SCHRIFTELIJKE VRAAG
nr. 125 van MERCEDES VAN VOLCEM datum: 27 november 2014
aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS
Isolatie schoolgebouwen – Investeringen De Vlaamse overheid voorziet in een tussenkomst bij de aankoop, de nieuwbouw, de verbouwing en de eerste uitrusting van schoolgebouwen in Vlaanderen en Brussel. In het gesubsidieerd vrij en officieel onderwijs kunnen de onderwijsinstellingen van het gewoon en buitengewoon basis- en secundair onderwijs, de internaten, de centra voor volwassenenonderwijs en de CLB’s (centrum voor leerlingenbegeleiding) die wensen te investeren in hun infrastructuur, terecht bij het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs (AGIOn). Ook de hogescholen uit alle netten kunnen bij AGIOn terecht voor subsidies. Als men een subsidie wil verkrijgen van AGIOn, moet de instelling (school, cvo, clb...) voldoen aan een aantal basisvoorwaarden. AGIOn verleent subsidies via een aantal procedures. Voor het basisonderwijs (gewoon en buitengewoon) bedraagt de subsidie 70% van de kosten. Voor het secundair onderwijs, de internaten, centra voor volwassenenonderwijs en CLB’s is de subsidie 60% van de kosten. Voor het niet door subsidie gedekte deel van de kosten (30 of 40%) kan een inrichtende macht een lening aangaan die gewaarborgd wordt door de Vlaamse overheid. Voor de hogescholen staat AGIOn in voor de financiering van de facturen van de infrastructuurprojecten. Het college van algemeen directeurs van de hogescholen verdeelt jaarlijks per hogeschool de investeringsmiddelen. In het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap (het vroegere gemeenschapsonderwijs) bestaan geen subsidies voor scholenbouw. De Afdeling Infrastructuur van het GO! voert zelf infrastructuurwerken uit voor de instellingen. De scholen, CLB's en internaten van het GO! kunnen met hun vragen rond infrastructuur terecht bij deze afdeling. 1. Kan de minister een overzicht geven van wat er sedert 2005 geïnvesteerd werd in de scholen voor hun isolatie? Wat met het gemeenschapsonderwijs? 2. Zijn er scholen die voor hun isolatie werken met een derdebetalersysteem? Zo ja, hoeveel? En wat zijn daar de bevindingen? 3. Hoeveel procent van de scholen beschikt nu over dakisolatie die voldoet aan de dakisolatienorm? 4. Beschikt de minister of cijfers (EPB) van de energiezuinigheid van schoolgebouwen?
5. Kan de minister een beknopt overzicht geven van de actieplannen van de Vlaamse Regering om de energie-efficiëntie in schoolgebouwen de komende jaren op te drijven?
