Jaarverslag 2007
Wedeo Postbus 236 7000 AE Doetinchem Terborgseweg 106 7005 BC Doetinchem Telefoon: 0314-372500 Fax: 0314-360181 E-mail:
[email protected] Internet: www.wedeo.nl
Jaarverslag Wedeo 2007
1
2
Jaarverslag 2007
Inhoudsopgave
1.
Bericht van het Dagelijks Bestuur 1.1. Doelstelling van de sociale werkvoorziening 1.2. Algemene ontwikkeling op bestuurlijk niveau 1.3. Ontwikkelingen t.a.v. de gemeenschappelijke regeling 1.4. Beleidsvisie van het Bestuur 1.5. Realisatie doelmatigheid en rechtmatigheid 1.6. Voorstel tot vaststelling van de jaarrekening
5 6 7 7 8 8
2.
Kerngegevens
9
3.
Programmaverantwoording 3.1. Algemeen 3.2. Sociaal beleid 3.3. Integriteit
10 12 14
Organisatie 4.1. Processen 4.2. Organisatiestructuur 4.3. Commissies 4.3. Organogram per 31 december 2007
15 15 17 18
Verplichte paragrafen 5.1. Weerstandvermogen 5.2. Onderhoud kapitaalsgoederen 5.3. Treasury paragraaf 5.4. Verbonden partijen 5.5. Bedrijfsvoering
19 20 21 23 24
Financiën 6.1. Resultaten analyse 6.2. Jaarrekening
26 32
Overige gegevens 7.1. Accountantsverklaring 7.2. Normenkader en controletoleranties 2007 7.3. Samenstelling Bestuur per 31 december 2007 7.4. Samenstelling Commissies per 31 december 2007 7.5. Samenstelling Ondernemingsraad per 31 dec. 2007
52 54 55 55 55
4.
5.
6.
7.
Jaarverslag Wedeo 2007
3
4
Jaarverslag 2007
1. Bericht van het Dagelijks Bestuur
1.1. Doelstelling van de sociale werkvoorziening Opdracht/missie De centrale opdracht/missie van Wedeo is: het opleiden en het begeleiden van personen, die door een arbeidshandicap of ten gevolge van een andere problematiek een forse achterstand tot de arbeidsmarkt hebben, naar loonvormende arbeidsplaatsen. Hierbij geldt als uitgangspunt dat iedere medewerker op de hoogst mogelijke plek van de ‘werkladder’ komt. Daarnaast wordt ernaar gestreefd deze arbeidsplek in een zo regulier mogelijke arbeidsomgeving te realiseren. De werkladder is een door brancheorganisatie Cedris geformuleerd begrip waarmee een indeling naar afstand tot de arbeidsmarkt wordt weergegeven. Werkladder Cedris: 7. Reguliere baan 6. Reguliere baan met subsidie en/of Begeleid Werken 5. Externe individuele detachering 4. Externe groepsdetachering 3. Intern geplaatst (beschutte werkplek) 2. Test, training/arbeidsinpassing 1. Zorg, welzijn en maatschappelijke participatie Doelgroep Tot de doelgroep rekent Wedeo alle personen met een fysieke, psychische, verstandelijke of meervoudige arbeidshandicap, langdurig werklozen, personen met een ontoereikende opleiding of met een belemmerende culturele of sociale achtergrond die, tijdelijk of blijvend, problemen ondervinden bij het zelfstandig vinden van loonvormende arbeid. De doelgroep is dus beduidend breder dan alleen de SW-geïndiceerden, en omvat ook aangrenzende groepen die voor het vinden van duurzame arbeidsplekken ondersteuning nodig hebben door het ontwikkelen van hun arbeidspotentieel. Doelstellingen Onderstaand zijn in algemene bewoordingen de vier hoofddoelstellingen geformuleerd aan de hand waarvan de realisatie van de centrale doelstelling van Wedeo voor wat betreft de uitvoering van de Wsw moet worden beoordeeld. De feitelijke targets hiervan, en van de mogelijke afgeleide prestatienormen worden jaarlijks met de principale opdrachtgevers, de deelnemende gemeenten, afgestemd. 1. Wachtlijstbeheer Doelstelling is om door het voeren van een actief wachtlijstbeheer zowel het aantal personen op de wachtlijst als de gemiddelde duur van de wachttijd te beperken. Uitgangspunt hierbij is het door de individuele gemeenten geformuleerde beleid, waaronder een prioriteitenstelling ten aanzien van bijzondere doelgroepen. 2. Plaatsingsdoelstelling Het bieden van tijdelijke en blijvende arbeidsplaatsen, zoveel als mogelijk in een reguliere werkomgeving, is erop gericht het streven naar de hoogst mogelijke plaatsing op de werkladder te ondersteunen. Dit maakt het mogelijk dat medewerkers hun arbeidsbekwaamheid verder kunnen ontwikkelen (of behouden) en zelfstandig een inkomen kunnen verwerven. Dit houdt tevens in dat er rekening wordt gehouden met het feit dat er
Jaarverslag Wedeo 2007
5
ook een groep blijvend op beschut werk is aangewezen. Ook voor hen dient passend werk te worden geboden, rekening houdend met het vermogen van betrokkenen. De concrete doelstelling voor het aantal te realiseren plaatsingen is gelijk aan de gezamenlijke taakstelling van de aangesloten gemeenten. De concrete, taakstellende vertaling hiervan naar te realiseren output is overeenkomstig de Cedris-formule: • 1/3 externe plaatsingen (detacheren + Begeleid Werken); • 1/3 werken op locatie (extern); • 1/3 beschutte werkplekken (intern). 3. Arbeidsontwikkelingsdoelstelling Het ontwikkelen van de individuele personen overeenkomstig de in het persoonlijk ontwikkelingsplan vastgelegde doelstelling binnen het in dat plan vastgelegde tijdspad. 4. Financiële doelstelling Het streven is om te komen tot een financieel neutraal resultaat. Dit betekent dat het saldo van baten en lasten minimaal op nul uitkomt. Hierbij is nadrukkelijk uitgegaan van een volledige uitvoering van de Wsw en het daarvoor ontvangen van de volledige hiervoor aan de gemeenten ter beschikking staande rijkssubsidie.
1.2. Algemene ontwikkelingen op bestuurlijk niveau Sinds de gemeentelijke herindeling per 1 januari 2005 nemen de volgende gemeenten deel in de gemeenschappelijke regeling (GR) Wedeo: Doetinchem, Montferland en Oude IJsselstreek. Daarnaast verzorgt Wedeo, in het belang van de SW-medewerkers uit dit voormalige Wedeo-gebied, de uitvoering van de Wsw voor een deel van de gemeente Bronckhorst, meer specifiek de voormalige gemeenten Hummelo & Keppel en Zelhem (HKZgebied). Dit is contractueel vastgelegd tussen de gemeente Bronckhorst, Delta en Wedeo middels een aanwijzingsbesluit. In de verdere presentatie in dit jaarverslag, inclusief de weergave in de jaarrekening, zijn de gecombineerde (personele) gegevens weergegeven. Onderstaand overzicht geeft aan welk deel van het totaal van de Wsw-medewerkers afkomstig is uit het ‘HKZ-gebied’.
specificatie bezetting naar herkomstgebied Afkomstig uit Wedeo werkgebied Afkomstig uit Delta werkgebied ('HKZ gebied') Totaal
gemiddelde bezetting ultimo bezetting 2007 wachtlijst in fte in SE in fte in SE personen 735,5 756,5 728,8 754,4 65 63,9 66,0 64,9 67,3 7 799,4 822,5 793,7 821,7 72
De gemeente Montferland, waarin de voormalige gemeenten Bergh (werkgebied Wedeo) en Didam (was werkgebied Presikhaaf) zijn opgegaan, heeft gekozen voor participatie in de GR Wedeo. Sinds 1 januari 2005 melden nieuwe, voor de SW geïndiceerde inwoners uit Didam zich voor plaatsing aan bij Wedeo. Inwoners uit Didam met een dienstverband dat dateert van voor 1 januari 2005 blijven in principe bij Presikhaaf. Een uitzondering hierop betreft de SW-medewerkers werkzaam in het groen in Didam. Sinds 1 januari 2008 heeft Wedeo de opdracht voor het uitvoeren van dit onderhoud. Om de medewerkers die dit uitvoerden in de voor hun vertrouwde omgeving te laten blijven functioneren is, na intensief overleg tussen de gemeente Montferland, Presikhaaf en Wedeo, besloten deze groep (22 personen) collectief over te plaatsen van Presikhaaf naar Wedeo. Dit is per 1 maart 2008 geëffectueerd.
6
Jaarverslag 2007
In 2007 is invulling gegeven aan het in 2006 door het Algemeen Bestuur (AB) genomen besluit om het aantal leden van het AB uit te breiden door per gemeente 3 in plaats van 2 leden te benoemen. Het Algemeen Bestuur bestaat per 31 december 2007 uit 9 leden; hieruit is een Dagelijks Bestuur van 3 leden gekozen. De samenstelling van het bestuur is weergegeven in paragraaf 7.3. Samenstelling Bestuur. Vanwege gezondheidsproblemen heeft algemeen directeur Nol Nijhoff begin 2007 zijn taken moeten neerleggen. Gezien de blijvende aard van de klachten en het effect hiervan op zijn functioneren heeft de heer Nijhoff moeten besluiten beëindiging van het dienstverband aan te vragen. Het Algemeen Bestuur heeft de heer Nijhoff aansluitend per 1 juni 2007 eervol ontslag verleend. Na een zorgvuldige maar ook, door onvoorziene omstandigheden, langer dan gepland verlopen wervingsprocedure heeft het Algemeen Bestuur per 1 januari 2008 mevrouw drs. E.M. Bosch benoemd als nieuwe algemeen directeur.
1.3. Ontwikkelingen ten aanzien van de gemeenschappelijke regeling Begin 2008 is een start gemaakt met het aanpassen van de gemeenschappelijke regeling in verband met de modernisering van de Wet sociale werkvoorziening per 1 januari 2008. Een van de onderdelen hiervan betreft het door de individuele gemeenten kunnen vaststellen van een aantal verordeningen, zoals voorgeschreven in de gemoderniseerde Wsw. Om hieraan tijdig te kunnen voldoen heeft het Algemeen Bestuur de bevoegdheid voor het opstellen van deze verordeningen, vooruitlopend op de aanpassing van de gemeenschappelijke regeling, overgedragen aan de respectievelijke gemeenteraden. Het betreft de bevoegheid tot het vaststellen van de verordeningen met betrekking tot: • het wachtlijstbeheer; • het toekennen van een persoonsgebonden budget (PGB): • het vormgeven van cliëntenparticipatie. In de loop van 2008 zal, in overleg tussen de deelnemende gemeenten en Wedeo, de aanpassing van de gemeenschappelijke regeling verder worden gerealiseerd. Hierbij staan de gevolgen van de modernisering, met name de gewijzigde/versterkte regierol van de gemeenten centraal.
1.4. Beleidsvisie van het Bestuur Het Bestuur heeft zich, in samenwerking met het Managementteam van Wedeo, intensief beraden over de vraag of (de uitvoering van) het beleidsplan 2006 - 2008, gerelateerd aan de beoogde doelstellingen van de modernisering van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en de gewijzigde wetgeving op het gebied van aan Wsw grenzende doelgroepen eventueel een verdere aanscherping behoeft. Daarbij zijn de volgende knelpunten onderkend: • De doelstelling om extra detacheringen en Begeleid Werken plaatsingen te realiseren wordt, min of meer structureel, bemoeilijkt door de tegengestelde belangen tussen uitplaatsingen en interne, bestaande activiteiten. • Anderzijds kan er, door meer en beter renderende activiteiten te genereren meer financiële ruimte worden gecreëerd, waardoor meer plaatsingen mogelijk zijn. Dit vereist echter een hoge mate van ondernemerschap. • Voor het realiseren van de opdracht om passend werk te creëren ‘in een zo regulier mogelijke arbeidsomgeving’ is binnen het SW-bedrijf te weinig ruimte om ondernemerschap uit te voeren. Bovendien conflicteert dit in bepaalde gevallen met de kernopdracht arbeidsontwikkeling. Er is pas sprake van een ‘reguliere arbeidsomgeving’ als het bestaansrecht en de continuïteit van een activiteit in de markt is aangetoond. • In het verlengde van het hiervoor genoemde blijft het (financiële) risico voor de gemeenten hoog. Jaarverslag Wedeo 2007
7
Anderzijds bieden met name de ontwikkelingen op wetgevingsgebied van aan Wsw grenzende doelgroepen mogelijkheden. • De aanwezige expertise en infrastructuur maken dat Wedeo voor de uitvoering van het re-integratiebeleid van de Wet werk en bijstand (Wwb) een goede partner voor de gemeenten kan zijn; • Het zelfde geldt voor de uitvoering van activeringsactiviteiten voor andere doelgroepen, vallende onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo): Om dit te realiseren zal Wedeo zijn oriëntatie moeten bijstellen en aanscherpen: meer extern gericht en meer ondernemend. Hiervoor zijn ook structuurwijzigingen noodzakelijk die bedrijfsactiviteiten meer in de markt plaatsen en daarmee ook de uitvoering van de kerntaak, arbeidsontwikkeling, beter borgen. Tot slot moet Wedeo het ingezette veranderprogramma volledig uitvoeren om de noodzakelijke cultuurverandering te bewerkstelligen. Deze aangepaste visie, gebaseerd op de uitvoerige analyse van de kansen en bedreigingen en een onderbouwing van de gekozen oplossingsrichtingen zoals vastgelegd in het eind 2006 gepresenteerde Visiedocument Wedeo, is vastgelegd in het beleidsplan voor de periode 2008 - 2012: ‘Wedeo,vernieuwend, ondernemend’. Het nieuwe beleidsplan past binnen de visie op de modernisering van de Wsw (met name de wijze waarop invulling moet worden gegeven aan de regierol) zoals dit door de aangesloten gemeenten gezamenlijk is geformuleerd en vastgelegd in de ‘Kadernota modernisering WSW’.
1.5. Realisatie doelmatigheid en rechtmatigheid Vanaf 1 januari 2004 is het financieel rechtmatig handelen onderworpen aan het oordeel van de accountant. In 2004 is in overleg met de accountant een plan van aanpak Rechtmatigheid Wedeo opgesteld. Overeenkomstig dit stappenplan is er een formeel intern normenkader opgesteld en zijn de vanuit financiële rechtmatigheid belangrijkste risicogebieden gedefinieerd. Tevens is vastgesteld op welke wijze de risico’s het best kunnen worden beheerst. Ook in 2007 is de (part-time) functie medewerker interne controle vanwege efficiency- en flexibiliteit-redenen niet permanent ingevuld. Hiervoor is, evenals in 2006, tijdelijk extern menskracht ingehuurd. Om deze redenen is slechts een beperkt deel van het voor 2007 opgezette controleprogramma uitgevoerd. De onderzochte aandachtsgebieden zijn in overleg met de accountant vastgesteld. Een en ander heeft geresulteerd in een goedkeurende accountantsverklaring voor rechtmatigheid. Door de modernisering van de Wsw is met ingang van 2008 de wet- en regelgeving aangaande de Wsw op diverse onderdelen veranderd. Tevens heeft Wedeo met de deelnemende gemeenten nadere schriftelijke afspraken gemaakt op welke wijze Wedeo binnen deze gewijzigde wet- en regelgeving zijn activiteiten uitvoert en waarvoor het verantwoordelijk is. Vanuit deze optiek zal het normenkader in 2008 worden geactualiseerd (ten behoeve van de rechtmatigheidscontrole).
