SCHOOLGIDS 2015/16
Schoolgids 2015-2016 • STIP VSO Utrecht Samenwerkend Talentgericht Individueel Praktisch onderwijs
1
Europalaan 89 Postbus 2637 3500 GP Utrecht 030 2148014
[email protected] www.stipvso.nl
Welkom Beste ouders, verzorgers en andere belangstellenden, Voor u ligt onze schoolgids. Samen met uw kind bent u van harte welkom op STIP VSO Utrecht. STIP is gevestigd aan de Europalaan 89 in Utrecht. STIP VSO Utrecht is ontstaan vanuit een nauwe samenwerking tussen de drie VSO afdelingen van de Prinses Wilhelminaschool, de Herderschêeschool en de Rafaëlschool. STIP is Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO ZML), en is bestemd voor leerlingen van 12 tot en met 20 jaar met een verstandelijke beperking in de regio Utrecht. Onze school biedt praktisch onderwijs dat voorbereidt op arbeid in een (beschermde) werkomgeving of dagbestedingscentrum. Daarbij stellen we ons als doel om de leerlingen voor te bereiden op volwaardige participatie in de maatschappij, waarbij we uitgaan van de groeimogelijkheden van leerlingen. • Onze school biedt een uitdagend en voor leerlingen inzichtelijk leerklimaat. Leerlingen en ouders weten wat er van hen verwacht wordt en wat zij van de school mogen verwachten. • Onze school staat midden in de samenleving en heeft oog voor de verschillende achtergronden van mensen. Wij werken actief aan democratisch burgerschap. Dit wordt inhoudelijk gevormd door lessen in het program ma ‘Beste vrienden, beste burgers, vreedzame school voor speciaal onderwijs’. • Onze school biedt veiligheid en geborgenheid voor elke leerling. Iedere leerling is welkom: dat schept rechten, maar ook verplichtingen voor leerlingen, ouders en personeel. • Onze school is één van de scholen van de Stichting Protestant Christelijk Onderwijs Utrecht (PCOU). • Onze school hecht waarde aan een goede betrokkenheid van de ouders/verzorgers bij het onderwijs en zij zijn dan ook welkom om op actieve wijze mee te denken en mee te doen. De medezeggenschapsraad (MR) is nauw betrokken bij de totstandkoming van ons schoolbeleid. In deze schoolgids kunt u alles lezen over het onderwijs, de aanpak en de organisatie op onze school. Wilt u meer weten over onze school, neemt u dan contact op met de directeur of met de afdelingsleiders. Mede namens het schoolbestuur wensen wij u en uw kind een goede tijd op STIP VSO Utrecht. Astrid Lotte, directeur Jaap Kant, afdelingsleider Sara van Buuren, afdelingsleider Karlieneke Speijers, afdelingsleider Frans Oomen, afdelingsleider
2
Schoolgids 2015-2016 • STIP VSO Utrecht
3
Inhoudsopgave
1. De school ...................................................................................................................................................................................................................... 7 2. Wetgeving ..................................................................................................................................................................................................................... 9 3. Waar de school voor staat ...................................................................................................................................................................... 13 4. Het onderwijs .......................................................................................................................................................................................................... 17 5. De zorg voor de leerlingen .................................................................................................................................................................... 2 9 6. Het schoolteam .................................................................................................................................................................................................... 35 7. De ouders ..................................................................................................................................................................................................................... 4 1 8. De ontwikkeling van het onderwijs in de school; kwaliteitszorg en resultaten ............... 4 7 9. Samenwerking met instanties/ instellingen ................................................................................................................... 5 2 10. School- en vakantietijden; verlof en verzuim ................................................................................................................ 53 11. Praktische informatie .................................................................................................................................................................................... 57
Praktijkgericht onderwijs aan jongeren tussen 12 en 20 jaar
4
12. Namen en adressen ....................................................................................................................................................................................... 58
Schoolgids 2015-2016 • STIP VSO Utrecht
5
1.
Samenwerkend
De school
STIP VSO, is per augustus 2013 gevestigd in onze nieuwbouwlocatie aan de Europalaan 89, 3526 KP Utrecht, telefoon 030 - 2148014. De school ligt aan de meubelboulevard en tussen diverse aanrijroutes van en naar Utrecht. Zowel per auto als ook per openbaar vervoer is de school goed bereikbaar (sneltram).
Talentgericht Samenwerkende scholen STIP VSO Utrecht is ontstaan vanuit nauwe samenwerking tussen de drie VSO afdelingen van de Prinses Wilhelminaschool, de Herderschêeschool en de Rafaëlschool. Onder de naam STIP VSO Utrecht willen de scholen vorm geven aan hun onderwijs. STIP staat voor Samenwerkend Talentgericht Individueel en Praktisch onderwijs. Kort en krachtig het onderwijs waar wij voor staan! STIP is een grote onderwijsvoorziening voor onze doelgroep in de regio Utrecht en komt voort uit de visie dat we in samenwerking met elkaar, als grote organisatie, onze leerlingen meer te bieden hebben: meer mogelijkheden tot differentiatie op niveau, een passender aanbod in de sector van hun keuze, een breder netwerk in de omringende arbeidsmarkt.
Individueel Praktisch
6
Onderwijs
STIP staat net als andere VSO scholen voor de uitdaging haar onderwijs beter aan te laten sluiten op de veranderende wetgevingen(zie H2). In deze schoolgids leest u de opbouw van het onderwijs waartoe STIP op weg is. Deze opbouw is afgelopen schooljaar in nauwe samenwerking met gemeenten, samenwerkingsverband en zorgpartners tot stand gekomen. STIP VSO zit midden in de transitie van dit onderwijs bouwplan. STIP is een grote school ondanks dat is de veiligheid en kleinschaligheid geborgd. Het gebouw als ook het onderwijs is dusdanig georganiseerd dat leerlingen bij een kernstroom horen. In deze stromen zitten rond de 100 leerlingen, verdeeld over basisgroepen van 8 tot 14 leerlingen. Vanuit deze basis wordt het onderwijs op maat aangeboden.
Schoolgids 2015-2016 • STIP VSO Utrecht
7
2. Wetgeving Het managementteam van STIP bestaat uit; Astrid Lotte, directeur Jaap Kant, afdelingsleider Sara van Buuren, afdelingsleider Karlieneke Speijers, afdelingsleider Frans Oomen, afdelingsleider Wij zijn bereikbaar via: Telefoon 030-2148014 e-mail
[email protected] website www.stipvso.nl adres Europalaan 89, 3526 KP, Utrecht Postadres Postbus 2637, 3500 CP, Utrecht Schooltijden Maandag/ dinsdag/ donderdag/ vrijdag: 8.30 - 15.00 Woensdag: 8.30 - 12.15 Afwezigheid door ziekte/ andere reden Bij ziekte of een andere reden tot verzuim dient u de school tijdig te informeren. Dit kan telefonisch, graag vóór schooltijd: 030-2148014. Onze school is één van de scholen van Stichting Protestants Christelijk Onderwijs te Utrecht. Zie voor meer informatie www.pcou.nl.
Binnen het Speciaal Onderwijs in Nederland zijn een aantal ontwikkelingen aan de gang die van belang zijn voor STIP VSO Utrecht en die hieronder in grote lijnen worden weergegeven. 1. Een belangrijke ontwikkeling is de invoering van de “Wet Kwaliteit (V)SO”. Deze wet is ingevoerd op 1 augustus 2013 voor het VSO en geeft aan dat het VSO meer moet toewerken naar de uitstroom van leerlingen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen toeleiding naar: • Vervolgonderwijs: mbo, hbo en wo. • Arbeid, al dan niet met erkende kwalificaties of certificaten (niveau 1 mbo of landelijk erkende branchecertificaten). • Dagbesteding. Het vaststellen van ontwikkelingsperspectief van de leerling wordt verplicht. Dit ontwikkelingsperspectief wordt jaarlijks geëvalueerd door de Commissie voor Begeleiding en indien nodig bijgesteld. In de “Wet Kwaliteit (V)SO” nemen leerroutes, toetsen, leerlingvolgsysteem en kwaliteitszorg een belangrijke plaats in. Binnen de nieuwe wet krijgen de leerlingen in alle profielen een diploma of een certificaat bij afsluiting van hun onderwijsloopbaan. 2. Op 1 augustus 2014 wordt de wet “Passend Onderwijs” van kracht. Voor de scholen voor Speciaal Onderwijs betekent dit concreet dat zij zich aansluiten bij samenwerkingsverbanden voor primair en voortgezet onderwijs in de regio. Doelstellingen van Passend Onderwijs zijn onder andere het voorkomen van thuiszitters en het beperken van het aantal leerlingen in het (Voortgezet) Speciaal Onderwijs. 3. Een tweede punt van verandering is de wijziging van de Wajong/ WMO en Participatie wetgeving. De grootste verandering bij deze wet en regelgeving is het denken vanuit mogelijkheden i.p.v. uit beperkingen. Ieder die kan, gaat naar werk of school. De participatiewetgeving is per 1 januari 2015 van kracht. 4. Decentralisatie jeugdzorg en bezuiniging op de AWBZ; de invoering van Passend Onderwijs hangt nauw samen met de decentralisatie van de jeugdzorg en de AWBZ-gelden naar gemeenten. Het gaat in deze veranderopgaven om kwetsbare jongeren en gezinnen die extra begeleiding nodig hebben, thuis, op school of bij werk. Het belang van samenwerking tussen onderwijs en gemeenten wordt daarmee nog eens onderstreept. Wat merkt u hiervan? • Bovenstaande veranderingen in wet en regelgeving maken dat ons onderwijs er anders uit gaat zien. STIP VSO Utrecht biedt twee uitstroomprofielen aan; - Dagbesteding - Arbeid In deze schoolgids leest u hoe deze profielen verder zijn ingericht (stroom/ leerroutes en vakken). • Het handelingsplan is vervangen door het Ontwikkel Perspectief Plan (OPP). • Scores op de leerlijnen (in het leerlingvolgsysteem) en Cito-toetsen worden twee maal per jaar gemeten/ geëvalueerd en in relatie gebracht met standaard normeringen gekoppeld aan uitstroomperspectieven. • De leerling participatie krijgt o.a. vorm door inspraak in eigen leerproces middels invoering van portfolio. • Het onderwijs zal in de uitstroomfase nauw samenwerken met de gemeente met betrekking tot uitstroom naar dagbesteding of arbeidsplek. Onderwijs adviseert, gemeente bepaalt. • Indicaties afgegeven door CvI (REaCtys) worden voor 1/8 2016 vervangen door toelaatbaarheidverklaringen vanuit de samenwerkingsverbanden.
8
Schoolgids 2015-2016 • STIP VSO Utrecht
9
Gemeenten verbinden de transitie jeugdzorg en Passend Onderwijs met elkaar vanuit de gedachte 1 kind/ gezin, 1 plan m.b.t. ondersteuningsvragen. Vanuit deze visie zal onze Commissie van Begeleiding (CvB) ook de ondersteuningsvragen bekijken en met u bespreken. Passend Onderwijs en het Speciaal Onderwijs ZMLK Op 1 augustus 2014 is de wet Passend Onderwijs van kracht. Concreet betekent dit dat de scholen voor (Voortgezet) Speciaal Onderwijs bij het samenwerkingsverband voor Voortgezet Onderwijs zullen aansluiten. Er wordt van het samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs verwacht dat zij onderwijs en zorg kunnen bieden aan alle leerlingen in de leeftijd vanaf 12 jaar. De doelgroep leerlingen binnen onze school bestaat uit leerlingen voor wie het reguliere onderwijs onvoldoende aanbod heeft. We bieden dus dieptezorg op het reguliere voortgezette onderwijsaanbod. Onze school valt onder het samenwerkingsverband Sterk VO. Op de website www.sterkvo.nl kunt u meer lezen over de manier waarop wij Passend Onderwijs invullen. Wat betekent de versnelde invoering voor u? Geen landelijke indicatiestelling meer U hoeft vanaf 1 augustus 2014 geen landelijke indicaties voor een rugzak of speciaal onderwijs meer aan te vragen. De school waar u uw kind aanmeldt, regelt de plaatsing en eventueel een aanvraag aan het SWV voor extra ondersteuning of voor toelating tot het (voortgezet) speciaal onderwijs. Deze aanvraag wordt altijd in samenspraak met uw kind en met u gedaan. Uitgangspunt is wat uw kind nodig heeft om zijn of haar schoolloopbaan goed te kunnen doorlopen. Leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) Leerlingen die onderwijs volgen in het (v)so kunnen op hun eigen school blijven. Verandert de leerling van school of verandert de behoefte aan ondersteuning, dan beoordeelt het samenwerkingsverband opnieuw of de leerling in het (v)so blijft of dat hij/ zij met extra ondersteuning regulier onderwijs kan volgen. Hierover vindt overleg plaats met u. Schoolondersteuningsprofiel Elke school in het samenwerkingsverband maakt een plan waarin wordt beschreven welke (extra) ondersteuning de school kan aanbieden. Informatie over dat profiel vindt u in de schoolgids of op de website van de school. De medezeggenschapsraad van de school heeft adviesrecht over het schoolondersteuningsprofiel. Handelingsplan wordt ontwikkelingsperspectief De school stelt een ontwikkelingsperspectief op voor alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Dit perspectief vervangt het huidige handelingsplan. Hierin beschrijft de school de uitstroombestemming en de onderbouwing daarvan. Geschillencommissie Als u en de school het niet eens worden over de toelating of verwijdering van uw kind of het ontwikkelingsperspectief, dan kunt u naast de bestaande mogelijkheden ook een geschil voorleggen aan de landelijke geschillencommissie Passend Onderwijs. Op de website www.passendonderwijs.nl vindt u meer informatie over wat u kunt doen bij problemen tussen u en de school. Vragen? Hebt u nog vragen? Dan kunt u die altijd stellen aan de school. U kunt natuurlijk ook contact opnemen met het SWV, via 088-0117400 of
[email protected]. Ook kunt u bellen met 5010, de landelijke informatie- en
10
adviesdienst voor ouders, via 0800-5010 (gratis). Veel informatie over Passend Onderwijs is ook te vinden op www.passendonderwijs.nl. Wat verandert er met de Participatiewet? Met de Participatiewet worden drie uitkeringsregelingen gebundeld tot één regeling: de Wet Werk en Bijstand (WWB), de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) en de Wajong. Hiermee krijgen de gemeenten de verantwoordelijkheid voor een brede doelgroep van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Hervorming Wajong • De Wajong is vanaf 2015 alleen nog maar toegankelijk voor mensen die volledig arbeidsongeschikt zijn en dat gedurende hun gehele leven zullen blijven. De jaarlijkse instroom in de bijstand zal hierdoor toenemen. • Degenen met arbeidsvermogen vallen onder de Participatiewet. Van de 240.000 Wajongers in Nederland houden er naar verwachting 100.000 hun recht op Wajong. Wajongers die werken behouden hun onder steuning via het UWV. Een deel van de herkeurde Wajongers zal niet meer in aanmerking komen voor een uitkering. Voor de bijstand gelden namelijk strengere regels ten aanzien van inkomen en eigen vermogen. Afsluiten sociale werkvoorziening • Vanaf 2015 stopt de instroom in de sociale werkvoorziening op basis van de WSW. Het zittende bestand WSW zal jaarlijks met ca. 6% afnemen als gevolg van natuurlijk verloop. • De groep die vanaf 2015 niet meer kan instromen in de WSW, incl. de groep die vanuit de Wajong de WSW kon instromen, gaat behoren tot de doelgroep van de Participatiewet. • Binnen de participatiewet krijgen de gemeenten ruimte om een nieuwe voorziening voor beschut werk aan te bieden. Het kabinet heeft aangegeven dat de regelgeving voor beschut werk nog nadere uitwerking vergt. Sociaal akkoord: 125.000 garantiebanen en 35 regionale werkbedrijven • In het sociaal akkoord zijn afspraken gemaakt dat er voor mensen met een beperking tussen 2014 en 2024 100.000 extra banen zullen worden gecreëerd in de private sector en 25.000 extra banen bij de overheid. Deze banen zijn bedoeld voor mensen met een arbeidsbeperking die niet het WML (wettelijk minimum loon) kunnen verdienen en vallen onder de Participatiewet, Wajongers en mensen met een WSW indicatie op de wachtlijst. Voor deze doelgroep zal een beoordeling door het UWV gaan plaatsvinden. • Ook zijn er afspraken gemaakt over het organiseren van regionale werkbedrijven in de 35 arbeidsmarkt regio’s, waar Utrecht Midden er één van is. Afgesproken is om de vorming van de 35 regionale werkbedrijven een verankering in de wet te geven. Het is aan de regio om te bepalen wie de uitvoering hiervan doet, er is ruimte voor regionale differentiatie. Gemeenten hebben de lead bij de vorming van de Werkbedrijven en werken daarbij nauw samen met sociale partners en UWV. Loonwaardebepaling en inzet van loonkostensubsidie • Voor mensen die wel arbeidsvermogen hebben maar verminderd productief zijn mag loonkostensubsidie worden ingezet vanuit het inkomensdeel. Vóór de Participatiewet was dit niet toegestaan. • Beloning vindt plaats conform cao-loon, waarbij er minimaal sprake is van wettelijk minimumloon (WML). De loonkostensubsidie bedraagt maximaal 70% van het WML. • Het UWV zal een rol krijgen bij de vaststelling of iemand in staat is om WML te verdienen en of iemand zoveel begeleiding nodig heeft dat beschut werk voor de hand ligt. De loonwaardebepaling vindt plaats op de werkplek met betrokkenheid van Werkbedrijf en werkgever.
