2009 activiteitenverslag
Vlaamse Compostorganisatie vzw
activiteitenverslag 2009 inhoud
Woord vooraf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Kringlooptuinieren, meer dan composteren alleen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Expertise van Vlaco . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Inzameling en verwerking in Vlaanderen . . . . 18 Kwaliteitscontrole en certificering . . . . . . . . . 22 Onderzoek naar toepassingsmogelijkheden onderbouwt de afzet eindproducten . . . . . . . . 28 Afzetmarkten van de eindproducten in kaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Marketing resulteert in afzet van Vlaco-compost . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Vlaco is een communicatie-duizendpoot . . . . . 43 Financieel verslag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 Veel graantjes maken een groot brood . . . . . . 48 Publicatielijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Ledenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Colofon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 blz 2 • ACTIVITEITENVERSLAG 2009
Woord vooraf Het efficiënt sluiten van de materiaalkringlopen is één van de pijlers van het beleid voor de komende jaren. Afvalstoffen moeten als grondstof in de economische kringloop gehouden worden. We moeten duurzaam omgaan met schaarse middelen in functie van maatschappelijke behoeften. De lekstromen worden gestuurd naar de meest performante vewerking. Elk materiaal is een meerwaarde voor het volgende proces.
De kwaliteitsbenadering is een essentieel onderdeel om een stabiele en duurzame markt op te bouwen. Enkel producten met gegarandeerde kwaliteit komen in aanmerking. De uitgewerkte certificering en integrale ketenbewaking vormen de basis voor kwaliteitsgarantie. Bij de productie wordt heel wat tijd en energie gestoken om een kwaliteitsvol product te maken. Via de keuringsattesten en eventueel het label wordt dit bevestigd.
Vlaco stelt duurzaamheid van de organisch-biologische materiaal kringloop voorop. We leggen de nadruk op de kwaliteit van de kringloop (zowel thuis op kleine schaal als professioneel op grote schaal). Cruciaal is het nuttig gebruik van het eindproduct als meststof, bodemverbeterend middel, grondstof voor substraten of als bouwsteen in de tuin. We blijven hierin investeren, want enkel een kwaliteitsvol eindproduct zorgt voor het efficiënt sluiten van de materiaalkringloop.
De compostmarkt moet verder gedifferentieerd worden. Een gedifferentieerde afzetmarkt biedt immers meer zekerheid op een vlotte afzet op lange termijn. Het juiste compostproduct aan de juiste prijs, dat juist aan de klant wordt gebracht, met de juiste promotie en tevreden klanten levert succes op. Tekenend is dat er voor het tweede/derde jaar op rij in het voorjaar 2010 een duidelijk tekort aan compost is. Ook in het najaar is bij individuele bedrijven de stock volledig uitgeput. Gesteld kan worden dat de compostafzet de laatste jaren (2008-2009) zeer vlot loopt. In het voorjaar moeten bijgevolg ook potentiële afnemers teleurgesteld worden, omdat ze niet onmiddellijk over compost kunnen beschikken. Ook in 2010 willen we vanuit Vlaco, samen met de compostproducenten, een duidelijke prijs- en/of productdifferentiatie voorbereiden en invoeren.
Met onze deelname aan de Floraliën hebben we onze visie rond kringlopen aan een groot en talrijk publiek (307.234 bezoekers, 493 journalisten) kunnen tonen. Wij kozen bij het ontwerp van de kringlooptuin in de Floraliën voor een combinatie van moderne vormgeving en elementen uit de landelijke stijl. Daarmee geven we aan dat iedere tuin een kringlooptuin kan zijn, als tuinresten bouwstenen worden voor de tuin. Het spreekt voor zich dat er compost werd gebruikt bij de realisatie van de Vlaco-kringlooptuin. Meer zelfs: kwalitatief hoogstaande Vlaco-compost is gebruikt in àlle tuinen van de Floraliën! En daarmee hebben wij én de Floraliën resoluut voor duurzaamheid gekozen; compost is een lokaal milieuvriendelijk product. Door turf te vervangen door compost heeft de Floraliën 74 ton CO² bespaard. Dit komt overeen met bijna 500.000 km met de auto. In 2010 willen we op deze weg verder gaan. De kringloop geraakt meer en meer ingeburgerd. In het kader van campagnes als Juni Compostmaand wordt de samenwerking met andere organisaties als Velt, Landelijke Gilden en Bioforum verder uitgebreid. De boodschap van Vlaco blijft: een kringlooptuin is een haalbare kaart voor elke tuinier. In het traject van de onafhankelijke certificering dat in 2006 is gestart door Vlaco, is 2009 een belangrijk jaar geworden. In het wijzigingsbesluit van VLAREA (B.S. 01.04.09) is de Vlaco-werking verankerd. De uitreiking van keuringsattesten voor groen- en gftcompost en andere eindproducten van biologische verwerking van organisch-biologische afvalstoffen dient te gebeuren volgens een systeem van onafhankelijke certificering. In dit kader heeft Vlaco het initiatief genomen tot de oprichting van een onafhankelijke Certificeringscommissie Meststoffen – Bodemverbeterende Middelen. Op 27.11.09 is de oprichting een praktisch feit geworden tijdens een eerste startvergadering.
Willen we daadwerkelijk evolueren naar een cradle-to-cradle maatschappij, dan moeten we oog hebben voor de totale koolstofen nutriëntenkrinloop, waarbij we onze eindige bronnen optimaal hergebruiken. Dit is vaak in strijd met de zoektocht in Vlaanderen naar manieren om hernieuwbare energie te creëren om de negatieve gevolgen van fossiele brandstoffen op het klimaat te vermijden. Via co-vergisting kunnen we aan beide uitdagingen bijdragen: materiaalen energierecuperatie gaan hier immers op een duurzame manier hand in hand. Nutriëntvalorisatie is een belangrijke uitdaging voor de toekomst van de co-vergisting in Vlaanderen. Garanties naar kwaliteit zijn ook voor de eindproducten van de co-vergisting essentieel voor een marktbenadering en –uitbouw. In 2009 is Vlaco reeds enkele onderzoeksprojecten rond afzet van de eindproducten uit de co-verwerking gestart. Hier zal Vlaco de komende jaren op verder werken, in samenwerking ook met collega-organisaties als VCM en Biogas-E. In Vlaanderen hebben we de laatste jaren heel wat know-how in de ganse keten van de co-vergisting opgebouwd. De uitdaging voor de toekomst is die blijvend valoriseren. In dit Activiteitenverslag 2009 vindt u een stand van zaken. Ik wens u veel leesplezier! Luc Vanacker Voorzitter Vlaco vzw
ACTIVITEITENVERSLAG 2009 • blz
3
Kringlooptuinieren: meer dan composteren alleen
compostmeesterscongres “Het beste ooit!” Dat was maar één van de lovende commentaren die de toeschouwers ons gaven na afloop. ‘Jaar na jaar steeds professioneler’ luidde het uit een andere hoek. De laatste provincie, Vlaams-Brabant, en dan zijn we rond. Het moet iets speciaals worden, zo waren onze plannen in 2008. We toveren het kale podium tijdens de voorstelling om tot een heuse kringlooptuin, waarbij elke spreker één aspect van het kringlooptuinieren voor zijn rekening neemt. Tijdens onze brainstormsessies groeide het idee. En zo geschiedde… We riepen de hulp in van Frederik Imbo, presentator en acteur die ons aangenaam verraste tijdens onze samenwerking voor de ‘CTC Awards 2008’. Frederik haalde er actrice Katrien De Becker bij en we hadden ons tuinkoppel.
Dat je op twee minuten een kippenhok in elkaar kunt steken, bewezen de compostmeesters van Ecowerf tijdens hun ludieke act.
Een fantastische ervaring was het om met twee professionele acteurs te werken, die overliepen van enthousiasme, af en toe een goede grap klaar hadden en steeds bereid waren om tips en advies te geven om de voorstelling dat tikkeltje meer elan te geven en het naar een hoger niveau te tillen.
Kringloopgids Vif Vanderveken kon haar verhaal over nestgelegenheid voor nuttige insecten zo boeiend brengen dat ze Frederik in een mum van tijd overtuigde.
Jean-Pol Olbrechts, Gedeputeerde voor leefmilieu Provincie VlaamsBrabant, benadrukte dat zij in samenwerking met de intergemeentelijke verenigingen en 150 compostmeesters al jaren acties rond kringlooptuinieren voeren. En hij voegde de daad bij het woord en gaf Frederik uitleg over de mulchmaaier.
Jammer genoeg kon (toenmalig) leefmilieuminister Hilde Crevits niet aanwezig zijn, maar een in allerijl opgenomen filmpje en de aanwezigheid van Hugo Geerts, Raadgever Afvalbeleid van Minister Crevits, maakten veel goed.
blz 4 • ACTIVITEITENVERSLAG 2009
activiteitenverslag 2009 Vlaamse Compostorganisatie vzw
Steven Vromman, de Low Impact Man, bevestigde dat de kringlooptuin een kleinere voetafdruk heeft dan een traditionele tuin.
Het was ideaal weer om de prachtige binnenstad van Leuven te ontdekken.
Tuinarchitect Wim Collet toverde de saaie dorre haag om tot een traaggroeiende vierseizoenshaag met bloemen, vruchten en bottels.
Sommige partners van compostmeesters hadden achteraf zelfs spijt dat ze het congres niet gevolgd hadden. Niet dat hun voormiddag niet leuk was geweest; wel integendeel, de partners hadden het zeker naar hun zin tijdens de geleide wandeling in het centrum van Leuven.
De kinderen hadden een geweldige voormiddag met sportieve spelletjes, allemaal in goede banen geleid door de monitoren van Vlabus waarvoor de provincie Vlaams Brabant had gezorgd. Oprechte dank aan de provincie voor deze samenwerking.
ACTIVITEITENVERSLAG 2009 • blz
5
Kringlooptuinieren: meer dan composteren alleen 4vervolg: Compostmeestercongres
kan je terug aanwenden in de tuin door het toepassen van kringlooptechnieken. Van een strakke traditionele tuin tot een wilde tuin, kringlooptechnieken kan je toepassen in elk soort tuin. De compostcursus bestaat nog steeds uit drie lessen: een sessie theorie, een bezoek en een praktijksessie. De theoretische sessie blijft toegespitst op die éne kringlooptechniek nl. het (thuis)composteren. Tijdens het bezoek leert de cursist andere kringlooptechnieken kennen zoals grasbeheer, snoeihout verwerken, dieren in de tuin, mulchen, vaste planten en compostgebruik.
Tijdens de lunch kon je als compostmeester flaneren langs de standen van verenigingen, leveranciers, de Provincie VlaamsBrabant en de Vlaco-OVAM-stand. Vlaco ontwierp samen met Vlaco-lesgevers Eddy, Myriam en Sonia een in het oog springende stand waarbij de negen kringlooptips werden toegepast.
Al deze technieken met enthousiasme doorgeven aan de cursisten vraagt kennis. We gaven de Vlaco-gidsen en enkele aspirant-gidsen daarom een driedaagse bijscholing in de drie bezoekersplaatsen Hof Ter Winkelen, Heempark en Feniks. Tijdens deze sessies kwamen zowel de tien kringlooptechnieken inhoudelijk als de gidstechnieken zelf aan bod. Na één of twee proefrondleidingen mochten de aspiranten zich volwaardig kringloopgids noemen. Tijdens de praktijksessie van de compostcursus leert de deelnemer de verschillende composteersystemen kennen en gebruiken.
Vlaco-lesgevers nemen deel aan onze vormings- en ontmoetingsdag.
‘s Namiddags overmeesterden 1300 (kijk)lustige wandelaars de plantentuin van Meise. 16 gidsen, verspreid over het domein, verstrekten meer informatie over de verschillende plantencollecties en hun geschiedenis.
vormingen Kringloopgids Vanaf dit jaar zit de Vlaco-compostcursus in een uitgesproken kringloopkleedje. Het beleid legt het accent meer naar materialenbeheer, afval wordt opnieuw als grondstof in de kringloop gebracht. Om deze verschuiving ook in de cursus door te voeren, richtten we in 2008 een werkgroep op om de inhoud van de compostcursus te vernieuwen. In de vernieuwde compostcursus ‘Composteren in de kringlooptuin’ komen alle technieken aan bod. We vertrekken nu vanuit de kringloopgedachte in de tuin. Alle groenresten
blz 6 • ACTIVITEITENVERSLAG 2009
Naar jaarlijkse gewoonte organiseerde Vlaco vzw voor haar lesgevers en gidsen in 2009 een Terugkomdag. Zo een Terugkomdag is belangrijk als ontmoetingsmoment, maar ook om kennis en informatie met elkaar te delen. Aan de hand van de Terugkomdag slaagt Vlaco vzw er in om een nauwe band met haar lesgevers en gidsen te onderhouden, en om de vinger aan de pols te houden inzake vakkennis en praktijkervaring. Volgende items kwamen in 2009 uitgebreid aan bod. Thema 1: Wijkcomposteren Hierbij gingen we in op de diverse studies die hieromtrent reeds gebeurden, de rol die Vlaco vzw bij deze studies speelde, de conclusies en aanbevelingen, en de Vlaco vzw-wijkcomposteercursus die momenteel in volle ontwikkeling is Thema 2: Demonstratie Kringlooptechnieken Een gedetailleerde toelichting bij de ‘Meten is weten’proeven (haagproef, mulchproef en de aanplant van bodembedekkers) die het Comité Jean Pain uitvoert in opdracht van Vlaco vzw. Thema 3: Composteerbaarheid van materialen Vlaco vzw publiceerde, sinds oktober 2009, op haar website de integrale Vlaco-lijst met (wel / niet)
activiteitenverslag 2009 Vlaamse Compostorganisatie vzw
composteerbare materialen. Maar dat deden we natuurlijk niet zonder voorafgaand alle input van onze enthousiaste lesgevers te verzamelen. De aandachtspunten die de lesgevers en gidsen aanreikten, verwerkten we nauwgezet in de finale lijst Op www.thuiscomposteren.be vind je deze lijst onder de rubriek ‘Wat is composteerbaar’. Deze lijst wordt halfjaarlijks bijgewerkt. Thema 4: Demonstratie hakselaars Niet alle hakselaars zijn even degelijk. Meer dan 50 lesgevers en gidsen testten een hele reeks hakselaars uit. Op basis van zulke praktijkmomenten kan Vlaco vzw zijn advies vakkundig onderbouwen. Thema 5: Composteren met kinderen Aan de hand van een brainstormmoment met een hele reeks geïnteresseerde lesgevers werden de fundamenten gelegd voor een cursus ‘Composteren met kinderen’. Verderop in de jaarverslag lees je er meer over.
juni compostmaand Met Juni Compostmaand 2008 starten Vlaco vzw en de Vlaamse Intergemeentelijke verenigingen een meerjarencampagne rond kringlooptuinieren. De nadruk ligt vooral op het genieten in een mooie tuin. We laten, samen met de compostmeesters, de bezoekers kennismaken met verschillende kringlooptechnieken. We kozen in 2008 als thema specifiek voor het materiaal ‘gras’. Het is immers het materiaal waarmee de tuinbezitters het meest geconfronteerd worden. Voor 2009 kozen we voor een tweede belangrijk materiaal in de tuin nl. snoeihout.
Thema snoeihout Deze afvalstroom is na gras de tweede grootste afvalstroom in de tuin. Snoeihout vind je in zowat elke tuin. Heel wat burgers voeren zonder nadenken hun snoeihout af. Ze staan er niet bij stil dat snoeihout een waardevolle grondstof is waarmee ze creatief aan de slag kunnen gaan.
boek composteren en kringlooptuinieren Door Ivo Pauwels ism Vlaco vzw
Een boek over creatief tuinieren met gras, mulch, snoeihout en bladeren. Onze samenwerking met Ivo Pauwels begon in 2001 toen we samen aan de slag gingen voor het boek 101 Compostvragen. In dat boek legden we voor het eerst onze kennis en ervaring samen over composteren en wat toen nog ‘afvalarm tuinieren’ heette. Met meer dan 10.000 exemplaren was het boek een voltreffer. Niet enkel in de boekhandel maar ook Vlaco vzw zelf was gretig afnemer omdat het deel uitmaakte van de cursusmap van de opleiding compostmeester. Het boek bleek een waardevolle bron van informatie en een naslagwerk voor de compostmeester die met moeilijke vragen wordt bestookt. Voor uitgeverij Lannoo was de tijd rijp voor een nieuw tuinboek. We gingen weer rond de tafel zitten en beslisten om een fleurig boek te maken met meer foto’s, kadertekstjes … en de focus heel nadrukkelijk te leggen op composteren en kringlooptuinieren. Wat meteen ook de titel werd. Ivo zette zich aan het schrijven, Vlaco vzw leverde de inhoud. Het boek verscheen eind juni 2009 in de boekhandel. Eind december stond de teller al op 4.000 stuks verspreid door Vlaco vzw. Ondertussen vertaalde uitgeverij Racine het boek in het Frans (‘Compostez et Recyclez’).
Wedstrijd Volledig in de lijn van het thema snoeihout, zijn in heel Vlaanderen 26 Eliet NEO² fluisterhakselaars te winnen. De wedstrijd is heel eenvoudig opgesteld : een schiftingsvraag bepaalt wie de winnaar is. Vlaco vzw zet deze wedstrijd dik in de verf in de pers. Het is de wedstrijd die de mensen naar de activiteiten in juni lokt. ACTIVITEITENVERSLAG 2009 • blz
7
Kringlooptuinieren: meer dan composteren alleen 4vervolg: Compostmeestercongres
voor
na
4 6000 ingevulde formulieren bereikten Vlaco vzw. Hoeveel liter snippers levert de hoop op de foto op? Het antwoord op die vraag is 1240 liter!
nieuwe website In al onze communicatie rond de campagne verwijzen we de geïnteresseerde tuinier naar de nieuwe website www. junicompostmaand.be. Deze website brengt de tuinier op een eenvoudige manier naar de juiste informatie. Hij vindt er een overzicht van de tips rond kringlooptechnieken, uitleg over de wedstrijd en informatie over de activiteiten die plaatsvinden. Ook de vernieuwde activiteitenkalender krijgt een plaatsje op deze website.
nieuwe bijscholing ‘composteren met kinderen’ Hoe het begon? Midden juni 2009 konden Vlaco-lesgevers tijdens de Terugkomdag in Hof Ter Winkelen deelnemen aan een brainstormmoment rond de vragen ‘Welk materieel is er allemaal ter beschikking om – in het bijzonder – kleuters en lagereschoolkinderen warm te maken voor het thuiscomposteren? Waarop focust een compostmeester best wanneer hij/zij voor een klas staat?’ Een hele mond vol … Een 15-tal lesgevers gaven aan dat ze erg graag mee de schouders wilden zetten onder dit project. Het startschot voor de vernieuwde bijscholing ‘Composteren met kinderen’ was gegeven!
