Jaarverslag 1987 In: Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde 144 (1988), no: 2/3, Leiden, 386-408
This PDF-file was downloaded from http://www.kitlv-journals.nl
JAARVERSLAG 1987 VAN HET KONINKLIJK INSTITUUT VOOR TAAL-, LAND- EN VOLKENKUNDE
Algemeen In het kader van het reeds enkele jaren durende overleg aangaande de onderbrenging van para-universitaire instellingen als het Instituut bij koepelorganisaties verzond de Minister van Onderwijs en Wetenschappen op 17 maart zijn beleidsnotitie over "De plaats van de para-universitaire instituten in het Nederlandse wetenschapsbestel" aan de Tweede Kamer, en op 8 mei aan de betrokken instellingen. In de begeleidende brief verzocht hij de instellingen hun overleg voort te zetten en uiterlijk drie maanden nadat de bespreking met de Tweede Kamer zou zijn afgerond hun bevindingen aan de Minister te rapporteren. Ervan uitgaande dat reeds0 eind 1985 de liëring van het Instituut aan de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) als wetenschapsorganisatie in het mondeling overleg tussen de besturen van beide instellingen door hen in principe was aanvaard, zond het Bestuur eind juli een uitvoerig schrijven aan de KNAW als bijdrage aan een nadere uitwerking van deze. liëring, waarin de voornaamste punten betreffende organisatie, financiën, personeel, huisvesting, internationale betrekkingen, publikaties, onderzoek, de Minister van Onderwijs en Wetenschappen, nationale functie en noodzakelijke wijzigingen in de nieuwe situatie samengevat werden. De bespreking van de Minister met de Tweede Kamer vond zonder dat gelegenheid bestond die bij te wonen op 17 september plaats. In een brief van 8 oktober werd hierover nadere mededeling van de Minister ontvangen, die daarin de instituten verzocht hun onderlinge besprekingen over de meest wenselijke bestuurlijkorganisatorische verbindingen af te ronden en er uiterlijk op 4 januari 1988 over te rapporteren. Op uitnodiging van het Bestuur van de KNAW om tot nadere afspraken te komen over aansluiting van het Instituut bij de Akademie vond op 28 oktober daarover een kort gesprek tussen beide dagelijkse besturen plaats. Daarna werd in een brief van 4 december bericht ontvangen dat het Dagelijks Bestuur van de KNAW in principe akkoord gaat met een liëring van het Instituut aan de Akademie, hetgeen inhoudt dat het Instituut zijn rechtspersoonlijkheid als vereniging behoudt en het personeel bij het Instituut in dienst blijft. De KNAW en het Instituut maakten eind december ieder in hun rapport aan de Minister melding van dit principe-besluit.
Jaarverslag 1987
387
Het langlopende inhaalproject ter vervaardiging van supplement catalogi van de bibliotheek met behulp van geautomatiseerde apparatuur werd dit jaar door de afdeling Documentatie Modern Indonesië voltooid met het gereedkomen van de catalogus van de aanwinsten 1986. Mede met het oog hierop werden initiatieven ontwikkeld in de richting van een volledig geautomatiseerd catalogiseer- en documentatiesysteem ten behoeve van de gebruikers van de bibliotheek en andere collecties. Ter financiering van de hoge investeringskosten hiervan werd een beroep gedaan op het fonds Intentioneel Apparatuur Schema (IAS) van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. Op suggestie van het Ministerie werd daarbij gestreefd naar een nauwe verbinding met het landelijke bibliotheekautomatiseringssysteem (PICA) en met de Universiteitsbibliotheek Leiden. Overleg met beide instanties leidde tot een uitgewerkt voorstel dat aan de geconstateerde behoeften en mogelijkheden en aan de gestelde voorwaarden lijkt te voldoen. De activiteiten ten behoeve van nationale en internationale samenwerking op het terrein van Indonesische studies werden voortgezet. De afdeling Documentatie Modern Indonesië voltooide de inventarisatie van lopend onderzoek betreffende Indonesië in West-Europa. Het resultaat werd in boekvorm als Directory of West-European Indonesianists 1987 gepubliceerd en in de database EURISIS opgeslagen. Begin november werd de Second International Workshop on Indonesian Studies in het Instituut gehouden met als thema Trade, Society and Belief in South Sulawesi and its Maritime World. Tijdens bezoeken aan Passau en Oxford werden de mogelijkheden onderzocht van de uitgave van een West-Europese Newsletter for Southeast Asia. In het begin van het verslagjaar werd door het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen aan het Instituut in samenwerking met de Koninklijke Bibliotheek (KB) en het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) de uitvoering opgedragen van een speciaal gesubsidieerd project, dat beoogt Nederlandstalige gedrukten (kranten, tijdschriften en monografieën) die ooit in het voormalige Nederlands-Indië zijn verschenen maar in Nederlandse openbare verzamelingen geheel of gedeeltelijk ontbreken, in Indonesië te traceren en te verfilmen. De^voor dit project gevormde begeleidingscommissie, waarin voor het Instituut zitting namen drs. P. Sutikno, bibliothecaris, en drs. F. G. P. Jaquet, hoofd afdeling Documentatie Geschiedenis Indonesië, voor de KB dr. A. W. Willemsen, bibliothecaris, en voor het KIT drs. A. van der Wal, bibliothecaris van de Centrale Bibliotheek, terwijl de algemeen secretaris van het Instituut de contacten met het Ministerie en met Indonesië verzorgde, besloot de werkzaamheden in eerste instantie te beperken tot de kranten. De speciaal voor het project aangestelde bibliotheekkracht, mw. P. A. M. de Bakker, vervaardigde vervolgens in de tweede helft van het jaar een gedetailleerde lijst van in Nederland aanwezige Indische kranten als basis voor een zoeklijst van in Jakarta ten behoeve van de verfilming te traceren kranten. Op 19 mei ontving het Instituut bezoek van een delegatie van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen onder leiding van mr. C. H. van Alderwegen, directeur Onderzoekinstellingen. Tijdens
388
Jaarverslag 1987
een gesprek met de staf en in een rondleiding langs de afdelingen werden de heren geïnformeerd over de werkzaamheden van het Instituut. Op 20 mei kwam dr. Mochtar Buchori, vice-president van de LIPI, uit Jakarta op bezoek voor een bespreking over visaproblemen, waaraan behalve het Dagelijks Bestuur ook vertegenwoordigers van WOTRO en PRIS deelnamen. De algemeen secretaris, dr. J. Noorduyn, nam deel aan de Sixth Colloquium on Indonesian and Malay Studies die van 22 tot 27 juni in Passau (West-Duitsland) gehouden werd en hield er een voordracht over de talen van Sulawesi. Op een van 3 tot 8 augustus in Brunei gehouden seminar over Maleise taal, literatuur en cultuur, waaraan hij op uitnodiging deelnam, hield hij een voordracht over de Buginese genealogie van de onderkoningen van Johor. Aansluitend verbleef hij veertien dagen in Jakarta, waar hij deelnam aan besprekingen over Indonesisch-Nederlandse samenwerking in regionale studies. In november nam hij deel aan de door het Instituut gehouden workshop over Zuid-Sulawesi met een paper over de Wadjorese gemeenschap van handelaars in Makasar. Van zijn hand verscheen "Makasar and the Islamization of Bima" (Bijdragen 143, blz. 312-342) en "Bima en Sumbawa door A. Ligtvoet en G. P. Rouffaer" (Verhandelingen 129) en "Indonesian Studies in the Netherlands, a brief survey" (Asien, Deutsche Zeitschrift für Politik, Wirtschaft und Kultur, 25, blz. 79-82). Op het glazen deel van het dak van het gebouw Reuvensplaats 2, waar het Instituut gevestigd is, werd door de Universiteit Leiden een nieuwe zonwering aangebracht. In de maand juli ondervonden leeszaalbezoek en de uitleen een week lang overlast van reparatiewerkzaamheden in de leeszaal en het magazijn ten gevolge van lekkages. In de maand september werd het handschriften- en kaartendepöt ruim een week gesloten vanwege het vrijkomen van gassen uit het koelsysteem. Bestuur Aan de beurt van aftreden waren de bestuursleden dr. P. Drooglever, mw. dr. H. I. R. Hinzler en mw. dr. M. K. Slaats-Portier. In de algemene ledenvergadering werden in hun plaats benoemd prof. dr. R. Th. Buve, mw. prof. dr. E. Postel-Coster en mw. prof. dr. H. Sutherland. Het Bestuur in zijn nieuwe samenstelling benoemde prof. dr. R. Th. Buve tot ondervoorzitter en gedurende het eerste kwartaal van 1988 prof. dr. A. Teeuw. In het verslagjaar was het Bestuur dus als volgt samengesteld: prof. dr. J. W. Schoorl, voorzitter; prof. dr. R. Th. Buve, ondervoorzitter; drs. C. H. Stefels, penningmeester; dr. C. P. J. H. Baks; dr. G. J. Bartstra; prof. dr. F. von Benda-Beckmann; prof. dr. G. A. de Bruijne; dr. J. van Goor; dr. F. Hüsken; drs. Th. C. van der Mey; mw. prof. dr. E. PostelCoster; dr. Ph. Quarles van Ufford; prof. dr. J. J. Ras; mw. prof. dr. H. Sutherland; prof. dr. A. Teeuw. Algemeen secretaris was dr. J. Noorduyn.