1.6. Voorstel tot vaststelling van de jaarrekening Het Dagelijks Bestuur stelt voor de jaarrekening zoals opgenomen in hoofdstuk 6.2. overeenkomstig vast te stellen en het resultaat ad € 27.000,-- positief te boeken ten gunste van de Reserve Bedrijfsrisico.
8
Jaarverslag 2007
2. Kerngegevens
personen op wachtlijst
850
150
830
130
810
personen
aantal in fte's
gemiddelde bezetting in fte
790
110 90 70
770
50
750 2003
30 2003
2004
2005
2006
2007
jaren
2005
%
jaren
Jaarverslag Wedeo 2007
2006
2007
toegevoegde waarde per fte
opbrengst 2004
2005 jaren
% ziek o.b.v. kalenderdagen 17,0 16,0 15,0 14,0 13,0 12,0 2003
2004
2006
2007
9.200,00 8.800,00 8.400,00 8.000,00 2003 2004 2005 2006 2007
jaren
9
3. Programmaverantwoording 3.1. Algemeen SW-plus activiteiten Wedeo heeft al in een eerdere fase er voor gekozen zich te positioneren als een arbeidsontwikkelbedrijf dat zich niet uitsluitend op de SW-doelgroep richt. Zo geeft Wedeo al gedurende vele jaren in opdracht van een viertal gemeenten uitvoering aan de regelingen gesubsidieerde arbeid, voorheen de Wet inschakeling werkzoekenden (Wiw) en de Regeling In- en Doorstroombanen (I/D). Hoewel het aantal personen dat van deze regelingen gebruikmaakt ook in 2007 verder is afgenomen heeft Wedeo in 2007 (gemiddeld) ongeveer 110 personen (2006: 125 personen) begeleid, in enkele gevallen voor een nieuwe werkplek gezorgd en anderszins uitvoering gegeven aan de regelingen. Van meer recente datum is de activiteit om invulling te geven aan verschillende vormen van re-integratietrajecten (Work First, Direct Werk). Deze activiteit is ook in 2007 flink toegenomen zoals uit onderstaand overzicht blijkt. Overzicht afgesloten trajecten SW+ Reïntegratietrajecten Work First/Werk Direct
2005 15
2006 140
2007 294
Een deel van de groei betreft trajecten voor personen afkomstig uit een aantal gemeenten vallend onder het werkgebied van ons collega-bedrijf Delta in Zutphen. Dit in verband met specifieke administratieve beperkingen, met name rond het verlonen. Sinds september 2007 vindt deze verloning, ook voor de re-integratiekandidaten uit ons eigen werkgebied, plaats via Direct Werk BV, een gezamenlijk met Delta hiervoor opgerichte entiteit. Voor 2007 was wel een toename van het aantal re-integratietrajecten begroot, maar de realisatie lag beduidend hoger. Het aantal in het eerste kwartaal 2008 gestarte trajecten ligt op het begrote niveau. Plaatsingsdoelstelling De plaatsingsdoelstelling voor de uitvoering van de Wsw is concreet vertaald in het realiseren van de taakstelling en de realisatie van de Cedris formule. In het verslagjaar is de taakstelling (de beschikbaar gestelde gesubsidieerde formatie) volledig ingevuld zoals blijkt uit onderstaande tabel. specificatie gemiddelde bezetting 2007 Afkomstig uit Wedeo werkgebied Afkomstig uit Delta werkgebied ('HKZ gebied') Totaal
in Standaard Eenheden (SE) in full-time equivalenten (fte) werkelijk begroot verschil werkelijk begroot verschil 756,5 753,3 3,2 735,5 738,2 -2,7 66,0 67,4 -1,4 63,9 65,4 -1,5 822,5 820,7 1,8 799,4 803,6 -4,2
Voor het eigen Wedeo-werkgebied is er zelfs sprake geweest van een overrealisatie met 3,2 Standaard Eenheden (SE)1. De kosten van deze extra geplaatste, niet gesubsidieerde formatie, ongeveer € 75.000,--, zijn volledig ten laste van de exploitatie gebracht. Het verschil tussen de ontwikkeling van de gemiddelde bezetting in SE (hogere realisatie dan begroot) en diezelfde ontwikkeling maar dan uitgedrukt in fte (realisatie is lager dan begroot) is te verklaren uit de toename van het aantal SW-medewerkers die vallen binnen de
1
Een SE is een rekeneenheid die overeenkomt met een dienstverband van 32 uur bij een handicapcategorie ‘licht’ en ‘matig’; indien bij eenzelfde dienstverband sprake is van de handicapcategorie ‘ernstig’ vindt correctie plaats met de factor 1,25. FTE staat voor Full Time Equivalent
10
Jaarverslag 2007
handicapcategorie ‘ernstig’. Hiervoor geldt een andere verhouding tussen fte en SE (zie ook de voetnoot). De gemiddelde bezetting in 2007 (799,4 fte) is nagenoeg gelijk aan de gemiddelde bezetting in 2006 (800,4 fte). Het totaal aantal SW-medewerkers eind 2007 bedroeg 951 personen (2006: 970 personen). De doelstellingen in het kader van het realiseren van de Cedris formule, met name het extern plaatsen, is in 2007 niet volledig gehaald. Onderstaand de standen per ultimo het jaar. P laa tsin g v lg s C ed ris-fo rm ule (in % )
E xtern O p loca tie In te rn beschu t T otaal
200 7 w erke lijk 27,9% 29,2% 42,9% 100,0%
2007 2 006 b e groo t w erkelijk 33,1% 2 3,3 % 25,6% 2 7,8 % 41,3% 4 8,9 % 1 00,0% 10 0,0 %
Het aantal gerealiseerde externe plaatsingen (individuele en groepsdetacheringen en Begeleid Werken) is ten opzichte van 2006 weliswaar met bijna 5% punten toegenomen, maar blijft toch achter bij de voor 2007 geformuleerde doelstelling. Dit ondanks de in 2006 genomen aanvullende maatregelen. Om die reden is in het najaar 2007 opnieuw kritisch naar het gehele proces gekeken. Hierbij zijn meerdere knelpunten onderkend, welke als volgt zijn te groeperen: • aan de individuele medewerker gerelateerd; • gelegen in de organisatie; • verbonden aan het werkproces. Naar aanleiding hiervan zijn diverse verbeteracties benoemd en in gang gezet. Twee essentiële acties betreffen het beter voorbereiden van medewerkers door werkplekopleiden aan de hand van het persoonlijk ontwikkelplan. Dit met het oog op het vergroten van de kans op een betere match tussen persoon en vacature(s). Een andere actie betreft het op grote schaal plaatsen van mensen in een groepsdetachering, als voorbereidende stap op een individuele detachering. Wachtlijst Het door Wedeo gevoerde wachtlijstbeleid kenmerkt zich door een (pro-)actieve opstelling onder andere door de periodieke toetsing op beschikbaarheid en het aanbieden van voortrajecten. Ons plaatsingsbeleid (tijdelijke contracten, deeltijdcontracten, adequate begeleiding en beoordeling) sluit hierbij aan. aantal personen op wachtlijst (ultimo jaar) 140 120 100 80 60 40 2003
2004
2005
2006
2007
Dit heeft er in geresulteerd dat de wachtlijst is gedaald naar 72 personen op 31 december 2007 ten opzichte van 83 personen ultimo het jaar daarvoor. De gemiddelde wachttijd in maanden is door deze ontwikkeling gedaald van 6,5 per eind 2006 tot 7,0 per eind 2007. Ondanks deze lichte toename van de gemiddelde wachttijd mag het wachtlijstbeheer, zeker in vergelijking met onze collega-bedrijven als zeer succesvol worden getypeerd. Het is dan ook wrang dat door het nieuwe financiële verdeelmodel (waarin de omvang van de wachtlijst mede bepalend is voor de toekenning van formatie), dat per 1 januari jl. van
Jaarverslag Wedeo 2007
11
kracht is, Wedeo voor zijn succesvolle wachtlijstbeheer wordt ‘gestraft’ met een lagere formatie voor 2008. Deze is ten opzichte van 2007 afgenomen met ruim 25 SE. Tengevolge hiervan is in het eerste kwartaal 2008 nauwelijks geplaatst vanaf de wachtlijst waardoor een snelle toename van zowel omvang als gemiddelde wachttijd onvermijdelijk is. Ziekteverzuim Het ziekteverzuimpercentage komt over geheel 2007 op 14,3 %. Hiermee is de doelstelling voor het verslagjaar (14,0%) bijna gehaald. Gemiddeld ziekteverzuim (in %)l 16,5 16 15,5 15 14,5 14 2003
2004
2005
2006
2007
In elk geval is er sprake van een flinke verbetering ten opzichte van 2006 (16,2%). Al met al mag gesproken worden van een positieve ontwikkeling. Op basis van de ontwikkeling in het eerste kwartaal 2008 (verzuim ligt ruim 2 procentpunten lager dan het zelfde tijdvak in 2007) mag voorzichtig geconcludeerd worden dat de in de laatste jaren genomen maatregelen (zie ook paragraaf 3.2. Sociaal beleid) een structurele verbetering effectueren. Financieel resultaat Het financiële effect van de in 2005 in gang gezette reorganisatie is gunstiger dan voor 2007 was begroot. Zelfs zodanig veel gunstiger dat de begrote gemeentelijke bijdrage niet noodzakelijk is en zal worden terugbetaald. Het positieve verschil ten opzichte van de werkbegroting is het gevolg van een gunstiger subsidieresultaat (+ € 407.000,--), alsmede lagere indirecte kosten ad € 325.000,-. De opbrengsten zijn nagenoeg gelijk aan de werkbegroting. Wel heeft er een duidelijke verschuiving plaatsgevonden van opbrengsten uit productieactiviteiten naar opbrengsten uit de organisatie en uitvoering van re-integratietrajecten, zoals Direct Werk/Work First. Met name door een dotatie aan de voorziening voor reorganisatiekosten is het incidenteel resultaat per saldo € 465.000,-- negatief. Hierdoor resteert een resultaat na bestemming van € 27.000,-- positief. Hoewel er dus sprake is van een gunstige ontwikkeling van het financiële resultaat, met name in relatie tot de meerjarenplanning, is er bepaald geen reden op dit punt achterover te gaan leunen. In het bijzonder het achterblijven van de opbrengsten van de ‘gewone’ SW-activiteiten is een fors punt van zorg. In paragraaf 6.1. Resultaten analyse (pagina 26) staat een uitvoerige verantwoording over de mate waarin Wedeo in het verslagjaar 2007 heeft voldaan aan de financiële doelstellingen en welke oorzaken ten grondslag liggen aan de belangrijkste afwijkingen. Tevens zijn de financiële ontwikkelingen vergeleken met het voorgaande boekjaar en is, waar relevant, een inschatting gemaakt van toekomstige ontwikkelingen. Graag verwijzen wij naar de genoemde paragraaf.
3.2. Sociaal beleid Ontwikkeling en opleiding Bij Wedeo als arbeidsontwikkelbedrijf staat de ontwikkeling van de medewerkers centraal, zo ook in het verslagjaar. Daarvoor hanteren wij een aantal instrumenten. Een belangrijk instrument is de z.g. werkladderscan. Aan de hand hiervan wordt de positie en de ontwikkeling op de werkladder van Cedris gemeten. Jaarlijks vindt met alle medewerkers minimaal een functioneringsgesprek plaats, waarbij ook een werkladderscan wordt gemaakt.
12
Jaarverslag 2007
De ontwikkelingen in het afgelopen jaar worden besproken en voor het komende jaar wordt het ontwikkelplan, met daarin vermeld de trajectstappen om tot het vastgestelde doel te komen, vastgesteld. In 2007 is competentiemanagement voor het Wsw-personeel ingevoerd. Aan de hand van de score per competentie bereikt de medewerker een trede op de werkladder. De nog te ontwikkelen competenties om een volgende trede op de werkladder te bereiken zijn vervolgens direct van de werkladderscan af te lezen. In het verlengde van het analyseren van de competenties van de medewerkers, en de te ontwikkelen vaardigheden om zich verder te kunnen te ontwikkelen op de werkladder richting reguliere arbeid, is in het verslagjaar werkplekopleiden geïmplementeerd. Bij deze ontwikkelmethode ligt het accent nadrukkelijk meer op het leren en ontwikkelen van arbeidsvaardigheden, vertaald in competenties, in plaats van op het aanleren van vakkennis. Om de ontwikkeling van de medewerkers via vooraf vastgestelde trajecten goed te kunnen volgen is ons cliëntvolgsysteem in het verslagjaar verder geoptimaliseerd. Om het vorenstaande goed te kunnen introduceren en begeleiden is in het verslagjaar in het bijzonder aandacht besteed aan de opleiding van begeleidend personeel. De accentverschuiving naar het aanleren van arbeidsvaardigheden vraagt een andere rol en andere competenties van ons begeleidend personeel. Er zijn trainingen coachend leidinggeven gegeven en daarnaast is de opleiding praktijkopleider (voor werkplekopleiden) gevolgd. Overige opleidingen Vele medewerkers hebben in het verslagjaar een opleiding of training gevolgd in het kader van hun persoonlijk ontwikkelinsplan. Hiermee wordt beoogd hun kansen op een succesvolle plaatsing in een zo regulier mogelijke omgeving te vergroten. Ook hebben diverse medewerkers in het verslagjaar weer (bijscholings)cursussen gevolgd voor verlenging spuitlicentie, spoedeisende eerste hulp en brandbestrijding. Bij de afdelingen Groenvoorziening en Technische Dienst van bedrijf Groen wordt gewerkt volgens de eisen Veiligheidschecklist Aannemers (VCA). Echter het VCA-certificaat heeft sinds juli zijn geldigheid verloren. De eisen ten aanzien van het mondeling examen zijn gewijzigd en niet meer haalbaar voor een deel van de groep. Arbo Het arbeidsomstandighedenbeleid binnen Wedeo is gericht op het bevorderen van veiligheid, gezondheid en welzijn in de werksituatie voor alle medewerkers, op grond van de Arbo-wet. Bij de uitvoering van het arbobeleid zijn in het verslagjaar de volgende activiteiten aan de orde geweest: - het uitvoeren van veiligheidsrondgangen; - het uitvoeren van risico-inventarisatie en -evaluaties; - onderzoeken op gebied van gevaarlijke stoffen, geluid, fysieke belasting; - het opleiden, voorlichten en geven van instructies op gebied van veiligheid en gezondheid; - het formuleren van beleid met betrekking tot fysieke belasting, trillingen, beeldschermwerk, persoonlijke beschermingsmiddelen en melding van beroepsziekten; - het up to date houden van veiligheidsvoorschriften; - het uitvoeren van periodieke keuringen, risicoanalyses en metingen. De werkgroep arbo en beleidsgroeps arbo voeren periodiek overleg over actuele zaken ten aanzien van de arbeidsomstandigheden. Wedeo is aangesloten bij de Arbodienst Ardyn en heeft voor zijn arbo- en verzuimbeleid ondersteuning en/of advies van onder andere deze arbodienst gevraagd. Jaarverslag Wedeo 2007
13
Verzuim Om het ziekteverzuim verder terug te dringen is in het verslagjaar uitvoering gegeven aan het z.g. ‘10 punten verzuimplan’. Voor de leidinggevenden is de rol van regisseur in de verzuimbegeleiding vastgesteld. Het cliëntvolgsysteem ondersteunt de leidinggevende daarbij. In 2006 is voor het bedrijf Groen een pilot bedrijfsmaatschappelijk werk gestart. Na evaluatie van deze pilot is in 2007 besloten bedrijfsmaatschappelijk werk voor heel Wedeo in te zetten voor enkele uren per week, met name preventief gericht. Bedrijfsmaatschappelijk werk wordt ook groepsgericht ingezet, bijvoorbeeld als bij een groep medewerkers door het wegvallen van specifieke werkzaamheden verzuimproblematiek kan ontstaan. In het verslagjaar is in dit kader bedrijfsmaatschappelijk werk tweemaal ingezet. In het verslagjaar is er een pilot geweest met een verzuimadviseur voor de afdelingen Metaalassemblage en Machinale Ploeg. Doelstelling was enerzijds het verhogen van de verzuimdrempel, anderszijds het faciliteren van de leidinggevenden bij de verzuimbegeleidig. Na evaluatie van de pilot is eind 2007 besloten de verzuimadviseur voor heel Wedeo in te zetten op de dagen waarop de bedrijfsarts niet aanwezig is. Verzuim kan mogelijk worden beperkt als binnen het bedrijf voldoende re-integratieplekken zijn ingericht. In het verslagjaar zijn de criteria opgesteld voor het inrichten van deze plekken met het oog op fysieke en psychische belasting. Er is een database opgesteld waarin de beschikbaarheid en kenmerken van de re-integratieplekken zijn opgenomen. Eind 2007 konden de eerste plaatsen worden ingevuld. Teneinde de achterliggende oorzaken van verzuim te achterhalen en een nulmeting te hebben over de tevredenheid van de medewerkers na de ombuiging van Wedeo naar een arbeidsontwikkelbedrijf is in de eerste helft van 2007 een medewerkertevredenheidsonderzoek gehouden. De respons bedroeg 60% en de gemiddelde score voor de tevredenheid was een acht. Een nadere analyse heeft eind 2007 plaatsgevonden en daaruit zijn enkele aandachtspunten naar voren gekomen: - ongewenst gedrag; - ontwikkelmogelijkheden; - communicatie en informatie. Voor de aanpak van deze aandachtspunten wordt een plan van aanpak opgesteld.