Schoolgids 2015-2016 • STIP VSO Utrecht
11
3.
Waar de school voor staat
Motto van de school: “Wij maken werk van talent” De kernwaarden die voor ons belangrijk zijn bij het vormgeven van ons onderwijs zijn: autonomie, opbrengstgericht en partnerschap. We zijn een ondernemende school met specifieke expertise, die samenwerkt met leerlingen, ouders, bedrijven en collega-onderwijsorganisaties om de leerlingen te ondersteunen bij het opbouwen van een succesvolle en gelukkige toekomst. Het onderwijs krijgt vorm vanuit de pijlers; werken, wonen, vrije tijd en burgerschap:
Wij maken werk van TALENT
• • • •
Voor de leerlingen betekent dit: - Goed onderwijs waarbij het individuele talent kans krijgt zich optimaal te ontwikkelen. - Het leveren van maatwerk in toeleiding naar werk en maatschappij. Daarbij gebruiken we de kansen die de omgeving biedt, het hebben van een breed en gericht aanbod. - Dat wij toe leiden naar een actief en vaardig burger in de maatschappij. We werken als partner samen met ouders in de ontwikkeling van de autonomie van de leerling betreffende participatie in de maatschappij. Voor dagbestedingsorganisaties en toekomstige werkgevers van onze leerlingen zijn wij een professionele partner en leveren wij goede, trouwe toekomstige werknemers af die zijn opgeleid in afstemming met de inhoud en vaardigheden van de werkplek en functie. Voor partnerscholen en de samenwerkingsverbanden in onze regio zijn we bron van expertise die zich dienstverlenend opstelt en in samenwerking wil participeren.
De visie van de school: Waar we voor staan Natuurlijk is het onderwijs op onze school gebaseerd op de kaders die de wetgever ons gesteld heeft. We werken deze opdracht uit door het leveren van kwaliteit in begeleiding van onze leerlingen: • Naar (beschermde) arbeid/ dagbesteding, • In de ontwikkeling tot een zo autonoom mogelijk persoon/ burger in de maatschappij. De manier waarop we vormgeven aan deze opdracht, is gebaseerd op onze visie op een aantal onderwerpen. Dit zijn de belangrijkste uitgangspunten van ons onderwijs: • Elk mens is in staat om te leren en heeft recht op mogelijkheden zich te ontwikkelen. Hierbij gaan we uit van de mogelijkheden van de leerlingen binnen de beperking die zij hebben. • We geloven dat de aanwezigheid van relatie, autonomie en competentie de basis vormen voor ontwikkeling. We werken daarom volgens het model van adaptief onderwijs. • STIP VSO is een ontmoetingschool. Een school die uitgaat van algemene toegankelijkheid, die uitgaat van de gelijkwaardigheid van alle levensbeschouwelijke en maatschappelijke stromingen in die zin, dat de leerling met eigen inbreng een levensbeschouwing kan opbouwen, met respect en begrip voor de levens- en maatschappijbeschouwing van anderen. Uitstroomgericht VSO Op het Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) wordt uitstroomgericht gewerkt. Dit betekent dat de inhoud van het onderwijs zo is ingericht dat leerlingen zo goed mogelijk worden voorbereid op de periode na hun schooltijd. Daarbij gaat het erom dat leerlingen zo zelfstandig mogelijk kunnen functioneren op de gebieden wonen, werken vrije tijd en burgerschap, aansluitend op hun eigen niveau. Daarnaast is de uitstroom naar werk richtinggevend om voor individuele leerlingen de inhoud van het geboden onderwijsprogramma te bepalen. Leerlingen worden gericht opgeleid naar hun uitstroomplek. De uitstroomplekken sluiten aan bij de participatie wet en WMO en invulling van deze wetten binnen de diverse gemeentes.
12
Schoolgids 2015-2016 • STIP VSO Utrecht
13
Pedagogisch Klimaat Visie op zorg en begeleiding Onderwijs, begeleiding en interventies zijn erop gericht dat leerlingen zo zelfstandig mogelijk kunnen functioneren op de gebieden wonen, werken, vrije tijd en burgerschap. We willen een Vreedzame School zijn waarin wij streven de school en de klas een democratische gemeenschap te laten zijn. Dit uit zich in respect voor elkaar en het aanvaarden van elkaars identiteit en mogelijkheden. Hierin voelt iedereen zich verantwoordelijk en betrokken. Wij zien ouders hierbij als belangrijke partners. We combineren onderwijs en zorg waarbij de zorg dienstbaar is aan het onderwijs. We werken samen met zorginstellingen en hun medewerkers binnen de gedachte: één kind, één plan.
Op onze school benutten we iedere kans om leerlingen te laten participeren. • Op onze school stimuleren we leerlingen om een inbreng te hebben in wat ze willen leren. • Op onze school heeft iedere leerling een eigen portfolio waarin hij zijn eigen leerproces bijhoudt. • Op onze school dragen leerlingen zelf bij tot het verminderen van gevoelens van onvrede en tot het verminderen van ordeverstoringen van zichzelf en anderen in de school. • Op onze school denken leerlingen zelf mee over de aanpak bij het inzetten van een beloningssysteem. • Op onze school spelen leerlingen een belangrijke rol in het organiseren van de verschillende feesten en activiteiten. • Op onze school nemen leerlingen deel aan de leerlingenraad. • Op onze school stimuleren we leerlingen om op een democratische manier keuzes te maken.
Op onze school maken we werk van talent. • Op onze school wordt in contact met leerlingen veel aandacht gegeven aan datgene wat de leerling al goed kan. • Op onze school zijn we ambitieus in het stellen van leerdoelen voor de leerlingen. • Op onze school laten we leerlingen zicht krijgen op eigen talenten zodat ze weten wat ze kunnen en willen op cognitief, sociaal, emotioneel, motorisch en cultureel gebied. • Op onze school wordt het onderwijs zo goed mogelijk afgestemd op de leerling; wat gaat al goed en waarin kunnen we hem nog uitdagen en ontwikkelen. • Op onze school is het streven dat de leerling pas de school verlaat als hij een passende uitstroomplek gevonden heeft.
Op onze school is zichtbaar dat verschillend zijn een meerwaarde heeft. • Op onze school maken we gebruik van verschillende kwaliteiten. • Op onze school worden er verschillende feesten opgenomen in de jaarkalender. • Op onze school wordt er rekening gehouden met verschillende eetpatronen op basis van religie, allergie en dieet. • Op onze school weerspiegelen onze verschillende afdelingen qua inrichting en materialen de diversiteit van de mensen in de school. • Op onze school delen we kennis over de diversiteit in de samenleving. • Op onze school hebben we respect voor verschillende religies en het feit dat we allemaal anders zijn. • Op onze school mogen we verschillen van mening en staan we open voor verschillende meningen.
14
Op onze school gaan we op een lerende manier om met conflicten. • Op onze school stimuleren wij leerlingen om zelf het gewenste gedrag te benoemen. • Op onze school zijn onze leefregels geformuleerd in termen van gewenst gedrag. • Op onze school lossen we met elkaar conflicten op. • Op onze school krijgen leerlingen de tijd om eerst tot rust te komen en na te denken voordat we gaan oplossen waarbij we gebruik maken van de oplossingskaart uit het programma van de Vreedzame School. • Op onze school leren wij onze leerlingen om zelf na te denken over hun eigen aandeel in een conflictsituatie. • Op onze school worden conflicten constructief opgelost middels herstelrecht, waarbij op de voorgrond staat dat leerlingen het recht hebben om het goed te maken in plaats van dat er een straf volgt op ongewenst gedrag.
Op onze school wordt ieders mening serieus genomen. • Op onze school geven wij elkaar de ruimte om te reageren en laten we elkaar uitspreken. • Op onze school luisteren we naar elkaar. • Op onze school krijgen alle leerlingen de ruimte om vragen aan elkaar te stellen. • Op onze school beargumenteren leerlingen en medewerkers hun mening.
Op onze school zorgen we voor elkaar en voor de omgeving. • Op onze school ontvangen leerlingen of medewerkers die langdurig ziek zijn, een attentie vanuit de zorgcommissie. • Op onze school geven we elkaar veel complimenten. • Op onze school wordt iedereen die onze school binnenstapt vriendelijk en uitnodigend ontvangen. • Op onze school vinden we het belangrijk om nieuwe leerlingen en medewerkers welkom te heten. Op onze school worden leerlingen die voor het eerst op school zijn gekoppeld aan leerlingen met meer ervaring. • Op onze school helpen onze leerlingen elkaar. • Op onze school zorgen we met elkaar voor een opgeruimd lokaal. • Op onze school wordt de omgeving van de school opgeruimd en schoongehouden door leerlingen. Op onze school leren leerlingen met zorg om te gaan met het milieu.
Om deze doelen te bereiken gaan wij uit van een gedifferentieerde pedagogische aanpak afgestemd op het emotionele ontwikkelingsniveau van de leerling. Het emotionele niveau is hierin leidend voor het vaststellen van de individuele begeleidingsbehoefte van de leerling. Dat willen zeggen dat bij de pedagogische aanpak, de aanspreektoon en het geven van verantwoordelijkheid en grenzen wordt aangesloten bij het emotionele niveau van de leerling.
Schoolgids 2015-2016 • STIP VSO Utrecht
15
4. Fysiek contact in de pedagogische relatie Uitgangspunt van pedagogisch beleid op STIP is geen fysiek contact met de leerling tenzij de veiligheid van de leerling of de omgeving in gevaar komt. Fysiek contact gaat altijd in overleg en wordt ingezet conform de geleerde humane begeleidingstechnieken. Het contact is altijd gericht op veiligstellen en tot rust komen om zo vanuit de rustpositie verder te kunnen werken met elkaar. Het uitgangsprincipe hierbij is herstelrecht. We werken als team conform het protocol fysiek ingrijpen wat ter inzage ligt op school. Leefregels Om helderheid te scheppen voor leerlingen, ouders en medewerkers over hoe een vreedzame school eruit ziet, hebben wij een aantal duidelijke leefregels vastgesteld. Deze leefregels gelden voor en door de hele school voor leerlingen, hun ouders/ verzorgers en medewerkers. Vanuit deze leefregels, die als kapstok fungeren, krijgen verdere afspraken vorm.
16
Wij leren van en met elkaar
Voorzichtig omgaan met het materiaal
Iedereen mag anders zijn
Een conflict los je op
Het onderwijs
Inleiding STIP VSO bereidt leerlingen voor op een betekenisvolle plaats in de samenleving. Er wordt gestreefd naar een plek die tegemoet komt aan de mogelijkheden die de leerling heeft en de samenleving biedt. Binnen de gemeente Utrecht en in de omliggende gemeenten zijn 4 uitstroomarrangementen voor onze leerlingen beschikbaar; • A1: uitstroom naar werk met lichte ondersteuning. • A2: uitstroom naar werk met inzet van loonkostensubsidie en aanvullende ondersteuning. • A3: uitstroom naar beschutte werkplek van tijdelijke of permanente aard (publiek of privaat). groepsgewijze of individuele invulling. • A4: uitstroom naar een algemeen of maatwerkvoorziening voor arbeidsmatige activering. Om leerlingen uitstroomgericht op een van deze mogelijkheden voor te bereiden, heeft STIP VSO haar onderwijs ingericht op basis van stromen (Oranje-dagbesteding/ Paars-dagbesteding+arbeid/ Groen-onderwijszorg arrangementen) en leerroutes (1/2/3/4/(5).
