Concept.. Concept
Notitie Centrum Jeugd en Gezin Hoorn Gemeente Hoorn Afdeling Welzijn Mei 2008
Notitie Centrum Jeugd en Gezin gemeente Hoorn
1/22
Inhoudsopgave 1.
Inleiding
2. 2.1 2.2. 2.2.1 2.2.2. 2.2.3 2.3. 2.4. 2.5. 2.6. 2.6.1. 2.6.2. 2.6.3.
Achtergronden en wettelijke kaders Achtergrond: adviezen werkgroep opvoedingsondersteuning Wettelijke kaders Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) Wet op de jeugdzorg Wet collectieve preventie volksgezondheid (WCPV) Bestuursakkoord Provinciale ontwikkelingen Ontwikkelingen rondom het onderwijs CJG in de ogen van het Rijk Basismodel Andere functies van het CJG De aanleiding voor CJG
3. 3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.4.1. 3.5.
Hoorns Beleidskader voor CJG Visie Doelstelling Uitgangspunten Hoornse Model: Hoe ziet CJG in Hoorn eruit? Hoornse model Doelgroep CJG:
4. 4.1. 4.2. 4.3 4.4. 4.4.1. 4.4.2. 4.4.3.
Organisatie en aansturing Rol gemeente De dagelijkse aansturing van CJG Eén centraal CJG De omgeving van het CJG Kern participanten Participanten op afroep De inhoudelijke bijdrage van de participanten:
5. 5.1. 5.2. 5.2.1. 5.2.2. 5.3.
Huisvesting CJG als fysiek gebouw Locatiestudie Mogelijke opties Voor- en nadelen Criteria voor locaties
6. 6.1. 6.2. 6.3.
Uitwerkingsplan Structuur Inhoudelijke onderdelen Projectplannen en planning
7. 7.1. 7.2. 7.3. 7.3.1. 7.3.2.
Financiële paragraaf Algemeen De financiering CJG Hoorn Kosten en dekking realisatie CJG Kosten Dekking
8.
Tijdspad en resultaten
Notitie Centrum Jeugd en Gezin gemeente Hoorn
2/22
1.
Inleiding
Preventief jeugdbeleid staat volop in de belangstelling. “Het kind moet centraal staan en geen kind mag meer tussen wal en schip vallen” zo luidde het motto van Operatie Jong. Dit motto is door het Kabinet Balkende IV omgezet in beleid. In het regeerakkoord heeft het thema jeugd en gezin een prominente plaats gekregen. Eén van de onderdelen daarbinnen is de ontwikkeling van Centra voor jeugd en gezin (CJG). Het ministerie voor jeugd en gezin heeft op 28 juni 2007 zijn programma voor de komende vier jaar gepresenteerd onder de titel "Alle kansen voor alle kinderen". Uiteraard neemt hierin de ontwikkeling van Centra voor jeugd en gezin, evenals de invoering van een verwijsindex en het Elektronisch Kind Dossier een belangrijke plek in. Het kabinet wil het CJG als instrument ontwikkelen om de versnippering en verkokering in het lokale jeugdbeleid tegen te gaan en meer samenhang te brengen tussen het lokale jeugd- en onderwijsbeleid, de integrale jeugdgezondheidszorg en de regionale jeugdzorg. Doelstelling is dat iedere gemeente in 2011 tenminste één fysiek Centrum voor Jeugd en Gezin operationeel heeft, zodat sprake is van een landelijk dekkend netwerk van Centra voor Jeugd en Gezin. In een Centrum voor Jeugd en Gezin moeten ouders, kinderen, jongeren en professionals snel, gemakkelijk en vanzelfsprekend terecht kunnen met allerlei vragen over opvoeden en opgroeien. De ontwikkeling van het CJG past heel goed in de ontwikkelingen van het lokaal preventief jeugdbeleid in Hoorn. In het college uitvoeringsprogramma en de programmabegroting van 2007 en 2008 staat onder het onderdeel jeugd van het programma 6: “ opzetten van een Centrum Jeugd en gezin in de gemeente waar de coördinatie van zorg rond jongeren van 0-23 plaatsvindt”. In het afgelopen jaar hebben de gemeente Hoorn en een aantal maatschappelijke partners aangegeven dat zij samen met elkaar willen werken aan het opzetten van een Centrum voor Jeugd en Gezin in de gemeente Hoorn. In deze notitie beschrijven wij de achtergronden, visie, doelstelling en uitgangspunten van het Centrum voor Jeugd en Gezin. Ook wordt aangegeven hoe de gemeente Hoorn een eigen invulling geeft aan het Centrum voor Jeugd en Gezin. Leeswijzer Na deze inleiding worden in paragraaf 2 de achtergronden en wettelijke kaders toegelicht. In paragraaf 3 worden de Hoornse beleidskaders voor het Centrum Jeugd en Gezin beschreven. De organisatie en aansturing van het implementatieproject CJG worden in paragraaf 4 toegelicht. De opties voor de huisvesting van CJG in Hoorn worden in paragraaf 5 beschreven. Paragraaf 6 geeft inzicht in het uitwerkingsplan en de financiën van het project worden in paragraaf 7 toegelicht. Het tijdpad van het implementatietraject wordt in paragraaf 8 beschreven.
Notitie Centrum Jeugd en Gezin gemeente Hoorn
3/22
2.
Achtergronden en wettelijke kaders
2.1 Achtergrond: adviezen werkgroep opvoedingsondersteuning In het schooljaar 2006/2007 is een werkgroep onder gemeentelijke regie gestart met het inventariseren van het aanbod opvoedingsondersteuning in Hoorn. Aan deze werkgroep namen de volgende instellingen deel: Bureau jeugdzorg, GGD, AMW, Omring, St.Netwerk en St. Mee. De aanleiding voor het instellen van deze werkgroep waren de gemeentelijke notitie ‘Integraal jeugdbeleid’, oktober 2005, en de ontwikkelingen rondom de Wet op de Jeugdzorg, Wet Onderwijs Achterstandenbeleid en Wet Maatschappelijke Ondersteuning. De werkgroep had de opdracht om de volgende vragen te beantwoorden: • Hoe ziet het huidige aanbod er uit? • Welke instellingen bieden welke activiteiten aan? • Zijn er witte vlekken in het aanbod / dan wel overlap? • Wat is de gewenste situatie voor de toekomst? De werkgroep kwam tot de volgende conclusies: •
In Hoorn worden veel activiteiten aangeboden. Het aanbod is nog niet evenwichtig verdeeld over de vijf gemeentelijke functies van het preventief jeugdbeleid in het kader van het WMO.
•
Ook de toegankelijkheid van het aanbod kan volgens de instellingen beter. Men vindt dat de vraagsturing/vraaggericht werken op dit moment nog onvoldoende is ontwikkeld.
•
De routes tussen het preventief en specialistisch aanbod zijn onoverzichtelijk. Ook de aansluiting binnen en tussen de jeugd(hulpverlenings)ketens is gebrekkig
•
De instellingen beschikken over veel informatie en deskundigheid op gebied van jeugdproblematiek. Daarnaast geven de instellingen aan dat ze op het gebied van jeugdbeleid graag met anderen willen samenwerken. Zij vinden wel dat de samenwerking tussen instellingen op dit moment nog niet vanzelfsprekend is.
•
De financiering van het aanbod is vaak met tijdelijk geld geregeld. Deze veroorzaakt veel onrust bij de uitvoerders en brengt de kwaliteit en continuïteit van de activiteiten op lange termijn in gevaar.