Waar staan we nu? Op basis van de Terugkomdag-ideeën, de eerdere ervaringen met compostlessen voor kinderen, een aantal studiemomenten over werken met doelgroepen, contacten met verschillende IGV-verantwoordelijken en op basis van de vertrouwde Vlaco-compostcursus, stelden we een powerpoint-presentatie samen. Deze presentatie werd uitvoerig toegelicht aan en doorgesproken met de Vlacolesgevers. Met deze presentatie kunnen onze Vlaco-lesgevers vanaf 2010 naar geïnteresseerde compostmeesterwerkingen of IGV’s stappen en hen een infosessie ‘Composteren met kinderen’ geven ….
blz 8 • ACTIVITEITENVERSLAG 2009
activiteitenverslag 2009 Vlaamse Compostorganisatie vzw
Thuiscomposteren gaat internationaal Edith Smeesters, de Canadese pionier van de compostmeesterwerking op bezoek bij Vlaco vzw Het idee om vrijwilligers in te zetten bij de promotie van het thuiscomposteren ontstond halverwege de jaren negentig in Canada,. Dit compostmeester-idee waaide enkele maanden later naar België over, waar het Comité Jean Pain al in 1994 startte met het opleiden van compostmeesters. Maar de eerste compostmeesters zijn in Canada ‘geboren’. Een belangrijke rol hierbij speelde Edith Smeesters, een Belgische die enkele jaren voordien naar Canada emigreerde. Begin april organiseerden we een ontmoeting tussen enkele vertegenwoordigers van Vlaco vzw, van de Intergemeentelijke verenigingen en enkele van onze lesgevers met Edith Smeesters tijdens haar bezoek in België. Als Vlamingen zijn we natuurlijk erg fier om haar te kunnen tonen wat we op het vlak van compostmeesterwerking de voorbije 15 jaar gerealiseerd hebben. Maar we wilden natuurlijk ook graag horen hoe het verhaal in Canada gelopen is. In Vlaanderen floreert de compostmeesterwerking onder de vleugels van Vlaco vzw, de IGV’s en hun gemeenten. In Canada heeft het compostmeestersverhaal zich lang niet zo verspreid als hier. De organisaties die hun werking ondersteunen zijn immers afhankelijk van jaarlijkse overheidssubsidies en die worden nooit tweemaal voor eenzelfde actie toegekend. Veel initiatieven zijn bijgevolg van korte duur. Uit de getuigenis van Edith Smeesters onthouden we dat het sensibiliseren van thuiscomposteren en kringlooptuinieren van streek tot streek erg kan verschillen (maar is dat in Vlaanderen niet net zo?) maar ook sterke gelijkenissen vertoont: • Een goede compostmeesterwerking vraagt een blijvende ondersteuning op regionaal en lokaal vlak. • De uitbreiding van louter thuiscomposteren naar andere kringlooptechnieken is vanzelfsprekend. • Een goede opleiding voor de compostmeesters is van belang en moet langer duren dan enkel de praktische en theoretische lessen en stageperiode. • Een goede samenwerking tussen alle partners is lonend: vrijwilligers, overheid, verenigingen en bedrijven.
Garden organic volgt het Vlaamse voorbeeld De plannen voor de opstart van een kippenproject in Warkwickshire was de aanzet voor een bezoek van twee mensen van Garden Organic en twee van Warwickshire County aan Vlaco vzw. Ze hebben ginder een vrij goed uitgebouwde maar kleine compostmeesterwerking. Zij waren aangenaam verrast over de uitgebreide compostmeesterwerking in Vlaanderen. Tijdens het bezoek gaf Vlaco vzw toelichting over onze wer king, wijkcomposteren en kippenprojecten in Vlaanderen. Nadien begeleidde Vlaco vzw hen voor een rondleiding in het bezoekerscentrum Hof Ter Winkelen waar ze uitleg kregen over kringlooptechnieken, gevolgd door een wijkcomposteerrondleiding in Willebroek-Zuid. Ook hier telkens zeer verbaasde en bewonderende blikken over de succesvolle Vlaamse gang van zaken.
ACTIVITEITENVERSLAG 2009 • blz
9
Expertise van Vlaco vzw
participatie in vlaamse projecten In Vlaanderen participeert Vlaco vzw in allerhande projecten rond kringlooptechnieken, bodembeheer, selectieve inzameling, optimalisatie van biologische verwerking in een duurzaam kader. Uitgangspunt is voor Vlaco vzw steeds de kwaliteitsvolle biologische verwerking van geschikt materiaal, met het oog op de productie van kwaliteitsvolle eindproducten, die op een duurzame manier nuttig worden gebruikt. Een overzicht van de projecten is weergegeven in de tabel hieronder. Onderwerp van onderzoek
Aard van het onderzoek
Verkennende studie betreffende bodemverdichting in Vlaanderen en afbakening van de risicogebieden voor bodemverdichting
TWOL-project – K.U. Leuven Research & Development, Divisie voor Ruimtelijke Informatieverwerking en onderzoeksgroep Bodem- en Waterbeheer
2008 - 2009
Ontwikkelen van een expertsysteem voor het adviseren van het koolstofbeheer van landbouwbodems
TWOL-project – Universiteit Gent, Vakgroep Bodembeheer en bodemhygiëne – Bodemkundige Dienst van België
2008 - 2009
Optimalisatie en haalbaarheid van bioremediatiesystemen voor de verwerking van spuitresten van gewasbeschermingsmiddelen
IWT-project - K.U. Leuven Universiteit Gent, Proefcentrum voor de Fruitteelt
2005 - 2010
Evaluatie van de selectieve inzameling van luiers in Vlaanderen
OVAM – Universiteit Gent, Faculteit Bioingenieurswetenschappen, Landbouweconomie
2008 - 2009
Verdere optimalisatie van de kwaliteitsopvolging van (co)vergistingsinstallaties zoals voorzien in het VLAREA, partim chemische verontreinigingen
TWOL-project - OWS
2008 – 2009
Verdere optimalisatie van de kwaliteitsopvolging van (co)vergistingsinstallaties zoals voorzien in het VLAREA, partim hygiënisatie
TWOL-project – K.U. Leuven Departement Aard- en omgevingswetenschappen, Bodem- en Waterbeheer
2009 - 2010
Evaluatie van de geschiktheid van de CMAprocedures voor de bepaling van de organische parameters in compost en digestaten
OVAM - VITO
2008 - 2010
Reductie van reststikstof in de vollegrondsgroenteteelt II
ADLO-project PCG, POVLT, PSK
2008 - 2009
Task Force groen- en gft-afval
OVAM
2008-2009
Economische marktanalyse van de verwerking van (deelstromen) van groen- en gft-afval met voorstel van beleidsaanbevelingen
OVAM – KPMG - MIPLAN
2009
Biomase: optimalisatie van biomassa vraag en aanbod
KU Leuven Afdeling Bos, Natuur en Landschap
2009
Kringlooptechnieken meten en tonen
Comité Jean-Pain
2008-2011
TWOL-project – Bodemkundige Dienst van België
2008-2009
Kleinschalig composteren van beheerresten
KBS-project - Vlaco vzw, Natuurpunt vzw, ILVO
2008-2009
Energie uit natuur en landschap
KBS-project – Natuurpunt, Eneco, POVLT
2009-2010
Graskracht
EFRO-project – OC ANB
Onrendabele toppen van duurzame elektriciteitsopties – update
VEA – VITO
2009-2010
Ecocampus
LNE en Vlaamse universiteiten
2009-heden
Technokid(t)s
HoWest
2009-2010
Geïntegreerde verwerkingsmogelijkheden energetische valorisatie) van bermmaaisel
blz 10 • ACTIVITEITENVERSLAG 2009
(incl.
Looptijd
2010-…
activiteitenverslag 2009 Vlaamse Compostorganisatie vzw
De resultaten van onze lange termijnproeven gebruikt voor validatie koolstofsimulator De koolstofsimulator is een expertsysteem voor veldspecifiek beheer van organische stof op de Vlaamse landbouwbodems. De ontwikkeling gebeurde in opdracht van LNE door de Bodemkundige Dienst van België en de Universiteit Gent en is mee geëvalueerd door kennisgroepen van landbouwers. Dit expertsysteem geeft de landbouwer inzicht in de evolutie van het koolstofgehalte van zijn percelen over een lange termijn en in functie van de perceelsuitbating. U kunt het gratis bestellen via: http://www.lne.be/themas/bodem/ organische-stof/gratis-exemplaar-koolstofsimulator. Bij de validatie van het expertsysteem is gebruik gemaakt van de data van de meerjarige proef met gft-compost in Boutersem, opgevolgd door de Bodemkundige Dienst van België. Hierbij zijn de simulaties, gemaakt voor de verschillende behandelingen over een periode van 12 jaar, vergeleken met de opgemeten koolstofgehalten. De koolstofsimulator is vervolgens gebruikt om ook de evolutie van het koolstofgehalte in de verschillende behandelingen voor de volgende 30 jaar te voorspellen (zie Figuur 1).
Evaluatie van de selectieve inzameling van luiers in Vlaanderen In uitvoering van het Uitvoeringsplan Milieuverantwoord beheer van huishoudelijke afvalstoffen heeft de OVAM het toetsingskader selectieve inzameling toegepast op de afvalluiers. Dit om in te schatten of de milieuwinst door recyclage van de afvalluiers tegen een aanvaardbare kost opweegt tegen de bijkomende inspanningen die we moeten leveren om dit afval apart te houden. Op basis van deze studie wordt momenteel ontraden om de selectieve inzameling van afvalluiers op te starten. Vanuit
ecologisch standpunt biedt enkel selectieve inzameling op het containerpark, gevolgd door een verwerking gebaseerd op de Knowaste-technologie een mogelijk voordeel. Echter, een dergelijke installatie bestaat niet en er zijn heel wat onzekerheden over de haalbaarheid van de ambitieuze doelstellingen zoals opgenomen in het model (onder meer volledige recyclage van de kunststoffen). Wat betreft de vergisting van afvalluiers, al dan niet samen met het gft-afval: voor de toekomst biedt ook dit economisch en ecologisch geen voordeel meer, zo blijkt uit het model. Reden is dat de samenstelling van de luiers enorm is geëvolueerd in de loop der jaren. Begin jaren ’90 bedroeg de biogasproductie 160 m³ biogas/ton luiers, anno 2009 is dit gedaald tot 49 m³ biogas/ton luiers. De verwachting is dat de biogasopbrengst nog verder zal dalen tot slechts 20 m³ biogas/ton luierafval, aangezien de luiers steeds meer evolueren naar een minder vergistbare samenstelling (meer SAP en minder cellulose). Besluitend kan worden gesteld dat, voortgaand op de resultaten van deze studie, de afvalluiers best samen met het restafval worden ingezameld en verwerkt. In de Igeanregio worden sinds begin 2010 geen afvalluiers meer samen met het gft-afval ingezameld.
Kringlooptechnieken meten en tonen In 2008 vroeg Vlaco vzw aan het Comité Jean Pain vzw om in het bezoekerscentrum Hof ter Winkelen in Londerzeel een aantal demonstratieproeven aan te leggen rond kringlooptuinieren. De proeven hebben een dubbel doel. Enerzijds willen we nagaan in hoeverre bepaalde technieken inderdaad ‘afval’ beperken en tijd besparen maar tegelijk hoe ze de tuin mooier en rijker maken. Er wordt voor iedere techniek gemeten – want meten is weten – en gerekend wat de meerwaarde is. Anderzijds kan de bezoeker van het Hof ter Winkelen de resultaten zelf vaststellen met commentaar
Figuur 1
ACTIVITEITENVERSLAG 2009 • blz
11
Expertise van Vlaco vzw 4vervolg: Participatie in Vlaamse Projecten
van de gids. Vier thema’s komen in de proef aan bod: mulchen, bodembedekkers, grasbeheer en hagen. We stellen ze in die volgorde voor in de vier nummers van De Compostmeester van deze jaargang.
Tabel 2 Hoeveelheid mulchmateriaal per perceel. 1
Hakken
Geen mulchmateriaal aangevoerd
2
Compost
2008: 5 + 4 cm houtgewascompost 11 mei 2009: 5 cm houtgewascompost
Mulchen en mulchmaterialen
3
De mulchproef werd opgestart eind juni 2008. Langs de rand van het bezoekerscentrum werden over 20 meter 7 hazelaars verwijderd en tussen de stobben 6 proefvlakken van 8m² (±2,7m breed x 3m diep) aangelegd. Welke mulchmateriaal werd toegepast in ieder van de zes percelen, staat in Tabel 1.
Snippers zonder karton
2008: 4 + 4 cm snippers 11 mei 2009: 4 cm snippers
4
Snippers met karton
2008: dubbele laag ribbelkarton en 4 + 3 cm snippers 11 mei 2009: nieuwe laag karton en 5 cm snippers
5
Gras
2008: 3 + 3 + 4 cm grasmaaisel 11 mei 2009: 3 cm grasmaaisel 01 juli 2009: 2 cm grasmaaisel 05 september 2009 : 3 cm grasmaaisel
6
Bladeren
2008: 5 + 4 cm herfstbladeren 11 mei 2009: 4 cm herfstbladeren 2 december 2009: 4 cm herfstbladeren
Tabel 1 Verschillende soorten mulchmateriaal op de 6 percelen 1
2
Hakken
Compost
Op dit ‘blanco’ perceel wordt geen mulch aangevoerd. Het wordt in principe enkel geschoffeld. Is de hoeveelheid onkruid te groot, dan voeren we het af. Dit perceel krijgt een mulchlaag van houtgewascompost. Ingevolge de achtereenvolgende temperatuurstijging bij het omzetten is deze onkruidvrij. De compost is gezeefd op 20mm.
3
Snippers zonder karton
De mulch bestaat hier uit een laag vers gesnipperd snoeihout van diverse soorten loof- en naaldhout.
4
Snippers met karton
Het perceel werd eerst afgedekt met een dubbele laag ribbelkarton en vervolgens met een laag verse houtsnippers zoals op perceel 3.
5
Gras
Hier dekken we in de loop van de zomer meerdere keren af met een dunne laag vers gemaaid grasmaaisel.
6
Bladeren
Dit perceel wordt gemulcht met een laag herfstbladeren.
Hoeveel mulchmateriaal tijdens de twee eerste proefjaren werd aangebracht, staat in Tabel 2.
Overzicht van de resultaten Tijdens iedere wiedbeurt wordt zowel de tijd gechronometreerd die aan ieder perceel wordt besteed, als het gewicht bepaald van het verwijderde onkruid. De proefomstandigheden waren zeer specifiek en vrij extreem. Tussen de hazelaars stond immers al jaren zeer veel onkruid en de zaadvoorraad in de bodem was bijgevolg enorm groot. Dat betekent enerzijds dat de absolute cijfers zeer hoog liggen, anderzijds dat de verschillen des te sprekender zijn (zie Tabel 3). Tabel 3 Impact van het type mulch op wiedtijd en hoeveelheid onkruid (cijfers zijn de som van de 2 eerste proefjaren) Nr. Type mulch
1
Hakken
Totale duur v/h wieden (minuten)
Totaal gewicht v/h onkruid (kg)
190,0
71,5
2
Compost
62,2
15,5
3
Snippers zonder karton
34,8
9,0
4
Snippers met karton
7,2
1,0
5
Gras
51,9
20,0
6
Bladeren
23,6
8,0
Wat kunnen we al besluiten ? Bij de start van de proef waren het vooral de aanwezige wortelonkruiden die invloed hadden op de cijfers. In 2009 werden de cijfers beïnvloed door de aanplant van een nieuwe haag in april en het feit dat de mulchlaag nadien niet overal
blz 12 • ACTIVITEITENVERSLAG 2009
activiteitenverslag 2009 Vlaamse Compostorganisatie vzw
even zorgvuldig werd terug gelegd. Dit zorgde weliswaar voor meer wiedwerk maar de extra hoeveelheid verzameld onkruid bleef beperkt. Tenminste op de percelen die gemulcht werden. Het omwoelen van de bodem in het blanco perceel leidde tot zeer sterke stijging van de hoeveelheid werk én van de hoeveelheid verzameld onkruid. De demonstratieproef bevestigd het onkruidwerend effect van mulchen. Uit deze proefperiode kunnen we dus alvast volgende richtlijnen afleiden: Wortelonkruiden verwijderen is noodzakelijk vooraleer je het mulchmateriaal aanbrengt, behalve wanneer je een (tussen) laag karton gebruikt. Effen de bodem vooraleer je de mulchlaag aanbrengt zodat deze overal even dik ligt. Een laagdikte van 5cm is een minimum. Verstoor tijdens het wieden de mulchlaag niet en vul zo nodig aan. Ook wanneer je planten verwijdert of nieuwe aanplant, moet de (geëffende) bodem zorgvuldig opnieuw afgedekt worden met mulchmateriaal. Voorkom dat mulchmateriaal vermengd wordt met de grond. Het aangebrachte karton moet voldoende dik zijn (dubbele laag) en de vellen ook ruim overlappend.
Opslag en vergisting van bermmaaisel nader bekeken Bermmaaisel komt massaal vrij op twee piekmomenten, wat problemen geeft voor voldoende tijdelijke verwerkingscapaciteit. Met de studie werd daarom gezocht naar oplossingen om het maaisel gespreid te kunnen aanleveren aan de verwerkingsinstallatie na een gecontroleerde opslagperiode. Er is verder dieper ingegaan op het potentieel en optimaliseren van co-vergisting. In de eindbalans blijkt de vergisting van vers bermgras financieel het meest rendabel: geen kosten voor inkuilen en een maximale energieopbrengst bij vergisten. Indien het bermgras ingekuild dient te worden, blijft de monokuil het meest rendabel, omdat de meerwaarde die in energieopbrengst gecreëerd wordt door het co-vergisten met fruitpulp of melkslib, niet de meerkost in opslag en innameprijs dekt. Het toedienen van melkzuurbacteriën bleek in geen enkele combinatie financieel rendabel net zoals de coopslag of co-vergisting met kalverdrijfmest. Geklepeld bermgras bevat een hogere asrest waardoor het minder geschikt is voor een natte vergister vergeleken met gecirkelmaaid bermgras. De asrest sedimenteert in de natte vergister waardoor deze geregeld dient te worden stilgelegd.