Schoolgids 2015-2016 • STIP VSO Utrecht
17
Inrichting van het onderwijs 3 stromen; • Dagbesteding (Oranje) • Arbeid/ Dagbesteding (Paars) • Onderwijs-Zorg arrangementen (OZA/ Groen) Een stroom leidt leerlingen in een programma van 6 (leer)jaren richting een uitstroombestemming. Daarbij is de verwachting dat de stroom Dagbesteding aansluit op een inkomensvoorziening vanuit de Wajong (UWV) en de stroom Arbeid/ Dagbesteding aansluit bij een inkomensvoorziening vanuit de Participatiewet (gemeente). Binnen de OZA zal maatwerk geleverd worden. Uitstroom richting zowel Dagbesteding als arbeid is mogelijk. 5 leerroutes Binnen de stromen wordt gewerkt met leerroutes. Leerroutes bestaan uit een aanbod van onderwijsmodules, sectormodules en stagevormen. Deze gaan uit van streefniveaus op bijbehorende leerlijnen. Leerlingen worden met name op basis van begrip- en verwerkingsniveau en communicatieve voorwaarden ingedeeld op een leerroute. Hierdoor ontstaat er een zekere homogeniteit op aanspreek/ instructieniveau en heterogeniteit op begeleiding- en ondersteuningsbehoefte. In de basis zijn er 4 leerroutes. Leerroute 5 zal slechts bij uitzondering geboden worden vanwege het hoge niveau ervan. • Leerroute 1 geeft invulling aan stroom Dagbesteding (richting A4). • Leerroute 2 kan ingezet worden in stroom Dagbesteding en in stroom Arbeid/ Dagbesteding (richting A4/ mogelijk A3). • Leerroute 3 en 4 krijgen plek in stroom Arbeid/ Dagbesteding (richting A3 en A2). Op leerroute niveau worden onderwijspakketten ingezet. Deze onderwijspakketten vormen de basis van het curriculum om toe te werken naar beoogde streefniveaus. Pakketten van naastliggende leerroutes worden ingezet voor verdieping en intensivering. Los van het inzetten van onderwijspakketten uit andere leerroutes blijft het mogelijk leerlingen te schakelen naar andere leerroutes. Het ontwikkelperspectief (OPP) is hierin leidend. 3 fasen Het 6 jaren programma wordt ingedeeld in 3 fasen van 2 jaar. Iedere fase heeft een eigen kenmerk op het gebied van arbeidsvoorbereiding- en toeleiding. Per leerroute kunnen er duidelijke accent verschillen bestaan. • Oriëntatiefase: gericht op algemene theoretische vorming, het vergroten van praktische, huiselijke redzaamheid en het oriënteren op verschillende beroepssectoren. Aan het eind van deze oriëntatiefase kiest de leerling een profiel. • Arbeidsvoorbereidingsfase: gericht op algemene theoretische vorming, het aanleren en toepassen van arbeidsmatige vaardigheden en algemene werknemersvaardigheden binnen en- of buiten de school omgeving, binnen een gekozen voorkeursprofiel. Aan het eind van de Arbeidsvoorbereidingsfase maakt de leerling een branchekeuze voor stage-uitstroom. • Transitiefase: gericht op theoretische ondersteuning op maat en uitroom naar vervolgbestemming middels proefplaatsing op uitstroomplek. Vanaf leerjaar 5 wordt toegewerkt naar een passende uitstroomplek. Theorie De Theorie wordt vormgegeven in onderwijspakketten per leerroute. Elke leerroute heeft een eigenonderwijspakket. Deze pakketten sluiten aan op de streefniveau’s per leerjaar. Er wordt gedifferentieerd op ondersteuningsen begeleidingsbehoeften. Bij de theorie is sprake van verschillende modules, waarbij we onderscheidt maken in:
18
• • • •
Onderwijsmodules Algemeen Vormend Onderwijs (AVO): leergebieden Mondelinge taal, Schriftelijke taal, Rekenen en Engels. Onderwijsmodules Zaakvakken (ZV): leergebieden Mens & Maatschappij, Mens, Natuur & Techniek, Relaties & Seksualiteit. Onderwijsmodules Leergebied Overstijgend Onderwijs (LGO): leergebieden Leren leren, Leren taken uitvoeren, Leren functioneren in sociale situaties, Voorbereiding op dagbesteding en arbeid. Onderwijsmodules Vrije Tijd (VT): leergebieden Bewegen en Sport, Culturele Oriëntatie en Creatieve Expressie.
Visie op Arbeidstoeleiding • De school streeft ernaar, dat de leerling de school verlaat met een passende werkplek. • De toeleiding tot arbeid neemt vanaf de aanvang in het VSO een prominente rol in. • Arbeidstoeleiding moet vooral in de praktijk geoefend worden. • Als school streven we naar goed gemotiveerde werknemers, die zelfstandig kunnen werken en zich verantwoordelijk voelen. • We willen graag, dat onze leerlingen hun werk behouden en weten welke mogelijkheden er zijn als dit onverhoopt niet is gelukt. Om de kans op de arbeidsmarkt voor onze leerlingen te vergroten, volgen wij nauwlettend de laatste ontwikkelingen. Praktijkvorming/ arbeidstoeleiding • Sectormodule: gericht op het aanleren van basale (praktische en overstijgende) vaardigheden binnen bepaalde vakgebieden. • BS: begeleide stage. De begeleide stage is gericht op verder aanleren en toepassen van vaardigheden binnen of buiten de school onder leiding van een (vak)docent. • ES: externe stage. De Externe stage is een leer- en ontwikkelplek in een passende externe context met begeleiding vanuit school door de stagebegeleider van STIP . • Proefplaatsing: functioneren op de vervolgplek in arbeid of dagbesteding. Proefplaatsingen zijn bedoeld om nog gedurende het onderwijs de overgang te maken naar de uitstroomplek. Deze proefplaatsingen verschillen per leerroute en zijn afgestemd op de gemeentelijke voorzieningen en afspraken. Per leerroute liggen de verschillende varianten van praktijkvorming/ arbeidstoeleiding in principe vast. Het is mogelijk om vanuit het OPP flexibel om te gaan met stagevarianten. Met name in de laatste fase wordt de stagevariant die het beste aansluit bij de uitstroombestemming ingezet. Profielen en sectoren Loopbaan oriëntatie en beroepskeuze wordt gerelateerd aan de fase. In de Oriëntatiefase oriënteren leerlingen zich op 6 sectoren. Aan het eind van deze fase maken zij een keuze voor een profiel. Twee brede profielen worden onderscheiden, waarbij binnen ieder profiel 3 beroepssectoren worden geboden; Profiel Ambachtelijk
Profiel Dienstverlenend
Sector Groen & Dier
Sector Keuken & Horeca
Sector Hout
Sector Schoonmaak & Verzorging
Sector Fiets & Metaal
Sector Detail, Logistiek & Repro
Voor de leerroutes 1 en2 is een derde profiel keuze mogelijk: Creatieve productie. Aan het eind van de Arbeidsvoorbereidingsfase wordt de voorlopige keuze gemaakt voor een sector om naar uit te stromen. In deze sector worden stages en proefplaatsingen gezocht. Schoolgids 2015-2016 • STIP VSO Utrecht
19
Stroom
Oranje
Stroom
Paars
Uitstroomperspectief
Dagbesteding
Uitstroomperspectief
Dagbesteding/ Arbeid
Leerroutes
1/ 2
Leerroutes
2/ 3/ 4 (5)
Leerlingkenmerken
IQ circa tussen 35 en 50 Cognitieve ontwikkelingsleeftijd circa tussen 2-8 Emotionele ontwikkelingsleeftijd circa tussen 0-7
Leerlingkenmerken
IQ circa tussen 45 en 70 Cognitieve ontwikkelingsleeftijd circa tussen 5-12. Emotionele ontwikkelingsleeftijd circa tussen 0-12. Weerbaarheid, (zelf)acceptatie en toekomstverwachtingen zijn belangrijke punten voor deze doelgroep.
Onderwijsbehoefte Ondersteuningsbehoefte (pedagogisch)
Instructiebehoefte (didactisch)
Deze leerling heeft nodig; Sturing en begeleiding van een volwassene. Positieve bekrachtiging. Bescherming (sociaal, emotioneel en fysiek). Externe motivatie. Concrete, procesgerichte feedback (zoals bijvoorbeeld straffen en belonen, ondersteunende materialen). Structuur en regelmaat. Totale Communicatie. Spelontwikkeling. Deze leerling heeft nodig; Visuele ondersteuning (bijvoorbeeld pictogram). Totale communicatie. Instructie vanuit ervaring en herhaling. Iemand die hem vaardigheden voordoet (model leren). Ondersteunende lesmaterialen. Van korte naar verlengde instructie (van allen bespreking opdracht, naar herhaling van basisinstructie, helpen bij keuze juiste oplossingsstrategie). Intensief contact nodig voor leerrendement. Praktisch, handelend leren. Feedback op uitvoering van opdrachten.
Onderwijsbehoefte Ondersteuningsbehoefte (pedagogisch)
Deze leerling heeft nodig; Coaching door een volwassene naar zelfredzaamheid in alle leefmilleus. Positieve bekrachtiging. Concrete, procesgerichte feedback (gericht op inzicht en op weg naar zelfstandigheid). Aanspreken op verantwoordelijkheden. Mentor als centraal aanspreekpunt.
Instructiebehoefte (didactisch)
Deze leerling heeft nodig; Visuele ondersteuning (bijvoorbeeld stappenplan). Verlengde instructie (herhaling na basisinstructie, helpen bij de juiste oplossings strategie, extra ophalen van voorkennis, uitvragen van zojuist gegeven instructie, directe instructie, preteaching, reteaching)). Feedback op uitvoering van opdrachten.
En dat betekent Kenmerken leeromgeving
Voldoende ruimte voor 10 tot 15 leerlingen. Werken in de context. Gevisualiseerd dagprogramma.
En dat betekent Kenmerken leeromgeving
Een vertrouwde omgeving. TC bord. Vertrouwde groepsleiding. Voldoende ruimte voor 10 tot 15 leerlingen.
Onderwijszorg arrangementen Een onderwijszorgarrangement is een integraal programma voor specifieke (groepen) leerlingen. Het is een aanbod waarin onderwijs en zorgpartner(s) op uitvoeringsniveau samenwerken op basis van 1 kind 1 plan. Er is sprake van een aanvullende inzet van zorg om onderwijsdeelname mogelijk te maken, met als uitgangspunt de ondersteuningsbehoefte van de leerling. Een belangrijk kenmerk van de leerling die voor een onderwijszorgarrangement in aanmerking komen, is dat er sprake is van een combinatie van problematiek. Om deze problematiek in samenhang aan te pakken vanuit de visie 1 kind 1 plan hebben is de samenwerking met ouders nodig. STIP VSO werkt samen met de zorgpartner Reinaerde. Visie op onderwijs zorg arrangementen Ieder kind heeft recht op onderwijs. Passend onderwijs voor dezedoelgroep vraagt om specifieke expertise vanuit (jeugd)zorg en psychiatrie die samen met het onderwijs ingezet wordt. Een onderwijs-zorgarrangement is dan ook meer dan de som der delen; zorg, onderwijs en psychiatrie/ gezondheidszorg versterken elkaar en stimuleren optimaal de ontwikkeling van de jeugdigen.
20
Schoolgids 2015-2016 • STIP VSO Utrecht
21
Problematiek doelgroep in relatie tot het menselijk functioneren Een belangrijk kenmerk van de groep kinderen die voor een onderwijs-zorgarrangement in aanmerking komen, is dat er sprake is van een combinatie van problemen. Om dit beter te begrijpen is gebruik gemaakt van het model van menselijk functioneren (AAIDD model)1. Bij deze kinderen openbaren zich problemen op meerdere dimensies: (1) intellectueel functioneren, (2) adaptief gedrag, (3) gezondheid, (4) participatie, interactie en sociale rollen en (5) context (het systeem rond het kind).
wordt de leerling in de begeleiding en benadering gemakkelijk overvraagd, met verergering van de problematiek tot gevolg. Dit overvragen van leerlingen kan bijvoorbeeld leiden tot het ontwikkelen van een schoolfobie. Kijkend naar het schema: als de geboden ondersteuning (in het midden van het schema) niet voldoende aansluit bij de behoefte van een leerling dan leidt dit dus ook tot (verergering van) problemen in het totale functioneren (rechts in het schema). Visie op ondersteuning Gedragsproblemen zien we als het resultaat van onvoldoende aansluiting tussen de ondersteuningsbehoeften van de leerling (hulpvraag) en de geboden ondersteuning. Het is dan ook van belang in de aanpak niet de gedragsverandering van de leerling centraal te stellen, maar de ondersteuningsbehoefte van de leerling (op basis van zijn of haar mogelijkheden en beperkingen).
Model verstandelijke beperkingen (AAID-2010)
1 Verstandelijke mogelijkheden 2 Adaptief gedrag 3 Gezondheid
Functioneren Ondersteuning
4 Participatie, interactie & sociale rollen
We gaan uit van een aanpak vanuit drie verschillende niveaus, afgeleid van de integratieve benadering van Doen. • Op het eerste (laagste) niveau dient men aandacht te besteden aan de regulatie van de essentiële vitale aspecten zoals verschillende fysiologische functies en basale psychosociale behoeften. • Op het tweede niveau wordt aandacht besteed aan de stimulatie en begeleiding van de psychosociale processen die nodig zijn voor een adequate ontwikkeling van persoonlijkheid en voor een adequaat psychisch functioneren. • Op het derde niveau is men bezig met een specialistische therapeutische aanpak (bijvoorbeeld gedrags of concentratietraining) en onderwijskundige begeleiding.
5 Context
22
Voor het bieden van passende ondersteuning in het onderwijs is het van belang een beeld te krijgen van de mogelijkheden en beperkingen van de leerling. Hierbij is het noodzakelijk niet alleen te kijken naar de cognitieve vaardigheden en leervoorwaarden van de leerling maar eveneens naar aspecten als de persoonlijkheidsontwikkeling, het sociaal-emotioneel ontwikkelingsniveau, de sociale redzaamheid en de omgevingsfactoren. Menselijk functioneren wordt dus niet alleen bepaald door kenmerken die bij de leerling liggen. Ook in de thuissituatie kunnen factoren optreden die onderwijsdeelname belemmeren.
Daarnaast wordt er in de omgeving van de leerling gewerkt aan het creëren van de voorwaarden die noodzakelijk zijn voor het komen tot leren. De onderwijs-zorgarrangementen zijn er in eerste instantie op gericht om een solide basis te leggen op het eerste en tweede niveau van aanpak. Op het eerste niveau houdt de begeleiding voortdurend rekening met het ontwikkelingsniveau en de daaraan gekoppelde fysiologische en psychosociale aspecten van de betrokken persoon. Aandacht voor basale behoeften vormen het uitgangspunt. Op het tweede niveau wordt gewerkt aan het tot stand brengen van een adequate sociale interactie. Wanneer aan de ondersteuningsbehoeften van de leerling op de eerste twee niveaus voldaan is, kan pas resultaat van specifieke therapeutische en onderwijskundige interventies verwacht worden op het derde niveau. Hiermee wordt voorkomen dat de begeleiding een beheersmatig karakter krijgt en de leerling overvraagd wordt.
