OP STAP MET KRAP 28 FEBRUARI – 22 AUGUSTUS 2005
KRAP IN VOORBEREIDING KRAP IN GELD KRAP IN WOONST MAAR TOCH OP STAP MET KRAP …. 6 MAANDEN LANG
KARIN, RHUNE, ARDAN EN PETER GINGEN SAMEN OP STAP.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 2
OP STAP MET KRAP 28 FEBRUARI – 22 AUGUSTUS 2005
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20.
Kroniek van een aangekondigd vertrek .............................................................5 Eén of andere dag . . . .....................................................................................11 SLOVENIË......................................................................................................13 KROATIË........................................................................................................14 BOSNIË-HERZEGOVINA ..............................................................................16 SERVIË-MONTENEGRO ...............................................................................18 BULGARIJE (west).........................................................................................19 GRIEKENLAND (noord) ................................................................................22 TURKIJE ........................................................................................................33 BULGARIJE ...................................................................................................36 ROEMENIË ....................................................................................................40 HONGARIJE & SLOWAKIJE........................................................................55 POLEN............................................................................................................57 DUITSLAND...................................................................................................74 PAUZE............................................................................................................75 ENGELAND....................................................................................................76 SCHOTLAND..................................................................................................79 IERLAND .......................................................................................................90 WALES .........................................................................................................100 BELGIË ........................................................................................................103
LEESWIJZER: Dit reisverslag werd voor en tijdens onze reis beetje-bij-beetje neergeschreven op een weblog en was bedoeld om aan familie, vrienden en kennissen te laten weten waar we zaten en hoe het ons verging. Dit heeft invloed op de schrijfstijl. Het sfeer verslag verhaalt veeleer onze ervaringen en minder een exacte beschrijvingen van wat we bezochten. Af en toe is het wat prozaïscher en romantischer voorgesteld dan het in de feiten was, zonder evenwel de waarheid geweld aan te doen. Hopelijk geniet je er van. Peter & Karin © Versie 18 september 2005. Tekst enkel overnemen na toestemming van de auteurs. http://home.tiscali.be/dekeukentafel/
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 3
DEEL 1 DATA
LANDEN
28 februari tot 1 maart
België - Duitsland - Oostenrijk
2 en 3 maart
Slovenië
4 tot 8 maart
Kroatië
9 en 10 maart
Bosnië-Herzegovina & Servië-Montenegro
11 tot 13 maart
Bulgarije - West
14 maart tot 2 april
Griekenland
3 en 4 april
Turkije
5 tot 9 april
Bulgarije - Oost
10 april tot 1 mei
Roemenië
2 en 3 mei
Hongarije & Slowakije
4 mei tot 5 juni
Polen Zuid - De beren - Noord
6 tot 8 juni
Duitsland (Berlijn)
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 4
DEEL 2 DATA
LANDEN
9 juni tot 18 juni
PAUZE
19 juni
Frankrijk (Calais)
20 tot 25 juni
Engeland
26 juni tot 18 juli
Schotland
19 juli tot 15 augustus
Republiek Ierland
16 tot 21 augustus
Wales & Engeland
22 augustus
Terug thuis
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
1.
Blz. 5
KRONIEK VAN EEN AANGEKONDIGD VERTREK
Twaalf jaar geleden: Zou het niet plezant zijn om er ééns een jaar of zo op uit te trekken ? Als we kinderen hebben, àls die op het einde van de lagere school zitten, àls we dan voldoende geld hebben, àls . . . . Vier jaar geleden: We hébben kinderen (begin lagere school), we hébben een beetje geld, we hébben nog steeds zin. Wat wordt het? 9 maanden rondtoeren in 3 continenten. Of is dat wat te ver gevlogen? Bijna drie jaar geleden: Op vrijdag 17 mei 2002 vliegen we met ons tweetjes naar Kreta, voor een weekje. Nog snel op de luchthaven een krant kopen om de tijd te doden in het vliegtuig. Staat er in de regionale pagina's het verhaal van Luc en Nadette uit Dilbeek die enkele weken later met hun 4 zonen met een omgebouwde autobus in Europa gaan rondtoeren. Tof idee. Misschien iets mee te doen. Want in feite hebben we geen van beiden reiservaring buiten Europa. En je moét niet ver reizen om mooie dingen te zien. Je zou zelfs 6 maanden in Vlaanderen kunnen rondtrekken. Twee jaar geleden: Vele uren internet, verschillende bussen bekijken, in verschillende staat en voor eveneens verschillende prijzen. Maandenlang staan we op een rood 8 meter-busje van Van Hool. Uiteindelijk kopen we het niet. We schakelen over naar kampeerwagens ('Mobilhome' of 'motorhome', voor de Nederlanders). Terug vele uren internetten en verschillende kampeerwagens bekijken. Een klein jaar geleden, rond Peters verjaardag: Uiteindelijk vinden we een geschikte en hakken we de knoop door: goede staat, juiste indeling, niet té oud en toch nog betaalbaar: een Viva Trotter van 1995 - 6,6 meter met een rondzit achteraan. Mooi verjaardagscadeau ? Nog snel voor de zomer verkopen we onze tent (2 jaar oud) want die zomer - en
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 6
wellicht ook de volgende jaren - trekken we er op uit met de kampeerwagen. Italië lonkt in augustus 2004. Even later: Koude douche - stevige kater - kat in de zak ? Een deskundige meldt ons dat de wanden vol met vocht - en dus bacteriën - zitten en op één plaats ontdekken we dat het hout volledig doorgerot is. Bovendien merken we iets later dat het dak (nog steeds) lekt. Via onze verzekering stellen we een expert aan en we wachten af. We kopen opnieuw (dezelfde, maar terug nieuwe) tent en reizen naar Italië: Costa Vesco Vato - Pisa - Venetië. Mooi! November 2004: We hakken - vol met twijfels en met veel onzekerheid - de knoop door: we vragen op ons werk 6 maanden vrij: van 1 maart tot 1 september 2005. Soms moet ne mens beslissen, zónder zekerheid. December 2004: Het verslag van de expert is af en vernietigend: de opbouw is goed voor afbraak en de herstellingskosten overtreffen de aankoopwaarde. Het dossier gaat naar de advocaat (gelukkig zijn we goed verzekerd). Hopelijk heeft de gerechtelijke expert tegen september 2005 zijn verslag af, zodat men dan kan pleiten. We zien wel wat het wordt. Het is 5 januari 2005: Binnen ongeveer 40 dagen willen we voor 6 maanden op reis vertrekken, en we moeten nog een andere 2dehandse kampeerwagen kopen, en we moeten nog alles voorbereiden. en we . . . . . Vooral rustig blijven: alleen geloof, hoop en liefde kan ons redden. Dat wordt spannend.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 7
Op stap met Krap Zondag 20 februari De inhoudelijke reisplanning komt zéér langzaam - maar zeker - op gang. Maar de meeste aandacht gaat naar het zoeken van een andere 2dehandse kampeerwagen. Terug úren internet. Wellicht een 10-tal kampeerwagens echt gaan bekijken. Lang getwijfeld tussen 3 'kandidaten'. Twijfels, twijfels, twijfels. Wat als we terúg een miskoop zouden doen ???? Hoe krijg je zekerheid? En toch moét je soms mensen vertrouwen. Uiteindelijk hakken we de knoop door: een Burstner van 1993. De verkoper is zo vriendelijk om hem naar Heist te rijden voor een controle. Franco (van Franco's Campershop) keurt hem goed: de opbouw is in elk geval prima. Over de techniek zijn we niet helemaal zeker. Een Peugeot-verdeler in Heist stuurt ons met een kluitje in het riet: we mogen hem wel even op de brug zetten, maar hijzelf weigert er naar te kijken en beweert dat we zelf maar moeten oordelen. Als mijn deskundigheid even groot is als de zijne - zoals hij beweert - laat ik daar nooit mijn auto herstellen !!! Enfin. De kogel en de kerk ontmoeten elkaar (deze keer zonder fatale gevolgen), en even later staat hij voor onze deur. Verzekering regelen, inschrijving regelen, keuring regelen, . . . . Ondertussen is Karin in verlof en krijgt het huis nog een grote kuis, beginnen we meer reisboeken te lezen en te kopen, en hebben we onze échte vertrekdatum vastgelegd: maandag 28 februari 2005 vertrekken we om 8. 30 uur aan de school van onze kinderen. Kwestie van afscheid nemen en uitwuiven.
The final countdown ? Dinsdag 22 februari Vorige zaterdag is Karin met de collega's nog iets gaan drinken, maandag heeft Peter met koffiekoeken getrakteerd. Nog een leuk afscheidscadeau gekregen. O. a. "De Lierenaar" (naar analogie met De Druivelaar): een unieke scheurkalender met daarop alle verjaardagen van onze familieleden, zijn collega's en alle kinderen. En elke
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 8
maand begint, wellicht om te verhinderen dat Peter stad Lier zou vergeten, met een foto van een schepen. Helemaal vooraan prijkt Marleen. Heel ernstig. Twee drukke dagen zijn voorbijgevlogen: regenjassen voor de kinderen gekocht, oude spullen naar Opnieuw & Co gebracht (een Kringwinkel), de kampeerwagen kreeg 2 nieuwe krachtige woonbatterijen en een omvormer van 12 naar 220 volt, de fietsen zijn weg voor een laatste controle, extra luidsprekers in het woongedeelte laten plaatsen, een waterslang gekocht, de post naar mijn zus laten doorsturen, de vloer in de woonkamer reinigen en boenen. De eerste spullen liggen in Krap (zo noemt onze kampeerwagen ondertussen). En Daat, een vriendin, is vandaag langs geweest om te overleggen in verband met het tuinonderhoud. Ondertussen loopt Bush in Brussel rond en mag niemand nog in tunnels rijden. Maar wij hebben er nauwelijks weet of last van. Bush komt in het tweede deel van de reis opnieuw in beeld, maar dan zorgt hij (eerder onrechtstreeks) voor stukken en brokken. Het programma van morgen is ook al goed gevuld: vroeg op, de kinderen naar school en dan met Krap naar de garage om een olielekje te laten herstellen. Op de middag nog een 'crisisvergadering' op het werk want Martine, die tijdelijk het werk van Peter overneemt, mag van de dokter niet meer werken (tijdens haar zwangerschap). Dat wordt puzzelwerk. In de namiddag gaan Karin en de kinderen naar de tandarts voor een 'groot nazicht', 's avonds heeft Peter met Loes (bevriend schrijnwerker) een afspraak om het stapelbed af te werken.
Vijf voor twaalf Woensdag 23 februari Crisisvergadering op het werk van Peter: Tarara
!!!
Niks van waar. Hilke had gewoon naar Radio Donna gemaild. Elke middag gaat de Zweedse kok Christer ergens wokken. Hilke vindt het zo geweldig dat Peter 6 maanden weg is, dat ze dit wou vieren. En Donna vindt het ook een goed idee. Lekker gegeten. Geen geplande Antwerpse wok met varkensvlees. Met een team dat diversiteit uitstraalt, past Christer zijn gerecht gerust aan: lekker vegetarisch.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 9
Hilke dacht dat Peter niet kon slapen van die geplande crisisvergadering. Maar Peter sliep prima. Hilke daarentegen ? Bedankt, allemaal !! Vandaag helpt Loes ons om een stapelbed in de kampeerwagen te maken. Allée. Loes werkt en Peter staat erbij en kijkt ernaar. Een prachtige constructie. Professioneel gemaakt en afgewerkt. Bedankt, Loes. Het is middernacht als we stoppen. Donderdag 24 februari Karin past de matras(-overtrek) aan: 70x167 cm. Het was een hele klus, maar hij past perfect. Peter kleurt het hout 2 keer en gaat tussendoor nog aan Ludo goeiedag zeggen, die op pensioen gaat. 's Avonds nog een dop voor de watertank halen, dan terug naar Loes om het stapelbed definitief te plaatsen: op reis kunnen we het op 2 minuten (de-)monteren. Precies wat we nodig hebben: 's nachts een stapelbed en overdag blijft de 2de tafel beschikbaar. Nadien met Marijke, de zus van Peter, enkele glazen drinken en onze administratie aan haar overdragen, zodat we met een gerust hart kunnen vertrekken. Vrijdag 25 februari We kuisen de kampeerwagen verder en laden alles in: het ziet er naar uit dat we nog meer kastruimte over hebben dan we hadden gedacht. Verder plaatsen we een veiligheidsslot op de deur van het woongedeelte en voor maandag maken we een afspraak met Carglas-herstelt-Carglass-vervangt om 2 sterretjes in de voorruit weg te foefelen. Na de school halen we samen met de kinderen de fietsen op bij de fietsenmaker. Veiligheidshalve nemen we toch enkele reservebanden en -remkabel mee. Vandaag is het de laatste schooldag voor de kinderen. Alle boeken zijn mee. Hun banken zijn leeg. De kinderchampagne vloeit rijkelijk. Zij beseffen het nog niet echt. Wij ook niet.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 10
Saturdaynight Fever Zaterdag 26 februari 't Is feest vandaag. Deze morgen werken we hard: inpakken en opruimen, startkabels kopen, ijzerwerk kopen als inbraakbeveiliging, douchegordijn kopen (aanpassen is voor op reis), lakens wassen en bedden verschonen, . . . In de namiddag komt Lennert met Ardan spelen. Nadien komt Jef (oudste broer van Karin), Marianne en Moe nog even op blitsbezoek. Om 17. 00 uur begint de schoolmusical: 'de oude gekke eik' met Rhune als 'Bevertandarts': "dat is niet goed voor jullie tanden!" en Ardan als 'papa' Eekhoorndokter, met een hele resem kleuters rond zich. Ze spelen en zingen, net als alle andere kinderen, geweldig !!! Nadien halen we Chinees en met alle Van Cleemputten eten de bakjes leeg en blijven we nakaarten. De flessen wijn zijn leeg, de kaas is op, de cake nemen we mee. Afscheid nemen is niet altijd simpel. Binnen 3 maanden zijn we terug (even) in België-land. Er rest ons nog één dag. De restjes opkuisen. De diepvriezer is al leeg. De ijskast bijna. Onze keukenkasten hebben geen muizenvallen nodig. De fietsen moeten er nog op. Water en gas tanken. Misschien nog langs Nijlen voor info over Roemenië. Werkmateriaal, laptop, fototoestel, . . . . inpakken. Als we even tijd vinden, en het lukt, zetten we eindelijk een foto van Krap op onze blog. En dan hopen dat we nog tijd vinden om elk een (lang?) allerlaatste (wellicht tot begin juni) ligbad te nemen en om van de laatste aflevering van "Witse" te genieten.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
2.
Blz. 11
EÉN OF ANDERE DAG . . .
Eén of andere dag, daar kun je op aan. Stap ik uit de sleur, van het dagelijks bestaan. Om uit te zien, naar iets anders misschien. ..... Met dank aan Johan Verminnen voor de inspiratie.
Maandag 28 februari Het is nacht: 01. 30 uur. Om 6 uur staan we op om de laatste spullen in te pakken, water te vullen, fietsen erop te zetten. De laatste was en strijk gaat mee naar Karin haar moeder.
Krap volgt de route van de kruisvaarders ? Om 8. 30 uur staan we aan de school van onze kinderen. Vooraf aan dit verslag: Aan de kinderen, de juffen en juf Jenny: heel erg bedankt voor alle attenties en het warme afscheid. Het was onverwacht en deugddoend en we hebben ervan genoten. Alles heeft al een plaatsje in 'Krap' gekregen. Als extra verrassing staat daar ook de familie Van Cleemput om ons uit te wuiven en afscheid te nemen. We krijgen van hen nog een fotocollage mee, met als titel 'Denk aan ons'. En ze wisten potverdorie héél goed dat we hen niet zouden - konden vergeten. Overal in Krap hebben ze voorbije zaterdagavond briefjes verstopt met een of andere wens: tussen de kleren, in de ijskast, onder de mat, . . . We hebben er al een 20-tal gevonden. Heel plezant. Nadien rijden we naar Meerhout, waar Karin haar moeder woont. Daar krijgen we een heerlijk ontbijt en nog wat cadeautjes voor onderweg en wuift de familie Neys ons uit. Uiteindelijk vertrekken écht we rond 13. 00 uur. In Landau (Duitsland, 500 km) gaan we op voorstel van Ardan, 's avonds bij een Italiaan ons vertrek vieren.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 12
Dinsdag 1 maart De volgende dag rijden we verder om in Villach (Oostenrijk) te eindigen. Een reisdag met stops om te eten en te koken. En 's avonds een spelletje Uno. Bijna 1. 200 km en veel liters diesel, tunnels en tolgeld verwijderen ons van België. We naderen ons eerste doel: Slovenië.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
3.
Blz. 13
SLOVENIË
Kort maar krachtig Woensdag 2 maart We rijden even voorbij de grens van Slovenië (1.214 km), waar we het Nationaal park van Triglav bezoeken. Alhoewel we reeds vanaf de Belgische Ardennen sneeuw hebben (gelukkig nooit op de wegen), kunnen we aan een echte sneeuwwandeling niet weerstaan. We beklimmen (gedeeltelijk) een berg en genieten van de inspanning. Naar boven was vermoeiend. Gelukkig hebben we elk een wandelstok bij. Dalen is veel leuker: we glijden en schuiven - meer dan we lopen - naar beneden. We rijden naar de enige camping die open is, waar we het sanitair blok druk bezoeken. Donderdag 3 maart Proper gedoucht, met volle watertank en lege WC-tank rijden we de volgende dag 100 km tot aan Postonja. De grot van Postonja is meer dan de moeite waard. Terwijl hier in het hoogseizoen tot 14. 000 bezoekers per dag zijn, lopen wij hier eenzaam rond. De Engelstalige gids heeft behalve ons nog een Japanner. Ooit al eens 'Spaghetti-stalactieten' gezien ? Of albino-salamanders die 100 jaar oud kunnen worden en zelfs een jaar zonder eten overleven ? Wij wel ! Na het bezoek rijden we naar Kroatië (grens: 1.441 km), waar we even voorbij Rijeka overnachten op een parking aan een ziekenhuis.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
4.
Blz. 14
KROATIË
Rotsen, kustlijnen en Dubrovnik Zaterdag 5 maart Gisteren en de voorbije nacht regende het. Gelukkig is het nu over. In Crikvenica geven we eerst wat les. De meester en de juf moeten nog wat wennen. De ene leerling is al wat gemotiveerder dan de andere. We kuieren wat rond en rijden verder tot Sibenik. De Chef schaft vandaag pannenkoeken met spinazie en champignons en met appeltjes. Heerlijk. We staan op een parking aan de haven: voldoende rustig en toch voldoende veilig.
Vandaag is het les Nederlands (Rhune) en Franse les (Ardan). Ze schrijven beiden nog een opstel over het bezoek aan de grot in Slovenië. Na de lessen paraderen we over de promenade, verkennen een kasteel-ruïne en de buitenkant van een kerk met 71 rare hoofden. Zondag 6 maart We rijden we naar het park van KRKA (ja, zo schrijven ze dat hier). De zon schijnt in een helderblauwe lucht. Terug een bezoek zonder andere toeristen. Het natuurpark is vooral bekend om zijn watervallen. En die zijn echt de moeite waard. Ardan is in zijn element, met zoveel water en bruisende energie. In de late namiddag rijden we richting Dubrovnik en stoppen tussen Split en Makarska om te overnachten.
Dubrovnik: here we come. Maandag 7 maart In de namiddag komen we aan en parkeren we aan de haven. Onze Krap is een prijzig beestje op de betaalparking: 2 euro per uur. We verkennen kort de oude stad en rijden nadien enkele dorpen verder, op zoek naar een betaalbare (lees: gratis) plaats om te overnachten.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 15
We rijden verschillende campings voorbij (allen gesloten) en in Srebreno stoppen we op een parking van een warenhuis. Een 'madame' komt ons vragen of we iets nodig hebben. We weten niet met welke bedoeling. Als we over overnachting spreken, biedt ze ons een plaats aan op haar (gesloten) kamping, 100 m verder. De prijs? Voor een kop koffie ! Zo'n aanbod kunnen we niet afslaan. We staan er veilig, hebben elektriciteit (wat onze batterijen spaart) en krijgen behoorlijke uitleg over busvervoer naar Dubrovnik. 's Avonds kijken we - vergezeld van chips, frisdrank en wijn naar een tekenfilm op de laptop (bedankt, Bram). Dinsdag 8 maart Vandaag krijgt de omwalling van Dubrovnik vreemd gespuis op bezoek. Hansje en Grietje keuren de stadsmuren en testen een getraliede wachttoren, van waaruit ze even later ontsnappen. De oude stad is prachtig en doet ons denken aan Venetiëzonder-water. Een oud historisch centrum zonder auto's en prachtig gerestaureerd. En om het betaalbaar te maken is dit - zoals in Venetië - voorzien van tientallen winkeltjes. Maar ook nu zorgt het laagseizoen voor een aangename rust. We sluiten de dag af met een bezoek aan een internet-café: mails lezen en ons reisverslag op de weblog zetten. Dubrovnic: 2.158 km Morgen vertrekken we richting Griekenland. Hopelijk is het daar nog wat warmer en windlozer.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
5.
Blz. 16
BOSNIË-HERZEGOVINA
Alle wegen leiden naar Griekenland, maar die via BosniëHerzegovina 'lijden' naar Griekenland De avond voor ons vertrek nemen we de reisadviezen nogmaals door: Albanië wordt afgeraden en ook Kosovo lijkt bijna onbegonnen. Woensdag 9 maart We ruimen rustig op en onze gastvrouw belt onze ambassade in Kroatië en ServiëMontenegro, die dit reisadvies bevestigen. De boot is ook al geen alternatief: pas binnen 5 dagen vertrekt de eerste naar Italië en daar moeten we een boot zoeken naar Griekenland. We nemen dus een grote boog om Kosovo heen en volgen de zuid-grens van BosniëHerzegovina, om daarna via Servië-Montenegro (Nis) naar Bulgarije (Sofia) te rijden. Onze gastvrouw vraagt slechts 50 Kuna (6,5 euro) voor de elektriciteit en de telefoons. We betalen haar met plezier het dubbele. Onze laatste 140 Kuna doen we op met voorraad te kopen. Het eerste deel van de weg is redelijk: tweevaksbaan, met veel sneeuw aan de zijkant. Nadien is nog 1,5 baanvak bereidbaar. Na zo'n 100 km komen we in een dorp aan waar de politieauto naast de baan gewoon is ondergesneeuwd. We rijden door en de weg wordt helaas steeds slechter. Maar Krap haalt het. Langzaam maar zeker. Vlak voor een top moeten we even stoppen om een tegenligger te laten passeren. Het begin van de ellende. We geraken niet meer voorruit: de wielen slippen door. We laten ons een beetje afzakken, komen schuin te staan op de besneeuwde, gladde weg. Dan komt er een tegenligger van over de top gereden. Die rijdt duidelijk te snel, ziet ons, remt, slipt, stuurt bij en komt naast ons in de sneeuw terecht. Zijn achterflank raakt onze linker voorbumper. Een 2de auto kan wel stoppen. Zij zijn samen met 7 personen en duwen hun wagen terug achteruit. Hij is gelukkig maar licht beschadigd. Onze bumper heeft maar enkele krassen. De chauffeur maakt duidelijk dat wij de kosten
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 17
moeten betalen. Hij spreekt geen Engels, maar wel Russisch en wij net het omgekeerde. Maar we maken wel duidelijk dat we niet van plan zijn te betalen: hij reed veel te snel. Bovendien blokkeert Krap nog steeds de weg. We laten ons verder van de helling zakken en rijden ons terug vast. Deze keer met ons achterste in de sneeuw. En terug blokkeren we (gelukkig) de weg. De mannen moeten ons wel helpen en duwen ons vooruit. Wij kunnen vooruit en zij kunnen passeren. OEF !!!!! Alleen, wij moeten nog vooruit: de helling over en benieuwd wat de baan ons nog brengt. Traag maar zeker geraken we verder: we doen 2,5 uur over 80 km. Na een tijd wordt de weg terug beter (lees: minder slecht). Toch moeten we nog eens 200m achteruit rijden om een bus te laten passeren. We zitten immers midden in een nationaal park, al zijn de hotels en restaurants momenteel leeg. De streek en de sneeuw zijn wel prachtig. Jammer dat we hiervan geen beeldne hebben. Door de stress zette Karin de camera op ‘Night-shot’. Als je dan in volle dag witte sneeuw filmt, levert dit witte-witte beelden op. Een goede tip van ervaringsdeskundigen: doe deze trip in de zomer of gebruik anders een 4x4 en sneeuwkettingen. Na 6 uur non-stop rijden (180 km) komen we in Foca aan (2.338 km). We vragen aan een politiecontrolepost op het kruispunt waar we kunnen staan om te overnachten: 'motel' antwoordt hij , en wijst naar het benzinestation, 20m verder. De pompbediende spreekt wel een beetje Engels. We mogen daar op de parking staan. ‘Veilig?’ vragen we. Het is dag-en-nacht open, bemand en verlicht. En ook de politiecontrole is heel de nacht aanwezig. We maken nog lekker eten en gaan tijdig slapen. Hopelijk halen we morgen Sofia op één dag.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
6.
Blz. 18
SERVIË-MONTENEGRO
Servische politie en Bulgaarse putten Donderdag 10 maart We vertrekken om 7. 45 uur. De weg wordt steeds beter: minder sneeuw en minder hellingen. Vanaf Servië-Montenegro zijn de wegen veel beter. De bergen zijn achter de rug en het vlakkere land is meer bewoond. Dit is voor ons een transitland. We tanken één keer en rijden verder. Gedurende 60 km hebben we zelfs een snelweg. Wat een luxe ! De laatste 20 km rijden we op een lange rechte baan een vrachtwagen voorbij. Even verder staat de politie en flitst ons meteen: 92 terwijl we maar 80 mochten. Dit kost ons 1000 Dinar (ongeveer 15 euro). Alleen, we hebben geen Dinars. De politieagent zucht en laat ons doorrijden. Dit zou in België nooit lukken! De grenscontrole duurt ontzettend lang en er is een ijzige vrieswind. We rijden nog 30 km, tot 20 km voor Sofia (2.919 km) . Het is intussen donker en de Bulgaarse wegen lijken op Leerdammer-kaas. Gaten in de weg ( 5, 10, 15 cm diep) zijn de regel. Je hebt hier wel 2 rijstroken per richting, maar die gebruik je om te slalommen tussen te de gaten. Zigzaggende auto's hebben dus niets te maken met de lokale sterke drank of zo. We stoppen op een marktplein en staan onder een verlichtingspaal. De plaatselijke jeugd scheurt met gierende banden over het plein. Buiten vriest het -10 graden. En we hebben pech. Net nu is onze gas op. We kruipen onder onze donsdekens en de volgende morgen is het -3 graden in Krap: de waterleidingen zijn bevroren.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
7.
