2013. bachelor deeltijdopleiding Informatiedienstverlening en - management (OER IDM-dt)

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013 bachelor deeltijdopleiding Informatiedienstverlening en management (OER IDM-dt)

Inhoud Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13

Artikel 14 Artikel 15 Artikel 16 Artikel 17 Artikel 18 Artikel 19 Artikel 20 Artikel 21 Artikel 22 Artikel 23 Artikel 24 Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5:

Begripsbepalingen.................................................................................... 3 Reikwijdte .............................................................................................. 6 De taal waarin het onderwijs gegeven wordt (art 7.2 WHW) .......................... 7 Toelatingseisen ....................................................................................... 7 Vrijstellingen en toegang tot routes ............................................................ 7 Inrichting van het onderwijs ...................................................................... 8 Financiële bijdragen ............................................................................... 13 Toekennen van studiepunten ................................................................... 14 Examencommissie ................................................................................. 14 Examens .............................................................................................. 15 Toetsen ............................................................................................... 15 Regelingen met betrekking tot het uitvoeren van toetsen ............................. 17 Geldigheidsduur (deel)toetsresultaten en verleende vrijstellingen en bewaartermijn toetsen ................................................................................................ 19 Bijzondere voorzieningen voor studenten met een functiebeperking en voor studenten die een topprestatie leveren...................................................... 19 Aanpassingen in geval van een buiten Nederland afgegeven diploma ............. 20 Overmacht ........................................................................................... 20 Onregelmatigheden, fraude en plagiaat ..................................................... 20 Studievoortgang, studieloopbaanbegeleiding en studieadvies ....................... 22 Informatievoorziening ............................................................................. 27 Slagen ................................................................................................. 27 Getuigschrift ......................................................................................... 28 Graden en titels..................................................................................... 28 Certificaat bijzondere verdiensten ............................................................ 29 Slotbepaling ......................................................................................... 29 Programma’s ......................................................................................... 30 Leerplan /uitvoeringreglement Informatiedienstverlening en -management deeltijd (IDM-dt) ................................................................................................ 37 Door de opleiding Informatiedienstverlening en -management verzorgde minors64 Beroepstaken Informatiedienstverlening en -management ................................ 65 Boekenlijst Informatiedienstverlening en –management ................................ 91

Dit document geeft het hogeschool- en opleidingsdeel van de onderwijs- en examenregeling samengevoegd weer. Per artikel volgen eerst gecursiveerd de regelingen op hogeschoolniveau en daarna de regelingen en verbijzonderingen op opleidingsniveau. Artikel 1

Begripsbepalingen

Hogeschooldeel In deze regeling wordt verstaan onder: HOGESCHOOL Academie Academiedirecteur Academieraad College van Beroep voor de Examens College van Bestuur Examencommissie

Hogeschool Hogeschooldeel Opleiding

Opleidingscommissie

Opleidingsdeel Studentendecaan Studentenstatuut

Een opleiding of een groep van opleidingen onder leiding van een academiedirecteur. De functionaris die leiding geeft aan een academie. Medezeggenschapsorgaan op academieniveau; in de WHW deelraad genoemd (artikel 10.25 WHW). Het College van Beroep voor de Examens van de Haagse Hogeschool zoals bedoeld in artikel 7.60 WHW (zie ook hoofdstuk VII van het studentenstatuut deel 1). Het bestuur van de hogeschool zoals bedoeld in artikel 10.2 WHW en in artikel 1.1 sub j WHW. Het orgaan dat op objectieve en deskundige wijze vaststelt of een student voldoet aan de voorwaarden die de onderwijs- en examenregeling stelt aan kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad (artikel 7.12 WHW). Indien de examencommissie heeft besloten dat de toetscommissie bepaalde taken namens haar uitvoert, dient, voor het deze taken betreft “toetscommissie” gelezen te worden waar in deze regeling “examencommissie” vermeld staat. De Haagse Hogeschool. Dat deel van de onderwijs- en examenregeling dat van toepassing is op het onderwijs, de toetsen en de examens van alle voltijd-, deeltijd- en duale opleidingen inclusief de Ad-programma’s van de hogeschool. Een opleiding is een samenhangend geheel van onderwijseenheden, gericht op de verwezenlijking van competenties of doelstellingen op het gebied van kennis, inzicht, attitudes en vaardigheden waarover degene die de opleiding voltooit, dient te beschikken (artikel 7.3 WHW). Opleidingen kunnen voltijd, deeltijd en duaal worden aangeboden. Waar in deze onderwijs- en examenregeling sprake is van een opleiding, wordt een bachelor opleiding bedoeld, inclusief het Ad-programma, indien een opleiding dit programma kent. De adviescommissie die voor elke opleiding wordt ingesteld en die tot taak heeft de advisering over en de jaarlijkse beoordeling van de wijze waarop de onderwijs- en examenregeling wordt uitgevoerd, alsmede het adviseren van de academiedirecteur en de academieraad over alle andere aangelegenheden betreffende het onderwijs in de desbetreffende opleiding (artikel 10.3c van de WHW). Dat deel van de onderwijs- en examenregeling dat een uitwerking vormt van het hogeschooldeel en alleen geldt voor de (voltijd-, deeltijdof duale variant van de) desbetreffende opleiding. De onafhankelijke functionaris die studenten adviseert en begeleidt bij persoonlijke problemen van materiële en immateriële aard, en waar nodig bemiddelt. Het studentenstatuut bestaat uit twee delen (artikel 7.59 WHW): het instelling specifieke deel (deel 1) en het (gedeeltelijk) opleiding specifieke deel (deel 2). Het eerste deel bevat een algemene beschrijving van de studieopbouw, de ondersteunende faciliteiten die de student aangeboden

De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2012-2013 Deeltijdopleiding Informatiedienstverlening en -management

3

Studiejaar Werkdag WHW

worden, de rechten en verplichtingen van de studenten en de hogeschool en een overzicht van de regelingen die de rechten van de studenten beschermen. Het tweede deel bevat de onderwijs- en examenregeling en een overzicht van de studentenvoorzieningen. Het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende jaar. Alle dagen van het jaar met uitzondering van zaterdagen, zondagen, de verplichte feestdagen en de vakantiedagen zoals formeel vastgesteld voor medewerkers van de hogeschool. De Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek, zie www.wetten.nl

STUDENT Student Extraneus

Functiebeperking

Topprestatie Topsporter

Degene die door de hogeschool is ingeschreven voor een voltijd- deeltijdof duale opleiding, en ondermeer het recht heeft om deel te nemen aan het onderwijs van de hogeschool. Degene die door de hogeschool is ingeschreven als extraneus en die volgens artikel 7.36 WHW uitsluitend het recht heeft om de toetsen van de onderwijseenheden behorende tot de opleiding, alsmede de examens behorende tot de opleiding af te leggen en in principe recht heeft op toegang tot de inrichtingen en verzamelingen van de hogeschool (zoals de bibliotheek). Een zichtbare of onzichtbare beperking in het functioneren als gevolg van een handicap of chronische ziekte, zoals bedoeld in artikel 1 WGBH/CZ. Het kan hierbij gaan om onder meer uiteenlopende lichamelijke beperkingen, chronische ziekten, psychische problematiek en dyslexie. Prestatie op hoog niveau, ter beoordeling van het College van Bestuur Een student die nationaal of internationaal op het hoogste niveau meedoet aan wedstrijden en die via het NOC*NSF een status heeft gekregen of een student die op het hoogste landelijk niveau zijn sport bedrijft. Er dient sprake te zijn van een tijdsbesteding van 15 uur (gemiddeld) per week.

OPLEIDINGSPROGRAMMA Associate degree (Ad) Associate Degree programma (Ad-programma) Basis minor Competentie Competentieprofiel

Deeltijdopleiding

Duale opleiding

De wettelijke graad die toegekend wordt aan studenten die het Associate degree programma met succes hebben afgerond. Een programma binnen een opleiding met een studielast van ten minste 120 studiepunten dat leidt tot het behalen van de graad Associate degree. Een onderwijseenheid van 15 studiepunten ter invulling van de minorruimte, waarvoor geen ingangseisen gelden. Een geïntegreerd geheel van kennis, vaardigheden, inzicht en houding, dat nodig is om in een beroepscontext beroepsproducten te realiseren die aan de geldende kwaliteitseisen voldoen. De set competenties die een beginnende beroepsbeoefenaar in een bepaald beroepsdomein moet bezitten om in een beroepssituatie adequaat te kunnen handelen. Het competentieprofiel is gerelateerd aan het landelijk vastgestelde competentieprofiel. Een opleiding die zodanig ingericht is dat rekening is gehouden met de mogelijkheid dat de student ook in beslag wordt genomen door andere werkzaamheden dan onderwijsactiviteiten. Deze werkzaamheden kunnen in het opleidingsdeel van de onderwijs- en examenregeling aangemerkt worden als onderwijseenheden (WHW art 7.27) Een opleiding waarin het volgen van onderwijs (onderwijsdeel) gedurende een of meer perioden wordt afgewisseld met beroepsuitoefening


4

Hoofdfase Keuzeonderwijseenheid Major

Minor Minorruimte Onderwijsdeel Onderwijseenheid Onderwijsprogramma

Praktijkdeel Propedeutisch examen Propedeutische fase

Studieloopbaanbegeleider Verkort programma

Versneld programma Voltijdopleiding

(praktijkdeel) in verband met dat onderwijs (artikel 7.7 lid 2 WHW). De beroepsuitoefening vindt plaats op basis van een overeenkomst gesloten door de opleiding, de student en de werkgever (artikel 7.7 lid 5 WHW). Het deel van de opleiding dat volgt op de propedeutische fase. De door een opleiding, ter keuze van de student, aangeboden onderwijseenheid of activiteiten of werkzaamheden binnen of buiten de hogeschool ter invulling van de minorruimte. De studielast bedraagt maximaal 6 studiepunten. Dat deel van de opleiding waarmee de student mede in staat gesteld wordt het competentieprofiel te verwerven. De major vormt samen met de minorruimte de voorbereiding op het behalen van het getuigschrift van het propedeutische- respectievelijk afsluitende examen. Een onderwijseenheid van 15 studiepunten ter invulling van de minorruimte. Het deel van de opleiding met een door de opleiding vast te stellen omvang dat de student zelf kan invullen, gesanctioneerd door de examencommissie. Het gedeelte van de duale opleiding dat bestaat uit het volgen van het door de opleiding verzorgde onderwijs. Een samenhangend onderdeel van de opleiding dat de student afsluit met een toets (artikel 7.3 WHW). Een onderwijseenheid kan in het opleidingsdeel worden aangeduid als o.a. ‘cursus’ of ‘module’. Het geheel van onderwijseenheden (inclusief stages en door de student te kiezen onderwijseenheden in de minorruimte) en de daaraan verbonden toetsen die behoren tot de propedeutische fase en de hoofdfase of tot het Ad-programma. Het gedeelte van een duale opleiding dat bestaat uit beroepsuitoefening en dat deel uitmaakt van het onderwijs. Het examen waarmee de student de propedeutische fase van de opleiding afsluit. De eerste periode van de opleiding, voorafgaand aan de hoofdfase, waarin studenten inzicht krijgen in de inhoud van de opleiding en het toekomstige beroep. Aan het einde van deze fase is selectie en verwijzing mogelijk (artikel 7.8 WHW). De studieloopbaanbegeleider ondersteunt het proces waarin de student zijn eigen studie en loopbaanambities leert sturen. Doelen van de studieloopbaanbegeleiding zijn studie-, beroeps- en loopbaan(keuze)processen, zelfregie en talentontwikkeling. Verkort programma is een bachelorprogramma met een propedeuse en aan het einde een bachelorgetuigschrift. Het studieprogramma is ‘verkort’ omdat de student op grond van zijn verwante opleiding of werkervaring in aanmerking komt voor vrijstellingen. Onderwijsprogramma waarin het reguliere aantal studiepunten binnen een kortere doorlooptijd worden aangeboden en getoetst, bijvoorbeeld 240 studiepunten in 3 jaar. Een opleiding waarbij de praktische vorming ( zoals stages) deel uitmaakt van het onderwijs.

TOETSEN EN EXAMENS Afsluitend examen Assessment

Het examen waarmee een student een opleiding, of het Ad-programma daarbinnen, afsluit. Een integraal onderzoek dat leidt tot beoordeling en terugkoppeling van het bereikte niveau van één of meer competenties, vastgesteld door assessoren aan de hand van vooraf bepaalde beoordelingscriteria, op basis van waarneembaar gedrag en in relatie tot een situatie die zich in de reële beroepspraktijk voordoet of in de beroepspraktijk zelf.


5

Assessor

Examen

Examinator Fraude Onregelmatigheid Overmacht

Plagiaat Studieadvies

Toets

Studiepunt Getuigschrift

Onderwijs- en examenregeling

Artikel 2

De assessor is degene die leerprocessen evalueert met behulp van een assessment. Door specifieke training interpreteert hij adequaat en betrouwbaar door studenten behaalde toetsresultaten en hij stelt vast in hoeverre een student de getoetste (deel)competenties verworven heeft. Het examen is afgelegd indien de toetsen van de tot een opleiding of propedeutische fase van een opleiding behorende onderwijseenheden met goed gevolg zijn afgelegd, voor zover de examencommissie niet heeft bepaald dat het examen tevens omvat een door haar zelf te verrichten onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de examinandus (artikel 7.10 lid 2 WHW). Persoon, aangewezen door de examencommissie, die belast is met het afnemen van toetsen (artikel 7.12.c WHW). Het handelen van een student of het nalaten daarvan, waardoor een juist oordeel over zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk wordt. Het handelen van een student in afwijking van de toetsregels. Van overmacht is sprake als een tekortkoming niet aan de desbetreffende (tekortschietende) persoon kan worden toegerekend, omdat zij niet te wijten is aan zijn schuld, noch krachtens wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt. Een vorm van fraude waarbij stukken van anderen of eerder gepubliceerd eigen werk zijn gebruikt in eigen werk. Advies aan de student over de voortzetting van de opleiding binnen of buiten de opleiding, dat wordt uitgebracht aan het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase of zolang de student het propedeutische examen niet behaald heeft (artikel 7.8b WHW). Er bestaan 3 studieadviezen: positief - , aangehouden- en negatief bindend studieadvies. Het begrip toets staat gelijk aan het in de WHW genoemde begrip tentamen (artikel 7.10 WHW). Een toets is een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek. Een toets kan bestaan uit verschillende deeltoetsen. De studielast zoals gedefinieerd in artikel 7.4 WHW. Eén studiepunt is volgens het European Credit Transfer System (ECTS) gelijk aan 28 uur studie. Het bewijsstuk dat uitgereikt wordt wanneer de examenkandidaat het propedeutische of afsluitende examen van de opleiding of van het Adprogramma met goed gevolg afgelegd heeft, zoals bedoeld in artikel 7.11 lid 2 WHW. De regeling waarin rechten en plichten van studenten en de hogeschool zijn vastgelegd ten aanzien van het onderwijs, de examens en toetsen van een opleiding (artikel 7.13 WHW). De regeling bestaat uit een hogeschool- en opleidingsdeel.

Reikwijdte

Hogeschooldeel 1. Het hogeschooldeel vormt samen met het opleidingsdeel de onderwijs- en examenregeling (artikel 7.13 WHW). Het hogeschooldeel (inclusief de bijlagen) is van toepassing op het onderwijs, de toetsen en de examens van alle voltijd-, deeltijd- en duale opleidingen van de hogeschool in het studiejaar 2012-2013. 2. Elk opleidingsdeel vormt een aanvulling op het hogeschooldeel en geldt alleen voor de desbetreffende opleiding of voor de desbetreffende groep van opleidingen.


6

3. Aan onderwijs- en examenregelingen die golden in voorafgaande studiejaren kan de student geen rechten ontlenen, tenzij anders is bepaald in de overgangsregelingen in het opleidingsdeel onder artikel 6.l. Opleidingsdeel Deze Onderwijs en examenregeling is van toepassing op de deeltijdvariant van de opleiding Informatiedienstverlening en -management van De Haagse Hogeschool. Artikel 3

De taal waarin het onderwijs gegeven wordt (art 7.2 WHW)

Hogeschooldeel: 1. Het onderwijs wordt gegeven in het Nederlands, tenzij in het opleidingsdeel – gemotiveerd - is aangegeven dat het onderwijs of delen daarvan in een andere taal wordt/worden gegeven. 2. Indien het onderwijs wordt gegeven in een andere taal dan het Nederlands is de gedragscode ‘vreemde talen’ van toepassing. Deze is te vinden in het studentenstatuut deel 1. Opleidingsdeel 1. De volgende onderdelen van het majoronderwijs kunnen, ter beoordeling door de examencommissie, in een andere gangbare taal worden afgelegd: a. Stage b. Afstuderen 2. Dit is uitsluitend mogelijk als: a. De context van het stage- of afstudeerbedrijf het noodzakelijk maakt dat er in een andere gangbare taal verslag wordt gedaan, of b. De student in zijn leerloopbaan heeft getoond zich voor te bereiden op een internationale carrière. c. Naast voorwaarde a. of b. moet de opleiding beschikken over examinatoren, voor wie de betreffende taal hun moedertaal is of die ten genoegen van de examencommissie kunnen aantonen dat zij beschikken over dat taalniveau. 3. Een verzoek om de stage of het afstuderen in een andere gangbare taal te mogen afleggen moet bij aanmelding voor deze onderdelen worden ingediend bij de examencommissie. Artikel 4

Toelatingseisen

Hogeschooldeel Inschrijving en toelating tot de opleiding vindt plaats op grond van het reglement in- en uitschrijving van De Haagse hogeschool. Op de website van de hogeschool staat de meest recente informatie over toelatingseisen en voorwaarden vermeld voor inschrijving voor de propedeutische – en hoofdfase (www.haagsehogeschool.nl) . Artikel 5

Vrijstellingen en toegang tot routes

Hogeschooldeel 1. De examencommissie kan een student op diens schriftelijk verzoek vrijstelling verlenen voor een of meerdere toetsen verbonden aan onderwijseenheden op grond van documenten waaruit blijkt dat de student reeds aan de vereisten (inhoud en niveau) van de desbetreffende toets voldaan heeft. Voorbeelden van deze documenten zijn: akte, diploma, getuigschrift, certificaat. 2. De examencommissie kan, mits de opleiding hiertoe specifiek beleid en een specifieke procedure ontwikkeld heeft, een student op diens schriftelijk verzoek vrijstelling verlenen voor één of meerdere toetsen verbonden aan onderwijseenheden op grond van eerder - buiten het hoger onderwijs - door (werk)ervaring verworven competenties, kennis of vaardigheden, mits de student op een door de opleiding vast te stellen wijze, kan aantonen dat hij reeds aan de vereisten van de desbetreffende toets voldaan heeft. 3. De examencommissie kan een student op diens schriftelijk verzoek toegang verlenen tot een verkort programma; vrijstelling verlenen van toetsen verbonden aan onderwijseenheden met een gezamenlijke studielast van ten hoogste 60 studiepunten, indien de student in het bezit is van een De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2012-2013 Deeltijdopleiding Informatiedienstverlening en -management

7

diploma van een door de hogeschool als verwant aangemerkte mbo-opleiding. In het opleidingsdeel is vastgelegd welke mbo-opleidingen als verwant zijn aangemerkt en wat de omvang en inhoud van de vrijstelling is. 4. De examencommissie kan een student op diens schriftelijk verzoek toegang bieden tot een versnelde route op basis van nader te stellen criteria. 5. In het opleidingsdeel is geregeld hoe een student een verzoek tot vrijstelling en/of toegang tot een route moet indienen. 6. De examencommissie deelt, binnen 15 werkdagen na ontvangst van de aanvraag, haar beslissing over de omvang en soort van de verleende vrijstelling schriftelijk aan de student mee. De examencommissie vermeldt in haar besluit: a) de datum waarop zij de vrijstelling heeft verleend; b) de betreffende toetsen verbonden aan onderwijsheden waarvoor zij de vrijstelling heeft verleend; c) dat de geldigheidsduur van de vrijstelling gelijk is aan de geldigheidsduur van toetsresultaten. Opleidingsdeel a. Vrijstelling op basis van eerdere opleiding of (werk)ervaring Een student die op basis van elders behaalde studieresultaten in het Hoger Onderwijs (diploma's, certificaten, getuigschriften, aktes) of op basis van (werk)ervaring (ervaringscertificaat of EVC rapportage van een erkende EVC - aanbieder), meent aan te kunnen tonen reeds aan de competenties te hebben voldaan en daarom in aanmerking wenst te komen voor vrijstelling van bepaalde onderwijseenheden, kan hiertoe een schriftelijk verzoek indienen bij de Examencommissie. De Examencommissie stelt vast of en voor welke vrijstellingen de student in aanmerking komt. b. Verkort programma wegens verwante vooropleiding N.v.t. c. Versneld programma N.v.t. d. Procedure voor het aanvragen van vrijstellingen en toegang tot routes De student die op basis van bovenstaande gronden, in aanmerking wil komen voor vrijstelling van toetsen verbonden aan onderwijseenheden en/of in aanmerking wil komen voor deelname aan een versneld en/of verkort programma, kan hiertoe een schriftelijk verzoek indienen bij de examencommissie. Voor voltijdstudenten is een formulier “vrijstellingen” en voor deeltijdstudenten een formulier “vrijstellingenformulier deeltijd” verkrijgbaar bij de studentenadministratie. Dit formulier moet volledig ingevuld en voorzien van bewijsstukken – waaronder gedocumenteerde officiële beschrijvingen van de inhoud en (een gewaarmerkte kopie van) originele certificaten, op naam van de aanvrager – worden ingeleverd op de studentenadministratie. Via de studentenadministratie wordt uiterlijk 15 werkdagen na indiening bekend gemaakt of het verzoek door de examencommissie gehonoreerd is. Artikel 6

Inrichting van het onderwijs

Hogeschooldeel 1. Een bacheloropleiding heeft een totale studielast van 240 studiepunten (artikel 7.4b WHW). 2. Indien een opleiding een Ad-programma heeft, heeft deze een totale studielast van ten minste 120 studiepunten. 3. Het curriculum van een bacheloropleiding en van het Ad-programma binnen een opleiding is verdeeld in een propedeutische- en een hoofdfase. De propedeutische fase heeft een studielast van 60 studiepunten. 4. Voor voltijd- en duale opleidingen geldt dat de propedeutische- en hoofdfase zijn verdeeld in semesters. Het onderwijs in het semester kan onderwezen worden in een periode van 20 weken of twee periodes van elk 10 weken. De studielast van de opleiding is zodanig verdeeld over de jaren en binnen de jaren over de semesters dat de student een goede studievoortgang wordt gewaarborgd (WHW 7.4 lid 2). 5. De precieze indeling van de voltijd-, deeltijd- en duale opleidingen in de propedeutische en hoofdfase en de aangeboden minor programma’s, is beschreven in het opleidingsdeel van dit artikel. De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2012-2013 Deeltijdopleiding Informatiedienstverlening en -management

8

6. De onderwijseenheden met de bijbehorende studiepunten worden beschreven in het opleidingsdeel (artikel 7.13 WHW). De minimale omvang van een onderwijseenheid bedraagt 3 studiepunten. In afwijking hiervan kunnen in de propedeutische fase voor 3 studiepunten en in de hoofdfase eveneens voor 3 studiepunten, kleinere onderwijseenheden gedefinieerd worden. 7. De academiedirecteur bepaalt na overleg met de examencommissie de perioden die in hoofdzaak gereserveerd zijn voor het afleggen van toetsen en examens en legt deze door middel van een jaarkalender vast. In de jaarkalender worden daarnaast de weken vastgelegd die in hoofdzaak gereserveerd zijn voor onderwijs en de weken waarin de examencommissie bijeenkomt. 8. Een bacheloropleiding omvat een major- en een minorruimte. De major is gericht op de verwerving van het competentieprofiel. De minorruimte is gericht op verbreding of verdieping van de competenties die een student in de major verwerft. 9. De major van een voltijdopleiding heeft een minimale studielast van 180 en een maximale studielast van 195 studiepunten. De minorruimte in de hoofdfase van een voltijdopleiding heeft een studielast van 45 studiepunten. De student kan deze minorruimte invullen met 3 minors of met 2 minors en keuzeonderwijseenheden. De propedeutische fase kan een minorruimte van 15 studiepunten omvatten. In het opleidingsdeel is opgenomen of de propedeutische fase een minorruimte heeft. 10. De major van een deeltijd- en duale opleiding heeft een minimale studielast van 180 en een maximale studielast van 240 studiepunten. De minorruimte in de hoofdfase van een deeltijd- en duale opleiding bedraagt maximaal 45 studiepunten. De precieze omvang van de minorruimte is in het opleidingsdeel opgenomen. De student mag deze minorruimte met maximaal 15 studiepunten aan keuzeonderwijseenheden vullen. De propedeutische fase kan een minorruimte van 15 studiepunten omvatten. In het opleidingsdeel is opgenomen of de propedeutische fase een minorruimte heeft. 11. Voor de invulling van de minorruimte gelden de volgende bepalingen: a. In de opleidings-OER is een lijst opgenomen van minoren en keuzeonderwijseenheden, inclusief eventuele instapeisen en nadere voorwaarden, waaruit de student bij de invulling van de minorruimte kan, c.q. moet kiezen, zonder individuele toetsing vooraf van de examencommissie. b. Elke student kan maximaal één basisminor kiezen; daarin kunnen ook eerder elders behaalde onderwijseenheden (als gevolg van switchen van opleiding) worden opgenomen. c. De opleiding kan de student verplichten maximaal één minor te kiezen uit een door de opleiding te bepalen lijst. Als de opleiding daarvoor kiest, is dat vermeld in de opleidingsOER. d. De student kan aan de examencommissie toestemming vragen de minorruimte op een andere wijze in te vullen, bijvoorbeeld door het volgen van onderwijs bij andere Nederlandse instellingen voor hoger onderwijs die door de NVAO zijn geaccrediteerd, door een buitenlandse instelling voor hoger onderwijs die door de NUFFIC als gelijkwaardig wordt aangemerkt, of door in afwijking van het bepaalde onder b meer dan één basisminor te volgen e. In het opleidingsdeel wordt beschreven welke procedure de student dient te volgen om goedkeuring van de examencommissie te verkrijgen voor door hem voorgestelde invulling van de minorruimte. f. Aan deelname aan een minor verzorgd door de hogeschool zijn voor de student geen kosten verbonden. g. Het hogeschoolaanbod van (basis)minoren is toegankelijk via het studentennet. 12. Deelname van een student aan een opleidingscommissie gedurende een jaar wordt beschouwd als het volgen van een keuzeonderwijseenheid van 3 studiepunten, tenzij in het opleidingsdeel een afwijkende studielast is vastgelegd. Opleidingsdeel a. Beroeps- en competentieprofiel opleiding De opleiding is gebaseerd op een landelijk beroeps- en competentieprofiel dat is uitgewerkt in het document “Beroepstaken IDM”, dat is toegevoegd als bijlage 4 en te vinden in deze OER. b. Profielen: n.v.t. c. Indeling van het onderwijs Het onderwijs van de opleiding is ingedeeld in een propedeutische fase en een hoofdfase. De propedeutische fase heeft, zoals wettelijk verplicht is, een oriënterende, selecterende en De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2012-2013 Deeltijdopleiding Informatiedienstverlening en -management

9

verwijzende functie. De propedeutische fase omvat 60 studiepunten; de hoofdfase 180 studiepunten. De opleiding is ingedeeld in semesters; een semester tweemaal 10 lesweken. Programma voor studenten die in september 2012 met hun studie beginnen:

Jaar Jaar Jaar Jaar

1 2 3 4

Periode 1 Propedeuse Major Stage Minor

Periode 2 Propedeuse Minor Stage Minor

Periode 3 Propedeuse Major Major Afstuderen

Periode 4 Propedeuse Major Major Afstuderen

Zie voor detaillering van het programma bijlage 1: Programma’s, bij deze Onderwijs- en Examenregeling Het programma van studenten die eerder met hun studie zijn begonnen is eveneens te vinden in bijlage 1. In bijlage 3 zijn de minors opgenomen die de opleiding Informatiedienstverlening en -management verzorgt. d. Propedeuse. Informatie over de inhoud en invulling van alle onderwijseenheden en over de competenties die per onderwijseenheid worden bereikt, is vastgelegd in de leerplannen, zie bijlage 2. Indien een toets bestaat uit verschillende onderdelen of deeltoetsen, wordt bij de beschrijving van de onderwijseenheid de normering vermeld (zoals vastgelegd in blokwijzers en in bijlage 2). Voor het overzicht van onderwijseenheden zie bijlage 1 en voor de inhoud van de onderwijseenheden zie bijlage 2. e. Hoofdfase. Informatie over de inhoud en invulling van alle onderwijseenheden en over de competenties per onderwijseenheid worden bereikt, is vastgelegd in de leerplannen, zie bijlage 2. Indien een toets bestaat uit verschillende onderdelen of deeltoetsen, wordt bij de beschrijving van de onderwijseenheid de normering vermeld (zoals vastgelegd in blokwijzers en in bijlage 2). Voor het overzicht van onderwijseenheden zie bijlage 1 en voor de inhoud van de onderwijseenheden zie bijlage 2. In bijlage 3 zijn ook de door de opleiding verzorgde minors opgenomen. f. Buitenschools deel van het voltijdcurriculum Het buitenschools deel van het curriculum van de deeltijdopleiding omvat 100 dagen relevante werkervaring. De relevante werkervaring moet uiterlijk aangetoond worden bij aanvang van blok 7. Als aan de eis van 100 dagen relevante werkervaring wordt voldaan, wordt dat geregistreerd als vrijstelling voor de stage (30), zie leerplan stage en bijlage 2. g. Beroepsuitoefening duale opleidingsvariant N.v.t. h. Minorruimte in voltijdopleiding, deeltijdof duale opleiding of het Ad-programma De deeltijdopleiding kent een minorruimte van 45 studiepunten i. Procedure kiezen en inschrijven voor een minor Voor de hoofdfase geldt dat door de Academie voor ICT & Media aangeboden onderwijseenheden (majorblokken of KB-blokken) zonder toestemming van de examencommissie als minor kunnen worden gekozen, tenzij in de leerplannen van deze onderwijseenheden (zie bijlage 2) anders is vermeld. Voor het hogeschoolbrede aanbod van minors en keuzeonderwijseenheden geldt eveneens dat zij zonder toestemming van de examencommissie als minor kunnen worden gekozen, tenzij in de minorcatalogus of het overzicht met hogeschoolkeuzevakken anders staat vermeld. Als de student kiest voor een minor uit het overige aanbod van onderwijseenheden van andere opleidingen binnen of buiten de hogeschool en/of kiest voor een geheel vrije invulling van activiteiten en werkzaamheden, al dan niet in combinatie met ondersteunend onderwijs en/of meer dan één basisminor wil volgen, moet de student uiterlijk 30 werkdagen voor aanvang van de minor een schriftelijk verzoek tot goedkeuring indienen bij de examencommissie. De examencommissie geeft over de aanvraag binnen 15 werkdagen schriftelijk uitsluitsel. De student kan zich niet voor meer dan één minor tegelijk inschrijven. De Haagse Hogeschool 10 Onderwijs- en Examenregeling 2012-2013 Deeltijdopleiding Informatiedienstverlening en -management

j.