Al deze factoren zijn van grote invloed op de wijze waarop iemand zich kan handhaven in het dagelijks leven. Over het algemeen wordt binnen de groep kinderen die uitvalt binnen het speciaal onderwijs (cluster 3 en 4) gezien dat de sociaal-emotionele ontwikkeling beduidend achterblijft bij het niveau dat men zou verwachten op basis van het cognitieve niveau van functioneren en dat er vaak sprake is van bijkomende psychiatrische problematiek. Een dergelijk disharmonisch ontwikkelingsprofiel leidt tot complexe ondersteuningsvragen, die in een reguliere klas in het speciaal onderwijs soms moeilijk te beantwoorden zijn. Volgens prof. Doen zijn gedragsproblemen en psychiatrische problemen vaak het gevolg van een inadequate omgang van de omgeving met de basale emotionele behoeften van de persoon. Doen onderscheidt vijf fasen van sociaal-emotionele ontwikkeling: de adaptatie (0 tot 6 maanden), de socialisatie (6-18 maanden), de individuatie- (18-36 maanden), de identificatie/ egovorming (4 tot 7 jaar) en de realiteit-/ bewustwordingsfase (7 tot 12 jaar). De kinderen die in aanmerking komen voor onderwijs-zorgarrangementen lopen dus in het algemeen sterk achter met hun sociaal-emotionele ontwikkeling. Dit uit zich in sterk gericht zijn op de eigen behoeftebevrediging, geen rekening (kunnen) houden met de grenzen van anderen, veel behoefte hebben aan nabijheid van een volwassene, en een beperkte emotie- en gedragsregulatie (ongeremdheid in boosheid en agressie). Doordat de ontwikkeling op de overige gebieden, zoals de fysieke en cognitieve ontwikkeling vaak gunstiger verloopt, is de kans aanwezig dat de achtergebleven emotionele ontwikkeling onvoldoende in beeld is. Hierdoor
Rol van de ouders bij OZA Passende onderwijs-zorgarrangementen vragen, net als passend onderwijs en passende zorg, om een partnerschap met ouders. De ouders spelen een essentiële rol in de ondersteuning van hun kind. Zij kennen het kind het langst en in sommige opzichten ook het best. Zij weten vaak goed welke aanpak of benadering wel of niet werkt bij hun kind. En zij hebben in hun houding ten opzichte van de school en het leren veel invloed op hoe een kind daar tegenaan kijkt en mee omgaat. Als er extra ondersteuning nodig is dan is de medewerking van de ouders cruciaal voor het welslagen daarvan. Ouders hebben de eindverantwoordelijkheid en regie over de opvoeding van hun kind. De school moet hen dan ook in staat stellen om de eindverantwoordelijkheid en regie te kunnen waarmaken. De ouders komen direct in beeld bij het signaleren van de complexe ondersteuningsbehoefte en de noodzaak voor een onderwijs-zorgarrangement. In het proces van verkennen van onderwijsmogelijkheden volgt een nauwlettende samenwerking met de ouders en niet te vergeten de jeugdige zelf, waarbij rekening wordt gehouden met hun behoeftes. We spreken bewust van partnerschap. Bij partnerschap met ouders gaan we uit van een relatie tussen betrokken professionals en ouders als gelijkwaardige partners. Partners die erkennen dat ze een gezamenlijk belang hebben: het scheppen van zo gunstig mogelijke voorwaarden voor de ontwikkeling en het leren van het kind. Het partnerschap is gericht op het realiseren van doelen die aansluiten bij dit gezamenlijke belang.
1
AAIDD model: American Association on Intellectual and Development Disabilities
Schoolgids 2015-2016 • STIP VSO Utrecht
23
OZA
Groen (basis-plus arrangement)
Uitstroomperspectief
Dagbesteding Arbied
Leerroutes
1/ 2/ 3/ 4(5)
Leerlingkenmerken (leerlingen komen in deze groep indien ze: )
IQ circa vanaf <35 tot 70. Diagnose ASS / sterk vermoeden van ASS. Op prikkels reagerend met verbaal en/of fysiek externaliserend gedrag of ernstig internaliserend gedrag. Forse naar buiten gerichte gedragsproblemen (verbaal en/of fysiek). Kan vaak maar korte tijd werken zonder aandacht te vragen of af te dwingen. Afhankelijk van controle en sturing door een volwassene in elke situatie.
Onderwijsbehoefte Ondersteuningsbehoefte (pedagogisch)
24
Deze leerling heeft nodig; Sturing van een volwassene in vrijwel iedere situatie (voorspelbaarheid/ structuur/ consequent). Afwisseling van inspanning en ontspanning Bescherming (sociaal, emotioneel en fysiek). Externe motivatie. Een individueel aanpak beschreven in IHP (individueel handelingsplan). Begeleiding bij het omgaan met ‘lege tijd’. Voortdurend intensief toezicht en aansturing (het gedrag, de sociale omgang en het leren). Zeer duidelijke afspraken ten aanzien gedrag en regels in relatie met feedbacksysteem. Gezagsrelatie met volwassene nodig om tot leren te komen. Afwisseling nodig van inspanning en ontspanning/ ontlading (fysiek). Een vaste mentor die als eerste aanspreekpunt beschikbaar is. De mentor onderhoudt de contacten met de ouders/ verzorgers over de dagelijkse gang van zaken.
Instructiebehoefte (didactisch)
Deze leerling heeft nodig; Een individueel traject beschreven in IHP (individueel handelingsplan). Individuele instructie. Intrainen vaardigheden in reële context.
En dat betekent
Een individueel traject beschreven in IHP (individueel handelingsplan).
Kenmerken leeromgeving
Kleine groep van maximaal 7/8 leerlingen. met twee begeleiders. Vaste groepsleiding. Sociaal en fysiek prikkelarme omgeving. Visualisaties (TC-bord en op alle werkplekken, kasten en ten aanzien van activiteiten). Vaste opstelling van tafels, stoelen e.d. Voor “elke” leerling een aparte afgeschermde werkplek Vaste groepsleiding. Ontspanningsmogelijkheid nabij. Time-out locatie op korte afstand. Samenwerking met cluster 4 en zorginstanties.
OZA
Groen (basis-plus arrangement)
Uitstroomperspectief
Dagbesteding
Leerroutes
1/ 2
Leerlingkenmerken (leerlingen komen in deze groep indien ze: )
Ernstige verstandelijke beperking: IQ < 35 en bijkomende problematiek (DSM diagnose, syndroom). Cognitieve ontwikkelingsleeftijd circa tussen 2-5 jaar. Emotionele ontwikkelingsleeftijd circa tussen 0-3 jaar. Beperkt (soms rigide) gedragsrepertoire. (Fijn)motorische beperkingen. Forse problemen in de taalverwerving. Sterk verminderde sociale, emotionele en praktische vaardigheden. Sterk verminderde zelfredzaamheid en weerbaarheid. Sterk verminderd vermogen tot exploreren/ initiatiefname. Handelt vaak vanuit het lust-onlust principe. Leert concreet in één situatie; kan vrijwel niet generaliseren. Leert zeer langzaam.
Onderwijsbehoefte Ondersteuningsbehoefte (pedagogisch)
Schoolgids 2015-2016 • STIP VSO Utrecht
Deze leerling heeft nodig: Sturing van een volwassene in vrijwel iedere situatie. Afwisseling van inspanning en ontspanning. Positieve bekrachtiging. Bescherming (sociaal, emotioneel en fysiek). Verzorging door een volwassene. Externe motivatie. Voortdurende activatie. Concrete, procesgerichte feedback (zoals bijvoorbeeld straffen en belonen, ondersteunende materialen).
25
Instructiebehoefte (didactisch)
Deze leerling heeft nodig; Visuele ondersteuning (zowel in materiaal als pictogram). Totale communicatie. Instructie vanuit ervaring en herhaling. Iemand die hem vaardigheden voortdoet (model leren) Ondersteunende lesmaterialen. Verkorte instructie in reële context (alleen bespreking opdrachten, korte aanduiding van oplossingsstrategie) Actief leren (doe opdrachten).
Onderwijspijlers in relatie tot de vakken en leerlijnen Kerndoelen VSO
Pijlers
Onderwijsmodules/vakken
Leergebieden/leerlijnen
Voorbereiding op arbeid Voorbereiding op dagbesteding
Werk
Leergebied Overstijgend (LGO)
Leren functioneren in sociale situaties. Leren Leren. Leren taken uitvoeren. Voorbereiding op dagbesteding en arbeid. Ontwikkelen van een persoonlijk toekomstperspectief.
Leren leren Leren taken uitvoeren Leren functioneren in sociale situaties Leren ontwikkeen van een persoonlijk toekomstperspectief
Overstijgende doelen
Cognitief
Algemeen vormend onderwijs (AVO)
De Kerndoelen VSO
Nederlands Rekenen & wiskunde Engels (alleen bij uitstroomprofiel arbeid)
Mondelinge taal Rekenen Schriftelijke taal Engels
Wonen
Zaakvakken (ZV)
Arbeid
Mens, natuur & techniek Mens & maatschappij
Mens en Maatschappij. Mens, Natuur en Techniek. Relaties en Seksualiteit.
Culturele oriëntatie & creatieve expressie Bewegen & sport
Vrije tijd
Vrije tijd (VT)
Bewegen en Sport. Culturele oriëntatie en creatieve expressie.
En dat betekent; Kenmerken leeromgeving
Kleine groep (advies: maximaal 8 leerlingen). Vaste opstelling van tafels, stoelen e.d. Vaste eigen plek in de klas. TC bord. Vaste groepsleiding. Ontspanningsmogelijkheid nabij.
Dagbesteding Leergebied overstijgende doelen: Leren leren Leren taken uitvoeren Leren functioneren in sociale situaties Ontwikkelen van een persoonlijk toekomstperspectief
Gehele periode van het VSO: Nederlands Rekenen & wiskunde Engels Mens, natuur & techniek Mens & maatschappij Culturele oriëntatie & creatieve expressie Beweging & sport Voorbereiding op arbeid
Gehele periode van het VSO: Nederlands Rekenen & wiskunde Mens, natuur & techniek Mens & maatschappij Culturele oriëntatie & creatieve expressie Beweging & sport Voorbereiding op dagbesteding
Burgerschap
Vertaling van het curriculum: aan te bieden niveaus per leerjaar en leerroute. Niveau Leerroute
1
2
3
4
5
6
1
1
1,2
3,4,5
6,7
8,9
9
1
1,2
3,4
5,6
1
1
1,2 1
2 3 4 5
7
8
9
10
7,8
9
9
3,4
5,6
1
11
12
7,8
9
9
1,2
3,4
5,6
7,8
9
9
1
1
1,2,3
4,5
6,7
8,9
13
14
9
9
(leerjaren zichtbaar in schema. Leerjaren in kleur gekoppeld aan de leerroutes. Zwart is basisarrangement, oranje is intensief arrangement en blauw is verdiept arrangement).
26
Schoolgids 2015-2016 • STIP VSO Utrecht
27
5.
De toelating van nieuwe leerlingen Toelating Met de invoering van Passend Onderwijs (op 1 augustus 2014) komen de landelijke indicatiecriteria te vervallen en zal het samenwerkingsverband in de woonplaats van de leerling bepalen of de leerling toelaatbaar is op het Speciaal Onderwijs. Het samenwerkingsverband dient dan een toelaatbaarheidsverklaring af te geven voor leerlingen op het VSO.
Onderwijstijd in relatie tot onderwijsaanbod Cijfers per vakgebied in klokuren les aangegeven per leerjaar en leerrout
Oriëntatiefase
Arbeidstoeleidendefase
Leerjaar 1 OB
Leerjaar 2 OB
Leerjaar 3 MB
Transitiefase Leerjaar 4 BB
Leerjaar 5 UIT
Leerjaar 6
1
2
3
4
1
2
3
4
1
2
3
4
1
2
3
4
1
2
3
4
1
2
3
4
AVO
9
10,5
11
11
9
10,5
11
11
7
8,5
9
9
4
6
6,5
6,5
3,5
3
3,5
3,5
3
2,5
3,5
3,5
ZV
2,5
3
3
3
2,5
3
3
3
2,5
3
3
3
2,5
2,5
2,5
2,5
1,5
2,5
2,5
2,5
1
1,5
2
2
LGO
4
3,5
4
4
4
3,5
4
4
4
3,5
4
4
3,5
3
3
3
3
3
3
3
2
3
3
3
VT
5
3,5
2,5
2,5
5
3,5
2,5
2,5
5
3,5
2,5
2,5
3,5
2
1,5
1,5
2,5
2
1,5
1,5
1,5
0,5
0
0
Sectormodules
4
4
4
4
4
4
4
4
4,5
4,5
4,5
4,5
6
6
6
6
3
3
3
3
Groen & dier Hout Fiets & metaal Keuken & horeca Schoomaak & verzorging Detail, logistiek & repro BS
0
0
ES
0
0
Sport
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
1
Totaal lesuren
26,5
26,5
26,5
26,5
26,5
26,5
26,5
26,5
26,5
26,5
26,5
26,5
26,5
1,5
1,5
1,5
1,5
6
6
6
6
12
12
12
12
18
18
18
18
1
1
1
1
1
1
1
1
1
0
0
26,5
26,5
26,5
26,5
26,5
26,5
26,5
26,5
26,5
26,5
26,5
Vragen over stage? De stage-coördinatoren Suus Goessens (afd. Oranje), Theo Röling (afd. Paars) en Karin van Vliet (afd. Groen) zijn bereikbaar op telefoonnummer 030-2148014. Tweemaal per schooljaar organiseren wij een stage informatie avond voor de ouders/ verzorgers waarvan hun zoon/ dochter gaat starten met stages.
De zorg voor de leerlingen
Ouders komen eerst op STIP VSO voor een oriëntatie-bezoek met de directeur/ afdelingsleider. Als ouders vervolgens kiezen voor STIP VSO start de aanname-, plaatsingsprocedure. Aanname Ouders krijgen het aanmeldingsformulier en een schoolgids opgestuurd via mail of post, of krijgen het mee als ze op kennismakingsgesprek komen. Op het aanmeldingsformulier worden alle benodigde personalia van de leerling en ouders ingevuld samen met een vragenlijst om meer over de leerling te weten te komen. Daarnaast tekenen de ouders voor het opvragen van dossiergegevens. Zodra het aanmeldingsformulier ondertekend terug is op school, krijgen de Commissie van Begeleiding (CvB) en de ondersteunende disciplines een kopie van het formulier. Commissie van Begeleiding (CvB) Deze commissie bestaat uit: • Directeur/ voorzitter • Afdelingsleider • Orthopedagoog • IB-er • Stage-coördinator • Maatschappelijk werkende • Schoolarts De leden van de CvB zijn verantwoordelijk voor de aanname en plaatsing van de leerling. Elk lid van de commissie draagt vanuit het eigen vakgebied de nodige informatie aan over de leerling. Naast een taak in de aanmelding en plaatsing van leerlingen heeft de Commissie van Begeleiding ook taken in de doorstroom en de uitstroom. Observatie De aangemelde leerling kan worden uitgenodigd voor een observatieperiode. Deze periode varieert van een dag tot een week. De keuze voor een groep is afhankelijk van de leeftijd, het ontwikkelingsniveau, de sociale redzaamheid en het belang van de nieuwe leerling en de zittende leerlingen. De groepsleiding wordt hiervan op de hoogte gesteld en heeft inzage in het dossier. Bijzonderheden worden door het kernteam (afdeling CvB) doorgegeven. In deze kennismakingsperiode kunnen leerkrachten en de leden van de CvB zich een beeld vormen van de desbetreffende leerling. Gekeken wordt naar de sociaal emotionele ontwikkeling, gedrag (o.a. werkhouding) binnen en buiten de groep en cognitie. Van deze procedure kan worden afgeweken als deze niet in belang van de leerling is. De observatie is voor de leerling te spannend/ frustrerend en de observatie draagt daardoor niet bij aan de beeldvorming. In deze situatie kan gekozen worden voor een observatie van de leerling in de eigen omgeving (dagverblijf, school, enz.). Soms is observatie in de eigen setting ook niet mogelijk (bijvoorbeeld omdat vanwege verhuizing de leerling snel op de school moet worden geplaatst). In dat geval kan besloten worden om op basis van het dossier te kiezen voor een observatieplaatsing.
