Voorstel aan de Raad
Nummer / datum raadsvergadering / datum vergadering B&W
95/2001 / 27-6-2001 en 26-9-2001 / 26-6-2001 Behandeld in commissie
Algemene Zaken Beleidsveld
stadsvisie Portefeuillehouder
mevr. dr. G. ter Horst Onderwerp
stadsvisie Nijmegen 2015 "Stad in Balans" Voorstel
1. In te stemmen met de volgende hoofdlijnen van de stadsvisie: • Wij willen de kansen die dynamische ontwikkelingen ons bieden, gebruiken om de stad in evenwicht te houden; • Wij bundelen de dynamiek op door ons aan te wijzen plaatsen in de stad; • Onze inbreng zal verschuiven van “zorgen voor……” naar “zorgen dat…..” 2. te bepalen dat deze hoofdlijnen in de komende jaren richting geven aan de gemeentelijke beleidsvoorbereiding, -programmering en – uitvoering; 3. de vertaling van de hoofdlijnen door middel van uitgangspunten en speerpunten binnen de sociale, culturele, economische, ruimtelijke en bestuurlijke uitdagingen nader uit te werken;
1
Inleiding
Het politieke debat over de stadsvisie op 4 en 11 april jl. is afgesloten met het besluit, om een raadsbesluit over de stadsvisie uit te stellen tot de raadsvergadering op 27/28 juni a.s.. Wij spraken af om die tijd te gebruiken om een aantal aspecten van de stadsvisie in de verschillende raadscommissies nog aan de orde te stellen. Het onderhavige voorstel bevat de definitieve tekst van de stadsvisie.
Alle eventueel vermelde bedragen zijn in guldens, tenzij anders aangegeven
095rvs.doc
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
1
1.1 Doelstelling en beoogd effect
Door het vaststellen van hoofdlijnen voor de gewenste ontwikkelingsrichting van de stad in de komende 15 jaar ontstaat een basis voor de voorbereiding en uitvoering van keuzes die voor de toekomst van de stad belangrijk zijn. De visie plaatst reeds gemaakte keuzes in dit toekomstperspectief, geeft richting aan lopende beleidsontwikkelingen en leidt middels bestuurlijke opdrachten tot het starten van nieuwe beleidsontwikkelingen. Op deze wijze biedt de visie uw raad een integraal afwegingskader voor de programmering van de activiteiten op diverse beleidsvelden. Het vernieuwde BBI- instrumentarium stelt uw raad vervolgens in staat te sturen op beleidsontwikkeling en –programmering in het kader van de stadsvisie. Doelstellingen en beoogde/ gerealiseerde effecten worden, meer dan tot nu toe het geval was, inzichtelijk gemaakt. De besluitvorming over de stadsvisie markeert de start van een periode met nieuwe uitdagingen voor het bestuur en de ambtelijke organisatie. De hoofdlijnen van de stadsvisie zullen in de komende jaren richting geven aan de gemeentelijke beleidsvoorbereiding, -programmering en – uitvoering. Uitwerking volgt via het vernieuwde BBI- instrumentarium (Perspectiefnota, Stadsbegroting e.a.).
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
2
Stad in Balans Hiermee presenteren wij U onze visie op de toekomst van de stad. Wij leggen deze visie voor aan uw raad, met het voorstel om deze de komende jaren als uitgangspunt te nemen voor het gemeentelijke beleid. De stadsvisie vormt de bestuurlijke afronding van het interactieve proces, dat zich in het afgelopen jaar ontrolde onder het motto “Bemoei je met je eigen zaken”. Burgers, sleutelfiguren, raadsleden en ambtenaren dachten mee over de toekomst van de stad. Alle meningen, ideeën en visies zijn gehoord en verwerkt in het Koersbericht. Nu zijn wij aan zet om op basis hiervan de visie op de toekomst van de stad aan u voor te leggen. In deze visie geven wij de door ons gewenste ontwikkelingsrichting aan. Dit streefbeeld zal richtinggevend zijn voor de (integrale) programmering van de diverse beleidsvelden in de komende jaren. De stadsvisie markeert de start van een periode met nieuwe uitdagingen voor het bestuur en voor de ambtelijke organisatie van de gemeente Nijmegen. Wij beginnen met een terugblik op de historie van Nijmegen. In elk gesprek over de toekomst van onze stad komt haar geschiedenis aan de orde. Steeds weer blijkt dat die historie een bindend element is voor veel Nijmegenaren. Vanuit de historie komen we bij het Nijmegen van vandaag. Daar schetsen we, in hoofdstuk 2, de belangrijkste kenmerken van het huidige Nijmegen. De inbreng van burgers en sleutelfiguren uit het Koersbericht speelt daarbij een grote rol. In het derde hoofdstuk zetten wij de lessen uit het verleden naast de boodschap van het Koersbericht. Op basis daarvan ontvouwen wij onze visie op de toekomst van Nijmegen. In het slothoofdstuk vertalen wij deze visie in uitdagingen: de kaders en opdrachten voor de komende jaren.
1 Een terugblik in de geschiedenis Voor we vooruitdenken over de stad in 2015 kijken we naar het verleden. Nijmegen heeft, als oudste stad van het land, een eigen historie. Als Nijmegenaren het over hun stad hebben, klinkt daarin vaak iets door van trots over dat verleden. 1.1 Vestingstad e De geschiedenis als stad begint in de 2 eeuw na Chr.: Ulpia Noviomagus is militair en bestuurlijk een knooppunt in het Romeinse rijk, met Romeins stadsrecht, enig burgerrecht, zelfstandig e bestuur en marktrecht. Na verval en functieverlies krijgt aan het einde van de 8 eeuw deze geschiedenis opnieuw glans. Nijmegen wordt Keizer Karelstad, de meest noordelijke keizerlijke residentie in het Karolingische (Europese) rijk. Op dit knooppunt van oude Romeinse handelsroutes en transportader de Waal ontwikkelen ambacht en handel zich onder bescherming van de keizerlijke burcht. In de latere middeleeuwen verwerft Nijmegen opnieuw stadsrecht als residentie van Duitse keizers in het Heilige Roomse Rijk. In het Habsburgse Rijk behoudt de stad een soortgelijke e functie. In een lange periode van overwegend bloei kan Nijmegen zich tot eind 18 eeuw ontwikkelen als centrum van ambacht, handel, kunst, cultuur en kerkelijke functies. Wij zien daar
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
3
niet alleen restanten van terug in het museum. Ook monumenten herinneren aan die bloeiperiode.
1.2 Katholieke woonstad e
De 19 eeuw kenmerkt zich door verval binnen knellende stadsmuren. Rond 1880 heeft Nijmegen slechts 25.000 inwoners. Pas laat in de negentiende eeuw kan de stad haar stadswallen ontmantelen en zichzelf ruimte verschaffen om te groeien. Restanten van de vroegere stadswal zijn nog zichtbaar in Hunerpark en Kronenburgerpark. Na sloop van de omwalling ontwikkelt Nijmegen zich voorspoedig als een fraaie woonstad en als katholiek bolwerk, bekroond met de bouw van Concertgebouw “de Vereeniging”. Door haar ligging aan de rivier ontwikkelt de stad zich vooral in zuidelijke en westelijke richting. De industrialisatie is dan al in volle gang. Deze gaat aan Nijmegen grotendeels voorbij. Wat zich aan industrie vestigt in de stad, zijn veelal dochters van elders gevestigde ondernemingen. In tijden van economische krapte worden juist deze dochterondernemingen eerder afgestoten. Een sterke gevoeligheid voor conjunctuurschommelingen zal, zo blijkt in de verdere ontwikkeling van de stad, nog vele decennia het beeld van de stad bepalen. Daar staat tegenover dat evenmin sprake is van grote druk op groen en milieu door grote, vervuilende fabrieken. Daardoor kunnen ook vele decennia zowel de stad als haar omgeving een groen karakter behouden. Vooral katholieke instituten drukken hun stempel op Nijmegen in het verzuilde Nederland van het begin van de twintigste eeuw. In 1923 wordt de Katholieke Universiteit in Nijmegen gevestigd. Studenten en personeel gaan een aanzienlijk deel uitmaken van de Nijmeegse bevolking. Dat heeft een blijvende en sterke invloed op de bevolkingssamenstelling, sfeer en cultuur van de stad. De ontwikkeling als onderwijs- en kenniscentrum vindt daar haar oorsprong. In een schil rond het stadscentrum, waarbij opnieuw de rivier de noordzijde afschermt, worden arbeiderswijken zoals Waterkwartier, Wolfskuil, het Rode Dorp gebouwd in de vooroorlogse bouwtraditie. De dertiger jaren tonen opnieuw de zwakheid van de stadseconomie aan. De crisisjaren treffen de Nijmeegse bevolking hard, met name in die wijken. Nijmegen bezat het hoogste percentage werklozen van alle gemeenten. Diezelfde crisis levert de stad het Goffertpark op en het MaasWaalkanaal. In die periode ontsluit De Waalbrug de stad in noordelijke richting.
1.3 Wederopbouw en actie e
Tot de 2 wereldoorlog wordt het beeld van de stad bepaald door de vele kerken en kloosters in en rond het centrum. De oorlog treft Nijmegen letterlijk in het hart: het centrum van de stad wordt zwaar beschadigd en bijna het hele middeleeuwse stratenpatroon wordt vernietigd. Tot midden jaren zestig vormt de wederopbouw een bindend element in de Nijmeegse samenleving. In die wederopbouw bepaalt de opkomst van de auto sterk het ruime en open karakter van het nieuwe stadscentrum: grootschalige gebouwen, pleinen en bredere wegen die nu vaak een gevoel van onherbergzaamheid oproepen. De verzuiling biedt een stabiele sociale structuur, waarin sterke instellingen en verenigingen het zelforganiserend vermogen van de stedelijke samenleving maken. De wijken Heseveld, Grootstal, Hatertse Hei en Hatert ontstaan in die periode. De democratiseringsbeweging van de jaren zestig gaat aan Nijmegen zeker niet ongemerkt voorbij. Mede gevoed vanuit de studentenpopulatie van de universiteit ontwikkelt Nijmegen zich tot actiestad, waarin culturele en maatschappelijke vernieuwing de boventoon voeren. Een actieve krakersbeweging laat van zich horen; velen herinneren zich nog de Zeigelhof-affaire. Nieuwe instituties ontstaan als reactie op de afbrokkelende, verzuilde verbanden. Het gevarieerde
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
4
culturele klimaat van Nijmegen vindt in die periode zijn oorsprong. Naast de Schouwburg en de Vereeniging ontstaan dan instellingen als Doornroosje en O42, die nog decennia lang het culturele aanzien van Nijmegen zullen bepalen. De voortdurende vraag naar woningen leidt tot grootschalige woningbouw in nieuwe wijken, verder zuidelijk en westelijk van het centrum. Neerbosch Oost is daarvan een treffend voorbeeld. Plannen om ook de Benedenstad in diezelfde stijl vol te bouwen worden niet gerealiseerd. De pogingen om in oostelijke richting woonbebouwing mogelijk te maken stuiten op maatschappelijk actie voor behoud van groen en natuur. Daarop waagt de stad de sprong naar de overzijde van het kanaal, waar Dukenburg en, later, Lindenholt gebouwd worden. Bestuurlijk breekt het tijdperk aan van de maakbare samenleving. Nederland bouwt zijn verzorgingsstaat. Ook in onze stad voert het sociale de boventoon, boven economische en fysieke overwegingen. De verzuiling wordt definitief afgesloten met de uitbouw van het professionele welzijnswerk. De grote wijkcentra stammen uit die tijd. 1.4 Krimpend perspectief Dan worden de ruimtelijke beperkingen voelbaar. Hoewel de stad nog steeds een gewaardeerde woonstad is, kunnen de meer draagkrachtige Nijmegenaren hun woonwensen niet langer binnen de grenzen van de gemeente vervullen. In de omliggende gemeenten wordt massaal gebouwd voor de Nijmeegse woonbehoefte. De hogere inkomens verhuizen uit de stad, waardoor een proces van draagvlakverlies in de stad wordt ingezet. De oliecrises van de jaren zeventig en daarop volgende economische recessie leiden tot bezuinigingen en werkloosheid. Nijmegen verliest voor een belangrijk deel de laagwaardige industriële activiteit. De stad heeft geen goed imago bij investeerders in commercieel vastgoed. De zakelijke dienstverlening compenseert het verval in de industriële sector niet. Maatschappelijke diensten, onderwijs, gezondheidszorg en overheid vormen nog het meest stabiele deel van de stadseconomie en van de werkgelegenheid. De stad betaalt opnieuw de tol voor haar zwakke economische structuur: de werkloosheid stijgt snel tot grote hoogte en zal later bijzonder hardnekkig blijken. In eerste instantie probeert de gemeente, met hulp van de rijksoverheid, de maatschappelijke effecten op te vangen door inzet van het welzijnswerk. Solidariteit is een belangrijk motief voor veel Nijmegenaren om maatschappelijke activiteiten te ontplooien. Het zelforganiserend vermogen blijft onverminderd hoog. Vrijwilligerswerk, waaraan studenten en werklozen een belangrijke bijdrage leveren, richt zich op zwakkeren in de samenleving. Buitenlandse werknemers, die zich hier vestigden in de jaren van economische groei en arbeidskrapte, worden extra hard getroffen. Met inzet van rijksgelden voor de stadsvernieuwing vindt in de jaren zeventig en tachtig een e grootscheepse verbetering plaats van de fysieke infrastructuur in de 19 eeuwse schil en de vooroorlogse wijken. Fysieke verloedering op grote schaal wordt daarmee voorkomen maar de sociale structuur lijdt forse schade. Het karakter van woonstad blijft weliswaar behouden door in te zetten op het bestrijden maatschappelijke achterstand en armoede, maar de gemeente loopt tegen haar financiële grenzen op. Bovendien wijst niets op een economisch herstel. Economische en fysieke infrastructuur verdringen sociale onderwerpen van de agenda. Intensieve bezuinigingen en lastenverhogingen zijn het gevolg.
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
5
1.5 Scheve verhoudingen rechtgezet In het midden van de jaren 80 is de stad in drie opzichten scheef gegroeid. De historisch gegroeide zwakke economische structuur maakt de stad bijzonder kwetsbaar bij economische tegenslag. Daarbij is de stad vol gegroeid naar het zuiden toe. Er is geen ruimte meer voor woningbouw en bedrijfslocaties en de stad kent een onevenwichtige bevolkingsopbouw: een grote groep laag opgeleide inwoners met een laag inkomen en een relatief grote groep hoogopgeleiden, die deels werkloos is. De internationale economie trekt aan. De mogelijkheden voor regionale samenwerking nemen toe. In de jaren negentig krijgt die samenwerking vorm in het Knooppunt Arnhem Nijmegen. Economische structuurversterking bepaalt de agenda van het stadsbestuur. Sociale onderwerpen moeten even wachten. De gemeente gaat werken aan verbetering van de fysieke infrastructuur om de economische basis van de stad te herstellen. De stad wendt de blik naar het Noorden: de scheefgroei in economisch, fysiek en sociaal opzicht kan het best worden doorbroken door de sprong over de Waal te maken. In het nieuwe stadsdeel, dat samen met private partners wordt gebouwd, zal bijna een vijfde deel van de Nijmegenaren komen te wonen. De Waalkade is dan al ontwikkeld tot een toeristische trekpleister. De in gang gezette regionale economische structuurversterking levert nieuwe bedrijvigheid op in de moderne elektronische industrie en in zakelijke en commerciële dienstverlening. Bedrijventerreinen binnen de gemeentegrenzen zijn echter vrijwel volledig benut. Met de bouw van de Brabantse Poort schept de gemeente een nieuwe werkgelegenheidsconcentratie, aan de belangrijkste westelijke ontsluitingsroute van de stad, met kantoren, woningen en commercieelrecreatieve functies. Door samenwerking met Wijchen ontstaat ruimte voor een gezamenlijk, modern industriegebied (Bijsterhuizen) dat inmiddels grotendeels is uitgegeven. In het laatste decennium van de twintigste eeuw krabbelt Nijmegen snel uit het dal.
2 Nijmegen vandaag De afgelopen jaren hebben we de stedelijke structuur versterkt door een aantal grote, stedelijke projecten. We noemden al de Brabantse Poort en Bijsterhuizen als impuls voor het aantrekken van werkgelegenheid. In de Waalsprong bieden we nieuwe ruimte voor woningen, in combinatie met zorgvoorzieningen, werkgelegenheid en recreatie. De keuze voor regionale en stedelijke economische structuurversterking heeft, ook dankzij de conjuncturele voorspoed, vruchten afgeworpen. Dat is zichtbaar in en om de stad. Nijmegen heeft inmiddels ruim 150.000 inwoners, een aantal dat tot 2015 zal groeien tot zo’n 170.000. Het aantal werklozen is sterk gedaald, het aantal banen sterk gegroeid. De groei zit ook in het midden- en kleinbedrijf, een sterke bedrijfstak in de stad. Het stadscentrum heeft zijn regionale verzorgingsfunctie versterkt. De belangstelling van investeerders groeit. Het centrum krijgt weer de rol van economische motor: grootschalige vernieuwing zal zorgen voor een de verbetering van de concurrentiepositie. Culturele voorzieningen vormen onderdeel van de investeringen in het centrum, met het nieuwe museum en het culturele kwartier. De bewoners komen graag in het centrum. De Nijmegenaren zijn weer trots op hun stad. De woonkwaliteiten van de stad zijn onomstreden. Ten oosten en zuiden blijven grote, groene natuurgebieden in stand, wat ook voor Nijmegen van bijzondere waarde is. In enkele wijken staan herstructureringsplannen op stapel, bedoeld om de kwaliteit van het wonen en de woonomgeving
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
6
te verbeteren. Plannen daarvoor maken corporaties en gemeente samen met bewoners en andere betrokkenen. De toename van economische en culturele activiteit heeft het dynamisch karakter van Nijmegen versterkt. Het wordt steeds drukker in en om de stad. In de stadsdebatten benoemen de deelnemers de keerzijde van grootschaligheid en dynamiek: verkeersproblemen, andere vormen van overlast, gevoelens van irritatie en van onveiligheid en vervreemding. Niet alleen de kwaliteit van de woon- en leefomgeving is een belangrijk thema, maar ook veiligheid in de stad en in de wijk. Ook is er door een grote groep burgers nagedacht over oplossingen op het gebied van de bereikbaarheid en mobiliteit van en in de stad In de debatten over zorg en welzijn komt naar voren dat individualisering in de plaats is gekomen van solidariteit en zorg voor elkaar. Er bestaan veel ideeën en opvattingen over de wijze waarop zorgvoorzieningen in de stad en in de wijk georganiseerd zouden moeten worden. De opbrengsten van economische groei zijn nog ongelijk verdeeld, wat leidt tot tweedeling. Sommige burgers profiteren niet van de toegenomen welvaart. In het huidige grote stedenbeleid proberen we de achterstanden weg te werken. De vergrijzing dient zich aan. De sleutelfiguren benadrukken de vele kansen die te benutten zijn voor een goede toekomst van de stad. Voorbeelden daarvan zijn het culturele klimaat, het kennis-, culturele- en economische potentieel van KUN en HAN, de aanwezigheid van gezondheidsinstituten, de prachtige ligging van de stad. De boodschap van het Koersbericht is dat voor veel burgers de zorgen van nu ook de zorgen van de toekomst zijn. Ook in 2015 moet de stad schoon, heel en veilig zijn. Ook in 2015 moeten in de wijken de voorwaarden aanwezig zijn voor sociale kwaliteit. Het Koersbericht constateert dat veel burgers zich verbonden voelen aan de stad en aan de wijk. Het wordt belangrijk gevonden dat dat zo blijft. De conclusie in het Koersbericht is dat burgers en bedrijven een sterke binding met de stad moeten hebben om ook in 2015 sociaal en economisch een robuuste stad te kunnen zijn. Wij hebben dat Koersbericht als vertrekpunt genomen in onze visie op Nijmegen 2015.
3 Van koers naar visie Het verleden leert ons lessen en het Koersbericht geeft ons de boodschap van vandaag. Beide nemen wij ons ter harte. En dat niet alleen. Wij willen ook onze verantwoordelijkheid nemen om onze stad en haar burgers voor te bereiden op de veranderingen die op ons afkomen. Veranderingen die van invloed zullen zijn op de sociaal-culturele en economische ontwikkeling van de stad.
3.1 Lessen uit het verleden Uit de lange geschiedenis van de stad leren we dat perioden van bloei en stagnatie elkaar afwisselen. De perioden van bloei vallen samen met die waarin Nijmegen wist te profiteren van haar positie in ruimere bestuurlijke, economische en culturele verbanden. Maar in andere tijden bleek de stad kwetsbaar. In de jaren negentig komt de stad weer in evenwicht. We constateren dat economische, sociale en culturele ontwikkelingen nauw op elkaar ingrijpen. Het één kan niet zonder het ander. De geschiedenis van onze stad laat zien dat bewoners wegtrekken als we ze geen goede plek kunnen bieden om te wonen en om hun kinderen op te
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
7
laten groeien. Ook de economische basis van de stad moet sterk genoeg zijn om bewoners een arbeidsperspectief te kunnen bieden.
3.2 en de boodschap voor de toekomst Het Koersbericht geeft het stadsbestuur een belangrijke boodschap: onze stad is in 2015 levendig en sterk, als we erin slagen om burgers en bedrijven aan de stad te binden. Dat moeten we doen door de woon- en werkkwaliteiten van de stad te versterken en daarbij gebruik te maken van de bijzondere Nijmeegse kwaliteiten.
3.3 Nijmegen verandert Zoals gezegd willen wij de uitkomsten van de discussie tot nu toe afzetten tegen de veranderingen die op ons afkomen. Nijmegen totaal groeit De toekomstige groei van de Nijmeegse bevolking hangt sterk samen met de bouw in de Waalsprong. Volgens de meeste recente planningen zullen er tot 2010 8400 tot ruim 10.000 woningen gebouwd gaan worden. Daarbij kan een bevolkingomvang van 166.000 tot 170.000 verwacht worden. Of er daarna nog meer Nijmegenaren bijkomen, zal afhangen van het aantal woningen dat gebouwd wordt. Niet alleen het aantal neemt toe, ook de samenstelling van de bevolking verandert in de komende jaren. Ook de beroepsbevolking neemt toe. Het aantal vrouwen dat werkt blijft stijgen en naar verwachting zullen straks ook meer ouderen actief zijn op de arbeidsmarkt. Het aantal jongeren groeit De ontgroening is sinds het midden van de jaren ’90 gestopt. Ook de komende jaren zal de groep Nijmegenaren jonger dan 20 groeien, door de groei van de bevolking (Waalsprong) en door een stijging van het geboortecijfer. Het gaat om groei in absolute zin; daarmee is niet gezegd dat de Nijmeegse bevolking in sterke mate gaat verjongen. De groei van de groep is maar weinig sterker dan die van de totale bevolking. Wat er onder de huidige jongeren leeft hebben wij kunnen lezen in de recent verschenen jeugdmonitor. Of dat beeld ook voor onze toekomstige jongeren geldt is moeilijk voorspelbaar. Diverse ontwikkelingen binnen de groep senioren In de periode tot 2010 zijn er veel veranderingen in de groep ouderen: • • • •
de de de de
leeftijdsklasse 55-64 gaat sterk groeien groep 65-74- jarigen vertoont een absoluut en relatief gezien heel beperkte groei leeftijdsgroep 75-84 groeit relatief gezien licht groep oudste ouderen (85+) groeit relatief gezien erg sterk
De groep jonge senioren (55-64) is over het algemeen goed zelfredzaam en zal naar verwachting weinig beroep doen op zorg. Voor andersoortige voorzieningen kan hun toename echter wel veel betekenis hebben. Naast de jongere ouderen vertoont ook de oudste groep ouderen in de toekomst een relatief sterke groei. De groep zal in de jaren tot 2010 doorgroeien naar zo’n 2.500 personen, een
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
8
toename van ongeveer 25% in vergelijking tot 2000. De groei van deze groep is absoluut gezien niet zo groot, relatief echter wel belangrijk. Juist deze groep doet vaak een beroep op speciale woon- en zorgvoorzieningen. Het onderzoek naar de leefbaarheid van 65-plussers in Nijmegen van oktober 1999 “Ouderen in Nijmegen” laat een beeld van zien van de (woon)behoeften van ouderen. Zo willen ouderen veel minder vaak dan andere leeftijdsgroepen verhuizen, kiezen er vaak voor zo lang mogelijk in hun huidige woning te blijven wonen. De toename van ouderen zich zal zich vooral concentreren in de gebieden ten zuiden van de Waal. Ontwikkeling etnische groepen Momenteel heeft 24 % van de Nijmeegse bevolking een niet-Nederlandse achtergrond; 9% is afkomstig uit rijke, westerse landen en 14% uit “arme landen”. In 1995 was 21 % van de Nijmeegse bevolking allochtoon. Als de toekomstige groei vergelijkbaar zal zijn met die in Nederland als geheel, zal het percentage etnische groepen in Nijmegen toenemen van nu 24 % tot rond de 30 % in 2015. De groei is geconcentreerd bij de etnische groepen afkomstig uit “arme landen”. In 2015 zal in Nijmegen ca 9-10% van de Nijmeegse bevolking afkomstig zijn uit rijke, westerse landen èn 1820% uit “arme landen” (ca een op de vijf Nijmegenaren). De toename zit voor een deel in de instroom van buitenlanders en voor een deel in het relatief hogere geboortecijfer van vrouwen met een niet Nederlandse achtergrond. De ontwikkelingen in het Nederlands asielbeleid en de mondiale maatschappelijke omstandigheden zijn daarbij van grote invloed. Dat maakt dat deze prognoses een grote onzekerheidsmarges hebben.
