar iets aan te veranderen. Wij denken vanuit de doelgroep en zoeken een methode die aansluit bij hun behoefte. Kinderen in wijkorkesten hoeven bijvoorbeeld niet heel goed viool te leren spelen. Maar wel samenspelen, op tijd komen en naar elkaar luisteren. Die ervaring nemen ze mee in hun verdere leven en ontwikkeling. Ik heb er altijd vertrouwen in dat dit werkt. We ontwikkelen ideeën en activiteiten en brengen ze vervolgens onder bij bestaande instellingen. Of we geven een impuls. Dat hebben we bijvoorbeeld met de wijkorkesten van Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam, oftewel SKVR, gedaan.’ HOE ZIE JE DE TOEKOMST?
‘Bij de aftrap van Music Matters in 2007 was prinses Máxima aanwezig. Nu zijn andere steden nieuwsgierig hoe wij het hier hebben aangepakt. We zijn een voorbeeld voor ze. Onze toekomst is helaas onzeker, omdat de gemeentelijke subsidie mogelijk kan wegvallen. Dat is best hard aangekomen, want Music Matters zit in mijn hart. We gaan er echter vanuit dat de gemeente ziet dat Music Matters van waarde is voor de stad. Het gaat er uiteindelijk niet om dat wij blijven bestaan, maar wel een instelling die doet wat wij doen. Op een of andere manier zal de stad altijd jongeren moeten blijven ondersteunen.’ musicmatters.nu
Hoogstraat
Van Harry Potter tot een geschiedenisboek of een strip. Lezen is belangrijk voor kinderen. Daarom introduceert Bibliotheek Rotterdam het programma Bibliotheek op school. Met dit programma kan elke basisschool een volwaardige (digitale) bibliotheek krijgen.
Letters vreten via school Kinderen lezen thuis, op school en in de bieb. Daarom is Bibliotheek op school een gezamenlijk aanpak van bibliotheken en scholen. Het doel van het project is het plezier in lezen en zo de taal-, lees- en informatievaardigheden te vergroten. ‘Lezers scoren niet alleen hoger op taalvaardigheid, maar ook op schoolsucces en intelligentie. Wie kan lezen en teksten begrijpt, kan leren en zich ontwikkelen’, vertelt Tjeerd de Kort (manager educatie Bibliotheek Rotterdam). ‘Nu de Bibliotheek moet bezuinigen en het aan-
Leven in RTM _ 30/31
tal vestigingen terugbrengt van 24 wijkvestigingen naar zes stadsbibliotheken, is het nog belangrijker Rotterdam te voorzien van voldoende leesvoer. Bibliotheek op school sluit hierbij aan’, aldus De Kort.
wezig is.’ De consulenten werken daarom samen met leescoördinatoren die verantwoordelijk zijn voor het project op de school zelf.
WISSELEN!
In september start de bibliotheek met de nieuwe aanpak bij 34 Rotterdamse scholen. Dit zijn scholen waar de ‘eigen’ wijkvestiging van de bibliotheek is gesloten of komend schooljaar sluit. De nieuwe aanpak wordt daarna in fases ingevoerd in de stad. Het is de bedoeling dat uiteindelijk negentig procent van de scholen aansluit. De bibliotheek benadert scholen, maar scholen kunnen ook zelf contact opnemen.
KLAAR VOOR DE START
De bibliotheek biedt scholen twee varianten van het programma: de schoolbibliotheek en de digitale schoolbibliotheek. Scholen kunnen drie keer per jaar hun eigen collectie aanvullen met boeken voor alle groepen uit de wisselcollectie. Bij de digitale variant bestellen kinderen van groep vier tot en met acht zelf boeken via een webshop. Deze boeken worden op school afgeleverd. Voor de jongere kinderen is er de reguliere wisselcollectie.
‘Op een leuke manier lezen, dat werkt’ iPAD-GENERATIE
Om te bepalen of de opzet van Bibliotheek op school werkt, is in het schooljaar 2011-2012 een proef gehouden op tien scholen. De ervaringen zijn positief. ‘Deelnemers zien dat het vrij lezen echt iets oplevert’, vertelt Manon Michielsen (programmamanager Educatie, Bibliotheek Rotterdam). ‘Bij leeslessen ligt de nadruk meestal op technisch en begrijpend lezen. Maar juist vrij lezen zorgt ervoor dat kinderen lezen leuker vinden. Bovendien kost het leraren minder tijd.’ Ook kinderen zijn te spreken over de boeken op school, vooral over de digitale variant. ‘Deze generatie groeit op met de computer, iPad en dergelijke’, vertelt Michielsen. Dit sluit aan bij hun belevingswereld.’ Om te bepalen of het project succesvol is, vullen de scholen een monitor in over het leesgedrag en de leesmotivatie van de leerlingen. Harde cijfers zijn er nog niet. ‘Dat kun je pas over twee of drie jaar zien’, legt Michielsen uit. ‘Wel zijn veel kinderen al enthousiaster met lezen, dus je kunt aannemen dat het effect zal hebben.’
Fatima Koote, leescoördinator bij de Goede Herderschool. ‘Lezen is belangrijk. En door het op een leuke en ontspannen manier aan te bieden, gaat het meer leven bij de kinderen. Ze waren erg enthousiast dat ze hun eigen boeken online konden bestellen. Het uitzoeken, de bezorging, het uitpakken. Dat leeft veel meer dan bij een boek uit de bibliotheek te halen. Kinderen maken elkaar enthousiast. Zo werd het een sport om dat ene boek te krijgen dat zo populair is. En omdat de kinderen zelf kunnen kiezen, lezen ze meer. Ik ben erg blij met de leesconsulent op school. Als het even wat moeizamer loopt, kan ik haar om advies vragen. Hoe krijg ik het team weer enthousiast? Wat voor ideeën voor lesprogramma’s zijn er? Door de inzet van de leesconsulent, blijft het project leven.’
NIET OP DE STOEL
• Door 15 minuten vrij lezen per dag, leert een kind 1.000 nieuwe woorden per jaar. • Van de basisschoolleerlingen verlaat 25% de school met een taalachterstand van 2,5 jaar. • De taal van prentenboeken is veel rijker dan de taal van alledaagse gesprekken. Deze boekentaal verrijkt de woordenschat van kinderen en bereidt hen voor op het begrijpend lezen in de midden- en bovenbouw van de basisschool.
Om de scholen te ondersteunen bij de nieuwe aanpak, stelt de bibliotheek leesconsulenten aan die de betrokken leerkrachten adviseert en onder andere voorbeeldlessen geeft. Ook halen ze de bezem door de oude schoolbibliotheek. ‘Er zijn elk jaar weer zoveel nieuwe en goede boeken die beter aansluiten bij de kinderen. Met oude boekwerken krijg je ze niet aan het lezen’, licht Michielsen toe. Scholen zijn erg te spreken over de inbreng van de consulent. Zij motiveren, adviseren, ondersteunen en inspireren. ‘Maar we gaan niet op de stoel van de leerkracht zitten’, zegt Michielsen. ‘De leerkrachten moeten het zelf kunnen, zodat het een onderdeel van de school wordt en het project ook blijft als de consulent niet op school aan-
lezen in cijfers
bibliotheek.rotterdam.nl debibliotheekopschool.nl
Stad Rotterdam investeert in onderwijsresultaat Ondanks de bezuinigingen, investeert Rotterdam nog steeds fors in onderwijs. Doel? Beter presteren, achterstanden inhalen en schooluitval terugdringen. Subsidie krijgen is echter niet meer vanzelfsprekend. Er wordt afgerekend op behaalde resultaten.
de goede activiteiten aangeboden of ligt de focus op de verkeerde dingen? Een volgende subsidieaanvraag moet dan een verbeterplan bevatten. In gevallen waarbij de resultaten niet worden gehaald en de activiteiten niet volgens afspraak zijn uitgevoerd, volgt een terugvordering van subsidiegeld.
