1555#Opmaak Oud w m d Oorlog
http://www.cogis.nl
03-04-2001
15:08
Pagina 58
1555#Opmaak Oud w m d Oorlog
03-04-2001
15:08
Pagina 59
‘OM MOET
JE
TE
OVERLEVEN
OPTIMISTISCH
ZIJN
’
Ik kom uit een joods gezin, ik had een joodse vader en moeder. Maar het jodendom speelde bij mijn ouders eigenlijk geen enkele rol. Ze hadden allebei een vaag socialistische inslag. We vormden thuis een hecht gezin, vooral met moeder had ik een warme band. De lagere school ging bijzonder goed. Pas sinds enige tijd heb ik tot me laten doordringen, dat ik in die jaren al last had van antisemitisme. Niet van schoolkameraadjes, maar van kinderen uit de buurt, die me op weg naar school najouwden met antisemitische opmerkingen. Ik denk niet dat ik daar thuis over heb gepraat, kinderen praten niet gauw over dergelijke dingen. Maar aan die weg van huis naar school bewaar ik geen prettige herinneringen. Ik heb zes jaar op de lagere school gezeten en daarna drie jaar op het lyceum, de gymnasium-afdeling.Toen besloot ik dat ik niet meer naar school wilde. Het was crisistijd en mijn ouders hadden het financieel niet breed. Ook het feit dat ik werd geplaagd, speelde mee. Mijn ouders legden zich bij mijn wens neer. Achteraf vind ik dat ze me beter eindexamen hadden kunnen laten doen. Maar dat zie je als kind nog niet. Mijn ouders hadden een kleine kantoorboekhandel. Ik ben daar gaan werken en heb later de winkel overgenomen. In dat vak ben ik tot mijn vijfenzestigste blijven hangen. Je maakte lange dagen, van ’s morgens acht tot ’s avonds acht, en op zaterdag was je tot tien uur ’s avonds open. Ik deed van alles: verkopen, etaleren, opruimen. In een kleine zaak moet je alles zelf doen. Ik was vijftien toen ik daar begon. JEUGDBEWEGING
Na enige tijd kwam ik terecht in de jeugdbeweging, bij een organisatie voor drankbestrijding met een sterk pacifistische inslag. Ik was behoorlijk actief en hoorde bij de leiding. In die tijd verloofde mijn nicht zich met een joodse jongen die zionist was. Nadat ik haar per brief had gelukgewenst, vroeg ik me af: ‘Waarom weet ik als jood eigenlijk niets van het 59
http://www.cogis.nl
1555#Opmaak Oud w m d Oorlog
OUD
WORDEN
03-04-2001
MET
DE
15:08
Pagina 60
OORLOG
zionisme af, dat is toch een actueel vraagstuk?’ Ik heb informatie gezocht en wat ik te weten kwam vond ik allemaal zo vanzelfsprekend, dat het me verbaasde dat ik het niet zelf had bedacht.Want ik had zelf te maken gehad met antisemitisme.Volgens het zionisme maakt het antisemitisme noodzakelijk, dat de joden een eigen land hebben. Dat heeft uiteindelijk geleid tot het ontstaan van de staat Israël. Ik kon me in deze ideeën helemaal vinden en ben actief geworden in de zionistische beweging. Zo leerde ik mijn vrouw kennen. Een zionistische groep in een naburige stad had een boottochtje georganiseerd en bij die gelegenheid heb ik haar voor het eerst gezien. Heel romantisch, dat bootje is later ons huwelijksbootje geworden. Mijn vrouw was een Poolse jodin, die rond 1930 naar Nederland was gekomen.Toen ik haar ontmoette, sprak ik geen Pools en zij geen Nederlands, dus we spraken de eerste tijd Duits. Ze heeft bijzonder snel accentloos Nederlands geleerd.We trouwden in 1936 en zijn zestig jaar getrouwd geweest. Ons eerste kind werd geboren in 1938. Later brak de oorlog uit en was het geen goede tijd meer om kinderen te krijgen. De tweede is pas geboren in 1951, want na de bevrijding moesten we eerst zien weer brood op de plank te krijgen. DE
ONDERDUIK