In een droge vergister stelt dit probleem zich niet. Geklepeld bermgras is fijner dan gecirkelmaaid bermgras. Gecirkelmaaid bermgras moeten worden verhakseld voordat het in de vergister kan worden gebracht. Gecirkelmaaid bermgras levert meer biogas op dan geklepeld bermgras. De financiële meerwaarde die voortvloeit uit deze hogere gasopbrengst vergoedt in dit geval echter niet de bijkomende kost van het nodige hakselen. Anderzijds leidt gebruik van geklepeld gras tot sediment in de vergister waaraan dan kosten verbonden zijn aan de procesonderbreking voor reiniging van de vergister. Ongecontroleerde opslag had in deze proef een positief effect op de biogasproductie. Dit is duidelijk te verklaren door de weersomstandigheden en indrogen, de verhoging van het droge stofgehalte. Andere onderzoekers (Leenknecht, 2004) in andere weersomstandigheden vinden geen positief effect. Voor de inkuiling is tussentijdse opslag geen optie vermits rotting de kuilfermentatie hypothekeert. Op basis van de proeven wordt een licht verschil in biogaspotentieel verwacht tussen de verschillende vegetatie typen. Dit verschil wordt voornamelijk bepaald door een verschil in droge stofgehalte. De verschillen zijn niet van dien aard dat een gespreide ophaling aan de orde is. De tweede maaibeurt, in september, is voor vergisting de beste partij aangezien het gehalte aan ruwe vezels lager is. Omdat de tweede maaibeurt relatief snel volgt op de eerst maaibeurt van de maand juni is de kans op de aanwezigheid van zwerfvuil eveneens lager. Bermgras dat slechts éénmaal per jaar gemaaid wordt, is de minst goede partij aangezien dit gras het sterkste verhout is
Schadelijke metalen in je moestuin? Gebruik compost om de opname door planten te verminderen In de Noorderkempen (Mol, Balen, Overpelt en Lommel) is er sinds eind 19de eeuw non-ferro industrie gevestigd. De bodem werd door deze industrie zwaar verontreinigd met zware metalen. De zinkfabrieken in Balen en Overpelt zijn nog actief. De huidige uitstoot van zware metalen is zeer sterk gedaald, maar de bodems blijven historisch verontreinigd. Er is al zeer veel onderzoek rond deze verontreiniging gebeurd. In 2009 is een projectplan opgesteld voor de verdere aanpak van de gezondheidsimpact van de zware-metalen-erfenis in de Antwerpse en Limburgse Kempen. Op 30 september 2009 is door alle partners die meewerken ACTIVITEITENVERSLAG 2009 • blz
13
Expertise van Vlaco vzw 4vervolg: Participatie in Vlaamse Projecten
aan de uitvoering van het plan een engagementsverklaring ondertekend. Vlaco vzw ondertekent ook deze engagementsverklaring, want wij nemen specifiek deel aan de werkgroep moestuinen. Het eerste resultaat van deze werkgroep is een teeltadviesbrochure ‘Schadelijke metalen in je moestuin?’. Deze brochure geeft inwoners info over hoe ze veilig groenten kunnen telen, ook al is de bodem verontreinigd. Gekoppeld hieraan is voor lokale tuinclubs, milieuambtenaren, compostmeesters, Vlaco-lesgevers, leerkrachten uit de tuinbouw, personeelsleden van tuincentra... een vorming aangeboden, zodat ze inwoners kunnen informeren die zelf groenten telen. Vlaco-lesgevers die in deze regio’s actief zijn, hebben aan deze vorming deelgenomen. In oktober 2009 is ook een nieuwe teeltadviescampagne gelanceerd. Deze campagne informeert onder andere via info-avonden de particuliere tuinders over hoe ze groenten in verontreinigd gebied kunnen telen. Vanuit Vlaco vzw hebben we de compostmeesters uit deze regio’s over deze infoavonden geïnformeerd, omdat het ook voor hen belangrijk is het juiste advies mee te helpen verspreiden. Het verbruik van zelfgeteelde groenten blijft een van de belangrijkste bronnen van cadmium voor de mens, ook in de
ruimere omgeving van de fabrieken. Aan de andere kant is het telen van groenten voor veel mensen een gezonde hobby. Als de tuin in risicogebied ligt, wordt eerst de cadmiumwaarde in de grond geanalyseerd. Boven de 10 mg/kg is het advies om geen groenten meer te telen. Bij lagere gehaltes kunnen er, onder gecontroleerde omstandigheden, enkele groeten geteeld worden. Een overzicht van de groentensoorten vind je in de teeltadviesbrochure. Zaak is de opname van cadmium door de planten zoveel mogelijk te beperken. Dit kan je doen door de zuurtegraad van de bodem te verhogen, door klei toe te voegen, door het organische stofgehalte te verhogen of door in te spelen op fosfaten en carbonaten. De bodem pH is eenvoudig te verhogen door bekalken. De streefwaarde voor pH-KCl is 6.5, pH-water 7.5. Let wel: dit is niet noodzakelijk de optimale pH voor het gewas in functie van groei en opbrengst. Het verhogen van het organische stof gehalte voorkomt eveneens het uitspoelen van cadmium. Hiervoor is compost uitermate geschikt. Het verhogen van het kleigehalte in de zandige bodems van de Noorderkempen is minder evident. Voor de moestuin wordt bij voorkeur Vlaco-compost gebruikt, de thuiscompost kan gebruikt worden in de siertuin.
Onrendabele top vergisting opnieuw geëvalueerd In het decreet is een driejaarlijkse herziening van de onrendabele toppen ingeschreven. Vlaco vzw en Biogas-E hebben hier samen de sector vertegenwoordigd en de nodige input gegeven. Er zijn vier referentie-installaties opgenomen, waarvoor volgende onrendabele toppen zijn bekomen: Soort installatie
Installatiegrootte (kWe)
Onrendabele top (met injectietarief van 3 €/MWh en zonder ecologiepremie) (€/MWh)
Co-vergisting mest – landbouwgerelateerde stromen
1050
159
Vergisting overige stromen
2550
104
Gft-voorvergisting bij bestaande compostering
2000
152
Gft-vergisting met nacompostering
1300
144
blz 14 • ACTIVITEITENVERSLAG 2009
activiteitenverslag 2009 Vlaamse Compostorganisatie vzw
ondersteuning & samenwerking Ook in 2009 heeft Vlaco vzw nauw samengewerkt met andere organisaties, in diverse beleidsdomeinen. Dit zowel met overheidsinstanties als OVAM, VLM, FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, FAVV, als met collega-organisaties zoals Biogas-E, VCM, ODE, Febem en Interafval. Op basis van de raakvlakken in de activiteiten van diverse organisaties, is een concrete afstemming en een praktische samenwerking vereist. De samenwerking met VCM zal in 2010 verder worden geformaliseerd.
Tabel 4 Vlaco participeert in verschillende werkgroepen Werkgroepen Overlegplatform Uitvoeringsplan organisch-biologisch afval Overlegplatform Uitvoeringsplan Milieuverantwoord Beheer van Huishoudelijke Afvalstoffen Overleg afzet meststoffen Comité meststoffen, bodemverbeterende middelen, teeltsubstraten, zuiverngsslib Werkgroep compost analyses OVAM Werkgroep compost-digestaten organische parameters Bio-energieplatform Overlegplatform dierlijke bijproducten Stuurgroep Biogas-E
Internationaal Vlaco vzw zet haar expertise ook buiten de grenzen van Vlaanderen in. We mogen in Vlaanderen trots zijn op de materialenkringloop die we al van begin jaren ’90 promoten en ook daadwerkelijk in praktijk brengen. Het is dankzij dit duurzame beleid dat steeds verder is verfijnd en op alle beleidsniveaus ondersteund, dat we de mooie resultaten van vandaag kunnen voorleggen. De praktische ervaring van Vlaco vzw met de kwaliteitsopvolging in Vlaanderen wordt bijvoorbeeld door ECN regelmatig geconsulteerd en gewaardeerd.
Richtlijn bio-afval Op 9 en 10 juni 2009 organiseerde de OVAM, samen met de collega’s vanDuitsland, Spanje, Tsjechië en de Europese commissie een workshop over bio-afval in Brussel. Vlaanderen is binnen Europa, samen met een aantal andere regio’s, toonaangevend inzake selectieve inzameling van bioafval (zoals groenafval, gft-afval en organisch-biologische bedrijfsafvalstoffen). We tonen aan dat een combinatie van selectieve inzameling, controle van inputstromen, een hoogwaardig verwerkingsproces met een degelijk kwaliteitsopvolgingssysteem wel degelijk werkt en voor kwaliteitsvolle outputstromen zorgt. In het kader van het Belgisch voorzitterschap in 2010 een conferentie over duurzaam management van bio-afval worden georganiseerd. Het wordt steeds minder waarschijnlijk dat er een aparte richtlijn bio-afval zal komen.
Niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten Reeds van in 2002 is de een Europese Verordening 1774 van kracht, die de bepalingen oplegt voor het verzamelen, verwerken, transport, op de markt brengen van dierlijke bijproducten en afgeleide producten. Groenafval en gft-afval maken per definitie geen deel uit van de dierlijke bijproducten. Wanneer echter andere stromen worden verwerkt die wel in de definitie van dierlijk bijproduct zijn opgenomen (bv. dierlijke mest, voormalige voedingsmiddelen en keukenafval van dierlijke oorsprong), valt de exploitatie onder de Europese Verordening en dient er voor de verwerking een erkenning als composteer- of biogasinstallatie te worden bekomen. In november 2009 is er een update versie van deze Verordening gepubliceerd (Verordening (EG) nr. 1069/2009), waarin de algemene bepalingen zijn opgenomen. Hierin wordt duidelijk gemaakt welke stromen er onder het toepassingsgebied vallen, aan welke gezondheidsvoorwaarden men moet voldoen, welke stappen de bevoegde overheden dienen te ondernemen, de algemene gebruiksbeperkingen, … Belangrijk voor de praktijk zijn echter ook de specifieke voorwaarden waaraan de bedrijven dienen te voldoen. Deze worden beschreven in de Bijlagen van de Verordening, die momenteel nog in revisie zijn. Verwacht wordt dat deze in maart 2011 zullen worden gepubliceerd. Vlaco vzw heeft hier als betrokken stakeholder input aan gegeven. Met name het feit dat de gevraagde inspanningen van de bedrijven in verhouding moeten zijn met de mogelijke risico’s, optimaal ACTIVITEITENVERSLAG 2009 • blz
15
Expertise van Vlaco vzw 4vervolg: Internationaal
gebruik makend van wat in de praktijk wordt toegepast, is door Vlaco vzw uitdrukkelijk in de verf gezet. Vlaco vzw werkt actief mee aan het opstellen van alternatieve verwerkingscriteria voor compostering en vergisting (en de toelating ervan door de bevoegde overheden), waarmee een gelijkaardig (of zelfs beter) hygiëniserend effect wordt bekomen als met de voorgeschreven pasteurisatie (1 uur verhitting op 70°C van al het materiaal). Zo heeft wetenschappelijk onderzoek uitvoerig bewezen dat een langdurige compostering volgens de criteria beschreven in Vlaco’s Algemeen Reglement van de Certificering (met
inbegrip van de narijping) minstens een evenwaardig effect heeft op de afdoding van pathogenen. Mogelijke herbesmetting dient dan vermeden te worden. Ook voor de thermofiele vergisting is er sprake van een evenwaardige hygiënisatie, wanneer kan aangetoond worden dat het materiaal voldoende lang aan de vereiste temperatuur is blootgesteld. In de toekomst willen we, in samenwerking met het European Compost Network, de praktijk dichter brengen bij de regelgeving en deze alternatieven een echte kans geven.
Opleidingsmodule ‘Kleinschalig composteren van beheerresten’ In het kader van het Fonds Duurzaam Afval- en Energiebeheer (beheerd door de Koning Boudewijnstichting) werkt Vlaco vzw, samen met Natuurpunt en ILVO, aan het project ‘Kleinschalig composteren van beheerresten’ van midden 2008 tot eind 2009. De kennis die de samenwerking tussen de verschillende partners opleverde, werd op 17 december 2009 op de studiedag ‘Kleinschalig composteren van beheerresten’ in detail toegelicht. Er waren een kleine 50 deelnemers. Vlaco vzw stelde haar ontwikkelde opleidingsmodule voor vrijwilligers voor. De module omvat een (theoretisch) vormingstraject dat in totaal een 3-tal uur in beslag neemt. De module verschaft de beheerders, conservators, terreinbegeleiders en composteerders alle relevante informatie ter zake. Dit houdt het volgende in: • Leren welke beheerresten composteerbaar zijn c.q. beter niet gecomposteerd worden
• Leren welke basisknepen nodig zijn om goed te kunnen composteren, en vertrouwd te geraken met de belangrijkste technieken voor het composteren van beheerresten: opbouw en proces van het composteren, het belang van voedsel, warmte, vocht en lucht in functie van productie en hygiënisatie • Leren herkennen van kwaliteitscompost en het gebruik ervan De module is positief onthaald door de deelnemers. In totaal kregen we tijdens de studiedag van vier terreinbegeleiders de vraag om de opleidingsmodule voor te stellen aan hun lokale terreinmedewerkers.
Wijkcomposteren: een rol voor Vlaco vzw? Verschillende gemeenten willen mensen die thuis niet kunnen composteren en die om allerlei redenen moeilijk of niet kunnen deelnemen aan een gft-inzameling, de mogelijkheid bieden om hun gft-afval naar een wijkcompostering te brengen. In 2001 bekeken Vlaco vzw en de OVAM reeds enkele wijkcomposteerprojecten in detail. In 2008 liet de OVAM de studie ‘Inventaris en doorlichting van de wijkcompostering in Vlaanderen (=vervolgstudie)’ uitvoeren. Deze recente studie geeft een uitgebreid overzicht van zowel de lopende projecten als de gefaalde wijkcomposteringen in Vlaanderen.
blz 16 • ACTIVITEITENVERSLAG 2009
Wijkcompostering wordt beschouwd als een kleinschalige compostering. Het is geen vorm van thuiscomposteren (=preventie), aangezien de producent van het afval zich effectief van het afval ontdoet door het naar de wijkcompostering te brengen. De producent blijft niet verantwoordelijk voor het afval, maar geeft de verantwoordelijkheid door aan degenen die het wijkcomposteerpark uitbaten. Bovendien kan het sluiten van de kringloop, wat een belangrijk argument is ten voordele van het thuiscomposteren, met een wijkcompostering zelden worden nagestreefd. Compost wordt niet opnieuw door de leveranciers van het afval gebruikt. De wijkcomposteringen zijn daarom een (kleinschalig) alternatief voor de selectieve verwerking.
activiteitenverslag 2009 Vlaamse Compostorganisatie vzw
Uit het onderzoek blijkt dat de wijkcomposteringen in heel wat buurten een relevante sociale, educatieve en sensibiliserende meerwaarde hebben. Zo blijkt immers dat zowel vrijwilligers als deelnemers van de wijkcomposteringen overwegend gepensioneerde bewoners zijn, en dat kostenbesparing, vermijden van geurhinder, en ook sociaal contact en het milieuaspect belangrijke argumenten voor deelname zijn. Om de wijkcompostering in goede banen te leiden werden door de OVAM, in overleg met Vlaco vzw en op basis van de resultaten van de bovengenoemde studies, een reeks krijtlijnen uitgestippeld in een zgn. wijkcomposteerhandleiding. Deze 10 tips of krijtlijnen zijn de volgende: 1. De vraag voor het inrichten van een wijk compostering groeit bij voorkeur van onderuit. Een goede voorlichting en betrokkenheid van de buurt zijn essentieel. 2. De oprichting van een wijkcompostering vraagt een doordacht en uitgewerkt plan (functies, doelgroep, communicatiekanalen, ondersteuning …). 3. De potentiële aanbieders dienen zich in te schrijven. De schaal van het project moet aangepast zijn aan de hoeveelheid aanvoer en omgekeerd. 4. Een geschikte inplantingsplaats (bereikbaarheid, zichtbaarheid vs. vermijden visuele hinder). 5. De nodige vergunningen moeten worden aangevraagd en nageleefd. Beleidsaspecten die bijzondere aandacht verdienen zijn de stedenbouwkundige vergunning, VLAREM, VLAREA, de gemeentelijke samenwerkingsovereenkomst, EUrichtlijn 2002/1774, …. De eindverantwoordelijkheid voor de wijkcompostering ligt bij de gemeente (verantwoordelijke afvalverwijdering). 6. De gemeente treedt eveneens coördinerend/ regisserend op om steun en inbreng van voldoende en gemotiveerde vrijwilligers te organiseren en garanderen. 7. De wijkcompostering gebeurt op een omheinde locatie en is enkel open onder toezicht (controle aangebracht materiaal, kennis composteerproces bij de vrijwilligers, hygiënische omstandigheden …. 8. In heel wat gevallen blijkt het nuttig te zijn om de assertiviteit van de vrijwilligers uit te bouwen aangezien zij hun eigen ‘buren’ (op een zelfbewuste en zelfverzekerde, doch niet krenkende of kwetsende manier) moeten kunnen wijzen op foutieve aanlevering. 9. Het aangeboden gft-afval moet onmiddellijk worden verwerkt. Structuurmateriaal moet in voldoende mate voorhanden zijn.
10. De compostering gebeurt in een compostpaviljoen, compostvaten, compostbakken of wormen bakken. Er is een intense opvolging van het composteringsproces, onder andere via een compostdagboek (waarin minstens volgende gegevens worden bijgehouden: wekelijkse aanvoer, datum keren, temperatuursmetingen en datum oogsten). Uit bovenstaande conclusies en krijtlijnen blijkt duidelijk dat: • Er binnen het wijkcomposteergebeuren nog heel wat vragen leven over de voorwaarden waaraan een goede wijkcompostering moet voldoen en over hoe een wijkcompostering moet worden opgevolgd. • De wijkcomposteerders beter op de hoogte dienen te zijn van het composteringsproces en van de manier waarop ze met de leveranciers van keukenafval dienen om te gaan wanneer deze ongewenst materiaal aanleveren (assertiviteit). • De gemeentelijke instanties beter op de hoogte dienen te zijn van de randvoorwaarden die gelden voor het opstarten van een wijkcompostering. Het is niet de bedoeling het wijkcomposteren actief te stimuleren, maar het is wel belangrijk dat diegenen die initiatief willen nemen en dat diegenen die de wijkcompostering uitbaten goed geïnformeerd zijn. Alleen op die manier kan een wijkcompostering immers onderdeel uitmaken van het gevoerde duurzame beleid van de gemeente. Vlaco vzw zal fungeren als wijkcomposteer-opleidings- en –aanspreekpunt, zodat er op korte termijn kan worden overgegaan tot het organiseren en in detail uitwerken van de aanbevelingen. Dit is een taak voor Vlaco vzw.
ACTIVITEITENVERSLAG 2009 • blz
17
Inzameling en verwerking in vlaanderen
groenafvalcompostering neemt toe op vlaams niveau In 2009 zijn zesentwintig groencomposteringsinstallaties operationeel in Vlaanderen. Samen verwerkten ze bijna 519.000 ton groenafval. Daarnaast is er bijna 41.000 ton groenafval verwerkt als structuurmateriaal in de gftcomposteringsinstallaties. Dit brengt het totaal aan gecomposteerd groenafval in Vlaanderen voor 2009 op 560.000 ton groenafval. In Figuur 2 is de evolutie van de selectieve inzameling van groenafval weergegeven. De hoeveelheid is in 2008 enigszins gedaald ten opzichte van 2007, namelijk met 10.000 ton. De verwerkte hoeveelheid groenafval zit op Vlaams niveau wel nog steeds in stijgende lijn. In 2008 is er in totaal 528.000 ton groenafval verwerkt in gft- en groencompostering, wat dus betekent dat er een stijging is met bijna 32.000 ton of 6 %. Op bedrijfsniveau zien we in veel gevallen echter een status quo of een lichte terugval. Feit is dat de aanzuiging van structuurmateriaal richting biomassa zich op Vlaams niveau nog niet laten aftekenen, maar dat de composteerders op het terrein toch wel ondervinden dat heel wat structuurmateriaal uit Vlaanderen verdwijnt. De vrees dat er onvoldoende houtige structuurmaterialen op de compostering zullen toekomen en dat enkel de natte stromen zullen overblijven is dan ook gegrond. Dit zou belangrijke consequenties kunnen hebben voor de sector: risico op geurhinder neemt toe, kostprijsverhoging omdat extern structuurmateriaal moet worden aangetrokken, problemen met het composteringsproces, aanpassing en bijsturing van het proces, negatieve invloed op compostkwaliteit, …
Figuur 2 is de evolutie van de selectieve inzameling van groenafval
Biomassa uit groenafval: ook toekomst voor groencompostering! De laatste jaren is de markt van het groenafval veranderd. De ophaaltarieven van chips, shreds en snippers voor groene stroom worden interessant. Deze aanpassingen hebben uiteraard ook gevolgen voor de compostering. Verkleind houtig materiaal gaat naar biomassaverbranding en komt niet (meer) op de composteervloer. Door het houtig materiaal uit het groenafval weg te halen, wijzigt de ingangsmix van de groencompostering (relatief minder hout ten opzichte van meer gras). Mits een aantal aanpassingen kan er blijvend kwaliteitsvolle compost worden geproduceerd. Zo stelt Mark Van Iersel van Van Iersel Compost op de studiedag op 02.04.200 “Energie uit groenafval en biomassa”. Tabel 5 Gewijzigde samenstelling van de ingangsmix van de groencompostering (Bron: Van Iersel) Vroeger
Nu
Houtsnippers
65%
50%
Gras
20%
35%
Bladeren
15%
15%
Minder houtsnippers in de compostering heeft een gevolg voor de C/N-verhouding van de input en de compost. Uit de praktijk bij Van Iersel blijkt dat dit geen probleem vormt. De ingangsmix is nog steeds C-rijk genoeg. Er treedt geen N-vervluchtiging op, mits het proces aeroob verloopt. Het eindproduct wordt wel iets rijker aan stikstof. Volgens de theorie kan je best een compostering starten bij een C/N-verhouding van 30/1 tot 50/1 en eindigen bij 10/1 tot 20/1. de C/N verhouding van de inputmix op de compostering van Van Iersel is nog duidelijk hoger dan de algemene voorschriften. De rijpe compost valt mooi binnen het interval.