‘Het klinkt misschien vreemd, maar een kookrecept met wat rekenwerk erin werkt bij sommige kinderen beter dan eindeloos sommen maken’, zegt Reinier Mouthaan die zich binnen de gemeente bezighoudt met onderwijssubsidies. ‘Wij geven ruimte aan maatwerk en met het juiste doel kan een kook- of sportles dus prima bijdragen aan betere onderwijsresultaten.’ Onderwijsinstellingen die een subsidieaanvraag doen, geven aan welk resultaat ze ermee denken te halen. Geslaagde activiteiten kunnen rekenen op het doorzetten van de subsidie. Wordt de vooraf gestelde ambitie echter niet gehaald, dan volgt een analyse. Wat ging er mis? Zijn niet
De kookles met rekensausje wordt tijdens of na schooltijd gegeven en valt onder ‘Meer Leertijd’, één van de onderdelen die door de gemeente wordt gesubsidieerd. En die valt onder het programma Beter Presteren. Andere subsidieonderdelen zijn de vakantieschool en de voor- en vroegschoolse educatie. Kinderen met een taalachterstand worden daar bijgespijkerd vóórdat ze naar de basisschool gaan. Behalve hierop, focussen de gemeente en schoolbesturen ook op professionalisering van de scholen, ouderbetrokkenheid en het terugdringen van schooluitval. Bij schooluitval ligt de nadruk op preventie, zoals ondersteuning van studie-
keuze en instroom op het mbo, op het handhaven van de leerplichtwet en het terugleiden van jongeren naar school. De subsidieverstrekking gaat met de tijd mee. ‘Voorheen was het te veel gericht op methodieken en te veel een zaak van de gemeente’, meent Mouthaan. ‘Nu zoomen we in op resultaat en geven vertegenwoordigers van gemeente en schoolbesturen gezamenlijk een advies over schoolplannen, dat de gemeente vervolgens meeneemt in de besluitvorming. In het najaar zet de gemeente de resultaten van het schooljaar 2011 – 2012 op een rij. Mouthaan: ‘Maar ik kan wel alvast verklappen dat de stedelijke onderwijsresultaten in het primair onderwijs het afgelopen jaar omhoog zijn gegaan.’ onderwijsbeleid010.nl
Schrijf mee aan gemeentelijke brieven Brieven van de gemeente moeten begrijpelijk en prettig leesbaar zijn. Helaas is dat niet altijd het geval. Rotterdammers en ondernemers kunnen sinds kort via internet laten weten wat ze van de gemeentelijke brieven vinden. Heel uitgebreid, maar ook kort en krachtig; alle reacties zijn welkom. De eerste verbeterde versies staan inmiddels online.
De gemeente wil op deze manier de dienstverlening aan inwoners en ondernemers verbeteren. Daarbij horen geen brieven waarvan mensen zich afvragen ‘wat moet ik ermee?’. Het hele jaar door staan er brieven ter beoordeling op de site. Projectleider Hedske van der Kooi: ‘Het gaat om brieven die de gemeente vaak verstuurt, zoals zogenoemde standaardbrieven. Maar ook om brieven waar veel emotie bij komt kijken. Denk bijvoorbeeld aan correspondentie over beslaglegging. Daar mogen geen onduidelijkheden in staan. We wisselen de brieven om de paar weken, zodat er zoveel mogelijk teksten beoordeeld kunnen worden.’ Op de site zijn alle reacties zichtbaar. Van der Kooi: ‘Het is bedoeld als een interactief platform, waarop medewerkers van de gemeente ook reageren op de suggesties. En waarop ze uitleggen waarom bepaalde veranderingen wel of niet worden overgenomen. Hoe meer mensen meedoen, hoe beter het natuurlijk is. En het hoeft echt niet veel tijd te kosten.’
rotterdam.nl/bouwen_aan_betere_tekst
Bouwen aan betere tekst is afgeleid van het project Bouwen aan Brieven, dat in 2009 werd verkozen tot een van de beste innovaties op gebied van overheidsdienstverlening.
Leven in RTM _ 32/33 Joodse kinderen blijvend herinnerd ‘… zo zal de naam van de dode niet verloren gaan tussen zijn naasten en uit de poort van zijn woonplaats. Jullie zijn daar vandaag getuige van…’ Deze vertaling van een Hebreeuws tekst uit Bijbelboek Ruth (4:10) verschijnt bij het Joods Kindermonument dat vanaf april 2013 aan de Stieltjesstraat staat. De verzamelplaats: Loods 24 aan de Rotterdamse Spoorweghaven, ter hoogte van het Poortgebouw aan de Stieltjesstraat. Daarvandaan werden in de jaren 1942-1943 maar liefst 684 kinderen gedeporteerd naar kamp Westerbork in Drenthe. Vele van hen werden daarna per veewagen naar Auschwitz of Sobibor vervoerd. Zij waren tussen de nul en twaalf jaar. Op het Joods Kindermonument van de hand van architect Wim Quist verschijnen de namen en leeftijden van alle 684 kinderen. Het monument staat straks vlakbij de muur
die herinnert aan verzamelplaats Loods 24. Met het monument wil de Stichting Joods Kindermonument het lot van deze Rotterdamse kinderen herdenken en tegelijkertijd een monument oprichten ‘voor een vreedzame samenleving, als baken binnen het onderwijs’. Er is dan ook een speciaal onderwijsprogramma ontwikkeld, ter gelegenheid van de onthulling van het monument in april volgend jaar. Scholen die meedoen, adopteren een aantal namen van de 684 Joodse Kinderen. En als het mogelijk is krijgt een school die al in de Tweede Wereldoorlog bestond, de namen van kinderen toegewezen, die in de omgeving hebben gewoond. Wie weet is het kind zelfs leerling van de school geweest. In een herdenkingshoek op school is vervolgens informatie te vinden over de gedeporteerde kinderen en de positie van de Joden in de Tweede Wereldoorlog.
geprojecteerd
Tiendplein
Rondom de pop-up store Asian BBQ aan het Tiendplein vormt zich een gemeleerd gezelschap. Ze staan op het punt de eerste Werelds Oude Westen Tour, oftewel WOW-tour, te maken. Een tour die onderstreept hoe leuk, boeiend en mooi het Oude Westen is.
Verassend werelds Westen
RTM veiliger _ 34/35
Dagelijks bestuurder Marjolein Masselink heet de deelnemers aan de route welkom. Gidsen staan klaar om iedereen rond te leiden. Deelgemeente, ondernemers van het Oude Westen en wooncoorperatie Woonstad organiseren de rondtocht door de wijk. ‘Het Oude Westen heeft zoveel bijzondere, mooie plekken’, vertelt Masselink enthousiast. ‘Dat is de moeite om te zien waard.’ Tachtig wandelaars vertrekken in vier groepen om te ervaren wat Masselink bedoeld. KLEINE TRAPWONDERS
Robert Jan Brouwer, initiatiefnemer van de Mediawerkplaats, legt aan zijn bezoekers uit wat de werkplaats doet. ‘We zijn een commercieel bedrijf maar we bieden ook leer- en werkplaatsen waar jongeren hun talenten kunnen ontwikkelen. Dat doen we uiterst succesvol.’ Het bedrijf is gevestigd in oude garages, die in 2008 door Woonstad zijn omgetoverd tot de mooie werkplaats. Daar wisselen tv, audio en web elkaar af en vullen elkaar aan. ‘Vergeet niet dat het tvprogramma ‘Het Geheim van de West-Kruiskade’ (lees ook geprojecteerd op pagina 37, red.) in september weer op TV Rijnmond is te zien’, geeft Brouwer de tourgangers nog even mee.