De jaarkalender

Periode 3

Periode 2

Periode 1

kalender week

maandag

vrijdag

periode week

activiteit opleiding IDM-dt

Opmerkingen

Aanloopweek 2012-2013

35

27-aug-12 31-aug-12

36

03-sep-12 07-sep-12

1

Start periode 1

37

10-sep-12 14-sep-12

2

les

38

17-sep-12 21-sep-12

3

les

39

24-sep-12 28-sep-12

4

les

40

01-okt-12 05-okt-12

5

les

41

08-okt-12 12-okt-12

6

les

42

15-okt-12 19-okt-12

7

les

43

22-okt-12 26-okt-12

44

29-okt-12 02-nov-12

45

Lesvrij

Herfstvakantie

8

les

do 1/11 ICTM Onderwijdag

05-nov-12 09-nov-12

9

A1/T1

do+vr HHS Hogeschooldag

46

12-nov-12 16-nov-12

10

T1/A1

47

19-nov-12 23-nov-12

1

Start periode 2

48

26-nov-12 30-nov-12

2

les

49

03-dec-12 07-dec-12

3

les

50

10-dec-12 14-dec-12

4

les

51

17-dec-12 21-dec-12

5

les

di 17/12 ICTM Onderwijsdag

52

24-dec-12 28-dec-12

Lesvrij

Kerstvakantie

1

31-dec-12 04-jan-13

Lesvrij

Kerstvakantie

2

07-jan-13 11-jan-13

6

les

3

14-jan-13 18-jan-13

7

les

4

21-jan-13 25-jan-13

8

les

5

28-jan-13 01-feb-13

9

A2/T2/HT1

6

04-feb-13 08-feb-13

10

T2/A2/HT1

7

11-feb-13 15-feb-13

1

Start periode 3

8

18-feb-13 22-feb-13

2

les

9

25-feb-13 01-mrt-13

10

04-mrt-13 08-mrt-13

3

les

11

11-mrt-13 15-mrt-13

4

les

12

18-mrt-13 22-mrt-13

5

les

13

25-mrt-13 29-mrt-13

6

les

di 19/3 ICTM Onderwijsdag + uitreiking propedeuse vr. 29/3 Goede vrijdag

14

01-apr-13 05-apr-13

7

les

ma. 1/4 Pasen

15

08-apr-13 12-apr-13

8

les

16

15-apr-13 19-apr-13

9

A3/T3/HT2-hoofdfase

17

22-apr-13 26-apr-13

10

T3/A3/HT2-hoofdfase

Lesvrij


di 27/11 uitreiking getuigeschriften

Voorjaarsvakantie di 5/3 uitreiking getuigschriften

do 25/4 Onderzoeksdag 11

Periode 4

18

29-apr-13 03-mei-13

1

Start periode 4

19

06-mei-13 10-mei-13

2

les

20

13-mei-13 17-mei-13

3

les

21

20-mei-13 24-mei-13

4

les

do 9/5 en vr 10/5 Hemelvaartsdag di 14/5 uitreiking getuigschriften ma 20/5 Pinksteren

22

27-mei-13 31-mei-13

5

les

di 28/5 ICTM Onderwijsdag

23

03-jun-13 07-jun-13

6

les

24

10-jun-13 14-jun-13

7

les

25

17-jun-13 21-jun-13

8

les

26

24-jun-13 28-jun-13

9

A4/T4/HT3

27

01-jul-13 05-jul-13

10

T4/A4/HT3

28

08-jul-13 12-jul-13

11

ma+di HA4+ prop HT4

29

15-jul-13 19-jul-13

12

Afhandeling 2012-2013

30

22-jul-13 26-jul-13

Lesvrij

wo 17/7 uitreiking getuigschriften do 18/7 uitreiking propedeuse Zomervakantie

31

29-jul-13 02-aug-13

Lesvrij

Zomervakantie

32

05-aug-13 09-aug-13

Lesvrij

Zomervakantie

33

12-aug-13 16-aug-13

Lesvrij

Zomervakantie

34

19-aug-13 23-aug-13

Hoofdfase HT4

Zomervakantie

35

26-aug-13 30-aug-13

Lesvrij

Zomervakantie

36

02-sep-13 06-sep-13

1

di 30/4 Koninginnedag

Start periode 1 2013-2014

Toetsschema Lesweken Periode 1

1

2

3

4

5

6

7

8

Periode 2

Periode 3 Voor propedeuse... Voor hoofdfase…. Periode 4

hA2 hT2 ….

….

10 T1 hA1

T2 hT1

A2 hT1

A3

T3 hA3

….

….

….

….

….

hT2 T4 hT3

hT2 A4 hT3

Voor propedeuse.. …. …. …. …. Voor hoofdfase…. hT4 in augustus 2013

….

….

….

….

….

….

T(periodenummer) A(periodenummer) hT(periodenummer) hA(periodenummer)

….

9 A1

11

hA4 hT4

Lesweken: colleges, workshops, projectgroepen, verwerken stof Toets: maken van de schriftelijke toets (zie onderwijs en examenregeling) Assessment: eindbeoordeling praktijkleren (zie onderwijs en examenregeling) Herkansing van de schriftelijke toets Herkansing van het assessment


12

Data voor afstuderen cursusjaar 2012/2013

Halfjaar (periode) 2012-2.2 2013-1.1 2013-1.2 2013-2.1

Di 04 sep 2012 Di 20 nov 2012 Di 05 mrt 2013 Di 14 mei 2013

Halfjaar (periode)

Uiterste Startdatum

Voorlichting

2012-1.2

Ma 07 mei 2012

2012-2.1

Ma 03 sep 2012

2012-2.2

Ma 19 nov 2012

2013-1.1

Ma 11 feb 2013

2013-1.2

Ma 06 mei 2013

2013-2.1

nnb

Uiterste Inschrijfdatum Vr 28 sep 2012 Vr 14 dec 2012 Vr 15 mrt 2013 Vr 07 jun 2013 Uiterste inleverdatum afstudeerdossier Ma 01 okt 2012 voor 20.00 uur Ma 14 jan 2013 voor 20.00 uur Ma 01 apr 2013 voor 20.00 uur Vr 07 jun 2013 voor 16.00 uur Ma 30 sep 2013 voor 20.00 uur nnb

Examenzittingen

Uitreiking Getuigschriften

29 okt 2012 t/m 01 nov 2012

Di 27 nov 2012

04 feb 2013 t/m 07 feb 2013

Di 5 mrt 2013

22 apr 2013 t/m 25 apr 2013

Di 14 mei 2013

24 jun 2013 t/m 04 jul 2013

Wo 17 juli 2013

28 okt 2012 t/m 31 okt 2013 (onder voorbehoud) nnb

Di 26 nov 2013 (onder voorbehoud) nnb

k. Het is mogelijk een keuzeonderwijseenheid in te vullen met het lidmaatschap van de opleidingscommissie. Aan het lidmaatschap zijn de volgende eisen verbonden: a. actief inzetten in de opleidingscommissie; b. verplichte aanwezigheid bij de vergaderingen van opleidingscommissie; de data zijn gepubliceerd in de jaarkalender van de opleiding; c. kort verslag van de activiteiten die voor de opleidingscommissie zijn ontplooid inclusief een urenverantwoording. Dit verslag dient in de maand juli van het collegejaar toegestuurd te worden aan het docentlid van de OC, die verbonden is aan de opleiding. Het lidmaatschap van de student wordt beoordeeld op basis van bovenstaande eisen. Bij een voldoende beoordeling levert een jaar lidmaatschap maximaal 3 studiepunten op. l. Overgangsmaatregelen Voor studenten die voor 1 september 2012 aan de opleiding zijn begonnen geldt dat zij in het studiejaar 2012-2013 nog één maal alle propedeuseonderwijsonderdelen (G -> IDM-A, M1 -> IDM-B, en M2 ) op de in het programma (bijlage 1) aangegeven momenten kunnen volgen. Artikel 7

Financiële bijdragen

Hogeschooldeel 1. De hogeschool stelt de inschrijving niet afhankelijk van een andere geldelijke bijdrage dan het collegegeld. 2. De opleiding kan een student vragen leer(hulp)middelen aan te schaffen, als de opleiding deze noodzakelijk acht voor het studieprogramma. 3. In het opleidingsdeel is aangegeven welke leer(hulp)middelen de opleiding noodzakelijk acht om het onderwijs te kunnen volgen en wat de omvang is van de kosten die de aanschaf van deze leer(hulp)middelen met zich meebrengt. 4. Indien er kosten verbonden zijn aan activiteiten die als onderwijseenheid zijn opgenomen in het onderwijsprogramma, biedt de opleiding de student een gelijkwaardig alternatief aan, indien hij die kosten niet kan of wil maken. Hiertoe dient de student een verzoek in bij de examencommissie. De examencommissie besluit na overleg met de docent. De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2012-2013 Deeltijdopleiding Informatiedienstverlening en -management

13

Opleidingsdeel a. Leer(hulp)middelen In de leerplannen (bijlage 2) is opgenomen welke boeken voor welke onderwijseenheden worden gebruikt. Bijlage 5 bij deze OER bevat een volledige boekenlijst, waarin ook een prijsindicatie van de boeken is opgenomen. b. Excursies en werkbezoeken Aan excursies en werkbezoeken zijn geen kosten verbonden. Artikel 8

Toekennen van studiepunten

Hogeschooldeel 1. Elke onderwijseenheid heeft in beginsel een omvang in studielast van 3 of meer hele studiepunten (zie art 6.6). 2. De opleiding kent de studiepunten behorend bij een onderwijseenheid aan de student toe, wanneer deze minimaal voldaan heeft aan de volgende voorwaarden: a) de student heeft de aan de onderwijseenheid verbonden toets of de aan de onderwijseenheid verbonden deeltoetsen afgelegd en b) het eindresultaat behaald voor een onderwijseenheid is minimaal 5,5 op een tienpunt-schaal of voldoende op een voldoende / onvoldoende schaal. Aan de resultaten van deeltoetsen kan de opleiding in het opleidingsdeel voorwaarden verbinden, zie hiervoor artikel 11 lid 8 van dit reglement. c) de student heeft vrijstelling verkregen van het afleggen van de aan de onderwijseenheid verbonden toets. 3. Aan het met positief resultaat afleggen van een deeltoets kent de opleiding geen studiepunten toe. 4. De student kan eindresultaten behaald voor onderwijseenheden niet compenseren. Artikel 9

Examencommissie

Hogeschooldeel 1. De academiedirecteur stelt één examencommissie in, die werkzaam is voor alle aan zijn academie verbonden opleidingen. 2. De academiedirecteur draagt er zorg voor dat het onafhankelijk en deskundig functioneren van de examencommissie voldoende wordt gewaarborgd. 3. De examencommissie heeft de volgende taken en bevoegdheden: a. Stelt vast of een student voldoet aan de voorwaarden die deze onderwijs- en examenregeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad; b. Borgt de kwaliteit van de toetsen en examens; c. Geeft richtlijnen en aanwijzingen binnen het kader van deze onderwijs- en examenregeling om de uitslag van toetsen en examens te beoordelen en vast te leggen; d. Beslist over verzoeken van vrijstelling voor het afleggen van een of meer toetsen en verleent toegang tot verkorte of versnelde routes zoals bedoeld in artikel 5 van de OER; e. Verbindt voorwaarden aan de toestemming tot het afleggen van een of meer onderdelen van de hoofdfase voordat de student het propedeutische examen met goed gevolg heeft afgelegd (zie art.18, lid 5); f. Brengt het studieadvies uit voor de propedeutische fase, zoals bedoeld in artikel 18 van de OER; g. Behandelt verzoeken van studenten om voorzieningen en aanpassingen op grond van de wet Gelijke Behandeling inzake Handicap of Chronisch ziekte en bepaalt de wijze waarop lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte studenten redelijkerwijs in de gelegenheid worden gesteld de toetsen af te leggen (WHW 7.13.m); h. Is bevoegd de geldigheidsduur van met goed gevolg afgelegde toetsen te verlengen (WHW 7.13k); i. Is bevoegd te bepalen dat toetsen anders dan in de OER vastgelegd; mondeling, schriftelijk of op een andere wijze worden afgelegd (WHW 7.13.l); De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2012-2013 Deeltijdopleiding Informatiedienstverlening en -management

14

j. Is bevoegd tot het verlenen van vrijstelling van de verplichting tot deelname aan praktische oefeningen, met het oog op de toelating tot het afleggen van de desbetreffende toets, al dan niet onder oplegging van vervangende eisen (WHW 7.13. t); k. Behandelt verzoeken om nog niet tot uitreiking getuigschrift over te gaan (WHW 7.11.3); l. Beoordeelt fraude en legt sancties op en kan bij ernstige fraude het College van Bestuur voostellen de inschrijving van betrokkene definitief te beëindigen (zie WHW art 7.12b en artikel 17 van deze OER); m. Reikt het getuigschrift uit ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, nadat het instellingsbestuur heeft verklaard dat aan procedurele vereisten voor de afgifte is voldaan (WHW 7.11.2) en voegt hieraan een supplement toe en geeft desgevraagd verklaringen af over afgelegde toetsen; n. Verleent toestemming tot het volgen van minors, voor zover dat volgens artikel 6.11 van deze OER vereist is; o. behandelt bezwaren van studenten tegen beoordeling door een examinator. 4. Voor het afnemen van toetsen wijst de examencommissie examinatoren aan. De examinatoren verstrekken de examencommissie de gevraagde inlichtingen. 5. Indien een student bij de examencommissie een verzoek of een klacht indient waarbij een examinator betrokken is die lid is van de examencommissie, neemt de betrokken examinator geen deel aan de behandeling van het verzoek of de klacht. Opleidingsdeel a. Verzoeken aan de examencommissie dienen te worden gericht aan: [email protected] Artikel 10

Examens

Hogeschooldeel 1. Een opleiding kent een propedeutische fase en een hoofdfase. Aan beide fasen is een examen verbonden. Indien de student de toetsen van de tot de propedeutische of de hoofdfase of het Adprogramma behorende onderwijseenheden met goed gevolg heeft afgelegd, heeft de student het desbetreffende examen afgelegd, behalve als er in het opleidingsdeel bepaald is dat het examen tevens een door de examencommissie zelf te verrichten onderzoek omvat (artikel 7.10 lid 2 WHW). 2. Indien de examencommissie heeft bepaald dat het examen tevens een door haar zelf te verrichten onderzoek omvat, stelt zij de inhoud van dat onderzoek jaarlijks voor aanvang van het studiejaar vast. De inhoud van dit onderzoek is vastgelegd in het opleidingsdeel. 3. Aan een student die een examen met goed gevolg heeft afgelegd reikt de examencommissie een getuigschrift uit (artikel 7.11 WHW). Artikel 11

Toetsen

Hogeschooldeel Toetsen en deeltoetsen 1. De student sluit een onderwijseenheid af met een toets. Een toets kan bestaan uit meerdere deeltoetsen. Aan deelname aan (deel)toetsen kan de opleiding in het opleidingsdeel redelijke voorwaarden van organisatorische- en onderwijskundige aard verbinden (zie artikel 12) 2. De examencommissie kan bepalen dat een student, alvorens hij een toets kan afleggen, verplicht is deel te nemen aan bepaalde praktische oefeningen. De examencommissie kan vrijstelling geven van deze verplichting en al dan niet vervangende eisen stellen. In het opleidingsdeel is vermeld aan welke praktische oefeningen de student verplicht moet deelnemen, evenals de procedure die hij moet volgen om ontheffing van deze verplichting te krijgen (WHW 7.13 lid 1 sub j). 3. In het opleidingsdeel is bij de beschrijving van de onderwijseenheden (artikel 6) opgenomen op welke wijze de (deel)toetsen worden afgenomen (mondeling, schriftelijk, anderszins). 4. De examencommissie draagt er zorg voor dat de leerdoelen en/of competenties die getoetst worden, voorafgaand aan de desbetreffende toets bekend zijn.


15

Beoordeling 5. De examencommissie draagt er zorg voor dat de normering van de verschillende onderdelen van de toets voorafgaand aan de desbetreffende toets bekend is. Indien de normering niet wordt vermeld, geldt voor alle onderdelen van de toets dezelfde normering. Op basis van de kwalitatieve analyse van de toets kan de examinator de normering achteraf, met instemming van de examencommissie, aanpassen. 6. Een (deel)toets wordt beoordeeld met een van de volgende kwalificaties: a. Onvoldoende aan te duiden als O, waarbij een onvoldoende de betekenis heeft van een cijfer lager dan 5,5; b. Voldoende aan te duiden met V, waarbij een voldoende de betekenis heeft van een cijfer hoger dan of gelijk aan 5,5. 7. Indien een (deel)toets wordt beoordeeld met een cijfer, dan geldt dat het cijfer met de nauwkeurigheid van 0,1 (een tiende) op de schaal van 1,0 tot en met 10,0 wordt gegeven. Indien er sprake is van afronding rondt de opleiding de cijfers af op hele getallen. Is het eerste cijfer achter de komma kleiner dan 5 dan wordt het toetscijfer naar beneden afgerond (bijvoorbeeld: 6,48 wordt 6). Is het eerste cijfer achter de komma gelijk aan of groter dan 5 dan wordt het toetscijfer naar boven afgerond (bijvoorbeeld: 6,51 wordt 7). Bij cijfers die het resultaat zijn van een gewogen of berekend gemiddelde vindt geen afronding plaats. Indien dit cijfer bestaat uit meerdere decimalen worden deze teruggebracht tot 1 decimaal (bijvoorbeeld: 6,49 wordt 6,4). Hierbij vindt géén afronding plaats (bijvoorbeeld: 6,49 wordt afgekapt naar 6,4). De opleiding kan ervoor kiezen toetscijfers af te ronden op hele getallen. Indien de opleiding besluit tot afronding op hele getallen, is dit vastgelegd in het opleidingsdeel. 8. Als een opleiding een onderwijseenheid toetst door middel van deeltoetsen die zij beoordeelt met een cijfer, dan is het eindresultaat voor die onderwijseenheid het rekenkundige gemiddelde van alle deeltoetsen. Indien bij middeling van de deelcijfers sprake is van een gewogen gemiddelde, dan geeft de opleiding dit in het opleidingsdeel aan. 9. De opleiding kan in het opleidingsdeel vastleggen dat de resultaten van bepaalde deeltoetsen voldoende moeten zijn (5,5 of, bij afronding, 6 of V). 10. Aan resultaten van deeltoetsen worden geen studiepunten toegekend. 11. De opleiding kent geen beoordeling toe aan (deel)toetsen verbonden aan onderwijseenheden waarvoor de examencommissie vrijstelling heeft verleend. Bekendmaking resultaat en bezwaar en beroep 12. De opleiding maakt het resultaat van een (deel)toets uiterlijk 15 werkdagen na afloop van de toets bekend in OSIRIS. Dit is de officiële bekendmaking. Aan de resultaten die staan vermeld in OSIRIS kan de student rechten ontlenen twee maanden na de datum waarop de toets plaatsvond. 13. Indien het resultaat niet binnen 15 werkdagen na afloop van de toets bekend is gemaakt in OSIRIS, kan de student bezwaar aantekenen bij de examencommissie. Het bezwaar moet binnen 20 werkdagen nadat het resultaat in OSIRIS gepubliceerd had moeten zijn, ingediend worden. 14. Indien een student het niet eens is met een beoordeling door een examinator, kan de student binnen 20 werkdagen na de officiële bekendmaking in OSIRIS, schriftelijk bezwaar aantekenen bij de examencommissie. De examencommissie kan zich bij het afhandelen van het bezwaar laten adviseren door bijv. de toetscommissie. 15. Indien een student bezwaar heeft aangetekend belegt de examencommissie zonodig een vergadering waarin zij zowel de student als de examinator kan horen. De examencommissie deelt de beslissing schriftelijk en uiterlijk 15 werkdagen nadat zij het bezwaar heeft ontvangen mee aan de student. De termijn vangt aan op de dag volgend op die waarop het schriftelijke bezwaar van de student is ontvangen. 16. De student kan tegen beslissingen van de examencommissie en examinatoren in beroep gaan bij het College van Beroep voor de Examens van de Haagse Hogeschool (artikel 7.61 WHW) (zie studentenstatuut deel 1, bijlage 8). Kennelijke fouten 17. De examencommissie kan kennelijke fouten in OSIRIS binnen 2 maanden na afloop van de toets herstellen. Tegen het herstelde resultaat kan de student binnen 20 werkdagen na het herstel in OSIRIS, bezwaar aantekenen bij de examencommissie. Inzage 18. De opleiding stelt de student in de gelegenheid om inzage te krijgen in de beoordeelde toets en de gehanteerde normen op een nader door de opleiding te bepalen moment, doch in ieder geval uiterlijk De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2012-2013 Deeltijdopleiding Informatiedienstverlening en -management

16

15 werkdagen na de officiële bekendmaking van het resultaat in OSIRIS. De termijn vangt aan op de dag volgend op die waarop het resultaat officieel is bekend gemaakt. Daarnaast kan de student de beoordeelde toets binnen deze termijn inzien op afspraak met de docent (artikel 7.13 lid 2 sub p WHW). Herkansing 19. De opleiding biedt de student in beginsel voor elke (deel)toets ten minste één herkansing in hetzelfde studiejaar aan. Toetsen die de student niet in hetzelfde studiejaar kan herkansen, omdat een herkansing redelijkerwijs niet valt in te passen in het onderwijsprogramma wegens het specifieke karakter van een onderwijseenheid, zijn opgenomen in het opleidingsdeel. Bij herkansing telt het hoogste resultaat. Opleidingsdeel a. Voorwaarden aan deelname aan (deel)toetsen Voorwaarden voor deelname aan (deel)toetsen zijn opgenomen in de leerplannen, bijlage 2. b. Aanwezigheidsplicht In het leerplan (bijlage 2) wordt vermeld of er sprake is van een aanwezigheidsplicht bij practica en/of werkcolleges. De exacte invulling van de aanwezigheidsplicht staat vermeld in de blokwijzer / modulewijzer. c. Toetsstof en vorm waarin getoetst wordt De leerdoelen en/of competenties/beroepstaken die de opleiding toetst, zijn beschreven in de beschrijving van de onderwijseenheden, te vinden in bijlage 2. Daar is ook de toetsvorm opgenomen. d. Afronding De opleiding rondt toetscijfers af volgens artikel 11, lid 7. e. Beoordeling van toetsen Indien een onderwijseenheid wordt afgerond met meerdere deeltoetsen dan is in de beschrijving van de onderwijseenheden aangegeven welke weegfactor geldt bij de totstandkoming van het eindcijfer van de betreffende onderwijseenheid, zie bijlage 2. f. Minimaal te behalen resultaat voor deeltoetsen Als voor een deeltoets een minimumcijfer of de beoordeling V behaald moet worden, staat dat vermeld in het leerplan: bijlage 2. g. Tijdstip toetsen en herkansingen De opleiding neemt (deel)toetsen af in de laatste twee weken van de periode waarin de onderwijseenheid gegeven wordt, tenzij anders is vermeld in de jaarkalender in artikel 6 van dit reglement. De opleiding biedt de mogelijkheid tot herkansing uiterlijk in de toetsweken van de volgende periode. Uitzonderingen hierop staan vermeld in de jaarkalender in artikel 6 van dit reglement. h. Bekendmaking van resultaten Als de herkansing van (deel)toetsen binnen de termijn van 15 werkdagen valt, waarin de resultaten in OSIRIS bekend gemaakt moeten zijn, dan geldt dat de resultaten uiterlijk 3 werkdagen voor de herkansing bekend gemaakt moeten worden in OSIRIS. In februari en juli geldt dat de resultaten van de propedeuseherkansingen uiterlijk 3 werkdagen voor de BSA-vergadering van de examencommissie in OSIRIS moeten staan. Artikel 12

