2015
Vrijwillige weidevogelbescherming
Jaarverslag
2
JAARVERSLAG 2015
HENK NIJMEIJER
Inhoud
Voorwoord
Voorwoord
Organisatie
Broedseizoen 2015 bijlage 1 Resultaat per groep
bijlage 2 Contactpersonen groepen
De ochtendzon kleurt de horizon oranjerood. In de nevel, die zwaar over de weilanden hangt, roepen kieviten. Even later zie ik ze dartelend in het vage licht van de opkomende zon. De geur van het voorjaar snuif ik met een diepe teug in. Het zenuwachtige geluid van een roepende Grutto, een naast mij omhoog zingende Veldleeuwerik, het gekras van een Zwarte Roodstaart op de nieuwe kapschuur van de boerderij aan de rand van het dorp, een Paapje zingend op een afrasteringspaal, het knerpende geluid van de baltsende Watersnip, het gejodel van de Wulp. Herinneringen zijn het nu. Veilig opgeborgen. Als ik dit schrijf word ik weemoedig. Het Drentse land, waar ik zo trots op ben, is op veel plekken veranderd in een grasvlakte die in alle jaargetijden zo vlak en groen oogt als een biljartlaken. Alsof met grote precisie iedere oneffenheid en afwijkende kleuren en bloemen zijn weggesneden. Lappen groen, vaak zonder koeien en zonder de geluiden en silhouetten van de ooit zo kenmerkende vogels. En ik realiseer mij nu hoe bevoorrecht ik was om jarenlang de weidevogels te mogen tellen in de Oosteren Onnerpolder aan de noordwestoever van het Zuidlaardermeer. In een periode waarin de vogels met elkaar streden om de mooiste broedplekken. Weilanden waar koeien en vogels met elkaar samenleefden en het gras slechts eenmaal per jaar, op zijn vroegst eind mei, door de boer werd gemaaid. Het hooi was rijk en divers aan verschillende gras- en bloemsoorten. De geur intenser dan het gedroogde gras van nu. Als boerenzoon ben ik opgegroeid met
3
4
6 10 11
Grutto man
3
het belang van weidevogels op de akkers en de weilanden. Mijn vader, een man van het land, heeft mij geleerd dat er een belangrijk verband is tussen wat er leeft en de opbrengsten van het land. Dat daar een balans in moet zijn en dat wij als beheerders van het land verantwoordelijk zijn om die balans te bewaken. Hoe vaak heb ik niet moeten denken aan zijn woorden? De vrijwillige weidevogelbeschermers werden in 2015 geconfronteerd met een teleurstellend broedresultaat van de steeds kleiner wordende weidevogelpopulatie. Door predatie van onder meer de vos zijn vele broedsels mislukt. Het jaar daarvoor waren er veel muizen, waardoor de vossen veel jongen grootbrachten. Logisch dus dat er in het volgende jaar, met veel vossen en weinig muizen, een grotere druk heerst op alternatieve prooidieren zoals weidevogeleieren en -kuikens. Onder normale omstandigheden kan een weidevogelpopulatie een jaar met slechte reproductie met gemak te boven komen. Immers het jaar daarop zijn er weer minder vossen, omdat die nu eenmaal muizen nodig hebben voor populatiegroei. Maar onze weidevogelpopulatie ontbeert veerkracht, want ook in jaren met weinig vossen en/of veel muizen worden lang niet altijd veel jongen grootgebracht. Dit komt door een veelheid aan factoren, waarvan schaalvergroting, verdroging van het landschap en intensivering van de landbouw de belangrijkste zijn. De vos is in sommige jaren de spreekwoordelijke druppel.
Ik denk dat naast nestbescherming veel meer nodig is om weidevogels in het Drentse boerenland te behouden. De afgelopen jaren zijn er geleidelijk enkele gezamenlijke initiatieven van landbouwers, grondeigenaren en overheden ontplooid, die een sprankje hoop geven op betere omstandigheden voor weidevogels. Hoewel de belangen daarbij soms heel erg tegenstrijdig zijn, en veranderingen niet altijd tot het gewenste resultaat leiden, vind ik dat we op deze weg moeten doorgaan. De weidevogelbeschermers dragen daar in belangrijke mate aan bij. Met hun inspanning en gevecht voor het behoud van de o zo kwetsbare weidevogels, geven zij een impuls aan deze, vaak zo op het oog, ongelijke strijd. Van weidevogelbescherming naar weidevogelbehoud! Henk Nijmeijer Statenlid GroenLinks Drenthe Henk was oprichter van de Jeugdvogelwerkgroep Zuidlaren, was bestuurslid Werkgroep Avifauna Drenthe en was 4 jaar werkzaam bij de Stichting Samenwerkende Vogelonderzoek Nederland (SOVON). Hij was mede-initiatiefnemer voor twee internationale projecten voor steltloperen broedvogelonderzoek in wetlandgebieden in Noord en Zuid Turkije. Sinds maart 2015 is hij statenlid voor GroenLinks in Drenthe.
