Floron
Nieuws
Nummer 15 – December 2011
2011 in een notendop - floristisch het jaar door Wout van der Slikke
de Weerribben. Daar gaan we op zoek naar typische laagveensoorten als Groenknolorchis en verzamelen bladmonsters voor het DNA-barcodingproject van NCB Naturalis. Waren de zomerse kampen al goed bezocht, het nazomerkamp op Terschelling betekent een ware floristen-invasie. Zo’n 60 plantenkenners struinen het eiland af en noteren duizenden vondsten. De kwelders van de Boschplaat leveren uiteraard geen hoge soortenaantallen, maar zorgen wel voor een prachtige natuurbeleving en bovendien een spectaculaire vondst. Eénbloemige zeekraal, al jaren niet meer in ons land waargenomen, blijkt veelvuldig voor te komen. Staatsbosbeheer die de organisatie door FLORON en de FFF geweldig ondersteunt, krijgt waar voor zijn geld. Gemakkelijke tijden zijn het niet. De economie heeft het zwaar te verduren en de natuurwereld krijgt daarbij nog eens extra zware klappen. Voor FLORON en andere groene organisaties geen eenvoudige opgave het hoofd boven water te houden en ambities te realiseren. Gelukkig gaat de natuur op veel punten ongestoord haar eigen weg en blijft de kracht van een netwerk van betrokken vrijwilligers onverminderd haar waarde bewijzen. 2011 in een notendop. Floristisch het jaar doorlopend blijkt er nog altijd veel te gebeuren. Een terugblik op 2011. Winter Het nieuwe jaar gaat koeltjes van start. Alweer beleven we een strenge winter. Een goed moment om warm te lopen voor manifestaties tegen de onevenredige bezuinigingen op natuur. De coalitie ‘Hart voor natuur’, waarbij ook FLORON is aangesloten, organiseert wandelingen in tal van natuurgebieden en vraagt aandacht voor natuur in de aanloop naar de provinciale verkiezingen. Op de schaats valt zelfs op floristisch gebied nog wat te beleven zo is te lezen op natuurbericht.nl. Het warmlopen voor het plantenseizoen komt vooral in maart op gang met diverse startbijeenkomsten in FLORON-districten. In Wageningen bijvoorbeeld, waar de floristische activiteiten worden opgepord met een bijeenkomst waar zo’n 30 enthousiaste plantenliefhebbers plannen smeden voor het nieuwe veldseizoen. In deze rivierrijke regio wordt al met spanning uitgekeken naar de effecten van het recente hoogwater op de oeverflora. Voorjaar In april staan de eerste excursies naar stinzenplanten en voorjaarsflora op het programma en al gauw valt ook het voorjaarsnummer van FLORON-Nieuws op de mat. De agenda’s kunnen worden gevuld met tal van dagexcursies en inventarisatiekampen. Het seizoen is begonnen. We hebben een warm en droog voorjaar. Laat in mei lijkt de zomer al aan te breken. Wekenlang worden we getrakteerd op droog, zonnig en warm weer. Het lijkt wel of alles tegelijk in bloei staat. De nieuwe
focussoorten van het verspreidingsonderzoek verschijnen op de website van FLORON. De kaartjes maken duidelijk waar dit jaar de belangrijkste actualisaties van vindplaatsen gewenst zijn. Voor de orchideeën is het nu toptijd en 2011 levert meteen weer een aantal spectaculaire vondsten op, zoals een tweede plek van Lange tongorchis. In juni volgt de start van Het Nieuwe Strepen. Dit jaar proberen we deze nieuwe inventarisatiemethode uit op de heide. Een eerste slag wordt gemaakt op de Hoge Veluwe. Via natuurberichten en Vara’s Vroege Vogels komt de nieuwe aanpak breder onder de aandacht. Zomer De zomer is gevuld met een aantal goed bezochte inventarisatiekampen. In Amsterdam gaan we op zoek naar ‘De Nieuwe Amsterdammers’. De stad blijft een gebied vol verrassingen. Veel deelnemers maken kennis met nieuwe stadssoorten en een radioploeg doet live verslag van een aantal boeiende vondsten. Ook in Drenthe kammen tientallen floristen de omgeving uit tijdens een kampeerweek van FLORON en de WFD. Gastheer Staatbosbeheer is blij verrast met de tweede vondst van Draadgentiaan in de provincie. Het zomerse voorjaar heeft inmiddels plaatsgemaakt voor een herfstachtige zomer. In het veld valt dat eigenlijk altijd weer mee, maar in laaggelegen terreinen is het wel wat vaker ‘vissen’ naar een plant. Dat laatste gebeurt vanzelfsprekend ook tijdens de 1000-soortendag eind augustus in
Najaar In oktober dragen we bij aan het symposium ‘Van waarneming tot bescherming’ ter gelegenheid van de jubilea van KNNV en VOFF. Met de lancering van Natuurhulp en nauwere samenwerking tussen waarnemers, beschermers en beheerder hopen we onze beschermingsdoelstellingen in de nabije toekomst verder inhoud te kunnen geven. We kunnen meteen aan de bak door samen op te trekken in de reactie op de nieuwe wet natuur waarvoor diezelfde maand een rampzalig voorstel verschijnt. De koude natte zomer wordt goedgemaakt door zeer aangename, droge herfstweken. Het seizoen houdt extreem lang aan. Tot in november worden nog streeplijsten ingevuld. Diverse soorten nemen een voorschot op 2012. Dotterbloemen, Gele lis, Fluitenkruid en Vroegeling zijn weer opnieuw in bloei te vinden. Toch is het tijd het potlood en de PDA-pen even neer te leggen en de waarnemingen van het afgelopen seizoen op een rij te zetten. En tegelijk om al vooruit te blikken op het nieuwe jaar. In BrabantBaronie en Zuid-Holland-zuid worden districtsbijeenkomsten gehouden om de floristiek nieuw leven in te blazen. We sluiten het jaar af met het uitbrengen van de Nieuwe Atlas van de Nederlandse Flora. Een fraai kaartoverzicht van de verspreiding van onze plantensoorten in de afgelopen eeuw. Het komt uit op onze landelijke Variadag, waar weer veel boeiende presentaties op plantengebied te verwachten zijn. En ondertussen gaan we start met een nieuwe versie van de Rode Lijst Vaatplanten. Voor het eerst kunnen we daarbij gebruik maken van alle waarnemingen in de NDFF. Ook 2012 belooft een boeiend jaar te worden!
van het landelijk bureau Wouter van Eck verlaat FLORON Hans van Dord (voorzitter FLORON) Op 1 oktober j.l. is Wouter van Eck terug getreden als directeur. Na twee jaren FLORON gediend te hebben gaat hij zich richten op andere zaken. Wouter werkte bij ons op basis van een 60 % aanstelling, mede om zo ruimte te geven aan zijn andere passie als fractievoorzitter van GroenLinks in de Provinciale Staten van Gelderland. Wij zijn Wouter dank verschuldigd voor de inzet die hij in zijn tijd bij FLORON heeft getoond. Het Bestuur heeft besloten een interimdirecteur aan te stellen om minimaal een half jaar en maximaal tot eind 2012 FLORON te leiden. Het Bestuur heeft daarvoor een uitstekende kandidaat gevonden, te weten de oud-directeur van SOVON, Frank Saris. Hij zal vanaf 1 november voor 2 dagen per week beschikbaar zijn en het Bestuur ondersteunen alle maatregelen te nemen die noodzakelijk zijn om voor FLORON een gezonde toekomst te verzekeren. Frank zal ook onderzoeken of een verdere integratie van ons Landelijk Bureau met dat van andere PGO’s in Natuurplaza voor FLORON meerwaarde oplevert. Uiteindelijk zal Frank ons ook ondersteunen bij het vinden van een opvolger voor Wouter. Inmiddels hebben wij in klein verband afscheid genomen van Wouter. Graag herhaal ik hier wat ik hem bij die gelegenheid al heb toegewenst - heel veel succes in de volgende fase van zijn leven .Wouter heeft laten weten dat wij in hem een onversaagd supporter hebben. Wouter, het ga je goed!
Nieuwe DC-teams Met twee regionale nieuwsbrieven, een najaarsbijeenkomst en verschillende bijdragen aan de landelijke projecten begint het nieuwe districtsteam in Brabant-Baronie goed van de grond te komen. Ook in Zuid-Holland-zuid staan weer gezamenlijke activiteiten op stapel. Een geslaagde bijeenkomst half november in Rotterdam trok rond de 30 deelnemers, waarbij verschillende plantenwerkgroepen en individuele floristen elkaar beter leerden kennen en plannen maakten voor het komende jaar. Willemien Troelstra nam het initiatief tot de avond en zal als contactpersoon blijven optreden. In Groningen is een groepje actief geworden die de coördinatie van activiteiten in Groningen-oost overneemt van Anneke Nieuwenhuijs. Voorlopig is Willem Stouthamer aanspreekpunt voor beide Groningse districten.
2
Kiemblad – digitale nieuwsbrief FLORON Dit najaar verscheen het eerste nummer van Kiemblad, de digitale nieuwsbrief van FLORON. Het uitbrengen van een digitale nieuwsbrief stelt ons in staat op een frequentere basis actief te berichten over lopende zaken. Kiemblad verschijnt onregelmatig naast FLORON-Nieuws, dat halfjaarlijks verschijnt als gedrukte uitgave. In Kiemblad is plaats voor allerlei korte berichten die het onderzoek aan hogere planten in Nederland aangaan: berichten van het Landelijk Bureau van FLORON, vanuit districten of individuele betrokkenen, oproepen, bijzondere waarnemingen, aankondigingen van rapporten, boeken en activiteiten. Ook al uw bijdragen voor Kiemblad en FLORON-Nieuws zijn van harte welkom: mail ze naar
[email protected]. Het eerste nummer van Kiemblad is verspreid onder floristen en belangstellenden van wie bij ons het e-mailadres bekend was. Voor het ontvangen van de volgende edities moet ieder zich eenmalig actief aanmelden. Inmiddels hebben al honderden mensen dat gedaan. Wilt u ook de volgende nummers van deze digitale nieuwsbrief van FLORON (kosteloos) ontvangen? Ga dan naar www.floron.nl en klik op de knop nieuwsbrief rechts in het menu.
