ß 2011 Rampjaar voor actief beheerde beleggingsfondsen Fondsen die wereldwijd in zowel large cap groei- als large cap waardeaandelen beleggen (Morningstar categorie Global Large-Cap Blend) beleefden in 2011 het meest teleurstellende jaar in de afgelopen elf jaar. Betekent dit het einde van het actieve fondsen tijdperk? Door Jeffrey Schumacher – Fondsanalist Morningstar “Met een actief beheerd beleggingsfonds heb ik de mogelijkheid om een beter rendement dan de benchmark te behalen”. Dat is de vooronderstelling waarmee veel beleggers een actief fonds in hun portefeuille opnemen. Anders kunnen ze net zo goed een –goedkoper– passief fonds of indextracker kiezen. Vorig jaar heeft het gros van de actieve fondsen echter niet hun meerwaarde kunnen laten zien. In 2011 presteerde slechts 13,2% van de beleggingsfondsen in de Morningstar categorie Global Large-Cap Blend beter dan de MSCI World Index. Dit is het laagste succespercentage sinds 2001. Bewijst dit nu dat actief beheerde beleggingsfondsen geen toekomst meer hebben? Dat is volgens Morningstar niet het geval, alleen moet u als belegger goed uw huiswerk doen om tussen het overschot aan beleggingsfondsen het juiste fonds te selecteren. Morningstar kan u daarbij helpen. De jaarlijkse prestaties van actief beheerde beleggingsfondsen Om de jaarlijkse rendementen van actief beheerde beleggingsfondsen te beoordelen heeft Morningstar de prestaties onderzocht van de fondsen binnen de categorie Global Large-Cap Blend1. Deze categorie bevat beleggingsfondsen die wereldwijd beleggen in grote ondernemingen en een mix kennen van waarde- en groeiaandelen. De fondsen in deze categorie spiegelen zich over het algemeen aan de MSCI World Index. Deze index is samengesteld uit grote bedrijven in ontwikkelde markten. De actief beheerde fondsen zouden waarde moeten toevoegen door op de lange termijn deze index te verslaan. In de eerste stap van deze analyse kijken we hoe de gemiddelde jaarlijkse resultaten van de categorie Global Large-Cap Blend zich verhouden tot die van de MSCI World Index in de periode 2001-2011. Hierbij berekenen we de mate van out- of underperformance van het categoriegemiddelde ten opzichte van de benchmark. De rendementen voor zowel de fondsen als de index zijn omgerekend naar euro, en de rendementen van de fondsen zijn gecorrigeerd voor kosten. De onderstaande tabel geeft de resultaten weer. Categorie versus benchmark
Global Large-Cap Blend Equity MSCI World NR EUR Outperformance
Annual Ret 2011 EUR -7,84 -2,38 -5,46
Annual Ret 2010 EUR 16,71 19,53 -2,81
Annual Ret 2009 EUR 28,59 25,94 2,65
Annual Ret 2008 EUR -39,89 -37,64 -2,25
Annual Ret 2007 EUR -0,06 -1,66 1,60
Annual Ret 2006 EUR 8,58 7,40 1,18
Annual Ret 2005 EUR 24,68 26,17 -1,48
Annual Ret 2004 EUR 5,20 6,46 -1,25
Annual Ret 2003 EUR 10,83 10,74 0,09
Annual Ret 2002 EUR -31,45 -32,02 0,58
Wat direct opvalt is dat de categorie Global Large-Cap Blend in de genoemde periode gemiddeld nog nooit zo’n grote achterstand had op de MSCI World Index als in 2011: -5,46%. Zelfs in 2008, het jaar waarin de financiële en economische
Annual Ret 2001 EUR -15,14 -12,30 -2,84
