Revenue recognition: praktische implicaties De IASB en de FASB hebben een ontwerpstandaard gepresenteerd voor een nieuw model van omzetverantwoording. Het is zaak om niet te lang te wachten met het evalueren van de veranderingen en de daarmee samenhangende impact op de financiële rapportering en de inrichting van processen. Arjan Brouwer, Accounting and Valuation Advisory Services Jeroen van der Heijden, Assurance
1. Inleiding In Spotlight 2010 uitgave 1 is stil gestaan bij de uitgangspunten voor een nieuw model van omzetverantwoording dat in 2008 is gepresenteerd door de Amerikaanse regelgever op het terrein van externe verslaggeving, de FASB (Financial Accounting Standards Board), en de IASB (International Accounting Standards Board). Dit artikel was gebaseerd op het discussiedocument dat eind 2008 uitgebracht is en enkele aanvullingen die in 2009 in aanvullende publicaties zijn opgenomen. Op 24 juni 2010 hebben de IASB en IASB de nieuwe ontwerpstandaard gepresenteerd, getiteld ‘Revenue from Contracts with Customers’. In vergelijking met het discussiedocument is een aantal aspecten van het model aangepast dan wel verder uitgewerkt. Daarnaast is de reikwijdte van het model ook verder vastgesteld (voor welke bedrijfssectoren is de standaard van toepassing). Ook is een aantal voorbeelden opgenomen om ondernemingen verdere handvatten te geven voor de toepassing van het model in de praktijk.
6
Spotlight Jaargang 17- 2010 uitgave 4
Het nieuwe model voor omzetverantwoording zal voor een aantal bedrijfssectoren een grote impact hebben. Hierbij dient ook gedacht te worden aan alle gerelateerde effecten op bedrijfsprocessen, werkwijzen en inhoud van contracten met klanten en leveranciers. Het is daarom zaak om niet te lang te wachten met het evalueren van de veranderingen en de daarmee samenhangende impact op de financiële rapportering en de inrichting van processen. De verwachting is namelijk dat deze ontwerpstandaard in 2011 zal worden gevolgd door een definitieve standaard die vanaf 2014 of 2015 van kracht zal zijn. Volgens de ontwerpstandaard moet de onderneming ook de vergelijkende cijfers aanpassen en geldt de ontwerpstandaard naar verwachting voor alle lopende contracten. Daarom is het noodzakelijk om ook de impact van de standaard op de omzetverantwoording in voorgaande jaren te evalueren.
2. Een samenvatting van het nieuwe model Aangezien in het eerdere artikel al een beschrijving is opgenomen van het nieuwe model op basis van het discussiedocument, wordt in dit artikel volstaan met een samenvatting en een overzicht van enkele belangrijke wijzigingen in de ontwerpstandaard in vergelijking met het discussiedocument. Voor meer details wordt verwezen naar Spotlight 2010 uitgave 1. Het belangrijkste uitgangspunt van het voorstel is dat de onderneming haar omzet verantwoordt wanneer een contractuele actieve positie (vordering) toeneemt of contractuele passieve positie (verplichting) afneemt, op basis van de verandering in de nettocontractpositie tussen de onderneming en haar klant. De onderneming moet haar omzet verantwoorden wanneer zij heeft voldaan aan prestatieverplichtingen doordat zij de zeggenschap (control) over een actief of dienst heeft overgedragen aan de klant.
In het discussiedocument en de ontwerpstandaard is een aantal stappen opgenomen die ondernemingen moeten doorlopen bij de omzetverantwoording onder het nieuwe model: • Stap 1: Identificeren van het contract met een klant • Stap 2: Identificeren en separeren van de prestatieverplichtingen • Stap 3: Bepalen van de transactieprijs • Stap 4: Alloceren van de transactieprijs naar individuele prestatieverplichtingen • Stap 5: Omzet verantwoorden als aan prestatieverplichtingen is voldaan doordat zeggenschap (‘control’) is overgedragen aan de klant In de volgende paragraaf worden aan de hand van voorbeelden een aantal specifieke verwachte complexiteiten bij de toepassing van stap 3, 4 en 5 van het nieuwe model uitgewerkt.