3.3. Integriteit Teneinde te komen tot een integraal integriteitbeleid is in 2007 gestart met het opzetten van een plan van aanpak. Overeenkomstig de eerste stappen van dit plan zijn in 2007 enkele verkennende onderzoeken uitgevoerd aangaande de voor Wedeo meest gepaste en gewenste vorm en inhoud. Daarnaast is gestart met het in dit kader inventariseren van de reeds aanwezige afspraken en richtlijnen, onder andere: autorisatie persoonsgegevens, monitoren e-mail- en internetgebruik, aannemen relatiegeschenken. Helaas is het ten gevolge van een gewijzigde prioriteitsstelling niet gelukt een en ander verder uit te werken. Getracht wordt in 2008 tot een afronding te komen.
.
14
Jaarverslag 2007
4. Organisatie 4.1. Processen Vanuit de geformuleerde missie/de centrale opdracht kiest Wedeo ervoor te functioneren als een arbeidsontwikkelbedrijf met een bredere doelgroep dan uitsluitend de SW. Om eenduidig vast te leggen dat alle activiteiten in de organisatie ondersteunend dienen te zijn aan de centrale opdracht c.q. de missie zijn de te onderkennen bedrijfsprocessen gerangschikt. Deze rangschikking is zodanig gekozen dat het de geformuleerde missie ondersteunt. De organisatie richt haar processen op een transparante wijze in, met heldere, taakstellende doelstellingen. Dit draagt in belangrijke mate bij aan de gewenste cultuur binnen de organisatie. Primair proces Dit arbeidsontwikkelproces omvat het gehele traject van aanmelding tot uiteindelijke plaatsing, intern of extern, afhankelijk van de capaciteiten van de betrokken kandidaat. Te onderscheiden stappen zijn onder andere: intake, onderzoek/diagnose, ontwikkelingsplan opstellen, aanbodversterking via werkplekopleiden (WPO), bemiddeling/plaatsing en nazorg. Secundaire processen Dit zijn de productie- en dienstverlenende processen die nodig zijn om de verschillende stappen van het primaire proces te kunnen uitvoeren. Deze processen kennen elk een marktconforme doelstelling. Ondersteunende processen Dit zijn processen die noodzakelijk zijn om de uitvoering van het primaire en secundaire proces mogelijk te maken. Doelstelling van deze processen is een doelmatige en effectieve uitvoering ten behoeve van het voorgaande.
4.2.
Organisatiestructuur
4.2.1. Ontwikkeling De aangescherpte keuze voor arbeidsontwikkel- en re-integratiebedrijf heeft geen ingrijpende wijzigingen in de organisatiestructuur tot gevolg gehad. Tijdens het achterliggende omvormingsproces is duidelijk gebleken dat, om daadwerkelijk verbeterslagen te maken, het noodzakelijk is de verantwoordelijken voor de verschillende bedrijfsonderdelen vrij directief aan te sturen. Om dezelfde redenen is het gewenst een meer heldere scheiding tussen beleid en uitvoering te realiseren. In dit kader is gekozen voor een tweehoofdige directie die het beleid en de richting voor Wedeo initieert en vaststelt. De directie wordt daarbij geadviseerd door de staf en het lijnmanagement. Tenslotte zijn de operationele commerciële activiteiten anders georganiseerd. Om over voldoende commerciële ‘slagkracht’ te beschikken zijn de tot voor kort over de verschillende bedrijven heen (versnipperde) activiteiten gebundeld binnen een commerciële afdeling, die verantwoordelijk is voor zowel marketing als commercie voor Wedeo breed.
Jaarverslag Wedeo 2007
15
4.2.2. Organisatiestructuur Om de uitvoering van arbeidsontwikkeling goed te laten verlopen is voor een structuur gekozen waarbinnen wordt gewerkt met een arbeidsontwikkelbedrijf en twee werkbedrijven. Typering van de bedrijven: Arbeidsontwikkelbedrijf Binnen dit bedrijf vindt het eerste deel van het primaire proces plaats; dit deel eindigt voor elke kandidaat met een persoonlijk ontwikkelingsplan. Ook het trajectmanagement, het begeleiden van kandidaten in het WPO-traject, die in staat zijn een ‘ontwikkeling op de werkladder’ te maken, vindt vanuit dit bedrijf plaats. Tenslotte verzorgt dit bedrijf het individueel extern plaatsen (detacheren en Begeleid Werken) van de kandidaat, evenals de begeleiding hiervan. Leer-werkbedrijf Ook de werkbedrijven ondersteunen het streven om personen zo hoog mogelijk op de werkladder te plaatsen. Daartoe biedt het voldoende WPO-plaatsen aan, zowel kwalitatief (begeleiding) als kwantitatief. Groepsdetacheringen vinden plaats vanuit het werkbedrijf. Het werkbedrijf is deels ook een beschutte werkplek voor diegenen die niet in staat zijn extern een werkplek te bezetten. Ook hier geldt dat gestreefd wordt naar een verdere ontwikkeling van de arbeidscapaciteiten van de medewerker (‘ontwikkeling op de trede’). Er zijn twee werkbedrijven: het werkbedrijf Groen en het werkbedrijf Industrie & Dienstverlening.
Organogram Topstructuur Bestuur (AB/DB)
DIRECTIE Algemeen directeur* Directeur middelen** Ondersteunende afdelingen
Groen
Arbeidsontwikkeling
Industrie & Diensverl.
Commercie
*Algemeen Directeur: •De (formele) eindverantwoordelijke richting bestuur en intern richting OR en extern richting publieke organisatie en private ondernemingen; •Verantwoordelijk voor het beleid en de controle op de uitvoering; •Verantwoordelijk voor de commerciële aansturing; •Verantwoordelijk voor uitvoering van het primaire proces en de aansturing van de bedrijfsmanagers. **Directeur Middelen: •Verantwoordelijk voor de centrale stafafdelingen te weten Financiën, IC/AO, ICT, Inkoop, P&O, Algemene Zaken, ARBO, huisvesting en Technische Dienst. Voor de realisatie zal nog een nadere in te vullen fasering worden toegepast; •Plaatsvervangend algemeen directeur
16
Jaarverslag 2007
4.3. Commissies Wedeo kent een aantal commissies die de directie en het bestuur ondersteunen en adviseren. De personele samenstelling van de verschillende commissies is opgenomen onder het hoofdstuk 7 Overige gegevens. Financiële commissie Deze commissie adviseert het bestuur op financieel-economisch gebied. Belangrijke, jaarlijks wederkerende onderwerpen zijn de begroting en de jaarrekening. Daarnaast worden diverse onderwerpen voor advies voorgelegd, zowel beheersmatige, op interne bedrijfsvoering gerichte items als beleidsmatige onderwerpen zoals beleidsplannen. In de commissie is onze eigen accountant als extra adviseur aanwezig. Dit om meer toegesneden adviezen te ontvangen. Commissie voor Georganiseerd Overleg Deze commissie adviseert de Directie op het gebied van ( de toepassing van) arbeidsvoorwaarden voor ambtenaren. Klachtencommissie ongewenst gedrag Deze commissie onderzoekt klachten op het gebied van ongewenst gedrag, ingediend door personen die werkzaam zijn bij Wedeo of die scholing of training volgen. De commissie heeft een externe voorzitter, om professionaliteit en de onafhankelijkheid te benadrukken. In paragraaf 7.4 is de samenstelling van deze commissie weergegeven. In het verslagjaar is bij de commissie één klacht ingediend. Deze klacht is in 2007 conform de in de Klachtenregeling ongewenst gedrag vastgelegde procedure en binnen de voorgeschreven termijnen afgehandeld. De klachtencommissie heeft de Directie op meerdere terreinen geadviseerd, onder andere over het onderwerp ongewenst gedrag en welke normen voor de organisatie daar aan moeten worden gekoppeld. In vervolg hierop zijn in de maanden september en oktober workshops gehouden voor Directie en leidinggevenden over laatstgenoemd onderwerp, onder leiding van een extern adviseur. In november is het voorstel gedaan om een stuurgroep in te stellen, bestaande uit leden van de Klachtencommissie en de Vertrouwenspersonen, aan te vullen met een deelnemer namens Arbeidsontwikkeling. De taak van de stuurgroep zal zijn om voorstellen te doen voor de op te stellen gedragscode en het nader uit te werken sanctiebeleid en beide (na goedkeuring) te introduceren bij uitvoerend en middenkader. Een en ander zal in 2008 gestalte krijgen. Overige Sinds 2006 worden bezwaren van ambtelijke medewerkers in het kader van de Algemene Wet Bestuursrecht voorgelegd aan de Regionale bezwarencommissie personeleaangelegenheden. Voor SW-medewerkers is hiervoor, conform artikel 6 van de CAO voor de sociale werkvoorziening, een geschillencommissie benoemd. Specifiek voor de toetsing van de toepassing van de regels en voorwaarden van het sociaal statuut (SW en ambtelijk) is een toetsingscommissie sociaal statuut geïnstalleerd.
Jaarverslag Wedeo 2007
17
4.4. Organogram per 01 januari 2008
Bestuur Algemeen Dagelijks
Directie
Commercie
Algemene- en Personeelszaken
Arbo-zaken
P&O
Algemene Zaken
FinancieelEconomische Zaken
Opleidingen
Verzuim
Industrie & Dienstverlening
Groen
Bedrijfsbureau Magazijn & Expeditie
Unit Metaalassemblage
**
18
Unit Montage
Financiën
Inkoop
ICT
Arbeidsontwikkeling
Bedrijfsbureau
Unit Post
Unit Kantine
Groenvoorziening
Kwekerij
Technische Dienst
Unit Ontwikkeling
Unit Detachering
Rapporteert betreffende het onderdeel IC rechtstreeks aan de algemeen directeur Vormen tezamen het Managementoverleg
Jaarverslag 2007
IC/AO**
5. Verplichte paragrafen 5.1. Weerstandsvermogen Definitie weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is in de Nota weerstandsvermogen, welke het Algemeen Bestuur op 15 december 2004 heeft vastgesteld, als volgt gedefinieerd: de mate waarin Wedeo (onverwachte) verliezen door niet-gestructureerde financiële tegenvallers kan opvangen, zonder dat de continuïteit van Wedeo direct in gevaar komt of financiële noodmaatregelen noodzakelijk zijn. Het weerstandsvermogen wordt bepaald door enerzijds de weerstandscapaciteit, anderzijds de risico’s (de niet-gestructureerde financiële tegenvallers). Inventarisatie risico’s Risico’s afgedekt via een verzekering Er zijn verzekeringen afgesloten voor de risico’s van brand, bedrijfsschade, transport, werkmaterieel en voertuigen, aansprakelijkheid en rechtsbijstand. Daarnaast zijn voor de Kwekerij specifiek verzekerd de schade aan kassen en de hierin staande gewassen. Risico’s afgedekt via een voorziening Deze risico’s betreffen onzekere verplichtingen, voortkomend uit activiteiten/transacties in het verleden. Deze verplichtingen zijn onzeker qua omvang en/of tijdstip van betaling, maar zijn redelijkerwijs in te schatten. Aan de vorming en hoogte van voorzieningen liggen bedrijfseconomische criteria ten grondslag. Voor zover toegestaan en relevant, is door Wedeo deze mogelijkheid om risico’s af te dekken grotendeels ingevuld. Per 31 december 2007 kent Wedeo de volgende voorzieningen: • voorziening oninbare vorderingen; • voorziening incourante voorraden; • voorziening groot onderhoud; • voorziening milieuverplichtingen; • voorziening reorganisatie; • voorziening FPU; • voorziening BPM. Bij de toelichting op de balans staat per item een nadere toelichting op de ontwikkeling van elke post, waaronder een overzicht van de onttrekkingen en de toevoegingen. Onvoorziene risico’s, macro-economisch van aard Dit zijn algemene (macro) economische risico’s die als ‘normale’ risico’s zijn te beschuowen, uitgaande van een ‘going business’ situatie. Bedrijfsspecifieke onvoorziene risico’s Risico’s welke samenhangen met de aard van de activiteiten die Wedeo uitvoert en de bijzondere omgeving waarin dit gebeurt worden gerekend tot de organisatiespecifieke risico’s. De financiële gevolgen van de macro economische en bedrijfsspecifieke risico’s zijn direct verwerkt in de resultaten. Volgens de Nota Weerstandsvermogen komen deze resultaten, voor zover de oorzaken een incidenteel karakter hebben, via de resultatenrekening ten laste van het weerstandsvermogen. Overeenkomstig dezelfde nota komen de negatieve financiële effecten van structurele ontwikkelingen niet ten laste van het weerstandsvermogen, maar dienen die via een gemeentelijke bijdrage te worden verrekend. Bij de vaststelling van de voorjaarsbegroting 2007 is vastgesteld dat het begrote negatieve resultaat ad € 215.000,-- een gevolg is van Jaarverslag Wedeo 2007
19
structurele ontwikkelingen (met name onvoldoende gecompenseerde stijging van de loonkosten) en als zodanig ten laste van de gemeenten komt. Door een gunstigere ontwikkeling van het subsidieresultaat en een positieve afwijking van de indirecte kosten heeft het resultaat zich in 2007 zodanig gunstig ontwikkeld dat de gemeentelijke bijdrage kan worden terugbetaald. Weerstandsvermogen De aanwezigheid van een afdoende weerstandsvermogen is belangrijk als: • egalisatierekening voor het opvangen van incidentele exploitatietekorten door algemene (macro-economische) risico’s; • dekking voor de gevolgen van bedrijfsspecifieke risico’s met een incidenteel karakter. Daarnaast kan de aanwezigheid van een afdoend weerstandsvermogen de kwaliteit van de besluitvormingsprocessen bij tegenvallers positief (geen paniekvoetbal) beïnvloeden. Binnen Wedeo bestaan in principe de volgende middelen die tezamen het weerstandsvermogen vormen: • de post onvoorzien in de resultatenrekening; • de post reserve bedrijfsrisico. Per ultimo 2007 is de omvang van de post reserve bedrijfsrisico € 4.676.000,--; dit is exclusief het resultaat over 2007, over de bestemming hiervan moet het Algemeen Bestuur nog beslissen. Voor de toekomstige financiële verplichting verbandhoudend met het stuwmeer aan vakantiedagen en vakantiegeld is, overeenkomstig het besluit van het Algemeen bestuur d.d. 15 december 2004, een bestemmingsreserve gevormd. Op basis van een berekening van de hiervoor noodzakelijke middelen, waarbij rekening is gehouden met het feit dat volgens de bestaande beleidslijn aan het eind van een dienstverband in principe geen vakantiedagen worden uitbetaald, is de omvang van deze bestemmingsreserve per ultimo 2007 vastgesteld op € 1.200.000,--. In de Nota Weerstandsvermogen is als minimale norm voor het weerstandsvermogen 35% van het balanstotaal gesteld. Bij de berekening hiervan dient de bestemmingsreserve buiten beschouwing te worden gelaten. Per 31 december 2007 bedraagt het weerstandvermogen 36,6% (ultimo 2006: 36,9%) van het balanstotaal. Het weerstandvermogen is dus in 2007 ten opzichte van het vorige verslagjaar nauwelijks gewijzigd. Claims van derden, faillissement verbonden partijen en/of derde partijen Er zijn er geen claims bekend die niet in de cijfers zijn verwerkt. En hoewel er geen reden is om aan te nemen dat de verbonden partij, de Stichting Talent voor werk, failliet gaat, bestaat het risico dat, bij het opheffen van de Stichting, de vordering uit hoofde van de rekening courant verhouding niet invorderbaar is. Risico’s uit hoofde van vorderingen op handelsdebiteuren zijn afgedekt via een daartoe gevormde voorziening. De post uitstaande leningen betreft uitsluitend leningen aan personeelsleden onder hypothecaire zekerheidsstelling.