Blz. 19
BULGARIJE (WEST)
Sofia-bezoek op z'n Japans Vrijdag 11 maart Voor we Sofia bezoeken lossen we eerst onze technische problemen op. De autoverwarming doet het gelukkig prima. Maar hoe tank je LPG als je niet de juiste aansluiting hebt en bovendien ook nog geen LEV's? In België had men ons verteld dat elk tankstation wel tussenstukken heeft: vergeet het! Na vele vruchteloze pogingen vinden we eindelijk een installateur van LPGinstallaties die voor ons een geschikt tussenstuk heeft. De man merkt ook op dat we de rechter-zijbumper kwijt zijn: afgebroken. We denken dat dit 'ergens' in Bosnië ligt, al is het ook voor ons een raadsel hoe dit gebeurd is. 5 euro armer en een tussenstuk rijker tanken we met Visa LPG: in Krap barst een heus vreugdeconcert los. Terug warmte. Nadien vinden we snel een geldautomaat en parkeren voor 0,5 euro per uur op een bewaakte parking, vlak naast de politie, en op 100m van de bekendste kerken. Dit is het hartje van Sofia. We bezoeken Sofia op zijn Japans: even rondlopen, wat foto's en wat filmen. Op de zijgevel van de Nederlandse ambassade treffen we een Nederlands gedicht aan. Dit geeft wel een raar gevoel. We kopen 2 landkaarten: 1 in ons geschrift en 1 in het Cyrillisch, zodat we de 2 naast elkaar kunnen leggen en zo onze weg vinden. Na het kerk-bezoek kan er een Pizzahut-bezoek af. Terwijl wij met de landkaart bezig zijn, draait 'een-vrouw-met-een-meisje' achter Karin haar rug rond. Het meisje laat Karin haar jas verschuiven en even later loopt de mevrouw met het kind naar buiten, op het moment dat Karin argwaan krijgt. Een mevrouw aan een andere tafel waarschuwt ons: wees voorzichtig. Gelukkig is er niets gestolen, maar het scheelde maar een haar. In Karin haar buidel zitten ook de autopapieren. Dit zou serieuze problemen geven aan de grens. Reizen om te leren, noemen ze zoiets. Daarna rijden we door naar het Rila-klooster, 120 km naar het zuiden. Het is donker als we arriveren. We parkeren voor het klooster. Ook hier staat een politieauto, met
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 20
accent op auto. We besluiten hier te overnachten, al is het hier zééééér afgelegen en verlaten. Maar welke 'boef' rijdt er zover voor het geval er misschien iets is om te overvallen? We slapen heerlijk.
Het Rila-klooster. Zaterdag 12 maart Als je 1 reden zoekt om naar Bulgarije te reizen, dan vind je ze zeker hier. Een prachtig klooster met prachtige schilderingen in een prachtige omgeving. Bovendien heeft de bakker achter het klooster (bedankt, meneer Trotter) overheerlijke beignets en geitenyoghurt. Over onze veiligheid moeten we ons echt geen zorgen maken. Samen met ons is hier ook de Bulgaarse Minister van de Veiligheidspolitie op bezoek. Veiliger kan amper. Na het bezoek reizen we verder richting Griekenland. Even voor de grens ligt Melnik, onze volgende stopplaats. We sluiten de dag af met Scrabble. Krap én onze fietsen achterop zien er ondertussen uit alsof we Parijs-Dakar achter de rug hebben. Krap heeft op 750 km méér meegemaakt dan de voorbije 118. 000 km, maar hij bewijst wel trouw zijn diensten. De bumper (de kunststof-buitenkant) hebben we met touw wat vastgebonden, zodat we hem hopelijk niet verliezen in één of andere Bulgaarse-put-in-de-weg.
Melnik - les en wandelen Zondag 13 maart We geven in de voormiddag les. De voorbije dagen lukte dit niet, gezien de reisperikelen. Gisteren hebben we Melnik al wat verkend: een leuk dorpje waar vroeger 20. 000 mensen woonden en nu nog 300. Het is o. a. bekend om zijn wijn en het uitgesleten kalklandschap dat (een klein beetje) doet denken aan het Turkse Cappadocië. In de namiddag wandelen we door het landschap de hoogte in tot aan het klooster van Rozjen. Volgens de Trotter was de weg aangeduid. We volgen wat verweesd de lege rivierbedding tot een herder ons - in het Bulgaars - op het goede spoor zet. En inderdaad, iets verder in de rivierbedding vinden we verfresten van wat een wandelroutemarkering moet voorstellen. Die wijst ons verder de goede weg.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 21
Maar als het klooster bijna binnen handbereik is, zijn we het spoor terug bijster. Na het nodige klimwerk geraken we aan het klooster. Klein maar mooi, veel houtwerk, en één monnik die prevelend staat te bidden. Voor de terugweg nemen we de baan, want het is al laat. Een kleine 2 uur later zijn we terug aan Krap. Moe maar tevreden. Het gebakken ei smaakt heerlijk en we spelen de Kolonisten van Katan. Het is al laat wanneer de kinderen in bed kruipen. We hebben in totaal reeds 3166 km afgelegd. Wij kruipen achter het stuur, want we willen een stuk van de nacht gebruiken om te rijden, zodat de volgende dag gespaard is van terug een urenlange rit. De 4-vuldige grenscontrole verloopt redelijk vlot. Ze laten de kinderen slapen en komen niet binnen. Om 3 uur 's nachts zetten we Krap neer op een snelwegparking, onder een lantaarnpaal, met de Olympus in de verte. We hebben eindelijk Griekenland bereikt. Oogjes dicht en snaveltjes toe.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
8.
Blz. 22
GRIEKENLAND (NOORD)
Zeus groet 's morgens de dingen Maandag 14 maart We rijden nog de laatste kilometers en stoppen voor een ontbijt aan de middellandse zee. De zon schijnt. Het is 17 graden en we keilen steentjes in het water terwijl Zeus (de Griekse oppergod) van op zijn Olympus welwillend toekijkt. Voor wie moest twijfelen. Voor dit soort dingen doen we het, er 6 maanden op uit trekken en 3.396 km afleggen. Na lang zoeken vinden we een gesloten camping waar we toch op kunnen voor 15 euro per nacht. Nogal veel, maar we doen het toch. Wellicht voor enkele dagen, misschien een week. Vandaag is het wasdag: kleren, handdoeken, onze vuile wandelschoenen, bemodderde wandelstokken, onze haren en zelfs Krap en onze fietsen. Alles krijgt water te zien. Met wat restjes melk, bloem en enkele eieren bakken we pannenkoeken. De kinderen genieten van het strand. Rond 18. 00 uur rijden we naar een dorp. Het is vandaag karnaval en alle winkels zijn dus gesloten. We besluiten te gaan 'Grieken' in een lokaal restaurant. Het smaakt heerlijk. Terug op de (reuze-grote) camping maken we het hangslot - zoals afgesproken - vast. Dinsdag 15 maart We slapen uit, eten 'pap' en de kinderen lezen in hun boeken. Rhune leest Harry Potter 3 uit. Ardan zit al in zijn 4de boek: De Zevensprong. Tegen de middag willen we naar buiten. Alleen, er is nog niemand. We zitten dus vast. Gelukkig hangen er wat GSM-nummers en we proberen ze uit. Binnen 15 minuten is er iemand, antwoorden ze. Wij besteden onze tijd ondertussen 'nuttig': de kinderen doen wat schoolwerk, Karin schrijt ons dagboek vol en Peter leest over wat Griekse goden zoal uithalen: het lijkt erg op Familie en Thuis: ruzie en liefdesaffaires. Uiteindelijk bellen we nog 4 keer en na 1 uur en 45 minuten is de baas er. Iets later arriveert de conciërge die de sleutel heeft en ons een garage zou wijzen om Krap op te knappen. Op zijn auto hangen geen nummerplaten en een politiecontrole heeft hen
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 23
blijkbaar lang tegengehouden. Die 2 starten echter een woordenwisseling die snel ontaardt in een heftige ruzie. Een Spaanse furie kennen we, maar hebben we nog nooit gezien. Een Griekse furie kenden we niet, maar die we hebben we nu wel gezien. 'Zuiders temperament' noemen ze zoiets. De kinderen kijken wat verbouwereerd en ongeloofwaardig toe. Dit is een wel erg originele les 'wereldoriëntatie' !! We besluiten om op te stappen. We hebben immers geen zin meer om nog eens opgesloten op een camping te zitten en door die ruzie voelen we ons niet superveilig. Peter haalt Krap en de fietsen. De Conciërge (ondertussen gekalmeerd) belt de Engelse tolk die ons 'enkele dagen staangeld' probeert af te zetten. Uiteindelijk krijgt Peter zijn paspoort terug en betalen we voor 1 nacht. Even later vinden we de aangewezen garage waar ze de kunstof-bumber met enkele schroeven terug vastzetten. Gratis en voor niets. Ook dit is Griekenland! 10 minuten later zoeken we een bakker en rijden naar Litochoro. We staan terug op een parking. Weer op 'toeterafstand' van het politiekantoor.
De bergen in Woensdag 16 maart We geven terug les in de voormiddag. Peter laat bij de fotograaf de foto's op CD zetten, zodat onze geheugenkaart terug leeg is. Het lukt niet om ze zelf op de laptop te zetten, want om 1 of andere duistere reden werken de USB-poorten niet . Zelfs niet na enkele tips die we per mail kregen. Een streep door de rekening. In de namiddag rijden we met Krap van Litochoro (300m hoogte) tot 1000m hoogte en maken daar een mooie wandeling van enkele uren. We zijn alleen en het weer is prachtig. De kinderen plukken krokusjes die we tussen de boeken drogen en later onze camperdeur zullen versieren. 's Avonds eten we in Krap, met een mooi uitzicht op het nachtelijke Litochoro en andere dorpjes die enkele honderden meter onder ons liggen. Terug aan onze parking bezoeken we een internetcafé. Mails lezen en Peter is enkele uren zoet om deze blog aan te passen. Dit budget hadden we niet voorzien. Maar foto's op deze blog zetten lukt nog niet. En de Griekse Windows is voor mij Chinees ! De beelden komen dus later (en staan ondertussen op deze site, nvdr).
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 24
Dion - authentieke vloerverwarming en riolering Donderdag 17 maart Na enkele uurtjes les rijden we tot Dion. In de schaduw van de Olympus lag vroeger een belangrijke Griekse stad. Een of andere Griekse Keizer offerde hier om de Goden gunstig te stemmen vooraleer hij ten strijde trok tegen de Perzen. Het museum en de archeologische site geven maar een fractie weer van hoe het hier vroeger was. Een lange rechte straat, heel wat tempels (of wat er van overschiet: de funderingen) voor de vele Griekse Goden, een badhuis met koudwaterbad, sauna, warmwaterbad, vloerverwarming, echte riolering en een groeps-WC. Helaas ontbrak het water. Anders hadden we hier een uitgebreid bad genomen. Het Grieks amfitheater - amfibietheater volgens de Ardan-lexicon - was deels met moderne middelen herbouwd. Ardan en Rhune brachten er voor een volle zaal (allee, hoe noem je dit in open-lucht) fragmenten uit "De Oude Gekke Eik" (de schoolmusical van 26 februari). Wij (= die volle zaal) applaudisseerden met veel plezier. De akoestiek is in elk geval prima. Nadien bekeken we de resten van het Romeins amfitheater. Maar hier kregen vooral de salamanders de aandacht. Minuten-lang-stil-zitten in de hoop dat ze terug van tussen de stenen komen piepen. Ardan wil ze met de staart pakken, maar de beesten zijn wel slimmer! Om dat te kunnen moet je vroeger opstaan. Letterlijk, want dan zijn deze koudbloedigen nog niet opgewarmd door de zon en dus veel langzamer. We parkeren Krap op de parking van de site en Karin en Peter spelen 's avonds voor het eerst De Kolonisten van Katan - het kaartspel. De watervoorziening hielp de Grieken en ons tegen Pest.
Over zeewier en vliegeren Vrijdag 18 maart We rijden naar Katerini, op zoek naar een wasserette, want het wordt stilaan tijd om onze vuile kleren een beurt te geven. Verder zoeken we een 'campercenter' om onze kraan van de 'pompsteen' te herstellen. We vinden geen van de 2. We vullen dan maar onze voorraad aan en rijden naar de kust : Olimpiaki Akti. Een mooi strand, al ligt er wel wat zwerfvuil. De restaurants zijn volop bezig met verfraaiingswerken. Toeristen zijn hier nog niet te zien, al is het prachtig weer. Ardan duikt in het (koude)
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 25
water om zeewier op te vissen. Rhune verwerkt dit vakkundig: proper gespoeld belandt het in Krap. Tussendoor rekent Peter even onze uitgaven na. We blijven binnen ons vooropgesteld budget, ook al hebben we reeds 3. 500 km gereden en dus veel diesel getankt. Reken maar 10 euro per 100 km. De parking grenst aan het strand. Een mooie plaats om iets langer te blijven. Zaterdag 19 maart De volgende dag geven we terug wat les. Nadien is het strandtijd: een boekje lezen, een dutje doen, . . . Rhune maakt van zeewier en zand heerlijke pasteitjes. De lokale strandbevolking is er verzot op. Als 4-uurtje eten we samen 1 liter ijs op. Heerlijk. In de namiddag steekt wat wind op en laten we een vlieger op. De grote vlieger vraagt meer wind. Na een strandwandeling spelen Ardan en Rhune "Zotteke": een vangspelletjes met 2 tennisballen die je op een 'zotte' wijze moet zien te vangen. Het is volledig donker als ze stoppen. De kinderen gaan vandaag 'op tijd' in bed. En wij spelen Katan-met-kaarten, in het gezelschap van een fles wijn. Zondag 20 maart De lucht is stevig bewolkt en de toppen van de Olympus lijken wel afgesneden met een scherp beenhouwersmes. Het is heel wat koeler. Rhune dekte de tafel terwijl wij nog in bed lagen. Plezant. We staan deze keer voor 8. 00 uur op en geven terug les. Tijdens de 'speeltijd' gaan we terug vliegeren op het strand. Er is deze keer een stevige wind. De grote vlieger, met 2 lijnen, doet het nu prima. Met die 2 lijnen kan je hem prachtige bochten laten maken, veel leuker dan de andere. Rond 17. 00 uur vertrekken we. We tanken water en stoppen uiteindelijk een beetje verder in Makrigialos. Gelukkig zijn niet alle dagen even spannend.
Hulpvaardige Grieken bestaan! en Fout parkeren is de regel Maandag 21 maart Vandaag begint de lente, maar Zeus is vandaag humeurig, dus beveelt hij de wolken om een miezerige druilregen op Gaia te laten vallen (De Griekse God: Moeder aarde) . Dit is echt geen strandweer. We verlaten dus het strand, zoeken een bakker in het dorp en geven een hele voormiddag les.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 26
Nadien geeft Ardan aan ons Pokemon-les. Het zal nog even duren vooraleer we ons examen mogen afleggen. In de namiddag rijden we door naar Thessaloniki. Deze tweede-grootste Griekse stad is even groot als Brussel. We parkeren weer eens - en goedkoop - midden in het centrum. Een zéér hulpvaardige Griekse jonge vrouw loopt met ons langs verschillende winkels, op zoek naar een Gouden Gids, op zoek naar een Camperwinkel om de kraan te laten herstellen. De man van Rent-a-car helpt ons vriendelijk verder en belt voor ons wat winkels af. We besluiten onmiddellijk naar het aangewezen adres te rijden, 20 km verder. Die man soldeert (gratis) het elektrisch contact dat de waterpomp bedient en zal morgen naar een leverancier bellen om te vragen of ze geschikte kranen hebben. We rijden een beetje terug tot aan een gigantische Carrefour waar we Krap op de achterparking stallen. Dit 'lijkt' ons een goede slaapplaats. Morgen om 11. 00 uur weten we of ze een geschikte kraan hebben. Helaas is zo'n lege parking ook voor anderen een nuttige ruimte. Met een-autootjemet-afstandsbediening-en-op-benzine wat rondtoeren, bij voorkeur vlak naast een kampeerwagen. Of wat denk je van slipoefeningen met je nieuwe wagen om vrienden en lief te imponeren. Gierende banden, midden in de nacht. En om rondjes te slippen heb je een middelpunt nodig. Bijvoorbeeld . . . een kampeerwagen. Enfin. Peter kruipt om 2. 00 uur 's nachts achter het stuur en rijdt Krap naar de parking vooraan aan de winkel. Daar staan wat meer auto's en kan je dus geen slipoefeningen maken. Eindelijk kunnen we rustig slapen, al heeft Ardan helemaal niets gemerkt of gehoord. Dinsdag 22 maart We geven terug les. Rond 12. 00 uur weten we dat er geen kraan te vinden is, maar Peter kan met een bout wat fiksen, zodat we de kraan, mits wat moeite, open krijgen. Sluiten is geen probleem. Krap heeft er ondertussen 3.707 km opzitten. In de namiddag bezoeken we de belangrijkste historische gebouwen in Thessalonikicentrum. Thessaloniki heeft een parkeerprobleem en blijkbaar geen parkeer beleid. Overal waar het bord 'verboden stationeren en parkeren' staat, staan auto's geparkeerd.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 27
Daarnaast parkeert men dan dubbel, de 4 pinkers aan. Rare Grieken. Gelukkig respecteren ze nog de verkeerslichten. Wanneer de avond valt, rijden we verder en vinden we na lang zoeken een tankstation. Gelukkig, want Krap had heeeeele grote dorst en drinkt 65 liter in 1 keer. Dan rijden we richting Kavala en stoppen op een parking langs de drukke weg.
Pelikanen en zigeuners Woensdag 23 maart We worden wakker aan het Volvi-meer. Helaas is de rand hopeloos vervuild. Peter ontdekt een Pelikaan en we wandelen kort langs de rand. Nadien rijden we tot aan de Middellandse Zee en stoppen aan een verlaten strand, eveneens met wel wat zwerfvuil: Kiani Akti Beach. Wat hoger op de heuvels werkt men volop aan een nieuwe snelweg. Maar momenteel moet deze weg al het vrachtwagenverkeer slikken. Hier is geen volk, de zon schijnt en er is wind: Karin en Peter doen de was en Krap ziet er uit alsof we zigeuners-op-doortocht zijn. Alhoewel, wat weten wij af van zigeuners?! We trekken de luifel wat uit en hangen hem vol wasdraad en was. Peter kit nadien met siliconen de badkamer af en Karin kort het douchegordijn in. Als we terug water hebben, kunnen we douchen! Donderdag 24 maart Eerst de afwas van gisteren, dan fruitpap, dan de afwas van vandaag. Het leven zoals het is in Krap! Nadien rijden we 8 km verder tot in Amfipolis. Een Griek aan het museum spreekt wat Duits, Frans, Engels en is ooit in België geweest. Hij weet zelfs dat Lierse in 1ste klas speelt. We zwijgen over de Zimmertoren en het Begijnhof, anders stonden we er nog. Daarna rijden we door tot aan Kavala. Het uitzicht over Kavala en de haven is prachtig, van op de heuvels. Dit is een stadje dat ons charmeert. We rijden recht naar de kade. De boot naar Thassos kost (Krap en 4 personen, heen en terug) ongeveer 94 euro. We twijfelen. Een vrachtwagenbestuurder beveelt ons - terug in het Duits (want hij werkte ooit 10 jaar in Basel-Zwitserland) - de haven van Keramoti aan. Dit is 40 km verder, maar veel dichter bij Thassos en het kost daar maar de helft. Het ligt bovendien op onze weg.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 28
In Kavala vinden we de 1ste echte toeristische dienst. Een heel enthousiaste jonge vrouw met een leren pet helpt ons verder. In een brillenwinkel herstelt men Ardan zijn bril, want hij had een vijs verloren. Nadien doen we inkopen want morgen is het nationale feestdag en zijn alle winkels dicht. We sluiten de avond af met 'omgekeerde-pizza-in-de pan'. Een lekkernij uit de keuken van Krap dat wel eens durft aanbranden. Wie heeft tips om diepvriespizza's op te warmen in een pan? Eerste prijs: een ritje in Krap.
Nationale feestdag: de jeugd paradeert Vrijdag 25 maart Het is vandaag de Griekse Nationale Feestdag. Het Blok zou blij zijn met zoveel nationalisme: Vaderlandsche vlaggen vliegen de winkels uit en wapperen in de wind, (vooral kleine) kinderen in Griekse folkloristische klederdracht lopen door de straten. En de jeugd van Kavala en omstreken paradeert pseudo-militaristisch door de straten. Meer dan 25 groepen. Vele groepen hebben vooraan een trommelkorps van meisjes, iets wat wij niet kennen. De bevolking applaudisseert luid. Dit krijgen ze in Vlaanderen aan geen 10 jongeren meer verkocht. Of zijn de spannende-en-blotebuik-bloesjes en korte-rokjes-met-blote-benen samen met deze parade het middel om een lief te zoeken? Het doet Peter denken (neen, niet dat lief zoeken, maar dat paraderen) aan 30 jaar geleden toen hij als lid van de jeugdbeweging in de processie moest lopen. Maar zelfs toen was dit al met meer slordigheid als hier te zien valt. Toch zijn de eerste barsten zichtbaar: ook al doen de mars-ritme-fluitende begeleiders (leraars en leraressen? Sommige zien er uit als strenge tantes) nog zo hun best, de mars-bewegingen zijn wat slordig, sommigen lopen er wat klungelachtig bij en hun vrienden/vriendinnen in het publiek vinden het leuk om hen voor de lol met nootjes te bekogelen. De 'echte' militairen sluiten de parade af. In de namiddag verkennen we de oude en nieuwe stad. We vinden tevens een internetcafé. De vorige keren betaalden we 3 en 2,5 euro per uur. Hier betalen we slechts 1 euro per uur. Onze weblog is dus terug actueel.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 29
Morgen gaan we naar het eiland Thassos, waar we Pasen doorbrengen. We zijn benieuwd of de Paashaas ons weet te vinden. Komt de Vlaamse Paashaas tot hier of moeten we beroep doen op zijn Orthodoxe neef die dit jaar Pasen viert op 1 mei? Wait and see !
Thassos - Het Paaseiland ? Zaterdag 26 maart Peter heeft in de voormiddag de Blog aangepast, terwijl de kinderen les kregen van Juf Karin. Het Folkloristisch museum konden we niet met ons bezoek vereren: de deuren waren gesloten. Na de middag reden we naar Keramoti voor de boot naar Thassos. 5 minuten na onze aankomst vertrok de boot: net op tijd. Tegen de avond staan we aan een haventje (allee, een betonnen kade met daaraan een 10-tal vissersloepen van 3 meter lang waar wellicht gepensioneerde Thassoserianen hun vroege ochtend en late avonduren in doorbrengen). We hebben 'Zicht-op-zee' en staan dus op een 5-sterrenplaats. Voor de rest is het er nog doods: geen toeristen en de terrasjes liggen er verlaten en vooral verkommerd bij. Zondag 27 maart Rhune en Ardan staan om 6. 30 uur (Griekse wintertijd) op! 's Nachts was Rhune reeds enkele keren wakker geweest en had ze gezien dat de Paashaas ons gevonden had. De 2 crossen door Krap, grabbelend naar de paaseieren. Ook al is Krap klein en snel doorzocht, achteraf duiken toch nog verrassingen op. Ardan ontdekt bij het wassen dat in elk washandje nog een paaseitje zit. De Paashaas heeft ook prachtig geschilderde gekookte eieren gebracht. Die pellen was heel was moeilijker omdat de schildershaas (het moet niet altijd een schildersezel zijn) waterverf gebruikt had. Daardoor hingen de gepelde eieren ook vol met verf. Vlak voor we doorreden vonden Ardan en Rhune nog eitjes aan de fietsen en bovenop het dak van Krap. We reden nadien verder naar 'Paradissos': een prachtig strandje dat we enkel te voet konden bereiken. Ook al is het weer een spelbreker, Ardan en Rhune spelen volop in het zand en Ardan moet in het water duiken. Een tijdje later zoeken we beter oorden op. Op zoek naar een restaurant voor een echt Paasmaaltijd rijdt Peter Krap soms naar de meest logische plaatsen (toeristische strandjes) maar
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 30
helaas is het toeristisch seizoen nog niet begonnen. Uiteindelijk vinden we in Limenaria toch een restaurant open. De fiere patroon wenkt ons binnen en schudt ons de hand en stoeft met foto's van zijn kleinkind. De zoon is de kok en bezorgt ons lekker eten. We zijn de enige klanten, die avond. Met Visa betalen kan enkel in het hoogseizoen. Gelukkig hebben we nog voldoende Cash bij. We slapen op 5 meter van de zee. Maandag 28 maart Paasmaandag blijven we daar. De zon verdrijft de wolken en het is prachtig weer. Na enkele uren les palmen we het strand in: boekje lezen, met modder smijten en even zwemmen. Ardan zeurt tot Peter mee in het - koude - water gaat. Alleen Karin blijft zedig droog. Eenmaal in het water valt het wel mee. Tegen de avond zien we allen zacht-aarbeienrood. Gelukkig zijn we niet aangebakken. We blijven nog een nacht. Die avond raakt onze batterij leeg. Ondanks 2 stevige en nieuwe woonbatterijen hebben we te weinig buffer. De alternator laadt die wel bij, maar wij verbruiken meer. Door de korte afstanden die we de laatste dagen reden is de batterij nu leeg. We laten de motor 15 minuten op 'relanti' draaien en draaien Krap met het venster in de richting van een stevige straatlantaarn. We kunnen dus toch nog 'video' kijken (de externe boxen voor de laptop hebben 220v nodig, via de omvormer) en papa en mama lezen 's avonds hun boek met hulp van de openbare verlichting. Moraal uit het verhaal: we moeten (nog) zuiniger zijn met de energie en op termijn zoeken naar een structurele oplossing (zonnepaneel, extra alternator, meer campings met 220v ???). Dinsdag 29 maart We rijden 'het binnenland' in, naar Theologos. Ideaal om uit te leggen wat 'Theo' en '-logos' betekent en 'Theofiel' en welke 'fielen' we nog hebben. In Theologos doen we eigenlijk niets: we wandelen er effe door, kopen wat eten bij de bakker en spelen tikkertje op de speeltuin die net naast het kerkhof ligt. Peter rijdt met Krap door 'het centrum' en mag wat zweten: Krap manoeuvreren tussen huizen en auto's in piepsmalle straatjes. De 'smalle doorgang' van het rij-examen was hiertegen vergeleken echt kinderspel. Nadien bezoeken we nog enkele strandjes, maar er is veel wind. We rijden stilaan teug en zoeken een staanplaats in Panagia-beach.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 31
De volgende dag, woensdag 30 maart, blijkt het ook al geen strandweer te zijn. De zon komt er wel door, maar de wind blijft stevig en koud. Karin en Peter houden grote kuis in Krap, terwijl Rhune, gevolgd door Ardan, de vensters langs de buitenkant wassen en aardappelen schillen. Na de middag ruimen we op en rijden we terug naar de Ferry. Een uurtje later vertrekt hij, heen en weer schommelend. We rijden verder richting Alexandroupoli, 150 km verder. Tussendoor stoppen we om verder te koken en te eten. Terwijl de kinderen op de laptop een DVD-spelletje van Petson en Findus spelen, rijdt Peter de laatste kilometers. We stoppen voor de nacht op een parking aan een prachtig Orthodox kerkje. Volgens de Kolonisten van Katan (een gezelschapspel) biedt een kerk bescherming tegen burgeroorlog. Dit is dus een veilige plaats.