Vervolgens heeft deze werkgroep een aantal maatregelen geformuleerd om de opvoedingsondersteuning in de gemeente Hoorn te versterken. Deze zijn: • Betere belegging van de vijf functies van het gemeentelijk preventief jeugdbeleid (WMO prestatieveld 2) binnen het hulpverleningsproces • Herschikken van de huidige taken/aanbod en de samenwerking tussen voorzieningen stimuleren • Uitwerken van een model voor het centrum voor jeugd en gezin als een laagdrempelige voorziening voor de doelgroep (kind en ouder) en de professionals • Indicatiestelling (toegang tot de gespecialiseerde zorg) via het CJG rondom de vindplaatsen regelen • Sluitend maken van de ketens in de vorm van de zorgcoördinatie Tevens heeft de werkgroep binnen de voornoemde maatregelen de volgende prioriteiten: • Signaleringsnetwerken rondom de vindplaatsen (o.a. onderwijs (ZAT) en vrije tijd (buurtnetwerken en Netwerk 12+) versterken en indien nodig uitbreiden • Samenwerking tussen voorzieningen stimuleren/afdwingen • Aanbod licht pedagogische hulpverlening differentiëren naar de doelgroepen en de zwaarte van de problematiek • Vormgeven aan de zorgcoördinatie volgens het Helmondse Model
Notitie Centrum Jeugd en Gezin gemeente Hoorn
4/22
•
Uitwerken van het model CvJG
Met een aantal van de maatregelen is een begin gemaakt. Zo is de zorgondersteuning aan het begin van het schooljaar 2007/2008 in het voortgezet onderwijs ingevoerd. Ook in de vrije tijdsfeer is een 4e buurtnetwerk in het centrumgebied (Hoorn-Noord, Centrum, Venelaankwartier) van start gegaan. Daarnaast is begin 2008 het steunpunt opvoeding overgeheveld van Bureau Jeugdzorg naar de Jeugdgezondheidszorg. Dit om het preventieve karakter en de eenduidigheid van de opvoedingsondersteuning te versterken. 2.2. Wettelijke kaders In verschillende wetten wordt de gemeente gezien als een overheidslaag die regie voert over het preventief jeugdbeleid. Deze dient de basisvoorzieningen te realiseren die voor alle kinderen en hun ouders beschikbaar moeten zijn. Deze dienen het opgroeiproces van het kind te versterken. De problemen die in het opgroeiproces optreden dienen vroegtijdig gesignaleerd en effectief verholpen te worden. Zo licht mogelijke hulp, zo kort mogelijk, zo dicht mogelijk bij huis is het uitgangspunt. Goede samenwerking in de jeugdketen is hierbij van essentieel belang. De volgende wettelijke kaders en afspraken spelen een rol: 2.2.1 Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) Op 1 januari 2007 is de WMO in werking getreden. Gemeenten zijn daarmee verantwoordelijk voor het voeren van een samenhangend beleid op de terreinen wonen, welzijn en zorg. Het preventief jeugdbeleid is ondergebracht in prestatieveld 2: op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden. Voor het preventief jeugdbeleid gelden de volgende vijf functies: • Informatie en advies. Dit gaat om informatie en advies aan ouders, kinderen en jongeren over opvoeden en opgroeien. • Signalering. Duidelijk moet zijn welke afspraken gelden voor het melden van signalen over gezinnen door instellingen als jeugdgezondheidszorg (JGZ), onderwijs, kindercentra (peuterspeelzalen en kinderopvang) en jeugd- en jongerenwerk. • Toeleiding naar hulp. Lokaal moet geregeld zijn hoe de toeleiding naar hulp plaatsvindt, dat wil zeggen naar lokale en regionale voorzieningen of Bureau Jeugdzorg. • Licht pedagogische hulp. Voor gezinnen en jeugdigen met opvoed- en opgroeiproblemen moet er op lokaal niveau licht pedagogische hulp beschikbaar zijn. • Coördinatie van zorg. Hierbij gaat het om het afstemmen en zo mogelijk bundelen van zorg in het geval dat meerdere hulpsoorten nodig zijn om een jeugdige of gezin te ondersteunen. 2.2.2. Wet op de jeugdzorg Op 1 januari 2005 is de Wet op de jeugdzorg in werking getreden. In deze wet staan de cliënt en zijn hulpvraag centraal. Cliënten zijn kinderen, jongeren tot 18 jaar en hun ouders of opvoeders die ernstige opgroei- en opvoedproblemen hebben en die niet te helpen zijn via de algemene voorzieningen. Elke provincie krijgt geld van het rijk. Hiermee wordt Bureau Jeugdzorg gefinancierd en daarmee ook de toegang tot de jeugdhulpverlening, jeugd-ggz, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Provincies zijn verantwoordelijk voor een goede aansluiting van de afzonderlijke schakels in de jeugdketen en zij maken met gemeenten afspraken over de verantwoordelijkheden voor jongeren met problemen. 2.2.3 Wet collectieve preventie volksgezondheid (WCPV) Jeugdgezondheidszorg (JGZ) is ondergebracht in de WCPV. Zij vormt een belangrijk onderdeel van het integraal jeugdbeleid. JGZ is gericht op het bevorderen, beschermen en bewaken van groei en ontwikkeling van alle kinderen van 0-19 jaar. Gegevens worden vastgelegd in het kinddossier (vanaf 2009: het EKD, elektronisch kinddossier).
Notitie Centrum Jeugd en Gezin gemeente Hoorn
5/22
2.3. Bestuursakkoord in het voorjaar van 2007 heeft het kabinet met de VNG afspraken gemaakt over een gezamenlijke aanpak van maatschappelijke problemen. De afspraken hierover zijn opgenomen in een bestuursakkoord dat op 4 juni 2007 door minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de VNG ondertekend is. Het bestuursakkoord bevat een aantal voor het jeugdbeleid belangrijke besluiten: • Centra voor jeugd en gezin. Aan het einde van deze kabinetsperiode is in elke gemeente een Centrum voor jeugd en gezin (CJG). Het CJG is een concept dat in elk geval een inloopfunctie kent. Een fysieke plek waar ouders en kinderen terecht kunnen voor advies, informatie, instructie en cursussen op het gebied van opgroei- en opvoedondersteuning. Dit eventueel gekoppeld aan school, consultatiebureau of gezondheidscentrum, afhankelijk van de keuze van de gemeente. Het basismodel CJG bevat de jeugdgezondheidszorg, prestatieveld 2 van de WMO, een schakel met Bureau jeugdzorg (met een voorpostfunctie en verankering van samenwerking in de backoffice) en het Zorgadviesteam. • Het kabinet trekt tot 2011 in totaal € 441 miljoen uit voor de realisatie van Centra voor Jeugd en Gezin: o Vanaf 2008 is er een brede doeluitkering gevormd waarin opgenomen: de RSU JGZ, de uitkering preventie jeugdbeleid, de middelen Impuls opvoedondersteuning en Opvoeden in de buurt. Aan deze reeds beschikbare € 211 miljoen voegt het Rijk structureel en oplopend tot het jaar 2011 een bedrag van € 100 miljoen toe. o Het kabinet stelt voorts voor de CJG- vorming oplopend tot € 100 miljoen in 2011 beschikbaar via het accres van het gemeentefonds. o Voor EKD en Verwijsindex komt er oplopend in 2011 € 20 miljoen structureel beschikbaar. 2.4. Provinciale ontwikkelingen De provincie heeft eind vorig jaar aangegeven dat zij de gemeenten in de provincie wil ondersteunen bij het vormgeven aan de centra voor jeugd en gezin (CJG). Er is een Impuls opvoedingsondersteuning beschikbaar gesteld aan de gemeenten die geen rijksimpuls opvoeding hebben ontvangen. Aangezien wij een rijksimpuls hebben ontvangen voor het project Helpende Hand zijn wij door de provincie, net als Alkmaar en Den Helder, uitgesloten van deelname van deze provinciale impuls. Een andere impuls die de provincie wil geven is het ondersteunen van de gemeenten bij het invoeren van de verwijsindex. De provincie heeft na overleg met de gemeenten besloten om de aanschaf van het risicosignaleringssysteem, dat als basis voor de verwijsindex fungeert, voor de hele provincie te bekostigen. Daarnaast neemt zij de kosten voor het maken van de afspraken met (hulp)instellingen over de zorgcoördinatie voor haar rekening. De gemeente Hoorn participeert ambtelijk in een werkgroep die dit proces begeleidt. 2.5. Ontwikkelingen rondom het onderwijs Met ingang van 1-8-2010 wordt de zogenaamde zorgplicht / passend onderwijs ingevoerd. De achterliggende gedachte is om leerlingen die extra zorg nodig hebben, zoveel als mogelijk thuisnabij passend onderwijs op maat te laten volgen. De voorbereidingen in de regio Westfriesland zijn hiervoor in volle gang. Op 26 april 2007 heeft hierover een eerste regionale conferentie plaatsgevonden, waarbij alle partijen vanuit Westfriesland en de betrokkenen buiten Westfriesland van de zogenaamde clusterscholen bij aanwezig waren. Er zijn een aantal statements geformuleerd die vervolgens verder uitgewerkt zijn. Momenteel wordt hiervoor door het platform primair en voortgezet onderwijs West-Friesland een visiedocument opgesteld. De aansluiting tussen de zorgstructuur van het onderwijs en jeugdhulpverlening is een van de speerpunten binnen het beleidsveld passend onderwijs. Gemeenten en schoolbesturen dienen hierover met elkaar afspraken te maken.
Notitie Centrum Jeugd en Gezin gemeente Hoorn
6/22
2.6.