Jaarverslag 1987
389
Commissies Prof. dr. A. de Ruyter trad per 1 januari af als lid ,van de Redactiecommissie wegens het verstrijken van zijn zittingsduur. De commissie bestond daarna uit de volgende leden: prof. dr. H.J.M. Claessen (redacteur Bijdragen), dr. P. J. Drooglever, drs. C .D. Grijns (redacteur Bijdragen), dr. H. I. R. Hinzler, prof. dr. H. Hoetink, prof. dr. P. E. de Josselin de Jong (voorzitter), dr. P. J. M. Nas, dr. J. Noorduyn, drs. G. J. Oostindie, dr. H. A. Poeze (secretaris), dr. D. J. Prentice, dr. L. de la Rive Box, dr. S. O. Robson (redacteur Bibliotheca Indonesica), dr. R. Schefold en dr. G. J. Schutte. Leden en Begunstigers Beschermheer is Z.K.H. Prins Claus der Nederlanden. Overzicht van het aantal leden op 31 december 1987 TOTAAL
Ereleden Corresp. leden
c
f.
0
T3 C
1 1
5 Contr.
00
Over
Z
lië
< < •o g
-o
Aust
t:
sië
and
ntillen ruba
BUITENLAND
1987 1986 1 2
7
3
7 1
Contr. aan Contr. in de vertegenwoordiging Ned.
in
Ned.
Gewone leden Contr. Instellingen Student leden
412 27 372
4 1
328 33
69 5
327 41
1140 1146 107 106 372 285
Totaal 1987 Totaal 1986
816 781
5 7
363 349
74 70
371 338
1629 1545
Vergaderingen De algemene ledenvergadering werd gehouden op zaterdag 25 april om 14.00 uur en werd bijgewoond door 94 leden en 5 gasten. De notulen van de algemene ledenvergadering van 26 april 1986 werden door de vergadering goedgekeurd. Op voorstel van de kascommissie, bestaande uit dr. W. van der Molen en drs. G. Telkamp, werd op grond van het financieel jaarverslag van de penningmeester over 1986 en de daarbij behorende accountantsverkla-
390
Jaarverslag 1987
ring volledig acquit en décharge verleend aan de penningmeester voor het financiële beheer gedurende het verslagjaar. Na de pauze hield mw. prof. dr. E. Postel-Coster een voordracht getiteld "Veranderingen in de arbeidsverdeling tussen de sexen op Java: enkele resultaten van recent onderzoek". Zij gaf hierin een kort overzicht van de veranderingen in de arbeidsmarkt op Java, zoals deze uit statistische gegevens zijn af te lezen, en legde daarbij in het bijzonder de nadruk op de verschuivingen in de arbeidsverdeling tussen de sexen. Uit deze gegevens is niet af te leiden hoe mensen die geen plaats meer in de voedsellandbouw vinden zich in leven houden. Een algemeen patroon is wel dat vrouwen, mannen en kinderen aan het inkomen bijdragen. Over enkele categorieën vrouwelijke arbeiders is door recent onderzoek iets meer bekend. In het slot van de voordracht werden de werkomstandigheden en de vooruitzichten van plantage-arbeidsters, huishoudelijke hulpen en thuiswerksters in de yoedselindustrie aan de orde gesteld. Bestuursvergaderingen werden gehouden op 28 februari, 25 april (2x), 12 september, 31 oktober en 12 december. Personeelsmutaties Mw. Y. Ahling-Montfoort nam per 1 juni wegens familieomstandigheden ontslag als directiesecretaresse. Haar opvolgster, mw. M. F. van den Boogert-Doornweerd, trad per 19 januari in dienst. Bij de administratie trad de heerT. van Zoelen, reproductie-assistent, om gezondheidsredenen per 1 juni uit dienst. Bij de bibliotheek trad mw. M. L. J. van Hoeve, hoofd catalogisering, per 1 november om gezondheidsredenen uit dienst. De heer N. van Rooyen werd per 14 december aangesteld als tweede magazijnmedewerker. Mw. P. A. M. de Bakker werd per 22 juni in tijdelijke dienst aangenomen voor het traceringsproject. Bij de Caraïbische afdeling nam mw. M. J. G. Juffermans, documentaliste, per 16 maart ontslag. Zij werd per 1 maart opgevolgd door mw. I. M. J. Rolfes. Per 1 september trad mw. dr. R. M. A. L. Höfte in tijdelijke dienst als wetenschappelijk medewerkster voor redactionele en onderzoeksactiviteiten. Bij de afdeling Documentatie Geschiedenis Indonesië werd mw. F. M. Enserink-van Hulzen tijdelijk voor halve werktijd aangesteld voor de voorbereiding en controle van de microfichering van handschriften. Bij de afdeling Redactie nam mw. H. P. M. Tigchelaar-Schulten per 1 april ontslag wegens het aanvaarden van een betrekking elders. Zij werd per dezelfde datum opgevolgd door mw. R. DeCoursey. De heer P. F. van Velzen werd per 1 oktober voor halve werktijd in tijdelijke dienst aangesteld voor assistentie bij de tekstverwerking en de heer G. J. van Exel in tijdelijke dienst als vertaler Engels per 1 november. . Voor een aantal kortlopende extra-projecten waren enkele medewerkers in tijdelijke dienst met ingang van 1 oktober. De heer R. I. L. Adams werkte aan de beschrijving van een collectie oudheidkundige tekeningen, mw. C. H. J. Govers aan de invoer van bevolkingsgegevens in een database, mw. V. M. Clara van Groenendael aan de voltooiing
Jaarverslag 1987
391
van haar manuscript over Javaanse tranceverschijnselen, mw. M. O. A. Groot-Scalliet aan het transcriberen van het dagboek van de schilder A. A. J. Payen en mw. D. Bergink per 1 december aan het opnemen van traditionele epiek in Zuidoost-Sulawesi. Mw. C. Touwen-Bouwsma was gedurende de maand januari en van 1 oktober tot 31 december in dienst voor werkzaamheden ten behoeve van de Landelijke Coördinatiecommissie Indonesische Studies. • Bij het Bureau Indonesische Studiën nam mw. F. J. Teeuw-de Vries per 1 mei ontslag als sociaal begeleidster Indonesische bursalen wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Zij werd per dezelfde datum opgevolgd door mw. C. C. Donker-Stoffels. Bibliotheek Evenals in dè voorafgaande jaren mocht de bibliotheek zich gedurende het verslagjaar; zoals de cijfers aantonen, in een groeiende belangstelling verheugen. Index 1972 =100 leeszaalbezoeken geïntroduceerde niet-leden uitleningen builen de leeszaal uitleningen binnen de leeszaal
• 1972 abs. ind. 5.810 .225
1984 abs. ind.
1985 abs. ind.
1986 abs. ind.
1987 abs. ind.
100 13.108
226 13.261
228 14.812
250 15.785 272
100
167
156
194
376
352
437
580 258
2.810. 100 7.462
266 7.533 268 8.832 314 10.027 357
2.244
548 11.537 514 12.038 536 14.643 653
100 12.291
Door de heer C. G. van den Aardweg, bijgestaan door mw. C. van den Oever, werden 3.515 titels (1986: 2.938) in het journaalboek bijgeschreven, waarvan 732 (1986: 722) betreffende het Caraïbisch gebied (hierin begrepen 331 titels over Suriname en de Nederlandse Antillen)! Van de Vertegenwoordiging in Jakarta werden 7.220 aanwinsten ontvangen (1986: 5.993). Het aantal titelbeschrijvingen vervaardigd door de dames M. L.- J. van Hoeve, C. M. Hogewoning, A. G. van 't Oostende en M. Simon-Tan bedroeg 7.012 (1986: 7.056). Door mw. M. Pietersz en de heer N. Noordhoek werden 6.832 (1986: 6.185) titels op de tekstverwerker ingevoerd en uitgeprint die tot catalógusfiches werden gesneden. In dit aantal zijn 462 titels van lopende tijdschriften inbegrepen, die door de heer Noordhoek werden beschreven. Ongeveer 21.000 fiches werden gesorteerd en ingevoegd in de leeszaalcatalogi.