Dadia - met Arendsveer op pad Donderdag 30 maart We geven terug een voormiddag les, bezoeken Alexandroupoli en vinden een internetcafé. Dus maken we even tijd om de mails te bekijken/beantwoorden en om het thuisfront enig leesvoer te bezorgen. We weten het. Dit verslag is maar half zo spannend als de vorige, maar dat is niet ons probleem. Seffes, in de late namiddag, rijden we naar het Dadiawoud, gekend om z'n vogels. Dit is meteen de laatste halte in Griekenland. Alexandroupoli kan ons maar amper bekoren. De reisgids maakt enkel vermelding van de vuurtoren, maar die is voor ons niet de moeite waard. We rijden dus 60 km Noord-Oosten tot iets voor Soufli. Daar parkeren we KRAP onder de kerktoren van het dorpje Dadia. Dit dorp is tevens de toegangsweg tot het Dadiawoud, gekend voor z'n populatie gieren en arenden. Zaterdag 1 april De tijd vliegt al even snel als een arend in duikvlucht. We rijden tot aan het Ecocenter waar we samen met Griekse scholieren een Griekse introductievideo bekijken. Daarna wandelen wij een uur door de prachtige natuur tot aan de observatiepost. Alleen de natuur al is een bezoek waard. Bovengekomen speuren we bijna vruchteloos de horizon af, op zoek naar roofvogels. De voederplaats ligt op de
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 32
volgende heuveltop, zo'n 500m in vogelvlucht. We zien er helaas maar enkele vliegen en hebben verrekijker noch arendsogen. Na de terugweg rijden we opnieuw naar 'onze' kerktoren voor de 2de overnachting. Zondag 2 april We staan weeral te laat op en starten rond 11. 00 uur voor een 2de wandeling van 2 uur die ons naar de top van een heuvel leidt, op 580 meter hoogte. De wegaanduiding is zéér goed. Gelukkig, want we komen onderweg niemand tegen om de weg te vragen, maar dat geeft niet. De omgeving is prachtig. Boven krijgen we wel wat roofvogels te zien. Maar ook hier zijn ze te ver weg om ze te herkennen. Gelukkig hebben we ons warm aangekleed en handschoenen mee. De wind is hier ijzig koud. Achter een rots die enige beschutting geeft en onder enkele schuchtere zonnestralen eten we onze pic-nic op. Een geitenherder van Albanese afkomst houdt ons even gezelschap. Z'n 4 honden blaffen af en toe, maar zijn wel braaf. Op de terugweg zien we wel 8 of 9 roofvogels tegelijk die langzaam wegzweven tot hun stip verdwijnselt in de grijze wolken. Het lijkt wel of de geest van de Paus, rond dat uur gestorven, onder begeleiding van als arend vermomde engelen naar de hemel opstijgt. Al vernamen we dit nieuws pas later. Of waren het gewoon maar enkele roofvogels, op zoek naar een prooi. Rond 17. 00 uur zijn we terug in Krap, waar we ons opwarmen met een lekkere warme chocomelk en een stuk cake. Nadien rijden we Noordwaarts, richting Turkije. In het laatste Griekse dorp zijn we voor enkele kinderen de attractie van de dag: met 'What is your name' en 'How are you' proberen ze contact te leggen. Peter neemt de kaart van Europa om uit te leggen van waar we komen. Gezellig. We zijn aan de grens Griekenland-Turkije (4.451 km).
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
9.
Blz. 33
TURKIJE
Het einde van Europa ? Onze laatste 40 euro gaan op aan kosten voor "de visa", die we niet met "Visa" konden betalen. Al snel leren we de warme Turkse mentaliteit kennen. Als we in Edirne (120. 000 inwoners) stoppen, in een drukke winkelstraat naast de grootste moskee, krijgen we onmiddellijk alle aandacht: Peter slaat een babbeltje met een Turk die wel Engels spreekt. Hij vraagt nieuwsgierig naar de kostprijs van deze mooie camper, die we verzwijgen. Een politieagent komt vriendelijk meeluisteren. Ardan en Peter gaan even op verkenning. Zij staan vol bewondering voor en in de grote moskee, die 's avonds mooi verlicht is. Hier moeten we wat langer blijven, is al snel de conclusie. Als Peter bij een politieauto vraagt of we om de hoek kunnen staan voor de nacht, vragen ze hem vriendelijk om in te stappen en rijden ze het blokje rond om een betere parking aan te wijzen, aan de andere kant van de moskee. Veilig, want de politie komt hier regelmatig langs. Westerse toeristen worden blijkbaar met open armen ontvangen. Twee minuten later worden we daar aangeklampt door een prentkaartenverkopen: een boekje van 12 prentkaarten voor 10 nieuwe Turkse Lira's (YTL). Peter neemt het even vast om te bekijken en wil het terug geven. De man weigert het echter terug aan te nemen en vraagt onze prijs. Uiteindelijk zegt hij zelf 5 YTL. Peter betaalt en de man heeft wellicht een goede zaak gedaan. Hieraan, en aan de bedelaars, merkt je dat Turkije al bij al een arm land is. Of beter gezegd: naast een rijkere klasse vind je hier héél arme mensen. Zo arm dat ze bedelen, met ezel en karretjes rondrijden of dat enkele vrouwen met grote zakken sprokkelhout op hun rug moeten voortsjouwen. Hopelijk worden zij op termijn ook beter van de Turkse inspanningen om aan te kunnen sluiten bij de Europese unie. Zondag 3 april We bezoeken de 3 belangrijkste moskeeën. Ze zijn allen prachtig en toch anders. In tegenstelling tot de Orthodoxe kerken en klooster waar mensen hun ronde doen om
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 34
alle Madonna's - schilderingen van Maria met kindje Jesus - te kussen, vind je hier geen portretten. Moslims aanbidden enkel God en daarom vind je hier zelfs geen afbeelding van Mohamed, de evenknie van Jesus Van Nazareth (Wie weet welke gevolgen deze vergelijking heeft). Tijdens een van onze bezoeken begint het gebed (voor de leken: 5 keer per dag). We gaan iets naar achter staan en observeren alles: de oproep tot gebed, het continu binnenstromen van mensen, iedereen die apart bid, daarna een gezamenlijk gebed, waarbij iedereen vooraan gaat staan om te eindigen in een terug-ieder-apart einde. Wellicht geven Sengul of Karima (collega’s van Peter) nog wat meer achtergrond. Tussendoor bezoeken we wat overdekte marktjes. 's Avonds gaan we eten in een typisch Turks restaurant (zeg maar snackbar). Telkens als we uitleg vragen spreekt de eigenaar telkens 1 van de klanten aan om te vertalen. We eten er heerlijke soep en daarna allerlei andere gerechten. Soms valt het Turks zeer goed te verstaan: vegetarisch, soep, spinazie, autoparking, . . . De Turkse woorden zijn een variant op het Nederlands (of omgekeerd). Helaas is niet alles even simpel! We betalen voor het eten en de drank 24. 000. 000 oude Turkse Lira's of 24 nieuwe (vanaf 1 januari), omgerekend ongeveer 15 euro. Op de tijd dat wij daar zaten kwamen er meerdere andere klanten binnen: opscheppen-eten-betalen-en-buiten op 1/3 van de tijd die wij er spendeerden. Wellicht zijn de Turken, en niet de Amerikanen, de uitvinders van de ""fastfood". Nadien slapen we rustig op Parking "Onder den minaret". Maandag 4 april Op zoek naar een schetsblok belanden we bij een winkel met tekengerief die helaas op de middag gesloten is. Iemand neemt ons mee naar een andere winkel die wel open is, maar daar hebben ze geen schetspapier. Die mevrouw neemt ons mee naar een winkel die er wel heeft: onze eerste winkel die in middagpauze is. Grappig. Bij de oudste moskee neemt een oudere man die wel wat Engels spreekt ons mee in de moskee en leidt ons rond. Wat hij ons verteld, weten we echter al. Op een bepaald moment haalt hij enkele kettinkjes en andere prullen tevoorschijn en wil die Ardan aandoen. Uiteraard om te verkopen. We weigeren echter vlotjes en bedanken hem voor zijn (zogenaamde) rondleiding. De prullenverkoper (in de rol van 'gids') druipt af met het excuus dat hij nog andere groepen moet rondleiden.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 35
In de namiddag bezoeken we een 'gezondheidsmuseum' dat in 2004 de prijs van het beste Europese museum kreeg. De verwachtingen zijn hoog, maar onze tevredenheid is omgekeerd evenredig. Zo zijn er 12 in een dozijn en we vragen ons echt af waarom ze deze prijs hebben gekregen. We rijden door naar Kirkialeri waar we de toeristische dienst zoeken. Turkije valt ons immers zo goed in de smaak, dat we meer willen proeven. Kirkialeri krijgt van ons echter een nominatie voor de prijs van "De stad waar niemand fier op is". Iedereen (ook in 2 hotels waar we informeren) vertelt ons dat hier geen toeristische dienst is en dat hier niets te bezien valt. Allée!. Zelfs in Waasmunster, Berlaar of Meerhout (om maar iéts te noemen) kunnen we gemakkelijk telkens 5 dingen opsommen om een geïnteresseerde toerist iets te bieden. Al is het maar het lokale bier, een wandeling of een kerk. Tegen onze zin en vroeger dan verwacht rijden we dus maar door naar Bulgarije. De grenscontrole duurt lang en beide landen controleren ons op drugbezit: ze bekijken onze Krap van binnen en vragen om enkele kastjes te openen. In 1 kastjes zit een blikken doos. Ook die moet open. Maar als de pleisters en het verband uit onze EHBO-koffer valt, is de controle afgelopen. Gelukkig stuiten ze niet op een ander doosje vol homeopathische korreltjes (tegen 1001 kwalen). Als ze dat aanzien voor XTC-pillen, logeren we zeker 10 dagen aan deze grenspost (4.586 km). We rijden verder, het is al donker, tot aan de kust. Zo'n 60 km Bulgaarse wegen, vol met bochten en putten. Soms lijkt het erop dat de putten de echte weg zijn en de echte weg erop vervelende bulten zijn. Doodmoe en 2 uur later zijn we aan de Zwarte Zee, in Tsarevo. We parkeren Krap aan de bushalte - annex toeristische dienst en slapen goed.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
10.
Blz. 36
BULGARIJE
Te koud, te doods, te betonnig Dinsdag 5 april We verlaten Tsarevo na een wandeling en een bezoekje aan het lokale kerkje. Terug typisch Orthodox, al staan hier plastiek tuinstoelen met kussentje erin als kerkstoelen en staan achteraan enkele zetels. Dit is wel degelijk de echte "woonkamer" van Jesus Van Nazareth. Ardan en Rhune branden, zoals vaak, een kaarsje. Sozopol is 'een must' volgens Trotter (onze reisgids). Wij wandelen er even rond, maar houden het snel voor bekeken. Ook Burgas laten we links liggen (geografisch gezien is het wel rechts) en we arriveren in de late namiddag in Nessebar. Deze oude stad staat, samen met het Lierse begijnhof, op de Unescolijst van het Werelderfgoed omwille van zijn oude kerkjes (vaak ruines). Wel leuk om even in rond te wandelen, maar in de zomer is het hier bijna zo druk als in Saint-Tropez (aldus dhr. Trotter). Nu zijn vele winkels 'non-stop gesloten' in plaats van 'non-stop open' (wat op de gevel staat). We slapen met zicht op de stalletjes van de vissers aan de ingang van de oude stad. Woensdag 6 april We geven les en Peter bezoekt alleen nog even de oude stad. Plots tikt er iemand op de ruit: een Belg uit Moeskroen die met een Bulgaarse is getrouwd, komt een babbeltje doen. Blij dat hij Belgen ziet en wat Frans kan babbelen. Hij vertelt ons wat over het leven hier. Sommigen zijn heel arm en werken een hele dag voor ongeveer 2 euro. Hij kan hier van zijn Belgisch pensioen leven als God in Frankrijk. Na de middag rijden we door naar "Sunny Beach". Trotter kondigt hier 113 hotels en 30. 000 bedden aan en goed voor wie een strandvakantie wil hebben. En wij wilden een strand ! Maar omdat alle bouwwerkzaamheden verboden zijn vanaf half juni, is Sunny Beach momenteel 1 grote bouwwerf. Volgens ons staan hier volgend jaar wellicht 300 hotels. We geraken ook nergens aan het strand en rijden dus wat gefrustreerd enkele
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 37
uren rond tussen vrachtwagens over een weg vol met putten. Ook dit is een ervaring. We steken dus maar door naar Obzor waar we een parkeerplaats vinden aan een wegrestaurant, en waar we ook aan water en elektriciteit geraken.
Varna: rijkdom tussen armoede Donderdag 7 april We wandelen in Obzor met een Bulgaar tot aan de zee. Hij loodst ons langs de security die een bouwwerf van een hotel bewaken. Ondertussen vertelt hij ons hele verhalen. In het Bulgaars! En aangezien ons Bulgaars even goed is als zijn Engels (dat beperkt blijft tot: "We . . . brothers") begrijpen we enkel de meest internationale woorden en gebaren: 'Ministerio Financie' 'Corrupto' terwijl hij met zijn hand een grabbelbeweging maakt en die daarna in zijn zak steekt en zijn gelaat zeer wrange trekken krijgt. Zijn mening over deze minister is in elke geval zeer duidelijk en uitgesproken. De man blijkt achteraf niet de vader van de jufrouw van de snackbar te zijn (wat we dachten omdat hij af en toe met haar kindje speelde en er op lette), maar een werknemer. Al hebben we hem eigenlijk nooit zien werken. We trekken op zijn vraag enkele foto's van hem met ons, al kunnen we ze nooit aan hem bezorgen. Het is immers niet duidelijk waar hij binnen enkele maanden zal wonen. We rijden door naar Varna en staan - alweer - in het hartje van de stad op een dag en nacht bewaakte betaalparking. In Antwerpen zou dat onbetaalbaar zijn. We verkennen de stad en eten uitgebreid en lekker voor een zeer schappelijke prijs. Nadien volgt nog een spelletjes in Krap. Vrijdag 8 april In de voormiddag bezoeken we een internetcafé. Blijkbaar loopt er soms iets fout met de verbinding en Peter verliest 2 keer een aanzienlijk stuk van het verslag, tot zijn grote frustratie. Een paar uur vruchteloos tikwerk en de weblog raakt achterop. Na de middag keuvelen we wat rond. We zien een zigeuner met viool en een beer. De beer (met ring in zijn neus en ketting om) ziet er echter zeer ongelukkig en ongezond uit: mager, triestig, lelijke pels. Om de 50 meter staat een mevrouw met een weegschaal. Je kan je laten wegen en dit levert hen wellicht een extra inkomen op. Wellicht zeer weinig aangezien we niemand zien die zich laat wegen. Anderzijds straalt deze stad dezelfde luxe uit als bij ons: rijkdom tussen armoede.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 38
Tussendoor bezoeken we de Maria-Hemelvaart-kathedraal. Er is net een begrafenisplechtigheid bezig. We houden enige afstand en gaan niet verder dan het portaal. Een 3-tal Orthodoxe priesters zingen repetitieve gezangen terwijl familie en vrienden staande - want in deze kerken vind je geen stoelen, zoals bij ons - 1 voor 1 langs de open kist afscheid nemen van de overledene, een brandend kaarsje in de handen en bloemen leggend op het lichaam. Daarna condoleren ze de naaste familie. Alles verloopt heel sereen en toch heel openlijk. We verlaten Varna en leggen een blitsbezoek af aan Pobiti Kamani, 18 km van Varna. Zonder het op te merken rijden we er voorbij en verliezen zo een uur met zoeken. Als we het eindelijk vinden (gewoon langs de weg waar we op reden, maar niet echt goed aangeduid) is de zon al duchtig aan het zakken. Pobiti Kamani is een veld van 50 miljoen jaar oude reuzestalagmieten. Uniek in de wereld. Wij lopen er heel alleen rond en spelen Gandalf, de Hobbit, dwergen en Golem uit "In de ban van de Ring". Het is donker als we het terrein verlaten, maar we rijden nog een stukje richting Balcik. In Obrociste rusten we op een pleintje waar ook een restaurant is. Zaterdag 9 april We worden gewekt door karretjes, getrokken door ezels of pony's. Een veulen vergezelt haar moeder. Tussendoor rijden anderen op een mountainbike naar hun werk. Twee werelden die elkaar kruisen. Trotter kondigt Balcik aan als 'de witte stad', al zien we weinig wits. Wat we ook niet zien is een grote onaangekondigde verkeersdrempel. Peter rijdt erover tegen 50 km per uur en Krap heeft even de allures van een opstijgend vliegtuig of van een 8-baan in Bobbejaanland. Gelukkig valt de schade - die we achteraf opmerken - mee: er is een oor van een tas gebroken en de plastiek houder voor Peter zijn fiets aan het fietsenrek is ook doorgebroken. Peters fiets bengelt scheef naar achter, vastgehouden door de riempjes aan de wielen en de kabel met alarm die alle fietsen met Krap verbindt en hen tegen diefstal moet behoeden. Gelukkig hebben we touw bij om de fiets terug op z'n plaats te houden. Balcik zelf valt tegen. Er is een botanische tuin als toeristische trekpleister. Gelukkig vragen we advies aan Duitsers die hem net hebben bezocht: er staat nog niets in bloei, waardoor er weinig is te zien. We worden bespaard van een flop en geld uitgeven. De rest van de dag geven we les, spelen we een spelletje en als het donker wordt
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 39
rijden we door naar de Roemeense grens. De dikke mist steekt echter stokken in de wielen (ons eten was al op, de mist kon er dus geen roet meer ingooien - een verdoken les 'zegswijzen' op deze Blog?). Na een uur turen en rijden door de mist hebben we maar 40 km afgelegd. Vermoeid stoppen we op een autobusparking langs de weg, ergens tussen Kavarna en Sabla. De weg is rustig en we slapen goed.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
11.
Blz. 40
ROEMENIË
De kuststrook Zondag 10 april Peter rijdt Krap 's morgens vroeg tot aan de grens (5.096 km), terwijl de rest van de ingezetenen nog in pyjama vertoeven. Tijdens we wachten aan de grens, eten we en kleedt iedereen zich aan. We betalen 5 euro milieubelasting en 5 euro wegenbelasting. Daarna rijden we tot in Managlia. Ondertussen zijn we 6 weken onderweg en redt Karin het niet meer met enkel maar tussendoorwasjes. Er zijn nergens campings open en het weer zit niet echt mee (om de was te drogen). Bovendien vinden we nergens (vanaf Griekenland hebben we gezocht) wassalons met munten. We doen de grote stukken dus maar binnen in een wasserij en mogen ze de volgende dag - gewassen en gestreken - afhalen. Niet echt goedkoop. Het valt ons wel op dat zondag hier niet echt een rustdag is zoals wij die kennen. Vele winkels zijn open. Nadien parkeren we vlak bij een groot verlaten strand en een meertje. We luieriken, maken een strandwandeling, spelen wat basket, . . . .
11 & 12 april We slapen uit, geven les, wassen onze haren en wat kleren, halen de gewassen lakens af, kopen zomerpyjama’s . . . Enfin, niets spectaculairs. We laten de stranden voor wat ze zijn - het is te koud en er is nergens een camping open om met wat meer comfort wat langer te blijven - en we rijden 's avonds door richting Donaudelta. Om 1 uur 's nachts stoppen we in Babadag waar we gewoon in een straat parkeren om te slapen. Nu heb je in deze landen wel wat (zwerf-)honden loslopen. Overdag liggen die vaak lui langs de weg. Maar 's nachts worden die actief: 7 honden blaffen een andere zwerver weg. Op die hoek staan wij geparkeerd!!! De kinderen hebben dit echter niet gehoord. 's Morgens wordt Krap al snel een magneet voor bedelende kinderen, vaak Romazigeuners. We worden geconfronteerd met een pijnlijk onrecht: terwijl wij de luxe hebben om 6 maanden te reizen-voor-de-fun, confronteren deze bedelende kinderen
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 41
ons de realiteit van hún wereld. Hier en daar kan je de pijn wel verzachten (en het geweten sussen?) door iets te geven. Maar je lost hiermee het probleem niet op. Je bent een flits in hun troosteloos bestaan. Je zou hier met een heel leger welzijns/opbouwwerkers jàren kunnen werken. Misschien komt er na Artsenzonder-grenzen en Advocaten-zonder-grenzen ook wel Welzijnswerkers-zondergrenzen? Al is het gevaar van teveel te bemoederen groot en moeten in eerste instantie die bedelaars aangeven wat er structureel moet veranderen, willen de achterkleinkinderen van deze kleine kinderen werkelijk een beter leven hebben. We druipen af naar het meer van Razim, waar we een wandeling maken. Enkel de hoofdstraat is hier met 'Mac Adam' verhard. De andere straten zijn zandwegen. Bijna alle kinderen dragen hier (en elders in Roemenië) een muts, terwijl het toch 15 graden is. Andere zeden en andere gewoonten. Daarna rijden we door naar Tulcea, waar we rond 18. 00 uur aankomen (5.329 km). Net op tijd om onze volgende dag te plannen. 's Avonds stappen we een restaurant binnen waar we een half uur de menukaart bestuderen en daarna te horen krijgen dat ze niets vegetarisch in huis hebben. We stappen dus op. Nadien zwerven we in Tulcea rond, bijna hopeloos zoekend naar een andere restaurant. Ze hebben er een groot centraal plein, maar het is verschrikkelijk doods. Bijna terecht vermeldt Trotter dat deze stad niets heeft. Deze burgemeester wordt stikjaloers als hij de Grote Markt in Leuven bezoekt! Uiteindelijk vinden we toch nog 1 restaurant. Onze honger raakt gestild.