CJG in de ogen van het Rijk
Het programmaministerie Jeugd en Gezin geeft de volgende invulling aan het CJG: ouders, kinderen, jongeren en professionals moeten bij het CJG snel, gemakkelijk en vanzelfsprekend terecht kunnen met allerlei vragen over opvoeden en opgroeien. In principe is het CJG bedoeld voor iedereen met vragen en problemen over opvoeden en opgroeien. 2.6.1. Basismodel Het realiseren en vormgeven van CJG’s is een taak voor gemeenten die zal worden vastgelegd in de Wet op de jeugdzorg. De gemeenten krijgen daarmee de plicht om enkele basistaken ter ondersteuning van jeugd en gezin binnen het CJG te implementeren, maar zij behouden de vrijheid om, aansluitend op de bestaande structuren in de gemeente, te bepalen hoe zij het CJG vormgeven. Om de naam CJG te mogen gebruiken moet minimaal het volgende worden gebundeld / gerealiseerd: • Jeugdgezondheidszorg: consultatiebureaus en GGD; • 5 Wmo-functies jeugd: Informatie & advies, signalering, toeleiding naar hulp, licht pedagogische hulp, coördinatie van zorg (o.a. maatschappelijk werk, gezinscoaching en opvoedondersteuning); • Schakel met Bureau Jeugdzorg (BJZ) en Zorg- en Adviesteams in het onderwijs. Overigens is het ministerie niet uit op een blauwdruk voor het CJG, maar geeft wel consequent aan dat het gaat om een bundeling van taken op het terrein van de opvoedondersteuning en de jeugdgezondheidszorg. Het is aan de gemeente om in overleg met lokale en regionale partners de precieze invulling te bepalen. Zinvol is het om daarbij aan te sluiten bij goede voorbeelden. Het kabinet ziet het CJG niet als een nieuwe bureaucratische laag. Alle gezinnen met kinderen/jongeren in de leeftijd tussen -9 maanden en 23 jaar moeten er terecht kunnen. Het gaat daarbij niet alleen om bundeling van het bestaande aanbod. Vanuit het CJG moet ook direct opvoed- en gezinsondersteuning kunnen worden geboden. Om het aanbod van dergelijke hulp te verbreden en te spreiden over alle gemeenten worden extra middelen aan gemeenten beschikbaar gesteld voor hulp aan kinderen en gezinnen vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin. 2.6.2. Andere functies van het CJG In de beleidsbrief (DJB/APJB-2808738 ) van 16 november 2007 zijn de actiepunten rondom het CJG beschreven. Naast het voornoemde basismodel zijn de volgende voorstellen beschreven: Inrichting Centrum Jeugd en Gezin Het kabinet wil dat alle ouders, jeugdigen en kinderen, als zij dit willen, met alle mogelijke vragen over opvoeden en opgroeien én voor hulp terecht kunnen bij een laagdrempelig en herkenbaar punt in de buurt. In 2011 moet er sprake zijn van een landelijk dekkend netwerk van Centra voor Jeugd en Gezin. Dat betekent dat zij voor alles wat te maken heeft met opvoed- en opgroeiondersteuning in hun eigen omgeving terecht moeten kunnen bij een Centrum voor Jeugd en Gezin. In iedere gemeente moet ten minste één fysiek inlooppunt zijn waar kinderen, jeugdigen en ouders terecht kunnen. Voor grote gemeenten is één inlooppunt te weinig, daar heeft het kabinet voor de Centra voor Jeugd en Gezin de dekkingsgraad van de huidige consultatiebureaus voor ogen. Een inlooppunt hoeft overigens niet in alle gevallen een permanent bureau te zijn, het kan ook gerealiseerd worden door bijvoorbeeld enkele dagdelen in de week spreekuren te organiseren op locatie. Daarnaast kan de fysieke inloopfunctie ondersteund worden door een telefonisch en/of internetloket. Het CJG dient in de ogen van het kabinet de volgende onderdelen te bevatten: • De integrale jeugdgezondheidszorg, zoals omschreven in de Wcpv. De consultatiebureaus en GGD’en voeren de jeugdgezondheidszorg uit. Het gaat hierbij om
Notitie Centrum Jeugd en Gezin gemeente Hoorn
7/22
•
•
•
collectieve preventie. De jeugdgezondheidszorg monitort de lichamelijke, psychische, sociale en cognitieve ontwikkeling van alle kinderen. Het gaat hierbij om de gezondheid van het kind in brede zin. En het gaat om preventie, signaleren, adviseren en aanpakken van ontwikkelingsproblemen bij álle kinderen. De vijf gemeentelijk functies van het lokaal preventief jeugdbeleid. Het betreft hier opvoed- en opgroeiondersteuning zoals bedoeld in prestatieveld 2 van de Wmo en de Wet op de Jeugdzorg. De schakelfunctie met het Bureau Jeugdzorg. Vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin moet de relatie met Bureau Jeugdzorg goed worden vormgeven. In de ideale situatie is dit door een voorpost van het Bureau Jeugdzorg onder te brengen in het Centrum voor Jeugd en Gezin. De schakel met de Zorg- en adviesteams (ZAT) en via de ZAT’s met het onderwijs. Door een goede samenwerking met de ZAT’s wordt er voor gezorgd dat de scholen, als belangrijke vindplaats voor kinderen en jongeren, goed zijn gepositioneerd. Het Centrum voor Jeugd en Gezin is een vaste partner, zoals nu veelal via de medewerker jeugdgezondheidszorg, in het ZAT.
Zorgcoördinatie Het kabinet wil dat de oplossing van de problemen in een gezin gebeurt via één totaalplan per gezin voor alle problemen, met één aanspreekpunt voor het gezin én de betrokken hulpverleners, waarbij één van de hulpverleners (nadat het plan is vastgesteld) de zorgcoördinatie heeft. De gemeente is er voor verantwoordelijk dát er een beslissing wordt genomen. Binnen het CJG wordt bekeken welke partij daarvoor wordt aangewezen. De jeugdgezondheidszorg vormt in de visie van het Kabinet, gelet op de wettelijke verplichting tot tijdig signaleren van risicokinderen, het bieden of verwijzen naar effectieve (preventieve) zorg en het actief volgen wat er met het kind gebeurt, het aangrijpingspunt voor het coördineren van zorg. Bureau Jeugdzorg is vanuit de Wet op de jeugdzorg verantwoordelijk voor de zorgcoördinatie indien er sprake is van geïndiceerde jeugdzorg of een OTS (ondertoezichtstelling). Regierol voor de gemeenten In het verlengde van het basismodel CJG zal in de Wet op de jeugdzorg wettelijk worden vastgelegd dat gemeenten de verplichting krijgen om te komen tot sluitende afspraken met de organisaties die de taken uit het basismodel Centra voor Jeugd en Gezin uitvoeren. Daarnaast krijgen de gemeenten ook de wettelijke plicht te zorgen voor sluitende afspraken met en tussen andere relevante instellingen, zoals jeugdzorg, eerstelijns gezondheidszorg, justitie, politie, onderwijs, woningcorporaties en Raad voor de kinderbescherming. Ook afspraken met de provincies over de aansluiting van de geïndiceerde jeugdzorg en de lokale jeugdzorg behoren hierbij. Een zogenaamd escalatiemodel – het overschakelen (“opschalen”) naar een hoger besluitvormingsniveau – maakt onderdeel uit van de afspraken die gemeenten met hun lokale partners moeten maken. Relevante partijen worden wettelijk verplicht om aan het maken van dergelijke afspraken mee te werken. De afspraken tussen gemeenten en hun partners hebben een wederkerig karakter. Niet alleen kan de gemeente andere partijen aanspreken, zij kan ook aangesproken worden door de andere partijen. Daarnaast wordt wettelijk vastgelegd dat wanneer partijen er in specifieke situaties niet in slagen de benodigde zorg te leveren, dan wel zich onttrekken aan afspraken, gemeenten de verplichting krijgen partijen hier op aan te spreken. In de diverse betreffende wetgeving zal worden vastgelegd dat de gemeente deze verantwoordelijkheid krijgt en dat partijen dienen mee te werken aan het bieden van oplossingen. Aan de Wet op de jeugdzorg wordt een derde domein toegevoegd (verantwoordelijkheden rijk en provincie zijn de andere twee domeinen), waarin de verantwoordelijkheden van gemeenten op het terrein van de lokale jeugdzorg worden omschreven. Door het verankeren van de inrichtingsplicht voor de Centra voor Jeugd en Gezin in de Wet op de jeugdzorg wordt een verbinding gelegd met de taken die de gemeente zijn opgedragen in het kader van de Wet
Notitie Centrum Jeugd en Gezin gemeente Hoorn
8/22
collectieve preventie volksgezondheid en de Wet maatschappelijke ondersteuning .Toezicht wordt uitgevoerd door de gezamenlijke inspecties. Verplichte opvoedondersteuning Als kinderen ernstig bedreigd worden in hun ontwikkeling en ouders of verzorgers daar niets aan willen of kunnen veranderen, kan de overheid maatregelen nemen om dat in hun plaats te doen. De overheid legt dan maatregelen op waarmee het kind (en eventueel het gezin) de hulp en ondersteuning krijgt die het nodig heeft. Die (jeugdbeschermings)maatregelen kunnen een ondertoezichtstelling (OTS) of een ontneming van het gezag zijn. Hierbinnen kan de rechter, op aangeven van de gezinsvoogd, bepalen dat opvoedingsondersteuning noodzakelijk is. In dit kader kan opvoedingsondersteuning dus materieel via de rechter verplicht worden opgelegd. Het kabinet werkt aan een voorstel om de grond voor de OTS te verruimen. Verwijsindex Risicojongeren Het voornemen van het Kabinet is om gemeenten te verplichten aan te sluiten op de Verwijsindex, om zo te komen tot een landelijke dekking van het systeem. Om hulpverleners aan te zetten tot melden, zal in de wet een meldrecht voor de Verwijsindex opgenomen worden voor hulpverleners. Daarmee wordt in de wet de mogelijkheid gecreëerd voor beroepsbeoefenaren met een geheimhoudingsplicht om zonder toestemming van diegene die het betreft een melding aan de Verwijsindex te doen. Het meldrecht is geen vrijblijvend recht, maar noopt de hulpverlener zorgvuldig af te wegen of melden aan de orde is. Daarnaast zal in het wetsvoorstel een richtinggevend kader voor te melden worden opgenomen. 2.6.3. De aanleiding voor CJG Diverse ontwikkelingen hebben er toe geleid dat het instrument CJG in de belangstelling staat. 1. Door verschillende ernstige incidenten met kinderen zijn ontwikkelingen in gang gezet waarin om sturing en regie wordt gevraagd, ook op uitvoeringsniveau. Zeker in de sector jeugd(gezondheids)zorg is er sterk behoefte aan centrale regie en het combineren van inhoudelijke beleidslijnen. Het proces om CJG te ontwikkelen kan daarin een aanjaagfunctie zijn. 2. Daarnaast is de laatste jaren steeds meer inzicht gekomen dat investeren in (jonge) kinderen van groot belang is voor hun ontwikkeling naar gezonde, weerbare en zelfstandige jongeren en volwassenen. Het belang van jeugdbeleid en opvoed- en opgroeiondersteuning wordt daarmee onderkend. Er is ook steeds meer draagvlak voor de opvatting dat opgroeien opvoedondersteuning een overheidstaak is. 3. Opvoed- en opgroeiondersteuning zijn taken die vanuit het perspectief van drie wetten die als lokale taken worden benoemd: de Wet op de Jeugdzorg, de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (WCPV) en de Wet Maatschappelijk Ondersteuning (WMO) in prestatieveld 2 en 3. 4. In de aanbevelingen sturingsadvies operatie Jong “Koersen op het kind” staat dat bundeling van taken op het gebied van opvoeding, preventieve gezondheidszorg en bescherming vorm kan krijgen door het realiseren van een CJG. 5. De in maart 2007 aangetreden programmaminister voor Jeugd en Gezin wil dat er over vier jaar in elke gemeente een CJG is. Het Kabinet wil met de ontwikkeling van CJG dat snel, goed en gecoördineerd advies en hulp op maat vanzelfsprekend wordt (één gezin, één plan). Het CJG moet bovenal een laagdrempelig fysiek inlooppunt zijn waar (aanstaande) ouders, kinderen en jongeren voor alles aangaande opgroeien en opvoeden terecht kunnen. Het Programmaministerie is samen met gemeenten, provincies, koepels en branches aan de slag om deze ambities te realiseren.