Regelingen met betrekking tot het uitvoeren van toetsen

Hogeschooldeel 1. In het opleidingsdeel zijn nadere bepalingen opgenomen met betrekking tot de uitvoering van (deel)toetsen. Het gaat daarbij om regels betreffende inschrijving, de aanwezigheid, de openbaarheid van mondeling af te nemen tentamens, de wijze van inleveren van opdrachten, gedrag, verboden handelingen en dergelijke. 2. Bij het afleggen van (deel)toetsen dient de student zich te legitimeren met een paspoort of identiteitskaart volgens Europees model, een Nederlands rijbewijs of een Nederlands verblijfsdocument; W document of gepriviligeerden-document ( zie voor een overzicht www.identiteitsdocumenten.nl). 3. Zonder geldige legitimatie is er geen recht op deelname aan de toets. De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2012-2013 Deeltijdopleiding Informatiedienstverlening en -management

17

4. Mondelinge toetsen en examens zijn niet openbaar, tenzij de examencommissie in bijzondere gevallen anders bepaalt (artikel 7.13 WHW). 5. Indien een student een toets aflegt bij een andere opleiding dan waarvoor hij staat ingeschreven, zijn de regels die gelden in de opleiding waarbij hij de toets aflegt, op hem van toepassing. Opleidingsdeel a. Bepalingen ten aanzien van de uitvoering van (deel)toetsen In het leerplan (bijlage 2) is bepaald in welk vorm (mondeling, schriftelijk of anderszins) de (deel)toetsen afgenomen worden. b. Inschrijving voor deelname aan onderwijs en toetsen 1. De propedeusestudent die in september 2012 begonnen is met de opleiding wordt voor een jaar automatisch ingeschreven voor het reguliere onderwijs (inclusief toetsen). Inschrijven voor ‘extra’ onderwijs zal altijd in overleg met de studieloopbaanbegeleider gaan. Na overleg moet in de daarvoor aangegeven periode bij de studentenadministratie worden ingeschreven. 2. Na het eerste jaar moet de student zich inschrijven voor het onderwijs dat hij /zij wil volgen. In principe wordt ieder onderwijseenheid van de propedeutische fase één maal per jaar regulier aangeboden. Uiterste inschrijfdata voor blokken, schriftelijke toetsen en herkansingen staan vermeld op de daarvoor bedoelde roosters, dan wel in het inschrijfpakket. Studenten die zich niet ingeschreven hebben voor de schriftelijke toets(en) wordt de toegang tot de gewone toetslokalen geweigerd. Zij kunnen hun toets maken in het overlooplokaal. 3. Studenten moeten zich in OSIRIS Student inschrijven. c. Toetsing 1. De duur van een schriftelijke toets bedraagt minstens 100 minuten en hoogstens 150 minuten. 2. De duur van een mondelinge toets bedraagt minstens 30 minuten en hoogstens 60 minuten. 3. Voor speciale toetsvormen (b.v. (groeps)assessments) kan de examinator een afwijkende toetstijd aanvragen bij de examencommissie. 4. De examencommissie kan in bijzondere gevallen toestaan, dat ten voordele van de kandidaat wordt afgeweken van de gebruikelijke gang van zaken. Deze regeling is met name bedoeld voor buitenlandse studenten en studenten die Nederlands niet als moedertaal hebben, dyslectici, topsporters en gehandicapte studenten. 5. (Deel)toetsen kunnen bij inschrijving afzonderlijk worden herkanst. Het hoogst behaalde resultaat geldt als eindresultaat. 6. Een student wordt tot 30 minuten na aanvang van de toets toegelaten; hij /zij mag niet langer doorwerken. 7. De studenten mogen het lokaal verlaten vanaf 30 minuten na aanvang van de toets. 8. De studenten mogen tot 15 minuten voor afloop van een toets hun uitwerkingen inleveren en het lokaal verlaten. De studenten die dan nog aanwezig zijn, dienen tot na afloop van de toets en het ophalen van de uitwerkingen op hun plaats te blijven zitten. 9. De studenten moeten de uitwerkingen maken op het verstrekte papier en dit voorzien van naam en studentnummer. Zij mogen geen ander papier gebruiken (dus ook geen eigen kladpapier). 10. De studenten mogen alleen die hulpmiddelen gebruiken waarvan het gebruik volgens het leerplan uitdrukkelijk toegestaan is. Ook op het toetsvoorblad staat vermeld welke hulpmiddelen zijn toegestaan. 11. Alle andere, niet op het toetsvoorblad vermelde, mogelijke hulpmiddelen, zoals rekenmachines, telefoons, smartphones, boeken, readers, aantekeningen, eigen papier, etuis moeten buiten bereik opgeborgen worden in een afgesloten tas, of worden ingeleverd bij de toezichthouder. 12. Als een student geen uitwerkingen inlevert, dan moet hij /zij een blanco blaadje met daarop zijn /haar naam en studentnummer inleveren. 13. Studenten die op grond van artikel 14 verlengde toetstijd krijgen, ontvangen daarvoor een pasje dat zij bij de toets kunnen tonen. d. Toezicht bij examenonderdelen 1. Het toezicht bij schriftelijke (deel)toetsen geschiedt onder verantwoordelijkheid van de examencommissie. Er is minstens één toezichthouder per lokaal aanwezig. 2. Nadat de opgaven aan de student zijn uitgereikt, mogen hierover geen mededelingen of inlichtingen aan de studenten worden verstrekt, tenzij de examinator daartoe machtiging heeft verleend. De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2012-2013 Deeltijdopleiding Informatiedienstverlening en -management

18

3. Het toezicht bij mondelinge (deel)toetsen geschiedt onder verantwoordelijkheid van de examencommissie, door daartoe aangewezen docenten, dan wel instructeur HA-06, van de Academie. Bij ieder mondelinge (deel)toets zijn minimaal twee beoordelende docenten, dan wel instructeur HA-06, aanwezig: waarbij één tevens in de rol van toezichthouder. 4. Van de schriftelijke en mondelinge (deel)toets maken zij die daarbij toezicht hebben gehouden, proces verbaal op. In het proces verbaal dient melding gemaakt te worden van de aanwezigheid van de studenten en eventueel geconstateerde onregelmatigheden. De toezichthouder levert dit proces verbaal, tezamen met het gemaakte werk, in bij de administratie. 5. Klachten over onregelmatigheden, opgaven, op- of aanmerkingen betrekking hebbende op de toetsing van een examenonderdeel kan een student laten opnemen in het proces verbaal. 6. De examencommissie kan in bijzondere gevallen toestaan, dat ten voordele van de student wordt afgeweken van de gebruikelijke gang van zaken. Artikel 13

Geldigheidsduur (deel)toetsresultaten en verleende vrijstellingen en bewaartermijn toetsen

Hogeschooldeel 1. Resultaten behaald vanaf 1-9-2011 voor deeltoetsen, toetsen en vrijstellingen binnen het propedeutische examen zijn 3 jaar geldig, resultaten behaald binnen een hoofdfaseprogramma zijn 5 jaar geldig, te rekenen vanaf de officiële bekendmaking van het resultaat in Osiris, tenzij in het opleidingsdeel een kortere geldigheidsduur voor deeltoetsen is vastgesteld. 2. Als overgangsregeling geldt: a. resultaten behaald tussen 1-9-2007 en 1-9-2011, zijn 10 jaar geldig, tenzij in de toenmalige onderwijsexamen regeling van de opleiding een andere geldigheidsduur was vastgesteld. b. resultaten behaald voor 1 september 2007, zijn onbeperkt geldig, tenzij in de toenmalige onderwijsexamen regeling van de opleiding een andere geldigheidsduur was vastgesteld. 3. In bijzondere gevallen en op schriftelijk verzoek van de student, kan de examencommissie besluiten om de geldigheidsduur te verlengen of om een aanvullende of vervangende toets af te nemen (artikel 7.13 WHW). Een besluit daarover deelt de examencommissie schriftelijk mee.. 4. De opleiding bewaart gemaakte toetsen ten minste zes maanden, te rekenen vanaf de officiële bekendmaking van het resultaat in Osiris. Afstudeerwerkstukken worden minimaal twee jaar bewaard. In geval van beroep tegen de uitslag van een toets bewaart de opleiding de desbetreffende toets gedurende de periode waarin nog niet onherroepelijk op het beroep is beslist. Opleidingsdeel a. Geldigheidsduur deeltoetsen Geen specifieke regeling van toepassing Artikel 14 Bijzondere voorzieningen voor studenten met een functiebeperking en voor studenten die een topprestatie leveren. Hogeschooldeel 1. Een student met een functiebeperking heeft vanwege de Wet gelijke behandeling op grond van een handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ) en de WHW (artikel 7.13) recht op doeltreffende aanpassingen (dat wil zeggen: geschikt en noodzakelijk), tenzij deze voor de hogeschool een onevenredige belasting vormen. 2. Aanpassingen dienen ertoe belemmeringen weg te nemen of te beperken en de zelfstandigheid en volwaardige participatie van de student zoveel mogelijk te bevorderen. De aanpassingen kunnen betrekking hebben op de toegankelijkheid van gebouwen, het onderwijsprogramma (inclusief de stages), de studieroosters, de onderwijswerkvormen, de toetsing en de leermiddelen. 3. De student met een functiebeperking die aanspraak wil maken op aanpassingen, dient hiertoe een gemotiveerd verzoek in bij de examencommissie. Het verzoek moet voorzien zijn van een advies van de studentendecaan, dat gebaseerd is op de aan de studentendecaan overhandigde medische verklaring, waarin de persoonlijke gegevens van de student en de medische diagnose vermeld zijn. Bij dyslexie volstaat een dyslexieverklaring op grond van een door een erkende psycholoog of De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2012-2013 Deeltijdopleiding Informatiedienstverlening en -management

19

orthopedagoog verricht onderzoek. Wanneer de examencommissie dit voor het door haar te nemen besluit noodzakelijk acht, kan zij, op basis van geheimhouding, inzage krijgen in de medische verklaring. 4. Uiterlijk 15 werkdagen nadat de student een intake heeft gehad met de studentendecaan, is het advies van de studentendecaan gereed. De examencommissie behandelt het verzoek binnen 15 werkdagen nadat het ontvangen is. Een besluit tot het uitvoeren van de toegekende voorziening wordt binnen 15 werkdagen nadat het besluit is genomen, uitgevoerd. Indien het een verzoek tot een complexe voorziening betreft kunnen elk van deze termijnen met 15 werkdagen worden verlengd. De betrokken instantie stelt de student op de hoogte van deze verlenging. 5. Een student die topsport beoefent of een topprestatie op cultureel of ander gebied op het hoogste niveau levert, met een tijdsbesteding van ten minste 15 uur per week, kan een verzoek indienen voor studiefaciliteiten. De student moet dit verzoek direct bij aanvang van het studiejaar, danwel direct na het optreden van de omstandigheden, indienen bij de examencommissie. De examencommissie beslist, na advisering door de coördinator topsport als het om sport gaat en door de studentendecaan van zijn opleiding als het om andere topprestaties gaat. 6. In bijzondere gevallen, ter beoordeling van de academiedirecteur, kunnen doeltreffende voorzieningen worden toegekend aan studenten die niet vallen onder lid 1 of 5. Artikel 15

Aanpassingen in geval van een buiten Nederland afgegeven diploma

Hogeschooldeel 1. De student die niet beschikt over een in Nederland afgegeven diploma van het voortgezet onderwijs kan een verzoek indienen om gedurende het eerste jaar van inschrijving aan de hogeschool, voor Nederlandstalige (deel)toetsen 30% van de toetstijd extra te krijgen en/of gebruik te maken van een woordenboek. 2. De student richt het verzoek aan de examencommissie. 3. De examencommissie kan deze aanpassingen uitbreiden. In het opleidingsdeel is beschreven hoe de student een verzoek tot aanpassingen of uitbreiding daarvan moet indienen. Opleidingsdeel De student die recht meent te hebben op verlenging van de toetstijd en/of het gebruik van een woordenboek bij toetsen kan hiertoe een schriftelijk en gemotiveerd verzoek indienen bij de examencommissie. Dit verzoek moet uiterlijk 15 werkdagen voor aanvang van de onderwijseenheid door de examencommissie zijn ontvangen. Deze procedure geldt ook voor een verzoek tot uitbreiding van de aanpassingen. Artikel 16

Overmacht

Hogeschooldeel Wanneer een student door overmacht is verhinderd aan een toets deel te nemen kan de examencommissie, op schriftelijk gemotiveerd verzoek daartoe van de student (indien mogelijk voorafgaand aan de toets), besluiten dat deze de gelegenheid krijgt de desbetreffende toets op een ander moment af te leggen. Artikel 17

Onregelmatigheden, fraude en plagiaat

Hogeschooldeel 1. Reikwijdte a. Onder onregelmatigheden wordt onder andere, maar niet uitsluitend, verstaan: het niet opvolgen van schriftelijk of mondeling gegeven regels of aanwijzingen omtrent de gang van zaken tijdens een toets, fraude en plagiaat. b. Onder fraude wordt onder andere, maar niet uitsluitend, verstaan: het afkijken tijdens een toets; het bij zich hebben van ongeoorloofd materiaal tijdens een toets; het inleveren van werk onder een andere naam dan de eigen naam; het zich niet houden aan regels die (mede) zijn ingesteld om fraude te voorkomen tijdens een toets; het ter beschikking stellen van eigen materiaal aan anderen om als (onderdeel van) te beoordelen werk in te leveren; het zich voorafgaand aan de De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2012-2013 Deeltijdopleiding Informatiedienstverlening en -management

20

toets in kennis gesteld te hebben van vragen, opgaven of modelantwoorden van de betreffende toets; het aanwenden van vervalste gegevens voor onderzoek in het kader van een vak en/of de scriptie. c. Onder plagiaat worden onder andere, maar niet uitsluitend, de volgende situaties verstaan: het letterlijk of in eigen woorden verwerken van delen van het werk van anderen of eerder gepubliceerd eigen werk, al dan niet met aanhalingstekens, in eigen werk zonder verdere specificatie of bronvermelding; het presenteren van uitgewerkte ideeën of vondsten van anderen als eigen ideeën of vondsten. 2.

Procedure bij het constateren van fraude, plagiaat of andere onregelmatigheden Wanneer fraude, plagiaat of andere onregelmatigheden tijdens of na de toets worden vermoed, geldt de volgende procedure. a. De surveillant of examinator maakt een aantekening op het door de student ingeleverde of in te leveren werk en neemt eventuele bewijsstukken in. b. De student wordt in de gelegenheid gesteld om de toets of het examen af te maken. c. De surveillant of examinator maakt proces-verbaal op, waarin ten minste wordt vastgelegd wat de surveillant of examinator heeft waargenomen en op grond waarvan het vermoeden van fraude is ontstaan. d. De surveillant of examinator stelt de examencommissie op de hoogte van het vermoeden van fraude en overlegt daarbij het proces-verbaal. e. Binnen vijf werkdagen na ontvangst van de melding stelt de examencommissie de student op de hoogte van het vermoeden van fraude. f. Binnen vijftien werkdagen na ontvangst van de melding stelt de examencommissie de student in de gelegenheid om te worden gehoord. De examencommissie stuurt de student hiertoe schriftelijk een uitnodiging. g. Binnen vijftien werkdagen na het tijdstip waarop de student in de gelegenheid is gesteld om te worden gehoord stelt de examencommissie vast of er sprake is van fraude. Deze beslissing wordt schriftelijk aan de student medegedeeld, tezamen met de eventueel opgelegde sancties. Van deze beslissing wordt een afschrift aan de academiedirecteur gestuurd. Indien nader onderzoek nodig is, kan de examencommissie besluiten de termijn van vijftien werkdagen te verlengen. Hiervan stelt zij de student tijdig schriftelijk op de hoogte. h. Bij vermoeden van fraude wordt het ingeleverde werk niet nagekeken. De examinator kent geen beoordeling toe aan het ingeleverde werk. Indien de examencommissie vaststelt dat er geen sprake is van fraude, wordt het werk alsnog nagekeken en wordt er een beoordeling toegekend.

3.

Bepalingen ten aanzien van plagiaat a. Bij de detectie van plagiaat in teksten kan gebruik worden gemaakt van elektronische detectieprogramma’s zoals Ephorus. Met het aanleveren van de tekst geeft de student toestemming tot het opnemen van de tekst in de database van het betreffende detectieprogramma. b. Indien plagiaat in een toets wordt geconstateerd of vermoed, kan de examencommissie besluiten eerder door dezelfde student ingeleverde toetsen te onderzoeken op plagiaat. De student is verplicht om aan een dergelijk onderzoek mee te werken.

4.

Sancties a. Afhankelijk van de ernst van de gepleegde fraude, herhaalde fraude daaronder begrepen, kan de examencommissie de volgende sancties opleggen: -

Ongeldig verklaren van (een gedeelte van) de betreffende toets; Uitsluiting van de betreffende toets tot een maximum van een jaar; Uitsluiting van meer, door de examencommissie aan te wijzen toetsen tot een maximum van een jaar; Een combinatie van bovenstaande maatregelen.


21

b. Onverminderd het bepaalde onder a en b kan het College van Bestuur overgaan tot de volgende maatregelen: 5.

Definitieve beëindiging van de inschrijving voor de opleiding van betrokkene; Aangifte bij de politie; Een combinatie van bovenstaande maatregelen.

Rechtsbescherming a. Tegen een sanctie die de examencommissie op basis van dit artikel heeft opgelegd staat beroep open bij het College van Beroep voor de Examens. Het beroepschrift moet worden ingediend bij het Loket Rechtsbescherming. b. Tegen een sanctie die het College van Bestuur op basis van dit artikel heeft opgelegd staat bezwaar open bij de Geschillenadviescommissie. Het bezwaar moet worden ingediend bij het Loket Rechtsbescherming.

Artikel 18

Studievoortgang, studieloopbaanbegeleiding en studieadvies

1. Studieadvies propedeutische fase De examencommissie, onder verantwoordelijkheid van de academiedirecteur, geeft de student aan het eind van diens eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase van een opleiding (opleiding gestart op 1 september), resp. het tweede jaar van inschrijving voor de propedeuse (opleiding gestart in februari 1), schriftelijk of per e-mail 2 advies over de voortzetting van zijn studie binnen of buiten de opleiding waarvoor de student is ingeschreven. Het advies kan worden afgegeven zolang het propedeutische examen nog niet is behaald. 2.

Studieloopbaanbegeleiding De student heeft in de loop van elk studiejaar, zolang hij de propedeuse niet heeft behaald, met zijn studieloopbaanbegeleider minimaal twee gesprekken. In deze gesprekken wordt onder andere de studievoortgang besproken op basis van recente gegevens zoals vastgelegd in OSIRIS. Tenminste een gesprek vindt plaats in het eerste halfjaar van de studie en tenminste een in het tweede halfjaar van de studie. De student wordt geïnformeerd over de conclusies van de gevoerde gesprekken, de conclusies worden opgenomen in diens dossier. De academiedirecteur draagt zorg voor de studieloopbaanbegeleiding van de studenten die voor de opleiding staan ingeschreven. De studieloopbaanbegeleiding heeft onder andere tot doel een verantwoord studieadvies in de zin van artikel 18 lid 3 te kunnen uitbrengen, de student te ondersteunen in zijn oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding en de student te ondersteunen in het ontwikkelen van zelfregie met betrekking tot de studieloopbaan. Iedere student krijgt een studieloopbaanbegeleider toegewezen. Tijdens de propedeutische fase nodigt de studieloopbaanbegeleider de student schriftelijk uit voor minstens twee gesprekken per jaar in het kader van het bindend studieadvies. Het studieadvies dat aan het eind van de gesprekken wordt uitgebracht, wordt ondertekend door de studieloopbaanbegeleider en de student. Deze studieadviezen gelden indien noodzakelijk als waarschuwing (zie 18.6). Bij een dreigend bindend negatief studieadvies zal de studieloopbaanbegeleider eerst de student horen. De student kan te allen tijde een afspraak maken met de studieloopbaanbegeleider. Daarnaast kan de student contact opnemen met de studentendecaan en studentenpsycholoog en zich wenden tot het Loopbaancentrum.

1

Een inschrijvingsjaar begint op 1 september en eindigt op 31 augustus. Het eerste jaar van inschrijving van een student die zich op 1 februari van een kalenderjaar voor het eerst inschrijft, eindigt op 31 augustus van dat zelfde kalenderjaar. Op 1 september van dat kalenderjaar begint zijn tweede jaar van inschrijving. Op 1 september daarop volgend begint zijn derde jaar van inschrijving. 2 De e-mail wordt gestuurd naar het hogeschoole-mailadres van de student.


22

3.

Studieadvies, criteria en consequenties Voor de opleiding Informatiedienstverlening en -management gelden de volgende adviezen en criteria:

3.1. Positief advies; het advies aan de student dat hij zijn studie binnen de opleiding mag voortzetten, wordt verstrekt indien de student het propedeutische examen heeft behaald. 3.2. Aangehouden studieadvies; het advies aan de student, dat hij zijn studie binnen de opleiding voorlopig mag voortzetten, wordt verstrekt indien de student de norm van het studieadvies voor het eerste jaar van inschrijving heeft behaald, maar het propedeutische examen niet heeft behaald. De student mag toetsen behorend bij het onderwijs van de hoofdfase afleggen, op voorwaarde dat hij voorrang geeft aan onderwijseenheden uit de propedeuse. De examencommissie kan voorwaarden verbinden aan het mogen deelnemen aan toetsen van onderwijseenheden van de hoofdfase (zie artikel18 lid 5). 3.3. Negatief bindend studieadvies; het bindende advies aan de student dat hij zijn studie binnen de opleiding niet mag voorzetten. Het advies wordt verstrekt indien de student de norm van het studieadvies niet heeft gehaald. 3.3.1. Norm negatief bindend studieadvies: De normen verbonden aan het beoordelen van de studievoortgang en het afgeven van een negatief bindend advies zijn als volgt: - De student die deelneemt aan het gehele propedeuseprogramma krijgt aan het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase een negatief bindend studieadvies, indien hij op dat moment minder dan 40 (resp. 2/3e van 60) studiepunten uit de propedeutische fase heeft behaald. Dit advies wordt afgegeven uiterlijk op 31 augustus als de opleiding is gestart op 1 september van het eerste jaar van inschrijving en uiterlijk op 28 februari van het tweede jaar van inschrijving als de opleiding is gestart op 1 februari. - De student aan wie vrijstelling is verleend voor een of meerdere onderwijseenheden, krijgt aan het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase een negatief bindend studieadvies, indien hij op dat moment minder dan 2/3e van de nog te behalen studiepunten uit het propedeutische examen (studiepunten uit vrijstellingen en al eerder behaalde studiepunten tellen dus niet mee) heeft behaald. Dit advies wordt afgegeven uiterlijk op 31 augustus als de opleiding is gestart op 1 september van het eerste jaar van inschrijving en uiterlijk op 28 februari van het tweede jaar van inschrijving als de opleiding is gestart op 1 februari. - De student in het tweede jaar of derde jaar (indien opleiding is gestart op 1 februari) van inschrijving voor de propedeutische fase, krijgt een negatief bindend studieadvies, indien hij uiterlijk op 31 augustus (de opleiding is gestart op 1 september) van het tweede jaar van inschrijving of 28 februari (de opleiding is gestart op 1 februari) van het derde jaar van inschrijving het propedeutische examen niet heeft behaald. - Voor studenten die deelnemen aan een verkort en/of versneld programma, gelden dezelfde normen en tijdstippen waarop het studieadvies wordt afgegeven.


23

3.3.2. Nadere voorwaarden negatief bindend studieadvies Een negatief bindend studieadvies kan alleen worden gegeven wanneer de student, gelet op zijn studieresultaten en met inachtneming van zijn persoonlijke omstandigheden, niet geschikt wordt geacht voor de opleiding, doordat zijn studieresultaten niet voldoen aan de vereisten die daaromtrent zijn vastgesteld in de onderwijs- en examenregeling van de opleiding, en • de student studiebegeleiding is aangeboden, • de gegevens over de studievoortgang van iedere student opgenomen zijn in het studievolgsysteem OSIRIS. • De student tenminste eenmaal per halfjaar per e-mail is herinnerd aan de mogelijkheid de in OSIRIS vastgelegde gegevens in te zien, • de opleiding elk studiejaar voor elke onderwijseenheid tenminste een herkansing heeft geprogrammeerd, met uitzondering van onderwijseenheden met een specifiek karakter (bv een stage of selecterend project) waarvoor een herkansing redelijkerwijs niet valt in te passen in het onderwijsprogramma, • er vooraf een waarschuwing is afgegeven op een zodanig tijdstip dat de betreffende student de mogelijkheid heeft zijn studieresultaten te verbeteren (artikel 7.8b WHW), • er rekening gehouden is met eventuele persoonlijke omstandigheden, • de student in de gelegenheid is gesteld om te worden gehoord voordat de examencommissie het negatieve bindende studieadvies uitbrengt. 3.3.3. Consequentie van het negatief bindend studieadvies 1. Een student aan wie een negatief bindend studieadvies is verstrekt voor een bacheloropleiding (in voltijd, duaal of deeltijd) voor een Associate-degree programma mag zich niet meer aan De Haagse Hogeschool voor diezelfde bachelor opleiding of Associate-degree programma inschrijven. De uitsluiting van inschrijving vanwege een negatief bindend studieadvies voor een Associate-degree programma, geldt ook voor de bachelor opleiding. De uitsluiting van inschrijving vanwege een negatief bindend studieadvies voor een bachelor opleiding, geldt niet voor de mogelijkheid om zich in te kunnen inschrijven voor een eventueel Associate-degree programma van die opleiding. 2. De inschrijving van de student die tijdens het studiejaar een negatief bindend studieadvies heeft ontvangen, wordt door het College van Bestuur beëindigd met ingang van de tweede hele maand volgend op de maand waarin de student schriftelijk is meegedeeld dat er sprake is van een negatief bindend studieadvies. Indien de student zijn inschrijving wil beëindigen met ingang van de maand volgend op de maand waarin het negatief bindend studieadvies is uitgebracht, kan hij hiertoe een verzoek indienen bij de Centrale Studenten Inschrijving in gevolge het Reglement in- en uitschrijving. 3. Het negatief bindend studieadvies geldt voor het eerste inschrijvingsjaar volgend op het inschrijvingsjaar waarin het negatief bindend studieadvies is gegeven. Mocht een student zich daarna toch opnieuw voor de desbetreffende opleiding willen inschrijven, dan is dit toegestaan mits ten genoegen van de academiedirecteur aannemelijk wordt gemaakt dat de opleiding met succes kan worden gevolgd. In dat geval wordt het programma gevolgd dat geldt op het moment waarop de student opnieuw wordt ingeschreven en is artikel 18, lid 3 van de OER onverkort van toepassing. 4. Bindende verwijzing naar specifiek hoofdfase programma De opleiding kent geen bindende verwijzing op basis van studieresultaten in de propedeuse naar een specifieke afstudeerrichting 5. Aangehouden studieadvies en deelnemen aan toetsen in hoofdfase Een student die het propedeutische examen nog niet heeft behaald, maar wel een aangehouden studieadvies heeft ontvangen, dient voorrang te geven aan het behalen van de resterende onderwijseenheden uit het propedeutische programma, maar mag onder bepaalde voorwaarden al toetsen behorend bij het onderwijs van de hoofdfase afleggen. De examencommissie heeft hieraan geen nadere voorwaarden verbonden.


