Verslag les 4 De Wilgenstam kleutergroep 1/2C Thema van de filosofielessen: ik
Wie weet er wat we vorige keer hebben gedaan? Kees: Hoe groot je bent. En jezelf getekend, hoe groot je denkt dat je bent Sean-Michael: Dat ben ik dat ik een beetje groter ben (hij wijst naar zijn tekening aan de muur, daarna wijst hij die van Rayan aan) Rayan heeft hem zo groot gemaakt, dan gaat ie zo bukken We gaan naar de tekeningen van de vorige keer kijken. De opdracht was teken jezelf hoe groot jij jezelf voelt en kies daarvoor een blaadje die je nodig hebt. Somige hebben een heel klein plaatje gepakt, andere een grote. Wie ziet er een hele grote? Adam: deze heeft Kees gemaakt (hij wijst de tekening aan)
Datum 10 mei 2016 Kunstenaar / leerkracht Geneviève en Ruth Toelichting We bespreken de tekeningen van de vorige keer. En filosoferen over hoe het voelt om zo groot te zijn. Daarna filosoferen we over de grootste, baas zijn, en eigen baas zijn De startvraag: Ik vraag me af wat er zou gebeuren als 1 van jullie de grootste is. Als je groter bent dan je mama, je papa, de meester of de juf. Hoe zou dat zijn? opmerking verslag Uitspraken van Geneviève staan cursief. Uitspraken van de kinderen beginnen met hun naam, of als ik niet weet wie het zei, met een straapje (-)
Hoe zou het voelen als je zo groot bent als dit poppetje? Maysa: ik voel dan niks Sean-Michael: zo groot als een reus. zulke kleine wolkjes Wie wil er iets over zeggen? Maysa: hij is zo smal en hij is groter dan de zon! Hoe zou dat zijn als je groter bent dan de zon? Pien: dan ben je een reus verslag les 4 • pagina 1
Maysa: Maar dan ben je eigenlijk groter dan een reus Asmin: Dan kan je ook de zon pakken Kan dat, kan je de zon pakken? Neeee Rayan: de zon is heel heet dus dan verbrand je je Hmm hou zou dat dan zijn? Als je zo groot bent boven de zon? Moet je dan oppassen voor de zon? Wat als je zo groot bent als deze. Wie zou er zo groot willen zijn? Isabeau, Asmin, Ouissal… ik zie meerdere vingers. En waarom zou je zo groot willen zijn? Asmin: Dan kan je de zon van heel hoog zien - En de wolken van heel hoog Zou je dat fijn vinden? neeee (roepen meerdere kinderen) Zou je daar iets mee willen doen? Isabeau: om er op te liggen Dus dan zou je kunnen liggen op de wolken? Kees: dat kan niet, daar ben je te zwaar voor Denk jij dat ook Isabeau? Isabeau: dat weet ik niet Iemand anders? Asmin: ik wil zeggen, dan kan je ook de wolken pakken Kan je wolken pakken? kinderen: ja, neeeee Als je zo groot bent? Kees: ja, dan moet je bukken en dan kan je ze pakken En hoe zou dat zijn? Maysa: ik wil iets anders zeggen. Dan kan je de wolken op eten. Hahaha! Hoe zou dat zijn om de wolken op te eten? Maysa: en de zon ook! Isabeau: dat is wel heel heet Kees: net zo heet als vuur Ruth: zit er dan regen in je buik? Wat zit er in die wolken Maysa? Maysa: water, hahaha Komt dat dan allemaal in die buik? Maysa: en dan zijn er geen wolken meer en geen zon Kees: dan is het voor altijd nacht Maysa: en dan eet je ook de maan op. Dan is er ook geen maan meer En Kees zegt, dan is het voor altijd nacht. Hoe ziet het eruit als het nacht is? Kees: dan is het voor altijd donker en dan zie je niks Maysa: Maar ik zei ook geen maan dus dan is het licht Vertel Maysa Maysa: hij eet ook de maan op, dus dan is het toch niet nacht! Kees: dan is het…. niks Maysa: wit (zeggen ze tegelijker tijd) Is het dan niks? Kees: Dan leef je niet meer, door de zon leef je Maysa: Jawel, maar dan is er niks Kan je leven zonder zon? nee, nee, jawel… Wie wil er iets over zeggen? Sean-Michael: Jawel, maar als Kees het water uit de wolken drinkt, dan vallen ze allemaal naar beneden. En dan is het voor altijd nacht. Voor altijd en voor de hele wereld. Dan zie je niemand en ook geen maan en ook geen huisje verslag les 4 • pagina 2