600.000
Tabel 6 Gewijzigde C/N-verhouding op de groencompostering (Bron: Van Iersel)
500.000 400.000
300.000 200.000
vroeger
Nu
C/N input
150/1
90/1
C/N compost
18/1
14/1
100.000
gft-inzameling
groenafvalinzameling
blz 18 • ACTIVITEITENVERSLAG 2009
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
1989
0
De composthopen bevatten minder structuurmateriaal. Het gevaar dat de hopen inzakken en rotting optreedt door te weinig zuurstof in de hoop is reëel. Daarom moeten de composteerders lagere hopen aanleggen. Een lagere hoop
activiteitenverslag 2009 Vlaamse Compostorganisatie vzw
heeft immers een kleiner gewicht en zal minder inzakken. Een tafelcompostering zou volgens Van Iersel maximum 2 m hoog mogen zijn met minder structuurmateriaal ten opzichte van 3 m met meer structuurmateriaal, zoals ook de Vlaamse BBT vastlegt. Een andere mogelijkheid is het omschakelen naar een rillencompostering. Rillen hebben de voordelen dat het groenafval gemakkelijk gemengd wordt, water gemakkelijk kan toegediend worden tijdens het keren en er minder structuurmateriaal nodig is. Als nadelen zijn er de meerdere keerbeurten om voldoende hygiënisatie te krijgen, de capaciteit per m² grondoppervlakte is kleiner en het afdekken van de rillen bij veel regen en sneeuw zou aangewezen zijn, volgens Van Iersel. Minder structuurmateriaal leidt tot meer geurhinder? Uit de ervaring van Van Iersel blijkt dat niet het geval, als je maar zorgt voor voldoende zuurstof in de hopen. Belangrijk is geen te grote rillen aan te leggen of een tafelcompostering van een beluchtingsvloer te voorzien. Als er voldoende zuurstof in de hopen aanwezig is, dan blijkt het proces niet langer te duren. Op het vlak van compostkwaliteit heeft Van Iersel een aantal vaststellingen gedaan: • Het gehalte aan voedingsstoffen in de compost is gestegen. • De stabiliteit van de compost blijft gelijk. • Het zoutgehalte van de compost is eveneens gestegen. • Doordat er meer gras ten opzichte van houtsnippers verwerkt is, wijzigt de vorm van de organische stof in de compost. Organische stof door afbraak van gras kan beter vocht vasthouden, wat dus een positieve eigenschap is, maar de producent moet wel extra aandacht geven aan de opslag van de compost, want de compost wordt sneller nat. Driehoekige composthoop Rijpad voor omzetmachine
max. 2m 3m
30 cm rand = 40% van de composthoop 60% kern
2,5 m
Invloed van diftar zet zich door voor gft-inzameling De acht installaties operationeel voor de verwerking van gft-afval in Vlaanderen, verwerkten in 2009 samen ruim 325.000 ton organisch-biologisch afval (zie Figuur 3), waarvan 273.000 ton gft-afval, 11.000 ton organisch-biologisch afval en bijna 41.000 ton structuurmateriaal. Er is ten opzichte van 2008 een 20.000 ton gft-afval minder ingezameld (zie Figuur 2). Het effect van diftar dat sinds 2006/2007 merkbaar is, zet zich door.
Organisch-biologisch bedrijfsafval schiet de hoogte in De verwerking van organisch-biologisch afval in de gft-compostering is enigszins gedaald, in 2009 is er 11.000 ton verwerkt ten opzichte van 15.000 ton in 2008. Daarnaast verwerkten 29 andere installaties, van zowel aerobe als anaerobe behandeling, belangrijke hoeveelheden organisch-biologisch afval, al dan niet in combinatie met mest. In 2009 is er in deze installaties onder Vlaco-kwaliteitsopvolging 527.000 ton organischbiologisch afval, bijna 57.000 ton secundaire grondstoffen en ruim 120.000 ton energiegewassen verwerkt (zie Figuur 3). Naast deze stromen verwerkten deze installaties nog eens ruim 431.000 ton mest. In totaal is er dus bijna 1.135.000 ton input verwerkt. En daarmee is de prognose van 2008 voor 2009 van 1.000.000 ton input ruim overschreden.
Figuur 3 verwerking van organisch-biologisch afval onder Vlaco-kwaliteitsopvolging over de periode 19892009, met prognose voor 2010. 700.000 600.000 500.000
Trapeziumvormige composthoop
30 cm rand = 17% van de composthoop
400.000 300.000 200.000
max. 3m
83% kern
100.000
Bron: Toekomstvisie voor de groencompostering (infodag Energie uit groenafval en biomassa, 02.04.2009, Van Iersel)
09 20
07 20
05 20
03
01
20
20
99 19
97 19
95 19
93
91
19
19
19
89
0
10 m
gft-compostering
groencompostering
co-verwerking oba
co-verwerking secundaire grondstoffen
co-verwerking energiegewassen
co-verwerking mest
ACTIVITEITENVERSLAG 2009 • blz
19
Inzameling en verwerking in vlaanderen
aandeel van de Verschillende verwerkingsprocessen In Vlaanderen is er in 2009 bijna 766.000 ton organischbiologisch afval in de compostering verwerkt. Daarnaast zijn er bijna 881.000 ton inputstromen vergist. Het biothermisch drogen heeft ruim 341.000 ton input verwerkt. In Figuur 4 zijn de inputstromen per type verwerking weergegeven. Figuur 4 is de evolutie van de selectieve inzameling van groenafval 1.000.000,00 energiegewassen
900.000,00
sec. grondst.
800.000,00
mest oba
700.000,00
groenafval
600.000,00
gft-afval
500.000,00 400.000,00 300.000,00 200.000,00 100.000,00 0,00 vergisting
compostering
biothermisch drogen
Het organisch-biologisch afval maakt het grootste aandeel van de input van de vergisting uit, namelijk 58 %. Mest is goed voor 17 % van de input van de vergisting en de energiegewassen bijna 14 %. Dit laatste is een opmerkelijke stijging ten opzichte van 2008. Toen werden er in totaal slechts 19.000 ton energiegewassen vergist, ten opzichte van de ruim 120.000 ton in 2009.
Prognose voor 2010 Verwacht wordt dat de input voor de gft- en groencompostering in dalende lijn zit. De gft- en groenomposteerders ramen in 2010 nog 827.000 ton input te verwerken, een daling met 2 % ten opzichte van 2009. Voor de co-verwerking wordt nog een belangrijke stijging verwacht van alle inputstromen, namelijk van 14 %. Op dit moment schatten de co-verwerkers in dat ze in 2010 1.300.000 ton input zullen verwerken. Deze installaties hebben in totaal echter een vergunde capaciteit van 1.600.000 ton input. Daarnaast is er in Vlaanderen nog bijna evenveel capaciteit, namelijk 1.466.000 ton input, vergund die momenteel nog niet gebouwd of operationeel is. In het kader van de doelstellingen rond hernieuwbare energie moet Vlaanderen er naar streven deze capaciteit optimaal te benutten.
blz 20 • ACTIVITEITENVERSLAG 2009
Zoeken naar evenwicht tussen materiaal- en energierecuperatie blijft moeilijk In de cradle-to-cradle visie zijn afvalstoffen waardevolle grondstoffen, die duurzaam worden verwerkt en kwaliteitsvol worden toegepast. Belangrijk is dat we de hoge kwaliteitsnormen voor compost kunnen blijven garanderen. De voordelen van compost zijn legio en compost kan in belangrijke mate schaarse en eindige primaire grondstoffen als bijvoorbeeld turf op een duurzame manier vervangen. Dat neemt niet weg dat de compostsector een belangrijke bijdrage kan leveren aan de doelstellingen voor hernieuwbare energie. Biomassa, waaronder gft- en groenafval, is een belangrijke en schaarse grondstof met het oog op de invulling van onze Vlaamse energie- en materiaalbehoeften. De studie “Economische marktanalyse duurzame verwerking van gft/groenafval” van de OVAM concludeert dat er vanuit het afvalbeleid voor gft- en groenafval zo goed als geen stimulans is voor energetische valorisatie noch richting vergisting (wegens te duur), noch richting verbranding (wegens verbrandingsverbod). Dit in schril contrast met de energiesteun voor biomassa. Een versoepeling van het verbrandingsverbod voor een bepaald percentage houtig materiaal dat afkomstig is van gft- en groenafvalverwerking is wenselijk, mits duidelijk vastgelegde randvoorwaarden. Hierdoor zou de sector kunnen bijdragen tot het behalen van de doelstellingen inzake hernieuwbare energie in Vlaanderen. Op dit moment wordt dit soort biomassa-afval geëxporteerd buiten Vlaanderen. De gft- en groenafvalverwerkingssector draagt vandaag al sterk bij aan het grondstoffen- en klimaatbeleid. Beide processen kunnen echter nog geoptimaliseerd worden met betrekking tot het klimaatbeleid. Energie uit hernieuwbare energiebronnen wordt best zo goed mogelijk gevaloriseerd, bij voorkeur via geïntegreerde projecten, via opwekking en benutting van groene stroom en groene warmte, in het bijzonder de restwarmte. Voor het gft is een integratie van een vergistingsinstallatie in de bestaande aerobe installaties een optie, die evenwel enkel gerealiseerd kan worden met extra financiële stimuli. Bij de groencompostering is een voorbehandeling van de houtfractie tot biomassabrandstof een mogelijke piste voor energetische valorisatie. Op de OVAM-website kan je het eindrapport downloaden.
activiteitenverslag 2009 Vlaamse Compostorganisatie vzw
Figuur 5 Operationele en geplande verwerkingsinstallaties in Vlaanderen (situatie mei 2010). De nummers corresponderen met de ledenlijst (zie achteraan in dit activiteitenverslag.
Biomassapotentieel in Vlaanderen
Wat als de compostproductie daalt? De doelstellingen voor hernieuwbare energie zijn ambitieus. Meer dan de helft van deze hernieuwbare energie zal uit biomassa moeten komen om de doelstellingen te vervullen. Maar: als we alle biomassa gebruiken om energie te produceren, dan zal er minder compost kunnen worden geproduceerd, wat nefaste gevolgen zal hebben voor de bodem. Organische stof is essentieel voor een goede bodemstructuur. Compost draagt dankzij de grote hoeveelheid stabiele organische stof sterk bij aan de opbouw van de bodemhumus. Om in Vlaanderen alleen al maar de percelen met een te laag koolstofgehalte van 10 ton compost te voorzien, is er in Vlaanderen jaarlijks 600.000 ton compost nodig. In 2009 is er in Vlaanderen “slechts” 355.000 ton compost geproduceerd. Compost wordt ook in belangrijke mate als veenvervanger ingezet (in substraat of als bodemverbeteraar in tuinen en parken). Compost is hiervoor een duurzaam alternatief. Veen is immers een eindige grondstof met een zware milieu-impact, die over enorme afstanden getransporteerd moet worden. Compost wordt lokaal en milieuvriendelijk uit hernieuwbare grondstoffen geproduceerd. In Vlaanderen wordt jaarlijks 1.500.000 m³ veen geïmporteerd. Als we rekenen dat 20 % van dit veen vervangen kan worden door compost, dan is er jaarlijks een productie van 200.000 ton vereist. Enkel dus om veen te vervangen. Hiermee zouden we in Vlaanderen ineens ook 115.000 kg CO2-emissies, afkomstig vanuit het veen zelf, de ontginning en het transport ervan, besparen. Dus ook in de toekomst is er voor compost een belangrijke rol weggelegd. Evenwicht is de sleutel voor duurzaamheid.
De biomassamarkt is volop in beweging. Vraag en aanbod van bepaalde biomassa-afvalstromen worden sterk beïnvloed door de evolutie in de fossiele brandstoffen/olieprijs en de stimuleringsmaatregelen vanuit het energiebeleid. Het aandeel van ‘duurzame’ biomassa zal ondanks de beperkte beschikbare oppervlakte in Vlaanderen voor een belangrijke invulling van de EU-doelstelling inzake hernieuwbare energie moeten instaan. Tegen 2020 zou er 122 PJ biomassa beschikbaar moeten zijn, indien het PRO-Scenario uit de VITO-studie “Prognoses voor hernieuwbare energie en warmtekrachtkoppeling tot 2020” (sept. 2009), moet gerealiseerd worden. In de Inventarisatie Biomassa van de OVAM wordt dat de invulling momenteel voor 16,3 % gerealiseerd is. In theorie kan dit binnenlands aandeel opgetrokken worden tot 27,4% met de inzet van nieuwe verwerkingstechnieken en extra biomassaafvalstromen, niet alleen vanuit de afvalverwerkende sector of gemeenten, maar ook vanuit de voedselverwerkende industrie, wegen en verkeer… Wanneer ook het potentieel aan energiemaïs, graan, korte omloophout, tesamen met reststromen uit natuur-en bosbeheer (rechtstreeks verkocht aan particulieren voor verwarming of bijstook) en land- en tuinbouw worden meegerekend, kan het cijfer opgetrokken worden van 19,5 % naar 43,2% (van 24 PJ naar 53 PJ). Rekenen we de geplande import van houtpellets erbij (houtpellets (400.000 ton in 2008, 809.000 ton tegen 2011), dan zal tegen 2020 de doelstelling voor slechts 55,3 % ingevuld zijn (67 PJ van de 122 PJ). Het berekend potentieel kan echter alleen gerealiseerd worden mits het behoud van de huidige stimuli en mits bijkomende financiële ondersteuning, zo wordt gesteld in de Inventarisatie Biomassa. Vlaanderen beschikt mogelijk nog over potentieel. Proefprojecten van fytoremediatie op vervuilde gronden of oude stortplaatsen, en aanplantingen op onbenutte gronden (bv. middenbermen,…), in overleg met de betrokken beheerders-doelgroepen (MOW,VLM, ANB, ..), moeten verder uitgewerkt worden. Samengevat betekent dit dat Vlaanderen moet rekenen op een massale import van biomassa indien we het potentieel van het PRO-scenario willen realiseren. Feit is dat de logistiek beschikbare stromen op dit moment reeds hun weg naar verwerking kennen in Vlaanderen. Voor de potentieelberekeningen in de Inventarisatie Biomassa is ook gerekend met stromen die nu nog niet selectief worden ingezameld in Vlaanderen, bijvoorbeeld oogstresten. De inspanningen die moeten geleverd worden om deze stromen logistiek beschikbaar te maken, mogen niet onderschat worden. Import zal, zoals in de inventarisatie is aangegeven, absoluut noodzakelijk zijn om het potentieel te realiseren. Vlaanderen beschikt op dit moment over een belangrijk potentieel aan vergistingscapaciteit. Import biedt zeker mogelijkheden om de capaciteit optimaal te benutten. Bron: Inventarisatie Biomassa 2007-2008 (deel 2009) met potentieel 2020 (OVAM, april 2010)
ACTIVITEITENVERSLAG 2009 • blz
21
Kwaliteitscontrole en certificering
Kwaliteitscontrole via onafhankelijke certificering Reeds van bij de aanvang van de kwaliteitscontrole door Vlaco vzw in de jaren ’90 is aandacht besteed aan de integrale benadering. Een kwaliteitsvol eindproduct wordt niet enkel gegarandeerd door een controle van het eindproduct aan de meet zelf, maar alle aspecten die bij de acceptatie, de productie en de afzet van meststoffen en bodemverbeterende middelen van toepassing zijn, moeten worden meegenomen. Deze visie sluit zeer nauw aan bij de principes van de onafhankelijke certificering, zoals we dit ook voor andere consumptiegoederen kennen. Daarom is Vlaco vzw zijn werking op het vlak van de kwaliteitscontrole sinds 2006 beginnen aanpassen aan de principes van de onafhankelijke certificering. In het vorige VLAREA werd vermeld dat Vlaco vzw de keuringsattesten voor compost en digestaat uitreikte, maar volgens welke principes en onder welke voorwaarden dit diende te gebeuren, was toen onvoldoende in detail gespecificeerd. In het Besluit van de Vlaamse Regering van 13.02.2009 (publicatie in het Belgisch Staatsblad op 1.04.2009) zijn enkele belangrijke wijzigingen in het VLAREA vastgelegd, die betrekking hebben op de kwaliteitscontrole en certificering van eindproducten van de biologische verwerking van organisch-biologische afvalstoffen. De belangrijkste aspecten zijn: • De controle en certificering voor de eindproducten van de biologische verwerking via compostering, anaerobe vergisting en biothermisch drogen dient te gebeuren volgens een systeem van onafhankelijke certificering. Hiervoor is een Algemeen Reglement nodig, waarin alle voorwaarden duidelijk worden gemaakt. Zo is het voor de bedrijven duidelijk aan welke certificeringsvereisten ze moeten voldoen.
• De oprichting van een onafhankelijke certificeringscommissie, die volgende taken uitvoert: - opstellen van het Algemeen Reglement van de Certificering - toezicht op de certificering en adviesverlening aan de certificeringsinstelling (Vlaco vzw) - afhandelen van beroepsprocedures In 2009 werd de Certificeringscommissie Meststoffen – Bodemverbeterende Middelen officieel boven de doopvont gehouden. De minister wees 8 leden aan, en de engagementsverlaringen van de leden werden ondertekend tijdens de startvergadering op 27 november 2009. In 2010 kunnen we het Algemeen Reglement van de Certificering verwachten, dat via uittreksel zal bekend gemaakt worden in het Belgisch Staatsblad. De leden van de certificeringscommissie zijn: Dhr. Peter De Bruyne, Mevr. Marina Heyvaert, Mevr. Iris Penninckx, Dhr. Philippe Tavernier, Dhr. Johan Vanerom, Mevr. Christine Vanhoof, Dhr. Johan Verstrynge en Dhr. Eddy Volckaert.
We kunnen stellen dat vandaag de dag de controle en certificering van meststoffen en bodemverbeterende middelen, zoals vereist in het VLAREA, de oriëntering naar een systeem van onafhankelijke certificering succesvol heeft gemaakt. In navolging van beleidsvisies omtrent duurzaam materialenbeheer, wordt het certificeringssysteem ook verder uitgebreid naar andere meststoffen en bodemverbeterende middelen dan compost en digestaat.
Kwaliteitscontrole en certificering door Vlaco vzw in 2009 Ook in 2009 volgde Vlaco vzw in de praktijk heel wat bedrijven (en hun autocontrolesysteem) op. Dit zijn zowel de groen- en gft-composteerders, als de vergisters en de andere biologische verwerkingsinstallaties van OBA. De kwaliteitscontrole omvat een totaalpakket van bedrijfsbezoeken met staalname en analyse bij een erkend laboratorium, het uitvoeren van audits op de bedrijven, administratieve controles, interpretatie en beoordeling van de analyseresultaten en de opvolging van corrigerende actieplannen. Op deze manier krijgen we een volledig inzicht in de werking op de verschillende productiesites en volgen we ook de kwaliteit van alle eindproducten op.
blz 22 • ACTIVITEITENVERSLAG 2009
Op basis van de op deze manier verkregen gegevens leverden we in 2009 in totaal 127 keuringsattesten af. Dit is een verdubbeling t.o.v. 2008 (63 keuringsattesten). De verklaring hiervoor is enerzijds te vinden in de groei van het aantal vergistingsinstallaties (van 14 naar 25) en anderzijds in het feit dat per bedrijf een groter aantal eindproducten wordt geproduceerd. Waar we deze vroeger in één enkel keuringsattest opnamen, leveren we nu, door de grote verscheidenheid aan eindproducten die intussen ontstaan zijn, per soort eindproduct een keuringsattest af. De eigenschappen en gebruiksmogelijkheden van deze eindproducten zijn immers vaak te sterk variërend.
activiteitenverslag 2009 Vlaamse Compostorganisatie vzw
Deze trend is ook duidelijk waar te nemen in het aantal stalen dat werd genomen in 2009. In vergelijking met 2008 werden 40% meer staalnames uitgevoerd. Bij de
vergistingsinstallaties is er zelfs een verdubbeling (van 68 naar 134). Bij de composteringsbedrijven is het aantal stalen gestegen van 121 naar 136.
aantal audits opvolgingsaudit
aantal staalnames
aantal afgeleverde keuringsattesten
13
17
84
36
2
8
52
10
9
11
12
134
68
4
0
0
4
13
9
4
0
3
1
9
4
aantal bedrijven
pre-audit
initiële audit
groencomposterders
26
2
gft-composteerders
8
0
vergisters
25
andere verwerkers OBA andere
Onder ‘andere’ verstaan we de controle van o.a. OBA-mixen, proefcentra en producenten van niet-professionele compost. Vorige jaren werden deze productiesites niet apart vernoemd.
