.2118
1724
vereken ruynswart paart roy gremel(=met fijne vlekken) grys gremel koy roy gremel koy kalf met 4 witte poten
Zuid-Nederlands
paard.
koy(=koe)
21'9 Imkerij
~ ~:I d
'rib~/ro ,S~
.
\á '
A4
Cl \ tiJ
~~ v/edl/beef/lje>'
:,plijtlumljt!j'
Bijenzwerm
Fig.9a.
scheppen
Achter in de stal. Hier was het hok voor
het varken en de roestplaats voor bereikbaar via het "kippeleertje".
de
kippen,
:2..20 GRAAN,
STRO, BONEN
Het meest verbouwde graan was eeuwenlang de rogge.Daarnaast kwam er ook veel haver en boekweit voor. Spurrie was hét gewas voor de
arme
zandgronden. Vlas
werd
voor
eigen
gebruik op kleine schaal geteeld op de beste zandgronden.
Tarwe werd weinig verbouwd,maar wel vanuit de kleigebieden naar de steden vervoerd. Gerst had men in grote heoveelheden nodig voor de bierbereiding :ook deze graansoort werd uit de kleigebieden aangevoerd,maar eveneens op de zandgronden geteeld. 1657: 8 veertelen (=86 liter)rogge 1/2 veertel mout 1 veertel boeckweyt 1 herp(soort scheefstaande zeef) 1658: 3 1/2 veertel(=98 liter) haevere 10 veertel + 3 lopen(=21,6 liter) rogge 4 linde(=linnen) sacken torcxse(=Turkse) boonen vlas roggemeel speuriesaeth(=spurriezaad) arweten(=erwten) hoy,140 steenen(steen=3 kilo) stroy,238 schoppen(schob=schoof)
1658: ca. 8 veertel boeckweyt,soo nieuwe als oude ca.3 loopen rogge 1 loop lynsaet(=lijnzaad) koorentasken(koren=rogge) eenich boeckweytstroy hoopken hooy
212./
"1
tarwe
gerst
Rogge is meer dan duizend jaar het belangrijkste voedingsgewas voor de inwoners van de Baronie geweest. Het gewone brood was van rogge. Rogge kon jaren achter elkaar op hetzelfde perceel worden verbouwd zonder noemenswaardige ziekten. In strenge winters (bv. 1708/9 vroor de winterrogge wel uit.
Een lopen, een inhoudsmaat voor graan. Voor rog was de inhoud van 'n lopen 21,6 liter, tenminste in Baronie van Breda. Voor haver was de inhoud iets groter. Vier lopen maakte een zak of veertel, ofwel 86
liter.
':112..
Spurrie: werd geteeld op de armste zandgronden. De koeien werden er meestal op getuierd (aan een paal). In de spurrietijd smaakte de boter erg lekker. Geteeld tot halverwege de vijftiger jaren van onze eeuw.
)
,/
Spe'
Boekweit. een gewas dat op de arme Brabantse zandgronden tot in de 20'eeuw geteeld werd. Er werd een soort pap van gemaakt en ook wel pannekoeken. Boekweit was erg gevoelig voor nachtvorst.
.~
21'25
1662: een loopen en een schepel 4 tonnen 28 1/2 veertel rogge 1/2 lopen erten 1 lopen rontsaet(=koolzaad) 1 quartier(=1/4 lopen) boonen 60 veertelen boeckweyt. een hoop santtorf een tasken spurrie 1668 boeckweyt 20 veertelen terwe in schaft(=schacht,stengel?) ,gegist op 3 vimmen rogge metter schaft,25 vimmen 1668: een loopen wanne saeyback(=zaaibak) busselt je kennip(=hennip,kemp) 1 a 2 kannen ertten korff vol boon en mette basten
1668 2 veertel sloorzaet(=zomerkoolzaad) een voeder hooy 300 schobben(= schoven) stroy
Vlayzeisie:
':Ji:.'bruikt om vlayyen
u i l.: 11oordenboek
van
Nourdbrabantse dialekten.
t.e
slel.w.