Kees: dan ben je er zelf niet meer Want dan is er helemaal niks zeggen jullie. Want hebben we de zon nodig? kinderen: jaaaa neehe Kees: ja, want daar zit zuurstof in. Van zuurstof leef je Maysa: nee Denken jullie ook dat er zuurstof in de zon zit? Maysa: nee, er zit zuurstof in de boom. En niet in de zon, maar in de bomen Hoe denk jij daarover Kees? Kees: nou.. ik denk alle twee En, hebben wij zon nodig? kinderen: Jaaaaa, nee, ja ja Wie weet er waarom we de zon wel of niet nodig hebben? Ouissal: dan kan je alles zien, dus heb je de zon nodig Heb je de zon nodig om te kunnen kijken? kinderen: ja, ja, Maysa: nee, je hebt je ogen nodig!
Ik zie nog een hele grote (ik pak de tekening van Rayan erbij) Kees: ik wil echt niet zo groot zijn Hoe zou het zijn als je zo groot bent als deze? Hoe voelt dat? Maysa: dan moet je altijd zo staan, omdat die veel te groot is! (ze doet het voor) Kees: Dan blijf je voor altijd vast zitten met je hoofd (de anderen doen het ook) Oké, blijf zo staan, ik maak een foto...
Hoe was het om zo te staan? Asmin: Veel te schuin Isabeau: het is ook wel vermoeiend, als je de hele tijd zo blijft staan Pien: dan moet je heel de tijd zo lopen en staan Maysa: dan kan je nooit meer recht staan - Ik wil niet zo groot zijn En hoe is het dan. Sommige mensen willen graag groeien en willen de aller-
verslag les 4 • pagina 3
grootste zijn. Zouden jullie graag zo groot als deze willen zijn? kinderen: neeeee
Ik heb hier de allerkleinste. Van Adam Maysa: ik wil wel zo klein zijn, dat is toch fijn Isabeau: ikke niet Maysa: en hij heeft ook geen haren. Ik wil zo klein zijn, alleen met haren Hoe zou het voelen als je zo klein bent als deze? Maysa: ik wil zo klein zijn, want dat is leuk Kan je uitleggen waarom? Maysa: Dan is alles groter dan jij. Dan kan ik klimmen Asmin: en je kan je heel goed verstoppen Maysa: ja, je kan je goed verstoppen als je verstoppertje gaat spelen. Dat vind ik leuk Er wordt zand gestort op het schoolplein. Gijs wil je zeggen wat je ziet? Gijs: een wagen - nee het is een graafmachine Maysa: Het is het nieuwe zand Oké, laten we kijken
Zo, whoow. Nieuw zand! Hoe zou het voor dit poppetje zijn bij die zand berg? Asmin: dan kan je je erin verstoppen Maysa: ja en dan is het heel leuk. je kan daarin graven en allemaal leuke dingen doen. En vallen, vallen, vallen Asmin: Als je verstoppertje speelt, dan kan je daarin zakken en dan vindt de ander jou niet
verslag les 4 • pagina 4
Ik vraag me af wat er zou gebeuren als 1 van jullie de grootste is. Als je groter bent dan je mama, je papa, de meester of de juf. Hoe zou dat zijn? Rayan: dan zou ik de meester of de juf optillen en weggooien Hoe bedoel je dat weggooien? Rayan: zo optillen en dan gooi je hem zo weg Dat zou jij doen als je de grootste bent. Iemand anders? Kees: als ik de grootste was, dan zou ik de meester en de juf vertellen wat ze moeten doen Aha. En als je groter bent, ben je dan de baas? Kees: nee, als je de meester bent of de burgermeester Is het zo dat als je groter bent je meer kan vertellen? Kees: nou ik ben groot, maar ik ben niet de baas van Rayan Maar stel dat er 1 dag is, dat jij de baas bent, ook over de grote mensen. Dus ook over de