Figuur 6 Aantal bedrijven opgevolgd door Vlaco vzw
Figuur 7 Aantal audits uitgevoerd door Vlaco vzw
Figuur 8 Aantal afgeleverde keuringsattesten door Vlaco vzw
Figuur 9 Aantal staalnames uitgevoerd door Vlaco vzw
ACTIVITEITENVERSLAG 2009 • blz
23
Kwaliteitscontrole en certificering
Onderzoek en ontwikkeling verrijkt de kwaliteitscontrole Bij de controle en certificering van bedrijven die organischbiologische afvalstoffen verwerken tot nuttige secundaire grondstoffen, wordt ons pad vaak doorkruist door bijkomende aspecten, waarover er binnen het kader van het Algemeen Reglement van de Certificering geen pasklare oplossing wordt aangeboden. Voorbeelden zijn o.a. gewijzigde eindproducten door een verdere nabehandeling, waarvoor bijvoorbeeld niet steeds de geschikte analysemethodieken voorhanden zijn, veranderende toepassingsmogelijkheden voor de eindproducten, implicaties door wijzigende wetgevende bepalingen, … Via participatie in onderzoeksen ontwikkelingsprogramma’s en –projecten, vergaderingen met overheden en belangenorganisaties, studiedagen en opleidingen probeert Vlaco vzw op continue basis de kwaliteitscontrole en certificering de nodige praktijkrelevante kennisinjecties te geven. Hieronder geven we kort aan welke projecten in 2009 een meerwaarde hebben betekend.
TWOL-projecten ‘hygiënisatie’ en ‘chemische verontreiniging’ Om de kennis over de biohygiënische en de chemische aspecten van de verschillende eindproducten van de biologische verwerking van organisch-biologische afvalstoffen (in hoofdzaak via anaerobe (co)vergisting) te verhogen, is er door Vlaco vzw bij de OVAM voor gepleit om 2 toegepaste onderzoeksprojecten op te starten. In 2009 zijn er in het kader van het TWOL (Toegepast Wetenschappelijk Onderzoek Leefmilieu) 2 onderzoeksprojecten van start gegaan. Vlaco vzw maakte deel uit van de begeleidingscommissie van beide projecten. In het eerste project ‘Verdere optimalisatie van de kwaliteitsopvolging van (co)vergistingsinstallaties zoals voorzien in het VLAREA, partim chemische verontreinigingen’ lag de focus op de parameters die in het VLAREA zijn genormeerd als verontreinigingen. Het project werd uitgevoerd door OWS. In een eerste werkpakket van het onderzoeksproject lag de focus op het verzamelen van literatuurgegevens. Items die werden behandeld zijn o.a. de mogelijke aanwezigheid van verontreiniging in diverse inputstromen, alsook het gedrag van verontreiniging tijdens de opslag, de anaerobe vergisting en de eventuele nabehandeling van het digestaat. Als laatste onderdeel is er een kader opgemaakt om de diverse inputstromen in te delen in verschillende klassen, waarbij de inschatting van het risico de basis vormt voor het controle- en acceptatiebeleid (oa analysefrequentie) voor de verschillende afvalstromen. Voor verdere uitbouw van de kennis van de hygiënische aspecten tijdens het biothermisch drogen en de anaerobe
blz 24 • ACTIVITEITENVERSLAG 2009
vergisting is het project ‘Verdere optimalisatie van de kwaliteitsopvolging van (co)vergistingsinstallaties zoals voorzien in het VLAREA, partim hygiënisatie’ opgestart. Dit project is uitgevoerd door KU Leuven, Departement Aard- en omgevingswetenschappen, Afdeling Bodem- en Waterbeheer. De expertise van dr. ir. Jaak Ryckeboer van het onderzoek begin de jaren 2000, waar de focus op de verwerking van groenafval en gft-afval lag, is in dit project verder gevaloriseerd. De verschillende mogelijkheden voor hygiënisatie tijdens de verwerking, zoals o.a. ook beschreven in de Europese Verordening ‘Niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten’, zijn in dit onderzoeksproject met elkaar vergeleken. Het effect van pasteurisatie, warmtebehandeling tijdens het (bio)thermisch drogen, het effect van de mesofiele en de thermofiele vergisting en de nacompostering zijn tegenover elkaar geplaatst, en dit via literatuuronderzoek, labo-testen en full-scale testen. Er is ook een methodiek ontwikkeld om de validatie van alternatieve processen voor voldoende hygiënsiatie af te toetsen. De rapporten van beide onderzoeksprojecten zal de OVAM beschikbaar stellen op haar website.
Het gaat verder dan compost en digestaat Zoals te zien is bij de bespreking van de omvang van de controle-activiteiten, is er een flinke toename geweest in 2009 van het aantal uitgevoerde analyses en de toegekende keuringsattesten. De co-verwerking van afvalstoffen en mest via anaerobe vergisting is sterk toegenomen. Om een betere afzet mogelijk te maken, past men tal van technieken uit de mestverwerking ook toe op het digestaat. In eerste instantie wordt het ruwe digestaat gescheiden in een dikke en dunne fractie. De dunne fractie wordt in een aantal gevallen verder behandeld tot een N-arm effluent, waarvan de afzet op Vlaamse landbouwgrond evidenter is doordat de stikstof grotendeels is verwijderd. Dunne fractie kan men ook als dusdanig of na indikking met warmte uit de WKK-installatie uitrijden op landbouwgrond. De dunne fractie wordt in een aantal gevallen via filtratie en omgekeerde osmose verder gezuiverd tot loosbaar water en een concentraat. Dit concentraat is qua samenstelling niet meer te vergelijken met het oorspronkelijke digestaat. Vlaco vzw hanteert hierbij dan ook andere beoordelingscriteria, die eerder op het gebruik zijn toegespitst. De dikke fractie na scheiding (of in een aantal gevallen het ruw digestaat zelf) wordt op bepaalde bedrijven ingedroogd tot een meststof. Een bijkomende korreling of persing van het gedroogd digestaat, maakt de toepassing praktischer en verhoogt de afzetmogelijkheden. Vlaco vzw volgt de kwaliteit van de verschillende stromen
activiteitenverslag 2009 Vlaamse Compostorganisatie vzw
Tabel 7: Gemiddelde samenstelling van enkele eindproducten uit de nabehandeling van digestaat na vergisting van OBA (gegevens januari 2008 – september 2009) Ruw digestaat
Dikke fractie
Dunne fractie
Gedroogd digestaat
Droge stof (gew%)
7.7
23.3
5.2
84.9
Organische stof (gew%)
4.8
15.4
2.9
53.3
Totale stikstof (gew%)
0.42
0.58
0.35
2.27
Totaal P2O5 (gew%)
0.36
1.28
0.26
3.36
van de verwerking en de nabehandeling op via staalname en analyse. Het beoogde gebruik maakt immers integraal deel uit van de beslissing of een stroom in aanmerking komt als secundaire grondstof. Ondertussen verzamelden we heel wat informatie over de samenstelling en de landbouwkundige waarde van deze stromen. Regelmatige staalname en analyse is belangrijk, omdat er toch sprake is van een zekere variatie in samenstelling tussen stalen afkomstig van verschillende bedrijven. Parameters die hierbij een rol spelen zijn o.a. het type van verwerkte inputstromen (vloeibare of vaste stromen, al dan niet co-vergisting met mest), het vergistingsproces zelf, de efficiëntie van scheiding, droogtijden, … Om de landbouwkundige waarde en de toepassings mogelijkheden van de verschillende eindproducten van
de co-vergisting beter te kennen, voert Vlaco vzw verder onderzoek uit. Enerzijds volgen we de landbouwkundige parameters en de verontreiniging op via staalname en analyse. Daarnaast werden in 2009 tevens enkele incubatietesten uitgevoerd om de stromen te karakteriseren als meststof of bodemverbeterend middel. Hiervoor verwijzen we naar het luik onderzoek van het activiteitenverslag 2009. Figuur 10 toont de mogelijke eindproducten van de co-vergisting en de nabehandeling in een schematische voorstelling. Hierop is te zien dat bepaalde stromen rechtstreeks een eindtoepassing kennen (rode pijlen), maar evenzeer nog een bijkomende nabehandeling kunnen ondergaan. Wanneer deze nabehandeling nog gepaard gaat met omzettingen (via een biologisch verwerkingsproces zoals compostering,
Figuur 10 : Biologische verwerking van organisch-biologische afvalstoffen: tussen- en eindstromen van de vergisting
ACTIVITEITENVERSLAG 2009 • blz
25
Kwaliteitscontrole en certificering 4vervolg: Onderzoek en ontwikkeling verrijkt de kwaliteitscontrole
vergisting, biothermisch drogen, aerobe behandeling in een biologische mestverwerkingsinstallatie), dan is de relatie tussen de samenstelling en het eindgebruik niet meer gekend op het ogenblik dat het keuringsattest wordt uitgereikt. De status van secundaire grondstof voor deze tussenstromen is dan niet meer van toepassing. Bijgevolg onderzoekt Vlaco vzw ook de kwaliteit en de samenstelling van de eindproducten van deze nabewerking, ook al gebeurt de nabewerking op een andere locatie.
Certificering gebaseerd op een betrouwbaar staalname- en analyseprotocol Bij de audits op de bedrijven gebruikt Vlaco vzw een checklist waarin alle nodige voorwaarden m.b.t. het kwaliteitshandboek en de bedrijfsvoering worden afgetoetst. Het resultaat van de audit zal mede bepalen of een keuringsattest kan uitgereikt worden. Op het einde van de rit is het essentieel dat de geproduceerde eindproducten van de biologische verwerking ook effectief aan de kwaliteitsdoelstellingen en de wettelijke vereisten voldoen. Daarvoor neemt Vlaco vzw zelf stalen, bovenop de stalen genomen door de producenten, en worden deze geanalyseerd in geaccrediteerde en door de OVAM erkende laboratoria. De staalnames en analyses gebeuren in overeenstemming met het Compendium voor Monstername en Analyse voor Afvalstoffen, kortom het CMA, dat wordt opgesteld en bijgestuurd door VITO. Staalname In januari 2010 is per ministerieel besluit een Compendium methode voor monsterneming gepubliceerd. Bij het opstellen van deze nieuwe methode door VITO speelde Vlaco vzw een participerende rol tijdens verschillende overleg- en staalnamerondes. Deze nieuwe methode is nodig om de betrouwbaarheid van de analyseresultaten verder te maximaliseren en om een meer uniforme methode van staalname te bekomen. De afbakening van een partij en representatieve bemonstering hiervan, volgens vooraf gedefinieerde voorschriften, is hierbij essentieel. In een volgende fase zal een bemonsteringsmethode voor vloeibare stromen (o.a. digestaat) worden uitgewerkt. Dit alles houdt enkele consequenties in: zo kunnen stalen enkel nog genomen worden door erkende staalnemers (erkenning per bedrijf), en moet er meer tijd uitgeteld worden voor een conforme monsterneming. Voor het bekomen van een erkenning heeft VITO met medewerking van Vlaco vzw op 9 september een opleidingsdag georganiseerd. Hierop waren tal van vertegenwoordigers van composteringsbedrijven en laboratoria aanwezig.
blz 26 • ACTIVITEITENVERSLAG 2009
Analyse In 2009 is door VITO in opdracht van de OVAM verder gewerkt aan de aanpassing van de CMA-methodes voor analyse van organische parameters. Alle eindproducten van de biologische verwerking, compost, digestaat (en afgeleiden), OBA-mest, … moeten immers voldoen aan de samenstellings- en gebruiksvoorwaarden zoals genormeerd in het VLAREA. Omdat de huidige CMA-methodes onvoldoende zijn afgestemd op de eigenschappen van alle eindproducten, zijn enkele aanpassingen aan de huidige methodes verder onderzocht. Vlaco vzw werkt mee aan dit project. Verwacht wordt dat dit eind 2010 zal resulteren in een publicatie van de aangepaste methodes. Daarnaast is Vlaco vzw ook aanwezig op de werkgroep vergaderingen met de OVAM, VITO en de erkende laboratoria, waar de resultaten van ringtesten en eventuele knelpunten bij analyses worden besproken. Zo behouden we het overzicht over het analytische landschap en de dienstverlening van de verschillende erkende laboratoria, wat ons toelaat kort op de bal te spelen.
Toepassing van de expertise van Vlaco vzw Vlaco vzw zet haar kennis en ervaring m.b.t. kwaliteitscontrole en certificering ook in een ruimer perspectief in, om bij te dragen tot het waarborgen van een duurzame afvalverwerking en afzet van een kwaliteitsvol eindproduct, in regel met de verschillende wetgevende aspecten op Vlaams, Federaal en Europees niveau. Vlaco vzw is vertegenwoordigd binnen het Quality Committee van het ECN - Quality Assurance System. Dit is een kwaliteitssysteem opgesteld door het European Compost Network, ter ondersteuning van een duurzame en geïntegreerde productie van compost in Europa. In 2009 werkte Vlaco vzw tijdens werkgroepvergaderingen mee aan de opmaak van het Kwaliteitshandboek van het ECN-QAS. Aangezien de activiteiten van onze leden, naast de Vlaamse milieu- en afvalstoffenwetgeving, ook onder de mestwetgeving en de federale wetgeving inzake afzet van meststoffen en autocontrole vallen, besteedde Vlaco vzw ook in 2009 aandacht aan overleg met deze verschillende overheden. Met name op het vlak van de erkenningen en de afzet is het nodig dat er een goede afstemming plaats vindt. Zo is Vlaco vzw 4 keer per jaar aanwezig op het federale Comité Meststoffen, geleid door de FOD Leefmilieu. In deze werkgroep worden o.a. de voorwaarden voor naamgeving en gebruik van de eindproducten vastgelegd. Voorts is er ook nog in 2009 van start gegaan met een werkgroep rond knelpunten inzake afzet van meststoffen waar Vlaco vzw
activiteitenverslag 2009 Vlaamse Compostorganisatie vzw
aanwezig is. De kwaliteitsopvolging voor de nabehandeling bij de mestverwerking is hier ook besproken. Via overleg willen we alle nodige verplichtingen voor de bedrijven zo werkbaar mogelijk houden. Gezien de diversiteit van de verschillende wetgevingen en controlerende instanties is dit geen eenvoudige opdracht. Vlaco vzw heeft in 2009 enkele bedrijven voorbereid bij het opmaken en indienen van een dossier voor alternatieve hygiënisatie in het kader van de Europese Verordening ‘Niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten’. Deze is van toepassing wanneer naast plantaardige afval
stoffen ook nog dierlijke bijproducten worden mee verwerkt. Via onderzoek uit het verleden, en met aanvulling van de nodige bedrijfsprocedures, is aangetoond dat de gftcompostering uitgevoerd volgens de bepalingen uit de checklist van het Vlaco-certificeringsreglement, voldoende garanties geeft op het vlak van hygiënisatie. Verder houdt Vlaco vzw ook haar leden via nieuwsbrieven en overleg op de hoogte. Ook in 2009 hebben we onze leden samengeroepen tijdens de Werkgroep Kwaliteit, om over diverse onderwerpen te overleggen.
Controle en attestering van OBA-mixen
Controle en attestering van proefcentra en producenten van niet-professionele compost
De controle van de inputregisters maakt een belangrijk onderdeel uit van de bedrijfsaudit en de administratieve controles van Vlaco. Er wordt expliciet gecontroleerd of de verschillende inputstromen voldoen aan de voorwaarden van het VLAREA en de principes die in het afvalstoffenbeleid worden opgelegd, waaronder het niet-verdunningsprincipe, registratie en traceerbaarheid, … Dit vereist dat we tijdens de controles inzicht hebben in de aard en de samenstelling van alle gebruikte inputstromen. Wanneer op vergistingsinstallaties oba-mixen worden verwerkt die door een externe leverancier als mengsel worden aangeleverd, is er in de praktijk geen traceerbaarheid mogelijk naar de individuele afvalstromen die het onderdeel uitmaken van deze energiemix. Deze informatie wordt door de leverancier van de oba-mix ook vaak niet ter beschikking gesteld, om praktische of commerciële redenen. Ook zou deze informatie dan door elk vergistingsbedrijf steeds opnieuw moeten worden opgevraagd. Om de nodige garanties te kunnen geven m.b.t. de bruikbaarheid van deze oba-mixen voor vergisting, is het nodig dat een controle wordt uitgevoerd bij de bedrijven die dergelijke energiemixen op de markt brengen. Daarom heeft Vlaco vzw een aparte kwaliteitscontrole voor deze mixen ontwikkeld, waarbij de inhoud en kwaliteit van oba-mixen op onafhankelijke wijze worden gecontroleerd (via staalname en analyse) en geattesteerd. Met het resulterende gebruiksattest wordt aangetoond dat de oba-mixen voldoen aan de kwaliteitsvereisten als inputstroom voor vergistingsinstallaties, en dat ze zonder bijkomende individuele controle op de verschillende bedrijven kunnen gebruikt worden. Een meerwaarde voor alle schakels in de verwerkingsketen!
Ook deze kleine verwerkingseenheden vallen onder de controle van Vlaco vzw. Jaarlijks voeren wij een audit uit op de verwerkingssite zelf en wordt er een staal genomen van het eindproduct. Omdat hier maar kleine hoeveelheden (vooral eigen) inputmateriaal verwerkt worden en omdat het eindproduct enkel beperkt (vooral zelf) gebruikt wordt, zijn deze controles minder uitgebreid dan bij de professionele producenten. Maar ook hier wordt er veel belang gehecht aan een kwaliteitsvolle manier van werken en aan een eindproduct dat voldoet aan alle opgelegde vereisten. Bedrijven die onder deze beperkte kwaliteitsopvolging vallen zijn bv. proefcentra die met een proefopstelling de geïnteresseerde landbouwers willen inlichten, of grote ‘groengebieden’ zoals recreatiecentra of golfterreinen die hun eigen groenafval willen composteren.