24

6. Planning en data Aan de student die staat ingeschreven in de propedeutische fase van een opleiding die per 1 september is gestart, wordt in principe uiterlijk 31 juli van het daaropvolgende jaar op basis van de dan bereikte studieresultaten een studieadvies verstrekt. Indien er echter in de onderwijs- en examenregeling van de opleiding is opgenomen dat tussen 31 juli en 1 september nog gelegenheid is om studiepunten te behalen (zie jaarkalender in artikel 6), wordt het negatief bindend studieadvies uiterlijk op 31 augustus verstrekt. Een waarschuwing voor een vermoedelijk negatief bindend studieadvies wordt uiterlijk 15 juni afgegeven. Een eventueel verzoek van de student om rekening te houden met zijn persoonlijke omstandigheden dient uiterlijk 1 juli door de examencommissie te zijn ontvangen. De studentendecaan beschikt over een formulier waarmee dit verzoek kan worden gedaan. Voordat de examencommissie definitief beslist wordt de student in de gelegenheid gesteld gehoord te worden (zie OER artikel 18, lid 8). Aan de student die staat ingeschreven in de propedeutische fase van een opleiding die per 1 februari is gestart wordt op basis van de dan bereikte studieresultaten uiterlijk op 28 februari van het daaropvolgende jaar een studieadvies verstrekt. Een waarschuwing voor een vermoedelijk negatief bindend studieadvies wordt uiterlijk 15 januari afgegeven. Een eventueel verzoek van de student om rekening te houden met zijn bijzondere omstandigheden dient uiterlijk 1 januari door de examencommissie te zijn ontvangen. De studentendecaan beschikt over een formulier waarmee dit verzoek kan worden gedaan. Voordat de examencommissie definitief beslist, wordt de student in de gelegenheid gesteld gehoord te worden. 7. Uitstel van negatief bindend studieadvies De examencommissie kan van het toepassen van het negatief bindend studieadvies afwijken indien de persoonlijke omstandigheden van de student hiertoe aanleiding geven (zie WHW artikel 7.8b en OER artikel 18) en besluiten tot uitstel van het negatief bindend studieadvies. Aan dit uitstel kunnen door de examencommissie nadere voorwaarden worden verbonden. Het besluit tot uitstel, inclusief de nadere voorwaarden, wordt schriftelijk aan de student medegedeeld. De examencommissie kan dit uitstel onder voorwaarden verlenen aan het einde van het eerste jaar resp. tweede jaar 3 van inschrijving voor de propedeutische fase en overigens zo lang de propedeuse nog niet is behaald. In het geval van uitstel zal de examencommissie een BSA-contract opstellen, waarin staat vermeld wat de student op welk moment moet hebben behaald om niet alsnog een negatief studieadvies te krijgen. 8. Persoonlijke omstandigheden Indien de student wenst dat de examencommissie rekening houdt met zijn persoonlijke omstandigheden dan dient hij op het moment dat deze omstandigheden zich voordoen of zo spoedig mogelijk daarna de studentendecaan en zijn studiebegeleider hieromtrent te informeren. De student is zelf verantwoordelijk voor het melden van omstandigheden en voor het in overleg treden om eventuele studievertraging te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken. De bij de beoordeling betrokken persoonlijke omstandigheden van de student zijn: a. Ziekte; elke lichamelijke of psychische ongesteldheid van de student; b. Functiebeperking; een lichamelijke, zintuiglijke of psychische functiebelemmering; c. Zwangerschap; d. Bijzondere familieomstandigheden: -de verzorging van een langdurig zieke bloedverwant of iemand binnen het eigen samenlevingsverband; -langdurige psychische en/ of sociale problemen in het eigen samenlevingsverband; -langdurige financiële problemen als gevolg van sociale problemen in het eigen samenlevingsverband; -andere omstandigheden die door of namens het College van Bestuur als bijzondere omstandigheden worden aangemerkt. 3

bij een opleiding gestart in februari: resp. aan het einde van het derde jaar van inschrijving voor de propedeutische fase.


25

e. Het beoefenen van topsport of vergelijkbare activiteiten op hoog niveau; (sport)activiteiten op (inter)nationaal niveau met een tijdsbesteding van tenminste 15 uur per week; f. Het lidmaatschap van de hogeschoolraad, een academieraad, een opleidingscommissie of het lidmaatschap van het bestuur van een stichting of vereniging met volledige rechtsbevoegdheid die volgens haar statuten tot doel heeft de exploitatie van studentenvoorzieningen, dan wel een daarmee, naar het oordeel van het College van Bestuur, gelet op de taak, gelijk te stellen orgaan; g. Andere door het College van Bestuur aan te geven omstandigheden waarbij de student activiteiten ontplooit in het kader van de organisatie en het bestuur van de hogeschool; h. Het lidmaatschap van het bestuur van een studentenorganisatie van enige omvang met volledige rechtsbevoegdheid. 9. Uitschrijving tijdens het studiejaar / tijdelijk staken van de opleiding De student die zijn inschrijving tijdens het studiejaar beëindigt, krijgt eveneens vóór 31 juli resp. uiterlijk 28 februari een negatief bindend studieadvies, indien hij op grond van de normen daarvoor in aanmerking komt. Een uitzondering op deze bepaling vormt de student, die om persoonlijke redenen de studie onderbreekt en de procedure om in aanmerking te komen voor erkenning van persoonlijke omstandigheden heeft doorlopen (zie lid 8 van dit artikel). 10. Onvoorziene omstandigheden/ hardheidsclausule In onvoorziene gevallen en in gevallen waarin toepassing van dit artikel leidt tot duidelijke onrechtvaardigheden, beslist de examencommissie onder verantwoordelijkheid van de academiedirecteur. 11. Instellen beroep / schorsende werking a. De student die een negatief bindend studieadvies of onder voorwaarden daarvan uitstel heeft gekregen, kan daartegen, binnen 6 weken na dagtekening, met ingang van de dag na toezending (per brief of mail) beroep aantekenen bij het College van Beroep voor de Examens. Het beroep moet worden ingediend bij het Loket Rechtsbescherming [email protected] b. Als het beroep is ingesteld, dan wordt de uitvoering van het negatief bindend studieadvies tijdelijk opgeschort totdat het College van Beroep voor de Examens heeft beslist over het beroep of de student het beroepsschrift heeft ingetrokken. c. Indien het College van Beroep het beroep ongegrond verklaart of de student het beroepsschrift heeft ingetrokken, wordt de student uitgeschreven met ingang van de eerste van de maand volgend op de maand waarin het Loket rechtsbescherming de student op de hoogte heeft gesteld van het feit dat het College van Beroep de uitspraak heeft gedaan of de student het beroepsschrift heeft ingetrokken. Toelichting: Doorgaans kan een beroep niet meer voor het einde van het studiejaar waarin het negatief bindend studieadvies wordt gegeven behandeld worden door het College van Beroep voor de Examens. Dit hangt samen met het tijdstip waarop het negatief bindende studieadvies wordt gegeven (voor de septemberinstroom: aan het einde van een studiejaar) en met de voor beroep geldende termijnen. Door een schorsende werking aan een beroep toe te kennen, wordt bereikt dat studenten die een nbsa aanvechten, desgewenst, en voor de duur van het beroep, zich kunnen inschrijven bij de opleiding (septemberinstroom), dan wel voorlopig ingeschreven kunnen blijven (februari-instroom) Dit heeft twee voordelen. Enerzijds loopt de studiefinanciering door hangende het beroep. Anderzijds loopt men geen onnodige studievertraging op voor het geval het College van Beroep voor de Examens het beroep gegrond verklaart. De tijdens de duur van het beroep behaalde studieresultaten zijn rechtsgeldig (de student is immers ingeschreven), ze worden echter niet meegenomen bij de uitspraak van het College van Beroep voor de Examens, noch hebben ze gevolgen voor deze uitspraak. Indien het beroep ongegrond wordt verklaard, wordt de student uitgeschreven. De eventuele gevolgen van beëindiging van inschrijving voor het gebruik van studiefinanciering zijn voor de rekening van de student.


26

Artikel 19

Informatievoorziening

Hogeschooldeel 1. Informatie over de organisatie van het onderwijs verstrekt de opleiding tijdig aan de student via het studentennet. De student dient het hogeschool- mailadres, het studentennet en blackboard regelmatig te raadplegen. 2. De opleiding stelt het lesrooster voor een onderwijsperiode ten minste 10 werkdagen voor aanvang van de periode aan de student ter beschikking; het rooster beslaat de gehele periode. 3. In de roosters die de opleiding aan de student ter beschikking gesteld heeft, brengt de opleiding geen wijzigingen meer aan, tenzij er sprake is van onvoorziene omstandigheden. In dat geval maakt de opleiding roosterwijzigingen ten minste 24 uur van tevoren bekend. Indien het niet mogelijk is studenten 24 uur tevoren op de hoogte te stellen, informeert de opleiding de student persoonlijk via de e-mail . 4. Voor toetsroosters gelden dezelfde regels; voor het onder lid 1 gestelde geldt dat de opleiding toetsroosters ten minste 10 werkdagen voor aanvang van de toetsweek aan de student ter beschikking stelt. Artikel 20

Slagen

Hogeschooldeel 1. In het opleidingsdeel zijn regelingen opgenomen met betrekking tot afstuderen, de beoordeling in de afstudeerfase en de vaststelling van de uitslag van het afsluitende examen. 2. De examencommissie stelt voor zowel het propedeutische examen als het afsluitende examen vast of de student geslaagd is ‘met lof’ of ‘met de hoogste lof’. De examencommissie vermeldt het predikaat ‘met lof’ of ‘met de hoogste lof’ op het getuigschrift. a) de student is ‘met lof’ geslaagd indien het gewogen gemiddelde van de resultaten behaald voor alle tot de propedeutische of hoofdfase behorende onderwijseenheden ten minste een 8,0 bedraagt en voor alle onderwijseenheden ten minste het cijfer 7,0 is behaald dan wel de beoordeling ‘voldoende’ is verkregen; b) de student is ‘met de hoogste lof’ geslaagd indien het gewogen gemiddelde van de resultaten behaald voor alle tot de propedeutische of hoofdfase behorende onderwijseenheden ten minste een 9,0 of hoger bedraagt en voor alle onderwijseenheden ten minste het cijfer 8,0 is behaald dan wel de beoordeling ‘voldoende’ is verkregen. Resultaten behaald voor onderwijseenheden die beoordeeld zijn op een voldoende-onvoldoende schaal neemt de examencommissie niet mee bij de berekening van het gewogen gemiddelde. Onderwijseenheden waarvoor de student vrijstelling heeft verkregen, neemt zij evenmin mee. Bij de berekening van het gewogen gemiddelde is de zwaarte in studielast van de onderwijseenheden, uitgedrukt in studiepunten, de weegfactor. 3. De student die voor de helft of meer van het onderwijsprogramma van de propedeuse of de hoofdfase vrijstelling heeft gekregen, valt niet onder het bepaalde in lid 2; hij kan niet met lof of met de hoogste lof het propedeutische of afsluitende examen behalen. Dit artikellid is van toepassing op studenten die zich vanaf het studiejaar 2007/08 voor het eerst hebben ingeschreven voor een opleiding. Voor studenten die reeds voor het studiejaar 2007/08 stonden ingeschreven, geldt dat zij niet met (hoogste) lof het propedeutische of afsluitende examen kunnen behalen, indien zij voor driekwart of meer van het onderwijsprogramma vrijstelling hebben gekregen. Opleidingsdeel De regeling met betrekking tot het afstuderen, de beoordeling in de eindexamenfase en de vaststelling van de uitslag van het afsluitende examen zijn vermeld in het leerplan afstuderen (G3), bijlage 2.


27

Artikel 21

Getuigschrift

Hogeschooldeel 1. Ten bewijze dat het propedeutische of afsluitende examen met goed gevolg afgelegd is, reikt de examencommissie aan de desbetreffende examenkandidaat het getuigschrift, de beoordelingslijst en in het geval van een afsluitend examen ook een supplement, dat voldoet aan het Europees standaardformaat uit. Dit gebeurt nadat de student aan de procedurele eisen voor de afgifte heeft voldaan. 2. Op het getuigschrift wordt vermeld: a. de datum van de vergadering waarin de examencommissie heeft vastgesteld dat de student is geslaagd; b. de naam van de hogeschool en welke opleiding uit het Centraal register opleidingen hoger onderwijs het betreft; (Art 6.13 WHW); c. welke onderdelen het examen omvatte; d. bij het afsluitende examen: indien van toepassing, welke bevoegdheid daaraan is verbonden (zie artikel 7.6 WHW); e. bij het afsluitende examen: welke graad is verleend (artikel 7.10a WHW); en f. op welk tijdstip de opleiding voor het laatst is geaccrediteerd dan wel op welk tijdstip de opleiding de toets nieuwe opleiding met goed gevolg heeft ondergaan. 3. Op het supplement worden o.a. de volgende gegevens van de opleiding vermeld: a. de naam en inhoud; b. de oriëntatie en het niveau gerelateerd aan het Europese en nationale kwalificatieraamwerk; c. de functie voor de arbeidsmarkt. Het supplement wordt in het Engels opgesteld. 4. De student die voortijdig de studie staakt en aan wie de examencommissie geen getuigschrift kan uitreiken, ontvangt op zijn verzoek een verklaring van de examencommissie waarin vermeld wordt hoever hij met zijn studie is gevorderd en welke toetsen van het propedeutische en het afsluitende examen hij met goed gevolg heeft afgelegd. 5. De academie bewaart de processen-verbaal en de cijfer- of resultaatlijsten die ten grondslag liggen aan de getuigschriften tot dertig jaar nadat de student is uitgeschreven. 6. De academie bewaart afschriften van getuigschriften dertig jaar. Artikel 22

Graden en titels

Hogeschooldeel 1. Aan degene die met goed gevolg een bachelor opleiding heeft voltooid, verleent het College van Bestuur de graad van Bachelor. Deze graad mag (met toevoeging van het vakgebied) in de eigen naamsvermelding tot uitdrukking worden gebracht; deze wordt achter de naam geplaatst en kan afgekort worden tot ‘B’. 2. Degene die op grond van lid 1 gerechtigd is een graad in het hoger beroepsonderwijs in de eigen naamsvermelding tot uitdrukking te brengen is tevens gerechtigd tot het in plaats daarvan voeren van de titel van ‘baccalaureus’ of indien het gaat om een opleiding op het domein van techniek de titel van ‘ ingenieur’. Deze titels worden, afgekort tot ‘bc.’ of ‘ ing.’ voor de naam geplaatst. 3. Het College van Bestuur verleent de graad Associate degree aan degene die met goed gevolg het examen heeft afgelegd van een Ad-programma. Deze graad mag (met toevoeging van het vakgebied) in de eigen naamsvermelding tot uitdrukking worden gebracht; deze wordt achter de naam geplaatst en kan afgekort worden tot ‘Ad’. 4. De titel welke behoort bij het voltooien van de opleiding is vastgelegd in het opleidingsdeel. Opleidingsdeel a. Aan het met goed gevolg voltooien van de opleiding Informatica is de graad B-ICT of bc. verbonden.


28

Artikel 23

Certificaat bijzondere verdiensten

Hogeschooldeel 1. Studenten die actief zijn in organisaties ter verbetering van studie- en leefklimaat kunnen naast hun getuigschrift een certificaat ontvangen waarop de extra-curriculaire activiteiten vermeld staan. Een student kan een dergelijk certificaat zelf aanvragen, of door derden voor een certificaat worden voorgedragen. 2. Voor activiteiten binnen een academie of opleiding kan de aanvraag gedaan worden bij de desbetreffende academiedirecteur, voor hogeschoolbrede activiteiten bij het College van Bestuur. Artikel 24 Slotbepaling Hogeschooldeel 1. In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de academiedirecteur op advies van de examencommissie, tenzij de examencommissie op het desbetreffende onderwerp bevoegd is. 2. De academiedirecteur kan, uitsluitend op advies van de examencommissie, voor bepaalde gevallen besluiten van dit reglement af te wijken indien toepassing van dit reglement zou leiden tot onbillijkheid van overwegende aard. Hierbij wordt het belang dat dit reglement beoogt te beschermen meegenomen. 3. Bij wijzigingen van het hogeschool- en/of opleidingsdeel van de OER die gevolgen hebben voor reeds ingeschreven studenten, dient de opleiding een overgangsregeling vast te leggen in het opleidingsdeel.


29

Bijlage 1a:

Programma IDM deeltijd 2003

Information research Praktijkleren (8) Ondersteunend onderwijs (6) Studieloopbaanbegeleiding *

periode1

Blok M4

periode 2

Information sources Praktijkleren (8) Ondersteunend onderwijs (6) Studieloopbaanbegeleiding *

BlokM0 M0p-01 M0o-01

Blok M1 M1p-01 M1o-01

periode 3

Hoofdfase


periode 4

Propedeuse

Blok M3 M3p-01 M3o-01 S1

Praktijkleren (8) Ondersteunend onderwijs (6) Studieloopbaanbegeleiding *

Content management Praktijkleren (8) Ondersteunend onderwijs (6)

Hoofdfase

Hoofdfase

Storage en retrieval van informatie Praktijkleren (8) Ondersteunend onderwijs (6) Studieloopbaanbegeleiding *

Minor blok Studieloopbaanbegeleiding *

G3

AFSTUDEREN


Mediamanagement Praktijkleren (8) Ondersteunend onderwijs (6) Studieloopbaanbegeleiding *


G3

AFSTUDEREN (30)

Blok M6

Informatiemanagement en de lerende organisatie Praktijkleren (8) Ondersteunend onderwijs (6) Studieloopbaanbegeleiding *


Werkervaring **


Werkervaring (30)**

M4p-01 M4o-01

M6p-01 M6o-01

Minor blok S2 Studieloopbaanbegeleiding (4)

Onderzoeken en adviseren Praktijkleren (8) Ondersteunend onderwijs (6) Studieloopbaanbegeleiding (4)

* onderwijseenheid loopt het gehele jaar door ** indien relevante werkervaring is opgedaan, kan hiervoor vrijstelling worden gegeven. Voor studenten die geen relevante werkervaring hebben, wordt in overleg een oplossing gezocht. In dat geval kunnen werkervaring en afstuderen worden omgewisseld • De minor omvat in totaal 42 studiepunten. NB: vanaf 1 september 2008 worden alle blokken aangeboden in de vorm van een praktijkdeel van 8 studiepunten en een ondersteunend onderwijs onderdeel van 7 studiepunten en zijn de studieloopbaanbegeleidingspunten (S1, S2 en S3) komen te vervallen. De examencommissie draagt zorg voor een adequate verwerking van de resultaten, met als uitgangspunt dat ouderejaars studenten op geen enkele wijze nadeel ondervinden van deze wijziging.


30

Bijlage 1b:


Propedeuse

Hoofdfase

Hoofdfase

Hoofdfase

periode1 periode 2


periode 3

G3 Blok G1 G1p-01 G1o-01

Website Praktijkleren (8) Ondersteunend onderwijs (6) Studieloopbaanbegeleiding *




O1

Oriëntatie (14)**


Content management Praktijkleren (8) Ondersteunend onderwijs (6) Studieloopbaanbegeleiding (4)

Blok M4






Blok M6

Informatiemanagement en de lerende organisatie Praktijkleren (8) Ondersteunend onderwijs (6) Studieloopbaanbegeleiding *

Blok M7 Trends in ICT & Media M7p-01 Onderzoeksopdracht (8) M70-01 Ondersteunend onderwijs (6) Studieloopbaanbegeleiding *

M4p-01 M4o-01

AFSTUDEREN (30)

periode 4

Werkervaring ***

M6p-01 M6o-01


G3 S3

Werkervaring (30)***

AFSTUDEREN * Studieloopbaanbegeleiding (4)

Cursief is propedeuse * onderwijseenheid loopt het gehele jaar door, of loopt door in volgende periode ** indien relevante oriëntatie op de informaticaberoepspraktijk (in brede zin) is opgedaan kan vrijstelling worden verleend voor het O-blok (14). E.e.a. wordt vastgesteld in een intakegesprek in het kader van het G-blok *** Indien relevante werkervaring is opgedaan, kan hiervoor vrijstelling worden verkregen. Voor studenten die geen relevante werkervaring hebben wordt in overleg een oplossing gezocht. In dat geval kan werkervaring omgewisseld worden met afstuderen. • De minor omvat in totaal 42 studiepunten. NB: vanaf 1 september 2008 worden alle blokken aangeboden in de vorm van een praktijkdeel van 8 studiepunten en een ondersteunend onderwijs onderdeel van 7 studiepunten en zijn de studieloopbaanbegeleidingspunten (S1, S2 en S3) komen te vervallen. De examencommissie draagt zorg voor een adequate verwerking van de resultaten, met als uitgangspunt dat ouderejaars studenten op geen enkele wijze nadeel ondervinden van deze wijziging. De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2012-2013 Deeltijdopleiding Informatiedienstverlening en -management

31

Bijlage 1c:


Propedeuse

Hoofdfase

Hoofdfase

Hoofdfase

periode1 periode 2


periode 3

G3 Blok G1 G1p-01 G1o-01

Website Praktijkleren (8) Ondersteunend onderwijs (6) Studieloopbaanbegeleiding *




O1

Oriëntatie(14) **

Blok M4







Digital library Praktijkleren (8) Ondersteunend onderwijs (6) Studieloopbaanbegeleiding *

Blok M7 Trends in ICT & Media M7p-01 Onderzoeksopdracht (8) M70-01 Ondersteunend onderwijs (6) Studieloopbaanbegeleiding *

M4p-01 M4o-01

AFSTUDEREN (30)

periode 4

Werkervaring ***



G3 S3

Werkervaring (30)***

AFSTUDEREN * Studieloopbaanbegeleiding (4)

Document management Praktijkleren (8) Ondersteunend onderwijs (6) Studieloopbaanbegeleiding (4)

Cursief is propedeuse * onderwijseenheid loopt het gehele jaar door, of loopt door in volgende periode ** indien relevante oriëntatie op de informaticaberoepspraktijk (in brede zin) is opgedaan kan vrijstelling worden verleend voor het O-blok (14). E.e.a. wordt vastgesteld in een intakegesprek in het kader van het G-blok *** 100 dagen relevante werkervaring is onderdeel van het programma. Als 100 dagen relevante werkervaring is opgedaan wordt dat geregistreerd als vrijstelling voor de stage (30). De relevante werkervaring moet aangetoond worden bij aanvang van blok 7. • De minor omvat in totaal 42 studiepunten. NB: vanaf 1 september 2008 worden alle blokken aangeboden in de vorm van een praktijkdeel van 8 studiepunten en een ondersteunend onderwijs onderdeel van 7 studiepunten en zijn de studieloopbaanbegeleidingspunten (S1, S2 en S3) komen te vervallen. De examencommissie draagt zorg voor een adequate verwerking van de resultaten, met als uitgangspunt dat ouderejaars studenten op geen enkele wijze nadeel ondervinden van deze wijziging. De Haagse Hogeschool Onderwijs- en Examenregeling 2012-2013 Deeltijdopleiding Informatiedienstverlening en -management

32

Bijlage 1d:

Programma IDM deeltijd 2008 Hoofdfase

Minor blok

G3

M4p-01 M4o-03

Storage en retrieval van informatie Praktijkleren (8) Ondersteunend onderwijs (7)

Blok G1 G1p-01 G1o-03

Intromedia Praktijkleren (8) Ondersteunend onderwijs (7)


Desk research Praktijkleren (8) Ondersteunend onderwijs (7)


Mediamanagement Praktijkleren (8) Ondersteunend onderwijs (7)

Minor blok


Praktijkleren (8) Ondersteunend onderwijs (7)


Digital library Praktijkleren (8) Ondersteunend onderwijs (7)

Blok M7 Actuele trends in ICT & Media M7p-01 Onderzoeksopdracht (8) M70-03 Ondersteunend onderwijs (7)

O1

Oriëntatie(15) **

Minor blok


Content management Praktijkleren (8) Ondersteunend onderwijs (7)

periode 4

periode1

Hoofdfase

periode 2

Hoofdfase

periode 3

Propedeuse

• * ** *** •

Blok M4

G3

AFSTUDEREN (30)

AFSTUDEREN *

Cursief is propedeuse Onderwijseenheid loopt door in volgende periode Indien relevante oriëntatie op de informaticaberoepspraktijk (in brede zin) is opgedaan kan vrijstelling worden verleend voor het O-blok (15). E.e.a. wordt vastgesteld in een intakegesprek in het kader van het G-blok 100 dagen relevante werkervaring is onderdeel van het programma. Als 100 dagen relevante wekervaring is opgedaan wordt dat geregistreerd als vrijstelling voor de stage (30). De relevante werkervaring moet aangetoond worden bij aanvang van blok 7. De minorruimte omvat in totaal 45 studiepunten


33

Bijlage 1e:

Programma IDM deeltijd 2009 Hoofdfase G3




Document management Praktijkleren (8) Ondersteunend onderwijs (7)

Minor blok





Minor blok






O1

Oriëntatie(15) **

Minor blok


Creating constructive portals Praktijkleren (8) Ondersteunend onderwijs (7)

periode 4

periode1

Hoofdfase

periode 2

Hoofdfase

periode 3

Propedeuse

G3

AFSTUDEREN (30)

AFSTUDEREN *

• Cursief is propedeuse * Onderwijseenheid loopt door in volgende periode ** Indien relevante oriëntatie op de ICT & Mediaberoepspraktijk (in brede zin) is opgedaan kan vrijstelling worden verleend voor het O-blok (15). E.e.a. wordt vastgesteld in een intakegesprek in het kader van het G-blok. *** 100 dagen relevante werkervaring is onderdeel van het programma. Als 100 dagen relevante wekervaring is opgedaan wordt dat geregistreerd als vrijstelling voor de stage (30). De relevante werkervaring moet aangetoond worden bij aanvang van blok 7. • De minorruimte omvat in totaal 45 studiepunten.


34

Bijlage 1f:

Programma IDM deeltijd 2011 Hoofdfase G3





Minor blok





Minor blok






O1

Oriëntatie(15) **

Minor blok


Structuring semantic networks Praktijkleren (8) Ondersteunend onderwijs (7)

periode 4

periode1

Hoofdfase

periode 2

Hoofdfase

periode 3

Propedeuse

G3

AFSTUDEREN (30)

AFSTUDEREN *

• Cursief is propedeuse * Onderwijseenheid loopt door in volgende periode ** Indien relevante oriëntatie op de ICT & Mediaberoepspraktijk (in brede zin) is opgedaan kan vrijstelling worden verleend voor het O-blok (15). E.e.a. wordt vastgesteld in een intakegesprek in het kader van het G-blok. *** 100 dagen relevante werkervaring is onderdeel van het programma. Als 100 dagen relevante wekervaring is opgedaan wordt dat geregistreerd als vrijstelling voor de stage (30). De relevante werkervaring moet aangetoond worden bij aanvang van blok 7. • De minorruimte omvat in totaal 45 studiepunten.


35

Bijlage 1f:

Programma IDM deeltijd 2012 Hoofdfase

Blok IDM-A IDM-Ap-01 IDM-Ao-01 NB2

IDM Intro Praktijkleren (8) Ondersteunend onderwijs (7) Nederlands (0)


Structuring semantic networks Praktijkleren (8) Ondersteunend onderwijs (7)

Minor blok

G3

AFSTUDEREN *

Blok IDM-B IDM-Bp-01 IDM-Bo-01




Minor blok

G3

AFSTUDEREN (30)

Blok IDM-C

Enterprise Content Management Praktijkleren (8) Ondersteunend onderwijs (7)



Minor blok

Kritisch denken en informatievaardigheden Praktijkleren (8) Ondersteunend onderwijs (7)




periode 4

periode1

Hoofdfase

periode 2

Hoofdfase

periode 3

Propedeuse

IDM-Cp-01 IDM-Co-01

Blok IDM-D IDM-Dp-01 IDM-Do-01

* *** •

Onderwijseenheid loopt door in volgende periode. 100 dagen relevante werkervaring is onderdeel van het programma. Als 100 dagen relevante wekervaring is opgedaan wordt dat geregistreerd als vrijstelling voor de stage (30). De relevante werkervaring moet aangetoond worden bij aanvang van blok 7. De minorruimte omvat in totaal 45 studiepunten.