5.2. Onderhoud kapitaalgoederen Om de (waarde van de) aanwezige kapitaalgoederen zo goed mogelijk in stand te houden besteedt Wedeo hier veel aandacht (en middelen) aan door het hanteren van een zo adequaat als mogelijk onderhoudsprogramma. Hierbij kan een onderscheid gemaakt worden tussen kort en lang cyclisch onderhoud. Het kort cyclisch onderhoud betreft met name het onderhoud van machines, installaties, voertuigen en werkmaterieel. Het jaarlijkse onderhoud gebeurt zoveel mogelijk door de eigen Technische Dienst op basis van een jaarrond onderhoudsplan. Uiteraard omvat dit ook het verhelpen van onvoorziene storingen en niet uit te stellen noodreparaties. Omdat de
20
Jaarverslag 2007
uitstroom van medewerkers van deze dienst niet kan worden ingevuld met nieuwe instroom wordt een steeds groter deel uitbesteed aan derden. Mede op grond van wettelijke regels met betrekking tot het voldoen aan veiligheidsvoorschriften en/of milieurichtlijnen vormt het preventief inventariseren en controleren een belangrijk aandachtspunt. Waar nodig, vanwege het ontbreken van specifieke kennis of bevoegdheden of door het eerder genoemde ontbreken van eigen menskracht, is het onderhoud (inclusief periodieke inspectie) middels contracten uitbesteed aan derden. Dit betreft bijvoorbeeld hijs- en hefmiddelen, werkmaterieel en voertuigen, magazijnstellingen, weegapparatuur, ladders, trappen, etcetera. Voor het onderhoud aan de bedrijfsgebouwen en de terreininrichtingen is een meerjarig onderhoudsprogramma opgesteld. Dit programma vormt de basis voor de Voorziening groot onderhoud, waarmee wordt beoogd de kosten over de jaren uit te spreiden. De ontwikkeling van deze balanspost is toegelicht in paragraaf 6.2.5 Toelichting op de balans.
5.3. Treasury paragraaf Overeenkomstig de Wet financiering decentrale overheden (wet Fido) volgt onderstaand een verantwoording van de uitvoering van de treasuryfunctie in het verslagjaar 2007. Risicoprofiel Het risicoprofiel van Wedeo is ten opzichte van voorgaande jaren ongewijzigd en kan worden omschreven als risicomijdend en degelijk. Dit blijkt uit de hiernavolgende opsomming per risicocategorie. Renterisico In het boekjaar 2007 is zowel ten aanzien van het renterisico op de vlottende schuld (kasgeldlimiet), als ten aanzien van het renterisico op de vaste schuld (renterisiconorm) ruim binnen de hiervoor gestelde grenzen geopereerd. De aan het eind van deze paragraaf opgenomen tabellen verduidelijken dit. Kredietrisico De uitzettingen betreffen uitsluitend leningen aan personeel. Tegenover deze leningen staan hypothecaire zekerheden. Koersrisico / valutarisico / derivaten Deze risico’s zijn uit hoofde van uitzettingen en/of het verstrekken en aangaan van leningen niet aan de orde.
Jaarverslag Wedeo 2007
21
Tabel 1: Kasgeldlimiet
(bedragen x € 1.000,--)
1e kwart. 2e kwart. 3e kwart. 4e kwart. Omvang begroting per 1 januari 207 1
2
3
4
28.881
28.881
28.881
28.881
8,2% 2.368
8,2% 2.368
8,2% 2.368
8,2% 2.368
Omvang vlottende korte schuld: - opgenomen gelden < 1 jaar - schuld in rekening courant - gestorte gelden door derden < 1 jaar - overige geldleningen niet zijnde vaste schuld Totaal vlottende korte schuld
0 197 0 0 197
0 261 0 0 261
0 19 0 0 19
0 0 0 0 0
Vlottende middelen - contante gelden in kas - tegoeden in rekening courant - overige uitstaande gelden Totaal vlottende middelen
1 265 49 314
1 197 55 253
1 210 58 268
1 1.533 59 1.593
Totaal netto vlottende schuld (2) - (3) Toegestane kasgeldlimiet (1)
-117 2.368
8 2.368
-250 2.368
-1.593 2.368
Ruimte (1) + (4)
2.485
2.360
2.618
3.961
Toegestane kasgeldlimiet: - in procenten - in bedrag
Tabel 2: Renterisiconorm en renterisico op vaste schuld (bedragen x € 1.000,--)
22
1a 1b 2
Renterisico op vaste schuld Renteherziening op vaste schuld o/g Renteherziening op vaste schuld u/g Netto renteherziening op vaste schuld (1a) - (1b)
3a 3b 4 5 6
Nieuw aangetrokken vaste schuld Nieuwe verstrekte leningen Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a) - (3b) Betaalde aflossingen Herfinanciering (laagste van 4 en 5)
7
Renterisico op vaste schuld (2) + (6)
8 9 10
werkelijk begroot 0 0 0
0 0 0
0 629 0 326 0
0 0 0 326 0
0
0
Renterisiconorm Stand van de vaste schuld per begin boekjaar Het bij ministeriële regeling vastgesteld percentage Berekende renterisiconorm (8)*(9)
3.887 20% 777
20% 0
11
Toegestaan minimumbedrag
2.500
2.500
12 13 14
Toets renterisiconorm Te hanteren renterisiconorm (hoogste van 10 en 11) Renterisico op vaste schuld (= 7) Ruimte (12) - (13)
2.500 0 2.500
2.500 0 2.500
Jaarverslag 2007
5.4. Verbonden partijen Per 31 december 2007 is Wedeo zowel bestuurlijk als financieel betrokken bij de volgende derde partijen: Stichting Talent voor werk Algemene gegevens Oprichtingsdatum: 2 oktober 2001 Inschrijvingsnummer handelsregister Kamer van Koophandel: 09123726 Plaats van vestiging: Doetinchem, 7005 BC Terborgseweg 106 Doel De Stichting Talent voor werk is oorspronkelijk opgezet voor het (mede) uitvoeren van regelingen van gesubsidieerde arbeid, overeenkomstig bovenstaande formele doelstelling. Het ligt in het verlengde van de reeds bij Wedeo ondergebrachte uitvoering van publieke activiteiten, maar was specifiek gericht op activiteiten die uitsluitend in de private sfeer kunnen en mogen worden uitgevoerd. Voortgang Binnen de Stichting worden, als gevolg van gewijzigde wetgeving en veranderde inzichten, geen van de oorspronkelijke beoogde activiteiten meer uitgevoerd. De stichting wordt vanaf 1 januari 2008 ingezet voor het werkgeverschap van de niet ambtelijke medewerkers. Deze constructie biedt als voordeel, dat medewerkers kunnen worden aangesteld onder het Burgerlijk Wetboek in plaats van in de ambtelijke rechtspositie. Hierdoor kan het werkgeverschap rechtsreeks worden ingevuld, dus zonder gebruikmaking van een andere partij (detacheringsbureau). Bestuurlijke betrokkenheid Het Dagelijks Bestuur vormt tevens het bestuur van de Stichting. Financiële betrokkenheid Wedeo verstrekt aan de Stichting Talent voor werk een rekening courant krediet. Over het opgenomen bedrag wordt een rentevergoeding berekend van 7% over de gemiddelde stand per maand. Per 31 december 2007 bedraagt het saldo van de rekening courant € 52.564,--. Per genoemde datum heeft de Stichting een negatief eigen vermogen van € 53.244,-Indien de Stichting Talent voor werk wordt ontbonden is het saldo van de rekening courant niet verhaalbaar. Direct Werk B.V. Algemene gegevens Oprichtingsdatum: 30 mei 2007 I Inschrijvingsnummer handelsregister Kamer van Koophandel: 08160373 Plaats van vestiging: Zutphen, 7202 CD Handelskade 2 Doel De vennootschap heeft als voornaamste doelen: • het bieden van een totaalpakket van voorzieningen, gericht op en dienstbaar aan de integratie en re-integratie van personen met een afstand tot de arbeidsmarkt, waaronder ook arbeidsgehandicapten en daarmee gelijk te stellen personen; • het aannemen en ter beschikking stellen van tijdelijke arbeidskrachten aan Delta en Wedeo, maar ook aan andere organisaties. In het kader van het uitvoeren van re-integratieopdrachten bestaat vanuit opdrachtgevers, gezien de financieringsmogelijkheden, de specifieke behoefte aan het kunnen aanbieden
Jaarverslag Wedeo 2007
23
van dienstverbanden. In verband met het realiseren van de noodzakelijke transparantie tussen de financiële effecten van de uitvoering van de Wsw en de financiële gevolgen van het uitvoeren van SW+ activiteiten en om de risico’s verbonden aan deze arbeidsovereenkomsten voor de GR uit te sluiten is samen met Delta uit Zutphen deze BV opgericht. Voortgang De activiteiten van Direct Werk BV zijn per 1 september 2007 gestart. Inmiddels zijn alle dienstverbanden in het kader van re-integratieopdrachten ondergebracht bij deze BV. Bestuurlijke betrokkenheid Wedeo is voor 50% aandeelhouder. Financiële betrokkenheid Wedeo is voor 50% aandeelhouder van de vennootschap. Het aandeel bestaat uit 90 gewone aandelen elk met een nominale waarde van € 100,--. Alle aandelen luiden op naam.
5.5. Bedrijfsvoering Op meerdere plaatsen in dit jaarverslag zijn de verschillende aspecten van de bedrijfsvoering reeds uitvoering behandeld en toegelicht. Zo staan in hoofdstuk 1 de ontwikkelingen die de beleidsvisie hebben beïnvloed uitvoerig weergeven. Ook zijn in de hoofdstuk algemene ontwikkelingen op bestuurlijk niveau en binnen de Gemeenschappelijke Regeling verwoord. In hoofdstuk 3 is een uitvoerige toelichting gegeven op de mate waarin de operationele doelstellingen zijn gerealiseerd en het daarbij gevoerde flankerende sociaal beleid. Hoofdstuk 4 geeft een opsomming van de relevante ontwikkelingen met betrekking tot de organisatie. Hoofdstuk 6 Financiën bevat een uitvoerige analyse van, en toelichting op de financiële effecten van de bedrijfsvoering.
24
Jaarverslag 2007
Jaarrekening 2007
Wedeo Postbus 236 7000 AE Doetinchem Terborgseweg 106 7005 BC Doetinchem Telefoon: 0314-372500 Fax: 0314-360181 E-mail:
[email protected] Internet: www.wedeo.nl
Jaarverslag Wedeo 2007
25
6. Financiën 6.1. Resultaten analyse 6.1.1 Samenvatting resultaat Het resultaat na bestemming van Wedeo over het jaar 2007 bedraagt € 27.000,-- positief. De begroting alsmede de werkbegroting resulteerden in een netto resultaat van € 0,--, waarbij in beide is uitgegaan van een gemeentelijke bijdrage van € 215.000,--. Gegeven de relatief gunstige resultaatontwikkeling in 2007 is besloten de gemeentelijke bijdrage terug te betalen. Onderstaand een samenvattend overzicht van de programmarekening zoals op pagina 34 is weergegeven. Samenvatting programmarekening (bedragen x € 1.000,--)
Netto opbrengsten Personele- en overige kosten Wsw-medewerkers Rijkssubsidie Subsidieresultaat Indirecte kosten Bedrijfsresultaat Incidenteel resultaat Gemeentelijke bijdrage Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening Onttrekking aan bestemmingsreserve Resultaat na bestemming
werk werkelijk begroting begroting werkelijk 2007 2007 2007 2006 7584 8123 7609 7690 20.964 20.794 -170
21.375 20.475 -900
20.851 20.274 -577
20.571 20.224 -347
6.922 492 -465 0 27 0 27
7.438 -215 0 215 0 0 0
7.247 -215 0 215 0 0 0
7.106 237 -998 466 -295 300 5
Het bedrijfsresultaat is € 492.000,-- positief. Dat is ten opzichte van de werkbegroting een positief verschil van € 707.000,--. Dit positieve verschil is het gevolg van een gunstiger subsidieresultaat (+ € 407.000,--), alsmede lagere indirecte kosten ad € 325.000,-. (zie toelichting op de programmarekening). De netto opbrengsten zijn nagenoeg gelijk aan de werkbegroting. Wel heeft er een duidelijke verschuiving plaats gevonden van opbrengsten uit productieactiviteiten naar opbrengsten uit de organisatie en uitvoering van re-integratietrajecten, zoals Direct Werk/Work First. Met name door een dotatie aan de voorziening voor reorganisatiekosten is het incidenteel resultaat per saldo € 465.000,-- negatief. Hierdoor resteert een resultaat na bestemming van € 27.000,-- positief. Personele bezetting
Gemiddelde bezetting in fte Gemiddelde bezetting in SE
werk werkelijk begroting begroting werkelijk 2007 2007 2007 2006 799,3 804,0 803,6 800,4 822,5 819,2 820,7 817,5
De werkelijke gemiddelde bezetting in SE is 1,8 SE boven de in de werkbegroting opgenomen taakstelling. De gemiddelde bezetting uitgedrukt in fte is iets lager dan begroot. Dat desondanks de bezetting in SE is toegenomen is te verklaren door de toename van het aantal medewerkers met de arbeidshandicap ‘ernstig’; deze groep heeft een zwaardere wegingsfactor (1,25) bij het berekenen van het aantal SE. Ten opzichte van 2006 is de werkelijke gemiddelde bezetting in fte nagenoeg gelijk. Uitgedrukt in SE is er sprake van een toename met 5,0 SE. De verschillende ontwikkeling van beide kengetallen is eveneens een gevolg van de toename van het aantal medewerkers met de handicapcode ‘ernstig’.