4
ORGANISATIE
HARRIE VAN VAN DER WEIDE
Jaaravond en cursus
Mijn eerste ei
Op 19 maart is in Westerbork de jaaravond georganiseert. Na de opening van voorzitter Jacob Mulder, presenteert Jaap van Gorkum de resultaten van 2014. De lezingen worden verzorgt door Wim Tijsen en natuurfotograaf Paul van Gaalen. De boerenlandvogelcursus in Smilde, voor beginnende vrijwilligers, is door 31 deelnemers bezocht. Van de 31 deelnemers zijn 25 als vrijwilligers aan de slag gegaan. Het merendeel is aangesloten bij de groepen Smilde en Gasteren. GROEPSCOÖRDINATOREN In Drenthe zijn 33 vrijwilligersgroepen actief. Elke groep heeft een coordinator. Landschapsbeheer Drenthe communisseert vooral via deze personen. Op groepsniveau ligt de organisatie bij de groepscoordinator. Klaas Wold was in 1996, bij de start van het project Weidevogelbescherming van Landschapsbeheer, al actief. Vanwege de terugloop in vogels is Klaas gestopt. Maarten van der Aart, coordinator van de groep “De Weide”, was in 1999 deelnemer aan de cursus in Hoogeveen. Maarten draagt het coordinerende “stokje” over aan Oene Hoekstra. Rieks Lunsing is meer dan 20 jaar actief geweest in de weidevogelbescherming. In 2004 nam hij de coordinatie van de groep Alteveer op zich. Hij draagt deze rol over aan Jan Volkerts. GEBIEDSCOÖRDINATIE In 2015 is in het Drostendiep een inventarisatie uitgevoerd. De inventarisatie was een herhaling van de inventarisatie in 2013. Aan de hand van de beide tellingen kan getoetst worden in hoeverre de beleidsdoelstellingen van de provincie gehaald worden en of aanpassingen in het mozaïek noodzakelijk zijn. In totaal werden in 2015 elf doelsoorten aangetroffen, hierbij was de Kievit de meest algemene soort. Positief is dat ten opzichte van 2013 zeven doelsoorten een toename lieten zien, hieronder soorten als Wulp, Tureluur, Watersnip en Veldleeuwerik die landelijke een afname laten zien (tabel 1). Dit is een ontwikkeling tegen de algemene trend in. De Grutto liet een kleine afname zien, de Scholekster en Gele kwikstaart een sterkere.
In het natuurbeheerplan van de provincie Drenthe is opgenomen dat in gebieden met collectief weidevogelbeheer een minimale dichtheid van 75 broedparen per 100 ha aanwezig dienen te zijn. Hierbij wordt een zogenaamde wegingsfactor toegepast. Territoria van kritische soorten (zoals Tureluur, Grutto, Veldleeuwerik en Watersnip) worden vermenigvuldigd met een factor 2 tot 4. Voor de meer algemene en minder kritische Graspieper wordt de correctiefactor van 0,5 gehanteerd. Na toepassen van de wegingsfactor blijkt dat het Drostendiep in z’n geheel in 2015 op de norm van 75 territoria/100 ha uitkomt. Voor een belangrijk deel komt dit door de hoge aantallen in de Galgaten. De overige gebieden halen de norm bijna of maken een groei in die gewenste richting door. Deze resultaten worden gebruikt bij verdere keuzes voor het invullen van het juiste mozaïek.
