Wetsontwerp 53/2874 Fiscale regularisatie 21 juni 2013 Gerd D Goyvaerts
Onder voorbehoud van analyse feiten 1
I Inleiding
Fiscale regularisatie – bedenkingen Regulariseren wordt noodzaak voor velen en is (vaak) het enige mogelijke alternatief ! Spontane aangifte bij locale controle : Instructie 13 mei 2013 CPR BBI transparantie Parket Minnelijke schikking
Regularisatie staat principieel los van het repatriëren van de fondsen Diverse problemen met de wet 27/12/2005 Rapport Clerfayt 2011 Sommige problemen werden opgelost met het ontwerp van wijziging Andere discussiepunten blijven bestaan Nieuwe problemen zijn ontstaan
Onder voorbehoud van analyse feiten
3
Herziening van de wet van 27 december 2005 Fundamentele keuze tussen het organiseren van het vervolgingsbeleid of het faciliteren van de terugkeer van vermogen anno 2013 Impact rol Banken - CPR – CFI – Parket – BBI – Advocatuur De vraag naar het comfort van rechtszekerheid dat de overheid aan de biechtende fraudeur wil bieden, of net niet …
Kernpunten :
Welke fiscale en strafrechtelijke rechtszekerheid wordt geboden ? Is er controle door de CFI vooraf, achteraf of helemaal niet ? Welke “heffing” wordt gevraagd voor fiscaal verjaarde fraude ? Welke beleidskeuzes gaan gepaard met deze wet ? Wat zijn de bevoegdheden van het CPR ? Wat is de (eventuele) impact op dossiers uit het verleden ?
Onder voorbehoud van analyse feiten 4
II Fiscale regularisatie De systematiek van de aangepaste wet van 27 december 2005
De huidige wet nog tot zondag 14 juli 2013
Contactpunt regularisaties www.ruling.be Geen boete voor beroepsinkomsten & BTWverrichtingen 10% punten boete voor overige inkomsten Relatief discrete procedure Geen bijzondere regeling voor fiscaal verjaarde inkomsten/kapitalen Beheerstructuren fiscale transparantie mogelijk maar niet in alle gevallen Geen verrekening WSH Geen onderzoeks- noch controle bevoegdheid CPR Permanente regeling
Onder voorbehoud van analyse feiten 6
Herziening wet fiscale regularisatie 2013 Suggesties van rapport Clerfayt 2011 worden gedeeltelijk overgenomen Aan sommige van de onvolkomenheden wordt in beperkte mate geremedieerd, aan andere helemaal niet Bvb niet verrekenbare WSH blijft een probleem
Tekst is ingediend bij de Kamer op 11 juni 2013 : Zeer kritische opmerkingen Raad van State Verslag 27/05/2013 Eventuele amendementen tijdens parlementair proces Quid haalbaarheid 15 juli 2013 ?
Onder voorbehoud van analyse feiten 7
Herziening 2013 – Wijzigingen algemeen
Onderscheid naar de gepleegde fiscale fraude Type 1 : art. 122 Gewone fiscaal niet-verjaarde inkomsten
Type 2 : art. 122/1 Fiscaal niet verjaarde inkomsten afkomstig van ernstige én georganiseerde fiscale fraude Fiscaal verjaarde kapitalen afkomstig van fiscale misdrijven Fiscaal verjaarde kapitalen (afkomstig van fiscale misdrijven) onder de vorm van levensverzekeringen
Tweede kans voor wie reeds via CPR geregulariseerd heeft uiterlijk per 1 juli 2013 (art. 123, 3°) Scharnierdatum 15 juli 2013 politieke keuze tot het kunnen indienen van twee aangiften ? Opportuniteit tot bijkomend regulariseren van fiscaal verjaarde “kapitalen” in module 2 Impact strafrechtelijke verjaring te bepalen …
Onder voorbehoud van analyse feiten
8
Herziening 2013 – Periode
Wet 27 december 2005 aflopend per 31 december 2013 “wat de indiening van de aanvragen betreft” Art. A 8 : Deze wet treedt in werking op 15 juli 2013 en wordt opgeheven voor wat betreft de indiening van de regularisatie-aangiften op 1 januari 2014 Art. 124, 2° lid laatste zin : “De onderliggende stukken kunnen worden ingediend tot 6 maanden na de indiening van de regularisatie-aangifte.”
Art. A8 2° lid : De regularisatie-aangiften ingediend voor 15 juli 2013 zullen behandeld worden volgens de bepalingen van de programmawet van 27 december 2005 voor de wijzigingen aangebracht door de huidige wet.” Overgangsregeling Dus indiening uiterlijk per zondag 14 juli (de facto 12 juli 2013 om 16.00h) nog aan 0% en/of 10% boete !
Onder voorbehoud van analyse feiten
9
Type 1 - Art. 122 - Tarieven Gewone fiscaal niet-verjaarde fraude Overige inkomsten : Boete stijgt van 10% naar 15% Beroepsinkomsten en BTW : Boete stijgt van 0% naar 15% Vraag of stijgende boetes voor fraude uit het verleden wel kan ? Vonnis Rb Haarlem, 19 februari 2013
“Unieke” boete inzake beroepsinkomsten & BTW Geen forfaitair heffingstarief voorzien voor fiscaal verjaarde sommen, waarden, kapitalen en inkomsten in module 1 Wél waarschuwing in MvT voor witwas ! Impliciete doorverwijzing naar module 2 ad 35% (art. 122/1) Discussie wat het tarief betreft : 35% - Amendement ?