In de Thaiboksschool in de Josephstraat geven zo’n twintig kinderen een demonstratie. Het is een indrukwekkend gezicht hoe zelfs de kleinsten vervaarlijke klappen en kicks weten uit te delen. Khalid Chennouf leert hen kickboxen, maar belangrijker: hij traint ze voor het echte leven. ‘Onze uitgangspunten daarbij? Een gezond lichaam, gezond verstand, respect en zelfbeheersing’, aldus de trainer. Een grijzende bezoeker kijkt met bewondering naar de kleine trapwonders en kan een klein applausje niet onderdrukken als twee jongens elkaar trainen met gezond verstand en respect. ‘Wat een kracht hebben deze kinderen al ontwikkeld zeg!’
In het wijkpark staat de Reus van Rotterdam in brons gegoten. Aan de grote voeten zit een man met een ouderwets traporgel. Hij brengt het levensverhaal van de reus dichterlijk en ietwat melancholisch ten gehore. Kleine straatschoffies spelen een fanatiek potje voetbal. Rudolf, een van de tourdeelnemers, loopt mee om zo de stad waarin hij net is gaan wonen, beter te leren kennen. ‘Echt mooi om allemaal te zien en horen en meteen leuke mensen te ontmoeten.’
Van de sportschool naar naar de thuisbasis van de Actiegroep Het Oude Westen in de Gaffelstraat, is het slechts een klein stukje lopen. Bewoner Piet Terreehorst ontvangt iedereen hartelijk en vertelt in het kort iets over de geschiedenis van de bewonersorganisatie en wat ze in de loop der jaren heeft bereikt. En dat is veel. Vooral het project ‘Drugs in Kleur’, opgezet in 2004, verdient nu (landelijke) bekendheid. Samen met de deelgemeente, politie en Woonstad dringt de actiegroep het openlijk dealen en gebruiken van drugs terug. En met succes. ‘De wijk is sinds een paar jaar een flink stuk veiliger geworden. Mensen durven weer normaal over straat, ook ’s avonds’, zegt Terreehorst.
TUSSEN TREKORGEL EN PARADIJS
In de Governestraat staan nu nog leegstaande, opgeknapte panden. Het is de bedoeling dat ondernemers binnen de muzieksector zich hier vestigen. De ‘Music Mile’ zo wordt het initiatief genoemd. Op de hoek van de straat speelt de Frank Goverts Band de sterren van de hemel. Verraste deelnemers swingen mee. Hoe anders is de sfeer in de Paradijskerk. Daar ontvangt Citypastor Hans de Rie de bezoekers van zijn kerk in alle rust en meer dan hartelijk. Het interieur is ronduit indrukwekkend, maar de boodschap van De Rie nog meer. ‘Hier kunnen mensen terecht voor bezinning of een goed gesprek. Onze deuren staan open voor iedereen.’ KUNST MET KNABBEL
AFWISSELEND WESTEN
Na het Actiecomite is het tijd voor een bezoek aan de Mediawerkplaats. Heel even blijft de groep verrast staan. Een klein steegje met oude, lieve, kleine, witte huisjes. Sommigen overwoekerd door de mooiste rode stokrozen. Het doet bijna Frans aan. Twee straten verder feesten heupwiegende Surinaamse oma’s samen met tante Bep en oma Nel. Het is de dag voor Keti-Koti. De bejaarden vieren alvast het einde van de slavernij. Op de Kruiskade speelt een swingend bandje. Twee jonge mensen houden even in. ‘Wat is het toch een gezellig buurtje.’
Gallerij ZIC Zerp in de Van Speykstraat zorgt voor de kunstnoot tijdens de rondleiding. Daar is het werk te zien van kunstschilder Niels Smits van Burgst. Een kort bezoek zet de weg in naar de tussentuinen. De plek waar alle tachtig deelnemers samenkomen en genieten van een heerlijk wijntje en een lekker hapje. Bewoners vieren hun verjaardag in de door hun geclaimde buitenruimte. Het Oude Westen doet de naam WOW! eer aan. Het is inderdaad verrassend werelds. wow-rotterdam.nl
Stad Stadsmariniers werken met de tijd mee Ooit ingesteld vanwege onvrede onder Rotterdammers over het veiligheidsbeleid. Maar inmiddels zijn de stadsmariniers een begrip. Zelfs in Nederland. Logisch, want de stadsmariniers die in november precies tien jaar hun schouders onder veiligheid zetten, kunnen terugkijken op mooie resultaten.
de drugsproblematiek rondom de Pauluskerk en rond het Centraal station. En uiteraard was er de Keileweg met haar prostitutie en ook daar weer de drugs. Het stadsbestuur kreeg niet meer dan een mager vijfje van haar inwoners als het ging om veiligheid.’ Sommige wijken scoorden zelfs een graatmagere 1 op de veiligheidsindex.