Even voorstellen. Mijn naam is Harrie van der Weide, nieuwe vrijwilliger van de weidevogelbescherming. In 2015 was ik de vinder van het eerste kievitsei in Drenthe. Ik zoek al eieren vanaf mijn jeugd en in het voorjaar kan ik niet wachten om weer het veld in te gaan. Zo ook dit jaar begin maart, het lentezonnetje scheen al heerlijk en zag je de activiteit van kieviten al serieus worden. Op maandag was ik op het land geweest en toen kon je al zien dat er voor het weekend een eitje moest zijn. Woensdag nog even gekeken met de kijker en zag al paringen, nu wist ik het zeker morgen of overmorgen ligt er een ei. Op donderdagmorgen had ik nog andere verplichtingen, maar toen ik weer thuis was had ik geen rust en moest ik naar het land. Daar aangekomen eerst nog wat met de kijker rond gekeken en toen het land op gegaan en halverwege lag het nestje met het eerste ei.
Tabel 1 Aantal territoria weidevogels totale Drostendiep 2013/2015
Het was 12 maart tien voor vier dat ik het ei vond, foto gemaakt en die naar mijn vrouw en kleinzoon gestuurd en die zeiden, je moet het melden omdat er nog geen ei gevonden was. Thuis gekomen bleven ze maar aandringen en heeft mijn vrouw hem ‘s avonds om kwart over zeven gemeld en het was echt de eerste.
Slobeend Kuifeend Scholekster Kievit Grutto Wulp Tureluur Watersnip Veldleeuwerik Graspieper Gele kwikstaart
2013 1 6 34 156 94 30 37 5 89 133 166
2015 1 15 26 224 89 33 53 10 119 171 127
%Toe afname 0 +150 -24 +44 -5 +10 +43 +100 +34 +29 -23
Vanaf 2016 is het Drents Collectief hoofdverantwoordelijk voor de uitvoer van de gebiedscoordinatie in het Drostendiep. Vanwege de aanwezige specifieke kennis en netwerk heeft het Drents Collectief Landschapsbeheer Drenthe ingeschakeld om te ondersteunen bij het opstellen van de plannen en het maken van afspraken met deelnemende boeren.
Toen had ik om half acht RTV Drenthe aan de telefoon of ik de andere morgen om half acht gebeld kon worden voor een radiouitzending en om 10 uur op het land kon zijn voor TV opname en de pers. En dan kom je in contact met Jaap van Gorkum van wie je een oorkonde en een mooie wisseltrofee ontvangt. Dan vraagt hij je of je vrijwilliger wilt worden en heb ik er nu een prachtige hobby bij nu ik gepensioneerd ben. Het eerste seizoen was geweldig en ontmoete ik Johan Scheper, de vinder van het eerste ei in 2014. Samen hebben we veel eieren gevonden en beschermd en hoop het nog lang te kunnen doen. Harrie van der Weide
5
6
JAARVERSLAG 2015
7
Broedseizoen 2015 Drenthe
Nederland
Kievit
12 maart Harrie van der Weide
Kievit
8 maart
Grutto
11 april
Jaap van Gorkum
Grutto
25 maart
Tureluur
17 april
Luc Alberts
Tureluur
4 april
Scholekster 8 april
Rieks Lunsing
Scholekster
30 maart
Wulp
Johan Scheper
Wulp
20 maart
2 april
Omvang
Het broedseizoen van 2015 ging vroeg van start. Na een zachte winter begon maart nat en koud, maar al snel werden de omstandigheden beter. De maand eindigde met de nodige regen. Op zich waren dit goede omstandigheden voor de weidevogels. Het voedsel was gemakkelijk te bereiken en veel landbewerkingen konden vanwege de regen niet worden uitgevoerd. De maand april verliep droog. Onder die omstandigheden konden vanaf de tweede week van april op grotere schaal de bewerkingen van akkers van start gaan. Een deel van de kieviten had de eieren al uitgebroed. Voor veel nesten bleek bescherming noodzakelijk. Het bleef de gehele maand wel koud, voor de vroeg geboren kieviten was dit ongunstig, zeker toen het eind april ook nog ging regenen. Het koude weer zorgde er wel voor dat de grasgroei niet zo explosief was als in 2014, toen er extreem vroeg gemaaid werd. In 2015 ging het maaien