392
Jaarverslag 1987
Naast zijn toenemende informatiewerkzaamheden werden door de heer G. L. Nagelkerke 89 titels van afgesloten tijdschriften opnieuw beschreven en op aanwezigheid gecontroleerd, waarmee het totaal van 2.812 werd bereikt (1986: 2.723). Verder stelde hij voor intern gebruik een inhoudsopgave samen van de artikelen in het "Tijdschrift voor Nederlandsch-Indië", jaargang 1 (1838) -jaargang 20 (1885). Bovendien verscheen van zijn hand in het tijdschrift "Indische Letteren" (blz. 116-120) een overzicht van "De Indische bijdragen in Biang-Lala. Een documentatie". De heren H. J. Siebert en A. F. Schipper hebben 2.269 banden gelümbeckt (1986: 2.666). Door de binder werden 1.850 delen ingebonden. In samenwerking met de afdeling DMI verschenen in COM-fiche (Computer Output in Microform) de Supplementen 19 en 20 (aanwinsten 1985 en 1986) op de catalogus van de bibliotheek, en werden na elk kwartaal lijsten van de laatste aanwinsten in de leeszaal gedeponeerd. Verschillende groepen studenten uit binnen- en buitenland, die als onderwerp een verzamelgebied van de bibliotheek hadden, werden rondgeleid. Deelnemers aan de SEALG/South East Asia Library Group conferentie die in mei in Leiden werd gehouden, bezochten de bibliotheek. De Bibliothecaris, drs. P. Sutikno, begeleidde gedurende een aantal maanden een Indonesische fellow op bibliotheektechnisch gebied. Samen met het hoofd van de afdeling DGI, drs. F. G. P. Jaquet, vertegenwoordigde hij het Instituut in de begeleidingscommissie van het traceringsproject. De collectie Oosterse handschriften werd uitgebreid met muzieknotaties van Javaanse tembang melodieën, een Soendase landbouwprimbon uit Jampang, en een Land Dajak-Engelse woordenlijst; ze werden ingeschreven onder de nummers Or. 557-559. De volgende personen en instellingen verrijkten de bibliotheek met zeer gewaardeerde geschenken. R. Aizpurua A., J. C. Anceaux, J. André, S. Anema, M. Appel, E. Aspengren, J. Bartlema, A. van Beek, S. van Bemmelen, J. H. van den Berg, J. L. Blussé van Oud-Alblas, H. Borkent, B. A. C. W. Brands, R. H. W. H. Bijleveld-Visser, V. M. Clara van Groenendael, Th. Damsteegt, Ph. J. C. Dark, C. van Dijk, I. H. Enklaar, C. Fasseur, M. T. N. Govaars-Tjia, I. de Groot, C. D. Grijns, P. R. Hoffmanns, C. M. Hogewoning, C. Hoogland, V. J. H. Houben, H. de Jonge, J.A.B. Jongeneel, H. R. Jordaan, R. E. Jordaan, Kang Kyoung Seock, H. C. Kemp, S. J. Keuning, H. A. J. Klooster, P. S. van Koningsveld, W. Koot, B. Larsson, J. Leclerc, H. W. van Leeuwen, E. van Leeuwen-Boomkamp, A. C. Lindeman, E. Lyle, H. S. Martodirdjo, M. Mastury, Th. C. van der Meij, W. van der Molen, W. Mooyman, H. F. Munnike, G. A. Nagelkerke, M. Nakamura, S. Nauta, S. Niessen, R. Nieuwenhuys, J. W. van Nieuwenhuijsen, J. Noorduyn, A. G. van 't Oostende-Schultz, G. Opgenhaffen, B. Parnickel, J. Pennarz, L. A. Pérez Jr., J-M. Pg, P. Pinto Leite, H. A. Poeze, J-P. Potet, P. R. Renwarin, G. J. Resink, S. Rodgers, W. Röll, P. Schot-Saikku, B. Roseno, W. H. Salzmann, R. Scott, A. Simandjuntak, B. A. Simandjuntak, Ü Sirk, J. J. van Soest, L. E. van Stenus, K. Suhandang, Surianegara, Sutrisno, B. N. Teensma, A. Teeuw, E. M. Uhlenbeck, W. van der Veur, P. Voorhoeve, F. de Vries-Foltynski, H. D. Vruggink, M. P. Westerkamp, I. Wierts, C. Wigmore, W. van Zanten, M. Zed.
'•
Jaarverslag
1987
393
Algemeen Rijksarchief. Den Haag: Ambassade van Cuba, Den Haag; Ambassade van de Rep. Suriname. Den Haag; BISA. University of Sydney; Bibliotheek Anton de Kom Universiteit. Paramaribo; Bibliotheek Cult. Anthrop./N.W. Sociol.. Vrije Universiteit. Amsterdam; Bibliotheek Universiteit van de Ned. Antillen. Curacao; Brynmor Jones Library. University of Huil; Caribbean Documentation Centre. U.N. Econ. Commission for Latin America. Port-of-Spain; CEBEMO, Oegstgeest; Cellar Book Shop. Detroit; Center for Southeast Asian Studies, Kyoto University; Centrum voor Studies van Australië en Oceanië, Nijmegen; CESO. Den Haag; Comparative Asian Studies Programme. Erasmus Universiteit Rotterdam; Cultural Affairs Division. Min. of Community Development. Singapore: Dewan Bahasa dan Pustaka. Brunei; Economie Affairs Division. Barbados; Economisch en Sociaal Instituut, Amsterdam; Fac. der Godgeleerdheid, Rijksuniversiteit Utrecht; Fac. der Sociale Wetenschappen. Rijksuniversiteit Utrecht; Fak. für Soziologie, Universitat Bielefeld: Gale Research Company. Detroit; Grad. School of International Studies. University of Miami: Hendrik Kraemer Instituut, Oegstgeest: Indisch Familie Archief, Den Haag: Indoe, Leiden: Indonesian Netherlands Association, Jakarta: Indover Bank, Amsterdam; Institute of Developing Economies, Tokyo; Institute of Development Studies. University of Sussex; Institute of Latin American Studies, University of Texas at Austin; Institute of Social Studies. Den Haag; Instituut voor Cult. Antrop. en Sociologie der N.W. Volken. Rijksuniversiteit Leiden; Instituut voor Fiscale en Financiële Studies, Curacao; Instituut voor Ontwikkelingsvraagstukken. Tilburg: Instituut voor Taalwetenschap. Paramaribo: Inter-American Development Bank. Washington: Inter Documentation Company. Leiden; Interuniversitair Instituut voor Missiologie en Oecumenica. Utrecht; Koninklijk Instituut voor de Tropen, Amsterdam: Koninklijke Bibliotheek, Den Haag: Library of Congress, Washington; Ministerie van Onderwijs, Wetenschappen en Cultuur, Paramaribo: Museum für Völkerkunde, Frankfurt am Main: National University of Singapore; Nederlands Instituut voor het Nabije Oosten, Leiden: Nederlands Interuniversitair Demografisch Instituut, Den Haag: Nederlandse Credietverzekering Maatschappij, Amsterdam: Nederlandse Financieringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden. Den Haag; Nederlandse Sociologische en Antropologische Vereniging, Rotterdam: NUFFIC/IMWOO, Den Haag: Pacific Islands Studies Program, University of Hawaii; Perpustakaan Program Pendidikan Kedokteran Komunitas. Yogyakarta; Pusat Penelitian Arkeologi Nasional, Jakarta; Republic Bank Ltd., Port-of-Spain: Rijksarchief in de Provincie Utrecht; Rijksmuseum voor Volkenkunde, Leiden; Scandinavian Institute of Asian Studies. Kopenhagen: School of Oriental and African Studies, London; Sectie Militaire Geschiedenis van de Landmachtstaf. Den Haag; SIMAVI, Haarlem; Social Research Institute. Chulalongkorn University. Bangkok: Stichting Nationaal Sleepvaart Museum. Maassluis; Stichting Peutjut-Fonds, Rijswijk: Swets en Zeitlinger, Lisse; Times Editions, Singapore; Universiteitsbibliotheek Leiden; University of Tokyo Press; University of the West Indies, Kingston; Vakgroep Alg. Vorming, Vrije Universiteit. Amsterdam; Vakgroep Botanische Oecologie, Rijksuniversiteit Utrecht; Vakgroep Talen en Culturen van Zuidoost-Azië en Oceanië. Rijksuniversiteit Leiden; Volkenkundig Museum Nusantara, Delft; WOTRO. Den Haag; Yayasan Obor Indonesia, Jakarta; Zendingscentrum van de Gereformeerde Kerken in Nederland, Leusden; Zendingsgenootschap,der Evangelische Broedergemeente, Zeist.
Caraïbische Afdeling
De Adviescommissie van de Caraïbische Afdeling (Caraf) kwam in het verslagjaar eenmaal bijeen. Ten behoeve van de Instituutsbibliotheek werden 732 Caraïbische titels verworven, waarvan 331 over Aruba, de Nederlandse Antillen en Suriname.
