12
zomer 2000
Landelijk platform wil informatica beter op de kaart zetten
2/3
Pedro D’Argenio: “Liefst werk met praktische implicaties”
4
IPA helpt Philips bij ontwikkelen ‘ambient intelligence’
5
CWI en TNO samen in trade agent technologie
6/7
2
Onderzoekscholen, CWI en NWO bundelen krachten
Landelijk platform moet informatica beter op de kaart zetten Informatica moet als wetenschappelijke discipline beter voor het voetlicht worden gebracht. Zowel in de academische wereld, bij de politiek, het bedrijfsleven als het brede publiek. Dat vinden de vijf landelijke Informatica-onderzoekscholen, het Centrum voor Wiskunde en Informatica (CWI) en de Adviescommissie Informatica van NWO. Daarom gaan zij gezamenlijk een platform oprichten. Als aanspreekpunt, als lobby-club en om het belang en de zegeningen van het vakgebied beter uit te dragen.
onderzoek te weinig in, en de politiek en de beleidsmakers weten ons onvoldoende te vinden.” Vandaar het plan om de krachten te bundelen in een platform. Het idee is geboren in het regelmatige overleg van de Adviescommissie Informatica van NWO met de directeuren van de vijf onderzoekscholen
en het CWI. De recente reorganisatie van NWO heeft daarbij een Internet, e-commerce, smart homes, draadloze communica-
zetje in die richting gegeven. De genoemde adviescommissie is
tie, tal van ontwikkelingen en vraagstukken op het gebied van
in de plaats gekomen van de vroegere Stichting Informatica
ICT (Informatie- en Communicatietechnologie) staan volop in
Onderzoek Nederland (SION). Waar SION echter niet alleen het
de belangstelling. Informatica als wetenschappelijke discipline
beschikbare geld voor fundamenteel informatica-onderzoek
lijkt hier echter nauwelijks van te profiteren. Paradoxaal
verdeelde maar ook als landelijk aanspreekpunt fungeerde, is
genoeg dreigt het fundamenteel onderzoek juist in de verdrukking te raken. Onder druk van de markt en de overheid besteden universiteiten een te groot deel van de beperkte middelen voor informatica aan toepassingsgericht
onderzoek.
Bovendien
wordt het werven en behouden van talentvolle postdocs en promovendi steeds moeilijker. Imago-probleem “Het wetenschappelijk Informatica-onderzoek kampt met een imago-probleem. Visitaties wijzen uit dat de kwaliteit over het algemeen prima en hier en daar
Prof.dr. Peter Apers: “Het wetenschappelijk Informatica-onderzoek kampt met een imago-probleem".
zelfs uitstekend is en op internationaal niveau ligt. Tegelijkertijd klinken er regelmatig klach-
die tweede functie bij de adviescommissie veel minder zicht-
ten - bijvoorbeeld van het ministerie van Economische Zaken en
baar. Apers: “Het gevoel dat informatica beter in beeld moet
uit het bedrijfsleven - dat het onderzoek onvoldoende zou aan-
komen was er tien jaar geleden ook al, maar het veld is tot nu
sluiten bij hetgeen er in de praktijk gebeurt,” aldus prof.dr.
toe te verdeeld geweest. Het besef dat een landelijk platform
Peter Apers. Hij is hoogleraar databases aan de Universiteit
gewenst is, lijkt nu groter.”
Twente en voorzitter van de Adviescommissie Informatica van NWO. “Blijkbaar ontbreekt het aan een coherent en helder
Balans zoek
totaalbeeld. Het brede publiek beseft amper wat informatica
Prof.dr. Jos Baeten, directeur van het IPA, onderschrijft de
precies inhoudt, bedrijven zien de noodzaak van fundamenteel
analyse van Apers volledig. “Het economisch belang van ICT
3 neemt exponentieel toe. Informatica dringt diep door in het
nen wordt nog gezocht. Ook is het volgens Apers denkbaar dat
dagelijks leven. In zowat elk apparaat dat de consument koopt
STW, het Telematica Instituut en bedrijven deel gaan uitmaken
schuilt een computer en internet is voor veel mensen dagelijks
van het samenwerkingsverband.