26
Jaarverslag 2007
6.1.2 Resultaten per bedrijf Zoals onderstaande tabel illustreert verschillen de resultaten per bedrijf sterk, zowel absoluut als qua afwijking ten opzichte van de werkbegroting. Gezien de relatief forse omvang van de post Incidenteel resultaat is deze post uit de resultaten per bedrijf (en de vergelijkende cijfers) geëlimineerd en apart weergegeven. Resultaat gesplitst per bedrijf (bedragen x € 1.000)
werk verschil werkelijk begroting werk. 2007 2007 2007 begr. 2007 241 85 156 -1.054 -793 -261 1.085 579 506 220 -86 306 492 -215 707 -465 -465 215 -215 27 0 27
Groen Industrie & Dienstverlening Arbeidsontwikkeling Algemeen beheer Bedrijfsresultaat Incidenteel resultaat Gemeentelijke bijdrage Ontrekking bestemmingsreserve Resultaat na bestemming
verschil werkelijk werk. 2007 2006 werk. 2006 777 -536 -750 -304 104 981 106 114 237 255 -998 533 466 -466 300 -300 5 22
Bedrijf Groen Evenals voorgaande jaren kent het bedrijf Groen, waaronder opgenomen de resultaten van de kwekerij, in absolute zin een positief resultaat. Ook toont het bedrijfsresultaat ten opzichte van de werkbegroting een positief verschil van € 156.000,--. Dit verschil ontstaat met name door het positieve verschil tussen het werkelijke en begrote subsidieresultaat (€ 279.000,--). De indirecte kosten zijn € 64.000,-- hoger dan begroot (onder andere hogere kosten voor onderhoud, afschrijvingen en energie). De toegevoegde waarde van het bedrijf Groen blijft € 59.000,-- achter bij de begroting. Exclusief de kwekerij, die op dit punt in positieve zin afwijkt, bedraagt het verschil € 73.000,-ondanks het gegeven dat de gemiddeld gerealiseerde bezetting 10,7 fte hoger is dan begroot. Het achterblijven van de toegevoegde waarde is dan ook volledig het gevolg van de lagere toegevoegde waarde per fte. toegevoegde waarde per Fte (€ 1,--) Groen 14000 13000 12000 11000 10000 9000 2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
De toegevoegde waarde per fte komt voor het bedrijf Groen in 2007 uit op € 12.679,--. Begroot was een toegevoegde waarde per fte van € 13.458,--. Het bedrijfsresultaat is ten opzichte van 2006 gedaald met € 536.000,--. Dit is grotendeels het gevolg van de afname van de toegevoegde waarde met ruim € 500.000,--. Deels is dit een verwachte (en begrote) afname welke een gevolg is van de afname van de personele bezetting. In het kader van de nieuwe focus van de organisatie op arbeidsontwikkeling zijn meerdere medewerkers van Groen geplaatst op beter passende werkplekken, zowel intern als extern. De gemiddelde personele bezetting is ten opzichte van 2006 in werkelijkheid met met 29,6 fte afgenomen. Begroot was een afname met 40,3 fte. Een andere oorzaak voor het verschil is gelegen in de lagere toegevoegde waarde per fte. Deze ligt in 2007 bijna € 600,-- per fte lager dan in 2006 is gerealiseerd. Dit is in belangrijke
Jaarverslag Wedeo 2007
27
mate het gevolg van het uitbesteden van werkzaamheden in verband met piekbelastingen ten gevolge van ongunstige weeromstandigheden. Samenvattend kan de lagere toegevoegde waarde ten opzichte van 2006 als volgt worden gekwantificeerd: Afname (begroot) ten gevolge van begrote lagere bezetting € 534.000,-Toename ten gevolge van een hogere bezetting dan begroot € 136.000,-Afname ten gevolge van de lagere TW per fte € 147.000,-Bedrijf Industrie & Dienstverlening Het bedrijfsresultaat van het bedrijf Industrie & Dienstverlening is € 261.000,-- slechter dan begroot, als gevolg van de lagere netto opbrengsten (-/- € 170.000,--) en een ongunstiger subsidieresultaat (-/- € 125.000,--). De indirecte kosten wijken € 35.000,-- positief af van de begroting. De gemiddelde personele bezetting is 13,6 fte hoger dan begroot. De afname van de opbrengsten is dan ook het gevolg van een beduidend lagere toegevoegde waarde per fte (€ 5.043,--) dan begroot (€ 5.886,--). Met uitzondering van de afdeling Montage blijft de toegevoegde waarde per fte op alle afdelingen binnen I&D (in sommige gevallen fors) achter bij de begroting. Het mindere subsidieresultaat ontstaat doordat de toename van de loon- en overige kosten van SW-medewerkers per fte forser is dan de positieve afwijking van het subsidiebedrag per fte. De toename van de kosten is deels het gevolg van het (uit oogpunt van arbeidsontwikkeling) overplaatsen van medewerkers met relatief hogere lonen van andere bedrijfsonderdelen naar I&D. In vergelijking met 2006 is het bedrijfsresultaat van het bedrijf I&D verslechterd met ruim 3 ton. Ten gevolge van de verschuiving van de focus naar arbeidsontwikkeling, gericht op het zo mogelijk extern plaatsen van medewerkers, zijn zowel de aard van de werkzaamheden als de omvang qua personeel van het bedrijf I&D gewijzigd. Het afstoten van complexere productieactiviteiten heeft zich ook in 2007 voortgezet; mede door de beweging ‘naar buiten’ is de gemiddelde personele bezetting met 36,2 fte gedaald. Beide ontwikkelingen hebben een negatief effect op de gerealiseerde toegevoegde waarde, de voornaamste verklaring voor het verschil ten opzichte van 2006. toegevoegde w aarde per Fte (€ 1,--) Industrie en Dienstverlening
9000 7500 6000 4500 2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
Bedrijf Arbeidsontwikkeling Het bedrijf Arbeidsontwikkeling heeft het boekjaar 2007 met een positief resultaat afgesloten. Ten opzichte van de begroting zijn de netto opbrengsten per saldo toegenomen. Dit is positief beïnvloed door een grote toename van het uitvoeren van re-integratietrajecten (Direct Werk/Work First) en negatief door het achterblijven van met name individuele detacheringen. In vergelijking met 2006 hebben alle bedrijfsonderdelen van Arbeidsontwikkeling een beter resultaat gehaald in 2007. De opbrengsten uit detacheringen blijven € 580.000,-- achter op de begroting. Enerzijds is dit een gevolg van het niet realiseren van het aantal detacheringsplaatsingen, anderzijds het resultaat van de gemiddeld lagere opbrengsten per plaatsing dan begroot. Het aantal gerealiseerde plaatsingen is in fte uitgedrukt 41,2 lager dan begroot (80% is gerealiseerd).
28
Jaarverslag 2007
De gemiddeld ontvangen vergoeding (€ 7.637,--) bedraagt slechts 85% van de begrote opbrengst per plaats. De opbrengsten van de uitvoering van re-integratietrajecten (Work First, Direct Werk) zijn fors hoger dan begroot. In de begroting was wel met een flinke groei rekening gehouden, maar niet van deze omvang. Gedeeltelijk is voor de uitvoering gebruik gemaakt van de bestaande infrastructuur, maar gegeven de omvang en ook de specifieke aanpak van deze groep is het maken van extra kosten (met name extra loonkosten) voor deze activiteit noodzakelijk gebleken. De vergoeding voor de uitvoering van gesubsidieerde regelingen (voorheen Wiw en I/D) is ten opzichte van 2006 verder afgenomen door het lagere aantal deelnemers aan deze regelingen. Overigens verloopt deze afname iets trager dan gepland, waardoor er ten opzichte van de begroting sprake is van een klein positief verschil. 6.1.3 Netto opbrengsten De totale netto opbrengsten (toegevoegde waarde en overige bedrijfsopbrengsten) zijn € 25.000,-- lager dan de begroot en ten opzichte van het vorige verslagjaar € 106.000,-lager. In de voorgaande paragraaf is de ontwikkeling van deze post, met name het onderdeel toegevoegde waarde, reeds per bedrijf toegelicht. Hier wordt volstaan met een korte samenvatting. Toegevoegde waarde De toegevoegde waarde per fte voor geheel Wedeo is met € 75,-- iets gedaald als gevolg van het achterblijven van opbrengsten uit productieactiviteiten, ondanks de flinke stijging van opbrengsten uit re-integratietrajecten. toegevoegde waarde per Fte (€ 1,--) Wedeo totaal
9000 8500 8000 2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
Overige bedrijfsopbrengsten Naast de uitvoering gesubsidieerde regelingen zijn hieronder ook de doorberekende bestuurskosten opgenomen. Deze kosten zijn gelijk aan de begroting en lager dan in 2006 doordat minder gebruik is gemaakt van externe advieskosten. De opbrengsten voor de uitvoering van gesubsidieerde regelingen wijkt nauwelijks af van de werkbegroting. Specificatie overige opbrengsten (bedragen x € 1.000) uitvoering gesubsidieerde regelingen gemeentelijke bijdrage bestuurskosten totaal overige opbrengsten
Jaarverslag Wedeo 2007
werk verschil verschil werkelijk begroting werk. 2007 werkelijk werk. 2007 2007 2007 begr. 2007 2006 werk. 2006 220 226 -6 238 -18 60 60 0 71 -11 280 286 -6 309 -29
29
6.1.4 Subsidieresultaat Het werkelijke subsidieresultaat is 4 ton beter dan begroot. Tegenover een overschrijding van de loon- en overige personele kosten van de Sw-medewerkers staat een grotere, positieve afwijking tussen de begrote en de werkelijke rijkssubsidie. De gemiddelde loonkosten per fte liggen iets boven het begrote niveau (€ 41,--). Dit wordt met name veroorzaakt door de toegenomen pensioenlasten. In combinatie met de gemiddeld iets hogere bezetting in fte dan begroot zijn de totale loonkosten € 42.000,-- hoger dan in de werkbegroting is opgenomen. De overige personele kosten van Wsw-medewerkers zijn per saldo € 71.000,-- hoger dan de werkbegroting. (Een verdere toelichting hierop staat in paragraaf 6.2.6 Toelichting op de programmarekening.) Hier tegenover staat dat de rijkssubsidie ruim 5 ton hoger uitkomt dan in de werkbegroting is opgenomen. Voor de rijkssubsidie is in de werkbegroting uitgegaan van de, toen bekende, voorlopig vastgestelde rijksbijdrage van € 24.704,-- per standaard eenheid (SE) en een toegekende taakstelling van 820,7 SE. In de loop van 2007 is de subsidie, inclusief de aanpassing voor ontwikkeling van de loonkosten, definitief vastgesteld op € 25.337,-- per SE. De in 2007 gerealiseerde bezetting is 822,5 SE. Gezien de overrealisatie is het volledige toegekende subsidiebedrag in de programmarekening verwerkt. Het verschil tussen de werkelijke en begrote rijkssubsidie is dus volledig het gevolg van de afwijking tussen de voorlopige en de definitieve subsidie per SE. Ten opzichte van het vorige verslagjaar is het subsidieresultaat iets verbeterd. De gemiddelde loonkosten zijn met ruim € 300,-- per fte toegenomen, voornamelijk door de stijging van de bruto lonen. Aangezien de gemiddelde bezetting in 2007 nagenoeg gelijk is aan die in 2006 is dit de enige oorzaak voor de stijging van de post loonkosten. Ook de andere personele kosten met betrekking tot de Sw-medewerkers zijn gestegen (zie ook paragraaf 6.2.6 Toelichting op de programmarekening), in totaal met € 150.000,--. Dit wordt echter ruimschoots gecompenseerd door de hogere rijkssubsidie (€ 570.000,--) dat een gevolg is van de stijging van de rijkssubsidie per SE van € 24.727,-- in 2006 tot € 25.337,-- in 2007. 6.1.5 Indirecte kosten Het totaal van deze kosten (bedrijfs- en financieringslasten) is € 325.000,-- lager dan in de werkbegroting is opgenomen. Aan dit verschil dragen de volgende posten in hoofdzaak bij: • lagere afschrijvingskosten ad € 72.000,--; • lagere belasting- en verzekeringskosten ad € 55.000,--; • hogere overige kosten ambtelijke medewerkers ad € 115.000,--. • lagere rentelasten ad € 127.000,--. • lagere algemene kosten ad € 201.000,-De overige kosten liggen op of rond het begrote niveau. Onderstaand een korte toelichting op de belangrijkste verschillen. (Zie ook de toelichting in paragraaf 6.2.6. “Toelichting op de programmarekening”). Overige kosten ambtelijke medewerkers De overschrijding van deze post ten opzichte van de begroting met € 115.000,-- is voornamelijk het gevolg van de dotatie aan de FPU voorziening en de kosten van werving en selectie van de nieuwe Algemeen Directeur. Ten opzichte van 2006 zijn de kosten van uitzendkrachten fors toegenomen als gevolg van het invullen van ontstane vacatures en uitbreiding van formatie ten behoeve van reintegratieactiviteiten. Deze medewerkers hebben geen dienstverband met Wedeo gekregen maar zijn op contractbasis via een pay-roll constructie werkzaam. Met ingang van 2008 zullen deze medewerkers een dienstverband krijgen in de Stichting Talent voor werk.
30
Jaarverslag 2007
Rentelasten Een gunstig verloop van het saldo van de rekening courant is de belangrijkste verklaring voor de positieve afwijking ten opzichte van de begroting. Overige bedrijfskosten Het totaal van de overige bedrijfskosten is € 203.000,-- lager dan begroot. Op individueel postniveau is er in enkele gevallen sprake van relatief grotere afwijkingen, positief of negatief. Deze afwijkingen zijn, evenals het verschil ten opzichte van het vorige jaar, nader toegelicht in paragraaf 6.2.6 Toelichting op de Programmarekening. 6.1.6 Ontwikkeling Indirecte kosten Een van de doelstellingen van de in 2005 in gang gezette reorganisatie is het totaal van de bedrijfs- en financieringslasten (exclusief loon en overige kosten Wsw-medewerkers) te verlagen. En zodoende het totaal resultaat structureel te verbeteren De in de vorige jaren al zichtbare daling van deze kosten heeft zich in 2007 doorgezet. In absolute bedragen is deze post ten opzichte van 2004 met ruim 1,2 mln. afgenomen. Voor een deel is de omvang van deze kosten gerelateerd aan de omvang van de organisatie, i.c. het aantal te begeleiden Wsw-medewerkers. Om het verloop van deze post te kunnen volgen zijn bedoelde kosten daarom uitgedrukt als kosten per Wsw-medewerker (in fte). Zoals uit onderstaande grafiek blijkt heeft de in 2005 in gang gezette daling zich in 2007 verder voortgezet. Zo zijn de kosten in 2007 met € 1.169,-- per fte gedaald ten opzichte van 2004. totaal kosten per fte (excl loon- en overige kosten Wsw) 9900 9700 9500 9300 9100 8900 8700 8500 2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
Hoewel nadrukkelijk en blijvend moet worden gestreefd naar het verder reduceren van deze kosten is het niet aannemelijk dat dit op de schaal kan plaatsvinden zoals dit de laatste jaren is gebeurd. Dit tast dan onvermijdelijk de kwaliteit van de organisatie en haar diensten en producten aan. Een verdere, structurele verbetering van het totaal resultaat zal door een verbetering van de opbrengsten, door een betere benutting van de capaciteiten van alle medewerkers, moeten worden bereikt.