Voorstel nieuwe wet natuur Het zal niemand zijn ontgaan. Dit kabinet heeft weinig op met natuur en staatssecretaris Bleker al helemaal niet. Onder het mom van verlaging van de regeldruk is het integratieproces van diverse natuurwetten gebruikt om over te stappen op een beleid waarbij alleen het hoogst noodzakelijke wordt geregeld. Het voorstel voor de nieuwe Wet natuur dat in oktober werd gepresenteerd toont dan ook geen enkele ambitie om onze flora en fauna te beschermen. Veel van wat in de afgelopen decennia op het gebied van natuurbescherming wettelijk is verankerd, wordt zonder goede argumenten overboord gegooid. Daarmee gaat een kans verloren om met een herziening van de wetgeving juist aanpassingen te doen die zowel economie als ecologie ten goede komen. Want ook de huidige situatie is niet ideaal. Het voorliggende wetsvoorstel holt de bescherming echter uit tot uitsluitend die van de soorten die internationale bescherming genieten. Voor de overige soorten resteert alleen nog maar een weinig geconcretiseerde algemene zorgplicht. Die lijkt nauwelijks handhavingsmogelijkheden te bieden. Zo vervalt de wettelijke grond om op te treden
tegen onnodige vernietiging of vernieling van groeiplaatsen en tegen het uitgraven, plukken of beschadigen van alle niet met name genoemde soorten, waaronder bijvoorbeeld ook vrijwel alle orchideeën en klokjes. Ruim 100 soorten die onder de huidige Flora- en faunawet nog bescherming genieten, komen daarbij te vervallen. Slechts 13 plantensoorten resteren, waaronder 3 met een streng beschermingsregime – de habitatrichtlijnsoorten Groenknolorchis, Drijvende waterweegbree en Kruipend moerasscherm. Een koppeling met de Rode Lijst blijft uit.
Spotprent gemaakt door Auke Herrema voor de KNNV afdeling Delfland. Naast deze bezwaren voor de flora, valt ook de bescherming van diverse diersoorten en van natuurgebieden op veel punten slechter uit. Natuurorganisaties hebben hun krachten dan ook gebundeld in de inspraakreacties op het wetsvoorstel. FLORON heeft via Soortenbescherming Nederland en de VOFF haar bezwaren aan de staatsecretaris kenbaar gemaakt. Ook veel andere organisaties uit de groene sector hebben gereageerd, evenals tal van verontruste burgers. We hopen dat deze inspraak tot stevige aanpassing van het huidige voorstel leidt en de natuur straks niet verschraalt tot slechts ‘Blekergele droogbloemen’ …
Onder de noemer #streepdoornatuur zijn de afgelopen weken op diverse plaatsen plant- en diernamen doorgestreept. Dit zijn acties tegen de nieuwe natuurwet van staatssecretaris Bleker, waaraan ook mensen uit de FLORON achterban schijnen te hebben meegedaan. zie www.streepdoornatuur.nl FloronNieuws - December 2011
verspreidingsonderzoek
Verspreidingsonderzoek 2011 de eerste resultaten In het verspreidingsonderzoek van FLORON hebben we ons voor het tweede achtereenvolgende jaar vooral gericht op de typische soorten van natuurgebieden. De meeste aandacht gaat uit naar de urgent bedreigde soorten en de soorten vermeld op de Europese habitatrichtlijn. Via een ‘levend’ overzicht van te actualiseren vindplaatsen op de FLORON-website kunnen floristen zien waar hun inventarisatieinspanningen in het bijzonder gewenst zijn. Waarnemingen die via waarneming.nl of telmee.nl worden gemeld, verschijnen op de overzichten direct in beeld. Zo is ook meteen zichtbaar dat met elke nieuwe waarneming, het aantal te actualiseren vindplaatsen afneemt. Ook de streeplijsten en bestanden die we aan het eind van het seizoen verwerken dragen deels bij aan de actualisaties. Dat gaat in elk geval op voor de minder zeldzame typische soorten die niet op de website vermeld staan. Het gaat in het verspreidingsonderzoek uiteindelijk immers om de circa 300 typische soorten. Op de streeplijst zijn ze te herkennen zijn aan de ‘t’ in de abundantiekolom voor de soortnaam. Wat het afgelopen veldseizoen precies aan actualisaties heeft opgeleverd, blijkt pas gedurende de wintermaanden als alle gegevens zijn verwerkt. Op basis van de voorlopige gegevens is echter al duidelijk dat het aantal te actualiseren vindplaatsen flink is teruggebracht. Behalve voor Kruipend moerasscherm is het beeld (10x10km) voor een aantal typische soorten met een beperkt aantal groeiplaatsen al aardig compleet. Herfstschroeforchis,
FloronNieuws - December 2011
barcoding
Heidezegge, Duitse gentiaan, Kleine knotszegge, Berggamander, Liggend bergvlas en Bitterkruidbremraap komen nog steeds in de zelfde 10x10 km-hokken als waar ze voor 2007 werden aangetroffen. Van andere zeldzame typische soorten zo als Beklierde ogentroost, Bosdravik, Slijkzegge, Klein slijkgras, Trosgamander, Lange zonnedauw, Veenorchis, Alpenheksenkruid, Kruiptijm en Noords walstro zijn nog geen gevalideerde waarnemingen bekend van na 2007.
is ook een lastige soort. Bestendige groeiplaatsen komen in hoofdzaak voor in jaarlijks geschoonde, enigszins stromende wateren. In kleinere, stilstaande, niet beheerde wateren zijn de groeiplaatsen meestal minder bestendig en verdwijnt de soort weer vrij snel in de loop van de successie.
Na afloop van de periode 2007-2012 moet Nederland aan de EU rapporteren over de staat van instandhouding van de soorten uit bijlage 2 van de habitatrichtlijn (Groenknolorchis, Kruipend moerasscherm en Drijvende waterweegbree) en over de staat van instandhouding van de habitattypen. De gegevens uit het verspreidingsonderzoek zijn van belang voor deze rapportages. De verspreiding van Kruipend moerasscherm is op 10x10 km niveau nagenoeg compleet. In alle 10x10 km-hokken waar de soort voor 2007 voorkwam is de soort in de periode 2007-2012 weer aangetroffen. Er zijn zelfs nieuwe hokken bijgekomen. Ook voor Groenknolorchis is het beeld vrij compleet. De grootste uitdaging ligt bij Drijvende waterweegbree. In een aanzienlijk aantal km-hokken is de soort na 2007 nog niet teruggevonden. In 2012 is dus nog enige inspanning nodig om het beeld te completeren. FLORON heeft aan het eind van het veldseizoen nog een actualisatieslag gepleegd voor Drijvende waterweegbree door in acht 10x10 km-hokken waar de soort in de periode 2007-2012 nog niet was waargenomen, de nog niet onderzochte km-hokken met oude groeiplaatsen te bezoeken. Deze zoekactie bleef, mogelijk ook vanwege het late tijdstip (schonen!) en de hoge waterstanden, zonder resultaat. Drijvende waterweegbree
Een streepjescode voor elke plant NCB Naturalis in Leiden wil de biodiversiteit in ons land kaart brengen. Genetisch dan. Met het project DNA-barcoding werken ze mee aan een internationale database met DNA-gegevens van levende organismen. Via deze ‘Barcode Of Life Data Systems’ (BOLD) kan van een steeds groter aantal organismen de identiteit worden vastgesteld aan de hand van de DNAsequentie. De volgorde van de bouwstenen in het genetisch materiaal vormen als het ware de streepjescode van elk individu. Zo kun je aan de hand van een stukje weefsel vaststellen met welke soort je te maken hebt. Dat klinkt eenvoudig maar het vaststellen van de genetische code vraagt geavanceerd laboratoriumwerk. Daarvoor is goed genetisch materiaal nodig. Bovendien moet voor de meeste plantenfamilies nog worden vastgesteld, met welke behandeling de genetische code het best kan worden ontrafeld. Afgelopen zomer hebben een aantal plantenkenners op verschillende plekken in Nederland al enkele honderden plantensoorten bemonsterd. Daarmee ligt er een stevige basis voor dit onderzoek en zijn onlangs de eerste laboratoriumbewerkingen uitgevoerd om het DNA te analyseren.
3
trefkansonderzoek Vooral grassen en zeggen zijn onder de nu bemonsterde soorten goed vertegenwoordigd. Voor het vaststellen van de DNAsequenties worden deze groepen daarom het eerst bij de kop genomen. Handig straks voor identificaties, want juist determinatie van grasachtigen leidt nog wel eens tot problemen. Het streven is echter de hele Nederlandse flora en fauna te bemonsteren en NCB Naturalis heeft daartoe contact gezocht met PGO’s als FLORON, BLWG en EIS om ook hun achterban daarbij te betrekken. Het Landelijk Bureau van FLORON beziet op dit moment de mogelijkheden floristen die hiervoor interesse hebben erbij te betrekken. Dit voorjaar leest u er meer over op onze website.
