Memo Aan Van Datum Betreft
: Raad : College : 4 april 2016 : Vragen gesteld na Open Agenda Samenleving van 18/2/16 door D66
Beste raadsleden, Hieronder vindt u de schriftelijke beantwoording van de door D’66 gestelde vragen na de Open Agenda Samenleving van 18 februari. Beste wethouder, I.v.m. het verloop van het overleg van 18-02-2016 hebben wij een aantal opmerkingen niet gemaakt en die nu omgezet in technische vragen met iets meer uitleg dan de droge vraag. Een aantal zaken raken ook aan het dossier van Jeugdzorg, maar behoort wel bij de rapportage Sociaal Domein, en uitvoeringstaken van het Sociaal Dorpsteam, vandaar dat we dit hier wel in hebben benoemd. Huishoudelijke hulp - Wat is momenteel de termijn waarbinnen een cliënt die HH aanvraagt een beschikking krijgt? We hebben begrepen dat dit 6 weken tot 2 maanden is, en in sommige gevallen is dat redelijk lang, als het een nieuwe aanvraag betreft. En zijn er omstandigheden mogelijk waar sneller gereageerd kan worden, bijvoorbeeld bij een cliënt die terminaal ziek is? Antwoord: De wettelijke termijnen zijn als volgt: binnen 1 week wordt de cliënt teruggebeld om een afspraak te maken voor een keukentafelgesprek, het gesprek wordt in overleg gepland, na het gesprek is er een “plan op maat” dat de basis is voor de aanvraag, de beslistermijn op deze aanvraag is 2 weken. In praktijk is dat meestal sneller. Natuurlijk worden deze termijnen niet gehanteerd bij spoedgevallen (bijvoorbeeld als een inwoner terug naar huis gaat na een opname in het ziekenhuis, bij een terminale ziekte etc.). Dan wordt er indien nodig, in overleg met de inwoner snellere stappen genomen. - Zijn er in toekomstige rapportages gegevens bekend over de huidige leefsituatie van cliënten die minder HH hebben gekregen? De effecten zijn nu wellicht nog slecht meetbaar maar we vinden het wel van belang, om over het geheel te weten, dat ons beleid wel een besparing oplevert maar geen hartverscheurende toestanden. Antwoord: In de cliëntervaringsonderzoeken 2016 onderzoeken wij in hoeverre een voorziening voldoet aan de wensen en behoeften van cliënten en in welke mate de ondersteuning bijdraagt in onder andere het op orde houden van het huishouden.
www.heuvelrug.nl
IBAN NL64BNGH0285120808
Financieel Verwacht u oninbare vorderingen via CAK, vanwege de langere termijn waarop pas tot vordering kan worden overgegaan? Antwoord: Wij geven in iedere toekenningsbeschikking (indien van toepassing) aan dat mensen rekening moeten houden met een eigen bijdrage. Wij attenderen hier mensen ook op in de gesprekken. Verder manen wij de aanbieders tot het doorgeven van de geleverde uren bij het CAK. Wij zullen moeten afwachten of dit in de toekomst inderdaad betekent dat er financiële problemen ontstaan voor inwoners. PGB In hoeverre is voor onze inwoners op dit moment nog ondersteuning nodig door de problemen rondom het PGB? Is het noodzakelijk dat wij vanuit de raad ook naar de landelijke politiek nog onze UH signalen doen uitgaan, of heeft u het idee dat het lek voor onze inwoners langzaam boven komt? Wat onverlet laat natuurlijk dat ook landelijk natuurlijk het probleem voortvarend dient te worden aangepakt. Antwoord: Wij werken hard aan het in orde krijgen van de uitbetalingen van de pgb’s. Ook de herindicaties van de pgb’s handelen wij met voorrang af om deze tijdig en juist bij de SVB te krijgen. Wij handelen direct als wij een zorgverlener of een inwoner aangeeft dat de uitbetaling van de pgb’s niet goed loopt. Wij achterhalen dan de oorzaak, herstellen mogelijke fouten en geven ZorgLokaal de opdracht richting de SVB de goede informatie door te geven. Indien noodzakelijk verstrekken wij een voorschot aan de zorgverlener. Wij krijgen op dit moment nog weinig vragen om ondersteuning rondom pgb-problematiek meer binnen. Of u als raad naar de landelijke politiek toe een signaal wil afgeven, is aan u. FGP, PP