Verslag
Notulist
Informerende sessie raadzaal 19.30-21.10 uur B.H.G. Rosier Mw. M. Hartkamp M. Kuiper / Verslagbureau Stan Verschuuren
Vergaderdatum
7 april 2009
Aanwezig
Commissieleden: M. Aydogdu (VVD), A. Bos (GroenLinks), mw. M.A. Bos (Lijst El Majdoubi)*, J.W. Dunselman (CDA)*, M. Göçmenoğlu (PvdA), Z. Güvenç (Lijst Güvenç), A.J.M. Van Heijningen (CDA), mw. F.C. Ligteringen (GroenLinks), E.A. Koning (VVD), R.J. Mauer (D66), H.H. Schouten (OOZ’81)*, E. Spijker (PvdA), mw. E.M. Zijlstra (OOZ’81) Portefeuillehouder: K. Steeman, mw. M.W.H. Teuling H. Gibbon (inspreker), C. Schutte (inspreker), L. de Heus (ambtenaar Osdorp), E. Moyle (ambtenaar Osdorp), G. Timmermans (DRO)
Soort vergadering Voorzitter Commissiegriffier
Voorts aanwezig
*buitengewoon commissielid Afwezig
1. 5
Opening / mededelingen
De voorzitter opent de sessie om 19.30 uur. Er zijn geen mededelingen. 2.
Presentatie Puccinimethode
10
15
20
De heer Moyle (ambtenaar) merkt op dat de Puccinimethode in 2004 is ontwikkeld. Het idee is dat de gemeente Amsterdam in 2040 een eenduidig en helder straatbeeld heeft. Er bestaat een nieuwe Amsterdamse traditie, met gebruik van bepaalde materialen en bijvoorbeeld tegels van 30x30 cm. Daarmee straalt de openbare ruimte een metropolitaanse kwaliteit uit die past bij de stedenbouwkundige structuur van de stad. Hier en daar zijn er ook bijzondere, afwijkende plekken. Door de toepassing van de Puccinimethode wil men de kwaliteit van de openbare ruimte optimaliseren. De methode zal verder worden verwerkt in de output van Osdorp. Om een en ander te realiseren is een samenhang tussen ontwerp, uitvoering en beheer noodzakelijk. Daarvoor zal dit samenwerkingsproject met de andere stadsdelen en de centrale diensten in 2009 verder worden uitgewerkt. Op 11 mei 2009 zal aan de dagelijks besturen van de stadsdelen een convenant worden voorgelegd ter ondertekening. Men vindt het belangrijk dat de stadsdeelraden inzicht krijgen in de Puccinimethode. In verband daarmee is de heer Timmermans uitgenodigd om een presentatie te houden.
25 De heer Timmermans (DRO) houdt een presentatie over de Puccinimethode en beantwoordt informatieve vragen.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp
Verslag 7 april 2009 Pagina 2 van 11
30
35
40
45
50
55
60
65
70
75
Mevrouw Zijlstra (OOZ'81) vraagt in hoeverre de Puccinimethode afgestemd wordt op de situatie in Osdorp, zodat men het centrum inricht zoals Osdorp of een ander stadsdeel dat veel met stadsvernieuwing te maken heeft gehad. Zij hoopt niet dat alle openbare ruimte in Osdorp op de schop moet. De heer Timmermans (DRO) antwoordt dat de Puccinimethode de leidraad zou kunnen zijn als er een herinrichting nodig is. De Puccinimethode schrijft dan bijvoorbeeld voor van welke materialen men gebruikmaakt. Dit geldt niet voor bijzondere plekken. Mevrouw Bos (Lijst El Majdoubi) herinnert aan de verplichting voor het GVB dat in 2010 al het openbaar vervoer en de haltes toegankelijk moeten zijn voor rolstoelen. Wordt daarmee in de Puccinimethode rekening gehouden? De heer Timmermans (DRO) antwoordt dat in de Puccinimethode geen uitspraken worden gedaan over de inrichting van haltes. Wel zal later een gelijkvloerse instap van 18 cm hoogte standaard in de methode worden opgenomen. De heer Güvenç (Lijst Güvenç) vraagt of er een commissie bestaat die beoordeelt wat best practices zijn. Het lijkt hem soms een kwestie van smaak. De heer Timmermans (DRO) antwoordt dat smaak persoonsgebonden is. Met best practices wordt echter gedoeld op zaken waarover iedereen het eens is, zoals dat men niet over een stoep mag struikelen. Ook het gebruik van 30x30-tegels is niet controversieel; grote tegels zullen op de slappe onderbodem van Amsterdam gauw scheef gaan liggen. Men hoeft het wiel niet steeds opnieuw uit te vinden. Het is niet de bedoeling dat er een commissie komt die aanwijst wat best practices zijn. Het wordt niet iets als welstand. Men kijkt wel hoe men de toepassing