Het Nieuwe Strepen Afgelopen jaar is FLORON samen met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gestart met een nieuwe manier van inventariseren: ‘Het Nieuwe Strepen’. Het komt er op neer dat we met behulp van statistische technieken met een relatief geringe inventarisatieinspanning toch zicht krijgen op de aanwezigheid van soorten en uiteindelijk ook in de trends in voor- en achteruitgang van soorten. Een voorwaarde voor deze nieuwe werkwijze is dat km-hokken meerdere keren in hetzelfde jaar bezocht worden, telkens door een andere waarnemer. 2011 was een proefjaar voor het trefkansonderzoek en we zijn daarom van start gegaan met een relatief overzichtelijk leefgebied, namelijk ‘heide’. Vooraf zijn 100 kilometerhokken geselecteerd waarbinnen ‘de heide’ onderzocht moest worden op alle aanwezige hogere (vaat)planten. De hokken zijn random geselecteerd uit kmhokken waar – op basis van de landelijke databank – in het verleden een aantal Typische heidesoorten (heidesoorten die EUHabitattypen karakteriseren) zijn aangetroffen. Via de online reservering op de FLORON website zijn precies 100 reserveringen gedaan op 50 km-hokken. Uiteindelijk zijn er 82 lijsten van 47 km-hokken opgestuurd. Van deze 47 km-hokken waren er 29 meer dan 1 keer bezocht. In totaal hebben er 42 waarnemers meegedaan. Bijna een kwart daarvan had nog niet eerder waarnemingen aan FLORON doorgegeven. De nieuwe aanpak heeft dus potentie ook nieuwe waarnemers bij de gegevensverzameling te betrekken. In totaal zijn er 377 soorten waargenomen. Soorten die in bijna alle km-hokken zijn waargenomen zijn Bochtige smele, Struikhei, Grove den, Pijpenstrootje, Zomereik
4
en Schapenzuring. Tot de zeldzamere soorten die maar in 1 of enkele hokken zijn waargenomen behoren Drijvende egelskop, Riempjes, Duits viltkruid, Ruig schapengras, Grote wolfsklauw en Overblijvende hardbloem. Bij een eerste voorlopige analyse door het CBS kon voor 91 soorten, waaronder 10 Typische heidesoorten, de occupancy worden geschat. Dit is een schatting van de werkelijke aanwezigheid van de soorten gecorrigeerd voor de trefkans. Soorten die volgens deze voorlopige analyse relatief frequent niet worden aangetroffen zijn o.a. Brede stekelvaren, Grote brandnetel, Zachte berk, Fioringras, Vroege haver, Boskruiskruid, Klein kruiskruid en Gewoon reukgras. Overwegend zijn dit of kortlevende 1-jarige soorten of onopvallende soorten of juist zeer algemene soorten. Soorten die volgens de analyse relatief weinig bij het strepen worden gemist, zijn vooral algemene soorten als Buntgras, Struikhei, Bochtige smele, Zandzegge en Pijpenstrootje
exoten Exoten beheersbaar houden Baudewijn Odé Exotische waterplanten In 2011 heeft FLORON op een aantal manieren bijgedragen aan kennis over het beheersbaar houden van invasieve exoten. In het Convenant Waterplanten is tussen Ministerie EL&I , Waterschappen en Waterplantenhandel afgesproken dat enkele exoten niet meer mogen worden verhandeld (o.a. Waterteunisbloem en Watercrassula) of alleen met een waarschuwing (“geen exoot in de sloot”) mogen worden verkocht (o.a. Waterwaaier en Egeria). Op deze manier wordt een belangrijke bron van verspreiding aangepakt. In combinatie met de bestrijding van exoten door waterschappen moet dit leiden tot een afname van de dominantie van exoten in de Nederlandse wateren. Daardoor kunnen de doelstellingen van het beheer van waterkwantiteit en biologische waterkwaliteit beter worden gehaald. FLORON helpt bij de bundeling van inventarisatiegegevens van Waterschappen, om te kunnen beoordelen of exotische waterplanten uit het Convenant de komende jaren inderdaad afnemen.
Bloeiende struikheide (foto: Wout van der Slikke)
De pilot heeft duidelijk de waarde van “Het Nieuwe Strepen” aangetoond, maar de precisie van de occupancyschattingen is nog te gering vanwege het beperkte aantal dubbel bezochte km-hokken. De belangstelling voor deelname aan de pilot bleek uiteindelijk lager dan we verwacht hadden. Naast de late start van de pilot spelen hierbij mogelijk ook factoren mee als de geringe beschikbaarheid van heide km-hokken in de directe omgeving van waarnemers en het gegeven dat veel waarnemers liever groepsgewijs inventariseren. De ervaringen met de pilot en de resultaten van de voorlopige analyse geven FLORON en CBS houvast bij het doorverkennen van de mogelijkheden deze methode op groter schaal toe te gaan passen. Zeker lijkt dat het vraaggestuurd werken via reservering op de website de toekomst heeft. Op de Variadag zullen we verder ingaan op de kansen die Het Nieuwe Strepen daarvoor lijkt te bieden.
Geen exoot in de sloot! Ambrosia Ambrosia (vooral Alsemambrosia) neemt nog steeds toe in Nederland. Daarom is er in 2011 weer campagne gevoerd om de soort te melden of te bestrijden. FLORON heeft in de zomer iedere week alle nieuwe waarnemingen van Ambrosia (uit telmee.nl, waarneming.nl en natuurkalender.nl) verzameld. Team Invasieve Exoten van de Nieuwe VWA heeft van ongeveer 30 grote populaties de gegevens doorgegeven aan lokale beheerders (meestal gemeenten) met het advies om bestrijdingsacties uit te voeren. Deze acties moeten nodig worden geëvalueerd, want we hebben in Nederland geen goed beeld of de bestrijdingsacties effect hebben.
FloronNieuws - December 2011
districtsactiviteiten Excursies in Midden Gelderland Hans Inberg, FLORON-districtscoördinator Vorig jaar trad er een wisseling op in de coördinatie van twee Gelderse FLORONdistricten. Tijdens een startbijeenkomst begin dit jaar werd het floristisch vuur wat opgepord met een brainstorm over mogelijke activiteiten. Dat heeft er onder andere toe geleid dat afgelopen zomer een enthousiaste groep Gelderse floristen van start is gegaan met avondexcursies. Elke week, afwisselend op woensdag en op donderdag, organiseerden we een activiteit in het gebied tussen Amerongen en Arnhem. Gevarieerde excursies -en een flexibele organisatie We hebben geprobeerd een zeer gevarieerd programma samen te stellen, met traditioneel ‘hokken strepen’, excursies, inventarisaties voor terreinbeheerders en speurtochten naar bijzondere soorten (o.a. in het kader van het verspreidingsonderzoek van FLORON). Dankzij internet bleek de organisatie redelijk eenvoudig. Elke avond had een coördinator, een rol die afgelopen jaar door drie verschillende personen afwisselend werd vervuld. Deelnemers hoefden zich niet aan te melden. Alleen mensen die zeker wilden weten of de excursie door zou gaan, gaven zich op en kregen een bericht als een excursie, bijvoorbeeld vanwege slecht weer, niet doorging. Het programma stond niet volledig van tevoren vast, alleen de eerstvolgende weken werden ‘definitief vastgesteld’. De daarop volgende weken stonden steeds ‘in concept’. In de loop van het jaar ontstonden in de groep telkens weer nieuwe ideeën, die op deze wijze eenvoudig gehonoreerd konden worden. De reikwijdte van de excursiegroep was beperkt tot een gebied met een grote straal rondom Wageningen, waar een relatief grote groep floristen woont. Om geïnteresseerden uit Arnhem te ‘bedienen’ hebben we een enkele excursie daar in de buurt georganiseerd. Het aantal deelnemers verschilde enorm. Er waren avonden waarop er maar drie mensen waren (ook gezellig), maar het gemiddelde lag op circa 7 deelnemers, met een zeer gevarieerde leeftijdsopbouw. Op de allerlaatste avond waren er opeens 18 mensen, omdat de excursie op de website van de jeugdbonden was aangekondigd! Hokken Tijdens de avondexcursie hebben we in de loop van het seizoen een viertal km-hokken met weinig recente waarnemingen geïnventariseerd. Elk hok hebben we twee keer bezocht. Aanvankelijk bestond het idee om ook heidehokken te doen, in het kader van trefkansonderzoek van FLORON. Omdat deze methode (nog) niet geschikt was voor groepen, is dit niet doorgegaan. Diverse mensen hebben wel op individuele basis meegewerkt FloronNieuws - December 2011
aan dit project. Elders in het district zijn mensen (met name Wim Vuik) bezig geweest met ´quickscan-hokken´: doorgaan met strepen tot je 70 soorten hebt gevonden, vervolgens naar een ander hok gaan.
De avondexcursies moesten meestal vanwege gebrek aan licht gestaakt worden (foto: Erik Slootweg).
Inventarisaties voor terreinbeheerders Tijdens een avondexcursie hebben we pionierterreinen geïnventariseerd van Staatsbosbeheer bij de Grebbelinie (Voorpostenlijn), die onderzocht worden door de Wageningse KNNV-afdeling. Wij hebben een avond geholpen. Er waren twee min of meer vergelijkbare pionierterreinen, waarvan wij er eentje hebben geïnventariseerd, en de KNNV de andere. De KNNV vond 123 soorten, wij 120, maar van ons terreintje was de ene helft gemaaid en de ander helft stond onder water. Met deze inventarisatie hebben we overigens niet alleen de KNNV en Staatsbosbeheer geholpen, maar ook ons naburig FLORONdistrict 11.
fiets). Voor volgend jaar staan in ieder geval Cortenoever en de Koolmansdijk (Achterhoek) op het programma. Jaarsoort: Dichte bermzegge Enkele avondexcursie stonden in het teken van onze ‘jaarsoort’, de Dichte bermzegge. In diverse km-hokken langs de zuidelijke Veluwezoom is deze zeldzame soort in het verleden aangetroffen. Een flink aantal van de oude waarnemingen was afkomstig van Frits van Beusekom, één van de deelnemers aan onze avondexcursies. Omdat de oude waarnemingen alleen op kilometerhokniveau bekend waren hebben we Frits gevraagd of hij nog aantekeningen van de groeiplaatsen had. En dat had hij. Tijdens een avondexcursie hebben we er twee opgezocht. Op de ene plek stond hij er nog; op de andere groeide alleen maar Amerikaanse vogelkers. Tijdens een andere excursie kon de soort bij de Westerbouwing niet meer teruggevonden worden. De andere oude waarnemingen zijn voor volgend jaar om te checken. Wegens tijdgebrek is Dichte bermzegge een ´tweejaarsoort´ geworden.