36

Bijlage 2: (IDM-dt)

Leerplan /uitvoeringreglement Informatiedienstverlening en -management deeltijd

Het leerplan /uitvoeringsreglement examens beschrijft alle blokken/onderwijseenheden zoals ze worden aangeboden en geëxamineerd binnen de deeltijd opleiding Informatiedienstverlening en -management. De indeling van het leerplan /uitvoeringsreglement examens is als volgt. Ieder blok/onderwijseenheid heeft een unieke code (zie bijlage 1) Per blok/onderwijseenheid is het leerplan /uitvoeringsreglement examens opgenomen in alfabetische volgorde van de code. Per blok/onderwijseenheid is vermeld:

1. code, titel en studiepunten in ECTS-eenheden. 2. eventueel veronderstelde voorkennis voor het desbetreffende blok/onderwijseenheid 3. lesvorm, competenties/beroepstaken en inhoud. Daarnaast wordt aangegeven welke boeken gebruikt worden, wat de wijze van examineren is en op welke wijze de beoordeling tot stand komt.


37

De Haagse Hogeschool

1 juni 2012

ICT & Media

Blok

Blok IDM-A: IDM-Ap-01 en IDM-Ao-01: IDM intro

Studiepunten

8+7

Blokwijzer

Wordt beschikbaar gesteld op Blackboard.

Literatuur

Steehouder, M. e.a., LEREN COMMUNICEREN Grit, R, PROJECTMANAGEMENT Berg, T.ter e.a., KRITISCH DENKEN Becker, P. e.a., ORGANISEER JE INFORMATIE Cooper, A, e.a., ABOUT FACE 3: THE ESSENTIALS OF INTERACTION DESIGN Westen, W., Goed Geschreven: zakelijk schrijven binnen opleiding en beroep, ISBN 9789046901700

Opleiding & studiefase Ingangseisen Competenties /beroepstaken

Propedeuse IDM, verplicht voor voltijd IDM-studenten die in september 2012 of later starten. Geen B1 Analyseren: probleemanalyse, informatiebehoefte B3 Ontwerpen: functionele eisen, ontsluitingsstructuur B4 Realiseren: systeemimplementatie

Praktijkopgave

Ontwikkel een voorlichtingssite voor IDM voor nader vast te stellen doelgroepen.

Inhoud

•

• •

• •

• • • Didactische aanpak

Communicatie o Projectmatig werken, samenwerken  Basisvaardigheden: Rapporteren, interviewen, presenteren  Introductie Schrijven voor het web Tools o Webtechnologie 1: TML/CSS, website CMS o Interactieontwerp: beeldbewerking Content en toegankelijkheid o Metadata o Werken in de cloud o basistheorie toegankelijk maken Organisatie o Organisatie als context van informatiegebruik Onderzoeks- en informatievaardigheden o Inleiding Rationale o Inleiding deskresearch o Inleiding Refworks o Onderzoek lezen Oriëntatie op leer- en beroepsomgeving van IDM Start studieloopbaanbegeleiding en procesverslag schrijven Instaptoets Nederlands

 Voltijd:

Projectonderwijs


38

Beoordeling

 Voltijd:

Praktijkleren (IDM-Ap-01: 8) • Groepsproduct: presentatie van het product; beoordeeld met een cijfer. • Verantwoording individuele bijdrage aan het product; beoordeeld met een cijfer Het eindcijfer is het cijfer van het groepsproduct en de verantwoording van de individuele bijdrage, mits er een voldoende is behaald voor: 1) het procesverslag, 2) het portfolio voor communicatie en 3) onderliggende opdrachten Ondersteunend onderwijs / body of knowledge (IDM-Ao-01: 7) • a. een V of O voor aanwezigheid en/of tussenopdrachten. • b. een cijfer voor het communicatie gedeelte van de schriftelijke toets (50 %) • c. een cijfer voor het domeinspecifieke gedeelte van de schriftelijke toets (50 %) Het eindcijfer is het gemiddelde van b en c. mits a. beoordeeld is met een v en de deelcijfers voor b en c minimaal 4,5 zijn.

Opmerkingen


1 juni 2012

ICT & Media

Blok IDM-B: IDM-Bp-01 en IDM-Bo-01: Deskresearch

Blok Studiepunten

8 +7

Blokwijzer


Literatuur

• • • • • • • •

Veen, M. en K. Westerkamp, DESKRESEARCH Becker, P. e.a. , ORGANISEER JE INFORMATIE. ISBN 978-90-5483-954-5 Berg, T. ter e.a. KRITISCH DENKEN: REDENEREN EN BETOGEN MET RATIONALE. ISBN 978-90-430-1796-1 Grit, R. PROJECTMANAGEMENT. ISBN 978-90-01879-093-6 NTB BOEK OP HET GEBIED VAN PSYCHOLOGIE NTB BOEK OP HET GEBIED VAN DE ORGANISATIEKUNDE Berg, T. ter. KRITISCH DENKEN Alleen voor majorstudenten: Steehouder, M.F. LEREN COMMUNICEREN. ISBN 97890-0154-702-8

Opleiding & studiefase

Propedeuse IDM, verplicht voor voltijd IDM-studenten die in september 2012 of later starten.

Ingangseisen

Geen

Competenties/ beroepstaken

B1 Analyseren: probleemanalyse, bedrijfsanalyse, informatiebehoefte B2 Adviseren: business case B3 Ontwerpen: datadictionary, functionele eisen, ontsluitingsstructuur B4 Realiseren: parametriseren B5 Beheren en exploiteren: deskresearch


39

Inhoud

• • • •

Content & toegankelijkheid Organisatie van het publicatieproces Inleiding in onderzoek en wetenschap Document- en inhoudsanalyse Bibliografische hulpmiddelen

- Organisatie • Projectmanagement: principes en toepassing • Inleiding organisatiekunde • Bedrijfsanalyse • Ethiek van informatiegebruik • Waarde van (externe) informatie: kostenraming - Communicatie • Basisvaardigheden: Interviewen, Presenteren • Communicatiekunde: waarnemen en geheugen • Adviseren: creatieve technieken en klantperspectief • Nederlands • Engelse leesvaardigheid - Tools • Webtechnologie 2: PHP/MySQL, RSS, monitoring social media • Interactieontwerp 2: outputformats database • Informatievisualisatie 1: mindmapping • Databases 1: datadictionary’s, MySQL - Onderzoeks- en informatievaardigheden • Literatuuronderzoek: beoordelen op betrouwbaarheid, actualiteit, volledigheid, relevantie, inclusief de criteria volgens de methode Kritisch Denken • Literatuurgegevens managen • Argumenteren en redeneren : verantwoorden waarom bron relevant is • Information retrieval • Vastleggen van het onderzoeksproces • Zelf onderzoek doen: onderzoeksvragen goed formuleren.

Praktijkopgave

Digitale “Information Review “ ten behoeve van een opdrachtgever, vergezeld van een toelichting op het onderwerp van de opdracht, kostenraming, offerte en individuele zoekstrategie.

Didactische aanpak

Voltijd: Projectonderwijs.

Beoordeling

Voltijd: Praktijkopdracht (IDM-Bp-01: 8) • Groepsproduct, de information review wordt na een afsluitend projectassessment, in de vorm van een presentatie en een gesprek, waarin motivatie van bronnen en format naar voren komen, beoordeeld met een cijfer. Bij de vaststelling van het individuele eindcijfer worden naast deze beoordeling de toelichting, individuele zoekstrategie, aanwezigheid tutoring en kostenraming meegewogen. • Procesverslag, wordt beoordeeld met een onvoldoende of voldoende. Het individuele eindcijfer wordt toegekend mits het procesverslag met een voldoende is beoordeeld. Ondersteunend onderwijs /body of knowledge (IDM-Bo-01: 7) • Schriftelijke toets over de onderwerpen uit het ondersteunend onderwijs; beoordeeld met een cijfer.

Opmerkingen


40


1 juni 2012

ICT & Media

Blok IDM-C: IDM-Cp-01 en IDM-Co-01: Enterprise Content Management

Blok Studiepunten

8 +7

Blokwijzer


Literatuur

• • • • • •

Becker, P. e.a. , ORGANISEER JE INFORMATIE. ISBN 978-90-5483-954-5 Alleen voor majorstudenten: Steehouder, M.F. LEREN COMMUNICEREN. ISBN 97890-0154-702-8 Grit, R. PROJECTMANAGEMENT. ISBN 978-90-01879-093-6 Berg, T. ter e.a. KRITISCH DENKEN: REDENEREN EN BETOGEN MET RATIONALE. ISBN 978-90-430-1796-1 Berg, T. Ter e.a. KRITISCH DENKEN Robbins, Judge Gedrag in organisaties ISBN 978-90-430-1924-8


Propedeuse IDM, verplicht voor voltijd IDM-studenten die in september 2012 of later starten

Ingangseisen

Geen


B1 Analyseren: Bedrijfsanalyse, Information audit, Informatiebehoefte, DSP B2 Adviseren: Informatieplan B3 Ontwerpen: Datadictionary, Functionele eisen, Ontsluitingsstructuur, Pakketselectie B4 Realiseren: Parametriseren B5 Beheren en exploiteren:

Inhoud

- Content & toegankelijkheid • Documentmanagement/Recordsmanagement • Thesaurusbouw, • Enterprise search • Ordening/classificatie - Organisatiekunde • Besluitvorming • Advieskunde • Projectmanagement: principes en toepassing • Bedrijfsanalyse uitgebreid • Inleiding Kennismanagement • Verandermanagement - Communicatie • Communicatiekunde:denkvermogen • Basisvaardigheden: creatieve technieken, rapporteren, literatuurlijst genereren volgens APA • Engelse leesvaardigheid • Nederlands - Tools • Interactieontwerp 3: digitale collecties • Inhoud beheer 1: DMS, NEN 2082, Enterprise portal software • Databases 2: pakketselectie -Onderzoeks- en informatievaardigheden: • Literatuuronderzoek: beoordelen op betrouwbaarheid, actualiteit, volledigheid, relevantie, inclusief de criteria volgens de methode Kritisch Denken. • Literatuurgegevens managen • Argumenteren en redeneren : verantwoorden waarom bron relevant is • Vastleggen van het onderzoeksproces • Zelf onderzoek doen: onderzoeksvragen goed formuleren.


41

Praktijkopgave

Groepsproduct: Advies over oplossing voor kennismanagement, document management en webcontent. Tevens wordt voor de oplossing van één aspect een applicatie ingericht. Tevens enkele individuele opdrachten.

Didactische aanpak

Voltijd: Projectonderwijs.

Beoordeling

Voltijd: Praktijkopdracht (IDM-Cp-01: 8) • Groepsproduct • Individuele opdrachten • Procesverslag. Eindcijfer is totaalberekening van het cijfer voor het groepsproduct en voor de individuele opdrachten. Het individuele eindcijfer wordt toegekend mits het procesverslag met een voldoende is beoordeeld. Ondersteunend onderwijs /body of knowledge (IDM-Co-01: 7) • Schriftelijke toets over de onderwerpen uit het ondersteunend onderwijs; beoordeeld met een cijfer.

Opmerkingen


1 juni 2012

ICT & Media

Blok

Blok IDM-D: IDM-Dp-01 en IDM-D0-1:

Studiepunten

8+7

Blokwijzer


Literatuur

• Berg, T. ter et al. KRITISCH DENKEN: REDENEREN EN BETOGEN MET RATIONALE • Steehouder, M. et al. LEREN COMMUNICEREN • Rijnboutt, J. & M. Heerink. ARGUMENTEREN • Een titel te kiezen uit 3 aanbevolen titels uit de Engelstalige IDMvakliteratuur. Prijs ligt op maximaal 50 euro. • Overige literatuur die beschikbaar wordt gesteld via Blackboard.


Propedeuse IDM, verplicht voor voltijdstudenten die in september 2012 of later starten.

Ingangseisen

Niet van toepassing

Competenties /beroepstaken

Verdieping van beroepstaken die eerder in de propedeuse aan de orde kwamen. Beroepstaken zijn afhankelijk van het thema dat voor de praktijkopgave wordt gekozen. Thema’s waaruit kan worden gekozen zijn: • Personal Information Management Beroepstaken: ontsluitingsstructuur, informatiebehoefte • Information behaviour Beroepstaken: deskresearch, informatiebehoefte • Structuring Information Beroepstaken: ontsluitingsstructuur

Praktijkopgave

Student schrijft een recensie over een Engelstalige vakpublicatie (boek, circa 200 pagina’s). Studenten kiezen 1 boek uit een lijst van 3 of 4 boeken rond de hierboven genoemde thema’s. Zij vullen hun kennis rond het thema aan met literatuur die ze zelf opsporen en onderbouwen hun recensie volgens de redeneertechnieken die zijn aangeleerd in het ondersteunend onderwijs


Kritisch denken en

42

Inhoud

Informatie- en onderzoeksvaardigheden: • Kritisch denken • Literatuuronderzoek en beoordeling van resultaten daarvan • Literatuurgegevens managen • Argumenteren en redeneren • Kwalitatieve analyse van resultaten van deskresearch en synthese tot een eigen kennisproduct • Vastleggen onderzoeksproces Communicatie: • Actieve schriftelijke vaardigheid in het Nederlands • Passieve schriftelijke vaardigheid in het Engels Tools: • Informatievisualisatie 2: softwarepakket Rationale • Webtechnologie 3: discussiesoftware Content en toegankelijkheid: • Afhankelijk van het gekozen thema voor de praktijkopgave

Didactische aanpak

• Voltijd:

• Hoor- en werkcolleges met oefeningen ‘Kritisch Denken’ aan de hand van het softwareprogramma Rationale • Onder begeleiding van een docent lezen en bespreken van vakliteratuur (groepsbijeenkomsten)

Beoordeling

• Voltijd:

Praktijkopdracht (IDM-Dp-01: 8) • individueel leesdossier naar aanleiding van een boek uit de Engelstalige IDM vakliteratuur wordt beoordeeld met een cijfer • reflectieverslag wordt beoordeeld met onvoldoende of voldoende Het eindcijfer is het cijfer voor de recensie, mits het reflectieverslag beoordeeld is met een v. Ondersteunend onderwijs (IDM-Do-01: 7) • schriftelijke toets over de onderwerpen uit het ondersteunend onderwijs in informatieen onderzoeksvaardigheden, beoordeeld met een cijfer.

Opmerkingen De Haagse Hogeschool

1 juni 2012

ICT & Media

Blok M1: M1p-02 en M1o-03: Deskresearch

Blok Studiepunten

8 +7

Blokwijzer


Literatuur

• • •

Fast K., WHAT IS A CONTROLLED VOCABULARY? Wordt beschikbaar gesteld op Blackboard. Veen, M. en Westerkamp, K., DESKRESEARCH Grit, R. PROJECTMANAGEMENT


Propedeuse IDM, verplicht voor deeltijdstudenten en voltijdstudent die voor 1 september 2012 gestart zijn. Onderdeel van IDM-minor

Ingangseisen

Geen


43


B1 Analyseren: probleemanalyse, bedrijfsanalyse, informatiebehoefte B2 Adviseren: business case B3 Ontwerpen: datadictionary, functionele eisen B4 Realiseren: parametiseren B5 Beheren en exploiteren: deskresearch

Inhoud

- Content & toegankelijkheid • Retrievaltechnieken met aandacht voor gecontroleerd vocabulaire, relevance, interfaces, serendipiteit, browsen/navigeren, citaatzoeken • Documentanalyse: onderwerpsontsluiting t.b.v. trefwoordtoekenning en documentbeschrijving. • Organisatie van het publicatieproces • Inleiding in onderzoek en wetenschap - Organisatie • Organisatie als context van informatiegebruik • Waarde van (externe) informatie: kostenraming - Communicatie • Communicatietheorie • NTQ • Verwoorden van de kwaliteit van de bronnen ten behoeve van de gebruiker - Tools • Gebruik van databases, uitwisselingsformaten • Systeemontwikkeling, gebruik datadictionary • Visualisatie van informatie: mindmapsoftware • Zoekmachinetheorie - Onderzoeks-en informatievaardigheden • Vinden, beoordelen en effectief gebruiken van zoekingangen en externe bronnen • Afbakening en het duidelijk krijgen van vragen

Praktijkopgave

Digitale “Information Review “ ten behoeve van een opdrachtgever, vergezeld van een paper over het onderwerp van de opdracht, kostenraming, offerte en zoekstrategie.

Didactische aanpak

Voltijd & Deeltijd: Projectonderwijs.

Beoordeling

Voltijd & Deeltijd: Praktijkopdracht (M1p-02: 8) • Groepsproduct, de information review wordt na een afsluitend projectassessment, in de vorm van een presentatie en een gesprek, waarin motivatie van bronnen en format naar voren komen, beoordeeld met een cijfer. Tevens wordt in deze beoordeling de paper, zoekstrategie en kostenraming meegenomen. • Procesverslag, wordt beoordeeld met een onvoldoende of voldoende. Eindcijfer is cijfer voor het groepsproduct mits het procesverslag met een voldoende is beoordeeld. Ondersteunend onderwijs /body of knowledge (M1o-03: 7) • Integrale toets (ITO) over de onderwerpen uit het ondersteunend onderwijs; beoordeeld met een cijfer. Dit blok wordt in voltijd voor het laatst volledig aangeboden in periode 3 van het studiejaar 2012-2013. Het is dan uitsluitend bestemd voor studenten die het blok reeds eerder gevolgd hebben

Opmerkingen


1 juni 2012

ICT & Media

Blok M2: M2p-02 en M20-03: Knowledge management

Blok Studiepunten

8+7

Blokwijzer



44

Literatuur

• • • • • • • •

Grit, R, PROJECTMANAGEMENT Becker, P., e.a., ORGANISEER JE INFORMATIE, aan de slag met thesauri, taxonomieën, tags & topics Steehouder, M. e.a., LEREN COMMUNICEREN Weinberger, D, EVERYTHING IS MISCELLANEOUS: the power of the new digital disorder Berlo, D. van, AMBTENAAR 2.0 (gratis http://boekambtenaar20.wetpaint.com/?t=anon) Blok, E, HANDBOEK COMMUNITIES (PDF via Blackboard) Thuis, P, INTRODUCTIE IN MANAGEMENT, over plannen, organiseren, leidinggeven en beheersen Robbins, Judge Gedrag in organisaties ISBN 978-90-430-1924-8

Opleiding & studiefase Propedeuse IDM, verplicht. Voor studenten die gestart zijn in september 2008 of later onderdeel van IDM-minor: Gebruik van interne en externe informatie in professionele omgevingen Ingangseisen

Geen

Competenties / beroepstaken

B1 Analyseren: bedrijfsanalyse, probleemanalyse, informatiebehoefte B3 Ontwerpen: functionele eisen, ontsluitingsstructuur B4 Realiseren: systeemimplementatie B5 Beheren en exploiteren: beheer van content en applicaties, evaluatie

Inhoud

Content & Toegankelijkheid • Kennistheorie, soorten kennis en informatie, kennisverwerving • Tagging, folksonomy • Vergelijkend onderzoek naar resultaten tagging door gebruikers en ontsluiting door middel van een informatietaal Organisatie • Bedrijfsanalyse • Organisatiekunde, basisbegrippen • Projectmanagement • Kennismanagement Communicatie • Adviesrapport schrijven • Groepsdynamica ICT • Web 2.0 instrumentarium • Wiki-software • Beheersplan Onderzoeks- en informatievaardigheden • Onderzoeksproces vastleggen (onderzoek informatietalen) en reflectie • Basis kritisch denken

Praktijkopgave

Ontwikkeling en evaluatie van een of meer instrumenten voor het delen van kennis voor een bestaande projectgroep en/of netwerk. Het instrument dient een deel van het fysieke overleg en scholing te vervangen. Nadruk ligt op het efficiënt omgaan met kennis in een organisatie. Een advies voor ‘tagging’ op basis van een vergelijkend onderzoek naar ontsluitingsmethoden maakt deel uit van de opdracht.

Didactische aanpak

Volijd & deeltijd: Projectonderwijs.


45

Beoordeling

Voltijd & deeltijd: Praktijkopdracht (M2p-02: 8) Een groepsproduct bestaande uit: • Adviesrapport (groepsproduct), beoordeeld met een cijfer; • Eén technische en één organisatorische oplossing (individueel), beoordeeld met een cijfer; Een mondelinge toelichting tijdens de groepspresentatie (wordt beoordeeld met voldoende of onvoldoende). • Mondelinge verantwoording (individueel) tijdens groepspresentatie, beoordeeld met een cijfer; • Opdracht C&T (groepsopdracht), beoordeeld met voldoende of onvoldoende Individueel wordt daarnaast beoordeeld: • Procesverslag (individueel), beoordeeld met voldoende of onvoldoende; • Samenwerken binnen de groep, beoordeeld met voldoende of onvoldoende. Eindcijfer is het gewogen gemiddelde van het adviesrapport (20%), de individuele oplossing (40%) en de mondelinge verantwoording (40 %), mits de opdracht C&T, de groepspresentatie, het procesverslag en de samenwerking binnen de groep met een voldoende zijn beoordeeld. Ondersteunend onderwijs /body of knowledge (M2o-03: 7) • Integrale toets (ITO) over de onderwerpen uit het ondersteunend onderwijs; beoordeeld met een cijfer. • Portfolio groepsdynamica en communicatie; beoordeeld met een cijfer. Eindcijfer is het gewogen gemiddelde van ITO (80%) en portfolio (20%).

Opmerkingen

Dit blok wordt in voltijd voor het laatst aangeboden in periode 4 van het studiejaar 2012-2013


1 juni 2012

ICT & Media

Blok

Blok M3: M3p-03 en M3o-03: Structuring semantic networks

Studiepunten

8+7

Blokwijzer

Wordt beschikbaar gesteld op Blackboard

Literatuur

Becker e.a., ORGANISEER JE INFORMATIE: aan de slag met thesauri, taxonomieën, tags & topics Hendrikx, W., HANDBOEK INTRANET Baarda, Goede, Kalmijn, Basisboek enquêteren Tiggeler, E., CHECK JE WEBTEKST: schrijf heldere, pakkende en vindbare content


IDM hoofdfase, verplicht.

Ingangseisen

Er wordt vanuit gegaan dat de competenties van blok M-1 en blok M-2 beheerst worden


B1 Analyse (probleemanalyse, informatiebehoefte, marktonderzoek) B2 Adviseren (dienstverlening) B3 Ontwerpen (ontsluitingsstructuur) B4 Realiseren (systeemimplementatie, dienstimplementatie, testen)


46

Praktijkopgave

Content en toegankelijkheid - Termindexering/woordindexering - Thesaurusbouw, - Onderzoek naar prestaties van zoekmachines - Recall en precision, met opdracht - Semantisch web, SKOS, nieuwe ontwikkelingen - Enterprise search Organisatie - Bedrijfsanalyse: onderzoeksrapport -. - Werken met verschillende doelgroepen [gebruikersonderzoek]; - projectmanagement Communicatie - Schrijven voor het web - Waarneming = leervermogen en denkvermogen - Kenmerken gemedieerde intentionele informatieoverdracht - Specifieke kenmerken overdracht info via webomgeving - Rapporteren: onderzoeksrapport Tools - Databases 2: Zoekmachinetechn. Thesaurussoftware - webtechnologie 3: XML, Website CMS - systeemontwikkeling 2: pakketselectie - beheersplan Onderzoeks- en informatievaardigheden - Goede enquêtevragen stellen - Toepassen statistische methoden op kwantitatieve data - Grafieken lezen - Vastleggen van het onderzoeksproces - Literatuuronderzoek doen en gevonden informatiebronnen beoordelen op betrouwbaarheid, relevantie, actualiteit en volledigheid - Literatuurgegevens managen - Argumenteren en redeneren

Inhoud

Richt een bestaande portal opnieuw in zodat het systeem beter aansluit bij de wensen van de gebruikers.

Didactische aanpak

Voltijd & deeltijd: Projectonderwijs


47

Beoordeling

Voltijd & deeltijd

Praktijkleren (M3p-03: 8) • Prototype van een portalstructuur en de in te zetten tools, met speciale aandacht voor de bouw van een thesaurus, groepsproduct, beoordeeld met een cijfer. • Gebruikersonderzoek, groepsproduct, beoordeeld met een cijfer. • Beheersplan intranet, groepsproduct, beoordeeld met een cijfer. • Thesaurusstructuur, individueel product, beoordeeld met een cijfer • Bedrijfsanalyse, groepsproduct, beoordeeld met een onvoldoene/voldoende. • Webteksten, individueel product, beoordeeld met een onvoldoene/voldoende. • Procesverslag, individueel product, beoordeeld met onvoldoende/voldoende Eindcijfer is het cijfer gewogen gemiddelde van het prototype 2(x), het gebruikersonderzoek (1x), het beheersplan (1x) en de thesaurusstructuur (1x), mits: • één van de vier minimaal met een 4.5 is beoordeeld en de overige 3 minimaal met een 5.5 zijn beoordeeld en • de bedrijfsanalyse, de webteksten en het procesverslag met een voldoende zijn beoordeeld. Ondersteunend onderwijs /body of knowledge (M3o-03: 7) • Schriftelijke toets (ITO) over de onderwerpen uit het ondersteunend onderwijs, beoordeeld met een cijfer.

Opmerkingen


1 juni 2012

ICT & Media

Blok

Blok M4: M4p-02 en M4o-04: Document management

Studiepunten

8+7

Blokwijzer


Literatuur

Becker, P. e.a. ORGANISEER JE INFORMATIE: aan de slag met thesauri, taxonomieën, tags en topics Grit, R., COMPETENT ADVISEREN: professioneel aan het werk Bruins, R. en B. Pinkster, INFORMATIEMANAGEMENT Zie verder Blackboard en blokwijzer


Hoofdfase IDM, verplicht

Ingangseisen

Er wordt vanuit gegaan dat de competenties van blok M-1 en blok M-2 beheerst worden.


B1 Analyseren: Probleemanalyse, bedrijfsanalyse, veranderingsvermogen, information audit, DSP B2 Adviseren: Informatieplan B3 Ontwerpen: Functionele eisen, ontsluitingsstructuur, pakketselectie B4 Parametriseren, systeemimplementatie


48

-

Inhoud -

Content en toegankelijkheid Classificatie, Ordening., , Enterprise search: techniek en testen Organisatie Bedrijfsanalyse, Werkprocessen, Workflowmanagement, Archiefwetgeving

-

Communicatie Adviseren mondeling, Adviesvaardigheden en schriftelijk structureren van rapport/advies nota

-

Tools DMS, IGGA, systeemontwikkeling 3: Pakketselectie, NEN 2082, MoSCoW, Systeemontwikkelingstheorie

-

Onderzoeks- en informatievaardigheden Argumenteren en redeneren, Schriftelijk rapporteren, Waarom-vragen stellen bij gemaakte keuzes

Praktijkopgave

Groepsproduct: Maak voor een bestaande organisatie een plan voor de overstap naar een digitale informatievoorziening (DSP en een stukje verder) met aandacht voor (integratie van) bestaande systemen. Richt voor dezelfde organisatie een prototype in van een DMS.