gebruik geworden. Alleen met voldoende fundamenteel onderzoek op de universiteiten kan ook in de verdere toekomst die
Walter van Hulst
brede ontwikkeling op gang worden gehouden.” Baeten ervaart aan den lijve dat de beeldvorming dringend bijstelling behoeft. “Informatica is een jong vakgebied. Niet alleen de buitenwacht, maar ook tal van collega’s van gevestigde discipline’s zien ons als nieuwlichters, die nog maar net komen kijken in de ‘echte’ wetenschap.” De IPA-directeur benadrukt dat het niet zozeer gaat om meer geld, alhoewel hij het huidige NWO-budget voor informatica - nog geen vijf miljoen gulden structureel per jaar - in geen verhouding vindt staan tot het aantal studenten en het maatschappelijk belang van de discipline. “De balans is zoek. Mede door de enorme vraag naar hoger opgeleiden in de ICT lopen de studentenaantallen de laatste jaren - gelukkig - weer flink op. Door de systematiek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ijlen de bijbehorende budgetten echter na. Die toenemende vraag naar onderwijs legt extra druk op de medewerkers, temeer daar ook het bedrijfsleven in de rij staat voor cursussen en bijscholing. Datzelfde bedrijfsleven heeft overigens ook wel geld over voor onderzoek, maar dat is altijd op de korte termijn gericht. Juist door deze ontwikkelingen - die op zich positief zijn - dreigt het fundamenteel onderzoek in de knel te raken. En als we op de lange termijn ook nog willen meetellen, kunnen we ons dat niet permitteren.” Prominent in de media Baeten beaamt het groeiende besef dat alleen samenwerking de zichtbaarheid van informatica als discipline kan vergroten. “Zoals overal in de wetenschap blijft het eigenbelang ongetwijfeld een grote rol spelen. Maar de noodzaak voor een krachtenbundeling wordt steeds sterker gevoeld. IPA zal zeker haar steentje bijdragen om het platform tot een succes te maken.” Zowel Apers als Baeten zien voor het platform een taak weggelegd om te lobbyen bij ministers, beleidsmakers en politici. Apers, die voorlopig voorzitter is van het platform in oprichting: “Straks kan ik namens het gehele informatica-veld spreken. Dat heeft toch meer impact dan als voorzitter van een adviescommissie.” Ook zal zo’n landelijke club eerder worden benaderd als de overheid bijvoorbeeld weer een ICT-plan maakt of een task force opricht. Verder zal het platform zeker ook activiteiten ‘naar buiten’ ondernemen, met name op het gebied van pr. Een eerste notitie noemt bijvoorbeeld ‘wekelijks één informatica-item prominent in de media’. Dit soort concrete doelen zal worden uitgewerkt in een actieplan. Met NWO worden inmiddels gesprekken gevoerd over eventuele steun, zowel in secretariële als financiële zin. Naar eventuele andere bron-
Wie is wie in informaticaland Het grootste deel van het universitaire onderzoek in de informatica vindt plaats in vijf landelijke onderzoekscholen, die elk een bundeling vormen van tal van groepen op diverse universiteiten. Tussen deze vijf onderzoekscholen lopen onderlinge verbindingen. Daarnaast is het nog het CWI (Centrum voor Wiskunde en Informatica) te Amsterdam. • ASCI (Advanced School for Computing and Imaging). Het penvoerderschap berust bij de TU Delft, directeur is prof.dr. Andrew Tanenbaum (TU Delft). De nadruk ligt op computer-systemen en beeldvormende systemen. • IPA (Instituut voor Programmatuurkunde en Algoritmiek). De TU Eindhoven voert het penvoerderschap, directeur is prof.dr. Jos Baeten (TUE). Het werkgebied van IPA is kort gezegd het verbeteren van de betrouwbaarheid, prestatie, snelheid en flexibiliteit van software. • Logica. Penvoerder is de Universiteit van Amsterdam, directeur is prof.dr. Jan van Eijck (CWI). Logica bundelt het logica-onderzoek in de wiskunde, informatica, kunstmatige intelligentie, filosofie en linguïstiek. • SIKS (School voor Informatie- en Kennissystemen). De Vrije Universiteit Amsterdam voert het penvoerderschap, directeur is prof.dr. John-Jules Meyer (Universiteit Utrecht). SIKS doet met name onderzoek naar het opslaan, structureren en bewerken van grote hoeveelheden informatie en kennis. • TGS (Telematica Graduate School). Is gevestigd aan de Universiteit Twente en maakt deel uit van het topinstituut CTIT (Centre for Telematics and Informatica Technology). Wetenschappelijk directeur is prof.dr.ir. Ignas Niemegeers. TGS doet multidisciplinair onderzoek naar telematica systemen en het gebruik van telematica. • CWI (Centrum voor Wiskunde en Informatica). Gevestigd te Amsterdam met als directeur dr.ir. Gerard van Oortmerssen, participeert in meerdere van de genoemde onderzoekscholen. Naast onderzoek heeft het CWI kennistransfer naar industrie/bedrijfsleven en maatschappij nadrukkelijk in haar missie.
