Tijdvakken
Tijdvak van burgers en stoommachines (1800 – 1900) / 19e eeuw K.A.
* De Industriële Revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving * De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie * Discussies over de ‘sociale kwestie’ * De opkomst van de politiek-maatschappelijke stromingen: nationalisme, liberalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme * De opkomst van de emancipatiebewegingen * Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces
Opkomst van de industriële samenleving * Ontwikkeling platteland: - 15e eeuw > landbouw vnl nog zelfvoorzienend ambacht: kleine werkplaats, gilde, lokaal verwerking van grondstoffen - Vanaf 15e eeuw > ontwikkeling huisnijverheid - koopmanondernemer - omzeilen van gilden - bijverdienste boeren - ongeschoold werk 7/8 spinners voor één wever
18e eeuw > uitvindingen in de huisnijverheid - John Kay > schietspoel (flying shuttle) sneller weven (1: 16 spinners) - James Hargreaves > spinning jenny sneller spinnen - Richard Arkwright > waterframe sneller spinnen | niet toepasbaar in huisnijverheid – komst fabriekshal veranderingen: - machine bepaalt werktempo - locatie nabij water – fabriekshal - verbetering kwaliteit garen - boeren verhuizen naar fabriek - ook verzet van thuisspinners - vernielingen
Afhankelijkheid water verminderen door toepassen stoommachine | werd al gebruikt in kolenmijnen - machine staat niet stil in droge periode - waterrad als reserve wanneer machine kapot ging bij verbeterde stoommachine elke locatie geschikt bij voorkeur in de stad – genoeg arbeiders beschikbaar Gevolg: agrarisch-urbane samenleving > industriële samenleving kenmerken: - meest mensen werken in de industrie - bevolkingsgroei leidt tot urbanisatie
Politieke gevolgen van industriële revolutie? * Toename vraag naar grondstoffen (katoen, rubber, ijzererts, etc.) eerst zoeken in oude koloniën in Amerika later Afrika en Azië > veroveren > Modern Imperialisme | kenmerken: macht bekeringsijver afzetgebied beschavingsdrift botsing tussen Europese landen: – bv. Fashoda-incident (Afrika) Oplossing?
Conferentie van Berlijn > Afrika verdeeld (zie historische context Duitsland)
* opkomst van het nationalisme in Europa | eigen identiteit en geschiedenis zijn het belangrijkste variaties: - cultureel nationalisme 18e en 19e eeuw: opkomst Romantiek = kunststroming waarin gevoel een belangrijk rol speelt = reactie op rationalisme uit de Verlichting en het classicisme (verheerlijking van Griekse kunst) - politiek nationalisme vb. ontwikkeling Duitse staatjes tot keizerrijk eerst Zollverein (economische samenwerking) dan keizerrijk > rol van Otto von Bismarck ‘van alliantiepolitiek naar Weltpolitiek’ (zie historische context Duitsland)
Gevolgen voor leven in de stad? armoedeprobleem, slechte werkomstandigheden leidt tot discussie over de sociale kwestie (door elite!) Rol overheid? > geen, want beleid is economisch liberalisme (Adam Smith) | wel gericht op parlementaire democratie
verzet tegen gevolgen industriële revolutie: Marxisme:
- Marx / Engels - Das Kapital / Communistisch Manifest - klassenloze maatschappij > productiemiddelen eigendom van de staat > hoe bereiken? - marxisten/comm.: revolutie (klassenstrijd) - sociaal-democraten: sociale wetgeving | overheerst in West-Europa > arbeiders krijgen het namelijk beter
Ontwikkeling in Nederland? Na Franse tijd > constitutionele monarchie (1814) koning Willem I > bezat veel macht - 1830 afscheiding België - 1848 revolutiejaar in Europa | 1848 nieuwe grondwet (Thorbecke) | - macht vorst wordt beperkt - ministers leggen verantwoording af aan parlement - recht van enquête, interpellatie en amendement - 2e kamer, provinciale staten, gemeenteraden > direct gekozen - burgerlijke vrijheden
Elite > sociale misstanden verbeteren, maar ook arbeiders ontwikkelen | Beschavingsoffensief (tegen prostitutie, kermis, drankmisbruik) | bv. Maatschappij tot Nut van ‘t Algemeen * lezen bevorderen > bibliotheken * aandacht voor de natuur > kamerplanten verzorgen * krotten vervangen door sociale woningbouw
Feminisme: – loopt achter door: religie en gezagsgetrouw maar, wel werk voor boerinnen/arbeidersvrouwen > hebben inkomen nodig Wilhelmina Drucker > vrouwenkiesrecht Onderwijs – schoolstrijd Kern: financiële gelijkstelling bijzonder onderwijs en openbaar onderwijs
Politiek: – districtenstelsel
- censuskiesrecht beperkt kiesrecht op basis van: - inkomen - grondbezit
1917 vervangen door stelsel van Evenredige Vertegenwoordiging De zetels in de Tweede Kamer worden verdeeld op basis van alle geldig uitgebrachte stemmen. Berekening? Bepaal de kiesdeler: Bv: 650.000 stemmen
alle geldig uitgebrachte stemmen zetels Tweede Kamer (nu 150)
650.000 150 Kiesdeler = 4333, dwz een partij heeft 4333 stemmen nodig voor één zetel
ook kiesrecht en schoolstrijd geregeld 1917
Algemeen mannenkiesrecht en passief vrouwenkiesrecht
1919
Algemeen vrouwenkiesrecht