Jan de Kloet is een van de zeven Rotterdamse stadsmariniers. Al acht en een half jaar maakt hij deel uit van deze ‘organisatie van doeners en aanpakkers’. ‘Tien jaar geleden hadden we een aantal grote problemen op het gebied van veiligheid’, erkent De Kloet. ‘Spangen was een beruchte wijk, we hadden
Onder leiding van oud-burgemeester Ivo Opstelten werden daarom ‘stadsmariniers’ aangesteld. Topambtenaren in de wijk, met een rechtstreeks mandaat van college van burgemeester en wethouders. ‘Dat hielp destijds ontzettend’, herinnert De Kloet zich. ‘Door lokaal te werken, leerde je de wijk en
haar specifieke problemen kennen. En met de macht en kracht van het college achter je, kon je echt op een aantal punten doorzetten.’ De resultaten bleven niet achter. Rondom het Centraal Station vind je inmiddels geen drugsgebruikers of zwervers meer. Spangen is een buurt geworden met jonge ouders, bakfietsen en spelende kinderen. ‘Als het gaat om veiligheid kennen we geen onveilige wijken meer in Rotterdam’, aldus De Kloet. Regelmatig bezinnen de stadsmariniers zich op de problemen in de stad en passen daar hun inzet op aan. De Kloet: ‘In de beginjaren stonden drie punten op de agenda: drugs, drugs en drugs. Tegenwoordig verleggen we onze aandacht ook naar andere gebieden. Bijvoorbeeld nu naar overlast en criminaliteit door jongeren. En kijken we kritisch naar welke wijken onze inzet nodig hebben. Spangen gaat goed, dus daar is de aanwezigheid van een stadsmarinier niet acuut meer nodig. Maar in Hoogvliet dreigde de veiligheidssituatie af te glijden. Om erger te voorkomen, ging dus juist daar een stadsmarinier aan de slag.’ Kortom: na tien jaar in functie, houdt het werk voor de Rotterdamse stadsmariniers zeker niet op. En al kent Rotterdam geen onveilige wijken meer, probleemwijken zijn er nog wél. De Kloet: ‘Onze opdracht is dat ook de probleemwijken verdwijnen. Dus ook de komende jaren is er voor ons als stadsmariniers genoeg werk aan de winkel.’ rotterdam.nl/stadsmariniers
jan de kloet
Aanpak voor misdaden met groot effect Om de misdaadcijfers in de regio verder naar beneden te krijgen, heeft de gemeente Rotterdam een nieuwe functie in het leven geroepen. Stadsmarinier Jur Verbeek is tegenwoordig stadsmarinier High Impact Crimes. Verbeek richt zich op (mogelijke) daders van overvallen. Hij verwacht dat daardoor ook het aantal straatrovers en inbrekers verminderd. ‘Want overvallers plegen dit soort criminele feiten ook vaak.’ Het zijn misdaden die een groot effect hebben op een buurt. ‘De bedoeling is om te
voorkomen dat daders die net terugkeren in de maatschappij, in herhaling vervallen. We maken afspraken met hen over hoe deze terugkeer moet verlopen en welk gedrag gewenst is. Ook bespreken we wat hun plannen zijn en helpen hen daarbij. Zoeken zij een baan of gaan ze terug naar school? Ik doe dit samen met onder andere de politie en het Openbaar Ministerie.’ De regionale aanpak richt zich ook op mensen die al ander crimineel gedrag vertonen en dus mogelijk een ‘high impact crime’ kunnen gaan plegen. Verbeek: ‘De politie heeft een lijst opgesteld met zeshon-
derd mensen die tot de risicogroep behoren. Zij ontvangen een brief uit naam van de burgemeester met de mededeling dat zij in de gaten worden gehouden. Deze burgers hebben al aardig wat op hun kerfstok, dus dit komt voor hen niet uit de lucht vallen.’ Als de aanpak werkt, moet dat blijken uit een daling van de misdaadcijfers. ‘In dat geval breiden we de aanpak uit naar ook andere misdaden die een groot effect hebben op een buurt’, zo stelt Verbeek. rotterdam.nl/veiligondernemen
RTM veiliger _ 36/37 ‘Het Geheim’ persoonlijk ontrafeld ‘Wie is Fred? Ja, dan heb ik de neiging om te zeggen; ga maar lekker googelen’, lacht Fred Fitz-James van de Kotomisi Shop vanaf het tv-scherm. Hij speelt de hoofdrol in een aflevering van ‘Het Geheim van de West-Kruiskade’. Hij vertelt over Surinaamse spiritualiteit, en –ondanks zijn opmerking over het googelen– over zijn leven. ‘Geen gelikte verhalen en flitsende beelden’, vindt hij. ‘De makers zetten ons neer zoals we zijn.’ Door diverse ondernemers te portretteren wordt ‘Het Geheim’ op een heel persoonlijke manier ontrafelt. Ron van Gelder, projectregisseur vanuit de Alliantie West-Kruiskade: ‘Zo laten we zien hoe bijzonder deze wijk is. Met al die ondernemers, al die culturele achtergronden en de Kruiskade als rode draad.’ Robertjan Brouwer (programmamaker vanuit de Mediawerkplaats Rotterdam) onderschrijft dit. ‘Of je nu bij de Marokkaanse visboer of de Chinese toko staat, iedereen heeft het uiteindelijk over dezelfde voetbalwedstrijd. Allochtoon, Autochtoon… Alle tonen vindt je hier en dat maakt een heel eigen muziek.’ Volgens de programmamaker maakt dat een flitsend of sjiek sausje overbodig. ‘Al stond de Kruiskade
vroeger bij allerlei onderzoeken in de ‘rode cijfers’, imagoverbetering hoeft nu niet meer. Alles is hier namelijk al.’ De serie ‘vertelt’ de verhalen van ondernemers maar ‘loopt’ ook mee met mensen die er komen shoppen of elkaar er ontmoeten. Fitz-James: ‘De kade is als een aorta die leeft, die klopt. En die de achterliggende straten met elkaar verbindt. De mensen die er leven, werken en komen, geven het kracht. Juist die kracht maakt ‘Het Geheim’.’ ‘Steeds meer Rotterdammers, maar ook dagjesmensen en toeristen willen hierbij horen. Er onderdeel van zijn’, vult Van Gelder aan. ‘En omdat de tv-serie een breed bereik heeft, kan ‘Het Geheim’ dit aantal best nog verder opkrikken.’ ‘Altijd welkom’, lacht Fitz-James. ‘Ondernemers en bewoners zijn trots op de serie en op hun wijk. Dat delen we natuurlijk graag met elkaar én met iedereen die hier binnenloopt.’ ‘Het Geheim van de West-Kruiskade’ wordt vanaf september uitgezonden. Kijk voor de programmering of eerdere uitzendingen op de website van RTV Rijnmond.
geprojecteerd
fred fitz-james rijnmond.nl/programmas/het-geheim-van-de-west-kruiskade
Rotterdam e.o.
‘We reizen altijd. met een. boodschappenlijstje’.
Chris de Lange
38/39
Wereldhaven, wereldstad. Rotterdam staat internationaal gezien op de kaart. Het bestuur, adviseurs en specialisten reizen aardig wat airmiles bij elkaar om de internationale contacten warm te houden. Met werkbezoeken aan ondermeer Beijing en Shanghai en handelsmissies naar Istanbul en Moskou. Hoe presenteert Rotterdam zich en is het nodig, al dat gereis?
Rotterdam e.o. E
en delegatie uit Duitsland krijgt een rondleiding over de Tweede Maasvlakte. Geïnteresseerd volgen de buitenlandse gasten het verhaal van een projectleider. Hij schetst hoe de zee wordt geweerd en dat het hier straks nog meer gonst van de havenbedrijvigheid. ‘Het is de investering waard’, stelt Chris de Lange, coördinator bij Bestuurlijke, Juridische en Internationale Zaken (BJI) bij de gemeente, over deze kennisuitwisselingen. BUITEN DE POORT
Jaarlijks pakken burgemeester en wethouders zo’n 25 keer de koffers. Specialisten ma-
Joep Boute Communicatieadviseur Gemeente Rotterdam ‘Ik zeg altijd: ‘ik ontmoet de wereld in mijn eigen stad’ als ik delegaties uit het buitenland rondleid. We bezoeken de Kop van Zuid, klushuizen, Rotterdam Centraal, het Wijnhaveneiland of de vernieuwde kades bijvoorbeeld. Een succes in Rotterdam is altijd wandelend de Erasmusbrug over richting de Kop van Zuid. En de rivier maakt natuurlijk veel indruk. Dat de stad onder het zeeniveau ligt en hoe Rotterdam inspeelt op klimaatveranderingen, vinden buitenlanders vaak fascinerend. Net als de afwisselende architectuur en de dynamiek. Deze stad verandert continu. Kijk maar eens naar het RDM-terrein en Katendrecht. Een rondleiding eindigt vaak op de Wilhelminapier bij Hotel New York. Rotterdam is niet altijd liefde op het eerste gezicht. Je moet de stad eerst leren waarderen en dan ben je verkocht. Dat hoor ik ook van buitenlandse bezoekers. Het was wel even schrikken hoor, toen iemand uit Shanghai in het havengebied een zwaan optilde voor de foto. Gelukkig is het goed afgelopen.’
ken gemeentebreed honderden trips richting buitenland. ‘We horen het regelmatig: ‘Als Rotterdam komt, gaat het ergens over’. Dat klopt, we gaan altijd op reis met een boodschappenlijstje waar bijvoorbeeld kennisuitwisseling of studie op staat. Vaak begint het met de haven. Het is hier een komen en gaan van schepen, een constante stroom van goederen. Een internationale stad met verreweg de grootste zeehaven van Europa. We zijn een belangrijke poort naar de rest van de wereld. Om die strategische positie vast te houden, is een internationaal netwerk nodig. Het helpt enorm als je als overheid goede internationale contacten hebt.’