4
Promovendus Pedro D’Argenio:
“Mijn werk moet wel praktische implicaties hebben” ‘Born some time ago under the karma of the french revolution in the city of La Plata’. Deze intrigerende zin staat op de site van Pedro D’Argenio, onderzoeksmedewerker bij de groep Formele Methoden en Gereedschappen van de Universiteit Twente. Pedro kwam vijf jaar geleden vanuit zijn geboorteplaats La Plata in Argentinië naar Enschede om te promoveren. “Omdat Nederland een van de landen is waar het meest gebeurt op mijn vakgebied, het ontwikkelen van methoden voor de analyse en specificatie van tijdsafhankelijke systemen.”
ven. Ook al was Pedro’s onderzoek volledig academisch, het belang voor de praktijk is groot. “Tijdsafhankelijke systemen kom je steeds meer tegen. ‘Zachte’ realtime systemen bijvoorbeeld in je stereo, je magnetron en in de geldautomaat bij de bank. Dit soort systemen moet correct en redelijk op tijd werken, maar er mag soms best énige vertraging optreden. Als het
Wie op Pedro’s site een letter van ‘some time ago’ aanklikt krijgt onder meer sites te zien over de moord op Martin Luther King, de eerste bemande ruimtevlucht met de Apollo, de oorlog in Vietnam en de studentenrevolte in Parijs. Inderdaad, Pedro is geboren in 1968. “Ik heb die onderwerpen op mijn site gezet, omdat ze mij vanuit menselijk oogpunt aanspreken. Ik juich de ontwikkeling van de wetenschap toe, ik ben tegen moord, ik ben tegen oorlog. Je zou het als een soort politieke stellingname kunnen zien.” En de ‘french revolution’? “Ik ben op 14 juli geboren, de dag waarop de Franse Revolutie uitbrak.” Pedro studeerde informatica aan de Nationale Universiteit van La Plata waar hij nog een vijftal jaren als assistent werkte. De overstap naar Enschede was
Pedro D’Argenio
groot: La Plata is in alle opzichten een wereldstad, Enschede is meer een ‘plattelandsgemeente’. “Het bevalt me
maar niet vaak en niet lang is. Harde realtime systemen moeten
hier nu wel, maar op termijn wil ik toch naar een grotere stad.”
daarentegen altijd op tijd reageren, anders kunnen de gevolgen
Begin jaren negentig woonde Pedro al een paar maanden in Eindhoven, waar hij aan de Technische Universiteit in de groep Formele Methoden werkte. “Een
desastreus zijn, zoals bij een spoorweg-
“Ik geloof niet in wetenschap om de wetenschap”
Argentijnse collega en vriend van mij is
overgang.” Inmiddels heeft zijn promotie een vervolg gekregen in het project Verification of Hard and Softly Timed Systems (HaaST), gefinan-
daar gepromoveerd en was heel erg te spreken over de kwaliteit
cierd door Progress, het landelijke STW-researchprogramma
van die groep. Door zijn enthousiasme ben ik er ook naartoe
voor embedded systemen. In HaaST werkt Pedro samen met de
gegaan en van daaruit later weer naar Twente.”