ß crisis uitgroeide van een koud briesje tot een allesverwoestende orkaan, waren de resultaten ten opzichte van de MSCI World Index beter dan de underperformance in 2011. Dit onderstreept nog maar eens dat 2011 een bijzonder moeilijk beleggingsjaar was, waarin onzekere politieke en economische factoren voor extreme stemmingswisselingen zorgden op de beurzen wereldwijd. De grootste jaarlijkse outperformance in de geanalyseerde periode van het categoriegemiddelde ten opzichte van de MSCI World Index is in 2009 behaald: 2,65%. Op jaarbasis gemeten, heeft het categoriegemiddelde de benchmark in vijf van de elf jaar verslagen (2009, 2007, 2006, 2003 en 2002). Een score van 45%. Wanneer u in 2001 een bedrag van 1000 euro had geïnvesteerd in het “categoriegemiddelde”, dan had u nu 763 euro over. Had u over dezelfde periode een rendement behaald gelijk aan de MSCI World Index, dan was uw verlies minder groot en heeft uw belegging nu een waarde van 858 euro. Om de verschillen in een rendementspercentage uit te drukken: de fondsen in de categorie Global Large-Cap Blend behaalden gemiddeld een geannualiseerd rendement van -2,4%, wat 1% lager is dan het geannualiseerde rendement van de MSCI World Index. Hoeveel beleggingsfondsen presteren op jaarbasis beter dan de MSCI World Index? De voorgaande analyse is gemaakt op basis van een vergelijking tussen het gemiddelde rendement van de fondsen in de categorie Global Large-Cap Blend en de MSCI World Index. Een gemiddelde kan echter een vertekend beeld geven omdat grote afwijkingen het gemiddelde sterk kunnen beïnvloeden. Daarom is het beter om te kijken naar de prestaties van de onderliggende beleggingsfondsen die de categorie vormen. Wanneer de prestaties van de individuele fondsen in de categorie Global Large-Cap Blend afgezet worden tegen de MSCI World Index, dan leidt dit tot de onderstaande resultaten: Percentage actief beheerde fondsen dat beter presteert dan de MSCI World Index
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
13,2% 28,5% 61,3% 28,6% 64,4% 59,7% 46,4% 39,4% 46,3% 54,9% 25,6% Ook uit deze data blijkt, dat in 2011 veel actief beheerde fondsen niet brachten waarvoor ze werden aangeschaft, namelijk het behalen van een beter rendement dan de benchmark. Slechts 13,2% van de fondsen in de categorie Global Large-Cap Blend wist in 2011 een betere prestatie neer te zetten dan de MSCI World Index. Een dieptepunt in de periode die wij hebben geanalyseerd. De historie laat zien dat het niet altijd kommer en kwel is geweest en dat er jaren waren waarin het meerendeel van de fondsen de benchmark wel versloeg. Zo presteerde in 2007 en 2009 meer dan 60% van de fondsen beter dan de benchmark. In 2002 en 2006 lagen deze percentages ruim boven de 50%. In 2001, 2008, 2010 en 2011 waren de prestaties echter matig. Opvallend is dat dit allemaal jaren zijn waarin er sprake was van economische tegenwind. Het gemiddelde percentage actief beheerde fondsen dat de benchmark in enig jaar verslaat komt over de periode 2001 – 2011 uit op 42,6% per jaar. Met deze cijfers in het achterhoofd kan de vraag gesteld worden of het nog loont om te beleggen in actief beheerde fondsen. Een terechte vraag waarop wij graag antwoord geven.