van de Puccinimethode door de tijd kan bewaken. De heer Göçmenoğlu (PvdA) vindt dat een knik in een fietspad een bepaalde charme kan hebben. Wordt het niet wat saai als het overal hetzelfde eruit komt te zien? Variatie kan een verrijking betekenen. De heer Timmermans (DRO) gaf in zijn presentatie het voorbeeld van een knik in een fietspad die ontstaan is omdat men een boom wilde sparen. Door de werkzaamheden kunnen de wortels van zo’n boom echter beschadigd raken, zodat de boom later toch ten gronde gaat. Op dat moment zou men kunnen overwegen om de knik uit het fietspad te verwijderen. Mevrouw Teuling (portefeuillehouder) wijst erop dat de stadsdelen de materialen waarover zij beschikken eerst mogen opmaken. Men hoeft niet bang te worden dat het allemaal eenheidsworst wordt. Ook met de Puccinimethode zijn bij tegels variaties mogelijk qua kleur en vorm. De heer Schutte (inspreker) merkt n.a.v. de titel van de presentatie (“Op zoek naar een Amsterdamse traditie”) op dat er al een Amsterdamse traditie bestaat, namelijk die van een rommelige stad waar het gezellig is. Een rommelige stad is gezellig omdat elke wijk zijn eigen stijl heeft. Dat is ook voor buitenlanders aantrekkelijk. Hij ontmoet veel buitenlanders in Amsterdam die hun verbazing tonen. Zij zeggen: feitelijk kan het niet, maar bij jullie kan het altijd. Dat is de Amsterdamse traditie. Hij is bang dat de standaardisering leidt tot recht fietspaden zonder kronkeltjes. Mevrouw Teuling (portefeuillehouder) antwoordt dat het Amsterdamse in ieder geval bewaard blijft door het aanwijzen van bijzondere plekken. Alle portefeuillehouders hebben in hun respectievelijke stadsdelen veel bijzondere plekken gevonden. De heer Spijker (PvdA) vraagt in hoeverre de Puccinimethode een drama als het Museumplein kan voorkomen. De heer Timmermans (DRO) antwoordt dat er afspraken moeten worden gemaakt over het proces, tussen ontwerper en degenen die het aanleggen en later moeten beheren. Er
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp
Verslag 7 april 2009 Pagina 3 van 11
80
85
90
95
100
kan geen ontwerp worden gemaakt zonder met de degene die het aanlegt en de beheerder te praten. De heer Spijker (PvdA) vraagt of de Puccinimethode een soort blokkade kan worden tegen een burgerinitiatief om op een andere manier om te gaan met de openbare ruimte. De heer Timmermans (DRO) antwoordt dat dat niet de bedoeling is. Bij het Museumplein had men in een vroeg stadium moeten nadenken over de vraag hoe men met de fietspaden om wil gaan. De heer Gibbon (inspreker) woont aan de Pieter Calandlaan. Twee weken geleden is daar een schouw gehouden. Het resultaat daarvan weet hij niet, maar een dag later werden er tot zijn verbazing roestvrijstalen bogen aangelegd. Nietjes. Hij heeft nog nooit zo’n grote puinhoop gezien. Een stratenmaker maakte een tegel los en sloeg er met een hamer een hoek vanaf, zo plaatste hij de nietjes. Hij heeft deze nietjes nog nooit in de rest van de stad gezien. Soms worden zij in het verlengde van, maar op andere delen haaks op de rijweg gezet. Het is een bende. Hij las laatst een artikel in de Westerpost, waarin door D66 werd gesproken over toekomstige getto’s. Die zijn op dit moment al in de maak. Het is triest hoe het eruit ziet. De heer Harkema (OOZ'81) denkt dat men zou moeten voorkomen dat er nog ontwerpers van buiten Amsterdam komen om de Amsterdamse stijl te handhaven. De heer Timmermans zegt dat er een afstemming moet komen tussen de ontwerper, de uitvoerder en de beheerder. Dat is iets waarop men zeker in Osdorp de laatste jaren heeft gehamerd. Als het in dat opzicht fout gaat, ligt dat aan de stadsdelen. Verder ligt er een Handboek RO met richtlijnen waaraan dingen moeten voldoen, zoals de stralen van rondingen en bogen. De voorbeelden uit de presentatie zijn ontstaan door slecht werk in sommige stadsdelen. Als de heer Timmermans vindt dat dit beter moet in de toekomst, wenst hij hem daarmee veel succes. 3.