groep Technische Toepassingen van de Universiteit Nijmegen en Philips Research. “Ik werk vooral aan de ontwikkeling van
Realtime systemen
een tool voor zachte realtime systemen, gebaseerd op mijn pro-
Tijdens zijn promotie ontwikkelde Pedro een formele taal
motie en bedoeld voor praktische toepassingen. Ook dit is weer
voor de specificatie van ‘harde’ realtime systemen en een for-
puur academisch, maar ik geloof niet in wetenschap om de
meel raamwerk voor de specificatie en analyse van ‘zachte’ real-
wetenschap. Mijn werk moet altijd verband houden met de
time systemen. Voor beide systemen introduceerde hij automa-
praktijk, en liefst ook worden toegepast.”
ten om het gedrag van een systeem grafisch weer te geven en procesalgebra om dat gedrag in wiskundige termen te beschrij-
Harrie Quispel
5
Slimme systemen voor de huiskamer
IPA met EESI en Philips in ontwikkeling ‘ambient intelligence’ Je loopt je huiskamer binnen, en licht en verwarming springen automatisch op de door jou gewenste sterkte. Nadat je bent gaan zitten, verschijnt je lievelingsprogramma vanzelf op een groot scherm. Wanneer je naar een andere kamer gaat, volgt het beeld je naar een scherm daar. Na afloop van het programma vraag je om de kaart van Italië, wijst op het scherm je vakantiebestemming aan en vraagt hoe het weer er morgen zal zijn. Ergens vanuit de ruimte krijg je antwoord. Aan dit toekomstbeeld werken onderzoekers van het IPA, het Eindhoven Embedded Systems Institute (EESI) en Philips Research. Emile Aarts, Philipsresearcher en TUE-deeltijdhoogleraar, geeft een toelichting. Revolutionair Een eerste voorbode van die slimme systemen van de toe-
Emile Aarts
“Tivo is een revo-
komst is een intelligente videorecorder zonder videoband maar
lutionair concept” meent Aarts. “Het is het eerste consumen-
met harde schijf. Een product van het Amerikaanse bedrijf Tivo,
tenelektronica-product met een harde schijf, buiten de computer.” De mogelijkheden zijn legio. Kom je net iets te laat binnen voor je favoriete TV-programma, dan kun je het toch helemaal zien - inclusief het begin. Omdat het slimme kastje uit zichzelf wist dat het dat programma voor jou moest opnemen. En omdat de harde schijf tegelijk kan opnemen en afspelen, zodat je met kijken kunt ‘achterlopen’ op een liveuitzending. De hard disc biedt tevens mogelijkheden om het programma nog tijdens de uitzending vertraagd of versneld af te spelen, even stop te zetten om koffie te pakken of terug te spoelen om een bepaald stuk nog eens te zien.
De Philips Flatscreen TV, straks overal in huis te vinden?
“Dit betekent wel dat het apparaat de informatiestromen
waarop Philips en Sony licentie hebben genomen en dat moge-
goed moet managen, op dat punt valt nog het nodige te verbe-
lijk binnenkort ook op de Europese markt verschijnt. Inmiddels
teren”, verklaart Aarts. “Dat geldt evenzo voor het autonoom
is er concurrentie van Replay Networks en Panasonic en volgens
opnemen van programma’s. Daarvoor moet het systeem een
geruchten ook van PlayStation.
Vervolg op pag. 8
6
CWI samen met TNO in strategisch project
Trade agents stemmen informatie af op zoekvraag KPN is geïnteresseerd in slimme software die klanten door een ‘winkelcentrum’ van diensten leidt. En ING wil graag de juiste en relevante gegevens over aandelenkoersen en bedrijven supersnel doorsluizen naar beursspelers. Dat alles online. De aangeboden informatie afstemmen op de zoekvraag kan met behulp van slimme software, trade agents genoemd. Een IPA-groep op het Centrum voor Wiskunde en Informatica (CWI) heeft op dit gebied een strategisch samenwerkingsproject met TNO. Want dergelijke programmatuur gaat een gouden toekomst tegemoet in het tijdperk van e-commerce. “Wie via internet op zoek gaat naar een geschikte hypo-
dus zinvol om daarvoor de benodigde expertise op te bouwen en toepasbaar te maken. Het CWI doet weliswaar fundamenteel onderzoek, maar met de blik gericht op toepassingen en daarom een slag concreter dan de universiteiten. In deze voor ons dus de ideale partner. Wij definiëren de vraag vanuit het bedrijfsleven zodanig dat het CWI ermee uit de voeten kan.”