28
Schoolgids 2015-2016 • STIP VSO Utrecht
29
Bij aanmelding van een leerling voert de orthopedagoog, IB-er, schoolarts, maatschappelijk werker de gegevens passend bij hun eigen vakgebied in, in het ontwikkelingsperspectief (OPP). Er wordt dan een voorlopig OPP opgesteld. In de CvB-vergadering wordt de leerling besproken. Leidraad is hierbij of de school de leerling voldoende te bie-den heeft en het perspectief van de leerling voldoende aansluit bij het ondersteuningsprofiel van de school. In dat geval wordt de leerling, met toestemming vanuit SWV, aangenomen en geplaatst. Na 6 weken wordt het OPP definitief vastgesteld door het CvB en besproken met ouders/ leerling. De Utrechtse schoolbesturen en de gemeente Utrecht hebben afspraken gemaakt over het proces van aanmelding en inschrijving op een school voor voortgezet onderwijs. Deze afspraken zijn vastgelegd in de zogenaamde POVO-procedure. Alle Utrechtse scholen houden zich aan de afspraken van de POVO-procedure. Zie voor meer informatie: http://20.1swvvo.nl/povo In relatie tot Passend onderwijs zal de doorstroom SO naar VSO via ook via de POVO-procedure lopen. Doorstroming van de leerling De leerlingenzorg De leerkracht neemt de leerroute die beschreven staat in het OPP van de leerling op in het groepsplan/ werkplan en evalueert in het leerlingvolgsysteem. Volgen en signaleren Gedurende de cyclus handelingsplanning worden 2 x per jaar het OPP geëvalueerd, leerlingbespreking en groepsbesprekingen uitgevoerd. Uitgangspunt hierbij is analyse; zit de leerling nog op de leerroute?, waar scoort de leerling onder/ boven de leerroute?, wat is de aanleiding hiervan?, moet er worden aangepast? , zijn er acties/ interventies nodig + in welk domein? N.a.v. deze analyse en bespreking wordt het OPP aangepast en eventueel een individueel handelingsplan opgesteld. Dit OPP wordt tijdens individuele ouderavonden met u besproken. Ook tussendoor kunnen er vragen zijn of mogelijkheid om advies in te winnen; • Orthopedagoog als er een vraag is over: externe contacten, ouders/voogd, jeugdzorg, externe hulpverlening, AMK, complexe thuissituatie of een vraag is over een psychologisch onderzoek. • IB-er als er een vraag is over zijn algemene schoolloopbaan: o.a. ontwikkelingsperspectief, stage, OPP, zorg/ onderwijsvraag of over pedagogisch handelen. • Directeur/ afdelingsleider: specifieke problematiek (bijv. bedreiging/ incident/ schorsing), verlof aanvragen. Diagnosticeren Indien vanuit de groepsbespreking of leerlingbespreking geen passende interventie kan worden gevonden op een ondersteuningsvraag, zal verdere diagnostisering nodig zijn. De leerling wordt ingebracht in de vergadering van de Commissie van Begeleiding. Gedurende de schoolloopbaan van de leerlingen kan de problematiek dusdanig complex zijn dat het nodig is dat alle leden van de Commissie van Begeleiding vanuit hun professionaliteit naar het probleem kijken en vanuit hun expertise handelingsadviezen geven. Ook naast de leerlingen die vanuit de leerling besprekingen en groepsbe-sprekingen worden ingebracht, kunnen de leden van de Commissie ten alle tijde leerlingen inbrengen waar zij zich zorgen over maken. Voor de VSO-afdeling geldt dat er 8 tot 10 keer per schooljaar wordt vergaderd over leerlingen die extra zorg behoeven door de Commissie van Begeleiding.
30
Extra zorg vanuit de Commissie van Begeleiding Soms is de hulpvraag van de leerling die bij de Commissie van Begeleiding binnenkomt zo ingewikkeld, dat externe ondersteuning nodig is bij het vinden van een antwoord op deze vraag. In dat geval wordt externe ondersteuning ingeschakeld. Een lid van de Commissie van Begeleiding zal in dit geval altijd het aanspreekpunt zijn – afspraken worden gemaakt in de commissie en opgenomen in het leerlingvolgsysteem en dossier van de commissie. Ouders worden altijd op de hoogte gesteld. De school onderhoudt onder andere contacten met ambulante begeleiders, schoolbegeleidingsdienst, MEE, Altrecht, maatschappelijk werk, kinderbescherming, Bureau Jeugdzorg, Steunpunt Autisme, enzovoorts. Als leerlingen op school binnenkomen en er is al sprake van extra hulpverlening in het gezin, dan worden deze contacten vanaf het eerste begin onderhouden door de orthopedagoog en/ of de groepsleiding. Wijzigingen in en belangrijke beslissingen met betrekking tot de hulpverlening worden besproken in de Commissie van Begeleiding. Meldcode en verwijsindex Een meld-code voor huiselijk geweld en kindermishandeling helpt professionals goed te reageren bij signalen van dit soort geweld. Bijvoorbeeld huisartsen, leerkrachten en medewerkers van jeugdinrichtingen. Sinds 1 juli 2013 zijn beroepskrachten verplicht zo’n meld-code te gebruiken bij vermoedens van geweld in huiselijke kring. Hierbij volgt de school de 5 stappen; Stap 1: In kaart brengen van signalen. Stap 2: Overleggen met een collega. En eventueel raadplegen van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK), het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) of een deskundige op het gebied van letselduiding. Stap 3: Gesprek met de betrokkene(n). Stap 4: Wegen van het huiselijk geweld of de kindermishandeling. En bij twijfel altijd het SHG of AMK raadplegen. Stap 5: Beslissen over zelf hulp organiseren of melden. De meld en verwijscode is gekoppeld aan de werking van het CvB. Daarnaast werkt de school met de verwijs-index. Bij melding in de verwijsindex wordt u als ouder op de hoogte gebracht. Jeugdarts In principe worden alle leerlingen op STIP VSO minimaal één keer bij de jeugdarts (schoolarts) opgeroepen voor een periodiek geneeskundig onderzoek. Leerlingen, hun ouders/verzorgers of docenten kunnen ook zelf een onderzoek of een gesprek aanvragen. Dit kan bijvoorbeeld zijn vanwege bezorgdheid over groei en ontwikkeling of het algemeen functioneren. De jeugdarts wordt ook ingeschakeld als een leerling vaak ziek is, of als we ons zorgen maken over de gezondheid van een leerling. De jeugdarts van STIP VSO is Kristel Cremers. U kunt een afspraak met haar maken middels het telefoonnummer: 030 - 286 3030 of 030 - 286 3300. Schoolmaatschappelijk werk/ MEE en jeugdteam De schoolmaatschappelijk werker is een schakel tussen school en ouders. Hebben ouders problemen die in relatie staan tot de leerling dan kunnen ze een afspraak maken met de schoolmaatschappelijk werker. School Maatschappelijk Werk (MEE) kan u helpen de weg naar de hulpverlening te vinden. Daarnaast kan de schoolmaatschappelijk werkster ondersteunen en adviseren bij diverse aanvragen zoals PGB/ CIZ etc. Willemien Bouwman is als schoolmaatschappelijk werkster verbonden aan STIP VSO. Zij is te bereiken op 030-2148014 of 06-21556001. Tevens verzorgd schoolmaatschappelijk werk de themaochtenden en thema-avonden en koffiebijeenkomsten. Naast de schoolmaatschappelijk werkster vanuit MEE werkt de school samen met de jeugdzorg vanuit de diverse gemeentes. Vanuit de veranderende wet is jeugdzorg een gemeentelijke verantwoordelijkheid. Binnen de gemeen-
Schoolgids 2015-2016 • STIP VSO Utrecht
31
tes wordt er gewerkt met buurtteams en saveteams. De school onderhoudt nauw contact met desbetreffende teams. Daarnaast is de school met de gemeente Utrecht in gesprek over een jeugdteam VO gekoppeld aan STIP VSO. Een jeugdteam biedt generalistische basiszorg aan gezinnen en ondersteund bij de basis ondersteuningsstructuur op school. Protocol medisch handelen Het kan voorkomen dat uw kind extra, medische zorg nodig heeft. Als uw kind ziek wordt op school, is het uitgangspunt dat het kind naar huis moet. Dat gebeurt uiteraard altijd na overleg met ouders. Ook wanneer het toedienen van medicijnen daaraan voorafgaand nodig is, zal dat in overleg met ouders (of bij afwezigheid van de ouders in overleg met de huisarts) gebeuren. Als uw kind regelmatig, bijvoorbeeld dagelijks, medicijnen nodig heeft, overlegt u dat met de leerkracht en/of directeur. Onze medewerkers mogen uitwendig en oraal medicijnen toedienen, ouders blijven verantwoordelijk voor de aanwezigheid en opgave van dosering van de medicijnen. U legt dat samen vast, zodat er geen misverstanden kunnen bestaan. Als uw kind andere medische zorg nodig heeft, zoals injecties of bloedafname, dan kunnen en mogen wij deze zorg niet bieden. Uiteraard verlenen wij wel onze medewerking als u dat zelf, of anderen door u aangewezen, tijdens schooltijden bij ons op school komt doen. Meer informatie hierover staat beschreven in het Protocol medische handelingen op scholen PCOU Utrecht. Ouders van leerlingen waarvan de leerkrachten worden gevraagd medicatie toe te dienen beschrijven dit in het protocol medisch handelen. Het protocol ligt op school ter inzage en vindt u op de website onder kopje ouders.
• U bereid bent na overleg en afstemming u kind op te halen van school/ thuis op te vangen. • U akkoord gaat met het invoeren van het Paspoort * Bovenstaande om de leerling zo goed mogelijk in kaart te kunnen brengen en wij (ouders, zorg en onderwijs) gezamenlijk optrekken vanuit hetzelfde plan met uw zoon/dochter. Uw zoon/dochter wordt hier wanneer dit kan zoveel mogelijk bij betrokken. •
Het Paspoort; is een systeem waarbij wij samen met u relevante informatie van uw kind invoeren tbv een overzicht op aanpak. De leerkrachten hebben zo een beeld van de leerling waarop zij hun aanpak en signaleringsplan kunnen aanpassen. Voor alle OZA leerlingen voeren wij dit pas-spoort in. De informatie blijft gekoppeld aan het leerling dossier. Het paspoort voldoet aan de veiligheid en privacyregelingen. De gegevens zijn altijd inzichtelijk voor ouders. Als de leerling de school verlaat gelden voor deze gegevens dezelfde regels als voor de rest van het leerling dossier.
Specifiek aanbod Op school houden enkele fysiotherapeuten en logopedisten hun praktijk. Als leerlingen dit nodig hebben kunnen zij behandeld worden door een van hen. Dit loopt via de verzekering van de ouders. De school heeft logopedisten in dienst die zich naast screening (t.b.v. doorverwijzing logopedie praktijk richten op totale communicatie. Specifieke afspraken OZA Een onderwijs-zorgarrangement is een integraal programma voor specifieke (groepen) leerlingen. Het is een aanbod waarin onderwijs en zorgpartner(s) op uitvoeringsniveau samenwerken op basis van 1 kind 1 plan. Er is sprake van een aanvullende inzet van zorg om onderwijsdeelname mogelijk te maken, met als uitgangspunt de ondersteuningsbehoefte van de leerling. Een belangrijk kenmerk van de leerling die voor een onderwijs-zorgarrangement in aanmerking komen, is dat er sprake is van een combinatie van problematiek. Om deze problematiek in samenhang aan te pakken vanuit de visie 1 kind 1 plan is de samenwerking met ouders nodig. Afspraken die wij met ouders maken voor het starten van een OZA Het kan voorkomen dat een leerling vanuit spanning verbale of fysiek agressie laat zien, in sommige gevallen kan dit betekenen dat medewerkers van school vanuit hun professionele kennis fysiek zal moeten ingrijpen. Hierbij kan het ook voorkomen dat een leerling het nodig heeft om in een prikkelarme ruimte, PPR, tot rust moet komen. Wanneer een leerling in spanning blijft zitten kan de leerling niet altijd meer het onderwijs volgen. Wij zullen dan met de ouder(s)/verzorger(s) overleggen en in sommige gevallen kan dit leiden tot het voortijdig naar huis gaan van een leerling. Het kan ook zijn dat blijkt dat een leerling laat zien dat een volledige schooldag/ schoolweek nog niet lukt dit kan beteken dat een leerling tijdelijk een afwijkend rooster zal volgen, uiteraard in overleg met ouders en de leerplichtambtenaar. Via een verklaring geeft u vooraf aan akkoord te gaan dat de school; • Contact legt met het buurtteam • De leerling in de verwijsindex plaatst • Dat u bereidt bent zo nodig mee te werken aan diagnostisch onderzoek en de aanvraag hieromtrent. • Bij spanning van de leerling de professionals zo nodig fysiek mag ingrijpen
32
Schoolgids 2015-2016 • STIP VSO Utrecht
33
6. Het schoolteam Samenstelling van het team Directeur Astrid Lotte Afdeling Oranje Afdelingsleider Sara van Buuren Intern begeleider Anita Zwaak Orthopedagoog Debbie Everts/ Martine Verlinden (psychodiagnostisch medewerker) Logopedisten Hanneke van Rijswijk en Joyce Hermans Stage coördinatie Suus Goessens Leerkrachten Sjoerd Verkerk Gerda Wilts Annelies Landzaat Michiel Homfeld Louise Doornenbal Julie Kind Linda Greevenbroek Tees Rehwinkel Hans vd Mast Sabine Straver Rene Keijzer Beatrice Nieboer Pien Mandersloot Wim Westerink Sharon Kamsteeg Sylvia Vlijmen Helene Gaasbeek Ruud van Koningsbrugge
Assistenten Ineke Otten Lisette Vroege Marianne de Leeuw Martina Petrovic Rianne de Jonge Ria Fagrach Anneke van der Manden
Afdeling Paars Afdelingsleider Jaap Kant Internbegeleider Marleen Kleiman Orthopedagoog Moniek Janssen/ Martine Verlinden (psychodiagnostisch medewerker) Logopedisten Hanneke van Rijswijk en Joyce Hermans Stage coördinatie Theo Röling Leerkrachten Arianne van de Belt Heidi van der Vaart Bart Happe Conny Koot Trudy Smit Henk van Nieuwenhuizen Yke Bearda 34
Schoolgids 2015-2016 • STIP VSO Utrecht
Carla Schroer Alma Stiesri Rianne Daalhuisen Ellis Falke Aspasia Yocarinni Lidewij van den Boogaert Jose Busstra 35
Assistenten Jessica Kleijer Corine van Rossum Helen van Os Henriette Fietje Andrea Bosman Magda de Jongh Barbara van Rooijen
Afdeling Groen Afdelingsleiders Internbegeleider Orthopedagoog Logopedisten Stage coördinatie
Onderwijsondersteunend personeel Administratie Willie van Essen Leerling administratie Nel van Zwol HRM en roostering Marijke Huisinga Financiën Simone Bastianen Stage administratie en ESF
Karlieneke Speijers/ Frans Oomen Sanne Floris Marcelle Boersma/ Krista Kunenborg/ Martine Verlinden (psychodiagnostisch medewerker) Hanneke van Rijswijk en Joyce Hermans Karin van Vliet
Leerkrachten Linde Krechting Joke Clemens Eline Vernooij Nicolette Plasse Susanne Agterberg Jantiene Treurniet Rijan Schimmel Martijn Romeijn Berber Steggerda Joke Meijs Daniëlle Ruijs Charles Smulders Leraarondersteuner Angela Bent Cas Gouwenloos Didet Schipper Miranda Bleijerveld Gymleerkrachten; Sonja van Kooten Naomi van Norden Matthijs van Kampen
Assistenten Elysia Goedegebuure Esther van Gorkom Layla Abas Niki Hendriks Zoë Wapperom Wafâa Sheigar Mohamed Kabel Iris van Dorresteijn Abida El Adrissi Stephanie Spalburg Helene van Zutphen
Conciërge Wim van de Klashorst, hoofdconciërge Paul Schijf, technisch conciërge Thea Spruit Ahmet Gungorer Rooster/ bezetting op groepen wordt separaat bij de schoolgids aangeleverd. Contact Mocht u vragen hebben of andere zaken met ons willen delen kunt u ons bellen (tel. 030-2148014) en contact opnemen met: Vragen
Wie
Directe vragen over het onderwijs aan uw kind
Mentor
Een vraag is over zijn/haar algeme-ne schoolloopbaan: o.a. uitstroom-perspectief, stage, OPP, zorg/ onderwijsvraag of over pedagogisch handelen.