In links-socialistische hoek waar ik me politiek gezien nog steeds thuisvoel, werd van 1930 af voortdurend gewaarschuwd tegen het opkomend nazisme. Mijn vrouw kwam uit het antisemitische Polen, waar ze het nodige had gezien en meegemaakt.We wisten dus precies, welke gevaren ons boven het hoofd hingen.We wilden destijds al naar Palestina. Maar de Engelsen gaven je alleen een visum als je een bedrag kon neertellen, dat wij niet konden opbrengen.We zagen het onweer aankomen, maar konden nergens schuilen. De Duitse inval was een ramp, waar alle joden kapot van waren. Er hebben destijds heel wat joodse gezinnen gezamenlijk zelfmoord gepleegd. De eerste tijd gedroegen de Duitsers zich netjes en veranderde er weinig. Maar al gauw kwamen er bepalingen, die ons leven steeds meer inperkten. Ik weet het nog allemaal: op je kleren moest je een ster dragen, je mocht na acht uur ’s avonds niet meer op straat en je mocht pas eten kopen als bij de bakker het brood en bij de groenteman de groenten al bijna op waren. Het werd steeds erger.Tot de mensen met vrachtauto’s van huis werden gehaald en met de trein naar Westerbork gebracht. Van Westerbork vertrokken de volgeladen treinen naar de vernietigingskampen in Polen. 60
http://www.cogis.nl
1555#Opmaak Oud w m d Oorlog
03-04-2001
15:08
Pagina 61
‘OM
TE
OVERLEVEN
MOET
JE
OPTIMISTISCH
ZIJN
’
We moesten onderduiken. Dat betekende dat je met jezelf moest leuren, je moest alle mensen die maar enigszins politiek betrouwbaar waren om hulp vragen. Dat valt niet mee, als je in een stadje woont waar iedereen weet wie je bent en bovendien een joods uiterlijk hebt, zoals ik. Bij elk huis waar ik aanbelde liep ik het risico, dat de mensen inmiddels NSB-er waren geworden. Het is me toch gelukt in de zomer van 1942 een onderduikadres te vinden. Die mevrouw waar we terecht kwamen, bleek echter een enorme kletskous.Toen we met zijn drieën, zij, mijn zoontje en ik, met de tram naar haar huis reden, vertelde ze hardop aan andere mensen:‘Ik heb hier een klein onderduikertje.’ Op zo’n moment verstijf je van angst. Maar wat moesten we, we hadden geen keus. BUREN
OPGEPAKT
In het huis naast ons werd een ondergedoken gezin opgepakt door hun eigen zenuwachtigheid. Die joodse mevrouw zag twee Duitsers aankomen en holde naar buiten. Ze riep naar haar man: ‘O Harry, Harry, ze komen ons halen, ze komen ons halen.’ Het was helemaal niet zo, maar het resultaat was wel, dat die Duitsers dat hele gezin meenamen, vader en moeder en twee kinderen. Mijn vrouw was erg bang, dat die twee buurkinderen hun mond voorbij zouden praten.Want de kinderen speelden altijd met elkaar. Daarom hebben we zo snel mogelijk een ander adres gezocht. We hebben in die paar jaar heel wat afgezworven. Elke onderduik was anders. Ik ben enige tijd ondergedoken geweest bij een gezin dat in de illegaliteit zat, hun zoon is als verzetsstrijder gefusilleerd. Dat waren geweldige mensen, streng gereformeerd, met wie ik een buitengewoon goede relatie heb gehad. Die band was er ook met een communistisch gezin, waar ik een paar weken ben geweest. Het was er vuil en slordig, maar het waren goede, hartelijke mensen, die iets voor een ander over hadden. Vaak werden onderduikers echter verschrikkelijk uitgebuit.We zaten eens bij een man die politiek heel goed was, maar voor zijn werk weken van huis was. Zijn vrouw kon niet met haar vingers van onze bonnen en levensmiddelen afblijven. Ze had het zelf natuurlijk niet breed en we merkten geregeld dat er spullen verdwenen. Het eten was altijd een probleem. Bonnen voor de voedseldistributie moest je clandestien zien te krijgen, via het verzet of op de zwarte markt. 61