3. Uitwerking in de praktijk Stap 3: Bepalen van de transactieprijs De transactieprijs is de vergoeding die de klant aan de onderneming geeft of toezegt in ruil voor het toegezegde product of de toegezegde dienst. Ten opzichte van het discussiedocument is in de ontwerpstandaard een nadere uitwerking gegeven hoe om te gaan met variabele componenten zoals een contract waarbij de prijs afhangt van toekomstige wederverkopen. Daarnaast is opgenomen dat ondernemingen een aparte financieringscomponent dienen te onderkennen indien dit materieel is. Variabele vergoeding Ondernemingen sluiten soms contracten waarbij de transactieprijs afhangt van een variabele zoals de toekomstige marktomvang. Van belang is de vraag of de onderneming in staat is een redelijke schatting te maken van de te verwachten vergoedingen. Indien de onderneming concludeert dat dit bij het afsluiten van het contract niet mogelijk is, verantwoordt zij nog geen omzet. Vervolgens gaat de
onderneming iedere volgende periode na of er wijzigingen zijn geweest waardoor zij wel in staat is om een redelijke schatting te maken. Indien de onderneming concludeert dat zij in staat is een redelijke schatting te maken van de omvang van deze variabele vergoeding, neemt zij deze schatting als onderdeel van de transactieprijs mee. Zij baseert de schatting op het gewogen gemiddelde bedrag van de mogelijke uitkomsten, en past deze in latere perioden aan als inzichten wijzigen. In vergelijking met het huidige model kan dit leiden tot het belangrijk eerder nemen van omzet en tot een grotere volatiliteit in de omzetverantwoording. Voorbeeld: licenties Onderneming X verkoopt een licentie voor het gebruik van een gepatenteerde technologie die gebruikt kan worden in een nieuw product. Zij ontvangt voor de licentie geen vast bedrag, maar 1% van de toekomstige verkoop van de producten waarin deze technologie is opgenomen. Onderneming X zal moeten nagaan of zij een redelijke schatting kan maken van de te verwachten opbrengsten. De ervaring die zij heeft met vergelijkbare producten en markten is hierbij leidend. Indien de onderneming concludeert dat zij een redelijke schatting kan maken, verantwoordt zij omzet op het moment dat zij de zeggenschap van de licentie overdraagt. Stel, onderneming X schat de mogelijke vergoedingen en kansen als volgt in (zie tabel 1):
Samenvatting Dit artikel is een vervolg op het eerder verschenen artikel over de voorgestelde wijzingen in het model voor omzetverantwoording (revenue recognition). Het artikel geeft aan de hand van voorbeelden inzicht in wat de mogelijke gevolgen zijn voor ondernemingen. Verder beschrijft het artikel welke stappen de onderneming dient te overwegen om tot een goede implementatie te kunnen overgaan en welke uitdagingen zij daarbij zeker op haar pad zal tegenkomen. Deze stappen zien op het identificeren van het contact met een klant, het identificeren en separeren van de prestatieverplichtingen, het bepalen van de transactieprijs, het alloceren van de transactieprijs naar individuele prestatieverplichtingen, en het verantwoorden van omzet.