Onder voorbehoud van analyse feiten
10
Procedure art. 124 blijft ongewijzigd, tenzij … Een ‘bondige’ verklaring bij te voegen :
Art, 124 3° lid : "De regularisatie-aangifte zal in de gevallen bedoeld in de artikelen 122, §§ 1 tot 4 en 122/1, met een bondige verklaring omtrent het fraudeschema, alsook van de omvang en de oorsprong van de geregulariseerde kapitalen en inkomsten, de periode waarin de kapitalen en inkomsten zijn ontstaan en de voor de geregulariseerde bedragen gebruikte financiële rekeningen, worden ingediend."; MvT 6/13 : Een beschrijving waarin de historische oorsprong en de opbouw van het vermogen wordt toegelicht, voor zover deze gekend is door degene die regulariseert.
Wat is het “fraudeschema” ?
Doel : Keuze Module 1 (en dus boete van 15% i.p.v. 20%) verantwoorden
Identificatie van Belgische en buitenlandse bankrekeningen - zowel open als gesloten - waar de illiciete gelden hebben getransiteerd Beschrijving van fraudemechanismen en de technieken van transfert van fondsen Beschrijving van de structuren en vennootschappen gebruikt om de fraude te plegen, deze te vergemakkelijken en de kapitalen te verbergen Geen verplichting tot zelfincriminatie (MvT 6/13) Nochtans ook verplicht bij ‘keuze’ voor module 2 … Module 2 wordt dus de logische keuze in geval van twijfel …
Vraag : Is deze verklaring een ontvankelijkheidsvereiste ? Caveat : Aansprakelijkheid gemachtigden / raadslieden Onder voorbehoud van analyse feiten
11
Procedure art. 124 blijft ongewijzigd, tenzij … Tussenkomst CFI wijzigt De zes-maandelijkse lijst verdwijnt Post factum melding aan de CFI door het CPR steeds op individuele basis en dat van zodra het attest aan de declarant wordt verzonden (art, 124, 5° lid) Kopie attest Kopie bondige verklaring met uitzondering van het fraudeschema !!
CFI heeft géén bijzondere opdracht terzake maar de WWW blijft onverkort gelden (mvT 9/13) Nieuw art. 33, 7° lid : “Wanneer de regering een vrijwillige fiscale regularisatieprocedure toepast, worden de omvang en de oorsprong van de geregulariseerde kapitalen en inkomsten, de periode waarin de kapitalen en inkomsten zijn ontstaan en de voor de geregulariseerde bedragen gebruikte financiële rekeningen, door het Contactpuntregularisaties van de FOD Financiën, overgemaakt aan de Cel voor financiële informatieverwerking. Vanaf de ontvangst van deze inlichtingen, neemt de Cel voor financiële informatieverwerking alle nodige maatregelen overeenkomstig de artikelen 23 tot 28 en 33 tot 35, met uitzondering van artikel 35, § 2, 6° en 7°.”
– Géén doormelding inzake sociale fraude aan de Sociale Inlichtingenen opsporingsdienst noch terzake EGFF aan de minister van Financiën
Onder voorbehoud van analyse feiten
12
Procedure art. 124 blijft ongewijzigd, tenzij …
Autonome meldingsplicht ambtenaren CPR volgens art. 33, 3 lid Wet 11/01/93 wordt ingevuld door het nieuwe art. 33, 7°lid Wet 11/01/93
De ambtenaren van de administratieve diensten van de Staat … die, bij de uitoefening van hun opdrachten of bij de uitoefening van hun beroep, feiten vaststellen waarvan zij weten of vermoeden dat ze verband houden met het witwassen van geld of met de financiering van terrorisme, moeten de Cel voor financiële informatieverwerking daarvan onmiddellijk schriftelijk of elektronisch op de hoogte brengen. Zodra de Cel deze inlichtingen heeft ontvangen, oefent ze haar bevoegdheden uit conform het eerste lid en artikel 22, § 2.
Mogelijkheid voor het CFI om bijkomende info op te vragen (en dus ook het fraudeschema) blijft echter onverkort gelden (art. 33, 1°lid, 3°Wet 11/01/93) MvT blz 15 : “Het moet worden onderlijnd dat bij het uitwerken van de fiscale regularisatie rekening is gehouden met de richtlijnen van de Financial Action Task Force (FATF), de intergouvernementele organisatie die belast is met de strijd tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, die nietbindende regelgeving heeft gepubliceerd waaraan nationale amnestieprogramma's moeten voldoen. De anti-witwaswetgeving blijft onverkort gelden.”