http://www.cogis.nl
1555#Opmaak Oud w m d Oorlog
OUD
WORDEN
03-04-2001
MET
DE
15:08
Pagina 62
OORLOG
Verder betekent onderduiken binnenzitten. Dat was voor mij niet zo moeilijk, omdat ik altijd een boekenwurm ben geweest. Mijn vrouw deed handwerk en zorgde voor het kind. Onderduiken had iets van een verblijf in een pension met een bedillerige pensionhouder. Normaliter kun je dan de benen nemen, maar als je bent ondergedoken wordt dat moeilijk. De laatste weken van de oorlog zat mijn vrouw met ons zoontje ergens in een dorpje op een eigen huurkamer.Voor haar was dat de beste tijd. Dat kan ik me voorstellen, want in die weken woonde ze zelfstandig, terwijl je als onderduiker afhankelijk was. Het onderduiken heeft twee jaar geduurd, toen werd ik gepakt. Ik zat in de kamer met de mevrouw waar ik was ondergedoken en haar zoon. Er kwamen een paar Duitsers aan en die jongeman, die zoon des huizes, zag hen aankomen, maar zei niks. Zelf kon ik de Duitsers niet zien, want ik zat met mijn rug naar het raam. Die jongen loopt de tuin in en even later komen de Duitsers binnen.Wat een verschrikkelijke slampamper, hij had maar een enkel woordje hoeven te zeggen, dan had ik weg kunnen rennen en was er waarschijnlijk niets gebeurd. Ik heb nog geprobeerd weg te hollen. Dat was niet verstandig. Eén van die Duitsers, die niet eens zo erg fout was, zei: ‘Als je niet was weggelopen, was er niets gebeurd. Nu zag ik je weglopen en moest ik je wel pakken.’ OP
TRANSPORT
Ik ben doorgestuurd naar Utrecht, naar het hoofdbureau van politie. Ik kwam terecht in een cel met vier of vijf kleine criminelen, die bezig waren een uitbraakpoging voor te bereiden. Dat ik bij hen in de cel werd geplaatst, vonden ze helemaal niet leuk. Ze moesten me wel in vertrouwen nemen. Elke nacht waren ze in het plafond van de cel aan het boren en hakken, maar ze hadden enorme pech.Tussen het plafond en de vloer erboven stond een laag water. Opeens kwam een hele waterval met daverend gekletter naar beneden. Het water liep onder de deur van de cel door de gang in, met een vreselijk lawaai. Daar kwamen de politieagenten op af. Zodra de celdeur openging, wisten mijn celgenoten door de gangen te ontkomen. Ze kenden de weg en zijn klimmend van het ene balkon naar het andere gevlucht. Maar ik was door het onderduiken verzwakt, ik kende de weg niet en was geen geoefende uitbreker.Toen het uiteindelijk licht begon te worden, zat ik op een balkon en kon er niet af. 62
http://www.cogis.nl
1555#Opmaak Oud w m d Oorlog
03-04-2001
15:08
Pagina 63
‘OM
TE
OVERLEVEN
MOET
JE
OPTIMISTISCH
ZIJN
’
De agenten beneden kregen dat in de gaten. Eén van hen, die zwaar fout moet zijn geweest, vond het leuk een schietoefening te houden. Hij schoot me met zijn revolver in mijn rug. De kogel ging van achteren net langs mijn ruggegraat tot voor in mijn buik, vlak naast mijn navel. Even later riepen een paar Duitsers: ‘Jude, bevor du verreckest, komm doch mal herein und erzähl was geschehen ist.’ Ik bloedde, ik was verzwakt, ik had geen reden om niet te vertellen wat er was gebeurd. Het hele politiebureau was in rep en roer. Ik werd ondervraagd door de politie en de Duitsers, tot ik in elkaar zakte door het bloedverlies. Ze hebben me naar een ziekenhuis gebracht en daar ben ik geopereerd. Daarna werd ik overgebracht naar het huis van bewaring op de Weteringschans in Amsterdam. Vervolgens werd ik op transport gesteld naar Westerbork, in de trein op een houten bankje, zonder verpleging en zonder enig verband. Toen ik in Westerbork aankwam, was ik in een slechte conditie. Maar de joodse artsen en verplegers hebben gedaan wat ze konden. Ik heb daar een maand lang een heel behoorlijke verzorging gehad. AUSCHWITZ