Zandweegbree komt plaatselijk veel voor op de Ewijkse Plaat (foto: Erik Slootweg).
Vruchtdragende Driebloemige nachtschade (Solanum triflorum) op Waalstrand bij Andelst (foto: Erik Slootweg)
Dagexcursies wat verder weg Vanuit de groep ontstond de wens om in het weekend excursies te organiseren naar topgebieden wat verder weg. Zo zijn er spontaan halve dags-excursies georganiseerd naar de Leemkuilen van Staverden en naar de Klompenwaard (de laatste op de
Speur- struintochten Tijdens onze speur- en struintochten hebben we zoveel mogelijk soorten genoteerd, maar volledige hokinventarisaties waren het niet. Eén van de eerste excursies ging naar de omgeving van Amerongen, waar we in een schitterend hardhoutooibos grote populaties van Slangenlook, Rivierkruiskruid en Bosanemoon aantroffen. De Weidegeelster in Amerongen was helaas al uitgebloeid. Een aantal jaren geleden heeft de KNNVWageningen het dal van de Renkumse beek geïnventariseerd. Dit jaar is de Heelsumse beek onderzocht. Op onze excursies hebben we enkele groeiplaatsen van bijzondere soorten in deze gebieden bezocht, waaronder die van Klein wintergroen, Zevenster,
5
districtsactiviteiten Groot bronkruid, Teer guichelheil, Teer vederkruid en Gebogen driehoeksvaren. Er zijn een stuk of vijf ‘rivierstruinexcursies’ geweest langs de Nederrijn, bedoeld om de effecten te onderzoeken van het hoge water van de vorige winter. We hebben veel rivierbegeleidende soorten gezien, zoals Slijkgroen, Engelse alant en Kattendoorn, maar voor de echte toppers hebben we ook enkele ‘uitjes’ ingelast naar de veel spannender Waaluiterwaarden bij Ewijk en Andelst om ons te vergapen aan meldes, ganzevoeten en amaranten. Een natuurbeschermingsactie Bij het verbreden van een fietspad dreigden de groeiplaatsen van enkele RodeLlijstsoorten, zoals Echte guldenroede en Ruig hertshooi verloren te gaan. Via onze maillijst heeft een deelnemer van onze excursiegroep, Ronald Busman, mensen opgeroepen om groeiplaatsen te markeren en zo nodig planten te verplaatsen. Dankzij deze actie staan, voor zover nu valt te bezien, alle soorten er nog, zij het wel in geringere aantallen. Succesvolle aanpak Tot slot. Voordat we met deze groep begonnen, zag ik erg op tegen de organisatietijd die het me zou kosten, en de verplichting die ik mezelf op zou leggen om elke week mee te gaan. Door de gekozen opzet viel dit enorm mee. Het kostte me weinig tijd, en als ik eens een avond over wil slaan, is dat geen enkel probleem. Ik kan dit concept dan ook iedereen aanraden en hoop dat dit verslag ook andere regio’s inspireert. En, wie volgend jaar met ons meewil in Midden Gelderland, welkom!
Nieuwe Atlas van de Nederlandse Flora Binnenkort verschijnt de Nieuwe Atlas van de Nederlandse Flora. In deze kaartenatlas zijn de resultaten van meer dan een eeuw planten inventariseren in Nederland gebundeld. De gegevens van drie perioden zijn dankzij fraai cartografisch werk van Bart Vreeken weergegeven in een helder kaartbeeld. Zeldzaamheid, verspreiding en verandering zijn hiermee snel zichtbaar. De gegevens vanaf 1975 zijn op de kilometer nauwkeurig verzameld waardoor ook een goed beeld ontstaat van de voorkeur van soorten voor bijvoorbeeld rivieroevers, beekdalen, bosgebieden, dijken of zelfs snelwegen. De afgelopen jaren hebben we verschillende pogingen ondernomen een uitgebreider project van de grond te krijgen om de kaartjes ook van teksten en ander beeldmateriaal te voorzien. Helaas bleek het niet haalbaar daarvoor in deze tijd voldoende budget bijeen te krijgen. Voor uitgebreidere
6
publicaties presentatie van soortinformatie ligt ontsluiting via internet meer voor de hand. FLORON is daar ook actief bij betrokken. Om de schat aan informatie van de verspreidingsbeelden toch in gedrukte vorm voor de eigen achterban te ontsluiten is onlangs besloten in deze beknopte vorm toch een prachtige atlas uit te brengen. We verwachten daarmee in een belangrijke behoefte van de floristen te voorzien en kunnen hem nu snel en tegen een aantrekkelijke prijs aanbieden. Prijs € 39,95 - verkrijgbaar bij KNNVuitgeverij ***Eenmalige introductie-aanbieding*** Voor wie vooraf (!) intekent is de Atlas op de Variadag van FLORON op 17 december in Naturalis verkrijgbaar voor de speciale prijs van €25. Intekenen kan via de link op de FLORON website.
Europese Rode Lijst gepubliceerd Onlangs heeft de IUCN de Europese Rode Lijst voor vaatplanten gepubliceerd. Van 1826 in Europa inheemse vaatplanten, ongeveer 8% van de Europese flora, is de Rode lijst status beoordeeld. In totaal 467 soorten worden met uitsterven bedreigd. De Rode Lijst status is alleen bepaald voor soorten die genoemd worden in Europese of Mondiale verdragen (o.a. Habitatrichtlijn, Bern Conventie, CITES), voor de wilde verwanten van geteelde gewassen en voor waterplanten. De Nederlandse soorten die op de Europese Rode Lijst voorkomen vallen allemaal in de categorie Gevoelig (Near Threatened). Het zijn Harlekijn, Kruipend moerasscherm, Stijve en Kruipende moerasweegbree, Slank wollegras, Gewoon sneeuwklokje, Groenknolorchis, Klaverbladvaren, Pilvaren, Spits fonteinkruid en Kleinste egelskop. De Ardense dravik valt in de categorie Verdwenen (Extinct in the wild). Opvallende afwezige is de Drijvende waterweegbree. Deze soort valt in de categorie Thans niet bedreigd (Least Concern). Bilz, M., S.P. Kell, N. Maxted & R.V. Lansdown, 2011. European Red List of Vascular Plants. Luxembourg: Publications Office of the European Union. http://ec.europa.eu/environment/nature/ conservation/species/redlist
flora - nieuws Nieuw in de Flevopolder Egbert de Boer (DC district 10) Bijna 50 jaar na de inpoldering zijn er nog steeds planten die in de Flevopolder niet of zeer weinig worden aangetroffen. De kolonisatie van de polder is nog steeds aan de gang. In 2011 zijn er weer enkele voor de Flevopolder nieuwe soorten aangetroffen. Hieronder een korte opsomming. In het vroege voorjaar werd op het Zilverstrand bij Almere op een vrijwel kale plek Mosbloempje aangetroffen. De vindplaats komt het best overeen met de omschrijving in Heukels ”campings in de duinen”. Op het talud van de dijken langs het Gooimeer werd een onbekend Havikskruid aangetroffen. De planten vormden veel uitlopers, zodat gedacht werd aan Muizenoor, maar de planten hadden steeds enkele hoofdjes vlak bij elkaar. Ook zijn de planten erg gedrongen. Een kruising wellicht. Volgens Otto Zijlstra gaat het mogelijk om een terugkruising van Hieracium x flagellare (Weidehavikskruid x Muizenoor) met één van de oudersoorten Muizenoor. Opvallend is dat de planten in minstens 10 kilometerhokken tussen de Stichtse brug en AlmereHaven voorkomen, terwijl Muizenoor in dit gebied slechts in drie km-hokken aanwezig is. In de zomer werd Duits viltkruid met enkele planten gevonden op de dijk tegenover de jachthaven bij Muiderzand. Duits viltkruid wordt de laatste jaren steeds vaker in Nederland waargenomen en heeft nu dus ook de Flevopolder bereikt. In de omgeving van de Trekvogel bij Almere werd op een braakliggend terreintje en tussen de klinkers voor garages de Straatwolfsmelk. gevonden. Deze nieuwkomer is tegenwoordig vooral bekend uit het Urbaan district. De soort is niet helemaal nieuw voor de Flevopolder want hij was al eens eerder in Lelystad gevonden. Op kale begraasde gedeelten in het Knarbos groeien kaardebollen met veerdelige bladen. Het gaat om de Slipbladkaardebol. Mogelijk kan hij ook in andere begraasde percelen worden aangetroffen. Tijdens een excursie in de Stille Kern werd in september Waterpunge aangetroffen. De plant stond op een vochtige plek in de buurt van een van de nieuw-aangelegde plassen. Ook deze soort is waarschijnlijk nieuw voor Flevoland. Niet helemaal nieuw voor de Flevopolder is Stijve naaldvaren. Op twee plaatsen in de omgeving van Muiderhoek stonden in de onderste rand van de basaltglooing enkele kleine exemplaren van deze mooie varen. In dezelfde omgeving en in hetzelfde biotoop werd hier ook regelmatig Tongvaren gezien. FloronNieuws - December 2011
flora - nieuws Update Glaskroos Edwin Dijkhuis In het voorjaarsnummer van FLORONnieuws (No. 14, pag. 9) meldden we dat al duikend onder water een heel nieuw onderzoeksterrein voor plantenonderzoek was aangeboord. Zo leverde een frisse februariduik in het Veenmeer, een voormalige zandwinplas bij Zuidlaren (Drenthe) als bijzonderheid onder andere een Glaskroos op. Aangezien bloemen of vruchten zo vroeg in het jaar (of laat in het seizoen?) ontbraken was niet met zekerheid te zeggen welke soort het betrof. Verwacht werd dat het zou gaan om de algemeenste soort: Gesteeld glaskroos (Elatine hexandra) die vooral in het pleistocene deel van Nederland voorkomt. Afgelopen zomer is er opnieuw gedoken in het Veenmeer, waarbij foto’s zijn gemaakt op 3 tot 4 meter diepte. Uit die foto’s blijkt duidelijk de aanwezigheid van gesteelde bloemen. Daarmee is het vermoeden bevestigd dat het hier inderdaad om Gesteeld glaskroos gaat.