Onder voorbehoud van analyse feiten 13
Herziening 2013 - Type 2 - Art. 122/1
Art. 122/1 §1, 1° lid : Fiscaal verjaarde kapitalen (art. 121, 8°) afkomstig van de fiscale misdrijven bedoeld in art.127 §1 : Dit is àlle fiscale fraude, zowel gewone als EGFF (fraude is fraude) Quid ontbreken van verwijzing naar “fiscaal verjaarde inkomsten” (art. 121, 9°)
Art. 122/1 §1, 2° lid : Fiscaal verjaarde kapitalen onder de vorm van levensverzekeringen Art. 122/1 §2: Fiscaal niet-verjaarde inkomsten die afkomstig zijn van ernstige en georganiseerde fiscale fraude (EGFF) Boete en tarieven: Fiscaal niet-verjaarde overige, beroepsinkomsten en BTW : normale tarief verhoogd met 20% boete Mechanisme van ‘unieke” boete is ook hier voorzien Fiscaal verjaarde kapitalen, al dan niet in verzekeringspolissen : 35% over kapitaal - Quid berekeningsmodus ?
Procedure analoog zoals Type 1, tenzij afschrift regularisatie-attest aan locale controle dat in type 2 niet is voorzien
Onder voorbehoud van analyse feiten 14
De nieuwe tarieven – Kritisch beschouwd De tariefstijging van 5% is in strijd met het principe dat de strengere strafwet niet retroactief mag werken op oude feiten
Er is geen onderscheid wat het 35% tarief betreft tussen “gewone” en “ernstige en georganiseerde” fiscaal verjaarde fraude ofschoon het strafrechtelijk risico wat EGFF betreft wezenlijk zwaarder is Er is echter wél een onderscheid wat het boetetarief van 15% vs. 20% betreft tussen “gewone” en “ernstige en georganiseerde” niet fiscaal verjaarde fiscale fraude, ofschoon de notie “ernstige en georganiseerde fiscale fraude” niet eens een fiscaal begrip is. Onder voorbehoud van analyse feiten 15
Sociale regularisatie RSVZ Hoofdstuk VI bis - art 127bis tot 127 septies
Alléén voor zelfstandigen, niet voor loontrekkenden
Aanvullende sociale heffing van 15% op de geregulariseerde beroepsinkomsten ‘die onderworpen hadden moeten worden aan de betaling van de verschuldigde niet-verjaarde sociale bijdragen Dus niet op “alle” geregulariseerde beroepsinkomsten Sociale heffing is aftrekbaar voor de berekening van de regularisatieheffing over de fiscaal niet-verjaarde beroepsinkomsten
Heffing is bestemd voor het globaal financieel beheer van de sociale zekerheid der zelfstandigen
Betaling heffing opent géén recht op uitkeringen
Onder voorbehoud van analyse feiten
16
Strafrechtelijke zekerheid
Fiscale misdrijven en witwas art. 505 Sw (art. 127 §1)
Bijkomende strafuitsluitende verschoningsgrond voor limitatieve lijst van “accessoire” misdrijven (art. 127 §2):
Valsheid in geschrifte (193 tot 197 Sw); Misbruik van vertrouwen (491 Sw) Misbruik van vennootschapsgoederen (492bis Sw); Faillissementsmisdrijven en bedrieglijk onvermogen (489 tot 490bis Sw); Valse jaarrekening (art. 16 boekhoudwet); KB van 5 oktober 2006 grensoverschrijdend verkeer van liquide middelen; Strafbepalingen van het Wetboek van vennootschappen,
Mits begaan met het oog op het plegen of vergemakkelijken van fiscale fraude, of die er het gevolg van zijn Art. 127§2 geldt niet voor mededaders en medeplichtigen Rechten van derden blijven steeds gevrijwaard Zowel voor module 1 (art. 122) als voor module 2 (art. 122/1)
Onder voorbehoud van analyse feiten 17
Art.127 §2 en art. 127§3
Voor accessoire misdrijven blijft beoordelingsvrijheid parket en dus vervolging mogelijk : Indien andere dan fiscale oogmerken : bestraffing mogelijk Indien enkel fiscale oogmerken : geen bestraffing mogelijk Voor mededaders en medeplichtigen : steeds bestraffing mogelijk
Geen mededelingsplicht aan het parket voor het CPR Art. 127 §3 : De leden van het binnen de Federale Overheidsdienst Financiën ingerichte Contactpunt regularisaties en de leden van haar personeel, alsook de andere ambtenaren die bij haar gedetacheerd zijn, hebben geen mededelingsplicht zoals bedoeld in artikel 29 van het Wetboek van strafvordering.