Ik werd weer op transport gesteld en heb het laatste halve jaar van de oorlog in Auschwitz doorgebracht. Het had niet veel langer moeten duren, want door de permanente honger en die verwonding was ik zo zwak, dat je me met een veertje kon omstoten. Maar ook de mensen die nog wel weerstand hadden, zijn daar bijna allemaal omgekomen. Toen ik aankwam, waren de gaskamers al buiten gebruik gesteld, dat geluk had ik.We moesten hard werken, heel zwaar werk, riolen maken en greppels graven, in weer en wind. Vaak werd wat we gegraven hadden een paar weken later weer dichtgegooid, ze wilden de gevangenen gewoon aan het werk houden. Op een bepaald moment was ik fysiek zo uitgeput, dat ik me heb gemeld bij de arts, hoewel ik wist dat het zeer riskant was. Als er te veel zieken waren, maakten de Duitsers een paar kamers leeg en de zieken werden dan vergast, ook toen nog. Je wist wat je boven het hoofd hing als je je ziek meldde. Maar ik kon niet meer, ik kon geen voet meer voor de andere zetten. Aan een Hollandse dokter vroeg ik: ‘Kun je wat voor me doen om me erdoor te slepen? Want ik wil naar mijn vrouw en kind terug.’ Dat gaf me kracht. Die dokter, ik vrees dat hij het zelf niet heeft overleefd, zorgde ervoor dat ik een krib kreeg in de ziekenkamer. 63
http://www.cogis.nl
1555#Opmaak Oud w m d Oorlog
OUD
WORDEN
03-04-2001
MET
DE
15:08
Pagina 64
OORLOG
Tussen de gevangenen onderling waren er rangen en standen en ik kwam op een bed te liggen tussen de zogenaamde prominenten: Duitsers en Polen die bij de kampelite hoorden. Omdat de Duitsers vonden dat wie niet werkte ook geen eten verdiende, gaven ze aan de zieken nog minder dan aan de andere gevangenen. Het maakte mij niets meer uit, ik was dankbaar dat ik niet meer hoefde te werken, dat kon ik niet meer opbrengen. Het was ondertussen hartje winter geworden. Ik heb daar rustig op mijn krib gelegen, ik weet niet hoeveel weken, ik ben de tel kwijtgeraakt. Opeens waren de bewakers weg en sommige gevangenen die nog kracht hadden, liepen naar beneden om te zien wat er aan de hand was. Ik was te zwak om overeind te komen, maar een paar dagen later heb ik mijn eerste Rus gezien. Ik ontdekte een vertrek, waar ik een paar kledingstukken vond. Later heb ik van de Russen een oud uniform gekregen. Ik ben in een Russisch uniform thuisgekomen. NAAR
HUIS
Ik wilde zo gauw mogelijk naar Nederland, maar je kon geen enkeltje Amsterdam kopen. We stapten ergens op een goederen- of een personentrein, soms lukte dat, soms werden we door de Russen weggejaagd. Zo’n trein ging dan als je geluk had een eind de goede kant op. Maar vaak bleef je ergens in de rimboe staan en dat kon een paar uur, maar ook dagen duren. Over die duizend kilometer naar Nederland heb ik ongeveer een half jaar gedaan. Af en toe wisten de Russen voor eten te zorgen, daar deden ze wel hun best voor. Maar ze zaten nog midden in een oorlog. Soms lagen er langs de spoorbaan een paar doodgeschoten paarden en kreeg je als ontbijt, lunch en avondeten paardenvlees. Een andere keer had iemand in een magazijn zoute haring gevonden of zuurkool. De Russen hebben het met hun beperkte mogelijkheden niet slecht gedaan en langzamerhand kwamen we weer een beetje op krachten. Onderweg hoorde je voortdurend verhalen over wat er in Holland allemaal gebeurd zou zijn. De onzekerheid was groot. Ik wist dat mijn vrouw heel flink en doortastend was, maar misschien was er een razzia geweest of een bom gevallen. Ik wist al die tijd dus niet, wie ik van het gezin of de familie terug zou vinden. Maar ik heb enorm veel geluk gehad. Mijn vader is tijdens de oorlog normaal in een joods ziekenhuis overleden, mijn moeder 64