Didactische aanpak

Voltijd en deeltijd: Projectonderwijs.

Beoordeling

Voltijd en Praktijkopdracht (M4p-02: 8) deeltijd: • Praktijkopgave, beoordeeld met een cijfer • Procesverslag, wordt beoordeeld met onvoldoende of voldoende Eindcijfer is het cijfer voor het groepsproduct, mits het procesverslag met een voldoende is beoordeeld. Ondersteunend onderwijs /body of knowledge (M4o-04: 7) • Integrale toets (ITO) over de onderwerpen uit het ondersteunend onderwijs, beoordeeld met een cijfer.

Opmerkingen


1 juni 2012

Blok

Blok M5: M5-p02 en M5o-04: Mediamanagement

Studiepunten

8+7

Blokwijzer


Literatuur

• • • •

ICT & Media

Cooper, A, ABOUT FACE 3: the essentials of interaction design Steehouder, M. e.a., LEREN COMMUNICEREN: handboek voor mondelinge en schriftelijke communicatie Blom, E, HANDBOEK COMMUNITIES: de kracht van sociale netwerken Innoveren Participeren / Raad voor Cultuur http://www.cultuur.nl/files/pdf/vooradvies0912/innoveren participeren.pdf


IDM hoofdfase, verplicht

Ingangseisen

Er wordt vanuit gegaan dat de competenties van blok M-1 en blok M-2 beheerst worden.


B1 Analyseren: probleemanalyse; informatiebehoefte; marktonderzoek B2 Adviseren: informatieplan; business case; dienstverlening B3 Ontwerpen: functionele eisen; ontsluitingsstructuur B4 Realiseren: parametriseren; systeemimplementatie B5 Beheren en Exploiteren: instructie, beheer van content en applicaties


49

Inhoud

Content en toegankelijkheid - Multimedia - Iconografische analyse - Gebruikersparticipatie - AAT Organisatie - Business plan. - SWOT-analyse - Hoe ontwerp je een levensvatbaar product? - Marketing: promotie - Bedrijfsanalyse. Communicatie - Gebruikersinstructie (wat is het, eisen, didactiek, leren bij volwassenen) . - Adviseren: a. toepassen van creatieve technieken in een adviseringstraject b. weerstand (herkennen en ermee omgaan) Tools - Prototyping (Paperprototyping, HTML, PHP, CSS) - Usability - Web 2.0 standaarden; - Informatie visualisatie/ virtuele collectie, non text materiaal presentatie; - Beelddatabases, GIS, Google maps Onderzoeks- en informatievaardigheden - Literatuuronderzoek doen en gevonden informatiebronnen beoordelen op betrouwbaarheid, relevantie, actualiteit en volledigheid - Literatuurgegevens managen - Ethische en juridische aspecten van informatiegebruik - Auteursrecht beeldmateriaal

Praktijkopgave

Multimediale site of applicatie waar een collectie met diverse soorten media toegankelijk wordt gemaakt, voor een bepaalde doelgroep, op basis van een informatiebehoeftenonderzoek

Didactische aanpak

Voltijd en deeltijd: Projectonderwijs

Beoordeling

Voltijd en Praktijkopdracht (M5p-02: 8) deeltijd: • Individueel: gebruikersinstructie, beoordeeld met een cijfer • Individueel: iconografische analyse van een afbeelding, beoordeeld met een cijfer • Groepsproduct: multimediale database voor cultureel erfgoed, kritische beschouwing vergelijkbare (web)databases en de rol van cultureel burgerschap, promotieplan, verantwoording van de usability aspecten van een webomgeving, beoordeeld met een cijfer. • Procesverslag, wordt beoordeeld met onvoldoende of voldoende Eindcijfer is het gewogen gemiddelde van de cijfers voor het groepsproduct (3x), de gebruikersinstructie (1x) en de iconografische analyse (1x), mits • voor deze drie beoordelingen minimaal een 5.5 is behaald en • het procesverslag met een voldoende is beoordeeld. Ondersteunend onderwijs /body of knowledge (M5o-04: 7) • Schriftelijke toets (ITO) over alle onderwerpen uit het ondersteunend onderwijs (iconografische analyse, usability, gebruikersinstructie), beoordeeld met een cijfer.

Opmerkingen


50


1 juni 2012

ICT & Media

Blok Studiepunten Blokwijzer

Blok M6: M6p-03 en M6o-04: Digital library

Literatuur

•


Hoofdfase IDM, verplicht. Voor studenten die gestart zijn voor september 2008 onderdeel van IDM-themaminor: Gebruik van interne en externe informatie in professionele omgevingen

Ingangseisen

Blok M-1 afgerond; stage met goed gevolg afgerond


B1 Analyseren: probleemanalyse, bedrijfsanalyse, veranderingsvermogen, informatiebehoefte B2 Adviseren: beleidsplan, business case, dienstverlening B4 Realiseren: testen B5 Beheren en exploiteren: desk research

Praktijkopgave

•

8+7 Wordt beschikbaar gesteld op Blackboard

•

• •

Inhoud

− • • • •

− • • •

− • •

− • • •

− • • • •

Didactische aanpak

Bruins, R. en B. Pinkster, INFORMATIEMANAGEMENT Overige literatuur beschikbaar via Blackboard

Voor een zelfgekozen organisatie een uitgewerkt visiedocument met betrekking tot het concept ‘digital library’ (inclusief specifieke functionaliteiten, de implementatie daarvan en een ‘business case’) Testen van een bestaand informatiesysteem Individuele presentatie zonder hulpmiddelen Content & Toegankelijkheid: Innovatieve ontwikkelingen in informatievoorziening: technische aspecten Digitaal collectiemanagement: contentbeleid, juridische aspecten, onderhandelen met contentaanbieders Open Access Data Repositories Organisatie Human Resources Management Financieel Management Bedrijfsanalyse Communicatie Rapporteren Presenteren Tools Webtechnologie: web 2.0 Virtuele collecties Methodisch testen van applicaties Onderzoeks- en informatievaardigheden Information retrieval Literatuurgegevens managen Kwalitatieve analyse en synthese van onderzoeksgegevens Argumenteren en redeneren

Voltijd en Deeltijd: Projectonderwijs


51

Beoordeling

Voltijd en Deeltijd:

Praktijkopdracht (M6p-03: 8) • Individueel product: document met strategisch visie op mogelijke functies in digitale bibliotheek voor zelfgekozen organisatie en een implementatieplan A1: 60%). Daarnaast een financiële toelichting (A2: 10%) • Groepsproduct met individuele bijdragen: testplan en –verslag. Beoordeling is individueel (B: 30%) • Individuele presentatie, wordt beoordeeld met onvoldoende of voldoende • Individueel procesverslag, wordt beoordeeld met onvoldoende of voldoende Eindcijfer is het gewogen gemiddelde van de cijfers voor de producten, mits de presentatie en het procesverslag met een voldoende zijn beoordeeld en voor de afzonderlijke (sub)onderdelen minimaal een 5 is behaald. Ondersteunend onderwijs /body of knowledge (M6o-04: 7) Schriftelijke toets over onderwerpen uit het ondersteunend onderwijs, beoordeeld met een cijfer.

Opmerkingen

Geen themaminor meer voor studenten ICT & Media die gestart zijn in 20082009 of later.


1 juni 2012

ICT & Media

Blok

Blok M7: M7p-01 en M7o-03: Actuele trends in ICT & Media

Studiepunten

8+7

Blokwijzer

Beschikbaar op Blackboard

Literatuur

Verhoeven, N. , WAT IS ONDERZOEK?


Hoofdfase IDM, verplicht

Ingangseisen

Majorblokken 1 t/m 6, stage en 2 minor blokken afgerond. Er staan maximaal 15 studiepunten minor open.


Professioneel werken – Problemen analyseren Professioneel werken – Creëren en innoveren Professioneel werken - Methodisch werken

Praktijkopgave

Definiëren en uitvoeren van een onderzoeksopdracht op het gebied van de major.

Inhoud

• •

Didactische aanpak

Deeltijd & voltijd: De student voert zelfstandig in een groep van in principe twee studenten een onderzoek uit. Colleges, workshops.

Onderzoeksvaardigheden en methoden van toegepast onderzoek. Trends en innovaties binnen ICT&Media.


52

Beoordeling

Deeltijd & voltijd: Onderzoeksopdracht: (M7p-01: 8) • Het onderzoek (w.o. het onderzoeksplan) wordt in combinatie met het procesverslag beoordeeld met een cijfer. • De presentatie en de verdediging van het onderzoek worden beoordeeld met een cijfer. Het eindcijfer is het gewogen gemiddelde van het cijfer voor het onderzoek (3 x) en het cijfer voor de presentatie en de verdediging (1x). Ondersteunend onderwijs: (M7o-03: 7) • Het onderdeel toegepast onderzoek wordt getoetst door een individuele toets en beoordeeld met een cijfer (assessment 1 in Osiris). • De toetsing van de workshops staat beschreven in de blokwijzer. Iedere workshop wordt beoordeeld met een voldoende of onvoldoende. Het totaal van de workshops wordt beoordeeld met een voldoende of onvoldoende. Eén workshop mag daarbij onvoldoende zijn. (assessment 2 in Osiris). Het eindcijfer van Ondersteunend onderwijs is het cijfer van de individuele toets (assessment 1 in Osiris), mits het totaal van de workshops met een voldoende is afgesloten.


1 juni 2012

Blok

Blok G1: G1p-01 en G1o-04: Intromedia

Studiepunten

8+7

Blokwijzer


Literatuur

Steehouder, M. e.a., LEREN COMMUNICEREN

ICT & Media

Westen, W., Goed Geschreven: zakelijk schrijven binnen opleiding en beroep, ISBN 9789046901700 Alleen aan te schaffen voor CMD: Garret, J.J. THE ELEMENTS OF USER EXPERIENCE Stone, D. e.a USER INTERFACE DESIGN AND EVALUATION Alleen aan te schaffen voor I-dt: Kassenaar, P., BASISBOEK PHP 5 Alleen aan te schaffen voor IDM: Grit, R, PROJECTMANAGEMENT Alleen aan te schaffen voor ISM: Overbeek, P. E. Roos Lindgren en M. Spruit. INFORMATIEBEVEILIGING ONDER CONTROLE Alleen aan te schaffen voor TI: McAllister, D., DE TAAL C VAN PSD TOT C-PROGRAMMA Opleiding & studiefase

Propedeuse BI, CMD, I, IDM, ISM en TI, verplicht voor voltijdstudenten die voor 1 september 2012 met de opleiding zijn begonnen, en voor deeltijdstudenten TI, die voor 1 september 2012 met de opleiding zijn begonnen. Ook verplicht voor deeltijdstudenten BI, I en IDM.

Ingangseisen

Geen


53


De beginnende beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij: • in staat is om in teamverband, op projectmatige wijze een eenvoudige opdracht uit te voeren die karakteristiek is voor het domein van de opleiding. • het resultaat zowel schriftelijk als mondeling kan presenteren aan de opdrachtgever.

Praktijkopgave

Ontwikkel materiaal waarmee je jezelf en je opleiding aan een aantal doelgroepen presenteert.

Inhoud

• • • • • • •

Didactische aanpak

 Deeltijd: Projectonderwijs (niet ISM)

Projectmatig werken, samenwerken Rapporteren, interviewen, presenteren Oriëntatie op leer- en beroepsomgeving (per opleiding) Start studieloopbaanbegeleiding en portfolio Instaptoets Nederlands Informatievaardigheden Plaatsing van de eigen opleiding en bijbehorend domein binnen het bredere domein van ICT & Media

 Voltijd: Beoordeling

Projectonderwijs

 Deeltijd: Zie voltijd (niet ISM)  Voltijd:

Praktijkleren (G1p-01: 8) • Groepsproduct: presentatie en een eindgesprek; beoordeeld met een cijfer. • Overige beoordelingen die per opleiding kunnen verschillen. Het eindcijfer is het cijfer van het groepsproduct, mits er een voldoende is behaald voor de overige beoordelingen in dit onderdeel. Ondersteunend onderwijs / body of knowledge (G1o-03: 7) • Voor alle opleidingen worden de volgende gegevens vastgelegd: a. een V of O voor aanwezigheid en/of ingangsopdrachten. • b. een cijfer voor het communicatie gedeelte van de ITO (50 %) • c. een cijfer voor het domeinspecifieke gedeelte van de ITO (50 %) Het eindcijfer is het gemiddelde van b + c. De student is geslaagd als het eindcijfer minimaal 5,5 is en de deelcijfers voor b en c minimaal 4,5 zijn.

Opmerkingen

CMD en ISM worden niet in deeltijd aangeboden. BI, CMD en I: het G1-blok wordt in het studiejaar 2012-2013 in voltijd voor het laatst aangeboden in de eerste periode. IDM, ISM, TI- Den Haag: het G1-blok wordt in het studiejaar 2012-2013 in voltijd niet meer aangeboden. In plaats daarvan schrijven studenten zich in voor IDM-A, ISM-A of TI-A. Bij zowel het praktijkleren als het ondersteunend onderwijs worden zij getoetst conform dit leerplan (G1). Voor TI geldt dit ook voor deeltijd.


54


1 juni 2012

ICT & Media

Blok

Blok G2: Stage

Studiepunten

30

Blokwijzer

Per opleiding is op Blackboard de exacte procedure en stage-informatie te vinden

Literatuur Opleiding & studiefase Ingangseisen

Hoofdfase BI (code G2B), CMD (code G2C), I (code G2I), IDM (code G2M), ISM (code G2V) en TI (code G2T), verplicht Om aan de stage te beginnen moet een student aan de volgende voorwaarden voldoen: • de propedeuse moet gehaald te zijn.

•

de student heeft minimaal 105 studiepunten behaald, waarvan 30 studiepunten uit de major in de hoofdfase.* • voor de toets Nederlands (DN-001) moet een voldoende gehaald zijn. De student begint de stage op zijn laatst nadat hij 150 studiepunten heeft behaald. Uitzonderingen zijn alleen mogelijk na schriftelijke toestemming van de studieloopbaanbegeleider.


In de stage verwerft en/of verdiept de student competenties /beroepstaken in een reële beroepscontext. Er moet een realistisch aantal competenties /beroepstaken uit de major aan bod komen en eventueel ook een aantal minorcompetenties /beroepstaken. De competenties /beroepstaken die aan bod komen zijn afhankelijk van de opdracht. In de stage kunnen competenties /beroepstaken voorkomen die de student eerder verworven heeft, maar ook nieuw te verwerven competenties / beroepstaken. In het geval van eerder verworven competenties /beroepstaken zal de nadruk komen te liggen op verdieping van deze competenties /beroepstaken en op transfer. In het geval van nieuwe competenties /beroepstaken zal de nadruk komen te liggen op het zelfstandig verwerven van deze competentie s /beroepstaken. Afhankelijk van het soort opdracht en de stageplaats kunnen in principe alle persoonlijke vaardigheden binnen de stage aan bod komen. In ieder geval komt de persoonlijke vaardigheid ‘organisatiegerichtheid’ ruim aan bod.

Didactische aanpak

De student verwerft en/of verdiept competenties /beroepstaken in een reële beroepscontext. De student zoekt hiervoor zelf een stageopdracht. De student kan hierbij gebruikmaken van de mogelijkheden die het contactpunt ICT & Media @ Work biedt.

De student wordt bij de uitvoering van zijn opdracht actief begeleid door zowel het stagebedrijf als door de opleiding. Binnen het stagebedrijf wordt de student begeleid door een werkplekbegeleider. De opdrachtgever van de stageopdracht bevindt zich binnen het stagebedrijf. De rollen van opdrachtgever en werkplekbegeleider kunnen door één persoon binnen het stagebedrijf worden vervuld.

De student wordt vanuit de opleiding begeleid door een stagedocent. Stageterugkomdagen zijn een verplicht onderdeel van de stage. De beoordeling van de stage wordt gedaan door de assessor. De rollen van stagedocent en assessor kunnen door één persoon worden vervuld.


55

De stage wordt uitgevoerd gedurende een periode van in totaal 20 werkweken in een bedrijf.

Beoordeling De stagiair moet naar het oordeel van de assessor in voldoende mate voldaan hebben aan de in de opdrachtomschrijving vastgelegde stageopdracht en competentie- en beroepstaakontwikkeling. De assessor beoordeelt de stage op grond van: • het door de student tijdens de stage opgebouwde portfolio (zie Blackboard voor een specificatie van het portfolio) en • het assessment deel van een portfoliogesprek met de student, waarbij bij voorkeur ook de werkplekbegeleider van het stagebedrijf aanwezig is. Bij de beoordeling wordt gelet op de volgende punten: • bestede tijd; • de gerealiseerde competentie- en beroepstaakontwikkeling van de student zoals dat uit het portfolio en uit het portfoliogesprek blijkt; • de kwaliteit van de voor het bedrijf opgeleverde producten; • de beoordeling door de werkplekbegeleider van het gastbedrijf. Het beoordelingsgesprek bestaat uit drie onderdelen: 1. Het inhoudelijke gesprek over het stageverslag, inclusief bijlagen (het assessmentdeel) 2. De beoordeling van de stage 3. Een evaluatiegesprek tussen de stagedocent en de student over de stage Punt één en twee van het beoordelingsgesprek moeten uiterlijk binnen 25 werkdagen na afloop van de betreffende stageperiode hebben plaatsgevonden. Punt drie kan worden uitgesteld tot uiterlijk 15 werkdagen na punt één en twee. De assessor kan de stage afkeuren. Dit betekent dat de student de stage moet overdoen. Dit moet gebeuren in de twee lesperiodes volgend op het moment van afkeuren. Wanneer daar aanleiding voor is, kan met de stagecoördinator overeengekomen worden een beperkt deel van de stage voor een van te voren te bepalen datum opnieuw te doen. De stage wordt beoordeeld met een voldoende /onvoldoende. De examencommissie kan voor aanvang van de stage op verzoek van de student toestemming geven voor een stage in een andere gangbare taal dan het Nederlands, conform de vereisten in artikel 3.2 van de OER. Opmerkingen

Elke lesperiode start er een stageperiode. Na inschrijving voor de gewenste stageperiode wordt de benodigde informatie per HHS-email toegestuurd. Er kan uitsluitend met de stage worden begonnen als de student uiterlijk 4 werkweken voor aanvang van de stage staat ingeschreven bij ICT & Media @ Work en uiterlijk 2 werkweken voor aanvang van de stage definitieve registratie heeft plaatsgevonden bij ICT & Media @ Work. Zie voor starten verslaginleverdata m.b.t. stage hoofdstuk 3 *NB: De stageperiode van Delftse TI-studenten is opgesplitst in twee stages van 10 weken.


56


1 juni 2012

Module

G3: Afstuderen

Studiepunten

30

Handleiding

Blackboard cursus Afst ICTM

Studiefase

Hoofdfase, verplicht voor alle opleidingen en afstudeerrichtingen

ICT & Media

Literatuur Ingangseisen

• Hoofdfase (voor-stage) in zijn geheel afgerond • Stage afgerond • Hoofdfase (na-stage) in principe afgerond • Beoordeling IP-03, AV-540 (of vergelijkbare module) voldoende, of • Blok B7, C7, I7, M7, T7, of V7 voldoende De studieloopbaanbegeleider dient toestemming te verlenen.


De student kan, met behulp van de bestaande vakliteratuur, zelfstandig (een deel van) een project uitvoeren, dat aansluit bij het beroepsspecifieke deel van de major van de opleiding. De student toont een selectie van een realistisch aantal van zijn majorcompetenties/beroepstaken aan op HBO-eindniveau, i.e. minimaal niveau 3, in de betekenis waarin de AGO deze heeft beschreven in het competentiemodel. Daarbij kan de student competenties/beroepstaken die hij verworven heeft binnen zijn minor(s) inzetten als onderdeel van zijn afstuderen. De student laat tijdens zijn afstuderen zien over het vermogen te beschikken tot zelfregie en transfer (het geleerde kunnen toepassen in een andere context).


57

Aanpak student

• •

•

• •

• • • •

• • •

Inschrijven bij ICT & Media @ Work uiterlijk 6 lesweken voor de uiterste startdatum van de gewenste afstudeerperiode (voor ieder volgende afstudeerperiode verplicht opnieuw inschrijven). Aanleveren van de afstudeeropdracht bij de afstudeercoördinator van de betrokken opleiding/variant/locatie uiterlijk 6 lesweken voor de uiterste startdatum van de gewenste afstudeerperiode. De afstudeercoördinator wijst de begeleidend examinator en de tweede examinator toe. Verkrijgen van goedkeuring van het afstudeerplan door de begeleidend examinator en de tweede examinator uiterlijk op de uiterste startdatum van de gewenste afstudeerperiode. In het afstudeerplan worden vastgelegd de relevante gegevens m.b.t. het afstuderen, de omschrijving van de afstudeeropdracht en de te demonstreren competenties/beroepstaken. Het afstudeerplan moet in het Nederlands worden opgesteld. Laten registreren van het goedgekeurde afstudeerplan bij ICT & Media @ Work uiterlijk op de uiterste startdatum van de gewenste afstudeerperiode. De startdatum van het afstuderen ligt op of na de datum van goedkeuring door beide examinatoren. Uitvoeren van de afstudeeropdracht gedurende een doorlooptijd van minimaal 17 kalenderweken met een tijdsbesteding van minimaal 680 uur. Gedurende de afstudeerperiode houdt de student een afstudeerdossier bij. De afgesproken doorlooptijd is de periode tussen de startdatum van het afstuderen en de inleverdatum van het afstudeerdossier zoals die zijn vastgelegd in het afstudeerplan. Afspreken van het bedrijfsbezoek met de begeleidend examinator als ongeveer 25% van de afgesproken doorlooptijd achter de rug is. Opleveren van een voortgangsverslag aan de begeleidend examinator als ongeveer 45% van de afgesproken doorlooptijd achter de rug is. Bespreken van het concept-afstudeerdossier met de begeleidend examinator als ongeveer 60% van de afgesproken doorlooptijd achter de rug is. Afleggen van een tussentijds assessment met de begeleidend examinator en de tweede examinator uiterlijk 3 werkweken voor de inleverdatum van het afstudeerdossier. Dit is een meetpunt als ongeveer 80% van de afgesproken doorlooptijd achter de rug is, gevolgd door een advies van de examinatoren (inleveren van het afstudeerdossier – bindend; verlengen van de afstudeerperiode tot eerstvolgende in het jaarrooster vermelde inleverdatum – vrijblijvend; stoppen met de afstudeeropdracht – vrijblijvend). Het aan de hand van dit advies door de student genomen besluit is bindend en wordt door de tweede examinator vastgelegd in het daarvoor bedoelde formulier. Bij verlenging van de afstudeerperiode vindt er wederom een tussentijds assessment plaats. Laten opstellen van de schriftelijke rapportage door de opdrachtgever c.q. de bedrijfsmentor(en). Inleveren van het afstudeerdossier op de in het jaarrooster vermelde inleverdatum behorend bij de gewenste afstudeerperiode. Het onderdeel “afstudeerverslag” van het afstudeerdossier moet in het Nederlands worden opgesteld. Houden van een examenzitting, waarbij de vorm van de examenzitting afhankelijk is van de eerste beoordeling van het ingeleverde afstudeerdossier (zie Beoordeling).


58

Beoordeling

De eindbeoordeling geschiedt op grond van het ingeleverde afstudeerdossier en een examenzitting. De eerste beoordeling met een “onvoldoende”, “twijfel” of “voldoende” vindt plaats op basis van het afstudeerdossier. Het afstudeerdossier wordt beoordeeld op: • Kwaliteit van het afstudeerwerk: omvang (uitwerking in de breedte) van de opdracht; diepgang (uitwerking in de diepte) van de opdracht; gevolgde procesgang; opgeleverde producten. • In hoeverre de competenties/beroepstaken genoemd in het afstudeerplan zijn aangetoond. • Vormtechnische aspecten en leesbaarheid van de documenten. De tweede examinator neemt het besluit, gehoord en gewogen de argumenten van de begeleidend examinator en na consultatie van het lid van de commissie van toezicht. De eerste beoordeling wordt door de tweede examinator met toelichting vastgelegd in het daarvoor bedoelde formulier. De begeleidend examinator deelt het besluit van de eerste beoordeling uiterlijk 4 werkdagen voor de geplande examenzitting mee aan de student. De examenzitting vindt plaats met de student en de afstudeercommissie. De afstudeercommissie bestaat uit de examinatoren en waar mogelijk het lid van de commissie van toezicht, terwijl de opdrachtgever c.q. de bedrijfsmentor(en) ook een uitnodiging ontvangen. Als de eerste beoordeling “onvoldoende” is, vindt er een besloten examenzitting zonder presentatie plaats. Tijdens deze besloten examenzitting wordt vastgesteld of de student een herkansing krijgt (eindbeoordeling wordt aangehouden) of dat het eindcijfer een onvoldoende is. Een herkansing kan éénmalig gegeven worden, uitsluitend indien de afstudeercommissie van mening is dat een herkansing zinvol is. Indien er sprake is van een herkansing, dan volgt er binnen 5 werkdagen na de periode van examenzittingen een gesprek met beide examinatoren om afspraken te maken met betrekking tot verbetering van het afstudeerdossier. Het verbeterde afstudeerdossier wordt ingeleverd op de eerstvolgende in het jaarrooster genoemde inleverdatum. Er is dan geen sprake meer van een tussentijds assessment. Als de eerste beoordeling “twijfel” is, vindt er een besloten examenzitting met presentatie plaats. De student houdt een presentatie n.a.v. de opdracht (20 min.) en er is een ondervraging door de examinatoren en het lid van de commissie van toezicht met als leidraad de presentatie en de inhoud van het afstudeerdossier (30 à 40 min.). Aan het einde van de examenzitting bepaalt de afstudeercommissie of er sprake van een eindcijfer (voldoende of onvoldoende) of dat de student een herkansing krijgt (zie boven). Het eindcijfer is gebaseerd op het afstudeerdossier (80%) en de presentatie/ondervraging tijdens de examenzitting (20%). Als de eerste beoordeling “voldoende” is, vindt er een openbare examenzitting met presentatie plaats. De student houdt een presentatie n.a.v. de opdracht (20 min.) en er is een ondervraging door de examinatoren en het lid van de commissie van toezicht met als leidraad de presentatie en de inhoud van het afstudeerdossier (30 à 40 min.). De student kan maximaal 10 personen voor deze bijeenkomst uitnodigen. Aan het einde van de examenzitting bepaalt de afstudeercommissie in beslotenheid de hoogte van het eindcijfer. Het eindcijfer is gebaseerd op het afstudeerdossier (80%) en de presentatie/ondervraging tijdens de examenzitting (20%). Het eindcijfer is in ieder geval een voldoende. Indien er dwingende redenen zijn de eindbeoordeling aan te houden, dan vindt er opnieuw een openbare examenzitting met presentatie plaats tijdens de eerstvolgende periode van examenzittingen, op basis van hetzelfde afstudeerdossier. Indien de afstudeercommissie bij het vaststellen van het eindcijfer niet tot een eensluidend oordeel kan komen, bepalen beide examinatoren. Als ook zij geen overeenstemming kunnen bereiken bepaalt de tweede examinator, alle argumenten gehoord en gewogen hebbende, het eindcijfer. Bij het vaststellen of er sprake kan zijn van een herkansing is uiteindelijk de begeleidend examinator bepalend. Nadat de afstudeercommissie de eindbeoordeling heeft vastgesteld en vastgelegd op het proces-verbaal, wordt het eindcijfer meegedeeld door de begeleidend examinator. Indien er sprake is van een herkansing wordt de datum voor het gesprek met de examinatoren direct bepaald en samen met de nieuwe inleverdatum van het afstudeerdossier vastgelegd op het proces-verbaal.