Onder voorbehoud van analyse feiten 18
Schematische weergave module 1 & 2 Art. 122 (module 1)
Art. 122/1 (module 2)
Periode
van 15 juli 2013 tot 31 december 2013
van 15 juli 2013 tot 31 december 2013
Toepassingssfeer
fiscaal niet verjaarde inkomsten (art. 122)
fiscaal verjaarde kapitalen (art. 122/1 § 1 lid 1) fiscaal verjaarde kapitalen onder de vorm van levensverzekeringen (art. 122/1 § 1 lid 2) fiscaal niet-verjaarde inkomsten afkomstig van ernstige en georganiseerde fraude waarbij bijzonder ingewikkelde mechanismen of procedés van internationale omvang worden aangewend. Het geplande nieuwe concept van ernstige fraude zondermeer vinden we hier nog niet terug omdat het over fraude uit het verleden gaat.] (art. 122/1 § 2)
Boete voor niet verjaarde fraude
15 % bovenop het gewone tarief
20 % bovenop het gewone tarief
Boete voor fiscaal verjaarde kapitalen
niet van toepassing
35 % Geen onderscheid tussen ‘gewone’ en ernstige en georganiseerde fraude
Verklaring over fraudeschema en omvang kapitaal
ja
ja
Tussenkomst CFI
nee
nee, geschrapt
Minnelijke schikking parket
nee
nee, geschrapt
Strafrechtelijke dekking
Analoog aan module 2
voor alle fiscale misdrijven bedoeld in art. 127, § 1 en ‘accessoire’ misdrijven (art. 127 § 2)
Onder voorbehoud van analyse feiten 19
Wat werd finaal niet weerhouden Geen verplichte verificatie door CFI in module 1 & module 2 m.b.t. de ontvankelijkheid van de aangifte Het “fraudeschema” gaat niet naar de CFI
Geen verplichte bijkomende minnelijke schikking in module 2 als opschortende voorwaarde tot de uitreiking van het attest
Geen autonome meldingsplicht door de bankier “Wanneer de organismen en personen bedoeld in artikel 2, § 1, kennis hebben van een feit of verrichting met betrekking tot de indiening van een fiscale regularisatieprocedure of van een beslissing genomen door de bevoegde autoriteiten in deze materie, informeren zij onmiddellijk de Cel . Onder voorbehoud van analyse feiten 20
III Fiscale regularisatie Problemen en enkele suggesties bij de aangepaste wet van 27 december 2005 mede geïnspireerd door het verslag Raad van State van 27 mei 2013
Probleem 1 : Omvang van de regularisatie (1) Huidige wet : Hoe ver terug gaan in de tijd ? 3, 7 of 10 jaar ? Kenbare fraude ? Volledig bronvermogen ? Circ. 1 april 2010 Rn.52 “De aangever heeft de vrije keuze omtrent de te regulariseren periode (3, 5 of meerdere jaren) en de te vermelden inkomsten” Reynders anno 2006 : “U regulariseert wat u zelf wil”.
Problematiek van de “partiële regularisatie” Herkomst vermogen bij repatriëring niet gedekt door attest Witwasmisdrijf
Wet vanaf 15 juli : MvT blz. 8 bevestigt het probleem “De aangever is verantwoordelijk voor de juistheid van de bedragen vermeld in zijn regularisatieaangifte. Indien zou blijken dat de inkomsten of de aan te geven kapitalen geheel of gedeeltelijk niet werden vermeld in de regularisatieaangifte, dan kan het afgeleverde attest geen uitwerking hebben wat betreft de niet aangegeven inkomsten. Fiscale en strafrechtelijke vervolging is dan mogelijk, daarin begrepen eventueel voor witwas.”
Onder voorbehoud van analyse feiten 22
Probleem 1 : Omvang van de regularisatie (2) Symbiose met gebrek aan controlebevoegdheid van het CPR – Caveat : zinssnede “Het CPR is niet in de mogelijkheid noch bevoegd om de volledigheid ervan te controleren” werd uit de MvT geschrapt. Concept van de wet 27/12/2005 wordt echter niet gewijzigd – Geen verplichting tot regularisatie – Geen belastbare grondslag – Keuze van de aangever : MvT blz.12 : “ … enkel de belastingplichtige is verantwoordelijk voor de keuze die hij heeft gemaakt om zijn inkomsten te regulariseren.”
Oplossing via de mogelijkheid “fiscaal verjaard kapitaal” te regulariseren ?
Onder voorbehoud van analyse feiten 23
Probleem 2 : Notie fiscaal verjaard kapitaal (1) Art 121, 8° onder "fiscaal verjaarde” kapitalen : de in dit hoofdstuk bedoelde sommen, waarden, kapitalen ten aanzien waarvan de fiscale administratie ingevolge het verstrijken van de termijnen, naargelang het geval, bedoeld in de artikelen 354 of 358, §1,1° van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 of de artikelen 81, 81bis, 82, 82bis of 83 van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde of de artikelen 137 of 159 van het Wetboek der successierechten of de artikelen 214, 216, 217 of 218 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten of de artikelen 2028 of 2029 van het Wetboek diverse rechten en taksen, geen heffingsbevoegdheid meer kan uitoefenen op het ogenblik van de indiening van de regularisatie-aangifte en in hoofde van diegene op wiens naam de regularisatie-aangifte is ingediend."