394
Jaarverslag 1987
De Centrale Catalogus Caraïbiana (CCC) werd met ingang van dit verslagjaar grotendeels met eigen automatiseringsapparatuur en -programmatuur vervaardigd; pas in de eindfase worden op de afdeling vervaardigde diskettes door het Centraal Rekeninstituut van de RUL gecumuleerd en gereed gemaakt voor publikatie op microfiches. In december waren inderdaad de diskettes gereed voor verdere verwerking. Technische problemen bij de conversie hebben echter het tijdschema doorkruist, zodat de publikatie van de CCC-1987 pas in 1988 kon plaatsvinden. Het plaatsvervangend hoofd van de afdeling, mw. drs. J. L. M. G. Henket-Hoornweg, en de documentaliste mw. I, M. M. Loeffen waren belast met de CCC-automatisering. Naast andere lopende zaken vervaardigde laatstgenoemde tevens literatuurlijsten die gedeeltelijk werden gepubliceerd in het tijdschrift "OSO" (6/1, 6/2) en de basis yormden voor de in het "Boletin de Estudios Latinoamericanos y del Caribe" gepubliceerde rubriek "Caribbean Studies". Met de Britse uitgeverij Clio Press werd een contract getekend waarbij het afdelingshoofd zich mede namens drie collega's van Caraf verplicht in 1990 een manuscript voor een geannoteerde bibliografie van Suriname aan te bieden. De Clio Press zal dit manuscript in haar Bibliographical Series publiceren. In de eerste helft van het verslagjaar werden de secties 2 en 3 van de door Caraf georganiseerde Interuniversitaire Cursus Caraïbistiek (IUC) gehouden. Van de 58 studenten en toehoorders die zich inschreven voor deze achtste IUC legden 31 met succes het eindtentamen af. Enkele studenten benutten de mogelijkheid om in het tweede cursusjaar een werkstuk te schrijven. De wetenschappelijke assistent van Caraf, drs. P. J. J. Meel, was belast met de coördinatie van de cursus. De IUC wordt gesubsidieerd door de betrokken universiteiten, de Stichting voor Culturele Samenwerking (Sticusa) en het KITLV. In het verslagjaar werd in de IUC-Onderwijscommissie overleg gevoerd ten einde in 1988 een nieuwe, aan de eisen van de twee-fasenstructuur aangepaste IUC te kunnen aanbieden. Het afdelingshoofd, drs. G. J. Oostindie, verzorgde gastlezingen aan de Rijksuniversiteit Leiden, voor de Nederlandse Vereniging ter Beoefening van de Sociale Geschiedenis, aan de Université de Paris VIII en aan de University of Florida in Gainesville. Mw. Loeffen en dhr. Meel woonden de jaarlijkse conferentie van de Society for Caribbean Studies bij, die van 14 tot 16 juli in Engeland plaatsvond. Tevens bezochten zij enkele wetenschappelijke centra in Londen. Dhr. Oostindie bezocht van 21 mei tot 3 juni Florida en Belize. In Florida bezocht hij verschillende wetenschappelijke instellingen. Op de in Belize gehouden jaarlijkse conferentie van de Caribbean Studies Association trad hij in twee panels op als commentator. Voorts bezocht hij van 22 tot 24 oktober op uitnodiging Parijs, waar hij een lezing hield en enkele wetenschappelijke instellingen bezocht. Van 28 tot 30 november tenslotte verbleef hij aan de Unversity of Warwich (UK) in verband met de voorbereiding van een panel voor het in 1988 in Amsterdam te houden Internationale Congres van Amerikanisten.
Jaarverslag 1987
395
In het verslagjaar werden zes Caraïbische titels gepubliceerd. In de Caribbean Series verschenen Jamal Khan, "Public management; The Eastern Caribbean experience" (no. 5; in 1982 reeds gepubliceerd als afdelingspublikatie), Cees Koelewijn met Peter Rivière, "Oral literature of the Trio Indians of Surinam" (no. 6) en Ingrid Koulen en Gert Oostindie met Peter Verton en Rosemarijn Höfte, "The Netherlands Antilles and Aruba: A research guide" (no. 7). Aan de serie Antillen Working Papers werden twee titels toegevoegd: Anke van Dijke en Linda Terpstra, "Je kunt maar beter bij je moeder blijven; Ongehuwde vrouwen met kinderen op Curacao" (no. 12) en Rudolf M. Croes, "Welvaart zonder ontwikkeling; de invloed van de oliemaatschappijen op de Arubaanse economie 1928-1949" (no. 13). Het redactionele werk voor deze publikaties werd verricht door mw. Höfte en de heren Meel en Oostindie. Het zetwerk werd deels verricht door de secretaresse van de afdeling, mw. M. E. HeegerKlarenbeek, deels uitbesteed. De achterstand van het door het Studie- en Documentatiecentrum Latijns-Amerika (CEDLA) in samenwerking met Caraf uitgegeven "Boletin" werd gedeeltelijk ingelopen. In het verslagjaar verschenen de nummers 40 (Junio de 1985), 41 (Diciembre de 1985) en 42 (Junio de 1986). Als Caraïbische bijdragen werden opgenomen F. F. Taylor, "The burial of the past; The promotion of the early Jamaica tourist industry" (no. 40); Gert J. Oostindie, "Caribbean studies 1985" (no. 41); en R. Höfte, "Female indentured laborin Suriname: Forbetterorworse?" (no. 42). Mw. Höfte publiceerde naast dit artikel twee andere artikelen, gebaseerd op haar in 1986 verdedigde proefschrift: "Control and resistance: Indentured labor in Suriname" (Nieuwe West-Indische Gids 61/1,2: 1-22) en "Het politiek bewustzijn van Hindostaanse en Javaanse contractarbeiders, 1910-1940" (OSO 6/1: 25-34). Een recensie van haar hand verscheen in de Nieuwe West-Indische Gids. Voorts verleende zij medewerking aan de publikatie van Caribbean Series no. 7, en verrichtte zij met dhr. Oostindie een kortlopend onderzoek naar het huidige Nederlandse dekolonisatiebeleid ten opzichte van de Nederlandse Antillen en Aruba. Dhr. Meel maakte goede vorderingen met het archiefonderzoek naar de staatkundig-politieke betrekkingen tussen Nederland en Suriname in de jaren 1954-1975. Voorts bereidde hij een paper voor, te presenteren op het Amerikanistencongres. Hij publiceerde een recensie in de "Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde" (143/IV). Naast zijn aandeel in de publikatie van Caribbean Series no. 7 schreef dhr. Oostindie een artikel "Historiography on the Dutch Caribbean: Catching up?" (Journal of Caribbean History 21/1: 1-18) en recensies in "Bulletin of Latin American Research" (6/1), "Bijdragen" (143/11,111 en 143/IV), "Nieuwe West-Indische Gids" (61/1,2) en "OSO" (6/2). In overleg met het Dagelijks Bestuur en met de afdeling was het hem mogelijk gedurende vier maanden vier dagen per week aan zijn promotie-onderzoek over Surinaamse plantages in de tijd van de slavernij te besteden; dit onderzoek vorderde goed. Daarnaast verrichtte hij onderzoek voor twee op het Amerikanistencongres (1988) té presente-
396
Jaarverslag 1987
ren papers, respectievelijk over Caraïbische slavernij en technologie cq. innovatie (met een Amsterdamse collega) en over dekolonisatie en internationale verhoudingen in het Caraïbisch gebied (met mw. Höfte). Het afdelingshoofd vervulde evenals vorige jaren q.q. enkele bestuurlijke taken op het gebied van de Caraïbische studiën in Nederland. Als secretaris van de Caraïbische sectie van de Werkgemeenschap Latijns-Amerika en Caraïbisch gebied was hij mede-organisator van een middag met lezingen gewijd aan het werk van de dit jaar overleden prominente Caribist prof. dr. R. A. J. van Lier. Achtereenvolgens spraken prof. dr. H. Hoetink ("De plurale samenleving"), prof. dr. H. E. Lamur ("De ontwikkeling van de Surinamistiek") en dr. L. de la Rive Box ("Het begrip grenssamenleving"). Het Instituut was op deze middag gastheer. Als lid van het Nationaal Comité, gevormd ten behoeve van het internationale Amerikanistencongres van 1988, was dhr. Oostindie mede-organisator van twee bij die gelegenheid te houden panels. Documentatie Geschiedenis Indonesië Het afdelingshoofd, drs. F. G. P. Jaquet, bezorgde de brieven van Kartini en haar zusters onder de titel: "Kartini. Brieven aan mevrouw R. M. Abendanon-Mandri en haar echtgenoot". Hij hield daarover een lezing bij de presentatie van het boek op 10 december. Het werk aan het Kartini-boek vergde het grootste deel van zijn tijd. Hij inventariseerde de collectie J. H. Abendanon (waarin de brieven van Kartini), G. C. Zijlmans (interviews met oud BB-ambtenaren) en W. F. van Lier (Surinaamse bosnegers). Hij publiceerde in het tijdschrift "Indische Letteren" een drietal bibliografische bijdragen (blz. 51-52, 98-100 en 193-196). Als redacteur van dit tijdschrift werd hij benoemd tot lid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. Samen met de bibliothecaris vertegenwoordigde hij het Instituut in de begeleidingscommissie van het traceringsproject. Mw. D. B. M. Buur kwam gereed met de inventarisatie van de collectie G. P. Rouffaer. Vanwege archieftechnische complicaties duurde het werk langer dan was ingeschat. Zij verleende assistentie bij het onderzoek van verschillende werkgroepen, zoals de werkgroep Indisch-Nederlandse letterkunde van de Leidse universiteit, en verschafte informatie aan o.a. de Nederlandse Bibliotheek Centrale. Voorts werkte zij mee aan een uitzending over Indische jeugdliteratuur in het radioprogramma "Tempo Doeloe" van de TROS. Tevens was zij de bibliotheek behulpzaam bij het opsporen en aanschaffen van moeilijk te verkrijgen jeugdliteratuur. Mw. L. Manuputty-Tentua verwerkte ca. 1300 catalogusnummers van de fotocollectie. Er werden 418 foto-orders verwerkt. In totaal werden ten behoeve van beschrijving en orders 2018 negatieven gelicht en geborgen. Mw. M. Fluitsma beschreef 609 foto's, waarvan er 239 werden afgewerkt (1986: 1420), mw. Buur beschreef er 536 (1986: 457). In totaal werden 1718 nieuwe foto's bewerkt en ingevoegd (1986: 1839), zodat