Notitie Centrum Jeugd en Gezin gemeente Hoorn
9/22
3.
Hoorns Beleidskader voor CJG
Zoals aan het begin van het vorige hoofdstuk reeds is aangegeven is in het schooljaar 2006/2007 een werkgroep aan de slag gegaan met een inventarisatie van het aanbod opvoedingsondersteuning. In dat traject is uitvoerig gesproken met de instellingen over de vorming van het centrum jeugd en gezin in de gemeente Hoorn. Hieronder wordt de visie, uitgangspunten, het werkmodel zoals die door de werkgroep is geformuleerd, beschreven. De resultaten van dit traject zijn in een regionale bijeenkomst over het preventieve jeugdbeleid gepresenteerd. 3.1.
Visie
Jeugd groeit in Nederland op in een dynamische en complexe samenleving. Van burgers, volwassenen en jeugd, wordt meer en meer gevraagd dat ze eigen keuzes maken en daarvoor zelf de verantwoordelijkheid dragen. Dit stelt hoge eisen aan de jeugd en aan de omgeving waarin zij opgroeit. Om jongeren te leren in die complexiteit te functioneren is een opvoedingsomgeving nodig die dat ondersteunt. In die omgeving moet zowel aandacht zijn voor de inhoudelijke kant, die van interacties tussen opvoeders en jeugdigen, als voor aandacht voor de sociale en fysieke infrastructuur. Bij dat laatste gaat het om de pedagogische infrastructuur van de context van opvoeden en opgroeien. Beiden, het inhoudelijke én het contextuele aspect van opvoeding, zijn essentieel voor een optimale ontwikkeling van kinderen zelf en essentieel voor een gezonde samenleving. Opvoeden is uiteraard een zaak van de ouders, maar niet van hen alleen. In de open samenleving anno 2008 zijn school en buurt belangrijke partners voor ouders. Samen met ouders geven scholen, andere maatschappelijke organisaties en de overheid vorm en inhoud aan de pedagogische infrastructuur voor hulp en ondersteuning bij opvoeden en opgroeien. Samenwerking (op inhoud en organisatieniveau) is daarbij essentieel en noodzakelijk. In deze visie is het CJG een centrum voor jeugd, gezin en professionals en biedt tijdige, nabije en passende opvoed- en opgroei ondersteuning aan ouders, kinderen en jongeren die tot stand komt in een dialoog tussen ondersteunde en ondersteuner. 3.2. Doelstelling Het CJG is primair een voorziening voor alle burgers, herkenbare en gekende eerstelijnsvoorzieningen op het terrein van opvoeden en opgroeien die als frontoffice dient. Wij willen een zodanige voorziening realiseren waarbij, door de juiste informatie en voorlichting, door advies en een preventief aanbod, kan worden voorkomen dat zwaardere zorg voor de kinderen moet worden ingezet. Deze voorziening dient voor kinderen, jongeren, ouders / verzorgers en professionals een herkenbare, laagdrempelige, nabije voorziening te zijn zoals de brede school, wijkcentrum of het consultatiebureau dat nu al is voor ouders in de eerste levensjaren van hun kind. Er wordt een verbinding gelegd met welzijnswerk, Jeugdhulpverlening en de Zorg- en Adviesteams en het daarbij behorende zorgaanbod van het Weer Samen Naar School (onderwijs) en goede samenwerkingsafspraken gemaakt. Samenhang en afstemming tussen het CJG en de binnen het onderwijs en welzijnsvoorzieningen ontwikkelde zorgstructuren is van groot belang. Wij willen het CJG zo organiseren dat één aanmelding met intake, één dossier en één plan van aanpak per kind volstaat voor ouders en kinderen. 3.3. Uitgangspunten Bij de vorming van het CJG worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: •
Tijdige ondersteuning: hoe eerder je ondersteuning biedt hoe minder de kans dat problemen uitgroeien en moeilijk oplosbaar zijn. Dus niet wachten tot problemen geëscaleerd zijn, maar zo vroeg mogelijk en preventief mogelijk werken. Effectief signaleren van (dreigende)
Notitie Centrum Jeugd en Gezin gemeente Hoorn
10/22
probleemsituaties op kind, gezin, maar ook op wijk- en buurtniveau is hiervoor een belangrijke voorwaarde. Vervolgens dient de hulpverlening zelf ook tijdig ingezet te worden. Dus geen lange wachttijden. Indien er wel langere wachttijden voorkomen zal de wachttijd overbrugd dienen te worden met andere vormen van hulp. •
Nabije ondersteuning: de ondersteuning moet zoveel mogelijk plaatsvinden in de omgeving van de ouders/kinderen/jongeren die vragen of problemen hebben. Ze moet makkelijk bereikbaar en laagdrempelig zijn.
•
Passende ondersteuning: Activiteiten op het gebied van opvoed- en opgroei ondersteuning hebben de meeste kans van slagen als ze aansluiten bij de behoeften van betrokkenen (kinderen/jongeren/ouders) en de sociale structuur en problemen die leven in de wijk of buurt. Dat wil niet zeggen dat er een volledige omslag plaats moet vinden van aanbod gestuurd naar vraag gestuurd werken, maar dat het aanbod in dialoog tot stand komt (zie het volgende punt).
•
Er is sprake van dialoog gestuurd werken: er wordt niet uitsluitend uitgegaan van de vraag van de betrokkenen, maar ook rekening gehouden met maatschappelijke doelen, het maatschappelijk belang en de rechten van kinderen. Wat het aanbod wordt, wordt bepaald in een dialoog. Daarbij kan er in het uiteindelijke hulpaanbod een conditie ingebouwd worden, die aangeeft dat de betreffende interventie niet vrijblijvend is.
•
Vindplaatsgericht werken: De nieuwe Centra voor Jeugd en Gezin zullen zich vooral moeten vestigen op de vindplaatsen van ouders, kinderen en jeugdigen: de (brede) scholen, de consultatiebureaus, wijkcentra, de peuterspeelzalen en kinderdagverblijven. Verankering in de werkwijzen van leerkrachten en peuterspeelzaalleidsters, opvoedondersteuners, schoolmaatschappelijk werkers, jeugdartsen en verpleegkundigen geeft de grootste kans op succes. Eenzelfde kans ligt er bij de al bestaande locaties van de jeugdgezondheidszorg (consultatiebureaus en GGD’s) vooral waar deze dichtbij of in Brede Scholen gevestigd zijn.