De Donaudelta Woensdag 13 april We sliepen op de parking van Hotel Delta, dat ook fungeert als toeristische dienst. Gisteren bestelden we een privé-boot voor een rondvaart op de Donaudelta. Het alternatief, de lijnboot naar een stadje aan zee, blijven slapen en terug, is duurder en minder interessant omdat die enkel de grote stroom bevaart. De Donau ontspringt in het Zwarte Woud en mondt na 2. 850 km uit in de Zwarte Zee. De meest noordelijke tak van de delta vormt tevens de grens tussen Roemenië en Oekraïne. Iets na 9 uur vertrekken we met een boot waar maximum 10 personen op kunnen. We kunnen binnen zitten indien het regent of het te koud is of buiten zitten als het weer dit toelaat. We wisselen af, net zoals het weer. Na een half uurtjes verlaat onze
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 42
schipper (vergezeld van een stuurman) de hoofdstroom en varen we steeds maar kleinere kanaaltjes op, tot we bij een natuurreservaat komen. Het is er mooi en rustig, als je het motorgeronk wegdenkt. We zien heel wat vogels (Ardan wou dat Lennert mee was, wij kennen er bitter weinig van) en zelfs enkele jonge herten. In feite is de delta nu 1 grote waterplas waar boomstammen en -kruinen boven het water uitsteken. Toch weet de schipper perfect waar hij kan varen. In de zomer staat het water hier zo'n 3 meter lager. Een hemelsbreed verschil en wellicht ook een totaal ander zicht. Stilaan geeft het groen van de ontluikende blaadjes de omgeving een lichtgroene schijn. De lente is nog pril. Na een uur rondlaveren begint de terugtocht. Die duurt heel wat langer want de boot moet nu tegenstroom varen, en de stroom is stevig. We gebruiken de tijd om ons middagmaal te nuttigen. Vijf uur later hebben we terug vaste voet aan wal. Als je hier ooit bent, neem dan zeker een privé-vaartuig, want het biedt veel meer dan de grote boot! In de namiddag bezoeken we terug de stad. De groentemarkt waar kleine boeren dagelijks hun waar komen verkopen is de moeite waard, ook al verkoopt iedereen bijna hetzelfde en is het aanbod dus weinig afwisselend. We kopen een 'hoopje' brandnetels (om soep van te maken) voor 3 Belgische frank en een tuiltje bloemetjes voor 10 BFR, om Krap op te fleuren. De kerk, aan de andere kant van een aangrenzend parkje is ook wel een bezoekje waard. Een opvallend gebruik - zeg maar ritueel - van de inwoners is om enkele (meestal 3) kruistekens te maken wanneer ze de kerk voorbij stappen. We verlaten Tulcea, passeren hopen putten in de weg, karretjes, fietsers zonder licht en om 9 uur rijdt Karin - zonder dat we het beseffen - een overzetboot naar Braila op. Ze maken nog snel de afsluiting voor ons open en binnen de minuut is de boot op weg naar de overkant. Misschien wel de laatste boot van de dag. De prijs, 500. 000 lei of ongeveer 12,5 euro, is wellicht een 'toeristenprijs', want we ontvangen geen bonnetje en we betalen dit vooraleer onze euro valt. En dan nog, begin maar eens in het Roemeens te discuteren over een prijs die wellicht enkel aan, de ondertussen verlaten, wal stond aangekondigd. 40 km verder stoppen we aan een tankstation om te slapen.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 43
Sinaia - Bran - Brasov Donderdag 14 april We rijden de hele voormiddag en een stuk van de namiddag tot we arriveren in Sinaia. 's Morgens begon het te regenen, tussendoor houdt het op. De eerste regen-overdag op onze reis! Sinaia is een bergstadje: skiliften naar boven, heel wat hotelaccommodatie en het Kasteel van Peles zijn de belangrijkste kenmerken. We laten de bergen en liften voor wat ze zijn want het weer is niet echt schitterend, al kan je hier prachtige bergwandelingen maken. Morgen gaan we Peles bezoeken. Nu rijden we eerst de stad uit en vinden een redelijke stopplaats aan een voetbalveld. Terug tijd voor les en daarna een overnachting. Ons water is op en we vangen wat regenwater op om de WC door te kunnen spoelen. Vrijdag 15 april Het lesgeven vandaag is vermoeiend voor leerlingen en leerkrachten. We waarderen de energie van de juffen om op school aan een hele klas les te geven. Het kasteel van Peles was (met dank aan Trotter) het zomerverblijf van koning Carol 1, gebouwd tussen 1873 en 1883 en een echte vorstelijke uitspatting. Dit weelderige kasteel heeft kamers die in zeer verschillende stijlen zijn gebouwd: Franse, Italiaanse, Oosterse, . . . . Lusters van geslepen Muranoglas (een bekend eilandje vlak bij Venetië, hebben we voorbije zomer bezocht) en kristallen spiegels. Een gigantische uitspatting die gigantisch veel moet gekost hebben en nu eindelijk bruikbaar als toeristische attractie. Toch de moeite waard. Alle bezoekers moeten slofjes over hun schoenen trekken en er wordt gegidst in verschillende talen (wij kiezen Engels). Het is de eerste keer dat we niet alleen zijn. Het toeristisch seizoen komt stilaan op gang. Na internetten en eten rijden we in het donker door naar Bran. Na een lichte klim (we zien terug restjes sneeuw) volgt een kilometerslange afdaling. Een paniekerige Roemeen voor ons slaagt er zelfs in om putten te ontwijken die er niet zijn en slalomt zenuwachtig over beide rijstroken. Na veel 'gebodder' gaat de flank van de berg langzaam over in een dal en iets verder ligt Bran (5.731 km). We slapen voor de afwisseling terug aan een tankstation. Die zijn dag en nacht open, bemand en vaak staat er, zoals hier, ook nog een veiligheidsagent bij. Het verschil met België zit hem in de uurlonen.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 44
Zaterdag 16 april Bran is het meest middeleeuwse kasteel in Transsylvanië (het midden van Roemenië). Leuk om zien, mooi houtsnijwerk, maar niet super. Het wordt vooral uitgemolken omdat Vlad Tepes hier ooit heeft gelogeerd. Deze 15de-eeuwse verzetsleider en prins was nogal ruw met zijn vijanden en hij kreeg daarom de bijnaam Dracul (draak of duivel). De Ierse schrijver Bram Stoker gebruikte deze historische figuur om zijn roman Dracula vorm te geven. Al is dat boek uiteraard fictie. De tientallen stalletjes met Dracula-T-shirts, -messen, -tanden, -bekers, . . . zijn helaas niet fictief. Na het bezoek blijven we wat hangen bij een instrumentenbouwer die demonstraties geeft en zijn instrumenten verkoopt. Leuk. Nadien rijden we door naar Brasov, waar we in de avondzon een terrasje doen en in het centrum een goede staanplaats vinden. Zondag 17 april Brasov is prachtig en de zon schijnt. Brasov heeft evenveel inwoners als Antwerpen, maar de oude stad ademt eerder de sfeer van Lier uit, gekruid met de rust van Berlaar. Het Lierse college van burgemeester en schepenen zou jaloers zijn op dit marktplein (jawel, autovrij!). Wie weet volgt Lier dit voorbeeld? We parkeren hier voor 20 eurocent per uur (deze keer zullen de inwoners van Lier jaloers zijn). Een Duitse oudere vrouw spreekt ons aan als we hier rondlopen. Haar ouders zijn van Saxen (Duitsland) afkomstig, maar zij is hier geboren. Haar man is gestorven en haar 4 zonen zijn hier op het marktplein doodgeschoten bij de opstanden tegen dictator Nicolae Ceausescu in 1989. Zij krijgt 1. 200. 000 lei per maand als uitkering (geen pensioen) of omgerekend ongeveer 33 euro. Ook al koop je hier een klein brood voor 10. 000 Lei (25 eurocent), het blijft bitter weinig). Ze heeft deze nacht buiten geslapen. Ze verteld haar verhaal, maar vraagt niets. Een beetje dromerig zegt ze tegen Ardan: "Jij zal wel een beter leven hebben", met verdriet in de ogen dat zij het niet had en heeft, maar het hem wel gunnend. We worden er stil van, wetende dat we dit leed nauwelijks kunnen verzachten. Gelukkig moet geen enkele Lierenaar hierop jaloers zijn.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 45
Maandag 18 april De ochtend begint met wolken en tussendoor wat regen. Het duurt tot de middag eer de zon voor goed door de grijze wolken breekt. De les zit erop en we bezoeken de 'Zwarte Kerk'. Haar naam kreeg ze omdat hier in 1689 een enorme brand woedde. De kerk bleef rechtstaan, al waren de muren zwartgeblakerd. We moeten inkom betalen (normaal nooit voor kerken), maar binnen valt ze wat tegen. We hebben al veel mooiere kerken gezien en de wandtapijten die over de balustrades hangen, bekoren ons niet. We beklimmen de Tampa die in het Zuidoosten tegen de oude stad van Brasov aanleunt. Het pad stijgt zo'n 300m en een uur later zijn we 920m boven de zeespiegel. Ardan klom al vrij snel recht de helling op, de paden verlatend. We hoorden en zagen hem niet meer, maar gelukkig trok hij goed zijn plan en kwam hij bijna gelijktijdig met ons op de top aan, waar de kabellift ook eindigt. De klim wordt beloond want vanaf de 'Belvedere', waar in meterhoge letters 'Brasov' staat, heb je een prachtig zicht op de stad en de ruime omgeving. Zeker doen !!! Na de afdaling lopen we nog wat rond en doen inkopen in een natuurvoedingswinkel, wat zeldzaam is op onze reis.
Viscri: Bokrijk, maar dan in het echt - Sighisoara in vogelvlucht Dinsdag 19 april Brasov is en blijft een prachtige stad, al eindigt ons bezoek in mineur. Net als Peter de blog afsluit, komt iemand zijn portefeuille brengen: leeg ! Hij vond hem buiten op straat. Gelukkig is enkel het geld gestolen en had de gauwdief geen interesse in Peters bank- of Visakaart. Bovendien hebben we ook alle 'paperassen' terug: identiteitskaart (al hebben we ook nog een paspoort mee), rijbewijs, . . . . een geluk met een ongeluk ? Wie was de dief? In elk geval geen zwerver of Roma-zigeuner. Peter vermoedt dat de uitbater de dief heeft gezien en kent, maar die maakt er zich vanaf met: 'That's not my job". Misschien was het zelfs de man die de portefeuille kwam terugbrengen? We zijn wat geld kwijt. Voor ons geen echte ramp, al is dat voor sommige Roemenen een half maandinkomen. Enfin, we drijven de veiligheidsmaatregelen op en hopen dat de zakkenroller het geld nuttig besteed.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 46
Nochtans zat Peter achteraan in het internetcafé en was er weinig volk. De handige dief pikte de portefeuille gewoon uit de binnenzak van Peters jas, die achter hem op de stoel hing. Maar gauwdieven zijn van alle tijden en van alle landen, dus: Brasov treft geen blaam. Na een nacht waarin we slecht sliepen, vertrekken we zeer vroeg. Tussen Brasov, Sibiu en Sighisoara staan een 100-tal 'weerkerken': kerken waarrond vestingsmuren zijn gebouwd en waarbinnen voorraadschuren waren, bedoeld om aanvallen te weerstaan van de Ottomanen en de Tataren. Ze werden gebouwd door 'Duitsers' of - beter 'Saxen' - die vanaf de 12e eeuw naar Roemenië uitweken. Het land heeft vruchtbare heuvels en ze waren toen zeer welkom. Na de 2de wereldoorlog en vooral vanaf 1990 (de val van Ceausescu) trekken ze massaal terug naar Duitsland. De verlaten huizen werden vaak aan de Roma (zigeuners) afgestaan. Viscri is de favoriet van Trotter en, na ons bezoek, ook onze favoriet. We verlaten de hoofdweg en rijden 10 km over een (behoorlijke) zandweg (Krap heeft al veel meer doorstaan) tot in het dorp. In feite is het 1 straat met aan beide zijden typische saxische huizen. Caroline is de enige 'jonge' Saxische, onderwijzeres en burgemeester. Ze geeft samen met 3 andere onderwijzers les aan een 40-tal kinderen. In het dorp wonen zo'n 300 Roma, 100 Roemenen en 26 Saxen, waarvan de meesten bejaard zijn. De moeder van Caroline heeft de sleutel en laat ons de kerk bezichtigen. Ze brengt een Roma mee die, onder haar hoede, een paar dikke zelf gebreide kousen aan ons verkoopt. Voor haar een inkomen en voor ons eerder een souvenir. Ze ruiken meer naar houtskool - want in alle huizen verwarmen en koken ze hier met hout (er is geen gasleiding) - dan naar schapen. De kerk is zeer oud, ommuurd en voorzien van de nodige voorraadkamers die dienden om stand te houden tegen een lange belegering. Om de twee weken komt een priester hier een Lutheriaanse mis voordragen voor de 16 gelovigen die nog goed te been zijn. Ook in de winter, in een onverwarmde kerk. En de voorbije winter vroor het hier tot -32 graden C. Het leven is hier hard, ook al ziet het lieflijke landschap eruit als een golfterrein voor reuzen. Carolines kranige moeder geeft uitleg in een beetje Frans, wel wat Duits en regelmatig in haar oud sappig Saxisch dialect, dat klinkt als een soort oud-Vlaams. Ze is hard voor de roma-zigeuners, die leven van enkele koeien en schapen, bedelen
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 47
en van diefstal (soms met geweld). Al valt het hier mee want Carolin heeft als burgemeester hun vertrouwen en gezag. Gelukkig, want politie is hier nergens in de buurt. Het zijn blijkbaar geen harde protestantse werkers. Ze raadt ons aan om nergens te stoppen en niets te geven. Het is moeilijk. Aan de ene kant zijn velen hier inderdaad straatarm. Anderzijds, waarom zou je werken als je kinderen (net) voldoende bij elkaar gebedeld krijgen. Het antwoord is complex en niet voor deze Blog. We beklimmen de toren via gammele houten trappen en een enge, nauwe stenen burchttrap. Boven hebben we een prachtig zicht op het dorp en de omgeving. Dit is veel meer waard van de 'Zwarte Kerk' in Brasov. Ook dit is Roemenië. Nadien rijden we naar Sighisoara waar we aan de groentemarkt ook al snel een magneet voor bedelaars zijn. We vinden gelukkig een redelijk rustige parkeerplaats, vlak bij het oude centrum, waar we de nacht doorbrengen. Woensdag 20 april De voormiddag vullen we met les geven/krijgen en haren wassen. Na de middag bezoeken we de oude stad, Cetatea. We beklimmen het belfort waarin een museum is en waar we boven het radarwerk van de klok minutenlang bewonderen. Van op het balkon hebben we een goed zicht over de oude en nieuwe stad en zien we, heuvelopwaarts, de kerk staan. Die bereiken we, eenmaal terug beneden, via een 176 treden lange stenen trap van 1642. Hij is met hout omtunneld, zodat de kerk ook in de winter voor iedereen bereikbaar is. Verder staat hier het geboortehuis van onze Vlad Tepes (nu uiteraard een restaurant) die Bram Stoker in 1897 inspireerde voor zijn succesroman Dracula. En een internetcafé met zodanig verouderde computers dat een Roemeense postduif wellicht veel sneller is. Na een ijsje met warme chocomelk rijden we nog 76 km tot Sovata, waar we aan de kerk overnachten.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 48
De reisgenoten begeven zich richting Vatra Dornei Donderdag 21 april Vier reisgenoten (uit Berlaar, niet uit 'In de ban van de Ring', die we met 3 aan het lezen zijn) vertrekken richting Bicaz. Gisteren had Karin al iets vreemds aan Krap gehoord. Peter ziet aan de versnellingsbak een bout los hangen, die er uitvalt wanneer we Krap achteruit rijden. Gelukkig nemen Roemenen ons mee naar een mechanieker die 200m verder woont. Geen echte garage, al staat er wel een auto op zijn zij en is hij bezig met een kleine tractor te herstellen. Met wat gebarentaal wordt hem duidelijk dat hij beter zelf de diagnose komt stellen. Hij laat zijn sleutels vallen en komt onmiddellijk mee. Daarna gaat hij even terug om wat werkmateriaal en 10 minuten later is met 1 moer het euvel opgelost. Krap weet waar en wanneer hij even om aandacht moet vragen! De weg naar Gheorgheni passeert een top van 1. 200 m hoogte. Ook al is dit een 'nationale weg', de weg ligt hier zo erbarmelijk dat Peter Krap meer dan een uur tegen 16 km/uur naast, over, door, rond, tussen, en in de putten stuurt. De tassen in de keukenkasten rinkelen soms gevaarlijk. Uiteindelijk leggen we 120 km af op 5 uur effectief rijden. Na de top passeren we nog Lacu Rosu. Stukken boomstammen steken hier recht uit het water op, een vreemd schouwspel. Ze werden meegesleurd door een berg die naar beneden in het meer donderde, leren we uit een reisverslag dat we ooit op het internet vonden. Wat later rijden we door de smalle Bicaz-kloof waar de weg tussen 300m hoge krijtrotsen loopt. De handelaars met houten kraampjes vegen de weg proper, als laatste voorbereiding voor het komende toeristische seizoen. Rond 5 uur arriveren we in Bicaz waar we aan de overkant van de bijna lege rivier Krap parkeren. Vrijdag 22 april Als we wakker worden blijkt dat Koning Winter zijn laatste toeren uithaalt. Alles ligt onder een prachtige sneeuwlaag, 5 tot 10 cm dik. Gelukkig zijn de wegen vlot berijdbaar. Het sneeuwlandschap is prachtig, maar omdat de wolken laag hangen zien we slechts af en toe het stuwmeer van Bicaz. Onderweg doorkruisen we een dorpje dat met het Belgische Zoersel een zusterverband heeft. We houden ons aan de hoofdweg en komen uiteindelijk in Vatra Dornei uit, 130 km van Bicaz. Sommige inwoners krijgen
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 49
hier hulp van inwoners van Koningshooikt (bij Lier), sinds de val van Ceausescu. Vatra is een stadje van 32. 000 inwoners, goed om bevoorrading in te slaan vooraleer we iets verder trekken naar de kloosters van Boekovina, ons eigenlijke reisdoel. We slapen met uitzicht op het leuke maar kleine stationsgebouw.
Boekovina-kloosters en verse melk, recht van de koe Zaterdag 23 april In de voormiddag internetten we in het goedkoopste intercafé van de hele reis: 10. 000 lei of ongeveer 30 eurocent per uur. Maar hiervoor krijg je dan ook toestenborden en muizen die haperen. Nadien rijden we door naar Voronet, waar het eerste van de 4 kloosterkerken staat die we in Boekovina willen bezichtigen. Iets voor Voronet vinden we net over het water een prachtige brede groen boord aan de rivier. De ideale picknick- en BBQplaats voor de Roemenen en een goede overnachtingplaats voor ons. Ardan en Rhune genieten van de vrije speelruimte. 's Avonds gaan we iets drinken in de buurt. 24 tot 27 april De kloosterkerken van Boekovina zijn zo'n 500 jaar oud en vaak gebouwd in opdracht van de Woiwoodse leiders. Als wederdienst staan zij en hun familie in de kerk geschilderd terwijl ze een maquette van de kerk aan Jesus overhandigen. Wiens brood men eet, diens woord men spreekt en dus verheerlijkt. Aan de buitenkant staan, bijna in tekenverhaalvorm, allerlei taferelen uit de Bijbel. Het laatste oordeel is een succesnummer en komt meermaals terug: ieders leven wordt op een weegschaal afgewogen: de 'goeden' gaan naar de hemel, de 'slechten' gaan via de vuurrivier naar de hel waar een meerkoppige draak hen opwacht. Ook het beleg van Constantinopel staat meermaals beschilderd. Voor ons onbekend in de kerken, maar hier een traditie: portretten van bekende Griekse wijsgeren: Socrates, Plato, Aristoteles, . . . . staan hier telkens afgebeeld. Zij het onderaan. De hiërarchie begint bovenaan met de Serafijnen, de Engelen, de Profeten, de Apostelen, de Priesters, de Martelaren en de Asceten (boetedoeners, Kluizenaars, . . ). De dakoversteek die als een brede hoedrand over de stenen muren hangt, is ook kenmerkend en behoedt de schilderwerken tegen overdreven regenval. Toch eist 500 jaar regen en wind zijn tol, waardoor de westelijke buitenmuren veelal naakt zijn.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 50
Na Voronet bezochten we Manastirea Humorului. Vijf vrouwen omcirkelen ons bij het buitengaan met manden waarin ze hun zelfgeschilderde eieren in presenteren. Prachtig traditioneel vakvrouwschap dat rond Pasen z'n hoogtepunt kent. We stellen hen allen tevreden en kopen bij ieder minstens een ei. Nadien zoeken en vinden we het, alweer door Trotter aangeprezen, kampeeradres. Leonard is leraar Frans, zijn vrouw is lerares Roemeens en geschiedenis. Verder woont 'grootmoeder' en ook nog een knecht op de boerderij. In feite is het de kwieke grootmoe die de boerderij 'runt' en de hele dag in de weer is, met de hulp van haar knecht: 3 koeien, een kalfje (3 dagen oud bij onze aankomst), een varkentje, een bende kippen en eenden die heen en weer waggelen en overdag de straat (een aarden weg) kaalplukken. s' Morgens en 's avonds jaagt grootmoe ze met eenzelfde waggelpas in en uit het hok. Ondanks haar leeftijd, 78 jaar, en een lengte die gelijk loopt met Ardan en Rhune, heeft ze nog niets van haar vitaliteit ingeboet. We begonnen met 1 overnachting, maar het werden er 2, 3 en tenslotte 4. Een goed teken. 's Morgens of 's avonds halen we een litertje verse melk, soms nog koeiewarm. Michka, de jongste kat heeft nog een kleintje en is al gauw de oogappel van onze oogappels. Enfin. Ardan en Rhune hebben dus fantastisch genoten van al die dieren. We zijn een beetje op 'heuvellandsklassen' in plaats van 'plattelandsklassen’. We spoken weinig spectaculaire dingen uit en gebruiken deze rustplaats om het een en andere in orde te brengen. Karin laat de fietsen terug blinken en Peter herstelt 2 binnenbanden en legt 3 nieuwe buitenbanden op. Het lijkt wel alsof die ook 6. 000 km hebben afgelegd. Weer en wind eisen hun tol. Uiteindelijk fietsen we hier 2 keer samen naar het dorp Gura Humorului, 5 km verder. In Gura kopen we heerlijke gevlochten broodringen met maanzaadjes. een lekkernij. Een grotere fietstocht blijft achterwege vanwege het slechte . . . weer. Peter werkt de video's af en Karin laat onze vuile kleren wassen bij Elena. Elena is volop bezig met de grote schoonmaak want zondag is het hier Orthodox Paasfeest. Het grootste feest van het jaar en dus moet alles proper zijn. Al zijn Roemenen arm, je merkt dat deze streek hier iets beter af is. Ze rijden hier met 'paard' en kar ipv met 'ezel' en kar. Je vindt hier meer versierde huizen en de
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 51
'rijke' Roemenen rijden hier in hun dure 4x4-wagens rond . Bij ons afscheid krijgen we nog een zelfgemaakte gerookte pruimenlikeur en bestoeft ze onze kindjes: het zijn schatten, ze zijn beleefd, vriendelijk, . . . Enfin, we mogen dus nog terugkomen. Ook dit adres krijgt een aanbeveling van ons, en niet omdat Elena onze kinderen schatjes vond.
Donderdag 28 april We nemen afscheid van Leonard, Elena, grootmoe, Michka en haar kleintje en vertrekken naar Sucevita en Vatra Moldovitei waar de 2 mooiste kloosterkerken van Boekovina staan. Vooraf laten we de vering van Krap nakijken. Krap piept en kraakt soms (en soms niet), maar er is niets aan de hand. Hooguit kunnen de bladveren wat olie gebruiken. In de kloosters heeft een non bijzondere aandacht voor onze Nederlandse reisgids, een taal die ze niet machtig is. Karin moet er hele passages (over hun kloosterkerk) uit voorlezen. Karin vraagt uitleg over het Paasfeest en we plannen om de middernachtmis in Sapinta bij te wonen. Nadien rijden we naar Moldovita waar mijnheer Trotter zijn belofte nakomt: Viorica Semeniuc heeft wel geen tijd, maar haar 15-jarige dochter geeft ons met plezier een demonstratie 'Paaseieren schilderen' Ze versiert er 1 exclusief voor ons met Ardan en Rhune hun namen erop. Een handige, maar effectieve, verkooptruck. Het ei krijgt een 3-tal kleurbaden en wordt tussentijds met batik-technieken bewerkt. In juni en eind augustus is het resultaat te bewonderen. Verder genieten we van de mooie omgeving en zijn de wegen behoorlijk goed. We overnachten ergens tussen Ciocanesti en Carlibaba, vlak naast het politiekantoor.
De vallei van de Iza en Orthodox Paasfeest in Sapinta Vrijdag 29 april We geven een voormiddag les, waarna we een namiddag internetten. We kopen er tevens een Paasbrood: rond als een taart en hoger dan een biscuit, versierd met
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 52
vlechten en krullen. Nadien voert Krap ons tot Bogdan Voda, waarmee we Boekovina verlaten en Maramures binnenrijden. Deze noordelijke 'provincie' grenst aan Oekraïne en heeft enkele mooie valleien, waaronder die van de Iza. Trotter bekoort hier de eeuwenoude houten kerkjes en houten huizen en verafschuwt de nieuwe betonnen kerken en stenen huizen. We snappen mijnheer Trotter wel, die zich richt naar toeristen, maar hebben eveneens begrip voor de mensen die hier leven en met hun tijd meewillen. Bokrijk is leuk om naar te kijken, maar niemand van ons wil er echt wonen! Het bezoek is voor morgen, want onze maag grommelt. Zaterdag 30 april De Iza mondt uit in de Tisa, die op haar beurt de Donau voedt. Alle wegen leiden naar Rome en alle rivieren naar de Donau ? Onze doortocht is te snel om de wolven, herten en everzwijnen te ontdekken die zich schuil houden in de omliggende wouden. Trotter vertelt ons ook nog dat sommige inwoners jaren geleden de westerse 'parkeermeterwouden' bezochten om die vakkundig te ledigen, waarna ze rijkelijk naar hun geboorteland terugkeerden. Terug naar de kerken. De houten kerk in Bogdan Voda staat in de schaduw van een betonnen kerkcomplex uit het recente Ceausescu-tijdperk. Zelfs het dak is van hout. Helaas kunnen we er niet in. In het 'afschrikwekkende gedrocht met dreigende tanden" (cfr. Trotter) kunnen we wel. Peter vindt dat ze wel iets heeft, ook aan de buitenkant. We leven immers in de 21e eeuw. Binnenin is ze volledig beschildert met taferelen uit de Bijbel in een typisch Orthodoxe schilderstijl (bv. gouden aureooltjes rond alle Heiligenhoofden). Nadien rijden we 4 km verder naar Leud waar de oudste houten kerk staat, uit de 14de eeuw. Hier kunnen we wel binnen. Ze is donker, klein en op het houtwerk zijn donker en vaag - nog schilderijen te zien. Ze staat prachtig op een beboste heuvel, omgeven door oude zerken. Charmant, noemen we zoiets. We rijden verder en bezoeken nog het klooster van Barsana waar een prachtige houten kerk-kapel en even prachtige volledig houten kloostergebouwen staan in een kader met paden, mooi gras en bloemenperken. Bijna te mooi en te proper. Dit kost een fortuin.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 53
Op weg naar Sapinta stoppen we in een stadje om in een supermarkt onze voorraad terug op peil te brengen. Ons arm kopen, noemt Ardan dat. Bij het afrekenen, Karin is ondertussen met de diepvriesproducten reeds naar Krap, vindt Peter zijn Visakaart niet. We hebben niet voldoende cash bij en de Maestro werkt hier blijkbaar niet. Paniek: waar is die kaart gebleven, want gestolen lijkt niet waarschijnlijk. De veiligheidsagent wijst ons vriendelijk een geldautomaat, maar die werkt enkel . . . . met een Visa-kaart. Op de terugweg keert Peter zijn portefeuille nogmaals binnenstebuiten en - al willen lezers liever een spannende apotheose - het verhaal eindigt met een anticlimax. Hij vindt zijn kaart. De kassa is ondertussen terug op 'nul' gezet, zodat ze alles opnieuw moeten scannen en Karin onze diepvriesproducten dus terug moet halen. . . . en ze aten nog lang en gelukkig. In Sapinta (6.710 km) bezoeken we het bekende 'lachende kerkhof'. Een kunstenaar heeft de voorbije 40 jaar elk graf voorzien van een soortgelijk eikenhouten kruis in Voronet-blauw. Telkens is er een aangepaste toepasselijke tekst uit een lokaal volkslied ingebeiteld, aangevuld met een gebeiteld en beschilderd tafereel dat iets zegt over de overledene. De teksten hebben vaak een kwinkslag. Helaas begrijpen we geen Roemeens. Vanaf 23 uur stromen de mensen stilaan toe voor de middernachtviering, die Pasen inluidt. Het Paasfeest is het belangrijkste Orthodoxe feest. Zondag 1 mei Klokslag 0 uur begint de viering in het portaal, waar de priester met gewijde woorden (maar voor ons Chinees) het ritueel opent. Alles is donker, hij zegt iets als 'Jesus is herrezen en Jesus is het licht' waarna hij de Paaskaarsen aansteekt. De gelovigen volgen dit voorbeeld en steken elk hun eigen kaars aan. Nadien gaat de processie enkele malen rond de kerk (sommigen gaan mee, anderen kijken toe), waarna de viering binnen begint. De priester staat helemaal vooraan (rug naar de gelovigen), daarna de mannen en achteraan, achter een houten afsluiting, de vrouwen die (bijna) allen een zwarte hoofddoek dragen. Sommige hoofddoeken zijn met bloemen versierd. Er zijn (bijna) geen stoelen en er volgt een langdurig gezang. De gebruiken doen ons denken aan de Islamitische diensten. een paar keer loopt de priester tussen de gelovigen naar achter, waarbij hij ze - letterlijk - bewierookt. Al zijn we als toeristen duidelijk herkenbaar, niemand aanziet ons als 'indringers' of 'begluurders'. Integendeel. De mensen maken ons duidelijk dat we welkom zijn en
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 54
Karin en Rhune (die moe begint te worden) krijgen zelfs een van de weinige stoelen aangeboden, die ze duidelijk niet mogen weigeren. Om halftwee is de viering voorbij en stroomt iedereen naar buiten. De menigte lost zich vlot op in de straten en wij gaan achter de hoek, waar Krap in een zandwegel staat. Na veel te weinig uren slaap, worden we gewekt door klokkengelui en gezang. Vanaf 8 uur is de priester en de eerste gelovigen terug op post om zingend te bidden. Geleidelijk aan verzamelt zich buiten een kleine menigte. Mannen met een zwartschapenwollen ruw gevilte ondervestjes, afgewerkt met blauw lint, dragen twee geruite zakken over hun schouder. Eén voor en één achter zich. Die zakken komen in rijen van 4 op het kerkpad te staan, met in het midden een gang. De laatst aangekomene sluit telkens aan, begroet zijn dorpsgenoten, steekt in de zak een grote witte kaars en legt een krantenpapier over de zak, met een gat erin waardoor de kaars steekt. Na de viering, waarbij we het vrouwenkoor op het balkon mogen aanschouwen, komt de priester naar buiten waar hij, denken wij, een preek geeft. De kaarsen worden aangestoken (het krantenpapier beschermt de geruite zakken tegen het druipend kaarsvet) en de priester zegent met overvloedig water de zakken, gevuld met een soort picknick, en zegent eveneens met overvloedig water de gelovigen. Rond half elf is het afgelopen en gaat iedereen met zijn gezegende zak terug naar huis. Wij hadden nog niet gegeten en gaan dus met reuzehonger naar Krap om ons paasbrood te verorberen. Enfin. Als je ooit eens in Roemenië bent en het toevallig Orthodox Pasen is, mag je dit zeker niet overslaan. In de namiddag fietsen we de heuvels in. Daar zien we heel wat Roemenen die daar, voorzien van een BBQ, een familie- of vriendenfeestje bouwen. We bezoeken nog kort het in aanbouw zijnde klooster van Sapinta. De kerk, volledig in hout, staat er al, met een gigantische hoge spits, voorzien van houten leien. Binnen enkele jaren ziet het eruit als het klooster van Barsana dat we in de Iza-vallei bezochten. Je ziet waar het geld zit. 's Avonds rijden we richting Hongarije en stoppen in Livada om te slapen. Dit deel van Roemenië is duidelijk rijker. De karren worden meer en meer getrokken door een tweespan en ook de huizen en de auto's zien er 'moderner' uit.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
12.