ß Wat zeggen de cijfers? De analyse tot nu toe heeft zich geconcentreerd op het in perspectief plaatsen van jaarlijkse rendementen van actief beheerde fondsen ten opzichte van de benchmark. Maar moet een actief beheerd fonds in ieder jaar een betere prestatie neerzetten dan de benchmark? Dat is toch waar u de beheerder voor betaalt. Of niet? Als fondsbelegger zou u een langtermijnhorizon moeten hebben, waarbij “lange termijn” gewoonlijk wordt gedefinieerd als minstens 10 jaar. Is het dan fair om uw fondsen ieder jaar af te rekenen op het behaalde rendement ten opzichte van de benchmark? Natuurlijk, u dient uw portefeuille goed in de gaten te houden en daarbij hoort ook zeker een analyse van de jaarlijkse prestaties. Maar dat betekent niet dat u bij het eerste de beste mindere resultaat per definitie uw fonds moet inruilen voor een andere belegging. Het fonds moet op de lange termijn een goede prestatie neerzetten en dat kan gepaard gaan met één of meerdere jaren van underperformance. U bent toch belegger en geen speculant? Daarnaast is het van belang om in het geval van underperformance goed te kijken wat de oorzaak is. Ook kan het zijn dat een bepaalde beleggingsstijl tijdelijk uit de gratie is, zoals de mindere prestatie van waardestrategieën gedurende de internethausse rond de eeuwwisseling. Om de prestaties van beleggingsfondsen te beoordelen dient dus met name het lange termijn rendement geanalyseerd te worden. Een fonds kan in enig jaar minder presteren dan de benchmark, maar dat betekent nog niet per definitie dat het lange termijn rendement slecht is. Zijn er nog goede beleggingsfondsen te vinden? Jazeker. Om te bepalen hoe goed actief beheerde fondsen presteren hebben we de prestaties op lange termijn gemeten. Dit hebben we gedaan door het geannualiseerde rendement te berekenen van de individuele fondsen in de categorie Global LargeCap Blend over de periode 2001–2011 en dit af te zetten tegen het geannualiseerde rendement van de MSCI World Index. Dit resultaat kan alleen berekend worden voor fondsen die ten minste een historie hebben sinds 2001. Gemeten over de periode 2001 – 2011 heeft 26,4% van de fondsen beter gepresteerd dan de MSCI World Index. Eerder gaven we aan dat gemiddeld 42,6% van de fondsen de benchmark in enig jaar verslaat. Dit kunnen dus elk (kalender)jaar andere fondsen zijn. Het percentage fondsen dat de MSCI World Index op de lange termijn verslaat is dus met 26,4% veel lager. Dit betekent, dat veel fondsen niet in staat zijn om de benchmark jaren achtereen te verslaan. Dit is ook praktisch onmogelijk, maar niet noodzakelijk om op lange termijn een goede prestatie neer te zetten. In de bijlage onderaan dit artikel treft u een overzicht aan van de fondsen in de categorie Global Large-Cap Blend die de MSCI World Index over de periode 2001–2011 hebben verslagen, in Nederland verkrijgbaar zijn en een Analyst Rating hebben. Een voorbeeld van een fonds met een indrukwekkend track record ten opzichte van de MSCI World Index is het M&G Global Growth Fund. In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden volgt dit fonds geen uitgesproken groeistrategie, maar kent het een mix van waarde- en groeiaandelen. Over de periode 2001–2011 behaalde dit fonds een geannualiseerde outperformance van 3,40% ten opzichte van de benchmark. Ook ten opzichte van de categorie Global Large-Cap Blend zijn de jaarlijkse prestaties zeer goed geweest, waarbij dit fonds van 2003 tot en met 2009