Ruimte en schaal Steeds meer mensen willen grotere huizen. De auto wordt vaker gebruikt. Bedrijven groeien en vragen steeds meer ruimte en groengebieden willen we zoveel mogelijk behouden. Ruimte is schaars in ons land en in onze stad. Daarom moeten we zorgvuldig omgaan met al die wensen. Een van de mogelijkheden is intensiever gebruik maken van de ruimte: ondergronds, de hoogte in en menging van functies. Schaalvergroting leidt ertoe dat de gemeenten, bedrijven en organisaties steeds meer opereren op regionale en nationale schaal. Daarbij moeten rekening gehouden worden met internationale afspraken, die belangrijk zijn voor werkgelegenheid en arbeidsmarkt. Beslissingen die de economische structuur van onze regio en stad in het hart kunnen raken worden op andere plaatsen genomen. Door internationalisering van de economie gaan bedrijven meer deel uitmaken van geïntegreerde productieclusters. In deze clusters spelen toeleverende bedrijven, maar vooral de industrie die eindproducten ontwikkelt, een sleutelrol, nu en in de toekomst. Hetzelfde geldt voor regionale clustering en verbindingen tussen bedrijven. Het in samenhang bedenken, maken en transporteren van producten en diensten en van toeristische waarden zijn de toekomstige pijlers van de economische ontwikkeling van de stad en de regio. Om effectief te kunnen zijn in deze grotere verbanden, moeten we samenwerken met gemeenten in onze regio. Hetzelfde geldt voor Nijmeegse bedrijven. Deze samenwerking leidt tot een netwerk van verbindingen en activiteiten. In de vijfde nota ruimtelijke ordening is het Knooppunt Arnhem Nijmegen aangewezen als nationaal stedelijk netwerk met de opdracht om een deel van de toekomstige behoefte aan woningen en bedrijfslocaties op te vangen. De vijfde nota beschrijft dit knooppunt als volgt:
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
9
“Het knooppunt heeft een internationale functie voor het vervoer van goederen en personen tussen Randstad en Ruhrgebied. Ook de dienstverlening (kennisinstellingen, ICT, gezondheidszorg, attracties en commerciële dienstverlening) is hier van internationale betekenis. Deze positie wordt met de beoogde Betuwelijn en de HSL-Oost versterkt. De plannen voor het HSL-station van Arnhem en MTC Valburg sluiten daar direct op aan. De centra binnen dit stedelijk netwerk moeten via hoogwaardig openbaar vervoer worden verbonden. Verbetering van het stedelijk gebied in en rond de centra en de ontwikkeling van een groen/ blauwe structuur zullen het vestigingsklimaat versterken. Dit moet hand in hand gaan met het streven om het water meer ruimte te bieden uit een oogpunt van veiligheid”.
Kennis en Technologie Kennisintensivering is in alle sectoren van de samenleving te zien. Kennis voedt de vaardigheid van mensen, groepen, instellingen en bedrijven om te reageren op een dynamische omgeving. Het kunnen beschikken over en het toepassen van kennis is een toenemende bestaansvoorwaarde. De maatschappelijke, economische en ruimtelijke gevolgen hiervan zijn, zeker over een langere termijn, moeilijk in te schatten. Het onderwijs zal er anders uit gaan zien. Sociale en economische activiteiten worden minder afhankelijk van plaats of tijdstip. Als plaats en tijd minder belangrijk zijn als vestigingsfactor voor burgers en bedrijven, wordt de sociaal-culturele kwaliteit van de vestigingsplaats belangrijker. Nijmegen heeft kansen in deze ontwikkeling vanwege de bijzondere kwaliteiten van de stad. Met de KUN en de HAN heeft de stad ook belangrijke aanbieders en ontwikkelaars van kennis. Maar ook in diverse kleinere en grotere bedrijven is een potentieel van kennisontwikkeling of creatieve kennistoepassing. De communicatie- en informatietechnologie dringt steeds dieper door in onze leefwereld. We onderhouden onze contacten niet alleen met onze medewijkbewoners maar chatten wereldwijd. Kopen van goederen via het internet biedt nieuwe mogelijkheden. Als deze trend zich doorzet, kan dat veel betekenen voor ons winkelgedrag - dus ook voor de positie van ons centrum - en voor de distributie van goederen.
Individualisering We lijken ons soms onmachtig te voelen om de grootschalige veranderingen in de wereld om ons heen te begrijpen of te beïnvloeden. Inwoners kunnen en willen wel invloed hebben op de sociale en fysieke omstandigheden waarin zij leven. Dat moet echter niet alleen vanuit het individuele belang gebeuren. De toenemende individualisering, met een nadruk op de ontwikkeling van eigen identiteit en het nemen van verantwoordelijkheid voor het eigen leven, leidt daar soms wel toe. Een gevolg van individualisering kan zijn dat we niet meer beseffen in onderlinge afhankelijkheid te leven. We doelen op dreigend verlies van sociale samenhang. Dit komt bijvoorbeeld tot uitdrukking door toenemende eenzaamheid, elkaar niet durven aanspreken op ongewenst gedrag en gevoel van onveiligheid. Wij maken ons daar - met de inwoners van onze stad - zorgen over. We zien ook dat mensen niet alleen iets voor zichzelf willen. Er is nog steeds veel vrijwilligerswerk, mantelzorg, burenhulp. Nieuwe sociale verbanden ontstaan. In perioden van crisis (zinloos geweld, Enschede en Volendam) blijkt een grote solidariteit en betrokkenheid. Ook in onze stad is nog sprake van een sterke gemeenschapszin. Dat zien we aan de vele vrijwilligers en een bloeiend verenigingsleven. Ook de grote betrokkenheid van onze inwoners bij hun leefomgeving is daar een voorbeeld van.
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
10
4 Visie 2015: Stad in balans De veranderingen om ons heen kunnen ertoe leiden dat de ontwikkeling naar een evenwichtige stad verstoord wordt. De stad kan net als voorheen nog extra hard getroffen worden bij economische stagnatie. Individualisering kan doorschieten en leiden tot verlies van sociale samenhang en van normen en waarden. De verdergaande verstedelijking kan leiden tot aantasting van de schaarse ruimte in de stad. Aan de kwaliteit van de woon- en leefomgeving worden steeds grotere eisen gesteld. Uit de lessen uit het verleden en de boodschap van het Koersbericht trekken we de conclusie, dat we veelvormige en ongelijksoortige krachten en veranderingen niet zomaar over ons heen willen laten komen. Wij willen deze dynamiek op stedelijk niveau sturen om te voorkomen dat zij leidt tot allerlei ongewenste gevolgen. Wij willen de kansen die dynamische ontwikkelingen ons bieden, gebruiken om de stad in evenwicht te houden. Dynamiek is niet het doel waar wij naar streven. In onze visie is de stad in balans, als we erin slagen om burgers een goede plek te bieden om te wonen, om hun kinderen gezond en veilig op te laten groeien, om te werken en om mee te doen aan activiteiten. Economische, sociale en culturele ontwikkelingen grijpen nauw op elkaar in. Het een kan niet zonder het ander en het een mag niet ten koste gaan van het ander. Een in sociaal opzicht sterke stedelijke samenleving heeft een gezonde economische basis nodig en een dynamische sociaalculturele infrastructuur, die burgers van verschillende afkomst in staat stelt zich in positieve zin met de stad, haar geschiedenis en haar ontwikkeling te verbinden. Andersom schept een in sociaal en cultureel opzicht creatieve en actieve stad de condities voor een duurzame economische ontwikkeling. Een interessant leefklimaat brengt mobiele werknemers en bedrijven ertoe juist voor Nijmegen te kiezen als woon- en werkplek. We realiseren ons dat de omstandigheden in 2015 anders zullen zijn dan nu. Wat de gesignaleerde trends en ontwikkelingen betekenen voor ons gedrag en onze ideeën in 2015 is immers moeilijk te voorspellen. Waar dynamische ontwikkelingen zich nu al aftekenen/ aandienen willen wij gebruik maken van de kansen die ons daardoor geboden worden. We denken dat we daarmee in 2105 een evenwichtige stad kunnen bereiken. Als wij gebruik maken van de kansen in de stad en in onze omgeving heeft dat consequenties voor het gebruik van de schaarse ruimte in onze stad. De stad wordt steeds voller en drukker. Tegelijkertijd willen wij de kwaliteiten van onze stad behouden en waar dat mogelijk is versterken. De bestaande woon- en verblijfskwaliteit van wijken, het centrum en groengebieden willen wij beschermen In onze visie is de stad in balans als we erin slagen om burgers een goede plek te bieden om te wonen, hun kinderen gezond en veilig op te laten groeien, om te werken en om mee te doen aan activiteiten. Omdat dynamische ontwikkelingen in de regel gepaard gaan met toenemend ruimtegebruik en overlast door toenemende bewegingen in de omgeving, zal zorg moeten worden besteed aan de
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
11
bescherming van dat, wat wij en de burgers in deze stad zo hoog waarderen, te weten de bestaande woon- en leefkwaliteit. We bundelen de dynamiek op de door ons aan te wijzen plaatsen in de stad. Wij hebben meer dan voorheen allerlei partners nodig, om het door ons beoogde evenwicht te bereiken: we kunnen het niet alleen. Dynamische ontwikkelingen komen lang niet altijd gestructureerd door het gemeentebestuur tot stand. Veelal zijn ze zelfs niet geïnitieerd door de lokale gemeenschap, maar komen zij van buiten. Dat vraagt een herbezinning op de rol van de overheid en de invloed daarvan op onze samenleving. De lokale overheid is maar een van de spelers in het veld. Effectief sturen op stedelijk niveau dient vanuit dit bewustzijn vorm te krijgen. Wij willen in de uitvoering van onze taken meer dan voorheen een beroep doen op de aanwezige burgerschapszin en op het zelforganiserend vermogen van de Nijmeegse samenleving. Niet alleen de gemeente draagt bij aan een gezonde en evenwichtige ontwikkeling van de stad, dan doen ook burgers, het maatschappelijk middenveld, organisaties en bedrijven. Vanuit deze gemeenschappelijke verantwoordelijkheid willen wij de komende jaren werken en verschuiven daarbij onze rol van “zorgen voor” naar” zorgen dat” Onze inbreng zal verschuiven van “zorgen voor …….. naar zorgen dat……”. Een belangrijke randvoorwaarde voor aansprekend burgerschap is in de stad aanwezig: een sterke gemeenschapszin, vele vrijwilligers, een groot aantal bewonersorganisaties en een bloeiend verenigingsleven en tenslotte een actief en betrokken maatschappelijk middenveld en bedrijfsleven. We zoeken aansluiting bij die betrokkenheid en willen nieuwe manieren ontwikkelen om de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid daadwerkelijk in te vullen. Dat betekent niet, dat wij de verantwoordelijkheid afschuiven, wij willen de verantwoordelijkheid delen. In deze samenwerkings verbanden kan onze rol variëren van actieve initiator en hoofduitvoerder tot stimulator, voorwaardenschepper en meedenker. Wij zijn ons ervan bewust dat niet alle burgers kunnen mee doen. Daarom willen wij verbindingen aanbrengen, zeker daar waar deze niet vanzelf tot stand komen. Wij willen initiatieven stimuleren en faciliteren en nieuwe samenwerkingsvormen aangaan. Investeren in mensen en investeren in onderlinge relaties zijn dan ook een belangrijke uitgangspunten in ons sociale beleid. Een veranderende rol betekent ook verschuiving van een aanbodgerichte houding naar een houding die meer op de vraag van de burger gericht is. Wij weten dat niet iedere burger de vraag kan stellen, wij zoeken daarom naar mogelijkheden om de vraag goed in beeld te krijgen. De verschuiving van onze rol impliceert niet dat wij onze zorgplicht afschaffen voor bewoners die om allerlei redenen niet voor zichzelf kunnen zorgen en het niet op eigen kracht redden. Voor deze burgers garanderen wij een vangnet met voorzieningen op maat. De uitvoering daarvan zal voor een belangrijk deel door het maatschappelijk middenveld gebeuren, maar de kwaliteit van de vangnet zal door ons bewaakt moeten worden. Naast deze hoofdlijnen voor het gemeentelijk beleid ontstaat, op basis van de historie van de stad, het Koersbericht en de ontwikkelingen om ons heen, voor de onderscheiden beleidsvelden een patroon van wensen en mogelijkheden. De grootste uitdagingen voor het uitvoeren van onze
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
12
visie liggen op sociaal, cultureel, economisch en ruimtelijk terrein. Tegelijkertijd liggen daar ook onze grootste kansen.
Sociale uitdaging Waar we voor staan is het versterken van de sociale infrastructuur in onze voller en drukker wordende stad. Wij willen daarnaast voorkomen dat individualisering doorschiet en leidt tot vermindering van onderlinge solidariteit en afhankelijkheid. Vanuit de hoofdlijn dat onze inbreng verschuift van “zorgen voor…” naar “zorgen dat…”, stellen wij in de sociale uitdaging de burger centraal: de nadruk wordt meer dan voorheen op de eigen verantwoordelijkheid van de burgers gelegd. Onder “investeren in mensen” laten wij zien hoe wij, uitgaande van deze hoofdlijn, de inwoners van onze stad willen bijstaan bij hun individuele ontplooiing. In het hoofdstuk “investeren in onderlinge relaties” beschrijven wij de mogelijkheden om sociale verbanden in de woon- en leefomgeving te bevorderen.
“investeren in mensen” Uitgangspunt Burgers moeten zich kunnen ontplooien naar hun eigen mogelijkheden. Daarin moeten ze hun eigen verantwoordelijkheid kunnen nemen. Wij bieden ruimte om onderwijs te volgen, werk te vinden, goed te wonen, om kinderen gezond en veilig op te laten groeien en om mee te doen aan maatschappelijke activiteiten. Wij realiseren voldoende voorzieningen die individuele ontplooiing mogelijk maken. Hierbij moeten wij rekening houden met de eerder beschreven veranderingen in de samenstelling van de bevolking, het toenemend belang van informatietechnologie,, de toenemende behoefte aan ruimte en kwaliteit en tenslotte de toenemende individualisering. Al deze veranderingen komen tot uitdrukking in verschillende leefstijlen, die een complex beeld opleveren van de samenleving als geheel maar ook op stedelijk- en wijkniveau. Daarbinnen is het kunnen beschikken over en toepassen van kennis een toenemende bestaansvoorwaarde. Informatietechnologie dringt steeds dieper door in onze leefwereld en schept ongekende mogelijkheden voor het vergaren en verspreiden van kennis. In sociale zin zijn het belang en de eventuele risico’s van informatietechnologie nog moeilijk in te schatten. In ieder geval chatten we wereldwijd, maar ook op buurtniveau (virtuele wijkgemeenschappen). Het is van belang dat zoveel mogelijk mensen in deze ontwikkeling kunnen participeren. Wij hebben voldoende instrumenten om aan de geschetste veranderingen op verantwoorde wijze de ruimte te bieden, zodanig dat onze inwoners zich daar wel bij blijven voelen. Die zetten we nu al in, bijvoorbeeld via het Grotestedenbeleid, dat vanuit de participatiegedachte inzet op het wegwerken van achterstanden van specifieke doelgroepen. Daarnaast moeten deze
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
13
veranderingen in de komende 15 jaar in het facetbeleid verankerd worden. In het senioren-, jongeren- en multicultureel beleid zullen wij de mogelijkheden verder uitgewerkt worden. Bij het ouderenbeleid denken wij ondermeer aan het realiseren van “woonzorgzones”, gebieden in wijken, waar ouderen, dichtbij, de voor hen noodzakelijke voorzieningen kunnen vinden. Tegelijkertijd is het aanbod van zorg- en welzijnsvoorzieningen niet goed toegesneden op de vraag die er leeft bij sommige groepen burgers, met als gevolg dat de burgers te vaak niet goed geholpen worden. Dat vraagt om een nieuw subsidiesysteem waarin die vraag helder geformuleerd kan worden. En waarin die vraag door de burger zelf kan worden uitgeoefend, bijvoorbeeld door het gebruik van vouchers en rugzakjes. Er blijven bewoners die hun vraag niet kunnen of durven stellen, waardoor een deel van de vraag verborgen blijft. We zoeken naar nieuwe mogelijkheden om de echte behoeften van burgers duidelijk in beeld te krijgen. Wij verwachten dat deze invulling van onze hoofdlijn van “zorgen voor…” naar “zorgen dat…”, de individuele ontplooiing van burgers beter stimuleert. We verwachten ook dat hierdoor een beter antwoord kan worden gegeven op de toenemende pluriformiteit van de samenleving. Daarnaast blijven er bewoners die om allerlei redenen niet voor zichzelf kunnen zorgen. Voor burgers die de boot gemist hebben geldt de zorgplicht van de overheid: wij garanderen een vangnet. Speerpunten Vangnet: Het vangnet krijgt vorm door inkomensmaatregelen, bijvoorbeeld zoals wij die in de recente nota over het minimabeleid beschrijven. Daarnaast betreft het voorzieningen voor de opvang van mensen in crisis of isolement, dak- en thuislozen, drugs- en alcoholverslaafden. Dit speerpunt zal in voorstellen aan de raad worden uitgewerkt. Openwijkschool in alle wijken: De raad besloot eerder om in achterstandwijken openwijkscholen te realiseren. Deze voorziening biedt een combinatie van kinderopvang, opvoedingsondersteuning, basisonderwijs, cultuureducatie, breedtesport en zorg en is gericht op emancipatie en ontplooiing van burgers. Vanuit onze wens om in alle wijken openwijkscholen te realiseren willen wij onderzoeken hoe deze doelstelling bereikt kan worden. Bij de uitwerking hiervan wordt een directe relatie gelegd met onze ambitie om tot een optimale spreiding van basisvoorzieningen te komen. Wij zijn van mening dat de openwijkschool een invulling kan zijn van de benodigde basisvoorzieningen in een wijk. De openwijkschool is een van de voorzieningen op wijkniveau die voor ouderen een functie kan vervullen.
Sportbeleid: Interactie tussen breedtesport en topsport levert een belangrijke bijdrage aan gebieds- of doelgroepgerichte doelstellingen van het lokaal sociaal beleid. Topsport geeft impulsen
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
14
aan de bestaande verenigingen en gaat verbindingen aan met de breedtesport. In de nog aan uw raad voor te leggen nota inzake het sportbeleid zullen wij hierop nader ingaan.
“investeren in onderlinge relaties” Uitgangspunt Mensen zoeken hun contacten verder weg en gaan minder vaste bindingen aan. Dit heeft effect op vrijwilligerswerk en op het concept van “de buurt als sociale gemeenschap”. Wij willen voorkomen dat individualisering doorschiet en leidt tot vermindering van onderlinge solidariteit en afhankelijkheid. Het versterken van de sociale samenhang is het doel. Wij willen investeren in de onderlinge loyaliteit en solidariteit van alle burgers/inwoners van onze stad, ook die tussen allochtone en autochtone Nijmegenaren. De aanwezige gemeenschapszin vormt hiervoor een belangrijke basis: vrijwilligers mantelzorg, verenigingsleven, bewonersorganisaties, betrokkenheid van bewoners bij de leefomgeving. Daarbij kunnen we alleen succesvol zijn als we uitgaan van integrale aanpak: maatregelen in de fysieke en sociale sfeer worden in voorbereiding en uitvoering, samen met de betrokken partners, zoveel mogelijk gecombineerd. Speerpunten Vrijwilligers Het vrijwilligerswerk is tegelijk smeerolie en cement van onze sociale infrastructuur. Vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties kunnen rekenen op onze krachtige ondersteuning. Dat gaat van algemene en specifieke waardering tot financiële ondersteuning. Een vrijwilligersplan, als basis voor maatregelen om vrijwilligers en –organisaties krachtig te kunnen ondersteunen, zal aan de raad worden voorgelegd. Maatschappelijk debat Wij initiëren het maatschappelijk debat om de verhouding tussen de lokale overheid en burgers en die tussen burgers onderling te verhelderen. Via het debat willen we komen tot een beperkt aantal gerespecteerde gedragsregels die leiden tot minder agressie en geweld maar ook tot minder vervuiling van de publieke ruimtes. De wijk, de buurt en de straat, dat zijn de niveaus waarop bewoners, instellingen en ondernemers elkaar kunnen vinden in een individuele en gezamenlijke verantwoordelijkheid voor elkaar en voor hun directe omgeving. Niet alleen de fysieke inrichting van de wijk is van belang. Het gaat het ook over de sociale kwaliteit waarbij fundamentele normen en waarden aan de orde zijn. De stad is steeds meer een trefplaats van mensen uit verschillende culturen, met verschillende belevingen en wensen, mensen die zich een positie moeten verwerven in een beperkte ruimte. Rekening houden met elkaars tekortkomingen en behoeften en respect hebben voor elkaars culturele identiteit is niet altijd vanzelfsprekend. In de komende jaren staat het initiëren en organiseren van het maatschappelijk debat over normen en waarden in de samenleving centraal. Dit debat moet de verhouding tussen de lokale overheid en burgers en die tussen burgers
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
15
onderling verhelderen, waarbij het onze insteek is dat onze rol verschuift van “zorgen voor…” naar “zorgen dat…”. Het debat moet ons de informatie geven om te kunnen komen tot een beperkt aantal gerespecteerde gedragsregels, die leiden tot minder agressie en geweld, maar ook tot minder vervuiling van publieke ruimtes.
Onderhoud openbare ruimte Burgers voelen zich meer betrokken bij de woonomgeving als deze schoon, heel en veilig is. Het is onze verantwoordelijkheid om de volgende voorwaarden te scheppen: In 2015 voelen inwoners zich thuis in hun wijk. Wij zorgen ervoor dat de straten schoon en heel zijn. Om dat te bereiken willen we om te beginnen het achterstallig onderhoud wegwerken. Waar dat het hardst nodig is, beginnen we het eerst. Hierop maken wij een uitzondering: waar grote ingrepen aan de orde zijn zullen we achterstallig onderhoud meteen meenemen. In de gemeentebegroting maken we daarvoor ruimte. Overleg met de bewoners maakt steeds deel uit van de aanpak, waarbij gedeelde verantwoordelijkheid het uitgangspunt is. Tegen de achtergrond van “zorgen voor” naar “zorgen dat” zullen initiatieven ondersteund en beloond worden. Op grond van het nog door de raad vast te stellen IBOR, wat staat voor “Integraal Beheersplan Openbare Ruimte”, zal hieraan invulling worden gegeven.
Optimaal niveau van basisvoorzieningen Wij willen dat er voldoende basisvoorzieningen zijn in de Nijmeegse wijken. Daaronder verstaan wij op korte afstand bereikbare voorzieningen zoals scholen, huisartsen, andere gezondheidsvoorzieningen, kinderopvang, jeugd- en jongerenwerk, opbouwwerk, maatschappelijk werk, politie, winkels, cafés en andere plekken om elkaar te ontmoeten. In de Nijmeegse wijken hebben in 2015 kinderen voldoende speelplekken. Parkjes, pleintjes, bankjes en speelplekken zorgen ervoor dat het buiten goed toeven is. Voor de jeugd, de volwassenen en de ouderen zijn er ontmoetings plekken. Op straat is het veilig: de straten zijn immers autoluw. Kinderen hebben dan de ruimte om te spelen. Basisvoorzieningen zijn nu nog ongelijk verdeeld over de wijken inzake de openwijkschool hebben we hierboven toegelicht. onderzoek wordt de vraag meegenomen, hoe een basisvoorzieningen in alle Nijmeegse wijken er uit kan zien, gebracht kan worden.
in de stad. Onze ambitie In het daar genoemde optimaal niveau van respectievelijk tot stand
Functiemenging en differentiatie van woningen Het herstructureringsprogramma van de komende jaren beoogt de sociale en fysieke kwaliteit van wijken te verbeteren. Op twee manieren is beïnvloeding mogelijk: het doorbreken van de monofunctionaliteit van wijken (niet alleen een woonfunctie) en van de eenzijdige sociale samenstelling (bouwen voor verschillende inkomensgroepen en levensfasen). Naast dit programma willen wij ook in Dukenburg en Lindenholt komen tot functiemenging en woningdifferentiatie. Deze naoorlogse stadsdelen gebouwd vanuit de gedachte dat wonen en werken gescheiden moeten worden. Werken heeft sindsdien een andere invulling gekregen: kleinschalige bedrijvigheid is in Nijmegen veel meer aan de
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
16
orde dan toen gedacht. De monofunctionaliteit van deze wijken nodigt niet uit tot het ontstaan van een vitaal sociaal klimaat. In de komende periode komen Dukenburg en Lindenholt daarom nadrukkelijk aan de orde. Wij zien bijzondere mogelijkheden door de ligging van deze stadsdelen aan het Maas- Waalkanaal. Wij willen dat Nijmegen een ongedeelde stad is in sociale zin. Nijmeegse wijken zijn levendig door menging van functies: combinaties van wonen en werken, kleinschalige en schone bedrijvigheid. Ook een gemengde bevolkingssamenstelling naar inkomen, leeftijd en cultuur draagt bij aan de vitaliteit van wijken. Wij willen geen uniforme wijken; als bewoner van de stad moet je kunnen kiezen voor een wijk waarin je je het meest thuis voelt en waar je kunt blijven wonen in de verschillende levensfasen. Op twee manieren is beïnvloeding mogelijk: het doorbreken van monofunctionaliteit van wijken (niet alleen een woonfunctie) en van de eenzijdige sociale samenstelling (bouwen voor verschillende inkomensgroepen, levensfasen). Dat betekent dat er voldoende goedkope woningen nu en in de toekomst moeten zijn om ook de mensen met een smallere beurs te huisvesten De verschillen tussen de Nijmeegse wijken geven nu al een eigen sfeer en identiteit. Het herstructureringsprogramma van de komende jaren beoogt de sociale en fysieke kwaliteit van wijken te verbeteren. Veiligheid beschouwen wij daarin als een groot goed. Een veiligheidseffectrapportage, die samen met bewoners en betrokken partijen opgesteld wordt, kan bijdragen aan het gevoel van veiligheid. Wij stellen een notitie op waarin het voorstel nader uitgewerkt wordt .
