p
maat jaarverslag 2009
Inhoudsopgave
Voorwoord Herstructurering van de wijk: een grote impact op bewoners MAAT-plaats: warme overdracht van de hulpvraag Eerste woonzorgprogramma voor Laauwik MAAT cijfers en gegevens 2009 Samenhang van projecten en aanpak MAAT Transitiepaden en beleidsrichtingen
2
3 4 6 8 10 11 achterkant
naar p. 3
p
voorwoord
Maatschappelijk middenveld 2.0
Alleen al voor de zorg is volgens het Zorg Innovatie Platform in 2020 480.000 fte extra menskracht nodig. De ontwikkelingen op het gebied van welzijn en wonen zullen even ingrijpend zijn. En dan is nog niet de bezuinigingsopgave meegenomen die nodig is doordat de financiële sector is gecrasht. De maatschappelijke opdracht is dusdanig, dat het niet meer redelijk is de oplossing hiervoor alleen van de overheid te verwachten. Sterker nog, de landelijke overheid zal deze ontwikkelingen niet adequaat kunnen beantwoorden, daar voor is de afstand tussen de beleids vorming en de praktijk op de werkvloer te groot geworden. Met elders geformuleerd beleid dat vooral dienend is aan het politieke bedrijf en dat in de primaire processen niet herkend en gedragen wordt, mobiliseer je nooit voldoende menskracht en enthousiasme om de grote verande ringen die nodig zijn te realiseren. We hebben alleen een kans als bestuurders en professionals van corporaties, welzijnsorganisaties en zorgaanbieders hun oriëntatie heroverwegen. Momenteel worden deze organisaties afgerekend op bedrijfsresultaat in plaats van op maatschappelijk nut. De oplossing moet komen van een herdefiniëring van de verantwoordelijkheden van het maatschappelijk middenveld. Daar moet het referentiekader niet meer het eigen organisatiebelang zijn, maar de behoefte van de burger en de maatschappij. Aangezien de burger nooit in de eerste plaats huurder, gehandicapte, kwetsbare oudere of probleemjongere is, kan dat alleen in een holistische benade-
ring waar wonen, werk, welzijn en zorg in één context worden benaderd. Zeg maar maatschappelijk middenveld 2.0. Door onze resources en competenties te bundelen is veel meer mogelijk met dezelfde middelen, dan als al de organisaties hun eigen ding blijven doen. MAAT is een initiatief dat vorm geeft aan het maatschappelijk middenveld 2.0. De veertien organisaties die samenwerken binnen MAAT slagen er in de horizon van het eigen organisatiebelang naar het gezamenlijke programma te verleggen. In 2009 hebben we gezien dat dit gemeenschappelijke referentiekader steeds beter doordringt in de deelnemende organisaties. Ook de samenwerking met de gemeenten is op een hoger plan gekomen. De drie beleidslijnen die we in 2008 hebben geformuleerd zijn verder ingevuld. Aan de voorkant van dit jaarverslag kunt u de actuele stand van zaken zien. Voorals nog blijken deze transitiepaden ‘beleids proof’. We kunnen onze dienstverlening verbeteren en onze ambities waarmaken ongeacht de turbulente ontwikkelingen op economische en politiek gebied. Ook elders is opgevallen dat in Nijmegen iets bijzonders gebeurt. Op verzoek van het Transitie Programma Langdurende Zorg van VWS onderzoeken we of de MAATconstructie ook elders succesvol kan zijn. Peter Weyers
3
naar p. 4
p
Herstructurering van de wijk: een grote impact op bewoners Er is een informatievoorziening dichtbij de burger geregeld, om de burger zoveel mogelijk mee te nemen in het proces
Deelnemende MAAT-partijen: MEE Gelderse Poort, NIM maatschappelijk werk, Oosterpoort, ZZG zorggroep Andere partijen: buurtbewoner Stekkenberg, Gemeente Groesbeek (waaronder het WMOloket), Politie, Projectcommissie Stekkenberg, Basisschool Sionsheuvel, Stichting Welzijn Groesbeek.
gang van de oude naar de nieuwe situatie zo soepel mogelijk te laten verlopen. Er wordt ook nagedacht hoe de dienst verlening op het gebied van wonen, welzijn en zorg er in de toekomst uit moet zien.