105
110
115
120
125
Onderzoek gevolgen stedelijke vernieuwing
Mevrouw Teuling (portefeuillehouder) merkt op dat het stuk door een misverstand verstuurd is zonder een correctie van het dagelijks bestuur. Het correcte stuk wordt nu rondgedeeld. Inhoudelijk verandert het stuk niet, maar er zijn een paar toevoegingen. De heer Koning (VVD) vindt dit een wat magere uitvoering van de motie. Welke gevolgen voor het beleid en de stedelijke vernieuwing worden verbonden aan dit stuk? De heer Göçmenoğlu (PvdA) wil, ook al is dit een informerende sessie, toch zijn mening kwijt omdat dit stuk niet doorgaat naar de meningvormende sessie. Op p.5 van het rapport staat dat de huurprijs in de meeste gevallen slechter scoort dan in de oude woning. Hij vraagt naar de werkelijke cijfers. De respons op de enquête was vrij laag. Hij vraagt wanneer het nieuwe onderzoek mag worden verwacht. Kan de raad daarvan een exemplaar ontvangen? In de notitie staat dat de OGA is gestopt met monitoring van stadsvernieuwingskandidaten. Hij vraagt wat de reden daarvan is. Gaat de monitoring in een andere vorm toch verder? Jaarlijks zijn 200 ouderen verhuisd, waarvan 25% uit Osdorp komen. 100 van deze ouderen zijn 75 jaar of ouder, en vormen dus een heel kwetsbare groep waaraan extra aandacht moet worden besteed. Deze mensen hebben nu te maken met sociale vernieuwing en daarom is het wenselijk dat er nu actie wordt ondernomen door een aantal instanties met elkaar in contact te brengen. Het stadsdeel zou daarbij een regierol kunnen vervullen. Hij vraagt een reactie van de portefeuillehouder.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp
Verslag 7 april 2009 Pagina 4 van 11
130
135
140
145
150
155
160
165
170
175
Mevrouw Ligteringen (GroenLinks) ziet hier een letterlijk en figuurlijk dun stuk met veel open einden en magere resultaten. Niet duidelijk wordt het of dit het gevolg is van de lage respons of van de wijze van onderzoeken. Aan de hand van deze rapportage is het moeilijk iets te zeggen over de resultaten, laat staan dat het mogelijk is aanbevelingen te doen voor projecten die nog moeten worden gerealiseerd. Toch was leren van het verleden de insteek van de motie. Wel komt een aantal praktische zaken uit het onderzoek naar voren waaraan corporaties nog kunnen werken bij volgende projecten. Men noemt in dat verband slaapkamers aan de galerijkant en ventilatiesystemen. Zij vraagt of de corporaties werkelijk wat gaan doen met de bevindingen van het onderzoek. In het rapport staat dat mensen meer geld aan huur kwijt zijn, maar dat men geen zicht heeft op het al dan niet ontvangen van (huur)toeslagen. Het is jammer dat dat niet is onderzocht; het moet mogelijk zijn dat in beeld te krijgen, waardoor ook zicht ontstaat op het daadwerkelijke koopkrachtverlies. Hoopgevend is het dat met de corporaties gewerkt blijkt te worden aan een opzet voor uitgebreidere metingen na herhuisvesting. Haar fractie wil verder graag weten of de onzekere periode voor ouderen verlicht kan worden door extra voorlichting en aandacht voor deze doelgroep van het stadsdeel en de corporatie. Zij is benieuwd hoe deze onderzoeken zijn uitgevoerd. Graag krijgt zij ze ter inzage, want op basis van dit stuk is het moeilijk een beeld te vormen. Mevrouw Zijlstra (OOZ'81) vindt dat deze informatie laat komt. Haar conclusie uit het stuk is dat het niet duidelijk is wat de mensen er zelf van denken. Zij vraagt of het dagelijks bestuur ervan op de hoogte is dat achttienjarigen die een woning toegewezen krijgen, gewoon thuis blijven wonen om de toegewezen woning onderhands door te verhuren. Dit is in ieder geval bekend bij Ymere. Overigens is de huur, die nu € 631,73 bedraagt, in een paar jaar tijd gestegen met ongeveer € 130. Te laat is men erachter gekomen dat de informatie aan de ouderen niet goed verlopen is. Doet men het telefonisch, dan kunnen ouderen de helft van de informatie vergeten. Een goede schriftelijke informatie lijkt de enig haalbare kaart. Al met al blijkt uit dit stuk niet veel meer dan dat er onvrede bestaat. Mevrouw Bos (Lijst El Majdoubi) vindt de manier waarop men het onderzoek heeft uitgevoerd magertjes en teleurstellend. Ook heeft zij haar twijfels over de gegeven antwoorden; misschien zeggen mensen maar wat als zij gelokt worden met een cadeaubon om mee te doen. Zij maakt zich zorgen over de groep achttienjarigen. Is er al wat bekend over de Foyer? Is daar belangstelling voor, werkt dat al of komt het binnenkort? Hoeveel jongeren heeft men daarvoor? Zij hoorde van het Caland dat er veel jongeren zijn die daarvoor eigenlijk in aanmerking komen. Ook veel zorgen baart de positie van de ouderen. Van de thuiszorg hoort zij dat bejaarden vaak door de buren worden geholpen. Die gaan daarvoor geld eisen en kleden mensen financieel uit. Zij vraagt of dit soort situaties, die in De Baarsjes voorkomen, ook in dit stadsdeel geconstateerd zijn. De heer Van Heijningen (CDA) vraagt wat meer uitleg over de manier waarop dit onderzoek tot stand is gekomen. De portefeuillehouder heeft in het begin regelmatig teruggekoppeld over de wijze waarop het onderzoek n.a.v. de motie zou worden opgestart en hoe de samenwerking zou verlopen. Hij proeft bij zijn collega’s hier dat men teleurgesteld is over de resultaten. Positief uitgelegd, zou men echter uit het rapport kunnen concluderen dat het in ieder geval niet heel treurig is gesteld. Toch zou men graag meer zekerheid verkrijgen, over zaken die het stadsdeel goed heeft gedaan en door het vermelden van aandachtspunten. Men ziet echter noch het goede, noch aandachtspunten terugkomen in het rapport. Dat is teleurstellend.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp
Verslag 7 april 2009 Pagina 5 van 11
180
185
190
195
200
205
210
215
220
Op p.5 blijft onduidelijk hoe groot het percentage is dat ontevreden is over de corporatie en waardoor dat komt. Dat wilde men nu net weten, om er voor de toekomst wat van te leren. Ten slotte vraagt hij een toelichting op hoe het dagelijks bestuur de onderzoekers heeft bijgestuurd. De heer Gibbon (inspreker) is in het geheel niet teleurgesteld door dit rapport. Wat er in staat, heeft hij vijf jaar geleden met zijn inspraak al voorgerekend. Het is dus geen nieuws. Hij heeft voorgerekend met hoeveel de mensen erop achteruit zouden gaan. Hij wees de raad op de afvalstoffenheffing. Hij kan zich dus niet voorstellen dat de raad nu teleurgesteld is in het rapport. De raad komt nooit tot een zinnig en bruikbaar rapport, want het blijft altijd ambtenarentaal. Wat er werkelijk bij de mensen leeft komt daaruit nooit naar voren. Mensen willen vaak niet met hun ellende naar buiten komen. Ook mensen die goed zijn gehuisvest willen niet meedoen aan een dergelijk onderzoek. Hijzelf heeft nu een prima woning, maar zijn oude woning was ook goed geweest als zij voldoende was onderhouden. In april 2004 is besloten dat men de wijk zou gaan slopen. Dat had eerlijk moeten worden gezegd. Zijn inspraak heeft nooit geleid tot vragen. Men kijkt naar de foldertjes die van de buurt worden gemaakt, aan de hand waarvan men oordeelt hoe goed de buurt is. Zo werkt dat niet. De raad heeft ‘ja’ gezegd tegen het toekomstige getto aan de Pieter Calandlaan. Eerst waren dat vier rechthoekige woonblokken, waar straatjes tussenin zijn gekomen. Met dat alles ging de raad akkoord. Er mankeert echter niets aan de woningen, maar aan de mensen. Men stopt alle mensen ongezien bij elkaar in een flat. Als Nederlander woont men tussen allerlei nationaliteiten. Dat geeft de onvrede waarmee men zit. De mensen trekken de deur dicht en vinden het goed. Voor de rest reageren zij niet meer. De heer Güvenç (Lijst Güvenç) vraagt of het dagelijks bestuur tevreden is met de wijze waarop dit onderzoek is uitgevoerd en met het feit dat het tot een rapport heeft geleid. De representativiteit van het onderzoek staat namelijk statistisch gezien ter discussie. Zou men geen minimumaantal mensen hebben moeten vaststellen dat onderzocht moest worden om tot een verantwoord resultaat te komen? De standaarddeviatie van het onderzoek is niet toereikend. Daarom zou men hebben moeten overwegen om geen rapport te schrijven. Men had het onderzoek misschien in een andere vorm moeten voortzetten. Hoe kijkt het dagelijks bestuur hiernaar? Ten slotte vraagt hij of het niet goed was geweest om het rapport, als dat dan toch geschreven werd, aan te vullen met conclusies en aanbevelingen. De heer Mauer (D66) heeft begrip voor de reactie van de heer Gibbon, die recht uit het hart lijkt te komen. Zij sluit aan bij een aantal conclusies van dit rapport, hoewel die over het algemeen niet verdergaan dan de constatering dat men tevreden is met de huidige woningen. De betrokkenen waren dat ook met hun oude woning. Ontevreden zijn zij met de huurstijging. Verder concludeert men dat de meeste ouderen in de eigen buurt is blijven wonen. Naar blijkt, delen de meeste raadsleden zijn mening over dit rapport. Meestal vindt hij de DigiPanelonderzoeken zeer lezenswaardig. Zij bevatten doorgaans een groot aantal kwantitatieve en kwalitatieve resultaten. Hij is echter teleurgesteld over dit rapport, vooral in samenhang met de strekking van de motie. Hij vraagt het dagelijks bestuur of de intentie van de motie in dit rapport is vertaald. Het is een mager verhaal, ook voor wat betreft de conclusies en de maatregelen die daaruit voortvloeien. Wat doet men met de conclusies over jongeren? En wat met de gehandicapten en chronisch zieken? Daarover staat maar weinig in het rapport.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp
Verslag 7 april 2009 Pagina 6 van 11
225
230
235
240
245
250
255
260
265
270