Blz. 55
HONGARIJE & SLOWAKIJE
Fietspaden en zwembaden Maandag 2 mei We verlaten Roemenië en rijden de Hongaarse grens over. Al bij al gaat het vlot, al moet men zoals gewoonlijk een nep-zoekttocht houden naar smokkelwaar: wat kastjes opentrekken. Telkens valt er iets op de grond en de douanier geeft het gelukkig vlot op. Zo'n huis op wielen is niet te controleren, of het kost je een hele dag. En dan nog. Je hebt er honderden verstopplaatsen. Al hebben we niets te verstoppen. We rijden rustig tot Sarospatak (6.988 km), 15 km voor de Slowaakse grens. Tussendoor tanken we en maken we in een Car-wash Krap terug wat zichtbaarder. Eens in Hongarije zie je onmiddellijk een hemelsbreed verschil. Je komt precies terug 'in het westen'. De huizen de auto's, de winkels, . . . terug straatnaamborden, fietspaden en vooral . . . terug goede wegen. Bulgarije en Roemenië kunnen er prat op gaan de uitvinders te zijn van de verkeersputten als - overigens veel goedkoper - alternatief voor de vervelende maar effectief snelheidsremmende verkeersdrempels. In Sarospatak zijn warmwaterbronnen en is er een 'Heilbad' met diverse warmwaterbaden. We komen toe om 17. 15 en het sluit om 18 uur. Gelukkig is er een tijdsverschil met Roemenië en mogen we onze klok een uur terugdraaien. Bovendien kunnen we in euro's betalen. We nemen ons zwemgerief en gaan heerlijk baden in het warme water en in de nog steeds broeiende zon. Ardan heeft al 2 maanden geen zwembad gezien en is dus in de wolken. Nadien rijden we naar de camping achter het park/zwembad waar we voor bijna geen geld kunnen staan, inkomgeld voor de baden inbegrepen. Gelukkig aanvaardt deze man ook euro's. Spijtig kunnen we er 's avonds niet buiten eten want het stikt/steekt er van de muggen.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 56
Dinsdag 3 mei Na een stevig ontbijt van pap en muesli (want we hadden geen geld om brood te kopen) gaan we terug zwemmen. Een binnenbad onder een reuzeballon (zoiets hadden ze vroeger ook in Meerhout, een kleine gemeente die zijn tijd vooruit was) met water van 29 (koel) en 33 (lauw) graden. De binnenluchttemperatuur is eerder stikkend. Dus gaan we na een tijdje terug naar de buitenbaden: verschillende tussen de 31 en 38 graden. Voor elk wat wils. En eenmaal uit het water droogt de zon ons in geen tijd. Karin, ons wandelend zonnepaneel, raakt terug opgeladen. Na ons (weeral laat) middageten rijden we door. We wisselen nog snel onze overschot aan Lei in Hongaarse Forinten en onmiddellijk verder in euro, zodat we terug een beetje euro's hebben. We herkennen nog amper de briefjes. Zoveel vreemd geld hebben we reeds gehad. De grens naar Slowakije steken we in 3 minuten over, wat een luxe. Slowakije lijkt een prachtig land, dat we opsparen voor een volgende reis. 3 uur later rijden we de Poolse grens over in 1 minuut. Je merkt snel welke landen bij de EU zijn aangesloten. (7.186 km) We stoppen 20 km verder, in Dukla om Zlotys af te halen, voor het avondeten en voor de nacht. We duiken een soort pizzeria binnen met ondraaglijk harde rieten zeteltjes. De pizza is vers, maar er kan er maar 1 tegelijk in de oven, zodat het laat is vooraleer we in bed liggen. Ondertussen hebben de regenwolken de hemel overkoepelt en 's nachts worden we wakker, geteisterd door soms stevige regens waarvan de druppels kloppend op het dak van Krap vallen.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
13.
Blz. 57
POLEN
Vriendelijke mensen en het Bieszczady - park Woensdag 4 mei We verlaten Dukla na de lessen en rijden naar het Oosten tot Sanok. Daar zoeken we een garage. De ene garagist stuurt ons behulpzaam door naar een andere, want Krap is te hoog om in zijn garage binnen te kunnen. In de tweede proberen we het, met behulp van onze taalgids "Pools spreken en begrijpen". Het inleidend woordje eindigt met: "Dankzij deze taalgids zult u moeiteloos uw weg vinden in het Pools". Geloof daar maar niet teveel van. Probeer zelf maar: 'Czy moze pan tu Zreperowac sprzeglo' betekent 'Kunt u de koppeling repareren'. Het probleem is dat onze koppeling goed werkt, maar we graag hebben dat ze onze vering, die piept en kraakt, even nakijken. En die zin staat er niet in. Gelukkig komt een Pool, die vlot Engels spreekt, ons spontaan 'depaneren' en vertaalt al onze zorgen. Nadien moet hij weg, maar laat zijn GSM-nummer achter, zodat we hem kunnen bellen wanneer de nood weer hoog is. Wat later in de supermarkt helpt de ene Pool ons aan een pot appelmoes (wel met stukjes) en een andere Pool vertaalt voor Karin welk soort shampoo ze vast heeft. In Roemenië hebben we immers eens een kant-en-klaar eenpansgerecht met rijst gekocht, wat achteraf 400 gram zout, verrijkt met 10 groenten, bleek te zijn. 'Sare' betekent dus 'zout' en niet 'rijst' zoals wij dachten en zoals de verpakking ons voor ogen hield. En een ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen. Enfin. Krap heeft nieuwe olie en een nieuwe filter, de vering is in orde, de bout aan de versnellingsbak hangt ook nog stevig vast en supermarkt 'Albert' heeft zo goed aan ons verdiend dat ze ons daarvoor beloonden met 4 scherpe 'Professional Fine Line' vleesmessen. Gelukkig snijden ze ook groenten! Nadien rijden we verder Oostwaarts om in Ustrzyki Dolne te stoppen. Op de parking worden we onmiddellijk bestormd door een 4-tal mensen die op Krap en de parking
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 58
wijzen en ons iets duidelijk willen maken. Moeten we hier parkeergeld betalen? Blijkbaar niet, volgens een andere die Duits spreekt. 'Biera' hebben we wel verstaan. Uiteindelijk blijkt het dat Oekraïners op deze parking gesmokkelde brandstof, bier en vodka aan de man proberen te brengen. Geen bedelaars dus. Ieder land heeft zo zijn eigen-aardig-heden. Peter loopt een paar keer 300m naar links en dan naar rechts, want iedereen wijst naar de andere kant voor een internetcafé. Uiteindelijk vinden we er een. Karin, die met Rhune nog in Krap zit, wordt weggejaagd door een boze-ruitentikkende man die ermee dreigt om de politie te bellen. Opkrassen is de boodschap. We leren snel Pools, hé? Donderdag 5 mei We rijden tot Ustrzyki Gorne, vlak bij het 3-landen-punt Polen-Oekraine-Slowakije. Het nationaal park van Bieszczady bestaat uit stevige heuvels die voorzien zijn van goede wandelpaden en bewegwijzering. Boven de boomgrens zijn er langgerekte bergkammen die men 'Poloniny' noemt. Wij beklimmen de Polonina Carynska, die 1. 297 m hoog is. Uiteindelijk bereiken wij hem niet, maar houden het bij een top van 1. 234m, op zo'n 10 minuten afstand van de hoogste top. Het weer is immers druilerig en we zitten op de top volop in de mist en motregen. Voor het uitzicht moeten we het dus niet doen. De 100 wolven, 120 bizons, lynxen en bruine beren blijven ook braaf in hun holletje. Van de 5. 000 herten ziet Peter er 2, waarna de arme dieren onmiddellijk op de vlucht slaan. Nadien dalen we terug ongeveer 500m en 5 uur later zijn we, bekaf, terug aan Krap. Pakjessoep en een 'ge-weet-wel' (exclusieve moeder- en Peter- Van Cleemputtaal, het geheim recept is voor véél geld te koop) helpen ons er terug bovenop. Vrijdag 6 mei We ontmoeten een 'stel' Nederlanders die 10 weken met een caravan rondtrekken. Plezant om nog eens in je eigen taal te kunnen praten met andere mensen. In de namiddag zakken we af tot Solina, waar het stuwmeer eindigt aan een hoge stuwdam, voorzien van een elektriciteitscentrale. De dam is 82m hoog en 664m lang, de hoogste van Polen. Wij rijden naar een parking even voor Solina waar we een goede uitvalsbasis hebben voor een wandeling (die we morgen plannen) en rustig staan voor de nacht.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 59
Zaterdag 7 mei We bewandelen enkele mooie beboste heuvels rondom het stuwmeer tot we aan de stuwdam komen. Het pad naar de dam ligt bezaaid met souvenirswinkels. Ardan en Rhune zijn gelukkig met wat moois. Nadien rijden we verder en ontmoeten bij het tankstation opnieuw de Nederlanders, zodat we nog wat verder keuvelen. Uiteindelijk moeten we ons nog haasten om aan Ria (de zus van Karin) en Bram (Ria haar zoon) de adressen van de campings te mailen in Krakow. Zij vertrekken om 15 uur en morgen zien we elkaar, om samen een week in Polen door te brengen. Daarna rijden we naar Krakow, waar we de campings keuren.
Krakow, die Scoone? Zondag 8 mei Gisteren zijn we niet meer tijdig in Krakow (Krakau, in het Nederlands) geraakt. We moesten Ria nog wat campingadressen mailen en hebben tegelijk de weblog aangepast, wat enkele uren in beslag nam. Vandaag bereiken we Krakow (7.721 km). Na wat heen en weer rijden vinden we uiteindelijk de camping die we zochten: de inrichting, het sanitair en de prijzen zijn duidelijk naar Westerse normen. We houden grote kuis, geven les en de vuile kleren gaan in de wasmachine, terwijl Ria en Bram van aan de Duitse grens het regenweer trotseren om ons te bereiken. Ze brengen dit Belgisch weertje, ongevraagd, mee! Rond half vier arriveren ze, waarna we enkele uren druk en chaotisch bijpraten. Krap wordt nu wel héél krap! Tussendoor maken we eten en worden de flessen wijn ontkurkt. Maandag 9 mei In de late ochtend nemen we de bus en tram naar Krakow. Je kan, denken we, geen kaartjes kopen op de bus, dus rijden we zwart tot in het centrum. De grote markt is een enorm plein waarop centraal de Lakenhallen staan, vol met winkeltjes (die geen lakens verkopen, maar een variatie aan mooie en minder mooie spullen). Het duurt wel een uur eer we er door raken. Nadien beklimmen we de Raadhuistoren. Niet echt de moeite waard. Het uitzicht is weinig spectaculair en het museum erin is ondermaats. De Mariakerk is wel de moeite waard, vaak mooi tot kitscherig versierd, met helemaal vooraan het imposante hoogportaal. Om 12 uur gaat, na trompetgeschal, het drieluik open, waarop verschillende Bijbelse taferelen te zien
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 60
zijn. Sommigen zijn levensgroot. Onze foto/videosticker die we moeten kopen, hangt afwisselend op de jas van Bram, Peter en Ardan. Het trompetgeschal is dagelijks en telkens ook live op de Poolse radio te horen. Het is een eerbetoon aan de wachter die vele eeuwen geleden met zijn trompet alarm blies, waarna hij - neergeschoten door een vijandelijke pijl - van de toren dodelijk op de grond viel. Na het voederen van de duiven (die hier 'franker' zijn als hun Venetiaanse collega's) leiden Bram en Peter de bende naar drinken-en-eten, maar de rest is al voor het einde van het plein hun spoor bijster. Peter en Bram zoeken een half uur en gelukkig is er nog de GSM: de SMSjes gaan heen en weer: 'Help' - 'We zijn terug op de markt' 'Kom naar de duiven'. En zo vinden we elkaar terug! De hemel huilt tranen met tuiten over dit tafereel. Gelukkig kan Peter (bij de duiven) schuilen onder de paraplu's van de bloemenverkopers. Nadien gaan we heerlijk en spotgoedkoop eten in een aanbevolen Trotter-adres. Prijzen waar ze in het sociaal restaurant in Lier - dat binnenkort wordt geopend (proficiat aan iedereen voor de zware voorbereiding) - van watertanden. We verkennen de rest van de stad, gaan een koffie drinken in een kunstenaars-café (duur, donker, charmant) en komen enkele uren later in Kazimierz - de oude Joodse buurt - terecht. Hier draaide Spielberg verschillende scènes voor Schindlers List, al speelde de realiteit zich meer buiten het centrum af. We eten lekker in een Joods restaurant en gaan met de tram en een stukje met de taxi terug naar de camping. Dinsdag 10 mei We douchen allen nog eens, vullen en ledigen Krap en rijden 15 km verder tot aan de zoutmijnen van Wielickza. Reeds 5. 000 jaar geleden werd hier zout gewonnen, via verdamping. De echte exploitatie van de mijn begon in de 13de eeuw en bracht de koningen veel geld op, waarmee ze oorlogen, kastelen en de professoren van de universiteit konden betalen. De mijn heeft 200 km gangen, verspreid over 9 verdiepingen tussen 64 en 327 m onder de grond. Tijdens de rondleidingen zien we, gelukkig, maar 2 % van de mijn. Omdat een rondleiding met een Engelstalige gids nog veel duurder is, houden we het bij een groepsbezoek met een Poolstalige gids. De mevrouw, met helm op, leidt / lijdt ons door tientallen gangen en zalen waarin uit zout gebeeldhouwde beelden staan. Ze geeft een prachtige Poolse uitleg, maar wij amuseren ons met kijken, filmen en foto's trekken, waardoor we steeds achterop raken en ze ons menigmaal moet aanporren, in het Pools, om de groep te volgen. Wie hier witte zalen en beelden verwacht, heeft het
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 61
fout. Het merendeel is antracietzwart. We komen in een grote zoutkapel waar zelfs de vloertegels van zout zijn. Ze hebben hier ook 'pekelmeren' (meren met heel zout water). Peter denkt dat al de 'pekelharing' hier wordt gevangen. Nadien rijden we naar de Karpaten. Het Karpatengebergte loopt als een groot hoefijzer van Zuid-Polen tot Midden-Roemenie en is de grootste bergrug in dit deel van Europa.
Zakopane: 'k Zag 4 beren, broodjes smeren . . . . en het autokerkhof Woensdag 11 mei Peter wordt vandaag een dagje ouder en dat wordt gevierd met een uitgebreid ontbijt, wel wat sms'jes en 4 stenen bekers die dienen als bier/wijn/andere-drank -beker. De rest van de dag willen we in het Karpatengebergte wandelen, maar het weer houdt ons tegen. . We rijden alvast tot Zakopane waar de drie vrouwen winkelen en de drie mannen internetten. Zo is iedereen tevreden. In de latere namiddag ziet het er beter uit, zodat we naar de startplaats van een wandelroute rijden. Uiteindelijk is het al half vijf eer we vertrekken. We gaan bergop-waarts, terwijl hele horden scholieren reeds naar beneden komen. 500m verder valt Peter zijn frank (is veel goedkoper dan een euro): video en fotocamera vergeten. Hij twijfelt even maar gaat hem toch niet halen. Het zal hem nog berouwen! De wandelweg klimt stilaan door het bos naar boven. Het is er rustig, want de meeste toeristen zijn weg. Plots verlaat het pad het bos. Recht voor ons is een zacht hellende grasvlakte en schuin-links-vooruit verdwijnt het pad opnieuw in het bos. Bram loopt wat voorop, gevolgd door Ria en Peter 10m erachter. Karin en de kinderen volgen nog wat verder naar achter. Plots staat Bram stil. Ria stopt ook, doet teken dat we stil moeten zijn en schrijft enkele letters in de lucht die we niet kunnen lezen. We naderen op kousevoeten: . . . beren! Drie zijn er reeds weggevlucht, een blijft rustig verder rondscharrelen in het hoge gras, op ongeveer 100m afstand. Wij troepen langzaam en stil samen, terwijl Bram foto's schiet. Peter grijpt tevergeefs naar zijn videocamera. De bruine beer - 'Ursus arctos' volgens de folders, lezen we achteraf - verdwijnt even
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 62
en komt wat later, iets hogerop, terug tevoorschijn, gevolgd door drie kleinere beren. Moeder is dus op stap met haar kroost. Af en toe kijken ze rond en kijken ze ook onze richting uit. De kindberen huppelen grappig door de bergweide. Moeten we bang zijn? We blijven stil toekijken: verrast, benieuwd, gespannen, allert, voorzichtig, . . . alles door elkaar en alles tegelijk. De berenfamilie wandelt, terug iets dichterbij, rond enkele sparren die in het midden van de open vlakte staan en steken deze over naar rechts, waar het wandelpad hogerop terug in het bos verdwijnt. Het hele schouwspel duurt ongeveer een half uur. Ondertussen krijgen we een sneeuwbui en schuilen we onder de dennen die iets lager achter ons staan. Dan verdwijnen ze uit ons zicht. Dit is het mooiste verjaardagscadeau voor Peter dat ze konden bedenken! We besluiten maar terug te gaan. Het wordt stilaan later, veel verder kunnen we toch niet en bovendien hebben we de kans dat 'Grote Beer en Kleine Beer/Beren' nog rondhangen langs het wandelpad. Van op 70 tot 150m afstand is het mooi om zien, maar van dichtbij . . . ? We dagen het lot niet uit. De man van de camping waar Ria en Bram logeren is verrast. 'Very special - Never seen', is zijn commentaar. Het koude voorjaar jaagt deze beren het dal in, op zoek naar wat eetbaars. Volgens een folder, die we de volgende dag lezen, hebben beren reeds ingebroken in auto's waarin voedsel lag. Ze hebben een goed neus, maar een slecht zicht. Op afstand zijn ze niet gevaarlijk en zullen ze zelden aanvallen, maar als ze schrikken wanneer je ze toevallig dichtbij op een wandelpad tegen komt, is er gevaar. Zeker als je tussen de mama en haal kleintjes loopt. En deze kleintjes - iets meer dan een jaar oud - wijken tot 50/100m van hun moederszijde af. Rustig blijven en langzaam achteruitwijken, is het advies voor de wandelaars. In dit deel van de Karpaten leven er 50 tot 100 beren, maar in het Poolse gedeelte worden ze slechts enkele keren per jaar waargenomen. Het samenlopen van vele omstandigheden maakte dat wij uitverkoren zijn. Donderdag 12 mei Peter wordt wakker met vreselijke rugpijn. 'Het voelt aan alsof ik tussen een autopers geplet ben', beschrijft hij met enig gevoel door dramatiek. Ja,ja, hij wordt al een dagje ouder, hé. Volgens Karin hoort hij dan ook thuis op een autokerkhof! Gelukkig betert het en rijden we wat verder, richting een nieuwe wandeling. Eerst
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 63
passeren we nog een garage, want Karin heeft terug - en terecht, blijkt wat later - een verdacht geluid aan de wielen van Krap gehoord. De garagist maakt een testrit, demonteert het wiel, vraagt advies aan zijn broer-garagist en het verdict is helder: het 'roulement' - de wielkogellager - is kapot of verbrand. Morgen hebben ze een nieuwe en kunnen ze het herstellen. We mogen er nog mee rijden, maar niet snel en niet ver. We passen dus onze plannen voor vandaag en de rest van de week aan en zoeken een andere wandelplaats, dichterbij. We rijden tot aan het skigebied van Zakopane waar we in de namiddag de berg opwandelen tot aan de 2de berghut. We stijgen van 1000 tot 1300m. Een heel deel van de wandeling en het wandelpad loopt nog door de sneeuw. 'Het lijkt hier wel Kerstmis, maar toch is het 12 mei' zegt Rhune. Vijf uur later (met inbegrip van een uurtje drankpauze in de berghut) zijn we terug beneden. Krap staat op 1 km van de skilift. Bram en Peter zijn voorop. Ardan en Rhune vinden zelf de weg, maar voor Ria en Karin volstaan zelfs geen sms'jes en dus halen we ze op.
Restje Krakow en Oswiecim - Auschwitz/Birkenau Vrijdag 13 mei Om 9 uur staat Krap bij de garagist. We moeten nog een uurtje wachten, dat we vullen met ons ontbijt. De garage herstelt Krap vakkundig: wiel eraf, roulement eraf, nieuw monteren, wiel erop, testen . . . en op onze vraag zetten ze ook nog onze bumper - zie vorige verslagen - muurvast. Het is 14 uur als alles klaar is. Ondertussen hebben we gewinkeld en heeft (tante) Ria aan Ardan en Rhune voorgelezen over de 2de wereldoorlog en de Jodenvervolging, als voorbereiding op het bezoek aan Auschwitz. Ria, Bram en de kinderen zijn al terug naar Krakow vertrokken. Peter en Karin komen iets later, wanneer Krap klaar is en vinden - leve de sms'jes - vlot de parking waar Bram zijn auto staat. Eenmaal daar vinden ze - weeral: leve de sms'jes - de voorhoede die een terras op de markt onveilig maakt. We kuieren nog even rond, steunen de lokale middenstand met allerlei aankopen en vinden dankzij Peter zijn fotografisch geheugen (den 'Trotter' - met plan - ligt nog in de auto) en zijn subliem oriëntatiegevoel (viola, nu weet elke lezer wie de weblog aanvulde en dus verantwoordelijk was voor al de 'fauten' erop) een vegetarisch restaurant dat mijnheer Trotter aanprijst. Na de melkbar van ons vorig bezoek is dit alweer een schot in de roos. Als je een goed en uniek restaurant zoekt voor een etentje, dan bezorgen wij je dit adres wel: heerlijke licht-zure Poolse soep, gevulde
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 64
Oekraïnse pannenkoeken, grote gebakken aardappelkoeken met champignons of vegetarische goulash-saus, 12 verschillende soorten rauwkost, heerlijke kwarktaart of gevulde pannenkoeken met fruit of vanillesaus als dessert, . . . Om je vingers af te likken ! Nadien rijden we naar Oswiecim waar Bram en Ria na lang zoeken een kamer boeken in hotel -'building' GLOB. Krap staat ernaast, op een grote lege parking. (8.106 km) Zaterdag 14 mei Het Poolse dorp Oswiecim, ongeveer 60 km ten westen van Krakow/Krakau. Het dorp is bij ons beter gekend onder zijn Duitse naam en geeft ons koude rillingen: 'Auschwitz'. Ria leest na het ontbijt nog wat voor uit 'De kinderen van het achtste woud' van Els Pelgrom, over Joden die in de winter van 1944 zich in een bos in de Veluwe (in het midden van Nederland) verstoppen voor de Duitsers. Voordien hebben ze ook al een kinderboek met illustraties gelezen over het Anne Frank. Ardan en Rhune zijn een beetje voorbereid. Auschwitz I (15. 000 gevangen mannen) - bekend van de poort met het opschrift "Arbeit macht frei" - is grotendeels omgebouwd tot museum. Het was een 'modelconcentratie-kamp', bedoeld om een eventueel Rode Kruisbezoek te misleiden. Al zijn ook hier erge dingen gebeurd. Vanaf '42 bouwden de Duitsers Auschwitz II in Birkenau, 3 km verderop in de lege vlakte. Dit kamp is bekend van de sporen waar de treinwagons hun eindhalte hadden en wordt sinds de film 'Schindlers list' veel vaker bezocht. Het was een uitroeiingkamp waar tegelijk 100. 000 gevangenen konden 'wonen'. Maar voor 3 op 4 joden en andere gedeporteerden (ouderen, kleine kinderen, zwangere vrouwen, . . iedereen die niet arbeidsgeschikt was) wees de duim na aankomst onmiddellijk richting de 'douches'. Zyklon B is veel goedkoper dan kogels en beter voor het moreel van de soldaten (tenslotte ook maar mensen), zo hadden de Nazi-leiders ontdekt. 'Vergeet het nummertje niet waar je je kleren hebt gelegd' riepen de bewakers de naakte gevangen toe die gingen douchen. Soms met 2. 000 tegelijk. Soms kregen ze ook nog een stuk zeep.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 65
Twintig minuten later was 'de klus' geklaard en kon men beginnen met het trekken van de gouden tanden en het verzamelen van de haren. Het haar werd verkocht om er kledingsstoffen van te weven. De Russen die het kamp bevrijdden, vonden nog 7. 000 kg haar. De 'gelukkigen' - al kan je je afvragen of je niet beter af was met de onmiddellijke dood - woonden vooral in houten barakken, met nauwelijks sanitair, kolen en verwarming vanaf -20 graden, . . . . vooral in de winter overleefden velen slechts enkele weken. Ongeveer 1,5 miljoen mensen zijn hier vermoord. De laatste dagen voor de bevrijding trokken de Duitsers zich terug en namen ze de meeste gevangenen mee. De voettocht naar een ander kamp, waarna er vervoer naar Duitsland was voorzien, was voor tienduizenden een 'dodenmars'. Weinige overleefden het. De Russen vonden een verlaten en brandend kamp en bevrijdden in Auschwitz I, II en III (7 km verder bij een fabriek) 7. 000 mensen. Enkele honderden kinderen, waaronder heel wat tweelingen, waren niet vergast omdat ze bruikbaar waren voor 'medische' experimenten van o. a. "dokter" Mengele. Vele van deze kinderen kenden zelfs hun naam niet (meer), maar enkel hun 'nummer' dat op hun arm was getatoeëerd. Vooral de vlakte in Birkenau imponeert. Nu zie je gras, prikkeldraden en op regelmatige afstand schoorstenen. Vroeger was hier enkel zand en modder tussen de tientallen houten barakken. We moeten hier nog eens terugkomen wanneer sneeuw het gras bedekt en een bittere koude wind over de vlakte snijdt. Dan pas ‘voel’ je het. Of Rhune het niet 'te erg' vond, vroeg Karin. 'Maar mama, dat kan je nooit 'te erg' vinden' antwoordde ze. Een weblog, noch foto's of video kan de werkelijkheid vatten. En toch draait de wereld verder. Wij rijden door naar Katowice, waar we bij een Italiaan samen de laatste avond doorbrengen. Morgen rijden Ria en Bram terug naar huis. En Krap rijdt ook verder. Noordwaarts.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 66
Pinksteren in Czestochowa Zondag 15 mei Om half acht wuiven we Ria en Bram uit en vertrekken we zelf richting Warchau. Onderweg passeren we Czestochowa, het Poolse Lourdes. Peter wil 'per sé' de Zwarte Madonna zien die in het klooster als een magneet werkt op de vele pelgrims. En de Polen kunnen er wat van. De Zwarte Madonna stamt ergens uit de 6 tot 14de eeuw en heeft - naar men 'gelooft - reeds vele wonderen verricht, waaronder een gewonnen belegering van het klooster. Maar het is Pinksteren en dus zit de kerk boordevol gelovigen, waardoor we maar een glimp opvangen van twee donkerbruine hoofden, met zilver (of zoiets) omkleed. Ardan en Rhune vinden vooral de kerktoren, waar we op kunnen en die ons een prachtig overzicht geeft, de moeite waard. Karin en Peter 'ontdekken' (want in geen enkele reisgids vermeld) op de 1ste verdieping van de kapel een prachtige hedendaagse 'Kruisweg'. Hij is geschilderd in 2000/2001 en verhaalt het lijden van Jesus op een zeer eigentijdse manier. Rondom Jesus zien we op de verschillende schilderijen: micro's, soldaten met geweren, de prikkeldraad uit Auschwitz, de Paus, . . . . Volgens ons veel meer de moeite waard dan het 'verafgode' eeuwenoude kunstwerk waarvoor iedereen naar hier komt. Enkele uren later stoppen we vlak voor Warszana, bij ons bekend als Warchau, de Poolse hoofdstad. De file inspireert ons om iets vroeger te stoppen, lekker te koken en de weblog aan te vullen. En klaar is kees.