40/41 Met contacten in binnen- en buitenland houdt BJI wereldwijd de vinger aan de pols. ‘Bij bestuurlijke reizen is het altijd afwegen. Waarom bezoeken we een land? En wat is de economisch toegevoegde waarde? Dat stemmen we af met partijen als het Havenbedrijf, Kamer van Koophandel, Rotterdam Investment Agency en Deltalinqs.’ Want het draait op de internationale kaart vooral om economie. Om dit te illustreren, neemt De Lange ons mee naar landen met de snelst groeiende economieën van de wereld. ‘Daar moet je als stad bij aanhaken. Met de groeiende rol in de wereldeconomie van Shanghai bijvoorbeeld, waar Rotterdam al jaren een hechte relatie
mee heeft. Je moet blijven investeren in de samenwerking en continu kennis en ervaring uitwisselen, om dat zo te houden. Dan zie je de omzetcijfers hier ook stijgen.’ .gezonde steden
De poort naar Rusland is de haven van St. Petersburg, waarmee Rotterdam sinds 2009 samenwerkt. Na de nodige werkbezoeken was de Russische havenstad onlangs het toneel voor ‘gezonde steden’. Een conferentie van Healthy Cities Network van de Wereld Gezondheids Organisatie. ‘Wethouder Kriens zat in een politicians panel om de rol van
Chantal Roest Director business operations Rotterdam Investment Agency (RIA) ‘Internationale bedrijven: vestig je in Rotterdam! Met de haven, airport, goede infrastructuur, prima treinverbindingen en unieke ligging aan het water is het dé poort naar Europa. Zo profileert RIA de havenstad om potentiële investeerders te vinden, aan te trekken, te behouden en te laten groeien. Onze opgave? Met acquisitie tot 2014 honderd internationale ondernemingen binnenhalen en behouden. Wij helpen bedrijven om hier goed te starten. Door ze te koppelen aan dienstverleners, relevante netwerken en onze expatdiensten. Rotterdam is een echte ondernemersstad. De grondprijzen zijn aantrekkelijk en Rotterdam is ‘jong’. Hier wonen veel hoogopgeleiden, doeners en harde werkers. Die internationale bedrijvigheid levert de stad veel op. Nieuwe buitenlandse vestigers brengen business en dus werkgelegenheid met zich mee. Het is essentieel om die investeerders aan te trekken en te behouden. Met bijeenkomsten als het ‘Red Carpet Dinner’ houden we de banden warm. We rollen dan letterlijk de rode loper uit: welkom in Rotterdam!’
Rotterdam e.o
Kees Weststrate Senior project manager Port of Rotterdam International ‘Veilig, betrouwbaar en duurzaam: kernwaarden van de Rotterdamse haven waarmee ik de wereld over ga. Ik zoek mogelijkheden om een wereldwijd netwerk op te zetten en kijk waar we kunnen optreden als strategisch partner in havens over de gehele wereld. Een succesvol voorbeeld is de joint venture in Oman. Onze haven is qua capaciteit bijna ‘vol’. Om ladingstromen en investeringen aan te trekken, moet je investeren in internationale relaties en waar nodig bestuurders inzetten. Het opent deuren als de kroonprins en zijn echtgenote een havenseminar in Vietnam bijwonen en een Rotterdamse wethouder zich aansluit. Een mooi resultaat boekten we toen een groep Chinezen voorafgaand aan een bezoek, allerlei gedetailleerde vragen stuurde. Samen met de Milieudienst Rijnmond gaven we presentaties en namen de delegatie op sleeptouw. Kort erna mocht het Havenbedrijf Rotterdam een port management contract tekenen voor een nieuw aan te leggen petrochemische haven in Tianjin, bij Peking. Schrik niet: tien keer zo groot als de Tweede Maasvlakte.’
gemeenten in het gezondheidsbeleid toe te lichten. De GGD Rotterdam-Rijnmond presenteerde de aanpak op Zuid en benutte de gelegenheid om kennis uit te wisselen. Je gaat dan met nieuwe bouwstenen voor het Rotterdamse gezondheidsbeleid weer naar huis.’ ‘Vaak combineren we bezoeken’, aldus de coördinator. ‘Rotterdam is voor Brazilië, de zevende economie van de wereld, de belangrijkste Europese toegangshaven voor ijzererts. Met werkbezoeken naar Santos en Sao Paolo halen we de banden met het bestuur en bedrijfsleven aan. Een delegatie bezocht laatst ook Dutch-Brazilian Water Dialogue waarin Nederland en Brazilië samenwerken op het gebied van waterbeheer.’ Die combi laat zich ook op muzikaal terrein zien. Met bestuurlijke reizen gepland rondom internationale concerten van het Rotterdams Philharmonisch Orkest. ‘Dé manier om relaties van de gemeente en internationale bedrijven te benutten. Je laat een veelzijdig Rotterdams visitekaartje achter. Het orkest verkoopt zichzelf!’ PIEK TIJDENS EXPO
Naast de haven wil Rotterdam zich profileren als water- en klimaatstad nummer één. ‘Het jaar 2010 laat een piek in dienstreizen zien toen Rotterdam het watermanagement pre-
senteerde tijdens de World Expo in Shanghai. De ruim 800.000(!) bezoekers van het paviljoen kregen het leven onder de zeespiegel mee. Watermanagement is een sterke sector en een belangrijk product. Na de expo zijn Jakarta, New Orleans en Ho Chi Minh City bezocht. Allemaal kwetsbare steden met de ligging in de delta’s van rivieren waar veel mensen wonen. Bij een overstroming is de kans op slachtoffers groot. Hiervoor worden waterspecialisten van de Rotterdamse gemeente ingevlogen en contracten afgesloten.’ GROTE JONGENS
Op initiatief van Rotterdam wisselt een netwerk van deltasteden ‘Connecting Delta Cities’ kennis en ervaringen uit op het gebied van watermanagement. ‘Steden met dezelfde problemen zijn nieuwsgierig naar oplossingen. Dan moet je als Rotterdam laten zien waar je goed in bent. Het gaat om een intensieve samenwerking waarvoor de burgemeester en gouverneur van Jakarta elkaar regelmatig ontmoeten. Door de internationale aandacht kunnen Nederlandse bedrijven in het buitenland aan thema’s als klimaat en water geld verdienen. Het is goed om als overheid die deuren te openen. Al zijn we een middelgrote stad, we mogen internationaal gezien meespelen met de grote jongens. Bij het Clinton Climate Initiative dat draaide om
42/43
Hans Waege Directeur Rotterdams Philharmonisch Orkest
klimaatopgaven, kon Rotterdam zich aansluiten omdat we bekend staan als stad die vernieuwt en goede ideeën heeft. Rotterdam Climate Initiative timmert met alle kennis van het klimaat natuurlijk flink aan die weg.’ BAND MET DE BUREN
Rotterdam investeert ook in een goede band met de ‘buren’, werkbezoeken die vaak ook een link met de haven hebben. ‘Duitsland is voor Nederland een belangrijke handelspartner en essentieel als doorvoerland. Soms is de burgemeester of een wethouder gastspreker tijdens een rederslunch in Londen en Hamburg en worden havens in Duisburg en Dusseldorf bezocht. Andersom komen Duitsers regelmatig naar de Tweede Maasvlakte om kennis te nemen van de ontwikkelingen hier.’ De internationale staf van BJI beheert bestuurlijke betrekkingen met de Europese Unie, het Rijk en de G4. ‘Geld uit Brussel’, vat De Lange de lobbyfunctie samen. ‘We proberen prioriteiten van Rotterdamse organisaties op de Europese agenda te krijgen en financieringsbronnen aan te boren. Wethouder Van Huffelen (o.a. buitenruimte) zit in het bestuur van ICLEI, een internationale milieuvereniging die zich richt op duurzaam beleid. Zij
behartigt belangen van Rotterdam binnen het Europees milieubeleid. Zo’n functie helpt enorm. In Brussel hebben we de naam dat we voorop lopen met ons sociale beleid. Wist je dat Stichting Humanitas aan de Bergweg altijd veel buitenlandse bezoekers trekt vanwege het ouderenbeleid?’ WERELDSE MENSEN
‘Dan heb ik het nog niet gehad over de focus op bepaalde steden. Zoals de band met ‘bevriende havenconcurrent’ Antwerpen, de jaarlijkse kerstbomenkap in Oslo en uitwisselingen tussen Gent en Rotterdam over Midden- en Oost-Europeanen.’ De Lange wijst op het jaarplan dat het internationale en Europese beleid in kaart brengt. ‘Hier staan alle bestuurlijke reizen in. We realiseren ons dat we het beleid zeker in tijden van bezuinigingen proactief moeten uitleggen. Maar we zijn zeer kritisch. Het reizen moet de stad wèl iets opleveren. Al is direct resultaat lastig te meten, je investeert in relaties op langere termijn en profileert de stad. Als wereldhaven, maar ook steeds meer wereldstad voor bedrijven, bezoekers en bewoners. Zoals iemand laatst verwoordde: ‘Jullie hebben een world port èn world people’. Een prachtig compliment toch?’