Gesteeld glaskroos op de bodem van het Veenmeer (foto: Harry Holsteijn)
Vallisneria houdt hoofd boven water Wout van der Slikke Een natuurberichtje deze nazomer over Vallisneria in de Biesbosch deed nogal wat stof opwaaien. Wat was het geval. Vallisneria spiralis, een van oorsprong Zuid Europese waterplant, werd deze zomer door boswachter Jacques van de Neut aangetroffen in nationaal park De Biesbosch. Door de lage waterstanden in de Merwede was een flinke populatie boven water gekomen. De vinder wilde daarmee naar buiten treden en informeerde bij FLORON en het NHN of het juist was dat er geen recente waarnemingen van deze soort bekend waren. Een snelle check op de database en navraag bij enkele kenners leverde een bevestigend antwoord op. Vallisneria leek - op een ‘niet wilde’ vondst in Limburg na - de afgelopen decennia niet gemeld. En zo kwam het in het nieuws, maar wel met de opmerking: “Gezien de omvang van de populatie moeten deze waterplanten hier al aanzienlijk langer voorkomen”. FloronNieuws - December 2011
Redding laatste wilde groeiplaats van de Roggelelie in Drenthe Edwin Dijkhuis De Roggelelie (Lilium bulbiferum subsp. croceum) was ooit een van de meest karakteristieke en opvallende akkerkruiden van de Drentse essen op de Hondsrug. Ook lagen er groeiplaatsen in Westerwolde in de Provincie Groningen. Lange tijd werd de Roggelelie als verdwenen beschouwd. In 1988 is zij echter op één oude groeiplaats in Drenthe teruggevonden. Er stonden toen vier forse, rijk bloeiende exemplaren. Nader onderzoek leerde bovendien dat de Roggelelie in het gebied waar zij ooit groeide, vanwege haar grote sierwaarde, ook naar tuinen was overgeplant.
De laatste wilde groeiplaats van de Roggelelie in Drenthe. Situatie in 1989 (foto: Fred Bos)
De zelfde groeiplaats maar nu in 2010 (foto: Annie Vos)
Op de laatste locatie waar Roggelelie nog in het wild voorkomt, een bosrand langs een es, leidt ze echter al jaren een kwijnend bestaan. Het uitgraven van de vier grootste bollen door een onbekende heeft de populatie geen goed gedaan. Bloei blijft al jaren uit omdat de resterende planten worden opgegeten door zowel reeën als het Leliehaantje (zie foto). Het is mede aan de inspanningen van Annie Vos te danken dat de planten het er in de afgelopen 15 jaar hebben volgehouden. Groot was haar verrassing toen afgelopen najaar bleek dat de bosrand was teruggezet, waardoor de laatste wilde planten weer wat ‘lucht’ hebben gekregen. Deze snoeiwerkzaamheden bleken onderdeel van een plan voor het behoud van de Roggelelie. Staatsbosbeheer heeft Fred Bos, die zich al jaren inzet voor het behoud van de Roggelie, gevraagd om hierin te adviseren. Naast het behoud van de oorspronkelijke wilde groeiplaats zal er komend voorjaar tevens herintroductie plaatsvinden op kansrijke plekken op de aangrenzende akker. Voor de herintroductie wordt gebruik gemaakt van zowel Westerwoldse leliebollen als bollen die afkomstig zijn uit de gemeente Aa en Hunze. In beide gevallen gaat het om bollen die vermeerderd zijn uit lokaal plantmateriaal. Wie de Roggelelie in zijn volle glorie wil zien zal komende zomer moeten afreizen naar Govelin (Duitsland). Hier vinden in het weekend van 23 en 24 juni 2012 de leliedagen plaats (zie ook www.lilienpfad.de). De bevestiging dat de populatie hier al lange tijd voorkomt, kwam van voormalig SBB-medewerker Arno Boesveld. Hij reageerde op het Natuurbericht met de mededeling dat hij al in 2001Vallisneria had waargenomen. In een SBB-rapport over het Getijdeslakje (Mercuria confusa) heeft hij hierover ook gerapporteerd. Arno heeft over de vondst indertijd contact gehad met het herbarium, maar van zijn voornemen de vondst verder te onderzoeken en er over te publiceren in Gorteria, is het helaas niet gekomen. De waarneming werd niet geregistreerd en kwam zodoende ook niet terecht in het digitale archief. Wel is de vindplaats vastgelegd in genoemde rapportage en in GIS-bestanden van SBB. Aanwijzimgen voor contact met het herbarium zijn er ook, getuige de beschrijving van Vallisneria in de Heukels. Deze werd in de laatste druk door Ruud van der Meijden aangevuld met het zinnetje: “In de Merwede?”
Vallisneria is door de medewerkers van Staatbosbeheer nu op drie locaties waargenomen; twee langs de Nieuwe Merwede en één in de Dordtse Biesbosch. In totaal groeien er tienduizenden planten. De populatie houdt niet alleen stand, maar lijkt zich ook uit te breiden. Mogelijk heeft de soort zich ook gevestigd langs het Hollands-Diep tussen Bovensluis en Noordschans, waar Arno dit jaar aangespoeld materiaal van de soort aantrof. Vallisneria lijkt al met al een blijvertje te zijn.
7
flora - nieuws
Nadat in 2008 het eerste bloeiende exemplaar van de Lange tongorchis (Serapias vomeracea) in de omgeving van Zelhem (Achterhoek) werd waargenomen is er nu een tweede groeiplaats van deze van oorsprong Zuid-Europese soort in Nederland ontdekt. De plant werd door vrijwilligers van Staatsbosbeheer ontdekt in een berm in Drenthe. Net als op de groeiplaats in de Achterhoek groeide er ook op deze Drentse groeiplaats maar één enkel exemplaar. De plant groeide in een heischrale vegetatie samen met soorten als Tormentil, Struikheide, Pijpenstrootje en Welriekende nachtorchis (1 exemplaar). Langs welke weg de plant zich hier, op honderden kilometers afstand van de dichtst bijzijnde groeiplaats, heeft weten te vestigen blijft een raadsel. De groeiplaats oogde natuurlijk en er waren geen tekenen die op aanplant duidden. Op de groeiplaats in de Achterhoek is de Tongorchis inmiddels weer verdwenen. Het wordt dus spannend om te zien of deze zuidelijke soort de strenge Drentse winters zal overleven. Strenge vorst zonder beschermend sneeuwdek zal waarschijnlijk funest zijn. De laatste jaren worden er regelmatig waarnemingen gedaan van orchideeën (ver) buiten hun oorspronkelijke verspreidingsgebied. Zo dook in 2009 het Vrouwenschoentje (Cypripedium calceolus) op in Zuid Limburg en het Wit bosvogeltje (Cephalanthera longifolia) verscheen zowel in Gelderland als in het zuidoosten van Drenthe. Van de Vrouwenschoenen in Limburg weten we inmiddels dat ze zijn aangeplant. Uit onderzoek van Barbara Gravendeel naar de genetisch herkomst bleek dat de planten afkomstig waren uit de Alpen. Daarnaast werden in dat jaar in hetzelfde terrein nog drie orchideeënsoorten aangetroffen die hier niet eerder waren gevonden. Verdacht dus. De Vrouwenschoentjes zijn na 2009 niet meer waargenomen en inmiddels dus verdwenen. De beide vestigingen van Wit bosvogeltje zouden echter zeer goed langs natuurlijke weg ontstaan kunnen zijn. Cephalantera’s zijn lastig te kweken. Bovendien houden de planten het al sinds 2009 op beide plekken vol. Gekweekte en vervolgens uitgeplante orchideeën nemen in de regel in afmeting af en bloeien vaak slechts 1 jaar alvorens af te sterven.
onverwacht verschijnen van orchideeën. Toch moet benadrukt worden dat spontane vestiging van mediterrane soorten in noordelijke regionen, tot op heden, niet door betrouwbare literatuur wordt bevestigd. Windverspreiding lijkt veel minder waarschijnlijk dan vaak wordt verondersteld en specifiek onderzoek naar zaailingen wekt sterk de indruk dat letterlijk ‘de appel niet ver van de boom valt’. Reden temeer om de planten kritisch te (blijven) volgen.