~I~h
1669 58 veertelen mout 20 veertel rogh 15 veertel haver 4 veertel boeckent 1 coremaet(een lopen) 1667 buylkist(voor gebuild=van zemelen meel) met hop deel teurxkse(=Turkse) boonen buylmolen
ontdaan,
meeltob 2 1/2 veertel terwmeel 3 viertel rog 1 troch 1680 hoopken vlasbollen 2 hoopkens mout hoopken hop
[) graanschep
1722: wentmeulen(=windmolen,wanmolen,kafmolen,zeer vroege vermelding) hoop mutsaert boonstaken ,ertrys(erwtrijs) hoop torff 1724: roghe strooy hoop hooy 6 vimmen haver 4 vimmen spelt(graansoort,alleen op de klei geteeld) boeckende(=boekweit) stroy
2.j~B
AARDEWERK,
BESTEK
Bij het tafelbestek kende men eigenlijk alleen mes en lepel. De vork was een luxe die pas in de 18e eeuw wat algemener in gebruik kwam. De pannen waren van aardewerk of van ijzer en koper. Borden waren van hout of tin. De betere soort aardewerk werd gelei, gelay genoemd:deze was glanzend van uiterlijk.Zie verder ook onder de rubriek Keuken. 1668: 10 tafelborden 3 geleye schotelen 3 silveren lepels 2 messen silveren mes met silveren ricxken(=vork, komt pas in de 18e eeuw op grotere schaal voor) 1667: 3 tenne soutvaeten 2 mostaertpotten een tenne boterpot 1668 1 tieljoor cannehuyfken(kleedje om over een doen??) peperdoos soutdoos met nog een lepelbordeken 3 geleye schotelen 3 geleye schelpschotelen 4 gelije cannekens 1 gesthelde(=geijkte) biercan
kan
te
--
212.~
KLEREN, LINNEN, BEDDEN
De kleding van zeg de 17e eeuw verschilde nogal wat van de huidige. Ook in het verleden kende men natuurlijk het verschi jnsel mode: de kleding veranderde door bv. buitenlandse invloeden(oorlogen bv.) of door invoer van goedkoop materiaal etc.
De bedden vormden een vrij waardevol onderdeel van de inboedel. Er lagen steeds allerlei kussens op. Bedsteden worden niet zo vaak vermeld:er kwamen mogelijk ook bedden voor die los in de vertrekken stonden.
BéO~EOE
OPKJ.I1PIJANE;Il.q.IJ
Een bedstede zijn geweest
NI/Ril
A
·()PKMlE/fbêU,q .
J(ji.7JERINtlA/V1i.
met gordijnen. Of deze altijdwel aanwezig in de
Brabantse
boerderijen.
is niet zeker.
Vroeger (16e en 17e eeuw) waren er ook veel bedden in de kamer (koetsen).
V.1I
2.130
1668: 3 hemden 3 paer flouwynen(=hoofdkussen) een taefellaecken 5 servetten drie kragen met 2 dasse 3 mutsen 3 ellen lijnwaet(=linnengoed) 1 paer slapelaeckens 3 laeckens 2 onderbroeken met een hemtrock 3 neusdoecken 3 paer causens broeck met een wambas(=wambuis) cascleet(=kastkleed) hemtrock met sulveren cnopen een mantel een sant(=innocent?) een swarten mantel 2 darmbroecken(?) 1668: 1 paer manshemden 1 paer flouwynen
13 kinderhemden 2 paer slaeplaeckens
~
6 manscragen een deel rommel van kindergoet 2 hoeden een paer kinder kouyskens swart wambas noch een deel quaet kindergoet een seemen onderbroeck een leiren broeck met een hemtrock 1668 een bedde,2 oorcussens een lendebedde(linnen bed?) deken cleermant,naeymant cleerborstel 3 hoeden
spinnewiel
~
2131
1668: swerten voorschoot een moeff(=mof,om handen warm te houden) een coveltjen(kapmantel) 1668: 14 vrouwenhemden 19 slaepelaeckens 17 flouwynen(=kussensloop) 5 lange tafelaeckens met 4 cleyne 12 servetten 2 hantdoecken 18 mutsen 5 hooffcovels 9 lyndene neusdoecken 1 pont vlasse (gesponnen,i.t.t. ruw=werke)
garen 2 blaeuw voorschoy(=voorschoot) 46 ellen en een vierendeel lynde laecken fleweel lijfken swart laecken lyfken peirsen(=paarse) voorschoot croonesaeye(speciaal soort saai) schort een heeren saeye manteltien met een voormouwke daerin een root vries(Fries) rocxken een groen rocxken
---
;2 , 3"2.