•
Samenwerking onder gemeentelijke regie: In diverse rapportages en publicaties wordt gewezen op de versnippering van het lokale jeugdbeleid en de noodzaak van meer samenhang tussen het jeugdbeleid, de jeugdgezondheidszorg en de jeugdzorg. Gemeenten hebben op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) en de Wet collectieve preventie volksgezondheid (WCPV) een aantal taken op het gebied van het preventieve jeugdbeleid. Gemeenten zouden volgens de adviezen en de landelijke overheid jeugdtaken zo moeten organiseren dat deze gebundeld aan het kind en de ouders worden aangeboden. Uit de eindrapportage van Operatie Jong is gebleken dat gemeenten, zeker de koplopers, de regierol in het jeugdbeleid waarmaken. Volgens Steven van Eijck (voormalig commissaris jeugdbeleid en trekker van Operatie Jong) zijn gemeenten innovatief en kindgericht en blijkt de gemeentelijke regie te leiden tot structurele veranderingen en herontwerp van uitvoeringsprocessen.
3.4.
Hoornse Model: Hoe ziet CJG in Hoorn eruit?
3.4.1. Hoornse model In onze visie dienen de volgende functies in het concept CJG vorm te krijgen: • Informatie en advies, een laagdrempelig inlooppunt • Meldpunt voor probleemsituaties en vraagbaak voor professionals • Preventieve zorg, opvoedingssteun en jeugdhulpverlening • Multidisciplinaire beoordelingsteams (casusbespreking) • Toeleiding naar hulp/voorzieningen die het Centrum voor Jeugd en Gezin niet zelf kan bieden • Ingrijpen als jongeren tussen wal en schip (dreigen te) vallen
Notitie Centrum Jeugd en Gezin gemeente Hoorn
11/22
•
•
Coördinatie, zowel gericht op de samenwerking tussen de instellingen (gemeente, welzijn, gezondheid, onderwijs, jeugdzorg en justitiële keten) als zorgcoördinatie op individueel gezinsniveau. Basis is het uitgangspunt één kind (gezin), één plan, één zorgcoördinator
Taken frontoffice en backoffice Het model Hoorn sluit heel goed aan op de voorstellen van het programma ministerie waarin de voorgaande taken ingebed zij. Het centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Hoorn gaat bestaan uit een frontoffice en een backoffice. Het frontoffice heeft de volgende taken: • Het geven van informatie en advies (indien nodig op locatie); • Problemen screenen en beoordelen; • Het voeren van enkele adviesgesprekken (bij eenduidige problemen); • Toeleiden naar / inzetten van interventies (indien specialismen nodig zijn); • Afstemmen van aanpak met netwerken Jeugdhulpverlening; • Registratie bijhouden; • Afstemmen van werkprocessen; • Signaleren van knelpunten; • Zorgen voor content voor publiciteit / verzorgen publiciteit. Het frontoffice heeft een publieksfunctie voor ouders, jeugdigen en professionals. Contact met het frontoffice is mogelijk face-to-face, per telefoon en per email/ website. De medewerkers van het frontoffice houden periodiek een casuïstiekoverleg, waarin zij de beoordelingen en verwijzingen controleren, en besluiten welke zaken dienen te worden afgestemd met de netwerken Jeugdhulpverlening. Er dient een profielschets te komen met de benodigde competenties van de loketmedewerkers. Het frontoffice moet een brede, integrale kijk hebben en niet te veel verbonden zijn aan één werksoort of één methodiek. Psychiatrische klachten moeten bijvoorbeeld ook kunnen worden herkend door de medewerkers van frontoffice. Een multidisciplinaire aanpak is belangrijk. Backoffice In lijn met het standpunt van het Kabinet willen wij met de ontwikkeling van CJG’s bovendien bereiken dat gecoördineerde hulp op maat vanzelfsprekend wordt (één gezin, één plan). De coördinatie van probleemsignalen en zorg door diverse professionals rondom een gezin wordt vanuit de backoffice van een CJG geregeld. De backoffice van een CJG bestaat uit een samenwerkingsverband van lokale/regionale instellingen waaronder ook Bureau Jeugdzorg. Hierin is minimaal het volgende geregeld: • Consultatie aan het frontoffice. • Ingrijpen als jongeren tussen wal en schip (dreigen te) vallen • Coördinatie, zowel gericht op de samenwerking tussen de instellingen (gemeente, gezondheid, onderwijs, jeugdzorg en het publieke domein) als zorgcoördinatie op individueel gezinsniveau. Basis is het uitgangspunt één kind (gezin), Zorgcoördinatie is aan de orde bij gezinnen die met meerdere instanties te maken hebben, omdat er meerdere problemen zijn. De afstemming van deze zorg vindt plaats door een zorgcoördinator. • Verzorgen van de interventies op het gebied van opvoeden, opgroeien en onderwijs. Over de inzet en beschikbaarheid worden samenwerkingsafspraken gemaakt
3.5. Doelgroep CJG: In onze ogen is de doelgroep van het CJG: • Jeugd van min negen maanden tot 23 jaar.
Notitie Centrum Jeugd en Gezin gemeente Hoorn
12/22
• • 4.
Ouders/ verzorgers en alle andere die betrokken zijn bij het opvoeden of het verzorgen van het kind. Professionals. Organisatie en aansturing
4.1. Rol gemeente De gemeente is volgens het Rijksbeleid verantwoordelijk voor het opzetten van het CJG en voor een kwalitatieve aanbod daarbinnen. Binnen het college is de wethouders Jeugd en Onderwijs bestuurlijk voor dit proces. Over de vorming van de CJG dienen door de gemeente afspraken gemaakt te worden met de betrokken partijen over het organiseren en functioneren van de CJG’s. De gemeentelijk verantwoordelijkheid kent drie niveaus: - Beleid: financiën, management en informatie/innovatie. Het gaat hierbij om richting geven bij het ontwikkelen van het opvoedingsaanbod in het CJG die aansluit op de behoeften van de jeugdigen in Hoorn. Deze wordt via beleidsnotities, budgetafspraken, subsidie, etc geregeld. -
Uitvoering (procesmatige aansturing): ketenregie (systeemafspraken) en zorgcoördinatie individueel (cases). De gemeente is verantwoordelijk voor de regie op het jeugdbeleid. Hierin dient de gemeente te verbinden en toe te zien op de gemaakte afspraken over afstemming en het coördineren van zorg en hulp. Hieronder valt ook de organisatie van casusoverleg bij opschaling (zit dit casusoverleg zelf voor zoals bij het Netwerk 12+). Op casusniveau zijn voor zorgcoördinatie gezinscoaches beschikbaar.
-
Facilitaire zaken (huisvesting en ICT: elektronisch kinddossier, signaleringssysteem). Vanuit haar regietaak heeft de gemeente de verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van het CJG te faciliteren in zaken die de kwaliteit van de dienstverlening aan burgers versterken.
4.2. De dagelijkse aansturing van CJG De aansturing van een CJG-locatie gebeurt in onderlinge samenwerking door de leidinggevenden van op de betreffende locatie deelnemende instellingen. De onderlinge samenwerking wordt ondersteund door een CJG-coördinator . De gezamenlijke opdracht voor de managers is een organisatorische eenheid binnen het CJG creëren. Het gaat daarbij om organisatorische, beleidsmatige en inhoudelijke aspecten van het functioneren van het CJG bespreken, evenals eventuele samenwerkingsproblemen tussen professionals op casusniveau voor zover deze niet in de casusoverleggen afdoende zijn afgedaan. De samenwerkende managers kunnen voor logistieke zaken een beroep doen op een nader te organiseren beheersvoorziening. 4.3 Eén centraal coördinatiepunt CJG Niet alle functies van de CJG-organisaties zijn van voldoende omvang om per wijk of combinatie van wijken te organiseren. Daartoe behoren specifieke zorgfuncties, alsmede beleidsmatige ondersteuning en eventueel de beheersfuncties van stadsbreed (of zelfs regionaal of bovenregionale) voorzieningen als het EKD en Verwijsindex. Ook kan het zinvol zijn stadsbrede (of regionale of bovenregionale) functies van andere organisaties (bijv. Bureau Jeugdzorg, Onderwijszorgloket REC4) via een centraal Coördinatiepunt CJG te laten schakelen met de frontoffices. Bij één van de forntOffices CJG worden de taken van het BackOffice CJG, zoals hierboven is beschrijven, ondergebracht . Of anders gezegd het Centrale Coördinatiepunt CJG vormt de BackOffice van het CJG Hoorn. Het bundelen van centrale taken heeft niet alleen als achtergrond de kleine organisatorische omvang van deze eenheden. Beoogd wordt ook de zorgcoördinatie centraal aan te sturen, met als doel eenheid van beleid, gebundelde registratie en centrale prioritering bij
Notitie Centrum Jeugd en Gezin gemeente Hoorn
13/22
capaciteitsvraagstukken. Bundeling van centrale taken betreft naast een beheersvoorziening de volgende organisatieonderdelen: Jeugdgezondheidszorg, AMW-Hoorn, VAT 0-4, Netwerk 12+ , Buurtnetwerken, Schakelfunctie van Bureau Jeugdzorg, Helpende Hand, Parachute, SMW,. 4.4.