Florameetnet onder druk Het succesvolle Landelijk Meetnet Flora – Milieu en Natuur (LMF) wordt door overheidsbezuinigingen bedreigd. Het LMF is een professioneel uitgevoerd meetnet van 10.000 PQ’s die eens per vier jaar worden opgenomen. De afgelopen 12 jaar heeft het een belangrijke rol gespeeld bij het bepalen van de effecten van o.a. verdroging, verzuring en vermesting en voor het meten van het aandeel van exoten in vegetaties. Het is op dit moment het langstlopende landelijke florameetnet en alleen al daarom de moeite van het behouden waard. In de loop van 2012 moet duidelijk worden wat de toekomst van het meetnet is. zie:www.netwerkecologischemonitoring.nl/ downloads/135/NEM_Nieuwsbrief_12.pdf
Foto: Wanda Zwart
Bijzondere orchideeënvondsten Mark Meijrink en Ruud Beringen
De bloeiwijze van de Lange tongorchis in Drenthe
Onverwachte wegen van verspreiding
Tijdens het FLORON kaderkamp deze zomer werden enkele onverwachte vondsten gedaan langs de IJssel bij Deventer. Op de oever stonden fraai bloeiende exemplaren van Koriander en Blauw maanzaad. Een visser merkte de uitroepen van verbazing over deze vondsten op en was zo vriendelijk uit te leggen hoe deze planten zijns inziens hier terecht waren gekomen. Het blijkt dat sportvissers op hun visstek lokaas in het water strooien. Dit lokaas kan een heel scala aan plantenzaden bevatten. Er zijn zelfs kant en klare mixen speciaal voor de sportvisserij in de handel. Sommige vissers gebruiken ook wel vogelvoer en weer anderen experimenteren met zelf samengestelde mengsels. Naast Maïs en Tarwe worden o.a. ook de zaden van Hennep, Anijs (schijnt eetlustopwekkend te zijn voor vissen), Venkel, Koriander en Slaapbol (Blauw maanzaad) gebruikt. Blijkbaar heeft een deel van de zaden in deze mengsels hun kiemkracht nog niet verloren als ze in het water en Opmerkelijk was ook het verschijnen dit jaar vervolgens op de oever belanden. Een andere Slaapbol (Papaver somniferum) langs de van de van oorsprong Noord Amerikaanse plant waar sommige vissen wel pap van schijIJssel nabij “visstek” (foto: Willem StoutWelriekende schroeforchis (Spiranthes cernen te lusten is de Knolcyperus; een plant die hamer) nua var. odorata) in het oosten van Twente. zich in sommige teelten tot een lastig onkruid Deze plant wordt in Engeland als sierplant kan ontwikkelen. De knolletjes van deze plant gekweekt. Naast opzettelijk uitzaaien of aan- worden in “visserslatijn” wel aangeduid met Tijgernoten. Gelukkig worden deze knolletjes planten kan spontane vestiging vanuit tuinen eerst geruime tijd gekookt voordat ze aan de vissen worden “opgediend”. ook een mogelijke verklaring zijn voor het
8
FloronNieuws - December 2011
kampverslagen Kamp Terschelling Gertie Papenburg, DC Friesland-west In het weekend van 2 tot en met 4 september vond dit jaar de floristische inventarisatie van een deel van Terschelling plaats. Zestig (!) enthousiaste deelnemers vanuit het hele land, prachtig weer, een schitterend planteneiland, een bijzondere samenwerking met STAATSBOSBEHEER. Kortom: het was een feest!
Onze uitvalsbasis was kampeerboerderij Jort van Gossen in Formerum, met een echte Terschellinger uitstraling (foto: Gerrit Meutstege).
Kader De inventarisatie van Terschelling vond plaats in het kader van een reeks inventarisaties van de Waddeneilanden. De FFF (FRYSKE FERIENING FOAR FJILDBIOLOGY) en FLORON hebben alle Waddeneilanden, inclusief Texel, op kmhok-basis geïnventariseerd in de jaren ‘90. Van alle Friese Waddeneilanden zijn van de eerste ronde inventarisatie-rapporten verschenen (1). De kern van al deze rapporten is het deel met stippenkaarten per soort. In het eerste decennium van de nieuwe eeuw is begonnen met een tweede ronde. In 2005 is Schiermonnikoog voor de tweede keer geïnventariseerd. In 2007 volgde Vlieland. De rapportage verloopt jammer genoeg door verschillende oorzaken traag. Alleen van Schiermonnikoog is in 2011 een ‘rapport 2’ verschenen. (2). De inventarisatie 2011 is de eerste sessie van de tweede-ronde-Terschelling. De tweede sessie vindt naar verwachting in juni of juli 2013 plaats. Bijzondere samenwerking Bij STAATSBOSBEHEER regio Noord bestaat al lang de wens dat bij projecten zoals de Terschelling-inventarisatie meer gegevens gerapporteerd worden dan gewoonlijk bij FLORON-inventarisaties het geval is: streeplijsten en detailformulieren bij bijzondere soorten. De meeste FLORON’ers hebben evenwel voor hun gevoel de handen vol genoeg aan dit ‘gewone werk’. Bij wijze van proef heeft Arjan Zonderland, SBB-boswachter monitoring, dit project zo voorbereid dat de deelnemers extra monitoringsgegevens leverden. Hij heeft ruim zeventig kilometerhokken geselecteerd. Van de hokken waarin SBB eigendommen heeft, waren FloronNieuws - December 2011
vooraf stippenkaarten gemaakt met eerder waargenomen en voor het beheer belangwekkende soorten. De inventariseerders tekenden op deze kaarten nauwkeurig hun route in en ze meldden van de deelpopulaties die ze tegenkwamen precieze locaties, abundanties en eventueel bijzonderheden. De effectiviteit van deze aanpak moet nog geëvalueerd worden. Late inventarisatie Voor deze eerste ronde hadden we gekozen voor een late inventarisatie in verband met late soorten op de kwelders en de groene stranden. We namen meteen ook hokken mee die toegankelijkheidsproblemen opleveren bij vroege inventarisatie, meest vanwege verstoring van broedvogels. Verder zijn de hele waddendijk en een groot aantal urbane en agrarische hokken meegenomen. In het inventarisatieweekend zijn van 68 km-hokken gegevens verzameld. Van nog eens 13 km-hokken waren al gegevens verzameld tijdens de voorbereiding (vanaf 2010) of gegevens verzameld door Piet Zumkehr, die op Terschelling woont. De twee rijkste hokken tellen 410 (Midsland) en 385 soorten (Hoorn en het gebied ten noorden van Hoorn). In ongeveer 40% van de hokken vallen de nieuwe aantallen (vergeleken dus met de cijfers uit de jaren ’90) hoger uit. Vaak heeft dit te maken met successie en dan is de vegetatie complexer geworden. In ook zo’n 40% van de hokken vielen de aantallen lager uit. Daar lijkt vooral het late inventarisatietijdstip voor gezorgd te hebben; we misten er tal van voorjaarsen voorzomersoorten. Op de oostelijkste punt van de Boschplaat hebben de lagere aantallen soms ook te maken met de aanzienlijke afkalving. In de ca. 20% overige hokken liggen de aantallen dicht bij elkaar, wat natuurlijk niet automatisch inhoudt dat we er dezelfde soorten gevonden hebben. Op dit niveau moeten de gegevens nog geanalyseerd worden. Toppers - De absolute topper van het weekend was de vondst op twee verschillende plaatsen van Eenbloemige zeekraal (Salicornia pusilla). Dit is een soort die al zo’n twintig jaar niet meer waargenomen is in Nederland en op het punt stond tot rodelijstsoort-0 (verdwenen) ‘bevorderd’ te worden. Deze vondst werd zelfs in de noordelijke regionale pers opgepikt. - Voor veel deelnemers was ook Glanzige hoornbloem (Cerastium fontanum ssp. holosteoides), een nieuwe soort. De soort werd zowel op enkele slikkige plaatsen als op een duinlocatie gevonden. - In West-Terschelling is ook de ‘trendy’ soort Gevlamde fijnstraal gesignaleerd. Mosbloempje is op Terschelling al een tijdje ‘gewoon’.
- Tja, en dan kwamen we natuurlijk allerlei ‘gewone bijzonderheden’ tegen. Een willekeurige greep, met heel verschillende groeiplaatsen: Ondergedoken moerasscherm, Gesteelde zoutmelde, Rode bies, Draadgentiaan, Dwergrus, Slijkgroen, Oeverkruid, Teer vederkruid, Ongelijkbladig fonteinkruid en Dwergvlas . Sommige soorten in formidabele aantallen. Het zijn allemaal soorten die er op Terschelling bijhoren, maar waarvan René van Moorsel dan pleegt te zeggen: ‘Er zijn wel eens dagen dat ik deze soort niet zie.’ - In de orchideeënhoek werden gevonden: Duinwespenorchis (Epipactis helleborine ssp. neerlandica), Dennenorchis, Groenknolorchis en Kleine keverorchis. Ook dit zijn soorten die we op Terschelling móesten vinden, maar toch... Het zijn niet alleen de soorten die tellen. Wat ook telt is de sfeer van gezelligheid en saamhorigheid tussen floristen van volstrekt verschillend niveau. En het avontuur van bijvoorbeeld op de Boschplaat overvallen worden door het hoge tij en dan dóór een kreek terug moeten. Is dat leuk? Na afloop: ja! In het eilandkrantje de Sjouw, dat voor toeristen op de veerboot en bij de VVV verspreid wordt, stond vooraf aan het weekend een kort artikeltje over de inventarisatie. En zo werden we in het weekend regelmatig aangesproken door toeristen die belangstellend vroegen of we aan dat grote onderzoek meededen. Wat weer tot aardige gesprekjes én naamsbekendheid voor FLORON leidde.
Minne Feenstra, overvallen door het hoge tij, moet dóór een kreek terug. Is dat leuk? Na afloop: ja! (foto Peter Wetzels)
1) 1992; Flora van Ameland, FFF-rapport 35, 1993; Flora van Vlieland, FFF-rapport 39, 1994; Flora van Schiermonnikoog, FFFrapport 42 en -2001; Flora van Terschelling, FFF-rapport 66. 2) Flora van Schiermonnikoog 2, FFF rapport 88. In dit rapport zijn de gegevens van zowel de eerste als de tweede ronde opgenomen. Het is ook digitaal gepubliceerd op de site van de FFF: http://www.fjildbiology.nl/ > publicaties > link bij nr. 88.