Hij vindt de uitvoering van de motie teleurstellend en hoopt dat er meer gedegen onderzoek volgt. De heer Spijker (PvdA) moest er twee jaar op wachten en leest dan: het onderzoek is niet geschikt om specifieke conclusies te trekken. Dat is jammer, want er was om dit rapport gevraagd om de stedelijke vernieuwing op bepaalde punten te kunnen bijstellen. De heer Gibbon gaf daarvan zojuist een aantal voorbeelden. Het is schandelijk dat men op basis van 54 jongeren maar liefst 3 pagina’s vult. Al met al is zijn fractie zeer ontevreden. Mevrouw Teuling (portefeuillehouder) wijst erop dat 80% van de respondenten tevreden blijkt met zijn woning. Het is duidelijk dat er te weinig respons is gekomen om conclusies te kunnen trekken. Toch blijkt niet uit het rapport dat er sprake is van ontevredenheid. Zijzelf is teleurgesteld in het rapport. Die teleurstelling deelt zij ook met de corporaties en bewonersorganisaties die hebben geholpen met het maken van de vragenlijst. Zij hebben ook samen met het stadsdeel de resultaten van het onderzoek besproken en zijn tot de conclusie gekomen dat de respons niet was zoals men hoopte. De respons was zo gering dat er geen conclusies kunnen worden getrokken. Daarmee kan ook niet bijgestuurd worden. Nog steeds heeft men het gevoel dat er meer uit de bewoners had kunnen worden gekregen dan nu gebeurd is. Het feit dat het niet gelukt is, betekent niet dat men geen nieuwe poging kan doen. Met de bewonersorganisaties en de corporaties heeft het dagelijks bestuur na een bespreking van de resultaten, afgesproken om in Parkstadverband tot een onderzoeksopdracht te komen aan een ‘zware’ instantie zoals een universiteit. Het plan is om deze onderzoeksopdracht nog voor de zomer te verlenen zodat men nog dit jaar de beschikking zou kunnen krijgen over de resultaten. Het is algemeen beleid dat mensen boven een bepaalde leeftijd bezoek krijgen van medewerkers van het stadsdeel of van SEZO om te kijken hoe iemands maatschappelijke situatie is. Een dergelijk bezoek vindt ook standaard plaats bij verhuizingen. Het is logisch dat veel ouderen verhuizen. Osdorp loopt voorop wat betreft stedelijke vernieuwing, dus verhuizen er veel mensen. Er wonen veel ouderen en jongeren in het stadsdeel. Die verhuizen dus ook het meest. De monitoring was een zeer arbeidsintensief proces waarmee men vanwege bezuinigingen is gestopt. Inderdaad is de huurprijs van een nieuwe woning meestal hoger dan die van de oude. Men verhuist meestal naar een betere woning, of in elk geval naar nieuwbouw. Daar liggen de huurprijzen hoger. De woonlasten zijn echter in de meeste gevallen lager omdat de energieprijs voor de nieuwe woning meestal lager uitvalt. De huurtoeslag moet het grootste gedeelte van de huursprong opvangen. De corporaties werken goed mee, want zij zijn net zo nieuwsgierig als het dagelijks bestuur naar de mening van de betrokken bewoners. De heer Spijker (PvdA) vraagt of men voor het onderzoek niet gebruik had kunnen maken van gegevens van de corporaties. Mevrouw Teuling (portefeuillehouder) antwoordt dat men niet zocht naar die informatie. Men zocht achter de feiten. Het ging vooral om de sociale gevolgen, die meestal niet gemeten worden door de corporaties. Er moet meer gebeuren om daarin inzicht te krijgen. Zij antwoordt mevrouw Zijlstra dat het te ver gaat om te beweren dat iedere achttienjarige zijn woning zou doorverhuren. Er zijn ook ouderen die misbruik maken. Misbruik wordt gemaakt, ongeacht de leeftijd, en daartegen moet worden opgetreden. De ouderen zijn niet goed genoeg geïnformeerd. Men heeft dat onderkend en gaat nu weer op bezoek bij ze. Zij antwoordt mevrouw Bos dat er een Foyer komt in het Zuidwest Kwadrant en een in het centrumplan. Voor die laatste tot stand komt, wil het dagelijks bestuur de Foyer tijdelijk op
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp
Verslag 7 april 2009 Pagina 7 van 11
275
280
285
290
295
300
305
310
315
320
een andere plek realiseren. Het gaat dus goed. Zij is niet genoeg op hoogte van het ouderenbeleid om antwoord te geven op de vraag over thuiszorg voor ouderen. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat de een van de ander profiteert. Zij zal het navragen. Zij antwoordt de heer Güvenç dat er geen conclusies of aanbevelingen zijn omdat daarvoor de respons op de enquête te gering was. De heer De Heus (ambtenaar) merkt op dat de motie in 2006 is aangenomen. In 2007 kwam het vanuit Nieuw West, samen met de bewonersorganisaties en de corporaties tot een onderzoeksvoorstel. Die werd gekoppeld aan een tevredenheidsmeting over het herhuisvestingsproces die sowieso zou worden uitgevoerd door de corporaties aan de hand van het Sociaal Plan Parkstad. Deze onderzoeken worden uitgevoerd minimaal een jaar nadat de herhuisvesting van een complex is afgerond. Er is dus sprake van een lange looptijd. De onderzoeken worden uitgevoerd in de vorm van een enquête. De enquête werd gekoppeld aan een nieuwe vragenlijst n.a.v. de motie. De heer Spijker (PvdA) vindt het merkwaardig als men de slager zijn eigen vlees laat keuren. Dat lijkt hem de kern van het huidige probleem. Mevrouw Teuling (portefeuillehouder) merkt op dat het stadsdeel dan ook die slager is. De raad keurt de nieuwbouwplannen goed. Het stadsdeel zegt in