Onder voorbehoud van analyse feiten
24
Probleem 2 : Notie fiscaal verjaard kapitaal (2) Géén peildatum - Timing van de “indiening van aangifte” Alléén art, 358 §1, 1° WIB wordt vermeld (en niet §1,2°3° 4°)
Te bepalen in hoofde van de aangever Voor WIB : 31/12/2005 Voor SuccR : overlijdens in de periode 15/02/2003 – 31/07/2003 Narrow window of opportunity …
Logica EBA-wet 31/12/2003 werd hier niet hernomen : Stand rekening per 31 mei 2003 Problematiek toonderstukken, cash, “foto” en ‘geconsumeerde coupons”
Wet 27/12/2005 viseert de onderliggende gepleegde fraude en niet de kapitalen zelf : Regularisatie bronfraude en NIET het kapitaal zelf ! Maar … er is géén regeling voor aftrek- en kostenposten
Onder voorbehoud van analyse feiten
25
Probleem 2 : Notie fiscaal verjaard kapitaal (3)
Hoe berekent men “fiscaal verjaard kapitaal” ? Art. 122/1 §1 1° : “Fiscaal verjaarde kapitalen die afkomstig zijn van de fiscale misdrijven bedoeld in art. 127 §1 …” 1. Bovengrens = bedrag op rekening/balans per 31/12/2005 2. Minimum = som onderliggende bronfraudes ‘in’ dat bedrag 3. Correctie eventuele niet verjaarde successie in dat bedrag 4. Onbekend kapitaal : Forfaitaire berekening ? 5. Proef op de som : Graad van zekerheid die aangever wenst Interpretatieprobleem is legio Geen indicatie in MvT, wel opmerkingen in verslag RvSt Wit kapitaal dat wordt ‘besmet’ met ‘fraude’ à 35% ? Neen want zou omkering bewijslast impliceren Wordt bevestigd in verslag RvSt
Onder voorbehoud van analyse feiten 26
Probleem 2 : Notie fiscaal verjaard kapitaal (4) Toepassing beroepsinkomsten Quid fiscaal verjaarde “omzet” in fiscaal verjaard kapitaal ?
Omzet ? dus bruto Winst ? dus netto Restant ? dus nà consumptie Saldo op rekening ? Wat feitelijk vatbaar is voor witwas
Onduidelijk wat men bedoeld Enerzijds “historische fraude” vanuit het concept van de wet Anderzijds “kapitaal” Met name van belang voor “oude fraude” waarvan de gelden naar Belgische rekeningen is gerepatrieerd
De facto voor fiscaal verjaarde kapitalen alleen nog saldi op rekening in tegenstelling tot de fiscaal niet verjaarde inkomsten waar de “volledige” belasting + boete berekend moet worden Onder voorbehoud van analyse feiten 27
Probleem 3 : Discriminatoire tarieven (1)
beroepsinkomsten
interesten
dividenden
successie in rechte lijn
successie in zijnlijn
Gewone tarieven (geen fraude)
Verschil met 35 %-tarief
Tarieven bij regularisatie Verschil met 35 %-tarief niet verjaarde fraude
71 % (50 % + 21 % btw)
36 % voordeel
Huidige wet : 71 % (50 + 21 + 0)
36 % voordeel
Nieuwe wet : 86 % (50 + 21 + 15)
51 % voordeel
Huidige wet : 25 % (15 + 10)
10 % nadeel
Nieuwe wet : 30 % (15 + 15)
5 % nadeel
Huidige wet : 35 % (25 + 10)
0%
Nieuwe wet : 40 % (25 + 15)
5 % voordeel
Huidige wet : 37 % (27 + 10)
2 % voordeel
Nieuwe wet : 42 % (27 + 15)
7 % voordeel
Huidige wet : 75 % (65 + 10)
40 % voordeel
Nieuwe wet : 80 % (65 + 15)
45 % voordeel
15 %
25 %
27 %
65 %
20 % nadeel
10 % nadeel
8 % nadeel
30 % voordeel
Onder voorbehoud van analyse feiten 28
Beroepsinkomsten Module 1 niet verjaard Fiscale regularisatie door de vennootschap Zwarte omzet te regulariseren voor btw en VenB Regularisatie btw (gebruteerd) Boete op BTW Regularisatie Vennootschapsbelasting Regularisatie sociale heffing 500.000 EUR Regularisatie Beroepsinkomsten Gemeentebelasting Boete op VennB Boete op Beroepsinkomsten Totale heffing (1)
21% 0% 33,99%
15% 69,99%
€
1.000.000,00
€
210.000,00 339.900,00
€ €
€ €
Eénmanszaak € 1.000.000,00 21% 0%
€
210.000,00 € -
15% 8%
€ € €
75.000,00 462.500,00 37.000,00
15% 92,33%
€ €
138.750,00 923.250,00 PM
150.000,00 699.900,00
Fiscale regularisatie door de aandeelhouder in de personenbelasting Verdoken dividend Regularisatie ‘overige inkomsten’ dividend Gemeentebelasting (*) Boete Totale heffing (2) Netto geregulariseerd ná alle heffingen Totale opbrengst voor de Schatkist (1) + (2)
25% 8% 15%
€ € € € €
300.100,00 75.025,00 6.002,00 45.015,00 126.042,00
17,41% 82,59%
€ €
174.058,00 825.942,00
Onder voorbehoud van analyse feiten 29
Probleem 3 : Discriminatoire tarieven (2) Tariefstelling in de aangepaste wet is niet logisch Gigantische verschillen al naargelang de fraude fiscaal verjaard is of niet
Fiscaal verjaarde beroepsinkomsten véél “goedkoper” Fiscaal verjaarde successierechten (véél) goedkoper Fiscaal verjaarde roerende inkomsten duurder Fiscaal niet verjaarde BTW dan weer véél duurder Géén onderscheid tussen fiscaal verjaarde “gewone” fraude en fiscaal verjaarde “ernstige en georganiseerde fraude”.