Mentor/ IB-er
Stages
Stagecoördinator
Een vraag is over: externe contacten, ouders/ voogd, jeugdzorg, externe hulpverlening, AMK, complexe thuissituatie of een vraag is over een psychologisch onderzoek.
Orthopedagoog Schoolmaatschappelijk werk Jeugdarts
Specifieke problematiek (bijv. bedreiging/ incident/ schorsing), verlof aanvragen.
Afdelingsleider/ Directie
Aanvragen vervoer/ CIZ/ Wajong betalingen.
Administratie
Vervanging Bij ziekte of afwezigheid van de vaste mentor of leerkracht wordt deze vervangen. De vervanging vindt plaatst door een collega of door een vaste invaller die bekend is met de school en de leerlingen. Er wordt gewerkt met een groepsmap waarin naast het werkplan ook de specifieke leerling informatie staat.
36
Schoolgids 2015-2016 • STIP VSO Utrecht
37
Scholing van het team Nascholing van het team wordt beschreven in het nascholingsplan, hierin staat een opsomming van de scholingsen trainingsactiviteiten die we in dit jaar willen uitvoeren. Het scholingsplan is een praktische uitwerking van het scholingsbeleid (onderdeel van het integraal personeelsbeleid). In ons scholingsbeleid zijn 4 “kapstokken” voor scholing/ training gedefinieerd: 1. Verplichte scholings-, trainingsactiviteiten met betrekking tot kwalificatie van bepaalde doelgroepen. 2. Scholings-, trainingsactiviteiten passend binnen de organisatie doelstellingen voor organisatieontwikkeling vanuit het strategisch beleidsplan (dit kunnen zowel individuele als teamgerichte activiteiten zijn). 3. Scholings-, trainingsactiviteiten passend binnen de organisatiedoelstellingen voor inhoudelijke/ schoolont wikkeling vanuit het strategisch beleidsplan (dit kunnen zowel individuele als teamgerichte activiteiten zijn). 4. Overige scholings-, trainingsactiviteiten/ individuele verzoeken niet passend binnen de bovenstaande onderwerpen. Het scholingsplan is opgesteld door het MT in afstemming met de teams/ medewerkers. Begeleiding en inzet van stagiaires Stagemogelijkheden Onze school biedt plaats aan stagiaires van de beroepspraktijk vormingsscholen: Niveau 3 : SPW Sport- en Bewegingsleider Niveau 4: SPW Onderwijsassistent Maatschappelijk werk Pedagogisch werk HBO pedagogiek tot en met het tweede jaar HBO SPH tot en met het tweede jaar HBO maatschappelijk werk en dienstverlening tot en met het tweede jaar Pabo ALO Universiteit
Begeleiding door de groepsleerkracht: • Informatie over de gewoonten in de school. • Informatie over de schoolregels en afspraken m.b.t. kinderen, ouders, personeel. • Informatie over de regels, afspraken en de dagelijkse gang van zaken in de groep. • Verwachtingen uitspreken over opstelling en activiteiten in de groep. • Afspraken maken over het uitvoeren van stage-opdrachten. • Beschikbaar stellen van de bijlessen en opdrachten benodigde materialen. • Wekelijks nabespreken van de stagedag(en) en feedback geven op uitgevoerde lessen en opdrachten. Het is belangrijk hiervoor zoveel mogelijk een vast moment te plannen, dat niet samenvalt met vergaderingen. • Voeren van tussentijds gesprek met de begeleider vanuit het opleidingsinstituut (indien van toepassing). • Voeren van een eindgesprek bij de afsluiting van de stageperiode met de stagiair en eventueel met de begeleider vanuit het opleidingsinstituut. Stagebegeleiding (groepsleerkracht) Stagiaires krijgen een vaste stagebegeleider. Met deze begeleider worden afspraken gemaakt over het tijdstip en de wijze van begeleiden. De stagebegeleiders houden het contact met de begeleider vanuit de opleidingsschool en bezoeken zo mogelijk de opleidingsscholen als zij voor werkveldbijeenkomsten worden uitgenodigd. Stagecoördinatie De stagecoördinatoren houden zich bezig met de intake van de stagiaires. De stagecoördinator houdt het contact met het stagebureau van de opleidingsscholen.
[email protected]
Begeleiding door de stagecoördinatie: • Kennismakingsgesprek voeren met de stagiair met als inhoud: - Introductie over de school in het algemeen, schoolgids. - Speerpunten van de school. - Wie ben ik, wat is mijn rol. - Uitleg over de organisatie. - Bespreken van de lijst: ’wat wij van stagiaires verwachten’. - Waarom kies je voor deze school? - Wat wil je leren en hoe ga je dat vorm geven? bespreken van de mogelijkheden. - Rondleiding door de school. • Contact met de groepsleerkracht tot stand brengen. • Introductie bij het personeel. • Tussentijds gesprek over de voortgang van de stage. • Eventueel tussentijds gesprek voeren op verzoek van de stagebegeleider of de stagiair bij vragen of problemen over het verloop van de stage. • (Eventueel) voeren van een eindgesprek.
38
Schoolgids 2015-2016 • STIP VSO Utrecht
39
7.
De ouders
De school en de ouders werken samen: ouders worden gezien als partner.
Leren leren
Partnerschap betekent dat wederzijdse verwachtingen dienen te worden uitgesproken. Zowel ouders als school zijn nauw betrokken bij de opvoeding en de begeleiding van kinderen. Ze hebben een gezamenlijk belang, namelijk het zorgen voor optimale omstandigheden voor de ontwikkeling en het leren van kinderen, op school en thuis. Ouders staan bij gelijkwaardig partnerschap niet aan de zijlijn. Het partnerschap is geen doel op zich, maar dient in feite drie doelen. Deze doelen worden weergegeven in onderstaand schema:
Leren taken uitvoeren
Leren functioneren in sociale situaties
Doelen voor de relatie tussen school en ouders
Invulling bij keuze voor gelijkwaardig partnerschap
Pedagogisch doel
Realiseren van enige afstemming in de benadering van kinderen thuis en op school.
Organisatorisch doel
Ouders leveren een bijdrage aan het reilen en zeilen van de school, ze voeren activiteiten niet alleen mee uit, maar denken daar bijvoorbeeld ook over mee.
Participatiedoel
Ouders denken en beslissen informeel en formeel mee met de school. De school legt verantwoording af over haar werk aan de ouders.
De betrokkenheid is wederzijds. In een relatie investeer je. Betrokkenheid kenmerkt zich door: meeleven, meehelpen, meedenken en meebeslissen. Een actieve betrokkenheid op elkaar betekent investeren in elkaar, elkaar willen leren kennen. Meeleven ligt aan de basis van alle betrokkenheid en dat vooronderstelt contact, dialoog, communicatie. Als het goed is, groeit met al die contacten het vertrouwen in elkaar als partners. Het kind vaart daar wél bij! STIP VSO ondersteund de visie op ouderbetrokkenheid 3.0 (CPS). Samen met de ouderparticipatie werkgroep zal komend schooljaar een start gemaakt worden met het implementatieplan. Communicatie De school acht een goede communicatie met ouder(s)/ verzorger(s)/ woongroep van de leerling van groot belang Tijdens de eerste informatieavond in september zal de mentor bij u informeren hoe u het beste bereikbaar bent (telefonisch of per e-mail). Tijdens het contact willen wij met u afstemmen in aanpak. De mentor maakt met u afspraken over de frequentie van dit contact.
Ontwikkelen van een persoonlijk toekomstperspectief
40
Communicatie in de reguliere cyclus leerlingenzorg, maar ook als extra ondersteuning Structureel zijn er vaste contactmomenten betreffende de voortgang van de leerling. In het begin van het schooljaar is er een informatieve groepsouderavond (september) waarin het groepsplan en algemene zaken van de groep wordt besproken. Voor nieuwe leerlingen is er na 6 weken een individueel oudergesprek gericht op het vaststellen van het ontwikkelingsperspectief (OPP). Na een tussenevaluatie in januari hebben de groepsleiding en ouders een gesprek over het OPP. Aan het eind van het schooljaar wordt het OPP (evaluatie) en (mogelijk) nieuwe groep besproken. Communicatie met ouders vindt ook plaats bij de start van de stages. Daarnaast gaat de groepsleiding tenminste één keer per jaar op huisbezoek bij de leerling. Bij nieuwe leerlingen bij voorkeur zo vroeg mogelijk in het jaar of zo spoedig mogelijk na plaatsing.
Schoolgids 2015-2016 • STIP VSO Utrecht
41
Bij inzet van extra ondersteuning voor de leerling - ondersteuning die aanvullend is op de reguliere leerlingenzorg - zal in de bovengenoemde gevallen contact worden opgenomen met ouders door een lid van de Commissie voor Begeleiding. Tevens kunnen vanuit de groepsleiding en de leerlingbespreking - via de commissie voor begeleiding - vragen komen voor de schoolmaatschappelijk werker om een afspraak te maken met ouders betreffende een knelpunt met de leerling in relatie tot de thuissituatie. De schoolmaatschappelijk werker is een schakel tussen school en ouders. Hebben ouders problemen die in relatie staan tot de leerling dan kunnen ze een afspraak maken met de schoolmaatschappelijk werker. Daarnaast ondersteunt de schoolmaatschappelijk werker bij Wajong- en CIZ aanvragen. Informatie aan de ouders over de school Onze school informeert de ouders middels diverse communicatiemiddelen; De website: www.stipvso.nl. De maandelijkse nieuwsbrief. Bij belangrijke informatie of specifieke informatie voor een bepaalde groep worden aan de ouders geïnformeerd via een brief. Daarnaast zijn er jaarlijks informatieavonden: start schooljaar, stage-informatieavond, thema-avond. Informatieverstrekking aan gescheiden ouders Als school willen wij onze leerlingen een veilige plek bieden. Het belang van het kind staat dan ook voorop bij de informatievoorziening aan gescheiden ouders. Wanneer beide ouders met het ouderlijke gezag belast zijn is de hoofdregel dat beiden recht hebben op dezelfde informatie. Indien de ouders goed contact met elkaar onderhouden, zal de school met de ouders de afspraak maken dat de met de dagelijkse zorg belaste ouder alle informatie, uitnodigingen e.d. doorspeelt aan de andere ouder. Wanneer geen sprake is van goed contact tussen beide ou-ders, maakt de school - in overleg met de ouders - een keuze omtrent de informatievoorziening. Ouders die geen ouderlijk gezag hebben, maar wel geïnformeerd willen worden kunnen ons daar schriftelijk om verzoeken. U dient dan wel aan te geven waarom u geïnformeerd wilt worden. Ook moet u een kopie van een geldig legitimatiebewijs meesturen en eventuele relevante documenten zoals een kopie van een rechterlijke beschikking en het gedeelte van het ouderschapsplan dat betrekking heeft op de schoolgang van uw kind en de omgangsafspraken. Op grond van het Burgerlijk Wetboek, boek 1: artikel 377c is het recht op informatie voor ouders die geen ouderlijk gezag hebben, beperkt. Het betreft alleen belangrijke feiten en omstandigheden, dus de rapporten van uw kind, de schoolgids en algemene informatie over de school. De mogelijkheid om uitgebreider te informeren, wordt per situatie bekeken. Van ouders verwachten wij dat zij de school tijdig informeren over (wijzigingen in) hun gezinssituatie: • Alle relevante feiten en gebeurtenissen inzake bijvoorbeeld het ouderlijke gezag, woonplaats, omgang, et cetera van het kind of diens ouders zo spoedig mogelijk aan de school worden doorgegeven; • Een verzoek om informatie van een niet met gezag belaste ouder onderbouwt wordt met relevante documenten zoals een rechterlijk beschikking en het gedeelte van het ouderschapsplan waarin de omgang en de schoolgang beschreven worden. Voor meer informatie verwijzen wij u naar het protocol ‘Informatieverstrekking gescheiden ouders’ dat u op verzoek kunt inzien.
42
Medezeggenschapsraad Aan de school is een medezeggenschapsraad verbonden. Deze raad wordt rechtstreeks door en uit de ouders/ verzorgers en het personeel gekozen volgens de bepalingen van dit reglement. Omvang en samenstelling medezeggenschapsraad: Ouders Raymond van Zanten, Marije Heitlager, Anja Becholtz, Fanny van Dongen, Nicoline Kerste, Jan-Willem van der Grift. Leerkrachten Martijn Romeijn (secretaris), Nicolette Plasse, Debbie Everts, Ellis Falke, Helene Gaasbeek, Anneke van der Manden, Michiel Homfeld (voorzitter) Voor het regelement van de MR verwijzen wij u naar de website; www.stipvso.nl; MR De medezeggenschapsraad heeft instemmingsrecht op de door hem voorgenomen besluiten met betrekking tot: • Verandering van de onderwijskundige doelstellingen van de school. • Vaststelling of wijziging van het schoolplan dan wel het leerplan en het zorgplan. • Vaststelling of wijziging van het schoolreglement. • Vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot het verrichten door ouders/verzorgers van ondersteunende werkzaamheden ten behoeve van de school en het onderwijs. • Vaststelling of wijziging van regels op het gebied van het veiligheids-, gezondheids- en welzijnsbeleid, voor zover niet behorend tot de bevoegdheid van de personeelsgeleding. • De aanvaarding van materiële bijdragen of geldelijke bijdragen anders dan de ouderbijdrage als bedoeld in artikel 24, onderdeel c van dit reglement en niet gebaseerd op de onderwijswetgeving indien het bevoegd gezag daarbij verplichtingen op zich neemt waarmee de leerlingen binnen de schooltijden respectievelijk het onderwijs en tijdens de activiteiten die worden georganiseerd onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, alsmede tijdens het overblijven, zullen worden geconfronteerd;. • De vaststelling of wijziging van de voor de school geldende klachtenregeling. • Overdracht van de school of van een onderdeel daarvan, respectievelijk fusie van de school met een andere school, dan wel vaststelling of wijziging van het beleid ter zake, waaronder begrepen de fusie-effectrapporta ge, bedoeld in artikel 64b van de Wet op het primair onderwijs. • De verzelfstandiging van een nevenvestiging, of een deel van de school of nevenvestiging dat zich op een andere locatie bevindt dan de plaats van vestiging van die school of nevenvestiging op grond van artikel 84a van de Wet op het primair onderwijs. Ouderraad STIP VSO Utrecht is gestart met een ouderparticipatiegroep (OPG). In deze groep hebben de volgende ouders zitting; Ernst van Zuijlen, Nicoline Kerste, Astrid van der Kooij, Adriann Straver, Annemarie van der Grift. De ouderparticipatiegroep denkt mee en geeft vorm aan de drie doelen van partnerschap tussen ouders en school. De OPG komt 1x per maand bij elkaar en is openbaar. Data bijeenkomsten en informatie vanuit de OPG vindt u onder het kopje ‘ouders op de website’. Ouderbijdrage Scholen mogen via de ouderbijdrage een geldelijke bijdrage vragen aan ouders van leerlingen om extra activiteiten als excursies, sinterklaasfeest, kerstviering of een sportdag te kunnen bekostigen. De kosten voor schoolreisje worden apart in rekening gebracht. Ook deze vallen onder de ouderbijdrage. In alle gevallen moeten ouders kun-
Schoolgids 2015-2016 • STIP VSO Utrecht
43
nen kiezen óf ze willen betalen en waarvoor zij willen betalen. Daarom wordt gesproken over vrijwillige ouderbijdrage. De oudergeleding van de medezeggenschapsraad heeft instemmingsbevoegdheid v.w.b. de hoogte van de ouderbijdrage. De vrijwillige ouderbijdrage is gekoppeld aan vieringen zoals in de jaarkalender opgenomen. Voor schoolreisje zal een aparte bijdrage van de ouders worden gevraagd. De wettelijke voorschriften/bepalingen rond de vrijwillige ouderbijdrage zijn te vinden in de Wet Primair Onderwijs (WPO) en de Wet Medezeggenschap Scholen (WMS). Artikel 13 bepaalt dat de schoolgids informatie moet be-vatten over de ouderbijdrage, de hoogte ervan, het vrijwillige karakter en de besteding van de middelen. • • •
De ouderbijdrage is vastgesteld op 40,- euro. Met betrekking tot deze vrijwillige ouderbijdrage ontvangt u in het begin van het schooljaar een factuur van de school. Mbt de bijdrage voor het schoolreisje is de verwachting dat deze rond de 15,- euro zullen zijn. Hierover ontvangt u een aparte brief met verzoek tot betaling via de leerkracht.