Warszana of Warchau in vogelvlucht Maandag 16 mei We slapen uit, wassen haren, geven les en tegen de middag rijden we tot in het centrum van Warchau. Geen files, maar wel wat zoeken naar een geschikte parkeerplaats. De straatnaamborden staan hier op palen op iedere hoek van de straat, handig voor als je de weg zoekt. We doorkruisen Warchau-oude-stad in een Japanse-toeristen-tempo. Speciaal voor ons hebben ze een EU-top belegd, wat voor wat extra animo zorgt: loeiende sirenes
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 67
die dure BMW's begeleiden waarin afgevaardigden van een bepaald land zitten, 20 politiebusjes op een rij met daarin agenten in aanvalskledij, blauwe mannetjes op een rij en met gespreide benen op de hoek van de straat, waterkanonnen die verveeld wachten op enige ordeverstoring, scherpschutters die vanaf de daken iedereen begluren met verrekijkers, maar wel vriendelijk wuiven als Ardan met zijn verrekijker teruggluurt. Hele straten zijn autovrij en Peter schiet luidop en naast een veiligheidsagent in de lach als hij een bord ziet met verbodstekens: geen vuurwapens, geen messen en geen bommen. We hebben toevallig geen van allen bij. De oude volledig heropgebouwde Grote Markt is aardig, maar die van Brussel is aardiger. We eten spotgoedkoop in een 'melkbar' en geven nadien evenveel uit voor koffie en warme choco in een koffiehuisje. De cultuurtempel is een torenhoge moloch uit het Marxistische tijdperk en wordt in de reisgidsen afgebroken. Over de met spiegelglazen beklede betonnen dozen - eigentijdse Westerse architectuur - zwijgen de reisgidsen. Misschien onder het mom van: negatieve reclame is nog altijd beter dan geen reclame? Een gevarieerde stad. 's Avonds rijden we het centrum terug uit om te overnachten aan een tankstation. (8.519 km) Dinsdag 17 mei Dit is een niets-speciaals-dagje: eten, les, rijden tot Hajnowka, deprie worden van de regen en op de parking van een nieuwe (1983) mooie Orthodoxe kerk spelen we nog een spelletje, vooraleer we onder de dekbedden kruipen.
Bij Louisa op visite Woensdag 18 mei Na de middag rijden we door naar Bialowieza (8.780 km): "Bij Louisa" in Krap-taal. Een paar km voor het dorp is er een soort dierentuin waar je o. a. de Wisent - de Europese bizon - kan bekijken. Behalve deze volklokker herbergt het 'reservaat' nog wat wilde paarden, herten, zogende everzwijnen en slapende wolven. Het regent terug als we het park verlaten en tot Bialowieza rijden. Peter informeert voor een gids. Het natuurpark bestaat uit een oerbos, nooit aangeplant door de mens, en de
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 68
eeuwenoude bomen en de veel jongere dieren zijn hier de baas. Je komt er alleen in met een gids. Het ligt voor een klein deel in Polen en voor een veel groter deel in Wit Rusland. Voor dat deel kan je hier speciaal een visum voor 1 dag kopen. Maar het Pools gedeelte is voor ons al groot genoeg. Donderdag 19 mei De regenwolken zijn weg en het belooft een prachtige dag te worden. Peter bestelt een gids en een half uur later kunnen we vertrekken. Er zijn hier geen groepsrondleidingen, waardoor het wel duur uitvalt. Een eenzame Parijzenaar vraagt of hij met ons mee kan, want om helemaal alleen een gids te betalen heeft hij - terecht - geen zin. Maria, onze gids, ratelt en stapt er stevig op los. Precies alsof ze net van de bakker komt en seffens nog naar de apotheker moet. We zien een roofvogel, een "Kijk daar een specht, die hamert er op los" en veel eeuwenoude bomen. Die zijn aan de taaie kant. Een 300 jaar oude eik ligt al 30 jaar op zijn buik te rotten en is dus een pretpark voor vele planten, schimmels, insecten en andere dieren. Mooi, maar (de gids is) niet echt zijn vele geld waard, vinden we. Ook voor het museum 'moet' je een gids nemen. Wellicht goed voor de lokale economie (vele Bialowiezenaren hebben een gidslicentie), maar een beetje teveel voor ons krap budget. We rijden door naar een camping, waar we in de avond nog een film bekijken. Vrijdag 20 mei We willen vroeg opstaan maar slapen in de praktijk uit. De fietsen gaan van het rek en we vertrekken voor een lange fietstocht door de rest van het grote bos dat vrij toegankelijk is. Het geheel is ongeveer 22 bij 22 km, zodat je hier wel enige dagen zoet bent. Uiteindelijk leggen we ongeveer 27 km af en eten we Oekraïense soep in Budy waar een jong koppel lekker kookt en kamers verhuurt. Een adresje om in Trotter te zetten. Wie het adres wil om deze streek te verkennen kan het bij ons afhalen. 's Avonds houden we nog een kampvuur, samen met 3 Poolse en 1 Tsjechische vrouw. Gezellig.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 69
Dauwtrip in Narewka Zaterdag 21 mei Na het ontbijt, opruimen en les geven, douchen we. Als Peter goed en wel ingezeept is, sluit de werkman het water af om nieuw sanitair te plaatsen. Karin speelt redder in nood en in haar beste Pools en met veel gebarentaal laat ze het water opnieuw aansluiten. Terug aangekleed springen we alweer op de fiets voor een laatste tocht in Bialowieza. Peter laat ons in het begin unieke plekjes zien met de nodige stillevens, zoals het kadaver / karkas van een paard dat in een grasvlakte tussen de bossen ligt te stinken. Ondertussen doet hij alsof hij weet waar we zijn, maar telkens zijn we veel minder ver dan dat hij op het plan inschat. We fietsen een eindje tussen de rails van een oude spoorlijn. Ardan vindt het eng en maakt plannetjes wat hij zou doen, mocht er plots een trein tevoorschijn komen: hij zou eerst zijn eigen hachje redden en de fiets laten liggen. Rhune geeft echter voorkeur aan een fietsreddingsactie, "want die is wel veel geld waard hoor". Tegen de avond rijden we via een degelijke zandweg naar Narewka, 18 km Noordwaarts. Daar vinden we een groezelige bar waar je ook je maag kan vullen. Een houten barak waaraan 2 kleine oude tenten zijn gebouwd. Graffiti versiert de buitenkant en de tuinmuur. De baas, die enkel Pools en Russisch spreekt, heeft geen pizza, maar prepareert ons iets "wegetarianski" waar we onze duimen van zullen aflikken. Het wordt gebakken eieren met bieslook, brood en 4 verschillende bordjes. Het smaakt inderdaad. 'Koffie, Thee?' vraagt hij en even later is hij terug met 2 koffie’s en 2 thee’s en heeft speciaal voor ons - bij de winkel in de buurt ook nog wat cake gekocht. Alles voor de luttele som van 22 Zlotys of 5,5 euro. Zondag 22 mei In de namiddag wandelen we tot aan een uitkijktoren die prachtig zicht geeft op de rivier, vijvers en ruige weilanden tussen de bossen. Reisgidsen hebben eigenaardige trekjes. Ze spreken van wolven, bizons, herten en everzwijnen, maar bijna niemand ziet ze. Maar ze zwijgen zedig over de miljoenen muggen die genieten van het woud en de mensendieren erin. Neem maar pure 'Deet' mee als je hier komt wandelen. Van op de toren ziet Peter 'iets bruin' wegspringen. Hij denkt dat het een kleine ree
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 70
is, maar het 'ding' komt niet meer tevoorschijn. Een (1) woudbewoner komen we wel op de weg tegen; een slang! Allee, een slangetje. Het bruine diertje, ongeveer 25 cm lang, houdt zich bangelijk stil als we in haar buurt komen. Uiteindelijk siddert ze weg. Onze dierengids vermeldt maar 3 soorten slangen. Het 'zou' een addertje kunnen zijn, maar we zijn niet zeker. We leggen het diertje vast met enige miljoenen pixels, in plaats van op de gevoelige plaat. Na het avondeten rijden we terug het bos in en stoppen op een parking, 4 km voorbij het laatste bewoonde huis, op 1 km van de uitkijktoren. Morgen gaan we in de vroegte kijken. Maar eerst een film en rond 23 uur nog een verrassingsbezoek: een donkere jeep met politieversiering op het dak. De jongste van de 2 spreekt enkele woorden Duits en Peter antwoordt hem in het Vlaams-met-Duits-accent. Paspoortcontrole en de papieren van de auto. De agenten seinen alles door, maar we worden niet gezocht. We mogen gerust blijven staan. De politie, uw vriend. Maandag 23 mei De gsm loop om 3:45 uur af. Het is al licht! We maken ons snel klaar en reppen ons naar de toren waar we om 4:30 toekomen. Een professionele cameraploeg is ons voor en heeft de toren net ingepalmd. We negeren het verbod van de geluidsman die beneden sfeergeluiden opneemt en beklimmen ook de toren. De filmset is klaar: een prachtig natuurdecor met echt lopend water, een rookmachine die net-echte-mist over het water blaast (of was het echt-echt?) en honderden figuranten kwetteren en kwaken er op los. Een koppel eenden vliegt over. De spanning stijgt. Maken we een remake van "The deer hunter", "The beer", "Dances with wolves" of "Asterix en Obelix gaan op everzwijnenjacht"? Helaas sturen de hoofdrolspelers hun kat. Na een uur vergeefs speuren en wachten druipen we af. Ook de cameraploeg geeft het op. Dieren in het wild film je nu eenmaal niet op bestelling. Na het vroege ontbijt om 7 uur rijden we Noordwest in de richting van de duizend meren. Tussendoor geven we les en plunderen we een Lidl. Rond 15 uur stoppen we iets voorbij Grajewo. Net over de spoorweg ligt links een mooi grasterrein waar we van de zon kunnen genieten. Dit is ook het speelterrein van Poolse kinderen. Rhune maakt bloementuiltjes en trekt al gauw de aandacht van de andere kinderen. Na het eten is het ijs gebroken. We halen de diabolo boven, het springtouw, de honkbal, zetten onze deur open . . . en we zijn een reizende attractie geworden. De
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 71
Poolse meisjes palmen na enige aarzeling Krap in en zitten stil rondkijkend te genieten. De jongens, aangevuld met Rhune en nog enkele andere meisjes, spelen voetbal en Peter slaat na 5 minuten zijn enkel om: "Je wordt ouder papa, geef het maar toe, want je bent nog snel, maar . . . " We blijven er spelen tot half acht en rijden verder om aan een meertje te slapen tussen Drzysz (spreek dat maar eens uit!) en Gizycko.
Lekker luieren Dinsdag 24 mei We blijven aan het meertje om les te geven en een boek te lezen. Tussendoor stoppen hier vele auto's met tientallen plastiek flessen om ze aan een bron te vullen. Ardan en Rhune vullen de lege tank van Krap met bronwater. We rijden tot Gizycko, internetten, eten en slapen aan garageboxen. Niet elke slaapplaats is even idyllisch. Maar slapen doe je vooral met je ogen dicht, dus . . . 25, 26 en 27 mei De blauwe zon straalt schitterend in de gele lucht. We zoeken een camping aan een meer en kiezen voor 'nr. 175' of Rusalca. De camping is in elk geval geen aanrader voor kampeerwagens. Water tanken en lozen kan je hier niet. WC leegmaken is ook niet vanzelfsprekend. De grootste verdienste van deze camping is dat je hier kajaks en waterfietsen kan huren. Woensdag installeren we ons, waarna we een kajak en waterfiets huren. We varen tot aan de overzijde waar het riet de oever versiert. Donderdag varen we 3 uur met de kajak. Je kan op het meer vele kilometers varen. De zwanen peddelen weg als ze ons zien. Peter en Ardan spelen piraatje en doen alsof ze andere schepen aanvallen. Ardan gaat aan een zwemplaats in het water. De bovenlaag is warm, maar daaronder is het nog veel te koud. Het water is hier ook minder diep dan verwacht, want na een duik komt hij boven met bloedende striemen op zijn borstkas. Gelukkig is het niet zo erg als het er uitziet. We luieren wat, maar ook hier verpesten teveel muggen de sfeer. Ardan en Rhune amuseren zich met het gezelschap houden van sportvissers. Peter en Ardan oefenen met de diabolo. Karin en Rhune schilderen. De videocamera heeft een defect en weigert om de batterijen op te laden. Gedaan met filmen, maar het fototoestel doet het wel nog.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 72
Na ons vertrek rijden we nog langs Swieta Lipka, het Pools voor 'Heilige linde' en het Poolse Scherpenheuvel. Een terdoodveroordeelde heeft hier zijn leven gered door in 1 nacht een prachtig Mariabeeld te beeldhouwen, zo vertelt de legende. Momenteel staat hier een knappe kerk met een imposant orgel. Een lieve pater, die vindt dat we 2 schattige dochters met mooie ogen hebben, maant ons aan om binnen te gaan kijken en luisteren, want het orgelconcert is net bezig. De 4. 000 pijpen geven een goede klank en bewegende engelen vullen het schouwspel aan. Op het einde zet een kranige oude pater de kerkbezoekers aan tot zingen: 'Haleloeja, haleloeja, . . . '. Hij heeft een prachtige stem. In Reszel bezoeken we de toren van het oude kasteel en de kerk, waar net de eerste communiekanten binnenstromen. Een leuk schouwspel, vindt Ardan. Daarna rijdt Krap tot Gdansk (9.407 km).
Gdansk - Culinaire Hanzestad Zaterdag 28 mei Gdansk is voor ons een synoniem voor Solidarinosc en Lech Walesa. Je denkt dan spontaan aan grauwe lawaaierige scheepswerven. Maar Gdansk is prachtig. Ze vierden hier onlangs hun 1. 000-jarig bestaan, maar de meeste huizen zijn heel recent. 90 % van de binnenstad lag in puin op het einde van de tweede wereldoorlog. Maar veel is heropgebouwd in de oude stijl. Vaak herkenbaar want Gdansk had nauwe banden met andere wereldhavens en soortgelijke allures. In de reisgidsen worden vaak Vlaamse en Nederlandse namen genoemd. De hoofdstraat loopt vanaf 3 toegangspoorten in het Westen tot aan het water in het Oosten. We verkennen de belangrijkste straten, de 'melkbar' (een goedkoop restaurant) en een ijssalon. We slapen op een bewaakte parking waar 's nachts een waakhond ongewenste bezoekers desnoods 'beentje hapt'. Krap staat in de schaduw van 'Het laatste oordeel' van de Vlaming/Bruggeling Hans Memling. Dit drieluik hangt in het Nationaal Museum, aan de overkant van de straat. Zondag 29 mei Vandaag zijn vele museums gratis toegankelijk. We beginnen met het (te betalen) Nationaal Museum. Topper is dus 'Het laatste oordeel'. Prachtig geschilderd en van
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 73
dicht bij (achter glas) te bewonderen. Ook de Griffioensklauwen, een 15de eeuwse drinkbeker is mooi. Daarna volgen het Uphagen-huis en het stadhuis. Daar is 'De Rode Zaal' de topper met knappe schilderijen op de muren en op het plafond van . . . alweer een Vlaming. Ook het Maritiem museum is plezant. Dit is een verzameling van 4 museums. Een tentoonstelling van kleine boten uit tientallen landen uit alle werelddelen en de houten kraanpoort is de moeite waard. Deze grootste middeleeuwse houten havenkraan van West-Europa kon goederen tot 2. 000 kg ongeveer 27 meter omhoog takelen. De heen-en-weer-wolf zet ons over want aan de andere kant bezoeken we nog de Soldek, de eerste Poolse oceaanstomer van na de 2de wereldoorlog. Vooral de machinekamer imponeert en schrikt zelfs wat af. Een reuze-toren-softijsje geeft afkoeling op deze zonnige dag. We eten heerlijke zalm, kip en soyaburger voor geen geld in Zloty Kur. Maandag 30 mei We gaan terug naar onze melkbar 'Neptun', waar we royaal ontbijten. De bar is open van 7 tot 17 uur. Reeds van 's morgens af serveren ze hier soep en warme maaltijden. Wij houden het bij smoutebollen, met witte harde kaas gevulde pannenkoeken met confituur, belegde broodjes met kaas, tomaat en een plak boter, aardappelchampignon-koekjes en een Kefir-fruit-drankje. Ontbijt op z'n Pools. De regen valt uit de lucht terwijl we internetten. Daarna (willen we) winkelen, de grote Mariakerk bezoeken en haar toren beklimmen en tegen de avond voert Krap ons naar Leba, waar wandelende duinen aan de kust gemeld worden. Hopelijk vinden we ze. 31 mei – 5 juni De "Wandelende Duinen" wandelen tot 9 meter per jaar. We zien ze echter geen enkele stap verzetten. Misschien is het gewoon hun dag niet. Op de camping buurten we nog met een koppel uit Nice (Zuid-Frankrijk) die eveneens met hun 2 kinderen (6 en 8 jaar) voor 6 maanden op reis zijn. Zij reizen door naar Zweden. Wij binnenkort naar Berlijn. Gezellig om wat ervaringen uit te wisselen bij een houtvuurtje.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
14.
Blz. 74
DUITSLAND
Himmel über Berlin Maandag 6 juni Vandaag komen we in Berlijn aan (10.006 km) en bezoeken we de East-side Gallery: een stuk Berlijnse muur dat door kunstenaars werd beschilderd. Morgen bezoeken we Berlijn ´Mitte´(het centrum) en vieren we Karin haar verjaardag. Overmorgen, 8 juni, vertrekken we terug naar het Belgenland en overschrijden we wellicht rond 17 uur de grens. Wil iemand de douane verwittigen? In ons weekje België zijn we al geboekt voor een 3-tal feesten. Verder moeten we Krap in orde brengen, alle elektronische spullen een groot nazicht geven en de volgende 2 maanden voorbereiden. En Ardan en Rhune gaan zeker op ´schoolreis´ naar hun school. Tussendoor hopen we wat foto´s op het internet te kunnen zetten, zodat de mensen die ons niet zien ons toch nog eens zien. De dagen korten en Ardan ruikt zijn stal. We komen ’s avonds in Meerhout aan en genieten van echte Belgische frieten. Na 10.801 km doorheen Zuidelijk en Oostelijk Europa mag dat wel. Deel 1 is veel sneller voorbij dan wij ons konden voorstellen: Op stap met Krap - deel 2 komt er aan. Na de pauze.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
15.
PAUZE
Pauze noemen ze dat. In feite is het een drukke week: Krap moet binnen voor kleine herstellingen wassen en plassen 3 feestjes de haag afscheren wat onkruid wegdoen nadien naar het containerpark de eerste stappen voor de gerechterlijke expertise van de 'andere' kampeerwagen enkele dagen later die kampeerwagen naar 'de Limburg' overbrengen een vergadering op het werk schoolwerk en toetsen voor de kinderen Krap kuisen en terug inladen Krap herstellen en verbeteren: de keukenkraan, scharnier kastjes, legplank, . . . reisgidsen over Ierland en Schotland doornemen, .... We toeren hiervoor 620 km rond. Totaalstand: 11.421 km.
DEEL II start over precies 109 uur en 25 minuten. We willen nog: 40 uren slapen 15 uur met 'eten' bezig zijn ons 2 uur wassen 1 uur op de WC zitten 0,5 uur rustig niets doen .... De tijd wordt dus . . . Krap. Maandag 20 juni om 9. 15 uur vertrekt onze boot van Calais naar Dover. Hopelijk missen we hem niet.
Blz. 75
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
16.
Blz. 76
ENGELAND
Londen: Links, rechts, averechts Zondag 19 juni We wilden op tijd vertrekken, maar uiteindelijk werd het kwart voor zes. Niet echt erg, want het was toch te warm om te rijden. De eerste 'stop' is Waasmunster waar we nog een goeie dag zeggen tegen 'meme en pepe'. Daarna via Oostende naar Calais waar we slapen op de parking van de haven, tussen vele andere kampeerwagens. Het is warm en pas rond 23. 30 uur is de zon aan het einde van haar Latijn. 20 en 21 juni Links, rechts, averechts. Het is even wennen: links rijden. De Engelsen bleven hun middeleeuwse gewoonte trouw om links te rijden zodat ze - te paard - hun rechterhand vrij hadden om aanvallers af te weren. Napoleon - de man heeft zowat alles ingevoerd, ook het rechts rijden - kon de Engelsen noch overtuigen, noch verslaan. Na enig zoeken vinden we een camping ten Noorden van de Londen, in Loughton (11.869 km). Er is ook een metrostation in de buurt. Bij onze aankomst heeft Rhune plots de buitendeur van ons huis in haar handen. Die ging de laatste dagen reeds moeilijk dicht en nu is een scharnier afgebroken. We zijn 1 dag op reis. Joepiejéé !!!! Handige Harry - bijgenaamd 'Peter-weet-het-beter' verwisselt twee scharnieren en schroeft de tweedelige deur aan elkaar, zodat we er voor twee maanden tegen kunnen. De rest van de dag genieten we van de zon. Volgens de campinguitbater fiets je op 15 minuten naar 'The Tube', zoals ze hier 'The Underground' noemen. Wij vertrekken zonder plan en doen er 1 uur en 10 minuten over en gaan uiteindelijk te voet over 'Lippens Hill'. De buitenkant van Londen is prachtig groen en heuvelachtig. Een half uur later staan we in het centrum. We kuieren wat rond en merken dat de meeste musea en attracties peperduur zijn. We kopen 4 ijsjes en betalen 10 pond of 15 euro! Dit zijn geen Oost-Europese prijzen meer.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 77
We bezoeken de Towerbridge: op, boven, onder, . . . en ze gaat nog open ook. Met de hulp van internet en een goed geheugen vinden we in Convent Garden 'Food for Thought' terug: een lekker en goedkoop vegetarisch restaurant waar we 9 jaar geleden - Rhune zat toen in Karin haar buik te stampen - ook reeds aten. Dit is het Londense equivalent van de Poolse melkbarretjes! Met fantastische desserten. We genieten verder van de straatanimatie en Rhunes carrière gaat pijlsnel de hoogte in. Na haar rol van tandarts in de schoolmusical speelt ze hier assistente van een Londense fantastische straatgoochelaar, voor een internationaal publiek. Nadien wordt ze in de metro aangesproken door 1 van haar oudere 'fans'. Woensdag 22 juni De zon is van de partij en er is in Londen ook veel gratis te beleven. Ardan speelt Bobby (Londense politieagent) met zijn zwarte helm (Peter heeft die als kind ook gehad), we zien de Big Ben (klinkt ook wel als 'De Big Bang'), het parlementsgebouw en de laatste minuten van de aflossing van de wacht. Londen zit erop. Voor ons toch. Want een week later komt Bush op de proppen en maakt hij (onrechtstreeks) brokken.
Rhune is jarig: Colchester Zoo Donderdag 23 juni Rhune is vandaag jarig en we maken een ommetje langs Colchester. Een mooie en ruime dierentuin waarin we de hele dag rondscharrelen. We geven zelf een olifant en giraf te eten, we aaien een albino - wit met gele tekening - Python van 9 jaar oud. Het beestje is nog maar 2 a 3 meter en moet dus nog enkele meter groeien. Het voederen van de leeuwen, wolven en witte tijgers laten we over aan de professionals. We sluiten het bezoek af met de speeltuin en rijden nadien naar een supermarkt. Na het eten en de verjaardagstaart is het te laat om nog verder te rijden en dus slapen we daar. Het lijkt - en is - een goede slaapplaats.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 78
De muur van Hadrianus en The Scottisch Border Vrijdag 24 juni We rijden 460 km en verder doen we niets. Ardan voelt zich niet goed, heeft hoofdpijn en geeft over. Nadien slaapt hij als een roos. Schotland komt in zicht. Zaterdag 25 juni Na de middag trekken we verder en bezichtigen we restje van 'De muur van Hadrianus'. Deze Romeinse keizer was de Schotse invallen beu en liet 122-128 jaar na Jesus' geboorte een muur bouwen van de Oost naar de Westkust, ongeveer 110 km lang. Al hield deze muur die wildemannen niet zo goed tegen als de Berlijnse muur de Oost-Berlijners tegenhield. Nadien bezoeken we de resten van een kleine Romeinse tempel. Dit landschap was de uiterste grens van het Romeinse-rijk-op-zijn-grootst. Keizer Napoleon geraakte hier zelfs niet en ook de Europese Unie breekt soms zijn tanden op die Engelsen. We slapen op de parking aan de Romeinse tempel en hebben een prachtig zicht op het heuvellandschap.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
17.