2 swarte coveltiens
een honscote(afkomstig uit Hondschote) schorte een seerschays(=scheersaai?) manteltien een paer swarte mouwen een laecken manteltien een linde schort 1662: 9~ ellen wit gebleyckt(=gebleekt) linden 2 ellen gebleyckt laecken oft linden 9 neusdoecken 13 hemden 6 paer laeckens 12 flowynen 1 drillen(=?) tafelaecken 2 quaey tafellaeckens een deel quaey doecken 4 hantdoecken 1 bedde met hooftpolingh(=hoofdpeluw) deken 2 cussens een huyck(=kap) swarte rock met 3 trype boorden swarte rouwrock swart rocxken met cleyn boortkens 2 voorschoten 1 covel 2 manteltjens 1 blauwen rock 1657 3 bedden met syn toebehoorten 8 paer slaeplaeckens 8 paer kussesloopen 8 taefellaeckens 6 vrouwenhemden 3 blauwe schortecleden 43 ellen nieuw lynwaet 10 pont gesponnen garen rock en sticklyff
I
,
oJ.I.!Lt
paerse rock blauwe rock swarte schort,manteltien een paer mouwen swart lyfken een lintkorf en leuren(=vodden) kindergoet 1658: swarten rock met 2 flueele banden een paerssen rock met 2 flueele banden camelotten(=stof van kameelshaar) rock met 4 coorden swart carlede(=?) manteltien swarten voorschooth 2 flueel lyfkens en 2 overmouwen hontscote schorth 2 lappen nieuw lynwaeth 2 paer laeckens 2 taefellaeckens 2 hemden die maer noch syn gesneden 1665: cleer borstel 2 vryffborstels met een varcxken(=borstel) 9 sitte kussens 5 grote oorcussens 2 kleine oorcussens 2 bedden 2 groene deekens witte de eken met een beddecleedt 1 paer gordynen met 2 omloopen 2 taefelcleedtjens 3 schouwcleede
een groen gebloemt coffercleedt met een blauw cassecleedt 1667: een lob(=aanhangsel) 3 servetten blauw cleet op de cas een beddehooft polinck(=hoofdpeluw) 2 oorkussens,1 deken
2'35 1662: 3 bedden 5 paer slaeplaeckens 3 hooftpolingen(hoofdkussens) 5 paer flowynen 4 oorcussens 2 dekens 1 oude teyck 3 servetten 6 tafellaeckens 1 vrouwenhemd 10 manshemden 14 beucxkens(=boekjes?) 6 doeckemutsen(van geweven wol) 7 lynwaere (=van linnen) mutsen 3 gedruckte mutsen(=?) een gesteken(=gesteven) muts 3 cowe mutsen(=?) 4 hooftdoecken swarten rock 2 swarte laeckense lyfkens swart linde schort een cleeren manteltje met een paer mouwen 2 mansmutsen cleyne doecxkens 16 kinderhemden 5 craegen 1 coweltje(=kovel,kap) 2 voor~chooten(een swart en een peirs) swarten innosant 2 swarte broecken 1 wambeys bommesey(soort sterk katoen) broeck
1 hoet 2 kinderrocxkens en 2 lyfkens 1 wambeys,l broeck 1 root gelaecken hemtrock 12 santeen(heiligenprentjes,beeld) een paer groen mouwen 4 kindernachthalsdoecken 1 kinderbroeck
~ I.~ b
Weefgetouw
stuck nieuw gereyt(=gemaakt) lynwaet onbegrepen (=ongeveer)lanck 13 ellen spinnewiel haspel 1723 een bruyne saeye tabbaert(=lang overkleed) en rock een beere(=van berenbont?) mof bruyne stoffe japon een munik(beddewarmer) en een bakermat kakstoel 5 kleers!ocken(=kapstok) ~-
(jIlZEN MI/rs fWPA'KI:.