Jaarverslag 1987
397
nu 12.501 beeldende documenten in de catalogus te vinden zijn. Mw. L. van der Spree-Annyas sloot een cursus cartografie met succes af. Zij herordende en beschreef 550 kaarten (1986: 229). Zij voerde het beheer over de microfiches. Mw. F. M. Enserink-van Hulzen maakte de handschriften uit de collecties Brooshooft, Douwes Dekker, Gobée, benevens 251 "losse stukken" voor microfichering gereed en controleerde de geleverde microfiches. Het aantal bezoekers bedroeg 725 (1986: 626). Ten behoeve van het publiek werden 1046 Westerse handschriften gelicht en geborgen (1986: 1368), 217 Oosterse handschriften (1986: 795), 1131 kaarten/ atlassen (1986: 1442) en ca. 2000 foto's (1986: 1785). De afdeling verleende haar medewerking aan rondleidingen voor scholieren en studenten, en werkte mee aan het totstandkomen van televisieprogramma's en tentoonstellingen zoals over de geschiedenis van de Bijbel, Jan Pieterszoon Coen, Multatuli en de Japanse interneringskampen. Documentatie Modern Indonesië Met ingang van het verslagjaar werden de supplement-catalogi van de Bibliotheek op COM-fiche niet meer bij het Centraal Rekeninstituut van de Rijksuniversiteit vervaardigd, maar op eigen apparatuur. Daartoe werd begin van het jaar een Kaypro 286i AT microcomputer met 40 Megabyte harde schijf en speciale uitbreiding van de MS-DOS besturingsprogrammatuur aangeschaft. Het programmapakket, benodigd voor de aanmaak van de systematische en de descriptorcatalogi op deze apparatuur, werd geschreven door mw. M. Westerkamp.. Door deze nieuwe werkwijze kon een grote besparing op de produktiekosten van de jaarcatalogi op COM-fiche bereikt worden en ontstond de mogelijkheid om de informatievoorziening in de leeszaal van de Bibliotheek te versnellen door het uitbrengen van kwartaalcatalogi, zowel systematisch als op descriptor gerangschikt. Met behulp van de nieuwe apparatuur werden de volgende catalogi op COM-fiche vervaardigd: supplement 19 (1985), gereed in november, supplement 20 (1986), gereed in december, en drie kwartaalcatalogi in resp. april, juli en oktober in laser print op papier. • . De vastlegging der gegevens voor de supplementen 19 en 20 en de controle daarvan werden uitgevoerd door mw. V. Jutting en tijdens haar afwezigheid wegens ziekte, van mei tot december, door mw. C. Baak. Mr. H. Kemp en mw. M. Bakker verrichtten de inhoudelijke eindcorrectie. Bovendien werden 8819 nieuwe titels van descriptoren voorzien door mr. Kempen mw. Bakker (1986: 8129). . Met het gereedkomen van bovengenoemde catalogi kwam een eind aan het vele jaren geleden opgezette inhaalproject gedrukte catalogi. Deze catalogi zijn thans up-to-date, en in de loop der jaren is een waardevol bestand van ca. 80.000 machineleesbaar vastgelegde titels met descriptoren opgebouwd. Mede met het oog hierop besloot het Bestuur initiatieven te ontwikkelen in de richting van een volledig
398
Jaarverslag 1987
geautomatiseerd catalogiseer- en documentatiesysteem, met behulp waarvan de reeds vastgelegde titels en de nieuwe aanwinsten interactief toegankelijk kunnen worden gemaakt ten behoeve van bibliotheekgebruikers. Ter financiering van de hoge initiële kosten die met zo'n systeem gemoeid zijn is een beroep gedaan op het fonds Intentioneel Apparatuur Schema (LAS) van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. Nadat in het begin van het jaar een voorste! voor een volledig geautomatiseerd systeem was ingediend, waarin evenwel een verbinding met het landelijke biblotheekautomatiseringssysteem PICA ontbrak, werd in overleg met de Universiteitsbibliotheek Leiden en het PICA Bureau in de loop van het jaar een nieuw voorstel geformuleerd, tegemoetkomend aan het departementaal verlangen naar optimale landelijke integratie van de geautomatiseerde ontsluiting van de Instituutscollecties, i.h.b. met die van de Universiteitsbibliotheek Leiden. De Bibliotheek van de Ecole Francaise de 1'Extrême Oriënt zocht samenwerking met de afdeling om gezamenlijk de Microthesaurus in het Frans te vertalen en tevens uit te breiden naar Vasteland Zuidoost-Azië. Een gezamenlijk project wordt overwogen. Mr. Kemp zette een databasemodel op voor integratie van de OECD Macrothesaurus met de KITLV Microthesaurus met behulp van het programmapakket Micropolydoc. Mr. Kemp verzamelde een aantal toevoegingen aan de, in oktober 1986 gereedgekomen, voorlopige versie van de "Annotated Bibliography of Bibliographies of Indonesia" en voerde enkele correcties uit. Van Excerpta Indonesica (EI) verschenen dit jaar de nos. 35 en 36, inhoudende 544 uittreksels (1986: 559). De redactie was in handen van prof. C. van Dijk en drs. R. Karni, de samenstelling vond plaats door de adjunct-redactrice, mw. drs. T. Sommeling, voor Indonesischtalig materiaal terzijde gestaan door mw. Bakker en drs. J. van de Kok. EI telde 259 betalende abonnees in Nederland en 262 in het buitenland. Ten behoeve van de Bibliotheek werd geruild met 16 instellingen in Nederland en 53 in het buitenland. Er waren 94 vrijwillige medewerkers die EI gratis ontvangen en 84 personen of instellingen met een gratis abonnement uit hoofde van bestuurs- of commissielidmaatschappen. De Vertegenwoordiging in Indonesië ontving 249 gratis exemplaren als literatuurhulp aan Indonesische bibliotheken en universiteiten (1986: resp. 262, 247, 16, 52, 97, 83, 251). Ook dit jaar weer verzorgde mw. Baak de tekstverwerking en de voorbereiding voor het zetwerk vanaf diskette. Bovendien verzorgde zij de invoer van een vijftal niet eerder machineleesbaar gemaakte indexen voor de cumulatieve index van de nummers 21 t/m 30, die eind 1987 op de eigen computer gedraaid werd. Mw. Bakker, geassisteerd door mw. Baak en mw; Jutting, verzorgde de naar aanleiding van uittreksels in EI aangevraagde kopieën van publikaties: 14 personen en instellingen vroegen 99 titels aan, waarvoor 1445 pagina's werden gekopieerd (1986: 15 aanvragen voor 124 titels met 3413 pagina's). Vier personen of instellingen vroegen microfiches van 16 titels aan, waarvoor 16 microfiches en 32 duplicaten van microfiches werden geleverd (1986: 5 aanvragen voor 16 titels op 44 microfiches).
Jaarverslag 1987
399