en EKC ( of soortgelijke aanbieder ) Wij missen in deze rapportage de cijfers rondom de inzet van het familiegroepsplan en persoonlijk plan zoals opgenomen in de Jeugdwet en WMO. Wij bedoelen dan zaken als: - hoe vaak is het aangeboden (stap één na de melding), - hoe vaak hebben zorgmelders de mogelijkheid tot het maken van een Familiegroepsplan afgewezen (als voorwaarde voor het maken van een hulpverleningsplan door het dorpsteam; stap twee na de melding) en hoe vaak is er inzet van iets als Eigen Kracht centrale gebruikt? - Hoeveel zorgmelders hebben zelfstandig een persoonlijk plan WMO aangebracht voordat het Gesprek heeft plaatsgevonden? - Heeft u inzicht in de verbetering van cliëntbeleving als gevolg daarvan, Heeft u inzicht in de besparingen die vanwege familiegroepsplannen en persoonlijke plannen zijn gerealiseerd ten opzichte van de ‘ervaringsregel’ van vóór de transitie? Verwijzen huisartsen in onze gemeente er in voldoende mate naar de mogelijkheid van het maken van een familiegroepsplan/PP. Zijn hier cijfers van? Of zijn er voornemens om de huisartsen beter op de hoogte te stellen? 2
We hebben uit uw uitleg begrepen, dat de gegeven van huisartsen momenteel nog lastig te verkrijgen en verwerken zijn. Wij zijn overigens van mening zijn dat dit onderwerp vanwege de recente landelijke belangstelling beter behandeld kan worden op en aparte informatieavond, zodat ook de teams de kans krijgen om ons te vertellen hoe zij hier momenteel mee werken. Anders blijven wij er naar vragen terwijl dit nuttige middel wellicht allang wordt ingezet. Wij zijn van harte bereid dit mede te organiseren. Antwoord: Wij hebben een afzonderlijke bespreking van het familiegroepsplan in de raad gepland, er is inmiddels een agenderingsverzoek. Wij missen overigens deze belangrijke processtap in de beschrijving door EY op pagina 4. Is dat een omissie in de beschrijving door EY? Antwoord: In het schema op pagina 4 wordt in hoofdlijnen en samenvattend het werkproces weergegeven. Helaas ontbreekt daarin deze belangrijke processtap. In de gedetailleerde werkbeschrijvingen heeft EY deze processtap wel opgenomen. Heeft de gemeente onafhankelijke ondersteuning ingekocht bij de Eigen Kracht centrale of een andere onafhankelijke ondersteuners, en is dit wel in een productcode of financieringsconstructie te vangen binnen de huidige systematiek? Het is immers technisch geen zorg, maar vraagsubstitutie, wat inkoop bemoeilijkt. Antwoord: Wij zullen deze vraag op de Open Agenda Samenleving van 4 april mondeling beantwoorden. Save We kunnen de uithuisplaatsingen niet terugvinden in de tabellen van SAVE. Toch moeten dat er, met Valkenheide binnen onze grenzen, aardig wat zijn. (OTS -Onder Toezicht-Stelling- is immers thuis blijven, maar wel onder toezicht; UHP (uit-huis-plaatsing) gaat pas na machtiging door de rechter. Wij zien slechts één rechterlijke machtiging. Ons is bekend dat deze gevallen een groot deel uitmaken van het regionale tekort op de uitvoering Jeugdwet. ) Lezen wij er overheen, of lezen we de tabel niet goed? Antwoord: Save rapporteert over het aantal maatregelen dat is opgelegd door de rechter en dat door SAVE wordt uitgevoerd. Daarbij gaat het o.a. om voogdijmaatregelen en onder toezichtstellingen. De uitvoering van de maatregel door de (gezins)voogd betreft gedwongen hulpverlening of bijvoorbeeld een verzoek om een uithuisplaatsing bij de rechter of een verzoek om een machtiging gesloten jeugdzorg. Save rapporteert niet op managementniveau over de uitvoering van die maatregelen. Uiteraard wordt wel op casusniveau afgestemd met het dorpsteam. De procedure van een uithuisplaatsing is als volgt: • Een gecertificeerde instelling (SAVE) beslist of een uithuisplaatsing nodig is. Dat kan SAVE enkel doen wanneer er sprake is van een OTS of voogdijmaatregel. De instelling vraagt een uithuisplaatsing aan bij de kinderrechter.