Evolutionaire systemen
theek, treft een enorme hoeveelheid informatie aan. Maar veel
Rogier kwam derhalve ‘vanzelf’ uit bij dr.ir. Han La Poutré,
daarvan is niet relevant voor je eigen specifieke situatie. Om te
CWI-teamleider van de groep die onder andere onderzoek doet
voorkomen dat je al die gegevens zelf moet filteren, kun je een
naar evolutionaire systemen en hun toepassingen (zie kader). La
slim zoekprogramma een beschrijving van jezelf geven - leeftijd, inkomen etc - en gericht data uit die brij laten halen. Je laat je als het ware vertegenwoordigen door een agent die met enkele offertes bij je terugkomt.” Aldus legt ir. Jan Rogier, medewerker van de afdeling Informatie Systemen van TNO-TPD, uit wat onder het begrip trade agent moet worden verstaan. Het betreffende onderzoeksgebied is ‘hot’, want elektronisch zakendoen is sterk in opmars. Daarnaast biedt de trade agent-technologie nog tal van andere toepassingen, van verkeersregeling tot het updaten van software in een satelliet. Rogier: “Wij zien als TNO op dit terrein veel mogelijkheden voor bedrijven. Het is
Spin off bedrijven
Dr.ir. Han La Poutré Poutré: “Evolutionaire systemen maken gebruik van algoritmen
Het eerste heette Nlnet, ging in 1989 als stichting van start en werd
die zijn afgeleid van de biologische evolutietheorie. Ze hebben
in 1994 een bedrijf. DigiCash volgde in 1990, maar is inmiddels
als voordeel ten opzichte van discrete algoritmen dat delen van
gestopt. Onder de naam Software Improvement Group is alweer het
de aanpak kunnen worden ontwikkeld binnen het systeem zelf.
negende in de maak. Regelmatig starten CWI-medewerkers een eigen
Je hoeft dus niet alles expliciet te coderen en kunt uit de voeten
bedrijf. De eerste jaren blijven ze nauw gelieerd aan het moederinsti-
met ‘vagere’ begrippen. Met name voor het simuleren van stra-
tuut, hetgeen een succesfactor blijkt. De spin off bedrijven van het CWI
tegieën en gedragingen van mensen of stukken software op het
zoeken het vaak in de richting van internet. Zo ontwikkelt Eidetica,
gebied van marktmechanismen of onderhandelen zijn evolu-
inmiddels gevestigd in het Twinning Center vlak bij het instituut, een
tionaire systemen goed bruikbaar, want ze zijn lerend, passen
slimme, gespecialiseerde zoekmachine voor kenniswerkers op basis
zich aan. Wat niet wil zeggen dat ze per definitie dé oplossing
van software die kijkt naar de context van woorden. En Unipay doet
zijn. Dat hangt van het probleem af. Ik beschouw evolutionaire
in diensten op het gebied van elektronisch betalen. Een heel andere
en discrete algoritmen als complementair.” In het geval van
richting gaat Data Destilleries op met software voor datamining.
geavanceerde trade agents zijn evolutionaire systemen echter
7 de aangewezen weg, is de overtuiging van Rogier. “Het gaat om enorme hoeveelheden data en parameters. Het kost eenvoudig-
Modelleren, classificeren en simuleren
weg te veel tijd om alle mogelijke gedragingen met discrete
Het CWI is een onderzoeksinstituut dat behalve research ook ken-
algoritmen te modelleren en te inventariseren.”
nistransfer naar bedrijven en de maatschappij hoog in het vaandel
Wereldwijd wordt op veel plaatsen gewerkt aan slimme
heeft. Het instituut wordt voor zeventig procent betaald door NWO en
zoekmethodes en trade agents, maar volgens La Poutré gaat het
voor de overige dertig procent uit (inter)nationale projecten en derde
daarbij in de meeste gevallen om het ontwikkelen van concrete
geldstroom.
pakketten. “Echt fundamenteel onderzoek wordt op slechts
Het onderzoek bij het CWI is ondergebracht in vier clusters. Eén
enkele plaatsen gedaan.” Het CWI duikt diep in de achterlig-
ervan draagt de naam Software Engineering. Binnen deze cluster valt
gende theorie. Zo wordt de validatie van evolutionaire systemen
het onderzoeksthema Evolutionary Systems and Applied Algorithmics.