_7(IlPMIINrEL.
ZWA,qT~.MlJr$.
KAHTEI"MUrSlN]J(JFFF~.
YCLéRIHE._
~
2'31
Varia 1662: copere vysel 2 houte schaele met een balans 95 a 96 pont gewicht een blecke suykerdoos mostertmolen 25 paer clompen(klompenmaker?)
houte gelaesbert(bord om
glazen op
te
zetten?)
1668: een rottingh(=rotan stok) een deel latynse boecken een gouden ringh een oorlogie(=klok) 1668: een cynscorff(korf leveren?)
om bv.eieren
als cijns te
een wiegh
een coperen meucken hier een ongebruike(
lijke woord; gelijk aan een lopen van 21,6 liter?) 1668: swingnaegel (onderdeel van een zwing voor bewerking van vlas?) uyser(=unster,weegwerktuig) stockschup(=?) vleesboom(om geslacht varken aan te hangen) met 2 seelen slypsteen 1680: spiegel schooldoos 1684: circa 100 blockeel ofte telhout(=talhout) 2 kleyne stucxkens getouwt(=gelooid) leer 25 huyden soo geloyde als ongeloyde een sack gemalen schorsmeel(=run)
QI)O
TIMMERMANSGEREEDSCHAP
In Oosterhout vond men naast enkele honderden landbouwers ook allerlei ambachtslieden,zoals metselaars,wevers, pottebakkers
,brouwers,
koopl ui en timmer
Iui
.
We vonden twee inventarissen van een timmerman. De tweede blijkt zich vooral gespecialiseerdte hebben op de produktie van karren (dus eerder een wagenmaker). 1668: 9 ijseren tooghnaegels 2 groote beijdels(=beitels) soo met steelen als sonder 10 cleijne beydels 18 scharen soo groot als cleijn 3 booren 2 ysere hamers 1 ysere timmermans snic(=?) 2 ysere pesserkens(=passers) 3 ysere boorkens 3 vuijlen(=vijlen) 2 ysere winckelhaecken met een houten 1 houte winckelhaeck 2 corte mallekens 1 ysere dissel met een ysere schrabber 1 saegh met een houten hamer een nagelback met eenigh ijserwerck 1 yseren cantboom(=?) 1 groote schaeff 2 groote eyvegaers(=avegaar,soort boor) 1 boor,l hamerken 2 cleyne schaeffkens 2 schaeffbanckhaecken 1 bijl 5 ysere bouts met een haeck(?) en scheir eenen grooten reep oft touw een cleyne reep met een dick touw
:2.1 39
1 groote treck saegh 1 schurpsaegh(=scherpzaag) een hliff saegh(corrupte lezing?) den craen(=?) metten ge reet schap 2 timmermans schragen 4 timmermans rijen(=?)
1668: 6 sagen soo groot als cleyn 1 scheensaeghsken(=?) 2 raeybaeckers(=?) 8 evegeirs 2 bylen 1 2 2 1 2 2 1
aecx(=aks) timmermansdessels(=dissels) ysere hamerkens speeckhamer(om spaken in te slaan) snijmessen cleyn boren richtschave(=?)
een deel cleyn timmermansgereetschap soo nijptangh,beiteltjens eenich willigen speecken(=spaken voor een
kar).
/rekwag
~
~f
:2/L,O
WINKELINVENTARIS Wanneer er voor het eerst winkels zijn gekomen weten we niet precies. Vanouds kocht men al zijn etenswaren op de markt of bij particulieren. In de 17e eeuw waren er in elk geval al winkels die vooral suiker, rijst,kruiden,linnengoed
etc. verkochten.