Fysieke barrières We willen dat Nijmegen in fysieke zin een ongedeelde stad is. De stad wordt doorsneden door een aantal grote fysieke barrières, zoals de Waal, het Maas- Waalkanaal, station en spoorlijnen, Oranjesingel, Graafseweg. Deze barrières kun je niet wegvlakken. Het zijn natuurlijke uitgangspunten of verbindingen om de bereikbaarheid en toegankelijkheid van de stad te garanderen. Wel moeten we zoveel mogelijk doen om de scheidende werking in de beleving en in de sociale samenhang van de stad te verminderen. Dat kan door het realiseren van veilige mogelijkheden om barrières te passeren, over te steken of er onderdoor te gaan (Graafseweg, Oranjesingel, spoorwegovergangen). Het kan ook door de verbinding tussen barrières en het aangrenzende gebied te herstellen, zoals bij de Spoorzone, een stationstoegang aan de westzijde, de ontwikkeling van “het Waalfront” of van de Kanaalzone. Mogelijkheden om de onveiligheid en negatieve sociale beleving van grote fysieke barrières in de stad op te heffen moeten worden onderzocht.
Samenwerken met partners De titel van deze paragraaf is” investeren in onderlinge relaties”. Een schone stad, goede basisvoorzieningen, veiligheid, het zijn voorwaarden waar wij een belangrijke bijdrage aan kunnen leveren. Dat is echter niet genoeg voor een vitale wijk. Mensen worden
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
17
uitgenodigd tot het onderhouden van sociale relaties als de omstandigheden in de straat, de buurt, de wijk daartoe uitnodigen. Daarnaast willen mensen mee verantwoordelijk zijn voor een goede woon- en leefomgeving als ook de sociale kwaliteit in orde is. In 2015 hebben wij samen met de bewoners nieuwe mogelijkheden gecreëerd om verantwoordelijkheid te kunnen nemen voor de wijk, de buurt, de straat. Dit gaat verder dan overleg en inspraak: Een wijkontwikkelingsmaatschappij is een voorbeeld van een samenwerkingsverband van private en publieke partijen. Hierin worden de wederzijdse verantwoordelijkheden en bevoegdheden formeel geregeld. De belangrijkste betrokkenen zijn bewoners, winkeliers, woningcorporaties, instellingen en gemeente. Als nut, noodzaak en draagvlak vastgesteld zijn kunnen wijkontwikkelingsmaatschappijen bijvoorbeeld worden opgericht in de wijken die tot 2015 te maken krijgen met herstructurering, plannen voor inrichting van open plekken of voor grootschalige ontwikkelingen aan de rand van de wijk. Voor 14 aanpakwijken geven wijkperspectiefplannen hiervoor de basis. Voor een ander deel gaat het om specifieke ingrepen zoals Dobbelman, Westkanaalhavens. In alle gevallen vereist behoud en versterking van de eigen identiteit van de wijken dat wij dit samen met de genoemde partijen doen.
Culturele uitdaging Cultuurbeleid richt zich, volgens de verdeling van taken over rijk, provincies en gemeenten, op de zorg voor gebouwen ten behoeve van presentaties, het bevorderen van actieve kunsteducatie, de instandhouding van de bibliotheek en ondersteuning van de amateuristische kunstbeoefening en beeldende kunst. De gemeente doet nauwelijks iets aan “productie” van cultuur. Het “gebouwde” cultuurhistorisch erfgoed (archeologie/monumenten/architectuur) vormt een afzonderlijk aandachtsveld. De inhoudelijke dynamiek bínnen de cultuursector bestaat in het zoeken naar betekenisgevende verbindingen en/of confrontaties: binnen en tussen verschillende kunstdisciplines, tussen verleden, heden en toekomst en tussen kunstenaars (waaronder ook architecten, stedenbouwers) en publiek respectievelijk de omgeving. Scheppende kunst heeft waarde op zich (de intrinsieke waarde). Deze waarde is vanuit onze optiek onaantastbaar. In een steeds grotere en drukkere stad is de versterking van de stedelijke identiteit van groot belang. Cultuur levert daar een belangrijke bijdrage aan, omdat het ons de symbolen geeft om het verhaal van de stad te leren kennen en met deze kennis de ontwikkelingen om ons heen te blijven begrijpen. Cultuur slaat zo de brug tussen ons soms trotse, soms pijnlijke verleden en onze onzekere toekomst.
Uitgangspunt In een drukker en voller wordende omgeving moet het brede cultuurbeleid erop gericht zijn de culturele dynamiek de noodzakelijke faciliteiten te bieden. Dit gebeurt vanuit het bewustzijn dat cultuur een belangrijke bijdrage levert aan het bewaren en versterken van de identiteit van de stad. Tegelijkertijd moeten we de neiging bedwingen om geslaagde culturele initiatieven tot
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
18
institutie te verheffen, omdat dit onze mogelijkheden beperkt om andere initiatieven te ondersteunen.
Speerpunten Cultuurhistorische elementen De symbolen uit het verleden geven onze stad een unieke, niet kopieerbare, identiteit. We zien ze terug in de archeologie, de monumenten, de cultuurhistorie, de architectuur, de literatuur, de beeldende kunst. Nijmegen is de oudste stad van het land. Op tal van manieren verhaalt de stad van haar geschiedenis. Dit culturele erfgoed is een tastbare verwijzing naar mensen die vroeger in de stad hebben geleefd. In en rond het centrum is e nog veel bewaard gebleven. Voorbeelden zijn de 19 eeuwse schil, restanten van de stadswallen en de aan het centrum grenzende stadsparken. Tegelijkertijd realiseren we ons dat het uitwissen van bestaande kenmerken soms onvermijdelijk is. Het is ook nodig dat we door ons bouwen en inrichten van de ruimte uiting geven aan de cultuur van onze tijd. Dit leidt tot nieuwe kwaliteiten. Het beleid kan meer dan voorheen gericht worden op behoud van cultuurhistorische elementen. Daarnaast krijgen deze echt identificerende werking als ze, meer dan voorheen, uitgangspunt zijn voor (her-) inrichting van straten, pleinen en stadsdelen. Een aan de raad voor te leggen cultuurhistorische verkenning inzake het gebouwde en landschappelijke culturele erfgoed, zal aangeven aan welke elementen wij denken.
Programmering afstemmen en combineren Door het grote publiek en de vele voorzieningen is het centrum het belangrijkste podium voor presentatie van cultuur, voor culturele inspiratie en vernieuwing. De binnenstad is verfraaid, voetgangersgebieden zijn uitgebreid, en nieuwe culturele accommodaties zijn van de grond gek omen. De vele restaurants en cafés, theaters, filmhuizen en musea zijn kenmerkend voor Nijmegen. De vernieuwingen - ook die van de culturele infrastructuur beginnen hun vruchten af te werpen. Beeldende kunstenaars hebben de ruimte gekregen in de LIMOS. Museum Het Valkhof wordt druk bezocht en veel besproken. De nieuwe bibliotheek trekt veel bezoekers. Het nieuwe LUX is voortaan “the place to be”. De Vereeniging is in oude luister hersteld en biedt tezamen met de Schouwburg de grot ere gezelschappen de mogelijkheid hun kunsten in de stad te vertonen. Doornroosje krijgt straks de beschikking over een modern podium. De basisvoorwaarden voor de culturele uitdaging zijn daarmee gerealiseerd. Enkele Nijmeegse evenementen (Vierdaagse(-feesten), Music Meeting, Zevenheuvelenloop) hebben een plaats op de landelijke agenda. Een topsportbeleid, dat uitgaat van de sterke punten van de stad, dient het imago van de stad en moet tegelijkertijd een impuls zijn voor de bestaande verenigingen. De potentie is aanwezig, de culturele smaakmakers van de stad, professional en amateur, commercieel en gesubsidieerd, gevestigd en nieuw, zijn aan zet. Wij nodigen hen uit om samen te werken, nieuwe initiatieven te stimuleren en op die manier het culturele klimaat meer kwaliteit, variatie en vitaliteit te geven. Wij willen hun samenwerking zoveel mogelijk ondersteunen en faciliteren.
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
19
Het programmeren van aantrekkelijke activiteiten in de nieuwe/ vernieuwde cultuurgebouwen of in de openlucht typeert en versterkt de identiteit van de stad. Deze krijgt ook een stimulans als de programmeurs meer dan voorheen de eigen identiteit (lees: kwaliteit) van hun podia inzetten om tot inhoudelijke gecombineerde programmering te komen. Dit is een van de Actiepunten in de binnenkort door de raad te behandelen nota Cultuurbeleid.
Ruimte voor culturele initiatieven Daarnaast heeft de stad een levendig openbaar leven, een zuidelijke sfeer, die bovendien garant staat voor een levendig particulier initiatief. De aanwezigheid van een hoger opgeleid en cultureel georiënteerd jongerenpubliek vormt een belangrijke voorwaarde voor de permanente verjonging - lees vernieuwing - van het culturele aanbod in de stad. Tenslotte kent Nijmegen een breed en gevarieerd veld van amateuristische kunstbeoefening. Deze ingrediënten hebben de stad het karakter gegeven van een culturele broedplaats, kleinschalig en tegendraads, waar het mogelijk is het bestaande te genieten of te bekritiseren en tot het nieuwe te verleiden. Initiatieven komen van de grond, blijken wel of niet voor een bepaalde periode levensvatbaar en houden weer op te bestaan. Het gaat om niet te agenderen of in te roosteren zaken, met een min of meer toevallig karakter, die toch van wezenlijk belang zijn: inspiratie, de juiste chemie tussen personen, de “klik” met het publiek. Het cultuurbeleid gaat er daarom vanuit dat cultuur niet - althans niet door de gemeente - organiseerbaar is. Wij willen dit aspect van het culturele karakter van onze stad koesteren omdat het bijdraagt aan haar identiteit en uitstraling. Kleinschalige culturele initiatieven moeten de aandacht krijgen die zij in de afgelopen decennia moesten ontberen. Het specifieke culturele karakter van Nijmegen, kleinschalig en tegendraads genoemd, is wat verbleekt door maatschappelijke ontwikkelingen, maar ook doordat de aandacht werd opgeëist door grootschalige economische en ruimtelijke structuur- ingrepen. Tegelijkertijd moeten we onze neiging bedwingen om geslaagde culturele initiatieven tot institutie te verheffen. Wij willen op deze basis ruimte geven aan initiatieven, zodat er uitingen en symbolen ontstaan die oorspronkelijkheid hebben en die uitdrukking geven aan de dynamische ontwikkeling en het unieke karakter van de stad. Het is mogelijk om aan culturele initiatieven letterlijk de ruimte te bieden door geschikte gemeentelijke panden, in afwachting van de uiteindelijke bestemming, zoveel mogelijk beschikbaar te stellen als “broedplaatsen van vernieuwing en initiatief”. Ook dit is een van de uitwerkingen die in de door de raad te behandelen nota Cultuurbeleid aan de orde komen.
Economische uitdaging Het gemeentelijk economisch beleid volgde, als min of meer dwingend gegeven, de “wetten van de markt”. Een breuk met deze lijn werd bewerkstelligd door deelname van de gemeente in meer of minder risicovolle regionale en stedelijke structuurprojecten (Waalsprong, Centrum,
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
20
Bijsterhuizen, Brabantse Poort ). Het gaat weer goed met de stad. Nijmegen heeft geprofiteerd van de internationale hoogconjunctuur. De werkgelegenheid is toegenomen, het aantal werklozen drastisch gedaald. De investeringen hebben de stad een dynamische uitstraling gegeven. De stad is weer aantrekkelijk geworden voor investeerders. De huidige positie is geen vanzelfsprekend uitgangspunt. De economische basis is nog kwetsbaar. Uit de geschiedenis leren wij, dat we extra hard getroffen kunnen worden bij economische stagnatie. Uit prognoses blijkt dat de potentiële banengroei tot 2015 onvoldoende is om de toenemende beroepsbevolking werkgelegenheid te bieden. De vele werklozen die in de afgelopen jaren de arbeidsmarkt betraden, hebben nog niet allemaal een stevige positie kunnen verwerven. Eerder schreven wij dat het Knooppunt Arnhem Nijmegen in de vijfde nota Ruimtelijke Ordening is aangewezen als nationaal stedelijk netwerk met de opdracht om een deel van de toekomstige behoefte aan woningen en bedrijfslocaties op te vangen. Het in samenhangen bedenken, maken en transporteren van producten en diensten en van toeristische waarden zijn de toekomstige pijlers van de economische ontwikkeling van de stad en de regio. Wederzijdse versterking en afhankelijkheid leiden zo tot een regionale netwerkeconomie. Uitgangspunt Wij willen deze toenemende dynamiek op stedelijke en regionale schaal benutten om de economische basis van de stad te versterken. De stad is aantrekkelijk geworden voor investeerders en moet dat blijven. Dat is nodig om de beroepsbevolking werk te bieden en de mogelijkheden van de stad en haar inwoners op sociaal-cultureel gebied te verruimen. Het resultaat van (de gemeentelijke deelnames in) voornoemde projecten maakt duidelijk dat structuurversterkend beleid, vanuit een regionale setting, op lokaal niveau zelfbewust en doelgericht kan worden “door-ontwikkeld” en uitgevoerd. Het economisch beleid kan de “wetten van de markt” niet negeren. Het kan wel, zo is gebleken, veel zelfbewuster en doelgerichter vorm krijgen en uitgevoerd worden. Het economische beleid is vanuit deze overwegingen gericht op behoud en versterking van het economisch evenwicht van de stad en maakt – in overeenstemming met de hoofdlijnen van onze visie- gebruik van de kansen en kwaliteiten in de stad en wijde omgeving. Negatieve aspecten van toenemende stedelijke dynamiek, zoals een toenemend beslag op de ruimte en verkeers- en milieuoverlast, mogen de woon- en leefkwaliteit van onze stad niet aantasten.
Speerpunten Investeren in het Centrum Het stadscentrum is de plek waar de belangrijkste stedelijke functies, wonen, werken, winkelen en uitgaan samenkomen. Het is een trefpunt voor bewoners en zakenlieden, voor consumenten en toeristen. De investeringen in het centrum van de stad hebben niet alleen de kwaliteit verhoogd maar ook de economische bedrijvigheid. Het aantal bezoekers is toegenomen. De werkgelegenheid is gegroeid naar 14.000 arbeids plaatsen. Nog belangrijker voor de toekomst vinden wij de toegenomen belangstelling van grote investeerders voor komende ontwikkelingsprojecten. In de op te stellen Centrumvisie Koers 2015 wordt de door ons gewenste intensieve ontwikkeling van het centrum nader uitgewerkt. Het behoeft geen betoog dat wij ook
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
21
daarbij zullen streven naar een optimale mix van de functies wonen, werken, winkelen, uitgaan en cultuur. De oorspronkelijke doelstelling t.a.v. het stadscentrum, te weten het hoogste voorzieningen- en verzorgingsniveau van de stad en de regio, wordt gehandhaafd, door het blijvend benutten van de dynamiek van de markt. Wij zoeken een beter evenwicht tussen vernieuwing en conservering in het stadscentrum. De waarde van de binnenstad wordt mede bepaald door de aanwezigheid van historische elementen. Werd in het verleden op een meer zakelijke manier met al dan niet handhaven van deze elementen omgegaan, de tijd heeft geleerd dat handhaving en verbetering valt te prefereren boven sloop en nieuwbouw. In het stadscentrum krijgen fiets, openbaar vervoer en voetgangers maximale voorrang. Tegelijkertijd is het bieden van voldoende parkeerruimte van groot belang voor een goed functionerend stadshart. Hierbij mikken wij meer op locaties buiten het directe stadshart, dan op absolute aantallen parkeerplaatsen. Versterken van het bestaand bedrijfsleven en van kansrijke sectoren De grote werkgevers vormen als het ware de economische ruggengraat van onze stad. We hebben het over de KUN en Philips. Zij oriënteren zich beide op versterking van hun internationale positie, wat zijn neerslag heeft op de ontwikkelingen in onze stad en de regio. Wij verwachten dat meer hooggeschoolde werknemers de stad als vestigingsplaats zullen kiezen. We zullen dan ook woonmogelijkheden moeten aanbieden die aansluiten bij hun wensen. Aan clustering van bedrijven rondom deze grote werkgevers willen wij meewerken. Een maximale spin-off voor toeleverende en productiebedrijven in stad en regio wordt bereikt als wij daarvoor de ruimte en de infrastructuur bieden. Voor de Katholieke Universiteit gaat het om Heijendaal. Tezamen met de huisvesting van HAN en ROC ontstaat daar een kenniscluster van grote omvang en betekenis. Voor de ontwikkeling van Philips kan ruimte gevonden worden in De Winkelsteeg. Deze locatie biedt ook ruimte voor kansrijke aanverwante sectoren, waardoor ze kan uitgroeien tot een technologiepark. Nijmegen beschikt van oudsher over een groot aantal instituten op het terrein van gezondheid, kennis en leren. De kans ligt vooral besloten in het zoeken naar en realiseren van duurzame verbindingen tussen de gezondheidssector, kennisinstituten en het bedrijfsleven. Versterking van de sectoren gezondheid en kennis biedt mogelijkheden voor nationale of internationale profilering van onze stad en daarmee van onze regio. De mogelijkheid van specialisatie door versterking van de sectoren gezondheid en kennis moet dan ook met beide handen worden aangegrepen. Veel verwachten wij ook van technieksectoren die samenhangen met gezondheid. De beschikbaarheid van kennis en de ontwikkeling van nieuwe kennis is een belangrijke voorwaarde. Wij ontwikkelen met partners een programma voor de komende jaren, om de sectoren gezondheid en kennis te versterken door verbindingen tot stand te brengen. De stad heeft een sterk en actief midden- en kleinbedrijf (detailhandel, horeca, zakelijke dienstverlening), waaruit veel initiatieven voortkomen. Deze sector zorgt voor fijnmazige spreiding van werkgelegenheid over de stad. Zo biedt de stedelijke detailhandel voorzieningen op buurt- of wijkniveau. Evenzogoed maakt zij het mogelijk om bijvoorbeeld in het centrum van de stad tot vernieuwing te komen. De horeca draagt bij aan de Bourgondische uitstraling van de stad. De zakelijke dienstverlening fungeert als
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
22
financier, adviseur, softwareontwikkelaar, administrateur. Naar verwachting levert de zakelijke dienstverlening de grootste groei van werkgelegenheid. Het MKB is, net als grote bedrijven en instellingen van groot belang voor de economische structuur van de stad. De industriële sector vertoonde de afgelopen jaren de grootste werkgelegenheidsgroei. Het belang van deze sector gaat verder dan haar eigen werkgelegenheid. Halfproducten moeten verder worden bewerkt, grondstoffen en producten vervoerd en opgeslagen. Doordat deze industrie zich steeds meer op de kernactiviteiten concentreert wordt ook veel zakelijke dienstverlening door derden geleverd. Nijmegen heeft door de economische en fysieke infrastructuur een goede uitgangspositie om industrie in samenhang met logistieke dienstverlening verder te ontwikkelen. De nadruk wordt gelegd op hoogwaardige, kennisintensieve en duurzame industrieën. De schaarse ruime vraagt om meervoudig en intensief ruimtegebruik. Herstructurering is noodzakelijk voor groei van de bestaande bedrijvigheid en om ruimte te creëren voor nieuwe en schone bedrijvigheid. In de toekomst moet het aantal arbeidsplaatsen per m2 stijgen. Groei van de industriële sector maken wij mogelijk door intensivering van het industriegebied bij de Kanaalhavens. Wij onderzoeken de mogelijkheden om door intensiever ruimtegebruik van bestaande bedrijfsterreinen ruimte te vinden voor groei van bestaande en vestiging van nieuwe bedrijvigheid. De cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten van Nijmegen en omgeving bieden vele kansen om het dag-, korte verblijfs- en zakelijk toerisme verder uit te bouwen. Evenementen dragen daar eveneens toe bij. De rijke historie komt niet alleen tot uitdrukking in de monumenten en parken van de stad. In de musea wordt daar ook mee gepronkt. Het verblijfsklimaat heeft, met behulp van aantrekkelijke architectuur, een flinke stimulans gekregen. Ook de Bourgondische sfeer en het culturele klimaat van de stad trekken veel bezoekers. De provincie Gelderland en het KAN hebben in hun economische plannen de toeristische sector als een speerpunt benoemd. Wij bezien wat promotie van de stad/ het stadscentrum en samenwerking bij evenementen en activiteiten kunnen bijdragen aan de doelstelling dat we burgers en bedrijven willen binden aan de stad. Een tweede aspect is de bijdrage van deze activiteiten aan de doelstelling dat meer bezoekers langer in onze stad verblijven.
Ruimtelijke uitdaging Ruimtelijk beleid volgt in eerste aanleg de beleidsinhoudelijke keuzes die op verschillende terreinen gemaakt worden. Het biedt daarnaast een integrerend kader om de ruimtelijke gevolgen van beleidskeuzes te schetsen respectievelijk te effectueren. Het laatste structuurplan dat een integraal beeld schetst van de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen in de stad dateert van 1985. Sindsdien is het accent gelegd op de stedenbouwkundige voorbereiding en begeleiding van grote en kleinere ingrepen in de ruimtelijke structuur van de stad. We noemen de Waalsprong (Structuurplan land over de waal), Bijsterhuizen, Brabantse Poort, Kop Weurtseweg, Stationsomgeving, Kelfkensbos, Marienburg e.a.. De feitelijke ruimtelijke ontwikkeling van de stad leidt tot onze conclusie, dat een structuurplan oude stijl, een blauwdruk, niet 15 jaar houdbaar is. In de afgelopen 6 tot 7 jaar bleek steeds
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
23
opnieuw, dat particuliere initiatieven niet vanuit het vigerende kader beantwoord konden worden. Als we daar aan toevoegen, dat interactieve beleidsvoorbereiding en -uitvoering steeds meer gemeengoed worden, dan is het begrijpelijk, dat de komende herziening van de Wet op de e Ruimtelijk Ordening een flexibeler instrumentarium in het vooruitzicht stelt. Tenslotte is de 5 nota Ruimtelijke Ordening erop gericht om dynamische ontwikkelingen mogelijk te maken onder gelijktijdige bescherming van het landelijke gebied tegen verdergaande verstedelijking. Nationale stedelijke knooppunten zoals Arnhem- Nijmegen zullen binnen een beperkte ruimte de behoefte aan woningen, bedrijvenlocaties en recreatiegebieden op moeten vangen. Gelet op de toenemende druk op de ruimte zijn binnen die knooppunten kaders nodig om kwaliteitsverlies door toenemende dynamiek (meer woningen, bedrijven, verkeer) tegen te gaan.
Ruimtelijke ontwikkeling: Uitgangspunt Een van de hoofdlijnen van de stadsvisie is tevens het uitgangspunt voor de ruimtelijke uitdaging: dynamische ontwikkelingen worden gebundeld op aan te wijzen plaatsen in de stad, zogenaamde “knooppunten”, die een eigen “identiteit” moeten krijgen. Wij beogen daarmee de kwaliteiten van woon-, verblijfs- en groengebieden te beschermen. In de keuze voor bundeling hebben milieu- en duurzaamheidsaspecten een belangrijke rol gespeeld. De schaarse ruimte dwingt ons tot meervoudig ruimtegebruik, intensivering van de bebouwing, ondergronds en in de hoogte. Door knooppunten te kiezen langs bestaande vervoersassen nemen de mogelijkheden voor het realiseren van hoogwaardig openbaar vervoer, zoals de light rail, toe. De kwaliteit van bestaande woon- en verblijfsgebieden is ook gediend bij “bundeling” van toenemend autoverkeer op de bestaande hoofdwegstructuur en het completeren van het stedelijk fietsnetwerk.