Meneer Timmer hoort een gerucht over de sloop van zijn deel van de wijk. Hij schiet meteen in de stress, want hij heeft altijd in dit huis gewoond. Wat nu? Waar moet hij heen? Wie kan hem helpen met de verhuizing? En het belangrijkste van alles: kan hij de huur straks nog wel opbrengen? Gelukkig valt niet veel later de officiële brief van zijn woningcorporatie door de brievenbus, die hem op de hoogte stelt van de plannen en hem mogelijkheden biedt om zijn vragen te stellen. Ook zal hij een huisbezoek krijgen van een mede werker van de corporatie. Nieuwbouw in Stekkenberg-West Oosterpoort is in juni in Stekkenberg-West begonnen met de sloop van 250 woningen om hier nieuwbouw voor in de plaats zetten. In de wijk wonen veel senioren, waarvan velen al vanaf de bouw van de wijk. Zij hebben veelal alleen een AOW-voorziening. MAAT-partijen en de gemeente Groesbeek erkennen dat veel van de mensen die er wonen nog nooit verhuisd zijn en dus ook niet weten hoe dat precies in zijn werk gaat. De sloop heeft voor deze mensen een enorme impact. De bewoners en het maatschappelijk middenveld werken samen om de over-
Bewoners stellen vragen in informatiecentrum Burgers vinden een goede informatievoorziening heel belangrijk. Zij willen weten wat hen staat te gebeuren, wat zij kunnen verwachten en wat er van hen verwacht wordt. Om deze informatievoorziening een plek te geven, heeft Oosterpoort een seniorenwoning in de Florastraat in Groesbeek ingericht als informatiecentrum. Het informatiecentrum is een laagdrempelige voorziening voor de mensen uit de wijk. De MAAT-partijen Oosterpoort, MEE en ZZG zorggroep houden er samen met Stichting Welzijn Groesbeek en de politie spreekuren voor vragen van bewoners op het gebied van de wijk, wonen, welzijn en zorg. Ook heeft Omroep Groesbeek een maandelijks infouurtje over de herstructurering in de wijk, waar Oosterpoort vragen van bewoners over verhuizen, financiën, welzijn of zorg beantwoordt. Serieus genomen door huisbezoeken Oosterpoort heeft in 2009 huisbezoeken afgelegd. In eerste instantie had de woningcorporatie de intentie om alleen woningtechnische vragen te beantwoorden, bijvoorbeeld over zelf aangebrachte voorzieningen. Later zijn de huisbezoeken
4
naar p. 5
p
uitgebreid met vragen over welzijn en zorg. De medewerkers zijn op pad gegaan met een vragenlijst en hebben signalen doorgegeven aan het maatschappelijk middenveld, de gemeente of het WMOloket. De bewoners hebben de huis bezoeken gewaardeerd, omdat zij het gevoel kregen serieus genomen te worden. De signalen uit de wijk en collectieve behoeften worden besproken in een overleg, waar ook een buurtbewoner aan deelneemt. Zo worden zoveel mogelijk belangen van wijkbewoners behartigd. Verborgen inkomen voor bewoners Sinds de huurtoeslag via de belasting dienst verloopt, lopen veel bewoners de toeslag mis. Zij zijn ervan overtuigd dat er voor hen niets te halen valt bij de belastingdienst, of weten niet van het bestaan van deze voorziening af. Ook zijn sommige bewoners niet bekend met de aanvraagprocedure. Bij elk huisbezoek is aan de mensen gevraagd of zij toeslag ontvangen en indien dit niet het geval is, of ze hierin geïnteresseerd zijn. Mensen die deze aanvraag niet zelfstandig kunnen indienen, hebben hulp aangeboden gekregen. Hetzelfde geldt voor een indicatie voor woningaanpassing. Mensen die niet bekend zijn met de procedure en wel een woningaanpassing nodig hebben, worden geholpen met de aanvraag van een indicatie. Educatie en participatie staan centraal In het nieuwe Stekkenberg staat het thema ‘Educatie en participatie’ centraal.