vanaf de tweede week van mei op grote schaal van start. De meimaand verliep verder vrij koud. In Eelde lag de temperatuur gemiddeld 2 graden lager dan gemiddeld! EERSTE NESTVONDSTEN 2015 Ten opzichte van 2014 waren er geen grote verschillen te zien in de data van de eerste nestvondsten. Traditioneel ging het seizoen van start met de vondst van het eerste kievitsei op 12 maart. Harrie van der Weide vond dit nest nabij Emmen. De Tureluur en Grutto gingen iets eerder aan de eileg over dan in 2015. Ligging beschermingsgebieden Weidevogelgroepen
GEVONDEN LEGSELS In 2015 werd iets minder nesten gevonden in vergelijking met het voorgaande jaar. De indruk was wel dat de stand van de kievit wat lager uitpakte. Dit komt in het aantal gevonden nesten niet goed tot uiting, door de hoge predatie werden namelijk door de kievit veel vervolglegsels geproduceerd. Verder zijn er meldingen binnengekomen dat een deel van de Grutto’s niet tot broeden is overgegaan. UITKOMSTSUCCES EN VERLIESOORZAKEN Het jaar 2015 gaat de boeken in als een slecht broedseizoen. Ten opzichte van de voorgaande jaren lag het broedsucces bij alle soorten, met uitzondering van de Tureluur, beduidend lager dan voorgaande jaren. Dit verschil werd veroorzaakt door een hoger percentage gepredeerde nesten. Bijna 40% van de gevonden legsels werd gepredeerd. Dit is twee keer zoveel als het landelijke gemiddelde. Landelijk was ook sprake van een verhoogd predatiecijfer. Er is mogelijk een relatie met het goede muizenjaar in 2014. In dat jaar hebben predatoren als marters en vossen voor veel nakomelingen kunnen zorgen vanwege het
Figuur 1, aantal gevonden nesten in de periode 2009-2015
legsels 2015
2552
2014
2581
2013
2190
2012
2219
2011
2000
2010
2292
2009
2261 0
500
1000
1500
2000
2500
3000
verhoogde voedselaanbod. In 2015 waren er beduidend minder muizen en zijn de predatoren voor een deel overgeschakeld op weidevogeleieren. In diverse gebieden werd de hoge predatiedruk in verband gebracht met de aanwezigheid van vossen, die met burchten tussen de broedpercelen werden aangetroffen. Agrarische werkzaamheden veroorzaakten 7% nestverlies, dit percentage is dankzij het beschermingswerk vrij beperkt gebleven.
8
JAARVERSLAG 2015
9
Broedseizoen 2015 BESCHERMINGSACTIVITEITEN Op basis van door vrijwilligers aangedragen gegevens blijkt dat ruim 400 nesten daadwerkelijk zijn beschermd. In de praktijk ligt dit aantal hoger, maar dit wordt niet bij alle nesten juist genoteerd. De meeste beschermingshandelingen werden uitgevoerd op bouwland bij Kievit (361) en Scholekster (31). Gemiddeld genomen kwam meer dan 50% van de beschermde nesten uit. Bij ploegen/eggen en bemesten lag dit percentage lager. aantal % uit Aanaarden 45 86% Bemesten 85 40% Gewasbescherming 65 73% Ploegen/ eggen 91 41% Rollen/ slepen 4 50% Zaaien/ poten 80 65% Beweiden 2 50% Maaien 19 74% Overig 28 19% 419 NIEUWE WEBSITE WEIDEVOGELBESCHERMING De website www.weidevogelbescherming.nl is vernieuwd. Je kunt de website bereiken via de oude link, maar ook via de onderstaande nieuwe link: www.boerenlandvogelsnederland.nl De inloggegevens voor het invoeren van de nesten en waarnemingen blijven ongewijzigd. Uw berichten op Twitter graag posten met #weidevogels uit deze berichten wordt door het seizoen heen een selectie op de website geplaatst.