Speerpunten Ontwikkeling van knooppunten Onze keuzes op sociaal, cultureel en economisch gebied hebben consequenties voor het gebruik van de schaarse ruimte in onze stad. De stad wordt steeds voller en drukker. Tegelijkertijd willen wij de kwaliteiten van onze stad behouden en waar dat mogelijk is versterken. Wij beschermen de woon- en verblijfskwaliteiten van onze stad door de dynamiek te bundelen op die locaties en vervoersassen in de stad, waar deze zich nu al aftekent. Wonen, werken en voorzieningen worden daarom vooral op die plekken gepland waar gebruik kan worden gemaakt van de reeds bestaande onderlinge vervoersverbindingen. Deze plekken kenmerken zich door levendigheid, echte stedelijkheid wat betreft verschijningsvorm en functies en tegelijkertijd een hoogwaardig woonmilieu. Voor ons staat centraal, dat nieuwe locaties voor wonen en werken binnen de stad in samenhang worden ontwikkeld. Plannen dienen aan te sluiten bij de voorkeuren van de mensen en het karakter van het betreffende gebied. Vergroting van de contrasten in de stad door accentverschillen op basis van cultuur (-historie) en samenstelling van de bevolking, geven aan deze gebieden een eigen identiteit.
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
24
Een aantal gebieden in onze stad heeft potenties voor realisatie van dit stedelijke leefklimaat. Het zijn nu al knooppunten waar in de toekomst vervoersdiensten in hoge frequenties in meer richtingen en op meer schaalniveaus kunnen worden aangeboden. Deze knooppunten liggen langs of dichtbij bestaande vervoersassen en/ of de toekomstige lightrailverbindingen, conform de HSOV- studie van het KAN. Het gaat om de Brabantse Poort, de Winkelsteeg (technologiepark), de Binnenstad, de omgeving van het Centraal Station, Waalsprong Lent, Waalsprong Ressen en Heijendaal (kenniscentrum). Wij realiseren een hoge concentratie en een rijke menging van functies rond deze knooppunten. Culturele, wetenschappelijke en recreatieve instellingen, woningen en bedrijven, worden gebouwd in hoge dichtheden en op basis van een aantrekkelijk stedenbouwkundig plan. Deze functies geven de centra de gewenste kwaliteit, vitaliteit en identiteit. Verbeterde bereikbaarheid met de auto is een van de aspecten die kansen biedt meer functies in dit soort centra te accommoderen en daarmee het stedelijk karakter en de kwaliteit van deze centra te verhogen. Gelet op de definitie van stedelijke knooppunten is het nog de vraag of het industriegebied bij de Kanaalhavens een gelijksoortige ontwikkeling moet doormaken. Dit vraagt immers om functiemenging in dit gebied en ontsluiting op bestaande en nieuwe vervoersassen. In een aan de raad voor te leggen verkenning van de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden van de stad komen de genoemde knooppunten aan de orde. Zuidoostkant van de stad Een dynamische stad moet voldoende plekken waar de inwoners tot rust kunnen komen. Het is daarom belangrijk om de kwaliteit van de gebieden die een specifieke woonfunctie hebben te behouden en daar waar het nodig is deze te versterken met voorzieningen. Het groen in en om de stad biedt ruimte voor recreatie en stilte. De zuid- oostkant van de stad grenst aan een gebied dat unieke landschappelijke en ecologische waarden heeft. Voor dit gebied willen wij “staduitwaarts” de ruimte voor wonen of werken beperken. Wij trekken als het ware een scherpe grens langs de zuid-oost kant van de stad; we noemen dat de “rode contour”. Stadinwaarts gedacht willen wij deze groene zone dieper in de stad door laten dringen. In de verkenning van de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden wordt aangegeven hoe langs de zuidoostkant van de stad een scherpe (rode) contour getrokken kan worden. Hiermee willen wij het aangrenzende gebied, met unieke landschappelijke en ecologische waarden, beschermen tegen ongewenste gevolgen van toenemende dynamiek.
Bereikbaarheid: Uitgangspunt De bereikbaarheid van de stad is essentieel, in economisch en sociaal opzicht. De bereikbaarheid van Nijmegen is nu al een probleem. Prognoses wijzen uit dat - nog los gezien van de ontwikkeling waar wij voor kiezen - het autogebruik toeneemt. We moeten oplossingen kiezen die de ruimtelijke kwaliteit van onze stad beschermen. We kiezen niet voor verspreiding van het autoverkeer over de stad. Dat zou betekenen dat we ons beleid van verkeersluwe gebieden loslaten. We handhaven de kwaliteit en aantrekkelijkheid van woongebieden en van het centrum
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
25
door deze verkeersluw te maken en te houden. Voor de toekomst moet de bestaande hoofdwegstructuur intensiever benut worden. De intensiveringmogelijkheden op de bestaande hoofdwegstructuur zijn niettemin begrensd door capaciteitsbeperkingen en kwaliteitseisen. Daarom willen wij de rol van het openbaar vervoer versterken. In de op te stellen mobiliteitsvisie worden op basis van deze uitgangspunten de hiernavolgende speerpunten uitgewerkt. . Aan de orde komen de stedelijke bereikbaarheid, de opties voor het autoverkeer, mogelijke verbeteringen openbaar vervoer, fietsbeleid en het parkeerbeleid rond het centrum in relatie tot de transferia.
Autoverkeer bundelen op hoofdwegenstructuur Wij onderzoeken of en in welke mate een binnenstedelijke ringweg, en in het verlengde daarvan een tweede oeververbinding met het Waalspronggebied het toenemend autogebruik in de stad kan opvangen. Daarbij betrekken wij of transferia bij de knooppunten Ressen en Brabantse Poort/ Bijsterhuizen de benuttingscapaciteit van de hoofdwegen positief beinvloeden. Vooruitlopend daarop bepleiten wij met kracht de doortrekking van de A73. Parkeergelegenheid rond het centrum, de fiets en het Openbaar Vervoer In onze voorkeur past ook dat voldoende parkeergelegenheid aan de randen van het centrum wordt gerealiseerd. De centrumvisie gaat in op de mogelijkheden. Door de keuze voor bundeling van dynamische ontwikkelingen op knooppunten nemen de mogelijkheden voor het realiseren van hoogwaardig openbaar vervoer, zoals de ligt rail, toe. Voor de hand liggende trajecten zijn dan de “vervoers-as Wijchen- Zevenaar” en de lijn “ZutphenHeijendaal”. De bundeling van vervoersmogelijkheden gecombineerd met de ontwikkeling van knooppunten langs deze as levert daarvoor voldoende draagvlak op. De hiervoor genoemde mobiliteitsvisie geeft aan wat nodig is ter completering van het stedelijk fietsnetwerk.
Bestuurlijke uitdaging Het thema Bestuurlijke vernieuwing staat sinds een aantal jaren hoog genoteerd op de stadsagenda. Een aspect is daarin leidend, namelijk de tanende belangstelling van burgers voor “de politiek”. De zorg is vooral, dat ook het draagvlak voor ons democratisch stelsel afneemt. Dit zou bijvoorbeeld blijken uit steeds lagere opkomsten bij verkiezingen. Maatschappelijke ontwikkelingen lijken dit proces te versnellen. Zo is de –soms beperkte, soms bepalende- rol van het lokale bestuur bij allerlei ingrepen in de individuele of maatschappelijke sfeer niet altijd duidelijk. Maatschappelijke veranderingen kunnen wij niet keren.
Uitgangspunt We kunnen er wel voor zorgen dat onze rol voor alle partijen in de samenleving helder is en blijft. Het is onze eerste opgave om burgers serieus te nemen, door naar hen te luisteren en hun betrokkenheid daadwerkelijk te erkennen. Vervolgens vraagt dat van ons om duidelijk te zijn over ons handelen, onze verantwoordelijkheid, en over de verantwoordelijkheid die burgers zelf moeten nemen.
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
26
Bij het op gang brengen en realiseren van grotere stedelijke ontwikkelingen zijn naast burgers ook andere strategische partners betrokken. Bovendien heeft internationale regelgeving, bijvoorbeeld voor milieu, arbeidsmarkt en economie, steeds meer invloed heeft op wat wij doen of moeten laten. Tenslotte krijgt de markt steeds meer invloed in delen van de samenleving waar de overheid voorheen alles regelde. In deze visie hebben wij onze keuze neergelegd voor de ontwikkeling van Nijmegen in het grotere regionale verband, met gebruikmaking van de bijzondere Nijmeegse kenmerken. Daarbij grijpen wij de kansen die dy namische ontwikkelingen ons bieden. Deze keuze maken wij om de sociaalculturele ontwikkelingsmogelijkheden van de inwoners van de stad te verruimen. Voor het realiseren van onze ambities hebben wij allerlei partners nodig, variërend van individuele burgers en bewonersgroepen tot bedrijfsleven en andere overheden. Van ons worden in deze samenwerkingsverbanden verschillende rollen gevraagd. In de komende jaren zullen deze rollen veranderen. Wij voorzien dat onze inbreng in het algemeen zal verschuiven van “zorgen voor ……….” , naar “zorgen dat ……….”.
Speerpunten Vraaggeoriënteerde overdracht van verantwoordelijkheden Het is onze eerste opgave om burgers serieus te nemen, door naar hen te luisteren en hun betrokkenheid daadwerkelijk te erkennen. Vervolgens vraagt dat van ons om duidelijk te zijn over ons handelen, onze verantwoordelijkheid, en over de verantwoordelijkheid die de burgers zelf willen nemen. Wij willen in de uitvoering van onze taken meer dan voorheen een beroep doen op de aanwezige burgerschapszin en op het zelforganiserend vermogen van de Nijmeegse samenleving. Niet alleen de gemeente draagt bij aan een gezonde en evenwichtige ontwikkeling van de stad, dat doen ook burgers, matschappelijk middenveld, organisaties en bedrijven. Vanuit deze gemeenschappelijke verantwoordelijkheid willen wij de komende jaren werken. Onze inbreng zal verschuiven van “zorgen voor …….. naar zorgen dat……”. Een van de mogelijkheden om daar binnen de stad concreter invulling aan te geven is de vraaggeorienteerde overdracht van verantwoordelijkheden, bijvoorbeeld op wijkniveau. Waar wij ons nu nog bemoeien met details, zal de regie op het realiseren van schone, hele en veilige wijken langzaam aan verschuiven in de richting van de wijkbewoners zelf. Als wij een goede uitgangspositie realiseren is het voor bewoners beter mogelijk om zelf verantwoordelijkheid te nemen. De verschillen tussen wijken zullen leiden tot verschillende snelheden en verschillende uitingen van deze ontwikkeling. Om verantwoording te kunnen afleggen willen wij de komende jaren effecten van onze keuzes monitoren en volgen. Voor een deel gebeurt dat al in de stadspeiling, sociale atlas en het wijkonderzoek, waarin de kwaliteit van de woon en leefomgeving m.b.v. een aantal indicatoren gemeten wordt. In de Stadsmonitor, die vanaf 2001 jaarlijks zal verschijnen, beantwoorden wij de vraag: hoe staat Nijmegen ervoor? De Stadsmonitor zal meer dan het Statistisch Jaarbeeld een signalerende functie krijgen. Met behulp van belangrijke indicatoren volgen, analyseren en rapporteren wij over de ontwikkelingen op die terreinen waar het beleid zich concentreert.
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
27
Regionaal overleg en samenwerking Stad en omgeving hebben elkaar nodig. Veel Nijmegenaren werken en recreëren niet in de stad maar in de regio. Omgekeerd werken veel inwoners van de regio in onze stad en maken zij gebruik van de vele stedelijke voorzieningen. Er is sprake van gezamenlijke verantwoordelijkheid voor regionale werkgelegenheid, verkeer en vervoer en recreatiemogelijkheden, inclusief alle daarmee samenhangende effecten. Arnhem en Nijmegen worden - ook door andere overheden - steeds meer gezien als een stedelijk gebied - netwerkstad - waarin een grotere verwevenheid ontstaat op het gebied van wonen, werken en recreëren. De geschetste uitdagingen stellen ons in de komende jaren voor de vraag of en hoe wij verantwoordelijkheden en bevoegdheden willen overdragen naar het wijkniveau. Aan de andere kant plaatsen ze ons voor de vraag of wij verantwoordelijkheden willen samenvoegen in grotere verbanden, dan wel of wij ons bestuurlijke zeggingsgebied moeten vergroten. Wij kiezen niet voor de laatste optie. Een duurzame ontwikkeling van de netwerkstad Arnhem-Nijmegen moet zijn basis vinden in overleg en samenwerking met allerlei part ners in de regio. Op regionaal niveau speelt de stad als zodanig, maar ook als bestuurlijke entiteit, een belangrijke rol. Het is van belang om op dat niveau onze opstelling nog eens te bevestigen: wij kiezen voor regionaal overleg en samenwerking omdat we daarin een traditie hebben opgebouwd en menen, daar sterk in te zijn.
Raadsbesluit
Let op ! Zie ook de aangenomen amendementen “verkeersveiligheid prioriteit”, “wijkcentrum is basisvoorziening” en “wijziging beslispunt 1 raadsvoorstel Stadsvisie Nijmegen 2015 inzake rol van de overheid”, waarbij dit raadsbesluit is gewijzigd.
De Raad van de Gemeente Nijmegen, bijeen in zijn openbare vergadering van
27/28 juni 2001 en 26 september 2001 Gelezen het voorstel van
College van Burgemeester en Wethouders d.d. 22 mei 2001; Gelet op
; Besluit
1. In te stemmen met de volgende hoofdlijnen van de stadsvisie: ♦ Wij willen de kansen die dynamische ontwikkelingen ons bieden, gebruiken om de stad in evenwicht te houden; ♦ Wij bundelen de dynamiek op door ons aan te wijzen plaatsen in de stad; ♦ Onze inbreng zal verschuiven van “zorgen voor……” naar “zorgen dat…..” 2. te bepalen dat deze hoofdlijnen in de komende jaren richting geven aan de gemeentelijke beleidsvoorbereiding, -programmering en – uitvoering; 3. de vertaling van de hoofdlijnen door middel van uitgangspunten en speerpunten binnen de sociale, culturele, economische, ruimtelijke en bestuurlijke uitdagingen nader uit te werken;
De Voorzitter
De Secretaris
Alle eventueel vermelde bedragen zijn in guldens, tenzij anders aangegeven
095rbs.doc
,
Bijlage
A
(voor
teksten
moties
en
amendementen
hier
klikken)
Amendementen (nrs 3 t/m 15) en moties ( 7 t/m 12) ingediend naar aanleiding van het raadsvoorstel stadsvisie Nijmegen 2015 “Stad in Balans”. 25 juni 2OO1
Moties/amendementen,
die vooralsnog gehandhaafd blijven:
PvdA Motie 7 “Wegwerken achterstallig onderhoud” Geen tekstaanpassingen in raadsvoorstel. Groen Links Amendement 5 “Een echte verkeerskeuze” Tekstaanpassing pagina 25 Amendement 6 “De spelende dimensie” Geen tekstaanpassing in raadsvoorstel. Amendement 7 “Onze inbreng zal verschuiven van “zorgen voor....” naar zorgen met....” Tekstaanpassing vanaf pagina 11 e.v., amendement wordt gewijzigd ingediend Amendement 8 “Toevoegen ecologische uitdaging Tekstaanpassisng pagina 23, Motie 9 “Ook aandacht voor kwaliteit busvervoer’ Tekstaanpassing pagina 25. Motie 10 “Open Wijkschool en wijkcentrum vullen elkaar aan” Tekstaanpassing pagina 13, laatste beslispunt van de motie vervalt. Stadspartij leefbaar Nijmegen Amendement 11 “De hele stad in Balans 2” Geen tekstaanpassingen, amendement wordt omgezet in motie. Motie 12 “Effectmeting, ook voor de groene en open ruimte” Tekstaanpassing pagina 26 AOV Unie 55+ Amendement 12 “Laat ouderen niet te ver lopen” Geen tekstaanpassing. Amendement 13 “Ouderen wijzen op hun rechten” Geen tekstaanpassing. Amendement 15 “Gun ouderen hun activiteiten” Tekstaanpassing pagina 13 bij speerpunt “openwijkschool”.
Ingetrokken moties/amendementen: PvdA: Amendement 3 “Veiligheidseffectrapportage bij grote ingrepen” Tekstaanpassingen pagina 16, amendement Ingetrokken, Motie 8 “Samen met Arnhem” Geen tekstaanpassing, amendement ingetrokken Groen Links Amendement 4 “Het moet ook goed wonen zijn in de stadsvisie” Tekstaanpassing pagina 16, amendement ingetrokken. Amendement 9 “Laat veelkleurige bloemen bloeien“ Tekstaanpassing pagina 14, amendement ingetrokken. D66 Motie 11 “Blijvende betrokkenheid bii ontwikkelingen in de stad” Geen tekstaanpassing, motie ingetrokken. Aov Unie 55+ Amendement 14 “Ouders blijven verantwoordelijk” Geen tekstaapassingen; motie ingetrokken. Stadspartij Leefbaar Nijmegen Amendement 10 “De héle stad in Balans 1" Geen tekstaanpassingen, motie ingetrokken.
Bijlage B: Raadsbesluitenlijst 11 april 2001 onderdeel: Stadsvisie Nijmegen 2015 met de teksten van de moties en amendementen
9.
45/2001
Stadsvisie Nijmegen 2015 “Stad in Balans” 1. In te stemmen met de volgende hoofdlijnen van de stadsvisie: • Wij willen de kansen die dynamische ontwikkelingen ons bieden, gebruiken om de stad in evenwicht te houden; • Wij bundelen de dynamiek op door ons aan te wijzen plaatsen in de stad; • Onze inbreng zal verschuiven van “zorgen voor……” naar “zorgen dat…..” 2. te bepalen dat deze hoofdlijnen in de komende jaren richting geven aan de gemeentelijke beleidsvoorbereiding, -programmering en – uitvoering; 3. de vertaling van de hoofdlijnen door middel van uitgangspunten en speerpunten binnen de sociale, culturele, economische, ruimtelijke en bestuurlijke uitdagingen nader uit te werken; 4. te bepalen dat de uitwerking volgt via het vernieuwde BBI- instrumentarium (Perspectiefnota, Stadsbegroting e.a.). AMENDEMENT: (1ste indiener: T. van Vroenhoven, PvdA) De Gemeenteraad van de Gemeente Nijmegen in vergadering bijeen op 11 april 2001 Overwegende dat, Veiligheid en het gebrek aan het gevoel aan veiligheid een belangrijk onderwerp van gesprek was tijdens het stadsdebat, bewoners meer betrokken willen worden bij ingrepen in hun leefomgeving, ook waar het gaat om zaken als (verkeers)veiligheid, vaak op een of andere wijze inderdaad overleg plaatsvindt, maar toch (het gevoel van) onveiligheid niet afneemt, Besluit toe te voegen aan in de voorbereiding van grote ingrepen in de fysieke infrastructuur die het karakter hebben van herstructurering of grootschalige projectontwikkeling in overleg met bewoners en andere betrokken partijen een rapportage op te stellen over de veiligheidseffecten die deze ingreep heeft en deze Veiligheids Effect Rapportage expliciet te betrekken in de besluitvorming rondom deze ingreep. Over de kosten van bestrijding van nadelige effecten voor de ( zowel objectieve als subjectieve) veiligheid afspraken te maken met de verschillende participanten, waarvan verslag wordt gedaan in een solide financiële paragraaf. Voor:
MOTIE: (1ste indiener: T. van Vroenhoven, PvdA) De gemeenteraad van de Gemeente Nijmegen in vergadering bijeen op 11 april 2001. Overwegende dat, Nijmegenaren in de gesprekken over de toekomst van de stad aangeven dat het onderhoud van bepaalde plekken in de stad vaak als onvoldoende ervaren wordt, bewoners zich, volgens de stadsvisie, meer betrokken voelen bij hun woon - en leefomgeving als deze schoon, heel en veilig is en uitnodigt tot ontmoeting, wij de betrokkenheid van bewoners bij hun leefomgeving belangrijk vinden en sociale samenhang willen bevorderen, de ambitie die het college formuleert, n.l. “Wegwerken van achterstallig onderhoud, te beginnen met die plekken waar dat het hardst nodig is” weliswaar een eerste stap is op weg naar verbetering, maar in het kader van een visie voor 2015 onvoldoende waarborg geeft dat op kort termijn de wijken er beter uit zien. Besluit, bij de discussie over de Perspectiefnota te onderzoeken hoe meer geld vrijgemaakt kan worden voor onderhoud en beheer, waardoor bij de besluitvorming over het IBOR (Integraal Beleidsplan Openbare Ruimte) een hoger ambitieniveau geformuleerd kan worden ten aanzien van onderhoud en beheer van de openbare ruimte, bij de invulling daarvan mede rekening te houden met de intensiteit en wijze van gebruik van deze openbare ruimte, in de toekomst bij ingrepen in de openbare ruimte de kosten voor onderhoud en beheer expliciet in de besluitvorming te betrekken. Voor:
MOTIE: ‘Samen met Arnhem’ (1ste indiener: T. van Vroenhoven, PvdA) De gemeenteraad van de Gemeente Nijmegen in vergadering bijeen op 11 april 2000 Overwegende dat: Het gemeentebestuur met de stadsvisie poogt de ontwikkeling van Nijmegen naar het jaar 2015 vorm te geven; Dat voor Nijmegen van belang zijnde ontwikkelingen zich steeds vaker op het terrein van de regio zullen afspelen; Dat Nijmegen in de nabije toekomst steeds afhankelijker zal worden van economische, culturele, infrastructurele en sociaalmaatschappelijke voorzieningen die in de regio geboden worden; Dat omgekeerd de regio ook in toenemende mate afhankelijk wordt van de Nijmeegse voorzieningen; Roept het college van B en W op om: Op zo kort mogelijke termijn met alle betrokken partners in de regio, maar met name de gemeente
Arnhem, de buurgemeenten van Nijmegen en Arnhem en het KAN in overleg te treden over een gezamenlijke invulling van de netwerkgedachte zoals die onlangs door het Rijk is gepresenteerd in de 5e Nota over de Ruimtelijke Ordening. Deze motie ter kennis te brengen van de betrokken partners. Met regelmaat te rapporteren over de voortgang van de uitvoering van de motie in de commissies ERZO en AZ. Voor:
AMENDEMENT: ‘De spelende dimensie’ (1ste indiener: T. Hirdes, GL) De raad besluit: Toe te voegen als speerpunt bij sociale uitdaging, ‘investeren in onderlinge relaties’, het speerpunt zoals verwoord in het amendement ‘de spelende dimensie’ Inleidende tekst tot het speerpunt: Voor een sociale en leefbare stad is het van groot belang dat kinderen ruimte hebben om zich te ontplooien en om te spelen. De afgelopen decennia zijn kinderen steeds minder buiten gaan spelen en zijn ze steeds meer binnen activiteiten gaan zoeken. Deels komt dat door de opkomst van tv en computer, maar uit onderzoeken blijkt dat die voor minder dan de helft aan het verschijnsel bijdragen. De opkomst van de (rijdende en parkerende) auto in de straat is een veel grotere oorzaak. Wie kan er nog met een bal overgooien om te proberen de stoeprand aan de andere straatkant te raken als aan beide zijden van de straat auto’s geparkeerd staan langs die stoeprand? Het spelende kind heeft ruimte verloren aan de auto, het wordt een uitdaging ruimte terug te geven. Mogelijkheden daartoe zijn bijvoorbeeld het parkeren uit de woonstraten te verplaatsen naar wijkparkeervoorzieningen aan de rand van de wijk (eventueel ondergronds) of clusters van parkeerplaatsen in de wijk of in de straat. Tegelijk moeten, met het programma duurzaam veilig, de maximum snelheden in de woonstraten omlaag. Tekst speerpunt zelf Om voor spelende kinderen ruimte te scheppen om buiten te kunnen spelen, wordt in beeld gebracht in welke mate het mogelijk is de parkerende auto uit het straatbeeld in woonstraten te halen. Mogelijkheden kunnen bijvoorbeeld aparte wijkparkeeraccommodaties zijn aan de rand van de woonwijken of clusters van parkeerplaatsen binnen de wijk of straat. Bij nieuwbouw zal dit streven uitgangspunt zijn; voor de oudbouw worden de mogelijkheden in kaart gebracht en is het streven dat in 2015 zeker de helft van de woonstraten waar mogelijkheden blijken te zijn onder handen zijn genomen. Voor:
AMENDEMENT: ‘Een echte verkeerskeuze’ (1ste indiener: T. Hirdes, GL) De raad besluit Toe te voegen als speerpunten aan de Ruimtelijke uitdaging de speerpunten als genoemd in het amendement ‘een echte verkeerskeuze’ Speerpunten toe te voegen bij Ruimtelijke uitdaging: In 2015 ligt er aan de randen van de stad een ring van transferia, overstapplaasen waar de overstap gemaakt kan worden van auto op openbaar vervoer of fiets. Vanaf deze punten kan de parkeerder snel verder; het parkeertarief is tegelijk het ov-kaartje binnen de stad. Openbaar vervoer (busjes) rijdt vanaf de transferia naar belangrijke knooppunten als centrum en Heijendaal. De stad wordt opgedeeld in een aantal parkeertariefzones, ingedeeld volgens het navolgende principe: - Relatief goedkoop parkeren (mat ‘gratis’ ov) voor wie aan de rand van de stad parkeert - Een wat hoger tarief bij een ov-knooppunt dieper in de stad, zoals Heijendaal of CS - Een nog hoger tarief voor wie aan de rand van het centrum wil parkeren - Een fors tarief voor wie tot in het centrum door wil rijden om te parkeren. In deze voorkeur past ook dat er voldoende parkeergelegenheid aan de rand van het centrum wordt gerealiseerd, hetgeen tegelijk een verschuiving betekent naar de rand. Met het openen van nieuwe parkeerlocaties/garages aan de rand van het centrum, verdwijnen in principe parkeerlocaties/garages binnen de singels. De snelheid en mate waarin dit kan gebeuren wordt in beeld gebracht. Toelichting: Het raadsvoorstel stadsvisie 2015 ‘Stad in Balans’ kiest voor het bundelen van het autoverkeer op de hoofdwegenstructuur – hetgeen ook betekent uitbreiding van de weginfrastructuur -, voor het stimuleren van fiets en openbaar vervoer en voor het realiseren van parkeergelegenheid aan de randen van het centrum. Een echte keuze wordt niet gemaakt: zo wordt er gezocht naar mogelijkheden het toenemend autogebruik in de stad op te vangen en worden transferia vooral ingezet om de benuttingscapaciteit van de hoofdwegen te beïnvloeden. Rond het centrum zijn voldoende parkeerplaatsen nodig, wordt geconstateerd, maar er wordt niet gesproken over een verschuiving vanuit het centrum. Als we het (toenemend) autoverkeer diep in de stad laten doordringen, creëren we vanzelf steeds nieuwe problemen: de hoofdwegen zullen te vol raken, de druk op de ring rond het centrum zal te groot worden, er zal uitbreiding van infracapaciteit nodig zijn. Daarom is het nodig te trachten de bezoekers die Nijmegen aandoen zoveel mogelijk te laten parkeren aan de rand van de stad en bij knooppunten van openbaar vervoer; transferia dienen als speerpunt meer te betekenen dan nu in de tekst van het raadsvoorstel staat. Voor:
AMENDEMENT: ‘Het moet ook goed wonen zijn in de Stadsvisie’ (1ste indiener: E. Vermeulen, GL) De raad bijeen op 11 april 2001, Overwegende: Dat uit het woningmarktonderzoek blijkt dat de omvang van de primaire doelgroep nauwelijks is gedaald, Dat het percentage van de huishoudens in Nijmegen die tot deze groep behoren nog steeds zeer hoog is, nl. 43%, Dat voor het huisvesten van deze doelgroep juist de overheid zorg moet dragen omdat adequaat te laten gebeuren, Dat het woningaanbod voor deze primaire doelgroep op dit moment grosso modo in evenwicht is met de vraag, Dat in de toekomst het aanbod zonder ingrepen sterk verminderd zal worden, gezien het te geringe percentage sociale woningbouw in de Waalsprong (max. 30%). De herstructurering tot verlies van goedkope huurwoningen zal leiden en het bouwen in de bestaande stad ook vaak in het duurdere segment plaatsvindt, Dat de goedkope koopsector te duur en vaak niet meer bereikbaar is voor de doelgroep Besluit: Bij beslispunt 3 toe te voegen aan de sociale uitdagingen het volgende speerpunt met begeleidende tekst: Er blijven voldoende goedkope woningen nu en in de toekomst om de primaire doelgroep te huisvesten en de onderkant van de koopsector te bedienen: Nieuwbouw zowel in de Waalsprong als in de bestaande stad is op dit moment nog te veel gericht op de duurdere segmenten van de marktvraag. Ook de huidige marktsituatie maakt het lastig om goedkope laagbouwkoopwoningen te bouwen. Woningen van 275.000 gulden vrij op naam zijn een dag na verkoop tienduizenden guldens meer waard. Hier is deels wel een mouw aan te passen met beperkende maatregelen voor een vrije verkoop. Naast de uitbreidingsopgave is er de opgave om de kwaliteitsslag in de wijken te maken. Voor de kwaliteitsimpuls bestaat geen standaardrecept. Het kan gaan om het geschikt maken van bestaande woningen voor ouderen, het verkopen van woningen, en om meer of minder ingrijpende woningverbeteringen. Soms zal het gaan om sloop en vervangende nieuwbouw als de kwaliteit van de woningen slecht is. Dan zal ook de kans aangegrepen worden om de stedenbouwkundige situatie te verbeteren. Doelstelling is steeds het versterken van het woonklimaat, het bieden van positieve keuzes aan mensen, en door meer variatie in het aanbod om binnenwijkse wooncarrières mogelijk te maken. Deze aanpak kan op stedelijk niveau leiden tot het verlies van goedkope woningen. Gelet op het voorgaande moet het aantal goedkope woningen omhoog. Daarvoor zien we drie mogelijkheden: In de Waalsprong, elders in de bestaande stad en in de herstructureringswijken zelf. Hier moet gezocht worden naar mogelijkheden om goedkope woningen met toekomstkwaliteit (terug) te bouwen. Deze drie opties worden verder verkend. In dit licht is monitoren van de huisvestingskosten van
de primaire doelgroep noodzakelijk. Bovenstaande is richtinggevend voor de nieuwbouwproductie en de herstructureringsplannen die de komende jaren tot ontwikkeling zullen komen. Voor: AMENDEMENT: ‘1’ (1ste indiener: L. Scholten, GL) Beslispunt 1 derde bolletje: Onze inbreng zal verschuiven van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen met’. Voor: AMENDEMENT: ‘Toevoegen ecologische uitdaging’ (1ste indiener: J. van der Meer, vdM) De gemeenteraad van Nijmegen in vergadering bijeen op 11 april 2001 overwegende dat: • het college in ‘Stad in Balans’ en in het onderhavige raadsvoorstel volledig voorbijgaat aan de milieuproblematiek; • de verwachting is dat de komende vijftien jaar de brandstofprijzen, vanwege de toenemende schaarste, aanzienlijk zullen stijgen en het mede daarom goed is dat de stad minder afhankelijk wordt van fossiele brandstoffen; besluit aan beslispunt drie de ecologische uitdaging toe te voegen en het raadsvoorstel uit te breiden met de volgende alinea: Ecologische uitdaging In de periode tot 2015 zal ook natuur en milieu belangrijke aandacht krijgen van het stadsbestuur. We kunnen (als negende stad van de zestiende economie) onze ogen niet sluiten voor het broeikaseffect. Nijmegen en haar inwoners zullen hun steentje moeten bijdragen aan terugdringing van de CO2-uitstoot. Energiebesparing is niet alleen in het belang van het milieu, maar heeft ook economische voordelen. Zeker als de brandstofprijzen verder zullen stijgen is het gewenst dat de stad minder afhankelijk wordt van olie en gas. Uitgangspunt Omdat veel milieuproblemen te maken hebben met het energieverbruik, hanteren we de doelstelling dat de stad in 2015 minder afhankelijk zal zijn van fossiele brandstoffen. Dit uitgangspunt staat centraal in het gemeentelijk beleid op het gebied van volkshuisvesting, mobiliteit, afval en energie. Speerpunten Stimulans duurzame energie Er zal de komende jaren energiek worden gewerkt aan plaatsing van windmolens op een vijftal locaties in de stad. Zo kan ongeveer in een kwart van de (elektrische) energiebehoefte van de Nijmeegse huishoudens worden voorzien. In de Waalsprong wordt reeds volop geïnvesteerd in duurzame energiebronnen. De komende jaren zal een inhaalslag worden gemaakt in de bestaande woningvoorraad. Als goede voorbeeld zal de gemeente, waar mogelijk, zelf natuurstroom afnemen. Duurzaam bouwen Duurzaam bouwen is in eerste instantie ‘niet bouwen’. Uitgangspunt is om de bevolkingsgroei zoveel mogelijk op te vangen in de bestaande woningvoorraad. Het volkshuisvestingsbeleid en de herstructurering moeten meer dan nu gericht zijn op
huisvesting van de groter wordende groep senioren in onze samenleving. Door aantrekkelijke seniorenwoningen aan te bieden (gelijkvloers, in de directe buurt en met zorgvoorzieningen) kan een gewenste doorstroming plaatsvinden en zijn er minder (grote) nieuwbouwwoningen nodig. Het convenant duurzaam bouwen zal worden uitgebreid met renovatieprojecten en de particuliere sector. Uitbreiding groengebieden Door zorgvuldig om te gaan met het ter beschikking stellen van woningbouwlocaties ontstaat ruimte om groengebieden te behouden, dan wel aan te leggen. Uitgangspunt moet zijn dat Nijmegen in 2015 net zoveel bomen telt als inwoners. In het kader van de stimulering van de toeristische sector in de stad is het gewenst om aantrekkelijke groengebieden buiten de stad via groene aderen te verbinden met het centrum van de stad. Voor:
MOTIE: ‘Ook aandacht voor kwaliteit busvervoer’ (1ste indiener: M. Simons-Welschen, GL) De gemeenteraad van Nijmegen in vergadering bijeen op 11 april 2001 overwegende dat: • er in ‘Stad in Balans’ en het onderhavige raadsvoorstel slechts summiere aandacht is voor verbetering van het openbaar vervoer; • dat er nog genoeg verbeteringen kunnen plaats vinden in het busvervoer, zoals op het vlak van de prijzen en de bushaltes; • het mobiliteitsbeleid van de stad binnenkort verder wordt uitgewerkt in een nota; besluit het college op te dragen om in de nota Mobiliteitsbeleid aandacht te schenken aan en verbeteringen te opperen voor het busvervoer op het vlak van busroutes, bushaltes (mogelijkheden van afstempelen buiten de bus –bovengronds metrosysteem) en prijszetting (mogelijkheden van goedkoper/gratis vervoer) met een perspectief van 15 jaar. Voor:
MOTIE: ‘Open Wijkschool en wijkcentrum vullen elkaar aan’ (1ste indiener: M. Simons-Welschen, GL) De raad bijeen op 11 april 2001, Overwegende dat: de stadsvisie vooral koerst op het waarmaken van haar ambities met betrekking tot de Sociale Uitdaging, via een wijkgerichte aanpak, met name via het speerpunt: een OWS in elke wijk … in de stadsvisie de functies en doelstellingen van de OWS zijn uitgebreid met “de emancipatie en ontplooiing van de Nijmeegse burgers”, constaterende dat de wijkcentra, die eenzelfde doelstelling hebben, al sedert 1996 “onder vuur liggen”, constaterende dat huishoudens en alleengaanden zonder kinderen geen duidelijke band zullen krijgen met de OWS (Landelijk zijn er nu al 61% een- en tweepersoonshuishoudens, waarvan de helft bestaat uit personen van 55+), aangezien de OWS toch vooral in opvoeding en educatieve sectoren werkt, met kinderen,
-
overwegende dat “een OWS in elke wijk” in elk geval een enorme investering vraagt, spreekt uit dat: “De wijkcentra in onze stad een reeds bestaande en goedkope invulling zijn voor de ambitie van deze stad om te investeren in de sociale infrastructuur”. “Daarom een aanvulling zijn voor de sociale integratie in onze wijken op de open wijkschool, met name voor Nijmegenaren zonder kinderen, en oudere Nijmegenaren …”. “Er daarom heroverwogen dient te worden of en zo ja in welke mate reeds eerder besloten bezuinigingen op de wijkcentra, alsmede de aangekondigde tariefsverhogingen voor het gebruik van de wijkcentra moeten worden teruggedraaid …”. Voor:
AMENDEMENT: ‘Laat veelkleurige bloemen bloeien’ (1ste indiener: M. Simons-Welschen, GL) De raad bijeen op 11 april 2001, Overwegende dat: de gemeente Nijmegen, ter realisatie van de Sociale Uitdaging, een aantal speerpunten formuleert, die de sociale infrastructuur moeten versterken, waarbij het investeren in mensen en hun onderlinge relaties voorop staat, dat de Nijmeegse samenleving divers is samengesteld en multicultureel, overwegende dat Leefbaarheid en Veiligheid gebaat zijn bij respectvolle relaties van mensen onderling en bij loyaliteit en solidariteit van Nijmegenaren onder elkaar, dat per 1 april jl. door vernieuwd terugkeerbeleid m.b.t. uitgeprocedeerde asielzoekers grote aantallen medeburgers in onze stad op straat zullen komen te staan zonder onderdak of hulp, illegaal, terwijl zij niet kunnen terugkeren naar hun lang van herkomst, besluit om aan de Sociale Uitdaging in par. 4 de volgende tekst, met “bloem”, toe te voegen: “Het Nijmeegs stadsbestuur ziet het als haar plicht te investeren in de onderlinge loyaliteit en solidariteit van alle burgers/inwoners van onze stad, met name ook die tussen allochtone en autochtone Nijmegenaren”. En vermeld daarbij de volgende speerpunten: “de gemeente zal voldoende financiën ter beschikking stellen aan organisaties in onze stad om de eerste nood voor uitgeprocedeerden te ledigen” “de gemeente zal “wachtkameronderdak” verschaffen aan mensen die buiten hun “schuld” op straat komen te staan”. Voor:
MOTIE: Stadsvisie/stad in balans (1ste indiener: R. Ulijn, D66) De raad van Nijmegen in vergadering bijeen op woensdag 11 april 2001, Van mening: Dat de inwoners van Nijmegen blijvend betrokken moeten worden bij de ontwikkeling van hun stad met betrekking tot de ontwikkelingen rond de stadsvisie dat informatie naar de betrokkenen daarvoor van
groot belang is Roept het college op om: jaarlijks aan de deelnemers aan het stadsdebat rechtstreeks verslag uit te brengen over de ontwikkelingen, voor zover die deelnemers daar prijs op stellen de inwoners van Nijmegen jaarlijks te informeren via de gebruikelijke media betrokkenen de mogelijkheid te geven te reageren op de ontwikkelingen met betrekking tot de stadsvisie over de reactie te rapporteren aan de raad. Voor:
AMENDEMENT: ‘De héle stad in balans I’ (1ste indiener: B. van Zijll de Jong-Lodenstein, SLN) De raad, in vergadering bijeen op 11 april 2001, Overwegende: dat uit de binnengekomen reacties van de bevolking alsmede de nadien gevoerde stadsdebatten nogmaals het belang van groen en natuur in de stad is gebleken, dat eveneens uit de reacties het belang van een goede kwaliteit van de woon- en leefomgeving is gebleken, dat “Stad in Balans” aangeeft de bestaande woonen verblijfskwaliteit van de wijken, het centrum en van de groengebieden te willen beschermen”, besluit aan beslispunt 1 achter de zin: “wij bundelen de dynamiek op door ons aan te wijzen plaatsen in de stad” het volgende toe te voegen: “en wel zodanig dat deze bundeling niet ten koste gaat van het woon- en leefklimaat, de veiligheid en de gezondheid van de bewoners – met name in de directe omgeving – en dat bestaande groenvoorzieningen beschermd blijven”. Voor:
AMENDEMENT: ‘De héle stad in balans II’ (1ste indiener: B. van Zijll de Jong-Lodenstein, SLN) De raad, in vergadering bijeen op 11 april 2001, Besluit om bij beslispunt 3: “Uitwerking van o.a. de ruimtelijke uitdagingen” Het volgende knelpunt te betrekken en om voor dit knelpunt oplossingen te zoeken die tegemoet komen aan het recht van ALLE bewoners van Nijmegen op een goede, gezonde en veilige leefomgeving. “Stad in Balans” heeft als primair uitgangspunt een ongedeelde stad, waarbij de kwaliteit van de woonen leefomgeving voor de gehele stad geldt. De stad Nijmegen heeft zich de afgelopen jaren echter op twee verschillende manieren ontwikkeld: Het noordelijk en westelijk deel van de stad werd en wordt in grote mate gekenmerkt door industrieterreinen met (deels zeer) milieucomplexe bedrijvigheid (Oostkanaalhaven, Westkanaaldijk, Noordkanaalhaven, Bijsterhuizen, De Grift, gepland MTC), alsmede door intensief gebruikte doorgaande infrastructuur (A73, A325, Knooppunt Neerbosch) endoor het nagenoeg afwezig zijn van in recreatief en ecologisch opzicht interessant groen.
Het oostelijk en zuidelijk deel van de stad kenmerkt zich daarentegen door een over het algemeen rustige woonomgeving, kleinschalige, buurtgebonden en niet vervuilende bedrijvigheid alsmede een grote hoeveelheid groen in, en vooral aan de rand en direct buiten dit stadsdeel. Voor:
MOTIE: ‘Effectmeting, ook voor de groene en open ruimte’ (1ste indiener: B. van Zijll de Jong-Lodenstein, SLN) De raad, in vergadering bijeen op 11 april 2001, Overwegende: dat de aantrekkelijkheid van Nijmegen als woonen werkstad in hoge mate wordt bepaald door de herkenbaarheid van en oriëntatie op een gezonde en groene leefomgeving, dat onduidelijk is welke effecten de Stadsvisie in samenhang met de Woonvisie en het Economisch Beleidsplan, alsmede de in KAN-verband genomen besluiten, hebben op de hoeveelheid open gebied en groengebied in en rond de stad Nijmegen, stelt voor het college op te dragen: de huidige hoeveelheid open gebied en groengebied in Nijmegen in beeld te brengen en te kwantificeren en een projectie te maken van deze hoeveelheid in 2015 bij uitvoering van de Stadsvisie, de Woonvisie, het Economisch Beleidsplan, alsmede van alle tot nu toe genomen raadsbesluiten en KAN-besluiten die effect en betrekking hebben op de ruimtelijke ordening. Voor:
AMENDEMENT: ‘Ouderen wijzen op hun rechten’ (1ste indiener: M. Hulskorte, AOV/Unie 55+) Toelichting: Uit sociaal oogpunt zijn wij verantwoordelijk om mensen die niet in staat zijn voor hun rechten op te komen, te helpen waar dat mogelijk is. Veel ouderen schamen zich er voor hun hand op te houden (onderzoek SWON). Toevoegen aan speerpunt “Vangnet”: Om voor burgers die niet in staat zijn op te komen voor hun rechten, de bestanden in de toekomst zodanig te kopelen dat de gemeente inzicht heeft in de financiële rechten van deze personen (huurcompensatie, bijstand en andere regelingen). Voor:
AMENDEMENT: ‘Laat ouderen niet te ver lopen’ (1ste indiener: M. Hulskorte, AOV/Unie 55+) Toelichting: De behoefte aan basisvoorzieningen zal voor de ouderen in buurt en wijk sterk stijgen, doordat de vergrijzing meer zal toenemen. Nu al zie je dat er voorzieningen verdwijnen zoals buurtwinkels, postkantoortjes, e.d. Hieraan zal snel iets moeten gebeuren. Mensen die moeilijk ter been zijn komen hierdoor steeds meer in de problmen. Toevoegen aan speerpunt “Optimaal niveau van basisvoorzieningen”: Wij zullen er voor zorg dragen dat er voldoende basisvoorzieningen op loofafstand zijn in buurt en
wijk voor ouderen en gehandicapten. Als die niet altijd mogelijk blijkt te zijn, moet het openbaar vervoer hierop aangepast worden (meer haltes). Voor:
AMENDEMENT: ‘Ouders blijven verantwoordelijk’ (1ste indiener: M. Hulskorte, AOV/Unie 55+) Toelichting: In de Open Wijkschool zullen steeds meer activiteiten plaatsvinden. In het raadsvoorstel stadsvisie 2015 “stad in balans” wordt o.a. gekozen voor kinderopvang, opvoedingsondersteuning, basisonderwijs, cultuureducatie. Het gevaar bestaat dat de ouders die hun kinderen ’s morgens vroeg wegbrengen en ’s avonds ophalen, de verantwoordelijkheid afschuiven op een organisatie. Zij moeten echter wel beseffen dat de verantwoordelijkheid uiteindelijk bij hen ligt. Speerpunt toevoegen bij Open Wijkschool: Ouders zullen direct betrokken worden bij de Open Wijkschool, zodat in de toekomst instellingen en ouders in goede harmonie een bijdrage leveren aan de opvoeding van de kinderen. Voor:
AMENDEMENT: ‘Gun ouderen hun activiteiten’ (1ste indiener: M. Hulskorte, AOV/Unie 55+) Toelichting: Doordat de vergrijzing in 2015 nog meer toegenomen zal zijn, zal de behoefte van ouderen des te groter zijn om hun hobby’s en activiteiten uit te blijven oefenen (vergaderingen, biljarten, kaarten, activiteiten SWON dagopvang, jubileumviering). Er zal dan ook onvoldoende accommodatie zijn om dit in de open wijkscholen te realiseren. Toevoegen aan het speerpunt “Open Wijkschool”: Wij realiseren ons dat er wijkcentra behouden dienen te worden in verband met de toenemende vergrijzing. Voor:
Raadsbesluit d.d. 11 april 2001 Besloten wordt om de behandeling van het voorstel twee maanden uit te stellen. In de tussenliggende periode kunnen de moties en amendementen, alsmede de standpunten die te berde zijn gebracht in de raadsvergaderingen van 4 en 11 april 2001 op commissieniveau behandeld worden en eventueel verwerkt in het raadsvoorstel.
pag. 1 Bijlage C: Raadsbesluitenlijst 27 juni 2001 onderdeel: Stadsvisie Nijmegen 2015 met de teksten van de moties en amendementen
7.
95/2001
Stadsvisie 2015 Raadsvoorstel d.d. 26 juni 2001 1. In te stemmen met de volgende hoofdlijnen van de stadsvisie: ♦ Wij willen de kansen die dynamische ontwikkelingen ons bieden, gebruiken om de stad in evenwicht te houden; ♦ Wij bundelen de dynamiek op door ons aan te wijzen plaatsen in de stad; ♦ Onze inbreng zal verschuiven van “zorgen voor……” naar “zorgen dat…..” 2. te bepalen dat deze hoofdlijnen in de komende jaren richting geven aan de gemeentelijke beleidsvoorbereiding, -programmering en – uitvoering; 3. de vertaling van de hoofdlijnen door middel van uitgangspunten en speerpunten binnen de sociale, culturele, economische, ruimtelijke en bestuurlijke uitdagingen nader uit te werken; AMENDEMENT: ‘Een echte verkeerskeuze’ (1ste indiener: T. Hirdes, GL) De raad besluit Toe te voegen als speerpunten aan de Ruimtelijke uitdaging de speerpunten als genoemd in het amendement ‘een echte verkeerskeuze’ Speerpunten toe te voegen bij Ruimtelijke uitdaging: In 2015 ligt er aan de randen van de stad een ring van transferia, overslagplaatsen waar de overstap gemaakt kan worden van auto op openbaar vervoer of fiets. Vanaf deze punten kan de parkeerder snel verder; het parkeertarief is tegelijk het OV-kaartje binnen de stad. Openbaar vervoer (busjes) rijdt vanaf de transferia naar belangrijke knooppunten als centrum en Heijendaal. De stad wordt opgedeeld in een aantal parkeertariefzones, ingedeeld volgens het navolgende principe: Relatief goedkoop parkeren (mat ‘gratis’ ov) voor wie aan de rand van de stad parkeert Een wat hoger tarief bij een ov-knooppunt dieper in de stad, zoals Heijendaal of CS Een nog hoger tarief voor wie aan de rand van het centrum wil parkeren Een fors tarief voor wie tot in het centrum door wil rijden om te parkeren. In deze voorkeur past ook dat er voldoende parkeergelegenheid aan de rand van het centrum wordt gerealiseerd, hetgeen tegelijk een verschuiving betekent naar de rand. Met het openen van nieuwe parkeerlocaties/garages aan de rand van het centrum, verdwijnen in principe parkeerlocaties/garages binnen de singels. De snelheid en mate waarin dit kan gebeuren wordt in beeld gebracht. Toelichting: Het raadsvoorstel stadsvisie 2015 ‘Stad in Balans’ kiest voor het bundelen van het
Volgt
pag. 2 Bijlage C: Raadsbesluitenlijst 27 juni 2001 onderdeel: Stadsvisie Nijmegen 2015 met de teksten van de moties en amendementen
autoverkeer op de hoofdwegenstructuur – hetgeen ook betekent uitbreiding van de weginfrastructuur -, voor het stimuleren van fiets en openbaar vervoer en voor het realiseren van parkeergelegenheid aan de randen van het centrum. Een echte keuze wordt niet gemaakt: zo wordt er gezocht naar mogelijkheden het toenemend autogebruik in de stad op te vangen en worden transferia vooral ingezet om de benuttingcapaciteit van de hoofdwegen te beïnvloeden. Rond het centrum zijn voldoende parkeerplaatsen nodig, wordt geconstateerd, maar er wordt niet gesproken over een verschuiving vanuit het centrum. Als we het (toenemend) autoverkeer diep in de stad laten doordringen, creëren we vanzelf steeds nieuwe problemen: de hoofdwegen zullen te vol raken, de druk op de ring rond het centrum zal te groot worden, er zal uitbreiding van infracapaciteit nodig zijn. Daarom is het nodig te trachten de bezoekers die Nijmegen aandoen zoveel mogelijk te laten parkeren aan de rand van de stad en bij knooppunten van openbaar vervoer; transferia dienen als speerpunt meer te betekenen dan nu in de tekst van het raadsvoorstel staat. Voor: GL(8), SP(6), SLN(1), vdM(1) Amendement verworpen. AMENDEMENT: ‘De spelende dimensie’ (1ste indiener: T. Hirdes, GL) De raad besluit: Toe te voegen als speerpunt bij sociale uitdaging, ‘investeren in onderlinge relaties’, het speerpunt zoals verwoord in het amendement ‘de spelende dimensie’ Inleidende tekst tot het speerpunt: Voor een sociale en leefbare stad is het van groot belang dat kinderen ruimte hebben om zich te ontplooien en om te spelen. De afgelopen decennia zijn kinderen steeds minder buiten gaan spelen en zijn ze steeds meer binnen activiteiten gaan zoeken. Deels komt dat door de opkomst van tv en computer, maar uit onderzoeken blijkt dat die voor minder dan de helft aan het verschijnsel bijdragen. De opkomst van de (rijdende en parkerende) auto in de straat is een veel grotere oorzaak. Wie kan er nog met een bal overgooien om te proberen de stoeprand aan de andere straatkant te raken als aan beide zijden van de straat auto’s geparkeerd staan langs die stoeprand? Het spelende kind heeft ruimte verloren aan de auto, het wordt een uitdaging ruimte terug te geven. Mogelijkheden daartoe zijn bijvoorbeeld het parkeren uit de woonstraten te verplaatsen naar wijkparkeervoorzieningen aan de rand van de wijk (eventueel ondergronds) of clusters van parkeerplaatsen in de wijk of in de straat. Tegelijk moeten, met het programma duurzaam veilig, de maximum snelheden in de woonstraten omlaag. Tekst speerpunt zelf Om voor spelende kinderen ruimte te scheppen om
pag. 3 Bijlage C: Raadsbesluitenlijst 27 juni 2001 onderdeel: Stadsvisie Nijmegen 2015 met de teksten van de moties en amendementen
buiten te kunnen spelen, wordt in beeld gebracht in welke mate het mogelijk is de parkerende auto uit het straatbeeld in woonstraten te halen. Mogelijkheden kunnen bijvoorbeeld aparte wijkparkeeraccommodaties zijn aan de rand van de woonwijken of clusters van parkeerplaatsen binnen de wijk of straat. Bij nieuwbouw zal dit streven uitgangspunt zijn; voor de oudbouw worden de mogelijkheden in kaart gebracht en is het streven dat in 2015 zeker de helft van de woonstraten waar mogelijkheden blijken te zijn onder handen zijn genomen. Voor: GL(8), SP(6), D66(2), SLN(1), vdM(1) Amendement verworpen.