rotterdam.nl/internationale_en_europese_zaken
‘Het orkest geeft elk jaar zo’n dertig concerten in het buitenland. In Keulen, Antwerpen, Wenen, maar ook in Canada, Zuid-Amerika en Azië bijvoorbeeld. Bij het uitstippelen van ons toerneebeleid stemmen we af met de gemeente, Rotterdam Investment Agency, het Havenbedrijf en ondernemers. Om zo reizen naar het buitenland te combineren met een concertbezoek. Die culturele bezoeken hebben een belangrijke symbolische waarde. Je kunt zakendoen in een vriendschappelijke sfeer. Er ontstaat vertrouwen en de banden worden warmer. Zeker Aziatische landen waarderen dat enorm. Onderschat de beeldvorming niet. Het is natuurlijk fascinerend dat een klein land als Nederland zo’n indrukwekkende haven heeft. Maar Rotterdam is meer dan boten en kranen. De stad kan zich op deze manier neerzetten als havenstad met een topcultuur. Het leefklimaat staat steeds centraler, wil Rotterdam als haven èn als stad groeien en bloeien. Dat klimaat moeten we met velen creëren. Ik ben blij dat we daar als prestigieus orkest een rol in kunnen spelen.’
Heemraadssingel
‘Ik had gewoon. een ontzettend. leuke baan’. Nog steeds spreken mensen hem aan over zijn foto’s in de krant. ‘Ik mis u nog elke dag’, zei een mevrouw laatst tegen hem. Fotograaf Vincent Mentzel is groot geworden door NRC Handelsblad. Op zijn beurt gaf hij met zijn politieke foto’s en buitenlandse reisreportages de krant een gezicht. ‘Ik durf het nu wel te zeggen, ik was hun beste visitekaartje.’
44/45
Heemraadssingel
D
e muren van Mentzels statige 20ste eeuwse huis aan de Heemraadssingel hangen vol kunstwerken. Geen plek is onbenut en je komt ogen tekort om ze allemaal te bekijken. Schilderijen, tekeningen en zeefdrukken. Maar ook Oceanische kunst, foto’s van bevriende fotografen en hier en daar een echte Mentzel. ‘Ik ben opgevoed met kunst’, zegt hij stralend. ‘Liefde en cultuur zijn het belangrijkste dat er is. Het is de basis waarop wij leven en gedijen.’ Hij loopt naar de voorkamer en sluit de hoge houten schuifdeuren achter zich. ‘Laten we makkelijk gaan zitten’, zegt hij uitnodigend. Zijn innemende, geïnteresseerde en communicatieve kant zorgen ervoor dat je je snel op je gemak voelt. Maken deze eigenschappen hem ook tot zo’n succesvolle fotograaf of is het alleen zijn creatief oog? ‘Het is absoluut een combinatie. Maar zo’n talent ben ik nou ook weer niet hoor. Er zijn zoveel bewonderenswaardig goede fotografen, waarvan ik elke dag zeg: ‘ik wou dat ik dat kon’. Ik opereer redelijk sociaal. Bij portretten ben ik vaak geneigd om iemand eerst te fotograferen op de manier zoals die persoon dat wil. Zo ontstaat een ontspannen sfeer en daarna doe ik dan nog mijn eigen dingetje. Achteraf zeggen ze meestal ‘meneer Mentzel, u had toch gelijk’. OUDERWETS DRUK
Je ziet het terug in zijn pakkende portretten van de vele beroemheden die hij voor de lens kreeg. Maar ook in de staatsieportretten van de koningin en misschien zelfs wel in zijn politieke foto’s. Joop den Uyl die, ineengedoken in zijn regenjas, alleen over het Binnenhof loopt. Of het onderonsje tussen Van Agt en Hans Wiegel die buldert van de lach. Het zijn iconen geworden van de Nederlandse fotojournalistiek. Sinds 1 oktober 2011 is Mentzel met pensioen. Maar tijd om in een zwart gat te vallen, heeft hij niet gehad. ‘Sinds ik weg ben bij de krant, heb ik het ouderwets druk. Een dag na mijn afscheid belde de conservator van de Kunsthal. Wanneer ze kon komen praten over mijn tentoonstelling? ‘Laten we dat eens doen in 2013’, zei ik. Maar het stond op de jaarplanning van 2011. En Wim Pijbes, toen net directeur van het Rijksmuseum, vond dat er ook maar een boek bij moest verschijnen.’ Nachtenlang scande hij negatieven in, schreef fotobijschriften en mailde met vormgeefster Irma Boom over zijn boek ‘Foto Vincent Mentzel’. ‘In een soort trance pendelde ik tussen mijn werkkamer en de Kunsthal. Mijn
46/47
vrouw Nancy zei op een gegeven moment dat ze nu wel begreep waarom het vroeger mis ging met mijn relaties.’