Zo helpt een verhuisbrigade, die bestaat uit wijkbewoners, de mensen in de wijk die niet alleen kunnen verhuizen. Mensen helpen mensen, waardoor onderlinge zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie worden vergroot. Op basisschool ‘De Sionsheuvel’ worden leerkrachten door MEE, NIM en ZZG zorggroep ondersteund bij kinderen met problemen in de thuissituatie, die op school ook probleemgedrag vertonen. De organisaties proberen gezamenlijk een stevige bodem in het gezinssysteem te leggen, zodat leerkrachten hun zorgen los kunnen laten en zich kunnen richten op het lesgeven. Zij verdienen alle ondersteuning, omdat zij willen investeren in de kinderen en hun toekomst. Gezamenlijke dienstverlening wordt voortgezet In de nieuwbouwwijk zullen appartementen en grondgebonden woningen, waar een tuin of terras aan vast zit, gebouwd worden. Nu bestaat de Stekkenberg-West voornamelijk uit huurwoningen, in de nieuwe situatie zullen er ook koopwoningen gerealiseerd worden. Oosterpoort hoopt hiermee kopers van buiten de wijk te trekken en zo nieuwkomers een kans te geven om zich in de wijk te vestigen. Verder komt er een brede school en een voorzieningenhart, waar de betrokken partijen de intensieve gezamenlijke dienstverlening willen voortzetten. Met al deze activiteiten wordt er geïnvesteerd in een duurzame, sociale en stabiele wijk, waar de mensen met plezier zullen wonen.
5
naar p. 6
p
MAAT-plaats: warme overdracht van de hulpvraag De klant wordt niet doorverwezen, maar zijn vraag wordt meegenomen naar de juiste plek
Deelnemende MAAT-partijen: De Driestroom, Dichterbij, Inter-Lokaal, Koninklijke Kentalis, MEE Gelderse Poort, NIM maatschappelijk werk, Oosterpoort, Pluryn, Portaal Nijmegen, RIBW Nijmegen en Rivierenland, Swon het seniorennetwerk, Talis, Tandem, ZZG zorggroep.
Een woonconsulent treft een e chtpaar aan dat de woning verwaarloost. Mevrouw De Man is langdurig verslaafd en ernstig in de war. Ook meneer De Man is niet goed in staat voor zichzelf te zorgen. Vooral op de eerste verdieping is veel rommel te vinden. Er staan grote hoeveelheden vuilniszakken gestapeld en het is er erg vies. De woonconsulent schakelt een maatschappelijk werker in, die ontdekt dat er al twee begeleiders bij het echtpaar betrokken zijn: voor medi catie en voor woonbegeleiding. De bege leiders weten echter niet van elkaar dat zij beiden in deze situatie werken en zijn allebei niet op de hoogte van het vuilnis op de eerste verdieping van de woning. Het blijkt ook dat de woonbegeleiding niet aansluit bij wat het echtpaar nodig heeft. Nieuwe aanpak om hulpvragen te beantwoorden De klant bepaalt zelf waar hij zijn vraag stelt, maar het kan voorkomen dat de vraag niet goed beantwoord kan worden op de plaats waar deze gesteld wordt, zoals in het geval van familie De Man. Hier wordt de woonconsulent geconfronteerd met een dergelijke situatie. Om dat aan te pakken is de MAAT-plaats ontwikkeld. Een ‘MAAT-plaats’ is een ontmoetingsplaats
van professionals in een wijk of dorp. Het stelt alle professionals op operationeel niveau van de MAAT-organisaties in staat om de vraag van de klant bij de juiste dienstverlener terecht te laten komen. De MAAT-plaats is van start gegaan in Groesbeek en vervolgens opgestart in de Nijmeegse wijk Hatert en, in de vorm van een werkerslunch, operationeel in Lindenholt. Professionals houden zich aan gezamenlijke spelregels Professionals wisselen in de MAAT-plaats informatie uit over diensten en stellen onderling contactpersonen aan. Hierdoor kan de klant bij MAAT op één plek aan kloppen