ACTIVITEITENVERSLAG 2009 • blz
27
Onderzoek naar toepassingsmogelijkheden onderbouwt de afzet Organisch-biologische afvalstoffen kennen diverse biologische verwerkingsprocessen. Ieder verwerkingsproces resulteert in een ander eindproduct met een specifieke samenstelling en eigenschappen. De materialenkringloop (Figuur 11) en het overzicht van de eindproducten (Tabel 8) geven dit duidelijk weer. Figuur 11 Materialen kringloop van organisch biologisch afval
MATERIALENKRINGLOOP ▲
▲
▲
INPUT
▲ Energiegewassen
Selectief ingezameld GFT- en groenafval
▲ Organisch-biologisch bedrijfsafval
Mest
▲
▲
▲
▲ ▲ ▲
▲
▲
Biothermisch drogen
▲ ▲
PROCES
▲ Thuiscomposteren
KLEINE KRINGLOOP Aerobe compostering
Anaerobe vergisting Organische meststof
GROTE KRINGLOOP (PROFESSIONELE VERWERKING)
▲
▲
▲
▲
Drogen
Vloeibaar
▲
Scheiden
▲
▲
Compost
Nacompostering
▲
Digestaat
Vast
▲
▲
▲ ▲
VLACO-Compost
▲
▲
▲
▲
OUTPUT
▲
▲
Zeefoverloop voor biomassa
Gepelletiseerde meststof
materialenkringloop.indd 1
Tabel 8 Overzicht van de mogelijke eindproducten van biologische verwerking van organisch-biologisch afval. Gft-compost Groencompost Digestaat Dunne fractie digestaat Dikke fractie digestaat Effluent na biologische zuivering van dunne fractie digestaat Concentraat na zuivering dunne fractie digestaat Thermisch gedroogd digestaat Biothermisch gedroogde OBA-mest
blz 28 • ACTIVITEITENVERSLAG 2009
18-12-2009 14:52:42
activiteitenverslag 2009 Vlaamse Compostorganisatie vzw
Productkennis opbouwen De recyclage van de organisch-biologische afvalstoffen is pas zinvol als de eindproducten nuttig gebruikt kunnen worden. Voor een vlotte afzet zijn verschillende aspecten van belang: • Kwaliteit van de producten moet gekend zijn en gegarandeerd worden. Dit kan via de Integrale kwaliteitsopvolging door Vlaco vzw. Deze bestaat uit controles op de aanvoer van inputstromen, het proces, de eindproductkwaliteit en de duurzame toepassing. Deze kwaliteitsopvolging draagt bij tot het positief imago. • Toepassingsmogelijkheden moeten aangetoond zijn. Het onderzoeksprogramma van Vlaco vzw ondersteunt de leden hierbij. Hieronder schetsen we de onderzoeken en hun resultaten van 2009. Productkennis is meer dan een analyseresultaat van de producten. Verkopers moeten informatie kunnen geven over de beschikbaarheid van de nutriënten, de stabiliteit van de koolstof, de voordelen ten opzichte van alternatieven, … Vlaco vzw wil de producenten daarbij ondersteunen via haar onderzoeksprogramma. Voor gft- en groencompost bouwden we de afgelopen 18 jaar een goed uitgebouwd gamma van onderzoeken uit. Momenteel zijn ook een aantal onderzoeken met andere eindproducten (digestaat, biothermische gedroogde oba-mest, thermisch gedroogd digestaat, …) opgestart.
Bodemverbeteraar of meststof? In 2009 deden we een verkennend onderzoek naar de karakterisatie van de diverse eindproducten. Welke producenten zijn bodemverbeteraars? Welke zijn eerder meststoffen? Hoe snel komt de stikstof van de diverse producenten vrij? Uit vele onderzoeken blijkt Vlaco-compost een ideaal product te zijn om stabiele organische stof aan de Figuur 12 Verloop van de koolstofmineralisatie uit de diverse eindproducten. 40
35
C mineralisatie (% toegediende C)
30
25
20
bodem toe te voegen (met een minimum aan nutriënten). Vlaco-compost is een humusrijk en mineralenarm product. Om ook van de relatief nieuwe eindproducten een idee te hebben of ze vooral nutriënten, vooral stabiele organische stof of beide toevoegen aan de bodem lieten we door de vakgroep bodembeheer van de Universiteit Gent enkele C-mineralisaties uitvoeren (1). De resultaten zijn weergeven in Figuur 12 Uit deze incubaties berekenen we ook de hoeveelheid effectieve organische stof in de diverse eindproducten. Tabel 9
Berekende hoeveelheid effectieve organische stof (EOS) in de eindproducten. EOS (berekend)
EOS
(% van OS)
kg/10 ton vers
90,27
2204
97
1692
Digestaat zonder mest
70,9
244
Digestaat met mest Biothermisch gedroogde OBAmest
79,1
337
80
2503
Type product
Gft-compost Groencompost
Digestaat bevat ongeveer evenveel EOS als mengmest. De hoeveelheid EOS uitgedrukt per 10 ton vers product ligt voor biothermisch gedroogde OBA-mest en biothermisch gedroogd organisch bodemverbeterend middel in dezelfde grootteorde als voor gft- en groencompost. Beide producten bevatten wel meer nutriënten (zowel totale hoeveelheid als minerale fractie) dan Vlaco-compost. Thermisch gedroogd digestaat bevat de grootste hoeveelheid EOS, maar bevat ook zeer veel nutriënten. Om te kunnen beoordelen of de producten mineralenrijk of mineralenarm - humusrijk zijn is het dus noodzakelijk om de link tussen EOS en nutriënten te leggen. Het OVAM onderzoek (2) legde hiervoor een methode vast. Tabel 10 geeft de resultaten.
15
10
5
0 0
1
2
3
4
5
(1) Analyserapporten: Bepaling van de hoeveelheid stabiele organische stof en snelvrijkomende N via incubatieproeven, Ugent, 29 juni 2009.
Weken
biothermisch gedroogde OBA-mest
digestaat met mest
digestaat zonder mest
groencompost
gft-compost
(2) Oriënterend onderzoek naar de invullingen van de begrippen mineralenrijk – mineralenarm, humusrijk’ van de OVAM (2002)
ACTIVITEITENVERSLAG 2009 • blz
29
Onderzoek naar toepassingsmogelijkheden onderbouwt de afzet Tabel 10 Karakterisatie van de onderzochte eindproducten. Type product
MineraleN /totale N
Snel vrijkomende N
%
%
Type product
Bodemverbeterend middel of meststof? (3)
Gft-compost
Bodemverbeterend middel
Gft-compost
6,06
5,07
Groencompost
Bodemverbeterend middel
Groencompost
4,01
3,5
Digestaat zonder mest
Meststof
Digestaat zonder mest
64,5
80,2
Digestaat met mest
Meststof
Digestaat met mest
75,7
88,9
Biothermisch gedroogde OBA-mest
Meststof
Biothermisch gedroogde OBA-mest
69,4
46,1
Hoe beschikbaar is de stikstof? Een andere belangrijke eigenschap is de beschikbaarheid van de stikstof in de diverse eindproducten. Om deze te bepalen lieten we eveneens een aantal incubaties uitvoeren. Deze proef bevestigt dat gft- en groencompost maar zeer weinig stikstof beschikbaar stellen (3,5 tot 5 %). De aanwezige stikstof in digestaat en biothermisch gedroogde OBA-mest is goed beschikbaar. Die producten zijn dus goede stikstofmeststoffen. Deze informatie is ook nuttig om het tijdstip van toedienen te bepalen. Digestaat en biothermisch gedroogde OBA-mest kunnen niet in het najaar toegediend worden, want dan zal de vrijgestelde stikstof niet door planten opgenomen worden en is er een groot risico op stikstofverliezen, vooral door nitraatuitspoeling. Gezien de grote stabiliteit van gft- en groencompost is het geen probleem om deze producten in het najaar/winter toe te passen.
blz 30 • ACTIVITEITENVERSLAG 2009
Vlaco vzw deed een eerste verkennend onderzoek. In de toekomst willen we dit uitbreiden naar andere producenten en andere eigenschappen (zoals bv de fosfor- en kaliumbeschikbaarheid).
Compost door mestdecreet erkend als traagwerkende meststof Bovenstaand onderzoek heeft ook een belang binnen het mestdecreet. Het mestdecreet erkent gft- en groencompost al vele jaren als traagwerkende meststof. Vlaco vzw vraagt daarvoor jaarlijks de nodige attesten aan. Deze attesten bezorgen de Vlaco-compost twee voordelen: Vlaco-compost kan in de winter uitgereden worden en landbouwers kunnen een meerjarige dosis in één keer toepassen.
3
Volgens ‘Oriënterend onderzoek naar de invullingen van de begrippen mineralenrijk – mineralenarm, humusrijk’ van de OVAM (2002)
activiteitenverslag 2009 Vlaamse Compostorganisatie vzw
Toepassingsmogelijkheden Naast de karakterisatie-oefening willen we ook de praktische toepassing van diverse eindproducenten kennen. Heel wat effecten op bodem en landbouwgewassen manifesteren zich pas na enkele jaren. Daarom zijn de lange termijnproeven van Vlaco vzw van onschatbare waarde. Tabel 11 geeft een overzicht van alle onderzoeken. In Tabel 11 lichten we enkele van de resultaten toe. Tabel 11 Overzicht van de door Vlaco vzw gefinancierde onderzoeken in 2009. Titel onderzoek
Uitvoerder
Periode
Akkerbouwrotatie: Bodemverbetering bij voedergewassen
Instituut voor Landbouw en Visserij onderzoek (ILVO) Eenheid Plant Onderzoeksdomein Teelt en omgeving
Start: 2005
Akkerbouwrotatie: Onderzoek naar de bemestende en bodemverbeterende waarde van GFT-compost via een meerjarige proef op akkerland
Bodemkundige Provincie Dienst van België i.s.m. Vlaams- Brabant
Start: 1997 – 2009: aardappelen
Akkerbouwrotatie: Gebruik van compost in een meerjarig perspectief in akkerbouwrotatie
Universiteit Gent, Vakgroep Bodembeheer en – hygiëne
Start: 1997 – 2009: aardappelen
Biologische landbouw: Meerjarig effect van compost en mest op de bodemvruchtbaarheid in de biologische landbouw
Interprovinciaal Proefcentrum voor de Biologische Teelt (PCBT)
Start: 2003 – 2009: prei
Bemestingsmogelijkheden van digestaat en nabehandeld digestaat in de akkerbouw
West-Vlaams Proefcentrum voor de Akkerbouw (WPA vzw)
Start: 2008 2009: maïs
Erosie: Erosiebestrijding met behulp van groencompost
PIBO Tongeren
Start: 2009: vlas
Groenteteelt: Onderzoek naar de waarde van groencompost op langere termijn op enkele vollegrondsgroenten
Provinciaal Onderzoeks- en Voorlichtingscentrum in Land- en Tuinbouw, Rumbeke-Beitem (POVLT)
Start: 2000 – 2009: spinazie - boon
Groenteteelt: Onderzoek naar de waarde van diverse compostsoorten op langere termijn op enkele vollegrondsgroenten
Provinciaal Onderzoeks- en Voorlichtingscentrum in Land- en Tuinbouw, Rumbeke-Beitem (POVLT)
Start: 2003 - 2009: spinazie - boon
Groenteteelt: Lange termijnproef organische bodemverbetering bij verse groenten
Provinciaal Proefcentrum Groenteteelt Kruishoutem (PCG)
Start: 2001 – 2009: preil
Groenteteelt: Compostgebruik in de intensieve groenteteelt
Proefstation voor de Groenteteelt SintKatelijne-Waver
Start: 2006 – 2009: andijvie
Karaketerisatie eindproducten biologische verwerking organisch-biologisch afval
Vlaco vzw – Universiteit Gent
Maïs: Meerjarige bemestings- en bodemverbeteringsproef bij maïs
Universiteit Gent, Vakgroep Plantaardige Productie
Start: 1997
ACTIVITEITENVERSLAG 2009 • blz
31
Onderzoek naar toepassingsmogelijkheden onderbouwt de afzet
blz 32 • ACTIVITEITENVERSLAG 2009
activiteitenverslag 2009 Vlaamse Compostorganisatie vzw
Groenten verlangen naar compost Zowel boon, spinazie, andijvie als prei presteren in 2009 opnieuw beter met compost. Spinazie reageerde in het verleden vooral op compost die een jaar eerder toegepast was. In 2009 reageert de spinazie best op net toegepaste compost. De behandeling met 20 ton groencompost jaarlijks of 45 ton groencompost om de 3 jaar geven respectievelijk 4 en 5 % meeropbrengst t.o.v. de minerale bemesting. De verschillen zijn echter niet significant door de grote spreiding tussen de herhalingen.
Vlaco-compost zorgt voor kwaliteitsvolle aardappelen In 2009 zijn ook op twee proefvelden aardappelen geteeld. Uit beide proeven blijkt dat compost een positieve invloed op de kwaliteit van de aardappelen. Terwijl de opbrengst gehandhaafd wordt. Een belangrijke kwaliteitsfactor is de blauwgevoeligheid van de aardappelen. Percelen met hoge en veelvoudige compostdosissen vertonen de hoogste kaligehaltes en lagere droge stofgehaltes in de knollen en deze aardappelen zijn dus ook minder blauwgevoelig. Andere kwaliteitsparameters die in sommige gevallen gunstig beïnvloed worden door compost zijn betere bakkleur van frieten, meer grovere aardappelen en minder loskokende aardappelen
Vlaco-compost helpt landbouwers in de strijd tegen verlies van bodemvruchtbaarheid Het organische stofgehalte van de bodem verhogen is geen sinecure. Landbouwers moeten heel wat inspanningen leveren om resultaat te boeken. Compostdosissen van 15 ton/ha.jaar zijn voldoende om de jaarlijkse afbraak van organische stof te compenseren (zie Figuur 13), maar wil je het organische stofgehalte echt gaan verhogen, dan zijn hogere dosissen nodig (zie Figuur 14). Jaarlijks 22 ton gftcompost/ha doet het organische stofgehalte van de bodem stijgen. De evolutie in het organische stofgehalte van de bodem is niet op korte termijn te bestuderen. Daarom zijn de lange termijnproeven van Vlaco vzw zeer waardevol. Figuur 13 Evolutie van het organisch koolstofgehalte in de laag 0-30 cm op een proefveld in akkerbouwrotatie met driejaarlijks 45 ton gft-compost/ha.
Maïs
Figuur 14 Regressie van het koolstofgehalte van de bodem op de tijd voor diverse bemestingsstrategiën (M-: geen mengmest; M+: 40 ton mengmest/ha.jaar; C1: N geen compost; C2: 22 ton 0gft-compost/ha.jaar). 2.5
4
6
8 jaar
10
12
1.5 1.0 0.5
C1 C2 C1 C2
0.0
2
MMM+ M+
SOC (%)
2.0
80 60 40
C1 C2 C1 C2
20
Relatieve Opbrengst
100
Een louter organische bemesting (40 ton/ha mengmest en 22 ton/ha compost; rood op de figuur) levert een goede maïsopbrengst op. Op langere termijn wordt die zelfs hoger dan de gangbare bemestingspraktijk (170 kg N/ha uit mengmest aangevuld met 100 kg N/ha uit minerale meststoffen). 0N
0
2
4
6
8
MMM+ M+
10
jaar
ACTIVITEITENVERSLAG 2009 • blz
33
Afzetmarkten van eindproducten in kaart
Vlaco vzw kijkt naar het eindresultaat. Wat voor een effect hebben onze marketingacties? Heeft de eindgebruiker compost gebruikt? Deze gegevens verzamelt Vlaco vzw jaarlijks bij haar leden. Deze cijfers geven precies weer hoeveel en naar welke doelgroepen Vlaco-compost gaat. Evoluties en trends worden zichtbaar op deze manier. Vlaco vzw bestudeert deze cijfers en gebruikt ze weer om de communicatie, marketing en onderzoek richting te geven.
In 2009 vond 354.942 ton compost de weg naar de eindgebruiker (Figuur 15). Dit is 3% of 11.789 ton minder dan in 2008. Er is 115.150 ton gft-compost en 239.792 ton groencompost afgezet.
Figuur 15 In 2009 vond 344.856 ton compost de weg naar de eindgebruiker. Dit is 3% of 11.789 ton minder dan in 2008. Er is 115.150 ton gft-compost en 229.706 ton groencompost afgezet.
Evolutie van de afzet 400.000 afzet totaal
350.000
afzet gft 300.000
afzet groen
ton
250.000 200.000 150.000 100.000 50.000 0 1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
Marktevolutie Opmerkelijk is dat de in totaal gestegen hoeveelheid gecomposteerd gft-afval en groenafval in 2009 niet strookt met de gedaalde afzet van compost. De verwerkingscijfers lopen per kalenderjaar en staan in tijd niet rechtsreeks in relatie met de afzet van compost. Het composteringsproces duurt namelijk meerdere maanden. Dit is uiteraard een effect dat elk jaar speelt. Een mogelijke verklaring voor de lagere compostafzet in 2009 is dat de startvoorraad in januari 2008 lager was dan 2007. Tekenend is dat er voor het tweede/derde jaar op rij in het voorjaar 2010 een duidelijk tekort aan compost is. Ook in het najaar is bij individuele bedrijven hun stock volledig uitgeput. Gesteld kan worden dat de compostafzet de laatste jaren (2008-2009) zeer vlot loopt. In het voorjaar moeten bijgevolg ook potentiële afnemers teleurgesteld worden, omdat ze niet onmiddellijk over compost kunnen beschikken. Vanaf 2010 willen we vanuit Vlaco, samen met de compostproducenten een duidelijke prijs- en/of productdifferentiatie voorbereiden en invoeren.
blz 34 • ACTIVITEITENVERSLAG 2009
activiteitenverslag 2009 Vlaamse Compostorganisatie vzw
Het is voor de composteerders belangrijk om steeds een voorraad te hebben om piekmomenten in het volgende voorjaar en het najaar op te vangen. De groencomposteerders hebben in 2009 uit hun voorraad moeten putten om aan de vraag te voldoen (Figuur 17). Op heel wat composteringssites is de opslagruimte van de compost of compostproducten echter beperkt. De compostverkoop is het grootst in het voorjaar en in het najaar. Gedurende de winter en in mindere mate ook de zomer wordt een stock van compost opgebouwd. De oplossing kan er in bestaan de prijs te differentiëren naargelang het seizoen. Sommige afnemers beschikken bijvoorbeeld zelf over opslagcapaciteit. In de winterperiode zouden zij de compost goedkoper kunnen afnemen. Waar gaat deze kwaliteitsvolle compost naar toe? Wat zijn de belangrijkste afzetmarkten? Tabel 12 geeft een overzicht van de belangrijkste compost afnemers. Deze gegevens zijn ook in Figuur 16 afgebeeld. De groenvoorziening en de grootafnemers zoals grond opmengers nemen het grootste deel van de compost af. Opvallend is dat het aandeel van de compost dat door grootafnemers wordt gebruikt, gestegen is van 44% in 2008 naar 56% in 2009. Grondopmengers zijn zich steeds meer bewust dat compost een bron is van organische stof en hierdoor kunnen ze teelaarde van hoge kwaliteit aanbieden. Grootafnemers nemen grote hoeveelheden compost ineens af en zijn vaak minder seizoensgebonden en vormen dus een interessante schakel in een gedifferentieerde compostafzet. Voor compostproducenten zijn dit ‘gemakkelijke’ klanten die grote bestellingen doen. De export van compost is afgenomen
van 6% in 2008 naar slechts 3% in 2009. Op Figuur 16 ziet u ook ‘andere’ staan, 338 ton van de totale compostafzet speelt een rol bij biotechnische toepassingen. Tabel 12: Een overzicht van de belangrijkste compostafnemers in ton in 2009 Potgrondfabricanten
39.737
Grondopmengers
93.151
Andere grootafnemers
66.760
Tuinaannemers
40.155
Openbare groenvoorziening
18.251
Particulieren
51.923
Boomkwekerij en sierteelt
8.888
Tuinbouw
11.274
Akkerbouw
14.046
Fruitteelt
890
Stortafdek
0
Biotechnische toepassingen
338
Andere
338
export
9.342
Totaal
354.942
Figuur 17 Welke doelgroepen gebruiken compost? De totale compostafzet verdeeld over de verschillende markten
3% 0%
Figuur 16 Het is voor de composteerders belangrijk om in de winter een voorraad op te bouwen om de piek verkoop in het volgende voorjaar op te vangen. De groencomposteerders hebben in 2009 uit hun voorraad moeten putten om aan de vraag te voldoen.