AMENDEMENT: ‘Toevoegen ecologische uitdaging’ (1ste indiener: J. van der Meer, vdM) De gemeenteraad van Nijmegen in vergadering bijeen op 11 april 2001 overwegende dat: • het college in ‘Stad in Balans’ en in het onderhavige raadsvoorstel volledig voorbijgaat aan de milieuproblematiek; • de verwachting is dat de komende vijftien jaar de brandstofprijzen, vanwege de toenemende schaarste, aanzienlijk zullen stijgen en het mede daarom goed is dat de stad minder afhankelijk wordt van fossiele brandstoffen; besluit aan beslispunt drie de ecologische uitdaging toe te voegen en het raadsvoorstel uit te breiden met de volgende alinea: Ecologische uitdaging In de periode tot 2015 zal ook natuur en milieu belangrijke aandacht krijgen van het stadsbestuur. We kunnen (als negende stad van de zestiende economie) onze ogen niet sluiten voor het broeikaseffect. Nijmegen en haar inwoners zullen hun steentje moeten bijdragen aan terugdringing van de CO2-uitstoot. Energiebesparing is niet alleen in het belang van het milieu, maar heeft ook economische voordelen. Zeker als de brandstofprijzen verder zullen stijgen is het gewenst dat de stad minder afhankelijk wordt van olie en gas. Uitgangspunt Omdat veel milieuproblemen te maken hebben met het energieverbruik, hanteren we de doelstelling dat de stad in 2015 minder afhankelijk zal zijn van fossiele brandstoffen. Dit uitgangspunt staat centraal in het gemeentelijk beleid op het gebied van volkshuisvesting, mobiliteit, afval en energie. Speerpunten 1 Stimulans duurzame energie Er zal de komende jaren energiek worden gewerkt aan plaatsing van windmolens op een vijftal locaties in de stad. Zo kan ongeveer in een kwart van de (elektrische) energiebehoefte van de Nijmeegse huishoudens worden voorzien. In de Waalsprong wordt reeds volop geïnvesteerd in duurzame energiebronnen. De komende jaren zal een inhaalslag worden gemaakt
pag. 4 Bijlage C: Raadsbesluitenlijst 27 juni 2001 onderdeel: Stadsvisie Nijmegen 2015 met de teksten van de moties en amendementen
in de bestaande woningvoorraad. Als goede voorbeeld zal de gemeente, waar mogelijk, zelf natuurstroom afnemen. 2 Duurzaam bouwen Duurzaam bouwen is in eerste instantie ‘niet bouwen’. Uitgangspunt is om de bevolkingsgroei zoveel mogelijk op te vangen in de bestaande woningvoorraad. Het volkshuisvestingsbeleid en de herstructurering moeten meer dan nu gericht zijn op huisvesting van de groter wordende groep senioren in onze samenleving. Door aantrekkelijke seniorenwoningen aan te bieden (gelijkvloers, in de directe buurt en met zorgvoorzieningen) kan een gewenste doorstroming plaatsvinden en zijn er minder (grote) nieuwbouwwoningen nodig. Het convenant duurzaam bouwen zal worden uitgebreid met renovatieprojecten en de particuliere sector. 3 Uitbreiding groengebieden Door zorgvuldig om te gaan met het ter beschikking stellen van woningbouwlocaties ontstaat ruimte om groengebieden te behouden, dan wel aan te leggen. Uitgangspunt moet zijn dat Nijmegen in 2015 net zoveel bomen telt als inwoners. In het kader van de stimulering van de toeristische sector in de stad is het gewenst om aantrekkelijke groengebieden buiten de stad via groene aderen te verbinden met het centrum van de stad. Voor beslispunt 1: GL(8), SP(6), SLN(1), vdM(1) Beslispunt 1 verworpen Voor beslispunt 2: GL(8), SP(6), SLN(1), vdM(1) Beslispunt 2 verworpen Voor beslispunt 3: GL(8), SP(6), D66(2), SLN(1), vdM(1) Beslispunt 3 verworpen Amendement verworpen.
AMENDEMENT: ‘Laat ouderen niet te ver lopen’ (1ste indiener: M. Hulskorte, AOV/Unie 55+) Toelichting: De behoefte aan basisvoorzieningen zal voor de ouderen in buurt en wijk sterk stijgen, doordat de vergrijzing meer zal toenemen. Nu al zie je dat er voorzieningen verdwijnen zoals buurtwinkels, postkantoortjes, e.d. Hieraan zal snel iets moeten gebeuren. Mensen die moeilijk ter been zijn komen hierdoor steeds meer in de problemen Toevoegen aan speerpunt “Optimaal niveau van basisvoorzieningen”: Wij zullen er voor zorg dragen dat er voldoende basisvoorzieningen op loofafstand zijn in buurt en wijk voor ouderen en gehandicapten. Als die niet altijd mogelijk blijkt te zijn, moet het openbaar vervoer hierop aangepast worden (meer haltes). Voor: GL(8), AOV/Unie55+(1), SLN(1), vdM(1) Amendement verworpen.
pag. 5 Bijlage C: Raadsbesluitenlijst 27 juni 2001 onderdeel: Stadsvisie Nijmegen 2015 met de teksten van de moties en amendementen
AMENDEMENT: ‘Ouderen wijzen op hun rechten’ (1ste indiener: M. Hulskorte, AOV/Unie 55+) Toelichting: Uit sociaal oogpunt zijn wij verantwoordelijk om mensen die niet in staat zijn voor hun rechten op te komen, te helpen waar dat mogelijk is. Veel ouderen schamen zich er voor hun hand op te houden (onderzoek SWON). Toevoegen aan speerpunt “Vangnet”: Om voor burgers die niet in staat zijn op te komen voor hun rechten, de bestanden in de toekomst zodanig te koppelen dat de gemeente inzicht heeft in de financiële rechten van deze personen (huurcompensatie, bijstand en andere regelingen). Voor: AOV/Unie55+(1) Amendement verworpen.
AMENDEMENT: ‘Gun ouderen hun activiteiten’ (1ste indiener: M. Hulskorte, AOV/Unie 55+) Toelichting: Doordat de vergrijzing in 2015 nog meer toegenomen zal zijn, zal de behoefte van ouderen des te groter zijn om hun hobby’s en activiteiten uit te blijven oefenen (vergaderingen, biljarten, kaarten, activiteiten SWON dagopvang, jubileumviering). Er zal dan ook onvoldoende accommodatie zijn om dit in de open wijkscholen te realiseren. Toevoegen aan het speerpunt “Open Wijkschool”: Wij realiseren ons dat er wijkcentra behouden dienen te worden in verband met de toenemende vergrijzing. Voor: SP(6), AOV/Unie55+(1), SLN(1) Amendement verworpen.
AMENDEMENT: ‘Verkeersveiligheid prioriteit’ (1ste indiener: H. van Hooft jr, SP) De gemeenteraad van Nijmegen in vergadering bijeen op 27 en 28 juni 2001 overwegende dat: • Verkeersveiligheid door veel Nijmegenaren als een belangrijk probleem wordt gezien; • In de hele stadsvisie op geen enkele wijze aandacht wordt geschonken aan de oplossing van dit probleem; Besluit: tot aanpassing van de derde zin in de paragraaf Onderhoud openbare ruimte op vervolgvel 15 in: “Wij zorgen ervoor dat de straten schoon, heel en verkeersveilig zijn” College neemt het amendement over Amendement aanvaard.
AMENDEMENT: ‘Wijkcentrum is basisvoorziening’ (1ste indiener: H. van Hooft jr, SP) De gemeenteraad van Nijmegen in vergadering bijeen op 27 en 28 juni 2001;
pag. 6 Bijlage C: Raadsbesluitenlijst 27 juni 2001 onderdeel: Stadsvisie Nijmegen 2015 met de teksten van de moties en amendementen
overwegende dat: • Het wijkcentrum tot de basisvoorzieningen gerekend dient te worden Besluit: tot aanpassing van de tweede zin in de paragraaf Optimaal niveau van basisvoorzieningen op vervolgvel 15 in ‘(…) zoals scholen, huisartsen, andere gezondheidsvoorzieningen, wijkcentra, kinderopvang, (…)’ Voor: GL (8), SP (6), D66 (1), vdM (1) Tegen: PvdA (8), CDA (6), Wegens het staken van de amendement in de volgende stemming gebracht.
(2), SLN (1), AOV/Unie 55+ VVD (5) stemmen wordt het vergadering wederom in
AMENDEMENT: ‘Voldoende goedkope woningen garanderen’ (1ste indiener: H. van Hooft jr, SP) De gemeenteraad van Nijmegen in vergadering bijeen op 27 en 28 juni 2001; overwegende dat: • De raad bij motie heeft besloten het aantal goedkope en betaalbare huurwoningen tenminste op het huidige aantal te handhaven; Besluit tot aanpassing in paragraaf Functiemenging en differentiatie van woningen op vervolgvel 16 Aan de tekst: Dat betekent dat er voldoende goedkope woningen nu en in de toekomst moeten zijn om ook de mensen met een smallere beurs te huisvesten. toevoegen: Daartoe wordt het aantal goedkope en betaalbare huurwoningen tenminste op het huidige aantal gehandhaafd. Voor: SP(6), AOV/Unie55+(1) Amendement verworpen.
AMENDEMENT: ‘Wijziging beslispunt 1 raadsvoorstel inzake rol overheid’ (1ste indiener: R. Bos, PvdA) De gemeenteraad van Nijmegen, in vergadering bijeen op 27 juni 2001, Overwegende dat: • De Stadsvisie richtinggevend zal zijn voor het beleid in Nijmegen de aankomende jaren en daardoor vaak een referentiepunt zal zijn; • De hoofdlijnen van de Stadsvisie om die reden duidelijk en eenduidig moeten zijn om te kunnen dienen als richtinggevend; • De formulering van de hoofdlijn: “Onze inbreng zal verschuiven van ‘zorgen voor...’ naar ‘zorgen dat...’” geen recht doet aan de nuances zoals die in de Stadsvisie verwoord zijn. De stadsvisie kiest duidelijk voor aansluiting bij bestaande of groeiende maatschappelijke betrokkenheid, waarbij het stadsbestuur steeds een andere rol kan of moet vervullen;
pag. 7 Bijlage C: Raadsbesluitenlijst 27 juni 2001 onderdeel: Stadsvisie Nijmegen 2015 met de teksten van de moties en amendementen
Besluit: Het derde gedachtenpunt van beslispunt 1 van het Raadsvoorstel als volgt te wijzigen: “Onze inbreng zal verschuiven van ‘zorgen voor...’ naar ‘zorgen dat...’, waarbij onze rol kan variëren van actieve initiator en hoofduitvoerder tot stimulator, voorwaardenschepper en meedenker.” College neemt het amendement over Amendement aanvaard.
MOTIE: ‘Ook aandacht voor kwaliteit busvervoer’ (1ste indiener: M. Simons-Welschen, GL) De gemeenteraad van Nijmegen in vergadering bijeen op 11 april 2001 overwegende dat: • er in ‘Stad in Balans’ en het onderhavige raadsvoorstel slechts summiere aandacht is voor verbetering van het openbaar vervoer; • dat er nog genoeg verbeteringen kunnen plaats vinden in het busvervoer, zoals op het vlak van de prijzen en de bushaltes; • het mobiliteitsbeleid van de stad binnenkort verder wordt uitgewerkt in een nota; besluit het college op te dragen om in de nota Mobiliteitsbeleid aandacht te schenken aan en verbeteringen te opperen voor het busvervoer op het vlak van busroutes, bushaltes (mogelijkheden van afstempelen buiten de bus –bovengronds metrosysteem) en prijszetting (mogelijkheden van goedkoper/gratis vervoer) met een perspectief van 15 jaar. Voor: GL(8), SP(6), SLN(1), AOV/Unie55+(1), vdM(1) Motie verworpen.
MOTIE: ‘Effectmeting, ook voor de groene en open ruimte’ (1ste indiener: B. van Zijll de Jong-Lodenstein, SLN) De raad, in vergadering bijeen op 11 april 2001, Overwegende: dat de aantrekkelijkheid van Nijmegen als woonen werkstad in hoge mate wordt bepaald door de herkenbaarheid van en oriëntatie op een gezonde en groene leefomgeving, dat onduidelijk is welke effecten de Stadsvisie in samenhang met de Woonvisie en het Economisch Beleidsplan, alsmede de in KAN-verband genomen besluiten, hebben op de hoeveelheid open gebied en groengebied in en rond de stad Nijmegen, stelt voor het college op te dragen: de huidige hoeveelheid open gebied en groengebied in Nijmegen in beeld te brengen en te kwantificeren en een projectie te maken van deze hoeveelheid in 2015 bij uitvoering van de Stadsvisie, de Woonvisie, het Economisch Beleidsplan, alsmede van alle tot nu toe genomen raadsbesluiten en KAN-besluiten die effect en betrekking hebben op de ruimtelijke ordening.
pag. 8 Bijlage C: Raadsbesluitenlijst 27 juni 2001 onderdeel: Stadsvisie Nijmegen 2015 met de teksten van de moties en amendementen
Voor: SLN(1), AOV/Unie55+(1) Motie verworpen.
MOTIE: ‘De hele stad in balans II’ (1ste indiener: B. van Zijll de Jong – Lodenstein, SLN) De raad, in vergadering bijeen op 27/28 juni 2001, Overwegende dat als een van de uitgangspunten van de Ruimtelijke Uitdaging ‘het Principe van de Ongedeelde Stad’ wordt genoemd, Besluit: Het college op te dragen bij de uitwerking van dit uitgangspunt het volgende knelpunt te betrekken: De stad Nijmegen is niet in alle opzichten een ‘ongedeelde stad’. Het noordelijk en westelijk deel van de stad werd en wordt in grote mate gekenmerkt door industrieterreinen met (deels zeer) milieucomplexe bedrijvigheid (Kanaalhavens, Bijsterhuizen, De Grift, gepland MTC), alsmede door intensief gebruikte doorgaande infrastructuur (A73, A325, Knooppunt Neerbosch) en door het nagenoeg afwezig zijn van in recreatief en ecologisch opzicht interessant groen. Het oostelijk en zuidelijk deel van de stad kenmerkt zich door een over het algemeen rustige woonomgeving, kleinschalige, buurtgebonden en niet vervuilende bedrijvigheid alsmede een grote hoeveelheid groen in, en vooral aan de rand en direct buiten dit stadsdeel. En besluit: Het college op te dragen om voor dit knelpunt oplossingen te zoeken die tegemoet komen aan het recht van ALLE bewoners van Nijmegen op een goede, gezonde en veilige leefomgeving. Voor: SLN(1) Motie verworpen. Raadsbesluit d.d. 27 juni 2001 Wegens het staken van de stemmen bij de stemming over één van de amendementen, worden dit amendement en het voorstel van het college in de volgende vergadering wederom in stemming gebracht.
Visie 2015:
2
Voorwoord De stadsvisie ' Nijmegen, stad in balans', is het resultaat van anderhalf jaar overleg met partners in de stad, onder het motto 'bemoei je met je eigen zaken'. We zijn trots op de wijze waarop de inbreng van zovelen heeft bijgedragen aan het resultaat. "Wees zuinig op het landschap, de cultuur en de historie van Nijmegen. Zorg voor een goede werkgelegenheidsstructuur. Verbeter het woonklimaat van onze wijken, besteed meer geld aan onderhoud en maak ze verkeersveilig. Zorg voor een goede opvang van mensen die uit de boot dreigen te vallen. En vooral: blijf naar de burgers luisteren". Dit is slechts een greep uit de vele reacties die we kregen tijdens de honderden gesprekken, interviews en discussies die we voerden met inwoners, bedrijven, instellingen, deskundigen en politici. Naast de inbreng uit de debatten hebben we ook lessen uit onze eigen geschiedenis ter harte genomen en gekeken met welke belangrijke ontwikke lingen we in de nabije toekomst worden geconfronteerd. De stadsvisie 'Nijmegen, stad in balans' zal richting geven aan het beleid van de komende jaren: van veiligheid tot cultuur, van milieu tot zorg, van Waalsprong tot Dukenburg. In dit boekje kunt u lezen welke richting wij uit willen. Het stadsdebat Nijmegen 2015 leverde niet alleen veel ideeën op over de toekomst van de stad. Het maakte bovenal duidelijk dat Nijmegenaren een hechte band met hun stad hebben en dat ze actief betrokken willen blijven bij de toekomst. Voor het gemeentebestuur is het vanzelfsprekend dat wij dat samen doen met de inwoners, bedrijven en instellingen van onze stad en met onze partners in de regio.
Mw. Dr. G. ter Horst Burgemeester van Nijmegen
3
Historie Nijmegen kent een lange historie als stad. Romeinen, Duitse Keizers en katholieke instituten drukken hun stempel op de stad. De Tweede Wereldoorlog treft Nijmegen in het hart. De wederopbouw en de ver zuiling daarna vormen tot de jaren zestig het bindend element in de Nijmeegse samenleving. Tot politieke,
1
culturele en maatschappelijke vernieuwingen de nodige beroering wekken. De jaren z ventig en tachtig kenmerken zich door economische neergang en grote werkloosheid. Gelukkig brengt h�t laatste decennium voorspoed. Nijmegen krabbelt snel uit het dal.
Vestingstad
Nijmegen is de oudste stad van Nederland. Ulpia Noviomagus
is in de 2e eeuw na Christus een militair en bestuurlijk knooppunt in het Romeinse rijk, met Romeins stadsrecht. Na een periode van verval krijgt deze geschiedenis aan het einde van de 8e eeuw opnieuw glans. Nijmegen wordt Keizer Karelstad. Op dit knooppunt van oude Romeinse handelsroutes en transportader de Waal ontwikkelen ambacht en handel z ich onder bescherming van de keizerlijke burcht. In de latere middeleeuwen verwerft Nijmegen opnieuw stadsrecht als residentie van Duitse keizers in het Heilige Roomse Rijk. In het Habsburgse Rijk behoudt de stad een soortgelijke functie. In een lange periode van overwegend bloei kan Nijmegen zich tot eind 18e eeuw ontwikkelen als centrum van ambacht, handel, kunst, cultuur en kerkelijke functies. Dit is nu nog te zien in museum het Valkhof en aan monumenten in de stad.
Katholieke woonstad
De 1ge eeuw kenmerkt zich door verval
binnen knellende stadsmuren. Rond 1880 heeft Nijmegen slechts 25.000 inwo ners. Pas rond 1880 mag de vestingstad haar stadswallen ontmantelen om zo te kunnen groeien. Restanten van de stadswal zijn nog zichtbaar in het Hunerpark en het Kronenburgerpark.
5
Na sloop van de omwalling ontwikkelt Nijmegen zich voorspoedig als een fraa ie woonstad en als katholiek bolwerk, bekroond met de bouw van Concertgebouw 'de Vereeniging'. Door haar ligging aan de rivier groeit de stad vooral in zuidelijke en westelijke richting. De industrialisatie gaat aan Nijmegen grotendeels voorbij. Wat zich aan industrie vestigt in de stad z ijn veelal dochters van elders gevestigde onderne mingen. In tijden van economische neergang worden juist deze dochteronder nemingen het eerst afgestoten. Deze sterke gevoelighe id voor de economische ontwikkelingen zal nog vele decennia het beeld van de stad bepalen. Een voor deel van het ontbreken van grote industrieën is dat de stad en de omgeving hun groene karakter behouden. Vooral katholieke instituten drukken hun stempel op Nijmegen in het verzuilde Nederland van het begin van de twintigste eeuw. In 1923 vestigt de Katholieke
6
Universiteit zich in Nijmegen. Studenten en personeel gaan een aanz ienlijk deel uitmaken van de Nijmeegse bevolking. Dat heeft een bl ijvende en sterke invloed op de bevolkingssamenstelling, sfeer en cultuur van de stad. In een sch il rond het stadscentrum worden arbeiderswijken zoals Waterkwartier en Wolfskuil gebouwd. De dertiger jaren tonen opnieuw de zwakte van de stadseconomie aan. De cris isjaren treffen de Nijmeegse bevolking bijzonder hard, vooral de arbeiders hebben er onder te lijden. Nijmegen had in die jaren het hoogste percentage werklozen in Nederland. Diezelfde crisis levert de stad het Goffertpark en het Maas-Waalkanaal op, aangelegd en gegraven door de werklozen. De bouw van de Waalbrug ontsluit de stad in noordelijke richting.
Wederopbouw en actie
Tot de Tweede Wereldoorlog wordt het
aanzien van de stad bepaald door de vele kerken en kloosters in en rond het centrum. De oorlog treft Nijmegen letterlijk in het hart: het centrum van de stad wordt zwaar beschadigd en bijna het hele middeleeuwse stratenpatroon wordt vernietigd. Tot midden jaren zestig vormt de wederopbouw een bindend element in de Nijmeegse samenleving. In die wederopbouw bepaalt de opkomst van de auto sterk het ruime en open karakter van het nieuwe stads centrum. De samenleving is opgebouwd uit scherp gescheiden maatschappe lijke en religieuze overtuigingen. Maar deze verzuiling biedt wel een stabiele, sociale structuur. W ijken als Heseveld, Grootstal, Hatertse Hei en Hatert stam men u it die periode.
De democratiseringsbeweging van de jaren zestig gaat aan Nijmegen niet ongemerkt voorbij. Mede gevoed door een grote studentenpopulatie ontwik kelt Nijmegen zich in de loop der jaren tot actiestad, waarin culturele en maatschappelijke vernieuwing de boventoon voeren. Een actieve krakers beweging laat van zich horen; velen herinneren zich nog de Zeigelhof-affaire (Piersonstraat) begin jaren tachtig. Nieuwe instituties ontstaan als reactie op de afbrokkelende, verzuilde verbanden. Het gevarieerde culturele klimaat van Nijmegen vindt in die periode zijn oorsprong. Naast de Schouwburg en de Vereeniging ontstaan culturele instellingen als Doornroosje en 042. De voortdurende vraag naar woningen leidt tot grootschalige woningbouw in nieuwe wijken, verder zuidelijk en westelijk van het centrum, zoals Neerbosch Oost. De pogingen om in oostelijke richting woonbebouwing mogelijk te maken stuiten op verzet. De natuur aldaar moet behouden blijven. Daarop waagt de stad de sprong over het kanaal en worden Dukenburg en Lindenholt gebouwd. Bestuurlijk breekt het tijdperk aan van de maakbare samenleving. Nederland bouwt zijn verzorgingsstaat. Ook in onze stad voert het sociale beleid de boventoon, boven economische en stedelijke ontwikkelingen. De grote Nijmeegse wijkcentra stammen uit die tijd.