en hiermee het hele assortiment aan dienstverlening tot zijn beschikking krijgen. Om dit proces goed te laten ver lopen zijn er ‘spelregels’ afgesproken. Ook hebben alle dienst- en zorgverleners in de servicewijk een sociale kaart gekregen met namen van hun collega’s bij de andere organisaties. Deze zijn opgenomen in het MAAT-boek, samen met de vraag patronen* en een overzicht van alle diensten en producten. De vraag wordt niet losgelaten voordat hij is opgelost In het geval van familie De Man blijken er veel problemen aanwezig te zijn die wel gezien, maar niet opgepakt worden. De professionals zijn alert op de behoefte achter het signaal. In dit geval is het signaal de vuilnis, maar is de behoefte van de familie een luisterend oor en hulp
6
naar p. 7
p
bij de inrichting van het dagelijks leven. Na signalering van het probleem gaat een professional in de MAAT-plaats na of er nog meer professionals bij de situatie betrokken zijn en stemt de dienstverlening eventueel af, of schakelt de juiste professional in. De woonconsulent belt in dit geval zelf met de maatschappelijk werker, die vervolgens contact opneemt met de cliënt. De hulpvraag wordt niet losgelaten voordat er een oplossing voor is. Klantvriendelijke aanpak vereist een cultuurverandering De MAAT-medewerkers werken veel samen met de onafhankelijke cliëntondersteuners van het ondersteuningsteam en andere professionals in wonen, welzijn en zorg in de wijk. Cliëntondersteuners lossen vragen op wanneer dat kan, maar zoeken naar een mogelijkheid tot overdracht als zij zelf het probleem niet binnen korte tijd kunnen oplossen. In dat geval hebben zij de professionals van de MAAT-plaats
en andere stakeholders in de wijk nodig. Met deze werkwijze wordt een verbinding gelegd naar het gehele professionele veld van eerste-, tweede- en derdelijns zorg en naar alle diensten op het gebied van wonen en welzijn. De meerwaarde van de aanpak zit vooral in de toegenomen klantvriendelijkheid. De klant wordt niet van loket naar loket gestuurd, om vervolgens weer bij de eerste organisatie aan te kloppen. De klant hoeft ook niet precies te weten welke organisatie welke dienstverlening aanbiedt. MAAT omarmt deze visie, tegelijkertijd vergt het wel een langdurige cultuurverandering. Het is een andere manier van werken en denken. Dit proces krijgt binnen MAAT en binnen de servicewijken steeds meer zijn positieve weerklank. De organisaties waarderen het feit dat zij de klant niet met lege handen wegsturen, maar daadwerkelijk meehelpen bij de oplossing ervan.
*Vraagpatronen Burgers hebben allerlei vragen, vaak naar aanleiding van een levensgebeurtenis, zoals het krijgen van een kind, ziek worden, werkeloos raken, een echtscheiding of een verhuizing. Deze vragen beperken zich zelden tot één organisatie: ze omvatten vaak wonen, welzijn én zorg. Het concept van de vraagpatronen gaat uit van de vragen, zoals die geformuleerd worden door de burger na een levensgebeurtenis. Het papieren MAAT-boek wordt vervangen door een online versie van de vraagwijzer van MAAT. Hier kunnen bezoekers naar de juiste dienstverlening geleid worden door op thematische buttons te klikken. Als de bezoeker hier zelf niet uitkomt, dan kan hij contact opnemen met een MAAT-medewerker, die de vraag oppakt. De online versie van de vraagwijzer van MAAT is te vinden op www.123vraagwijzer.nl
7
naar p. 8
p
Eerste woonzorgprogramma voor Laauwik In de wijk komen flexibele en toekomstbestendige woningen en woonvormen
der Waalsprong opgesteld van waaruit MAAT-partijen gezamenlijk de bouw realiseren.