Blz. 79
SCHOTLAND
Zondag 26 juni We enteren Schotland en stranden in Langholm (12.584 km), aan de rivier waar de zon en een mooi grasveld ons lekker laat genieten. Wij lezen een boekje en de kinderen verpulveren stenen tot rode poeder. Omdat hier een bordje 'No overnight parking' staat, rijden we 2 mijl verder tot we een plaats zonder zo'n bordje vinden. We maken tevens voor het eerst voorzichtig kennis met de 'midges': piepkleine bijtende vliegjes. Maandag 27 juni We rijden een heuvel op en beklimmen het laatste stuk: er staat een obeliskmonument voor ik-weet-niet-meer-wie en je hebt er mooi zicht over Langholm en omgeving. Nadien rijden we terug naar de rivier om te genieten, te lezen, te tekenen, te eten, . . . een lui en lekker leventje. Er zijn ook fietsroutes, maar die laten we over zodat we een reden hebben om nog eens terug te komen. Dinsdag 28 juni We rijden tot Melrose waar we de abdij bezoeken. We sluiten aan bij 'Historic Scotland'. Deze organisatie beheert een 70-tal monumenten. Het inkomgeld is hoog, maar met een tijdelijke lidkaart mag je overal gratis binnen. Niet goedkoop, maar wel de moeite waard. Melrose Abbey was ooit de mooiste en rijkste abdij van deze regio. De restanten van de kerk en abdij geven een indruk. Het geheel is mooi aangelegd en onderhouden. Je kan bovendien een stuk van de toren beklimmen, waardoor je een knap overzicht hebt. De Smailholm Tower, 10 mijl verder, zien we enkel langs de buitenzijde want we deze was reeds gesloten. We eindigen de dag met 'Scotts View'. Op die heuvel kwam 'Sir Walter Scott' graag genieten van het landschap, met in het dal een meander van de Tweed, die o. a. de grens tussen Engeland en Schotland vormt. Walter Scott kom je in heel Schotland
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 80
tegen. Hij was advocaat, Sheriff, schrijver en nog veel meer. Hij was de eerste om historische romans te schrijven. Wij kennen hem als schrijver van ‘Ivanhoe’. Voor de Schotten lijkt hij een beetje op een god. Zijn begrafenisstoet, die 1 mijl lang was, hield hier even halt om, zoals Walter Scott, te genieten van het uitzicht. Een mooie plaats om te overnachten.
Edinburgh: Top of the hill and Top of the world Woensdag 29 juni We rijden, met pauzes en les, naar Edinburgh. Ook hier is, zoals in Warchau, een massa politie op de been. Op de top van de berg vind je de topattractie, ook beheert door Historic Scotland: het kasteel van Edinburgh. Maar de politie is vooral aanwezig voor het bezoek van de koningin, begin juli, en voor de G8-top. We zijn - als adviseurs van Bush, zodat hij eindelijk eens wat 'wijze' beslissingen neemt - reeds paraat om deze wereldtop voor te bereiden. Politieke topconferenties en Krap, ze kunnen blijkbaar niet zonder elkaar. We fietsen die avond nog de 'Royale Mile' op en af (gelukkig hebben we een pak versnellingen) en eten ons dik in Pizzahut. De politie komt die avond nog vragen of we hier komen (slapen) om te protesteren tegen de G8-top. Peter zwijgt zedig over het doel van zijn vorig - eerste - bezoek aan Schotland, 20 jaar geleden. De politie is vriendelijk en laat ons een nachtje slapen. Donderdag 30 juni Eindelijk hebben we eens echt Belgisch en Schots weer: regen! We bezoeken Edinburgh Castle - je bent er vele uren zoet, we beramen zelfs hoe we hier de Schotse kroonjuwelen kunnen stelen - en beklimmen nadien een monument ter ere van Walter Scott: een eigenaardige samensmelting van een barokke (?) kerk en een Indische tempel waaronder een gebeeldhouwde Walter Scott als een echte Boedha prijkt en kijkt naar de stroom van dubbeldekbussen die voorbij rijden.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 81
Over kastelen, Highland games en internationale betrekkingen Vrijdag 1 juli We verlaten Edinburgh en maken een ommetje langs 2 kastelen. Linlithgow is een kasteelruïne waar alle Stuart-koningen woonden. Krap geraakt maar krap door de toegangspoort naar de parking. De muren staan recht maar het dak en de inrichting is weg. Toch is en blijft het imposant. Met enige verbeelding waan je jezelf koning, prinses, ridder of hofnar. Op de ruime binnenkoer staat een knappe gebeeldhouwde fontein en tieners in middeleeuwse kledij geven een (Engelstalige) rondleiding. Rondom het kasteel ligt een hellend grasveld en een meertje, de zon schijnt, . . . Nadien rijden we naar Stirlington Castle. Een massa volk, security en politie. Hier is iets op til. Deze avond treedt Wet Wet Wet op, op het plein vlak voor het kasteel en velen staan reeds aan te schuiven. Gelukkig blijft het kasteel gewoon tot 6 uur open en een vriendelijke politieman op brommer begeleidt ons naar een geschikte parkeerplaats. Alhoewel dit kasteel meer aanzien heeft en beter gerenoveerd is (er liggen daken op de muren, er is meer ingericht), krijgt Linlithgow onze voorkeur. We pikken nog een stukje sound-check van Wet Wet Wet mee (volgende week treedt Neil Young hier op) en rijden noordwaarts tot Daluhinnie. Zaterdag 2 juli We pluizen de Schotse activiteitenkalender uit die we in Edinburgh meenamen en vandaag zijn hier in de buurt (allee, 70 km rijden, dat noemen we hier 'in de buurt') Highland games. Er zijn nog games op andere dagen en plaatsen, maar die passen niet in onze reisroute. Dus wijzigen we onze route en rijden tot Invergarry, iets ten Zuidwesten van Loch Ness. Het is een gezellige kleine soort Vlaamse-kermis-op-z'nSchots: loopkoersen, touwtrekken, danswedstrijd op doedelzakmuziek, luchtkastelen, en 6 deelnemers aan de Highland Games: de Lange, de Witte, de Kleerkast en nog 3 andere tonen hun spierballen: kogelstoten, hamerslingeren, boomstamwerpen ( een boomstam van zowat 6 meter lang in de hoogte het onderste boven en zo ver mogelijk wegwerpen) en gewicht-hoog-werpen (een gewicht van ongeveer 10 kg van tussen je benen over een lat werpen die zowat 4 meter hoog hangt, doe maar na - maar zet wel een stevige veiligheidshelm op, voor als je fout mikt!). Ook de politie is van de partij (handboeien, kogelvrije vest, sirene, . . . ) en de
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 82
brandweer: we steunen de verre collega's van onze dichte buren en gooien elk voor een half pond enkele houten schijven tussen de sporten van een neerliggende brandweerladder. Rhune en Peter doen het goed. Ze winnen een Ferrari (speelgoed) en een fles Smirnoff Vodka (echt). De games krijgen nog een typisch Schots tintje met een Piperband. Tegen de avond rijden we tot net voor Fort George (13.213 km) en stoppen aan een meertje waar nog een kampeerwagen staat met Duitse nummerplaat. Die herbergt een gezin met 3 kinderen uit . . . Nieuw Zeeland. Ze hebben hun huis verkocht, zijn naar Duitsland gevlogen, even op hotel geweest, kamper gekocht en nu trekken ze voor 1 jaar door Europa. Hiertegen vergeleken zijn we dus brave en voorzichtige doetjes. De uitwisseling is een boeiende les 'Internationale betrekkingen'. Waar ligt Nieuw Zeeland weeral: volledig de andere kant van de wereld; Hoe warm is het daar: zoals Spanje en Frankrijk; Leven daar kangoeroes: neen, wel de Kiwi (een grote vogel die niet kan vliegen omdat hij te korte vleugels heeft, is het nationaal symbool); Zijn daar historische gebouwen: neen, het oudste gebouw is maar 200 jaar oud. Bovendien leren onze kinderen Engels van hun kinderen Shana (8), Jenel (6) en Tegen (3). We spelen buiten spelletjes tot de Schotse buren komen klagen over het nachtlawaai, drinken Vodka-orange, wisselen wat ervaringen uit en bekeuren elkaars kamper. De nacht is stormachtig en we slapen in Krap alsof we op zee slapen. Hij wiegt heen en weer. Zondag 3 juli In de voormiddag zitten alle kinderen bij ons te tekenen terwijl Ardan nog wat Franse les krijgt ('Zielig he', zou hij zelf zeggen). Daarna bezoeken we samen Fort George. Op de kaap van Moray Firth staat 1 van de fraaiste voorbeelden van Europese militaire architectuur, lezen we in de gids. Het werd in 1769 voltooid om de rebellie bij de Hooglanders na de Jacobitische opstanden te ontmoedigen. Alleen, toen het klaar was, was er reeds terug vrede. Het werd dus nooit gebruikt. Je kan daar soms ook dolfijnen zien, maar we hadden niet hetzelfde geluk als in Polen met de beren.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 83
Daarna nemen we afscheid van onze Nieuw-Zeelandse collega's en rijden naar Nairn waar we 'Fish and chips' eten. Ardan krijgt heerlijke mushrooms in een deegkorstje gefrituurd.
Nairn en Inverness 4 tot 7 juli We slapen ergens op de zijkant van een veldweg in Nairn. Na de middag gaan we zwemmen in het gemeentelijke zwembad. Eenmaal het speeluur voorbij is, zwemmen we er (bijna) alleen. Nadien lezen we een boekje en veroveren de kinderen de speeltuin. Na het eten rijden we tot Inverness. De volgende dag bezoeken we Inverness. Trotter vermeldt een museum met muziekinstrumenten. Maar onze Trotter is 6 jaar oud en het museum is ondertussen verdwenen. Dus lopen we even de stad in. Nadien verlaten we Inverness en zoeken we aan de rand van de stad naar een camperwinkel. Wellicht is de ontluchting van de vuilwatertank verstopt, en dit ruik je binnenin. In plaats hiervan vinden we een camping aan het gemeentelijk zwembad van Inverness. En hier hebben ze een golfslagbad, glijbanen, enz. We besluiten hier te overnachten, zodat we morgen kunnen zwemmen. Tegelijk hebben wij de kans om wat kleren te wassen. Het zwembad is leuk en we amuseren ons goed. Helaas is de tijdbeperkt tot 1,5 uur en is het aan de dure kant. Zoals bijna alles in Engeland. Nadien zakken we af langs Loch Ness. Ergens halfweg het loch rijden we naar het westen tot de Cairn van Corrimory. Deze graftombe van opgestapelde stenen is meer dan 3. 000 jaar oud. We slapen op de parking. Na ons ontbijt rijden we verder tot Glen Affric. De weg is smal, maar er zijn voldoende uitwijkplaatsen om tegenliggers te laten passeren. In dit dal maken we een mooie wandeling: heuvels, een schattig meertje in een dal, Schotse dennen van 250 jaar oud en de (kleine) Dog watervallen. Nadien rijden we tot Tomich. De 'Mac Adam' eindigt in het dorp, maar de zandweg is in goede staat. 5 km verder bezichtigen we de Ploda falls. Eerst vinden we een kleine waterval, de naam nauwelijks waard. Gelukkig zoeken we verder en vinden we de echte: die zijn
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 84
ongeveer 50 meter hoog en wel de moeite waard. Een knap stukje natuur. Het is al laat om terug te rijden en we staan hier rustig. Enkel de midges vergezellen ons, maar we houden hen vakkundig buiten en diegene die binnendringen overvallen we met een muggentablet dat muggen en midges op hun rug laat vallen.
Urquhart en Fort William Vrijdag 8 juli We laveren terug tot Loch Ness en wat verder aan het meer vinden we het Urquhart Castle. Deze mooie kasteelruïne staat aan de rand van het loch. Dit kasteel heeft alle middeleeuwse Schotse oorlogen meegemaakt en het is er aan te zien. Meerdere keren gerestaureerd, verbouwd en belegerd. We hebben er iets mee, want het lijkt erop dat Jan Grant - de dirigent van het wereldberoemde WOSH-koor - zijn bedachteroveroverbedgrootvader hier gewoond heeft en een torenhuis heeft laten bouwen. Het noemt in elk geval de 'Grant-tower' en wellicht moeten we de geschiedenis van dit kasteel nog aanvullen met een hoofdstuk over het WOSH-koor. De Grants, de Duarts, de MacDonalds, . . . ze hebben hier allen gewoond. Bij de laatste bestorming - ergens in de 17 eeuw - hebben ze de muren opgeblazen met buskruit, zodat het waardeloos werd. Nu ja, met al dat buskruit-gedoe hadden kastelen toch al geen verdedigingswaarde meer. Een goeie 1. 000 jaar voordien kwam pater Colomba hier voorbij. Hij was op weg van Iona (zie later) naar Inverness en doopte hier een stervende edelman. In de memoires van - ondertussen 'Sint' Colomba staat tevens dat hij een monsters terug naar de dieperik stuurde toen het een zwemmer wilde aanvallen. Dit is de eerste geschreven melding van het (nietbestaande) monster van Loch Ness. Ook wij hebben Nessie niet gezien en de vage foto's uit de jaren 30 zijn vervalst. Het was in elk geval de beste PR-stunt uit de vorige eeuw. Toeristen komen nog steeds kijken naar iets dat niet bestaat. Heerlijk! Enfin, de zon schijnt en wij genieten van de zon en het kasteel. In de late middag rijden we tot Fort William (dit is een stad, geen fort!), kopen er schoenen en rijden tot het Ben Nevis-center aan de voet van de hoogste berg in Schotland: 1344 meter hoog. In het Engels klinkt het veel beter: ongeveer 4. 500 voet hoog! We zoeken een rustige parking in de omgeving, maar een jong Duits koppel die er hun tent hebben opgeslagen raden het af: er komen hier teveel auto's die zich
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 85
verdacht gedragen. We geven hen een lift tot aan de camping en rijden zelf nog iets verder om rustig te slapen aan de rand van de weg. (13.499 km) Morgen beklimmen we de Ben Nevis, als het weer meezit. Zaterdag 9 juli Helaas: het wolkendek ligt donzig over de bergen, de top ligt in de wolken en dit lijkt dus geen geschikt weer. We rijden toch even langs het visitorcenter en zij geven positief advies. Bovendien vindt er deze dagen de 'Three Hills Race' plaats: De 3 hoogste toppen beklimmen/wandelen in 24 uur. Dit is iets als de Dodentocht in Bornem (100 km in 24 uur, Peter zijn moeder heeft die ooit uitgewandeld), maar dan op de bergen. Er is dus veel volk en je kan dus niet verdwalen. Iets na 11 uur vertrekken we. Het is een stevige bergwandeling op een pad waar geen enkele steen plat ligt. We pauseren tussen door en moeten de kinderen - afwisselend - aanmoedigen. Het tweede deel is moeilijker, we zitten in de mist en de stenen hebben het groene gras verdrongen. Vijf uur na ons vertrek bereiken we de top. Ondertussen hebben meerdere 'lopers' ons voorbijgestoken. Die lopen de berg op en af. Wij zouden niet graag een knieschijf, legament of enkelgewricht zijn aan hun lijf. Dit is gekkenwerk. Boven op de top zijn de restanten van een oud weerstation te zien en enkele gedenktekens. Plots zien we daar de - althans voor ons - helden van de dag lopen: een blinde man en iemand met 1 been (maar wel met een protese aan het andere), samen met hun begeleiders. Onze inspanning is niets in vergelijking met de inspanning die zij hebben geleverd. En ze moeten er ook nog af. Drie uur later zijn we beneden: 8 uur stappen, klimmen en dalen en 1 uur pauze. We zijn moe.
Harry Potter achterna Zondag 10 juli Gisteren beklommen we - volgens Karin - 'het dak van Schotland'. Vandaag houden we een welverdiende (en noodzakelijke) rustdag. Karin knipt Peter zijn haren bij, we winkelen wat en proberen iets te drinken in een Schotse pub. Dat blijkt een groot probleem: kinderen mogen bijna nergens binnen. Zo'n pub moet daarvoor een aparte ruimte en bijkomende vergunning hebben. Rare Schotten!
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 86
Maandag 11 juli We verlaten Fort William en rijden tot Glenfinnan waar we de viaduct en (in) het (klein) station (-netje) bewonderen. Ardan en Karin gaan rond 15 uur naar het station om de stoomtrein op de gevoelige pixels vast te leggen, terwijl Peter en Rhune tot bij de Harry Potter-viaduct wandelen om enkele minuten later de voorbijrijdende stoomtrein digitaal te filmen. Harry zit er niet op, maar toch . . . We hebben de trein niet genomen wegens te duur. Nadien rijden we naar The Sound (de golf) of Arisaig waar we Krap in Smearisary parkeren: hier eindigt de weg, eindigt het vaste (Schot-)land en eindigt ongeveer ook de wereld (tot een goeie 500 jaar geleden Colombus Amerika ontdekte). We verkennen dit mooie en zeer rustig stukje van Schotland en slapen heerlijk. Dinsdag 12 juli We wandelen 3 uur door de heuvels en over de rotsen. Wegen of wandelpaden zijn er niet. We bezoeken de zee en een topje van een heuvel. Onderweg komen we 3 High Land koeien tegen met 2 kalfjes: langharige dieren met vervaarlijke Vikinghorens. Of waren het Vikings-met-Koeiehorens? Later op de dag toeren we verder en nemen we als enige de laatste ferry van Kilchoan naar Tobermory op het eiland Mull, waar we 's avonds fisch and chips smullen. Ardan neemt uiteraard een vegetarische variant. Vegetariërs worden in het GrootBrittannië trouwens echt verwend. Ze hebben hier zelfs een vegetarische variant op het nationaal vleesgerecht: Schotse Haggis. We slapen op de havenparking, ook al mag dat officieel niet. (13.664 km)
Mull Woensdag 13 juli De vlaggetjes van Mieke (de zus van Peter) versieren de binnenkant van Krap: Ardan is jarig. Na de pakjes, een heerlijk ontbijt en een bezoekje aan Tobermory rijden we verder. De A-wegen hebben hier slechts 1 kronkelend rijvak met om de haverklap een ‘bypas’ om de tegenliggers te (laten) passeren. Dat gaat trouwens prima omdat iedereen hier heel hoffelijk is. De B-weg, die we nemen, is van hetzelfde kaliber. Alleen met meer bochten, meer heuvels op en af en nog wat smaller. We vorderen traag maar zeker. Het landschap is hier prachtig. In de namiddag stoppen we in een baai met een prachtig groot strand. De kinderen plonsen in het water. Het feestvarken
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 87
transformeert in een waterrat en geniet van het (koude) water. De zon schijnt, maar er is een felle wind. De schapen lopen tot op het strand. Dit is Schotland. Na het avondeten rijden we door tot Salen, waar we een klein plekje vinden om te slapen. Donderdag 14 juli We rijden door naar het Zuidwestelijke deel van Mull: Fionnphort. Onderweg stoppen we nog om 'het dak van Mull' te beklimmen. De Ben Mor is 966 meter hoog en ligt (het wordt saai) in de mist. Samen beklimmen we 2/3 van de berg. We zitten dan al letterlijk in de wolken en de kinderen zijn het beu. Ze gaan samen met Karin blijgezind terug naar beneden. Peter kan het niet laten, klimt verder en bereikt 45 minuten later de top. Behalve een cirkel van stenen en mist is er niets te zien. Bij mooi weer heb je een prachtig uitzicht over het hele eiland, vertellen de boekjes. De wind geselt en het water stroomt uit de wolken. De nieuwe regenjas en (oudere) regenbroek doen goed hun werk. Anderhalf uur later geniet hij, samen met de anderen, van een heerlijke tas warme chocolademelk. 's Avonds slapen we op de parking van het Colomba-centrum. Zoals steeds zetten de Schotten op de beste en meest logische overnachtingplaatsen dat je er niet mag slapen. We vegen er onze voeten aan. De alternatieven (langs de weg of op een kamping) zijn te gevaarlijk/onrustig of te duur. Vrijdag 15 juli Om 10 uur vertrekt de boot naar Staffa. Op dit prachtige onbewoonde vulkanisch eiland zijn 6-hoekige basalten 'orgelpijpen' te zien die Mendelssohn inspireerden voor zijn Hebridenoverture. Je hebt er ook veel kans om zeehonden en papegaaiduikers te observeren, maar we zien geen van beiden. Op de terugtocht zien we wel een 3,5 meter lange reuzenhaai. Allé, we zien hoofdzakelijk zijn of haar rug- en staartvin. Deze vegetariër eet plankton en is hier maar zelden te zien. Hij kan tot 10m lang worden en in Engeland luistert hij naar de naam ‘basking shark’. Onze Latijnologen noemen hem eenvoudig ‘Cetorhinus maximus’. De boot zet ons af op Iona, waar de Ierse missionaris Columba (zie ook 8 juli) in 563 zijn zending begon. We bezoeken de abdij die meermaals door de Vikingen werd beroofd (stouterikken !!!). In 806 vermoordden ze zelfs 68 monniken.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 88
De overlevenden vluchtten terug naar het Ierse Kells en namen de perkamenten mee van wat nu bekend is als 'Het boek van Kells'. De rest lees je in het verslag van Dublin. Zaterdag 16 juli We slapen op een doodlopend zijweggetje. Naast ons staat een vervallen stenen hut zonder dak die we gebruiken als 'badkamer'. Nadien bekijken we het Duart kasteel nog langs de buitenkant (geen deel van Historic Scotland, en voor de binnenkant moet je dus apart te betalen). We zijn reeds om 12 uur aan de haven en hebben pas om 17 uur een boot gereserveerd. De boot van 13 uur vertrekt vol, maar op de boot van 15 uur is nog een plaatsje, dus kunnen we toch al mee. Gelukkig. (13.856 km) In Oban aangekomen bezoeken we nog het Dunstaffnage Castle en een 200-jaar oude ijzersmelterij/gieterij. Nadien rijden we Zuidwaarts en laten een tankstation links liggen wegen te duur, ook al staan we op 'reserve'. Het volgende station komt maar niet en we krijgen hoe langer hoe meer schrik! Uiteindelijk vinden we - 60 km verder - een tankstation. We tanken 70 liter, een record. We gaan met een gerust hart slapen.
De 12 apostelen Zondag 17 juli We vertrekken iets ten noorden van Glasgow en dalen af tot Dumfries, een klein schattig en mooi stadje: gezellige autovrije straten, een mooie grasvlakte aan de overkant van de rivier en een heel goed ontvangst op de toeristische dienst. We boeken onze ferry naar Ierland, luieren en lezen. Nadien rijden we even rond want enkele kilometers noordwaarts staan "De 12 apostelen": 12 stenen uit de jaren stilletjes die wellicht vorm gaven aan een heilige plaats. De 12 koeien en stieren, die de stenen in de wei bewaken, staren ons verbaasd aan, maar doen ons geen kwaad.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 89
Maandag 18 juli In de voormiddag nog even internetten en na de middag bezoeken we de Sweethaert abdijruïne en de havermolen met waterrad die daar in de buurt staat. We rijden op ons gemak naar de haven van Stranraer waar we iets na middernacht parkeren voor een korte slaappauze. Morgenvroeg om 4. 50 uur vertrekt de boot. (14.325 km) Gelukkig kunnen we 1 meter Krap meesmokkelen, dat scheelt een pak in ons budget. Vaar-wel Schotland, en tot ziens.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
18.
Blz. 90
IERLAND
The Hill of Slane en Newgrange Dinsdag 19 juli We rijden als eerste op de boot, een mooi en snel schip. Al voel je dat laatste niet. In de kinderhoek spelen ze Shrek en we kijken samen gezellig naar de film, om 5 uur 's morgens. Thuis zou dat niet mogen … Belfast en Noord-Ierland laten we over voor een volgende keer en we rijden onmiddellijk richting Dublin. Pas als we "Change Money" en snelheidsaanduidingen in km/uur zien, valt onze frank dat we al in Republiek Ierland zijn. Onderweg pauseren we, slapen wat bij en zien we in de reisgidsen enkele plaatsen staan waar we zeker moeten stoppen. Monasterboice is de eerste stop. Op dit kleine-kerkhof-in-het-midden-van-de-velden staan de mooiste High Crosses van Ierland: meterhoge stenen kruisen, versierd met Keltische motieven en Bijbeltaferelen. Het best bewaarde stamt uit de 10de eeuw en is 5,5 meter hoog. Het hoogste, 6,5 meter, staat vlak bij een 30 meter hoge Roundtower. Deze - uiteraard ronde - toren diende als herkenningspunt voor reizigers, klokkentoren, opslag van voedsel en perkamenten en als schuilplaats wanneer de Vikingen weer eens aanvielen. De deuropening zit 3 meter in de hoogte en was vroeger enkel met een ladder bereikbaar. Nu is er geen ladder en dus geraken we niet binnen. We slapen op de Hill of Slane waar nu een kerkruïne-met-kerkhof en een kasteelruïne staan. Reeds voordien was dit een Heilige plaats, want de druïden staken hier hun gigantische midzomervuur aan. Pater (ondertussen Sint) Patrick daagde hen in 443 uit door zelf een groot (alternatief) Paasvuur aan te steken op deze heuvel. De stouterik. Woensdag 20 juli We overbruggen nog voor het ontbijt de 10 km tot Newgrange. Je moet hier tijdig zijn voor kaartjes. In Newgrange vind je een van de belangrijkste ganggraven of hunnebedden van Europa. De graftombe heeft een diameter van 80 meter en werd 5. 200 jaar geleden met 200. 000 ton losse stenen aangelegd, in de tijd dat het wiel nog
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 91
niet was uitgevonden en ongeveer 500 jaar voor de piramiden in Egypte werden gebouwd. Na duizend jaar raakte hij in onbruik en verdween onder het zand en gras, tot hij in 1699 werd ontdekt. Via een lange, lage en smalle gang geraak je 25 meter diep in de heuvel, waar 3 nissen ooit assen van mensen bevatten. Verschillende stenen zijn versierd met spiralen, zigzagpatronen en krullen of andere vormen. Op midwinter, de kortste dag van het jaar en het moment waarop de zon het laagste staat, schijnt de zon (als ze schijnt) ongeveer 20 minuten doorheen de gang tot in de nissen. Wellicht was dit toen een heilig ritueel moment. Nadien nemen we terug de teletijdmachine en komen 30 km verder in Rush uit, op een veel te dure camping, maar vlak aan het strand. We genieten van de zon en de zee.