Figuur 2. Uitkomstsucces steltlopers 2009 - 2015
Figuur 4. Verliezen (%) door predatie en werkzaamheden in de periode 1996-2015
Uitkomstsucces 2009-‐ 2015
Percentage verlies werkzaamheden door preda2e en werkzaamheden werkzaamheden preda7e
90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
Scholekster
Kievit
Gru;o
Wulp
Tureluur
Scholekster
Kievit
Grutto
Wulp
Tureluur
60
53
59
57
73
2009 2010
57
58
70
66
76
2011
75
60
70
63
77
2012
65
55
52
66
68
2013
63
58
67
64
63
2014
61
58
77
58
83
2015
51
45
55
39
70
Figuur 3. Taartdiagram uitkomst en verliesoorzaken alle soorten
Taartdiagram uitkomst en verliesoorzaken alle soorten 2,82 0,39
6,6
0,34 4,36 46,51
38,6
■ Uit Uit ■ Predatie Preda@e ■ Beweiding Beweiding ■ Werkzaamheden Werkzaamheden ■ Verlaten Verlaten ■ Overig Overig ■ Onbekend Onbekend
50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0
predatie
7
6
7 5
25
14 96
97
6 6
21
98
10
6
9
6 28
28
29
30
00
02
03
04
6
39
30
17 99
05
06
6 7
25
07
6 31
08
6 6
24
26
09
10
21
11
6
7
25
26
24
12
13
14
7 39
15
10
BIJLAGE 1
BIJLAGE 2
Resultaten per groep Weidevogelbescherming Roden Weidevogelbescherming Vries Weidevogelbescherming Ruinen Weidevogelbescherming Hooghalen Natuurwerkgroep Ruinerwold Weidevogelbescherming Oosterhesselen Stichting Vogelwerkgroep Emmen Vogelwerkgroep Vliegvlug Weidevogelbescherming Roderwolde IVN Westerveld IVN Norg Weidevogelbescherming Beilen Weidevogelbescherming Alteveer Natuur- en milieuvereniging 'Het Stroomdal' Ver. Vrienden van de Weidevogels IVN Aa & Hunze Weidevogelbescherming Westerbork Natuurwerkgroep Dalen Weidevogelbescherming Zwiggelte Weidevogelbescherming Echten Weidevogelbescherming Assen e.o. IVN Peize Vogelwacht Uffelte e.o. Limosa limosa Zuidlaren e.0. Weidevogelbescherming Eelde e.o. Weidevogelbescherming Koekange De Weide Hoogeveen Weidevogelbescherming Smilde e.o. Stichting Boermarke Wapserveen Weidevogelbescherming Gasteren Weidevogelbescherming Kerkenveld Boerenlandvogels De Veenkolonien Individuele vrijwilligers Totaal
11
Deelnemende vrijwilligersgroepen
Bijlage 2: Resultaten per groep Kievit 42 7 58 13 93 98 278 30 17 36 86 265 39 98 44 122 15 12 109 4 52 84 125 12 4 114 137 44 5 43
2086
Grutto 3
Scholek.
2
3 1 3 12 30
1 3 2 7 4
1 21
1 11 1
1 9 7
3
77
Wulp 3
Turel. 5
Watersnip Overig
8 4 5 9
3 4
2
4
6 34 2 7 7 12 1 3 30
4
1 8 27 1
9 1 8 1
13 3 4 2 2
8
216
4 7 1 2 2
1
1
2 4
2
1
4
1 1
2 1 34 1
17
1
6 1 2
1
77
30
1
65
Totaal 53 7 71 14 101 121 325 37 0 25 0 36 99 329 42 109 54 150 17 15 147 6 65 103 218 15 4 142 144 50 7 46 0 2552
Weidevogelbescherming Roden
J.
Baard
Zonnehof 20
Roden
050-5015243
Weidevogelbescherming Ruinen
H.
Bennink
Zuides 10
Ruinen
0522-471940
[email protected]
Weidevogelbescherming Vries
Weidevogelbescherming Hooghalen Natuurwerkgroep Ruinerwold
Weidevogelbescherming Oosterhesselen Vogelwerkgroep Emmen
R.
H. K.
J.P. L.
Milieusamenwerkingsverband 't Riestlaand R. Vogelwerkgroep Vliegvlug
H.
IVN Dwingeloo
J. de
Weidevogelbescherming Roderwolde
H.
Barkhof Boer
Boxem
Cleveringa Buwalda Rooze
Folkerts Heuker Weerd
Boskamp 16
Heuvingerweg 1 Dr. Larijweg 99
Smalthaarweg 10 Meerstraat 12
Commissieweg 7 Werkhorst 3
Bovenland 15
Entingheweg 14a
Vries
Hooghalen
Ruinerwold
[email protected]
Meppel
0522-257282
[email protected]
De Wijk
Roderwolde
Beilen
0593-525800
Haulerwijk
Weidevogelbescherming Alteveer
J.