Deelnemende MAAT-partijen: Dichterbij, De Driestroom, Pluryn, Portaal Nijmegen, RIBW Nijmegen en Rivierenland, Talis, ZZG zorggroep Andere partijen: Gemeente Nijmegen, GEM Waalsprong.
De Waalsprong is een wijk met een hoge sociale cohesie, genoeg voorzieningen en volop rolstoeldoorgankelijke woningen, waar mensen uit alle lagen van de bevol king, beperkt of gezond, samen wonen en leven. De wijk is zo opgebouwd, dat woningen bewoonbaar zijn voor m ensen met diverse hulpvragen. Zo worden ver anderingen in samenstelling van de bevolking in de toekomst opgevangen. Daarnaast werken woon-, welzijn- en zorgpartijen met elkaar samen aan geïnte greerde dienstverlening en stemmen zij de dienstverlening af met andere partijen in de wijk. Van scratch af aan Dit droombeeld is nog geen werkelijkheid, maar hier wordt hard aan gewerkt door de MAAT-partijen, de GEM Waalsprong en de Gemeente Nijmegen. De Waalsprong is een gebied ten noorden van Nijmegen, waar wijken, gebouwen, infrastructuur en voorzieningen van scratch af aan ontwikkeld worden. Om hier een duurzame en leefbare wijk van te maken, hebben de MAAT-partijen geïnventariseerd wat er nu en in de toekomst nodig is. Er is gekeken naar de behoefte aan woningen en voorzieningen om naast gezonde mensen ook ‘bijzondere doelgroepen’ te huisvesten. Met deze getallen is een planningska-
Bouw start in Laauwik MAAT heeft als eerste de focus gelegd op de wijk Laauwik. Met het planningskader Waalsprong als uitgangspunt is een woonzorgprogramma voor de wijk Laauwik opgesteld. In het programma zijn alle plannen voor woonvormen en woningen voor bijzondere doelgroepen in Laauwik vanuit bouwkundige invalshoek uitgewerkt. De keuze voor Laauwik was uiteindelijk een goede zet. Vanwege de huidige marktontwikkelingen als de economische crisis en de val van het Nijmeegse college werden de bouwplannen in andere wijken als de Citadel en Groot Oosterhout vertraagd. In Laauwik daarentegen was het bestemmingsplan al door de gemeenteraad vastgesteld. Hier zijn geen bezwaren meer op gekomen, waardoor het bestemmingsplan onherroepelijk is verklaard. Inmiddels wordt dit gedeelte van de Waalsprong bouwrijp gemaakt. Talis verwacht in 2011 te kunnen starten met bouwen, Portaal in 2012. De woningvoorraad is ‘uitwisselbaar en flexibel’ De partijen willen toe naar woningen die ‘uitwisselbaar’ zijn. Dat betekent dat appartementen, maar ook eengezinswoningen, nu rolstoeldoorgankelijk gebouwd worden. De woningen worden pas in de toekomst, wanneer daar behoefte aan is, toegewezen aan mensen met een
8
naar p. 9
p
ulpvraag. Hierdoor kunnen mensen met h of zonder hulpvraag in hun eigen woning blijven wonen. De maatschappelijke meerwaarde hiervan is dat er op lange termijn flexibiliteit gecreëerd wordt in de woonvoorraad. Naast uitwisselbaarheid van losse woningen en appartementen wordt ook gestreefd naar het uitwisselbaar maken van sommige woonvormen. Zo wordt de beschermde woonvorm cluster 24* bouwkundig zo ontworpen dat er zowel dementerenden als verstandelijk beperkten kunnen wonen.
word, is samenwerking belangrijk. Samenwerking op wijkniveau zorgt ervoor dat de ruimtelijke ordening, de inrichting van de wijk, het ontwerp van de woningen en voorzieningen en de (logistieke) processen van zorg en dienstverlening elkaar aanvullen en de leefbaarheid in de wijk en het zelfregelend vermogen van burgers versterkt worden. Er wordt een optimale spreiding van het type woningen gerealiseerd, afgestemd op de demografische samenstelling nu en in de toekomst. Zo kan het geschetste toekomstbeeld van de Waalsprong gerealiseerd worden.