In deze situatie verantwoordt onderneming X een bedrag van € 15,5 miljoen als omzet op het moment dat zij de zeggenschap van de licentie overdraagt. Iedere toekomstige aanpassing van deze inschatting verwerkt zij via de omzet in de winst-enverliesrekening in de betreffende periode. De gewijzigde bepalingen hebben niet
Tabel 1: Vergoedingen en kansen
Mogelijke royalties (1% van productie verkoop)
Kans
Kansgewogen bedrag (€)
€ 0 miljoen
1%
0,0 miljoen
€ 2 miljoen
50%
1,0 miljoen
€ 10 miljoen
25%
2,5 miljoen
€ 50 miljoen
24%
12,0 miljoen 15,5 miljoen
Spotlight Jaargang 17- 2010 uitgave 4 7
Het risico van oninbaarheid van debiteuren Een van de voorwaarden om omzet te verantwoorden onder de huidige IFRSstandaard is dat het waarschijnlijk is dat de economische voordelen met betrekking tot de transactie naar de onderneming zullen vloeien. Indien er gerede twijfels zijn bij de inbaarheid kan de onderneming geen omzet verantwoorden en wordt de omzet pas verantwoord bij daadwerkelijke inning. Dit verandert onder het nieuwe model: de inschatting van de oninbaarheid wordt meegenomen in het bepalen van de hoogte van de omzet en is niet leidend voor de vraag of omzet wordt verantwoord. Het nieuwe model sluit ook aan bij de bepaling in IAS 39 dat een vordering bij initiële opname wordt gewaardeerd tegen de reële waarde op dat moment. Indien de onderneming in een volgende periode een ander bedrag ontvangt dan initieel ingeschat, dan verantwoordt zij dat via de lijn ‘overige inkomsten’ of ‘overige kosten’ van de winst-en-verliesrekening en niet via de omzet.
alleen invloed op de verwerking van individuele grote transacties waarbij een belangrijk risico van oninbaarheid bestaat. Voor nagenoeg alle ondernemingen zal gelden dat ze in de praktijk te maken hebben met oninbaarheid van vorderingen en dat een dergelijk risico al bestaat op het moment van levering. Dit risico kan bijvoorbeeld op basis van ervaringen uit het verleden worden ingeschat. Het gevolg van de aangepaste standaard is derhalve dat de onderneming het grootste deel van de debiteurenvoorziening via de omzet vormt. Stap 4: Alloceren van de transactieprijs naar individuele prestatieverplichtingen Wanneer een onderneming de totale transactieprijs vastgesteld heeft, dient zij deze toe te wijzen aan de verschillende prestatieverplichtingen zoals die in het contract zijn opgenomen. Deze allocatie dient plaats te vinden op basis van de ‘relatieve stand-alone’ verkoopprijzen. De huidige uitwerking in de ontwerpstandaard betekent voor een aantal ondernemingen een grote wijziging ten opzichte van de huidige allocatiesystematiek. Verschillende ondernemingen verkopen aan hun klanten contracten met meerdere prestatieverplichtingen waarbij
8
Spotlight Jaargang 17- 2010 uitgave 4
zij op dit moment voor één of meerdere van die prestatieverplichtingen geen schatting maken van de waarde die toe te rekenen is aan die prestatieverplichting. Met referentie naar Amerikaanse regelgeving maakt de onderneming gebruik van een methodiek waarbij zij niet meer omzet verantwoordt dan zij op dat moment kan factureren (cashrestrictie), bepaalt ze alleen de waarde van de nog te leveren elementen en stelt ze omzet uit voor de reële waarde van die elementen (‘residualmethodiek’) of wordt alle omzet uitgesteld totdat het laatste element is geleverd. Onder de nieuwe regelgeving kunnen deze
methodieken in de meeste gevallen niet langer gebruikt worden. In alle situaties dient de onderneming een allocatie te maken op basis van de stand-alone waarden die toe te rekenen zijn aan de afzonderlijke prestatieverplichtingen. Voorbeeld: allocatie van prestatieverplichtingen Onderneming Z verkoopt alarminstallaties en serviceabonnementen. Klanten kunnen dit separaat kopen of in een combinatie voor één prijs. De alarminstallatie wordt los verkocht voor € 400, het abonnement voor € 100. In combinatie geeft onderneming Z een korting van 50% op de prijs van de installatie. Z dient de totale opbrengst te alloceren op basis van de stand-alone waarden die toe te rekenen zijn aan de afzonderlijke prestatieverplichtingen. De korting van € 200 wordt daarmee proportioneel gealloceerd aan de installatie en het abonnement zoals weergegeven in tabel 2 op de volgende pagina. In dit voorbeeld zal onderneming Z € 286 aan omzet verantwoorden op het moment dat zij de zeggenschap van de installatie overdraagt, en € 214 aan abonnementsomzet spreiden over de abonnementsperiode.