Jaarverslag Wedeo 2007
31
6.2. Jaarrekening 6.2.1 Balans per 31 december 2007
31-12-2007
31-12-2006
(bedragen x € 1.000,--) Activa Vaste activa Materiële vaste activa Investeringen met een economisch nut Financiële vaste activa Leningen: Overige verbonden partijen Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer
5.813 5.813
6.242 6.242
3.578
3.487
53 9
49 0
3.516
3.438
Vlottende activa Voorraden Grond- en hulpstoffen Onderhanden werken Gereed product en handelsgoederen Vorderingen Handelsdebiteuren Overige vorderingen Vorderingen op openbare lichamen Liquide middelen Overlopende activa
Totaal
32
354 136 0 218
718 259 106 353
1.845 1.414 246 185
2.227 1.324 79 824
2.413
1.142
64
48
----------14.067 ======
---------13.864 ======
Jaarverslag 2007
Balans per 31 december 2007 (bedragen x € 1.000,--)
31-12-2007
31-12-2006
Passiva Vaste passiva Eigen vermogen Reserve bedrijfsrisico Bestemmingsreserve Resultaat na bestemming
5.903 4.676 1.200 27
5.876 4.671 1.200 5
Voorzieningen
1.816
2.032
Vaste schulden Binnenlandse banken en overige financiële instellingen
3.235
3.561
3.235
3.561
Vlottende passiva Netto vlottende schulden Handelscrediteuren Overige schulden Bank- en girosaldi
Overlopende passiva
Totaal
Verstrekte waarborgen en garantstellingen
Jaarverslag Wedeo 2007
2.487 1.551 936 0
1.293 484 809 0
626
1.102
----------
----------
14.067 ======
13.864 ======
0
0
33
6.2.2 Programmarekening over 2007 (bedragen x € 1.000,--)
Netto omzet Grond- en hulpstoffen Toegevoegde waarde Overige opbrengsten Netto opbrengsten
Loonkosten Wsw medewerkers Vervoerskosten Wsw medewerkers Overige kosten Wsw medewerkers Rijkssubsidie Begeleid werken Subsidieresultaat Loonkosten ambtelijke medewerkers Overige kosten ambtelijke medewerkers Afschrijvingen vaste activa Rentelasten Huur Onderhoudskosten Energie Belastingen en verzekeringen Algemene kosten
werkelijk 2007
voorjaarsbegroting 2007
8.111 807 --------7.304
8.518 655 --------7.863
8.105 782 --------7.323
8095 714 --------7.381
280 --------7.584
260 ---------8.123
286 ---------7.609
309 ---------7.690
19.711 414 712 -/- 20.794 127 ------------170
werkbegroting werkelijk 2007 2006
20.353 19.669 19.468 420 359 382 477 573 611 -/- 20.475 -/- 20.274 -/- 20.224 125 250 110 ---------------------- -----------900 577 347
Indirecte kosten
3.599 743 582 -/12 66 645 389 126 784 --------6.922
4.086 418 660 115 85 645 345 180 904 ---------7.438
3.637 628 654 115 44 603 400 181 985 ---------7.247
3.852 427 633 32 140 608 420 167 827 ---------7.106
Bedrijfsresultaat
492
-/- 215
-/- 215
237
-/- 465 0 ----------
0 215 ----------
0 215 ------------
-/- 998 466 ----------
27
0
0
-/- 295
0 ---------27
0 ---------0
0 -----------0
300 ---------5
Incidenteel resultaat Bijdrage Gemeenten in exploitatiekosten Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor bestemming Onttrekking/toevoeging aan reserves Resultaat na bestemming
34
Jaarverslag 2007
6.2.3 Staat van herkomst en besteding van middelen (bedragen x € 1.000,--)
werkelijk 2007
werkelijk 2006
27 582 11 286 0 552 0 --------1.458
5 633 23 131 174 144 0 --------1.110
Totaal besteding
450 216 326 629 2 0 13 -------1.636
522 0 326 139 3 300 0 --------1.290
Saldo
-/- 178
-/- 180
-/- 364 90 167 16 1.271 -/- 639 ---------541
-/- 120 -/- 262 -/- 45 -/- 495 1.132 -/- 92 --------118
1.067 127 -/- 475 0 ----------719
-/- 105 -/- 123 768 -/- 242 ---------298
-/- 178
-/- 180
Herkomst van middelen Resultaat lopend boekjaar Afschrijvingen t.l.v. exploitatie Afschrijvingen t.l.v. reorganisatie Desinvesteringen (incl. mutatie onderhanden) Per saldo dotatie aan voorzieningen Ontvangen aflossingen Aantrekken van geldleningen Totaal herkomst Besteding van middelen Investeringen Per saldo onttrekking aan voorzieningen Aflossingen langlopende leningen Verstrekte leningen Mutatie waarborgsommen Onttrekking aan bestemmingsreserve Mutatie overig verbonden partijen
Mutaties werkkapitaal Voorraden Handelsdebiteuren Overige vorderingen Overlopende activa Liquide middelen Vorderingen op openbare lichamen Totaal Handelscrediteuren Overige schulden (excl. aflossing langlopende schulden) Overlopende passiva Bank- en girosaldi Totaal Mutaties werkkapitaal
Jaarverslag Wedeo 2007
35
6.2.4 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
(nominale waarde) of indien van toepassing lagere marktwaarde.
Inleiding Onderstaande grondslagen, waarop de waardering van de activa en passiva en de resultaatbepaling is gebaseerd, zijn bedoeld als leidraad voor een juiste interpretatie van de financiële overzichten. De jaarrekening voldoet aan het Besluit begroting en verantwoording 2004 (BBV).
Voorraden Grond- en hulpstoffen worden gewaardeerd tegen standaard verrekenprijzen, gebaseerd op de betaalde inkoopprijzen. Verschillen tussen de standaard verrekenprijs en de betaalde inkoopprijs worden als bedrijfsresultaat verantwoord. De onderhanden werken worden gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, verminderd met op de balansdatum reeds voorzienbare verliezen. De vervaardigingsprijs omvat de verrekenprijzen van de grond- en hulpstoffen, de loon- en machinekosten en de overige kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. Gereed product en halffabrikaten worden gewaardeerd tegen de fabricagekostprijs of, indien lager, tegen de verwachte marktwaarde. De fabricagekostprijs bestaat uit de kosten van de grond- en hulpstoffen, lonen, machinekosten en opslagen voor indirecte kosten. Voor het risico dat voorraden incourant zijn, wordt een voorziening in mindering gebracht.
Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende balanspost anders vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde.
Voorzover het BBV niet anders voorschrijft, zijn de baten en lasten toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voorzover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Balans Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, verminderd met afschrijvingen. Bij de waardering van de materiële vaste activa wordt rekeninggehouden met een vermindering van hun waarde indien deze naar verwachting duurzaam is. In het verslagjaar heeft een dergelijke vermindering niet plaatsgevonden. Op de grond wordt niet afgeschreven. Voor het overige vindt de afschrijving plaats op basis van een vast percentage van de aanschafprijs. De afschrijvingstermijnen kunnen per categorie verschillen afhankelijk van de levensduur. De maximum termijnen in jaren luiden als volgt: Voorzieningen aan terreinen 15 Gebouwen 40 Installaties 15 Machines 7-10 Inventarissen 10 Vervoermiddelen 5-7 Automatiseringsapparatuur 3
Uitzettingen en overlopende activa Vorderingen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Er is een voorziening voor dubieuze debiteuren getroffen. Deze voorziening wordt statisch bepaald en is in mindering gebracht op de post Handelsdebiteuren. Liquide middelen De liquide middelen zijn tegen de nominale waarde opgenomen en omvatten bank-, giro-, en kassaldi. Eigen vermogen Reserve bedrijfsrisico De reserve bedrijfsrisico dient als buffer om eventuele toekomstige tegenvallers te kunnen opvangen.
Bestemmingsreserve Onder een bestemmingsreserve wordt verstaan een reserve waaraan door het bestuur een bepaalde bestemming is gegeven. Het gehele bedrag van de bestemmingsreserves ultimo het jaar dient onderbouwd te zijn met bestuursbesluiten van het Algemeen Bestuur dan wel opgenomen te zijn in het voorliggende voorstel tot resultaatbestemming.
Financiële vaste activa De financiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs
36
Jaarverslag 2007
Resultaat na bestemming Het resultaat na bestemming is het resterende resultaat na reeds bestemde mutaties in de reserves. Het resultaat na bestemming wordt toegevoegd aan de algemene reserves.
Voorzieningen Voorziening groot onderhoud Deze voorziening heeft betrekking op het planmatig onderhoud en dient ter afdekking van grote fluctuaties in de onderhoudskosten van de bedrijfspanden. De jaarlijkse dotatie ten laste van de resultatenrekening is gebaseerd op de meerjarenraming van het planmatig onderhoud.
Overige voorzieningen De overige voorzieningen zijn opgevoerd tegen de nominale waarde. In de paragraaf Toelichting op de balans zijn deze posten uitvoerig toegelicht. Vaste schulden De leningen met een looptijd langer dan een jaar worden hieronder tegen de nominale waarde opgenomen, verminderd met de reeds gedane aflossingen. De bedragen die binnen een jaar vervallen worden onder de kortlopende schulden verantwoord. Netto vlottende schulden De hier verantwoorde schulden hebben een looptijd korter dan een jaar. Deze schulden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Loonkosten Wsw- medewerkers Hieronder zijn opgenomen de over het jaar verschuldigde salarissen, het betaalde vakantiegeld en de daarmee samenhangende sociale lasten en pensioenpremies. De ontvangen ziekengelden en WAOuitkeringen, alsmede de baten uit hoofde van de WVA (Wet vermindering afdracht loonbelasting en premies voor de volksverzekeringen) zijn hierop in mindering gebracht. Overige kosten Wsw-medewerkers De belangrijkste onder deze post opgenomen lasten zijn de vervoerskosten, de Arbo-kosten, kosten met betrekking tot opleiding en training en de kosten voor bijzondere voorzieningen voor deze groep medewerkers. Daarnaast zijn hieronder opgenomen de loonkostensubsidies voor medewerkers die zijn geplaatst in de regeling Begeleid Werken. Loonkosten ambtelijke medewerkers Hieronder vallen de over het jaar verschuldigde salarissen, het betaalde vakantiegeld en de daarmee samenhangende sociale lasten en pensioenpremies verminderd met de ontvangen ziekengelden. Uitkeringen aan niet actief personeel zijn eveneens onder deze post opgenomen. Rentelasten Onder deze post is de werkelijk betaalde rente over de leningen en over de rekening courant, verminderd met de rentebaten van de rekening courant en de verstrekte leningen, opgenomen.
Programmarekening Netto omzet De netto omzet betreft de opbrengst van aan derden geleverde goederen en diensten exclusief de over de omzet geheven belastingen. Grond- en hulpstoffen De kosten van grond- en hulpstoffen worden berekend op basis van standaard verrekenprijzen of betaalde inkoopprijzen. Hieronder zijn tevens de kosten voor uitbesteed werk opgenomen. Overige bedrijfsopbrengsten Hieronder zijn de opbrengsten voor de uitvoering van de gesubsidieerde regelingen opgenomen. Daarnaast zijn hieronder de bijdragen van de deelnemende gemeenten in de bestuurskosten opgenomen.
Jaarverslag Wedeo 2007
37
6.2.5 Toelichting op de balans Materiële vaste activa (bedragen x € 1.000,--) Boekwaarde op 1 januari Bij: investeringen Af: boekwaarde desinvesteringen Af: afschrijvingen Mutatie investeringen onderhanden Boekwaarde op 31 december
2007 6.242 450 -/- 321 -/- 593 35 -------5.813
2006 6.507 522 -/- 96 -/- 656 -/- 35 -------6.242
In 2007 is voor een bedrag van € 450.000,-- aan investeringen geactiveerd. Dit is iets lager dan het totale investeringsbedrag in 2006 (€ 522.000,--). De grootste investeringen betreffen de vervanging van machines voor bedrijf Groen en bedrijfsauto’s voor de diverse afdelingen binnen Wedeo. De desinvesteringen hebben voornamelijk betrekking op de verkoop van machines van de voormalige Grafische afdeling. Op pagina 50 is als bijlage de Verloopstaat materiële vaste activa opgenomen. De verzekerde waarde van de materiële vaste activa is als volgt: Gebouwen : Inventaris : Kassen : Machines : Vervoermiddelen : Totaal verzekerde waarde
€ 13.871.000,-€ 4.089.000,-€ 1.420.000,-€ 1.671.000,-€ 712.000,----------------------€ 21.763.000,--
In 2007 heeft er een taxatie plaatsgevonden van de gebouwen en inventaris aan de Terborgseweg en bij de Kwekerij. Financiële vaste activa (bedragen x € 1.000,--) Verstrekte hypothecaire leningen aan personeel Stichting Talent voor werk Waarborgsommen Aandelen derden Totaal
2007
2006
3.489 53 27 9 ------3.578
3.413 49 25 0 ------3.487
Het verloop van de post verstrekte hypothecaire leningen aan personeel is als volgt: Stand per 1 januari Bij: nieuw verstrekte leningen Af: ontvangen aflossingen Stand per 31 december
3.413 629 -/- 553 -------3.489
3.422 135 -/- 144 -------3.413
In het verslagjaar zijn twee nieuwe leningen verstrekt tegenover één in 2006. Daarnaast zijn drie leningen, waarvan 2 van één persoon, volledig afgelost in 2007. Per balansdatum hebben 33 medewerkers een (of meerdere) hypothecaire geldlening(en) met een gemiddelde waarde van € 106.000,-- per persoon. Ultimo 2006 ging het om 33 medewerkers en lag diezelfde gemiddelde waarde op € 103.000,-- .
38
Jaarverslag Wedeo 2007
De uitstaande waarborgsommen bestaan uit een depotbedrag bij TPG post, Waarborgfonds OVW en waarborg op materiële zaken. Wedeo heeft per 30 mei 2007 een aandeel van € 9.000,-- bestaande uit negentig aandelen ad € 100,-- in Direct Werk B.V. te Zutphen. Zie verder de toelichting in paragraaf 5.4 Verbonden Partijen Voorraden (bedragen x € 1.000,--) Grond- en hulpstoffen Halffabrikaten en gereed product Onderhanden werk Overige voorraden Af: voorziening voor incourant Totaal per 31 december
2007
2006
136 320 0 3 -/-105 ------354
259 455 106 3 -/- 105 -------718
De tendens dat de voorraden verder afnemen is voortgezet, als gevolg van gewijzigde focus van de organisatie. Een herwaardering van de post Onderhanden werk heeft tot een verdere afboeking geleid. De post Haffabrikaten en gereed product wordt net als voorgaand jaar voornamelijk gevormd door de handelsvoorraad van de Kwekerij. Handelsdebiteuren (bedragen x € 1.000,--) Handelsvorderingen Af: voorzieningen Totaal per 31 december
2007
2006
1.512 -/- 98 --------1.414
1.451 -/- 127 -------1.324
De post Handelsvorderingen is ten opzichte van ultimo 2006 met circa € 60.000 toegenomen. De per balansdatum uitstaande vorderingen voor leveringen van producten en/of diensten van het bedrijf Industrie & Dienstverlening zijn met ruim € 94.000,-afgenomen. Dit volgt uit de tendens dat het productenpakket in waarde afneemt doordat er in steeds mindere mate grondstoffen in worden verwerkt en de omzet merendeels bestaat uit arbeidskosten. Dat de vorderingen per balansdatum per saldo zijn toegenomen is met name het gevolg van de facturatie van verrichte re-integratieactiviteiten die na uitvoering van de werkzaamheden plaatsvindt. De gemiddelde krediettermijn in 2007 is ten opzichte van 2006 gestegen en bedraagt 79,5 dagen. Ter bepaling van de voorziening debiteuren is dezelfde methodiek als voorgaande jaren gehanteerd. Op basis hiervan is de voorziening bepaald op € 98.000,--. Overige vorderingen (bedragen x € 1.000,--) Afrekening uitvoering WIW PC-privé project/fietsplan Voorschotten aan personeel Overige vorderingen Totaal
2007
2006
50 67 0 129 ------246
0 70 1 8 ------79
De toename van de overige vorderingen ontstaat doordat de afrekening WIW met de gemeenten over 2007 resulteert in een vordering, waar dit in 2006 nog een schuld betrof. Daarnaast is er een vordering op de belastingdienst van € 121.000,-- inzake nog te verrekenen BTW over 2005 en 2006.