samenspraak met de corporaties tegen de bewoners dat zij moeten verhuizen. Het onderzoek is gedaan door een onafhankelijk bureau. De bewonersorganisaties, de corporaties en het stadsdeel hebben invloed uitgeoefend op de vragenlijsten. De heer De Heus (ambtenaar) merkt op dat er een koppeling is aangebracht tussen het proces van herhuisvesting en de sociale gevolgen. Die onderzoeken werden sowieso door de corporatie uitgezet. De uitvoering ervan is gebeurd door een onafhankelijk bureau. De vertraging door herhuisvesting is een van de redenen voor de vertraagde oplevering van de onderzoeksresultaten, zoals ook in het rapport staat uitgelegd. De resultaten zijn besproken in het Sociaal Plan Parkstad. Voor het vervolg van de opdracht worden de tevredenheidsmeting over de herhuisvesting en het onderzoek van de sociale gevolgen weer losgekoppeld. Volgens het nieuwe voorstel krijgen bewoners bij het inleveren van hun sleutel een vragenlijst over de mate waarin zij tevreden zijn over het herhuisvestingsproces. Daarbij komt ook de informatieverstrekking aan de orde. Bij het nieuwe onderzoek zal een selectie worden gemaakt van alle mensen die zijn verhuisd. Zij worden een jaar na dato aangeschreven over de sociale gevolgen. Daarnaast zullen er steekproefsgewijs diepte-interviews worden gehouden om de achtergronden te onderzoeken. Deze nieuwe onderzoeksopzet zal samen met bewonersorganisaties, het stadsdeel en de corporaties worden bekrachtigd in het verband van het Sociaal Plan Parkstad. De onderzoeksopzet zou daarna bestuurlijk moeten worden bekrachtigd, waarna hij uitgezet wordt bij onderzoeksinstellingen. De heer Göçmenoğlu (PvdA) begrijpt dat er voor de zomer een opdracht aan de UvA wordt gegeven om een onderzoek uit te voeren en dat de onderzoeksresultaten voor het eind van dit jaar mogen worden verwacht. Hij vraagt of het, gezien het voorliggende rapport, niet verstandig is om aan verwachtingsmanagement te doen. Hij stelt voor om SMART afspraken te maken. Wat verwacht de raad en wat wordt er precies onderzocht? Mevrouw Teuling (portefeuillehouder) denkt dat er geen onduidelijkheid bestaat over wat de verwachtingen zijn. Daarover bestaat geen verschil van mening tussen haar en de raad. Het probleem is dat de verwachtingen in dit geval niet waar zijn gemaakt. Er wordt in het nieuwe onderzoek naar meer diepte gezocht. De waaromvraag moet worden gesteld. Waarschijnlijk zal de opdracht worden verleend aan de UvA, maar dat gebeurt alleen als de resultaten van het onderzoek binnen de afgesproken termijn kunnen worden geleverd. Als dat niet kan, wordt gekozen voor een ander bureau. Voor de zomer
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp
Verslag 7 april 2009 Pagina 8 van 11
325
330
335
340
345
350
355
360
365
370
moet de opdracht worden verleend, zodat men het onderzoek in de periode na de zomer kan uitvoeren. Eind van het jaar, uiterlijk januari 2010, moet het stadsdeel beschikken over het rapport. De heer Spijker (PvdA) herinnert aan de inspraak van mevrouw Zwart in 2006. In haar betoog merkte zij op dat er zelfs oudere mensen als gevolg van de stedelijke vernieuwing doodgaan. Of dit waar is, weet men nog steeds niet. Hij vraagt of met het overlijden van ouderen rekening moet worden gehouden. Mevrouw Teuling (portefeuillehouder) maakt een vergelijking met de wetenschappelijke bewijsvoering dat het roken van sigaretten leidt tot meer kans op kanker en meer doden. Het heeft tientallen jaren gekost voor het bewijs was geleverd. Ook in dit geval kan bezwaarlijk zomaar een causaal verband worden gelegd tussen een verhuizing en de gezondheidstoestand van mensen. Dat een verhuizing impact heeft, is logisch. Daarom moet het ook onderzocht worden. Er is wel eens een vergelijkend onderzoek gedaan naar de sterftecijfers tussen een bepaalde leeftijdscategorie en de groep daarbinnen die een verhuizing heeft meegemaakt. Daarbij bleek niet dat er sprake was van een extra sterftepiek. Zij zegt toe dat zij deze cijfers (van Parkstad) zal leveren. De heer Van Heijningen (CDA) bedankt het dagelijks bestuur, want hij heeft het gevoel gekregen dat het met zijn teleurstelling over de rapportage op een lijn zit met de raad. Een probleem is wel dat het de bedoeling was om dit onderzoek te betrekken bij de vernieuwing van de Wildemanbuurt. Hij kan geen koppeling meer leggen tussen die twee. Hij vraagt een reactie van het dagelijks bestuur. Mevrouw Teuling (portefeuillehouder) antwoordt dat het vernieuwingsplan voor de Wildemanbuurt na de zomer 2009 aan de raad zal worden voorgelegd. De resultaten van het onderzoek worden gebruikt in de Wildemanbuurt. De heer Güvenç (Lijst Güvenç) vraagt of het niet wenselijk is dat de raad uitspraken doet over de representativiteit en de opkomst bij het onderzoek. Mevrouw Teuling (portefeuillehouder) herhaalt dat het onderzoek op een andere manier wordt gedaan. Er zal niet alleen via enquêtes worden gewerkt, maar ook via een persoonlijke benadering. 4.