Voorbeeld: oninbaarheid van debiteuren Onderneming Y verkoopt een product voor € 100 aan haar klant. Deze klant verkeert in financieel zwaar weer. Onderneming Y schat de kans op 50% dat de klant de factuur zal kunnen betalen. In deze situatie verantwoordt de onderneming € 50 als omzet (wanneer zeggenschap is overgedragen). Indien blijkt dat de klant in een volgende periode uiteindelijk het volledige bedrag van € 100 kan betalen, verantwoordt onderneming Y het verschil met de eerdere inschatting als credit in de lijn ‘overige inkomsten’ of ‘overige kosten’ van de winst-enverliesrekening.
Tabel 2:
Product
Opbrengst
Fair value
Relatieve fair value
Allocatie
Installatie
200
400
57%
286
Abonnement
300
300
43%
214
500
700
100%
500
Bij toepassing van de cashrestrictiemethodiek en residualmethodiek zou de onderneming bij levering van de installatie € 200 omzet verantwoorden en spreidt zij € 300 aan abonnementsomzet over de abonnementsperiode. De korting bij de combinatieverkoop wordt dan volledig toegerekend aan de installatie en de omzetverantwoording is in lijn met de facturatie. De nieuwe standaard zal vereisen dat ondernemingen de omzetverantwoording sterker dan in het verleden loskoppelen van de facturatie. Stap 5: Omzetverantwoording als aan prestatieverplichtingen is voldaan De onderneming verantwoordt de omzet als de zeggenschap over een product of dienst is overgegaan naar de klant. Een klant heeft zeggenschap over een product of dienst als hij in staat is om het gebruik ervan te bepalen en de voordelen ervan te nuttigen. Bij de verkoop van goederen is veelal duidelijk op welk moment dit het geval is. Bij de verkoop van diensten en bouwprojecten kan de analyse complexer en minder eenduidig zijn. In de ontwerpstandaard is het concept van zeggenschap daarom verder uitgewerkt en zijn indicatoren opgenomen om te bepalen wanneer zeggenschap overgaat, zoals: • een onvoorwaardelijke verplichting van de klant om te betalen voor een prestatie; • de overdracht van het juridisch eigendom van een product; • de overdracht van het fysieke bezit aan de klant;
•
de mate waarin de klant betrokken is bij het vaststellen van het ontwerp van een product en de mate waarin dit als gevolg daarvan bruikbaar is voor andere klanten.
Bij de implementatie van de nieuwe ontwerpstandaard zal de onderneming haar langetermijncontracten moeten analyseren om vast te stellen of zij nog steeds omzet kan nemen gedurende de uitvoering van de werkzaamheden of dat zij de omzet dient te verantwoorden bij oplevering.
De ontwerpstandaard bevat daarnaast specifieke bepalingen voor de verwerking van Intellectual Property-licenties (IP-licenties). Bij dit soort transacties staat de looptijd van de licentie en de exclusiviteit van de licentie centraal bij het bepalen wanneer zeggenschap overgaat en de onderneming de omzet kan verantwoorden. In de ontwerpstandaard wordt voorgesteld om de omzet voor niet-exclusieve licenties direct te verantwoorden bij levering van de licentie. Ook bij de verkoop van exclusieve licenties waarbij de looptijd van de licentie gelijk is of langer is dan de geschatte economische levensduur van de licentie, wordt de omzet volledig verantwoord bij de overdracht van de licentie. Alleen bij exclusieve licenties waarvan de looptijd korter is dan de economische levensduur vindt omzetverantwoording plaats, gespreid over de looptijd van de licentie.