Fiscaal niet verjaarde beroepsinkomsten 92,33 % = Confiscatoir Suggestie tot heffingsplafond werd niet weerhouden
Onder voorbehoud van analyse feiten 30
Probleem 4 : Niet verrekenbare WSH (1) CPR laat voor en nà de wijziging géén verrekening toe van de (Luxemburgse en Zwitserse) EU Woonstaatheffing. Art. 14, 2 SpaarRL is nochtans duidelijk : Indien rente die de uiteindelijk gerechtigde heeft ontvangen in de lidstaat van de uitbetalende instantie is onderworpen aan bronbelasting, kent de fiscale woonstaat van de uiteindelijk gerechtigde hem overeenkomstig het nationale recht een belastingverrekening toe die gelijk is aan het bedrag van de ingehouden belasting. Indien dit bedrag hoger is dan het bedrag van de krachtens het nationale recht verschuldigde belasting, restitueert de fiscale woonstaat het bedrag dat teveel is ingehouden aan de uiteindelijk gerechtigde.
Dubbele belasting Ontradend effect om tot fiscale regularisatie over te gaan
Onder voorbehoud van analyse feiten 31
Voorbeeld Fraudeprofiel aangever : Gepensioneerde ‘brave’ spaarder van 80 jr.
Omvang kapitaal 31/12/2005 : EUR 1.000.000 Niet verjaarde Y niet-aangeven sedert 2006 : EUR 180.000 Verjaarde Y niet-aangegeven ‘kenbaar’ 2002 – 2005 : EUR 70.000 Ingehouden WSH sedert 1 juli 2005 : EUR 32.000 Transfert van B rekening naar Lux anno 1995 van 16 mio BEF
Heffing ? Boete 15% op het niet-verjaarde : 30% op EUR 180.000 = EUR 54.000 + EUR 32.000 = EUR 86.000 of 47,78% (effectieve boete v. 218,5%) Dubbele belasting voor EUR 32.000
Fiscaal verjaard kapitaal dat afkomstig is van fraude ? Hypothese 35% over EUR 1.000.000 ? Wit gedeelte 400.000 EUR ? Bankstukken ? Omkering bewijslast ?
Onder voorbehoud van analyse feiten 32
Probleem 5 – Passieve houdsterstructuren (1) Praetoriaanse toepassing door CPR voor fiscale regularisaties van fondsen gehouden middels Trusts, Stiftung, BVI, Panama Foundation, etc …door aangevers Fictieve liquidatie (tot november 2009) Uitgebreide fiscale transparantie Heffing in hoofde van economisch begunstigde mits attestering Probleemstelling van al dan niet kwalificatie als “ernstige en georganiseerde fiscale fraude” op heden beantwoord via de consequente uitreiking van attesten mét volledige kennis van zaken. “Fraudeschema” avant la lettre CPR heeft geen onderzoeks- noch beoordelingsbevoegdheid Eigen verantwoordelijkheid aangever
Onder voorbehoud van analyse feiten 33
Probleem 5 – Passieve houdsterstructuren (2) Initiële MvT voorzag een oplossing hiervoor : «Het aanhouden van een vermogen in hoofde van een buitenlandse structuur (stichting, trust, BVI...), enkel om redenen van ontduiken van de belasting op de roerende inkomsten en/of successierechten, wordt niet beschouwd als ernstige en georganiseerde fraude. Het is daarbij de aangever die het bewijs moet aanbrengen dat hij de economische begunstigde is van het vermogen en de inkomsten ervan».
Die passage werd geschrapt uit MvT Rechtsonzekerheid Quid verband met regularisaties door “trusts” en “stichtingen” en (MvT 3/13) die in B niet belastingplichtig zijn … Hoe gaat dit dan praktisch in zijn werk gaan ?
Het kan niet de bedoeling zijn dat vanaf 15 juli 2013 een andere houding geldt t.a.v. passieve houdsterstructuren !
Onder voorbehoud van analyse feiten 34
Probleem 6 : Levensverzekeringen (1) Art. 122/1§1 2°: Fiscaal verjaarde kapitalen onder de vorm van levensverzekeringen … ? Wat voegt de notie “levensverzekering” nog toe ? Analoog begrip “fiscaal verjaarde kapitalen”
Het ontwerp viseert hier nadrukkelijk de levensverzekeringen zonder in een afzonderlijk tarief noch procedure te voorzien Vraag naar de heffingsgrondslag ? Gestorte premies Quid bevoegdheid van CPR om de “levensverzekering” te gaan beoordelen ? Is bevoegdheid van locale controle
Onder voorbehoud van analyse feiten 35
Probleem 6 : Levensverzekeringen (2) Symbiose met aangifteplicht Aangifteplicht van het “bestaan” van een levensverzekering
« De jaarlijkse aangifte in de personenbelasting moet het bestaan vermelden van de door de belastingplichtige of zijn echtgenoot alsmede door de kinderen waarover hij overeenkomstig artikel 376 van het Burgerlijk Wetboek het ouderlijk gezag uitoefent, individueel gesloten levensverzekeringsovereenkomsten bij een in het buitenland gevestigde verzekeringsonderneming en van het land of de landen waar deze overeenkomsten afgesloten werden. ».