http://www.cogis.nl
1555#Opmaak Oud w m d Oorlog
03-04-2001
15:08
Pagina 65
‘OM
TE
OVERLEVEN
MOET
JE
OPTIMISTISCH
ZIJN
’
heeft de oorlog nog een aantal jaren overleefd en ook mijn beide zusters zijn de oorlog doorgekomen, de jongste leeft nog. Dat is uitzonderlijk, een joodse familie die na de oorlog nog compleet was. In Enschede waar ik de grens overging, werd ik met licht gejuich ontvangen door een oude vriend van me uit de jeugdbeweging, die bij het grenskantoor een functie had. Hij bestelde meteen een taxi voor me.Toen ik in mijn woonplaats uitstapte, kwam er een dame naar me toe die zei: ‘Ik heb uw vrouw en uw zoontje ook al gezien.’ Dat was heel goed nieuws.Via de buren kwam ik erachter waar mijn vrouw op dat moment woonde. Ik ben zo gauw mogelijk naar haar toe gegaan. Die avond, nadat we zo lang uit elkaar waren geweest, wilde ik niet meteen bij haar in bed stappen. Dat wilde ik haar niet aandoen. Maar ze zei zelf:‘Nou, kom je niet in bed?’Toen was ik weer thuis. AMBTELIJK
APPARAAT
Ik moest weer aan de kost zien te komen en daarbij kreeg ik te maken met allerlei gezanik van het ambtelijk apparaat. De Nederlandse autoriteiten hebben weinig of niets gedaan om het lot van de teruggekeerde joden te verlichten. Men wilde niemand bevoordelen, maar dat leidde er in de praktijk toe, dat mensen werden achtergesteld. Bijvoorbeeld de joden die zonder een cent van de grond af aan opnieuw moesten beginnen, terwijl bijna al hun familieleden en vrienden waren vermoord. Of een vrouw van een vermoorde man, die te horen kreeg:‘Dat uw man een bedrijf had, wil niet zeggen dat u het recht hebt om dat bedrijf voort te zetten.’ De overheid liet niet merken dat ze besefte wat er in de kampen was gebeurd. Nu pas begint men te zien, dat die houding niet deugde. Het was de bedoeling om de winkel zo gauw mogelijk van de hand te doen en naar Palestina te gaan. De eerste jaren is het daar niet van gekomen, ook omdat we er een dochtertje bij kregen. Pas negen jaar na de oorlog, in 1954, zijn we naar Palestina gegaan. Dat werd een grote mislukking. Mijn vrouw kon niet tegen het klimaat en ik kon niet aan de slag komen.We besloten om terug te gaan en zijn weer een winkel begonnen. Die hebben we nog vele jaren gehad, tot mijn 65e. In 1974 heb ik de zaak verkocht. Daarna hebben we nog enige jaren aan de rand van de stad gewoond, in een flat met een mooi terras, dat uitkeek over de weilanden bij de rivier, vol vogels en bloemen. Daar 65
http://www.cogis.nl
1555#Opmaak Oud w m d Oorlog
OUD
WORDEN
03-04-2001
MET
DE
15:08
Pagina 66
OORLOG
hebben mijn vrouw en ik erg genoten. Ondertussen werd hier in Buitenveldert dit complex gebouwd en mijn vrouw wilde er een flatje, omdat we dan konden wonen in een joodse omgeving. Ze heeft er echt op aangestuurd, want ze wist dat ik haar zou overleven. Ik heb het hier nu erg naar mijn zin. TERUGBLIK