Krimpend perspectief
De ruimtelijke beperkingen worden voel-
baar. Hoewel de stad een gewaardeerde woonstad is, kunnen draagkrachtige Nijmegenaren hun woonwensen niet langer vervullen. Zij verhuizen onder meer naar Wijchen en Malden, waardoor de gemeente minder inkomsten krijgt. De oliecrises van de jaren zeventig en daarop de volgende economische recessie leiden tot bezuinigingen en werkloosheid. Er vallen rake klappen in de industrie en de zakelijke dienstverlening kan het verval niet compenseren. Maatschappelijke diensten, onderwijs, gezondheidszorg en overheid vormen in die periode de grootste werkgever. De stad betaalt opnieuw de tol voor haar zwakke economische structuur: de werkloosheid stijgt snel tot grote hoogte en zal later bijzonder hardnekkig blijken. In eerste instantie probeert de gemeente, met hulp van de rijksover heid, de maatschappelijke effecten op te vangen door inzet van het welzijns werk. Solidariteit is een belangrijk motief voor veel Nijmegenaren om maat schappelijke activiteiten te ontplooien. Vrijwilligerswerk, waaraan studenten en werklozen een belangrijke bijdrage leveren, richt zich op zwakkeren in de samenleving.
7
Met inzet van rijksgelden voor de stadsvernieuwing vindt in de jaren zeventig en tachtig een grootscheepse verbetering plaats van het centrum en de voor oorlogse wijken. Verval op grote schaal wordt daarmee voorkomen maar de sociale structuur lijdt forse schade. Het karakter van woonstad blijft weliswaar behouden door nadruk te leggen op het bestrijden van maatschappelijke achterstand en armoede, maar de gemeente loopt tegen haar financiële gren zen op. Bovendien wijst niets op een economisch herstel. Intensieve bezuinigin gen en lastenverhogingen zijn het gevolg.
Scheve verhoudingen rechtgezet
In het midden van de
jaren tachtig is de stad in drie opzichten scheef gegroeid. Op de eerste plaats maakt de historisch gegroeide zwakke, economische structuur de stad b ijzon der kwetsbaar bij economische tegenslag. Ten tweede is de stad in het zuiden volgegroeid: er is geen ruimte meer voor woningbouw en bedrijfslocaties.
8
Ten derde kent de stad een onevenwichtige bevolkingsopbouw: een grote groep laag opgeleide inwoners met een laag inkomen en een relatief grote groep hoogopgeleiden, die deels werkloos is. Gelukkig trekt de internationale economie aan. De mogelijkheden voor r�g.ionale samenwerking nemen toe. Die samenwerking krijgt vorm in het Knooppunt Arnhem Nijmegen (KAN). Blijvende verbetering van de economi sche basis bepaalt de agenda van het stadsbestuur. Sociale onderwerpen moe ten even wachten. De stad wendt de blik naar het noorden: de scheefgroei in economisch, fysiek en sociaal opzicht kan het best worden doorbroken door de Waalsprong. In het nieuwe stadsdeel, dat samen met zakelijke partners wordt gebouwd, zal bijna eenvijfde deel van de Nijmegenaren komen te wonen. De Waalkade is dan al een toeristische trekpleister. De r gionale economische versterking levert nieuwe bedrijvigheid op in de ele
ronische industrie en in de zakelijke en commerciële dienstverlening.
Inwssen zijn de bedrijventerreinen binnen de gemeentegrenzen vrijwel vol ledig benut. Maar de bouw van de Brabantse Poort biedt ruimte aan kantoren, winkels en woningen en dat schept weer nieuwe banen. Door samenwerking met Wijchen ontstaat het gezamenlijk industriegebied B ijsterhu izen. In het laatste decennium van de twintigste eeuw krabbelt Nijmegen snel uit het dal.
Nijmegen vandaag Nu, in het begin van de 21ste eeuw, staat de stad stevig in haar schoenen. Meer werkgelegenheid, meer woningen en meer voorzieningen. Maar vooruitgang kent nadelen: meer mensen, meer verkeer en minder onderlinge solidariteit door toenemende individualisering. Toch biedt het dynamisch karakter van de stad genoeg kansen om dit alles in goede banen te leiden. In 2015 is Nijmegen een sociaal en economisch robuuste stad.
Versterking
De afgelopen jaren hebben we de stedelijke structuur
versterkt. Grote projecten als de Brabantse Poort en B ijsterhuizen zorgden voor extra werkgelegenheid. In de Waalsprong bouwen we nieuwe woningen, in combinatie met zorgvoorzieningen, werkgelegenheid en recreatie. De keuze om de economische basis te versterken heeft, mede dankzij de nationale en internationale economische groei, zijn vruchten afgeworpen. Dat is zichtbaar in en om de stad. Nijmegen heeft inmiddels ruim 150.000 inwoners, een aantal dat tot 2015 zal groeien tot 170.000. Het aantal werklozen is sterk gedaald, het aantal banen sterk gegroeid. De groei zit ook in het midden- en klein bedrijf, een sterke bedrijfstak in de stad.
Nieuw centrum
eds
Het stadscentrum met al zijn voorzieningen is
belangrijker geworden voor de stad en de omgeving. De belangstelling van investeerders groeit. Het centrum krijgt weer de rol van economische mo
�r:
grootschalige vernieuwing zorgt voor een verbetering van de concurrenti. positie. Culturele investeringen nemen daarbij een belangrijke plaats in. Denk aan museum Het Valkhof, theater LUX en de bibliotheek.
Trots
Nijmegenaren zijn weer trots op hun stad. De woonomstandig-
heden zijn goed. Ten oosten en zuiden blijven grote, groene natuurgebieden
-------
in stand, wat behalve voor de directe omgeving ook voor Nijmegen van bijzondere waarde is. In enkele wijken staan plannen op stapel om de woningen en de woonomgeving te verbeteren.
Risico's en kansen
De extra economische en culturele investeringen
geven Nijmegen een dynamische uitstraling. Maar het wordt ook steeds druk ker in en om de stad met als nadeel verkeersproblemen, gevoelens van irritatie, onveiligheid en vervreemding. Niet alleen de kwaliteit van de leefomgeving is
9
een belangrijk thema, maar ook veiligheid in de stad en in de wijk. We maken ons ook zorgen over de individualisering die de solidariteit verdringt. De op brengsten van economische groei zijn nog ongelijk verdeeld, wat leidt tot tweedeling. Sommige burgers profiteren niet van de toegenomen welvaart, al proberen we met het huidige Grotestedenbeleid de achterstanden weg te werken. Daarnaast dient de vergrijzing zich aan. Toch heeft Nijmegen veel kansen voor een goede toekomst. Denk daarbij aan het culturele klimaat, de prachtige ligging, de vele gezondheidsinstituten en de bijdragen van de universiteit en hogeschool op het gebied van kennis, cultuur en economie.
10
Belangrijke veranderingen Onze visie op de toekomst wordt niet alleen bepaald door ons verleden en onze wens�n. We moeten ook rekening houden met allerlei maatschappelijke ontwikkelingen waar de stad Nijm,gen weinig of geen invloed op heeft. De maatschappij is immers voortdurend in beweging: de bevolltingssamenstelling verandert. de ruimte wordt steeds schaarser. de informatietechnologie speelt een steeds grotere rol en individualisering kan doorschieten. <: ., Ol
�
..
�c:
.. .. .. ,. ., ... ::: .. Ol C ..
De toekomstige groei van Nijmegen hangt sterk samen met de Waalsprong. Tot 2010 verrijzen daar acht- tot tienduizend woningen. Het aantal inwoners van Nijmegen groeit daardoor tot ongeveer 170.000. Ook de samenstelling van de bevolking en de beroepsbevolking verandert. Het aantal werkende vrouwen
ti ...
neemt verder toe en het aantal actieve ouderen op de arbeidsmarkt stijgt.
11
Ook het aantal jongeren neemt toe door de groei van het aantal inwoners en door een stijging van het geboortecijfer.
Senioren
De bevolkingsgroep van senioren kent tot 2010 veel verande-
ringen: de leeftijdsklasse 55 tot 64 jaar neemt sterk toe; de leeftijdsgroep 65 tot 74 jaar vertoont een beperkte groei evenals de leeftijdsgroep 75 tot 84 jaar; de leeftijdsgroep 85+ neemt sterk toe. De groep jonge senioren (55 tot 64 jaar) neemt weliswaar sterk toe maar redt zichzelf vrij goed en zal naar verwachting weinig beroep doen op zorg. Het aantal ouderen in de leeftijdsklasse 85+ groeit met 25% naar ongeveer 2.500 personen. Op zich is deze groep niet zo groot maar wel belangrijk. Juist deze mensen doen vaker een beroep op speciale woon- en zorgvoorzieningen. Omdat ouderen minder vaak verhuizen concentreert de toename zich vooral in gebieden ten zuiden van de Waal.
25000
________ ______________ ______ __ __ __ __ __ __________
20000
__________________________________________________
15000
__________��------------------------------------
10000 ----��__--�--�.r--�---------------- -------5000
______
O
______
• 1990 • 1995 2000
��--�--��� �--��__--�--------------
2005
��______��______� __________��________
[I 2010
55-64
65-74
75-84
85+
Ontwikkeling SS+-ers in Nijmegen.
1990-2010
Jongeren Vanaf 1970 is het aantal jongeren in Nijmegen zeer sterk gedaald. In 1970 woonden er in Nijmegen 52.000 mensen jonger dan 20, in het jaar 2000 nog maar 32.000. Maar vanaf de jaren negent ig tekent er zich al een herstel af. dat de komende tijd zal doorzetten.
Ontwikkeling aantal jongeren in Nijmegen, r: .. Cl>
.�.. 'ti r: .. .. .. " .. ...
:� ..
Cl> r:
12000 10000 8000 6000
12
4000 2000 0
I I I
c-
....
�
.. Ql
1990-2010
I
0-4
Etnische groepen
....
Tl
I I I
5-9
II
I I
I 10-14
I I
•
1990
•
1995 2000 2005
o
2010
15-19
In 2015 heeft ongeveer 30% (nu is dat 24%) van
de Nijmegenaren een niet- Nederlandse achtergrond. Daarvan is 10% procent afkomstig uit rijke 'Westerse' landen en ongeveer 20% uit arme landen. De groei vindt met name plaats bij etnische groepen afkomstig uit 'arme' landen. Bij deze prognose is geen rekening gehouden met het Nederlands asielbeleid en maatschappelijke ontwikkelingen.
Individualisering
De toenemende individualisering staat soms haaks
op het belang van de omgeving. Een gevolg van ind ividualisering kan zijn dat we niet meer beseffen dat we van elkaar afhankelijk z ijn. Dit komt bijvoor beeld tot uitdrukking in toenemende eenzaamheid, elkaar n iet durven aan spreken op ongewenst gedrag en gevoelens van onveiligheid. Wij maken ons daar - met de inwoners van onze stad - zorgen over. Landelijk geven we bij grootschalige rampen zoals in Enschede en in Volendam, blijk van een grote solidariteit en betrokkenheid. Ook Nijmegen kent nog een sterke gemeen schapszin. Dat zien we aan de vele vrijwill igers, een bloeiend verenigingsleven en aan de grote betrokkenheid van onze inwoners bij hun buurt. We moeten ons gezamenlijk blijven inspannen voor het behoud van deze waarden.
In de Se Nota Ruimtelijke Ordening is het Knooppunt Arnhem Nijmegen (KAN) aangeWezen als nationaal stedelijk netwerk met de opdracht om een deel van de toekomstige behoefte aan woningen en bedrijven locaties op te vangen. In de nota moet het knooppunt een spilfunctie vormen voor het vervoer van goederen en personen tussen de Randstad en het Duitse Ruhrgebied. Deze positie wo�t met de beoogde Betuwelijn en de Hoge Snelheids Lijn-Oost (HSL) versterkt. De plannen voor het HSL-st�tion van Arnhem en MTe Valburg sluiten daar direct op aan. Ook de dienstverlening van kennisinstellin�en, ICT, gezond heidszorg en de commerciële dienstverlening zijn van internationale betekenis. De cen�ra in het KAN
i
gebied moeten door hoogwaardig openbaar vervoer worden verbonden. Aantrekkelijke, leefbare stadscentra met voldoende groen maken het vestigen aantrekkelijk. Uit oogpunt van
eiligheid moeten
we de Waal ten tijde van hoog water meer ruimte kunnen bieden.
Ruimte
Steeds meer mensen willen meer ruimte maar ruimte is schaars
in Nijmegen. Een mogelijkheid is beter gebruik te maken van de ruimte door ondergronds of in de hoogte te bouwen. Het combineren van functies is even eens een oplossing. Schaalvergroting en gebrek aan ruimte dwingen gemeen ten, bedrijven en organisaties steeds meer om samen te werken op regionale, nationale en internationale schaal. Het gezamenlijk bedenken, maken en transporteren van producten, diensten én van toeristische waarden zijn de toekomstige pijlers van de economische ontwikkeling van stad en regio. Om succesvol te kunnen zijn, is samenwerking met gemeenten en bedrijven in onze regio een vereiste. Deze samenwerking leidt tot een netwerk van verbindingen en activiteiten.
Kennis en Technologie
Kennis speelt een steeds grotere rol in de
samenleving. Kennis maakt mensen en instellingen vaardiger om te reageren op een snel veranderende samenleving. Daarom is het kunnen beschikken over en het toepassen van kennis een toenemende bestaansvoorwaarde. Daarbij dringt de communicatie- en informatietechnologie steeds dieper door in onze leefwereld. Naast het aloude burencontact kunnen we ook wereldwijd chatten. Kopen van goederen via het internet biedt nieuwe mogelijkheden. Als deze trend zich doorzet, kan dat veel betekenen voor ons winkelgedrag - dus ook voor de positie van ons centrum - en voor de distributie van goede ren. Door het gebruik van computers zijn sociale en economische activiteiten minder afhankelijk van plaats of tijdstip. Als plaats en tijd minder belangrijk zijn als vestigingsfactor voor burgers en bedrijven, wordt de sociaa l-culturele kwaliteit van de vestigingsplaats belangrijker. Met de Katholieke Universiteit (KUN) en de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) heeft Nijmegen belangrijke aanbieders en ontwikkelaars van kennis in huis.
13
14
Visie 2015: Nijmegen stad in �alans L �
De gemeente is verantwoordelijk om de stad en haar burgers voor te bereiden op de t ekomst. De geschiedenis laat zien dat bewoners wegtrekken als ze geen goede plek hebben o
te wonen en om
kinderen op te laten groeien. Ook de economische basis van de stad moet sterk genoeg zijn om bewoners
.. c ..
werk te kunnen bieden. Nijmegen is in 2015 levendig en sterk als we erin slagen om bLrgers en bedrijven
;;
aan de stad te binden. Dat doen we door de woon- en werkvoorzieningen te versterken waarbij we
.E
gebruik maken van de sterke kanten van de stad. Via stadsdebatten en interviews is orderzocht wat
:I
burgers. bedrijven. bestuurders en andere belanghebbenden belangrijk vinden. Aan de hand van de resultaten van dit onderzoek. de lessen uit het verleden en de huidige ontwikkelingen. zijn drie hoofd lijnen uitgezet die tot 2015 de basis vormen voor onze plannen.
I Voor de toekomst is het noodzakelijk om het sociale e l economische evenwicht van de stad te handhaven. Ni�t door
,
af te wachten, maar door in te spelen op verandering n en ontwikkelingen. Nijmegen staat er goed voor, maar de balans is kwetsbaar. Economische, sociale en culturele ontwikkelingen zijn sterk afhankelijk van elkaar. Een sociale samenleving heeft een gezonde economische basis nodig. En de economie gedijt beter in een sociaal en cultureel creatieve en actieve stad. Dit trekt immers bewoners en bedrijven aan. In 2015 zullen de omstandigheden anders zijn dan nu. De lessen uit het verleden leren ons dat we niet moeten afwachten tot ons iets overkomt. We moeten alert en actief zijn en blijven, zodat we ver anderingen en ontwikkelingen kunnen gebruiken om de stad in evenwicht te houden.
I
.Q
..
"
c Co 111 ..
E :� 2: .;.; .. o ....
..
.! s:
15
Groei vergt ruimte. Omdat die ruimte beperkt is, moeten we het gebruik daarvan in goede banen leiden. Dat doen we door nieuwe activiteiten die gepaard gaan met meer drukte, zoveel mogelijk te bundelen op daarvoor bestemde locaties. Als we de kansen willen benutten en werkgelegenheid willen creëren, kost dat ruimte. Tegelijkertijd moet Nijmegen een fijne woonstad blijven, waar kinderen gezond en veilig kunnen opgroeien, waar ruimte is voor sport en ontspanning. Omdat de ruimte beperkt is en overlast moet worden voorkomen, moet het gebruik ervan in goede banen worden ge leid. We kiezen daarom voor bunde ling van de activiteiten op bepaalde plaatsen in de stad.
16
De inbre�g van de gemeente verandert van 'zorgen voor . . . ' naar 'zorgen dat . . . ', waarbij onze rol varieert van initiatief nemer en uitvoerder tot voorwaardenschepper en meedenker.
I
Vroeger heerste de opvatting dat de maatschappij maakbaar was. Veel ontwik ke lingen laten zich echter moeilijk plannen en veranderingen komen lang niet altijd uit de koker van de overheid. Het wordt steeds belangrijker om snel te reageren op nieuwe ontwikkelingen. De lokale overheid is daarbij maar één van de spelers in het veld. De gemeente wil samenwerken met alle belang hebbenden uit de stad. ' Investeren in mensen' en 'investeren in onderlinge relaties' vormen daarbij belangrijke uitgangspunten. Gelukkig kent Nijmegen een sterke gemeenschapszin met vele vrijwilligers, bewonersorganisaties en verenigingen. Middenstand en bedrijfsleven dragen actief bij aan ontwikkeling van de stad. De gemeente zoekt aansluiting bij die betrokkenheid. Zo kan de gemeente meedenken en initiatieven stimuleren, daar waar ze niet vanzelf ontstaan. Een andere rol van de gemeente ontslaat haar niet van haar zorg p licht. Voor burgers die niet op eigen kracht voor zichzelf kunnen zorgen, garanderen wij een vangnet met voorzieningen op maat.
17
Uitdagingen In dit hoofdstuk staan de belangrijkste plannen en adviezen om Nijmegen naar een goede toekomst te leiden. Er liggen namelijk tal van uitdagingen op sociaal, cultureel, economisch, ruimtelijk en bestuurlijk gebied. Wij lichten de belangrijkste toe. Tevens geven wij aan op welke manieren wij Nijmegen willen voorbereiden op 2015.
Sociaal In een drukker en voller wordende stad neemt de individualisering toe, terwijl het juist belangrijk is om de onderlinge solidariteit te versterken. Hier ligt een belangrijke rol voor de inwoners zelf. Vafluit de invalshoek dat wij niet meer 'zorgen voor .. .' maar 'zorgen dat .. .' voelen wij ons verantwoordelijk voor goede rand voorwaarden.
De uitdaging: investeren in mensen Elke burger moet zich kunnen ontplooien. De gemeente kan de randvoor waarden op het gebied van wonen, werken en ontspanning hierop afstemmen. De invulling hiervan verandert omdat de samenstelling van de Nijmeegse bevolking verandert, computers en internet steeds belangrijker worden, er meer behoefte aan ruimte is en de trend tot individualisering verder doorzet. Met het Grotestedenbeleid proberen we achterstanden bij bepaalde bevolkingsgroepen en wijken weg te werken. Het senioren-, jongeren- en mul ticulturele beleid verdienen extra aandacht. Bijvoorbeeld door computerklassen in de wijk, waardoor iedereen kan leren omgaan met computers en internet. Of door (aangepaste) huisvesting van ouderen en gehandicapten dichtbij nood zakelijke voorzieningen zoals zorg, winkels en buurtcentra. Het aanbod van zorg en welzijnsvoorzieningen beantwoordt onvoldoende aan de vraag, waardoor burgers niet goed geholpen worden. Soms kunnen of dur ven burgers hun vraag niet te stellen. Wij zoeken naar nieuwe mogelijkheden om de echte behoeften van de burgers in beeld te krijgen en hen het liefst zelf te laten bepalen van welke diensten ze gebruik willen maken. Het subsidie systeem wordt hierop aangepast. Door de burgers meer mogelijkheden te bie den zelf verantwoordelijkheid te dragen, hopen wij de individuele ontplooiing te stimuleren. Een vangnet voor bewoners die om welke reden dan ook niet voor zichzelf kunnen zorgen, voorkomt dat deze groep buiten de boot valt. Vangnet
Het vangnet krijgt vorm door inkomensmaatregelen zoals die
beschreven staan in de recente nota over het minimabeleid. Veel aandacht gaat ook uit naar voorzieningen voor de opvang van mensen in crisis of isolement, voor dak- en thuislozen en voor drugs- en alcoholverslaafden. Openwijkscholen
Het realiseren van Openwijkscholen in alle wijken.
Deze scholen bieden een combinatie van kinderopvang, zorg, opvoedings-
ë; .� .. o UI
s:: .. 111
.S
111
� S
19
ondersteuning. basisonderwijs. cultuuronderwijs en een breed aanbod van sport. De Openwijkschool is een van de basisvoorzieningen in een wijk. Deze kan bijvoorbeeld ook voor ouderen een functie vervullen Sportbeleid
Elke topsporter is ooit begonnen in zijn eigen buurt. op een
trapveldje of in de sportzaal. Het is daarom belangrijk dat er een wisselwerking bestaat tussen sporten in de buurt en topsport. Topsport is goed voor het imago van de stad en stimuleert plaatselijke sportverenigingen. ;;; .!! ... o '"
De uitdaging: investeren in samenwerking Mensen lijken zich steeds minder met de eigen buurt te bemoeien waardoor de samenhang verwatert. Door vrijwilligers. verenigingen en bewoners meer te betrekken bij de buurt. stimuleer je de onderlinge afhankelijkheid en solida riteit van alle Nijmegenaren. allochtoon of autochtoon.
20
Vrijwilligers
Het vrijwilligerswerk is de smeerolie en het cement van onze
samenleving. Vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties kunnen rekenen op onze krachtige ondersteuning. Dat geldt voor algemene en specifieke waardering én voor financiële ondersteuning. Een 'vrijwilligersplan' is in de maak. Maatschappelijk debat
De stad is steeds meer een trefplaats van verschil
lende mensen met andere ervaringen. wensen. normen en waarden. Iedereen probeert een plekje te verwerven in de maatschappij. Het is niet altijd vanzelfsprekend dat mensen rekening houden met elkaars tekortkomingen en behoeften en respect hebben voor elkaars cultuur. Dit kan verbeterd worden door het strenger handhaven van regels. Bewoners. instellingen en onderne mers in de wijk moeten echter ook met elkáár én met de gemeente aan tafel om te komen tot een aantal gedragsregels die leiden tot minder agressie. geweld en vervuiling. Een maatschappelijk debat kan de verhouding tussen de gemeente en de burgers en die tussen burgers onderling verhelderen. Het is onze rol om dit proces te stimuleren. De rol van de gemeente verschuift van 'zorgen voor .... naar 'zorgen dat .. .'. Onderhoud openbare ruimte
In 2015 voelen inwoners zich thuis in hun
wijk. Het is onze verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat het woonge bied schoon. heel en verkeersveilig is want alleen dán voelen bewoners zich betrokken. Om dat te bereiken moet het achterstallig onderhoud worden
weggewerkt. De ergste plekken zijn het eerst aan de beurt. Waar grote ingre pen zijn gepland, wordt het achterstallig onderhoud meteen meegenomen. Dit gebeurt natuurlijk in goed overleg met de bewoners. Initiatieven vanuit de bewoners kunnen rekenen op steun. Optimale basisvoorzieningen in de wijken
In 2015 hebben kinderen vol
doende plek om veilig en gezond te kunnen spelen. Parkjes, pleintjes, bankjes en speeltuinen zorgen ervoor dat de buurt prettig is. De woonwijken zijn auto luw. Voor de jeugd, de volwassenen en de ouderen zijn er ontmoetingsplekken. Elke wijk heeft op korte afstand scholen, allerlei gezondheidsvoorzieningen, kinderopvang, jeugd- en jongerenwerk, opbouw- en maatschappelijk werk en
i; .�
... o ..
natuurlijk winkels en politie. Op dit moment zijn de basisvoorzieningen nog ongelijk verdeeld over de wijken in de stad. Door onderzoek brengen we in kaart welke basisvoorzieningen elke wijk nodig heeft en hoe die tot stand kunnen worden gebracht. Variatie wonen en bedrijvigheid
Met een speciaal programma voor de
komende jaren willen wij het niveau van woonwijken verbeteren. Dat kan door woningen en omgeving te verbeteren, door de variatie aan huizen en aan bewoners te vergroten en door het laten terugkeren van kleine en schone bedrijvigheid in de wijk. Zo draagt een bevolking die varieert qua leeftijd, inkomen en cultuur óók bij aan een levendige buurt. W ij streven beslist niet naar uniforme wijken; als bewoner van de stad moet je kunnen k iezen voor een wijk met een eigen karakter waar je ook nog wilt en kunt wonen als je op leeftijd bent. Dat betekent dat er in alle wijken voldoende aanbod moet zijn, zeker wat betreft betaalbare woningen voor mensen met een smalle beurs. De leefbaarheid in Dukenburg en Lindenholt heeft onze speciale aandacht, maar voor alle wijken geldt: veiligheid staat voorop. Plannen worden in over leg met bewoners en alle betrokken partijen gemaakt en uitgevoerd. Barrières
We willen dat Nijmegen als stad één geheel blijft. Fysieke barrières
zoals de Waal, het spoor, de Oranjesingel of de Graafseweg houden de stad wel bereikbaar, maar stadsdelen en wijken onderling juist niet. Om dat te ver helpen zijn er voldoende oversteekplaatsen, tunnels en andere voorzieningen nodig. Soms kan dat door oude verbindingen te herstellen, zoals bij de spoor zone, een stationsingang aan de westzijde of door plekken nieuwe functies te geven, zoals 'Het Waalfront' of van de Kanaalzone.