9
kampverslagen De FLORON kampeerweek in Midden Drenthe, 5-12 augustus 2011 Edwin Dijkhuis Voor het vierde jaar op rij wederom een geslaagde FLORON kampeerweek. Ditmaal niet in Noord-Brabant maar in Drenthe. Aan de opzet is niets veranderd; gezamenlijk kamperen en het zelf verzorgen van je eten en drinken. Onze uitvalsbasis was het Uteringskamp, een groepskampeerterrein van SBB vlakbij Schoonloo. Hier hadden we de beschikking over een eigen veld met eenvoudige voorzieningen. Een grote partytent maakte het mogelijk om, ondanks de vele regen –volgens de KNMI de natste zomer in zeker 100 jaar’s avonds gezellig na te zitten. Praktisch was ook de excursieschuur van SBB waarover we de beschikking hadden. Daar hield Pauline Arends, boswachter van SBB, op de zaterdagavond ook een gewaardeerde lezing over haar werkgebied. Aan het kamp hebben 40 mensen deelgenomen, waarvan ongeveer de helft de gehele week aanwezig was. In totaal zijn 37 kilometerhokken afgewerkt, resulterend in ruim 7500 waarnemingen! Tijdens de inventarisatieweek is ook een bijdrage geleverd aan het meetnet van de Werkgroep Florakartering Drenthe (WFD). Ook werd bijgedragen aan “Het Nieuwe Strepen” door geselecteerde heidehokken dubbel te inventariseren. Op de website van de WFD (www.wfdrenthe.nl) kan een fotoverslag van de inventarisatieweek worden bekeken. Plannen voor een vervolg zijn er ook al: in 2013 staan de Drentse laaglandbeken op het programma. Het onderzoeksgebied Het onderzochte gebied ligt midden op het Drents plateau. Hier liggen de brongebieden van het Amerdiep, de Elperstroom en het Voorste diep. Op het plateau liggen drie grote boswachterijen: Schoonloo, Grolloo en Hooghalen. De bossen in deze boswachterijen zijn, door de aanwezigheid van keileem in de ondergrond, relatief nat en worden afgewisseld met kleine heidepercelen en fraaie veentjes. Verder bevinden zich in de omgeving enkele grotere heidevelden: het Groote zand bij Hooghalen, het Elper Westerveld bij Elp en het Scharreveld onder Westerbork. Deze ruimtelijke variatie en het feit dat in het gebied nog relatief veel blanco hokken van het meetnet van de WFD lagen, vormden de aanleiding om juist hier een inventarisatiekamp te organiseren. Daarnaast hebben we een uitstapje gemaakt naar het LOFARgebied in het Hunzedal tussen Buinen en Exloo. In onderstaand verslag volgt een bloemlezing van de aangetroffen soorten. Tussen haakjes staat daarbij het aantal kmhokken waarin de besproken soorten tijdens het kamp gevonden zijn.
10
Heiden en bossen De leukste vondsten betroffen natuurlijk soorten van natte heide en pioniersoorten van vochtige grond, zoals Witte snavelbies (10), Veenbies (9), Ronde zonnedauw (8) en de succesnummers van natuurontwikkeling: Kleine zonnedauw (15), Moeraswolfsklauw (9) en Bruine snavelbies (7). De soorten Eenarig wollegras (13), Lavendelheide (7) en Kleine veenbes (9) zijn hoofdzakelijk beperkt tot de veentjes in de boswachterijen. Overweldigend was de weelde aan bloeiende Klokjesgentianen (3) op het Scharreveld. Deze soort is buiten het Scharreveld alleen nog langs de Meeuwenplassen in de boswachterij Schoonloo gezien. Soorten van droge heide als Dwergviltkruid (12), Borstelgras (9), Hondsviooltje (7), Kruipbrem (5) en Stekelbrem (3) zijn vooral gevonden op de grotere heidevelden. Langs de zandpaden in de boswachterijen komen Bosdroogbloem (24) en Grondster (11) nog vrij algemeen voor. Deze soorten, weten zich hier goed te handhaven binnen de grotere bos- en heidegebieden. Ook Stijve ogentroost (9) weet zich, in vergelijking met andere (vroegere) heidestreken in Nederland, nog opvallend goed staande te houden in Drenthe. Vermeldenswaard zijn ook de vondsten van Fraai hertshooi (1), Grote wolfsklauw (2), Kiwi (1 spontane zaailing) en Stippelvaren (5). Stippelvaren vertoont de laatste jaren in Drenthe een opmerkelijke toename in vochtige (naald) bossen en er is tijdens het kamp dan ook met succes naar deze zeldzame varen uitgekeken
Stippelvaren (foto: Joop Verburg )
Amerdiep Op vrijdagavond was er een gezamenlijke excursie. In twee groepen is rondgekeken in de nieuwe natuur van de Holmers, brongebied van het Amerdiep. Tien jaar geleden is hier de waterhuishouding hersteld en is de landbouwgrond afgegraven tot op het beekleem. Dit gebied ontwikkelt zich langzaam tot een hotspot voor bijzondere planten als Kleine en Ronde zonnedauw, Moeraswolfsklauw, Pilvaren, Vlottende bies en Moerasbasterdwederik. Aan deze
lijst konden Dwergvlas en Draadgentiaan worden toegevoegd. Draadgentiaan, een bedreigde soort die pioniert op kale plekjes op vochtige, schrale grond, is in Drenthe verder alleen bekend van het Eexterveld, waar deze soort in 2003 voor het eerst na ruim 50 jaar weer in Drenthe opdook.
Draadgentiaan en Dwergvlas (foto: Joop Verburg)
Schoonloerstrubben Heel anders is de plantengroei in de eikenbossen die vroeger op de rand van de es en de heide lagen en als hakhout werden beheerd: de z.g. strubben. De tijdens het kamp bezochte Schoonloerstrubben zijn hiervan een fraai voorbeeld. De strubben worden gekenmerkt door soorten van ouder bos: Grote muur, Ruige veldbies (1), Dalkruid, Hulst en Adelaarsvaren. Een markante soort is hier ook de Zevenster (3), een boreale soort die binnen Nederland haar zwaartepunt in Drenthe heeft. Zorgwekkend is dat sommige groeiplaatsen dreigen te verdwijnen doordat ze overwoekerd raken met Adelaarsvaren. Typische soorten van zomen en mantels van eikenbossen als Hengel (1) en Echte guldenroede (2) zijn weinig gevonden en staan in Drenthe onder druk. Elperstroom en Oranjekanaal Verschillende groepen hebben gebieden in het beekdal van de Elperstroom geïnventariseerd. Wilde gagel (2), een soort die wijst op de aanwezigheid van lokale kwel, is tijdens het kamp alleen in dit beekdal aangetroffen. De aanwezigheid van Moeraszoutgras geeft aan dat deze kwel relatief kalkrijk is. Hierdoor hebben zich hier blauwgraslanden kunnen ontwikkelen met veel bijzondere planten, zoals Tweehuizige zegge, Blonde zegge en Vleeskleurige orchis. Voor deze soorten waren we in augustus natuurlijk te laat. Wel gevonden zijn Spaanse ruiter (1) en Blauwe knoop (2). Veel graslanden in het beekdal zijn momenteel sterk verruigd. Hier viel op floristisch gebied dan ook weinig te beleven. Alleen in het deelgebied De Reitma komt nu nog blauwgrasland voor. Ter afsluiting van het kamp hebben we dit geFloronNieuws - December 2011
kampverslagen bied bezocht. In het Oranjekanaal zijn de exoten Waterwaaier (2) en Ongelijkbladig vederkruid (2) aangetroffen. Beide waren al wel bekend van het Oranjekanaal, maar nog niet van de onderzochte locaties bij Wezuperbrug en Odoornerveen. Inmiddels weten we dat beide soorten over een traject van enkele tientallen kilometers in nagenoeg het gehele kanaal voorkomen. Paddenstoelen in veentjes Op verzoek van de Paddenstoelenwerkgroep Drenthe zijn tijdens het inventariseren van de kwetsbare veentjes ook paddenstoelen verzameld. Dit bleek uiteindelijk een zeer geslaagde actie. In totaal zijn 30 soorten gevonden, waarvan 10 soorten in meer of mindere mate aan vennen of (hoog)veen zijn gebonden. Van deze 10 soorten staan er acht op de Rode Lijst van Paddenstoelen (2008). Twee hiervan: Kaal veenmosklokje en Heidezwavelkop worden als bedreigd beschouwd. Een groot aantal bijzondere vondsten was bovendien nieuw voor het betreffende km-hok. (Determinaties en informatie: Inge Somhorst)
LOFAR In het Hunzedal ten oosten van Exloo wordt gebouwd aan de grootste radiotelescoop (LOw Frequency ARray) ter wereld. Uiterst high-tech onderzoek wordt hier gecombineerd met natuurontwikkeling. Hiervoor is 400 hectare landbouwgrond verworven en recent opnieuw ingericht. Het gebied wordt doorsneden door het Achterste Diep, een bovenloopje van de Hunze. In het verleden lagen hier heischrale- en blauwgraslanden waarvan het Uilenbroekbosje het laatste restant was. Tot in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw groeiden hier nog soorten als Valkruid, Gevlekte orchis, Welriekende nachtorchis en Moerasviooltje. Blauwe knoop heeft het er lang volgehouden, maar is hier voor het laatst in 2005 gezien. Nu herinneren alleen soorten als Pijpenstrootje en Tormentil aan de vroegere pracht. Na de herinrichting zag het gebied er op luchtfoto’s veelbelovend uit, maar in werkelijkheid bleek dat erg tegen te vallen, met uitzondering van het gecreëerde moerasgebied rondom het voormalige Uilenbroekbosje. Door de aanwezigheid van gemineraliseerd veen is het gebied vrij voedselrijk. Het voorkomen van Getand vlotgras (3), Rode waterereprijs (2), Moeraszoutgras (2), Beekpunge (1), Brede waterpest (1) en Bosbies (1) wijst erop dat het gebied onder invloed staat van (mineraalrijk) grondwater. Dit is het gevolg van het grote hoogteverschil tussen de Hondsrug en de Hunze, waardoor kwel optreedt. Vermeldenswaard zijn verder vondsten van Moerasbasterdwederik (1), Schilderepijs (2), Noorse ganzerik (2) en Moeraskartelblad (1). De aanwezigheid van deze laatste doet echter een menselijke hand vermoeden. FloronNieuws - December 2011
kort nieuws Natuurscheurkalender
Naar één invoerportaal
Wie komend jaar dagelijks opgefrist wil worden met een 'groen blaadje' met weetjes, tips, recepten of een natuurbericht doet er goed aan de nieuwe natuurscheurkalender 2012 aan te schaffen. Een deel van de opbrengst gaat naar natuurkalender.nl waarop diverse natuurclubs dagelijks berichten uit de natuur naar buiten brengen. kijk voor meer informatie op www.natuurscheurkalender.nl
Op de Landelijke dag van SOVON is onlangs een overeenkomst ondertekend door Vlinderstichting, SOVON, Natuurinformatie Gegevensautoriteit Natuur en Zostera. De belangrijkste groene ICT kennis over internet techniek en natuurdata-beheer wordt op deze manier gebundeld. Belangrijk doel is het bouwen van een nieuw portaal in 2012 die alle goede eigenschappen van de portalen waarneming.nl en telmee.nl verenigt. Daarbij zullen overigens waarnemers de keuzemogelijkheid behouden om waarnemingen al dan niet met andere waarnemers te delen.