De omgeving van het CJG
4.4.1. Kern participanten Het CJG heeft de functies opvoeden en opgroeien, Jeugdzorg (voorpost), het Algemeen Maatschappelijk Werk, Jeugdgezondheidszorg en hulpverlening aan kinderen met beperkingen. De directe participanten in het CJG zijn Maatschappelijke Dienstverlening (maatschappelijk werk), Bureau Jeugdzorg (een voorpost), Omring (JGZ), GGD Hollands Noorden, St. Netwerk, WSNS-verbanden en MEE . 4.4.2. Participanten op afroep Om de kern van het CJG ligt een ‘schil’ van partners van het CJG. Hierbij kan gedacht worden aan de volgende organisaties: - Onderwijs: reguliere en speciaal BaO, VO en MBO scholen, samenwerkingsverbanden - Onderwijsondersteuning en begeleidingsdienst - Peuterspeelzalen / kinderopvang - 1e lijns hulpverlening en gezondheidszorg - Huisartsen - Praktijk voor kinderfysiotherapie; - Logopediepraktijk ; - verloskundigen; - 2e lijns hulpverlening en gezondheidszorg - Bureau Jeugdzorg; - GGZ Hoorn e.o.; - Parlan - Specialisten van het ziekenhuis - Welzijnswerk, vrije tijdsvoorzieningen : - Politie en Justitie - Etc. 4.4.3. De inhoudelijke bijdrage van de participanten: De in de CJG’s actieve instellingen: • stellen medewerkers aan die beschikken over de noodzakelijke en vereiste competenties (inhoudelijke competenties, maar ook competenties die nodig zijn om goed te kunnen samenwerken; klantgericht, doelgericht, verbindend etc) • brengen het eigen huisvestingsbudget in en zoeken bij het ontstaan van eventuele extrakosten in eerste instantie dekking binnen de eigen budgetten. • bedienen zich van kwaliteitsinstrumenten en waar beschikbaar bewezen effectieve interventies. 5.
Huisvesting
5.1. CJG als fysiek gebouw Nabijheid en laagdrempelig zijn sleutelwoorden in de ontwikkeling van de CJG’s. De CJGlocatie moet een toegankelijk gebouw zijn, waarin instellingen en benodigde informatie gemakkelijk zijn te vinden, eventueel met behulp van de informatiebalie. Er is ook ruimte voor ontmoeting en een kop koffie aan de leestafel. De inrichting van het CJG is daarbij kindvriendelijk en biedt leef- en speelruimte voor kinderen die moeten wachten, voor kinderopvang en het klimaat is kindvriendelijk. Het CJG is ook oudervriendelijk: organisaties en werkers geven aandacht en tijd aan ouders, geven ouders het gevoel welkom te zijn en betrekken hen bij beleid, organisatie en uitvoering.
Notitie Centrum Jeugd en Gezin gemeente Hoorn
14/22
De uitstraling van met name de entree is neutraal, waardoor gebruikers niet het stempel voelen van ‘een onkundige’ ouder. Verder wordt aandacht besteed aan privacy. Per CJG-locatie worden onder meer geregeld: - een centraal telefoonnummer voor de burgers - een internetsite voor de burgers en een intranet voor de CJG-medewerkers - webinzage van het bevolkingssysteem voor CJG-medewerkers, - (op termijn) koppeling van informatie uit bronsystemen - inzage in het verwijsindex De ontwikkeling van de CJG’s impliceert niet dat dit de enige plek is waar men terecht moet kunnen. Informatie en advies blijven ook op andere plaatsen aangeboden worden (scholen, welzijnsaccommodaties en andere servicepunten zoals de WMO-loketten). Het CJG is echter wel de plek waar lijnen en afstemmingsactiviteiten rond opgroei- en opvoedingsondersteuning samen komen. Op basis van de momenteel beschikbare landelijke voorstelling van zaken moet op uitvoerend niveau (front office) in elke gemeente een CJG komen. De VNG stelt voor nader onderzoek te doen naar de ideale schaal voor de verschillende functies van het CJG. Op dit moment lopen de gedachten hierover uiteen van een CJG per 15.000 inwoners (kleinere landelijke gemeenten) tot een CJG per 35.000 inwoners in de grotere steden. In het land zijn goede ervaringen opgedaan met de combinatie van integraal jeugdgezondheidszorg onder één dak en voorlopers van het CJG zoals de Ouder en Kindcentra, Oke punten Almere en Spilcentra in Eindhoven. Voor de berekening van de gemeente Hoorn is uitgegaan van ongeveer 20.000 inwoners per front-office. Hier onder worden de resultaten van de eerste verkenningen rondom de locatie beschreven. 5.2. Locatiestudie 5.2.1. Mogelijke opties In de voorbereiding van deze notitie is de eerste verkenningstudie gedaan naar de omvang en spreiding van de front-offices CJG over de gehele gemeente. Het ging in deze verkenning naar de mogelijkheden van de indeling van de wijken. Tevens is ook gekeken naar de huidige locaties waaruit de opvoedingsondersteuning en consultatiebureaus functioneren. Deze verkenning is door de afdeling welzijn in samenwerking met de GGD Hollands Noorden uitgevoerd en laat het volgende zien: •
• • • • •
Op dit moment zijn op drie locaties een consultatiebureau gevestigd. De locaties zijn Kersenboogerd, Nieuwe Steen en Grote Waal. De kinderen voor de Jeugdarts GGD gaan naar het gebouw van de GGD aan de Blauwe Berg Zowel het consultatiebureau in de Kersenboogerd als de Grote Waal dienen grondig verbouwd te worden. Het consultatiebureau in de Nieuwe Steen is redelijk modern. De GGD verhuist met ingang van 1 januari 2009 naar een nieuw gebouw aan de Maelsonstraat. Gezondheidscentrum in Kersenboogerd heeft op korte termijn uitbreidingsplannen. In de wijk Bangert en Oosterpolder (B/O) is binnen afzienbare tijd een bevolkingstoename van 11.000 inwoners gerealiseerd. De gemeente Hoorn heeft het voornemen uitgesproken om in de wijk B/O een CJG in een nieuw te bouwen gezondheidscentrum of multifunctioneel centrum gaan vestigen.
Toekomstige CJG’s in Hoorn als fysieke opties uitgewerkt Op basis van de huidige situatie en de verschillende omgevingsfactoren in de wijken zijn er verschillende mogelijkheden om een CJG te gaan vestigen. Bij de wijkindeling (nr. 4) Bangert /Oosterpolder, Zwaag en Blokker is een aanname gedaan van 11.000 extra inwoners.
Notitie Centrum Jeugd en Gezin gemeente Hoorn
15/22
Er zijn drie opties uitgewerkt. Deze opties hebben ieder minimaal op 4 locaties een front office plus, zodat een evenwichtige verdeling in de wijken ontstaat. Hierbij is ook gekeken naar geografische-, sociale- demografische- en culturele ontwikkelingen in de wijken. Optie 1 Front office basis plus 1. Kersenboogerd Noord en Zuid (huidig CB) inwonertal 21730 verbouwing en uitbreiding m2 noodzakelijk 2. Risdam Noord en Zuid, Nieuwe Steen (huidig CB), inwonertal 17461 uitbreiding m2 vindt plaats in pand Nieuwe Steen 3. Grote Waal, Hoorn Noord, Venenlaankwartier Binnenstad Maelsonstraat wordt ingericht als volwaardig CJG inwonertal 20820 Er vindt gedurende een overbruggingsperiode afstemming plaats met CJG Nieuwe Steen Huidige CB-locatie in Grote Waal wordt afgestoten. 4. Oosterpolder, Bangert, Zwaag en Blokker inwonertal 19688 Er wordt een CJG gebouw in MFC of gezondheidscentrum gebouwd. De statistische gegevens zijn gebaseerd op de gegevens van de wijk Kersenboogerd. Front office basis 5 Grote Waal eenvoudige spreekruimte Back office Maelsonstraat Optie 2 Front office basis plus 1. Kersenboogerd Noord en Zuid (huidig CB) inwonertal 21730 verbouwing en uitbreiding m2 noodzakelijk 2. Risdam Noord en Zuid, Nieuwe Steen inwonertal 17461 Uitbreiding m2 vindt plaats in pand Nieuwe Steen Mogelijk op termijn in nabijheid van het wijkcentrum “De Cogge” in Risdam. De Nieuwe Steen wordt dan opgeheven. 3. Grote Waal, Hoorn Noord, Venenlaankwartier inwonertal 20820 Binnenstad Maelsonstraat wordt ingericht als volwaardig CJG. Pand Grote Waal wordt afgestoten. 4. Oosterpolder, Bangert, Zwaag en Blokker inwonertal 19688 Er wordt een CJG gebouw in MFC of gezondheidscentrum gebouwd. De statistische gegevens zijn gebaseerd op de gegevens van de wijk Kersenboogerd. Front office basis 5 Grote Waal eenvoudige spreekruimte Back office Maelsonstraat Optie 3 Front office basis plus
Notitie Centrum Jeugd en Gezin gemeente Hoorn
16/22
1. 2.
3. 4.