Memorie van toelichting : “Door deze aangifteverplichting wordt een vluchtweg gesloten voor vermogens die verborgen willen blijven via constructies met buitenlandse levensverzekeringen.” “Deze aangifteverplichting geldt zowel voor de reeds in een vorig belastbaar tijdperk afgesloten levensverzekeringsovereenkomsten als deze die in de loop van het belastbare tijdperk zelf zijn afgesloten.”
Onder voorbehoud van analyse feiten 36
Voorbeeld verzekering tak 23 Lux
Premie anno 2004 : EUR 2.200.000 (EBA ware 6% of 132.000) Omvang kapitaal 31 december 2012 en waarde-evolutie Hypothese 1 : EUR 3.000.000 EUR 800.000 winst Hypothese 2 : EUR 1.700.000 EUR 500.000 verlies Wit basiskapitaal : niet meer aantoonbaar
Quid 35% “op het fiscaal verjaarde kapitaal” ? Caveat : Omkering bewijslast ?
Indien heffing 35% dan maximaal op premie 2,2 mio : EUR 770.000 Hypothese 1 : Netto : EUR 2.230.000 = impact 25,67% Hypothese 2 : Netto : EUR 930.000 = impact 45,29%
Impact heffing hangt af van evolutie waarde sedert storting premie
Onder voorbehoud van analyse feiten 37
Voorbeeld (verjaarde) Vlaamse successie Feiten : Overlijden suikertante op 3 april 2003 met testament aan twee neefjes Omvang rekening CH tante op datum overlijden : EUR 15.000.000 Latente belasting van 65% of EUR 9.750.000 Neef 1 : onmiddellijk 7,5 mio in Tak 23 geïnvesteerd Neef 2 : 2 mio in EBA (op 31/5/2003 op rekening); 5 mio in BVI en 500K repat ‘en stoemelings’
Hypothese Neef 1 Kapitaal : verjaring treedt in op 3 september 2013 Vanaf 3/9/2013 : 35% mogelijk over 7,5 mio in module 2 ? Tot 2/9/2013 : “80%” in Module 1 en geen apart tarief …
Hypothese Neef 2
Inkomsten BVI via art. 122 of via art. 122/1 ? Saldo kapitaal analoog aan Neef 1 EBA OK ! Quid 500K in repat ? Onder voorbehoud van analyse feiten 38
Probleem 7 : Mededaders en medeplichtigen Mededaders en medeplichtigen : Genieten wél van de vrijstelling van strafvervolging voor de fiscale misdrijven van art. 127 §1 en het witwasmisdrijf Genieten NIET van de bijkomende strafuitsluitende verschoningsgrond van art. 127 §2
MvT 8/13 vermeldt dit uitdrukkelijk : “De strafuitsluitende verschoningsgrond is niet van toepassing op mededaders en medeplichtigen.” Element van onzekerheid dat wordt ingebouwd voor alle eventuele ‘betrokkenen” Concreet : Boekhouder die heeft “meegewerkt” aan de fraude kan nog separaat vervolgd en veroordeeld worden nadat de principaal alles heeft geregulariseerd …
Onder voorbehoud van analyse feiten 39
Probleem 8 : Timing & FAQ Timing is te krap Huidige wet tot zondag 14 juli (12 juli 2013 16.00h) Redelijk veel vraagpunten in de wet die een pragmatische oplossing vragen via een FAQ vanwege CPR Banken/raadslieden kunnen de vraag nu al niet volgen … Luxemburgs bankgeheim tot 31/12/2014
Onder voorbehoud van analyse feiten 40
IV Verslag Raad van State
Zeer kritische blik maar amper aanpassingen aan het ontwerp
Synthese kritiek Raad van State waaraan niet werd geremedieerd Voor successierechten is alléén het Gewest bevoegd, ook voor de fiscaal verjaarde (Rn.9) Onderscheid tussen de diverse witwasmisdrijven is niet redelijke verantwoord. Onderscheid tussen “ernstige en georganiseerde” fiscale fraude en “gewone” fiscale fraude is niet redelijk verantwoord, uniforme heffing van 35% kan dus niet Begrip “ernstige en georganiseerde” fiscale fraude is niet duidelijk voor de aangevers naar de keuze tussen tarief 15% en 20%, klaarheid is nodig RvSt herhaalt haar kritiek op de onduidelijke notie “ernstige fiscale fraude”
Onder voorbehoud van analyse feiten 42
Synthese kritiek Raad van State waaraan niet werd geremedieerd Notie “fiscaal verjaard kapitaal” is onduidelijk RvSt vindt het bezwaarlijk dat de aangever zélf moet oordelen over het fiscaal verjaarde karakter van de kapitalen RvSt vindt het bezwaarlijk dat de heffing definitief door de schatkist verworven zonder enig recht van verhaal noch enige rechtsingang Verplichting tot voorlegging van fraudeschema bij art. 122/1 vindt RvSt een schending van het verbod van zelfincriminatie Uitsmijter : Grondig nazicht redactionele legistiek nodig RvS verwijst naar een handboek “hoe schrijf ik een wettekst” …
Onder voorbehoud van analyse feiten 43
V Wat kan er nog gerepatrieerd worden ?