1667: 20 platte doosen,19 hooge doos en 3 touwkens 1 blecke suykerdoos 2 asyn maetkens,l baxken 1 vijsel,stamper grontgewicht(goud gewicht?) 5 paer copere schaelen 1 balance,een balance met 2 houten schalen
8
gewichten
tot
een
vierendeel(van
een
pond?) toe 1 pont pijl(=sluitgewicht) 4 cleyne copere gewichtkens 1 streentien cattoen ontrent 90 swartsel dooskens 21 boskens swevel(=zwavel) 7 pont garen 2 1/2 pont snuyten(om een kaars te snuiten?) 1 groote doos 4 boecken pampier 4 bennen(=mandjes) 1 steenen hart(=?) 1 schaele 17 bancken 12 winckelbancken 2 soutmaten 1 brootcleeken 1 eyseren bol 1 meeltob soutback 1 caesbaer(=om kaas te dragen)
r-
.21",
POTTEBAKKERIJ Zoals bekend was Oosterhout eeuwenlang een zeer belangrijk pottebakkerscentrum waar tientallen pottebakkers(potters) woonden. Bij inventarissen ziet men zelden een beschri jving van de gebruikte werktuigen. Meestal volstaat men met 'het gereetschap tot de pottery behorende' of een dergelijke omschri jving In onderstaande .
opsomming staat
ook bijna geen typisch pottebakkersgereedschap. 1667: int Pothuysken: 2 isere potten 2 bancxkens met aerdewerck 1 kapstock 1 roostel(=rooster),l schop,l rieck,l pan 1 schuyffelschop(=speciaal soort schop) 2 houte lepels 1 kannewasser 1 krabber
-
:2.ltt2
BROUWERIJ In Oosterhout waren verschillende brouwers actief. Er werd vroeger enorm veel dun bier gedronken. Dit omdat het water vaak niet geschikt was voor consumptie,bv.door de nabijheid van mestvaalten en ook omdat het eten bijzonder veel zout bevatte. 1667: een vloot(=kuip) 2 wastobben 2 onderbacken 1 ocxhooft(=vat van ruim 200 1.) 1 treft (=trechter) 1 waterton 2 stocken 2 stuyckmande(mand die in de werkkuip gezet wordt om het bier te filtreren) 1 gaffel 1 stickrieck 1 wasstoel 1 stellingh(om vaten op te leggen) een hoop turf en een hoop matten(=heiturf) een hoop brouwturff(=betere kwaliteit) 1668 een brouwketel van 10 ton(ca.160 1.) een werckcuype van 10 ton een vloote van 4 1/2 ton 2 coelbacken 2 spitriecke 2 gaffels 8 onderbacken 1 stock schup een esthair(est=droogoven,haar=??) 5 tonnen bier eenen aeker(=metalen emmer) 6 stuyckmanden 1 trechter 3 goten 1 leckback 1 putgote
l.i43 1741:(brouwerij de Bellen) 130 vaten vol bier met een kinneken(=
1/4
ton) 100nderbakken 12 volle vaten bier,4 kinnekens 7 onderbakken 2 vloot jens 19 volle vaten en 3 kinnekens bier 9 onderbakken 2 koopere brouwketels 2 brouwkuypen 3 koelpakken(lees :koelbakken) 2 koopere akers 1 overjager(=emmer aan steel)
verder gereetschap tot specterende(=behorende) tinnen vat
de
brouwerije
Bier
:~ ~ Ij ~ 1; ~ ..
e..
DD bicn al
~.~~ ruerku;p ell brouwketel
UiiB
VlJlftlli/rlJger /liet bierval
~144 BAKHUIS Bij vrijwel elke boerderij kwam wel bakhuis voor. Soms woonde er zelfs wel vrijgezelle oom of tante in. In hieronder staande bakhuis kwamen opmerkelijk veel voorwerpen voor.
een een het wel
1667: 1 troch 1 werckbanck 2 brootbancken 1 koolpot(om kolen in te zouten?) 1 komfoor(om iets warm te houden) 5 1 1 2 1 1 2 1
palen,l loet (=ovenkrabber) becken,l rasp merck,2 rolstocken(=?) prickens(=?) blancie(=balans) met schalen brootborstel strykselborstels(=?) listob(=?)