De vorig jaar opgezette inventarisatie van Indonesianisten in WestEuropa werd in de eerste maanden afgerond en mondde in mei uit in de publikatie "Directory of West European Indonesianists 1987" en de database EURISIS. De persoonlijke, academische en publicitaire bijzonderheden van 423 Nederlandse, 127 Duitse, 84 Engelse, 53 Franse, 25 Zwitserse. 11 Noorse, 10 Zweedse, 9 Belgische, 7 Deense, 5 Italiaanse, 4 Oostenrijkse en 2 Portugese Indonesianisten zijn hierin opgenomen. De inventarisatie werd voortgezet door nieuwe gegevens regelmatig in de database op te nemen voor een toekomstige Directory. Op 14 en 15 mei werd de jaarbijeenkomst van de South-east Asia Library Group, waaraan het Instituut al sinds 1968 deelneemt, op uitnodiging van het Bestuur in Leiden gehouden. Voor het wetenschappelijk gedeelte, lezingen, rondleidingen en demonstraties, werd samengewerkt met medewerkers van de Universiteitsbibliotheek, de Vakgroep Talen en Culturen van Zuidoost-Azië van de Rijksuniversiteit Leiden, de Tweede Afdeling van het Algmeen Rijksarchief en de Koninklijke Bibliotheek. De deelnemers kwamen uit Engeland (7), Duitsland (2), Frankrijk (1), de Verenigde Staten (1) en Nederland (12). De organisatie was in handen van de afdeling DMI. Medewerkers van de Bibliotheek en van DMI verzorgden rondleidingen door het Instituut. Prof. van Dijk organiseerde samen met prof. dr. H. A. Sutherland en drs. R. G. Tol de Second International Workshop on Indonesian Studies met als thema: Trade, Society and Belief in South Sulawesi and its Maritime World. Aan deze workshop, die van 2 tot 6 november op het Instituut werd gehouden, namen 23 personen deel, afkomstig uit Indonesië, de Verenigde Staten, Australië, Japan, Duitsland, Frankrijk en Nederland. Prof. van Dijk zette zijn redacteurschappen van de "Review of Indonesian and Malaysian Studies" (RIMA) en "Orion" voort. Met ingang van 1987 werd hij tevens redacteur van het "Handbuch der Orientalistik, dritte Abteilung: Indonesien, Malaysia und die Philippinen". In Jakarta verscheen bij de uitgever Pustaka Utama Grafiti een herdruk van de Indonesische vertaling van zijn dissertatie "Darul Islam: Sebuah pemberontakan". Van zijn hand verscheen verder een korte bijdrage, "Cultuur en massamedia", in S. J. Keuning, D. W. F. van der Mark en J. L. G. Palte, "Indonesië" (Landendocumentatie KIT), no. 2, p. 49-53. Hij verzorgde colleges voor de Vakgroep Talen en Culturen van Zuidoost-Azië en Oceanië en het Instituut voor Culturele Antropologie en Sociologie der niet-Westerse Volken van de Rijksuniversiteit Leiden; en voor de Interuniversitaire Cursus Indonesiëkunde. Hij begeleidde verschillende Indonesische en buitenlandse studenten bij hun onderzoek. Hiertoe behoorden vier Indonesische Islamologen, die een jaar voor studie aan de Rijksuniversiteit Leiden verbleven. Daarnaast adviseerde hij bij de voortzetting van deze Indonesian-Netherlands Cooperation in Islamic Studies. Hij aanvaardde het verzoek om voorzitter te worden van de Commissie van Advies van het Volkenkundig Museum Nusantara te Delft. Het KITLV werd door hem vertegenwoordigd bij het door het Rijksinstituut
400
Jaarverslag 1987
voor Oorlogsdocumentatie gecoördineerde streven om te komen tot een postdoctoraal opleidingsprogramma voor negentiende en twintigste eeuwse geschiedenis. Hij spande zich voorts in voor het entameren van Europese samenwerking op het terrein der Indonesische studiën en bezocht daartoe het Office of Cooperation in Education van de EG te Brussel met het oog op subsidiewerving. De volgende lezingen werden door hem gehouden: in februari, ter gelegenheid van het emeritaat van prof. De Josselin de Jong, over Recente ontwikkelingen in de studie van Indonesië; in maart, voor het Centre of South East Asian Studies van de University of Kent in Canterbury, over Islam and politics in Indonesia since 1945; in mei, voor het KOP-Indonesië van het ICA/SNWV, over Communistische Moslims op West Sumatra; in augustus in Jakarta, voor de Pusat Sejarah ABRI, over Islam and communism in West Sumatra; in september^ voor de studiedag over Nederland en Nederlands-Indië 1918-1945 voor geschiedenisdocenten, over De ontwikkelingen van het Indonesisch nationalisme tussen 1908 en 1945; en eveneens in september, in het kader van het in Middelburg gehouden congres VOC en cultuur, over de VOC en de kennis van taal- en volkenkunde van insulair Zuidoost Azië. Drs. J. van de Kok schreef het artikel "Survey of political developments in Indonesia in the first half of 1986", gepubliceerd in "RIMA", Winter 1987. Hij werkte als redacteur mee aan de serie "Kunst en verslaggeving in de Indonesische pers" in "Inti seni", tijdschrift voor moderne Indonesische beeldende kunst, nos. 2 en 3. Verder publiceerde hij een bespreking van de "Directory of West European Indonesianists" in het Indonesische tijdschrift "Tempo", 31. Drs. van de Kok veranderde met toestemming van het Bestuur en zijn promotor het onderwerp van zijn dissertatie naar: Kunst en nationalisme in Indonesië, Taman Siswa als leerschool voor de Persatuan Ahli Gambar Indonesia kunstenaars. Hiervoor verrichtte hij onderzoek in de boek-, tijdschrift- en prentencollecties van het Instituut en in de schetsencollectie Payen van het Rijksmuseum voor Volkenkunde. Op verzoek van de Academie voor Beeldende Kunst en Industriële Vormgeving te Enschede trad hij op als Rijksgecommiteerde voor afstuderenden met een Zuidoost-Aziatisch onderwerp. Op verzoek van de Vertegenwoordiging in Jakarta bereidde mr. Kemp de automatisering van de verwerking van de boektitels aldaar voor in mei en juni. Van half augustus tot eind september verbleef hij in Jakarta voor uitwerking van dit op het programmapakket Micropolydoc gebaseerde systeem. Drs. Karni trad op als begeleider van een student van de Vakgroep Massacommunicatie van de Universiteit van Amsterdam voor diens bibliografie van de Nederlands-Indische persgeschiedenis. Op het gebied van de automatisering begeleidde hij van januari tot maart de freelance medewerkster mw. Westerkamp bij het schrijven van het programmapakket voor de kwartaal- en jaarcatalogi. Daarnaast begeleidde hij sinds juli de bibliotheektechnische en automatiseringsaspecten van de Bali-bibliografie die door dr. David Stuart-Fox op een beurs van ZWO werd samengesteld. Als assistente van dhr. Stuart-Fox werd
Jaarverslag 1987
401
mw. Bakker 2 dagen per week aangesteld met een subsidie van het PRIS. Automatiseringsadviezen werden door hem gegeven aan het Hendrik Kraemer Instituut, het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, het Rijksherbarium en de Vakgroep Talen en Culturen van Zuidoost-Azië en Oceanië. Voor het, in begin 1987 geëntameerde, gebruikersonderzoek van de Bibliotheek werd een systeem ontworpen dat in eerste instantie met de tot nu toe beschikbare gegevens gevuld werd. De deelname van het Instituut aan de Bedrijvendag van de Rijksuniversiteit in november werd door drs. Kami gecoördineerd. Hieraan werkten verder mee mw. Bakker en mw. Loeffen van de Caraïbische afdeling. Mw. Baak verzorgde een aantal malen instructie in het gebruik van de tekstverwerkers aan KITLV bursalen. Tevens zorgde zij, wegens ziekte van mw. Jutting, voor de ordening van de Indonesische dagbladen in de krantenkamer van de afdeling DMI. Mw. Bakker, documentaliste van de afdeling, behaalde in juni het doctoraalexamen Indonesische talen. Programma Indonesische Studiën
Met ministeriële goedkeuring van de begroting van het PRIS en in samenwerking met de Indonesische Stuurgroep kon het programma in het verslagjaar als volgt worden gecontinueerd. Het trainingsprogramma voor antropologen kreeg een voorlopige ' afronding met de terugkeer van de vierde groep van 5 S-II kandidaten naar Indonesië medio 1987. De training van de eerste groep rechtsantropologen, die in januari 1986 in Nederland arriveerde, werd voortgezet. Een tweede groep van 7 rechtsantropologen kwam in januari voor een training van 2Vb jaar in Nederland. Projectverantwoordelijke bij de trainingsprogramma's voor antropologen en rechtsantropologen waren in Nederland prof. dr. P. E. de Joselin de Jong (ICA, Universiteit van Leiden; tot 1 september) en prof. dr. F. von Benda-Beckmann (Vakgroep Agrarisch Recht, Universiteit van Wageningen; vanaf 1 september). Ook prof. dr. J. D. Speckmann was samen met enkele andere docenten van het ICA en van de Vakgroep Agrarisch Recht nauw bij de opleidingen betrokken. Speciaal voor deze trainingsprogramma's hadden ten laste van het PRIS mw. drs. F. Brinkgreve en drs. G. A. Persoon ieder een deeltijdaanstelling bij het ICA. Onder leiding van prof. dr. G. J. Schutte (VU; projectverantwoordelijke aan Nederlandse zijde) en prof. dr. H. Sutherland (Vakgroep Niet-Westerse Geschiedenis van de VU) werd het studie- en onderzoeksprogramma voortgezet van drie Indonesische historici die in de S-III fase zijn. Het dienstverband van drs. F. van Baardewijk bij de VU ten behoeve van dit project werd in verminderde deeltijd gecontinueerd. Elk van de drie meest betrokken vakgroepen bij de opleiding van Indonesische antropologen en historici zijn, mede ter compensatie van de geïnvesteerde tijd, in staat gesteld een AIO aan te trekken, die onderzoek zal doen op het gebied van de Indonesische Studiën.