ß in ieder jaar tot de beste 25% van zijn categorie behoorde. Heeft dit fonds in elk van de jaren in de geanalyseerde periode beter gepresteerd dan de benchmark? Nee, in 2001, 2010 en 2011 lukte het dit fonds niet de de MSCI World Index achter zich te laten. Over de geanalyseerde periode werd de benchmark in acht van de elf jaar verslagen. Het M&G Global Growth Fund heeft laten zien zowel tijdens positieve als negatieve markten tot de beste in haar categorie te behoren. Met dit track record toont dit fonds aan dat, om een langetermijnoutperformance te behalen ten opzichte van de benchmark, continue outperformance geen vereiste is. De analyse die hiervoor is uitgevoerd heeft betrekking op een periode van elf jaar. Om de consistentie van dit resultaat te bekijken is het interessant om naast de langetermijnprestaties ook de rendementen op middellange termijn te analyseren. Hierbij stellen wij de middellange termijn op vijf jaar. Dit biedt de mogelijkheid om de prestaties te meten over verschillende vijfjaarsperioden. U hoeft namelijk niet per definitie uw belegging gestart te zijn in 2001 en u kunt natuurlijk ook al voor 2011 uw belegging verkocht hebben. Daarom laat de onderstaande tabel u zien hoeveel procent van de beleggingsfondsen in de categorie Global Large-Cap Blend de MSCI World Index heeft verslagen in de betreffende vijfjaars periode. 2001-
Percentage actief beheerde 2005 fondsen dat beter presteert 39,70% dan de MSCI World Index
20022006 52,80%
20032007 51,97%
20042008 36,66%
20052009 46,61%
20062010 40,69%
20072011 18,93%
Hoewel dezelfde trends zijn waar te nemen voor de vijfjaars rendementen als bij de prestatie van actief beheerde fondsen over de periode 2001 – 2011, liggen de succespercentages voor deze kortere perioden wel hoger. Ook bij de vijfjaarsperioden blijken er meer fondsen te zijn die beter presteren dan de benchmark wanneer het economisch voor de wind gaat, maar onder slechtere omstandigheden laten zij het vaker afweten. Lagere kosten kunnen de resultaten sterk verbeteren Een goed rendement begint met lage kosten. Vanuit dat oogpunt valt er positief nieuws voor de fondsbelegger te verwachten. De gemiddelde jaarlijkse kostenvoet (de Total Expense Ratio of TER) van fondsen in de categorie Global Large-Cap Blend ligt op ongeveer 1,7%. Deze kosten moet de fondsmanager dus goedmaken om minimaal gelijk te komen aan het benchmarkrendement. De manager bepaalt echter niet zelf hoe hoog de kosten voor zijn fonds zijn. Dit wordt door het fondshuis bepaald. In de afgelopen jaren is de TER voor veel categorieën opgelopen omdat de distributievergoeding versleuteld was in de TER. Deze verkooppremie wordt naar verwachting op termijn vervangen door een ander verdienmodel, waardoor de distributievergoeding komt te vervallen. Theoretisch zou de TER dan moeten dalen met het deel van de distributievergoeding dat erin versleuteld is. Wanneer de aanname wordt gedaan dat door het vervallen van de distributievergoeding de TER daalt met 50%, dan kan getest worden in hoeverre dit de resultaten van actief beheerde fondsen positief had beïnvloed in de periode 2001 – 2011 ten opzichte van de benchmark. Voor ieder fonds in de categorie Global Large-Cap Blend wordt het jaarlijkse rendement verhoogd met 50% van de gemiddelde distributievergoeding van 1,7% op jaarbasis. Wanneer deze aanname wordt doorgerekend dan leidt dit tot de volgende resultaten: Percentage actief beheerde fondsen dat beter presteert dan de MSCI World Index
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
17,3% 36,7% 66,7% 34,1% 72,4% 67,9% 53,9% 49,9% 52,8% 60,4% 33,7%
ß Ondanks dat ook hier dezelfde trends in prestaties zijn waar te nemen, wordt de positieve invloed van een kostenverlaging duidelijk. Het gemiddelde percentage actief beheerde fondsen dat de benchmark in enig jaar verslaat komt over de periode 2001 – 2011 uit op 49,6% per jaar, tegenover een gemiddeld percentage van 42,6% in de huidige kostenstructuur. Over de gehele periode 2001 – 2011 berekend, komt het percentage fondsen in de categorie Global Large-Cap Blend dat een beter rendement heeft behaald dan de MSCI World Index uit op 44,9%. Dit is een duidelijke verbetering ten opzichte van de 26,4% die is behaald