Kersenboogerd Noord en Zuid (huidig CB) inwonertal 21730 verbouwing en uitbreiding m2 noodzakelijk Risdam Noord en Zuid, Nieuwe Steen inwonertal 17461 Uitbreiding m2 vindt plaats in pand Nieuwe Steen Mogelijk op termijn in nabijheid van het wijkcentrum “De Cogge” in Risdam. De Nieuwe Steen wordt dan opgeheven. Grote Waal, Hoorn Noord, Venenlaankwartier inwonertal 20820 Binnenstad. Er wordt een nieuw CJG geplaatst in de wijk Grote Waal. Bangert /Oosterpolder, Zwaag en Blokker inwonertal 19688 Er wordt een CJG gebouw in MFC of gezondheidscentrum gebouwd. De statistische gegevens zijn gebaseerd op de gegevens van de wijk Kersenboogerd.
Back office Maelsonstraat 5.2.2. Voor- en nadelen Bij alle opties geldt dat de locaties front office plus in Kersenboogerd en Oosterpolder gelijk zijn. Kersenboogerd moet verbouwd worden en een uitbreiding van m2 is noodzakelijk. In de wijk Bangert/Oosterpolder kan het CJG mogelijk in het multifunctioneel centrum of gezondheidscentrum gehuisvest worden. Optie 1 De Nieuwe Steen ligt heel erg dicht bij de Maelsonstraat. Een groot deel van de doelgroep uit Risdam Noord (risicodoelgroep) zal niet meer gezien worden op het consultatiebureau. Voordeel van situeren van een front office plus in de Maelsonstraat is dat het volledig benut wordt. Nadeel is dat het grote financiële gevolgen heeft, omdat er tijdens de bouw van dit pand geen rekening is gehouden met deze ontwikkeling. Daarnaast is het pand moeilijk te bereiken met kinderwagens ivm parkeren in de parkeergarage. Een ander groot nadeel van deze variant is dat een groot deel van de doelgroep (risicodoelgroep) uit de wijk Grote Waal niet meer gezien wordt op het consultatiebureau in de Maelsonstraat. Een ander nadeel is dat er geen evenwichtige verdeling van de wijken is. Optie 2 Deze optie is bijna gelijk aan optie 1. Echter het verschil is de verhuizing van een front office plus Nieuwe Steen naar Risdam Noord (De Cogge). Het voordeel is dat er een gelijkwaardige verdeling van de front office plus is en de doelgroep in Risdam Noord beter te bereiken is. Optie 3 Deze optie is bijna gelijk aan optie 2. Echter het verschil is de verplaatsing van een front office plus Maelsonstraat naar een front office plus locatie in de Grote Waal. Hierdoor is de doelgroep beter te bereiken en er is een evenwichtige verdeling in de wijken De volwaardige backoffice van de Maelsonstraat wordt volledig benut, zeker gezien de centrale ligging ten opzichte van de front office plus locaties in de vier wijken. Deze optie lijkt dus het meest te voldoen. De studie naar de locaties zal in het volgtraject verder opgepakt moeten worden.
5.3.
Criteria voor locaties
Notitie Centrum Jeugd en Gezin gemeente Hoorn
17/22
Voor de analyse van de geschiktheid van mogelijke CJG locaties en gebouwen worden de volgende criteria gebruikt: • •
•
Populatie (verzorgingsgebied): o aantallen gezinnen, jongeren en aantallen geboorten per voedingsgebied. Situering en bereikbaarheid van de locatie: o goed bereikbaar met het openbaar vervoer o centrale ligging in het voedingsgebied, in elk geval op een locatie waar ouders en kinderen dagelijks/doordeweeks als vanzelf komen (functionele toeloop) bv in nabijheid van gezondheidscentrum, school, winkelcentrum o voldoende parkeergelegenheid, fietsenstalling Gebouw (fysiek / kwaliteit) o toegankelijk voor mensen met beperkingen en kinderwagens (schuifdeuren bij entree, drempelvrij, goedgekeurde liftinstallatie, aangepaste toiletvoorziening), veilige looproutes en looplijnen o voldoende aantal m2 o voldoende ruimte op begane grond o functionele indeling (aantal en afmeting van vertrekken, efficiëntie indeling, mogelijkheden meervoudig ruimtegebruik) o bouwfysische kwaliteit (leeftijd gebouw, staat en leeftijd installaties (binnenklimaat), flexibiliteit installaties) o kostprijs, huur o uitstraling (verschijningsvorm)
6. Uitwerkingsplan 6.1. Structuur Realisatie van de CJG en de invoering van het digitaal signaleringsinstrument kent een aantal trajecten: ontwerp van de front- en backoffice, netwerkanalyse en opzetten coördinatie van de zorg, implementatie digitaal signaleringsinstrument en de communicatie. Stuurgroep De stuurgroep is eindverantwoordelijk voor de uitvoering van het projectplan en verstrekt opdrachten aan de projectgroep. De stuurgroep bestaat uit het management van de volgende organisaties: GGD Hollands Noorden (jeugdgezondheidszorg 4 – 19 jaar), de Omring (jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar), Algemeen Maatschappelijk werk, Stichting Netwerk, Bureau Jeugdzorg, vertegenwoordiger zorgstructuur onderwijs WSNS, MEE. Mogelijk worden hieraan het Paralan en GGZ nog toegevoegd. Voorzitter is de wethouder jeugd. De stuurgroep rapporteert eens per kwartaal de voortgang aan het bestuurlijk overleg jeugdbeleid. Deelnemende organisaties aan het bestuurlijk overleg Jeugd zijn alle instellingen werkzaam voor / met jongeren in de leeftijd van 0 – 23 jaar. Het bestuurlijk overleg Jeugd komt ongeveer 3 à 4 keer per jaar bijeen. Projectgroep De projectgroep is verantwoordelijk voor het realiseren van de basisstructuur en doelstellingen. De projectgroep bestaat uit (beleids)medewerkers van: GGD Hollands Noorden (jeugdgezondheidszorg 4 – 19 jaar), de Omring (jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar), Algemeen Maatschappelijk werk, Stichting Netwerk, Bureau Jeugdzorg, WSNS, MEE. Voorzitter is het Bureauhoofd of de beleidsmedewerker Jeugd en Onderwijs van de gemeente Hoorn. Werkgroepen
Notitie Centrum Jeugd en Gezin gemeente Hoorn
18/22
Aangezien er een aantal trajecten doorlopen moeten worden voordat we concreet het eerste CJG kunnen openen en het eerste digitale signaal kunnen afgeven, worden er deeltrajecten geformuleerd waarvoor uit de projectgroep werkgroepen worden geformeerd. Tevens is het van belang om per werkgebeid te kijken welk maatwerk, aanvullend op het basismodel, nodig is. Met name de Brede Scholen, Wijkcentra, Wijksteunpunten en Gezondheidscentra worden hier nadrukkelijk bij betrokken. Ondersteuningsaanbod vanuit provincie Noord-Holland De provincie Noord-Holland heeft zowel voor de invoering van de Verwijsindex en het maken van de afspraken over de zorgcoördinatie een ondersteuningsaanbod gedaan. Hiervoor heeft de provincie een aantal bureaus benaderd voor de implementatie van het digitaal signaleringsinstrument/ verwijsindex. Hierbij is gekozen voor een constructie waarbij de provincie de aanbesteding doet voor het aankopen van het systeem en de ondersteuning bij het maken van de afspraken met instellingen. Het ingekochte systeem en de ondersteunig worden aan de gemeenten beschikbaar gesteld. 6.2. Inhoudelijke onderdelen De deelprojecten Per onderwerp worden ook deelprojectplannen opgesteld. Deelproject 1: Organisatieontwerp Centrum voor Jeugd en Gezin Hoorn Doelstelling: het uitwerken van een optimale organisatievorm voor het Centrum voor Jeugd en Gezin Hoorn waarin de activiteiten van het CJG binnen het kader van de gemeentelijke regie vorm krijgen. Dit deelproject is overkoepelend; alle aanbevelingen en projecten komen hier samen. Deelproject 2: Vormgeven aan het aanbod binnen het Frontoffice Doelstelling: het vormgeven van het laagdrempelige frontoffice voor ouders en kinderen die informatie en opvoed en opgroeiondersteuning nodig hebben waarbij het gaat om zowel de fysieke, telefonische als om de elektronische toegang. Deelproject 3: Vormgeven aan signalering en zorgcoördinatiestructuur Doelstelling: het stroomlijnen en (her)structureren van zorgnetwerken en de werkwijzen daarbinnen, zodat er een eenduidige en sluitende aanpak voor alle jongeren en gezinnen met complexe problematiek ontstaat. Deelproject 4: Implementatie verwijsindex en Elektronisch Kinddossier en andere informatievoorzieningen Doelstelling: Het implementeren van de verwijsindex en het Elektronisch Kinddossier en afspraken maken met andere partijen en systemen over informatie-uitwisseling met CJG. Deelproject 5: Stapsgewijs invoering: pilots in het kader van het Centrum voor Jeugd en Gezin De bedoeling is zo snel mogelijk in actie te komen door het uitwerken en uitvoeren van pilots om vanuit de praktijk een voor Hoorn geformuleerd model uit te testen en verder te ontwikkelen. Voorgesteld wordt om twee pilots uit te voeren. Een in de wijk Kersenboogerd die gericht is op het versterken van de samenwerking met de eerste lijn gezondheidszorg. De tweede gericht op de versterking van de geïntegreerde indicatiestelling (onderwijs, jeugdzorg, gezondheidzorg, etc). Veel van de zwaardere jeugdproblematiek doet zich voor in het Voortgezet Onderwijs. Het is van groot belang dat er een goede aansluiting is tussen de zorgadviesteams, de
Notitie Centrum Jeugd en Gezin gemeente Hoorn
19/22
zorginstellingen en de justitiële keten. Om deze aansluiting te versterken wordt voorgesteld een pilot te ontwikkelen in samenwerking met de Samenwerkingsverbanden VO en PO. Deze pilot wordt gekoppeld aan het centrale coördinatiepunt dat aan de Maelsonstraat in het GGDgebouw komt te zitten. De huidige werkgroep opvoeding in de gemeente Hoorn neemt voor de ontwikkeling van het Centrum Jeugd en Gezin een aantal deelprojecten voor haar rekening. Deze vormen de basis voor de realisatie van een Centrum voor Jeugd en Gezin in Hoorn. 6.3. Projectplannen en planning Deze kadernotitie fungeert als basis voor het uitwerken van de deelprojectplannen. Voor de uitwerking van deze kadernotitie komt een uitvoeringsplan waarin de volgende onderdelen uitgewerkt worden: Per deelproject: • De (deel)resultaten en de tijdsplanning. • De tijdsbesteding van de projectmedewerkers. • De beschikbare budgetten. Bemensing projectorganisatie • Projectgroep. • Deelprojectgroepen. Informatie en communicatie • Informatie rondom voortgang (deel)projecten. • Overleggen binnen projectorganisatie • Externe communicatie vanuit projectorganisatie Het uitvoeringsplan zal vlak na de zomer worden voorgelegd aan B& W en de geïnstalleerde stuurgroep zodat in het najaar met de deelprojecten en pilots gestart kan worden. Een aantal al lopende of doorstartende projecten, zoals het Elektronisch Kinddossier, de verwijsindex en de frontoffice opvoedingsondersteuning, zullen worden ingebracht in het uitvoeringsplan. 7.