Sponsoring Onze school maakt gebruik van sponsoring m.b.t. de investeringen in het nieuwe schoolgebouw. De gedragsregels voor sponsoring worden gevolgd uit het convenant (zie informatie hieronder). Gedragsregels voor sponsoring in het onderwijs (algemeen) Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft in 2009 met veertien organisaties een convenant afgesloten. Hierin staan gedragsregels die een school helpen om op een verantwoorde manier met sponso-ring om te gaan. Het convenant bevordert of bestrijdt sponsoring niet. Er staat in waar scholen op moeten letten, waar sponsors aan gebonden zijn, wat valkuilen zijn en hoe scholen inspraak van ouders, teams en leerlingen moeten organiseren. Het convenant is van toepassing op Stichting PCOU/ Willibrord Stichting. In het convenant heeft het Ministerie van OCW de eerdere regels aangescherpt: • Nieuwe sponsorcontracten moeten zich richten op een gezonde levensstijl van leerlingen. • Bedrijven mogen alleen met scholen samenwerken vanuit een maatschappelijke betrokkenheid. • De samenwerking tussen scholen en bedrijven mag geen nadelige invloed hebben op de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van leerlingen. • De kernactiviteiten van de school mogen niet afhankelijk worden van sponsoring. De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de naleving van de regels. Schoolverzekering Stichting PCOU heeft voor haar scholen een aansprakelijkheidsverzekering en een schoolongevallenverzekering afgesloten. Aansprakelijkheidsverzekering - zorgplicht De school kan aansprakelijk gesteld worden voor schade aan derden en is daarvoor verzekerd. Of de school aansprakelijk is voor de schade hangt af van de vraag of de school aan haar zorgplicht heeft voldaan. De zorgplicht houdt in de verantwoordelijkheid ten opzichte van de gezondheid en de veiligheid van de leerlingen. In het gebouw en op het schoolplein moet de situatie veilig zijn en er moet voldoende toezicht zijn op het schoolplein en tijdens sport- en spelsituaties. Van een school wordt niet verwacht dat op elke leerling en elke situatie direct toezicht kan worden gehouden. Leerlingen kunnen in hun enthousiasme en onbevangenheid dingen doen die schade tot gevolg hebben. Een school of leraar kan dat niet altijd voorkomen.
44
Aansprakelijkheid van leerlingen De school is niet verantwoordelijk en aansprakelijk voor de gedragingen van de leerlingen. De verantwoordelijk-heid voor het handelen en de gedragingen van leerlingen ligt bij de ouders en/of de leerling. Wanneer de leerling nog niet de leeftijd van 14 jaar heeft bereikt, zijn de ouders aansprakelijk voor de gedragingen van hun kind; bij 14- en 15-jarigen geldt dat zowel de ouders als de leerling aansprakelijk kan zijn voor de gedragingen van de leerling; vanaf 16 jaar zijn leerlingen aansprakelijk voor hun eigen gedrag. Ouders wordt aangeraden een particuliere aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten. De aansprakelijkheid van leerlingen is secundair meeverzekerd in de verzekering die voor de school is afgesloten. Dat geldt voor activiteiten binnen de lesuren of bij activiteiten binnen schoolverband. De particuliere aansprakelijkheidsverzekering gaat voor. Schoolongevallenverzekering Deze verzekering biedt dekking voor de gevolgen van ongevallen in en om de school ongeacht of er sprake is van aansprakelijkheid. Verzekerd zijn alle bij de activiteiten in en rond de school betrokken personen: leerlingen, personeel, vrijwilligers. Meeverzekerd is de benodigde reistijd voor het rechtstreeks komen en gaan naar de genoemde schoolactiviteiten. Er zijn maxima gesteld aan de verzekerde bedragen. Niet meeverzekerd is materiële schade zoals brillen, kleding en vervoersmiddelen. Vergoeding van geneeskundige en tandheelkundige kosten (tot het maximumbedrag) vindt alleen plaats als de ziektekostenverzekering van de gedupeerde de kosten niet of niet volledig vergoedt. Voor nadere informatie over de schoolverzekering kunt u contact opnemen met de directie van de school. Stichting PCOU heeft met zorgvuldigheid bovenstaande tekst samengesteld. De Stichting is niet aansprakelijk voor enigerlei schade naar aanleiding van deze publicatie. Klachtenregeling Afhandeling van klachten Het is de bedoeling dat klachten over de gang van zaken in de school tussen leerlingen, ouders, personeel, schoolleiding en alle overige bij de school betrokken personen in eerste instantie onderling op schoolniveau wor-den opgelost. Het meest voor de hand liggend is dat de klager zich rechtstreeks richt tot degene tegen wie zijn klacht is gericht, dan wel tot diens leidinggevende, dan wel rechtstreeks tot de directeur. Ook is het mogelijk om eerst de contactpersoon van de school te benaderen. Als deze mogelijkheden niet toereikend zijn, doordat afhandeling van de klacht niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden of door de aard van de klacht, dan kan men een beroep doen op de klachtenregeling. De regeling biedt mogelijkheden voor het indienen van een klacht bij de directeur/rector, het bestuur of rechtstreeks bij de landelijke klachtencommissie. De contactpersoon op schoolniveau De school heeft een of meer contactpersonen voor de klachtenregeling. De contactpersoon heeft tot taak: • Eerste aanspreekpunt te zijn bij klachten, • De eerste opvang te verzorgen als een klacht wordt ingediend. • Naar eigen inzicht eenvoudige klachten af te handelen. • De klager in het geval van een zware, gevoelige of complexe klacht door te verwijzen en te informeren over de mogelijkheden die de klachtenregeling biedt, zoals het in contact komen met de externe vertrouwenspersonen die door het bestuur zijn aangesteld. • Indien noodzakelijk te verwijzen naar gespecialiseerde instanties.
Schoolgids 2015-2016 • STIP VSO Utrecht
45
8. De ontwikkeling van het onderwijs in de school; kwaliteitszorg en resultaten De klachtenregeling is te vinden op de website van Stichting PCOU: www.pcou.nl: De contactperso(o)nen van de school zijn: Astrid Lotte en Marcelle Boersma. Voor de afhandeling van klachten, beroepen van geschillen in het bijzonder onderwijs kunnen mensen voortaan terecht bij 1 loket. Dat is mogelijk geworden door de oprichting van de Stichting Commissie Bijzonder Onderwijs (GCBO). De Stichting GCBO bundelt zo’n twintig landelijke geschillen-, beroeps-, klachten- en bezwarencommissies die op grond van de wet of de cao’s verplicht zijn voor onderwijsinstellingen. Op de website www.gcbo.nl kunt u terecht voor informatie over de GCBO. Voor vragen kunt u zich wenden tot de secretarissen van de commissies. Zij zijn te bereiken via; Stichting GCBO Postbus 82324 2508 EH Den Haag Tel: 070-3861697 Vertrouwenscontact persoon Als ondanks alle preventieve zorg een kind of persoon toch lastig gevallen wordt, kunt u dat in ieder geval bespreken met de leerkracht van uw kind of bij de directie van de school. In sommige gevallen heeft u behoefte aan een speciale vertrouwenspersoon. Deze geniet het vertrouwen van de school, ouders en leerlingen. Vertrouwenscontact persoon: Marcelle Boersma telefoon 06-39640218/ Theo Röling 030-2148014/ Louise Doornenbal 030-2148014, Joke Meijs 030-2148014, Charles Smulders 030-2148014 Veiligheidsbeleid Scholen zijn wettelijk verplicht een veilige omgeving te bieden voor iedereen binnen de school: leerlingen, leerkrachten, onderwijsondersteunende medewerkers, ouders, et cetera. De veiligheid is in een aantal wetten verankerd. Onze school beschikt over een veiligheidsplan dat jaarlijks wordt geactualiseerd. In het veiligheidsplan is onder meer het volgende geregeld: • De school beschikt over bedrijfshulpverleners, d.w.z. medewerkers die onder meer eerste hulp bij ongevallen verlenen en in noodsituaties verantwoordelijk zijn voor het alarmeren van hulpverleners en het in veiligheid brengen van kinderen en volwassenen. • De school beschikt over een ontruimingsplan. Er wordt jaarlijks een ontruimingsoefening gehouden. • De school beschikt over voldoende EHBO- en brandblusmiddelen.
Regels voor het maken van foto’s/ beeldopnames • Gedurende het schooljaar worden regelmatig foto- of filmopnamen gemaakt van schoolactiviteiten. Soms worden deze gebruikt voor plaatsing in bijvoorbeeld de schoolkrant of op de website. • Juridisch gezien is geen toestemming nodig voor het publiceren van dergelijke foto’s voor schooldoeleinden. • Mocht u bezwaar hebben tegen het plaatsen van foto’s waarop uw kind staat afgebeeld, dan kunt u dit aangeven op de brief die u bij de start van het schooljaar van ons ontvangt (ouder informatieavond in september).
Kwaliteitszorg Onze school werkt systematisch aan kwaliteitszorg. Onder kwaliteitszorg verstaan we: activiteiten die er op gericht zijn om de kwaliteit van het onderwijs te bepalen, te bewaken, te borgen en te verbeteren. Met andere woorden: wat vinden wij goed onderwijs, wat zijn de eisen van de overheid, welke doelen stellen we, hoe zorgen we ervoor dat we kwaliteit leveren en hoe houden we de bereikte kwaliteit vast? Onze school werkt aan de ontwikkeling en vernieuwing van het onderwijs en zorgt dat zaken die goed gaan, goed vastgelegd worden. Schooljaar 2014-2015 Hieronder leest u de opbrengsten van schooljaar 2014-2015 1ste periode. Voor de 2de periode zijn de metingen nog in volle gang op moment dat deze schoolgids gedrukt wordt. De opbrengsten van de 2de periode zullen worden verwerkt samen met de 1ste periode tot jaaropbrengsten die u per augustus kunt vinden onder kopje kwaliteitszorg op de website van STIP VSO (www.stipvso.nl). De opbrengsten in cijfers Aantal leerlingen per 1/10
2014
Wilhelminaschool VSO
260
Herderscheeschool VSO
69
STIP VSO
Prognose 2015
320
Elk jaar proberen we de opbrengsten van onze school steeds een beetje beter in beeld te brengen. Wij volgen de ontwikkeling van de leerlingen nauwgezet en houden de gegevens van resultaten bij in een leerlingvolgsysteem. We gebruikten tot januari 2015 hiervoor het systeem met de naam datacare/ LVS2000. Per juni 2015 is STIP VSO overgestapt naar het leerlingvolgsysteem van Parnassys. De leerlingen worden daarnaast getoetst met de zogenaamde ZML/ speciale leerlingen toetsen van het CITO voor rekenen/ lezen en spelling. Deze toetsen worden afgenomen volgens een planning die is vastgelegd in een toetskalender met bijbehorend toetsprotocol. Op basis van de gegevens uit de toetsen worden zo nodig de groepsplannen (het leerstofaanbod van de groepen, kleine groepjes of individuele leerlingen) op- of bijgesteld. Onderstaande tabellen geven de scores weer van het LVS. Gegevens over uitstroom Waar stroomden de leerlingen van onze afdeling dit jaar naar uit ? Uitstroom
Aantal uitgestroomde leerlingen PWS en HSS totaal 24 per feb 2015
Ervaringsgerichte dagbesteding
2
Licht arbeidsmatige dagbesteding
8
Arbeidsmatige dagbesteding
11
Sociale werkvoorziening of vrije bedrijf
3
Vervolgopleiding (MBO 1/ AKA) Anders
46
Schoolgids 2015-2016 • STIP VSO Utrecht
47
Te verwachten uitstroom Voor hoeveel leerlingen hebben we de te verwachten uitstroom dit jaar moeten bijstellen?
In verhouding met voorgaande jaren is het volgende beeld zichtbaar Uitstroom
% leerlingen dat hiernaar is uitgestroomd in 2010-2011
% leerlingen dat hiernaar is uitgestroomd in 2011-2012
Ervaringsgerichte dagbesteding
% leerlingen dat hiernaar is uitgestroomd 2012-2013
% leerlingen dat hiernaar is uitgestroomd 2013-2014 (periode 1)
8% 34%
27%
% leerlingen dat hiernaar is uitgestroomd 2014-2015 (periode 1)
20%
Arbeidsmatige dagbesteding
70%
29%
27%
14,8%
45%
Sociale werkvoorziening of vrije bedrijf
10%
12%
21%
2,4%
12%
Anders
7,4%
33%
5% 25%
17%
Aantal leerlingen waarvan het ontwikkelingsperspectief naar boven is bijgesteld
Aantal leerlingen waarvan het ontwikkelingsperspectief naar beneden is bijgesteld
Stroom 1
80%
20%
Stroom 2
100%
Stroom 3
88%
12%
Stroom 4
98%
2%
Het behalen van de streefdoelen Hoeveel leerlingen heeft de streefdoelen die passen bij de door hen geselecteerde leerroute/ leerroutes behaald: Per stroom
7,4%
Gegevens over doorstroom Ook over de leerlingen die nog binnen onze school zijn gebleven kunnen we iets zeggen. Welke uitspraken zijn gedaan over de mogelijke uitstroom van leerlingen?