Opmerkingen

In het jaarrooster (zie hoofdstuk 3) staan de data vermeld met betrekking tot de afstudeerperiodes. Na inschrijving voor de gewenste afstudeerperiode wordt de benodigde informatie per HHS-email verzonden. Er kan uitsluitend met het afstuderen worden begonnen als de student uiterlijk 6 lesweken voor aanvang van de gewenste afstudeerperiode staat ingeschreven bij ICT & Media @ Work en uiterlijk op de startdatum van het afstuderen definitieve registratie bij ICT & Media @ Work heeft plaatsgevonden. Als de student een personeelslid van de Academie voor ICT & Media is, wijst de examencommissie van de Academie een externe en een interne examinator aan. De examencommissie kan voor aanvang van het afstuderen op verzoek van de student toestemming verlenen voor afstuderen in een andere gangbare taal dan Nederlands, conform de vereisten in artikel 3.2 van de OER.


59


1 juni 2012

ICT & Media

Blok

KB-27.1 + KB-27.2: Ethische en juridische aspecten van ICT-gebruik

Studiepunten

8+7

Blokwijzer

Zie Blackboard

Literatuur

Winkler, P. en M. van Kemenade, ETHIEK VOOR TECHNIEK EN ICT De Vey Mestdagh, C.N.J. de e.a. ICT-RECHT VOOR DE PRAKTIJK


Hoofdfase minor voor alle opleidingen

Ingangseisen

Geen


De student is in staat: • ethische en juridische problemen bij ICT-gebruik in de beroepspraktijk te herkennen en te analyseren; • ethische concepten toe te passen op morele problemen bij het ICT-gebruik; • een moreel oordeel te vellen en te beargumenteren; • wettelijke grenzen en beperkingen van ICT-toepassingen en -gebruik te benoemen en te verklaren; • de wet te lezen en toe te passen op concrete gevallen; • juridische vragen te formuleren; • contracten te kunnen lezen en interpreteren

Praktijkopgave

Groepsopdracht: analyseer een aan de beroepspraktijk ontleende case over ICTgebruik vanuit zowel de juridische als de ethische invalshoek. Geef op basis van literatuuronderzoek en aan de hand van een voorgeschreven methodiek een oordeel over zowel de juridische positie van betrokkenen in het licht van geldende wetgeving als de morele aanvaardbaarheid van hun handelen.

Inhoud

Ethiek, theorie en cases onderzoeken en bespreken (50%) Recht, theorie en cases onderzoeken en bespreken (50%)

Didactische aanpak

• Deeltijd:

Zie voltijd

• Voltijd:

Colleges, werkgroepen

• Deeltijd:

Zie voltijd

• Voltijd:

Praktijkleren: (KB-27.1: 8) Een cijfer voor de groepsopdracht

Beoordeling

Ondersteunend onderwijs/body of knowledge: (KB-27.2: 7) Een cijfer voor de integrale schriftelijk toets over lesstof ethiek en recht. Opmerkingen

Ook toegankelijk voor studenten van andere academies


1 juni 2012

Blok

KB-33.1 + KB-33.2: Werken 2.0

Studiepunten

8+7

Blokwijzer



ICT & Media

60

Literatuur

Verplicht: Bijl, AAN DE SLAG MET HET NIEUWE WERKEN (gratis beschikbaar op internet) Katoen, R. e.a. GENERATIE Y AAN HET WERK


Hoofdfase minor voor BI, CMD, I, IDM, ISM en TI

Ingangseisen

Behaalde propedeuse

Competenties

B1 Analyseren: analyseert en reflecteert op eigen gebruik communicatiemiddelen. Analyseert gebruik communicatiemiddelen in bedrijven en overheid. B2 Adviseren: adviseert over succesvolle inzet van nieuwe technologieën B3 Ontwerpen: doet voorstellen voor een juiste inzet en toepassing van web 2.0 technologie. B4 Realiseren: zet een aantal concrete tools in bij het leerproces en geeft deze vorm voor een effectief gebruik. B5 Beheren en exploiteren: adviseert over verankering in de organisatie door toewijzing van rollen en taken.

Praktijkopgave

Creatie ‘leerproduct’ over huidig en toekomstig gebruik van web 2.0 voorzieningen binnen overheid, onderwijs en/of bedrijfsleven

Inhoud

Werken 2.0 algemeen, een nieuw paradigma O Globalisatie en maatschappelijke veranderingen, netwerk/kennis economie en – organisatie O Evolutie van internet tot web 2.0 en verder Aan te leren technologie, c.q. inrichten en werken met: O Wiki O Social media en social bookmarking O Blog O Podcasts O Cloudcomputing Effectiviteitvraag van het nieuwe werken in relatie tot verschillende invalshoeken: O Hoe kan de nieuwe manier van werken bijdragen aan een hogere productiviteit en kwaliteit in het bedrijfsleven en bij de overheid? O Hoe kan de nieuwe manier van werken bijdragen aan bedrijfs- en beleidsnetwerken? O Hoe kan de nieuwe manier van werken zorgen voor een hogere consumentenparticipatie? O Hoe kan de nieuwe manier van werken zorgen voor een hogere burgerparticipatie? Bezoek en kort lopende groepsopdrachten bij organisaties in het kader van werken 2.0. Presenteren: Pecha Kucha

Didactische aanpak

Voltijd:

Projectonderwijs

Beoordeling

Voltijd

Praktijkopdracht (KB-33.1: 8) • Assessment d.m.v. presentatie, wordt beoordeeld met een onvoldoende of voldoende. • Leerproduct, wordt beoordeeld met een cijfer. Het eindcijfer is het cijfer voor het leerproduct, mits het assessment beoordeeld is met een voldoende.” Ondersteunend onderwijs (KB-33.2: 7) Schriftelijke toets (ITO) over de literatuur en de onderwerpen uit het ondersteunend onderwijs; beoordeeld met een cijfer.

Opmerkingen


61


1 juni 2012

ICT & Media

Blok

KB-40.1 + KB-40.2: Geografische informatiesystemen (GEO-minor)

Studiepunten

8+7

Blokwijzer


Literatuur



Hoofdfase voltijd en deeltijd

Ingangseisen

Propedeuse BI, CMD, I, IDM, ISM of TI


Probleemanalyse Informatiebehoefte Marktonderzoek Pakketselectie Ontsluitingsstructuur Parametriseren

Praktijkopgave

De student voert een literatuuronderzoek uit naar het maatschappelijke belang van geografisch ontsloten informatie. De student ontwikkelt een prototype voor een geografisch informatiesysteem in een specifieke praktijksituatie waarbij het geografisch ontsluiten van informatie van cruciaal belang is. De student voert een degelijke pakketvergelijking en selectie uit die ten grondslag liggen aan een goed werkend informatiesysteem.

Inhoud

Content en toegankelijkheid: Wat is geo-informatie; metadata voor GEO (iso/inspire), basisregistraties, informatiemodellen, methoden en technieken, objectgericht werken. Communicatie: Informatievisualisatie; scheiden van hoofd- en bijzaken in te groot aanbod. Tools: GIS; augmented reality; web 2.0; web 3.0; informatie visualiteiten, datamodel, ESRI, webservices Organisatiekunde: Gemeentelijke organisatie; ruimtelijke processen; projectmanagement Onderzoeks- en informatievaardigheden: Inleiding datamodellering en datamining

Didactische aanpak Beoordeling

Projectonderwijs, hoorcolleges, werkcolleges Praktijkleren (KB-40: 8) o Literatuurreview betreffende het maatschappelijke belang van geografisch ontsloten informatie wordt beoordeeld met een voldoende of onvoldoende o Pakketvergelijking van diverse soorten systemen die informatie geografisch ontsluiten wordt beoordeeld met een voldoende of onvoldoende o Ontwikkeling prototype wordt beoordeeld met een cijfer o Procesverslag wordt beoordeeld met een voldoende of onvoldoende Eindcijfer is het cijfer voor het groepsproduct, mits literatuurreview, pakketvergelijking en procesverslag met een voldoende zijn beoordeeld Ondersteunend onderwijs (KB-40: 7) Integrale toets (ITO) over de onderwerpen uit het ondersteunend onderwijs, beoordeeld met een cijfer.


62

Opmerkingen

Google Maps lijkt de standaard voor het presenteren van informatie op geografische locaties. Echter er zijn meer geografische informatiesystemen. Ook komen er steeds meer augmented reality systemen op de markt. Deze Geo-Minor richt zich op de rol van geo-informatie in de maatschappij en de ontwikkeling van geografische informatiesystemen.


63

Bijlage 3: Door de opleiding Informatiedienstverlening en -management verzorgde minors KB-27 Ethische en juridische aspecten van ICT-gebruik KB-33 Werk 2.0 KB-40 Geografische informatiesystemen Voor gedetailleerde informatie over deze minors zie bijlage 2.


64

Bijlage 4: Beroepstaken Informatiedienstverlening en -management

Uitwerking van de beroepstaken Inleiding Voor de opleiding IDM zijn 24 beroepstaken beschreven. Deze taken zijn afgeleid van het profiel van de ICT-opleidingen zoals dat is vastgelegd door het Platform HBO-I (Bachelor of ICT, een competentiegerichte profielbeschrijving, 2004) en de vertaling van deze taken voor het IDMdomein door het Landelijk Overleg IDM in Kerncompetenties voor de informatieprofessional (2006). In het onderwijs gebruiken we deze beroepstaken als referentie voor opdrachten. Hieronder zijn de beroepstaken uitgewerkt in beoordelingscriteria. Bij het toetsen van een opdracht kijken we naar het resultaat van de uitvoering van relevante beroepstaken om te kunnen vaststellen of de student over de nodige competenties beschikt. Daarnaast wordt gelet op algemene taken en houdingsaspecten die per beroepstaak verschillen. In elke blokwijzer wordt aangegeven welke beroepstaken aan de orde zijn. Er kan al naar gelang de vordering van de studie getoetst worden op verschillende niveaus. Het niveau van de opdracht wordt vastgesteld aan de hand van onderstaande matrix: Taakrol

Context

geleid

zelfstandig

sturend

simpel

1

2

3

lastig

2

3

4

complex

3

4

5

De beoordelingscriteria zijn hieronder uitgewerkt voor niveau 3. In de onderwijsblokken voorafgaand aan het afstuderen wordt ook op lagere niveaus getoetst. In de blokwijzers is dat aangegeven door middel van aangepaste criteria. Aan het eind van de opleiding, in het afstudeerproject, zal de student competenties moeten aantonen voor het uitvoeren van taken op minimaal niveau 3. De student kiest in overeenstemming met de opdracht zelf de beroepstaken voor de benodigde en te demonstreren competenties en neemt deze op in het afstudeerplan. Den Haag, 15 juli 2009


65

1. Analyseren De professional is in staat een analyse uit te voeren van beleid en werkprocessen in een organisatie en de daarmee samenhangende behoefte aan kennis en (documentaire) informatie, rekening houdend met de specifieke context van deze organisatie. Hij of zij analyseert voorts bestaande informatieen communicatiestromen, behoeften op dat gebied en de producten en diensten die in deze behoefte moeten voorzien. Rapporteert over de eisen waaraan de informatieen kennisvoorziening in de organisatie moet voldoen en over de punten waar verbetering wenselijk is.

1.1

Probleemanalyse

Activiteiten

 

Op hoofdlijnen analyseren en beschrijven van een vraagstuk of probleem in de informatievoorziening, al dan niet voortkomend uit een bedrijfskundig vraagstuk Nader verkennen van het vraagstuk of probleem om vast te stellen of er een opdracht moet worden gegeven om het ondervonden probleem verder te analyseren en op te lossen.

Product

Rapport met probleemanalyse en opdrachtomschrijving (afzonderlijk of als deel van een projectplan).

Toelichting

De probleemanalyse vindt plaats op basis van documenten en gesprekken met betrokkenen op basis waarvan een mogelijke opdracht kan worden omschreven. Het resultaat geeft antwoord op de vragen: wat is er aan de hand en wat zou er nu moeten gebeuren? Het rapport moet voor alle betrokkenen herkenbaar en aanvaardbaar zijn. Het bevat ook een verantwoording van de aanpak.

Beoordelingscriteria

      

De juiste oorzaak van het probleem is gelokaliseerd Mits van toepassing zijn er relaties gelegd met al bekende, gelijkaardige problemen en oorzaken De impact van het probleem is goed ingeschat in relatie tot de bedrijfscontext De visie van de gebruikers op de oorzaak van het probleem, de impact op de bedrijfsvoering en op mogelijke oplossingen is in de analyse meegenomen en verantwoord Eventuele eerdere pogingen om het probleem op te lossen zijn beschreven en op effectiviteit beoordeeld De probleemanalyse resulteert in een conclusie omtrent de gewenste oplossingsrichting De probleemanalyse is verantwoord aan de hand van documenten en gesprekken met betrokkenen.

Bij de beoordeling wordt verder gelet op: Algemene taken: analyseren (hoofd- en bijzaken onderscheiden b.v.), effectief communiceren (gespreksvaardigheden, rapporteren) Houdingsaspecten: nieuwsgierig, onderzoekend, klantgericht, luisteren.


66

1.2

Bedrijfsanalyse

Activiteiten





Uitvoeren van het onderzoek om een beeld te krijgen van de structuur en het functioneren van de organisatie en van voor de informatievoorziening relevante aspecten, interne en externe ontwikkelingen, mede in het licht van geformuleerde knelpunten, problemen, wijzigingen, e.d. in de (gebruikers)organisatie Beschrijven van de bevindingen.

Product

Bedrijfsanalyse (afzonderlijk of als deel van een projectplan)

Toelichting

De bedrijfsanalyse bevat kerngegevens van het bedrijf, de positie van het bedrijf ten opzichte van andere relevante actoren, ontwikkelingen in de branche met gevolgen voor de informatievoorziening, structuur en cultuur van het bedrijf, huidige informatievoorziening. Voor deze analyse worden niet alleen interne maar ook externe bronnen gebruikt.


  

Het rapport beschrijft een organisatie op de onderscheidende kenmerken van het primaire proces, de beïnvloeding door de omgeving, de structuur en de bedrijfscultuur De beschrijving is verantwoord aan de hand van actuele, betrouwbare en relevante interne en externe bronnen Er is gebruik gemaakt van een recente SWOT-analyse, indien aanwezig.

Bij de beoordeling wordt verder gelet op: Algemene taken: informatie uit interne en externe bronnen verzamelen, selecteren, analyseren en verwerken Houdingsaspecten: nieuwsgierig, onderzoekend, helikopterblik, oog voor privacyaspecten.


67

1.3

Veranderingsvermogen

Activiteiten

 

Vaststellen van het veranderingsvermogen van de organisatie in relatie tot veranderingen in de informatievoorziening Afleiden van organisatorische randvoorwaarden en toetsingscriteria voor de te kiezen oplossingen en wijzigingen in de informatievoorziening.

Product

Inventarisatie randvoorwaarden verandertraject (afzonderlijk, als deel van een bedrijfsanalyse of als deel van een projectplan).

Toelichting

In (dit deel van) de rapportage staan specifieke uitgangspunten en randvoorwaarden die in een advies-/verandertraject moeten worden meegenomen als ijkpunten voor een oplossing-op-maat; dat kan financiële aspecten betreffen, aantal personeelsleden en scholingsgraad, de structuur van de organisatie, aspecten van de informatievoorziening, de specifieke omstandigheden die verandering noodzakelijk maken, het draagvlak.


  

Het al dan niet aanwezig zijn van een draagvlak voor het realiseren van de nodige veranderingen is aangetoond De voorwaarden voor het doorvoeren van de veranderingen zijn geïnventariseerd Bij gebrek aan draagvlak is er een goed verantwoorde strategie om binnen de organisatie de nodige steun te verwerven voor het succesvol uitvoeren van de geplande veranderingen.

Bij de beoordeling wordt verder gelet op: Algemene taken: analyseren, inwerken in een organisatie Houdingsaspecten: luisteren, onderzoekend, organisatiegericht, oog voor privacyaspecten.


68

1.4 Activiteiten

Information audit  

Beschrijven van de bestaande organisatie voor informatiedienstverlening. Vergelijken van bestaande organisatie met eisen voortvloeiend uit een overeengekomen informatiediensten-overeenkomst Signaleren van knelpunten.

Product

‘information-audit’ (afzonderlijk, als deel van een bedrijfsanalyse of als deel van een projectplan).

Toelichting

Dit is een doorlichting van de dienstverlening op een bepaald moment gericht op de bedrijfsprocessen rondom deze dienstverlening en de waardering van de klanten in het kader van de kwaliteitszorg. Deels beschrijvend (hoe verloopt b.v. een attenderingsdienst en hoe wordt deze gewaardeerd) deels problemen inventariserend in het licht van oude overeenkomsten en nieuwe randvoorwaarden.


    

Het bedrijfsproces van (een onderdeel van) de informatiedienstverlening is volledig beschreven De geleverde kwaliteit is bekend en vergeleken met de eisen van de klant Sterke en zwakke punten in het proces zijn benoemd Kansen en bedreigingen zijn eveneens benoemd Het onderzoek is methodisch verantwoord.

Bij de beoordeling wordt verder gelet op: Algemene taken: onderzoeken, proces analyseren, rapporteren Houdingsaspecten: nieuwsgierig, onderzoekend, organisatiegericht.


69

1.5

Informatiebehoefte

Activiteiten



Product

Inventarisatie informatiebehoefte (afzonderlijk of als deel van een probleemanalyse).

Toelichting

Dit onderzoek levert een overzicht op van de informatiebehoefte van medewerkers dat vertaald moet kunnen worden naar bronnen en ICTinstrumentarium. Het bevat een beschrijving van primaire bedrijfsprocessen, taken van medewerkers, een gedetailleerde beschrijving van de kennis die voor het uitvoeren van deze taken vereist is, lacunes en knelpunten bij het verzamelen van deze kennis.


    

Door middel van interviews met medewerkers en analyse van taken van medewerkers en afdelingen de behoefte aan kennis en informatie in kaart brengen met het oog op een advies over de beschikbaarstelling van informatiebronnen en passende instrumenten voor het delen van kennis.

Bekend is over welke kennis (soort, niveau, kwaliteit, onderwerpsgebieden) medewerkers voor het uitoefenen van hun functie moeten kunnen beschikken Bekend is tot welke informatiebronnen medewerkers voor de uitoefening van hun functie toegang moeten hebben en over welke instrumenten ze moeten beschikken om kennis te verzamelen en te delen Bekend is welke informatiebronnen ze nu missen Bekend is welke competenties de medewerkers missen voor het achterhalen en delen van de nodige kennis en het beheren van de nodige informatie De inventarisatie van de informatiebehoefte is goed verantwoord, feedback naar de medewerkers heeft plaatsgevonden en hun reacties daarop zijn verwerkt in de eindrapportage.

Bij de beoordeling wordt verder gelet op: Algemene taken: onderzoeken, analyseren, interviewen, rapporteren Houdingsaspecten: open voor deskundigheid van derden, onderzoekend, oog voor privacyaspecten.


70

1.6

DSP

Activiteiten



Product

Documentair Structuur Plan (DSP).

Toelichting

Een globale omschrijving van de opdracht is: Voor een zelf uit te kiezen organisatie doe je onderzoek naar het bestaande documentair informatiebeheer. Je legt voor het bedrijf vast waar informatiebestanden zich bevinden en welke specifieke kenmerken deze informatiebestanden hebben. Het overzicht dat je maakt levert het bedrijf op dat ze meer grip krijgen op de informatie die nu vaak verspreid over verschillende medewerkers en systemen verspreid is geraakt. Daarmee draagt je eindproduct bij aan de kwaliteitszorg van de betreffende organisatie.


   

Beschrijven van de het beheer van de documentaire informatie bij een organisatie in het licht van doel en structuur van het bedrijf en de primaire en secundaire bedrijfsprocessen met het oog op verbetering van de toegankelijkheid van de archieven en de dienstverlening.

Het bestaande beheer van interne documentaire informatie is volledig, overzichtelijk en in detail beschreven De beschrijving is tot stand gekomen op basis van informatie van alle producenten en gebruikers van interne documentaire informatie Het overzicht sluit goed aan bij de actuele structuur van de organisatie en de inrichting van de bedrijfsprocessen Het overzicht is een bruikbaar uitgangspunt om verbeteringen in het beheer van interne documentaire informatie aan te brengen en een passend document management systeem te ontwikkelen.

Bij de beoordeling wordt verder gelet op: Algemene taken: onderzoeken, structuren en processen analyseren, rapporteren Houdingsaspecten: onderzoekend, nauwkeurig, oog voor wettelijk kader en privacyaspecten.


71

1.7

Marktonderzoek

Activiteiten



Product

Rapportage met verkenning van de markt een inschatting van de haalbaarheid van nieuwe initiatieven.

Toelichting

Als er in een organisatie een vermoeden bestaat van nieuwe kansen moet dit onderzoek de onderbouwing leveren voor een beslissing om er mee door te gaan. Het legt de basis voor verdere advisering over nieuwe producten of diensten en zal moeten bestaan uit een nauwkeurige omschrijving van de doelgroep en de behoefte die daar bestaat, en voor zover relevant een inventarisatie van reeds bestaande producten/diensten en de mate waarin deze in de geconstateerde behoefte voorzien. Het rapport is beschrijvend.


   

Marktonderzoek uitvoeren met het oog op nieuwe informatiediensten, productontwikkeling, acquisitie van nieuwe klanten en opdrachten.

Potentiële afnemers voor een nieuw product of een nieuwe dienst zijn bekend De wensen van de potentiële afnemers zijn geïnventariseerd De financiële haalbaarheid en de organisatorische uitvoerbaarheid van het nieuwe aanbod zijn goed ingeschat Het onderzoek is methodisch verantwoord.

Bij de beoordeling wordt verder gelet op: Algemene taken: onderzoeken, gegevens verzamelen, selecteren en interpreteren, commercieel opereren Houdingsaspecten: onderzoekend, commercieel, resultaatgericht, klantgericht.


72

2. Adviseren De professional is in staat een analyse uit te voeren van beleid en werkprocessen in een organisatie en de daarmee samenhangende behoefte aan kennis en (documentaire) informatie, rekening houdend met de specifieke context van deze organisatie. Hij of zij analyseert voorts bestaande informatieen communicatiestromen, behoeften op dat gebied en de producten en diensten die in deze behoefte moeten voorzien. Rapporteert over de eisen waaraan de informatieen kennisvoorziening in de organisatie moet voldoen en over de punten waar verbetering wenselijk is.

2.1

Beleidsplan

Activiteiten

 

Inventariseren, analyseren, definiëren en afstemmen van doelstellingen, uitgangspunten en randvoorwaarden voor de kennisinfrastructuur afgestemd op het bedrijfsbeleid Beheren en onderhouden van het beleid.

Product

Beleidsplan.

Toelichting

Het beleidsplan moet een kader bieden voor de meest wenselijke kennisinfrastructuur van een organisatie. Het geeft een visie op het belang van het delen van kennis gegeven de doelen van de organisatie, het beschrijft doelen en middelen van het delen van kennis en geeft adviezen voor de inrichting van de benodigde infrastructuur en de prioriteiten die daarbij gesteld moeten worden.


   

In het beleidsplan zijn de voornaamste doelstellingen van de organisatie opgenomen In het beleidsplan wordt een verband gelegd tussen de doelstellingen en de kennisprocessen De voorgestelde infrastructuur past bij de gestelde doelen en kennisprocessen De stijl en het taalgebruik in het beleidsplan zijn gericht op de doelgroep op strategisch niveau en zijn persuasief van aard.

Bij de beoordeling wordt verder gelet op: Algemene taken: analyseren, adviseren, rapporteren Houdingsaspecten: helikopterblik, gevoel voor strategie.


73

2.2

Informatieplan

Activiteiten



  

Inventariseren, analyseren, afstemmen en beschrijven van de gewenste informatiedienstverlening en kennisdeling in een organisatie, in relatie met de gewenste bedrijfsvoering en met het gewenste document management Vaststellen van uitgangspunten, condities en randvoorwaarden. Beschrijven van de eisen die aan de gewenste situatie worden gesteld, alsmede de consequenties voor de bestaande situatie. Beheren en onderhouden van het plan Berekenen van de investeringen en kosten van informatiedienstverlening en kennisdeling, de aanschaf en afschrijving van hardware, software, het beheer en de inzet van personeel.

Product

Informatieplan ( advies interne documentaire informatievoorziening, als uitwerking en concretisering van een beleidsplan).

Toelichting

Binnen het kader van het beleidsplan staat in dit informatieplan precies aangegeven wat er in een organisatie op een bepaald moment ontwikkeld en veranderd moet worden om gestelde doelen te bereiken. Het is een advies met een opsomming en prioritering van maatregelen (aanschaf producten, levering diensten, organisatieverandering), rekening houdend met uitgangspunten en randvoorwaarden. Daarbij hoort ook een berekening van de kosten voor personeel en materieel, eenmalig en structureel.


    

Het informatieplan is een concrete uitwerking van het beleidsplan Het informatieplan bevat uitsluitend voorstellen die rechtstreeks voortkomen uit hetgeen op het niveau van een beleidsplan is geformuleerd Het informatieplan bevat een beargumenteerde prioritering van maatregelen Het informatieplan bevat een realistische planning, rekening houdend met de uitgangspunten en randvoorwaarden Het informatieplan bevat een realistische kostenraming voor personeel en materieel, eenmalig en structureel.

Bij de beoordeling wordt verder gelet op: Algemene taken: methodisch werken, projectmanagement, adviseren, draagvlak ontwikkelen, rapporteren Houdingsaspecten: gericht op samenwerking, gevoel voor verhoudingen in organisaties, creativiteit, assertiviteit.


74

2.3

Business case

Activiteiten

 Het adviseren over de opzet en inrichting van een kenniscentrum, digitale bibliotheek, portal of een andere informatievoorziening in nauw overleg met gebruikers  Vaststellen van uitgangspunten, condities en randvoorwaarden  Beschrijven van de eisen die aan de gewenste situatie worden gesteld, alsmede de consequenties voor de bestaande situatie  Berekenen van de investeringen en kosten, de aanschaf en afschrijving van hardware, software, het beheer en de inzet van personeel.

Product

Advies, ‘business plan’ (eventueel als nadere uitwerking van een deel van een informatieplan

Toelichting

Het gaat hier om een bijzondere voorziening, een al dan niet virtuele dan wel hybride bibliotheek die afzonderlijk of binnen een organisatie (b.v. een school) moet gaan functioneren. Het advies is gebaseerd op gebruikersonderzoek, analyse van de benodigde informatie en kenmerken en randvoorwaarden van de opdrachtgevende organisatie. Voor het advies is gebruik gemaakt van actuele vakkennis, er is literatuuronderzoek verricht en er zijn voorbeelden elders bestudeerd. Onderdeel van het advies is een ‘collectievormingsprofiel’ dat als basis kan dienen voor selectie van bronnen. Het advies besluit met een implementatieplan.


      

De literatuur en actuele kennis zijn juist toegepast en aangevuld met een eigen visie (analyse en synthese) Het gebruikersonderzoek is representatief Er zijn passende onderzoeksmethoden ingezet De resultaten van het gebruikersonderzoek zijn juist geïnterpreteerd In het collectievormingprofiel is de content matrix toegepast De aanbevelingen uit de business case kunnen naar richtlijnen van het implementatieplan in de praktijk worden uitgevoerd De kosten en baten van de aanbevolen oplossing worden in kaart gebracht en tegen elkaar afgewogen volgens het principe van een ROI.