Dublin Donderdag 21 juli Tegen de middag verlaten we Rush en even later rijden we tot in het hart van Dublin (14.643 km). Parkeerplaats voor Krap vinden is niet gemakkelijk. Eerste doel is het Trinity College. Hier studeerde ooit Samuel Beckett: "Wachten op Godot", we wachten er nog steeds op! Maar we komen hier vooral voor het befaamde (zie vroeger: Iona) ‘Book of Kells’. Vooraf is er een informatieve tentoonstelling. Voor het Book of Kells, waarvan 2 boekdelen onder gedempt licht achter glas liggen, hebben we nog enkele minuten, want om 5 uur sluit de boel. Nadien kom je uit in de oude bibliotheek. Een prachtige houten bib met vele duizenden heel oude boeken. Het ruikt hier naar boeken. Na sluitingstijd dartelen we rond in de Temple Bar, de opgewaardeerde uitgangswijk in het centrum. Voor de nacht rijden we 10 km verder en slapen ergens in een woonwijk. Rond 23. 00 uur komt er een man voorbij die ons uitdrukkelijk bekijkt. Als ik de deur opendoe spreekt hij ons aan in het Vlaams. Hij staat met zijn kamper achter de hoek en maakt - beroepsmisvorming - nog een rondje om te zien of het wel veilig is. Hij is politieagent! We houden nog een gezellige babbel voor hij uiteindelijk teruggaat. Vrijdag 22 juli Het moeten niet altijd kerken of kastelen zijn. Vandaag zitten we in de gevangenis. Ik voel er me bijna thuis. The Kilmainham Gaol is dan ook niet de eerste, de beste,
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 92
gevangenis. Hij staat symbool voor de recente geschiedenis en onafhankelijkheidsstrijd van de Ierse Republiek. Hier zaten de voorbije jaren - van 1789 tot 1924 (in 1960 werd ze gerestaureerd) - vele honderdduizenden mensen gevangen. . De meeste omdat ze - vaak uit armoede - een brood, kip, aardappelen, . . . stalen. Maar ze is vooral beroemd omdat hier ook de leiders van verschillende opstanden zaten, waarvan meerdere zijn geëxecuteerd. Zelfs eentje die al zo zwaargewond was dat ze hem op een stoel moesten zetten. De Vlaamsche strijders zijn wellicht jaloers op zo'n symbool van een emancipatiestrijd. Het is echter indrukwekkend en zeker de moeite waard. De gevangenis diende dan ook vaak als decor voor speelfilms. De rest van de dag hoppen we rond en winkelen we.
The Military Road en we zetten de bloemetjes buiten 23 en 24 juli We verlaten Dublin en rijden Zuidwaarts naar Wicklow Mointains en volgen o. a. de Military Road. Deze bergen en heuvels zijn de groene achtertuin van Dublin. De 24ste bezoeken we de Powerscourt watervallen. Helaas valt het water even hard uit de wolken als het van de berg valt. Het inkomgeld is dus geld in het water gegooid. We rijden 's avonds nog naar Clara Lara, een funn-water-pretpark, maar vinden geen openingsuren, noch inkomprijzen. Net zoals de wegaanduidingen. Die zijn hier zo spaarzaam aangebracht dat we vaak verkeerd rijden. Maandag 25 juli De regen en de wolken zijn verdwenen. De zon schijn uit volle borst. Dit is Ierland. De kinderen amuseren zich te pletter in het pretpark, wij lezen een boekje. 's Avonds rijden we terug naar ons slaapplaats van gisteren, een parking langs de weg. Als Peter de patatten gaat afgieten, ziet hij in het struikgewas vele ruikers bloemen liggen, waar de folie nog rondzit. We plukken ze van tussen de braamstruiken, nemen 2 mooie voor ons en zetten de anderen terug in emmers, die bij de bloemen lagen. We maken nog een bordje "FREE - Take only one" en zetten alles aan de rand van de weg.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 93
Even later hebben we al prijs en stopt de eerste auto. Telkens kijken de mensen vreemd naar de bloemen en naar ons en proberen een link te leggen. Vaak vragen ze beleefd of ze er eentje - of twee - mogen kiezen, en dan bedanken ze ons hartelijk. Wij glunderen en lachen alsof we Sinterklaas zijn.
De kluizenaar van Glendalough Dinsdag 26 juli Even voorbij Laragh vind je Glendalough met z'n twee meren. We bezoeken daar de historische bezienswaardigheden (je weet wel: ruines van kerk, high cross, round tower, . . . ) en wandelen van het Lower naar het prachtige Upper Lake aan het einde van het dal. Je zou voor minder kluizenaar worden. De Heilige Kevin leefde hier in de 6de eeuw als kluizenaar aan het meer: leven van water en vis, ipv van liefde en Gini. Hij stichtte hier ook een abdij die behalve pelgrims ook vaak Vikingen op bezoek kreeg. Na onze wandeling vleien we ons neer op het gras aan het bezoekerscentrum en liggen - met vier op een rij - een boek te lezen in het zonnetje. We vervolgen de route Noordwaarts die ons leidt door prachtige landschappen en rijden in Dublin Westwaarts. Ergens aan een tankstation in "Kinnegad" overnachten we, waarbij onze nachtrust even onderbroken werd door een halfnaakte mannelijke Ierse furie. Maar dat had niets met ons te maken.
Galway: A horse for my kingdom? 27 en 28 juli Galway (15.059 km) is een gezellig stadje aan de Oostkust. Eind juli is dit het Mekka van de Galway Races, paardenraces die er al vele honderden jaren worden gehouden. Maar de inkomprijzen zijn behoorlijk. Wij genieten vooral van de autovrije winkelstraten, de straatanimatie en de rivier. Tussendoor wassen en drogen we 30 kg kleren en beddengoed. Onze kasten zijn terug gevuld! We vinden hier zelfs een "Food for Thought", maar het kan niet tippen aan z'n Londens evenbeeld. Nadien rijden we tot Ros and Mill, waar we op de havenparking slapen.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 94
Met de boot naar Inishmore Vrijdag 29 juli We boeken een ferry naar Inishmore, het grootste van de 3 ARAN-eilanden. Met 45 minuten vertraging vertrekt de boot uiteindelijk. Dit stenen eiland werd met veel handenarbeid bewoonbaar gemaakt. Daarvoor hebben ze zowat alle stenen opzij gelegd en er honderden muurtjes mee gebouwd. Rond elk lapje eiland staat wel een muurtje. We fietsen er heerlijk op rond en stoppen uiteraard bij "Dun Aengus". Dit halfrond - uiteraard - stenen fort uit het brons/ijzertijdperk ligt aan de rand van het eiland op een 80 meter hoge klif. Aan de zeezijde zijn er geen muren, want langs daar is het oninneembaar. Zaterdag 30 juli We laten Ros and Mill achter ons en rijden richting Dingle. Onderweg stoppen we even in Ennis. Dat lijkt een aardig stadje, maar wij gebruiken het grasveld om er een Krap-versie van honkbal op te spelen. We stoppen in New Castle West.
The beauty and the beach Zondag 31 juli We brengen een kort bezoek aan Tralee en arriveren uiteindelijk in Dingle, een gezellig stadje op het gelijknamige schiereiland. (15.425 km) Maandag 1 augustus De boottochten zijn hier peperduur (90 euro), maar gelukkig is er een betaalbare versie om "The beauty" te zien. Topattractie van de stad is immers de vrijlevende dolfijn Fungie die hier sedert 1984 de baai van Dingle tot zijn thuishaven heeft gemaakt, al gaat Fungie ook wel eens op reis. Maar Fungie vertoont zich niet op vraag van de dienst Toerisme. De Ieren hebben hier een oplossing voor: voor 36 euro kunnen we met de boot mee om Fungie te bekijken, met garantie: niet gezien is niet betalen. Rhune is in haar nopjes. Fungie houdt de boten graag voor de aap door steeds heen en weer te zwemmen en steeds op te duiken waar je hem niet verwacht. Maar hij heeft er plezier in en maakt ook enkele mooie salto's.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 95
Nadien wandelen we tot het einde van de baai. Daar is een piepklein zandstrandje. En als je daar 4 tot 6 boten steeds maar heen en weer ziet varen, dan weet je dat Fungie in de buurt is. Grappig. We slapen rustig aan de baai. 2 & 3 augustus Na het internetten vertrekken we voor een rondrit op het meest Westelijk deel van dit schiereiland, maar reeds 7 km verder stranden we . . . op een strand, waar we de rest van de namiddag doorbrengen. Nadien bekijken we nog enkele 'beehive'-hutten: natuur-stenen hutten - zonder cement en toch staan ze er nog en toch regent het niet binnen - die 1500 jaar geleden dienden als woning, als slaapplaats voor pelgrims en voor voedselopslag. We stranden - terug eerder letterlijk - op Dunmore Head. Het einde van de wereld in Ierland. Het meest Westelijke punt, eilandjes niet inbegrepen. We ontwaken in een prachtige omgeving, de zon is van de partij en er is een mooi strand, . . . dus speelt Rhune op het strand en beukt Ardan blootlijfs tegen de golven in, terwijl de meesten hier een neopreenpak (surf/duikpak) aan hebben. In de late namiddag wandelen we nog tot het uiterste puntje en laten dan Dingle langzaam achter ons: the beauty and the beach.
The Ring of Kerry Donderdag 4 augustus We rijden het schiereiland Kerry rond in tegenwijzerzin, zoals wordt geadviseerd op de kaart. Er zijn zo van die dagen dat het in Ierland regent. Echt waar! Vandaag is het er een van, dus halveren we ons tempo op de ring van Kerry. De ring afrijden met dit regenweer zou zonde zijn. We stoppen in Cahersiveen. Peter gaat internetten om de weblog aan te vullen. Karin en de kinderen lezen een boek in Krap. Later op de dag rijden we door tot Waterville. Een toepasselijke naam voor een dag als vandaag. Na het eten nemen we een dessertje in "Peters Place". Een adresje uit Den Trotter. Heel gezellig en informeel. Morgen is het gegarandeerd beter weer. Zo is Ierland. 5 & 6augustus Het weer is inderdaad veranderd. De zon is er terug en we bezoeken het Derryname Nationaal Park. Het geboortehuis van "The Liberator" van de Katholieken laten we
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 96
met rust. Wij houden ons bezig met het prachtige strand. Dit lijkt wel op ZuidFrankrijk. Tegen de avond rijden we door tot Castlecove. De volgende dag bezoeken we Sneem, maar het is nauwelijks een bezoek waard, tenzij je fel verslaafd bent aan felgekleurde huizen. Nadien rijden we verder tot het einde van de ring: de meren van Killarney. Dat is voor morgen. We stoppen en slapen aan Lady's View, waar de hofdames van Koningin Victoria naar het meer kwamen kijken.
The lakes en omgeving: niet over te slaan 7 en 8 Augustus De Ring of Kerry begint en eindigt in Killarney met zijn nationaal park en zijn prachtige be-eilande meren. Van op Ladys View (15.679 km) hebben we een goed "View". In feite liggen er verschillende meren naast elkaar. We rijden even later tot het Muckross Lake en wandelen tot aan het kasteel (dat we niet bezoeken) en terug tot onze parking. Na het eten nemen we de fietsen en bezoeken we de Traditional Farms. Type Bokrijk, maar kleiner en echter. Je bezoekt een kleine, middelgrote en grote ingerichte boerderij en aanverwante oude gebouwen die in een heel echte en natuurlijke omgeving liggen. De varkentjes (schattig), vader en moeder ezel met jong (terug schattig. Neen, wij stonden niet in een spiegel te kijken) maken het écht echt. Bij de grote boerderij lopen er twee grote loebassen van honden los. Twee Lamme Goedzakken waar het kwijl uit hun mond loopt en die (zonder enige vergoeding) op de boerderij rondslenteren of neerliggen alsof ze er reeds honderd jaar wonen. Daarna maken we nog een leuke fietstocht rondom het prachtige meer. Meer moet dat niet zijn. Tegen de avond rijden we via Killarney naar de andere kant van het natuurpark (Beaufort) waar we slapen aan The Gap of Dunloe. De volgende middag fietsen we stevig bergop door de kloof en laveren we tussen de vele wandelaars en de talloze paardenkoetsen-voor-toeristen-met-meer-centen-en-minder-spieren. Een mooie tocht waarbij 12 of meer versnellingen welkom zijn. Maar met 6 en stevige kuiten kan het ook wel. Iets over de top heb je dan opnieuw zicht op de meren. We keren om en surfen in vliegende vaart van de helling af, door de kloof, tot aan het
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 97
beginpunt. Een mooie beloning voor de inspanning die de klim vroeg. Daarna verhuist Krap tot 10 km voor Cork, waar we aan een speeltuin eten en slapen.
Cork en Kinsale 9 en 10 augustus Krap wordt nogmaals uitgemest en met propere lakens op de bedden rijden we Cork binnen. We boeken de boot voor de terugtocht (want de betaling via internet lukte maar niet) en gaan zwemmen in één van de zwembaden. Nadien rijden we door tot Kinsale, een aardig haven/vissersdorpje dat leeft van toerisme en met heel vriendelijke mensen in de Toeristische dienst. Fijn dorpje, maar op één uur ben je er door gewandeld. De oude kerk ruikt binnen muf en is verminkt door het nieuwe plafond dat de oorspronkelijke dakstructuur niet volgt en dus enkele ramen onthoofd. Foei! We slapen rustig aan de rand van het centrum waar het water van de baai doodloopt. De volgende dag wandelen we de baai rond tot aan een oud gerestaureerd fort dat vroeger de baai verdedigde. We bewonderen het enkel langs buiten . De stervormige architectuur is dezelfde als Fort George in Noord-Schotland, maar het formaat is wat kleiner. We sluiten Kinsale af met een reuze softijsje tegen een klein prijsje. En in de rubriek "Raar maar waar": je kan in Ierland op de kermis voor echt geld spelen in de "buldozerkes", want ze werken met stukken van 20 cent ipv met plastiek puntenschijven. Zelfs kinderen mogen dat, onder het motto "Jong verslaafd is goud(w) gedaan. " , maar je kan 's avonds met je kinderen niet rustig in een Ierse pub iets drinken en genieten van de Ierse muziek. Na 21. 00 uur mogen kinderen niet meer binnen, zelfs niet als de ouders ook cola drinken. Alcoholverslaving wil men preuts tegengaan, maar gokverslaving is geen "maatschappelijk probleem". Rare jongens, die Ieren. Enfin, we rijden terug naar Cork, wandelen nog even door de stad en houden het dan voor bekeken: we rijden 20 km verder. De stad verdient zeker meer tijd en aandacht, maar krijgt de onze toch niet. Nog een "leuk" weetje. Even onder Cork ligt Cobh, een kleine vissershaven van waaruit vele emigranten naar
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 98
Amerika vertrokken. Tussen 1855 (de grote hongersnood in Ierland) en 1920 verlieten 3,5 miljoen Ieren hun land. Ook de Titanic, die in Belfast werd gebouwd, verliet op 11 april 1912 deze haven en kwam nooit meer terug. "Jammer" schrijft Trotter ironisch, "want het stadje is best een tweede bezoek waard. "
Dancing tru' the ages Donderdag 11 augustus Een beetje voorbij Cork ligt Youghal, een klein visserdorpje met een uit de kluiten gewassen winkelstraat. Het belangrijkste "wapenfeit" van Youghal dateert van 1954. Toen werd het kleine haventje overspoeld door een massale vloedgolf uit Holywood. Een grootse filmploeg veroverde de haven, baggerde ze uit om een prachtige houten driemaster binnen te loodsen, schilderde alle huizen in de buurt en Gregory Peck en vele andere kwamen langs om hier de havenscenes van Moby Dick in te blikken. Twee maanden lang stond het dorp op stelten. In de toeristische dienst zien we reclame hangen voor "Dancing tru' the ages" (Dansen, trouw aan de tijd) , een professioneel totaalspektakel doorheen de geschiedenis van de Ierse muziek en dans. Ze spelen hier de hele zomer 3 keer per week, ook deze avond en we hebben nog niets van Ierse muziek en dans gehoord en gezien. Niet goedkoop, maar we laten ons toch verleiden. In de namiddag rijden we even tot Ardmore, aanbevolen door mijnheer Trotter. Een aardig dorpje waar we een mooie wandeling maken langs de kustlijn en de enige roundtower bezichtigen die niet door de Vikingen is overvallen. Het wordt avond en we tutten ons op om naar "Dancing tru' the ages" te gaan kijken. Verleid worden is spannend. Ontmoeten we de ware liefde of worden we bedrogen? De kleine zaal boven het gemeentehuis (200 stoelen) zit barstensvol. De entree is geweldig en het hele programma behouden ze dit hoogstaand niveau. 6 muzikanten, 5 danseressen en 1 danser en als afwisseling 1 zangeres. Amateurs hebben vaak het "spontane en losse". Professionals hebben vaak het "afgewerkte, soms té". Maar deze bende combineert beide kwaliteiten.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 99
De ambiance wordt afgewisseld met meer ingetogen trage balads. Woorden schieten te kort, maar beelden zeggen vaak meer. Voor wie de Titanic heeft gezien: de scène waarin Jack (de arme Ierse immigrant) Rose (het opstandige rijkeluis meisje) meeneemt naar "De 3de klasse" om daar een écht feest mee te maken. Wél, deze sfeer . . . maar dan live op een podium. Geweldig. Na de voorstelling wandelen we genietend 100 meter tot Hotel Krap *** , met zicht op de haven.
Rosslare - This is the end 12 - 15 augustus Voor we Youghal verlaten springt Ardan nog even van de kade en belandt 2 meter lager in het koude water. Een heerlijke frisse duik die wij niét na doen. Krap bolt z'n laatste kilometers langs de Ierse Zuidkust tot Rosslare. Het dorp stelt twee keer niets voor, maar het strand en het weer is goed. We hangen wat rond, lezen een boekje, genieten op het strand, Rhune bakt zandpannenkoeken en Ardan overwint de zee in een rubberboot, Peter fietst in de omgeving rond, . . . . De laatste avond willen we afsluiten in een pizzeria, maar . . . . als we om 19. 00 uur binnenkomen, weigert men ons. De (absurde) Ierse wet laat ons niet toe. De uitbaters hebben geen licentie om na 18. 00 uur nog kinderen binnen te laten. Het heeft weer iets te maken met perverse Ierse geesten die denken dat volwassenen zich steeds bezatten als ze een etablissement binnengaan. Gefrustreerd halen we in de kleine supermarkt (en die zijn gelukkig ’s zondags en ’s avonds laat open) maar wat eten en maken er in Krap nog een gezellige avond van. De laatste dag rijden we tijdig naar de haven . . . en deze keer wordt Krap op de boot geweigerd, omdat we boven de 3 ton wegen. Ze hadden ons bij de boeking wel iets over het gewicht gevraagd, maar niet uitgelegd dat je geweigerd wordt boven de 3 ton. De snelle boot van 18. 30 uur moeten we dus laten varen. We steken van wal met de trage boot van 21. 00 uur. Iets na middernacht leggen we aan in Fishguard, waar we vlak bij de haven een rustige parkeerplaats vinden. The wild rovers hebben Ierland verlaten. (16.191 km)
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
19.
Blz. 100
WALES
Costal Pad. Dinsdag 16 augustus Uitgeslapen verkennen we de omgeving en achter de hoek vinden we de toeristische dienst. We hebben interesse voor het Pembrokeshire Costal Pad. Dit wandelpad volgt de Pembroke-se grillige kustlijn en is 299 km lang. Als je dus éven verkeerd loopt, heb je 300 km gestapt. We beperken ons tot een trip van ongeveer 12 km tot aan de vuurturen op Strumble Head. Het vertrekpunt is moeilijk te vinden, maar nadien is het eenvoudig én mooi. Het pad volgt mooi de hele kust en gaat vaak op en af. Ergens bij een baai ziet Peter in zijn ooghoeken "iets zwarts" in het water: een stuk hout of een duiker die boven komt? Neen, een schattige zeehond steekt zijn kopje boven om te krabben (ik schreef bijna: krap-pen). We wandelen stil tot bij het water en Ardan stapt (uiteraard) in het water. Met zijn gefluit weet hij de aandacht en de nieuwsgierigheid van de zeehond te wekken. Die duikt regelmatig onder maar zwemt toch voorzichtig dichterbij, tot ongeveer 10 meter van ons. "Rare vogels, daar op het land. " zie je hem denken. Na de zeehondenshow stappen we verder. Om 19. 00 uur brengt een bus, die wandelaars oppikt, ons terug. Dit was mooi. We hopen om nog eens terug te komen zodat we het volledige pad kunnen afwandelen. Wie gaat mee?
Hangende stenen Woensdag 17 augustus We rijden Zuidoostwaarts en bezoeken tussendoor kort de markt van Carmarthen en Swansea. Ter hoogte van Swindon gaan we helemaal Zuidwaarts. We slapen rustig in Marlborough. Wie meer tijd heeft kan hier gerust even stoppen. Het lijkt er wel mooi. Donderdag 18 augustus We zakken nog even verder op de landkaart en komen op dé plaats bij uitstek om midzomer te vieren: Stonehenge, of "Hangende stenen". (16.575 km)
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 101
Voor de leken: Stonehenge is een mystieke plaats. Ongeveer 4. 000 jaar geleden zijn hier vele reuzegrote stenen neergepoot in de vorm van cirkels en U-vorm, met daarop platte verbindingsstenen. Een begraafplaats, een plaats voor erediensten, een kalender en zonnewijzer, . . . . ? Niemand kan de betekenis nog exact navertellen, maar zeker is dat op midzomer de zonnestralen doelbewust op bepaalde stenen vallen. Deze openluchtkerk lokt op midzomer duizenden kijklustigen, maar ook vandaag zijn we niet alleen. We krijgen zelfs een Nederlandstalige uitleg via een soort walkman. Handig én interessant. Na de middag rijden we tot aan de Zuidkust en volgen die Oostwaarts tot in de buurt van Brighton. We ruiken stilaan onze stal.
Witte kliffen Vrijdag 19 augustus We passeren Brighton langs de kustweg. Deze stad verdrinkt in de prachtige gebouwen en heeft bovendien een mooie pier. Iets verder zien we reeds de eerste witte kliffen. Deze restanten van koralen uit een eerder warm klimaat werden ongeveer 200 miljoen jaar geleden omhoog gestoten toen het Afrikaanse continent tegen Europa botste. De Afrikaanse bonus malus steeg aanzienlijk . Na een korte stop rijden we verder tot aan de witte kliffen van "The seven sisters". Het weer zit tegen, maar we genieten en amuseren ons met het uitzoeken van mooie stenen. Uit de vele miljoenen stenen kiezen we er enkele tientallen mooie exemplaren uit. Krap weegt weer wat zwaarder. Van aan de voet van deze kliffen rijden we verder tot aan Beachy Head in Eastboorne, waar we op de top van de witte kliffen staan. Je hebt er een prachtig uitzicht en we vinden er een goede slaapplaats. Die avond, nà ons avondeten, sputtert het vlammetje van ons gasvuur. De LPG is op, twee dagen voor het einde van onze reis. Gelukkig is het hier + 15 °C en geen -10°C zoals in Bulgarije. Maar we gaan wel nog een gepeperde brief schrijven aan “De Europese commissaris voor Harmonisatie”. We hebben al twee vulnippels om gas te tanken, maar hier gebruiken ze wéér een andere. Niemand weet waar je de juiste koopt. Niemand weet waarom deze verscheidenheid nog steeds bestaat. Diversiteit is vaak goed, maar in dit geval zinloos en ergerlijk.
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Blz. 102
20 en 21 augustus We rijden door tot Dover, gaan er zwemmen en wandelen langsheen de White Cliffs of Dover. (16.934 km) In onze kast hebben we nog een wegwerp-BBQ liggen die we al twee maanden meezeulen, zodat we nog warm kunnen eten. We slapen aan een oorlogsmonument en om onze tijd te doden bezoeken we de volgende dag het museum van Dover. Zeker de moeite waard. De houten boot uit het bronzen tijdperk werd zo'n 10 jaar geleden in Dover opgegraven. Interessant en ook voor kinderen boeiend voorgesteld. Met enige weemoed rijden we de kade op, wachtend op de boot. Dover-Calais komt eraan en enkele uren later zijn we terug in België. We bezoeken nog vrienden in het Gentse en blijven er slapen. Misschien om de reis nog wat te rekken ?
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
20.
Blz. 103
BELGIË
Een rustige thuiskomst ? Maandag 22 augustus Tegen 10 uur staan we in Waasmunster, waar de ouders van Peter wonen. De eerste halte op onze thuiskomst. We blijven er uiteraard eten (eindelijk terug Belgische frieten!) en ook Mieke en Marijke (mét haar twee dochters) komen meevieren. Nadien willen we in Lier onze vuile was in een wassalon wassen en drogen, zodat we alles thuis onmiddellijk in de kast kunnen leggen. Maar vooraf plannen is zinloos bij lange reizen. Nonkel Mon vraagt of we nog even binnenspringen en Pol (Peter zijn broer) belt vanuit Brussel en hij zal rond half vijf in Berlaar arriveren. Flexibel en naïef als we zijn, passen we onze plannen aan. In Antwerpen krijgen we alweer een Belgische ontvangst. We hebben heel Europa doorgereisd en vele (hoofd- en haven-) steden aangedaan, maar nergens vind je Belgische frieten en files. Iets na vijf rijden we Brassoi in. We hebben in totaal 17.238 km afgelegd. Er hangen vlagjes aan ons huis en een keurige spandoek: "Welkom aan familie Krap, Europa-reizigers". We bewonderen de versieringsdrang van Peter zijn broer en op onze voordeur hangt een papier: "Follow the flags". Die leiden ons naar onze tuin waar spoedig "I've been the wild rover, . . . . " opborrelt. Uiteraard staat Pol te zingen, maar hij is niet alleen: de buren, Peter zijn ouders en zussen (ons stiekem voorbij gestoken toen we bij Nonkel Mon op bezoek waren. Die zat dus óók in het complot), Karin haar moeder en zus met zoon en enkele vrienden. Het klinkt bijna zoals het WOSH-koor. En als we amper bekomen zijn van de ontvangst, arriveren ook die vrienden uit het Gentse die we gisteren bezochten. “Te gek !” zou een Hollander uitroepen. In de tuin staat een partytent, er is drank, eten, dessert en (te) veel wijn en bier. Onze reis eindigt even verrassend en Bourgondisch zoals ze begon, toen Peter zijn collega's samen met de Zweedse kok van Radio Donna een feestje bouwden. Enfin, het werd een fantastische avond. Aan iedereen: enorm bedankt voor dit warm onthaal. Welkom thuis!
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Pluto of België ?
Is er leven op Pluto Kun je dansen op de maan Is er een plaats tussen de sterren Waar ik heen kan gaan `k Heb getwijfeld over België Omdat iedereen daar lacht `k Heb getwijfeld over België Want dat taaltje is zo zacht
Blz. 104
Op stap met Krap – Het complete reisverhaal
Fragment uit: België (Het Goede Doel)
Blz. 105