Financiële paragraaf
7.1. Algemeen De huidige bekostiging van voorzieningen die in het CJG komen, bestaat uit een aantal rijks- en gemeentelijke regelingen. Het Kabinet geeft in de beleidsbrief CJG aan per 1-1-2008 een Brede Doeluitkering (BDU) CJG te hanteren, waarin bestaande specifieke uitkeringen worden samengevoegd, als tussenstap naar een volledige overheveling van de middelen naar het gemeentefonds in 2012. Daarnaast bestaan wellicht ook mogelijkheden om maatregelen ter versterking van de CJG’s te betrekken bij de uitwerking van de WMO-budgetten. De introductie van deze BDU heeft nog onbekende neveneffecten voor gemeenten die op basis van Voorlopende regelingen al extra middelen voor de CJG’s ontvangen (Impuls opvoedingsondersteuning). 7.2. De financiering CJG Hoorn Voor de financiering van het CJG Hoorn worden zowel vanuit het rijk, als de gemeente zelf middelen ter beschikking gesteld, te weten: 1. Brede Doeluitkering voor de jaren 2008 – 2011 Over de rijksbijdrage (hoogte bedrag en fasering financiering) is inmiddels vanuit het Programmaministerie voor Jeugd en Gezin per beschikkingsbrief van 19 januari jl. duidelijkheid
Notitie Centrum Jeugd en Gezin gemeente Hoorn
20/22
gegeven. Gemeente Hoorn ontvangt de rijksbijdrage op grond van de Tijdelijke Regeling CJG middels een Brede Doeluitkering (BDU CJG) voor de jaren 2008 – 2011. Dit bedrag bestaat voor het grootste gedeelte uit een bundeling van reeds bestaande geldmiddelen voor jeugdgezondheidszorg. Slechts een beperkt deel van de doeluitkering betreft extra budget voor nieuwe zaken als EKD en Verwijsindex. De exacte verdeelsystematiek van de middelen over de gemeenten staat beschreven in genoemde beschikkingsbrief. Over de besteding van de totale rijksbijdrage uit genoemde BDU CJG dient in 2012 verantwoording te worden afgelegd en moet ieder jaar een kort inhoudelijk verslag worden geleverd. 2. Extra Rijksbijdrage voor CJG via gemeentefonds Verder komt vanuit het rijk voor alle gemeenten nog een extra bedrag (accres CJG) van in totaal € 100 miljoen via het Gemeentefonds beschikbaar. Voor gemeente Hoorn komt het neer op de volgende extra bijdrage voor de ontwikkeling van het Hoornse CJG: € 105.000,- in 2008, € 200.000,- in 2009, € 300.000- in 2010 en € 425.000,- in 2011. Alhoewel dit bedrag niet is geoormerkt is wel afgesproken dat deze extra middelen een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de Centra voor Jeugd en Gezin. Advies is dan ook binnen Gemeente Hoorn deze middelen aan het Gemeentefonds te reserveren voor de ontwikkeling van het Hoornse Centrum voor Jeugd en Gezin. Bij de verantwoording in 2012 over de besteding van de genoemde BDU CJG zal ook gezegd moeten worden over de besteding van de accresmiddelen. 7.3. Kosten en dekking realisatie CJG 7.3.1. Kosten Uit de eerste verkenning worden de kosten voor de realisatie van CJG in Hoorn als volgt geschat:
Totale kosten
2009 2008 1.100.028 1.970.556
2010 2011 2.033.681 2.065.793
7.3.2. Dekking Met ingang van 2008 wordt een brede doeluitkering Centra Jeugd en Gezin (BDU CJG) ontvangen. In deze brede doeluitkering zijn oude regelingen samengevoegd, waaronder de doeluitkering Jeugdgezondheidszorg 0 tot 4 jaar, de regeling gezins– en opvoedondersteuning en de middelen preventief jeugdbeleid (Motie Verhagen). Daarnaast wordt ook via het gemeentefonds andere extra middelen ter beschikking gesteld die van groot belang zijn voor de ontwikkeling van CJG (via het accres en extra middelen voor de verwijsindex risicojongeren en het elektronisch kinddossier). Rijksmiddelen Brede doeluitkering CJG Accres EKD en Verwijsindex Totaal
2008 950.329
2009 1.226.249
105.000 21.500
205.000 43.000
1.055.329
1.431.249
2010 2011 1.339.592 1.468.807 305.000 64.500
425.000 86.000
1.644.592 1.893.807
De gelden in het accres zijn vrij besteedbaar, daarom is de ontwikkeling van het accres in de “algemene middelen” van Hoorn terecht gekomen. Als het besluit wordt genomen dat de
Notitie Centrum Jeugd en Gezin gemeente Hoorn
21/22
middelen voor de CJG ingezet worden, wordt het begrotingsresultaat verlaagd. De gelden voor het elektronisch kinddossier en de verwijsindex worden via het gemeentefonds verstrekt en zijn dus vrij besteedbaar. Indien deze gelden ingezet worden, wordt het begrotingsresultaat verlaagd. Zoals hierboven reeds is vermeld, is in de brede doeluitkering een aantal bestaande regelingen samengevoegd. Met een deel van de inkomsten en de uitgaven is dus rekening gehouden in de begroting. Financieel overzicht
Totale uitgaven Dekking via bestaande budgetten Dekking BDU Overschot / (Tekort) Beschikbaar via Accres en gemeentefonds
2008 1.100.028 1.041.077
2009 1.970.556 955.077
2010 2011 2.033.681 2.065.793 955.077 955.077
172.649 113.698
562.267 (453.212)
561.912 (516.692)
691.127 (419.589)
126.500
248.000
369.500
511.000
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat er voor 2008 genoeg middelen beschikbaar zijn om de kosten te dekken. Het restant van de brede doeluitkering mag in 2009 worden ingezet. Vanaf 2009 ontstaat een tekort van € 453.212 aflopend naar € 419.589 in 2011. In de lijst ruimtevragers 2008 – 2011 behorende bij de programmabegroting is een p.m. post opgenomen voor de vorming van de Centra Jeugd en gezin. Voorgesteld wordt om het tekort vanaf 2009 ten laste van het begrotingsresultaat te brengen. 8. Tijdspad en resultaten Juni/juli 2008: besluit over de kadernotitie CJG is genomen, alle instellingen zijn geïnformeerd Nov. 2008 t/m 2009:
de project- en werkgroepen geven uitvoering aan de twee pilots Centra jeugd en gezin en de implementatie van EKD en Verwijsindex.
2009:
start backoffice, vangnet, samenwerking, coördinatie door 1 organisatie. start gebruik verwijsindex.
Najaar 2009:
tussenevaluatie: hoe functioneert het basismodel CJG? Hoe functioneert verwijsindex/risicosignaleringsysteem? Hoe functioneren de CJG’s in de twee wijken? Enz.
Vanaf september 2009: 2011:
start frontoffice in andere wijken
Een dekkend netwerk van front-office CJG in Hoorn is beschikbaar.
Notitie Centrum Jeugd en Gezin gemeente Hoorn
22/22