Trog om deeg te kneden. Uit: De taal van en om het landbouwbedrijt in het N.-W. van de
Kempen.
--
~1"'5
School op Den Hout 1739: Schoolmeester Leendert van der Heggen o.a.in de School: kooperen ketel,eijseren pot 3 houten lepels en schuymspaen sandblick en slae emmers hamer,hakmes,2 houten bakken 2 steenen boterpotten aardeschotels en potten soudpot, oliekan, pindt spinnewiel,raagshoofd,3 stooven voor de schoorsteen een katoenen In de schoorsteen:
kleed
ei jsere ketting, vuerschop,
blaespijp,rooster,hangeijser,koekpan brandeijser,aarden doofpot Op de lessenaer in de school een bijbel en het Nieuw Testament een sittebank witte laken rijsrok kalminke japon met eenige lappen daerin een naaijkussen een wateremmer,houten tob, houten tafel
~aaibak: hiermee weed uit de hand graan gezaaid.
~I"'b
Over de gebruiksvoorwerpen is tot nu toe voor de Baronie nog niet veel gepubliceerd. De voormalige directeur van het Openluchtmuseum te Bokrijk-Jozef Weyns- heeft wel een omvangrijk boekwerk geschreven over huisraad. Toch blijven er nog verschillende namen-zoals boven wel bleekduister. Voor wie zich verder wil oriënteren op dit gebied,kan de volgende werken raadplegen: Buiks,Chr.:Wat bezaten onze voorouders? Brieven van Paulus,18(1993),pp.230-246. Buiks,Chr.:Wat bezaten onze voorouders? De Runstoof,16 (1993)pp.10-21. Buiks,Chr.:Inventarissen uitgeplozen, Teterings erfdeel 2 (1993),pp.14-31. Goossenaerts , Dr J : De taal van en om het landbouwbedrijf in het N.-W. van de Kempen, Kon. Vlaamse Academie voor Taal-en Letterkunde ,Reeks VI-nr.76. Hoefft,J.H.:Proeve van Bredaasch Taaleigen, (1836). van:Materiële cultuur: Koolbergen,Hans huisraad,kleding en bedrijfsgereedschap (1988). Koolbergen,Hansvan:Hetboedelbeschrijvingsprojekt van de afdeling Volkskunde van het P J MeertensInsti tuut te Amsterdam. Opzet en planning. Verdam,Dr.J.:Middelnederlandsch handwoordenboek. de Weynen,Dr.A. e.a.:Woordenboek van Brabantse dialecten,diverse delen. Weyns,J.:Volkshuisraad in Vlaanderen. Naam, vorm, geschiedenis, gebruik en volkskundig belang der huishoudelijke voorwerpen in het Vlaamse land,van de middeleeuwen tot 8e Eerste Wereldoorlog(4 delen) (1974). Voskuil,J.J.:Boedelbeschrijvingen als bron voor groepsvorming en groepsgedrag, Volkskundig Bulletin 13 (1987), pp.30-S8 Woordenboek der Nederlandsche Taal.
..
. .
r
,\
I
I
:~; IJ.
Wij.maken ookvoorUallemogelijkemodellen
TRAPPEN.DEUREN.KOZIJNEN
\'
.DOEHETZELF'
Vraagvrijblijvendprijsopgave
M.VAN DERAVOIRD Keiweg 127
HOUT-.BOARD-ENTRIPLEXHANDEL
Telefoon (01620) 54133
(8el1ld8c~lppI. · IjzerwIru · .
4902 PC Oosterhout
elsluitwerk
IlullIIoudeIlJkllrUkIIlL lu ookIleidell8rv1C8~
A. BROEDOVEN 1001 8ItIk8I8n KIoo8t8r88ruI2 - 008t8rh0ut
YOGI'
- Tel.53837