juffen, meester, pappa’s en de mama’s Kees: en de burgermeester Ja, wat zou er dan gebeuren? Kees: dan zou ik iedereen zeggen dat ze me geld moeten geven En wat zou je doen met dat geld? Kees: allemaal leuke dingen kopen, ik weet nu niet wat (Rayan fluistert iets in Kees zijn oor. Kees: dat heb ik al) Oké, iemand anders een idee, wat zou je doen als je de baas bent voor 1 dag? Wat ik eigenlijk wil weten, wie is de baas over jezelf? Isabeau: ik ben baas over mezelf Daar ben ik benieuwd naar, zijn jullie de baas over jezelf? kinderen: ja Maysa: natuurlijk is dat waar Als je de baas bent, bepaal je dan zelf wat je doet? Gijs: ja Wil je dat uitleggen? Gijs: dan zeg ik zelf waar ik moet werken En wat zou jij dan doen voor werk? Gijs: computeren Mag je dat nu? Gijs: nee Van wie mag dat niet? Gijs: van juf Ruth Is juf Ruth dan misschien de baas? kinderen: ja Kees: ja, want Thijs en ik moesten bij de computer werken van de juffrouw Oké. En over dat baas zijn. Jullie zijn baas over jezelf. Daar zijn jullie het mee eens. Maar dan is er blijkbaar toch soms iemand anders die ook de baas is over jullie kinderen: ja Wie wil daar iets over vertellen? Ouissal: als je thuis bent dan is mama en papa de baas van je. Want dat zijn mama en papa En waarom zijn mama en papa dan de baas? Waarom ben jij het dan niet? Ouissal: dat weet ik niet Weet iemand anders dat? Rayan: omdat hun groter dan ons zijn Omdat ze groter zijn. Dus is het zo als je groter bent dat je dan de baas bent? Denken jullie ook dat het komt omdat papa en mama groter zijn dat ze daarom de baas zijn?
verslag les 4 • pagina 5
- nee Ouissal: nee omdat ze mama’s en de papa’s zijn Oké, omdat ze de mama’s en de papa’s zijn. En jij bent het kind van papa en mama Ouissal: ja En misschien word jij ook een keer mama. Als jij groot bent, bijv als je zelf mama bent, zijn je papa en mama dan ook nog de baas over jou? Ouissal: nee Kees: jawel Waarom niet? Ouissal: omdat ik dan groot ben geworden En Kees? Kees: dat is niet waar. Want toen ik mijn moeder vroeg zijn opa en oma nog de baas over jou, toen zei ze ja Oké, dus bij jullie zijn ze nog de baas over jouw mama Kees: ja want dat is hun kind En wat als jouw opa en oma zeggen tegen jouw moeder, spring in de sloot... Kees: dan doet ze het niet Maar jouw opa en oma zijn de baas Kees: ja, maar dat zeggen ze nooit En moet je altijd luisteren naar een baas? kinderen: nee, niet altijd En over de papa’s en de mama’s zijn die bij jullie altijd de baas? kinderen: ja, nee, ja, nee, ja Maar jullie zijn zelf dus ook de baas over jezelf? kinderen: ja Maar wat kan je dan zelf over jezelf beslissen of zeggen wat je doet? En wat je papa en mama? Uhmmm Is dat lastig? Ja dat is lastig Oké. Stel dat jij voor een dag de baas bent over je papa en je mama Asmin: dat zou leuk zijn Zou dat kunnen? Asmin: nee Kees: ja En je zegt dat zou leuk zijn, wat zou je dan doen? Asmin: dan zou ik kunnen zeggen dat we naar iets leuks toe gaan En op school wie zijn er dan de baas? kinderen: de juffen en de meesters Waarom is het nodig dat er iemand de baas is? Is het eigenlijk nodig dat er iemand de baas is? Kees: nee Asmin: ja Asmin: Omdat je anders niet weet wat je moet doen Dus die baas die moet vertellen wat je moet doen. Zijn jullie het daar mee eens? kinderen: ja, hmm, nee Ouissal: nou als je geen nee zegt, dan moet je voor jezelf zorgen Dan moet je voor jezelf zorgen. En kunnen jullie voor jezelf zorgen? kinderen: ja Dus hebben jullie dan eigenlijk wel een baas nodig?