Eénbloemige zeekraal Mobiel invoeren steeds makkelijker en universeler Baudewijn Odé Met de komst van een aantal nieuwe apps (programma's voor moderne mobiele telefoons) is het steeds gemakkelijker om waarnemingen in het veld te doen. Dat komt natuurlijk omdat steeds meer toestellen ingebouwd GPS hebben. De nieuwste Apps zijn ObsMap voor Android-toestellen en WebObs voor andere moderne telefoons, zoals de Iphone en Blackberry. Een belangrijk voordeel van de programma's is dat het mogelijk is om zonder internetverbinding in te voeren in de telefoon. Met de internetverbinding thuis kunnen de gegevens worden doorgestuurd naar waarneming.nl. Je moet dan wel relevante soortenlijsten op de telefoon opslaan. De meest complete mogelijkheden heb je momenteel met Android-toestellen. Je kunt met ObsMap gemakkelijk kaartondergronden op je telefoon opslaan die je tijdens het inventariseren kunt gebruiken om je route te bepalen of om waarnemingen te doen op posities anders dan waar je zelf staat. Waarnemingen van waarneming.nl stromen door naar de NDFF. Dit gaat steeds sneller, maar kost op dit moment nog enige tijd. Apps om waarnemingen direct naar de NDFF (telmee.nl) te sturen zijn er nog niet, maar dat zal niet lang meer duren. Meer info: obsmap.org en webobs.org
Eén van de floristische hoogtepunten van 2011 was de vondst van Eénbloemige zeekraal tijdens het kamp op Terschelling. De soort werd met honderden exemplaren aangetroffen op de Boschplaat. Van de afgelopen 20 jaar waren geen waarnemingen meer bekend. De soort werd in het veld herkend door Claud Biemans. Bij het bekijken van door Niko Buiten meegenomen plantenmateriaal bleek dat de soort ook in een ander km-hok verzameld was. De soort is in totaal in 3, aangrenzende km-hokken waargenomen.
De gedrongen plant links is Eénbloemige zeekraal; de plant rechts met lange eindaar is een “gewone” zeekraal (foto: John Janssen).
René van Moorsel bereidt een artikel voor over deze soort, dat geplaatst zal worden in één van de volgende Gorteria’s. Zou de soort op meer kwelders voorkomen? Iets om naar uit kijken in 2012!
11
mededelingen Landelijke variadag 2011
Kampeerweek Brabant in 2012
FLORON en de Koninklijke Nederlandse Botanische Vereniging nodigen u uit tot het bijwonen van de Landelijke Variadag op zaterdag 17 december 2011 van 11.00 tot ca. 16.30 uur in NATURALIS Darwinweg 2 in LEIDEN, 10 minuten lopen van NSstation Leiden centraal. Voor en tijdens de pauzes is - tegen betaling - koffie en thee verkrijgbaar bij de cateringservice van Naturalis. Voor een lunch dient u zelf te zorgen; de capaciteit van het museumrestaurant is beperkt. In de pauze kunt u herbariummateriaal van bijzondere vondsten bekijken. Houdt u er rekening mee dat de parkeergelegenheid bij Naturalis beperkt is.
Van vrijdag 8 juni t/m vrijdag 15 juni organiseren de FLORON-districten NoordBrabant Markiezaat en Noord-Brabant Baronie een kampeerweek in Lage Zwaluwe. Van hieruit zijn tal van interessante gebieden te bezoeken op de grens van zand naar klei. Ook de stadsflora van Breda en omliggende dorpen, grienden langs de Amer en industrieterreinen rond Moerdijk staan op het programma. Tijdens het kamp zorgt ieder voor zijn/haar natje en droogje. Kijk voor mee informatie op de FLORON-website .
Het programma is als volgt: 11.00 Opening door Bart van Tooren, voorzitter van de Sectie Onderzoek en Behoud van de Wilde Flora van de KNBV.
12
Afgelopen jaar overleed, op 86-jarige leeftijd, Jan Engelen uit Apeldoorn. Jan was een enthousiast florist die niet alleen in de regio actief was, maar ook tot op hoge leeftijd deelnam aan FLORONkampen in heel Nederland en altijd present was bij bijeenkomsten van de plantenwerkgroepen en op de variadag. We zullen zijn warme persoonlijkheid missen.
Overzicht districten met districtscoördinatoren en excursieleiders
1.Groningen-Oost: Vacature; tijdelijk contactpersoon: Willem Stouthamer (zie hieronder). 2. Groningen-West: Willem Stouthamer, tel: 050-3143841, e-mail:
[email protected]. 11.05 René van Moorsel (NCB Naturalis / 3. Friesland-Oost: Harry Waltje, tel: 0512FLORON): Bijzondere plantenvondsten in 543443, e-mail:
[email protected]. 4. Friesland-West: Gertie Papenburg, 2011. tel: 0511-541376, e-mail:
[email protected]. 11.30 Berry van den Hoorn (NCB Natura5. Drenthe: Edwin Dijkhuis, tel: 050-3600155, lis): Een streepjescode voor elke plant – e-mail:
[email protected]; Els Heijman (excursies), tel. 050-4092836, DNA-barcoding. e-mail:
[email protected]. 11.55 intermezzo Leni Duistermaat (NCB 6. Beneden-IJssel: Piet Bremer, Naturalis): Naar de 24e druk van de tel: 038-4535753, e-mail:
[email protected]. Heukels’ Flora van Nederland. 7. Twente: Otto Zijlstra, tel: 053-4331589, e-mail:
[email protected]. 12.05 Onno de Bruijn: Zeldzame zoomplan- 8. Achterhoek: Fred Bos (DC), ten in Oost-Nederland en op de Veluwe: tel: 0543-515341, e-mail:
[email protected]; voorkomen, bescherming en beheer. Louis-Jan van den Berg (excursies), tel. 0544-372594, e-mail
[email protected]. 12.35 intermezzo Hans van Dord 9. Gelderland-West: Hans Inberg, tel: 0317(voorzitter FLORON) Bekend-making 313750 (06-12979989), e-mail: ‘FLORON-vrijwilliger van het jaar 2011’.
[email protected]. 10. Flevoland: Egbert de Boer, tel: 0578-572292, 12.45 lunchpauze e-mail:
[email protected]. 13.45 Baudewijn Odé (FLORON) & Arco 11. Utrecht: Patrick Lansing, tel: 030-6933646, e-mail:
[email protected]; Wim Vuik, van Strien (CBS): Het Nieuwe Strepen – toekomstperspectief van een nieuwe inven- tel: 0344-663693, e-mail:
[email protected]. 12. Noord-Holland Noord: Jaap Groot, tel: tarisatiemethode. 0226-312770, e-mail:
[email protected]. 14.10 Gerard Oostermeijer (Universiteit 13. Noord-Holland Midden: Simon Pepping (DC), tel: 0299-433641, e-mail: van Amsterdam): Volkstellingen aan
[email protected]; Koos Ballintijn ten: introductie van een nieuw boek. (excursies) tel: 0299-772543, 14.35 Korte floristische mededelingen ‘uit e-mail:
[email protected]. de zaal’ (vooraf aanmelden!), waaronder: 14. Groot-Amsterdam: Peter Wetzels, tel: 020André Hertog: een nieuwe manier van in6928352, e-mail:
[email protected]. ventariseren. 15. Hollands Duin: Vacature; Joop Mourik, tel: 023-5285502, e-mail:
[email protected]; Gerard Oostermeijer: Fragiele flora. Niko Buiten (excursies), 15.00 theepauze e-mail:
[email protected]; tel 023-5403266 . 15.40 Gert-Jan van Duinen (Stichting Bar- 16. Zuid-Holland Zuid: Willemien Troelstra , tel: 010-4673970, gerveen, Radboud Universiteit Nijmegen): e-mail:
[email protected] Planten, wat heb je eraan - planten gezien 17. Zeeland: Justus van den Berg, tel: 0113door de ogen van insecten. 271210, e-mail:
[email protected]. 16.05 André Aptroot (Natuurmonumenten): 18. Noord-Brabant Markiezaat: Petra van der Veranderingen in de flora van de Sint PieWiel, tel: 0165-533059, e-mail:
[email protected]. tersberg. 19. Noord-Brabant Oost: Joep Spronk, 16.30 Sluiting tel: 040-2120672, e-mail:
[email protected]. Voor nadere informatie over de variadag kunt u terecht bij Wout van der Slikke (
[email protected])
In memoriam Jan Engelen
20. Noord-Limburg: Vacature; Fons Reijerse (excursies), tel 0485-571212, e-mail:
[email protected]. 21. Zuid- en Midden-Limburg: Bart Hendrikx (DC), tel: 0495-530300,
[email protected]; Jan Egelmeers (excursies), 043-6042655, e-mail:
[email protected]; 22. Gelderland-Midden: Elmar Prins, tel: 026-3622787 (06-19188404), e-mail:
[email protected] 23. Noord-Brabant Baronie: Ben Delbaere, e-mail:
[email protected].
Floron Nieuws wordt verspreid onder de actieve waarnemers van de Stichting FLORON en verschijnt twee keer per jaar. Redactie: Ruud Beringen, Egbert de Boer, Baudewijn Odé en Wout van der Slikke Stichting FLORON Postbus 9010 6500 GL Nijmegen 024-7410573
[email protected] www.floron.nl FloronNieuws - December 2011