bestudeerd aan de hand van benchmarking met de bekende
Dr.ir. Han La Poutré is onderzoeksleider van dit CWI-onderdeel, dat met
wiskundige speltheorie. La Poutré en de zijnen hebben daar
name onderzoek en ontwikkeling doet op het gebied van nieuwe toe-
zelfs al een theoretische uitbreiding voor ontwikkeld.
passingen in ICT, management en economie met behulp van evolutionaire sytemen, neurale netwerken en discrete algoritmen. Zo onder-
Telematica Instituut
zoekt de groep van La Poutré de mogelijkheden van evolutionaire sys-
De beoogde strategische samenwerking met TNO heeft
temen bij het modelleren en simuleren van multi-agentsystemen die
inmiddels vorm gekregen in een concreet project, dat finan-
worden gebruikt in de economie en in e-commerce. Op het gebied van
cieel wordt uitgevoerd onder de vlag van het Telematica
neurale netwerken zoeken de CWI-ers naar gebruik ten behoeve van
Instituut. Inmiddels is de omvang al bijna tien fte, verdeeld over
met name classificatie, onder meer bij het clusteren en het extraheren
een twintigtal onderzoekers. KPN en ING, beide een grote parti-
van de gewenste informatie uit omvangrijke, ongestructureerde data.
cipant in het betreffende topinstituut in Enschede, gevestigd op
Denk hierbij bijvoorbeeld aan ondersteuning van strategie- en besluit-
het terrein van de Universiteit Twente, hebben cases aangedra-
vorming. Daarnaast worden ook discrete algoritmen gebruikt, met name op het gebied van optimalisering in dynamische omgevingen. Voor een onderzoekslaboratorium in de Verenigde Staten werkten La Poutré en de zijnen aan een klassificatiesysteem voor remote sensing beelden. Satellietopnamen worden door de ontwikkelde software automatisch geanalyseerd en bijvoorbeeld van een kleurtje voor een bepaald bodemgebruik (bos, grasland etc) voorzien. Voor Rijkswaterstaat werd onlangs een project afgerond waarbij een grote hoeveelheid data, in meerdere dimensies, toch op een zichtbare manier kan worden geprojecteerd op een scherm. En voor het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Limburg (ROVL) werkt de groep aan software die, op basis van een genetisch algoritme, ver-
Ir. Jan Rogier
keerspunten en ongevallengegevens ru-
gen en werken actief mee. La Poutré: “Een ideale situatie. We
briceert en klassifi-
kunnen aan de hand van een praktische probleemstelling aan
ceert.
de slag met fundamenteel onderzoek, en omgekeerd kunnen we laten zien wat de theorie in de praktijk oplevert. Met name bij echte nieuwe toepassingen zoals trade agents is dat demonstratie-effect belangrijk. De kennis komt overigens eveneens beschikbaar voor de overige deelnemers in het telematica-instituut. Daarnaast verwachten we in de toekomst ook bedrijven die op basis van ons fundamenteel onderzoek als contractresearch concrete applicaties willen laten ontwikkelen.”
De ingang van het CWI gebouw in Amsterdam
Walter van Hulst
8 Vervolg van pag. 5
systemen die het de bewoners zoveel mogelijk naar de zin
profiel opbouwen van de gebruiker en de juiste programma’s
maken en daartoe een bepaalde sfeer creëren. Ze bevinden zich
erbij zoeken. Ook op dat gebied is nog veel werk te verzetten.”
overal in huis en zijn onderling gekoppeld via een grootschalig en fijnmazig netwerk.” Maar alles is onzichtbaar weggewerkt
Enorme harde schijf
achter muren, vloeren en plafonds, inclusief de met spraak,
De ontwikkeling van toekomstige Tivo-achtige producten is
beeld en gewicht gestuurde sensoren die nodig zijn voor de
onderdeel van het EESI-onderzoeksproject ‘Efficient use of
interactie tussen bewoners en systemen. Het enige nog zicht-
parallel disk systems for storage and retrieval of continuous-
bare zijn terminals en platte, mensgrote schermen in de
media data’. Doel is het efficiënt beheersen van grote gelijktij-
muren.
dig bewegende datastromen in consumentenelektronica-producten.