11%
10%
6% 31%
st ock in ton afzet in t on
19% POTGRONDFABRICANTEN GRONDOPMENGERS ANDERE GROOTAFNEMERS GROENVOORZIENING LAND EN TUINBOUW ANDERE EEXPORT
jan
feb
m rt
apr
m ei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
ACTIVITEITENVERSLAG 2009 • blz
35
Afzetmarkten van eindproducten in kaart 4vervolg
blz 36 • ACTIVITEITENVERSLAG 2009
activiteitenverslag 2009 Vlaamse Compostorganisatie vzw
Figuur 18 De afzetmarkten van de privébedrijven en de openbare producenten zijn verschillend. De privébedrijven zetten voornamelijk af naar de grootafnemers terwijl de openbare producenten hoofdzakelijk naar de groenvoorziening afzetten. 70.000
Privé
60.000
IC
50.000 40.000 30.000 20.000 10.000 0 POTGRONDFABRICANTEN
GRONDOPMENGERS
ANDERE GROOTAFNEMERS
GROENVOORZIENING
LAND EN TUINBOUW
EXPORT
ANDERE
afzet van andere producten RE
AN
DE
RT
PO
EX
UW
LA
ND
EN
TU
RZ
NV OO
GR OE
AN DE
RE
IE
ER S
NE M
GR OO TA F
PM
DO
GR ON
In het totaal is er voor 150.415 ton van deze andere producten (zie Tabel 13) afgezet in 2009. Deze producten worden hoofdzakelijk geëxporteerd (56%) buiten Vlaanderen (Figuur 19). De tweede belangrijkste afzetmarkt is de landen tuinbouw (19%). De producten worden daar voornamelijk op grasland en in de akkerbouw gebruikt.
Naamgeving andere producten digestaat dunne fractie digestaat dikke fractie digestaat effluent na biologische zuivering van dunne fractie digestaat concentraat na filtratie dunne fractie digestaat thermisch gedroogd digestaat biothermisch gedroogde OBA-mest biothermisch gedroogd organisch bodemverbeterend middel IN BO
RS
EN GE
N
NT E
CA
RI
DF AB
PO TG RO N
Tabel 13: Naamgeving andere producten
NI NG
Vlaco vzw volgt de processen en de producten op van bedrijven die organisch-biologisch afval op een biologisch manier verwerken. De co-vergisters en co-verwerkers hebben een groot gamma aan producten. Het digestaat van de vergister kan rechtstreeks worden afgezet, maar wordt vaak ook nog op verschillende manieren nabehandeld.
Figuur 19 De andere producten worden voornamelijk buiten Vlaanderen geëxporteerd.
25% Andere producenten (mestverwerkers…) Grootafnemers Groenvoorziening Land- en tuinbouw 0%
56%
0%
Andere Export buiten Vlaanderen
19% 0%
ACTIVITEITENVERSLAG 2009 • blz
37
Marketing resulteert in afzet van compost
Acties en realisaties per doelgroep Professionele Groenvoorziening Gemeentelijke en provinciale groendiensten, tuinaannemers en tuinarchitecten willen aantrekkelijk groen creëren met gezonde planten die goed groeien, zodat hun klanten/burgers tevreden zijn. Gezonde planten groeien in een gezonde bodem. Compost is een unieke bodemverbeteraar dankzij de grote hoeveelheden stabiele organische stof. Gras, borders, perken, bomen en struiken bloeien open dankzij compost. In januari deed Vlaco vzw mee aan de groepsstand erfbeplanting op vraag van Agriflanders. Samen met enkele boomkwekers en plantenkwekers, groene dakenspecialisten en serrebouwers legden we een erf aan met ideeën voor landbouwers. Overigens had Vlaco vzw ook nog een andere stand op deze beurs. Ook dit was een gezamenlijke stand met de Vlaamse milieuoverheden. De focus lag er voornamelijk op de groentetelers die uitgenodigd werden.
Figuur 20 Vlaco vzw ondernam extra actie om compost gebruik in de openbare groenvoorziening te verhogen. In 2009 is het aandeel 17%.
36% 47%
In maart hield Vlaco vzw een infonamiddag voor openbaar groen. Samen met IOK afvalbeheer en de gemeente Mol werden provincies en gemeentes uitgenodigd. Met een presentatie en demonstraties werden de verschillende toepassingen met compost getoond. In augustus kregen vier tuinaannemers de eervolle titel Vlaamse Tuinaannemer 2009-2010. Vlaco vzw is daar al verschillende jaren hoofdsponsor maar deze keer hebben we Vlaco vzw nog meer in de verf gezet. Naast banners, logovermeldingen en brochures bezochten we de prijsuitreiking en de receptie met de voltallige marketingwerkgroep. Op de receptie was er namelijk uitgebreid de kans om een 200-tal tuinaannemers en tuinarchitecten te ontmoeten. Tijdens de laureatenhuldiging hield onze ondervoorzitter Philip Robinet een korte toespraak. Ivo Pauwels, hoofd van de jury, stelde ook ons nieuwe boek ‘Composteren en kringlooptuinieren’ voor. Alle laureaten kregen dit boek mee naar huis. Elke winnaar kreeg ook nog eens 10m³ Vlaco- compost.
Figuur 21 Compostafzet (in ton) naar de openbare groen voorziening gedurende de laatste zes jaar.
ton
O p e n b a r e g r o e n v o o r z ie n in g
40.000 35.000 30.000 25.000
17%
20.000 15.000 10.000
Tuinaannemers Openbare groenvoorziening Particulieren
blz 38 • ACTIVITEITENVERSLAG 2009
5.000 0 2004
2005
2006
2007
2008
2009
activiteitenverslag 2009 Vlaamse Compostorganisatie vzw
In september deed Vlaco vzw mee aan de Limburgse provinciale demodag voor openbaar groen. In samenwerking met Eliet demonstreerde Vlaco vzw fijne compost als topdressing op gras. Verder werd in een grote border met vaste planten een mulchlaag met grove compost getoond. Een tiental gemeentes toonde interesse.
jaar rond’ en ‘tuingrond verbeteren met compost’. Vanaf 2010 brengen we de nieuwe brochure ‘Vlaco-compost brengt leven in uw tuin’ uit die deze twee vorige vervangt. Deze brochures zijn trouwens ook via andere kanalen dan onze websites te bestellen. Bekende websites zoals die van Livios en Verstandig Bouwen verspreiden ze ook en onze leden delen ze uit aan hun klanten of burgers. Vlaco vzw had in het programma ‘Tuindromen met Mark’ (Vitaya) tienmaal een item waarin compostgebruik getoond werd bij een specifiek onderdeel in de tuin, bijvoorbeeld bij aanplanting van kleinfruit, borders, bloembollen of rozelaars. In deze items wordt verwezen naar onze website en naar de brochures. Verder schrijft Vlaco vzw regelmatig artikels die in de hobbypers naast advertenties verschijnen.
Particuliere groenvoorziening Iedereen wil een mooie tuin aan zijn of haar huis. Goed gevuld met gezonde en sterke planten. Veel bloemen, lekker fruit of een strak gazon. En dit alles natuurlijk jaar na jaar. Dat put de bodem uit, ziektes steken de kop op, planten staan er slapjes bij, weinig groei en wat dan gedaan? Veel van deze problemen zijn op te lossen als de tuineigenaar de bodem gezond houdt. En compost bij de aanleg en bij onderhoud zorgen daar voor. De hobbytuinier vindt alle informatie over compostgebruik, onderhoudstips en meer in de brochures ‘Met compost et Figuur 22 De afzet van compost (in ton) naar particulieren daalt in absolute cijfers. Percentueel gezien blijft het aandeel van compost dat naar particulieren gaat stabiel. ton
Particulieren
90.0 00 80.000 70.000 60.000 50.000 40.000 30.000 20.000 10.000 0 2004
2005
2006
2007
2008
2009
In 2009 werd 52.000 ton compost afgezet naar particulieren. Dat is een daling ten opzichte van 2008. Die daling is toe te schrijven aan enkele grote bedrijven, die hun afzetkanalen hebben aangepast. Vlaco vzw streeft naar een gedifferentieerde afzetmarkt waar verschillende afzetkanalen in vertegenwoordigd zijn. Op lange termijn biedt dit meer zekerheid qua afzet. Elke gebruiker stelt andere eisen aan de compost, producenten spelen hierop in met een productdifferentiatie. Percentueel gezien blijft het aandeel van compost dat naar particulieren gaat eerder stabiel: 52% in 2008 en 47% in 2009.
Land- en tuinbouw Ja, onze landbouwbodems hebben er nood aan! Vlaco vzw doet al sinds haar oprichting wetenschappelijke proeven met compost in land- en tuinbouw. Deze resultaten verstevigen en verbeteren de positie van compost in de markt bieden ook ondersteuning om op wettelijk vlak zoals in het mestdecreet openingen te creëren voor compostgebruik. Wetenschappelijk onderzoek is zeer belangrijk in de Vlacowerking. Uit de rapporten van de Bodemkundige Dienst van België blijkt dat het met het organische stofgehalte in onze Vlaamse landbouwbodems bergaf gaat. De dalende trend, die zich sinds het begin van de jaren ’90 manifesteert, zet zich verder door. Een te laag koolstofgehalte weer op peil brengen is een werk van tientallen jaren. Voorkomen is ook hier beter dan genezen. Het is belangrijk om een evenwicht te creëren tussen de afbraak en de aanvoer van organische stof. Compost is een bron van stabiele organische stof en speelt dus een belangrijke rol om de bodemvruchtbaarheid in stand te houden en erosie te beperken. ACTIVITEITENVERSLAG 2009 • blz
39
Marketing resulteert in afzet van compost 4vervolg: Acties en realisaties per doelgroep
In januari stond Vlaco vzw op Agriflanders in Gent. We stuurden naar ongeveer 1.000 Vlaamse groentetelers een uitnodiging om langs te komen op onze stand. Vlaco vzw stond mee op de groepsstand van de Vlaamse milieuoverheden (VLM, VMM, LNE, ANB, ...). We konden Vlaco vzw onvoldoende profileren. Voor toekomstige beurzen overwegen we een eigen stand te nemen. We ontvingen wel meer dan 200 groentetelers op Agriflanders.
In september stond Vlaco vzw met haar stand op de Inter nationale Werktuigendagen in Oudenaarde. Er werd Vlaco-compost gebruikt bij de demonstraties van strooikarren. Via de weekkrant Landbouwleven nodigden we bezoekers uit. We kregen zo’n 400 landbouwers op bezoek. In december nam Vlaco vzw deel met een eigen stand aan Agribex. Een noodzakelijke stap voor een duidelijke profilering en een comfortabele ontvangst van de bezoeker. In de hal voor groenvoorziening ontvingen we minimaal 300 landbouwers maar ook tuinaannemers. Elke bezoeker van de stand ontving een warme wintermuts.
In oktober ging Vlaco vzw met NTV de baan op voor het programma ‘BoerensteBuiten’. Vlaco vzw maakte met hen een publireportage over het nut van compostgebruik voor de landbouw. Het hoge gehalte organische stof in compost wordt steeds belangrijker voor aftakelende Vlaamse land bouwgronden. Elke compostproducent heeft een kopij van deze film gekregen als marketingtool.
blz 40 • ACTIVITEITENVERSLAG 2009
activiteitenverslag 2009 Vlaamse Compostorganisatie vzw
Figuur 23 In 2009 gaat 40% van de compost naar akkerbouw. Het aandeel van de fruittelers verhoogde naar 3% in 2009. 3%
25%
40%
32% Boomkwekerij en sierteelt Tuinbouw Akkerbouw Fruitteelt
Figuur 24 Het gebruik van compost (in ton) in de fruitteelt schiet omhoog. ton
Fruitteelt
1.00 0
Mestdecreet In 2009 waren er geen wijzigingen in het mestdecreet die op compostgebruik gevolgen hadden. Via overleg volgt Vlaco vzw de ontwikkelingen van het mestdecreet verder op. Een blijvend knelpunt is het transport van compost. De uitvoering van het in 2008 besproken compromis, gft- en groencompostproducenten worden erkend verzender, laat nog steeds op zich wachten. De regeling erkend verzender is nog niet in een uitvoeringsbesluit opgenomen. Vlaco vzw houdt hiervoor de vinger aan de pols.
Figuur 25 Het gebruik van compost (in ton) in de akkerbouw kent opnieuw een toename Akkerbouw
ton 16.0 00
900
14.000
800
12.000
700 600
10.000
500
8.000
400
6.000
300 200
4.000
100
2.000
0 2004
2005
2006
2007
2008
2009
0 2004
2005
2006
2007
2008
2009
ACTIVITEITENVERSLAG 2009 • blz
41
Marketing resulteert in afzet van compost 4vervolg: Acties en realisaties per doelgroep
Verkoopslijst Land-en tuinbouw : Naar analogie met de wegenkaart voor de groensector (2008) ontwikkelde Vlaco vzw ook een wegenkaart voor de land- en tuinbouw. Op de ene kant staat het wegennetwerk van Vlaanderen met daarop aangeduid de verkooppunten. Aan de andere kant staat informatie over compostgebruik en een lijst met contactgegevens van compostproducenten. Deze lijst gooit de eigenaar niet zo maar weg!
Het verlies aan teelaarde (erosie) wordt verergerd door onaangepaste verbouwtechnieken en uitputtende teeltpraktijken. De bodem verliest vruchtbaarheid en structuur. Organische stof, de organische fractie van de teelaarde, is zeer belangrijk voor de vruchtbaarheid, de structuur, het vermogen water vast te houden en de biodiversiteit van de bodem. De bodem is ook een voorname opslagplaats van koolstof. Sommige praktijken van grondbeheer zorgen ervoor dat agrarische bodems koolstof opslaan en daardoor bijdragen aan de matiging van de klimaatverandering. Het verlies van organische stof in de bodem bedreigt de bodemvruchtbaarheid, de bodemstructuur en het vermogen van de bodem om regenwater vast te houden. Het verergert ook de klimaatverandering. Steeds meer teelaardeproducenten maken gebruik van compost als ideale bron van organische stof.
Figuur 26 De compostafzet (in ton) door potgrondfabricanten in stijgende lijn. ton
Potgrondfabricanten
45.0 00 40.000 35.000 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0 2004
2005
2006
2007
2008
2009
Figuur 27 Steeds meer compost gaat naar de grondopmengers om teelaarde, … te produceren
Grootafnemers
ton
Grondopmengers
100.000
Tuinturf, compost, klei, kalk, turfstrooisel en zand zijn de voornaamste bestanddelen van deze potgrond, die voor het grootste deel van de binnen- en buitenplanten en bloemen geschikt is. Potgrond wordt vaak verrijkt met kortof langwerkende meststoffen, sporenelementen en steeds meer met compost ter vervanging van de primaire grondstof turf. Een positieve en vooral milieuvriendelijke trent!
90.000 80.000 70.000 60.000 50.000 40.000 30.000 20.000 10.000 0 2004
blz 42 • ACTIVITEITENVERSLAG 2009
2005
2006
2007
2008
2009
Vlaco vzw is een communicatie-duizendpoot
activiteitenverslag 2009 Vlaamse Compostorganisatie vzw
Communiceren over de kringlopen van organisch-biologisch afval
Doelgroepen
Boodschap
Vlaco vzw communiceert met iedereen die te maken heeft met de grote of kleine kringloop van het organischbiologisch afval: compostmeesters, lesgevers, gemeentes, intergemeentelijke verenigingen, professionele verwerkers, particuliere en professionele compostgebruikers. Elk van deze groepen benaderen we op een andere manier, met een ander deel van de boodschap. We houden er ook rekening mee dat die verschillende doelgroepen ook onderling met elkaar communiceren. Intergemeentelijke verenigingen communiceren met hun gemeentes, gemeentes communiceren met hun burgers en hun compostmeesters,… Daarom geven we onze boodschap ook door aan sector organisaties en overkoepelende verenigingen. Vlaco vzw benut elke mogelijkheid om alle doelgroepen te bereiken.
Vlaco vzw promoot de volledige organisch-biologische kringloopgedachte, via de grote of de kleine kringloop. Vlaco vzw stelt duurzaam omgaan met grondstoffen voorop. We leggen de nadruk op het kwaliteitsvol sluiten van de materiaalkringloop en volgen de principes van cradle-tocradle. Afval is grondstof, tuinresten zijn bouwstenen. Via een netwerk van Intergemeentelijke verenigingen, gemeenten, compostmeesters promoten we kringlooptechnieken. De professionele verwerkers produceren kwaliteitsvolle bodemverbeteraars of meststoffen. De afzet en het oordeelkundig gebruik van deze recyclageproducten is het cruciale sluitstuk in de materialenkringloop. Vlaco-compost is een 100% natuurlijke bodemverbeteraar die het humusgehalte van de tuinbodem verhoogt en het
ACTIVITEITENVERSLAG 2009 • blz
43
Vlaco vzw is een communicatie-duizendpoot 4vervolg: Communiceren over de kringlopen van organisch-biologisch afval
bodemleven stimuleert. Hierdoor verbetert de bodem structuur en zijn de planten minder vatbaar voor ziektes en droogte. Nieuwe aanplanting slaat beter aan. Door afval te brengen naar een compostering en dan ineens Vlacocompost mee te nemen sluit men mee de milieuvriendelijke en duurzame kringloop. Het sluiten van de kringloop is ook belangrijk voor de eindproducten van co-verwerking. Het hele gamma eindproducten zijn goede meststoffen, die de planten van de nodige nutriënten voorzien om te groeien en op te brengen. Sommige leveren vooral stikstof, andere fosfor of kalium. Een goede productkennis is dus zeer belangrijk. Deze producenten zijn complementair met Vlaco-compost als bodemverbeteraar. Overzicht van de Vlaco-publicaties in de pers jan/09
Groencontact
apr/09
Tuinaannemer
apr/09
Vilt-berichten
mei/09
Lokaal
mei/09
De Bond Koop Zo
mei/09
Verbondsnieuws
jun/09
De Volkstuin
jun/09
Hobbytuin
jun/09
Vrouwen met vaart
okt/09
Landbouwleven
okt/09
Boer en Tuinder (twee artikels)
okt/09
Verbondsnieuws
nov/09
Tuinaannemer
Vlaco vzw in het nieuw Vlaco vzw besloot in 2009 om de communicatie te vernieuwen. Met begeleiding van de communicatiewerkgroep, opgericht in juli, maakten we een evaluatie van de bestaande middelen en deden we een analyse van de gewenste middelen. Er is besloten om eerst een nieuwe huisstijl te ontwikkelen. Een huisstijl gaat verder dan een verschijningsvorm. onze nieuwe huisstijl wil Vlaco vzw als geheel visualiseren. Het bepaalt onze herkenbaarheid en het imago. De gekozen huisstijl geeft onze identiteit op de juiste manier weer en versterkt haar. Professioneel, toegankelijk, open, uitnodigend en positief zijn enkele kwaliteiten die uitstralen. We behielden de ronde logo-vorm maar gaven er organische kantjes aan. De bol is duidelijk leesbaar en heeft een vriendelijke, open uitstraling. Het frisse groen is een logische keuze. Als het logo op een witte ondergrond staat is de cirkel groen. Als het logo op een gekleurd vlak of foto staat gebruiken we de witte versie. Dat zorgt voor een breed scala aan toepassingen zonder aan herkenbaarheid te moeten inboeten. Door met verschillende tinten groen en een drietal vaste kleuren te werken, zorgen we voor een dynamische herkenbaarheid zonder beperkt te zijn in latere toepassingen en verdere evoluties. Onze communicatie wordt vanaf nu versterkt met frisse beelden en illustraties. Dit wekt de interesse van de toeschouwer en werkt stimulerend. Op de foto’s staan echte mensen, echte tuinen, echte landbouwers en inspirerende toepassingen. We investeerden en zullen blijven investeren in een beeldbank. De lancering van de nieuwe huisstijl gebeurde op de Raad van Bestuur in december 2009.