21
Samenwerken met partners
Bewoners in een wijk hebben beter onderling
contact als de omstandigheden daartoe uitnodigen zoals bijvoorbeeld schone straten, goede basisvoorzieningen en veilige wijken. Dit zijn voorwaarden waar wij een belangrijke bijdrage aan kunnen leveren. Toch kunnen wij dat niet alleen. Voor het behoud en het versterken van de eigen identiteit van de wijk is het belangrijk dat we nauw samenwerken met àlle betrokkenen. Ook de bewoners, winkeliers, woningcorporaties en instellingen zijn verantwoordelijk voor een vitale wijk. Dit gaat verder dan overleg en inspraak. Zo kunnen deze belanghebbenden in een overeenkomst wederzijdse verantwoordelijkheden en ii
.�o ..
bevoegdheden formeel regelen. Zo'n overeenkomst is noodzakelijk in stadsde len die te maken krijgen met herinrichting of bij grootschalige ontwikkelingen aan de rand van de wijk. Ontwikkelingsplannen voor veertien aanpakwijken vormen hiervoor de basis. Specifieke ingrepen bij het voormalige Dobbelman terrein en de Westkanaalhavens vormen een apart onderwerp.
22
23
n 11;; • ..� ••
Cultuur Cultuur geeft een stad identiteit. Een stad die steeds groter en drukker wordt, moet ook eer positieve stedelijke uitstraling hebben; dat trekt mensen en bedrijven aan. Cultuur geeft ons in alle uitingen, waaronder ook litera tuur en architectuur, een beeld van de stad waarmee we haar geschiedenis leren kennen en waarmee we de ontwikkelingen om ons heen blijven begrijpen. Cultuur slaat zo de brug tussen ons soms trotse, soms pijnlijke verleden en onze onzekere toekomst.
De uitdaging: ruimte voor initiatief en kwaliteit Het cultuurbeleid moet culturele ontwikkelingen stimuleren door de nood zakelijke faciliteiten te bieden. We verheffen geslaagde culturele uitingen niet meteen tot standaard. Er moet altijd ruimte blijven voor nieuwe initiatieven. Om de stedelijke identiteit te bewaren en te versterken schenken we aandacht aan de cultuurhistorische elementen, de programmering en nieuwe initiatieven. Cultuurhistorische elementen
Nijmegen is de oudste stad van het land.
Op tal van manieren verhaalt de stad van haar geschiedenis. In en rond het centrum is nog veel bewaard gebleven. Voorbeelden zijn de 1ge eeuwse schil, restanten van de stadswallen en de aan het centrum grenzende stadsparken. Maar Nijmegen is ook een stad met een beperkte ruimte. Daarom ontkomen we er soms niet aan om bestaande bebouwing plaats te laten maken voor nieuwbouw. Nieuwbouw is tenslotte ook een uiting van cultuur; de cultuur van deze tijd. Maar meer dan voorheen richt het beleid zich op het behoud van cultuurhistorische elementen. Ook wordt er bij de aanpak van straten, pleinen en stadsdelen meer rekening gehouden met de bestaande oude gebouwen, monumenten en met het landschap. Programmering
De afgelopen jaren is Nijmegen op cultureel gebied ingrij
pend veranderd. De Vereeniging is in oude luister hersteld, museum het Valkhof is er gekomen en trekt veel bezoekers, het nieuwe LUX biedt muziek, debat, theater en natuurlijk film aan en is het best bezochte filmhuis van Nederland. Doornroosje krijgt straks de beschikking over een modern podium. Enkele Nijmeegse evenementen, zoals de Music Meeting, de Vierdaagse en de Zevenheuvelenloop, staan op de landelijke agenda. Wij nodigen de program mamakers uit meer met elkaar te gaan samenwerken. Op die manier moeten de culturele evenementen nog meer uitstraling, variatie en vitaliteit krijgen.
25
Het programmeren van een aantrekkelijk aanbod in de vernieuwde en nieuwe gebouwen of in de openlucht versterkt de identiteit van de stad. Ruimte voor culturele initiatieven
Nijmegen kent een levendig openbaar
leven met een zuidelijke sfeer. Bovendien staat een hoger opgeleid en cultureel georiënteerd jongerenpubliek garant voor extra initiatieven. Dit zorgt voor een permanente vernieuwing van het culturele aanbod. Hierdoor is Nijmegen een broedplaats voor kleinschalige en tegendraadse culturele ontwikkeling. Of een nieuw cultureel initiatief aanslaat of niet, is niet aan de gemeente. Dat ligt aan de wisselwerking tussen kunstuiting en publiek. Wat de gemeente kan doen is de nieuwe culturele uitingen letterlijk de ruimte bieden door geschikte gemeentelijke panden zoveel mogelijk beschikbaar te stellen, in afwachting van de uiteindelijke bestemming. Zo krijgen nieuwe stromingen de kans om de dynamische ontwikkeling en het unieke karakter van de stad te benadrukken.
26
27
b-
-
Economie Nijmegen heeft geprofiteerd van de sterke groei die de nationale en internationale econo rrlie eind jaren negen tig kenmerkte. De werkgelegenheid is toegenomen, het aantal werklozen drastisch gedaal�. Nieuwe investerin
[
gen hebben de stad een dynamisch uiterlijk gegeven. Door binnen regionale afspraken een eigen koers te varen en niet alleen af te gaan op de wetten van de markt, is de stad weer aantrekkelijk geword �n voor investeerders. Maar de huidige positie is geen vanzelfsprekend uitgangspunt. De economische basis is nog kwetsbaar. We moe ten zorgen dat de stad aantrekkelijk blijft voor burgers en bedrijven. .� E
De uitdaging: zelfbewust kansen benutten
o 0:: o " ..
Het economisch beleid kan de wetten van de markt niet negeren. Het vergro ten van kansen door schaalvergroting is een van die wetten. Samenwerking op regionaal niveau stelt Nijmegen in staat om een krachtig economisch beleid te voeren. Lokale projecten kunnen daardoor -zo is gebleken- zelfbewuster en doelgerichter uitgevoerd worden. Het economisch beleid is er dan ook op gericht om met gebruik van de regio nale kracht het evenwicht te behouden en te versterken waarbij gebruik wordt gemaakt van de kansen en mogelijkheden die de stad en de wijde omgeving ons bieden. Tegelijkertijd mogen gebrek aan ruimte en overlast van verkeer en milieu het wonen in de stad niet aantasten. Investeren in het centrum
Het stadscentrum is de plek waar wonen,
werken, winkelen en uitgaan samenkomen. Door de investeringen van de afgelopen jaren is het aantal bezoekers toegenomen en de werkgelegenheid gegroeid naar 14.000 arbeidsplaatsen. Voor de toekomst is het belangrijk dat investeerders belangstelling blijven tonen voor nieuwe ontwikkelingsprojecten. Deze projecten moeten, net als de reeds gerealiseerde projecten, vanzelfspre kend een uitgebalanceerde mix vormen van wonen, werken, winkelen, uitgaan én cultuur. De binnenstad moet het hoogste voorzieningen- en verzorgings niveau van de regio behouden. Tegelijkertijd zoeken we een beter evenwicht tussen vernieuwing en behoud van bestaande bebouwing in het oude stadscentrum. De tijd heeft geleerd dat behoud en verbetering van historische gebouwen de voorkeur heeft boven sloop en nieuwbouw. Fietsers, voetgangers en het openbaar vervoer hebben eveneens extra aan dacht nodig. Daarbij mag de automobilist niet uit het oog worden verloren.
29
Voldoende parkeerruimte is namelijk essentieel voor een goed functionerend stadshart. Hierbij ligt de nadruk op meer locaties buiten het directe stads centrum. Versterken bestaand bedrijfsleven
Kennis en technologie Nijmegen kent twee hele grote bedrijven: de Katholieke Universiteit en Philips. Zij vormen de economische ruggengraat van onze stad. Beide zijn bezig zich op allerlei manieren te versterken en uit te breiden. Dat trekt meer hooggeschool
.� E
o 0: o " Ol
de werknemers aan en die hebben weer passende huisvesting nodig. Beide bedrijven trekken ook kleine bedrijven aan. Om zo efficiënt mogelijk te kunnen werken is het belangrijk dat die bedrijven zo dicht mogelijk bij elkaar zitten. Wat de Katholieke Universiteit betreft, zal zich dat concentreren in Heijendaal. Samen met de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) en het Regionaal Opleidings Centrum (ROC) ontstaat daar een grote concentratie van kennis.
30
Philips kan terecht in De Winkelsteeg. Hier is tevens voldoende plek voor kans rijke, aanverwante bedrijven waardoor dit gebied kan uitgroeien tot een 'tech nologiepark' . Gezondheid
Nijmegen beschikt over een groot aantal instituten op het
terrein van gezondheid, kennis en leren. Om nieuwe kansen en ontwikkelingen te creëren is het van belang om de samenwerking tussen al deze instituten te stimuleren. Versterking van de sector gezondheid en kennis is gunstig voor de nationale en internationale positie van de stad en de regio. Midden- en kleinbedrijf
Het zijn niet alleen de grote bedrijven die van
belang zijn voor de ontwikkeling van de stad. Ook het midden- en kleinbedrijf draagt een belangrijk deel bij aan de werkgelegenheid. Zo biedt de detail +
handel, de horeca en de zakelijke dienstverlening een fijnmazig net van werk, verspreid over de hele stad. De zakelijk dienstverlening zal naar verwachting de komende jaren de grootste groei in werkgelegenheid laten zien. Industrie
Nijmegen heeft een gunstige ligging en een goede infrastructuur;
twee voorwaarden die nodig zijn om productie, vervoer en opslag verder te ontwikkelen. De nadruk ligt op het aantrekken van hoogwaardige, kennisin tensieve en duurzame industrie. De schaarse ruimte vraagt om meervoudig en intensiever ruimtegebruik, meer arbeidsplaatsen per vierkante meter.
Het opnieuw inrichten van bestaande terreinen is noodzakelijk om de groei op te vangen en ruimte te maken voor schone bedrijvigheid. Het industriegebied bij de Kanaalhavens komt daarvoor in aanmerking. Toerisme
Nijmegen heeft met zijn monumenten en parken in de stad
genoeg te bieden voor toeristen. Tel daarbij de grootschalige, jaarlijkse evene menten, de musea, de vernieuwde binnenstad, het cultuuraanbod en de 'Bourgondische sfeer' en de stad heeft alles in zich om het dagtoerisme, het korte verblijfstoerisme en het zakelijk toerisme verder uit te bouwen, bijvoor
.� e
beeld door het ontwikkelen van arrangementen. Een centraal doel daarbij is
o c:
dat er meer bezoekers komen die tevens langer blijven. Promotie van de stad
41
e
en samenwerking van gemeente en bevolking bij evenementen en activiteiten kunnen daaraan bijdragen. Zo bereiken we tegelijkertijd nog een ander doel: burgers en bedrijven meer binden aan de stad.
31
Ruimtelijk l
Het laatste structuurplan dat een beeld schetst van de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen in de stad dateert uit 1985. Sindsdien heeft de gemeente zich meer toegelegd op deelprojecten (Waalsprong, �ijsterhuizen,
1 meer mogelijk om een structuurplan op te zetten dat vijftien jaar van kracht is. In de afgel �pen periode bleek steeds opnieuw dat we particuliere initiatieven binnen de bestaande regels niet konden ho � oreren. De komende Brabantse Poort, Kop Weurtseweg, Stationsomgeving, Kelfkensbos en Mariënburg). Tegen 00rdig is het niet
�
herziening van de Wet op de Ruimtelijk Ordening maakt dat waarschijnlijk wat makkelijker. De Se Nota
Ruimtelijke Ordening stelt dat stedelijke ontwikkelingen niet ten koste mogen gaan van he landelijk gebied. Stedelijke knooppunten zoals Arnhem-Nijmegen zullen binnen een beperkte ruimte de beh efte aan woningen, bedrijvenlocaties en recreatiegebieden op moeten vangen. Gelet op de toenemende druk 0 maatregelen nodig om de nadelen door meer woningen, bedrijven en verkeer te beperken.
De uitdaging: kwaliteit door bundeling activiteiten Een van de hoofdlijnen van de stadsvisie is tevens het uitgangspunt voor de ruimtelijke uitdaging: dynamische activiteiten worden gebundeld op aan te wijzen plaatsen in de stad, zogenaamde 'knooppunten' met een eigen iden titeit. Daarmee willen we de bestaande kwaliteiten van woon-, verblijfs- en groengebieden beschermen. In de keuze voor de bundeling hebben milieu en duurzaamheid een belangrijke rol gespeeld. De schaarse ruimte dwingt ons ondergronds en in de hoogte te bouwen. De knooppunten komen langs bestaande vervoersassen. Hierdoor neemt de mogelijkheid van hoogwaardig openbaar vervoer, zoals de lightrail, toe. Ontwikkeling van knooppunten
Elke keuze heeft gevolgen voor het
gebruik van schaarse ruimte in de stad. In de stedelijke knooppunten worden alle vierkante meters intensief gebruikt voor zowel wonen, werken als ontspan ning. We sluiten aan bij de bestaande vervoersverbindingen. Deze knooppunten zijn echt 'stads', druk en levendig met alle bijbehorende voorzieningen. Nieuwe knooppunten moeten aansluiten bij de voorkeuren van mensen en het karakter van het gebied. Cultuurhistorische verschillen en de samenstelling van de bevolking geven deze gebieden een eigen identiteit. Een aantal gebieden in onze stad is hiervoor geschikt zoals de Brabantse Poort, Winkelsteeg (technologiepark), de Binnenstad, de omgeving van het Centraal Station, Waalsprong Lent, Waalsprong Ressen en Heijendaal (kenniscentrum).
1
de ruimte zijn er
33
Culturele, wetenschappelijke, en recreatieve instellingen evenals woningen en bedrijven worden op deze plekken gebundeld. Deze functies geven de centra de gewenste deugdelijkheid, vitaliteit en identiteit. Een betere bereikbaarheid met de auto verhoogt het stedelijk karakter, de functionaliteit, en daarmee de kwaliteit, van deze centra. Zuidoostkant van de stad
Een dynamische stad heeft voldoende plekken
waar de inwoners tot rust kunnen komen. Het groen in en om de stad biedt ruimte voor recreatie en stilte. De zuidoostkant van de stad (Hengstdal, Kwakkenberg en Groene Woud) grenst aan een gebied dat unieke landschap pelijke en ecologische waarden heeft. Voor dit gebied willen wij 'staduitwaarts' de ruimte voor wonen of werken beperken. Wij trekken een scherpe grens langs de zuidoostkant van de stad. 'Stadinwaarts' willen wij deze groene zone dieper in de stad door laten dringen.
34
De uitdaging: de stad bereikbaar voor iedereen De bereikbaarheid van de stad is in economisch en sociaal opzicht van essenti eel belang. Helaas is de bereikbaarheid van Nijmegen nu al een probleem. Voorspellingen gaan uit van een toename van het autogebruik. Er moeten dus oplossingen komen die de ruimte van onze stad beschermen. We kiezen niet voor verspreiding van het autoverkeer over de stad. Dat zou betekenen dat het beleid van verkeersluwe gebieden wordt loslaten. We handhaven de kwaliteit van woongebieden en van het centrum juist door deze verkeersluw te maken en te houden. Voor de toekomst moeten de bestaande hoofdwegen intensiever benut worden. Wij willen de rol van het openbaar vervoer versterken. Autoverkeer bundelen op hoofdwegenstructuur
Onderzocht moet wor
den of een binnenstedelijke ringweg, en in het verlengde daarvan een tweede oeververbinding met het Waalspronggebied, het toenemend autogebruik in de stad kan opvangen. Daarbij wordt ook gekeken of overstapplaatsen van auto naar openbaar vervoer (transferia) bij Ressen en Brabantse Poort/Bijsterhuizen het autoverkeer op de hoofdwegen ontlast. Vooruitlopend daarop bepleiten wij met kracht de doortrekking van de A73. Parkeergelegenheid, openbaar vervoer en fietsnetwerk
In onze voor
keur past ook dat er voldoende parkeergelegenheid komt aan de randen van het centrum. Een bundeling van activiteiten in knooppunten, vergroot ook de
mogelijkheden voor het realiseren van hoogwaardig openbaar vervoer (lightrail). Voor de hand liggende trajecten zijn dan de vervoersas Wijchen Zevenaar en de lijn Zutphen-Heijendaal. In een op te stellen mobiliteitsvisie wordt aangegeven wat er nodig is voor een verdere uitbreiding van het stedelijk fietsnetwerk.
35
Bestuur Steeds minder burgers lijken geïnteresseerd in de politiek van Den Haag, van de Provincie of van de gemeente. Dit blijkt uit de steeds lagere opkomsten bij de verschillende verkiezingen. Maatschappelijke ontwikkelingen lijken dit proces te versnellen. Dit wordt versterkt doordat de rol van het lokale bestuur bij � IIerlei ingrepen niet altijd duidelijk is. Maatschappelijke veranderingen kunnen wij niet keren. We kunnen er wel voor zorgen dat onze rol voor iedereen duidelijk is en blijft.
De uitdaging: modern bestuur Bij het op gang brengen en realiseren van grote stedelijke ontwikkelingen zijn naast burgers ook andere strategische partners betrokken. Bovendien heeft internationale regelgeving, bijvoorbeeld op het gebied van economie en milieu, steeds meer invloed op wat wij doen of moeten laten. Tevens krijgt de 'markt' steeds meer invloed in delen van de samenleving waar voorheen de
37
overheid alles regelde. Het is onze taak om burgers serieus te nemen door naar ze te luisteren en hun betrokkenheid daadwerkelijk te erkennen. Op onze beurt moeten wij duidelijk zijn over ons handelen en aangeven waar ónze verantwoordelijkheid ligt en waar die van de burgers zélf. In deze visie hebben wij gekozen voor de ontwikkeling van Nijmegen in het grotere regionale verband waarbij we gebruik maken van de bijzondere Nijmeegse kenmerken. Dit is een bewuste keuze om de sociale en culturele ontwikkelingsmogelijkheden van de inwoners te verruimen. Maar voor het realiseren van onze ambities hebben wij allerlei partners nodig, variërend van individuele burgers en bewonersgroepen tot bedrijfsleven en overheden. Wij moeten ervoor zorgen dat onze inbreng verandert van 'zorgen voor .. : naar 'zorgen dat .. : waarbij onze rol kan variëren van actieve initiatiefnemer en hoofduitvoerder tot stimulator, voorwaardenschepper en meedenker. Meer verantwoordelijkheid in de wijk
Wij willen bij de uitvoering van
onze taken meer dan voorheen een beroep doen op de verantwoordelijkheid die bij de burgers leeft. Daaronder valt ook het vermogen van de Nijmeegse samenleving om zelf zaken te organiseren. Bewoners, middenstand, bedrijven, organisaties en instellingen krijgen de kans zelf verantwoordelijkheid te nemen voor veilige en schone wijken. De gemeente biedt daarvoor mogelijkheden. De inbreng van de gemeente verschuift van 'zorgen voor .. : naar 'zorgen dat ... '.
-+-
Verantwoorden
De komende jaren willen wij laten zien welke resultaten
gemeente, bewoners, bedrijven en instellingen behalen. Voor een deel gebeurt dat al in gemeentelijke onderzoeken zoals de stadspeiling, de sociale atlas en het wijkonderzoek. In de Stadsmonitor, die vanaf 2001 jaarlijks zal verschijnen, beantwoorden wij de vraag: hoe staat Nijmegen ervoor? De stadsmonitor volgt nauwkeurig het beleid en aan de hand van analyses en rapporten wordt geke ken of we op de goede weg zijn. Regionaal overleg en samenwerking
Sommige uitdagingen maken duide
lijk dat wij verantwoordelijkheid en bevoegdheden willen overdragen naar de wijken. Aan de andere kant wordt de vraag gesteld of wij verantwoordelijk heden willen samenvoegen in grotere verbanden. Stad en omgeving hebben elkaar nodig. Veel Nijmegenaren werken en ontspannen in de regio en veel inwoners van buiten komen daarvoor juist naar Nijmegen. Tot die omgeving
38
behoort ook Arnhem. Arnhem en Nijmegen worden steeds meer gezien als één stedelijk gebied, één netwerkstad, met gemeenschappelijke belangen op het gebied van wonen, werken en recreëren. Een duurzame ontwikkeling van de netwerkstad Arnhem-Nijmegen, moet zijn basis vinden in overleg en samenwerking met allerlei partners in de regio. Daarin hebben we inmiddels een traditie opgebouwd die ons sterkt in de gedachte daar goed in te zijn.
Bijlage Agenda Stadsvisie N ijmegen 20 15: ' Bemoei je met je eigen zaken' Het stadsdebat Nijmegen 20 15 startte op 17 februari 2000 en eindigt (voorlo pig) bij de vaststelling van de Stadsvisie in september 2001. De visie is tot stand gekomen in samenwerking met bewoners, bedrijven, instellingen en politiek. Onderstaande agenda geeft een overzicht van de activiteiten die zijn onder nomen bij het totstandbrengen van de Stadsvisie.
2000
17 februari
Officiële start stadsdebat Nijmegen 2015.
17 februari
Huis
aan-huis wordt informatie over het stadsdebat verspreid. Burgers kunnen via een speciaal kaartje thema's aandragen, die zij belangrijk vinden voor het debat. Uiteindelijk stuurden 1.200 burgers ons meer dan 4.000 onderwerpen. 15 maart en 19 juni
Burgemeester d' Hondt praat met deskundigen over de
onderwerpen economie en cultuur.
3 april
Een groep burgers, raadsleden en
mensen van bedrijven/instellingen kiest uit de vele ingezonden onderwerpen vier debatthema's: verkeer & vervoer, veiligheid, zorg & welzijn en leefbaar heid.
april/mei
Ambtenaren interviewen 170 vertegenwoordigers van bedrijven
en instellingen in Nijmegen over de toekomst van de stad. 23 mei-5 juli
14 stadsdebatten op locatie rond de vier gekozen thema's (met
stadswandelingen, bustochten, bijzondere locaties en theatrale of muzikale omlijsting). Ruim 400 burgers doen hieraan mee. met jongeren over de toekomst van Nijmegen
21 juni
Ronde tafel gesprek
30 juni en 22 september
Alloch
tonendebat op locatie: raadsleden en ambtenaren bezoeken 14 organisaties en groepen allochtonen en praten over hun toekomst in Nijmegen 13 september
Het Stadsbericht wordt huis-aan-huis verspreid. Een krant met
de resultaten van de debatten en informatie over lopende beleidstrajecten (cultuur, sport, economie, wonen, het stadscentrum, demografische ontwikke lingen enz.)
september/november
Workshops met raadsleden en ambtenaren:
zij onderzoeken de trends en ontwikkelingen, bestuderen de opvattingen van burgers uit de stadsdebatten, bouwen mogelijke toekomstscenario's en kiezen een centraal motief voor de visie: 'Mensen en bedrijven binden aan de stad door gebruik te maken van Nijmeegse kenmerken, zoals haar ligging en sfeer en mogelijkheden op het gebied van kennis en gezondheid'.
2001
januari
Het Koersbericht verschijnt: de stap van verkenning naar koers,
met een beschrijving van mogelijke toekomstscenario's.
januari
Burgers reageren
39
op het Koersbericht
februari
Het bestuur reageert op het Koersbericht; meer
aandacht voor nieuwe ontwikkelingen, zoals de Se Nota Ruimtelijke Ordening en de netwerkstad Arnhem-Nijmegen. ' Nijmegen, stad in balans' vast.
april
maart
Het College stelt de visie
Informatieve raadsdiscussie over de visie
in theater Lux. De Raad neemt nog geen besluit over de Stadsvisie; in de diver se commissies volgt nog nadere beraadslaging over moties en amendementen juni
Het besluit wordt uitgesteld.
definitief vast.
Vanaf oktober
26 september
De Raad stelt de Stadsvisie
Meerjarige programmering, meetbare doelstel
lingen en presentatie eerste Stadsmonitor (onderzoek naar stand van zaken). Eerdere publicaties*
'Stadsvisie Nijmegen 1 999, keren naar kansen voor een sterke, sociale en gast vrije stad' (1999) Rapportage 'Thema's van burgers en geïnterviewde sleutelfiguren' (mei 2000)
40
Verslagen van de 14 stadsdebatten Uuli 2000) 'Stadsbericht', resultaten stadsdebatten (september 2000) ' Koersbericht', van verkenning naar koers Uanuari 200 1) Concept-raadsvoorstel 'Stad in Balans' (april 200 1 ) Definitief raadsvoorstel 'Stadsvisie Nijmegen 20 15, stad in balans' Uuni 200 1 )
*Publicaties zijn i n te zien i n het gemeentelijke informatiecentrum Open Huis of kijk op www.nijmegen.nl.
•
vormgeving druk
�.��IJIIii��,n,ml!ftm�m
fotografie
.-..
• •
"