onder de huidige kostenstructuur. Er gloort dus hoop op betere resultaten als puur gekeken wordt naar het fondsrendement. Voor uw totaalrendement, dus inclusief kosten voor het advies, valt nog te bezien of deze verandering positief gaat uitvallen. Conclusie: doe uw huiswerk Het feit dat over de periode 2001 – 2011 maar 26,4% van de fondsen in de categorie Global Large-Cap Blend de MSCI World Index weet te verslaan brengt ons tot twee conclusies. Ten eerste is het merendeel van de fondsen niet in staat om de benchmark te verslaan op de lange termijn, al dan niet gehinderd door de distributievergoeding die de kosten voor het fonds verhoogt. Dit betekent dat veel fondsen geen toegevoegde waarde hebben. Aan de andere kant betekent dit ook, dat er wel degelijk fondsen zijn die het betalen van de beheerfee waard zijn. Deze groep is echter beperkt. Dat brengt ons bij onze tweede conclusie, en dat is dat u heel goed uw huiswerk moet doen om de juiste fondsen te selecteren. Iets waar Morningstar u graag bij wil helpen. Morningstar beoordeelt ruim 1.100 beleggingsfondsen in Europa op basis van een kwalitatieve analyse, waarbij de fondsanalisten de vijf pilaren van beleggingsfondsen analyseren (People, Process, Performance, Parent en Price). De kwaliteit van deze pilaren vertaalt zich naar een Analyst Rating, die negatief (Negative), neutraal (Neutral) of positief (Bronze, Silver, Gold) kan zijn. Van de fondsen met een positieve rating verwachten wij dat ze, op basis van de kwaliteit van de pilaren, op de lange termijn een betere prestatie zullen leveren dan de benchmark en/of het categoriegemiddelde. De Analyst Rating geeft dus onze overtuiging weer voor de toekomstige prestaties van een beleggingsfonds. Dit betekent echter niet dat een fonds waarover wij een positieve mening hebben in enig jaar niet minder kan presteren dan de benchmark. Met de Analyst Rating heeft u als belegger een handvat om te komen tot een weloverwogen fondskeuze. 1
Dit onderzoek heeft betrekking op alle fondsen in de Morningstar categorie Global Large-Cap Blend die in Europa verkrijgbaar zijn. Beperking van het universum tot alleen in Nederland verkrijgbare fondsen levert nagenoeg dezelfde resultaten op en geeft dezelfde trends weer. Het onderzochte universum bevat alleen fondsen die gedurende de periode 2001–2011 belegbaar waren. Dit betekent dat fondsen die tussentijds zijn gefuseerd of geliquideerd buiten beschouwing gelaten zijn. Dit zorgt ervoor dat de resultaten in dit onderzoek door het wegvallen van deze fondsen mogelijk positief zijn beïnvloed (survivorship bias). Alle rendementen van zowel individuele fondsen als de MSCI World Index zijn omgerekend naar euro en zijn voor de fondsen na beheerkosten. Voor dit onderzoek is voor alle fondsen de oudste share class gebruikt. Dit beïnvloedt de resultaten en kan er voor zorgen dat de genoemde rendementspercentages voor individuele fondsen verschillen ten opzichte van informatie die voor deze fondsen in de fondsendatabase op www.morningstar.nl te vinden is.
ß Bijlage Onderstaand treft u een overzicht aan van beleggingsfondsen in de categorie Global Large-Cap Blend die over de periode 2001 – 2011 de MSCI World Index hebben verslagen, in Nederland verkrijgbaar zijn en beschikken over een Analyst Rating. Fondsnaam
ISIN
Amundi International SICAV
LU0068578508
7,69
Bronze
M&G Global Growth
GB0030938038*
2,02
Bronze
Investec Global Free Entpr
GB0031141806
1,70
Silver
BL-Global Equities
LU0117287580
0,40
Bronze
Investec Global Equity
GB00B01VDJ10
-0,43
Bronze
Aberdeen Global World Equity
LU0094547139
-0,63
Silver
Petercam Equities World
BE0058652646
-0,80
Neutral
BGF Global Opportunities
LU0171285314
-0,93
Bronze
MSCI World NR EUR *Dit fonds is op www.morningstar.nl te vinden onder ISIN GB0030938145
Geannualiseerd rendement 2001 2011
-1,38
Morningstar Analyst Rating