402
Jaarverslag 1987
Een deel van de Indonesische deelnemers aan de trainingsprogramma's in Nederland heeft met veel succes deelgenomen aan een talencursus Engels van 12 weken aan de School of Oriental and African Studies te Londen. De studiecoördinator van het PRIS, mw. drs. M. DjajadiningratNieuwenhuis, zette zich evenals voorgaande jaren in voorde organisatie van trainingsprogramma's, die voor zover mogelijk en dienstig geïntegreerd worden in lopende en ontstane (inter-)universitaire onderwijsprogramma's. Drs. G. Termorshuizen nam het onderwijs Nederlands voor zijn rekening, naast de afronding van zijn dissertatie over de journalist en schrijver Daum. Evenals in voorgaande jaren werkte prof. dr. A. Teeuw gedurende drie maanden in Indonesië aan de follow-up van een meerjarig trainingsen onderzoeksprogramma literatuurwetenschap. In de zomer werd wederom gedurende 10 weken aan de Universitas Padjadjaran te Bandung onder supervisie van prof. dr. Yus Badudu een cursus Indonesisch verzorgd, ditmaal voor Nederlandse studenten met Indonesisch als bijvak. Een deel van de studenten werd dank zij een daartoe benodigd visum in de gelegenheid gesteld aansluitend op de talencursus een doctoraal leeronderzoek in het eigen vakgebied te doen. Dr. H. de Jonge keerde na afloop van zijn contract in augustus terug naar Nederland na twee jaar gastdocent te Jember te zijn geweest. Voor zijn vervanging te Jember werden kandidaten opgeroepen te solliciteren. Drs. G. A. Persoon (RUL) zette zijn dissertatie-onderzoek voort naar veranderings- en modernisatieprocessen in de Mentawei-archipel, terwijl mw. drs. T. Ruiter (UvA) haar dissertatie-onderzoek continueerde betreffende sociaal-economische veranderingen in het frontier-' gebied van Noord-Sumatra. Drs. R. G. Tol (RUL), drs. J. A. L. B. van den Veerdonk (RUL), mw. drs. M. Klokke (RUL), drs. P. Hoffmanns (RUL) en mw. drs. L. C. Dolk (RUL) zetten met subsidie van het PRIS hun dissertatie-onderzoek voort naar respectievelijk: een uit te geven Buginese tekst; de taal en het idioom van Oud-Javaanse inscripties; de iconografie van Tantriverhalen op Hindu-Javaanse tempels en hun relatie tot Oud-Javaanse teksten; de Oud-Indonesische bouwkunst op Oost-Java; de rol van Nederlandse literaire werken en concepten in de ontwikkeling van de moderne Indonesische literatuur. Drs. P. Post (VU) continueerde zijn dissertatie-onderzoek betreffende de Japanse bedrijvigheid in Nederlands-Indië. In augustus begon mw. drs. F. Brinkgreve (RUL) aan haar dissertatieonderzoek naar het gebruik van rituele decoraties op Bali. In november vertrok zij voor veldwerk naar Indonesië. In februari begon dr. G. Knaap onder supervisie van prof. dr. H. A. Sutherland (VU) en dr. J. van Goor (RUU) aan een driejarig archiefonderzoek naar de Indonesische handel en scheepvaart omstreeks 1775, in het bijzonder die van Java. Een grote hoeveelheid kwantitatieve gegevens werd met behulp van een computer verwerkt. Bij de invoer van de gegevens in de computer had dr. Knaap de assistentie van mw. A. S. de Jonge. Dank zij een subsidie van het PRIS konden tien Indonesiërs deelnemen aan een in februari gehouden internationale Nieuw-Guinea
Jaarverslag 1987
403
workshop in de KUN en een in november gehouden Zuid-Sulawesi workshop in het Instituut. Dr. P. J. Drooglever van de Rijkscommissie voor Vaderlandse Geschiedenis werd in staat gesteld deel te nemen aan het symposium in november te Yogyakarta georganiseerd ter gelegenheid van het afscheid van prof. dr. Sartono Kartodirdjo. In december verscheen de door dr. C. J. Knaap bezorgde bronnenpublikatie met memories van overgave van de VOC-gouverneurs van Ambon. Drs. P. Jobse werkte verder aan de afronding van de bronnenpublikatie over Ambon, 1900-1941. In de serie "Changing Economy in Indonesia" werd met subsidie van het PRIS op het KIT in januari een begin gemaakt met een bronnenpublikatie over "Prices". Medio 1987 begon dr. Th. van den End in het kader van het Project Kerkhistorische Uitgaven Indonesië aan een bronnenpublikatie aangaande zending en kerk op West-Java, 1858-1940. Het PRIS sudsidieerde een assistent voor dr. D. Stuart-Fox, die in het Instituut werkte aan een Bali-bibliografie. In Indonesië werd een begin gemaakt met de vertaling in het Engels van de dissertatie van dr. Edi Sedyawati. Ter afronding van de catalogus van Maleise handschriften in Nederland, samengesteld door dr. T. Iskandar, werden onder leiding van dr. J. Noorduyn werkzaamheden verricht door dr. Russell Jones en drs. R. M. Dumas. Voor de publikatie van de Indonesische vertaling van Kerns catalogus van het Buginese I La Galigo epos werd in Indonesië een uitgever gevonden. Het transcriberen van Butonese handschriften in Indonesië kwam stil te liggen wegens het overlijden van de uitvoerder van dit project. Het aandeel van het PRIS in het lopende vertaalproject in Indonesië (ILDEP-serie) van prof. dr. W. A. L. Stokhof kwam tot een afsluiting. De publikatie van de Holle-woordenlijsten vorderde onder leiding van prof. Stokhof zover, dat deze in 1988 voltooid zal zijn. In de tweede helft van het verslagjaar werd een programma opgezet voor een vijf jaar durend omvangrijk bilateraal samenwerkingsproject voor regionale studies, waarbij zowel training als onderzoek en verbetering van de wetenschappelijke infrastructuur een rol spelen. De regio's die specifieke aandacht krijgen zijn het Javaanse cultuurgebied, het Sundase cultuurgebied, Bali, de Maleise wereld en Zuid-Sulawesi. De uitvoering van dit project is aan Nederlandse zijde toevertrouwd aan de Vakgroep Talen en Culturen van Zuidoost-Azië en Oceanië van de RUL. Drs. C. H. van Fraassen, hoofd van het Bureau Indonesische Studies (BIS) en secretaris van de stuurgroep van het PRIS, promoveerde in december op het proefschrift "Ternate, de Molukken en de Indonesische Archipel". Vertegenwoordiging Indonesië In het verslagjaar werden 7220 nieuwe aanwinsten voor de Instituutsbibliotheek ingeschreven in het journaalboek (1986: 5993). Hiervan werden 5201 nummers in originali naar Leiden verzonden (1986: 3400), waaronder een collectie pesantren boeken en Chinees-Maleische romans tot een aantal van ca. 2000 nummers, de overige in microvorm.
404
Jaarverslag 1987
Ruim 14% van deze aanwinsten werd ten geschenke ontvangen. Voorts werden 74 nieuwe periodieken ingeschreven, waarvan 17 ten geschenke werden ontvangen. Ook in dit verslagjaar verrichtte de V.I. acquisitie van boeken ten behoeve van de bibliotheken van de RUL (1245), het NORZOAC (477) en de Koninklijke Bibliotheek. In de reeks vertalingen van de V.I. verscheen bij de uitgeverij Pustaka Utama Grafiti Pers in Jakarta in een oplage van 4500 exemplaren de vertaling van H. J. de Graaf: "De regering van Sunan Mangkurat I Tegal Wangi, Vorst van Mataram, 1646-1677", deel 1, "De ontbinding van het rijk" en deel 2, "Opstand en Ondergang", VKI 33 en 39, respectievelijk getiteld "Desintegrasi Mataram" en "Runtuhnya Istana Mataram". Bij de uitgever PT Djambatan verscheen in een oplage van 1000 exemplaren deel 7 van de "Serat Kandhaning Ringgit Purwa" met een subsidie van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, en "Raja dan Kerajaan Merdeka di Indonesia antara tahun 1850 dan 1910", een bundel met zes artikelen van G. J. Resink over de 350-jarige kolonialisering van Indonesië, in een oplage van 3000 exemplaren, alsmede een geheel herziene vertaling, thans vermeerderd met een bibliografie van ruim 40 pagina's, van C. van Vollenhoven: "De ontdekking van het Adatrecht" (eerste druk in 1981 na twee jaar uitverkocht) getiteld "Penemuan Hukum Adat" in een oplage van 3000 exemplaren. Op eigen kosten verzorgde Pustaka Utama Grafiti Pers de vertaling en publikatie van de dissertatie van V. M. Clara van Groenendael, "The dalang behind the Wayang" (VKI 114). Met een subsidie van het Ministerie van O. en W. werd door de Gadjah Mada University Press te Yogyakarta gepubliceerd het KawiJavaans woordenboek van C. F. Winter en Ronggowarsito in Latijnse karakters (oplage: 1000). Voorts kwamen de vertalingen gereed van de volgende acht boeken: A. Teeuw, "Modern Indonesian Literature", deel 2 (TS no. 10, 2), L. Blussé, "Strange Company" (VKI 122), H. A. Poeze, "Tan Malaka" (VKI 78), J. M. Romein, "In de ban van Prambanan", J. C. van Leur, "Eenige beschouwingen betreffende den ouden Aziatischen handel", B. J. O. Schrieke, "Vorst en Rijk op Oud-Java", Akira Nagazumi, "The Dawn of Indonesian Nationalism. The early years of Budi Utomo, 1908-1918". W. F. Hermans. "De raadselachtige Multatuli". De vertaling van een viertal andere werken is in behandeling. Tegen het einde van het verslagjaar werd een redactiecommissie gevormd die de V.I. bijstaat in de selectie, vertaling en publikatie van haar vertaalreeks, waarin 15 titels zullen worden vertaald en gepubliceerd in de periode 1988-1990. De leden ervan zijn de dames prof. dra. Baroroh Baried, prof. dr. T. O. Ihromi. prof. dr. Haryati Soebadio en de heren prof. dr. Harsya W. Bachtiar, dr. A. B. Lapian en dr. Thee Kian Wie. Het aantal gewone leden in Indonesië steeg van 315 in 1986 naar 328. Het aantal contribuerende instellingen bedroeg 33 (1986: 32), terwijl evenals vorig jaar met 11 instanties een ruilabonnement liep. Hoofdzakelijk ten bate van acquisitie van publikaties reisde drs. J. Erkelens, hoofd van de V.I., enige malen naar Bandung, Yogyakarta en
Jaarverslag 1987
405
Surakarta. Ook bezocht hij (voor het eerst) de provincie Riau, mede ter kennismaking met de instanties en personen die betrokken zijn bij de a.s. samenwerking op het gebied van de Maleise taal-, letterkunde en geschiedenis in het programma Regionale Studies. In augustus nam hij deel aan de Nederlands-Indonesische besprekingen over dit programma. Zijn inventarisatie van het archief van het Java-Instituut kon voor het grootste deel zijn beslag krijgen. Dr. M. M. van Bruinessen zette zijn medewerking aan het ulamaproject van de LIPI voort en verleende eveneens assistentie bij de opzet van het LIPI-project tot onderzoek van de Indonesische coöperaties. Prof. dr. J. Vredenbregt zette zijn onderwijswerkzaamheden aan de literaire fakulteit en aan de fakulteit "pasca sarjana" van de Universiteit van Indonesië voort. In november nam hij in Jakarta deel aan het congres "Nederlandse studiën in verband met de Indonesische sociale wetenschappen", was lid van de jury van de Multatuli-prijsvraag en nam deel aan de literaire avond waarin Nederlandse en Indonesische schrijvers participeerden. In december hield hij een lezing over onderzoeksmethodologie voor redacteuren en medewerkers van het dagblad Kompas. Ter voorbereiding van een studie over Bawean bracht hij een oriëntatie-bezoek aan dit eiland. Van zijn boek over "Methode dan teknik penelitian masyarakat" verscheen de 7e druk. Redactie en Publikaties In deel 143 van de Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde verscheen als eerste aflevering Anthropólogica XXIX (in samenwerking met de Stichting voor Anthropologie) met 7 artikelen. De gecombineerde afleveringen 2 en 3 en aflevering 4 bevatten 12 artikelen, 3 "review articles" en 7 korte mededelingen: De jaargang telde bovendien 62 boekbesprekingen. De oplage van de Bijdragen groeide verder tot 2100 exemplaren (1986: 2000), waarvan 400 exemplaren in Jakarta werden nagedrukt ten behoeve van de Indonesische leden. De laatste aflevering van de jaargang is qua omvang verdubbeld tot 192 bladzijden. Het ligt in de bedoeling deze uitbreiding duurzaam te doen zijn, mits het aanbod aan kopij voldoende is. In de Serie Verhandelingen verschenen: 123 Jan Breman, Koelies, planters en koloniale politiek; Het arbeidsregime op de grootlandbouwondernemingen aan Sumatra's Oostkust in het begin van de twintigste eeuw. viii+419 pp. 124 George D.Larson, Prelude to revolution; Palaces and politics in Surakarta, 1912-1942. xvi+242 pp. 125 G. J. Knaap, Kruidnagelen en christenen; De Verenigde OostIndische Compagnie en de bevolking van Ambon 1656-1696. xii+323 pp. 126 L. E. Visser and C. L. Voorhoeve, Sahu-Indonesian-English dictionary and Sahu grammar sketch, xiii+258 pp.