3
• De kinderrechter beslist vervolgens of een kind uit huis wordt geplaatst en voor diens veiligheid in een pleeggezin, gezinshuis of instelling komt. Vervolgens geeft SAVE aan ons door welke jeugdhulpaanbieder deze zorg biedt. De procedure van een 'machtiging gesloten jeugdzorg' is vergelijkbaar:. • Een gecertificeerde instelling (SAVE) beslist of gesloten zorg nodig is. Dat kan SAVE ook doen wanneer er geen sprake is van een OTS of voogdijmaatregel, bijvoorbeeld omdat een kind een gevaar vormt voor zichzelf. De instelling vraagt een machtiging aan bij de kinderrechter. • De kinderrechter beslist vervolgens of een kind met ernstige gedragsproblemen gedwongen wordt opgenomen. Deze beslissing heet een 'machtiging gesloten jeugdzorg'. Tenslotte volgt opname in een instelling voor Jeugdzorgplus. Onze dorpsteams verwerken de machtiging tot een beschikking, zodat de aanbieder de gesloten zorg ook kan factureren. De rechter vraagt soms ook om die beschikking om zekerheid te hebben dat de gemeente de zorg bekostigd. Onder Jeugdzorgplus vallen gedwongen opname, gesloten verblijf en gedwongen behandeling. Een OTS hoeft dus per definitie in de thuissituatie worden opgelegd. Het kan ook betekenen dat de cliënt elders verblijft, maar toch onder toezicht staat. Woonplaatsbeginsel Het woonplaatsbeginsel bestaat eruit, dat de kosten voor behandeling van cliënten wier woonplaats + voogdij bij een bovenregionale of landelijke instelling in bijvoorbeeld gemeente UH berust (bijvoorbeeld bij een voorlopige OTS of een uithuisplaatsing in Valkenheide), ook door deze gemeente betaald moeten worden. Ook al is de behandeling tijdelijk en gaat het kind na een tijd weer terug naar Coevorden of Overschie: toch gaat de rekening naar gemeente UH. Dit drukt onevenredig zwaar op de budgetten voor de onze gemeente, waar niet voldoende rekening met dit soort instellingen is gehouden. Datzelfde effect is te zien rond bijvoorbeeld Den Haag, waar in de duinen ook nog grote instellingen voor volwassenen-GGZ staan. Als we er van uit gaan dat een OTS of een UHP pakweg een ton per jaar kost, zijn de kosten voor tien uithuisplaatsingen gauw uitgerekend: een miljoen. Regionaal heeft u maatregelen getroffen om die kosten te delen, voor zover het gaat om cliënten uit die naburige gemeenten. Het landelijk effect echter is door het Rijk nog niet geregeld. De vraag is dan ook: - Hoe zijn andere gemeenten met soortgelijke regionale of landelijke instellingen binnen hun gemeentegrenzen, hiermee omgaan? Verkeren zij in een soortgelijke situatie als de onze of gaat het Rijk er per geval op een andere manier meer om? Antwoord: Ter toelichting: De betalende gemeente is die gemeente waar de gezagsdragende ouder woont. Als het gezag niet meer bij de ouders ligt maar bij een instelling als SAVE (een voogdijmaatregel), dan is de gemeente waar het kind woont verantwoordelijk voor de kosten van de hulp. Een OTS heeft geen invloed op de zorgkosten, omdat bij een OTS de ouders nog altijd het gezag hebben. Onze regio heeft zich gefocust op een lobby richting het ministerie om hier aandacht voor te vragen. We weten dat een aantal regio’s in dezelfde situatie zit. Daarnaast maken we inderdaad regionale en bovenregionale afspraken over risicodeling. Vanaf 2017 is er een apart onderdeel van het macrobudget jeugd bestemt voor kinderen waarbij sprake is van een voogdijmaatregel. Dit deel wordt gebaseerd op cijfers uit 2015. Onze verwachting is dat met dit aparte onderdeel de kosten voor zorg voor voogdijkinderen beter 4