Leefbaarheid en zelfregelend vermogen versterken De maatschappelijke meerwaarde van een woonzorgprogramma is dat partijen gezamenlijk voor de wijk een programma opstellen, dat gebaseerd is op de behoeften van een wijk op lange termijn. Om ervoor te zorgen dat de huisvesting gerealiseerd
*Onderdelen van het woonzorgprogramma Laauwik Cluster 24 Talis, Dichterbij en ZZG zorggroep realiseren cluster 24. Het betreft een kleinschalige woonvorm die bestaat uit vier groepswoningen met elk zes cliënten: • één groepswoning voor ouder wordende mensen met een verstandelijke beperking • drie groepswoningen voor dementerenden. Woonvormen Talis realiseert samen met Stichting de Driestroom een Driestroomhuis en met Pluryn een woonvorm voor jeugdigen met een licht verstandelijke beperking. Multifunctioneel gebouw Portaal realiseert een multifunctioneel gebouw met op de begane grond het buurtstation en een supermarkt en daarboven rolstoeldoorgankelijke appartementen. Een aantal van deze appartementen is bestemd voor cliënten van het RIBW en Pluryn.
9
naar p. 10
p
MAAT cijfers en gegevens 2009
5 4
6 7 8
10 11 12 13 14 15
3
9
2
1
1
2
Inbreng CV MAAT 1. Stichting MAAT 2. Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis 3. Dichterbij 4. ZZG zorggroep 5. Pluryn 6. Talis 7. Portaal Nijmegen 8. De Driestroom 9. Oosterpoort 10. RIBW Nijmegen en Rivierenland 11. MEE Gelderse Poort 12. Tandem 13. NIM maatschappelijk werk 14. Swon het seniorennetwerk 15. Koninklijke Kentalis
3
Inzet middelen 1. De juiste vraag 2. Zelfredzaamheid en saamhorigheid 3. Inrichten van de markt
10
naar p. 11
p
Samenhang van projecten en aanpak MAAT
MAAT en de projecten De partijen in MAAT ontwikkelen gezamenlijk een programma dat er op gericht is de dienstverlening op het gebied van wonen, welzijn en zorg toekomstbestendig te maken, ongeacht politieke, budgettaire en demografische ontwikkelingen. Uitgangspunt is dat de partijen in MAAT zélf het onderscheid moeten kunnen maken en zélf de menskracht en middelen inzetten, dit uiteraard in goede samenwerking met gemeenten en collega-organisaties. We hebben een drietal beleidsterreinen, transitiepaden, benoemd waarin we én zelf de verantwoordelijkheid kunnen nemen én bijdragen aan de doelstelling van toekomstbestendigheid van de dienstverlening: • de juiste vraag; • zelfredzaamheid en; • het inrichten van de markt. Transitiepad ‘De juiste vraag’ We zien nog al eens dat dienstverlening wordt aangeboden om de gevolgen in plaats van de oorzaak aan een probleem aan te pakken. Als een scheiding tot dakloosheid leidt en dakloosheid tot een verslaving, mag je gerust stellen dat het inzetten van verslavingszorg mosterd na de maaltijd is, hoe nodig het ook is en hoe professioneel het ook wordt uitgevoerd. Het zou beter geweest zijn als tijdelijke huisvesting beschikbaar zou zijn. Een voorzichtige schatting is dat ongeveer 30% van de huidige zorgconsumptie een andere oorsprong heeft dan een gezondheids-
zorgprobleem. Zo kan eenzaamheid zich vertalen in een depressie en zingeving problematiek in hypochondrie. MAAT richt zich niet op het nog verder professionaliseren van dienstverlening die op zich al goed is, maar vraagt zich af of we wel de juiste vraag adresseren. Het is belangrijk om zichtbaar te maken hoe woonomgeving en welbevinden inspelen op de primaire en secundaire levensbehoeften, om te voorkomen dat tekorten leiden tot ongewenst gedrag en gezondheidsproblemen. Transitiepad ‘Zelfredzaamheid en saamhorigheid’ In onze maatschappij bestaat een sterke tendens om steeds verder te professionaliseren. Als zich een veiligheidsprobleem heeft voorgedaan, worden er steevast nieuwe kwaliteitseisen gesteld, waarvan de naleving dan gecontroleerd moet worden door deskundigen. Uit preventieoverwegingen worden steeds specifiekere beroepseisen gesteld aan dienstverleners. Zelfs het vrijwilligerswerk ontkomt hier niet aan. Een goed voorbeeld hiervan is de gastouderregeling. Uit arbeidsmarkt overwegingen is een vergoeding voor gastouders geïntroduceerd. Al snel werd het gereserveerde budget van een half miljard euro overschreden met nog eens een half miljard. Als gevolg hiervan zijn twee maatregelen getroffen. Het tarief is verlaagd, zodat mensen die voordat de gastouderregeling er was, iets om niets deden nu ontevreden zijn omdat ze gekort worden.