Ik ben nu 91. Ik kan niet zeggen dat ik lichamelijk van de oorlogsjaren heb geleden. De littekens op mijn buik zitten er nog, maar daar heb ik geen lichamelijke pijn aan. Verder heb ik er geen gezondheidsklachten aan overgehouden. Je hoort vaak van mensen die jarenlang ’s nachts wakker schrikken en schreeuwen of hardop dromen. Ik heb nooit van mijn vrouw gehoord dat ik dat deed. Nu ik over de negentig ben, herinner ik me minder dan vroeger. Dat is misschien maar goed ook. Wel lees ik alle boeken over de oorlog, boeken van Herzberg, van Lou de Jong, van Presser, alles wat er over de oorlog is gepubliceerd heb ik staan. Dat kan ik lezen zonder problemen. Mijn vrouw is niet in een concentratiekamp geweest, maar ze heeft genoeg misère meegemaakt. In Polen is haar hele 66
http://www.cogis.nl
C
O M M E N TA A R
Belangrijk is wat deze man vertelt over de onderduik. Wat moet het niet voor iemand betekenen om te moeten ‘leuren met jezelf ’, om je vrouw en kind en jezelf in veiligheid te brengen. Mensen die joden hebben laten onderduiken verdienen nog steeds respect, want zij hebben iets gedaan tegen de jodenvervolging. Aan de andere kant hoor je ook verhalen, waaruit blijkt dat van de afhankelijke positie van de onderduikers soms misbruik werd gemaakt. Deze man werd beschoten door een Nederlandse politieman. Nederlandse ambtenaren en instanties hebben meegewerkt aan de deportatie van de joden. Dat verklaart voor een deel het wantrouwen tegenover de Nederlanders, dat nog altijd bestaat in joodse kring. Auschwitz was een vernietigingskamp. De Duitsers hadden concentratiekampen om af te rekenen met hun politieke tegenstanders. Daarnaast waren er de vernietigingskampen, waarin systematisch en efficiënt
1555#Opmaak Oud w m d Oorlog
03-04-2001
15:08
Pagina 67
‘OM
TE
familie uitgemoord, haar vader, haar stiefmoeder en alle broertjes en zusjes. Onze kinderen hebben vaak gezegd: ‘Gezien wat jullie hebben meegemaakt, hebben jullie het met ons goed gedaan. Jullie hebben ons noch dingen verzwegen, noch altijd maar volgestopt met die oorlog.’ We hebben kennelijk een goede middenweg gevonden.Velen konden dat niet. Die zaten zo vol met wat ze hadden meegemaakt, dat ze er steeds weer over moesten beginnen. Anderen waren zo verstikt, dat ze hun kinderen geen woord hebben kunnen vertellen. Mijn vrouw en ik waren toevallig in staat om een redelijke middenweg te bewandelen. Als anderen dat niet konden, kun je hen dat niet kwalijk nemen. Na de oorlog zijn onze contacten met niet-Joden veranderd. Er is bij ons een zekere argwaan, op de eerste plaats tegenover Duitsers, maar ook wel tegenover Nederlanders. Mijn vrouw en ik gingen graag en veel om met niet-joodse vrienden, maar niet met iedereen, niet met iemand die je zo maar tegenkwam.Want je wist nooit wat voor vlees je in de kuip had. Iemand die op het eerste gezicht een goede vriend lijkt, kan later opeens een antisemitische opmerking maken. Dat soort dingen hebben we te vaak meege-
OVERLEVEN
MOET
JE
OPTIMISTISCH
ZIJN
’
werd gepoogd alle joden (maar ook de zigeuners) in Europa te vermoorden. Dat deze man een vernietigingskamp heeft overleefd, mag een wonder heten, ook omdat hij lichamelijk al was verzwakt door de schotwond. Deze man heeft het uitzonderlijke geluk gehad dat zijn familie en gezin de vervolging hebben overleefd. Dat zal hem ongetwijfeld hebben geholpen bij de verwerking van zijn ervaringen. Slechts heel weinig joodse families zijn ongeschonden uit de oorlog gekomen. Bijna alle overlevende joden hebben na de oorlog moeten rouwen om vermoorde familieleden en vrienden. Pas in de laatste jaren wordt in bredere kring beseft, hoe kil en tactloos de ontvangst van de teruggekeerde joden is geweest. Achteraf gezien is het onvoorstelbaar, dat de Nederlandse samenleving zich zo benepen heeft opgesteld. Kennelijk kon men niet tot zich laten doordringen, hoe groot de ramp was die de joodse bevolking tijdens de oorlog heeft getroffen. Deze man, en dat is opvallend, hield rekening met de mogelijkheid van Duitse agressie tegen de joden. De