Jaarverslag Wedeo 2007
39
Vorderingen op openbare lichamen Onder deze post is, naast de bijdrage voor bestuurs- en exploitatiekosten, de overeengekomen bijdrage in het herstelplan in de vorm van een vordering op de deelnemende gemeenten (en de gemeente Bronckhorst) opgenomen. De samenstelling van deze post is per balansdatum als volgt: (bedragen x € 1.000,--) Bijdrage reorganisatiekosten (oorspronkelijk 1,2 mln) Nog in rekening te brengen bestuurskosten 2007 Nog te verrekenen exploitatiekosten 2007
395 0 -/- 210 ------185
Totaal saldo vordering per balansdatum
Overeenkomstig de daaromtrent gemaakte afspraken wordt de bijdrage in de reorganisatiekosten jaarlijks achteraf, op basis van de werkelijke in dat jaar gerealiseerde omvang aan de gemeenten in rekening gebracht. De verrekening over 2007 is nog niet in bovengenoemde post verwerkt. De in rekening gebrachte voorschotten exploitatiekosten over 2007 worden, als gevolg van een gunstige ontwikkeling van het resultaat in 2007, aan de gemeenten terugbetaald. Liquide middelen (bedragen x € 1.000,--) Liquide middelen Saldo op 31 december
2007
2006
2.413 --------2.413
1.142 --------1.142
De liquide middelen bestaan uit de kas-, bank- en girosaldi per ultimo boekjaar. Overlopende activa (bedragen x € 1.000,--) Vooruitbetaalde kosten (verzekering, onderhoud, etc.) Overige overlopende activa Totaal
2007
2006
53 11 --------64
35 13 -------48
De overlopende activa zijn ten opzichte van 2006 gestegen doordat de onderhoudscontracten van software inzake het jaar over 2008 reeds in 2007 zijn betaald. Reserve bedrijfsrisico (bedragen x € 1.000,--) Saldo op 1 januari Bij: bestemming resultaat vorig boekjaar Saldo op 31 december
2007
2006
4.671 5 -------4.676
4.616 55 -------4.671
Overeenkomstig het besluit van het Algemeen Bestuur is het resultaat over 2006 toegevoegd aan de Reserve bedrijfsrisico.
40
Jaarverslag Wedeo 2007
Bestemmingsreserve (bedragen x € 1.000,--) Saldo op 1 januari Bij: vermeerdering Af: vermindering Saldo op 31 december
2007
2006
1.200 0 0 ------1.200
1.500 0 -/- 300 -----1.200
De bestemmingsreserve is gevormd om aan toekomstige verplichtingen uit hoofde van rechten op vakantiegelden/-dagen, welke niet in de ‘normale’ baten en lasten van de begroting en jaarrekening zijn opgenomen, te kunnen voldoen. Bij de berekening van het benodigde bedrag is rekening gehouden met het feit dat het een beleidslijn is om resterende vakantiedagen aan het eind van een dienstverband in principe niet uit te betalen. Resultaat na bestemming (bedragen x € 1.000,--) Saldo op 1 januari Bij: resultaat lopend boekjaar Af: bestemming resultaat vorig boekjaar Saldo op 31 december
2007
2006
5 27 -/- 5 --------27
55 5 -/- 55 ------5
Het Algemeen Bestuur dient de bestemming van het resultaat van het boekjaar 2007 nog te bepalen. Voorzieningen: Voorziening groot onderhoud (bedragen x € 1.000,--) Saldo op 1 januari Bij: toevoeging ten laste van resultaat Af: vrijval 2007 Af: onttrekkingen Saldo op 31 december
2007
2006
459 50 -/- 29 -/- 20 ------460
509 52 0 -/- 102 -----459
Het meerjarig onderhoudsplan voor de bedrijfsgebouwen is, evenals voorgaande jaren, de basis voor de vaststelling van de benodigde voorziening per 31 december 2007. Op grond van deze actualisatie is per saldo € 21.000,-- aan de voorziening toegevoegd. In het verslagjaar is een bedrag van € 20.000,-- aan de voorziening onttrokken. Dit bedrag is gebruikt voor het geplande schilderwerk van de patio’s en het gebouw aan de parkeerzijde. Voorziening FPU (bedragen x € 1.000,--) Saldo op 1 januari Bij: toevoeging ten laste van het resultaat Af: onttrekkingen Saldo op 31 december
Jaarverslag Wedeo 2007
2007
2006
350 70 -/- 102 -------318
0 350 0 -------350
41
Deze voorziening voor FPU-kosten is gevormd om aan deze toekomstige, arbeidskostengerelateerde verplichtingen, welke niet in de ‘normale’ baten en lasten van de begroting en jaarrekening zijn opgenomen, mede omdat zij qua omvang niet gelijk blijven, te kunnen voldoen. De dotatie in 2007 heeft betrekking op het op peil brengen van de voorziening voor de verwachte FPU-kosten voor het tijdvak 2008 – 2014.
Voorziening BPM (bedragen x € 1.000,--) Saldo op 1 januari Bij: toevoeging ten laste van het resultaat Af: onttrekkingen Saldo op 31 december
2007
2006
46 10 -/- 9 -------47
0 46 0 -------46
Deze voorziening betreft de teruggave BPM (Belasting van Personenauto’s en Motorrijwielen) voor nieuw aangeschafte voertuigen die voor zakelijk gebruik worden ingezet. Wordt een voertuig binnen 5 jaar verkocht, dan moet de BPM naar rato worden terugbetaald. Elk jaar valt 1/5 deel van de voorziening vrij. Voorziening milieukosten (bedragen x € 1.000,--) Saldo op 1 januari Bij: toevoeging ten laste van het resultaat Af: onttrekkingen Saldo op 31 december
2007
2006
300 0 0 -------300
300 0 0 -------300
Het betreft hier een voorziening voor de verwijdering van een grondwaterverontreiniging onder ‘oud’ terrein aan de Terborgseweg en een soortgelijke, maar minder omvangrijke verontreiniging onder het in 2002 aangekochte terrein, eveneens aan de Terborgseweg. Voorziening reorganisatie (bedragen x € 1.000,--) Saldo op 1 januari Bij: toevoeging ten laste van het resultaat Af: onttrekkingen Saldo op 31 december
2007
2006
877 600 -/-786 -------691
1.049 350 -/- 522 -------877
Deze voorziening is in 2004 en 2005 (op basis van de toezegging deelnemende gemeenten en uit eigen middelen) gevormd om de kosten van het in 2005 in gang gezette reorganisatieproces te kunnen opvangen. In 2007 is een bedrag van € 786.000,-- ten laste van de voorziening gebracht, grotendeels bestaande uit personele kosten van exmedewerkers en externe advieskosten. Tevens zijn hieronder, ten behoeve van de Algemeen Directeur in dienst tot en met mei 2007, een bedrag van € 70.000,-- als belastbaar loon en een bedrag van € 307.000,- als (extern gevormde) voorziening betaalbaar op termijn opgenomen. De destijds gevormde voorziening is toereikend gebleken om de financiële gevolgen van de overgang van een productiegerichte SW-organisatie naar re-integratiebedrijf met de focus op arbeidsontwikkeling op te vangen.En de beoogde doelstellingen zijn in overwegende mate bereikt. Bedoelde wijziging van de koers van de organisatie is voor alle medewerkers lastig. Voor sommige werknemers in de ondersteunende en de begeleidende sfeer zijn extra middelen nodig om deze omslag te kunnen maken. Middelen in de sfeer van extra training
42
Jaarverslag Wedeo 2007
en opleiding, in verband hiermee tijdelijke externe ondersteuning, individuele coaching en mogelijk voor sommigen een outplacement traject. Om de hiermee verbonden kosten te kunnen opvangen is ten laste van het resultaat in 2007 een dotatie aan de voorziening gedaan van € 600.000,--. Het betreft namelijk toekomstige loonkostengerelateerde verplichtingen die een incidenteel karakter hebben en qua omvang kunnen fluctueren. Derhalve zijn deze niet opgenomen in de “normale” baten en lasten van de begroting en jaarrekening. Vaste schulden (bedragen x € 1.000,--) Saldo op 1 januari Af: aflossingen Bij: opnamen Saldo op 31 december Af: aflossingen komend boekjaar Balans 31 december
2007
2006
3.887 -/- 326 0 --------3.561 -/- 326 --------3.235
4.213 -/- 326 0 --------3.887 -/- 326 -------3.561
De aflossingen in het komende boekjaar zijn onder de netto vlottende schulden opgenomen. De totale rentelasten in 2007 over deze leningen was € 177.000,-- (2006: € 193.000,--). Een specificatie van de vaste schulden naar rente en looptijd is opgenomen als bijlage 2 op pagina 51. Overige schulden (bedragen x € 1.000,--) Aflossingen langlopende leningen Nog te besteden rijkssubsidie Uitvoering I/D regeling Afrekening uitvoering Wiw Te betalen BTW Overige schulden Balans per 31december
2007
2006
326 429 67 0 114 0 ------936
326 348 53 3 79 0 ------809
De overige schulden zijn ten opzichte van 2006 met € 127.000,-- toegenomen. Onder de post ‘Nog te besteden rijkssubsidies’ is het bedrag opgenomen van de toegekende middelen in het kader van het amendement “Bussemaker” voor de aanpak van de wachtlijst. Gezien de relatief gunstige (qua omvang en gemiddelde wachttijd) situatie van de wachtlijst van Wedeo in 2007 is besloten voor de aanwending van deze gelden in 2008 een adequate bestemming te bepalen. Overlopende passiva (bedragen (x € 1.000,--) Nog te betalen rente Nog te betalen kosten Begeleid Werken Nog te betalen loonheffingen en sociale lasten Nog te betalen energiekosten Overige nog te betalen kosten Totaal
2007
2006
116 26 21 463 -------626
115 12 697 25 253 ------1.102
Het totaal van de post overlopende passiva is ten opzichte van ultimo 2006 afgenomen met
Jaarverslag Wedeo 2007
43
€ 475.000,-- . Deze afname wordt veroorzaakt doordat de afdracht loonheffingen en sociale lasten over de maand december voor einde balansdatum heeft plaatsgevonden. Alleen de uitkeringen uit het sociaal fonds en eindejaarsuitkeringen zijn nog in deze post opgenomen. De post “Overige nog te betalen kosten” is toegenomen door een BTW-naheffing over de jaren 1999 t/m 2004 naar aanleiding van de belastingcontrole die in 2007 heeft plaatsgevonden.
Niet uit balans blijkende verplichtingen Uit hoofde van afgesloten langjarige huurcontracten voor gebouwen is Wedeo op jaarbasis ongeveer € 45.000,-- verschuldigd. De looptijd van de verschillende contracten varieert van één tot twee jaar. Wedeo heeft tevens een meerjarige huurovereenkomst met betrekking tot print- en kopieermachines ter grootte van € 25.000,-- per jaar . Voor toekomstige verplichtingen uit hoofde van vakantiegelden en vakantiedagen voor ambtelijke medewerkers en voor vakantiegelden voor Wsw-medewerkers, die niet in de ‘normale’ baten en lasten van de begroting en jaarrekening zijn opgenomen mede omdat zij qua omvang niet gelijk blijven, is een bestemmingsreserve gevormd ter grootte van € 1.200.000,--.
44
Jaarverslag Wedeo 2007
6.2.6 Toelichting op de programmarekening Toegevoegde waarde (bedragen x € 1.000,--)
werkelijk 2007 8.111 807 ---------7.304
werk begroting 2007 8.105 782 ---------7.323
Aantal Wsw-medewerkers (in fte’s) Waarvan Begeleid Werken
799,3 11,3
803,6 16
800,4 10,5
TW per fte (x € 1,--) TW fte excl. Begeleid Werken (x € 1,--)
9.138 9.269
9.113 9.298
9.222 9.344
Netto omzet Af: grondstoffen en uitbesteed werk Toegevoegde waarde
werkelijk 2006 8.095 714 ---------7.381
De gerealiseerde toegevoegde waarde in het verslagjaar is per saldo nagenoeg gelijk aan de werkbegroting 2007 en de realisatie in 2006. Er heeft wel een verschuiving plaatsgevonden van omzet uit productieactiviteiten naar uitvoering van re-integratietrajecten (onder andere DW/WF trajecten). De gerealiseerde toegevoegde waarde uit de ‘gewone’ Sw-activiteiten is in het verslagjaar ongeveer € 600.000,-- lager dan begroot. In vergelijking met het vorige jaar is er sprake van een afname van ongeveer € 800.000,--. In beide vergelijkingen is er sprake van enerzijds achterblijvende omzet en anderzijds hogere kosten voor uitbesteed werk. Hiertegenover staat dat de opbrengst uit re-integratieactiviteiten in 2007 de begroting fors overschreed. Ten opzicht van het boekjaar 2006 was de toename nog groter. In paragraaf 6.1. Resultaten analyse is de ontwikkeling van de toegevoegde waarde uitvoerig toegelicht, zowel voor Wedeo als totaal als op bedrijfsniveau. Overige opbrengsten (bedragen x € 1.000,--) Organisatie en uitvoering Wiw en I/D Bijdrage gemeenten in bestuurskosten Overige opbrengsten
werkelijk 2007 220 60 -------280
werk begroting 2007 226 60 ------286
werkelijk 2006 239 70 ------309
De lichte daling van de overige bedrijfsopbrengsten ten opzichte van 2006 wordt veroorzaakt door de verdere afbouw van het aantal deelnemers in de organisatie en uitvoering van de (voormalige) regelingen Wiw en I/D.
Subsidieresultaat Loonkosten Wsw medewerkers (bedragen x € 1.000,--) Bruto lonen Sociale lasten Pensioenpremies Totaal loonkosten Loonkosten per fte excl. BW (x € 1,--)
Jaarverslag Wedeo 2007
werkelijk 2007 15.489 2.439 1.783 ----------19.711
werk begroting 2007 15.770 2.523 1.376 -----------19.669
25.014
24.973
werkelijk 2006 15.284 2.375 1.833 ----------19.492 24.676
45
De gemiddelde loonkosten per fte liggen iets boven het begrote niveau. Dit wordt met name veroorzaakt door de toegenomen pensioenlasten. Ten opzichte van het vorige verslagjaar zijn de loonkosten per fte met ruim € 300,-gestegen. Dit is vooral het gevolg van een stijging van de bruto lonen. Vervoerskosten Wsw medewerkers (bedragen x € 1.000,--) Vervoerskosten Overige kosten Wsw medewerkers (bedragen x € 1.000,--) Werkkleding Bijzondere voorzieningen Fiets-/openbaarvervoerplan Opleidingen Bedrijfsgezondheidsdienst/ARBO Overige kosten Totaal
werkelijk 2007 414
werk begroting 2007 359
werkelijk 2006 382
werkelijk 2007 65 119 77 124 199 128 ------712
werk begroting 2007 49 167 61 100 125 71 -----573
werkelijk 2006 55 171 60 140 116 69 -----611
De overige kosten Wsw-medewerkers zijn per saldo € 139.000,-- hoger dan begroot. Dit wordt voor het grootste deel veroorzaakt door de kosten van het medewerkertevredenheidsonderzoek dat in 2007 is uitgevoerd. Daarnaast zijn de opleidingskosten hoger dan begroot door de cursus ‘coachend leidinggeven’. Rijkssubsidie (bedragen x € 1.000,--) Rijkssubsidie
werkelijk 2007 20.794
werk begroting 2007 20.274
werkelijk 2006 20.224
Voor de rijkssubsidie is in de werkbegroting uitgegaan van de, toen bekende, voorlopig vastgestelde rijksbijdrage van € 24.704,-- per standaard eenheid (SE). De voor 2007 toegekende taakstelling was 820,7 SE. De in 2007 gerealiseerde bezetting is 822,5 SE. In de loop van 2007 is de subsidie, inclusief de aanpassing voor ontwikkeling van de loonkosten, definitief vastgesteld op € 25.337,-- per SE. Gezien de overrealisatie is het volledige toegekende subsidiebedrag in de programmarekening verwerkt. Het verschil tussen de werkelijke en begrote rijkssubsidie is dus volledig het gevolg van de afwijking tussen de voorlopige en de definitieve subsidie per SE. Begeleid werken (bedragen x € 1.000,--)
werkelijk 2007 Begeleid werken (loonkosten/kosten derden) 127
werk begroting 2007 250
werkelijk 2006 110
De kosten van begeleid werken zijn lager dan begroot ten gevolge van een lager aantal personen dat in Begeleid werken is geplaatst.