verslag les 4 • pagina 6
kinderen: nee Kees: nee, we hebben niks nodig Dus jullie hebben geen baas nodig. En toen jullie nog een baby waren hadden jullie toen een baas of een papa of mama nodig? kinderen: ja Wie wil daar iets over vertellen? Asmin: anders maak je het hele huis rommelig. En dan ga je alle pannen breken Is dat erg? Kees: nee. niet als je alleen bent Asmin: ja, het kan dat je dan op glas staat. Dan doet het pijn. En de baby weet niet wat een pleister is en dan pakt hij gewoon maar iets en dan doet hij het gewoon ergens Dus de baby weet dat nog niet. En weet je dat nu wel? Asmin: ja Dus zou je nu zonder papa en mama kunnen zijn? kinderen: ja Isabeau: maar ik kan niet bakken Mayza: ik kan een boterham smeren Isabeau: ja ik kan wel een boterham smeren Kees: ik moet het altijd Oké, Isabeau zegt maar dan weet je niet hoe je moet bakken. Dus je hebt misschien een papa of mama nodig om te koken? Asmin: dan kan je op kookles Kees: ik zat vroeger op kookles En wat doe je op kookles? Asmin: dan leer je koken. Een lekker soepje maken En waar maak je dat soepje van? Asmin: tomaten of groenten Oké, kan je dan zonder je papa of mama als je heb leren koken. Of zijn er meer dingen waar papa of mama voor nodig zijn? Kees: ik zat vroeger op kookles. Ik heb geleerd om pannenkoeken te bakken en om patat te bakken. En soep Dus jij zou zonder papa en mama kunnen zijn? Kees: ja Of heb je ze nog voor iets anders nodig? Kees: nee Zou je zonder ze willen zijn? Kees: nee En waarom niet? Kees: omdat, ze zijn wel lief Oké. En op een gegeven moment woon je niet meer thuis. Wanneer is dat, wanneer ben je groot genoeg dat je niet meer bij papa of mama woont? Asmin: Als papa en mama dood zijn dan kun je de baas zijn Maar wanneer ben je nou als kind groot genoeg dat je niet meer bij papa of mama woont? Kees: en als je kinderen hebt, dan ben je de baas over je kinderen En wanneer krijg je kinderen, hoe groot ben je dan? Kees: wanneer je wilt Dus nu ben je nog een kind, wanneer ben je geen kind meer? Mayza: als je 18 bent Kees: als je meer dan 20 bent Wie is het daarmee eens? Als je meer dan 20 bent, ben je dan geen kind
verslag les 4 • pagina 7
meer? Pien: Dan ben je nog een kind Maar wat ben je nadat je een kind bent? Kees: na 40 ben je geen kind meer En wat ben je dan? Kees: een vader of een moeder En als je geen kind hebt, maar je bent wel meer dan 40? Kees: dan ben je alsnog een vader Zijn jullie het daarmee eens? kinderen: jaaa
Het is tijd. Volgende keer wil ik hier graag verder over praten. Ga met je schoudermaatje in de rij staan (de kinderen gaan in de rij staan) Rayan: maar hoe kan je dan pinnen? (vraagt hij aan Ruth) Asmin: je kan ook een moeder worden (zegt ze tegen me)
verslag les 4 • pagina 8