Die toekomst is technisch al mogelijk, maar vooralsnog onbetaalbaar. Aarts: “Bovendien is het altijd de vraag hoe men-
Tivo is een relatief eenvoudig voorbeeld, veel verder gaat
sen op nieuwigheden reageren. Vaak blijkt wat mensen daar
‘Switched Digital Television’. Aarts: “Nu heeft elke TV een tuner
vooraf over zeggen, niet overeen te stemmen met hun uitspra-
waarmee je als kijker een programma kiest uit het totale zen-
ken als ze er in de praktijk mee worden geconfronteerd.
deraanbod. Wij onderzoeken de mogelijkheid helemaal geen
Daarvoor is apart onderzoek nodig met proefpersonen, ontwer-
zenders meer door te geven en de tuners in TV’s te vervangen
pers en psychologen, zodat je je ontwerpen kunt afstemmen op
door één grote ‘tuner’ in het kabelkopstation. Ook moet daar
hun ervaringen en reacties. Dat is een nieuw vakgebied, ‘emo-
een enorme harde schijf komen voor het opslaan van een hele-
tional computing’, waarbij je emoties vertaalt naar digitale sys-
boel programma’s. Een kijker geeft dan aan het kopstation
temen.”
door, wat hij wil zien.” Overigens kan die kijker thuis een privé-
Philips is daar al enige tijd mee bezig in een speciaal project.
schijf blijven gebruiken voor het opslaan van lievelingspro-
Samen met Phenom en andere projecten wordt het onderge-
gramma’s en zelf opgenomen videomateriaal.
bracht in het Homelab, een geavanceerde proeftuin voor het
Dit concept heeft diverse voordelen. Zo kan het een behoorlijke kostenbesparing opleveren en kan een kijker uit veel meer
ontwikkelen en testen van intelligente huissystemen die op de nieuwe High Tech Campus moet verrijzen.
programma’s kiezen. Ook kan de beschikbare kabelcapaciteit voor andere toepassingen worden gebruikt, zoals telefonie,
Harrie Quispel
dataverkeer en interactieve video. Aarts over het laatste: “Dan kun je bijvoorbeeld zelf beelden ter beschikking stellen. Dat aan het web hangen. Op de kabel kan dat nog niet, televisie is
Colofon
nog steeds eenrichtingsverkeer van omroepbedrijven.”
Deze nieuwsbrief is een uitgave van IPA, Instituut
gebeurt nu al op internet waar mensen hun videocameraatje
voor Programmatuurkunde en Algoritmiek en Mensgrote schermen Het ‘storage and retrieval’-project valt onder het onderzoeksthema ‘Thuisnetwerken’ van EESI, waar in totaal zeven
verschijnt vier keer per jaar. Voor toezending, vragen of verzoek tot overname van (delen van) artikelen gelieve contact op te nemen met onderstaand adres:
aio’s aan meedoen, merendeels werkzaam binnen IPA. Een van de deelprojecten heet ‘The Perceptive Home Environment’
IPA
(Phenom). “Hierin ontwikkelen we ‘ambient intelligent’ syste-
Technische Universiteit Eindhoven
men in woningen”, legt Aarts uit. “Dat zijn slimme, zelflerende
Hg 7.17 Postbus 513 5600 MB Eindhoven tel. 040 2474124, fax. 040 2475361
Laatste IPA-Nieuwsbrief Dit is voorlopig de laatste uitgave van de IPANieuwsbrief. Na drie jaar ziet de redactie zich genoodzaakt om te stoppen met dit kwartaalblad, mede vanwege de prioriteiten die de onderzoekschool IPA moet stellen ten aanzien van de beperkt aanwezige middelen. Er wordt nog gezocht naar mogelijkheden om de nieuwsbrief in deze of andere vorm voort te zetten.
e-mail
[email protected] url http://www.win.tue.nl/cs/ipa Redactie: prof.dr. Jos Baeten, dr. Tijn Borghuis, Walter van Hulst, Anne-Meta Oversteegen, met medewerking van Harrie Quispel. Fotografie: Adrie Kauwenberg, Vormgeving: Marten Hogeweg.