46
Jaarverslag Wedeo 2007
Loonkosten ambtelijke medewerkers (bedragen x € 1.000,--) Bruto lonen Sociale lasten Pensioenpremies Loonkosten ambtelijke medewerkers
Ambtelijke medewerkers (gemiddeld,in fte) Loonkosten per fte (x € 1,--)
werk begroting 2007 3.071 175 391 --------3.637
werkelijk 2006 3.213 259 380 -------3.852
65,0
65,9
71,8
55.369
55.190
53.649
werkelijk 2007 3.025 230 344 --------3.599
De loonkosten van het ambtelijk personeel liggen op het niveau van de begroting. De financiële consequenties van de op handen zijnde CAO-wijziging zijn in 2007 verwerkt, zoals een stijging van het brutoloon en een verhoging van de eindejaarsuitkering. Dit heeft effect gehad op de loonkosten per fte waardoor deze zijn gestegen ten opzichte van 2006. Overige kosten ambtelijke medewerkers (bedragen x € 1.000,--) werkelijk 2007 Studiekosten 75 Aanstellingskosten 43 Uitzendkrachten 507 Bijdrage FPU-gemeenten 70 Overige kosten ambtelijke medewerkers 48 ------Totaal 743
werk begroting 2007 50 16 512 0 50 -----628
werkelijk 2006 52 4 242 86 43 -----427
De overige kosten ambtelijke medewerkers zijn € 115.000,-- hoger dan begroot. Het grootste deel hiervan is de dotatie aan de FPU-voorziening. Daarnaast zijn er kosten gemaakt voor werving en selectie van de nieuw aangestelde Algemeen Directeur. Ten opzichte van 2006 zijn de kosten van uitzendkrachten toegenomen als gevolg van het niet meer invullen van vacatures door ambtelijk medewerkers. Deze toename was al voorzien in de begroting. Afschrijvingen vaste activa (bedragen x € 1.000,--)
werkelijk 2007 Ten laste van de exploitatierekening 582 Ten laste van de voorziening reorganisatie 11 ------Totaal afschrijvingen vaste activa 593
werk begroting 2007 654 0 ------654
werkelijk 2006 633 23 -----656
Doordat een aantal in 2007 geplande investeringen zijn doorgeschoven naar 2008 wijken de afschrijvingslasten af ten opzichte van de begroting. Daarnaast zijn een aantal machines en installaties, waaronder motafzuiging, afgestoten. De afschrijvingslasten van de vaste activa die worden/werden gebruikt bij af te stoten/reeds beëindigde activiteiten worden met ingang van 1 oktober 2005 ten laste van de voorziening reorganisatie gebracht.
Jaarverslag Wedeo 2007
47
Rentelasten (bedragen x € 1.000,--) Rente leningen o/g Rente leningen u/g Rente RC saldi Overige rentelasten en -baten Totaal
werkelijk 2007 177 -/- 143 -/- 32 -/- 14 --------/- 12
werk begroting 2007 235 -/-125 5 0 -------115
werkelijk 2006 193 -/- 135 -/- 14 -/- 12 ------32
In de begroting over 2007 is rekening gehouden met een geplande lening, die echter niet is afgesloten. Uit voorzichtigheidsprincipe was bij het bepalen van de renteopbrengsten uit hypotheken rekening gehouden met vervroegde aflossingen en met mogelijke debetstanden van de rekening-courantsaldi. Beide ontwikkelingen hebben zich in 2007 niet voorgedaan in de mate als begroot. werk Overige bedrijfskosten werkelijk begroting werkelijk (bedragen x € 1.000,--) 2007 2007 2006 66 44 140 Huren Onderhouds- en schoonmaakkosten 645 603 608 Energiekosten 389 400 420 Belastingen en verzekeringen 126 181 168 Indirecte productiekosten 108 102 107 Verkoopkosten 42 55 55 Kosten dienstverlening door derden 289 294 284 Overige bedrijfskosten 345 534 365 ------------------------Totaal 2.010 2.213 2.147 Ten opzichte van de werkbegroting zijn de huren hoger uitgevallen als gevolg van het bijhuren van extra kasruimten voor de productie van de Kwekerij. De kosten motorvoertuigenverzekering zijn gedaald door een collectiviteitsverzekering via Cedris en een lagere premie voor de overige verzekeringen. De overige bedrijfskosten zijn € 190.000,- lager dan begroot als gevolg van lagere kosten voor kantoorbenodigdheden, abonnementen en reis- en verblijfkosten. Daarnaast was in de begroting een post diverse kosten voorzien van € 169.000,--. In werkelijkheid zijn deze kosten slechts zeer beperkt voorgekomen. Diverse baten en lasten (bedragen x € 1.000,--)
werkelijk 2007 Mutatie voorziening debiteuren 1 Bijdrage gemeenten reorganisatievoorz. 0 Dotatie voorziening reorganisatie -/- 600 Dotatie voorziening FPU 0 Resultaat desinvesteringen 37 Voorraadverschillen/afboeking incourante voorraden -/- 27 Overige baten en lasten 124 -------Totaal -/- 465
werk begroting 2007
--------0
werkelijk 2006 1 0 -/- 350 -/- 350 9 -/- 255 -/- 53 --------/- 998
In 2007 is een dotatie aan de reorganisatievoorziening ad € 600.000,-- gedaan. De redenen hiervoor staan toegelicht in de paragraaf 6.2.5. Toelichting op de balans. Het afboeken van de voorraden betreft een correctie naar aanleiding van de inventarisatie en is tevens een
48
Jaarverslag Wedeo 2007
gevolg van incourantheid als gevolg van afgestoten activiteiten. De overige baten en lasten bestaan onder andere uit resultaat op prijsverschillen grondstoffen en de vrijval van een deel van de in voorgaande jaren gereserveerde rijkssubsidie voor eventuele terugbetaling wegens het niet correct uitvoeren van de regelingen.
Jaarverslag Wedeo 2007
49
Bijlage 1 Verloopstaat materiële vaste activa (bedragen x € 1.000,--)
Terreinen
Grond
Bedrijfsgebouwen Machine
Installaties
Inventaris
Vervoer Hard- en middel software
Totaal
Aanschafwaarde Per 1 januari 2007
1.289
604
4.670
Investeringen in 2007
3.769 1.550 211
30
Desinvesteringen in 2007
-/- 94
Aanschafwaarde per 31 december 2007
1.195
604
4.624
2.317 1.347
0
250
2.030
2.956 1.074
31
129
Cumulatieve afschrijvingen Per 1 januari 2007 Afschrijvingen 2007
81
194
42
-/- 45 -/-1.509 -/-165
766
15.033
127
-/- 46 -/- 1.663 -/- 233 -/- 133 -/- 229
Terugboeking afschrijvingen van desinvesteringen 2007
Cumulatieve afschrijvingen Per 31 december 2007
1.127 1.258
1.075 1.156
449 -/- 50
-/- 2.448
716
13.034
865
835
746
8.756
52
136
9
593
-/-129 -/- 229
-/- 50
-/- 2.127
0
281
2.114
1.641
951
788
742
705
7.222
1.289 -/- 36
354
2.640
813
476
262
423
20
6.277 -/-36
1.253
354
2.640
813
476
262
423
20
6.241
Boekwaarde per 31-12- 2007 1.195 Onderhanden Boekwaarde incl. 1.195 onderhanden
232
2.510
676
396
288
414
12
5.813
232
2.510
676
396
288
414
12
5.813
Boekwaarde per 1-1-2007 Onderhanden Boekwaarde incl. onderhanden
50
Jaarverslag Wedeo 2007
Bijlage 2 Overzicht geldleningen ( bedragen x € 1.000,--) Verstrekker jaar rente saldo opge- aflossing af te van percen- looptijd hoofd- per nomen in 2007 saldo per lossen ingang tage in jaren som 1-1-'07 in 2007 31-12-' 07 in 2008
B.N.G
1995
6,80
15
1.361
363
-
91
272
91
B.N.G
1999
5,00
20
1.361
885
-
68
817
68
B.N.G
2000
5,99
17
1.142
739
-
67
672
67
B.N.G
2005
3,87
20
2.000
1.900
-
100
1.800
100
4.213
-
326
3.561
326
Totaal
Jaarverslag Wedeo 2007
51
7 Overige gegevens 7.1. Accountantsverklaring Aan het algemeen bestuur van Gemeenschappelijke Regeling Wedeo te Doetinchem
Accountantsverklaring Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening 2007 van de Gemeenschappelijke Regeling Wedeo te Doetinchem, bestaande uit de balans per 31 december 2007 en de programmarekening over 2007 met de toelichtingen, gecontroleerd. Verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur Het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Wedeo is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven, en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting, en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen (waaronder interne verordeningen). Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van zowel de baten en lasten als de activa en passiva, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat en voor de naleving van de relevante wet- en regelgeving, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 213, tweede lid van de Gemeentewet. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten en de controleverordening Wedeo. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van zowel de baten en lasten als de activa en passiva, alsmede het voor de naleving van de wet- en regelgeving relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn, maar
52
Jaarverslag Wedeo 2007
die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de gemeenschappelijke regeling. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving, van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de gemeenschappelijke regeling heeft gemaakt, een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening, alsmede een evaluatie van het normenkader voor rechtmatigheid zoals vastgesteld door het algemeen bestuur op 13 december 2006. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten. Deze goedkeuringstolerantie is door het algemeen bestuur in haar vergadering van 13 december 2006 vastgesteld. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van de Gemeenschappelijke Regeling Wedeo een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2007 als van de activa en passiva per 31 december 2007 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen (waaronder interne verordeningen). Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 213 lid 3 onder d Gemeentewet melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Arnhem, 3 april 2008 Deloitte Accountants B.V. was getekend drs. M. Knip RA
Jaarverslag Wedeo 2007
53
7.2. Normenkader en controletoleranties 2007 Normenkader Per 1 januari 2004 dient op grond van artikel 213 van de Gemeentewet de accountant behalve een getrouwheidsonderzoek naar de jaarrekening ook een rechtmatigheidsonderzoek naar de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties uit te voeren. Het Algemeen Bestuur heeft in zijn vergadering van 13 december 2006 het normenkader ten behoeve van de financiële rechtmatigheid voor 2007 vastgesteld. Wetten in formele zin worden vanuit buiten opgelegd en zijn daardoor niet beïnvloedbaar door het Algemeen Bestuur. Deze vallen dus te alle tijden onder het normenkader. Onderstaand worden de belangrijkste genoemd: • Grondwet; • Gemeentewet; • Wet gemeenschappelijke regelingen; • Burgerlijk Wetboek; • Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en daarbij behorende regelingen/protocollen; • Wet Werk en Bijstand (WWB) • Besluit begroting en verantwoording (BBV); • BAPG; • Wet Financiering decentrale overheden (Fido); • Fiscale en sociale wetgeving; • Regels omtrent Europese Aanbesteding; • Wet Milieubeheer; • Arbo-wet; • Privacy-wetgeving. Daarnaast heeft het Algemeen Bestuur expliciet de nadere (interne) regelgeving vastgesteld. De volgende interne verordeningen c.q. regelgeving vallen voor het jaar 2006 onder het normenkader van de Financiële Rechtmatigheid: • Gemeenschappelijke Regeling Wedeo Doetinchem; • Financiële verordening Wedeo (ex. art. 212); • Controleverordening Wedeo (ex. art. 213); • Delegatiebesluit Wedeo 2001 (verdeling bevoegdheden AD en DB); • Mandaatbesluit 2004 Wedeo (Directiestatuut); • Register verleende ondermandaten; • Treasurystatuut; • Statuut interne audits Wedeo; • Besluit inkoop- en aanbestedingsbeleid Wedeo; • Budgetprocedure kapitaalsinvesteringen; • Inkoopbeleid Wedeo; Controletoleranties De volgende goedkeurings- en rapportagetoleranties zijn door het Algemeen Bestuur in zijn vergadering van 13 december 2006 vastgesteld: • 1% van de lasten voor fouten; • 3% van de lasten voor onzekerheden in de controle. De toleranties gelden zowel voor de getrouwheid als voor de rechtmatigheid. Tevens is aan de accountant de opdracht verstrekt bij fouten of onzekerheden van € 50.000,-- of hoger zijn bevindingen hierover te rapporteren in het rapport controle jaarrekening.
54
Jaarverslag Wedeo 2007
7.3. Samenstelling Bestuur per 31 december 2007 Algemeen Bestuur namens de gemeente Doetinchem de heer O.E.T. van Dijk, wethouder mevrouw J. Grootjans – Doornbos, raadslid de heer D.C. Kuipers, raadslid -
namens de gemeente Montferland de heer J.T.W. van Vuuren, wethouder mevrouw C.M.W. Reesing – Som, raadslid de heer B.G. Rosendaal, raadslid
-
namens de gemeente Oude IJsselstreek de heer J.F.M. Freriks, wethouder mevrouw A.A.F.J. Aalbers – van Ham, raadslid de heer G.L.J.M. Wildenbeest, raadslid
-
de heer A.J.H. Arntz, wnd. secretaris
Dagelijks Bestuur de heer J.F.M. Freriks, voorzitter de heer O.E.T. van Dijk, vice-voorzitter de heer J.T.W. van Vuuren, penningmeester de heer A.J.H. Arntz, wnd. secretaris 7.4. Samenstelling commissies per 31 december 2007 Financiële Commissie de heer J.T.W. van Vuuren, voorzitter de heer G.L.J. M. Wildenbeest, lid Algemeen Bestuur de heer drs. M. Knip RA, extern adviseur, Deloitte de heer A.J.H. Arntz, directeur Middelen Klachtencommissie ongewenst gedrag mevr. Mr. S.S. Tegenbosch, voorzitter mevr. W. van Bruchem, secretaris de heer A.N.M. Kuit mevr. G.J. Hugen - Waarlo 7.5. Samenstelling Ondernemingsraad per 31 december 2007 de heer M.L.J. van Ampting de heer R.W.W. Cnossen de heer M.A. Floors de heer A.N.M. Kuit, voorzitter de heer T. Lahau de heer R.P.M. Meussen mevrouw B.M. Peelen mevrouw A.W. Plewa de heer B.J. Stoker de heer J. Taken de heer P. van de Wardt de heer G.B.T. Wesselius, secretaris mevrouw M.W. Wijnands - Esman
Jaarverslag Wedeo 2007
55