67
http://www.cogis.nl
1555#Opmaak Oud w m d Oorlog
OUD
WORDEN
03-04-2001
MET
DE
15:08
Pagina 68
OORLOG
maakt. Mensen zeggen wel eens:‘Je moet wel sterk zijn, om er zo te zijn doorgekomen.’ Misschien, ik kan mezelf moeilijk met anderen vergelijken. Om in de oorlog te overleven moest je optimistisch zijn. De Engelse radio zei voortdurend dat de oorlog over een paar weken zou zijn afgelopen. We werden dus steeds teleurgesteld, maar iedere keer opnieuw waren we maar al te graag bereid om het goede nieuws te geloven. Zo hield je het vol. Als je ouder wordt, leer je om dingen los te laten. Je weet dat uiteindelijk een van beiden alleen komt te staan. Dat mijn vrouw zou overlijden, zagen we al lang aankomen. Ze had een zwak hart en is vaak in het ziekenhuis geweest. Toen ze overleed, zaten de kinderen en ik om haar heen. De dokter had pijnstillende middelen gegeven om haar rustiger te laten sterven. Ze is heel vredig ingeslapen. Haar laatste woorden waren: ‘Ik heb een goed leven gehad.’ Dan ben je gerustgesteld en getroost. Gezien mijn leeftijd leid ik een vreselijk rustig leven. Ik ga nog wel naar lezingen, maar er zijn zoveel films en toneelvoorstellingen die ik nog had willen zien. Ik ga er niet naartoe, want ik zie op tegen het openbaar vervoer. Gelukkig lees ik 68
http://www.cogis.nl
ervaringen van zijn vrouw met het antisemitisme in Polen en zijn eigen zionistische levensvisie zullen een rol hebben gespeeld. Omdat hij onder ogen kon zien wat de joden onder de Duitse bezetting te wachten stond, kon hij de moeilijke beslissing nemen onder te duiken.Voor de oorlog was voor veel joden het idee dat ze zouden worden gedeporteerd, iets ondenkbaars. Door het Duitse geweld werd bij hen de illusie verstoord, dat ze in Nederland veilig waren. Als mensen beseffen wat hen door anderen kan worden aangedaan, raken ze hun fundamentele gevoel van veiligheid kwijt. Dat leidt tot angsten, die eigenlijk nooit meer weggaan en die het moeilijk maken om anderen nog te vertrouwen. Deze man was door zijn zionistische levensvisie enigszins tegen deze desillusie gewapend. Opvallend is ook, dat deze man aan zijn oorlogservaringen zo weinig klachten heeft overgehouden. De geborgenheid van een goed huwelijk heeft hem ongetwijfeld geholpen. Maar ook zelf toont hij innerlijke
1555#Opmaak Oud w m d Oorlog
03-04-2001
15:08
Pagina 69
‘OM
TE
veel. Mijn ogen zijn slecht en als ik helemaal blind zou worden, zou ik me heel ongelukkig voelen. Ik hoop maar dat dat niet gebeurt. Ik heb hier een hele goede vriendschap gesloten met mijn naaste buurman. Hij komt uit dezelfde stad als ik, hij is precies even oud en hij komt ook uit een socialistisch nest. En hij was ook zestig jaar getrouwd. In die korte tijd dat hij hier woonde, heeft hij zijn vrouw verloren.We hebben dus veel gemeenschappelijk en zijn goede vrienden geworden. Daar zijn we beiden blij mee. Er gaat geen dag voorbij dat we niet even met elkaar praten. Ik heb mijn vrouw erg gemist sinds ze is overleden. Maar ik heb ook nu een goed leven.
OVERLEVEN
MOET
JE
OPTIMISTISCH
ZIJN
’
weerbaarheid, bijvoorbeeld in zijn reacties op de veroudering. Het verlies van zijn vrouw raakt hem diep, maar ook zonder haar is er nog veel dat hem boeit. Hij kan zich openstellen voor het nieuwe dat het leven nog te bieden heeft, bijvoorbeeld de vriendschap met de buurman.
69
http://www.cogis.nl