Deze vraag werd gesteld aan de ministers Hilde Crevits (125), Annemie Turtelboom (69) ANTWOORD 1. AGIOn heeft mij meegedeeld dat sedert 2006 voor een bedrag van 141,6 miljoen euro aan projecten voor rationeel energiegebruik door AGIOn werd gesubsidieerd. Om de bewustwording bij de scholen rond rationeel energiegebruik te stimuleren was er een specifieke procedure voor rationeel energiegebruik. In afwijking van het criterium ‘chronologie’ van de wachtlijst kregen schoolbesturen versneld ingrepen gesubsidieerd die pasten in het kader van rationeel energiegebruik. Het ging bv. om isolerende werken, energiebesparende centrale verwarmingsketels, het plaatsen van dubbel glas, enz. Het Bijzonder decreet betreffende het gemeenschapsonderwijs voorziet bij het GO! inzake materieel beleid een verdeling in het aanwenden van de middelen voor infrastructuur tussen de scholengroepen en de Raad. De Raad legt de algemene bouwplanning vast, de planning voor grote infrastructuurwerken (GIW) en voor zware didactische apparatuur. De Raad bepaalt daarnaast de criteria om de middelen voor kleine infrastructuurwerken (KIW) toe te kennen aan de verschillende scholengroepen. Het GO! geeft mee dat er voor de scholengroepen jaarlijks voor circa 10 miljoen euro KIW is voorzien. Isolatiewerken kunnen als onderdeel van KIW of van GIW uitgevoerd worden. Onder ‘isolatie van scholen’ kan onder meer verstaan worden: isolatie als onderdeel van een nieuwbouw, bij capaciteitsuitbreiding, renovaties, vervangingen van ramen/buitenschrijnwerk, vloeren, daken, gevels van bestaande gebouwen, enz. Het GO! heeft mij meegedeeld dat er niet afzonderlijk geregistreerd wordt, zodat niet geweten is hoeveel middelen er in GIW en KIW in totaliteit specifiek naar ‘isolatie’ gaan. Wat de grote infrastructuurwerken (GIW) betreft, heeft het GO! van 2006 tot 2009 een programma voor REG investeringen uitgewerkt. Het ging globaal over ongeveer 75 miljoen euro, waarvan 45 miljoen euro gefinancierd met extra machtiging van de Vlaamse Gemeenschap en 30 miljoen euro uit de reguliere investeringsmachtiging. De 45 miljoen euro (extra machtiging) zijn aangewend geworden waarvoor ze specifiek bestemd waren:
dakvernieuwing en isolatie van daken (of van de schil van het gebouw);
aanpassen ramen en dubbele beglazing;
moderniseren verwarmingsinstallaties (warmwaterproductie);
relighting.
Globaal genomen is ongeveer de helft van deze middelen besteed aan isolatiewerken. De 30 miljoen euro (reguliere machtiging) is specifiek aangewend geworden voor het vervangen van buitenschrijnwerk en het vernieuwen van daken (m.a.w. enkel isolatiewerken). 2. AGIOn stelt geen weet te hebben van de toepassing van derdebetalersystemen specifiek bij de uitvoering van isolatiewerken in scholen. Ook het GO! maakt voor zover bekend geen gebruik van een derdebetalersysteem in deze context. 3. AGIOn beschikt niet over specifieke objectieve cijfers betreffende de dakisolatienorm. Er zijn wel enkele cijfers beschikbaar vanuit de subjectieve rapportering door directies betreffende de staat van de schoolgebouwen (enkel m.b.t. het gesubsidieerd
onderwijs). Hieruit blijkt dat voor het hele schoolgebouwenpark 11, 9% van de respondenten niet weet of het dak geïsoleerd is. Van diegenen die dit wel menen te weten, beschikt 43,9% van de aparte gebouwen op vestigingsplaatsen van scholen over dakisolatie, voor 56,1% stelt men dat dit niet het geval is. Het zijn de respondenten die aangeven of er dakisolatie aanwezig is, ongeacht of deze voldoet aan de dakisolatienorm. Ook het GO! beschikt niet over de gevraagde cijfers. Er loopt nog wel een bevraging bij de scholengroepen waarin dit ook aan bod komt. 4. In overleg met de diensten van het Vlaams Energieagentschap (VEA) is er cijfermateriaal over de energiezuinigheid van schoolgebouwen voorhanden. Het gaat om het overzicht van nieuwe scholen met de vergunningsaanvraag vanaf 2006 tot en met 2013. Enerzijds gaat het over cijfers met betrekking tot het E-peil en anderzijds over cijfers rond het Energieprestatiecertificaat (EPC). In bijlage vindt u over het E-peil de volgende overzichten:
het gemiddelde E-peil, de mediaan van het E-peil, het gemiddelde K-peil en de mediaan van het K-peil;
de evolutie van het gemiddelde E-peil en van de mediaan van het E-peil;
de spreiding van het E-peil.