Wegonttrekking Akerwateringstraat
De heer Kilian (PvdA) wijst erop dat dit stuk aan de raad wordt voorgelegd op een moment dat de realisatie van het plein en het parkje al in volle gang is. Men kan zich daarom afvragen wat de status van de besluitvorming van vanavond is. Als de raad tegenstemt, wordt de weg dan alsnog aangelegd? Er zijn veel bomen verwijderd. Hij vraagt of men voldoende zorgvuldig is geweest bij het vragen van kapvergunningen. Verder wil hij weten of er straks in het parkje meer bomen worden teruggeplant, zodat in ieder geval gehoor wordt gegeven aan een oude richtlijn van het stadsdeel, dat geprobeerd moet worden om het aantal bomen na kap weer op orde te brengen. De doorstroming is een heikel onderdeel van dit stuk. Mevrouw Copier heeft duidelijk gemaakt dat er onveilige situaties kunnen ontstaan bij het achteruitrijden van vrachtwagen bij de Supercoöp, of van andere automobilisten die er in de knoop komen. Zijn fractie deelt deze zorg, met name voor de ochtenduren en de middaguren wanneer de school uit gaat. Op die tijden is het een rommel van geparkeerde auto’s; zelfs voor fietsers is het lastig om er een weg doorheen te vinden. Uiteindelijk mag men verwachten dat bij een verslechterde doorstroming van het verkeer uit de Waterakeringstraat en van de nieuwbouw, op basis van de vele klachten zal worden besloten om de fietssluis te verwijderen. Daarmee raakt men dan de veiligheid van een andere zone. Als de fietssluis verdwijnt, zal die
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp
Verslag 7 april 2009 Pagina 9 van 11
375
380
385
390
395
400
405
410
415
420
veiligheid absoluut minder worden. De bewoners van de Meenstraat zullen het bovendien niet waarderen als het aantal auto’s dat door hun straat dendert, vertienvoudigt. Zijn fractie vraagt daarom speciale aandacht voor handhaving, in de vorm van een extra paragraaf in het stuk. De heer Van Heijningen (CDA) merkt op dat in 2005 een besluit is genomen over De Punt, waarin voorzien was in de wegonttrekking en de aanleg van een pleintje. Het gaat in dit geval dus om niet meer dan een administratieve afhandeling van een reeds eerder genomen besluit. De heer Mauer (D66) wil zich hierbij terughoudend opstellen omdat hij om de hoek woont en daarom bijna als belanghebbende beschouwd moet worden. Hij vraagt of er nagedacht is over de parkeersituatie als buurthuis De Aker een jongerencentrum wordt met de nodige expansie. Het parkeerprobleem is nu al vrij fors. Verder werd op de inspraakavond nogal vaak verwezen naar een gesprek met De Aak. Hij vraagt of dat gesprek al is geweest. Mevrouw Ligteringen (GroenLinks) vindt achteruitrijdende vrachtwagens zeer onwenselijk en vraagt daarom naar mogelijke alternatieven. Verder wordt er over mogelijk toekomstig tweerichtingsverkeer op het Dijkgraafplein gesproken. Dat is vaag. Zij vraagt naar de stand van zaken. Er zou nog het een en ander uitgezocht worden over de in/uitrit van de ondergrondse parkeergarage (de zienswijze van mevrouw Copier). Zij vraagt welke gevolgen de in/uitrit zal hebben voor de verkeersdeelnemers. Er ontspint zich enige discussie wanneer de voorzitter voorstelt om de vragen, i.v.m. de tijd, schriftelijk te laten beantwoorden voor 21 april 2009, wanneer dit stuk opnieuw aan de orde komt. De overige fracties kunnen dan nog hun bijdrage geven. De heer Harkema verzet zich hiertegen. Hij wil graag een reactie van het dagelijks bestuur op zijn bijdrage van vanavond, zodat hij eventueel nog verdere vragen kan stellen. Als blijkt dat meerdere fracties de heer Harkema hierin steunen, wordt besloten de vragenronde af te maken.
De heer Harkema (OOZ'81) leest bij punt 4 dat de belanghebbenden tegen dit besluit bezwaar kunnen maken. Hij wijst erop dat de aanleg al in volle gang is. Wat voor beeld geeft dat aan de bewoners? Verder wordt voorgesteld om de fietssluis eventueel open te maken. Deze fietssluis werd indertijd echter aangelegd n.a.v. een amendement. Men moest namelijk indertijd na het laden en lossen ook achteruitrijden op de winkelstrook achter het Dijkgraafplein. Met de bewoners van de Meenstraat werd toen besloten om de fietssluis zo aan te leggen dat de paaltjes weggehaald konden worden en men door kon rijden. Voorwaarde was wel dat de Noorderakerweg tweezijdig berijdbaar zou zijn, zodat de noodzaak om via de Meenstraat te ontsluiten zou komen te vervallen. In het inrichtingsplan dat vorige keer werd getoond, maakte men de keuze om dat niet te doen. Vrachtwagens moeten daarom achteruitrijden. Nu komt men met het voorstel om de Meenstraat te ontsluiten, opdat het Dijkgraafplein weer aan twee zijden berijdbaar is. Dat geeft echter geen ontsluiting van de noordzijde en de zuidzijde. Het wordt weer een rondje, zoals dat er in 1981 ook al lag. Dat is geen oplossing voor de vrachtwagens die achteruit moeten rijden of voor het verkeer dat nu door de Gorsstraat (een woonerfgebied) wordt gestuurd. Het stuk rammelt dus aan alle kanten. Zijn fractie heeft eerder schriftelijke vragen gesteld over de veiligheidssituatie bij de school. Die veiligheid wordt alleen maar slechter met dit plan. Vrachtwagen moeten nu verplicht achteruitrijden, vlak naast de school. Wat is het dagelijks bestuur voornemens te doen om de veiligheid van de kinderen te waarborgen?