De allesomvattende impact van de witwaswetgeving
1) Herziening “Ernstige fiscale fraude, al dan niet georganiseerd” in fiscalibus : WO 2756 Strafverzwaring voor “ernstige fiscale fraude, al dan niet georganiseerd”, O.a. Art. 449,2°lid WIB en Art. 73,2°lid WBTW
Definitie staat niet in de wet maar slechts in MvT Het omvangrijke bedrag van de verrichting Het abnormaal karakter van dit bedrag gelet op de activiteit en het eigen vermogen van de belastingplichtige Advies RvS (18/3/13) wijst op element van “onvoorzienbaarheid” maar acht het begrip niet in strijd met het strafrechtelijk legaliteitsbeginsel
De aanmaak of het gebruik van valse stukken Het voorkomen van één van de indicatoren van KB 3 juni 2007
Het georganiseerde karakter geldt nog louter als verzwarende omstandigheid, als een “criterium” Inwerkingtreding ?
Onder voorbehoud van analyse feiten 45
2) Repressief luik Art. 505 Sw – WO 2763 Art. 505 3°lid : Vrijstelling voor “gewone fiscale fraude” blijft Drempel tot strafbaarheid wordt echter verlaagd Geldt tevens voor het autonome WWMD bij wijziging kwalificatie onderliggend misdrijf mogelijkheid tot het zich kunnen plaatsen buiten de strafwet door fiscale regularisatie – Quid in hoofde van begiftigde ? – Quid moreel element ?
Strengere strafwet geldt niet voor het verleden tenzij in geval van een voortdurend misdrijf of eenheid van opzet : plegen van ‘nieuwe’ feiten bvb derde WWMD van verhelen en verhullen van gelden op een buitenlandse rekening in hoofde van een begiftigde Bvb eerste WWMD van beheren van gelden op een Belgische rekening nà partiële regularisatie Onder voorbehoud van analyse feiten 46
3) Preventieve wet 11 januari 1993 : WO 2763 Meldingsplicht voor “ernstige fiscale fraude” Situatie vanaf inwerkingtreding zal alleszins wezenlijk anders zijn door verhoogde meldingsplicht – WO 2763/012 Advocatuur : Analyse rechtspositie (ruim) Cijferberoepen & notariaat : Analyse rechtspositie (eng) Banken : géén uitzondering
Impact van “Source of funds check” wordt de facto uitgebreid tot quasi “alle” belangrijke dossiers Cliënt die “eigen ‘ernstige’ fraude” verheelt via buitenlandse rekening en/of verzekering zal door de bank steeds moeten worden gemeld daar men een voortdurend 3°WWMD vaststelt De facto leidt dit tot een ‘onmogelijke’ situatie Suggestie : Quid opportuniteit verzoek bij GWH ?
Onder voorbehoud van analyse feiten 47
Herziening “Ernstige fiscale fraude”
Quid toepassing in de praktijk ? Geldt in principe niet voor de fiscale regularisatie 2013 daar slechts voor fraudes gepleegd “vanaf” de nieuwe wet Wordt bevestigd in MvT blz. blz 11 Let op voor de autonomie van het WWMD Opmerking RvSt over ernstige fiscale fraude
Quid impact naar passieve beheersstructuren ? BVI, Trust, Stiftung, etc …
Quid impact naar “hoge bedragen” op buitenlandse rekeningen ?
Onder voorbehoud van analyse feiten 48
Voorbeelden meldingsplicht “Ernstige fiscale fraude” Oprichting BM met ‘grote’ Belgische beleggingsportefeuille en schenking aan kinderen vereist dus source of funds check Kan immers een eerste of derde WWMD zijn indien niet “alle” fraude geregulariseerd is Oude fiscale regularisaties beperkt tot fiscaal niet-verjaarde fraude zijn dus een probleem
Alle fraude in de “winstensfeer” draagt potentieel valsheid in geschrifte in zich Bvb gecumuleerde cash stortingen op rekening
Buitenlandse rekeningen, buitenlandse verzekeringspolissen en “de facto” fiscaal transparante structuren met “grote” illiciete bedragen worden meldingsplichtig
Onder voorbehoud van analyse feiten 49
Wat kan men nog repatriëren ? Uiterlijk per 31 december 2013 quasi alles mits betaling van 35% op fiscaal verjaard kapitaal of lagere adequate heffing
Tenzij : Opbrengsten van witwasmisdrijven De vrucht van uitgesloten onderliggende basismisdrijven Gelden waarover reeds een strafonderzoek wordt/werd gevoerd
Fiscale regularisatie anno 2013 sluit dus perfect aan op de verstrenging van de witwaswet
Onder voorbehoud van analyse feiten 50
Antwerp Office Minerva Building Karel Oomsstraat 47/5 B-2018 Antwerpen Tel +32 (0)3 443.20.00 www.tiberghien.com Brussels Office Tour & Taxis Havenlaan 86C / 419 B-1000 Brussels Tel +32 (0)2 773.40.00 www.tiberghien.com
Gerd D Goyvaerts
[email protected]
Luxembourg Office 44, rue de la Vallée L-2661 Luxembourg Tel +352 27 47 51 11 www.tiberghien.com