wordt gedekt. Desalniettemin blijft het zo dat onze regio extra risico loopt als gevolg van deze regelgeving. Hierover blijven wij met het ministerie, met andere regio’s en de aanbieders in gesprek. - Stel dat Intermetzo (Valkenheide) aanleiding ziet om de vestigingen in Nijkerk en De Glind te sluiten en die capaciteit naar Maarsbergen te halen. Dat gunnen we iedereen, maar financieel zijn we dan behoorlijk in de aap gelogeerd. Twintig jaarplaatsen is twee miljoen. Is er een zodanig contact met Intermetzo en met het departement dat verassingen op dat gebied vermijdbaar zijn, dan wel dat de financiële consequenties daarvan voor het Rijk zijn en niet voor de gemeente? Antwoord: Dit is inderdaad een financieel risico. Niet alle kinderen die in Maarsbergen verblijven, vallen automatisch onder ons woonplaatsbeginsel (zie ook hierboven), maar voor een aanzienlijk deel zal het inderdaad gaan om voogdijkinderen die onder ons vallen. Met een vertraging komen hiervoor echter wel middelen binnen via het aparte deel van het macrobudget. Daarmee kunnen we kosten over meerdere jaren opvangen. Daarnaast valt ook dit deels onder (boven)regionale risicodeling. - Wat is welbeschouwd het realiteitsgehalte van de verwachting dat de financiële effecten van het woonplaatsbeginsel binnen genoemde termijn niet langer bij onze gemeente liggen, maar bij het Rijk? In welke mate moeten we ons voorbereiden op het uitblijven van een oplossing? Antwoord: Wij verwachten niet dat er (behalve het aparte deel voor voogdij kinderen) een concrete wijziging van de regelgeving of verantwoordelijkheid zal plaatsvinden. Anders dan bijvoorbeeld in Denenmarken waar deze zorg wel weer is gecentraliseerd. Mocht u met betrekking tot dit onderwerp de opvatting zijn toegedaan dat dit geen beantwoording vergt doch veeleer een behandeling tijdens een aparte informatieavond, dan juichen wij dat toe. Wij zijn, liefst samen met andere fracties, gaarne bereid om zo’n behandeling mede vorm te geven dan wel op een andere manier te ondersteunen. Antwoord Afhankelijk van de uitkomsten van het onderzoek naar het tekort in 2016 van onze regio en de hoogte van het aparte deel van het macrobudget in 2017 en verder (bekend bij de meicirculaire), plannen wij inderdaad graag een aparte raadsbijeenkomst in. Informatievraag De fractie van D66 volgt net als veel andere raadsleden in onze gemeente, de vele nog lopende discussies in de 2e kamer. Die actualiteit projecteren wij op onze eigen gemeente, we willen graag weten, dat situaties als de nijpende die in Den Haag redelijk vaak voorbij komen, hier maatwerkelijk ( samenvoeging van daadwerkelijk met maatwerk ) worden opgelost. Merkt, dat onze vragen vaak in die richting worden gesteld. Wellicht helpt het, als zulke actuele zaken proactief reflecterend naar ons toe komen. ? Antwoord: Binnenkort hebben wij met elkaar een gesprek (voorlopig gepland op 18 april) over de informatievoorziening omtrent het sociale domein.
5
Wij hebben geprobeerd de vraag achter de vraag mee te geven bij onze vanuit de grond technische vragen, zodat we hiermee ook naar jullie aangeven waarom we de vragen stellen. We horen graag of dit jullie helpt in de perceptie van de vragen. Met vriendelijke groet Dorien Schults Tijn Dries
6