Volkerts
De Welhaak 17
Hoogeveen
Natuur- en milieuvereniging 'Het Stroomdal' VVW Borger
IVN Aa & Hunze
Weidevogelbescherming Westerbork Natuurwerkgroep Dalen
Weidevogelbescherming Zwiggelte Weidevogelbescherming Echten Weidevogelbescherming Assen
J.
Nicolai
Mevr. Roossien
Eschenbruggerdijk 57 Coevorden Hamrik 7
Borger
Makkum 38
Beilen
J.
Oosterveen Woerdakkers 21
J. de
Blouw
J.
W. D.
Bos
Emmerweg 11
Schuurmans Zevenhoeksweg 1 Abma
Vacature
Regulus 15
06-10247791
0521-591388
[email protected]
Rendijk 9
Noordveen 2
0522-442004
[email protected]
Dwingeloo
Veenstra Boerhof
0522-481861
Emmen
W.
A.G.
0593-592807
[email protected]
Oosterhesselen0524-581331
[email protected]
IVN Norg
Weidevogelbescherming Beilen
0592-541581
Gieten Dalen
Zwiggelte
Hoogeveen Assen
0516-422792
[email protected] 0591-278881
[email protected] 0524-516727
[email protected] 0599-235474
0592 261867
[email protected] 06-10055421
[email protected]
0524-552343
[email protected]
0593-331479
[email protected] 0528-273859
[email protected]
IVN Peize
W. v/d Wijk
De Vries Lamstraat 10Hoogkerk
050-5566228
[email protected]
WVB Eelde
J
Westerhorn 32
050-3094561
[email protected]
Lumosa limosa Zuidlaren Weidevogelbescherming Koekange
Weidevogelbescherming 'De Weide' WVB Smilde .eo.
N.
Kuik
G.
Veld
O. E.
Ansing Hoekstra
De Vallei 49
Assen
Pr. Magrietlaan 12
Koekange
Fuut 1
Meeuwissen Buitenroede 11
Eelde
Hoogeveen Smilde
0598-621724
[email protected] 0522-452172
[email protected]
06-10851451
[email protected]
Stichting Boermarke Wapserveen
M.
Doorten
Midden 106a
Wapserveen
0521-321236
[email protected]
WVB Gasteren
G.
Struik
Dreslanden 10
Assen
0592-343554
[email protected]
Vogelwerkgroep Uffelte
Weidevogelbescherming Kerkenveld Boerenlandvogels De Veenkolonien
H.
J.
Leenstra
Kremers
Leeuwerikweg 3
De Vennen 17
Mevr. P Koppen van Exloerweg 7
Havelte
Kerkenveld Ees
0521-342233
[email protected]
0528-372580
[email protected]
06-33778908
[email protected]
2015
Vrijwillige weidevogelbescherming Ruimte voor plant en dier
pagina 2 & achterzijde voorzijde overig
Tekst Bert Dijkstra en Jaap van Gorkum
Dat doen we samen
Landschapsbeheer Drenthe is een professionele vrijwilligersorganisatie. Samen met grondeigenaren werken duizenden vrijwilligers aan beheer, herstel en ontwikkeling van ons landschap. Zij doen dat met kennis van de bijzondere landschappen die Nederland heeft, zoals de Drentse hei, de Brabantse vennen en de Noord-Hollandse polders. Landschapsbeheer zorgt voor opleiding, ondersteuning en praktische zaken zoals gereedschap. Landschapsbeheer Drenthe De activiteiten van Landschapsbeheer Drenthe Nijend 18a - 9465 TR Anderen worden mede mogelijk gemaakt door o.a.: T (0592) 316 616 - F (0592) 330 111 E
[email protected] - www.lbdrenthe.nl
Financiering weidevogelproject Provincie Drenthe
Vormgeving en productie: Multicopy The Communication Company | Assen
Landschapsbeheer Drenthe streeft naar een integrale landschapszorg met speciale aandacht voor het verbeteren van leefgebieden voor bedreigde en/ of streekeigen plant- en diersoorten. De provinciale organisatie beschikt over de specifieke kennis die nodig is om de regionaal sterk verschillende leefgebieden ook op kleine schaal in stand te houden, zoals in boomgaarden en groenstroken. Dat verzekert een levend landschap voor de toekomst.
Fotografie Rinus Dillerop Hans Hut Jaap van Gorkum