Bij de beoordeling wordt verder gelet op: Algemene taken: methodisch werken, projectmanagement, adviseren, draagvlak ontwikkelen, rapporteren Houdingsaspecten: gericht op samenwerking, creativiteit, klantgerichtheid, assertief, gemotiveerd voor werken met ICT.


75

2.4

Dienstverlening

Activiteiten

 



Adviseren over de eisen, randvoorwaarden, condities, e.d. waaronder een (interne of externe) leverancier haar diensten moet aanbieden Onderzoeken van gewenste en mogelijk te leveren diensten en 'service levels', zowel aan de 'vraag-zijde' (behoeften aan diensten) als aan de 'aanbod-zijde' (de mogelijkheden van de (interne) leverancier van automatiseringsdiensten) Opstellen van een overzicht van te leveren diensten.

Product

Dienstencatalogus voor klanten, contracten over te leveren diensten aan de eigen organisatie.

Toelichting

Een kenniscentrum levert diensten, b.v. attendering, nieuws, documenten en maakt ook gebruik van diensten van leveranciers van b.v. tijdschriften, ICT ondersteuning; in beide gevallen is op basis van een analyse van de behoefte een passend advies vereist.


  

Voorwaarden diensten van leveranciers is gebaseerd op onderzoek (gebruikers, literatuur, leveranciers) Bij de afweging van te leveren diensten is een systematische aanpak gehanteerd De directe en indirecte kosten van dienstverlening zijn in kaart gebracht.

Bij de beoordeling wordt verder gelet op: Algemene taken: problemen analyseren, adviesproces uitvoeren, commercieel opereren Houdingsaspecten: kostenbewust, klantgericht, assertief, gemotiveerd voor werken met ICT.


76

3. Ontwerpen De informatieprofessional ontwerpt in samenwerking met stakeholders, domeindeskundigen en ICTspecialisten (documentaire) systemen voor het opslaan, toegankelijk en terugvindbaar maken van informatie, en informatiediensten die met gebruikmaking van deze systemen informatie op maat kunnen leveren. Hij of zij heeft daarbij aandacht voor interactiviteit en individuele aanpasbaarheid, en houdt rekening met de financiële, organisatorische en technische kaders die door de organisatie zijn vastgesteld.

3.1

Datadictionary

Activiteiten

Analyseren, definiëren en specificeren van informatie- gebruikersaspecten, en de gegevens die daarover moeten worden geregistreerd ten behoeve van een documentair informatiesysteem.

Product

Datadictionary (als eindproduct van een informatieen gegevensanalyse).

Toelichting

Het gaat hier om het definiëren en kwalificeren van entiteiten die een bepalende rol spelen bij de inrichting van een documentair informatiesysteem. Deze entiteiten (enerzijds gelieerd aan de beoogde gebruikers, anderzijds aan de informatie die opgeslagen en toegankelijk gemaakt moet worden) zijn af te leiden uit eerder analyserend onderzoek.


   

Entiteiten gelieerd aan de beoogde gebruikers (nodig voor documentair informatiesysteem) zijn benoemd dmv analyse, definiëring en specificatie Entiteiten zoals voortgekomen uit de informatie die opgeslagen en toegankelijk gemaakt moet worden zijn benoemd dmv entiteitentabel en attribuutveld De benoemde entiteiten zijn vastgelegd in onderlinge samenhang. Gemaakte keuze voor eindproduct zijn persoonlijk verantwoord.

Bij de beoordeling wordt verder gelet op: Algemene taken: analyseren, methodisch werken, zelfstandig, resultaatgericht werken Houdingsaspecten: openheid voor deskundigheid van anderen, nauwkeurigheid, gemotiveerd voor werken met ICT.


77

3.2

Functionele eisen

Activiteiten

.   

Beschrijven van functionele specificaties voor een documentair informatiesysteem. Toetsen van het geheel op volledigheid, duidelijkheid en consistentie Beheren en onderhouden van de specificaties.

Product

Functionele specificaties,

Toelichting

Een overzicht van alle eisen waaraan het informatiesysteem moet voldoen.


    

De functionele specificaties voor een documentair informatiesysteem zijn nauwkeurig beschreven Kandidaat heeft volledigheid, duidelijkheid en consistentie van de functionele specificaties op een methodische manier getoetst Kandidaat heeft rekening gehouden met duurzaamheid van het informatiesysteem Er is rekening gehouden met interactiviteit en individuele aanpasbaarheid van systemen Gemaakte keuze voor eindproduct persoonlijk verantwoord.

Bij de beoordeling wordt verder gelet op: Algemene taken: methodisch werken, zelfstandig, resultaatgericht werken Houdingsaspecten: organisatiegericht, klantgericht, luisteren, nauwkeurigheid, gemotiveerd voor werken met ICT.


78

3.3

Ontsluitingsstructuur

Activiteiten

 Vaststellen en beschrijven van ontsluitinginstrumenten zoals een taxonomie, semantisch netwerk, thesaurus, classificatie, zoekmachine  Specificeren van de invoer, het ontwerpen van de opslag, uitvoer en presentatie van gegevens op beeldschermen en op papier, en eventuele andere opslagmedia  Beheren en onderhouden van de specificaties.

Product

Ontsluitingsinstrumenten.

Toelichting

Het gaat hier om het ontwerp, het invullen is een aparte taak die met domeindeskundigen moet worden uitgevoerd.


   

Het vaststellen en beschrijven van het ontsluitingsinstrument heeft op een methodische manier plaatsgevonden Het specificeren, ontwerpen, de uitvoer en presentatie van gegevens heeft op nauwkeurige wijze plaatsgevonden passend voor de situatie met aandacht voor de kwaliteit Kandidaat kan verantwoorden hoe het beheer en onderhoud van de specificaties van het ontsluitingsinstrument geborgd zijn Er is rekening gehouden met nader te bepalen voorwaarden zoals aanpasbaar aan informatiebehoefte en kenmerken van het materiaal.

Bij de beoordeling wordt verder gelet op: Algemene taken: methodisch werken, creëren en innoveren Houdingsaspecten: oog voor de organisatie, openheid voor deskundigheid van anderen, nauwkeurigheid, gemotiveerd voor werken met ICT.


79

3.4

Pakketselectie

Activiteiten



Product

Onderzoeken van de in de markt beschikbare (commercieel van leveranciers verkrijgbare) applicatiepakketten  Toetsen en zo nodig aanvullen van de eisen en wensen die worden gesteld aan de functionaliteit en de technische aspecten en eisen van betreffende pakketten  Advies geven voor de keuze van een applicatiepakket met maximale voorwaarden. Geselecteerd applicatiepakket

Toelichting

Gegeven de functionele specificaties moet er na vergelijkend onderzoek een tabel met plusjes en minnetjes gemaakt worden op alle relevante punten en als conclusie een advies voor de aanschaf van één bepaald pakket.


  

Kandidaat heeft een passende onderzoeksmethode gehanteerd naar beschikbare applicatiepakketten Kandidaat heeft eisen en wensen gesteld aan functionaliteit en techniek van betreffende pakketten getoetst en eventueel aangevuld Er moet voldaan worden aan bepaalde voorwaarden.

Bij de beoordeling wordt verder gelet op: Algemene taken: problemen analyseren, onderzoeksvaardigheden, methodisch werken Houdingsaspecten: nauwkeurig, organisatiegericht, kostenbewust.


80

4. Realiseren Al dan niet samen met ICT-specialisten worden (documentaire) informatiesystemen en daarop gebaseerde diensten gerealiseerd. Daarbij heeft de professional in elk geval de eindverantwoordelijkheid voor de structuur van de content en de terugvindbaarheid van de informatie met behulp van metadata, een thesaurus, taxonomie of andere retrieval tools. Hij of zij draagt zorg voor de invoering van (documentaire) informatiesystemen en –diensten, en geeft richting aan de veranderingen in de organisatie die een optimaal gebruik van deze systemen en diensten mogelijk moeten maken. 4.1

Parametriseren

Activiteiten

  

Opstellen van een technische datadictionary op basis van functionele eisen (zijn gegeven) Aanpassen van de standaard attributen op basis van de technische datadictionary Vormgeven van de gebruikersinterface.

Product

Documentair Informatie Systeem dat voldoet aan de specifieke wensen van de gebruikers (“op maat gemaakt”).

Toelichting

Basis is een standaard applicatie die “op maat” gemaakt wordt.


     

In de applicatie zijn de specifieke wensen van de gebruiker verwerkt Manier waarop de database is ingericht voldoet aan professionele ontwerpeisen. NB: Assessoren kijken ook “onder de motorkap” !! Gebruikersinterface is zo vormgegeven dat de gebruikers er intuïtief goed mee overweg kunnen Er is documentatie beschikbaar waarin keuzes worden verantwoord Er is documentatie beschikbaar waarmee een professional kan voortbouwen op het gerealiseerde product Kandidaat kan gemaakte keuzes persoonlijk verantwoorden.

Bij de beoordeling wordt verder gelet op: Algemene taken: methodisch werken, creëren en innoveren Houdingsaspecten: nauwkeurig, organisatiegericht, openheid voor deskundigheid van anderen.


81

4.2

Systeemimplementatie

Activiteiten

    

Plannen van de verschillende stappen om te komen tot overgang naar een nieuw informatiesysteem Creëren van draagvlak in een organisatie voor de overgang naar het gebruik van een nieuw informatiesysteem Toetsen of aan alle randvoorwaarden voor implementatie is voldaan Uitvoering van de planning Evalueren van en reflecteren over het implementatietraject.

Product

Implementatieplan / Uitgevoerd implementatietraject + Lessons Learned.

Toelichting

Nog ter discussie of ook de uitvoering van het implementatietraject bij deze activiteit hoort.


   

In het plan is met alle belangrijke factoren en actoren rekening gehouden Het plan bevat een realistische planning Het is minstens aannemelijk gemaakt dat er voldoende draagvlak in de organisatie bestaat óf de stappen waarmee het draagvlak kan worden gerealiseerd zijn beschreven In het geval dat de implementatie ook is gerealiseerd is er een realistisch evaluatierapport geschreven dat aanknopingspunten geeft om te verbeteren.

Bij de beoordeling wordt verder gelet op: Algemene taken: samenwerken, leiding geven, resultaatgericht en methodisch werken Houdingsaspecten: resultaatgericht, kostenbewust, klantgericht, samenwerkingsgericht.


82

4.3

Dienstenimplementatie

Activiteiten

     

Product

Dienst die naar tevredenheid van de klant wordt geleverd.

Toelichting

Het kan gaan om interne of externe klanten. De beroepstaak heeft ook betrekking op door de organisatie af te nemen diensten van derden.


  

Plannen van de te ondernemen activiteiten Opstellen van een offerte Beheren klantgegevens Onderhouden klantcontact Bewaking factuurafhandeling After sales-service.

In de planning is met alle belangrijke factoren en actoren rekening gehouden Offerte is geschreven in goed leesbaar en correct Nederlands/Engels, en is aantrekkelijk maar realistisch Klanten waarderen de totstandkoming en de levering van de dienst positief.

Bij de beoordeling wordt verder gelet op: Algemene taken: samenwerken, leiding geven, commercieel opereren Houdingsaspecten: resultaatgericht, kostenbewust, klantgericht, samenwerkingsgericht.


83

4.4

Testen (m.b.t. functionaliteiten, beheer of gebruiksgemak)

Activiteiten

    

Opstellen van het Plan van Aanpak: doel van de test, testvragen, methoden, omstandigheden, proefpersonen, hulpmiddelen etc. Vaststellen van prestatienormen Uitvoeren test Verzamelen, analyseren en interpreteren van de verkregen data Rapporteren.

Product

Testrapport m.b.t. functionaliteiten, beheer of gebruiksgemak.

Toelichting

Het betreft onderzoek in de implementatiefase om na te gaan of alles werkt zoals het moet werken. Dat kan zowel de techniek als het beheer als het gebruik betreffen.


  

Realistisch en professioneel Plan van Aanpak Rapportage is zodanig dat de test herhaalbaar is Analyse en interpretatie van de data worden door de assessoren onderschreven.

Bij de beoordeling wordt verder gelet op: Algemene taken: probleem analyseren, onderzoeksvaardigheden, methodisch werken Houdingsaspecten: accuratesse, onderzoekend.


84

4.5

Instructie

Activiteiten

     

Product

Competente gebruikers.

Toelichting

Hier zijn allerlei opleidings- en instructietaken bijeen genomen. Afhankelijk van de situatie zal er sprake zijn van incidenteel uitgevoerde taken, structurele taken en hoofdtaken.


   

Bepalen van de opleidingsbehoefte Formuleren van leerdoelen Vaststellen / samenstellen van ondersteunende documentatie Uitvoeren van de instructie / opleiding Toetsing van de bereikte resultaten Evalueren van de instructie / opleiding.

Doel van de opleiding / instructie en de leerdoelen zijn “smart” geformuleerd Gebruikte documentatie is passend en up to date Bij de uitvoering zijn passende werkvormen toegepast Na afloop van de opleiding / instructie is er een realistisch evaluatierapport geschreven dat aanknopingspunten geeft voor de verdere competentieontwikkeling van gebruikers.

Bij de beoordeling wordt verder gelet op: Algemene taken: communiceren, onderwijs geven, leiding geven, adviseren Houdingsaspecten: klantgericht, samenwerkingsgericht, open voor deskundigheid van anderen.


85

5. Beheren en exploiteren De medewerker beheert (documentaire) informatiesystemen en -diensten die bijdragen aan de (lerende) organisatie, rekening houdend met de gestelde financiële, organisatorische en technische kaders. Hij of zij verzamelt en bewerkt interne en externe informatie met behulp van (desk) research tools en rapporteert daarover. Ondersteunt en instrueert individuen en groepen in het gebruik van informatie en kennisdeling. Speelt hierdoor een actieve en stimulerende rol in het kennis- en contentmanagement van de organisatie. Houdt de systemen up-to-date. De medewerker evalueert de prestaties van de organisatie in het verwerven, gebruiken, uitwisselen en delen van actuele informatie en kennis, en in het ontwikkelen van nieuwe kennis tegen de achtergrond van actuele vakkennis en techniek. Hij of zij betrekt deze evaluaties bij het up-to-date houden van het informatieen kennisbeleid.


86

5.1

Beheer van content en applicaties

Activiteiten

Beheren van documentaire databases, (delen van het) intranet en internetsites:  Invoer / aanpassen content  Uitvoeren contentmanagement  Beheren van (meta)gegevens en autorisaties,  Oplossen van storingen  Uitvoeren beveiligingsacties  Stimuleren van het gebruik van de databases en omgevingen Beheren en onderhouden van instrumenten voor het delen van kennis zoals competentieprofielen, kenniskaarten, blogs, wiki’s  Uitvoeren contentmanagement  Beheren van (meta)gegevens en autorisaties,  Oplossen van storingen  Uitvoeren beveiligingsacties  Stimuleren van het gebruik van deze instrumenten

Product

 

Toelichting

Deze taak betreft het dagelijks beheer en onderhoud van gegevensbestanden met alle aspecten die daar aan vast zitten en het oplossen van problemen die een goed gebruik ervan hinderen; het stimuleren van het gebruik van databestanden en instrumenten.


De door kandidaat beheerde systemen en kennisbronnen zijn:  up to date volgens de binnen de organisatie van kandidaat aangehouden norm voor vormgeving en structuur  aangepast aan de wensen van de gebruiker op basis van door de kandidaat over te leggen lijst van wensen die geëffectueerd zijn  voorzien van de correcte (meta)gegevens en autorisaties conform de in de organisatie geldende regels  niet belast met onopgeloste storingen. Kandidaat toont aan een aantal storingen duurzaam, methodisch en correct te hebben opgelost  op de juiste, voorgeschreven wijze beveiligd. Kandidaat toont aan databases, intranet/internet te hebben voorzien van beveiligingen tegen verlies en ongeoorloofd gebruik  Kandidaat toont aan welke stappen zijn genomen om het gebruik van databases, intranet/internet binnen de organisatie te stimuleren.

werkende en geactualiseerde systemen werkende en geactualiseerde kennisbronnen.

Voor dit alles geldt overleggen van producten zowel als een beschrijving van de wijze waarop kandidaat deze aspecten van beheer heeft gerealiseerd. Bij de beoordeling wordt verder gelet op: Algemene taken: zelfstandig, resultaatgericht werken Houdingsaspecten: nauwkeurig, klantgericht, organisatiegericht resultaatgericht, gemotiveerd om met ICT te werken.


87

5.2

Deskresearch

Activiteiten

   

Het in overleg met de klant helder en ondubbelzinnig formuleren van de wens van de klant Het op basis van de wens van de klant verzamelen, selecteren en ordenen van interne informatie Het op basis van de wens van de klant verzamelen, selecteren en ordenen van externe informatie Rapporteren met betrekking tot en opleveren van de verzamelde, geselecteerde en geordende informatie afgestemd op de klant.

Product

Een rapportage afgestemd op de wens van de klant bevattende:  een verantwoording van de interpretatie van de vraag  een verantwoording van de gebruikte zoekstrategie  de door de klant gewenste interne en externe informatie.

Toelichting

Deze taak kan beperkt worden opgevat in de zin van het aanleveren van verwijzingen naar relevante informatie voor een klant tot uitgebreid in de zin van een analyse van de gevonden informatie in het licht van de strategische of tactische beslissingen die door de opdrachtgevers moeten worden genomen.


   

De door de kandidaat uitonderhandelde vraag is ondubbelzinnig en helder De gebruikte zoekstrategie is professioneel De zoekmethode is correct toegepast Het eindproduct voldoet aan de eisen van de klant.

Bij de beoordeling wordt verder gelet op: Algemene taken: probleem analyseren, onderzoeken, zelfstandig, resultaatgericht en methodisch werken Houdingsaspecten: onderzoekend, nieuwsgierig, klantgericht, organisatiegericht.


88

5.3

Uitvoering van diensten

Activiteiten

    

Het toezicht houden op de uitvoering van, met interne of externe klanten, overeengekomen informatiediensten Het meewerken aan de uitvoering van overeengekomen informatiediensten. Leiding geven aan medewerkers Promoten van de diensten Zorg dragen voor de kwaliteit van de te leveren diensten.

Product

Goed gebruikte diensten en tevreden klanten

Toelichting

Onder overeengekomen diensten kan o.m. worden verstaan: document leverantie, attendering, analyses e.d.. Het accent ligt op het het voortouw te nemen bij de uitvoering van overeengekomen diensten.


   

Het proces van uitvoering van een aantal diensten is beschreven De beschrijving bevat een verantwoording van de geleverde kwaliteit De diensten en producten worden volgens een promotieplan onder de aandacht gebracht van de gebruikers Bij de uitvoering van de diensten is niet alleen sprake van een uitvoerende, maar ook van een coördinerende en/of leidinggevende rol.

Bij de beoordeling wordt verder gelet op: Algemene taken: samenwerken in teams, leiding geven, resultaatgericht werken, commercieel opereren Houdingsaspecten: klantgericht, resultaatgericht, commercieel, nauwkeurig.


89

5.4

Evaluatie

Activiteiten

 

Het periodiek en regelmatig onderzoeken van afzonderlijke systemen en diensten vanuit het oogpunt van de bedrijfsprocessen en de techniek teneinde verbeteringen en besparingen te kunnen realiseren Het periodiek en regelmatig onderzoeken van afzonderlijke systemen en diensten vanuit het oogpunt van de klanttevredenheid teneinde verbeteringen en besparingen te kunnen realiseren.

Product

Managementrapportages.

Toelichting

De rapportages bieden materiaal voor analyse en vervolgens advies.


   

Systemen en diensten zijn onderzocht volgens geldende onderzoeksmethoden Problemen zijn methodisch geanalyseerd Uit de analyse blijkt wat mogelijke verbeteringen en besparingen zouden kunnen zijn De managementrapportage is opgebouwd volgens de in het bedrijf geldende kaders.

Bij de beoordeling wordt verder gelet op: Algemene taken: problemen analyseren, methodisch werken Houdingsaspecten: nieuwsgierig, onderzoekend, nauwkeurig.


90

Bijlage 5:

Boekenlijst Informatiedienstverlening en –management

Baarda Baarda D.B., Goede M.P.M.G., Kalmijn M. Basisboek enqueteren, 3e druk, 2010 Noordhof, ISBN-13: 9789001764418, prijs € 24,99 In gebruik bij: M3 Becker Becker P., M. van der Linden, H. Magrijn en E. Sieverts, ORGANISEER JE INFORMATIE: aan de slag met thesauri, taxonomieën, tags & topics, 1e druk, NBD-biblion, 2010, ISBN-13: 9789054839545, prijs € 34,50 In gebruik bij: M2, M3, M4, IDM-A, IDM-B, IDM-C Berg Berg, T. ter e.a. KRITISCH DENKEN: REDENEREN EN BETOGEN MET RATIONALE, 1e druk, Pearson Education, 2009, ISBN-13: 9789043017961, prijs € 17,00 In gebruik bij: IDM-A, IDM-B, IDM-C, IDM-D Berlo Berlo, D. van, AMBTENAAR 2.0, (gratis http://boekambtenaar20.wetpaint.com/?t=anon), In gebruik bij: M2 Bertrams Bertrams, J.: ONLINE MARKETING, 1e druk, Scriptum, 2010, ISBN-13: 9789055947027, prijs € 24,95 In gebruik bij: KB-43 Bijl Bijl, AAN DE SLAG MET HET NIEUWE WERKEN, (gratis beschikbaar op internet), In gebruik bij: KB-33 Blom Blom, E, HANDBOEK COMMUNITIES: de kracht van sociale netwerken, 1e druk, Bruna uitgevers, 2009, ISBN-13: 9789022959480, prijs € 19,95 In gebruik bij: M5 Bruins Bruins, R. en B. Pinkster, INFORMATIEMANAGEMENT, 2e druk, Pearson, 2010, ISBN-13: 9789043017466, prijs € 45,95 In gebruik bij: M4, M6 Chaffey Chaffey, D: PRINCIPES VOOR INTERNETMARKETING, 5e editie, Pearson, aug 2012, ISBN-13: 9789043024556, prijs € 46,95 In gebruik bij: KB-43 Cooper Cooper A., R. Reimann en D. Cronin, ABOUT FACE 3: the essentials of interaction design, 3e herziene druk, John Wiley, 2007, ISBN-13: 9780470084113, prijs € 37,50 In gebruik bij: M5, IDM-A


91

Fast Fast K., WHAT IS A CONTROLLED VOCABULARY?, Wordt beschikbaar gesteld op Blackboard, In gebruik bij: M1 Grit Grit, R., COMPETENT ADVISEREN: professioneel aan het werk, 1e druk, Noordhoff, 2007, ISBN-13: 9789001380045, prijs € 21,95 In gebruik bij: M4 Grit Grit, R., Gerritsma, M., ZO ORGANISEER JE EEN EVENT, 2e druk ,Groningen/Houten, Noordhoff Uitgevers, 2012, ISBN-13: 9789001809744, prijs € 16,95 In gebruik bij: KB-08 Grit Grit, R., PROJECTMANAGEMENT, 6e druk, Noordhoff, 2011, ISBN-13: 97890018790936, prijs € 28,25 In gebruik bij: G1, IDM-A, IDM-B, IDM-C, M1, M2, TI-B, T3 Hendrikx Hendrikx, W., HANDBOEK INTRANET, 1e druk, SDU, 2004, ISBN-13: 9789012099738, prijs € 39,95 In gebruik bij: M3 Janssen Janssen, H., M. van Reijsen, T. Zweers: INTERACTIEVE MARKETING, 1e druk, Pearson, 2010, ISBN-13: 9789043016469, prijs € 36,50 In gebruik bij: KB-42, KB-43 Katoen Katoen, R. e.a. HET NIEUWE WERKEN GENERATIE Y, 1e druk, Eburon, 2011, ISBN-13: 9789059725584, prijs € 18,00 In gebruik bij: KB-33 Kaushik Kaushik, A.: WEBANALYTICS 2.0,, John Wiley, ISBN-13: 9780470529393, prijs € 35,00 In gebruik bij: KB-44 Mark Mark D, BEGINNING IPHONE 4 DEVELOPMENT: EXPLORING THE IOS SDK, Uitgever: Apress, 2010, ISBN-13: 9781430230243, prijs € 38,95 In gebruik bij: KB-50 Oxland Oxland K., GAMEPLAY AND DESIGN, 1e druk, Pearson, 2004, ISBN-13: 9780321204677, prijs € 66,50 In gebruik bij: KB-24 Petersen Petersen, P.: Handboek Online Marketing, 2e druk, Kluwer, 2010, ISBN-13: 9789013077346, prijs € 37,50 In gebruik bij: KB-43


92

Rijnboutt Rijnboutt, J. & M. Heerink. ARGUMENTEREN, 1e druk, Pearson, 2011, ISBN-13: 9789043019361, prijs € 24,95 In gebruik bij: IDM-D Royakkers Royakkers, Morele oerwergingen in de ingenieurspraktijk, Thieme & Meulenhoff 2004, ISBN-13: 9789055744459, prijs € 33,20 In gebruik bij: KB-27 Smits Smits. G.J., Steins Bisschop, J.: INTERNET SCORECARD 2.0, 2e druk, Pearson, 2009, ISBN-13: 9789043017831, prijs € 25,95 In gebruik bij: KB-44 Steehouder Steehouder M.F., C. Jansen en K. Maat, LEREN COMMUNICEREN: handboek voor mondelinge en schriftelijke communicatie,, 6e druk, Noordhoff, 2012, ISBN-13: 9789001788926, prijs € 65,95 In gebruik bij: BIM-A, BIM-C, IDM-B, IDM-C, IDM-D, M2, M5, IDM-D, TI-B, CMD-A, CMD-C Thuis Thuis, P, INTRODUCTIE IN MANAGEMENT, over plannen, organiseren, leidinggeven en beheersen, 1e druk, Noordhoff, 2008, ISBN-13: 9789001122058, prijs € 37,95 In gebruik bij: M2 Tiggeler Tiggeler, E., CHECK JE WEBTEKST: schrijf heldere, pakkende en vindbare content, 1e druk, SDU, 2010, ISBN-13: 9789012582155, prijs € 12,95 In gebruik bij: M3 Veen Veen, M. en K. Westerkamp, DESKRESEARCH, 2e druk, Pearson, 2010, ISBN-13: 9789043019385, prijs € 28,50 In gebruik bij: IDM-B, M1 Verhoeven Verhoeven N., WAT IS ONDERZOEK, 4e druk, Boom, 2011, ISBN-13: 978905316713, prijs € 36,00 In gebruik bij: B7, C7, M7, I7, T7, V7, KB-49 Weinberger Weinberger, D, EVERYTHING IS MISCELLANEOUS: the power of the new digital disorder, 1e druk, Henry Holt & Co, 2008, ISBN-13: 9780805088113, prijs € 13,95 In gebruik bij: M2 Westen Westen, W., Goed Geschreven: zakelijk schrijven binnen opleiding en beroep, 2e druk, Coutinho 2009, ISBN-13: 9789046901700, prijs € 24,00 In gebruik bij: CMD-A, G1, INF-A, INF-AB, IDM-A, ISM-A, TI-A, NB-2

Let op: steeds meer boeken komen ook beschikbaar als e-book. Deze boeken hebben een ander ISBN-nummer. Over het algemeen is de e-versie iets goedkoper dan de papieren versie.


93

2013. bachelor deeltijdopleiding Informatiedienstverlening en - management (OER IDM-dt)

Recommend Documents