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp
Verslag 7 april 2009 Pagina 10 van 11
425
430
435
440
445
450
455
460
465
470
De heer Koning (VVD) vindt het in dit geval onmogelijk om zijn mening te bewaren voor de volgende sessie. Zijn fractie wil geen achteruitrijdende vrachtwagen zien bij de school. Mevrouw Bos (Lijst El Majdoubi) is het eens met de vorige sprekers. De heer Steeman (portefeuillehouder) merkt op dat het hierbij gaat om de uitwerking van een besluit dat de raad heeft genomen in 2005. Een wegonttrekking wil in een dergelijk project wel eens vooruit- of naijlen. In het ene geval zet men alvast een bord met ‘fietspad’ neer omdat er in de toekomst een fietspad komt, terwijl er in het andere geval al werkzaamheden gedaan worden om de weg te onttrekken. Dit is een juridisch stuk. Men zal op enig moment een definitief besluit moeten nemen om de weg te onttrekken. Dat is geen bevoegdheid van het dagelijks bestuur; daarom wordt het ter advies en besluitvorming aan de raad voorgelegd. Hij kan niets zeggen over de zorgvuldigheid waarmee men te werk ging bij het aanvragen van kapvergunningen voor bomen die weg moesten. Evenmin weet hij of er meer bomen kunnen worden teruggeplant. Hij zegt toe dat het dagelijks bestuur daarop over twee weken antwoord zal geven. Bij de inspraak viel hem iets op waarvan hij zich afvroeg of men met dat element in 2005 wel rekening had gehouden: de achteruitrijdende vrachtwagens. Hij vindt het uitermate ongelukkig dat dit net naast een school gebeurt. Om deze reden besloot hij te gaan onderzoeken of het niet mogelijk is om de fietssluis te verwijderen, zodat de vrachtwagens vooruit weg kunnen rijden. Zijn intentie is om de fietssluis te verwijderen, maar zonder problemen gaat dat niet. Een deel van de fietssluis ligt op het grondgebied van de VvE van de flat die ernaast staat. Daarvoor zal dus het nodige overleg nodig zijn. Het wordt bijna een nieuw project naast het huidige. Als het verwijderen van de fietssluis een verkeersaantrekkende werking blijkt te hebben, kan die wellicht worden verminderd met de aanleg van drempels. De politie zit over het algemeen niet te wachten op een verkeerverbod en handhaving rondom scholen bij het halen en brengen van de kinderen. Hij is wel bereid aan zijn collega-portefeuillehouder te vragen om dit bij de politie onder de aandacht te brengen en stringenter te gaan handhaven. Waarschijnlijk zal de politie de suggestie doen om het probleem fysiek op te lossen. Hij antwoordt de heer Mauer dat hij zal laten navragen of het gesprek met De Aak al is geweest. \De heer Mauer (D66) denkt dat de parkeersituatie straks wel erg lastig gaat worden. Hij vraagt de portefeuillehouder om naar de situatie ter plekke te kijken en ook naar het aanbod van jongeren op bepaalde momenten. Daarna kan hij beoordelen of extra parkeergelegenheid wenselijk is. De heer Steeman (portefeuillehouder) zal met dit verzoek rekening houden. Hij merkt verder op dat de parkeergarage er nu ook al is, met in- en uitrijdend verkeer. Daaraan verandert in wezen niets. Hij is het niet eens met de heer Harkema dat dit stuk rammelt. Het gaat om de uitvoering van een raadsbesluit. De heer Kilian (PvdA) wijst erop dat de uitvoering van het project al zover gevorderd is dat de wegonttrekking al heeft plaatsgevonden. Is dit besluit geen mosterd na de maaltijd? Zijn andere vraag was of de weg er alsnog komt als de raad tegen dit voorstel stemt. De heer Steeman (portefeuillehouder) merkt op dat tegen dit besluit bezwaar kan worden gemaakt. Bovendien is het direct gekoppeld aan het project. Men kan zich dus afvragen of het niet beter tegelijk met het project in procedure had kunnen worden gebracht. Men had dan nog een mogelijkheid gehad om dit project, waarvan dit besluit een onderdeel is, te beïnvloeden. Men heeft daarvoor een aantal jaren geleden niet gekozen. Dat ijlt nu na.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Osdorp
Verslag 7 april 2009 Pagina 11 van 11
475
480
485
De heer Kilian (PvdA) merkt op dat er in 2005 inderdaad niet voldoende is gekeken naar de risico’s door achteruitrijdende vrachtwagens. Dat duidt op voortschrijdend inzicht, waardoor men dit besluit misschien wel ter discussie had moeten stellen. De wegonttrekking heeft echter in de praktijk al plaatsgevonden. De heer Steeman (portefeuillehouder) antwoordt dat de raad het besluit dan tijdig opnieuw ter discussie had moeten stellen. Als de raad tegen het voorliggende besluit stemt, moet het dagelijks bestuur de wegonttrekking weer ongedaan maken. Hij wijst er nogmaals op dat de raad eerder een besluit heeft genomen waar het dagelijks bestuur nu uitvoering aan geeft. De heer Harkema (OOZ'81) heeft de indruk dat de portefeuillehouder praat over een andere fietssluis dan waarover de bewoners van de Meenstraat praten. De fietssluis die onder de corporatie valt, valt onder de loopbrug die van de flat wegloopt. Hijzelf had het over de fietssluis die van de Meenstraat richting Akerwateringstraat loopt. Daarover kan het stadsdeel zelf beslissen. De heer Steeman (portefeuillehouder) denkt dat het in dat geval nog eenvoudiger is om op te lossen. Hij zal hierop over twee weken terugkomen.
490 5.
Sluiting
De voorzitter sluit de sessie om 21.10 uur.