‘Ik blijf van Rotterdam houden’
PLUCHE POSITIE
Zijn relatie met de NRC hield veertig jaar stand. Zat hij, als fotograaf in loondienst met de auteursrechten over zijn eigen foto’s, op het pluche bij de krant? Een bulderende lach. ‘Ik zat helemaal niet op het pluche! Ik kon net zo goed ontslagen worden als ieder ander. Ik heb dag en nacht keihard gewerkt voor die krant. Ik was de NRC.’ Maar heeft dat vaste dienstverband hem nooit belemmerd in zijn carrière? ‘Nee, want ik mocht alles van de krant. Ik deed dingen voor TimeLife, The New York Times, maakte de staatsieportretten voor het Koninklijk Huis. Dat vonden zij ook een eer. ‘Wat leuk dat ze daar onze fotograaf voor vragen’, zei de hoofdredacteur dan. Ik was ‘Mister PR’ voor ze. Maar ik noem dat geen pluche positie. Ik had gewoon een ontzettend leuke baan.’ Toen Mentzel in de zestiger jaren bij de NRC begon, was het volgens hem een arme krant. ‘De redacteuren verdienden best redelijk, maar deden er allemaal wat naast. Dus toen ik aangenomen werd, zei de hoofdredacteur tegen mij: ‘Meneer Mentzel, u moet er wel iets bij doen’. Dat heb ik dus gedaan door mijn foto’s te verkopen aan buitenlandse kranten en magazines.’ Het leeuwendeel van zijn foto’s is in zwart-wit gefotografeerd. Heeft zwart-witfotografie in dit digitale tijdperk nog wel toekomst? ‘Absoluut. Ik werk nu aan een boek voor de Universiteit Leiden en dat maak ik op hun verzoek in zwart-wit. Het is vaak veel indringender en dramatischer dan kleur. We zijn zó gewend aan kleur, dat we niet eens merken hoe saai dat soms is.’ ‘Pas sloeg ik NRC Next open en zag een zwart-witfoto die zo je gezicht insprong. Wat een goeie foto, dacht ik, maar zag toen dat ze er een van mij uit het archief hadden geplukt. Het digitale tijdperk heeft de fotografie wel veel foutlozer gemaakt. Haartjes of krasjes op je negatief, dat heb je niet meer. En als je horizon scheef staat dan zet je die in Photoshop gewoon weer recht.’ Hij neemt een slok koffie en zegt dan lachend. ‘En nu gaan we die foutjes met bewerkingsprogramma’s als Hipstamatic en Instagram weer lekker toevoegen.’
ROTTERDAMSE ROOTS
Mentzel werd in Hoogkarspel geboren, maar groeide op in Dordrecht. Na zijn studie aan de Rotterdamse Kunstacademie bleef hij in de Maasstad hangen. Was Rotterdam niet te klein voor hem? ‘Natuurlijk heb ik overwogen om naar Amsterdam, Londen of New York te gaan. Maar ik wist ook dat de kans groot was dat ik daar aan lager wal zou raken. Rotterdammers hebben hart voor waar ze mee bezig zijn. En het culturele klimaat was hier voor mijn gevoel ook beter, prettiger. Deze stad heeft van niets iets gemaakt. Daar heb ik grote bewondering voor en daarom blijf ik van Rotterdam houden.’ Naast zijn werk voor de krant, zat Mentzel ook in het bestuur van de Rotterdamse Kunststichting, was hij betrokken bij de oprichting van het Nederlands Fotomuseum en Foam in Amsterdam en was hij jarenlang bestuurslid bij World Press Photo. ‘Het was leuk om zulke dingen ernaast te doen. Ik kreeg er geen geld voor, maar ik kon het doen omdat….’ Hij is even stil en zegt dan met een spottend lachje: ‘Omdat ik op het pluche zat bij de krant.’ Zijn dertienjarige dochter klopt op de deur. Ze gaat haar boeken naar school brengen en komt nog even gedag zeggen. ‘Heb je je telefoon bij je en doe je voorzichtig’, roept hij haar na. ‘Jaaha!’ klinkt het, voor ze de voordeur dichttrekt. Toen ze geboren werd, was Mentzel 53. Het heeft hem bewuster gemaakt van zijn leeftijd. ‘Vroeger was ik daar nooit zo mee bezig. Maar sinds ik een dochter heb, relateer ik daar alles aan. Ik hoop dat ik het nog meemaak dat ze haar studie afmaakt en heel gelukkig wordt met iemand. Toen haar opa een paar jaar geleden overleed, was ze ontroostbaar. Toen dacht ik, jeetje dat moet ik zien te voorkomen. Ik blijf dus nog maar heel lang leven!’ vincentmentzel.nl
Coolsingel
In het ‘Huis’ Het zijn palen waarop een zenuwachtig bruidje staat. Haar vriend, zwart pak met gympen, naast haar. Bode Hans Lierop dirigeert het aankomende bruidspaar richting trouwzaal. Daar wacht Lucien Barendregt trouwambtenaar van de Burgelijke Stand. Het is woensdagochtend. De Rotterdammers kunnen gratis trouwen. Eeuwige trouw
09.00 uur ‘Tien minuten per bruiloft proberen we te halen’, legt Lierop uit. Hoewel de ceremonies kort zijn, worden ze correct en professioneel afgehandeld. Het is Lierop die geregeld zorgt voor de lach. ‘Wat is hierop uw antwoord?’ Linda kijkt verliefd naar haar aanstaande man, lacht en geeft haar ja-woord. Een uitbundig gejuich van een groep dames op dezelfde stelten, vullen de trouwkamer. iPhones zijn de nieuwe trouwfotografen. ‘Loopt u mee naar de felicitatiekamer?’ Lierop leidt de groep naar buiten en in ogenschijnlijk zelfde beweging een nieuw stel alweer naar binnen.
11.07 uur Zomercarnaval. De mannen en vrouwen van het Robedrijf leggen de laatste hand aan de Burgerzaal. Daar vindt het exotische feest voor de VIPS plaats. Ze maken het balkon schoon, zetten sta-tafels neer en zelfs de gordijnen krijgen een goede beurt. Een van de kamerbewaarders van de wethouders komt kijken. ‘Ik heb zo’n bewondering voor die gasten. Iedere keer opnieuw richten ze ruimtes in, breken ze weer af en altijd op tijd voor de volgende gebeurtenis in het stadhuis. Niemand ziet eigenlijk wat ze doen. Als de genodigden komen, staat alles al klaar. Die gasten verdienen echt een groot compliment.’ Broodje met detail
11.29 uur De eerste ambtenaren melden zich bij de kassa van de kantine met een net gehaald broodje, een bak yoghurt of een pakje frisse karnemelk. Achter in de keuken worden de sandwiches bereid voor de twee aanwezige wethouders. Michel: ‘In tegenstelling tot wat sommige mensen denken, werken
wethouders veel en hard. Lunch combineren ze vaak met een bespreking. Wij zorgen ervoor dat de wethouder en zijn of haar gasten niets tekort komen. In deze kamers worden de belangrijke deals gesloten. Dan moet het allemaal tiptop verzorgd zijn.’ Stille kracht
13.00 uur ‘Waar de burgemeester is, daar vind je Fred.’ Jarenlang was Fred Schotting hoofd van de bodes met een duidelijke visie op gastheerschap. Toen hij de vraag kreeg kamerbewaarder te worden, dacht hij niet lang na. ‘Precies 0,02 seconden’, grapt Schotting. Met enige trots kijkt hij terug op zijn carrière. Hij toont een tweet van een wethouder uit Amsterdam: ‘Ontvangen worden op het stadhuis in Rotterdam is als ontvangen worden in een vijfsterren hotel.’ De kamerbewaarder houdt de tijd van de afspraken in de gaten. Hij staat in nauw overleg met de secretaresses van de burgemeester en zorgt dat de burgemeester en zijn gasten niets tekort komen. Soms op zijn humoristische
24 uur in... _ 48/49
van de stad Rotterdams als dat kan. Soms als een stille kracht op de achtergrond. Op, aan en af
14.11 uur Teamleider van de chauffeurs Martin Stok plant een last-minute ritje in overleg met een wethoudersecretaresse. Hij stuurt elf goed opgeleide chauffeurs aan. Daarnaast zijn ze ook getrained als persoonsbegeleiders. ‘We weten allemaal wat we moeten doen, mochten we opeens iemand tegenkomen die kwaad in zijn of haar zin heeft.’ Het leven van een chauffeur bestaat vaak uit wachten. De chauffeurskamer kent dan ook een comfortabel zitje, dvd en TV. Naast de tv staat een foto van Ruud Disco. Een recent overleden collega. Even is de teamleider stil. ‘Iedere ochtend zeggen we even hallo tegen hem. We zijn dan ook een heel hecht team.’ Chauffeurs werken van donderdag tot donderdag. Week op, week af. Ze gaan naar huis als degene die ze rijden naar huis gaat.