Voorbeeld: omzetverantwoording voor een langetermijncontract Een bouwbedrijf sluit een contract met haar klant om een olieraffinaderij te bouwen. Het contract bevat de volgende voorwaarden: • De raffinaderij wordt volledig gebouwd naar de specifieke eisen van de klant. Gedurende de bouw kan de klant hierin ook nog wijzigingen aanbrengen. • Om de bouw te financieren heeft de klant de verplichting om gedurende de bouwperiode periodiek een onvoorwaardelijke betaling te doen. • Fysiek bezit en het juridisch eigendom gaan pas over naar de klant bij oplevering van de raffinaderij. • De klant kan op ieder moment de bouw stopzetten, waarbij een boeteclausule in werking treedt. Op dit moment wordt het actief onder constructie eigendom van de klant. Ondanks dat het juridisch eigendom van de raffinaderij in principe pas overgaat bij oplevering, zijn er in dit voorbeeld indicatoren die erop wijzen dat zeggenschap gedurende de bouw overgaat naar de klant. Deze betreffen het feit dat het product volledig wordt gebouwd naar de specifieke eisen van de klant, de onvoorwaardelijke betalingen en de overdracht van zeggenschap bij het stopzetten van het project. Het bouwbedrijf verantwoordt de omzet geleidelijk. Het kijkt hierbij naar een inputof outputmaatstaf die het best de overdracht van zeggenschap weergeeft.
Spotlight Jaargang 17- 2010 uitgave 4 9
4. Implementatie en de daarmee samenhangende uitdagingen De implementatie van de nieuwe standaard zal voor veel ondernemingen meer gevolgen hebben dan alleen het aanpassen van de omzetcijfers in de jaarrekening. Afhankelijk van de transactievolumes en impact van de wijzigingen zal de onderneming meer additionele informatie in brongegevens moeten vastleggen dan op dit moment. Ook zal zij procedures en beheersingsmaatregelen moeten implementeren om de noodzakelijke schattingen te kunnen maken en continu te kunnen evalueren. Veel ondernemingen belonen bepaalde werknemers in hun organisatie, zoals management en verkoopmedewerkers, mede op basis van de behaalde omzet. Het is de vraag of bij de nieuwe methode van omzetverantwoording het IFRSomzetbegrip ook een goede basis zal zijn voor deze beloningstructuur. Hierbij dient zij rekening te houden met de toename van schattingselementen in het model en in sommige gevallen het belangrijk eerder verantwoorden van omzet die nog niet op korte termijn tot ontvangsten zal leiden zoals beschreven in de vorige paragraaf. In sommige sectoren is het gebruikelijk dat een onderneming haar leveranciers betaalt op basis van de gerealiseerde omzet. Denk hierbij aan ondernemingen die via licentieovereenkomsten gebruik maken van de patenten van andere partijen en hiervoor royalties betalen op basis van de omzet. Dit kan leiden tot significante betalingen voor het gebruik van patenten op basis van geschatte omzet die nog niet tot ontvangsten leidt en mogelijkerwijs in de toekomst nog naar beneden bijgesteld dient te worden. Het zal derhalve voor veel ondernemingen zaak zijn om de basis voor de te betalen royalties in deze overeenkomsten aan te passen. De onderneming die in financieringsovereenkomsten
10
Spotlight Jaargang 17- 2010 uitgave 4
(convenanten) ratio’s heeft opgenomen die gebaseerd zijn op de omzet of resultaatindicatoren zoals brutomarge of winst voor belasting, dient tijdig te analyseren of de nieuwe standaard effect zal hebben op deze afspraken. Zij dient mogelijk nieuwe afspraken te maken met de financiers. Zogenaamde ‘frozen GAAP’-bepalingen kunnen voor een kortere periode uitkomst bieden, maar zullen praktisch niet werkbaar zijn voor langere perioden aangezien dit van de onderneming zal vereisen dat ze de omzetverantwoording op twee manieren blijft volgen. Tijdige communicatie met de betrokken financiers is derhalve van belang. Vanwege deze gevolgen is het van belang dat de onderneming tijdig beoordeelt wat de impact van de voorgestelde standaard zal zijn op al deze genoemde aspecten.