11
naar p. 12
p
Erger is dat nu een certificaat nodig is om voor een vergoeding in aanmerking te komen. Eind mei meldde de Volkskrant dat al 25.000 ouderen gezakt zijn voor het certificaat. MAAT zet in op het tegenovergestelde. Wij ontwikkelen steunsystemen waardoor de burger langer zelfredzaam kan zijn en het eenvoudiger is om saamhorigheid te stimuleren. Denk bijvoorbeeld aan mantel zorgagenda’s, domotica, buurthyves, ontmoetingsprogramma’s, een vraagwijzer en wijkportals. Transitiepad ‘Inrichten van de markt’ Een ander terrein waar veel productiviteitsgroei valt te behalen, is het op elkaar afstemmen van de werkprocessen en bedrijfsvoering. De organisaties hebben op dit moment elk hun eigen begrippen en bedrijfssystemen en bovendien is er een totale afwezigheid van een gezamenlijk planning- en boekingssysteem. Hierdoor worden bij elke vraag aanzienlijke transactiekosten gemaakt, zeker waar de vraag door meerdere dienstverleners beantwoord moet worden. Zowel het in te zetten personeel als het herstellen van fouten kost de organisaties een hoop geld; geld dat bespaard kan worden als er afstemming plaatsvindt. MAAT zorgt ervoor dat de markt ingericht wordt. Een voorbeeld van marktinrichting is het definiëren van woontypen voor bijzondere doelgroepen en het koppelen van kwaliteitslabels hieraan. Zo spreekt
iedereen dezelfde taal en wordt het gemakkelijker om gezamenlijke bouw en dienstverlening op te zetten. MAAT in 2020 In 2020 zijn de burgers van het Rijk van Nijmegen in staat om zelf te bepalen welke dienstverlening ze nodig hebben en weten ze waar ze die kunnen krijgen. Ze overleggen met de professionals hoe ze het persoonlijk budget in kunnen zetten, welke diensten uit de eigen sociale omgeving kunnen worden betrokken en wat er van professionals en organisaties wordt verwacht. De resources die de corporaties en welzijn- en zorgaanbieders beschikbaar hebben, worden op wijkniveau in samenhang in gezet. Dat kan omdat we in 2020 daadwerkelijk weten wat er in de wijk speelt, zodat we samen met de bewoners prioriteiten kunnen stellen. Omdat we slimme manieren van organiseren hebben ontwikkeld, zijn de burgers ook beter in staat om elkaar op interesses te vinden en gezamenlijk te werken aan de wijk, voor hen die daar plezier in hebben en dat kunnen. Er is een gezonde concurrentie in de dienstverlening, omdat dit het onderscheidend vermogen van de dienstverleners en de diversiteit van diensten en producten vergroot. Wel hebben we onze ondersteunende bedrijfssystemen zo op elkaar aangepast dat de transactiekosten tot een minimum beperkt blijven. Hiermee wordt de markt gezonder en staat de burger centraal.
12
Vouw de kaart uit en draai deze om
p