Niet eerder. ‘Bij ons kan alles’, vertelt Stok. ‘Een Rotterdamse delegatie zou het vliegtuig nemen naar Noord Frankrijk om daar bij de Tour te zijn en de wielerronde binnen te slepen voor de stad. De bus bleek niet geregeld. We hebben een bus gehuurd en zijn met twee chauffeurs naar Frankrijk gereden. Een heel weekend zijn we onderweg geweest. Toen de Tour directie aangaf dat Rotterdam het startpunt zou zijn voor de wielerronde, kwam Opstelten naar buiten en gaf ons een dikke vette knipoog.’ 15.02 uur Lierop kijkt op zijn uitgeprinte agenda. Wethouder Van Huffelen wil een paar mensen rondleiden door het imposante stadhuis. De bode neemt iedereen op sleeptouw. ‘Het stadhuis is gebouwd op een plek die de rosse buurt van Rotterdam was. Niet veel Rotterdammers waren het eens met de bouw en stijl van het stadhuis.’ Lierop vertelt en vertelt. De kogelgaten in de muur. Het ontstaan van het logo van Rotterdam. Het enthousiasme straalt van de bode af. ‘Als ik dit werk voor niks moest doen, zou ik het nog
doen. Dit werk moet je koesteren.’ 15.38 uur Kamerbewaarders en bodes treffen elkaar heel even op de wethoudersgang. Allemaal doordrongen van hun rol en verantwoordelijkheid. ‘We treffen staatslieden, directeuren van grote bedrijven. Als die mensen zich hier welkom voelen en een goede kop koffie krijgen, dan is de helft van het werk al gedaan. Wij zijn er om de mensen, wie dan ook, welkom te heten. En dat moet je gewoon leuk vinden om te doen.’ Een kamerbewaarder kijkt zijn werkomgeving rond. ‘Het is een eer in dit huis te mogen werken.’ Kort avondje
21.00 uur Geen raadsvergaderingen deze avond. Geen speciale evenementen. De bodes kunnen onverwacht vroeg naar huis. Dit keer wel. De nieuwe lichting bewaking neemt het stadhuis over. Een echte die-hard ambtenaar trekt de deur achter zich dicht. Morgen een nieuwe dag in het ‘Huis’ van de stad Rotterdam.
Schiekade
Gastcolumn Wouter Bauman De bijensterfte neemt jaar na jaar toe. Tijd om dit bijzondere beestje meer aandacht te geven en daarom is 2012 uitgeroepen tot het jaar van de bij. Wie denkt dat de stad een niet al te gezonde omgeving is voor het geelzwart gestreepte insect, heeft het mis. Wouter Bauman weet daar alles van. Hij werkt niet alleen als beleidsadviseur natuur en ruimte bij het Rotterdams Milieucentrum. Hij is ook stadsimker en bracht een bijenvolk naar het dak van het Schieblock, een bedrijfsverzamelpand middenin de stad.
Door het oog van de bij
‘Rotterdam is uitermate geschikt voor de bij, want in de stad is een variatie aan planten, bloemen en bomen. Op het platteland is dat anders. Op een akker vol suikerbiet is geen bij te vinden, want de bieten bloeien niet. Het bijenvolk dat zijn onderkomen heeft op het Schieblock, profiteert niet alleen van het stuifmeel van de lindebomen aan het Weena en Hofplein. Ze komen drie kilometer ver, dus hiervandaan bereiken ze ook het Park bij de Euromast en het Kralingse Bos.’ ‘Als je door de ogen van de bij naar de omgeving kijkt, zie je in Rotterdam veel tuinen en balkons waar het hele jaar door bloemen bloeien. Want dat willen mensen graag. En dat is heel gunstig voor de bij. Net als voor mensen is een variatie in voedingsstoffen goed voor hun afweersysteem. Ze zijn beter bestand tegen ziektes en parasieten. De oorzaak van de bijensterfte is onder andere eenzijdig voedsel en bestrijdingsmiddelen. Als we
in Rotterdam nu ook nog op een andere manier de straten onkruidvrij houden, is de stad helemaal ideaal voor de bijen. Er zijn genoeg alternatieven, zoals handmatig of met staalborstels verwijderen én biologisch bestrijdingsmiddel.’ ‘Een bijenkast middenin de stad is een goede omgeving voor de diertjes. Dat heb ik zelf ervaren nadat ik de kast hierboven op het dak van het Schieblock heb gezet. Op een spectaculaire plek krijgen ze ook meer aandacht. Dat verdienen ze wel na de bijensterfte. Ze hebben een plekje op de dakakker, waar groente, fruit en
bloemen bloeien. We geven hier les over natuur, milieu, voedsel én de rol van bijen en andere bestuivers.’ ‘Heb ik nog een laatste tip voor het bijenvolk en dat van Rotterdam: het zou mooi zijn als we meer bermen langs de weg inzaaien met wilde bloemenmix. De grasstroken maaien we nog maar twee of drie keer per jaar, zodat er meer planten en bloemen groeien. Deze bijensnelwegen zien er ook nog eens leuk uit, als je de stad binnenkomt.’ milieucentrum.rotterdam.nl
50/51 Colofon RTM is het relatietijdschrift van de gemeente Rotterdam, gericht aan iedereen die vanuit professie of passie betrokken is bij het wel en wee van de stad en haar inwoners. RTM werpt een blik op de toekomst en legt verbanden tussen het gemeentelijke beleid en voor wie dit bedoeld is. RTM verschijnt vier maal per jaar. Abonnementen zijn gratis. Stuur hiervoor uw adresgegevens naar:
[email protected] RTM online: rotterdam.nl/rtm Hoofdredactie: Petra Berrevoets (gemeente Rotterdam) Eindredactie: Afke Vermeer (gemeente Rotterdam) Beeldredactie: Miranda Spek (gemeente Rotterdam) Redactie: Marsha Correljé, Ferdinand van Dijk, Marcel Jongmans, Claudie Post, Marianne Post, Marjon van Schie, Miranda Spek, Afke Vermeer, Marjanne Wondergem (gemeente Rotterdam) en Yvonne Nesselaar (vaste columniste) Fotografie: Hannah Anthonysz (P 6/7, 20/21, 23, 24/25, 32, 36, 38/39, 40/41, 42/43), Paul van der Blom (P 6), Vincent Mentzel (P 2/3), John Vane (Cover, P 14/15, 16/17, 18/19, 22, 28/29, 30/31, 33, 34, 48/49, 50) en Levien Willemse (P 8/9, 10/11, 12/13, 27, 37, 44/45, 46) Met dank aan: Peter den Bok, Marian ’t Jong, Guiseppe Rapisarda, Michelle Visser en Ellen Stuit (gemeente Rotterdam), en natuurlijk alle geinterviewden. Ontwerp: Lava Opmaak: Trichis communicatie en ontwerp Druk: Veenman+
sacha homan