48
Aantal leerlingen waarvan het ontwikkelingsperspectief is gehandhaafd
10%
Licht arbeidsmatige dagbesteding
Vervolgopleiding (MBO 1/ AKA)
Uitstroom
Uitstroom
% leerlingen met deze te verwachten uitstroom
Dagbesteding
70%
Arbeid
30%
stroom 1
stroom 2
n=
stroom 1
stroom 2
vak-/ ontwikkelgebied
ruim
wel
niet
ruim
wel
niet
Sociale- en emotionele ontwikkeling 15%
81%
4%
30%
57%
13%
Leren leren
8%
85%
8%
21%
68%
10%
Mond. taal / communicatie
8%
73%
19%
22%
67%
11%
Lezen
9%
73%
18%
20%
68%
11%
Schrijven
0%
75%
25%
33%
60%
6%
Rekenen
0%
83%
17%
30%
55%
14%
Zelfredzaamheid
17%
75%
8%
16%
72%
11%
stroom 3
stroom 4
n=
stroom 3
stroom 4
vak-/ ontwikkelgebied
ruim
wel
niet
ruim
wel
niet
Sociale- en emotionele ontwikkeling 15%
43%
42%
15%
49%
37%
Leren leren
11%
44%
44%
6%
50%
44%
Mond. taal/communicatie
13%
41%
47%
23%
48%
30%
Lezen
13%
31%
35%
29%
29%
41%
Schrijven
18%
38%
23%
33%
49%
18%
Rekenen
12%
29%
39%
38%
38%
25%
Zelfredzaamheid
9%
44%
44%
13%
47%
39%
Schoolgids 2015-2016 • STIP VSO Utrecht
49
Analyse cijfermatige opbrengsten; We zien dat 75% van de leerlingen de streefdoelen halen. We een aantal uitstroomperspectieven hebben bijgesteld. De uitstroom naar arbeid blijft gericht op beschermde werkomgeving. Bij stroom 3 zien we dat de kolom met niet behaalde streefdoelen in % stijgt tov de overige stromen. Dit staat in relatie met de hoger gestelde standaarden van stroom 3.
Accenten schooljaar 2015-2016 zullen liggen op: • Communicatie • Participatie • Onderwijs in de klas • Ouderbetrokkenheid
Gegevens waarderingsvragenlijsten Afgelopen schooljaren zijn er ook waarderingslijsten medewerkers en tevredenheid leerlingen en ouders afgenomen. STIP VSO geeft zichzelf de volgende rapport cijfers; Medewerkers STIP De school in zijn geheel
6,7
Beleidsvoerend vermogen
6,4
Personeelsbeleid
6,1
Cultuur en klimaat
6,2
Veiligheid
6,3
Communicatie
5,8
Informatievoorziening
6,1
Inspraak
5,8
Visie op ontwikkeling en onderwijs
7,0
Onderwijsleerproces
6,7
Zorg en begeleiding
6,8
Resultaten
6,5
Leerlingen
8
Leerlingen vinden het onderwijs over het algemeen leuk en nuttig. Daarnaast geeft 66% van de leerlingen aan zich veilig te voelen op school. STIP vindt dit % te laag en zal ook komend schooljaar actief accenten leggen in verdere ontwikkeling van het schoolklimaat. Ouders
50
De school in zijn totaal
7,7
Personeel
7,8
Veiligheid
7,6
Informatievoorziening
7,3
Inspraak en participatie
7,2
Onderwijs in de klassen
7,5
Zorg en begeleiding
7,6
Resultaten
7,2
Schoolgids 2015-2016 • STIP VSO Utrecht
51
9. Samenwerking met andere instanties/ instellingen
10. School- en vakantietijden; verlof en verzuim
Samenwerking met instellingen/ instanties Naast de eerder genoemde samenwerking met partners in kader van zorg/ondersteuning en toeleiding dagbesteding en arbeid, werken we samen met Special Heroes en Beweegwijs.
Onderwijstijd Leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs moeten jaarlijks minimaal 1000 uur onderwijs krijgen. Het rooster van lestijden en het rooster van vakanties en vrije dagen zijn zodanig opgesteld, dat aan deze eis is voldaan.
Special Heroes is er op gericht om leerlingen in het speciaal onderwijs zelf te laten ervaren hoe leuk sporten en bewegen is. Kennismakingsprogramma’s worden als clinics aangeboden binnen de sporturen van school. Vanuit deze ervaring kunnen leerlingen lid worden van een sportvereniging waarbij een speciaal aanbod voor onze leerlingen geboden wordt.
Schooltijden Maandag/ dinsdag/ donderdag/ vrijdag : 8.30-15.00 ; onderwijstijd 5,75 klokuur per dag + 0,75 klokuur pauze Woensdag: 8.30-12.15; onderwijstijd 3,75 klokuur
Beweeg Wijs Beweeg Wijs zet zich in om beweging in het (speciaal) voortgezet onderwijs te stimuleren door het bieden van een kernconcept op het gebied van vrijetijdsbesteding. De methode van Beweeg Wijs speelt in op belangrijke vrije beweegmomenten van leerlingen. Hiervoor heeft Beweeg Wijs een uniek kleurconcept ontwikkeld, waarin leerlingen beter leren samen bewegen in een uitdagende en gestructureerde omgeving. Het schoolplein van de nieuwe locatie van STIP VSO Utrecht is geheel in samenwerking met beweegwijs ontworpen en ingericht. Het team is getraind om de leerlingen te begeleiden tijdens de pauzes vanuit de beweegwijsmethodiek; Dit is een kleurenmethodiek voor het (speciaal) voortgezet onderwijs om alle activiteiten te laten aansluiten bij de sociaal emotionele ontwikkeling van de leerlingen.
Tegen elkaar Samen werken Samen delen
Vakanties en vrije dagen In het schooljaar 2015-2016 geldt de volgende vakantieregeling: Vakanties
start
eind
Herfstvakantie
17 oktober 2015
25 oktober 2015
Kerstvakantie
19 december 2015
3 januari 2016
Voorjaarsvakantie
20 februari 2016
28 februari 2016
Goede vrijdag/ Pasen
25 maart 2016
28 maart 2016
Meivakantie
23 april 2016
8 mei 2016
Pinkstermaandag
16 mei 2016
Zomervakantie
9 juli 2016
21 augustus 2016
Om de beurt Naast elkaar
Studiedagen Afdeling ORANJE en PAARS (leerlingen afdeling Oranje en Paars vrij) 1
Donderdag 26 november 2015
2
Vrijdag 5 februari 2016
3
Maandag 29 februari 2016
4
Dinsdag 8 maart 2016
5
Maandag 18 april 2016
6
Vrijdag 24 juni 2016
Chillzone
Samenwerking met opleidingen Onze school heeft een taak in het opleiding van nieuwe leraren/ onderwijsassistenten. Voor een groot deel vindt deze plaats in de praktijk door middel van stages (zie verder onder kopje begeleiding en inzet stagiaires).
52
Schoolgids 2015-2016 • STIP VSO Utrecht
53
OPP evaluatie dagen afdeling ORANJE (leerlingen van desbetreffende groep vrij)
3.9
Donderdag 7 januari 2016
Dinsdag 17 mei 2016
3.10
Donderdag 7 januari 2016
Dinsdag 17 mei 2016
Groep
Dag 1
Dag 2
2.1
Dinsdag 12 januari 2016
Vrijdag 20 mei 2016
2.2
Woensdag 6 januari 2016
Dinsdag 17 mei 2016
2.3
Dinsdag 12 januari 2016
Dinsdag 17 mei 2016
1
Vrijdag 30 oktober 2015
2.4
Woensdag 13 januari 2016
Woensdag 18 mei 2016
2
Maandag 2 november 2015
2.5
Woensdag 13 januari 2016
Maandag 23 mei 2016
3
Woensdag 9 december 2015
2.6
Woensdag 6 januari 2016
Woensdag 18 mei 2016
4
Maandag 29 februari 2016
2.7
Vrijdag 8 januari 2016
Maandag 30 mei 2016
5
Dinsdag 19 april 2016
2.8
Maandag 4 januari 2016
Vrijdag 20 mei 2016
6
Vrijdag 8 juli 2016
2.9
Maandag 4 januari 2016
Maandag 23 mei 2016
2.10
Vrijdag 8 januari 2016
Maandag 30 mei 2016
Studiedagen Afdeling GROEN (leerlingen afdeling GROEN vrij)
OPP evaluatie dagen afdeling GROEN (leerlingen van desbetreffende groep vrij) Groep
Dag 1
Dag 2
1
Maandag 5-10-2015
Woensdag 6-4-2016
2
Donderdag 8-10-2015
Donderdag 7-4-2016
OPP evaluatie dagen afdeling PAARS (leerlingen van desbetreffende groep vrij)
54
Groep
Dag 1
Dag 2
3.1
Maandag 11 januari 2016
Vrijdag 20 mei 2016
3
Woensdag 7-10-2015
Woensdag 6-4-2016
3.2
Maandag 18 januari 2016
Vrijdag 20 mei 2016
4
Maandag 12-10-2015
Maandag 4-4-2016
3.3
Vrijdag 8 januari 2016
Donderdag 26 mei 2016
5
Dinsdag 6-10-2015
Dinsdag 5-4-2016
3.4
Dinsdag 19 januari
Maandag 23 mei 2016
6
Dinsdag 6-10-2015
Woensdag 7-4-2016
3.5
Dinsdag 12 januari
Dinsdag 31 mei 2016
7
Vrijdag 9-10-2015
Donderdag 8-4-2016
3.6
Maandag 4 januari 2016
Maandag 30 mei 2016
8
Woensdag 7-10-2015
Dinsdag 5-4-2016
3.7
Donderdag 14 januari 2016
Donderdag 19 mei 2016
9
Vrijdag 9-10-2015
Vrijdag 8-4-2016
3.8
Dinsdag 5 januari 2016
Dinsdag 31 mei 2016
10
Maandag 5-10-2015
Maandag 4-4-2016
Schoolgids 2015-2016 • STIP VSO Utrecht
55
11. Praktische informatie Leerplicht, verlof en verzuim Leerplicht Het SO mag leerlingen opvangen tot uiterlijk hun 14 de jaar daarna moet de leerling overgeschreven worden naar VSO onderwijs. Gemiddeld start een leerling met 12 jaar bij het VSO. (Een leerling moet verplicht 8 jaar basis/ SO onderwijs volgen voordat hij/zij doorstroomt naar VSO) Het VSO blijft ook volgens de nieuwe kwaliteitswet de mogelijkheid houden om leerlingen onderwijs te bieden van 12 tot 20 jaar. Voor deze leerlingen geldt geen kwalificatieplicht. Uitgangspunt is dat de leerling zijn opleiding afrondt met een plaats op de (beschermde) arbeidsmarkt, dat kan al vanaf zijn 16de jaar het geval zijn. Afwezigheid door ziekte/ andere reden Bij ziekte of een andere reden tot verzuim dient u de school tijdig te informeren. Dit kan telefonisch, graag vóór schooltijd. Telefoonnummer 030-2148014. Wanneer een leerling afwezig is, zonder dat bericht is ontvangen zal de school nog dezelfde dag contact met u opnemen. We verzoeken u om afspraken met tandarts, huisarts, orthodontist, et cetera zo veel mogelijk buiten de schooltijd te plannen.
Halen en brengen van de kinderen Het halen en brengen van de kinderen is vastgelegd in een vervoersprotocol. U vindt het vervoersprotocol op onze website onder kopje ouders. De plattegrond van het gebouw kunt u hier ook vinden. Begeleiderskaart van de NS In het VSO gaan we vaak in de praktijk kijken en op excursie. Een begeleiderskaart scheelt de school enorm in de kosten. Aanvraagformulieren hiervoor kunt u krijgen bij de informatiestand van de NS op Hoog Catharijne. De afspraak is dat de leerlingen die deze kaart hebben, deze apart in een vakje in de tas bewaren of in een vastgeplakte envelop vóór in de agenda. Schoolbenodigdheden Etui Ieder kind heeft een eigen etui van thuis. Hierin zit: potlood, gum, balpen, dunschrijver (kleurstiften mag). Mocht het zo zijn dat een etui in de klas van uw kind niet nodig is dan hoort u dit van de groepsleiding. Schoolagenda Alle VSO-ers hebben een schoolagenda. Daar kunnen belangrijke afspraken in komen; disco’s, feesten en verjaardagen. Ook kunnen ouders,verzorgers en de leerkrachten in de agenda schrijven als er iets belangrijks is. We hebben de ervaring dat de leerlingen het prettig vinden om met de picto-agenda te werken. Zie website: www.pictogenda.nl Sport Bij het sporten is goede kleding erg belangrijk: een gympak of gymbroek met shirt en goed passende gymschoenen. Na de gym gaat iedereen verplicht douchen: Handdoek, zeep en badslippers zelf meenemen. Wekelijks komt de kleding mee naar huis om gewassen te worden. Wanneer leerlingen geen sportkleding bij zich hebben kunnen ze niet meedoen met de gymlessen. Verzorging Als uw dochter ongesteld is geef dan schoon maandverband mee in wegwerpzakjes en schoon ondergoed. Het maandverband wordt zo niet vies in de tas en het gebruikte maandverband kan erin weggegooid worden. Kluisjes Iedere leerlingen heeft een eigen kluisje voor zijn waardevolle spullen. Aan het begin van het schooljaar krijgt uw zoon/dochter een sleutel na ondertekening van een contract. Einde van het schooljaar levert u de sleutel weer in. Bij verlies kost het u/ de leerling 10.- euro. De school is gemachtigd om zonodig kluiscontrole uit te voeren.
56
Schoolgids 2015-2016 • STIP VSO Utrecht
57
12. Namen en adressen Stichting Protestants Christelijk Onderwijs te Utrecht Postadres: Postbus 9419 3506 GK Utrecht Bezoekadres: Kaap Hoorndreef 66 te Utrecht T. 030-2723123 F. 030-2723469 College van Bestuur Mevr. M.T.C. Blom en dhr. H.J. Bootsma Inspectie van het Onderwijs Inspectie van het Onderwijs Postbus 2730 3500 GS Utrecht
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl Voor algemene vragen over onderwijs kunt u terecht bij: 0800-8051 (gratis) Landelijke Klachtencommissie Landelijke Klachtencommissie voor het Christelijk Onderwijs: Postbus 82324 2508 EH Den Haag Tel: 070-3861697 E-mail:
[email protected] Vertrouwensinspecteur De vertrouwensinspecteur adviseert en ondersteunt leerlingen, docenten, ouders en andere betrokkenen bij klachten rond seksueel misbruik, seksuele intimidatie en ernstig fysiek of geestelijk geweld. Bij een vermoeden van seksueel misbruik is een school wettelijk verplicht contact op te nemen met de vertrouwensinspecteur. Ook voor vragen of meldingen over discriminatie en radicalisering kunt u terecht bij de vertrouwensinspecteur. De vertrouwensinspecteur is alleen voor vertrouwenskwesties tijdens kantooruren bereikbaar op telefoonnummer 0900-1113111 Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900-1113111 (lokaal tarief).
58
Schoolgids 2015-2016 • STIP VSO Utrecht
59
STIP VSO Utrecht Europalaan 89 Postbus 2637 3500 GP Utrecht 030 2148014
[email protected] www.stipvso.nl
60