406
Jaarverslag 1987
127 Elsbeth Locher-Scholten and Anke Niehof (eds), Indonesian women in focus; Past and present notions. viii+263 pp. 128 Martin Baier, August Hardeland und Hans Scharer, Wörterbuch der Priestersprache der Ngaju-Dayak (Bahasa Sangiang — NgajuDayakisch-Bahasa Indonesia-Deutsch). xix+175 pp. 129 J. Noorduyn, Bima en Sumbawa; Bijdragen tot de geschiedenis van de sultanaten Bima en Sumbawa door A. Ligtvoet en G. P. Rouffaer. xii + 187 pp. 130 J. P. B. de Josselin de Jong, Wetan fieldnotes; Some Eastern Indonesian texts with linguistic notes and a vocabulary. xii+336 PPDe Bibliographical Series werd uitgebreid met: 16 Victoria M. Clara van Groenendael, Wayang theatre in Indonesia; An annotated bibliography. vii+221 pp. De reeks Indonesische herdrukken werd vervolgd met: Babad Tanah Djawi; de prozaversie van Ngabèhi Kertapradja,voor het eerst uitgegeven door J. J. Meinsma en, getranscribeerd door W. L. Olthof. Tweede herziene druk verzorgd en' ingeleid door J. J. Ras. x+362 pp. • ; •... • Babad Tanah Djawi; Javaanse Rijkskroniek; W. L. Olthofs. vertaling van de prozaversie van J. J. Meinsma lopendétot het.jaar 1721. Tweede herziene druk verzorgd en ingeleid door J. j . Ras. lxv+416 pp: J. Th. Petrus Blumberger, De nationalistische beweging in Nederlandsch-Indië. Ingeleid door Harry A. Poeze. xxix+466 pp. Als toevoeging aan de serie woordenboeken werd uitgegeven: J. C. Anceaux, Wolio dictionary (Wolio-English-Indohesian) - Kamus Bahasa Wolio (Wolio-Inggeris-Indonesia). xi+195 pp. l'
Buiten serie verschenen: Directory of West European ïndonesianists 1987. Compiled by Documentation Centre for Modern Indonesia. xiii+313 pp. Kartini, Brieven aan mevrouw R. M. Abéndanon-Mandri en haar echtgenoot met andere documenten, bezorgd door F. G. P. Jaquet. xxv+387 pp. " ' • De Caribbean Series werd vervolgd met: . ., ; 5 Jamal Khan, Public management; The Eastern Caribbean experience. Second edition. viii+348 pp. ,.'- . ; 6 Cees Koelewijn in collaboration with Peter Rivière, Oral literatüre of the Trio Indians of Surinam. xvi+312pp. ;P ' ' 7 Ingrid Koulen and Gert Oostindie with Peter VertöVi '•. and Rosemarijn Hoefte, The Netherlands Antilles and Aruba:' A research guide. viii-f-164 pp. Van deze uitgaven trok vooral de studie van prof. dr. Breman grote aandacht. De lezing op 6 maart waarmee hij het boek presenteerde trok een overvolle zaal. De daaropvolgende publiciteit was overweldigend,
Jaarverslag 1987
407
hetgeen er mede toe bijdroeg dat reeds na enkele weken de gehele oplage van de eerste druk was uitverkocht en een tweede druk werd vervaardigd. Het verschijnen van Kartini's brieven aan mevrouw R. M. Abehdanon-Mandri - een uitgave van door de familie Abendanon in 1986 aan het Instituut overgedragen documenten -vond officieel plaats tijdens een bijeenkomst op 10 december waarbij aan een hoge vertegenwoordiger van de Indonesische Ambassade en de nazaten van J. H. Abendanon de eerste exemplaren van het boek werden overhandigd. Bij deze gelegenheid werden lezingen gehouden door mw. C. Vreedede Stuers en drs. F. G. P. Jaquet. Deze nooit eerder integraal gepubliceerde brieven van Kartini hebhen al bijzondere aandacht in Indonesië getrokken. Om binnen het beperkte budget dat beschikbaar is voor het uitgeven van publikaties het aantal aangeboden en vanwege hun wetenschappelijke waarde publikabel geachte manuscripten te kunnen verwerken, en daarbij tevens tot een acceptabele prijsstelling te komen, dient het grootste deel van de manuscripten door de Afdeling Redactie cameraklaar aan de drukker te worden geleverd. Ten opzichte van de conventionele drukmethode is hierbij sprake van een beperking van het aantal typografische mogelijkheden. In het verslagjaar is door een keuze van andere papiersoorten en variatie in de interlinie gepoogd aan enkele hieraan klevende bezwaren tegemoet te komen. De mogelijkheden van de op dit gebied aan de gang zijnde technische ontwikkelingen (zoals het fenomeen "desk-top publishing", het omzetten van op diskettes aangeleverde kopij, het benutten van laserprinters en het extern verwerken van diskettes via fotozetapparatuur) werden nauwlettend gevolgd en zodra een verantwoorde verbetering bereikt kon worden benut. Het hoofd van de afdeling, dr. H. A. Poeze, hield op 8 mei een lezing voor de Werkgroep Indische Letteren onder de titel "Nederlandse en Indonesische bellettrie over Indonesiërs in Nederland; De weerspiegeling van historische feiten en waarden in romans en verhalen". Een verkorte versie van deze lezing verscheen in "Indische Letteren" (2e jaargang, no. 2 (juni), pp. 80-96). "Spiegel Historiael" (22e jaargang, no. 9 (september), pp. 375-381) publiceerde zijn artikel "Het Indonesische nationalisme (1900-1942)". In de herdruk van Petrus Blumbergers "De nationalistische beweging in Nederlandsch-Indië" verzorgde hij een inleiding en een bibliografie. In de "Bijdragen" verschenen twee recensies van zijn hand; in "Migrantenstudies" één. Mw. M. J. L. van Yperen voltooide haar aandeel in het redactionele werk aan de door J. P. B. de Josselin de Jong nagelaten "Wetan fieldnotes", dat als Verhandeling 130 verscheen. Financiën
De begroting toonde een bedrag van ƒ3.506.000,— aan inkomsten (waarvan ƒ3.198.000,— aan Rijkssubsidie 1987) en hetzelfde bedrag aan uitgaven. De exploitatierekening sluit met een exploitatie-overschot van
408
Jaarverslag 1987
ƒ425,19 bij een bedrag van ƒ331.281,— aan eigen inkomsten, een Rijkssubsidie van ƒ3.232.000,—, het overschot uit 1986 ad ƒ 324,92 en een uitgaventotaal van ƒ3.563.180,73. De uitgaven kunnen als volgt worden onderverdeeld: Personeelskosten (salarissen, sociale lasten, tijdelijke assistentie en verblijfstoelagen Vertegenwoordiging Indonesië) ƒ2.518.001,06 Bureau-^ reis- en overtochtskosten „ 244.591,83 Huisvestingskosten „ 120.611,55 Kosten bibliotheek „ 326.876,10 Kosten publikaties „ 335.356,11 Kosten onderzoek Indonesië „ 6.113,29 Kosten centrumfunktie „ 11.630,79 Totaal , ƒ3.563.180,73 Wegens gebrek aan plaatsruimte is het niet mogelijk de gehele financiële jaarrekening met bijbehorende accountantsverklaring hier af te drukken. Leden en belangstellenden kunnen evenwel op schriftelijke aanvraag bij de administratie van het Instituut een exemplaar daarvan ontvangen.