Wat het EPC betreft moeten de bestaande scholen als publiek gebouw over zo’n certificaat beschikken. Eind 2013 vormde de gebouwcategorie ‘Onderwijs’ de grootste groep met 3.423 ingediende EPC’s (45%). In bijlage is per gebouwcategorie het gemiddeld kengetal van de ingediende EPC’s opgenomen. Bij de categorie ‘onderwijs’ hebben de hogescholen en universiteiten het hoogste kengetal. Dat kan mogelijks verklaard worden door de grote aula’s, de labo’s en andere technische ruimten of door het feit dat deze voorzieningen in oudere gebouwen gehuisvest zijn. 5. Wat de energie-efficiëntie in schoolgebouwen betreft, is een van de actieplannen de opvolging en monitoring van de passiefscholen. Dit pilootproject is in volle uitvoering. Er zijn ondertussen 9 projecten van de 19 operationeel. Als alle passiefscholen effectief in gebruik zijn, zullen we een goed beeld krijgen van de werkelijke meerkosten (bij de realisatie van dit type schoolgebouwen) en kan het energiegebruik van die scholen worden gemonitord. We volgen de scholen gedurende twee jaar op. Er verschijnt telkens een jaarrapport. Afhankelijk van de evaluatieresultaten kunnen we bepalen hoe we de bouw van passiefscholen verder kunnen ondersteunen. Nog een belangrijk actieplan is de mogelijke samenwerking met het Vlaams Energiebedrijf (VEB) om kleine energie-efficiënte ingrepen door middel van Onderhoud en Energie Prestatie Contracten (OEPC’s) te ondersteunen. De eerste besprekingen en stappen zijn hiervoor gezet binnen mijn diensten. Het doel is om via specifieke ingroepen aan een schoolgebouw een aantal energiebesparingen te realiseren. Ontwerp, installatie en onderhoud gebeuren door een Energy Service Company (ESCO) die als energiefacilitator optreedt. De winst die gemaakt wordt door middel van de energie-efficiënte ingreep zorgt voor een vergoeding naar de energiefacilitator toe. Dit actieplan staat nog in een beginfase. De uitvoering van dit actieplan is wellicht beter geschikt voor eerder kleinschalige bouwprojecten.
BIJLAGE
Overzichten E-peil
Bijlage 1 bij SV 125
Gemiddelde E-peil, mediaan van het E-peil, gemiddelde K-peil en mediaan van het K-peil
E E K K gemiddeld mediaan gemiddeld mediaan Aantal AG 2006 85 81 36 36 37 2007 79 77 37 39 26 2008 64 65 33 32 46 2009 66 64 31 32 58 2010 63 65 31 32 52 2011 70 70 37 39 30 2012 59 60 38 39 25 2013 60 59 36 37 16 290 Evolutie van het gemiddelde E-peil en van de mediaan van het E-peil
100 95 90
E-peil
85 80 E gemiddeld
75
E mediaan
70 65 60 55 50 2006
2007
2008
2009 2010 aanvraagjaar
2011
2012
2013
Spreiding van het E-peil
1% 2% 7%
5%
8%
< of =E40 E41-E50 E51-E60 E61-E70 E71-E80 E81-E90 E91-E100 >E100
20% 12%
45%
Gemiddelde energiescore van EPC per gebouwcategorie 500.00 439
450.00 400.00 336
350.00
306
300.00 250.00
239
249
233 180
200.00 150.00 100.00 50.00 0.00 administratie
cultuur
onderwijs
openbare diensten
politie en gerecht
sport
welzijn
or
vo
ol v on oor de se rw cu ijs nd
r
ai
ijs
w
er
nd
ro
ge
la
191
sc ho
ol
200.00
sc ho
218
kle sch ut oo er l v on o de or rw ijs
ge un r o ive nd rs erw ite ij ite s e n n
250.00
ho
r
uu
ct
a ijs nde in re fra st ru
rw
de
on
Categorie onderwijs 234
173 166
150.00
100.00
50.00
0.00