Vlaamse Compostorganisatie vzw
blz 44 • ACTIVITEITENVERSLAG 2009
activiteitenverslag 2009
Financieel verslag
Vlaamse Compostorganisatie vzw
De financiële middelen van Vlaco vzw zijn afkomstig van enerzijds de lidmaatschapsbijdrage en anderzijds de werkingsbijdragen, van zowel de OVAM, de intergemeentelijke verenigingen als de privé-verwerkers. Van bij de oprichting is gestreefd naar een 50/50 verhouding OVAM / leden- producenten. De kosten omvatten ook voorzieningen voor 2010.
Tabel 14: Resultatenrekening 2009
KOSTEN (in Euro)
OPBRENGSTEN (in Euro)
Personeel (bezoldigingen, ...)
601.304 €
Lidmaatschapsbijdrage klasse 1 (OVAM)
59.494 €
Kantoor + technische uitrusting
140.855 €
Lidmaatschapsbijdrage klasse 2,3 e.a.
90.989 €
Marketing
96.954 €
Werkingsbijdrage klasse 1 (OVAM)
525.506 €
Vergoedingen aan derden
36.442 €
Werkingsbijdrage klasse 2 en 3 + toegetreden leden (producenten)
500.024 €
Werkingsbijdrage Cel Thuiscomposteren
101.120 €
Labo-analyses Onderzoek Preventie thuiscomposteren
181.658 € 45.364 € 224.232 €
Communicatie
29.870 €
Andere kosten
12.318 €
Totaal
1.368.997 €
Bijdragen promotiemateriaal, studiedagen e.a.
60.686 €
Financiële opbrengsten & recuperatie kosten
32.407 €
Totaal
1.370.226 €
ACTIVITEITENVERSLAG 2009 • blz
45
Veel graantjes maken een groot brood
Jaarvergadering 2009 Evenwicht materiaal - energie Vrijdag 26 juni is een warme zonnige dag. Zeventig auto’s rijden de parkeerplaats op van Park Molenheide. De inzittenden hebben geen zwembroek of badpak bij. Nee, ze komen voor het jaarlijks Vlaco-symposium. In 2009 staat het Vlaco-symposium in het teken van de evenwichtsoefening tussen materiaalrecyclage en energierecuperatie. De voorzitter Luc Vanacker heet in het totaal een kleine honderd deelnemers welkom. Kristel Vandenbroek presenteerde de activiteiten van Vlaco vzw in 2008. Een belangrijke mijlpaal was de voltooiing van het traject van de certificering, met de wettelijke verankering in Vlarea die in 2009 een feit is. De opschaling van de huidige vergisters in combinatie met de opstart van nieuwe vergisters zal de vraag naar afval doen stijgen. Ivo Pauwels stelde in primeur het nieuwe boek ‘Composteren en kringlooptuinieren’ voor. Dit boek is de opvolger van 101 compostvragen. Voor de aanwezigen zat er een kortingsbon in de map. Francies Van Gijzeghem van ABDE zette uiteen hoe de samenwerking tussen Park Molenheide en vergister Storg tot stand kwam. Foto’s van Storg verduidelijkten het proces van organisch-biologisch afval naar elektriciteit en warmte. Hilde Swerts van Miplan beschreef enkele scenario’s voor de duurzame verwerking van gft- en groenafval. Belangrijk daarin is een win-winsituatie te creëren voor materiaalrecyclage enerzijds en energetische valorisatie anderzijds. Elke Vandaele berekende de waarde van compostgebruik. De voordelen van compost werden duidelijk op een rijtje gezet en aan elk is een besparend bedrag geplakt. De receptie en vooral een fris drankje sloten deze geslaagde maar warme dag af.
Vlaco vzw Dagelijks team Kristel Vandenbroek is algemeen coördinator. Elfriede Anthonissen, Kristof Van Stichelen, Marianne Goossens, Barbara Hoekstra, Gerrit Van Dale, Wim Vanden Auweele, Elke Vandaele, Ingrid Vandenbroucke en Stijn Vermoens nemen dagelijks het hooi op de vork.
blz 46 • ACTIVITEITENVERSLAG 2009
activiteitenverslag 2009 Vlaamse Compostorganisatie vzw
Dagelijks bestuur Het Dagelijks Bestuur, in 2009 bestaande uit Luc Vanacker (OVAM, voorzitter Vlaco vzw), Ann Braekevelt (OVAM, secretaris Vlaco vzw), Luc Crommen (Limburg.net, ondervoorzitter Vlaco vzw), Paul Macken (IOK), Philip Robinet (Attero België, ondervoorzitter Vlaco vzw), Isabelle Van De Populiere (IMOG) en Jos Van Hoydonck (Igean) is in 2009 vier maal samengekomen.
Raad van bestuur De Raad van bestuur heeft vier maal vergaderd. De Raad van bestuur bestond in 2009 uit de leden van het Dagelijks bestuur, William Balliauw (Ibogem), Jos Boekcx (Ivarem), Jan Buysse (Interza), Davy Demets (van Gansewinkel), Martina Kinders (EcoWerf), Rudy Meeus (OVAM), Pieter Vandenberghe (IVVO), Isabelle Van De Populiere (IMOG), Ignace Van Haecke (Indaver NV), Pieter Vijncke (IVBO) en Emanuel Wandels (De Bree Solutions N.V.)
Verschillende werkgroepen ondersteunen Vlaco vzw. Onze leden zijn vertegenwoordigd in deze werkgroepen die een aantal keer per jaar samenkomen rond verschillende thema’s. ACTIVITEITENVERSLAG 2009 • blz
47
Veel graantjes maken een groot brood 4vervolg: Jaarvergadering 2009
Werkgroep Kwaliteit Omdat de naam ‘Werkgroep Normering’ niet meer echt de inhoud dekt, zijn de werkgroepen omgevormd naar ‘Werkgroep Kwaliteit’. Hierin bespreken we de onderwerpen die betrekking hebben op de controle en certificering, staalname en analyse, wetgevende bepalingen en de kwaliteit van de eindproducten met onze ledenproducenten. We delen onze leden in in 2 groepen, enerzijds de verwerkers van groen- en gft-afval, en anderzijds de OBAen mestverwerkers. Deze opdeling is doorgevoerd omdat er dan meer specifieke onderwerpen kunnen belicht worden. Tijdens deze werkgroepen zijn vertegenwoordigers van de verschillende bedrijven aanwezig en worden vooral, in overleg, oplossingen gezocht voor problemen en evoluties die men tegenkomt in de dagdagelijkse praktijk.
Werkgroep marketing Om een vlotte communicatie in verband met de marketingacties te hebben is het belangrijk dat iedere compostproducent een contactpersoon voor de compostverkoop doorgeeft aan Vlaco vzw. Het is immers belangrijk dat de algemene campagne van Vlaco vzw aangevuld wordt met lokale marketing- en verkoopsinspanningen van de compostproducenten. Een goede informatiedoorstroming, met een duidelijk zicht op ieders inspanningen is essentieel. Zo kunnen beide campagnes versterkend werken. Via de marketing werkgroep helpen de contactpersonen mee om de marketingcampagne van Vlaco vzw uit te stippelen en te evalueren. In augustus kwam de werkgroep samen. Na de vergadering trok de groep naar de Vlaamse tuinaannemer om de prijsuitreiking waarvan Vlaco vzw hoofdsponsor is, samen te bezoeken. In november besprak de werkgroep oa de acties op de Floraliën 2010.
blz 48 • ACTIVITEITENVERSLAG 2009
Werkgroep communicatie Nieuw bij Vlaco vzw is de werkgroep communicatie. In juli hebben we deze werkgroep communicatie opgericht en met hen overliepen we de interne analyse. Dit is een ‘think tank’ die een viertal keer per jaar samenkomt en de bakens uitzet voor de communicatie vanuit Vlaco vzw, zowel intern (Vlaco – leden) als extern (Vlaco – derden). We verwachten zeer concreet en doelgericht advies over de algemene communicatiemiddelen, kanalen, boodschap maar ook bij specifieke communicatietrajecten (bijvoorbeeld beursaanwezigheid, campagnes…). De werkgroep bestaat uit Koen Delie (IMOG), Emanuel Wandels (De Bree Solutions N.V.), Sofie Feytons (OVAM), Wouter Meersmans (Igean Mileu en Veiligheid), Kristel Vandenbroek (Vlaco vzw ), Barbara Hoekstra (Vlaco vzw), Elke Vandaele (Vlaco vzw) en Kristof Van Stichelen (Vlaco vzw). De werkgroep kwam bij elkaar in augustus, oktober, november en december.
Stuurgroep Thuiscomposteren en Afvalarm Tuinieren Vier maal kwamen we samen in 2009. Wij - de Cel Thuiscomposteren, betrokkenen van de OVAM en enkele Intergemeentelijke en gemeentelijke contacten- bouwden samen aan de invulling van nieuwe projecten. Brainstormen over mogelijke thema’s voor Juni Compostmaand, de hervorming van de cursussen en opleidingen, de inhoud van contactdagen en de organisatie van het Compostmeesterscongres bracht weer ideeën op en zette de neuzen allemaal in dezelfde richting.
Publicatielijst
activiteitenverslag 2009 Vlaamse Compostorganisatie vzw
Compostgebruik door particulieren • Brochure Vlaco-compost brengt leven in je tuin • Brochure Tuingrond verbeteren (zo lang de voorraad strekt) • Brochure Met compost het jaar rond (zo lang de voorraad strekt) • A3-poster Compost brengt nieuw leven in je tuin (zo lang de voorraad strekt)
Compostgebruik door professionelen • Folder De kracht van compost (zo lang de voorraad strekt) • Compost en het mestdecreet • Brochure Het gebruik van compost in de groen voorziening • Teeltfiches land- en tuinbouw (zo lang de voorraad strekt) - Aardappelen - Aardbei - Appel - Asperge - Bonen - Boomkwekerij en Sierteelt - Graangewassen - Knolselder - Koolgewas - Maïs - Prei - Sla - Spinazie - Suikerbieten - Wortelen • Leaflet Tuinaanemers (zo lang de voorraad strekt) • Folder Compost in openbaar groen levert subsidies op (zo lang de voorraad strekt)
Thuiscomposteren en kringloopTuinieren • Dossier Wat hebben kippen ons te bieden? (zo lang de voorraad strekt) • Poster 70x100 cm 1. Kies het composteersysteem (zo lang de voorraad strekt) • Poster 70x100 cm 2. Natuurlijke kringloop (uitgeput) • Poster 70x100 cm 3. Afbraakorganismen en composteren in bakken (zo lang de voorraad strekt)
• Poster 70x100 cm 4. Compostvat (zo lang de voorraad strekt) • Poster 70x100 cm 5. Compostgebruik (zo lang de voorraad strekt) • Poster 70x100 cm 6. Kippen (zo lang de voorraad strekt) • Poster 70x100 cm 7. Nieuw leven in de tuin (zo lang de voorraad strekt) • Poster op plaat 70x100 cm 1. Thuiscomposteren • Poster op plaat 70x100 cm 2. Grasbeheer • Poster op plaat 70x100 cm 3. Snoeihout • Poster op plaat 70x100 cm 4. Compostgebruik • Wimpel Composteren is kinderspel (zo lang de voorraad strekt) • Handboek compostmeesterwerking (zo lang de voorraad strekt) • Wervingsfolder ‘Thuiscomposteren…iets voor jou?’ • Vlaco cd-rom (zo lang de voorraad strekt) • Brochure Thuiscomposteren in de kringlooptuin • Folder Bodembedekkers • Folder Hoe kiest u vaste planten voor de kringlooptuin? • Folder Hoe verzorgt u vaste planten in de kringlooptuin? • Folder Mulch in de kringlooptuin
Algemeen • Folder Vlaamse compostorganisatie en de materialen kringlop van organisch-biologisch afval • Drieluik Compost brengt leven in je tuin (zo lang de voorraad strekt) • Poster Groen-Kringloop • Poster Gft-Kringloop • Boek 101 compostvragen (wordt niet meer verkocht, nog enkele voor ons intern) • Boek Composteren en kringlooptuinieren • Praktijkgids composteren (zo lang de voorraad strekt) • Vlaco-vlag (zo lang de voorraad strekt) • Video Compostering in Vlaanderen (zo lang de voorraad strekt) • Rapport “Ecologische en economische voordelen gft- en groencompost”
Uitleenmateriaal info • Infoborden • Compostkoffer
ACTIVITEITENVERSLAG 2009 • blz
49
Ledenlijst
Vlaamse Compostorganisatie vzw
Vlaamse Compostorganisatie vzw
Vlaamse Compostorganisatie vzw
1
Agrikracht n.v.
Rumbeke
09 242 85 50
20
De Bree Solutions n.v. Eke
09 222 55 80
2
Agri-Power
Malle
03 312 12 65
21
De Kruisberg n.v.
Arendonk
014 679 914
3
Agro-Energiek bvba
Zomergem
09 372 79 76
22
De Rese
Zedelgem
050 209 328
Attero Belgium nv
Mechelen
015 400 181
23
De Winter n.v.
Herent
016 239 372
4
Attero Belgium nv
Ronse (IVLA)
055 206 855
24
De Winter n.v.
Sint-Truiden
016 239 372
5
Binergy
Ieper
25
Ecowerf
Wilsele
016 284 300
6
Bio 7 n.v.
Rijkevorsel
03 314 62 23
26
Houthalen
011 521 894
7
Bio-Electric bvba
Beernem
050 788 866
Eurocompost Groenrecycling n.v.
8
Bio Energie Agriferm
Boutersem
016 73 33 37
27
Flanders Gardening Products bvba
Maaseik
089 352 189
9
Bio-Energie Herk bvba Herk-De-Stad
28
Gemeente Aalter
Aalter
09 226 39 74
29
Gemeente Brasschaat Brasschaat
03 650 02 94
Gemeente Knokke Heist
Knokke Heist
050 630 100
30
Goemaere-Eneco Energie n.v.
Diksmuide
015 404 140 016 69 40 56
Vlaamse Compostorganisatie vzw
BioEnergy n.v.
Hasselt
011 287 027
10
BioEnergy n.v.
Lommel
011 287 027
11
Bio-Gas Boeye BVBA Haasdonk
12
Biogas De Biezen
Arendonk
13
Biofer n.v.
Zoutleeuw
011 88 23 81
31
Greenergy BVBA
Herselt
14
Biomass Center
Ieper
057 219 284
32
Green Power
Pittem
Bionerga
Houthalen
011 520 810
33
GSL bvba
Halle
Bionerga
Bilzen
011 520 810
HAVILAND
Asse
02 466 51 00
Maasmechelen
011 520 810
IBOGEM
Beveren
03 575 00 75
IDM
Lokeren
09 348 43 97
IGEAN Milieu & Veiligheid
Wommelgem
03 350 08 11
Vlaamse Compostorganisatie vzw
Vlaamse Compostorganisatie vzw
Vlaamse Compostorganisatie vzw
15
16+17 Bionerga 18
19
03 775 78 39
Calagro Energie bvba Zomergem De Bree Solutions n.v. Maldegem
050 712 792
De Bree Solutions n.v. Oostende
059 333 473
blz 50 • ACTIVITEITENVERSLAG 2009
34
activiteitenverslag 2009 Vlaamse Compostorganisatie vzw
Vlaamse Compostorganisatie vzw
Vlaamse Compostorganisatie vzw
35
IGEAN Milieu & Veiligheid
Brecht (gft-compost)
03 330 19 20
36
IGEAN Milieu & Veiligheid
Brecht (groencompost)
03 330 19 20
ILVA
Aalst
IMOG 37
Vlaamse Compostorganisatie vzw
38
Vlaamse Compostorganisatie vzw
48
Recycling n.v.
Wetteren
49
Renovius
Overpelt
50
Roosen Borgh
Riemst
012 457 031
053 838 848
51
Samagro n.v.
Leisele
058 299 439
Harelbeke
056 716 117
52
SEDE Benelux n.v.
Oostende (IVOO) 0496 267 518
IMOG
Moen
056 456 585
53
Houthulst
INCOVO
Vilvoorde
02 255 94 70
Sap - Eneco Energie n.v.
INDAVER n.v.
Mechelen
015 288 000
54
Senergho
Gits
INDAVER n.v.
Grimbergen
02 253 11 07
55
Shanks Vlaanderen n.v.
Roeselare
INTERRAND
Hoeilaart
02 658 95 41
Stad Antwerpen
Antwerpen
03 260 80 25
INTERZA
Zaventem
02 721 07 31
Stad Sint-Niklaas
Sint-Niklaas
03 760 90 00
Stad Tienen
Tienen
016 805 700
57
Storg
HouthalenHelchteren
011 79 16 19
58
Storg
Bree
089 844 846
59
Valmass n.v.
Vleteren
03 292 96 96
Vlaamse Compostorganisatie vzw
56
051 700 733
Vlaamse Compostorganisatie vzw
IOK Afvalbeheer
Geel
014 580 991
Beerse
014 614 992
IVAGO
Gent
09 240 81 11
IVAREM
Mechelen
015 287 750
IVAREM
Lier
03 491 07 70
IVBO
Brugge
050 456 311
IVEB
Brecht
03 665 18 84
IVIO
Izegem
051 311 796
IVLA
Oudenaarde
055 302 713
IVM afvalbeheer
Eeklo
09 377 82 11
IVOO
Oostende
059 552 730
IVVO
Ieper
057 230 880
Lavaert bvba
Menen
056 421 318
Lavaert bvba
Lauwe
056 421 318
Limburg.net
Hasselt
011 288 989
Mandel - Eneco Energie n.v.
Rumbeke
015 404 140
MIROM
Roeselare
051 260 350
MIROM
Menen
056 528 130
MIWA
Sint-Niklaas
03 776 72 50
Op de Beeck NV
Grobbendonk
014 501 602
Op de Beeck NV
Kallo
014 501 602
OVAM
Mechelen
015 284 284
Quirijnen Energy Farming bvba
Merksplas
014 44 34 00
39+40 IOK Afvalbeheer
Vlaamse Compostorganisatie vzw
41
42
43
44
45
46
47
Van Gansewinkel bvba Mol
014 829 226
60
Van Gansewinkel bvba Eeklo
09 377 34 24
61
Van Gansewinkel bvba Eeklo (IVM)
09 377 33 76
62
Van Gansewinkel bvba Brugge (IVBO)
050 322 521
63
VC Energy bvba
Deinze
09 371 49 85
64
Verko
Dendermonde
052 213 991
65
Wauters PLAN LV
Vliermaal
012 263 782
66
Westcompost
Ieper (IVVO en MIROM)
057 216 916
67
WIPS n.v.
Schendelbeke
054 437 676
Dranco
Gent
09 233 02 04
Isvag
Wilrijk
03 887 80 36
Palingbeek
Hollebeke
057 20 04 36
Pival
Rumbeke
051 27 32 00
Andere Leden
ACTIVITEITENVERSLAG 2009 • blz
51
Uitgave van de Vlaamse Compostorganisatie vzw Redactie-Coordinatie: Barbara Hoekstra Aan deze uitgave werkten mee : Ann Braekevelt Barbara Hoekstra Elfriede Anthonissen Elke Vandaele Gerrit Van Dale Ingrid Vandenbroucke Kristel Vandenbroek Kristof Van Stichelen Luc Vanacker Marianne Goossens Stijn Vermoens Wim Vanden Auweele Illustraties en foto’s : Vlaco-diatheek tenzij anders vermeld Vormgeving:
Reclamebureau Mink
Druk:
Buroform, Mechelen
Deze uitgave wordt toegestuurd aan de leden van Vlaco vzw. Geïnteresseerden vinden deze publicatie op de website www.vlaco.be of kunnen een exemplaar aanvragen. Redactie-adres:
Vlaco vzw Kan. De Deckerstraat 37 2800 Mechelen Tel.: 015 451 370 Fax: 015 218 335
[email protected] www.vlaco.be
Gelieve dit activiteitenverslag na gebruik aan collega’s door te geven en achteraf in uw bibliotheek toe te voegen.
blz 52 • ACTIVITEITENVERSLAG 2009
100689 www.mink.be
activiteitenverslag 2009